DNA, RNA en Eiwitsynthese

21
DNA, RNA en Eiwitsynthese Drs. R. de Mooij

description

DNA, RNA en Eiwitsynthese. Drs. R. de Mooij. Bouw van het DNA. Het DNA is opgebouwd uit: 2 ketens van nucleotiden. Bouw van het DNA. Een nucleotide is opgebouwd uit: Suiker (deoxyribose) Fosfaatgroep Organische N – base Adenine (A) Thymine (T) Cytosine (C) - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of DNA, RNA en Eiwitsynthese

Page 1: DNA, RNA en Eiwitsynthese

DNA, RNA en Eiwitsynthese

Drs. R. de Mooij

Page 2: DNA, RNA en Eiwitsynthese

Bouw van het DNA

Het DNA is opgebouwd uit:

2 ketens van nucleotiden

Page 3: DNA, RNA en Eiwitsynthese

Bouw van het DNA

Een nucleotide is opgebouwd uit:

Suiker (deoxyribose)

Fosfaatgroep

Organische N – base

Adenine (A)

Thymine (T)

Cytosine (C)

Guanine (G)

Page 4: DNA, RNA en Eiwitsynthese

Bouw van het DNAChemische structuur

Page 5: DNA, RNA en Eiwitsynthese

Bouw van het DNA

De nucleotides van beide strengen zijn verbonden d.m.v. H-bruggen

Tussen A en T een dubbele H – brug

Tussen C en G een drievoudige H - brug

Page 6: DNA, RNA en Eiwitsynthese

Bouw van het DNA

De beide ketens (strengen) vormen ruimtelijk de zgn.

Double Helix

Page 7: DNA, RNA en Eiwitsynthese

Bouw van het DNA

De ontdekking van de double helix werd gedaan in 1953 door Watson en Crick

Page 8: DNA, RNA en Eiwitsynthese

Bouw van het DNA

Watson en Crick kwamen pas tot ontdekking van de double helix na het zien van een röntgenfoto van het DNA, gemaakt door Rosalind Franklin

Page 9: DNA, RNA en Eiwitsynthese

Replicatie van het DNA

Semiconservatieve replicatie van het DNA

Elke keten dient als een matrijs om de andere keten te kopiëren

Het aanrijgen van de nucleotiden gebeurt d.m.v. het enzym DNA-polymerase

Page 10: DNA, RNA en Eiwitsynthese

DNA replicatie

Het DNA polymerase kan alleen werken vanuit 5’ naar 3’

De leading strand kan zich continue verlengen

De lagging strand verlengt zich met korte fragmenten (okazaki – fragmenten)

Page 11: DNA, RNA en Eiwitsynthese

DNA replicatie

Detail van de discontinue replicatie

Page 12: DNA, RNA en Eiwitsynthese

Transcriptie, translatie en eiwitsynthese

Het DNA bevat een code die codeert voor de volgorde van de aminozuren in een eiwit

Deze code bevindt zich in de volgorde van de nucleotiden

Page 13: DNA, RNA en Eiwitsynthese

Transcriptie, translatie en eiwitsynthese

Er zijn 20 bekende aminozuren Stel dat 1 nucleotide codeert voor 1

aminozuur 4 aminozuren (onvold.) Stel dat 2 nucleotiden coderen voor 1

aminozuur 42 aminozuren (onvold.) Stel dat 3 nucleotiden coderen voor 1

aminozuur 43 aminozuren (vold.)

3 nucleotiden in het DNA: TRIPLET

Page 14: DNA, RNA en Eiwitsynthese

Transcriptie, translatie en eiwitsynthese

Transcriptie:De coderende streng van het DNA wordt gekopieerd: mRNA

Voor het mRNA geldt: Enkelstrengs T vervangen door U

(Uracil) Ribose i.p.v.

deoxyribose

Page 15: DNA, RNA en Eiwitsynthese

Transcriptie, translatie en eiwitsynthese Detail van de

transcriptie In het mRNA

worden de coderende eenheden van drie nucleotiden een CODON genoemd

Page 16: DNA, RNA en Eiwitsynthese

Transcriptie, translatie en eiwitsynthese

Het mRNA gaat via het endoplasmatisch reticulum naar het ribosoom

Het ribosoom bestaat uit een samenvoegsel van eiwitten en rRNA

Het ribosoom “vouwt” het DNA uit in het cytoplasma

Hierdoor kunnen de codons van het mRNA zich binden met de anticodons van het tRNA

Page 17: DNA, RNA en Eiwitsynthese

Transcriptie, translatie en eiwitsynthese

tRNA

Aan het uiteinde bevindt zich een specifieke bindingsplaats voor een aminozuur

Het anticodon bepaalt welk aminozuur er gebonden wordt

Page 18: DNA, RNA en Eiwitsynthese

Transcriptie, translatie en eiwitsynthese

De anticodons van het tRNA binden zich aan de codons van het mRNA.

De Aminozuren worden in de correcte volgorde gezet

De aminozuren koppelen zich aan elkaar: er ontstaat een eiwit

TRANSLATIE

Page 19: DNA, RNA en Eiwitsynthese

Transcriptie, translatie en eiwitsynthese

Weergave van de translatie

Page 20: DNA, RNA en Eiwitsynthese

Transcriptie, translatie en eiwitsynthese

In het DNA bevinden zich “leestekens” Deze “leestekens” geven aan wanneer

begonnen moet worden met aflezen en wanneer er geëindigd moet worden

Startcodon AUG (codeert voor het aminozuur methionine

Terminatiecodon (slotcodon)

Page 21: DNA, RNA en Eiwitsynthese

Transcriptie, translatie en eiwitsynthese

In het DNA bevinden zich stukken met informatie(Exons) en stukken zonder informatie (Introns)

Door splicing worden de introns uit het mRNA verwijderd