Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur

38

description

Briefwisseling tussen de studentenraad (FSR) en bestuur (decaan Frank van Vree / Jan Willem van Henten) over de afschaffing van de master en bachelor Roemeense taal en cultuur aan de UvA Faculteit der Geesteswetenschappen

Transcript of Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur

Page 1: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 2: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 3: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 4: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 5: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 6: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 7: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 8: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 9: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 10: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 11: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 12: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 13: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 14: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur

Geachte decaan,

Bij dezen doet de FSR u zijn advies toekomen met betrekking tot het voorgenomen besluit

van het faculteitsbestuur aangaande Nieuwgrieks en Roemeens. In dit document worden de

aankomende plannen voor de bachelor Roemeens en Nieuwgrieks aangekondigd. Na het

lezen van de stukken en de bespreken van vragen van de FSR, is de FSR tot het volgende

advies gekomen en besluit hij negatief te adviseren op uw voornemensbesluit. Het advies zal

hieronder puntsgewijs worden toegelicht.

Cijfermatige onderbouwing

In het voorgenomen besluit betreffende Roemeens/Nieuwgrieks wordt gebruik gemaakt van

de cijfers met betrekking tot de lage instroom van studenten voor beide opleidingen. Ik

begrijp dat de lage instroom problematisch kan zijn, maar ben ook van mening dat de

cijfermatige onderbouwing in de notitie onvolledig is. Zo wordt geen indicatie gegeven van

de financiële consequenties van de opheffing. Ook geeft de notitie geen inzicht in de kosten

van het behouden van de bestaande programma’s en de kosten die het met zich mee zal

brengen om studenten een programma in het buitenland te laten volgen of andere

vervangende voorzieningen te treffen.

Aan: mw. prof. dr. J.F.T.M. van Dijck

Spuistraat 210

1012 VT Amsterdam

Van: Facultaire Studentenraad

Spuistraat 134, kamer 302

1012 VB Amsterdam

Amsterdam, 17 juni 2011

Ons kenmerk: 11-10

Betreft: advies Roemeens/Nieuwgrieks

Contactpersoon: Léonie Mol

Telefoon: 020-525 3278

[email protected]

Page 15: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur

Daarnaast is het de FSR onduidelijk of de commissie inzicht heeft gehad in de

aanmeldingen voor de vakken of dat de commissie enkel een overzicht heeft gehad van de

instroomcijfers van de opleidingen. De deelnamecijfers geven aan dat er significant meer

studenten zijn die gebruik maken van het onderwijsaanbod dat door beide opleiding wordt

verzorgd dan de instroomcijfers doen vermoeden. Gezien het feit dat het voorgenomen

besluit een bezuinigingsmaatregel wordt genoemd, is het volgens de FSR noodzakelijk dat er

een duidelijker beeld komt van de kosten die zowel behoud als opheffing van de

programma’s met zich mee brengen.

Kwaliteit van de opleidingen

De FSR begrijpt de problemen waar beide bachelors mee kampen en neemt deze serieus:

zowel bij de programma’s Roemeens als Nieuwgrieks is er al jarenlang sprake van een lage

instroom. Wat betreft het opheffen van de opleiding Roemeens acht de FSR het echter

realistisch dat er eerst wordt nagedacht over manieren waarop dit programma kan worden

voortgezet. De FSR is van mening dat in alle genoemde documenten de focus teveel wordt

gelegd op het feit dat de opleidingen vanwege het zeer kleine aantal studenten een laag

rendement hebben, in plaats van op de kwaliteit van de opleiding. De universiteit is een plek

waar ten eerste moet gekeken naar de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek van een

studie: dit komt vrijwel niet naar voren in het rapport. De visitatierapporten van de

opleidingen laten zien dat de kwaliteit van het onderwijs voldoende is en ook het

studierendement krijgt van de visitatiecommissie een voldoende. Wanneer de faculteit een

kwalitatief hoogwaardige opleiding Roemeens of Nieuwgrieks in huis heeft, kan zij zich

hiermee uitstekend profileren omdat zij daarmee laat zien dat goed onderwijs op de eerste

plaats staat. Dit past eveneens goed bij het profiel dat de UvA zich aanmeet: de brede

universiteit met veel, ook kleine, opleidingen.

Alternatieven

De alternatieven die door u worden aangedragen leunen (voor zowel Roemeens als

Nieuwgrieks) grotendeels op de vooronderstelling dat het zogenaamde flash-programma

succesvol zal zijn. Hoewel de decaan tijdens de laatste overlegvergadering met de FSR van

26 mei jongstleden aangaf dat er op de faculteit een groot enthousiasme voor dit programma

Page 16: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur

bestaat, is het onverstandig om beleid te maken op grond van een programma dat nog niet

bestaat, de pilot flash Russisch zal immers pas 1 september 2012 van start gaan.

Succesvol beleid is volgens de FSR moeilijk te voorspellen: toch wordt dit nog lastiger,

wanneer voorbarige conclusies worden getrokken op basis van programma’s die nog niet in

de praktijk zijn gebracht. Daarnaast is het de FSR nog niet volledig duidelijk waar de vakken

van Roemeens die overblijven, ondergebracht zullen worden. Volgens de adviesaanvraag zou

dit bij Europese Studies zijn, de commissie stelt echter dat er geen personele samenwerking

tussen de verschillende opleidingen van de verschillende departementen zal plaatsvinden.

Daarbij koerst het voorgenomen besluit aan op een meer taalkundige invulling van de minor

Roemeens. De studenten geven echter in de evaluaties aan vooral de culturele kant te

waarderen.

Hoewel de commissie zich voorgenomen om de maatschappelijke behoeftes naar zowel

Nieuwgrieks als Roemeens te onderzoeken, ziet de FSR hiervan weinig terug in zowel de

rapportage van de commissie als in de stukken en discussies die de commissie heeft gebruikt

voor haar onderzoek. Er wordt enkel gesproken over een toenemende maatschappelijke

waarde van Roemeens.

De FSR hoopt u bij dezen voldoende te hebben geïnformeerd over zijn standpunt

betreffende het voorgenomen besluit en hoopt spoedig van u een reactie te ontvangen.

Hoogachtend,

namens de Facultaire Studentenraad Geesteswetenschappen,

Nick Schoemaker

Voorzitter FSR-FGw 2010|2011

Page 17: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Bureau van de Faculteit

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Aan de voorzitter van de Facultaire Studentenraad Nick Schoemaker Spuistraat 134, kamer 302 1012 VB Amsterdam

Spuistraat 210 1012 VT Amsterdam

Amsterdam, 30 juni 2011 Uw kenmerk: Ons kenmerk: bs-u-2011- Bijlage(n): Betreft: Reactie advies Roemeens/Nieuwgrieks

Afdeling: bedrijfsvoering Contactpersoon: mw. drs. Agaath Bronkhorst

Telefoon: 020-525 3068 Fax: 020-525 4708

E-mail: bestuur-decaan-fgw @uva.nl

Geachte heer Schoemaker, beste Nick, Naar aanleiding van uw negatieve advies d.d. 17 juni 2011 ten aanzien van de wijziging c.q. opheffing van Roemeense en Nieuwgriekse taal en cultuur wil ik een reactie geven op de door u aangedragen bezwaren. Cijfermatige onderbouwing. U acht de cijfermatige onderbouwing van het voorgenomen besluit onvoldoende, omdat geen indicatie wordt gegeven van de financiële consequenties van de opheffing. Hierop wil ik antwoorden dat er geen financiële bezuinigingsdoelstelling is afgegeven ten aanzien van Roemeens en Nieuwgrieks. Ik wil mij nog verontschuldigen voor de mogelijke verwarring die kan zijn ontstaan door het gebruik van het woord “bezuiniging” in één van de stukken. Dit is later gewijzigd in een verwijzing naar de kaderstelling Taal- en letterkunde, waar het om gaat. De aanleiding tot wijziging c.q. opheffing van de opleidingen is gelegen in de al jarenlange geringe instroom (en uitstroom) van de opleidingen. Al meer dan 10 jaar trekt de bacheloropleiding Roemeens nul tot 1 student per jaar. De aanmeldingen voor Nieuwgrieks zijn ook al jarenlang zeer gering, maar bieden nog meer mogelijkheden om de bacheloropleiding te handhaven, in verbeterde vorm. Voor een juiste inschatting van de consequenties van een dergelijke geringe instroom is het nodig te bedenken dat de aanwezige middelen bij het departement Taal- en letterkunde volgens de kaderstelling (waarin de 3 M€ voor de kleine letteren zijn verwerkt) nodig zijn voor het gehele palet aan opleidingen van dit departement. Dit betekent dat een extra investering in een opleiding Roemeens (bijv. nieuw personeel) ten koste gaat van een andere opleiding van hetzelfde departement. Het departement heeft als opdracht een sluitende kaderstelling, daarbinnen moeten de beschikbare middelen worden ingezet. Belangrijker dan een bezuiniging is dan ook een stevig palet aan opleidingen, op basis van de beschikbare middelen, dat goed verankerd is binnen de faculteit (met dwarsverbanden, instroom van studenten uit verschillende richtingen, en breed inzetbaar personeel). Alleen dan zijn opleidingen bestendig voor de toekomst. Dit is juist ook een kwaliteitsdoelstelling, zoals ik hieronder verder zal toelichten. Verder kunnen wij bevestigen dat de commissie inzicht heeft gehad in de aanmeldingen voor de vakken. Het overzicht “Deelnemersaantallen vakken Nieuwgrieks en Roemeens 2007-2010’ is verstrekt door het departement Taal- en letterkunde via Ineke Vedder, hoofd onderwijs Taal- en letterkunde en tevens lid van de commissie Toekomstperspectief Nieuwgrieks en Roemeens. Van belang daarbij is op te merken dat deze vakinstroom geen reden gaf om de studies als geheel rendabel

Page 18: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur

te zien en dat met de nieuwe opzet juist wordt geprobeerd om die vakken die studenten van andere studies trekken te behouden en verder te versterken. Kwaliteit van de opleidingen Wat betreft de kwaliteit van de opleidingen wil ik benadrukken dat ik er naar streef om hoogwaardige opleidingen en een actief academisch klimaat te kunnen bieden aan studenten. Een opleiding die gebaseerd is op nul of één student per jaar, en met 1 of 2 docenten kan inhoudelijk wel van voldoende kwaliteit zijn, maar is toch kwetsbaar (wat te doen als de enige docent ziek is?). Bundeling en bredere inzetbaarheid van beschikbare expertise (bijvoorbeeld binnen Europese Studies) is zeker ook een kwaliteitsdoelstelling. Ook is het wenselijk dat studenten met medestudenten kunnen communiceren, en actief participeren in werkgroepen, gegeven door verschillende docenten. Ondanks dat ik geen twijfels heb aan de expertise van de betrokken docenten en aan de kwaliteit van de gevisiteerde opleidingen, denk ik toch dat een dergelijke kleine schaal niet optimaal is voor een stimulerend academisch klimaat. Een stevig palet aan (kleine) opleidingen, die breed verankerd zijn in de faculteit, is dan ook zeker een kwalitatieve doelstelling. Alternatieven Het voorgenomen besluit ten aanzien van Roemeens gaat er vanuit dat er een kleine voorziening overblijft op bachelorniveau. Daarbij heb ik inderdaad aangehaakt bij de nieuwe ontwikkelingen rond de Flash-programma’s, maar mochten die niet succesvol zijn dan wordt dit geëvalueerd en bekeken of er op andere wijze een gezonde voorziening gewenst en mogelijk is. De commissie zelf spreekt over “minoren nieuwe stijl”. Het gaat zeker niet alleen om een taalkundige invulling van de minor, de commissie neemt ook een module “Overzicht van de Geschiedenis, Cultuur en Literatuur van Roemenië” op in de voorziening en ook andere keuzevakken zijn denkbaar. De commissie koerst juist ook aan op meer personele samenwerking tussen docenten vanuit verschillende opleidingen, bijv. in een Expertisecentrum Zuid-Oost Europastudies. Mogelijk is in een mondelinge toelichting bedoeld te zeggen dat het niet de bedoeling is om personele formatie over te hevelen van het ene naar het andere departement. Ik hoop u voldoende antwoord te hebben gegeven op uw bezwaren en hoop dat u op basis hiervan uw negatieve advies zult intrekken. Met vriendelijke groet, Prof. dr. J.F.T.M. van Dijck decaan cc. O&C

Page 19: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur

Geachte decaan, Naar aanleiding van uw reactie op onze negatief advies met betrekking tot het voorgenomen besluit van het faculteitsbestuur aangaande Nieuwgrieks en Roemeens, doet de FSR u nogmaals zijn advies toekomen. Allereerst wilt de FSR u van harte danken dat u en uw staf tijd en informatie voor ons vrij hebben gemaakt m.b.t. dit dossier. Echter, nadat wij ons verder in dit dossier hebben verdiept, voelen wij ons gedwongen om weer negatief te adviseren. In dit advies zullen we puntsgewijs onze bezwaren toelichten. Kwaliteitsdoelstellingen, breed inzetbaar personeel en instroom De FSR maakt zicht hard voor verdiepend en uitdagend onderwijs binnen de faculteit. Arabisch is door het FB benoemd als voorbeeld van kleine letteren opleiding die breed inzetbaar is geworden. Binnen deze opleiding worden vakken aangeboden waarbij het niet langer noodzakelijk is om de taal machtig te zijn. Hoewel het een positieve ontwikkeling is dat het rendement op deze manier wordt verbeterd, beschouwt de FSR het als een verschaling van het onderwijs dat de teksten niet meer in de oorspronkelijke taal worden bestudeerd. Op deze manier worden de vakken minder diepgaand en uitdagend voor studenten die de taal wel kunnen. De FSR is blij dat het FB ernaar streeft om hoogwaardige opleidingen en een academisch klimaat aan studenten te kunnen bieden. De FSR is echter bezorgd om het feit dat dit streven verward wordt met economische- en rendementsmaatregelen. Het economische aspect staat in ogen van de FSR echter in dienst van de hoofdtaak van de universiteit; onderwijs en onderzoek. De brede inzetbaarheid van docenten berust volgens de FSR grotendeels op een economische basis, een breed inzetbare docent van een kleine taal kan immers ook andere vakken doceren. De FSR is echter van mening dat het hierbij moeilijk is om over vervangbaarheid van docenten te praten, er is immers sprake van universitair onderwijs. Ook in grote opleidingen is het moeilijk om een docent die ziek is zo

Aan: mw. prof. dr. J.F.T.M. van Dijck

Spuistraat 210

1012 VT Amsterdam

Van: Facultaire Studentenraad

Spuistraat 134, kamer 302

1012 VB Amsterdam

Amsterdam, 11 augustus 2011

Ons kenmerk: 11-15

Betreft: Roemeens/Nieuwgrieks

Contactpersoon: Léonie Mol

Telefoon: 020-525 3278

[email protected]

Page 20: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur

maar te vervangen.. De focus ligt voor de FSR op de kwaliteit van de docent en niet zozeer op de vervangbaarheid of veelzijdigheid van de docent.

De FSR is verbaasd dat de vakinstroomcijfers voor de commissie niet voldoende waren om voor het behoud van de opleidingen te pleiten. Daarbij heeft de FSR de indruk dat de minoren wel degelijk voldoende bezocht worden. De FSR blijft derhalve van mening dat hoewel de instroomcijfers in de bachelor laag zijn, de afzonderlijke vakken van de opleidingen wel voldoende worden bezocht om de bachelors rendabel te maken. Gezien de conclusie van de commissie dat de huidige instroomcijfers geen reden gaven om de studies als geheel rendabel te zien, vraagt de FSR zich af hoe hoog de vakinschrijvingen moeten zijn om als rendabel gezien te worden. Daarbij is de FSR van mening dat instroomcijfers geen objectieve maatstaaf zijn van de kwaliteit van een opleiding noch voor het studentenbelang dat gepaard gaat met de afschaffing van een opleiding. Aangezien de FSR het studentenbelang vertegenwoordigd, kan hij dus niet instemmen. De kleinschaligheid van een opleiding kan ook juist positief werken. Zo prijst de Regionale Universiteit Groningen de opleiding Fries aan met de volgende woorden:

“Door de kleinschaligheid van de opleiding heeft de student de mogelijkheid tot intensief contact met medestudenten en docenten en kan hij de eigen capaciteiten en mogelijkheden optimaal ontwikkelen. De studieadvisering is persoonlijk en gericht op een bij interesse en gebleken aanleg aansluitende invulling van het totale studieprogramma.”

In de visie van de FSR streeft het FB naar breed inzetbaar personeel en hogere opleidingsrendement. Het streven van het FB om binnen de financiële kaderstelling van Taal en Letterkunde te blijven is begrijpelijk. Volgens de FSR is een van consequenties daarvan dat er gesneden moet worden in de uitgaven van de kleine opleidingen waarvan het personeel niet breder inzetbaar is en waarvan de instroom laag is. Dit alles overwegende is de FSR van mening dat het voornemensbesluit Roemeens en Nieuwgrieks de facto wel een bezuiniging of anderszins economische maatregel is. Daarbij wil de FSR toevoegen dat dit een begrijpelijke beleidskeuze is, mits deze verbonden is met kwaliteitsdoelstellingen die niet gehaald worden. Anders gezegd, is de FSR wel bereid om in te stemmen met het afschaffen van opleidingen die van lage kwaliteit zijn én niet meer ‘gered’ kunnen worden. Geen van deze premissen ziet de FSR echter duidelijk uitgewerkt in het huidige voornemensbesluit van het faculteitsbestuur. Alternatieven De FSR blijft van mening dat het voorbarig is om beleid te maken op het FLASH- programma dat nog niet de testfase is ingegaan. Verder lijkt het voorstel voor het FLASH-programma zoals het nu op tafel ligt niet te voldoen aan de (al eerder in deze brief aangegeven) visie van de FSR om verdiepend en uitdagend onderwijs aan te bieden. Als een leuke manier om een taal intensief (en vrij oppervlaktig) snel te leren, lijkt de FSR het FLASH-programma een uitbreiding van het diverse palet van de faculteit. Echter, om onderwijs voor een bepaalde taal alleen in dit format aan te bieden, lijkt de FSR geen goede ontwikkeling en dit voldoet niet aan de eisen van een universitaire opleiding. De FSR is wel verheugd over het feit dat er ruimte is om te kijken naar een andere invullingen van het curriculum, maar betreurt het dat dit pas gebeurd is nadat het voornemensbesluit tot afschaffing van de bachelor Roemeens was genomen. Daarnaast is de FSR van mening, net

Page 21: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur

als de commissie, dat de maatschappelijke relevantie van de opleidingen de komende jaren toe zal nemen, en daarmee het aantal studenten. De FSR pleit daarom ervoor dat eerst pogingen worden ondernomen om opleidingen aantrekkelijker te maken voordat wordt overgegaan tot het opheffen van opleidingen. Omdat Roemeens de enige bachelor is in de Benelux, zou er harder gestreefd moeten worden naar behoud van de opleiding. Samenwerkingsprogramma's met andere universiteiten of derde partijen zijn een voorbeeld van mogelijke manieren om deze opleiding te behouden aan de UvA en in Nederland. Tevens kan gedacht worden aan samenwerking met communicatiedeskundigen en andere professionals om de aantrekkelijkheid van de opleiding te vergroten. Procedure De FSR betreurt het dat de studenten van de opleiding Roemeens niet zijn gehoord alvorens over te gaan tot de voorgenomen besluiten. Toen de FSR de OC voorzitter benaderde was deze überhaupt niet op de hoogte van zijn functie binnen de OC noch over het feit dat deze opleiding ook onder zijn OC viel. Het lijkt de FSR van het grootste belang dat de studenten, OC en docenten betrokken worden bij maken van plannen voor opleidingen, zoals het afschaffen van een opleiding. Zij dienen betrokken te worden in het besluitvormingsproces zodat hun ervaringen binnen het vakgebeid en motieven om deze studie te kiezen, worden meegenomen.

Daarnaast blijft het voor de FSR onduidelijk of het FB alles geprobeerd heeft om deze opleidingen als volledige opleidingen te kunnen behouden. Er wordt gepraat over een jarenlang discussie over de opheffing van Roemeens terwijl het onduidelijk is of er een jarenlang streven naar een verbeterde toekomst voor de opleiding is geweest. Het is een bestuurlijke keuze geweest om de opleiding met 1,6 fte te laten functioneren, terwijl er tenminste 4,5 fte in een opleiding geinvesteerd moet worden om het als volledige opleiding te kunnen beschouwen, zoals de decaan aangaf in het gesprek van 4 juli j.l. De FSR zou graag willen weten – afgezien van de economische aspecten – waarom er gekozen wordt om het voornemenbesluit Roemeens en Nieuwgrieks te nemen en niet om deze twee opleidingen als unieke studiepaden te beschouwen en dusdanig te profileren. Namens de Facultaire Studentenraad Geesteswetenschappen, Daan van der Putten Vicevoorzitter FSR-FGw 2010|2011

Page 22: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 23: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 24: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 25: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 26: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 27: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 28: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 29: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 30: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 31: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 32: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 33: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 34: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur

Geachte heer Van Henten, Hiermee reageren wij op uw brief van 27 september jl. (kenmerk bs-u-2011-2497). Hierin verzoekt u ons om het advies over de opheffing van de opleiding Roemeens en de masteropleiding Nieuwgrieks bij te stellen. Wij hebben het advies voor elke opleiding afzonderlijk opnieuw tegen het licht gehouden. Wij danken u en uw staf voor de gelegenheid die wij op meerdere momenten hebben gekregen om verheldering over uw besluit te verkrijgen. De studentenraad heeft de volgende zaken meegenomen in zijn heroverweging:

- brief van het faculteitsbestuur aan de studentenraad d.d. 29 april 2011 - negatief advies van de studentenraad d.d. 17 juni 2011 - brief van het faculteitsbestuur aan de studentenraad d.d. 30 juni 2011 - verslag van de overlegvergadering tussen de studentenraad en het faculteitsbestuur

d.d. 30 juni 2011 - het positieve advies van de ondernemingsraad d.d. 4 juli 2011 - negatief advies van de studentenraad d.d. 11 augustus 2011 - brief van het faculteitsbestuur aan de studentenraad d.d. 27 september 2011 - gesprek met Ieme van der Poel (directeur College of Humanities), Eva Overman

(junior beleidsmedewerker O&C) en Henk van Rossum (hoofd onderwijs GARS) d.d. 24 november 2011

- e-mail van Liduine Bremer (directeur bedrijfsvoering FGw) d.d. 28 november 2011 - plenaire vergadering van de centrale studentenraad d.d. 30 november - de berichtgeving aan de studenten van resp. Roemeens en Nieuwgrieks d.d. 11

november 2011 (ontvangen via O&C op 1 december 2011) - overlegvergadering tussen de studentenraad en het faculteitsbestuur d.d. 1 december

2011 Met behulp van deze documenten en overleggen, en na uitgebreid onderling overleg is de studentenraad tot de volgende conclusies gekomen: MA Nieuwgrieks In beginsel handhaaft de studentenraad zijn negatieve advies ten aanzien van de afschaffing van de masteropleiding Nieuwgrieks, tenzij aan twee voorwaarden wordt voldaan:

Aan

prof.dr. J.W. van Henten Spuistraat 210, kamer 106 1012 VT Amsterdam

Van

Facultaire Studentenraad Spuistraat 134, kamer 302 1012 VB Amsterdam

Betreft

Advies opheffing BA, MA Roemeens en MA Nieuwgrieks

Ons kenmerk

11-26

Datum

5 december 2011

Contactpersoon

J.J.H. Oosterwijk [email protected]

Page 35: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur

Pagina 2 van 2 Kenmerk 11-26

- dat de onderzochte samenwerking met de Universiteit van Gent in dien mate wordt geformaliseerd dat er een directe en gegarandeerde doorstroommogelijkheid bestaat na het behalen van de bachelorstudie Nieuwgrieks aan de UvA naar de master ‘Taal- en Letterkunde: afstudeerrichting: Grieks’ aan de Universiteit van Gent. - dat in zowel de bachelorvoorlichting als het intakegesprek voor nieuwe bachelorstudenten in ruime mate aandacht wordt besteed aan het feit dat er geen master aan de UvA wordt aangeboden met een studiepad Nieuwgrieks en het bestaan van de doorstroommogelijkheid naar de master aan de Universiteit van Gent. BA Roemeens De studentenraad handhaaft zijn negatieve advies met betrekking tot de opheffing van de bachelorstudie Roemeens. De studentenraad ziet ruimte om in het verlengde van de voorgestelde minor, waar de studentenraad enthousiast over is, de bacheloropleiding inhoudelijk ‘op te pimpen’. Zeker in het licht van de recente aanstelling van personeel met expertise op het gebied van Roemenië aan de FGw zijn er volgens de studentenraad gegronde kansen voor een betere aanknoping van de bacheloropleiding Roemeens met in het bijzonder het departement Geschiedenis, Archeologie en Regiostudies (GARS). Deze inhoudelijke investering leidt er volgens de studentenraad toe dat de bacheloropleiding Roemeens niet alleen volgens de vigerende normen van de NVAO kwalitatief op orde zal zijn, maar ook kan beantwoorden aan de bredere kwaliteitsdefinitie die het faculteitsbestuur hanteert. Een andere afweging die spreekt voor het behoud van de enige opleiding Roemeens in de Benelux is dat de maatschappelijke relevantie van Roemenië en het Roemeens toeneemt, met de recente toetreding van het land tot de EU, de aanstaande toelating tot het Schengen-verdrag en het groeiend aantal Roemenen dat zich vestigt in ons land. De studentenraad is zich ervan bewust dat gebraden duiven niemand de mond invliegen, maar is van mening dat het behoud van kleine studies en wetenschapsgebieden essentieel is voor de maatschappelijke waarde van de UvA en het profiel van de FGw. MA Roemeens De studentenraad blijft als laatste ook bij zijn negatieve advies over de afschaffing van de masteropleiding Roemeens. In het licht van de opmerkingen in de vorige paragraaf raadt de studentenraad het faculteitsbestuur aan om samenwerkingsverbanden met bijvoorbeeld de universiteiten in Jena en Freiburg te onderzoeken, naar analogie met een eventuele samenwerking met de Universiteit van Gent bij Nieuwgrieks. Daarnaast zou het de moeite waard zijn om na te denken over het aanbieden van de masteropleiding in het Engels, zodat hij een bredere (internationale) groep studenten aantrekt. Met deze brief is het adviestraject rondom dit voorgenomen besluit op facultair niveau definitief afgerond. De studentenraad zal de verdere ontwikkelingen op centraal niveau met interesse volgen en hoopt dat het Faculteitsbestuur de tot op heden goede voorlichting aan studenten voortzet. Met vriendelijke groet, J. J. H. Oosterwijk voorzitter cc: College van Bestuur, Centrale Studentenraad, (Centrale) Ondernemingsraad.

Page 36: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur
Page 37: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur

Geachte leden van de Gezamenlijke Vergadering,

Onlangs heeft u een verzoek tot instemming met de afschaffing van de bachelor Roemeens

ontvangen. De Facultaire Studentenraad der Geesteswetenschappen heeft tot driemaal toe

negatief geadviseerd op dit voorgenomen besluit en wil door middel van deze brief de hoop

uitspreken dat u niet instemt met het verzoek. De betreffende adviezen vindt u in de bijlage.

De volgende bezwaren zijn voor de Facultaire Studentenraad het zwaarwegendst:

• De kwaliteit van de opleiding heeft nooit ter discussie gestaan. Ook de decaan

geeft aan er geen twijfel bestaat over de kwaliteit van de gevisiteerde

opleidingen noch over de expertise van het docententeam.1

• De Studentenraad ziet niet waarom er wel een goede minor ontworpen kan

worden, maar dat deze verbetering niet kan worden ingezet voor een

aantrekkelijkere bachelor, zoals is gebeurd bij de bachelor Nieuwgrieks.

1 Brief van decaan prof.dr. J.F.T.M. van Dijck aan de Studentenraad d.d. 30 juni 2011

Aan Gezamenlijke Vergadering p/a Centrale Ondernemingsraad Postbus 19268 1000 GG Amsterdam

Van Facultaire Studentenraad Spuistraat 134, kamer 302 1012 VB Amsterdam

Uw kenmerk -

Ons kenmerk 12 - 03

Datum 13 februari 2012

Contactpersoon J. J. H. Oosterwijk [email protected]

Betreft Afschaffing bachelor Roemeens

Bijlagen - Adviezen FSR FGw m.b.t Roemeens d.d. 17 juni 2011, 11 augustus 2011 en 5 december 2011 - Eindrapport Commissie Rijksbaron d.d. 22 februari 2011 - Brieven van de decaan FGw d.d. 30 juni 2011 en 27 september 2011.

Page 38: Dossier afschaffing Roemeense taal en cultuur

Pagina 2 Kenmerk 12-03

• De studie Roemeens wordt nergens anders in de Benelux aangeboden. De

UvA heeft een maatschappelijke verantwoordelijkheid een aantal unica in

stand te houden, zoals ook afgesproken in de convenanten over kleine

letteren.2

• De door de decaan ingestelde commissie Rijksbaron heeft onderzoek gedaan

naar het ‘toekomstperspectief’ van Roemeens, maar moest daarbij uitgaan van

het ‘facultaire uitgangspunt’ dat de Bachelor en Masteropleidingen Romeens

moeten worden afgeschaft.3

Daarnaast is er onlangs een UHD met expertise op het gebied van Roemenië aan de

Faculteit der Geesteswetenschappen aangesteld en is ook de recentelijke toetreding van

Roemenië tot de Europese Unie en de aanstaande toelating tot het Schengenverdrag van een

niet te onderschatten invloed op de maatschappelijke relevantie van de bestudering van de

Roemeense taal en cultuur in Nederland.

De Facultaire Studentenraad der Geesteswetenschappen hoopt dat u zijn overwegingen en

bezwaren meeneemt in uw eigen besluitvorming.

Met vriendelijke groet,

J. J. H. Oosterwijk voorzitter

cc: Ondernemingsraad Geesteswetenschappen.

2 Hierbij kunnen o.a. genoemd worden: Convenant ter Consolidatie van de Kleine Letteren 1992, Convenant Letteren 1996, Convenant Letteren 2000+ en Sectorplan Letteren 2003. 3 Eindrapport Commissie Rijksbaron, d.d. 22 februari 2011