Delta TU Delft

32
VERHAAL GOOGLE EN PRIVACY INTERVIEW KEES SLAGER REPORTAGE AGEING CENTRE ENGLISH PAGES INSIDE SEE PAGE 28 Delta Nr. 12 25 FEBRUARI 2013 KOKEN OP MARS Delftse oplossingen voor ruimteschepen

description

Magazine Technical University Delft

Transcript of Delta TU Delft

verhaal

google en privacy

interview

kees slagerreportage

ageing centre

english pages inside see page 28

Deltanr. 12

25 februari2013

koken op mars

Delftse oplossingen voor ruimteschepen

Redactie Frank Nuijens (hoofd-

redacteur) - @franknu, Katja

Wijnands - @kwijnands, Dorine

van Gorp - @dorinevangorp,

Saskia Bonger - @sbonger,

Tomas van Dijk - @tomasvd, Carlijn

Remmelzwaal - @c_remmelzwaal,

Connie van Uffelen - @connievanu,

Jos Wassink - @joswashere

Medewerkers aan dit nummer

Tina Amirtha, Jorinde Benner, Rob-

bert Fokkink, Auke Herrema, Job

Hogewoning, Lynn Morrison, Olga

Motsyk, Damini Purkayastha, Molly

Quell, Olaf Schüsler, Jimmy Tigges,

Ellen Touw

Foto’s Sam Rentmeester,

Hans Stakelbeek

Bladconcept en vormgeving

Maters & Hermsen, Leiden

lay-out Liesbeth van Dam,

Saskia de Been

redactie-adres Universiteits-biblio-

theek, Prometheusplein 1, 2628

ZC Delft, 015 278 4848, delta@

tudelft.nl

Advertenties H&J Uitgevers, 010

451 5510, [email protected]

Druk Deltahage, Den Haag

Oplage 8.000

Jaargang 45

ISSN 2213-8838

Meld je aan voor de wekelijkse

nieuwsbrief op de website.

Meer informatie op:

www.delta.tudelft.nl/colofon

colofon

Deltanr. 12

25 februari2013

8INteRvIew kees slager

RepORtAge

marsmissie

reageer!

www.delta.tudelft.nl

Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.

Een verblijf op Mars is misschien beter te verdragen als je zelf kunt koken. TBM-onderzoeker Angelo Vermeulen neemt in april in een vier maanden durende imitatie-missie op Hawaï de proef op de som. “Kant-en-klare maaltijden ben je snel beu.”

Kees Slager maakte de wa-tersnoodramp mee als kind en schreef er een veelgepre-zen boek over. Zestig jaar na dato kijkt Slager opnieuw naar de ramp. Op de TU Delft, via een interactieve simulator.

12

TU-onderzoeker Angelo Vermeulen maakte prachtige foto’s tijdens zijn verblijf in Utah. Afgelopen januari zat hij twee weken in het Mars Desert Research Station, een met luchtsluizen afgesloten cilindervormig verblijf. Daar wordt het leven op Mars gesimuleerd inclusief korte excursies met ruimtepakken. (Foto: Angelo Vermeulen)

INteRNAtIONAl pAgeS finding work

RepORtAge alles gaat voorbij

veRDeRColumn KoRT nIEuWS SPoRT DESGEVRAAGD KRIEPPARTyCRAShERS JoB DE KoK ESSAy BAChEloR Column APPSBoEKEnSCIEnCESuRVIVAl GuIDETAlKInG PoInT

Het op 28 februari te openen verouderingsinstituut Ageing Centre is het jongste onder-zoekscentrum op de TU. Ver-oudering moet beheersbaar worden, is het idee. “Waar je het meest last van hebt, is onvoorspelbaar falen.”

International students may feel at a disadvantage when it comes time to look for a job, but this doesn’t have to be the case. Students coming out of most faculties at TU will find that there are jobs available.

Delta 13 verschijnt op maandag 18 maart.

29

16

040405060715152023252527293031

Tweets

Delta Tu Delft4

3De Tu Delft gaat dit jaar drie massive open online courses (moocs) op bachelor-niveau aanbieden. het betreft water treatment enginee-ring, aerospace en-gineering en solar energy. Deelnemers kunnen ze vinden op het non-profit platform edX (www.edx.org)dat is op-gezet door harvard university en mas-sachusetts Institute of Technology (mIT). Er is geen vooroplei-ding vereist. De gratis introductiecursussen zullen zo’n acht we-ken duren en bestaan uit colleges met tus-sentoetsen en op-drachten. Wie slaagt krijgt een certificaat.www.delta.tudelft.nl/26307 en 26322

1 Instagram heeft mijn dagelijks leven veranderd, want ik zie alles om me heen nu door een cameralens.ja

2 Ik vind fotogra-fie interessanter dan mijn master.ja

3 Mijn foto’s zijn nooit spontaan, want ik denk altijd na over kleur, com-positie en thema.nee

Masterstudent transport engineering and logistics Herbert Schröer is verkozen tot ‘Instagram legend’ door Instagram talk, een community van Instagramgebruikers. Zij vinden Schröer met zijn artistieke landschapsfoto’s een inspirerende fotograaf.

4 Een dag zonder Instagram bestaat niet meer voor mij.nee

5 Op welke vraag wil je terugkomen?“Op vraag 2. Op dit moment vind ik fotografie interessanter dan mijn studie. Fotografie is nieuw voor me en ik heb ontdekt dat ik er goed in ben. Later ga ik dan ook liever de fotografie in, maar het is moeilijk om daar een baan in te vinden. Ik wil geen trouwfotograaf wor-den. Na mijn afstuderen ga ik eerst een baan zoeken in het vakgebied van mijn studie, maar als National Geographic me belt, ga ik daar voor.” (CR)

4

In de designwereld wordt wel eens gezegd: als het een-maal in de Volkskrant heeft gestaan, kun je je er met goed fatsoen niet meer mee/in/op vertonen. Maar het artikel in de Volkskrant op 26 januari lijkt het fenomeen van de Gespot UB-pagina’s op Facebook alleen maar populairder te hebben gemaakt. Als jij studeert hoef ik je niks uit te leggen, maar voor diegenen die aan de TU werken en de Volkskrant niet lezen is uitleg wellicht op zijn plaats. Gespot UB-pagina’s zijn ontmoetingspa-gina’s op Facebook, waarop je bij wijze van studieont-wijkende activiteit tijdens de tentamenvoorbereiding in de Universiteitsbibliotheek een anoniem berichtje kunt achterlaten in de hoop de aandacht te trekken van een van je medestudenten.Ook Delft heeft zo’n pagina, www.facebook.com/GespotUBTUD waarop je berichtjes vindt als: ‘Kan het leuke meisje met de blonde krullen en bruine bril op de tweede verdieping alsjeblieft stoppen met het gooien van pennen. Ik probeer me te concentreren en dat gaat al moeilijk genoeg als je steeds zo lief lacht. Misschien zo meteen koffie drinken? Kan je me ook vertellen waarom je twee olifanten op je vest hebt staan!’En:‘Hé mooie man, met je blonde haren, grijze kopte-lefoon en rode Vans. Als je nou eens stopt met koffie drinken, met je iPhone spelen, en je buurman met blonde krullen en een goddelijk lichaam lastig vallen (die er overigens uitziet alsof hij gisteren hard gedron-ken heeft). Heb je vanavond misschien tijd voor een wijntje met mij?’Waarna behulpzame studiegenoten de namen van de personen in kwestie proberen te raden, om Anoniem-pje en de beoogde koffie/wijnpartner bij elkaar te bren-gen. Uit de daaropvolgende Facebook-conversatie kun je zien dat de koffie/wijn soms inderdaad wordt gecon-sumeerd (en wie weet meer).Periodiek kun je merken dat Delft toch wel een enorm mannenbolwerk is. Zo plaatste iemand een foto van de rug van een studerende blondine met een inderdaad wat laag uitgesneden spijkerbroek (208 likes), vergezeld van de hartenkreet: ‘Hoe zo’n klein stukje stof je zo uit je concentratie kan houden! Morgen samen even een ander onderbroekje uitzoeken?!’ Waarna een golf voor-spelbare reacties van heren volgt met kreten zoals: ‘in-sert coin/geen reet aan/die werkt zich zeker uit de naad!’Soms slaan de dames terug. Als een student een be-richtje post waarin hij een meisje beschrijft als: ‘Ze kijkt een beetje verdwaasd maar ze heeft wel twee grote pluspunten! Mooie Borsten! Wie is deze hete tijger? Samen koffie drinken en daarna lekker het warme bed in kruipen? Of lust je geen koffie? Groetjes je hete aan-bidder xxxxx’ wordt hij door een groep leeuwinnen in twee talen in de pan gehakt, met verbale oorvijgen als: ‘Het niveau is vandaag wel erg laag/Seksueel gefrus-treerd level: TU Delft/Koop een fleshlight (misschien even googlen, dit woord :-))/ Even worse than Howard.’Iets zegt mij dat deze hete aanbidder blij was zijn be-richtje anoniem te hebben gepost. Van consumeren is het, voor zover ik kon zien, niet gekomen.

Ellen Touw is hoofd van de dienst onderwijs- en studentenzaken

bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en beleidsadviseur

internationalisering.

colu

mn

ELLE

NTO

UW

gEsp

OT

Foto

: her

bert

Sch

röer

 

 

 

 

 

 

Razend enthousiast waren ze over de projecten in de Dream Hall. Minister Kamp van Economische Zaken en staatssecretaris Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap probeerden tijdens hun werkbezoek aan de TU dan ook bijna elk wagentje uit. De bewindslieden maakten bekend dat onderzoeksfinancier NWO structureel honderd miljoen euro extra krijgt voor onderzoek in de topsectoren. Foto: Leen Vlasblom. www.delta.tudelft.nl/26301

KOrTstudieswitchersTU-studenten zitten bij de meeste facul-teiten eerder op de juiste plaats. Dat blijkt uit een evaluatie van het bindend studie-advies. Het aantal studieswitchers is meer dan verdubbeld en studenten stoppen eerder dan voorheen als zij niet voldoende studiepunten dreigen te halen.www.delta.tudelft.nl/26326

goedkoper buitenlandGoed nieuws voor Nederlandse studenten die langer dan acht maanden naar het bui-tenland gaan. Zij mogen straks het gewone collegegeld blijven betalen in plaats van het hoge instellingstarief. Er komt op korte termijn een wetswijziging, kondigt minister Bussemaker aan. Vanaf 2014 zal het voor studenten minder duur zijn om langere tijd in het buitenland te verblijven.www.delta.tudelft.nl/26329

Dure partnersLiefde wordt een dure grap bij een sociaal leenstelsel. Studenten zadelen niet alleen zichzelf met een studieschuld op, maar ook hun toekomstige partner. Het kabinet wil de basisbeurs voor studenten schrappen, waardoor hun studieschuld vele duizenden euro’s hoger wordt. De Dienst Uitvoering Onderwijs kijkt bij mensen die arbeidson-geschikt raken of partners de studieschuld kunnen aflossen.www.delta.tudelft.nl/26321

College TourHet tv-programma College Tour wordt op 28 maart bij de TU Delft opgenomen en een dag later uitgezonden. Te gast is dit keer PvdA-leider en TU-alumnus Diederik Samsom. Samsom (1971) studeerde tech-nische natuurkunde aan de TU Delft en stu-deerde af als kernfysicus.www.delta.tudelft.nl/26305

VerschuivingDe slechte arbeidsmarkt in de architec-tenbranche is merkbaar bij de TU. Bouw-kunde heeft het minste aantal eerstejaars bachelorstudenten ooit: 265, blijkt uit een peiling in december. Studenten kozen vaker voor opleidingen bij 3mE, Civiele Techniek en Geowetenschappen, Elektro-techniek, Wiskunde en Informatica, en Technische Natuurwetenschappen. Deze faculteiten hadden nooit eerder zoveel eerstejaars.www.delta.tudelft.nl/26264

Wie je moet kennenAsfaltexpert prof.dr.ir. erik Schlangen (Civiele Techniek en

Geowetenschappen) is met zijn verhaal over asfalt dat door verhit-ting zichzelf heelt op de prestigieuze website www.ted.com terechtgeko-men. Slechts één procent van alle wereldwijde TEDx-lezingen valt deze eer te beurt. Schlangen stond op 5 oktober 2012 op het jaarlijkse evene-ment TEDxDelft.

theo toonen is tot 1 maart 2016 her-benoemd als decaan van de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM). Toonen is sinds 1 maart 2008 decaan van TBM. Daar-voor was hij verbonden aan de Universiteit Leiden, als hoogle-raar Bestuurskunde en als decaan van de faculteit der Sociale Weten-schappen.

De ‘Chinese overheidsprijs voor uitstekende promovendi in het buitenland’ (Chinese Government Award for Outstanding Self-financed Students Abroad) is toegekend aan promovendus MSc. Hao Chen (Lucht-vaart- en Ruimtevaarttechniek). Chen ontvangt de prijs voor zijn on-derzoek naar de lokale herverdeling van legeringselementen tijdens een vaste stof fase transformatie in staal.

scheuren over zee De rugbydames van Thor beginnen langzamer-hand in vorm te raken. De crew van het TU-zeil-team Delft Challenge beleefde de afgelopen drie weken een natte droom in de Perzische Golf.

‘Hard werken, niet slapen, teamwork, over de zee scheuren, de langste adem moeten hebben en kei-hard vlammen. Gaaf!’ Zomaar een stukje verslag op de website van het TU-zeilteam Delft Challenge dat als enige Nederlandse boot op 10 februari begon aan Sailing Arabia The Tour 2013. Volgens de gepas-sioneerde verslaggever is deelname aan deze drie weken durende zeilmarathon in de Perzische golf, van Manama in Bahrein tot Muscat in Oman, ‘een ervaring die niet op een wedstrijdzeil-cv zou mogen ontbreken’. In hoog tempo wisselen korte races (‘in-shores’) bij kustplaatsen en lange-afstandswedstrij-den (‘offshores’) over zee elkaar af, vaak met slechts enkele uren rust. Een natte droom voor de ware wed-strijdzeiler. Het citaat hierboven stamt uit een ver-slag van een offshore race, ruim een week geleden, van 160 zeemijlen die eindigde in Abu Dhabi, waar het Delftse studententeam als vierde over de finish kwam. De Farr 30, waarmee wordt gevaren, wordt bemand door een crew van zeven personen. Het re-sultaat van de marathon, die op 25 februari eindigt, was bij het ter perse gaan van deze Delta nog niet bekend. In juli is Delft Challenge als vanouds weer present bij de jaarlijkse Tour de France voor zeilers, langs de west- en zuidkust van Frankrijk.Met hard werken en teamwork kun je ook op het rugbyveld ver komen. Dat bewezen de dames van Thor vorige week in het thuisduel met RC Groningen. Met de hekkensluiter van de ereklasse hadden de Delftse vrouwen nog een appeltje te schillen, ver-telt aanvoerster Irith Lely. “We hadden zin om met enorm grote cijfers van ze te winnen”, verklaarde zij de vrij ruime cijfers (82-0) waarmee het Delftse vijftiental zijn tegenstander verpulverde. De spor-tieve wraakgevoelens kwamen voort uit de neder-laag die Thor eerder in Groningen leed. “Een totaal overbodige nederlaag. Bovendien vinden we dat we helemaal niet thuis horen in de onderste helft van de ranglijst.” Een week eerder werden deze woorden in Tilburg al kracht bijgezet. De plaatselijke RC verkeert in de subtop van de ranglijst, maar werd op een knap gelijkspel (19-19) gehouden. “We hadden een ma-tige competitiestart, maar zitten er nu lekker in. Dat komt ook omdat onze nieuwe speelsters steeds beter in het team passen.”

Tips? [email protected]

Chip, verplicht voor wedstrijden.

In The sporTLIGhT

specs

1.80 mtrWEDSTRIJDGEWICHT

67 kiloGeboortejaar

1988

studie:

Werktuigbouwkunde

sport: Wielrennen; lid van WTOS, eliterij-der voor Restore Cycling (Pijnacker)

andere sporten: beetje schaatsen

Rik Houwers

Sterke punten: “Tijdrijden, en ‘naar de bami gaan’, ofwel: afzien.”

Zwakke punten: “Sprinten, tactiek, (aarzelt) en mis-schien ook wel techniek.”

Blessuregevoeligheid, lichamelijke zwakheden:“Ik heb wel eens last gehad van mijn kuiten. Wat het precies was, was onduidelijk. Verder ben ik wel eens overtraind geweest.”

Hoogtepunten/prijzen?“Winnaar van de Hel van Brabant bij de amateurs, in 2010. En mijn verse pr bij de 10-kilometertijdrit van WTOS, 12.49, zes seconden boven het clubrecord van Maurits van der Ven.”

waarom zou je gaan wielrennen? “Omdat je er je energie in kwijt kunt. Het is een makkelijke sport: je stapt op en gaat fietsen.”

Ambities?“Ik wil me meer gaan focussen op cri-teriums. Daar zijn meer wedstrijden in en er zijn meer prijzen in te win-nen. Verder vooral lekker fietsen en mijn energie daarin kwijt kunnen.”

Hekel aan?“Balsporten, daar kan ik niet mee overweg. Ik word snel fanatiek en dat helpt niet als je er niets van kan.”

Bijzonderheden?“Bij een wedstrijd vliegfietsen in Ja-pan heb ik in een mensaangedreven vliegtuig zitten trappen. Door een vlaag zijwind ben ik 74 meter na de start gecrasht. Enorm balen. De win-naar kwam veertien kilometer ver.”

Foto

: Sam

Ren

tmee

ster

Echt WTOS-shirt.

Koerspetje, een wielertraditie. Het zonneklepje is klein, anders waait de pet af. Ook geschikt om de sponsornaam op te zetten.

Reguliere fietsschoenen.

Broekje met mailadres van sponsor BBB. WTOS vormt een testgroep voor hun kleding.

Fiets met stevige korting gekocht via mijn club Restore Cycling. Voor tijdrijden gebruik ik een andere fiets.

SRM-wattage-meter, geeft het vermogen aan dat je trapt. Handig om effectief te kunnen trainen.

sporTzaken

60% Eens

40% Oneens

Kijk voor de nieuwe poll op de Facebookpagina van

Delta.www.facebook.com/tudelta

7Delta Tu Delft

Alle ogen waren gericht op planetoïde 2012 DA14. Deze steen van vijftig meter in doorsnede suisde op zevenentwintig duizend kilometer aan ons voorbij. On-gekend dichtbij, en precies zoals voor-speld.Spaanse amateurastronomen hadden de asteroïde een jaar eerder ontdekt. Toen schoot hij ook al voorbij, maar op wat grotere afstand. Sindsdien hield men de rots nauwlettend in de gaten.Dat geldt niet voor de asteroïde die diezelfde dag (buitengewoon toeval, menen experts) explodeerde boven Rus-land en enorme schade aanrichtte. Hoe is het mogelijk dat astronomen deze me-teoriet niet zagen aankomen?Dat ligt niet alleen aan het formaat, vertelt sterrenkundige prof.dr. Imke de Pater van de Berkeley Universiteit van Californië.“De meteoriet had een diameter van tien à vijftien meter; voor astronomische begrippen is dat klein. Dat maakt hem moeilijk te detecteren en hij ging natuur-lijk enorm snel – vijftigduizend kilometer per uur – waardoor er weinig waarschu-wingstijd was. Maar we hadden hem waarschijnlijk ook niet zien aankomen als hij tien kilometer in doorsnede was geweest, zoals de meteoriet die vijfen-zestig miljoen jaar geleden de dinosauri-ers uitvaagde.”

Volgens De Pater, die ook verbonden is aan de sectie astrodynamics & space missions (L&R), is de aanvliegroute van cruciaal belang. Deze asteroïde kwam recht op ons af. Daardoor was hij niet waar te nemen als een lichtpuntje dat in de verte aan de hemel beweegt. Dit in tegenstelling tot 2012 DA14. 2012 DA14 volgt een baan die niet helemaal

synchroon loopt met die van de aarde. Daardoor komt hij langs, de ene keer wat dichterbij dan de andere en is hij te zien als een bewegend puntje.Dat de ‘Russische’ meteoriet van steen was en niet van metaal, is een geluk bij een ongeluk, meent De Pater die de dag voor de explosie toevallig in Delft college gaf over meteorieten. “Was hij van metaal geweest, dan was hij misschien niet in de atmosfeer ont-ploft, maar had hij de aarde echt getrof-

fen. De schade was dan veel groter ge-weest. Door de inslag zou namelijk ook materiaal van de aarde zijn rondgeslin-gerd. Overigens is het zo dat de meeste meteorieten van steen zijn, dus de kans dat een stenen meteoriet op aarde af-komt, is groter.”Er vallen uit deze meteoriet helaas geen lessen te leren waardoor we ons in de toekomst beter tegen een meteoriet kunnen beschermen, zo lijkt het. Toch is het onderzoek naar het materiaal en de richting van waaruit de meteoriet kwam buitengewoon interessant voor sterren-kundigen.Wetenschappers willen weten waar deze meteoriet precies vandaan komt. Komt hij uit de afgelegen asteroïdengordel of was het een zogenaamde near earth as-teroide, een asteroïde die eerder al door

verstoringen op zijn baan (door gravita-tie of zonnewarmte) uit de asteroïden-gordel is verstoten? “Door gegevens te verzamelen over meteorieten en daar statistiek op los te laten, leren we meer over de asteroïden-gordel en de near earth asteroides. Uit-eindelijk levert ons dat ook meer inzicht in het ontstaan en functioneren van ons zonnestelsel.” (TvD)

DesgevraagdAls donderslag bij heldere hemel explodeerde op 15 februari een meteoriet boven Rusland, meldden media wereldwijd.

Nog één zetel en er is een meer-

derheid in de Eerste Kamer voor

het afschaffen van de basisbeurs.

Maar verzet tegen de invoer van

een sociaal leenstelsel in plaats

van de studiefinanciering is on-

nodig. Ook door te lenen blijven

studenten wel studeren.

Stri

p: A

uke

Her

rem

a

‘We hadden hem waarschijnlijk ook niet zien aankomen als hij tien kilometer in doorsnede was geweest’

koken op marsEen marsmissie is fysiek en geestelijk slopend.

maar als je kunt koken op de ruimtebasis, dan is zo’n toekomstmissie misschien beter te verdragen. TBm-onderzoeker Angelo Vermeulen neemt in april

als crew-commander de proef op de som.

Dag 334. De terugreis van Mars naar Aarde ver-loopt volgens plan. Het lijkt een dag als vele an-deren te worden van een ruimtereis waar maar geen eind aan lijkt te ko-

men. Op het menu voor vandaag staat we-derom gevriesdroogd poedervoedsel met water.In een klein kamertje in het instituut voor biomedische problemen in Moskou, dat als grondstation dient voor een zeventien maanden durende imitatiemissie naar de rode planeet, maakt Konstantin Chetvergov zich intussen grote zorgen. Het doucheputje van het ‘ruimteschip’ – een reeks containers in een hal van het insti-

tuut, waar zes mannen al bijna een jaar opgesloten zitten - loopt niet meer lekker door.“Ik moet dit tactisch aan de astronauten mededelen en hen zeker niet op gebieden-de toon vertellen dat ze naar dit probleem moeten kijken”, vertelt Chetvergov tegen een journalist van New Scientist die op bezoek is. Als je al een jaar lang opgeslo-ten zit, zonder daglicht, met alleen maar gevriesdroogd voedsel, dan kunnen futi-liteiten als deze makkelijk escaleren, weet Chetvergov.De bemanning was prikkelbaar. En dat is begrijpelijk. Een retourtje Mars is slopend. In een recente publicatie in ‘Proceedings of the National Academy of Sciences’ (doi/10.1073/pnas.1212646110) staat dat

de proefpersonen van deze beruchte Mars 500-missie, zoals de missie officieel heette, last kregen van vermoeidheid, vermin-derde cognitieve vaardigheden en dat ze lethargisch werden (de onderzoekers ge-bruiken zelf de term hypokinesie). En dan was dit experiment nog een slap aftreksel. Een echte missie duurt waar-schijnlijk twee keer zo lang. De heen- en terugreis zijn ieder goed voor ongeveer een half jaar. En voor het verblijf op de planeet rekent men ruim twee jaar. Slechts eens in de 26 maanden bevinden de Aarde en Mars zich namelijk in een gunstige positie ten opzichte van elkaar voor een ruimte-reis. >>

Ruimtevaartorganisaties als ESA, Nasa, het Russische Roskosmos; allemaal doen ze on-derzoek naar de effecten die zo´n lange peri-ode van afzondering heeft op de bemanning. Wil een Marsmissie ooit slagen, dan zijn der-gelijke onderzoeksvragen minstens even be-langrijk als technische vraagstukken.Behalve fijn licht, dat in kleur en intensiteit het licht op aarde imiteert, en geregeld spor-ten, lijkt voedsel een belangrijke factor. Het saaie gevriesdroogde eten kan astronauten letterlijk op de zenuwen werken, zo is de vrees. “Het eten was echt een probleem”, ver-telde een van de proefpersonen na afloop van het Russische experiment. “We hadden het er continu over.”“Kant-en-klare beef stroganoff, pasta’s en soepen met rijst; echt vies zijn ze niet, maar je bent ze snel beu, die maaltijden”, vertelt ook onderzoeker en kunstenaar Angelo Vermeu-len. “Het is fijner om zelf een maaltijd te ma-ken, bijvoorbeeld op basis van gevriesdroog-de broccoli met een saus van poedermelk en bloem. Dat smaakt toch redelijk vers.” Vermeulen spreekt uit ervaring. Nou ja, een beetje ervaring. Afgelopen januari zat hij twee weken in het Mars Desert Research

Station, een met luchtsluizen afgesloten cilindervormig verblijf in de rode woestijn van Utah (Verenigde Staten). Daar wordt het leven op Mars gesimuleerd inclusief korte ex-cursies met ruimtepakken.

Maaltijden en gemoedstoestandHet was het voorwerk voor een groter expe-riment dat in april start. De Delftse onder-zoeker is crew commander van een groep van zes (drie mannen en drie vrouwen) die dan meedoet aan een vier maanden durende Marsmissie. De missie is georganiseerd door de universiteit van Cornell (in de staat New York) en de universiteit van Hawaï Manoa en wordt betaald door Nasa.Het doel van deze zogenaamde HI-Seas mis-sie (Hawaii Space Exploration Analog and Simulation) is te onderzoeken wat het effect van gevriesdroogde kant-en-klare maaltijden is op de gemoedstoestand van de bemanning en of de missie dragelijker wordt als de astro-nauten zelf ‘kokkerellen’ met zogenaamde shelf stable ingredients. Dit zijn onder meer gevriesdroogde etenswaren, maar ook ingre-diënten als rijst, bloem en honing.Het experiment vindt plaats op de flank van

de Mauna Loa-vulkaan op Hawaï, waar op dit moment de laatste hand wordt gelegd aan een bolvormig verblijf van ongeveer elf meter in doorsnede. De proefpersonen zullen afwisselend zelfge-maakte maaltijden en kant-en-klare maaltij-den eten. Ze maken foto’s van de gerechten, noteren de ingrediënten en het gewicht, eva-lueren het voedsel en sturen alle data door naar de voedselonderzoekers van de twee Amerikaans universiteiten. Tussendoor doen ze ook geregeld medische en cognitieve tests en vullen ze vragenlijsten in over hun ge-moedstoestand.Als extra onderdeel van het voedselonder-zoek zullen de proefpersonen geurtesten doen. “De verwachting is dat de reukzin van mensen verandert als ze lange tijd geen verse lucht binnenkrijgen”, vertelt Vermeulen. “We gaan daarom meerdere malen per week ons geurvermogen meten. Van een twintig-tal potjes moeten we raden wat er inzit. Van sommige potjes moeten we wat opsnuiven en van anderen opzuigen met een rietje (voor de ‘retronasale’ reukzin). Het kan echt naar al-les ruiken; kippensoep, kaas, kauwgom.”Maar liefst zevenhonderd mensen hebben zich aangemeld om aan deze missie mee te doen. Vermeulen is niet wegens zijn kook-kunsten geselecteerd. “Ik ben een middelma-tige kok, al kan ik aardig improviseren. God-zijdank zijn sommige andere teamleden zeer ervaren koks”, lacht hij.Vermeulen doet bij de faculteit Techniek, Be-stuur en Management promotieonderzoek naar concepten voor toekomstige ruimte-

10 Delta Tu Delft

De verwachting is dat de reukzin van mensen verandert als ze lange tijd geen verse lucht binnenkrijgen

Vermeulen (rechts) inspecteert samen met een collega zijn zelf geteelde groente bij het Mars Desert Research Station in Utah. Foto: Sian Proctor

Tijdens de simulaties worden monsters van de bodem verzameld om de missies zo echt mogelijk te laten lijken. Foto: Kate Green

11tekst: Tomas van Dijkfoto pagina 8: nasa jpl

Delta Tu Delft

schepen (in het kader van het onderzoeks-programma participatory systems initiative). Dit experiment past dus aardig in zijn straat-je. Gedurende de vier maanden kan hij inspi-ratie opdoen voor zijn proefschrift.Als crew commander heeft hij de taak om de lieve vrede te bewaren aan boord van het schip. “Ik ben een soort coach. Die rol heb ik gekregen omdat ik al jaren met community building bezig ben.”Een back-up crew staat klaar om ingezet te worden, mochten de spanningen toch oplo-pen in de basis op Hawaï. Vermeulen denkt niet dat het nodig zal zijn. “Ik zal niet te vroeg victorie kraaien. Maar we hebben elkaar le-ren kennen en we lijken compatibel.”

Ruimteschepen reproducerenHet promotieonderzoek van de Delftse we-tenschapper gaat over geïntegreerde oplos-singen voor ruimteschepen. “Oplossingen waarbij de biologische, technische en sociale dimensies samen komen. En het gaat over ruimteschepen die zichzelf kunnen reprodu-ceren.”“Het is niet zweverig”, verzekert Vermeulen. “Ik ga ook niet werkelijk ruimteschepen bou-wen. Maar ik ga concepten ontwikkelen en simulaties doen. Het idee is om de invalshoek van kunst en design te gebruiken voor het discours binnen de ingenieurswetenschap-pen.”Alle zes deelnemers gaan op Hawaï ook een eigen persoonlijk onderzoek verrichten om de missie zo waarheidsgetrouw mogelijk te

maken. Op Mars zouden ze immers ook tal van onderzoeken verrichten. Vermeulen voorziet een verre toekomst waarin de basis zelfvoorzienend is doordat er ter plekke voedsel gekweekt wordt. Land-bouw op Mars is dan ook zijn onderwerp. Hij gaat sla en kool kweken in een kas ver verwij-derd van de basis. Hiervoor gebruikt hij een op afstand bestuurbare robotarm.“Mijn experimenten vormen de eerste stap naar een groter plan. In de toekomst zullen zichzelf ontplooiende kassen op Mars ge-dropt worden die alvast beginnen met het kweken van voedsel voordat de astronauten aankomen. In die kassen werken robots. Zij doen het werk, ook nadat de mensen zijn aangekomen. De astronauten hebben hun handen al vol aan onderzoekstaken en on-derhoud van de basis, die kunnen niet ook nog eens fulltime landbouw bedrijven.”Een van de collega’s van Vermeulen, Simon Engler van de Carnegie Mellon University, richt zich bij zijn persoonlijke onderzoek ook op robots. Hij heeft de verantwoordelijkheid over een robot die nog het meeste weg heeft van een Marsrover en die mee zal gaan op excursies. Daarnaast wil Engler nagaan of robots steun en toeverlaat van de bemanning kunnen zijn tijdens een missie. De bemanningsleden zullen regelmatig met hun ruimtepakken aan op pad gaan, gevolgd door de robot om monsters te nemen en sensoren te plaatsen. De teamleden helpen geoloog Oleg Abramov van de United States Geological Survey (een federaal Amerikaans

onderzoeksinstituut voor de geologie) na-melijk mee met zijn persoonlijke onderzoek. Abramov wil met warmtesensoren de ont-staansgeschiedenis van de nog vrij recente – en warme – vulkaan reconstrueren.Vermeulen heeft hoge verwachtingen van dit geologisch onderzoek, ook al is het in eerste instantie bedoeld om de missie realistischer te maken. “Ik denk werkelijk dat dit interes-sante papers gaat opleveren.” Het wordt wel een gek gezicht voor de ver-dwaalde toerist die ronddoolt langs de flank van de Mauna Loa-vulkaan. Mannen met ruimtepakken aan, op de voet gevolgd door een robot?“Het zou heel verstorend en confronterend zijn als we een mens zouden tegenkomen. Het is een isolatiestudie. Als een persoon bij het station blijft rondhangen, dan moet in het ergste geval iemand zijn pak uitdoen en een gesprek met die persoon aangaan.”Maar Vermeulen verwacht niet dat zoiets gebeurt. “Het gebied is afgelegen. Heel in de verte kun je een weg zien, en daar komt misschien een of twee keer per dag een auto langs. Het enige wat ons er verder aan herint-nert dat we op aarde zijn, is zo nu en dan een wolk of een vogel.” <<

De verdwaalde toerist weet niet wat hij ziet. Mannen met ruimtepakken aan,

gevolgd door een robot?

Het Mars Desert Research Station, met links het verblijf en rechts de kas voor de groenteteelt. Foto: McKay Salisbury

De rode woestijn van Utah is desolaat en daarom heel geschikt voor isolatie-studies zoals gesimuleerde Marsmissies. Foto: Yajaira Sierra Sastre

‘DaT GeLuL aLTIjD over evacueren

Flierefluiters, jongens die niet helemaal in de pas liepen, dat werden vaak de helden van de watersnoodramp van 1953. Journalist Kees

Slager maakte de ramp zelf ook mee en gaf er eind januari op de Tu

een lezing over.

13Delta Tu Delfttekst: Tomas van Dijkfoto: hans Stakelbeek

Zondagmiddag 1 februari 1953. Het water heeft het hoog-

ste punt bereikt en het gebied rond het huis van Kees

Slager nabij het Zeeuwse Scherpenisse is ondergelopen.

“Aan die kant stroomde het water de polder binnen”,

vertelt Slager, wijzend naar ondergelopen dijken in de verte die

door de kabbelende golfjes nog net zichtbaar zijn. “Dat klopt wel ja.

Vlieg nu eens wat verder.”

Zestig jaar na dato kijkt Slager opnieuw naar de overstroming die

hij zelf meemaakte in zijn geboorteplaats Scherpenisse. Ditmaal

heeft hij een 3D-brilletje op en kijkt hij samen met TU-onderzoeker

dr.ir. Olivier Hoes (CiTG), die een interactief 3D-programma heeft

gemaakt waarmee je over het rampgebied heen kunt ‘vliegen’ ten

tijde van de overstroming. De simulator staat sinds enkele weken

opgesteld in het Science Centre Delft.

Vlak daarvoor, tijdens de presentatie van de overstromingssimu-

lator, gaf Slager een lezing over de ramp. Slager is expert, maar niet

alleen omdat hij ooggetuige is. Hij is ook auteur van het boek ‘De

ramp, een reconstructie’ (1992). Hij reconstrueerde de ramp aan de

hand van interviews met 225 ooggetuigen.

U vloog net over moderne huizen in Zeeland, Noord- Brabant en Zuid-Holland. De waterkeringen van na 1953 zijn verwijderd, maar daar blijft het wel zo’n beetje bij. Griezelig, nietwaar?“Ja, de dreiging lijkt groter zo. Ik dacht dat ik in een soort tijd-

machine zou stappen, maar ik zie allemaal nieuwe wijkjes die

onder water lopen.”

Ruim achttienhonderd mensen stierven. ‘Zo’n vaart zal het nu niet meer lopen’, zei u tijdens de lezing. Hoezo?“Sinds 1953 zijn de dijken verbeterd. En mocht het toch mis dreigen

te gaan, dan worden we nu veel eerder gewaarschuwd. We weten

het waarschijnlijk twee dagen van tevoren.”

Volgens waterbouwkundige prof.dr.ir. Han Vrijling (CiTG), die ook een lezing gaf, verkeren de dijken in Nederland in slechte staat.“Vrijling liet dijken zien die niet aan de normen zouden voldoen,

zoals de dijk waar ik op woon. Die dijk is drie jaar geleden helemaal

vernieuwd. Alle dijken langs de Oosterschelde zijn de afgelopen

jaren drastisch verbeterd. Bovendien liggen we achter de Ooster-

scheldekering en die kering voldoet volgens diezelfde kaart wel.

Dus ja, dan is het toch heel betrekkelijk allemaal.”

Een andere spreker, Karla Peijs, commissaris van de konin-gin in Zeeland, zei dat een evacuatie binnen twee dagen ondoenlijk is. Dat zou blijken uit een recente simulatie. “Dat gelul altijd over evacueren. Je moet helemaal niet evacueren.

Je moet het een paar dagen uit weten te houden op de bovenste ver-

dieping van je huis of in dat van de buren als dat hoger ligt. In 1953

zijn de meeste mensen omgekomen omdat hun huis instortte. Op

de getroffen eilanden stonden heel kleine slecht gebouwde huisjes

met halfsteensmuren. Die waren niet eens gemetseld met cement

maar met tras. Als daar een keer een kar tegenaan stootte die door

vloed werd meegenomen, dan zakte het in elkaar. Nu zijn de hui-

zen veel beter.”

Als veertienjarige jongen maakte u de over-stroming mee. Hoe kijkt u daarop terug?“Voor mij was het spanning en sensatie. Scherpe-

nisse ligt op een middeleeuwse terp. Dat dorp is

niet ondergelopen. Mijn familie is niet omgeko-

men, en mijn vrienden ook niet. Het dorp stroom-

de vol met mensen, koeien, paarden en varkens.

Ik hielp koeien uit stallen te halen. Maar als schar-

minkel van veertien lukte me dat nauwelijks. Ik

werd achter de koeien aangetrokken. Na ander-

halve dag begonnen vliegtuigen levensmiddelen,

zoals brood en boter, te droppen. En weer een dag

later kwamen de eerste amfibievaartuigen.”

Die amfibievaartuigen kwamen erg laat?“Naar onze huidige maatstaven kwam de hulp

laat op gang. Maar het was acht jaar na de oorlog.

Om een idee te geven; er was toen één helikopter

in heel Nederland, en het was zelfs toeval dat we

die nog hadden.”

Toch meent ook Slager dat een groot deel van het

drama te wijten is aan menselijk falen. Tijdens

zijn lezing heeft hij het over burgemeesters van

de getroffen eilanden die in de nacht van zater-

dag op zondag hun bed niet uit wilden omdat ze

dachten dat het allemaal wel zou meevallen; over

de ‘Officier Belast met Hulp bij Watersnood’ (een

functie bij de marine speciaal voor ‘onmiddel-

lijke hulpverlening bij watersnood’) die niet van

de stormvloed op de hoogte was omdat hij geen

abonnement had op het telegram van de storm-

vloedwaarschuwingsdienst van het KNMI; over

het kabinet dat pas vierentwintig uur na de ramp

voor het eerst in crisisberaad kwam en pas da-

gen later helikopterhulp bij de geallieerde bezet-

tingstroepen in West-Duitsland aanvroeg.

Veel autoriteiten hebben gefaald, maar de mensen uit de omgeving zelf moeten toch ook hebben aangevoeld dat er iets stond te gebeuren? Maar in plaats van weg te vluchten bleven veel mensen gefascineerd naar het natuurgeweld kijken. “Ja, zoals de soldaat die ik beschrijf, die met zijn

verloofde op de dijk bij Stavenisse naar die enorme

watermassa staat te kijken die hij op zich af ziet ko-

men. Geweldig vond hij het. ‘Prachtig die natuur’,

zei hij. En zo stond iedereen overal te kijken.”

De afgelopen duizend jaar is het gebied tientallen keren overstroomd. Hoe is het mogelijk dat de mensen zo naïef waren?“Het is ongelofelijk inderdaad. Het zijn mensen

van het water.” >>

14 Delta Tu DelftDelta Tu Delft

Heeft het geloof ermee te maken?“Ik woon zelf op de bible belt op Tholen. De helft van mijn familie komt

uit die hoek en die had zeker het gevoel dat God ons gestraft had voor

onze zonden. In Stavenisse zei een dominee maanden na de ramp dat

als God rechtvaardig was geweest, er dan in Stavenisse geen 153 men-

sen waren omgekomen, maar dat er 153 in leven waren gebleven. Zo

hard. Die man heette ook Slager, helaas.”

Zijn de mensen volgens u nog steeds zo naïef?“Na twee generaties zakt een ramp weg uit het collectieve geheugen.

Zo was dat vroeger. Nu staat overstromingsgevaar hoog op de agenda.

Daarom denk ik ook dat we iets geleerd hebben van de ramp. Maar je

moet ook bedenken dat de eilanden die het hardst getroffen zijn - Goe-

ree-Overflakkee, Schouwen-Duiveland en Tholen – tijdens de oorlog

door de Duitsers onder water zijn gezet omdat ze bang waren dat gealli-

eerden daar zouden landen. De mensen waren in de jaren daarna voor-

al bezig hun zilte land weer een beetje vruchtbaar te maken. De dijken

komen later wel, dacht men. Intussen schroefde de overheid het budget

voor defensie alsmaar verder op vanwege de angst voor de Russen en

werd het budget voor waterkering verkleind.”

U hebt dit boek geschreven omdat u iets wilde rechtzetten. Vond u dat er een te romantisch beeld van de ramp bestond?“Ja, er was een beeld van helden en slachtoffers ontstaan. Als journalist

ben ik in de jaren zeventig teruggegaan naar Zeeland toen actiegroe-

pen daar probeerden te voorkomen dat de Oosterschelde potdicht af-

gesloten zou worden van zee. Ik hoorde toen van actievoerende vissers

in Yerseke dat dijkgraven begin jaren vijftig hadden liggen slapen. Ze

wezen plekken aan en zeiden ‘als wij met onze visserskotter tegen die

dijk waren gevaren, dan zouden we er dwars doorheen zijn gegaan’. Dat

soort verhalen had ik nooit eerder gehoord of gelezen. Ik had wel allerlei

gedenkboeken gelezen - ieder dorp heeft een gedenkboek - maar al die

boeken zijn geschreven vanuit het autoriteitsperspectief en niet vanuit

het perspectief van al die mensen die hun ogen open hadden gehou-

den, maar niet gehoord werden in de jaren vijftig.”

En dan komt u met een waanzinnig verhaal.“Een soort parlementaire enquête die eigenlijk in 1953 had moeten

plaatsvinden”, lacht Slager. “Ik heb bijna veertig jaar later nog wat ver-

halen naar boven weten te halen, maar een groot deel van de verant-

woordelijken was natuurlijk dood of dementerend.”

Wie zijn de helden in uw boek?“Er waren nogal wat mensen die met een scheef oog

door de burgerij werden aangekeken; jongens van de

rafelrand van de samenleving die net niet helemaal in

de pas liepen. Die flierefluiters werden vaak de grote

helden, want die waren stressbestendig. Zo was er een

schippersknecht uit Oude Tonge die 47 mensen gered

heeft die op daken zaten van een rijtje huizen dat op

instorten stond. Hij heeft een touw om zijn middel ge-

bonden en is door het koude water naar die huizen ge-

zwommen. Daar dreef een vloer voorbij en die heeft hij

als een soort pont gebruikt om de mensen naar de kant

te brengen.

De burgemeesters van Ooltgensplaat op het eiland Goe-

ree-Overflakkee en van Willemstad in Noord-Brabant

waren ook wel grote helden. Zij waren allebei lid van

een knokploeg tijdens de oorlog. Ook zij waren stressbe-

stendig. Ze hebben iedereen uit de polder geordonneerd

om naar het dorp te komen. Ze waren er dus wel, figuren

die adequaat gehandeld hebben. Voor mij was dit aan-

leiding om een soort vergelijkend warenonderzoek te

doen. Wat de consumentenbond met waspoeder doet,

heb ik geprobeerd met burgemeesters en dijkmeesters

te doen.”

Iets heel anders. U verzet zich hevig tegen het onder water zetten van de Hedwigepolder. Waarom?“De Zeeuwse milieubeweging heeft een deal gesloten:

in ruil voor het onder water zetten van de Hedwigepol-

der, een polder met puike grond, zou ze niet procederen

tegen de derde uitdieping van de Westerschelde. Maar

men zou helemaal niet met die enorme schepen over de

Westerschelde moeten manoeuvreren. Zeebrugge heeft

toch ook een containerterminal? Je moet met je handen

van die Westerschelde afblijven.

Ik ben een groot voorstander van buitendijkse na-

tuur; voor een dynamisch landschap in de Delta. Van

mij mogen dan ook onmiddellijk die dammen bij de

Grevelingen en het Hollands Diep weg. Hop, de dijken

verhogen en laat het maar gebeuren. Maar binnendijks

ben ik voor behoud van het cultuurlandschap. Ik woon

vlakbij een stuk nieuwe natuur. Ik ben er niet kapot van.

Aan de andere kant heb ik cultuurlandschap. De boer

heeft daar wintertarwe gezaaid en dat zie ik nu heel pril

opkomen. Ik weet nu al dat ik van de zomer uitkijk op

een prachtig geel tarweveld. Het jaar daarop komen er

misschien aardappelen of bieten of vlas. Elk jaar en elk

seizoen zijn weer anders. Het natuurgebied daarente-

gen ziet er altijd hetzelfde uit. Als er een boom opkomt,

wordt hij omgehakt want het moet een zoutmoeras blij-

ven. De natuur mag ook in een natuurgebied zijn gang

niet gaan. Pas op hè.” <<

Cornelis (Kees) Slager (1938) is journalist, schrijver en politicus. Als veertienjarige jongen maakte hij de watersnoodramp van 1953 mee in Scherpenisse. In 1956 vertrok hij naar Amsterdam om als journalist te gaan werken bij de krant het Vrije Volk. In de jaren daarna werkte hij onder meer ook voor de Vara en de

VPRo. hij is oprichter en redacteur van het VPRo-radioprogramma oVT. In de jaren zeventig keerde Slager terug naar Zeeland en in 1992 schreef hij het veelgeprezen boek ‘De Ramp, een reconstructie’. Van 2007 tot 2011 was Slager Eerste-Kamerlid voor de SP.

CV

Met geslepen messen,De Kokende Student

Op het scherpst van de snede

Het is het basisgereedschap van elke kok. Zonder zou je niets kunnen klaarmaken. Helaas zijn er meer slechte dan goede varianten van. Alle scherpe op-

merkingen opzij gezet, moet ik nu toch tot mijn punt komen. Messen.

Ik weet de eerste keer nog goed dat ik in Delft een mes pakte om een tomaat te snijden. Na een soepele actie bleef ik over met een tomaat die aan de zijkan-

ten was ontploft maar waar in het vel nog geen krasje te zien was. Ik had net hem zo goed

kunnen snijden met een gitaar.Messen zijn een essentieel deel van de keuken

maar worden heel vaak slecht begrepen. Daarom een paar tips om messen en mensen

dichter bij elkaar te brengen.

1. Goedkoop is duurkoop. Beter één goed mes dan tien slechte. Slechte messen zijn slecht geslepen. De

hoek waarop de punt staat is veel flauwer dan bij goede messen. Ook is het staal van slechte kwaliteit.

2. Niet in de afwasmachine. Je hoort dit vaker, maar ik zal het even toelichten. Messen zijn op hun snede heel dun. Daarom snijden ze ook. Dit dunne staalop-pervlak is echter gevoelig voor langdurige blootstel-ling aan water en zeep. In een afwasmachine is de

tijd dat het mes hieraan blootstaat te lang. Dit tast dus de snede aan. Wat wel te doen?

Gewoon snel afwassen met de hand, klein beetje zeep, goed afspoelen

en daarna meteen afdrogen.

3. Een mes is een mes. Dus geen schroevendraaier, hamer, fles-senopener of wrik. Gebruik het

mes dan ook niet daarvoor.

4. Netjes opbergen. Het hele doel van een mes, de snede, is ook met-een het meest kwetsbare deel van

een mes. Opbergen in een la met al het ander bestek is dan ook vragen om een bot mes. Leg je mes ergens apart waar het niet in aanraking komt met

ander bestek of messen.

Volg deze tips en dan heeft een ieder een stuk langer plezier van zijn messen.

party crashers

wat: Girls Only Nightwaar: Aulawanneer: Woensdag 6 maart van 18.30 tot 22.00 uurdrank en hapjes: 7publiek: 10dresscode: 8entree: gratisfeestgehalte: 8eindcijfer:

8

Meiden onder elkaarVoorjaarsvakantie; geen geld om te skiën en geen date. Wat nu? Uit met de meisjes natuurlijk – maar wel op geheel Delftse wijze.

Ze wilde ‘iets met dieren of mensen doen’ en belandde bij technische informatica. Haar medestudente koos bewust voor de TU Delft, maar had nooit verwacht binnen de kortste keren aan een racewagen op zonne-energie te bouwen - waarmee ze ook nog de wereld over reisde om hem te laten racen. En die andere TU-studente dan, die dankzij haar studie kinderen kon helpen in de sloppenwijken van Rio de Janeiro.Een studie aan de TU voor jongens? Echt niet! Zoveel is wel duidelijk op de Girls Only Night, op 6 maart. Het mooiste: alle meiden zijn welkom. Stoere, die hard beta’s die le-ven voor techniek, 4-, 5- en 6-vwo-leerlingen met een NT- of NG-profiel, meisjes-meisjes met rokjes en nagellak, en leerlingen die gewoon nog niet weten wat ze willen studeren en eens gezellig willen rondkijken. Passen wíj daar even mooi tussen! Want het is natuurlijk wel een feestje, zoveel jonge vrouwen bij elkaar die een passie delen voor techniek. Techniek in de ruimste zin van het woord althans, want studeren aan de TU betekent volgens ons óók leuke keukenspullen ontwerpen of meewerken aan het design van een mooie stoel. Studenten en alumni ver-tellen wat hun ervaringen zijn aan de TU én op de werkvloer daarna. Wij willen natuurlijk vooral meedoen aan het speeddaten met studenten: je kent nooit genoeg leuke vrou-wen in Delft.Beetje jammer dat de ontvangst om 18.30 uur met koffie is. Alcohol onder de 18 mag dan verboden zijn; de ouders en studenten willen vast ook wat drinken. En kom op, geen girls night zonder bubbels en hapjes, toch? Komt vast helemaal goed tijdens de afslui-tende borrel. Wij haken voor de zekerheid wat later aan. Er valt toch niks te crashen; de entree is gratis – als je je maar even aanmeldt. En de leukste speeddates heb je toch nog altijd aan de borreltafel, zelfs al is het met een meisje. (JB)

17tekst: Jos Wassinkfoto’s: hans Stakelbeek

Delta Tu Delft

Plotseling staat veroudering als een urgent probleem op de agen-da. Want ga maar na: de hele golf aan wegen, sluizen, gebouwen en installaties die hier tussen de jaren vijftig en zeventig gebouwd

zijn met een levensduur van zo’n vijftig jaar is toe aan inspectie, groot onderhoud of vervan-ging.In Nederland ziet professor Klaas van Breugel (Civiele Techniek en Geowetenschappen) nog geen bruggen instorten, maar in de Verenigde Staten draagt tien procent ervan het predicaat ‘zwaar verdacht’. Het American Concrete In-stitute bericht dagelijks over verouderende in-frastructuur, weet Van Breugel. Hij is voorzitter van het op 28 februari te openen Ageing Centre als deel van het Delft Centre for Materials (DC-Mat). Het onderzoekscentrum is geïnspireerd door de Concrete Sustainability Hub van het Ame-rikaanse Massachusetts Institute of Techno-logy (MIT) en het Materials Ageing Institute in Parijs. Dat laatste instituut bestudeert vooral veroudering onder invloed van radioactieve straling met het oog op eindberging van radio-actief afval en het op termijn ontmantelen van oude kerncentrales. Het verouderingsinstituut van het MIT legt de nadruk op duurzaamheid. “Een langere le-vensduur van gebouwen en infrastructuur be-tekent minder belasting voor het milieu. Dat is ook duurzaamheid”, legt Van Breugel uit. “Uiteindelijk gaan alle materialen kapot”, zegt DCMat-voorzitter prof.dr.ir. Sybrand van der Zwaag (Luchtvaart- en Ruimtevaarttech-niek). “Maar waar je het meeste last van hebt, is onvoorspelbaar falen. De uitdaging van het Ageing Centre is om die onvermijdelijke verou-deringsprocessen beter en meer geïntegreerd te beschrijven.” Daarvoor hebben de initiators al in een vroeg stadium samenwerking gezocht met andere vakgebieden zoals natuurkunde, scheikunde, bouwkunde, maar ook wiskunde

en biotechnologie (zie figuur). “Wij willen als eerste in Nederland veroudering over de volle breedte aanpakken”, zegt Van der Zwaag. “Dat is de uitdaging.”

oudVeroudering is overigens geen nieuw onder-zoeksgebied. Neem dr.ir. Tom Scarpas, die al jaren onderzoek doet naar veroudering van asfalt. Of het onderzoek naar veroudering van beton, corrosie van staal en vermoeiingson-derzoek, dat ook allemaal bij civiele techniek plaatsvindt. Of neem de manier waarop de vliegtuigindustrie met veroudering omgaat. Vliegtuigen worden ontworpen en gebouwd op een levensduur van veertig jaar. Ze worden zwaarder belast dan de meeste auto’s, ze ma-ken meer uren en gaan toch veertig jaar mee. Dat is volgens Van der Zwaag te danken aan een traditie van ontwerp, monitoring, onder-houd die gericht is op veiligheid, zelfs in het geval van falen.Fail-safe ontwerp wil zeggen dat een vliegtuig bij een gebrek niet direct neerstort, maar met een scheur in de romp toch veilig kan landen. “Dat kun je ook voor gebouwen bedenken of voor elektrische infrastructuur: dat een falen in een systeem niet catastrofaal wordt.”Een week na dit interview zat het publiek bij de Amerikaanse Superbowl in het donker van-wege een stroomstoring in New Orleans. Het onderstreept de actualiteit van het onderwerp in een samenleving die leunt op verouderende infrastructuren. Van der Zwaag schat dat er aan de TU 25 pro-movendi actief zijn met onderzoek dat ge-relateerd is aan veroudering. Hij zou graag wiskundigen met biologen, architecten, na-tuurkundigen en elektrotechnici twee dagen op de hei willen samenbrengen om hen te laten leren van hoe men in andere disciplines tegen veroudering aankijkt. Dat moet een begin wor-den van een samenwerking over de disciplines heen. >>

Lang zullen

ze leven

het verouderingsinstituut Ageing

Centre is het jongste onderzoeks-

centrum op de Tu.

met gezondheidszorg heeft het niets

te maken, wel met de teloorgang

van wegen, gebouwen, voertuigen,

apparaten en installaties.

Veroudering moet beheersbaar

worden.

Wie Europees succesvol wil zijn, moet aantoonbaar lokaal succes hebben, stelt DCMat-voorzitter Sybrand van der Zwaag. Zo zal ook het Ageing Centre zich eerst lokaal moeten bewijzen. Veroudering is dichterbij dan je denkt.

TU-campusVeel gebouwen stammen uit de ja-ren zestig en zijn aan renovatie toe. Ook de kernreactor is dit jaar vijftig jaar in bedrijf. Hoe lang kan die nog mee? Welk gebouw moet bij renova-tie de voorkeur hebben: civiele tech-niek of toch elektrotechniek? Het Ageing Centre kan voorspellingen doen over welk gebouw de meeste kans loopt op ongeplande schade. Bij renovatie kan het Ageing Centre bepalen hoe verouderingsgevoe-lig het nieuwe ontwerp is. Van der Zwaag: “Waar anders kunnen vlieg-tuigbouwers en architecten overleg-gen over faalveilige oplossingen?”

19Delta Tu Delft

Hoogleraar productontwerp dr. Christos Spitas (Industrieel Ontwerpen) definieert veroude-ring als ‘tijdsafhankelijk functioneren van een product’. Hij vindt dat veroudering een aan-dachtspunt moet zijn bij het ontwerpen, net als kosten, materiaalgebruik, veiligheid en zo meer. Traditioneel probeerden fabrikanten de veroudering tegen te gaan door hun producten zo degelijk mogelijk te maken. In het tijdperk van consumentisme werd veroudering juist aangejaagd om de doorloopsnelheid te verho-gen en daarmee de productie en de omzet. In het huidige tijdperk van duurzaamheid is dat consumentisme dubieus geworden en moeten producenten zich opnieuw verhouden met de veroudering van hun producten. “Wij zijn geen predikers perse voor duurzaamheid”, zegt Spi-tas. “Als wetenschappers vinden we dat je meer moet weten van de veroudering van producten, zodat je verantwoorde keuzes kunt maken. Veroudering moet net zo goed deel uitmaken van je ontwerp als elke andere ontwerpover-weging.”

nieuwEerder had het onderzoekscentrum DCMat met zelfherstellende materialen een groot suc-ces. Er is in verschillende Europese landen voor tientallen miljoenen euro’s in onderzoek gesto-ken, en dat heeft zich ook terugverdiend. In vergelijking met het onderzoek naar zelf-herstellende materialen zal onderzoek aan het Ageing Centre fundamenteler zijn, denkt Van Breugel. “Veroudering begint op atomair en op moleculair niveau waar spanningen en druk-ken heersen. We willen die processen begrij-pen, vertragen en elimineren.” Van der Zwaag voegt eraan toe dat het onderzoek anderzijds ook een sterkere link naar ontwerpers en con-structeurs zal hebben.

In eerste instantie zal het centrum zich richten op civieltechnische materialen als beton, staal en bouwmaterialen. Daar gaan grote bedragen in om, denkt Van der Zwaag. “En iedereen is beducht voor onvoorziende uitgaven. Van wo-ningcorporaties tot elektriciteitsbedrijven – ie-dereen houdt geld achter de hand om het hoofd te kunnen bieden aan onvoorzien catastrofaal falen.” Stel nu dat je de conditie van oude wegen, bruggen, gebouwen en viaducten beter kunt bepalen. Dan weet je wat er aan onderhoud en reparaties te verwachten valt. “Er ligt een grote opgave voor de inventarisatie van het erfgoed van een halve eeuw geleden”, zegt Van Breugel. Hij zou graag sensoren inzetten om veroude-ring van civieltechnische structuren te meten. “Een auto heeft tegenwoordig 40 tot 60 senso-ren en die hoeft maar tien jaar mee. Als je brug-gen en wegen ook met sensoren uitrust, kun je ze eens in de zoveel tijd vanuit de auto inspec-teren. Door vroegtijdig ingrijpen kun je dan miljoenen besparen op onderhoudskosten.”

veeleisendKlinkt dat als sciencefiction? Niet voor profes-sor Spitas die al een patent heeft aangevraagd op een sensor die de groei van scheuren meet. Zulke sensors gaan online diagnostiek moge-lijk maken. Spitas: “Je ziet dan wat de huidige status is en wanneer iets kapot gaat. Op basis daarvan kun je onderdelen vervangen. Straks kan zelfs een mixer vertellen hoe lang die nog meegaat. We kennen dat nu van accu’s in je laptop, maar dat komt ook voor mechanische onderdelen.”Spitas, die eraan werkt om veroudering op te nemen in ontwerpsoftware, verwacht dat con-sumenten in eerste instantie niet veel zullen merken van de subtiele voortgang op het ge-bied van veroudering. Zo zullen producten niet perse langer meegaan, verwacht hij. Wel zal het falen beter voorspelbaar worden, en minder toevallig. Uiteindelijk kan dat ertoe leiden dat consumenten veeleisender gaan worden. Maar of dat nou zo fijn is?Het centrum zelf zal wel tien jaar nodig hebben om zijn naam te vestigen, denkt Van der Zwaag. “Als er tegen die tijd een grote infrastructurele calamiteit plaatsvindt, wie gaan ze dan bellen om te vragen wat er is misgegaan? Ik hoop dat het Ageing Centre tegen die tijd zo’n reputa-tie heeft opgebouwd dat men als eerste de TU Delft gaat bellen. Met vragen als: Leg uit wat er gebeurd is. Leg uit hoe dat te voorkomen. Als wij het innovatieve kenniscentrum op dat gebied zijn, komen de onderzoeksgelden daar naartoe.” <<

Oude binnenstadHistorisch, cultureel, architectonisch en maatschappelijk staat er veel op het spel. Maar de veroudering slaat toe. Huizen verzakken, stenen verschilferen, rioolbuizen breken en de ondergrond kantelt. Het Ageing Centre kan de zwakke plekken van de verouderende stad identificeren om veiligheid en functioneren te waarborgen en om catastrofaal fa-len te voorkomen.

BotlekPrachtig hightech industriegebied van veertig tot vijftig jaar oud. Het is van groot belang dat de installaties veilig blijven functioneren, ondanks de voortschrijdende veroudering. Van der Zwaag wil methoden uit wiskunde, bouwkunde, luchtvaart-techniek, civiele techniek, materi-aalkunde, chemie en biotechnologie samenbrengen om een beter zicht te krijgen op de veiligheid van het gebied. Bijkomende complicatie: het grote aantal betrokken partijen.

‘Waar je het meeste last van hebt, is onvoorspelbaar falen’

Delta Tu Delft 20

‘Hoe zou jij je voelen als jouw

vakantiefoto’s op de voorkant

van de Volkskrant

zouden staan?’(Olaf Schüsler, masterstudent wetenschapscommunicatie)

eSSAY

21

Sinds mensen lukraak alles op internet

gooien, wordt de kans op mistaken iden-

tities steeds groter. Maar dit is niet het

enige risico dat je loopt door alles met

internetreuzen zoals Google te delen.

Nederland was in shock door de acht jongens die in Eindho-ven een student mishandelden. Nadat de politie videobeelden had vrijgegeven van de mishandeling, ontstond er op inter-net een klopjacht. Eerst werd een foto van de vriendengroep online gezet waarop de gezichten onherkenbaar gemaakt waren. De nieuwssite Geenstijl.nl maakte de gezichten weer zichtbaar. Het was niet moeilijk de namen bij de foto’s te zoe-ken en zo de daders op te sporen.Het risico van zo’n digitale klopjacht is dat je de verkeerde persoon te pakken hebt. Dit overkwam de 26-jarige Tom Kantelberg uit Waalre, die dezelfde naam bleek te hebben als een van de verdachten. Die bewuste avond was deze Kantelberg niet in Eindhoven, maar sinds zijn naam op inter-net staat, wordt hij belaagd met dreigtelefoontjes en -mails.

Gratis diensten of Big BrotherIn 1997 begon Google met een zoekmachine. In rap tempo breidden ze dat uit naar een e-maildienst (Gmail), online of-fice pakket (Google Docs), browser (Chrome) en mobiel bestu-ringssysteem (Android). Je verzint het niet, maar Google is nu zelfs bezig met het maken van een autonoom rijdende auto. Als je beter kijkt naar deze producten, kun je je afvragen of je blij moet zijn met deze vooruitgang. Natuurlijk, ze zijn meest-al gratis, maar als tegenprestatie leert Google meer over jouw zoek- of mailgedrag. Toen Gmail uitkwam, had Google daarmee meteen toegang tot de mailtjes die je stuurt. Tot de inhoud van jouw mailtjes dus. Stel, jij hebt twee vrienden die Bob heten. Met een van de twee mail je altijd over voetbal. Als jij een mail wilt stu-ren naar de andere Bob, toevallig ook over een wedstrijd, zal Gmail jou vragen of je niet die ene Bob bedoelt. Google weet dus precies wát je aan wíe stuurt. Google zegt van jouw mails te leren: ‘who you email’, ‘which messages you open’, ‘what keywords spark your interest’, ‘which messages you reply to’ en ‘your recent use of stars, archive and delete’. Met Google Docs kreeg Google dezelfde toegang, maar nu tot alle files die je in Google Docs zet en daarmee op hun servers. Google’s laatste nieuwe producten hebben een heel nieuwe impact. In bijna alle, zo niet alle smartphones, zitten gps-chips. Zonder dat je het weet, kan de telefoon deze informatie uploaden. De Electronics Frontier Foundation, een interna-tionale non-profitorganisatie met onder meer juristen, tech-nologen en beleidsanalisten die al sinds 1990 de rechten van gebruikers op internet probeert te beschermen, protesteerde toen bleek dat er spyware op smartphones geïnstalleerd zou zijn. Uit tests bleek dat de spyware onder andere toetsaansla-

gen, sms-berichten en internetverkeer afluistert.Sinds kort biedt Google file-informatie aan in Google Maps. Hiervoor zijn gps-coördinaten van de gebruikers nodig. Het merendeel van de gebruikers lijkt hier geen probleem mee te hebben, ook al staan ze er niet bij stil dat deze gegevens in een database terecht komen en aan hun persoonlijke profiel wor-den gekoppeld. Hiermee kan Google bepalen waar iemand zich meestal bevindt om bijvoorbeeld zes uur ‘s avonds op dinsdag.Nu denk je misschien, wat geeft het, mijn gegevens zijn toch anoniem. Maar zelfs als je naam is weggehaald, betekent dit niet dat je anoniem bent. Neem het voorbeeld van AOL (Ame-rica Online) gebruiker 4417749. Voor een wetenschappelijke studie waren haar zoekgegevens van de afgelopen maand openbaar gemaakt. Onderzoekers probeerden te achterhalen wie deze gebruiker was en binnen no time stonden zij op de stoep bij Thelma Arnold, een 62-jarige weduwe, woonachtig in Lilburn, Georgia. Het feit dat gegevens geanonimiseerd zijn, wil nog niet zeggen dat niet te achterhalen is wie je bent. Het kost alleen wat meer moeite. Daarnaast zal Google in zijn software niet met geanonimiseerde gegevens werken, aange-zien ze meer over je willen leren. Met andere woorden, Google heeft een gigantische database: over wie jij bent, wat jouw ge-woontes zijn, met wie je praat, waar je loopt. En wat wissel je daarvoor in? Het gratis kunnen e-mailen.

IdentiteitsvervalsingDeze gigantische online database, met al jouw informatie, is natuurlijk hartstikke handig. Overal ter wereld kun je inlog-gen op Google Docs of Gmail en kun je direct bij je gegevens. Veel mensen zijn bereid hun privacy hiervoor op te offeren, zeker als ze denken niks te verbergen te hebben.Dit is echter bepaald niet zonder risico’s. Het meest voor de hand liggende gevaar is dat de servers van Google gehackt worden. Hoe meer gegevens er bij elkaar staan, hoe interes-santer de gegevens worden voor hackers en hoe meer er in één keer op straat ligt. Nu is Google een groot bedrijf dat waar-schijnlijk veel zal doen op het gebied van veiligheid, maar geen enkel systeem is foolproof. Zo werd het PlaystationNet-work van Sony gehackt en vielen de creditcardgegevens van miljoenen mensen in verkeerde handen. Een creditcard is nog te blokkeren, maar wat zijn de gevolgen als iemand er met jouw persoonlijke profiel vandoor gaat? Identiteitsvervalsing is dan makkelijk, maar ook bijvoorbeeld zorgverzekeringen zouden die gegevens best graag willen hebben. >>

‘google heeft een gigantische database: over wie jij bent, wat jouw gewoontes zijn, met wie je praat, waar je loopt’

aan wat je waarschijnlijk zoekt. Aan de ene kant is dat na-tuurlijk prettig, want je krijgt alleen die dingen te zien die je waarschijnlijk wilt weten, maar aan de andere kant bedenkt Google voor jou welke informatie je te zien krijgt. Dat heet censuur.Dan resteert de vraag wat Google nog meer met je gege-vens doet, zonder dat je er weet van hebt. In de algemene voorwaarden van Google Drive staat: ‘When you upload or otherwise submit content to our Services, you give Google (and those we work with) a worldwide licence to use, host, store, reproduce, modify, create derivative works (such as those resulting from translations, adaptations or other changes that we make so that your content works better with our Services), communicate, publish, publicly perform, publicly display and distribute such content.’ Dit betekent dat Google jouw geüploade bestanden - vakantiefoto’s, we-tenschappelijke onderzoeken, etc. - mag gebruiken, zelfs als je geen gebruiker meer bent van welke service van hen dan ook. De advertenties voor het gebruik van de gratis diensten van Google zijn het zichtbare gevolg, maar kennelijk lever je uiteindelijk veel meer in.

Wat moeten we met internet?Moet je nu het internet, of de diensten van Google, beter maar niet gebruiken? Nee, internet is een geweldig commu-nicatiemiddel en zonder de innovaties van Google zouden we een stuk minder ver zijn. Realiseer je echter wel dat je alles met de rest van de wereld deelt, ook onbewust. Hierin herhaal ik het advies van Marco Arment - oprichter van In-stapaper en mede-oprichter van Tumblr - om iedere keer als je iets op internet plaatst je af te vragen: ‘How would I feel if this data were on the front page of the New York Times to-morrow?’ <<

Olaf Schüsler studeerde technische informatica en doet nu de master wetenschapscommunicatie.

Daarnaast kunnen jouw persoonlijke gegevens door overheden bekeken worden, bijvoorbeeld met behulp van de Amerikaanse Patriot Act. SurfNet, de organisatie die internet voor acade-mische instellingen verzorgt, beschrijft de wet als volgt: ‘Met deze federale anti-terrorismewet kan de Amerikaanse over-heid gegevens vorderen bij partijen die hun gegevens opslaan in de Verenigde Staten. Dit kan gebeuren zonder toestemming of wetenschap van betrokkene en met slechts een beperkte ge-rechtelijke toetsing.’ Op het moment dat jouw gegevens op een Amerikaanse server staan, vallen ze officieel onder het Ame-rikaanse recht en zijn daarmee via de Patriot Act op te vragen door de Amerikaanse justitie. Daarnaast hebben opsporingsdiensten er een handje van om meer servers in beslag te nemen dan ze strikt noodzakelijk no-dig hebben. In verband met de activiteiten van hackersbewe-ging LulzSec heeft de FBI servers bij hostingbedrijf DigitalOne in beslag genomen. In plaats van dat ze alleen de verdachte ser-ver meenamen, namen ze servers voor tientallen klanten mee. Onder andere Instapaper, een site om webpagina’s op te slaan, heeft hier onder geleden en moest een aantal functionaliteiten uitschakelen. Stel, jouw gegevens staan niet op de gezochte server, maar om bovenstaande reden vallen jouw gegevens in hun handen. Wie weet wat er dan mee gebeurt? De FBI zou je gegevens kunnen vernietigen, of erger nog, denken dat jij lid bent van de hackersbeweging.

AdverterenWat doet Google eigenlijk met die database met persoonlijke gegevens? Google staat niet alleen bekend om zijn grote net-werk van nuttige producten, maar ook om zijn verdienmodel. Google maakt winst door (gepersonaliseerde) reclames te ver-kopen. Hierbij verkopen ze niet jouw gegevens aan adverteer-ders, maar plaatsen kleine advertenties, afgestemd op jouw profiel. Een voorbeeld. Google weet dat jongere, technisch georiënteerde mensen meer BMW’s rijden. Als 25-jarige jon-gen, die veel op technische sites komt, loop je dan de kans om BMW-advertenties te krijgen. Als er op de advertentie geklikt wordt, moet de adverteerder betalen. Het is dus van groot be-lang voor Google om zo goed mogelijk op jouw persoonlijke in-teresses afgestemde advertenties te plaatsen. Misschien vind je dit geen probleem, aangezien je informatie krijgt waar je op zit te wachten. De vraag is echter hoe ver Google hierin gaat.De situatie waarin een journaliste van de Daily Mail zich be-vond, is een passend voorbeeld. Zij raakte haar laptop kwijt in een taxi en mailde hierover met vrienden. Toen zij haar laptop terugkreeg en voor het eerst weer op Google kwam, zag zij tot haar stomme verbazing advertenties verschijnen voor het aan-schaffen van een laptop.Niet alleen je advertenties worden aangepast, maar ook de zoekresultaten die je te zien krijgt op Google zijn aangepast

22

‘google bedenkt welke zoekresultaten jij te zien krijgt. Dat heet censuur’

CloudHet Internet is een netwerk van servers, verbonden met el-kaar. De cloud is eigenlijk een andere benaming voor het in-ternet, maar wordt vaak gebruikt in combinatie met storage en computing. Cloud storage is de opslagruimte op het inter-net. Deze gegevens staan dus niet op jouw computer, maar staan op de servers van de providers van de cloud storage dienst, zoals Dropbox. Dit brengt het voordeel met zich mee dat het overal vandaan benaderbaar is, en dat je bestanden veilig zijn als je computer crasht. Het nadeel is dat je de zeg-genschap over je data uit handen geeft.

23

weleens een slokje water uit de kraan genomen in Frankrijk? Alsof je uit het campingzwembad drinkt. geen won-der dat tout le monde daar met flessen mineraalwater zeult, want behalve vies, kan dat kraanwater op lange termijn nog een verhoogde kans op kanker ge-ven ook. Martijn Sparnaaij (22): “Chloor doodt namelijk niet alleen de ziektever-wekkers in drinkwater, het reageert ook met andere stoffen in het water. Die kun-nen, als je er lang en veel van drinkt, een verhoogde kans op kanker geven. Om die reden gebruikt Nederland al lang geen chloor meer in het drinkwater. In mobiele zuiveringsinstallaties is chloor alleen nog broodnodig.”tja, dan bestrijd je dus het ene kwaad met het andere; de cholera met de kanker – grof gesteld. en daar komt het onderzoek van de civielstudent om de hoek kijken. Het computermodel dat hij creëerde, simuleert chloordesinfectie in een mobiel waterzuiveringsapparaat en berekent bij een natuurramp de mini-male chloorhoeveelheid die nodig is om het water in dat gebied te zuiveren.

Daardoor kan een mobiel zuiveringsap-paraat binnen 24 uur na aankomst in een rampengebied schoon drinkwater produceren. “Hartstikke handig, want je vervoert dat apparaat – eigenlijk een soort kleine versie van een gewone zui-veringsinstallatie - gewoon achterop een vrachtwagen.” Maar het blijft een fra-giele aangelegenheid: “Je wilt tenslotte goede desinfectie om bijvoorbeeld een cholera-uitbraak te voorkomen, maar de hoeveelheid kankerverwekkende stoffen beperken.”De student begon zijn eindproject met een fiks literatuuronderzoek. “Dat was even schrikken”, lacht hij, “want de eerste literatuur over waterdesinfec-tie stamt al uit eind 1800.” Daarnaast moest zijn simulatiemodel simpel zijn, en niet teveel input vragen om tot een goede berekening te kunnen komen. er was namelijk al een markt voor zijn model: de universiteit van Bandung, Indonesië, zat erom te springen. “Het model is een stuk goedkoper dan een zuiveringsinstallatie laten draaien, en ter plekke te ontdekken of hij inderdaad

in staat is om het water in het betreffen-de gebied te zuiveren. Na mijn project ben ik gevraagd om als student-assistent door te gaan met het onderzoek”, vertelt Sparnaaij. Dat het onderwerp praktisch was, was geen verrassing – dat was al bekend toen hij zijn onderwerp koos, en waar hij het op selecteerde. “Maar het student-assistentschap dat erop volgde zag ik niet aankomen! Ik vond het leuk om een koppeling naar de praktijk te hebben, en niet alleen maar theoretisch bezig te zijn, een papiertje in te leveren en een cijfer te krijgen.” want zelfs al is dat cijfer een 9, eigenhandig een stapje kunnen zetten naar een betere wereld is natuurlijk altijd nóg mooier. (JB)

Ravages, doden, gewonden; de schade van natuurrampen is enorm, maar de neveneffecten zijn soms net zo erg. Gebrek aan schoon drinkwater bijvoorbeeld zorgt voor nog meer slachtoffers. Civieler Martijn Sparnaaij breidde voor zijn bachelor-eindonder-zoek een simulatieprogramma voor waterzuivering uit met een model voor andere zuiveringsstappen - en ontving een UfD-Imtech Bachelor van tweeduizend euro.

de bachelor

gezond na de ramp

Martijn Sparnaaij

OnderzOek:‘Schoon drinkwater na een natuurramp,

desinfectie met chloor’

eindcijfer:

9

Foto

: Sam

Ren

tmee

ster

Advertenties24

3TU. STAN ACKERMANS INSTITUTESchool for Technological Design

SAI Information dayDate: Tuesday 5 March 2013Time: 13.00 – 17.00 hrsLocation: Eindhoven University of

Technology

More information and registration: www.3tu.nl/sai

Two-year post-master traineeships to boost your career:1. Architectural Design Management Systems2. Automotive Systems Design3. BioProduct Design4. BioProcess Engineering5. Chemical Product Design NEW!6. Civil Engineering7. Clinical Informatics NEW!8. Comprehensive Design in Civil Engineering9. Design and Technology of Instrumentation10. Energy and Process Technology11. Healthcare Systems Design NEW!12. Information and Communication Technology13. Logistics Management Systems14. Mathematics for Industry15. Process and Product Design 16. Process and Equipment Design17. Robotics18. Smart Energy Buildings and Cities19. Software Technology20. User System Interaction

SAI ad Delta 208x140 mm.indd 1 30-01-2013 13:14:33

Gevoel voor humor is heel persoonlijk. Ik doe mijn kleine neefjes en nichtjes graag een puzzel cadeau. Eentje met meer dan duizend stukjes. Daar zijn die nerdjes lang zoet mee en het is ook nog eens goed voor hun concentratie-vermogen. Ik verwijder altijd een paar stukjes uit de doos. Geestig, nietwaar?Toen ik zondag een e-mail kreeg van een student, die hulp vroeg bij een speciale berekening die ook voorkwam op het kansrekeningtentamen van maandag, wist ik niet of hij een grap maakte. Gevoel voor humor is heel persoonlijk. Misschien was het een grap. Misschien was het toeval. Maar toeval bestaat niet, zoals ik studenten altijd toebijt onder mijn kansrekening-colleges. Ik heb het tentamen daarom op de laatste minuut drastisch veran-derd, waardoor het slagingspercen-tage weer keurig netjes rond de dertig procent uitkwam.Zouden studenten tentamens stelen door in te breken via het intranet? Zou-den blanco tentamenbriefjes worden weggehaald uit secretariaten en ver-handeld op marktplaats.nl? Spieken ze wel eens? Natuurlijk niet. Delftse studenten zijn brandschoon. Dit in tegenstelling tot Amsterdamse studen-ten. Mijn broer, die werkzaam is in ons nationale Sodom en Gomorra, heeft wel eens studenten gehad die zijn practicumuitwerking digitaal onder-schepten, toen hij deze naar de printer stuurde. Maar dat waren dus Amster-damse informaticastudenten, bij wie it-fraude net zo is ingebakken als zelf-drogering bij Raborenners. Wij in het Westland zijn allen nette mensen.De schuldbekentenis van Lance Armstrong kwam natuurlijk niet uit de lucht vallen. Wielrennerij is een sport voor valsspelers. Ook matchfixing in de voetballerij is nauwelijks een ver-rassing. Maar wie had er gerekend op spierversterkende middelen bij golf? Wat staat ons nog meer te wachten? Anabole steroïden bij jeu de boules, amfetaminegebruik bij de bingo? Het Oprah-interview met Lance was voor mij trouwens een teleurstelling. Ik had gedacht dat Lance, geconfronteerd met zijn stelselmatige ontkenning en zijn gerechtelijke procedures tegen oud-collega’s, in Texaans lachen zou uitbarsten: “I fooled ya good, didn’t I?” Gevoel voor humor is heel persoonlijk.

Robbert Fokkink

colu

mn

rOBBErTfO

KKiNK

media

Mind your egoJe hebt brain trainers en je hebt brain trainers. Als dan één zijn kop boven het enorme maaiveld moet uitsteken, dan is het na-tuurlijk de app van Mensa.Je studeert aan de TU Delft, dus grote kans dat je behoort tot de twee procent slimste mensen ter wereld. Een beetje brain trainer is waarschijnlijk peanuts voor je, maar juist mensen met een hoog IQ hebben het nodig dat in top-conditie te houden. En dat is een niche waar Mensa, de organisa-tie voor mensen met erg hoge IQ’s, feilloos op inspringt met de Mensa Brain Test.In tegenstelling tot de meeste breinkrakers, is hij betaald. Maar die €1,79 weegt ruimschoots op tegen het niveau van de vragen die de app je voorschotelt. In vijf vragen warm je je op voor één van de drie testen: de short test (twintig vragen), het medium (veertig vragen) of de large (zes-tig vragen. Die vragen komen uit de officiële Mensa-testen, die wereldwijd worden gebruikt om het IQ vast te stellen. Logica, taal, wiskunde, ruimtelijk denken – de app test je op alle gebruike-lijke onderdelen. Het grote ver-schil met een officiële IQ-test: je kunt hem keer op keer herhalen, en zo je score verbeteren. Die kun je vervolgens weer delen op Face-book. Maar ja: dat je gewoon voor de lol een Mensa-test doet is één ding; erover opscheppen is een tweede. Als je al in die twee procent blijkt te vallen, dan: mind your ego! (JB)

mensa braIn TesTontwikkelaar Normisian Ltd.platform Android, iPhone, iPod Touch, Tablet en iPad

prijs: €1,79leuk jjjjj

handig jjjjj

bediening jjjjj

gelukkiger dan ooit Apps die je productiever maken, slimmer, georganiseerder – been there, done that. Installeer eens een app die je gelukkiger maakt!Wist je dat mensen die dagelijks een paar geluksmomenten in hun leven opschrijven, zich daad-werkelijk gelukkiger voelen, min-der angstig zijn en optimistischer in het leven staan? Bewezen. Re-den genoeg om er een app op te baseren, en dat is wat de makers van ‘Happier’ hebben gedaan. Van het idee alleen al word je al vrolijk, maar ‘Happier’ blijkt in de praktijk óók nog eens ontzettend leuk. De app heeft geen enkele functionaliteit, behalve dat hij je een positief gevoel geeft. En zeg nou eens eerlijk: dat is toch de basis van alles? Het principe: je meldt je er aan via Facebook, zodat je al je vrienden kunt uitnodigen. (Geen zorgen, je kunt je instellingen op privé zetten en je posts worden niet op Facebook gezet.) Vervol-gens beantwoord je simpelweg de vraag: wat was vandaag voor jou een geluksmoment? Je kunt behalve tekst ook een foto toevoegen, share, klaar. Het resultaat is verbluffend: als je je eigen geluksmoment zo gezellig in oranje tinten ziet staan op je scherm, voel je je daadwerke-lijk warm van binnen. Wat een mooie bevestiging: het leven is gewoon echt mooi! Spread the word. Via Facebook, uiteraard – en zet die status gewoon lekker op ‘voor vrienden’. Want juist het geluk van anderen kan zo moti-verend werken. (JB)

Valsspelers

apps

Advertenties 25

happIerontwikkelaar Happier Inc.platform iPhone, iPod Touch en iPad

prijs: gratisleuk jjjjj

handig jjjjj

bediening jjjjj

de afdeling transport & planning van de tu delft zoekt

deelnemers voor een nieuw soort onderzoek!

Advertenties

Voor advertenties bel met:

H & J UitgeversPostbus 101

2900 AC Capelle aan den IJssel

T (010) 451 55 10F (010) 451 53 80

E [email protected]

Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.

TU Delta App. Download ‘m. Delta Magazine. Lees ‘m. Op de hoogte blijven van het laatste nieuws van de TU Delft? Download de gratis app in de appstore (TU Delta).Of lees ons vernieuwde Delta magazine, dat éénmaal per twee weken verschijnt of meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op www.delta.tudelft.nl/colofon.

TU Delta

TU Delta

Activiteiten TU Delft Library

Maart - April 2013

March TU Human Library: PhD students meet the rector During this event PhD students will -together with Rector Karel Luyben- listen and talk to two exceptional people, or rather ‘Living Books’. For PhD students

March Exposition ‘Op Kamers / Studentrooms all over the world’An exposition of large-size photos of student rooms in various countries around the world by the Amsterdam photographer Henny Boogert. For everyone

March Train your BrainLearn useful techniques such as mindmapping, information processing and speed-reading to help you improve your concentration and learning skills in just one day. For students

March De krant: lezen met de rectorBespreek het actuele nieuws met Rector Magnificus Karel Luyben in de GR van een studentenhuis. Locaties: 19 maart Fruitweg 25, 23 april Rotterdamseweg 139A. Voor studenten

April ‘Quick Library introduction’Get acquainted with the services and information sources available at TU Delft Library in this free two-hour workshop. For everyone

April ‘How to manage your research information’Increase your effectiveness in searching, finding, assessing, managing and processing information in this two-part course. For scientists

April Filmvertoning Cultural Professor SPINVISOp verzoek van de Cultural Professor wordt de film ‘Sunshine’ van de Engelse filmregisseur Danny Boyle vertoond en besproken. Voor iedereen

www.library.tudelft.nl/agenda

4

12until 22 April

16

19and 23 April

28

25

25

maart april 2013.indd 2 18-2-2013 16:07:47

Wij zoeken deelnemers die mee willen doen aan een onderzoek waarbij wij een nieuwe computeromgeving willen testen. Vereisten: • Beheersing van de Nederlandse & Engels taal• Minimum leeftijd: 12 jaar

Nieuwsgierig? Meer informatie over dit onderzoek en inschrijven voor dit onderzoek kan op deze website: www.experiment-tudelft.nl

Met vriendelijke groet,

Prof. dr.ir. Serge Hoogendoorn, dr.ir. Rob van Nes, dr.ir. Hans van Lint, ir. Mignon van den Berg

TU Delft, afdeling Transport & Planning

de afdeling transport & planning van de tu delft zoekt

deelnemers voor een nieuw soort onderzoek!

Advertenties 27Delta Tu Delft

Verkiezingen Sr en fSr

Het College van Bestuur maakt het volgende bekend: De verkiezingen van de leden van de Studentenraad (SR) en de Facultaire Studentenraden (FSR) vinden via het internet plaats op woensdag 22 mei en donderdag 23 mei 2013. De verkiezingen vangen aan op woensdag 22 mei 2013 om 9:00 uur en eindigen op donderdag 23 mei 2013 om 17:00 uur. Het College heeft voor de organisatie van de verkiezingen het onderstaande tijdschema vastgesteld. De deadline voor het indienen van de kandidaten-lijsten is woensdag 10 april 2013 om 17:00 uur.

Tijdschema verkiezingen SR en FSR op • 22 en 23 mei 2013• 25-02-13 bekendmaking verkie-

zingsdata in Delta 1• 27-03-13 t/m 03-04-13 inzage lijst

met kiesgerechtigde en verkiesbare studenten 2

• 27-03-13 t/m 10-04-13 indienen kandidatenlijsten

• 25-04-13 bekendmaking kandida-tenlijsten 3

• 22 en 23 mei 2013 verkiezingen• 24-05-13 vaststellen voorlopige

uitslag• 31-05-13 vaststellen en bekendma-

king definitieve uitslag 4

Bezwaarschrift binnen één week na: 1) 25 februari 2013 2) 3 april 2013 3) 25 april 2013 4) 31 mei 2013

elections to the Student Council and faculty Student Councils

The Executive Board hereby announ-ces that the elections of the members of the Student Council (SR) and the Fa-culty Student Councils (FSR) will take place via the internet on Wednesday 22 May and Thursday 23 May 2013. The elections begin on Wednesday 22 May 2013 at 09.00 hrs and finish on Thursday 23 May 2013 at 17.00 hrs. The Board has laid down the timeta-ble for organising the elections (see below). The deadline for submitting candidate lists is Wednesday 10 April 2013 at 17.00 hrs.

Elections to the SR and FSR on• 22 and 23 May 2013• 25-02-13 announcement of election

dates in Delta 1• 27-03-13 to 03-04-13 perusal of the

list of students entitled to vote, and students entitled to stand 2

• 27-03-13 to 10-04-13 submission of candidate lists

• 25-04-13 publication of candidate lists 3

• 22 and 23 May 2013 elections• 24-05-13 provisional results deter-

mined• 31-05-13 final results determined

and announced 4

Objections to be submitted no later than one week after: 1) 25 February 2013 2) 3 April 2013 3) 25 April 2013 4) 31 May 2013

mededelingen

Help Alzheimer overwinnen. Dan hoeft niemand zichzelf te verliezen.

1 op de 5 mensen krijgt dementie, waarvan Alzheimer de meest voorkomende vorm is. www.alzheimer-nederland.nl

MEDITATION WORKSHOPBY ADITYA KUMALAPURKAR AND SHRIPRAKASH SINHATHURSDAY 28TH FEBRUARY12:30 PM @ SNIJDERSZAAL, FACULTY EWI, MEKELWEG 4 ENTRANCE FREE

BROODJE FILOSOFIEBROODJE FILOSOFIEHOEZO, SLIM? DOOR BAS HARINGDONDERDAG 7 MAART12.30 UUR @ HIVE-RUIMTE, TU DELFT LIBRARY, PROMETHEUSPLEIN 1, DELFTGRATIS LUNCH!

LAST VAN BLANKEN?LEZING EN OPEN DISCUSSIE OVER HET NUT VAN ONTWIKKELINGSHULPVAN ONTWIKKELINGSHULPDOOR VANESSA NIGTEN EN MARTINE KOOPMANDONDERDAG 7 MAART19.30 UUR @ KOORNBEURS, VOLDERGRACHT 1, DELFT

DEBAT MET DE RECTOROPEN EDUCATION: VLOEK OF ZEGEN? MAANDAG 18 MAART12.30 UUR @ LOCATIE VOLGT12.30 UUR @ LOCATIE VOLGT

SG.TUDELFT.NL

‘ Hoi ik ben Geert en ik ga al jaren mee met de vakantiereizen van het Nationaal Epilepsie Fonds. Deze vakanties zijn speciaal voor mensen met epilepsie die niet zelfstandig op reis kunnen. Vrijwilligers zijn daarbij onmisbaar! Ga jij een week met ons mee?’

Meer informatie? Kijk op www.epilepsiefonds.nl of bel 030 63 440 63.

‘Ga mee als vakantievrijwilliger!’

Postbus 270 - 3990 GB HOUTEN - giro 222111 - www.epilepsiefonds.nl

Geert, deelnemer vakantiereizenGeert, deelnemer vakantiereizen

gratis advertentie

28

International students may feel at a disadvantage when it comes time to look for a job, but this doesn’t have to be the case. Students coming out of most faculties at TU will find that there are jobs available.

“The Netherlands has not been as hard hit by the economic slump as other nearby countries and enginee-ring is a strong field”, stated Made-leen Stamm-Vuijk, a Careers Coun-sellor at the TU Delft Career Centre. Jobs are available for TU graduates. Landing one of those roles as an in-ternational student might take a bit more work, but is very possible. Preparing to look for a job is a three-step process. The first step can start even before you arrive at TU. “You need to figure out what you want,” explained Stamm-Vuijk. Internatio-nal students need to have a clear end goal in mind and put a plan in place to reach that goal. For students that need help with finding direction, the Career Centre offers study choice counselling. This can be very useful in determining which masters or minor field to study. Once you have a clear goal, the next step is to start building a network. Stamm-Vuijk emphasized how im-portant it was to start networking long before you enter the job mar-

ket. “You should try and speak with people in the role that you want. If you approach them while you are still a student, it makes them feel that you are interested in learning about the job and not asking for them to find one for you. This makes them more willing to give you helpful information.” Networking is not a one-time event either. “Try and build your network early on and nourish those relati-onships,” advised Stamm-Vuijk. Re-cent TU Delft graduate Tania Veiga echoed that advice. When asked what she found to be most impor-tant, she answered, “Networking, networking, networking! It is impor-tant to be good at what your do, but it is equally important to know the right people.”

AdvantagesThe last step in the job search pro-cess is to turn any perceived nega-tives or concerns to your advantage. The staff at the TU Career Centre see a lot of advantages in hiring interna-tional students and regularly advise companies and organizations about them. “We find that many compa-nies have not even thought about hiring an international person. We explain the benefits and train them

on how to interview and hire people from abroad.” The main concerns that international applicants face are about language competency, ability to fit into the organization and com-mitment to stay in the Netherlands. Savvy job hunters can easily turn these concerns to their advantage. For example, you can use your ex-perience as an international student to show your independence and ability to integrate into a new envi-ronment. You can tell employers that your experience in adapting to new environments will help you get up to speed faster than someone without international experience. Additio-nally, many international students spent time working before coming to TU and this can be a great advan-tage. Finally, tell interviewers that you want to learn Dutch. “I asked whether or not the company would pay for Dutch language lessons,” says former student Sameer Shah. “The interviewer seemed really im-pressed with my desire to learn.”

inte

rnat

iona

l pa

ges

Whether you are sinking or swimming in the sea of

Dutch words all around you here, the International Pages offer our foreign readers a life raft in the form of engaging,

entertaining articles writ-ten in the university’s lingua

franca – English! finding work in the netherlands

‘The next step is to start building a network’

Madeleen Stam from the Career Centre is informing foreign students how to make a proper CV for their sollicitations.

Delta Tu Delft text: lynn morrisonphoto: hans Stakelbeek

Researchers from TU and Nijmegen University have amazed and inspired other scientists with a synthetic super gel that behaves biolo-gically.

Science magazine Nature says the polymer gel will provide opportu-nities for materials scientists for years to come. It illustrates the gel’s wondrous properties by a thought experiment: ‘Take one kilogram of polyisocyanide (the gel, ed.). Sprin-kle liberally across an Olympic swim-ming pool. Warm gently. Within minutes, your jelly is ready. Serves 25 million.’Nature highlighted the publication* from Delft and Nijmegen resear-chers by two related articles in News & Views. This kind of attention usu-ally labels the finding as something significant. The gel that researchers in the group of Professor Alan Rowan and Dr. Paul Kouwer from Nijmegen Uni-versity have synthesized consists of molecules with a stiff helical back-bone made from polyisocyanide carrying thousands of ‘hairs’ sticking out perpendicularly. Under the right conditions these molecules group together, forming bundles, resulting in an amazingly stiff polymer net-work of fibers.In one of the accompanying articles, Margaret Gardel, biophysicist at the University of Chicago, points out the extraordinary thing about these mo-lecules: it is the first-ever polymer that can match the rigidity found in biological polymers. “Nearly all biopolymers, like DNA or collagen, have some inherent rigidity”, she ex-plains. “Synthetic polymers, by con-trast, tend to be extremely floppy.”The Nijmegen group has been wor-king with polymers for years, says Professor Stephen Picken (AS). “But with this one, they noticed some-thing strange: it had gone totally fluid in the fridge.” And after war-ming up, it stiffened again.Picken and Dr. Eduardo Mendes

(both co-authors) work in the Ad-vanced Soft Materials (ASM) group. They specialise in soft matter and soft materials such as polymers, liquid crystals and gels. The ASM-group measured the properties of the supergel from Nijmegen, inclu-ding its stiffening at increasing tem-peratures.Dr. Mendes explains what happens: “The so-called hairs decorating the chiral backbone consist of short peptides with long tails made of re-

peating carbon and oxygen chains. These C-O-tails readily grab water molecules, making the polymer ex-tremely soluble.” But with increasing temperature, the tails squeeze out the water molecules decreasing so-lubility and forming extremely thin and stiff fibres. AFM (Atomic Force Microscope) images of the stiffened polymer reveal a network of more or less homogenous 10 nanometre thick fibres. Picken estimates that in the process one polymer mole-cule get surrounded be six to eight others to form a fibre.Such spontaneous self-ordering is only known from biological systems. It is for example the way that micro-tubules are made to form cellular skeletons. So, what can the stuff be used for,

except for rigging a swimming con-test? Well, because of its biocompa-tibility, the first applications people think of are biomedical. One could imagine applying the cold and fluid gel over an open wound, after which it heats up and forms a network very much like the natural fibrin turning into fibrinogen. In fact, the Nijme-gen researchers are testing it on a pig’s paw they’ve put in the oven to heat up to 40 degrees Celsius.Other medical uses mentioned in-clude drug-delivery and tissue engi-neering. Remember: it’s still early days.Picken can imagine useful appli-cations in the drilling industry as well. You would have a cooled basin containing the fluid gel, it would get pumped down into the heat. While mixing with the drilling debris, the gel stiffens. The thick fluid contai-ning rocks and sand gets pumped up, cools in a basin, drops it contents and it ready for a next round. How cool is that.

Paul H.J. Kouwer, Matthieu Koepf, Stephen J. Picken, Eduardo Mendes, Alan Rowan et.al: ‘Responsive biomi-metic networks from polyisocyano-peptide hydrogels’, Nature 493, Issue 7434, 31 January 2013, doi:10.1038/nature11839

text: Jos Wassinkphoto: Tomas van Dijk

29Delta Tu Delft

Synthetic gel mimics protoplasm shOrTs

hot water Deep geothermal wells have a large hea-ting potential for the Netherlands, accor-ding to experts at DAP’s ‘Hot Topics’ sym-posium on 11 February. In the Netherlands, a small number of commercial gardeners have taken up geothermal heating for their glass houses. With a failure rate of 10 to 30%, geothermal projects have been luckier than oil and gas explorations, which typically fail in nearly half of the drillings. Experts think that the geothermal potential in the Netherlands has hardly been tapped.delta.tudelft.nl/26306

Micro-cracks Students from Aerospace Engineering have reached the second level of the Airbus competition ‘Fly Your Idea’. Bram Davids, Philippe Willems and Maarten Debrouwere propose to integrate stress and delamina-tion sensors, made of specially prepared glass fibers, into composite materials for aircraft hulls. An integrated network of these sensors would provide early warning for micro-cracks and delamination. Over 600 student teams from all over the world pitched their ideas in the open first round of the competition. The finalists will be made public at the end of April.delta.tudelft.nl/26268

promising holesResearchers from TU Delft, the FOM Foun-dation and TU Eindhoven have demon-strated that not just electron spins but also hole spins (the absence of an electron can also have a magnetic moment or so called spin) are good candidates for qu-bits, the information carriers in quantum computers. They have managed to elec-trically manipulate the hole spins. The research was published online last week in Nature Nanotechnology (DOI: 10.1038/NNANO.2013.5). The lead author is Dr. Vlad Pribiag of the faculty of Applied Sciences.delta.tudelft.nl/26323

Dr. Eduardo Mendes (left) and prof. Stephen Picken with their synthetic super gel.

science

‘It had gone totally fluid in the fridge’

Close to 1,000 international students join TU Delft every year. And countless other in-ternationals move with them or for work nearby. Those internationals are looking to expand their professional and social networks and do so through a number of groups available in Delft.

young delftThe organisation started in 2007 as a platform for networking among Dutch support staff, but in 2012, it reinvented itself as a space for all young employees of TU Delft under the age of 36. The goal of the organisation is to help em-ployees, especially international staff, get to know each other and develop their skills. The Young Delft board is comprised of volunteers from across the university. “The diversity in back-grounds (both in positions, as well as in cultural background/nationality) of the board adds value to the activities undertaken,” says Rudy Negenborn, the chairperson of Young Delft. Last year, the organisation hosted events such as ‘Speeddating the Board of Directors’ and the ‘TU History Event & Boat Tour’. “In 2013 we have already experienced a successful New Year’s Lunch and are currently working on organising the Se-cret Places Walk, the Science and Crea-tivity Week and regular Cool Colleague Cafés,” adds Negenborn. youngdelft.tudelft.nl

delftiansIf your idea of networking involves some fun and games, attend the next event organised by expat group Delf-tIans. Besides weekly squash meets, board game evenings and poker nights, there are also monthly pub quizzes for you to get your geek on. The group star-ted in 2006 with 7 members and today has 454 members on their mailing list. Joe Neesan, who took over the organi-sation in 2010, says, “Our motto is ‘We will introduce you to your new friends.’”

They organise drinks every two weeks in one of the local pubs (usually at ‘t Proeflokaal) and also encourage mem-bers to organise events such as film nights, dinners, parties, dog walking, and games nights. “Basically, we try to match new members with people who have the same interests or speak the same language. The TU students mostly enjoy the drinks and meeting up with other TU students to talk about their research,” says Neesan. www.delftians.com

delftinaIf you’re hoping to stick around and work in Delft after TU, then definitely attend some INA events. The Inter-national Networking Association for Delft professionals, which started in 2011, brings together the English spea-king international community in the city, and provides resources for those looking for work or starting their own businesses. “It was founded by a group of internationals based out of Delft who were tired of trekking to Rotterdam

or The Hague to do all of their profes-sional networking,” says Molly Quell, vice chairperson, DelftIna. Besides networking events, they organise a se-ries of workshops on topics relevant to young professionals such as the Dutch business environment, how to write a CV, tax planning and so on. “It’s a great platform for young professionals to network with likeminded people,” she adds. delftina.org

delft expat projectStarted in 2009 under the aegis of the Gemeente, the Delft Expat Project helps expats feel at home. The orga-nisation arranges an annual event to welcome new expats into the city and help them find their feet around. Their website is constantly updated with

information about events in the city that would interest expats, such as the Blues Festival and English Story Night. They also have a twitter account called Expat Team Delft (@DelftExpats) and a smart phone app called Discover Delft. “The Delft Expat Project team addres-ses ways in which the city can improve the living and working environments of expats in Delft,” says a note on their Twitter homepage. www.delft.nl/delften/residents

Delta Tu Delft 30 text: Damini Purkayasthaphoto: Hans Stakelbeek

DeLfT survIvaL GuIDe

Surviving networking

Yound Delft event.

‘Our motto is: We will introduce you to your new friends’

Missed between the lines

Delta Tu Delft 31

So, you thought that the only international stu-dents at TU Delft were the graduate students? Think again. Besides the English-taught aeros-pace curriculum, a few bachelor-level minors are taught exclusively in English.

Designed to facilitate study abroad exchanges with foreign universities, these programs annually host English-speaking bachelor’s students from coo-perating universities for half an academic year. Last month, students who have just finished the Sports Innovation minor in the industrial design faculty gave their final project presen-tations during a day-long sym-posium. “It’s good, I guess!” said Robert Bye, a third-year exchange student on what it has been like to be one of two non-Delft students this year. He acknow-ledged his subtle notoriety with a nervous laugh. Being one of two international students in a program that accepts between

20 and 60 students each me-ant that everyone in the pro-gram knew who he was. The other exchange student comes from Spain and left the sympo-sium directly after having given his presentation. Last year, according to Arjen Jansen, professor of industrial design and coordinator of the Sports Innovation minor, there was one exchange student from France. “Unfortunately, he stopped participating right after the first week due to a mismatch between his expec-tations and our program.” In general, the minor keeps an open-door policy by not only actively promoting study abroad but also by encouraging inter-disciplinary education. Bye, who has returned to Bru-nel University, in London, to complete his fourth and final year of his degree, was opti-mistic about his team’s project, which devised a method to measure fluid intake during cardiovascular activities such

as competitive running and cy-cling. Each student in the team brought a unique educational background and experience to the table, as the minor accepts students from every bachelor’s program.The innovation projects were developed in partnership with European design companies, whose representatives at-tended the presentations as clients. One client was a foo-twear developer with Asics, the athletic company, who had hoped for a more bio-mechanical treatment of his shoe insole project. “I think this project was a little too hard for the students,” he said, while acknowledging that the work would have been better suited for students from mechanical engineering. A quick snowball fight before the last presentations erased any hardship in the group. What good sports. (TA)

Talking poinT

‘For English, please scroll down.’ These words head most of the emails that TU Delft’s administration sends to its

international students. The key word here is ‘most’. Typi-cally, when an official email reaches the inbox of anyone

with an “@student.tudelft.nl” email address, the top portion written in Dutch and the bottom transcribed

into English. Sometimes, the letter is only intended for Dutch nationals, and a sentence saying so in English

begins the brief. However, emails intended for every stu-dent, regardless of his or her foreign-language ability, have been written in only in Dutch. And, as it turns out,

those emails can be very important.On December 6, 2012, Anke Mulder of the Onderwijs & Studentenzaken office (Office of Education and Student Affairs) sent an email to all of TU Delft’s students, noti-fying them of the official registration and de-registrati-

on policies which have financial consequences. The information was presented exclusively in Dutch, with no instructive header in English. If this was important information, it certainly

was not clear to the international population, who comprised around 2800 students in 2011.

The email stated that un-enrolling from the university is only possible through Studielink.nl. The site is an online portal that automates all of the administrative proces-ses related to student enrollment, from registration in a degree program to electronic tuition payments. Yes,

de-registration is possible with a few short clicks of one’s mouse, but it is impossible to de-register retroactively. This point is sensitive to those master’s students who work month after month on their final projects, with

graduation dates set in sand. Frequently, a student will not know his or her graduation date until a few weeks beforehand. This time is most often spent feverishly to

polish reports and study for the oral defense. There is no time is for other matters, especially

sifting through Dutch-language emails. This master’s student would then pay tuition for each

subsequent month after defending, until a call is made to the Central Student Administration to find out why it

had continued to deduct funds. Despite having completed the degree requirements, that

money will not be reimbursed.While it is true that all international students who

have started a second year at TU Delft have registered through Studielink and would therefore be familiar with the tool, it does not mean that they would have heard

through the grapevine that this website would also govern the fate of their financial savings. Leaving large sums of money to the forces behind a little website is

like cutting a hole in one’s pocket. Pay for classes when not actually taking them? This was not in the footnote.

Tina Amirtha (earned her mSc from Tu Delft in

Biomedical Engineering in october 2011)

an international minor for bachelor students

Do you agree or disagree with the points raised in this week’s Talking Point? Let us hear your opinion:

start or join the discussion in the website’s Com-ments section at www.delta.tudelft.nl

Phot

o: H

ans

Stak

elbe

ek

nosTaLGIa

text: Damini Purkayasthaphoto: Hans Stakelbeek

Swati manocha (23) des-cribes herself as a ‘religi-ous girl from India’ so it’s no surprise that she looks to religious items for com-fort. originally from Fari-dabad she moved to Delft last year to pursue an mSc in management of Tech-nology. her cloak was given to her by her temple priest and the book was a gift from her mother. She recalls that during the fes-tival of Diwali, she repea-ted chants from her book and it almost felt like she was home. (mQ)

The minor keeps an open-door policy by not only actively promoting study abroad but also by encouraging inter-disciplinary education

The bIke of Dieky Adzkiya was accustomed to using a motorcycle to get around in his home country of Indonesia. “the distance between places is too far to use a bicycle. everyone uses a motorcycle instead,” he explained. Adzkiya left his motorcycle behind in 2010 to complete a phD at Delft. therefore, he should not have been surprised when the photographer pointed out that his bicycle model usually comes with a motor. Although you can take the man out of Indonesia, you apparently cannot take the motorcycle-lover out of the man. Adzkiya was not looking to spend a lot of money when he purchased his bicycle at a secondhand shop near the Roland Holstlaan. “I brought a friend with me. He told me that this one was good enough and would be fine for a long time.

He is quite an expert.” with his friend’s seal of approval, he bought the bicycle and has been riding it for the past two years. “the bike felt slow in the beginning, but now I really enjoy it.”Adzkiya likes to bike here in the Netherlands. “It is nice because we have a special route.” like many international students, he struggles to bike in difficult weather. “If the wind is hard or there is snow, it is terrible!” He limits his bike use to the weekdays. “I just use it to go to the office,” he shared. On the weekend he prefers to walk around Delft with his wife and their young son. However, now that his son is learning to go from walking to running, he may need to get his bicycle out a little more often.

nAmE: Dieky Adzkiya (Indonesia, 3ME,

PhD Student) PRICE:

100 Euros BRAnD:

Sticker says SpartametSTRIKInG FEATuRE:

Lack of motor

Contents International

28 Finding work inthe Netherlands

30 Surviving networking

31 International minor - Nostalgia - Talking point

See www.delta.tudelft.nl for the translation of page 8: Cooking on Mars

text: Lynn Morrisonphoto: Sam Rentmeester

Dieky Adzkiya