DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via...

40
DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN Afrika vaart digitale koers Wat met elektronisch afval? (On)eerlijke elektronica BIODIVERSITEIT: ONDERSCHATTE SCHATKAMER LAATSTE PAPIEREN NUMMER VOOR EEN DUURZAME WERELD Nr 3/ 2016 • DRIEMAANDELIJKS SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 P308613 • AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X

Transcript of DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via...

Page 1: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

DIGITALE REVOLUTIE VOOR

HET ZUIDENAfrika vaart digitale koers

Wat met elektronisch afval?

(On)eerlijke elektronica

BIODIVERSITEIT: ONDERSCHATTE

SCHATKAMER

LAATSTE

PAPIEREN N

UMM

ER

VOOR EEN DUURZAME WERELD

Nr 3/ 2016 • DRIEMAANDELIJKS SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016

P308613 • AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X

Page 2: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016

18 / 19 >Lessen voor een digitale toekomst

20 / 21 >De schaduwzijde van elektronica

22 / 24 >Hoe koosjer zijn onze elektronische snufjes?

4 Glo.be gaat digitaal

5-7 Digitalisering stuwt Afrika vooruit

8-9 België zet in op D4D

10-15 Digitalisering helpt

16-17 mVAM: mobiele technologie levert realtime informatie over voedselzekerheid

25 Collective intelligence: burgers zoeken samen oplossingen

26 Een datarevolutie voor migratie en klimaat

27 UN Global Pulse : big data ten dienste van ontwikkeling

28 D4D : Tweejaarlijkse prijs Digitalisering voor Ontwikkeling

29 Sakado: een tablet vol schoolboeken

30-31 Voorlopige hechtenis: levensverhalen

32 Mondiapolis-Oxfam : de wereld om de hoek

33 Biodiversiteit: een schatkamer aan oplossingen voor duurzame ontwikkeling

34-35 Biodiversiteit in het Zuiden heeft meer dan ooit bescherming nodig

36-37 Meer sectoren betrekken voor grotere impact

38-39 Rondom de Glo.be

> DOSSIER

DIGITALISERING HELPT

Overzicht

of per mail aan:[email protected](ook voor opzegging)

Gratis abonnement op de nieuwe digitale versie:www.glo-be.be

Wil je de laatste nieuwtjes over de Belgische Ontwikkelings- samenwerking ontvangen? Volg ons op facebook (Diplomatie.Belgium) of op www.dg-d.be en Glo-be.be

BESCHIKBAAR IN TABLETVERSIE

2 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

Page 3: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

VOOR EEN DUURZAME WERELD

Een digitale toekomst is onvermijdelijk

W e leven in een wereld in verandering. Al lijkt dat vaak een understatement. Want de dingen veranderen snel, razend snel. Vooral digitalisering – met in haar kielzog automatisering

en robotisering – boezemt velen angst in. Blijft er nog voldoende werk voor iedereen? In hoeverre helpen de nieuwe technologische snufjes ons echt vooruit?

In een rapport omschrijft de Wereldbank hoe we ons op die digitale toekomst kunnen voorbereiden. We zullen zeker de vruchten kunnen plukken, maar moeten eerst door een periode van ‘disruptie’ of ontwrichting. Daarbij dienen we erop toe te zien dat digitalisering de kloof tussen rijk en arm niet vergroot.

Ons land heeft in elk geval zijn keuze gemaakt: het wil de troeven van digitalisering volop inzetten. Minister van Digitale Agenda, Alexander De Croo, wil digitalisering bovendien promoten voor zijn ander mandaat: ontwikkelingssamenwerking.

Want digitalisering kan wel degelijk een hulp betekenen voor ontwikkelingslanden. Zo bezitten veel Afrikanen een gsm. Dat maakt het omslachtig aanleggen van telefoonlijnen overbodig. Toepassingen schieten als paddenstoelen uit de grond. Een energiebedrijf in Ethiopië kan zonne-energie aanbieden in de meest afgelegen dorpen terwijl de mensen gewoon per gsm betalen. Het Wereldvoedselprogramma kan via gsm hulpbehoevenden in vluchtelingenkampen individueel opvolgen. In dit nummer kunt u de gigantische waaier aan mogelijkheden ontdekken. Toch beseft België maar al te goed dat digitalisering slechts één instrument vormt: het staat niet los van andere, meer klassieke benaderingen zoals flyers uitdelen.

Net alles is peis en vree in het digitale land. Sommigen kennen de iconische beelden van smeulende vuilnisbelten in Ghana vol karkassen van computers. De internationale gemeenschap en de EU proberen het transport van gevaarlijk afval zoveel mogelijk te reguleren. Maar door armoede en omdat overheden in het Zuiden geen prioriteit geven aan elektronisch afval, raakt het probleem niet meteen opgelost.

In hoeverre werden de metalen in uw digitale tools op een eerlijke en milieuvriendelijke manier ontgonnen? En hoe waren de werkomstandigheden bij de assemblage? Ook hier pogen talrijke initiatieven paal en perk te stellen aan misbruiken. Toch blijft het enige, plusminus volwaardig ‘eerlijk’ elektronisch instrument de fairphone.

Ten slotte vreet de digitalisering – met haar servers en cloud – vooralsnog energie. Al levert zij ook toepassingen die het energieverbruik efficiënter maken.

Overigens: ook Glo.be digitaliseert. Meer daarover in dit allerlaatste papieren nummer. We blijven u boeiende artikels voorschotelen, alleen via een digitaal alternatief. Tot snel!

DE REDACTIE

edit

oria

al

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 3

In het zonovergoten Dakoro (Niger) liet Caritas International België zonnepanelen installeren. Deze voeden onder meer een oplaadpunt voor mobiele telefoons.

© DGD / T. Hiergens

Driemaandelijks magazine van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking

Redactie: Ontwikkelingssamenwerking – DGD Karmelietenstraat 15B-1000 BrusselTel. +32 (0)2 501 48 81E-mail : [email protected] • www.dg-d.be

Redactiesecretariaat: Chris Simoens, Stefanie Buyst, Trang Dao, Joeri Surdiacourt, Benoit Dupont, Blanche de Posch

Layout en productie: www.mwp.be

Met dank aan: Koen Van Acoleyen

De artikels geven niet noodzakelijk het officiële standpunt weer van DGD of van de Belgische regering. Overname van de artikels is toegestaan mits bronvermelding en een kopie voor de redactie.

Gedrukt op 100% gerecycleerd papier.

De Belgische Ontwikkelingssamenwerking ijvert met haar partners voor een rechtvaardige, eerlijke en duurzame wereld waar iedereen in vrede, veiligheid en vrijheid kan leven, zonder armoede. Om dat te bereiken bepaalt ze het beleid en de activiteiten, gefinancierd door de federale overheid, die voornamelijk uitgevoerd worden door de Belgische Technische Coöperatie BTC en door non-gouvernementele en multilaterale actoren.

Page 4: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

Maandelijks sturen we een elektronische nieuwsbrief uit met de meest interessante artikels”

4 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

GLO.BE GAATDIGITAALU houdt de laatste papieren Glo.be in uw handen.

Want in 2017 wordt Glo.be volledig digitaal. Wat houdt dat precies in?

M et enige pijn in het har t nemen we afscheid van de papieren Glo.be. Al

sinds 1975 werken we een aantal keer per jaar een nummer uit. Nadat we alle punten en komma’s gecon-troleerd hadden, kon de drukkerij haar werk doen. Altijd weer keken we uit naar het resultaat: een mooi magazine doorbladeren.Dat valt nu weg. We stappen ook af van een eigenlijk ‘magazine’. Glo.be wordt namelijk een informatieweb-site waarop we geregeld artikels zullen posten. Maandelijks sturen we een elektronische nieuwsbrief uit met de meest interessante artikels. De huidige maandelijkse ‘e-news’ gaat op in de Glo.be-nieuwsbrief.

SDG’sMomenteel zijn we de Glo.be-web-site nog volop aan het ontwikkelen. We laten ons alvast inspireren door de 5 pijlers van de Duurzame Ont-wikkelingsdoelen (SDG’s): mens, planeet, economie, vrede & vei-ligheid, samenwerking. Daarnaast behouden we de rubriek ‘Op stap met’, voortaan onder de noemer

‘Globetrotters’. We blijven dus getui-genissen aanbieden van Belgen die zich op één of andere manier inzetten om de kloof tussen Noord en Zuid te dichten.De SDG’s zijn universeel: ze gel-den voor alle landen. Helemaal anders dus dan de voorafgaande Millenniumdoelen (MDG’s) die vrijwel uitsluitend focusten op de ontwikkeling van het Zuiden. De SDG’s zetten de krijtlijnen uit voor een duurzame ontplooiing van de hele wereld. Ze moeten het mogelijk maken een menswaardig bestaan te garanderen aan de huidige én toekomstige generaties, in harmonie met de natuur. De Glo.be-website zal deze universaliteit weerspie-gelen. Hij zal dus breder gaan dan louter ontwikkelingssamenwerking.

‘Internationale samenwerking’ wordt het motto.

Degelijk en helderWe houden eraan onze lezers dezelfde objectieve, diepgravende artikels aan te bieden. We verliezen dus zeker niet de leerkrachten en scholen uit het oog. Integendeel, een digitale Glo.be moet het mogelijk maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale

media. Al zullen we de stijl aanpas-sen aan het digitale kanaal, een degelijke, heldere duiding van een waaier aan thema’s blijft ons han-delsmerk. Onze dossiers zullen minder artikels bevatten. Daar staat tegenover dat al onze artikels snel-ler gepubliceerd zullen worden en beter aansluiten op de actualiteit.We voorzien dat de Glo.be-website tijdens het voorjaar van 2017 vol-tooid zal zijn. Intussen ontvangt u al een nieuwsbrief als voorproefje. En we brengen u vanzelfsprekend met toeters en bellen op de hoogte als het grote moment is aangebroken.We zijn er ons ter dege van bewust dat we lezers zullen verliezen. Maar we zullen er alles aan doen om van de digitale Glo.be een even boeiend

- zo niet boeiender - informatiekanaal te maken. Meer dan ooit zal de nieuwe Glo.be zijn baseline ‘voor een duurzame wereld’ waarmaken: berichten over Belgische activiteiten rond de Duurzame Ontwikkelings-doelen en tegelijkertijd inspireren om zelf de handen uit de mouwen te steken. Want zo’n werkelijk duur-zame wereld, dat kunnen we alleen samen realiseren. Afspraak in het voorjaar van 2017! Wees gerust: ook voor ons is het een avontuur.

DE REDACTIE

Page 5: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

Hoe ver staat Afrika met digitalisering?Elk Afrikaans land evolueert op zijn eigen tempo. Maar de digitalise-ring groeit in elk geval significant, zowel in de steden als op het plat-teland. Jaar na jaar verdubbelt of verdriedubbelt het aantal mensen dat mobiel bereikbaar is. Neem Somalië dat lange tijd geen echte regering had. Welnu, daar schrijven ze op het platteland geld over met hun gsm. In Kenia is dat al langer ingeburgerd.Laatst ontmoette ik iemand van een bedrijf dat op het platteland elektriciteit levert, opgewekt met zonnepanelen. De bewoners daar betalen elke maand met hun gsm, per sms. Zonder gsm zou dat onmo-gelijk zijn. Op het platteland zijn immers geen banken. Het geld bij de verbruiker ophalen lukt evenmin. Daarvoor staan de huizen in Ethiopië te ver van elkaar.Er ontstaan ook meer gesofisti-ceerde toepassingen. In Kenia bestaan er mobiele laboratoria waar je met digitale technologie

kunt vaststellen of iemand al dan niet malaria heeft. Een bloedprik hoeft niet meer. Met een andere toepassing kan je zwangerschappen opvolgen.

Minister Alexander De Croo wil sterk inzetten op digitalisering in de ontwikkelingssamenwerking. Vindt u dat een goed idee?Zeker. Zo is het aantal deskundigen in Afrika nog vrij beperkt. Toch komen vandaag de dag ook de kleine, meer afgelegen universitei-ten in contact met de beste profes-soren dankzij digitale audiovisuele technologie. Studenten volgen er les op een tv-scherm. Een hogeropge-leide woont immers niet graag op het platteland of in kleine steden. Enkel in de grote steden vinden ze een degelijke job. De technologie moet wel nog verbeterd worden, maar ze is zeker bruikbaar.Universiteiten die boeken aanko-pen, verkwisten eigenlijk hun geld. Na enkele jaren zijn die immers al verouderd. Digitale informatie is een beter alternatief want dat is eenvoudig te actualiseren.

DIGITALISERINGSTUWT AFRIKA VOORUIT

CHRIS SIMOENS

In hoeverre is digitalisering al ingeburgerd in Afrika? We vroegen het aan Girum Ketema, ICT-expert van Jimma University (Ethiopië) en verantwoordelijk voor een project van de Vlaamse universitaire ontwikkelingssamenwerking.

© U

NA

MID

© D

GD

/C. S

imoe

ns

In Afrika verdubbelt of verdriedubbelt het aantal mensen dat mobiel bereikbaar is jaar na jaar.

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 5

DIGITALISERING

Page 6: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

Ook het rechtswezen haalt voordeel uit de nieuwe technologie. Vroeger moesten de mensen van hot naar her om een rechter te ontmoeten, nu kan dat via audiovisuele tech-nologie. Ethiopië is immers een enorm land, en de wegen verkeren in slechte staat, zeker op het platte-land. Daarom is het belangrijk om in technologie te investeren, ook al vinden sommige Afrikanen dat een luxe.

President Kagame laat in Rwanda overal glasvezelkabels trekken om van zijn land een digitale hub te maken. Maar er heerst nog honger en armoede. Is dat dan een goede keuze?Ik vind van wel. Een asfaltweg levert ook niet rechtstreeks voedsel op en toch is het belangrijk voor de voed-selzekerheid. Via die weg bereiken boeren immers vlotter de markten. Zonder technologie kan je de zaken moeilijk veranderen. Weet je hoe markten werken in Afrika? Opkopers trekken naar de boeren en kopen daar de oogst aan tegen heel lage prijzen. Maar in de steden worden dezelfde etenswaren aan een veel hogere prijs verkocht! De boeren in de dorpen kennen enkel de lokale prijs. Recent heeft de Ethiopische overheid op bepaalde plaatsen LCD-schermen laten ophangen waar de boeren de actuele prijzen kunnen opvolgen. Maar ze bellen elkaar ook op met hun gsm om te informeren naar de juiste prijzen.

Je maakt een doctoraat over ‘the internet of things’. Wat is dat juist? En zie je al toepassingen in Ethiopië?Het gaat vooral over ‘slimme netwer-ken’ (smart grids) waarbij allerlei zaken verbonden zijn via draadloos internet. Zo kunnen ‘slimme gebou-wen’ hun verwarming optimaliseren. Er bestaan zelfs al slimme steden, zoals ‘smart Santander’ in Spanje. Allerhande data worden in de stad gebruikt om het verkeer vlotter te laten verlopen of de vervuiling te beperken. Ouderen met een pacemaker, die alleen wonen of in een rusthuis verblijven, kunnen verbonden worden met een arts of een ziekenhuis. Met andere senso-ren kan je nagaan waar die mensen zich bevinden. Ook op de intensieve

zorgen zijn er toepassingen moge-lijk, of bij brandbestrijding.In Ethiopië kunnen eveneens slimme netwerken ingezet worden als ze maar goedkoop zijn. Zo hebben serres een precieze temperatuur en vochtigheid nodig. Slimme net-werken kunnen daarvoor instaan. Een biomedisch ingenieur aan onze universiteit doktert momenteel geavanceerde couveuses uit voor premature baby’s. Bedoeling is dat ze de gegevens over de gezond-heidstoestand van de baby’s naar de verpleegkundigen sturen. We hebben immers te weinig verpleeg-kundigen en te veel baby’s. Dankzij de ‘slimme couveuses’ kunnen ze meer baby’s opvolgen.

Toont de regering in Ethiopië voldoende interesse voor digitalisering? En in Afrika?De regeringen tonen zeker interesse. Zuid-Afrika staat het verst maar ook de Noord-Afrikaanse landen doen het goed. Oeganda startte er maar recent mee. Een aantal jaar gele-den heeft de regering in Ethiopië een ministerie van IT opgericht. Sindsdien is er al veel veranderd. Het telecombereik – mobiel, data, internet – groeide enorm. Ook de internationale bandwijdte voor internet is veel breder. En in de omgeving van Addis Abeba stampte de overheid een ICT-park uit de grond om mensen en bedrijven aan te trekken. Daar vestigden zich bedrijven die gsm’s en tabletten produceren en verkopen, onder meer uit China.

Waarom is China zo populair?Allicht omdat de toestellen dege-lijk zijn en toch niet veel kosten. Een Afrikaanse boer kan zich geen Galaxy-model veroorloven! De pro-ductie in Ethiopië zelf maakt de toestellen trouwens nog iets goed-koper. Bovendien kan je de Chinese toestellen in vier Ethiopische talen instellen. Ideaal voor de Ethiopische boeren die meestal geen Engels verstaan.

In een recent rapport waarschuwde de Wereldbank dat de digitalisering de kloof tussen rijk en arm kan vergroten. Wat vindt u?In Ethiopië zie ik niet onmiddellijk een probleem. De meeste men-sen zijn er arm, maar ze kunnen zich toch een gsm veroorloven, althans de Chinese modellen. Zelfs de huismeiden hebben er één! Volgens onze regering beschikken tegenwoordig 40 miljoen Ethiopiërs over een gsm, bijna de helft van het totale aantal inwoners.Volgens mij helpt de gsm-techno-logie juist de armen, bijvoorbeeld dagloners die weinig betaald wor-den. Dankzij de gsm kan je hen veel vlotter bereiken, waardoor ze zich minder onnodig moeten verplaatsen. Als je een karwei hebt, zoals je auto wassen, dan bel je hen gewoon. Ook makelaars, die bij ons veel minder verdienen dan in Europa, halen er voordeel uit. Je kan hen nu gewoon opbellen als je een huis wilt huren.Wel hebben betrekkelijk weinig mensen toegang tot het internet:

Het is belangrijk om in technologie te investeren, ook al vinden sommige Afrikanen dat een luxe”

GIRUM KETEMA

DIGITALISERINGSTUWT AFRIKA VOORUIT

© IR

D

6 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

Page 7: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

enkel 2 à 5% van de bevolking. De voornaamste reden is dat de meeste mensen geen smartphone hebben. Maar velen weten ook niet hoe ze met het internet moeten werken. En dan is er nog de taalbarrière: internet is vooral in het Engels. Maar de prijs voor smartphones daalt nu wel. Dus normaal zal het aantal internetgebruikers vanaf nu sterk toenemen.

Als je meer en meer steunt op ‘the internet of things’, ben je toch ook veel kwetsbaarder? De elektriciteit kan bijvoorbeeld uitvallen.In Ethiopië valt de elektriciteit inder-daad nog heel regelmatig uit. We hebben onvoldoende stroom om aan de vraag te beantwoorden en de lijnen zijn verouderd. Zonnepanelen komen amper voor omdat ze te duur zijn. Al beschikken veel dorpelingen wel over kleine zonnepaneeltjes. Deze worden ingevoerd uit China en je kan ermee naar de radio luis-teren, een lamp doen branden of je gsm opladen.De ser vers hebben na tuur-lijk nood aan een betrouwbare

elektriciteitsvoorziening. De rege-ring doet in elk geval haar best om voldoende elektriciteit te voorzien. Zo werkt men volop aan de omstre-den ‘Great Renaissance Dam’ op de Blauwe Nijl. Als hij klaar is, kan de dam 6.000 Megawatt produceren, evenveel als de huidige totale capa-citeit. Er is er ook één in aanbouw op de Omorivier nabij het Turkanameer.

Zijn de Ethiopische jongeren voldoende geïnteresseerd in ICT? Ook de meisjes?Zeker! Software-ingenieur is een bijzonder populaire richting, ook bij meisjes. In steden worden jongens en meisjes nu zeer gelijkaardig opgevoed.

Waar staat Ethiopië binnen 10 jaar op vlak van digitalisering?Ik ga ervan uit dat binnen 10 jaar alle overheidssectoren ICT in hun werking zullen geïntegreerd heb-ben, ook de bedrijven. Vandaag blijft het beperkt tot de identiteitskaarten. De banken starten stilaan met het overschrijven van geld via mobiele telefoons. Andere sectoren moeten en zullen volgen.

ICT-BOOST DANKZIJ UNIVERSITAIRE SAMENWERKINGGirum Ketema is verantwoordelijk voor de ICT-component van een langlopende samenwerking (2004-2016) tussen Jimma University (JU) en de Vlaamse uni-versiteiten via VLIR-UOS (het zogenaamde IUS-programma of Interuniversitaire Samenwerking). Nadien volgt een ‘netwerkprogramma’ van 10 jaar. Met een beperkt budget wil dat vooral de technologietransfer stimuleren tussen de leden van het netwerk: 4 Ethiopische universiteiten. De ICT-component verloopt in samenwerking met UGent.De ICT-component wilde vooral de ICT-diensten van JU te verbeteren. Vanwege het schrijnend gebrek aan expertise in Ethiopië spitste het programma zich toe op de opleiding tot experten. Volgens Ketema behoort JU vandaag op vlak van ICT tot de beste in Ethiopië. ‘Vroeger hadden we geen bedrijfs-e-mail, we gebruikten gmail of yahoo. Vandaag hebben we onze eigen extensie (ju.edu.et). We werken ook met een automatische back up. Daarnaast hebben we ‘slimme klaslokalen’ uitgebouwd. In alle lokalen staat een projector en een pc. Op al die pc’s kunnen de professoren hun lesmateriaal ophalen dat centraal gestockeerd wordt. Andere universiteiten volgen.’JU vond ook een oplossing voor het hoge verloop van medewerkers, een probleem eigen aan Afrikaanse universiteiten. ‘Omdat de experten schaars zijn, is de vraag ernaar enorm. Zo verliezen de universiteiten vlug hun medewerkers. Om niet altijd van nul af aan te moeten herbeginnen, gebruikt JU nu een ‘kennisbeheerplat-form’. Als er een nieuwe dienst ontwikkeld werd, wordt dat in een document (een wikipagina enkel toegankelijk voor ICT-personeel) omschreven.’ De opgedane expertise wordt ook gedeeld met de andere Ethiopische univer-siteiten. Zo vindt om de drie maand een forum plaats voor de ICT-directeuren van alle Ethiopische universiteiten. Ketema: ‘Maar we geven ook opleidingen in 15 Ethiopische universiteiten en proberen daar ICT-infrastructuur uit te bouwen.

Sommige universiteiten liggen in een zeer moeilijk gebied met temperaturen tot 47°C. Dankzij ons hebben ze nu behoorlijke infrastructuur. Ze kunnen nu via google de nodige kennis en opvoeding opzoeken. We leren hen ook hoe ze via ICT de administratie van hun studenten (registratie en dergelijke) beter kunnen opvolgen. We zijn best fier dat we dat kunnen doen. Bovendien levert het wat extra inkomsten op voor het ICT-bureau van JU. Overigens ook voor de lesgevers zelf. De extra inkomsten zijn een welkome aanvulling voor ons schamel universiteitssalaris!’

ÉGYPTE

TCHAD

RD CONGO

SOEDAN

ZUID-SOEDAN

ARABIE SAOUDITE

YEMEN

KENIA

SOMALIË

ETHIOPIË40

2 5%tot

van de Ethiopiërs hebbentoegang tot internet

miljoenEtiopiërs(40 %) beschikkenover een gsm

© J

U

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 7

DIGITALISERING

Page 8: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

België zet met zijn beleid volop in op digitalisering als hefboom voor ontwikkeling. Hieronder de krachtlijnen van deze strategie.

I nternet en digitale techno-logie zijn niet meer weg te denken uit het dagelijks leven, niet alleen bij ons,

maar overal ter wereld. Bovendien gaat de digitale revolutie almaar sneller. Zo zal naar verwachting 50 procent van de Afrikaanse bevol-king tegen 2025 toegang hebben tot internet. Vandaag is dat slechts 16 procent. Om die reden voert de Belgische Ontwikkelingssamen-werking, onder impuls van minister Alexander De Croo, een beleid dat digitalisering wil inzetten als hefboom voor ontwikkeling.In dit beleid, dat de naam ‘Digitali-sering voor Ontwikkeling’ (‘Digital for Development’, D4D) kreeg, is digitalisering geen doel op zich, maar een middel om betere resul-taten te behalen en zoveel mogelijk mensen een beter perspectief te bieden. Bovendien zal digitalise-ring de humanitaire hulp en de Belgische Ontwikkelingssamen-werking onmiskenbaar veranderen en zo de Duurzame Ontwikkelings-doelstellingen (SDG’s) dichterbij brengen. In de eerste plaats wordt beoogd de verschillende spelers op het terrein met elkaar in con-tact te brengen om kennis uit te wisselen en nieuwe vormen van samenwerking te stimuleren. Dat alles berust op twee overkoepe-lende principes: ‘Putting people first’ (de mensen eerst) en ‘Do no harm’ (geen schade berokkenen).

Het beleid ‘Digitalisering voor Ont-wikkeling’ spitst zich toe op de volgende prioriteiten:

Beter gebruik van data afkomstig uit zowel nieuwe als traditionele bronnen. Data zijn essentieel om een ontwikkelingsinterventie op te zetten en op te volgen. Daarnaast dienen ze om de voortgang van de SDG’s te beoordelen en zorgen ze ervoor dat burgers weten wat de overheid onderneemt. Ze spelen dus een cruciale rol bij ontwik-kelingsinterventies. Daarom zal België investeren in het op punt stellen van instrumenten en beleidslijnen die nodig zijn om nuttige informatie te verzamelen op basis van grote hoeveelhe-den ‘real-time’ data (data

ALICE KABONGO EN KOEN VAN ACOLEYEN

BELGIË ZET IN OP

D4D

8 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

Opdat digitalisering zou werken, zijn basisvoorzieningen zoals elektriciteit onmisbaar. Waar deze ontbreken, wil België bijdragen dat ze er komen. Op de foto: een Belgische project installeert zonnepanelen voor een gezondheidscentrum in Rwanda.

© B

TC-C

TB/D

iete

r Te

lem

ans

Page 9: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

Het Belgische beleid beschouwt digitalisering niet als een doel op zich, maar als een middel om betere resultaten te behalen”

die onmiddellijk beschikbaar zijn). Evenveel aandacht zal gaan naar

‘open data’ - data die voor het grote publiek toegankelijk zijn - om een positief effect te creëren voor goed bestuur, humanitaire hulp en ontwik-kelingssamenwerking, het beheer van natuurlijke hulpbronnen en rampenbeheersing.

Digitalisering voor inclusieve samenlevingen: België wil digi-talisering ook inzetten om ener-zijds het aantal begunstigden van een interventie te verhogen en anderzijds de belemmeringen voor de kwetsbaarste groepen weg te nemen, zodat ze democratische rechten kunnen genieten, toegang hebben tot basisdiensten zoals onderwijs en gezondheidszorg, kunnen deelnemen aan het open-baar leven en zich financieel en economisch in de maatschappij kunnen integreren.

Digitalisering voor economi-sche groei: het staat inmiddels vast dat digitalisering een belangrijke bron van nieuwe banen, groei en welvaart is. Daarom zal ons land interventies ondersteunen die van digitalisering een motor maken van werkgelegenheid en maatschap-pelijk verantwoord ondernemen.

Toch is het belangrijk dit beleid aan te vullen met bestaande ‘offline’ strategieën, dus buiten internet om.

Hoewel sommige maatschappelijke organisaties online platformen of groepen op sociale media hebben, blijven flyers cruciaal om hun activi-teiten bij het grote publiek bekend te maken. Soms leveren pogingen om doelgroepen te bereiken via de nieuwe technologieën geen resultaat op. Een project in Tanzania wilde bijvoorbeeld de mening van landbouwers over hun watervoor-ziening kennen, maar het werd stopgezet: slechts 53 landbouwers hadden per sms geantwoord. Digi-talisering alleen volstaat dus niet om alle problemen op te lossen. Het is een belangrijk instrument, maar zeker niet het enige.De uitvoering van het beleid zal grotendeels afhangen van de lokale context. Er is nood aan aangepaste instrumenten zoals mobiele telefo-nie, digitale identiteitskaarten, soci-ale media, geografische informatie-systemen en sensoren. Sommige basisvoorzieningen zijn onmisbaar: IT-infrastructuur en elektriciteit, men-sen die deze technologieën kunnen gebruiken en beheren, een gunstig regelgevend kader en een goed werkende overheid. Waar zulke voorzieningen ontbreken, zal België zijn strategie aanpassen of ervoor zorgen dat ze er komen.Opdat de maatregelen ook op lange termijn effect zouden hebben, moet de lokale bevolking zelfstandig

leren werken met deze instrumen-ten. Daartoe is kennisoverdracht noodzakelijk en moeten we ook oog hebben voor de milieueffecten van deze nieuwe technologieën.Aan ‘Digitalisering voor Ontwikke-ling’ zijn echter risico’s verbonden die moeten worden beheerst. Ener-zijds zijn er de haalbaarheidsri-sico’s, zoals belemmeringen bij het gebruik van digitale appara-tuur en moeilijke toegang tot data. Anderzijds zijn er de meer-kwaad-dan-goed-risico’s. Het gaat om de impact die het gebruik van digitale technologieën kan hebben op de rechten van gebruikers: inbreuk op het privéleven of de veiligheid, verhoogd risico op blootstelling aan cybercriminaliteit en zo meer.Het D4D-beleid zal worden uit-gevoerd door de actoren van de Belgische Ontwikkelingssamen-werking, maar dan wel met de hulp van internationale partners zoals multilaterale organisaties, de Europese Commissie en de andere EU-lidstaten, en van partners uit de lokale en internationale privésec-tor. Vooral de privésector speelt een fundamentele rol in de digitale ontwikkeling.De Belgische Ontwikkelingssamen-werking wil de nieuwe technolo-gieën gebruiken om haar maatre-gelen doeltreffender te maken en de meest kwetsbaren beter te helpen.

Ons land zal interventies ondersteunen die van digitalisering een motor maken van werkgelegenheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen”

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 9

DIGITALISERING

Page 10: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

DIGITALISERINGHELPTOnderwijs, gezondheidszorg, natuurbescherming, landbouw…: alle kunnen ze baat hebben bij digitalisering. Twaalf voorbeelden illustreren de brede waaier aan toepassingen.

© M

oons

hot

Glo

bal

10 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

In de Democratische Republiek Congo bouwt de overheid samen met de Wereldbank een platform uit dat leerkrachten, ouders en leerlingen rechtstreeks in contact brengt met het ministerie van Onder-wijs. Het initiatief krijgt de steun van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Via gratis sms’en of telefonische berichten kunnen ouders of leerlingen rechtstreeks vragen stellen aan het Con-golese ministerie van Onderwijs. De vragen komen terecht op een digitaal platform waar medewerkers van het ministerie deze beantwoorden. Er zijn drie thema’s beschikbaar: het gebruik van handboeken, het absenteïsme van leerkrachten en de bouw van scholen. Op die manier kunnen de beleidsmakers beter ter verantwoording geroepen worden en kan het beleid worden bijgestuurd.Voorts kan de overheid gemakkelijker communiceren met gedecentraliseerde diensten, een pluspunt in een gigantisch land als Congo, waar de infrastructuur te wensen overlaat. Momenteel wordt het systeem getest in 311 scholen, verspreid over Kinshasa en Tshikapa, de hoofdstad van de provincie Kasaï.

JS

PLATFORM‘ALLO ÉCOLE’VERBINDT SCHOLEN MET OVERHEID

2

Tot vandaag teisteren gruwelijke verkrachtingen Oost-Congo. Toch gaan de geweldplegers meestal vrijuit. De straffeloosheid is onder meer te wijten aan een zwak gerechtelijk apparaat en schrik voor wraakneming. Bovendien woont de bevolking te afgelegen om de gerechtshoven te bereiken.

De internationale ngo TRIAL (Track Impunity Always) wil daaraan ver-helpen met digitale tools. Deze moeten advocaten, verdedigers van mensenrechten, magistraten en gerechtspolitie meer slagkracht geven. Zo kunnen foto’s en audio- en video-opnames een bewijs leveren dat in een rechtszaak kan worden voorgelegd. De mobiele app Eye Witness

maakt het bewijsmateriaal rechtsgeldig: het voorziet datum, uur en plaats van registratie plus de garantie dat het materiaal niet gewijzigd werd. Ook veilige stockering in de ‘cloud’ is mogelijk.

Met Watch over me kan de gebruiker aangeven wanneer deze zich in een risicovol gebied begeeft. Het team van Watch over me volgt de persoon in kwestie via GPS. Als de ‘ik ben veilig’-knop na de vast-gelegde tijd niet wordt ingedrukt, stuurt de app een alarmsignaal uit. Umbrella laat toe beveiligd te bellen maar biedt ook toegang tot de meest recente info rond veiligheidsproblemen in de regio.

CS

APPS BESTRIJDEN STRAFFELOOSHEID IN OOST-CONGO1

Page 11: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

DIGITALISERING

© S

tad

Roe

sela

re©

Iren

e N

ovot

ny

© S

tad

Roe

sela

re

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 11

DIGITALISERING

Afrikaanse landen hebben door hun slechte wegen af te rekenen met moeilijk bereikbare afgelegen gebieden. Daardoor is het voor de bewoners niet evident om elke geboorte te laten registreren. Zo ook in Dogbo, een stad in Benin. Vijf jaar geleden registreerde de helft van de ouders de geboortes simpelweg niet. Maar wie niet geregistreerd is, bestaat officieel niet en kan dus ook geen beroep doen op zijn rechten. Daarom ijverde de stad Roeselare, die een stedenband heeft met Dogbo, voor een betere registra-tie. En dat op een vrij eenvoudige

manier. Per deelgemeente heeft de stad een verantwoordelijke in dienst genomen die de geboortes bijhoudt. Hij of zij bezoekt de materniteiten en de ouders thuis, en brengt de registraties in orde. Elke vrijdagmorgen versturen de verantwoordelijken via sms een update van de gegevens naar de dienst bevolking. In het stadhuis zelf worden alle registraties digitaal bijgehouden. Mede door de aanwerving van extra personeel in de deelgemeenten bedraagt de registratie nu vrijwel 100%.

CS

DOGBO REGISTREERTGEBOORTES PER SMS3

Van 2010 tot 2015 liep in Mozambique het project “Rene-wable Energy for Rural Development” (RERD, Duurzame Energie voor Plattelandsontwikkeling) (BTC). Er werden honderden off-grid zonne-energiesystemen (niet aange-sloten op het net) geïnstalleerd op openbare gebouwen: gezondheidscentra, scholen, administratieve gebouwen... Om al deze systemen stabiel te houden, waren aanzienlijke investeringen en onderhoudsinspanningen nodig. Experts dienden alles op geregelde tijdstippen nauwgezet op te volgen. Maar in afgelegen gebieden liepen de kosten daardoor zeer hoog op. Bij het minste technisch probleem raakten de systemen in onbruik.

Vanuit deze vaststelling zette het RERD-project in nauwe samenwerking met de Belgium Campus in Zuid-Afrika een goedkoop opvolgingssysteem op. Dat stuurde vitale parameters via een gsm-netwerk naar een centrale eenheid. Van daaruit konden de teams in het veld kostenefficiënt worden uitgezonden. Ook was bijstand op afstand mogelijk wat toeliet de problemen merkelijk goedkoper op te lossen.

TD

DIGITALISERING EN GROENE STROOM GAAN HAND IN HAND IN MOZAMBIQUE

4

© S

tad

Roe

sela

re

Page 12: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

© L

abor

ator

ia©

Bro

wn

Neg

in

12 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

DIGITALISERING HELPT

De sociale onderneming Laboratoria (Peru) leert jonge vrouwen pro-grammeren. Ze komen uit achtergestelde milieus, maar hebben best wat in hun mars. Alleen is het private hoger onderwijs te duur terwijl de publieke tegenhanger overbevolkt is en van laag niveau. Daarom biedt Laboratoria degelijke en betaalbare opleidingen. Nadien kunnen studentes aan de slag bij softwarebedrijven waar ze gemiddeld hun inkomen verdrievoudigen. De 400 vrouwen die ondertussen opleidingen genoten, kunnen zelfs concurreren met universitaire computerexperts.

De vraag in Peru is enorm: de laatste jaren kent de software-industrie er een ware groeispurt. Tegen 2025 zouden softwareontwikkelaars in Latijns-Amerika 1,2 miljoen mensen tewerkstellen. Daarvoor moet wel al het beschikbare talent opgevist worden. Een initiatief als Laboratoria helpt bovendien het overwicht aan mannen in de IT-sector wegwerken. Deze onthaalt vrouwen met open armen omdat ze softwareproblemen anders aanpakken.

Kortom, dankzij Laboratoria ontsnappen vrouwen aan laagbetaalde jobs en bouwen ze mee aan de opbloei van een veelbelovende industrie. Laboratoria krijgt onder meer steun van Google, de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank en het Peruaans innovatieagentschap.

CSwww.laboratoria.la

ACHTERGESTELDE VROUWEN LEREN PROGRAMMEREN5

TECHNOLOGIE REDT NEUSHOORNS IN ZUID-AFRIKAEind april 2016 sloegen twee technologiegiganten de handen in elkaar om neushoorns te beschermen in Zuid-Afrika. De hoorn van deze bedreigde diersoort brengt namelijk veel geld op. Vooral vanuit Azië stijgt de vraag vanwege de vermeende geneeskracht. Gevolg: jaarlijks laten meer dan duizend neus-hoorns het leven door illegale stroperij.

Om dergelijke wanpraktijken tegen te gaan, startten Dimen-sion Data en Cisco een pilootproject in een wildreservaat dat grenst aan het Krugerpark. Doel: focussen op de mensen in het reservaat en niet op de neushoorns zelf. De dieren worden dus niet opgejaagd of gechipt, ze ondervinden geen enkele last. Via hoogtechnologische snufjes (videobewaking, drones met infraroodcamera’s, biometrische screening van bezoekers, sensoren die voertuigen traceren…) kunnen de parkwachters en veiligheidsagenten elke menselijke activiteit in en rond het reservaat opvolgen. Een digitaal netwerk stelt hen constant met elkaar in verbinding via mobiele toestellen in alle hoeken van het park. Zo kunnen ze stropers opsporen nog voor ze de neushoorns kwaad doen, en direct ingrijpen. Op termijn kan deze technologie ook elders in Afrika en zelfs wereldwijd dienen om allerhande bedreigde diersoorten te beschermen.

SBwww.dimensiondata.com

MEER INFO OPDE TABLETVERSIE

6

© L

abor

ator

ia

Page 13: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

© C

lose

the

Gap

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 13

DIGITALISERING

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bouwde dit jaar samen met non-profitor-ganisatie ‘Close the Gap’ een ‘Digitruck’. Doel: de inwoners van Kinshasa (DR Congo) vlot toegang verlenen tot kennis over informatica. Het gewest wil met dit project de digitale kloof overbruggen: een algemene ICT-kennis is namelijk noodzakelijk voor de verdere ontwikkeling van het Afrikaanse land. De Digitruck werd in augustus plechtig ingehuldigd.

Een Digitruck is een informaticalokaal in een container met allerlei ICT-mate-riaal waaronder 20 computers die continu verbonden zijn met het internet. Zonnepanelen op het dak voeden alle toestellen.

Samen met de plaatselijke overheid werd een lesprogramma opge-steld. Schoolkinderen, meisjes-en vrouwenorganisaties maar ook het gemeentepersoneel krijgen er les van lokale opleiders en ngo-me-dewerkers. De Digitruck heeft als voordeel dat hij gemakkelijk op ver-schillende locaties in de Congolese hoofdstad kan worden ingezet. Ook andere wijken zullen binnenkort van de informaticaklassen kunnen genieten.

JS

DIGITRUCK DICHTDIGITALE KLOOF IN KINSHASA8

7

De VN-agentschappen UN-Habitat (stedelijke huisvesting) en UN-Women (vrouwen) zetten digitale tools in bij de heropbouw van het fel geteisterde Gaza (Palestijns Gebied). Al te vaak beslissen vrouwen en jongeren niet mee over de heropbouw na een conflict. Ze kunnen nochtans een essentiële bijdrage leveren aan het welslagen ervan.

Met het populaire videospel Minecraft bouwen meerdere spelers samen steden op als drie-dimensionale modellen. Door jongeren actief te betrekken bij het spel, kunnen ze hun visie uiten over hoe ze hun toekomstige stad zien. Terzelfdertijd doen ze vaardigheden op en leren ze netwerken binnen hun gemeenschap.

Safetipin is een toepassing voor mobiel telefoons. Met deze app kun-nen vrouwen op wandel door de stad foto’s en commentaren posten op een kaart: een gebroken straatlamp die een onveilig gevoel geeft, plekken waar ze bedreigd of lastiggevallen werden… Andere vrouwen kunnen met de info rekening houden, gemeentebesturen krijgen tips

om de buurten veiliger te maken en ngo’s beschikken over extra gege-vens voor hun lobbywerk.

Beide VN-agentschappen spitsen zich vooral toe op de meest kwetsbare gezinnen, jonge vrouwelijke architecten en lokale besturen.

CS

DIGITALE TOOLSMAKEN STEDENIN GAZA VROUW- EN JEUGDVRIENDELIJKER

© U

N H

abita

t

© C

lose

the

Gap

Page 14: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

© B

lueS

qua

re©

FA

O

14 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

De VN-Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) wil drones inzetten voor de voedselzekerheid. De ‘onbemande luchtvaartuigen’ kunnen bijvoorbeeld luchtfoto’s nemen van akkers, bossen en kustlijnen. Dat laat toe om de gezondheidstoestand van gewassen of bosbranden op te volgen. Met speciale sensoren – veel gevoeliger dan een mensenoog - kunnen drones opmerken wanneer planten stress krijgen. Dat wijst op een tekort aan water of voedingsstoffen of op een pestaanval. De drones signaleren het probleem zodat landbouwers snel kunnen ingrijpen en zo oogstverlies vermijden. Momenteel ontwikkelt men drone-robots die insectenstalen kunnen nemen of vallen plaatsen.

In de Filipijnen loopt een pilootproject met drones die akkers scannen om de risico’s op natuurrampen te achterhalen. Ze voeden er waarschuwingssystemen en brengen info aan die de overheid gebruikt in haar plannen voor ‘rampenparaatheid’. In tegenstelling tot satellieten functioneren drones ook bij bewolkt weer. Bovendien geven ze details weer tot op 1 à 3 cm. Keerzijde is wel dat installaties en personeel nodig zijn om de massa aan gegevens te verwerken. Ook de kostprijs van 71.000 euro is niet min. Maar men verwacht dat die prijs zal dalen door toenemend gebruik. CS

DRONES BEWAKEN VOEDSELZEKERHEID10

De firma BlueSquare wil de gezondheidszorg in hospi-talen verbeteren in ruim 20 landen, waaronder Benin, Niger, Burkina Faso en Kyrgyzstan. Ze benut daartoe het instrument ‘OpenRBF’ (results based financing): ziekenhuizen krijgen extra geld als ze goed presteren.

Collega’s van andere hospitalen vullen om de 3 maand een evaluatieformulier in op een tablet (peer review). Ze checken de tevredenheid van de patiënten, de kwaliteit van de hygiëne, de bevallingen en operaties, hoeveel kinderen gevaccineerd werden en zo meer. De evalua-toren zenden vervolgens hun gegevens via internet door naar de centrale databank. Op basis van de behaalde prestaties berekent de databank op hoeveel financiering het hospitaal recht heeft.

Er komen geen tussenpersonen aan te pas, wat corrup-tie vermijdt. De databank is toegankelijk voor iedereen wat bijdraagt tot transparantie. Hij staat bovendien in verbinding met de nationale databank met gezondheids-gegevens (Health Information Management System). Het nationaal bijeenbrengen van data helpt om betere beslissingen te nemen voor het gezondheidsbeleid.

CS

EVALUATIES VIA TABLET VERHOGEN KWALITEIT VAN ZIEKENHUIZEN

9

DIGITALISERING HELPT

Page 15: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

© F

AO

© S

hutt

erst

ock

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 15

DIGITALISERING

FAO EN GOOGLE IJVEREN SAMENVOOR DUURZAME ONTWIKKELING

REAL IMPACT ANALYTICS SPOORT CRISISSEN OP VIA SMARTPHONEGEGEVENS

11

12

Real Impact Analytics (RIA) is ervan overtuigd dat big data een positieve invloed hebben op de wereld. Het jonge Belgische bedrijf wil ontwikkelingsagentschappen helpen om bij hun acties rekening te houden met de gegevens die telecomoperatoren hebben verzameld. Dat moet de verwezenlijking van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen vergemakkelijken.

De aanpak van RIA maakt het met name mogelijk voed-selcrisissen of epidemieën te bestrijden. De operatoren bewaren grote hoeveelheden gegevens: de identiteit van wie belt en van wie wordt opgebeld, de plaats waar ze zich bevinden en waar ze naartoe gaan. Door deze gegevens te analyseren en aan elkaar te linken, kan men voorspellen waar en wanneer een epidemie zal uitbreken. Men kan aldus preventief optreden en crisissen voorkomen.

Steeds meer ontwikkelingsactoren putten uit deze digitale voorraad. UNICEF maakte gebruik van big data bij de bestrijding van het ebolavirus en de Bill & Melinda Gates Foundation bij haar strijd tegen malaria in Zambia. In Latijns-Amerika probeert men op deze manier het hoofd te bieden aan het zikavirus. België steunt een partnerschap tussen het VN-Kapitaalontwikkelingsfonds (UNCDF) en RIA voor een project waarbij kwetsbaarheid en uitsluiting in Oeganda wordt geanalyseerd. BD

De VN-Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) en Google slaan de handen in elkaar om kaarten en allerlei gegevens over het aardoppervlak toegankelij-ker te maken. Op die manier helpen ze landen bij de bestrijding van de klimaatverandering. Ze versterken tevens de capaciteit van deskundigen, verantwoordelijk voor bosbeleid en het gebruik van grond en natuurlijke hulpbronnen. Samen zetten ze zich in om de huidige aanpak van duurzame ontwikkeling te vernieuwen. Via deze impuls aan innovatie en expertise willen ze ook de nationale beleidsmaatregelen over klimaat ondersteunen.

Met dit partnerschap geeft Google Maps FAO-specia-listen toegang tot satellietbeelden. Concreet betekent dit dat Google Maps 1200 personeelsleden zal opleiden van FAO en haar partners om Google Earth Engine te gebruiken. FAO op zijn beurt staat in voor de vorming van zowel haar eigen personeel als het technisch per-soneel over het gebruik van allerlei digitale tools en de technologie van Google. Het project zal het mogelijk maken kennis te delen en de behoeften in kaart te brengen, waarbij de nadruk ligt op droge gebieden en de productiviteit van de landbouw. De samenwerking loopt voor een periode van drie jaar vanaf april 2016.

TD

Page 16: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

16 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

In het vluchtelingenkamp Mugunga III, in het door oorlog verscheurde DR Congo, zijn gsm’s een reddingsboei geworden voor de ontheemde vluchtelingen en families die er wonen in de kriskras verspreide tijdelijke hutten en tenten.

mVAM:MOBIELE TECHNOLOGIE LEVERT REALTIME

INFORMATIE OVER VOEDSELZEKERHEID

Agnes is een van de 300 mensen die elke maand gebeld worden door een WFP-telefonist die vraagt wat zij en haar kinderen hebben gegeten”

BROOK DUBOIS WFP

De mensen in Mugunga III, vlakbij Goma en in de schaduw van de Nyiragongo-vulkaan,

hebben hun huizen in de omlig-gende gebieden achtergelaten op de vlucht voor de oorlog. Ze moeten het nu stellen met slechts enkele persoonlijke bezittingen en weinig kans op een stabiel inkomen.Er leven op dit moment meer dan 1,8 miljoen ontheemden in DR Congo, het op één na grootste land van Afrika. Naar schatting 7,5 miljoen mensen hebben voedselhulp en andere humanitaire bijstand nodig.

Ondanks de enorme minerale rijkdommen van het land, lijdt de ontwikkeling van Congo zwaar onder het decennia-oude conflict. En hoewel landbouw de belang-rijkste activiteit op het platteland is, kampt het land met een voedsel-productietekort van naar schatting 30-40 procent. Al deze uitdagingen vergroten de instabiliteit, van fysieke veiligheid tot de voedselprijzen op de lokale markten.Om te voorzien in de behoeften van kwetsbare mensen maken humani-taire organisaties zoals het Wereld-voedselprogramma (WFP) gebruik

van enquêtes onder huishoudens en van marktbeoordelingen om te bepalen hoe gezinnen omgaan met de moeilijke situatie, welk soort hulp nodig is en hoe die verstrekt moet worden.Het verzamelen van zulke gege-vens verloopt soms heel moeizaam, vooral in conflict- en noodsituaties. Het is duur en tijdrovend om teams naar een groot land als Congo te stu-ren om getroffen gemeenschappen te bezoeken - en bovendien nau-welijks vol te houden als gemeen-schappen gedwongen worden om regelmatig te verhuizen.

© W

FP/L

ucia

Cas

arin

Page 17: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 17

DIGITALISERING

Sinds 2014 zet het mVAM-project (mobile Vulnerability Analysis and Mapping) van WFP techno-logie op afstand in om deze moei-lijkheden te overwinnen en op een flexibelere, snellere en efficiëntere manier informatie te verzamelen over voedselzekerheid. Aan de hand van regelmatige telefonische enquêtes kan het mVAM-team van WFP rechtstreeks communiceren met getroffen bevolkingen en op een consistente manier informatie over voedselzekerheid verzame-len. Afhankelijk van de context en de complexiteit van de informatie worden deze telefonische enquêtes afgenomen via sms, telefoonge-sprekken of met een ‘Interactive Voice Response-systeem’ (IVR). IVR is een geautomatiseerd systeem dat gezinnen opbelt om gegevens te verzamelen of om hen te informeren over voedselprijzen, voedseldistri-butie en projecten van WFP.

In het verleden was het voor de hulpsector moeilijk om big data te gebruiken voor een eerste inter-ventie en humanitaire hulpverle-ning omdat de noodsituaties zo veranderlijk zijn en de nationale contexten zo verschillen. Maar de laatste jaren proberen steeds meer organisaties te profiteren van de beschikbaarheid en bruikbaarheid van gegevens om sneller en doel-treffender op te treden. In augustus lanceerde WFP de Innovation Accelerator, die de privésector, de publieke sector en ondernemers samenbrengt om humanitaire en ontwikkelingsuitdagingen, en hon-ger in het bijzonder, aan te pakken.Het mVAM-project was een vroege inspiratiebron voor het initiatief. Met de steun van technologiebedrijven als Google en Cisco en regeringen van landen als België, werd mVAM in 2013 gelanceerd in DR Congo en Somalië. Sindsdien is het uitgebreid naar meer dan 20 landen, waaronder

Jemen en landen in West-Afrika tijdens de ebolacrisis.In Congo schenkt mVAM WFP een beter inzicht in de toegang tot en consumptie van voedsel, dank-zij telefonisten die mensen in het Mugunga III kamp opbellen.Agnes Niyanzira, een weduwe met zes kinderen, vluchtte naar Mugunga III toen het geweld in haar geboortedorp Masisi uitbrak. Rebellen drongen haar huis binnen en doodden zeven van haar broers en zussen. Agnes werd ook drie keer beschoten - haar beide armen dragen er nog de sporen van en Agnes, normaal gezien een jonge moeder, heeft een stok nodig om te wandelen.Met een gsm, de eerste ooit voor Agnes, is zij een van de 300 mensen die elke maand gebeld worden door een WFP-telefonist die vraagt wat zij en haar kinderen hebben gegeten en wat ze doen wanneer er niet genoeg eten is. Om de zoveel dagen kan ze haar telefoon gratis opladen in het kamp. Ze heeft dus niet alleen contact met WFP, maar kan ook bellen met overgebleven familie in Masisi. ‘Die telefoon is een enorme hulp’, zegt ze. ‘Ik maak mij nu minder zorgen wanneer een van de kinderen ziek is, want ik kan bellen voor hulp en zelfs de lamp van de telefoon gebruiken.’Agnes komt ook in aanmerking voor WFP-voedselhulp, waarbij ze onder meer maïs en andere levensmiddelen krijgt. Daarnaast

heeft ze werk gevonden in nabij-gelegen boerderijen en kan ze verse groenten, gedroogde vis en andere voedingsmiddelen kopen op de lokale markten. Met mVAM kan WFP lokaliseren waar gezinnen zoals dat van Agnes kampen met een voedseltekort en actie onder-nemen om dat tekort weg te werken.

Volgens Jean-Martin Bauer, een senior WFP-analist en mVAM-des-kundige, zijn telefonische enquê-tes slechts het topje van de ijs-berg. Nu steeds meer mensen in de hele wereld een gsm of smart-phone hebben en gebruiken, zullen de talrijke gratis berichtenapps en de expansie van datadiensten werken als hefboom om meer hulp-behoevenden te bereiken met de juiste interventie, waar ze zich ook bevinden.Met de steun en investeringen van de Belgische regering en andere donoren zal WFP voorop blijven lopen met het inzetten van tech-nologie voor een toekomst zonder honger.

ONLINEwww.wfp.org

Aan de hand van regelmatige telefonischeenquêtes kan het mVAM-team rechtstreeks communiceren met getroffen bevolkingen en op een consistente manier informatie over voedselzekerheid verzamelen”

7,5 MILJOEN MENSEN NOOD AAN VOEDSELHULP EN ANDERE HUMANITAIRE BIJSTAND

IN DR CONGO

HEBBEN

MEER INFO OPDE TABLETVERSIE

© W

FP/L

ucia

Cas

arin

Ik maak mij nu minder zorgen wanneer eenvan de kinderen ziek is, want ik kan bellen voor hulp en zelfs de lamp van de telefoon gebruiken”

Page 18: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

18 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

LESSEN VOOR EEN DIGITALE TOEKOMST

D igitalisering boomt: meer dan 40% van de wereldbevolking heeft toegang tot inter-

net. Van de 20% armste gezinnen beschikt 7 op 10 over een gsm, dat is meer dan over een toilet en drinkbaar water. Toch hebben nog steeds 4 miljard mensen geen toe-gang tot internet en stelt 2 miljard het zonder gsm. En zolang 1 op 5 analfabeet blijft, zal deze grote groep heel moeilijk de vruchten van digitalisering kunnen plukken. Het risico is dus reëel dat digitalisering de kloof tussen arm en rijk vergroot. Overigens stelt digitalisering ook de rijke landen voor serieuze uitda-gingen: door ‘disruptie’ verdwijnen traditionele jobs.

KansenHet rapport erkent drie grote troe-ven van digitalisering. (1) Groei. Dankzij het internet profiteren bedrijven van lagere productie-kosten. Ze raken makkelijker aan informatie en kunnen zich vlotter bevoorraden, waardoor ze minder risico’s moeten nemen. Zo bespaart de pakjesleverancier UPS jaarlijks 4,5 miljoen liter benzine dankzij

een programma dat de meest voor-delige routes becijfert. Dankzij een identiteits- en traceringssys-teem voor vee kunnen Botswana en Uruguay nu ook rundsvlees uitvoeren naar de EU. Bedrijven met een digitale aanpak genieten een concurrentievoordeel tegenover traditionele bedrijven: e-commerce (verkoop via internet) versus klas-sieke winkels, mobiele geldtransfer versus gewone banken… Of ook Facebook en Google die adver-tenties wegtrekken van traditionele media.(2) Jobs. Digitale technologie cre-eert rechtstreeks een bescheiden aantal jobs, onrechtstreeks kunnen het er echter veel zijn. Zo kregen 80.000 agenten in Kenia een extra inkomen dankzij M-Pesa, een beta-lingssysteem per gsm. In China zorgde e-commerce voor 10 miljoen jobs in online-winkels. Mensen die moeilijk een job vinden – vrouwen, bewoners in afgelegen gebieden, mensen met een beperking – kun-nen thuis werken via internet en genieten zo van flexibele werkuren. Mensen die al werken worden pro-ductiever. Zo vormt informatie over prijzen, bodemkwaliteit, het weer,

mest, gewasbescherming en nieuwe technologieën een enorme hulp voor boeren.(3) Diensten. Overheden maken hun diensten veel efficiënter. Zo kan alleen al een performant registratie-systeem (digitale identiteit) achter-gestelden sterk vooruit helpen. In India kregen 900 miljoen inwoners een ID waardoor ze een bankreke-ning kunnen openen en subsidies aanvragen. Doordat burgers per gsm geweld en intimidatie kunnen melden, kunnen verkiezingen eer-lijker verlopen. In Oeganda daalde het absenteïsme van leerkrachten met 11% van zodra hoofdleraren de aanwezigheden doorgaven aan een centrale gegevensbank die wekelijks rapporten uitstuurde. Dan weliswaar in combinatie met een fooi in geval van aanwezigheid.

Risico’sDe voordelen verhullen meteen belangrijke risico’s. Zo blijft 60% van de wereldbevolking ‘off-line’. Dat weerspiegelt niet alleen een Noord-Zuidkloof, maar ook onge-lijkheid op basis van gender, leef-tijd, geografie en inkomen binnen landen. Zelfs als internet voldoende

CHRIS SIMOENS

‘Digital dividends’ - een rapport van de Wereldbank en tevens hét referentiewerk voor de digitale economie - legt uit hoe de wereld zich het best aanpast aan de digitale (r)evolutie. Kernboodschap: zonder een aangepaste ‘analoge omgeving’ voor mensen, bedrijven en overheden, zal de kloof tussen arm en rijk alleen maar toenemen.

+40%VAN DE WERELD-BEVOLKING HEEFT TOEGANG TOT INTERNET

VAN DE 20% ARMSTE GEZINNEN BESCHIKKEN OVER EEN GSM

7 GEZINNEN OP 10

IN CHINA ZORGDE E-COMMERCE VOOR

10 MILJOEN JOBS

© T

he W

orld

Ban

k

Page 19: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 19

DIGITALISERING

beschikbaar is, rijzen er problemen.(1) Concentratie. Internet stimu-leert economische groei vooral door concurrentie. Verbruikers krijgen meer keuze en kunnen prijzen vergelijken. Bedrijven die daarop inspelen zullen het dus beter doen. Maar overdreven regulering (marktbescherming en –distorsie) kan concurrentie juist belemmeren en tot monopolies leiden. Dat fnuikt dan weer innovatie.(2) Ongelijkheid. Machines nemen geleidelijk routinetaken over zoals vertaling, het afsluiten van verzekeringen en medische diagnose. Wereldwijd zal het aantal jobs voor hoog- en laaggeschoolden toenemen ten nadele van matigge-schoolden. Mensen voeren minder zwaar, repetitief en gevaarlijk werk uit. Daardoor komt meer ruimte vrij voor andere diensten. Maar men zal zich wel moeten aanpassen: vaardigheden bijleren of overgaan tot laaggeschoold, niet-routineus werk zoals in de zorgsector.(3) Controle. Internet maakt over-heden potentieel veel efficiënter, maar garandeert niet dat burgers hun overheid meer ter verantwoor-ding kunnen roepen. Via internet kunnen regeringen net informatie manipuleren en politieke elites bevoordelen. Internet versterkt de bestaande verhouding tussen over-heid en burger.

Aangepaste analoge omgeving

De digitale kloof zo klein mogelijk houden, vergt een grondige aanpas-sing van de ‘analoge omgeving’. (1) Regulering bedrijven. Een wet-geving die concurrentie bevordert, is essentieel. Dat houdt in dat bedrij-ven vrij in en uit een land kunnen bewegen en dat zij blootstaan aan buitenlandse concurrentie. Som-mige landen leggen ICT-goederen hoge import- en exportheffingen op, wat digitalisering fors belemmert. Voor firma’s met een online basis moet een aangepaste regelgeving uitgedokterd worden. Zo dienen Airbnb en Uber de nodige belas-tingen en veiligheidsvoorschriften opgelegd te krijgen. Anderzijds heeft het hotel- en taxiwezen nood aan een lagere reguleringslast. Een gelijkaardig verhaal geldt voor Ama-zon, Google en Facebook. Ontwikke-lingslanden kunnen lessen trekken uit de ervaringen van de ‘landen

in transformatie’ om zo hun eigen oplossingen te vinden.(2) Vaardigheden. Een digitale economie vereist meer dan louter ICT-kennis. Routinetaken vallen weg, terwijl creatief teamwerk en kritisch en probleemoplossend denken aan belang winnen in een steeds veran-derende omgeving. Het onderwijs dient dus niet langer leerlingen voor te bereiden op een job, maar op een loopbaan. Dus veel minder informatie overdragen en focussen op hoe studenten informatie kunnen vinden en toepassen in een onver-wachte context. Levenslang leren wordt onvermijdelijk.(3) Aansprakelijke instellin-gen. De overheid kan digitalisering benutten om transparant te zijn en haar burgers beter in te lichten. Het biedt burgers eveneens de kans om vlot feedback te geven over overheidsdiensten zoals water-voorziening of tijdens verkiezingen. Digitale aanbestedingen remmen corruptie af. Maar de ‘niet-gecon-necteerden’ mogen niet uit de boot vallen! Ook veiligheid – cybercrimi-naliteit, manipulatie… - en privacy mag men niet uit het oog verlie-zen. Een verschuiving naar meer freelance werk zal een aangepaste regelgeving (sociale bescherming, belastingen) noodzakelijk maken.

Internationale samenwerking onvermijdelijk

Het internet is in de VS ontstaan. Nog steeds heeft de VS een over-wicht bij het beheer van het inter-net. Daarom gaan steeds meer stemmen op voor een multilateraal beheer zoals bij de VN of de Inter-nationale Telecommunicatie-unie. Ook thema’s die de landsgrenzen overstijgen, vergen een internati-onale aanpak: intellectuele eigen-domsrechten, beperkingen voor datadoorstroming… Zo zijn gege-vens over het weer, het klimaat en de waterstroming cruciaal in de strijd tegen klimaatverandering en voor een productievere landbouw. Dankzij ‘openbare data’ kunnen ontwikkelingsorganisaties betere resultaten boeken bij armoede-bestrijding (betere beslissingen, snellere feedback).

BesluitDigitalisering zorgt voor disruptie. Toch zullen zij die de veranderingen

verwelkomen er voordeel uit halen, niet diegenen die er zich tegen ver-zetten. Maar om werkelijk iedereen erbij te betrekken, is meer nodig dan toegang tot het internet. Het vergt een aanpassing van de hele omgeving zodat bedrijven, men-sen en overheden het beste kun-nen tappen uit de nieuwe digitale instrumenten.

ONLINEwww.worldbank.org/en/publication/wdr2016

Routinetaken vallen weg, terwijl creatief teamwerk en kritisch en probleemoplossend denken aan belang winnen”

In Kenia kregen 80.000 agenten een extra inkomen dankzij M-Pesa, een betalingssysteem per gsm.

Page 20: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

20 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

Een gigantische vuilnisbelt vol karkassen van com-puters. Kinderen lopen er tussen de giftige rook-

walmen op zoek naar waardevol materiaal. Ze steken kabels in brand om het koper vrij te maken. Giftige metalen als kwik en lood sijpelen door tot in het bodemwater en toch kweekt men hier groenten. Het leven zoals het is in Agbogbloshie, een iconische vuilnisbelt nabij Accra (Ghana) waar 50.000 mensen over-leven van afval. Niemand lijkt zich bewust van de gevaren voor milieu en gezondheid.Het elektronisch afval in Accra komt voor een groot deel uit Europa. Nochtans heeft de EU de

‘WEEE-richtlijn’ uitgewerkt die de inzameling regelt van afgedankte elektro-apparaten en lampen. De richtlijn verplicht de producenten en verdelers namelijk om zelf een inzamel- en verwerkingssysteem op poten te zetten. In België gebeurt dat sinds 2001 door Recupel. Zijn financiering haalt het uit de ‘recu-pelbijdrage’ die in de verkoopprijs is inbegrepen.België haalt heel hoge inzamelcijfers, in de EU als geheel wordt 40% van het ‘e-waste’ (kader) via deze offici-ele weg behandeld. De rest bestaat onder meer uit kleine toestellen zoals gsm’s die mensen bij het res-tafval gooien. Een ander deel wordt

opgehaald door private bedrijven die het als tweedehandsmateriaal doorverkopen of laten recycleren door metaal- en plasticverwerkers, buiten Recupel om. De niet-offici-ele verwerking zou in België 10% van het totaal uitmaken; 5% wordt uitgevoerd voor hergebruik, onder meer naar Afrika.

MaffiaMaar er bestaan ook illegale ‘lek-stromen’. Jaarlijks zou zo’n 250.000 ton digitaal afval in West-Afrikaanse landen binnengesmokkeld worden. Met e-waste valt immers geld te verdienen, zeker als men het in Afrika goedkoop laat ‘verwerken’. De niet-waardevolle en vaak gif-tige materialen worden er immers gewoon gedumpt, enkel de waar-devolle onderdelen worden eruit gepikt (kader). Vaak varen die dan richting China en India.De Italiaanse maffia zou bijzon-der actief zijn in e-wastetransport. Nochtans legt de internationale Baselconventie een uiterst strikte procedure op voor het internationale afvaltransport. Illegale transporteurs weten dat echter handig te omzei-len door bijvoorbeeld het afval te camoufleren als tweedehandsmate-riaal. Ze kiezen er ook de meest non-chalante havens uit. Recent voorzag

een nieuwe EU-regelgeving veel striktere controles in de Europese havens. Dat vooral West-Afrika een geliefkoosde bestemming is, heeft te maken met de zwakke regel-geving in vergelijking met andere Afrikaanse landen.Een deel van het elektronisch afval op de West-Afrikaanse vuilnisbelten heeft een ‘interne’ oorsprong. Afrika produceert zelf nauwelijks elektro-nische toestellen. Het voert dus alles in, vaak tweedehandstoestellen maar ook steeds meer spotgoedkope Chinese apparaten. Op zich is het gunstig dat afgedankte toestellen een tweede leven krijgen. Zo krijgen ze een langere levensduur. Ghana heeft een ongelooflijke expertise ontwikkeld om toestellen te herstel-len of onderdelen te hergebruiken in nieuwe toestellen. Alleen zorgt dat voor extra elektronisch afval dat men ter plekke niet op een milieu-vriendelijke manier kan verwerken.

WorldLoopSoms worden ook liefdadigheidsor-ganisaties met de vinger gewezen. Sommige voeren immers tweede-handscomputers uit naar Afrika om mensen daar de kans te bieden digitaal actief te zijn. Maar als de pc’s kapotgaan, vergroot de afvalberg. Het Belgische Close the Gap levert

Op West-Afrikaanse vuilnisbelten smeulen enorme hoeveelheden elektronisch afval. Hoe komt het daar terecht? En hoe zit het met de gevolgen? Het Belgische WorldLoop probeert de negatieve impact van e-waste weg te werken.

De schaduwzijde van

ELEKTRONICA

© W

orld

Loop

(Hen

dric

kx)

WAT IS E-WASTE?‘E-waste’ omvat alle elektrische en elektronische toestellen met hun onderdelen die door hun eigenaar afgedankt werden zonder intentie tot hergebruik. Vaak wordt ook de term WEEE gebruikt: Waste Electrical and Electronic Equipment. Naast computerschermen, gsm’s, printers, tabletten en pc’s slaat e-waste ook op lampen, wasmachines, zonnepanelen, stofzuigers, radio’s, camera’s en zo meer.

41,8miljoen

ton41,8 miljoen ton

e-waste wereldwijd geproduceerd in 2014

48miljard

euro48 miljard euro

Waarde van de te recupereren materialen uit

41,8 miljoen ton e-waste (met onder meer 300 ton goud en 1.000 ton zilver)

CHRIS SIMOENS

De ontmanteling van elektronische toestellen: zo hoort het.

Page 21: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 21

fundamentele oplossing waar World-Loop weinig kan aan doen. Van Dyck: ‘Vooreerst ontbreekt het in veel Afrikaanse landen aan goede wetgeving en een financieel kader voor de verwerking van alle e-was-te-fracties, ook de giftige onderde-len. Daarbij komt dat e-waste vaak absoluut geen prioriteit is voor de overheden in Afrika.’Blijft de hamvraag: kunnen elektro-nische apparaten niet volledig vol-gens het cradle-to-cradle-principe gebouwd worden? Dat houdt in dat elk onderdeel kan hergebruikt wor-den en er geen giftige stoffen aan te pas komen. En dat bedrijven ophou-den verouderingsprogramma’s in hun toestellen te installeren. Recent nam het Europees Parlement een rapport aan dat de krijtlijnen voor een kringloopeconomie uitstippelt. Bart Staes, Europarlementslid voor Groen: ‘Met de voorstellen combi-neren we milieubescherming met innovatie en jobcreatie. Dankzij een volwaardige kringloopeconomie zou de EU jaarlijks 600 miljard euro besparen aan uitgaven voor grond-stoffen en 2 miljoen extra jobs kunnen creëren.’ Ook Afrika zou er wel bij varen. Maar het is nu afwachten in welke mate de Europese Commis-sie de voorstellen in het rapport aanneemt.

herbruikbare materialen worden verkocht. Wat ze ter plekke niet op een verantwoorde manier kunnen verwerken, wordt met onze hulp verscheept naar België of Nederland.’ WEEE-center groeide uit tot een echt commercieel bedrijf.Van Dyck: ‘De informele sector is heel efficiënt in het vergaren van afval, maar doen de eerste ruwe ontman-teling op een gevaarlijke en ineffici-ente manier. Ze steken het materiaal in brand of slaan beeldschermen kapot zonder zich te bekommeren over de risico’s voor gezondheid en milieu. Daarom werken we met onze partners ook aan bewustmaking.’ De enorme informele sector is één van de obstakels die een grondige aanpak van het e-wasteprobleem in de weg staan. Zo zou de sluiting van Agbogbloshie het probleem enkel verleggen. Die 50.000 mensen zou-den immers elders opportuniteiten zoeken om te overleven.Maar er bestaan nog andere serieuze hinderpalen voor een

alleen tweedehands-ICT-materiaal van heel hoge kwaliteit. Bovendien is Close the Gap zich scherp bewust van het afvalprobleem. Daarom richtte ze 5 jaar geleden WorldLoop op, een sociale onderneming die Afrikaanse landen wil helpen om een oplossing te vinden voor hun elektronisch afval. De organisatie steunt op een uitgebreid netwerk met onder meer Recupel, Bebat, Umicore, Deloitte en UNIDO.‘In onze samenwerking met onze partners in Afrika kiezen we bewust voor het sociale ondernemingsmodel, minder voor pure ontwikkelingssa-menwerking,’ zegt Sam Van Dyck, medewerker bij WorldLoop. ‘We willen immers dat onze partners uitgroeien tot gezonde sociale onder-nemingen die winst maken en niet afhangen van financiële steun. Zo hielpen we in Kenia het WEEE-center met het inzamelen en recycleren van verouderde en kapotte toestellen. Ze worden op een milieuverant-woorde manier ontmanteld en de

© G

riet

Hen

dric

kx

ONLINEwww.worldloop.org - www.cwitproject.eu

WAARUIT BESTAAT ELEKTRONISCH AFVAL?Waardevolle materialen• Metalen als ijzer, koper en

aluminium: zeer gemak-kelijk te recycleren

• Sommige plastics

• Printplaten, computer-chips en geheugenchips: kunnen enkel met geso-fisticeerde technologie efficiënt en milieuvrien-delijk verwerkt worden. Ze bevatten onder meer goud en zilver. Het Belgi-sche Umicore slaagt erin tot 95% van de waar-devolle materialen te recupereren. Wereldwijd bestaan slechts 4 bedrij-ven die dat aankunnen.

Niet-waardevolle materialenDeze bevatten vaak toxi-sche stoffen. Denk maar aan vlamvertragers in de plastic behuizing van com-puter- of televisieschermen. Het glas van oude beeld-buizen – nog gebruikt in Afrika – bevat veel lood.

© F

airp

hone

DIGITALISERING

MEER INFOThe global e-waste monitor 2014 (United Nations University)

The global impact of e-waste (ILO)

De ontmanteling van elektronische toestellen: zo hoort het niet.

Page 22: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

ConflictmineralenElektronische toestellen bevatten mineralen. En daar wringt nu net het schoentje. In ontwikkelingslanden vormt de mijnbouwsector vaak een bron voor lucratieve winsten. En dat trekt gewapende groeperingen aan als vliegen tot paardenvijgen. De problematiek van conflictmineralen (vooral tin, tantalium, wolfraam en goud - de zogenaamde 3TG) en de daaraan verbonden mensenrech-tenschendingen komt vooral voor in Centraal-Afrika, in het bijzonder in DR Congo. Toch blijkt dat het tij aan het keren is.

Dankzij de Dodd-Frank-wet (zie kader) zouden Congolese krijgs-heren hun greep op conflictminera-len verliezen. ‘Vroeger controleerden gewapende groeperingen bijna alle mijnsites’, aldus Justine Bihamba, een Congolese activiste in Goma. ‘Vandaag moeten we toegeven dat ze vermijden om zich hier nog mee in te laten. De Dodd-Frank-wet zette illegale activiteiten namelijk in de schijnwerpers.’ Ook een rapport (S/2016/466) van de Group of Experts (GoE), de VN-expertengroep voor DR Congo, bevestigt die trend. ‘Gewapende groeperingen hebben minder moge-lijkheden om voordeel te halen uit de opbrengsten van de exploitatie van tin, tantalium en wolfraam op mijnsites waar procedures van due diligence (gepaste zorgvuldigheid) zijn opge-zet.’ Het rapport merkt evenwel op dat gewapende groeperingen actief betrokken blijven bij de ontginning, de handel en de export van andere grondstoffen zoals goud.Naast de Dodd-Frank-wet bestrijden nog andere initiatieven conflict-mineralen. Zo onderscheidt het Regional Certification Mechanism van de Grote Meren conflictvrije mijnen van niet-conflictvrije. Het iTSCi-programma staat bedrijven bij met due diligence en de aan-koop van mineralen uit risicovol gebied. Certified Trading Chains certificeren ethische ontginnings-praktijken en handel in mineralen.

Waterdicht zijn deze systemen ech-ter niet. Ze bestaan naast elkaar zon-der onderlinge coördinatie. Boven-dien vallen bepaalde gebieden in Congo uit de boot wat toelaat dat conflictmineralen terechtkomen in conflictvrije bevoorradingsketens. Zo gaat de smokkel van minera-len onverminderd verder. Voorts tonen de rapporten aan dat er op de zwarte markt in Rwanda certificaten beschikbaar zijn die conflictmine-ralen legitimeren.In juni 2016 heeft het Europees Parlement een wet uitgevaardigd om de handel in conflictmineralen aan banden te leggen. Bedrijven, actief op de Europese markt, worden verplicht om na te gaan of de inge-voerde grondstoffen gewapende rebellen financieel vooruit helpen of kinderarbeid stimuleren. De wet wil wereldwijd 3TG aan banden leggen, niet alleen in Centraal-Afrika. Zo stellen er zich ook problemen in Colombia waar de FARC inkomsten haalt uit de ontginning van koper. Alles wat buiten 3TG valt – bijvoor-beeld halffabricaten – blijft evenwel buiten schot.

ProductieprocesOnze elektronische toestellen wor-den gemaakt door bedrijven zoals Foxconn. De Taiwanese fabrikant werkt onder meer voor Apple, HP, Sony en Nokia. In 2010 kwam het bedrijf in het oog van de storm terecht nadat verschillende media

TRANG DAO EN JOERI SURDIACOURT

WAAROVER GAAT DE DODD-FRANK-WET?De Amerikaanse Dodd-Frank-wet werd in 2010 in het leven geroepen om een nieuwe financiële crisis te voorkomen. De wet stelt onder meer dat beursgenoteerde bedrijven in Amerika die mineralen gebruiken uit Cen-traal-Afrika, de herkomst van hun mineralen moeten aangeven. Bovendien zijn ze verplicht om na te gaan of ze gewapende groeperingen financieren.

In ontwikkelings landen vormt de mijnbouwsector vaak een bron voor lucratieve winsten. En dat trekt gewapende groeperingen aan als vliegen tot paardenvijgen”

Smartphones, tablets, computers, spelconsoles en televisietoestellen: ze zijn niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Toch staan weinig mensen stil bij het productieproces van deze hebbedingetjes. Aan onze vooruitstrevende elektronica hangt namelijk een prijskaartje: … mensenlevens.

HOE KOOSJER ZIJN ONZE ELEKTRONISCHE

SNUFJES?

Fairphone ziet erop toe dat de arbeidsomstandigheden zo goed mogelijk zijn. ©

fairp

hone

22 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

Page 23: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

Dankzij de procedures van due diligence (gepaste zorgvuldigheid) halen gewapende groeperingen minder winst uit de exploitatie van tin, tantalium en wolfraam.

DIGITALISERING

berichtten over het hoge aantal zelfdodingen. Het gevolg van erbar-melijke werkomstandigheden: lage lonen, lange werkdagen, veel over-uren en een gevaarlijke werkplaats.Regelmatig halen de povere arbeidsomstandigheden in Azië het nieuws. De laatste jaren zijn de lonen wel gestegen in de Chinese bedrijfs-afdelingen. Deze toename mag evenwel niet worden toegeschreven aan een bewuste bedrijfspolitiek. De Chinese overheid heeft namelijk een aantal wetten opgesteld die een minimumloon garanderen.

Een rapport van het European Trade Union Institute (Flexible workforces and low profit margins) toont aan dat Foxconn ‘Chinese werksystemen’ naar Europese dochterbedrijven exporteert. Zo installeerden Tsjechi-sche fabrieken slaapzalen waardoor de werkshifts elkaar vlot kunnen opvolgen. Turkije maakt gretig gebruik van stagiairs en leercon-tracten en in Hongarije bedraagt het gemiddelde inkomen van een arbeider 294 euro per maand.

© B

as V

an A

bel

/Waa

g S

ocie

ty

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 23

De OECD Due Diligence Guidance (OESO-richtlijnen voor gepaste zorgvuldigheid) bevat richtlijnen voor bedrijven voor het gebruik van mineralen in de gehele productieketen. Daarmee wil de OESO ervoor zorgen dat bedrijven de mensenrechten nale-ven en dat hun bevoorradingsbeleid niet bijdraagt tot conflicten. Doel: transparante bevoorradingsketens van mineralen bevorderen.

www.oecd.orgMEER INFO OP

DE TABLETVERSIE

Page 24: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

Ook Samsung is in hetzelfde bedje ziek. De Koreaanse elektronica-reus produceert, in tegenstelling tot andere bedrijven in de sector, meer dan 90% van zijn producten binnenshuis. Het staat er ook om bekend dat het een actief beleid voert tegen vakbonden. Vaak mel-den de media dat vakbondsleiders bewust geïsoleerd of uitgesloten worden. Bovendien is er sprake van lange werkuren die leiden tot chronische vermoeidheid en stress.Een ander veel voorkomend pro-bleem is het gebruik van giftige stoffen. Zo wordt het kankerverwek-kende benzeen gebruikt in reini-gingsmiddelen voor elektronische onderdelen. Een VN-rapport 1ont-hult dat sinds januari 2015, 350 werknemers binnen de Koreaanse elektronica-industrie met ernstige gezondheidsproblemen kampen zoals kankers, beenmergdepressie en afwijkingen van geslachtsorga-nen. Reeds 130 werknemers, vooral jonge vrouwen, zijn inmiddels over-leden. Elektronicabedrijven geven dan ook niet graag informatie vrij over het gebruik van chemicaliën. Zo beweert Samsung dat dit bedrijfs-geheimen zijn en dus niet bestemd voor het publiek.

Fairphone: de eerste eerlijke

smartphoneFairphone – opgericht in 2013 in Amsterdam – draagt maatschap-pelijk verantwoord ondernemen hoog in het vaandel. Het bedrijf zet zich in voor eerlijker elektronica en produceert een eerlijke smartphone met ‘conflictvrije’ mineralen waarbij betere arbeidsomstandigheden centraal staan.Met behulp van crowdfunding pro-beert Fairphone het bewustzijn van gebruikers te vergroten en de aandacht te vestigen op milieu- en

sociale aspecten. Daarnaast hoopt het bedrijf multinationals te over-tuigen om over te stappen op een duurzamere productiemethode. Zo ondernamen Apple en Acer al enkele concrete stappen.Onlangs namen de productiefabrie-ken waarmee Apple werkt, deel aan de Third Party Audit, een onafhanke-lijke evaluatie door derden. Apple legde ook twee belangrijke doelstel-lingen vast: 1) invoering van proce-dures van ‘gepaste zorgvuldigheid’ en 2) rapportering over incidenten en probleemoplossingen. Nadat de inspecteurs van Apple in 2010 in een

Chinese productiefabriek tal van inbreuken hadden vastgesteld, werd het bedrijf geen straf opgelegd. Wel trachtte Apple daarna samen met de fabriek de arbeidsomstandigheden te verbeteren.Ook Acer levert inspanningen. Zo eist het van zijn leveranciers dat ze de mensenrechten in de hele productieketen naleven volgens de richtlijnen van de OESO (zie kader). Acer wil met behulp van regelma-tige opleidingen een gezonde en veilige werkomgeving verzekeren, de arbeidsomstandigheden verbe-teren en gezondheid en hygiëne versterken.Sinds 2013 is Acer lid van de Public-Private Alliance for Respon-sible Minerals Trade (PPA). De steun van Acer en van andere partners vergroot er de expertise en geeft de PPA meer slagkracht in de projecten rond ‘conflictvrije’ mineralen in het gebied van de Grote Meren in Afrika.

FAIRTRADELABEL VOOR OEGANDESE GOUDMIJN

In Oeganda ontving de kleinschalige mijnvereniging Sama als eerste een fairtradelabel. De mijnsite garandeert zo dat het op een eerlijke manier goud delft. Het Trade for Development Centre (TDC) – een initiatief van de Belgische Ontwikkelingssamen-werking - steunt de mijn zodat deze meer profijt kan halen uit het label.

Om het label te krijgen moest Sama onder meer de hoeveelheid kwik drastisch verlagen. Het giftig goedje wordt namelijk gebruikt om goud te isoleren uit gouderts. TDC wil spe-ciale machines mee helpen financieren waardoor het gebruik van kwik overbodig wordt. Verder helpt TDC Sama met haar zoektocht naar nieuwe klanten en met sensibilisering en lobbywerk. De lokale gemeenschappen en overheden moeten immers ingelicht worden over de ecologische, sociale en economische voordelen van het fairtradelabel.

1 A/HRC/33/41/Add.

DIGITALISERING

© E

NO

UG

H p

roje

ct

© T

DC

24 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

Fairphone probeert het bewustzijn van gebruikers te vergroten en de aandacht te vestigen op milieu- en sociale aspecten”

© fa

irpho

ne

Page 25: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 25

Collective intelligence: burgers zoeken samen oplossingen

Onze huidige maatschappij wordt steeds individualistischer. Wat als we de krachten en de kennis van elkeen bundelen om een betere omgeving te creëren voor iedereen? Dat zoekt de sociale onderneming Edgeryders uit.

Edgeryders komt voort uit een project van de Europese Instellingen uit 2011: een online platform

waarbij deelnemers vrijwillig hun advies gaven over de hervorming van het jongerenbeleid. Zelfs lang nadat het project werd afgerond, ging de online conversatie verder.

‘Daarom besloten we met drie col-lega’s een nieuw platform te bou-wen en dezelfde methodologie te hanteren. Zo ontstond Edgeryders in 2013’, vertelt Nadia El-Imam, medeoprichtster van Edgeryders.

Online conversatieEdgeryders is een ‘online com-munity’, een netwerk van mensen verspreid over de hele wereld. In meer dan 30 landen telt de onder-neming zo’n 4.000 leden met een ware mix van achtergronden: inge-nieurs, advocaten, artsen, hackers, activisten, … Bedoeling is om via een open platform en sociale media nieuwe antwoorden te vinden op bestaande politieke, economische en ecologische problemen. Ook tal van individuele acties helpen het doel te bereiken. De onderneming wil dat mensen hun potentieel ten volle kunnen ontwikkelen.

Mensen centraalEdgeryders vertrekt vanuit een gemeenschappelijke interesse. Via het platform delen verschillende leden hun kennis en ervaringen. Ver-volgens stemmen ze hun strategie op elkaar af om samen tot een oplossing te komen. En dat werkt. Net omdat in heel het proces mensen centraal staan. ‘Door een direct gesprek aan te gaan met en tussen burgers duiken er

nieuwe perspectieven op. Dankzij een bottom-up aanpak krijg je immers een beter overzicht van wat er leeft in een gemeenschap en waar de noden zich bevinden’, legt Nadia uit.Edgeryders spaart heel wat kosten uit, net omdat het kan steunen op een uitgebreid netwerk van kennis en expertise. De onderneming haalt inkomsten binnen door advies te verkopen aan klanten (internationale organisaties, bedrijven, overheden). Bovendien organiseert Edgeryders tal van workshops waarbij ze uitgaat van bestaande case studies.

Samenwerking met UNDP

Edgeryders onderneemt actie in plaats van een beleid te voeren. ‘We zijn ervan overtuigd dat regeringen, ngo’s en internationale instellingen hun nut bewijzen. Maar veelal volstaat dat niet. Er is nood aan een alternatief om maatschappelijke kwesties aan te pakken’, aldus Nadia. Daarom sloegen Edgeryders en het VN-Ont-wikkelingsprogramma (UNDP) de handen in elkaar in 2014.In 2013 had UNDP namelijk een wereldwijde online enquête (World We Want) georganiseerd om de burgers te bevragen over de post-2015 ontwikkelingsagenda. Meer dan een miljoen mensen deelden hun visie op een betere toekomst. Het was duidelijk wat de mensen wilden, maar niet hoe ze hun doel konden bereiken. Op vraag van UNDP zette Edgeryders een pro-ject op poten (Spot the Future) om te kijken wat die toekomst inhoudt voor mensen in Armenië, Georgië en Egypte. Dankzij online conver-saties en netwerkanalyses kreeg Edgeryders zicht op wie er al werkte aan bepaalde doelen en kon het

die mensen/groepen/organisaties aanzetten om de toekomst in die landen vorm te geven.Zo hadden in Egypte de inwoners van een buitenwijk geen toegang tot de verkeersring rond de stad Caïro. De regering beschouwde de wijk als een informele nederzetting en wou deze niet verbinden met de stad. Tijdens de Arabische Lente besloten de inwoners om het heft zelf in handen te nemen. Ze verkre-gen alle goedkeuringen, huurden materiaal en bouwden vier op- en afritten. Uiteindelijk heeft het project slechts een vierde gekost van de normale prijs als het via de overheid was verlopen. Een mooi voorbeeld van hoe verandering komt vanuit de gemeenschap.

MEER INFO OPDE TABLETVERSIE

ONLINEhttps://edgeryders.eu/

We zijn ervan overtuigd dat regeringen, ngo’s en internationale instellingen hun nut bewijzen. Maar veelal volstaat dat niet. Er is nood aan een alternatief om maatschappelijke kwesties aan te pakken.

NADIA EL-IMAM

DIGITALISERING

© E

dge

ryd

ers

STEFANIE BUYST

Page 26: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

26 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

DIGITALISERING

CHRIS SIMOENS

Het is uitermate moeilijk een alom-vattend zicht te krijgen op fenome-nen als migratie en klimaat. Feit: mensen slaan op de vlucht. Maar waarom? Welk traject leggen ze af? Welke noden ontmoeten ze onder-weg? Welke traumatische ervarin-gen hebben ze doorstaan? Wat zijn hun talenten? Feit: het klimaat verandert. Maar in welke mate zijn de extreme weersverschijnselen van vandaag al een gevolg van klimaatverandering? Hoe bereiden we ons beter voor op rampen? Hoe verbruiken we zo weinig mogelijk energie?Om een antwoord te vinden op al die vragen hebben we gegevens nodig. Vaak zijn die al beschikbaar. Het komt er alleen op aan ze bijeen te brengen en er de juiste inzich-ten uit te destilleren. Vandaag al gebruikt de Internationale Orga-nisatie voor Migratie (IOM) in 40 landen een Displacement Tracking Matrix, een gigantische databank die de toestand van ontheemden bijhoudt: vanwaar komen ze, waar bevinden ze zich, keren ze al dan niet terug… De huidige technologie maakt het bovendien mogelijk om in ‘real time’ te werken. We zijn dus in staat onze besluiten te trekken op basis van actuele data, terwijl we tot nu toe meestal steunen op gegevens van een paar jaar oud.

SDG’sTer gelegenheid van de VN-Al-gemene Vergadering in New York (september 2016) hield vicepremier en minister van Ontwikkelingssa-menwerking Alexander De Croo een pleidooi voor een datarevolutie. Bel-gië werd er tevens officieel lid van het GPSDD, een breed netwerk van onder meer overheden, privébedrij-ven en ngo’s. Doel: data gebruiken als instrument om de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) te bereiken. Ons land beloofde om zijn partnerlanden te ondersteunen om relevante data te verzamelen en te analyseren, alsook om er de nodige infrastructuur en vaardigheden te voorzien.De data kunnen ingezameld worden via gsm, sociale media, drones, satelliet… In wezen kan elke bur-ger data leveren. Maar lijkt een dergelijk alomvattend datasysteem niet griezelig veel op big brother? Precies daarom hamert minister De Croo sterk op ethiek en privacy, en spreekt hij liever niet over ‘big data’1. De datarevolutie moet ten dienste staan van mensen en een beleid toelaten gebaseerd op feiten in plaats van op emoties.

Post-waarheidMaar in hoeverre tellen feiten nog in het huidige tijdperk van ‘post-waar-heid-politiek’? The Economist stelde onlangs een trend vast: sommige politici doen uitspraken die waar

aanvoelen, maar geen basis hebben in de feiten. Ze willen in de eerste plaats vooroordelen versterken. De campagne voor de Brexit illustreert het verschijnsel.Volgens minister De Croo zijn data net een wapen tegen populisme. Harde feiten moeten de welig tie-rende vooroordelen over vluchte-lingen en migranten tenietdoen. Ze vormen een wapen tegen onwe-tendheid, hét machtsinstrument van populisten. Zo is het onjuist alle vluchtelingen te bestempelen als profiteurs. De meesten waren niet arm en niet afhankelijk van hulp. En ze hebben capaciteiten die we beter zouden kunnen benutten. Bijvoorbeeld via databanken die de werkervaringen en capaciteiten van de vluchtelingen registreren.Overigens kunnen de zeer toegan-kelijke data ook het omgekeerde teweegbrengen. Onderzoeksjour-nalisten en ngo’s kunnen er mee aan de slag om hun overheden ter verantwoording te roepen. De

‘datajournalistiek’ kan uitgroeien tot een echte vierde macht.In onze complexe wereld van van-daag hebben we data hoe dan ook broodnodig. Indien goed gebruikt, kunnen ze ons leiden op een duur-zaam en verdraagzaam pad. En daar wil België werk van maken.

1 Zoals aangehaald op www.mo.be

ONLINEwww.data4sdgs.org

De datarevolutie moet ten dienste staan van mensen en een beleid toelaten gebaseerd op feiten in plaats van op emoties”

EEN DATAREVOLUTIE voor migratie en klimaat

België promoot een bredere toepassing van data rond onder meer migratie en klimaat. Ons land werd alvast lid van het Global Partnership for Sustainable Development Data (GPSDD).

© S

hutt

erst

ock

Page 27: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 27

DIGITALISERING

UN GLOBAL PULSE : big data ten dienste van ontwikkeling

crisis vanuit de vaststelling dat digi-tale data een beter inzicht geven in de wereld en de mensen en het mogelijk maken in real time infor-matie te verzamelen over de manier waarop de beleidsverantwoordelij-ken in bepaalde crisissen optreden. Big data kunnen dus in dienst staan van het beleid doordat ze een beeld geven van de lokale situatie en behoeften. Ze geven inlichtingen over de bevolking en schragen een proces van (goede) besluitvorming.UN Global Pulse is erop gericht de kennis over de mogelijkheden van big data te vergroten, privaat-pu-blieke en academische partner-schappen te smeden over het gemeenschappelijk gebruik van big data, benaderingen en analy-se-instrumenten uit te werken via het eigen netwerk van pulse labs en te ijveren voor de goedkeuring van nuttige innovaties in het VN-systeem.

TwitterOp 23 september 2016 maakte UN Global Pulse de onderteke-ning bekend van een partnerschap met Twitter dat zijn gegevens ter beschikking stelt om de verwezen-lijking van de Duurzame Ontwikke-lingsdoelen (SDG’s) te ondersteunen. Concreet betekent dit dat de ont-wikkelingsactoren toegang krijgen tot de datastroom van de twitter-gebruikers met informatie over voedselprijzen, de toegang tot de gezondheidszorg, de kwaliteit van het onderwijs, natuurrampen enz.

D oor ons gedrag op het internet geven we enorm veel data prijs: wat we kopen,

het soort sites dat we bezoeken, de reisbestemmingen die we verkiezen, onze vrienden, onze politieke of godsdienstige overtuiging, wat we onlangs nog op Facebook hebben geliket… Al deze informatie kan worden verzameld en aan elkaar gelinkt en is dan ook een waarde-volle bron aan informatie over ons sociaal profiel en ons profiel als consument, burger, enz. Dat zijn ‘big data’: massaal veel gegevens. Ze kunnen voor verschillende doelein-den worden gebruikt: commercieel, uiteraard, maar waarom ook niet voor ondersteuning van ontwikke-ling of voor humanitaire projecten?

UN Global PulseUN Global Pulse, een initiatief over innovatie van VN-secretaris-gene-raal Ban Ki-moon, zet in op big data. De visie achter het project is een toekomst te bouwen waarin big data in alle veiligheid en op een verant-woorde manier worden gebruikt als openbaar goed. De slogan van UN Global Pulse is ondubbelzinnig: ‘Harnessing big data for develop-ment and humanitarian action’ (‘Big data ten dienste van ontwikkeling en humanitaire hulp’). Het initiatief werd in 2010 opgestart na de wereldwijde economische

BENOIT DUPONT

ONLINEwww.unglobalpulse.org

De sporen die wij op het net en de sociale media achterlaten, lijken misschien onschuldig, maar de data die zo worden verzameld zijn van grote waarde. Het komt erop aan ze verantwoord te gebruiken en ze te beschermen. De Verenigde Naties zijn zich bewust van de mogelijke inbreuken op het privéleven van ieder van ons. Ze stellen dan ook alles in het werk om het juridisch raamwerk te verbeteren teneinde een billijk evenwicht tussen de rech-ten van ieder van ons te waarborgen.

De Verenigde Naties willen de mogelijkheden aanboren die big data bieden als aanvullend instrument voor de bestrijding van allerhande crisissen in ontwikkelingslanden (op het gebied van gezondheid, klimaat, voedsel). De informatie- en communicatietechnologieën ten dienste van de meest kwetsbaren: is dat mogelijk?

De Verenigde Naties zijn zich bewust van de mogelijke inbreuken op het privéleven vanieder van ons. Ze stellen dan ook alles in het werk om het juridisch raamwerk te verbeteren”

© y

mge

rman

- F

otol

ia

Page 28: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

In de lente van dit jaar lanceerde het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA) met de steun van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking de prijs Digitalisering voor Ontwikkeling (D4D). Doel: van digi-talisering een onmisbaar instrument maken in elke strategie voor duurzame ontwikkeling in het Zuiden.

D4D: Tweejaarlijkse prijs Digitalisering voor Ontwikkeling

© 2

007

John

Hog

g/Th

e W

orld

Ban

k

Toen we dit artikel schreven, waren de winnaars van de Prijs D4D nog niet bekend. Pas op 30 november 2016 reikt het Konink-lijk Museum voor Mid-den-Afrika de prijzen uit in het kader van een netwerkevent met een innovatiebeurs. Een uit-gelezen kans voor de genomineerden om hun project voor te stellen en te netwerken met vooraanstaande (inter)nationale deskundigen.

In de taal van Shakespeare heet het “Digital for Deve-lopment” of “D4D”, wat in het Nederlands zoveel betekent

als “Digitalisering voor Ontwikke-ling”. De thematiek is inmiddels een van de prioriteiten van het Belgi-sche ontwikkelingsbeleid. Het idee erachter is eenvoudig: de digitale technologie inzetten als hefboom voor ontwikkeling. De combinatie van de twee bevoegdheden van Minister Alexander De Croo – Ont-wikkelingssamenwerking en Digitale Agenda – biedt een waaier aan nieuwe en unieke mogelijkheden. Een ervan is de Prijs D4D.

Waar gaat het precies over?

De Prijs D4D die om de twee jaar wordt uitgereikt, beloont initiatieven die digitale creativiteit en nieuwe technologieën hanteren als hefboom voor ontwikkeling en voor de ver-wezenlijking van de Duurzame Ont-wikkelingsdoelstellingen (SDG’s). Het initiatief is dus zeer ruim van opzet en richt zich tot studenten, doctorandi, onderzoekers, start-ups,

publiek-private samenwerkingen (PPS), ngo’s, 4de Pijlerinitiatieven en de privésector.In de projectoproep staat duidelijk vermeld dat alle initiatieven inzake digitalisering voor ontwikkeling en dus ook alle thema’s in aanmerking komen, zolang ze maar overtuigend en vernieuwend zijn. Voorwaarde is wel dat de deelnemers de Bel-gische nationaliteit hebben of uit een van de veertien partnerlanden afkomstig zijn.

Prijs in drie categorieën

Voor de eerste editie konden de deelnemers inschrijven voor drie categorieën:• iStartUp voor innovatieve project-ideeën of een start-up• iStandOut voor succesverhalen• iChoose waarbij het publiek kan stemmen voor het meest innova-tieve idee.Er werden twaalf inzendingen gese-lecteerd. De jury beslist, maar onze redactie heeft toch een boontje voor:• De Belgische start-up Creo² die een app voor tablets voorstelt voor buurthandelaars (restaurants, win-kels, enz.). In ruil voor aankopen

krijgen klanten de mogelijkheid om zogenaamde verantwoorde promoties te ondersteunen, zoals het aanplanten van een boom in samenwerking met de vereniging We Forest of de aankoop van vaccins door Artsen zonder Grenzen. Een origineel idee en het is eens wat anders dan de formule “3+1 gratis”!• De Rwandese firma HeHeLabs die gespecialiseerd is in mobiele technologie. Ze ontwikkelt op maat gemaakte apps voor bedrijven, regeringen en tal van verenigingen. Met dit project krijgen jongeren bovendien de kans om bij te leren en bij te dragen aan de ontwikkeling van Rwanda en van Afrika in het algemeen.• De Belgische start-up Comundos die jongeren via ‘digital storytelling’ helpt emanciperen, en een kriti-sche geest en een eigen identiteit ontwikkelen door hen wegwijs te maken in de media en de digitale communicatiemiddelen.

MARTINE WARCK

ONLINE http://prized4d.africamuseum.be/

28 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

DIGITALISERING

Page 29: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

OP STAP MET

Wie?Maarten Boute Belgisch ondernemer in Haïti

Wat?Twee sociale ondernemingen: sûrtab produceert tablets en RE-VOLT installeert goedkope zonnesystemen.

Waarom?Haïti is één van de armste landen ter wereld. Door betaalbare digitale oplossingen aan te bieden, wil sûrtab het onderwijs in het land verbeteren en RE-VOLT stroom beschikbaar maken.

Mobile classroomIk zocht een manier om zelf iets te ondernemen om de bevolking vooruit te helpen. Daarom richtte ik samen met een Haïtiaanse zakenman sûrtab op om lokaal goedkope Android tablets te produceren. Zo kon ik een heleboel mensen aan het werk zetten en tegelijkertijd een reële vraag beantwoor-den. De bevolking kan namelijk geen iPads of Samsungs betalen, ze heeft nood aan een goedkoper alternatief. Hoofddoel was een product ontwikkelen spe-cifiek voor scholen om het onder-wijsniveau op te krikken.Sûrtab werd zeer positief onthaald door de regering en de pers. Maar vooral de bevolking was enorm trots op de tablets van Haïtiaanse makelij. In 2012 startte de produc-tie en anderhalf jaar later zag de

‘mobile classroom’ het licht - een soort van karretje met een 40-tal tablets, een laserprojector en een laserpen. De bijhorende zonnepa-nelen laden de tablets op in geval van elektriciteitsgebrek. Intussen rijden de ‘mobiele klaslokalen’ in meer dan 100 scholen.

SakadoSamen met het ministerie van Onderwijs rustten we de tablets uit met Franse en Creoolse les-inhoud. Dat leidde ons naar een tweede project ‘Sakado’ (Creools voor rugzak): alle boeken die een

leerling nodig heeft in de les - een heel pak in Haïti - zetten we op de tablets. Een tablet, inclu-sief alle digitale lessen, kost iets minder dan 200 dollar. Dat komt ongeveer overeen met het bedrag voor schoolboeken. Voor-

deel: de leerlingen kunnen gewoon updaten in plaats van jaarlijks een nieuwe set boeken te kopen.

Sociale ondernemingSûrtab is een sociale onderneming die werk creëert en de opbrengst 100% herinvesteert in de werk-nemers en het bedrijf. Tijdens de rekrutering hebben we de sollicitan-ten onderworpen aan enkele tests rond behendigheid en logica. Wat bleek: vrouwen scoorden beter dan mannen. Sûrtab telt momenteel iets meer dan 40 werknemers, waar-van 80% vrouwen en 20% mannen. Maandelijks produceert het bedrijf gemiddeld 800 à 1.000 tablets, waar-van 80% naar het onderwijs gaat en 20% naar de retailmarkt.

We hebben enorm geïnvesteerd in opleidingen voor de werknemers. Veel van de meisjes die in de fabriek werken, komen uit arme buurten en hadden enkel een basisken-nis. Dankzij intensieve cursussen en praktische oefeningen kunnen ze nu vlot elektronica installeren. De werknemers verdienen drie keer meer dan het officiële mini-mumloon in Haïti en genieten gratis ziekteverzekering. Sommigen ont-vangen ook een premie als ze een bepaalde productiehoeveelheid of kwaliteitsniveau behalen.

RE-VOLTHaïti kampt met een bijna onbe-staand elektriciteitsnet. Bovendien is het er elke dag donker om 18u30. De mensen moeten het ’s avonds dikwijls stellen met enkele kaarsjes. Daarom startte ik in 2014 RE-VOLT op, een sociale onderneming die de bevolking voorziet van energie. Mensen kunnen voor 30 dollar een klein zonnesysteem installeren bij hen thuis en betalen maandelijks zes dollar voor het gebruik. Als ze niet betalen, kan het systeem vanop afstand uitgeschakeld worden. Intussen heeft RE-VOLT iets meer dan 4.000 huizen uitgerust met de zonnesystemen. Dankzij die basis-voorziening krijgen kinderen de kans om ’s avonds nog een beetje te studeren.

In januari 2009 trok ik naar Haïti als CEO van Digicel, de grootste mobiele operator van het land. Het sprak mij enorm aan om te werken voor een bedrijf dat zich sociaal engageert. In 2012, na bijna 20 jaar telecomervaring, had ik het eigenlijk een beetje gehad om in een sector te werken waar alles vooral draait rond winst.

ONLINEhttp://surtab.com/home/edu.phpwww.re-volt.com

STEFANIE BUYST

Sakado: een tablet vol schoolboeken

© S

urta

b

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 29

MEER INFO OPDE TABLETVERSIE

Page 30: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

Chadrack, 17: “Ik werd bij volwassenen geplaatst. De eerste dag (in de gevangenis) word je geslagen tot je erbij neervalt. In mijn cel waren we zeker met dui-zend. Soms sliep ik rechtop.” Na anderhalve maand voorlopige hechtenis kwam Chadrack vrij dankzij de tussenkomst van een advocaat en kon hij opnieuw naar school.

In DR Congo verschijnen de meeste mensen die in voorlopige hechtenis zitten niet binnen de wette-lijk vastgestelde termijn voor de rechter. Evenmin hebben zij toegang tot rechtsbijstand. Gevangenen worden soms jarenlang aan hun lot overgelaten, zonder rechterlijke beslissing of toegang tot een advocaat. Zij die vrijkomen, getuigen van de ver-schrikkelijke leefomstandigheden in de gevange-nissen. Weet dat achter elke rechterlijke beslissing mannen, vrouwen en kinderen schuilgaan.

Deze fotoreportage van Rosalie Colfs werd gerealiseerd in het kader van een project dat het grote aantal gevallen van voorlopige hechtenis in Congo wil bestrijden, en dat met de financiële steun van de FOD Buitenlandse Zaken van België.

Dankzij het project kon een groep advocaten met de hulp van Advocaten Zonder Grenzen (AdZG) rechtsbijstand verlenen aan bijna 3.000 personen die in vier Congolese gevangenissen in voorhechtenis worden gehouden.

Advocaten Zonder Grenzen (AdZG) is een internationale niet-gouvernementele organisatie die in 1992 in België werd opgericht. AdZG is gespecialiseerd in de ontwikkeling van projecten ter bevordering en ondersteuning van rechtstoegang, de verwezenlijking van mensenrechten en de rechtsstaat in ontwikkelingslanden en/of in landen in een post-conflictsituatie.

www.asf.be

Voorlopige hechtenis: levensverhalen

30 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

© R

osal

ie C

olfs

, 201

6

© R

osal

ie C

olfs

, 201

6

Page 31: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

Aime bracht 50 bange dagen door in de gevangenis en heeft last van haar heup. “Ze wil-den me niet verzorgen en ik mocht de wandelstok die ik bij het stappen nodig heb niet gebruiken (…). In de gevange-nis ontmoette ik onschuldigen, gekken… : allerlei mensen die er niet thuishoren.”

Met de hulp van AdZG kwam Désiré Loko vrij nadat hij precies 8 jaar, 5 maanden en 21 dagen in voorlopige hechtenis had doorgebracht in de centrale gevangenis van Kinshasa, zonder reden. Gedurende al die jaren kreeg Désiré geen enkele steun van zijn familie, die in de provincie was gebleven en helemaal niet op de hoogte was van zijn situatie. “In de gevangenis krijg je amper eten”, getuigt hij.

MENSENRECHTEN

Voorlopige hechtenis: levensverhalen

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 31

© R

osal

ie C

olfs

, 201

6

© R

osal

ie C

olfs

, 201

Ros

alie

Col

fs, 2

016

Page 32: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

TRANG DAO

MONDIAPOLIS OXFAM:

de wereld om de hoekOxfam-Solidariteit organiseert al jaren ‘De wereld om de hoek’, een educatief project bedoeld om mensen te sensibiliseren en tot actie aan te zetten. Het project omvat twee inleefateliers: Bolivia (rond de impact van klimaatverandering) en Mondiapolis (rond consumptiegedrag en de gevolgen van de ontginning van natuurlijke rijkdommen voor het leefmilieu en voor de arbeiders). Glo.be nam deel aan het atelier Mon-diapolis en trachtte de werkmethode van Oxfam-Solidariteit te doorgronden.

Het atelier diende ons meer inzicht te geven in de boodschap die Oxfam-Solidariteit uit-

draagt. Samen met de leerlingen van de vormingsdienst ‘Brusselse Culturele Centrale’ namen we plaats in het midden van een kamer vol met allerlei voedingswaren en voorwer-pen uit ons dagelijks leven. Terwijl we die lange tijd observeerden en bestudeerden, beseften we steeds meer in welke mate ons leven wordt beïnvloed door multinationals die het wereldwijde economische en financiële systeem domineren. ‘Het is niet de bedoeling om multinati-onals als Coca-Cola onder vuur te nemen omdat ze een populair product lanceren’, verklaarde Julien Ureel, medewerker van de vormingsdienst

Verschillende rapporten van de Verenigde Naties stellen trouwens vragen bij de verantwoordelijkheid van de bedrijven actief in de col-tanhandel in Congo.We deelden onze bedenkingen met de leden van de andere groepjes, die op hun beurt hun indrukken rond de suiker- en katoensectoren ter sprake brachten. Vanuit de con-frontatie met al die gevaren en de trieste realiteit, begrepen we het belang van bewustwording rond een problematiek. Daarna kan er worden gelobbyd bij beleidsmen-sen en kunnen we jongeren via het onderwijs sensibiliseren.Later kwamen we in Cambodja terecht, waar we de verstikkende sfeer in een kledingfabriek ervoeren. Honderden vrouwen werken er in moeilijke en onveilige omstandig-heden, aan een hels tempo en voor een habbekrats. Ze zijn ver van hun families verwijderd, mogen zich niet verenigen en wonen in krotten.Na die reis om de wereld keerden we terug naar de hoofdzetel van Oxfam-Solidariteit. Daar getuigde een leerling over hoe het atelier haar had veranderd: ‘Ik ben me nu van de situatie bewust. Ik wil een betere consument worden en mijn gedrag bijsturen. Zo wil ik meer letten op wat de merken doen’, vertrouwde ze ons toe. Inleefateliers als die van Oxfam vormt één van de manieren waarmee de Belgische Ontwikke-lingssamenwerking de bevolking probeert warm te maken voor een eerlijker wereld.

van Oxfam-Solidariteit. ‘Het gaat ons om de manier waarop ze zich de natuurlijke rijkdommen toe-eigenen bij de ontwikkeling van dat product.’ In kleine groepjes maakten we daarna kennis met de wereld van de mijnwerkers en hun families in de coltanmijnen van de Democratische Republiek Congo. Mensen besluiten in de mijnen te gaan werken om te ontkomen aan extreme armoede, geweld en onveiligheid. Terwijl we meer te weten kwamen over het coltanerts, ontdekten we de gevaarlijke en penibele omstan-digheden waarin volwassenen én kinderen dagelijks moeten werken voor een karig loon. In die mijnen ligt het gevaar voortdurend op de loer: steile hellingen, grondverzak-kingen in putten en gangen, ziektes...

Ik ben me nu van de situatie bewust. Ik wil een betere consument worden en mijngedrag bijsturen. Zo wil ik meer letten op wat de merken doen”

32 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

© O

xfam

© O

xfam

WERELDBURGERSCHAP

Page 33: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

We weten allemaal dat duurzame ontwikkeling “tegemoetkomt aan de noden van het heden zonder de behoeftevoorziening van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen”. Maar weten we ook hoe belangrijk biodiversiteit is om te waarborgen dat we in de meest essentiële behoeften kunnen voorzien? De Belgische Ontwikkelingssamenwerking heeft de boodschap alvast begrepen.

B iodiversiteit gaat niet alleen over een hele-boel kleine beestjes die we eigenlijk ook

zouden kunnen missen. Het gaat in de eerste plaats over de variatie aan levensvormen op alle niveaus. De mens maakt deel uit van eco-systemen waarin elk element en elke interactie zijn eigen belang heeft. Het één vult het andere aan en zorgt voor het evenwicht en de veerkracht die nodig zijn om onmisbare ecosysteemdiensten te leveren aan de mens. Deze is er afhankelijk van en heeft er tegelijk invloed op.De Belgische Ontwikkelingssa-menwerking besteedt zeer veel aandacht aan ecosysteemdiensten. Kwetsbare bevolkingsgroepen in het Zuiden hangen voor hun overleven rechtstreeks af van de hulpbronnen die het milieu levert. Helaas is het milieu er al te vaak aangetast uit onwetendheid. Vooral in de steeds grotere stedelijke gebieden wordt makkelijk uit het oog verloren dat de natuur instaat voor voed-sel, schone lucht, water, brandstof, geneesmiddelen…De Belgische Ontwikkelingssamen-werking beseft dat biodiversiteit de

basis vormt voor elke socio-eco-nomische ontwikkeling en dat het dus zaak is deze schatkamer aan oplossingen voor nu en later te beschermen. Daarom ontwikkelde ze een milieustrategie op basis van een ‘ecosysteembenadering’, een beheer waarin alle elementen in hun context worden geplaatst.Een ontwikkelingsactie kan immers maar duurzaam zijn als er rekening wordt gehouden met de logica van de vaak complexe ecosystemen en als op basis van betrouwbare wetenschappelijke gegevens wordt bijgedragen aan sensibilisering, educatie en capaciteitsversterking van de verschillende spelers.De internationaal erkende expertise en het engagement voor ontwikke-ling van wetenschappelijke instel-lingen zoals het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen en het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika betekenen een echte meerwaarde voor België.Met het oog op de integratie van de factor milieu in alle sectoren

- wettelijk verplicht én een hele uit-daging - ontwikkelde het onder-zoeksplatform KLIMOS een ‘toolkit’. Daarmee kunnen organisaties alle milieuaspecten in hun activiteiten laten meewegen..Ten slotte moedigt België samenwer-king, synergie en complementariteit

aan om de coherentie tussen de ver-schillende actoren te waarborgen. Tal van partners zijn mee op de kar gesprongen. Een mooi voorbeeld hiervan is Educaid, het recente initiatief van het Belgische platform rond onderwijs en ontwikkelings-samenwerking, dat overheid, ngo’s en wetenschappelijke instellingen samenbrengt in het kader van het project ‘Milieu en Onderwijs’. Ook in de gezondheidssector groeit het bewustzijn dat een geïnte-greerde benadering nodig is. Tal van initiatieven die België financiert, zijn bewust ingebed in de bewe-ging ‘OneHealth’, die focust op de samenhang tussen de gezondheid van mensen, dieren en ecosystemen en op het belang van biodiversiteit.De OESO was in haar laatste evalu-atie verheugd over de inspanningen die de Belgische Ontwikkelingssa-menwerking levert om de biodiver-siteit in haar acties te integreren.Voor zijn ontwikkeling heeft de mens altijd al inspiratie gehaald uit de natuur. Bovendien ontdekte hij de geneeskracht van soms onbekende wilde gewassen. Er is een hele dynamiek op gang gekomen en België zal blijven ijveren voor de bescherming van de biodiversiteit, een schatkamer aan hulpbronnen en oplossingen voor duurzame ontwikkeling.

BARBARA VINCKE

BIODIVERSITEIT:EEN SCHATKAMER AAN OPLOSSINGEN VOOR DUURZAME ONTWIKKELING

© F

ranç

ois

Muh

ashi

/RB

INS

© V

aler

ijs N

ovic

kis

- Fo

tolia

Gorilla’s in het Nationaal Park Kahuzi-Biega (DR Congo) verzorgen zich met dezelfde geneeskrachtige planten als de traditionele genezers van de pygmeeën. Dat blijkt uit het doctoraat van Chantal Shalukoma, gefinancierd door de Belgische Ontwikkelings-samenwerking. Alle zijn met uitsterven bedreigd: zowel mensen, dieren als planten.

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 33

MILIEU

Page 34: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

Economen berekenen dat de ecosys-teemdiensten op planetaire schaal een waarde hebben van tientallen triljoenen dollars!”

34 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

E erste vaststelling: de verarming van de bio-logische diversiteit slaat als alarmkreet veel min-

der aan dan de klimaatverandering. Ter illustratie: ik wandelde onlangs in het Pajottenland en hoorde geen koekoek of veldleeuwerik zingen, alhoewel ze er in mijn jeugd wel waren. Deze trekvogels verbinden Noord en Zuid, maar hun verdwijning verloopt geruisloos. Alleen professi-onele en amateur-wetenschappers merken het op. De teloorgang van de biodiversiteit blijkt dus een slui-pend, weinig zichtbaar maar wel globaal proces. Duidelijk niet zo spectaculair als de stijging van de zeespiegel! Het huidige snel uitster-ven van planten– en diersoorten – ook de 6de grote massa-extinctie genoemd na de dinosaurussen - valt nu eenmaal moeilijker aan te kaar-ten dan klimaatverandering. Deze kan immers gebruik maken van duidelijk becijferde boodschappen

als ‘geen temperatuurstijging boven 2°C’, met CO2 als ‘boze wolf ’. De leuze ‘geen nieuwe dodo meer!’, een uitgestorven vogel uit Mauri-tius, klinkt natuur-lijk (excuseer de woordspeling) allesbehalve sexy en het is niet meetbaar als streefdoel. Daarenboven stimuleert de nood-zaak om met klimaatverandering om te gaan (adaptatie, mitigatie…) de ontwikkeling van nieuwe econo-misch aantrekkelijke technologieën. Dat brengt de klimaatverandering nog meer onder de aandacht.

PortefeuilleToch kunnen we sensibiliseren over de verdwijning van de biodiversiteit, onder meer door te verwijzen naar de gevolgen voor de eigen porte-feuille. Stel dat een ‘ecosysteem-dienst’ (waterzuivering, vruchtbare bodem, bestuiving…) wegvalt. Hoe-veel kost dat aan gezondheidszorg, voedselzekerheid, noodhulp, water-zuivering, verzekeringen, biotech-nologie, of zelfs ‘peace keeping’ en opvang van ecologische vluchtelin-gen? Economen berekenen dat de

ecosysteemdiensten op planetaire schaal een waarde hebben van tientallen triljoenen dollars! Door natuurbehoud te verbinden met economie creëren we een krachtig argument om de biodiversiteit als drager van deze ‘diensten’ dringend te beschermen.Z a l d e ze C O P 1 3 eve nve e l media-aandacht krijgen als de kli-maattop (COP21) van Parijs? Dat hopen we, en de mensheid zou er zeker baat bij hebben. Recente wetenschappelijke studies tonen aan dat we nog lang niet op het goede pad zitten, alle internationale afspraken en goede voornemens ten spijt. We krijgen wel een beter globaal inzicht en kunnen iets beter de pols van de aarde meten, met hier en daar wat vooruitgang op gebied van ‘global governance’ of bescherming. Denk aan de suc-cesvolle Natura 2000-gebieden, de re-introductie van roofdieren in Europa, of de betere bewaking van olielekken op zee. Wetenschap-pers berekenden dat beschermde gebieden effectief het aantal soorten

LUC JANSSENS DE BISTHOVEN COORDINATOR CEBioS - KBIN

BIODIVERSITEIT IN HET ZUIDEN HEEFT MEER DAN OOIT BESCHERMING NODIG

De 17 duurzame ontwikkelingsdoelen 2030 (SDG’s) zijn nu al één jaar oud en laten de vorige 8 Millenni-umdoelen (MDG’s) in het collectief geheugen langzaam vervagen. SDG’s 14 en 15 handelen over het behoud van biodiversiteit, de eerste voor al het mariene, de tweede voor alles wat op land en in zoetwater leeft. De volgende ‘Conference of the parties’ (COP13) van de ‘Conventie Biologische Diversiteit’ (CBD) van de VN vindt in december 2016 in Mexico plaats, een globale gelegenheid om de biodiversiteitsgerichte ‘Aichi targets1’, met als streefdoel het jaar 2020, halftijds te evalueren. Tijd om stil te staan bij de toestand van de biodiversiteit in de wereld, meer in het bijzonder in het Zuiden.

© L

. Jan

ssen

s d

e B

isth

oven

© L

. Jan

ssen

s d

e B

isth

oven

© IR

D

Page 35: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 35

MILIEU

lokaal met 11% doen toenemen en dus een onmisbaar instrument zijn in natuurbehoud.

Kwetsbare hotspotsRijke landen zullen samen met de ontwikkelingslanden op de COP13 rond de tafel zitten. Het Zuiden eist – terecht – meer middelen op van het Noorden voor capaciteitsver-sterking om hun rijke biodiversiteit te behouden. Anderzijds zouden de rijke donorlanden biodiversiteit ook meer als voorwaarde voor ont-wikkelingssamenwerking kunnen inzetten: enkel ondersteuning als het milieu voldoende aandacht krijgt. Verder moeten zowel autoriteiten als lokale gemeenschappen, de uiteindelijke doelgroepen, nauwer betrokken worden in duurzame projecten. En dat met steeds een duidelijk plaatje voor ogen over de kosten-baten vanwege de behou-den ecosysteemdiensten.De SDG’s mikken op een globale aanpak, maar dat ‘globale’ hapert. Op meer dan de helft van de landop-pervlakte van de aarde (ca 58%) is de biodiversiteit zodanig bescha-digd dat de ecosysteemdiensten niet meer voldoende functioneren. Door de vernietiging van habitats en de verdwijning van soorten komen ecosystemen als savannes, woes-tijnen, mangroves en gematigde graslanden in een uiterst kwetsbare situatie terecht. Vele gebieden heb-ben dan ook de wetenschappelijk

bepaalde veilige grens voor een stabiele, functionerende biodiver-siteit overschreden. Zo zijn twee derde van 34 onderzochte ‘biodi-versiteit-hotspots’ gebrandmerkt als ‘kwetsbaar’. Daaronder opvallend veel gebieden in het Zuiden, zoals het Himalaya-gebied, de afro-mon-tane gebieden in Oost Afrika, of de Karoo in Zuid Afrika. Het Congobek-ken zou zich aan de rand van de ‘veilige zone’ bevinden in termen van kwetsbaarheid.Klimaatverandering en de achter-uitgang van de biodiversiteit zijn zo nauw met elkaar vervlochten dat we op beide fronten tegelijk moeten werken. Mangroves bij-voorbeeld vormen een natuurlijke bescherming van de (sub)tropische kustlijnen tegen orkanen, en dienen als koolstofopvang en veilige voe-dings- en broedplaats voor krabben, zeevissen en vogels.Wat vooral opvalt in de laatste ‘Glo-bal Biodiversity Outlook’ van de CBD, is dat van de 56 indicatoren maar 5 ervan tegen 2020 het streefdoel zullen halen: 17% van terrestri-sche en zoetwateroppervlakte is beschermd, Nagoya protocol 2 is aanvaard en in werking, 40% van de landen hebben een nationaal biodiversiteitsplan, kennis is ver-beterd. Voor 16 indicatoren werd geen vooruitgang geboekt of gaat de toestand zelfs achteruit: schade-lijke subsidies, invasieve soorten, koraalriffen, pollutie, bedreigde

diersoorten, gender en minderhe-den, visserij, verlies van habitat… De resterende 32 indicatoren tonen onvoldoende vooruitgang.We kunnen dus niet spreken van een geruststellend rapport. Dat is een duidelijke aansporing opdat de internationale gemeenschap, waar-onder de Belgische Ontwikkelings-samenwerking, een belangrijke rol blijft spelen om de capaciteiten van de ontwikkelingslanden te verster-ken. Zo kunnen ze de eigen krachten bundelen voor een rijke en stabiele biodiversiteit, een stabiel klimaat en een duurzame samenleving in Noord en Zuid.Met dank aan Han de Koeijer en Maarten Vanhove (KBIN-CEBioS)

1 Aichi targets: het CBD-verdrag voorziet 20 biodiversiteitsdoelstellingen tegen 2020, de zogenaamde. ‘Aichi targets’ zie https://www.cbd.int/ sp/targets/

2 Het ‘Nagoya Protocol inzake toegang tot genetische rijkdommen en de eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit het gebruik van deze rijkdommen’ is in 2010 aangenomen, als aanvulling op het Verdrag inzake biologische diversiteit (CBD). Zie https://www.cbd.int/abs/

MEER WETENSecretariat of the Convention on Biological Diversity (2014). Global Biodiversity Outlook 4. Montréal, 155 pages.

Dimensie 3 (1, 2010) over biodiversiteit

Het CEBioS-programma (‘Capacities for Biodiversity and Sustainable Development’, http://cebios.naturalsciences.be) wordt gefinancierd door de Belgische Ontwikkelings-samenwerking en is gehuisvest in het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurweten-schappen (KBIN). Een tiental personen volgt ‘biodiversiteit en ontwikkeling’ op, met

onder meer ondersteuning aan onderzoek, informatie, sensibilisering, beleidsadvies en publicaties rond biodiversiteit en ontwikkeling in het Zuiden. CEBioS organiseert ook korte stagebezoeken in België en workshops ter plaatse voor instellingen in ontwikkelingslanden. Het maakt ook de koloniale archieven over de toenmalige nationale parken toegankelijk door ze te digitaliseren (http://www.apncb.be). CEBioS is vooral actief in Benin, DR Congo, Burundi en Vietnam, en werkt nauw samen met relevante Belgische actoren.

© L

. Jan

ssen

s d

e B

isth

oven

© L

. Jan

ssen

s d

e B

isth

oven

© L

. Jan

ssen

s d

e B

isth

oven

© L

. Jan

ssen

s d

e B

isth

oven

Page 36: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

was een mijlpaal voor de internati-

onale ontwikkeling: de unanieme goedkeuring van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) door de Verenigde Naties, het actie-plan van Addis Abeba inzake ont-wikkelingsfinanciering na 2015 en een langverwachte doorbraak op het gebied van klimaatverandering dankzij het Parijsakkoord. Elk van deze initiatieven veronderstelt dat

er gezamenlijk wordt opgetreden in uiteenlopende werkterreinen. Maar wat met de praktijk?Het Consortium for Improving Agri-cultural Livelihoods in Central Africa (CIALCA of Consortium voor de Verbetering van de Landbouw in Centraal-Afrika) speelt een voor-trekkersrol in toegepast onderzoek en innovatieve partnerschappen in Rwanda, Burundi en DR Congo. Het dient drie algemene doelen: minder

armoede, meer voedselzekerheid en een beter ecosysteembeheer (zie Dimensie 3, 1/2014, p. 17). Land-bouw speelt een rol bij minstens 11 van de 17 SDG’s, en vormt dan ook een uitstekend aanknopings-punt om het levensonderhoud en de leefomgeving van de volkeren rond de Grote Meren te verbete-ren. Voorbeelden van behandelde onderzoeksvragen zijn: hoe kan de beheersing van een bananenziekte

20 tot 40% van de kleine boeren is niet in staat om met landbouw zijn levensonderhoud aanzienlijk te verhogen. Zij hebben nood aan inkomsten buiten de landbouw.

© C

IALC

A

2015

36 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

BOUDY VAN SCHAGEN

Ontwikkelingsuitdagingen zijn meestal zo ingewikkeld en onderling ver-weven dat ze niet op één niveau of door één speler op te lossen zijn. Sinds 2006 heeft een ambitieus wetenschappelijk consortium in Centraal-Afrika grote vooruitgang geboekt in onderzoek dat diverse sectoren omspant. Een succesverhaal van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking

MEER SECTOREN BETREKKEN VOOR

GROTERE IMPACT

Page 37: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

niet alleen de bestrijding van de ziekte maar ook een betere toe-gang tot voedzame gewassen als effect hebben? Welke onderzoeks-inzichten helpen vrouwen sterker te maken? Hoe kunnen vernieuwingen in de agrovoedingssector bijdragen tot gezondere, duurzamere en meer aangewezen eetgewoonten? En hoe kunnen platforms met diverse belanghebbenden een rol spe-len bij de schaalvergroting van de resultaten?Vandaag viert het consortium zijn tiende verjaardag. De groei verliep in drie fasen. In de eerste fase lag de focus op onderzoek en ontwikkeling in de landbouwsector. CIALCA probeerde de lokale teeltsystemen te verbeteren en zocht nieuwe tech-nologieën om plagen en ziekten te bestrijden. Deze fase leidde tot een nauwe wisselwerking met de nationale onderzoeksorganisaties van de drie landen. Een deel van het personeel kreeg bovendien de kans een geavanceerde onder-zoeksopleiding te volgen in samen-werking met lokale en Belgische universiteiten. In de tweede fase lag het accent op de promotie en de schaalvergroting van de pas ontwik-kelde producten en technologieën. Dat werd mogelijk gemaakt door te investeren in communicatie en door brede partnerschappen aan te gaan met lokale ngo’s en voor-lichtingsdiensten, waarvoor onder meer opleidingen georganiseerd werden. Ten slotte werd CIALCA in 2011 een modelplatform voor een uitgebreider wetenschaps- en ontwikkelingsprogramma. Door de jarenlange investeringen in innovatie en partnerschappen kon CIALCA de activiteiten een nieuwe

impuls geven en netwerken op touw zetten met een brede waaier aan betrokkenen. In totaal werden zeven onderzoeksthema’s geïdentificeerd (zie infografie).Wat heeft CIALCA bereikt en geleerd? Hoe moet het nu ver-der? CIALCA ontwikkelde en ver-spreidde zo’n 30 technologiepak-ketten, gaande van hoogrenderende gewassen en marketinginnovaties tot de bestrijding van plagen en ziekten. Boeren die de CIALCA-tech-nologieën toepassen, gingen er financieel merkelijk op vooruit. Meer dan een half miljoen landbouwers in Burundi, Rwanda en Congo leven niet langer in armoede. Bovendien slaagde CIALCA erin opmerkelijke vooruitgang te boeken op vlak van beheer van de bodemvruchtbaar-heid, klimaatvriendelijke alterna-tieven voor kleine boeren en doel-treffender landbouwvoorlichting en andere partnerschapsmodellen om landbouwers te ondersteunen.CIALCA ondervond dat het essenti-eel is om betrokkenen uit landbouw, handel, milieu én voeding bijeen te brengen om de impact te vergro-ten, en wel om drie redenen: (1) betrokkenen uit verschillende sec-toren leveren elk een stukje van de puzzel om complexe problemen op

te lossen; (2) betrokkenen worden zich bewust van hun onderlinge afhankelijkheid en de behoefte aan gezamenlijke actie; (3) de kans is groter dat ze specifieke oplos-singen aanvaarden en ondersteu-nen als ze inspraak krijgen in het beslissingsproces.Er wachten nog belangrijke uitda-gingen. Hoewel er duidelijk moge-lijkheden bestaan om de produc-tie, de afzet, de inkomsten en de voeding van de beter boerende landbouwers te verbeteren, tonen nieuwe onderzoeken aan dat 20 tot 40% van de kleine boeren niet in staat is om met landbouw zijn levensonderhoud aanzienlijk te verhogen. Zij hebben nood aan inkomsten buiten de landbouw. Vandaar dat de zorg voor hogere opbrengsten en marketinginnova-ties waar bekwame landbouwers baat bij hebben, moet samengaan met inspanningen om de werk-gelegenheid te bevorderen van kwetsbare groepen zoals jongeren en vrouwen. Dat vereist een holisti-sche aanpak in samenwerking met spelers uit zowel de publieke als de private sector. CIALCA wenst zich op basis van deze bevindingen te heroriënteren om een zo breed mogelijke impact te bekomen.

-21%-10% -3%

CIALCA heeft de armoede verminderd

DR CONGO115.114 personen

BURUNDI18.974 personen

Sinds 2006 zijn er

personen uit dearmoede getild

559.811 Armoedegrens =

1,25 dollar per dag

RWANDA425.723 personen

Meer inkomsten en een hoger huishoudbudget hebben de armoede verminderd

RWANDA DR CONGO BURUNDI

In CIALCA gebieden is het armoedeniveau verminderd met

kg/hakg/ha01%

90%2.199

2.934

680

1.067

Nieuwe technologieën

tot minder dan

Nieuwe technologieën verbeteren de productiviteit, bodemvruchtbaarheid en de bestrijding van ziekten. Het gezamelijk gebruik van dierlijke mest en kunstmest heeft de productiviteit doen toenemen van:

Bonen Mais

Nieuwe aanbevelingen voor de bestrijding van de bananenziekte BXW kan de besmettingsgraad van boerderijen verminderen van

kg/hakg/ha01%

90%2.199

2.934

680

1.067

Nieuwe technologieën

tot minder dan

Nieuwe technologieën verbeteren de productiviteit, bodemvruchtbaarheid en de bestrijding van ziekten. Het gezamelijk gebruik van dierlijke mest en kunstmest heeft de productiviteit doen toenemen van:

Bonen Mais

Nieuwe aanbevelingen voor de bestrijding van de bananenziekte BXW kan de besmettingsgraad van boerderijen verminderen van

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 37

MEER SECTOREN BETREKKEN UITWISSELINGSSESSIES ROND VOEDING:WAAR WETENSCHAP, ONTWIKKELING EN CULTUUR ELKAAR KRUISENCIALCA-innovatieplatformen stelden vast dat beperkte toe-gang tot kennis van goede voe-dingspraktijken een belangrijke hinderpaal vormt voor gezondere eetgewoonten. Op basis van inzichten uit CIALCA-onderzoek organiseren facilitatoren oplei-dingssessies rond voeding die aan de lokale behoeften zijn aangepast. Enthousiaste deel-nemers besloten de kennis en opleidingsmethoden door te geven aan gemeenschapsleden en zelf opleidingen rond voeding te organiseren. Deze opleidingen combineren wetenschappelijke inzichten met lokale traditie en de vraag naar een beter wel-zijn en slaan een unieke brug tussen wetenschap, cultuur en ontwikkeling.

LANDBOUW

Page 38: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

R uim 45 landen stevenen af op een matig tot alarmerend hongerniveau in 2030. We halen dus de ‘nul-honger doelstelling’ niet, zoals vastgelegd in het Duurzame Ont-

wikkelingsdoel (SDG2). Tenminste als we geen tandje bijsteken en de honger aan dezelfde snelheid daalt zoals ze sinds 1992 doet. Dat blijkt uit de Global Hunger Index (GHI) 2016.In 2016 kennen 7 landen – waaronder de Centraal-Afrikaanse Republiek, Tsjaad, Zambia en Haïti – een alarmerend hongerniveau. Dichtbevolkte landen als India, Nigeria en Indonesië behoren tot de 43 landen die ernstig onder honger lijden. Bovendien dragen conflicten bij tot ondervoeding (Syrië, Soedan, Zuid-Soedan, Somalië…).Algemene nationale cijfers kunnen grote plaatselijke verschillen maskeren. Zo komen er in het goed scorende Mexico gebieden

voor met veel dwerggroei bij kinderen, een indicator voor onder-voeding. Voor een degelijk beleid zijn gedetailleerde data dus onontbeerlijk.Toch noteert de GHI ook vooruitgang. Sinds 2000 daalde de honger in ontwikkelingslanden met 29%. En 20 landen waaronder Rwanda, Cambodja en Myanmar zagen hun GHI-scores afnemen met 50%. Om SDG2 in 2030 te halen, ontbreekt het ons niet aan kennis maar wel aan sense of urgency en politieke wil om engagementen om te zetten in actie, aldus GHI 2016.

HONGER daalt onvoldoende

Ontdek de wereldhongerkaart op http://ghi.ifpri.org/

A frika bezit 60-65% van alle braakliggende landbouwgrond ter wereld en 10% van alle hernieuwbare zoetwatervoor-

raden. Maar een aantal belemmeringen, los van de opbrengst, staan de groei van de landbouw in de weg. Zo veroorzaakt een weinig flexibel douanebeleid lange wachttijden aan de grens. Voor bedrijven in een land dat niet aan zee ligt, loont het dan ook nauwelijks om hun producten te transporteren naar een haven in het bui-tenland. Bovendien belet een verwarrend en veranderlijk belastingbeleid boeren op lange termijn te plannen.Ander knelpunt: ondermaatse wegen. In Noord-Tanzania bijvoorbeeld kan een

theebedrijf slechts 4 ton in een vrachtwagen laden omwille van de modderige wegen. Op degelijke wegen zou dat 20 ton bedragen. In de havens blijven schepen soms lang liggen door een gebrek aan capaciteit. Daarnaast is de stroomvoorziening onbe-trouwbaar: voedselproducenten moeten dure dieselgeneratoren gebruiken voor hun serres of waterpompen.Door een gebrek aan opslagsilo’s verliest Afrika elk jaar 4 miljard dollar voedsel na de oogst. Ook de corruptie is nefast. Wie voedsel over lange afstanden wil ver-voeren, moet steevast her en der baksjisj (smeergeld) ophoesten. Ten slotte raken boeren moeilijk aan leningen. De meeste Afrikaanse landen hebben geen specifieke

landbouwbanken en de commerciële ban-ken vinden landbouw te riskant.Al deze obstakels vergen dringend een oplossing. Momenteel lijdt een kwart van de mensen in Sub-Sahara-Afrika honger én de klimaatverandering komt eraan. Landen zullen alles uit de kast moeten halen om de groeiende wereldbevolking te voeden, aldus NEPAD. CS

Afrika kan zichzelf én een deel van de rest van de wereld voeden. Ware het niet dat het continent te kampen heeft met een reeks obstakels: moeizame grensovergangen, ondermaatse wegen, gebrek aan degelijke opslagplaatsen, corruptie… Zo meldt NEPAD, het ontwikkelingsagentschap van de Afrikaanse Unie.

AFRIKA ZOUDE WERELDKUNNENVOEDEN

ONLINEwww.nepad.org

© T

he W

orld

Ban

k

RUBRIQUE

38 SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 I

Rondom de

Page 39: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

ONLINEwww.undp.org

O ngelijke kansen voor vrou-wen kost Sub-Sahara-Afrika gemiddeld 95 miljard dol-lar per jaar of 6% van het

bruto binnenlands product. Dat meldt het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP) in haar African Human Development Report 2016. Waar een man 1 dollar verdient door handel, productie of diensten, krijgt een vrouw amper 70 cent. Slechts 7-30% van de bedrijven worden door een vrouw geleid.Vrouwen blijven nu eenmaal vasthangen aan allerlei tijdrovende huishoudelijke taken zoals water halen. Daardoor kunnen ze minder tijd besteden aan scholing en betaald werk. Ook hebben vrouwen vaak geen bankrekening of kunnen ze

moeilijker een lening aanvragen of eige-naar zijn van een stuk land. Bovendien lijdt hun gezondheid onder kindhuwelijken, moedersterfte en seksueel geweld.Werkelijk gelijke kansen voor man en vrouw zouden niet alleen een boost geven aan de Afrikaanse economie, maar zijn ook essentieel voor het halen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s).Het rapport pleit onder meer voor de oprichting van een Afrikaanse Investe-ringsbank voor Vrouwen en voor een ‘gendercertificaat’ om de gelijkheid op de werkvloer te bevorderen.

CS

GELIJKE KANSEN ZORGEN

voor welvarend Afrika

HUMANITAIRE HULP VOOR

Irak, Jordanië, Palestijns Gebied en Tsjaadmeerbekken

B elgië heeft 13,5 miljoen euro uitgetrokken voor hulp aan kwetsbare groepen in Irak. Doel is onder meer de opvang te verbeteren van Syrische vluch-

telingen in verschillende kampen in Iraaks Koerdistan. De fondsen zullen ook bijdragen aan de heropbouw van gebieden die in handen waren van Daesh en intussen werden bevrijd. Ons land trekt ook 4 miljoen euro extra uit voor de opvang van Syrische oorlogsvluchtelingen in Jordanië.Ruim 10 miljoen euro gaat naar het Palestijns Gebied. Het geld zal vooral benut worden voor voedselvoorziening, onderwijs en basisgezondheidszorg. Voor 2016 voorziet België in totaal meer dan 20 miljoen euro aan humanitaire hulp voor de Palestijnse bevolking.Met ruim 9 miljoen euro wil België het zwaar getroffen Tjaadmeerbekken bijstaan. De regio met Nigeria, Niger en Tsjaad heeft fel te lijden onder het geweld van terreurgroep Boko Haram én onder voedselonzekerheid.

Herdenk de wereldeconomie TEN GRONDE

N a 6 jaar van slabakkende groei heeft de wereld-economie nood aan een doortastend macro-eco-nomisch beleid, een sterkere regulering van

financiën en een actief industrieel beleid. Een ambitieuze herdenking van het systeem dringt zich op. Dat meldt de VN-Conferentie voor Handel en Ontwikkeling (UNCTAD).In 2016 ligt de mondiale groei allicht onder de 2,5%. In ont-wikkelingslanden zal hij minder dan 4% bedragen tegenover 6,5% voor de crisis. Oorzaken zijn onder meer de strakke besparingen in Europa en een gebrek aan binnenlandse vraag in de groeilanden. Soepeler financiële regulering leidde niet tot meer investeringen, maar integendeel tot hogere dividenden voor aandeelhouders en fusies en overnames van ondernemingen.Ontwikkelingslanden zijn zeer kwetsbaar voor de volatiele mondiale financiële markten. Ze moeten zich beschermen tegen die markten en hun productie verhogen. Groeilanden kunnen de interne vraag stimuleren door onder meer mini-mumlonen in te stellen, eerlijke belastingen te heffen en sociale programma’s uit te bouwen die de welvaart vergroten.

CS

MEER INFO op www.dg-d.be (newsroom).

Lees het Trade and Development Report 2016 op www.unctad.org.

© Is

abel

Cor

thie

r/TR

IAS

MEER INFO OPDE TABLETVERSIE

RUBRIQUE

I SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 39

Page 40: DIGITALE REVOLUTIE VOOR HET ZUIDEN · maken om net meer jongeren te bereiken, onder andere via sociale media. Al zullen we de stijl aanpas - sen aan het digitale kanaal, een degelijke,

In 2017 breekt een nieuwe fase aan. Gedaan met het papier. Glo.be gaat volledig digitaal.

Op een digitaal platform zal u dan de gebruikelijke diepgravende artikels van Glo.be terugvinden. In plaats van het papieren magazine ontvangt u een digitale nieuwsbrief.

MEER INFO OP PAGINA 4 VAN DIT NUMMER.

gaat digitaal

DGD - DIRECTIE-GENERAAL ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN HUMANITAIRE HULPKarmelietenstraat 15 • B-1000 BrusselTel. +32 (0)2 501 48 81 E-mail : [email protected] • www.dg-d.be

DGD - DIRECTIE-GENERAAL ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN HUMANITAIRE HULPKarmelietenstraat 15 • B-1000 BrusselTel. +32 (0)2 501 48 81 E-mail : [email protected] • www.dg-d.be