Dromen durven doen

36
Terugkijken op 10 jaar ontwikkeling van ‘De Tip’, woonplaats van 10 woonwagengezinnen in Emmen

description

Terugkijken op 10 jaar ontwikkeling van ‘De Tip’, woonplaats van 10 woonwagengezinnen in Emmen, evaluatie en bijpassende film gemaakt door Atrivé.

Transcript of Dromen durven doen

Page 1: Dromen durven doen

Terugkijken op 10 jaar ontwikkeling van ‘De Tip’, woonplaats van 10 woonwagengezinnen in Emmen

Page 2: Dromen durven doen

1999 - 2009

Page 3: Dromen durven doen

Terugkijken op 10 jaar ontwikkeling van ‘De Tip’, woonplaats van 10 woonwagengezinnen in Emmen

Page 4: Dromen durven doen
Page 5: Dromen durven doen

Inhoudsopgave

Leeswijzer 6

Vooraf door Erwin Bel 7

Hst 1 De Tip in zijn maatschappelijke context 8 Chronologisch overzicht van het project: hoogte- en dieptepunten

Hst � Samen maakten wij De Tip: direct betrokkenen aan het woord 121. Bewoners nemen het initiatief, door Jo van Oenen en Janneke Brink 14�. Lefier doet mee, door Paul Looije en Ton Selten 153. Een eigen huis, een plek onder de zon, door Wouter Haccou 174. Kikkers vertragen de bouw, door Paul Baltes 20�. Het eindresultaat mag er wezen 22

Hst 3 Aan de slag met een Tip 26 3.1 Waar je aan moet denken 26 3.2 Bewoners ondersteunen, hoe doe je dat? 27

Tot slot door Hans Heringa 30

Nawoord door Ton Sleeking 32

Colofon 34

Page 6: Dromen durven doen

Leeswijzer

In hoofdstuk 1 duiden we De Tip in zijn context: de geschiedenis van de woonwagenmensen, de rol van bewoners als opdrachtgever.

In hoofdstuk 2 nemen we u mee in een reis door de tijd, de wording van De Tip. Hoe is invulling gegeven aan de participatie van de initiatiefnemers van De Tip en de specifieke eisen die woonwagen-mensen stellen aan hun woning? Hoe komen de bijzondere kenmerken van de woonwagencultuur tot uiting in de manier waarop De Tip is ontwikkeld?

In hoofdstuk 3 reflecteren we tenslotte op de ontwikkeling van De Tip. Welke methodiek ligt er achter de omgang met bewoners? Welke tips kunnen we partijen die een soortgelijk project overwegen meegeven?

Erwin Bel, directeur bestuurder Lefier

Page 7: Dromen durven doen

it boekje doet verslag van een spannend en dy-namisch proces. Een achtbaan waar de gemeente Emmen, bewoners, Lefier en Foundation Transfer

samen in zaten, en het project gezamenlijk tot een goed eind hebben gebracht. Uiteindelijk hebben we elkaar ge-vonden in een positief mensbeeld. En mogen we samen concluderen dat we veel van het project geleerd hebben. De hobbels die we moesten nemen, hangen nauw samen met de opgave waar burgers, corporaties en gemeenten zich de komende jaren voor gesteld zien.

Emmen ligt in een krimpregio. De verhuurbaarheid van onze woningen komt in het geding en daarmee de aantrekkelijkheid van de stad. Om Emmen leefbaar en levensvatbaar te houden moeten we steeds meer maatwerk leveren: hoe willen burgers wonen en hoe kunnen we dit als gemeente en corporatie faciliteren?

Corporaties hebben een belangrijke taak als het gaat om het mogelijk maken van woonwensen. Een belangrijke duurzame investering is investeren in mensen. Facili-teren dat mensen zich emanciperen, dat ze echt zelf ‘in de benen komen’. Dan moet je mensen verleiden om in beweging te komen. Dat is in De Tip heel goed gelukt! Jo en Janneke -de twee initiatiefneemsters die het meest voorop hebben gelopen- zijn een voorbeeld van ‘actief burgerschap’: eigenzinnig, daadkrachtig, eigen visie en doorzettingsvermogen. Ze hebben zich een weg weten te

banen door een complex krachtenveld en het zich eigen gemaakt. Soms zagen ze door de bomen het bos niet. Ze zijn niet verdwaald, maar hebben het bos omgehakt. Ik ben heel trots op ze.

Projecten als De Tip, waar bewoners het initiatief nemen, kunnen corporaties en gemeenten gebruiken om hun organisaties te ontwikkelen. Het vraagt van onze mede-werkers dat ze buiten de gebaande paden durven treden, echt willen luisteren en samenwerken, anders wordt het niets. Het belangrijkste is dat je durft los te laten, dat bewoners voorop mogen lopen. En fouten mogen maken. Dan kun je zo’n ontwikkeling aangrijpen om jezelf te ontwikkelen, onafhankelijker te worden. Dat vraagt dus om een positief mensbeeld. Vertrouwen hebben in burgers, huurders, je eigen medewerkers. Dat is niet altijd makkelijk. Dit soort projecten kenmerkt zich door vallen en opstaan. Het is een zoekproces, gebaseerd opvertrouwen. En in dit project blijkt maar weer eens dat het vertrouwen niet beschaamd is.

Tot slot hoop ik dat het boekje burgers van Emmen, onze huurders, initiatiefrijke en koppige mensen door het hele land inspireert om ook zo’n avontuur aan te gaan. Want zoals jullie zullen lezen, is het uiteindelijk alle moeite waard geweest!

Erwin Bel, directeur bestuurder Lefier

Zo af en toe ben je betrokken bij projecten waar je meer dan gemiddeld trots op bent. Dat zijn meestal projecten

die je raken, waar je moeite voor hebt moeten doen, maar die je dan toch tot een goed einde hebt gebracht. Vaak

door inspanning van velen. Mensen met lef en doorzettingsvermogen, die tegen alle kansen in door blijven gaan

om datgene te realiseren waar ze in geloven. De Tip is zo’n project. Een droom die meer dan tien jaar geleden

gedroomd werd door tien dames van het woonwagenkamp. Een droom die nu anno �011 gestalte heeft gekregen

in de vorm van tien prachtige en bijzondere woningen, in een schitterende omgeving.

Vooraf

DErwin Bel, directeur bestuurder Lefier

Page 8: Dromen durven doen

Geschiedenis van uitsluiting en repressiee verhouding tussen woonwagenbewoners en de overheid is altijd gespannen geweest. Reizigers en trekkers, kermislui en handelaren ‘zonder vaste

woon- of verblijfplaats’. Ze werden gezien als op zich best afwijkend, zo niet bedreigend, niet te vertrouwen en vijandig, altijd verbonden met armoede, landloperij, bedelarij en misdaad. Neutraler gezegd waren woon-wagenbewoners arbeidsmigranten.

De geschiedenis is er een van uitsluiting, repressie en later gedwongen integratie. In de 19e eeuw kwam het wonen in wagens op, omdat er behoefte was aan losse arbeidskrachten en mensen op zoek gingen naar werk om aan armoede en gebrek te ontsnappen. Plaatselijk werden vaak al maatregelen getroffen om de levenswijze van woonwagenbewoners in te perken of het ‘staan’ te verbieden. Na de invoering van de Woningwet is ook het eerste woonwagenbeleid gemaakt: de Woonwagen- en Woonschepenwet van 1918, bedoeld om wonen en

De Tip in zijn maatschappelijke context

De ontwikkeling van De Tip kan niet los worden gezien van cultuurkenmerken van woonwagenmensen,

de plek van woonwagenmensen in Emmen en de toenemende wens van corporaties en gemeenten

om bewoners bij de ontwikkeling van hun woning en woonomgeving te betrekken. Voordat we u

meenemen naar De Tip, geven we in dit hoofdstuk een korte toelichting op de geschiedenis van

woonwagenmensen in Emmen in de context van landelijke ontwikkelingen.

Dtrekken in wagens te ontmoedigen en te reguleren. In de Tweede Wereldoorlog zijn woonwagenbewoners opgejaagd en vervolgd, en soms gedeporteerd.

Na de oorlog is het beleid een aantal malen van koers veranderd. Er moest in de visie van bestuurders een eind komen aan het trekken en rondreizen. En dat raakte de woonwagenbewoners in hun ziel. In de jaren ‘60 werd besloten woonwagens te concentreren op grote regionale centra van minimaal 40 standplaatsen. Dit betekende de opheffing van veel kleine centra.

Eind jaren ‘70 draaide het beleid weer 180 graden en kwam het accent te liggen op de terugkeer van kleine centra. Ook dat ging weer tegen de wens in van veel woonwagenbewoners; ze mochten op de kleine centra bijvoorbeeld geen sloopwerken meer uitvoeren, terwijl het samengaan van wonen en werken bij hun leefwijze hoorde. Bewoners hebben vaak het gevoel gehad dat het beleid tegen hen was gericht.

Normaal worden?In de jaren ‘90 werd een verdere normalisering ingezet. De bedoeling daarvan was om woonwagenbewoners voortaan als gewone burgers te behandelen. Dat leek mooi. In de beleving van woonwagenbewoners waren ze immers altijd als tweederangsburgers behandeld.

1

Neutraler gezegd waren woonwagenbewoners arbeidsmigranten.

Page 9: Dromen durven doen

De Tip in zijn maatschappelijke context

De uiteindelijke opheffing van de Woonwagenwet in 1999 zou daar een eind aan maken. De normalisatie hield ook in dat de gemeente niet langer meer als verhuurder van standplaatsen en wagens zou optreden. Daarvoor zijn immers ooit woningcorporaties in het leven geroepen. Overal in het land werd de verkoop of overdracht van standplaatsen en wagens van gemeenten naar woningcorporaties -zij het langzaam- in gang gezet.

Gaandeweg zijn woonwagenbewoners zich meer gaan vestigen op een vaste standplaats. De wagens werden groter en comfortabeler en daarmee moeilijker te verplaatsen. Kinderen gingen naar een vaste school. De handel, bijvoorbeeld autosloopbedrijven, werd meer plaatsgebonden. In hoeverre dit gedwongen gebeurde of voortkwam uit een eigen keuze is achteraf moeilijk vast te stellen. Maar het cultuurverschil tussen woon-wagenbewoners en ‘gewone burgers’ en bestuurders bleef groot.

Vaak botsen die culturen: burgerlijke normen en de overheid die de regels bepaalt en handhaaft tegenover vrijheidszin, loyaliteit met familie en handel. Woon-wagenbewoners komen nogal eens in aanvaring met de wettelijk vastgelegde regels en normen. Men is heel sterk op de familie gericht; familiebanden gaan voor zakelijke en andere verbanden. Handelen is de communicatievorm met de buitenwereld. Ook overheidsregels worden zo ervaren, niet meer dan een eerste bod van de kant van de overheid, als opening van de onderhandelingen.

Maar het cultuurverschil tussen woonwagenbewoners en ‘gewone burgers’ enbestuurders bleef groot.

Het woonwagenkamp de Ark, eind 1950

Page 10: Dromen durven doen

10

De Ark in EmmenDe gemeente Emmen kent sinds meer dan 100 jaar een woonwagencentrum. In de loop der jaren heeft woon-wagencentrum de Ark veel veranderingen ondergaan. De laatste grote renovatie dateert van de zeventiger jaren en resulteerde in een centrum met 95 standplaatsen. Oorspronkelijk kende het centrum aangrenzend een sloopterrein. In 1988 is dit opgeruimd en zijn de bedrijven verplaatst naar het industrieterrein. Het centrum kent

verder een buurtgebouw waar wekelijks bingoavonden worden gehouden. Het centrum kent een legendarische voetbalvereniging, WKE (Woonwagenkamp Emmen).Ook in Emmen is wonen op het grote centrum de wens van alle woonwagenbewoners. Ook degenen die op de kleine centra staan, willen terug naar het grote centrum. ‘Bij je familie staan’ is generaties lang een vanzelfspre-kendheid geweest. Men deed dat gewoon en dat werd dan vaak achteraf gelegaliseerd.

Sinds de laatste renovatie van de zeventiger jaren zijn er geen standplaatsen bijgebouwd. Veel jonge gezinnen gingen noodgedwongen in een woning in de aan-grenzende wijk Emmermeer wonen. De verbondenheid met hun familie en de activiteiten op het centrum De Ark is groot. Bewoners die in Emmen wonen staan op de wachtlijst voor een standplaats en uit die groep komen de initiatiefnemers van wat uiteindelijk ‘De Tip’ werd.

Niet iedereen is aangewezen op huren. Naast huurstand-plaatsen is in Emmen een groeiende behoeft ontstaan aan grotere vakken (kavels) op het centrum bij familie, vrienden en bekenden. Een aantal bewoners heeft al eerder zelf gebouwd. Daarmee is de discussie rond wagen-of-woning verschoven naar ‘welk type woning?’.

Van wagen naar woningIn ‘de bouw’ wonen, zoals Jo het noemt in de film. In een gewone rijtjeswoning in een normale woonwijk; dat is iets waar een echte woonwagenbewoner niet aan moet denken. Toch is dat er de afgelopen decennia van gekomen. Tegelijkertijd zijn op de woonwagenkampen de wagens van gedaante veranderd. Groter en met meer comfort en luxe van binnen. Dat is begonnen toen er niet meer ‘om den brode’ getrokken werd. Het lijkt erop dat de wagens letterlijk en figuurlijk uit hun jasje zijn gegroeid.

‘Bij je familie staan’ is generaties lang een vanzelf-sprekendheid geweest.

Artist impression van de Tip

Page 11: Dromen durven doen

11

De wagens zijn niet alleen forser geworden, ook bouwkundig worden er steeds hogere eisen gesteld en dat geldt ook voor de inrichting van de standplaatsen. Maar niet alles is veranderd. De indeling is meestal gelijkvloers en lijkt op die van een wagen, en ze staan los van elkaar. Sommige hebben nog wielen, verstopt onder de wagen. Ze zullen niet meer rijden, maar het gevoel dat het kan is er nog wel. De meeste wagens zijn eigendom van de bewoners. Slechts een enkeling huurt een wagen. Bewoners huren hun standplaats van de gemeente. Ook in Emmen is dat zo.

Wonen in wagens is duur, al lijkt dat niet zo. Voor woon-wagenbewoners was het aantrekkelijk de wagens van de verhuurder te kopen door de lage prijs. De woonlasten van woonwagens zijn naar verhouding laag, afgezien van de stookkosten en kosten voor de huur van hun stand-plaats (tenzij de wagen gehuurd wordt, dan betalen ze ook huurkosten voor de wagen). De rekening komt als de wagen vervangen moet worden, omdat die verkrot is. En dat valt vaak vies tegen. De korte levensduur van woonwagens en de geringe restwaarde na afloop van de exploitatietermijn maken de woonlasten van het wonen in woonwagens hoog1. Het verkrijgen van een hypotheek is voor wagenbewoners niet haalbaar. Banken zijn in de praktijk niet scheutig met het verstrekken van hypotheken, in verband met de beperkte levensduur van wagens.

Woonwagenbewoners als particuliere opdrachtgever Particulier opdrachtgeverschap betekent niet meer en niet minder dat een bewoner zelf bepaalt hoe zijn woning er uit gaat zien en daar zelf verantwoordelijk voor is als opdrachtgever voor de bouw. Dat is niets nieuws en

eigenbouw is op het platteland -ook in Zuidoost Drenthe- altijd de over-heersende wijze van woningbouw gebleven. In de stad en zeker in de huursector is dat anders. Daar is de norm dat je een woning betrekt -oud of nieuw, huur of koop- die door anderen ontworpen en gebouwd is.

De laatste jaren komt daar verandering in. Veel mensen vinden zelf (laten) bouwen hun ideaal en de overheid stimuleert het. Een bijzondere vorm ontstaat als een groep mensen gezamenlijk hun eigen woning bouwt: het Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO).In verenigingsverband komen de toekomstige bewoners tot een ontwerp en geven opdracht om te bouwen.Zo worden de voordelen van eigen initiatief, zeggenschap en verantwoordelijkheid gecombineerd met de voordelen van een grote schaal; samen bouwen is goedkoper. Daarmee komt een eigen woning naar eigen zin ook binnen bereik van mensen met minder hoge inkomens. Eigenlijk past die vorm van CPO heel goed in de woon-wagencultuur; zonder veel bemoeienis van overheden, maar wel samen.

In De Tip zijn bewoners mede-opdrachtgevers geweest voor de woningen. Lefier heeft de projectontwikkeling gedaan, was risicodrager, opdrachtgever van architect en aannemer, en is eigenaar van de huurwoningen. De toekomstige bewoners hebben het initiatief geno-men, een bewonersvereniging opgericht en veel invloed gehad op het ontwerp. De bewonersgroep is ondersteund door een onafhankelijk adviseur.

Hoe is invulling gegeven aan de participatie van de initiatiefnemers van De Tip en de specifieke eisen die woonwagenmensen stellen aan hun woning? Hoe komen de bijzondere kenmerken van de woonwagencultuur tot uiting in de manier waarop De Tip is ontwikkeld?In hoofdstuk 2 nemen we u mee in een reis door de tijd: de wording van De Tip.

1. Meer wonen met wagens, SEV 2000

Veel mensen vinden zelf (laten) bouwen hun ideaal en de overheid stimuleert het.

Page 12: Dromen durven doen

1�

Het ontstaan van De Tip: een verhaal dat leest als een boek. Hoe hebben de direct betrokkenen het beleefd?

De belangrijkste direct betrokkenen vertellen hun verhaal. Maar eerst de ‘koele feiten’ die De Tip kenmerken.

Samen maakten wij De Tip21. De ontwikkeling van De Tip heeft 10 jaar geduurd: de initiatiefbrief werd geschreven in 1999 en de eerste woning werd opgeleverd in februari 2009.2. De Tip heeft al die jaren een formele en informele

structuur gekend. De kern van de informele struc-tuur werd gevormd door Jo van Oenen, Janneke Brink, Willemien Dirks (Sedna), Theo Kerkman (gemeente Emmen) en Hans Heringa (Foundation Transfer).

3. Het plan De Tip bestaat uit 10 woningen: 4 koop en 6 huur.4. De 4 woningeigenaren konden zonder probleem een

hypotheek krijgen bij de bank. Er zijn geen bijzondere voorwaarden aan de lening verbonden.

5. De woningen zijn verzekerd (opstal en inboedel) als reguliere woningen.

6. Bewoners hebben de mogelijkheid hun huurwoning te kopen.7. De 6 huurwoningen zijn eigendom van Lefier.8. De kale huur bedraagt € 516,96.9. De gemeente heeft € 450.000,- bijgedragen aan het

bouwrijp maken van de grond en Lefier investeerde € 520.000,- onrendabel in de woningen. 10. Op De Tip wonen 10 gezinnen. 11. De openbare ruimte wordt beheerd door een coöperatieve bewonersvereniging.12. Deze bewonersvereniging heeft in 2010 al een nieuwe huurder geselecteerd.Fa

cts a

nd fi

gure

s

Page 13: Dromen durven doen

Wanneer Moment Wat

Februari 1��� Het bezoek aan de wethouder Jo van Oenen en Janneke Brink trokken de stoute schoenen aan en gingen op bezoek bij voormalig wethouder Hoogland om hun idee te bespreken.

Maart 1���/ formeel in maart �001

Het ‘ja’ van Wooncom De dames konden met hun enthousiasme Wooncom, later Lefier, overtuigen hun initiatief te ondersteunen.

�000 Aanwijzen van locatie De Tip Al snel was er een locatie gevonden: De Tip. Er werd gedroomd, tekeningen gemaakt. En toen…

�003-�004 Het bezoek en het besluit van de gemeenteraad

Vertraging, discussie. Maar uiteindelijk:steun van de gemeenteraad.

�00�-�00� Herziening en doorvoering van het bestemmingsplan

Ook deze procedure verliep helaas niet vlekkeloos.

�00� De kikkerpoel Bouwen maar! Kikkers dreigen roet in het eten te gooien, maar de gemeente levert een uiterste krachtinspanning.

�00� Start bouw En in 2008 start de bouw dan toch eindelijk!

�00� Feestelijke opening De eerste bewoners krijgen de sleutel. Een droom wordt werkelijkheid!

Samen maakten wij De Tip

De ontwikkeling van De Tip in de tijd

13

Page 14: Dromen durven doen

14

Hoe het allemaal begon….o en Janneke kunnen zich de eerste weken -het ontstaan van het idee, het schrijven van de brief, het bezoek aan de wethouder- nog goed herinneren.

Jo: ‘Het begon gewoon aan de keukentafel. Janneke en ik en nog een achttal andere vrouwen, kinderen van het kamp, die noodgedwongen elders in Emmen waren gaan wonen’. Janneke: ‘Er was voor ons geen plek meer op De Ark, het grote woonwagenkamp. De Ark was vol en mocht niet

1999Februari

worden uitgebreid. Er waren en zijn enorme wachtlijsten voor een plekje op De Ark. Dus toen we eenmaal verkering kregen en graag ergens wilden wonen om een gezinnetje te starten, hebben we ons ingeschreven bij Wooncom voor een huurwoning. Maar dat was niet zoals we het graag wilden. We wilden graag bij onze families wonen op De Ark. Die wens was zo groot, dat toen we het artikel lazen in het Nieuwsblad van het Noorden over de gevolgen van de opheffing van de Woonwagenwet, we dachten: waarom gaan we niet zelf iets bouwen in de nabijheid van De Ark. Of in ieder geval met z’n allen bij elkaar, zodat je toch in de buurt van andere woonwagenmensen woont.’

‘Ja’, zegt Jo, ‘woonwagenmensen hebben nu eenmaal een bepaalde manier van met elkaar leven. We kennen elkaar allemaal, lopen graag bij elkaar binnen, praten luidruchtig en door elkaar heen. Burgermensen kunnen dit niet altijd waarderen… Bij elkaar wonen is belangrijk voor ons. We zijn trots op wie we zijn en willen ook graag dat onze kinderen opgroeien in de cultuur van woonwagenmensen.’

‘Dus vandaar de brief. En het bezoek -samen met acht an-dere woonwagenvrouwen- aan mevrouw Hoogland, toen de wethouder Ruimtelijke Ordening en Wonen. Het was een prettig gesprek. Ze zei dat de gemeente wel wilde mee-werken, maar dat we wel een ontwikkelpartner moesten vinden. Dus toen zijn we op bezoek gegaan bij Lefier.’

Bij elkaar wonen is belangrijk voor ons. We zijn trots op wie we zijn.

J

Janneke Brink, bewoner en initiatiefneemster van De Tip

Jo van Oenen, bewoner en initiatiefneemster van De Tip

1. Bewoners nemen het initiatief

Page 15: Dromen durven doen

1�

et zal tien, elf jaar geleden zijn geweest dat ik gevraagd werd bij een vergadering aan te sluiten’, begint Paul Looije van Lefier zijn verhaal. ‘Een aantal

woonwagenvrouwen had een gesprek bij de directie van Lefier aangevraagd. Ik ben er door Ton Selten bij gevraagd, omdat het centrum in het rayon lag waar ik verantwoordelijk voor was.’

‘De woonwagenvrouwen waar ik mee kennismaaktebleken een idee, bijna een droom te hebben. Tien gezinnen wilden een woonwagencentrum beginnen. Maar dan wel een woonwagencentrum dat er anders uitzag dan een nor-maal centrum. Door zelf regels op te stellen, zelf te bekijken wie wel en wie niet op zo’n centrum zou kunnen wonen. Ton Selten heeft me na afloop van het gesprek gevraagd de groep hierin te begeleiden. Dat was de start van het traject’, vertelt Paul.

2. Lefier doet mee!

1999Maart

Het verzoek van de dames paste heel erg bij Lefier. Lefier wil er zijn voor de mensen. We hadden al een paar lijntjes met de woonwagenbevolking lopen. Ook woonwagenmensen maken deel uit van de Emmense bevolking. Dus als er vragen uit die gemeenschap komen, willen we ons inzetten om ook in hun woonwensen te voorzien. Bovendien vinden we het hartstikke goed als bewoners met een initiatief komen. We hebben ‘ja’ gezegd, niet in de overtuiging dat het zou lukken, maar wel dat we het moesten proberen. Ton Selten

H‘

Bewonersgroep de Tip

Onze participatie was voor een groot deel door idealisme, door overtuiging gedreven. En het was het juiste momentum, door de afschaffing van de Woonwagenwet. Daar was ik blij mee. Daarvoor beheerden wij in opdracht van de gemeente -die was eigenaar- een paar kleine woonwagenlocaties. Maar als dan bijvoorbeeld de huur niet betaald werd en we hard wilden ingrijpen door bijvoorbeeld de huur op te zeggen, dan gingen de bewoners naar de wethouder met de mededeling ‘dat ze op straat werden gezet’. Vervolgens stak de gemeente er dan een stokje voor. En dan zaten wij met de gebakken peren. Dit leidde tot een systeem waarin de gemeente en Wooncom/Lefierlast hadden gehad van elkaars taken. Door de opheffing van de Woonwagenwet werden woonwagens gewoon gezien als huizen. En konden we ingaan op de vraag van de dames. Ton Selten

Paul Looije, portefeuillemanager bij Lefier

‘Onze eerste rol was een stukje deskundigheid in zelf-beheer. Omdat we een architect in huis hadden, konden we meedenken over de woonvorm. Langzamerhand werd duidelijk dat niet de hele groep de mogelijkheid had een woonwagen te kopen. Dus we werden ook ontwikkelaar en eigenaar van een aantal woningen.’

Page 16: Dromen durven doen

1�

Paul gaat verder: ‘In eerste instantie vond ik het een heel erg interessant experiment. Voor mij persoonlijk, maar ook voor de organisatie. Het is geweldig samen te mogen werken met een groep bewoners die zelf nadenkt over het ontwikkelen en beheren van hun buurtje. Het traditionele model is dat corporaties een huurcontract aanbieden waarin staat dat de corporatie verantwoordelijk is voor de woning, de woonomgeving en de sociale samenhang. In dit geval zeiden bewoners: dit willen we zelf doen.’

‘De groep vrouwen had niet de mogelijkheid op het woonwagencentrum te wonen. Dat wilden ze allemaal heel erg graag. Het was voor hen heel erg belangrijk om in die samenleving van het woonwagencentrum te wonen. En dat wilden ze zelf creëren. Dat vond ik dus mooi. Die droom zijn ze altijd blijven volgen en daar zijn ze geen stap van afgeweken. Dat mis ik bij mezelf wel eens. Gewoon: wij hebben een droom, die gaan we verwezenlijken, is het niet linksom dan wel rechtsom!’

Wat ik heel mooi vond was dat ik merkte dat de vraag van dedames weerklank vond bij heel veel medewerkers van Lefier. Anders hadden we het project nooit kunnen realiseren. Ton Selten

De trigger bij mij voor dit project was de empowermentvan bewoners. Alya Assen

Het was eigenlijk heel leuk. Aly Venema-Houwing

Vooral de gedrevenheid van de dames motiveert je om er volop mee door te gaan. Dat heeft me zeer geraakt. Jan Nap

Aly Venema-Houwing, bewonersparticipant Lefier

Page 17: Dromen durven doen

1�

k heb 25 jaar als architect/stedenbouwer in dienst van Lefier gewerkt, vertelt Wouter Haccou, (voormalig) architect/stedenbouwer Lefier. Een van

de leukste -en laatste- projecten die ik gedaan heb is De Tip geweest. Mijn passie in al mijn werkzame jaren was om iets te doen voor mensen, ze een plek te geven waar ze zich thuis voelden. Sociale woningbouw is meestal een ingewikkelde opgave. Je bent aan allerlei regeltjes gebonden en je hebt te maken met beperkte budgetten. Ook ontwerp je meestal voor een anonieme huurder/ bewoner. Je kent immers de toekomstige bewoners niet persoonlijk. Maar bij dit project wel. Hierdoor kon ik echt iets maken dat voldeed aan de wensen van de bewoners.’

‘Ik ben vanaf het begin af aan betrokken geweest bij de ontwikkeling. De inzet, betrokkenheid en toewijzing vanJo en Janneke hebben een diepe indruk op me gemaakt.

Het waren toffe meiden. Ze beten zich vast in de materie en lieten niet meer los’, zegt hij met een lach. ‘Maar daar-door is het wel iets geworden waar ze trots op kunnen zijn.’

WoonwensenDe totstandkoming van De Tip verliep met horten en stoten, vertelt Wouter. ‘De eerste maanden werden er en-thousiast plannen gemaakt door de dames en mijzelf. We mochten dromen: wat willen we met z’n allen? Hoeveel woningen, hoe ziet de plattegrond van de woning eruit, hoe richten we de buitenruimte in? Kenmerkend aan de inbreng van de dames was het begrip ‘nabijheid’. Het idee van dicht bij elkaar wonen, elkaar in de gaten kunnen houden, gemeenschappelijk groen waar de kinderen konden spelen, alle ruimten op één verdieping… Zowel in als om de woning moest je je omringd kunnenvoelen door anderen. Dit in tegenstelling tot veel ontwerpen in de ‘burgermaatschappij’, waar privacy vaak hoog op het verlanglijstje staat. Uit die wensen blijkt dat woonwagenbewoners een hechte gemeenschapsband hebben, dat ze elkaar graag in de gaten houden en in de gaten willen worden gehouden.’

‘Ook heb ik een aantal slimme dingen proberen te doen met de plattegrond van de woning. Door muren schuin te plaatsen lijkt de woning van binnen groter dan hij in werkelijkheid is. En ik heb aanpasbaar ontworpen;

3. Een eigen huis, een plek onder de zon…

2000I‘

De verkenning naar de woonwensvormen van de bewoners, de excursies naar wagenbouwers, systeembouwers en andere woonwagencentra werden mede door Janneke en Jo geïnitieerd. De uiteindelijke woningen zijn gebaseerd op een modelwagendat door de dames is aangedragen. Hans Heringa

Wouter Haccou, voormalig architect en stedenbouwkundige bij Lefier

Page 18: Dromen durven doen

1�

dat wil zeggen dat de woning tot op late leeftijd bewoon-baar blijft, ook als je in een rolstoel zit. Uiteindelijk zijn alle woningen van binnen anders geworden. Ik heb zoveel mogelijk de persoonlijke wensen van bewoners meegenomen in het uiteindelijke ontwerp.’

Stagnatie‘Aan de zorgeloze periode kwam echter al snel een eind’, vertelt Wouter: ‘Na een aantal maanden dromen bleek dat we niet verder konden. Zolang er geen beslissing was genomen over de locatie, kon ik geen definitievetekeningen c.q. ontwerpen maken. Ook moesten de woningen en de inrichting van de openbare ruimte voldoen aan allerlei regels van de brandweer en de gemeente. Door de afschaffing van de Woonwagenwet worden woonwagenlocaties net zo behandeld als reguliere ontwikkellocaties. En dus moeten ze aandezelfde eisen voldoen als het gaat om het gebruik van brandwerende materialen, het aanbrengen van vluchtwegen, isolatie en ventilatie, et cetera. Niet alles wat we droomden was dus mogelijk.’

Jo en Janneke zuchten diep als ze terug denken aan deze periode die uiteindelijk vijf jaar duurde: ‘Soms werden we moedeloos, dachten we dat het project niet doorging’, vertelt Janneke. Zo heeft Jo bijvoorbeeld in deze periode een woning gekocht, omdat ze echt dacht dat het niet meer doorging. ‘Met name de relatie met de gemeente was toen ronduit slecht. Er kwam maar geen duidelijkheid over de locatie. Deze boodschap moesten we telkens verkondigen tegen onze achterban in het kamp. Dan

moest je de mensen opbeuren en de tegenslagen opvangen voor de groep. Dat was niet altijd makkelijk. Maar de groep is altijd achter ons blijven staan. Dat was belangrijk.’

Hans Heringa vult aan: ‘Een hele zittingsperiode -van 2001 tot 2005- heeft het college en ambtenarij van de gemeente Emmen zich verzet tegen het project. Na de wisseling van de wacht op collegeniveau en na interventie van raads-fracties en wisseling op ambtelijk niveau, kwam er weer schot in de zaak. Het intrigerende hierbij is hoe de initiatief-groep zich die vier jaar staande heeft gehouden, met ondersteuning van Lefier. De opstelling van Lefier in de rol van mede-opdrachtgever is in die fase beslissend geweest.’

‘Ja, Hans Heringa was in deze tijd onze steun en toeverlaat’, zegt Jo. ‘Die strijd hadden we zonder de voortdurende ondersteuning van Hans, onze adviseur, misschien nooit gewonnen. We hebben veel samengewerkt met medewerkers van Lefier, maar de drijvende kracht op de achtergrond en voor Lefier -zeker in deze periode- was Hans. Na meerderetevergeefse gesprekken met de toenmalige wethouder en diens extern ingehuurde deskundige, besloten we -op voorstel van Hans- een gesprek met de fracties vanEmmen aan te vragen. Dat bleek een gouden zet te zijn…’

Het bezoek en het besluit van de gemeenteraad in 2005Ton Sleeking kan zich de kennismaking met Jo en Janneke en het project nog levendig herinneren. ‘Ik ben in 2005 bij het project De Tip betrokken geraakt toen ik fietsend vanuit mijn wijk door het kamp heen richting Oranje-kanaal ging en zag wat er in dat gebied gebeurde. Er kwamen brieven binnen over de problematiek van een projectgroep met vrouwen die daar bezig was eigen woningen te ontwikkelen. Ik was toen raadslid en via die weg ben ik betrokken geraakt bij wat er gaande was.’

Ook toen ik erbij kwam hebben we vertraging op vertraging gehad. Totdat we uiteindelijk toch hebben kunnen bouwen. Jan Nap

Jan Nap, projectleider bij Lefier

Page 19: Dromen durven doen

1�

‘Toen ik van het probleem hoorde, vroeg ik me af: waarom kan dit niet, waarom doen we zo moeilijk? Dan ga je graven, afvragen hoe het beleid in elkaar zit. En vervolgens kijken naar welke mogelijkheden er liggen om toch te realiseren wat men daar wil.’

‘Door dat onderzoek raakte ik ervan overtuigd dat we wegen moesten zoeken om dit toch mogelijk te maken. Er was een ondersteuner van de vrouwen aan de gang, Hans Heringa, die alle politieke partijen benaderde en ons vroeg waarom we hier niets aan deden. We hebben een aantal bijeenkomsten gehad met deze groep. Ik heb toen -samen met collega Pekelsma van het CDA- het initiatief genomen het tekort op de exploitatie van m 450.000,-- te agenderen. En voor te stellen om dit geld op tafel te leggenals raad, zodat het project toch doorgang kon vinden.’

De deal Na vijf jaar stagnatie komen de gemeente Emmen en Wooncom in 2005 -onder druk en met financiële steun van de gemeenteraad- tot de volgende deal, die de bouw van De Tip alsnog mogelijk maakt:• De gemeente Emmen verzorgt het bouw- en woonrijp

maken van de grond. Ze investeert maximaal m 600.000,--.• Wooncom neemt deze gronden over voor m 150.000,--

en investeert m 520.000,-- onrendabel in de woningen.• Wooncom bouwt de woningen en biedt deze wonin-

gen aan in de huur of koop, afhankelijk van de wensen en mogelijkheden van de initiatiefnemers.

• De totale investeringen voor Wooncom bedraagt uit-eindelijk m 520.000,-- en het tekort voor de gemeente Emmen bedraagt m 450.000,--.

Wouter Haccou begint te stralen als hij terug denkt aan de periode die volgt op het besluit van de gemeenteraad en het aanwijzen van de locatie De Tip: ‘Nu werd het ein-delijk concreet. Toen kon ik eindelijk de ideeën die we eer-der met elkaar hadden uitgewisseld, uit gaan werken tot een ontwerp. En ik heb heel veel voorstelletjes moeten maken, totdat de dames tevreden waren, zegt Wouter met een lach. Tsja, ze wisten nogal goed wat ze wilden. Maar wat er nu staat ziet er goed uit. En de bewoners zijn erg tevreden.’

Bijzonder aan het project is dat het een combinatie is van koop- en huurwoningen. De huurwoningen zijn gebouwd met een onrendabele top. Dat is niet heel bijzonder, dat gebeurt vaker. De kernactiviteit van corporaties is mensen met lage inkomens goed laten wonen. Daar moet nou eenmaal geld bij. De verkoop van woningen daarentegen was niet verlieslijdend. Waar we wel scherp op moeten zijn, is dat we geen Sinterklaas zijn. Op eenbepaald moment worden investeringen onverantwoord. Het wordt er voor corporaties niet makkelijker op te investeren met het huidige economische tij. Toch blijft het onze ambitie initiatieven van bewoners mogelijk te maken. Ton Selten

De Tip was een van de eerste onderwerpen die via het dualisme bij de gemeenteraad op de agenda kwam. Dat maakte voor Lefier dat ‘de gemeente’ opeens veel meer gezichten had en de projecten die we samen deden complexer werden dan voorheen. Alya Assen

Dit is een treffende illustratie van de aanpak waarvoor wehebben gekozen. Frequent en regelmatig bijeen komen aan de hand van een agenda die mede door de bewoners opgesteld werd. We bespraken dan korte termijn onderwerpen die aansloten bij de belevingswereld van bewoners en die de lange termijn periode overbrugden. Hans Heringa

Page 20: Dromen durven doen

�0

Zoveelste tegenslag…ohan Baltes, gemeente Emmen: ‘Ik ben betrokken geraakt bij De Tip in 2005. Na het besluit van de gemeenteraad begonnen de bouwvoorbereidingen.

Onderdeel hiervan was een Habitatonderzoek in het kader van de bestemmingsplanwijziging. We hebben toen deskundigen meegenomen naar het terrein om te zeggen wat we tegen kwamen. Die gaven vrij direct aan dat ze ‘vreesden’ voor de aanwezigheid van beschermde diersoorten. Na een grondige analyse bleken er beschermde hei- en poelkikkers te zitten. Dan moet je

eerst toestemming hebben van het ministerie van Landbouw en Visserij om überhaupt de verhuizing te mogen doen. Je moet een goed plan presenteren en als je goedkeuring krijgt, moet je dat uitvoeren.’

‘Voor bewoners kwam dit nieuws als donderslag bij heldere hemel’, vertelt Hans Heringa. ‘Tot voor kort was dit terrein namelijk een sloopterrein van het woonwagen-centrum geweest. En nu bleken er opeens bedreigde en beschermde diersoorten te zitten…’

‘Achteraf gezien kun je er misschien nog wel om lachen’, vertelt Johan Baltes: ‘Concreet betekende het namelijk dat wij maanden achtereen kikkers hebben gevangen en verplaatst hebben naar een poel een eind verderop. Een stel reigers kreeg dit in de gaten en zaten ons in het begin elke ochtend op te wachten. Dezelfde kikkers die we met veel moeite hadden gevangen werden voor onze ogen opgegeten.’

‘Maar het directe effect was dat -zeker bij de toekomstige bewoners- dit de zoveelste teleurstelling was. Ze waren in de veronderstelling dat ze eindelijk mochten bouwen en toen gebeurde dit. Als je je verdiept in wat er gebeurenmoet en wat de doorlooptijd zou kunnen zijn hadden we -wederom- jarenlange vertraging kunnen oplopen. Uiteindelijk is het meegevallen, maar dat was op dat moment het perspectief en je kunt je voorstellen dat de dames not amused waren.’

De gemeente heeft zich vervolgens wel extra ingespan-nen om een en ander te versnellen. Johan Baltes: ‘Dat de procedure geen drie jaar heeft geduurd is omdat we vanuit gemeentezijde ervoor hebben gekozen om de

4. Kikkers vertragen de bouw…

2007

J

Johan Baltes, projectmanager gemeente Emmen

Page 21: Dromen durven doen

�1

procedure niet uitsluitend administratief af te doen. Vanaf dag één hebben we, ook lijfelijk, contact gezocht met de vergunningverleners. Zo ben ik samen met onze man van de vergunningen Jos Harms afgereisd naarDen Haag (ministerie van LNV) en hebben we het probleem een gezicht gegeven. We hebben daar om advies en wijze raad gevraagd. Door deze intensieve samenwerking lukte het om binnen relatief korte tijd de procedure af te ronden.

Hans Heringa vertelt dat hij -hoewel hij vaak genoeg kritisch is geweest op de rol en de opstelling van de gemeente- deze inspanning van Johan Baltes bijzonder gewaardeerd heeft. ‘Johan was bereid over zijn functionele verantwoordelijkheden en grenzen heen te gaan. Net zoals de gemeenteraad en medewerkers van Lefier. Dat ze dit gedaan hebben, hun verantwoordelijk-heid hebben genomen en zich hebben ingezet voor dit project, is een van de redenen waarom het project uiteindelijk toch geslaagd is.’

Samenwerking‘Het project is een leerschool geweest voor iedereen die eraan heeft meegewerkt’, vertelt Johan. ‘Tijdens dit traject zijn we op allerlei hindernissen gestuit, zoals het wijzigen van het bestemmingsplan, de ontheffings-

procedure rondom de kikkers. Dit heeft voor enorm veel vervelende momenten gezorgd.’

‘Maar wat belangrijk is geweest voor het slagen van dit project, is dat alle deelnemers het graag wilden’, sluitJohan Baltes af. ‘We hebben veel discussies op het scherpst van de snede gevoerd, maar hebben altijd gehandeld met respect voor elkaar. We konden de draad telkens weer oppakken. Doorzettingsvermogen, toewijding, creativiteit, dat zijn factoren bij alle deelnemers, die dit tot een succes hebben gemaakt!’

Oorspronkelijk gebied

Rooien van het gebied

Aanleg van de nieuwe poel

Page 22: Dromen durven doen

��

lle mensen die vanuit hun verschillende partijen en rollen hebben meegewerkt aan het plan voor De Tip, zijn het erover eens dat het resultaat er

mag wezen. Dan gaat het natuurlijk om het gebouwde resultaat: de woningen zelf en de inrichting en het beheer van het terrein: ‘De Tip’. En om het gevoel dat daarmee de cultuur van het woonwagenwonen in een moderne vorm is behouden. Maar daarnaast zijn termen als vertrouwen en leren van toepassing. Het zelfvertrouwen van deinitiatiefnemers is gegroeid. Gemeenten en Lefier hebben geleerd hoe de overdracht van woonwagens in de toekomst mogelijk vorm kan krijgen. En hoe bewoners daarin een sturende en positieve rol kunnen hebben. Maar waar zijn direct betrokken nu het meest trots op?

5. Het eindresultaat mag er wezen!

2009

A De woningen zelf De woningen die gebouwd zijn op De Tip lijken in een aantal opzichten op een woonwagen, maar zijn toch ‘echte’ woningen. De bewoners wonen er met veel plezier en voelen zich ondanks het feit dat het woningen van steen zijn toch echt woonwagenmensen.

‘Wij wilden graag een woning kopen. Een wagen van houtvergaat. Een woning die lijkt op een wagen, die goed geïsoleerdis, van goed materiaal, is op termijn meer waard. Dus het was een goede investering, waar meer waarde aan komt, niet minder. Het is een woning die voelt als een wagen.’ Jo van Oenen

Een droom wordt waarheid in 2009!

Page 23: Dromen durven doen

�3

Onze woonwagencultuur is behoudenHet samen kunnen leven met andere woonwagenmen-sen was een belangrijk doel van Jo en Janneke toen ze het initiatief namen voor De Tip. Mensen met dezelfde manier van leven waar je je op je gemak kon voelen, een plek creëren waar je je kinderen kon voorleven hoe het is om woonwagenmens te zijn. En dat is gelukt!

‘Ik was hier heel lang niet geweest en toen was ik er bij de opening, want al die goeie collega’s van mij waren er veel vaker dan ikzelf. Ik zag dat de groep in tact was en zag alle emoties, dat het gelukt was. Toen kregen we een rondleiding in de woningen. Ik zag hoe mooi het was geworden. Ze hebben er echt paleizen van gemaakt. Jacuzzi’s en tegeltjes en enorme keukens. Dat is hartstikke schitterend!’ Ton Selten

‘Dit is waar wij voor hebben gevochten. We hebben kunnen berei-ken dat een deel van onze cultuur bewaard blijft. Als er niets wordt bijgebouwd, dan sterft ook de cultuur uit. Dit project betekent dat wij verder kunnen gaan met het leven te leiden, zoals wij dat gewend zijn. We wonen hier vrij, net als in een woonwagen. We hebben sociale contacten, we zien alles van elkaar. We staan met raad en daad voor elkaar klaar. Is er wat, dan help je elkaar… Dit project maakt dat de woonwagencultuur verder kan. Ik hoop dat als dit project een succes blijkt te zijn, meerdere mensen dit voor elkaar kunnen krijgen. We streven ernaar het netjes en ‘normaal’ te houden, wat ‘normaal’ dan ook is.’ Jo van Oenen en Janneke Brink

Zeggenschap en zelfbeschikkingDe bewoners van De Tip zijn trots op hun prestatie. Hun inspanning wordt ook gezien en gewaardeerd door bewoners van De Ark, het grote aangrenzende woon-wagencentrum, blijkt uit onderstaand citaat van Trijntje. De woonwagenmensen voelen zich serieus genomen en hebben door volhardendheid -maar wel met reguliere methoden- uiteindelijk gekregen wat ze wilden: een woonplek met toekomst voor woonwagenmensen.

Page 24: Dromen durven doen

�4

Banden gemeente Emmen en Lefier verstevigdEen prettige bijkomstigheid van de ontwikkeling van De Tip is dat gemeente Emmen en Lefier samen ervaring hebben kunnen opdoen ten aanzien van de ontwikkeling en het beheer van woonwagenterreinen. Op termijn is

‘Dit laat andere kampen zien: kom op jongens, zet je schouders eronder, luister naar de gemeente en de woningstichting, maar luister vooral naar jezelf. Vecht door. En doe het op een nette manier. Met geweld en de boel in de brand steken is allemaal negatief. Als je gewoon een standpunt in je leven hebt van ‘dat wil ik graag bereiken’, dan kan het lukken. Als er naar ons geluisterd wordt, dan wordt het allemaal veel makelijker om iets te bereiken. Dat is hier in Emmen gelukt.’ Trijntje, woonwagen-bewoonster De Ark

‘De Tip heeft ervaring gegeven hoe je met bewoners projecten vorm kan geven. We maakten woningen, maar het voldeed aan het gevoel van een woonwagen. Ik zou het leuk vinden vaker samen met bewoners tot een ontwerp te komen.’ Alya Assen

Als ik terugkijk op de afgelopen jaren denk ik dat De Tip een van de motoren was om de samenwerking met de corporatie intensiever te maken. Lefier en de gemeenten werkten vanaf 2005 op twee sporen nauwgezet samen: rondom de herinrich-ting van de Ark en de ontwikkeling van de Tip. Wat ik geleerd heb van De Tip, kijkend naar de positie van de gemeente was, is dat je in dit soort projecten vol moet houden en een lange adem nodig is. En af en toe lekker eigenwijs zijn. Ondanks het feit dat er wetten, omstandigheden en regels zijn die dit soort projecten bemoeilijken, denken: dat is wel best, maar we gaan door!’ Johan Baltes

‘Het unieke aan De Tip is dat mensen die in deze situatie zitten, zelf het heft in handen nemen. In mijn portefeuille zit ook Emmen Revisited. Dat is een samenwerkingsverband van gemeente, bewoners en corporaties. In al deze projecten gaat het om hetzelfde: mensen zelf de zeggingskracht en zeggings-macht over hun toekomst te geven.’ Ton Sleeking

het de bedoeling dat (het beheer van) het grote woon-wagencentrum De Ark wordt overgenomen door Lefier. De ontwikkeling van De Tip heeft opening geboden voor een intensievere samenwerking en versnelde overdracht van woonwagencentrum De Ark aan Lefier.

Page 25: Dromen durven doen

��

Bewoners beheren hun eigen woonomgevingOp De Tip is een bewonersvereniging opgericht, waar zowel de kopers als de huurders lid van zijn. De vereniging is op een logische wijze gegroeid uit de samenwerking. De vereniging heeft -met als uitgangspunt respect voor de persoonlijke vrijheid van haar leden- ten doel:Het scheppen en handhaven van een goed woon- en leef-milieu op de locatie de Tip voor haar leden en hun gezin-nen met zorg voor ieders welzijn en het behartigen van de belangen van de leden en hun gezinnen.

‘We zijn een coöperatieve bewonersvereniging. We regelen samen het beheer. In verenigingsverband is overeen gekomen hoe en op welke manier wij als bewoners het beheer van onze buurt voorstellen. Niet het standaard huurcontract met standaardbepalingen van Lefier is leidend in de beheerfase, maar de opvattingen van de bewonersgroep. Zo mogen we zelf een nieuwe huurder kiezen.’ Jo van Oenen.

‘De bewoners hebben het beheer omschreven in allerlei gezamenlijke reglementen. Samen met een notaris en hun vertrouwensman Heringa van Foundation Transfer, hebben bewoners dit reglement opgesteld. Het heeft zowel de notaris als de bewoners veel tijd (meer dan een jaar) en energie gekost voordat statuten en huishoudelijke reglementen naar tevreden-heid van bewoners en notaris waren. De woningen staan er nog niet zo lang, maar de eerste indicaties die ik krijg is dat het goed werkt. Er is al een gezin verhuisd en de groep heeft samen gezorgd voor nieuwe bewoners. Zover ik het heb kunnen volgen is het goed gebeurd. Een aantal weken gelden was ik op De Tip en het zag er allemaal keurig uit.’ Paul Looije

Project als voertuig voor de emancipatie van de woonwagenmensenWoningcorporaties zien zich zelf graag als ‘emancipatie-machines’. Ze bieden mensen niet alleen een woning, ze helpen mensen ook vooruit in het leven. Ze scheppen voorwaarden dat de volgende generatie het wat beter krijgen dan hun ouders. Maar emancipatie begint met erkenning en gelijkberechtiging. Dat klinkt wat abstract. Jo zegt het zelf helder en concreet: ‘Ik denk dat dit project voor ons het bewijs is dat het woonwagenvolk niet meer is als vroeger, dat ook wij moderniseren. Vroeger hoefden de woonwagenkinderen niet naar de hogere school, ze gingen toch wel slopen bij hun vader. De Tip laat zien dat we heel wat in onze mars hebben!’

Page 26: Dromen durven doen

��

3.1 Waar je aan moet denken

Waarom zou je?• Eigen initiatief van bewoners vergroot de slaagkans. Waar bewoners zelf de start maken, een droom of plan hebben is de kans op succes veel groter.

• Overdracht is een kans Na de afschaffing van de Woonwagenwet in 1999, is de overdracht van de woonwagenstandplaatsen van de gemeenten naar woningcorporaties gestimuleerd. Dat gaat soms moeizaam, maar het blijft de beste oplossing. Verhuren aan woonwagenbewoners en het ondersteu-nen van een zelfbouwproject hoort bij de kerntaak van een woningcorporatie.

• Particulier opdrachtgeverschap is een kans Het principe sturing door bewoners en eigen verantwoor-delijkheid, past bij de woonwagencultuur. De gezamenlijk aanpak via mede-opdrachtgeverschap eveneens. Zuiver particulier opdrachtgeverschap kan niet altijd toegepast worden, als de inkomens niet toereikend zijn om een woning zelf te financieren. Mede-opdrachtgeverschap maakt wezenlijke sturing in het ontwerp goed mogelijk.

Hoe pak je het aan?• Vertrouwen is noodzaak De rol van personen en de klik tussen personen is door-slaggevend in het slagen van zo’n project waarin 3 partijen tot samenwerking moeten komen. Het vertrouwen in elkaar, in elkaars bedoelingen en kwaliteiten. De rol van

Aan de slag met een TipDe Tip is niet tot stand gekomen volgens een vooraf bedacht plan. Het plan heeft zich organisch

ontwikkeld. Met horten en stoten, met vallen en opstaan. Toch kunnen we terugkijkend wel een aantal

lessen formuleren. Waar moet je aan denken mocht je als burger, gemeente of woningcorporatie een

soortgelijk project overwegen?

3

Page 27: Dromen durven doen

��

Spreek onzekerheden naar elkaar uit en spreek elkaar aan op verantwoordelijkheden. Wat je deelt is degezamenlijke droom.

• Hou vol en geloof in je eigen krachtDe aanhouder wint. Zoek mensen in je team die in de gezamenlijke droom geloven en ervoor willen gaan.

3.2 Bewoners ondersteunen, hoe doe je dat?

Heringa heeft een methodiek gehanteerd die niet zozeer gaat over het ontwikkelen van woningen. Het gaat om de invulling van bewonersondersteuning en de positione-ring ervan in het hele ontwikkelproces. Al te vaak wordt bewonersondersteuning opgevat als het praten met een huurdersvertegenwoordiging in een structuur die op papier klopt, maar niet per sé het resultaat dient. Vaak niet eigenlijk. Er zijn drie kernpunten van de methodiek te noemen:• neem de bewoner werkelijk serieus, leer van elkaar in

een open opstelling• ondersteun de bewoners met een informele groep van

vertrouwenslieden• stel tussentijdse doelen, in een overzienbaar geheel

Het eerste punt lichten we hieronder toe, de andere twee zijn elders in deze publicatie al genoemd en komen in het slotinterview met Heringa naar voren.

Vertel ons wat je wilt; over vertrouwen en begrip

Bij De Tip hebben we gezien dat informeel leren van elkaar een onontbeerlijk onderdeel van het succes is.

‘trekkers’ of vertrouwenspersonen aan bewonerszijde, zoals in dit project vervuld door Foundation Transfer, is een belangrijke voorwaarde in een ingrijpende verandering.

• Geef ruime aan alternatieven én stel kaders Wees niet bevooroordeeld, denk na over voorstellen die niet in je normale kader passen. En aan de andere kant, stel van te voren vast wat de grenzen zijn, hoe ver je kunt gaan als corporatie: financieel en qua regelgeving.

• Sta maatwerk toe1. Verlaat het idee dat een woning aan algemene eisen

van indeling, techniek, vormgeving moet voldoen, die voor alle toekomstige bewoners ook aanvaardbaar zouden moeten zijn.

2. Gebruik alle beschikbare vormen van huren en kopen om aan de wensen en mogelijkheden van bewoners tegemoet te komen. Voor het ontwerp van de woning is de eigendomsvorm niet doorslaggevend. Voor de financiering natuurlijk wel. Maar daarvoor zijn veel opties (MGE, Huurkoop, kopen op termijn, kopen met een achtervang, startersleningen et cetera).

3. Het beheer van de woonomgeving gaat ook anders dan in een ‘gewone wijk’. Het zelfbeheer door de bewoners-vereniging van de weg, de speeltuin en het groen is vanzelfsprekend op De Tip en gaat verder dan in veel andere buurten.

Geef niet op• Hou het overzichtelijkDe Tip bleek een project van de lange adem te zijn. Door korte termijn doelen te stellen en successen te vieren, bleef het leuk en zinvol. Overleg regelmatig en organiseer workshops, excursies en dergelijke om samen nieuw enthousiasme en energie op te doen.

• Focus op de gezamenlijke droom in plaats van op elkaars onvolkomenhedenSnap dat bewoners geen professionals zijn. Met weinig vergaderervaring en kennis van hoe organisaties werken.

De Tip is een succesverhaal, omdat bewoners bereid waren tien jaar lang voor hun droom te vechten. Ze hebben dat niet alleen gedaan. Ze zijn hierin ondersteund door Hans Heringa van Foundation Transfer. Wat was zijn manier van werken? Hoe heeft hij het vuurtje brandend gehouden en hoe bleven bewoners betrokken?

Page 28: Dromen durven doen

��

Het informeel leren houdt in dat er niet één manier is om tot oplossingen te komen, en dat de ingrediënten van een oplossing actief gezocht moeten worden vanuit de belevingswereld van de bewoners. Sleutels hiervoor liggen in de benadering van mensen, de erkenning van hoe zij willen wonen en het begrip van het hoe en waarom van deze woonwensen. Dat vraagt luisteren en kijken, hoe gebruik je je huis, hoe komen je woonwensen tot stand, hoe bouw je een woonwagen? Om te kunnen begrijpen en respecteren en de eigen bril af te zetten, dat vraagt om een autonoom leerproces aan de kant van de professionals.

Professionals zullen voor deze stap uit de systeemwereld -de wereld van regels en procedures- los moeten komen om zich open te stellen voor de belevingswereld van de bewoner. De kennis die bij bewoners zit gaat dan het proces voeden.

Een voorbeeld aan de hand van de excursie naar de woonwagenbouwers. De excursie leverde niet alleen technische kennis op, maar werd voorbereid met een scoringslijst van aspecten waar een woonwagen aan moet voldoen, voor alle partijen. Dezelfde scoringslijst werd óók gehanteerd bij de tweede excursie naar houtskeletbouwers, opgezet door Lefier, vanuit hún blik

op de woningen die er zouden kunnen komen. Op deze manier is er gezocht naar essenties voor iedere partij, én de vraag ‘wie gaat waarover?’ Door samen de mogelijk-heden te bekijken en de scores samen vast te leggen, wordt steeds duidelijker wat nu echt belangrijk is.

Een tweede aspect om werkelijk de bewoner serieus te nemen, is bewustzijn van de positie van die bewoner. De groep waar we hier mee werken -de woonwagen-bewoners- heeft altijd een aparte positie ingenomen op allerlei gebieden: van wonen, werken en onderwijs. Over en weer zijn er in de loop van de tijd stereotype beelden van elkaar ontstaan: zowel bij woonwagenbewoners als bij overheden. Dan is er weinig voor nodig om zo’n beeld bevestigd te zien worden; het vijanddenken ligt altijd onder handbereik.

Het verhaal van de kikkers in die poel is een voorbeeld. Dat is vanuit de gemeente volgens het boekje van de Habitatrichtlijn gegaan, maar ook in het oprechte belang van het project. De procedure past bij bewoners, zeker als je hun gebruik van die poel kent, echter direct in een vijandbeeld. Dat ligt gevoelig en dan moet je het contact blijven houden. En, als dat lukt, ook wel weer de wrange humor inzien van het heen en weer lopen met kikkers terwijl een reiger aan het langste eind trekt.

De stagnatieperiode in het project zijn we doorgekomen door het vijandbeeld bewust voor ogen te houden, onder het motto ‘dit laten we ons niet gebeuren, ze krijgen ons niet klein’. Maar dat alleen is niet voldoende om verder te komen. De tweede belangrijke reden voor het volhouden tijdens deze fase, is de aanwezigheid van Lefier als sterke partner die het project niet loslaat. Zij bleef zich, tussen alle andere belangenafwegingen die spelen tussen een corporatie en gemeente, inzetten voor De Tip.

Bij De Tip hebben we gezien dat informeel leren van elkaar een onontbeerlijk onderdeel van het succes is.

Familie van Oenen

Page 29: Dromen durven doen

��

Uit de methodiek zijn praktische tips te leren:

Tip Toelichting

Formuleer samen een droom Help bewoners hun droom op papier te zetten, wijs ze op de valkuilen en zet samen een realistisch (tijd)pad uit. Deze droom is het ijkpunt waarop je je koers zet. Iedere stap die je zet moet de droom een stapje dichterbij brengen. Hierop mag je worden afgerekend door bewoners.

Zet samen een strategie uit Als bewonersvertegenwoordiger ben je de schakel tussen de belevingswereld van bewoners en de systeemwereld van instituties. Jij kent beide werelden en kan de werelden aan elkaar verbinden. Hierin zit je grootste toevoegende waarde.

Neem het initiatief niet over Stimuleer zelfwerkzaamheid, benader het project als een voertuig dat bewoners kan laten groeien en bloeien. Dat betekent dat sommige dingen meer tijd kosten. Maar tijdverlies in de ene fase kan (onverwachte) resultaten opleveren in een andere fase van het project.

Wees bescheiden Het is niet jouw project, jouw droom. Jij bent ‘in dienst’ van bewoners. Dat betekent dat je je moet kunnen verantwoorden aan bewoners en dingen in overleg moet doen.

Bewaak het tempo Versnel als het te langzaam gaat, vertraag als de gemoederen hoog oplopen.

Maak gebruik van het dualisme

Leg contact met een aantal gemeenteraadsleden en win ze voor het project. Dat kan door de initiatiefnemers naar voren te schuiven als het gezicht van het project en het woord te laten doen. Hun enthousiasme werkt aanstekelijk!

Kom afspraken na Als je eenmaal het vertrouwen gewonnen hebt, behoud het dan door je afspraken na te komen en helder te communiceren als het niet lukt.

Hou het simpel Breng onderwerpen in waar bewoners ‘in the lead’ zijn, op hun expertise bevraagd worden. Een onderwerp dat zich hier goed voor leent, is bijvoorbeeld de inrichting van de openbare ruimte, de plattegrond van de woning, het beheer als het project er eenmaal staat.

Organiseer regelmatigbijeenkomsten

Kom regelmatig bij elkaar (minstens iedere maand) en zorg dat er een interessant onderwerp op de agenda staat.

Organiseer je informeel Maak je niet te afhankelijk van formele overlegstructuren(met lange doorlooptijden). Neem zelf het initiatief om bij elkaar te komen.

Ken de bewoners Ga op de koffie bij de initiatiefnemers, ken de namen van hun kinderen en verdiep je in hun woon- en leefstijl. Maak duidelijk dat je weet waar je het over hebt.

Maak het praktisch Ondersteun bewoners (ook) bij praktische zaken, zoals het schrijven van een brief.

Niets is vanzelfsprekend Wat jij vanzelfsprekend vindt, hoeft voor een bewoner niet te zijn. Bekijk het vanuit hun perspectief (leef je in) en maak dit aan andere betrokken partijen duidelijk.

Lever nazorg Het wederzijds leren stopt niet met de voltooiing van het project. Zorg voor eenfunctionerende beheerstructuur, inclusief formeel én informeel overleg.

Vier alle successen, ook kleine

Projecten met lange doorlooptijden stellen het geduld van alle betrokkenen op proef. Vier kleine geboekte successen. Dit houdt het leuk!

Familie van Oenen

Page 30: Dromen durven doen

30

at mij terugkijkend het meest fascineert is de vraag hoe we erin geslaagd zijn tien jaar lang een proces gaande te houden.’ In andere

projecten, waar het vaak gaat om opdrachtgevers met een redelijk ontwikkelings- en scholingsniveau, zien we soms dat het collectief van particuliere opdrachtgevers er na een aantal jaren de brui aan geeft, omdat het hen om meerdere redenen te ingewikkeld en veelgevraagd wordt.Hoe kon het dan dat in dit geval bewoners en corporatie het tien jaar met succes hebben volgehouden?

Hier ging het om woonwagenbewoners met een afwijkende woon- en leefstijl en een gemeente die in

Hans gaat er goed voor zitten als ik hem vraag deze publicatie kritisch te lezen en van commentaar te

voorzien. Als belangenbehartiger van de initiatiefnemers heeft hij in de tien jaar die het project duurde

een bijzondere rol gehad. ‘Foundation Transfer komt op voor de belangen van woonwagenmensen in

Europa. Transfer was in dit project vertrouwensfiguur in een onafhankelijke positie. We kwamen in

het bijzonder op voor de belangen van de initiatiefnemers, maar ook richting Lefier en de gemeente

fungeerden we als verbindende partij.’

Tot slot

W de stagnatiefase formeel voornemens was de zaak af te blazen. Op die momenten is de methodiek wezenlijk om elkaar -corporatie en bewoners- als gelijkwaardige, ieder met zijn eigen kwaliteiten te respecteren. Dat is nogal wat als je de schets over de relatie tussen woonwagen-bewoners, overheden en instanties naleest.

‘Een van de succesfactoren was denk ik’ -gaat Hans verder- ‘dat vanaf het eerste begin rond Jo en Janneke een informele werkgroep geformeerd is, naast de formele overlegstructuur, waarin medewerkers van Lefier en de gemeente zitting hadden. Het gespreksleiderschap van die informele overlegstructuur is al die jaren in handen

Hans Heringa, adviseur, steun en toeverlaat initiatiefnemers, Foundation Transfer

Page 31: Dromen durven doen

31

geweest van mij als één van de vertrouwenslieden. Ook de overige leden van deze informele werkgroep bestond uit vertrouwenslieden van Jo en Janneke en goede bekenden van de Lefiermedewerkers.

Het waren deze vertrouwenslieden die elke keer grens-overschrijdende stappen konden doen. Zowel Willemien Dirks, werkzaam als opbouwwerkster op het woon-wagencentrum van de welzijnsorganisatie Sedna, als ik kenden de woonwagenwereld in Emmen en genoten het vertrouwen van de bewoners. Deze doelgroepkennis gecombineerd met de vakkennis van Lefier en later de gemeente, heeft geleid tot de realisatie van De Tip. Doelgroepkennis heeft gefungeerd als verbindende schakel tussen de systeemwereld enerzijds en de leefwereld van de doelgroep anderzijds.’

‘Een andere succesfactor in dit project betreft het doorlopen van het proces. Ruimtelijke ontwikkelings-procedures zijn institutionele en langlopende kwesties met anonieme belangen, en bieden geen ruimte voor participatie en zeggenschap. Dan is een aanpak met korte termijn doelstellingen een zinvolle en concrete invulling van de bijeenkomsten van het formele eninformele team. Deze werkwijze gaf de bewoners het gevoel er bij te horen en serieus genomen te worden. Op die manier is bijvoorbeeld de wens tot zelfbeheer-een wens die heel dicht bij de mensen staat en direct uit de eigen belevingswereld komt- uiteindelijk geconcretiseerd in een bewonersvereniging.’

Het is juist de combinatie van enerzijds lange termijn processen (de systeemwereld) en anderzijds de korte termijn activiteiten rond de woonvorm (aansluitend bij de leefwereld van bewoners), die het ‘waarom’ van tien jaren volhouden verklaart.

‘De Tip is interessant omdat we er in geslaagd zijn om twee werelden bij elkaar te brengen: de systeemwereld van de professional en de belevingswereld van de bewoner. Partijen leerden dat wat voor de een vanzelfsprekend is, dat voor de ander heel anders kan liggen. Is voor de een lange termijn denken (ruimtelijke ordeningsprocedures) een vanzelfsprekende zaak, voor de initiatiefgroep is de tijdhorizon de volgende dag. Dat is normaal al lastig en als het dan lukt bij deze bewonersgroep is dat een bijzondere prestatie. De initiatiefnemers hadden een missie: de realisatie van een woonwijkje dat de negatieve beeldvorming over woonwagenbewoners bestrijdt en het geloof dat iets dergelijks mogelijk is. Het toont dat de energie vanmensen doorslaggevend is en daar kunnen anderen terecht inspiratie uit putten.’

‘Doelgroepkennis heeft gefungeerd als verbindende schakel tussen de systeemwereld enerzijds en de leefwereld van de doelgroep anderzijds.’

Page 32: Dromen durven doen

3�

e initiatiefnemers hebben kans gezien om tien jaar lang met sterke tegenwind, diverse (forse) hobbels te nemen. Een groot compliment daarvoor. Zonder dit

enorme doorzettingsvermogen waren wij namelijk nooit zover gekomen. Zeker ook niet, zonder de intensievesamenwerking tussen de gemeente en wooncorporatieLefier. De gemeente Emmen, als huidige eigenaar en beheerder van de Emmense woonwagencentra en woon-corporatie Lefier als toekomstige eigenaar en beheerder, werken op onder andere het gebied van woonwagenzaken al jaren samen. Ieder met zijn eigen expertise en creativiteit. Met name die creativiteit brengt mij bij een ander belangrijk punt. Bij de realisatie van De Tip was het regelmatig nodig om buiten de eigen ‘comfortzone’ te treden en oplossingen te zoeken, omdat de traditionele aanpak geen uitkomst bood. Dit heeft veel gevraagd van beide organisaties. Doordat bij alle direct betrokkenen de wil er was om er iets moois van te maken, zijn wij keer op keer in onze doelen geslaagd. Het blijft toch mensenwerk: doorzettingsvermogen, wederzijds respect, geduld, goed luisteren, vakmanschap, creativiteit en vooral lef, zijn nood-zakelijke ingrediënten om samen resultaten te bereiken.

In dit boek heeft u de geschiedenis van een bijzonder bouwplan mogen lezen. Alle betrokkenen, de

bewoners voorop, zijn met recht ontzettend trots op bouwplan ‘De Tip’. Het eindresultaat is geweldig!

Nawoord

D Dit project toont aan dat het zijn vruchten af kan werpen wanneer men het heft in eigen hand durft te nemen en daarmee zeggenschap over de eigen toekomst weet te houden. De omgeving waarin het project zich heeft afgespeeld, naast een groot woonwagencentrum voor 95 gezinnen, heeft een bijzondere dimensie aan dit project gegeven. De ‘dames’ van De Tip en hun gezinnen behoren tot de nieuwe generatie en zetten duidelijke stappen in hun ontwikkeling. Zij zijn het levende bewijs dat het traditionele beeld van een woonwagencentrum en haar bewoners niet meer op gaat. Ons beleid is hier op gericht.

De Tip is gereed. Maar er is meer. We hebben allemaal veel geleerd van dit project en het heeft ons dichter bij elkaar gebracht. In dat kader spreek ik de wens uit dat dit boekje voor u, allen die op enigerlei wijze betrokken zijn bij dit thema, een bron van inspiratie mag zijn en nieuwe wegen opent.

Ton SleekingWethouder Bouwen en Wonen gemeente Emmen

Page 33: Dromen durven doen

33

Ton Sleeking, wethouder Bouwen en Wonen gemeente Emmen

Doordat bij alle direct betrokkenen de wil er was om er iets moois van te maken,zijn wij keer op keer in onze doelen geslaagd.

Page 34: Dromen durven doen

34

Met dank aan:• Jo van Oenen, bewoonster en initiatiefneemster De Tip• Janneke Brink, bewoonster en initiatiefneemster De Tip• Wouter Haccou, architect en stedenbouwkundige Lefier• Paul Looije, portefeuillemanager Lefier• Alya Assen, manager Maatschappij & Markt Lefier• Aly Venema-Houwing, bewonersparticipant Lefier• Jan Nap, projectleider Lefier• Johan Baltes, projectmanager gemeente Emmen• Theo Kerkman, voormalig medewerker bouw en woningtoezicht gemeente Emmen• Hans Heringa, bewonersondersteuner Foundation Transfer• Willemien Dirks, voormalig opbouwwerkster Sedna

Interviews en teksten: Charlotte Post, Laagland’adviesResearch en teksten hoofdstuk 1: Hans Heringa, Foundation Transfer en Jan Dirk de Boer, Laagland’adviesResearch en teksten ‘tot slot’: Hans Vos, Laagland’adviesVormgeving: moev - ontwerp en vormgeving, Oosterwolde (Fr.)Fotografie: Ruiter Fotografie, Scheemda en eigen foto’s Lefier en initiatiefneemster De TipDrukwerk: Zalsman Groningen BV

In opdracht van:LefierGemeente Emmen

Uitgegeven in april 2011Colo

fon

Page 35: Dromen durven doen

3�

Jo en Janneke, Ton en Hans, Trijntje en Johan zijn de hoofdrolspelers in deze korte film (�0 minuten) over de ontstaansgeschiedenis van de Tip. Persoonlijk en indringend vertellen zij over hun ervaringen, de ups en downs, over het overwinnen van tegenslag en hulp uit onverwachte hoek.

Page 36: Dromen durven doen