Dropzone juni 2010

19
Verantwoordelijk uitgever: VVJ vzw | Marc Ipermans Vijverlaan 53 | 2610 Wilrijk Afgiftekantoor 2610 Wilrijk Erkenningsnummer P206352 Jaargang 19 nr. 3 | juni 2010 Verschijnt 5x per jaar: feb - apr - jun - sep - dec BELGIË - BELGIQUE P.B. 2610 WILRIJK BC 1697 Vakantieparticipatie Vakantiewerking Vakantie... TIJDSCHRIFT VOOR LOKAAL JEUGDBELEID

description

Dropzone juni 2010

Transcript of Dropzone juni 2010

juni 2010 • p 1

Verantwoordelijk uitgever:VVJ vzw | Marc Ipermans Vijverlaan 53 | 2610 Wilrijk

Afgiftekantoor 2610 WilrijkErkenningsnummer P206352

Jaargang 19 nr. 3 | juni 2010Verschijnt 5x per jaar: feb - apr - jun - sep - dec

BELGIË - BELGIQUEP.B.

2610 WILRIJKBC 1697

VakantieparticipatieVakantiewerkingVakantie...

TIJDSCHRIFT VOOR LOKAAL JEUGDBELEID

p 2 • juni 2010 juni 2010 • p 3

26146

HOOFDREDACTIELeen Bartholomeus

VORMGEVINGIO - Els De Pauw

REDACTIELeen BartholomeusEllen De BoeckKoen DepreitereDominique GoossensThijs GrisonIlse HolvoetMarc IpermansSofie MarqueKoen SteuperaertChristoff Van Acker

Nathalie Van Ceule-broeckAlexander Van CraeyveltArnold VandenbusscheWouter VanvinckenroyeBen VerstreydenJitske VerwimpGreet VorsselmansVeerle WeeckSofie Willems

FOTO’SAns BrysDe Speelvogels (Kas-terlee)MateriaalMagazijn bvba

PJD Oost-VlaanderenWouter VanvinckenroyeJD ZutendaalJD WijnegemJD SchildeJD TorhoutJD NijlenJeugd Rode KruisVzw Jeugdclubs Lokeren

COVERFOTOAns Brys

EINDREDACTIELeen Bartholomeus

ALGEMENE INFODropzone is een tijd-schrift van de

Dropzone is gratis voor jeugddiensten en part-ners in het jeugdbeleid. Een abonnement kost 12 euro en kan je aanvragen via [email protected]

Met steun van

REDACTIEVijverlaan 53 2610 WilrijkT: 03-821 06 06F: 03-821 06 09E: [email protected]

DRUKKERIJJansen - Hoeselt

VERANTWOORDELIJKE UITGEVERMarc Ipermans

interviewIedereen verdient vakantieEen gesprek met de coördinator van het Steunpunt Vakantiepar-ticipatie.

wet(t)enswaardig Vakantiewerking en regelgevingEen overzicht van de voornaamste regels.

“Meer bestuurskracht? Graag!”

COLOFON

Staatshervorming

Als u deze tekst leest, zijn de federale verkiezingen al lang voorbij en begint het misschien stilaan duidelijk te worden op welke termijn een Belgische staatsher-vorming er aan zit te komen. Wat je misschien niet wist is dat ook Vlaanderen zelf ondertussen naarstig aan een interne staatshervorming werkt.

Je hoort er voorlopig minder van, maar waar de Vlaamse regering met de ge-meentebesturen naar toe wil is toch wel stevig ambitieus. Zo wil men de be-voegdheden van de provincies danig inperken en de bestuurskracht van de ge-meentebesturen fors verhogen. Dat laatste is een doelstelling waar wij helemaal achter staan. Meer dan de helft van de Vlaamse gemeenten is klein tot zeer klein. Nog steeds werkt in 1 op 7 van de Vlaamse gemeenten de collega verantwoor-delijk voor het jeugdbeleid op C-niveau of lager. In gemeenten onder de 10.000 inwoners (dat zijn er meer dan 1 op 4) moet de helft van de jeugdambtenaren er nog andere thema’s in combinatie bijpakken. Meer bestuurskracht: graag! Of dat zal lukken met een financiële wortel voor de neus om gemeenten tot een vrijwillige fusie te verleiden, is een ander paar mouwen. Naar wij vernemen is het woord fusie in veel gemeentehuizen sedert 1977 nog steeds taboe.

Een ander aspect van de interne staatshervorming is het versterken van de autonomie van de gemeenten. Het won-dermiddel daartoe lijkt de integratie van de sectorale beleidsplannen in het strate-gisch meerjarenplan te zijn, waarna alle Vlaamse trekkingsrechten aan het ge-

meentefonds kunnen toegevoegd worden. Nu hebben wij niks tegen een stra-tegisch meerjarenplan voor de gemeente, integendeel. Het lijkt ons een daad van goed bestuur dat na verkiezingen een bestuursakkoord wordt uitgewerkt tot een legislatuurplan voor de gemeente. Maar inspraak en participatie voor kinderen en jongeren zijn geen “follieke”. Ze zijn een noodzakelijke voorwaarde voor behoorlijk bestuur. En voldoende sectorale, “geoormerkte” middelen blij-ven nodig om die o zo waardevolle dynamische processen van lokale commu-nicatieve planning met kinderen en jongeren te voeden. Dus: hervorm waar je meerwaarde kunt creëren, maar gooi het kind van het lokale jeugdbeleid niet weg met het badwater van de strategische planning!

Ondertussen staat de tijd niet stil en staan jeugddiensten weeral aan de voor-avond van één van de grote jaarlijkse uitdagingen. Met name: tienduizenden kinderen de gelegenheid bieden om in eigen gemeente een heerlijke vakantie lang te stoeien en ravotten. Zodat ze als ze thuiskomen tegen mama of papa kunnen roepen: We hebben Goe Gespeeld!

Marc Ipermans

3 editoStaatshervormingEen kritische blik op spannende tijden.

4 over vvjNieuwtjesDeze rubriek bestaat enerzijds uit nieuws van de interne keuken van VVJ en uit aankondigingen van eigen activiteiten.

6 Europees jaar armoede Iedereen verdient vakantieEen interview met Marian Schap-mans van Steunpunt Vakantiepar-ticipatie over hoe vakantie voor iedereen mogelijk wordt.

10 vakantiewerking Inclusieve speelpleinenIedereen welkom op het speel-plein! Expertise in een notendop.

13 JBP 2011-2013Checklist brandveiligheidEen prima hulpmiddel om de prio-riteit brandveiligheid helemaal waar te maken!

14 wet(t)enswaardig Vakantiewerking en regelgevingEen beknopte handleiding voor een vlekkeloze zomer.

17 JBP 2011-2013Liefste JBP dagboek4 Jeugdconsulenten laten je meele-zen in het dagboek van hun plan-ningsjaar.

18 fotoreportage SpeelmateriaalLaat je inspireren!

20 jeugdwerkondersteuning Jeugddienst op kampbezoekKampbezoeken: tijdverspilling of zomerhit. Vel zelf je oordeel!

23 vakantiewerking Voorbereid op uitstapOver zonnemelk en gezond ver-stand. Alle voorzorgsmaatregelen voor een geslaagde uitstap.

26 de jeugddienst Haalbaar vindplaatsgericht werkenNiet alleen weggelegd voor grote gemeenten of jeugddiensten!

32 de jeugddienst Uit het dagboek van Veerle WeeckStafmedewerker jeugd en sport in GC De Zandloper in Wemmel.

34 voor u bekeken Publicaties, initiatieven en websitesWe stellen jullie een waaier voor van publicaties, initiatieven en websites van derden. Handig, Bondig. Leerrijk.

36 uitsmijterOver generaties

de jeugddienst Haalbaar vindplaatsgericht werkenHoe wordt vindplaatsgericht werken ook haalbaar voor kleine gemeenten. Haal je inspiratie uit deze voorbeelden.

inhoudstafel Staatshervorming | edito

>> Marc Ipermans

p 4 • juni 2010 juni 2010 • p 5

over vvj | Nieuwtjes Nieuwtjes | over vvj

Voor wie dit nieuwtje miste in Lopend Vuur: Ellen wordt onze nieuwe provinciale ondersteuner voor Limburg. Ze is op dit moment nog aan de slag als jeugdconsulente in Ma-chelen, maar op 1 juli verwelkomen we haar bij VVJ! Wie Ellen wil feliciteren kan dat vanaf 1 juli via 03-821 06 05, of nu al via [email protected].

De zomer is de periode dat het er net iets rustiger aan toe gaat bij VVJ. De periode bij uitstek dus voor de VVJ-collega’s om enkele weken vakantie te nemen. Maar we zijn uiteraard de hele zomer lang bereikbaar voor jullie, alleen op 21 juli is het VVJ-secretariaat gesloten.

De Vlaamse overheid werkt op diverse fronten aan de Vlaamse “interne staatshervorming”. De integratie van de sectorale plan-nen (zoals het JBP) in de strategische meerjarenplannen van de ge-meente is hier één aspect van.Om de discussie over dit onderwerp met kennis van zaken te kunnen voeren heeft de commissie binnenlands bestuur van het Vlaams Parlement een aantal gedachtewisselingen georganiseerd. Na o.a. minister Bourgeois, de VVSG, de VVP, diverse academici en organisaties zoals Locus, was ook de VVJ uitgenodigd om op 1 juni onze visie uiteen te zetten.De VVJ heeft in de commissie vooral gehamerd op het belang van het behoud van sectorale subsidies voor het lokale jeugdbeleid en op het belang van inspraak en participatie van kinderen en jonge-ren. Uit de reacties van de commissieleden maken we op dat er be-grip is voor onze bekommernis omtrent de inspraak van kinderen en jongeren. Meer tegenwind ondervonden we bij de vraag naar het behoud van de geoormerkte subsidies. Diverse commissiele-den vonden dat de sectorale subsidies bij het gemeentefonds kun-nen gevoegd worden. Zij denken dat het lokale jeugdbeleid stevig genoeg verankerd is zodat deze middelen niet zullen gebruikt worden voor andere zaken. We hebben met een aantal cijfers uit het Cijferboek aangetoond dat dit volgens ons toch wel al te roos-kleurig is voorgesteld.

Onze presentatie, visienota en andere info over de interne staatshervor-ming vind je op onze website www.vvj.be.

De job van een jeugdconsulent is ontzettend veelzijdig. Om je met extra bagage op pad te sturen, biedt VVJ je in samenwerking met de afdeling Jeugd een opleiding van drie jaar. De opleiding jeugdconsulent is op maat van je specifieke taken als jeugdconsulent om een eigentijds lo-kaal jeugdbeleid aan te sturen en uit te voeren. Er wordt aandacht besteed aan belangrijke basiskennis, visievor-ming en vaardigheden. Als cursist leer je ook je dienst te situeren binnen het gemeentebestuur en maak je kennis met elementaire zaken die het werken binnen een gemeen-tebestuur met zich meebrengen, toegepast op de praktijk van de jeugddienst. Deze opleiding leidt tot de attesten ‘jeugdconsulent’ en ‘hoofdinstructeur in het jeugdwerk’, beide uitgereikt en erkend door de Vlaamse Overheid. De opleiding is eveneens erkend door de Administratie Bin-nenlandse Aangelegenheden van de Vlaamse Overheid.

Meer info? Op www.vvj.be onder de rubriek vorming, en bij onze vormingsverantwoordelijke Greet Vorsselmans, 03-821 06 02 of [email protected].

Hou begin september je brievenbus in de gaten voor onze vor-mingsbrochure met een overzicht van alle aspecten van ons vor-mingsaanbod dit najaar!

ELLEN DE BOECK START OP 1 JULI ALS VVJ-STAFMEDEWERKER

VVJ TE GAST IN COMMISSIE BINNENLANDS BESTUUR

OPLEIDING JEUGDCONSULENT

14/7 BusToer: ‘Mobiel speelpleinwerk’

datum: 14 juli 2010 (9u30-17u30)

inhoud: mobiele werkingen bestaan in vele maten en

vormen. Na een panelgesprek in de voormiddag bekij-

ken we ter plekke hoe ze groeiden en wat hun speci-

fieke troeven en moeilijkheden zijn.

halteplaatsen: Roeselare (flying moni’s), Zonnebeke

(Playmobiel), Damme (bakfiets), Brugge (speelstraat)

op/afstapplaats: station Brugge

20/7 BusToer: ‘Diversiteit’

datum: 20 juli 2010 (9u30-17u)

inhoud: divers speelpleinwerk in de realiteit. Kortom, omgaan met

anderstaligheid, animatoren en kinderen met een beperking, maat-

schappelijk kwetsbare kinderen…

halteplaatsen: Tielt-Winge (Balanske), Brussel (Brouckère),

Overijse (Taalspeler), Leuven (Fabota)

op/afstapplaats: station Leuven

26/7 BusToer: ‘Avontuurlijk spelen’datum: 26 juli 2010 (9u30-17u)inhoud: hoe maak je avontuurlijk spelen waar, bin-nen alle pijlers van het speelpleinbasisschema: spelen, animatorenploeg, organisatie en externe relaties?

halteplaatsen: Laarne (Rollebolle), Wetteren (Wesp), Lede-Wanzele (De Tuimelaar), Beveren (Bartje)op/afstapplaats: station Gent Dampoort

4-5/8 Internationale BusToer:‘Speelbeleid in Londen’datum: 4 en 5 augustus 2010 – volzet! 22 en 23 september – extra editieinhoud: we kijken hoe Londen het Britse speelbeleid lokaal vertaalt. Deze toer wis-selt theoretische achtergrond af met praktijkvoorbeelden. Als extraatje nemen we ook een kijkje op Playday, de Britse ‘buitenspeeldag’, die plaatsvindt op 4 augus-tus.

halteplaatsen: het volledige programma lees je op www.co-2.beop/afstapplaats: station Brussel-Zuid (vertrek op 4/8 om 7u30/aankomst op 5/8 rond 20u00)

opgelet! Deze toer richt zich op beleidsmakers, jeugdconsulenten en jongeren die geïnteresseerd zijn in speelbeleid. Kostprijs bedraagt 200 euro, overnachting en maaltijden inclusief. Max. 20 plaatsen!een voorsmaakje? www.londonplay.uk

11/8 BusToer:‘Late Night’

’datum: 11 augustus 2010 (15u00 – 22u00u)

inhoud: speelpleinwerk, dat is geen ‘nine-

to-five’aangelegenheid. Vóór maar zeker

ook ná de ‘uren’ valt er heel wat te beleven.

Vaak zonder, maar soms ook met kinderen.

Kortom, we gaan gluren bij de buren na de

uren.

halteplaatsen: Genk (Wigwam), Zonhoven

(’t Zonnetje), Genk (Vikingboot)

op/afstapplaats: station Hasselt (afstap-

plaats wordt bekeken in functie van de

deelnemers)

Doe-het-zelf-AutoToer: ‘Mijn speelpleininfrastructuur’datum: all summer long! van 1 juli tot en met 31 augustus 2010inhoud: in deze Doe-het-zelf-Toer heb je de kans om zelf te bepalen wanneer je op bezoek gaat. Jij geeft ons een datum en wij geven jou een route met interessante speelpleinen die je kan bezoeken in het kader van leuke speelinfrastructuur. Deze Toer is mogelijk in elke regio van het land.Halteplaatsen: op maat.

op/afstapplaats: je eigen speelplein

CO2 bustoeren: ga mee de hort op!Net zoals de vorige jaren organiseert de Vlaamse Dienst voor Speelpleinwerk bustoe-ren voor beroepskrachten en vrijwilligers in het kader van CO2. Kijk eens over het muurtje en ontdek wat andere gemeentelijke en particulie-re jeugdwerkingen te bieden hebben tijdens de

vakantie, hoe zij zich organiseren, en wat hun troeven en werkpunten zijn.Dit jaar organiseren we 6 BusToeren rond 6 verschillende thema’s. Je hoeft niet meteen de bustoer in jouw regio te kiezen, je kiest eenvou-digweg voor het thema dat jou het meeste ligt.

p 6 • juni 2010 juni 2010 • p 7

2010: Europees jaar armoede | Iedereen verdient vakantie

Iedereen verdient vakantie!Interview Marianne Schapmans, coördinator steunpunt vakantieparticipatie

Iedereen verdient vakantie is jullie motto. Is vakantie een ‘aanvaard’ ba-sisrecht?Niet helemaal. We krijgen wel eens te horen dat de overheid geen geld moet vrijmaken om mensen die niet willen werken een vakantie te gunnen. Voor alle duidelijkheid: de toeristische sector draagt de korting, en de vakantiegan-gers betalen zelf hun vakantie. We bie-den ook enkel formules aan van maxi-mum een week. Een langere vakantie is voor velen gewoon onbetaalbaar en we willen zoveel mogelijk mensen de kans geven. Het mag dan misschien goedkoop lijken, het gaat nog steeds om een grote slokop als je dit bekijkt ten opzichte van het totaalbudget waar ze over beschikken. Het recht op vakantie betekent ook zelf kiezen hoe je op vakantie gaat. Als je budget je toelaat om voor een vierster-renhotel te kiezen, dan is het gemakke-lijker om te zeggen: ik kies voor kam-peren. Voor sommige mensen is het onbegrijpelijk dat mensen uit ons aan-bod kiezen voor één nacht in een vier-sterrenhotel, terwijl ze voor dat geld een week kunnen gaan kamperen. Tot een moeder je influistert: ik wil mijn dochter één keer laten zien dat het niet altijd al-leen voor anderen is weggelegd.

Iedereen heeft vooroordelen, dat is ge-woon zo. Belangrijk is de manier hoe je ermee omgaat. Dus gaan we ook op zoek naar manieren om die te omzeilen. Zo weet bijvoorbeeld enkel de admini-stratie van de jeugdwerkorganisaties wie minder betaalde voor deelname aan het kamp. De monitoren worden in de meeste organisaties niet ingelicht. Het is fijn om te zien hoe de kinderen aanslui-ting vinden bij de rest van de groep tij-dens die kampweek – net omdat ze geen etiket ‘arm’ krijgen opgekleefd.

Jullie hebben de effecten en het belang van vakantie voor mensen in armoede onderzocht. Wat kwam er uit het on-derzoek naar voor?Als mensen terugkijken op hun leven, dan gaan hun herinneringen over de mensen die ze in hun leven zijn tegenge-komen. En over hun vakanties. Mensen doen tijdens hun vakantie ervaringen op, leren nieuwe dingen, verruimen hun blik omdat ze in een andere omgeving komen, en komen even los van hun dag-

dagelijkse situatie. Vakantie kan mensen moed geven en een positief effect hebben op hun algemene levenshouding. Het is hét moment om met een schone lei te be-ginnen, om een nieuwe start te nemen. Een bloemlezing van wat vakantie al-lemaal met een mens doet, hebben we gebundeld in een publicatie (zie kader).

Als vakantie dat effect kan resorteren, moeten we er dan maar een must van maken?Net als bij het jeugdwerk is er de drei-ging van instrumentalisering. We mo-gen de potentiële positieve effecten van vakantie niet gaan gebruiken als argu-ment om er een preventie- of leerinstru-ment van te maken. Als je mensen ver-plicht om op vakantie te gaan omdat ze er gezonder van terugkomen of daarna misschien wel de moed vinden om te solliciteren, dan zijn we fout bezig. Va-kantie moet een recht en een keuze zijn.

Op vakantie gaan is niet voor iedereen vanzelfsprekend?Klopt. Onderschat het belang van een veilige omgeving en een aantal basisvaar-digheden niet. Zij vormen belangrijke voorwaarden om tot deelname te kunnen overgaan. Drempels zijn niet voor ieder-een hetzelfde, en de ene vorm van vakan-

Iedereen verdient vakantie | 2010: Europees jaar armoede

Gouden stranden en de appelblauwzee-groene zee op affiches in bushokjes en reclamespotjes op tv doen je wegdro-men. Ze bezorgen je binnenpretjes over de vakantie die komen gaat of over voor-bije uitjes. Voor één Vlaming op zeven is een weekje vakantie gewoon onbetaal-baar. Om ervoor te zorgen dat het ook voor mensen met een kleine portemon-nee niet bij dromen hoeft te blijven, is er het Steunpunt Vakantieparticipatie dat onder de vleugels van Toerisme Vlaan-deren opereert. Wij gingen praten met Marianne Schapmans, coördinator van het Steunpunt.

tie is meer laagdrempelig dan de andere. Zo zien we een groeiproces in het type vakantie waar de vakantieganger voor kiest. Mensen zonder ‘vakantie-ervaring’ zullen niet zomaar voor een individuele vakantie kiezen. Meestal gaan ze eerst op daguitstap met een groep die ze ken-nen. Als ze er daarna alleen of met hun gezin op uittrekken, kiezen ze vaak voor dezelfde bestemming. Kiezen ze voor vakantie met overnachting, dan gaat het vaak over een begeleide groepsvakantie met een groep die ze kennen. Daarbij overwinnen ze stap voor stap psycholo-gische en praktische drempels.

Hoe ziet jullie samenwerking met so-ciale organisaties eruit? Ze waken er mee over dat het aanbod terecht komt bij voor wie het bedoeld is. En ze zoeken samen met de betrokkene op basis van diens ‘vakantie-ervaring’ en voorkeuren naar een vakantieformu-le. Daarna nemen wij onze rol als sociaal reisbureau op. Er zitten echt mooie ver-halen tussen. Laatst hadden we een hu-welijksreis naar Blankenberge. De hote-lier wist ervan en heeft zijn gasten extra in de watten gelegd. Heel wat langdurig zieken boeken via ons dat ene reisje tus-sen twee behandelingen door dat hen even op adem laat komen. Het zijn na-

tuurlijk niet alleen maar succesverhalen. Een moeder van zes ging voor het eerst met haar kroost waarvan alle kinderen geplaatst zijn een weekend naar zee. Dat liep niet goed omdat ze uit verschil-lende leefsituaties komen waar verschil-lende regels gelden. We verwachten van de sociale organisaties dat zij inschatten of mensen klaar zijn voor een vakantie, als er teveel zaken in de persoonlijke situatie van mensen spelen dan moeten die eerst aangepakt. Wij kunnen dit on-mogelijk opvolgen voor alle gezinnen die bij ons aankloppen.

Komen jullie via de samenwerking met sociale organisaties tot een breed bereik?We merken dat vele sociale organisaties niet uitsluitend maar toch in hoofdzaak generatiearmen bereiken. Mensen die in armoede terecht komen door een fi-nanciële tegenslag bereiken ze minder. We merken ook dat deze tweede groep minder geneigd is om naar een organi-satie te stappen. Lidmaatschap of het georganiseerde karakter van een soci-

ale organisatie is voor sommige mensen ook een drempel. Om daaraan tegemoet te komen is er bijvoorbeeld een uniek project in Hasselt. (zie kadertekst)

Wat zijn de drijfveren van toeristische partners om met jullie in zee te gaan?Ten eerste is er een sterk ‘humanitaire’ motivatie om met ons samen te werken: 95% van de attracties is overtuigd dat iedereen een vakantie verdient. Sociaal toerisme wordt dus deels gesteund uit liefdadigheidsoverwegingen, wat aan-toont hoe sterk sociaal toerisme en het recht op vakantie deel uitmaken van de Vlaamse toeristische industrie. Maar het past ook mooi in het plaatje ethisch ondernemen, wat gewoon ook goed staat, en het is extra promotie. Het is ook een doelgroep die ze anders he-lemaal niet bereiken. Andere groepen haal je sneller over de streep als je ze een korting toekent, maar het financiële aspect weegt niet door. Bij deze groep is het financiële voordeel een conditio sine qua non, geef je dat niet, dan zie je ze niet. In die zin gaat het om extra inkom-sten. De aanbieders verliezen er ook niks mee. Het is bijvoorbeeld de kamer die anders leegstaat, tegen een vermin-derd tarief beschikbaar stellen.

WAT DOET HET STEUNPUNT VAKANTIEPARTICIPATIE?

Het Steunpunt Vakantieparticipatie maakt vakanties bereikbaar voor iedereen, ook mensen met een laag inkomen. Ze onderhandelen kortingen met toeristische partners die ze bundelen in twee vakantie-gidsen. Het aanbod in deze gidsen vindt via 1150 sociale organisaties de weg naar mensen in armoede. Het Steunpunt boekt de vakanties voor vakantiegangers.

✒ Leen Bartholomeus Ans Brys

Vakantie moet een recht en een keuze blijven

De tussenschotten tussen toerisme en andere vrijetijds-

domeinen moeten we overstijgen

p 8 • juni 2010 juni 2010 • p 9

RAP OP STAP

In Hasselt is op de welzijnscampus een wel heel bijzonder sociaal reis-bureau van start gegaan. Deze dienstverlening is erkend als lokale dien-sten eco nomie, en kan daarom beroep doen op de zogenaamde klaverblad finan ciëring. Een joviale dame houdt zitdagen om samen met mensen een betaal bare vakantie op maat uit te zoeken. Het interessante aan dit project is, dat dit veel laagdrempeliger kan zijn voor wie niet geneigd is om naar een sociale vereniging te stappen. Je kan er als individu terecht, en zij schrijven kinderen in voor kampen of nemen contact op met het Steunpunt Vakantie-participatie om een daguitstap of vakantie met overnachting te boeken. Het straffe is ook, dat je via de lokale diensten economie langdurig werklozen en/of ervaringsdeskundigen in de armoede de omkadering te bieden en een op-stapje naar het arbeidscircuit. Misschien een idee voor in jouw gemeente?

Meer info? Contacteer Ilse Vanspauwen via [email protected].

weg te werken. Onderschat de drem-pels niet! Een mooi aanbod in een mooi boekje is niet genoeg. Kansen bieden is niet genoeg, mensen moeten ook in staat zijn om ze te grijpen. Je moet het jezelf en je kinderen kunnen toelaten om te genieten. En een aantal basisvaardighe-den zoals de informatie begrijpen, we-ten hoe je iets boekt, sparen… zijn niet voor iedereen zo vanzelfsprekend. Hier moet je blijvend aandacht voor hebben. Probeer een relatie opbouwen met alle jongeren in de gemeente, ook diegenen die op ’t eerste zicht wat lastig of moei-lijk doen. Luister naar hun verhalen, vang signalen op, wees beschikbaar met een open geest. Ik weet het, dat is vooral in theorie gemakkelijk spreken, in de echte wereld behoren kwetsbare jongeren meestal niet tot de leefwereld van de gemiddelde jeugdconsulent. En vaak hebben jongeren (en hun ouders) misschien zelfs meer vooroordelen over de jeugddienst dan omgekeerd.Er zijn toch al vele goeie pogingen en ook steeds meer ‘diverse’ jeugdwerkers. Jaag niet te vlug op resultaten, hou vol. Als iets van de eerste keer niet aanslaat, veeg het niet meteen van tafel, de vol-gende keer lukt het misschien wel. De stapjes zijn soms klein, maar daarom niet minder belangrijk.

Kunnen jeugddiensten inspelen op de diensten die het Steunpunt Vakantie-participatie biedt?Tot hier toe richten we ons niet specifiek naar jeugddiensten, veelal omdat zij niet het eerste aanspreekpunt zijn in de gemeente als het gaat over deze bijzon-dere doelgroep. Via de WMKJ’s en de vakantiewerking kunnen zij misschien mensen die in aanmerking komen voor ons aanbod naar sociale organisaties of het OCMW doorverwijzen.

Soms heeft een kleinere gemeente een niet zo fijn “ons kent ons en iedereen” verhaal. Wanneer een jongere deel-neemt aan activiteiten van de jeugd-dienst, hebben anderen misschien al een mening klaar over het huis, de broer, de moeder, de auto van het gezin. Vele verhalen gaan al jaren mee en drukken ongewild en onterecht een stempel. Re-gionaal of intergemeentelijk samenwer-ken voor je aanbod kan de anonimiteit van je deelnemers vergroten. Zo kunnen ze even hun bagage achterlaten en met een blanco blad beginnen. Als niemand

weet dat je huis in een rare wijk staat en je hoeft het niemand te vertellen, krijg je misschien nieuwe kansen. Kansen die nodig zijn om een volgende stap te kun-nen nemen. Iemand aanvaarden zoals hij is, is niet altijd gemakkelijk en lukt misschien niet van de eerste keer. De rijkdom van di-versiteit zien, daar hebben begeleiders een belangrijke rol in te spelen. Willen of niet, de begeleiders van het speelplein of de Grabbelpas zijn een rolmodel. Onbe-kend is onbemind. Door elkaar te leren kennen, kan je de vooroordelen voorbij gaan. Creëer ontmoetingskansen en ga op zoek naar gemeenschappelijke inte-resses. Samen iets doen verlegt grenzen. En dat is toch wel een specialiteit van de jeugddiensten. Dicht bij het jonge volk, niet vies van experimenteren, nooit ver-moeid en altijd creatief.

Meer weten?www.vakantieparticipatie.be of [email protected]

info

IEDEREEN VERDIENT VAKANTIE!

Een vakantie, hoe dichtbij of hoe kort ook, is een bron van verhalen. En die verhalen vond het Steunpunt Vakantieparticipatie zo veelzeg-gend dat ze in een boekje zijn be-land. De citaten gidsen je door de ervaringswereld van mensen voor wie op vakantie gaan een hele on-derneming is, zowel financieel als mentaal.

Te bestellen via www.vlaanderen.be/ publicaties of via het gratis nummer 1700

Iedereen verdient vakantie | 2010: Europees jaar armoede

Kansen bieden is niet genoeg, mensen moeten ze ook

kunnen grijpen

Jeugdwerkorganisaties schieten er fi-nancieel wel iets bij in. Zij reserveren plaatsen voor ons tegen een verminderd tarief, en de interesse voor hun kampen is zo groot dat ze die plaatsen net zo goed aan de volle pot zouden kunnen vullen. Maar natuurlijk is het ook voor jeugdwerkorganisaties een win win ver-haal. Het is een meer dan verdienstelijke manier om aan diversiteit te werken.

Jullie zijn straf bezig: van 752 naar 87285 vakantiegangers in 9 jaar. Waar zien jullie zelf nog onbenutte kansen?De tussenschotten tussen toerisme en andere vrijetijdsdomeinen moeten we proberen te overstijgen. Het participa-tiedecreet bijvoorbeeld, gaat over sport, cultuur en jeugd maar niet over toerisme, terwijl dat toch net zo goed in de vrije tijd doorgaat. Gelukkig zien we dat er op gemeentelijk niveau makkelijker de brug geslagen wordt tussen vrijetijdsdiensten en toerisme, we hopen dat we bovenlo-kaal dezelfde richting kunnen uitgaan.

Nu je het gemeentelijke beleidsniveau aanhaalt: zijn er zaken uit jullie erva-ring die voor jeugddiensten van nut kunnen zijn?De jeugddienst staat dicht bij de jonge-ren, ideaal om mee te helpen drempels

2010: Europees jaar armoede | Iedereen verdient vakantie

p 10 • juni 2010 juni 2010 • p 11

Inclusieve speelpleinen | vakantiewerking vakantiewerking | Inclusieve speelpleinen

Iedereen welkom op het speelplein!Inclusief werken

27 Oost-Vlaamse speelpleinen zetten hun deuren wagenwijd open voor zowel kinderen met als zonder beperking en kin-deren met of zonder problematische achtergrond. “Samen-spelen moet kunnen!” is hun motto. Elk kind heeft immers recht op een leuke vakantie… Op dit moment volgen negen speelpleinen een inclusie traject in het kader van maatschap-pelijk kwetsbare jongeren. De afgelopen vier jaar doorliepen elf speelpleinen met succes de volledige trajectbegeleiding voor speelpleinwerking met kinderen en jongeren met een beperking. Dat levert een schat aan ervaringen en bevindingen op, en biedt ons de kans om vanuit die praktijk de kracht van inclusief werken te vatten en een aantal misverstanden te counteren. We polsten bij de trajectbegeleiders Bart Neirynck en Bart Straetman van res-pectievelijk Uit de Marge (Steunpunt voor jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren) en VDS (Vlaamse Dienst Speelpleinwerk) naar hun ervaringen.

Inclusief werken met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongerenBart Neirynck is trajectbegeleider bij Uit De Marge: “Speel-pleinen contacteren ons omdat ze maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren bereiken en soms moeilijkheden ervaren bij de begeleiding. We vinden het belangrijk om dan het ver-schil in referentiekaders te duiden. De animatoren zijn vaak hoger opgeleide jonge mensen die vol goede voornemens speelpleinbegeleider worden. Hun achtergrond en leefwereld

verschilt wel van die van de kinderen die ze begeleiden. Dat botst soms. We leren hen hiermee om te gaan door oprecht naar deze kinderen te luisteren en een warme begeleiding aan te bieden met de nodige flexibiliteit.Een speelplein klopt ook bij ons aan omdat ze graag de maat-schappelijk kwetsbare kinderen uit de wijk aan willen trekken

maar merken dat ze er niet in sla-gen. Uit De Marge vertrekt van-uit de noden en behoeften van de kinderen, er wordt dus naar een participatief ontwikkeld aanbod

gestreefd. Luister naar de wensen van de kinderen, maar zorg ook voor voldoende variëteit en dat geldt niet alleen voor de spelletjes die je speelt. Het gaat zeker ook over volgende vra-gen: Wordt het niet betalen van een factuur van het speelplein al eens door de vingers gezien door de jeugddienst? Wordt er gepolst naar de reden van grensoverschrijdend gedrag, of wordt er sowieso gestraft? Worden ouders opgevangen bij het onthaal en is er ruimte voor een uitgebreide babbel over hun kind? Worden kinderen die te laat zijn nog toegelaten op het speelplein, of gaat de deur onherroepelijk dicht? Krijgen de kinderen voldoende bevestiging en schouderklopjes?Om de bereikbaarheid van het speelplein te vergroten, sug-gereren we concrete acties zoals huisbezoeken, voorbeeldacti-viteiten in de wijk en het contact met de ouders bestendigen.Wij focussen vooral op de nieuwe kansen die gecreëerd wor-den door inclusie. De kinderen spelen op een originele manier en hebben een leuke zomer. De animatoren leren op deze ma-nier ook uit een hele waaier van nieuwe ervaringen.”

✒ Alexander Van Craeyvelt Provinciale jeugddienst Oost-Vlaanderen

De zomervakantie staat voor vele kinderen synoniem voor een zee van tijd, op te vullen met onbezonnen buiten spelen, onder de warme zon, samen met vriendjes en vriendinnetjes. Als je echt álle kinderen een mooie zomer wil aanbieden, is nadenken over inclusie een must. We legden ons oor te luisteren in Oost-Vlaanderen, waar 27 speelpleinen met de steun van de pro-vincie inclusief werken. Daar valt zeker wat van op te steken!

Kinderen met een beperking op je speelpleinOok VDS biedt trajectbegeleiding voor speelpleinen die inclusief willen werken. Bart Straetman vertelt: ”We zijn met het inclusie-project gestart omdat we merkten dat ouders voor hun kind met een beperking op zoek waren naar speelpleinwerking. Deze kin-deren opvangen in de reguliere speelpleinwerking vergt extra actie en anticipatie, maar de mix zorgt voor een verrijking. Het is een verrijking voor alle kinderen, zo leren ze van jongs af aan niet in hokjes te denken. Sommige kinderen merken niet eens het verschil omdat ze zo in het spel opgaan. Ze staan er gewoon niet bij stil. Sommige kinderen wor-den meteen vriendjes. Kinderen hebben weinig gêne om elkaar spontaan vragen te stellen over de beperking. Soms wordt er ook gepest, maar dat valt al bij al zeer goed mee. Bij de animatoren moet er vaak eerst een soort koudwater-vrees worden weggewerkt. Eens dat gebeurd is merken de animatoren dat ook elk kind met een beperking een eigen ka-rakter heeft. Hoewel animatoren graag alle kindjes blij zien, doet de lach van een KJB (kinderen en jongeren met een be-perking) op het einde van de dag hen toch iets extra, wat alle extra inspanningen de moeite waard maakt.Het grote misverstand dat bij speelpleinwerkingen leeft is dat ze, eens ze inclusief werken, overspoeld zullen worden met kinderen met een beperking of door een andere bijzon-dere doelgroep. Meestal blijft de verschuiving van de deelne-mende kinderen redelijk beperkt en duidelijk overzichtelijk. Inclusie is ook veel meer dan het voorzien van een hellend

vlak en brede deuren, een rolstoel kan ook vier keer per dag over de drempel gedragen worden. Het gaat vooral ook over een mentaliteitswijziging. Ouders van kinderen en jongeren met een beperking zijn soms nog wat terughoudend. Ze staan soms nog wantrouwig over de capaciteiten van 16-17 jarige begeleid(st)ers die zich hiervoor dan nog eens vrijwillig in-

zetten. Maar de praktijk wijst uit dat mits de juiste structurele begeleiding deze jongeren heel bekwaam zijn.”

Inclusief werken gaat vooral over mentale drempels overwinnen.

Wij focussen op de kansen die inclusie creëert, voor de kinderen, de animatoren en de werking.

Een inclusieve werking opstarten betekent niet

• dat je de hele zomervakantie professionele begeleiding voor doelgroepkinderen moet voorzien op het speel-plein. Vele gemeenten kiezen ervoor tijdens de zomer-vakantie enkele inclusieve weken speelpleinwerking in te lassen. Gedurende deze weken hebben de animato-ren extra aandacht voor de maatschappelijk kwetsba-ren of de kinderen en jongeren met een beperking.

• dat je speelplein overspoeld zal worden met verschil-lende doelgroepen.

• dat je je werking een complete ommezwaai moet be-zorgen. Het starten van een inclusieve werking vergt extra inspanning en visie, daar kan je niet omheen. Het vraagt een andere mentaliteit om de dingen te bena-deren.

p 12 • juni 2010 juni 2010 • p 13

Checklist brandveiligheid | JBP 2011-2013 prioriteit brandveiligheid

Inclusief werken kan (nieuwe) impulsen geven

• aan de interactie tussen jeugddienst en animatoren. De lo-kale jeugddienst moet zich achter het diversiteitproject scha-ren, maar het zijn de speelpleinanimatoren die de theorie in de praktijk moeten omzetten. Een inclusieproject kan ruimte scheppen voor creatief denken, zowel organisatorisch als communicatief.

• aan de relatie tussen ouders en animatoren: Het speelplein kan bijzondere doelgroepen een professionele begeleiding aanbieden, wat gemoedsrust brengt bij de ouders van deze kinderen en hen zekerheid verschaft over de capaciteiten van de animatoren.

• aan de vakantie-ervaring van kinderen met een beperking of maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Ook de kinderen ervaren meer de aangepaste structuur en steun die ze nodig hebben van de animatoren. De begeleiding van het speelplein weet beter hoe bepaalde situaties in te schatten en aan te pakken. Ze komen meer zelfzeker en rustig over bij de kinderen, wat hen een houvast geeft en op zijn beurt zorgt voor een vlotte werking en leuke vakantie-ervaring!

Om speelpleinen te laten groeien in of naar een inclusieve werking, lanceerde de provincie Oost-Vlaanderen het project ‘inclusieve speelpleinen’. De Vlaamse Dienst Speelpleinwerk (VDS), vzw Oranje, yieha! vzw en VFG Jong en Uit De Marge hebben elk hun ervaring en expertise in het begeleiden en on-dersteunen van speelpleinen naar een inclusieve werking. Een speelpleinwerking die interesse toont om inclusief te werken, kan een begeleidingstraject bij één van deze jeugdwerkorga-nisaties opstarten. Het provinciebestuur draagt de kosten.

Wat verwacht de provincie van de speelpleinen?• Een volmondige en enthousiaste ‘JA’. De kandidaat

speelpleinen tonen zo dat ze zich de komende jaren ac-tief willen inspannen om te werken rond diversiteit op het speelplein. Die ‘ja’ moet er niet alleen komen van de gemeentelijke jeugddienst en de speelpleinverant-woordelijken. Ook de animatorenploeg moet achter de diversiteitsgedachte staan om het project slaagkans te geven. Als enkele animatoren hun schouders mee onder het project zetten en samen met de jeugddienst hierin het voortouw nemen dan is een grote stap al ge-zet. Op termijn is het streefdoel dat alle medewerkers en animatoren zich de inclusiefilosofie eigen maken.

• Als een speelplein in het project stapt, engageert het zich om samen met één van de ondersteunende or-ganisaties een traject uit te tekenen. De begeleiden-de organisatie heeft hierbij een ondersteunende en coachende rol. Het echte werk gebeurt uiteraard door het speelplein zelf.

Hoe ziet het traject eruit?• Elk speelplein is verschillend. De begeleidende orga-

nisatie stelt in overleg een traject op maat op, dat kan bestaan uit vorming, dingen proberen, begeleiding ter

plaatse… Alle aspecten van het speelplein kunnen hierbij worden aangepakt. Denk maar aan animato-renvorming, het speelsysteem, de communicatie met ouders, het inschrijfsysteem enz.

• Het traject loopt gedurende het hele jaar. In aanloop naar de zomervakantie zijn er nog enkele extra inspan-ningen en tijdens de zomer volgt dan de praktijkproef. In september sluit het speelplein het traject af met een evaluatievergadering. Doorheen het jaar organiseert het provinciebestuur i.s.m. de ondersteunende organi-saties nog een intervisiemoment.

Speelpleinwerkingen kunnen ieder jaar intekenen of het project stopzetten. In oktober worden ze allemaal gecon-tacteerd. Na het binnenkomen van de kandidaturen, uiter-lijk eind november, start de provinciale stuurgroep met de voorbereiding van de vele trajecten voor het volgend jaar.

Meer weten? Neem contact op met Alexander Van Craeyvelt van de provinciale jeugddienst van Oost-Vlaanderen via 09-267 75 94.

Trouwens, ook de provinciale jeugddienst van Antwerpen ondersteunt speelpleinen die meer inclusief willen wer-ken, op een zeer gelijkaardige manier als in Oost-Vlaan-deren. Wie daarover meer wil weten, neemt best even contact op via 03-240 55 66. Ook de andere provincies nemen initiatieven voor inclusief jeugdwerk. Neem een kijkje in het overzicht op onze website: http://www.vvj.be/docs/01042010_MA_waar_vind_je_ondersteuners.pdf

Het inclusieproject van de provincie Oost-Vlaanderen in een notendop

Op jeugdlokalen.be vind je sinds kort een checklist om de brandveiligheid van een jeugdlokaal te (laten) meten. Deze checklist is bruikbaar bevonden door Brandweer Vlaanderen, en steekt om die reden uit boven de andere eerder ontwikkelde checklis-ten. Opgelet, het rapport dat de lokale brandweer opmaakt na een brandveiligheids-controle kan niet worden vervangen door een verslagje na het overlopen van deze lijst. Een lokaal bestuur of besturen binnen een politieregio kunnen immers auto-noom bepalen welke criteria gelden op het eigen grondgebied. Deze checklist houdt rekening met zoveel mogelijk redelijke aandachtspunten die ook terug te vinden zijn in deze lokale regelgeving, maar mogelijk niet alle.

Voor welke lokalen kan je de checklist gebruiken?

Deze checklist is van toepassing op jeugdlokalen beperkt tot een maximale hoogte van 10 meter (gemeten vanop het gelijkvloers tot op het vloerpeil van de hoogste ver-dieping) en een maximum totale vloeroppervlakte van 2500 m². Er wordt bovendien vanuit gegaan dat de aanwezige personen in het gebouw zelfredzaam zijn.

Hoe helpt de checklist je concreet?

Enkele rangordes geven structuur aan het document. De taak om een lokaal brand-veilig te maken schrikt vaak af omdat het zo veel werk is. De ordening van de punten helpt je om de werken in fases aan te pakken. De punten zijn geordend naargelang:a. het beoogde resultaat: wil je focussen op brandvoorkoming, evacuatiebevorde-

ring, beperking branduitbreiding of brandbestrijding?b. de snelheid waarmee punten best worden aangepakt: moet je dit onmiddellijk,

dringend, of op langere termijn aanpakken?

Op deze manier kan de eigenaar of gebruiker van een lokaal een helder actieplan opmaken om de brandveiligheid in een lokaal concreet aan te pakken.

De checklist adviseert

Beschouw de rangorde louter als een advies van experts. Het staat een vereniging of bestuur natuurlijk vrij om hierin eigen keuzes te maken.Voor een hogere bezettingsgraad, bijvoorbeeld als er gefuifd wordt in het jeugdlo-kaal, of als je een jeugdlokaal wil laten erkennen door Toerisme Vlaanderen als er-kend jeugdverblijf dien je je extra te informeren.

Check it out!www.jeugdlokalen.be, ook de brochure ‘jeugdlokalen en brandveiligheid’ is op deze website volledig raadpleegbaar!

vakantiewerking | Inclusieve speelpleinen

info

info

Check it out!Checklist brandveilige jeugdlokalen downloadbaar op jeugdlokalen.be

✒ Sofie Willems

p 14 • juni 2010 juni 2010 • p 15

wet(t)enswaardig | Vakantiewerking en regelgeving Vakantiewerking en regelgeving | wet(t)enswaardigheden

Regeltje, regeltje aan de wand…

REGULITISIn ons opzet om op twee pagina’s alle relevante wetgeving voor speelplein-, Grabbelpas- of andere vakantiewerking te bundelen, slagen we niet. Daarvoor zijn er spijtig genoeg te veel regeltjes, richtlijnen en wetten. Alle inspanningen ten spijt is de lokale, Vlaamse, Belgi-sche of Europese wetgever er nog niet in geslaagd om hierin een transparanter beleid te voeren naar jeugdwerk- en an-dere vrijetijdsinitiatieven. Gelukkig zijn er vaak wel uitzonderingen voor vakan-tie-initiatieven waarvoor onder andere VVJ mee voor gestreden heeft. Zonder die uitzonderingen en met strikte toe-passing van bestaande wetgeving zou het jeugdwerk al lang niet meer bestaan.

EEN OVERZICHT

Hier geven we enkel een overzicht van een aantal zaken waar je mee te maken kan krijgen als je iets organiseert, niet de regelgeving zelf. Op de website van VVJ kan je bij “dossiers” en “wetgeving in de rand” uitgebreide informatie en links vinden over de onderwerpen die we hier aanhalen. Check ook de data-bank regelgeving waarnaar je onder-aan de VVJ-website kan doorklikken.

Daar wordt de relevante wetgeving op een goede manier uitgelegd vanuit een jeugdwerkperspectief.

HIER GAAN WE!

Aansprakelijkheid en verzekeringenEen raam dat wordt ingegooid, een kind dat van een speeltuig valt, een kind dat de jas van een ander kind scheurt, een incident is snel gebeurd. Weten wie aan-sprakelijk kan gesteld worden is al één zaak, hiervoor een correcte verzekering afsluiten is een andere. Check zeker bij je collega’s op het secretariaat of andere be-voegde dienst op het gemeente-/stadhuis of jullie al niet gedekt zijn door de nodige verzekeringen. Een verzekering Burger-lijke Aansprakelijkheid is in elk geval verplicht, maar een aantal aanvullende verzekeringen kunnen zeker geen kwaad.

Actieve ontspanningsevenementenActieve ontspanningsactiviteiten (bv. muurklimmen, kayakken…) zijn onder-worpen aan een strenge veiligheids-reglementering. Jeugdwerkinitiatieven erkend door een overheid moeten ge-lukkig niet voldoen aan die regels, al moet je wel zorgen dat je de veiligheid blijft garanderen.

Ambulante handelVoor deur aan deur verkoop ben je nor-maal gezien vrijgesteld van administra-tieve verplichtingen. Al moet duidelijk zijn dat je dit maar een paar keer per jaar doet, je als jeugdwerker goed herkenbaar moet zijn, je moet de voedselveiligheid respecteren en je mag niet verkopen voor commerciële doeleinden. Ruiltochten vallen hier ook onder, maar check eerst bij de politie of dit binnen je gemeente kan. In sommige gemeenten wordt dit verboden in het politiereglement.

Animatoren tewerkstellenOf je een vergoeding geeft of niet aan je animatoren, beslis je zelf. Beslis je om dat te doen, dan heb je een aantal mo-gelijkheden. Je kan werken met vrijwil-ligers die je een forfaitaire onkostenver-goeding geeft. Dit is een compensatie voor een aantal kosten die zij maken met maximumbedragen per dag en per maand. Anderzijds kan je de animato-ren ook als werknemer aanwerven. De voordeligste formule is de tijdelijke te-werkstelling binnen de sociaal-culturele sector (het zogenaamde “monitorensta-tuut”). Maar of je hen nu tewerkstelt als jobstudent of via dit “monitoren-statuut”, je bent als werkgever (vzw,

✒ Wouter Vanvinckenroye JD Wijnegem; JD Schilde; JD Torhout; JD Nijlen, Wouter Vanvinckenroye

Heel wat gemeenten zetten hun beste beentje voor om kleuters, kinderen en jongeren een fijne tijd te bezorgen tijdens de vakantie. Hopelijk met heel veel zon, heel veel fantastische activiteiten, spannende avonturen en leuke uitstappen. Een probleem-loze zomer kan je in de hand werken door goed op de hoogte te zijn van een aantal regels en wetten. Niet altijd leuk, maar wel noodzakelijk. We zetten één en ander voor je op een rijtje.

gemeente…) onderworpen aan het arbeidsrecht. Dit zorgt voor een aantal verplichtingen waar je rekening mee moet houden.

Belasting voor aanplakking, Publiciteits-borden, Publiciteitswagen…Als je je activiteit kracht wil bijzetten en met een auto met luidsprekers door de straten wil rijden, zorg dan dat je hier-voor toestemming hebt. Als je affiches op openbare plaatsen wil hangen moet je ook de regels naleven en in een aantal gevallen taksen betalen. Gelukkig zijn de regels voor het jeugdwerk en voor niet-commerciële doeleinden meestal een stuk soepeler.

Belastingaftrek voor kinderopvangSinds enkele jaren kunnen ouders de kos-ten voor de opvang van hun kinderen tot 12 jaar inbrengen als vermindering van hun belastbaar inkomen. Als jeugddienst kan je dus een attest uitreiken voor de deelname van kinderen aan de vakantie-initiatieven in de gemeente. Nieuw is dat deze regel is uitgebreid zodat de kosten kunnen ingebracht worden voor kinde-ren met een handicap tot 18 jaar.

Fietsers en voetgangers op de openbare wegOp de openbare weg komen met kinde-ren betekent altijd dat je extra voorzich-tig moet zijn. Niet enkel er voor zorgen dat je voldoende zichtbaar bent, maar ook dat de kinderen het verkeersregle-ment volgen. Onderzoek altijd op voor-hand welke route de kinderen moeten afleggen, waar de gevaren zijn en of er voldoende begeleiding is.

Portretrecht en wet op de privacyPersoonsgegevens of afbeeldingen van kinderen of andere personen mag je niet zomaar verzamelen en verspreiden. Als je toch gebruik wil maken van foto’s met duidelijk herkenbare personen in je bro-chure of op je website, zorg dan dat je toestemming hebt van de ouders of van de betrokken personen. Een standaard-formule om toestemming te vragen bij de inschrijving kan efficiënter werken.

RetributiereglementHet bepalen van de toegangs- of deel-nameprijs van de activiteiten van een gemeentelijke vakantiewerking (retri-butie) is in principe een bevoegdheid van de gemeenteraad. Maar binnen het kader dat door de gemeenteraad is op-

gesteld, kan het college de concrete ta-rieven bepalen.

Sabam en Billijke VergoedingOveral waar muziek gespeeld wordt op openbare plaatsen moet je SABAM (voor de auteurs) en billijke vergoeding (voor de uitvoerders en producenten, dus niet bij live muziek) betalen. De meeste gemeenten betalen voor hun gebouwen een jaartarief voor Billijke Vergoeding. Voor openbare terreinen is dit meestal niet het geval. Op www.bvergoed.be en op www.sabam.be kan je alle info vinden.

Spelen in het bosEen bosspel of een sluipspel is heel leuk, maar in principe kan je enkel vrij spe-len binnen de aangeduide speelzones. Voor de rest mag je alleen gebruik ma-ken van de opengestelde paden. Als er geen speelzone is, dan kan je nog altijd toestemming vragen aan de beheerder voor een bepaalde activiteit.

Verplaatsbare voetbaldoelenDeze doelen vallen onder de regel-geving voor speeltoestellen. Grootste gevaar is dat de goalen kantelen en zo zware ongelukken veroorzaken. Daar-

p 16 • juni 2010 juni 2010 • p 17

Liefste JBP dagboek | JBP 2011-2013

om moeten ze steeds stevig verankerd worden!

Verstrekken van voedselAandacht voor algemene hygiëne en be-waring is wanneer het over voedsel gaat, altijd op zijn plaats. Maar als je op regel-matige basis maaltijden bereidt voor de kinderen moet je de toelating vragen (en betalen) van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Voor het verstrekken van louter drank en versnaperingen is in principe enkel een registratie (tegen betaling) nodig. Er zijn evenwel uitzonderingen voor bi-vakken, speelpleinwerkingen en éénma-lige verenigingsactiviteiten.

Vertonen van filmsOp een regenachtige dag een film verto-nen is leuk, maar je moet er een vergun-ning voor hebben (bv. van A7A). Draai je minder dan vier keer per jaar een film, dan kom je in aanmerking voor een één-malige toestemming. Ook al bied je de film gratis aan, je moet toch minstens toestemming hebben.

Vervoer van kinderen met de gemeente-busMet de kinderen van het speelplein op uitstap gaan met de bus van de ge-meente kan zomaar niet. Daarvoor huur je best een autocar, tenzij de gemeente de kosten volledig zelf draagt. Perso-nenvervoer is aan strenge en complexe regels onderworpen.

ZwembadjesTijdelijke zwembadjes (genre Intex) op speelpleinen zijn niet langer onderwor-pen aan de Vlarem. Uiteraard blijft aan-dacht voor de waterkwaliteit en veilig-heid van de gebruikers geboden. Wie een vast zwembad installeert op zijn vakan-tiewerking blijft wel onderworpen aan de strenge VLAREM-wetgeving. Hier-aan zijn niet enkel voorwaarden gekop-peld rond waterkwaliteit, maar in veel gevallen ook op vlak van kleedkamers, vloeroppervlak, redders… niet echt haal-baar dus voor vakantiewerkingen.

www.vvj.be => Dossiers => Wetgeving in de randwww.vvj.be => klik onderaan homepage op button “Databank regelgeving”

info

LIEFSTE JBP DAGBOEK

20 april - De voorstellen komen met mondjesmaat

Het is een beetje zoals ik had verwacht. De voorstellen betref-fende de doelstellingen en acties komen, maar met mondjes-maat. Zijn we al uitgeblust? Ik weet wel zeker van niet. Maar volgende week staat het grote kidsdebat op het programma en dat vraagt toch heel wat werk, inspanning, concentratie en een klein beetje stress. Het merendeel van de jongeren uit de stuur-groep is ook bij de werkgroep Kidsdebat betrokken en het lijkt allemaal wat veel te worden.

Maar goed, de eerste zaken staan op papier en dat is zeker een reden tot juichen. Dus, olé! En nog meer reden om te juichen is dat de stuurgroep ook meeschrijft aan de doelstellingen en de acties.

29 april - Kidsdebat

Eindelijk is het zo ver: 300 kinderen van het zesde leerjaar komen samen om hun mening te laten horen.

Ze mogen over zes thema’s debatteren. De werkgroep van het Kidsdebat stak voor elk thema een inleidend filmpje in elkaar. Kiekeboe kwam het thema milieu voorstellen, Jommeke deed de jeugdbewegingsdans, Plankgas en Plastronneke stelden het verkeer voor, Suske en Wiske hadden het over informatie, Urbanus vertegenwoordigde cultuur en er was een sportief filmpje met FC de Kampioenen. En Paulien uit thuis praat de filmpjes aan elkaar, wat zeker voor een extra dimensie zorgt. Via verschillende technieken zijn we heel wat te weten geko-men: knikkers in een pot, post-its in een brievenbus, een quiz, bezemstelen beplakken met de meest belangrijke thema’s….

Er kwam heel wat naar boven. Kinderen willen graag gekleur-de vuilbakken en een autoloze zondag. Voor sport en spel blij-ken de terreinen zelf van belang, en zeker en vast ook een goede bank om op te zitten en te ontspannen. Voor cultuur is het belangrijk om zelf actief iets te doen en gewoon kijken is niet zo fijn. De kinderen ervaren de schoolomgevingen als gevaarlijk tot zeer gevaarlijk. Jeugdbewegingen zijn bij de meerderheid niet gekend. Informatie als thema scoort hoog bij de kinderen, ze vinden het niet zo eenvoudig om de juiste informatie terug te vinden, ik voel hier een actie opborrelen.

Het is belangrijk om de juiste informatie op te zoeken via het internet, en de rol van de ouders bij het bekomen van infor-matie is zeker ook niet te onderschatten. Ze blijken immers de belangrijkste informatiebron.

Tijd om te eten en te stemmen. Het stemmen gebeurt in een echt stemhokje. De kinderen vinden milieu en informatie de belangrijkste thema’s, die werden het meest gekozen. Om af te ronden was er een speech van de schepen van jeugd, die ook heel de dag mee debatteerde en de besluiten meeneemt naar het beleid. En dan, ook niet onbelangrijk, wil iedereen nog een handtekening van onze BV en met de handtekening keren de kinderen tevreden naar de school.

We zijn heel tevreden over het eindresultaat. Dit is echt wel een succesformule en een goed alternatief voor de kinderge-meenteraad. Het doel van de werkgroep was kinderen een stem geven, en daar zijn we meer dan behoorlijk in geslaagd!

4 mei - Algemene vergadering van de jeugdraad

Op de algemene vergadering hebben we met de nodige hap-jes en drankjes, voor verschillende thema’s reeds een aantal acties en doelstellingen teruggekoppeld. Oef, we zitten op het juiste spoor, nu op naar de volgende stuurgroep…

Jitske Verwimp is jeugdconsulent in Aarschot en ze neemt voor de tweede keer het JBP onder haar hoede.

LEEF MEE MET HET JBP DAGBOEK VAN VIJF JEUGDCONSULENTEN MET HET HART OP DE TONG!

wet(t)enswaardig | Vakantiewerking en regelgeving

p 18 • juni 2010

over vvj | Nieuwtjes

juni 2010 • p 19

Nieuwtjes | over vvj

I like the smell of vacation in the morning!

✒ Sofie Willems, Thijs Grison (MateriaalMagazijn bvba) MateriaalMagazijn bvba, de Speelvogels (Kasterlee)

200 km bruine plakband. 6150 liter plakkaatverf. 2000 plastic voetbal-len. 750 bollen sjortouw. 1450 panlatten. 1100 potjes schmink. 2800 waterpistolen. Bij het MateriaalMagazijn (spin-off van de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk) worden deze weken containervrachten speel-materiaal uitgesorteerd voor honderden speelinitiatieven. En niet al-leen daar, maar overal in Vlaanderen hoor je het werkmierengezoem van jeugddienstmedewerkers en vrijwilligers die de vakantiewerking of kamp van deze zomer voorbereiden. Want bijna begint de vakantie, bijna zal er weer stevig GOE GESPEELD worden! Droom even al een minuutje mee weg…

Spelen is ook…

…in opperste concentratie helemaal zelf een sprinkhaan vangen.

Struikrovers met sjotterkast,

Denk out of the box, en je hebt vaak legendarisch GOE speelidee. Of een goed verhaal voor later. “Goh, weet je nog toen dat we…?”

Zandbak XL

Het hoeft niet veel geld te kosten…

Gelieve de werf te betreden

Bouwen met kinderen is de max!

Mag het erover zijn?

Ja, alsjeblief.

Meer informatie: MateriaalMagazijn bvba: www.materiaalmagazijn.be

info

p 20 • juni 2010 juni 2010 • p 21

27 maart – De stuurgroep bespreekt doelstellingen en acties

De leden van de stuurgroep zijn massaal aanwezig en benieuwd naar het resultaat na de laatste opmerkingen van de schepen van Jeugd. “Het ziet er goed uit !”: klinkt het. Na een klein uurtje is de stuurgroep het eens over de opgestelde doelstellingen en acties.

9 april – Overleg met de gemeenteontvanger

Nu de leden van de stuurgroep, de schepen van jeugd en de jeugddienst zich in de opgestelde doelstellingen en acties kunnen vinden, is het tijd om ze te bespreken met de gemeen-teontvanger om zo de nodige financiële middelen te kunnen voorzien in de gemeentebegroting. De bespreking loopt vlot, héél vlot zelfs. De schepen van jeugd had duidelijk zijn huis-werk gemaakt en de gemeenteontvanger kan zich in zijn voor-stel vinden. Een meevaller dat dit zo vlot loopt!

8 mei – Ontwerp JBP naar de jeugdraad

We bekijken het ontwerp JBP punt per punt op de bijeenkomst van de jeugdraad. Er komen geen opmerkingen meer uit de groep. Het merendeel van de leden van de jeugdraad zetelt in de stuurgroep en zij kennen het ontwerp dan ook door en door. De jeugdraad keurt het ontwerp goed en zal haar advies over-maken aan het College van Burgemeester en Schepenen.

11 mei – Ontwerp JBP naar het college

Ook het College van Burgemeester en Schepenen kan zich zonder bezwaar vinden in het ontwerp. Nu kunnen we het ont-werp ook ter advies voorleggen aan de afdeling Jeugd. En is het wachten op hun advies.

Wordt vervolgd!

Arnold Vandenbussche is jeugdconsulent in Hooglede, voor hem wordt het laatste JBP het vierde waar hij de pen vasthoudt.

LIEFSTE JBP DAGBOEK

LEEF MEE MET HET JBP DAGBOEK VAN VIJF JEUGDCONSULENTEN MET HET HART OP DE TONG!

Den boer op!Jeugddiensten en kampbezoeken

Zeker doen want:• Het zomerkamp is zonder twijfel de topper van het

werkjaar voor heel wat jeugdverenigingen. Een kamp-bezoek geeft je als jeugdconsulent een unieke blik ach-ter de schermen: je kan de dynamiek van de vereniging zien en voelen, een straffe graadmeter om te achterhalen hoe goed een groep draait.

• Op kampbezoek gaan toont je betrokkenheid bij het jeugdwerk, van de gemeente en van de jeugddienst in het bijzonder. Daardoor kan ook de leiding zich meer betrokken gaan voelen op de dingen waar jij mee bezig bent. Wanneer je later op het werkjaar op zoek gaat naar vrijwilligers voor de jeugdraad of een werkgroep pluk je daar misschien wel de vruchten van.

• Jeugdverenigingen gaan meestal niet op kamp in de buurgemeente waardoor de rit naar de kampplaats vaak heel wat tijd in beslag neemt. Verloren tijd? Niet noodzakelijk. Wanneer je ook je schepen en enkele leden van de jeugdraad meeneemt op je trip, heb je in de auto heel wat tijd om te overleggen over heikele dossiers.

Denk er toch nog eens goed over na want:• Hoe goed ook je bedoelingen, toch ervaren heel wat

groepen zo’n bezoekje als controle door de jeugddienst. Zeker wanneer je doorheen het jaar weinig contact hebt met een groep, maar wel een kijkje komt nemen tijdens het kamp, is de kans groot dat de jeugdvereniging je eerder als pottenkijker dan graag geziene gast zal be-schouwen.

• Wanneer een groep weet dat jij en de schepen op be-zoek komen, willen ze zich natuurlijk van hun beste kant laten zien zodat jullie een goed beeld krijgen van het leven op kamp. Soms passen ze daarvoor zelfs het kampprogramma aan, maar dat komt de sfeer van het kamp niet altijd ten goede en dat moeten ze achteraf uit-zweten. Je kan al raden dat ze volgend jaar niet staan te springen voor een nieuw bezoek…

• Snel een informeel bezoekje brengen aan een groep die in een uithoek van de Ardennen op kamp is. Dat lijkt een contradictie, niet? Feit is dat je vaak een volledige werkdag verliest aan een bezoek dat maar een uurtje duurt. Netwerken is dan wel een belangrijk onderdeel van je job, maar dat kan toch efficiënter op een ander moment.

De zomer komt er weer aan, het signaal voor jeugdwerkers om hun boeltje te pakken en de wijde wereld in te trekken voor het hoogtepunt van het werkjaar: het kamp! Heel wat jeugdcon-sulenten volgen jaarlijks in hun kielzog en maken er een ge-woonte van om hun plaatselijke groepen een bezoek te brengen op kamp. Het netwerkmiddel bij uitstek of vooral veel tijdver-spilling? En wat vindt het jeugdwerk daar zelf eigenlijk van? We zochten het voor jullie uit!

✒ Greet Vorsselmans Speelweek Jeugd Rode Kruis, Kamp Jeugd Rode Kruis Sint-Pieters-Leeuw

En wat denkt ‘het jeugdwerk’ erover?We klopten met deze vraag aan bij enkele koepels van het lan-delijk jeugdwerk en bundelden de reacties van KSJ, Wel Jong Niet Hetero, Chiro, FOS, Scouts en Gidsen Vlaanderen, Hujo en Jeugd Rode Kruis.• De meeste groepen zijn blij met een bezoek op kamp. Ze

waarderen de interesse van de jeugddienst voor hun wer-king en zien het als een erkenning voor het vrijwilligers-werk dat zij leveren. Wat ze niet leuk vinden is een contro-leur van de gemeente verwelkomen op kamp of – in veel gevallen – hun kampprogramma omgooien in functie van het bezoek.

• Naast de jeugddienst komen er nog heel wat andere bezoe-kers langs op kamp. Sommige koepels maken er een gewoon-te van om alle groepen te bezoeken, maar ook de proost of de oud-leiding springen eens binnen. Op die manier wordt het al snel de zoete inval. Belangrijk is dan ook om je bezoek goed af te spreken en te plannen met de leiding.

• Sommige groepen vinden het een meerwaarde wanneer de jeugddienst een spel voorbereidt en begeleidt. Andere groepen willen de impact van bezoekers op het kamppro-gramma liefst zo klein mogelijk houden. Hierover maak je best op voorhand goede afspraken.

• Groepen vinden het uiteraard (!) leuk wanneer je een klei-ne attentie voor hen meebrengt, maar zeker ook wanneer je achteraf nog iets doet met het bezoek bijvoorbeeld een verslagje op de jeugdraad, een artikeltje met foto’s op de

jeugdwerkondersteuning | Jeugddienst op kampbezek Jeugddienst op kampbezoek | jeugdwerkondersteuning

p 22 • juni 2010 juni 2010 • p 23

Voorbereid op uitstap | vakantiewerking

website of in het infoblad. Dat is een kleine moeite maar het verdubbelt meteen de waardering die je toont voor het jeugdwerk.

• Alle jeugdwerkgroepen appreciëren een extra blijk van waardering. Minder traditionele jeugdwerkvormen die niet op kamp gaan, trekken misschien minder gemakkelijk de aandacht van hun jeugdconsulent. Je zorgt er best voor dat je deze groepen doorheen het werkjaar een extra bezoek brengt, liefst op een moment dat voor hen het hoogtepunt van het werkjaar vormt.

Tips voor het ideale kampbezoek!1. Communiceer op voorhand duidelijk waarom je graag wil

langskomen op kamp.2. Maak duidelijke afspraken over wanneer en hoe lang je

komt met de groepen die je graag willen ontvangen. Dring jezelf niet op bij groepen die dit niet zien zitten.

3. Vraag je schepen en enkele leden van de jeugdraad om mee op bezoek te gaan.

4. Hang niet de controleur of de ervaringsdeskundige (‘In mijn tijd…’) uit. Het is jouw rol om je waardering te uiten en de leiding trots te laten zijn over hun realisatie, niet om opmerkingen te geven bij het kamp.

5. Neem iets mee voor de groep en/of bereid – in samen-spraak met de groep – iets voor om met de leden te doen.

6. Breng verslag uit: op de jeugdraad, op de website, in het infoblad… Zo geef je je waardering een extra toets.

7. Trek geen grootse conclusies uit je bezoek, het is en blijft een momentopname. De focus ligt op het tonen van appre-ciatie en niet op evaluatie.

8. Voor sommige groepen is het ideale bezoek niet gelinkt aan een kamp. Zorg ervoor dat je groepen met een minder tra-ditioneel programma niet vergeet wanneer je er op uit trekt.

ALLE VERENIGINGEN SAMEN OP KAMP

Het is eens iets anders: met alle jeugdgroepen van de gemeente op kamp tijdens dezelfde periode, op dezelfde plaats. Dat is waar de Dilbeekse jeugdgroe-pen om de tien jaar de handen voor in elkaar slaan: Kadille is de naam.

Wat 35 jaar geleden begon, is uitgegroeid tot een vaste waarde. Om de tien jaar trekken de Dilbeekse jeugdverenigingen samen op kamp. De oorspronke-lijke bedoeling, het stimuleren en motiveren van de samenwerking tussen de verschillende jeugdgroe-pen, staat nog steeds overeind. En dat ze gemotiveerd zijn, staat vast. De organisatie ligt bijna volledig bij een ploeg vrijwilligers, de rol van de jeugddienst is beperkt tot een ondersteunende taak, maar het spreekt voor zich dat zij nauw betrok-ken blijven bij dit unieke project. Iedere jeugdgroep organiseert het eigen kamp. Voor de gezamenlijke activiteiten worden de koppen bij elkaar gestoken. Dit jaar gaat Kadille door eind juli. Ze palmen gedu-rende tien dagen een Ardens dorpje in waar ze hun groepsvlag met hand en tand zullen verdedigen. Aangezien dit evenement slechts om de tien jaar plaatsvindt, heeft het een behoorlijk exclusiviteits-gehalte. Je moet er gewoon bij geweest zijn.

Meer weten? Contacteer de Dilbeekse jeugddienst: je vindt hun gegevens op http://jeugd.dilbeek.be.

Zonnemelk en gezond verstandNeem je voorzorgen bij uitstappen

✒ Wouter Vanvinckenroye, Sofie Willems JD Zutendaal, Wouter Vanvinckenroye

Het is de laatste donderdag van juli en traditioneel de dag dat er met de ganse groep een uitstap wordt georganiseerd. Deze keer staat één van de provinciale domeinen op het programma. Speeltuinen, bootjes, zwembadje, go-carts… alles is aanwezig voor een fantastische dag. Met twee bussen vertrekken de kinderen en als jeugdcon-sulent blijf je op het thuisfront omdat je nog heel wat administratie hebt bij te wer-ken. Een uur of zeven later komen de twee bussen terug en wat blijkt, er ontbreekt een kind. Omdat de groepen over twee bussen zijn verdeeld is er een misverstand ontstaan tussen de animatoren. De busverantwoordelijken dachten dat het kind op de andere bus zat. De kans is groot dat het kind al snel in het park opgevangen wordt en zelfs amper merkt dat er iets gaande is. Door snel, adequaat en op de juiste manier te reageren voorkom je een aantal moei-lijkheden. We zetten hier een aantal tips op een rijtje die je kunnen helpen als hand-leiding voor een hopelijk zorgeloze zomer.

jeugdwerkondersteuning | Jeugddienst op kampbezek

p 24 • juni 2010 juni 2010 • p 25

Voorkomen is...

Met een goede voorbereiding en door een aantal zekerheden in te bouwen kom je al een heel eind weg. We zetten een aantal zaken op een rijtje.

Keuze van de uitstapMaak een goede inschatting van de uit-stap die je gaat maken.- Maak een risico-analyse: wat zou er

kunnen mislopen als het gaat over de bus, het terrein, de kinderen en de animatoren, de huissregels van de at-tractie… en hoe kan je dit preventief aanpakken?

- Afstand speelt ook een rol in de keuze van de uitstap. Zorg dat je geen twee uur onderweg bent om je bestemming te bereiken. Er zijn heus wel leuke uit-stappen te vinden die je minder ver moet zoeken.

AdministratieDit klinkt misschien bijkomstig, maar als je administratie goed in orde is, heb je meestal al een aantal zorgen minder. - Verzekering: controleer of de kinde-

ren ook verzekerd zijn als ze op uit-stap zijn, en dat de verzekering niet enkel geldig is binnen het terrein van de vakantiewerking.

- Financiën: stuur animatoren niet op pad met een hoop geld. Probeer met

bestelbonnen te werken of probeer zelfs op voorhand te betalen. Niets zo vervelend als een groep popelende kinderen die een uur buiten het park moeten wachten omdat de animato-ren de juiste papieren niet bij hebben of te weinig geld bij hebben.

- Naamlijsten: ook al ben je soms af-hankelijk van daginschrijvingen, zorg er toch voor dat de animatoren een naamlijst hebben van de kinderen die meegaan. Dit kan soms een enorm stressmoment zijn bij het vertrek van een uitstap, maar het is zeker de moeite waard om te doen.

- EHBO: hebben de animatoren de juis-te en voldoende EHBO mee? Weten ze de EHBO-post ter plaatse te vinden? Weten ze welke kinderen allergieën hebben, niet kunnen zwemmen…?

Afspraken met de animatorenMaak in onderling overleg met de ani-matoren een aantal goede afspraken over het verloop van de uitstap:- Wie is verantwoordelijke van de uit-

stap en neemt de beslissingen?- Wie contacteert wie als er iets mis-

gaat? Zijn de juiste contactgegevens uitgewisseld?

- Maak een duidelijke afspraak of kin-deren zonder animatoren in het park mogen lopen of niet.

- Spreek af waar animatoren zich po-

sitioneren. Lopen de kinderen alleen rond in het park, zorg dan dat er altijd een centrale plaats is waar de kinde-ren iemand van de begeleiding kun-nen vinden.

- Tellen, tellen, tellen: zorg ervoor dat de animatoren de kinderen op regel-matige basis tellen. Het is de enige manier om snel vast te stellen of alle kinderen aanwezig zijn: op het mo-ment dat je vertrekt, als ze in het park zijn aangekomen, ‘s middags, vooral-eer je vertrekt, in de bus. Je kan ook overwegen om namen af te roepen.

- In het zwembad: zijn de animatoren herkenbaar op één of andere manier?

Afspraken over de kinderen (of met de ouders) - Zorg dat kinderen goed geïnformeerd

zijn over het park, als ze zonder ani-matoren rondlopen: geef een plan-netje mee, telefoonnummer van de verantwoordelijke animator. Maak duidelijke afspraken met de kinde-ren over wat ze mogen en wat niet en check of alle kinderen de afspraken goed begrepen hebben.

- Zorg er ook voor dat kinderen goed herkenbaar zijn (sjaaltjes, t-shirt van de werking, hoedje) als je op een loca-tie bent waar vele andere mensen zijn en dat ze een aantal identificatiege-gevens bij zich hebben. Een kind dat

in paniek is kan zelfs zijn eigen naam vergeten.

- Het is meestal een algemene regel, maar eentje die zeker bij uitstappen geldt: laat kinderen geen waarde-volle voorwerpen meenemen. GSM, computerspel of i-pod kunnen alleen maar beschadigd, gestolen of verlo-ren geraken. Als er iets gebeurt zal er meestal iemand in de buurt zijn die een GSM heeft en de verantwoorde-lijke wil bellen.

Hoe heet ook, hou je hoofd koel

Het slechtst denkbare kan je niet voor-komen, maar je kan je er wel zo goed mogelijk op voorbereiden. Als er een ongeval gebeurt of een kind is niet bij de groep, kan je paniek vermijden als je weet welke procedure je moet volgen. Vaak gaat het om een misverstand en maak je ouders nodeloos ongerust door slecht met hen te communiceren. Neem als coördinator van de werking je ver-antwoordelijkheid om met alle betrok-kenen te communiceren (ouders, kin-deren, eindverantwoordelijken, andere animatoren, pers…). Maak daarom op voorhand een crisisplan en bespreek dit met de animatoren. Vermeld duidelijk waar de jeugdconsulent zich bevindt: op de uitstap, of op de bureau. En stem

daar je stappenplan op af. Want als je er niet bij bent, kan je bijvoorbeeld zelf de kinderen niet wegleiden naar een ande-re plaats, dan is dat iets wat de animato-ren moeten weten…

1. Overzie de situatie: maak duidelijk aan de animatoren dat ze de situatie ter plaatse goed moeten trachten in te schatten. Is het een groot probleem of is het ter plaatse op te lossen? Is er materiële of fysieke schade? Verwittig zo nodig de hulpdiensten.

2. Breng iedereen in veiligheid: zorg dat alle kinderen samen gebracht wor-den op een veilige plaats. Weg van het ongeval of weg van de paniek.

3. Duidelijke communicatie: maak een duidelijk plan wie, wat en op welke manier aan wie communiceert. Wie informeert de ouders? Wie spreekt er met de pers? Hoe informeer je de kinderen? Probeer het aantal perso-nen dat de communicatie in handen heeft zo veel mogelijk te beperken, en vertrouw dit bij voorkeur toe aan één persoon. Maak duidelijke afspraken met de communicatieverantwoorde-lijke van de gemeente en/of de sche-pen. Zorg er ook voor dat ouders de informatie niet via de pers moeten vernemen. Kies met zorg wie je wan-neer op de hoogte brengt.

4. Zorg voor de nazorg: eenmaal de cri-

sis voorbij blijven kinderen, ouders, animatoren, collega’s… vaak ook nog met vragen of met bepaalde gevoe-lens zitten. Bied ruimte om dit alles een plaats te geven.

Tot slot een warme oproep: neem je voorzorgen maar laat ze de pret niet vergallen. Het is vakantie voor de kin-deren en dit betekent dat ze zich moeten kunnen uitleven, op avontuur gaan, gek doen… We weten allemaal dat een uit-stap iets bijzonders moet blijven en dat het vooral belangrijk is dat kinderen er een leuke herinnering aan over houden.

Meer weten?Uitgebreide info over “crisiscommunicatie” en “met het speelplein op uitstap of naar het pretpark” kan je vinden in de fiches van VDS. Deze fiches kan je downloaden op www.speelplein.net.

info

Voorbereid op uitstap | vakantiewerking vakantiewerking | Voorbereid op uitstap

p 26 • juni 2010 juni 2010 • p 27

”Vindplaatsgericht werken is ‘onderdrempelig’. Je ontwijkt heel wat drempels en legt geen druk op jongeren. Je trekt als jeugdwerker naar hun vertrouwde plek en bent te gast in hun ‘milieu’. Hoe meer je aanwezig bent, hoe meer de vertrou-wensband kan groeien en je signalen kan opvangen van wat er leeft. Tegelijk geef je jongeren inspraak en verantwoorde-lijkheid over ‘hun plekje’ en het ruimere jeugdbeleid. Als je activiteiten organiseert op de ‘vindplaats’ is het belangrijk dat dit gebeurt voor, door en met de jongeren.” Wouter (Mobiele jongerenwerker Roeselare)

De essentie van vindplaatsgericht werken komt dus neer op ‘daar gaan waar jongeren zelf zijn met als voornaamste doel een (vertrouwens)relatie op te bouwen’. Zonder de mogelijk-heden van de methode van vindplaatsgericht werken te wil-len reduceren of banaliseren uiteraard. Op die manier kan je jongeren bereiken die niet of minder hun weg vinden naar het bestaande aanbod. Voorwaarde is dat je een open houding hebt en vertrekt van de leefwereld en de omgeving van jongeren.Is vindplaatsgericht werken in dit geval nog steeds onhaal-baar? Buurtspeelpleintjes, mobiele speelpleinen, buurtsport of andere kleinschalige initiatieven komen al aardig in de buurt. Belangrijk bij dit soort methodieken is weliswaar dat je de focus in de eerste plaats legt op de relatie met de aan-wezige kinderen en jongeren en niet op de activiteiten en het aanbod zelf… De relatie is het doel, de activiteiten de manier waarop je tot je doel komt.

Haalbaar vindplaatsgericht werken | de jeugddienst de jeugddienst | Haalbaar vindplaatsgericht werken

Be there or be square Op zoek naar de haalbaarheid van vindplaatsgericht werken

✒ Nathalie Van Ceulebroeck vzw Jeugdclubs Lokeren

“Vindplaatsgericht werken is een (veredelde) vorm van straathoekwerk. Het vergt een zodanig grote tijdsinvestering en specifieke competenties dat het niet haalbaar is voor kleine gemeenten of kleine jeugddiensten”. Mee eens? Wij alvast niet! We nodigen jullie uit om afstand te nemen van deze denkpiste, en vanuit de essentie van deze methode te kijken naar wat er mogelijk is!

Zelf rondhangen

De jeugddienst van Hoeilaart gaat op vrijdagavond be-wust wat ‘rondhangen’ op o.a. het skateterrein. Daar-door hebben ze de skaters beter leren kennen en hun ideeën aangemoedigd. Zo ontstond ‘Magic Box’, een groepje vrienden die, on-dersteund door de jeugddienst, regelmatig een activi-teit in het jeugdhuis organiseren. Verder zorgt de jeugddienst dat ze af en toe naar fuiven gaan, eens blijven plakken in ’t café, en de fiets nemen zodat ze zichtbaar zijn in Hoeilaart.

Meer info: Machteld of Jurgen, [email protected], 02-657 98 38

De kern van vindplaatsgericht werken is…

We vroegen aan een aantal jeugdwerkers die op één of andere manier vindplaatsgericht werken om deze zin aan te vullen. Buurtwerkers, mobiele jongerenwerkers, straathoekwerkers verbonden aan de jeugddienst namen het woord. Een bloem-lezing...

”Contact leggen met jongeren die je anders niet bereikt, plaat-sen waar je anders niet komt, met als belangrijkste doel om communicatie tot stand te brengen tussen deze jongeren en de jeugddienst. Je bent op dat moment te gast in hun wereld. Zij zijn er thuis dus je gaat best mee in hun tempo.” Frederik (straathoekwerker Menen)

“De drempel naar het jeugdwerk verlagen. Je stapt naar de jongeren toe in de omgeving waar zij zich goed voelen en thuis zijn. Dat heeft als voordeel dat het voor de jongeren een veilige en comfortabele omge-ving is, maar tegelijk is het voor jou wat een stap in het duister aangezien jij er aanvaard moet worden. Je moet dus een goede relatie opbouwen met de jongeren waarmee je werkt of wilt werken. Drie elementen zijn hierbij belangrijk: ten eerste gaat idealiter altijd dezelfde persoon naar een buurt, ten tweede moet je de behoeftes en mogelijkheden van de kinderen en jongeren leren kennen, en tenslotte is de omgeving, de wijk

zelf erg belangrijk. Zo is een eigen locatie in de wijk een mooie kans.” Loes en Michael (buurtgericht jeugdwerk Turnhout)

“Gaan daar waar de jongeren ook zijn. Eventueel om hen op lange termijn naar een andere plaats (bijvoorbeeld buurthuis) toe te leiden. In dat geval spreken we over semi-vindplaats-gericht werken. Het is een manier om elkaar te leren kennen, en elkaar te leren vertrouwen.” Marian (jongerenwerkster Herentals)

”De kern van het vindplaatsgericht werken is de straat op-gaan om jongeren te bereiken op de plekken waar ze zich bevinden. Het doel voor ons is samen met jongeren een aanbod op te zetten vanuit hun interesses en leefwereld. We richten ons in de eerste plaats tot jongeren die elders uit de boot vallen en die geen aansluiting vinden bij het bestaande aanbod. Via het vindplaatsgericht werken ontstaat er een ver-

trouwensband, naast vrije tijd komen er dan ook vragen rond tal van andere levensdomeinen aan bod (tewerkstelling, onder-wijs, huisvesting,...) waar in sa-

menwerking met de verschillende partners een antwoord op wordt geboden. Ook de signaalfunctie zien wij als een kern-taak van de vindplaatsgerichte werker.” Vzw Jeugdclubs (Lokeren)

De relatie is het doel, de activiteiten de manier waarop

p 28 • juni 2010 juni 2010 • p 29

Waarom zou je vindplaatsgericht werken?

Wat haal je eruit? Vindplaatsgericht werken heeft als meer-waarde dat je signalen kan opvangen over behoeftes die leven bij jongeren die je anders moeilijk bereikt (signaal-functie). Daarnaast kan je je aanbod en/of doelstellingen uitbreiden en samen met hen activiteiten op maat organi-seren.Tegelijk vorm je een brug tussen de jongeren en de jeugd-dienst, en in het verlengde, de gemeente: jongeren maken kennis met ‘maatschappelijke dienstverlening’ op een po-sitieve en constructieve manier. Tenslotte kan toeleiding naar een (gemeentelijke) vrijetijds-werking een doel zijn, maar het kan ook een gevolg zijn van de vertrouwensrelatie waarin je investeert.

Tips & Tricks voor haalbaar vindplaatsgericht werken:

• Start met het in kaart brengen van pleintjes of wijken waar vindplaatsgericht werken een meerwaarde kan bieden. Input van andere diensten zoals de politie, groendienst… kan hierbij erg relevant zijn.

• Geef jezelf (en het college) de tijd om te wennen aan ‘het idee’. Vindplaatsgericht werken moet niet (meteen) “all the way” gaan. Elk half uurtje dat je achter je bureau weg kan en daar gaat waar de jongeren zijn, is zinvol. Als je de eerste keer afstapt op jongeren, is het voldoende om maar vijf minuutjes te blijven, je voor te stellen en vooral aan te geven dat je terug komt. Je houding kan er best één zijn van interesse, stel je niet controlerend op.

info

• Je kan de stap nog verkleinen door bijvoorbeeld elke woens-dag te werken op een plaats waar jongeren komen, bijvoor-beeld in de bibliotheek. Of organiseer bestaande activiteiten (Grabbelpas, Buitenspeeldag…) eens op een pleintje waar je anders nauwelijks komt.

• Je kan de methodiek op verschillende manieren invullen. Elke vindplaatsgericht werker zoekt naar een invulling waar hij/zij zich goed bij voelt: buurtsport, buurtspeel-pleintjes, mee rondhangen, wat spelmateriaal meenemen…

• Maak duidelijke afspraken met je secretaris over de mel-dingsplicht. Als ambtenaar ben je immers verplicht melding te maken van overtreding van de wet, bv enkele jongeren die een joint roken op een pleintje. Deze meldingsplicht is echter moeilijk verzoenbaar met het opbouwen van een ver-trouwensrelatie met die jongeren.

• Maak afspraken met je directe collega’s om mogelijke be-langenconflicten op te vangen en duidelijkheid te scheppen wat er wordt gedaan met informatie en signalen die jonge-ren geven.

• Zorg steeds voor een herkenningspunt: ofwel gaat steeds dezelfde persoon naar de jongeren of, als dat niet haalbaar is, kan voor herkenning worden gezorgd door bijvoorbeeld een opvallend vervoersmiddel (een bakfiets, kleurrijke ca-mionette, …), een T-shirt of trui van de jeugddienst.

• Een draagvlak van je bestuur is nodig, het college moet de methode minstens ondersteunen. Daarnaast kan je op zoek gaan naar collega’s op andere diensten die in de methode geloven en je ondersteunen.

• De tijd om de straat op te trekken kan verloren gaan tus-sen het andere werk. Plan dus liefst de uren vindplaatsge-richt werken vast in in je weekkalender. Bijvoorbeeld elke woensdag tussen 15u en 16u.

• Heb je echt geen tijd, dan kan je misschien een ambassa-deurswerking opzetten. Schakel animatoren of jeugdraad-leden in om de straat op te trekken.

• Wees vooral jezelf!

Vragen?- Frederik Bostyn, straathoekwerker verbonden aan de jeugddienst

in Menen - [email protected] Loes Hermans en Michael Cornelissen van buurtgericht jeugd-

werk in Turnhout - [email protected] Marian Boddy, jongerenwerkster van buurtwerking De Klink in

Herentals - [email protected] T-klub, vzw jeugdclubs in Lokeren - [email protected] Wouter Bossuyt, mobiele jongerenwerker Roeselare -

[email protected] Nathalie Van Ceulebroeck – [email protected]

3 mei - Binnenspeeldag

31 maart 2010, een dag vol regen, rukwinden en koude en jammer o jammer van het weer, want het is spijtig genoeg ook de dag van het Buiten spelen... De kinderen keken er reikhalzend naar uit, maar de Buitenspeeldag werd dus een Binnenspeeldag. Want veiligheid primeert. Maar ook binnen spelen kan leuk en gezellig zijn. Zoals een kindje mij vol trots kwam vertellen: “Dit was de tofste dag van het jaar!” Volgend jaar toch maar wat meer offers brengen aan de weergoden.Ondertussen is ook de paasvakantie voorbij. Die vakantie bete-kent bij ons: twee weken speelpleinen. Altijd zeer vermoeiend maar ook hartverwarmend. Toffe monitoren, gelukkige kinderen (behalve dan die paar die ‘s ochtends liever met papa of mama terug mee naar huis gaan) en af en toe een straaltje zonneschijn. Meer moet dat niet zijn. Dit betekent ook dat het Jeugdbeleidsplan de afgelopen maand wat op de achtergrond kwam. De doelstellingen en acties wa-ren dan wel al af, maar het hoofdstuk Proces en Analyse en de financiële details moet ik nog op een rij zetten. Gelukkig is de verantwoordingsnota klaar voor de afdeling Jeugd. Toch al één belangrijk deel van de missie geslaagd!

17 mei - Joepie!

Ik kom net terug van bij de gemeentesecretaris en kan niet anders dan met een grote glimlach rondlopen. Vorige week woensdag, net voor het verlengde weekend, heb ik een race tegen de klok gehouden om mijn eerste versie van JBP klaar te hebben voor de agenda van het schepencollege morgen. En het is me gelukt. Alleen een inleiding ontbreekt nog. Het deeltje Proces en Ana-lyse heb ik een beetje opgewaardeerd onder de titel ‘Komt dit Jeugdbeleidsplan uit de lucht gevallen?’, een financieel over-zicht, hier en daar nog een aangepaste doelstelling of actie... het staat er allemaal in. Hopelijk wordt dit morgen goed bevonden op het college. Dan kan ik het opsturen naar de Afdeling jeugd voor advies en misschien nog voor de zomervakantie de definitieve versie klaar hebben. Als dat geen goed nieuws zou zijn! Oh, en waarom die glimlach? De gemeentesecretaris had het plan in zijn vier vrije dagen in detail gelezen en kon alleen maar zeggen dat het verfrissend en degelijk is. Dan kan ik niet anders dan trots zijn op mijn eerste plan en hopen dat alle andere actoren (afdeling, jeugdraad, stuurgroep, schepen van jeugd) hem bijtreden!

Ellen De Boeck is jeugdconsulente in Machelen, ze schrijft haar eerste JBP.

LIEFSTE JBP DAGBOEK

LEEF MEE MET HET JBP DAGBOEK VAN VIJF JEUGD-CONSULENTEN MET HET HART OP DE TONG!

Haalbaar vindplaatsgericht werken | de jeugddienst de jeugddienst | Haalbaar vindplaatsgericht werken

p 30 • juni 2010 juni 2010 • p 31

LIEFSTE JBP DAGBOEK

LEEF MEE MET HET JBP DAGBOEK VAN VIJF JEUGDCONSULENTEN MET HET HART OP DE TONG!

12 maart - Stand-by voor de geboorte van de nieuwe spruit

Ik ga er even tussenuit want ik verwacht de geboorte van onze nieuwe spruit! Na een feestje met de jeugdraders ga ik even in break en wacht ik de eerste geboortesignalen af. Na veel nagel-bijten en ongeduldig afwachten is het eindelijk zover… 18 maart: Len is born! Een zoon! Happy moments.

Ik heb dan nog drie weekjes verlof en zal sowieso werkachter-stand oplopen, op allerlei gebied en dus ook op JBP-vlak. Geluk-kig is Sophie er, die mij tijdelijk mag vervangen en de belangrijk-ste zaken verder kan opvolgen.

13 april - Back in action

Ik ben een dagje terug aan het werk en er staat meteen al een nieuwe stuurgroep op de planning. Tijdens de vorige stuur-groep ging het over de prioriteit brandveiligheid en het hoofd-stuk jeugdwerkbeleid in het algemeen.

Deze keer discussiëren we over de prioriteit jongerencultuur, de stuurgroep lanceert voorstellen en aanzetten tot doelstel-lingen. We willen zeker de bmx’ers een plek geven, buurtplein-tjes in alle deelgemeenten, ervoor ijveren dat de nieuwe fuif-zaal er komt, een nauwe samenwerking met cultuur op poten zetten om zo jonge amateurkunstenaars beter te bereiken en te ondersteunen en zoveel meer.

Verder hou ik me vooral ook bezig met het verwerken van de in-terviews, het aftoetsen van ideeën bij andere diensten, afspra-ken maken en vergaderingen inplannen.

We schrijven ook een visietekstje over onze kijk op jeugdwerk-beleid en jeugdbeleid, ik leg de eerste hand aan de lay-out en ik begin het hoofdstuk jeugdwerkbeleid uit te typen…

14 april - Filip, onze schepen, neemt ontslag

Het stond in de krant en je kon het al lezen op de blog van de krant. Filip neemt ontslag als schepen van jeugd (en financiën en sport, enz )! Hij had me op voorhand in vertrouwen (tijdens zijn baby-bezoek) wel al ingelicht, dus ik val net niet van mijn stoel maar toch. Spijtig is dit zeker en vast, want onze Filip was ’n kei van ‘n schepen! We werkten heel nauw samen, dus: ‘We will miss him’! Maar we zeggen geen vaarwel! Op de volgende bijeenkomst van het dagelijks bestuur van de jeugdraad willen we Filip bedanken voor zijn steun, hulp en de aangename samenwerking.

28 april – Een nieuwe schepen van jeugd

Het partijbestuur maakt de opvolger van Filip bekend.. Het is Sandro Di Nunzio geworden, de huidige gemeenteraadsvoor-zitter. Hij zal de volgende stuurgroepen opvolgen…

11 mei - Verder op de ingeslagen weg!

We leggen de belangrijkste nieuwe doelstellingen voor aan de jeugdraad. De leden van de jeugdraad staan er als één blok achter en geven gevatte feedback en opbouwende kritiek. Tof zo! Love those youngsters!

Christoff Van Acker is jeugdconsulent in Lochristi, het JBP 2011-2013 wordt zijn allereerste.

Mobiele receptiekoffer

De jeugddienst van Hasselt organiseerde de voorbije jaren een mobiele receptiekoffer.

“De groene plekken en speeltuintjes zijn ontmoetings-plaatsen voor jong en oud, maar vooral de rondhangende jeugd palmt ze regelmatig in, terwijl de ouderen er weg-blijven, omdat ze zich bedreigd voelen door het gedrag van de jongeren. Ze zijn ook niet geneigd om met elkaar te praten.” Probleem is dat beide generaties de communicatie met elkaar vermijden. Daarom dokterde de jeugddienst een oplossing uit in de vorm van een mobiele receptiekoffer. Een leuke manier om communicatie tussen jong en oud te stimuleren en vooroordelen uit de weg te ruimen.De mobiele receptiekoffer bestaat uit een auto van de jeugddienst, enkele tafeltjes en klapstoelen, drank en nootjes, een draagbare muziekinstallatie en gezelschap-spelletjes voor jong en oud. De medewerkers proberen om mensen met elkaar in contact te brengen door in een ongedwongen sfeer een babbeltje te slaan. De acties ge-

beuren spontaan zonder aankondiging of uitnodiging zo-dat niemand op voorhand afgeschrikt wordt.

De mobiele receptiekoffer en twee medewerkers van de jeugddienst staan in de zomermaanden om de twee weken op een centraal pleintje, waar jong en oud in de zomer graag vertoeven, in één van de Hasseltse wijken. Bij de keuze van de pleintjes wordt er geen onderscheid gemaakt tussen probleemwijken en andere buurten. De jeugddienst heeft na grondig onderzoek de plekjes gese-lecteerd. Voor je begint, is het immers belangrijk dat je weet op welke pleintjes je jongeren kan tegenkomen.

Meer informatie: [email protected], 011-23 93 95

de jeugddienst | Haalbaar vindplaatsgericht werken Liefste JBP dagboek | JBP 2011-2013

p 32 • juni 2010 juni 2010 • p 33

9uIk gooi de deur van mijn bureau op de Kaasmarkt 75 in

Wemmel open. Eerst de pc aanzetten, dan gauw even

langs het onthaal om dag te zeggen aan de collega’s en

een koffietje drinken. Een ochtendmens ben ik nooit

geweest. Een dosis cafeïne helpt dus om de hersencel-

len op gang te brengen. Tijd om even mijn e-mails te

checken.

9u30Vzw ‘de Rand’ organiseert in samenwerking met

jeugddienst Panta Rhei vzw uit Heikruis taalstages

Nederlands voor kinderen. Aangezien in Wemmel de

meerderheid van de inwoners anderstalig is, investe-

ren we vanuit het centrum in onze Nederlandse taal.

Tijdens de paasvakantie namen 40 kinderen tussen 4

en 12 jaar deel aan het taalbad. We evalueren het aan-

bod grondig, en doen waar nodig voorstellen voor bij-

sturing. De taalstages worden immers in elk gemeen-

schapscentrum van vzw ‘de Rand’ georganiseerd.

>> Veerle Weeck

Uit het dagboek van Veerle Weeck

Veerle Weeck is sinds januari 2009 stafmedewerker jeugd en sport in gemeenschapscentrum de Zand-loper in Wemmel. Het gemeentebestuur van Wem-mel heeft geen ‘gemeentelijke’ jeugd- en sportraad. Daarom neemt zij vanuit vzw ‘de Rand’ de rol van de jeugdconsulent en sportfunctionaris gedeeltelijk over, om de Wemmelse verenigingen te ondersteu-nen. Daarnaast ontfermt ze zich over de jeugdpro-grammatie van het centrum.

de jeugddienst | Uit het dagboek van Veerle Weeck Uit het dagboek van Veerle Weeck | de jeugddienst

10u30De stafmedewerkers jeugd en sport uit de andere gemeen-

schapscentra van vzw ‘de Rand’ zakken af naar de Zand-

loper voor het overleg jeugd en sport. Op de agenda staat:

stand van zaken van het JBP, de planning van de materi-

aalkar voor de speelpleinwerking tijdens de zomervakantie,

de Nederlandstalige schoolvoorstelling voor de Franstalige

scholen, infoavond over het Sport voor Allen-decreet en

overdracht van informatie vanuit andere vergaderingen.

We zijn met vijf stafmedewerkers die elk vanuit een ander

centrum hun functie uitoefenen.We verdelen alle overkoe-

pelende vergaderingen onder elkaar en brengen hier op het

overleg jeugd en sport verslag van uit. Gelet op de zeer

specifieke situatie in onze faciliteitengemeenten is het no-

dig om maandelijks de koppen eens bij elkaar te steken om

informatie uit te wisselen, pijnpunten te bespreken en over-

koepelende initiatieven vorm te geven.

13uDe vergadering zit erop. Even richting cafetaria om wat te

eten en dan weer aan de slag. Het is immers een drukke dag.

13u30De Zandloper en CC Strombeek pakken jaarlijks uit met

een gezamenlijke schoolprogrammatie. Deze pakken we an-

ders aan dan in de meeste centra het geval is. Zo koppelen

we aan elke voorstelling een themafilm en enkele workshops

die verband houden met de voorstelling. Ik ontferm me sa-

men met Evi van CC Strombeek even over de puzzel om te

bekijken of de verdeling van de workshops over de verschil-

lende scholen klopt. Geen sinecure als je weet dat we in ne-

gen scholen workshops in klasverband moeten inplannen,

uiterlijk een week na de voorstelling.

15uVandaag verstrijkt de deadline voor onze gemeenschaps-

krant. Dit is een magazine dat in Wemmel maar ook in de

andere faciliteitengemeenten bus aan bus wordt verspreid.

Per gemeente creëert vzw ‘de Rand’ een andere gemeen-

schapskrant. De teksten schrijven we gedeeltelijk zelf. Dus

ik kruip even in mijn pen.

16uBinnenkort organiseert de Wemmelse sportraad een senio-

rensportdag in de sporthal. We zullen er zumba, petanque,

badminton, volksspelen, lachyoga, een wandel- en fiets-

tocht… aanbieden. Ik contacteer mogelijke begeleiders en

regel praktische zaken.

17uSamen met de centrumverantwoordelijke bekijk ik de or-

ganisatie van het HH-festival: een festival dat plaatsvindt

tijdens de Wemmelse jaarmarkt, in samenwerking met eet-

café ’t Hooghuis. We bekijken welke groepen we kunnen

programmeren. Met ons voorstel van programma trekken

we naar het Hooghuis, waar we iets eten en de program-

matie bekijken met de werkgroep.

20uVanavond vergadert de sportraad. We bespreken de seni-

orensportdag, bereiden de algemene vergadering en het

jaarverslag voor en ik reik de laatste sportnieuwtjes aan.

Na de vergadering volgt een drankje in de cafetaria met

de sportraadleden. Het was een lange dag, maar dit is niet

abnormaal in deze sector.

p 34 • juni 2010 juni 2010 • p 35

voor u bekeken | Publicaties, initiatieven en websites

✒Leen Bartholomeus

Publicaties, initiatieven en websites | voor u bekeken

Negenendertig Belgische niet-gouvernementele organisaties legden aan het Comité voor de Rechten van het kind het Alternatief rapport over de toepassing van het Interna-tionaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind in Bel-gië voor. De NGO’s toetsen de mate waarin de Belgische wetgeving en praktijk over-eenstemmen met het IVRK en formuleren concrete aanbeve-lingen voor de toekomst. Je kan het rapport downloaden op www.kinderrechtencoalitie.be of een gedrukt exemplaar bestellen via [email protected].

Jeugdwerknet en Graffiti Jeugd-dienst onderzochten het bezit, het gebruik en de rol van nieuwe me-dia in het leven van jongeren. In het najaar bevroegen ze 1700 jon-geren (12-18 jaar) uit alle klassen in het middelbaar en 200 kinderen (10 jaar) uit het vijfde leerjaar van de basisschool. Het onderzoek in de middelbare scholen verliep in samenwerking met de vakgroep communicatiewetenschappen van Universiteit Gent (MICT).

Het onderzoek kan je downloaden via http://www.apestaartjaren.be/sites/default/files/Apestaartjaren3_onderzoek_digitaal.pdf

Het Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek presenteert een stand van zaken van het project ‘burgerparticipatie in Vlaamse ste-den’. Het eerste deel van het rapport vat de bevindingen uit de internationale literatuur omtrent lokale burgerparticipatie nog eens samen. Het tweede deel gaat in op participatievormen en -processen, en de verschillende rollen van en verhoudingen tus-sen politici, ambtenaren en burgers, om de impact van parti-cipatie op de besluitvorming te analyseren. Tot slot nemen ze volgende stadsprojecten in Gent onder de loep: Zuurstof voor de Brugse Poort, Bruggen naar Rabot en Ledeberg leeft!

Burgerparticipatie in de stad(sorganisatie). Dezeure Karolien, De Rynck Filip, Reynaert Herwig, Ackaert Johan i.s.m. Steyvers Kristof & Wayenberg Ellen (2010). Je kan het rapport gratis downloaden via http://soc.kuleuven.be/sbov/ned/publicaties/detail/s2A1105003.htm

De Buitenspeeldag ligt al weer even achter ons maar dat betekent niet dat er niet meer kan buiten gespeeld worden, integendeel. Wie echter verlegen zit over wat hij of zij wil buiten spelen, kan in het ‘Cool Buiten-speelboek’ misschien wat inspiratie op-doen.

Het Buitenspeelboek is een uitgave van Nickelo-deon in samenwerking met de Standaard Uitge-verij. Verkrijgbaar in elke Standaard Boekhandel.

Bij het organiseren van fuiven, concerten en festivals komt ontzettend veel kijken: van het zoeken naar een goede zaal (met milieuvergunning), het ontwikkelen van de communicatiemix en communicatieplan tot de opmaak van een begroting en de be-rekening van hoeveel volk je op de been moet krijgen om uit de kosten te geraken. Het volledige proces wordt doorlopen: van de eerste brainstorm tot de evaluatie ach-teraf. De gids is opgebouwd aan de hand van tips, checklists en overzichten zodat de organisator in spe zowel het bos als de bo-men kan blijven zien.

“Concerten, fuiven, festivals organiseren, een praktische gids” is een uitgave van Poppunt, geschreven door Poppunt, Formaat en Fuif-punt. Bestellen kan op www.poppunt.be, via [email protected] of op 02-504 99 00, de kost-prijs is 10 euro plus 2 euro voor verzending.

Jongeren spenderen hun vrije tijd graag aan tv en computer. Bij het georganiseerde aanbod staat sport bovenaan het lijstje van de Antwerpse tieners. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Vrije tijd door Antwerpse tienerogen’ van de Artesis Hogeschool, de Plantijn Hogeschool en de Universiteit Antwerpen in op-dracht van de Antwerpse jeugddienst. In het on-derzoek werden bijna duizend tieners van het vijf-de leerjaar tot het vierde middelbaar bevraagd over hun vrijetijdsbesteding. De jeugddienst gebruikt deze resultaten om zijn beleidsplan op te stellen.

Vrije tijd door Antwerpse tienerogen. Een onderzoek naar de spanning tussen commercie, leefwereld en jeugd-beleid in Antwerpen. Je kan het volledige rapport down-loaden via http://www.jeugd.antwerpen.be/download.axd?id=2943&name=2009_Artesis_Vrije_tijd_door_Antwerpse_tienerogen_Onderzoek.pdf.

De VGC presenteerde op haar beurt twee jeugdonderzoeken over de vrije-tijdsbeleving van de Brusselse jeugd. Wat doen kinderen en jongeren die naar school gaan in het Brussels Nederlandstalig onderwijs in hun vrije tijd? Willen ze zwemmen, muziek spelen of naar het speelplein of de jeugdbeweging gaan? Blijven ze net liever thuis om tv te kijken, huiswerk te maken of te chatten met hun vrienden? Kennen ze de cultuurtempels? En hoe kijken ouders tegen dit alles aan?

Meer info via Anne Mariën, 02-413 04 52 of [email protected].

Tieners van 12 tot 15 jaar blinken doorgaans uit in afwezigheid op culturele activiteiten. In de cine-ma zie je ze nog vrij vaak maar in theaterzalen of creatieve workshops zo goed als niet. Magda, het cultuureducatief netwerk in Leuven & Vlaams-Bra-bant, ging op speurtocht naar bestaande expertise. Het resultaat is Windkracht Tieners: een logboek, een reisverslag, een vinger-aan-de-pols. Wind-kracht Tieners laat verschillende ervaringsdeskun-digen aan het woord: gedreven personen en orga-nisaties die zich met of zonder succes inzetten om tieners van 12 tot 15 jaar cultureel te prikkelen. Ze vertellen hun verhaal, hun geheime recepten, maar ook hun bezorgdheden en twijfels.

Alle jeugddiensten krijgen een exemplaar in de bus, je kan de publicatie ook downloaden via http://www.magdanet.be. Meer info bij Magda, cultuureducatief netwerk in Leuven & Vlaams-Brabant, via [email protected] of 016-27 22 87.

Vind je de vorming van ‘lerende Vlamin-gen’ van groot belang? Vraag je je af hoe jouw gemeente een stimulerende omge-ving kan zijn voor iedere inwoner: van piepjong tot niet meer zo jong, oude of nieuwe Belg, handig of creatief, leerplichtig of niet meer? Het flankerend onderwijsbe-leid van een ‘lerende gemeente’ mobiliseert lokale krachten om volwaardige leerkan-sen voor iedereen te realiseren, zelfs vanaf de voorschoolse leeftijd. De VVSG maakt de mogelijkheden van zo’n ondersteunend netwerk zichtbaar door het publiceren van een praktijkboek.

Je kan de gids bestellen via www.politeia.be.Hoe beleven kinderen hun vrije tijd en hoe gaan ze om met de organisatie daarvan? Kind & Samenleving voerde een belevingsonder-zoek uit waarbij de aandacht vooral uitging naar die contexten waarin kinderen zelf ac-tieve mede-spelers zijn: het speelpleinwerk en de buitenschoolse kinderopvang. Beide zijn weliswaar georganiseerde vrijetijdsom-gevingen, maar kinderen hebben er toch heel wat greep op hun tijd. Hierover versche-nen eerder al de rapporten Speelpleintijd (2008) en Opvangtijd (2009). Kind & Samenleving laat kinderen en ouders ook aan het woord over hoe zij hun gezinstijd beleven en samen vorm geven.

Je kan het onderzoek downloaden via http://www.k-s.be/docs/ Kostbarekindertijd.pdf Meer info via Johan Meire, [email protected] of 02-272 07 53.

De core business van het jeugdwerk: kinderen en jongeren spelen. NuGames gebruiken media en technologie om nieuwe ervaringen in je spel te laden. Een nieuwe manier van spelen of hoe media en technologie je uit dagen om eens iets anders te doen. Voor op kamp, tijdens de vakantie, in het weekend, op workshops of tussendoor. Spelontwikkeling dus, maar ook werken aan digitale skills. De NuGames gids is een toolbox vol voorbeelden. Het is een gids die je vooral veel goesting en inspiratie wil geven om zelf spelen te verzinnen en uit te proberen. Een gouden tip voor de animatoren op je vakantie-werking of voor het jeugdwerk in je gemeente?

Download de publicatie via http://www.steunpuntjeugd.be/uploads/documents/NuGames_Spelen_met_media.pdf. Alle informatie over NuGames vind je op www.steunpuntjeugd.be/nugames.

Kinderrechtencoalitie stelt voor: het alternatief rapport van de NGO’s Onderzoeksrapport Apestaartjaren

Burgerparticipatie in de stad(sorganisatie)

Buitenspeelboek

Nieuwe brochure Concerten, Fuiven, Festivals organiseren

Onderzoeken naar vrijetijdsbeleving van Brusselse en Antwerpse jeugd

Windkracht Tieners: tips van het veld voor het veld

Lerende gemeente. Gids voor flankerend onderwijsbeleid

Kostbare kindertijd: onderzoek over de tijdsbeleving van kinderen

NuGames: spelen met media

Hoe gaan kinderen om met

de organisatie van

hun dagelijkse (vrije) tijd?

Een belevingsonderzoek

Johan Meire

2010

KOSTBARE

KINDERTIJD

p 36 • juni 2010

over vvj | Nieuwtjes

Zopas voor het eerst sinds lang nog eens meegemaakt. Ken je dat: dat er over je wordt gepraat alsof je er niet bij zit? Het gebeurde tijdens een lezing over het wel en wee van Gene-ratie Y, ruwweg de huidige 20- tot 35-jarigen, mijn generatie. De spreker in kwestie plaatste zichzelf op de breuklijn tussen de babyboomgeneratie, geboren na de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende Generatie X. Hij gaf nog mee aan het begin van de lezing: “Kom los van je eigen situatie terwijl je naar mijn verhaal luistert.”

Ik heb mijn best gedaan om wat hij vertelde niet de hele tijd op mezelf te betrekken. Echt waar. Maar het mocht niet baten. Ik heb ongemakkelijk op mijn stoel gewiebeld. Waarom? Ik zoek het bij één van de geponeerde stellingen over genera-tie Y-ers: ze stellen zichzelf erg centraal. Misschien weiger ik daarom ostentatief de stempels die op mijn generatie worden gedrukt. Zet naast die globale ideeën over een generatie het geloof in de maakbaarheid van je eigen leven die ons, Gene-ratie Y-ers, typeert. Hoe match ik dat? Of zit de spreker in kwestie er gewoon zó pal op, en verdraag ik de spiegel die me wordt voorgehouden niet?

Op zich niks mis met praten over andere(n) (generaties). Zo-lang je er maar bewust van bent dat je er door jouw bril naar

kijkt. Vergelijk het met een antropoloog die zicht wil krijgen op een andere cultuur. Die weet (hopelijk) dat hij dat doet vanuit zijn perspectief.

He? Niet duidelijk? Een voorbeeldje: de Y Generatie bewaakt zijn werk-vrijetijdbalans. Iets wat op de werkvloer al eens zorgt voor een clash tussen Y-medewerkers en oversten uit Generation X en ouder, die niet kijken op een uurtje meer of minder. Als je ’t houdt op het vaststellen van een verschil in arbeidsethos, mij oké. Maar je luidop afvragen of er uit gene-ratie Y nog wel echte leiders kunnen opstaan, da’s een brug te ver voor mij. Want dan neem je de manier waarop je eigen generatie werkt en carrière maakt als norm. Waarna ik mezelf erop betrap dat ik de manier van werken van oudere genera-ties op de korrel neem.

De pot verwijt dus de ketel. En meteen weet ik welke be-langrijke les ik heb geleerd: neem jezelf niet als norm, wees je bewust van je perspectief. Bij deze dus een warm pleidooi voor participatie. Hoe belangrijk het is te praten mét in plaats van over. Voor een optimistische generatie als de onze kan het geen probleem zijn om creatieve ideeën op te werpen over hoe we dit waar maken.

Over generaties

✒ Leen Bartholomeus