Denken in beelden

6
B. 16 I I 2015 JRMGZN De nk e n in beelden B eelddenken bij kinderen krijgt steeds meer aandacht, maar is geen nieuw fenomeen. Al in de jaren dertig was Maria Krab- be in Nederland actief. Zij ontdekte dat sommige kinderen de informatie op een andere manier tot zich namen. Ze waren visueel ingesteld. Silvermann deed in de jaren tachtig onderzoek naar informa- tieverwerking bij kinderen. Volgens haar bestaan er een visueel-ruimtelijk geheugen en een auditief-volgordelijk geheugen. In 2010 werd er door Jaap Murre van de UVA onderzoek gedaan, met een soortgelijke uitkomst. Beeld- denken is dus niet van deze tijd, maar vindt momenteel steeds meer zijn weg naar het onderwijs door alle aandacht en boeken als Denken in Beelden, De jonge beelddenker, Beelddenken in de Praktijk, 26 letters en dan…? of In het rijk der beelden ben ik koning. Dit is een pretti- ge ontwikkeling. 30 procent van de beelddenkers kunnen hun weg vinden in de overwe- gend linkerhersenhelft domi- nante samenleving zonder al te veel aanpassingen. 23 procent van de beeldenkers kunnen dit moei- zaam. Met de juiste ondersteuning in het onderwijs wordt het gemak- kelijker. Als Robin van zeven jaar het woord vis hoort, ziet hij in zijn hoofd een vis voor zich in een aquarium met daarboven een bordje met ‘Te koop’. Het ene woord vis voert hem in gedachten direct mee naar de dierenwinkel, waar hij graag vissen koopt. Robin is een beelddenker. Het visuele leersysteem is een snelle en associatieve manier van denken. Tineke Verdoes

description

Uit: B. (Basisschool magazine 2015) -- www. basisschoolmagazine.nl

Transcript of Denken in beelden

Page 1: Denken in beelden

B.16 II2015JRMGZN

--_---------------_-------__--------_

Denkenin beelden

B eelddenken bij kinderen krijgt steeds meer aandacht, maar is geen nieuw fenomeen. Al in de jaren dertig was Maria Krab-

be in Nederland actief. Zij ontdekte dat sommige kinderen de informatie op een andere manier tot zich namen. Ze waren visueel ingesteld. Silvermann deed in de jaren tachtig onderzoek naar informa-tieverwerking bij kinderen. Volgens haar bestaan er een visueel-ruimtelijk geheugen en een auditief-volgordelijk geheugen. In 2010 werd er door Jaap Murre van de UVA onderzoek gedaan, met een soortgelijke uitkomst. Beeld-denken is dus niet van deze tijd, maar vindt momenteel steeds meer zijn weg

naar het onderwijs door alle aandacht en boeken als Denken in Beelden, De jonge beelddenker, Beelddenken in de Praktijk, 26 letters en dan…? of In het rijk der beelden ben ik koning. Dit is een pretti-ge ontwikkeling. 30 procent van de beelddenkers kunnen hun weg vinden in de overwe-gend linkerhersenhelft domi-nante samenleving zonder al te veel aanpassingen. 23 procent van de beeldenkers kunnen dit moei-zaam. Met de juiste ondersteuning in het onderwijs wordt het gemak-kelijker.

Als Robin van zeven jaar het woord vis hoort, ziet hij in zijn hoofd een vis voor zich in een aquarium met daarboven een bordje met ‘Te koop’. Het ene woord vis voert hem in gedachten direct mee naar de dierenwinkel, waar hij graag vissen koopt. Robin is een beelddenker. Het visuele leersysteem is een snelle en associatieve manier van denken.

Tineke Verdoes

Page 2: Denken in beelden

I I2015JRMGZNB. 17

--_---------------_-------__--------_--

_--

----

----

----

-_--

-OORSPRONKELIJKE BEELDDENKERSWe worden allemaal geboren als een beelddenker. Als baby hebben we im-mers geen gesproken of geschreven taal. Kinderen hebben beelden nodig om taal te leren. Een peuter kan zelf een plaatje voor zich zien en is in staat om er het bijpassende woord aan te verbinden. Zo leert een jong kind praten en in woorden denken. Bij de meeste kinderen die ouder worden verandert het denken. Als het kind ouder wordt gaat het steeds meer in taal denken. Het kind wordt een taaldenker. Bij ongeveer 53 procent van de mensen gaat het anders. Zij blijven primair in meer of mindere mate in beelden denken en zoeken dan de taal erbij. We noemen ze beelddenkers.

HOE WERKT BEELDDENKEN?

Timo van elf jaar tekent wat er tijdens een les in zijn

hoofd gebeurt. Er ontstaat een hoofd met daarin een appelboom met en grasveld eromheen. Met woorden legt hij het zo uit: ‘Wanneer ik het woord “boom” hoor, dan zie ik in mijn hoofd een boom met appels. Ik heb namelijk plaatjes in mijn hoofd.’ Beelddenken vindt plaats in de rechter hersenhelft. Hierin bevinden zich de zintuiglijke waarnemingen, gevoel voor kleur, ritme, ruimte en je gevoelige kant, maar ook dagdromen vindt hier plaats.

VOOR- EN NADELENMoeder Sabine ziet voor- en nadelen aan de manier van denken van haar zoon. ‘Tim is erg creatief. Hij plakt van alles aan elkaar en dat is in zijn ogen dan een verrekijker, een toren, of iets anders. Meestal komt hij met iets dat je denkt: wouw. Hij is echt een creatieve denker!’ Tim is volgens Sabine wel heel snel afge-leid. ‘Op het moment dat je tegen hem zegt: “ga je schoenen aan doen”, kan hij

naar zijn schoenen lopen en onderweg iets anders zien, dan gaat hij daarmee verder. Hij wil daar hele verhalen over vertellen, want dat zit in zijn hoofd en dat moet er ook uit. Dan is hij zijn schoenen alweer vergeten.’

BELEVEND LEREN ALS ONDER-STEUNING Ook in het onderwijs heeft beelddenken voor- en nadelen. Het is belangrijk om een beelddenker zo goed mogelijk te ondersteunen bij het veelal cognitief en analyserend schoolwerk. Veel beeldden-kers hebben extra ondersteuning nodig bij rekenen en spelling. Ze hebben moeite met de volgorde van letters, tempo lezen, het juist opschrijven of benoemen van cijfers, het automatiseren van de tafels of komen moeilijk uit hun woorden. Bele-vend leren is een van de oplossingen. Een denkbeeld is namelijk geen plat plaatje, maar als het ware een holografische weergave. We gebruiken de term beeld-

Belevend leren

Als we het in de les hebben over breuken is het van belang dat er geuren, kleuren, ervaringen aan het beeld breuken worden gekoppeld.

De jonge beelddenkerUitleg, tips en opdrachten voor leerkrachten en ouders

Puttend uit haar jarenlange ervaring als juf, reme-dial teacher en beelddenker laat Tineke Verdoes aan de hand van taal- en rekenvoorbeelden zien hoe je rekening kunt houden met beelddenkers. Daarbij gaat ze in op de kenmerken van beeldden-ken, het sorteergedrag, de manier van problemen oplossen, leren door middel van beleving en het plannen/organiseren in de kleuterklas en groep 3.

Tineke Verdoes

ISBN 9789088504648 -

112 pagina’s

• gebonden • full-color

uitgave • ¤ 29,90

www.beelddenker.

swpbook.com

NIEUW

B.IPASSEND ONDERWIJS

Page 3: Denken in beelden

B.18 II2015JRMGZN

--_

----

----

----

---_

----

---_

_--

----

--_

Top down leren

Een beelddenker is in staat om vanuit een geheel terug te redeneren; dit omgekeerd leren noemen we ook wel de top-downmethode.

Sterke kanten van een beelddenker:

- is creatief in het verzinnen van nieuwe dingen;- tekent of knutselt graag;- voelt veel dingen goed aan;- is een doorzetter;- is origineel;- heeft veel fantasie;- zorgt voor anderen, omdat hij intuïtief begrijpt wat er om hem heen gebeurt.

De beelddenker heeft ook zwakkere kanten, zo:

- heeft hij moeite met woorden en taal;- heeft hij moeite met het vertellen van een verhaal;- kan hij dromerig zijn op onhandige momenten;- heeft hij moeite met het opvolgen van instructies;- neemt hij de informatie die hem verteld wordt vaak heel letterlijk;- heeft hij moeite om zich te concentreren;- vertelt hij vaak dingen in een onlogische volgorde;- vertelt hij vaak dingen met weinig woorden;- heeft hij moeite met het verwoorden van zijn ge dachten;- heeft hij moeite met tijd;- kan hij erg impulsief zijn;- heeft hij moeite met luisteren;- is hij vaak wat onhandig.

Page 4: Denken in beelden

I I2015JRMGZNB. 19

--_

----

----

----

---_

----

---_

_--

----

---_

----

----

----

---_

----

---

denken omdat beeld overheerst. Echter alle zintuiglijke waarnemingen zijn van belang. Als we het in de les hebben over breuken is het van belang dat er geuren, kleuren, ervaringen aan het beeld breu-ken worden gekoppeld. Zo neemt mees-ter Cees tijdens deze lessenserie een taart mee of echte chocoladerepen. Juf Judith bedenkt een dans met de kinde-ren van haar klas tijdens het aanleren van de tafels en juf Janneke maakt gebruik van haar kennis over meervou-dige intelligentie. Intern begeleidster Esther, heeft de ervaring dat belevend leren voor alle partijen de betrokken-heid bij de les verhoogt. Aan het begin van dit jaar is besloten in groep 3, tij-dens de rekenlessen, meer aan de slag te gaan met belevend leren. Esther: ‘Ik merk aan de leerkrachten dat ze het in het begin heel spannend vinden om de methode los te laten, maar als ze een-maal gaan werken met concreet materi-aal, meer gaan bewegen, belevingen toevoegen aan hun les en het platte vlak steeds vaker gaan loslaten, worden ze enthousiast. Op deze manier is het eigenlijk veel leuker om rekenles te geven.’ De leerkrachten en de kinderen hebben meer plezier in rekenen, met gewenste resultaten. Meer inspiratie vindt ze onder andere in het boek Bele-vend leren, waardoor ze het belevend leren nu ook toepast in andere vakgebie-den en op deze manier meer beeldden-kers bij haar lessen betrekt. krachten dat ze het in het begin heel spannend vinden om de methode los te laten, maar als ze eenmaal gaan werken met con-creet materiaal, meer gaan bewegen,

belevingen toevoegen aan hun les en het platte vlak steeds vaker gaan loslaten, worden ze enthousiast. Op deze manier is het eigenlijk veel leuker om rekenles te geven.’ De leerkrachten en de kinde-ren hebben meer plezier in rekenen, met gewenste resultaten. Meer inspiratie vindt ze onder andere in het boek Bele-vend leren, waardoor ze het belevend leren nu ook toepast in andere vakgebie-den en op deze manier meer beeldden-kers bij haar lessen betrekt.

TOP-DOWN LERENEen taaldenker verzamelt informatie en maakt daar vervolgens een geheel van. Op school wordt het lesmateriaal, voor een taaldenker, logisch opge-bouwd, van A naar Z. Kleine stukjes informatie worden uiteindelijk een geheel en de moeilijkheidsgraad wordt beetje bij beetje verhoogd. Dit maakt het huidige onderwijs voor beeldden-kers een bijna onmogelijke opgave. Een beelddenker is wel in staat om vanuit een geheel terug te redeneren; dit omgekeerd leren noemen we ook wel de top-downmethode. Hij heeft het nodig om eerst het totaalbeeld te overzien (de samenvatting van een hoofdstuk of boek, het alfabet, het cijferveld 1-100), om vervolgens terug te redeneren om de lesstof in de klas te kunnen volgen. De hele puzzel in één doos en dan puzzelen maar.

IS HET NU AL TIJD?De interne klok van een beelddenker loopt sneller of langzamer dan de afgesproken tijd. Annemiek, leer-

Tips voor leerkrachten- Let op of een opdracht is ‘binnengekomen’. Herhaal de opdracht eventueel.- Gebruik humor en aansprekende anekdotes. Lesstof die gekoppeld is aan humor en anekdotes die tot de verbeelding spreken, wordt in het geheugen verankerd en is makkelijker terug te vinden.- Zuurstof en bewegen doet leren.- Uit het raam kijken; het naar buiten staren kun je zien als een moment van pauze, even op adem komen. Het is vaak een vorm van zelfbehoud.

Francis van Kleeff & Tineke Verdoes

ISBN 9789088505881 • ¤ 9,90

www.swpbook.com/1821

De dagen van de weekMet deze kaar-ten leren jonge kinderen spe-lenderwijs de dagen van de week onder-scheiden. Iedere kaart associeert een getekend beeld met een bepaalde dag. De dagen van de week hebben een kleur, een plaatje en een gebaar. Je kunt ze lineair ophangen. Ook kun je gebruik maken van een lied. Dit totaalpakket zorgt voor het succes.

7,4 mm

SW

P

SWP9 789088 505232

www.swpbook.com

ISBN 978 90 8850 523 2 / NUR 840

Tineke Verdoes

Belevend lerenIdeeën om beelddenkers bij je les te houden

Belevend leren

Tineke Verdoes

Je bent een betrokken leerkracht en zet alles op alles om de lessen voor kinderen zo aantrekkelijk en toegankelijk mogelijk te maken. Maar dat lukt niet altijd bij leerlingen voor wie het leren anders gaat. Ze zijn vinding rijk, hebben moeite met het gestructureerd vertellen van een verhaal, dwalen weg bij je instructie, zijn creatief, voelen dingen goed aan, hebben moeite met spelling en halen bij rekenen getallen door elkaar. Het zou goed kunnen zijn dat je een beelddenker in je groep hebt.

Hoe kun je je onderwijs zo inrichten dat alle kinderen mee kunnen doen?Na een theoretisch orientatie die onder andere ingaat op begripsvorming rondom de term beelddenken, de rol van executieve functies bij het leren van kinderen, verschillende leerstijlen, de werking van de linker- en rechter hersenhelft, volgt de praktijk.Heldere casussen, eyeopeners en informatieve citaten bieden inzicht bij het organiseren van klassenmanagement, het gebruik van het digibord, letters leren, woordherkenning en handvatten om bijvoorbeeld de reken- of spelles een belevendleerles te laten zijn.

Tineke Verdoes is leerkracht, remedial teacher, spreekster, maar vooral ervarings-deskundige op het gebied van beelddenken. In haar onderwijs op de basisschool ontwikkelde ze succesvol nieuwe manieren van lesgeven waar alle kinderen in de groep profi jt van hebben. Voor de kinderen met een leerprobleem dat voort-komt uit ADHD, autisme, dyslexie, dyscalculie of een andere beperking kan een wereld opengaan.

Tineke Verdoes

ISBN 9789088505232 • ca. 120

pagina’s • ca ¤ 19,90

www.swpbook.com/1755

In het huidige onderwijs wordt vooral een be-roep gedaan op de linkerhersen-helft, de talige helft, en dit is over het alge-meen de zwak-kere kant van een beelddenker. In deze uit-gave neemt Tineke Verdoes je, aan de hand van talloze voor-beelden, mee in de wereld van het beelddenken en deelt ze met jou manieren van lesge-ven waardoor het werken met de beelddenkers in jouw klas een feestje wordt.

NIEUW Belevend leren

B.IPASSEND ONDERWIJS

Page 5: Denken in beelden

B.20 II2015JRMGZN

kracht in groep 5: ‘Ik merk dat sommi-ge kinderen in mijn klas niet kunnen inschatten hoe lang ze zelf met een werkje bezig zijn. De meest kinderen uit de klas redden dit, maar voor een aantal pak ik het anders aan. Ik be-spreek van tevoren met ze, bijvoor-beeld bij rekenen, dat ze vandaag de helft moeten maken en zelf kunnen bepalen waarmee ze beginnen. Dan vraag ik hoe lang ze dat daarvoor nodig denken te hebben. Daar zet ik dan de tijd bij, door gebruikt te maken van een time-timer. Omdat ze vaak zichzelf onderschatten komen ze opeens tot het inzicht “ik heb tijd over” en dan komt de snelheid erin.’

EEN GEVOELIGE KANTDenken in beelden gaat met ongeveer

32 plaatjes per seconde. Daarnaast zijn beelddenkers vaak prikkelgevoelig. Dit komt mede door de sterk ontwikkelde rechter hersenhelft. Beelddenkers hebben een gevoelige kant. Wanneer ze tussendoor onvoldoende rusten, kun-nen ze overprikkeld raken. Iedereen reageert hier op een andere manier op. Sommige kinderen krijgen gedragspro-blemen zoals driftbuien, dagdromen, kunnen impulsief of clownesk reage-ren of juist een paniekaanval krijgen. Als leerkracht van een beelddenker moet je het welzijn van het kind goed bewaken. Laat hem of haar tot rust komen door hem bewust te laten weg-dromen of door hem iets ontspannends te laten doen. Brenda, leerkracht van groep 1/2: ‘Ik zie soms kinderen die zichzelf verliezen. Dit kan ik zien aan

de ogen, aan alle bewegingen, aan wat dat kind doet en dan besluit ik even een moment te nemen om met alle kinde-ren een ontspanningsoefening te doen. Aan het einde van dit soort momentjes zie je verschil nadat ze hun ogen heb-ben opengedaan. Ze halen nog even diep adem en je voelt de rust door de klas gaan. En dan heb je gewoon weer eventjes de aandacht.’

BURGERS VAN DE 21E EEUWWaar je succes op school afhangt van: richtlijnen volgen, opgegeven werk op tijd inleveren, feiten onthouden, snel reproduceren, stapsgewijs werk tonen, net leesbaar handschrift, juiste spel-ling, op tijd zijn, een goede organisatie en netheid, wordt je in je werk beloond op je: geschiktheid om toekomstige

--_---------------_-------__---------_

Uitleg, tips en opdrachten voor leerkrachten en ouders

Op school kun je beelddenkers onder andere herkennen aan de hand van de volgende signalen: ze lezen vaak spellend en/of radend; ze hebben een globaal overzicht en vergeten de details; automatiseren gaat moeizaam. De voorbeelden, tips en oefeningen maken van deze uitgave een instrument dat kinderen meer zelfvertrou-wen geeft en ouders en leerkrachten een handvat, ach-tergrondinformatie en inzicht biedt.

Tineke Verdoes

ISBN 9789085606536

80 pagina’s • gebonden

• 2e druk ¤ 27,50

www.swpbook.com/1597

Denken in beelden

De juf zegt tegen Sofie dat ze niet meer mag praten. Sofie ziet een plaatje voor zich waarin ze praat. Ze blijft dus praten. Juf is geïrriteerd en Sofie krijgt op haar kop. De juf kan beter zeggen: ‘Ik wil dat jullie stil zijn. ’Het woord ‘niet’ wordt vaak gebruikt. Je kunt je erin trainen anders te formuleren.

Bijvoorbeeld:

Het woord ‘niet’ is een leeg woord, een onzichtbaar

woord. Er is geen plaatje bij het woord ‘niet’.

Hierdoor kunnen er gekke situaties ontstaan.

- ‘Gebruik je binnenstem’ in plaats van ‘Niet schreeuwen’.- ‘Loop rustig door de gang naar de gym’ in plaats van ‘Niet rennen’.- ‘Leg je schoenen in je schoenenbakje’ in plaats van ‘Niet met je schoenen in de gymzaal/speelhoek’.- ‘Stoppen’ in plaats van ‘Niet doorlopen’.

Gekke situaties

Page 6: Denken in beelden

21I I2015JRMGZNB.

ontwikkelingen te voorspellen, het geheel kunnen overzien, kunnen den-ken buiten een vast stramien, het nemen van risico’s, het identificeren van problemen en het oplossen daar-van, eigen sterke punten combineren met anderen om een sterk team te worden, kunnen omgaan met de com-puter, opgewassen zijn tegen complexi-teit en de gave om mensen naar waarde te schatten. Kwaliteiten die beeldden-kers vaak al van nature tot hun be-schikking hebben. Voor ons de uitda-ging om álle kwaliteiten tot zijn recht te laten komen.

Silverman stelt: ‘Is het niet tijd om het belang te erkennen van de gaven van de rechter hersenhelft en alle studenten de mogelijkheid te geven hun visueel-ruimtelijke vaardigheden te ontwikkelen? Deze vaardigheden zijn essentieel voor succes als volwassenen.’

Tineke Verdoes is moeder, leer-

kracht, remedial teacher, kindercoach en

beelddenker. Na haar opleiding aan de

Pabo werkte ze parttime binnen het

onderwijs en studeerde ze in 2003 af tot

remedial teacher. De opgedane kennis

kwam haar goed van pas in het speciaal

onderwijs (waar ze tot op heden werkzaam

is). In 2009 startte zij haar eigen remedial

teaching praktijk.

--_

----

----

----

---_

---

Prikkelgevoelig

Beelddenkers hebben een gevoelige kant. Wanneer ze tussendoor onvoldoende rusten, kunnen ze overprikkeld raken. Iedereen reageert hier op een andere manier op.

>>

B.IPASSEND ONDERWIJS