Duurzaam ondernemen: de kloof tussen willen en kunnen

1
15 februari 2014 © Het Financieele Dagblad Duurzaam ondernemen: de kloof tussen willen en kunnen Jeroen Bos Maatschappelijk verantwoord onderne- men loont, gelooſt een meerderheid van het Nederlandse mkb. Maar idealisme omzet- ten in een verdienmodel valt nog niet mee. G oed willen doen voor de wereld is een mooi stre- ven, maar het zou met dit bedrijf snel afgelopen zijn als het niet was gebouwd op oerdegelijke spreadsheets en een solide verdien- model.’ Aan het woord is Guido van Sta- veren, oprichter van Moyee (spreek uit: Mo-jie) Coffee. Hij streeft ernaar Neder- landers aan de Ethiopische kwaliteits- koffie te krijgen. Maar hij wil tegelijk de lokale economie in het Afrikaanse land een impuls geven. ‘Bij multinationals verdwijnt 98% van de toegevoegde waarde van een kopje koffie in eigen zak. Wij willen de toege- voegde waarde niet wegtrekken uit pro- ducerende landen, maar die delen met de lokale economieën’, legt hij uit. ‘Dat doen we onder meer door de bonen ter plekke te branden. Van Staveren is ervan overtuigd dat hij het kan opnemen tegen koffiegiganten die hun groene koffiebonen tegen bo- demprijzen opkopen en in het Westen verder bewerken. ‘We worden een winst- gevend bedrijf, alleen verdelen we die winst anders dan de meeste bedrijven.’ Een meerderheid van het Nederland- se mkb deelt Van Staverens mening dat maatschappelijk verantwoord en duur- zaam on- dernemen de toekomst heeft. Meer dan de helft van de bedrijven verwacht dat dit model ze op termijn een hoger rendement zal ople- veren. Toch is slechts een minderheid van de op duurzaamheid gerichte bedrijven er tot nog toe in geslaagd hier een geschikt verdienmodel voor te ontwikkelen, zo blijkt uit onderzoek van ontwikkelings- hulporganisatie Icco. De peiling werd gehouden onder Nederlandse mkb-be- drijven die deels of uitsluitend in ont- wikkelingslanden actief zijn. En koepel- organisatie MVO Nederland bevestigt op basis van eigen ervaringen dat het beeld binnen de rest van het bedrijfsleven niet wezenlijk anders is. Waar komt die kloof tussen willen en kunnen vandaan? Welke hordes blokke- ren de weg naar een duurzaam en sociaal bedrijfsmodel dat rendeert? Die vraag is gemakkelijk gesteld, maar moeilijk te beantwoorden. Dat komt on- der meer doordat ‘maatschappelijk ver- antwoord ondernemen’ (mvo) een con- tainerbegrip is. Voor de een is het lager draaien van de thermostaat en het doven van verlichting buiten werktijden al een vorm van mvo. Voor anderen houdt mvo in dat de complete keten van ruwe grondstof tot het eindproduct dat bij de consument terechtkomt helemaal op een eerlijke en gezonde manier wordt vormgege- ven, waarbij het liefst vrijwel alle grond- stoffen worden hergebruikt. Het aantal bedrijven dat mvo tot kern van hun ondernemingsplan heeft gemaakt groeit. Sommigen verdienen aan hun idealen, anderen lopen vast op zeer diverse obstakels. Een rondgang langs bedrijven, investeerders en des- kundigen maakt duidelijk dat veel pro- blemen bekend klinken voor ieder type bedrijf: gebrek aan kennis, problemen met financiering, te grote investeringen vereist. Maar er zijn ook factoren die specifiek zijn voor ondernemers die maatschap- pelijk verantwoord aan de slag willen. Hoe krijg je bijvoorbeeld leveranciers zover dat zij dezelfde normen gaan han- teren als jouw onderneming nastreeft? ‘Dat is bijzonder moeilijk’, zo merkte Erik Toenhake van kledingbedrijf DutchSpirit. ‘Wij willen dat onze stoffen op een nette manier worden geprodu- ceerd, met oog voor dierenwelzijn, ook als dat duurder is. Leveranciers hebben vaak de mond vol over duurzaamheid, maar gaan vaak toch voor de laagste prijs.’ Vervolg op pagina 2+3 Containerbegrip Duurzaamheid is voor de een eerder het licht uitdoen en voor de ander een geheel eerlijke productielijn Niet iedereen bereid ‘Het is lastig als een leverancier niet jouw normen wil hanteren’ G

Transcript of Duurzaam ondernemen: de kloof tussen willen en kunnen

15 februari 2014 © Het Financieele Dagblad

Duurzaam ondernemen: de kloof tussen willen en kunnen

Jeroen Bos

GMaatschappelijk verantwoord onderne-men loont, gelooft een meerderheid van het Nederlandse mkb. Maar idealisme omzet-ten in een verdienmodel valt nog niet mee.

G oed willen doen voor de wereld is een mooi stre-ven, maar het zou met dit bedrijf snel afgelopen zijn als het niet was gebouwd op oerdegelijke spreadsheets en een solide verdien-model.’ Aan het woord is Guido van Sta-veren, oprichter van Moyee (spreek uit: Mo-jie) Coffee. Hij streeft ernaar Neder-landers aan de Ethiopische kwaliteits-koffie te krijgen. Maar hij wil tegelijk de lokale economie in het Afrikaanse land een impuls geven.

‘Bij multinationals verdwijnt 98% van de toegevoegde waarde van een kopje koffie in eigen zak. Wij willen de toege-voegde waarde niet wegtrekken uit pro-ducerende landen, maar die delen met de lokale economieën’, legt hij uit. ‘Dat doen we onder meer door de bonen ter plekke te branden.

Van Staveren is ervan overtuigd dat hij het kan opnemen tegen koffiegiganten die hun groene koffiebonen tegen bo-demprijzen opkopen en in het Westen verder bewerken. ‘We worden een winst-gevend bedrijf, alleen verdelen we die winst anders dan de meeste bedrijven.’

Een meerderheid van het Nederland-se mkb deelt Van Staverens mening dat maatschappelijk verantwoord en duur-

zaam on-dernemen

de toekomst heeft. Meer dan de

helft van de bedrijven verwacht dat dit model ze op

termijn een hoger rendement zal ople-veren.

Toch is slechts een minderheid van de op duurzaamheid gerichte bedrijven er tot nog toe in geslaagd hier een geschikt verdienmodel voor te ontwikkelen, zo blijkt uit onderzoek van ontwikkelings-hulporganisatie Icco. De peiling werd gehouden onder Nederlandse mkb-be-drijven die deels of uitsluitend in ont-wikkelingslanden actief zijn. En koepel-organisatie MVO Nederland bevestigt op basis van eigen ervaringen dat het beeld binnen de rest van het bedrijfsleven niet wezenlijk anders is.

Waar komt die kloof tussen willen en kunnen vandaan? Welke hordes blokke-ren de weg naar een duurzaam en sociaal bedrijfsmodel dat rendeert?

Die vraag is gemakkelijk gesteld, maar moeilijk te beantwoorden. Dat komt on-der meer doordat ‘maatschappelijk ver-antwoord ondernemen’ (mvo) een con-tainerbegrip is. Voor de een is het lager

draaien van de thermostaat en het doven van verlichting

buiten werktijden al een vorm van mvo. Voor anderen

houdt mvo in dat de complete keten van ruwe grondstof tot het

eindproduct dat bij de consument terechtkomt helemaal op een eerlijke

en gezonde manier wordt vormgege-ven, waarbij het liefst vrijwel alle grond-stoffen worden hergebruikt.

Het aantal bedrijven dat mvo tot kern van hun ondernemingsplan heeft gemaakt groeit. Sommigen verdienen aan hun idealen, anderen lopen vast op zeer diverse obstakels. Een rondgang langs bedrijven, investeerders en des-kundigen maakt duidelijk dat veel pro-blemen bekend klinken voor ieder type bedrijf: gebrek aan kennis, problemen met financiering, te grote investeringen vereist.

Maar er zijn ook factoren die specifiek zijn voor ondernemers die maatschap-pelijk verantwoord aan de slag willen. Hoe krijg je bijvoorbeeld leveranciers zover dat zij dezelfde normen gaan han-teren als jouw onderneming nastreeft? ‘Dat is bijzonder moeilijk’, zo merkte Erik Toenhake van kledingbedrijf DutchSpirit . ‘Wij willen dat onze stoffen op een nette manier worden geprodu-ceerd, met oog voor dierenwelzijn, ook als dat duurder is. Leveranciers hebben vaak de mond vol over duurzaamheid, maar gaan vaak toch voor de laagste prijs.’

Vervolg op pagina 2+3

Containerbegrip Duurzaamheid is voor de een eerder het licht uitdoen en voor de ander een geheel eerlijke productielijnNiet iedereen bereid ‘Het is lastig als een leverancier niet jouw normen wil hanteren’

kunnen

G