I 1

NIEUWS NederlandOktober 2018

Dräger offshore-service- technicus Bas Niesing aan het woord

BON en Dräger slaan de handen ineen

Test Dräger GS01 bij Huntsman geslaagd

Pagina 4 Pagina 16 Pagina 21

Ga voor aantoonbare bescherming

Boek online een face-fittest!

Waar? Dräger Nederland B.V. Beurtschipperstraat 1, Hoogvliet Huygensstraat 3-5, Zoetermeer

Wanneer? Meerdere dagen per maand

Hoelang? 20 tot 30 minuten per deelnemer per type masker

Meer informatie? Volledige aan-bod van trainingen en diensten op www.draeger-academy.nl

AANMELDEN? GA NAAR WWW.DRAEGER-ACADEMY.NL/FACE-FITTEST

Column Het doet mij deugd dat we de oudste brand-weeropleider van Nederland, BON, uit de brand kunnen helpen met een nieuwe adembescher-mingswerkplaats. Iedereen moet doen waar hij goed in is, en wij zijn goed in veiligheidstech-niek en onderhoud van adembeschermings-middelen. Dat algemene principe geldt niet alleen voor mensen, maar ook voor apparaten. Je moet ze gebruiken waarvoor ze zijn bedoeld. Ik snoei de heg niet met een bosmaaier. Zo hoef ik ook geen ligustertakken uit de zandbak van de buurkinderen te vissen en voorkom ik boze blikken en ongevallen. De Dräger Oxylog VE300 beademt beter dan u en ik dat zouden kunnen. Ook Dräger zet in handleidingen waar apparaten en beschermingsmiddelen voor zijn gemaakt, maar we gaan nog niet zo ver als som-mige Amerikaanse fabrikanten die vetgedrukt vermelden dat je niet je huisdier mag drogen in hun magnetron. Want we gaan uit van welden-kende klanten. Opvoeden doen we wel, ook al krijgen we soms wat commentaar op ons bet-

weterige ‘vingertje’. Laat mij op deze plaats een lans breken voor dat vingertje. Dräger doet heel veel moeite om duurzame, prima presterende spullen te maken en wil ook graag dat die juist en met maximaal rendement worden gebruikt. Dat is ook in úw belang. Al is dat weer zo’n voor-oordeelbevestigende uitspraak, want wie ben ik om uw belang te bepalen? De docenten van de Dräger Academy hebben zelfs de uitdrukkelijke taak om u op te voeden. Zij beheersen hun vak, hebben net als u geleerd van hun fouten en dra-gen hun kennis met ziel en zaligheid over aan u en uw collega’s, zodat die fouten niet hoeven te worden herhaald. Niemand wordt als welden-kend mens geboren. Als wij bij onze welden-kendheidsbevorderende kennisoverdracht af en toe een vingertje opsteken, dan dient dat een onbaatzuchtig doel. En voor uw veiligheid reiken wij de hele hand.

Patrick van VugtBusiness Unit Manager

Ons voorzichtige vingertje en mijn gemoedsrust

2 I

I 3

De Dräger X-am 3500 is een logische ontwikkeling: vlaggenschip X-am 8000 (uitgelicht in de vorige editie van Dräger Nieuws) kan met zijn PID-sensor, infra-roodsensor en vier andere Drägersenso- ren nagenoeg alles aan, ook ‘exotische’ gassen, tot zeven verschillende tegelijk. In dezelfde robuuste behuizing, mét krachtige pomp, is nu een gasmeter be-schikbaar geschikt voor maximaal vier sensoren. “Uiteraard is de nieuwe X-am 3500 prijsgunstiger dan grote broer X-am 8000”, zegt Wilco Kurpershoek, Product Manager Gasdetectie van Dräger. “De X-am 8000 is heel goed ontvangen met al zijn mogelijkheden, de ingebouwde ‘soft-ware-assistenten’ en de Bluetooth-con-nectiviteit. Het is echt een intelligente alleskunner, maar voor sommige toepas-singen is hij te uitgebreid. Operationeel valt daarmee te leven, maar zeker bij grote-re aantallen meters voor vrijgavemetingen kan het budgettair bezwaarlijk zijn. Daar-om ben ik heel blij met de X-am 3500.”

Familievoordelen“Dat de ‘3500’ is afgeleid van de X-am 8000, biedt grote voordelen”, zegt Kur-pershoek. “De bedieningsfilosofie en de user interface zijn identiek, net als de vormgeving en de behuizing van het

meetinstrument. Als je de ‘8000’ kent, kun je blind overweg met de X-am 3500, en andersom zal incidenteel gebruik van een ‘8000’ ook geen groot probleem zijn. Je kunt dezelfde inductielader gebruiken en hij past ook in dezelfde module in de Dräger X-dock voor de kalibratie en de gegevensoverdracht. Bij de ontwikkeling van de X-am 3500 hebben we ruim 250 gebruikers benaderd en heel goed geluis-terd naar hun behoeften en wensen. Ze zijn ook betrokken geweest bij de veldtes-ten in de ontwikkelingsfase en daardoor hebben we een buitengewoon praktisch instrument kunnen ontwikkelen.”

Flexibel inzetbaarDe Dräger X-am 3500 kan met de inge-bouwde pomp tot 45 meter slanglengte aan en kan brandbare gassen en dampen meten, evenals zuurstof, koolmonoxide, zwavelwaterstof, stikstof- en/of zwaveldi-oxide, uiteraard afhankelijk van de sensor-bezetting. Kurpershoek: “De meter kan zeer snel worden omgeschakeld van de pompmodus naar diffusiemetingen, waar-door hij ook geschikt is voor gebiedsbe-waking. Dat maakt dat deze meter niet alleen gebruikt kan worden in de chemie en petrochemie en de waterzuiverings-branche, maar ook geschikt is voor de

scheepvaart, de farmaceutische industrie en de brandweer.”

Dräger dienstverlening Bij veel gebruikers is het aantal eigen instrumenten afgestemd op de gemid-delde dagelijkse behoefte. Tijdens groot onderhoud van installaties of bij kortlo-pende projecten voorziet Dräger Rental & Shutdown Service graag in tijdelijke uitbreiding van het instrumentarium of in complete dienstverlening voor vrijgaveme-tingen en on-site service van persoonlijke gasmeters, inclusief al het benodigde op-geleide personeel.

Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheids-techniek: 079 3444 777

CONTACT

In de industrie zijn ‘gepompte’ gasvrijgavemetingen standaardprocedures voordat beslo-ten ruimten worden betreden. Daarvoor is men aangewezen op de X-am 8000 (of zijn voorganger de X-am 7000) of op een persoonlijke gasmeter met een externe pomp. Daar komt nu de nieuwe X-am 3500 bij: een zeer betrouwbare handheld viergasmeter met ingebouwde pomp, en daarmee in veel gevallen het optimale instrument.

Dräger X-am 3500, de ideale ‘vrijgavemeter’

Dräger X-am 3500

4 I

Dräger Marine & Offshore (M&O) verricht onder ande-re periodieke keuringen van veiligheidsmaterialen en -installaties op vaartuigen en offshore-installaties. Der-gelijk servicewerk wordt aan boord uitgevoerd, volgens planning van de klant en in de regel met een harde dead-line. Safety & rescuemateriaal kan en mag niet langdu-

rig afwezig of buiten gebruik zijn. Daarom is er het ‘Total Care Concept’, wat betekent dat met een minimum aan personeel alle equipment onderhouden en gekeurd wordt. Dat Total Care geen holle frase is blijkt uit een vraaggesprek met Bas Niesing, die al twintig jaar wereldwijd wordt ingezet voor veeleisend keurings- en servicewerk.

Wat onze klanten niet willen horen is ‘daar ben ik niet van’.

Offshore-servicetechnicus Bas Niesing:

Bas Niesing is een vlotte Westlandse aanpakker die Dräger Nieuws best wil vertellen wat hem drijft en wat hij dage-lijks doet bij Dräger M&O. Hij is al twintig jaar voornamelijk op pad naar verre oor-den waar schepen en productie-eilanden dankzij hem voorzien blijven van werkende en goedgekeurde persoonlijke bescher-

mingsmiddelen, ademluchtcompressoren, reddingsvesten, sprinklerinstallaties, gas-detectiesystemen en blusmiddelen. In de dagelijkse praktijk van allrounder Niesing betekent dat voortdurende studie en een hele hoop ‘basishandigheid’, want hij moet alles aankunnen, ook als er geen Dräger op een apparaat staat. ‘Nee’ of ‘dat doe ik

niet’ zul je Niesing niet snel horen zeggen.

Bas, hoe leer je het werk dat jij doet?Niesing: “Voornamelijk bij Dräger zelf en in de praktijk van ervaren collega’s. Er be-staat geen brede en dekkende opleiding voor servicetechnici in de offshore zoals ik. En je moet natuurlijk allerlei aanvullende

I 5

De mobiele Dräger werkplaats waar Bas Niesing een belangrijk deel van zijn werkzaamheden uitvoert met uitzicht op zee.

veiligheidstrainingen volgen, afhankelijk van de eisen van de opdrachtgever. He-likoptertraining, working at heigths, boat safety, je medische keuringen. Dan is VCA nog maar het minste. Technisch zijn het nogal wat disciplines die je moet beheer-sen. Uiteraard ben je in het ene vakge-bied meer thuis dan in het andere, maar ik moet bijvoorbeeld allerlei persoonlijke gasmeetinstrumenten kunnen kalibreren, ademluchtsets onderhouden en water-mistblusinstallaties testen. Om maar eens wat te noemen. Ik wil het allemaal weten en begrijpen, ook omdat ik het voor me-zelf handig vind. Je moet minstens de basis- en werkingsprincipes kennen en dan ook nog weten wat er allemaal aan

elektronica omheen hangt. Toch moet je wel zorgen dat je het betrouwbaar wer-kend achterlaat. Dat geldt ook voor adem-luchtapparatuur en allerlei custom-made brandbestrijdingsinstallaties. Ik ben de multifunctionele kracht ‘in het veld’, en ik kan altijd bij de specialistische achterban van Dräger terecht als het heel ingewik-keld wordt. Maar in het zeldzame geval dat ik iets niet snap, kijk ik eerst even op Google.”

Bestaat je werk niet voor een groot deel uit administratie?Niesing: “Dat niet, maar er is wel een ten-dens om alles vast te leggen. Het moet allemaal aantoonbaar en naspeurbaar zijn

en daar is natuurlijk wat voor te zeggen als je het veilig wilt houden. Ik heb weliswaar een ijzeren geheugen, maar ook van mij wordt verwacht dat ik accuraat admini- streer. Ik ben niet opgegroeid met de computer en de smartphone en zou ze ook geen seconde missen als ze niet waren uitgevonden, maar ik heb ze wel omarmd als handige gereedschappen. Zeker als technicus moet je wel.”

Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Marine & Offshore: 010 2952 740

CONTACT

6 I

Ben je doorgaans alleen op stap of met collega’s?Niesing: “Dat komt beide voor. Het hangt af van de klus, van de mogelijkheden, hoeveel tijd je hebt en van welke experti-se nodig is. Bed space aan boord is vaak schaars, dus dat kan ook een beperking zijn. Dat Dräger met een klein team all-rounders een klant een compleet pakket aan kan bieden is een pré. Dat houdt in dat je ook behoorlijk zelfredzaam moet zijn, ook in landen waar het politiek onrus-tig is. Ik ken mensen die niet naar Angola, Nigeria of Syrië willen, maar voor mij geldt dat ik me eenmaal op zee compleet rustig en vertrouwd voel. De dreiging zit vooral op het land.”

Heb je altijd alle benodigde spullen bij je?Niesing: “Gelukkig werken we vaak met onze Dräger offshore-containers. Dat zijn mobiele tienvoets servicewerkplaatsen, waar we alle benodigde testapparatuur, reserveonderdelen en tijdelijke ruilmate-rialen in hebben zitten. De inventaris is precies bekend en wordt aangevuld voor de geplande klus. En als ik ergens in Aus-tralië zit zonder eigen werkplaats, dan pak ik alles in kisten. Soms gaat er een doos-je slangen of specifieke ringetjes mee in de handbagage, maar liever niet. In een vliegtuig betaal je wat bij als je teveel kilo’s meesleept, maar dat helpt niet als de he-likopter al aan de vracht zit, want dan kun

je het alsnog laten staan. Hoewel ik dan liever mijn tandenborstel en mijn schone shirts achterlaat, want die leen ik dan des-noods aan boord wel.”

Kun je dit werk blijven doen tot je pensi-oen, fysiek en emotioneel?Niesing: “Als ik gezond blijf wel. Als hobby fiets ik veel. Je moet regelmatig je rust ne-men zodat je om kunt gaan met de stress, maar dat gaat me goed af. Mijn vrouw en kinderen zijn gewend aan mijn onregel-matige werk en het lukt me prima om te socialiseren. Ik ben twee keer gestopt met roken, maar ben – nota bene op offsho-replatforms – weer begonnen. Omdat het rookkamertje het gezelligste kamertje aan boord is. En als ze er geen Engels of Duits spreken dan redden we het met handen en voeten ook wel. Je maakt in de offshore dagen van twaalf uur, dus tijd om je te vervelen heb je niet. Ik kijk na mijn werk een filmpje en dan ga ik plat.”

Heb je ooit een ‘missertje’ gehad, ik be-doel dat je iets fout deed met vervelen-de gevolgen?Niessing: “Missertjes zijn in onze branche zeer ongewenst, dus het is oppassen bij wat je doet. Gelukkig heb ik nog nooit een alarminstallatie per ongeluk af laten gaan of een proces laten trippen. Ik hoop dat ook nooit te hoeven meemaken, want daar maak je geen vrienden mee. Ik heb me lang geleden eens verbrand bij het testen van een CO

2-blusinstallatie, maar dat is in

al die tijd mijn enige misser geweest. Bij

Ook training geven behoort tot de werkzaamheden.

I 7

twijfel doe ik liever even navraag bij een collega dan dat ik risico’s neem.”

Moet je nog iets van het hart; wil je nog iets meegeven aan de wereld? Niesing: “Waar ik me een beetje zorgen over maak is de continuïteit in het alge-

meen. Ik merk dat veel mensen – inclusief de huidige schooljeugd – niet lang meer van huis willen. Ze verdienen hun geld liever achter het toetsenbord, van negen tot vijf. Daar kun je prachtige dingen be-denken, maar het moet in de praktijk ook nog worden gemaakt. Zelfs mijn zoon van

zestien vraagt mij om zijn computer te repareren als hij het even niet doet. Als je verzekerd wilt zijn van werk dan moet je zorgen dat je een handige technicus wordt. En als je goed genoeg bent dan mag je misschien ooit voor Dräger M&O werken.”

Bas Niesing (1965) was er al jong van overtuigd dat een leven aan de Nederlandse wal hem te saai zou zijn. Op zijn zestiende jaar ging hij varen. Zijn vader was kapitein en eige-naar van verschillende schepen, wat weliswaar de drempel verlaagde (of de loopplank minder steil maakte), maar ook zijn nadelen had. “Als zoon van de kapitein moet je alles drie keer zo goed doen als een ander”, zegt Niesing. Als je ruzie hebt kun je hooguit naar de boeg lopen, maar je moet dan toch weer terug naar je hut. En als je weet hoe eigenwijs ik ben én je kent mijn vader, dan kun je je er iets bij voorstellen. Ik besloot dus mijn pijlen te richten op de kassenbouw, niet ongebruikelijk in het Westland. Dat mocht ik vervolgens ook doen in Korea, Zuid-Amerika, China en

Japan, ook als supervisor. Zelfs in dat werk zat ik te lang op dezelfde plek, dus ik heb op zeker ogenblik gesollici-teerd bij de Röntgentechnische dienst (RTD), waar men eigenlijk véél meer vooropleiding voor vroeg dan ik had. Toch mocht ik aan de slag als radiograaf, en ik heb onder andere in Iran en Brazilië gecertificeerd laswerk mogen controleren. Uiteindelijk heb ik pas in 1998 mijn definitie-ve draai gevonden. In de veiligheids- en reddingsmaterialen voor de offshore, toen nog bij Wim Poppeliers/FSC, waar ook Unisafe onderdeel van was. Dat is alweer jaren gele-den Dräger geworden, maar ik voel me nog steeds prima op mijn plek. Aan afwisseling en uitdaging geen gebrek!” Zie www.draeger-mo.com

BIOGRAFIE BAS NIESING

Een laatste controle aan wal.

8 I

“In noodsituaties komt het aan op snel handelen”, zegt Arjan Wulff, Modality Manager Acute Care van Dräger Ne-derland. “Een noodventilator moet het gewoon altijd doen en handig zijn in het gebruik. Stevig, klein en licht zijn dus be-langrijkere eisen dan een zeer precieze traploze regeling van een zuurstofpercen-

tage of heel uitgebreide uitleesmogelijk-heden. Liever snelle basisinstellingen en simpele fool-proof-bediening dan diepe menu’s en veel knoppen. Zo’n beade-mingstoestel mag intern best slim zijn, als de gebruiker er maar geen hinder van on-dervindt. Een ambulanceverpleegkundige wil zijn aandacht op de patiënt richten en

elke extra seconde die er aan knoppen moet worden gedraaid, gaat af van de tijd die er aan de patiënt kan worden besteed. Bovendien hebben hulpverleners vaak al meer dan genoeg te tillen, daarom weegt de nieuwe Oxylog VE300 maar 3,6 kilo, inclusief batterij.”

Dräger Oxylog VE300

Nieuw mobiel beademingsapparaat kan elke uitdaging aan

Elke complete ziekenwagen is uitgerust met een zogenaamde ‘transportventilator’. Dat is een compact, licht en robuust beade-mingstoestel, bedoeld om bij een patiënt die niet (of onvoldoen-de) zelf ademt de ademhaling over te nemen of te ondersteunen. Dergelijke toestellen hebben niet het formaat noch de zeer uitge-

breide regelmogelijkheden van de vaste beademingstoestellen in de intensive care, maar ze doen waar ze goed in zijn: ze houden bij spoedgevallen een slachtoffer of patiënt in leven. De Oxylog VE300 kan dat nóg beter dan zijn voorgangers.

I 9

Oxylog VE300 vervangt Oxylog 1000 en -2000-PlusDräger maakt al meer dan een eeuw lang machinale beademingstoestellen. De be-roemde Dräger Pulmotor uit 1907 was wereldwijd het eerste noodbeademings-toestel dat automatisch en drukgecontro-leerd kon beademen. Alles pneumatisch aangedreven, net zoals dat op de Oxylog 1000 nog het geval was. De ‘1000’ is ver-leden tijd, hoewel velen het oerdegelijke toestel nog koesteren. Net als de Oxylog 2000 Plus, die al van elektronica voorzien was. De Oxylog 3000 Plus blijft gehand-haafd, mede omdat dit topmodel in staat is om ook jonge kinderen van zeer kleine

ademvolumes (vanaf 50 ml) te voorzien en een traploos regelbare zuurstofmix kent. De nieuwe Oxylog VE300 werkt met de pneumatische ‘DuroFlow-techniek’, die geen turbine vereist. Het zuurstofverbruik, het gewicht en de energieconsumptie blijven daardoor zeer laag en het onder-houdsinterval bedraagt twee jaar.

Arjan, vind je het jammer om afscheid te moeten nemen van de degelijke pneumatische en mechanische tech-niek van de Oxylog 1000?Wulff: “Nee. Dergelijke nostalgische ge-voelens zitten je vooral in de weg. De nieuwe Oxylog VE300 heeft uiteraard nog

BEADEMINGElke BHV’er of EHBO’er kent de principes van reanimatie: als een persoon niet zelfstandig meer ademt en het hart niet meer klopt, moet de bloed- en luchtcircula-tie kunstmatig in stand worden gehouden om hersenschade (en in latere instantie weefselscha-de in het algemeen) te voorko-men. Mond-op-mondbeademing zorgt voor zuurstof in de longen en borstcompressies voor bloed-circulatie om die zuurstof in het lichaam te verspreiden. 2 om 30 en volhouden. Een (nood)beade-mingstoestel kan dat beter. Ten eerste is het onvermoeibaar, ten tweede is het zuurstofpercentage hoger (bij de Oxylog VE300 40% of 100%). Voor een bewusteloze, niet ademende patiënt moet er een luchtdichte aansluiting zijn om de zuurstof daadwerkelijk in de lon-gen te brengen. Het intuberen (via de mond inbrengen van een pijp-je, tussen de stembanden door tot in de luchtpijp) verzekert een vrije doorstroming en voorkomt afslui-ting door de tong of door braaksel. Intuberen is een medische hande-ling, en niet zonder risico’s. Als er een ademprikkel is, zal een Oxylog dat automatisch registreren en het ademritme gaan volgen. Patiënten die zelf nog (gebrekkig) ademen kunnen ook niet-invasief – via een masker – van extra zuurstof worden voorzien met een Oxylog. Verreweg de meeste inzetten van de Oxylog betreffen reanimaties, maar er zijn meer spoedeisende omstandig-heden en ziektebeelden (coma, trauma’s/geen vrije luchtweg, long- aandoeningen, verlamming) die kunstmatige beademing of adem- ondersteuning vergen. Ze zijn le-vensreddend tijdens het transport naar een ziekenhuis.

De datalogbestanden kunnen via USB of Bluetooth opgehaald worden.

10 I

steeds pneumatische componenten, maar er zit moderne en betrouwbare elektroni-sche techniek omheen. Dat is niet puur omdat het ‘van deze tijd’ is: het dient een duidelijk doel. De bediening is er enorm door versimpeld en we bieden weer een zeer degelijk en gebruiksvriendelijk toestel. Er is bijvoorbeeld een knopje waarmee je de informatie op het kleuren- touchscreen 180 graden kunt draaien. Heel handig, vooral bij een apparaat dat je zó wilt neerzetten dat het niet in de weg staat en dat de slang zich prettig voegt. Maar die elektronica heeft meer voordelen. Het toestel kent snelle presets, waarmee met een enke-le knop kan worden omgeschakeld van bij-voorbeeld CPAP-beademing met een masker (drukgestuurde ondersteunings- beademing) naar de CPR-modus (reanimatiebeademing). Tijdwinst is goud waard. Of omschakelen van een volwas-sene naar een kind. Altijd wordt gestart vanuit de ‘gemiddeld juiste’ instellingen,

waardoor de kans op fatale fouten nihil is. Verder meet de Oxylog VE300 de CO

2

in de uitgeademde lucht en hij legt alle informatie vast in het datalog. Dat log kun je zó via Bluetooth op je smartphone binnenhalen, in Excel-format, maar je kunt het ook rechtstreeks naar een USB-stick exporteren.”

Is de VE300 al leverbaar? Wulff: “Jazeker. In Nederland hebben we net (juni 2018) de eerste serie uit mogen leveren. Opmerkelijk genoeg worden die gebruikt in de geestelijke gezond-heidszorg. GGZ-instellingen behandelen steeds vaker mensen met diepe depres-sies middels elektroconvulsietherapie. Dat gebeurt onder lichte narcose in een goed ingerichte therapiekamer. Bij elke narcose bestaat het risico op complica-ties, en de Oxylog VE300 wordt daarbij zo nodig ingezet voor de beademing. Naar tevredenheid, wat aangeeft dat het een volwassen en nu al gerespecteerd toestel

betreft. Het kan meer dan de minimale functies verrichten die voor ‘veldwerk’ noodzakelijk zijn. Maar het is primair ont-worpen voor mobiel gebruik. De Oxylog VE300 is bijzonder licht en handzaam, hij werkt in alle standen, in weer en wind en bij extreme temperaturen en omgevings-luchtdrukken. Ik kan bijna niet wachten tot ik de eerste reacties uit de ambulance-wereld krijg. Als die net zo positief zijn als in Duitsland, dan ben ik een gelukkig mens.”

Zou naar jouw mening elke ambulance van een Oxylog VE300 voorzien moeten zijn? Wulff: “Als ambulanceverpleegkundige doe je jezelf tekort als je het toestel en de mogelijkheden niet kent. Pak hem op aan de handgreep en het voelt meteen goed. Het hangt netjes in balans en je kunt goed bij de knoppen. Bediening gaat volgens de heldere Dräger-systematiek: druk op de knop, draai en druk weer om te beves-

Boven: De Oxylog VE300 in basisuitvoering

Onder: De Oxylog VE300 met zuurstofcilinder, draagsysteem en externe aansluitingen

I 11

tigen. Maar het zit hem niet alleen in het praktische fysieke gebruik. Ambulances worden steeds meer gedigitaliseerd en ze raken via netwerken verweven met de ziekenhuisautomatisering. Er worden gro-te stappen gemaakt in veilige connectivi-teit en automatische gegevensoverdracht. Ambulanceverpleegkundigen zijn steeds beter opgeleid en krijgen navenant meer taken. Ze weten precies wat ze doen en hebben eigenlijk geen tijd om formulieren in te vullen, vooral niet als hun volgende rit alweer wacht. Dat moet het datamanage-mentsysteem dus voor ze gaan regelen. De Oxylog VE300 is voorbereid op deze connectiviteit. Onderweg zit het toestel

stevig vastgeklemd in een wandhouder. Het krijgt dan tevens externe voedings-spanning. Op een geladen accu draait hij tot negen uur zelfstandig. De Oxylog VE300 is een in alle opzichten toekomst-bestendig toestel waar je met plezier mee werkt. Bekijk maar eens de veldtestvideo’s op onze website.”

TAAL IN TECHNIEK

Arjan Wulff heeft in zijn functie contact met bestaande en nieuwe gebruikers van (medische) producten van Dräger. Hij spreekt dan ook vloeiend medisch jargon, de eigen taal in de medische en paramedische sector. Die taal komt te-rug in handleidingen en teksten in bijvoorbeeld de menu’s van moderne apparatuur. Wulff zit regelmatig in het ‘ver-taalbureau’ van Dräger te Lübeck om vertalingen van soft-ware-strings te beoordelen en waar nodig te herzien. Van medisch Engels of Duits naar Nederlands. Wulff: “Bij veel apparatuur in de markt is de vertaling van menuteksten en handleidingen een sluitpost. Ik ben blij dat het Nederlands deel uitmaakt van de beschikbare talen, maar het moet uiteraard wel begrijpelijke taal te zijn. Bij Dräger gaan we

daar heel serieus mee om. Ik bekijk elke ‘prompt’ die op een schermpje kan verschijnen en vraag me af of die klopten ook echt nuttige en eenduidige informatie biedt. In de medische- en veiligheidstechniek kan een slordige, onjuis-te of niet-eenduidige vertaling tot enorme missers leiden. Als een scherm ‘test fl ow sensor’ zegt, weet je niet of er een interne test draait of dat je zelf iets zou moeten tes-ten. ‘Test fl ow sensor loopt’ of ‘Flow sensor kalibratie nodig’ kan dan veel beter zijn. Als het past, want anders moet ik op zoek naar een andere adequate formulering in correct Nederlands. Miscommunicatie mag namelijk nooit de oor-zaak zijn van een incident. Daarom stel ik me regelmatig in verbinding met mijn gespecialiseerde collega’s die zich om de taal bekommeren. Dräger laat dat niet over aan de softwarespecialisten. Zelfs als ze weten dat ‘intuberen’ een invasieve beademingstechniek is, kijk ik die termen allemaal na. En na mij nóg iemand, altijd een moedertaalspreker uit het betreffende land, net welke taal aan de orde is.”

Emergency Ventilation

Goed doordacht Datamanagementsysteem

Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Medical: 079 3444 831

CONTACT

TAAL IN TECHNIEK

12 I

Kleding en uitrustingsstukken van brand-weerlieden komen onherroepelijk in aan-raking met gevaarlijke stoffen. Roet is daarvan de bekendste, en dat is meteen een stof waarvan de eigenschappen be-rucht zijn. Brandweer Nederland wordt tijdens inzetten ook steeds vaker gecon-fronteerd met asbest, drugslaboratoria of situaties waar grote hoeveelheden onbe-kende chemicaliën zijn opgeslagen. Dat brengt met zich mee dat blootstellingsrisi-co’s maar moeizaam te inventariseren zijn. Vanwege dit soort risico’s zijn er procedu-res ontwikkeld voor het verpakken van ver-ontreinigde uitrusting direct na de inzet en voor de veilige verwerking in wasserijen en werkplaatsen. Met als gevolg nieuwe technische oplossingen.

Innovatief denken“Eén van de belangrijke voorwaarden om kruisbesmetting te vermijden is strik-te scheiding tussen verontreinigd en schoon materiaal”, zegt Roger Zonnen-

berg, die als Project Engineer bij Dräger Engineered Solutions (ES) betrokken is bij het ontwerp van adembeschermings-werkplaatsen. “Een nieuwe ontwikkeling op dat gebied is het gebruik van reini-gingsmachines voor ademluchttoestellen en gelaatsstukken als ‘doorgeefl uik’; de zogenaamde ‘barrier-machines’ met deu-ren aan weerszijden. Dergelijke machines worden in een scheidingswand tussen de vuile en de schone ruimte geplaatst. Dat is geen uniek idee van Dräger, maar een be-proefde methodiek uit de wasserijwereld. Daar worden al wasmachines gebruikt met deuren aan vóór- en achterkant. Het beladen van de machine gebeurt aan de ene kant, het schone goed wordt aan de andere kant uit de machine gehaald.”

Van wasserij naar ademluchtwerkplaatsDe ervaringen uit de wasserijwereld ver-dienen serieuze beschouwing in aanver-wante branches. De gedachtesprong van verontreinigd ziekenhuislinnengoed naar

brandweeruitrusting na inzet is gemak-kelijk gemaakt. Of de risico’s van biolo-gische of van chemische oorsprong zijn maakt geen verschil voor de werkwijze ter voorkoming van kruisbesmetting. Vui-le- en schone apparatuur mag nergens met elkaar in aanraking kunnen komen en personen, al dan niet voorzien van per-soonlijke beschermingsmiddelen, moeten in hun ‘eigen’ gebied blijven. Het is dus ideaal als het vuile- respectievelijk schone gebied ook bouwkundig gescheiden ruim-ten kunnen zijn.

Wash6-BarrierIndustriële reinigingsmachines met deu-ren aan weerszijden en ‘dubbele bedie-ning’ bestaan al. Daarvoor zijn nieuwe technische oplossingen gevonden voor bijvoorbeeld de ophanging en de aan-drijving van de wastrommel. Hetzelfde principe van ‘laden-aan-één-zijde-lossen-aan-de-andere’ wordt nu ook toegepast in de was- en spoelcombinaties voor

Bij het ontwerp van een adembeschermingswerk-plaats wordt de workfl ow niet alleen geoptimaliseerd op effi ciency. Ook het ge-scheiden houden van vuil en schoon is een steeds belangrijkere eis. Dat wordt op dezelfde serieuze ma-nier benaderd als bijvoor-beeld de strikte scheiding van rauw product en bereid voedsel in keukens.

Wash6-Barrier biedt optimale scheiding tussen vuil en schoon

gesloten open

I 13

ademluchttoestellen. In april 2018 pre-senteerde Dräger tijdens de eRIC-beurs op vliegveld Twente het prototype van de Wash6-Barrier, een machine die ster-ke gelijkenis vertoont met de bestaande, robuuste Harstra/Dräger-machines, maar dan met twee ‘voorkanten’.

Technische oplossingenRoger Zonnenberg is trots op de innova-tie: “Het maakt niet direct alle bestaande werkplaatsen verouderd, maar dit systeem maakt wel dat we in nieuwe ontwerpen gaan kijken naar de bouwkundige moge-lijkheden, zeker bij nieuwbouw of in niet-dragende scheidingswanden zijn er veel-belovende mogelijkheden. Het toepassen van barrier-machines reduceert tevens de personele doorloop tussen de verschillen-de ruimten en daarmee het besmettings-risico. Medewerkers zullen niet of minder geneigd zijn zich van het ene naar het an-dere gebied te bewegen en hoeven zich dus ook minder vaak om te kleden of van

schoeisel te wisselen. De Wash6-Barrier is nu voorzien van vaste luchtaansluitingen die niet meer tegen de achterwand wor-den geplaatst, maar tegen de zijwanden. Hiermee worden de ademluchttoestellen tijdens het wassen onder druk gehouden om te voorkomen dat er vocht in de pneu-matiek kan indringen. Behalve dat het allemaal veilig en technisch verantwoord is gemonteerd en gebruikt wordt, gaat het erom dat onze klanten straks jaren-lang profi jt hebben van een ergonomisch doordacht en uitvoerig beproefd product.”

Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheids-techniek: 079 3444 777

CONTACT

WASH6-BARRIERDe barrier-modellen zijn bedoeld voor simultane reiniging van zes ademluchttoestellen en worden in een sparing in een scheidingswand geplaatst. Afgezien van de mecha-nische uitvoering zijn de specifi -caties en prestaties gelijk aan de bestaande Wash4 en Wash6-mo-dellen. Service en onderhoud van de nieuwe machines is mogelijk zonder verplaatsing. Opstelling op (beremde) zwenkwielen in plaats van stelvoeten blijft mogelijk, mits de bouwkundige sparingen, afdich-tingen en plinten afgestemd zijn op (regelmatige) verwijdering of een eventuele wens om snelle uitwisse-ling mogelijk te maken. Dräger ES is bereikbaar voor adviezen over aanpassingsmogelijkheden van be-staande situaties en nieuwbouw-plannen.

De complete

Wash6- Barrier

Oude verhalen over reddingsacties vertellen over brandbestrijders met lange baarden, die ze nat maakten en

tussen hun tanden klemden als filter tegen rook en gruis.

Gelukkig hebben ademluchttoestellen een behoorlijke ontwikkeling doorgemaakt. Zo introduceerde Dräger in 1941 het eerste omgevings-lucht onafhankelijke ademluchttoestel, het Dräger-model 10.

Deze IDLH-omgevingen kunnen bij brandbestrij-dingsinzetten, routinematige trainingsactiviteiten en onderhoudsbeurten voor potentieel gevaar zorgen, waaronder:

OMGEVINGEN MET ZUURSTOFTEKORT

ROOK

TE HOGE TEMPERATUREN

TOXISCHE GASSEN EN DAMPEN

We gebruiken kwaliteitsmateriaal dat niet

alleen uw belangrijkste bezit, uw leven, beschermt, maar ook hygiënische procedures stimuleert om uw veiligheid te

waarborgen.

VEILIGHEID

Onze ademluchttoestellen kunnen snel worden op-

gezet en zijn eenvoudig te onderhouden en te reinigen dankzij vochtwerend ma-

teriaal, waardoor u zich kunt focussen op de inzet en

niet op gevaarlijke stoffen op uw uitrusting.

GEREEDHEID

Met een ergonomisch ontwerp om uw comfort te verhogen en uw fysieke en mentale

stress te verlagen.

COMFORT

VOLGELAATSMASKER/DRUKREGELAAR

Een goed aansluitende afdichting op het gelaat zorgt ervoor dat de luchtdruk in het masker hoger is dan de omringende luchtdruk. Toxische deeltjes buiten het masker dringen een gebied met een hogere luchtdruk niet binnen, waardoor er geen schadelijke deeltjes ingeademd kunnen worden door de drager.

HARNAS

Zeer licht, doch zeer sterk materiaal dat beschikt over thermische, impact- en chemische weerstandseigenschappen.

ADEMLUCHTCILINDER

Gemaakt van staal, aluminium of koolstofcomposiet - het geringe gewicht ervan draagt bij tot een lager totaal- gewicht van het ademluchttoestel. Hierdoor wordt de drager minder snel moe en blijft de ademfrequentie laag. De cilinder is tevens bijzonder bestendig tegen stoten, chemicaliën en slijtage.

Een 300 bar cilinder met een inhoud van 6 liter heeft bijv. een werktijd van 40 minuten. Gewicht 3,7 kilo, diameter 153 mm, levensduur 30 jaar.

Er zijn diverse cilinderformaten en -soorten om aan uw behoeften te voldoen.

ADEMAUTOMAAT

Tijdens het inademen wordt een membraan in de ademautomaat naar het volgelaatsmasker getrokken zodat er lucht naar binnen kan.

Tijdens het uitademen wordt het membraan in de tegengestelde richting geduwd waardoor de luchtstroom stopt, terwijl in het masker een positieve druk wordt behouden.

Een duurzame, siliconen-rubberen afdekking aan de buitenkant biedt extra bescherming tegen stoten, vlammen en chemicaliën.

TX-MANOMETER

Analoge weergave van cilinderdruk. Activeert automatisch de Bodyguard 1500 als de ademluchtcilinder open staat.

Met led-achtergrondverlichting om de positie van de drager aan te geven, zelfs bij slecht zicht.

Knippert als de luchtdruk in de cilinder onder een bepaald punt daalt.

GESPEN

Ontworpen om het ademluchttoestel op de gewenste plek te houden, maar zodanig dat het harnas nog steeds in elke positie snel op en af kan worden gedaan.

BODYGUARD 1500

PASS (Personal Alert Safety System)-toestel dat automatisch akoestische en visuele alarmen activeert zodra een brandbestrijder niet beweegt omdat hij vastzit of bewusteloos is.

LUCHTTOEVOER EN MANOMETERSLANGEN

Geïntegreerd in de rugplaat om verstrengelen en het vasthaken van slangen te beperken - belangrijk bij het werken in besloten ruimten.

Eenvoudig te verplaatsen en te vervangen voor maximaal comfort en onderhoudsgemak.

Omgevingslucht onafhankelijke ademluchttoestellen zorgen voor adembare lucht in IDLH-omgevingen (Immediately Dangerous to Life or Health - direct gevaar voor leven of gezondheid):

Het juiste gebruik van ademluchttoestellen helpt risico's aanzienlijk te verlagen, en het is belangrijk dat u de extra last op uw schouders

begrijpt. Een goede vuistregel is: zoveel mogelijk bescherming tegen een zo laag

mogelijk gewicht.

blaaskankerhematopoïetischeleverkanker

basaal-celcarcinoom

squameus-celcarcinoomprostaat-kanker

teelbalkankerziekte van Hodgkin

darm

-ka

nker schildklier-

kanker

nier

-ka

nker

lym

fatis

ch

kwaa

daar

dig

mel

anoo

m

14 I

Oude verhalen over reddingsacties vertellen over brandbestrijders met lange baarden, die ze nat maakten en

tussen hun tanden klemden als filter tegen rook en gruis.

Gelukkig hebben ademluchttoestellen een behoorlijke ontwikkeling doorgemaakt. Zo introduceerde Dräger in 1941 het eerste omgevings-lucht onafhankelijke ademluchttoestel, het Dräger-model 10.

Deze IDLH-omgevingen kunnen bij brandbestrij-dingsinzetten, routinematige trainingsactiviteiten en onderhoudsbeurten voor potentieel gevaar zorgen, waaronder:

OMGEVINGEN MET ZUURSTOFTEKORT

ROOK

TE HOGE TEMPERATUREN

TOXISCHE GASSEN EN DAMPEN

We gebruiken kwaliteitsmateriaal dat niet

alleen uw belangrijkste bezit, uw leven, beschermt, maar ook hygiënische procedures stimuleert om uw veiligheid te

waarborgen.

VEILIGHEID

Onze ademluchttoestellen kunnen snel worden op-

gezet en zijn eenvoudig te onderhouden en te reinigen dankzij vochtwerend ma-

teriaal, waardoor u zich kunt focussen op de inzet en

niet op gevaarlijke stoffen op uw uitrusting.

GEREEDHEID

Met een ergonomisch ontwerp om uw comfort te verhogen en uw fysieke en mentale

stress te verlagen.

COMFORT

VOLGELAATSMASKER/DRUKREGELAAR

Een goed aansluitende afdichting op het gelaat zorgt ervoor dat de luchtdruk in het masker hoger is dan de omringende luchtdruk. Toxische deeltjes buiten het masker dringen een gebied met een hogere luchtdruk niet binnen, waardoor er geen schadelijke deeltjes ingeademd kunnen worden door de drager.

HARNAS

Zeer licht, doch zeer sterk materiaal dat beschikt over thermische, impact- en chemische weerstandseigenschappen.

ADEMLUCHTCILINDER

Gemaakt van staal, aluminium of koolstofcomposiet - het geringe gewicht ervan draagt bij tot een lager totaal- gewicht van het ademluchttoestel. Hierdoor wordt de drager minder snel moe en blijft de ademfrequentie laag. De cilinder is tevens bijzonder bestendig tegen stoten, chemicaliën en slijtage.

Een 300 bar cilinder met een inhoud van 6 liter heeft bijv. een werktijd van 40 minuten. Gewicht 3,7 kilo, diameter 153 mm, levensduur 30 jaar.

Er zijn diverse cilinderformaten en -soorten om aan uw behoeften te voldoen.

ADEMAUTOMAAT

Tijdens het inademen wordt een membraan in de ademautomaat naar het volgelaatsmasker getrokken zodat er lucht naar binnen kan.

Tijdens het uitademen wordt het membraan in de tegengestelde richting geduwd waardoor de luchtstroom stopt, terwijl in het masker een positieve druk wordt behouden.

Een duurzame, siliconen-rubberen afdekking aan de buitenkant biedt extra bescherming tegen stoten, vlammen en chemicaliën.

TX-MANOMETER

Analoge weergave van cilinderdruk. Activeert automatisch de Bodyguard 1500 als de ademluchtcilinder open staat.

Met led-achtergrondverlichting om de positie van de drager aan te geven, zelfs bij slecht zicht.

Knippert als de luchtdruk in de cilinder onder een bepaald punt daalt.

GESPEN

Ontworpen om het ademluchttoestel op de gewenste plek te houden, maar zodanig dat het harnas nog steeds in elke positie snel op en af kan worden gedaan.

BODYGUARD 1500

PASS (Personal Alert Safety System)-toestel dat automatisch akoestische en visuele alarmen activeert zodra een brandbestrijder niet beweegt omdat hij vastzit of bewusteloos is.

TX-MANOMETER TX-MANOMETER TX-MANOMETER TX-MANOMETER TX-MANOMETER TX-MANOMETER TX-MANOMETER TX-MANOMETER TX-MANOMETER TX-MANOMETER TX-MANOMETER TX-MANOMETER TX-MANOMETER

LUCHTTOEVOER EN MANOMETERSLANGEN

Geïntegreerd in de rugplaat om verstrengelen en het vasthaken van slangen te beperken - belangrijk bij het werken in besloten ruimten.

Eenvoudig te verplaatsen en te vervangen voor maximaal comfort en onderhoudsgemak.

Omgevingslucht onafhankelijke ademluchttoestellen zorgen voor adembare lucht in IDLH-omgevingen (Immediately Dangerous to Life or Health - direct gevaar voor leven of gezondheid):

Het juiste gebruik van ademluchttoestellen helpt risico's aanzienlijk te verlagen, en het is belangrijk dat u de extra last op uw schouders

begrijpt. Een goede vuistregel is: zoveel mogelijk bescherming tegen een zo laag

mogelijk gewicht.

blaaskankerhematopoïetischeleverkanker

basaal-celcarcinoom

squameus-celcarcinoomprostaat-kanker

teelbalkankerziekte van Hodgkin

darm

-ka

nker schildklier-

kanker

nier

-ka

nker

lym

fatis

ch

kwaa

daar

dig

mel

anoo

m

I 15

16 I

Zelfs bij de drukste brandweerkorpsen krijgen de ‘spullen’ af en toe een adem-pauze. Daar is geen sprake van bij het Oefencentrum Noord (OCN, onderdeel van BON-Holding) in Wijster, want daar oefenen dag-in-dag-uit vele groepen brandweerlieden, onder zeer realistische omstandigheden. Soms werken die met eigen materialen, maar vaker met BON-materieel en middelen. “Gewoon omdat je dan geen logistieke zorgen hebt en fris ge-doucht weer naar huis kunt”, zegt Gert van Ommering, Hoofd Oefenen bij BON. “Ook in de weekeinden gaan onze trainingen door; de agenda is goed gevuld. Zater-dag is onze piekdag. Dat komt vooral door de vrijwillige brandweerkorpsen, waar het personeel immers ook andere verplich-tingen heeft. Een enkele keer moeten we zelfs uitwijken naar een zondag; in overleg uiteraard. En helaas moeten we soms ook ‘nee verkopen’, gewoon omdat we de ca-paciteit niet meer hebben, ondanks onze groei en de nieuwbouw die we plegen. De eerste eis is namelijk dat we onze kwaliteit blijven garanderen.”

Op bezoek tussen treinen en chemische incidentenDräger Nieuws is eind juli te gast in het nieuwe hoofdkantoor en krijgt in de kan-tine (op de begane grond, geschikt voor 120 m/v) een van de eerste bakjes prima cappuccino uit de glanzend nieuwe auto-maat. Die machine zat die dezelfde och-tend nog in de verpakking, maar is vlot geïnstalleerd. Aan daadkracht geen ge-brek bij de Noordelijke doorpakkers. Het gebouw is lekker utilitair: comfortabel en mooi maar geen poespas. Het pand heeft

een bodemwarmtesysteem, automatische ledverlichting en vooral veel glas. Er is ten-slotte nogal wat spectaculairs te zien op het omringende terrein. Het is een concen-tratie van weg- en treinverkeersongevallen, uitslaande- en binnenbranden, brandende daken met zonnepanelen, wietkwekerijen, chemische emissies en andere incidenten. Eigenlijk is het enige onnatuurlijke eraan de concentratie van al die rampen op een paar hectare. En hier en daar een nood-stop-slagknop, die bij echte incidenten helaas ontbreekt.

Doordacht handelen, juíst in noodsitua-tiesOok directeur Piet Bouman benadrukt het belang van kwaliteit: “We zijn ISO 9001-2015/2016 gecertifi ceerd, onze spullen worden extern gekeurd en we hebben een goede, actuele RI&E. Daarnaast hebben we veel aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en zorgen we ervoor dat al onze opleidingen voldoen aan de eisen van het IFV en alle andere ‘normstellende’ autoriteiten.” Bij BON

BON en Dräger slaan de handen ineen

BON-Holding BV, met het hoofdkantoor in Wijster, is een gewaar-deerde dienstverlener en opleider in de brandweerwereld. De onderneming (zie kader pag. 18) laat zich professioneel onder-steunen door Dräger bij het materiaalbeheer, de uitgifte en het

intensieve onderhoud van o.a. kleding, helmen, maskers, cilin-ders, ademluchttoestellen en duikapparatuur. Dat is profi jtelijk voor beide partijen én voor de klanten van BON.

Samenwerkingsovereenkomst met BON Holding BV (Oefencentrum Noord) biedt veel goeds

BON Holding bv, Oefencentrum Noord

Na ieder gebruik volgt een complete reiniging en controle.

I 17

wordt de discussie niet geschuwd, en het gesprek gaat al snel over nut en diepere noodzaak, milieunormen en gezond ver-stand bij incidenten met gevaarlijke stoffen of radioactieve materialen. Bouman: “Een incident in een kerncentrale is van een an-dere orde dan een verkeersongeval waar-bij een bestelwagen is betrokken met stra-lend medisch-diagnostisch materiaal uit Petten. Maar dat pictogrammetje voor ra-dioactieve stoffen zit er wel op, net als op die vaten met gebruikte handschoenen uit een lab. Dat leidt al snel tot een eigenlijk onnodige ‘overreactie’. Dat geldt ook voor gaspakprotocollen bij emissies van am-moniak in koelinstallaties. Natuurlijk moet je risico’s niet onderschatten, maar als je door voorschriften niet meer tot snel han-delen kunt overgaan, kan dat ook levens kosten. Protocollen zijn zeker nuttig bij ge-coördineerde actie onder tijdsdruk, maar wij proberen te bereiken dat brandweer-lieden gefundeerd en met kennis kunnen oordelen. Ook in oefensituaties wil ik zien dat brandweerpersoneel weloverwogen handelt. Dat kan betekenen dat een cur-sist besluit niet in te grijpen, of voor een andere aanpak kiest. Wij creëren in onze trainingen bewust twijfelachtige situaties om missers in de praktijk te voorkomen. Dan hebben we wat te evalueren.”

Maar bij het opleiden mag je cursisten niet aan reëel gevaar blootstellen, toch?Van Ommering: “Dat is een heel interes-sant punt. De Arbowet eist dat je zorgt voor een veilige werkomgeving. Maar alle gevaren uitbannen kan niet, en het zou in

onze oefensettings leiden tot weinig realis-tische situaties. Wat er dan gebeurt, is dat de kans op ongevallen bij oefeningen nihil wordt, maar dat die bij echte inzetten juist enorm stijgt. Een flash-over moet je ook ‘echt’ meegemaakt hebben, want pas dan kun je risico’s goed beoordelen. Gelukkig zijn de veiligheidsregio’s zich dat zeer wel bewust.”

Het dilemma is helder. Maar je zorgt wel voor toezicht en voor eersteklas midde-len om ongelukken in oefensituaties te voorkomen.Van Ommering: “Wij zijn weldenkende mensen en leiden ook weldenkende men-sen op. Mensen die bereid zijn ten behoe-ve van anderen gevaren te trotseren, maar nooit onverantwoorde risico’s mogen ne-men. Om dat in te kunnen schatten moet je voldoende kennis hebben en soms heel even afstand nemen om de omstandighe-den te beoordelen. Maar je wilt wel kunnen vertrouwen op de techniek. Wij bezuinigen daar niet op, wat je kunt zien aan onze tank- autospuiten en alle oefenmaterieel, voer-tuigen en middelen. In onze beleving is de kwaliteit van- en goede zorg voor persoon-lijke beschermingsmiddelen een keiharde eis. Je leven kan afhangen van elk veertje en membraantje in je ademluchtautomaat. Realistisch oefenen moet, maar je mag geen roet en fijnstof inademen bij een houtgestookte brand. Arbeidshygiëne is een belangrijk issue, net als de permanen-te controle op de kwaliteit van ademlucht. Daarom zijn wij ook zo blij met onze over-eenkomst met Dräger en de topkwaliteit

diensten die we – aan huis – geleverd krijgen.”

Contract“Na een periode van twee jaar zorgvuldig afwegen en afstemmen zijn we tot een zeer overzichtelijke overeenkomst met Dräger gekomen”, zegt Bouman. “Daar zijn wat ons betreft geen tientallen pagina’s met voorwaarden en uitsluitingen van aan-sprakelijkheid voor nodig. Het vertrouwen en de praktische ondersteuning waren er al voordat er een letter op papier stond, maar nu zijn er handtekeningen gezet: Dräger levert de inrichting van de adem-luchtwerkplaats op ons terrein. Die werk-plaats is tevens beschikbaar als Dräger- steunpunt voor externe partijen in het noorden. Voor ons zal Dräger, samen met collega’s van het oefencentrum, op jaarbasis circa 12.000 brandweerpakken reinigen. Jullie vullen ongeveer 24.000 cilinders en reinigen en testen circa 4.000 maskers en toestellen. Verder is de uit- gifte, het beheer en de service van alle middelen voor een periode van vijf jaar in de werkplaats ondergebracht. En Ewo (Aarts, Dräger servicetechnicus, red.) is de komende vijf jaar bij ons onder de pannen als meewerkend voorman en coördinator.”

Bewaker van de kwaliteit Ewo AartsOnderdeel van de overeenkomst is de vas-te sturende kracht in de ademluchtwerk-plaats, de bovengenoemde Ewo Aarts, door Dräger gedetacheerd bij BON. Hij is formeel dus niet de chef van de (mo-

Het terrein biedt diverse oefenscenario’s - ook tegelijkertijd.Gert van Ommering, Hoofd Oefenen en Piet Bouman, directeur BON Holding

18 I

Ewo Aarts en Ronnie Ekkelenkamp in de tijdelijke adembeschermingswerkplaats.

Ondertekening van de overeenkomst.

STRUCTUUR EN ONTSTAAN BON-HOLDING BV

In 1966 ontstond BON als Stichting Brandweeropleidingen Noord. BON, in de huidige structuur met de twee werk-maatschappijen Brandweeropleidingen Noord BV en Oe-fencentrum Noord BV, is primair actief als opleider en trai-ningsinstituut van - en voor de Brandweerregio Friesland, Groningen en Drenthe, tevens gezamenlijke oprichters en pijlers van BON. Hoewel de werkmaatschappijen bv’s zijn, zijn de aandelen (nog immer) in handen van de Stichting, die via het Stichtingsbestuur (de drie Regionaal Comman-danten) controle uitoefent. BON-Holding biedt ook profes-sionele diensten en expertise aan andere veiligheidsregio’s en aan instellingen en ondernemingen die zich inzetten voor

duurzame veiligheid en vakbekwaamheid. BON beschikt over twee oefenlocaties: Zuidbroek (de oudste, 1978) en Wijster (2005), waar ook het hoofdkantoor is gevestigd. BON-Holding is ontstaan vanuit een ideëel en gezamenlijk doel van brandweerorganisaties en streeft nog steeds naar maximale kwaliteit in (publieke) nood-dienstverlening. In de commerciële markt doet BON-Holding dat tegen eerlijke en marktconforme tarieven. De samenwerkingsovereenkomst met Dräger is gesloten met BON Holding BV. Naast deze formele serviceovereenkomst vindt er ook kennisoverdracht en praktische facilitaire uitwisseling plaats met de Dräger Academy. Voor meer informatie zie www.bon-holding.nl

menteel flexibele) pool van gekwalificeer-de technici die hem ondersteunen bij de dagelijkse werkzaamheden, maar heeft wel het laatste woord waar het kwaliteitsgaran-ties, workflow en aanpak betreft. Of hij dat niet lastig vindt? Aarts: “Daar sta ik hele-maal niet bij stil. Het werkt prima zo. Ik voel me helemaal thuis in het Noorden en bij BON. Ik ben een groot voorstander van de ‘no-nonsense-mentaliteit’ die hier heerst. 18 jaar geleden ben ik vanuit Brabant naar Vledder verhuisd, en ook al raak ik mijn zachte G niet kwijt, ik voel me helemaal geïntegreerd en geaccepteerd. Totdat me-dio 2019 de nieuwe werkplaats gebouwd en operationeel is, werk ik met plezier van-uit het tijdelijke onderkomen op het terrein. De was-, service- en testvoorzieningen zijn aanwezig en Drägerware zorgt al voor een overzichtelijke operatie.” Ronnie Ekkelen-kamp, Beheerder Oefencentra bij BON en

tijdens het bezoek op de achtergrond be-zig met de her-assemblage van een Dräger PSS 7000 ademluchttoestel, is nu al goed te spreken: “Ik ben geen geboren fan van computers, maar wat Drägerware betreft, was ik na een dag al om: superhandig dat je van al je spullen in een handomdraai de geschiedenis op je scherm hebt. En ook al blijft er in onze noodwerkplaats nog wat te wensen over, we werken er veilig en ver-antwoord.”

Eerlijk duurt het langstOok Ewo durft elke vraag open en eerlijk te beantwoorden: “Dat we nu nog een beet-je onpraktisch gehuisvest zijn is eigenlijk alleen een interne handicap. Cilinders vul-len moet nog een paar honderd meter ver-derop, maar we hebben een uitstekende compressor met Airoguard en permanente automatische luchtkwaliteitsmeting. Als er

maar een sprankje CO2 teveel in de aange-

zogen lucht zit, zal die nooit in een cilinder terechtkomen. Die bewaakte Drentse lucht is beter dan de buitenlucht in de Randstad. BON bezuinigt gelukkig niet op kwaliteit en veiligheid. Natuurlijk wil ik graag aan de slag in de nieuwe werkplaats. Ik heb hier al een ‘Barrier’ wasmachine voor kleding, en die gaat er voor de toestellen ook komen. Verder zouden we in ons nieuwe onderko-men graag een paar ramen hebben, om een beetje contact te houden. En anders-om mag wat wij doen ook gezien worden. Waar de Dräger-vlag wappert moet je er-van op aan kunnen dat het goed zit.”

Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheids-techniek: 079 3444 777

CONTACT

I 19

Eigenlijk mag de term ‘blaastest’ best eens op de schop. Er hoeft bij alcoholcontroles namelijk nauwelijks meer te worden geblazen. De Dräger Alcotest 5000 is meer een snuffelaar dan een blaasinstrument. Het is een snel en hygiënisch inzetbaar toestel dat voor een ja/nee screening genoeg heeft aan een zuchtje ademlucht, op enige afstand gevangen in een trechtertje.

Snel en ‘contactloos’ screenen met de

Dräger Alcotest 5000

Een snuffelaar – de Dräger Alcotest 5000

Dräger Alcotest 5000

De ontwikkeling van ademalcoholtestap-paratuur heeft een lange geschiedenis. Na het blaaspijpje kwam het elektronische ademtestapparaat. Aanvankelijk was dat een vrij log en traag apparaat, uitgerust met een slang waarin grote hoeveelheden lucht moesten worden geblazen. Van een controle op alcoholgebruik kreeg de test-persoon het letterlijk benauwd. Bovendien was lange tijd alleen de bloedproef rechts-geldig, wat fysiek belastend bloedprikken vereiste. Metingen met ademalcoholtesten (met de juiste apparatuur) zijn jaren ge-leden rechtsgeldig verklaard en daarvoor worden verschillende testapparaten van Dräger gebruikt. Met hun solid-state elek-trochemische sensoren zijn ze zowel snel als nauwkeurig. Wat in het gebruik van die instrumenten nog als een milde handicap geldt, is het verwisselbare mondstuk dat door de testpersoon tussen de lippen ge-klemd moet worden. Nog altijd prettiger

dan een naald in een ader, maar toch een hygiënisch aandachtspunt. Met de komst van de Alcotest 5000 verdwijnt ook díe zorg.

Goed/fout uitslag in vijf secondenDräger is al 65 jaar toonaangevend fabri-kant van betrouwbare alcoholtestmiddelen en introduceert nu de Dräger Alcotest 5000, een snel en accuraat ademtestap-paraat dat uitgeblazen ademlucht in een trechtertje ‘invangt’ en binnen een oog-wenk aangeeft of er sprake is van alcohol-gebruik of niet. De uitwisselbare blaast-rechter hoeft niet na iedere blaastest te worden vervangen en het instrument is zo snel dat er al na vijf seconden een nieuwe test kan worden uitgevoerd. Twaalf scree-nings in een minuut maakt lange wachtrij-en overbodig. Dat is niet alleen heel han-dig bij poortcontroles, maar voorkomt ook onveilig en irritant oponthoud van voertui-

gen bij verkeerscontroles. In het verleden was de noodzaak om de ‘doorstroming’ te handhaven vaak aanleiding om een voor-genomen honderdprocentcontrole terug te brengen tot een steekproef. De Alcotest 5000 schuift die grens flink op, ook op drukke plaatsen met beperkte parkeer- en rangeerruimte.

Seriemetingen zonder tussentijdse han-delingenHet gebruik en de bediening zijn een-voudiger dan ooit: het display toont in de gebruiksmodus na elke meting alleen een vinkje of een kruis als resultaat. Er zijn twee geluidssignalen en leds (rood en groen) ter ondersteuning, zodat een blik op het display niet eens nodig is. Het toe-stel is na één druk op de knop gebruiks-klaar en het onderscheidt en verwerkt daarna zelfstandig alle opeenvolgende metingen. Voor de persoon die de test af-

20 I

neemt komt het dus aan op het aanreiken of doorgeven van het toestel en het ge-ven van de zeer korte instructie. Bij snelle seriemetingen zal zelfs die instructie niet voor elke individuele meting hoeven te worden herhaald.

Louter enthousiasme bij ‘groottoepas-sers’De Dräger Alcotest 5000 is een snel en zeer eenvoudig hanteerbaar instrument. Het is gevoelig genoeg voor een vlotte screening waarbij de hoogte van het alco-holpromillage niet de belangrijkste factor is: daarvoor kan bij het (meestal geringe) deel van de ‘positieve testpersonen’ een controlemeting worden verricht. De ‘nega-tieven’ kunnen vlot worden doorgestuurd. Die snelle preselectie was het doel waar-voor de ‘5000’ werd ontwikkeld. Gerrit Grefelman, sinds jaar en dag product-manager alcohol- en drugsdetectie bij Dräger Nederland, zegt daarover: “Het apparaat doet wat vroeger de neus deed, maar dan stukken gevoeliger. En het laat zich niet foppen of afl eiden door mas-kerende knofl ookgeur, pepermunt of af-

tershave of door al dan niet geloofwaardi-ge verhalen. Het is precies het instrument waar veel ‘groottoepassers’ op zaten te wachten. Dräger heeft met de Alcotest 5000 een volwaardige oplossing voor het kostbare en vervelende oponthoud dat werd veroorzaakt door nauwkeurige hon-derdprocentcontroles van grote groepen. Ik hoor ook alleen maar enthousiaste com-mentaren van iedereen die ermee mag werken, want er zijn al verschillende grote evenementen geweest waar de Alcotest 5000 is ingezet. Het instrument is ook zeer geschikt voor gebruik op luchthavens, bij stadions, tijdens festivals en in het open-baar vervoer. ”

Invangen van ademlucht zonder ‘back-fl ow’De sensortechniek van de Alcotest 5000 is beproefd en bewezen. Die verschilt nauwelijks van de apparatuur met mond-stuk. Het is de airfl ow en de kanalisatie van de ademlucht in het trechtervormige opvanggedeelte waar de meeste research voor is verricht: het trechtertje bovenop het sensorhuis van het instrument heeft

een slimme venturi, die zorgt voor opti-male ademstroom naar de sensor. Een ander voornaam punt is dat doordachte uitstroomkanalen ervoor zorgen dat de in de richting van de trechter uitgebla-zen ademlucht niet in het gezicht van de testpersoon wordt terug gestuwd, maar vloeiend zijdelings uitstroomt. Bij serietoe-passing minimaliseert dat ook eventueel besmettingsgevaar.

Accessoires en omgevingsmetingen“Het komt voor dat een te testen persoon en de tester niet naast elkaar staan”, zegt Grefelman. “Als een chauffeur in een hoge vrachtwagencabine zit dan kan het lastig zijn om het instrument voor de mond te houden. Daarom hebben we een selfi estick-aansluiting aangebracht. Voor standaardgebruik is een polsriempje han-dig en retrorefl ecterende folie maakt dat je een gevallen of weggelegd instrument ook in het donker zó terugvindt. En ja, te-gen vallen kan het apparaat ook, als je er maar niet met een vrachtwagen overheen rijdt. We leveren blaastrechters in sets van tien, hygiënisch afzonderlijk verpakt. En je kunt zowel met als zónder trechter zoge-naamde ‘omgevingsmetingen’ doen, bij-voorbeeld om te controleren of ‘frisdrank’ alcohol bevat.”

Gebruiksvriendelijke techniek De Alcotest 5000 wordt gevoed vanuit drie AA-type batterijen en is daarmee geschikt voor meer dan 5000 testen. Kalibratie wordt eens in de 24 maanden uitgevoerd. Metingen kunnen handmatig of automatisch worden gestart. Een ge-bruiksinstructie voor de bedienaar die met de Dräger Alcotest 5000 aan het werk gaat hoeft niet langer dan een paar minu-ten te duren. Kortom: een zeer gebruiks-vriendelijk, kosteneffi ciënt en hygiënisch ademalcoholmeetinstrument.

Snel en hygienisch, waardoor er geen wachtrijen ontstaan.

Het inovatieve ontwerp van de blaastrechter zorgt voor zijwaartse afvoer van de uitgeblazen lucht.

Snel enhygienisch

Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheids-techniek: 079 3444 777

CONTACT

I 21

Test Dräger GS01 bij Huntsman geslaagd

In de veiligheidstechniek is men – met recht en reden – tamelijk behoudend. Je gaat niet ‘blind’ voor nieuwe technieken, gewoon omdat het kan. Maar als je je ogen sluit voor de mogelijkheden blijf je in het stenen tijdperk leven. Elke innovatie heeft te ma-ken met de wet van de remmende voorsprong. Inmiddels kunnen

normcommissies en kenniscentra niet om draadloze gasdetec-tie heen en steeds meer gerespecteerde en veiligheidsbewus-te ondernemingen laten zich overtuigen door de onmiskenbare voordelen en de betrouwbaarheid, in elk geval waar het Dräger GasSecure betreft.

Veel specialisten zijn nog huiverig voor draadloze gasdetectie, terwijl het Gas-Secure-systeem kan bogen op een SIL-2 (Safety Integrity Level 2) certifi catie en daarmee in betrouwbaarheid kan wedijve-ren met bekabelde gasdetectie. Dat veel normen er nog niet klaar voor zijn is niet onoverkomelijk: met een goede eigen risi-coanalyse en een doordachte inzet kunnen draadloze gasdetectiesystemen een waar-devolle aanvulling of gedeeltelijke vervan-ging zijn van bekabelde systemen. Om te beginnen kunnen er hiaten mee worden gedicht die met conventionele apparatuur niet of slechts tegen hoge kosten of met grote vertraging aan te pakken zijn. Als dergelijke belemmeringen ertoe leiden dat gasrisico’s niet of slechts gebrekkig worden bewaakt, dan lijkt de inzet van ‘draadloos’ vanzelfsprekend. Steeds meer gebruikers raken overtuigd van de toege-voegde waarde van wireless detection.

Test Huntsman BotlekIn 2017 en 2018 heeft Huntsman Holland BV, onderdeel van Huntsman Polyuretha-nes, een uitgebreide veldtest uitgevoerd met draadloze gasdetectie, onder andere met de Dräger GS01 koolwaterstoffen-detector. Het ging tijdens de veldtest niet

om de (uitstekende) detectiekwaliteiten, maar om de stabiliteit en veiligheid van de draadloze netwerkverbindingen waar-mee de signalen van de detectoren via de access points en gateways werden doorgestuurd naar de controleruimte. De GS01-detectoren werden op verschillende plaatsen in de plant aangebracht, naast bestaande vaste meetkoppen (Dräger type PIR 334 en PIR 7000). Ruud van der Helm, Process Analyser Engineer en teamleider, heeft samen met zijn collega Rob den Hartog een jaar geëxperimenteerd met de Dräger GS01 draadloze koolwaterstoffen

(LEL) detector. De technische heren ver-tellen graag aan Dräger Nieuws hoe dat is bevallen.

Ruud, wat was de reden om te gaan tes-ten met draadloze detectie? Van der Helm: “Je moet toch weten welke technieken er ontwikkeld worden, anders kun je er niet over meepraten. Bovendien was ik gewoon nieuwsgierig. In mijn optiek moet je niet bij voorbaat je hoofd laten han-gen naar alle bezwaren van bijvoorbeeld de IT-afdelingen; dan kom je er nooit. Wij techneuten moeten laten zien dat het kan en de netwerkspecialisten betrekken bij onze noden en bevindingen. Het is jam-mer om meteen al met je hakken in het zand te gaan staan vanuit voorbarige aan-names over bijvoorbeeld onbetrouwbaar-heid, hackingsrisico’s en virussen. Ook in de WIB (vereniging van industriële eindgebruikers van procesautomatisering, red.) is draadloze gasdetectie een ‘hot issue’. We hebben het er met z’n allen voortdurend over, maar er is niemand die het gewoon eens uitprobeert. Bij de mee-tings hoor ik mijn collega’s roepen ‘dat kán niet’ en ‘dat je dat dúrft’. Wij hebben in een veldtest laten zien dat draadloze gasdetectie betrouwbaar werkt.”

Voorlopige conclusie: draadloze gasdetectie biedt veilige mogelijkheden

v.l.n.r. Rob den Hartog, Rob van Rossum, Ruud van der Helm.

22 I

Maar je moet ook een specifi eke toe-passing in gedachten hebben gehad. Je werkt niet met drijvende of mobiele objecten waar het niet anders kán dan draadloos.Van der Helm: “Zeker. Wij hebben een groot terrein en werken met verschillen-de ‘ringen’ van gasdetectoren. De meest centrale detectoren zitten ín de installatie, dicht bij mogelijke emissiebronnen. Die detectoren noemen we de ‘A-trips’ (bij een emissie wordt het proces automa-tisch en op een veilige manier gestopt). Dat zijn hard bekabelde meetkoppen die zeker niet als eerste in aanmerking komen om te worden vervangen door draadlo-ze exemplaren. De ringen eromheen zijn aan te merken als gebiedsbeveiliging en de buitenste ring dekt de omgevingsvei-ligheid af, ongeacht de windrichting. Die laatste serie gasdetectoren omsluit de hele fabriek. Je ziet soms dat daar ‘open pad’ lijndetectie voor wordt ingezet; een prima techniek waar eigenlijk hetzelfde ‘bezwaar’ aan kleeft als aan draadloze detectie, namelijk dat het ‘niet door de normbladen wordt afgedekt’. Desondanks

maken veel bedrijven er dankbaar gebruik van. Onze buitenste ring vergt lange en kostbare bekabeling, die je ook nog vei-lig moet installeren, bijvoorbeeld door het in mantelbuis in te graven. Wij heb-ben binnen onze hekken enkele opstallen ontmanteld en bewust de zeer zware be-tonnen bunkerfundering laten liggen. Ga daar maar eens bekabelen. Op die plek worden bovendien veel tijdelijke activitei-ten ontplooid. Als er een berg grond ligt of een romneyloods wordt geplaatst dan kan dat ervoor zorgen dat je je gasdetec-tie uit de ‘luwte’ moet halen. Een draadloos systeem is zeer fl exibel, en dat scheelt je dan de hoge aanpassings-kosten van je kabels.” Intussen toont Van der Helm op een scherm een bovenaan-zicht van de MDI-1 en -2 fabriek en de polyolenplant met de grote aantallen gas-detectoren voor onder andere fosgeen-, chloor- en LEL-detectie. In de installaties bevinden zich de clusters ‘A-trips’, daar-omheen de eerste ring, dan de tweede ring en daaromheen de buitenste, derde ring, de zogenaamde SAFER-ring. Het is de bedoeling dat op deze manier geen

enkele emissie onopgemerkt blijft en de bewegingsrichting van een eventuele gas-wolk wordt gemonitord.

Hoe komt het dat de industrie nog zo terughoudend is?Van der Helm: “Vroeger had elke grote (petro)chemische onderneming zijn eigen R&D-afdeling. Toen ontwikkelden we zelf nieuwe en vernuftige systemen. Nu laten we dat over aan toeleveranciers en lijkt de houding tegenover innovatie veranderd, we zijn vooral erg kritisch en behoudend.”Den Hartog: “Ik ben blij dat wij wel onze nek hebben mogen uitsteken, al is het alleen maar om zelf te weten wat er mogelijk is.”

Was het moeilijk om de test te organi-seren?Van der Helm: “Dat heeft intern wel wat overredingskracht gevergd. Het liefst hadden we naast elke vaste detector een GS01 neergezet en alles met ons centra-le ICS-meetsysteem (Industrial Control System) verbonden. Uiteindelijk is het een stand-alone-systeem geworden, waarbij we wel uitgebreid hebben kunnen testen met de posities van de units en de an-tennes. We hebben de connectiviteit en stabiliteit goed kunnen beproeven en die blijken zeer betrouwbaar.”

Hoe was de test opgezet? Den Hartog: “We hadden onze werk-plaats als control room, met een antenne op het dak, gekoppeld aan de gateway. De GS01’s bevonden zich in de installa-ties. Waar zich metalen tanks in de zicht-lijnen bevonden hebben we verschillende extended antennes gebruikt, met goed re-sultaat, zelfs met kleinere niet-standaard antennetypen. Als we bewust en met moeite de verbinding tussen een GS01 en het basisstation blokkeerden, werd de link automatisch via de andere GS01 geleid. Van der Helm: “In een groot netwerk heb je op die manier een enorme hoeveelheid verbindingsmogelijkheden. De kans dat alle netwerkpaden worden geblokkeerd, zeker bij een doordachte confi guratie, is vrijwel nihil. Je kunt op je centrale scherm zien of een detector zijn primaire verbin-ding gebruikt of een secundaire. Bij een

Hier zie je duidelijk de gele antenne van de GS01; de kabel is van de PIR 7000.

Dräger GS01

Dräger PIR 7000

I 23

groot netwerk wil ik als technicus zeker in de ontwerpfase kunnen zien welke pa-den beschikbaar zijn en welke worden ge-bruikt. Daar schijnt een grafi sch program-maatje voor te zijn (dat is er, en het wordt gebruikt bij de confi guratie van draadloze meetsystemen, red).”

Hoe zit het met hackingsrisico’s, in-braak op de communicatie en met vi-rusgevoeligheid?Van der Helm: “Dat het veilig moet zijn is voor iedereen duidelijk. Daarom heet het GasSecure, toch? Wij moeten samenwer-ken met alle specialisten om te zorgen dat we onze kennis combineren en zo de vei-ligheid van dit soort systemen optimalise-ren. Bij een andere test met soortgelijke apparatuur werkt het draadloze meetsys-teem met frequency hopping en met een voor hackers ongebruikelijk transmissie-protocol. Bovendien zetten we daar de draadloos aangeleverde meetwaarden eerst om in een 4-20 milliampère-signaal. Op deze manier wordt het hacken be-moeilijkt; ik moet het eerste virus nog te-genkomen dat door een analoge interface heen komt. Ik sta zeker open voor uitge-breidere tests met de GS01 en wie weet zetten we hem binnenkort ook in.”

Je ziet het Dräger GasSecure-systeem dus niet als een no-go.Van der Helm: “Zeker niet. Wat een jaar

mee op. Voor ons geldt dat we van daar-uit verder de toekomst in kunnen kijken en samen met Global IT kunnen handelen.” Zie www.huntsman.com

goed heeft gewerkt, mogen we – indien dit in een uitgebreid rapport is aange-toond en geverifi eerd is met Huntsman authorities – Huntsman-proven technology noemen. Het systeem is goed uit deze test gekomen. Ik maak me meer zorgen over IoT*-achtige ontwikkelingen met draadlo-ze sensortjes aan pompen of gewoon de online-koelkast die bijhoudt of je melk nog vers is. Als je die ergens aan je ICS-sys-teem hangt, ben je, naar mijn mening, heel wat kwetsbaarder. Het wrange is dat dat her en der al wél gebeurt. Je moet goed kijken hoe veiligheidskritisch de systemen eigenlijk zijn en welke risicoscenario’s er te verwachten zijn. Het bij voorbaat en per defi nitie uitsluiten van draadloze toe-passingen is onterecht, omdat je daar-mee ook heel veel mogelijkheden blok-keert en jezelf soms op onnodige kosten jaagt. Goed uitzoeken wat je wel en niet toelaatbaar acht, is een eerste stap naar het gebruik. Je doet er nuttige ervaring

OPZET EN RESULTATEN VAN DE HUNTSMAN-TEST

De Dräger GasSecure GS01 is de eerste geheel draadlo-ze IR-detector voor industriële en offshoretoepassingen. Om een batterijlevensduur van twee jaar mogelijk te makenwerkt dit ultra-low-power instrument met continu ultra-soondetectie en regelmatige infrarood ‘waakhondmetingen’.Ter beproeving van de betrouwbaarheid van het GasSecuredraadloze gasmeetsysteem zijn begin 2017 twee GS01 draadloze, batterijgevoede gasdetectoren geplaatst in de polyurethaanfabriek in Rotterdam Botlek. De GS01’s warenop verschillende locaties in de installatie geplaatst, naast be-staande (Dräger Polytron) bedrade detectoren. De GS01’sstonden (rechtstreeks en/of via elkaar) in verbinding met eenantenne op het dak van het gebouw van de onderhouds-afdeling, over afstanden van enkele honderden meters. Het

access point in datzelfde gebouw was bedraad verbonden met een gateway en een standalone pc (laptop). Het experi-ment heeft meer dan een jaar geduurd, waarbij in deze pe-riode meer dan 500.000 meetwaarden zijn gelogd. Er zijn geen problemen geconstateerd. De draadloze verbinding is – ondanks bewuste pogingen tot interferentie met andere RF-bronnen in en buiten de WiFi-band en wegverkeer in het transmissiepad – continu in stand gebleven. Ook bij een ge-forceerde signaaldemping en een Packet Error Rate (PER) van 60% bleef de communicatie van meetwaarden overeind. Zelfs bij het gebruik van niet volledig geladen batterijen - dat leidde tot ‘low-battery-indicaties’ - bleken deze voldoende accuraat. Nadere gegevens en verantwoording van testresul-taten en condities zijn beschikbaar via Dräger, afdeling GDS.

*IoT = Internet of Things

Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Stationaire Gasdetectiesystemen: 079 3444 845

CONTACT

Volgens Ruud van der Helm is de area monitoring eenvoudig af te lezen.

24 I

Keuring drukinstallaties noodzaak, maar doe dat wel economisch

Dräger is gecertificeerd voor het ontwerpen, assembleren en keuren van zowel hoge- als lagedrukinstallaties volgens de Pressure Equipment Directive (PED 2014/68/EU). Dergelijke installaties zijn doorgaans samen-stellen, waarbij de componenten allemaal af-zonderlijk tot een bepaalde druk zijn toege-laten. Natuurlijk moet die minstens gelijk zijn aan de maximale werkdruk van de installatie. Over de op elkaar afgestemde componenten, de (verschillende) keurings- en beproevings-regimes voor de onderdelen, de vijfjaarlijkse vervangingseis van eindveiligheden en de CE-markering heeft Dräger Nieuws eerder geschreven. De kern van de boodschap is al-tijd geweest dat ‘de’ PED – die in feite bestaat uit een heleboel verschillende regelingen met zeer specifieke eisen – een buitengewoon complexe norm is die specialistische exper-tise vereist bij ontwerp, bouw, aanpassing en keuring. Het veranderen van de leidingloop van een ademluchtvulinstallatie, een gasdis-tributiesysteem of zelfs maar het aanbrengen van een andere koppeling op een lagedruk-persluchtsysteem door een op zich bekwame installateur is ‘not done’.

SpecialistenwerkArno Dekker, Hoofd Service Veiligheid-stechniek van Dräger Nederland werkt dagelijks met – en conform – de PED en heeft de regelingen en herzieningen vanaf het prille begin gevolgd. Dekker: “De PED eist onder andere (aantoon-baar) goed vakmanschap bij de aanleg van een installatie. Een compressor met een vaste leiding in een werkplaats is al een samenstel, en als je daar ook maar iets aan verandert dan ben je volgens de CE-systematiek fabrikant en dus formeel aansprakelijk voor de veiligheid van die installatie. Eigena-ren die dat niet weten of bewust niet

respecteren kunnen zichzelf lelijk in de vingers snijden als het misgaat, net als welwillende niet-gecertificeerde instal-latiebedrijven.”

Reële risico’sDekker: “Afgezien van de formeel-juri-dische kant van de zaak, zijn de risico’s bepaald niet denkbeeldig: ik ben ooit een persluchtinstallatie tegengekomen waarvan de leidingen waren openge-scheurd. Bij een werkdruk van ‘slechts’ 13 bar. De gebruikte stalen leidingen waren bedoeld voor een CV-installatie. In een gewone verwarmingsinstallatie kom je nooit hoger dan een paar bar:

Foto midden: Dräger servicetechnicus Michel van der Doe tijdens onderhoud aan een drukinstallatie.

Onder hoge druk

I 25

de druk in het expansievat of die van het veiligheidsventiel, plus de statische druk van de waterkolom boven het laagste punt. Ik ben blij dat er niemand naast stond toen de zaak ontplofte. Natuurlijk is dat een ex-cessief voorbeeld, maar het kan fout gaan bij elk vat, elk ‘knietje’ en iedere afsluiter als die niet deugt of fout is gemonteerd. Verkijk je vooral niet op de hoeveelheid opgeslagen energie. Zelfs vrachtwagen-banden worden na montage in een korf opgepompt omdat er doden zijn gevallen als een karkas of een velg de druk niet aan bleek te kunnen. En dan zit je nog maar op maximaal zo’n acht bar.”

Pressure Equipment DirectiveUiteraard mogen alleen voor het betref-fende doel toegelaten onderdelen worden toegepast. Dräger heeft daar uitgebreide typegoedkeuringslijsten voor. Handige modulaire bouwsystematiek en ‘typekeur’ voor deelsamenstellen maakt dat ook uit-gebreide installaties vlot van de tekentafel komen. Dekker: “De regels in de PED zijn gewoon veiligheidskwesties die zich heb-ben vertaald in uitgebreide verplichtingen. Oudere installaties (van vóór 2004) hoe-ven niet volgens de PED te zijn opgeleverd en hoeven ook niet te worden herbouwd, maar ze moeten wel veilig zijn. Eigenlijk is dat net zo als bij machines van voor 1996, die niet aan de Machinerichtlijn hoeven te voldoen. Het zou kapitaalvernietiging zijn als ik oudere compressoren met heel wei-nig draaiuren om die reden af zou moeten keuren. Laatst kwam ik een compressor te-gen uit 1972, waar ik gelukkig nog nieuwe

filterpotten voor kon vinden. Maar iedereen begrijpt dat het een keer op zal houden, ook al is dat nóg zo teleurstellend.”

Uitbreiden van oudere installatiesDekker vervolgt: “Géén PED voor oude installaties is bovendien betrekkelijk: zo-dra je een installatie zou gaan uitbreiden, val je wél onder de PED. Het bedrijf dat die uitbreiding doet, moet dan ook het be-staande deel nalopen en certificeren. Als dat andermans werk betreft, zal die gecer-tificeerde installateur daar heel terughou-dend in zijn, en misschien moet er daarom veel meer worden vervangen dan aanvan-kelijk gedacht. Ook ik kan aan de buiten-kant niet altijd zien of een onderdeel of een leiding is toegelaten, maar ik neem er geen risico’s mee. Andere gecertificeerde installateurs en keurders net zomin.”

Kennisoverdracht hoort bij de serviceEigenaren van drukinstallaties willen uiter-aard een veilige, bedrijfszekere en gecerti-ficeerde installatie, maar wel tegen redelij-ke kosten. Dekker: “Je bent in het voordeel als je weet wat je in bedrijf hebt en hoe het werkt. Complexere installaties zijn voor-zien van allerlei veiligheden die voorkomen dat er iets misgaat, en uit storingsmeldin-gen en gedrag van de componenten kun je veel afleiden. Ik ben vanmorgen nog even bij een installatie geweest waar de koeldroger boven de zeven graden kwam. Dat kwam door een slecht zichtbare af-gebroken ventilator bij de condensor, wat eigenlijk een bizar en zeldzaam defect is, maar de temperatuursensor schakelde wel

Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheids-techniek: 079 3444 777

CONTACT

Onderhoudswerkzaamheden in uitvoering. Gescheiden systemen voor medische lucht en technische lucht.

de hele installatie uit. Een dergelijke sto-ring is lastig op te lossen via de mail of de telefoon. In de korte tijd dat ik bij die klant was, heb ik niet alleen die storing ge-vonden, maar ook nog kunnen laten zien hoe je er in dit geval toch veilig mee had kunnen werken en waar de testknopjes en hoofdcomponenten zitten. En het con-densafvoerventiel, waar je wekelijks even aan moet trekken. Niet alle fabrikanten zet-ten dat in hun handleidingen. Mijn advies: neem even de tijd om je te laten informe-ren. Domme vragen bestaan niet en mijn collega’s en ik vertellen het graag. Niks mooiers dan een klant gelukkig en gerust-gesteld achter te laten.”

Economisch ‘gesynchroniseerd’ keuren en onderhoudenCompressoren, filters, buffervaten, eindvei-ligheden en andere componenten hebben allemaal een keurings- en vervangingscy-clus, soms bepaald door de gebruiksom-standigheden en/of de bedrijfsuren, soms voorgeschreven in de (bindende) regels, die 1, 2, 4, 5, of 6-jarige periodieke keu-ring, demontage, vervanging of beproeving voorschrijven. Dekker: “Het loont om die activiteiten te clusteren, zodat onderhoud en keuring zo economisch mogelijk wordt gecombineerd. Dat scheelt manuren en bezoekjes. Installaties moeten ook eens in de vijf jaar door een Notified Body wor-den gecertificeerd; in Nederland is dat o.a. Lloyd’s. Lloyd’s schrijft eigenaren al een jaar tevoren aan wanneer ze voor de hercertificering langskomen. Dräger krijgt daar geen afschrift van, maar hoort dat graag van de klant. Wij vervangen dan de eindveiligheid diezelfde dag. Als we dat namelijk een half jaar tevoren al zouden doen, dan staat Lloyd’s na viereneenhalf jaar weer op de stoep. Het lijken kleinig-heden, maar alles bij elkaar kun je de be-drijfskosten beperkt houden zónder in te leveren op bedrijfszekerheid en veiligheid.”

26 I

Interesse? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Stationaire Gasdetectiesystemen: 079 3444 845

CONTACT

Snel uitstromend gas uit een lek in een hogedruk-gasleiding of vat maakt geluid. Dit ultrageluid (hoogfrequent lekgeruis) is herkenbaar en detecteerbaar, ook al neemt het menselijk oor het niet waar. Dat opent de weg naar akoestische detectie. Het betreft geen splinternieuwe techniek, maar wel een met veel specifi eke toepassingen. Ook Dräger is overtuigd van de mogelijkheden en heeft de slimme Polytron 8900 ontwikkeld. De vast opgestelde ‘meetkop’ bevat geen traditionele DrägerSensor® maar een gevoe-lige ultrasoon-microfoon, die – ook in zeer luidruchtige omgevingen – karakteristieke lekgeluiden waarneemt.

Akoestische gaslekdetectie met de Dräger Polytron 8900

Luistert aandachtig – de Dräger Polytron 8900

Voordelen van akoestische detectieGeluid plant zich honderden malen snel-ler voort dan de diffusiesnelheid waarmee een gas zich met de omringende lucht vermengt. Bovendien beweegt geluid zich ook tegen de wind in. Akoestische gebiedsbewaking in de buitenlucht be-hoeft daarom geen ‘rondom-opstelling’ met vele sensoren. Ultrasone lekdetectie is niet-gasspecifi ek en kan dus ook wor-den ingezet voor edelgassen, perslucht of stoom. Het is daarmee een breed be-wakingsmiddel bij gastransport of opslag onder drukken vanaf circa 2 bar en op detectie-afstanden tot ongeveer 20 meter.

Volwassen techniek De ultrasone detectietechniek voor ho-gedruk gaslekken bestaat reeds enige decennia en bekende kinderziekten (fre-quente valse meldingen door omgevings-

geluiden) zijn onder controle. De nieuwe Dräger Polytron 8900 UGLD (Ultrasoon GasLekDetector) bevat uitstekende akoestische fi lters, in de vorm van algo-ritmen die eenmalig worden ingeregeld op de opstelplaats. De Polytron 8900 zal daarna jarenlang en nagenoeg zonder on-derhoud zijn taak kunnen vervullen. Trans-mitter en (evt. remote) sensor laten zich naadloos integreren in bestaande statio-naire gasdetectiesystemen, voeding (24 Vdc) en communicatie (4 – 20 mA, HART) zijn standaard. Net als bij andere typen de-tectoren zijn detectie- en alarmdrempels instelbaar. Kalibratie- en testapparatuur, inregelinstrumenten en software-tools zijn beschikbaar. De nieuwe Polytron 8900 UGLD is explosieveilig, net zo robuust als de andere Polytrons en laat zich niet van de wijs brengen door luchtvochtig-heid, water, stof, extreme temperaturen

en luchtdrukverschillen. Ultrasoondetectie met de Polytron 8900 kan dé oplossing zijn voor (al dan niet bekende) zwakke plekken in bestaande stationaire gasde-tectiesystemen.

Momenteel lopen verschillende veldtesten met de Dräger Polytron 8900 UGLD, on-der andere in de petrochemie, ook in Ne-derland. De marktintroductie zal eind 2018 plaatsvinden. Dräger houdt haar klanten op de hoogte via de e-nieuwsbrieven en Dräger Nieuws.

Dräger Polytron 8900 UGLD

Dräger UGLD-sensor

I 27

Pagina 2

Face-fi ttestenDräger Academy

Resumé Dräger is overal, ook in deze Dräger Nieuws Neder-land. Dit is een overzicht van DRÄGER PRODUCTEN en diensten die in deze uitgave ter sprake komen. De QR-code* linkt u naar een relevante internetpa-gina met de genoemde of gerelateerde producten.

Uitgever:Dräger Nederland B.V.Huygensstraat 3-52721 LT Zoetermeer

Dräger Nieuws Nederland is een uit gave van Dräger Nederland B.V., verschijnt twee keer per jaar in een oplage van 7000 exemplaren en wordt – verpakt in biologisch afbreekbare folie – kostenloos toegezonden aan al haar relaties en klanten.

Hoofdredactie:Mascha Fiktorie

Redactiemedewerkers:Marcel Captijn, Patrick van Vugt, Wilco Kurpershoek, Bas Niesing, Arjan Wulff, Roger Zonnenberg, Gerrit Grefelman, Piet Bouman, Gert van Ommering, Ronnie Ekkelenkamp, Ewo Aarts, Ruud van der Helm, Rob den Hartog, Rob van Rossum, Arno Dekker, Ton Sebel, Michel van der Doe

Vormgeving: Rauschenbach Design GmbHLübeck, Duitsland

Fotografi e: Dräger

Drukwerk:Drukmotief B.V.

© Dräger Nederland B.V. 2018 Alle rechten voorbehouden. Deze publicatie mag niet worden gereproduceerd, opgeslagen in een datasysteem of openbaar gemaakt, in welke vorm of met welke methode dan ook, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door middel van fotokopie, opname of welke andere techniek dan ook, hetzij geheel, hetzij gedeel-telijk, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.

De artikelen in deze nieuwsbrief bevatten informatie over producten en hun mogelijke toepassingen in het algemeen. Ze houden geen enkele garantie in dat een product specifi eke eigenschappen heeft of geschikt is voor enig specifi ek doel. Gespecialiseerde medewerkers worden geacht exclusief gebruik te maken van de vaardigheden die ze hebben verworven door hun opleiding en training en door praktijkervaring. De zienswijzen, meningen en uitspraken zoals uitgedrukt door de personen die in de tekst voorkomen alsmede door de externe auteurs van de artikelen, komen niet noodzakelijkerwijs overeen met die van de uitgever. Dergelijke zienswijzen, meningen en uitspraken komen volledig voor rekening van de betreffende personen. Niet alle producten die worden genoemd in deze nieuwsbrief, zijn wereldwijd verkrijgbaar. Uitvoeringen, opties, toelatingen en leverbaarheid kunnen van land tot land verschillen. Dräger behoudt zich het recht voor wijzigingen aan te brengen in producten. De actuele informatie is verkrijgbaar bij de uitgever.

Pagina 4

Marine & OffshoreDiverse veiligheidsmaterialen voor de scheepvaart

*De

QR

-cod

e ku

nt u

sca

nnen

met

een

daa

rvoo

r ge

schi

kte

smar

tpho

ne o

f tab

let.

Dow

nloa

d hi

ervo

or d

e be

tref

fend

e ap

plic

atie

in u

w a

pp-s

tore

.

Pagina 24

PED-richtlijnService en onderhoud (drukapparatuur)

Pagina 8

Dräger Oxylog VE3000Robuust mobiel beademings-apparaat

Pagina 19

Dräger Alcotest 5000Ademalcoholmeetinstrument

Pagina 14

AdembeschermingSpeciaal voor de brandbestrijder

Pagina 26

Dräger Polytron 8900 UGLDAkoestisch stationair gasdetectiesysteem

Pagina 21

Dräger GS01Draadloze gasdetectie

Pagina 16

WerkplaatsinrichtingOplossingen voor de totale workfl ow

Pagina 12

Wash6-BarrierInbouw-reinigingsmachine voor maskers en toestellen

Pagina 3

Dräger X-am 3500Gasmeetinstrument voor vrijgavemetingen

Betrouwbare

bescherming van Dräger

Dräger biedt professionele brandbestrijders en noodhulpdiensten een compleet pakket aan robuuste en geavanceerde adembescherming. De Dräger PSS-ademluchttoestellen, HPS-helmen en FPS-volgelaats-maskers met communicatiesysteem zijn optimaal op elkaar afgestemd en bieden een hoog draagcomfort en vele configuratiemogelijkheden. Hierdoor kunt u zich vol vertrouwen volledig richten op de uit te voeren werkzaamheden.