Digitale fotografie - een gids voor 50-plussers
-
Upload
fotografie-koos-boertjens -
Category
Documents
-
view
269 -
download
17
description
Transcript of Digitale fotografie - een gids voor 50-plussers
Digitale fotografieEen gids voor 50-plussers
In de serie Een gids voor 50-plussers verschijnen de volgende titels:
Computergebruik – Een gids voor 50-plussersDigitale fotografie – Een gids voor 50-plussersGenealogie – Een gids voor 50-plussersInternet – Een gids voor 50-plussersWebsites maken – Een gids voor 50-plussersWindows XP – Een gids voor 50-plussersWorks – Een gids voor 50-plussers
Voor meer informatie en bestellingen:
Servicecentrum UitgeversPostbus 200142500 EA Den HaagTelefoon: 070 - 378 98 60Fax: 070 - 378 97 83E-mail: [email protected]: www.academicservice.nl
Digitale fotografieEen gids voor 50-plussers
Koos Boertjens
Wilt u in de toekomst op de hoogte gehouden worden van nieuwe uitgaven bij
Academic Service? Op onze website kunt u zich aanmelden op de volgende
pagina:
www.academicservice.nl/opdehoogte-as.html
U kunt aangeven over welke onderwerpen u informatie wenst te ontvangen.
Uitgegeven door: Academic Service, Den Haag
Eindredactie: José van den Haspel
Zetwerk: Redactiebureau R. Heyer, Markelo
Omslagontwerp: Studio Kader, Stolwijk
Druk- en bindwerk: Drukkerij Wilco bv, Amersfoort
Copyright © 2003 Academic Service
ISBN 90 395 2180 8
NUR 473/991
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt
door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op
welke andere wijze ook en evenmin in een retrieval system worden opgeslagen
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Hoewel dit boek met zeer veel zorg is samengesteld, aanvaarden schrijver(s)
noch uitgever enige aansprakelijkheid voor schade ontstaan door eventuele
fouten en/of onvolkomenheden in dit boek en bijbehorende cd-rom.
V
Dit boek heb ik geschreven voor mijn leeftijdsgenoten, degroep 50-plussers die willen beginnen met of willen overstap-pen op het gebruik van de digitale camera. Het boek is echterook geschikt voor andere beginners, omdat veel tips en op-merkingen algemeen zijn.
In mijn jeugd ben ik naast mijn werk in een watersportbedrijffotografie gaan studeren aan de Fotovakschool te Apeldoorn.Eerst heb ik reportagefotografie gedaan en daarna algemenefotografie. Voor het dagblad Leeuwarder Courant heb ik indie tijd als freelancer gefotografeerd. Naast het maken vanfoto’s voor mijzelf, word ik regelmatig gevraagd om voor fa-milie of vrienden een huwelijksreportage te maken.
Twee jaar geleden ben ik overgestapt op de digitale fotografieen heb ik meer dan vijfentwintigduizend foto’s gemaakt.Waarschijnlijk zijn dit meer foto’s dan ik in mijn hele levenervoor heb gemaakt. Na de aanschaf van de digitale cameraen extra geheugen om de foto’s in op te slaan, zijn de kostenvan het maken en bewaren van foto’s laag. Het is dan verlei-delijk om de camera elke dag mee te nemen en foto’s te ma-ken van interessante onderwerpen.
Regelmatig krijg ik foto’s van mijn familie en vrienden onderogen van de afgelopen vakantie. Vaak leuke kiekjes en hetverhaal erbij geeft een aardige indruk van de belevenissen.
VOORWOORD
VI
VOORWOORD
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Soms zitten er echt leuke opnamen tussen die ik zelf niet hadkunnen verbeteren. Vaak echter zijn de foto’s zo slecht geno-men dat de foto nauwelijks iets toevoegt aan het verhaal. Metenkele aanwijzingen, zoals in dit boek beschreven, die inpraktijk worden gebracht, geven de foto’s een veel betereindruk van een leuke scène, landschap of situatie.
In dit boek worden drie onderwerpen behandeld waarvan ufoto’s kunt maken:
Reisfotografie
U gaat op reis en wilt uw familie een indruk geven van wat uhebt gezien, meegemaakt en welke mensen u hebt ontmoet. Uhoeft daarvoor niet de hele dag met de camera te staanzwaaien, maar pak wel de leuke situaties. Fotografeer land-schappen, mensen, historische gebouwen, kunstwerken, en-zovoort. Vooral als u een cultuurreis maakt, is het leuk omeen serie foto’s mee terug te nemen met verschillende onder-werpen. Belangrijk is dat deze van goede kwaliteit zijn. Voordit hoofdstuk zijn foto’s van een reis naar het zuiden vanSpanje gebruikt. De bezoeken aan bijvoorbeeld Sevilla,Cordoba en Gibraltar leverden honderden foto’s op.
Portretten
Portretfoto’s zijn altijd leuk om te maken. Kijk maar eens naarfoto’s van uzelf, uw partner of kinderen. Let op de verande-ringen van uw uiterlijk door de tijd heen. Als u dan een be-paalde periode bekijkt, zult u misschien ontdekken dat er uitbepaalde jaren foto’s ontbreken. Achteraf hebt u daar spijtvan, vooral als het om uw kinderen gaat. Vanaf nu kunt u datveranderen door regelmatig uw huisgenoten, vrienden enkennissen op de foto te zetten.
Huwelijksreportage
Stel dat een van uw familieleden gaat trouwen en u vraagteen aantal foto’s te nemen. Welke foto’s gaat u van de huwe-lijksvoltrekking nemen? Waar gaat u staan? Het is belangrijkdat u de goede momenten ‘pakt’. Voor het schrijven van ditboek ben ik voor een deel uitgegaan van foto’s uit mijn eigenarchief, zoals de huwelijksreportage van Cornelis en Linda in
VII
VOORWOORD
Voorwoord
Utrecht. De concepttekst is door een professionele huwelijks-fotograaf gelezen en hier en daar aangevuld.
Fotoarchief
Zonder juiste software is het lastig om zicht te houden op dehonderden foto’s in uw archief. Ik gebruik Adobe PhotoshopAlbum om grip te krijgen op de onderwerpen van de foto’s ende datum en tijd waarop deze zijn gemaakt.
Fotobewerking
Veel foto’s die u maakt, zullen een nabehandeling nodig heb-ben. Zo is het in bepaalde situaties lastig om exact de juistebelichting in te stellen. Bij onder- of overbelichting is het mo-gelijk om de helderheid van de foto aan te passen. Ook kunt ubepaalde effecten toepassen om uw foto’s te veranderen vooreen bepaalde toepassing, bijvoorbeeld als achtergrond vooreen website of het bureaublad. Adobe Photoshop Elementswordt met veel camera’s meegeleverd en daarom in dit boekals voorbeeldprogramma gebruikt. Verder is Paint Shop Proheel populair. In hoofdstuk 8 en 9 wordt het gebruik van ditprogramma beschreven.
Website
De foto’s die in dit boek worden gebruikt om de functies vanAdobe Photoshop Album, Adobe Photoshop Elements enPaint Shop Pro uit te leggen, staan op de website van de au-teur: www.boertjens.nl/digitalefotografie/gids50-plus. Ge-bruik is alleen toegestaan voor het werken met dit boek.
Dankbetuiging
In de eerste plaats wil ik iedereen bedanken die heeft meege-werkt bij het maken van de foto’s die in dit boek zijn ge-bruikt. Feikje in Sevilla is een goede tolk geweest bij het rei-zen door Zuid Spanje en heeft me hele mooie plekken van hetland laten zien. Ze stond vaak geduldig model. Cornelis enLinda hebben toestemming gegeven om de foto’s van hunhuwelijksreportage te publiceren. Mijn moeder was ook eendankbaar model. Als ik bij haar kwam, maakte ik foto’s vanhaar en het bezoek. Helaas heeft zij het verschijnen van ditboek niet meer mee mogen maken.
VIII
VOORWOORD
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
De portretten zijn van familie, vrienden en kennissen of voor-bijgangers die ik op straat ben tegengekomen. Iedereen diezichzelf herkent op een van de foto’s: bedankt.
Verder bedank ik mijn partner Jannie Kroes voor haar onder-steuning bij het schrijven van het manuscript en José vanden Haspel van Academic Service voor de correcties en en-thousiaste begeleiding. Ik hoop dat dit deel in de serie gidsenvoor 50-plussers net zo goed ontvangen zal worden als bij-voorbeeld Computergebruik met Windows XP en Internetge-bruik.
Groningen, zomer 2003Koos Boertjens
IX
INHOUD
1
Inleiding 1
Aanschaf van een digitale camera 71.1 De aanschaf van een digitale camera 71.2 Camera voor de vakantie- en gelegenheidsfotograaf 7
1.2.1 De lens 81.2.2 Beeldchip in plaats van film 91.2.3 Camerageheugen 101.2.4 Batterij of accu 111.2.5 Foto’s overbrengen naar de computer 11
1.3 Camera voor de amateurfotograaf 131.3.1 LCD-scherm 151.3.2 Zoomobjectief 161.3.3 Ingebouwde flitser 161.3.4 Keuze beeldkwaliteit 171.3.5 Opnameformaten 181.3.6 Camera-instellingen 191.3.7 Opnamevarianten 201.3.8 Filmpjes maken 211.3.9 Opstarttijd 211.3.10 Laadtijd 21
1.4 Camera voor de semi-professionele fotograaf 211.5 Controlelijst bij het kopen van een digitale camera 221.6 Informatie op internet 26
1.6.1 Startpagina’s 261.6.2 Digitale Fotografie Informatie Pagina’s 261.6.3 Internetwinkels 26
1.7 Kosten voor afdrukken 271.8 Afdrukken via internet 281.9 Tot besluit 28
X
INHOUD
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Adobe Photoshop Album 292.1 Inleiding 292.2 Quick Guide (Snelle gids) 30
2.2.1 Foto’s ophalen – Get Photos 302.3 Het venster My Catalog (Mijn catalogus) 34
2.3.1 Menubalk 362.3.2 Standaardwerkbalk 362.3.3 Tijdlijn 372.3.4 Tags 382.3.5 De fotobron 382.3.6 De optiebalk 382.3.7 Taakvenster Properties (Eigenschappen) 40
2.4 Foto’s indelen 402.4 1 Rangschikken van foto’s 412.4.2 Zelf rubrieken maken 422.4.3 Foto’s zoeken 44
2.5 Foto’s uit bestanden en mappen toevoegen 452.6 Fix – Een foto verbeteren 46
2.6.1 Opties Fix Photo 472.7 Creations Wizard 50
2.7.1 Album 502.7.2 Het resultaat delen met anderen 522.7.3 Greeting Card (Wenskaart) 542.7.4 eCard (Een kaart per e-mail) 542.7.5 Calendar (Kalender) 542.7.6 Slideshow (Diavoorstelling) 55
2.8 Fotobestanden exporteren 642.9 Tot besluit 64
Reisfotografie 653.1 Wat neemt u meestal mee in de fototas ? 653.2 Voorbereidingen 663.3 Gebruik de opties van het toestel 663.4 Fototips voor op reis 68
3.4.1 Accu’s en batterijen 693.4.2 De oplader 703.4.3 Camerageheugen 703.4.4 Neem uw laptop mee 71
3.5 Mogelijke onderwerpen 723.5.1 Landschappen 723.5.2 Architectuurfotografie 76
3
2
XI
INHOUD
Inhoud
3.5.3 Kerken, kathedralen of moskeeën 773.5.4 Kastelen 793.5.5 Musea 803.5.6 Kunstroutes 813.5.7 Kunstwerken buiten 823.5.8 Beeldentuinen 823.5.9 Andere kunstwerken 833.5.10 In de bergen 843.5.11 Vanuit een vliegtuig 853.5.12 Winkel of markt 863.5.13 Excursies 87
3.6 Onderwaterfotografie 893.7 De eclips 923.8 Panorama’s 933.9 Tot besluit 95
Portretten 974.1 Aanpak 97
4.1.1 Ken uw camera 984.1.2 Neem de tijd 984.1.3 Bepaal de omgeving 984.1.4 Kies een goed moment 984.1.5 Rode ogen bij het gebruik van flitslicht 100
4.2 Totaalopname 1004.3 Halftotaal 1014.4 Close-up 1014.5 Dubbelportret 1034.6 Groepsfoto 104
4.6.1 De opstelling 1044.7 Kinderfoto 106
4.7.1 Attractiepark 1064.8 Inflitsen 1074.9 Ouderen portretteren 1084.10 Vakantieportretten 1094.11 Tot besluit 110
Huwelijksreportage 1115.1 Aanpak 1115.2 Belangrijke momenten 112
5.2.1 Voorbereiding bruid 1125.2.2 Sfeerfoto’s maken 1145.2.3 Aankomst bruidegom 114
4
5
XII
INHOUD
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
5.2.4 De bruiloftsgasten 1155.2.5 Locatiefoto’s 1165.2.6 De trouwzaal 1185.2.7 Binnenkomst bruidspaar 1205.2.8 Toespraak door de ambtenaar van de burgerlijke
stand 1215.2.9 Huwelijksvoltrekking 1215.2.10 Uitwisseling van de ringen 1225.2.11 Tekenen van de akte 1245.2.12 Afscheidswoorden 1255.2.13 Gelegenheid tot feliciteren 1255.2.14 Groepsfoto 126
5.3 Kerk, moskee of spirituele bijeenkomst 1275.4 Receptie, diner, feest 1275.5 Tot besluit 129
Adobe Photoshop Elements 2verkennen 131
6.1 Het programma openen 1316.2 Een afbeeldingsbestand openen 1326.3 Foto’s verbeteren 135
6.3.1 Helderheid aanpassen 1356.3.2 Autocontrast 1366.3.3 Achtergrondbelichting aanpassen 1366.3.4 Kleurzweem verwijderen 1376.3.5 Kleur verwijderen 1386.3.6 Kleurvariaties 139
6.4 Menu Afbeelding 1416.4.1 Foto dupliceren 1416.4.2 Een foto roteren 1416.4.3 Uitsnijden 1426.4.4 Afbeeldingsgrootte aanpassen 142
6.5 Weergave 1456.5.1 In- en uitzoomen 145
6.6 Bestandenbrowser 1466.6.1 Snelmenu 1476.6.2 Meer opties 1486.6.3 Formaat miniaturen aanpassen 149
6.7 Afdrukken 1496.7.1 Afdrukvoorbeeld 1506.7.2 Pagina-instelling 1516.7.3 Instellen printer 152
6
XIII
INHOUD
Inhoud
6.7.4 Afdrukken op andere media 1536.7.5 Fotoprinters 153
6.8 Tot besluit 154
Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet 155
7.1 Gereedschappen 1557.1.1 Opties voor gereedschappen 155
7.2 Een deel van de foto selecteren 1577.3 Een deel van de foto kopiëren en plakken 1597.4 Tekst invoegen 1607.5 In- en uitzoomen op een foto 1637.6 Filters toepassen 165
7.6.1 Verscherpen 1667.6.2 Vervagen 1667.6.3 Creatieve filters toepassen 167
7.7 Panoramafoto’s 1707.8 Webfotogalerie 173
7.8.1 Grote foto’s 1747.8.2 Miniaturen 1767.8.3 Eigen kleuren 1767.8.4 Beveiliging 176
7.9 Welkomstscherm 1777.10 Tot besluit 178
Paint Shop Pro 8 verkennen 1798.1 Foto openen 1798.2 Vensterindeling 181
8.2.1 Palet Overzicht 1828.2.2 Gereedschapsopties 1838.2.3 Voorkeuren voor Bladeren (Browser) 184
8.3 Menu Afbeelding 1858.3.1 Omdraaien 1858.3.2 Spiegelen 1868.3.3 Roteren 1868.3.4 Vergrootglas 1868.3.5 Opslaan 1878.3.6 Foto’s verwijderen 188
8.4 Bewerkingen 1898.4.1 Rode ogen corrigeren 1898.4.2 Perspectiefcorrectie 191
8.5 Lenscorrectie 195
7
8
XIV
INHOUD
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
8.6 Een fotobestand verzenden 1968.7 Een foto afdrukken 196
8.7.1 Afdrukweergave 1978.7.2 Printerinstellingen 2008.7.3 Eigenschappen voor Document 202
8.8 Tot besluit 204
Beeldbewerking met Paint ShopPro 8 NL 205
9.1 Een foto verbeteren 2059.1.1 Automatische kleurbalans 2059.1.2 Automatische contrastverbetering 2089.1.3 Automatische verzadigingsverbetering 2099.1.4 Verhelderen 2109.1.5 Onscherpte 2119.1.6 Zachtheid 211
9.2 Randen aan foto toevoegen 2139.3 Afbeelding, inlijsten 2169.4 Effecten 217
9.4.1 Geometrische effecten 2179.4.2 Reflectie-effecten 2209.4.3 Textuureffecten 221
9.5 Selecties maken 2249.5.1 Selectie 2249.5.2 Selectie uit de vrije hand 2259.5.3 Toverstaf 227
9.6 Tot besluit 229
Scannen, oude foto’s bewerkenen cd’s branden 231
10.1 Scannen van een foto 23110.1.1 Aangepaste instellingen 233
10.2 Oude foto’s bewerken 23610.2.1 Automatisch krasjes verwijderen 23710.2.2 Aanpassen, Grofkorreligheid toevoegen/
verwijderen, Automatisch krasjes verwijderen 23810.2.3 Het Kloonpenseel gebruiken 239
10.3 Cd’s branden met Windows XP 24210.4 Tot besluit 246
10
9
XV
INHOUD
Inhoud
11Digitale fotografie op internet 247
11.1 Startpagina’s 24711.2 Informatie 24811.3 Organisaties 24811.4 Kopen via internet 25011.5 Publiceren van foto’s op internet 25111.6 On line afdrukken 25211.7 Tot besluit 254
Verklarende woordenlijst 255
Register 273 A
1
De weg van het maken van een foto tot de afdruk in de han-den is voor een leek lastig te overzien en vol hindernissen.Zeker als u pas begint, ziet u waarschijnlijk veel problemen.In dit boek wordt uitgelegd wat digitaal fotograferen zoal in-houdt.
Het is tegenwoordig heel gemakkelijk om aan een digitalecamera te komen. Bedrijven als Aldi en Lidl bieden soms ca-mera’s aan onder de C 50,–. Of dit de meest geschikte cameravoor u is, is de vraag. Als u weinig eisen stelt aan uw opna-men en alleen af en toe een foto maakt tijdens uw vakantie,zult u hiermee best uit de voeten kunnen. Betere camera’szijn duurder, maar bieden scherpere afbeeldingen en u kuntonder moeilijker omstandigheden blijven fotograferen.
De foto’s staan in het geheugen van de digitale camera. Alsdit geheugen vol raakt, moet u de foto’s overbrengen naar decomputer. Bij alle camera’s werkt dit min of meer op dezelfdemanier. Het maakt daarbij niet uit of u een goedkoop came-raatje hebt of een beter exemplaar.
Als u de foto’s naar de computer hebt gekopieerd, bewaart udeze in aparte mappen zodat u deze gemakkelijk kunt terug-vinden. Het venster voor bestandsbeheer in Windows XPheeft goede voorzieningen om foto’s in een map te kunnenbekijken. U kunt een foto uitzoeken en meteen afdrukken met
INLEIDINGHet fotograferen met een digitale camera heeft twee kanten. Het isspannend om met een totaal nieuw medium aan de slag te gaan en afte stappen van het vertrouwde filmrolletje om vervolgens de wereldvan pixels en computerbeelden binnen te treden. Aan de andere kantis het onzeker. Want wanneer begint u deze overstap? Welke cameragaat u kopen en wat kunt u met digitale foto’s doen? Dit boek is eengids in de wereld van de digitale fotografie.
2
INLEIDING
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
uw printer.Verder is Adobe Photoshop Album een handighulpmiddel om foto’s te archiveren en terug te vinden opdatum of onderwerp. Met dit programma plaatst u foto’s ineen tijdlijn zodat u uw opnamen gemakkelijk terug kunt vin-den.
Foto’s op uw computer kunt u met een fotobewerkingspro-gramma verbeteren. In dit boek is gekozen voor AdobePhotoshop Elements 2.0 NL en Paint Shop Pro 8 NL. Deze pro-gramma’s worden vaak bij digitale camera’s meegeleverd ofzijn via internet als probeerversie te downloaden. U kunt fo-to’s die te donker zijn, lichter maken of te lichte foto’s don-kerder. Soms is het beter om een foto bij te snijden om alleenhet belangrijkste gedeelte af te drukken. Het is ook leuk omfilters en effecten toe te passen.
In dit boek wordt gebruikgemaakt van het besturingssysteemWindows XP dat tegenwoordig met alle nieuwe computerswordt verkocht. U kunt echter ook met Windows 98/Me/2000werken om dit boek te gebruiken.
Het boek bevat de volgende hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 – Aanschaf van een digitale camera
Uw hobby ‘digitale fotografie’ begint met de aanschaf van eendigitale camera. Waarschijnlijk zult u hierover heel wat vra-gen hebben. In dit hoofdstuk wordt in grote lijnen aangege-ven waar u op moet letten. Lees dit hoofdstuk rustig doorvoordat u een nieuwe camera gaat kopen en stel vast tot wel-ke groep digitale fotografen u denkt te behoren.
Hoofdstuk 2 – Adobe Photoshop Album
U hebt een digitale camera gekocht en uw eerste foto’s daar-mee gemaakt. Hoe krijgt u deze nu op de harde schijf van uwcomputer en hoe kunt u alle foto’s die u maakt uit elkaar hou-den? In dit hoofdstuk wordt met Adobe Photoshop Albumgewerkt om enkele mogelijkheden uit te leggen.
OPMERKINGBij sommige één-
uurfotoservices kunt u
het geheugenkaartje
inleveren. De foto’s
worden op een cd-rom
gekopieerd en vervol-
gens afgedrukt.
3
INLEIDING
Inleiding
Hoofdstuk 3 – Reisfotografie
Veel bezitters van een digitale camera fotograferen alleentijdens vakanties of op reis. Ze komen dan terug met foto’swaarin ze de sfeer hebben geprobeerd vast te leggen. Meestalverbleken de herinneringen net zo snel als de bruine kleurvan de huid verdwijnt, terwijl er vast veel meer was om on-derweg te fotograferen. Dit hoofdstuk helpt u bij het vindenvan leuke onderwerpen die u onderweg tegen kunt komen enwaarop u de lens kunt richten.
Hoofdstuk 4 – Portretten
Portretfotografie is een aparte richting in de fotografie. Het iseen combinatie van goed kunnen omgaan met uw digitalecamera, maar ook met uw model(len). Het is vaak net het enemoment waarop de sluiter van uw camera open moet gaanom het mooiste beeld te pakken.
Hoofdstuk 5 – Huwelijksreportage
Iedereen wil graag foto’s hebben van ‘de mooiste dag vanzijn/haar leven’, zoals de huwelijksvoltrekking en het feestdat daarna plaatsvindt. Niet iedereen wil of kan daar echtereen professionele fotograaf voor inhuren. Als u een vraagkrijgt om deze foto’s te maken, kunt u zich met behulp van deaanwijzingen in dit hoofdstuk voorbereiden.
Hoofdstuk 6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen
Adobe Photoshop is het meest gebruikte programma voorfotobewerking. Photoshop Elements is een eenvoudiger ver-sie van het professionele programma Photoshop. Het pro-gramma is gemakkelijker in het gebruik en bevat functies dievoor fotoamateurs probleemloos zijn te gebruiken.
Hoofdstuk 7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschaps-palet
Het gereedschapspalet bevat een groot aantal gereedschap-pen die u gebruikt om foto’s te bewerken. De digitale fotogra-fie maakt het mogelijk om uw foto’s betrekkelijk eenvoudig te
4
INLEIDING
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
manipuleren. In dit hoofdstuk worden enkele basistechniekenbehandeld.
Hoofdstuk 8 – Paint Shop Pro 8 verkennen
Paint Shop Pro is een populair programma om foto’s mee tebewerken. De Nederlandstalige versie is gratis van internet tedownloaden waarna u er 30 dagen mee mag werken. In dithoofdstuk leert u de basisfuncties van het programma ken-nen.
Hoofdstuk 9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL
Paint Shop Pro 8 bevat een groot aantal functies om uw foto’sautomatisch bij te werken en te verbeteren. In dit hoofdstukworden de voornaamste functies besproken zoals de Eén-staps fotocorrectie, Automatische kleurbalans en contrast-verbetering.
Hoofdstuk 10 – Scannen, oude foto’s bewerken en cd’s branden
Foto’s die u eerder met een gewone (analoge) camera hebtgemaakt, kunt u scannen en op de computer bewerken. In dithoofdstuk wordt Paint Shop Pro 8 gebruikt om krasjes auto-matisch te verwijderen en vlekken weg te werken. Het is ver-standig om uw foto’s op de computer ook naar een cd-rom tebranden voor als er eens iets met uw harde schijf gebeurt.
Hoofdstuk 11 – Digitale fotografie op internet
Internet is een bron voor het vergaren van kennis over digita-le fotografie. Hier worden diverse websites behandeld waar udeze informatie kunt vinden. Het is ook leuk om uw foto’s opinternet te plaatsen op een van de websites die worden be-sproken.
Appendix A – Verklarende woordenlijst
Digitale fotografie kent een groot aantal termen waarmee uregelmatig zult worden geconfronteerd. Het is handig als u debetekenis van de termen weet, zodat bijvoorbeeld het ge-sprek met de verkoper in de fotozaak geen Babylonische
5
INLEIDING
Inleiding
spraakverwarring wordt. Om met andere fotografen over uwwerk te kunnen spreken, is het handig als u de juiste term ophet juiste moment weet te gebruiken.
Tips om met dit boek te werken
■ U hoeft dit boek niet van voren naar achteren te lezen. Ukunt gewoon bij het hoofdstuk beginnen dat voor u hetmeest interessant is. Daarnaast is een uitgebreide indextoegevoegd zodat u ook op een trefwoord kunt zoeken.
■ Gebruik de verklarende woordenlijst als u een term nietkent.
■ Probeer uw foto-opnamen te blijven verbeteren ook als udaarin de eerste keren niet meteen slaagt.
■ Experimenteer met de mogelijkheden in Adobe PhotoshopElements 2.0 en Paint Shop Pro. Probeerversies kunt uvanaf internet downloaden en een maand gebruiken.
■ Lees bepaalde hoofdstukken opnieuw en herhaal de delendie u moeilijk vindt.
7
HOOFDSTUK 1
Uw hobby ‘digitale fotografie’ begint met de aanschaf van een digita-le camera. Waarschijnlijk zult u hierover heel wat vragen hebben. Indit hoofdstuk wordt in grote lijnen aangegeven waar u op moet let-ten. Lees dit hoofdstuk rustig door voordat u een nieuwe camera gaatkopen en stel vast tot welke groep digitale fotografen u denkt te beho-ren.
1.1 De aanschaf van een digitale cameraDigitale fotografie begint met de aanschaf van een camera. Erzijn inmiddels tientallen merken en honderden verschillendetypes. Om u te helpen bij het selecteren van een geschiktecamera worden de mogelijkheden kort op een rijtje gezet.
In de groep 50-plussers zijn er eigenlijk drie soorten fotografen:
■ de vakantie- en gelegenheidsfotograaf;
■ de amateurfotograaf;
■ de semi-professionele fotograaf.
In het kort worden de eigenschappen van de digitale came-ra’s voor deze doelgroepen besproken.
1.2 Camera voor de vakantie- engelegenheidsfotograaf
Een digitale camera voor de vakantie- of gelegenheidsfoto-graaf die af en toe een paar ‘kiekjes’ maakt, bestaat grofweguit een paar essentiële onderdelen: de lens, een belichtings-apparaat, een chip die het beeld opvangt en het geheugenwaar de foto wordt bewaard. Omdat de camera elektronischwerkt, is er een batterij nodig die voor de stroom zorgt.
Aanschaf van een digitalecamera
8
1HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Zo gezegd lijkt deze digitale camera op de eerste boxcameravan Kodak waar ook helemaal geen franje aan zat. Deze een-voudige, goedkope digitale camera’s bevatten eigenlijk ookniets meer dan deze onderdelen. U kunt een foto maken alshet licht voldoende is en u krijgt een afdruk die redelijk is,maar die u niet al te veel moet uitvergroten.
1.2.1 De lens
De lens vangt het licht op en vormt een beeld dat als een fotoin het geheugen van de camera wordt bewaard (zie figuur1.2). Hoe beter de lens, hoe scherper, helderder en kleurrij-ker de foto wordt. Bij het beoordelen van een digitale camerakijkt u naar de grootte van de lens. Kleine lenzen zijn meestalniet zo erg lichtgevoelig. U kunt dan bij schemerlicht of don-kere hemel geen opnamen meer maken. Als de lens een grote-re doorsnee heeft, is deze lichtsterker en kunt u bij lantaarn-paallicht in het donker nog wel een redelijke foto maken.
OPMERKINGDe lichtsterkte is op de
ring rond de lens af te
lezen. Hoe kleiner het
getal hoe meer
lichtsterkte. Zo vangt
een lens met een
lichtsterkte van 1,8
meer licht op dan een
lens met een licht-
sterkte van 5,4.
Figuur 1.2: De lens vormt het beeld in de camera
Het licht valt op een lichtgevoelige cel: de CCD-chip. Na hetomzetten van het beeld in een elektronisch signaal wordt hetnaar de zoeker of het LCD-scherm gestuurd. Het beeld is nudoor de fotograaf te bekijken (zie figuur 1.3).
Figuur 1.1: Een eenvoudige digitale camera zonder veel opties
9
1HOOFDSTUK
1 – Aanschaf van een digitale camera
Figuur 1.3: Het beeld verschijnt op het LCD-scherm waarna de compo-
sitie voor de foto wordt bepaald
1.2.2 Beeldchip in plaats van film
Het licht dat door de lens valt, vormt een beeld op een licht-gevoelige cel die beeldchip wordt genoemd. Elk beeldpuntjewordt omgezet in een getal voor kleur en helderheid. Hoemeer beeldpunten, hoe meer getallen en hoe meer geheugen-ruimte een foto in het geheugen van de digitale camera in-neemt. Een beeld kan variëren van enkele duizenden tot mil-joenen beeldpunten (megapixel). Camera’s worden ingedeeldin klassen van een halve megapixel tot 6 megapixels (MP). 1megapixel is één miljoen beeldpunten (zie tabel 1.1).
Formaat Aantal pixels Categorie
800 × 600 480.000 Half MP
1152 × 8640 995.328 1 MP
1280 × 1024 1.310.720 1,3 MP
1600 × 1200 1.920.000 2 MP
2048 × 1536 3.145.728 3 MP
2560 × 1920 4.915.200 5 MP
3008 × 2000 6.016.000 6 MP
Tabel 1.1: Opslagformaten in relatie tot de categorie waarin de camera valt
10
1HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
1.2.3 Camerageheugen
In het camerageheugen worden de foto’s die u neemt be-waard. Afhankelijk van de opnamekwaliteit kan het geheugeneen bepaald aantal foto’s bevatten. Dus hoe hoger de kwali-teit van de foto, hoe minder foto’s u in het geheugen kuntopslaan. Dit is een belangrijk punt om bij de aanschaf naar tekijken. Als u maar weinig foto’s maakt, hebt u aan een geheu-gen voor veertig foto’s misschien wel genoeg, maar als u ech-ter veel foto’s maakt niet. Koop dan een camera waarvan uhet geheugen kunt wisselen. Zodra het geheugenkaartje volis, stopt u er een ander leeg geheugenkaartje in en kunt uweer verder fotograferen. In tabel 1.2 ziet u de verschillendeuitvoeringen van camerageheugen.
Merk en naam camerageheugen Aantal megabytes
Sony – Memory Stick 16, 32, 64, 128 en 1000
IBM Microdrive (MD) 1000
MultiMedia Card (MMC) 32, 64 en 128
Compact Flash (CF) 32, 64, 128, en 192, 256, 512en 1000
Kodak Picture Cards 8, 10, 16, 32, 48, 64, 96, 128en 192
Smartmedia 16, 32, 64 en 128,
Secure Digital Card 16, 32, 64, 128, 256 en 512
Sandisk – Secure Digital (SD) 16, 32, 64, 128, 256 en 512
Tabel 1.2: Verschillende soorten camerageheugen en opslagcapaciteit
Figuur 1.4: Verschillende soorten camerageheugen
11
1HOOFDSTUK
1 – Aanschaf van een digitale camera
1.2.4 Batterij of accu
Een digitale camera is een elektrisch apparaat en heeft eenstroomvoorziening die uit batterijen of een accu bestaat. Eenaccu is soms alleen in de camera oplaadbaar, maar meestal ishet mogelijk om een lege accu om te wisselen voor een volle.Ook dit is belangrijk, want het opladen duurt meestal een uurof drie. Als u een accu niet kunt verwisselen, moet u duswachten met fotograferen tot de accu weer vol is.
Figuur 1.5: Batterijen en accu’s zorgen voor de stroomvoorziening van
de digitale camera
1.2.5 Foto’s overbrengen naar de computer
Op een gegeven moment wilt u de foto’s overbrengen naar decomputer. Moderne digitale camera’s hebben hiervoor eenuitgang die wordt aangesloten op de USB-poort van de com-puter (zie figuur 1.6 en 1.7). In dit verband is een overdrachtdoor middel van de parallelle en seriële poort absoluut af teraden. Dit gaat veel te langzaam. USB 1.0 geeft een redelijkesnelheid, tenzij u camerageheugen van meer dan 256 MB gaatgebruiken. USB 2.0 High Speed draagt gegevens met een ho-gere snelheid over. Een firewire-aansluiting is ook prima (ziefiguur 1.6).
U kunt ook een kaartlezer aanschaffen die u op de USB-poortvan de computer aansluit. Er zijn modellen waar u verschil-lende soorten camerageheugen in kunt stoppen (zie figuur1.7). U hebt dan de camera niet meer nodig om het camerage-heugen naar de computer over te brengen. Dit is handig als ude camera niet bij de hand hebt of camerageheugen van ie-mand anders op uw computer wilt kopiëren. Er zijn ook
12
1HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
kaartlezers die u in de computer kunt inbouwen of handigeris als deze al op uw nieuwe computer wordt meegeleverd (ziefiguur 1.6).
OPMERKINGDe aansluitingen op
de camera moeten zijn
afgedekt met een
afdekplaatje dat aan
de camera vastzit,
zodat u het niet kunt
verliezen. Het afdek-
plaatje voorkomt
beschadiging door vuil
of water.
1. Diverse kaartlezers
2. Firewire-aansluiting
3. USB-poort
Figuur 1.6: U sluit de digitale camera aan op de USB-poort of de firewire-
aansluiting op de computer
Figuur 1.7: Een kaartlezer/schrijver waarmee u foto’s naar en van de
computer kopieert
2 1
3
13
1HOOFDSTUK
1 – Aanschaf van een digitale camera
Figuur 1.8a: Een digitale camera met meer mogelijkheden
1.3 Camera voor de amateurfotograafVoor de groep mensen die meer eisen aan hun foto’s stellenen voor wie fotografie meer een hobby is, komen er ook meeropties voor de digitale camera in beeld die per se aanwezigmoeten zijn. Zo is verwisselbaar geheugen en een verwissel-bare accu een vereiste, maar ook het instellen van de belich-tingsmogelijkheden, het bekijken van de foto’s op een LCD-scherm, enzovoort (zie figuur 1.8a/b/c).
1. Autofocus zoomlens
2. In- en uitzoomknop
3. Ingebouwde flitser
4. Keuzeknop belichtingsmogelijkheden
5. Display camera-instellingen
6. Schoentje voor externe flitser
7. Instelling lens
8. Uitschakelen camera
9. Onder- of overbelichten
10. Aan/uit-knop flitser
11. Ingebouwde microfoon
12. Aansluitingen
13. Controlelampjes afstandsbediening
3
13 4
56
7
8
10
9
11
121
2
14
1HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 1.8b: Een digitale camera met meer mogelijkheden
Figuur 1.8c: Een digitale camera met meer mogelijkheden
1. Draaibaar LCD-scherm
2. Optische zoeker
3. Automatische belichting blokkeren
4. Beelden terugkijken op LCD-scherm
5. Joystick
6. CF/XD+ SM geheugeninstelling
7. Luidspreker
8. Aanpassen sluitertijd en diafragma
1. Ontspanknop
2. Display camera-instellingen
3. Keuzeknop camerafuncties
1
23
4 6 5 7
8
2 1
3
15
1HOOFDSTUK
1 – Aanschaf van een digitale camera
1.3.1 LCD-scherm
Het LCD-scherm heeft twee functies (zie figuur 1.9). Bij hetopnemen van een foto kunt u het beeld op het schermpjebekijken en precies bepalen wat u wilt fotograferen. Let erwel op dat dit schermpje alleen goed te zien is in de scha-duw. Als de zon erop schijnt, ziet u niets en kunt u beter dezoeker gebruiken. U moet het schermpje dan uitzetten.
Als u een foto hebt gemaakt, kunt u het resultaat op het LCD-scherm bekijken. Dit is een van de handigste eigenschappenvan een digitale camera. U weet nu meteen of de foto is ge-slaagd of niet en kunt deze als het nodig is meteen wissen enopnieuw maken.
Figuur 1.9: Op het LCD-scherm bekijkt u de foto tijdens het opnemen of
erna
OPMERKINGHoud er wel rekening
mee dat een LCD-
scherm veel stroom
gebruikt en u zeker
een reserveaccu mee
moet nemen als u het
LCD-scherm de hele
dag door gebruikt.
Figuur 1.10: De instellingen van het cameramenu bekijken
16
1HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Verder gebruikt u het LCD-scherm om de instellingen van hetcameramenu te bekijken (zie figuur 1.10). Door de menuknopin te drukken verschijnt het cameramenu. Door op de menu-selectieknop te drukken bladert u naar de optie die u wiltinstellen.
1.3.2 Zoomobjectief
Een zoomobjectief is eigenlijk niets anders dan een verstelba-re lens (zie figuur 1.11). U kunt fotograferen met een groot-hoek, zodat er veel op de foto komt te staan. Als u de lensinstelt op telestand, haalt u het onderwerp dichterbij. U kuntbijvoorbeeld een detail in het beeld naar voren halen dat an-ders niet te bereiken is. Doordat de beeldhoek kleiner wordt,krijgt u minder van het onderwerp in beeld.
Figuur 1.11: Een zoomobjectief op een digitale camera
WAARSCHUWINGHet zoombereik
bestaat uit twee delen
als u van groothoek
naar telebereik
inzoomt. Het eerste
gedeelte heet optische
zoom en ontstaat door
het aanpassen van het
lensstelsel. De lenzen
in het objectief
worden zodanig
aangepast dat er een
vergroting van het
beeld ontstaat. Als het
maximum is bereikt,
treedt de digitale
zoom in werking. In
feite wordt het beeld
kunstmatig vergroot.
De kwaliteit van deze
zoom is aanzienlijk
minder door de
techniek die wordt
toegepast. Het is beter
de digitale zoom niet
te gebruiken als u
scherpe opnamen wilt
maken.
1.3.3 Ingebouwde flitser
De meeste digitale camera’s hebben een ingebouwde flitser(zie figuur 1.12). Een kleine flitser geeft uiteraard maar weiniglicht en is alleen geschikt om in bijvoorbeeld de huiskamer tegebruiken. Een grotere flitser kan ook in grotere ruimten wor-den gebruikt en verder van het onderwerp af. Meestal bevathet cameramenu een optie om de hoeveelheid licht die deflitser afgeeft in te stellen.
17
1HOOFDSTUK
1 – Aanschaf van een digitale camera
1.3.4 Keuze beeldkwaliteit
De betere digitale camera kan foto’s maken met een hogerebeeldkwaliteit. Dit wordt uitgedrukt in resolutie of oplossendvermogen. Hoe hoger de resolutie, hoe meer details in hetbeeld worden opgenomen. Vooral bij het uitvergroten van defoto is een hoge resolutie belangrijk.
OPMERKINGHet is handig als u
door middel van een
flitsschoentje een
externe flitser kunt
aansluiten. Hiermee
kunt u dan flitsopna-
men in grotere
ruimten of op grotere
afstand tot het
onderwerp maken.Figuur 1.12: De ingebouwde flitser op de digitale camera
Figuur 1.13: In het cameramenu stelt u de gewenste beeldkwaliteit in
OPMERKINGEen digitale camera
kan foto’s maken in
verschillende beeldfor-
maten. De hoogste
resolutie gebruikt u als
u hoge eisen stelt aan
de beeldkwaliteit. Als
u genoegen neemt
met een lagere
beeldkwaliteit, wijzigt
u in het cameramenu
de optie voor beeld-
kwaliteit (zie figuur
1.13).
18
1HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 1.14: Als u een digitale opname ver uitvergroot, krijgt u uiteinde-
lijk de pixels te zien waaruit de foto is opgebouwd
OPMERKINGDe prijs van een
digitale camera wordt
voor een groot deel
bepaald door de
kwaliteit van de CCD-
chip. Deze bestaat uit
kleine cellen; voor elk
beeldpunt een. Hoe
meer beeldpunten de
CCD-chip kan opvan-
gen, hoe beter de foto
wordt.
Als u een foto in lage resolutie in een groot formaat wilt af-drukken, krijgt u al snel de pixels te zien waaruit het beeld isopgebouwd. Een pixel is een beeldpunt dat bij uitvergrotingeen vierkant blokje wordt. Een foto in hoge resolutie kunt ubijna tot posterformaat uitvergroten zonder dat u de afzon-derlijke pixels ziet. Als u van grote afdrukken houdt, moet udus een digitale camera aanschaffen die foto’s kan makenmet een hoge resolutie. Als u alleen maar kleine afdrukkenwilt van 10 bij 15 cm, kunt u volstaan met een eenvoudigerecamera die natuurlijk ook veel goedkoper is.
1.3.5 Opnameformaten
Er zijn drie opnameformaten waarin u een digitale foto kuntopslaan. Elk formaat heeft voor- en nadelen.
19
1HOOFDSTUK
1 – Aanschaf van een digitale camera
■ TIFF – Afkorting van Tagged Image File Format. Een be-standsformaat voor bitmap-afbeeldingen dat door veeldigitale camera’s wordt ondersteund. Het is het voor-keursformaat voor drukwerk.
■ JPEG – Afkorting van Joint Photographic Experts Group,een standaard voor het comprimeren (inpakken) van digi-tale beelden. JPEG (spreek uit als: ‘jeepeg’) resulteert ineen beperkt verlies aan informatie, maar is met het oogbijna niet waar te nemen.
■ BMP – BitMaP geeft het beeld weer als een regelmatig ras-ter van pixels.
1.3.6 Camera-instellingen
De meeste foto’s kunt u maken met de digitale camera in deautomatische stand. Hierbij bepaalt de camera zelf de belich-tingstijd en de hoeveelheid licht die door de lens valt. Metandere woorden de sluitertijd en het diafragma. De amateur-fotograaf wil bij bepaalde opnamen de sluitertijd kunnen be-palen of het diafragma instellen. Hiervoor wordt de automaatuitgezet. In de stand S kan de gewenste sluitertijd wordengekozen en in de stand P het diafragma (zie figuur 1.15). Op
TIPOok in de automati-
sche stand kunt u het
diafragma bijstellen.
Hiervoor heeft de
camera een knop +/–
waarmee u twee
diafragmastoppen
kunt over- of onderbe-
lichten (zie figuur
1.15). Met het beeld
op het LCD-scherm
kunt u de belichting
zo kiezen dat de
kleurverzadiging
precies past bij het
onderwerp dat u
fotografeert. Een lichte
onderbelichting (–)
maakt het beeld
donkerder wat u
bijvoorbeeld kunt
doen bij landschapsfo-
to’s. Een lichte overbe-
lichting (+) kunt u
bijvoorbeeld bij
portretfotografie
gebruiken.Figuur 1.15: De knop waarmee u een opname kunt over- of onderbelichten
1. Ontspanknop
2. Onder- of overbelichten
3. Keuzeknop bij M,A of S-stand
2
1
3
20
1HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
het LCD-scherm kunt u zien of de belichting juist is. Als u eensnel bewegend voorwerp wilt fotograferen, kiest u een hogesluitertijd, bijvoorbeeld een vijfhonderdste deel van een se-conde. U kunt dan bijvoorbeeld een motorrijder op een race-circuit vastleggen zonder dat het onderwerp onscherp wordtdoor de beweging (bewegingsonscherpte). Als u het diafrag-ma wilt instellen op een kleine lensopening, krijgt u scherptevan voor naar achter in het beeld. De sluitertijd is dan lang.Het deel van het onderwerp dat scherp is afgebeeld, wordtscherptediepte genoemd. Bij een grote lensopening krijgt ubijvoorbeeld een scherpe voorgrond met een onscherpe ach-tergrond. De sluitertijd kan dan korter zijn.
1.3.7 Opnamevarianten
U kunt met een digitale camera meestal naast kleur ookzwart/wit, sepia, solarisatie en/of andere opnamevariantenopnemen (zie figuur 1.16). De vraag is of u dat zou doen. Ukunt met een beeldbewerkingsprogramma, zoals AdobePhotoshop Elements, Paint Shop Pro, enzovoort hetzelfdeeffect achteraf bereiken. Als u een opname in zwart/witmaakt, kunt u naderhand nooit mee terug naar kleur omdatde chip de informatie die kleur geeft aan de foto, niet in hetgeheugen heeft opgeslagen.
OPMERKINGEr zijn meer menuop-
ties zoals het instellen
van de ISO-waarde (de
gevoeligheid van de
CCD-chip) en de
mogelijkheid om een
foto over of onder te
belichten.
Figuur 1.16: In het cameramenu kiest u uit een van de opnamevarianten
21
1HOOFDSTUK
1 – Aanschaf van een digitale camera
1.3.8 Filmpjes maken
Het is ook leuk als u naast foto’s filmpjes met uw digitale ca-mera kunt maken. Zo kunt u bijvoorbeeld een korte bood-schap filmen voor iemand die niet aanwezig kan zijn. Naasthet beeld wordt ook geluid opgenomen. De beeldkwaliteit ismeestal niet geweldig, maar de ontvanger krijgt toch een in-druk van de situatie die hij/zij gemist heeft.
1.3.9 Opstarttijd
U ziet een leuk plaatje, maar uw digitale camera staat nietaan. Het is dan belangrijk dat het maar een korte tijd duurtvoordat u uw foto kunt nemen. Sommige camera’s doen daarzo lang over dat de situatie die u zo leuk vond net voorbij is.Dat is jammer. U moet bij de aanschaf op deze eigenschapletten als u ervan houdt om ‘snap-shots’ te maken.
1.3.10 Laadtijd
Nadat u een foto hebt gemaakt, slaat de camera de foto op inhet geheugen. Dit duurt bij de ene camera langer dan bij deandere. Pas als de foto is opgeslagen, kunt u de volgende op-name maken. Intussen moet u wachten en is het niet mogelijkom een foto te maken. Vooral bij sportopnamen en feestelijkemomenten is een korte laadtijd belangrijk om geen spannendof leuk moment voorbij te laten gaan zonder dat u het hebtkunnen vast leggen.
1.4 Camera voor de semi-professionelefotograaf
Als u alles uit de kast wilt halen op het gebied van digitalecamera’s, komt u op het gebied van semi-professionele enprofessionele camera’s terecht. Deze camera’s hebben eigen-schappen die u zult waarderen als u bijvoorbeeld snel foto’sachter elkaar wilt nemen of bij moeilijke belichtingsomstan-digheden. Deze camera’s zijn zo gebouwd dat u geen enkelmoment hoeft te missen. De laadtijd is korter doordat eenopname eerst in een buffergeheugen wordt opgeslagen. Ukunt een aantal opnamen achter elkaar maken, wat vooral bijsportopnamen belangrijk is.
22
1HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Tegenwoordig worden de digitale spiegelreflexcamera’s ooksteeds goedkoper. Deze camera’s bieden de voordelen van dedoorzichtzoeker gecombineerd met de CCD-chip, waarmeehet beeld digitaal wordt opgenomen. Kodak heeft een modeluitgebracht waarmee u tot 14 miljoen pixels kunt opnemen(www.kodak.nl). Deze chip heeft het formaat van een klein-beeldnegatief zodat u met dezelfde objectieven van de analo-ge spiegelreflexcamera (Nikon) hetzelfde beeldformaat kuntopnemen.
1.5 Controlelijst bij het kopen van eendigitale camera
Besluit voor uzelf wat voor soort digitale camera u wilt ko-pen. Zorg dat de aanschaf overwogen plaatsvindt en geenimpulsaankoop is. De controlelijst in tabel 1.3 kan u daarbijhelpen.
Onderdeel Opmerkingen
Aantal In welke categorie moet de camera vallenmegapixels als het gaat om de kwaliteit van de foto’s?
Als u alleen vakantiekiekjes wilt maken,kunt u volstaan met een digitale cameravan één of twee megapixels. Als u hogereeisen stelt, moet u kiezen voor een camerain een hogere categorie.
Figuur 1.17: De nieuwe 14 megapixel digitale camera van Kodak
OPMERKINGVoor meer informatie
over de aanschaf en
het gebruik van semi-
professionele camera’s
kunt u het boek
Digitale fotografie van
Erik Mansvelders
raadplegen. Dit boek
is eveneens door
Academic Service
uitgegeven.
vervolg ➛
23
1HOOFDSTUK
1 – Aanschaf van een digitale camera
Onderdeel Opmerkingen
Accu Hoelang gaat de accu mee? Vooral als uhet LCD-scherm veel gebruikt, kan de ge-bruiksduur nogal worden beperkt. In ditverband is het handig als u de accu kuntwisselen. Let ook op de oplaadtijd en of ereen adapter beschikbaar is om de accubuiten de camera op te laden.
Automaat/ Kunt u de opnamesnelheid en het diafrag-handinstelling ma zelf regelen? Deze optie is handig als u
bijvoorbeeld sportopnamen wilt maken. Ukiest dan een hogere sluitertijd.
Datatransport Op welke manier worden de foto’s naar decomputer gekopieerd? De USB 2 HighSpeed-uitgang is de snelste.
Ergonomie Ligt de camera gemakkelijk in de hand? Zit-ten de knoppen op een logische plaats, zo-dat u deze intuïtief kunt vinden? De snelheidwaarmee u een instelling kunt aanpassen, isvaak de reden van een geslaagde foto.
Flitser Is het mogelijk om een externe flitser aante sluiten? Dit is belangrijk als u een foto ineen grotere ruimte wilt maken of indirectwilt flitsen.
Garantie Tegenwoordig is een leverancier binnen deEEG verplicht om twee jaar garantie te ge-ven. U mag verwachten dat een camera hetgedurende een bepaalde periode, bijvoor-beeld drie jaar, gewoon blijft doen. Als hetapparaat eerder stuk gaat, hebt u recht opreparatie of een vergoeding.
Garantiebewijs Zorg dat u in het bezit bent van een geldiggarantiebewijs. Hierop staat de aankoopda-tum en de naam van de leverancier. Bedrij-ven, zoals Sony doen soms verschrikkelijkmoeilijk als ook de aankoopbon ontbreekt(eigen ervaring). Zorg dus dat u deze docu-menten op een veilige plaats bewaart zodatu deze makkelijk kunt terugvinden. vervolg ➛
24
1HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Onderdeel Opmerkingen
ISO-waarden ISO geeft de gevoeligheid van de CCD aan.Meestal gaat deze tot 400. Een hogerewaarde is nauwelijks interessant omdathet beeld dan onscherp gaat worden.
LCD-scherm Handig om het beeld te kaderen. Sommigeschermen zijn draaibaar zodat u de came-ra boven uw hoofd kunt houden en tochkunt zien hoe uw foto wordt. Ook is hethandig als u een foto vanaf de grond naarboven wilt maken of om de hoek van eengebouw. Let wel op het stroomverbruik.
Macro-instelling Deze instelling is handig als u een onder-werp van dichtbij wilt fotograferen, zoalseen bloem of insect.
Menu-instelling Bekijk het cameramenu en welke instellin-gen u daarmee kunt aanpassen.
Objectief (lens) De kwaliteit van een foto wordt voor eengroot deel bepaald door de kwaliteit vanhet objectief. Twee merken springen erwat dat betreft tussen uit: Carl Zeiss enLeica. Kijk verder of het mogelijk is om eenvoorzetlens te plaatsen voor een groterebeeldhoek, bijvoorbeeld voor interieurop-namen? Het voorzetten van een UV-filterter bescherming van de lens en het makenvan foto’s in de bergen is eigenlijk een‘must’.
Opslagmedium Welk opslagmedium wilt u gebruiken?Denk daarbij aan de prijs en de snelheidwaarmee foto’s worden opgeslagen.
Optische/ Optische zoom is echt aan te raden. Aandigitale zoom digitale zoom hebt u niet zoveel.
vervolg ➛
25
1HOOFDSTUK
1 – Aanschaf van een digitale camera
Onderdeel Opmerkingen
Prijs Stel een maximumprijs vast inclusief toe-behoren, zoals extra geheugen, fototas,UV-filter, kaartlezer, enzovoort. Controleerde prijs via internet. Soms vindt u daarspeciale aanbiedingen. Denk wel aan deservice en garantie die u via de vakhandelkrijgt! Digitale camera’s verouderen snelomdat de technische mogelijkheden nogniet zijn uitgeput. Soms kunt u een modelkopen dat net is vervangen door een nieu-wer model. Zorg er dan wel voor dat u eenlagere prijs betaalt!
Statief- Is het mogelijk om de camera op een sta-aansluiting tief te plaatsen? Dit is handig als u opna-
men wilt maken onder slechte lichtomstan-digheden.
Testopnamen Vraag of u een aantal opnamen met de ca-mera mag maken en bekijk de kwaliteit opeen computerscherm. Let daarbij op con-trast, helderheid en kleur. Vooral de rodepartijen kunnen soms slecht uitvallen (to-matensoep).
Tv-aansluiting Een aansluiting op de tv is handig als u defoto even snel aan anderen wilt laten zien.De kwaliteit van de foto’s is wel minderdan op het beeldscherm van de computer.
Witbalans Vooral in de tropen is een witbalans vanbelang in verband met de kleur van hetlicht. Zorg dat u deze kunt aanpassen an-ders moet u dit voor elke foto op de com-puter doen.
Zoeker Kunt u in de zoeker het hele beeld zien datu opneemt?
Tabel 1.3: Controlelijst bij het kopen van een digitale camera
26
1HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
1.6 Informatie op internetIn hoofdlijnen weet u nu waar u op moet letten als u een digi-tale camera gaat kopen. Uw familie, vrienden en kennissenzijn ook informatiebronnen als deze al eerder zijn begonnenmet het fotograferen met een digitale camera. Als u het ad-vies krijgt: ‘Je moet die en die camera kopen!’, zult u toch weliets meer willen weten. Hiervoor kunt u dan uitstekend inter-net gebruiken (zie hoofdstuk 11).
1.6.1 Startpagina’s
digitalefotografie.pagina.nlDigitalefotografie.pagina.nl is een dochter vanwww.startpagina.nl. De pagina is opgedeeld in rubriekenwaar u verwijzingen (links) vindt naar pagina’s die met hetonderwerp te maken hebben. Zo ziet u in de rubriek Fabri-kanten links naar Canon, Fuji, Hewlett-Packard, enzovoort. Inde rubriek Startpaginadochters staan meer pagina’s zoalsfotografie.pagina.nl, fotografen.pagina.nl en fotografen-amateur.pagina.nl.
1.6.2 Digitale Fotografie Informatie Pagina’s
www.dfip.nlOp deze website worden de ontwikkelingen bijgehouden ophet gebied van de digitale fotografie. De laatste typen came-ra’s van verschillende merken worden hier besproken. In derubriek Digitale Camera en Prijzen vindt u een overzicht vancamera’s gesorteerd op merk en type met het beste aanbod.Via een link surft u naar de website waar de camera wordtaangeboden.
1.6.3 Internetwinkels
Op internet vindt u winkels die digitale camera’s vaak veronder de winkelprijs aanbieden. Meestal zijn deze camera’sechter niet direct leverbaar. U vult een bestelformulier in,waarna de camera door de leverancier wordt besteld, of dezewacht tot er meer gegadigden voor een bepaald type zijn. Decamera wordt onder rembours tegen een vergoeding directbij u afgeleverd. Let op de service en garantie! De fotozaak is
OPMERKINGIn dit boek wordt
ervan uitgegaan dat u
al een internetaanslui-
ting hebt en weet hoe
u daarvan gebruik
kunt maken. Als dit
niet het geval is,
raadpleeg dan het
boek Internetgebruik –
Een gids voor 50-
plussers dat eveneens
door Academic Service
is uitgegeven.
27
1HOOFDSTUK
1 – Aanschaf van een digitale camera
meestal iets duurder, maar levert wel service en garantievoor het geval er iets mis gaat.
Enkele internetadressen van winkels zijn:
El Cheapo www.elcheapo.nl
Best Sellers www.best-sellers.nl
1.7 Kosten voor afdrukkenU zult zich waarschijnlijk afvragen wat het fotograferen meteen digitale camera kost. Voor het gemak wordt er hierbijvan uitgegaan dat digitaal geheugen iets is dat u bij de aan-koop van de camera één keer aanschaft. Dit geheugen kunt ubijna eindeloos gebruiken. U schiet het geheugen vol enmaakt het daarna weer leeg. De kosten hiervan zijn nihil,want geheugen slijt niet. In tabel 1.4 vindt u een overzichtvan wat een afdruk ongeveer kost. Daarbij moet u nog reke-nen dat er rond C 2,– startkosten in rekening worden ge-bracht.
Fotoformaat (digitaal) Prijs Min. aantal pixels
11,4 × 15cm C 0,32 600 × 800
13 × 17cm C 0,54 768 × 1064
15 × 20cm C 0,98 900 × 1200
20 × 27cm C 1,98 1200 × 1600
30 × 40cm C 3,98 1800 × 2400
Tabel 1.4: Een overzicht van de afdrukkosten van digitale beeldbestanden
Soms kunt u een kwantumkorting bedingen als u meer danbijvoorbeeld vijftig foto’s laat afdrukken. Vraag ook hoe u uwfoto’s moet aanleveren. De meeste afdrukcentrales werkenmet een cd-rom waarop u de foto’s die u wilt afdrukken hebtgebrand. Maar als u dit niet kunt (of wilt), vraag dan of hetook mogelijk is om uw geheugenkaart in te leveren? Zo is ditbij PicoPrint (www.picoprint.nl) wel mogelijk, maar dezeafwerkcentrale heeft lang niet overal dealers en moet u een
28
1HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
eindje rijden om uw digitale opnamen te brengen en de foto’sna drie dagen weer op te halen.
1.8 Afdrukken via internetVeel gemakkelijker is het natuurlijk als u thuis van achter uwcomputer digitale fotobestanden kunt versturen om deze bijeen afwerkcentrale te laten afdrukken. Er zijn enkele bedrij-ven waar u dit kunt laten doen. In hoofdstuk 11 vindt u eenoverzicht van internetadressen waar u on line foto’s kuntbestellen en laten afdrukken.
1.9 Tot besluitIn dit hoofdstuk zijn de belangrijkste zaken rond het aan-schaffen van een digitale camera besproken. Internet is eeninformatiebron als het gaat om gedetailleerde gegevens dieeen fabrikant verstrekt, het vergelijken van prijzen, maar ookals u foto’s wilt afdrukken.
29
HOOFDSTUK 2
2.1 InleidingU kunt met Windows 98 of XP mappen maken waarin u dedigitale foto’s die u maakt bewaart. Meer informatie hierovervindt u in het boek Computergebruik met Windows XP – Eengids voor 50-plussers dat eveneens door Academic Service isuitgegeven. In dit hoofdstuk wordt een apart programma be-handeld waarmee u foto’s gemakkelijk kunt beheren: AdobePhotoshop Album. Hoewel het programma Engelstalig is, ishet gemakkelijk in gebruik. In deze bespreking zijn de optie-namen voorzien van een (vrije) Nederlandse vertaling. Als ueenmaal gewend bent om met dit programma te werken, zultu er ontzettend veel plezier van hebben.
Adobe Photoshop Album is een handig programma om naastandere fotobewerkingssoftware te installeren. Het bevat veelmogelijkheden voor de beginnende digitale amateurfotograaf.Heel aardig zijn de opties in de Creations Wizard om van uwfoto een wenskaart, kalender, fotoboek, e-kaart, enzovoort temaken. Zo leert u meer met uw foto’s te doen dan deze alleenop de computer op te slaan en zelf te bekijken. Foto’s via in-ternet met anderen delen is toch veel leuker!
OPMERKINGEen probeerversie
vindt u op internet
(www.adobe.com/products/photoshop-album/main.html).Het pakket heeft een
winkelwaarde van
ongeveer C 50,–. Een
versie voor onbeperkt
gebruik is via het
internet, de boekhan-
del of computerzaak
verkrijgbaar.
OPMERKINGIn dit hoofdstuk wordt
ervan uitgegaan dat u
het programma hebt
geïnstalleerd. Vanaf
internet zijn de
updates voor het
programma geïnstal-
leerd. Klik hiervoor in
het programma op
Help, Adobe Photo-shop Album Online.
Links in het venster
staan de opties
downloads en
product info.
Adobe Photoshop AlbumU hebt een digitale camera gekocht en uw eerste foto’s daarmee ge-maakt. Hoe krijgt u deze nu op de harde schijf van uw computer enhoe kunt u alle foto’s die u maakt uit elkaar houden? In dit hoofdstukwordt met Adobe Photoshop Album gewerkt om u enkele mogelijkhe-den uit te leggen.
30
2HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
2.2 Quick Guide (Snelle gids)Het programma start met het venster Photoshop Album QuickGuide (zie figuur 2.2). Hierin staan pictogrammen van func-ties die u direct kunt gebruiken. Zo kunt u foto’s ophalen uituw digitale camera of uit een andere bron, zoals een scannerof een cd-rom. Wij gaan ervan uit dat u met uw digitale came-ra foto’s hebt gemaakt en deze in Adobe Photoshop Albumwilt bekijken.
2.2.1 Foto’s ophalen – Get Photos
Om foto’s die u met uw digitale camera hebt gemaakt te kun-nen bekijken, sluit u het apparaat eerst aan op de computer.Hiervoor is bij de camera een kabel en de nodige softwaremeegeleverd. De gebruiksaanwijzing geeft uitsluitsel hoe eenen ander in zijn werk gaat. Tegenwoordig beschikt de digitalecamera over een USB-uitgang die u aansluit op de USB-poortvan de computer.
Figuur 2.1: Een probeerversie haalt u van internet
OPMERKINGHet programma kunt u
installeren als u
beschikt over een
computer met het
besturingssysteem
Windows 98/SE/Me/
2000 of XP. In dit boek
wordt gebruikgemaakt
van Windows XP. Het
interne geheugen
moet ten minste 128
MB of liever 256 MB
zijn met 250 MB harde
schijfruimte.
31
2HOOFDSTUK
2 – Adobe Photoshop Album
OEFENING 2.1 Foto’s ophalen
1. Zorg dat uw digitale camera met de computer verbonden is.
2. Zet de camera aan.
3. Open, indien nodig, het venster Photoshop Album QuickGuide door op Shift+F1 te drukken of kies in het menuHelp de optie Quick Guide. Klik op het pictogram GetPhotos (zie figuur 2.2).
4. Op het tabblad Get Photos ziet u verschillende bronnenwaar foto’s kunnen staan (zie figuur 2.3). Omdat u met eendigitale camera werkt, klikt u op Camera.
5. In het venster Get Photos from Camera or Card Reader se-lecteert u in het keuzevak Camera de naam van het stationvan de digitale camera (zie figuur 2.4).
6. Bepaal vervolgens waar u de foto’s wilt opslaan. Stan-daard worden foto’s in de map Mijn documenten, Adobe,Digital Camera Photos bewaard. U kunt ook zelf een mapopgeven.
7. Klik op de knop Browse (Bladeren).
Figuur 2.2: In de Quick Guide staan de belangrijkste taken voor het wer-
ken met foto’s
OPMERKINGMeestal zit bij uw
camera ook software
om uw foto’s te
bekijken. Deze gaat u
nu niet gebruiken,
maar in plaats daarvan
gaat u aan de slag met
Adobe Photoshop
Album.
OPMERKINGAls u de digitale
camera op de compu-
ter aansluit, krijgt het
camerageheugen een
stationsnaam. Mis-
schien is het even
zoeken om de juiste
stationsnaam te
vinden.
32
2HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 2.3: Op het tabblad Get Photos staan verschillende bronnen waar-
uit u uw foto’s kunt ophalen
Figuur 2.4: Selecteer de kaartlezer om uw foto’s naar de computer te
kopiëren
8. Klik in het venster Map selecteren in de lijst met stationsop de naam van het station en de map waarin u de foto’sop de computer wilt opslaan (zie figuur 2.5).
9. Maak eventueel een nieuwe map als u de foto’s in eenaparte map wilt bewaren.
10. Nadat u een map hebt geselecteerd, kunt u nog kiezen ofu de foto’s in het geheugen van de camera wilt verwijde-
33
2HOOFDSTUK
2 – Adobe Photoshop Album
Figuur 2.5: Een station en een map selecteren op de harde schijf waar u
de foto’s wilt opslaan
OPMERKINGU kunt ook een
nieuwe map maken in
het geselecteerde
station of als submap
van een bestaande
map. Deze map geeft
u een naam, bijvoor-
beeld een datum of
een onderwerp (zie
figuur 2.5). Een en
ander gaat op dezelf-
de manier als u
gewend bent in het
venster Deze compu-ter.
ren na het importeren. Selecteer de optie Delete Photoson Camera or Memory Card after Import (zie figuur 2.6).
11. Klik op OK om de foto’s op de harde schijf te importeren.
U ziet in het venster Getting Photos de foto’s die naar de har-de schijf worden overgebracht (zie figuur 2.7).
12. In het venster Adobe Photoshop Album klikt u op OK. (Alsu alle foto’s wilt zien, klikt u op de knop Show All op dewerkbalk.)
13. Sluit het venster Photoshop Album Quick Guide met deknop X.
Figuur 2.6: Het is mogelijk om de foto’s na het kopiëren meteen uit het
geheugen van de camera te verwijderen
WAARSCHUWINGDenk eraan dat als er
tijdens het overbren-
gen van uw foto’s naar
de computer iets mis
gaat, u de foto’s kwijt
bent. U kunt de foto’s
uit het geheugen pas
beter verwijderen als u
zeker weet dat er een
kopie op de harde
schijf van de computer
staat. Meestal heeft de
camera in het menu
Setup een optie om
het camerageheugen
te formatteren (For-
mat).
34
2HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 2.7: In het venster Getting Photos ziet u de foto’s die naar de
computer worden gekopieerd
U hebt nu uw eerste digitale foto’s naar de computer geko-pieerd. In figuur 2.8 vindt u de foto’s die op onze camerastonden. Met behulp van de schuifknop rechts in het vensterkunt u alle foto’s bekijken.
2.3 Het venster My Catalog (Mijncatalogus)
Het venster My Catalog bevat naast de foto’s die u hebt geïm-porteerd, veel knoppen en opties die u helpen bij het bekij-ken, indelen en bewerken van uw foto’s. Voordat we verdergaan, geven we eerst een korte rondleiding.
De weergave van het venster My Catalog is afhankelijk van dehulpvensters die aan staan. In figuur 2.8 ziet u de meest ge-bruikte onderdelen in het venster. Deze zijn in het menu View(Beeld) geselecteerd:
OPMERKINGDe foto’s die in dit
hoofdstuk worden
gebruikt om de
functies van Photo-
shop Album uit te
leggen, staan op de
website van de auteur
(www.boertjens.nl/digitalefotografie/gids50plus) samen
met de bewerkingen
die met de functie Fixzijn uitgevoerd.
35
2HOOFDSTUK
2 – Adobe Photoshop Album
■ Show Dates and Tags (Toon gegevens en rubrieken)(Ctrl+D)
■ Timeline (Tijdlijn) (Ctrl+L)
■ Tags (Rubrieken) (Ctrl+T)
■ Properties (Eigenschappen) (Alt+Enter)
Figuur 2.8: De foto’s staan in het venster My Catalog – Adobe Photoshop
Album
1. Menubalk
2. Standaardwerkbalk
3. Tijdlijn
4. Taakvenster Tags
5. Zoekbalk
6. Fotobron
7. Optiebalk
8. Taakvenster Eigenschappen
1
2
3
4
67
8
5
36
2HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
2.3.1 Menubalk
De menubalk geeft toegang tot alle functies van het program-ma (zie figuur 2.9).
File (Bestand) – Het menu File bevat opties om te werken metde fotobestanden. U kunt deze vanuit dit menu ophalen, ar-chiveren, herstellen, een nieuwe naam geven, exporteren, pere-mail verzenden, afdrukken, enzovoort.
Edit (Bewerken) – Hierin vindt u opties om de bestanden tebewerken, selecteren, kopiëren, bijwerken, draaien (rotate),enzovoort.
View (Beeld) – Hiermee stelt u de weergave van het vensterin. De opties waar een vinkteken voor staat, zijn ingescha-keld.
Find (Zoeken) – Met deze optie kunt u naar beeldbestandenzoeken op datum of bestandsnaam en een gebeurtenis zoalsafdrukken of exporteren, enzovoort.
Creations (Creëer) – Bevat opties om uw foto’s of videobe-standen te maken, zoals een fotoalbum, diashow, wenskaartof een kalender.
Online Services (On line diensten) – De opties in dit menu zijnin Nederland niet beschikbaar.
Help – Geeft toegang tot hulpbronnen in het programma zelf,maar ook op internet.
Figuur 2.9: De menubalk geeft toegang tot opties die u bijvoorbeeld op
foto’s kunt toepassen
2.3.2 Standaardwerkbalk
Deze werkbalk biedt toegang tot standaardfuncties die meteen klik op een knop toegankelijk zijn. De werkbalk staat met-een onder de menubalk. Om de naam van een knop te zienplaatst u de aanwijzer op de knop waarmee de knopinfo ver-
37
2HOOFDSTUK
2 – Adobe Photoshop Album
schijnt. Bij de behandeling van de functies in dit programmawordt daar veelvuldig gebruik van gemaakt.
2.3.3 Tijdlijn
De tijdlijn maakt het mogelijk om foto’s op te zoeken op op-namedatum. Als u een datum of een periode op de tijdlijnselecteert, verschijnen foto’s die toen zijn gemaakt of opge-slagen. Wanneer u een periode op de tijdlijn kiest, bladert defotobron naar de foto’s die binnen het bereik zijn genomen. Ukunt ook naar een bepaalde maand van een jaar bladeren doordeze op de tijdlijn aan te klikken. De tijdlijnen tonen hoe itemslangs de tijdlijn zijn verdeeld. De hoogte van elke balk komtovereen met het aantal foto’s dat in elke maand is opgeslagen.
Figuur 2.10: De werkbalk bevat knoppen voor veelgebruikte opdrachten
Figuur 2.11: De tijdlijn toont de jaren en maanden waarop foto’s zijn
gemaakt
1 2 4 5 6 7 8 9 10 11 12
1. Bladerknoppen
2. Alle foto’s bekijken
3. Foto’s, video en audio ophalen
4. Openen of sluiten van het venster met rubrieken
5. Foto’s bijwerken
6. Een nieuwe creatie starten
7. E-mail en foto’s delen
8. Afdrukken on line bestellen
9. Foto’s afdrukken
10. Een diapresentatie afspelen of items selecteren
11. Open items in de kalenderweergave
12. Quick Guide (snelgids) openen of sluiten
3
1. Klik op de bladerknop om de periode te selecteren
2. Grijze balken wijzen op foto’s die buiten het bereik
vallen
3. Klik-en-sleep om de weergave te verkleinen
4. Klik op een balk en sleep de markeeraanwijzer om
door de foto’s te bladeren
5. Plaats de aanwijzer op de balk om de gegevens
over de reeks op te vragen (maand, datum impor-
teren of plaats van het bestand)
6. De hoogte van de balk geeft het aantal foto’s aan
7. Paarse balken wijzen op verborgen foto’s
1 2 3 5 6 74
38
2HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
2.3.4 Tags
Tags kunt u zien als kleine plakkertjes die u op foto’s plaktmet gegevens over de foto. U kunt uw foto’s in een of meerrubrieken plaatsen. Zo kan een foto van uw kind een familie-foto zijn en een foto van Lynn (of de naam van uw kind). Defoto wordt bij het zoeken in beide rubrieken gevonden.
■ Om een tag of rubriek te maken klikt u op de knop CreateNew Tag.
■ Om een rubriek aan een foto te koppelen selecteert u eenof meer foto’s en sleept u de rubriek er heen. U kunt meer-dere rubrieken aan een foto koppelen.
■ Om een foto met een rubriek te zoeken klikt u op het se-lectievakje van een of meer foto’s.
■ Om een rubriek te bewerken selecteert u de tag en klikt uop de knop Edit (Bewerken).
2.3.5 De fotobron
De fotobron is het gebied waar foto’s, videoclips, audiobe-standen en creaties worden getoond: één tegelijk of in eenpatroon van kleine afbeeldingen. De optiebalk onder de foto-bron bevat een rij knoppen die snel toegang geven naar demeest gebruikte opties om de beeldweergave te wijzigen enhet sorteermenu waar de sorteervolgorde wordt getoond.
2.3.6 De optiebalk
De knoppen in de optiebalk maken het mogelijk om de be-standen in de fotobron te organiseren en te sorteren. Door deaanwijzer op een knop te houden ziet u wat de functie ervanis.
De optiebalk biedt ook de mogelijkheid om de weergave vande tijdlijn aan te passen. U kunt kiezen of u de datum in defotobron in het werkgebied wilt zien en het taakvenster Pro-perties (Eigenschappen) wilt tonen of verbergen. Het is moge-lijk om de stand van de foto’s aan te passen.
39
2HOOFDSTUK
2 – Adobe Photoshop Album
Figuur 2.12: De fotobron
Figuur 2.13: De optiebalk
1. Beeldweergave
2. Sorteermenu
3. Optie datumweergave
4. Tonen/verbergen werkgebied
5. Tonen/weergeven taakvenster Properties
(Eigenschappen Links draaien)
6. Rechts draaien
2 3 4 5 61
1. Geselecteerde foto
2. Klik om de datum en tijd te bewerken
3. Blader om meer foto’s te zien
4. Dubbelklik om een foto te bekijken
5. In de medium beeldweergave plaatst u de
aanwijzer op het pictogram om de tagnames
te zien
1 2
3
4
5
40
2HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
2.3.7 Taakvenster Properties (Eigenschappen)
Het taakvenster Properties toont gedetailleerde informatieover de geselecteerde foto of het geselecteerde mediabe-stand. In het venster staat de naam, noties die u hebttoegevoegd, opnamegegevens, de datum waarop het is geïm-porteerd, creaties die met het bestand zijn gemaakt, ver-wijzingen naar het bestand en de plaats van het bestand opuw computer. U kunt ook audiocommentaar opnemen bij eenfotobestand en dit weer afspelen. In het venster kunt u be-standnamen wijzigen, bijschriften en notities toevoegen ende datum en tijd van het fotobestand aanpassen.
Figuur 2.14: Het venster Properties (Eigenschappen)
1. Sluit het venster
2. Bijschrift van de foto, video- of
audioclip
3. Bestandsnaam
4. Pad naar de bestandslocatie
op de computer
5. Bestandsomvang en afmeting
van de foto of videoclip en
speelduur van de video
6. Datum en tijd aanpassen
7. Een audiobijlage opnemen of
afspelen
8. De volledige informatie van
het bestand bekijken inclusief
EXIF-informatie
9. Aantekeningen invoeren
10. Kies welke informatie u wilt zien
11. Toont de meta-, import- en
wijzigingsgegevens en inge-
sloten verwijzingen
1
2
3
5
7
9
10
11
4
2.4 Foto’s indelenAls u foto’s importeert vanuit de camera naar de computer,kunt u het best een vast station gebruiken. Zorg dat de hardeschijf voldoende ruimte heeft om de honderden foto’s die uin de loop van de tijd gaat maken, te bevatten.
6
8
41
2HOOFDSTUK
2 – Adobe Photoshop Album
OEFENING 2.2 Een bestandsindeling voor uwfoto’s maken
1. Open in Windows het venster Deze computer.
2. Selecteer het station waar u de foto’s wilt bewaren.
3. Maak een hoofdmap, bijvoorbeeld Foto’s of Afbeeldingen.
Als u de foto’s met Adobe Photoshop Album importeert, kiestu de hoofdmap. Maak vervolgens voor elke serie foto’s eensubmap met een naam die slaat op het onderwerp of met dedatum waarop u de foto’s hebt gemaakt.
2.4 1 Rangschikken van foto’s
U kunt de foto’s in Adobe Photoshop Album heel goed inde-len met de optie Organize (Organiseren). U voegt een ‘tag’ ofrubrieksnaam aan elke foto toe door er een soort van plak-kertje op te plakken. Hiermee geeft u aan tot welke rubriek defoto behoort. Met behulp van enkele geïmporteerde foto’swordt een voorbeeld gegeven.
OEFENING 2.3 Foto indelen
1. Klik in de standaardwerkbalk op de knop Organize.
2. Klik op de optiebalk onder in het venster op de knopSmall Thumbnail (Foto’s in postzegelformaat).
In figuur 2.15 ziet u een voorbeeld van een aantal foto’s diezijn geïmporteerd vanaf een digitale camera. De foto’s zijn opdezelfde dag gemaakt, maar kunnen in twee verschillendecategorieën worden ingedeeld: Family en Places (familie enplaatsen).
3. Klik in het taakvenster Tags bijvoorbeeld op Family ensleep de tag naar een van de foto’s.
Als er meerdere foto’s zijn die binnen dezelfde categorie pas-sen, kunt u eerst alle foto’s selecteren.
4. Klik op de eerste foto.
OPMERKINGAls u over voldoende
financiële middelen
beschikt, kunt u zelfs
een aparte computer
aanschaffen waarop u
alleen uw fotobestan-
den bewaart en niets
anders. Zorg dan wel
dat u de foto’s ook op
cd-rom kunt branden,
want bij een compu-
tercrash (het kapot
gaan van de harde
schijf) zult u toch
ergens een kopie van
uw fotoarchief willen
hebben.
42
2HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
5. Druk op de Shift-toets en klik op de laatste foto in een aan-eengesloten reeks.
6. Druk op de Ctrl-toets als u foto’s wilt selecteren die ver-spreid in de fotobron staan.
7. Sleep de tag naar de selectie (zie figuur 2.16).
2.4.2 Zelf rubrieken maken
Natuurlijk passen lang niet alle foto’s in de rubrieken die inhet taakvenster Tags staan. U kunt gelukkig zelf eigen rubrie-ken maken waarin u uw foto’s kunt plakken.
OEFENING 2.4 Een tag maken
1. Druk op Ctrl+N of klik in het menu Tags op New Tag.
2. Kies in het vak Category een categorie: People (Mensen),Family (Familie), Places (Plaatsen), Events (Gebeurtenis-sen) of Other (Divers).
Figuur 2.15: Een foto voorzien van een rubrieksnaam
43
2HOOFDSTUK
2 – Adobe Photoshop Album
Figuur 2.16: Een reeks foto’s voorzien van een ‘tag’
3. Als u bijvoorbeeld voor Family kiest, kunt u een nieuwe tag-naam maken, bijvoorbeeld Ouders, Moeder, Vader, Broer<Naam>, Zuster <Naam>, enzovoort (zie figuur 2.17).
Figuur 2.17: Een nieuwe ‘tag’ maken in de tageditor voor foto’s in het
archief
44
2HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
4. Deze tag sleept u dan naar foto’s waarop deze rubriek be-trekking heeft.
5. Deel de foto’s in uw fotoarchief in met behulp van be-staande en nieuwe rubrieken.
2.4.3 Foto’s zoeken
Als u uw foto’s in rubrieken hebt ingedeeld, kunt u nadiengemakkelijk zoeken op rubriek. Foto’s van familie, vrienden,gebeurtenissen en plaatsen worden in het bronvenster ge-toond.
OEFENING 2.5 Zoeken op rubriek
1. Klik in het taakvenster Tags op het selectievakje voor eenrubriek.
2. De foto’s die in deze rubrieken zijn ingedeeld, verschijnenin het venster (zie figuur 2.18).
Figuur 2.18: Nadat u foto’s hebt ingedeeld, kunt u gemakkelijk selecte-
ren op een bepaalde rubriek
45
2HOOFDSTUK
2 – Adobe Photoshop Album
2.5 Foto’s uit bestanden en mappentoevoegen
Wanneer u de principes van Photoshop Album hebt begre-pen, kunt u foto’s die al op uw computer stonden bij het al-bum betrekken. Alle foto’s komen bij elkaar in de fotobron testaan. Zijn dit veel foto’s, dan bent u natuurlijk wel even be-zig om deze in bepaalde rubrieken te plaatsen. Ook zult uveel nieuwe rubrieken moeten maken.
OEFENING 2.6 Foto’s uit bestanden en mappentoevoegen
1. Druk op Ctrl+Shift+G of klik op de knop Get Photos (Foto’sophalen) en vervolgens op From Files and Folders (Uit be-standen en mappen).
2. Selecteer in het venster Get Photos from Files and Foldersin het vak Zoeken in de map(pen) waarin uw foto’s staan(zie figuur 2.19).
3. Dubbelklik eventueel op de submap.
4. Selecteer een foto. Als u alle foto’s uit de map wilt toevoe-gen, drukt u op Ctrl+A.
Figuur 2.19: In het venster Get Photos from Files and Folders selecteert u
de foto’s die u aan Adobe Photoshop Album wilt toevoegen
46
2HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
5. Klik op de knop Get Photos om de foto’s aan AdobePhotoshop Album toe te voegen.
2.6 Fix – Een foto verbeterenNadat u een foto in Photoshop Album hebt geïmporteerd,kunt u verbeteringen aanbrengen. Het kan bijvoorbeeld voor-komen dat u een foto tijdens de opname iets hebt onderbe-licht, overbelicht of dat u had moeten flitsen, enzovoort. Hetis reuze handig als u achteraf in het album nog enkele correc-ties kunt doorvoeren zonder daar een zwaar fotobewerkings-programma voor hoeven te gebruiken.
OEFENING 2.7 Een foto verbeteren
1. Selecteer de foto die u wilt verbeteren.
2. Klik in de standaardwerkbalk op Fix. Het venster Fix Photomet de naam van de foto wordt geopend (zie figuur 2.20).
Figuur 2.20: In het venster Fix Photo staat de geselecteerde foto met
rechts de opties waarmee u een foto kunt aanpassen
47
2HOOFDSTUK
2 – Adobe Photoshop Album
2.6.1 Opties Fix Photo
Er zijn verschillende opties die u, afhankelijk van wat er metde foto moet gebeuren, kunt gebruiken:
Crop (Bijsnijden) – Hiermee selecteert u een bepaald gedeeltevan de foto om hiermee een nieuwe afbeelding te maken. Metbehulp van de handgrepen kiest u het gebied dat u wilt bij-snijden (zie figuur 2.21). Met de knop Apply Crop (Bijsnijdentoepassen) past u de foto aan.
Red Eye Removal (Rode ogen verwijderen) – Hiermee past ude kleur van de pupil van een oog aan als deze tijdens hetflitsen rood is opgelicht. Door de pupil weer zwart te maken,krijgt de persoon een natuurlijke uitstraling.
Brightness and Contrast (Helderheid en Contrast) – Deze op-tie gebruikt u om lichte foto’s donkerder en donkere foto’slichter te maken. Gebruik daarvoor de schuifknoppen tot utevreden bent over het resultaat.
Lighting (Belichting) – Hiermee stelt u de invulflits en hettegenlicht in. De optie Fill Flash (Invulflits) gebruikt u bij fo-to’s waarbij u tegenlicht hebt gebruikt. De schaduwpartijenzijn naar de camera toe gericht en zijn dan meestal niet goed
Figuur 2.21: Een foto bijsnijden OPMERKINGProbeer rode ogen te
voorkomen door
tijdens de opname
Red eye reduction op
de camera aan te
zetten.
OPMERKINGU kunt dit effect ook
gebruiken om speciale
effecten te krijgen,
bijvoorbeeld door het
contrast extreem te
vergroten.
48
2HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
doortekend (zie figuur 2.22). Door Fill Flash te gebruiken heftu dit effect enigszins op. Backlighting maakt de algemene be-lichting van de foto lichter of donkerder. Deze optie gebruiktu ook bij foto’s die met tegenlicht zijn genomen en daardoormeestal iets te donker zijn geworden.
Figuur 2.22: De belichting van een foto aanpassen
Figuur 2.23: Met de optie Color Saturation kunt u de kleuren van een
foto aanpassen
49
2HOOFDSTUK
2 – Adobe Photoshop Album
Color Saturation (Kleurscheiding) – Met deze optie kunt u dekleuren in een foto versterken of verzwakken. Deze optie ge-bruikt u bijvoorbeeld om een foto in zwart/wit weer te gevenof een foto met zwakke kleuren te verbeteren (zie figuur2.23).
Single Click Fix (Een klik verbetering) – Met de knoppen AutoColor (Automatisch kleur aanpassen) Auto Levels (Automati-sche lagen), Auto Contrast (Automatisch contrast aanpassen)en Sharpen (Scherper) laat u de wijzigingen in uw foto aanhet programma zelf over. Om foto’s met saaie kleuren te ver-beteren kunt u Auto Color gebruiken.
In figuur 2.24 ziet u een foto waarop Auto Color, Auto Levelsen Sharpen is toegepast. De oorspronkelijke foto is genomenin een trapgat en daardoor iets onderbelicht. Door de slechtebelichting is enige bewegingsonscherpte ontstaan. Door dezedrie opties te gebruiken is het resultaat veel beter dan hetorigineel.
Figuur 2.24: Door meerdere verbeteringen toe te passen ontstaat meest-
al een foto die veel beter is dan het origineel
OPMERKINGOm een foto te
verbeteren kunt u
meerdere opties in het
venster Fix Phototegelijk gebruiken net
zolang tot u tevreden
bent over het resul-
taat.
50
2HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
2.7 Creations WizardNadat u uw foto’s hebt geïmporteerd en verbeteringen hebtaangebracht, gaat u iets met uw foto’s doen. De CreationsWizard maakt het mogelijk om snel resultaat te bereiken, zo-als het maken van een fotoalbum, een diavoorstelling of eenkalender. Vanuit de Quick Guide (menu Help), tabblad Create(Maken) start u een van de acht mogelijkheden (zie figuur2.25).
Figuur 2.25: Op het tabblad Create in de Quick Guide staan acht
pictogrammen die toegang geven tot even zoveel producten die u met
uw foto’s kunt maken
2.7.1 Album
Met de optie Album maakt u een selectie uit de foto’s die uhebt gemaakt. U sleept foto’s uit uw archief naar het vensterWorkspace (Werkruimte). In oefening 2.8 ziet u hoe dit gaat.
OEFENING 2.8 Een fotoalbum maken
1. Open, indien nodig, de Quick Guide vanuit het menu Help.
2. Klik op de tab Create en vervolgens op het pictogram Al-bum.
51
2HOOFDSTUK
2 – Adobe Photoshop Album
3. Sluit de Quick Guide om meer overzicht te krijgen.
4. Het venster Workspace wordt geopend.
5. Selecteer in het bronvenster op de achtergrond de fotodie u in het album wilt plaatsen.
6. Klik-en-sleep de foto naar het venster Workspace (zie fi-guur 2.26).
7. Als u alle foto’s hebt geselecteerd, klikt u op de knop StartCreations Wizard.
Het eerste venster van de Creations Wizard laat u kiezen uitverschillende typen ‘templates’. Een template is niets andersdan een werkblad dat voor u is gemaakt en waar u de foto’sin past. U hebt de keuze uit: Album, Slideshow (Diavoorstel-ling), Video CD, Greeting Card (Wenskaart), eCard (Elektroni-sche ansichtkaart), Calendar (Kalender) en Photo Book (Foto-boek).
Figuur 2.26: U legt een album aan door foto’s naar het venster Work-
space te slepen
52
2HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
8. Omdat u een album wilt maken, laat u deze optie staan.Klik op Next (Volgende).
9. Het tweede blad van de wizard verschijnt. Hier kiest ueen albumstijl (zie figuur 2.27).
Figuur 2.27: Kies een stijlblad waarmee u het album gaat opmaken
10. Klik op de verschillende stijlen en selecteer de stijl die uleuk vindt. Klik op Next.
11. Voer nu de titel voor de titelpagina in, kies het aantalfoto’s per pagina en voer eventueel een kop- en voettekstin. Klik op Next.
12. U kunt het resultaat bekijken. Klik in het venster PreviewYour Album op Full Screen Preview (Volledig venster).Bekijk het resultaat en wijzig eventueel iets aan de volg-orde van de foto’s met de optie Rearrange Photos (ziefiguur 2.28). Klik op Next als u tevreden bent.
2.7.2 Het resultaat delen met anderen
Op de laatste pagina kunt u bepalen hoe u het fotoalbum wiltbekijken of via internet wilt delen met anderen (zie figuur2.29). De mogelijkheden worden hier kort besproken. Kieszelf de mogelijkheid die voor u het beste uitkomt.
53
2HOOFDSTUK
2 – Adobe Photoshop Album
Figuur 2.28: Het titelblad van het album verschijnt en biedt de mogelijk-
heid om de volgorde van de foto’s aan te passen
Figuur 2.29: Gebruik een van de opties in het venster om uw album te
delen
Save as PDF (Opslaan als PDF-bestand)
Er wordt een PDF-bestand gemaakt dat u gemakkelijk via in-ternet kunt versturen aan familie, vrienden en kennissen. EenPDF-bestand kan door iedereen worden bekeken met behulpvan de Adobe Acrobat Reader.
OPMERKINGInformatie over de
Adobe Acrobat Reader
en het Portable Docu-
ment Format (PDF)
vindt u op de website
van Adobe
(www.adobe.nl/pro-ducts/acrobat/adobepdf.html).
54
2HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Print (Afdrukken)
Het album wordt afgedrukt. Om uw foto’s mooi uit te latenkomen is het beter om speciaal fotopapier aan te schaffen.Dit papier is in verschillende kwaliteiten leverbaar. Vergeetniet de juiste papierkwaliteit ook in te stellen in het vensterAfdrukken, Papier.
Het album wordt per e-mail verstuurd. U kunt zelf het e-mail-programma selecteren dat u daarvoor wilt gebruiken. Met deoptie Add Recipient (Geadresseerde toevoegen) voegt u devoor- en achternaam en het e-mailadres van de geadresseer-de toe.
Burn (Branden)
Het album wordt op cd-rom gebrand als u tenminste beschiktover een cd-writer in uw computer. Het album wordt daar-voor eerst als een PDF-bestand opgeslagen.
2.7.3 Greeting Card (Wenskaart)
Bij het versturen van een wenskaart kunt u één foto tegelij-kertijd gebruiken. U voert een titel, een groet, een boodschapen een handtekening in. Vervolgens kunt u kiezen hoe u dewenskaart gaat versturen (zie figuur 2.30).
2.7.4 eCard (Een kaart per e-mail)
Een eCard is bijna gelijk aan een wenskaart, maar u kunt hier-bij ook achtergrondmuziek (Background Music) toevoegen(zie figuur 2.30).
2.7.5 Calendar (Kalender)
U maakt van een aantal foto’s gemakkelijk een eigen kalender.Zorg voordat u begint dat u dertien foto’s beschikbaar hebt.Eén voor de titelpagina en twaalf andere, voor elke maandéén. U kunt weer kiezen uit verschillende stijlen. Ook is hetmogelijk om via internet nieuwe stijlbladen op te halen. Naastde titel op de titelpagina kiest u ook de maand waarmee dekalender moet beginnen en eindigen.
OPMERKINGDe optie Order Onlineis voor de gebruiker
in Nederland niet be-
schikbaar.
55
2HOOFDSTUK
2 – Adobe Photoshop Album
Figuur 2.30: Een wenskaart voorziet u van een titel, een groet, een bood-
schap en een ‘handtekening’
Figuur 2.31: Een kalender maakt u snel na het selecteren van dertien
foto’s
2.7.6 Slideshow (Diavoorstelling)
De diavoorstelling die u met de Creations Wizard maakt, isanders dan dat u op de knop Slideshow drukt op de stan-daardwerkbalk. De Creations Wizard biedt een aantal stijlbla-den waarin u de diavoorstelling kunt gieten. Bovendien kunt
56
2HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
u meer stijlbladen van internet halen. Na het kiezen van eenstijlblad voert u de titel voor de diavoorstelling in en kiest uhet aantal foto’s per pagina, achtergrondmuziek, overgangen(transitions), vertoningsduur en een aantal andere opties.
OEFENING 2.9 Een diashow maken
1. Importeer, indien nodig, de afbeeldingen waarvan u eendiavoorstelling wilt maken met de optie File, Get Photos(Bestand, Haal foto’s op).
2. Selecteer de foto’s op de tijdlijn.
3. Selecteer alle foto’s die u in de diavoorstelling wilt afspe-len (zie figuur 2.32).
4. Klik op de knop Create (Maken).
5. Klik in de Creations Wizard in het vak Select the templatetype (Selecteer het type opmaakprofiel) op Slideshow (ziefiguur 2.33).
6. Klik op de knop Next.
Figuur 2.32: Selecteren van de afbeeldingen
57
2HOOFDSTUK
2 – Adobe Photoshop Album
7. Selecteer een stijl waarin u de diavoorstelling wilt afspe-len, bijvoorbeeld Casual (Gewoon).
8. Klik op Next (zie figuur 2.34).
9. Kies een achtergrondmuziekje in het vak Background mu-sic.
Figuur 2.33: In de Creations Wizard kiest u voor Slideshow
Figuur 2.34: De stijl voor de diavoorstelling kiezen
58
2HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
10. Voer de titel van de diavoorstelling in en kies het aantalfoto’s per pagina (zie figuur 2.35).
11. Kies in het vak Transition (Overgang) de manier waaropde ene dia in de volgende zal overgaan:
None (Geen)
Dissolve (Oplossen)
Fade (Vervagen)
Wipe Left (Links wissen)
Wipe Right (Rechts wissen)
Wipe Up (Naar boven wissen)
Wipe Down (Naar beneden wissen)
Box In (Vierkant in)
Box Out (Vierkant uit)
Random (Willekeurig)
12. Kies de duur waarop de dia wordt getoond in het vakPage Duration (Duur van vertoning).
Figuur 2.35: Voer de titel voor de diavoorstelling in
59
2HOOFDSTUK
2 – Adobe Photoshop Album
13. Stel eventueel de andere opties in:
Include Paly Controls (Afspeelknoppen toevoegen)
Start Slideshow Automatically (Start de diavoorstellingautomatisch)
Pause on Start / Manual Advance (Pauzeren bij Start/Handmatig verder gaan)
Repeat Slideshow (Diavoorstelling herhalen)
Allow Video to Resize (Videobeeld aanpassen toestaan)
14. Klik op de knop Next om verder te gaan. De diavoorstel-ling wordt gemaakt (zie figuur 2.36). U kunt de dia’s bekij-ken met behulp van de knoppen onder in het diavenster.
■ Met de optie Full Screen Preview (Voorbeeld op volle-dig scherm bekijken) ziet u hoe de presentatie eruit-ziet.
■ Met de optie Rearrange Photos (Foto’s herschikken)is het mogelijk om foto’s in de diavoorstelling eenandere plaats te geven.
Figuur 2.36: De eerste dia van de diavoorstelling verschijnt
60
2HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
15. Klik op Next om naar het laatste scherm van de CreationsWizard te gaan. In het laatste venster kiest u een optieom uw diavoorstelling met anderen te delen (zie para-graaf 2.7.2).
Bij het kiezen van de optie Save as PDF krijgt u de mogelijk-heid om de omvang en de kwaliteit te kiezen (zie figuur 2.38).Voor de beste presentatie op het beeldscherm kiest u Opti-mize for Viewing Onscreen (Optimaliseren voor beeldscherm;zie figuur 2.37).
Figuur 2.37: In het venster Save as PDF kiest u voor de eerste optie
Als het aantal afbeeldingen niet helemaal uitkomt op de laat-ste pagina, krijgt u een mededeling (zie figuur 2.38).
16. Klik op de knop Continue om door te gaan.
Figuur 2.38: Volg de aanwijzingen in het mededelingenvenster
17. In het venster Export PDF As kiest u in het vak Opslaan inde map waar u uw PDF-bestanden wilt bewaren (zie fi-guur 3.39). In het vak Bestandsnaam laat u de bestaandenaam staan of u wijzigt deze als u een betere naam voorde presentatie hebt.
61
2HOOFDSTUK
2 – Adobe Photoshop Album
Een cd branden
Kiest u in het venster Publish Your Slideshow (Uw diavoor-stelling publiceren; stap 5 van de Creations Wizard) voorBurn (Branden), dan komt u via Continue in het venster Se-lect Disc Setting (Selecteer cd-instelling). Er zijn twee moge-lijkheden om een cd te branden:
■ Burn a CD to view on a computer – Deze optie gebruikt uals u een cd wilt branden voor het gebruik op uw compu-ter. Als u deze cd in uw computer plaatst, wordt de dia-voorstelling hierop afgespeeld.
■ Burn a Video CD to view on a DVD player – Deze optie ge-bruikt u als u de cd op een dvd-speler wilt afspelen, zodatde diavoorstelling ook op het tv-scherm is te bekijken.
Een presentatie bekijken
Na het maken van de presentatie keert u terug in het hoofd-venster van Adobe Photoshop Album. De presentaties staanboven in de fotobron (zie figuur 2.40).
Figuur 2.39: In het venster Export PDF As kiest u de map en de bestands-
naam voor uw presentatie
62
2HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
OEFENING 2.10 Een presentatie starten
1. U start een presentatie door erop te dubbelklikken.
2. Klik op Full Screen Preview (Voorbeeld op volledigscherm). De presentatie start in een volledig scherm opuw beeldscherm (zie figuur 2.41).
3. Gebruik de navigatieknoppen rechtsboven in het vensterom uw presentatie te besturen (zie figuur 2.42).
Figuur 2.40: Een presentatie starten in Adobe Photoshop Album
Figuur 2.41: Een diavoorstel-
ling in een volledig venster
63
2HOOFDSTUK
2 – Adobe Photoshop Album
Foto’s verwisselen of verwijderen
Nadat u de presentatie hebt bekeken, komt u wellicht tot an-dere inzichten en wilt u uw presentatie wijzigen. U kunt foto’stoevoegen, bewerken en de volgorde aanpassen.
OEFENING 2.11 Een presentatie aanpassen
1. Start, indien nodig, de presentatie op.
2. Klik op de knop Rearrange Photos (Foto’s herschikken).
3. Klik met de rechtermuisknop als u een foto wilt verwijde-ren of toevoegen (zie figuur 2.43).
4. Klik op de optie Remove from Workspace (Uit werkgebiedverwijderen) om een foto te verwijderen. U ziet dat denummering van de foto’s in het venster Workspace wordtaangepast.
Figuur 2.42: De navigatieknoppen voor de diavoorstelling
1. Terug naar het begin
2. Een dia terug
3. Pauzeren/Starten
4. Een dia verder
5. Naar de laatste dia
6. Afsluiten
1 2 63 54
Figuur 2.43: Een foto toevoegen of verwijderen aan de diavoorstelling
64
2HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
5. Om een foto te verplaatsen wijst u de foto aan. Klik-en-sleep de foto naar de plaats waar u deze in de diavoorstel-ling wilt tonen.
6. Stel op deze manier uw diavoorstelling bij. Als u klaarbent, klikt u op Back to Wizard.
7. Speel vervolgens de diavoorstelling opnieuw af.
2.8 Fotobestanden exporterenHet fotoalbum bevat foto’s die u vanaf een digitale camera ofcd-rom hebt geïmporteerd. Als u foto’s ergens anders op uwcomputer wilt bewaren, kunt u deze exporteren.
OEFENING 2.12 Fotobestanden exporteren
1. Selecteer de foto’s die u wilt exporteren.
2. Druk op Ctrl+E of klik in het menu File (Bestand) op Ex-port (Exporteren).
3. In het venster Export Selected Items verschijnen de foto’sdie u hebt geselecteerd.
4. U kunt de bestanden in verschillende bestandsformaten weg-schrijven: oorspronkelijk formaat, JPEG, PNG, TIFF en PSD.
5. In het vak Photo Size past u het formaat van de foto aan.
6. In het vak Location kiest u het station en de map waar ude foto’s wilt bewaren.
7. In het vak Filenames klikt u op Common Base Name envoert u desgewenst een andere bestandsnaam in.
2.9 Tot besluitAls u foto’s hebt gemaakt met de digitale camera, wilt u daariets mee doen. De foto’s worden op de computer geïmporteerden gearchiveerd. U kunt dit met Adobe Photoshop Album goeddoen door voor elk onderwerp een aparte categoriemap temaken. Eenvoudige bewerkingen zijn met de optie Fix goed uitte voeren. Met de Creations Wizard maakt u wenskaarten, ka-lenders, fotoalbums en andere creaties met uw foto’s en stuurtu deze toe aan familie, vrienden en kennissen.
65
HOOFDSTUK 3
3.1 Wat neemt u meestal mee in defototas ?
Een amateurfotograaf zal kritisch kijken wat er mee gaat opreis. Gelukkig heeft de digitale fotograaf het gemakkelijk,want eigenlijk hoeft er niet eens zoveel mee. Verwisselbareobjectieven zijn er niet en dat scheelt een boel gewicht. Watblijft er dan over?
■ fototas;
■ digitale camera;
■ gebruiksaanwijzing van de camera;
■ extra accu of een tweede set batterijen;
■ batterij-oplader;
■ transformator;
■ verloopstekkers;
■ UV-filter;
■ lensdoekje met reinigingsvloeistof;
■ extra geheugen;
■ statief(je).
ReisfotografieVeel bezitters van een digitale camera fotograferen alleen tijdens va-kanties of op reis. Deze komen dan terug met enkele foto’s waarinmen de sfeer heeft geprobeerd vast te leggen. Meestal verbleken deherinneringen net zo snel als de bruine kleur van de huid verdwijnt,terwijl er vast veel meer was om onderweg te fotograferen. Dit hoofd-stuk helpt u bij het vinden van leuke onderwerpen die u onderwegtegen kunt komen en waarop u de lens kunt richten.
66
3HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
En eventueel:
■ een externe flitser;
■ een voorzetlens voor groothoek- en macro-opnamen;
■ voor sommige landen het aankoopbewijs van de camera;
■ een laptop om foto’s op te slaan en te beoordelen.
3.2 VoorbereidingenVoordat u in de auto of het vliegtuig stapt, kunt u eerst thuisgenieten van de voorpret. Als u uw digitale camera net hebtgekocht, lees dan eerst de gebruiksaanwijzing goed door.Leer de belangrijkste functies van de camera kennen. Inhoofdstuk 1 zijn deze uitvoerig besproken.
Daarnaast is het belangrijk dat u oefent met uw digitale came-ra. Ook al bent u overgestapt van een normale camera metfilm op een digitale camera, dan zullen veel dingen anderszijn aan uw nieuwe toestel. U zult de opties ervan moetenbestuderen als u tenminste altijd goede opnamen wilt maken.Als oefening maakt u foto’s bij u in de buurt of als u uitgaat,neemt u de camera mee. Er gebeurt altijd wel iets wat demoeite waard is. Bekijk de foto’s op de computer en probeerte achterhalen wat u fout hebt gedaan als een foto is mislukt.Tegen de tijd dat u op reis gaat, kent u de mogelijkheden enonmogelijkheden van het toestel.
Omdat digitale fotografie na de aanschaf van de camera bijnaniets meer kost, kunt u maar raak fotograferen. Een fotograafdie echter zijn verstand niet gebruikt, maakt nooit een goedefoto. U kunt misschien wel het onderwerp op uw gevoel bena-deren, maar de techniek van de camera vereist dat u weetwat u doet. Het maakt daarbij niet uit of uw camera veel ofweinig mogelijkheden heeft.
3.3 Gebruik de opties van het toestelEen vriend van ons heeft een digitale camera gekocht bij deAldi (zie figuur 3.1). Voor C 49,– inclusief een fototasje entwee cd-roms met software. Het toestelletje werkt op twee
TIPNeem de handleiding
van uw camera mee,
vooral als u nog niet
zoveel ervaring hebt.
Het kan erg vervelend
zijn als u ver van huis
een bepaald probleem
met uw camera niet
kunt oplossen.
67
3HOOFDSTUK
3 – Reisfotografie
penlight-batterijen en kan veertig opnamen maken, eventueelmet flits. Naast de opnameknop en het verstellen van het ob-ject voor veraf en dichtbij zit er nog een optie op voor hetmaken van een video-opname. Dat is alles. Toch is mijnvriend heel tevreden met zijn camera. Hij neemt het toestelle-tje overal mee naartoe en maakt aardige foto’s (zie figuur3.2). Een dergelijke camera is heel geschikt om even een‘snapshot’ te maken. Er hoeft eigenlijk niets te worden inge-steld en de foto is bij normale lichtomstandigheden meestalgoed. De camera heeft een USB-uitgang zodat de foto’s directop de computer bekeken kunnen worden.
Figuur 3.1: De digitale camera van Medion is een voorbeeld van een
borstzakcamera
Figuur 3.2: Onze vriend aan het werk met zijn snapshot-camera tijdens
een zondagmiddagbezoek
68
3HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Natuurlijk heeft een dergelijke camera zijn grenzen, maar zo-lang onze vriend daar niet tegen aanloopt of daar rekeningmee houdt, is er niets aan de hand.
3.4 Fototips voor op reisHierna volgen in het kort enkele praktische fototips voor hetgebruik van de digitale camera onderweg. Vervolgens wordtingegaan op het gebruik van batterijen of accu’s, geheugen-kaartjes en andere zaken die u moet weten voordat u op reisgaat.
■ Houd de camera bij de hand zodat u meteen een opnamekunt maken als er zich een leuk moment voordoet.
■ Neem bij het verlaten van de auto de camera mee. We zijnin Aux-en-Provence eens een complete foto- en video-uit-rusting ‘kwijtgeraakt’ bij een auto-inbraak.
■ Leg de digitale camera niet los in het dashboardkastjewant daar rammelt de camera tijdens het rijden te veel.
■ Berg uw digitale camera en toebehoren op in een vochtbe-stendige draagtas. Deze tas is zeker nodig bij een vakantieaan zee of op een cruise, maar ook bij kleinere boottoch-ten en oversteken per veerboot. Zeezout is heel slechtvoor elektronische apparatuur. Zeelucht bevat ook eengroot zoutgehalte en kan tot in de camera binnendringen.Pas na weken kunt u de gevolgen ervan ontdekken als uwcamera het plotseling niet meer doet.
■ Bewaar uw camerageheugen in het plastic doosje dat bij-geleverd wordt. Deze kaartjes zijn kwetsbaar vooral als uze laat rondslingeren in uw fototas. U kunt de lege en devolle kaartjes gescheiden bewaren, waardoor u bij hetsnel wisselen van geheugen niet in de war raakt. Elk kaart-je kunt u bovendien voorzien van een volgnummer. Vollekaartjes kunt u het best op de hotelkamer of op een ande-re veilige plek bewaren. Bij diefstal van uw fototas hebt udan in ieder geval nog een aantal foto’s over.
■ Batterijen en accu’s hebben minder capaciteit als ze koudzijn. Tijdens een wintersportvakantie is het raadzaam omdeze in uw binnenzak te bewaren of op een andere warme
69
3HOOFDSTUK
3 – Reisfotografie
plaats zoals een draagzakje onder uw trui. Let er wel opdat de batterijen geen kortsluiting kunnen maken, wantdat kan hevige brandwonden veroorzaken.
■ Gebruik uw flits vooral bij tegenlichtopnamen om scha-duwpartijen op te lichten. Uw foto’s krijgen daardoormeer detail en zeggingskracht.
■ Een klein statiefje op reis is altijd handig. Er zijn verschil-lende soorten zoals het microscopisch statiefje dat u opeen muurtje, tafel of kerkbank kunt zetten. Andere statief-jes klemt u op een tafelrand.
■ Bij het wisselen van geheugenkaartjes, batterijen, voorzet-lenzen, enzovoort gaat u op een plaats staan waar dat vei-lig is. Bij voorkeur niet op een steiger, hangbrug over eenravijn of in het gangboord van een schip. Het zal u maargebeuren dat uw accu uit uw vingers glipt en weg stuitertom met een plons in een pijlloze diepte te verdwijnen.
■ Tijdens een vlucht in het vliegtuig is het vaak verbodenom een digitale camera in te schakelen. Het toestel bevatsoms elektronica die een storende invloed heeft op denavigatieapparatuur van het vliegtuig.
■ Maak de lens van uw digitale camera regelmatig schoon. Uzult het tijdens het fotograferen niet direct merken, maarbij het bekijken is het heel vervelend als elke foto wazigevlekken vertoont.
3.4.1 Accu’s en batterijen
Waar u tijdens uw vakantie het eerst tegenaan loopt, is hetstroomverbruik van uw digitale camera. Als uw camera batte-rijen gebruikt, zorg dan dat u twee extra setjes meeneemt. Inveel gevallen kunt u gewone oplaadbare batterijen van hetpenlite-formaat gebruiken. Camera’s die dergelijke batterijengebruiken, werken ook op gewone alkaline-batterijen die uoveral ter wereld kunt kopen. Er zijn ook camera’s die eeneigen speciaal model accu gebruiken en in dat geval bent uafhankelijk van de oplader. Het is soms lastig een stopcon-tact te vinden om de oplader in te steken. Vandaar dat we uadviseren een tweede accu mee te nemen. Zorg dat deze al-tijd is opgeladen, dan kunt u snel van accu wisselen en uw
70
3HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
fotosessie afmaken. Als u ergens de gelegenheid hebt om uwlege accu weer op te laden, maak daar dan meteen gebruikvan. U weet immers nooit waar en wanneer u dat weer kuntdoen. Op deze manier komt u nooit voor een onaangenameverrassing te staan.
3.4.2 De oplader
Aan uw oplader zit een stekker die past in het stopcontact biju thuis. In het buitenland gebruikt men vaak andere stopcon-tacten waar de stekker van de oplader niet in past. U zit danmet de gebakken peren als u geen goede adapter bij u hebt.Daarbij komt de stroomspanning die niet overal gelijk is.In Nederland staat 230 Volt (V) op het lichtnet. In andere lan-den gebruikt men ook 110 V waar u de oplader niet op aankunt sluiten. Er zijn losse batterijladers te krijgen die over-weg kunnen met alle netspanningen die er bestaan. De firmaConrad heeft een dergelijke lader in het assortiment (ziewww.condad.nl). U krijgt er een aantal verloopstekkers bij.Lastig is het als u de accu in de camera moet laten om dezeop te laden. Om uw camera van 230 V aan te sluiten op hetlichtnet van 110 V hebt u een ‘step-up’-transformator nodig.U sluit deze convertor aan op het lichtnet van een 110 V-land,eventueel door middel van een verloopstekkertje. Aan deandere kant sluit u uw digitale camera aan. U moet daarvoorechter nog één ding controleren, namelijk de netfrequentie.In Nederland is deze 50 Hz. Als u een 50 Hz-adaptor aansluitop een 60 Hz-frequentie, kan het apparaat gloeiend heet wor-den en zelfs in brand vliegen. Vraag uw leverancier naar eenadapter die zowel voor 50 Hz- als 60 Hz-frequentie geschikt is.
3.4.3 Camerageheugen
Uw digitale foto’s worden in het camerageheugen opgesla-gen. Bij de meeste digitale camera’s is het mogelijk om degeheugenkaartjes te verwisselen. U kunt het best zelf inschat-ten hoeveel geheugenkaartjes u nodig hebt. Een en ander isafhankelijk van de resolutie waarmee u fotografeert. Als uscherpe foto’s maakt in een hoge resolutie, passen er minderfoto’s op het geheugenkaartje dan foto’s in een lage resolutie.In tabel 3.1 wordt een overzicht gegeven van de resolutie envan het aantal beelden dat op een geheugenkaartje past.
71
3HOOFDSTUK
3 – Reisfotografie
Aantal beelden
Resolutie Bestands- 16 MB 64 MBgrootte geheugenkaart geheugenkaart
640 × 480 0,15 MB 77 311
1280 × 960 0,5 MB 22 88
1600 × 1200 0,85 MB 15 60
2256 × 1504 1,6 MB 8 33
2240 × 1680 1,8 MB 7 30
Tabel 3.1: Aantal beelden dat u op een 16 MB en 64 MB geheugenkaart-
je kunt opslaan
Om ruimte op de geheugenkaartjes te besparen fotografeertu in een lagere resolutie. De vraag is dan wel waarom u eencamera hebt gekocht die veel betere foto’s kan maken. U kuntfoto’s ook gecomprimeerd opslaan. In beide gevallen gaat ditten koste van de kwaliteit van de afdruk, zeker als u ook ver-grotingen wilt maken. Het beste is om foto’s te maken in deresolutie waarmee u toch redelijke afdrukken kunt maken. Alnaar gelang de duur van de vakantie en de onderwerpen die ugaat fotograferen, koopt u er geheugenkaartjes bij. Voor eenredelijk vakantieverslag in foto’s hebt u ongeveer 300 tot 400foto’s nodig. Normaal maakt u waarschijnlijk nooit zoveelfoto’s, maar met een digitale camera is het verleidelijk omveel te fotograferen. Wij juichen dit ook toe! U hoeft immersgeen filmpjes te laten ontwikkelen en alle foto’s af te latendrukken. Niets is zo leuk als veel foto’s te maken met een di-gitale camera. U krijgt op deze manier een compleet beeldvan de korte vakantie of de verre reis die u maakt.
3.4.4 Neem uw laptop mee
Een andere mogelijkheid is het kopiëren van uw foto’s naareen laptop die u op reis meeneemt. Na een fotosessie ko-pieert u de opnamen meteen naar de laptop waar u meteenin groot formaat kunt zien of de foto’s gelukt zijn. Het geheu-genkaartje maakt u daarna leeg.
TIPHet is raadzaam om
thuis een proef te
doen met het kopiëren
van foto’s naar de
laptop. Wellicht is het
nog nodig om drivers
te installeren en/of
extra hardware te
kopen die u in het
buitenland misschien
moeilijk kunt krijgen.
72
3HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 3.3: Neem een laptop mee waarop u uw foto’s tijdens de reis kunt
opslaan en bekijken
3.5 Mogelijke onderwerpenReizen is voor iedereen een andere gebeurtenis. De een vliegtnaar het strand en ziet verder niets van de omgeving dan al-leen blote, zonnebadende mensen. Een ander trekt voort vanmuseum naar museum en is daarmee intens tevreden. Wehebben een brede belangstelling en storten ons op veel on-derwerpen. We komen dan ook elk jaar met honderden foto’sthuis. ‘Wat doen jullie met zoveel foto’s?’ wordt ons vaak ge-vraagd. De meeste blijven op onze multimediacomputerstaan die we als diaprojector gebruiken. Voor belangstellen-den en soms voor onszelf drukken we wel eens een foto af. De‘kick’ zit meer in het maken van geslaagde foto’s, dan honder-den afdrukken in een doos te stoppen.
3.5.1 Landschappen
Landschapfotografie is zo oud als de fotografie al bestaat.Veel landschapschilders gebruiken de fotografie bij het ma-ken van schilderijen. Landschappen wisselen door de dagheen vaak van stemming. Daarbij komen de seizoenen dievoorbij gaan en die het landschap door een jaar heen sterkdoen veranderen.
De rust van een landschap wordt altijd versterkt door eenliggend formaat. De meeste landschappen, stadsgezichten,groepen en panorama’s kunt u het best zo vastleggen. Hierin
TIPBewaar uw laptop in
de afgesloten koffer-
ruimte van uw auto als
u uw auto onbewaakt
parkeert of neem deze
mee.
U kunt het beste een
aparte verzekering
afsluiten voor uw
camera en computer-
apparatuur die ook
dekking geeft in het
buitenland. Controleer
op de polis of de
dekking geldt voor het
land waar u naartoe
wilt reizen.
73
3HOOFDSTUK
3 – Reisfotografie
bevinden zich dan de meeste liggende lijnen. Het staandebeeldformaat wordt op zijn beurt ondersteund door staandelijnen: smalle gangen, hoge torens, zuilen, hoge ruimten, en-zovoort.
Wanneer de goede opnamestand (staand of liggend) is geko-zen, kijkt u naar de beeldelementen die het belangrijkste zijnin de opname. Op de meeste foto’s is veel te veel te zien, zo-dat de kijker niet meer weet wat eigenlijk het onderwerp vande foto is. Er is heel veel te zien maar niets eigenlijk goed. Udoet er dus goed aan zo dicht mogelijk naar uw onderwerptoe te gaan om de typische afzonderlijke beeldelementenapart te fotograferen. De foto’s in dit hoofdstuk bevattendaarvan enkele voorbeelden. In figuur 3.4a ziet u een opnamedie in de winter is gemaakt van een uitzicht op een meer. Dehorizontale lijnen in het beeld bepalen het liggende formaat.In figuur 3.4b ziet u hetzelfde uitzicht met een schitterendehoge wolkenpartij. Voor deze opname werd gekozen voor hetstaande formaat. De lage horizon zorgt ervoor dat de aan-dacht meer op de wolkenlucht is geconcentreerd.
Het landschap verandert met de seizoenen. In het voorjaarkomen de gewassen op en zijn er veel bloemen. De lucht is
TIPEr zijn veel plaatsen
die u regelmatig kunt
bezoeken om van het
uitzicht te genieten.
Vooral ’s morgens en
’s avonds zijn de
kleuren schitterend en
het strijklicht geeft
interessante vormen
aan het landschap. U
kunt zo een serie
foto’s samenstellen
van mooie momenten
waarvan u thuis kunt
nagenieten.
Figuur 3.4a: Het liggende formaat accentueert de horizontale lijnen in
het beeld
74
3HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
vaak helder door de koude bovenwinden. Dit levert vaakschitterende plaatjes op. In de zomer en herfst veranderende kleuren en in de winter mag u hopen op sneeuw.
Figuur 3.4b: De hoge wolkenlucht wordt benadrukt door het staande
formaat en de lage horizon
TIPBij landschappen foto-
grafeert u een lucht
die een kleiner dia-
fragmaopening vraagt
dan het land eronder.
Meestal moet u iets
onderbelichten omdat
anders de foto als ge-
heel te licht wordt. U
kunt dit doen met be-
hulp van de functie
onder- of overbelich-
ten op uw digitale
fototoestel. Controleer
bij de opname op het
LCD-scherm of de
belichting juist is ge-
kozen en maak indien
nodig een nieuwe op-
name.
Als u de donkere par-
tijen goed wilt belich-
ten, kunt u de lens
eerst op deze objec-
ten in de foto richten
en vervolgens de inge-
stelde belichting vast-
zetten met de knop
AE-lock.
75
3HOOFDSTUK
3 – Reisfotografie
Aandachtspunten
Bij het fotograferen van een landschap zijn er enkele puntenwaar u goed op moet letten:
■ Lichtval – Strijklicht in de ochtend of avond is mooi. Hetlandschap krijgt dan reliëf en dat maakt het beeld interes-sant. Golven op het water geeft ook reliëf. Licht werpt ookschaduw dat het beeld kan versterken.
■ Kleur of zwart/wit– Kleur is meestal bepalend voor desfeer van een landschapsfoto, maar dat hoeft niet altijd zote zijn. Een zwart/wit-opname kan ook heel krachtig zijndoor het gebruik van veel contrast of juist het ontbrekendaarvan.
■ Diepte – Een landschap krijgt meer diepte als u iets op devoorgrond mee fotografeert. Dit moet natuurlijk wel in hetbeeld passen. Door uw positie juist te kiezen kunt u eenmooie compositie maken met een voorgrond, middendeelen achtergrond.
■ Beeldelementen – Een landschap bevat verschillendebeeldelementen: de lucht met de horizon, de aarde metbeplanting, gebouwen, mensen en dieren. Maak een even-
Figuur 3.5: Fotografeer elementen die een landschap typeren,
zoals kerken, boerderijen of de loop van een weg in het landschap
TIPU passeert interessan-
te dorpen en steden
met soms monumen-
tale bouwwerken,
kerken, musea,
beelden, enzo-
voort (zie figuur 3.5).
Een reisgids van het
gebied waar u reist, is
handig bij het maken
van een selectie van
de plaatsen die u wel
of niet wilt bezoeken.
76
3HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
wichtige compositie waarin elk element zijn eigen plaatskrijgt. Het is de kunst om deze elementen tot een harmo-nisch geheel samen te voegen tot een interessant beeldontstaat. Dit vereist oefenen in het kijken. Fotograferen isniets anders dan leren kijken. Bewust kijken met gevoelvoor compositie en kleur.
3.5.2 Architectuurfotografie
Als u van architectuur houdt, zijn gebouwen een interessantonderwerp. Kijk daarbij ook naar details, zoals gevelstenen,daklijsten, pilaren en bogen. Als het gebouw open is, kunt uvragen naar documentatie waarin u bijzonderheden over hetgebouw kunt lezen. Aan de hand van een plattegrond kunt udan het gebouw verkennen. Denk erom dat motiefdelen endetails veel aantrekkelijker zijn dan totaaloverzichten. Bij debelichtingsmeting niet de hemel meten maar het gebouw,anders wordt deze onderbelicht.
Wanneer u gebouwen, kerken, kastelen, enzovoort wilt foto-graferen, denk er dan aan dat een vlakke verlichting weinigplastiek geeft. Half zijlicht verdient de voorkeur. Om storendeperspectivische vertekening te vermijden neemt u bij voor-keur afstand tot het onderwerp. Natuurlijk is het ook moge-lijk de bewuste lijnen in de beeldvorming te betrekken om zoeen bijzonder effect te bereiken. In dat geval kunt u dichterbij het onderwerp gaan staan.
De foto’s in figuur 3.6 zijn opnamen van de stad Toledo. Deeerste opname toont de oude stadsmuur met daarachter hetheuvellandschap. De kijker krijgt zo een indruk van de bouw-wijze van de huizen en hoe de straten zijn aangelegd. Detweede foto laat de torens op de kathedraal van Toledo zien.Het toont de verschillende bouwstijlen. Na deze halftotaalop-name kunt u details fotograferen: beelden, raampartijen,hoekstenen, enzovoort.
Ook hier geldt weer dat u niet volledig kunt vertrouwen op deautomaat van de camera. U zult de belichting af en toe moe-ten corrigeren, vooral als u tegenlichtopnamen maakt.
TIPDenk bij het fotogra-
feren van kerken,
raadhuizen en schilder-
achtige gebouwen
vooral om de keuze
van een goede aan-
trekkelijke voorgrond:
een venster, brugleu-
ning, stadspoort, trap
of iets dergelijks.
TIPBij het maken van
architectuuropnamen
is het licht belangrijk.
Ga voordat u een
opname van een
gebouw maakt eerst
een paar keer kijken
om te zien hoe het
licht op het gebouw
valt. Gebruik bij
voorkeur ochtend- en
avondlicht, want dit
licht is warmer en het
brengt interessante
schaduwpartijen.
Foto’s van gebouwen
in de volle zon zijn
meestal vlak met
weinig diepte. Dat
maakt deze opnamen
daardoor erg saai.
77
3HOOFDSTUK
3 – Reisfotografie
Nederland is ook rijk aan prachtige moderne gebouwen. Eenvoorbeeld hiervan is het Gasuniegebouw in Groningen. Hetgebouw lijkt omhooggestuwd door een centraal gelegen trap-penhuis dat is geschilderd in oplopende kleuren. De halwordt verlicht door een hoge raampartij die van buiten lijktop een waterval. Maar er zijn meer gebouwen, ook bij u in debuurt. Als u belangstelling hebt, informeert u of u binnenop-namen mag maken (zie figuur 3.7).
3.5.3 Kerken, kathedralen of moskeeën
Als u van kerken, kathedralen of moskeeën houdt, kunt u dereisroute daarop afstemmen. Niet elke kathedraal is interes-sant, maar enkele zijn bekend door de bouwstijl, de afmeting,de kunstwerken, het orgel, enzovoort. Kerken zijn meestalnogal donker van binnen. Neem uit voorzorg een statief meenaar binnen of laat uw digitale camera steunen op de leuningvan een kerkbank of stoel. Flitsen is niet altijd toegestaan. Letbij binnenkomst op wat wel en niet mag. Pas bij een slechteverlichting op voor te veel inzoomen. Door het slechte lichtkrijgt u extra last van bewegingsonscherpte als u uit de handfotografeert. In dit verband is het raadzaam de zelfontspan-ner op de camera te gebruiken zodat de camera niet beweegtals u de sluiterknop indrukt.
TIPProbeer een standpunt
te kiezen waarbij u zo
weinig mogelijk last
hebt van obstakels. Zo
kunt u bijvoorbeeld op
zondag een kantoor-
gebouw fotograferen
als de meeste, zo niet
alle, auto’s weg zijn.
Probeer hinderlijke
lantaarnpalen, bus-
hokjes, enzovoort te
omzeilen.
Figuur 3.6: Opnamen van de stad Toledo in Spanje
met zijn prachtige kathedraal
TIPCorrigeer uw opname
met beeldbewerkings-
software door storen-
de beeldelementen
zoals verkeersborden,
lantaarnpalen, enzo-
voort te verwijderen.
78
3HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
In Cordoba staat een schitterende moskee, de Mezquita, diein latere jaren is omgebouwd tot kathedraal (zie figuur 3.8).Het gebouw bevat meer dan duizend pilaren en bevat Moor-se, Romaanse en Gotische elementen. Het is echter een lastiggebouw om te fotograferen. Sommige delen van de ruimteworden door kunstlicht verlicht, andere delen door het dag-licht dat door hoge glas-in-loodramen naar binnen komt. Omde sfeer van de ruimte te laten zien, kunt u in dergelijke situa-ties vanaf een statief fotograferen en een lange belichtingstijdkiezen om ook de donkere partijen goed belicht op de foto tekrijgen. Na de opname controleert u de opname op het LCD-scherm. Een andere mogelijkheid is om een invulflits te ge-bruiken om de donkere partijen op te lichten.
De binnenopnamen zijn gemaakt met flitslicht en het bestaan-de licht. Over het algemeen zijn de kleurenopnamen met be-staand licht mooier, natuurlijker. Experimenteer ook met deknop voor witbalans waarmee u de kleuren blauwer of roderkunt maken al naar gelang de sfeer die u wilt creëren.
Figuur 3.7:
Het Gasuniegebouw
in Groningen
TIPVooral door de hoogte
van het interieur zijn
opnamen in staand
formaat interessant.
TIPHet flitslicht van de
ingebouwde flits is
meestal te beperkt om
de hele ruimte te
kunnen verlichten. Als
u per se een opname
met flitslicht wilt
maken, kunt u beter
een externe flitser
gebruiken.
79
3HOOFDSTUK
3 – Reisfotografie
3.5.4 Kastelen
In Nederland staan in het midden van het land enkele mooiekastelen vooral langs de rivieren. Maar ook iets verder vanhuis, in midden Frankrijk langs de Loire staan tientallen kas-telen die u meestal ook van binnen kunt bekijken.
Maak naast een totaalopname ook opnamen van details, zoalsornamenten, stukken muur, bouwconstructies en de inrich-ting van het kasteel. Vaak geeft de lichtval door een raam eenmooi lichteffect in het interieur. Ook al staat er niet veel ineen kamer het is toch mooi om de ruimtes binnen te fotogra-feren en iets van de huidige sfeer vast te leggen. Let bij hetfotograferen van kastelen op de voorgrond. Een loopbrug,gewelf of trap geeft diepte in de foto.
TIPProbeer in een kerk
ook de gezagsdragers
mee te fotograferen.
Als er een dienst of
mis wordt opgevoerd,
kunt u proberen om
daarvan een paar
momenten vast te
leggen.
TIPGebruik een statief als
u een lange belich-
tingstijd moet gebrui-
ken om de foto te
maken of plaats de
camera op de leuning
van een kerkbank om
de camera stabiel te
houden.
OPMERKINGDe meeste camera’s
beschikken over een
optie voor automati-
sche witbalans. De
witbalans wordt auto-
matisch geregeld als u
bijvoorbeeld vanuit
een verlicht gebouw
naar buiten stapt.
Figuur 3.8: De Mezquita moskee/kathedraal in Cordoba
80
3HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
3.5.5 Musea
Meestal mag u in een museum foto’s maken als u de flits maarniet gebruikt. Als u een kunstliefhebber bent, zult u de nei-ging krijgen elk kunstobject te willen fotograferen. Zorg daar-
OPMERKINGDe ANWB heeft een
gidsje waarin kasteel-
routes zijn beschreven.
Dit gidsje kunt u
gebruiken om kastelen
bij u in de buurt te
lokaliseren en om deze
op een geschikte dag
te bezoeken. Meestal
zijn er wel brochures
bij het kasteel of de
VVV ter plaatse te
krijgen waarin u
wetenswaardigheden
kunt vinden.
Figuur 3.10: Het Groninger Museum staat tegenover het station in het
water gebouwd
OPMERKINGAls u deze foto’s aan
anderen laat zien,
maak dan wel een
selectie want niet
iedereen is in staat om
de honderden opna-
men van schilderijen
achter elkaar te zien
zonder in slaap te
vallen. Laat alleen de
opnamen zien waar u
zelf het meest enthou-
siast over bent en
waar u iets bij kunt
vertellen. U kunt ook
een cd-rom branden
met de museumopna-
men zodat men de
foto’s in eigen tempo
en met pauzes kan
bekijken.
Figuur 3.9: Ook vervallen kastelen bevatten interessante elementen die
het fotograferen waard zijn
81
3HOOFDSTUK
3 – Reisfotografie
Figuur 3.11: In Groningen organiseren kunstenaars regelmatig
een kunstroute
om voor genoeg geheugen als u van plan bent dit te doen.Naast een totaalopname van een schilderij of een beeld is hetook interessant om details te fotograferen. Meestal is er eenpunt waar de aandacht naartoe getrokken wordt. Let daarbijop de scherpte. Gebruik de macrostand als u heel dichtbijkomt en stel eventueel met de hand in als de autofocus dejuiste scherpte niet kan vinden.
3.5.6 Kunstroutes
Een andere manier om aan kunstfoto’s te komen is door hetvolgen van een kunstroute. Leuk is als de kunstenaar(es) er-bij is die u uitleg kan geven en meestal ook wel even op defoto wil. U raakt zodoende ook aardig op de hoogte van deontwikkelingen op kunstgebied bij u in de buurt of elders inhet land.
Fotografeer bij voorkeur met bestaand licht. Neem een statiefmee om ook bij weinig licht scherpe opnamen te kunnen ma-ken. Als u moet flitsen, doe het dan bij voorkeur indirect viahet plafond of gebruik een opzetstuk op de flitser om hetlicht te verzachten.
OPMERKINGOp vakantie hebt u
alle tijd om even bij de
plaatselijke kunstenaar
binnen te stappen en
rond te kijken. De
kunstenaar leidt u zelf
rond en meestal bent
u vrij om foto’s te
maken. Men zal het
niet erg vinden als u
vertrekt zonder iets te
kopen. Let tijdens uw
bezoek op het licht
dat door de ramen
valt. Probeer de
kunstenaar in zijn
atelier te fotograferen,
het liefst als hij/zij aan
het werk is.
82
3HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
3.5.7 Kunstwerken buiten
Een dorp of stad wordt meestal ‘aangekleed’ met een aantalkunstwerken. Tegenwoordig zijn de kunstwerken in de cirkelvan de minirotonde in opkomst. Maar er staan ook vaakbeeldhouwwerken, borstbeelden, sculpturen of herdenkings-monumenten die de moeite van het bekijken waard zijn. Hetplaatselijk museum bevat wetenswaardigheden over deplaats en u kunt daar altijd even een kijkje nemen of daar ietste fotograferen valt of u op weg helpt naar een plek die welinteressant is.
Bekijk het kunstobject van verschillende kanten en probeerstorende elementen uit het beeld te laten.
Figuur 3.12: Op veel plaatsen langs de weg vindt u kunstwerken als
markeringspunt
3.5.8 Beeldentuinen
Op veel plaatsen in het land vindt u beeldentuinen waar ugratis of tegen een kleine vergoeding in mag. Bij beelden in deopenlucht bent u altijd afhankelijk van het weer en het licht.Een beetje bewolking geeft een diffuse verlichting die goed isvanwege het contrast tussen schaduw en licht. Harde scha-duwlijnen bij volle zon kunt u beter vermijden. Op een zonni-
83
3HOOFDSTUK
3 – Reisfotografie
ge dag kunt u ook even wachten tot er een wolk voor de zondrijft en dan uw foto’s maken. De foto’s in figuur 3.13 zijn ge-maakt in Farum, Denemarken waar een internationale beel-dentuin is opgericht. De projectontwikkeling is gedaan dooronze vriendin Yaël Artsi uit Israël. Het beeld The Cloud (lin-kerfoto) is door haar gemaakt (www.yael-artsi.com).
3.5.9 Andere kunstwerken
Naast de kunstwerken in gebouwen en musea zijn er anderekunstwerken in het wegennet en de vaarwegen. Zo is eenaquaduct of een sluis een kunstwerk. Als u de mogelijkheidhebt om de auto te stoppen en een foto te maken, probeerdan een moment te kiezen waarop de functie van het kunst-werk het best tot uiting komt. Bij een aquaduct is dat het mo-ment waarop een schip en een auto elkaar kruisen. Bij eensluis bijvoorbeeld als de schepen binnen zijn en de deurenjuist dichtgaan.
Figuur 3.13: De internationale beeldentuin
in Farum – Denemarken
84
3HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
3.5.10 In de bergen
De beste bergfoto’s maakt u ’s ochtends of in de avonduren.Door de lage zonnestand toont het berglandschap de besteplastiek. De schaduwen zorgen voor meer diepte. Aan dehand van ansichtkaarten van het gebied vindt u de besteplekken om uw foto’s te maken.
Panoramafoto’s vragen om een liggend formaat. Een staandformaat kunt u kiezen wanneer de indruk van diepte en hoog-te versterkt moet worden bij bergspitsen en diepe kloven. Degrootsheid van een berglandschap is goed te zien als u degrootte-verhoudingen duidelijk laat zien. Laat iemand in defoto staan of skiën. Een goede voorgrond geeft diepte, zoalsbomen, struiken, stenen, enzovoort. Richt de camera niet opver weg gelegen bergen, want deze worden meestal te kleinweergegeven. Een wateroppervlak kan in de zomer voor sfeerzorgen door er de bergen in te laten weerspiegelen. Als u van
TIPIn dit verband is het
goed om ook het
gebruik van het
polarisatiefilter te
noemen. Hiermee
filtert u de schittering
uit het water en de
lucht weg. Vooral op
een mooie zomerse
dag krijgt u schitte-
rende blauwe luchten.
Figuur 3.14: De werken van Rijkswaterstaat zijn niet
alleen functioneel, maar ook schitterend ontworpen
85
3HOOFDSTUK
3 – Reisfotografie
wandelen houdt of bergbeklimmen, kunt u opnamen van bo-ven of naar beneden maken. Breng het onderwerp iets scheefin het beeld, dan krijgt u de meeste diepte. Als u tijdens dewintersportvakantie of ’s zomers de bergen in gaat, is hetmonteren van een UV-filter noodzakelijk. Hierbij wordt hetblauwe licht weggefilterd zodat de andere kleuren beter tothun recht komen. Daarbij is het de beste bescherming van delens.
Figuur 3.15: In de bergen is het gebruik
van een UV-filter noodzakelijk om het licht
te neutraliseren
3.5.11 Vanuit een vliegtuig
Het maken van luchtopnamen door het raampje van eenvliegtuig is soms goed mogelijk. Verwijder wel het polarisatie-filter want hiermee ontstaan kleurafwijkingen die u niet wilt.Schroef in plaats daarvan het UV-filter voor de lens. Let opdat het vliegtuigraampje gecondenseerd kan zijn, wat enigeonscherpte geeft.
86
3HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
3.5.12 Winkel of markt
Neem bij het bezoeken van een dorp of stad ook de cameraeens mee naar een winkel of markt. In een winkel vindt u vaaktypische artikelen die specifiek voor het land zijn. Dit kunnengebruiksvoorwerpen zijn, etenswaren, kleding, enzovoort.Ook in winkeltjes waar men curiosa verkoopt, kunt u vaakmooie opnamen maken. Ook op beurzen en markten is hetleuk om mensen te fotograferen die intensief bezig zijn methet zoeken in de aangeboden spullen. Maak zo veel mogelijkgebruik van het bestaande licht om de sfeer van de ruimtevast te leggen.
Plaats de camera op een statief en maak een tijdopname. Ge-bruik indien nodig een flitser om de donkere partijen op telichten.
WAARSCHUWINGDe meeste vliegtuig-
maatschappijen
verbieden dat er
tijdens de start en
landing elektronische
apparaten, zoals
laptops en film- en
fotocamera’s aan
blijven staan.Figuur 3.16: Vanuit het vliegtuig kunt u prachtige panoramaopnamen
maken van de route waar u langs vliegt
87
3HOOFDSTUK
3 – Reisfotografie
3.5.13 Excursies
Maak tijdens uw reis gebruik van de mogelijkheid om eenexcursie te volgen. U leert dan iets van de plaatselijke specia-liteiten of folklore (zie figuur 3.18). Ook hier kunt u proberenom zo veel mogelijk met bestaand licht te fotograferen. Maak
Figuur 3.17: Zoeken naar boeken in de A-kerk te Groningen
Figuur 3.18: In de bodega van Sandeman in Jerez de la
Frontiera ziet u het proces van het maken van sherry
88
3HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
een selectie van een aantal foto’s die kort en bondig latenzien waar de excursie precies over is gegaan.
Sommige gebouwen worden vanuit een historisch belangopengesteld voor het publiek. Een ervan is het Wouda-gemaalin Lemmer dat op de werelderfgoedlijst van beschermde mo-numenten van de UNESCO staat. In het gebouw staan eenviertal stoomturbinemotoren die bij hoog water in Frieslandgaan draaien. Dat is dan ook het moment om het gebouw tebezoeken. U ziet dan de grote vliegwielen draaien en allesbewegen. Door de grote raampartij is het mogelijk om ookzonder te flitsen opnamen te maken. Door met de sluitertijdte spelen kunt u bewegingsonscherpte creëren waardoor defoto’s dynamisch worden.
Figuur 3.19: Het Wouda-gemaal in Lemmer draait alleen bij hoog water
TIPVia www.woudage-maal.nl kunt u zich
opgeven. U krijgt per
e-mail bericht wan-
neer het gemaal gaat
draaien.
89
3HOOFDSTUK
3 – Reisfotografie
3.6 OnderwaterfotografieEen aparte tak is de onderwaterfotografie. Dit is niet de goed-koopste manier om aan mooie foto’s te komen, maar wel eengrote uitdaging voor velen die deze hobby bedrijven. Zo ken-nen wij Goos van der Heide en Patrick Beijk van de mannen-club McMen (www.mcmen.com) uit Groningen. Zij gaan eenpaar keer per jaar samen op stap om fotoreportages te ma-ken. De reisdoelen liggen meestal aan de andere kant van dewereldbol, zoals Bonaire, Egypte, Cuba, de Malediven, deSeychellen, de Filippijnen en andere exotische oorden.
Om onderwaterfotografie te bedrijven hebt u allereerst eenduikbrevet nodig. Mondiaal gezien is de organisatie van PADI– ongeveer 60% van de markt – het grootst. Het voordeel vandeze organisatie is dat uw duikbrevet overal erkend zal wor-den. Verder is het in sommige landen verplicht om een medi-sche verklaring te hebben voor het duiken. Ook voor ouderenis het duiken een mooie sport, zeker gezien het gewichtloosrondzweven waarbij de zwaartekracht wordt opgeheven.Hierbij is het wel verstandig rekening te houden met sterkestromingsgebieden waarbij een goede conditie nodig zoukunnen zijn.
Om onder water goed te kunnen fotograferen is het belangrijkenige ervaring te hebben met het duiken daar u anders teveel bezig bent met uw duikuitrusting en de controle over uwdrijfvermogen. Onervaren duikers beschadigen vaak koraalbij het maken van foto’s of lopen zelf verwondingen op doortegen bijvoorbeeld brandkoraal of andere giftige koraalsoor-ten of beesten aan te komen. Het duurt tientallen jaren voor-dat afgebroken stukken koraal weer aangroeien.
Na het behalen van een duikbrevet gaat u over tot de aan-schaf van een behuizing voor uw camera. Behuizingen zijnniet voor alle modellen digitale camera’s verkrijgbaar. Het isdus zaak om bij de aanschaf van een digitale camera al reke-ning te houden met de mogelijkheid bij het toestel een behui-zing te kunnen kopen. De behuizing is waterdicht en bestandtegen de onderwaterdruk die per tien meter één atmosfeertoeneemt. Verder moet het mogelijk zijn om de belangrijksteknoppen van het toestel te kunnen bedienen.
TIPVoor alle soorten
behuizingen kunt u
het beste kijken op
de website
www.digideep.com.
TIPControleer de behui-
zing voor elke duik
even in een badje
voordat u met de
camera naar beneden
gaat. Als één sluiting
of O-ring niet goed af-
gesloten is, dringt het
water naar binnen. Het
zout vreet echt alles
aan, dus helaas einde
verhaal.
90
3HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Bij het fotograferen onder water hebt u flitslicht nodig om opgrotere diepte ook foto’s te kunnen maken. Een systeem mettwee flitsers, één aan elke kant van het toestel, is optimaalom een goede lichtverdeling te krijgen. Voor macrofotografiekan men het vaak met één flitser af. Bij onderwaterfotografieis de verlichting het allerbelangrijkste. Het water werkt alseen soort filter van de zon waarbij er steeds minder kleur enlicht overblijft hoe dieper men komt. Op grotere diepte – van-af ongeveer 20 meter – zal alles grauw en donker lijken metvooral een blauwe boventoon. U zult zien dat indien de be-lichting optimaal is, de kleuren heel erg indrukwekkend zijnmet een waanzinnige diversiteit aan kunstzinnige en bijzon-dere onderwerpen.
De onderwaterwereld is fantastisch mooi. Op bepaalde plaat-sen zijn duizenden vissen te zien in tientallen soorten. Som-mige vissen zijn langzaam en gemakkelijk in beeld te brengen.Een bijkomend effect onder water is echter dat alles 25% gro-ter en dichterbij lijkt dan in werkelijkheid. Het maken van dejuiste compositie is hierbij gewoon een kwestie van oefenen.Verder zwemmen sommige vissen razendsnel voor de lenslangs en u moet dan snel zijn om de juiste opname te maken.Bij de meeste digitale camera’s ontstaat er een vertraging bijhet indrukken van de ontsluitingsknop. Dit veroorzaakt eenextra dimensie wat betreft de timing. Het is erg frustrerendals alleen de staart van die voorbij flitsende dolfijn er maar
Voor de betere digitale spiegelreflexcamera’s zijn er vaak meerde-
re merken qua onderwaterbehuizing mogelijk. Er dient wel
rekening gehouden te worden met verschillende doompoorten
die nodig zijn afhankelijk van het objectief. De investering is dan
behoorlijk groot in verhouding met een compactcamera. Hierover
kan men bijvoorbeeld op www.digideep.com informatie vinden.
Voor digitale compactcamera’s zijn er vaak bijbehorende onder-
waterhuizen van hetzelfde merk te koop. Deze huizen zijn over
het algemeen relatief goedkoop met meestal de beperking dat er
geen directe aansturing mogelijk is voor een externe flits. Dit kan
eventueel opgelost worden door een flits met een sensor. Bij alle
onderwaterhuizen is enige discipline van belang qua onderhoud
van O-ringen en het afspoelen van zeewater na de duik.
TERZIJDE
TIPEen goede onder-
waterfotograaf heeft
altijd een reserve digi-
tale camera bij zich.
91
3HOOFDSTUK
3 – Reisfotografie
op staat. De oplossing hiervoor is dat u de ontsluitingsknopeven half ingedrukt houdt voordat u afdrukt. Zo heeft de ca-mera het meeste rekenwerk zoals focus en lichtberekening algedaan.
Figuur 3.20: Onderwaterfotografie in de Filippijnen
(foto’s Patrick Beijck – Groningen)
De praktijk leert dat u tientallen en soms honderden foto’smoet maken om er een paar goede uit te halen, maar uitein-delijk zal het percentage van bijzondere foto’s steeds groterworden.
92
3HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Voor liefhebbers worden speciale duikreizen georganiseerdwaarbij het fotograferen onder water centraal staan. Kijk bij-voorbeeld op de website www.duikreizen.info enwww.ewdr.com.
Meer informatie vindt u op de website van Scubcompagny(www.scubacompany.nl) en dan met name voor uitleg opwww.scubacompany.nl/Search/NL_SearchHelp.html.
Voor wereldkampioenschappen onderwaterfotografie kunt ukijken op www.marmarafestival.com/english/2003_festival_default.htm.
Als u weer thuiskomt, kunt u uw indrukwekkende foto’s ineen digitaal fotoalbum plaatsen op bijvoorbeeldwww.albumprinter.com.
3.7 De eclipsEen eclips is het verduisteren van de zon door de maan. Demaan gaat voor de zon langs en bij een volledige eclips wordthet aardedonker. Dit hemelverschijnsel komt maar zeldenvoor, maar op 31 mei 2003 was het weer raak.
De zon komt die dag om half zes bij Noordpolderzijl (Gronin-gen) op en is dan al enigszins afgedekt door de maan. Hoebrengt u dit verschijnsel zo goed mogelijk in beeld? We heb-ben zelf de beste opname gemaakt door met de knop +/– hetdiafragma een paar stops te verkleinen. Hierdoor wordt hetbeeld donker, maar het felle licht van de zon is dan nog goedte zien. Een andere mogelijkheid is het gebruik van een filterdat u voor de lens plaatst. Hierdoor is alleen het licht van dezon zichtbaar. Dit filter hebt u zeker nodig als de zon al eenflink stuk boven de horizon is gerezen.
Een inventieve oplossing werd door de broer van de auteurbedacht. Deze hield het glas van een lasmasker voor de lenswaardoor de afgedekte zon nog duidelijk is te zien (zie figuur3.21).
WAARSCHUWINGKijk zelf niet recht in
de zon. Dit kan een
blijvende beschadi-
ging van het netvlies
veroorzaken.
93
3HOOFDSTUK
3 – Reisfotografie
Voor de liefhebbers volgen hier de data waarop u een eclipsin beeld kunt brengen. Kijkt u wel even in de krant waar udeze het beste kunt fotograferen voordat u naar Noordpol-derzijl rijdt!
■ 3 oktober 2005, 29 maart 2006, 1 augustus 2008, 4 januari2011, 20 maart 2015, 10 juni 2021 en 25 oktober 2022. Meerinformatie vindt u op de website www.hemelwacht.net.
3.8 Panorama’sVanaf een hoog gelegen punt kijkt u over de hele stad en kuntu beneden u de woonwijken zien liggen. Met de groothoekin-stelling legt u een groot deel van de stad beneden u vast,
Figuur 3.21: De eclips gefotografeerd door het
glas van een lasmasker (foto boven Piet Boertjens)
94
3HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
maar u kunt ook inzoomen op details. U kunt ook een cirkel-beweging maken en het panorama in meerdere beelden vast-leggen. Zorg ervoor dat de opnamen elkaar iets overlappen.Met Adobe Photoshop Elements is het mogelijk om deze fo-to’s aan elkaar te plakken (zie hoofdstuk 7).
Figuur 3.22: Het panorama van Sevilla vanaf de Giralda genomen
Mooie beelden krijgt u als u wacht tot het schemerig wordt.De lichten van de stad gaan al aan, maar de lucht is nog niethelemaal donker. Hierdoor kunt u nog zien wat u fotografeert,zeker als u eerst overdag bent gaan kijken wat u precies wiltfotograferen. De volgende opnamen zijn gemaakt vanaf hetdakterras van een huis in Sevilla. Door met de sluitertijd teexperimenteren kwamen we tot de juiste belichtingstijd.
95
3HOOFDSTUK
3 – Reisfotografie
3.9 Tot besluitReisfoto’s blijven altijd een geliefd onderwerp omdat ieder-een wel wil zien waar u bent geweest. Aan de hand van defoto’s kunt u uw reisverhaal uit de doeken doen aan uw bu-ren, familie en kennissen. Deze zullen het waarderen als umet mooie foto’s thuiskomt. Maak foto’s van verschillendeonderwerpen dat maakt het beeldverslag interessant.
Figuur 3.23: Sevilla bij het ondergaan van de zon op een mooie zomer-
avond
97
HOOFDSTUK 4
De digitale fotografie stelt ons in staat om opnamen te makenzonder een studio te hoeven gebruiken. Natuurlijk zullen be-roepsfotografen hiervan wel gebruikmaken, maar een ama-teurfotograaf kan zijn modellen ook zonder lampen en scher-men goed in beeld brengen.
4.1 AanpakEr zijn talloze manieren om uw model in beeld te brengen.Elke fotograaf kiest een aanpak die bij hem of haar past. Er
TIPAls u uw eigen gezins-
leden als model ge-
bruikt, zorg dan dat u
uw camera bij de hand
hebt als zich een leuk
moment voordoet om
een foto te maken. U
hoeft niets af te spre-
ken. U bent er gewoon
met uw camera. Neem
de camera mee tijdens
een familiebezoekje of
uitstapje. Probeer ook
om ongemerkt foto’s
te maken of als er ac-
tie is waarbij niemand
meer op u let.
WAARSCHUWINGNiet elke situatie leent
zich om een foto te
maken. Er zijn momen-
ten die iemand voor
zichzelf wil houden en
niet wil delen met een
onbekende die daar-
van een foto bekijkt.
Ook al is het plaatje
nog zo mooi, als uw
model u niet toestaat
om daarvan een opna-
me te maken, kunt u
het beter laten.
Figuur 4.1: Fotografeer als er zich een leuke gelegenheid voordoet
PortrettenPortretfotografie is een aparte richting in de fotografie. Het is eencombinatie van goed kunnen omgaan met uw digitale camera, maarook met uw model(len). Het is vaak net dat ene moment waarop desluiter van uw camera open moet gaan om het mooiste beeld tepakken.
98
4HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
zijn echter wel enkele regels voor te geven die werken om uwmodel zo natuurlijk mogelijk in beeld te krijgen.
4.1.1 Ken uw camera
In de eerste plaats is het belangrijk dat uw digitale camerageen struikelblok is bij het maken van portretfoto’s. Het iszonde als u staat te prutsen om de camera juist in te stellenof op het moment suprême het geheugen moet verwisselen ofeen lege batterij moet vervangen. Als u blindelings kuntscherpstellen (autofocus), het juiste beeld kunt bepalen endaarbij uw model ook nog op zijn/haar gemak kunt stellen,bent u klaar om met een model te werken.
4.1.2 Neem de tijd
Het is belangrijk dat uw model weet dat u alle tijd hebt. Evensnel een fotootje maken, leidt zelden tot een goed resultaat.Het maakt ook verschil of u uw model al kent of dat u voorhet eerst kennismaakt. Met een nieuw model kunt u betereerst een kennismakingsgesprekje voeren onder het genotvan een kop koffie, een kop thee of een ander drankje. Pas alshet ijs gebroken is en er een ontspannen sfeer ontstaat, gaatu aan de slag.
4.1.3 Bepaal de omgeving
‘Waar gaan we de foto maken?’ is een van de meest gesteldevragen van een model. Natuurlijk hebt u daar al over nage-dacht. U kent de interesses van uw model, beroep, hobby’s,enzovoort. Dit zijn aanknopingspunten voor het kiezen vande omgeving. Zo kunt u uw model in zijn/haar werkomgevingfotograferen. Achter het bureau in de werkkamer, maar ookzijn/haar lievelingsplek opzoeken, bijvoorbeeld op een bank-je in het park, de dierentuin en ga zo maar door.
4.1.4 Kies een goed moment
Het moment waarop u uw model gaat fotograferen, is heelbelangrijk. U spreekt een dag en een tijdstip af waarop u bei-den kunt. Spreek ergens af waar u eerst nog even kunt bijpra-ten en waar vandaan u naar de plek kunt gaan waar u de op-
OPMERKINGHet kan voorkomen
dat er factoren zijn
waardoor de opnamen
niet kunnen doorgaan.
Er zit net een groep
hangjongeren op dat
favoriete bankje of een
technicus moet juist
bij het bureau van uw
model zijn. Het is dan
beter om een nieuwe
afspraak te maken of
te wachten tot u wel
bij de plek kunt ko-
men die u in gedach-
ten hebt.
99
4HOOFDSTUK
4 – Portretten
namen gaat maken. Ga er echter ook van uit dat er iets tussenkan komen. Als blijkt dat uw model er ‘verkreukeld’ uitzietdoor een nacht doorwaken of om een andere reden, kunt uook beter een ander moment afspreken. Uw foto komt mis-schien jaren lang aan de muur te hangen, dan wilt u toch ookdat uw model er fatsoenlijk op staat.
Figuur 4.2: De omgeving bepaalt voor een groot deel de stemming van
de foto
Figuur 4.3: Kies op een goed moment de juiste plaats om de opnamen te
maken
100
4HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
4.1.5 Rode ogen bij het gebruik van flitslicht
Bij het gebruik van flitslicht ligt het gevaar van het rode ogeneffect op de loer. Als het licht via de pupil direct op het net-vlies valt, wordt rood licht teruggekaatst. Op de foto zijn depupillen dan rood gekleurd. Dit is te voorkomen door in hetcameramenu de optie Red eye reduction in te stellen. De flitswerkt dan twee keer. De eerste flits zorgt ervoor dat de pupilzich verkleint waardoor bij de tweede flits de weerkaatsingvan het rode licht van het netvlies wordt tegengegaan.
4.2 TotaalopnameEen totaalopname is een foto waarop het model van hoofdtot voeten te zien is. Dergelijke foto’s laten vaak zien waarhet model, werkt, woont of zijn vrije tijd doorbrengt. Een to-taalopname van een model stelt eisen aan de kleding die hij/zij draagt, omdat deze op de foto te zien zal zijn. Verder zaleen deel van de omgeving waar de opname is gemaakt op defoto staan. Dit kan van alles zijn, maar het maakt wel deel uitvan de compositie. Voor het maken van een totaalopnamehoudt u enige afstand tot uw model. De foto kan zowel metgroothoek als met een teleobjectief worden gemaakt.
OPMERKINGBij het flitsen in het
donker is de tijd
tussen de eerste en de
tweede flits vaak te
kort. Het model is dan
nog niet bijgekomen
van de eerste flits en
zit nog met de ogen
dicht. Het is dan beter
om de voorflits maar
achterwege te laten
en rode ogen met
fotobewerkingssoft-
ware aan te passen.
Figuur 4.4: Een model ten voeten uit heet een totaalopname
101
4HOOFDSTUK
4 – Portretten
4.3 HalftotaalEen halftotaal is een opname van middel tot hoofd. De foto-graaf komt dichterbij of gebruikt de telezoom om het onder-werp naar voren te halen. Meer details van het gezicht en dekleding worden zichtbaar. Omdat de armen vanaf de schou-der tot aan de dijen reiken is het belangrijk dat u de handentijdens het fotograferen in de gaten houdt. Als u uw modeliets in de hand geeft, komt deze omhoog en onder een hoekte staan. Voorkom dat u een opname met ‘afgehakte’ handenkrijgt. Wanneer u een deel van het hoofd weglaat, moet dateen bewuste keuze zijn en passen in de compositie. Een mo-del met een halve schedelpan is geen gezicht. Bij een close-up is dat wel toegestaan, omdat u dan alleen een deel van hetgezicht in beeld brengt.
Figuur 4.5: Een halftotaal is een opname van middel tot hoofd
4.4 Close-upEen close-up is een opname die van dichtbij is gemaakt. Al-leen het gezicht of een gedeelte daarvan wordt in beeld ge-bracht. Als u dichtbij iemand komt, heeft dit psychologischegevolgen. U komt binnen het territorium van de andere endeze krijgt de neiging zich onveilig te voelen en wil zich terugtrekken. Bij het maken van een close-up is het daarom be-
102
4HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
langrijk dat uw model zich op zijn/haar gemak voelt. Als uelkaar beter leert kennen, keert het gevoel van veiligheid te-rug en kan er zelfs een sfeer van intimiteit ontstaan. Dit zijnde momenten waarop u de camera kunt pakken en uw fotokunt maken. In figuur 4.6 ziet u een opname die tijdens eenfeestje is gemaakt.
Figuur 4.6: Een close-up is een opname van dichtbij
Een andere methode om een close-up te maken is het gebruikvan de tele-instelling van het objectief. U haalt daarmee hetmodel dichtbij zonder zelf dichterbij te komen. Deze metho-
Figuur 4.7: Een opname maken met het objectief in de telestand
103
4HOOFDSTUK
4 – Portretten
de kunt u bijvoorbeeld gebruiken op straat, markt of tijdensfeesten. Als u werkt met mensen die niet weten dat ze wor-den gefotografeerd, krijgt u vaak heel ongedwongen opna-men. De kans op mislukken van een foto is echter groter, om-dat het model bijvoorbeeld plotseling beweegt. Hiermeeontstaat bewegingsonscherpte of het model zit niet meer inde scherpte zoals u die hebt ingesteld. Hierbij komen devoordelen van de digitale camera goed tot zijn recht, want ukunt net zolang blijven fotograferen tot u de juiste opname tepakken hebt.
4.5 DubbelportretEen dubbelportret is een foto waar twee personen op staan.Dit kunnen vrienden of partners zijn, maar ook een bekendeNederlander samen met een van uw familieleden. In het laat-ste geval hebt u meestal maar weinig tijd om de foto te ma-ken. Blijf echter kalm en wordt niet zenuwachtig omdat u eenfoto mag maken van die bekendheid. Tenslotte is deze ookmaar een mens en zal het waarderen als u rustig blijft en tij-dens de opnamen een leuk gesprek blijft voeren. In het alge-meen geldt dat u een paar uurtjes uittrekt om met uw model-len op te trekken. U kunt naar een bepaalde plek gaan dievoor beiden interessant is en u laat uw modellen gewoon hun
Figuur 4.8: Een dubbelportret laat twee
modellen zien
104
4HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
gang gaan. De foto’s in figuur 4.8 zijn twee voorbeelden vandubbelportretten die tijdens een uitstapje zijn gemaakt.
4.6 GroepsfotoVroeger gingen we als familie naar de fotograaf om een fotovan het hele gezin te laten maken. Vader en moeder in hetmidden, de kinderen links en rechts om hen heen en de jong-ste bij moeder op schoot. Even lachen naar de fotograaf enwe konden in onze nette kleren weer naar huis. Tegenwoor-dig gaat dat wat anders. Veel kinderen hebben geen zondagsekleren meer en het colbertjasje van vader is ook al jaren oud.
Groepsfoto’s worden meestal spontaan genomen als het ge-zin toevallig helemaal compleet is en er iemand met een foto-toestel langskomt. Als u dat bent, wordt er meestal van u ver-wacht dat u de regie voor het maken van de foto op u neemt.Iedereen is al bezig met het moment dat de foto zal wordengemaakt. U moet er echter voor zorgen dat dat moment erook komt! Met een digitale camera is een buitenopname hetbeste. Zet bij het bij elkaar zetten van de groep de langstemensen achter en de kleinste voor. Er zijn twee belangrijkeregels:
4.6.1 De opstelling
Bij het maken van een groepsfoto wilt u de hoofden van demensen zo groot mogelijk op de foto afbeelden. Dit lukt al-leen als de groep niet te breed is en u daardoor niet te verachteruit hoeft te lopen om iedereen in beeld te krijgen.Neem uw standpunt in en plaats zowel links als rechts in hetkader van uw zoeker een persoon. Deze vormen de breedtevan de opstelling. De andere leden van de groep krijgen eenplaats daartussenin.
De eerste regel is dat de langste mensen achteraan komen testaan, daarvoor een rij personen die iets kleiner zijn en dekinderen vooraan.
De tweede regel is: wie de camera niet kan zien, komt ookniet op de foto. Vooral bij een grote groep is het bijna onmo-
105
4HOOFDSTUK
4 – Portretten
gelijk om iedereen in de gaten te houden. Deze verantwoor-delijkheid legt u bij de groepsleden zelf neer. Zeg dus gewoondat als ze de camera niet zien, anders moeten gaan staan om-dat ze niet op de foto komen. Geef desnoods een paar aanwij-zingen tot u een aardige compositie hebt bepaald. Neem eenaantal opnamen achter elkaar. Intussen maakt u een paargrappen zodat de groep steeds meer ontspannen wordt. Erzit gegarandeerd een opname bij die geslaagd is.
In figuur 4.9a ziet u een groepsfoto van bewoners uit eenbuurt die deze foto als afscheidsgeschenk aan een vertrek-kende bewoner willen aanbieden. De andere foto is gemaaktin een ziekenhuis in Sneek. Moeder krijgt bezoek van al haarkinderen.
Figuur 4.9: Ook op een groepsfoto probeert u elke persoon goed in
beeld te krijgen
a
b
106
4HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
4.7 KinderfotoBaby’s en kinderen zijn een dankbaar onderwerp, maar lastigomdat ze zo beweeglijk zijn en onderhevig aan stemmingen.U kunt kinderen het best fotograferen tijdens het spel, alleenof met andere kinderen. Neem daarbij een laag standpunt inzodat u op ooghoogte met het kind komt. Om de wereld vankinderen te fotograferen moet u door de knieën of vanaf eenstoel foto’s maken. Maak uw foto’s tussen de 80 cm en 120 cmvanaf de grond.
De foto van deze vader met zijn baby is opgenomen tijdensde zomerweek op Meeuwenveen in Havelte. Terwijl zijnvrouw binnen bezig is, loopt vader Hans rond op het terrein.De baby wordt door de wandeling in slaap gewiegd.
Figuur 4.10: De baby slaapt lekker in zijn hangdoek
4.7.1 Attractiepark
Als u ongedwongen foto’s wilt maken, kunt u uw (klein-)kinderen meenemen naar een pretpark. In de verschillendeattracties hebt u de gelegenheid om de kinderen alleen ofmet elkaar in beeld te brengen. Kijk ook naar mogelijkhedenom kinderen vóór een kleurrijke achtergrond te fotograferen.Sommige attracties zijn qua vorm ook interessant, zoals de
107
4HOOFDSTUK
4 – Portretten
achtbaan. Bedenk bij het maken van foto’s in deze omgevingaan de minimale belichtingstijd. Omdat de kinderen nogalbeweeglijk zijn, kunt u het beste fotograferen met de auto-maat uitgeschakeld. Zet de belichtingstijd minimaal op1/125 per seconde.
Figuur 4.11: Kinderen in het pretpark
4.8 InflitsenTijdens een wandeling in de avonduren komen we langs eenklein jongetje dat samen met zijn moeder twee kleine hondjesprobeert kwijt te raken. Het plaatje is te mooi om zomaarvoorbij te lopen. Het jongetje draait net op het moment datde flitser afgaat zijn mooie hoofdje naar de camera. Een beet-je geluk moet je als fotograaf hebben!
Figuur 4.12: Met behulp van de ingebouwde flitser is deze foto gemaakt
108
4HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
4.9 Ouderen portretterenRegelmatig maken we van onze ouders foto-opnamen. Voorlater als ze er niet meer zijn. Het grote aantal rimpels in hetgezicht, de vorm van de handen en de teerheid van de huidzijn een uitdaging voor een fotograaf om dit esthetisch vormte geven. In figuur 4.13 ziet u een foto van de moeder van deauteur. Deze is gemaakt in een Chinees restaurant na een ge-zellig dagje uit.
Figuur 4.13: Het invallende avondlicht verlicht de mooie grijze haren van
deze oude moeder van 91 jaar
Er zijn natuurlijk heel wat situaties te bedenken waarin u deoudere kunt portretteren: in huis, bij werkzaamheden in detuin, bij het beoefenen van een hobby of sport, en als het mo-gelijk is op het werk of als de oudere al gepensioneerd is,kunt u teruggaan naar een van de werkplekken. In figuur 4.14ziet u twee opnamen van een oude monnik in het klooster bijDeventer. De bruine pij verdwijnt tegen de achtergrond. Hetgezicht van deze oude monnik komt mooi naar voren tegende donkere achtergrond. De huid op de handen is dun. Deaderen schijnen er doorheen. Dit detail laat de kwetsbaar-heid van de ouderdom goed zien.
109
4HOOFDSTUK
4 – Portretten
Figuur 4.14: Pater Johannes in een klooster bij Deventer
4.10 VakantieportrettenEen van de leuke kanten tijdens de vakantie is dat u heel ver-schillende soorten mensen tegenkomt. Zo hebben de meestemensen in Spanje voornamelijk zwarte haren, maar in Zwe-den zijn ze overwegend blond. Ook de gelaatstrekking vanmensen zijn per land verschillend. Het is leuk om portrettente maken van lokale bewoners. Als u bijvoorbeeld in een stadof dorp bent, kunt u vanaf een bankje rustig mensen observe-ren. Met sommige camera’s is het mogelijk om het LCD-scherm te draaien ten opzichte van het camerahuis. Hierdoorontstaat een soort ‘verborgen’ camera die u op uw knieënkunt leggen. Door van bovenaf in het scherm te kijken, kunt ugemakkelijk uw omgeving in de gaten houden en een opnamemaken van passerende wandelaars. Maar u kunt het ook aanmensen vragen op een terrasje of in een café als u een fotowilt maken.
Let erop dat de mensen geneigd zijn om de fotograaf aan tekijken in plaats van te kijken in de lens van de camera.
110
4HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
4.11 Tot besluitPortretfotografie is een aparte tak binnen de fotografie. Omeen goed portret te kunnen maken, zorgt u eerst voor eenontspannen sfeer. Na het inschieten waarbij de geportretteer-de aan de camera gewend raakt, gaat u echt aan de slag. Fo-to’s kunt u maken in de woon- of werkomgeving, maar ooktijdens een bijeenkomst, het uitgaan of als uw model zijn/haar hobby beoefent.
Figuur 4.15: Een vrouw voedt haar kind op een terrasje in Ronda, Spanje
Figuur 4.16: Een man geniet van zijn spelende kind op zijn schoot
111
HOOFDSTUK 5
5.1 AanpakAls men u voor de eerste keer vraagt om deze belangrijkefoto’s in het leven van het paar te maken, heeft het aanstaan-de bruidspaar blijkbaar vertrouwen in uw fotografische kwa-liteiten en daar mag u best trots op zijn en zelfvertrouwen uithalen. Dit betekent namelijk dat uw foto’s gewaardeerd wor-den. Een ander punt is dat u naast het maken van de foto’sook de regie van de bruiloft gedeeltelijk in handen moet ne-men. Er wordt van u verwacht dat u de juiste momenten kentwaarop foto’s gemaakt moeten worden.
Het is belangrijk dat u een idee krijgt van de verwachting diehet bruidspaar van het resultaat van de opnamen heeft. Ukunt daarvoor een afspraak maken voor een ‘interview’ waar-in het bruidspaar kan aangeven van welke gebeurtenissenfoto’s gemaakt moeten worden. Naast stadhuis en eventueelkerk (moskee of ander samenzijn), wil men meestal ook eenaantal trouwfoto’s. U kunt afspreken waar en wanneer u diewilt maken. U maakt voor uzelf aantekeningen en verwerktdeze tot een soort draaiboekje zodat u weet wat er wanneergebeurt en wat er dan van u verwacht wordt.
TIPAls u de regie van de
fotosessies lastig vindt,
zoek dan een ‘maatje’
die u tijdens deze dag
assisteert en deze taak
van u overneemt.
OPMERKINGEr valt iets voor te zeg-
gen om met twee fo-
tografen te werken,
zoals wij dit hebben
gedaan bij de huwe-
lijksreportage van Cor-
nelis en Linda die in
dit boek wordt ge-
bruikt. Het paar vroeg
om analoge opnamen
(met een gewoon fo-
totoestel) en digitale
opnamen. Wij hebben
toen besloten om bei-
de te doen. Naast
twaalf rolletjes van 36-
opnamen hebben we
ook meer dan vierhon-
derd digitale opnamen
gemaakt. De digitale
opnamen zijn op een
aantal cd-roms ge-
brand en aan de be-
trokken familie uitge-
deeld. De analoge
opnamen heeft het
bruidspaar gebruikt
om zelf een fotoalbum
samen te stellen.
HuwelijksreportageIedereen wil graag foto’s hebben van ‘de mooiste dag van zijn/haarleven’, zoals de huwelijksvoltrekking en het feest dat daarna plaats-vindt. Niet iedereen wil of kan daar echter een professionele fotograafvoor inhuren. Als u een vraag krijgt om deze foto’s te maken, kunt uzich met behulp van de aanwijzingen in dit hoofdstuk voorbereiden.
112
5HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
5.2 Belangrijke momentenAan de hand van een aantal voorbeelden ziet u de belangrijk-ste elementen uit de huwelijksreportage. De belangrijkstemomenten worden daarvoor even op een rij gezet die foto-grafisch gezien interessant zijn.
■ voorbereiding bruid;
■ aankomst bruidegom met het bruidboeket;
■ huwelijksvoltrekking in de trouwzaal;
■ locatiefoto’s maken in tuin of binnen;
■ inzegening in de kerk;
■ bruidstaart aansnijden;
■ receptie na afloop;
■ diner met huwelijksfeest.
5.2.1 Voorbereiding bruid
De voorbereiding van een ‘standaard’ huwelijksdag begintvaak al ’s morgens als de bruid zich aankleedt en opmaakt.Ze wordt daarbij vaak geholpen door de moeder en/of de bes-
Figuur 5.1: De bruid maakt zich mooi voor haar geliefde
113
5HOOFDSTUK
5 – Huwelijksreportage
te vriendin(nen). Het ritueel van het opmaken, het schikkenvan de jurk, het vastmaken van de bruidssluier biedt genoegleuke momenten om vast te leggen.
Opnametechniek
Probeer de sfeer vast te leggen zoals deze is, zonder flitslichtte gebruiken. Met flits verstoort u de natuurlijke schaduw-werking dat door het bestaande licht wordt veroorzaakt. Ukunt (meer) daglicht binnenlaten door een gordijn te openen.Gebruik eventueel een statief als de belichtingstijd onder dekritische grens van 1/60 per seconde komt. Of u vraagt debruid een ogenblik stil te staan in een bepaalde positie, bij-voorbeeld bij het opbrengen van make-up of het schikken vande bruidsjurk.
Figuur 5.2: De bruiloftsgasten vermaken zich met de bruid
114
5HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
5.2.2 Sfeerfoto’s maken
De bruid ziet er op haar mooist uit. Iedereen bewondert haaren wil graag een bijdrage leveren aan de schikking van dekleding of accessoires. Ook de naaste familie ziet er andersuit in nette kleren en vinden het leuk om daarmee op de fotote komen. Voor u een prima gelegenheid om wat sfeerfoto’ste maken (zie figuur 5.2).
Opnametechniek
Als familie van de bruid of bruidegom kent u de familieledenvan de andere partij niet. U zult geneigd zijn om vooral be-kende familieleden op de foto te zetten. Probeer in dit sta-dium contact te maken met de bruiloftsgasten die u niet kenten zet deze ook op de foto. Zo krijgt u foto’s die voor beidekanten van de familie interessant zijn.
5.2.3 Aankomst bruidegom
Dan is het gespannen wachten op de bruidegom met hetbruidsboeket. Deze heeft de avond daarvoor meestal een vrij-gezellenavond gehad en kan zich wel eens verslapen hebben.Iedereen is ook benieuwd hoe het bruidsboeket eruitziet.Leuk is het moment dat de bruidegom aan komt lopen, fiet-sen of meestal per auto verschijnt. Het drukken op de deur-bel. De bruid die de deur opendoet en het bruidboeket in ont-vangst neemt.
De bruidegom heeft ook de corsages bij zich die de bruilofts-gasten kunnen opspelden. De heren dragen deze links met debloem omhoog, de dames links met de bloem omlaag. Hier-van kunt u leuke foto’s maken.
Opnametechniek
Zorg ervoor dat u op tijd buiten bent zodat u de bruidegomziet aankomen en deze meteen in beeld kunt brengen. Leterop dat de witbalans van uw toestel goed is ingesteld. Als ubinnen met kunstlicht hebt gefotografeerd, wijzigt u de witba-lans voor fotograferen met daglicht.
OPMERKINGHet gebeurt niet vaak
dat alle familieleden
bij elkaar komen en
netjes gekleed gaan.
Dit is dan ook een leu-
ke gelegenheid om
alle familieleden op de
foto te zetten. In het
vorige hoofdstuk is het
maken van portretten
besproken. Lees dit
hoofdstuk door als u
van plan bent om
naast het bruidspaar
ook de overige familie-
leden in beeld te bren-
gen.
115
5HOOFDSTUK
5 – Huwelijksreportage
5.2.4 De bruiloftsgasten
Het komt niet vaak voor dat de hele familie bij elkaar komt.Een ontmoeting tussen de families van bruid en bruidegommet ooms en tantes, neefjes en nichtjes is een unieke bijeen-komst. Het is leuk om hier ook een aantal foto’s van te ma-ken. Er is meestal wel een plaats in huis waar u een aantalgasten samen met de bruid of bruidegom kunt fotograferen.Probeer zo veel mogelijk intieme momenten vast te leggen.
Opnametechniek
Verdeel de opnamen tussen beide families. Wellicht is er ge-legenheid om enkele groepsfoto’s te maken van zowel de fa-milie van de bruid als van de bruidegom. Maak zo veel moge-
Figuur 5.3: De bruidegom komt aan met het bruidsboeket
116
5HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
lijk gebruik van bestaand licht. U kunt de gasten op een stoelof bank laten zitten op een plek bij het raam.
5.2.5 Locatiefoto’s
De locatiefoto is een voorbeeld van een dubbelportret datmeestal tot doel heeft om op het dressoir in de huiskamer testaan en op de slaapkamer van de wederzijdse ouders. Vooru is dit een artistieke uitdaging om daar iets moois van temaken. De omgeving waar u deze foto’s gaat maken, speeltdaarbij een grote rol.
Figuur 5.4: De bruiloftsgasten maken zich op voor het huwelijksfeest
OPMERKINGLocatiefoto’s kunnen
natuurlijk ook na de
huwelijksvoltrekking
worden gemaakt. Als u
erin slaagt om het
bruidspaar ontspan-
nen te krijgen en naar
een paar leuke plek-
ken voert, zal het offi-
ciële gedeelte meestal
ook wel wat meer ont-
spannen verlopen.
117
5HOOFDSTUK
5 – Huwelijksreportage
Opnametechniek
Spreek van tevoren met het bruidspaar af waar u naartoegaat. Neem eventueel accessoires mee die u bij de opnamenwilt gebruiken. In deze reportage maken we gebruik van bal-lonnen, champagne met glazen, enzovoort. Sommige bruids-paren gaan heel ver in hun wensen en zijn bereid om alles tedoen om een originele foto te krijgen tot een parachutesponguit een vliegtuig toe! Ook een duik in zee wordt niet gemeden,waarbij het niet uitmaakt dat de huwelijkskleding tot een een-malig gebruiksvoorwerp wordt gedegradeerd.
Figuur 5.5: Trouwfoto’s zijn voor het bruidspaar een blijvend hoogtepunt
uit de huwelijksreportage
118
5HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
5.2.6 De trouwzaal
De trouwzaal hoeft niet per se in het stadhuis, stadskantoorof gemeentehuis te zijn. Er zijn ook diverse kastelen en monu-mentale panden die over een trouwzaal beschikken. Voor u ishet belangrijk dat u de route kent. Het beste is om zelf plaatste nemen in de trouwauto. Als u voorin zit, kunt u het bruids-paar tijdens de rit fotograferen en bent u meteen aanwezig bijhet in- en uitstappen.
Figuur 5.6: Neem bij voorkeur plaats in de auto van het bruidspaar
De parkeerruimte bij de trouwzaal is het verzamelpunt voorhet hele gezelschap dat de huwelijksplechtigheid gaat bijwo-nen. Veel gasten kennen elkaar, maar hebben elkaar een lan-ge tijd niet gezien.
Opnametechniek
Het is leuk om van deze ontmoeting een paar foto’s te maken.Meestal moet u toch wachten omdat er nog een bruidspaarwordt getrouwd. Bij sommige trouwzalen gaat dat namelijkde hele dag door. Laat uw modellen niet in het zonlicht kij-ken. Denk ook aan de schaduw van gebladerte onder bomen.Deze kunnen storende patronen vormen op gezicht en kle-ding
Bij aankomst in de trouwzaal wordt het bruidspaar even ineen aparte kamer gezet. Dit intieme moment zo vlak voor deplechtigheid is aardig om vast te leggen. De laatste schikkin-gen aan de kleding worden gedaan en er zijn korte overden-kingen op hetgeen te gebeuren staat.
119
5HOOFDSTUK
5 – Huwelijksreportage
Opnametechniek
Het is leuk om deze momenten vast te leggen. Dit zijn de laat-ste minuten van het ongetrouwde bruidspaar. Sommige stel-len zijn zichtbaar zenuwachtig, andere gebruiken dit moment
Figuur 5.7: Het gezelschap ontmoet elkaar bij de trouwzaal
Figuur 5.8: Het paar wordt voor de voltrekking van het huwelijk in de
wachtkamer gezet
120
5HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
van alleen samen zijn om zich helemaal voor te bereiden opwat komen gaat. U kunt trachten deze sfeer in enkele beeldenvast te leggen.
Het bruidspaar komt als laatste de trouwzaal binnen en hetwachten duurt tot alle gasten plaats hebben genomen. Ter-wijl de trouwzaal volloopt, hebt u gelegenheid om even kortmet de ambtenaar van de burgerlijke stand te praten overwat u van plan bent te gaan doen. Overleg waar u het bestekunt gaan staan en vraag of er nog bijzondere momenten zijndie het waard zijn om vast te leggen. In het algemeen kunt ude volgende gebeurtenissen verwachten:
5.2.7 Binnenkomst bruidspaar
Meestal komt het bruidspaar samen binnen, vergezeld vanbruidsmeisjes of bruidsjonkers. Soms zijn daar ook kinderenbij van het bruidspaar zelf of de kinderen uit een eerder hu-welijk. Bij een traditioneel huwelijk neemt de bruidegomplaats op de voor hem bestemde stoel en wordt de bruiddoor de vader, de oom of een andere persoon naar binnengebracht. Deze ‘geeft de bruid weg’ waarna zij plaatsneemtop de stoel naast de bruidegom. Van voor gezien zit de manlinks en de vrouw rechts.
Figuur 5.9: De bruid wordt binnen geleid
121
5HOOFDSTUK
5 – Huwelijksreportage
Opnametechniek
De binnenkomst van het bruidspaar is een moment dat u ze-ker moet vastleggen. Zorg dat uw flitser op de camera is ge-monteerd en werkt. Meestal is de trouwzaal zodanig verduis-terd dat u moet flitsen om bewegingsonscherpte tevoorkomen en om de schaduwpartijen op te lichten.
5.2.8 Toespraak door de ambtenaar van deburgerlijke stand
De ambtenaar houdt een korte toespraak naar aanleiding vanhet voorgesprek dat met het toekomstig paar heeft plaatsge-vonden. Hierin wordt de eerste ontmoeting gememoreerd, defamilieanekdotes worden erbij gehaald, enzovoort. Een mooimoment om het bruidspaar te fotograferen maar ook het luis-terende publiek in de zaal.
5.2.9 Huwelijksvoltrekking
Dan komt het moment suprème. Bruid en bruidegom verkla-ren zich man en vrouw ten overstaan van de ambtenaar vande burgerlijke stand en de getuigen. Probeer op het juiste
Figuur 5.10: Toespraak van de ambtenaar van de burgerlijke stand
122
5HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
moment de blik van de bruid en bruidegom vast te leggen alshet jawoord wordt uitgesproken.
Figuur 5.11: Tijdens de huwelijksvoltrekking kiest u de beslissende mo-
menten
Opnametechniek
Kijk vóór het nemen van deze foto’s naar het geheugen vanuw camera. Als u twijfelt of u voldoende opnamen kunt ma-ken, plaats dan een leeg kaartje in de camera zodat u genoegopnamen achter elkaar kunt maken. Tijdens de huwelijksvol-trekking en het uitwisselen van de ringen hebt u nauwelijkstijd om zich met de technische problemen van de camera tebemoeien.
5.2.10 Uitwisseling van de ringen
Als er na het burgerlijk huwelijk geen kerkelijke inzegeningplaatsvindt, worden de ringen in de trouwzaal omgedaan. Ditis een moment dat u niet mag missen. Het is ook een van demoeilijkste momenten. Het is belangrijk dat de ring goed opde foto te zien is. U mag daarbij enige regie toepassen.
123
5HOOFDSTUK
5 – Huwelijksreportage
Opnametechniek
Zorg van tevoren dat u de juiste plaats hebt ingenomen. Be-denk dat iedereen het heel natuurlijk vindt als u om hetbruidspaar en de ambtenaar van de burgerlijke stand heenloopt.
Figuur 5.12: De uitwisseling van de ringen is een belangrijk moment
124
5HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 5.13: Het tekenen van de huwelijksakte
5.2.11 Tekenen van de akte
Na het voltrekken van het huwelijk en het wisselen van deringen vindt het tekenen van de huwelijksakte plaats. Bruiden bruidegom tekenen deze als eerste waarna de getuigenmogen tekenen. Altijd leuk om te fotograferen.
Opnametechniek
Let op dat dit alles in een korte tijd plaatsvindt en dat u snelmoet fotograferen. De ambtenaar van de burgerlijke standtekent als laatste. Vergeet niet om een foto van de getekendeakte te maken.
125
5HOOFDSTUK
5 – Huwelijksreportage
5.2.13 Gelegenheid tot feliciteren
Het pas getrouwde paar verlaat als eerste de trouwzaal enstaan in de hal de genodigden op te wachten. Iedereen magnu de bruid (en bruidegom) zoenen waarvan meestal volopgebruikgemaakt wordt. Ook de wederzijdse ouders wordengefeliciteerd.
Opnametechniek
De wederzijdse ouders mogen als eerste bruid en bruidegomfeliciteren. Leg deze momenten vast. Dit is een vreugdevolmoment. Iedereen is blij en vrolijk. Maak een aantal foto’swaarin deze sfeer goed overkomt.
Figuur 5.14: De ambtenaar van de burgerlijke stand spreekt nog een
paar woorden om de feestvreugde te vergroten
5.2.12 Afscheidswoorden
Nadat het bruidspaar officieel is getrouwd en zich ‘man envrouw’ mag noemen, vertelt de ambtenaar van de burgerlijkestand meestal nog iets over hoe het verder zal gaan met hetbruidspaar. Woorden als huwelijksbootje, zwaar weer, tegen-wind, voor- en tegenspoed vallen meestal, maar soms is hetverhaal ook vrolijker.
126
5HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 5.15: Na de huwelijksvoltrekking is er gelegenheid om de bruid te
kussen
5.2.14 Groepsfoto
Nu het huwelijk is voltrokken, kan er een groepsfoto wordengemaakt. Deze maakt u op de trap van het gemeentehuis,stadhuis of eventueel op een plaats ervoor.
Opnametechniek
Het bruidspaar stelt u in het midden op en wederzijdseouders, broers, zusters en getuigen eromheen. In het vorigehoofdstuk vindt u meer aanwijzingen voor het opstellen vaneen groep mensen.
127
5HOOFDSTUK
5 – Huwelijksreportage
5.3 Kerk, moskee of spirituelebijeenkomst
Voor veel bruidsparen is de bijeenkomst in de kerk of elders,waar dieper wordt ingegaan op de stap die beide partnershebben genomen, belangrijker dan het burgerlijk huwelijk.Hier komt men meer tot bezinning en gaat men in op het mo-tief dat heeft geleid tot het nemen van de uiteindelijke stapom elkaar ‘eeuwig trouw te zweren’. Het verloop van een der-gelijke bijeenkomst is heel wisselend.
Opnametechniek
Het enige advies dat we u kunnen geven, is dat u overlegt metde voorganger over wat er te gebeuren staat en waar u wel ofniet mag staan. Meestal kunt u zich wel verdekt opstellen enmet een tele-instelling van het objectief foto’s maken.
5.4 Receptie, diner, feestDenk niet dat u er bent na de zware klus van de huwelijksre-portage. Nu staat de receptie te wachten met het diner enwellicht een feest.
Figuur 5.16: De groepsfoto maakt u bij voorkeur na het verlaten van de
trouwzaal
128
5HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Opnametechniek
Leuke momenten om vast te leggen zijn:
■ binnenkomst van de genodigden;
■ tekenen van het receptieboek;
■ aansnijden van de bruidstaart en elkaar een hapje voeren;vanaf nu eten bruid en bruidegom uit elkaars hand;
■ de toespraak van het bruidspaar, wederzijdse ouders enceremoniemeester;
■ sketches die worden opgevoerd door familie en vrienden;
■ groepsfoto’s aan de tafeltjes;
■ kinderen die zich vermaken.
Neem verschillende standpunten in en fotografeer ook eendeel van de omgeving zodat de kijker een indruk krijgt waarhet feest zich heeft afgespeeld. Voor het fotograferen vanindividuele feestgangers of groepjes verwijzen we naar hoofd-stuk 4 in dit boek.
OPMERKINGDe laatste tijd worden
steeds vaker op de ta-
fels ‘weggooi’-came-
ra’s neergelegd, waar-
mee de genodigden
zelf foto’s kunnen ma-
ken. Laat het maken
van foto’s echter niet
alleen over aan goed
bedoelende feestgan-
gers. Meestal valt er
weinig resultaat te ver-
wachten, omdat men
niet goed weet hoe
men het apparaat
moet gebruiken.
Figuur 5.17: Maak tijdens de receptie en het feest erna een aantal foto’s
van de ceremoniemeester, de sprekers, enzovoort
129
5HOOFDSTUK
5 – Huwelijksreportage
5.5 Tot besluitAan de hand van een aantal foto’s hebt u gezien wat er tij-dens bruiloften en feesten zoal te fotograferen valt. We hopendat u uit de voeten kunt met deze handreikingen en deze inpraktijk gaat brengen.
131
HOOFDSTUK 6
Bij het toonaangevende PC Magazine (the independent guideto technology www.pcmag.com) komt dit programma meteen score van vijf punten als een van de beste uit de test. Hetgaat hier om een uitgeklede versie van de professionele ver-sie van Adobe Photoshop. Voor de amateurfotograaf is ditprogramma echter veel beter om de eerste beginselen van dedigitale beeldbewerking te leren.
6.1 Het programma openenIn hoofdstuk 2 is het beheer van uw foto’s op uw computerbehandeld. U hebt uw foto’s op onderwerp of opnamedatumin mappen geplaatst. Adobe Photoshop Album bevat een tijd-lijn waarmee u foto’s gemakkelijk op datum kunt terugvinden.Bij het openen van een foto in Photoshop is het handig als uweet in welke map uw foto staat.
OEFENING 6.1 Photoshop Elements openen
1. Start Adobe vanuit de programmalijst. (Bij de installatiewordt er een aparte map Adobe gemaakt, waarin u de pro-grammanaam terug kunt vinden.) Op het scherm ver-schijnt het openingsvenster met een aantal hulpvensters(zie figuur 6.1).
OPMERKINGHet programma
Adobe Photoshop
Elements wordt vaak
meegeleverd met
scanners, digitale
camera’s of andere
apparatuur voor
digitale fotografie. Bij
de bespreking in dit
boek wordt gebruik-
gemaakt van de
Nederlandstalige
versie, maar de
Engelstalige optiena-
men staan er tussen
haakjes achter. U kunt
namelijk alleen de
Engelse 30-dagenver-
sie downloaden vanaf
internet
(www.adobe.nl/products/tryadobe/main.html).
Adobe PhotoshopElements 2 verkennenAdobe Photoshop is het meest gebruikte programma voor fotobewer-king. Photoshop Elements is een eenvoudiger versie van de professio-nele versie Photoshop. Het programma is gemakkelijker in het gebruiken bevat functies die voor fotoamateurs gemakkelijk zijn te gebruiken.In dit hoofdstuk ziet u wat u met dit programma kunt doen.
132
6HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
De vensteronderdelen die u tijdens het werken met Photo-shop ziet, zijn ingesteld in het menu Venster (Window; ziefiguur 6.2). U ziet voor vensteronderdelen een vinktekenstaan. Vensteronderdelen die al op het scherm staan, kunnenworden verborgen door op de vensteroptie te klikken.
2. Open, indien nodig, de vensteronderdelen waarvoor infiguur 6.2 een vinkteken staat en sluit andere vensteron-derdelen.
6.2 Een afbeeldingsbestand openenEerst wordt een foto geopend vanuit het fotoarchief. De fo-to’s die worden gebruikt, staan op de website van de auteur(www.boertjens.nl/digitalefotografie/gids50plus).
Figuur 6.1: Het openingsvenster van Adobe Photoshop Elements
1. Menubalk (Menu bar)
2. Sneltoetsbalk (Shortcut bar)
3. Optiebalk (Options bar)
4. Gereedschapspalet (Toolbox)
21
3
4
6
5
7
8
5. Tips (Hints)
6. Palettenvak (Layers)
7. Hoe kan ik (How To)
8. Welkomstscherm (Welcome Screen)
OPMERKINGMet de optie Palet-
locaties herstellen
(Reset Palette Loca-
tions) kunt u de
uitgangspositie van
alle venster zoals deze
tijdens het openen
van Photoshop op het
beeldscherm staan,
herstellen.
133
6HOOFDSTUK
6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen
OEFENING 6.2 Een foto uit het fotoarchief openen
1. Klik op de knop Welkomstscherm sluiten (Exit WelcomeScreen).
2. Sluit ook het venster Tips (Hints) en Hoe kan ik (How To)met de knop X (Sluiten).
3. Druk op Ctrl+O of kies in het menu Bestand (File) de optieOpenen (Open).
4. Klik in het venster Openen (Open) op de knop ▼ achterhet zoekvak.
5. Selecteer het station waar de map met de foto staat enopen deze map (zie figuur 6.3). U ziet de foto’s in de mapdie in dit hoofdstuk worden gebruikt.
6. Dubbelklik op de bestandsnaam, bijvoorbeeld DSC00279.De foto verschijnt in het venster (zie figuur 6.4).
7. Klik op de knop Maximaliseren om de foto in het middenvan het werkgebied van Adobe Photoshop Elements teplaatsen.
Figuur 6.2: In het menu Venster kunt u instellen welke programma-
onderdelen op het scherm verschijnen
134
6HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
OPMERKINGMet de optie Venster
(Window), Welkom
(Welcome) is het
mogelijk om het
welkomstvenster
opnieuw te tonen.
Figuur 6.3: In het venster Openen opent u de map en selecteert u het
afbeeldingsbestand dat u wilt bewerken
Figuur 6.4: In het venster verschijnt de foto die u in de map hebt gese-
lecteerd
135
6HOOFDSTUK
6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen
6.3 Foto’s verbeterenNadat u uw foto’s naar de computer hebt gekopieerd, zult ukritisch moeten kijken of uw foto’s technisch wel in orde zijn.U kunt nog zo’n leuk plaatje hebben geschoten qua composi-tie en onderwerp, als deze te licht of te donker is, zult u dezefout willen corrigeren.
De grootste behoefte bestaat dan ook uit het verbeteren vanfoto’s, het bijsnijden, kleurcorrecties toepassen, enzovoortbij het werken met een beeldbewerkingsprogramma zoalsAdobe Photoshop Elements. Deze handelingen zijn vrij een-voudig uit te voeren. Het menu Verbeteren (Enhance) bevateen aantal opties waar u dit mee kunt doen, zoals Snel repa-reren (Quick Fix) , Autocontrast (Auto Contrast), Automati-sche kleurcorrectie (Auto Color Correction), Belichting aanpas-sen (Adjust Lighting), Kleur aanpassen (Adjust Color) enHelderheid/contrast aanpassen (Adjust Brightness/Contrast).
6.3.1 Helderheid aanpassen
Foto’s die te licht of te donker zijn gaat u verbeteren. De fotoin figuur 6.4 is te donker doordat de opname snel met tegen-licht gemaakt moest worden. Pas dit als volgt aan:
OEFENING 6.3 De helderheid van een fotoaanpassen
1. Kies in het menu Verbeteren (Enhance) de optie Helder-heid/contrast aanpassen (Adjust Brightness/Contrast), Hel-derheid/contrast (Brightness/Contrast).
2. In het venster Helderheid/contrast (Brightness/Contrast)gebruikt u de schuifknop Helderheid (Brightness)om defoto iets lichter te maken.
3. Vervolgens past u met de knop Contrast (Contrast) dedoortekening van de foto aan.
4. Klik op de knop OK als u klaar bent.
5. Sla de foto op onder een nieuwe naam. Druk opShift+Ctrl+S of kies de optie Bestand (File), Opslaan als(Save As).
6. Geef het bestand een nieuwe naam.
TIPBewaar wel het
origineel van de foto.
U kunt dus het best
met een kopie van een
foto werken voor het
geval er tijdens de
bewerking iets fout
gaat.
136
6HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Let bij het bewerken op de lichte en donkere partijen in defoto. De donkere partijen mogen niet dichtlopen waardoor ugeen details meer ziet. Dit geldt ook voor de lichte partijendeze mogen niet zo licht worden dat de details verbleken. Infiguur 6.5 ziet u het resultaat. Eerst is de helderheid aange-past en daarna het contrast.
Figuur 6.5: De helderheid en contrast aanpassen
OEFENING 6.4 Een foto donkerder maken
1. Foto DSC00325 is te licht. Pas de helderheid en het con-trast van deze foto aan.
2. Sla de foto opnieuw op onder een nieuwe naam.
6.3.2 Autocontrast
Sommige foto’s die iets te licht of te donker zijn, kunt u een-voudig corrigeren met de optie Autocontrast (Auto Contrast).Druk hiervoor op Auto+Shift+Ctrl+L of kies deze optie in hetmenu Verbeteren (Enhance).
6.3.3 Achtergrondbelichting aanpassen
De achtergrondbelichting in een landschap zorgt voor eennatuurlijk decor. In oefening 6.3 hebt u de helderheid en hetcontrast aangepast, maar daarmee ging de doortekening inde lucht verloren. In oefening 6.5 wordt de foto lichter ge-maakt, zonder de wolken op de achtergrond te verliezen.
137
6HOOFDSTUK
6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen
OEFENING 6.5 De achtergrondbelichting aanpassen
1. Open de foto DSC00279 opnieuw.
2. Klik in het menu Verbeteren (Enhance) op de optie Belich-ting aanpassen (Adjust Lighting), Achtergrondbelichtingaanpassen (Adjust Backlighting).
3. Sleep de schuifknop in het venster Achtergrondbelichtingaanpassen (Adjust Backlighting) naar links tot de waarde+50 in het tekstvak verschijnt. U ziet dat in de wolkenpar-tij een mooie doortekening ontstaat, alleen wordt de fotoin zijn geheel donkerder.
4. Klik op OK. De wijziging wordt doorgevoerd.
5. Pas nu de helderheid en het contrast aan (zie rechts infiguur 6.6). De foto is nu lichter zonder het verlies vandoortekening in de wolkenpartij.
6. Sla de foto op onder een nieuwe naam.
Figuur 6.6: De achtergrondbelichting past u aan waardoor de doorteke-
ning in de wolkenpartij behouden blijft
6.3.4 Kleurzweem verwijderen
Kleurzweem ontstaat meestal als twee lichtsoorten wordengemengd, bijvoorbeeld TL-licht en daglicht. Ook onderbelich-ting kan kleurzweem veroorzaken. Een kleurzweem herkent uals een groene, paarse of gele laag die over de foto heen lijktte liggen. U kunt deze verwijderen met de optie Verbeteren(Enhance), Kleur aanpassen (Adjust Color), Kleurzweem (Co-lor Cast).
138
6HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
OEFENING 6.6 Kleurzweem verwijderen
1. Open foto DSC00168.
2. Kies in het menu Verbeteren (Enhance) de optie Kleur aan-passen (Adjust Color) en vervolgens Kleurzweem (Color Cast).
3. Plaats de aanwijzer op een grijs, wit of zwart gebied in defoto en klik met de muisknop (zie figuur 6.7).
4. Als de keuze van het vlak waarop u klikt niet het gewensteresultaat oplevert, probeert u een ander vlak tot u tevre-den bent over de kleuren in de foto.
5. Klik op OK en sla de foto op onder een nieuwe naam.
Figuur 6.7: De kleurzweem past u aan door in het venster op een grijs,
zwart of wit gebied te klikken
OEFENING 6.7 Kleurzweem verwijderen 2
1. Open foto DSC00167 en verwijder de kleurzweem uit dezeopname.
6.3.5 Kleur verwijderen
Sommige foto’s worden pas interessant als u kleur verwij-dert. Het accent komt dan meer op de compositie, contrasten helderheid te liggen. U kunt elke foto omzetten naar grijs-waarden (zwart/wit) door op Shift+Ctrl+U te drukken (Verbe-teren (Enhance), Kleur aanpassen (Adjust Color), Kleur verwij-deren (Remove Color).
139
6HOOFDSTUK
6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen
OEFENING 6.8 Kleur verwijderen
1. Open de foto die u in zwart/wit wilt weergeven, bijvoor-beeld foto Denemarken 062.
2. Druk op Shift+Ctrl+U. De foto wordt direct in zwart/witweergegeven.
3. Pas, indien nodig, de helderheid iets aan.
4. Sla de foto op onder een nieuwe naam.
Figuur 6.8: De kleuren zijn uit de foto verwijderd zodat deze in grijs-
waarden wordt weergegeven
6.3.6 Kleurvariaties
U kunt met kleur spelen in het venster Kleurvariaties (ColorVariations). Als u een kleurenfoto kiest die goed is belicht,zult u zien dat de foto is opgebouwd uit de kleuren rood,groen en blauw. Het is mogelijk om de intensiteit van elkekleur te beïnvloeden.
OEFENING 6.9 Kleurintensiteit aanpassen
1. Open foto DSC00311.
2. Kies in het menu Verbeteren (Enhance) de optie Kleur aan-passen (Adjust Color), Kleurvariaties (Color Variations).Het gelijknamige venster wordt geopend (zie figuur 6.9).
3. Selecteer het gebied van de foto dat u wilt aanpassen.
140
6HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
U hebt daarbij de keuze uit:
Middentonen (Midtones) – dit zijn de delen in een beeld dieongeveer dezelfde toon hebben, halverwege tussen de hogelichten en schaduwen.
Schaduwen (Shadows) – de donkere partijen in het beeldwaar geen direct licht op valt.
Hoge lichten (Highlights) – de lichte gebieden in een foto.
Verzadiging (Saturation) – een kleureigenschap die u ervaartals diepte of felheid in een foto.
4. Pas de kleurintensiteit aan door de schuifknop naar linksof naar rechts te slepen. De veranderingen ziet u aan deknoppen rechtsonder in het venster.
5. Klik op een van de knoppen om de foto aan te passen.
6. Als het resultaat tegenvalt of u wilt een andere optie pro-beren, klik dan op de knop Ongedaan maken (StepBackward). Met de knop Afbeelding herstellen (Step For-ward) keert u terug bij het origineel.
Figuur 6.9: In het venster Kleurvariaties kunt u met kleur experimenteren
141
6HOOFDSTUK
6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen
Meer opties om uw foto’s te bewerken worden besproken inhet volgende hoofdstuk. In de volgende paragraaf worden deopties van de menubalk besproken.
6.4 Menu AfbeeldingHet menu Afbeelding (Image) bevat eveneens opties die uvaak zult gaan gebruiken. Deze opties worden aan de handvan een aantal voorbeelden besproken.
6.4.1 Foto dupliceren
In dit boek gebruikt u foto’s die op de website van de auteurstaan (zie paragraaf 6.2). Als u uw eigen foto’s gebruikt, is hetverstandig om deze voor een bewerking direct te duplicerenen daarmee de bewerkingen te doen. Zo voorkomt u dat eenfoto door een fout onherstelbaar veranderd wordt.
OEFENING 6.10 Een foto kopiëren
1. Open de foto waar u mee wilt werken.
2. Klik in het menu Afbeelding (Image) op de optie Afbeel-ding dupliceren (Duplicate Image).
3. Voer in het gelijknamige venster de nieuwe naam voor defoto in. Automatisch (As) wordt de naam van het origineelgegeven met de toevoeging ‘kopie’.
6.4.2 Een foto roteren
Foto’s staan niet altijd in de juiste stand in het archief. Na hetkopiëren van de foto’s naar de computer kunt u deze tijdenshet bekijken draaien. Als dit niet gebeurt en u vraagt een fotoin Adobe Photoshop Elements op, moet u dat alsnog doen.
OEFENING 6.11 Een foto draaien
1. Vraag de foto op die u wilt bewerken, bijvoorbeeldDSC02082.
2. Klik op het menu Afbeelding (Image).
WAARSCHUWINGNadat u uw foto’s van
de digitale camera
naar de computer
hebt gekopieerd, is
het raadzaam deze op
een cd-rom te bran-
den (zie hoofdstuk 10).
Als u nog ruimte over
hebt op de cd-rom,
kopieer dan eveneens
de foto’s die u de
vorige keer op een cd-
rom hebt gebrand. Op
deze manier beschikt
u over twee cd-roms
waar dezelfde foto’s
opstaan. Dit voor het
geval een van de cd-
roms verloren raakt.
142
6HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
U ziet dat er nogal wat opties in dit menu staan. De optiesvoor roteren gebruikt u al naar gelang de stand van de fotodie is opgevraagd.
Met de opties Horizontaal draaien (Flip Horizontal) en Verti-kaal draaien (Flip Vertical) is het mogelijk om een foto te spie-gelen. Links wordt rechts en boven wordt onder. Normaal isdit geen probleem tenzij er een tekst of, bijvoorbeeld eenklok in beeld staat. Dan valt deze bewerking wel meteen op.
3. Experimenteer met de opties uit dit menu.
Met de optie Afbeelding rechttrekken (Straighten Image) kuntu een foto die scheef in het kader staat rechtop plaatsen.
6.4.3 Uitsnijden
Soms bevat een foto te veel informatie. U kunt alleen dat deelvan de foto uitsnijden waar het werkelijk omgaat. Uit eengroepsfoto haalt u bijvoorbeeld één persoon en bij een land-schapsfoto laat u alleen de horizon met een stukje lucht enland zien.
OEFENING 6.12 Een foto uitsnijden
1. Open de foto die u wilt uitsnijden, bijvoorbeeld Brekken039.
2. Druk op Shift+C om het gereedschap om mee uit te snij-den te selecteren. U kunt ook klikken op de knop Uitsnij-den (Crop Tool) in het gereedschapspalet.
3. Selecteer het gebied van de foto dat u wilt overhouden nahet uitsnijden (zie figuur 6.10a).
4. Kies in het menu Afbeelding (Image) de optie Uitsnijden(Crop; zie figuur 6.10b). In het scherm verschijnt de uit-snede langs de lijnen die u hebt gekozen (zie figuur 6.10c).
6.4.4 Afbeeldingsgrootte aanpassen
Het komt regelmatig voor dat u een foto via internet wilt ver-sturen. In de hoogste resolutie kan de bestandsomvang vaneen foto oplopen tot meer dan 2 MB. Voor het verzenden via
143
6HOOFDSTUK
6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen
Figuur 6.10: Een uitsnede maken van een foto
internet is dit niet handig, omdat het postvak van de ontvan-ger dan wel erg snel vol raakt. Vanuit Adobe Photoshop Ele-ments is het mogelijk een foto te verkleinen.
OEFENING 6.13 De afbeeldingsgrootte verkleinen
1. Selecteer de foto die u wilt aanpassen, bijvoorbeeldDSC00202.
a
b
c
144
6HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
2. Kies in het menu Afbeelding (Image) de optie Vergroten/verkleinen (Resize), Afbeeldingsgrootte (Image Size). Hetgelijknamige venster verschijnt.
3. Kies in het vak Documentgrootte (Document Size) de nieu-we breedte, bijvoorbeeld 10.
4. Als de optie Verhoudingen behouden (Constrain Propor-tions) is geselecteerd, wordt de hoogte meteen aangepast
Figuur 6.11: In het venster Af-
beeldingsgrootte past u de do-
cumentgrootte en daarmee de
bestandsomvang aan
145
6HOOFDSTUK
6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen
(zie figuur 6.11). Achter de optie Pixelafmetingen (PixelDimensions) verschijnt de nieuwe bestandsgrootte.
5. Klik op OK. U ziet dat de foto in een klein formaat (postze-gelformaat) op het scherm wordt getoond.
6. Sla de foto op onder een nieuwe naam.
6.5 WeergaveIn het menu Weergave (View) staan de opties waarmee u degrootte van de foto op het beeldscherm aanpast. Zo kunt ude foto in een nieuw weergavevenster plaatsen, inzoomen,uitzoomen, enzovoort. Naast de opties in dit menu is het ge-bruik van de sneltoetsen op het toetsenbord ook erg handig.
Inzoomen (Zoom In) Ctrl++
Uitzoomen (Zoom Out) Ctrl+-
In venster (Fit on Screen) Ctrl+0 (nul)
Werkelijke pixels (Actual Pixels) Alt+Ctrl+0 (nul)
Linialen (Rulers) Ctrl+R
6.5.1 In- en uitzoomen
Om een detail van een foto te bekijken kunt u inzoomen. Ditis gemakkelijk als u bijvoorbeeld een detail wilt bewerken. Opdeze manier is het werken met de gereedschappen gemakke-lijk. Het is alsof u onder een vergrootglas werkt (zie hoofd-stuk 7).
OEFENING 6.14 Inzoomen op een foto
1. Klik, indien nodig, in het venster van de foto op de knopMaximaliseren.
2. Druk op de toetsen Ctrl++. Herhaal deze handeling tot uop het gewenste detailniveau bent. U kunt nu een bewer-king uitvoeren of uitzoomen.
3. Druk op Ctrl+– om uit te zoomen. Details in de foto wor-den kleiner zodat u meer van de foto te zien krijgt.
OPMERKINGIn hoofdstuk 2 is het
gebruik van Adobe
Photoshop Album
besproken. Hiermee
kunt u de foto’s op uw
computer beheren.
Het is verstandig om
uw foto’s in mappen
op te slaan. Een map
geeft u een naam die
past bij het onderwerp
dat u hebt gefotogra-
feerd of u kunt de
map de datum geven
waarop de foto’s zijn
gemaakt.
146
6HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
6.6 BestandenbrowserDe ingebouwde bestandenbrowser is handig bij het selecte-ren van foto’s die u wilt bekijken, bewerken of afdrukken. Uzoekt in de browser eerst naar het station dat de map metfoto’s bevat die u wilt openen. Vervolgens kunt u met de bla-derknop rechts in het venster de foto opzoeken (zie figuur6.12).
Figuur 6.12: In de Bestandenbrowser selecteert u de foto die u wilt
bekijken of afdrukken
OEFENING 6.15 Een foto selecteren in de bestan-denbrowser
1. Klik in het menu Venster (Window) op de optie Bestanden-browser (File Browser) of klik op de knop Bladeren (Brow-se) in de standaardwerkbalk.
2. Selecteer met de knop Een niveau omhoog (Up One Level)de map Deze computer (My computer).
147
6HOOFDSTUK
6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen
3. In het linkervenster verschijnt de lijst met mappen die opuw computer zijn gemaakt. Hierin klikt u op de naam vanhet station waar de map staat die u wilt openen.
4. Klik op de map die de foto’s bevat of open een submap,bijvoorbeeld in de map Afbeeldingen.
5. Klik op de foto die u wilt openen. Linksonder verschijnt defoto in het voorbeeldvenster.
6. Als u dubbelklikt op de foto, verschijnt deze in AdobePhotoshop Elements waar u deze kunt bewerken of af-drukken.
6.6.1 Snelmenu
Als u met de rechtermuisknop op een miniatuur klikt, ver-schijnt het snelmenu. Hierin vindt u enkele opties die u opeen miniatuur of selectie kunt toepassen (zie figuur 6.13). Zois het handig dat u alle foto’s die in het formaat staand zijnopgenomen rechtop kunt zetten met de optie Roteren (Rota-te). Als u de foto opent, past Elements automatisch de rotatietoe in het bewerkingsvenster.
Figuur 6.13: Het snelmenu van het miniatuur openen
148
6HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Om meerdere foto’s te selecteren gebruikt u de volgendesneltoetsen:
De Ctrl-toets indrukken en klikken met de linkermuisknop– willekeurig foto’s in de browser selecteren.
De Shift-toets indrukken en klikken met de linkermuisknop– aangesloten foto’s in de browser selecteren.
Klik naast het venster met de miniatuurweergaven om de se-lectie op te heffen.
6.6.2 Meer opties
Rechtsboven staat enigszins verscholen de knop Meer (More),(zie figuur 6.14). In dit verband zijn de opties interessantwaarmee u het formaat van het miniatuur kunt aanpassen.
Figuur 6.14: Na het klikken op Meer krijgt u opties te zien voor het wer-
ken met de miniaturen in de Bestandenbrowser
149
6HOOFDSTUK
6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen
6.7 AfdrukkenNadat u uw foto hebt verbeterd en/of bewerkt, kunt u dezevanuit Adobe Photoshop Elements afdrukken. Omdat aan dekwaliteit van de afdruk van foto’s hogere eisen worden ge-steld, is een juiste aanpassing van de printer tegenover hetpapier dat wordt gebruikt noodzakelijk.
Figuur 6.15: Details van een foto bekijken
6.6.3 Formaat miniaturen aanpassen
Standaard worden de foto’s als grote miniaturen in de brow-ser weergegeven. Als er veel foto’s in een map staan, kunt ude miniaturen een of twee maten kleiner maken. Hiervoorgebruikt u de opties Middelgrote miniatuur (Medium Thumb-nail) of Kleine miniatuur (Small Thumbnail). Als u details vaneen foto wilt zien, zoals het opnameformaat, datum waaropde foto is opgenomen, de afmeting, enzovoort kiest u de op-tie Details (Details). Op een 17-inch beeldscherm ziet u danvijf opnamen (zie figuur 6.15).
150
6HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
6.7.1 Afdrukvoorbeeld
In het venster Afdrukvoorbeeld (Print Preview) stelt u de po-sitie en de afmetingen van de foto af op het papierformaatdat u kiest in het dialoogvenster Pagina-instelling (Page Set-up). Voordat u een afdruk maakt, is het raadzaam om dit ven-ster eerst te openen voordat u uw kostbare papier en inkt
Figuur 6.16: Een willekeurige foto in het venster Afdrukvoorbeeld
Figuur 6.17: Na het selecteren van de optie Schaal passend maken voor
medium verschijnt de foto helemaal in het voorbeeldvak
151
6HOOFDSTUK
6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen
Figuur 6.18: In het venster Pagina-instelling past u de afdrukstand aan
verknoeit. In het voorbeeldvenster ziet u de foto zoals dezemet de huidige pagina-instellingen zal worden afgedrukt. Infiguur 6.16 ziet u daarvan een voorbeeld. In het vak Geschaal-de afdrukgrootte (Scaled Print Size) ziet u de maten van defoto, bijvoorbeeld 33,867 hoog en 45,153 breed. Om de fotoop A4 af te drukken klikt u op het selectievakje voor de optieSchaal passend maken voor medium (Scale to Fit Media). Defoto verschijnt dan in vol formaat in het voorbeeldvenster(zie figuur 6.17). Omdat de stand van het papier meestalStaand (Portrait) is, ziet u waarschijnlijk een witte rand bo-ven en onder de foto. De afdrukstand past u aan in het ven-ster Pagina-instelling (Page Setup).
6.7.2 Pagina-instelling
Om de foto in het voorbeeldvenster aan te passen, klikt u opde knop Pagina-instelling (Page Setup). Het gelijknamige ven-ster verschijnt (zie figuur 6.18). De stand van de foto moet uaanpassen aan het fotopapier.
Afdrukstand (Orientation) – Om een foto op A4-formaat af tedrukken klikt u in het vak Afdrukstand (Orientation) op Lig-gend (Landscape).
Formaat (Paper Size) – Het is natuurlijk ook mogelijk om fo-to’s op een ander formaat papier af te drukken. Klik daarvoor
OPMERKINGEr zijn verschillende
soorten fotopapier. Zo
is er mat, half mat en
glanspapier in verschil-
lende gewichten. Hoe
zwaarder het papier is,
hoe dikker. Dik papier
kunt u echter lang niet
in alle printers gebrui-
ken. De meeste
printerfabrikanten
maken ook papier dat
bij de printer hoort.
Als u zonder proble-
men wilt afdrukken,
kunt u het beste
hetzelfde merk papier,
inkt en printer gebrui-
ken. Koopt u papier
van een ander merk
dan is het resultaat
onzeker en zult u even
moeten experimente-
ren. In het algemeen is
het goed om het
papier na het afdruk-
ken even te laten
liggen om de inkt te
laten drogen.
152
6HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
op de knop achter het vak en er verschijnt een waslijst aanpapierformaten waaruit u een keuze kunt maken.
6.7.3 Instellen printer
Als u op fotopapier wilt afdrukken, is het noodzakelijk dat uuw printer daarop instelt. Als u dit nalaat, krijgt u een resul-taat waar u zeker niet tevreden over zult zijn. Het instellenvan de printer kan vanuit het venster Pagina-instelling (PageSetup). Dit venster opent u vanuit het menu Bestand (File) ofu drukt op de toetsencombinatie Shift+Ctrl+P. Klik vervol-gens op de knop Printer (Printer).
In het vak Printer (Printer) kiest u de naam van de printerwaarmee u de afdruk wilt maken (zie figuur 6.19). Als er meerprinters op uw computer zijn aangesloten, verschijnen denamen in de keuzelijst. Elke printer heeft een aantal eigen-schappen die u voor het afdrukken van de foto even langsmoet lopen. Klik daarvoor op de knop Eigenschappen (Pro-perties).
Figuur 6.19: In het vak Printer kiest u de naam van de printer waarmee u
de foto’s wilt afdrukken
In dit voorbeeld is de HP Deskjet 815C-printer van HewlettPackard in de Nederlandse versie van Windows aangesloten.In het eigenschappenvenster ziet u onder andere Papier/Kwa-liteit.
Ladenselectie – Bij dik papier is het raadzaam om dit hand-matig in te voeren. In de keuzelijst Papierinvoer kiest u daar-voor de optie Handmatige papierinvoer. In het vak Mediakiest u het soort papier dat u gaat gebruiken (zie figuur 6.20).
153
6HOOFDSTUK
6 – Adobe Photoshop Elements 2 verkennen
6.7.4 Afdrukken op andere media
Transparanten – Het is heel eenvoudig om uw eigen over-headsheets te maken met behulp van transparantfilm.
T-shirts bedrukken – Er zijn etiketten te krijgen die u afdruktwaarna u het geheel op een T-shirt strijkt.
Wijnetiketten maken – U kunt wijnetiketten kopen en bedruk-ken. Deze gebruikt u dan bijvoorbeeld voor een flesje die ucadeau doet aan iemand. Of u drukt een foto af op de zakwaarin u de fles verpakt.
6.7.5 Fotoprinters
Voor het beter afdrukken van foto’s hebt u een printer nodigmet fotokwaliteit. De printkop is in staat om zeer fijne drup-peltjes kleurstof op het fotopapier te spuiten waardoor u eenscherpe afdruk krijgt. Een printer met een resolutie van 600dpi geeft een redelijk resultaat. Er zijn enkele merken printersvoor amateur- of semi-professioneel gebruik zoals Canon(www.canon.nl) en Hewlett Packard (www.hp.nl).
Figuur 6.20: Op het tabblad Papier/Kwaliteit kiest u de papiersoort waar-
op u de foto wilt afdrukken
154
6HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
6.8 Tot besluitAdobe Photoshop Elements 2 is zeer geschikt om foto’s meete verbeteren voordat u deze gaat afdrukken. Met behulp vande Bestandenbrowser (File Browser) selecteert u een opnameen opent u deze in het bewerkingsvenster. Er zijn allerlei op-ties om de foto te bewerken. Voordat u de foto afdrukt, be-kijkt u deze in het voorbeeldvenster. Na het instellen van dejuiste eigenschappen van de printer drukt u uw foto af.
155
HOOFDSTUK 7
De digitale fotografie maakt het mogelijk om uw foto’s betrekkelijkeenvoudig te bewerken. Met behulp van Adobe Photoshop Elementsdoet u dit eenvoudig en snel. In dit hoofdstuk worden enkele basis-functies uit het gereedschapspalet behandeld.
7.1 GereedschappenBij het openen van Adobe Photoshop Elements staat links inhet venster het gereedschapspalet. Het bevat een groot aan-tal gereedschappen die u gebruikt om foto’s te bewerken (ziefiguur 7.1). Diverse basisgereedschappen worden behandelddie u nodig zult hebben als u enkele eenvoudige correctiesop uw foto’s wilt uitvoeren.
7.1.1 Opties voor gereedschappen
De knop van een aantal gereedschappen heeft een klein drie-hoekje. Door met de rechtermuisknop op dit gereedschap teklikken, opent u een keuzemenu waarmee u meer specifiekeopties kunt uitoefenen.
OEFENING 7.1 Opties voor gereedschappenbekijken
1. Klik op de knop Rechthoekig selectiekader (RectangularMarquee Tool).
2. Er verschijnt een keuzemenu waarin u ook kunt kiezenvoor Ovaal selectiekader (Elliptical Marquee Tool).
Als u op een van de knoppen in het gereedschapspalet klikt,worden de opties in de werkbalk Opties (Options) aangepast.
Adobe PhotoshopElements 2 – het gereed-schapspalet
156
7HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 7.1: Het gereedschapspalet bevat de knoppen waarmee u uw
foto’s kunt bewerken
Zo ziet u in het openingsvenster de opties voor inzoomen inde werkbalk Opties (Options) staan, maar als u voor een se-lectiekader kiest, verschijnen de opties die u nodig hebt voorhet selecteren in de foto.
OPMERKINGU kunt het gereed-
schapspalet verplaat-
sen door op het
blauwe balkje te
klikken. Houd de
muisknop ingedrukt
en sleep het palet naar
de plaats waar u het
wilt hebben.
Om het gereedschaps-
palet te minimaliseren
klikt u tweemaal
achter elkaar op de
blauwe balk.
14
15
16
17
18
19
20
22
24
26
21
23
25
27
1
2
3
4
6
8
10
12
5
7
9
11
13
28
1. Ga naar Adobe Online (Go to Ado-
be Online)
2. Rechthoekig selectiekader (Rectan-
gular Marquee Tool) (M)
3. Magnetische lasso (Lasso Tool) (L)
4. Selectiepaneel (Selection Brush
Tool) (A)
5. Aangepaste vormen (Custom
Shape Tool) (U)
6. Emmertje (Paint Bucket Tool) (K)
7. Penseel (Brush Tool) (B)
8. Gummetje (Eraser Tool) (E)
9. Vervagen (Blur Tool) (R)
10. Spons (Sponge Tool) (Q)
11. Tegenhouden (Dodge Tool) (O)
12. Kloonstempel (Clone Stamp Tool) (S)
13. Handje (Hand Tool) (H)
14. Verplaatsen (Move Tool) (V)
15. Toverstaf (Magic Wand Tool) (W)
16. Uitsnijden (Crop Tool) (C)
17. Horizontale tekst (Horizontal Type
Tool) (T)
18. Verloop (Gradient Tool) (G)
19. Potlood (Pencil Tool) (N)
20. Rode ogen verwijderen (Red Eye
Brush Tool) (Y)
21. Verscherpen (Sharpen Tool) (P)
22. Natte vinger (Smudge Tool) (F)
23. Doordrukken (Burn Tool) (J)
24. Pipet (Eyedropper Tool) (I)
25. Zoomen (Zoom Tool) (Z)
26. Achtergrondkleur instellen (Set
background color)
27. Voorgrondkleur instellen (Set fore-
ground color)
28. Standaard voor- en achtergrond-
kleuren (Default Foreground and
Background Colors)
157
7HOOFDSTUK
7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet
7.2 Een deel van de foto selecterenU gebruikt de knop Rechthoekig selectiekader (RectangularMarquee Tool) om een deel van de foto te selecteren, bijvoor-beeld als u dat wilt bewerken of kopiëren naar een nieuwefoto.
OEFENING 7.2 Een deel van de foto selecteren
1. Open de foto DSC05411.
Op de foto ziet u twee duiven die boven op een lantaarnpaalzitten te koeren. Om het accent op de twee duiven te leggen,gaat u deze selecteren.
2. Klik op de knop Rechthoekig selectiekader (RectangularMarquee Tool).
3. Plaats de aanwijzer op de linkerbovenhoek van de fotowaar u de selectie wilt beginnen.
4. Klik-en-sleep de aanwijzer naar een plaats rechtsonder inhet venster waar u de selectie wilt beëindigen. In de fotoverschijnt een rechthoek die is omgeven door een onder-broken kaderlijn (zie figuur 7.2).
OPMERKINGDe foto’s die in dit
hoofdstuk gebruikt
worden, staan op de
website
www.boertjens.nl/digitalefotografie/gids50plus.
Figuur 7.2: Een deel van de foto selecteren in een rechthoekig selectie-
kader
158
7HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Het gedeelte van de foto dat in het selectiekader staat, kunt unu afzonderlijk bewerken. Het is echter ook mogelijk om juisthet gedeelte van de foto te bewerken dat niet in het selectie-kader valt. U kiest hiervoor de optie Selectie omkeren (SelectInverse). Het geselecteerde gedeelte kunt u nu niet meer be-werken, maar alleen het gedeelte eromheen.
5. Klik met de rechtermuisknop op de selectie en kies deoptie Selectie omkeren (Select Inverse) uit het snelmenu.
6. Plaats de aanwijzer buiten het selectiekader. De aanwijzerverandert in het selectiegereedschap.
U gaat nu de omgeving rond de duiven donkerder makenwaardoor de aandacht van de kijker juist naar de duiven ge-trokken wordt.
7. Klik in het menu Verbeteren (Enhance) op de optie Helder-heid/contrast aanpassen (Adjust Brightness/Contrast), Hel-derheid/contrast (Brightness/Contrast; zie ook hoofdstuk 6).
Figuur 7.3: De duiven zijn in een donkerder kader geplaatst
159
7HOOFDSTUK
7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet
8. Breng de helderheid terug naar –77. Het resultaat ziet u infiguur 7.3.
9. Sla de foto op onder een nieuwe naam, bijvoorbeeld Dui-ven 01.
7.3 Een deel van de foto kopiëren enplakken
Nadat u een deel van de foto hebt geselecteerd, kunt u datgedeelte kopiëren en in een nieuwe foto plakken. Zo ontstaateen nieuwe foto waarop u een of meer bewerkingen kunt toe-passen zonder het origineel te verliezen of te wijzigen.
OEFENING 7.3 Een nieuwe foto maken
1. Open een nieuwe foto, bijvoorbeeld DSC05825 vanaf dewebsite.
2. Selecteer een deel van een foto uit uw archief bijvoor-beeld de duif (zie figuur 7.4).
Figuur 7.4: Een deel van de foto selecteren
OPMERKINGU kunt de
eerste foto
minimaliseren door op
de knop Minimalise-ren te klikken.
160
7HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
3. Druk op Ctrl+C of klik in de menubalk op Bewerken (Edit)en kies de optie Kopiëren (Copy).
4. Klik op de werkbalk Snel toetsen (Quick Keys) op de knopNieuw (New). Het gelijknamige venster verschijnt (zie fi-guur 7.5).
Figuur 7.5: In het venster Nieuw voert u een nieuwe naam voor de foto in
5. Voer in het vak Naam (Name) de naam in voor de nieuwefoto, bijvoorbeeld Duiven 02 en klik op OK.
6. Zorg dat het nieuwe venster is geselecteerd en klik in hetmenu Bewerken (Edit) op Plakken (Paste). De selectie uit devorige foto verschijnt in het nieuwe venster (zie figuur 7.6).
7. Sla de foto opnieuw op onder de naam Duiven 02.
7.4 Tekst invoegenHet is gemakkelijk om een foto van tekst te voorzien. Hier-voor kiest u het tekstgereedschap. Op de optiebalk verschij-nen tekstverwerkingsfuncties die u kent uit andere tekstver-werkingsprogramma’s.
OEFENING 7.4 Tekst aan de foto toevoegen
1. Open de foto waar u de tekst aan wilt toevoegen, bijvoor-beeld DSC05356.
161
7HOOFDSTUK
7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet
2. Pas het formaat van de foto aan (Afbeelding (Image), Ver-groten/verkleinen (Resize), Afbeeldingsgrootte (ImageSize)). In dit voorbeeld is gekozen voor het formaat 15breed en 11,25 hoog.
3. Klik in het menu Weergave (View) op Afdrukgrootte (PrintSize). U ziet de foto dan op ware grootte en kunt daarmeebeoordelen hoe de grootte van de tekst ten opzichte vanhet formaat uitkomt.
4. Klik in het gereedschapspalet op de knop Horizontaletekst (Horizontal Type Tool). Let op de wijziging van dewerkbalk Opties (Options bar; zie figuur 7.7).
5. Klik in de foto op de plaats waar u de tekst wilt plaatsen.
6. Voer de tekst in, bijvoorbeeld ‘Groeten uit Sevilla’.
7. Vervolgens kiest u een tekstkleur die contrasteert met deachtergrond.
Figuur 7.6: De selectie staat in een nieuw venster op het scherm
TIPFoto’s die u hebt
geopend, komen
onderaan in het menu
Venster (Window),
Afbeeldingen (Ima-ges) te staan. Als u de
vorige foto wilt tonen,
klikt u in deze lijst op
de naam van de foto.
162
7HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 7.7: De werkbalk Opties bevat knoppen waarmee u de tekst-
weergave instelt
1. Letterstijl instellen (Set the font style)
2. Lettertypefamilie instellen (Set the
font family)
3. Lettergrootte instellen (Set the font
size)
4. Anti-aliased (Anti-aliased)
5. Vet (Faux Bold)
6. Cursief (Faux Italic)
7. Onderstrepen (Underline)
8. Doorhalen (Strikthrough)
9. Tekst links uitlijnen (Left align text)
10. Tekst centreren (Center text)
1 2 3 4 5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
16
15
11. Tekst rechts uitlijnen (Right align
text)
12. Tekstkleur instellen (Set the text
color)
13. Verdraaide tekst maken (Create
warped text)
14. Tekstrichting wijzigen (Change the
text orientation)
15. Alle huidige wijzigingen annuleren
(Cancel any current edits)
16. Alle huidige wijzigingen vastleggen
(Commit any current edits)
Figuur 7.8: Het lettertype kiezen
163
7HOOFDSTUK
7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet
8. Klik op de knop ▼ in het vak Lettertypefamilie instellen(Set the font family) en kies het lettertype dat u wilt ge-bruiken (zie figuur 7.8). Met de schuifknop kunt u doorde hele lijst bladeren.
9. In het vak Lettergrootte instellen (Set the font size) past uhet formaat van de letter aan. Bij het formaat van 15breed 11,25 hoog kiest u bijvoorbeeld 48 pt.
10. Pas de tekstkleur aan door op de knop Tekstkleur instellen(Set the text color) te klikken. In het venster Kleurkiezer(Color Picker) klikt u op de gewenste kleur (zie figuur 7.9).
WAARSCHUWINGZorg ervoor dat de
tekst voldoende
contrasteert met de
achtergrond om deze
te kunnen lezen.
7.5 In- en uitzoomen op een fotoAls u een nieuwe foto opent, verschijnt deze in een apart ven-ster op het scherm. Het zoompercentage is afhankelijk van deresolutie waarin de foto is opgenomen. U kunt op details vande foto inzoomen om deze beter te bekijken. Zo is het moge-lijk om op pixelniveau te werken aan uw foto.
Figuur 7.9: Tekst aan een foto toevoegen, bijvoorbeeld als u deze gaat
gebruiken als ansichtkaart
164
7HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
OEFENING 7.5 Inzoomen op de foto
1. Open de foto die u wilt bewerken, bijvoorbeeld DSC05416.
2. Klik, indien nodig, in het gereedschapspalet op de knopZoomen (Zoom Tool).
3. Het zoomgereedschap is ingesteld op inzoomen. Als u deaanwijzer op de foto plaatst, verschijnt er een vergroot-glas met het plusteken.
4. Plaats het vergrootglas op het gebied in de foto waarop uwilt inzoomen.
5. Klik een aantal keren met de linkermuisknop. Het detailwaarop u hebt geklikt, verschijnt vergroot op het scherm.
Als u steeds verder inzoomt, krijgt u op een gegeven momentde pixels in de foto te zien. U bekijkt dan de foto op pixel-niveau (zie figuur 7.11).
Figuur 7.10: Inzoomen op een deel van de foto
165
7HOOFDSTUK
7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet
OEFENING 7.6 Uitzoomen op een foto
1. Om opnieuw een groter gebied van een foto te zien, klikt uop de werkbalk Opties (Options bar) op de knop Uitzoo-men (Zoom Out).
2. Klik op het gebied waarop u wilt uitzoomen. U ziet numeer van de foto in het afbeeldingsvenster verschijnen.
7.6 Filters toepassenFilters wijzigen een foto zonder dat u daarvoor zelf veel han-delingen hoeft te verrichten. De foto wordt meteen heel an-ders met een druk op de knop. En als het resultaat u niet be-valt, kunt u de bewerking ongedaan maken. U gebruikt eenfilter om een aantal redenen, bijvoorbeeld om een foto te ver-beteren of om een artistieke uitstraling te geven. In dit hoofd-stuk worden filters gebruikt om een foto te verbeteren.
Figuur 7.11: Als u verder inzoomt, begint u de pixels te zien waaruit de
foto is opgebouwd
166
7HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
7.6.1 Verscherpen
Een foto die net een tikkeltje onscherp is geworden, kunt ugemakkelijk bijwerken met het filter Verscherpen (Sharpen)uit het menu Filter (Filter). Verscherpen maakt vage randenscherper en maakt de foto helderder. Het filter bevat eenviertal opties die u op de foto kunt toepassen (zie figuur7.12).
Figuur 7.12: Het filter verscherpen op een foto toepassen
7.6.2 Vervagen
Misschien vindt u het juist beter om de sfeer in de foto juistte vervagen zodat er een andere sfeer ontstaat (Filter, Verva-gen; Filter, Blur). Vervagen maakt harde randen of gebiedenin een foto vager, zodat er details verloren gaan. U kunt bij-voorbeeld een gezicht vervagen in een groepsfoto als dezepersoon niet gezien wil worden.
167
7HOOFDSTUK
7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet
OEFENING 7.7 De gereedschappen Vervagen enVerscherpen gebruiken
1. Klik in de gereedschapsbalk op de knop Vervagen (Blur)of Verscherpen (Sharpen).
2. Kies in de optiebalk boven in het venster een penseel uithet rolmenu (zie figuur 7.13).
3. Kies de afmeting voor het penseel door in het vak Afm(Size) de schuifknop te verslepen. De omvang van de aan-wijzer geeft de penseelgrootte aan.
4. In het vak Modus (Mode) kiest u het soort bewerking dat uwilt uitvoeren, bijvoorbeeld Donkerder (Darken) of Lichter(Lighten), de Kleurtoon (Hue), Verzadiging (Saturation),Kleur (Color) of Lichtsterkte (Luminosoty).
5. In het vak Sterkte (Strength) stelt u met behulp van deschuifknop de overvloeimodus en de sterkte van de streekin.
6. Sleep over het deel van de foto dat u wilt vervagen of ver-scherpen.
OPMERKINGAls u een foto wilt
vervagen of verscher-
pen op basis van
gegevens uit alle
zichtbare lagen in het
documentvenster,
schakelt u Alle lagengebruiken (Use AllLayers) op de werk-
balk Opties (Optionsbar) in. Als u alleen de
actieve laag wilt
aanpassen, schakelt u
deze optie uit.
Figuur 7.13: Op de werkbalk Opties kiest u de instellingen voor het penseel
7.6.3 Creatieve filters toepassen
Uw foto’s worden interessant als u er een filter op toepast. Umoet daarbij wel oppassen dat niet elke foto geschikt is voorhet filter dat u uitkiest. Het is daarom belangrijk dat u hetjuiste filter kiest. Als u meer ervaring hebt, kunt u bij het ma-ken van de foto al rekening houden met het filter dat u eropwilt toepassen.
168
7HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
OEFENING 7.8 Een filter toepassen
1. Selecteer een foto waarop u een filter wilt toepassen, bij-voorbeeld DSC06006.
2. Klik op Filter (Filter), Penseelstreek (Brush Strokes) en ver-volgens op een van mogelijkheden, bijvoorbeeld Arcering(Crosshatch; zie figuur 7.14).
Figuur 7.14: Met behulp van het menu Filters kunt u de foto snel bewer-
ken
3. In het venster Arcering (Crosshatch) stelt u met behulpvan de schuifknoppen het effect van het filter in. In hetvoorbeeldvenster ziet u direct het resultaat van de wijzi-ging (zie figuur 7.15).
4. Klik vervolgens op de knop OK.
5. Bekijk het resultaat in het filtervenster (zie figuur 7.16).
169
7HOOFDSTUK
7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet
Figuur 7.15: In een apart venster ziet u het effect op de foto
TIPU kunt de bewerking
ongedaan maken door
in het menu Bewer-ken (Edit) op Onge-daan maken (Undo)
te klikken of met de
toetsencombinatie
Alt+Ctrl+Z.
Figuur 7.16: Het filter is toegepast op de foto
170
7HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Het toepassen van effecten gaat op dezelfde manier. In plaatsvan een voorbeeldvenster wordt het effect direct op de fototoegepast. U hebt echter de mogelijkheid om het effect onge-daan te maken door in het mededelingenvenster op Nee (No)te klikken.
7.7 Panoramafoto’sEen veel voorkomend probleem is dat de beeldhoek van uwlens te klein is om het hele beeld van een panorama vast teleggen. U zult dan een paar beelden moeten maken en dezemet behulp van Adobe Photoshop Elements 2 aan elkaarplakken. Tijdens Delfsail 2003 (zie www.delfsail.nl) maaktenwe een serie foto’s van de stad en natuurlijk van de windjam-mers in de haven (zie www.boertjens.nl/delfsail2003). Driefoto’s van de Damsterkade in Delfzijl hebben we als volgt aanelkaar geplakt.
OEFENING 7.9 Photomerge
1. Kies in het menu Bestand (File) de optie Photomerge ma-ken (Create Photomerge) waarna het venster Photomerge(Photomerge) wordt geopend.
2. Klik op de knop Bladeren (Browse) en selecteer in het ven-ster Openen (Open) de fotobestanden die u aan elkaar wiltplakken. Gebruik daarbij de Shift- of Ctrl-toets. In Win-dows XP selecteert u in het menu Beeld (View) de optieMiniatuurweergaven (Small Thumbnails; zie figuur 7.17).
3. Klik op OK als u de foto’s hebt geselecteerd.
4. In het venster Photomerge (Photomerge) staan nu debronbestanden die u hebt geselecteerd (zie figuur 7.18).Mochten er nog andere bestandsnamen in het vensterstaan, dan verwijdert u deze. Klik op OK.
Photomerge probeert nu de bestanden automatisch te rang-schikken op basis van beeldelementen die in de fotobestan-den overeenkomen.
171
7HOOFDSTUK
7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet
Figuur 7.17: Selecteer in het venster Openen de foto’s waarvan u een
panorama wilt maken
Figuur 7.18: In het venster Photomerge staan de bronbestanden die u
combineert tot een panoramische foto
TIPZorg bij het maken
van panoramafoto’s
dat de beelden elkaar
iets overlappen zodat
Adobe Photoshop
Elements de foto’s kan
rangschikken.
172
7HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 7.19: De foto’s kunt u naar het werkgebied slepen en aan elkaar
plakken
5. Als het rangschikken niet lukt, sleept u de miniaturen vande foto’s naar het werkgedeelte om een panorama te ma-ken. Kijk daarbij goed naar de beeldelementen die op bei-de foto’s gelijk zijn en plak deze op elkaar (zie figuur 7.19).
6. Als u de foto’s goed hebt gerangschikt, kunt u nog eenperspectiefpunt bepalen en de vervloeiing tussen tweefoto’s aanpassen.
7. Klikt op OK om de photomerge tot stand te brengen.
8. U kunt nu de panoramafoto onder een nieuwe naam op-slaan (zie figuur 7.20).
173
7HOOFDSTUK
7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet
7.8 WebfotogalerieEen moderne manier van het delen van foto’s met anderen ishet maken van een webfotogalerie. Adobe Photoshop Ele-ments maakt automatisch een webpagina die u naar uw web-site kunt kopiëren (zie Websites maken – Een gids voor 50-plussers; eveneens uitgegeven door Academic Service).
U gaat daarbij als volgt te werk.
OEFENING 7.10 Webfotogalerie maken
1. Plaats de foto’s die u op internet wilt zetten in een apartemap.
2. Zorg dat de foto’s zijn gecorrigeerd op helderheid, con-trast, kleur, enzovoort en dat de foto’s in de goede standstaan waarin ze moeten worden bekeken.
Figuur 7.20: De foto slaat u op als fotobestand in Adobe Photoshop
Elements
174
7HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
3. Kies in het menu Bestand (File) de optie Webfotogaleriemaken (Create Web Photo Gallery).
4. Kies een stijl voor de webpagina in het vak Stijlen (Styles),bijvoorbeeld Vakantie (Vacation). Rechts in het vensterziet u een voorbeeld van een webpagina zoals deze er metde gekozen stijl zal uitzien.
5. In het vak E-mail (E-mail) voert u uw e-mailadres in. Debezoeker van uw webfotogalerie kan u desgewenst eene-mail sturen, bijvoorbeeld om het fotobestand in hogeresolutie te vragen.
6. In het vak Extensie (Extension) kiest u voor de opmaakhtm of html.
7. In het vak Mappen (Folders) kiest u de map op uw compu-ter waar de foto’s staan.
8. Klik op Doel (Destination) en kies de map waar de bestan-den staan van uw website en van waaruit u deze kopieertnaar uw domein op internet. Maak een nieuwe map in dedoellocatie, bijvoorbeeld met de naam fotogalerie (ziefiguur 7.22). Klik op OK.
9. In het vak Opties (Options) kiest u de instellingen voor deBanner (Banner), Grote Afbeeldingen (Large Images), Mi-niaturen (Thumbnails), Eigen kleuren (Custom Colors) enBeveiliging (Security).
OEFENING 7.11 Webbanner maken
1. Voer de naam voor de fotogalerie in.
2. Typ in het vak Fotograaf (Photographer) uw naam.
3. Bij Contactinformatie (Contact Info) geeft u aan hoe men ukan bereiken.
4. Voer vervolgens de datum, het lettertype en bij Corps(Font Size) de lettergrootte in (zie figuur 7.21).
7.8.1 Grote foto’s
Het is belangrijk te weten dat u uw foto’s op internet plaatstwaar anderen deze kunnen bekijken. U moet beslissen of an-deren uw foto’s mogen afdrukken of dat u dit in eigen hand
175
7HOOFDSTUK
7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet
Figuur 7.21: In het venster Webfotogalerie geeft u de stijl aan en kiest u
de opties voor het maken van uw eigen fotopagina’s voor internet
Figuur 7.22: Na het kiezen van de bronmap maakt u een doelmap van
waaruit u de webgalerie naar uw website kopieert
176
7HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
wilt houden. In het laatste geval moet u de pixelgrootte kleinhouden. Bezoekers kunnen dan een e-mail sturen waarin menu zelf vraagt om een afdruk te maken. Net wat u wilt.
Als u de JPEG-kwaliteit laag houdt, zet u kleine bestanden ophet web die snel kunnen worden geopend en niet door ande-ren gekopieerd kunnen worden. Houd de bestandsgrootteklein als u veel foto’s op uw website wilt plaatsen. Verderkunt u titels op de webpagina plaatsen met de bestandsnaam,een bijschrift, een titel en de vermelding van het copyright.
7.8.2 Miniaturen
De foto’s zijn als een kleine afbeelding op de webpagina ge-plaatst. Het is beter om deze miniaturen niet te klein te ma-ken, zodat de bezoekers uw foto’s goed in het klein kunnenbekijken. Als de bezoeker op de miniatuur klikt, verschijnteen grote afbeelding in het venster.
7.8.3 Eigen kleuren
U kunt zelf de kleuren bepalen voor de achtergrond, de tekst,de internetkoppeling, de reclamevaandel (banner), de actievekoppeling en de bezochte koppeling.
7.8.4 Beveiliging
U kunt uw foto’s beschermen door een tekst over de foto teplaatsen. Het is dan voor de bezoeker die tegen uw zin eeneigen afdruk wil maken, minder interessant omdat er eentekst over de foto heen komt te staan. Deze tekst kunt u cen-treren door het midden van de foto linksonder of linksbovenof rechtsboven of rechtsonder te plaatsen.
5. Nadat u alle instellingen hebt gekozen, klikt u op de knopOK.
De webpagina’s voor uw fotogalerie worden automatisch ge-genereerd. U hoeft deze vervolgens alleen nog maar aan uwwebsite toe te voegen en een koppeling vanaf de homepagenaar de webgalerie te maken.
OPMERKINGDe ervaring leert dat u
even moet experimen-
teren met de volgende
opties tot u het
resultaat krijgt waar-
mee u tevreden bent.
177
7HOOFDSTUK
7 – Adobe Photoshop Elements 2 – het gereedschapspalet
Figuur 7.23: Een voorbeeld van een webgalerie met miniaturen die na
het openen een grote afbeelding van de foto toont
7.9 WelkomstschermBij het starten van Adobe Photoshop Elements verschijnt hetWelkomstscherm (Welcome Screen). U kunt dit venster slui-ten en vervolgens opnieuw openen met de optie Venster(Window), Welkom (Welcome). Binnen het bestek van ditboek zijn alleen de belangrijkste opties behandeld. Het is ech-ter mogelijk om vanuit het Welkomstscherm (Welcome Screen)de helpinformatie te openen. U klikt daarvoor op de knopVeelvoorkomende problemen (Common Issues; zie figuur7.24). De knop Zelfstudie (Tutorial) leidt naar helpinformatieover onderwerpen die niet zijn behandeld.
178
7HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
7.10 Tot besluitU hebt kennisgemaakt met de opties voor beeldbewerking inAdobe Photoshop Elements. De meest voorkomende bewer-kingen zijn behandeld zoals het verscherpen en vervagen vandelen in een foto en het bijsnijden en oplichten van bepaaldedelen. U gebruikt de optie Photomerge (Photomerge) om pa-noramaopnamen te maken en plaatst foto’s op uw websitemet behulp van het venster Webfotogalerie (Web Photo Gal-lery).
Figuur 7.24: Het welkomstscherm van Adobe Photoshop Elements
179
HOOFDSTUK 8
Paint Shop Pro is een populair programma om foto’s mee te bewer-ken. De Nederlandstalige versie is gratis van internet te downloadenwaarna u er 30 dagen mee mag werken. In dit hoofdstuk leert u debasisfuncties van het programma kennen.
De installatie van Paint Shop Pro 8 is zo eenvoudig dat u al-leen maar de juiste optie hoeft te kiezen en achterover kuntleunen. Als de installatie is voltooid, vindt u een pictogramop het bureaublad om het programma mee te starten.
De meeste pictogrammen zijn nog grijs en worden pas actiefals u een foto gaat openen. Met het pictogram Ophalen vanTwain is het mogelijk om een foto via een scanner naar bin-nen te halen (zie hoofdstuk 10).
8.1 Foto openenVanuit een map opent u de foto die u wilt bekijken. Hierbij ishet handig om de browser te gebruiken. Een browser in PaintShop Pro toont de inhoud van een map en laat van elke fotoeen miniatuurweergave zien.
OEFENING 8.1 De browser in Paint Shop Proopenen
1. Klik in het menu Bestand op de optie Bladeren of druk opCtrl+B.
2. In het venster Bladeren klikt u op Deze computer en ver-volgens op het station waarin de map staat waar u de fo-to’s naartoe hebt gekopieerd (zie figuur 8.1).
OPMERKINGVoor het downloaden
van een 30-dagen
versie surft u naar de
website van Broco
(www.broco.nl/download/download_jasc.htm).
Klik op de hyperlink
Paint Shop Pro 8 TaalNL)
OPMERKINGIn dit hoofdstuk wordt
ervan uitgegaan dat u
een aantal foto’s op de
harde schijf hebt
staan. Nadat u uw
camera aan de compu-
ter hebt verbonden,
kopieert u de opna-
men naar een bepaal-
de map op de compu-
ter (zie hoofdstuk 10).
De foto’s die bij de
oefeningen gebruikt
worden, zijn vanaf de
website van de auteur
te downloaden
(www.boertjens.nl/digitalefotografie/gids50plus).
Paint Shop Pro 8verkennen
180
8HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 8.1: In het venster Deze computer kiest u het station en de map
waar uw foto’s staan
Figuur 8.2: Een foto selecteren in de browser van Paint Shop Pro
181
8HOOFDSTUK
8 – Paint Shop Pro 8 verkennen
3. Van elke foto in de map wordt een miniatuurafbeelding inde browser geplaatst met daaronder het nummer van defoto (zie figuur 8.2).
4. Dubbelklik op de miniatuurafbeelding als u deze in PaintShop Pro wilt openen. De foto wordt in het werkvenstervan het programma weergegeven (zie figuur 8.3).
5. Door nogmaals op Ctrl+B te drukken keert u opnieuw te-rug in de browser.
8.2 VensterindelingHet venster bevat een hoofdmenu en aantal werkbalken waar-mee u de fotobewerking kunt uitvoeren. De volgende werk-balken zijn geactiveerd: Foto, Script, Standaard, Status en
OPMERKINGAlle foto’s zijn op
station D: geplaatst in
de map Afbeeldin-gen. Elke nieuwe serie
foto’s wordt naar een
aparte map gekopi-
eerd. De nummers die
door de camera
worden gegeven, laten
we staan. Elke nieuwe
map krijgt de naam
van het onderwerp of
de datum waarop de
foto’s zijn gemaakt.
1. Werkbalk Foto
2. Werkbalk Script
3. Werkbalk Standaard
4. Werkbalk Status
Figuur 8.3: De foto verschijnt in het werkvenster van Paint Shop Pro
5. Werkbalk Gereedschappen
6. Palet Lagen
7. Palet Overzicht
8. Palet Opties voor gereedschap
3 1 2
8
5
7
6
4
182
8HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Gereedschappen (zie figuur 8.3). Het is niet mogelijk om allewerkbalken en knoppen te bespreken. De belangrijkste func-ties komen aan de orde.
Naast werkbalken vindt u een aantal paletten waarvan Lagen,Overzicht en Opties voor gereedschap zijn geactiveerd. Palet-ten kunt u gemakkelijk openen en sluiten met behulp van eenfunctietoets (zie Beeld, Paletten).
8.2.1 Palet Overzicht
Voor het bekijken van een foto is het palet Overzicht rechts inhet venster handig. In het venster staat de hele foto. Met deknoppen – en + kunt u uit- en inzoomen op de foto. Bij hetinzoomen verschijnt een oplichtend kader dat aangeeft welkdeel van de foto in het werkgebied wordt getoond (zie figuur8.4). Als u de aanwijzer in het voorbeeldvenster plaatst, ver-schijnt de kruisaanwijzer. Hiermee kunt u het kader in hetvoorbeeldvenster verplaatsen.
■ Experimenteer met de opties in dit venster.
Op het tabblad Info vindt u een verkorte gegevenslijst overde foto in het werkgebied. De afbeeldingsbreedte en -hoogte
Figuur 8.4: Het palet Overzicht
1. Tabblad Voorbeeld
2. Tabblad Info
3. Percentage inzoomen
4. Knop uitzoomen
5. Knop inzoomen
6. Ware grootte
1 2
3 4 5 6
183
8HOOFDSTUK
8 – Paint Shop Pro 8 verkennen
wordt in pixels getoond. De waarden komen overeen met deinstelling van uw digitale camera tijdens het maken van de foto.
■ Bekijk de gegevens van een opname op het tabblad Info.
Meer gegevens over de huidige foto krijgt u te zien als u opShift+I drukt. Het venster Gegevens huidige afbeelding bevatdrie tabbladen. Bekende gegevens staan ingevuld. Anderegegevens kunt u aanvullen zoals de gegevens over de makeren EXIF-gegevens.
8.2.2 Gereedschapsopties
Het palet Opties voor gereedschap toont de mogelijke optiesdie u met een bepaald gereedschap kunt uitvoeren. Gereed-schap Pannen is standaard actief. Het palet Opties voor ge-reedschappen laat zoomopties zien (zie figuur 8.6).
De knoppen op het palet Opties voor gereedschappen zijnhandig als u een foto op de meest geschikte manier in hetvenster wilt zien. U kunt in- en uitzoomen, de foto op waregrootte weergeven of het venster aanpassen aan de foto, en-
Figuur 8.5: In het venster Gegevens huidige afbeelding voert u ontbre-
kende gegevens in
184
8HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
zovoort. Zodra u links in het venster op de werkbalk Gereed-schappen een ander gereedschap kiest, verschijnen er andereknoppen op het palet Opties voor gereedschappen.
8.2.3 Voorkeuren voor Bladeren (Browser)
Steeds als u een andere foto wilt bekijken, kunt u deze metbehulp van de optie Bestand, Bladeren opzoeken. U opent debrowser gemakkelijk door op Ctrl+B te drukken. U sluit hetvenster door op Ctrl+F4 te drukken.
Het is handig dat u de miniaturen in de browser kunt aanpas-sen. Vooral voor mensen die slechter zien, is deze optie be-langrijk om meteen maar goed in te stellen.
OEFENING 8.2 De browser instellen
1. Zorg dat de browser in het scherm staat (Ctrl+B).
2. Plaats de aanwijzer in het venster en klik met de rechter-muisknop.
3. Klik in het snelmenu op de optie Voorkeuren. Het vensterPaint Shop Pro 8-voorkeuren wordt geopend. Het tabbladBrowser ligt voor.
4. Selecteer in het vak Grootte miniatuurweergave de breed-te voor de foto in de browser.
5. Wijzig indien gewenst andere opties en klik op OK. Debrowser wordt getoond met de instellingen zoals u diehebt gekozen.
Figuur 8.6: Opties voor het gereedschap Pannen
1 2 3 4 5 6 7 8
1. Voorinstellingen
2. Zoompercentage instellen
3. 1 stap zoomen
4 . 5 stappen zoomen
5. Ware grootte
6. Venster aanpassen aan foto
7. Aanpassen aan venster
8. Schermvullend maken
OPMERKINGIn dit boek wordt met
de standaardinstellin-
gen van het venster
Paint Shop Pro 8-
voorkeuren gewerkt.
185
8HOOFDSTUK
8 – Paint Shop Pro 8 verkennen
8.3 Menu AfbeeldingIn het menu Afbeelding vindt u opties om de weergave van defoto in het venster te wijzigen. U kunt foto’s omkeren, roterenof spiegelen, maar ook randen toevoegen of de foto inlijsten.
8.3.1 Omdraaien
Hierbij wordt de foto omgeklapt rond een horizontale as vanlinks naar rechts door het midden van de foto. U kunt dit bij-voorbeeld toepassen bij een foto met een weerkaatsing vaneen object zoals een boom of een gebouw in het water. Hetwater komt dan boven in de foto en het object onderin.
Figuur 8.7: De foto van
dit bruggetje in Groningen
is omgekeerd om een ver-
vreemdingseffect te
bereiken
186
8HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
8.3.2 Spiegelen
Hierbij wordt de foto gedraaid om een verticale as van bovennaar beneden. (Een dergelijke foto staat spiegelverkeerd.)Spiegelen kunt u bijvoorbeeld doen als het gaat om natuurop-namen of opnamen zonder tekst.
8.3.3 Roteren
Bij het inladen van de foto’s komt het voor dat de foto’s diein een staand formaat zijn genomen een kwartslag links- ofrechtsom gedraaid moeten worden. Hiervoor is de optie Ro-teren handig.
8.3.4 Vergrootglas
Om details in de foto te bekijken is het gebruik van het ver-grootglas erg handig. Na het instellen van dit hulpmiddel ver-schijnt er een apart venster op het scherm met daarin hetdetail dat met de cursor wordt aangewezen.
Figuur 8.8: Details bekijkt u door het vergrootglas in te stellen
187
8HOOFDSTUK
8 – Paint Shop Pro 8 verkennen
OEFENING 8.3 Het vergrootglas gebruiken
1. Klik in het menu Beeld op de optie Vergrootglas.
2. Klik-en-sleep over het gedeelte van de foto dat u wilt vergro-ten. Het geselecteerde gedeelte wordt weergegeven met hethoogst mogelijke percentage dat in het venster past.
8.3.5 Opslaan
Nadat u een foto hebt bewerkt (zie hoofdstuk 9) kunt u defoto opnieuw opslaan onder dezelfde naam of deze een ande-re naam geven. De volgende sneltoetsen zijn daarvoor handigom te gebruiken:
■ Bestand, Opslaan (Ctrl+S)
■ Bestand, Opslaan als (F12)
In het venster Opslaan als voert u een nieuwe naam in enkiest u desgewenst een andere map. In het vak Opslaan als
Figuur 8.9: Een foto in een andere bestandsopmaak opslaan
188
8HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
kunt u een andere bestandsindeling kiezen bijvoorbeeld *.pspvoor als u de foto in een ander programma wilt kunnen bekij-ken (zie figuur 8.9).
8.3.6 Foto’s verwijderen
Tijdens het bekijken van uw foto’s in de browser van PaintShop Pro 8 kunt u foto’s die niet zijn geslaagd, meteen verwij-deren. Dit bespaart geheugenruimte op de harde schijf.
OEFENING 8.4 Foto’s verwijderen
1. Open de browser en selecteer de map met de foto’s die uwilt bekijken en verwijderen.
2. Selecteer de foto’s die u wilt verwijderen. Gebruik daarbijde Ctrl-toets terwijl u op de te verwijderen foto’s klikt.Met de Shift-toets ingedrukt, klikt u op de eerste en delaatste foto van een reeks foto’s die u wilt verwijderen.
Figuur 8.10: Foto’s verwijderen in de browser van Paint Shop Pro 8
189
8HOOFDSTUK
8 – Paint Shop Pro 8 verkennen
3. Plaats de aanwijzer op een van de geselecteerde foto’s endruk op de rechtermuisknop.
4. Klik in het snelmenu op de optie Verwijderen.
8.4 BewerkingenHet geweldige voordeel van het werken met digitale foto’s isdat u direct aanpassingen kunt doen als er iets in de foto isdat u niet bevalt.
8.4.1 Rode ogen corrigeren
Rode ogen ontstaan als u vol flitst in de ogen van uw modelof een gezelschap. Het licht valt via de openstaande pupildirect op het netvlies dat een rode kleur heeft. Het weerkaat-ste licht wordt door uw camera opgevangen en dat maakt datde ogen rood zijn in plaats van zwart. De meeste camera’shebben een optie Red eye reduction die u instelt bij het flitsenvan personen. De flitser geeft een korte voorflits. Het oogreageert hierop door de pupil iets te sluiten. Vervolgenswordt de flitsfoto gemaakt en is het rode netvlies nog nauwe-lijks zichtbaar.
OEFENING 8.5 Rode ogen verwijderen
1. Selecteer de foto met de rode ogen.
2. Kies in het menu Aanpassen de optie Rode ogen verwijde-ren. Het gelijknamige venster verschijnt (zie figuur 8.11).Het venster bevat twee afbeeldingen. In de rechterafbeel-ding plaatst u met behulp van het handje het rode oog inde foto dat u wilt aanpassen.
3. In de linkerafbeelding verschijnt een kruisaanwijzer als ude cursor in het venster plaatst.
4. Klik-en-sleep over het rode oog en maak het rondje evengroot als de pupil die u wilt aanpassen.
5. Met behulp van de aanwijzer kunt u het rondje verplaat-sen en met de handgrepen is het mogelijk om het rondjenauwkeurig in te stellen.
190
8HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 8.11: In het venster Rode ogen verwijderen plaatst u de cirkel op
de pupil van het rode oog
6. Kies vervolgens in het vak Kleurtoon de kleur van het oog.Er zijn verschillende opties als Aqua, Blauw, Bruin, Grijs,Groen en Violet.
7. In het vak Kleur kunt u uit vijftien kleurnuances kiezen voorde best mogelijke vergelijking met het oog op uw foto.
De optie Doezelen gebruikt u om de randen van het gecorri-geerde oog te wijzigen. Kleinere waarden maken de randenscherper, grotere waarden mengen de randen met de omrin-gende afbeeldingsgebieden.
De optie Onscherpte mengt het oog met de omringende pixelswanneer de foto een korrelig uiterlijk heeft. Verhoog de in-stelling met één eenheid per keer totdat het oog op natuurlij-ke wijze met de rest van de foto versmelt.
Met Glans in midden markeert u het selectievakje om de glansnaar het midden van de pupil te verplaatsen. Schakel het se-
191
8HOOFDSTUK
8 – Paint Shop Pro 8 verkennen
lectievakje uit om de glans op de oorspronkelijke positie telaten staan.
Gebruik de optie Verfijnen als het oog in de oorspronkelijkefoto gedeeltelijk verborgen is. Als het oorspronkelijke ooggedeeltelijk door het ooglid verborgen wordt, moet dit in hetgecorrigeerde oog ook zo zijn. Gebruik de schuifbalk Verfij-nen om de correctie te verminderen. Sleep de schuifbalk ge-leidelijk naar links om de correctie te verminderen en deoverlapping met de omgevende huid te minimaliseren.
8.4.2 Perspectiefcorrectie
Het is vaak lastig om de horizon recht in het beeld te plaat-sen. Heel vaak verstoort een scheve horizon het beeld en zouu dit willen herstellen. In Paint Shop Pro 8 is dit geen pro-bleem. Het programma bevat het gereedschap Rechttrekkenwaarmee u ook het perspectief van overhellende gebouwenkunt aanpassen.
Figuur 8.12: Pas de kleur van het oog aan
192
8HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
OEFENING 8.6 Een horizon rechtzetten
1. Selecteer de foto met de scheve horizon, bijvoorbeeldDSC09558.
2. Klik links in het venster op de knop ▼ van het Gereed-schap Rechttrekken.
3. In de foto verschijnt een rode lijn.
4. Klik-en-sleep de rode lijn met behulp van de hendels zo inhet venster dat deze over of parallel met de horizon ligt(zie figuur 8.13).
Figuur 8.13: Plaats de rode lijn over de horizon
Als u de foto meteen wilt bijsnijden, selecteert u deze optie inhet palet Opties voor gereedschappen.
5. Klik op de knop Herstellen in het palet Opties voor gereed-schappen.
6. De foto wordt zo gedraaid dat de horizon recht komt testaan (zie figuur 8.14).
193
8HOOFDSTUK
8 – Paint Shop Pro 8 verkennen
Bij het fotograferen van gebouwen, zowel binnen als buitentreedt meestal perspectivische vervorming op. Het lijkt danalsof voorwerpen hellen of gebogen zijn. Deze vervormingtreedt op wanneer de camera niet recht op het voorwerp isgericht. In oefening 8.7 ziet u hoe u dit kunt corrigeren.
OEFENING 8.7 Perspectiefcorrectie
1. Open de foto waarin u de perspectiefcorrectie wilt doen,bijvoorbeeld DSCO09557.
2. Klik in het gereedschap Perspectiefcorrectie op de knopPerspectiefcorrectie. In de foto verschijnt een grensvakmet hoekhendels.
3. Maak een keuze uit een van de volgende opties in het pa-let Opties voor gereedschap:
Rasterlijnen – Geef in het invoervak het gewenste aantallijnen op als u rasterlijnen in het grensvak wilt weergeven.
Figuur 8.14: De foto is gedraaid en meteen bijgesneden
194
8HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Afbeelding bijsnijden – Schakel dit selectievakje in om defoto bij te snijden tot het oorspronkelijke formaat nadatde perspectiefcorrectie is toegepast. Gebieden die buitende oorspronkelijke grootte vallen, worden verwijderd.
4. Klik-en-sleep elke hendel naar de corresponderende hoekvan een element dat rechthoekig hoort te zijn. Bijvoor-beeld bij een gebouw zijn de zijkanten niet recht maar ge-bogen.
5. Stel de positie van het grensvak bij door de X- en Y-waar-de van de vier hoekhendels op te geven in het palet Optiesvoor gereedschap.
6. Dubbelklik op de foto of klik op Toepassen.
Figuur 8.15: Het grensvlak plaatst u langs de lijnen van het gebouw
195
8HOOFDSTUK
8 – Paint Shop Pro 8 verkennen
8.5 LenscorrectieCameralenzen kunnen vervormingen in foto’s creëren. Vooralgroothoekfoto’s en dichtbij-opnamen tonen deze vervormin-gen. Een aantal van deze vertekeningen kunt u met PaintShop Pro 8 oplossen.
Tonvormige vertekening – Als uw foto een tonvormige verte-kening heeft, ziet de foto er in het midden breder uit. Lijnendie recht horen te zijn, worden in het midden naar buitengebogen. U moet deze lensvervormingen bijwerken voordat ude foto bijsnijdt. Als u wilt dat vervormingscorrecties goedwerken, moet de as van de cameralens met het midden vande afbeelding samenvallen. In oefening 8.8 ziet u hoe tonvor-mige vertekening kan worden bijgewerkt.
Figuur 8.16: Na de correctie is door het bijsnijden een deel van het huis
afgevallen
196
8HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
OEFENING 8.8 Tonvormige vertekening bijwerken
1. Kies in het menu Aanpassen de optie Lenscorrectie, Ton-vormige vertekening corrigeren.
2. Stel vervolgens de Kracht van de correctie in. Wijzig dewaarden zodanig dat de vervorming verdwijnt. Zoek delijnen in de foto die krom zijn en wijzig de krachtwaardetot ze recht zijn. Het formaat van de foto wordt gewijzigdnaarmate u deze waarde aanpast.
Middenschaal behouden – Hiermee bepaalt u of de schaal inhet midden van de foto hetzelfde blijft of wordt gewijzigd. Alsu deze lijnen selecteert, worden pixels aan de foto toege-voegd of eruit verwijderd. Schakel deze optie uit als u hetformaat van de foto of laag niet wilt wijzigen.
8.6 Een fotobestand verzendenMet een internetaansluiting is het gemakkelijk om een fotovia internet te versturen naar familie, vrienden en kennissen.U kunt een foto als bijlage versturen met het programma Out-look Express of een ander e-mailprogramma. In figuur 8.17ziet u een voorbeeld van een dergelijk e-mailbericht.
OEFENING 8.9 Een bestand per e-mail verzenden
1. Open het bestand dat u wilt versturen.
2. Pas indien nodig correcties toe.
3. Klik in het menu Bestand op de optie Verzenden. Hete-mailprogramma wordt geopend. In het vak Bijlage staatde naam van het bestand dat u hebt geselecteerd.
4. Kies een afzender en voer het onderwerp in.
5. Voer de tekst voor uw e-mailbericht in.
8.7 Een foto afdrukkenVoor het afdrukken van een foto hebt u de juiste apparatuurnodig, als u tenminste een goed resultaat wilt bereiken. Deprinter moet een redelijke resolutie aan kunnen van ten min-
OPMERKINGMet de optie Aanpas-sen, Lenscorrectie,
Bolvormige verteke-ning corrigeren past
u foto’s aan met een
visoogvervorming. De
foto ziet er dan uit of
deze op een bol is
geplakt of als een
ballon is opgeblazen.
Lijnen die recht horen
te zijn, zijn krom en de
randen van de foto’s
zien er gecompri-
meerd uit.
OPMERKINGIn het boek Internetge-
bruik – Een gids voor
50-plussers (eveneens
door Academic Service
uitgegeven) wordt
deze mogelijkheid
uitgebreider bespro-
ken.
197
8HOOFDSTUK
8 – Paint Shop Pro 8 verkennen
ste 300 dpi (dotch per inch of puntjes per vierkanten inch).Op gewoon papier krijgt u maar een matige kwaliteit en het isdaarom beter om speciaal fotopapier te kopen. Er zijn ver-schillende merken en soorten net als bij gewoon fotopapier.
De meeste printers werken met het A-4 formaat. Dit formaatkomt niet helemaal overeen met het fotoformaat zodat u defoto moet bijsnijden in Paint Shop Pro 8 of een stuk van dewitrand om de afdruk moet afsnijden (zie figuur 8.20).
8.7.1 Afdrukweergave
In het venster Afdrukweergave stelt u de afdruk in met be-hulp van de opties in het menu en de werkbalk.
OEFENING 8.10 Een foto afdrukken
1. Open de foto die u wilt afdrukken.
Figuur 8.17: Een foto als bijlage per e-mail versturen
198
8HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 8.18: Dubbelklik in het venster Pagina-indeling op de foto die u
wilt afdrukken
2. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukweergave. Hetvenster Pagina-indeling wordt geopend (zie figuur 8.18).
3. Dubbelklik in de balk met miniaturen op de foto die u wiltafdrukken. De miniaturen geven alle geopende fotobestan-den in Paint Shop Pro 8 weer. Omdat de foto alleen op hetpapier past na verkleining, klikt u op de knop Ja als u dezemededeling krijgt.
4. Draai een liggende foto een kwartslag om zodat de papier-grootte in de printer optimaal wordt gebruikt (zie figuur8.19).
5. Klik op de knop Afbeelding centreren om de foto naar hetmidden van het werkblad te verplaatsen. U kunt rond defoto een witrand maken. Een grote witrand is handig als ude foto wilt inlijsten zonder een passe-partout te gebrui-ken (zie figuur 8.20).
6. Pas met behulp van de handgrepen het formaat van defoto aan.
199
8HOOFDSTUK
8 – Paint Shop Pro 8 verkennen
Figuur 8.19: Klik op de knop Kwartslag rechtsom om voor een liggende
foto het papier optimaal te benutten
Figuur 8.20: De afbeelding centreren waardoor een witrand rond de foto
ontstaat
200
8HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
7. Misschien moet u nog eens op de knop Afbeelding centre-ren klikken om de foto opnieuw in het midden van de af-druk te centreren.
8. Als u het papier optimaal voor de foto wilt gebruiken, kliktu op de knop Linksonder plaatsen en sleept u de hand-greep rechtsboven naar de rechterbovenhoek van hetwerkblad (zie figuur 8.21).
Figuur 8.21: Het papier optimaal benutten met behulp van de knop
Linksonder plaatsen en de handgrepen
8.7.2 Printerinstellingen
Voordat u de foto gaat afdrukken, is het raadzaam om deprinterinstellingen te controleren.
OEFENING 8.11 De printerinstellingen controleren
1. Klik in het menu Bestand op Printerinstellingen. Het gelijk-namige venster wordt geopend (zie figuur 8.22).
201
8HOOFDSTUK
8 – Paint Shop Pro 8 verkennen
Printer – In het vak Printer staat de naam van de printer diemet uw computer is verbonden. U kunt ook afdrukken naareen bestand om de foto op een ander moment of een andereprinter af te drukken.
Exemplaren – Selecteer het aantal exemplaren dat u van defoto wilt maken.
Oriëntatie – Kies of u de foto Staand of Liggend wilt afdruk-ken. Door de voorbereiding in de vorige oefening is de af-drukstand goed ingesteld.
Afdrukuitvoer – U kunt de foto ook in grijswaarden (zwart-wit) afdrukken of CMYK-scheidingen aanbrengen.
Kleuroptie – Het is mogelijk de foto in de negatief kleurweer-gave af te drukken. Selecteert u daarbij Achtergrond, danwordt er een zwarte rand om de foto geplaatst.
Afdrukmarkeringen – Deze zijn handig als u de foto later wiltbijsnijden. U kunt meerdere afdrukmarkeringen kiezen. Metde optie Afbeeldingsnaam wordt de bestandsnaam van defoto mee afgedrukt. Dit is handig als u later het origineel opde computer wilt opzoeken. In het vak Header kunt u een kop-tekst aan de foto toevoegen. Deze komt boven de foto te
Figuur 8.22: In het venster Printerinstelling controleert u de opties voor
het afdrukken
OPMERKINGDe opties zijn afhanke-
lijk van de geïnstal-
leerde printer.
202
8HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
staan. Met de optie Footer maakt u een tekst die onder defoto komt te staan.
2. Pas de printerinstellingen aan.
8.7.3 Eigenschappen voor Document
Het is belangrijk om ook de opties in het venster Eigenschap-pen voor Document te controleren (zie figuur 8.23). Als u hetnormale papier omwisselt voor fotopapier, moet de printerdit weten. Fotopapier wordt op een andere manier bedrukt ineen hogere resolutie.
OEFENING 8.12 Eigenschappen voor Documentaanpassen
1. Klik in het venster Printer instellingen (zie vorige oefening)op de knop Eigenschappen. Het venster Eigenschappenvoor Document <naam printer> verschijnt (zie figuur 8.23).
Figuur 8.23: In het venster Eigenschappen voor Document stelt u de
opties voor Papier/Kwaliteit in
Belangrijk is dat u de instellingen op het tabblad Papier/Kwa-liteit controleert. Hiermee bepaalt u namelijk het resultaatvan de afdruk van uw foto.
203
8HOOFDSTUK
8 – Paint Shop Pro 8 verkennen
Ladenselectie – Hier selecteert u de manier waarop het papierwordt ingevoerd in de printer. De instelling Automatisch se-lecteren is meestal goed.
Media – Selecteer de papiersoort die u hebt gebruikt. Alsdeze er niet bij staat, gebruikt u een vergelijkbare optie.
Instellingen voor kwaliteit – Kies hier voor Best om een zogoed mogelijk resultaat te verkrijgen.
Kleur – Kies voor Zwart-wit of Kleur.
Geavanceerde opties
Met de knop Geavanceerd in het venster Eigenschappen voorDocument opent u het gelijknamige venster voor de geselec-teerde printer (zie figuur 8.24). U vindt hier meer geavanceer-de instellingen voor de documentinstellingen.
Figuur 8.24: In het venster Geavanceerde opties voor <Naam printer>
kiest u opties voor Papier/Uitvoer
Papier/uitvoer – Kies hier het papierformaat, bijvoorbeeld A4,A5, A6, Envelop of een ander formaat (zie figuur 8.25).
De rest van de opties in dit venster zijn meestal niet van toe-passing voor het resultaat of kunt u niet wijzigen.
204
8HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
2. Kies de juiste instellingen voor het papier en de printerdie u gebruikt.
3. Klik op OK om terug te keren naar het venster Eigenschap-pen voor Document.
4. Klik op OK om terug te keren naar het venster Printerin-stellingen.
5. Klik op Sluiten als u alle instellingen juist hebt gekozen.
6. Klik in het venster Afdrukken op Afdrukken als u de afdrukwilt maken.
8.8 Tot besluitIn dit hoofdstuk hebt u met een aantal basisfuncties vanPaint Shop Pro 8 leren werken. De browser is handig om dejuiste foto te vinden of om mislukte foto’s te zoeken en dezete verwijderen. Foto’s met een scheve horizon of een ver-keerd perspectief kunnen worden bijgesteld.
Figuur 8.25: U kunt uit verschillende formaten kiezen
205
HOOFDSTUK 9
Paint Shop Pro 8 bevat een groot aantal functies om uw foto’s auto-matisch bij te werken en te verbeteren. In dit hoofdstuk worden devoornaamste functies besproken zoals de Eénstaps fotocorrectie, Au-tomatische kleurbalans en contrastverbetering.
9.1 Een foto verbeterenHoewel het vaak lijkt of uw foto goed is belicht, valt er in deregel nog wel het en ander te verbeteren. In Paint Shop Pro 8gebruikt u daarvoor de optie Foto verbeteren op de stan-daardwerkbalk.
OEFENING 9.1 Eénstaps fotocorrectie
1. Open de foto die u wilt verbeteren (zie figuur 9.1a).
2. Klik op de knop Foto verbeteren en vervolgens op Eén-staps fotocorrectie. In figuur 9.1b ziet u de aanpassingen. Uziet dat de foto veel pittiger is geworden.
9.1.1 Automatische kleurbalans
De kleurbalans bepaalt of uw foto er wat kleur betreft natuur-getrouw uitziet. Foto’s kunnen er te groen, blauw of rood uit-zien. Dit wordt een kleurzweem genoemd. Een groen kleur-zweem, bijvoorbeeld kan ervoor zorgen dat het lijkt of depersonen op de foto zeeziek zijn. U kunt deze zweem verwij-deren in het venster Automatische kleurbalans.
Beeldbewerking met PaintShop Pro 8 NL
206
9HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 9.1b: De foto is nu veel pittiger geworden
Figuur 9.1a: Deze foto van het skûtsjesilen vertoont een blauwzweem
207
9HOOFDSTUK
9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL
Figuur 9.2: In het venster Automatische kleurbalans past u de verlich-
tingstemperatuur aan
OEFENING 9.2 Automatische kleurbalans toe-passen
1. Open de foto waarvan u het kleurzweem wilt verwijderen.
2. Klik in de standaardwerkbalk op de optie Foto verbeteren.
3. Klik op de optie Automatische kleurbalans, het gelijknami-ge venster wordt geopend (zie figuur 9.2).
Een verbeteringsvenster bevat twee voorbeeldvakken. In hetlinkervak ziet u een detail van de geopende foto. In het rech-tervak ziet u het resultaat van de bewerking. Onder dezevoorbeeldvakken staan enkele knoppen waarmee u kunt in-en uitzoomen of een ander detail van de foto kunt bekijken.De knop met het oog gebruikt u om het effect op de oor-spronkelijke foto te beoordelen.
Verlichtingstemperatuur
Ideaal is de verlichtingstemperatuur van 6500K. De K staatvoor graden Kelvin waarmee de kleur van het licht wordt uit-
208
9HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
OPMERKINGDit is de reden dat u
beter dit licht kunt
mijden. Fotografeer bij
voorkeur aan het
begin van de ochtend
of in de namiddag. De
kleuren zijn dan
warmer.
gedrukt. Zonlicht is 6500K. Naarmate de verlichtingstempera-tuur daalt, wordt het licht roder, zoals bij de zonsop- en on-dergang. In het midden van een zomerse dag als de zon hoogaan de hemel staat, is het licht blauwer.
OEFENING 9.3 Automatische kleurbalans toepas-sen (vervolg)
1. Klik-en-sleep de knop op de balk in het vak Verlichtings-temperatuur naar links om warmere tonen (oranje) of naarrechts om koelere tonen (blauw) in de foto aan te brengen.
2. Klik op de knop met het oog om het resultaat in het rech-tervoorbeeldvak te bekijken.
3. Breng net zo lang wijzigingen aan tot u tevreden bent overhet resultaat.
4. Klik op OK als u klaar bent.
9.1.2 Automatische contrastverbetering
Bij het fotograferen hebt u te maken met lichte en donkerepartijen in de opname. Soms is de lichte partij zo licht of dedonkere partij zo donker dat details ontbreken. Door het aan-passen van het contrast kunt u proberen deze detailleringterug te krijgen. Afhankelijk van de opname geeft u de voor-keur van detaillering in de donkere partij of in de lichte partij.
OEFENING 9.4 Contrast verbeteren
1. Open de foto waarin u het contrast wilt aanpassen.
2. Klik in de standaardwerkbalk op de optie Foto verbeteren,Automatische contrast verbetering. Het gelijknamige ven-ster verschijnt (zie figuur 9.3).
3. Selecteer het deel in de foto waarvan u het contrast wiltbeoordelen.
4. Kies een van de opties in het vak Afwijking en/of Krachten/of Uiterlijk.
5. Klik op het pictogram met het oog om het resultaat in hetrechtervak te beoordelen.
6. Klik op OK als u tevreden bent met de wijzigingen.
209
9HOOFDSTUK
9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL
Figuur 9.3: Het contrast in een foto aanpassen
9.1.3 Automatische verzadigingsverbetering
Sommige foto’s kunnen pittiger, hardere kleuren gebruiken,bijvoorbeeld zacht rood naar knal rood of elke andere kleur.U kunt kleuren intenser maken of verzachten met de optieAutomatische verzadigingsverbetering.
OEFENING 9.5 Kleurverzadigingsverbeteringtoepassen
1. Open de foto waarin u het contrast wilt aanpassen.
2. Klik in de standaardwerkbalk op de optie Foto verbeteren,Automatische verzadigingsverbetering.
3. Selecteer het deel in de foto waarvan u de kleur wilt be-oordelen.
4. Selecteer in het vak Afwijking een van de opties; Minderkleurrijk voor zachtere kleuren of Meer kleurrijk voor har-dere kleuren.
5. Met de opties in het vak Kracht kiest u het effect op debewerking.
6. Als er huidtinten in de foto aanwezig zijn, selecteert u deoptie Huidtinten aanwezig.
210
9HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
OPMERKINGHet woord ‘slap’ wordt
gebruikt om aan te
geven dat een foto
contrast mist en
daardoor lijkt op een
‘grijze soep’. Het
woord ‘pittig’ duidt op
een duidelijk onder-
scheid tussen de
objecten op de foto en
duidelijke overgangen
van de grijswaarden.
Figuur 9.4: Verhelderen toepassen om de foto pittiger te maken
9.1.4 Verhelderen
Foto’s die wat slap zijn of waarvan de scherpte te wensenoverlaat, kunt u verhelderen of verscherpen zodat de fotopittiger wordt. Details zijn dan beter te zien en de objecten inde foto steken beter af.
OEFENING 9.6 Verheldering toepassen
1. Open de foto waarin u het contrast wilt aanpassen.
2. Klik in de standaardwerkbalk op de optie Foto verbeteren,Verhelderen.
3. Selecteer in het venster Verhelderen het deel in de fotowaarvan u het resultaat van het effect wilt beoordelen.
4. Stel de optie Kracht van effect in door een waarde te kie-zen (zie figuur 9.4).
5. Klik op de knop Proef om het resultaat in het voorbeeld-vak te bekijken.
6. Klik op OK als u tevreden bent over het resultaat.
211
9HOOFDSTUK
9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL
9.1.5 Onscherpte
U gebruikt de optie Onscherpte om een foto te verzachten. Ukunt dit bijvoorbeeld doen voor fotoretouche of om grofkor-religheid in de foto te verwijderen. Deze optie is erg geschiktvoor oude foto’s die u hebt ingescand (zie hoofdstuk 10).Deze effecten maken overgangen vloeiender en verminderencontrast door pixels vlakbij randen en gebieden met sterkekleurovergangen te middelen. Door deze optie meermalentoe te passen versterkt u het effect.
9.1.6 Zachtheid
U gebruikt het menu Aanpassen Zachtheid, Zachte focus omdetails uit de foto weg te nemen. Verzachting geeft een gelijk-matige onscherpte aan uw foto. De optie Nog zachter past deopdracht Verzachten met meer intensiteit toe. Met Zachtefocus (Soft focus) ziet de foto eruit alsof de foto met een ca-mera met een zachte-focusfilter is genomen.
OEFENING 9.7 Zachte focus toepassen
1. Selecteer de foto, bijvoorbeeld een portret waarop u debewerking wilt toepassen.
2. Kies in het menu Aanpassen de optie Zachtheid, Zachtefocus.
3. Centreer in het voorbeeldvenster het belangrijkste deelvan de foto.
4. Pas de optie in het venster aan met het effect dat u wiltbereiken.
Zachtheid – Hier vult u het percentage in om de krachtvan de correctie in te stellen. Bij een lage waarde vindteen kleine verzachting plaats, bij een hogere waardewordt de vervaging groter.
Benadrukking rand – Bij lagere waarden worden de randenvan de foto verzacht. Bij hogere waarden blijven detailsvan de randen behouden.
212
9HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Met verspreid licht – Markeer dit vakje als u wilt dat helde-re gebieden op de achtergrond van de foto worden ver-zacht.
Hoeveelheid – Hier vult u een percentage in om de krachtvan het stralenkranseffect te kiezen. Bij lagere waardenwordt de stralenkrans alleen aan de zeer heldere gebiedenin de foto toegevoegd. Bij hogere waarden wordt er eenstralenkranseffect rond heldere gebieden gecreëerd.
Grootte stralenkrans – Kies hier een percentage om degrootte van de stralenkrans te kiezen. Bij lagere waardenis de stralenkrans klein. Bij hogere is het stralenkransef-fect groot.
Zichtbaarheid stralenkrans – Vul hier een percentage inom de kracht van de zichtbaarheid te kiezen. Bij lagerewaarden is het stralenkranseffect maar gering. Bij een ho-gere waarde veel duidelijker.
Figuur 9.5: De foto van de monnik wordt verzacht om rimpels weg te
werken
213
9HOOFDSTUK
9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL
9.2 Randen aan foto toevoegenBij het bekijken en afdrukken van foto’s gaat de foto directover op het wit van het afdrukpapier. U kunt bij het bijsnij-den van de foto een witrand overlaten. U bereikt echter eenmooier resultaat door een rand rond de foto toe te voegen.De kleur van deze rand kunt u afstemmen op de kleuren in defoto. Hiervoor gebruikt u het Palet Kleur.
OEFENING 9.8 Een rand toevoegen
1. Selecteer de foto die u van een rand wilt voorzien.
2. Klik in het menu Afbeelding op de optie Randen toevoe-gen. In het venster verschijnt het dialoogvenster Randentoevoegen.
3. Kies eerst de kleur van de rand door in het venster Ran-den toevoegen op het vak Kleur te klikken (zie figuur 9.7).
4. In het venster Kleur ziet u linksboven een kleurenvlak. Alsu de aanwijzer erop plaatst, verschijnt het pipet waarmeeu een kleur kunt selecteren (zie figuur 9.8). De eigenschap-pen van de kleur of de waarden voor de kleur R, G, B staanonder in het venster Kleur. Het kleurvak Huidige toont dekleur die u met behulp van het pipet hebt geselecteerd.
Figuur 9.6: Door zachte focus toe te passen krijgt het meisje iets
dromerigs
214
9HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 9.8:
In het vak Kleur klikt
u op de kleur voor
de rand om uw foto
Figuur 9.7: In het venster Rand toevoegen klikt u op het vak Kleur
WAARSCHUWINGU kunt meerdere
randen toevoegen. Als
u niet tevreden bent
over de kleur van een
rand, moet u deze
eerst verwijderen met
de knop Onge-daan maken.
Vervolgens kiest u een
nieuwe kleur voor de
rand en voegt u deze
toe.
215
9HOOFDSTUK
9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL
5. Klik op de knop OK om deze kleur als achtergrondkleur tekiezen.
6. Kies de breedte van de randen in de vakken Boven, Links,Rechts en Onder en klik vervolgens op OK (zie figuur 9.9).Het resultaat ziet u in figuur 9.10.
Figuur 9.9: In het venster Randen toevoegen kiest u de breedte van de
rand om de foto
Figuur 9.10: In het venster Kleur is de kleur voor de rand gekozen en
ingesteld
216
9HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
9.3 Afbeelding, inlijstenIn plaats van een echt lijstje te kopen kunt u ook met behulpvan het venster Inlijsten een lijst om uw foto maken. Dezelijst wordt samen met de foto afgedrukt.
OEFENING 9.9 Een foto inlijsten
1. Selecteer de foto die u wilt inlijsten.
2. Klik in het menu Afbeelding op de optie Fotolijst.
3. In het venster Fotolijst kiest u in het vak Fotolijst de lijst-stijl voor de foto. Rechts in het venster ziet u een voor-beeld van de lijst zoals deze met de foto wordt afgedrukt.
4. Selecteer de lijst die bij uw foto past. Selecteer de optieZilver 03. U kunt natuurlijk ook een ander lijstje selecteren(zie figuur 9.11).
Figuur 9.11: In het venster Fotolijst selecteert u een fotolijststijl
5. U kunt kiezen of u het frame binnen de foto wilt plaatsenof er buiten. In het eerste geval zal een deel van de fotoachter het frame verdwijnen. Door het frame buiten defoto te plaatsen blijft het hele formaat van de foto zicht-baar.
6. Sla de foto opnieuw op onder een andere naam.
OPMERKINGDe lijst lijkt de foto te
omsluiten in dezelfde
laag. Dit is niet het
geval. De foto bestaat
uit twee lagen; één
waarin de foto staat
en één met de lijst. Bij
het opslaan van de
foto worden beide
lagen samengevoegd.
217
9HOOFDSTUK
9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL
Figuur 9.12: De foto wordt in een lijst getoond
9.4 EffectenU kunt met Paint Shop Pro een groot aantal effecten aan uwfoto’s toevoegen. Het effect dat u kiest, is afhankelijk van hetresultaat dat u wilt bereiken. De artistieke effecten gebruikt uals u van uw foto een kunstwerkje wilt maken. Zo kunt u uwfoto veranderen in een kleurpotlood- of houtskooltekening,maar u kunt ook penseelstreken toepassen.
9.4.1 Geometrische effecten
De geometrische effecten wijzigen de afmetingen van de fotoof passen een bepaald effect toe waardoor de vorm van defoto helemaal verandert. Het resultaat kunt u gebruiken vooreen bepaalde toepassing, zoals een poster waar u tekst aantoevoegt of als onderzetter.
Cirkel
Bent u ook zo’n liefhebber van Terschelling? Maak dan uweigen onderzetters door het geometrische effect Cirkel toe tepassen.
OEFENING 9.10 Het geometrische effect Cirkeltoepassen
1. Selecteer de foto die u als geometrisch effect wilt toepas-sen, bijvoorbeeld DSC01725 (zie figuur 9.13).
218
9HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 9.13: Een foto van Terschelling met een standaardlens
2. Kies in het menu Effecten de optie Geometrische effectenen vervolgens Cirkel. In het venster Cirkel kunt u uitzoo-men totdat u het effect in het voorbeeldvak ziet verschij-nen. De foto wordt nu in een cirkel weergegeven. Het per-spectief van de opname is aangepast, zodat het lijkt opeen opname die door een vissenooglens (fish eye) is ge-maakt (zie figuur 9.14). In het vak Randmodus van het ven-ster kunt u een aantal opties instellen. Het voorbeeldvaktoont het effect. Klik op OK als u tevreden bent met hetresultaat.
3. Door de doorsnede van de foto aan te passen kunt u dezefoto geschikt maken om als onderzetter te gebruiken. Ukunt een aantal afdrukken maken en deze plastificeren.
219
9HOOFDSTUK
9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL
Figuur 9.15: De foto lijkt op een vissenoogopname
Figuur 9.14: In het venster Cirkel kiest u de opties voor het effect Cirkel
220
9HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
9.4.2 Reflectie-effecten
U kunt een reflectie-effect ook gebruiken door zelf een achter-grond te creëren voor een website, bureaublad, enzovoort. Inoefening 9.11 wordt daarvan een voorbeeld gegeven.
OEFENING 9.11 Het reflectie-effect Caleidoscooptoepassen
1. Selecteer de foto waarop u het effect wilt toepassen, bij-voorbeeld DSC01913 uit het archief (zie figuur 9.16).
2. Kies in het menu Effecten, de optie Reflectie-effecten, Ca-leidoscoop.
3. Pas in het gelijknamige venster de opties voor het effectaan en bekijk het resultaat in het voorbeeldvak. Als u bij-voorbeeld de Horizontale verschuiving instelt op 12%,krijgt u het effect uit figuur 9.17 te zien.
Figuur 9.16: De basis voor de achtergrond
221
9HOOFDSTUK
9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL
Aan de hand van de gegeven voorbeelden kunt u verder expe-rimenteren. Bij het kiezen van effecten is het wel belangrijkdat u de juiste foto’s gebruikt. Door een uurtje te experimen-teren krijgt u wel het gevoel wat kan en niet kan.
9.4.3 Textuureffecten
Met Textuureffecten maakt u uw eigen patronen zoals u dezeook op textiel en behang aantreft. De foto DSC01812 is eengeschikte foto om mee te beginnen (zie figuur 9.18). Deze fotois gemaakt van een blok labradorgraniet dat honderd jaar opde bodem van de Noordzee heeft gelegen. Op Terschellingwordt hiervan door de Israëlische kunstenares Yaël Artsi(www.yael-artsi.com) een monument gemaakt.
OPMERKINGMeestal is het moge-
lijk om de kracht van
het effect in te stellen.
Als een effect te heftig
werkt, kunt u de
bewerking ongedaan
maken en het nog
eens proberen met
andere instellingen.
Figuur 9.17: Het effect Caleidoscoop toepassen
222
9HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
OEFENING 9.12 Textuureffecten toepassen
1. Open de foto waarop u het effect wilt toepassen, bijvoor-beeld DSC01812 (zie figuur 9.18).
2. Pas een textuureffect toe, bijvoorbeeld Mozaïekstukjes.
3. In het gelijknamige venster kunt u de opties voor Mozaiek-stukje, Afbeelding en Licht aanpassen (zie figuur 9.19). Infiguur 9.20 ziet u het resultaat. Door de opties in het ven-ster Mozaiekstukjes te wijzigen krijgt u steeds een anderresultaat.
Figuur 9.18: De foto van een blok labradorgraniet is het uitgangspunt
voor het effect
223
9HOOFDSTUK
9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL
Figuur 9.19: In het venster Mozaïekstukjes stelt u de opties voor het
effect in
Figuur 9.20: Het resultaat voor het toegepaste effect
224
9HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
9.5 Selecties makenU kunt delen van een foto selecteren met behulp van de se-lectiegereedschappen. U maakt een selectie om een deel vaneen foto te knippen, te kopiëren of te bewerken. Zo kunt ueen donkere partij in een foto selecteren en alleen deze selec-tie helderder maken of een kleurcorrectie uitvoeren. De se-lectiegereedschappen staan in een vervolgmenu op de werk-balk Gereedschappen. U kunt steeds één gereedschaptegelijkertijd gebruiken. Om de andere selectiegereedschap-pen te gebruiken klikt u op de knop ▼ aan de rechterkant vanhet gereedschap.
■ Gebruik de Esc-toets om de selectie op te heffen.
■ Gebruik de rechtermuisknop om de selectie af te sluiten.
9.5.1 Selectie
Met de optie Selectie maakt u een selectie van een bepaaldevorm, zoals een rechthoek, cirkel of ster. De vorm kiest u inhet palet Opties voor gereedschappen.
OEFENING 9.13 Een selectie maken
1. Open de foto waarin u de selectie wilt maken.
2. Klik in de werkbalk Gereedschappen op de knop Selectieen kies, indien nodig, Selectie.
3. Selecteer in het palet Opties voor gereedschap het gewens-te Selectietype. U hebt onder andere de keuze uit: Recht-hoek, Vierkant, Afgeronde rechthoek, Afgerond vierkant,enzovoort.
In het vak Modus kunt u een van de opties Vervangen,Toevoegen (Shift) of Verwijderen (Ctrl) kiezen. Dit heeftinvloed op hetgeen wordt geselecteerd.
Vervangen – Een bestaande selectie wordt door een nieu-we selectie vervangen.
Toevoegen – Klik op een ander gebied van de foto omdeze aan de selectie toe te voegen.
225
9HOOFDSTUK
9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL
Verwijderen – Klik binnen de oorspronkelijke selectie omde selectie te verwijderen.
4. Klik-en-sleep de aanwijzer om het deel van de foto dat uwilt selecteren (zie figuur 9.21).
5. Plaats de aanwijzer in de linkerbovenhoek van hetgeen uwilt selecteren. Klik-en-sleep de aanwijzer naar de rechter-benedenhoek.
6. U kunt nu een andere bewerking doen op de selectie, zoalskopiëren of de selectie wijzigen met de opties in het menuAanpassen.
9.5.2 Selectie uit de vrije hand
Hiermee maakt u een selectie met een onregelmatige vorm ofom de randen van een object. Hiermee kunt u alles selecterenvan de omtrek van een hoofd tot de onregelmatige vorm vaneen blad.
Figuur 9.21: Een selectie maken
226
9HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
OEFENING 9.14 Selectie uit de vrije hand maken
1. Open de foto waarin u de selectie wilt maken.
2. Klik in de werkbalk Gereedschappen op de knop Selectieen kies Selectie uit vrije hand.
3. Selecteer in het palet Opties voor gereedschap het gewens-te Selectietype.
Intelligente randselectie – Klik langs de randen van onre-gelmatig gevormde gebieden en Paint Shop Pro 8 zoekt deranden. Gebruik deze selectie om een rand te maken tus-sen twee gebieden die qua kleur of licht een sterk contrastvormen.
Randzoeker – Klik op de randen van onregelmatig gevorm-de gebieden en Paint Shop Pro 8 zoekt de randen tussentwee gebieden met subtiele kleur- of lichtverschillen ertus-sen.
Van punt tot punt – Klik van punt tot punt en Paint ShopPro 8 tekent een rechte rand tussen de punten. Gebruikdeze optie wanneer u een selectie met rechte randen wiltmaken.
Vrije hand – Klik-en-sleep om het gebied te selecteren als-of u een tekening uit de vrije hand maakt. Gebruik dit typevoor onregelmatige vormen wanneer u snel een selectiewilt maken.
4. Selecteer in het vak Modus een van de opties (zie oefening9.11).
Doezelen – Dit bepaalt de breedte in pixels tussen 0 en 200waar de selectie langs de randen wordt vervaagd. Doeze-len regelt de scherpte van de randen in een selectie.
Anti-alias – Kies of u binnen of buiten het selectiekaderwilt anti-aliassen. Anti-aliasing lijkt op doezelen maar isexacter omschreven. Hiermee krijgt u een selectie met eengladde rand doordat langs die rand een deel van de pixelswordt ingevuld zodat deze halfdoorzichtig wordt. Als ugeen anti-aliasing toepast, kunnen de randen van de selec-tie rafelig lijken. Anti-aliasing is nuttig wanneer u foto’scombineert en wanneer u met tekst werkt.
227
9HOOFDSTUK
9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL
5. Plaats de aanwijzer aan het begin van waar u de selectiewilt beginnen en sleep het kruisje naar het volgende puntwaar u de selectie wilt stoppen.
6. Gebruik de Shift-toets om de selectie aan de bestaandeselectie toe te voegen.
Figuur 9.22: Een selectie maken met het gereedschap Selectie uit vrije
hand
9.5.3 Toverstaf
U gebruikt de Toverstaf voor het selecteren van een ingewik-keld gedeelte in een foto dat duidelijk andere pixels heeft danin andere delen, zoals een persoon tegen een blauwe lucht.Het gereedschap gebruikt vier soorten waarden voor het ma-ken van selecties: kleur (RGB-waarde), kleurtoon, helderheidof dekking.
OPMERKINGHet selecteren van
delen in een foto
vraagt enige oefening.
228
9HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
OEFENING 9.15 Een selectie maken met deToverstaf
1. Kies de naam van de laag als de foto uit meerdere lagenbestaat.
2. Klik in de werkbalk Gereedschappen op het gereedschapToverstaf.
3. Kies in het vak Modus een van de opties.
4. Kies in het palet Opties voor gereedschap de Afstemmings-modus om te bepalen hoe Paint Shop Pro 8 de selectiemaakt.
Geen – Alle pixels worden geselecteerd.
RGB-waarde – Kiest pixels die overeenkomen met de rode,groene en blauwe waarde van de kleur die u in de fotoselecteert.
Kleur - Kiest pixels van dezelfde kleur.
Kleurtoon – Kiest pixels gebaseerd op de plaats in hetkleurenwiel van de kleurtonen die u in de foto selecteert.
Helderheid – Kiest pixels op basis van de helderheid vande kleur die u in de foto selecteert. U kunt deze optie bij-voorbeeld gebruiken om lichte gebieden van een foto teselecteren.
Geheel dekkend – Kiest alleen gebieden met pixels. Erworden geen transparante gebieden geselecteerd.
Dekking – Kiest pixels op basis van hun dekking.
5. Kies in het palet Opties voor gereedschap uit de volgendeextra opties:
Tolerantie – Hiermee bepaalt u hoe nauwkeurig de gese-lecteerde pixels overeen moeten komen met de oorspron-kelijk aangeklikte pixel. Bij lage instellingen moeten dewaarden dicht bij elkaar liggen. Bij hogere instellingenselecteert de Toverstaf een breder bereik van pixels.
Kleurselectie samengevoegde lagen – Selecteer deze optiewanneer u de Toverstaf naar overeenkomende pixels in desamengevoegde foto wilt laten zoeken. Schakel deze optieuit om de selectie tot de actieve laag te beperken.
229
9HOOFDSTUK
9 – Beeldbewerking met Paint Shop Pro 8 NL
Doezelen – Bepaalt de breedte in pixels tussen 0 en 200waar de selectie langs de randen wordt vervaagd. Doeze-len regelt de scherpte van de randen in een selectie.
Anti-alias – Kies of u binnen of buiten het selectiekaderwilt anti-aliassen.
6. Klik op het deel van de foto waar pixels in staan die u wiltafstemmen (zie figuur 9.23). Het selectiekader omringt alleovereenkomende pixels. Als de Toverstaf meer of minderpixels selecteert dan de bedoeling is, wijzigt u de Toleran-tiewaarde en maakt u een nieuwe selectie.
7. Als u de selectie wilt wijzigen, kiest u uit de vervolgkeuze-lijst Modus.
9.6 Tot besluitPaint Shop Pro is erg geschikt om correcties in uw foto’s aante brengen. Verder bevat het een groot aantal effecten waar-mee u uw foto’s kunt bewerken. Als u deze effecten leert ken-
Figuur 9.23: Een selectie maken met de toverstaf
230
9HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
nen, is het interessant om bij het maken van een foto al reke-ning te houden met het resultaat van het effect. Zo kunt u eenopname vervreemden tot een interessant beeld. U maakt se-lecties om een bepaald gedeelte in een foto te bewerken.
231
HOOFDSTUK 10
Foto’s die u eerder met een gewone (analoge) camera hebt gemaakt,kunt u scannen en op de computer bewerken. In dit hoofdstuk wordtPaint Shop Pro 8 gebruikt om krasjes automatisch te verwijderen envlekken weg te werken. Het is verstandig om uw foto’s op de computerook naar een cd-rom te branden voor als er eens iets met uw hardeschijf gebeurt.
10.1 Scannen van een fotoU kunt bestaande afdrukken van foto’s met behulp van eenscanner digitaal maken. Het digitale bestand is dan in AdobePhotoshop Elements of in Paint Shop Pro 8 te bewerken. Dezeprogramma’s bevatten overigens ook opties in het menu Be-stand om een foto direct in het programma te scannen. In dithoofdstuk wordt gebruikgemaakt van de Wizard Scanner encamera dat standaard met Windows XP wordt meegeleverd.
OEFENING 10.1 Een foto scannen
1. Zorg dat de scanner op de computer is aangesloten. Ge-bruik bij voorkeur een scanner die is voorzien van eenUSB-uitgang die op de USB-poort van de computer onderWindows XP kan worden aangesloten.
2. De scanner gaat automatisch aan als u deze aansluit.
3. Leg de foto op de glasplaat onder het deksel van de scan-ner. Zorg dat het deksel goed op de foto valt zonder datde foto verschuift.
4. Klik op Start, Alle programma’s, Bureau-accessoires en ver-volgens op Wizard Scanner en camera. De wizard ver-schijnt op het scherm (zie figuur 10.1). Klik op de knopVolgende.
OPMERKINGNa het aansluiten van
de scanner in Win-
dows XP wordt deze
automatisch gevonden
en geïnstalleerd. De
scanner kan dan met-
een worden gebruikt.
Scannen, oude foto’sbewerken en cd’s branden
232
10HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
5. In het volgende venster kiest u het type foto (zie figuur10.2).
6. Klik op de knop Aangepaste instellingen. Het venster Ei-genschappen wordt geopend (zie figuur 10.3).
Figuur 10.1: Het eerste venster van de Wizard Scanner en camera
Figuur 10.2: Kies het type foto dat u gaat scannen
233
10HOOFDSTUK
10 – Scannen, oude foto’s bewerken en cd’s branden
10.1.1 Aangepaste instellingen
Op het tabblad Geavanceerde eigenschappen gebruikt u deschuifknoppen in het vak Vormgeving om de Helderheid enhet Contrast in te stellen. Het voorbeeldvenster laat het resul-taat zien.
In het keuzevak Resolutie (DPI) kiest u de scherpte van defoto. Hoe hoger de resolutie hoe scherper de foto wordt gedi-gitaliseerd. Dit gaat wel ten koste van de procestijd want hetscannen in een lagere resolutie gaat nu eenmaal sneller. Inhet vak Type afbeelding staat de optie die in het vorige ven-ster is ingesteld. Met de knop Beginwaarden kunt u de oor-spronkelijke instellingen terugzetten.
7. Kies de instellingen die u voor het scannen van de fotowilt gebruiken.
8. Klik op de knop OK als u klaar bent.
9. Om een proefscan te maken klikt u eerst op de knopVoorbeeld. Dit kan even duren, maar het wachten wordtbeloond. Het resultaat ziet u in voorbeeldvenster (ziefiguur 10.4). Klik op Volgende.
10. U kunt nu de naam en locatie opgeven van de map waaru de foto wilt bewaren (zie figuur 10.5).
Figuur 10.3: Op het tabblad Geavanceerde eigenschappen stelt u de
helderheid, contrast en resolutie in
234
10HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 10.4: In het voorbeeldvenster verschijnt de foto als u op de knop
Voorbeeld klikt
Figuur 10.5: Een naam van de foto in de scanner opgeven en een map
selecteren waar deze wordt opgeslagen
11. Klik op de knop Bladeren om een map te zoeken waar ude foto wilt opslaan of voer een nieuwe naam in. Klik op
235
10HOOFDSTUK
10 – Scannen, oude foto’s bewerken en cd’s branden
Figuur 10.6: Volg de voortgang van het scannen in het voorbeeldvenster
OPMERKINGStandaard worden de
gescande foto in de
map C:\Documentsand Settings\<Uwnaam>\Mijndocumenten\Mijnafbeeldingen\<Naammap> opgeslagen.
Volgende. De scanner maakt nu de definitieve scan in deresolutie die u hebt gekozen. In het vak Voortgang kunt uzien hoever het scannen is gevorderd (zie figuur 10.6).
Figuur 10.7: U kunt verder werken met de foto door deze bijvoorbeeld
op het web te publiceren
236
10HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
12. Afhankelijk van de grootte van de foto duurt het scannenéén of meer minuten.
13. Na het scannen kunt u nog andere opties kiezen (zie fi-guur 10.7). Laat de optie Geen van beide staan en klik opVolgende. Klik vervolgens op Voltooien. De scannerwordt uitgeschakeld.
10.2 Oude foto’s bewerkenAls u over een oude foto beschikt die nogal beschadigd isdoor het gebruik, is het mogelijk om deze in te scannen en tebewerken. U kunt de foto met de Wizard Scannen en camerainscannen, maar ook vanuit het programma waarmee u defoto wilt bewerken. In het voorbeeld wordt Paint Shop Pro 8gebruikt. Er wordt een pasfoto gebruikt die eerst wordt bijge-werkt en vervolgens wordt afgedrukt.
WAARSCHUWINGHet is raadzaam de
computer af te sluiten
en opnieuw op te star-
ten met de aangeslo-
ten scanner. Paint
Shop Pro 8 herkent de
printer en installeert
de optie Van scannerof camera in Bestand,
Importeren. In het an-
dere geval geeft het
programma een fout-
melding. In het ven-
ster Connection moet
u dan de juiste opties
instellen (zie figuur
10.8). Wij gebruiken
met onze scanner:
■ Connet Via: TWAIN
■ Available TWAIN
devices: WIA-Hew-
lett-Packard Scan-
Jet 5200C
Figuur 10.8: Kies in het venster
Connection de gegevens voor de
verbinding
OEFENING 10.2 Een oude foto scannen
1. Open Paint Shop Pro 8 (zie hoofdstuk 8).
2. Kies in het menu Bestand de optie Importeren, Van scan-ner of camera.
3. Scan de foto volgens de manier zoals eerder in dit hoofd-stuk is uitgelegd.
4. Maak een voorbeeld en beoordeel Helderheid en Contrast.Stel desgewenst deze opties bij tot u een goed voorbeeldhebt.
Als de scan is gemaakt, verschijnt de foto in het werkgebiedvan Paint Shop Pro 8 (zie figuur 10.9). Deze scan is gemaaktvan een pasfotootje.
237
10HOOFDSTUK
10 – Scannen, oude foto’s bewerken en cd’s branden
10.2.1 Automatisch krasjes verwijderen
Op de werkbalk Gereedschappen vindt u het gereedschapKrasjes verwijderen. Hiermee kunt u pluisjes, krasjes, vlekjesen andere ongewenste beeldverstorende elementen verwijde-ren.
OEFENING 10.3 Krasjes verwijderen 1
1. Klik in de werkbalk Gereedschap op het gereedschap Kras-jes verwijderen en vervolgens op Krasjes verwijderen.
2. Kies in het palet Opties voor gereedschappen de vorm vanhet selectievakje.
3. Stel de breedte van het selectievakje in.
4. Klik met de kruisaanwijzer met het paletmesje op de vlek-jes in uw foto.
Figuur 10.9: De gescande foto in Paint Shop Pro 8
238
10HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
10.2.2 Aanpassen, Grofkorreligheid toevoegen/verwijderen, Automatisch krasjesverwijderen
Een krachtiger gereedschap is de optie Grofkorreligheid toe-voegen/verwijderen, Automatisch krasjes verwijderen in hetmenu Aanpassen. Als u de juiste instellingen kiest, verdwij-nen de krasjes in één handeling.
OEFENING 10.4 Krasjes verwijderen 2
1. Klik in het menu Aanpassen op Grofkorreligheid toevoe-gen/verwijderen, Automatisch krasjes verwijderen. Hetgelijknamige venster verschijnt (zie figuur 10.10).
2. Markeer het selectievakje voor het type krasje dat u wiltverwijderen. U moet ten minste één optie kiezen.
Figuur 10.10: In het venster Automatisch krasjes verwijderen kiest u de
plaatselijke contactgrenzen en de kracht van de bewerking
Donkere krasjes verwijderen – Markeer dit selectievakje omkrasjes te verwijderen die donkerder zijn dan hun achter-grond.
Lichte krasjes verwijderen – Markeer dit selectievakje omkrasjes te verwijderen die lichter zijn dan hun achtergrond.
239
10HOOFDSTUK
10 – Scannen, oude foto’s bewerken en cd’s branden
3. Geef aan hoe krasjes worden verwijderd in de tweegroepsvakken.
4. Gebruik de knop Laatste opdracht ongedaan maken ofdruk op Ctrl+Z als u niet tevreden bent over het resultaaten andere instellingen in het venster Automatisch krasjesverwijderen wilt maken.
Plaatselijke contrastgrenzen
Dit is het verschil in contrast tussen een krasje en zijn achter-grond. Gebruik een waarde die de grenzen instelt tot waardeze de beste resultaten bereiken. Begin met de grens Onderop 0 en de grens Boven op 50. Als er krasjes blijven staan,kan de optie Automatisch krasjes verwijderen ze niet verwij-deren. Verdwijnen de krasjes, dan wijzigt u de grenzen omhet verlies van beelddetail zo minimaal mogelijk te houden.Wijzig de grens Onder tot de instelling net onder waar dekrasjes weer verschijnen. Wijzig de grens Boven tot de instel-ling net boven waar de krasjes weer verschijnen.
Kracht
De kracht van de krasjesverwijdering kunt u instellen opMild, Normaal of Agressief. Selecteer de laagste instellingwaarmee krasjes worden verwijderd. Bekijk alle gebieden vande foto om ervoor te zorgen dat er geen belangrijke detailsverloren gaan.
10.2.3 Het Kloonpenseel gebruiken
U gebruikt het Kloonpenseel als er vlekken op de foto staanzoals in figuur 10.11. Het Kloonpenseel is een krachtig gereed-schap waarmee u uw foto’s kunt bewerken door een gedeeltevan een foto als verfbron te gebruiken. U kunt ook elementenin uw foto verwijderen, bijvoorbeeld een gezicht, door er meteen ander gedeelte van de foto overheen te verven.
OEFENING 10.5 Het Kloonpenseel gebruiken
1. Klik in de werkbalk Gereedschappen op de knop Kloon-penseel en vervolgens op Klonen.
240
10HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 10.11: Het Kloonpenseel verschijnt op de foto
Figuur 10.12: Pas de penseelpunt aan bij de vlek die u wilt weg werken
2. Als u de aanwijzer op de foto plaatst, verschijnt het Kloon-penseel (zie figuur 10.11).
3. Kies in het palet Opties voor gereedschap de penseelpunt,vorm, grootte, dekking en andere opties (zie figuur 10.12).
241
10HOOFDSTUK
10 – Scannen, oude foto’s bewerken en cd’s branden
Dekking – Hiermee wordt bepaald hoe goed de verf het op-pervlak van de foto dekt. Bij 100% dekking bedekt de verf al-les. Bij 1% dekking is de verf bijna transparant.
Mengen – Dit bepaalt hoe geverfde pixels worden gemengdmet pixels van onderliggende lagen.
Ononderbroken streek – Hiermee specificeert u of er zich verfopbouwt terwijl u meerdere streken van minder dan 100%dekking over hetzelfde gebied toepast. Als deze optie is inge-schakeld, behoudt de verf een ononderbroken kleur en heefthet opnieuw verven van een gebied geen effect meer. Is ditselectievakje niet gemarkeerd (standaard), dan wordt er metelke penseelstreek over hetzelfde gebied meer verf toege-voegd. De kleur wordt steeds donkerder tot 100% dekking isbereikt.
4. Plaats de aanwijzer vlak bij de vlek en klik op rechtermuis-knop om de juiste kleur van de verf te selecteren.
Figuur 10.13: De vlek op de foto is bijgewerkt met het Kloonpenseel
OPMERKINGDe vlek in figuur 10.9
is lastig. Er zijn ver-
schillende vormen
voor het Kloonpen-seel gebruikt om de
vlek weg te werken.
Vergeet niet af en toe
met de rechtermuis-
knop te klikken om de
juiste kleur voor het
verven te gebruiken.
242
10HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
5. Klik op de vlek en bekijk het resultaat. Stel desgewenst deopties voor het Kloonpenseel bij.
In figuur 10.13 ziet u het resultaat van het bijwerken van devlek. Hoe meer tijd u in het wegwerken steekt en hoe nauw-keuriger u werkt, hoe beter resultaat u bereikt.
10.3 Cd’s branden met Windows XPAls u uw foto’s naar de computer kopieert en het camerage-heugen leegmaakt, hebt u geen ‘back-up’ meer. Het is daaromraadzaam om regelmatig een cd-tje te branden van de foto’sdie u het laatst hebt gemaakt. Er zijn speciale programma’szoals Nero Burning Rom en Easy CD Creator, maar vanuitWindows XP is dit ook goed te doen. U moet alleen van tevo-ren even naar de omvang van de te branden mappen kijken ofdeze allemaal op de cd-rom passen.
U hebt voor het schrijven van een cd-rom een cd-romspelernodig waarmee u cd’s kunt branden. Dit staat op de cd-rom-speler aangegeven met de letters RW. Verder moet u beschik-ken over lege beschrijfbare cd-roms (CD R).
OEFENING 10.6 Een cd-rom branden
1. Selecteer in Deze computer de mappen of losse foto’s dieu op de cd-rom wilt branden.
2. Klik in het taakvenster links op het scherm onder Afbeel-dingstaken op Naar cd kopiëren (zie figuur 10.14). Als udeze optie niet ziet staan, klikt u met de rechtermuisknopop een van de geselecteerde mappen of bestanden en kliktu in het snelmenu op Kopiëren naar, Cd-rw-station<Naam>.
Op het scherm verschijnt het venster Bezig met kopiërenwaarin u kunt zien welke bestanden naar het cd-romstationworden gekopieerd. Het branden is nog niet begonnen. U zietonder in het venster de mededeling verschijnen Er staan be-standen in de wachtrij voor de cd. Als u op deze mededelingklikt, krijgt u in het venster Cd-rw-station <Naam> de bestan-den en mappen te zien die u naar de cd-rw kunt branden (ziefiguur 10.15).
TIPGebruik bij het
selecteren de Shift-
toets om een reeks
aaneengesloten foto’s
te selecteren. Gebruik
de Ctrl-toets om
verspreide foto’s te
selecteren. Houd de
toets ingedrukt terwijl
u op de foto’s klikt.
243
10HOOFDSTUK
10 – Scannen, oude foto’s bewerken en cd’s branden
Figuur 10.15: De bestanden kunnen op de cd-rw gebrand worden
Figuur 10.14: De geselecteerde bestanden kopieert u naar de cd-rom
244
10HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
3. Klik in de tekstballon onder in het bureaublad of kies denaam van het station in het venster Deze computer.
In het venster Cd-rw-station <Naam> krijgt u een aanwijzingte zien voor het openen van de map met de beschrijfbare cd.Plaats een vinkteken in het selectievakje als u de geselecteer-de actie altijd wilt uitvoeren en klik op OK om door te gaan.(Als dit venster niet verschijnt, ziet u direct het venster vanhet station.)
4. Plaats een lege beschrijfbare cd-rom (cd-r) in de cd-rw-speler van de computer. Wees er zeker van dat de cd-romniet eerder is gebruikt en voor kopiëren is afgesloten.
5. Klik in het Taakvenster op Deze bestanden op cd zetten(zie figuur 10.15). De Wizard Cd branden wordt gestart. Ukunt de cd een naam geven in het daarvoor bestemde vak-je (zie figuur 10.16). Klik op Volgende om het branden vande cd te starten.
Figuur 10.16: Voer een naam in voor de cd-rom in het venster Wizard cd-
branden
WAARSCHUWINGU kunt tijdens het
branden van de cd de
computer niet voor
andere taken gebrui-
ken.
Het branden van de cd duurt enige tijd afhankelijk van dehoeveelheid bestanden die u hebt geselecteerd. De resteren-de tijd wordt in het wizard-venster aangegeven.
245
10HOOFDSTUK
10 – Scannen, oude foto’s bewerken en cd’s branden
Als het branden klaar is, wordt de lade van de cd-rw-spelergeopend en kunt u uw cd eruit halen of de lade sluiten encontroleren in het venster Deze computer of alle bestandengoed op de cd terecht zijn gekomen.
6. De Wizard Cd branden biedt de mogelijkheid om dezelfdebestanden ook op een andere cd te zetten. Als u meerdere
Figuur 10.17: De beeldbestanden worden naar de cd-r geschreven
Figuur 10.18: In het venster krijgt u mededelingen over de fase waarin
het brandproces verkeert
246
10HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
cd’s wilt maken met dezelfde inhoud, plaatst u een vinkjevoor deze optie. Klik vervolgens op Volgende.
7. Als u klaar bent met het kopiëren van de bestanden naarhet cd-rw-station, klikt u op de knop Voltooien om de Wi-zard Cd branden te sluiten. De tijdelijke bestanden wordenuit het cd-romstation op de computer verwijderd.
10.4 Tot besluitMet behulp van een scanner en de Wizard Scannen en camerakunt u foto’s digitaal maken en bewerken met behulp vanbijvoorbeeld Paint Shop Pro 8. Krasjes kunnen automatischverwijderd worden of handmatig met behulp van het Kloon-penseel. Het is verstandig om regelmatig uw fotobestandenop cd te zetten voor het geval er iets met de harde schijf inuw computer gebeurt.
247
HOOFDSTUK 11
Internet is een bron voor het vergaren van kennis over digitale foto-grafie. In dit hoofdstuk worden enkele websites behandeld waar udeze informatie kunt vinden. Het is ook leuk om uw foto’s op internette plaatsen op een van de websites die worden besproken.
11.1 Startpagina’sStartpagina’s bevatten een verzameling koppelingen naarwebsites over een bepaald onderwerp. Ook voor fotografieen digitale fotografie zijn er enkele startpagina’s die u kuntbekijken. De startpagina’s bevatten verschillende rubriekenen categorieën waar u informatie kunt vinden. Verder zijn erontmoetingsplaatsen waar u werk van andere fotografen kuntbekijken.
Naam website Internetadres
Digitalefotografie.nl digitalefotografie.nl
Digitalefotografie.pagina.nl digitalefotografie.pagina.nl
Fotografie.pagina.nl fotografie.pagina.nl
Boogolinks.nl digitale-fotografie.boogolinks.nl
Fotografen.start.be fotografen.start.be
World Press Photo www.worldpressphoto.nl
De ontmoetingsplaats www.fotograaf.com/voor fotografie indnl.htm
Digitale fotografie opinternet
248
11HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
11.2 InformatieDigitale camera’s zijn onderhevig aan een snel veranderendetechniek. Op internet blijft u bij door websites te bezoekendie de veranderingen bijhouden en informatie verschaffenover nieuwe camera’s, tests geven, enzovoort.
Naam website Internetadres
Lets go digital.nl www.letsgodigital.nl
Digital Photography Review www.dpreview.com
11.3 OrganisatiesEr zijn verschillende organisaties waarin amateurfotografenen professionals zijn verenigd. Via internet kunt u informatieover deze verenigingen opvragen.
Figuur 11.1: Digitalefotografie.pagina.nl is een dochter van Startpagina.nl
249
11HOOFDSTUK
11 – Digitale fotografie op internet
Naam website Internetadres
Fotobond fotobond.nl
Belgische Federatie www.bffk.bevan FotoKringen
Beroeps Fotografen www.bfn-fotografen.nlNederland
Nationale Vereniging www.beroepsfotografen.bevan Beroepsfotografen
Nederlands Foto Instituut www.nfi.nl
Masters of Photography www.masters-of-photography.com
Figuur 11.2: Voor het vinden van actuele informatie bezoekt u
Lesgodigital.nl
250
11HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Figuur 11.3: Fotobond is de bond van de Nederlands amateurfotografen
11.4 Kopen via internetHet is mogelijk om een camera via internet aan te schaffen. Ukijkt daarvoor bijvoorbeeld op de website van El Cheapo.nl(www.elcheapo.nl). De laagste cameraprijzen komen meestalvan dozenschuivers die verder weinig informatie kunnen ver-strekken over het product. Het is daarom zaak dat u zicheerst goed oriënteert voordat u tot aanschaf overgaat. Als uprijs stelt op service, kunt u toch beter bij een fotozaak ko-pen, omdat men daar bij de aanschaf alle tijd voor u heeft enu uw vragen direct kwijt kunt.
251
11HOOFDSTUK
11 – Digitale fotografie op internet
Figuur 11.4: El Cheapo is een uitgebreide informatiesite over aankopen
via internet
11.5 Publiceren van foto’s op internetEr zijn verschillende mogelijkheden om foto’s op internet tepubliceren. De foto’s op de website van de auteur(www.boertjens.nl/delfsail2003) zijn automatisch gemaaktmet behulp van Adobe Photoshop 7.0; File, Automate, WebPhoto Gallery). U geeft een paar parameters op, voert hier endaar een tekstregel in en klaar is Kees.
Verder kunt u gebruikmaken van MSN Groepen. De websitegeeft uitleg over hoe een en ander in zijn werk gaat(www.msn.nl). Het grote voordeel is dat u waar u ook bentfoto’s en tekst kunt toevoegen. Maakt u bijvoorbeeld een we-reldreis, dan gaat u naar een internetcafé en u voert tekst in.Meestal is het ook mogelijk om digitale foto’s direct op uwgroep te plaatsen.
252
11HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
11.6 On line afdrukkenVeel bedrijven waar u foto’s kunt laten afdrukken (fotoservi-ce), bieden ook on-linediensten aan. Het is mogelijk om uwfoto via de website te versturen. Foto’s haalt u op bij een vande filialen. Albert Heijn, Hema en andere grootwinkelbedrij-ven werken zo. U vindt op de website alle informatie zoalsresolutie, afdrukformaat en prijzen.
OPMERKINGVoor het plaatsen van
foto’s op een website
kunt u een domein-
naam aanvragen. Dit is
een uniek adres waar
u alles op kunt plaat-
sen wat u maar met
anderen wilt delen. In
het boek Websites ma-
ken – Een gids voor 50-
plussers, eveneens uit-
gegeven bij Academic
Service, wordt uitge-
breid ingegaan op het
zelf ontwerpen van
een website.
Figuur 11.5: Foto’s publiceren via internet
253
11HOOFDSTUK
11 – Digitale fotografie op internet
Figuur 11.6: Via Onlinefotoservice.nl krijgt u informatie over alle foto-
centrales
Fotocentrale Internetadres
Albert Heijn www.ah.nl/nl/AH/content/onlinediensten/fotoservice/printservice
Combi www.combi.nl
Dixons www.dixons.nl
Etos www.etos.nl
Fotoquelle www.fotoquelle.nl
Gofoto.nl www.gofoto.nl
Hema www.hema.nl/fotoservice
OPMERKINGVoor een overzicht van
alle fotocentrales
bezoekt u de website
Onlinefotoservices.nl
(www.onlinefoto-services.nl).
vervolg ➛
254
11HOOFDSTUK
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Fotocentrale Internetadres
Kruidvat www.kruidvat.nl/fotoservice
Picoprint www.picoprint.nl
Prestoprint www.prestoprint.nl
Primera www.primera.nl
Spector www.spector.nl
Trekpleister www.trekpleister.nl
11.7 Tot besluitIn dit hoofdstuk zijn de belangrijkste websites genoemd die ukunt bezoeken om meer informatie op te vragen over de ver-schillende aspecten van digitale fotografie. Via deze websiteskunt u meestal een antwoord krijgen op hetgeen u wilt weten.
OPMERKINGHet maandblad PC
Active heeft begin
januari 2003 fotocen-
trales doorgelicht. Op
de website vindt u dit
artikel terug (www.pc-active.nl/toonArtikel.asp?artikelID=4444).
255
APPENDIX A
Digitale fotografie kent een groot aantal termen waarmee u regelma-tig zult worden geconfronteerd. Het is handig als u de betekenis vande termen weet, zodat bijvoorbeeld het gesprek met de verkoper in defotozaak geen Babylonische spraakverwarring wordt. Om met anderefotografen over uw werk te kunnen spreken, is het handig als u dejuiste term op het juiste moment weet te gebruiken.
16.6 miljoen kleuren – Maximumaantal verschillende kleur-tinten dat een systeem met 8 bits per kanaal kan weergeven.
24-bits – Het aantal bits dat tegelijk door een programmawordt gebruikt. Een 24-bits scanner gebruikt per pixel 24-bitsom de kleur vast te leggen, 8-bits per kanaal. Dit levert eenkleurdiepte op van 224 of meer dan 16 miljoen verschillendekleuren.
256 kleuren – Het maximumaantal kleuren dat meestal in eenwebafbeelding wordt gebruikt. Als de afbeelding meer kleu-ren bevat (en de afbeelding continue tonen bevat, dus 24-bitsis), duurt het downloaden veel langer. Meer kleuren is dusniet praktisch.
Acrobat Reader (Adobe) – Een programma waarmee u be-standen kunt bekijken in het PDF-formaat. PDF staat voorPortable Document Format.
Analoog – Analoog staat tegenover digitaal. Een analogewaarde kan elke waarde bezitten. (Zie ook digitaal.)
Applicatie (programma) – Software ontworpen om de com-puter een specifieke taak te laten uitvoeren. Een beeldbewer-kingsprogramma is dus een applicatie, net als een tekstver-werkingsprogramma. Systeemsoftware is echter geen
Verklarende woordenlijst
256
AAPPENDIX
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
applicatie, omdat het voor de besturing van de computer zelfzorgt.
Archief – Opslag over een lange periode van computerbe-standen, zoals afbeeldingen. Dit vereist een opslagmediumdat ook op lange termijn stabiel blijft, zoals een harde schijf,cd-rom, enzovoort.
Back-up – Een kopie van de originele bestanden die wordtgemaakt als bescherming tegen verlies of beschadiging.
Beeldbewerkingsprogramma – Software waarmee een ge-scand of digitaal opgenomen beeld kan worden verbeterd enaangepast.
Beeldcompressie – Een digitale procedure waarbij de be-standsgrootte van een beeld kleiner wordt gemaakt door min-der belangrijke data te verwijderen. (Zie ook compressie.)
Beeldformaat – De vorm waarin een beeld elektronischwordt opgeslagen. Er bestaan vele beeldformaten, elk ontwik-keld door een andere fabrikant en met elk zijn specifiekevoordelen, afhankelijk van het type afbeelding en de toepas-sing van het beeld. Sommige formaten zijn geschikter voorbeelden in hoge resolutie, andere voor objectgeoriënteerdebeelden. (Zie ook: BMP, JPEG en TIFF.)
Beeldgrootte aanpassen – Het veranderen van de resolutie ofhet formaat van het beeld wijzigen. Door de resolutie van eenbeeld te verlagen gaat er onvermijdelijk beeldinformatie ver-loren, omdat overbodige pixelwaarden worden weggegooid.
Beeldverhouding – De verhouding tussen breedte en hoogtevan een beeld. Een belangrijke eigenschap voor filmformatenen ook belangrijk bij de opslag van digitale foto’s. De klassie-ke verhouding is 4:3.
Belichting – Het toelaten van licht tot lichtgevoelig materiaalof sensoren om een latent beeld te creëren, bijvoorbeelddoor de sluiter te openen of in het donker een onderwerp tebelichten met een flitser.
257
AAPPENDIX
A – Verklarende woordenlijst
Bestandsformaat – De methode van het schrijven en het op-slaan van een digitaal beeld. Dit wordt bepaald door de struc-tuur en de organisatie van de gegevens en de specifieke co-des die daarbij worden gebruikt. Veelgebruikte formaten bijdigitale fotografie zijn onder andere TIFF, PICT, BMP en JPEG(laatstgenoemde is tevens een compressiemethode).
BMP – Een bestandsformaat voor uit bitmap bestaande beel-den onder Windows/pc-systemen. Het geeft een beeld weerals een regelmatig raster van pixels (BitMaP). Het onder-steunt RGB, geïndexeerde kleuren, grijswaarden en bitmaps.Kan tot 24-bits zijn.
Brandpuntsafstand – Afstand van het brandpunt (het puntwaar evenwijdig invallende lichtstralen samenkomen) tot hetdichtstbijzijnde hoofdvlak van een lens.
Bureaublad (Desktop) – Het openingsvenster in Windows datde pictogrammen en de taakbalk bevat en waarop de ven-sters worden afgebeeld.
Byte – Een byte bestaat uit 8-bits. Een byte kan één teken be-vatten: een letter, cijfer of teken. Het is de basisrekeneenheidvan data in computers.
CCD – Afkorting van Charge Coupled Device. Een zeer kleinefotocel, extra gevoelig gemaakt door toevoeging van een elek-trische lading voor de belichting. CCD-chips met een hogeresolutie worden in scanners en digitale camera’s gebruiktom het beeld op te nemen. De CCD-chip bevat duizenden –soms miljoenen – kleine, gevoelige sensoren.
CMYK – Afkorting van Cyaan Magenta Yellow Key. De eerstedrie letters staan voor de primaire kleuren die worden ge-bruikt bij subtractieve kleurmenging – de manier waarop demeeste gedrukte beelden min of meer correcte kleuren kun-nen overbrengen. Wanneer de drie kleuren in pure vorm overelkaar worden gedrukt of gemengd, ontstaat zwart. Om diepeschaduwen te kunnen drukken wordt er aan de drie primairekleuren nog eens een zwarte drukgang toegevoegd.
258
AAPPENDIX
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
CompactFlash-kaart – Een van de bekendste soorten lossegeheugenkaarten voor digitale camera’s. CF-kaarten wordengebruikt door Canon, Fuji en andere leveranciers.
Complementaire kleuren – Paren van kleuren die wit lichtproduceren als ze additief worden gemengd.
Compressie – Het verminderen van de omvang van een digi-taal bestand door de manier te veranderen waarop de gege-vens zijn gecodeerd. Er zijn methoden waarbij informatie ver-loren gaat, zoals bij JPEG-compressie. Bij andere methoden,zoals ZIP, gaat geen informatie verloren.
Contrast – Het helderheidbereik van een beeld, met name hetverschil tussen de hoogste en laagste helderheid. Ook kleu-ren die tegenover elkaar op de kleurschijf liggen, worden con-trasterend genoemd.
Crash – Het plotseling vastlopen van de computer door eenfout in het programma of door een overbelasting van het in-terne geheugen.
Cyaan – Een blauwgroene kleur.
Densiteit – Zwarting of de mate van donkerheid of kracht vaneen beeld.
Dia – Film waarop het beeld zichtbaar wordt door doorval-lend licht – meestal in kleur.
Dialoogvenster – Een venster in een programma waar instel-lingen kunnen worden opgegeven om een bepaalde opdrachtuit voeren.
Diafragma – Een aantal overlappende lamellen waarmee delensopening wordt vergroot of verkleind.
Digitaal – 1. Een waarde die bestaat uit een 1 of een 0 (binai-re getallen). Een computer werkt met digitale waarden. 2. Eenmanier om data weer te geven als een hoeveelheid afzonder-lijke eenheden. Een digitaal beeld heeft zeer veel eenheden
259
AAPPENDIX
A – Verklarende woordenlijst
nodig om voor het oog een realistisch beeld op te leveren;afgebeeld bestaan deze eenheden uit pixels.
Digitaal beeld – Beeld op een computerscherm of LCD-scherm van een digitale camera.
Digitale camera – Gebruikt lichtgevoelige cellen om een af-beelding op te nemen in plaats van film. De resolutie is afhan-kelijk van het aantal cellen en de kwaliteit van de hoeveelheidinformatie die de chip kan verwerken.
Digitale zoom – Een onecht zoomeffect dat in sommige goed-kopere digitale camera’s wordt toegepast; informatie op hetmidden van de CCD wordt door middel van interpolatie ver-groot.
Digitaliseren – Het omzetten van een analoog (echt) beeldnaar een digitale vorm door middel van een scanner, zodatde computer deze kan lezen en bewerken.
Doortekening – Helderheid en detaillering van (een deel van)een foto of digitaal beeld.
Downloaden – Via internet een digitaal bestand kopiërenvanaf een andere computer naar de eigen computer.
Dpi – Afkorting van dots per inch. Dit is een maateenheidvoor het bepalen van de resolutie (scherpte) van een beeld-scherm of afdrukkwaliteit van een printer. Het geeft het aan-tal puntjes per inch aan.
Driver – Een stuurprogramma dat zorgt voor de besturingvan een hardwarecomponent, bijvoorbeeld een grafischekaart.
DVD – Afkorting van Digital Versatile Disc (Versatile verwijstnaar het grote aantal verschillende gebruiksmogelijkheden).Een DVD-schijfje ziet eruit als een gewone cd-rom, maar deopslagcapaciteit is 7 tot 26 keer groter.
Extern geheugen – Geheugen dat als een randapparaat metde computer is verbonden, zoals een harde schijf of een dis-kette.
260
AAPPENDIX
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Filter – Beeldsoftware in een beeldbewerkingsprogramma diebepaalde beeldkwaliteiten van een hele afbeelding of een ge-deelte ervan wijzigt. Sommige filters geven hetzelfde effectals de optische filters die bij fotografie tijdens de opnameworden gebruikt en waarnaar ze zijn genoemd; andere creë-ren effecten die uniek zijn voor elektronische beeldbewer-king.
Firewire – Standaard voor uiterst snelle gegevensoverdracht.
Fixed focus – Lens met een vaste brandpuntsafstand.
Flare – Weerspiegeling van een lichtbron in het lenzensys-teem. Komt veel voor bij opnamen met tegenlicht.
Formaat – 1. Vorm en afmetingen van een foto. 2. De breedte-hoogteverhouding van een beeld. 3. Het soort computerbe-stand.
Frame – Afzonderlijk beeldje in een film of animatie.
F-waarde – Een getal dat de relatieve diafragmaopening vaneen cameraobjectief aangeeft.
Gamma – Een schaal voor de hoeveelheid lichte en donkeretonen en contrast die een afbeelding bevat. Gammacurvenworden soms gebruikt in de software van uw scanner, zodatu de hoeveelheid lichte en donkere tonen en contrast in deuitvoer kunt aanpassen.
GB (Gigabyte) – Ongeveer een miljard bytes (exact1.073.741.824).
GIF – Afkorting van Graphic Interchange Format. Een com-pressieformaat voor beeldbestanden. Gebruikt een stan-daardset van 216 kleuren (8-bits), veel gebruikt op internet.
Grijswaarden – Het aantal duidelijk te onderscheiden stap-pen tussen zwart en wit dat door een beeldbewerkingspro-gramma kan worden vastgelegd of weergegeven. Voor gewo-ne reproductiedoeleinden is een grijswaardeschaal van tenminste 256 stappen vereist.
261
AAPPENDIX
A – Verklarende woordenlijst
Halftoon – Wordt gebruikt om grijstonen te maken, bestaatuit een reeks zwarte puntjes die in een patroon worden weer-gegeven. De grootte van de puntjes en de afstand tussen depuntjes verschillen, zodat verschillende grijstonen wordengesimuleerd.
Hard copy – Afdruk van een computerbestand op papier offilm.
Helderheid – 1. De hoeveelheid licht die een voorwerp lijktuit te stralen of te weerkaatsen. 2. Helderheid van kleur inrelatie tot contrast of tot de tint en verzadiging.
Hogelichten – Lichte gebieden in een afbeelding.
Hoogte-breedteverhouding – De verhouding tussen de hoog-te en de breedte van een beeld, scherm of bladzijde.
Importeren – Een bestand dat in een ander programma isgemaakt, openen in het huidige programmaformaat.
Inkleuren – Een beeld in grijswaarden van kleur voorzienzonder de oorspronkelijke helderheid te veranderen.
Invullen – Het lichter maken van schaduwen die door dehoofdverlichting ontstaan – dat kan zowel de zon of anderbeschikbaar licht zijn als verlichting in een studio.
ISO – Afkorting van International Standards Organization. Deinstantie die standaards voor ontwerp, fotografie en publica-tie definieert.
JPEG – Afkorting van Joint Photographic Experts Group; eenstandaard voor het comprimeren van digitale beelden. JPEG(zeg ‘jeepeg’) resulteert in een beperkt verlies aan informatie,maar dit is dit bijna niet door het oog waar te nemen. Decompressieverhouding ligt gewoonlijk tussen 10:1 en 20:1. Bijhet afdrukken van een JPEG-bestand in een groot formaatmoet u wel rekening houden met kwaliteitsverlies.
262
AAPPENDIX
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
K – 1. Afkorting van KiloByte, 1024 bytes. 2. Key colour, ofte-wel zwart. De vierde kleurscheiding die wordt gebruikt bijCMYK-reproductie.
Kalibratie – Aanpassen van een beeldscherm of printer. Eenprinter kalibreert u om te zorgen dat deze de kleuren juistafdrukt. Een beeldscherm kalibreert u door de helderheid enkleurbalans in te stellen, zodat deze een reeks kleuren opdezelfde manier weergeeft als de betreffende standaardreeksop de standaardkleurenkaart.
Kb – Kilobyte. Maateenheid voor het aangeven van de groot-te van een bestand. Een kilobyte is 1024 bytes.
Klembord – Deel van het geheugen in de computer dat wordtgebruikt om tijdelijke bestanden vast te houden.
Kleurbalans – Bepaling van de mate waarin de kleuren even-wichtig zijn verdeeld. Hierbij wordt zichtbaar of bepaaldekleuren overheersen of ontbreken in het beeld.
Kleurbereik – Het aantal kleuren dat beschikbaar is voor eenapparaat wordt ook wel ‘kleurbereik’ of `kleurruimte’ ge-noemd. Kleuren die op een beeldscherm niet kunnen wordenweergegeven, liggen buiten dit bereik. Een RGB-beeldschermkan op deze manier meer kleuren weergeven dan een CMYK-printer kan afdrukken.
Kleurdiepte – Het aantal kleuren dat een camera, monitor,grafische kaart of systeem kan weergeven. Bij een kleurdieptevan 16-bits kunnen duizenden verschillende kleuren wordenweergegeven, bij een kleurdiepte van 24-bits miljoenen kleu-ren (8-bits per kleurkanaal). Dit is het maximum dat het men-selijk oog kan onderscheiden.
Kleurscheiding – Het proces van het onderverdelen van eenbeeld in de proceskleuren cyaan, magenta, geel en zwart(CMYK) als voorbereiding op drukken.
Kleurtemperatuur – De kleur van een lichtbron gemeten ingraden Kelvin (K).
263
AAPPENDIX
A – Verklarende woordenlijst
Kleurzweem – Tint waarmee het beeld gelijkmatig is bedekt.
Klonen – In een beeldbewerkingsprogramma het duplicerenvan pixels uit een bepaald deel van de afbeelding naar eenander deel.
Knippen, Kopiëren en Plakken – Het verwijderen of overne-men van een tekst, een selectie van een beeld of de inhoudvan een cel en die tijdelijk op het klembord plaatsen, waarnadeze later weer op een andere plaats kan worden ingevoegd.
Lagen – (layer) Manier die in grafische programma’s wordtgebruikt om verschillende afbeeldingen of delen van dezelfdeafbeelding over elkaar heen te leggen.
LCD – Afkorting van Liquid Crystal Display. Plat beeldschermdat in camera’s en sommige monitoren (laptops) wordt ge-bruikt. De weergave geschiedt met behulp van vloeibare kris-tallen, die zich onder invloed van een elektronische lading inbepaalde patronen richten die al dan niet (gekleurd) lichtdoorlaten.
Licht – Het zichtbare deel van het elektromagnetische spec-trum van ongeveer 380 tot 760 nm (namometer). Bij ouderemensen neemt dit spectrum af.
Lichtsterkte – Helderheid van kleur. Dit heeft geen invloed opde tint of de kleurverzadiging.
Lijntekening – Meestal een tekening in grijswaarden. Kanpixelgebaseerd zijn, maar is meestal een EPS.
M – Magenta; een blauwrode kleur.
Macro – Een enkele opdracht, gewoonlijk een sneltoets, dieeen reeks instructies uitvoert. Bepaalde handelingen die vaakworden verricht, zijn eenvoudig met macro’s uit te voeren.
Manipulatie – Het veranderen van een afbeelding.
264
AAPPENDIX
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Master – Het origineel van een foto, bestand of geluidsopna-me en het exemplaar dat wordt gebruikt om vervolgens ko-pieën van te maken.
MB (Megabyte) – Maateenheid voor het aangeven van degrootte van een bestand. Een megabyte bevat 1.048.576 by-tes. De capaciteit van harde schijven in de computer wordtuitgedrukt in afgeronde MB’s.
Megapixel – Een miljoen of meer pixels. De term wordt ge-bruikt bij de specificaties van digitale opnameapparatuur,zoals digitale camera’s en geeft het aantal pixels aan op eenCCD.
Menu – Een lijst met keuzen op het beeldscherm.
Microdrive – Zeer kleine harde schijf, zodanig ontworpen datdeze in de sleuf voor de geheugenkaart in een camera pastom de opslagcapaciteit te vergroten.
Middentonen – Die delen in een beeld die ongeveer dezelfdetoon hebben, halverwege tussen hoge lichten en schaduwen.
Modus – Een bepaalde instelling uit een aantal mogelijke in-stellingen voor een programma. Zo zijn in een beeldbewer-kingsprogramma Kleur en Grijswaarden twee verschillendemodi.
Monochroom – Foto of ander beeld dat is opgebouwd uitzwart, wit en grijstinten; in plaats van zwart kan ook een an-dere kleur worden genomen.
Montage – Een afbeelding die bestaat uit een aantal andereafbeeldingen.
MPEG – Afkorting van Moving Pictures Expert Group, eenstandaard voor het opnemen en afspelen van videobestan-den.
Natte vinger – Gereedschap om kleuren in een afbeelding uitte smeren.
265
AAPPENDIX
A – Verklarende woordenlijst
Netwerk – Een systeem van computers die met elkaar zijnverbonden.
Noise-filter – Grafische software die de gebruiker in staatstelt ruis aan het beeld toe te voegen om een bepaald effectte creëren, gewoonlijk spikkels, of om vervormingen zoalsstreperigheid te verbergen. (Zie ook Ruis.)
Off line – Werken op de computer terwijl alle benodigde be-standen en programma’s voorhanden zijn op de eigen pc ofin het lokale netwerk.
On line – Een verbinding via internet met een andere compu-ter.
Onscherp masker – (Unsharp Mask) Verscherpingstechniekwaarbij een licht vervaagd negatief van een beeld wordt ge-combineerd met het oorspronkelijke positieve beeld.
Opslagcapaciteit – De hoeveelheid data die een opslagme-dium, zoals een harde schijf kan bevatten. Deze wordt uitge-drukt in MB’s.
Opslagmedia – Elektronisch-mechanische apparatuur omgrote hoeveelheden digitale gegevens op te slaan, zoals har-de schijven, tapedrives en diskettes. De optisch-elektroni-sche media zijn cd-roms en DVD’s.
Palet – In tekenprogramma’s en beeldbewerkingprogramma’sworden kleine verplaatsbare vensters gebruikt om functiesen gereedschappen, zoals penselen en de daarbij behorendeopties (penseelgrootte, enzovoort) bij de hand te hebbenterwijl u deze gebruikt.
PC-kaart – Opslagmedium voor bijvoorbeeld het tijdelijk op-slaan van digitale foto’s.
PDF – Afkorting van Portable Document Format. Standaarddie op alle platforms kan worden gelezen wanneer de juistelezer is geïnstalleerd. PDF’s kunnen ook in plaats van Post-Script worden gebruikt voor hoge resolutieafbeeldingen.
266
AAPPENDIX
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Penseel – Gereedschap voor het bewerken van beelden, datkan worden gebruikt om effecten als Kleur, Vervagen, Door-drukken en Tegenhouden plaatselijk toe te passen. De wer-king is te vergelijken met een echt penseel.
Photo CD-systeem – Merknaam van een systeem om beeldendigitaal te catalogiseren en op te slaan op cd. Een uitvindingvan Kodak in samenwerking met Philips.
PhotoShop – Digitaal beeldbewerkingspakket van Adobe.
Pipet – Een gereedschap in een beeldbewerkingsprogrammawaarmee kleur uit een beeld kan worden gekozen om vervol-gens te gebruiken om bijvoorbeeld een vlak te vullen of eenverloop te maken.
Pixel(PICture ELement) – Kleurpunt in een afbeelding. Het isde kleinste eenheid van de digitale beelden, zoals die in appa-ratuur wordt gebruikt of gereproduceerd. Pixels zijn altijdgerangschikt in een regelmatig raster of patroon, dat meestaleen vierkant als grondvorm heeft.
Pixelatie – Effect waarbij de afbeelding blokkerig overkomten de pixels zichtbaar zijn.
Plug-and-Play – Een systeem dat is bedoeld om het inbouwenvan uitbreidingskaarten en het aansluiten van randapparatengemakkelijker te maken. Het Plug-and-Play-systeem zorgt zelfvoor de juiste instellingen, mits een geschikte BIOS- en PNP-adapterkaart aanwezig is. (Ook wel gekscherend Plug-and-Pray genoemd.)
Plug-in – (insteekmodule) Software die samenwerkt met eenveel groter toepassingsprogramma, waar het deel van lijkt uitte maken als het eenmaal is geïnstalleerd.
Ppi – Afkorting van pixels per inch. Een maateenheid voor depixelresolutie van een afbeelding.
Primaire kleur – Een van de kleuren groen, rood of blauw.Het menselijke oog is extra gevoelig voor deze kleuren.
267
AAPPENDIX
A – Verklarende woordenlijst
Processor – De centrale rekeneenheid van de computer in devorm van een chip. De snelheid van de processor is van grootbelang bij de bewerking van digitale beeldbestanden.
PSD – Standaardbestandsformaat van Adobe Photoshop.
RAM – Afkorting van Random Access Memory. Het hoofdge-heugen van de computer, waar data snel en in willekeurigevolgorde kunnen worden opgeslagen en uitgelezen: hoemeer, hoe beter. Beeldbewerkingssoftware als Paint Shop Progebruikt wel vijf keer zoveel ruimte als de bestanden waar-mee u werkt groot zijn. Vermijd dus het gebruik van langza-me schijfruimte.
Randapparaat – Toegevoegde hardware, aangesloten op enbestuurd door de computer, zoals een schijfstation of eenprinter.
Randverscherping – Het accentueren van randen om ze ge-makkelijker zichtbaar te maken en daardoor de indruk tewekken dat het beeld scherper is. Digitaal wordt dat meestalgedaan door verscherpfilters te gebruiken die plaatselijk hetcontrast een klein beetje verhogen.
Raster – Een regelmatige rangschikking van punten, zoals deadresseerbare punten van een uitvoerapparaat, zoals eenprinter, diabelichter of monitor.
Resolutie – Oplossend vermogen van een beeldscherm, prin-ter of scanner. Het aantal pixels per inch/cm is een maateen-heid. Een hoge resolutie geeft een scherper beeld of betereafdruk.
RSI – Afkorting van Repetitive Strain Injury: een ziekte dieoptreedt bij het veelvuldig maken van dezelfde beweging.
RGB – Rood (R), Groen (G) en Blauw (B). Kleurmodel datkleuren definieert in termen van hoeveelheden rood, groenen blauw waaruit ze zijn opgebouwd. In dit model is bij dekleur zwart de grootte van de drie componenten nul, terwijlde maximale hoeveelheid rood, groen en blauw in wit resul-teert.
268
AAPPENDIX
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Ruis – Een willekeurig patroon van kleine vlekken op een digi-taal beeld die doorgaans ongewenst zijn, veroorzaakt doorelektrische signalen die geen beeld vormen.
Scannen – Het proces van het omzetten van een analoog ori-gineel in een digitaal bestand.
Scanner – Een randapparaat waarmee een afbeelding of fotowordt omgezet in een digitaal bestand voor weergave op demonitor van de computer. Een scanner gebruikt meestal CCD-technologie. Er zijn twee typen scanners: vlakbed- en trans-parantiescanners.
Schermafbeelding – Afbeelding opnemen (meestal met eenlage resolutie) direct vanaf het scherm.
Scherptediepte – Het afstandsbereik waarover ieder voor-werp voor de lens een aanvaardbare scherpte heeft. Dit ge-bied ligt voor en achter het vlak waarop het objectief isscherpgesteld en wordt groter naarmate de lensopeningenwordt verkleind.
Schijfcache – Kleine hoeveelheid RAM die wordt gebruikt omveelgebruikte informatie tijdelijk op te slaan.
Selectie – Een deel van de afbeelding op het beeldscherm,gemarkeerd en afgebakend door een lijn, waarop veranderin-gen worden uitgevoerd of dat wordt verplaatst.
Selectiekader – Selectiegereedschap dat bij beeldbewer-kings- en grafische software wordt gebruikt.
Slepen – Een techniek waarbij een selectie met de muis vande ene plaats naar de andere wordt overgebracht.
SmartMedia – Uiterst compact en lichtgewicht geheugen-kaartje. Deze passen alleen in de cameramodellen van hetmerk Fuji, hoewel er ook adapters voor pc-kaarten op demarkt zijn.
Streperigheid – Ongewenst effect bij een kleur- of helder-heidsverloop waarbij er strepen in plaats van een geleidelijke
269
AAPPENDIX
A – Verklarende woordenlijst
overgang opduiken. Dit is te corrigeren door een hogere reso-lutie en meer stappen te kiezen en door ruis toe te voegenom de strepen in dat deel van het beeld minder zichtbaar temaken. (Zie ook Noise-filter.)
Subtractieve primaire kleuren – De drie secundaire kleurencyaan (C), magenta (M) en geel (Y) die samen met zwart (K)worden gebruikt in de meeste drukprocessen. Voor zwartwordt de K gebruikt in plaats van de B om verwarring metblack en blue te voorkomen. Hoge resolutieafbeeldingen moe-ten in dit formaat worden opgeslagen voor drukwerk.
SVGA – Afkorting van Super Video Graphics Array. De SVGA-kaart stuurt informatie naar het beeldscherm of de monitoren bepaalt de beeldkwaliteit.
Super CCD – Een CCD waarbij de pixels als diamanten zijngeoriënteerd. Het inlezen van elke lijn met pixels vereist eni-ge interpolatie, maar de resolutie is hoger dan het aantalpixels.
Tekenprogramma – Objectgeoriënteerd (vector)programmavoor het creëren van illustraties, te onderscheiden van schil-derprogramma’s die zijn gebaseerd op pixels.
Tekentablet – Een plat rechthoekig bord met elektronischecircuits, gevoelig voor druk van een grafische pen. Aangeslo-ten op een computer kan het tekentablet zodanig wordengeconfigureerd dat het de dimensies heeft van het beeld-scherm. Het kan worden gebruikt om mee te tekenen.
Thumbnail – (letterlijk.:duimnagel) Zeer kleine weergave inpostzegelformaat van het beeld die bijvoorbeeld voor identi-ficatie kan dienen.
TIFF – Afkorting van Tagged Image File Format. Een bestands-formaat voor bitmap-afbeeldingen. Het ondersteunt bestan-den voor CMYK, RGB en grijswaarden met alfakanalen, alsook Lab en geïndexeerde kleuren. TIFF’s kunnen ook wordengecomprimeerd met de LZW-methode. In tegenstelling totJPEG resulteert LZW-compressie niet in gegevensverlies.TIFF’s zijn afbeeldingsbestanden die in veel programma’s
270
AAPPENDIX
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
kunnen worden gebruikt. Het is het voorkeursformaat voordrukwerk.
Tint – Een kleur gedefinieerd door zijn positie op het spec-trum; wat de leek normalerwijze onder ‘kleur’ verstaat.
Toetsencombinatie – Een combinatie van toetsaanslagenwaardoor een opdracht op de computer kan worden uitge-voerd.
Tool – (gereedschap) Een functie ontworpen om een speciaaleffect op het scherm te produceren, geactiveerd door hetkiezen van een pictogram dat daarna als cursor wordt ge-bruikt. Bij beeldbewerking zijn veel gereedschappen ontleendaan traditionele grafische gereedschappen, zoals penseel,potlood en spuitbus.
Toonwaarde – Helderheid van een pixel of gebied van eenbeeld.
Toverstaf – Gereedschap om een aangesloten gebied vanpixels met een soortgelijke kleur te selecteren.
Transparant – Een fotografische dia.
TWAIN – Afkorting van Toolkit Without An Important Name.De standaardset voor het opnemen van een afbeelding.TWAIN is ingebouwd in softwareprogramma’s, zodat het sys-teem ook werkt wanneer u andere software gebruikt dan descannersoftware.
Uitvoerapparaat – Een apparaat dat is verbonden met decomputer en dat het resultaat van een bewerking presen-teert, zoals een beeldscherm en een printer.
Uitsnijden – Het verkleinen van een beeld door een deel er-van te wissen om de compositie te verbeteren of om het for-maat aan te passen.
Upgrade – Een nieuwe versie van een programma of een ver-betering van de hardware door toevoeging of vervanging.
271
AAPPENDIX
A – Verklarende woordenlijst
Uploaden – Het verzenden van computerbestanden, beelden,enzovoort naar een andere computer.
USB – Afkorting van Universal Serial Bus. Een moderne ma-nier om randapparaten zoals een digitale camera, opslagme-dia of een printer aan te sluiten op de computer. Inmiddels isUSB 2 de nieuwe standaard geworden.
Vensters – (Windows) Rechthoekige kaders op het schermvan een computer waarin toepassingsprogramma’s en docu-menten worden geopend.
Verloop – Type invulling waarbij de zwarting, tint of kleurgeleidelijk verandert van licht naar donker of andersom. Devorm kan willekeurig zijn.
Verzadiging – Objectieve maat voor een kleureigenschap diesubjectief wordt ervaren als ‘diepte’ of ‘felheid’ in een afbeel-ding. De verzadiging wordt meestal verminderd door de aan-wezigheid van een witte of grijze component in een kleur.
Vignetteren – Tekortkoming in een foto-objectief waarbij hetlicht aan de randen van het beeld wordt tegengehouden ofgereduceerd door obstakels in de lensconstructie.
Virtueel geheugen – Het gebruik van vrije ruimte op een har-de schijf als tijdelijk (maar traag) geheugen.
Virus – Een programma dat onopgemerkt de computer bin-nenkomt en daarin een bepaalde voorgeprogrammeerde op-dracht uitvoert met als doel de stabiliteit van het systeem teondermijnen.
Vlakbedscanner – Zie scanner.
Vrije selectie of lasso – Gereedschap voor het maken vanwillekeurige selecties (dus niet rechthoekig, rond of ovaal) ineen afbeelding.
Vullen – Deze term wordt gebruikt om het toepassen van eenkleur, patroon of structuur op een twee- of driedimensionaleruimte aan te geven.
272
AAPPENDIX
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Ware kleur – Een weergave op het beeldscherm met eenkleurdiepte van 24-bits.
Warme kleuren – Subjectieve term voor kleuren met eengroot gehalte aan rood, geel en oranje. Vaak is een warmekleurzweem acceptabeler dan een koude kleurzweem.
Windows – Besturingssysteem voor de pc, ontwikkeld doorMicrosoft, met een grafische interface.
Witafvlakking – Neutraliseren van kleurzwemen. Bij digitalecamera’s wordt meestal het bestaande licht geanalyseerd enwordt de opname automatisch gecorrigeerd. Achteraf kanwitafvlakking ook met een beeldbewerkingsprogramma wor-den uitgevoerd.
Www – Afkorting van word wide web.
Zachter maken – Het reduceren van de zichtbaarheid vanongewenste vervormingen in een gecomprimeerde afbeel-ding.
Zoom – 1. Optische zoom is een verandering in de instellingvan het objectief zonder dat de scherpstelling op het onder-werp verandert. Bij de gegeven afstand kan het onderwerpworden vergroot of verkleind. 2. Een softwarematige equiva-lent waardoor het mogelijk is om de afbeelding van een be-stand in te stellen op de detaillering die nodig is. 3. De pixelsop het scherm groter of kleiner maken. Uiteindelijk zult u eenpaar enorm gekleurde vierkanten op uw scherm zien (1:32 isde maximale zoom in Paint Shop Pro waarbij de afbeelding 32maal groter is dan normaal). Kan worden gebruikt om crea-tieve effecten te bereiken wanneer pixelatie wenselijk is.
Zwart – 1. Beschrijving van een gebied waarin geen kleur tevinden is doordat alle licht wordt geabsorbeerd. 2. De maxi-male densiteit van een foto.
Zweem – Wanneer de kleurbalans van een scan verkeerd is,bijvoorbeeld als de afbeelding te blauw of te rood lijkt.
273
REGISTER
nieuwe afbeelding maken159
openen 131Photomerge 170snelmenu 147tekst invoegen 160venster Afdrukvoorbeeld 150Webfotogalerie 173werkbalk Opties 162
AE-lock knop 74afbeelding
grote ~ 174kleine ~ 176menu 141scannen 231versturen 196
afbeeldingsbestandopenen 132
afdrukken 149, 196andere media 153fotopapier 151kosten 27on line 252via internet 28
afdrukvoorbeeld 150pagina-instelling 151
Afdrukweergave 197amateurfotograaf 29
keuze camera 13organisaties 248
anti-alias 226architectuurfotografie 76attractiepark 106autocontrast 136
Aaanpassen
afbeeldingsgrootte 142accu 11, 23, 68achtergrondbelichting 136Adobe Photoshop Album
Creations Wizard 50, 56diavoorstelling 56Fix Photo 47fotoalbum 50fotoalbum afdrukken 54fotobewerkingssoftware 29fotobron 38foto's indelen 40foto's ophalen 30foto's zoeken 44menubalk 36My Catalog 34optiebalk 38Quick Guide 30standaardwerkbalk 36taakvenster Properties 40taakvenster Tag 42tijdbalk 37
Adobe Photoshop Elements20, 131
afdrukken 149bestandenbrowser 146creatieve filters toepassen
167filters toepassen 165formaat miniaturen aanpas-
sen 149gereedschappen 155Gereedschapspalet 155in- en uitzoomen 145menu Afbeelding 141menu Weergave 145
274
REGISTER
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
Bbatterij 11, 68beeldbewerking
Paint Shop Pro 205beeldbewerkingsprogramma
20beeldchip 9beeldelement
landschapfotografie 75beeldentuin 82beeldkwaliteit 17belichting 47belichtingstijd 19bergfoto 84Bestandenbrowser 146beveiliging 176bijsnijden 47BMP 19browser 179
Paint Shop Pro 179, 188Bureau-accessoires
Wizard Scanner en camera231
CCalendar 54camerageheugen 10, 70
bewaren 68CCD-chip 8, 18
beeldpuntje 9cd branden 242cd-rw-station 242close-up 101Color Saturation 49computer
foto overbrengen naar ~ 11USB-poort 11
contrast 47contrastgrens 239contrastverbetering 208controlelijst
aanschaf digitale camera 22Cordoba 78
Creations Wizard 56Photoshop Album 50
Ddatatransport 23diafragma 19
automaat 23handinstelling 23
diavoorstelling 55bekijken 61maken 56op cd-rom 61op dvd 61publiceren 61wijzigen 63
digitale camera14 miljoen pixels 22aanschaf 7AE-lock knop 74afdrukken 27amateurfotograaf 13batterij en accu 11, 68camerageheugen 70CCD-chip 8, 18controlelijst 22diafragma 19filmpjes 21flits 69flitser 16fototips 68geheugen 10informatie op internet
26, 248instellingen 19internetwinkels 26knop +/- 19kopen via internet 250laadtijd 21LCD-scherm 15lens 8, 69oplader 70opstarttijd 21opties 66professioneel 21
275
REGISTER
Register
resolutie 17, 71sluitertijd 19stroomverbruik 69USB-uitgang 67zoomobjectief 16
digitale fotografieflitsen 100rode ogen 100
documenteigenschappen 202
doezelen 190, 226downloaden
Adobe Photoshop Album 29Adobe Photoshop Elements
131Paint Shop Pro 179
dubbelportret 103dupliceren
foto 141
EeCard 54eclips 92effecten 217eigenschappen
document 202ergonomie 23excursie 87exporteren
fotobestanden 64
Ffilter 165
creatief ~ 167firewire-aansluiting 11Fix Photo
opties 47flits 69flitsen 107flitser 16, 23foto
achtergrondbelichting 136afdrukken 149, 196autocontrast 136bewerkingen 189bolvormige vertekening 196
contrastgrens 239contrastverbetering 208deel selecteren 157, 224donkere partijen 136dupliceren 141effecten toevoegen 217filters toepassen 167geometrische effecten 217glans in midden 190grootte aanpassen 142helderheid aanpassen
135, 210horizon rechtzetten 192indelen 40inlijsten 216inzoomen 163kleur verwijderen 138kleurbalans 205kleurvariaties 139kleurzweem 137kopiëren 159krasjes verwijderen 237middenschaal behouden 196naar computer 11on line afdrukken 252onscherpte 211ophalen 30opslaan 31oude ~ bewerken 236panorama 170plakken 159publiceren op internet 251randen toevoegen 213rangschikken 41rechttrekken 142reflectie-effect 220roteren 141scannen 231tekst invoegen 160textuureffect 221toevoegen 45tonvormige vertekening 196uit geheugen verwijderen 33uitsnijden 142uitzoomen 163verbeteren 46, 135, 205
276
REGISTER
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
verlichtingstemperatuur 207verscherpen 166vervagen 166verwijderen 188verzadigingsverbetering 209verzenden 196vlekken 239zachte focus 211zoeken 44
foto verbeterenPhotoshop Album 46
fotoalbumafdrukken 54delen met anderen 52maken 50op cd-rom zetten 54versturen per e-mail 54
fotobestandenexporteren 64
fotobewerkingPhotoshop Elements 131
fotobron 38fotocentrale 253, 254fotograaf
gelegenheids- 7professionele ~ 21vakantie- 7
fototipsop reis 68
Ggarantie 23
-bewijs 23Gasuniegebouw 77gegevens huidige afbeelding
Paint Shop Pro 183geheugen
camera 10foto’s verwijderen 33
geheugenkaartaantal foto’s 70
geometrisch effect 217gereedschappen
opties 155Gereedschapsopties 183
gereedschapspalet 155Get Photos 45Glans in midden 190Greeting Card 54groepsfoto 104
huwelijksreportage 126opstelling 104
Hhalftotaal 101helderheid 47
aanpassen 135horizon rechtzetten 192huwelijksreportage 111
aankomst bruidegom 114aanpak 111belangrijke momenten 112bruiloftsgasten 115diner 127groepsfoto 126huwelijksvoltrekking 121kerk 127locatiefoto’s 116receptie 127sfeerfoto’s 114tekenen akte 124trouwzaal 118uitwisselen ringen 122voorbereiding bruid 112
Iinflitsen 107Info
Paint Shop Pro 182internet
afdrukken foto’s 28digitale fotografie 247foto’s publiceren 251informatie op 26kopen digitale camera 250startpagina's 247
internetwinkel 26inzoomen 145, 163ISO-waarde 20, 24
277
REGISTER
Register
JJPEG 19
Kkaartlezer 11kalender 54kasteel 79
-routes 80kathedraal 77Kelvin 207kerk 77kinderfoto 106kleur
bepalen 176verwijderen 138
kleurbalans 205kleurscheiding 49kleurvariatie 139kleurzweem 137Kloonpenseel 239Kodak 22kopiëren 159krasjes verwijderen 237kunstfoto 81kunstroute 81kunstwerk 82
ander soort 83
Llaadtijd 21landschapfotografie 72
aandachtspunten 75beeldelementen 75
laptopop reis 71
LCD-scherm 8, 15, 24, 74lens 8, 69
lichthoeveelheid 19UV-filter 85
lenscorrectie 195lettertype 162luchtopname 85
Mmacro-instelling 24markt 86megapixel 9, 22menu-instelling 24menubalk 36miniatuur 176moskee 77museum 80My Catalog 34
NNew Tag 42
Oomdraaien 185
foto 185onderbelichting 19onderwaterfotografie 89onscherpte 190
foto 211oplader 70oplossend vermogen 17opnameformaat 18opnamevariant 20opslaan
foto 31, 187opslagmedium 24opstarttijd 21optie
scannen 233optiebalk 38ouderen 108Outlook Express
foto verzenden 196overbelichting 19Overzicht, palet
tabblad Voorbeeld 182
Ppagina-instelling 150
afdrukvoorbeeld 151Paint Shop Pro 4, 20
afdrukken 197afdrukweergave 197
278
REGISTER
Digitale fotografie – Een gids voor 50-plussers
automatische kleurbalans205
automatische verzadigings-verbetering 209
Bestand 179bladeren 184contrast verbeteren 208downloaden 179éénstaps fotocorrectie 205effecten 217foto randen toevoegen 213foto verbeteren 205geometrische effecten 217gescande foto bewerken 237helderheid aanpassen 210importeren, Van scanner of
camera 236lenscorrectie 195omdraaien 185onscherpte 211opslaan 187optie Inlijsten 216palet Overzicht 182perspectiefcorrectie 191printerinstellingen 200reflectie-effect 220rode ogen corrigeren 189selecties maken 224textuureffecten 221toverstaf 227vensterindeling 181zachtheid 211
paletOpties voor gereedschappen
183Overzicht 182
palet OverzichtPaint Shop Pro 182
panoramafoto 93, 170PDF-bestand
Photoshop Album 53perspectiefcorrectie 191Photomerge 170Photoshop Elements
fotobewerking 131plakken 159
portretfotografie 97close-up 101dubbelportret 103halftotaal 101ouderen 108rode ogen 100totaalopname 100
prijsdigitale camera 25
printerinstellen 152
printerinstellingencontroleren 200
Propertiestaakvenster 40
QQuick Guide 30
Rrandzoeker 226Red eye reduction 189reflectie-effect 220reisfotografie
benodigdheden 65onderwerpen 72voorbereidingen 66
resolutie 17, 71rode ogen 47, 100
corrigeren 189roteren 186
foto 141Paint Shop Pro 186
rubriekzoeken 44
Sscannen
opties 233scanner 231selectie
deel foto 157maken 224toverstaf 227uit vrije hand 225
Slideshow 55
279
REGISTER
Register
sluitertijd 19snelmenu 147soft focus 211spiegelen 186
Paint Shop Pro 186standaardwerkbalk 36startpagina 26, 247statief 69statiefaansluiting 25stroomverbruik 69
Ttaakvenster
Properties 40Tags 42
tabblad InfoOverzicht, palet 182
tagcategorieën maken 42maken 42taakvenster 42
tekst invoegenfoto 160
testopname 25textuureffect 221TIFF 19tijdbalk 37Toledo 76totaalopname 100toverstaf 227tv-aansluiting 25Twain 179
Uuitsnijden 142uitzoomen 145, 163USB-poort 11UV-filter 24, 85
Vvakantieportret 109vensterindeling
Paint Shop Pro 181verbeteren
foto 135verfijnen 191
vergrootglasPaint Shop Pro 186
verhelderen foto 210verlichtingstemperatuur 207verscherpen 166vervagen 166verwijderen 188verzadigingsverbetering 209voorkeuren
bladeren 184vrije hand selectie 225
Wwebfotogalerie 173website
met foto's 179weergave
menu 145Welkomstscherm 177wenskaart 54Windows XP
cd’s branden 242winkel 86witbalans 25Wizard Cd branden 244Wizard Scanner en camera 231woordenlijst 255
Zzachte focus 211zachtheid foto 211zoeker 25zoom
digitale 24optische 24
zoomobjectief 16zoompercentage 163