Fietsverbinding F273.1 Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit

Provincie Zuid-Holland

7 september 2010

© DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande

schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.

Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.

Fietsverbinding F273.1 Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit

dossier : D042401001

registratienummer : ISDH20100142

versie : vastgesteld

Provincie Zuid-Holland

7 september 2010

DHV B.V.

- 1 -

INHOUD BLAD

1 INLEIDING 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Afbakening 3 1.3 Ligging plangebied 4 1.4 Vigerende bestemmingsplannen 4 1.5 Planvorm 4 1.6 Leeswijzer 5

2 GEBIEDSVISIE 6 2.1 Bestaande situatie 6 2.2 Toekomstige situatie 6 2.3 Conclusie 7

3 JURIDISCHE PLANBESCHRIJVING 8 3.1 Verantwoording planvorm 8 3.2 Bestemming en functieaanduidingen 8 3.3 Doeleinden en bepalingen 8

4 BELEIDSKADER 9 4.1 Nota Ruimte 9 4.2 Streekplan 9 4.3 Ontwerp Provinciale Structuurvisie 10 4.4 Ecologische Hoofdstructuur 11 4.5 Fietsplan 2008, Provincie Zuid-Holland méér op de fiets 11 4.6 Bestemmingsplannen 12 4.7 Conclusie 12

5 PROGRAMMA 13 5.1 Verkeer 13

6 ONDERZOEK 14 6.1 Bodem 14 6.2 Waterhuishouding 14 6.3 Ecologie 15 6.5 Archeologie en cultuurhistorie 15 6.6 Recreatie 16 6.7 Externe veiligheid 16 6.8 Conclusie 16

7 UITVOERBAARHEID 17 7.1 Economische uitvoerbaardheid 17 7.2 Bereikbaarheid 17 7.3 Inspraak 17 7.4 Overleg 18

8 COLOFON 19

DHV B.V.

- 2 -

Bijlage 1 Geotechnisch rapport. Fietspad Oost-Vlisterdijk Haastrecht. DHV in opdracht van Stichting

Zuid-Hollands Landschap. Februari 2010.

Bijlage 2 Fietspad Oost-Vlisterdijk in de gemeente Vlist. Ontwerpnotitie. DHV in opdracht van

Stichting Zuid-Hollands Landschap. Februari 2010.

Bijlage 3 Verkenning & Planstudie Fietsverbinding F273 (Tracé Oost-Vlisterdijk-Haastrecht).

Oranjewoud in opdracht van Stichting Het Zuid-Hollands Landschap. Juli 2006.

Bijlage 4 Rapport Verkennend Bodemonderzoek Toekomstig Fietspad Hooge Boezem aan de Oost-

Vlisterdijk te Haastrecht. Oranjewoud in opdracht van Stichting Het Zuid-Hollands

Landschap. April 2006.

Bijlage 5 Bureauonderzoek in inventarisend veldonderzoek fietspad Hooge Boezem te Haastrecht

[Oranjewoud, april 2006].

Bijlage 6 Ecoscan fietspad F273.1 Oostvlisterdijk, DHV juni 2010

DHV B.V.

- 3 -

1 INLEIDING

Dit rapport beschrijft de ruimtelijke onderbouwing voor de realisatie van fietspad F273.1 in

gemeente Vlist. De ruimtelijke onderbouwing hoort bij het verzoek om een projectbesluit conform

artikel 3:10 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) ten behoeve van de aanvraag voor de

aanlegvergunning.

1.1 Aanleiding

De aanleg van de fietsverbinding Oost-Vlisterdijk – Haastrecht, bekend onder nummer F273.1 in het

Fietsplan van de provincie Zuid-Holland, is een onderdeel van het inrichtingsplan “Hooge Boezem”.

De herinrichting van de Hooge Boezem wordt meegenomen in het bestemmingsplan Landelijk

Gebied.

1.2 Afbakening

Het provinciaal Fietspad F273 bestaat uit een oostelijk deel en een westelijk deel. Het oostelijk deel

(273.0) vormt de aansluiting tussen de Oost-Vlisterdijk met de Hoenkoopse Buurtweg, terwijl het

westelijk deel (273.1) de verbinding legt tussen de Oost-Vlisterdijk en de Bredeweg te Haastrecht.

In het Provinciaal Fietsplan 2008 is genoemd fietspad opgenomen als zijnde categorie 1 waarvan

de realisatie gepland staat tussen 2008 t/m 2011.

De planologische inpassing van dit fiets tracé heeft vertraging opgelopen. De oorzaak daarvan is

dat pas medio april 2008 duidelijk werd dat een deel van het tracé voor de F273.1 door de provincie

is aangewezen als beschermd wandelpad en dat op grond daarvan bezwaren zijn ingediend. Die

bezwaren hebben een vrijstelling ex. artikel 19 lid 1. van de WRO gefrustreerd. Om reden hiervan

wordt nu voorgesteld planologisch medewerking te verlenen door middel van een projectbesluit.

De projectprocedure maakt het mogelijk dat in de 2e helft van 2010 de voorbelasting kan worden

aangebracht, zodat de winter van 2010/2011 en het broedseizoen van 2011 als zettingsperiode

kunnen worden benut. Na de bouwvak 2011 kan het civiele werk dan worden afgerond.

Een deel van de voorbelasting bestaat uit grond (klei) die wordt ontgraven binnen de grenzen van

het plangebied. Het betreft grond uit de geplande ‘Mini Hooge Boezem’ tussen het toekomstige

fietspad en de Vlist, aan de noordzijde van het project. De af te plaggen oppervlakte beslaat circa

2,5 hectare, waarvan 20 tot 25 centimeter kan worden afgeplagd zonder dat het grondwater wordt

bereikt.

DHV B.V.

- 4 -

1.3 Ligging plangebied

Het geplande fietspadtracé met een lengte van ongeveer 1.650m ligt voor het grootste deel in het

gebied “De Hooge Boezem” achter Haastrecht. Aan de noordzijde wordt het fietspadtracé begrensd

door een aan te leggen fietsbrug (ten noorden van zwembad “De Loete”), welke onderdeel is van de

nieuwe fietsverbinding, en aan de zuidzijde door de bestaande verharding van de Oost-Vlisterdijk

(het fietspad sluit op deze verharding aan), nabij woning “Oost-Vlisterdijk 1a.

Figuur1; ligging plangebied

1.4 Vigerende bestemmingsplannen

Voor de gronden waarop het tracé binnen de gemeente Vlist is geprojecteerd, geldt het

bestemmingsplan “Landelijk Gebied Vlist”. De aanleg van het fietspad past niet binnen het

vigerende bestemmingsplan, zie ook paragraaf 4.6.

Gemeente Vlist heeft het voornemen om de bestemmingsplannen (bestemmingsplan “Landelijk

Gebied Vlist” en bestemmingsplan “Landelijk Gebied Haastrecht”) in het buitengebied te

actualiseren en samen te voegen in een nieuw bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist. Het tracé

voor het fietspad zal planologisch worden ingepast in het bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist.

1.5 Planvorm

Voor de aanleg van het fietspad moeten de betreffende bestemmingsplannen van de gemeente

Vlist aangepast worden. Vooruitlopend op de actualisatie van de bestemmingsplannen voor het

landelijk gebied van gemeente Vlist wordt de procedure doorlopen voor een projectbesluit in het

kader van artikel 3.10 van de Wro.

DHV B.V.

- 5 -

1.6 Leeswijzer

De gebiedsvisie voor het plangebied is in hoofdstuk 2 beschreven. Deze bevat een beschrijving van

de bestaande en toekomstige situatie en de belangenafweging ten aanzien van de ruimtelijke

ordening. In hoofdstuk 3 staat de juridische planbeschrijving met de gewenste bestemmingen,

functieaanduidingen, doeleinden en bepalingen. Hoofdstuk 4 geeft een overzicht van het actuele

relevante ruimtelijke beleid voor het plangebied. In hoofdstuk 5 is het programma ten aanzien van

recreatie, groen, water en verkeer beschreven. De benodigde technische onderzoeken zijn in

hoofdstuk 6 benoemd. Voor zover de onderzoeken reeds afgerond zijn, zijn tevens de uitkomsten

en conclusies weergegeven. In hoofdstuk 7 zijn de economische uitvoerbaarheid en de uitkomsten

van overleg met belangenorganisaties beschreven.

DHV B.V.

- 6 -

2 GEBIEDSVISIE

2.1 Bestaande situatie

De huidige fietsroute op de Westvlisterdijk wordt gebruikt door utilitair fietsverkeer (onder andere

schoolgaande jeugd) en recreatieve fietsers. In de periode 1994-2003 zijn hier veel ongevallen

geweest, waarvan in 20% van de ongevallen fietsers direct betrokken waren.

De Oost-Vlisterdijk maakt deel uit van een agrarisch gebied dat wordt aangeduid als Hooge

Boezem achter Haastrecht. De polder De Hooge Boezem is gelegen ten zuidoosten van Haastrecht

en wordt in het westen begrensd door het riviertje de Vlist, in het oosten door het Zijdeweg en in het

noorden door de bebouwde kom van Haastrecht. In het noorden van de polder liggen het voormalig

ooievaarsstation ‘Het Doove Gat’ en een volkstuinencomplex. De polder is gelegen in het westelijk

gedeelte van de Lopikerwaardwaard en grenst aan de Krimpenerwaard. Het zuidelijke deel van de

Hooge Boezem is door de provincie als Ecologische Hoofdstructuur begrensd in het

natuurgebiedsplan Veenweiden Midden-Zuidplas [Provincie Zuid-Holland, 2005]. Als

natuurdoeltypen zijn overwegend (65%) natte(re) typen aangegeven, omdat de Hooge Boezem op

termijn onderdeel van de Natte Robuuste Verbinding (Nota Ruimte) zal uitmaken.

In het vigerende bestemmingsplan “Landelijk Gebied Haastrecht” zijn de gronden bestemd voor

Agrarische doeleinden zonder kassen, bovendien gebied met elementen van natuur-

wetenschappelijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden (Anl,z) en natuurgebied (N).

2.2 Toekomstige situatie

In 2003 is in een samenwerkingsverband tussen Provincie Zuid-Holland, Hoogheemraadschap

Stichtse Rijnlanden, Gemeente Vlist, Stichting Gemaal de Hooge Boezem en Stichting Het Zuid-

Hollands Landschap een inrichtingsvisie tot stand gekomen voor de Hooge Boezem. Volgens deze

visie leent de Hooge Boezem zich voor meervoudig ruimtegebruik in de vorm van cultuur, natuur,

recreatie en duurzaam waterbeheer. Het beoogde fietspad tussen de Oost-Vlisterdijk en Haastrecht

maakt integraal onderdeel uit van de herinrichting van de Hooge Boezem.

Het meervoudig ruimtegebruik in de Hooge Boezem wordt mogelijk gemaakt via het

bestemmingsplan “Landelijk Gebied Vlist”.

Cultuurhistorie

Conform het inrichtingsplan Hooge Boezem worden de oude molenlocaties weer beleefbaar

gemaakt en wordt de 6e molen gerestaureerd. Het fietspad F273.1 stelt fietsers in staat deze 6

e

molen te bereiken.

Waterbeheer

Verder vindt in de toekomst waterberging en waterzuivering plaats in de Hooge Boezem. Het

fietspad F273.1 komt op een dijklichaam te liggen dat een waterkerende functie vervult voor de

waterberging in de Hooge Boezem.

Verkeersveiligheid

De fietsverbinding F273.1 is een vrijliggend fietspad dat een verkeersveiliger verbinding biedt voor

fietsers tussen Vlist en Haastrecht dan de huidige fietsroute via de Westvlisterdijk.

DHV B.V.

- 7 -

2.3 Conclusie

Het beoogde fietspad tussen de Oost-Vlisterdijk en Haastrecht maakt onlosmakelijk onderdeel uit

van het plan om de Hooge Boezem te transformeren van agrarisch naar meervoudig ruimtegebruik.

Het vrijliggende fietspad biedt utilitair en recreatief fietsverkeer een verkeersveilige verbinding

tussen Vlist en Haastrecht. Daarnaast maakt het fietspad de molenlocaties langs de Vlist,

waaronder de te restaureren 6e molen, toegankelijk en vervult het dijklichaam waarop het fietspad

komt te liggen een waterkerende functie voor de beoogde waterberging in de Hooge Boezem.

Het nemen van een projectbesluit voorziet in een zo snel mogelijk realisatie van het fietspad.

Daardoor kan in de 2e helft van 2010 met het aanbrengen van de voorbelasting worden gestart en

eind 2011/begin 2012 de fietsverbinding F273.1 gerealiseerd zijn.

DHV B.V.

- 8 -

3 JURIDISCHE PLANBESCHRIJVING

3.1 Verantwoording planvorm

Fietsverbinding F273.1 wordt aangelegd als fietspad met een utilitaire functie (o.a. voor

schoolgaande jeugd) alsmede een recreatieve functie.

Het fietspad past niet binnen de vigerende bestemmingsplannen in het landelijk gebied van de

gemeente Vlist, zie paragraaf 4.6. Gemeente Vlist is voornemens om de huidige

bestemmingsplannen op termijn te actualiseren en samen te voegen in een nieuw bestemmingsplan

Landelijk Gebied Vlist.

Vanwege de geplande start van de werkzaamheden in het najaar van 2010 wordt nu een verzoek

ingediend voor het doorlopen van de procedure voor een projectbesluit in het kader van artikel 3:10

van de Wro.

3.2 Bestemming en functieaanduidingen

Voorafgaand aan de aanleg van het fietspad en de uitvoering van de werkzaamheden (onder

andere ten behoeve van de voorbelasting) moeten de vigerende bestemmingen van het plangebied

gewijzigd worden op de bestemmingsplankaart. Conform de Regeling standaarden ruimtelijke

ordening behorende bij de Wro is gekozen voor de bestemming “Verkeer”.

3.3 Doeleinden en bepalingen

Wat betreft de bestemmingslegging: in lijn met het (concept ontwerp) bestemmingsplan Landelijk

Gebied is het voor de hand liggend om het fietspad als Verkeer - verblijfsgebied te bestemmen.

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. pleinen;

b. voet- en fietspaden;

c. parkeervoorzieningen;

d. speelvoorzieningen;

e. groenvoorzieningen en water;

f. straatmeubilair;

g. nutsvoorzieningen en gemalen;

h. bruggen.

17.2 Bouwregels

Op de in lid 17.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de

bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen

dan 12 m.

DHV B.V.

- 9 -

4 BELEIDSKADER

4.1 Nota Ruimte

Het nationale beleid op het gebied van de ruimtelijke ordening is uitgewerkt in de Nota Ruimte. Doel

van deze nota is om ruimtelijke inrichting op een duurzame en efficiënte wijze te realiseren voor

verschillende ruimtevragende functies. Op deze manier dient de leefbaarheid van Nederland

gewaarborgd en vergrootte worden en de ruimtelijke kwaliteit van stad en platteland verbeterd. Om

de ruimtelijke waarde van bepaalde gebieden te behouden, zijn Nationale Landschappen

aangewezen. Dit zijn gebieden met internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende

landschapskwaliteiten, en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten.

Deze kwaliteiten moeten behouden blijven, duurzaam worden beheerd en waar mogelijk worden

versterkt. In samenhang hiermee zal de toeristisch-recreatieve betekenis moeten toenemen.

Het plangebied ligt in het Nationale Landschap het Groene Hart. De kernkwaliteiten van het Groene

Hart bestaan in de Lopikerwaard uit het verkavelingspatroon, het groene karakter door beplante

dijken en kaden, en de grote mate van openheid. Bij de aanleg van het fietspad wordt zo veel

mogelijk rekening gehouden met de bestaande kernkwaliteiten.

4.2 Streekplan

De ruimtelijke ontwikkeling binnen de provincie is bepaald in streekplannen. Voor het plangebied is

de ruimtelijke ontwikkeling momenteel vastgelegd in Streekplan Zuid-Holland Oost (2003). In figuur

2 is een uitsnede van het streekplan voor het plangebied weergegeven.

Figuur 2: uitsnede streekplan voor het plangebied

DHV B.V.

- 10 -

Het plangebied heeft de volgende functies in het Streekplan Zuid-Holland Oost:

- De Oost-Vlisterdijk heeft de functie “Beschermd stads- of dorpsgezicht” (verticale rode

strepen). Dit is landelijk en stedelijk gebied met een hoge cultuurhistorische waarde

waar beperkingen gelden ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen.

- Het gebied rondom de eilanden in de Molenvliet heeft de functie “Natuurgebied”

(donkergroen). Dit gebied heeft de hoofdfunctie natuur. Extensief recreatief

medegebruik is, waar inpasbaar, toegestaan.

- Het overige deel van het plangebied heeft de functie “Agrarisch gebied plus (A+)”

(lichtgroen). Dit is gebied met als hoofdfunctie landbouw (met name grondgebonden

veehouderij) waarbinnen (verspreid) natuur-, landschappelijke en cultuurhistorische

waarden voorkomen die beschermd dienen te worden. Grootschalige agrarische en niet

agrarische ingrepen zijn in principe uitgesloten. Kleinschalige ingrepen worden aan een

aanlegvergunning gekoppeld.

De aanleg van het fietspad past binnen de huidige functies in het gebied, omdat de werkzaamheden

kleinschalig zijn, het recreatief gebruik extensief is en het project niet leidt tot een aantasting van het

gebied.

4.3 Ontwerp Provinciale Structuurvisie

Met de invoering van de Wro moeten provincies voor hun hele grondgebied een structuurvisie

opstellen die uiteindelijk de streekplannen vervangt. De provinciale structuurvisie vormt de basis

voor het toekomstige provinciale ruimtelijke beleid. De ontwerp provinciale structuurvisie voor Zuid-

Holland heeft begin 2010 ter inzage gelegen.

De aanleg van het fietspad past eveneens binnen de geplande toekomstige functies in het gebied,

omdat de werkzaamheden kleinschalig zijn, het recreatieve gebruik extensief is en het project niet

leidt tot een aantasting van het gebied.

In figuur 3 is een uitsnede van het streekplan voor het plangebied weergegeven.

Figuur 3: uitsnede van het streekplan

DHV B.V.

- 11 -

4.4 Ecologische Hoofdstructuur

De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) dient op nationale schaal de achteruitgang van biodiversiteit

en het areaal natuur tegen te gaan. Hiertoe worden kerngebieden versterkt, nieuwe kerngebieden

ontwikkeld en verbindingen tussen natuurgebieden gecreëerd om uitwisseling van soorten en

populaties mogelijk te maken.

Een groot deel van het plangebied valt binnen de EHS, zie ook figuur 4. Extensief recreatief

medegebruik is toegestaan binnen de EHS.

Figuur 4; uitsnede EHS

4.5 Fietsplan 2008, Provincie Zuid-Holland méér op de fiets

Het fietsbeleid van provincie Zuid-Holland is vastgelegd in het Fietsplan 2008. Provincie Zuid-

Holland wil hiermee het fietsgebruik stimuleren. Meer mensen op de fiets draagt bij aan de

bereikbaarheid van de provincie en van kernen binnen de provincie. Daarnaast draagt goed

fietsbeleid ook bij aan doelstelling op het gebied van leefbaarheid en verkeersveiligheid.

Bij het fietsplan is tevens een concreet uitvoeringsprogramma voor de komende jaren opgesteld,

hierin zijn de hoofdprioriteiten voor nieuwe infrastructuur uitgewerkt. In de eerste plaats zijn dat de

verbindingen tussen stedelijke centra en knooppunten. Daarnaast is aandacht voor ontsluitingen

tussen stad en recreatieve gebieden en recreatieve routes in natuur, recreatief en cultuurhistorisch

waardevolle gebieden.

Voor de ontsluiting van de Krimpenerwaard is de recreatieve fietsroute F273 Haastrecht –

Oudewater opgenomen. Deze ruimtelijke onderbouwing betreft de aanleg van deeltraject F273.1

van het westelijk deel van de fietsroute, welke een verbinding vormt tussen de Oost-Vlisterdijk en

de Bredeweg.

DHV B.V.

- 12 -

4.6 Bestemmingsplannen

Voor het plangebied binnen de gemeente Vlist zijn voor dit deeltracé de bestemmingsplannen

Landelijk Gebied Haastrecht en de Dorpskernen vigerend. In het nieuwe recent vastgesteld

bestemmingsplan Dorpskernen geldt ter plaatse van de oversteek van de fietsbrug over het riviertje

De Vlist de bestemming Groen. De voor “Groen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. groenvoorzieningen en water;

b. voet- en fietspaden;

c. speelvoorzieningen;

d. straatmeubilair;

e. nutsvoorzieningen en gemalen.

Op grond van laatst genoemd bestemmingsplan (Dorpskernen) is de aanleg van een fietspad

mogelijk.

Op basis van het vigerende bestemmingsplan bevindt het plangebied zich in de volgende

bestemming:

Agrarische doeleinden met als subbestemming natuurlijke en landschappelijke waarden.

De voorbelasting en aanleg van het fietspad, inclusief het gebruik van gronden binnen het

plangebied voor de voorbelasting, passen niet binnen deze bestemming.

4.7 Conclusie

De aanleg van het fietspad past binnen het nationale en provinciale beleid op het gebied van

ruimtelijke ordening en natuur en het provinciale fietsbeleid. Het afgraven van grond in het gebied

‘Mini Hooge Boezem’ past binnen de plannen voor de toekomstige inrichting van het gebied.

De aanleg van het fietspad inclusief het afgraven van grond en het aanbrengen van een

voorbelasting past niet binnen het geldende bestemmingsplan. Hiervoor moet het bestemmingsplan

aangepast worden. In het kader van artikel 3:10 van de Wro zal hiervoor een

projectbesluitprocedure doorlopen worden.

DHV B.V.

- 13 -

5 PROGRAMMA

5.1 Verkeer

Het fietspad wordt openbaar in de zin van de Wegenwet. Het fietspad zal tevens gebruikt worden

door wandelaars. Vanwege de recreatieve functie van het fietspad is het gebruik door brommers en

scooters echter niet toegestaan.

Bij de aansluitingen van het fietspad met de Oost-Vlisterdijk en de aan te leggen fietsbrug (ten

noorden van zwembad “De Loete”) moet het verkeer dat afkomstig is van het fietspad voorrang

verlenen aan bestuurders op de Oost-Vlisterdijk. De voorrangssituatie wordt aangeduid met

haaientanden op het fietspad.

DHV B.V.

- 14 -

6 ONDERZOEK

In dit hoofdstuk zijn de uitgevoerde technische onderzoeken beschreven, inclusief de belangrijkste

uitkomsten en conclusies. De relevante onderzoeken zijn als bijlagen bij dit projectbesluit

bijgevoegd.

6.1 Bodem

In het rapport ‘Verkennend bodemonderzoek Toekomstig fietspad ‘Hooge Boezem’ aan de Oost-

Vlisterdijk te Haastrecht’ (Oranjewoud, april 2006) is het onderzoek naar de bodemkwaliteit ter

plaatse van het tracé beschreven. De aanleg van het fietspad op het gekozen tracé kent geen

beperkingen ten aanzien van de bodemkwaliteit ter plaatse. De bodem bestaat uit slappe

samendrukbare lagen (veen en klei).

Voor het realiseren van de fietsverbinding F273.1 dient zand en klei ten behoeve van de

voorbelasting aangebracht te worden. Na de voorbelastingsperiode wordt er zand en klei afgevoerd

dat is aangebracht als voorbelasting

6.2 Waterhuishouding

Zoals beschreven in de Verkenning & Planstudie Fietsverbinding F273 (Tracé Oost-Vlisterdijk-

Haastrecht) (Oranjewoud, juli 2006) hoeft voor het fietspad geen aparte watercompensatie plaats te

vinden, omdat andere onderdelen van de herinrichting van de Hooge Boezem reeds in nieuwe

waterberging voorzien.

Gedeeltelijk komt het fietspad op bestaande kades te liggen. Maatregelen zullen worden getroffen

om negatieve invloed op deze kades te voorkomen. Deze maatregelen betreft aanbrengen

voorbelasting en daarna op hoogte brengen (in afstemming met Hoogheemraadschap de Stichtse

Rijnlanden) van de bestaande kades.

Het fietspad komt gedeeltelijk op een nieuwe kade te liggen. Deze kade functioneert als kade voor

de toekomstige waterberging in de Hooge Boezem en in de Mini Hooge Boezem.

De aanleg van rietkragen langs het fietspad als noodzakelijke natuurcompensatiemaatregel,

vergroten de waterbergingscapaciteit.

Conform de eisen van het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden wordt voorzien in een

duiker met een beweegbare stuw en een duiker voor een nog te realiseren helofytenfilter.

DHV B.V.

- 15 -

6.3 Ecologie

De bestaande natuurwaarden (agrarisch gebied met landschapswaarden) worden verstoord door

de aanleg van het fietspad. Als natuurcompensatie worden een aantal compenserende en

mitigerende maatregelen getroffen. Het gaat om het betrekken van het voormalige

Ooievaarsbuitenstation bij de inrichting van de Hooge Boezem als natuurgebied, evenals de aanleg

van rietszones langs het fietspad. De aanleg van een rietzone aan de Vlist heeft een positieve

uitwerking op het functioneren van de Natte As uit de Nota Ruimte. Voor meer achtergronden wordt

verwezen naar de Verkenning & Planstudie Fietsverbinding F273 (Tracé Oost-Vlisterdijk-

Haastrecht) [Oranjewoud, juli 2006].

In 2010 is een ecoscan gemaakt van het plangebied, zie bijlage “Eco-scan Fietsverbinding F273

(Tracé Oost-Vlisterdijk-Haastrecht), DHV – juni 2010. Uit de inventarisatie blijkt dat:

- binnen het studiegebied geen Natura 2000-gebieden aanwezig zijn;

- binnen het studiegebied of in de directe nabijheid geen Beschermde Natuurmonumenten

aanwezig zijn;

- het plangebied binnen deelgebied de “De Hoge Boezem” van EHS-kerngebied

“Veenweiden-Midden Zuidplas” ligt (zie het rapport voor een inventarisatie van soorten).

De belangrijkste maatregel om de versnippering van het deelgebied “De Hoge Boezem” te

compenseren is de genoemde natuurcompensatie. Daarnaast wordt de eis gesteld dat er geen

brommers worden toegestaan op het fietspad en dat het fietspad niet wordt verlicht.

Daarnaast zullen de in het rapport voorgestelde mitigerende maatregelen worden overgenomen.

6.5 Archeologie en cultuurhistorie

In het rapport ‘Bureauonderzoek in inventarisend veldonderzoek fietspad Hooge Boezem te

Haastrecht [Oranjewoud, april 2006] is het uitgevoerde archeologisch onderzoek op het gekozen

traçe beschreven.

In het plangebied is een oude stroomrug aanwezig met mogelijke nederzettingssporen uit de

periode van de Romeinse tijd tot en met de Nieuwe tijd. Binnen het plangebied liggen daarnaast

zeven vindplaatsen, waar funderingen van molens uit de periode 1486-1914 resteren. Op deze

locaties liggen grote hoeveelheden puin. Op alle molenlocaties zijn de funderingen, delen van de

oorspronkelijke kades rondom de molen en de inlaten aan de Vlistzijde nog aanwezig.

Het fietspad is hoofdzakelijk buiten de waardevolle vindplaatsen gesitueerd. Op een tweetal locaties

is gekozen om het bestaande terrein met één meter op te hogen om deze te beschermen.

Stichting Het Zuid-Hollands Landschap maakt de molenlocaties opnieuw beleefbaar en restaureert

de 6e molen. Het fietspad draagt bij aan de toegankelijkheid van deze molenlocaties.

Voor de aanleg van het fietspad wordt geen grond afgegraven uit het bestaande maaivelg dieper

dan 0,30m.

DHV B.V.

- 16 -

6.6 Recreatie

Het fietspad ligt gedeeltelijk op een bestaand beschermd wandelpad, omdat er geen ruimte is voor

inpassing van het fietspad naast het wandelpad. Met wandelvereniging Te Voet is gekomen tot een

compromis over type en kleur van de toe te passen verharding.

Een gedeelte van het toekomstig fietspadtracé wordt gebruikt door bezoekers van een

kampeervereniging. Indien geen alternatieven voor deze gebruikers voorhanden zijn, zal dit

medegebruik mogelijk blijven.

Het nieuw aan te leggen trace (Bredeweg/Oost-Vlisterdijk) vormt met het eveneens nieuw aan te

leggen trace (Oost-Vlisterdijk/Hoenkoopse Buurtweg) een geheel nieuwe recreatieve fiets-

verbinding tussen de Krimpener- en de Lopikerwaard.

6.7 Externe veiligheid

Sinds 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van kracht. In het externe

veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en

het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt

als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken 1) en

onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom

een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van

minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke

stoffen. In de omgeving van de gronden waarop het fietspad wordt gerealiseerd zijn geen bedrijven,

inrichtingen of routes van gevaarlijke stoffen aanwezig. Het projectgebied valt niet binnen enige

risicocontour van een route voor gevaarlijke stoffen. Over de N228 zal vervoer gaan plaatsvinden

van gevaarlijke stoffen. Nu een fietspad geen kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object is, hoeft bij het

nemen van het projectbesluit geen rekening te worden gehouden met de normen op basis van het

Bevi.

Vanuit het aspect externe veiligheid zijn voor onderhavig projectbesluit geen beperkingen.

6.8 Conclusie

Vanuit de aspecten bodem, water, recreatie, archeologie, cultuurhistorie, ecologie,

waterhuishouding, recreatie en externe veiligheid zijn er geen belemmeringen voor aanleg van het

fietspad. Diverse maatregelen worden getroffen ter compensatie en mitigatie van negatieve

effecten.

DHV B.V.

- 17 -

7 UITVOERBAARHEID

7.1 Economische uitvoerbaardheid

De aanleg van het fietspad inclusief de compenserende en mitigerende maatregelen wordt geheel

gefinancierd door de provincie Zuid-Holland vanuit het Meerjarenprogramma Provinciale

Infrastructuur (MPI).

Het toekomstig beheer en onderhoud van het fietspad wordt verzorgd door de gemeente Vlist. Als

tegemoetkoming in de beheer- en onderhoudskosten kan de gemeente, zodra het fietspad is

gerealiseerd en openbaar is gesteld, een eenmalige gewenningsbijdrage bij de provincie Zuid-

Holland aanvragen.

7.2 Bereikbaarheid

De werkzaamheden voor het aanbrengen van de voorbelasting gaan ca. 3 maanden duren. Daarna

start een voorbelastingsperiode van circa 1 jaar. Na de voorbelastingsperiode wordt de overhoogte

verwijderd en wordt de verharding aangebracht.

In de besteksfase vindt er met de belanghebbende partijen afstemming plaats over de

bereikbaarheid tijdens de werkzaamheden. Tevens wordt gekeken hoe de overlast voor de

omgeving zo beperkt mogelijk kan blijven. De percelen binnen het projectgebied zullen tijdens de

werkzaamheden bereikbaar zijn. Deze bereikbaarheid geldt ook voor nood- en hulpdiensten.

De overlast voor wandelaars op het bestaande wandelpad zal zoveel als mogelijk worden beperkt.

Betreffende de aanvoerroute voor het bouwverkeer worden nog nadere afspraken gemaakt met de

eigenaren van de gronden in dit gebied, waarbij allereerst de mogelijkheden in beeld worden

gebracht.

7.3 Inspraak

Het ontwerp projectbesluit is 6 weken ter inzage gelegd. Er is één zienswijze binnengekomen, van

de Vereniging van Wandelaars Te Voet (Eeffien Huizing, d.d. 23-8-2010). Deze is als volgt

samengevat en beantwoord.

Samenvatting zienswijze:

Reclamant geeft aan dat de het type verharding en de kleur van het fietspad niet benoemd zijn in

het projectbesluit.

Beantwoording:

Het fietspad F273.1 krijgt net als fietspad F273.0 een halfverharding, zodat de natuurlijke uitstraling

van het fietspad behouden blijft. De toplaag van de halfverharding wordt gestabiliseerd met Stabicol

CE. Deze stabilisatie voorkomt stof, modder, deformatie en uitspoelen. Hierdoor is het fietspad

toegankelijk en veilig voor fietsers en zijn de onderhoudskosten laag. Het stabilisatiemateriaal is

kleurneutraal, zodat de natuurlijke kleur van de halfverharding behouden blijft. Stabicol CE heeft

geen specifieke gezondheids- en/of veiligheidseigenschappen die een gevaar voor mens of milieu

kunnen veroorzaken.

DHV B.V.

- 18 -

Conclusie

De zienswijze is geen aanleiding om het projectbesluit aan te passen.

Gelijktijdig met de terinzagelegging van het ontwerp projectbesluit is deze aan de wettelijke

overlegpartners toegestuurd. Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft bij brief van 19

augustus 2010 positief geadviseerd over het ontwerpprojectbesluit.

7.4 Overleg

In projectgroepverband is met alle belanghebbende partijen (Werkgroep Behoud Lopikerwaard en

Te Voet; vereniging van wandelaars) meerdere malen overleg gevoerd om tot het huidige DO te

komen. In de projectgroep waren de volgende partijen vertegenwoordigd: Stichting Het Zuid-

Hollands Landschap, gemeente Vlist, provincie Zuid-Holland en Hoogheemraadschap Stichtse

Rijnlanden.

Daarnaast heeft afstemming plaatsgevonden met wandelvereniging Te Voet en met Stichting

Behoud Lopikerwaard omtrent de verharding (materiaal en kleur) van het fietspad.

Gelijktijdig met de terinzagelegging van het ontwerp projectbesluit wordt deze aan de wettelijke

overlegpartners toegestuurd.

DHV B.V.

- 19 -

8 COLOFON

Provincie Zuid-Holland/Projectbesluit Fietsverbinding F273.1

ISDH20100142

Opdrachtgever : Provincie Zuid-Holland

Project : Fietsverbinding F273.1

Dossier : D042401001

Omvang rapport : 19 pagina's

Auteur : M. Otto

Interne controle : S. Holwerda

Projectleider : S. Holwerda

Status en datum : vastgesteld 7 september 2010

Naam/Paraaf :

DHV B.V.

- 20 -

DHV B.V.

Ruimte en Mobiliteit

Waldorpstraat 13G

2521 CA Den Haag

Postbus 93059

2509 AB Den Haag

T (070) 314 33 33

F (070) 326 28 91

www.dhv.nl