DIGITALE METHODE NEDERLANDS MET SPANNENDE VERHALEN · bibliotheek aan met boeken waar leerlingen...
Transcript of DIGITALE METHODE NEDERLANDS MET SPANNENDE VERHALEN · bibliotheek aan met boeken waar leerlingen...
01
DIGITALEMETHODENEDERLANDS METSPANNENDEVERHALEN
0302
PLOT26 in het kort
Uitgangspunten PLOT26
Ook PLOT26
Leesvaardigheid
Schrijfvaardigheid
Differentiatie
Grammatica
Spelling
Toetsen in PLOT26
Digitale methode
Jaarplanning leerjaar 1
Jaarplanning leerjaar 2
Verhalen leerjaar 1
Cursussen leerjaar 1
Verhalen leerjaar 2
Cursussen leerjaar 2
Vrije ruimte
PLOT26 in verdere leerjaren
Praktische informatie
versie 2.0 september 2016
De informatie in deze methodewijzer
wordt regelmatig geactualiseerd en kan
daarom per versie afwijken.
05
06
08
10
12
14
16
17
18
21
22
24
27
28
30
32
34
36
38
Inhouds-opgave
04
De passie voor taal die we als makers van PLOT26
hebben, willen we delen met de leerling. Dat doen
we door de leerlingen actief te betrekken bij de
spannende lessen en door ze te raken. Met reële,
actuele onderwerpen en spannende taken maken
we Nederlands voor de leerling herkenbaar en
nuttig en krijgen we hen op het puntje van hun stoel.
Het vak Nederlands saai en moeilijk? Integendeel,
spannend en uitdagend zijn de woorden die
leerlingen noemen als er naar hun ervaringen met
de lessen Nederlands van PLOT26 wordt gevraagd.
VERHALEN EN CURSUSSEN: SAMEN EEN COMPLETE METHODEIn PLOT26 vormen vier spannende, verfilmde
verhalen de basis van de methode. Deze verhalen
worden afgewisseld met cursussen Lezen,
Schrijven, Fictie en Spreken, waarin leerlingen in
samenhang vaardigheden leren. De combinatie van
de verhalen met de cursussen vormt een complete
methode die alle verplichte lesstof behandelt in
75% van de beschikbare lestijd. Zo ontstaat er
voor de docent ruimte voor eigen invulling: de vrije
ruimte. Deze kun je vullen met eigen lessen, maar
ook met cursussen die PLOT26 aanbiedt.
APPS VOOR OEFENINGVoor het oefenen van vaardigheden als spelling,
werkwoordspelling en grammatica biedt PLOT26
apps en cursussen aan die leerlingen zelfstandig en
in hun eigen tempo kunnen doen. Tijdens het door-
lopen van de oefeningen ontvangen ze gerichte
feedback op wat ze doen. Daarnaast bieden deze
lessen specifieke uitleg bij het probleem dat zich
voordoet. De apps zijn adaptief en passen zich aan
aan het niveau van de leerling.
05
PLOT26 in het kort
04
0706 07
ONTWIKKELEN IN CO-CREATIEVoor de ontwikkeling van PLOT26 zijn we voort-
durend in gesprek met docenten en leer lingen,
om hun wensen voor en ideeën over het vak
Nederlands in beeld te krijgen. Hieruit kwamen
verschillende inzichten naar voren die de basis en
uitgangspunten van PLOT26 vormen:
Leerlingen zijn erbij gebaat taalvaardigheden
in samenhang te ervaren: de vaardigheden in
onderlinge samenhang en in samenhang met
hun eigen realiteit en in context.
Leerlingen willen graag grip hebben op wat ze
leren: ze willen geactiveerd worden, zelf doen,
zelf kiezen, zelf creëren.
Voor docenten is het een grote wens lessen
aan te bieden die gedifferentieerd zijn en uit
iedere leerling het beste halen.
Docenten die de ruimte hebben om op hun
eigen manier les te geven, halen het beste uit
hun leerlingen.
Bij de ontwikkeling van de lessenseries binnen
PLOT26 speelt co-creatie een belangrijke rol. Dat
betekent dat we alle lessen in PLOT26 samen met
leerlingen en docenten ontwerpen. Docenten en
leerlingen proberen eerst iedere les uit. Met de
feedback die we van hen ontvangen passen we de les
aan voordat hij definitief in de digitale lesomgeving
komt. Ook na opmerkingen of verzoeken van
docenten die al met de methode werken, passen
we regelmatig onderdelen aan. Alleen zo maken we
lessen die aansluiten bij de wensen en behoeften
van niet alleen de docent, maar vooral ook van de
leerlingen.
LEZEN ALS RODE DRAAD
Een belangrijk uitgangspunt bij het maken van
de lessen is dat we deze zoveel mogelijk vanuit
de interesse van de leerling ontwerpen. Daarbij
bieden we vaardigheden, onderwerpen en inhoud
in samenhang aan. Een rode draad door alle
onderdelen van PLOT26 is het uitgangspunt: zet
leerlingen zoveel mogelijk aan tot lezen. Hoe meer
je leest, hoe beter het gaat. En hoe beter het gaat,
hoe beter dat is voor je hele schoolcarrière.
MEER RUIMTE VOOR EIGEN LESSENIn onze rondgang langs docenten blijkt dat er weinig
tijd en ruimte is voor eigen invulling van lessen.
PLOT26 houdt daarom ruimte en mogelijkheden
open voor eigen lessen en aanpassingen van
docenten en voor wensen die voortkomen uit de
eigen lespraktijk. In de vrije ruimte biedt PLOT26
verschillende cursussen aan.
DIGITAAL VOOR MEER BELEVINGDe keuze voor digitaal is voor PLOT26 een
heel bewuste. Digitaal lesmateriaal biedt meer
mogelijkheden om leerlingen te enthousiasmeren
en te raken. Hun wereld is een digitale wereld,
waarin ze de hele dag communiceren en kennis
opdoen. Wil je meer aansluiting vinden bij de
leerling, dan zul je de stap naar die digitale wereld
moeten zetten.
We gaan er wel vanuit dat ICT/digitaal altijd een
middel is om te komen tot de beste lessen en
niet een doel op zich. PLOT26 is een interactieve
methode die de wereld van de leerling de klas in
haalt.
LEERDOELEN BEREIKENMet PLOT26 dragen we op een vernieuwende
manier bij aan het bereiken van de doelen van
het Referentiekader Taal. Bij alle lesonderdelen,
lesdoelen en toetsen in ieder leerjaar geldt steeds
de vraag of de leerling goed op weg is zich het
vak eigen te maken, volgens de doelen van het
Referentiekader Taal. PLOT26 leidt leerlingen op
van 1F naar 4F zodat ze uiteindelijk met de juiste
kennis en bagage op weg gaan naar de examens.
Uitgangspunten PLOT26
0908 09
GEEN BOEK MAAR EEN DIGITALE ‘TOOLBOX’In PLOT26 werken we niet met boeken maar met
een digitale ‘Toolbox’. In dit digitale naslagwerk
vinden leerlingen theorie met voorbeelden,
uitleg met filmpjes, animaties en tekst. Denk aan
een voorbeeld van een goede en minder goede
presentatie of uitleg over de waarde van goed
geformuleerde feedback. Per onderwerp vind
je een samenvattende tekst, een mogelijkheid
voor meer uitleg, voorbeelden of verdieping. De
informatie in de Toolbox kan per leerjaar en per
niveau verschillen. De informatie in de Toolbox is
altijd en voor iedereen die met een device werkt,
of dat nu een laptop, tablet of smartphone is,
oproepbaar en beschikbaar.
De Toolbox van PLOT26 bevat niet alleen ‘klassieke’
onderwerpen voor het vak Nederlands, maar ook
items die heel dichtbij het vak staan. Voorbeelden
zijn feedback geven en ontvangen (met uitleg,
voorbeelden en filmpjes), films en trailers maken,
teksten schrijven voor andere vakken of het
schrijven van korte verhalen.
PLOTIFY: GRATIS DIGITALE BOEKEN EN VERHALENLezen loopt als rode draad door de methode.
PLOT26 biedt binnen de methode een digitale
bibliotheek aan met boeken waar leerlingen
vrij over kunnen beschikken: Plotify. Lezen in of
buiten de les, samen een boek kiezen en samen
nabespreken: met Plotify is dat mogelijk. Je vindt in
Plotify zowel leesboeken als korte verhalen. Deze
boeken en verhalen zijn voor iedereen beschikbaar,
zodat de hele klas tegelijk hetzelfde boek kan
lezen. Leerlingen kunnen ook individueel lezen in
hun eigen favoriete boek: in de les, thuis, op ieder
gewenst moment. De actuele titels in Plotify kiezen
we in overleg met en op aanbeveling van leerlingen.
De boeken zijn digitaal (ePub of PDF) en op papier
beschikbaar.
Voor leerjaar 1 en 2 zijn er op dit moment al tien
korte verhalen in Plotify te vinden. Deze zijn
speciaal geschreven voor PLOT26 door bekende
fictieauteurs als Mirjam Mous, Lydia Rood, Buddy
Tegenbosch en Rob Ruggenberg. Daarnaast heb-
ben de leerlingen de keuze uit elf leesboeken.
Ook PLOT26
1110
In leerjaar 3 gaat Lezen als volgt verder:
herhalen leerjaar 1 en 2;
onderdelen samenvatten en argumenteren
komen aan bod;
we gaan lezen en schrijven waar mogelijk
integreren;
we gaan in op tekstsoorten en tekstkenmerken;
bij havo/vwo gaan we herhaaldelijk dieper in op
tekstbegrip;
bij vmbo starten de leerlingen met Lezen voor
het examen.
Leerjaar 4 vmbo zal grotendeels gericht zijn op het
examen. Leerjaar 4 havo/vwo gaat deel uitmaken
van de ‘bovenbouwleerlijn’ die voortbouwt op wat
de leerlingen in de onderbouw hebben geleerd.
TOOLBOX
In de toolbox vinden leerlingen ruim 25 lemma’s
rondom leesvaardigheid. Met tekst, audio, video,
animaties, voorbeelden en modelling leggen we
theorie en aanpak uit. Sommige lemma’s maken we
op meerdere niveaus.
Om vast te stellen of de leesvaardigheid ook
toeneemt zijn er steeds twee tussentijdse
meetmomenten bij iedere cursus ingepast
waarmee je als docent kunt overzien wat het
resultaat is bij je klas en bij de leerlingen individueel.
Vaak is dit een tekst, die de leerlingen helemaal
moeten doorgronden door vragen erover te
beantwoorden en verwerkingsopdrachten erbij te
maken. De meeste vragen houden direct verband
met de leerdoelen van de cursus. Leerlingen ervaren
zo het nut van wat ze geleerd hebben: meer inzicht
in de tekst. De meer inhoudelijke vragen testen
of de leerling de tekst inderdaad goed gelezen en
begrepen heeft. De verwerkingsopdrachten geven
extra verdieping aan de tekst of breiden de kennis
over de tekst uit.
LeesvaardigheidLEESVAARDIGHEID
Met de leerlijn Lezen in PLOT26 willen we
bereiken dat leerlingen met plezier gaan lezen,
dat ze de teksten die ze lezen goed begrijpen en
dat ze doorkrijgen dat je met beter lezen betere
schoolresultaten behaalt. De cursussen Lezen
kunnen klassikaal gedaan worden maar ook
grotendeels zelfstandig doorlopen worden.
LEERJAAR 1 TOT EN MET 4 In ieder leerjaar van PLOT26 tot en met klas 3 zijn
er steeds twee cursussen leesvaardigheid van ca. 6
tot 9 lessen waarin de leerlingen leren:
dat je eerst naar het tekstgeraamte moet kijken
en dan pas de tekst gaat lezen;
wat het belang is van voorkennis bij een tekst
en hoe je die kunt uitbreiden;
op welke manier je een tekst kunt lezen en hoe
je daarmee kunt oefenen;
welke leesstrategieën helpen om een tekst
beter te begrijpen: voorspellen, ophelderen,
zelf vragen stellen, samenvatten, vergelijken;
hoe je woordbetekenissen kunt achterhalen;
dat inzicht in verwijs- en signaalwoorden leidt
tot beter tekstbegrip;
hoe je digitale teksten moet lezen;
hoe je feiten en meningen kunt onderscheiden.
TUSSENTIJDSE MEETMOMENTEN
1312
We streven ernaar dat leerlingen beter leren
schrijven, dat ze dat met zelfvertrouwen doen,
dat ze leren reviseren en feedback geven en
ontvangen. Maar we willen vooral bereiken dat
leerlingen ontdekken dat ze zelf goede schrijvers
kunnen worden door er plezier in te krijgen en
door het vaak te doen.
LEERLIJN EN OPBOUW IN LEERJAAR 1 & 2
In leerjaar 1 bieden we twee cursussen
schrijfvaardigheid aan: Schrijven 1 en Schrijven 2.
In leerjaar 2 bieden we Schrijven 3 en Schrijven
4 aan. Samen vormen deze cursussen een
doorlopende leerlijn die aansluit op Schrijven in
leerjaar 3. In alle leerjaren komt alle kennis over
schrijfvaardigheid uit het Referentiekader Taal
aan bod. In leerjaar 3 komt er zowel voor vmbo als
ook voor havo/vwo een eigen richting waar het
gaat om tekstsoorten kunnen herkennen en zelf
schrijven, waarbij de eerste groep zich gaat richten
op de praktische toepassingen en waarbij de
laatstgenoemde groep zich gaat verdiepen in alle
aspecten van goed kunnen schrijven.
SchrijfvaardigheidSchrijven is een vaardigheid die bij al het leren
terugkomt en samen met leesvaardigheid bepalend
is voor succes in studie, beroep en persoonlijk
leven. In PLOT26 helpen we leerlingen hun
schrijfvaardigheid te verbeteren door schrijven
vaak en geïntegreerd aan te bieden. Niet alleen
het eindproduct, maar juist ook de weg ernaar toe
staat centraal. Om te voorkomen dat je als docent
veel tussentijds nakijkwerk hebt én om leerlingen
zelfstandig hun schrijfvaardigheid te laten
verbeteren, is er veel aandacht voor onderlinge
feedback en revisie.
Schrijven in PLOT26 heeft de volgende pijlers:
Leerlingen denken steeds na over wat volgens
hen een goede tekst is en aan welke eisen een
goede tekst moet voldoen.
De leerling traint zichzelf als schrijver met een
vast ritme: informatie verzamelen, schrijven,
reviseren, herschrijven, check op taal en
spelling, herschrijven.
Leerlingen leren hun eigen teksten én die van
anderen te reviseren, ze leren feedback te
geven en te ontvangen.
Schrijven wordt vaak in samenhang met Lezen
en/of andere vaardigheden aangeboden, in
een context en met realistische voorbeelden.
Leerlingen leren het nut in te zien van goede
schrijfproducten en ondervinden dat in
levensechte situaties.
Schrijven en inhoudsvinding gaat beter lukken
als je eigen ervaringen, eigen belevenissen en
gevoelens mag gebruiken om je schriftelijk
te leren uitdrukken. De lessen die we in
samenwerking met de Grünberg Academie
hebben ontwikkeld helpen ook daarbij: als je
je goed kan verwoorden, ben je beter in staat
jezelf te laten zien.
Zie pagina 28 en 30 voor een toelichting op de
verschillende cursussen uit de leerlijnen Lezen
en Schrijven van leerjaar 1 en 2.
1514
aan didactiek hebben we uitgebreid om zo iedere
leerling tegemoet te komen in zijn eigen leerproces.
Voor vmbo-basis is een eigen aparte lijn met
eigen didactiek (kleinere stappen, herhalende
instructies en nadruk op succesbeleving). Voor
vwo-plus hebben we extra routes per lessenserie
(beschikbaar voor gymnasium, vwo én havo). Deze
routes bevatten onder meer onderzoeksvragen
waar leerlingen zelfstandig aan kunnen werken.
3. DIFFERENTIATIE BINNEN EEN LES OF BINNEN EEN KLASDe docent heeft de mogelijkheid om te bepalen
tot welke stof een leerling toegang krijgt. Zo kan in
een havo-klas een leerling op vwo-niveau werken
of kan in een kgt-klas een leerling juist materiaal
aangeboden krijgen dat afkomstig is uit de bk-lijn.
4. GEPERSONALISEERD LERENIn PLOT26 staat gepersonaliseerd leren voor de
vrijheid die leerlingen en docenten hebben om
hun eigen pad te kiezen binnen, of juist buiten, het
gekozen materiaal. Leerlingen krijgen de regie over
wat ze doen, wat ze leren en hoe ze dat aanpakken.
De docent houdt de leerdoelen in de gaten.
PLOT26 stelt scholen in staat om Nederlands
gedeeltelijk gepersonaliseerd aan te bieden daar
waar de communicatieve en interactieve aspecten
van taal minder aan de orde zijn. De cursussen
kunnen in een individueel leertraject gevolgd
worden. Dat geldt eveneens voor grammatica,
werkwoordspelling en spelling die uitgaan van
een zelfstandige leerroute, waarbinnen leerlingen
wel gelijktijdig en gezamenlijk aan de opdrachten
werken. Dit is in de lesbeschrijvingen aangegeven.
Leerlingen kunnen op basis van reflectiemomenten
zelf hun leervragen formuleren en hiermee aan de
slag gaan in de lessen erna.
Doordat leerlingen in de meeste verhalen ‘gelijk op
moeten’ en sommige onderdelen van de verhalen
bij voorkeur klassikaal uitgevoerd worden, zijn ge-
personaliseerde leerroutes bij de verhalen minder
standaard.
Differentiatie in PLOT26Leerlingen positief uitdagen: dat is ons uitgangs-
punt in de opzet en stof van de PLOT26-lessen. We
zien dit in de praktijk ook gebeuren: de leerlingen
worden door de lessen gemotiveerd die extra stap
te zetten en zo hoger te reiken dan ze aanvankelijk
misschien dachten aan te kunnen. Omdat de les
spannend is, omdat ze graag verder willen in een
verhaal of omdat ze samen met hun groepje met
iets interessants bezig zijn. Ze vragen eerder hulp
aan de docent of elkaar. Voortdurend differentiëren
in PLOT26 is door deze opzet niet altijd nodig.
Ook al zien we leerlingen uit zichzelf extra stappen
zetten, toch is het nodig rekening te houden met
de verschillen tussen leerlingen. In PLOT26 gaan
we vanuit vier verschillende invalshoeken met
differentiatie om:
1. VIER DIFFERENTIATIE NIVEAUSVoor leerjaar 1 worden er vier niveaus aangeboden:
vmbo-b, vmbo-k, vmbo-gt en h/v. Voor leerjaar 2
zijn er vijf verschillende niveaus: vmbo-b, vmbo-k,
vmbo-gt, havo en vwo.
De verhalen in leerjaar 1 en 2 zijn voor de verschil-
lende niveaus hetzelfde opgebouwd, met dezelfde
films en veelal dezelfde soort taken. Het verschil zit
in het niveau en de complexiteit van de opdrachten
en teksten en de beoordelingen door de docent.
Ditzelfde geldt voor de cursussen. Deze zijn in
opbouw en leerstof gelijk, maar er zijn verschillen
aangebracht in het tekstaanbod en de mate van
ondersteuning in de opdrachten.
2. DIFFERENTIATIE IN DIDACTIEKMet digitale middelen zijn meer variaties mogelijk
in o.a. werkvormen, instructie, communicatie-
dragers, tempo en toetsvormen. Het repertoire
1716
SpellingHoe weet je van jezelf of je goed kunt spellen?
Waaróm zou je eigenlijk goed willen spellen? We
kiezen er in PLOT26 voor om de leerling bewuster
te maken van spelling. Uit co-creatie komt naar
voren dat het spellingonderwijs meer betekenis
mag krijgen van docenten. Ook willen docenten
betekenisvoller toetsen en leerlingen meer eigen
verantwoordelijkheden geven.
LEERLING BEPAALT EIGEN ROUTEDe spellinglessen in PLOT26 hebben als doel
bij de leerling een spellinggeweten en een
spellingbewustzijn aan te boren. Dit start bij de
schrijfcursussen: bij gesignaleerde problemen
kan de leerling vervolgens zelfstandig werken aan
de lessen waar zijn of haar ‘probleem’ aangepakt
wordt. De leerling bepaalt daarbij zoveel mogelijk
zelf zijn route en beslist zelf wat hij wil oefenen
en wanneer hij dat wil doen. Ook hier geldt: het
ontwikkelen van een goed woordbeeld door veel te
lezen helpt de leerling om scherper te worden op
zijn spellingvaardigheden.
Niet alleen veel lezen, maar ook veel schrijven is van
belang. We gaan uit van spellingproblemen waar
leerlingen al schrijvende tegenaan lopen. PLOT26
voldoet met spelling aan de leerdoelen zoals die
geformuleerd zijn in de Referentieniveaus 1F-3F.
Grammatica‘Kunnen we de leerling meer inzicht geven in hoe
taal werkt en grammaticaonderwijs betekenisvoller
maken?’ Deze vragen zijn voor ons leidend geweest
in de ontwikkeling van grammatica binnen PLOT26.
Dit heeft geleid tot de volgende koers:
INZICHT STAAT VOOROPWe kiezen voor een invulling die grammatica-
onderwijs en taalkunde dicht bij elkaar brengt,
omdat die benadering het nut van grammatica helpt
inzichtelijk te maken: het gaat meer om inzicht in
functies van zinsdelen en woorden in zinnen, dan
om sec ontleden.
VOLGENS HET REFERENTIEKADER TAALMet grammatica voldoen we aan de leerdoelen
van het Referentiekader Taal. In leerjaar 1 werken
we aan 1F, waarmee meteen ook het fundament is
gelegd voor de basis van grammatica. In de hogere
leerjaren voegen we toe wat nodig is volgens het
Referentiekader Taal en gaan we door voor de
liefhebbers.
SEMANTISCHE BENADERINGWe werken vanuit een taalkundige semantische
benadering met werkwoordvalentie als uitgangs-
punt.1 We kiezen voor een typische PLOT26-
benadering: we betrekken leerlingen bij taal-
kundige/grammaticale onderwerpen en laten ze
zelf ontdekken hoe taal in elkaar steekt. Leerlingen
onderzoeken grammaticale functies en staan
dan pas stil bij theorie en passen de stof toe in
verschillende bronnen (poëzie, fictie, zakelijke
teksten, chats enz).
1 J. van Rijt, Van zwemmen zonder water tot het roken van lantaarnpalen. Over grammaticaonderwijs op semantische basis. HSN-bundel 26
1918 19
In de verhalen en cursussen bij PLOT26 komen
diverse meetmomenten voor, in de vorm van testjes,
diagnostische toetsen, een quiz, een wedstrijd, of
een eindopdracht. Je kunt ermee meten wat een
leerling heeft onthouden en wat hij heeft geleerd.
Zo kun je zien welke vervolgstappen een leerling
nodig heeft om verder te leren en te groeien en ziet
een leerling dat ook zelf. Eindopdrachten, zoals een
trailer, een schrijfproduct, een presentatie, enz. zijn
meetmomenten die je ook kunt beoordelen, al dan
niet met een cijfer.
TWEE SOORTEN TOETSENNaast deze meetmomenten kent PLOT26 twee
soorten toetsen:
1 Afsluitende toetsen bij een cursus die inzicht
geven in wat de leerlingen hebben opgestoken
van de voorgaande lessen. Toetsen moeten
helpen bij het leren. Dat is het standpunt van
PLOT26 over toetsen. PLOT26 zet zich in om
het leren van de leerling te bevorderen. Iedere
lessenserie rondt een leerling af met een toets
of een prestatie die je als docent formatief kan
inzetten.
2 Referentietoetsen die de vaardigheden en het
niveau van een leerling in kaart brengen. Deze
zijn gebaseerd op de tussendoelen, gekoppeld
aan de referentieniveaus van de vaardigheden
lezen, schrijven en taalverzorging. Deze toetsen
volgen dus de doorlopende leerlijnen en
bereiden op die manier al voor op de examens.
Met deze toetsen kun je twee keer in een
leerjaar een grondige meting doen om het
niveau te bepalen en een determinatie uit te
voeren.
De toetsen van PLOT26:
zijn evenwichtig opgebouwd, volgens een
taxonomie1;
brengen de voortgang en het niveau in kaart:
doorlopende leerlijn in relatie tot vaardigheid;
meten wat volgens de leerdoelen en het
geleerde gemeten moet worden;
zijn valide en betrouwbaar.
Toetsen in PLOT26
1 In een taxonomie zijn cognitieve handelingen in oplopende moeilijkheid van gedrag opgebouwd. Een toets bestaat uit vragen waarbij elke vraag één bepaald handelingsniveau laat zien. Bijvoorbeeld: als de vraag is bedoeld om kennis te toetsen, is het handelingsniveau ‘reproductie’.
2120
Het gebruik van digitale middelen in de methode
opent de deuren naar de wereld van de leerling.
Met de inzet van filmpjes, interactieve opdrachten
en speciale websites doen we er alles aan om de
leerlingen op het puntje van hun stoel te krijgen.
Het digitale werken maakt het daarnaast mogelijk
om op ieder gewenst moment de methode te
actualiseren en aanpassingen door te voeren. Dit
sluit goed aan bij onze werkwijze van co-creatie.
DE LESOMGEVING VOOR DOCENTENIn de digitale lesomgeving van PLOT26 krijg je
toegang tot het dashboard waar je als docent
lessen in kunt plannen, klassen kunt managen en
resultaten kunt bekijken. Ook heb je er toegang tot
alle lessenseries. Per lessenserie heb je als docent
toegang tot:
Digibordlessen die de basis van elke les vormen.
Digitaal leerlingmateriaal: Leerlingen werken in
een eigen leerlingomgeving waar ze de klaargezette
lessen kunnen vinden. Als docent kun je via de
docentenomgeving de leerlingschermen bekijken.
Printbare leerlingboekjes: Voor leerlingen die
geen eigen tablet of laptop in de klas hebben, kun
je leerling boekjes rechtstreeks uit de les omgeving
printen of je kunt ze bestellen. Leerlingen die met de
papieren versies werken, hebben wel een account
waarmee ze thuis of in de mediatheek kunnen
inloggen in hun eigen interactieve omgeving.
Factsheets waar de lessenserie en lesdoelen kort
op worden toegelicht.
Lesbeschrijvingen die je als docent helpen snel
informatie te vinden over een lessenserie of deel-
aspecten daarvan. In de lesbeschrijving vind je per
les:
de belangrijkste informatie punstgewijs op een
rij;
de samenvatting van het verhaal;
leerstofoverzichten;
een overzicht van activiteiten en leerdoelen;
leerdoelen, voorbereiding, lesverloop per les
en per scherm;
inhoudelijke aanwijzingen.
Digitale methode
20
Lesbeschrijvingen
© PLOT26 Verhaal Verdacht - Lesbeschrijvingen - HV - v02 8
Les 4 Informatie ontfutselen
LEERDOEL(EN) VOORBEREIDING LESVERLOOP - Regels zakelijke e-
mail kennen - Regels zakelijke e-
mail toepassen - Onderscheid
kunnen maken tussen formeel en informeel taalgebruik
- Zakelijke boodschap formuleren
- Zakelijke e-mail schrijven
- Gebruikmaken van spellings-hulpmiddelen
- Feedback geven en ontvangen
- Tekst herschrijven op basis van feedback
- Een goede 'spellingattitude' aannemen
Zet de les via 'Planning' klaar voor de leerlingen. NB: Zet alleen de les 'Informatie ontfutselen' open en niet de beloning. Zet de beloning alleen open voor de twee groepen die als eerste een foutloze e-mail hebben gestuurd.
5 [scherm 1] Introductie
5 [scherm 2] Opdracht 1: webcambericht Caja vertelt haar plan, namelijk een mail schrijven namens de Officier van Justitie om het politiedossier te ontfutselen. [scherm 3] Opdracht 2: filmpje ‘het werk van de officier van justitie’ Het filmpje kan eventueel vooraf als huiswerk bekeken worden door de leerlingen. Dit geeft ruimte in deze les. [scherm 4] Licht de taak van de officier van justitie kort toe. Bepaal zelf hoe diep je in wilt gaan op deze materie. De kennis is voor het verloop van Verdacht niet strikt noodzakelijk. [scherm 5] Omdat Caja snel praat, is het misschien nodig de opdracht nog eens uit te leggen. Daar kun je dit scherm bij gebruiken.
5 [scherm 6] Leg de opzet van de les uit, nl.: - eerste opzet voor de e-mail maken - klassikaal reflecteren - e-mail verbeteren - definitieve versie sturen. De volgende aspecten zijn belangrijk bij het beoordelen van de e-mails: 1. Opbouw (voldoet de e-mail aan de regels voor een zakelijke e-mail: onderwerp, aanhef, inleiding,
middenstuk, slot, afsluiting, naam). 2. Boodschap (is die overtuigend; is de mail zo geschreven dat de rechercheur ervan overtuigd is dat
hij de documenten stuurt?). 3. Taalgebruik (is dit het taalgebruik dat past bij een zakelijke mail, geschreven door een officier van
justitie?). 4. Spelling/zinsbouw (hier mag geen fout in zitten).
Een les-beschrijving zoals deze in PLOT26 te vinden is.
2322
Jaarplanning leerjaar 1
Hier tref je een voorbeeldplanning aan van een
jaarindeling voor leerjaar 1 van PLOT26. De
verhalen (paars) en cursussen (groen) behandelen
de verplichte lesstof van het Referentiekader en
beslaan 75% van de lestijd. De blauwe blokken
geven de vrije ruimte weer. In deze planning gaan
we uit van 40 lesweken van 3 lesuren Nederlands
per week en van een lesuur van 50 minuten.
PLOT26 biedt voldoende stof om deze lesweken
en -uren te vullen.
Binnen de vrije ruimte van leerjaar 1 biedt PLOT26
verschillende cursussen aan: De grammatica-
case, Poëzie en Woordenschat. Daarnaast kunnen
leerlingen in de vrije ruimte zelfstandig werken
met de app voor werkwoordspelling en de cursus
Spelling.
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40LESWEEK
VER
HA
LEN
CURS
USS
ENV
RIJE
RUIM
TERE
FERE
NTI
E-TO
ETSE
N
ToetsToets
Toets
9 lessen
Lezen 19 lessen
Schrijven 19 lessen
Fictie 16 lessen
Lezen 26 lessen
Spreken 16 lessen
Schrijven 26 lessen
9 lessen 9 lessen 9 lessen
22 23
2524
Jaarplanning leerjaar 2
Hier tref je een voorbeeld planning voor leerjaar
2. In deze planning gaan we uit van 40 lesweken
van 3 lesuren Nederlands per week en van een
lesuur van 50 minuten.
PLOT 26 biedt voldoende stof om deze lesweken
en -uren te vullen.
PLOT26 biedt verschillende cursussen aan om
in de vrije ruimte van leerjaar 2 gebruik van
te maken zoals Fictie Extra: Windkracht 12,
Spelling 1,
De Grunberg Academie 1, Grammatica 1 en
Woordkunst. Daarnaast kunnen leerlingen
ook dit leerjaar zelfstandig aan de slag met de
werkwoordspelling-app of een van de korte
verhalen of boeken lezen in Plotify.
Beoordeling/toetsing bij de cursussen: Bij Lezen 3 en Schrijven 3 worden de cursussen afgesloten met een toets. Bij de overige cursussen is geen
toets beschikbaar maar zijn er andere beoordelingsmogelijkheden ingebouwd. Bij Lezen 4 maken de leerlingen een poster die beoordeeld kan
worden. Daarnaast wordt de suggestie gedaan om in deze cursus ook de spreekvaardigheid van leerlingen te beoordelen.
24 25
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40LESWEEK
VER
HA
LEN
CURS
USS
ENV
RIJE
RUIM
TERE
FERE
NTI
E-TO
ETSE
N
ToetsToets
7 lessen
Lezen 36 lessen
Spreken 25 lessen
Schrijven 36 lessen
Fictie 26 lessen
Lezen 49 lessen
Schrijven 49 lessen
7 lessen 7 lessen 4 lessen
2726
De verhalen vormen de ankerpunten van PLOT26.
In een jaar gaan de leerlingen aan de slag met vier
verhalen die elk circa negen lessen duren. Daarbij
maken ze gebruik van films, teksten en websites.
De verhalen zijn geschreven door bekende fictie
auteurs als Buddy Tegenbosch, Elle van den Bogaart
en Martine Letterie.
Het doel van de verhalen is dat leerlingen in
levensechte situaties het nut en de noodzaak
ervaren van goede beheersing van taalvaardig-
heden. Terwijl ze vorderingen maken tijdens
hun speurtocht, trainen ze tegelijkertijd hun
taalvaardigheid. Dit gaat zo ongemerkt dat een
leerling na afloop van een les zei: ‘Ik vind dit
superleuk hoor, maar wanneer beginnen we nou
met Nederlands?’
Om leerlingen te laten inzien wát ze leren, is er aan
het eind van een verhaal altijd een PLOT-les. In deze
les benoemen de leerlingen samen met hun docent
wat ze gedaan en geleerd hebben.
Verhalen leerjaar 1
Wanneer Annika bij haar oma op zolder een kooi
vindt en deze opendoet, voelt ze een kille tocht.
Het lijkt wel alsof er iets uit vliegt. Dit is het begin
van een reeks raadselachtige gebeurtenissen. De
leerlingen proberen het mysterie achter de kooi te
ontrafelen.
LESDOELENSignaalwoorden ontcijferen, betekenis symbolen
achterhalen, e-mails lezen en schrijven, een web-
formulier invullen, een videoboodschap bekijken en
aantekeningen maken.
Door een samenloop van omstandigheden is Tim
de hoofdverdachte van een moord. Het probleem
is: hij heeft geen alibi! Tijdens de lessen helpen de
leerlingen de moord op te lossen. Dit doen ze door
samen met Caja, een oud-klasgenoot van Tim, een
onderzoek te starten.
LESDOELENAantekeningen maken, formulieren invullen, een
formele e-mail schrijven, een taakverdeling, samen-
vatting en reconstructie maken, presenteren, be-
oordelen en evalueren.
Tijdens een schoolkamp krijgen Merel en Elsa een
geheimzinnige uitnodiging om naar een grot te
komen. Wanneer ze in de grot aankomen, wacht hen
daar niet veel goeds. In deze spannende lessenserie
zijn de leerlingen zelf onderdeel van het verhaal. Zo
mogen ze bepalen hoe het verhaal afloopt door zelf
het einde te schrijven.
LESDOELENAnalyseren, een alertbericht schrijven, lezen, luis-
teren, je inleven in een personage, een boodschap
inspreken, een tijdlijn maken, argumenteren, een
ver haal of nieuwsbericht schrijven, feedback geven
en presenteren.
Verzwegen gaat over de Tweede Wereldoorlog.
De overgrootouders van Zep en Zora hebben in de
oorlog een Joods meisje laten onderduiken in hun
huis. Na een reportage van het nieuwsprogramma
ShockNews, dat deze daad in twijfel trekt, gaan de
leerlingen met Zep en Zora op onderzoek uit. En
dan blijkt niet alles zo te zijn als dat het lijkt.
LESDOELENVlogs onderzoeken, feedback geven, reageren, een
zakelijke mail schrijven, analyseren, herschrijven
van een tekst, een gedicht schrijven, interviewen/
presenteren.26
2928
BESCHRIJVING LESDOELEN
LEZ
EN
1
De leerlingen lezen teksten over onderwerpen die
ze zelf interessant vinden. Leesplezier en nieuws-
gierigheid ontwikkelen staan centraal. Tekst begrip
en diepgang worden geactiveerd door de leer lingen
inhoudelijke vragen te laten be antwoorden, sor-
teertaken te laten uitvoeren of te laten na denken
over hoe inhoud en tekststructuur met elkaar
samenhangen.
Eigen leesniveau inschatten, het belang van
lezen ontdekken, eigen interesses onderzoeken,
teksten van klasgenoten lezen en deze beoordelen,
tekstgeraamtes maken, reflecteren op eigen vor
deringen en groei, leesmanieren herkennen en na-
tuur lijk veel oefenen met lezen. Het doel van de
leer lijn Lezen in leerjaar 1 en 2 is leesvaardigheid
en tekstbegrip op gang brengen.
LEZ
EN
2
In Lezen 2 gaan de leerlingen verder met het
ontwikkelen van hun leesvaardigheden. De nadruk
in deze serie ligt op scannend en zoekend lezen en
het lezen van online teksten. Lezen 2 bevat veel
wedstrijdelementen zoals De leesrace die het lezen
extra spannend maken.
Kennismaken en oefenen met zoekend lezen,
oefenen met grondig lezen, kenmerken van ver-
schillende teksten ontdekken, kennismaken met
de vaardigheden van online teksten lezen en re-
flecteren. Het doel van de leerlijn Lezen in leerjaar
1 en 2 is leesvaardigheid en tekstbegrip op gang
brengen.
SCH
RIJ
VE
N 1
De leerlingen maken kennis met verschillende
inzichten over schrijven. Ze leren het belang van
een goede spellingattitude en van herschrijven in
te zien. Verder leren ze beoordelen en herschrijven,
waardoor de schrijfproducten veel beter worden,
want: schrijven = herschrijven.
Begrijpen hoe je een betere schrijver kunt worden,
het belang van een goede spellingattitude en
van herschrijven inzien, eigen spellingniveau in-
schatten, niveau werkwoordspelling vaststellen,
feedback leren geven en ontvangen, bestanden
goed op leren slaan en veel oefenen met schrijven.
SCH
RIJ
VE
N 2
Leerlingen maken een overgang van hun eigen
wereld naar de wereld van andere personen en
tijden. Ze maken een minitijdschrift en interviewen
hun (groot)ouders. In Schrijven 2 kunnen ze niet
alleen zelf de onderwerpen kiezen, ook de mate van
ondersteuning mogen ze zelf bepalen.
Schrijfactiviteiten bedenken, kennis m.b.t. beter
schrijven ophalen, brainstormen, kennismaken
met een ‘rode draad’, een verzorgd eindproduct
afl everen, feedback geven en ontvangen, een
interview voorbereiden, reflecteren, spelfouten
herkennen, benoemen en verbeteren.
FIC
TIE
1
In deze cursus lezen de leerlingen samen het boek
De regels van drie van Marjolein Hof. Leesplezier,
leesbeleving en het begrijpen van boeken vormen
het fundament van deze cursus. Naast lezen werken
de leerlingen aan hun creativiteit door een nieuw
einde voor het verhaal te verzinnen.
Stambomen leren maken, emotionele relaties
zicht baar maken, een collage maken en deze pre-
senteren, feedback geven, een open eind uit werken
en dit presenteren. Leren nadenken over wat je
hebt gelezen.
SPR
EK
EN
1
In Spreken 1 ervaren leerlingen het belang van
goede mondelinge communicatie. De cursus
bestaat uit veel laagdrempelige spreekoefeningen,
die leerlingen vaak niet eens als ‘spreekvaardigheid’
zullen ervaren. Er is veel aandacht voor brain-
stormen, overleggen, discussiëren, luisteren, tele-
foneren en presenteren.
Belang van goed luisteren ervaren, brainstormen,
een activiteitenplan opstellen, uitwerken en pre-
senteren, beoordelen a.d.h.v. een beoordelings-
formulier, een woordweb invullen, bellen ver-
ge lijken met mailen, telefoneren oefenen d.m.v.
rollenspellen, reflecteren op filmpjes over mis
communicatie, telefoongesprekken voeren.
Een cursus duurt vijf tot negen lessen. Tijdens
iedere cursus staat de interesse van de leer ling
zo veel mogelijk centraal en kunnen de leer lingen
hun eigen onderwerpen kiezen. Door samen-
werking, klassikale besprekingen en keuze in pro-
duct vormen kunnen de leerlingen op hun eigen
manier werken aan verbetering en verdieping
van hun taalvaardigheid. In de verhalen doen de
leerlingen onbewust kennis en vaardigheden op.
In de cursussen zijn ze hier juist bewust mee bezig.
Tijdens de cursussen blikken leerlingen en docent
samen terug op wat er is gedaan en geleerd in een
PLOT-les. In zo’n PLOT-les kan er ook een toets
plaatsvinden.
Cursussen leerjaar 1
3130
In Backstage staat de zoektocht naar een nieuwe
zanger(es) voor de schoolband On Fire centraal.
Een paar weken voor de finale van Bandbattle
blijkt de zangeres van de band namelijk niet meer
mee te mogen doen van haar vader. En laat nou net
ieder bandlid en muziekdocent Guus een andere
kandidaat in gedachten hebben. Dit wordt dus een
hele opgave! Backstage is geschreven door Buddy
Tegenbosch.
LESDOELENSchrijven van e-mails met verschillende schrijfstijlen,
je verplaatsen in andere personen, kennismaken met
pitchen, leren vertalen, ontdekken wat voor fouten
een vertaalmachine maakt, keuzes motiveren, kennis
opdoen over debatteren, debatteren, reflecteren.
Verhalen leerjaar 2
In Gefixt gaan de leerlingen samen met hoofd
personen Walid en Jim op zoek naar antwoor-
den achter de verdwijning van hun voetbaltrainer
Farouk. Les voor les vallen de puzzelstukjes in el-
kaar en maken Jim en Walid kennis met de schimmi-
ge wereld rond ‘matchfixing’. Eva Burgers heeft als
coauter meegeschreven aan Gefixt.
LESDOELENInformatie uit een film, artikel en verhaal halen, on-
derscheid maken tussen hoofd- en bijzaken, onder-
scheid maken tussen categorieën, bepalen of bronnen
relevante informatie bevatten, mondeling informatie
uitwisselen, een goed vermissingsbericht schrijven,
mondeling feedback geven en ontvangen, samenvat-
ten, gebeurtenissen en informatie op een rijtje kun-
nen zetten en reproduceren welke informatie ont-
breekt, een filmscript schrijven en dit uitvoeren.
In Harde Actie, mede geschreven door Lydia Rood,
maken de leerlingen kennis met Kamil en Veerle, die
de wereld van de activistische dierenorganisatie
B.O.O.S. worden ingetrokken en geconfronteerd
worden met een geplande actie die verstrekkende
gevolgen kan hebben.
LESDOELENKennis opdoen over dierenleed, afkortingen op -
zoeken, personages en relaties beschrijven, samen-
vatten, vreemde woorden opzoeken, artikelen scan-
nend en grondig lezen, teksten verwerken en infor-
matie uitwisselen aan de hand van een vragenlijst,
contactformulier invullen, e-mails en brieven schrij-
ven, een taalpuzzel en taalopdrachten uitvoeren,
aantekeningen maken, conclusies formuleren, een
videoboodschap of flyer maken en presenteren, re-
flecteren.
Onrust speelt zich af op Welvum, een rustig
eiland, waar het lijkt of de tijd vijftig jaar heeft
stilgestaan. De mogelijke komst van internet
op het eiland zorgt voor de nodig onrust. Als er
een groep vreemdelingen aanspoelt neemt die
onrust nog verder toe. Zeker wanneer blijkt dat de
vreemdelingen eerst op een ander eiland waren,
waar toen vreselijke puskoorts is uitgebroken…
LESDOELENHerkennen van verschillende soorten communicatie,
lezen en inleven in profielen, schrijven van een korte
brief, gebeurtenissen beschrijven, reacties analyse-
ren en schrijven, de inhoud van een tekst voorspellen,
stelling nemen voor of tegen een bepaald standpunt,
een betoog schrijven en beoordelen, presenteren.
3332
In leerjaar 2 zijn er zes cursussen beschikbaar.
Tijdens deze lessenseries, die 5 tot 9 lessen
beslaan, staan ook dit leerjaar weer de wensen van
de leerling centraal. Zo hebben ze zelf de keuze
welke onderwerpen ze willen behandelen. En
werken ze op hun eigen manier aan de verbetering
en verdieping van hun taalvaardigheid. Behalve
dat de leerlingen bewust bezig zijn met kennis en
vaardigheden verwerven, is het plezier in taal erg
belangrijk.
BESCHRIJVING LESDOELEN
SPR
EK
EN
2
De cursus Spreken 2 is ontwikkeld in samenwerking
met de Stichting Discussiëren Kun Je Leren (DKJL).
Discussiëren staat dan ook centraal in deze cursus.
Er wordt veel nadruk gelegd op de spelregels voor
discussiëren en debatteren. Hierdoor kunnen de
leerlingen zich ontplooien in een veilige omgeving
met respect en aandacht voor elkaar.
Kennismaken met moeilijke woorden en begrippen
en deze gebruiken, teksten ranken van objectief
naar subjectief, kennismaken met verschillende
soorten discussies, discussieregels leren en toepas-
sen, meningen vormen, geven en be argumenteren,
een argumentatieschema invullen, discussiëren,
feedback geven en reflecteren.
SCH
RIJ
VE
N 3
In de cursus Schrijven 3 ontdekken leerlingen
door het schrijven van een digitale tekst wat voor
schrijftype ze zijn. Op basis daarvan formuleren ze
voor zichzelf persoonlijke doelen en uitdagingen
waar tijdens de cursus mee aan de slag wordt
gegaan. Daarnaast verdiepen de leerlingen op een
speelse manier hun kennis en inzicht in de criteria
voor een goede tekst. Ook ervaren ze waarom een
goede tekst zo belangrijk is.
Inzicht krijgen in eigen schrijfstijl, een persoonlijke
schrijfuitdaging formuleren, criteria van een goede
tekst herhalen, teksten vergelijken, herschrijven en
verbeteren, een presentatie maken, beoordelen,
spelfouten herkennen, spelling controleren en ver-
beteren.
SCH
RIJ
VE
N 4
In deze lessenserie leren de leerlingen aan de
hand van hun eigen ervaringen een verhaal te
schrijven. Ze gaan aan de slag met het verzamelen
en ordenen van informatie en leren het verschil
tussen betrouwbare en onbetrouwbare bronnen.
Ook komt in deze cursus het geven en ontvangen
van feedback weer aan bod. Daarnaast wordt er
teruggeblikt op wat ze in Schrijven 1 t/m 3 hebben
geleerd.
Herkennen en benoemen centrale thema in verhaal,
een verhaal korter samenvatten, bepalen van
betrouwbaarheid van bronnen, leren schrijven op
basis van bronnenonderzoek, kenmerken van een
goede inleiding en afsluiting van teksten, gericht
reviseren van teksten.
FIC
TIE
2Speciaal voor Fictie 2 heeft Rom Molemaker
Voorgoed weg geschreven. Ook vertelt hij in een
filmpje over de totstandkoming van het verhaal,
over de rol van de muziek daarbij en over nog veel
meer interessante dingen. In deze cursus is er veel
aandacht voor symboliek in fictie en stijlmiddelen,
maar ook voor moeilijke woorden. Als laatste staan
de leerlingen in Fictie 2 op humoristische wijze stil
bij open plekken, wat momenten oplevert die ze
niet snel zullen vergeten!
Personen proberen te doorgronden en kijken naar
beweegredenen, in één zin informatie geven, een
tableau vivant maken en dit koppelen aan karakters
van klasgenoten, een gedicht zoeken dat aansluit
bij de gelezen hoofdstukken, bewust worden van
open plekken in een verhaal, een mindmap maken,
onheilstekens uit de tekst halen, een relatieschema
maken en reflecteren.
Cursussen leerjaar 2
BESCHRIJVING LESDOELEN
LEZ
EN
3
In deze lessenserie krijgen de leerlingen inzicht in
hoe ze lezen, welk leestype ze zijn en wat ze kunnen
doen om hun leesvaardigheid te verbeteren. Er is
veel aandacht voor leesstrategieën, wat betekent
dat er veel geoefend wordt. Daarnaast blijft het
leesplezier centraal staan doordat de leerlingen
regelmatig vrij mogen lezen.
Kennismaken met verschillende leestypen, oefenen
met scannend lezen, kennismaken en oefenen met
signaalwoorden en verwijswoorden, behandelen
van leesstrategieën en deze oefenen, reflecteren.
Doel leerlijn Lezen leerjaar 1 en 2: leesvaardigheid
en tekstbegrip op gang brengen.
LEZ
EN
4
In Lezen 4 krijgen de leerlingen verschillende stra-
tegieën aangereikt om de betekenis van moeilijke
woorden te achterhalen en om grondig te leren
lezen. Zo lezen de leerlingen onder an dere in
duo’s, hierdoor ontstaat er interactie met zowel
de klasgenoten als met de tekst. De cursus wordt
nog leuker door onderdelen zoals een quiz met
wedstrijdelementen en tijd om vrij te lezen.
Leren betekenissen van moeilijke woorden te
achterhalen, kennismaken met modeling, leren
wat de eisen zijn voor een goede tekst, het verschil
leren tussen feiten en meningen en tussen objectief
en subjectief, grondig lezen, feedback geven
en krijgen, gesprekken voeren aan de hand van
teksten, presenteren, observeren en een gesprek
leiden.
3534
Vrije ruimte
De vrije ruimte is ontstaan op verzoek van veel
docenten die behoefte hebben aan meer ruimte in
het volle lesprogramma.
Doordat je de verhalen en de verplichte cursussen
in 75% van de tijd kunt doen, houd je tijd en ruimte
over voor eigen lessen en eigen behoeftes. Deze
lestijd kun je vullen met eigen ideeën en eigen
materiaal, of bijvoorbeeld met extra leeslessen.
HOE WERKT DAT PRECIES? Je kunt zelf bepalen in welke volgorde je de ver-
plichte verhalen en cursussen plant, al hoewel er
wel een voorkeursvolgorde is. Zie ook de jaarplan-
ning op pagina 20-21.
We noemen dat ‘verplicht’, omdat bij het maken
van die lessen er nadrukkelijk op gelet is dat de
leerdoelen van het Referentiekader verwerkt zijn
in juist die lessen. Uiteraard heb je altijd de vrijheid
om lessen in te korten, te schrappen of te verlengen.
De keuze voor stof in de vrije ruimte is gebaseerd
op veelvoorkomende vragen van docenten en op
favoriete onderwerpen van de auteurs, die zelf
ook voor de klas staan. We bieden verschillende
lessen series aan in de vrije ruimte. Sommige lessen-
reeksen lenen zich meer voor leerjaar 1, andere
voor leerjaar 2. Aan deze lessenreeksen wordt
op het moment van schrijven nog gewerkt. In de
vrije ruimte kun je ook lezen uit Plotify, of juist tijd
besteden aan iets anders dan PLOT26.
DE ROL VAN DE DOCENTIn de discussie over het al dan niet moeten volgen
van methodes, hebben wij ervoor gekozen om een
vrijer systeem te ontwerpen. Bij het maken van
de ver plichte en vrije ruimte-cursussen proberen
we ervoor te zorgen dat docenten zich uit gedaagd
voelen om de inhoud van de les naar eigen hand te
zetten. In de lesbeschrijving staan tips, bieden we
keuzes of laten we de lesaanpak juist open.
BESCHRIJVING LESDOELEN
Tijdens deze lessen staat creativiteit centraal.
Met creatief schrijven verleggen leerlingen de
grenzen van hun uitdrukkingsvermogen, waardoor
ze hun zelfvertrouwen vergroten en beter vorm
kunnen geven aan hun eigen leven. Deze lessen
zijn ontwikkeld in samenwerking met de Stichting
Hermann & Hannelore Grunberg.
Samenwerken, dialoog voeren, inleven in een ander,
lijst maken van eigen ervaringen, verhaal vertellen
vanuit eigen ervaring, tekst schrijven over een
belevenis.
In deze lessenserie mogen de leerlingen op de
stoel van de schrijfster, Eva Burgers, zitten. Hun
creativiteit en fantasie worden geprikkeld door
verschillende opdrachten en daarnaast leren ze
spelenderwijs hoofdzaken en bijzaken van elkaar
te onderscheiden. Ook wordt er dieper ingegaan op
de verschillende personages in het verhaal.
Leerlingen gaan aan de slag met moeilijke woorden,
moeten zinnen voor een open plek bedenken en
verdiepen zich in de verschillende rollen in het
verhaal.
DE
GR
UN
BE
RG
-A
CA
DE
MIE
1F
ICT
IE E
XT
RA
: W
IND
KR
AC
HT
12
BESCHRIJVING LESDOELEN
DE
GR
AM
MA
TIC
AC
ASE
* In deze cursus onderzoeken de leerlingen een
grammaticacase op hun eigen niveau en op hun
eigen manier. Dit doen ze in drie verschillende
projecten: PROJECT X, Y of Z. Deze projecten staan
voor de verschillende niveaus. Door de resultaten
aan andere groepen te presenteren wordt het
kennisniveau zoveel mogelijk gelijkgetrokken. Bij
dit onderdeel is gekozen voor een nadrukkelijke
differentiatie op basis van niveau, omdat leerlingen
onderling sterk kunnen verschillen in voortgang.
De leerlingen werken op hun eigen niveau en manier
aan grammatica. Door groepswerk en uitwisseling
van kennis leren de leerlingen van elkaar en dagen
we hen uit om goed na te denken over grammatica.
Deze cursus is nog volop ‘in beweging’. Iedere
keer vinden we nieuwe verbeteringen die we dan
jaarlijks doorvoeren.
SPE
LLIN
G
In deze lessen maken leerlingen kennis met de spel-
lingregels. Per categorie zijn er lessen en vind je de
theorie rondom het betreffende spellingprobleem.
Leerlingen kunnen deze lessen zelfstandig door-
lopen op het moment dat zij (of de docent) dat nodig
vinden.
De meest voorkomende spellingproblemen aan-
pakken en trainen. Leerlingen werken hier allemaal
op hun eigen niveau en in hun eigen tempo aan.
De doelen voor spelling zijn gesteld volgens het
Referentiekader Taal.
WO
OR
DE
NSC
HA
T*
In deze lessenserie draait het niet om woordjes
stampen, maar om strategieën en attitude. Om
het belang van woordkennis en de manieren om je
woordenschat uit te breiden. Dit doen we met leuke
en aantrekkelijke werk- en spelvormen.
De leerlingen komen achter het belang van een
grote woordenschat, bedenken werkvormen om
hun woordenschat te vergroten, discussiëren over
het verschil tussen schooltaalwoorden en vaktaal-
woorden, noteren moeilijke woorden die ze tegen-
komen in een boek of tekst.
GR
AM
MA
TIC
A 1
Deze lessen kunnen leerlingen zelfstandig door-
lopen, net als de spellinglessen. Grammatica in
PLOT26 heeft als doel leerlingen meer inzicht te
geven in hoe taal werkt en hoe zinnen in elkaar
zitten. We gebruiken alle denkbare manieren om
inhoud, semantiek en functies van zinsdelen en
woordsoorten over te brengen op de leerlingen. We
behandelen hier alle verplichte stof van niveau 1F
van het Referentiekader Taal. Doel is dat leerlingen
zinnen kunnen ontleden op de gebruikelijk manier,
maar met meer inzicht en meer plezier.
De leerlingen werken op hun eigen niveau en in
eigen tempo aan grammatica. De doelen voor
grammatica zijn gesteld volgens het Referentie-
kader Taal 1F. Een doel dat docenten en experts
ons aanreikten was om grammatica inzichtelijker
en plezieriger te maken én te koppelen aan andere
taalvaardigheden. Ook deze cursus is nog volop
‘in beweging’. Iedere keer vinden we nieuwe ver-
beteringen die we dan jaarlijks doorvoeren, en dat
in samenhang met de grammatica-case.P
OË
ZIE
*
In de cursus De achterkant van taal draait het om de
wereld die achter woorden schuilgaat. We dagen de
leerlingen uit vrij en associatief na te denken over
woorden, zinnen en teksten. In deze lessenserie
speelt humor (in taal) een grote rol.
Nadenken over de vanzelfsprekendheid van taal en
communicatie, spelen met woorden, je verdiepen
in speciale gelegenheden en bijbehorende woor-
den, gebaren en gedrag, humoristische taalsituaties
onderzoeken en bespreken, woordweb maken, een
gedicht schrijven en een bijpassende poster maken,
inspirerende teksten zoeken en voordragen.
* Deze lessenserie wordt aanbevolen voor leerjaar 1.
3736
Medio 2016 start een onderzoek om de juiste
uitgangspunten te vinden voor deze nieuwe
leer jaren, waar leerlingen gaandeweg met ver-
trouwen en plezier hun vaardigheden voor het vak
Nederlands ontwikkelen en zich voorbereiden op
het examen.
PLOT26: 3 EN 4 VMBOIn de 3e en 4e klas van het vmbo gaan we met
leerlingen de wereld van de Nederlandse taal
verder verkennen, zodanig dat de echte vmbo’er
zich erkend en gewaardeerd voelt. Naast het
doortrekken van de leerlijnen vanuit leerjaar 1 en
2, zal in ieder geval de examengerichtheid een plek
krijgen in de stof. Daarnaast passen we de didactiek
aan op de drie niveaus die het vmbo kent. Voor de
vmbo-basis-leerlingen maken we (een beperktere
hoeveelheid) lessen die haalbaar zijn, die in kleine
stapjes te doen zijn, die succesbeleving geven en
die de basale stof laten landen bij de leerling.
Voor de kader-leerlingen en in sterkere mate de
theoretische-leerweg-leerlingen zullen we wer-
ken aan het goed onder de knie krijgen van de
basisvaardigheden. Met een accent op veel zelf
doen, zelf ontdekken en eigen keuzes mogen maken,
proberen we de leerlingen enthousiast te maken
voor het vak Nederlands. De spannende verfilmde
verhalen zullen ook in leerjaar 3 en 4 terugkeren.
PLOT26in verdere leerjaren
Voor alle volgende leerjaren die gemaakt gaan
worden, staan ook weer de volgende uitgangs-
punten centraal in PLOT26:
Het moet de leerling op het puntje van de stoel
brengen en hem/haar enthousiasme en plezier
voor het vak Nederlands bezorgen.
De leerling moet nut en noodzaak door en
door voelen, hij/zij moet samenhang met
andere vakonderdelen en met de wereld om
hem/haar heen ervaren.
De leerlingen moeten worden opgeleid
volgens het Referentiekader Taal en ze moeten
worden voorbereid op de examens.
Per schooljaar ontwikkelen we een nieuw leerjaar
voor PLOT26. In schooljaar 2016 –2017 zullen
leer jaar 1 en 2 in gebruik worden genomen en zal
leer jaar 3 worden geco-creëerd. Dit leerjaar en
ver dere leerjaren van PLOT26 zullen er als volgt uit
gaan zien:
PLOT26: 3 HV EN HV BOVENBOUWIn het overbruggingsjaar 3 havo/vwo zullen de
leerlingen vaker zelfstandiger werken. Ze werken
aan grotere thema’s en onderzoeksopdrachten.
Waar mogelijk worden vaardigheden en doelen
(nog meer) geïntegreerd, zodat er samenhang
ontstaat binnen het vak Nederlands. Transfer naar
andere vakken en de wereld om de leerling heen
staat centraal.
Uiteraard worden de leerlijnen uit leerjaar 1 en
2 doorgetrokken en zal datgene wat PLOT26
eigenheid geeft in de onderbouw, ook weer terug
te zien zijn in dit leerjaar. Denk daarbij aan de
verfilmde spannende verhalen en de activerende
werkvormen.
Voor de bovenbouw HV zullen we de lijn gaan
doortrekken, zodat leerlingen op dezelfde manier
bevlogen raken om aan de slag te gaan.
3938
Daarnaast worden er nieuwe lesmethodes voor
het voortgezet onderwijs voor de vakken Engels,
geschiedenis en aardrijkskunde ontwikkeld. Ben
jij of een van je collega’s van de betreffende vak-
secties geïnteresseerd om mee te werken aan de
ontwikkeling van een van deze methodes? Neem
dan contact met ons op via het contactformulier op
http://www.blink.nl/co-creatie
BLINKPLOT26 wordt uitgegeven door Blink, een jonge
educatieve uitgeverij uit ’s-Hertogenbosch. Blink
ontwikkelt vernieuwende, digitale lesmethodes
waarbij het bereiken van de leerling het uitgangs-
punt is. Onze lesmethodes zijn erop gericht om
leerlingen te prikkelen, nieuwsgierig te maken en
vooral veel zelf te laten ervaren en ontdekken. Dit
vanuit de wetenschap dat wanneer leerlingen zelf
actief zijn, ze zich sneller ontwikkelen en ze ook de
leerstof beter begrijpen en langer onthouden.
Systeemeisen
Je hebt minimaal een beamer of digibord en
werkend wifi nodig om met PLOT26 te kunnen
werken.
TABLETAndroid 4 en hoger
iOS 7.0 en hoger
COMPUTERWindows 7 en hoger
OSX Mountain Lion en hoger
BROWSER
Google Chrome 30 en hoger
Firefox 28 en hoger
Safari 6 en hoger
Internet Exporer 10 en hoger
FLASH
Voor het beheren van klassen.
TEKSTVERWERKER
Die .docx bestanden kan openen.
Praktische informatieHeb je vragen over PLOT26, de lessen of het be-
stel len van de methode? Neem dan contact op
met onze klantenservice. Deze is telefonisch te
bereiken op 073 – 85 000 22 of per e-mail via
[email protected] en helpt je graag verder.
Kijk op www.plot26.nl.
GRATIS PROEFLESSENWil je PLOT26 gratis proberen in de klas? Vraag dan
de gratis proeflessen aan. Je krijgt dan vrijblijvend
toegang tot vijf lessenseries, namelijk van leerjaar
1 het verhaal De kooi en en de cursussen Lezen
1, Fictie 1 en van leerjaar 2 het verhaal Gfixt en de
cursus Spreken 2. Ga naar www.plot26.nl/gratis-
lessen om je aan te melden.
PRIJSINFORMATIE Een leerlinglicentie PLOT26 kost € 26,50 per leer-
ling per leerjaar.
Een docentlicentie is gratis en geeft toegang tot alle
materialen (inclusief toetsen en de toolbox) van alle
niveaus van het leerjaar. Daarnaast kun je papieren
printsets bestellen bij de methode. Deze kosten
€ 7,95 per leerling en kunnen worden ingezet
indien leerlingen niet beschikken over een eigen
device. Deze printsets zijn ook te printen vanuit de
lesomgeving.
De leerlinglicenties kun je bestellen via de school-
leveranciers Iddink en van Dijk. Een docentlicentie
en de printsets bestel je bij Blink Educatie. Om alles
rechtstreeks bij Blink Educatie te bestellen, neem je
contact op met onze klantenservice.
PARTNERSCHOLENAlle lessen van PLOT26 worden voor publicatie op
minimaal drie verschillende scholen uitgeprobeerd,
zodat ze gegarandeerd goed zijn en in de praktijk
voldoen aan alle wensen en eisen van zowel
leerlingen als docenten. Wil je ook meewerken aan
de ontwikkeling van PLOT26? Neem dan contact
op met onze coördinator partnerscholen Marjolein
Hermes: [email protected].
40PLOT26 wordt
uitgegeven door:
Koningsweg 66
5211 BN ‘s-Hertogenbosch
073-85 000 22
www.blink.nl