drama aangenaam web

1
stichting voor kunst- en cultuureducatie provincie Utrecht Méér weten of bestellen? Ga naar www.schoolsupport.nl 14 MODULE 1 Toelichting Basiswerkvormen drama – non-verbale spelen Module 1 is een serie lessen rondom een aantal dramabasiswerkvormen. Centraal in deze module staan de zogenaamde non-verbale spelen, waarin het om lichaamstaal gaat. Lichaamstaal is de basis van drama, omdat je zelf het instrument bent waarmee je speelt. Dit instrument moet hiervoor getraind worden. Het is niet alleen een technische training, want je hebt immers niet alleen een lijf, maar je bent ook een mens met gevoel en verstand. Het gaat er bij drama om je eigen spelmogelijkheden te ontdekken en ontwikkelen. Er zijn verschillende technieken die je daarbij kunnen helpen. De volgende basistechnieken komen in module 1 aan de orde: - dramaspelletjes - tableaus - vertelpantomime - bewegingsspelen en pantomimisch spel Voorafgaand aan elke werkvorm vindt u een stukje theorie en een kort overzicht van de inhoud van de lessen. Na module 1 hebt u inzicht gekregen in de basisvaardigheden van drama. Veel plezier met Drama Aangenaamvoor groep 1/2! Hoofdstuk 1 Dramaspelletjes In de volgende lessen worden de basisvaardigheden van drama behandeld in de vorm van spelletjes. Deze dramaspelletjes zijn gericht op het speels leren omgaan met basisaspecten van drama, zoals gebruik van ruimte, houding, beweging en mimiek, aandacht richten op jezelf en op de uit te beelden situatie, met respect kijken naar het spel van medespelers. Bovendien laten de spelletjes de leerlingen kennismaken met de manier van werken bij drama, die sterk verschilt van andere activiteiten of lessen (andere inrichting van de ruimte, meer geluid en beweging, zich presenteren, andere afspraken). Buiten deze lessen om kunt u de spelletjes natuurlijk ook goed gebruiken, bijvoorbeeld als losse spel- opdracht als er nog net vijf minuten over zijn om iets leuks te doen, als afwisseling tussen de lessen of als inleiding op een andere dramales. Doelstellingen De spelletjes zijn gericht op het ontwikkelen van: - Zintuigen: Gedetailleerd leren kijken, horen, voelen intensiveert de zintuig- beleving. De leerlingen ontdekken en ontwikkelen hun zintuigen als informatiebron. - Uitbeelden: Je leren uitdrukken door middel van houding, handeling, beweging en mimiek. - Concentratie: Leren je aandacht te richten en vast te houden. - Samenwerken en vertrouwen: Je leert jezelf en ook de ander beter vertrouwen en inschatten. Je ontmoet elkaar directer, hebt meer lijfelijk contact en leert daar- mee om te gaan. De lessen In de lessen zijn de spelletjes beschreven in de vorm van een verhaal. Door de leerlingen mee te nemen in een verhaal worden hun beleving en fantasie gevoed. In elk bouwdeel gaan ze naar een ander land of een andere planeet, waar ze allerlei avonturen beleven. Op die manier maken ze kennis met dramaspelletjes en leren ze de verschillende technieken te hanteren. De aangeboden spelvormen komen in veranderde vorm in elk bouwdeel terug. Er wordt echter wel steeds meer van de leerlingen gevraagd. Groep 1, 2 - Les 1.1 Acapulcaland Inhoud: In Acapulcaland gaat alles anders. De leerlingen leren door middel van handelingen onzichtbare voorwerpen uit te beelden, gedetailleerd waar te nemen, gedetailleerd te luisteren. - Les 1.2 Op bezoek bij de prinses Inhoud: In Acapulcaland woont een prinses. De leerlingen gaan op bezoek bij de prinses. De leerlingen leren door middel van hande- lingen onzichtbare voorwerpen uit te beelden, gedetailleerd te luisteren, door samenwer- king te leren vertrouwen op een ander. Les 1.1 Acapulcaland Groep 1 en 2 Doel: De leerlingen leren door middel van handelingen onzichtbare voorwer- pen uit te beelden, ze leren gedetailleerd waar te nemen en gedetailleerd te luisteren. Lesduur: 45 minuten Benodigdheden: koffer, handtrom, sleutels Werkvorm: uitbeeldspel, zintuigspel, concentratiespel, reactiespel Inleiding - We gaan op reis De leerlingen zitten op een stoel in de kring. Begin een kort gesprekje over vakantie en stel daarbij de volgende vragen: Waar ben je naartoe geweest? Hoe ben je daarnaartoe gegaan? Wat heb je meegenomen op reis? Vertel de leerlingen dat u naar Acapulcaland bent geweest. In dat land gaat alles anders. Stel de leerlin- gen voor om met u mee naar Acapulcaland te gaan. Kern Opdracht 1 - Wat neem je mee naar Acapulcaland? uitbeeldspel Zet een koffer in het midden van de kring. Vraag de leerlingen voor zichzelf te bedenken wat ze op reis willen meenemen. Geef zelf het voorbeeld en laat door middel van handelingen zien wat u in de koffer stopt (zonder erbij te spreken). Leerlingen die dat willen, mogen nu om de beurt iets in de koffer stop- pen. Stimuleer hen om de handelingen duidelijk uit te beelden. Vraag de rest van de groep of ze kunnen zien wat er in de koffer is gestopt. Wanneer de handeling niet duidelijk is, vraagt u de leerling deze te verhelderen; help daar eventueel bij. Opdracht 2 - Hoe gaan we naar Acapulcaland? reactiespel De leerlingen zitten in de kring. Inventariseer met elkaar op welke manieren je op reis kunt gaan. Kies daaruit drie vervoermiddelen, bijvoorbeeld: vliegtuig, bus, boot. Bij elk vervoermiddel hoort een bewe- ging (bijvoorbeeld: boot - roeibeweging, bus - alsof je stuurt, vliegtuig - armen opzij strekken). Telkens als u een van de vervoermiddelen noemt (door bijvoorbeeld te zeggen: ‘Nu gaan wij met de... bus.’), maken alle leerlingen de beweging die bij het voertuig past. Variatie: Verdeel de vervoermiddelen over de leerlingen; ze moeten het goed onthouden. Wanneer u een van de vervoermiddelen noemt, gaan de betreffende leerlingen staan en maken de daarbij passende bewe- ging. Na een paar keer kunt u ook twee vervoermiddelen tegelijk opnoemen. Opdracht 3 - Je mag de grens over als... zintuigspel: kijken Trek een streep op de vloer, deze stelt de grens van Acapulcaland voor. Vertel de leerlingen dat je de grens pas over mag als je een bepaald kenmerk hebt: - alle leerlingen met een blauwe broek - alle leerlingen met gestreepte sokken - alle leerlingen met een paardenstaart - alle leerlingen met bruine haren 490 Groep 1/2 | age 2.1f Vijf rollen in een bepaalde omgeving: de bergen Drama wordt aangenaam! Een dramaleerlijn voor groep 1-8 Voor wie is Drama aangenaam geschikt? De methode Drama aangenaam is ontwikkeld voor groep 1 t/m 8 van het primair onderwijs. De lessen sluiten aan bij de verbeeldingswereld van de leerlin- gen. Zoals een goede dramales betaamt, zijn de leer- lingen tijdens de lessen het grootste deel zelf actief bezig met het vak drama. De methode is er ook op gericht om leerkrachten inzicht te geven in het vak drama en materiaal te bieden voor goede dramalessen. Waaruit bestaat Drama aangenaam? Drama aangenaam bestaat uit de volgende modules: Module 1: Basiswerkvormen drama – non-verbale werkvormen Module 2: Spelen met rollen Module 3: Taalspelen Module 4: Improviseren en presenteren De modules 1, 2 en 3 bevatten acht lessen per twee jaargroepen (1/2, 3/4, 5/6 en 7/8). Module 4 bevat vier lessen per twee jaargroepen en daarnaast drie voor- beeldlessen en lessuggesties gericht op het maken van presentaties. Belangrijk bij drama Omdat drama een discipline is met veel vrijheid is het juist nodig om met de leerlingen goede afspraken te maken. Een basisregel is dat de leerlingen in eerste instantie leren om de aandacht bij zichzelf te houden. Kunnen zij dit goed, dan is een volgende stap moge- lijk, namelijk samenspel. Ook is het belangrijk dat je de ander niet stoort in zijn spel en het is van belang respect te hebben voor elkaars spel. Drama wordt dan vast een succes! Drama wordt aangenaam! Module 1: basisvaardigheden dramaspelletjes tableaus vertelpantomime pantomimisch spel (bewegingsspelen) Module 2: spelen met rollen rolopbouw rolopbouw rolopbouw rollenspel Module 3: taalspelen taalspelen taalspelen taalspelen taalspelen improviseren improviseren presenteren Module 4: improviseren en presenteren - zintuigen - uitbeelden - concentratie - samenwerken - vertrouwen - bewegen en stilstaan - tableaus in tweetallen - tableaus maken van een situatie - verhaal omzetten in tableaus - vanuit een prentenboek - één rol - gedicht en begeleiding vanuit een rol - uitspelen van probleemsituaties - vrij bewegen - spelen met denkbeeldige voorwerpen - spelen met denkbeeldige krachten - staccato bewegen - dagelijkse handelingen - vanuit een houding en beweging - vanuit wie (de rollen), wat (de inhoud), waar (de plaats) - vanuit attributen, kleding, lappen, hoofddeksels, kranten, foto’s, interview - gesloten rollenspel, open rollenspel, de leraar in rol, forum - vanuit taal en bewegingsspel, fantasie- en associatiespelen - stem - vertellen - kring maken - vertelronde - taaltekenen - verhalen schrijven - vertellen - vertelkast - poppenspel - vanuit rol, aanbelspel, spelen in tweetallen - vanuit emotie, associëren - emotie, telefoneren - accepteren, blokkeren, statussen - vanuit wie: visualiseren, spelen in tweetallen, rol - vanuit wie en waar: telefoongesprek, tactiele stimulering - vanuit waar en wie : visualiseren, tableaus - vanuit wie en wat: rol, inspringspel, spelen in tweetallen - vertelpantomime - dramatiseren - pantomimisch spel - spelen van een rol - personifiëren - improviseren groep 1/2, les 1.1, 1.2 groep 3/4, les 1.3, 1.4 groep 5/6, les 1.5, 1.6 groep 7/8, les 1.7, 1.8 groep 1/2, les 2.1, 2.2 groep 3/4, les 2.3, 2.4 groep 5/6, les 2.5, 2.6 groep 7/8, les 2.7, 2.8 groep 1/2, les 3.1, 3.2 groep 3/4, les 3.3, 3.4 groep 5/6, les 3.5, 3.6 groep 7/8, les 3.7, 3.8 groep 1/2, les 4.1, 4.2 groep 3/4, les 4.3, 4.4 groep 5/6, les 4.5, 4.6 groep 7/8, les 4.7, 7.8 groep 1/8, les 1.1 t/m 1.8 groep 1/8, les 2.1 t/m 2.8 groep 1/8, les 3.1 t/m 3.8 groep 1/8, les 4.1 t/m 4.8 groep 1/8, les 1.1 t/m 1.8 groep 1/8, les 2.1 t/m 2. groep 1/8, les 3.1 t/m 3.8 groep 1/8, les 4.1 t/m 4.8 groep 1/2, les 1.1, 1.2 groep 3/4, les 1.3, 1.4 groep 5/6, les 1.5, 1.6 groep 7/8, les 1.7. 1.8 groep 1/2, les 2.1. 2.2 groep 3/4, les 2.3, 2.4 groep 5/6, les 2.5, 2.6 groep 7/8, les 2.7, 2.8 onderbouw, middenbouw onderbouw, middenbouw, bovenbouw onderbouw, middenbouw, bovenbouw middenbouw, bovenbouw middenbouw, bovenbouw middenbouw, bovenbouw De methode Drama Aangenaam biedt een werkbare aanpak om drama een vaste plek te geven op school. Deze methode is ontstaan uit de jarenlange onderwijs- en praktijkervaring van een dramaconsulent, jaren werkzaam bij Kunst Centraal, het steunpunt kunsteducatie voor de provincie Utrecht. De lessen zijn uitgevoerd op verschillende scholen. De leerlijn bestaat uit maar liefst 112 volledige lessen die samenhang en een logische opbouw vertonen. Werk ook met drama aan kunsteducatie, het zelfbewustzijn van uw leerlingen en aan het groepsgevoel in de klas. Cursus Specialist Drama volgen? Op verschillende plaatsen in het land worden cursussen Specialist Drama gegeven. Zo’n cursus bevat vier modulen, die verspreid over twee jaar gegeven worden. De cursus in de pro- vincie Utrecht gebruikt daarbij het materiaal van de methode Drama Aangenaam als basis. Voor informatie over deze cursussen, mogelijk bij u in de buurt, kunt u zich wenden tot: www.steldat.nl, onder het kopje Aanbod voor leerkrachten. praktijkmap A4 * 542 pagina’s * zw/w * incl. cd-rom DRA01 Drama aangenaam 169,00 Drama aangenaam! Schrijf u in voor een gratis workshop op schoolsupport.nl! !

description

 

Transcript of drama aangenaam web

Page 1: drama aangenaam web

Een dramaleerlijnvoor de leeftijd 4 t/m 12

stichting voor kunst- en cultuureducatie provincie Utrecht

9 789086 642090

Artikelcode DRA01

OMSLAG drama aangenaam kopieermap.indd 1 11/02/10 13:38

Méér weten o f bes te l l en? Ga naar www.schoo lsuppor t .n l

14

MODULE 1 Toelichting

Basiswerkvormen drama – non-verbale spelen

Module 1 is een serie lessen rondom een aantal dramabasiswerkvormen. Centraal in deze module staan

de zogenaamde non-verbale spelen, waarin het om lichaamstaal gaat.

Lichaamstaal is de basis van drama, omdat je zelf het instrument bent waarmee je speelt. Dit instrument

moet hiervoor getraind worden. Het is niet alleen een technische training, want je hebt immers niet

alleen een lijf, maar je bent ook een mens met gevoel en verstand.

Het gaat er bij drama om je eigen spelmogelijkheden te ontdekken en ontwikkelen. Er zijn verschillende

technieken die je daarbij kunnen helpen. De volgende basistechnieken komen in module 1 aan de orde:

- dramaspelletjes

- tableaus

- vertelpantomime

- bewegingsspelen en pantomimisch spel

Voorafgaand aan elke werkvorm vindt u een stukje theorie en een kort overzicht van de inhoud van de

lessen.

Na module 1 hebt u inzicht gekregen in de basisvaardigheden van drama.

Veel plezier met Drama Aangenaam voor groep 1/2!

Module 1 Toelichting

15

Hoofdstuk 1 Dramaspelletjes

Hoofdstuk 1 Dramaspelletjes

In de volgende lessen worden de basisvaardigheden van drama behandeld in de vorm van spelletjes.

Deze dramaspelletjes zijn gericht op het speels leren omgaan met basisaspecten van drama, zoals gebruik

van ruimte, houding, beweging en mimiek, aandacht richten op jezelf en op de uit te beelden situatie,

met respect kijken naar het spel van medespelers.Bovendien laten de spelletjes de leerlingen kennismaken met de manier van werken bij drama, die sterk

verschilt van andere activiteiten of lessen (andere inrichting van de ruimte, meer geluid en beweging,

zich presenteren, andere afspraken).

Buiten deze lessen om kunt u de spelletjes natuurlijk ook goed gebruiken, bijvoorbeeld als losse spel-

opdracht als er nog net vijf minuten over zijn om iets leuks te doen, als afwisseling tussen de lessen of als

inleiding op een andere dramales.

DoelstellingenDe spelletjes zijn gericht op het ontwikkelen van:- Zintuigen: Gedetailleerd leren kijken, horen, voelen intensiveert de zintuig-

beleving. De leerlingen ontdekken en ontwikkelen hun zintuigen als informatiebron. - Uitbeelden: Je leren uitdrukken door middel van houding, handeling, beweging en mimiek.- Concentratie: Leren je aandacht te richten en vast te houden.

- Samenwerken en vertrouwen: Je leert jezelf en ook de ander beter vertrouwen en inschatten. Je ontmoet elkaar directer, hebt meer lijfelijk contact en leert daar-mee om te gaan.

De lessenIn de lessen zijn de spelletjes beschreven in de vorm van een verhaal. Door de leerlingen mee te nemen in

een verhaal worden hun beleving en fantasie gevoed. In elk bouwdeel gaan ze naar een ander land of een

andere planeet, waar ze allerlei avonturen beleven. Op die manier maken ze kennis met dramaspelletjes

en leren ze de verschillende technieken te hanteren.De aangeboden spelvormen komen in veranderde vorm in elk bouwdeel terug. Er wordt echter wel

steeds meer van de leerlingen gevraagd. Groep 1, 2- Les 1.1 Acapulcaland Inhoud: In Acapulcaland gaat alles anders. De leerlingen leren door middel van handelingen onzichtbare voorwerpen uit te beelden,

gedetailleerd waar te nemen, gedetailleerd te luisteren.- Les 1.2 Op bezoek bij de prinses Inhoud: In Acapulcaland woont een prinses. De leerlingen gaan op bezoek bij de prinses. De leerlingen leren door middel van hande-lingen onzichtbare voorwerpen uit te beelden, gedetailleerd te luisteren, door samenwer-king te leren vertrouwen op een ander.

16

Les 1.1 Acapulcaland

Les 1.1 AcapulcalandGroep 1 en 2

Doel: De leerlingen leren door middel van handelingen onzichtbare voorwer-

pen uit te beelden, ze leren gedetailleerd waar te nemen en gedetailleerd

te luisteren.

Lesduur: 45 minuten

Benodigdheden: koffer, handtrom, sleutels

Werkvorm: uitbeeldspel, zintuigspel, concentratiespel, reactiespel

Inleiding - We gaan op reisDe leerlingen zitten op een stoel in de kring. Begin een kort gesprekje over vakantie en stel daarbij de

volgende vragen:Waar ben je naartoe geweest?

Hoe ben je daarnaartoe gegaan?

Wat heb je meegenomen op reis?

Vertel de leerlingen dat u naar Acapulcaland bent geweest. In dat land gaat alles anders. Stel de leerlin-

gen voor om met u mee naar Acapulcaland te gaan.

KernOpdracht 1 - Wat neem je mee naar Acapulcaland? uitbeeldspel

Zet een koffer in het midden van de kring. Vraag de leerlingen voor zichzelf te bedenken wat ze op reis

willen meenemen. Geef zelf het voorbeeld en laat door middel van handelingen zien wat u in de koffer

stopt (zonder erbij te spreken). Leerlingen die dat willen, mogen nu om de beurt iets in de koffer stop-

pen. Stimuleer hen om de handelingen duidelijk uit te beelden. Vraag de rest van de groep of ze kunnen

zien wat er in de koffer is gestopt. Wanneer de handeling niet duidelijk is, vraagt u de leerling deze te

verhelderen; help daar eventueel bij.

Opdracht 2 - Hoe gaan we naar Acapulcaland? reactiespel

De leerlingen zitten in de kring. Inventariseer met elkaar op welke manieren je op reis kunt gaan. Kies

daaruit drie vervoermiddelen, bijvoorbeeld: vliegtuig, bus, boot. Bij elk vervoermiddel hoort een bewe-

ging (bijvoorbeeld: boot - roeibeweging, bus - alsof je stuurt, vliegtuig - armen opzij strekken). Telkens

als u een van de vervoermiddelen noemt (door bijvoorbeeld te zeggen: ‘Nu gaan wij met de... bus.’),

maken alle leerlingen de beweging die bij het voertuig past.

Variatie: Verdeel de vervoermiddelen over de leerlingen; ze moeten het goed onthouden. Wanneer u een

van de vervoermiddelen noemt, gaan de betreffende leerlingen staan en maken de daarbij passende bewe-

ging. Na een paar keer kunt u ook twee vervoermiddelen tegelijk opnoemen.

Opdracht 3 - Je mag de grens over als... zintuigspel: kijken

Trek een streep op de vloer, deze stelt de grens van Acapulcaland voor.

Vertel de leerlingen dat je de grens pas over mag als je een bepaald kenmerk hebt:

- alle leerlingen met een blauwe broek

- alle leerlingen met gestreepte sokken

- alle leerlingen met een paardenstaart

- alle leerlingen met bruine haren

- enzovoort

490

Groep 1/2 | kleuters • Module 2 • Bijlage 2.1f

Bijlage 2.1f Vijf rollen in een bepaalde omgeving: de bergen

Drama wordt aangenaam! Een dramaleerlijn voor groep 1-8

Voor wie is Drama aangenaam geschikt?De methode Drama aangenaam is ontwikkeld voor groep 1 t/m 8 van het primair onderwijs. De lessen sluiten aan bij de verbeeldingswereld van de leerlin-gen. Zoals een goede dramales betaamt, zijn de leer-lingen tijdens de lessen het grootste deel zelf actief bezig met het vak drama. De methode is er ook op gericht om leerkrachten inzicht te geven in het vak drama en materiaal te bieden voor goede dramalessen.

Waaruit bestaat Drama aangenaam?Drama aangenaam bestaat uit de volgende modules:Module 1: Basiswerkvormen drama – non-verbale werkvormen

Module 2: Spelen met rollenModule 3: TaalspelenModule 4: Improviseren en presenterenDe modules 1, 2 en 3 bevatten acht lessen per twee jaargroepen (1/2, 3/4, 5/6 en 7/8). Module 4 bevat vier lessen per twee jaargroepen en daarnaast drie voor-beeldlessen en lessuggesties gericht op het maken van presentaties.

Belangrijk bij dramaOmdat drama een discipline is met veel vrijheid is het juist nodig om met de leerlingen goede afspraken te maken. Een basisregel is dat de leerlingen in eerste instantie leren om de aandacht bij zichzelf te houden. Kunnen zij dit goed, dan is een volgende stap moge-lijk, namelijk samenspel. Ook is het belangrijk dat je de ander niet stoort in zijn spel en het is van belang respect te hebben voor elkaars spel.

Drama wordt dan vast een succes! Drama wordt aangenaam!

Module 1: basisvaardigheden

dramaspelletjes - zintuigen groep 1/2, les 1.1, 1.2 - uitbeelden groep 3/4, les 1.3, 1.4 - concentratie groep 5/6, les 1.5, 1.6 - samenwerken groep 7/8, les 1.7, 1.8 - vertrouwen tableaus - bewegen en stilstaan groep 1/2, les 2.1, 2.2

- tableaus in tweetallen groep 3/4, les 2.3, 2.4 - tableaus maken van een situatie groep 5/6, les 2.5, 2.6 - verhaal omzetten in tableaus groep 7/8, les 2.7, 2.8 vertelpantomime - vanuit een prentenboek groep 1/2, les 3.1, 3.2 - één rol groep 3/4, les 3.3, 3.4 - gedicht en begeleiding vanuit een rol groep 5/6, les 3.5, 3.6 - uitspelen van probleemsituaties groep 7/8, les 3.7, 3.8 pantomimisch spel - vrij bewegen groep 1/2, les 4.1, 4.2 (bewegingsspelen) - spelen met denkbeeldige voorwerpen groep 3/4, les 4.3, 4.4 - spelen met denkbeeldige krachten groep 5/6, les 4.5, 4.6 - staccato bewegen groep 7/8, les 4.7, 7.8 - dagelijkse handelingen

Module 2: spelen met rollen

rolopbouw - vanuit een houding en beweging groep 1/8, les 1.1 t/m 1.8 rolopbouw - vanuit wie (de rollen), wat (de inhoud), waar (de plaats) groep 1/8, les 2.1 t/m 2.8 rolopbouw - vanuit attributen, kleding, lappen, hoofddeksels, kranten, foto’s, interview groep 1/8, les 3.1 t/m 3.8 rollenspel - gesloten rollenspel, open rollenspel, de leraar in rol, forum groep 1/8, les 4.1 t/m 4.8

Module 3: taalspelen

taalspelen - vanuit taal en bewegingsspel, fantasie- en associatiespelen groep 1/8, les 1.1 t/m 1.8 taalspelen - stem groep 1/8, les 2.1 t/m 2. taalspelen - vertellen groep 1/8, les 3.1 t/m 3.8 - kring maken - vertelronde - taaltekenen - verhalen schrijven - vertellen - vertelkast taalspelen - poppenspel groep 1/8, les 4.1 t/m 4.8

improviseren - vanuit rol, aanbelspel, spelen in tweetallen groep 1/2, les 1.1, 1.2 - vanuit emotie, associëren groep 3/4, les 1.3, 1.4 - emotie, telefoneren groep 5/6, les 1.5, 1.6 - accepteren, blokkeren, statussen groep 7/8, les 1.7. 1.8 improviseren - vanuit wie: visualiseren, spelen in tweetallen, rol groep 1/2, les 2.1. 2.2 - vanuit wie en waar: telefoongesprek, tactiele stimulering groep 3/4, les 2.3, 2.4 - vanuit waar en wie : visualiseren, tableaus groep 5/6, les 2.5, 2.6 - vanuit wie en wat: rol, inspringspel, spelen in tweetallen groep 7/8, les 2.7, 2.8 presenteren - vertelpantomime onderbouw, middenbouw - dramatiseren onderbouw, middenbouw, bovenbouw - pantomimisch spel onderbouw, middenbouw, bovenbouw - spelen van een rol middenbouw, bovenbouw - personifiëren middenbouw, bovenbouw - improviseren middenbouw, bovenbouw

Module 4:improviseren en presenteren

Dra

ma

aang

enaa

m -

Een

dram

alee

rlijn

KC dvd booklet.indd 2 30-11-2009 11:58:08

Module 1: basisvaardigheden

dramaspelletjes - zintuigen groep 1/2, les 1.1, 1.2 - uitbeelden groep 3/4, les 1.3, 1.4 - concentratie groep 5/6, les 1.5, 1.6 - samenwerken groep 7/8, les 1.7, 1.8 - vertrouwen tableaus - bewegen en stilstaan groep 1/2, les 2.1, 2.2

- tableaus in tweetallen groep 3/4, les 2.3, 2.4 - tableaus maken van een situatie groep 5/6, les 2.5, 2.6 - verhaal omzetten in tableaus groep 7/8, les 2.7, 2.8 vertelpantomime - vanuit een prentenboek groep 1/2, les 3.1, 3.2 - één rol groep 3/4, les 3.3, 3.4 - gedicht en begeleiding vanuit een rol groep 5/6, les 3.5, 3.6 - uitspelen van probleemsituaties groep 7/8, les 3.7, 3.8 pantomimisch spel - vrij bewegen groep 1/2, les 4.1, 4.2 (bewegingsspelen) - spelen met denkbeeldige voorwerpen groep 3/4, les 4.3, 4.4 - spelen met denkbeeldige krachten groep 5/6, les 4.5, 4.6 - staccato bewegen groep 7/8, les 4.7, 7.8 - dagelijkse handelingen

Module 2: spelen met rollen

rolopbouw - vanuit een houding en beweging groep 1/8, les 1.1 t/m 1.8 rolopbouw - vanuit wie (de rollen), wat (de inhoud), waar (de plaats) groep 1/8, les 2.1 t/m 2.8 rolopbouw - vanuit attributen, kleding, lappen, hoofddeksels, kranten, foto’s, interview groep 1/8, les 3.1 t/m 3.8 rollenspel - gesloten rollenspel, open rollenspel, de leraar in rol, forum groep 1/8, les 4.1 t/m 4.8

Module 3: taalspelen

taalspelen - vanuit taal en bewegingsspel, fantasie- en associatiespelen groep 1/8, les 1.1 t/m 1.8 taalspelen - stem groep 1/8, les 2.1 t/m 2. taalspelen - vertellen groep 1/8, les 3.1 t/m 3.8 - kring maken - vertelronde - taaltekenen - verhalen schrijven - vertellen - vertelkast taalspelen - poppenspel groep 1/8, les 4.1 t/m 4.8

improviseren - vanuit rol, aanbelspel, spelen in tweetallen groep 1/2, les 1.1, 1.2 - vanuit emotie, associëren groep 3/4, les 1.3, 1.4 - emotie, telefoneren groep 5/6, les 1.5, 1.6 - accepteren, blokkeren, statussen groep 7/8, les 1.7. 1.8 improviseren - vanuit wie: visualiseren, spelen in tweetallen, rol groep 1/2, les 2.1. 2.2 - vanuit wie en waar: telefoongesprek, tactiele stimulering groep 3/4, les 2.3, 2.4 - vanuit waar en wie : visualiseren, tableaus groep 5/6, les 2.5, 2.6 - vanuit wie en wat: rol, inspringspel, spelen in tweetallen groep 7/8, les 2.7, 2.8 presenteren - vertelpantomime onderbouw, middenbouw - dramatiseren onderbouw, middenbouw, bovenbouw - pantomimisch spel onderbouw, middenbouw, bovenbouw - spelen van een rol middenbouw, bovenbouw - personifiëren middenbouw, bovenbouw - improviseren middenbouw, bovenbouw

Module 4:improviseren en presenteren

Dra

ma

aang

enaa

m -

Een

dram

alee

rlijn

KC dvd booklet.indd 2 30-11-2009 11:58:08

Module 1: basisvaardigheden

dramaspelletjes - zintuigen groep 1/2, les 1.1, 1.2 - uitbeelden groep 3/4, les 1.3, 1.4 - concentratie groep 5/6, les 1.5, 1.6 - samenwerken groep 7/8, les 1.7, 1.8 - vertrouwen tableaus - bewegen en stilstaan groep 1/2, les 2.1, 2.2

- tableaus in tweetallen groep 3/4, les 2.3, 2.4 - tableaus maken van een situatie groep 5/6, les 2.5, 2.6 - verhaal omzetten in tableaus groep 7/8, les 2.7, 2.8 vertelpantomime - vanuit een prentenboek groep 1/2, les 3.1, 3.2 - één rol groep 3/4, les 3.3, 3.4 - gedicht en begeleiding vanuit een rol groep 5/6, les 3.5, 3.6 - uitspelen van probleemsituaties groep 7/8, les 3.7, 3.8 pantomimisch spel - vrij bewegen groep 1/2, les 4.1, 4.2 (bewegingsspelen) - spelen met denkbeeldige voorwerpen groep 3/4, les 4.3, 4.4 - spelen met denkbeeldige krachten groep 5/6, les 4.5, 4.6 - staccato bewegen groep 7/8, les 4.7, 7.8 - dagelijkse handelingen

Module 2: spelen met rollen

rolopbouw - vanuit een houding en beweging groep 1/8, les 1.1 t/m 1.8 rolopbouw - vanuit wie (de rollen), wat (de inhoud), waar (de plaats) groep 1/8, les 2.1 t/m 2.8 rolopbouw - vanuit attributen, kleding, lappen, hoofddeksels, kranten, foto’s, interview groep 1/8, les 3.1 t/m 3.8 rollenspel - gesloten rollenspel, open rollenspel, de leraar in rol, forum groep 1/8, les 4.1 t/m 4.8

Module 3: taalspelen

taalspelen - vanuit taal en bewegingsspel, fantasie- en associatiespelen groep 1/8, les 1.1 t/m 1.8 taalspelen - stem groep 1/8, les 2.1 t/m 2. taalspelen - vertellen groep 1/8, les 3.1 t/m 3.8 - kring maken - vertelronde - taaltekenen - verhalen schrijven - vertellen - vertelkast taalspelen - poppenspel groep 1/8, les 4.1 t/m 4.8

improviseren - vanuit rol, aanbelspel, spelen in tweetallen groep 1/2, les 1.1, 1.2 - vanuit emotie, associëren groep 3/4, les 1.3, 1.4 - emotie, telefoneren groep 5/6, les 1.5, 1.6 - accepteren, blokkeren, statussen groep 7/8, les 1.7. 1.8 improviseren - vanuit wie: visualiseren, spelen in tweetallen, rol groep 1/2, les 2.1. 2.2 - vanuit wie en waar: telefoongesprek, tactiele stimulering groep 3/4, les 2.3, 2.4 - vanuit waar en wie : visualiseren, tableaus groep 5/6, les 2.5, 2.6 - vanuit wie en wat: rol, inspringspel, spelen in tweetallen groep 7/8, les 2.7, 2.8 presenteren - vertelpantomime onderbouw, middenbouw - dramatiseren onderbouw, middenbouw, bovenbouw - pantomimisch spel onderbouw, middenbouw, bovenbouw - spelen van een rol middenbouw, bovenbouw - personifiëren middenbouw, bovenbouw - improviseren middenbouw, bovenbouw

Module 4:improviseren en presenteren

Dra

ma

aang

enaa

m -

Een

dram

alee

rlijn

KC dvd booklet.indd 2 30-11-2009 11:58:08

De methode Drama Aangenaam biedt een werkbare aanpak om drama een vaste plek te geven op school. Deze methode is ontstaan uit de jarenlange onderwijs- en praktijkervaring van een drama consulent, jaren werkzaam bij Kunst Centraal, het steunpunt kunsteducatie voor de provincie Utrecht. De lessen zijn uitgevoerd op verschillende scholen. De leerlijn bestaat uit maar liefst 112 volledige lessen die samenhang en een logische opbouw vertonen. Werk ook met drama aan kunsteducatie, het zelfbewustzijn van uw leerlingen en aan het groepsgevoel in de klas.

Cursus Specialist Drama volgen?Op verschillende plaatsen in het land worden cursussen Specialist Drama gegeven. Zo’n cursus bevat vier modulen, die verspreid over twee jaar gegeven worden. De cursus in de pro-vincie Utrecht gebruikt daarbij het materiaal van de methode Drama Aangenaam als basis. Voor informatie over deze cursussen, mogelijk bij u in de buurt, kunt u zich wenden tot: www.steldat.nl, onder het kopje Aanbod voor leerkrachten.

praktijkmap A4 * 542 pagina’s * zw/w * incl. cd-romDRA01 Drama aangenaam 169,00

Drama aangenaam!

Schrijf u in voor een gratis workshop op schoolsupport.nl!

!