DR. W.A.L. BEEREN, 1928-2000 - X-Cagorjb.x-cago.com/GARJB/2001/12/20011231/GARJB... · nemen van...

10
DR. W.A.L. BEEREN, 1928-2000 DOOR DR. JOH.R. TER MOLEN Op 21 augustus 2000 overleed in Amsterdam de kunsthistoricus dr. Wim Beeren. Hoewel deze specialist op het gebied van de moderne kunst aanvankelijk als recensent werkzaam was geweest en in zijn latere loopbaan ook universitaire functies heeft vervuld, was het museale werk hem het meest dierbaar. In het museum had hij immers de moge- lijkheid om zich het meest direct bezig te houden met de kunst waar- voor hij bewondering koesterde en kon hij anderen kennis laten nemen van het werk van zijn favoriete kunstenaars. In Rotterdam heeft Beeren in de jaren 1978-1985 leiding gegeven aan Museum Boijmans Van Beuningen, een periode waarin dit eerbiedwaardige instituut een belangrijke en boeiende stap voorwaarts heeft gemaakt. Dat gebeurde enerzijds door eigentijdse kunstenaars, van het merendeel waarvan inmiddels duidelijk is geworden dat zij blijvend hun stempel hebben gedrukt op de culturele ontwikkeling van de twintigste eeuw, exposi- tiemogelijkheden te bieden, en anderzijds door representatief werk van hen voor de collectie te verwerven, met als gevolg dat het Rotterdamse museum zich thans met een veel breder overzicht van de kunsthisto- rische ontwikkelingen op een internationaal niveau kan presenteren. De levensloop van Wim Aart Louis Beeren begon op 29 januari 1928 in het Belgische Saint Josse-ten-Noode, een randgemeente van Brussel die nadien in de Belgische hoofdstad is opgegaan. Als enig kind uit een gemengd huwelijk werd hij op twaalfjarige leeftijd katho- liek, een keuze die mede richting heeft gegeven aan zijn verdere leven. Zo besloot hij om na zijn middelbare schooltijd in Deventer en op het Haags Lyceum, waar hij in contact kwam met zijn toekomstige echt- genote en met de latere kunstverzamelaar Frits Becht, kunstgeschiede- nis te gaan studeren aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. Hij maakte deel uit van een hechte vriendenkring rond zijn hoogleraar prof.dr. F.G.L. van der Meer, waartoe ook diverse studiegenoten zoals 98

Transcript of DR. W.A.L. BEEREN, 1928-2000 - X-Cagorjb.x-cago.com/GARJB/2001/12/20011231/GARJB... · nemen van...

Page 1: DR. W.A.L. BEEREN, 1928-2000 - X-Cagorjb.x-cago.com/GARJB/2001/12/20011231/GARJB... · nemen van het werk van zijn favoriete kunstenaars. In Rotterdam heeft Beeren in de jaren 1978-1985

DR. W.A.L. BEEREN, 1928-2000

DOOR DR. JOH.R. TER MOLEN

Op 21 augustus 2000 overleed in Amsterdam de kunsthistoricus dr.Wim Beeren. Hoewel deze specialist op het gebied van de modernekunst aanvankelijk als recensent werkzaam was geweest en in zijn latereloopbaan ook universitaire functies heeft vervuld, was het musealewerk hem het meest dierbaar. In het museum had hij immers de moge-lijkheid om zich het meest direct bezig te houden met de kunst waar-voor hij bewondering koesterde en kon hij anderen kennis latennemen van het werk van zijn favoriete kunstenaars. In Rotterdam heeftBeeren in de jaren 1978-1985 leiding gegeven aan Museum BoijmansVan Beuningen, een periode waarin dit eerbiedwaardige instituut eenbelangrijke en boeiende stap voorwaarts heeft gemaakt. Dat gebeurdeenerzijds door eigentijdse kunstenaars, van het merendeel waarvaninmiddels duidelijk is geworden dat zij blijvend hun stempel hebbengedrukt op de culturele ontwikkeling van de twintigste eeuw, exposi-tiemogelijkheden te bieden, en anderzijds door representatief werk vanhen voor de collectie te verwerven, met als gevolg dat het Rotterdamsemuseum zich thans met een veel breder overzicht van de kunsthisto-rische ontwikkelingen op een internationaal niveau kan presenteren.

De levensloop van Wim Aart Louis Beeren begon op 29 januari1928 in het Belgische Saint Josse-ten-Noode, een randgemeente vanBrussel die nadien in de Belgische hoofdstad is opgegaan. Als enigkind uit een gemengd huwelijk werd hij op twaalfjarige leeftijd katho-liek, een keuze die mede richting heeft gegeven aan zijn verdere leven.Zo besloot hij om na zijn middelbare schooltijd in Deventer en op hetHaags Lyceum, waar hij in contact kwam met zijn toekomstige echt-genote en met de latere kunstverzamelaar Frits Becht, kunstgeschiede-nis te gaan studeren aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. Hijmaakte deel uit van een hechte vriendenkring rond zijn hoogleraarprof.dr. F.G.L. van der Meer, waartoe ook diverse studiegenoten zoals

98

Page 2: DR. W.A.L. BEEREN, 1928-2000 - X-Cagorjb.x-cago.com/GARJB/2001/12/20011231/GARJB... · nemen van het werk van zijn favoriete kunstenaars. In Rotterdam heeft Beeren in de jaren 1978-1985

27. Dr. WTAL

de architectuurhistoricus Kees Peeters en Hein van Haaren behoorden;zij bleven trouw samenkomen bij hun dierbare leermeester tot aan heteinde van diens lange leven.

Door het enthousiasme, waarmee Beeren zich reeds tijdens zijnstudie tot een specialist op het gebied van de moderne kunst ontwik-kelde, trok hij al spoedig ook buiten de universiteit de aandacht. Deintensieve werkzaamheden die hieruit voortkwamen, hadden totgevolg dat hij uiteindelijk pas in 1960 zijn universitaire opleiding meteen doctoraal examen zou afsluiten. Zeer vereerd voelde hij zich, toenW. Jos de Gruyter hem als jonge student aanzocht om als kunstrecen-sent voor //«?r VWerZ^Wte gaan schrijven. Vanaf 1954 kreeg hij, aan-vankelijk als assistent en later als conservator en hoofd prentenkabinet,een functie bij het Haags Gemeentemuseum, waar in die jaren KarelSchuurman leiding gaf aan de afdeling moderne kunst. Hij werkte er

99

Page 3: DR. W.A.L. BEEREN, 1928-2000 - X-Cagorjb.x-cago.com/GARJB/2001/12/20011231/GARJB... · nemen van het werk van zijn favoriete kunstenaars. In Rotterdam heeft Beeren in de jaren 1978-1985

samen met zijn reeds genoemde studiegenoot Hein van Haaren, entevens met Cor Blok en Rini Dippel die hem in latere museale func-ties opnieuw terzijde zouden staan. Beeren richtte zich in het HaagsGemeentemuseum op de nieuwste internationale stromingen in dekunst, zoals de Pop-Art en Zero. Onder de titel 'Nieuwe Realisten'wijdde hij er in 1964 een eerste belangrijke tentoonstelling aan. Tweejaar eerder, bij de opening van de nieuwe vleugel van het museum-complex, publiceerde hij in de vorm van een grote krant zijn

In 1965 werd Wim Beeren benoemd tot hoofdconservator van hetStedelijk Museum in Amsterdam, waar hij wederom enkele opmerke-lijke tentoonstellingen met een zeer vernieuwend karakter zou samen-stellen. In het bijzonder dienen in dit verband 'Vormen van Kleur'(1966) over de autonome toepassing van kleur door kunstenaars alsFrank Stella en Donald Judd, en 'Op losse schroeven' (1969) over detoen doorbrekende arte povera en conceptuele kunst te wordengenoemd. De uitdaging om een nieuwe presentatie in Park Sonsbeekte organiseren, een intensieve taak die niet te combineren viel met zijnmuseale functie, deed Beeren in 1971 besluiten om het StedelijkMuseum te verlaten; overigens niet voorgoed, zoals later zou blijken.In dat jaar 1971 stelde hij de groots opgezette manifestatie 'Sonsbeekbuiten de perken' samen, waarin de eigentijdse beeldhouwkunst cen-traal kwam te staan.

Wim Beeren was inmiddels getrouwd met zijn middelbare school-vriendin Be Smeets en werd vader van drie dochters. Het huwelijkhield evenwel geen stand. Nadien was Liesbeth Crommelin, die ookals conservator in het Haags Gemeentemuseum en het StedelijkMuseum werkzaam was, geruime tijd zijn partner. In 1975 ontmoettehij Dorine Mignot, eveneens als kunsthistorica verbonden aan hetStedelijk Museum; zij zou hem op zijn verdere levensweg begeleiden,zowel tijdens zijn Rotterdamse jaren als daarna in Amsterdam.

Inmiddels was Beeren na zijn succesvolle project in Park Sonsbeek,dat ook internationaal veel waardering kreeg, benoemd tot lector in dekunstgeschiedenis van de negentiende en twintigste eeuw aan deRijksuniversiteit van Groningen, een functie die hij vanaf 1971 tot

100

Page 4: DR. W.A.L. BEEREN, 1928-2000 - X-Cagorjb.x-cago.com/GARJB/2001/12/20011231/GARJB... · nemen van het werk van zijn favoriete kunstenaars. In Rotterdam heeft Beeren in de jaren 1978-1985

1978 zou vervullen. Zij het minder direct dan voorheen behield hetmuseale werkterrein ook in die periode zijn aandacht, onder meer viaeen bestuursfunctie bij het Groninger Museum. Tijdens dit inter-mezzo in het hoge Noorden promoveerde Wim Beeren in 1976 bijprofessor Hans Jaffe aan de Universiteit van Amsterdam op een bun-del opstellen, getiteld /« re/tfftV tor £#mt, waarin onder meer een uit-voerige studie over Guillaume Apollinaire is opgenomen.

En dan breekt de Rotterdamse periode aan, waarin Beeren voor heteerst de directeursfunctie gaat vervullen van een belangrijk kunst-museum. Kort na de Tweede Wereldoorlog was drs. J.C. EbbingeWubben directeur geworden van het Museum Boymans, dat onderzijn langdurige leiding een duidelijke bloeiperiode beleefde, enerzijdsals resultaat van de goede contacten met grote particuliere verzame-laars en hun erven, en anderzijds dankzij de steun die het gemeente-bestuur van Rotterdam bij herhaling heeft geboden om zowel hetgebouw als de collectie van dit museum aanzienlijk te verbeteren. Tedenken valt hierbij aan de verwerving van de fameuze kunstverzame-ling van D.G. van Beuningen, die in 1958 aanleiding gaf tot naams-verandering van het museum. Ook de relaties met diverse andere groteverzamelaars, zoals W. van der Vorm, mr. J.W. Frederiks en H.J.E. vanBeuningen, zouden uiteindelijk leiden tot een schenking of een lang-durig bruikleen uit het door hen bijeengebrachte bezit. Om meerruimte te verkrijgen voor de sterk groeiende museumcollecties envooral ook om aandacht te kunnen schenken aan de moderne kunst,werd in 1972 een door A.Bodon ontworpen nieuwe vleugel aan hetmuseum gebouwd. Behalve voor deze nieuwbouw stelde de gemeenteRotterdam aanzienlijke extra kredieten ter beschikking voor de aan-koop van een reeks schilderijen van Kandinsky en voor de verwervingvan belangrijke surrealistische werken van Dali en Magritte uit de col-lectie Edward James. Toen mevrouw R. Hammacher-van den Brandehaar werkzaamheden als hoofd van de afdeling moderne kunst beëin-digde, omdat zij met pensioen ging, besloot ook de heer EbbingeWubben terug te treden en werd Wim Beeren op 15 september 1977tot zijn opvolger benoemd. Hij trad per 1 maart 1978 in functie.

Zijn komst naar Rotterdam viel in een periode van heftige discussies

101

Page 5: DR. W.A.L. BEEREN, 1928-2000 - X-Cagorjb.x-cago.com/GARJB/2001/12/20011231/GARJB... · nemen van het werk van zijn favoriete kunstenaars. In Rotterdam heeft Beeren in de jaren 1978-1985

over het te voeren museumbeleid. De gedachten, zoals die waren ver-woord in het 'Museumplan I', beoogden een 'sociaal environment' vande Rotterdamse musea, die gezamenlijk thematische presentaties zou-den moeten gaan organiseren in een Volkspark van de cultuur'. Vanuitzijn liefde en respect voor de kunst waren deze ideeën voor WimBeeren bijzonder afschrikwekkend en met grote overtuigingskrachtheeft hij het gemeentebestuur en zijn collega's ervan weerhouden omop deze weg voort te gaan. De constant voortgaande ontwikkeling vande kunst zelf zou naar zijn mening de museumbezoeker inzicht moe-ten verschaffen in het verleden, en via het heden naar de toekomstmoeten geleiden. Juist het Museum Boijmans Van Beuningen met zijnveelzijdige historische verzamelingen op het gebied van de schilder-kunst, grafiek en kunstnijverheid kon met een actief beleid ten aanzienvan de eigentijdse kunst en vormgeving bij uitstek die rol vervullen.

Beeren ontwikkelde een plan van aanpak, waarin hij het accentlegde op een beperkt aantal kunstenaars van internationaal niveau dienaar zijn mening om uiteenlopende redenen een belangrijke bijdrageleverden aan de ontwikkeling van de beeldende kunst. Van hen wist hijeen zeer representatief werk of een reeks van werken te verwerven, ter-wijl zij ook via tentoonstellingen nadrukkelijk onder de aandacht vanhet publiek werden gebracht. Een project, dat vanuit deze visie gerea-liseerd werd, was de 'Screwarch Bridge' van Claes Oldenburg uit1980-81. Deze Amerikaanse kunstenaar ontwierp voor Rotterdameen brug over de Maas, bestaande uit twee naar elkaar toegebogenschroeven van gigantische afmetingen, waarbij de verkeersweg door degleuf in de kop van de schroef zou lopen. Een in brons uitgevoerdemaquette van het project, prenten en een in de museumtuin geplaat-ste schroef als schaalmodel vormen het blijvende resultaat. Ook decontacten met Joseph Beuys, die in die jaren vooral via zijn acties deaandacht trok, wierpen vruchten af en resulteerden behalve in de aan-koop van de imposante sculptuur 'Grond' (1980-'81) onder meer ineen paneldiscussie met deze welbespraakte Duitse kunstenaar-filosoofin het museum. Als spectaculaire uiting van minimal art vervaardigdeWaker de Maria voor de grote bovenzaal van de Bodon-vleugel hetwerk 'A Computer Which Will Solve Every Problem in the World'

102

Page 6: DR. W.A.L. BEEREN, 1928-2000 - X-Cagorjb.x-cago.com/GARJB/2001/12/20011231/GARJB... · nemen van het werk van zijn favoriete kunstenaars. In Rotterdam heeft Beeren in de jaren 1978-1985

(1984), bestaande uit 75 in gepolijst roestvrij staal uitgevoerde staven,waarvan de doorsneden van drie tot twaalf zijden oplopen. Daarnaastkregen Bruce Nauman als conceptuele kunstenaar en Andy Warhol alsberoemd representant van de Pop Art bijzondere aandacht.

Veel stof tot discussie gaf de verwerving van het werk 'Waxing Arcs'(1980) van Richard Serra, bestaande uit twee zeer grote gebogen wan-den van roestkleurig staal die een permanente plaats kregen in de voor-zaal van de Bodon-vleugel. Via tijdelijke tentoonstellingen werd hetRotterdamse publiek deelgenoot gemaakt van allerlei ontwikkelingen,die kunstenaars van een jongere generatie onder meer in Duitsland enItalië teweegbrachten, alsmede van het vanuit Amerika overwaaiendefenomeen van de Graffiti. Ook aan diverse Nederlandse kunstenaars,zoals Peter Struycken (1980), Ger van Elk (1981) en Daan van Golden(1982), werden exposities gewijd. Meer reflecterend van aard was eenpresentatie over de roerige jaren zestig, getiteld Actie, Werkelijkheiden Fictie' (1979). Om beter geïnformeerd te worden over nieuwe ont-wikkelingen in de beeldende kunst stelde Wim Beeren de verzamelaar-ontwerper Martin Visser voor een aantal jaren als conservator aan.

Hoewel Beeren wel verweten werd de oude kunst te verwaarlozen,verdedigde hij zijn beleid door erop te wijzen dat de moderne kunstten opzichte van de schitterende collectie oude meesters duidelijk ineen achterstandspositie verkeerde, die weggewerkt diende te wordenom tot een harmonieus evenwicht te komen. Nu wij inmiddels vanenige afstand kunnen terugzien op deze periode, kan worden vastge-steld dat Museum Boijmans Van Beuningen dankzij deze 'inhaalslag'ook de kunst van na de Tweede Wereldoorlog op een internationaalniveau kan tonen. Daarnaast hebben in die jaren tal van Nederlandsekunstenaars via tentoonstellingen aandacht gekregen en is ook repre-sentatief werk van hen in de museumcollectie opgenomen.

Gedurende de jaren van het directoraat Beeren werden enkele zeerbijzondere tentoonstellingen over kunst en cultuur uit het verledengeorganiseerd, die vele duizenden bezoekers — doorgaans voor het eerst—naar het museum brachten: in 1979 de uit Egypte afkomstige exposi-tie 'Goden en Farao's', in 1984 'Het Goud der Traciërs' met inBulgarije opgegraven kunstschatten uit de klassieke oudheid, en een

103

Page 7: DR. W.A.L. BEEREN, 1928-2000 - X-Cagorjb.x-cago.com/GARJB/2001/12/20011231/GARJB... · nemen van het werk van zijn favoriete kunstenaars. In Rotterdam heeft Beeren in de jaren 1978-1985

jaar later 'Meesterwerken uit de Hermitage; Hollandse en Vlaamseschilderkunst van de 17^ eeuw'.

Dezelfde trouw die Wim Beeren aan de dag legde in zijn persoon-lijke vriendschappen, manifesteerde zich ook in zijn langdurige relatiemet ontwerpers, die met hun werk 'een eigen gezicht' gaven aan hetmuseum. Zo zou het merendeel van de talrijke affiches en catalogi, diegedurende Beerens directoraat door Museum Boijmans Van Beu-ningen zijn uitgebracht, worden ontworpen door Daphne Duijvels-hoff van het Bureau Total Design. Voor de opmerkelijke vormgevingvan de grote tentoonstellingen, alsmede voor de in die jaren uitge-voerde herinrichting van de afdeling kunstnijverheid en vormgeving,werd consequent een beroep gedaan op Marijke van der Wijst.

Vrij onverwachts verliet Wim Beeren het Museum Boijmans VanBeuningen, toen hij in 1985 tot directeur van het Stedelijk Museumin Amsterdam werd benoemd. Hoewel hij door zijn inmiddels opge-bouwde reputatie en door zijn eigen arbeidsverleden in dat museumbij uitstek geschikt was om deze meest prestigieuze museumpositie inNederland op het gebied van de moderne kunst te gaan bekleden, had-den velen erop gerekend dat Rudi Fuchs - zijn latere opvolger - dezefunctie zou krijgen. Terwijl Beeren gedurende zijn directoraat inRotterdam al een bijzonder intensief tentoonstellingsprogramma hadontwikkeld, zou dit in Amsterdam nog verder worden opgevoerd totsoms meer dan dertig exposities per jaar. Na een eerste inventarisatievan de kunst van dat moment in Amsterdam zelf, 'Wat Amsterdambetreft' (1985), werd de blik gericht op nieuwe gebieden waar interes-sante ontwikkelingen gaande waren, ver weg van de gebaande padenen de gevestigde kunstcentra. Aldus kwamen 'U-ABC' (1989) overkunstenaars in enkele Zuid-Amerikaanse landen, 'Binnen de USSR enerbuiten' (1990) en 'Wanderlieder' (1991-'92) tot stand. Zeer velekunstenaars uit binnen- en buitenland zouden in het StedelijkMuseum hun eigen overzichtstentoonstelling krijgen. BijvoorbeeldKeith Haring, Anselm Kiefer, Sigmar Polke, Jef Koons en IlyaKabakov, om enkelen van hen te noemen. In de jaren waarin het eindevan het millennium zich aankondigde, neigden ook in de beeldendekunst velen naar een terugblik; deze constatering bracht Wim Beeren

104

Page 8: DR. W.A.L. BEEREN, 1928-2000 - X-Cagorjb.x-cago.com/GARJB/2001/12/20011231/GARJB... · nemen van het werk van zijn favoriete kunstenaars. In Rotterdam heeft Beeren in de jaren 1978-1985

ertoe om het werk van een aantal kunstenaars samen te brengen, diezich juist niet aan defaitisme overgaven maar naar nieuwe richtingenbleven zoeken. Dit initiatief leidde tot de tentoonstelling 'Energieën'(1990). Soms was er echter ook een goede aanleiding om opmerkelijkeartiesten uit het verleden hernieuwde aandacht te geven. Dat gebeur-de met Oskar Schlemmer (1987) en met Kazimir Malevich (1989); deaan deze laatstgenoemde kunstenaar gewijde expositie zou niet alleenin Amsterdam, maar ook in Moskou en Leningrad veel belangstellingoogsten. De contacten met Rusland werden voortgezet met de organi-satie van een tentoonstelling over de avant-garde kunst uit het tijdperkvan de revolutie, 'De Grote Utopie' (1992).

Van de vele aankopen uit het tijdperk Beeren dient met name deverwerving van Mondriaans 'Compositie met twee lijnen' te wordengememoreerd. Het werk bevond zich al vele jaren in het StedelijkMuseum, maar dreigde daaruit te verdwijnen toen de eigenaar, degemeente Hilversum, tot verkoop wilde overgaan; met veel moeite endiplomatie slaagde Beeren er in 1988 in om dit belangrijke schilderijdefinitiefin bezit te krijgen.

De succesvolle afsluiting van zijn museale loopbaan in Amsterdamwerd overschaduwd door een tragische affaire: de moedwillige bescha-diging van het werk 'Who is afraid of Red, Yellow and Blue' vanBarnett Newman. De restauratie door Daniel Goldreyer, aan wie WimBeeren in overleg met de weduwe van Newman deze moeilijkeopdracht had toevertrouwd, bracht een storm aan kritiek teweeg envervolgens jarenlang voortslepende juridische procedures.

In 1993 moest Wim Beeren vanwege het bereiken van de pensioen-gerechtigde leeftijd zijn functie als directeur van het Stedelijk Museumneerleggen. Bij zijn afscheid werd hij benoemd tot ridder in de ordevan de Nederlandse Leeuw en ontving hij de Gouden Museum-medaille van de gemeente Amsterdam. Gezien zijn grote interesse voorde beeldende kunst zal het geen verbazing wekken, dat de beëindigingvan zijn museale werk geenszins betekende dat hij een rustiger bestaanging leiden. Reeds enkele maanden later werd hij benoemd tot bijzon-der hoogleraar aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen, waar hijin de jaren 1993-'94 op de Anton van Duinkerken-leerstoel colleges

105

Page 9: DR. W.A.L. BEEREN, 1928-2000 - X-Cagorjb.x-cago.com/GARJB/2001/12/20011231/GARJB... · nemen van het werk van zijn favoriete kunstenaars. In Rotterdam heeft Beeren in de jaren 1978-1985

gaf over kunst en cultuur. Met zijn deskundige oordeel en kritischeblik bleef hij bovendien nog geruime tijd een waardevol bestuurslidvan de Vereniging Rembrandt.

Actief betrokken als hij was bij de artistieke ontwikkelingen, kreegWim Beeren de boeiende taak om de kunstaankopen te verzorgen voorde Peter Stuyvesant Fundatie. Vooral de contacten met jongeren wer-den door hem meer en meer als stimulerend ervaren. Hij stelde in dePulchri Studio een tentoonstelling samen van het werk van jonge kun-stenaars, had zitting in de commissie voor de Koninklijke Subsidieswaarvan de laureaten hun werk in het Paleis op de Dam presenteren,en organiseerde voor de Koninklijke Academie van Wetenschappeneen opmerkelijke inrichting van het Amsterdamse Trippenhuis doorkunstenaars onder de titel 'Sporen van wetenschap in kunst' (1998).Om studenten meer te interesseren voor kunst en cultuur steldeJankarel Gevers, voorzitter van het College van Bestuur van deUniversiteit van Amsterdam, in 1996 een Adviescommissie Kunst in,waarvoor hij Wim Beeren als voorzitter aanzocht. Dankzij deze com-missie werden diverse kunstwerken verworven, die in en bij de uni-versiteitsgebouwen een plaats kregen; na het plotselinge overlijden vanGevers kreeg - op advies van Beeren - Ger van Elk de opdracht om eenportret van hem te vervaardigen. Vanuit deze adviseursfunctie schreefWim Beeren twee hoofdstukken voor een boek over kunst in openbareruimten, waarvan hij de verschijning niet meer heeft mogen beleven.Ook zal nog een vijftigtal artikelen van Wim Beeren over de kunst enhet internationale kunstklimaat van de twintigste eeuw in boekvormworden uitgegeven.

Wie zich de zorgvuldige woordkeus en het poëtische taalgebruik vanWim Beeren herinnert, zal zich er niet over verbazen dat de literatuurhem na aan het hart lag. Vanuit die belangstelling analyseerde hij demanier waarop kunst aan de orde komt in het oeuvre van de door hemzeer bewonderde W.F. Hermans, maar tot een publicatie over ditonderwerp is het niet gekomen.

Helaas gingen zich in de afgelopen jaren de symptomen manifes-teren van een ernstige ziekte, die aanvankelijk de onbedwingbarewerklust van Wim Beeren nauwelijks leek te temperen, maar die uit-

106

Page 10: DR. W.A.L. BEEREN, 1928-2000 - X-Cagorjb.x-cago.com/GARJB/2001/12/20011231/GARJB... · nemen van het werk van zijn favoriete kunstenaars. In Rotterdam heeft Beeren in de jaren 1978-1985

eindelijk toch te vroeg een einde zou maken aan zijn intensieve aardsebestaan.

Wim Beeren heeft in zijn leven bijzonder veel van zichzelf geëist enverwachtte ook van zijn medewerkers eenzelfde gedrevenheid en inzet.Wie hier niet aan wilde of kon voldoen, had voorgoed voor hem afge-daan. Op buitenstaanders, die Beeren in zijn functie van directeur vanMuseum Boijmans Van Beuningen meemaakten, kwam hij niet zeldenals wat nors en weinig toeschietelijk over. Maar dat was alleen een faca-de die mogelijk werd ingegeven door een zekere verlegenheid.Diegenen, die hem beter leerden kennen en voor wie hij zich open-stelde, hebben deze erudiete kunstminnaar mogen ervaren als een bij-zonder dierbare en trouwe vriend, die hen als een ware Bourgondiërgraag liet delen in de door hemzelf zo gewaardeerde geneugten deslevens.

107