Download Voorbeeld Analyse-rapport WPPSI-III-nl

PersoonsgegevensNaam Gerrit Pearson-2Geslacht ManNationaliteit NederlandseVoorkeurshand RechtshandigSchool/Instituut BasisonderwijsGroep/Leerjaar 2Onderzoeker PaulVraagstelling (1) ADHD

jjjj mm ddOnderzoeks datum 2009 8 28Geboorte datum 2003 10 21Leeftijd 05 10 07

Ruw Subtest Norm Perc.40 Blokpatronen 18 99,617 Informatie 3 121 Matrix Redeneren 13 8419 Woordenschat 8 2519 Plaatjes Concepten 13 8429 Symbool Zoeken 13 8419 Woord Redeneren 9 3730 Substitutie 10 5018 Begrijpen 9 3725 Onvolledige Tekeningen 12 7520 Overeenkomsten 8 2532 Receptieve Woordenschat 11 6337 Figuur Leggen 13 8410 Plaatjes Benoemen 3 1

IQ-score Somscore IQ Percentiel Betrouwbaarheid Classificatie90% 95%

Verbaal-IQ 20 80 9.1 74-91 72-92 Beneden gemiddeldPerformaal-IQ 44 131 98.1 119-136 117-137 Zeer begaafdTotaal-IQ 74 104 60.5 97-111 95-112 GemiddeldLet op: V - P = 51 V - P >= 14,67: significant (berekening obv 3 verbale / 3 performale subtests)

IQ/Indexscore Somscore Index Percentiel Betrouwbaarheid Classificatie90% 95%

Algemene Taal Index 14 83 12.9 76-96 74-98 Beneden gemiddeldVerwerkingssnelheid 23 109 72.6 96-118 94-120 Gemiddeld

Verbale schaal Normscore +/- van gemiddelde Kritieke waarde 0.05 SignificantInformatie 3 -3,67 2,77 * ZwakWoordenschat 8 1,33 2,63Woorden Redeneren 9 2,33 2,45Totaal Verbaal 20Gemiddelde van 3 subtests 6,67Performale schaal Normscore +/- van gemiddelde Kritieke waarde 0.05 SignificantBlokpatronen 18 3,33 2,76 * SterkMatrix Redeneren 13 -1,67 2,55Plaatjes Concepten 13 -1,67 2,61Totaal Performaal 44Gemiddelde van 3 subtests 14,67Substitutie 10 -0,57 3,71Totaal van 7 subtests 74Gemiddelde van 7 subtests 10,57

WPPSI-III-nl analyseVersie: 1.0.0

Rapport ID: 67Gerrit Pearson-2

© DevelopmentIntern document

Pagina1 / 61 / 61 / 61 / 61 / 61 / 6

Naam: Gerrit Pearson-2

Betekenis normscores> 15 zeer goed13 - 15 goed8 - 12 gemiddeld5 - 7 zwak< 5 zeer zwak

IQ-score Kwalitatieve diagnostische classificatie> 130 Zeer begaafd121 - 130 Begaafd111 - 120 Boven gemiddeld90 - 110 Gemiddeld80 - 89 Beneden gemiddeld70 - 79 Laag begaafd< 70 Lichte verstandelijke beperking

IQ-score Classificatie (DSM-IV-TR)71 - 84 Zwakbegaafdheid (code V62.89)50 - 55 tot +/- 70 Lichte zwakzinnigheid (code 317)35 - 40 tot 50 - 55 Matige zwakzinnigheid (code 318.0)20 - 25 tot 35 - 40 Ernstige zwakzinnigheid (code 318.1)< 20 - 25 Diepe zwakzinnigheid (code 318.2)




Pagina2 / 62 / 62 / 62 / 62 / 62 / 6

Algemene Taal Index Norm +/- SignificantReceptieve Woordenschat 11 4.0 * HoogPlaatjes Benoemen 3 -4.0 * LaagTotaal 14Gemiddelde 7,0

Verwerkingssnelheid Norm +/- SignificantSymbool Zoeken 13 -11.5 * LaagSubstitutie 10 -1.5Totaal 23Gemiddelde 11,5

Discrepantieanalyses (IQ-)scores Verschil Kritieke waarde 0.05 SignificantieVerbaal IQ - Performaal IQ 80-131 51 14,39 SignificantVerbaal IQ - Verwerkingssnelheid 80-109 29 16,65 SignificantPerformaal IQ - Verwerkingssnelheid 131-109 22 17,20 SignificantIN vs RW 3-11 8 4,0 SignificantFL vs BP 13-18 5 4,4 SignificantSU vs SZ 10-13 3 4,5 Niet significantRW vs PB 11-3 8 3,8 SignificantOV vs PC 8-13 3 3,4 Niet significant




Pagina3 / 63 / 63 / 63 / 63 / 63 / 6

Factoranalyse

Analyse van het T-IQ (gem 10,6 (7,6 - 13,6))Hoofdzaken van bijzaken onderscheiden

11,8

Simpele verbale aanwijzing 10,4 Visueel motorisch kanaal 12,9 Visuele perceptie van betekenisvolle stimuli

10,4

Cognitie (Guilford) 11,4 Convergente productie (Guilford) 11,5 Evaluatie (Guilford) 11,5 Figural cognition (Guilford) 12,0 Crystallized ability (CHC) 8,0 Fluid ability (CHC) 12,3 General ability 10,3 General information (CHC) 8,0 Leervaardigheid 11,0 Redeneervermogen 10,8 Vaardigheid bij onzekerheid 12,0 Werken zonder tijdsdruk 8,6 Analyse van het V-IQ (gem 6,7 (3,7 - 9,7))Begrijpen van een lange vraag 7,0 Fund of information 7,8 Lange termijn geheugen 6,3 Geheugen (Guilford) 3,0 * LaagInteresse 7,8 Verworven kennis (Bann) 6,3

Analyse van het P-IQ (gem 14,7 (11,7 - 17,7))Complexe verbale aanwijzing 13,7 Brede visualisatie (CHC) 14,0 Holistic R-Hemisfeer proces 12,8 Non-verbaal redeneren 13,0 Perceptuele organisatie 13,1 Planningsvaardigheid 13,5 Reproductie van een model 14,0 Kortdurend visueel geheugen 11,5 * LaagRuimelijke inzicht (Bann) 14,0 Kortdurend geheugen 11,5 * LaagTrial-error leren 15,5 Visueel geheugen 11,7 * LaagPaper and pencil skill 11,5 * LaagCognitieve stijl 14,0 Afleidbaarheid 11,5 * LaagWerken onder tijdsdruk 13,2 Aandacht (Sattler) 12,0 Fijn-motorische coördinatie 13,5 Visuele perceptie van abstracte stimuli

13,5

Visueel-motorische coördinatie 13,5

CHC = Cattell, Horn en Carrol




Pagina4 / 64 / 64 / 64 / 64 / 64 / 6

Beschrijving van de significante factoranalyses

Let op: De gevonden waarden bij de significanties (Hoog/Laag) hebben betrekking op de gemiddelden van deze specifieke testpersoon. Hier worden de significante scores van de testpersoon vergeleken met het gemiddelde van zijn subtestscores.

Analyse van het V-IQGeheugen (Guilford) (Significant * Laag) op basis van IN en PB:Een significant lage score houdt in dat het kind een zwak vermogen heeft om informatie te onthouden zowel op lange als op korte termijn.

Analyse van het P-IQKortdurend visueel geheugen (Significant * Laag) op basis van SZ en SU:Een significant lage score houdt in dat het kind moeite heeft om visuele informatie op korte termijn te verwerken, te onthouden en weer te geven.Kortdurend geheugen (Significant * Laag) op basis van SZ en SU:Een significant lage score houdt in dat het kind moeite heeft om informatie op korte termijn te verwerken, te onthouden en weer te geven.Visueel geheugen (Significant * Laag) op basis van SZ, SU en OT:Een significant lage score houdt in dat het kind minder goed is in het opslaan van visuele informatie en kan deze informatie ook onvoldoende op zowel korte als lange termijn oproepen.Paper and pencil skill (Significant * Laag) op basis van SZ en SU:Een significant lage score houdt in dat het kind zwak is in de visueel-motorische vaardigheid en in het tempo van verwerken van visuele informatie.Afleidbaarheid (Significant * Laag) op basis van SZ en SU:Een significant lage score houdt in dat het kind gevoelig is voor prikkels uit de omgeving en laat zich snel afleiden.

Profielhypothesen

Jerome M. Sattler (2004), Assessment of Children: WISC-IV and WPPSI-III Supplement, Hoofdstuk 8, Pagina 262-267.Bij de interpretatie van subtestverschillen (van 4 of meer punten) worden hieronder de betreffende profielhypothesen weergegeven.

Vergelijking tussen Verbale subtestsWoord Redeneren > Informatie:De vaardigheid om deductief / afleidend te redeneren is beter ontwikkeld is dan de algemene kennisverwerking / vaardigheid om iets te begrijpen of iets onder woorden te brengen.Begrijpen > Informatie:Sociaal inzicht is beter ontwikkeld dan algemene kennisverwerking.Overeenkomsten > Informatie:De algemene kennisverwerking is beter ontwikkeld dan de vaardigheid om begripsmatig / conceptueel te redeneren.Receptieve Woordenschat > Plaatjes Benoemen:Receptieve Woordenschat is beter ontwikkeld dan expressieve woordenschat.Woordenschat + Begrijpen > Informatie:Verbale vaardigheid en de algemene kennisverwerking is beter ontwikkeld dan sociaal oordelen.

Vergelijking tussen Performale subtestsBlokpatronen > Matrix Redeneren:Analyse en synthese vaardigheden wanneer men onder tijdsdruk werkt is beter ontwikkeld dan analoog perceptueel redeneren.Blokpatronen > Onvolledige Tekeningen:Ruimtelijke waarnemingsvaardigheid is beter ontwikkeld dan de niet ruimtelijke visuele waarnemingsvaardigheid.Blokpatronen + Matrix Redeneren > Plaatjes Benoemen + Onvolledige Tekeningen:




Pagina5 / 65 / 65 / 65 / 65 / 65 / 6

Ruimtelijke redeneervaardigheid is beter ontwikkeld dan niet ruimtelijke redeneervaardigheid.

Vergelijking tussen Verbale en Performale subtestsBlokpatronen > Overeenkomsten:Abstracte redeneervaardigheid met non-verbale stimuli is beter ontwikkeld dan abstracte redeneervaardigheid met verbale stimuli.Plaatjes Concepten > Overeenkomsten:Abstracte redeneervaardigheid met visuele stimuli is beter ontwikkeld dan abstract redeneervaardigheid met verbale stimuli.Matrix Redeneren > Overeenkomsten:De analoge non-verbale redeneervaardigheid is beter ontwikkeld dan het verbaal conceptueel redeneren.Matrix Redeneren > Begrijpen:De analoge non-verbale redeneervaardigheid is beter ontwikkeld dan de sociale inschattingsvaardigheid.Matrix Redeneren > Woordenschat:De analoge non-verbale redeneervaardigheid is beter ontwikkeld dan de vaardigheid om de betekenis van woorden te begrijpen en uit te drukken.Plaatjes Concepten > Woord Redeneren:Abstracte redeneervaardigheid met visuele prikkels is beter ontwikkeld dan abstracte redeneervaardigheid met verbale prikkels.Blokpatronen + Matrix Redeneren > Woordenschat + Informatie:Ruimtelijke redeneervaardigheid en nieuwe probleemoplossend vermogen is beter ontwikkeld dan vaardigheid die afhankelijk is van aangeleerde verbale feiten en relaties.

Einde Analyserapport




Pagina6 / 66 / 66 / 66 / 66 / 66 / 6

Download Voorbeeld Analyse-rapport WPPSI-III-nl

Documents

Transcript of Download Voorbeeld Analyse-rapport WPPSI-III-nl