[DIA MET TITEL HIER]

53
[DIA MET TITEL+COVER HIER]

Transcript of [DIA MET TITEL HIER]

[DIA MET TITEL+COVER HIER]

Bijeenkomst 1 Beter schrijven in alle vakken

3

Programma

• Aanleiding • Schrijven in fasen

• Oriëntatiefase • Opdrachtfase • Schrijffase • Revisiefase en publicatiefase (bijeenkomst 2)

• Voorwerk voor bijeenkomst 2

5

Noodzaak

• Schrijfvaardigheid van hbo-studenten laat te wensen over.

• Betere aansluiting havo-hbo

Voorbeeld 3F

7

Voorbeeld 3F

8

Schrijven?

• Wat doe jij aan schrijfvaardigheid binnen je eigen vak?

9

10

Werken aan schrijfvaardigheid

• Bewust • Belang • Betrokken • Bekwaam

Bewust

Problemen in het hbo (en havo?) • Slecht lopende zinnen • Gebrek aan samenhang in teksten • Onvermogen complexe zaken te structureren • Onvoldoende feedback op schrijfproducten • Te weinig systematische aandacht voor

schrijfproces • Gebrekkige beheersing spelling/grammatica

11

Belang

Waarom werken aan schrijfvaardigheid? • Veel complexe schrijftaken in het hbo • Schrijfvaardigheid vaak essentieel in

beroepscontext • Schrijven is ondersteunend aan het leren

12

Betrokken

• Bij schrijfonderwijs in het vak Nederlands ontbreekt vaak de context van andere vakken!

• Voel je je verantwoordelijk voor de verbetering van de schrijfvaardigheid van leerlingen?

13

Bekwaam

• Hoe bekwaam voel je je om bij te dragen aan de verbetering van de schrijfvaardigheid van de leerlingen?

• Schrijven in fasen biedt ondersteuning!

14

Schrijven in fasen

Didactisch model of inspiratie voor een goede les?

15

1. Oriëntatiefase

2. Opdrachtfase

3. Schrijffase

4. Revisiefase

5. Publicatiefase

16

Oriëntatiefase

• Aandacht voor het onderwerp • Voorkennis en achtergrondkennis

• activeren én uitbreiden

• Gedachten en ideeën ordenen

Mindmap

• Ter voorbereiding op en ter ondersteuning van de schrijffase

• Ordening van kennis en ideeën

19

Opdracht A

• Kies een thema (actueel of uit een lesboek).

• Bedenk in duo’s manieren van oriënteren op dit thema ter voorbereiding op een schrijfopdracht.

20

Opdrachtfase

• Geef een duidelijke schrijfopdracht. • Waar schrijf ik over? • Voor wie schrijf ik? • Met welk doel? • Wat voor soort tekst? • Hoeveel tijd staat ervoor? • Waar wordt het gepubliceerd? • Aan welke eisen moet de tekst voldoen? • Hoe en door wie wordt hij beoordeeld?

21

Schrijfopdracht

• Geef functionele, betekenisvolle opdrachten. • Voor een echt publiek • Over een actueel onderwerp • Gekoppeld aan je eigen vak

22

Opdracht B

• Vergelijk in duo’s drie schrijfopdrachten

23

Maak een schrijfplan

24

Onderwerp Economische crisis

Hoofdgedachte De economische crisis is de schuld van de banken.

Doel overtuigen

Publiek lezers van de krant

Alinea 1 Wat is de economische crisis?

Alinea 2 Waarom zijn de banken de oorzaak?

Alinea 3 Wat moet er gebeuren om uit de crisis te komen?

Alinea 4 Verwachting voor de toekomst

www.scholieren.com

Schrijffase

• Geef instructie over belangrijke onderdelen (focuspunten).

• Geef goede en slechte voorbeelden. • Schrijfcoaching werkt! • Schrijfkaders • Inspiratiemoment

25

Gebruik mentorteksten

• Laat leerlingen voorbeeldteksten analyseren en imiteren.

• Doel: • Inzicht in kenmerken, stijlen en

tekststructuren • Nieuwe inzichten toepassen in eigen tekst

• Stel leerlingen de vraag: ‘Wat maakt

deze tekst goed/minder goed?’ 26

Voorbeeld van een schrijfkader

Het beschrijven van verschillen • Hoewel … en … allebei … zijn, zijn er ook een

heleboel verschillen tussen hen. • De … is …, terwijl de … • Ze zijn ook anders, omdat … • Een ander punt waarop ze verschillen is … • Ten slotte …

27

Nut van schrijfkaders

Leerlingen leren… • verbanden te leggen en te beschrijven; • welke signaalwoorden bij welke

verbanden horen; • vakinhoudelijke kennis te ordenen; • goede formuleringen.

28

Opdracht C

• Stel: leerlingen moeten een verslag maken voor (een onderdeel van) jouw vak.

• Welk schrijfkader kies je? • Op welke manier zou je hem evt. nog

aanpassen en waarom?

29

Afsluiting

• Wat neem je mee uit deze bijeenkomst?

• Wat ga je morgen meteen toepassen?

30

Opdracht voor bijeenkomst 2

• Maak een schrijfopdracht gekoppeld aan een hoofdstuk dat je binnenkort behandelt.

• Zorg voor: • een aansprekend onderwerp; • een goede oriëntatie; • een heldere, volledige instructie; • een schrijfkader.

31

Bijeenkomst 2 Beter schrijven in alle vakken

33

Programma

• Terugblik bijeenkomst 1 • Schrijfopdrachten bespreken • Schrijven in fasen

• Oriëntatiefase, opdrachtfase, schrijffase (bijeenkomst 1)

• Revisiefase • Publicatiefase

• Taalbeleid: afspraken maken • Afsluiting en evaluatie

34

Bijeenkomst 1

• Ben je je bewust van het probleem rond schrijfvaardigheid?

• Waarom is schrijfvaardigheid belangrijk?

• Waarom worden alle docenten hierbij betrokken?

• Voel je je al meer bekwaam?

35

Opdracht D

• Bespreek in duo’s de gemaakte schrijfopdrachten aan de hand van het beoordelingsmodel.

36

Revisiefase

• Tekstbespreking • Kritisch herlezen • Herschrijven

• Géén spelling en grammatica

Tekstbespreking

37

• Bespreek klassikaal waar leerlingen op moeten letten in deze fase.

• Geef gericht commentaar als lezer.

• Geef een duidelijk beoordelingsmodel.

• Gebruik een rubric!

• Laat leerlingen hun eigen of elkaars tekst proeflezen (met rubrics).

38

“Het is niet goed opgebouwd.” vs. “Ik heb de tekst gelezen, maar het is me nog niet duidelijk wat jij ervan vindt.” “In dit gedeelte werd ik overspoeld met informatie.”

Feedback van de docent als lezer

Rubrics

• Diagnostisch instrument • Voortgang volgen • Resultaten beoordelen

• Criteria: niet allemaal altijd gebruiken!

• En vergeet niet om creativiteit te belonen!

39

Rubrics (structuur)

Bekijk de voorbeeldrubric in het materiaal.

40

Rubrics

41 www.stripgenerator.com

Opdracht E

• Bekijk de twee voorbeeldteksten. • Kies twee criteria uit de voorbeeldrubric. • Beoordeel deze schrijfproducten a.d.h.v.

de rubric voor betogen.

Komen jullie beoordelingen overeen? Hoe werkt het nakijken met rubrics? Zou je deze rubric op deze manier gebruiken

voor jouw vak?

42

Rubrics als volgsysteem

• Hoe kun je met behulp van rubrics de voortgang van leerlingen volgen?

43

Publicatiefase

• Aandacht voor taalverzorging (en lay-out) in alle vakken

• Waarom belangrijk?

44

Voorbeeld taalverzorging telt mee

• Een maximaal aantal taal- en spelfouten

• Is taal correct? Dan pas nakijken op inhoud.

• Taal nakijken leerling reviseert totaalcijfer

45

Voorbeeld schoolbreed correctiemodel

• Nakijken op taal- en spelfouten m.b.v. een schoolbreed correctiemodel

• Fouten met een code aangeven, maar niet verbeteren

Bijvoorbeeld: • Onjuiste interpunctie = i • Spelfout = s

46

Opdracht F

• Bekijk de voorbeeldtekst. • Bespreek of je deze tekst met het

bijgevoegde correctiemodel zou kunnen beoordelen.

47

Taalbeleid

• Schoolbreed aandacht voor taal in alle vakken

• Uniforme aanpak van schrijfonderwijs • Ook afspraken per team/sectie/bouw

(differentiatie mogelijk)

48

Schoolbrede afspraken

Bijvoorbeeld: • Rubrics bij schrijftaken • Correctiemodel • Taalportfolio • Weging taalverzorging in beoordeling

49

Opdracht G

• Doe een voorstel voor afspraken over: • rubrics bij schrijftaken; • correctiemodel; • taalportfolio; • weging taalverzorging in beoordeling.

50

Concrete afspraken

WIE • …

WAT • …

WANNEER • …

51

Afsluiting en evaluatie

• Wat neem je mee van deze training?

• Ben je ‘Bewust, Belang, Betrokken, Bekwaam’?

• Wat heb je nodig om hiermee aan de slag te gaan?

52

[AFSLUITENDE DIA MET COVER HIER]

53