Dokter in de West

89
Dokter in de West Jan P. van Spreeuwel

description

Dokter in de west

Transcript of Dokter in de West

Page 1: Dokter in de West

Dokter in de West Jan P. van Spreeuwel

Page 2: Dokter in de West

1

foto omslag : het zoetwaterkanaal in Nw Nickerie Mijn schoonvader met wie ik het goed kon vinden en die een tweede vader voor mij was, mijn vader is overleden toen ik 17 was, vond het geweldig wat wij deden. Tegen iedereen die het maar wilde weten vertelde hij vol trots Jan en Janine gaan naar de West. Hij is kort na de terugkeer van ons eerste werkbezoek aan Suriname overleden.

Page 3: Dokter in de West

2

Inhoudsopgave 2 Wat vooraf ging 4 Hoofdstuk I Nw Nickerie Op weg naar Nw Nickerie 7 De kennismaking met het Streekziekenhuis 9 De eerste werkdag 10 Nw Nickerie 11 De endoscopie unit 13 De tweede week 14 Naar de stad 16 Terug in Nw Nickerie 18 Ons leven in de tropen 20 Eindelijk miljonair 22 Het streekziekenhuis en de Surinaamse gezondheidszorg 23 Bigi Pan 26 Welkome en ongenode gasten 28 Naar het bos 29 Zonder titel I 31 Bedreigde diersoorten 32 Cowboys en indianen 34 Het afscheid van Suriname 37 Terug van weggeweest 38 Weer aan de slag 40 Vreemde geneeskunde 41 Gemengde gevoelens 41 Opnieuw naar Paramaribo 43 Overbridge River Resort 44 Bijna vakantie 46 Weer naar het binnenland 47 Binnenkort weer naar huis 48 De samenwerkingsovereenkomst 50 Goede tijden, slechte tijden 51 Zonder titel II 53 Een week die bij blijft 53 Een drukke praktijk 56 Een weekend vrij 56 Holi Phagwa 57 BN- er 58 Suriname voorgoed vaarwel? 59 Hoofdstuk II Paramaribo Nieuwe ambities en een meer structurele aanpak 62 Een nieuwe werkplek 64 Niet veel te doen 65 Wagenwegstraat 68 Over tarieven en wat dies meer zij 70

Page 4: Dokter in de West

3

Paramaribo 72 Met vallen en opstaan 74 Hartverscheurend 76 No Spang 77 Lekker bezig 78 Vreugde en verdriet in Suriname 80 Diner bij kaarslicht 82 Het tweede lustrum 86 Het dak eraf 88

Page 5: Dokter in de West

4

Wat vooraf ging In de zomer van 2001 kreeg ik een telefoontje iemand van wie ik op dat moment in de veronderstelling verkeerde dat hij directeur was van het streekziekenhuis in Nw Nickerie, de tweede stad van Suriname, met de vraag of ik bereid was te helpen. Dat ziekenhuis had namelijk sinds lange tijd een nijpend tekort aan medisch specialisten. Ik had dat bewuste telefoontje overigens te danken aan een goede vriend, oorspronkelijk afkomstig uit Suriname, die ik wel eens had toevertrouwd, ooit, volgens mij heb ik daarbij de term ‘aan het eind van mijn carrière ‘gebruikt te willen werken in een ontwikkelingsland waar ik in mijn vak nuttige zaken zou kunnen introduceren die voor ons in Nederland maar heel gewoon zijn. Toen ik nog geneeskunde studeerde wilde ik al tropenarts worden maar dat was er om tal van redenen niet van gekomen. Misschien was het wel daarom dat het idee mij onmiddellijk aansprak. Anderszins zal ook het gevoel voor avontuur, bij mijn vrouw en mij ontegenzeglijk aanwezig, een rol gespeeld hebben. Ik antwoordde in beginsel bereid te zijn om te helpen. Later realiseerde ik mij dat zeker ook andere motieven een rol gespeeld hebben bij mijn beslissing. Deels persoonlijk van aard, na jarenlange problemen in mijn maatschap was de gedachte er even tussen uit te zijn niet onwelkom, deels ook van een meer algemeen karakter en betrekking hebbend op de situatie van de Nederlandse gezondheidszorg, te karakteriseren door veel drukte en drukdoenerij over zaken die er niet of nauwelijks toe doen, een gebrek aan daadwerkelijke betrokkenheid en een gebrek aan inzicht met betrekking tot de oorzaak van de huidige niet onaanzienlijke malaise in de zorg. Eens even geen gezeur, terug naar de basis, gewoon patiënten behandelen, dat leek mij wel wat. In de voorbereiding was aanvankelijk vooral van belang om in mijn professionele thuisbasis de voorwaarden te realiseren die een verblijf van drie maanden in de tropen mogelijk zouden maken. Gezien de overmatige werkbelasting van mij en mijn collega MDL ( maag-darm-lever ) arts was uitbreiding , door de internisten jarenlang tegengehouden, zondermeer een voorwaarde. Ik ben opgeleid tot algemeen internist en later geregistreerd als gastro-enteroloog, wat wij inmiddels MDL arts noemen. Daarnaast moesten diezelfde internisten met wie ik de afgelopen jaren niet bepaald een warme relatie onderhield mijn plannen goedkeuren. Gelukkig werd aan die voorwaarden voldaan. Ik zou na de komst van onze nieuwe collega mijn sabbatsverlof opnemen en hij zou dan gedurende die drie maanden mijn praktijk waarnemen Daarna kon de feitelijke voorbereiding beginnen. Een en ander kreeg met name gestalte na de terugkeer van Bert Geyskes, een gepensioneerd collega internist-nefroloog, die in het verleden al eens een jaar in Nw. Nickerie had gewerkt , volgens zijn zeggen het jaar van zijn leven , en die voor een maand was terug gekeerd. Hij kon ons informeren over de lokale omstandigheden. Met betrekking tot de ziekenhuiszorg ter plaatse moesten die naar onze maatstaven beslist primitief genoemd worden. De mogelijkheden voor diagnostiek en behandeling waren uiterst beperkt. Dat alles was niet echt een verassing. Op mijn vakgebied, waarvoor endoscopie, een techniek waarbij met flexibele slangen in ondermeer maag, darm en galwegen kan worden gekeken en behandelingen kunnen worden uitgevoerd, belangrijk is was de situatie niet wezenlijk anders. Er waren weliswaar enkele endoscopen maar een lichtbron, een noodzakelijk onderdeel, ontbrak. Zo ontstond het plan om in het Streekziekenhuis Nickerie ( SZN ) een endoscopie unit te realiseren. Mijn echtgenote die geen medische achtergrond heeft besloot in dat kader om zich in mijn ziekenhuis te gaan bekwamen tot endoscopie assistente. Ze vond dat hartstikke leuk en zou het nog vele jaren blijven doen. Daarmee werd het ook een project van ons beiden. Ik ging aan de slag om de meest noodzakelijke apparatuur te regelen. Reinier van der List van FMH, de leverancier van endoscopen voor mijn ziekenhuis schonk een eenvoudige en handzame lichtbron en Tom

Page 6: Dokter in de West

5

Jager, mijn technicus gaf mij een omvormer. Het Surinaamse elektriciteitsnet levert immers 110 V in plaats van de gebruikelijke 220 V in Europa. Van Rob Does, een chirurg in Paramaribo kreeg ik per email de vraag of ik bereid was ERCP’s ( een endoscopische procedure om galstenen en andere problemen van de galwegen te behandelen ) te doen. Volgens zijn zeggen was dat in Suriname niet mogelijk en werden patiënten of naar het buitenland gestuurd of dan maar geopereerd.. Dat maakte mij enthousiast, ik antwoordde dat ik dat graag wilde doen maar geen idee had of dat in Suriname wel zou kunnen. Via de broer van mijn Surinaamse vriend kreeg ik een krantenartikel toegespeeld dat vermeldde dat er in het ziekenhuis de nodige bestuurlijke problemen waren of waren geweest.. Zeer tot mijn verbazing las ik dat een voormalig voorzitter van het bestuur van het ziekenhuis de vraag of het ziekenhuis een streekziekenhuis zou moeten blijven dan wel een academisch ziekenhuis zou moeten worden als zijn belangrijkste probleem beschouwde. Ik kon mij daar hoegenaamd niets bij voorstellen. Het consulaat van Suriname, door mij benaderd in een poging de kosten binnen de perken te houden – de financiering van ons Surinaamse avontuur was op dat moment alleszins onzeker- reageerde sympathiek ; ons werden courtesy visa ter beschikking gesteld. Inmiddels bleef de beloofde bevestiging van de zijde van het bestuur van SZN - degene die mij destijds gebeld had was in feite de voormalig directeur van het ziekenhuis en momenteel het best te omschrijven als een invloedrijke huisarts en de steunpilaar voor het ziekenhuis – uit en dat wekte enige ergernis. Terwijl in de weken voor ons vertrek de winter zich aankondigde in Nederland dook ik menigmaal in de boeken, ziekten als malaria, schistosomiasis, gele koorts, en Takayama’s koorts, tegenwoordig dengue hemorragische koorts genoemd en in Suriname beter bekend als viraal syndroom, waren voor mij in Eindhoven immers allerminst dagelijkse kost. Die ziektebeelden te diagnosticeren en voorzover mogelijk te behandelen en dan nog zonder veel hulpmiddelen leek mij een enorme uitdaging. Enkele dagen voor ons vertrek belde eindelijk de voorzitter van het bestuur van het SZN, wij zouden worden opgehaald in Paramaribo in het Eco Resort, of er nog problemen te verwachten waren met de douane met betrekking tot de medische apparatuur? Welnee, wij zouden ons wel redden. Hoe laat wij opgehaald wilden worden? Wat dacht u van 9.00 uur, was OK , maar ik kon mij niet aan de indruk onttrekken dat dat wel heel erg laat gevonden werd.

Page 7: Dokter in de West

6

Hoofdstuk I Nw Nickerie

Page 8: Dokter in de West

7

Op weg naar Nw Nickerie

Op 2 januari 2002 om 17.25 uur Surinaamse tijd, dat is in de winter 4 uur vroeger dan in Nederland en in de zomer 5, landen wij met vlucht KL 713 op de Johan Adolf Pengel luchthaven, beter bekend als Zanderij. Suriname ontvangt ons met een warme vochtige deken. De reis is voorspoedig verlopen om niet te zeggen het was een feest. In alle vroegte opgestaan hadden de kinderen ons naar Schiphol gebracht. Daar was het, als altijd, een drukte van jewelste bij balierij 17 van vertrekhal 3. Iedereen die wel eens naar Suriname is geweest is weet dat dat altijd het geval is ; de toentertijd 4 vluchten Amsterdam – Paramaribo zijn altijd volgeboekt en staan bekend om de grote hoeveelheid bagage die mensen met zich mee zeulen. Wij deden daar volop aan mee, met de lichtbron en andere medische zaken woog onze bagage zo’n 70 kg. Maar Alberdine, de dochter van onze vrienden, had alles perfect georganiseerd, dus waren wij in no time ingecheckt en ondervonden geen problemen met ons toch wel aanzienlijke overgewicht. Na nog een kopje koffie met de kinderen en de nodige emotie in het vliegtuig aanbeland bleek zij ons bovendien de beste plaatsen van de economy klasse te hebben toebedeeld; die naast de nooddeur. Dat was echter van korte duur want al snel ons door een van de stewardessen op beslissende wijze verzocht mee te komen en onze bagage mee te nemen en werden wij naar een ander gedeelte van het de Boeiing 747 gedirigeerd : het upper dek oftewel het de business klasse om daar enthousiast begroet te worden door een als altijd breed lachende dokter John Cheng. Wat bleek het geval; John, oorspronkelijk afkomstig uit Suriname, die zojuist zijn opleiding tot cardioloog in het Catharina ziekenhuis had beëindigd en in die periode ook enige tijd onder mijn supervisie had gewerkt had maakte dezelfde vlucht. Hij had een upgrade naar de business klasse gekregen omdat een van de stewardessen een goede vriendin van zijn zus was. Toen hij zag dat zijn baas, zoals hij mij placht te noemen ook aan boord was had hij gevraagd ons ook te upgraden. De betreffende stewardess, later maakte ik een praatje met haar, had dat onmiddellijk goed gevonden. Zoals wij dat later vaker zouden ervaren ontmoetten onze plannen veel sympathie. Zo vliegen wij uiterst comfortabel naar onze bestemming. Op zanderij staat Henk, de oudere broer van Thoon mijn Surinaamse vriend ons op te wachten. Ook hij heeft een verrassing, namens Thoon een boekje over vogels in Paramaribo. Door de snel invallende tropennacht, zo dicht bij de evenaar is het bijna alsof het licht wordt uitgedaan, rijden wij over het pad van Wanica naar Paramaribo. De sfeer van die rit wordt bepaald door de zwoele tropennacht, de spaarzaam verlichtte hutjes, de vele mensen die langs de weg slenteren en vele brandende vuurtjes om huisvuil te verbranden en is bijzonder. Wij praten over vroeger en over de Surinaamse gezondheidszorg waarvan hij beroepshalve goed op de hoogte is. Hij is psycholoog en was ondermeer directeur geweest van de RGD, de regionale gezondheidsdienst. Van de dokters in Suriname heeft hij geen hoge dunk, die zijn er volgens hem vooral op uit zoveel mogelijk geld te verdienen. Dat laatste valt wel enigszins te nuanceren maar heeft ook zeker een kern van waarheid. Tien jaar later ken ik die dokters in Suriname wel en zijn er onder hen voor wie ik grote bewondering koester maar zeker is er ook een aantal in de categorie boef te scharen. Oordeel zelf maar. Eenmaal aangekomen in Eco Resort besluiten wij hoewel het nog vroeg is tijdig te gaan slapen, het was voor ons al een lange dag en Janine, mijn vrouw, heeft nog steeds veel last van haar nek. Het zal daarom voor haar de zoveelste onrustige nacht worden. De volgende ochtend zijn wij al vroeg uit de veren. Wij gebruiken het ontbijt op het buitenterras met in de verte de Suriname rivier en verwonderen ons om allerlei onbekende planten en vogels in de tuin om ons heen. Een daarvan de Grikibi, een veel voorkomende brutale stadsvogel, produceert een zeer kenmerkend op zijn naam gelijkend geluid dat voor ons voor altijd onlosmakelijk met Suriname is verbonden. Na nog een korte wandeling tot in

Page 9: Dokter in de West

8

de palmentuin en een telefoontje van Henk om te informeren of alles naar wens is arriveert om 9 uur keurig op tijd Boy een van de chauffeurs van het SZN die ons naar Nickerie zal brengen. Het is een vriendelijke verlegen jongeman, wij drinken nog een glas vruchtensap voordat de reis aanvangt. Erg spraakzaam is hij niet maar dat doet er niet zo veel toe omdat wij gedurende de rit in de onbestemde Japanse middenklasser zonder airconditioning voortdurend met de ramen aan beide zijden open moeten rijden om de temperatuur op een enigszins acceptabel niveau te houden. Wat een hitte. Later zal ook blijken dat hij de Nederlandse taal veel minder machtig is dan wij aanvankelijk hebben ingeschat.Eerst gaat het Paramaribo uit, een grote en drukke stad waar prachtig gerestaureerde oude panden, krotten en nieuwbouw elkaar afwisselen. Met enige trots wijst onze chauffeur ons op een groot gebouw ter linker zijde : Academisch Ziekenhuis. Onze chauffeur weet het gaspedaal goed te vinden maar geeft alleszins blijk het voertuig goed te beheersen en kan op geen enkel moment betrapt worden op het nemen van onnodige risico’s. Als ik belangstellend informeer hoe hard er in Suriname gereden mag worden wekt zijn antwoord verbazing : op een lange rechte weg 220…..geloof ik. Verkeersborden die ik later zie doen mij daar aan twijfelen. Zoals ik al zei beheerst hij de Nederlandse taal gebrekkig, zoals vele van zijn landgenoten, niettemin volgt op elke vraag een vriendelijk sociaal gewenst antwoord. Geleidelijk laten wij Paramaribo achter ons, passeren de Saramacca rivier om in het gelijknamige district te belanden. De weg is redelijk te noemen, wat smal maar nu er veel minder verkeer is kan er goed worden opgeschoten, zeker door Boy. Wel zijn er af en toe behoorlijk diepe kuilen en op enkele plaatsen lijken hele stukken weg verdwenen, ligt althans een flinke hoeveelheid geel zand op de weg. Ook zijn er nu we de stad achter ons gelaten hebben op plaatsen met meerder huizen langs de weg verkeersdrempels. Onze chauffeur lijkt al deze obstakels op zijn duimpje te kennen, weet er althans feilloos en beheerst langs te sturen. Het landschap is een afwisseling van soms Nederlands aandoende beelden weilanden met koeien, een enkel maïsveldje en diverse velden met bonenstaken ( kousenband ? ) en tropische beelden als dicht ondoordringbaar oerwoud en palmen en andere voor ons onbekende vegetatie. Dat laatste is zeker het geval als wij na passage van de imposante kilometers brede Coppename rivier in het district Coronie belanden.In Totness, de hoofdstad van Coronie en een van de weinige dorpjes die wij op onze reis passeren wordt nog een soft ( frisdrank ) genoten en blijkt dat niet alleen vele Surinamers geen Nederlands spreken maar ook dat er in Suriname verschillende talen worden gesproken en dat zij ook elkaar soms niet verstaan zonder daar overigens veel blijk van te geven. In Coronie maar vooral in Totness staan veel kleurrijke huisjes en krotjes. Later zullen zowel Janine als ook ik foto’s gaan verzamelen van romantische Surinaamse huisjes. Vele daarvan vinden wij in het voornamelijk door Creolen bewoonde Coronie. Als wij onze reis vervolgen verandert het landschap sterk. Eerst rijden wij door een moerasachtig gebied met merkwaardig veel dode bomen. Dit gebied grenst aan de Bigi Pan, sranan tongo voor grote pot, een brak water gebied tussen de Nickerie rivier en de Atlantische oceaan dat wij later nog menigmaal zullen bezoeken want het de toeristische attractie bij uitstek van Nw Nickerie. Daarna volgen vlak polderland met de onmetelijke rijstvelden die zo kenmerkend zijn voor het district Nickerie. Wij passeren een bord met daarop Surinam Sky Farmers. Hier wordt grootschalig rijst geteeld, de rijst wordt hier met vliegtuigen ingezaaid. Even verder is de afslag naar Wageningen, ooit het centrum in de wereld voor grootschalige rijstbouw, die wij letterlijk links laten liggen. Bij Groot Henar passeren wij de Nickerie rivier en komen wij in een polderlandschap met meer kleinschalige rijstbedrijven..Even later arriveren rijden wij Nw Nickerie binnen en komen wij al snel aan bij het Dokter Lachmipersad Mungra Streekziekenziekenhuis Nickerie, alom Streekziekenhuis Nickerie ( SZN ) genoemd. Het gebouwencomplex ligt binnen de vesting, zo wordt het centrum van Nw Nickerie genoemd, deels aan verharde wegen en deels aan zandwegen en maakt een vriendelijke en verzorgde indruk

Page 10: Dokter in de West

9

De kennismaking met het Streekziekenhuis Als wij arriveren is een vergadering gaande van het bestuur en de afdelingshoofden. Wij worden aan welkom geheten en aan iedereen voorgesteld. Een groot gedeelte van de medische staf is niet aanwezig. Dokter Arun Goerdin, een jonge Surinaamse uroloog, is bereid ons het ziekenhuis te laten zien. Met hem gaan wij langs de diverse afdelingen en worden aan iedereen voorgesteld als dokter van Spreeuwel en Janine. Wij schudden vele handen, niet zelden wordt onze uitgestoken hand met twee handen begroet. Zijn opmerking dat dit het beste ziekenhuis van Suriname is kan ik moeilijk geloven. Na onze rondleiding gaan wij terug naar het bestuur, nog in vergadering bijeen. Na afloop van deze bijeenkomst die voortdurend wordt onderbroken door het rinkelen van mobiele telefoons krijgen wij te horen dat er voor ons nog geen woning beschikbaar is. Wij zullen tijdelijk worden ondergebracht in de Residence Inn, een van de plaatselijke hotels, en dat zal hooguit een week duren. Op maandag als de medische staf weer compleet is zal er een stafvergadering plaatsvinden en zullen wij onderling afspraken maken over de werkzaamheden. En wanneer ik wil beginnen? Morgen, had ik gedacht. Hoe laat wordt ik geacht te beginnen? Dat werd geheel aan mijzelf overgelaten. Boy zou ons naar ons hotel brengen en de volgende ochtend ophalen. Voor wij vertrekken ontmoeten wij nog dokter Guno Kletter, internist,van oorsprong Surinamer, heeft hier en in de USA gewerkt en is na zijn pensionering weer aan het SZN verbonden. Wij spreken af elkaar de volgende ochtend om 7.30 uur in het ziekenhuis te treffen om met elkaar onze werkverdeling af te spreken, daarna kunnen Janine en ik misschien al wat voorbereidingen treffen voor de endoscopie. Als wij de volgende dag arriveren vertrekt Guno Kletter halsoverkop om naar Paramaribo vanwege een ernstig ziek familielid. Op de polikliniek zijn voor mij nog geen patiënten afgesproken dus op naar de verpleegafdeling om visite te lopen. Samen met Guus van Dun, de zaalarts, een Nederlandse basisarts die voor een half jaar in SZN werkzaam is. Samen lopen wij visite in het gehele ziekenhuis, zo’n 75 bedden, behalve op de kinderafdeling. Het merendeel van de patiënten is opgenomen voor de interne geneeskunde met allerhande aandoeningen. Wat mij opvalt is het grote aantal relatief jonge patiënten met suikerziekte en hart- en vaatziekten en daarbij ernstige complicaties als amputaties en terminale nierinsufficiëntie. Dat laatste betekent hier niet zelden een doodvonnis want er is een dialyse centrum in Paramaribo maar dat is voor de meeste patiënten financieel niet haalbaar. Verder zijn de mogelijkheden voor diagnostiek en behandeling uiterst beperkt. Tijdens de ronde ontmoeten wij ook Louis Deen, hoogleraar anesthesiologie met emeritaat, die net als ik hier drie maanden is komen werken. Hij vraagt of ik mee wil helpen bij een spoed keizersnede die aanstonds staat te beginnen, ze kunnen nog wel een paar helpende handen gebruiken. Janine kan ook mee. Zo sta ik even later op de OK te wassen met dokter Bodo, de Hongaarse gynaecoloog van het ziekenhuis. Volgens mij heeft de man geen voornaam want iedereen noemt hem consequent Bodo. Het lukt niet om bij de extreem dikke vrouw een ruggenprik te doen omdat daarvoor een speciale naald nodig zou zijn en die is er niet dus moet de procedure onder algehele narcose geschieden. Dat is weer niet goed voor het kind. Er wordt een jongetje geboren in zeer slechte conditie en tot overmaat van ramp ontstaat er ook nog een aanzienlijke bloeding. Bodo die normaliter wat krom Nederlands spreekt doorspekt met Engels schakelt over op Engels en daarna op Hongaars, een veeg teken. Bodo doet wat hij kan en de operatiezuster blijkt gouden handjes te hebben, juist op tijd en op de juiste plek weet zij te deppen en kan de bloeding tot staan gebracht worden. Uiteindelijk zal het met moeder en kind allemaal goed aflopen. Ik heb bewondering voor deze mensen en voel mij bevoorrecht met hen samen te mogen werken. Inmiddels hongerig, het is middag en wij hebben sinds ons

Page 11: Dokter in de West

10

ontbijt om zeven uur niets meer gegeten of gedronken, gaan wij op zoek naar de keuken maar daar heeft niemand op ons gerekend omdat onze komst niet is doorgegeven.

foto : het Streekziekenhuis ( zijaanzicht, rechts de keuken, links de mannenafdeling ) De eerste werkdag Maandag 7 januari 2002 is mijn eerste officiële werkdag. Door de afwezigheid van Guno Kletter heb ik echter ook al het weekend dienst gedaan en dat heeft mij ook doen kennis maken met voor deze regio specifieke gezondheidszorgproblemen : zelfmoordpoging door inname van insecticide, hier in het rijstdistrict van Suriname overal in overvloed voorhanden. Een patiënt was er zo slecht aan toe dat hij dezelfde dag is overleden, de ander zal later deze week overlijden. Vandaag gaat het dan echt beginnen. De werkdag start vroeg in Suriname ; zo’n uur of 7. Dus zijn ook wij rond die tijd in het ziekenhuis. Guno Kletter is terug uit Paramaribo en ook Harold Li Foe Sjoe de algemeen chirurg is van de partij. Gevieren staan wij een hele tijd te kletsen waarbij Janine en ik de neiging hebben om de uitbundig schijnende zon op te zoeken maar er bij herhaling op gewezen worden dat wij dat beter niet kunnen doen. Daarna gaan Guno en ik met Guus van Dun, een Nederlandse basisarts die hier 6 maanden als zaalarts werkt, visite lopen langs de ongeveer 40 interne patiënten in het hele ziekenhuis. Dat gaat allemaal zeer ontspannen. Het is dan ook bij tienen als wij naar de polikliniek gaan. Dan breekt de hel los. Op de polikliniek heeft zich namelijk een enorme hoeveelheid patiënten verzameld. Mijn aanwezigheid blijkt het afgelopen weekend op de plaatselijke TV aangekondigd. Guno en ik, ik geassisteerd door Janine, stropen de mouwen op en gaan aan de slag. Dat valt best tegen. De lijst van patiënten, de overgrote meerderheid met de aantekening

Page 12: Dokter in de West

11

OV ( onvermogend ) of MV ( minvermogend ) op de kaart, die gezien moet worden lijkt eindeloos te groeien. De vele mij onbekende formulieren en procedures, ook Suriname blijkt een aanzienlijke bureaucratie te kennen, helpen niet mee. Datzelfde geldt voor een nogal sikkeneurig polikliniekhoofd, die kennelijk gewend is om de dienst uit te maken en zonder overleg de volgorde waarin patiënten. Geholpen worden meent te kunnen bepalen. Later blijkt zuster Bansi, zo heet het polikliniekhoofd, schoonzus van de voorzitter van het stichtingsbestuur, wij zullen het nog met haar aan de stok krijgen. De polikaarten zijn handgeschreven, vaak moeilijk tot niet te lezen, verwijsbrieven zo al aanwezig zijn vaak summier. Bovendien kom ik diagnosen tegen die ik niet ken. Wat te denken van bijvoorbeeld dreigend CVA of viraal syndroom. Ik ben genegen dit terzijde te schuiven als onzin, voor een dreigend CVA is dit m.i. ook terecht maar de diagnose viraal syndroom, zo zal ik later leren is een bloedserieuze aandoening. Wat ermee bedoeld wordt zijn de gevolgen van denque, een veel voorkomende virusinfectie overgebracht door muggen die indien je al eens geïnfecteerd bent met een bepaalde stam en dan opnieuw geïnfecteerd wordt met een andere stam last aanleiding kan geven tot een ziektebeeld dat tropenartsen kennen als een van de hemorragische koortsen van de tropen waarvan gele koorts het bekendste voorbeeld is. In een hoog percentage, zo’n 15 % komen patiënten daaraan te overlijden en je kunt er niets aan doen. Daarnaast bevatten die polikaarten tal van niet geordende documenten waardoor niet makkelijk overzicht te krijgen is. Tussendoor een telefoontje van een collega internist uit het Diaconessenhuis in Paramaribo: zij hebben meerdere patiënten voor ERCP, een endoscopische procedure voor problemen van de alvleesklier en galwegen waarmee onder meer stenen uit de galwegen verwijderd kunnen worden maar die in Suriname nog nooit is uitgevoerd.. Of ik bereid ben dat te doen. Ik heb evenwel nog geen daarvoor geschikte endoscoop gevonden in het SZN. Ik ben weliswaar bereid maar er zal eerst nog het een en ander opgezet moeten worden, wij houden contact. Verder met de poli. Een bespreking tevens bedoeld als welkom met de medische staf wordt naar de volgende dag verschoven omdat de meeste stafleden nog druk bezig zijn. Opnieuw is er een niet onaanzienlijke taalbarrière bij veel zo niet alle patiënten. Het is na twee uur als wij afzakken naar de keuken waar wij zoals de meeste andere leden van de medische staf de maaltijd gebruiken. Het eten is eenvoudig en meestal lauw. Dat maakt overigens niet zoveel uit in deze hitte. Je krijgt er een grote kan ijskoude limonade bij. Al met al best lekker. Dan weer vlug naar de poli en naar de afdeling waar enkele patiënten van de poli van die ochtend zijn opgenomen. Ter illustratie van de moeizame communicatie wil ik er een vermelden : een patiënte, wij hebben haar in het weekend al enkele malen gezien, met pijn rechtsonder in de buik. Ik verdenk haar van appendicitis maar als Harold in Sranan Tongo ( het Surinaams ) met haar spreekt blijkt zij gewoon een urineweginfectie te hebben. Ik ben niet gelukkig met deze situatie. Met Guno en Guus bespreek ik een verdeling van de werkzaamheden en de diensten. Als om half 5, het ziekenhuis is dan al enkele uren uitgestorven, de werkzaamheden er op zitten vindt Guno dat het tijd is voor ontspanning. Hij nodigt ons uit voor een tripje naar de zeedijk, naar ik begrijp een favoriete plek voor de Nickerianen. Guus gaat mee. Wij lopen wat langs de kust, babbelen en drinken een Parbo, het Surinaamse bier, best lekker, onder meer verkrijgbaar in literflessen ( djogo’s ) dat gebrouwen wordt in Paramaribo aan de Brouwerijweg no. 1, echt waar. Dat er eindelijk even geen muskieten zijn is met name voor mij een verademing, Janine heeft er minder last van. Nw Nickerie Vanwege de dienst en het ontbreken van een mobiele telefoon, hier noemen zij dat een cel of cellulair, zitten wij vast aan het hotel en de directe omgeving ervan. Na iedere dag een uitgebreide visite en een middagmaal in het ziekenhuis keren wij in de loop van de middag

Page 13: Dokter in de West

12

terug naar het hotel. Wij wandelen soms wat en Janine besteed veel tijd aan haar dagboek. Nw Nickerie zou je kernachtig kunnen omschrijven als een gat dat niettemin een zekere charme heeft. De stad ligt weliswaar aan de rivier maar die rivier is bijna nergens te zien zoals ik ook bij andere rivieren in Suriname heb waargenomen. In het centrum zijn de wegen deels geasfalteerd, deels zandwegen. Buiten het centrum, in de polder, heb je bijna alleen zandwegen, zelfs de doorgaande weg naar Brits Guyana is in 2002 nog een zandweg. Centraal in de stad bevindt zich een zoetwaterkanaal omlijnd met palmen met daarin prachtige lotusbloemen. Naast de zeedijk, diverse casino’s en de Bigi Pan, dat betekent grote pot en is een groot natuurgebied met brak water en bijzondere watervogels vormt dit namelijk de attractie. In het stadje zelf veel winkeltjes en enkele restaurantjes met zoals in heel Suriname verder een mengeling van oude vaak slecht onderhouden huisjes en veelal foeilelijke nieuwbouw. Een contrast vind ik ook dat Nederlands gesproken wordt in deze tropische omgeving en dat er in dit afgelegen gebied bij Telesur voor weinig geld een verbinding met het internet gemaakt kan worden.Helaas zijn de verbindingen abominabel. Het is mij ondanks veelvuldig pogen na enkele dagen nog niet gelukt om een bericht te verzenden. Vandaag hoorde ik dat er sprake zou zijn van een kabelbreuk. Er is hier hoegenaamd niets te beleven maar de mensen zijn bijzonder vriendelijk Hoewel er waarschijnlijk veel criminaliteit is heb ik mij nooit onveilig gevoeld, Janine wel. Omdat ik geïnterviewd ben door het plaatselijke TV station worden wij op straat vaak herkend en begroet. Een bijzondere en ook welkome ervaring het afgelopen weekend was dat wij uitgenodigd werden door Boy, onze chauffeur, omdat zijn moeder jarig was. Om 5 uur zondagmiddag werden wij door Boy, onze chauffeur van Javaanse komaf, opgehaald en bij zijn ouderlijke woning afgezet. Wij worden vriendelijk onthaald, nemen plaats op de gastvrij uitgestalde stoelen en krijgen heerlijke eigengemaakte vruchtensap aangeboden. Daarna volgen nog allerhande hap, ook erg lekker. Door de reeds

Page 14: Dokter in de West

13

foto ; zomaar ergens in Nw Nickerie aanwezige en later arriverende gasten worden wij evenwel zorgvuldig gemeden en wij voelen ons daardoor wat ongemakkelijk. Alleen Boy doet moeite met ons contact te houden maar met hem is het moeilijk om de conversatie gaande te houden, dat hadden wij al eerder meegemaakt. Als dan het eten gaat komen, in Suriname wordt altijd gegeten wanneer mensen bijeen zijn, wordt ons vervolgens gevraagd of wij het eten ter plaatse willen nuttigen of dat wij het mee willen nemen. Wij worden daardoor opnieuw verrast en geven aan ter plaatse te willen eten. Janine weet inmiddels via de aanwezige kinderen toch aansluiting te vinden bij andere gasten. Later leren wij dat in dit land grote verschillen bestaan tussen mensen die belangrijk zijn – wij kennelijk – en mensen die dat niet zijn, wij hebben de moeder van Boy een eer bewezen door op haar jaardag te komen. De endoscopie unit De eerste werkweek zit er op en is behoorlijk dramatisch verlopen. Een man met een schedeltrauma is overleden, zoals verwacht, maar ook een man met cerebrale malaria heeft het niet gehaald hoewel hij aanvankelijk goed leek op te knappen. Je vraagt je daarbij af hoe het deze mensen in Nederland zou zijn vergaan. Hoewel ik geen expert ben op het gebied van behandeling van malaria – daarbij worden wij in Suriname overigens geadviseerd door Buro Openbare Gezondheidszorg ( BOG ) – weet ik wel dat onze behandelingsmogelijkheden bestaande uit kinine en tetracycline verre van optimaal zijn. Verder hebben wij deze week nog een vrouw, moeder van 8 kinderen en in verwachting van de negende, veel te laat binnen gekregen uit Wageningen met vaginaal bloedverlies ten gevolge van een loslating van de placenta.. Zij is tijdens een in allerijl opgezette operatie overleden. Janine en ik hebben zich verder de afgelopen week ook bezig gehouden met de oprichting van de endoscopie unit. De voorbereidingen daarvoor waren wij al gestart in Nederland met een inventarisatie van de aanwezige apparatuur, die konden wij nu eens goed bekijken. Het ziekenhuis beschikt over een in aantal indrukwekkend instrumentarium voor endoscopie : maar liefst zes endoscopen, drie voor de maag een voor de dikke darm en twee voor het laatste gedeelte van de dikke darm en een lichtbron. Later blijkt er zelfs een endoscoop voor onderzoek van de galwegen te zijn. Allemaal meegebracht door diverse artsen uit Nederland die hier vroeger eens hebben gewerkt waaronder Jan de Nie. De endoscopen zijn van twee verschillende merken ( Wolff en Olympus ) en van verouderde techniek : fiberoptiek waar videotechniek inmiddels gangbaar is in rijke landen maar dat is voor mij geen probleem omdat ik met deze techniek ben opgeleid. De helft van de endoscopen functioneert niet meer, m.i. door schimmels en de endoscopen die wel functioneren passen niet op de lichtbron. Maar daar hadden wij mee gerekend, wij hadden een passende lichtbron bij ons. Dus nadat wij een passende ruimte hadden gevonden in de oude verkoeverkamer naast de operatiekamers, daar is namelijk permanent airconditioning en dat is essentieel om in een warm en vochtig klimaat problemen met schimmels onder controle te houden gingen wij alles in elkaar sleutelen. Daar zijn wij een dag of wat mee bezig geweest en toen werkte het niet. Dat bleek te berusten op een kapotte lamp in de door ons meegebrachte lichtbron. Die apparaten hebben meestal een reservelamp, deze gelukkig ook, en nadat ik de lamp vervangen had werkte alles redelijk naar behoren en zijn wij instaat om in de maag en in de dikke darm te kijken. Een van de eerste patiënten die daarvoor in aanmerking komt is een 17-jarige jongen uit de polders buiten Nw Nickerie. Met zijn beide kennelijk zeer bezorgde ouders, die een klein rijstbedrijf runnen, komt hij op het spreekuur. Al langere tijd heeft hij last van buikpijn en braken en hij is al enkele malen daarvoor in het Streekziekenhuis opgenomen. Daar hebben ze alles, maar dat is voor ons doen niet veel, onderzocht maar niets gevonden. Als ik bij hem in de maag kijk vind ik een ontsteking in de slokdarm vermoedelijk secundair aan een

Page 15: Dokter in de West

14

uitgesproken voedselretentie in de maag en dat is weer het gevolg van een vernauwing van de maaguitgang door zweren in de twaalfvingerige darm. Met enkele uit Nederland meegenomen testjes blijkt hij, zoals te verwachten, behept met de maagbacterie ( Helicobacter pylori ). Ik behandel hem met het inmiddels door mij geconcipieerde Dokter Lachmipersad Mungra Streekziekenhuis Nickerie eradicatie schema voor Helicobacter Pylori : gedurende 10 dagen 3 dd. 150 mg. Ranitidine, 1 gr. Amoxicilline en 500 mg. Metronidazol. Dit is een praktisch compromis tussen wat wetenschappelijk nodig en praktisch realiseerbaar is. Geneesmiddelen zijn voor arme mensen namelijk maar beperkt verkrijgbaar, alleen wat vermeld staat in de geneesmiddelenklapper staat wordt vergoed. Voor mensen die zich dat kunnen permitteren is bij de apotheek alles te koop.

Als de jongen elke weken later met zijn ouders terug komt op het spreekuur hoef ik niet te vragen hoe het met hem gaat want alle gezichten staan op vrolijk en de moeder valt Janine geëmotioneerd om de hals want hun zoon is genezen, zoals ik later ook zal objectiveren. Voor Janine die dit niet gewend is is het een emotionele gebeurtenis. Ik vind het geweldig om zo verschil te kunnen maken in een mensenleven en al was het maar een patiënt per maand die je zo zou kunnen helpen dan was het al de moeite waard maar het zijn er zoveel meer. De tweede week Na meer dan een week in hotel Residence Inn, waar wij uitstekend behandeld worden, gaat ons dat toch aardig de keel uit hangen. Bovendien slaat geleidelijk de verveling toe. De dagelijkse routine bestaat uit om 6 uur opstaan, douchen en ontbijten in het restaurant. Vervolgens niet zelden een half uur voor het hotel, waar ik voortdurend belaagd wordt door

Page 16: Dokter in de West

15

muskieten, wachten tot wij door de transportdienst van het ziekenhuis opgehaald worden. Na het werk in SZN keren wij dan in de loop van de middag terug naar het hotel. Dan is er niet zoveel meer te doen dan wat spelen met de computer, het dagboek bijwerken, een wandelingetje maken of TV kijken. Dat laatste kan ons nauwelijks boeien. De uitzendingen zijn technisch en inhoudelijk van matige kwaliteit en als er al een film vertoont wordt is die van het voor mij tot voor kort onbekende Bollywood genre. Die films vertellen allemaal een variatie van hetzelfde thema : mooie jonge mensen die verliefd worden waarna er een kink in de kabel komt en de jong geliefde zich in het zwaard stort of op een andere wijze, bijvoorbeeld door de gifbeker aan zijn of haar einde komt. Het is dus zaak om wat vertier te organiseren en te leren om ons hier wat te vermaken. Het afgelopen weekend is ons dat aardig gelukt. Op vrijdagmiddag zijn wij ’s middags even bij Louis Deen geweest om zijn appartement te bewonderen. Hij woont boven warenhuis Kersten en heeft best een leuk appartement. Ook hij heeft geleerd zich te vermaken en leeft zich uit op stukken hout als beeldhouwer. Via hem zullen wij later ook in contact komen met een van de meest talentvolle beeldhouwers van Suriname : Armand Masé. Eind van de middag treffen wij Guus en later ook Guno en zijn wij samen gaan eten bij Pak Hap. In dit restaurant zijn wij op de bovenverdieping de enige gasten, de airco is zodanig ingesteld dat wij het echt koud hebben maar voor Surinamers is dit kennelijk helemaal geweldig. Later drinken wij een kopje echte Douwe Egberts koffie bij Guno en bekijken wij zijn huis. Leuk huis. Zodra zijn nieuwe huis klaar is, als het goed is deze week wordt dat onze woning. Op zaterdag zijn wij uitgenodigd om met Harold, Louis en enkele broeders van het ziekenhuis te gaan vissen op kwikwi ‘s, pantservisjes die een lokale lekkernij vormen. Wij doen dat in de sloten van het landgoed van de voorzitter van het stichtingsbestuur van het ziekenhuis samen met Harold Li Fo Sjoe, louis Deen Een leuke dag, veel indrukken van het land, veel gepraat. De volgende dag waren wij met de volledige medische staf uitgenodigd op het buiten van de voorzitter van het ziekenhuisbestuur en hebben wij ons eveneens goed vermaakt. Maandag in het ziekenhuis werden wij verrast door Inder Jaklal, onze anesthesiebroeder en een van de vissers van afgelopen zaterdag. Zijn vrouw had voor ons kwikwi ‘s klaargemaakt in masala ( kerrie ) en koek gebakken van de die dag tevens geoogste cassavewortels. Best lekker allemaal, jammer dat wij net tevoren in de keuken al gegeten hadden. In het ziekenhuis begin ik te wennen aan het feit dat ik geacht wordt werkelijk overal verstand van te hebben. Mijn cardiologische kennis heb inmiddels wat opgefrist en de samenwerking met Guno Kletter en Guus van Dun is uitstekend. De bevolking en de lokale huisartsen hebben mij inmiddels ontdekt, wij, Janine en ik, doen samen poli, zien grote aantallen patiënten met vaak al lang bestaande en niet of nauwelijks onderzochte klachten, steeds vaker op mijn eigen vakgebied. Veel functionele klachten overigens met vaak veel onderliggend menselijk leed. Wij hebben geen enkele moeite om voldoende patiënten te vinden voor de endoscopieprogramma’s integendeel. Na vandaag zal dat nog meer het geval zijn. Vandaag heeft het lokale TV station namelijk uitgebreid gefilmd op de endoscopieafdeling en ben ik geïnterviewd over de verdiensten van endoscopie. Vanavond is dat tijdens het journaal zeker 10 minuten uitgezonden onder de noemer in het SZN kunnen nu ook maag-darmaandoeningen behandeld worden en morgenavond komt er nog een uitgebreide special. Over onbekendheid had ik al niet te klagen. Toen ik afgelopen zondagochtend door Nickerie wandelde, deze kale bakra ( blanke ) zoekt tot ieders verbazing nog steeds voortdurend de zon op, om wat foto’s te maken werd mij een keer of 3 goede morgen dokter of lekker weer hè doc toegeroepen. Morgenavond ga ik een praatje houden voor de huisartsen en volgende week gaan wij naar Paramaribo om bij een aantal patiënten in het Diaconessenhuis ziekenhuis ERCP te verrichten. Als wij terugkeren uit de stad, zoals Paramaribo hier genoemd wordt, kunnen wij naar alle waarschijnlijkheid ons tijdelijke Surinaamse huis betrekken

Page 17: Dokter in de West

16

Naar de stad Vandaag, 21 januari, zijn wij vanuit het district, van de rand van de beschaving zoals Louis Deen pleegt te zeggen, weer naar Paramaribo gereisd. Janine wordt nog steeds zeer gehandicapt door de pijn in haar nek/rug waardoor zij vaak halve nachten doorwaakt. Tot overmaat van ramp heeft zij het afgelopen weekend ook nog haar enkel verzwikt. In het ziekenhuis was geen elastisch verband te vinden maar Guno Kletter was zo aardig om ons na zijn terugkeer uit de stad nog een zwachtel te komen brengen. Het afgelopen weekend had ik dienst en was ik alleen. Ik heb het redelijk druk gehad, een twaalftal opnames waaronder twee jonge mannen die vanwege liefdesverdriet landbouwgif hadden gedronken, een frequent voorkomend probleem in dit gedeelte van het land.. De een was er redelijk aan toe maar de ander had een zeer ernstige vergiftiging gelukkig niet met paraquat, waarbij je als dokter onder de plaatselijke omstandigheden alleen kunt toekijken hoe ze dood gaan, maar met een cholinesteraseremmer . Dat kun je behandelen met atropine, dat gelukkig in voldoende mate beschikbaar was . Hij zal het halen. Ook was er de nodige onrust omdat een van de lokale politieke kopstukken, de voorzitter van de VHP, de belangrijkste politieke partij in het rijstdistrict, in het ziekenhuis was opgenomen. Hoewel zijn situatie medisch gezien niet ernstig en stabiel was werd toch meermalen mijn aandacht gevraagd door zowel de directeur van het ziekenhuis als ook de voorzitter van het stichtingsbestuur. Veel meer nog dan in Nederland zijn belangrijke mensen hier namelijk belangrijk en onbelangrijke mensen onbelangrijk . Rond het middaguur arriveerden wij bij het Diaconessenhuis, een van de vier ziekenhuis in Paramaribo, dat zoals zoveel gebouwen in Suriname evidente tekenen van achterstallig onderhoud vertoont maar niettemin, naar verluid, het ziekenhuis is dat meer nog dan het Academisch ziekenhuis aan weg timmert. Wij ontmoeten er mijn Nederlandse collega Els Dams en enkele van haar collega’s. Dat zijn Deze week zijn er 7 ERCP’s gepland maar waarschijnlijk komen er nog enkele bij. Morgen de eerste, ik ben benieuwd hoe het zal gaan. De radioloog, Hofwijk, die ik afgelopen zaterdag al in Nickerie heb ontmoet heeft er in ieder geval zin in. Later die week zullen wij nog met een aantal collega’s ergens gaan eten. Leuk idee maar er zal niets van komen. Daarna zijn wij naar het hotel gegaan dat men voor ons geregeld heeft : hotel de Luifel. Het blijkt een uitstekend hotel met een voortreffelijke Europese keuken en zowaar een alleszins redelijke wijnkaart, iets wat in het district volstrekt ontbreekt. ’s Avonds hebben wij Henk en zijn dochter nog even ontmoet, morgen haalt hij ons op en laat hij ons iets van Paramaribo zien. Verder wil het toeval dat er deze week een groep Nederlandse hoogleraren in de stad zijn waaronder mijn promotor Chris Meijer. Ik wil proberen hem een dezer dagen te ontmoeten. Overigens komt die groep het komend weekend naar Nickerie voor een boottocht naar het binnenland waarvoor ook wij uitgenodigd zijn. Het belooft dus in menig opzicht een interessante week te worden. Op dinsdag 22 januari 2002 moet het dan gaan gebeuren. Na ’s ochtends nog wat geknutseld maar vooral rondgehangen te hebben zal om 13.30 u. de eerste ERCP in de geschiedenis van Suriname uitgevoerd worden. Het betreft een oudere man met een voorgeschiedenis van alcoholmisbruik, buikpijn, op de CT scan een holte in de regio van de alvleesklier. Geen al te lastige klus waarschijnlijk dus. Maar goed ook want na met de nodige moeite en improvisatie alles op de oude fiberendoscoop, waar ik zelf ook in geen jaren meer mee gewerkt heb, aangesloten te hebben, met matige doorlichtingmogelijkheden voor mij nauwelijks te zien en een twaalftal belangstellenden heb ik in de tropische temperaturen voordat wij beginnen het zweet al op het voorhoofd staan. Maar hoewel de scoop kuren vertoont en wij diverse zaken die in Nederland zondermeer voorhanden zijn missen lukt het toch uitstekend, een goed gevoel. Morgen evenwel is de echte vuurdoop. Dan hebben wij eerst een patiënte met

Page 18: Dokter in de West

17

geelzucht door een obstructie van de galwegen en vervolgens een patiënt met stenen in de galwegen na een voorafgaande galblaasoperatie. De eerste patiënt blijkt een papilcarcinoom, een gezwel van de uitmonding van de galwegen, te hebben, een zeer zeldzame aandoening die met een weliswaar grote operatie in principe te genezen is. Weken later heb ik nog eens contact met de chirurg die het onderzoek had aangevraagd Hij heeft de patiënt aangemeld voor operatie in Nederland via de zogenaamde RLA regeling, een regeling die er in voorziet dat patiënten die in Suriname niet kunnen worden geholpen naar het buitenland kunnen. De commissie die daarover gaat heeft haar afgewezen. Inmiddels is zij aan bloedingen uit de tumor overleden. De tweede patiënt is voor Janine en mij veel spannender. Ik vertel de vrouw dat wij de galwegen gaan openmaken om de galstenen te verwijderen en dat zij als dat lukt niet geopereerd hoeft te worden. Helaas moeten wij geruime tijd wachten omdat het enige electrocoagulatie-apparaat op de operatiekamer voor een spoedoperatie in gebruik is en de twee endoscopieassistentes wiens werkdag er om 15.00 u. opzit vertrekken gewoon. Opnieuw zijn er veel belangstellenden maar gelukkig begin ik te wennen aan de primitieve omstandigheden. Het wordt een fraaie demonstratie van moderne geneeskunde. Kundig geassisteerd door Janine volgt een vlotte procedure waarbij de galwegstenen worden aangetoond en verwijderd. Wij oogsten lof alom, dit was in Suriname nog nooit vertoont. Morgenochtend wordt ik door Rob Does, een jonge chirurg uit het Diaconessenhuis bij ons hotel opgehaald voor de patiëntenbespreking. Ik verheug mij daar al op, tegelijkertijd bedenk ik mij wat ik hier nog allemaal te doen heb en hoe ik dat op efficiënte wijze zou kunnen doen. Maar laat ik realistisch blijven en mij aanpassen aan dit land waar wanorde en inefficiëntie eerder regel dan uitzondering zijn en waaraan dit land m.i. ook een van zijn belangrijkste charme’s ontleent, die van een relaxed leven. Ik zal wel zien. Dat dacht ik ook toen ik twee dagen geleden via de voorzitter van het bestuur van het SZN een uitnodiging kreeg voor een bezoek aan de directeur van volksgezondheid, de tweede man, in dit geval een vrouw, Mw. Codfried –Kranenburg, op het ministerie van Volksgezondheid. Misschien moesten wij maar naar de minister zelf had hij nog gezegd. Toen wij vanochtend uiteindelijk de directeur volksgezondheid spraken verwachtte een gesprek in de trant van leuk dat u hier bent en ons wil helpen maar het bleek alleen te gaan over het gegeven dat ik nog niet formeel was toegelaten om hier mijn kunsten te vertonen. Toch waren die formaliteiten maanden geleden door Bert Geyskes al geregeld. Nadat ik uitgelegd had wat mijn werkzaamheden dan inhielden gaf zij haar onmiddellijke toestemming voor mijn activiteiten van die dag, keurde mijn papieren ongezien goed en informeerde bovendien of ik misschien bereid was om in Suriname te blijven. Als ik vrijdag weer langs zou komen zou zij er voor zorgen dat mijn papieren klaar zouden liggen. Gisteren hebben wij een genoeglijke avond beleefd met Henk en zijn vrouw Bea in hun huis in Lelydorp. Wij hebben daar heerlijke gegeten op de veranda, in Suriname kun je eigenlijk altijd buiten zijn, en veel gesproken, over vroeger, over politiek en over Suriname. Daaraan heb ik in ieder geval overgehouden dat de berichtgeving in Nederland erg eenzijdig is. Later die avond zijn wij nog Paramaribo in geweest. Omdat het weer niet mee zat, sinds ons vertrek uit Nickerie lijkt het wel of de korte regentijd die nu zo’n beetje af zou moeten lopen eerst begonnen is, heeft zich dat noodgedwongen moeten beperken tot een autotocht : van het huis van Henk en Bea in Lelydorp over het pad van Wanica over de brug over de Surinamerivier en weer terug, via het oude centrum langs de Waterkant via de Anton Dragtenweg, waar degenen wonen die het gemaakt hebben, waaronder Bouterse , naar Leonsberg en via Blauwberg, de Kwattaweg en de Johannes Mungrastraat weer terug naar ons hotel. Op donderdag wordt in alle vroegte volgens afspraak door Rob Does bij het hotel opgehaald. Janine slaapt uit, verdient na alweer een doorwaakte nacht. De bespreking waar ik mij op verheugd heb vind plaats in een spreekkamertje met veel te veel mensen die bovendien merendeels te laat komen en verloopt in de voor dit land kenmerkende wanorde. Toch, zo

Page 19: Dokter in de West

18

komt dat op mij over, heeft men het gevoel het zo slecht nog niet te doen. Ik ben niet erg onder de indruk en erger mij. Na de bespreking ben ik weer aan mij lot overgelaten. Na nog enkele zaken op de endoscopieafdeling geregeld te hebben besluit ik hier langzamerhand genoeg van te hebben en op tijd morgen naar Nickerie terug te willen keren. Dus bel ik Guno Kletter en Tewarie de directeur van het SZN, hij zal er voor zorgen dat wij de volgende dag om 12.00 u. worden opgehaald en met het huis is alles in orde. Dat laatste wordt door Guno Kletter bevestigd maar als ik vraag of hij dan al verhuisd is blijkt dat nog niet het geval. Later wordt ik bij herhaling gebeld door collega Cameron uit het St. Vincentiusziekenhuis hij nodigt mij uit om kennis te maken met zijn medisch directeur en wil graag met mij lunchen. Niets beters omhanden hebbend ga ik op zijn invitatie in. Zoals ik al vermoedde wil ook het St. Vincentiusziekenhuis dat ik daar mijn kunsten kom vertonen. Provocerend stel ik dat enige samenwerking met het andere ziekenhuis dan zinvol zou kunnen zijn. Wij gaan lunchen in de Buiten Societeit “Het Park” en hij regelt en passant mijn introductie aldaar voor als ik weer eens in de stad ben, ik kan er alle belangrijke mensen ontmoeten. Die middag staan er 3 lastige ERCP,s en Janine en ik werken ons letterlijk in het zweet bijgestaan door een enthousiaste Hofwijk, de anderen komen af en toe eens kijken. De endoscopiezusters zijn kennelijk geïnstrueerd om nu niet om drie uur te vertrekken maar dat heeft hun humeur geen goed gedaan. Als wij ’s middags terugkeren naar het hotel hebben wij het helemaal gehad en verlangen terug naar Nickerie. Op speciaal verzoek van een van de chirurgen, Bergen, zijn voornaam ben ik kwijt, sympathieke vent, opgeleid in hetzelfde ziekenhuis als ik , doe ik ’s ochtends om 10.00 u. nog een ERCP bij een 80-jarige man met stenen in de galwegen, die wij weten te verwijderen met naar Nederlandse maatstaven inmiddels volstrekt versleten materialen Tevoren bel ik nog even met de directeur van het ministerie omdat ik geen zin heb om vanwege zinloze bureaucratie nog het centrum van Paramaribo in te gaan. Maar goed ook want de directeur is er niet en haar secretaresse weet van niets. Of zij de papieren maar op willen sturen naar het SZN. Zal geschieden. Ik zal wel zien. Om 12.00 u. kunnen wij dan de reis van 3 ½ uur naar Nickerie aanvangen. Helaas, vertraging omdat de chauffeur, die ons keurig daaromtrent informeert, wordt opgehouden bij de bloedbank. Als wij dan 1 ½ uur te laat worden opgehaald moet hij eerst nog medicamenten ophalen in het centrum van Paramaribo. Zo vertrekken wij veel te laat waardoor naar wij vrezen dat in Nickerie de zaak in de soep gaat lopen, wij gaan immers naar ons nieuwe huis. De reis is weer een genoegen, vooral Coronie en zijn hoofdstadje Totness, dat moet je gezien hebben. Terug in Nw Nickerie Als wij na veel vijven en zessen uiteindelijk bij ons huis aan de A. A. Giridjasinghstraat nummer 11 in Nw. Nickerie arriveren ligt er een bosje bloemen bij de trap, van Guno . Het huis ligt net buiten de vesting aan een onverharde weg, zoals de meeste huizen in Suriname, ook in Paramaribo, en is voor Surinaamse begrippen luxueus te noemen. Het is een typisch Surinaams Bruynzeel huis, gebouwd op betonnen pilaren. Beneden is een schuurtje, op de eerste verdieping het woonhuis met een groot balkon, alles zorgvuldig beveiligd met dievenijzers. Binnen blijken er evenwel geen handdoeken en geen lakens voor het bed aanwezig, ontbreken gordijnen in de slaapkamer etc.etc. Ook onze fietsen zijn nog niet geregeld. Had men gedacht dat wij zo het weekend door moesten komen? Ik baal daar, mede gezien de ervaringen in de stad, zodanig van dat bij mij de gedachte aan een vervroegde terugkeer naar Nederland opkomt. Janine, meer praktisch belt Tewarie, of hij maar even iemand van transport wil sturen, met geld dan regelen wij zelf wel even de meest noodzakelijke dingen. Meestal is dat in dit land ook verreweg de snelste weg om iets voor elkaar te krijgen. Later als ik telefonisch contact heb met Guno uit ik mijn boosheid. Dat is de

Page 20: Dokter in de West

19

Surinaamse manier legt hij uit, om dingen slecht of niet te regelen. Het wordt niet beledigend bedoeld.

ons huis in Nw Nickerie Later bel ik Regie die mij had zullen bellen over de tocht naar het binnenland met de groep Nederlandse hoogleraren. Hij had verwacht dat wij ons bij de groep in Paramaribo zouden aansluiten maar wij kunnen mee geen probleem. Zo melden wij ons de volgende ochtend bij hem om even later, met Guus, met de boot op de trailer achter de auto te vertrekken naar een verlaten veerpont in de Nickerie rivier om daar de boot te water te laten. Het weer zit niet mee, terwijl de kleine regentijd eind januari af zou moeten lopen regent het de afgelopen week frequent en vandaag vrijwel voortdurend en lijkt het wel of de kleine regentijd nu eerst begonnen is. Voordat wij in de boot zitten sta ik tot mijn enkels in de modder maar dat kan mij niet deren en vervolgens gaan wij op weg naar Wageningen over de Nickerie rivier, een brede, diepe, de Nickerie rivier is de diepste rivier van Suriname en tot ver in het binnenland voor zeeschepen bevaarbaar, met lauw, bruin water, die zich door het landschap met vooral oerwoud met af en toe de nederzetting van meestal een rijstbedrijf slingert. In Wageningen aangekomen is van de hooggeleerde Nederlanders niets te bespeuren dus gaan wij aan land, inderdaad weer door de modder. Wageningen is bijzonder om te om te zien. Ooit was dit het toonaangevende centrum van de rijstteelt in de wereld. Gelegen aan de rivier met een groot plein als centrum met daarom heen bedrijfsgebouwen, woningen een hotel, jawel hotel “de Wereld”, en een enorme fabriek en een ziekenhuisje. Dat ziekenhuisje, de Pietronella kliniek, bezoeken wij als eerste. In feite een goeddeels vervallen gebouw nu nog in gebruik als polikliek, dat wil hier zeggen dat een huisarts er spreekuur doet, waar een tweetal adipeuse Surinaamse verpleegkundigen wat zit te dutten. De rest van Wageningen is er niet veel beter aan toe met uitzondering van hotel “de Wereld”. De enorme rijstverwerkingsfabriek ligt er

Page 21: Dokter in de West

20

evident verroest bij, de installatie om rijst in zeeschepen te laden functioneert allang niet meer en eronder staan een zestal vrachtwagens en diverse chauffeurs maar van enige activiteit valt niets te bespeuren. Een en ander maakt op mij grote indruk en mijn aanvankelijke optimisme om op mijn vakgebied dit land vooruit te helpen, door de ervaringen van de afgelopen tijd reeds danig gefrustreerd, maakt plaats voor twijfel. Bij ons voegen zich een aantal dames uit de stad waaronder een van de dochters van Regie en tenslotte arriveren ook de hooggeleerde Nederlanders. Het weerzien met Chris Meijer, mijn promotor, ik was zij eerste promovendus, hij heeft er inmiddels 70 is bijzonder.Dan gaat het in twee boten richting Kupido, een indianennederzetting aan de Nickerie rivier in het binnenland. De boot van Regie, met een 100 PK motor haalt een flinke snelheid. Terwijl de regen met bakken naar beneden komt zijn wij in korte tijd nat tot op het bot, mijn schoenen zullen dagen later nog nat zijn. Bij temperaturen van meer dan 25 graden is dat overigens moeiteloos uit te houden. Een bijzondere ervaring, mag je wel zeggen, is het om met een aantal Nederlandse hoogleraren in een indianendorp in de binnenlanden van Suriname te converseren. Iedereen is verbaasd een “superspecialist” hier aan te treffen. Na een korte bijeenkomst varen wij terug over de Nickerie rivier, klauteren door de modderige oever in de auto van Regie en scheuren terug naar Nickerie waar eindelijk het zonnetje weer doorbreekt. Ons leven in de tropen Hoewel na onze terugkeer in Nickerie de verhuizing naar ons “eigen” huis niet bepaald vlekkeloos is verlopen zijn wij nu de eerste kinderziekten achter de rug zijn blij met deze nieuwe situatie. Nu krijgen wij ook eigenlijk pas echt een idee hoe het is om te leven in een derde wereld land in de tropen. De temperatuur is altijd heerlijk om buiten te zitten. In het begin hadden wij wel wat moeite om aan de voor ons voortdurend hoge temperatuur te wennen, in Suriname schommelt de temperatuur het hele jaar door rond de 30 graden Celsius. Je hebt dan de neiging voortdurend de airco aan te zetten. Die hebben wij overigens alleen in een van de Beter is het om dat niet te doen, dan ga je na een week of zo wennen. Die heerlijke temperatuur is naast het relaxte bestaan de tweede zegen van dit land. Wij zijn dan ook veel buiten op ons grote overdekte balkon te vinden. In de ochtend- en avondschemering is dat ondoenlijk vanwege de muskieten en mampieren, piepkleine vliegjes die venijnig steken, maar de rest van de tijd wordt je, ik vooral, maar zo af en toe gestoken. Het is wel zaak om het huis zoveel mogelijk af te sluiten voor ongedierte en tegelijkertijd zoveel mogelijk te ventileren. Alle ramen zijn dan ook voorzien van glasstrips, die open en min of meer dicht gezet kunnen worden, en muskietengaas. Niet dat dat de beestjes tegenhoudt overigens, met name ’s avonds lopen er kleine hagedisjes over de muur die soms gezellig toekijken als ik de afwas doe, ’s nachts hoor je beestjes, vleermuizen, over het plafond lopen en soms valt er ineens een vervaarlijk uitziend insect op de vloer. Dat blijken later kakkerlakken te zijn. Onlangs schrok ik mij ’s ochtends tijdens het douchen wezenloos van een klein kikkertje dat zich in de afvoer van de doucheruimte had verschanst en dat plotseling 1 ½ meter omhoog sprong. Gedurende de nacht is de keuze tussen de airco aan met veel kabaal en een koele slaapkamer of de airco uit een warme slaapkamer, actieve muskieten en veel geluiden uit de tropennacht. Geleidelijk beginnen wij dat laatste te prefereren. Slapen doen wij onder een klamboe, geen overbodige luxe in het rijstdistrict. Enkele malen hadden wij ’s nachts een vuurvliegje in onze slaapkamer, heel bijzonder. Wij staan ’s ochtends vroeg op, om 6.00 u, douchen, een koude nou ja frisse douche want warm water hebben we niet, ontbijten en gaan om ongeveer 7 uur op de fiets naar het ziekenhuis. Dan wordt er stug doorgewerkt totdat de patiënten op de polikliniek of op de endoscopieafdeling zijn weggewerkt. Meer dan twintig nieuwe patiënten per ochtend is vooralsnog geen uitzondering, de endoscopieprogramma’s zijn over het algemeen rustiger, zeker voor mij omdat na iedere endoscopie de endoscoop

Page 22: Dokter in de West

21

handmatig moet worden gereinigd. Men heeft hier geen cultuur van koffiepauzes maar wij hebben dat inmiddels wel ingevoerd en dat is een welkome onderbreking als je vanaf 7 uur voortdurend in de weer bent geweest. Ook de andere dokters weten een kopje oploskoffie wel te waarderen en daardoor wordt de koffiepauze ook een ideale gelegenheid om met elkaar over de patiënten te spreken. Vaak is het dan na 13.00 u. Voordat de poli gedaan is. Na de maaltijd in de keuken doe ik dan nog consulten, kijk naar probleempatiënten of doe mijn administratie van die dag. Om een uur of 3 gaan wij naar huis en is er tijd om boodschappen te doen. Dat laatste is een avontuur op zich.

Onze buurtsuper een van de vele winkeltjes heeft werkelijk van alles. Van levensmiddelen tot fietssloten. De mensen zijn bovendien zeer vriendelijk en altijd bereid ons ergens mee te helpen. De sortering vleeswaren is hier en bij de andere winkels zeer beperkt, alleen diepgevroren kip. Wat de conserven betreft : vaak is de datum van uiterste houdbaarheid verstreken maar daar hebben wij nooit problemen mee ervaren. Op zaterdag gaan wij naar de markt om groente en verse vis te kopen, die daar in allerlei voor ons onbekende soorten te koop is. Fruit en vis wordt altijd aangeboden in stapeltjes en het is volstrekt onmogelijk om een gedeelte van een stapeltje te kopen, een merkwaardig en onpraktisch fenomeen. Na het avondeten en de afwas lezen wij nog wat, TV kijken doen wij niet zoveel. De ontvangst is slecht en de programma’s voor ons weinig interessant maar regelmatig zijn er Engelstalige films, die wel de moeite waard zijn en die dan overigens vrijwel altijd enige malen herhaald worden. ’s Avonds branden er op straat vuurtjes waar mensen hun huisvuil opstoken omdat er geen goede vuilophaaldienst is. Veel vuil ook wordt in de sloten langs de weg gedumpt met name plastic flessen en autowrakken, zeer ontsierend. Wij gaan meestal op tijd slapen want de volgende dag is er dan meestal weer zo’n enorme poli met al die vriendelijke mensen die vrijwel allemaal een moeilijk bestaan hebben met al lang lichamelijke klachten, maar die

Page 23: Dokter in de West

22

nooit adequate medische aandacht hebben gekregen. Het merendeel van die mensen mankeert overigens lichamelijk niets ernstigs. Degenen die wel wat mankeren hebben vaak lang bestaande onder- of onbehandelde afwijkingen zoals je in Nederland niet meer tegenkomt. Eindelijk miljonair Afgelopen vrijdag kreeg ik mijn salaris van de afgelopen maand uitgekeerd en mag ik mij voor het eerst in mijn leven miljonair noemen. Mijn salaris bedroeg maar liefst 1.000.850,00 gulden, Surinaamse guldens ( SF ) wel te verstaan. Dat is maar goed ook want het leven is duur in Suriname. Om daar een voorbeeld van te geven ; een door mij fel begeerde literfles gekoeld Parbo bier kost zo,n 3 a 4000 SF en het is beslist dorstig weer in de tropen. Een en ander weerspiegeld de enorme inflatie die dit land teistert. Bij de onafhankelijkheid, in 1975, was de waarde van de SF gelijk aan die van de Nederlandse gulden. Momenteel krijg je voor een dollar ongeveer 2250 SF. Voor mij, wetende hoe het er in dit land aan toe gaat, is dat niet zo moeilijk te begrijpen. De enorme inflatie heeft de meeste mensen straatarm gemaakt. Zo verdient een hooggekwalificeerde verpleegkundige ongeveer 3 a 400.000 SF per maand, geen wonder dat velen daarnaast een kostgrondje hebben en gewend zijn om alles wat gebruikt kan worden uit de overvloedig aanwezige natuur te halen. Dat geldt merkwaardigerwijs ook voor de huisartsen, die volgens mij relatief goed betaald worden. Het merendeel daarvan doet alleen ’s ochtends spreekuur en heeft daarna andere bezigheden. Toch zie je regelmatig ook opvallende rijkdom in de vorm van peperdure auto’s bijvoorbeeld. Iedereen weet dat die gekocht zijn met geld verdient in de cocaïnehandel. De hoge inflatie drijft de looneisen op en stakingen zijn in dit land aan de orde van de dag. Zo hebben onlangs de onderwijzers en leraren gestaakt en zagen die, na tussenkomst van de president, hun eisen ingewilligd met een loonstijging van maar liefst 35 tot 65 %. Afgelopen zaterdag heb ik mijn tuin gedaan. Dat ontlokte mijn overbuurman, collega huisarts en assembleelid ( de volksvertegenwoordiging van Suriname ) Matai de uitspraak : u werkt wel erg hard. Het werd gezegd met een mengeling van verbazing en bewondering. Dat ik er plezier in schep om mijn tuin te doen heb ik niemand kunnen uitleggen. Omdat ik daarvoor geen gereedschap heb moest ik iets regelen. Dus sprak ik afgelopen week de tuinman van het ziekenhuis aan. De grasmaaier van het ziekenhuis mocht ik alleen gebruiken met toestemming van de directie. Die was snel verkregen en teruggemeld aan de tuinman, nee dan was het wel goed, toch. Toen ik evenwel afgelopen zaterdag na mijn visite in het ziekenhuis, ik had dienst, de machine mee wilde nemen bleek de afdeling technische dienst op slot. Geen nood, inmiddels de weg redelijk kennende spoed ik mij naar broeder Seedoo, verpleegkundig hoofd EHBO, een van de weinigen met wie je zaken kunt doen en die bovendien vele sleutels beheerd. Helaas die van de TD is er niet bij maar hij begrijpt het probleem, hij gaat het regelen, het kan wel even duren maar dat zal ik wel begrijpen want ik ben al meer dan een maand in Suriname. Hij belt degene die dienst heeft voor de TD. Die heeft de sleutel maar kan die alleen overhandigen na toestemming van het hoofd van de afdeling. Nadat die gebeld is wordt de sleutel door de afdeling transport opgehaald en komt vervolgens de tuinman om mij de grasmaaier te overhandigen die vervolgens weer door de afdeling transport naar ons huis wordt gebracht. Zondag na mijn ditmaal vroege bezoek aan het ziekenhuis, in verband met de opname van alweer een patiënt met een groot hartinfarct, spreek ik de man van transport opnieuw, of hij de grasmaaier op wil komen halen. Naar zijn oordeel heeft dat niet zoveel haast. Het gras in/om het ziekenhuis is pas gemaaid, toch. Ja, zo gaat dat hier en je vraagt je daarbij af wat er van dit land moet worden. Anderzijds realiseer ik mij dat het wel dubbel is want deze mentaliteit maakt ook dat het er hier relaxed aan toe gaat en belangrijker nog ik heb geleidelijk geleerd dat ik Suriname niet mijn Nederlandse norm moet opleggen.

Page 24: Dokter in de West

23

Het Streekziekenhuis en de Surinaamse gezondheidszorg Bij onze eerste kennismaking vertelde Arun Goerdin dat in zijn ogen het SZN het best functionerende ziekenhuis van Suriname was. Ik vond en vind dat moeilijk te geloven maar geleidelijk ben ik wel onder de indruk geraakt van wat hier gepresteerd wordt. In ieder geval ben ik trots op het SZN en daarom wat meer over dat ziekenhuis, het jongste ziekenhuis van dit land en het enige buiten Paramaribo, hier 235 km vandaan. Het district telt zo’n 50.000 inwoners en afgezien van de afstand en de het daarmee gepaard gaande tijdsverlies is het voor veel minder bedeelde inwoners financieel niet haalbaar om gebruik te maken van de ziekenhuizen in de stad. Daaraan ontleent het SZN zijn bestaansrecht. In zijn bestaan heeft het SZN voortdurend met een gebrek aan medisch specialisten gekampt. Een aantal jaren geleden is gepoogd daarin te voorzien door Bert Geyskes een internist uit Nederland die hier na zijn VUT een jaar gewerkt heeft. In zijn kielzog volgde Doerga, oorspronkelijk afkomstig uit Nickerie en opgeleid tot internist in het Academisch ziekenhuis in Utrecht waar ook Bert Geyskes werkte. Doerga had een van de peilers van het SZN moeten worden waar 4 basisspecialismen zouden moeten komen : algemene interne geneeskunde, chirurgie, kindergeneeskunde, gynaecologie en anesthesiologie. Dat is allemaal anders gelopen. Doerga heb ik nooit ontmoet, hij exploiteert nu het Nickerie Medical Center en sponsort Nederlandse medische programma’s voor de lokale TV zender. Ik zal uiteindelijk 5 maanden in het SZN werkzaam zijn, in die tijd heb ik nooit enige significante medische activiteit in het Nickerie Medical Centre waargenomen. Uit de vele verhalen over hem wordt duidelijk dat hij meer zijn eigen ego dan de gezondheidszorg voor het district voor ogen heeft en bovendien intimidatie niet schuwt. De merkwaardige gewoonte van dit land dat belangrijke posities meer bepaald worden door het feit of iemand politieke achtergrond overeenkomt met de op dat moment aan de macht zijnde politieke partij dan door diens capaciteiten deed de rest. Zo kon het gebeuren dat eind 2000 in het SZN slechts een medisch specialist, de gynaecoloog Akosh Bodo, werkzaam was en het ziekenhuis feitelijk functioneerde als verpleegtehuis maar wel met een groot aantal personeelsleden en dientengevolge enorme schulden. Het is de verdienste van het nieuwe bestuur onder voorzitterschap van Otto Dewanchand en mensen als Regie Li Fo Sjoe en Bert Geyskes dat er weer een medische staf is opgebouwd. Die bestaat momenteel uit Harold Li Fo Sjoe, chirurg en de jongere broer van Regie, Arun Goerdin, uroloog, Nanja Braafheid, kinderarts en de apotheker Sabayo allen afkomstig uit Suriname, Akosh Bodo gynaecoloog afkomstig uit Hongarije en een drietal Nederlanders die tijdelijk aan het SZN zijn verbonden, Louis Deen, anesthesioloog, Guus van Dun, basisarts en ik zelf als MDL arts. Wij zijn allen in dienst van het ziekenhuis en vormen, met uitzondering van Sabayo, die een beetje een buitenbeentje is, een goed samenwerkende groep en weten elkaar gemakkelijk te vinden. Dat is in de overige ziekenhuizen anders. Er is in Suriname, volgens mijn informatie, niet een ziekenhuis waar de specialisten een maatschap vormen zoals wij dat kennen. Dat men samenwerkt in de dienst vindt men hier al heel wat maar vaak is ook dat niet het geval. In Paramaribo schijnt het zelfs zo te zijn dat alle acute spoedeisende hulp door alleen het Academisch ziekenhuis verzorgt moet worden. Toen er geen specialisten waren in Nickerie moesten de patiënten naar de stad of gebruik maken van de diensten van specialisten die op zaterdag uit Paramaribo kwamen. Nu is dat veel minder het geval maar wel komt op zaterdag bij toerbeurt een van de drie radiologen naar het SZN. Die doen dan voornamelijk echo’s en wij kunnen hen dan röntgenfoto’s mee laten beoordelen waar wij zelf niet goed uitkomen. Af en toe komt er een neuroloog en datzelfde geldt voor de oogarts dermatoloog en psychiater. Het merendeel van de werkzaamheden op elk terrein doen wij zelf. Als het voor ons te moeilijk wordt moet de patiënt naar Paramaribo, als hij dat kan betalen tenminste maar dat is vaak niet het geval. Op dit moment doet zich de grappige situatie voor dat door mijn

Page 25: Dokter in de West

24

aanwezigheid hier het SZN de ziekenhuizen in de stad iets te bieden heeft. De voorzitter van het bestuur steekt dat ook niet onder stoelen en banken. Onlangs stelde hij mij voor aan de directeur van het academisch ziekenhuis in Paramaribo dat ook al van mijn diensten gebruik wil maken. Ik kon het weer niet nalaten ook deze man te provoceren door hem erop te wijzen dat enige samenwerking tussen de ziekenhuizen wellicht zinvol zou kunnen zijn. Naast het SZN zijn er in Suriname nog 4 andere ziekenhuizen die zich allen in Paramaribo bevinden waar overigens ook ruim de helft van de Surinaamse bevolking woont. Dat zijn het Academisch ziekenhuis en ’s Landshospitaal, evenals het SZN overheidsziekenhuizen en daarnaast het protestantse Diaconessenhuis en het katholieke St Vincentius ziekenhuis. De laatsten zijn stichtingen en daarover heeft de overheid minder te zeggen Hoe belangrijk dat is zal over enkele jaren voor het SZN pijnlijk blijken. Het SZN draait momenteel goed, naar Surinaamse maatstaven kunnen wij adequate gezondheidszorg bieden. De bezettingsgraad is goed behalve, ook hier, op de kinderafdeling. Wij hebben zelfs capaciteitsproblemen en er wordt gedacht over uitbreiding van 75 naar 90 bedden. Er is in zoverre sprake van een gezonde bedrijfsvoering dat, naar verluid, de inkomsten de uitgaven dekken, er is zelfs enige ruimte voor investeringen. De inkomsten, zo weet ik van een recente stafvergadering samen met het bestuur bedragen zo’n 300.000.000 SF per maand. Ongeveer een derde daarvan gaat op aan medicamenten hetgeen erg veel is gezien de aard van de medische problematiek en het feit dat hier alleen oudere medicamenten worden gebruikt waarop geen octrooi meer rust. De ziekenhuizen zijn overigens verplicht alle medicatie in te kopen via een overheidsinstelling. Louis en ik zagen onlangs wat prijzen en verbaasden ons over de hoogte daarvan. Het zou mij niet verbazen als daar door sommigen flink aan verdiend wordt. Van Harold hoorde ik laatst het verhaal dat een voormalig minister van volksgezondheid hier de bijnaam mister 10 cents heeft omdat hij 10 cent van ieder tabletje Calpol ( paracetamol ) in zijn zak heeft gestoken. Dat schijnt allemaal ongestraft te kunnen in Suriname. Zoals ik meer en meer zal ervaren kent Suriname een uitgebreide boevencultuur die impliceert dat velen, de overheid voorop, ongegeneerd het eigen financiële belang najagen en dat er geen cultuur is om elkaar daar op aan te spreken. Een voorbeeld daarvan is dat gezegd wordt dat een van de radiologen die hier regelmatig in het weekend komt echo’s gedaan heeft met een defecte echokop maar niettemin verslagen produceerde, die hij dus gewoon uit zijn duim heeft gezogen. De man heeft nog jaren hier gewerkt. In Nederland zou dit ondenkbaar zijn. Naast de ziekenhuizen en huisartsenpraktijken in Paramaribo en het kustgebied is de organisatie van de gezondheidszorg in Suriname een afgeleide van de geografische en demografische karakteristieken van dit land. Hooguit 10% van de bevolking woont in het binnenland dat zo’n 90% van het grondoppervlak van Suriname omvat. De zorg wordt hier verleent vanuit enkele tientallen medische zendingsposten. Die worden bestierd door verpleegkundigen die worden ondersteund door basisartsen van het BOG ( Buro Openbare Gezondheidszorg ) die de posten periodiek bezoeken. Voor complexe pathologie moeten patiënten getransporteerd worden naar het Diaconessenhuis in Paramaribo. Veelal zijn de posten gelegen aan een airstrip. Voor behandelingen die in Suriname zelf niet kunnen plaatsvinden bestaat de zogenaamde RLA regeling waarvan ik al eerder melding maakte. RLA staat voor regeling laag frequente aandoeningen. Jaren later ontmoet ik in Paramaribo een Nederlandse collega die is gevraagd om deze regeling te evalueren. Hij vertelt mij dat deze regeling, waar een beperkt aantal mensen van profiteert maar liefst 15% van het budget voor gezondheidszorg opslokt. De regeling zal dan ook worden afgeschaft. Geld speelt ook in de zorg in Suriname een belangrijke rol. Het land heeft veel minder te besteden heeft dan Nederland, het budget voor de zorg in Suriname is aanzienlijk lager dan het ziekenhuisbudget van het Catharina ziekenhuis alleen. Slechts een klein gedeelte van de patiënten is verzekerd via een van de particuliere ziektekostenverzekeraars. Die betalen goed. Alle ambtenaren en dat zijn er nogal wat en de werknemers van diverse grote bedrijven zijn verzekerd via het Staatsziekenfonds,

Page 26: Dokter in de West

25

een instelling met een dubieuze reputatie als het om betalen gaat. En verreweg het merendeel van onze patiënten heeft een kaart als min- of onvermogende. Vreemd genoeg zijn daar soms ook mensen bij die goed in de slappe was lijken te zitten. Deze kaarten schijnen dan ook te koop te zijn. Voor de betaling van deze categorie is het ziekenhuis afhankelijk van het ministerie van sociale zaken, de overheid dus en dat is rampzalig want de overheid is onbetrouwbaar. Regeringsfunctionarissen plegen zich in dit land vooral bezig te houden met het vullen van de eigen zakken en hun electorale toekomst en pas daarna wordt er uitbetaald. Het maakte wat dat betreft in de afgelopen 10 jaar niet uit of Venetiaan of Bouterse aan de macht was. Ziekenhuizen hebben daarom grote problemen om financieel rond te komen en moeten vaak patiënten extra laten betalen om hun huishoudboekje op orde te houden. Daarnaast fungeren ziekenhuizen ook wel als instellingen die de zwakkeren in de samenleving een baan en daarmee en financiële zekerheid bieden Je komt in de ziekenhuizen dan ook veel laag- niet geschoolden tegen voor onderhoud, schoonmaak en verzorging. Slechts een klein gedeelte van de verpleegkundigen heeft een opleiding genoten. Om op het SZN terug te komen, het ziekenhuis mag dan op dit moment goed functioneren, het blijft tegelijkertijd ook kwetsbaar. Surinaamse specialisten willen er niet werken en het ziekenhuis is nu al afhankelijk van Nederlandse specialisten, veelal gepensioneerd, die er tijdelijk willen komen werken. Daarnaast is het ziekenhuis als staats ziekenhuis afhankelijk van de een overheid waarop niet valt te bouwen.

foto : de binnenplaats van het Streekziekenhuis

Page 27: Dokter in de West

26

Bigi Pan Vandaag is het wel raak. Na een drukke dag in het ziekenhuis fiets ik in de dienst nu al voor de derde keer terug naar het ziekenhuis. De eerste keer was ik mijn mobiele telefoon vergeten, de tweede keer moest ik terug om bij een overleden patiënt de dood te constateren en nu om naar een 17 jarig meisje te gaan kijken dat geconcentreerd azijnzuur heeft ingenomen zoals later zal blijken na een ruzie met haar moeder over de telefoonrekening Dat veroorzaakt etsing van de slijmvliezen van keel en slokdarm of zelfs perforatie. Dat laatste is in dit land dodelijk. Het meisje is er beroerd aan toe maar zij zal het uiteindelijk overleven. De afstand naar het ziekenhuis is gering maar valt mij niettemin zwaar vanwege het feit dat de avond invalt. Dat heeft een aantal consequenties. Allereerst betekent dat muskieten- en mampierentijd. Daarnaast worden zodra het donker is de vele, niet zelden schurftige, straathonden lastig en komen vaak in groepen op je afgevlogen. Tot op heden waren dat steeds schijnaanvallen maar je weet maar nooit. Ditmaal heb ik vooral last van mijn linker bovenbeen dat pijnlijk en gezwollen is. Dat heb ik overgehouden aan een fietstocht langs de Nickerie rivier afgelopen zondag. Het was wel lekker weer maar tegen de tropenregels om dat te doen in korte broek en een shirtje. Op de terugweg heb ik een onaangename ontmoeting gehad met een van de vele insecten hier waarschijnlijk een wesp. Ik voelde althans plotseling een heftige steek op mijn bovenbeen en heb het beest er onmiddellijk af geslagen. Wespen heb je hier in twee varianten : roodbruine en zwarte. Een steek van de laatste kan, volgens Harold en die het kan weten, zelfs dodelijk zijn. Thuis gekomen heb ik onmiddellijk met een apparaatje wat wij speciaal daarvoor aangeschaft hebben de wond uitgezogen. Niettemin stond ik de volgende ochtend op met een rood, warm, gezwollen bovenbeen en daar heb ik nog een aantal dagen flink last van gehad.

foto : rode ibis, jonge vogels, geheel R, zijn bruin. Door het eten van garnalen en krabben verkleuren zij in hun tweede levensjaar geleidelijk rood.

Page 28: Dokter in de West

27

Een van de aantrekkelijk aspecten van Suriname is ongetwijfeld de alom aanwezige natuur. Onze eerste intensieve kennismaking daarmee was onze tocht naar de Bigi Pan. Guno had die georganiseerd. Op de vroege zondagochtend worden wij door hem opgehaald en leverde hij ons samen met Louis Deen en zijn inmiddels gearriveerde echtgenote Loes af bij de vissers die ons naar dat gebied zullen varen. Ook hier ontbreekt de comfortabele aanlegsteiger, helaas. Na succesvol over tientallen meters smalle plank tussen de dichte oeverbegroeiing te hebben gebalanceerd glijd ik op de laatste boomstam uit en beland weer eens tot aan mijn enkels in de modder. Nadat het in mijn ogen gammele bootje waarin wij hebben plaatsgenomen de brede Nickerie rivier is opgevaren ben ik aanvankelijk vooral bezig met de gedachte als dit maar goed gaat. Ik heb het niet zo op diep water. Al snel evenwel wordt ook ik gegrepen door het gebeuren. Uit het modderwater van de rivier die maar zo’n 10 cm. onder de rand van het bootje met grote snelheid langs stroomt springen vissen met bolle ogen op die zich vervolgens enkele meters over het water voortbewegen. De oevers zijn dicht begroeid met mangroven. Daartussen bevinden zich vele kleine witte en een enkele blauwe reigers die veelal wegvluchten voor het naderend kabaal van de buitenboordmotor. Wij varen enkele kilometers stroomopwaarts om vervolgens een kreek in te varen die geblokkeerd wordt door een overtoom. Hier moet de boot overheen gesleurd worden en dan zijn wij aanbeland in de Bigi Pan. Dat is een groot, 180 vierkante km. heb ik mij laten vertellen, natuurgebied dat ten noorden van de Nickerie rivier ligt en in open verbinding staat met de zee. Het bestaat uit moerasland en, geruststellend voor mij, ondiep water dat vanwege zijn rijkdom aan vis door vele watervogels wordt bewoond respectievelijk bezocht waar het trekvogels betreft. Om in de eigenlijke Bigi Pan te komen moeten wij eerst nog een kunstmatig kanaal van ruim 8 kilometer door. In de dichtbegroeide oevers vele watervogels vooral witte reigers, groot en klein, maar ook roofvogels waaronder visarenden

Page 29: Dokter in de West

28

En dan zien we ze, niet een of twee nee een hele vlucht rode ibissen. Werkelijk een zeer indrukwekkend schouwspel. Ze zijn betrekkelijk zeldzaam maar wij zullen er nog vele zien in dit gebied. Ik heb geprobeerd ze op foto vast te leggen maar dat valt niet mee. Waar het kanaal in de Bigi Pan overgaat staan in het water eenvoudige woningen op palen die gebruikt worden door de vele vissers en jagers die dit gebied bezoeken om te overnachten. Je moet namelijk om dit gebied te bereiken respectievelijk te verlaten gebruik maken van het getij, alleen bij hoog water is het namelijk mogelijk om de dam te passeren. Wij varen nog wat rond in de Bigi Pan en doen later zo’n huisje aan. Het zijn werkelijk zeer eenvoudige onderkomens maar ze hebben allemaal wel keurig een aparte toilet. Het moet een bijzondere ervaring zijn om een dag in dit gebied te zijn , wat te vissen, ’s avonds met de vangst van die dag je maaltijd klaar te maken in zo’n huisje daarna wat rum te drinken, ze hebben hier rum van 90 % maar dat lijkt mij wat overdreven, om daarna in je hangmat in slaap te vallen. Een klamboe heb je hier niet nodig want vanwege de voortdurende wind zijn er geen muskieten. Het lijkt ons wel wat dus nemen wij ons voor dat nog een keer te gaan doen maar het zal er nooit van komen. Welkome en ongenode gasten Nu het dan eindelijk gelukt is om een internet verbinding te realiseren zijn wij uit een zeker isolement verlost. Nog steeds gaat er wel eens iets mis maar dat neemt niet weg dat als wij ’s middags uit het ziekenhuis thuis komen onze eerste actie meestal bestaat uit tevoorschijn toveren van de computer en het bekijken van nieuwe emailberichten. Ieder emailbericht is weer even contact met thuis en wordt door ons zeer verwelkomt. Over welkome gasten gesproken : de afgelopen week kregen wij ’s avonds van de vrouw van onze buurtsuper. Wij komen er bijna dagelijks en zij had al eens gevraagd of wij al roti gegeten hadden en hadden die vraag ontkennend beantwoord. Zij had roti voor ons klaargemaakt. Ontzettend aardig van deze hardwerkende mensen, 7 dagen per week is hun winkel open. Met haar kinderen stond zij bij ons bij het hek en zoals de meeste huizen hebben wij geen bel. Gebruikelijk hier is dat men dan roept klop klop. Wij hebben het ons goed laten smaken. Diezelfde avond zo rond een uur of 10 kregen wij een telefoontje van onze overbuurvrouw : “ doet u snel u licht aan beneden ( dat gaat niet want dat lichtpunt is defect ) want ze zijn uw was aan het stelen maar gaat u vooral niet naar beneden “. Ik moet iets geantwoord hebben van dat dacht ik toch niet en wij zijn beiden naar buiten/beneden gestormd. Daar hield zich een wat lugubere man op die aanvankelijk beweerde wat water te willen drinken. De bewakers van de school achter ons huis die de man hadden opgemerkt en alarm hadden geslagen waren inmiddels ook ter plekke en vrijwel onmiddellijk daarna arriveerde de door hen gewaarschuwde politie. Aanvankelijk dachten wij niets te missen maar later bleek de man wat kledingstukken van ons onder zijn eigen kleren verstopt te hebben. Die was dus de klos en is door de politie afgevoerd maar loopt waarschijnlijk nu al weer vrij rond. De politieman die ik op zijn vraag of ik wenste dat er strafrechtelijk tegen deze persoon zou worden opgetreden bevestigend antwoordde en die mij de volgende dag zou opzoeken heb ik nooit meer gezien. Er is vrij veel criminaliteit in Nickerie. In het ziekenhuis zien wij daar met grote regelmaat de gevolgen van : schot- en steekwonden en laatst zelfs verwondingen toegebracht met een houwer. Dat is een groot kapmes, vrijwel iedereen hier, ik heb er ook een aangeschaft, bezit er een. Je gebruikt het om onkruid te kappen en om je een weg te banen door het oerwoud. Vrijwel alle openbare gebouwen zoals scholen bankgebouwen e.d. worden hier van zonsondergang tot aan zonsopgang bewaakt en dat zal niet zonder reden zijn. Toch denk ik dat Nickerie wat onveiligheid betreft heilig is vergeleken bij Paramaribo. Het viel mij op toen wij met Henk in de auto door het centrum van Paramaribo reden hij bij het eerste stoplicht

Page 30: Dokter in de West

29

waar wij voor moesten stoppen de portieren van zijn auto vergrendelde. Op de weg naar Albina, in het oosten, worden, naar ik vernomen heb, regelmatig auto’s en busjes overvallen en de inzittenden beroofd. Als wij naar Galibi gaan zullen wij die route moeten nemen. Hum. Toch heb ik mij hier in Nickerie nooit onveilig gevoeld. Dat heeft denk ik alles te maken met onze lokale status van bekende Nickerianen. Een weekend naar het bos Ter gelegenheid van het vertrek van Louis Deen, hij heeft 3 maanden als anesthesioloog in het SZN gewerkt, wordt er een tocht het binnenland in georganiseerd. Wij gaan met een grote groep bestaande uit Louis en Loes Deen, Regie en Harold Li Fo Sjoe, Nanja Braafheid, Guus van Dun en Janine en ik. Daarnaast gaat Yousouf mee, als schipper van de tweede boot, en Dio. Doel van onze tocht is zoals Regie dat pleegt te zeggen het bos, hetgeen een eufemisme is voor zo’n beetje het meest ontoegankelijke oerwoud dat op deze aardbol te vinden is. Wij zullen meer dan 300 km. het binnenland intrekken tot ver over de grenzen van de bewoonde wereld die volgens Regie eindigt bij Apoera. Ook dat wordt door mij anders gezien. Nickerie wordt omgeven door een uitgebreid, op zichzelf al redelijk ruig landbouwgebied hier de polders genoemd. Daar eindigt wat mij betreft de bewoonde wereld. Aan de rand van de Clarapolder gaan wij te water nadat wij met verschillende auto’s daar gebracht zijn. Het vereist een uitgebreide organisatie om 10 personen voor een weekend naar de jungle te brengen en er voor te zorgen dat het hen aan niets ontbreekt. Dat deze tocht perfect georganiseerd was moge ondermeer blijken uit het feit dat ik toen wij zondag eind van de ochtend de terugreis aanvaarden het bier nog voorradig en op perfecte temperatuur was, dat laatste dankzij vele kilo’s ijs. Wij gaan de Corantijn op via een kleine kreek tussen de dichte begroeiing die de oevers van de rivieren in Suriname kenmerkt. Deze plek wordt duidelijk ook gebruikt door smokkelaars. Wij schepen ons nadat wat technische problemen met de hulp van de welwillende smokkelaars zijn opgelost in in de twee boten. Het zijn twee betrekkelijk kleine boten met vanwege de aard van de rivieren hier een vrij platte bodem. Wel zijn zij uitgerust met zeker voor hun omvang krachtige buitenboordmotoren van respectievelijk 85 en 100 pk. Dat maakt dat ze snel zijn, ik denk dat wij een gemiddelde snelheid van ~ 50 km/u hebben gehaald, hetgeen nodig is om in korte tijd diep in het binnenland te kunnen komen. De Corantijn is een imposante rivier kilometers breed, met modderig water zeker tot 75 km. landinwaarts, vele eilanden erin, en omzoomd door ondoordringbaar oerwoud waarboven woudreuzen zoals de kankantri uittoornen. Wij, Louis Guus en ik, zitten voor in het bootje op een van de oranje kunststof stoeltjes die op de foto juist te zien zijn en genieten van het uitzicht, een koud biertje en de ons door onze schipper aangereikte chiauw min om weldra te ervaren hoe het is om met 50 km/u over de Corantijn te scheuren. Bij tijden zijn er aanzienlijke golven en worden wij voor in het bootje flink door elkaar geschud. Van het rustig drinken van een biertje is onder deze omstandigheden geen sprake en met de hand chiauw min eten zou je ook eens moeten proberen. Niettegenstaande de wat Spartaanse omstandigheden is het een zeer indrukwekkende tocht. Aan de Surinaamse zijde van de rivier zijn geen tekenen van menselijk leven te bespeuren behoudens de veerpont naar ( Brits ) Guyana en zo’n 100 km landinwaarts het indianendorp Apoera. Aan de overzijde zijn hier en daar kleine huisjes aan de oever zichtbaar en passeren wij Orealla. Zigzaggend over de brede Corantijn, vanwege de vele zandbanken, bereiken wij tegen het eind van de middag een idyllisch plekje ter hoogte van de uitmonding van de Kabalebo. Daar , aan de Guyanese zijde van de rivier bij een klein zandstrandje en aan de voet van een immense kankantri slaan wij ons kamp op. Het rivierwater is hier helder, gelukkig maar want de komende dagen en nachten zal de rivier dienst doen als onze drinkwatervoorzienig, badgelegenheid, afwasteil en toilet. In de

Page 31: Dokter in de West

30

wetenschap dat zich in diezelfde rivier anaconda’s piranha’s en dergelijke bevinden is dat wel even wennen moet ik zeggen. Merkwaardigerwijs is er hier zo’n 200 km landinwaarts nog een

aanzienlijke getijdenwerking, ik neem aan door de enorme breedte van de rivier, die zelfs maakt dat de stroomrichting van de rivier verandert, bij eb zeewaarts en bij vloed landinwaarts. Ik moet bekennen dat toen ik mijn eerste drol draaide in de Corantijn, op zichzelf al bijna een heldendaad, ik mij dat niet gerealiseerd heb. Die is misschien dus wel in het theewater terecht gekomen. Als wij met vereende krachten de boten hebben uitgeladen, de tenten hebben opgezet en kampvuur hebben gemaakt heeft Dio voor ons een voortreffelijke maaltijd bereid : rijst met kousenband en gebraden kip. ’s Avonds gaat een gedeelte van ons gezelschap jagen. Ik beperk mij tot filosofische bespiegelingen en bier. De nacht wordt doorgebracht in een vijftal kleine tentjes met een mengeling van geluiden variërend van het vertrouwde gesnurk van sommige reisgenoten tot het merkwaardige gebrul van apen in de verte. De volgende dag gaat een deel van ons gezelschap vissen. Ik, van nature meer een landdier, ga met een aantal mensen op verkenning in het oerwoud. Dat het ons lukt om een eind het oerwoud, dat hier overal zeer ondoordringbaar is, binnen te dringen komt waarschijnlijk doordat hier in het recente verleden met groot materieel bomen gekapt zijn. Daarbij is waarschijnlijk ook de open plek aan de rivier waar ons kamp zich bevindt ontstaan. De vissers zijn meer succesvol dan de jagers de avond tevoren en keren terug met een aantal vissen. Daarvan wordt door Dio een voortreffelijke vissoep bereid en daarna wordt nog wat vis en cassave in olie gebakken, een prima maaltijd in een prachtige omgeving. De volgende ochtend zijn wij vroeg uit de veren en wordt het hele spul weer in de bootjes gepakt om de thuisreis te aanvaarden. Onderweg doen wij Apoera aan. Daar aan de ( niet/nauwelijks ) gebruikte kade valt een van de voorbeelden van verspild ontwikkelingsgeld te bewonderen : de trein van ergens naar nergens, een enorme locomotief overgroeid met onkruid, de spoorlijn

Page 32: Dokter in de West

31

is helemaal niet meer te herkennen, bedoeld voor de ontsluiting van het Bakhuisgebergte. Ook doen wij op de terugweg Orealla aan, een indianendorp in Brits Guyana. Daar worden wij opgewacht door de kapitein, die ons later met de medic zal vergezellen op een wandeling door het dorp waar de mensen voornamelijk leven van de houtkap. Maar eerst moeten wij van de plaatselijke politiefunctionaris geregistreerd worden hetgeen door de kapitein op weinig overtuigende wijze wordt gemotiveerd als nuttig mochten wij onverhoopt iets kwijt raken. De medic laat ons zijn kliniekje zien. Heel indrukwekkend eigenlijk. Het heeft elektriciteit uit zonne-energie. Aan de wanden hangen tekeningen waarop nuttige zaken worden uitgelegd als het nut van vaccinaties en hoe cholera en geslachtsziekten te voorkomen. Hij doet van alles, van bevallingen, een vijftigtal per jaar, tot tandextracties. Op onze tocht door het dorp maakt hij dankbaar gebruik van zoveel medische expertise door ons een jongetje met aangeboren afwijkingen van de ledematen ( lijkt veel op wat wij kennen van Softenon ) en een vrouw met huiduitslag en een ooglidverlamming ( mogelijk een laat stadium van syfilis ) te laten zien. Als wij uiteindelijk arriveren bij ons huis in Nw Nickerie imponeren onze eenvoudige toilet en douche als overdadig luxueus. Al met al is deze tocht die ter gelegenheid van het afscheid van Louis werd georganiseerd maar er uiteindelijk in geresulteerd dat Louis nog enkele weken blijft een onvergetelijke ervaring geweest. Zonder titel I Hoewel de vorige berichten anders suggereren hebben wij de afgelopen tijd met uitzondering van de weekenden noest doorgewerkt. De teller van de endoscopieafdeling staat al op meer dan 150 en zoveel endoscopieën zijn hier nog nooit gedaan en op de polikliniek hebben wij, ook daar wordt ik door Janine geassisteerd, inmiddels honderden patiënten gezien. Een bijzondere patiënt uit de kliniek wil ik vermelden. Het betreft een oude Javaanse man die ik die dag heb opgenomen met een hartinfarct. Die avond zit ik met Guus, we hebben hem uitgenodigd om bij ons te komen eten, aan een biertje als de telefoon gaat. Een verpleegkundige belt over die man dat het helemaal niet goed gaat met hem. Op mijn vraag wat er dan met hem aan de hand is antwoord zij dat het echt helemaal niet goed gaat met hem. Mijn volgende vraag is dan ook hoe is zijn bloeddruk? Die kunnen wij niet meten. Ik zeg daarop maak een ECG, de dokter komt er aan en ik stuur Guus want die heeft voorwacht op zijn fiets naar het ziekenhuis. Daar aangekomen meldt Guus telefonisch dat het met de man inderdaad niet goed gaat maar het ECG kan hij niet goed interpreteren. Beschrijf het me dan eens. Guus dit is een ventriculaire tachycardie ( een ernstige hartritmestoornis die als regel overgaat in ventrikelfibrilleren waarna de patiënt binnen 4 minuten komt te overlijden ). Wat moet ik daar aan doen? Hoewel dat voor mij al jarenlang ook geen dagelijkse kost meer is weet ik dat gelukkig : 1 mg. Lidocaïne per kg. lichaamsgewicht intraveneus. Guus gaat op pad maar meldt na enkele minuten dat het er niet is. Blijven zoeken Guus. Weer enkele minuten later heeft hij Lidocaïne gevonden op de eerste hulp maar het is voor intramusculaire toediening en de houdbaarheidsdatum is enkele jaren overschreden. Wat nu? Toedienen natuurlijk! De volgende dag bezoek ik deze man als eerste, hij stelt het goed en het op mijn verzoek vervaardigde ECG toont een normaal hartritme. Nu onze derde maand is ingegaan en daarmee ook het einde van ons verblijf in zicht komt worden wij steeds vaker geconfronteerd met het probleem van de afronding van onze activiteiten hier en dat is toch lastiger dan ik dacht. Zo is bijvoorbeeld de doorlichting op de röntgenafdeling nog niet gerepareerd en omdat het onzeker is of dat op korte termijn lukt is het ook maar de vraag of ik bij mijn 2 patiënten uit Nickerie die daarvoor op de lat staan nog in staat ben om een ERCP te doen. En wat te denken van de patiënte met achalasie ( een functionele vernauwing van de slokdarmmaag overgang ) die al 11 jaar klachten heeft. Die

Page 33: Dokter in de West

32

aandoening is goed en vrij gemakkelijk te behandelen maar dat is in Suriname niet mogelijk. Ik wil proberen haar naar Nederland te halen via de RLA regeling. Deze week kregen wij in het SZN hoog bezoek uit Nederland : een delegatie psychiaters en psychologen die op initiatief van de WHO Suriname moeten helpen de geestelijke gezondheidszorg op peil te brengen. Op vrijdagmiddag hielden die een aantal voordrachten alvorens rondgeleid te worden door het SZN. Een van de sprekers was Guus van Dun die een retrospectief onderzoek had gedaan naar alle gevallen ( pogingen tot ) zelfmoord in het district. De uitkomsten daarvan zijn schokkend. Vorig jaar zijn 63 van dergelijke patiënten geregistreerd in het SZN, daarbij zijn niet inbegrepen de patiënten die al overleden waren bij aankomst in het ziekenhuis en rechtstreeks naar het mortuarium zijn gebracht. In 61 van de 63 gevallen betrof het Hindoestanen, de grootste bevolkingsgroep in het district Nickerie en steeds waren het Hindoes. Ruim de helft van de Hindoestanen is hindoe, een kleiner gedeelte moslim en een minderheid christen. Gegevens over etnische achtergrond en religie worden hier tot mijn verbazing op de dossiers vermeld. Een snelle rekensom leert dan dat onder deze specifieke bevolkingsgroep in 2001 ongeveer 1 op de 400 mensen een poging tot zelfmoord heeft ondernomen, dat is 25 maal vaker dan in West Europa. Er worden nu plannen gesmeed om de oorzaken hiervan nader te onderzoeken met name om te bezien wat hiertegen in de preventieve sfeer zou kunnen worden ondernomen. Afgelopen zaterdag hebben wij Wageningen weer bezocht. Wageningen, ooit de trots van Suriname en het centrum voor rijstteelt in de wereld is momenteel danig verloederd. Wageningen is ook de woonplaats van een van de beeldhouwers die Suriname rijk is : Armand Masé. Een innemende man. Hij werkt in de fabriek van SML, het grote staatsbedrijf voor gemechaniseerde rijstbouw. Met zijn baas heeft hij de afspraak dat wanneer er mensen zijn voor zijn beelden hij daarvoor ten alle tijden zijn werk mag onderbreken. Hij was op de fabriek dus hebben wij hem met zijn dochter eerst opgehaald om daarna zijn huis aan de Wisie Wisie Weg nummer 18 te bezoeken dat hij met zijn kinderen en kleinkinderen bewoond Bedreigde diersoorten Nadat wij bij Cristiaanskondre/Langamanskondre, twee aaneengegroeide indianendorpen aan de monding van de Marowijne weer in de piaka ( een houten boot die in staat is om langs de kust van de zee te varen ) van Stinazu hadden plaatsgenomen kregen wij van Guno ons lunchpakket uitgedeeld. Ik moet zeggen het smaakt weer prima wat hij voor ons heeft bereid : iets wat lijkt op nasi met stukjes kip en vis en keurig enkele schijfjes komkommer en tomaat erop. Hij is er dan ook om 6.00 uur vanochtend voor op gestaan terwijl hij net als wij niet voor 2.30 uur ’s nachts zijn bed zag. Wij laten het ons dan ook terwijl de boot koers zet naar Albina met een bekertje soft goed smaken. Dit weekend zijn wij met een aantal bakra’s, Louis, Guus en een aantal vrienden van Guus, naar Galibi geweest. De tocht was afgesproken door een van de vrienden van Guus en werd, op perfecte wijze, uitgevoerd door de broers Michel en Guno Hooglied van ASA Toers ’98. Galibi is een van de plaatsen in Suriname waar het strand niet uit modder maar uit zand bestaat zoals wij dat gewend zijn en een van de weinige pekken op deze aardbol waar reuzenschildpadden nestelen omdat het strand niet vergeven is van de toeristen, hoewel ? Om er te geraken moesten wij vanuit Nickerie, in het Noordwesten, naar Albina, in het Zuidoosten van Suriname, een hele reis, zeker gezien de staat van de wegen. Op de heenweg hebben wij die in twee etappes afgelegd. Op donderdagmiddag zijn wij comfortabel door de chauffeur van het SZN in Eco Resort afgeleverd. Daar was inmiddels ook Louis Deen gearriveerd en toevalligerwijs hebben wij er ook het hartteam uit Nederland ontmoet. Dat is een groep bestaande uit de hartchirurg Kootstra, een vitale zestiger, inmiddels met pensioen, een anesthesist, een apotheker,

Page 34: Dokter in de West

33

perfusionisten, dat zijn mensen die de hartlongmachine bedienen, en intensive care verpleegkundigen

Galibi Zij zijn hier voor de derde maal om hartoperaties uit te voeren. In twee weken tijd zullen zij zes dagen per week elke dag twee patiënten opereren en ook de postoperatieve zorg verlenen. Wij wisselen ervaringen uit, vele zaken zijn herkenbaar en Kootstra verteld dat er nog een andere gepensioneerde Nederlandse chirurg in Paramaribo werkzaam is : Jongsma. Ik meen hem te kennen als de man die een nieuwe chirurgische methode introduceerde om abcessen van ecchinococcen ( een parasiet die in de ( sub ) tropen voorkomt ) te opereren. De volgende dag vertrekken wij in een voor ons gezelschap ruim minibusje naar Albina. Vanuit Paramaribo over de brug over de Suriname rivier langs plaatsen die een belletje doen rinkelen zoals Tamanredjo, een concentratie van Javaanse Surinamers, langs Moengo en Moengotapu, de geboorteplaats van Ronnie Brunswijk die met Desi Bouterse een hoofdrol heeft gespeeld in war hier heet de binnenlandse oorlog, een burgeroorlog die letterlijk en figuurlijk veel kapot gemaakt heeft met namen in het oostelijk deel van Suriname. Het landschap is toch weer anders dan naar het westen en in het oosten enigszins glooiend. Komend vanuit het oerwoud bereiken wij een kruispunt met een lateriet- ( i.e. een afvalproduct van de bauxietwinning dat gebruikt wordt voor bestrating van wegen in het binnenland ) weg die merkwaardigerwijs omzoomd is met grote straatlantaarns die werken op zonne-energie. Dit blijkt een weg waarover de bauxiet wordt afgevoerd en er zij kennelijk in het verleden nogal wat ongelukken gebeurd. Na zo’n uur of drie bereiken wij Albina, aan de Marowijne, grenzend aan Frans Guyana. Dit dorp, in de binnenlandse oorlog goeddeels verwoest bestaat thans voornamelijk uit wat wij krotten zouden noemen. Daar gaan wij de boot in voor een tocht van

Page 35: Dokter in de West

34

ruim twee en een half uur, eerst over de Marowijne, vervolgens de Atlantische oceaan op naar het strand van Baboensanti, onderdeel van het natuurreservaat Galibi. Voor wij daar zijn wachten ons nog wel wat ontberingen. Inmiddels naar eigen mening redelijk door de wol geverfd rits ik voor wij aan boord gaan mijn broekspijpen af doe mijn gympen uit en stop mijn sokken in mijn broek. Mijn pogingen het droog te houden zijn niettemin een illusie, door de hoge golven en een regenbuitje nat tot op het bot arriveren wij tot slot bij de Warana lodge waar wij dit weekend zullen overnachten. Dit strand is een van de weinige overgebleven broedplaatsen van een aantal met uitsterven bedreigde reuzenschildpadsoorten. Op het moment dat wij er zijn is het het seizoen voor de Krapé ( green turtle ) een middelgrote soort met een gemiddeld gewicht van 200 kg. terwijl het seizoen voor de Aitkanti ( leatherback ) een reus met een gewicht van 300 tot 1000 kg. juist is aangebroken. De Krapé zullen wij te zien krijgen maar dat gaat niet vanzelf. Deze dieren die zo’n 35 jaar of langer geleden op ditzelfde strand geboren zijn gaan ’s nachts bij vloed aan land om een kuil te graven en daarin hun eieren te leggen. Het zijn echter zeer schuwe dieren, die met name als zij het strand op komen en een nest aan het graven zijn gemakkelijk te verstoren zijn, dan terugkeren naar zee en dan soms hun eieren in zee leggen die dan verloren gaan. Om middernacht gaan wij samen met André, een van de gidsen van Stinasu het strand op. Het is een donkere nacht met weinig of geen maneschijn maar wel onwaarschijnlijk veel sterren aan het firmament. Al na een paar honderd meter uit de lodge spot hij een reuzenschildpad die juist aanstalten maakt uit de zee te kruipen. Ik kan vaag iets ontwaren wat wat mij betreft ook een aangespoelde boomstam zou kunnen zijn. Wij hurken op het nog natte strand en doen er het zwijgen toe. Even later keert de schildpad terug naar zee. Even verder is een schildpad doende een nest te graven. De ceremonie herhaalt zich tot en met het moment dat ook dit exemplaar er de brui aan geeft. Als rechtgeaarde ecotoeristen beginnen wij ons schuldig te voelen. Maar later gaat het beter, die nacht zien wij meer dan tien Krapé’s, zelfs een die bezig is eieren te leggen. Dan zijn ze in een soort trance en gemakkelijk te benaderen. Al met al een bijzondere ervaring die de ontbering van ( met name bij windstilte ) talloze muskieten en andere vliegende steekbeesten waaronder de brokostong en een vermoeiende reis, de terugreis van de ene uithoek van Suriname naar de andere heeft ons ruim 13 uur gekost, meer dan waard was. Cowboys en indianen Terwijl ik mij moeizaam met blote voeten over de stenen van de sula ( stroomversnelling ) bij Palawa eiland voortbeweeg sla ik met bewondering gade hoe Stanley soepel over de rotsen snelt en met een kleine pijl en boog in het kolkende water duikt om enkele minuten later met een tweetal vissen weer de oever op te klauteren. Stanley, 16 jaar oud en Appa, midden in de twintig, zijn trio indianen en de bootsmannen die ons samen met onze gids Sean vandaag op onze tocht over de Tapanohoni rivier naar Poti Hill vergezellen. Wij bevinden ons diep in het binnenland van Suriname, in Palumeu om precies te zijn. Palumeu is een indianendorp met ongeveer 200 inwoners gelegen op de plaats waar de Palumeu rivier en de Boven Tapanahoni samenstromen om als Tapanahoni rivier honderden kilometers verder bij Stoelmanseiland samen met de Lawa de Marowijne te vormen. Het is een afgelegen oord, in een straal van 80 km. zijn er geen andere dorpen te bekennen, dat alleen te bereiken is per korjaal, 8 dagen varen vanaf de bewoonde wereld, of, zoals in ons geval, per vliegtuig. Dit is onze langste en verste trip het binnenland in. Wij vertrekken op vrijdagochtend en zullen op maandagmiddag terugkeren. Op donderdagavond zijn wij in Paramaribo gearriveerd, ik heb toen een lezing gegeven op uitnodiging van de vereniging van medici van Suriname getiteld : ERCP, een endoscopische aanpak van galwegproblematiek. Wij hadden een kamer geboekt in de Luifel en de taxichauffeur met wie ik onderweg een praatje maak over onze belevenissen in Suriname levert ons na enig zoeken af bij het gebouw van de vereniging voor medici.

Page 36: Dokter in de West

35

foto : de Tapanahoni rivier bij Palumeu Geld wil hij, ook na aandringen ,voor zijn dienst niet accepteren uit waardering voor onze bereidheid zijn landgenoten te helpen. Het aantal toehoorders, enkele tientallen, valt niet tegen. Na afloop blijkt mijn gehoor voornamelijk te hebben bestaan uit verpleegkundigen, die in tegenstelling tot de medici in Suriname, wel aan kwaliteitsbeleid doen. Naast Els Dams vicevoorzitter van de vereniging, die mij heeft uitgenodigd zijn er nog een andere internist en enkele arts-assistenten aanwezig. Van de specialisten die mij hebben laten weten ERCP in hun ziekenhuis te willen toepassen is geen spoor te bekennen. Die zijn kennelijk met andere zaken bezig. Dat bevestigd mijn indruk van ( het merendeel van ) de dokters in Suriname : een stelletje cowboys. Die avond genieten wij van een voortreffelijke maaltijd en een goed glas wijn. De volgende ochtend begeven wij ons in alle vroegte naar Zorg en Hoop, het vliegveld van Paramaribo vanwaar wij met onze gids en drie medereisgenoten naar Palumeu vliegen. Wanneer wij Paramaribo achter ons hebben gelaten strekt zich een oneindig broccoli landschap onder ons uit regelmatig doorsneden door brede rivieren. Wij vliegen over Pokigron, aan het van Blommestein stuwmeer, het diepst in het binnenland gelegen dorp dat nog via de weg te bereiken is. Verder, veel verder zet het vliegtuigje de landing in naar de airstrip van Palumeu en laag over het oerwoud scherend valt op dat sommige bomen beladen zijn met gele of paarse bloemen. Voor wie kennis wil maken met het tropisch regenwoud en de daarin levende indianen is dit een ideale bestemming. Het programma is bovendien slim uitgekiend met een goede balans tussen comfort en ook daadwerkelijk iets beleven van het ruige bestaan van de indianen. Zo gebruiken wij bijvoorbeeld de dag van aankomst de lunch op Palawa eiland in de Tapanahoni rivier. Deze maaltijd bestaat uit rijst met kousenband en hert en everzwijn, heerlijk klaar gemaakt met oog voor detail zelfs de tandenstokers ontbreken niet. Die avond krijgen wij te eten wat de indianen hier drie keer per dag eten : pepra watra (

Page 37: Dokter in de West

36

peperwater ), een waterig soepje met veel peper en wat vis dat wordt gegeten met cassavebrood. Niet erg smakelijk maar toch aardig om eens geproefd te hebben. De tochten door het regenwoud zijn indrukwekkend, vooral de grote tocht naar Poti Hill, een granieten puist die boven het oerwoud uitsteekt. Met een korjaal met buitenboordmotor, dat wel, zakken wij de Tapanahoni af langs stroomversnellingen die Appa feilloos in beide richtingen weet te passeren, naar verluid zowel overdag als ’s nachts. Op onze urenlage tocht ontpopt Sean zich als een wandelende encyclopedie over het tropisch regenwoud en krijgen wij veel informatie en zo nu en dan een demonstratie waar de bomen en planten zo al voor gebruikt kunnen worden. Er zijn bomen die geschikt zijn om boten van te maken, die in verse toestand uitstekend brandhout vormen maar ook bomen uit de bast waarvan vloeipapier of bindmateriaal gemaakt kan worden en die waaruit coumarine ( een bloedverdunner ) gewonnen wordt. Het is zaak om je broekspijpen in je sokken te stoppen tegen allerlei ongedierte en je moet goed uitkijken waar je je voeten neerzet. De bomen wortelen hier namelijk zeer oppervlakkig vanwege een humuslaag van slechts 15 cm. en er groeien overal lianen. Evenmin is het verstandig om op een slang te gaan staan. Slangen hebben wij overigens maar weinig gezien wel allerhande vogels, apen en een agoeti (goudhaas). Ook allerlei vissen krijgen wij te zien als wij de volgende dag op onze terugtocht van de prachtige Mabuka stroomversnelling gaan vissen. Wij doen dat door eerst met ( door onze indianen ) zelfgemaakte hengeltjes met een rijstekorrel aasvisjes te vangen die vervolgens gebruikt worden voor het grote werk. Ik vang een kleine anjoemara, Janine een kleine piranha. Met afgrijzen zien wij hoe een van ons een piranha vangt die tijdens het binnenhalen voor ruim de helft door zijn soortgenoten is opgegeten. De buit wordt verdeeld tussen Appa en twee Limburgse meisjes die met ons mee gegaan zijn. Zij geven hier les en leiden indianen op tot onderwijzer. Ik vind het wel een komisch idee dat er in de toekomst trio indianen diep in het binnenland van Suriname Nederlands zullen spreken met een Limburgs accent. Met de indianen maken wij op diverse momenten kennis ondermeer tijdens een vragenuurtje de eerste avond. Een omslachtige manier van communiceren is het wel, een van ons stelt een vraag die door Sean wordt vertaald in het sranan tongo en door een indiaanse tolk vervolgens in trio of wajana en vice versa. Ik vraag mij af hoe het gesteld is met de traditionele geneeswijzen van de indianen maar daar blijkt niet veel van over. Een sjamaan of medicijnman hebben zij al lang niet meer en middeltjes uit het oerwoud gebruiken zij niet. Als er iemand ziek is gaat die naar de polikliniek die bemand wordt door een verpleegster uit het dorp die in radiocontact staat met de medische zending. Een maal per 4 a 6 weken wordt de polikliniek door een arts van het BOG bezocht en zonodig worden patiënten naar Paramaribo gevlogen. Later zal ik dat polikliniekje nog bezoeken. Het is een hut met een palmbladeren dak, vergelijkbaar met de woningen waar wij in verblijven maar het heeft wel elektriciteit ( zonne-energie ) voor de koelkast. Die vrijwel volledige verdringing van traditionele geneeswijzen door de moderne Westerse geneeskunde is wat ik overal in het binnenland van Suriname tegenkom. Eerst bijna tien jaar later in Kabalebo ben ik op pad in het bos met een indiaan genaamd Iwan, originele naam voor een indiaan, blijkt dat er nog wel degelijk binnenlandbewoners zijn die traditionele geneeswijzen toepassen. Hij vertelt er uitgebreid over. Als ik in het kliniekje ben is er zojuist een ziek meisje binnengebracht, zij blijkt malaria te hebben. Gelukkig betreft een van de minder ernstige stammen ( plasmodium vivax ) waarvoor geen resistentie bestaat. Op onze afscheidsbijeenkomst met de heer Pisi, die het dorpsgezag vertegenwoordigt spreek ik namens de groep een woord van dank door te zeggen dat wij allen vele plaatsen op deze aarde hebben bezocht maar dat dit een van de mooiste is en dat wij het als een voorrecht hebben ervaren enkele dagen in zijn dorp te gast geweest te zijn. Hij besluit met de oproep onze ervaring door te vertellen aan onze vrienden. Bij deze.

Page 38: Dokter in de West

37

Het afscheid van Suriname Dat het weer in Suriname een spelbreker zou kunnen zijn had ik niet kunnen bedenken maar het blijkt toch mogelijk. Hoewel in Suriname de hoeveelheid neerslag het twee- tot viervoudige bedraagt van die in Nederland pleegt de regen hier in buien te vallen. Bovendien zouden wij ons nu in de korte droge periode moeten bevinden die van februari tot en met april duurt. In de daaraan voorafgaande kleine regentijd had het evenwel nauwelijks geregend en het heeft er alle schijn van dat de grote regentijd nu reeds zijn intrede heeft gedaan. Voor ons heeft dat de praktische consequentie gehad dat wij onze trip naar Stondansi met Guno, helaas, maar hebben afgezegd. Daarnaast zijn de ( zand ) wegen momenteel moeilijk begaanbaar en sterft het hier in Nickerie van de muskieten. Prompt na deze beslissing is het weer opgeklaard. Onze voorlaatste week, vrij gehouden om nog wat van het land te zien, werd door het niet doorgaan van onze trip naar Stondansi en bij gebrek aan recreatie in Nickerie deels gevuld met nuttige werkzaamheden in het ziekenhuis. Daarnaast was er tijd om te ontspannen en alvast wat voorbereidingen te treffen voor onze terugreis. Dat was maar goed ook want de laatste week zou redelijk hectisch worden. Het leek alsof half Nickerie nog even op het spreekuur wilde komen. Natuurlijk kostte het tijd om bij een aantal patiënten de behandeling af te ronden dan wel over te dragen. Daarbij deden zich bovendien regelmatig emotionele taferelen voor. Met name Janine, veelal zus genoemd, is veelvuldig omhelst. Mijn allerlaatste medische handeling in het SZN was het ( electief ) ligeren van slokdarmvarices bij een patiënt die een maagbloeding had doorgemaakt, een mooiere afsluiting had ik niet kunnen wensen. De laatste week was natuurlijk ook de week van het afscheid en dus veel en veelvuldig eten. Dat heeft diverse dagen in beslag genomen. Het begon op dinsdagmiddag toen wij uitgenodigd waren bij een van mijn secretaresses, Shama Prahladsingh, in de Clarapolder. ’s Avonds was mijn laatste stafvergadering in het SZN waar ondermeer de evaluatie van 3 maanden GE op de agenda stond. Ik heb betoogd dat m.i. het endoscopisch onderzoek zijn nut bewezen had al was het alleen maar omdat daardoor een aantal diagnoses gesteld konden worden die anders gemist zouden zijn. Jullie hebben daar een aantal voorbeelden van gezien. Vooral van belang bij zo’n evaluatie is natuurlijk de vraag; hoe verder. Dat overigens is wat men hier zelf zal moeten beslissen. Idealiter zou een beleidsplan opgesteld moeten worden Zelf vind ik dat het meest voor de hand ligt dat in het streekziekenhuis over een beperkte gastro-enterologische functie, zo’n beetje wat hier de afgelopen maanden gebeurde, beschikt en dat in een van de ziekenhuizen in Paramaribo uitgebreidere faciliteiten ( o.a. ERCP ) op dat gebied aanwezig zijn. Dat vergt wel samenwerking tussen de ziekenhuizen/specialisten en dat is nu niet bepaald hun sterke punt. Het zou mij daarom niet verbazen als alles bij het oude blijft. In dat geval zou periodieke assistentie door Nederlandse specialisten in Suriname een optie kunnen zijn. Janine en ik zouden dat wel willen en bereid zijn om als dat op redelijke condities geregeld zou kunnen worden bijvoorbeeld een maand per jaar in het SZN willen werken. De volgende avond was het officiële afscheidsdiner in restaurant Kow Loon, een alleszins aangename avond, lekker eten, lovende woorden en aardige cadeautjes. De dag daarna waren wij beiden door Otto Dewanchand, de voorzitter van het bestuur uitgenodigd voor een autotocht naar het MCP ( Multipurpose Corantijn Project ) gebied. Overigens noemden wij elkaar toen niet bij de voornaam. Het was steeds mijnheer Dewanchand en dokter van Spreeuwel. Die tocht zou ik omdat Janine inmiddels geveld was door een gastro-enteritis samen met Otto maken en was heel bijzonder. Zo samen uren op stap spraken wij over van alles : gezondheidszorg, politiek inclusief Bouterse, de toekomst van Suriname, criminaliteit e.d. Wat dat laatste betreft was ik onder de indruk van zijn uitspraak : daar zult u geen last van hebben, de bevolking van het district zal u beschermen. Zo had ik dat ook al die tijd gevoeld. Die avond was een afscheidsdiner bij Otto thuis voor ons gepland. Wij waren slechts met weinigen, Janine was nog ziek en Regie was met ondermeer Guus reeds onderweg

Page 39: Dokter in de West

38

naar Stondansi. Het was er niet minder gezellig om. Daags daarna was ik, Janine was nog steeds ziek, uitgenodigd voor het Phagwafeest bij Waldo Baynath. Dat is de Hindoestaanse nieuwjaarsviering en die viel dit jaar samen met goede vrijdag. Vanwege deze coïncidentie was uit piëteit met de christenen opgeroepen tot een ingetogen viering. Voor mij was dat de eerste duidelijke uiting van met elkaar rekening houden in deze zo duidelijk multiculturele maar anderszins evident verzuilde samenleving. Ik ging, na de nodige lekkere hapjes en na met kleurstof versierd te zijn ( een gebruikelijke bezigheid tijdens het Phagwafeest ) al vroeg naar huis om te zien hoe het met Janine ging en mistte de (hoofd)maaltijd. Later die avond zouden enkele feestgangers nog wat hapjes komen brengen. De dag daarna was Janine gelukkig wat opgeknapt. Henk en Bea waren die dag bij ons te gast. Wij hebben uitgebreid gepraat over onze belevenissen in Suriname en ik herinner mij dat wij het over vele zaken eens waren behalve over de onafhankelijkheid van Suriname, die mij evenals vele Surinamers die ik gesproken heb niet zo’n goed idee leek. De volgende dag vertrokken wij al vroeg richting Zanderij. Na in Totness nog wat plaatjes te hebben geschoten kwamen wij ruim op tijd op het vliegveld aan om daar te vernemen dat onze vlucht vertraging had opgelopen. Uiteindelijk vertrekken wij dan naar huis met een heel dubbel gevoel enerzijds blij om weer naar huis te gaan en onze kinderen weer te zien anderzijds met heimwee. Het was immers een bijzondere en dierbare ervaring om samen drie maanden lang te leven en te werken in een andere wereld, een wereld die, zoals ik dat vaak van collega’s gehoord heb die er geweest waren, ook ons hart heeft gestolen. Vaarwel Suriname maar hopelijk niet voorgoed! Terug van weggeweest Het zou nog tot 2004 duren voor wij terugkeerden, dit maal voor een periode van vijf weken. Intussen waren er regelmatig contacten geweest met de collega’s in het Streekziekenhuis. Dat hield de herinnering levendig. In maart 2003 jaar was Harold Li Fo Sjoe, chirurg in het Streekziekenhuis, voor nascholing in het Catharinaziekenhuis en in die periode heeft hij bij ons thuis verbleven. Korte tijd later is om dezelfde reden de nieuwe directeur, Ravin Changoer, een week bij ons geweest. Enige tijd daarvoor was ik door het Haïti comité, een groep medewerkers uit het Catharinaziekenhuis die sinds de nieuwbouw van ons ziekenhuis een kliniekje in Haïti financieel en anderszins ondersteunt, benaderd. Zij waren op zoek naar een nieuw project en mij werd de vraag gesteld of het Streekziekenhuis in Nickerie dat zou kunnen zijn. Het antwoord daarop laat zich raden. Met Harold en Ravin werd ook over deze plannen gesproken en ook zij waren uiteraard enthousiast. Ook had ik via een collega uit het ziekenhuis in Weert een speciale endoscoop voor onderzoek van galwegen en alvleesklier gekregen. Daarnaast vertrekken wij naar Suriname met een donatie van Boschgoed Beleggingen, een groep mensen, inmiddels vrienden, met wie ik jaren geleden geïnvolveerd was in beleggingen in onroerend goed. Mede naar aanleiding van mijn voordracht over onze ervaringen enkele jaren geleden besloten zij dit financieel te steunen. Wat mij betreft een voortreffelijk voorbeeld van maatschappelijk investeren. Het zou wel druk worden in Suriname want Hetty, al vele jaren een van mijn endoscopieverpleegkundigen en een vriendin zou ons de eerste twee weken vergezellen. Ook Gerbrand, een van de klinisch psychologen van het Catharinaziekenhuis, zou zich de laatste twee weken bij ons voegen. Bovendien zouden wij met Lau en Ria, onze overburen, de laatste twee weken van ons verblijf met ons vakantie vieren in Suriname. De bedoeling was om drie weken te werken en twee weken vakantie te houden. Wat de werkzaamheden betreft sprak ik mijn voorkeur uit voor maag- darm- en leverziekten, ook voor patiënten buiten het district. Als alles naar wens zou verlopen zouden wij in het Streekziekenhuis gecompliceerde endoscopische behandelingen kunnen verrichten maar voor alle zekerheid zou Harold ook een regeling treffen met een van de ziekenhuizen in Paramaribo.

Page 40: Dokter in de West

39

En zo zitten wij, Janine, Hetty, Henk, Bea en ik zitten onder een enorme groenhartboom in het voormalige fort in Nieuw Amsterdam Suriname dat momenteel dienst doet als openluchtmuseum en genieten van de intense geur van de bloesem van de boom die momenteel rijk bloeit. Zojuist zijn wij via Paramaribo over een smalle weg, waarvan hele stukken door het water zijn weggeslagen, langs de Surinamerivier hierheen gereden op onze tocht door het district Commewijne. Nog geen 24 uur geleden zijn wij vanuit een herfstig Nederland in Suriname gearriveerd en nu al lijkt dat een eeuwigheid geleden. Bij onze aankomst op Zanderij was de tropennacht reeds ingevallen. Henk en Bea stonden ons op te wachten en brachten ons naar hun huis in Lelydorp. Daar hebben wij een traditionele Surinaamse maaltijd genoten : eri’ eri en later op de avond Vincent en zijn vrouw Monique ontmoet. Na Nieuw Amsterdam vervolgen wij onze route onder een zinderende tropenzon, het is zo’n 36 graden, langs de voormalige suikerrietplantage Marienburg en plaatsen als Ellen en Alkmaar naar Tamanredjo, een plaats waar veel Javanen wonen. Je hebt er dan ook veel warungs. In een ervan genieten wij van een heerlijke saté en saota soep. Daarna terug naar Paramaribo via de Gravenstraat, die nu Henk Arronweg heet, met zijn vervallen houten kathedraal, het presidentiele paleis, de Waterkant, hotel Torarica, Blauwgrond, de Anton Dragtenweg naar Leonsberg, een uitspanning aan de Surinamerivier grofweg tegenover Nieuw Amsterdam, het komt allemaal heel vertrouwd over. Overigens valt op dat ten opzichte van tweeënhalf jaar geleden de wegen in redelijke staat verkeren, er wordt veel gebouwd, het gaat kennelijk in economisch opzicht beter met Suriname. De volgende dag worden wij al vroeg, om 8.00 u., door een chauffeur van het Streekziekenhuis in Lelydorp opgehaald. Behendig vermijdt hij de file, jawel, in Paramaribo door via de Leidingen met een bocht om de stad heen te rijden en daarna vervolgen wij onze weg over een voor ons bekend traject. Het Streekziekenhuis ligt er goed bij. De weg voor het ziekenhuis is geasfalteerd, de sloot

Page 41: Dokter in de West

40

gedempt om plaats te maken voor parkeerplaatsen en de gebouwen hebben duidelijk een goede opknap- en schilderbeurt gehad. Wij worden hartelijk ontvangen door de directeur Ravin Changoer die trots verhaald wat er al niet bereikt is in het SZN. Ten aanzien van de nieuwe apparatuur, waaronder de voor mijn activiteiten zo belangrijke röntgendoorlichting, is er wel een probleempje. Dat heeft enige vertraging opgelopen. Even voel ik de aanvechting om te vermelden dat mij reeds drie jaar geleden is beloofd dat de röntgendoorlichting in orde zou zijn bij onze aankomst maar ik houd mijn mond en vertel evenmin dat Harold Li Fo Sjoe, de chirurg en ik al lang gerekend hebben op deze situatie en dat er voorzieningen getroffen zijn dat wij een aantal procedures in Paramaribo kunnen doen al weet ik op dat moment niet welke. Het huis, waar wij tweeëneenhalf jaar geleden ook gewoond hebben, is voor ons in orde gemaakt, als er iets ontbreekt zal Mannon dat in orde maken. In het huis aangekomen wordt duidelijk dat een vrouw hier de hand in gehad heeft ; het ziet er keurig uit, zelfs aan boodschappen, brood met beleg en soft is gedacht. Helaas blijkt de telefoonlijn defect, althans wij kunnen alleen gebeld worden, dus voorlopig geen internet. Het zal nog bijna een week duren en zelfs een telefoontje naar de directeur van Telesur ( de Surinaamse PTT ) vergen vooraleer een en ander geregeld is. Die avond zijn wij uitgenodigd bij Ravin voor de maaltijd, hij haalt ons op en toont ons vol trots zijn huis. Zijn charmante echtgenote heeft heerlijk eten voor ons in huis gehaald maar eet zelf niet mee. Ravin brengt ons nadien naar huis en wij rijden langs de merkwaardige mengeling van krotten en paleisjes die Nw Nickerie zo typeert in, jawel zijn Lexus. Suriname blijft een land van contrasten, wij voelen ons weer helemaal terug van weggeweest. Weer aan de slag Vandaag op mijn eerste werkdag dus begeef ik mij om kwart over zeven op mijn gammele fiets naar het Streekziekenhuis. Janine en Hetty zullen later opgehaald worden door de transportdienst van het ziekenhuis want wij hebben nog maar een fiets. Ik heb afgesproken om allereerst met Guno Kletter afspraken te maken over de verdeling van ons beider werkzaamheden. Daar aangekomen moeten de meeste artsen nog arriveren, alleen de waarnemend chirurg, Andre Gobardan is aanwezig en loopt reeds visite, dus maak ik eerst maar eens een rondgang door het ziekenhuis. Als ik daarna in afwachting van Guno op de poli mijn kamer in orde aan het maken ben komt er een telefoongesprek voor mij binnen : een man uit Paramaribo heeft darmklachten en wil mij consulteren. Ook anderen buiten Nw Nickerie hebben onze terugkeer al opgemerkt: later die dag wordt mij een fax overhandigd van collega Issa, internist in ’s Lands Hospitaal, met gegevens over een viertal patiënten waarover hij mij wil consulteren, collega Cameron, internist in het St. Vincentius ziekenhuis in Paramaribo ziet naar verluid reikhalzend uit naar mijn komst naar Paramaribo en datzelfde geldt Rob Does, chirurg in het Diaconessenhuis. In het ziekenhuis is het rustig, het is nog vakantie tot eind van deze week. Inmiddels telt het ziekenhuis twee basisartsen die de zorg voor de opgenomen patiënten op zich nemen, een Surinaamse en een Nederlandse basisarts. Op de mannenafdeling ligt een man met bloedingen uit zijn dikke darm en een man met een levercirrose die een bloeding heeft gehad vermoedelijk uit spataderen in de slokdarm. Beide patiënten komen in aanmerking voor een endoscopie. Later die dag wordt een oudere man opgenomen met een maagbloeding, de vader van een van de verpleegkundigen. Hij heeft al vele jaren periodiek bovenbuikklachten gehad en krijgt nog dezelfde dag een gastroscopie. Er blijkt sprake van een maagzweer, hij wordt behandeld met mijn Surinaamse HP eradicatieprotocol, zeker niet het meest effectieve regime maar wel het beste wat hier voorhanden is. Als ik later die dag visite loop op de vrouwenafdeling kom ik weer eens het meest indrukwekkende ziektebeeld tegen van deze regio, dat mij nog goed bijgebleven van ons eerste verblijf in Nickerie. Een 17-jarige Hindoestaanse vrouw is het afgelopen weekend

Page 42: Dokter in de West

41

opgenomen met een zelfmoord- poging. Zij heeft landbouwgif gedronken. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal zij dit niet overleven en na een ellendig ziekbed van 1 – 3 weken komen te overlijden en wij of wie dan ook kunnen daar niets tegen doen. Haar moeder heeft laten weten dat als haar dochter overlijd zij haar voorbeeld zal volgen. Al eerder vertelde ik over buitenlandse aandacht voor het gegeven suïcide onder de Hindoestaanse bevolking hier 24 maal vaker voorkwam dan in de Westerse wereld. Mede op basis daarvan zijn thans 2 psychologiestagiaires werkzaam in het kader van een door Nederland gesteund preventieprogramma onder leiding van Tobi Graafsma, een Nederlandse psycholoog die hier al jaren werkt . Vreemde geneeskunde Als ik de kamer van Guno Kletter binnenloop voor overleg over een patiënt zit daar dokter Thakoer, een jonge Surinaamse huisarts die sinds mei in het district werkzaam is. Met een grijns van oor tot oor zegt hij “ik heb er een voor u gevangen dokter “ en toont mij een potje met daarin een nog levende worm van ongeveer 2 bij 0,5 cm. Dit is hem dan de Masquita worm. Gisteren avond was ik gevraagd om een voordracht te houden voor de plaatselijke huisartsen en specialisten en heb ik hen onderhouden over portale hypertensie. Daarna zijn wij met een aantal nog een djogo gaan drinken op het terras van Residence Inn aan het Brasaplein en raakten wij in gesprek over tropische ziektebeelden. Hij vertelde mij van een huidinfectie door een parasiet die via de huid het lichaam binnendringt, eitjes legt en tenslotte letterlijk uitvliegt. Het beest moet af en toe aan de oppervlakte komen om adem te halen en daar maakt men handig gebruik van bij de bestrijding. Die bestaat uit het afsluiten van de fistelopening met zalf waarna de parasiet naar boven komt en vervolgens gevangen kan worden : de Masquita worm dus, ooit van gehoord? Inmiddels hebben wij een aantal poliklinieken gedaan. Daar gaat het er aanzienlijk anders aan toe dan in Nederland. Dat begint al bij de verwijzing. Zo al een verwijsbrief aanwezig is is deze i.h.a. zeer summier. Vele malen reeds zagen wij een verwijsbrief met de tekst : z. g. c. ( zeer geachte collega ) gaarne controle. Ook de voor Nederland ongehoorde verwijsredenen algehele zwakte, dreigend CVA en lichaamspijnen, inderdaad pijn in het gehele lichaam, komen wij regelmatig tegen. Vervolgens probeer ik dan bij patiënten die eerder behandeld zijn in de polikaart te ontdekken wat er met de patiënt aan de hand is of is geweest. Dat is geen sinecure want een brief aan de huisarts ontbreekt als regel. De volgende horde die moet worden genomen is de interpretatie van de wijze waarop de mensen hier hun klachten verwoorden en geloof mij ook dat is bijzonder. Zelfs bij duidelijke ziektebeelden zoals een hartinfarct, waarbij in Nederland iemand pijn op de borst aangeeft, zal dat hier niet zelden gemeld worden als pijn in het gehele lichaam. Gevoegd bij het gegeven dat er niet zelden een aanzienlijke taalbarrière is en dat ik geacht wordt van alles en nog wat verstand te hebben maakt dat werken hier tot een ware uitdaging. Gemengde gevoelens Wij zijn nu een week in Suriname. De afgelopen week was er in het ziekenhuis niet heel veel te doen was. Afgelopen vrijdag hebben wij met zijn drieën polikliniek gedaan. Met name Hetty heeft daarbij de ogen uitgekeken, Janine en ik waren reeds bekend met de werkwijze alhier. Een van de patiënten die wij zien is een vrouw die aan haar galblaas geopereerd is en zeer waarschijnlijk last heeft van achtergebleven stenen in de galwegen. Haar polikaart vermeld “ tijd rekken tot van Spreeuwel weer hier is “. Ik heb dit weekend dienst en vertrek ’s morgens vroeg naar het Steekziekenhuis om visite te lopen. Het Hindoestaanse meisje dat landbouwgif heeft ingenomen is de afgelopen nacht

Page 43: Dokter in de West

42

overleden. De achtergrond van haar zelfmoordpoging lijkt te zijn een moeizame thuissituatie waar het haar en haar moeder, als enige vrouwen in het gezin, moeilijk gemaakt wordt door de vader en de broers. De positie van de vrouw bij de Hindoestanen is allerminst gelijkwaardig, daarenboven is een bron van spanning dat kinderen zelfs na hun huwelijk thuis moeten blijven wonen omdat zij zich geen zelfstandige woning kunnen permitteren. Zaken als mishandeling en incest zijn veelvuldig aan de orde maar wij krijgen daar nooit de vinger goed achter Later die dag neem ik een vrouw op in het ziekenhuis met pijn op de borst. Zij heeft wat in vakjargon het instabiele angina pectoris, het voorstadium van een hartinfarct. In Nederland krijgt zo iemand nog dezelfde dag een dotterprocedure, hier kan dat niet. Ik doe wat ik kan met de beperkte medicamenteuze mogelijkheden. De volgende dag zal blijken dat zij geen pijn op de borst meer heeft en het ECG is verbeterd. Na de visite is er een interview met de nationale TV . De beeldschone creoolse journaliste vraagt mij waarom ik hier ben, wat ik vind van haar land, of het veranderd is de afgelopen jaren en dat soort zaken. Volgende week wordt het uitgezonden. Wij gaan proberen te kijken natuurlijk. s’ Middags gaan wij met Harold en zijn vrouw naar Wageningen voor een bezoek aan Armand Masé, beeldhouwer, musicus en componist, werknemer van SML ( Stichting Mechanische Landbouw ) het staatsrijstbedrijf ooit toonaangevend voor de rijstteelt. Armand vertelt dat hij na 38 dienstjaren gisteren met pensioen is gegaan. Er kon nog geen flesje frisdrank van af . Het bedrijf is vrijwel failliet hoewel naar verluid een aantal van haar directeuren inmiddels miljonair is en met hun geld naar het buitenland vertrokken.. Ook dit is Suriname weet ik inmiddels. Het weerzien met Armand is hartverwarmend, hij is een innemend mens. Hij toont ons zijn beelden en wij kopen bij hem onder meer een prachtig cederhouten paneel, de melaatsenkolonie van Peerke Donders voorstellend. Daarna pakt hij

zijn gitaar en zingt voor ons enkele Surinaamse liedjes, sommige door hem zelf gecomponeerd. Dit is switi Sranan ( zeg maar lieflijk Suriname ) in zijn puurste vorm.

Page 44: Dokter in de West

43

Opnieuw naar Paramaribo Op woensdag van de tweede week van ons verblijf doen wij in het SZN endoscopische onderzoekingen. Een oude creoolse man bij wie ik een infuus inbreng voor het toedienen van sedativa zegt tegen mij “ nu bent u mijn vader “ daarmee tot uitdrukking brengend hoe hij het ervaart dat hij zijn lot in mijn handen legt. Mooier had ik het niet kunnen zeggen. Later die dag vertrekken wij naar Paramaribo voor een aantal endoscopische behandelingen. De organisatie daarvan heeft nogal wat voeten in aarde gehad omdat onze voorwaarde dat de specialisten die onze hulp hadden ingeroepen ook voor onderdak zouden zorgen kennelijk een probleem vormde. Alfred Cameron, internist in het St. Vincentiusziekenhuis neemt uiteindelijk de organisatie op zich hoewel het patiënten uit andere ziekenhuizen betreft. Wij verblijven in hotel de Luifel , ons wel bekend. Die avond, de laatste avond voor Hetty, gaan wij gezellig samen met Henk en Bea roti eten bij Roopram. De volgende dag gaan wij aan de slag in het St. Vincentius. Ons programma bestaat uit een gastroscopie, een coloscopie en 3 ERCP’s. Het loopt allemaal wat anders dan voorzien, de eerste twee patiënten komen niet opdagen maar verschijnen later weer wel ten tonele en er moet behoorlijk geïmproviseerd worden met de apparatuur. De eerste ERCP maakt Hetty nog mee. Het betreft een oude Javaanse vrouw met een gezwel uitgaande van de galwegen op de plaats waar deze de lever verlaten : in dit land een aandoening die feitelijk onbehandelbaar is en die gepaard gaat met ernstige jeuk. Wij plaatsen een buisje in de galwegen waardoor de geelzucht en de jeuk zal verdwijnen. Nu maar hopen dat het buisje niet verstopt raakt want dan kan niemand dat probleem oplossen. Daarom had ik mij ook voorgenomen om dit soort patiënten niet te behandelen maar voor deze patiënt heb ik mij laten overhalen door Philip Issa, haar behandelend internist omdat er voor haar in dit land geen enkel alternatief is. Daarna wordt Hetty door Henk opgehaald, Bea zal haar later die dag naar Zanderij brengen. Janine en ik werken zo goed en zo kwaad als dat gaat verder daarin bijgestaan door een zeer vriendelijke endoscopieverpleegkundige en radiologisch laboranten en gadegeslagen door tal van artsen die dit wel eens mee willen maken. Eind van de middag zit onze klus er op. Alfred Cameron biedt ons de maaltijd aan in sociëteit het Park, waar de invloedrijke mensen van Suriname elkaar plegen te treffen. Hoewel hij al drie kwartier met zijn polikliniek bezig had moeten zijn neemt hij alle tijd om ons daarheen te brengen. Wij worden aan alle notabelen voorgesteld Een aantal van hen herkent mij van het interview met SRTV dat enkele dagen geleden is uitgezonden en mijn uitspraken dat het met Suriname de goede kant uitgaat zijn duidelijk in goede aarde gevallen. Jules ( Bosje ) Wijdenbosch, de voormalig minister president, is er ook. Als ik mij aan hem voorstel begroet hij me met de woorden maar ik ken u wel, u bent die Nederlander die positief spreekt over Suriname. Na een drankje, spontaan aangeboden door de aanwezige notaris, en een goed maal gaan wij tenslotte moe en voldaan op zoek naar een plek voor de nacht. Omdat alle hotels in het centrum vol zijn doen wij een beroep op Henk en Bea die ons weer gastvrij ontvangen. De volgende dag is een rustdag. Wij slapen heerlijk uit. Henk en Bea zijn al lang naar hun werk als wij opstaan. Ik maak gebruik van de computer van Suzanne om voorstellen voor de samenwerkings- overeenkomst tussen het Catharina ziekenhuis en het Streekziekenhuis Nickerie te formuleren en naar alle betrokkenen te mailen. De eerste week van ons verblijf heeft namelijk naar goede gewoonte een bijeenkomst van medische staf en bestuur plaatsgevonden. Daar was een van de agendapunten de samenwerkingsovereenkomst en werd besloten hierover met een vertegenwoordiging van directie, bestuur en medische staf besprekingen te gaan voeren. Om tal van redenen was dat er niet van gekomen.

Page 45: Dokter in de West

44

foto : bloeiende bijlhoutbomen ’s Middags gaan wij met Bea naar Colakreek een hier sinds tal van jaren zeer bekend oord voor een uitstapje. Het ontleent zijn naam aan het donkerbruine water, een gevolg van de vele rottende bomen en bladeren. Ook de namen van andere recreatieplaatsen alhier, bijvoorbeeld blaka watra ( i.e. zwart water ) getuigen daarvan. Meer geïmponeerd evenwel ben ik door de omgevende natuur met name prachtige bomen in bloei. Het tropische oerwoud van Suriname telt meerdere bloeiende bomen, mij zijn bekend de groenhart- en de purperhartbomen en de jacaranda’s. Zij bloeien met respectievelijk gele en paarsblauwe bloemen. Daarnaast heb je nog de prachtige Walapa of bijlhout die bloeit met lange trossen roze bloemen waaruit zich later gigantische peulen vormen. Met een vliegtuig over het oerwoud vliegend of varend op de rivier kan dat imponeren, op de grond zie je meestal alleen maar wat bloemblaadjes. Overbridge River Resort Dat autorijden in Suriname geen sinecure is heb ik afgelopen weekend ervaren toen wij met Guno Kletter, de internist van het SZN vanuit Paramaribo in twee auto’s onderweg gingen naar zijn buitenverblijf. Dat heeft verschillende redenen. Allereerst rijdt men er links, een overblijfsel van kortdurende Engelse heerschappij. Het verkeer in Paramaribo, wij moeten dwars door de stad, is bijzonder druk en ik moet moeite doen hem niet uit het oog te verliezen want de route ken ik niet. Buiten de stad is het weliswaar minder druk maar hier vormen inhaalmanoeuvres met het stuur aan de verkeerde kant een uitdaging zeker in de wetenschap dat zich in het wegdek regelmatig gevaarlijk diepe kuilen bevinden. Niettemin verloopt de rit zonder problemen. Bij Paranam passeren wij een bauxietfabriek van Suralco. Hier gaat de asfaltweg over in een voor het binnenland karakteristieke latarietweg. Latariet, een

Page 46: Dokter in de West

45

afvalproduct van de bauxietindustrie veroorzaakt in de droge tijd enorme rode stofwolken die ook de bermen rood kleuren. Na vele hobbelige en stoffige kilometers bereiken wij dan uiteindelijk Overbridge. Deze voormalige plantage aan de Surinamerivier is pas enkele jaren geleden door Henry Wong aangekocht. Hij heeft het terrein ontbost en in de Surinamerivier een zandstrand aangelegd dat middels een net afgeschermd wordt van de rivier waar zich menige piering ( piranha ) bevindt. Alle stranden en rivieren in Suriname hebben namelijk een modderbodem waar je tot over je enkels in wegzakt. Aan het strand is een restaurant

gebouwd, er zijn enkele bungalows voor de verhuur en de rest van het terrein is opgedeeld in bouwkavels. Op de allermooiste daarvan, slechts door een kreek gescheiden van het oerwoud heeft Guno een prachtig huis laten bouwen. Wij zwemmen in de Surinamerivier, drinken een djogo Parbo bier en eten rijst met zoetzure garnalen. Later zullen wij de eigenaar ontmoeten die met passie vertelt over zijn levenswerk. Wij maken van de gelegenheid gebruik om te vermelden dat onze jongste dochter internationaal toerisme studeert, erg geïnteresseerd is in ecotoerisme en in voor 2006 een stageplaats zoekt in Suriname. Zij moet maar contact opnemen. Gezeten op het enorme overdekte terras daalt de duisternis snel over ons en verrast het oerwoud ons met allerlei onbekende geluiden en een fenomenale sterrenhemel. De volgende dag gaan wij op pad op een van de voormalige plantages die geheel overwoekerd zijn door het oerwoud te gaan zoeken naar oude flessen. Wij laten de kano te water en peddelen stroomopwaarts de machtige Surinamerivier op. Onderweg hebben wij en prachtig uitzicht op de bosrand met soms schitterende bloemen in de bomen en komen wij een drietal visotters tegen. Met enige moeite gaan wij aan wal tussen de mangroves. Vanaf dat moment gaat het mis. Terwijl Janine en Guno nergens last van hebben wordt ik voortdurend belaagd door insecten, vermoedelijk bijen. Ze steken mij in mijn gezicht, in mijn handen en zelfs door mijn kleding heen. Wij vinden enkele oude flessen maar ik prijs het moment dat wij het

Page 47: Dokter in de West

46

oerwoud uit zijn. Later hoor ik dat hier zeer agressieve Braziliaanse bijenstammen huizen en dat er zelfs iemand niet ver van waar wij ons ophouden door bijen is doodgestoken. Gehavend, met een dik linker oog en rechter wang en gezwollen handen en enkels verlaten ik Guno’s paradijs in Overbridge voor een viereneenhalf uur durende autorit terug naar Nw Nickerie. Bijna vakantie Een week na ons vorige optreden in Paramaribo zullen wij opnieuw aantreden in de stad. De dag ervoor hebben wij een goede generale repetitie gehad in het streekziekenhuis. Er kwam namelijk een patiënt uit Paramaribo bij wie poliepen uit de darm moesten worden verwijderd. In Nederland is dat niets bijzonders maar hier kan dat niet endoscopisch en moeten patiënten er een darmoperatie voor ondergaan. Deze man was door zijn internist naar mij gestuurd. Alvorens de procedure kon worden uitgevoerd moest eerst een oplossing worden gevonden voor het probleem dat een snoertje voor de aansluiting van de poliepectomiesnaar op het elektrocoagulatieapparaat ontbrak. De oplossing is uiteindelijk gevonden in een elektrocoagulatiemes dat bij operaties wordt gebruikt dat door Janine onder het toeziend oog van de volledige technische dienst is verbouwd voor dit doel. Van de patiënten in Paramaribo, een viertal, hebben er twee stenen in de galwegen, een is afkomstig uit het streekziekenhuis. De derde patiënt is de jonge vrouw uit Nickerie bij wie ik in 2002 de betrekkelijk zeldzame diagnose achalasie, een vernauwing van de slokdarm, heb gesteld. Hoewel de behandeling eenvoudig is heb ik die niet kunnen uitvoeren bij gebrek aan de daarvoor benodigde apparatuur. Ik heb toen patiënte toen aangemeld voor de RLA regeling. Om onduidelijke redenen is dat niet gebeurd. Nu hebben wij de benodigde spullen meegenomen en kunnen wij haar in het St. Vincentiusziekenhuis behandelen want daar beschikken wij over faciliteiten voor röntgendoorlichting. Dat ziekenhuis brengt daarvoor evenwel een bedrag van 480 Surinaamse dollars ( SRD ) , ongeveer 145 euro, in rekening en dat zijn 2 maandsalarissen, dat kan zij niet betalen. Inmiddels is de Surinaamse gulden ( SF ) vervangen door de SRD waarbij 1 SRD equivalent was aan 1000 SF. Wij besluiten daarom dit bedrag voor haar te betalen van het geld dat wij van Boschgoed beleggingen, een groep mensen met wie ik in het verleden beleggingen deed, beschikbaar gesteld gekregen hebben voor onze activiteiten hier. De rest van het bedrag zullen wij besteden aan klamboes voor het Streekziekenhuis. De vierde patiënt is de vrouw bij wie wij een week geleden een buisje in de galwegen hebben geplaatst. Met haar gaat het niet goed zij heeft koorts en haar geelzucht is niet afgenomen. Er moet dus een probleem zijn met het buisje. De eerste ERCP procedure verloopt in alle opzichten uiterst moeizaam. De elektrocoagulatie werkt wel maar niet goed. Uiteindelijk gelukt het wel aan te tonen dat er stenen in de galwegen zijn en deze te verwijderen. Daarna gaat het gelukkig beter. De vrouw met de achalasie heeft zowat haar hele familie meegebracht naar het ziekenhuis. Haar behandeling, ongetwijfeld de eerste in Suriname, verloopt vlot. Ik zal haar een week later terugzien op mijn spreekuur : na 13 jaar klachten dat haar eten niet wil zakken kan zij eindelijk normaal eten! Bij de vrouw met het buisje in de galwegen blijkt dit inderdaad niet goed te zitten. Een eerste poging om een nieuw buisje in te brengen mislukt. Nu komt het er op aan. Er is voor haar in dit land geen andere behandeling mogelijk, als het niet lukt heeft zij hooguit nog een week te leven. Ik voel de druk. Groot is dan ook de voldoening als een tweede poging prima slaagt. Later verneem ik dat zij korte tijd later in goede conditie naar huis ontslagen is. Na vijf uur met een loodschort in tropische temperaturen zijn Janine en ik bezweet tot op het bot wij bedanken de mensen die ons die middag hebben bijgestaan en worden even later door Alfred Cameron opgehaald. Op een terras aan de Surinamerivier drinken wij een djogo en

Page 48: Dokter in de West

47

eten garnalen. Dit voelt goed, eindelijk vakantie. Vanavond arriveren Lau en Ria, onze overburen, met wie wij Paramaribo gaan bekijken en daags erna gaan wij naar het binnenland. Weer naar het binnenland Gaat u vliegen? Hij stelt de vraag op een wijze waarop alleen Surinamers dat kunnen op een welhaast gebiedende toon. Hij is de piloot van het vliegtuigje, een Cesna 206, dat ons vandaag van Zorg en Hoop, het vliegveld in Paramaribo voor lokale vluchten, naar de Raleigh vallen in het binnenland vervoert. Ik krijg snel wat uitleg over de vele metertjes voor mij die ik door het kabaal van de motor nauwelijks versta en voor ik het weet heb ik de stuurknuppel in handen. Hij slaat vervolgens met zijn hand op het dashboard “ ontzettend veilige kist mompelend “ om daarna ontspannen door het zijraampje naar buiten te gaan staren. Gedurende zo’n minuut of 15 volgens Janine, in mijn beleving veel langer, doe ik mijn uiterste best om het toestel stabiel te houden wat beslist niet meevalt. Ik ben dan ook blij als hij uiteindelijk bereid blijkt het roer over te nemen want ik heb inmiddels een stijve nek en pijn in mijn schouders omdat ik ongetwijfeld veel te krampachtig ben bezig geweest. Korte tijd later landen wij op de airstrip van Foengoe eiland, een eiland in de Coppename rivier diep in het binnenland van Suriname en midden in het oerwoud. Lau en Ria zijn in een eerder vliegtuigje al gearriveerd en samen met Henry, nummer 5 van ons gezelschap, en Donovan, onze gids en kok voor de komende dagen gaan wij naar het logeergebouw van Raleighvallen, dat pal aan de watervallen in de rivier is gesitueerd. Aan de rivierzijde bevindt zich een terras met fenomenaal uitzicht en is het gebouw geheel open: ecotoerisme in de meest pure zin des woords met ook wel praktische nadelen zoals later zal blijken. Nadat Donovan voor ons heeft gekookt, hij blijkt een goede kok, varen wij in een korjaal een stukje stroomopwaarts om aan en zandstrand in de rivier wat verkoeling te zoeken in het lauwe water van de rivier. Voor de volgende dag staat een tocht door het oerwoud en een beklimming van de Voltzberg, een grote granietberg, die zich 245 meter boven het oerwoud verheft op het programma. Het blijkt een enerverende maar ook zware tocht en onze gids besluit halverwege met een deel van het gezelschap terug te keren. Met Gilian, een boslandcreool, trekken Lau, Henry en ik verder om na 3 uur stevig doorstappen in de tropische hitte aan de voet van de Voltzberg te arriveren. Nog een uur naar de top. Gilian adviseert om alle niet beslist noodzakelijke ballast achter te laten en dat blijkt een goed advies want eenmaal op de berg gaat het stijl, 45 graden, omhoog, het laatste stuk zonder bescherming van enige vegetatie onder een gloeiende tropenzon. De inspanning wordt uiteindelijk beloond door een prachtig uitzicht over het oerwoud en op de top schitterende bolcactussen en een bloeiende gele orchidee. En dan weer een lange tocht terug. De ochtend daarna zitten wij met zijn vieren om zo’n uur of zeven op het terras en genieten van het ontwakende oerwoud en een kop koffie. Dan blijkt er ook een keerzijde aan deze medaille. Als ik mijn rechter schoen aantrek heb ik het gevoel dat er iets in zit. Met de schoen in de hand om te bekijken wat er aan de hand is voel ik plotseling een heftige pijnscheut in mijn wijsvinger waardoor ik de schoen laat vallen. Als Lau die oppakt kruipt er vervolgens een schorpioen uit die snel onder het huis verdwijnt. Ik ben dus gestoken door een schorpioen, die zijn toch giftig? Donovan, daaromtrent door mij geraadpleegd zegt dat dat allemaal wel meevalt maar raadpleegt op zijn beurt niettemin de boslandcreolen. Ik zal er uiteindelijk met een doof gevoel in die vinger gedurende zo’n dag of twee van af komen. De daarop volgende nacht speur wanneer ik naar het toilet ga zorgvuldig met mijn zaklamp de vloer af naar schorpioenen, slangen en wat dies meer zij daarbij het gedeeltelijk op de vloer liggende touw van de hangmat even aanziend voor een slang. Inmiddels zitten wij ook al langere tijd zonder stroom en nog vervelender zonder water. Ook dit is ecotoerisme. De terugreis naar de bewoonde wereld na vier dagen en drie nachten oerwoud is een avontuur op

Page 49: Dokter in de West

48

zich. Met een korjaal varen wij naar Witagron. De tocht zal zo’n uur of vier in beslag nemen. Dat heeft te maken met de lage waterstand in de droge tijd.

foto : de Voltzberg Daardoor en doordat de bootsman en de stuurman kennelijk ruzie met elkaar hebben komen wij maar liefst 8 maal vast te zitten waarbij onze bootslieden ons steeds weer vlot weten te trekken. De tocht is niettemin een belevenis. Van Witagron gaat het per Isuzu bus over een onverharde weg met veel kuilen, die soms niet breder is dan 2,5 meter, door oerwoud en savanne en langs indianendorpen terug naar Paramaribo. De djogo op het terras van Eco Resort na een volle dag reizen smaakt vervolgens prima en de douche is een verrukking. Morgen gaan wij terug naar Nickerie. Binnenkort weer naar huis Als wij eindelijk na de ook op Zanderij uitvoerige, en aldaar op onbehoorlijke wijze uitgevoerde, veiligheidscontroles plaats hebben genomen in het vliegtuig, een drankje en een maaltijd hebben genoten wordt gevraagd is of er een arts aan boord is. Even bekruipt mij het gevoel het zal toch niet… Op vluchten als deze zijn namelijk een tweetal medische problemen berucht : enerzijds de bolletjesslikkers bij wie een bolletje knapt, anderzijds de veelal Hindoestaanse Surinamers die met hart- en vaatziekten naar Nederland reizen en dan onderweg hartstilstand krijgen. Met enige tegenzin meld ik mij daarom bij de purser. Bij hem hebben zich ook een tweetal jongedames gemeld, een van hen komt mij vaag bekend voor, het blijkt medisch studenten te betreffen die coschappen hebben gelopen in Paramaribo. De vrouw die mij al bekend voorkwam was eerder coassistente in het Catharinaziekenhuis. Tot

Page 50: Dokter in de West

49

hun opluchting zeg ik toe wel even te zullen te zullen kijken. Het gaat om een betrekkelijk onschuldige allergische reactie. In een poging enige medicamenteuze verlichting te brengen mag ik tot mijn verbazing ervaren dat men aan boord nauwelijks gewend is aan medisch ( nood ) situaties. Ook vraagt een medische handeling om de nodige administratie. Onze laatste twee weken in Suriname waren bedoeld om vakantie te vieren. Dat is iets anders gelopen. Na terugkeer van de Raleighvallen zijn er nog veel zaken af te werken. Voornamelijk betreft dit patiënten die de afgelopen weken gezien zijn maar waarvan de afspraak verzet is vanwege onze activiteiten in Paramaribo. Ik besluit daarom om twee extra dagen spreekuur te doen. Dat worden twee enorme spreekuren van ’s ochtends half acht tot ver in de middag. Tussen de bedrijven door is ook nog een bespreking ingelast over de samenwerkingsovereenkomst tussen het Streekziekenhuis en het Catharina ziekenhuis. Ik loop daardoor het bezoek aan een rijstbedrijf en het opnieuw opgezette bananenbedrijf onder begeleiding van Otto Dewanchand mis maar de dankbaarheid van al die patiënten die ik deze dagen zie compenseert dat ruimschoots. Op woensdagavond is er nog het traditionele afscheidsdiner van de buitenlandse gasten: Arthur Douglas en Janine en ik. Tot ons genoegen is die georganiseerd in Hong Kong II, ons favoriete restaurant. Ook onze vrienden uit Heeze zijn welkom en Otto toont zich een goede gastheer. Aan het eind van de avond zijn er de onvermijdelijke toespraken en cadeaus. Otto bedankt ons en benadrukt hoe belangrijk de diverse contacten met Nederland zijn en zijn geweest voor het functioneren van het Streekziekenhuis en ik weet dat hij het meent. Ik spreek de hoop uit dat in het kader van de op handen zijnde samenwerkingsovereenkomst de contacten geïntensiveerd zullen worden. Enkele dagen later zijn onze koffers gepakt en staan wij op het punt voor de laatste trip naar het binnenland naar Paramaribo te vertrekken als hij nog even belt: bedankt, goede reis en tot ziens. Onze laatste tocht naar het binnenland voert naar Isadou, een eiland in de Surinamerivier ver in het binnenland. Wij, Lau, Ria, Janine en ik, gaan daar samen met onze gids Clyde en de chauffeur Michael naar toe. De Afobakaweg voert ons onder meer langs het transmigratiedorp Brownsberg. Aldaar geen stoffig latariet maar over enkele honderden meters een heuse asfaltweg. Gevraagd naar een verklaring voor dit ietwat merkwaardige fenomeen vertelt onze chauffeur dat de overheid dit gedaan heeft als compensatie voor de mensen die vanuit het gebied van het stuwmeer gedwongen zijn hierheen te verhuizen, om hen te behoeden voor het stof van voorbijgaand verkeer. Nadat wij ook Pokigron. achter ons gelaten hebben gaan wij in Atjoni, een gehucht aan de Surinamerivier, weer eens de boot in. Die brengt ons naar Isadou eiland, gelegen in de Surinamerivier ter hoogte van de Jaw Jaw vallen en het gelijknamige dorp. Anders dan in Raleighvallen, een natuurreservaat, bevinden wij ons hier in een relatief dichtbevolkt gedeelte van het binnenland. Aan de oevers menig dorp, bewoond door Saramaccaners die afstammen van de gevluchte slaven, en bij de vallen is het een komen en gaan van korjalen die veelal met veel moeite deze barrière in de rivier weten te overwinnen. Hoogtepunt van ons verblijf is een tocht per korjaal een deels te voet langs meerdere dorpen. In een daarvan Nieuw Aurora bevindt zich een kliniekje. Na enig aandringen, wordt mij vergund daar een kijkje te nemen. De aanblik is treurig. Even later ontmoeten wij de ( waarnemend ) huisarts, zij blijkt een zusje van de anaesthesiebroeder van het ziekenhuis in Nw Nickerie, en een Nederlandse coassistente van Surinaamse afkomst. De laatste voegt mij toe dat het er in Suriname wat anders aan toe gaat dan in Nederland. Ik laat maar achterwege te zeggen dat ik dat al wist. Verder is opvallend tijdens onze toer dat toeristen hier niet welkom zijn tenzij er iets aan hen te verdienen valt. Niet alle Surinamers zijn aardig kennelijk.

Page 51: Dokter in de West

50

De samenwerkingsovereenkomst Het is exact twaalf uur ’s middags als wij met onze huurauto, een vierwielaangedreven Hyundai Tucson, over de Henarbrug de Nickerie rivier passeren. Geen slechte prestatie gezien het feit dat wij vanochtend om negen uur in het centrum van Paramaribo vertrokken, de weg in Saramacca in deplorabele staat verkeerde, en vanaf Totness in Coronie een fikse tropenregen de voorruit geselt. Dat laatste vertroebelt niet alleen het zicht op de soms diepe kuilen in de weg maar maakt ook het passeren van een tegenligger op de smalle weg tot een ware uitdaging. In de regen ziet de polder met zijn vele kleine rijstboeren in veelal deels vervallen onderkomens er nog somberder uit dan anders al het geval is. Eergisteren zijn wij, twee uur te laat, op Zanderij gearriveerd. Dit maal ben ik zelf naar Paramaribo gereden. Na aanvankelijk feilloos mijn weg gevonden te hebben over het pad van Wanica naar de highway raakte ik in het zicht van de haven toch de weg kwijt en bleek het een hele klus om door al die eenrichtingsstraten ons vertrouwde Eco Resort te bereiken waar onze dochter Anne en haar vriendin Lieke, ons verwelkomden. Beiden zijn inmiddels al drie maanden als stagiaire in het kader van hun studie toerisme werkzaam in Overbridge River Resort. Vandaag arriveren wij dan rond het middaguur bij het Streekziekenhuis. Hoewel de aanhoudende regen de omgeving in een grote modderpoel heeft veranderd ligt het ziekenhuis er goed bij. Het ziekenhuisterrein blijkt inmiddels afgesloten met een heuse slagboom maar wij worden herkend en mogen door om even later door velen allerhartelijkst ontvangen te worden. Na een kopje koffie in het kantoor van de directeur Ravin Changoer worden wij door hem rondgeleid door het ziekenhuis. Wij zien de medium care afdeling in aanbouw en bezoeken de endoscopie afdeling, vier jaar geleden door ons opgericht. Daar is nu een spoelbak aangelegd om de endoscopen beter en gemakkelijker te kunnen reinigen. Er staat ook een prachtige nieuwe endoscopietoren met alle toebehoren zoals elektrocoagulatie apparatuur en dergelijke, een geschenk van het Japanse volk. Op de röntgenafdeling vertelt een enthousiaste radiologisch laborant dat de doorlichting nu echt werkt. Of het ook echt allemaal goed functioneert gaan wij morgen onderzoeken. In ieder geval zal de apparatuur goed van pas komen want er liggen verzoeken voor complexe endoscopische procedures zoals ERCP van chirurgen uit Paramaribo en er is bovendien een fax voor mij binnengekomen van een van de internisten uit de stad. Als het allemaal gaat lukken gaan wij hier, aan de rand van de beschaving technische hoogstandjes verrichten die elders in dit land niet mogelijk zijn. Ook op de polikliniek wacht een aantal patiënten op onze komst. Met Guno Kletter maken wij afspraken over het programma van de komende weken. Daarna worden wij naar ons huis gebracht. Dat is niet het ons vertrouwde huis aan de A A Girjasingstraat maar een gigantische villa aan de Nickerie rivier zoals vele huizen in Suriname gebouwd op neuten. Beneden woont een echtpaar, als wij dat bezwaarlijk vinden worden ze wel weg gestuurd. Nee, nee onzerzijds geen bezwaar. Boven, tien maal groter dan beneden, hebben wij een hele balzaal met airconditioning tot onze beschikking, een enorm balkon en zelfs aan een logeerkamer voor Anne is gedacht. Als Janine opmerkt dat de rivier niet te zien is wordt onmiddellijk de toezegging gedaan om de mangroven die vrijwel overal in Suriname rivieren aan het gezicht onttrekken te kappen. Dat zal spoedig ook uitgevoerd worden. Helaas heeft onze villa geen telefoonaansluiting en dus geen internetverbinding maar dat is in het Streekziekenhuis mogelijk. Wij spreken onze waardering voor ons onderkomen en laten achterwege dat dit wat ons betreft niet had gehoeven. Eerst later zal ons blijken dat men dit huis ook in de toekomst wil reserveren voor medewerkers uit het Catharina ziekenhuis. Inmiddels is er namelijk een overeenkomst tussen het machtige Catharina ziekenhuis in Nederland en het dappere Streekziekenhuis in Suriname, door mij ooit geconcipieerd bij Henk en Bea en door Otto later wel eens het verdrag van Lelydorp genoemd. Dit voorziet er in met name in dat er een uitwisseling komt tussen medewerkers van beide instellingen op alle niveaus waarbij geïnvesteerd wordt in kennis om

Page 52: Dokter in de West

51

zo het niveau van de gezondheidszorg in Nickerie te verhogen en meer begrip te krijgen voor allochtonen in Nederland. De overeenkomst is formeel gesloten op 30 juni 2005 toen een delegatie van het bestuur op bezoek was in Eindhoven en financiert reis- en verblijfskosten voor medewerkers.

foto : ons riante nieuwe huis in Nw Nickerie Goede tijden, slechte tijden Vanochtend zijn wij in alle vroegte, 05.45 u., opgestaan want wij doen onze eerste polikliniek en het zal druk worden. Als wij om 07.00 u. bij het ziekenhuis arriveren zijn de andere parkeerplaatsen voor de doktoren, jawel hier heeft de dokter nog een eigen gratis parkeerplaats op het binnenterrein, nog leeg maar binnen zitten de eerste patiënten reeds te wachten. Na enig organiseren, dit is de derde polikliniekruimte die wij betrekken, vind de polikliniek een aanvang. Er is onmiddellijk een gevoel van herkenning als ik de polikaart van de eerste patiënte opensla en daar niet uit kan ontwaren waarom deze oude dame met zoals iedereen hier suikerziekte, hoge bloeddruk, nierinsufficiëntie en decompensatio cordis door mij gezien zou moeten worden maar na enig speurwerk kom ik er achter dat zij nog niet zo lang geleden opgenomen was met een maagbloeding. Een gastroscopie ligt dus in de rede en zal morgen geschieden. Alle patiënten die wij zien wordt verwezen vanwege maagdarmproblemen, dat is een groot verschil met vroeger, en bij velen is endoscopisch onderzoek de vraag van verwijzing. Hoewel de indicatie niet altijd hard is worden alle verzoeken gehonoreerd, wat kun je ook anders als iemand twee maanden heeft moeten wachten op die datra ( dokter ) uit Nederland die alles van binnen kan bekijken. Dat maakt dat samen met een aantal opgenomen patiënten het endoscopieprogramma van de volgende dag

Page 53: Dokter in de West

52

aardig gevuld is. Janine en ik zijn inmiddels door de wol geverfd aardig op elkaar ingespeeld en mede daardoor loopt het spreekuur als een trein. Dat is maar goed ook want tijdens het spreekuur bereikt ons de mededeling dat het om elf uur gedaan moet zijn. Dan is er namelijk een bijeenkomst van de vakbond, hier zeer machtig, en daarna dreigt algemene staking! Gisteren was er al een langzaamaan actie waar wij overigens niets van gemerkt hebben. Niets beters te doen hebbend begeef ik mij later onder de actievoerders om te vernemen dat zij zich verzetten tegen de overheid die enorme betalingsachterstand heeft bij de ziekenhuizen waardoor die op hun beurt niet kunnen voldoen aan hun betalingsverplichting voor hun medewerkers. Groot gelijk! Hun lezing wordt later door de voorzitter van het stichtingsbestuur bevestigd. De dag van gisteren hebben wij goeddeels besteed om de endoscopie afdeling operationeel te krijgen. In tegenstelling tot mijn aanvankelijke enthousiasme werkt de prachtige nieuwe endoscopietoren voor geen meter. Zuster Ram begrijpt er niets van maar later blijkt mij dat de apparatuur tot op heden nog nooit naar behoren gefunctioneerd heeft. De moed zinkt mij in de schoenen, onze komst heeft bij velen verwachtingen gewekt! Het eerste probleem is snel gevonden en opgelost : de lamp van de lichtbron is defect – hadden wij dit niet al eerder bij de hand gehad ? – dus wordt overgeschakeld naar de reservelamp. Nu wij licht hebben blijkt het beeld op de monitor uiterst wazig. De ontdekking dat dat het gevolg is van vocht in de videokop die op de endoscoop moet worden bevestigd is de verdienste van Janine. Wij vinden een reserveonderdeel en slagen er in dit te vervangen. Alles lijkt nu naar behoren te functioneren met uitzondering van een van de endoscopen.

foto : de ERCP opstelling op de röntgenafdeling van het SZN

Page 54: Dokter in de West

53

Dat komt goed uit want de volgende dag als wij op weg zijn naar Armand Masé in Wageningen belt Philip Issa over een aantal patiënten over een aantal patiënten voor coloscopie en ERCP. Het weerzien met Armand is bijzonder, wij verstrekken hem de opdracht voor het maken van een beeld, een koto missie. Op de terugweg uit Wageningen bereikt ons het bericht van Anne dat zij voor de derde maal in drie maanden bestolen is en daar begrijpelijkerwijs ontdaan van is. Mijn Surinaamse cell ( mobiele telefoon ) begeeft het en Guno Kletter die ons ’s avonds komt bezoeken stapt in een overgroeide metersdiepe kuil naast de oprit van onze villa maar houdt daar gelukkig weinig letsel aan over. Verder is er die dag niets vervelends gebeurd gelukkig. Zonder titel II Waarom de zeedijk, wij komen er zojuist vandaan, voor de Nickerianen een favoriete plek is begrijp je alleen als je hier geweest bent. Deze door Nederlanders aangelegde dijk die verdere landafslag moet voorkomen, Nickerie is al enkele malen opnieuw opgebouwd omdat de grond waarop het gebouwd was in zee verdween, oogt weinig bijzonder. Het is wel een plaats waar altijd een stevige bries staat en dat is niet alleen verfrissend maar betekent ook geen last van muskieten. Het is gelukkig weer wat beter weer en wij weten wat dat betekent in Nickerie : muskieten. Hoewel het tot nu toe erg meevalt met deze krengetjes hebben zij mij al flink te grazen genomen, diverse patiënten hadden met mij te doen tijdens het spreekuur. Wij hebben onze eerste week er op zitten en beginnen aardig op stoom te komen. Op het spreekuur hebben wij veel patiënten gezien met maagdarmproblemen en galwegpathologie veelal verwezen door de internisten. Bijzonder was het weerzien met die patiënte die wij in in Paramaribo in 2004 hadden behandeld voor haar achalasie. Zij heeft zelf een afspraak gemaakt voor het spreekuur, daar moet zij het ziekenhuis voor betalen, en komt ons vertellen dat het haar prima gaat. Dat is te zien ook, zij is inmiddels 30 kg. aangekomen en een echte Surinaamse mamma geworden. Zij heeft een bloemstuk voor ons meegebracht en zegt nog elke dag voor ons te bidden. Op de endoscopieafdeling hebben wij afgelopen donderdag ons eerste programma gedaan en dat ging goed met uitzondering van de coloscopie die om meerdere redenen uiterst moeizaam verliep. Op grond daarvan hebben wij wat aanpassingen doorgevoerd. De vuurdoop komt volgende week dan staan een aantal therapeutische procedures op de lat : ligatie van spataderen in de slokdarm en een tweetal endoscopische procedures om stenen uit de galwegen te verwijderen bij patiënten uit Paramaribo. Dat zal dan voor het eerst in de geschiedenis in het Streekziekenhuis gebeuren. Volgende week komen er nog meer patiënten uit Paramaribo voor ingrepen. Voor het Streekziekenhuis is dat de omgekeerde wereld en een enorme opsteker, normaliter moeten zij een beroep doen op de grotere ziekenhuizen in Paramaribo. Verder ben ik de afgelopen week met Ravin in de weer geweest om het programma voor Roelof Jonkers, voorzitter van de raad van bestuur van het Catharina ziekenhuis, die in het kader van de samenwerkingsovereenkomst een week naar Suriname komt, samen te stellen. Hij is gisteren met een enorme vertraging in Paramaribo gearriveerd en komt morgen naar Nw Nickerie. Een week die bij blijft Het is hartstikke donker als wij samen met Roelof Jonkers voorbij Paranam een modderige Afobakaweg opdraaien op weg naar Overbridge River Resort. Wij zijn dan ook laat uit Nickerie vertrokken omdat onze werkzaamheden in het ziekenhuis uitliepen en hadden

Page 55: Dokter in de West

54

bovendien het nodige oponthoud met een lekke band van de auto van Anne en Lieke in Totness. Het is een zeer intensieve week geweest. Roelof heeft een groot gedeelte van de week met ons meegedraaid om een indruk te krijgen wat er zich zoal afspeelt in het Streekziekenhuis. Om niet iedere keer uit te hoeven leggen wat hij hier kwam doen hebben wij hem gehuld in een witte doktersjas , die stond hem overigens goed, en stelden wij hem aan de patiënten voor als een collega uit Nederland. Hij werd op maandagochtend na zijn introductiegesprekken met directie en bestuur volgens goede Surinaamse traditie twee uur later dan afgesproken door Ravin op de poli gebracht die toen na vijf uur nagenoeg ten einde was. De volgende dag pik ik hem al voor zeven uur op bij zijn hotel en zal hij een endoscopieprogramma bijwonen en wij hebben een aantal interessante patiënten waaronder een man die komt voor ligatie van slokdarmspataderen. Tussendoor woont hij de grote visite bij die ik op dinsdagochtend samen met Guno Kletter en Fred Lim A Po loop. Die visites zijn overigens bijzonder, met twee collega’s met tezamen meer dan vijftig jaar ervaring als internist in de tropen. Maar ‘middags wordt het pas echt spannend want dan zullen wij bij twee patiënten die verwezen zij door specialisten uit Paramaribo een endoscopisch onderzoek van de galwegen uitvoeren om stenen uit de galwegen te verwijderen en daarmee voor beiden een hernieuwde operatie die niet zonder risico is te voorkomen. Hoewel wij dat eerder in ziekenhuizen in Paramaribo hebben gedaan is dit de eerste keer in Nickerie en Rasonic TV, het plaatselijke televisiestation, is bij de procedures aanwezig. De eerste procedure – het betreft een vrouw, verwezen door een van de chirurgen uit Paramaribo bij wie na een operatie aan galblaas en galwegen een steen in de galwegen is achtergebleven - is extreem lastig – de papil ligt in een divertikel en er zijn technische problemen met de apparatuur - en het zal mij bij die patiënt eerst twee dagen later na een twee uur durende herhaling lukken om de problemen op te lossen. De tweede lukt beter. Als wij ’s avonds aanschuiven bij een diner ter verwelkoming van Roelof, wij zijn deze week iedere avond te gast op diners, worden tevoren onze verrichtingen van die dag uitgebreid uitgezonden op TV

Page 56: Dokter in de West

55

evenals het interview met Roelof die daarna nog menigmaal zal worden herkend als “ dokter uit Nickerie “. Die week zullen wij uiteindelijk vijf van zulke procedures uitvoeren uiteindelijk allemaal met goed resultaat. Bovendien worden tal van patiënten uit de stad zoals Paramaribo hier gewoonlijk wordt genoemd, allen Vips, verwezen en belangrijker nog spreekt een aantal hunner waardering uit voor de behandeling in het Streekziekenhuis. Dat doet mij goed en ook Roelof is zichtbaar enthousiast en samen filosoferen wij hoe het samenwerkingsverband verder uitgebouwd zou kunnen worden. Met ook nog een klinische les op woensdagavond, ditmaal voor het eerst met behulp van mijn laptop en een beamer, is onze werkweek meer dan goed gevuld geweest. Wij zijn dan ook blij met een lang weekend ertussenuit en bovendien biedt dat gelegenheid om Roelof wat te laten zien van het binnenland wat Suriname zo bijzonder maakt. Na een welverdiende djogo Parbo bier en kippenbouten van de barbecue gaan wij slapen om de volgende dag een tocht te maken naar Brownsberg en het Brokopondo stuwmeer. Het weer laat ons weliswaar wat in de steek maar de tocht is niettemin alleszins de moeite waard. De dag daarna varen wij nog wat over de Suriname rivier en eind van de middag brengen wij Roelof terug naar Zanderij en ontmoeten daar een aantal bekenden. Morgenvroeg nemen wij nog een duik in de Surinamerivier om daarna tijdig naar Nickerie terug te keren, maandag is het immers weer vroeg dag en wij hebben nog een hoop te doen.

foto : de Afobakaweg

Page 57: Dokter in de West

56

Een drukke praktijk Hij komt vrijwel iedere avond tegen de schemering, deze oude Hindoestaanse man met een doek om zijn hoofd gebonden als een soort tulband, om in het moeras tegenover ons huis te vissen met zijn chasse net. Wij geven er op dat moment de voorkeur aan om naar binnen te gaan en ramen en deuren hermetisch te sluiten vanwege de muskieten en mampieren. Hem schijnt dat niet te deren. Wij zijn net terug uit Wageningen waar wij Armand Masé weer hebben bezocht en het beeld dat hij in opdracht van ons heeft gemaakt, een koto missie , hebben opgehaald. Het was vandaag weer eens een gekkenhuis en Janine en ik zaten om in wielertermen te spreken een beetje kapot. Als te doen gebruikelijk waren wij om 7.00 u. paraat in het ziekenhuis om na als enige onderbreking van endoscopieën, grote visite en talloze telefoontjes van specialisten uit Paramaribo een kopje koffie eerst tegen drieën de inmiddels koud geworden warme maaltijd te kunnen gaan gebruiken. En dan mochten wij nog van geluk spreken dat een VIP uit Paramaribo die was gepland voor coloscopie niet kwam opdagen en dat Dhr. Pinaremi die ERCP zou ondergaan dezelfde persoon bleek als Dhr. Remy Pinas die volgens onze administratie coloscopie zou ondergaan en daarvoor onnodig voorbereid was. Vanmiddag hadden wij als sluitstuk twee galwegprocedures bij patiënten uit Paramaribo. Dat blijkt nog steeds geen sinecure en dat heeft te maken met een aantal factoren. De techniek is niet wat wij er in Nederland van gewend zijn en ook de assistentie laat wel eens te wensen over. Janine doet haar uiterste best maar minstens een tiental kijkers lopen haar voor de voeten en zuster Ram, een hart van goud, zij heeft ons gisteren bij haar thuis nog op een heerlijke roti getrakteerd, is nu eenmaal niet gezegend met veel inzicht. Zo kan het voorkomen dat ik afgelopen middag in volle vaart in mijn loodschort van de röntgenafdeling naar de endoscopieafdeling sprint om die ene naald op te halen waarmee ik de bloeding die zojuist ontstaan is bij het opensnijden van de galweg kan stelpen. Daar moet men van opgekeken hebben, normaliter lopen wij al harder dan de anderen en rennen doe je hier niet en al helemaal niet in een loodschort. Inmiddels zijn wij uitgegroeid tot BN-er, i.e. bekende Nickeriaan.. Dagelijks arriveren nu in het Streekziekenhuis patiënten uit Paramaribo en dat is tot op heden nooit vertoond, niet zelden komen zij voor complexe endoscopische procedures en het hele ziekenhuis heeft inmiddels gezien dat zulks knap lastig kan zijn. Ook de plaatselijke TV krijgt maar geen genoeg van de herhaling van de opname van de eerste ERCP in Nickerie en het interview met ‘dokter’ Jonkers. Bij Sita’s supermarkt, DE supermarkt van Nw Nickerie werd laatst al voorzichtig geïnformeerd of ik mij niet hier wilde vestigen. Zondagavond na onze terugkeer uit Overbridge waren wij op zoek in Nickerie naar een restaurant om iets te eten want wij hadden natuurlijk niets in huis. Omdat alles dicht was kwamen wij terecht in het restaurant van Residence Inn, niet onze eerste keus, en troffen daar jawel Roos en Anneke, twee operatiekamerzusters uit het Catharina ziekenhuis die zojuist in het kader van ons samenwerkingsproject in Nw Nickerie waren gearriveerd. Zij wonen voorlopig in het hotel omdat weer een ander huis bestemd voor medewerkers uit het Catharina ziekenhuis nog niet klaar is. Een weekend vrij Het afgelopen weekend hadden wij met Anne en Lieke naar het binnenland willen gaan maar vanwege de drukte in het ziekenhuis konden wij ons niet lang genoeg vrij maken en is dat er niet van gekomen. Eind vorige week hebben wij een stop moeten instellen voor patiënten uit Paramaribo die ons willen consulteren want die bellen nog dagelijks. Op zichzelf is dat natuurlijk een compliment voor onze activiteiten maar ik realiseer mij dat het daarnaast ook iets zegt over de medische armoede in dit land. In plaats van het binnenland besluiten wij

Page 58: Dokter in de West

57

terug te gaan naar Overbridge dus gaan wij vrijdagmiddag na de laatste ERCP weer eens op weg naar Paramaribo waar de meiden zich dan ook bevinden. Onderweg uitgebreide politiecontroles, in de Henarpolder en later nog eens op de Kwattaweg, bij de laatste mogen wij als enige gewoon doorrijden. Mede daardoor komen wij laat aan in de stad, het is al donker, maar ik weet mijn weg naar de Waag aan de Waterkant feilloos te vinden. Anne en Lieke hebben voorgesteld daar te gaan eten alvorens nog ruim een uur verder te rijden naar Overbridge. Ik heb mijn bedenkingen over dit plan, parkeren aan de waterkant met een huurauto met daarin een vermogen aan elektronica spreekt mij niet aan maar Anne bezweert dat daar veilig geparkeerd kan worden want er is bewaking. Wij besluiten toch maar fotoapparatuur en laptop mee naar binnen te nemen. Het restaurant is een absolute aanrader maar als wij buiten komen blijkt de auto van Anne en Lieke opengebroken te zijn, gelukkig zat er niets in. Ik denk aan een uitspraak van Akosh Bodo : 50 % van de alle Surinamers is rover, de andere helft werkzaam als wachter ( bewaker ). Dat weekend vermaken wij ons prima in Overbridge aan de Surinamerivier hoewel het weer ons weer eens in de steek laat. Van een echte weersverbetering is, hoewel het daar even op leek, nog steeds geen sprake. Zaterdag komen Henk en Bea bij ons op bezoek en zondag vertrekken wij bijtijds richting Nickerie, een tocht van bijna vijf uur. In Coronie fotograferen zowel Janine als ik een aantal huisjes voor onze verzameling romantische Surinaamse huisjes en ’s avonds zoeken wij tijdig het bed op om goed uitgerust aan de laatste week te beginnen. Uit ervaring weten wij dat zo’n laatste week altijd hectisch verloopt en dat blijkt ook onmiddellijk op maandagochtend als patiënten die voor woensdag staan afgesproken, maar dan is het zondagdienst in verband met Holi Phagwa, er maar even bij gezet worden. Holi Phagwa Er is hilariteit alom bij de voor het ziekenhuis wachtende bezoekers als Janine en ik daar arriveren eind van de dag om even onze email te zien. Vandaag is namelijk de dag van Holi Phagwa, een van oorsprong Hindoestaans feest dat momenteel een nationaal feest is in Suriname. In reisgidsen wordt het omschreven als lentefeest maar ik weet inmiddels beter. Het betreft in feite een feest om de overwinning van het goede over het kwade te vieren. Volgens overlevering was er vroeger een koning die zichzelf tot God benoemde. Zijn zoon vocht dat aan waarop de koning een complot beraamde om zijn zoon uit de weg te ruimen. Zijn zoon zou samen met Holi Ka, die de bijzondere gave bezat immuun te zijn voor vuur, op een brandstapel gezet worden. Toen dit geschiedde verbrandde Holi Ka en niet de zoon. Op de avond voor Phagwa vinden dan ook traditioneel Holi Ka verbrandingen plaats. Het feest wordt wel gevierd bij de volle maan die op het Noordelijk halfrond de ( meteorologische ) lente inluid, valt dat op dinsdag dan duurt het feest een dag anders tot de eerstvolgende dinsdag, logisch toch? Kenmerk voor Phagwa is dat mensen elkaar versieren met kleurrijke poeders hetgeen overigens altijd keurig tevoren gevraagd wordt als mag ik u versieren of mag ik met u spelen om elkaar vervolgens Subh Holi te wensen. Mij hebben ze uiteraard goed te grazen genomen. Daarnaast is het een feest waarbij goed gegeten wordt, hoe kan het ook anders in Suriname, en waarbij van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat stevig gedronken wordt. Wij waren door velen uitgenodigd op het Phagwafeest. Die dag hebben wij ons eerst in het ziekenhuis nuttig gemaakt met een inventarisatie van de endoscopieafdeling, daarna zijn wij rond twaalven naar de familie Ramgoelam gegaan waar ook de zaalartsen aanwezig waren. Wij zijn daar aardig versierd, hebben heerlijke hapjes gegeten en wat gedronken. Daarna waren wij te gast bij onze onderburen, althans de onderbuurman want de buurvrouw vlucht letterlijk altijd weg als zij ons aan ziet komen en was ook nu niet van de partij. Onze buurman Sjammy daarentegen is een alleraardigste vent die ons al enige malen verrast had met roti en mij al een aantal malen had uitgenodigd om bier met hem te drinken. Daarna

Page 59: Dokter in de West

58

waren wij nog te gast bij Zr. Diran en haar man en ook die had gezorgd voor heerlijk eten en drinken. Morgen beginnen wij aan onze laatste werkdag en staan er nog de nodige endoscopieën gepland waaronder een ERCP bij een man uit Paramaribo die eerder niet gelukt is. Als die nu wel slaagt zullen wij alle endoscopische procedures succesvol en zonder ernstige complicaties hebben uitgevoerd en daar zijn wij erg trots op. Daags daarna willen wij bijtijds vertrekken naar Paramaribo want zaterdag vliegen wij weer terug naar Nederland. Een hotel hebben wij nog niet want hoewel Eco Resort anderhalf jaar geleden fors is uitgebreid bleek het een week geleden al volledig volgeboekt. Een echt probleem is dat niet want wij weten inmiddels onze weg aardig te vinden in dit land. BN er De middag voor onze terugreis naar Nederland zijn wij te gast bij Henk en Bea in Lelydorp. Vincent en Monique zijn ook van de partij. Bea heeft heerlijk gekookt, een aantal traditionele Surinaamse gerechten waaronder pom. Onze laatste dagen in Nickerie zijn redelijk hectisch geweest. Onze laatste patiënt voor ERCP heeft twee maal een lekke band onderweg van Paramaribo naar Nw Nickerie en arriveert daardoor veel te laat in het ziekenhuis. Janine en ik doen in afwachting van onze patiënt nog even een interview met Rasonic TV. Twee dagen daarvoor zijn wij dwz het endoscopieteam nog in actie gefotografeerd voor een artikel in de Ware Tijd. Onze status van BN er, bekende Nickeriaan, is daarmee definitief gevestigd. Die middag is voor ons een boottocht naar het pompgemaal in Wakai georganiseerd. Omdat onze patiënt uit Paramaribo maar niet wil arriveren, hij houdt ons overigens via zijn mobiele telefoon keurig op de hoogte van de hindernissen op zijn reis, hebben wij het vertrek al een uur uitgesteld. Hij arriveert uiteindelijk een half uur voordat wij echt moeten vertrekken samen met zijn moeder en echtgenote. Ik stel hem voor de procedure dan maar in alle rust de volgende ochtend om 07.00 u. uit te voeren, wij zouden dan eigenlijk willen vertrekken naar Paramaribo. Hij heeft daar geen enkele moeite mee, vraagt nog wel of ik denk dat het echt gaat lukken want anders moet hij opnieuw geopereerd worden. Mijn antwoord dat als het niet zou lukken hij de enige patiënt zou zijn gedurende dit bezoek waarbij een endoscopische procedure niet zou slagen lijkt hem gerust te stellen. Voor wij vertrekken nar Wakai bereikt ons nog het bericht dat wij die avond verwacht worden bij de familie Baynath voor een diner ter gelegenheid van ons vertrek hetgeen betekent dat ons plan om vanavond onze koffers te pakken in duigen valt. De tocht naar Wakai maken wij samen met Roos en Anneke, de twee operatiekamerassistentes uit het Catharina ziekenhuis en Guno Kletter in een klein bootje samen met een drietal begeleiders. Het ontbreekt ons aan niets, Otto heeft gezorgd voor een koelbox met koude drankjes en zijn vrouw heeft roti gemaakt. Het pompgemaal is aanzienlijk verder van Nickerie verwijderd dan ik had ingeschat : zo’n twee uur varen. Omdat wij laat vertrokken zijn komen wij ook laat weer terug bij de sluis waarvandaan wij vertrokken zijn. Het is dan inmiddels donker en wij worden aangevallen door miljoenen muskieten. Vervolgens spoeden wij ons huiswaarts om ons wat op te frissen en daarna onze opwachting te maken bij de familie Baynath waar ook Otto aanwezig is en het ons uiteraard aan eten en drinken niet ontbreekt. Onze BN status wordt nog eens onderstreept door een TV uitzending van het interview dat die middag is opgenomen. Van Otto, zijn vrouw Prabha en Waldo en Krishna nemen wij afscheid met een traditionele Surinaamse brasa. De volgende dag zijn wij al weer vroeg, om 07.00 u., in het Streekziekenhuis paraat voor de laatste ERCP. Ook die verloopt moeizaam maar slaagt uiteindelijk. Daarmee zijn alle procedures succesvol verlopen en hebben zich bovendien geen ernstige complicaties voorgedaan. Daar zijn wij best trots op. Vermoeid maar voldaan vertrekken wij vervolgens naar Paramaribo.

Page 60: Dokter in de West

59

Suriname voorgoed vaarwel? Na ons laatste bezoek aan het Streekziekenhuis in februari/maart 2006 was het onze bedoeling in november 2007 weer een maand in Nickerie te gaan werken. Door de gebeurtenissen in Nickerie waren onze plannen inmiddels echter danig veranderd. Daar was begin 2006 het stichtingsbestuur van het Streekziekenhuis, dat daar een positie heeft die vergelijkbaar is met de raad van bestuur in Nederland naar huis gestuurd en vervangen door politieke vrienden van de huidige minister Waterberg. Het is in Suriname namelijk ‘ goed ‘ gebruik om bij een nieuwe regering op belangrijke posities in de samenleving je eigen politieke ( en andere ) vrienden te benoemen. Roelof en ik waren daarvan op de hoogte. Met het stichtingsbestuur van het Streekziekenhuis had men lang gewacht en dat was niet zonder reden. Het oude bestuur onder voorzitterschap van Otto Dewanchand had het ziekenhuis namelijk aantoonbaar uit het slop gehaald nadat het in de negentiger jaren nagenoeg te gronde gericht was door ene dokter Doerga. Niet ongebruikelijk ook in Suriname is dat een dergelijke overgang gepaard gaat met negatieve publiciteit in de, kennelijk weinig kritische, media. Otto wordt er van beschuldigd zich ten koste van het ziekenhuis budget te hebben verrijkt. en mij valt ook een dergelijke behandeling ten deel. In de Parbode, het enige opinieblad van Suriname verschijnt in 2007 een interview met “Dr” Doerga die beweert dat ik alleen voor showtime en geld naar Suriname kom en dat is toch echt ver bezijden de waarheid. Deze in Nederland opgeleide en in Nw Nickerie woonachtige internist, het prototype van een ritselaar, had er in het verleden meermaals blijk van had gegeven niet zozeer uit te zijn op het helpen van de merendeels arme mensen in het district Nickerie als wel het strelen van zijn ego en daarbij intimidatie van mogelijke opponenten niet te schuwen. Daarnaast deinst hij er niet voor terug om bij patiënten technieken toe te passen die hij niet beheerst. Hij had er, naar verluid, via een donatie in de kas van de partij van de minister kans in gezien weer een voet tussen de deur te krijgen en inderdaad heeft het nieuwe stichtingsbestuur hem weliswaar onder voorwaarden opnieuw aangesteld. Voor Janine en mij was dat reden om de banden met het Streekziekenhuis te verbreken en datzelfde hebben anderen waaronder Guno Kletter gedaan die op de dag dat Doerga het ziekenhuis binnenkwam zijn spullen heeft gepakt. De samenwerking met het Catharina ziekenhuis duurt niettemin voort, Roelof Jonkers, op dat moment in een conflict met de medische staf van het Catharina ziekenhuis verwikkeld, hij zal later besluiten te vertrekken, heeft wel wat anders aan zijn hoofd. Omdat ik mij voor een maand had vrij gepland in het Catharina ziekenhuis besluiten wij om toch af te reizen naar Suriname ditmaal niet om te werken maar voor vakantie en om de velen die ons in dit land dierbaar zijn geworden nog eens te groeten zoals men dat in Suriname zou zeggen. Hoewel wij dit maal gekomen zijn om vakantie te vieren in Suriname sta ik dan toch weer met een endoscoop in mijn handen om bij een patiënt gastroscopie te doen. Ik schrijf dinsdag 7 november 2007 en bevindt mij op de endoscopieafdeling van het Academisch ziekenhuis te Paramaribo. Vanochtend voor 7 uur ging de telefoon op onze hotelkamer In Residence Inn in Paramaribo. Guno Kletter : of ik om 8 uur klaar kan staan voor een bespreking met de internisten aldaar over onze plannen betreffende het ECS ( Endoscopie Centrum Suriname ), hij haalt mij op bij het hotel. Prima, geen probleem, hoewel ik er ook wel zelf zou kunnen komen met onze huurauto, ik ken inmiddels redelijk de weg in deze alleszins onoverzichtelijke stad. Later blijkt dat Guno gepland had om de avond daarna met alle internisten van de stad overleg te hebben maar vanwege een te elfder ure aangekondigde andere bijeenkomst – deze gang van zaken blijkt allerminst uitzonderlijk – kan die geen doorgang vinden. In het AZ tref ik John Anijs, internist en hoofd van de afdeling interne geneeskunde. Hij blijkt ( allicht ) op de hoogte van onze activiteiten in dit land en zijn eerste vraag, waarom wij altijd het AZ hebben

Page 61: Dokter in de West

60

gemeden is gemakkelijk te beantwoorden. Later ontmoet ik de jonge internist Jim Loor die mij wat van het Academisch ziekenhuis laat zien. Ik leg uit wat onze plannen zijn en ook dat het nadrukkelijk een gezamenlijk project van Janine en mij is. Wij maken een afspraak om later nog gezamenlijk terug te komen. Als wij vlak voor onze terugkeer nog een aantal dagen in Overbridge verblijven vernemen wij via Guno dat de afspraak een dag later is. Geen probleem, die dag rijden wij via de Afobakaweg, toen nog niet geasfalteerd, naar het AZ in Paramaribo om daar keurig op tijd te arriveren. Jim Loor is echter in geen velden of wegen te bekennen. Wij hebben nog wel even een gesprekje met John Anijs. Guno krijg ik die dag niet te pakken en de volgende dag vliegen wij terug naar Nederland beiden met het gevoel dat hier om te werken waarschijnlijk nooit meer terug zullen komen. Van Jim Loor heb ik nooit meer vernomen hoewel hij beschikte over mijn emailadres. En van Jim Loor had ik al geen hoge pet op. Jaren tevoren sprak Alfred Cameron mij aan over een kennis of vriend van hem, een schatrijke Chinese zakenman, die bij Jim Loor geweest was, een gastroscopie ondergaan had en daarna het advies kreeg om ieder jaar een gastroscopie te ondergaan. Ik reageer dat hij dan wel een Barrett slokdarm ( een slokdarm waarbij het normale slijmvlies vervangen is door maagslijmvlies en waarbij de kans op kanker van de slokdarm 40-voudig verhoogd is ) moet hebben met daarbij dysplasie ( een voorstadium van kanker ). Maar wil jij dan niet eens bij hem in de slokdarm kijken vraagt Alfred en dat wil ik natuurlijk wel en als ik dat doe, onder het toeziend oog van menigeen, zie ik een volledig normale slokdarm. Mijn conclusie is daarmee wel duidelijk. Janine en ik krijgen de volgende dag dure cadeaus van de man. Als een dag later ons vliegtuig opstijgt van Zanderij hebben wij allebei, zonder dat we het er over hebben gehad, het gevoel dat dit waarschijnlijk ons laatste bezoek aan Suriname zal blijken te zijn. Dat zal uiteindelijk anders uitpakken maar in het Streekziekenhuis van Nw Nickerie zullen wij nooit meer werken. Met velen in Nw Nickerie zullen wij contact blijven houden omdat wij in de drie maanden van ons verblijf aldaar bevriend geraakt zijn en aan ons verblijf koesteren wij nog steeds een dierbare herinnering.

Page 62: Dokter in de West

61

Hoofdstuk II Paramaribo

Page 63: Dokter in de West

62

Nieuwe ambities en een meer structurele aanpak Het moet ergens in 2009 geweest zijn dat ik naar aanleiding van iets heel anders Waldo Baynath aan de lijn heb. Waldo is huisarts in Nw Nickerie en wij zijn bevriend geraakt. Ook hij heeft zich na de komst van Doerga uit het Streekziekenhuis teruggetrokken. Hij verkeert in de veronderstelling dat wij onze activiteiten, zoals wij ook van plan waren in Paramaribo hebben voortgezet en informeert belangstellend wanneer wij weer in Suriname zullen zijn. Ik antwoord hem dat wij daartoe geen plannen hebben omdat wij geen poot aan de grond krijgen. Inmiddels heb ik ook weinig succesvolle pogingen ondernomen om in Botswana aan de slag te gaan. Waldo zal Otto inschakelen en die neemt ook prompt contact. Hij adviseert mij een contact op te nemen met Manodj Hindori, voorzitter van de Raad van Bestuur van het St Vincentiusziekenhuis in Paramaribo. Zij kennen elkaar en ik krijg van hem zijn email adres. Mijn mail met daarin globaal mijn plannen voor een endoscopie centrum in Suriname wordt onmiddellijk beantwoord en in het daarop volgende mailverkeer worden de plannen verder uitgewerkt. Omdat ik er de afgelopen jaren van overtuigd geraakt ben dat ik mijn activiteiten in Suriname of eventueel ergens anders de komende jaren wil voortzetten en er mijn carrière mee wil beëindigen hebben wij inmiddels een stichting opgericht, de Stichting Dokter in de West. Die beschikt over een bescheiden vermogen afkomstig van een fundraising door de Rotary in Eindhoven en van ons zelf en over ERCP apparatuur. Inmiddels hebben wij uitgebreid contact gehad met een tweetal collega MDL artsen uit Sittard, Rens Bos en Leopold Engels die beiden mee willen gaan doen en hun echtgenotes gaan zich in het ziekenhuis in Sittard bekwamen om hun mannen te assisteren. De plannen die worden gemaakt behelzen uiteindelijk dat wij de komende twee jaar gedurende 12 weken met een endoscopie team in Paramaribo aanwezig zullen zijn om met name die endoscopische procedures te doen die daar thans niet mogelijk zijn. Dat betreft dan met name therapeutische endoscopische procedures. Daarnaast zullen wij gastro-enterologische consultaties doen en gaan wij het ziekenhuis helpen met de aanschaf van apparatuur. Op het laatste moment blijkt de endoscopie afdeling niet over elektrocoagulatie apparatuur te beschikken en dat is toch wel heel essentieel want bijna alle behandelingen die wij uitvoeren doen wij met stroom en daar heb je zo’n apparaat voor nodig. Het is alweer Reinier van der List van FMH die mij al eerder geholpen heeft en ook nu weer uit de brand helpt. Via hem kom ik in contact met de firma Erbe die mij voor een vriendenprijsje een goed elektrocoagulatie apparaat leveren. Het ziekenhuis zal dan voor ons de procedures declareren en daarvan kunnen wij dan weer reis- en verblijfskosten betalen. Via internet vind ik een appartementengebouw in Paramaribo dat gunstig gesitueerd is en Manodj die er iemand langs gestuurd heeft weet te melden dat het er aan de buitenkant keurig verzorgd uitziet. Wij besluiten daar maar een kamer te nemen en naar Paramaribo te reizen om ter plekke een en ander verder uit te werken. En zo bevinden Janine en ik zich op dinsdag 26 januari 2010 in de vroege ochtenduren op de endoscopieafdeling van het St. Vincentius ziekenhuis ( SVZ ) in Paramaribo. De tweede endoscopie van die ochtend staat op het punt te beginnen. De betreffende Surinaamse jongeman heeft al langer buikpijn. Ik heb eerder bij hem gekeken en niets gevonden dus jij moet nu maar kijken voegt Hedwig Dissels zijn behandelend internist mij toe en daar heb ik natuurlijk geen moeite mee. In de kleine endoscopiekamer waar bovendien diverse personen meekijken verricht ik de gastroscopie en vindt een maagzweer. Biopten nemen voor onderzoek op Helicobacter Pylori ( de maagbacterie ) doe ik maar niet want die komt in Suriname volgens mijn collega zo vaak voor dat er wel van uit kunt gaan dat die aanwezig is : een praktische aanpak en dat ligt mij wel. De eerst gastroscopie en de derde, bij een neef van Alfred Cameron, leveren overigens geen afwijkingen op en daarmee is het programma ten

Page 64: Dokter in de West

63

einde want een vierde geplande patiënt komt niet opdagen. Dat is weliswaar voor mijn doen een marginaal programma maar het geeft mij wel de gelegenheid om de hier aanwezige apparatuur eens in de hand te hebben om te beoordelen wat die waard is. Dat is van groot belang voor de eerste fase van ons nieuwste Suriname project : inventariseren wat er is en of dat samen met de door ons meegebrachte spullen en wat nog in Nederland staat goed genoeg gaat zijn voor onze werkzaamheden hier en dat valt, na wat onderhoudswerkzaamheden van Janine, helemaal niet tegen als je zoals wij wel wat gewend bent. Dat blijkt later overigens vies tegen te vallen. Eergisteren zijn wij gearriveerd in Suriname. Comfortabel zijn wij door Lau en Ria naar Schiphol gebracht met naast onze bagage maar liefst 3 koffers met apparatuur en endoscopie- benodigdheden. Omdat het vliegtuig nog van sneeuw moest worden ontdaan vertrokken wij meer dan uur te laat om dus ook laat op Zanderij te arriveren. Nadat wij de diverse formaliteiten hadden verdragen, onze bagage hadden verzameld, de huurauto hadden opgehaald en onderweg gingen naar Paramaribo werd het al snel donker. Wat meteen opviel en later nog duidelijker werd was dat het aantal auto’s aanzienlijk was toegenomen. Dat maakte dat hoewel het pad van Wanica, de officieuze benaming voor de weg van Zanderij naar Paramaribo, in een veel betere staat verkeerde dan voorheen de tocht door filevorming meer tijd vergde dan verwacht. Eenmaal aangekomen in Paramaribo wist ik de weg naar ons appartement goed te vinden maar daarna speelde het eenrichtingverkeer in het centrum ons parten. Het appartement is prima, gesitueerd op de eerste verdieping van een gerestaureerd koloniaal gebouw met zo’n karakteristiek balkon waar het goed toeven is en bevindt zich midden in het historisch centrum van Paramaribo op zo’n 10 minuten lopen van het SVZ.

foto : Edesse appartments in de Wagenwegstraat

Page 65: Dokter in de West

64

Tegenover het appartement is een winkel met naar later zal blijken ongelooflijk chagrijnige chinezen die van alles verkopen onder meer door mij zeer gewaardeerde djogo’s Parbo bier. Eenmaal geïnstalleerd in het appartement, waar wij overigens een upgrade kregen van de eenvoudigste door mij gereserveerde kamer naar het mooiste appartement, zijn wij op zoek gegaan naar nog een hapje eten en kwamen wij zomaar terecht bij de Waag aan de Waterkant, een voor ons vertrouwd adres. De keuken is er prima maar heeft weinig Surinaams en zij hebben een wijnkaart maar wij hebben een djogo besteld. Maandagochtend hebben wij onze opwachting gemaakt bij Manodj Hindori, de algemeen directeur van het SVZ met wie ik al vaak via het internet contact heb gehad maar die wij nog nooit ontmoet hebben. Die ontmoeting bevestigt mijn eerdere indruk van de man : vriendelijk en voortvarend en naar later zal blijken betrouwbaar en dat is niet onbelangrijk nu wij op het punt staan een overeenkomst te sluiten voor een ambitieus meer jaren project dat mijn vak en dan met name endoscopische behandelingen op een hoger plan te brengen in Suriname. Een nieuwe werkplek Mijn inventarisatie van de technische infrastructuur van de endoscopie afdeling levert op dat de aanwezige apparatuur voor maag- en darmonderzoek redelijk functioneert maar dat de verouderde apparaten voor onderzoek van de dikke darm niet adequaat werken in combinatie met de videoprocessor, zoals de internisten al geconstateerd hadden. Los van de videoprocessor zijn alle endoscopen wel adequaat te gebruiken maar dan moet je wel gewend zijn zo te werken. Gelukkig ben ik dat. Daarnaast wordt een aantal stoornissen geconstateerd waarvan sommigen mogelijk kritisch, hetgeen later helaas bewaarheid wordt, en maakt het gegeven dat voor onderzoek van maag en dikke darm slechts een endoscoop beschikbaar is, in Nederland hebben wij er velen, ons bij technische stoornissen erg kwetsbaar. Voor meer details zie de bijlage. Endoscopen voor ERCP zijn, uiteraard, niet aanwezig maar wij hebben zelf een, weliswaar verouderde, endoscoop daarvoor meegebracht en die is te gebruiken met de aanwezige basisapparatuur. De ruimte voor endoscopie is erg klein, een bed kan er niet in, en bovendien wordt zoals overal in Suriname gebruik gemaakt van een endoscopietoren waardoor de ergonomie van de onderzoekingen belabberd is. Apparaten voor desinfectie zijn er niet, de endoscopen worden handmatig gereinigd. Verder moet voor de elektrocoagulatieapparatuur een stopcontact voor 220 V aangelegd worden. Er moet dus nog wel het een en ander verbetert worden en dan heb ik het nog niet gehad over zaken als assistentie bij endoscopie en de financiële infrastructuur waarover later meer. Maar er zijn, zoals later blijkt ook meevallers, de röntgenafdeling is recent gedigitaliseerd en de coöperatie van de radiologielaboranten bij onze procedures zou ik mij niet beter kunnen wensen. Helaas is er geen radioloog meer vast aan het SVZ verbonden. Paul de Baas met wie wij in 2004 in het SVZ nog heb samengewerkt heeft inmiddels een privépraktijk gestart. Andere radiologen hebben zijn voorbeeld gevolgd. Enkele dagen later hebben Janine en ik de endoscopieafdeling eens goed onderhanden genomen en heel wat rommel waaronder totaal onbruikbare beschimmelde endoscopen opgeruimd. Daarbij kwamen wij ook spullen tegen die wij ooit mee genomen hebben naar Suriname en geschonken aan Alfred Cameron en die ons nu weer goed van pas kunnen komen. Daarna hadden wij een overleg met Manodj Hindori die ook de internisten en Faiq Lall Mohamed mijn collega MDL arts die zich onlangs in Suriname heeft gevestigd had uitgenodigd. Ik heb mijn eerste evaluatie van de infrastructuur en noodzakelijke aanpassingen daarin gepresenteerd en daarna zijn wij meteen naar de endoscopie afdeling gegaan en hebben met het hoofd van de technische dienst afspraken gemaakt over noodzakelijke aanpassingen waaronder het aanleggen van een 220 V stopcontact en het timmeren van kasten. De meest noodzakelijke zaken worden morgen gerealiseerd. Ook onze Nederlandse gewoonte van een kopje koffie ’s ochtends is al

Page 66: Dokter in de West

65

gerealiseerd. Toen wij gisteren op het secretariaat van de algemeen directeur naar de mogelijkheden van een kopje koffie informeerden werd ons dat, zoals wij al hoopten, onmiddellijk aangeboden en daarna werd er voor gezorgd dat wij voortaan ’s ochtends een kopje koffie kunnen drinken op de endoscopie afdeling, dat smaakte vanochtend goed. Een dergelijke voortvarendheid heb ik dit land zelden meegemaakt. Gisteren hebben wij Nanja Braafheid, in 2002 gedurende 3 maanden onze buurvrouw in Nw Nickerie, ontmoet die al weer enkele jaren hier werkt als kinderarts. Verder loopt Ad Hendrikx, voormalig uroloog in het Catharina ziekenhuis en voor ons geen onbekende hier rond en is er tijdelijk een gepensioneerde Nederlandse radioloog Berry van der Lande. Gisterenavond hebben wij met de dames goed en gezellig gegeten in een restaurant langs de Suriname rivier.

foto : de endoscopie afdeling in het SVZ Morgen begint mijn endoscopieprogramma met een gastroscopie bij een kind van 15 maanden op verzoek van de kinderarts Jessurun Niet veel te doen. Het jongentje van 15 maanden blijkt geen maagonderzoek te moeten krijgen maar een onderzoek van de dikke darm ; het heeft blijkt bij navraag bij de moeder al langere tijd vele malen daags waterdunne ontlasting met bloed te hebben. Het is wel een erg klein hummeltje voor die enorme 1,7 meter lange coloscoop van mij dus besluit ik de gastroscoop te nemen en onder het toeziend oog van pa, ma, de beide internisten van het ziekenhuis en zuster Bergen ga ik geassisteerd door Janine aan de slag en wat ik zie is onmiskenbaar het beeld van een colitis ulcerosa. Op deze leeftijd een uitzonderlijke diagnose. Ook de kinderarts, een man met

Page 67: Dokter in de West

66

zeer grote ervaring, heeft dit nog nooit meegemaakt, of hij van mijn expertise gebruik mag maken bij de behandeling van dit kind? Natuurlijk daarvoor ben ik naar Suriname gekomen. Op de endoscopiekamer is de elektricien nu bezig om 220 V stopcontacten aan te leggen en Janine is met zuster Bergen, het nichtje van de chirurg uit het Diaconessenhuis waar ik in 2002 mee heb samengewerkt, de zaken aan het reorganiseren dus niets beter te doen hebbende nodig ik mijzelf maar uit voor de patiëntenbespreking die om 10 uur gaat beginnen. Die vind plaats in de bibliotheek boven de klassenafdeling en tussen 10 en 11 komen daar naast diverse verpleegkundigen de diverse dokters binnen, beide internisten en hun arts assistent Jeffry Lau en de neuroloog Baptista. De laatste imponeert als erudiet en iemand met groot gezag. Ik meng mij volop in de discussies die gaan over tal van interessante medische zaken zoals wat men hier noemt een viraal syndroom waarbij gedacht moet worden aan denque een vreemde infectieziekte overgebracht door muggen die kan variëren van onschuldig tot fataal. Voor mij is dat boekenwijsheid maar daar weten zij hier alles van. Tijdens de bespreking wordt mij gevraagd of ik iets wil drinken, er is wat soft ( frisdrank ) klaargezet, en als ik die vraag bevestigend beantwoord krijgen ik en de andere artsen dat ingeschonken maar een zestal ook aanwezige verpleegkundigen krijgen tot mijn verbazing niets. Groot enthousiasme ontstaat wanneer ik meld dat ik wel wat kan doen aan het slokdarmweb ( vernauwing ) van een van de opgenomen patiënten maar de röntgenfoto’s daarvan die daarna wil zien zijn nergens te vinden. Na afloop wordt ik bedankt voor mijn bijdrage. Omdat er verder voor ons niets te doen is gaan wij terug naar ons appartement om aan het zwembadje en op het balkon de middag door te brengen. Het jongentje van 15 maanden blijkt geen maagonderzoek te moeten krijgen maar een onderzoek van de dikke darm ; het heeft blijkt bij navraag bij de moeder al langere tijd vele malen daags waterdunne ontlasting met bloed te hebben. Het is wel een erg klein hummeltje voor die enorme 1,7 meter lange coloscoop van mij dus besluit ik de gastroscoop te nemen en onder het toeziend oog van pa, ma, de beide internisten van het ziekenhuis en zuster Bergen ga ik geassisteerd door Janine aan de slag en wat ik zie is onmiskenbaar het beeld van een colitis ulcerosa. Op deze leeftijd een uitzonderlijke diagnose. Ook de kinderarts, een man met zeer grote ervaring, heeft dit nog nooit meegemaakt, of hij van mijn expertise gebruik mag maken bij de behandeling van dit kind? Natuurlijk daarvoor ben ik naar Suriname gekomen. Op de endoscopiekamer is de elektricien nu bezig om 220 V stopcontacten aan te leggen en Janine is met zuster Bergen, het nichtje van de chirurg uit het Diaconessenhuis waar ik in 2002 mee heb samengewerkt, de zaken aan het reorganiseren dus niets beter te doen hebbende nodig ik mijzelf maar uit voor de patiëntenbespreking die om 10 uur gaat beginnen. Die vind plaats in de bibliotheek boven de klassenafdeling en tussen 10 en 11 komen daar naast diverse verpleegkundigen de diverse dokters binnen, beide internisten en hun arts assistent Jeffry Lau en de neuroloog Baptista. De internisten hebben hier namelijk een gezamenlijke afdeling met de neuroloog. De laatste imponeert als vakman en iemand met groot gezag. Ik meng mij volop in de discussies die gaan over tal van interessante medische zaken zoals wat men hier noemt een viraal syndroom waarbij gedacht moet worden aan denque een vreemde infectieziekte overgebracht door muggen die kan variëren van onschuldig tot fataal. Voor mij is dat boekenwijsheid maar daar weten zij hier alles van. Tijdens de bespreking wordt mij gevraagd of ik iets wil drinken, er is wat soft ( frisdrank ) klaargezet, en als ik die vraag bevestigend beantwoord krijgen ik en de andere artsen dat ingeschonken maar een zestal ook aanwezige verpleegkundigen krijgen tot mijn verbazing niets. Groot enthousiasme ontstaat wanneer ik meld dat ik wel wat kan doen aan het slokdarmweb ( vernauwing ) van een van de opgenomen patiënten maar de röntgenfoto’s daarvan die daarna wil zien zijn nergens te vinden. Na afloop wordt ik bedankt voor mijn bijdrage. Omdat er verder voor ons niets te doen is gaan wij al weer vroeg in de middag terug naar ons appartement om op het balkon en aan het zwembad(je) de middag door te brengen.

Page 68: Dokter in de West

67

De volgende dag begint met een gastroscopie, daarna is de ondertekening van de overeenkomt, hier noemen ze dat memorandum of understanding , tussen de Stichting Dokter in de West en de Stichting St Vincentius ziekenhuis. Janine, als voorzitter tekent namens de onze stichting, Manodj namens het ziekenhuis. De laatste doet ook een persbericht uitgaan maar dat zal slechts door een van de drie Surinaamse kranten, degene met de kleinste oplage, worden geplaatst. Later zal nog een artikel in de Ware Tijd, de belangrijkste ochtendkrant volgen. Daarna wordt ik nog geconsulteerd door de arts assistent kindergeneeskunde over een kindje van 5 maanden met bloed bij de ontlasting of ik een endoscopie wil doen maar ik adviseer eerst de kweek en parasitologisch onderzoek van de ontlasting af te wachten. Daarna doe ik vruchteloze pogingen om op het internet te geraken en doet Janine boodschappen met zuster Bergen voor de endoscopieafdeling en dat was het dan en zit onze eerste werkweek erop. Daarin hebben wij weliswaar bereikt dat de endoscopieafdeling voor wat wij van plan zijn redelijk operationeel is maar verder hebben wij nog niet zoveel gedaan terwijl er naar mijn stellige overtuiging nog zoveel te doen valt. Manodj Hindori begrijpt dit en heeft een persbericht en een schrijven aan de leden van de medische staf en huisartsen voorbereid en volgende week ga ik een voordracht voor de staf houden. Later zal de komst van de gastro enterologische missie met een advertentie in de krant worden aangekondigd en bij een van de volgende missies doen wij meer dan 100 procedures in 14 werkdagen en dat is onder de omstandigheden veel.

foto : de overeenkomst wordt getekend

Page 69: Dokter in de West

68

Wagenwegstraat Ons appartement aan de voornoemde straat in Paramaribo, gedurende enkele weken ons thuis in Suriname, biedt in meerdere opzichten een aardige kijk op dit land. Het is gesitueerd, ik zei het al, in een van de historische panden van het centrum dat door de UNESCO is uitgeroepen tot werelderfgoed. Dat vind ik alleszins terecht maar het betekent allerminst dat wij ons omringd weten door allerlei prachtige panden. Onze straat bestaat namelijk naast ons gerestaureerde pand verder uit een kerk, een van de zeer vele ministeries van dit land, enkele matig onderhouden oude panden, of minder vriendelijk gezegd krotten en nog wat uit de toon vallende moderne bouwsels met daartussen open plekken van huizen die het echt niet meer vol hebben kunnen houden. Van dat alles heb je heel veel in Paramaribo maar de gerestaureerde historische panden zijn helaas sterk in de minderheid. De open plekken worden veelal benut als parkeerplaats, dat is kennelijk lucratief. ’s Ochtends vroeg vanaf zes uur, wij liggen dan nog in bed, is het al een verkeersdrukte van jewelste in onze straat omdat heel Suriname zich dan in auto’s, niet zelden op hoge snelheid en met geluidsinstallaties op een ongezond hoog volume, in het centrum van Paramaribo probeert te persen. Snel vullen zich dan de parkeerplaatsen tot de allerlaatste en dat duurt tot drie uur ’s middags want dan loopt het centrum weer leeg en zijn er weer parkeerplaatsen in overvloed. Overigens is ook al het druk is oversteken geen probleem want de meeste automobilisten zijn graag bereid om even te stoppen. Vanaf ons balkon hebben wij een goed zicht op dat alles, ook op de mensen die zich hier zoal bevinden en die voor een deel kenmerkend zijn voor deze samenleving. Een is dat zeker, de wachter, wij zouden zeggen bewaker, die voor het bedrijfspand naast de parkeerplaats van ons appartement zit. Hij, niet zelden ook een zij, zit voor een bedrijfspand of overheidsgebouw vanaf ’s middags drie uur tot de volgende ochtend zeven uur maar of dat dan steeds dezelfde persoon is weet ik eerlijk gezegd niet. Wat ik wel weet is dat deze mensen vaak nog een andere baan hebben hetgeen kan verklaren dat men ze soms slapend aantreft. Of een dergelijke functionaris effectief is betwijfel ik, het verhaal gaat dat zij soms bij inbraken soms gewoon worden afgemaakt. Dat komt hier vaker voor en is onlangs ook een dertig jarige Chinese winkelierster, veel winkels worden hier gedreven door Chinezen, overkomen die in haar winkel werd doodgestoken door een 18 jarige jongen uit de straat. De buurt is daar zo verbolgen over dat het gezin hun huis uitgevlucht is. De ouders wordt verweten dat zij hun zoon niet hebben opgevoed. Niet helemaal ten onrechte, toch? De winkel tegenover ons appartement wordt eveneens gerund door een jong Chinees stel met twee dochtertjes. Zij spreken niet/nauwelijks Nederlands en maken een onverschillige en onvriendelijke indruk, naast de kassa staat op de computer het internet voortdurend aan. Harde werkers zijn het wel, de winkel is van 7 uur ’s ochtends tot 8 uur ’s avonds open. Dat laatste moet ook gezegd worden van de vrouwen die iedere avond door onze straat trekken om het vuil bijeen te harken dat even later, al weer deels verwaaid, door een man in een vuilnisbak wordt gedeponeerd. Vanaf ons balkon slaan wij dat alles onder het genot van een Parbo gade. Andere karakteristieke mensen voor het straatbeeld in de Wagenwegstraat zijn de hoekschijter, de hummerwasser en niet te vergeten de vele veelal vrouwelijke Nederlandse stagiaires die zich na drieën op de fiets richting waterkant begeven. Die zijn zo talrijk en rijk dat diverse organisatoren van trips naar het binnenland adverteren met stagiaires 15% korting. De hoekschijter zoals wij hem oneerbiedig noemen is een dakloze boslandcreool die vaak tegenover en naast ons appartement in het portiek ligt. Zijn naam ontleent hij aan het feit dat hij zijn behoefte ongegeneerd in een hoekje tussen twee gebouwen deponeert, zijn billen veegt hij af met wat plastic, op straat altijd wel voorhanden. De hummerwasser is eveneens een boslandcreool, een jongeman in het bezit van een gloednieuwe peperdure zwarte Hummer die minsten drie maal per week wordt gewassen. Zijn geld heeft hij ongetwijfeld verdiend in

Page 70: Dokter in de West

69

de drugshandel want met eerlijk werken kun je zoiets niet bij elkaar verdienen in dit land. Suriname is een land van grote contrasten.

Over tarieven en wat dies meer zij Omdat men in Suriname geen benul heeft wat nodig is voor moderne therapeutisch endoscopie en dus ook niet wat het kost heb ik mij ook verdiept in de financiële achtergrond van wat wij doen hier, de tarieven dus. Je hebt hier een drietal categorieën patiënten: particulieren, mensen die verzekerd zijn via het Staats Ziekenfonds ( SZF ) en tot slot de zogenaamde on- en minvermogenden. De laatsten hoeven zelf geen cent te betalen hun ziekenhuisrekening wordt betaald door het ministerie van sociale zaken, als die betalen ten minste. Bij een disfunctionerend overheidsapparaat en een groot informeel circuit zoals in Suriname beschikken tal van personen over een OMV kaart zonder daar echt recht op te hebben, het schijnt dat die kaarten gewoon te koop zijn! De particuliere tarieven zijn het

Page 71: Dokter in de West

70

hoogst dus voor je inkomsten is van belang hoe je patiënten mix is. Voor het SVZ is de verhouding particulier : overig ongeveer 1:2. Dat is gunstig vergeleken met de staatsziekenhuizen die in principe de OMV patiënten moeten bedienen. Als je dus de tarieven kent kun je uitrekenen wat endoscopie de dokter en het ziekenhuis oplevert en dat heb ik gedaan voor een theoretische endoscopiepraktijk van 300 gastroscopieën waarvan 10 varicesligaties, 150 coloscopieën en 50 ERCP’s. De uitkomst van die rekensom is een opbrengst voor de dokter van ruim 100.000 SRD ( ongeveer 25.000 € ) hetgeen als je dat terugrekent naar de Nederlandse normtijden, hetgeen overigens niet helemaal reëel is, neerkomt op een hoog uurtarief van 524 SRD. Merkwaardigerwijs is het tarief voor een gastroscopie, een coloscopie en een ERCP ongeveer gelijk! Hetzelfde theoretische model levert het ziekenhuis ruim 40.000 SRD op daarvoor wordt het ziekenhuis geacht disposables aan te schaffen, in dit model beraamd op 120.000 SRD, apparatuur te kopen en te onderhouden en de exploitatie van de endoscopieafdeling te betalen. Het moge duidelijk zijn dat dit voor de ziekenhuizen een onmogelijke opgave is zeker in de wetenschap dat de ziekenhuizen hun inkomsten voornamelijk halen uit ontoereikende ligdagtarieven terwijl het SZF ook nog eens all-in tarieven hanteert, dat wil zeggen dat alle behandelingskosten in het ligdag tarief zijn inbegrepen. Poliklinische activiteiten vormen hier voor het ziekenhuis geen budgetparameter zoals bij ons. De ziekenhuizen zijn dan ook arm en niet in staat tot investeren. Niet zelden hebben zij grote moeite om op het eind van de maand de salarissen uit te betalen. Dat heb ik al een aantal keren meegemaakt. Het is niet ongebruikelijk dat grote bedrijven de ziekenhuizen steunen. Zo heeft het Diaconessenhuis ooit van Staatsolie een nieuwe endoscopietoren gekregen, terecht want zij doen van oudsher de meeste scopieën.

St Vincentius ziekenhuis Paramaribo

Page 72: Dokter in de West

71

Mijn business case maakt duidelijk dat het voor de ziekenhuizen zo niet mogelijk is om endoscopie te bedrijven zeker niet de moderne therapeutische procedures zoals bandligatie van spataderen in de slokdarm, PEG ( het aanleggen van een slangetje voor voeding rechtstreeks naar de maag ) of ERCP omdat je daarvoor per procedure soms voor honderden euro’s aan wegwerpspullen nodig hebt. Tot op heden hebben wij dat opgelost door materiaal uit Nederland mee te brengen dat bijvoorbeeld over de houdbaarheidsdatum ( voor steriliteit ) was en door materiaal te hergebruiken. Voor de lange termijn is dat natuurlijk geen optie. Wij besluiten om reële kostprijzen te bepalen voor zowel het ziekenhuisdeel van het tarief, daar ligt de meeste pijn, als ook voor het doktersdeel. Die moeten dan voorgelegd worden aan de verzekeraars. Bij het bepalen van het doktersdeel ga ik uit van een uurtarief van 100 US dollar per uur en 1,5 x de normtijd per procedure zoals die in Nederland algemeen geaccepteerd wordt. Dat impliceert dat wij voor sommige procedures genoegen nemen met een lager tarief dan wij zouden kunnen krijgen, het verschil gaat naar het ziekenhuis. Het ziekenhuis declareert voor ons i.e. de stichting en de stichting betaalt daarvan de reiskosten en de huur van het appartement. Als Manodj deze reële tarieven later bespreekt met de verzekeraars wordt dit door de particuliere verzekeraars geaccepteerd maar door het SZF ( natuurlijk ) niet en dat is voor ons wel de grootste partij. Wij besluiten dan dat SZF patiënten het in het in het tarief ontbrekende bedrag zelf moeten bijbetalen. Bij Manodj beding ik wel dat als het echt noodzakelijk is en mensen dat echt niet kunnen betalen zij om niet geholpen kunnen worden als ik dat zeg. Dat vond ik wel een risico want zou onze activiteit nu niet een elitaire worden, alleen beschikbaar voor de rijken? Bij veel ontwikkelingsgeneeskundeprojecten is , weet ik, dat het geval. Voor mij is dat wel een belangrijk punt, het staat daarom ook in onze overeenkomst met het SVZ. Als wij na twee jaar kunnen overzien hoe het gewerkt heeft blijkt dat heel goed te zijn. Enerzijds hebben wij niet gezien dat er daardoor veel mensen uit de boot vielen en krijgt het ziekenhuis nu tenminste wat inkomsten voor deze activiteiten waarvoor zij tot nu toe nog niet hebben hoeven te betalen maar in de toekomst wel en anderzijds levert deze regeling de stichting voldoende op. Wat je natuurlijk hoopt dat een en ander op den duur wordt geformaliseerd. Ook in Suriname heeft de overheid het probleem van de sterk stijgende kosten in de gezondheidszorg en ook in Suriname heeft de overheid daar niet veel grip op omdat zij geen werkbare relatie heeft met het veld. Hoewel ik over het algemeen geen hoge pet op heb van de Surinaamse overheid in het algemeen en de minister van volksgezondheid in het bijzonder zijn er wel wat lichtpuntjes te melden. Celsius Waterberg is dat nu al heel wat jaren en, dat is heel bijzonder, hij is de enige minister uit de regering Venetiaan die ook meedoet in de huidige regering Bouterse. Hij komt oorspronkelijk uit het binnenland en heeft gestudeerd in Cuba. Van hem heb ik stomme dingen meegemaakt zoals de uitspraak dat hij in Wageningen een ziekenhuis wil vestigen terwijl het ziekenhuis in Nw Nickerie prima in staat zou zijn de zorg voor die regio te verlenen maar momenteel door zijn eigen toedoen slecht functioneert. Begrijpen doe ik die uitspraken wel, de Surinaamse politiek is nog steeds erg etnisch georiënteerd, zijn partij heeft zijn oorsprong in het binnenland en Wageningen is in zekere zin binnenland. Van de andere kant moet ik hem nageven dat m.i. onder zijn bewind malaria wel nagenoeg uit Suriname uitgebannen is en dat vind ik een geweldige prestatie. In de Surinaamse politiek is gezondheidszorg zeker ook een item en met name Waterberg heeft het idee van de algemene gezondheidszorgvolksverzekering, AZV, die de huidige lappendeken zou moeten vervangen. Hij heeft geopperd de financiering daarvan, natuurlijk het heikele punt, te regelen door de BTW te verhogen. Geen slechte gedachte vind ik, het combineert een goede landelijke regeling voor de zorg met een sociale financiering. Volgens mij ook mogelijk omdat het geleidelijk beter gaat in Suriname. Momenteel lijkt vooral het probleem dat niemand hem dit politieke succes gunt.

Page 73: Dokter in de West

72

Paramaribo Paramaribo is waar zo ongeveer de helft van alle Surinamers woont en waar het allemaal te doen is en dat is ook wel zo. Paramaribo is ook zoveel anders dan het veel kleinere Nw Nickerie dat wij goed kennen en waar wij ons zo deel voelde van de samenleving. Dat heb je in Paramaribo niet. Daar ben je anoniem en een van de velen. Niettemin voel ik mij daar wel thuis en ben ik er graag. Paramaribo is in zekere zin de sublimatie van Suriname. Alles wat je in Suriname vind, met uitzondering van het binnenland dan, vind je in Paramaribo.. Dat betekent allereerst contrasten.

foto : prachtig gerestaureerde koloniale huizen aan de Waterkant Het bovenstaande plaatje van fraai gerestaureerde koloniale panden is allerminst representatief voor de binnenstad van Paramaribo. Die staat weliswaar de UNESCO wereld erfgoedlijst maar het aantal gerestaureerde panden is sterk in de minderheid. Het is eerder een allegaartje van oude panden en vaak smakeloze nieuwbouw met daartussen braakliggende terreintjes. Bovendien zijn achterstallig onderhoud en verval eerder regel dan uitzondering. Toch heeft het wat en dat heeft zeker ook te maken met de mensen, de Surinamer draagt zijn hart op de tong en heeft beslist humor, en de heerlijke temperatuur. Een van de mooiste gebouwen is de kathedraal aan de Henk Arronstraat. Dit is het hoogste houten gebouw ter wereld, recent volledig gerestaureerd, maar nu laten de eerste latjes al weer los. Hoewel ik zeker geen kerkganger ben is een bezoek aan deze, of een andere, kerk op zondag, tijdens de dienst, een belevenis. Met uitbundig gezang alle ramen en deuren wijd open en zo nu en dan een onderbreking van het gebed door het gekletter van een heftige tropische regenbui. Hier en daar zie nog monumentale mahoniebomen soms zwaar begroeid met epifyten maar veel van

Page 74: Dokter in de West

73

die bomen zijn in de loop van de tijd verdwenen. Vroeger waren er veel straten en lanen in Paramaribo met palmen en andere bomen. Dat was een prachtig gezicht. Voor wie geïnteresseerd is in oude plaatjes van Suriname raad ik het boek ‘ Augusta Curiel fotografe in Suriname 1904-1937 ‘ aan. Een echt centrum heeft de stad niet, alles concentreert zich zo’n beetje op een stuk van pak weg twee kilometer aan de waterkant, de oever van de Suriname rivier, van de Waag via het onafhankelijkheidsplein tot aan Torarica. Op nationale feestdagen en daar heeft Suriname er veel van komt iedereen hier naar toe en is het een grote deinende massa met opzwepende muziek. Ik herinner mij dat ik daar liep tijdens keti koti, het feest van de afschaffing van de slavernij, met Janine aan mijn ene en Hetty aan mijn andere arm en dat leverde veel commentaar op van de feestgangers. En wat kun je dan verder allemaal in Paramaribo?

Wel eten en drinken natuurlijk. Een van de bekendste gelegenheden daarvoor waar veel Nederlanders komen is het Vat, tegenover Royal Torarica, mij spreekt dat niet zo aan. Ik ben liever in de Waag of in Baka Foto, een van de beste restaurants gesitueerd in Fort Zeelandia met een fenomenaal uitzicht over de Surinamerivier met de Bosje brug. Dan nog iets over de veiligheid. Overdag kun je overal veilig komen maar na zonsondergang moet je op je hoede zijn. Mijd de palmentuin en kies in het centrum, tussen de Waterkant en ons appartement altijd de drukke straten met winkels want daar zit meestal een wachter voor de deur. En als je je niet op je gemak dan neem je een taxi, dat kost niet veel. Wij lopen altijd en ons is nooit iets overkomen maar Leopold Engels is ooit beroofd van zijn portefeuille waarbij hij ook een messteek opliep maar die was op het verkeerde moment op de verkeerde plaats.

Page 75: Dokter in de West

74

Met vallen en opstaan Vandaag is het endoscopieprogramma van mijn collega Hedwig Dissels die ik steeds meer leer waarderen als een aardige open vent. Hij heeft mij gevraagd commentaar te leveren op zijn endoscopie skills dus als ik hem voor het eerst een gastroscopie zie doen waarbij hij de gastroscoop blind tot voor de maaguitgang naar binnen frommelt waag ik het er maar op hem te vertellen dat hij dat beter anders kan doen. Even later moet ik zelf over de knie. Ik had namelijk in tegenstelling tot de internisten beweerd dat de coloscoop goed functioneert als je hem maar niet via de videoprocessor gebruikt. Wij hebben namelijk nog twee patiënten voor coloscopie, een vrouw bij wie op de dikke darmfoto een poliep gezien is en een man met bloed bij de ontlasting bij wie ook al zo’n röntgen onderzoek is gedaan maar dat heeft niets opgeleverd. Als Janine de coloscoop vakkundig heeft aangesloten werkt die voor geen meter ook los van de videoprocessor en dat geldt ook voor de sigmoidoscoop. Ik krijg alleen een vaag beeld ten gevolge van, blijkt na enig gepuzzel, het feit dat de endoscoop geen lucht blaast. Dan maar de gastroscoop gepakt. Daarmee weet ik met enige moeite de poliep te bereiken, een grote, bovendien lastig gelegen achter een bocht. Ik weet deze met de snaar onvolledig te verwijderen, de elektrocoagulatie werkt uitstekend, maar het lukt mij daarna maar moeilijk om dat fragment in de snaar te vangen en als mij dat uiteindelijk wel lukt verlies ik hem onderweg. Daarom wordt besloten om een klysma te geven om de poliep alsnog te bergen. Daarvoor wordt zij opgenomen, van dagverpleging heeft men hier nog nooit gehoord, en de verpleegkundigen die uitgelegd krijgen wat er moet gebeuren antwoorden met grote ogen ja ja. Als dat maar goed gaat, ik heb inmiddels begrepen dat ja, ja en even, even betekent dat hij of zij het allemaal niet begrijpt maar dat zeg je niet in Suriname. De tweede patiënt heeft een ongetwijfeld kwaadaardig gezwel in de endeldarm dat kennelijk gemist is bij het eerder onderzoek. Vervolgens maak ik kennis met een andere patiënt van Hedwig, een vriendelijke oude baas met spataderen in de slokdarm waar hij al twee maal uit gebloed heeft. Hij staat op propranolol, Hedwig doet wat hij kan, en wij bespreken de mogelijkheid van endoscopische behandeling om zijn kans op een mogelijk fataal verlopende nieuwe bloeding te verkleinen. Hij kiest daarvoor, volgende week ga ik dat doen. Daarna probeer ik nog menig maal tevergeefs Urmie Kembel te bereiken. Zij is een voormalige endoscopieverpleegkundige uit het AMC, afkomstig uit Suriname en heeft zich twee jaar geleden hier weer gevestigd. Zij is hoofd van de afdeling opleidingen van het AZ. Samen met mijn in Nederland opgeleide Surinaamse collega, die zich onlangs hier gevestigd heeft doet zij, net als wij, haar best om voor patiënten die ons nodig hebben iets op te bouwen in dit land. Ik zou eventueel naar het AZ komen om samen een ERCP te doen. Dat gaat dus niet door en zo rond het middaguur is het voor ons weer gedaan voor vandaag. Als een echte Surinamer, dat ben ik ook volgens Hedwig want ik huur gewoon een auto op Zanderij en rij daarmee naar Paramaribo en sta bovendien niet gek te kijken als hij vertelt dat hij zelf op weg naar Zanderij vaak over de highway en de Meursweg gaat om de drukte op het pad van Wanica te vermijden, zoek ik met Janine daarna troost in eten. Voor veel Surinamers betekent dat tegenwoordig een vette hap bij Mc Donalds of de Burgerking maar wij gaan voor een broodje pom en voor Janine een flesje kersen en voor mij zuurzak, heerlijk. Gisteren hebben wij met weinig resultaat geprobeerd een prepaid mobiele telefoon voor ons en onze opvolgers te kopen maar dat bleek nog lastiger dan wij hadden gedacht. Hoewel in Paramaribo op vrijwel iedere hoek van de straat een winkel voor mobiele telefoons te vinden is, de toegenomen welvaart in Suriname vertaalt zich mijns inziens grotendeels in meer mobieltjes en meer auto’s, werd ons vriendelijk maar beslist te verstaan gegeven dat wij dat alleen konden doen met een visum voor zes maanden en dat hebben wij niet. De ratio van een en ander heeft mij ons niet kunnen uitleggen maar regels zijn nu eenmaal regels en die zijn

Page 76: Dokter in de West

75

belangrijk in dit land, dat wisten wij overigens al. Vanochtend besprak ik mijn probleem met Manodj, ook op de hoek van de straat waar hij woont is zo’n telefoonwinkel van Digicel, hij gaat een mobieltje voor ons kopen, middels dit mobieltje, de surifoon, zal voortaan het GE team tijdens missies te bereiken zijn. . Als wij die avond ons appartement verlaten om te gaan eten in de Waag aan de Waterkant galmt uit de kerk van de vrije evangelisatie het gezang want alle ramen en deuren staan open uiteraard en in de Waag heeft de man die ons bediend, Frederik, over ons gelezen in de Ware Tijd. Op internet heeft hij opgezocht wat endoscopie inhoudt en hij vind het reuze interessant. Hij is een aardige goedlachse man, intelligent bovendien. De volgende dag zullen wij er weer eten nu met Henk en Bea en Guno als onze gasten. Dat hij bij het serveren van de koffie Janine twee melk in plaats van twee suiker serveert zij hem vergeven. Ik hoop dat hij zijn droom om zelf op een stukje grond aan de Surinamerivier voor zichzelf te beginnen in de horeca ooit zal verwezenlijken. Ik heb hem niet meer kunnen groeten want hij was al weg toen wij vrij laat de Waag verlieten. Bijna 80 is maar hij oogt vitaal en is zeker helder van geest de heer Zeilstra, honorair consul voor Suriname in België met wie wij een afspraak hebben op het terras van Torarica. Wij zijn met hem in contact gekomen via Rein, een man die in ons appartementsgebouw verblijft en die hem over onze activiteiten hier vertelt heeft. Daarop had hij aangegeven ons te willen ontmoeten want hij heeft een donatie van maar liefst 16 containers met medische spullen uit België georganiseerd. Hij vertelt zijn verhaal met Suriname en wij het onze en wij blijken een gezamenlijk doel te hebben te weten dit vriendelijke maar niet vooruit te branden volk te helpen. Wij overhandigen hem een lange lijst die Manodj ons meegegeven heeft van alles wat het SVZ gebruiken kan en ik beloof hem na terugkeer in Nederland te informeren over de ontwikkelingen op mijn vakgebied in Suriname. Als wij later weer in Suriname zijn blijkt van de donaties niet veel terecht gekomen te zijn. De containers bleken na aankomst op de kade in Paramaribo grotendeels leeg gestolen te zijn. Vandaag hadden wij een goede dag in het ziekenhuis met de nodige endoscopieën waarmee wij de hele ochtend aardig bezig zijn geweest met als hoogtepunt de varices ligatie bij de patiënt van Hedwig een vitale 70-er met chronische hepatitis C, die grote varices zou hebben en dat heeft hij. Onder het toeziend oog van Jeffrey Lau, arts assistent in opleiding en Hedwig Dissels verloopt dat vlotjes. De andere endoscopieën lopen eveneens vlot maar vormen ook geen grote uitdaging. Gisteren hadden wij wel een aantal uitdagingen. Het begon met een tweetal coloscopieën met poliepectomie. Later die dag was er een ERCP gepland van een van de chirurgen wegens verdenking op galwegstenen. Zuster Bergen die zou assisteren laat het afweten, zij moet dokter Cameron bijstaan op de poli en voordat wij de endoscopietoren naar de röntgenafdeling kunnen vervoeren moet nog even de standaard waar de endoscopen worden opgehangen worden verwijderd omdat die anders niet door de deur kan maar de technische dienst komt op mijn verzoek onmiddellijk opdraven. Op de röntgenafdeling werk ik mij vervolgens gedurende anderhalf uur het zweet op de rug maar gelukt het mij tot mijn frustratie niet om de galwegen te cannuleren. Aan de röntgen ligt het niet die is fantastisch maar de endoscoop is verre van optimaal en de patiënte ondanks 10 mg. Dormicum i.v. erg onrustig maar meer durf ik zonder adequate bewaking niet te geven. Gelukkig heeft de patiënte zelf er weinig van meegekregen en is zij daags later gesteld voor de vraag opnieuw een ERCP ondergaan of geopereerd worden zondermeer tot dat eerste bereid. Het mislukken van deze procedure verpest niettemin mijn humeur. Inmiddels staat er nog een tweede ERCP op de lat en ik weet nu al dat ook die niet gemakkelijk gaat worden maar ik ga ervoor.

Page 77: Dokter in de West

76

Hartverscheurend Ik heb het niet gehoord, Janine wel, wat ze zei die broodmagere 45 jarige Javaanse vrouw bij wie wij onze laatste endoscopie doen “ help me alsjeblieft “. Maar zij is niet meer te helpen. Jaren geleden kreeg zij een “overloopje” in verband met een gezwel uitgaande van de galwegen. Nu heeft zij in toenemende mate last van bloedarmoede en de chirurg die haar behandelt heeft mij geconsulteerd met de vraag ERCP te doen. Ik heb de procedure wel gepland op de röntgenafdeling maar besluit toch te beginnen met gastroscopie en dan wordt het probleem, zoals ik al vermoedde, al snel duidelijk tumoringroei in de twaalfvingerige darm. De afgelopen dagen hebben wij gelukkig steeds meer te doen gekregen. Met name heb ik nogal wat coloscopieën gedaan. Het kindje van 15 maanden dat ik eerder zag met een colitis wordt nu door de kinderarts op mijn advies behandeld met Prednisolon en Mesalasine. Bij de patiënte bij wie mijn eerste ERCP mislukte heb ik dat inmiddels overgedaan en daarbij ben ik er wel in geslaagd om de galwegen te cannuleren, papillotomie te doen en een aantal stenen te verwijderen maar de grootste kreeg ik er niet uit. Daarvoor zou ik de steen moeten verbruizelen maar ik had de spullen niet voor Zij moet nu alsnog geopereerd worden. Na deze procedure, voor eten was die middag geen tijd, waren wij uitgenodigd door Hedwig om een tochtje te maken om dolfijnen te zien. Vanaf Leonsberg, waar ik zoals Hedwig al verwachtte feilloos naar toe reed, vertrokken wij per boot naar Nw Amsterdam en vervolgens richting oceaan tot aan Braamspunt zonder ook maar een schimp van dolfijnen op te vangen. Maar op de terugweg bij de samenloop van de Commewijne- en de Surinamerivier zagen wij

foto : de oever van de Surinamerivier ergens tussen Paramaribo en Nw Amsterdam

Page 78: Dokter in de West

77

ze, soms van zeer dichtbij en dat was zeer de moeite waard. Braamspunt overigens kun je zomaar tegenkomen in historische verhalen over Suriname. Hier werden namelijk vroeger, in de tijd van de slavenhandel, de schepen gevisiteerd, dat wil zeggen er kwam iemand aan boord om te bezien of de slaven geen besmettelijke ziekten onder de leden hadden en het veilig was ze te vervoeren naar de markt in Paramaribo.

foto : Braamspunt No spang Kennelijk maken wij een relaxte indruk want de man, een Nederlandse Surinamer, die op ons afkomt als wij aan de Waterkant even een sapje zitten te drinken zegt ik zie dat jullie Nederlanders zijn maar jullie lijken wel Surinamers. No spang oftewel maak je niet druk is hier inderdaad het credo. Gisteren zijn wij met een vroege vlucht op Zanderij gearriveerd en hebben in de loop van de middag onze intrek genomen in het ons zo vertrouwde Eco Resort in Paramaribo. Traditioneel hebben wij eerst een djogo genoten vervolgens onze koffers naar de kamer gesleept en daarna ben ik beltegoed gaan kopen voor de surifoon, onze mobiele telefoon in Suriname die ik vervolgens niet aan de praat weet te krijgen. No spang dat komt later wel. Maandag zal blijken dat van onze prepaid mobiele telefoon de SIM card wordt geblokkeerd als deze 2 a 3 maanden niet wordt gebruikt. De aanschaf van een nieuwe SIM card a raison van 10 SRD lost dat probleem op maar nu hebben wij wel een nieuw nummer dat nog bij niemand bekend is. Gisterenavond hebben wij gegeten in de Waag aan de Waterkant waar wij onmiddellijk werden herkend van vroeger en nu drinken wij even wat in afwachting van ons appartement in de Wagenwegstraat waar wij aanstonds terecht kunnen.

Page 79: Dokter in de West

78

Helaas hebben wij dit maal niet de riante suite met balkon op de eerste verdieping aan de voorkant maar moeten wij ons behelpen met een klein eenkamer appartement aan de achterkant. Augustus is kennelijk hoogseizoen want het hele appartementengebouw is volgeboekt. Die middag brengt ons huurautootje ons comfortabel naar Overbridge River Resort waar een enthousiaste Patto ons begroet aan de poort. Later eten wij wat in het restaurant waar wij Benito en ook Henry Wong en zijn vrouw ontmoeten en ik neem een duik in de Surinamerivier die ik al lang niet om me heen gevoeld heb. Daarna bezoeken wij Henk en Bea in Lelydorp om vroeg in de avond na een enorme wolkbreuk die half Paramaribo onder water heeft gezet in enorme file weer naar ons appartement terug te keren. Morgen zullen wij ons om 9.00 u. melden in het St Vincentius ziekenhuis waar ons de nodige problemen wachten met de endoscopen zoals wij al vernomen hebben en…zou de apparatuur die wij verzonden hebben naar Suriname en die wij hard nodig hebben nu eindelijk gearriveerd zijn? No span man dat zien we dan morgen wel. Als wij dan op maandagochtend in het St Vincentius ziekenhuis arriveren is er inderdaad wel het een en ander loos. De coloscoop blaast weer eens geen lucht en de gastroscoop is onbruikbaar door merkwaardige paars-groene kleuren. Beide problemen worden door Janine vakkundig geanalyseerd ( resp. verstopt luchtkanaaltje en vocht in de connector ) en verholpen. Een groter probleem is dat de ons tijdig naar Suriname getransporteerde ERCP apparatuur nog steeds niet in het ziekenhuis gearriveerd is omdat de douane deze nog niet vrijgegeven heeft terwijl voor ons wel aanvragen liggen voor ERCP en ik verdom het die vaak lastige procedures uit te voeren met de oude troep aan apparatuur waar ik hier over kan beschikken nu bureaucratische boefjes mij mijn goede spullen onthouden. Maar no spang man ik weet inmiddels ook wel hoe het in dit land werkt dus ik trek aan ieder touwtje waar ik aan kan trekken om zo hoog mogelijk in de hiërarchie terecht te komen en gun mijzelf een week de tijd voordat ik mij druk ga maken. Misschien had de man aan de Waterkant toch een beetje gelijk. Lekker bezig Ongetwijfeld is het mede aan ons gedram te danken dat onze ERCP apparatuur woensdag door de douane wordt vrijgegeven zodat wij er donderdag over kunnen beschikken. Dus gaan wij na enkele scopieën te hebben gedaan aan de slag om alles op de röntgenafdeling in orde te maken. Wij worstelen wat met de opstelling en improviseren met verlengsnoeren maar alles werkt voortreffelijk. De eerste patiënt voor ERCP komt van de chirurg Mohab Ali. Het is een vrouw van voor in de zeventig die eerder cholecystectomie en choledochusexploratie onderging wegens obstructie-icterus. Daarna bleef zij geel en daarom is zij in juni opnieuw geopereerd. Het T-drain cholangiogram toont echter nog steeds een contrastuitsparing distaal in de choledochus. Velen kijken toe als ik vlot in het duodenum belandt om daar een sterk bomberende papil aan te treffen zoals gezien wordt bij een ingeklemde steen. Gelukkig kom ik ook snel met de papillotoom in de galwegen maar als ik de papil opensnijd zie ik geen steen maar tumorweefsel. Ik neem biopten en besluit een endoprothese te plaatsen. Daarvan heb ik er hier een aantal maar geen volledig assortiment zoals in Nederland. Een 8,5 Fr. 5 cm lange endoprothese is het beste wat ik heb, die gaat niet over de witte catheter maar het lukt mij prima deze te plaatsen over een voerdraad waarbij ik de witte catheter als pusher gebruik. Voor de patiënt is dit natuurlijk een trieste diagnose maar er is in ieder geval duidelijkheid en er is nu een goede Palliatie, terwijl patiënte een nieuwe operatie bespaard is gebleven. Bij de aanwezigen oogsten wij veel lof over deze procedure en zelf ben ik zielsgelukkig met deze spullen, het is duizend maal beter dan alles waar ik tot op heden hier mee heb gewerkt. De volgende middag hebben wij weer een ERCP. Het betreft een HIV + man met status na

Page 80: Dokter in de West

79

cholecystectomie en een middels MRCP, jawel, aangetoonde steen in de choledochus. De papil ligt vlak boven een divertikel maar ik kom er vlot in, doe een papillotomie en haal de steen eruit met een dormia. Die ochtend deed ik ook weer eens coloscopiëen met de fiberscoop. De eerste patiënt, een VIP uit een familie waar veel coloncarcinoom voorkomt maar wel boven de 50 jaar, heeft een poliep in het rectum die ik eruit haal. De tweede patiënt is zijn zus, zij werd in 2006 al aan en coloncarcinoom geopereerd en komt nu voor follow up coloscopie. Zij heeft een obstruerend carcinoom.

Over haar broer wordt ik later die dag, vlak voor wij willen gaan eten, nog gebeld : hij heeft contact opgenomen met het ziekenhuis, zoals ik hem geïnstrueerd had, omdat hij nog steeds aanzienlijk bloed verliest. Ik adviseer dat hij naar het ziekenhuis komt om ter observatie opgenomen te worden maar besluit als ik er later op de avond weer over hem gebeld wordt om naar het ziekenhuis te gaan om een opnieuw een scopie te doen. In buikligging kan ik de poliepectomieplaats goed in beeld krijgen : er is een adherent stolsel met daaronder een oozende bloeding. Ik spuit mijn enige spuit met epinefrine 1:10.000 rondom de poliepectomieplaats leeg maar zie niet veel gebeuren. Werkt het spul wel, hoe lang ligt het hier al? Uiteindelijk daalt zijn Hb ( bloedgehalte ) tot 6.5 en maken tensiedalingen opname op de IC gewenst. Als ik hem zaterdagochtend even bezoek is de bloeding gestopt. Door mijn onverwachte aanwezigheid op zaterdagochtend wordt ik ook uitgenodigd voor de stafvergadering die dan wordt gehouden, een belevenis op zich en tijdens de stafvergadering wordt ik gebeld over mijn tweede ERCP patiënt die al naar huis was maar nu koorts zou hebben. Ook dat loopt gelukkig met een sisser af.

Page 81: Dokter in de West

80

Vreugde en verdriet in Suriname Terwijl Paramaribo zich opmaakt voor de inauguratie van haar nieuwe president roverhoofdman Desirė Delano Bouterse wordt het land op vrijdagmiddag opgeschrikt door het plotselinge overlijden van de president ( daar zeggen ze governer ) van de Surinaamse Centrale Bank André Telting. In een land waar goed voor je zelf zorgen en je vooral niet bekommeren om het algemeen belang de norm is was hij een toonbeeld van integriteit. “One of the very few good men” zoals de kranten veelvuldig koppen werd dagen tevoren door oud president Venetiaan met de hoogste onderscheiding die het land kent geëerd omdat hij het land in financieel opzicht weer gezond had gemaakt nadat de bende van Bouterse het tot aan de rand van het bankroet had gebracht. Hij voerde ook de SRD, de Surinaamse dollar in die de plaats innam van 1000 Surinaamse guldens. De dag van zijn begrafenis was zijn laatste werkdag daarna zou hij op 74 jarige leeftijd van zijn pensioen zijn gaan genieten. Het weekend brengt nog ander slecht nieuws : maar liefst 7 verkeersdoden waarvan 5 op de ons zeer bekende Oost-West verbinding naar Nickerie. Dat er veel ongelukken gebeuren kun je begrijpen als je hier aan het verkeer hebt deelgenomen. Hoewel aanzienlijk beter dan een aantal jaren geleden zijn de wegen nog steeds niet goed te noemen en misschien juist wel gevaarlijker dan vroeger. Toen waren ze vaak zo slecht dat je wel langzaam moest rijden, nu kan het voorkomen dat na kilometers goede weg zich daarin ineens een flinke kuil bevindt en als dan zoals vaak met hoge snelheden wordt gereden is een ongeluk zo gebeurd. Wij hebben dat ook weer meegemaakt toen wij dit weekend even op en neer gingen naar Overbridge. Goed nieuws is zondermeer dat inmiddels in 2011 de cursus voor endoscopie- verpleegkundigen, georganiseerd door Urmie Kemble, voormalig endoscopieverpleegkundige in het AMC en nu hoofd opleidingen van het AZ, van start gaat. Wij, Janine, Hetty en ik leveren daar meerdere bijdragen aan. Uit alle Surinaamse ziekenhuizen, ook die waar geen endoscopieën worden gedaan, zijn cursisten aanwezig. Van het St Vincentius ziekenhuis nemen de zusters Oward, Bergen en Loswijk deel. De cursisten vinden de materie moeilijk en dat kan ik begrijpen want stel je maar eens voor dat je les krijgt over functietesten of ERCP, twee van mijn onderwerpen, terwijl je dat in de praktijk nog nooit hebt meegemaakt. Van Ben Hewitt, hij werkt zelf ook mee aan de cursus, krijg terwijl ik bezig ben mijn bijdragen voor te bereiden een email, of hij bij mijn lessen aanwezig mag zijn om er iets van te leren. Dat vind ik natuurlijk geen probleem. Hij stijgt in mijn aanzien, in de afgelopen 9 jaar dat ik in dit land actief ben om procedures uit te voeren die hier niet mogelijk zijn waren er, tot mijn verbazing, niet zo veel collega’s die belangstelling toonden om van mij iets te leren. Uiteindelijk zal alleen Charleen Loswijk de cursus met een positief resultaat afsluiten en zich daarenboven ontwikkelen tot een adequate endoscopieverpleegkundige in staat om bij moderne endoscopische procedures te assisteren. Daarmede is een van de barrières om therapeutische endoscopie in Suriname te realiseren geslecht. Dat is de verdienste van Urmie Kemble. Helaas heeft zij het hier ook niet vol weten te houden, eind 2011 is zij weer teruggegaan naar Nederland en dat vind ik verdrietig. Verdrietig is beslist ook dat onze gastroscoop is uitgevallen want wij hebben er maar een. Tijdens procedures valt hij regelmatig uit terwijl de coloscoop normaal functioneert. Zelf komen wij er niet uit dus wordt de firma Triangle Trading maar weer eens ontboden. Zij bevestigen dat er sprake is van een ernstige stoornis vermoedelijk op basis van kabelbreuk door mantelschade. Anders dan in Nederland kun je dan niet iemand inschakelen om het probleem op te lossen maar moet je zelf een list bedenken om door te kunnen gaan of het hoofd in de schoot te leggen. Omdat opgeven niet in mijn aard zit had ik een list bedacht. Wij zouden wellicht gebruik kunnen maken van de endoscopen van het Academisch ziekenhuis. Omdat er weer een nationale feestdag komt, keti koti, waar wij niet mee gerekend hebben doet zich de mogelijkheid voor om in het AZ te werken want die zullen dan geen programma

Page 82: Dokter in de West

81

hebben. Ik benader Manodj Hindori met dit verzoek en die benadert op zijn beurt zijn collega in het AZ die instemt mits een en ander ook afgestemd wordt met economisch directrice. Omdat ik toch regelmatig in het AZ ben in verband met de cursus voor endoscopie -verpleegkundigen zeg ik toe zelf contact met haar op te nemen. Mijn contacten met haar verlopen prettig, zij informeert hoe wij onze verrichtingen administratief afhandelen in het SVZ en ik leg haar dit uit en zij zegt toe dit met haar collega in het SVZ te zullen afstemmen. Daarnaast heb ik nog contact met het afdelingshoofd, collega Anijs, die de voorwaarde stelt en dat kan ik wel begrijpen, dat een van zijn eigen mensen bij de procedures aanwezig is. Ook aan die voorwaarde wordt voldaan want Urmie Kemble is bereid belangeloos hiervoor een vrije dag op te offeren. In de veronderstelling dat dan alles adequaat geregeld is gaan wij die vrijdag met ons team naar het AZ voor een in menig opzicht bijzonder endoscopie programma.. Anders dan je zou verwachten heeft geen van de collegae uit het AZ belangstelling om de procedures, zij zouden er wat van kunnen leren, bij te wonen. Maar zij zijn er wel, collega Adhin en later ook het afdelingshoofd, roverhoofdman Anijs. Terwijl wij bezig zijn met onder meer patiënten uit het AZ ontstaat consternatie, Urmie wordt gebeld door haar directrice “ u heeft hiervoor geen toestemming, u dient onmiddellijk uw activiteiten te staken” moet zo ongeveer haar boodschap geluid hebben. Ik maak niettemin mijn procedure af en begeef mij daarna naar de kamer van Anijs waar ik getuige ben van een telefoongesprek tussen hem en Manodj Hindori met als uitkomst dat als het geld maar in het AZ blijft wij verder mogen gaan. En dat doen wij dan ook. Janine haalt diep adem en zegt Anijs de waarheid die daar niet van terug heeft en ik vreet mij op en schrijf dat weekend een brief aan de directie van het AZ over de mijns inziens onacceptabele gang van zaken. Zij belt mij daarover maar kan mij niet uitleggen wat ik anders had moeten doen maar biedt wel haar excuses aan voor de gang van zaken en ik accepteer die. Toch is dat nog niet het laatste couplet van mijn samenwerking met dit rovershol. Als wij maanden later terug zijn in Suriname krijg ik een telefoontje van een van de dokters van de intensive care van het AZ met de vraag of ik wil komen om een gastroscopie te doen.. Het betreft een patiënt die opgenomen is met een maagbloeding bij wie de bloeding niet stopt. Op mijn vraag of er al in de maag gekeken is wordt ontkennend geantwoord. Doorvragend blijkt de reden daarvoor onenigheid tussen de verantwoordelijke dokters waaronder Adhin, kennelijk hoofdbehandelaar. Geen zin hebbende mij opnieuw in dit wespennest te steken antwoord ik in principe bereid te zijn te helpen maar verbind daaraan de voorwaarde dat de behandelende dokter mij informeert en mij consulteert. Dat gebeurd niet maar de volgende dag wordt ik wel gebeld door de directrice van het AZ “ ik begrijp dat u de endoscopie liever in het SVZ doet”, niet dus en heb haar de situatie uitgelegd. Daags daarna – wij hebben te maken met een intensive care patiënt- wordt ik opnieuw gebeld door de directrice “ik heb dokter Adhin hier bij zitten ( ik krijg hem zelf niet aan de lijn ) “ of u wilt komen om hem te assisteren”. Ik besluit de zaak niet verder op de spits te willen drijven en ga met mijn team naar de IC van het AZ. Daar aangekomen doe ik op de IC onder het toeziend oog van diverse intensivisten mijn endoscopie, Dr. Adhin is in geen velden of wegen te bekennen. De patiënt heeft een grote maagzweer juist voorbij de maag, die niet meer bloedt. Tijdens de procedure komt Adhin op de proppen. Ik kan het niet laten om na afloop hem de oren te wassen i aanwezigheid van zijn collega’s. Het zal onze vriendschap niet bevorderen.

Page 83: Dokter in de West

82

Diner bij kaarslicht Op maandag 31 oktober arriveren wij om 8.30 u. in het SVZ voor al weer ons derde werkbezoek in 2011. Voor onze doen laat maar wij zijn dan ook pas gisterenavond in Paramaribo gearriveerd terwijl wij anders altijd op zaterdag aankwamen. Tot onze verbazing is er niemand aanwezig op de endoscopie afdeling. Later blijkt dat ze dachten dat wij een week later zouden komen. Ik kom er wel een negroïde man tegen met evident gele ogen. Het blijkt een patiënt van dokter Anijs internist en hoofd van de afdeling interne geneeskunde in het AZ van wie ik geen hoge pet op heb. Hij heeft kopieën van zijn medische gegevens bij zich, kennelijk een verstandig man die op de hoogte is van de administratieve puinhoop in de gezondheidszorg in Suriname. Daaruit blijkt dat hij een uitgezaaide vorm van alvleesklierkanker heeft. In Nederland zouden wij bij zo iemand een buisje plaatsen in de galwegen om de geelzucht en de daarmee gepaard gaande jeuk op te heffen. Hier lijkt mij dat niet zo’n goed idee. Zo’n buisje gaat namelijk gemiddeld na ongeveer 3 maanden dicht zitten, dan worden patiënten doodziek en moet je het binnen 24 uur vervangen. Het is maar de vraag of er dan iemand van ons in het land is om dat te doen. Mij lijkt daarom een operatie waarbij een verbinding wordt gemaakt tussen de galwegen en de darm, een solide oplossing voor het probleem van de geelzucht voor de zes maanden die deze man nog te leven heeft, een betere optie. Als ik Anijs daar later via de telefoon over spreek is hij dat met mij eens. Waarom hij de man dan naar mij gestuurd heeft blijft mij een raadsel en ronduit verbijsterd ben ik over de opmerking van Anijs dat zo’n operatie dan misschien maar beter in het SVZ kan plaatsvinden omdat de chirurgen in het AZ al zeker een jaar geen operatie aan de galwegen meer gedaan zouden hebben. Omdat wij deze week niet verwacht worden is er natuurlijk geen endoscopieprogramma, voor de weken daarna overigens ook niet en heeft onze trouwe steun en toeverlaat zr. Owart een vrije week. Zr. Lai A Fat van de poli zal haar bellen en vragen of toch wil komen. Verder niets om handen hebbende verlaten wij in de loop van de ochtend het ziekenhuis om de dag verder wat te luieren onder meer aan het zwembadje van het appartement. ’s Avonds eten wij in Baka Foto in Fort Zeelandia, een van onze favoriete restaurants, niet goedkoop maar een voortreffelijke ( Europese ) keuken, geweldige ambiance met uitzicht over de Suriname rivier en de Bosjebrug. Wij maken nog een praatje met de kok en eigenaar, een Nederlander die na omzwervingen op Curaçao al weer enkele jaren in Paramaribo verblijft. De volgende dag is zr. Owart paraat en wij begroeten elkaar met een brasa. Tevens is daar zr. Loswijk, nieuw op de endoscopie afdeling maar wij kennen haar al, zij was een van de 4 verpleegkundigen uit het SVZ die begin van dit jaar aan de door Urmie Kembell georganiseerde eerste opleiding voor endoscopie verpleegkundigen in Suriname deelnam en de enige die slaagde. Die dag is er welgeteld een gastroscopie. Wij maken mag je zeggen een slow start. Donderdag staat de teller van de endoscopie afdeling slechts op 10 maar wij hebben wel bij een patiënt een naadstenose na (buis)maagoperatie behandeld, bij 2 patiënten een maagzweer ontdekt en bij twee patiënten kanker van respectievelijk maag en dikke darm. Voor morgen staan een aantal uitdagende procedures op de lat en ik voel mij in mijn element. Het rustige begin stelt mij in de gelegenheid mijn to do list af te werken en een aantal zaken te regelen. Een daarvan is de samenwerking met de andere ziekenhuizen. De gedachte daaraan is ontstaan tijdens een symposium van een aantal Nederlandse MDL artsen in 2011, mede georganiseerd door de internisten van het Diaconessenhuis, waar Rens Bos heeft vertelt over onze activiteiten. Een aantal Nederlandse collega’s heeft toen aangegeven belangstelling te hebben om te participeren op voorwaarde dat ook zou worden samengewerkt met het Diaconessenhuis. Volgens afspraak neem ik contact op met Ben Hewitt, internist in het Diaconessenhuis en degene die naar mijn mening de meeste ervaring heeft op mijn vakgebied, en wij besluiten om maar meteen die avond te overleggen, hij komt na zijn

Page 84: Dokter in de West

83

avondpoli naar de Wagenwegstraat. Tussen de middag gaan wij nog even een broodje eten bij Lekker, wederom niet goedkoop maar wel top. Janine wil voor vanavond een salade meenemen maar ik besluit vanavond voor roti te gaan. Als ik rond zevenen daarvoor op pad ga, inmiddels is het donker, valt plotseling de elektriciteit uit. Dat geeft een bijzonder merkwaardige sfeer in een stad als Paramaribo : je breekt natuurlijk bijna je nek over al die onregelmatige trottoirs omdat je niets ziet want alleen de autokoplampen verlichten de straat en als voetganger heb je daar niet veel aan. Alleen de casino’s, en daar zijn er veel van, zijn volop verlicht, die hebben kennelijk een aggregaat. Bij Joosje, mijn favoriete roti shop, kan ik nog wel terecht om eten af te halen. Ik vind mijn weg naar huis en koop bij de chinees aan de overkant kaarsen. Wij eten bij kaarslicht maar de afspraak met Ben gaat daardoor niet door, die zal enkele dagen later plaatsvinden. Wij spreken dan af dat Ben een aantal moeilijke patiënten voor endoscopie zal verzamelen en dat wij dan samen de procedures gaan uitvoeren. Intussen gaan wij verder in het SVZ waar het soms mee maar vaker tegen zit. Door dokter Baptista, de zoon van de neuroloog van het SVZ, een van die Surinaamse dokters waar ik grote bewondering voor koester, wordt ik gevraagd of ik een PEG wil plaatsen bij een patiënt met een CVA. Dat is een procedure waarbij middels endoscopie een slangetje voor de voeding rechtstreeks via de buikwand in de maag wordt ingebracht. Voor patiënten die niet meer kunnen slikken betekent het een belangrijke verbetering van de kwaliteit van leven omdat zij de neussonde die veel irritatie veroorzaakt kunnen missen. Voor mij is dit technisch geen probleem. Het probleem voor Suriname schuilt erin dat je voor deze ingreep een setje nodig hebt dat relatief veel geld kost ( 75-150 € ). Mark Baptista denkt echter wel aan zo’n setje te kunnen komen ( dat moet de familie dan kopen ) en ik beloof hem dat te plaatsen en dat gebeurd, de eerste PEG in Suriname is een feit. Ik filosofeer met zijn vader hoe wij meer patiënten in Suriname van deze procedure kunnen laten profiteren. Later sneuvelt onze enige gastroscoop, die wij van Chris Mulder, hoogleraar gastro-enterologie in Nederland, en de enige hoogleraar met een groot hart voor de derde wereld, hebben gekregen toen de vorige het begaf. Daar wordt ik niet vrolijk van. Evenzeer erger ik mij aan het gegeven dat gesedeerde patiënten op de endoscopieafdeling vaak niet op tijd worden opgehaald en uit eigen ervaring weet ik dat dat lang niet altijd met een tijdsgebrek te verklaren is maar niet zelden op pure luiheid berust. Janine heeft daar haar tanden al op stuk gebeten, is naar de afdelingen gegaan om het uit te leggen en heeft Mw Robles de Medina, directrice verpleegkundigen, benaderd maar zonder resultaat. Wij bespreken het daarom met Manodj die laat weten dat in de raad van bestuur is besloten om een bepaalde ziekenhuisfunctionaris verantwoordelijk te maken voor transport van patiënten. Of dat een verstandige oplossing voor luiheid is betwijfel ik maar als contact met de desbetreffende functionaris oplevert dat zij van niets weet vind Janine, terecht, dat ik maar eens contact moet opnemen met deze madame. Als ik bel met haar secretaresse kan ik meteen terecht en tref ik haar in haar burelen met airconditioning en twee secretaresses. Als ik mijn probleem uitleg krijg ik te horen dat het hier beleid betreft en dat het tijd vergt om beleid te realiseren. Dat gaat allemaal niet meteen, begin 2012 wordt een en ander gerealiseerd. De afgesproken endoscopie sessie in het Diaconessenhuis is een positiever ervaring, Ben Hewitt haalt os zelf op en heeft een vijftal patiënten geselecteerd bij wie wij samen een endoscopische procedure gaan uitvoeren. Helaas komen twee daarvan niet opdagen maar de drie overige patiënten bieden voldoende uitdaging. Twee ervan hebben slokdarmspataderen en komen voor een endoscopische behandeling daarvan, een van hen had zulke grote spataderen dat mijn toch zeer ervaren collega Bos er niet aan durfde te beginnen. Na nog eens ruggespraak met universitaire collegae in Nederland doe ik het en het gaat goed evenals de daarop volgende en ik voeg Ben toe dat hij de volgende procedure zelf mag uitvoeren onder mijn supervisie. De laatste patiënt heeft en grote poliep in de endeldarm die ze er niet

Page 85: Dokter in de West

84

endoscopisch uit durven te halen maar ik durf dat wel aan. Het is inderdaad een grote, ik krijg de poliep niet volledig in de snaar gevangen dus verwijder ik een gedeelte om daarna met een arteriële bloeding geconfronteerd te worden. Gelukkig krijg ik dat onder controle en lukt het ook om de rest van de poliep er uit te halen. De laatste dagen van onze missie zijn als zo vaak redelijk hectisch, chirurg Bergen uit het diaconessen belt over een patiënte bij wie ik 10 jaar geleden een ERCP met steenextractie heb gedaan en hij verdenkt haar van een recidief maar haar geplande ERCP zegt zij op het laatste moment af omdat zij het zich niet kan veroorloven. Als dat echt het geval is hebben wij daar overigens een regeling voor, dat zal nog met haar worden gecommuniceerd.

de renovatie van het historische hoofdgebouw van het SVZ Het tweede lustrum Deze verhalenreeks begon in 2002, ik schrijf inmiddels februari 2012, en was in eerste instantie bedoeld om onze kinderen en vrienden te informeren over onze avonturen in Suriname. In die berichten, een of meerdere keren per week schreef ik een verhaal, vertel je dan natuurlijk wel soms hetzelfde verhaal dus heb ik het later wat geredigeerd. Aanvankelijk was het ook een manier om in Suriname de avond door te komen maar daarnaast begon ik er later geleidelijk ook lol in te krijgen om mijn wederwaardigheden in dit bijzondere land op te tekenen. Na 10 jaar is er veel

Page 86: Dokter in de West

85

veranderd, Janine en ik doen dit al lang niet meer alleen, inmiddels zijn er maar liefst 6 MDL artsen die al dan niet samen met hun echtgenote in Suriname hun werkzaamheden verrichten. Naast Rens en Tinkie Bos en Leopold en Hanneke Engels die al twee jaar van de partij waren zijn dat Piet en Jikke Spoelstra, Theo van Ditzhuijsen en zijn partner Wendela en Marno Rijk. Wij zijn allen min of meer generatiegenoten die in een tijd dat ons vak grote ontwikkelingen doormaakte die ontwikkelingen in grote perifere ziekenhuizen hebben geïmplementeerd. Dat maakt dat wij veel vaker acte de presence kunnen geven, in 2012 ten minste 19 weken. Onze activiteiten zijn daarnaast verder geprofessionaliseerd door de oprichting van de stichting Dokter in de West. Die ontvangt van het St. Vincentius ziekenhuis de doktershonoraria voor de procedures die wij verrichten en betaalt daarvan de vliegtickets en de huur van het appartement in Paramaribo. Zo kunnen wij de mensen hier helpen totdat er Surinaamse MDL artsen zijn die van ons het stokje overnemen. Daar zit nog niet veel schot in. Twee jaar geleden startte Faiq Lall Mohamed als eerste Surinaamse MDL arts in het AZ. Wij hadden regelmatig contact, wij deden ooit samen ERCP’s op de OK van het AZ en ik introduceerde hem in het SVZ, waar een veel betere infrastructuur was en is om dit soort procedures uit te voeren. Hij heeft het echter niet gered en is uit het gezichtsveld verdwenen. Ik bewonder hem om zijn moed om hier als eerste te starten en weet als geen ander dat hij het niet makkelijk heeft gehad. Dat hij nu door zijn voormalige collegae in het AZ wordt weggezet als incompetent wil er bij mij niet in maar anderzijds heeft hij zelf ook wel steken laten vallen want diverse mensen, die ik ken als redelijk en evenwichtig, wilden niet meer met hem samenwerken. Jammer want Suriname moet het wel hebben van deze generatie artsen die altijd opgeleid in het buitenland, meestal Nederland, vaak niet bereid zijn terug te keren. Een van hen is Vijay Jarbandhan, in het VUMC opgeleid, die jaren geleden verwacht werd in het AZ maar, naar verluid, niet kwam opdagen. Hij zou nu wel terugkeren naar Suriname. De afgelopen jaren verscheen hij regelmatig ten tonele onder meer in het SVZ naar om bepaalde projecten uit te voeren. Wat dat dan was werd niet duidelijk. Nu gaat hij in

Page 87: Dokter in de West

86

maart 2012 dan echt aan de slag wordt gezegd. Mijn hoop is gevestigd op Sandro Dissels, de zoon van Hedwig, die graag zijn vader in het SVZ wil opvolgen als MDL arts. Ik ben voor zover mogelijk overtuigd dat hij dat echt wil en heb hem geïntroduceerd in mijn vorige ziekenhuis waar hij binnenkwam als arts assistent niet in opleiding met de optie om in dien men hem geschikt vond hem op te leiden tot MDL arts. Hij kreeg louter positieve beoordelingen maar werd nauwelijks toegelaten tot de MDL afdeling ondanks mijn verzoek daartoe aan de opleider Arnold Stronkhorst en bij zijn sollicitatie in het opleidingscluster in het Academisch ziekenhuis van Maastricht werd hij door hen niet gesteund. Dan haal je het natuurlijk niet wanneer je met 8 kandidaten moet strijden voor 2 opleidingsplaatsen. Dus wat betreft de kweek van nieuwe professionals die het stokje van ons kunnen overnemen wil het nog niet zo vlotten. Op nagenoeg alle fronten is de progressie wel evident. De GE missie is inmiddels in Suriname een begrip geworden, onze komst werd in het verleden middels een advertentie in de Ware Tijd en tegenwoordig via e-mails naar de internisten en chirurgen aangekondigd en aan patiënten hebben wij geen gebrek. Ook in het SVZ wordt onze meerwaarde ingezien en in het gerenoveerde historische hoofdgebouw is een plaats ingeruimd voor een nieuwe endoscopie unit, wij zijn uitgebreid bij het ontwerp daarvan betrokken en het wordt met afstand de mooiste en de beste endoscopie unit van Suriname natuurlijk. Met Reinier van der List van FMH, die mij vaker geholpen heeft heb ik een goede deal kunnen sluiten over een volledig arsenaal aan endoscopen en de onderhoud daarvan waarmee wij in Paramaribo 10 jaar vooruit kunnen. Terugkijkend hebben wij in de afgelopen 10 jaar veel bereikt. Ik heb veel geleerd over ontwikkelingsgeneeskunde en begrepen dat het allereerst belangrijk is een betrouwbare partner ter plaatse te hebben. In Nickerie was dat Otto Dewanchand, nog steeds een persoonlijke vriend, en in Paramaribo Manodj Hindori met wie ik in contact kwam via Otto. Het illustreert tegelijkertijd ook de breekbaarheid van dit soort initiatieven zijn. Onze ervaringen heb ik opgetekend in twee hoofdstukken naar waar deze ervaringen zich hebben afgespeeld, Nw Nickerie en Paramaribo en dat was een bewuste keuze want het was anders. In Nw Nickerie maakten wij kennis met Suriname en voelden wij ons liefdevol opgenomen in deze voor ons zo andere samenleving waar wij vriendschappen hebben gesloten voor het leven. Wat het werk betreft deden wij en anderen wat wij dachten te moeten doen maar uiteindelijk is daarvan helemaal niets overgebleven. Niettemin hebben wij voor een aantal mensen wel verschil kunnen maken en dat alleen maakt het al de moeite waard. Misschien waren wij toen wat naïef en hadden wij het anders moeten aanpakken. In Paramaribo hebben wij, door schade en schande wijs geworden, een meer structurele benadering gekozen en ook meer bereikt maar misten wij de warmte van die kleine samenleving in Nickerie. Ook in Paramaribo blijft ons initiatief realiseer ik mij kwetsbaar. De afgelopen 10 jaar heeft Suriname een speciale plaats in ons hart verworven. Het werd een beetje een tweede vaderland. Waarom dat was vind ik moeilijk te omschrijven. Ik denk dat het nog het meest met een haat/liefde verhouding te maken heeft. Ik mag de Surinamer omdat hij het hart op de tong draagt en humor heeft. Hij/zij leeft relaxed en dat ervaar je dan ook als je daar werkt. Daar staat wel tegenover dat als je wat wilt bereiken hij/zij niet vooruit te branden is en dat het lastig is om afspraken te maken. Ik aanbid de tropenzon en vind het heerlijk om buiten te kunnen zijn maar wordt gek van al die muskieten/mampieren. Het binnenland vind ik fenomenaal maar de kuststrook is feitelijk vreselijk vervuild. In de historische binnenstad staan prachtige koloniale panden maar de meesten staan op instorten en zij zijn ver in de minderheid. Het is allemaal nogal dubbel.

Page 88: Dokter in de West

87

Dubbel is ook dat je in het welvarende Nederland leeft en werkt en daarnaast regelmatig naar Suriname kunt gaan en daarmee “ the best of both worlds “ beleeft. Niet onbelangrijk voor onze ervaring is geweest dat Janine en ik die deelden, niet zelden kreeg zij de emotionele waardering voor wat wij samen voor de patiënt hadden gedaan. Spannend vond ik het vaak wel, er werd veel van ons verwacht. Ik heb nachten slecht geslapen in de wetenschap dat van mij de volgende dag verwacht werd grote problemen aan te pakken onder moeilijke omstandigheden. Ik prijs mij gelukkig nooit ernstige complicaties gehad te hebben want daar was waar ik altijd bang voor was. Nu is het allemaal gelukkig in technisch opzicht veel beter geregeld, hoewel de omstandigheden in Suriname nog steeds niet vergelijkbaar zijn met Nederland. Mijn idee is dan ook dat nuttig is dat de zeer ervaren dokters van de stichting Dokter in de West de Surinaamse collegae bijstaan om hun vak op niveau uit te oefenen. In Nederland gaat dat immers niet anders. Het dak eraf Gelukkig hebben wij ons eten net verorberd als er een venijnige wind opsteekt, bladeren in het rond fladderen en de lege blikjes Parbo bier van tafel vliegen. Wij zijn naast Janine en ik Reinier van der List en Robbert Jan Lumkeman, beide directeuren van FMH, de firma die onze endoscopen levert die hier zijn om de installatie van de nieuwe apparatuur te verzorgen. Wij bevinden ons in Mirosso op Blaauwgrond waar je zo heerlijk Javaans kunt eten. Luttele seconden later slaat de bliksem in in een van de electriciteitsmasten en valt in delen van Paramaribo de stroom uit. Wij vinden niettemin zonder veel problemen in onze huurauto de weg naar ons appartement en slaan op ons balkon deze voor Suriname ongebruikelijke weersomstandigheden gade. Later blijkt een aanzienlijke schade te zijn aangericht met name aan de vele voor de tropen zo karakteristieke golfplaten daken onder meer van ons appartement en van delen van het ziekenhuis. De gebeurtenissen halen zelfs het acht uur journaal in Nederland. Zondagavond laat zijn wij gearriveerd zoals gezegd om de nieuwe endoscopie apparatuur te installeren. Die had ik zelf enkele weken tevoren naar Schiphol gebracht en dankzij ASF ( piloten zonder grenzen ) door KLM voor niets in Paramaribo afgeleverd. Hoewel mij in maart jongstleden door de architect nadrukkelijk beloofd was dat de renovatie van het hoofdgebouw een maand later klaar zou zijn bleek uit het antwoord op mijn mail twee weken geleden dat dat nog allerminst het geval was. Wij hebben besloten toch maar te gaan, onze tickets waren sowieso niet inwisselbaar en op afstand zijn dit soort zaken ook niet te regelen. Op maandag besteden wij daarom een deel van onze tijd aan overleg met de architect en het ingenieursburo dat de installatie regelt en Reinier en Robbert Jan bouwen een van de endoscopietorens op. Aanvankelijk waren wij van plan de installatie op maandag en dinsdag te verrichten maar wij gooien de plannen om en gaan nu morgen en overmorgen op pad om Reinier en Robbert Jan iets van Suriname te laten zien in de naar later zal blijken ijdele hoop dat wij later die week dan meer kunnen doen. Op dinsdag gaan wij naar het stuwmeer. Omdat ik de verkeerde afslag neem komen wij in het dorpje Brokopondo terecht waar wij een cola drinken en babbelen met enkele ‘locals’ die ’s ochtends al aan het Parbo bier zitten. De terugweg loopt via Overbridge waar wij een bezoek brengen aan Guno Kletter. De volgende dag wandelen wij ’s ochtends eerst wat rond in het centrum van Paramaribo om ’s middags naar Commewijne te gaan waar wij onder meer een bezoek brengen aan Fort Nieuw Amsterdam. In de namiddag belanden wij steevast in het zwembad van ons appartement.

Page 89: Dokter in de West

88

Donderdag blijkt er in de nieuwe endoscopie afdeling niets gebeurd maar de technische dienst heeft wel een van de endoscopietorens verbouwd zodat Reinier en Robbert Jan die op kunnen bouwen en ook nog een derde die wij als reserve achter de hand houden. Mij wordt gevraagd ook nog enkele endoscopieen te doen en dat

de nieuwe endoscopie afdeling in wording geeft ons de mogelijkheid om de nieuwe apparatuur te testen en die werkt natuurlijk uitstekend. Die avond sluiten wij ons korte verblijf af met een meer dan geweldig etentje in de Garden of Eden en om een glaasje te kunnen drinken gaan wij met de taxi. Taxi Ashruff probeert ons op te lichten door 150 SRD voor het ritje heen en terug te vragen maar daar trappen wij niet in. Wij komen er uiteindelijk voor een vijfde van dat bedrag. Als wij de volgende dag aan het eind van de middag weer huiswaarts gaan is het werk nog niet af helaas. Als wij met onze huurauto Paramaribo uitrijden, airco uit en alle ramen open, worden wij bij de stoplichten bij de nieuwe haven aangesproken door een van de straatverkopers aldaar met de woorden “ wat mag het zijn vandaag “. Hij heeft de keuze uit een plumeau en een hoedje. Wij leggen hem uit dat wij op weg zijn naar Nederland en zijn koopwaar daarom niet nodig hebben en hij wenst ons een behouden reis. Wij vervolgen onze weg over het drukke pad van Wanica, Janine en ik hebben daarbij als altijd bij onze terugreis een weemoedig gevoel, en na nog een laatste djogo met drie glazen op Zanderij vliegen wij door de nacht terug naar Nederland.