Decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de ......Officieus geconsolideerde tekst VLM...

25
Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 1 Decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij 1 (B.S., 29 december 1988) 2 gewijzigd bij : - het decreet van 12 december 1990 betreffende het bestuurlijk beleid (B.S., 21 december 1990) 3 - het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen (B.S., 28 februari 1991) 4 - het decreet van 22 november 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1995 (B.S., 6 februari 1996) 5 - het decreet van 7 juli 1998 tot wijziging en opheffing van sommige bepalingen van decreten en wetten betreffende sommige Vlaamse openbare instellingen en tot opheffing van wettelijke bepalingen inzake prioritaire aanwerving bij de Vlaamse openbare instellingen (B.S., 20 oktober 1998) 6 - het decreet van 8 december 1998 houdende diverse bepalingen naar aanleiding van de begrotingscontrole 1998 (B.S., 26 januari 1999) 7 - het decreet van 17 juli 2000 houdende het Geografisch Informatie Systeem Vlaanderen (B.S., 2 september 2000) 8 - het decreet van 8 december 2000 houdende diverse bepalingen (B.S., 13 januari 2001) 9 1 De tekst die u in deze consolidatie terugvindt bestaat uit officieus geconsolideerde teksten. Deze regelgeving vormt geen officiële bekendmaking in de zin van de Grondwet. Alleen de publicatie in het Belgisch Staatsblad heeft een officieel karakter 2 Buitengewone zitting 1988 : Stuk – Ontwerp van decreet, 149, nr. 1. Zitting 1988-1989. Stukken – Amendementen, 149, nr. 2. – Verslag, 149, nr. 3. – Amendementen, 149, nrs. 4 en 5. Handelingen. – Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 14 en 15 december 1988. 3 Zitting 1989 – 1990 Stuk – Ontwerp van decreet : 395, nr. 1 + errata Zitting 1990 – 1991. Stukken : Advies van de Raad van State : 395, nr. 2, Amendementen : 395, nr. 3, Advies van het Rekenhof : 395, nr. 4, Amendenmenten : 395, nr. 5, Advies van de Raad van State : 395, nrs. 6, Amendementen : 395, nrs. 7 en 8, Verslag : 395, nr. 9, Amendementen : 395, nrs 10 en 12 Handelingen – Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 28 november en 7 december 1990 4 Zitting 1990- 1991 Stukken : - Ontwerp van decreet : 423 – nr. 1, Amendementen : 423 – nrs 2 en 3, Verslagen 423 – nr. 4, Amendementen : 423 – nrs. 5 en 6. Handelingen – Bespreking en aanneming : zittingen van 8 en 9 januari 1991 5 Buitengewone zitting 1995 Stukken – Ontwerp van decreet : 85, nr. 1 – Amendementen : 85, nrs. 2 en 3 Zitting 1995-1996. Stukken – Amendement 85, nr. 4. – Verslagen 85, nrs 5 tot 13. – Tekst aangenomen door de Commissies : 85, nr. 14 – Amendementen : 85, nrs. 15 en 16. Handelingen. – Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 7 november 1995. 6 Zitting 1997-1998 Stukken. — Ontwerp van decreet : 972 - Nr. 1. — Verslag : 972 - Nr. 2. — Handelingen. — Bespreking en aanneming. — Vergaderingen van 23 en 24 juni 1998. 7 Zitting 1997-1998 Stukken. — Ontwerp van decreet : 1129, nr. 1. Session 1998-1999 Stukken. - Amendements : 1129, nrs. 2 et 3. — Verslagen : 1129, nrs. 4 tot 9. — Tekst aangenomen door de Commissies : 1129, nr. 10. — Amendement : 1129, nr. 11 Handelingen. — Bespreking en aanneming : Vergaderingen van 2 december 1998. 8 (1) Zitting 1999-2000. Stukken. — Ontwerp van decreet, 303 - Nr. 1. — Verslag, 303 - Nr. 2. — Tekst aangenomen door de Plenaire Vergadering, 303 - Nr. 3. Handelingen. — Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 4 en 5 juli 2000. 9 (1) Zitting 2000-2001. Stukken. — Ontwerp van decreet : 414, nr. 1. Amendementen : 414, nrs. 2 tot 5. Verslagen : 414, nrs. 6 tot 13. Tekst aangenomen door de commissies : 414, nr. 14 + Erratum.

Transcript of Decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de ......Officieus geconsolideerde tekst VLM...

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 1

    Decreet van 21 december 1988 houdende oprichting va n de Vlaamse Landmaatschappij 1 (B.S., 29 december 1988) 2 gewijzigd bij :

    - het decreet van 12 december 1990 betreffende het be stuurlijk beleid (B.S., 21 december 1990) 3 - het decreet van 23 januari 1991 inzake de beschermi ng van het leefmilieu tegen de verontreiniging

    door meststoffen (B.S., 28 februari 1991) 4 - het decreet van 22 november 1995 houdende bepalinge n tot begeleiding van de aanpassing van de

    begroting 1995 (B.S., 6 februari 1996) 5 - het decreet van 7 juli 1998 tot wijziging en opheff ing van sommige bepalingen van decreten en

    wetten betreffende sommige Vlaamse openbare instell ingen en tot opheffing van wettelijke bepalingen inzake prioritaire aanwerving bij de Vla amse openbare instellingen (B.S., 20 oktober 1998)6

    - het decreet van 8 december 1998 houdende diverse be palingen naar aanleiding van de

    begrotingscontrole 1998 (B.S., 26 januari 1999) 7 - het decreet van 17 juli 2000 houdende het Geografis ch Informatie Systeem Vlaanderen (B.S., 2

    september 2000) 8 - het decreet van 8 december 2000 houdende diverse be palingen (B.S., 13 januari 2001) 9

    1 De tekst die u in deze consolidatie terugvindt bestaat uit officieus geconsolideerde teksten. Deze regelgeving vormt geen officiële bekendmaking in de zin van de Grondwet. Alleen de publicatie in het Belgisch Staatsblad heeft een officieel karakter 2 Buitengewone zitting 1988 : Stuk – Ontwerp van decreet, 149, nr. 1. Zitting 1988-1989. Stukken – Amendementen, 149, nr. 2. – Verslag, 149, nr. 3. – Amendementen, 149, nrs. 4 en 5. Handelingen. – Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 14 en 15 december 1988. 3 Zitting 1989 – 1990 Stuk – Ontwerp van decreet : 395, nr. 1 + errata Zitting 1990 – 1991. Stukken : Advies van de Raad van State : 395, nr. 2, Amendementen : 395, nr. 3, Advies van het Rekenhof : 395, nr. 4, Amendenmenten : 395, nr. 5, Advies van de Raad van State : 395, nrs. 6, Amendementen : 395, nrs. 7 en 8, Verslag : 395, nr. 9, Amendementen : 395, nrs 10 en 12 Handelingen – Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 28 november en 7 december 1990 4 Zitting 1990- 1991 Stukken : - Ontwerp van decreet : 423 – nr. 1, Amendementen : 423 – nrs 2 en 3, Verslagen 423 – nr. 4, Amendementen : 423 – nrs. 5 en 6. Handelingen – Bespreking en aanneming : zittingen van 8 en 9 januari 1991 5 Buitengewone zitting 1995 Stukken – Ontwerp van decreet : 85, nr. 1 – Amendementen : 85, nrs. 2 en 3 Zitting 1995-1996. Stukken – Amendement 85, nr. 4. – Verslagen 85, nrs 5 tot 13. – Tekst aangenomen door de Commissies : 85, nr. 14 – Amendementen : 85, nrs. 15 en 16. Handelingen. – Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 7 november 1995. 6Zitting 1997-1998 Stukken. — Ontwerp van decreet : 972 - Nr. 1. — Verslag : 972 - Nr. 2. — Handelingen. — Bespreking en aanneming. — Vergaderingen van 23 en 24 juni 1998. 7 Zitting 1997-1998 Stukken. — Ontwerp van decreet : 1129, nr. 1. Session 1998-1999 Stukken. - Amendements : 1129, nrs. 2 et 3. — Verslagen : 1129, nrs. 4 tot 9. — Tekst aangenomen door de Commissies : 1129, nr. 10. — Amendement : 1129, nr. 11 Handelingen. — Bespreking en aanneming : Vergaderingen van 2 december 1998. 8 (1) Zitting 1999-2000. Stukken. — Ontwerp van decreet, 303 - Nr. 1. — Verslag, 303 - Nr. 2. — Tekst aangenomen door de Plenaire Vergadering, 303 - Nr. 3. Handelingen. — Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 4 en 5 juli 2000. 9 (1) Zitting 2000-2001. Stukken. — Ontwerp van decreet : 414, nr. 1. Amendementen : 414, nrs. 2 tot 5. Verslagen : 414, nrs. 6 tot 13. Tekst aangenomen door de commissies : 414, nr. 14 + Erratum.

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 2

    - het decreet van 19 juli 2002 houdende wijziging van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het

    natuurbehoud en het natuurlijk milieu, van het bosd ecreet van 13 juni 1990, van het decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg, van het d ecreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet zoals aangevu ld door de wet van 11 augustus 1978 houdende bijzondere bepalingen eigen aan het Vlaams e Gewest, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de v erontreiniging door meststoffen en van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoörd ineerd bij KB van 16 maart 1968 (B.S., 31 augustus, 2002) 10

    - het decreet van 7 mei 2004 houdende de oprichting v an het publiekrechtelijk vormgegeven extern

    verzelfstandigde agentschap «Agentschap voor Geogra fische Informatie Vlaanderen» 11 (B.S., 8 juni 2004, I : 1 april 2006 art. 2 Besl. Vl. Reg. 31 maa rt 2006 (B.S., 12 mei 2006))

    - het decreet van 7 mei 2004 houdende wijziging van het decreet van 21 december 1988 houdende

    oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij 12 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006 art. 2 Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006 (B.S., 19 mei 2006)

    - het decreet van 21 april 2006 houdende wijziging va n het decreet van 7 mei 2004 houdende de

    oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven ex tern verzelfstandigde agentschap ″Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen ″ en houdende wijziging van diverse decreten 13 (B.S., 12 mei 2006, I : 1 juni 2006 art. 9 BVR 9 juni 2006 (B .S., 11 juli 2006))

    - het decreet van 19 mei 2006 houdende diverse bepali ngen inzake leefmilieu en energie (B.S., 20 juni

    2006)14

    Amendementen : 414, nrs. 15 tot 17. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 414, nr. 18. Handelingen. — Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 29 november 2000. 10 Verwijzingen : Zitting 2001-2002 Stukken. — Ontwerp van decreet 967 – Nr. 1 — Advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen 967 – Nr. 2 — Advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen 967 – Nr. 3 — Advies van de Vlaamse Havencommissie 967 – Nr. 4 — Verslag over hoorzittingen 967 – Nr. 5 — Advies van de Raad van State 967 – Nr. 6 — Amendementen 967 – Nrs. 7 tot 9 — In eerste lezing door de commissie aangenomen artikelen 967 – Nr. 10 — Verslag 967 – Nr. 11 — Amendementen 967 – Nr. 12 — Tekst aangenomen door de plenaire vergadering 967 – Nr. 13 Handelingen — Bespreking en aanneming: Middagvergadering van 9 juli 2002. 11 Zitting 2003-2004 Stukken. - Ontwerp van decreet, nr. 2035/1. - Verslag van het Rekenhof, nr. 2035/2. - Amendementen, nr. 2035/3. - Verslag, nr. 2035/4. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, nr. 2035/5. Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 27 en 29 april 2004. 12 Zitting 2003-2004 Zie : 2123 (2003-2004) – Nr. 1 : Ontwerp van decreet – Nr. 2 : Verslag van het Rekenhof – Nr. 3 : Amendementen – Nr. 4 : Verslag - Nr. 5 tekst aangenomen door de plenaire vergadering 13 Zitting 2005-2006 Stukken. — Ontwerp van decreet, 682 - Nr. 1. – Verslag, 682 - Nr. 2. — Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 682 - Nr. 3. Handelingen. — Bespreking en aanneming : Vergadering van 29 maart 2006. 14 (1) Zitting 2005-2006. Stukken. — Ontwerp van decreet : 745, nr. 1. — Amendement : 745, nr. 2. — Verslag namens de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie : 745, nr. 3. — In eerste lezing door de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie aangenomen artikelen van hoofdstuk III : Energie : 745, nr. 4. — Amendementen : 745, nrs. 5 en 6. — Aanvullend verslag namens de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie : 745, nr. 7. —

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 3

    - het decreet van 22 december 2006 houdende de besche rming van water tegen de verontreiniging

    door nitraten uit agrarische bronnen 15 (B.S., 29 december 2006) - het decreet van 16 juni 2006 houdende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank en houdende

    wijziging van diverse bepalingen (B.S., 9 februari 2007)16

    - het decreet van 27 april 2007 houdende wijziging va n het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 op het vlak van het toezicht van de Vlaamse Re gering op de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen (B.S., 29 jun i 2007)17

    - het decreet van 27 maart 2009 tot aanpassing en aan vulling van het ruimtelijke plannings-,

    vergunningen- en handhavingsbeleid (B.S., 15 mei 20 09)18 - het decreet van 8 mei 2009 houdende wijziging va n het decreet van 21 december 1988 houdende de

    oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij en van h et decreet van 16 juni 2006 houdende oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende w ijziging van diverse bepalingen, wat het principe van uitstel van betaling betreft (B.S., 25 juni 2009) 19

    - het decreet van 23 december 2010 houdende diverse b epalingen inzake leefmilieu en natuur (B.S., 18

    februari 2011) 20

    - het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van d e begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof (B.S., 5 augustus 2011) 21

    Amendementen : 745, nr. 8. — Verslag namens de Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed : 745, nr. 9. — Tekst aangenomen door de commissies : 745, nr. 10.—Amendementen : 745, nr. 11.—Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 745, nr. 12. Handelingen. — Bespreking en aanneming : vergaderingen van 10 mei 2006. 15 Zitting 2006-2007. Stukken. — Voorstel van decreet : 1007, nr. 1. —Amendementen : 1007, nrs. 2 en 3. — In eerste lezing aangenomen artikelen : 1007, nr. 4. — Verslag over hoorzitting : 1007, nr. 5. — Verslag : 1007, nr. 6. —Amendementen na indiening : 1007, nr. 7 van het verslag. — Tekst aangenomen door de plenaire vergadering: 1007, nr. 8. Handelingen. — Bespreking en aanneming : Vergaderingen van 21 december 2006. 16 Zitting 2005-2006 Stukken : — Ontwerp van decreet : 743- nr. 1 — Amendement : 743- nr. 2 — Verslag : 743- nr. 3 — Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 743- nr. 4 Handelingen : — Bespreking en aanneming : Vergadering van 31 mei 2006. 17 Zitting 2006-2007. Stukken. — Ontwerp van decreet, 1098 - Nr. 1. – Verslag, 1098 - Nr. 2. — Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 1098 - Nr. 3. Handelingen. — Bespreking en aanneming : vergaderingen van 18 april 2007. 18 (1) Zitting 2008-2009 Stukken. - Ontwerp van decreet : 2011 – Nr. 1, — Amendementen : 2011 – Nrs. 2 en 3, — Verslag over hoorzitting : 2011 – Nr. 4, — Amendementen : 2011 – Nr. 5, — Verslag : 2011 – Nr. 6, — Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 2011 – Nr. 7 Handelingen - Bespreking en aanneming : Vergaderingen van 18 maart 2009. 19 Zitting 2008-2009. Stukken. — Voorstel van decreet : 2183, nr. 1. — Verslag : 2183, nr. 2. — Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 2183, nr. 3. Handelingen. — Bespreking en aanneming : Vergaderingen van 29 en 30 april 2009. 20 (1) Zitting 2010-2011 : Stukken.—Ontwerp van decreet : 665 - Nr. 1.—Amendementen : 665 - Nrs. 2 en 3.—Verslag : 665 - Nr. 4.—Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 665 - Nr. 5. Handelingen. — Bespreking en aanneming : Vergaderingen van 23 december 2010 21 (1) Zitting 2010-2011 Stukken. — Ontwerp van decreet : 842 – Nr. 1 + Bijlage — Advies van de Sociaal-Economische. Raad van Vlaanderen : 842 – Nr. 2 — Advies van het Rekenhof : 842 – Nr. 3 — Amendementen : 842 – Nrs. 4 t.e.m. 6 — Verslag : 842 – Nr. 7 Amendementen : 842 – Nr. 8 en 9

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 4

    - het decreet van 20 april 2012 houdende diverse bepa lingen inzake leefmilieu en natuur (B.S., 22 mei

    2012 , I : 1 april 2006) 22

    - het decreet van 1 maart 2013 houdende diverse bepal ingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening (B.S., 15 april 2013, I : 25 a pril 2013) 23

    - het decreet van 28 februari 2014 houdende diverse b epalingen inzake leefmilieu en natuur (B.S., 25 maart 2014, I : 1 oktober 2013 24)

    — Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 842 – Nr. 10 Handelingen. — Bespreking en aanneming : Vergadering van 29 juni 2011. 22 Zitting 2011-2012 Stukken. — Ontwerp van decreet : 1492 – Nr. 1. — Amendementen : 1492 – Nr. 2. — Verslag : 1492 – Nr. 3. — Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1492 – Nr. 4. Handelingen. — Bespreking en aanneming : Middagvergadering van 28 maart 2012 23 Zitting 2012-2013. Stukken. — Ontwerp van decreet, 1863 - Nr. 1. – Amendementen, 1863 - Nr. 2 t.e.m. 4. – Verslagen, 1863 - Nr. 5 en 6. — Tekst aangenomen door de commissie, 1863 - Nr. 7. — Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1863 - Nr. 8. Handelingen. — Bespreking en aanneming. Vergadering van 27 februari 2013 24 Zitting 2013-2014. Stukken. — Ontwerp van decreet, 2322, nr. 1. — Amendementen, 2322, nr. 2. — Verslag, 2322, nr. 3. — Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 2322, nr. 4. Handelingen. — Bespreking en aanneming. Vergadering van 19 februari 2014.

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 5

    [HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling]

    Opschrift Hoofdstuk I ingevoegd bij artikel 2 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) Artikel 1. Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel [39] van de Grondwet.

    [HOOFDSTUK II.- Definities

    Hoofdstuk II bestaande uit artikel 1bis ingevoegd b ij art. 3 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) Artikel 1bis. § 1. De definities, opgenomen in artikel 1.1.2, § 1, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, zijn van toepassing op dit decreet, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald. § 2. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° het kaderdecreet : het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003; 2° […] 3° het decreet natuurbehoud : het decreet van 21 o ktober 1997 betreffende het natuurbehoud

    en het natuurlijk milieu; 4° de wetgeving inzake ruilverkaveling van landeig endommen : de wet van 22 juli 1970 op de

    ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet, de wet van 10 januari 1978 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen in der minne, de wet van 12 juli 1976 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken;

    5° het decreet algemene bepalingen milieubeleid : het decreet van 5 april 1995 houdende de

    algemene bepalingen inzake milieubeleid. [6° het decreet Vlaamse Grondenbank : het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting

    van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen.] Wijziging artikel :

    - In zijn geheel ingevoegd bij art. 3 decr. 7 mei 20 04 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006)

    - § 2, 2° opgeheven bij art. 74 decr. 22 december 200 6 (B.S., 29 december 2006, I : 1 januari 2007) - § 2, 6° toegevoegd bij artikel 22 decr. 16 juni 200 6 (B.S., 9 februari 2007 : I : 10 d. na bekendmakin g)

    [HOOFDSTUK III.- Statuut, kapitaal en aandelen, duur en ontbinding van het agentschap]

    Opschrift gewijzigd bij art. 4 decr. 7 mei 2004 (B. S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) Art. 2. §1. Een Vlaamse Landmaatschappij, afgekort : "VLM" en hierna het agentschap te noemen, wordt opgericht als een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap als bedoeld in artikel 13 van het kaderdecreet.

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 6

    §2. Het agentschap zal, zonder zijn burgerlijk karakter te verliezen, in de vorm van een naamloze vennootschap worden opgericht. Het agentschap heeft rechtspersoonlijkheid. De rechtspositie van het agentschap wordt geregeld in die volgorde door het kaderdecreet, dit decreet en door zijn statuten. Zonder aan het voorafgaande afbreuk te doen, zijn de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen met betrekking tot de naamloze vennootschap op het agentschap toepasselijk voor alles wat niet door het kaderdecreet, dit decreet, de wetten en decreten die voor de Vlaamse Gemeenschap en de eronder ressorterende instellingen een regeling inzake begroting, boekhouding, organisatie van de controle, en controle op subsidies invoeren, en door de statuten van het agentschap is bepaald en slechts in die mate dat het Wetboek van vennootschappen niet in strijd is met deze bepalingen. De bepalingen van de wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord en de faillissementswet van 8 augustus 1997 zijn evenwel niet op het agentschap toepasselijk, evenmin als de rechtsregels die betrekking hebben op een toestand van algemene samenloop van schuldeisers en de rechtsregels in het Wetboek van vennootschappen die verplichten de rechtsvorm uitdrukkelijk te vermelden in alle stukken die uitgaan van het agentschap. Het Vlaamse Gewest, de provincies en de gemeenten, gelegen in het Vlaamse Gewest kunnen inschrijven op het kapitaal van het agentschap door ondeelbare aandelen in geld. Alle aandelen zijn en blijven op naam. Het rechtstreekse belang van het Vlaamse Gewest als aandeelhouder in het maatschappelijk kapitaal van het agentschap moet in totaal steeds meer dan 50 % bedragen. De aandelen waarop het Vlaamse Gewest inschrijft en die waarop het later mocht inschrijven, zijn onvervreemdbaar, met uitzondering van het gedeelte van de aandelen dat vier vijfde van het totale kapitaal overschrijdt. De aandelen waarop de provincies en de gemeenten inschrijven, kunnen, zelfs als ze slechts ten bedrage van 25 % werden afbetaald, alleen afgestaan worden aan provincies en gemeenten en na machtiging van de raad van bestuur van het agentschap en van de Vlaamse regering. Het maatschappelijk kapitaal kan bij beslissing van de [algemene vergadering] worden verhoogd door inschrijvingen van ondeelbare aandelen in geld. Alleen het Vlaamse Gewest, de provincies en de gemeenten, gelegen in het Vlaamse Gewest, mogen op deze kapitaalsverhoging inschrijven. In geen geval kan een kapitaalsverhoging ertoe leiden dat het Vlaamse Gewest als aandeelhouder niet langer, rechtstreeks, meer dan 50 % van het kapitaal van het agentschap bezit. Elke nieuwe inschrijving moet telkens vastgesteld worden door een authentieke akte, die gepaard gaat met een storting in speciën van ten minste één vierde op ieder aandeel. Het niet-afbetaalde bedrag van iedere inschrijving moet worden gestort op de data, vastgesteld door de raad van bestuur, na waarschuwing drie maanden van tevoren met een aangetekende brief. De afgifte van de brief op de post geldt als betekening, te rekenen vanaf de volgende dag. De aandeelhouders worden ertoe gemachtigd hun inschrijving geheel of gedeeltelijk vooruit te betalen.

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 7

    Iedere laattijdige storting brengt, van rechtswege en zonder ingebrekestelling, interest op tegen de wettelijke rentevoet, ten bate van [het agentschap], vanaf het verstrijken van voormelde termijn van drie maanden. De aandeelhouders zijn slechts gebonden door verliezen ten belope van het bedrag van hun aandelen. §3. De statuten van het agentschap worden, na goedkeuring door de Vlaamse regering, vastgesteld in een notariële akte houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij. De statuten kunnen slechts worden gewijzigd mits goedkeuring door de Vlaamse regering. [§ 4. De roerende goederen van de afdeling Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen, afdeling van de Vlaamse Landmaatschappij, opgericht bij decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, worden kosteloos en in de staat waarin ze zich bevinden overgedragen aan het AGIV, opgericht bij decreet van 7 mei 2004 houdende de oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap « Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen ». Voor de overdracht, vermeld in het eerste lid, wordt een inventaris van alle roerende goederen, met inbegrip van de rechten en verplichtingen opgemaakt in gezamenlijk overleg tussen de leidinggevende personeelsleden van de VLM en het AGIV, die opgenomen wordt in de jaarrekening. Het AGIV treedt in de rechten en verplichtingen van de VLM, met inbegrip van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit gerechtelijke procedures. De beschikbare middelen van de VLM die verbonden zijn aan de rechten en verplichtingen, vermeld in het derde lid, worden overgedragen aan het AGIV op basis van de afgesloten rekening.] Wijziging artikel : - § 1 en § 2 gewijzigd bij art. 5 , de woorden “de Maatschappij” vervangen door de woorden “het agents chap” bij art. 35 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) - § 1 gewijzigd, § 2, achtste lid en twaalfde lid g ewijzigd bij art. 22 Decr. 23 december 2010 (B.S., 18 februari 2011, I : 10 d na publicatie) - §4 toegevoegd bij art. 11 decr. 20 april 2012 (B. S., 22 mei 2012, I : 1 april 2006) Art. 3. [De Vlaamse regering bepaalt tot welk homogeen beleidsdomein het agentschap behoort. De duur van het agentschap is onbepaald. Tot de ontbinding van het agentschap kan slechts bij decreet worden beslist. Dat decreet bepaalt tevens de wijze en de voorwaarden van vereffening.] Wijziging artikel :

    - bij art. 8 decr. 8 december 1998 (B.S., 26 januari 1999) - in zijn geheel vervangen bij art. 6 decr. 7 mei 20 04 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31

    maart 2006, BS., 19 mei 2006) Art. 4. De vestiging van de zetel van [het agentschap] wordt door de Vlaamse regering bepaald.

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 8

    Wijziging artikel : - De woorden “de Maatschappij” vervangen door de wo orden “het agentschap” bij art. 35 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 m aart 2006, BS., 19 mei 2006)

    [HOOFDSTUK IV. - Missie] Opschrift ingevoegd bij art. 7 decr. 7 mei 2004 (B. S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) Art. 5. Het agentschap heeft als missie bij te dragen tot de realisatie van de doelstellingen van : 1° het milieubeleid, bedoeld in artikel 1.2.1, § 1 , van het decreet algemene bepalingen

    milieubeleid; 2° de ruilverkaveling, bedoeld in de wetgeving inz ake ruilverkaveling van landeigendommen; 3° de landinrichting, bedoeld in hoofdstuk VII bet reffende de landinrichting; 4° het decreet natuurbehoud; 5° het Mestdecreet van 22 december 2006; 6° het geïntegreerd plattelandsbeleid; 7° het grondbeleid van het eigen beleidsdomein. [8° het decreet Vlaamse Grondenbank.] Wijziging artikel :

    - In zijn geheel vervangen bij art. 9 decr. 8 decembe r 1998 (B.S., 26 januari 1999) - opnieuw geheel vervangen bij art. 8 decr. 7 mei 200 4 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31

    maart 2006, BS., 19 mei 2006) - 5° gewijzigd bij art. 75 decr. 22 december 2006 (B. S., 29 december 2006, I : 1 januari 2007) - 8° toegevoegd bij artikel 23 decr. 16 juni 2006 (B. S., 9 februari 2007 : I : 10 d. na bekendmaking)

    [HOOFDSTUK V. - Taken van het agentschap

    AFDELING I. - Taken die het agentschap uitoefent op eigen initiatief]

    Opschrift ingevoegd bij art. 9 decr. 7 mei 2004 (B. S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) Art. 6. § 1. Het agentschap heeft als taak de uitvoering van het mestbeleid, als bedoeld in het Mestdecreet van 22 december 2006. Het vervult deze taak onder meer door : 1° te zorgen voor de inventarisatie van de dierlij ke mestproductie, de controle op de afzet van

    de bedrijfsmatige dierlijke mestoverschotten en de sturing van de meststromen; 2° te zorgen voor de uitbouw en het beheer van een gronddatabank met betrekking tot de

    mestproblematiek;

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 9

    3° te bemiddelen in de verhandeling of de afname, het vervoer en het verwerken van dierlijke mest;

    4° de vraag te stimuleren naar een ecologisch vera ntwoord gebruik van dierlijke mest; 5° voorlichting te geven over productie, vervoer, opslag, opbrenging op de grond en verwerking

    van dierlijke mest; 6° initiatieven te nemen met betrekking tot mestve rwerking; 7° […] 8° te zorgen voor de handhaving van het [Mestdecre et van 22 december 2006] en de uitvoeringsbesluiten ervan; 9° […]. § 2. Het agentschap is belast met de uitvoering van het beleid ter bescherming van de kwaliteit van de bodem dat erop gericht is om die geschikt te maken of te houden voor zo veel mogelijk bodemfuncties. Het agentschap vervult deze taak onder meer door : 1° de bodemtoestand in het Vlaamse Gewest in kaart te brengen en te monitoren; 2° aan de voorbereiding en de uitvoering van het b odembeschermingsbeleid bij te dragen; 3° bodems met uitzonderlijke waarde te beschermen tegen onder meer verontreiniging door

    bestrijdingsmiddelen en tegen aantasting door erosie en structuurbederf. § 8. [... ] Wijziging artikel :

    - § 4 aldus vervangen bij art. 59, § 1 decr. 12 decem ber 1990 (B.S., 21 december 1990, in werking getred en op 21 december 1990)

    - § 5 aldus toegevoegd bij art. 39 decr. 23 januari 1 991 (B.S., 28 februari 1991, in werking getreden op 1 maart 1991)

    - § 6 aldus toegevoegd bij art. 8, §1 decr. 7 juli 19 98 (B.S., 20 oktober 1998, in werking getreden op 2 0 oktober 1998)

    - §4 aldus gewijzigd bij art. 10 decr. 8 december 199 8 (B.S., 26 januari 1999), §7 aldus toegevoegd bij art. 11 decr. 8 december 1998 (B.S., 26 januari 1999)

    - § 4 opgeheven bij art. 27, 1° decr. 17 juli 2000 (B .S., 2 september 2000, in werking : 12 september 2 000) - § 6 opgeheven bij art. 15 decr. 7 mei 2004 (B.S., 8 juni 2004, I : 1 april 2006 art. 2 Besl. Vl. Reg . 31

    maart 2006 (B.S., 12 mei 2006)) - in zijn geheel vervangen bij art. 10 decr. 7 mei 20 04 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31

    maart 2006, BS., 19 mei 2006) - in § 1 telkens het woord “meststoffendecreet” verva ngen door “mestdecreet van 22 december 2006”,

    7° en 9° opgeheven bij art. 76 decr. 22 december 20 06 (B.S., 29 december 2006), I : 1 januari 2007) - § 8 toegevoegd bij art. 21 decr. 16 juni 2006 (B.S. , 9 februari 2007, I : 10 d. na bekendmaking) - § 8 opgeheven bij art. 23 decr. 23 december 2010 (B .S., 18 februari 2011, I : 10 d. na publicatie)

    [Afdeling II. - Optionele taken die worden uitgevoerd op verzoek van en in samenwerking met

    de bevoegde diensten van de Vlaamse regering of de bevoegde agentschappen of, in voorkomend geval, in samenwerking met de bevoegde lokale besturen]

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 10

    Opschrift ingevoegd bij art. 11 decr. 7 mei 2004 (B .S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) Artikel 6bis. § 1. Het agentschap heeft als taak om, op verzoek van de bevoegde diensten van de Vlaamse regering, de bevoegde agentschappen of, in voorkomend geval, de bevoegde lokale besturen, zijn medewerking te verlenen aan de ondersteuning van de algemene inrichting van het buitengebied en de open ruimte. Het agentschap vervult deze taak onder meer door : 1° bij te dragen aan het beleid inzake inrichting en ontwikkeling van het

    inrichtingsinstrumentarium; 2° zijn medewerking te verlenen aan het voorbereid en, het uitvoeren, het verzekeren van de

    nazorg, het monitoren en het evalueren van inrichtingsprojecten; 3° zijn medewerking te verlenen aan de voorbereidi ng en uitvoering van de ruilverkaveling van

    landeigendommen; 4° zijn medewerking te verlenen aan de voorbereidi ng en de uitvoering van de landinrichting; 5° zijn medewerking te verlenen aan de voorbereidi ng en de uitvoering van de natuurinrichting; 6° gebouwen van agrarische en direct agrarisch geb onden bedrijven op te richten, in te richten

    en de uitbating ervan te bevorderen, en bedrijven, met inbegrip van het woonhuis en de gronden die nodig zijn voor het bedrijf, te verplaatsen.

    § 2. Het agentschap heeft als taak de uitvoering van het geïntegreerd plattelandsbeleid met uitzondering van die aspecten die werden toegewezen [aan andere agentschappen] of tot een ander beleidsdomein behoren. Het agentschap vervult deze taak onder meer door : 1° projecten en programma’s in samenwerking met a ndere beleidsdomeinen en de bevoegde

    lokale besturen voor te bereiden, te stimuleren en te ondersteunen; 2° structuren, instrumenten en beleidsonderbouwend onderzoek voor te bereiden, te

    ondersteunen en de financiering van het geïntegreerd plattelandsbeleid te beheren; 3° te adviseren over het gebruik van het buitenge bied en de open ruimte vanuit het

    plattelandsbeleid. § 3. Het agentschap heeft als taak een uniek loket beheersovereenkomsten voor de doelgroep landbouw op te richten en te beheren. Het agentschap vervult deze taak onder meer door : 1° deze beheersovereenkomsten voor te bereiden, in samenwerking met de diensten van de

    Vlaamse regering en de agentschappen van het [beleidsdomein Leefmilieu en Natuur en Energie] en van andere beleidsdomeinen;

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 11

    2° deze beheersovereenkomsten te sluiten; 3° een actieve begeleidingsstrategie uit te voeren en de uitvoering van de overeenkomsten op

    te volgen. § 4. Het agentschap heeft als taak om, op verzoek van de bevoegde diensten van de Vlaamse regering of de bevoegde agentschappen, zijn medewerking te verlenen aan de uitvoering van het grondbeleid. Het agentschap vervult deze taak onder meer door : 1° buiten zijn beleidsdomein onroerende goederen t e verwerven in naam en voor rekening van

    het Vlaamse Gewest; 2° binnen zijn beleidsdomein, ofwel goederen te ve rwerven in naam en voor rekening van

    agentschappen met rechtspersoonlijkheid van het beleidsdomein, ofwel goederen te verwerven in eigen naam en voor eigen rekening, administratief te beheren tot aan de overdracht en over te dragen;

    3° informatie over onroerende goederen te bundelen en centraal beschikbaar te stellen; 4° een centraal meldingspunt voor verkoopsaanbiedi ngen uit te bouwen binnen het eigen

    beleidsdomein. § 5. Het agentschap heeft als taak ondersteuning te geven aan het Vlaams Agentschap [voor Geografische Informatie Vlaanderen]. § 6. Het agentschap heeft als taak een gronddatabank uit te bouwen en te beheren. Het agentschap vervult deze taak onder meer door : 1° informatie over kenmerken en gebruik van de bod em en gegevens over inrichtingsaspecten

    van de open ruimte op te slaan, te verwerken en te beheren; 2° zijn medewerking te verlenen bij de uitvoering van studies over de interpretatie van de

    gegevens naar hun economische, sociale en ruimtelijke implicaties; 3° te zorgen voor de opbouw, het beheer en de dist ributie van ruimtelijk gerefereerde

    gegevensbestanden en hun afgeleide informatieproducten in het kader van de milieudatabank.

    § 7. De taken van het agentschap met betrekking tot de open ruimte en het buitengebied zijn, op verzoek van de bevoegde diensten van de Vlaamse regering of de bevoegde agentschappen : 1° initiatieven bevorderen, medewerking verlenen a an initiatieven en initiatieven uitvoeren die

    kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van de open ruimte en het buitengebied. In het bijzonder verleent het agentschap zijn medewerking aan het natuurbehoud, het integraal waterbeleid, de bodembescherming, de algemene landschapszorg, de monumentenzorg, de archeologische monumentenzorg, de bebossing en de herbebossing;

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 12

    2° bijdragen aan de algemene beleidsondersteuning inzake de open ruimte en het buitengebied.

    [§ 8. Het agentschap wordt belast met de taken die overeenkomstig het decreet Vlaamse Grondenbank aan de Vlaamse Grondenbank zijn opgedragen.] Wijziging artikel : - In zijn geheel ingevoegd bij art. 12 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. V l. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) - § 2, eerste lid, § 3, tweede lid, 1°, § 5 gewijzi gd, § 8 toegevoegd bij art. 24 decr. 23 december 20 10 (B.S., 18 februari 2011, I : 10 d. na publicatie)

    [HOOFDSTUK VI. - Relatie met andere bestuursniveaus, beleidsdomeinen en actoren, inhoudelijke samenwerking en coördinatie, bevoegdheden]

    Opschrift ingevoegd bij art. 13 decr. 7 mei 2004 (B .S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) Art. 7. Het agentschap streeft zijn missie na en voert zijn taken uit om een bijdrage te leveren aan de beleidsvoorbereiding van het [beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie], met inbegrip van de milieuplanning en de regelgeving, of om het vastgestelde beleid uit te voeren. De beleidsvoorbereiding en de beleidsuitvoering maken het voorwerp uit van de door de Vlaamse regering en het departement aangestuurde beleids- en beheerscyclus. Wijziging artikel : - In zijn geheel vervangen bij art. 14 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. V l. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) - gewijzigd bij art. 25 decr. 23 december 2010 (B.S ., 18 februari 2011, I : 10 d. na publicatie) Art. 8. [In het kader van zijn missie en taken draagt het agentschap, in samenwerking binnen het beleidsdomein en gecoördineerd door de Vlaamse regering en het departement, bij tot : 1° de internationale, Europese, bovengewestelijke en intergewestelijke samenwerking en

    besluitvorming op milieugebied; 2° het stimuleren van de realisatie van de doelste llingen van het milieubeleid door andere

    beleidsdomeinen en de uitbouw van vormen van samenwerking hiervoor; 3° de realisatie van vormen van samenwerking met l okale overheden; 4° de realisatie van vormen van samenwerking met n iet-gouvernementele organisaties en

    belangengroepen.] Wijziging artikel : - In zijn geheel vervangen bij art. 15 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. V l. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) Art. 8bis. […]

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 13

    Wijziging artikel : - Ingevoegd bij art. 59, § 2 decr. 12 december 1990 ( B.S., 21 december 1990, in werking getreden op 21

    december 1990) - opgeheven bij art. 16 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 ju ni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006,

    BS., 19 mei 2006) Art. 9. [In het kader van zijn missie en taken draagt het agentschap, in samenwerking binnen het beleidsdomein en gecoördineerd door de Vlaamse regering en het departement, bij tot : 1° de volledige omzetting en toepassing van het in ternationale en Europese milieurecht en van

    de samenwerkingsakkoorden met de andere gewesten; 2° de communicatiestrategie en -planning van het b eleidsdomein, met inbegrip van

    sensibilisering en informatieverstrekking; 3° de realisatie van een breed maatschappelijk dra agvlak voor zijn missie en de bevordering

    van de maatschappelijke participatie daarin; 4° het gecoördineerde doelgroepenbeleid van het be leidsdomein; 5° de ontwikkeling van een zo goed mogelijk geïnt egreerd instrumentarium voor het

    milieubeleid; 6° het bepalen van de informatiebehoefte, de geïn tegreerde inzameling van gegevens en

    informatie en het geïntegreerde informatiebeheer; 7° de geïntegreerde aansturing van het wetenschappe lijk onderzoek.] Wijziging artikel :

    - Aldus in zijn geheel vervangen bij art. 8, §2 de cr. 7 juli 1998 (B.S. 20 oktober 1998, in werking g etreden op 20 oktober 1998)

    - § 3 opgeheven bij art. 15 decr. 7 mei 2004 (B.S. , 8 juni 2004, I : 1 april 2006 art. 2 Besl. Vl. Re g. 31 maart 2006 (B.S., 12 mei 2006))

    - in zijn geheel vervangen bij art. 17 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006)

    Art. 10. § 1. Het agentschap kan alle activiteiten verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen tot het vervullen van zijn missie of taken. § 2. Het agentschap kan, al dan niet namens het Vlaamse Gewest of namens andere agentschappen, de onroerende goederen verwerven die nuttig zijn voor de uitvoering van zijn missie en taken. Ze kan ze tevens vervreemden als dit niet langer het geval is. De Vlaamse regering kan het agentschap machtigen tot onteigening in de gevallen waarin ze oordeelt dat het verkrijgen van de goederen in kwestie noodzakelijk is in het algemeen belang. § 3. Het agentschap kan zijn eigendommen [uit de hand verhuren of verpachten] voorzover dat nuttig is voor de uitvoering van zijn missie en taken. § 4. Het agentschap kan wetenschappelijk onderzoek laten uitvoeren voorzover dat nuttig is voor de uitvoering van zijn taken. § 5. […]

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 14

    § 6. Het agentschap kan de voorkooprechten uitoefenen die door de regelgeving terzake aan het agentschap zijn opgedragen. § 7. Het agentschap voert de verplichte aankoop uit van bebouwde en onbebouwde onroerende goederen die door de regelgeving terzake aan het agentschap zijn opgedragen. § 8. Het agentschap kan bij de vervreemding van de eigen domeingoederen uitstel van betaling verlenen aan de koper. De koopprijs wordt terugbetaald tegen een door de Vlaamse Regering vast te stellen intrestvoet. De maximale termijn van terugbetaling is 20 jaar. Wijzigingen artikel :

    - In zijn geheel vervangen bij art. 18 decr. 7 mei 20 04 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006)

    - § 8 toegevoegd bij art. 2 decr. 8 mei 2009 (B.S., 2 5 juni 2009, I : 1 januari 2006) - § 3 gewijzigd, § 5 opgeheven bij art. 26 decr. 23 d ecember 2010 (B.S., 18 februari 2011, I : 10 d. na

    publicatie)

    [HOOFDSTUK VII. - De landinrichting]

    Opschrift vervangen bij art. 19 decr. 7 mei 2004 ( B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg . 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) Art. 11. Onverminderd de wetgeving op de ruilverkaveling, wordt voor de toepassing van dit decreet onder landinrichting verstaan het bevorderen, voorbereiden, integreren en begeleiden van maatregelen, handelingen en werken die uitgaan van de bevoegde overheden en gericht zijn op het vrijwaren, herwaarderen, en het meer geschikt maken van in artikel 12 opgesomde gebieden conform de bestemmingen toegekend door de wetgeving op de ruimtelijke ordening en de stedebouw. [De landinrichting wordt daarenboven ingezet voor de coördinatie van de inrichting en de projectsgewijze integrale inrichting van gebieden in uitvoering van de ruimtelijke ordening.] Wijziging artikel : - Tweede lid toegevoegd bij art. 100 decr. 27 maart 2009 (B.S., 15 mei 2009, I : 1 september 2009) Art. 12. [Landinrichting is uitsluitend van toepassing op de landelijke gebieden en de recreatiegebieden, evenals op de woongebieden met een landelijk karakter en de ontginningsgebieden, en de met een van deze gebieden vergelijkbare bestemmingsgebieden, aangewezen op de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening. De Vlaamse Regering kan bij wijze van uitzondering gronden in andere gebieden aan landinrichting onderwerpen voorzover het onmisbaar is voor de uitvoering van een landinrichtingsplan opgesteld krachtens artikel 13.] In zijn geheel vervangen bij art. 2 Decr. 19 mei 20 06 (B.S., 20 juni 2006, I : 10 d. na bekendmaking) Art. 13. §1. De landinrichting wordt tot stand gebracht door een geïntegreerd beleid. Hiertoe worden landinrichtingsplannen opgemaakt. §2. Voor die zones van een landinrichtingsplan en de bijhorende uitvoeringsprogramma’s die geheel of gedeeltelijk gelegen zijn binnen een speciale beschermingszone zoals bedoeld in het

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 15

    decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, moeten de maatregelen in het richtplan en het inrichtingsplan beantwoorden aan de noodzakelijke maatregelen bedoeld in artikel 36ter, §§ 1 en 2 van het voormelde decreet. §3. De Vlaamse regering bepaalt de te volgen procedure bij de opmaak van de landinrichtingsplannen, keurt de opgestelde plannen goed, legt een financieringsplan vast en beveelt de uitvoering. §4. De Vlaamse regering kan [het agentschap] belasten met de uitvoering van het landinrichtingsplan of gedeelten ervan. In voorkomend geval kan [het agentschap] gemachtigd worden tot onteigening ten algemenen nutte, tot verwerving in der minne of tot het afsluiten van overeenkomsten met eigenaars en vruchtgebruikers en met houders van zakelijke rechten van gronden waarop volgens artikel 12 van het decreet, de landinrichting haar toepassing vindt. Wanneer het landinrichtingsplan nieuwe werken omvat of wanneer bestaande of te wijzigen werken ingevolge het landinrichtingsplan aan het domein van een ander openbaar bestuur dienen toegewezen te worden, onderwerpt de Vlaamse regering het landinrichtingsplan aan een onderzoek de commodo et incommodo in elk van de gemeenten waar deze werken gelegen zijn. Na afsluiting van het onderzoek verstrekken de gemeenteraden een advies over het landinrichtingsplan en over de tijdens het onderzoek ingediende opmerkingen en bezwaren. Wanneer de gemeenteraad niet binnen drie maanden na verzending van het dossier kennis geeft van zijn advies, wordt het advies geacht gunstig te zijn. In voorkomend geval wijzigt de Vlaamse regering het landinrichtingsplan en keurt het definitief goed. Dit besluit tot goedkeuring bepaalt aan het domein van welk openbaar bestuur de werken worden toegewezen. De Vlaamse regering bepaalt de tussenkomst van het Gewest in de kostprijs van de door [het agenstschap] uitgevoerde werken. §5. De provincies, gemeenten, polders, wateringen, ruilverkavelingscomités en de door de Vlaamse regering aan te wijzen publiekrechtelijke rechtspersonen kunnen, mits hun instemming, door de Vlaamse regering belast worden met de uitvoering van het landinrichtingsplan of gedeelten ervan. De Vlaamse regering bepaalt de tussenkomst van het Gewest in de kostprijs van de door de in het eerste lid vermelde instellingen en besturen uitgevoerde werken. §6. Privaatrechtelijke rechtspersonen en natuurlijke personen kunnen met hun instemming door de Vlaamse regering belast worden met de uitvoering van het landinrichtingsplan of gedeelten ervan op hun gronden waarop volgens artikel 12 van het decreet, de landinrichting haar toepassing vindt. In voorkomend geval dienen zowel de eigenaars en de vruchtgebruikers als de houders van zakelijke rechten hun instemming te betuigen met de uitvoering van de werken. Deze instemming wordt vastgelegd in een tussen partijen opgestelde overeenkomst, die eveneens de nodige waarborgen omvat betreffende het beheer van de uit te voeren werken. Deze overeenkomst dient goedgekeurd door de Vlaamse regering. De Vlaamse regering bepaalt de tussenkomst van het Gewest in de kostprijs van de door de in het eerste lid vermelde personen uitgevoerde werken.

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 16

    Wijziging artikel : - §§ 4, 5 en 6 aldus toegevoegd bij art. 16 decr. 2 2 november 1995 (B.S., 6 februari 1996, in werking getreden op 16 februari 1996) - § 5 vervangen bij art. 3 decr. 8 december 2000 (B .S., 13 januari 2001, in werking 10 dagen na public atie) - § 2 vervangen bij art. 51 decr. 19 juli 2002 (B.S ., 31 augustus 2002, in werking 10 d. na publicatie ), gewijzigd bij art. 35 decr. 2004 - de woorden “de Maatschappij” vervangen door de woo rden “het agentschap” bij art. 35 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 m aart 2006, BS., 19 mei 2006) Art. 14. [Het agentschap] verleent [zijn medewerking] aan de landinrichting. Bij de uitvoering van de landinrichtingsplannen kan [het agentschap] door de Vlaamse regering gemachtigd worden controle uit te oefenen op de verrichtingen van de ontwerpers, de aannemers en de technici die belast zijn met studies, werken op opdrachten die moeten worden uitgevoerd krachtens de bepalingen van dit decreet. Tevens kan [het agentschap] [zijn medewerking] verlenen aan het beheer en de nazorg van de uitvoeringswerken. Wijziging artikel : - Eerste en derde lid gewijzigd bij art. 20 en de w oorden “de Maatschappij” vervangen door de woorden “het agentschap” bij art. 35 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maar t 2006, BS., 19 mei 2006)

    [HOOFDSTUK VIII. - Bestuur en werking van het agentschap]

    Opschrift vervangen bij art. 21 decr. 7 mei 2004 ( B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg . 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006)

    [AFDELING I. - Organen] Opschrift ingevoegd bij art. 22 decr. 7 mei 2004 (B .S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) Art. 15. [De organen van het agentschap zijn : 1° de algemene vergadering van aandeelhouders; 2° de raad van bestuur; 3° de gedelegeerd bestuurder van het agentschap, be last met het dagelijks bestuur; 4° de algemeen directeur die de gedelegeerd bestuur der van het agentschap bijstaat bij de uitoefening van het dagelijks bestuur. Onverminderd de bepalingen van het kaderdecreet, dit decreet, de wetten en decreten die voor de Vlaamse Gemeenschap en de eronder ressorterende instellingen een regeling inzake begroting, boekhouding, organisatie van de controle, en controle op subsidies invoeren en van de statuten, wordt de werking van deze organen aanvullend door het Wetboek van vennootschappen geregeld.] Wijziging artikel : - In zijn geheel vervangen bij art. 23 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. V l. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006)

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 17

    [AFDELING II. - Algemene vergadering van aandeelhouders]

    Opschrift ingevoegd bij art. 24 decr. 7 mei 2004 (B .S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) Art. 16. De algemene vergadering van aandeelhouders bestaat uit alle aandeelhouders van het agentschap. […] Aan de algemene vergadering wordt het verslag van de raad van bestuur en het verslag van de revisor meegedeeld. Ze beslist over de gevolgtrekkingen uit deze verslagen, alsmede over het ontwerp van de jaarrekeningen. Ze geeft kwijting aan de leden van de raad van bestuur. [Ze kan elk moment besluiten tot de uitgifte van nieuwe aandelen.] De statuten kunnen door haar worden gewijzigd mits de Vlaamse regering goedkeuring verleent. [De raad van bestuur kan te allen tijde overgaan] tot de oproeping van buitengewone algemene vergaderingen. Als om de oproeping verzocht wordt door aandeelhouders die ten minste één vijfde van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen, moet ze plaatsvinden binnen dertig dagen vanaf het verzoek. De statuten van het agentschap bepalen de nadere regels in verband met het statuut en de werking van de algemene vergadering. Wijziging artikel : - In zijn geheel vervangen bij art. 25 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. V l. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) - eerste lid en tweede lid gewijzigd bij art. 16 de cr. 23 december 2010 (B.S., 18 februari 2011, I : 1 0 d. na publicatie)

    [AFDELING III. - Raad van bestuur

    ONDERAFDELING I. - Bevoegdheid, delegatie van bevoegdheden] Opschrift ingevoegd bij art. 26 decr. 7 mei 2004 (B .S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg . 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) Art. 17. § 1. Onverminderd artikel 17 van het kaderdecreet wordt het agentschap bestuurd door een raad van bestuur. De gedelegeerd bestuurder van het agentschap en de algemeen directeur wonen de vergadering van de raad van bestuur bij met raadgevende stem. De raad van bestuur is, voor het bestuur van het agentschap, met de meest uitvoerige macht bekleed. Zo regelt hij onder meer wat volgt : 1° […] 2° hij beslist over de leningen […], geeft de waar borgen voor de verplichtingen die door het

    agentschap worden aangegaan en aanvaardt de aangeboden waarborg voor de tegenover hem genomen verbintenissen;

    3° hij bepaalt bij algemeen reglement en met de go edkeuring van de Vlaamse regering de

    rentevoet en de voorwaarden van de leningen van het agentschap; 4° hij stelt de programma’s vast voor de verwervin g, het beheer en de overdracht van gronden,

    gebouwen en bedrijven;

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 18

    5° [hij maakt het ontwerp van de begroting en het ontwerp van de aanpassing van de begroting op, alsook de verantwoordende ramingstaten en de memorie van toelichting, hij stelt de algemene rekening van het agentschap vast en oefent de bevoegdheden uit die hem worden toegekend door het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof;]

    6° hij sluit de overeenkomsten voor aannemingen va n werken, leveringen en diensten; 7° hij oefent de bevoegdheden uit die hem krachten s het besluit van de Vlaamse regering

    houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel, alsmede krachtens alle andere op het personeel van toepassing zijnde wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen, worden toegekend;

    8° hij neemt alle sommen en waarden in ontvangst d ie aan het agentschap toekomen, of hij

    belast zijn vertegenwoordigers met de inning ervan; 9° hij behandelt alle zaken die met de belangen va n het agentschap verband houden, en treft

    daaromtrent dadingen en compromissen; 10° hij geeft machtiging tot het aangaan van alle r echtsvorderingen; 11° hij ziet af van alle zakelijke rechten, voorrec hten en eisen tot ontbinding en verleent

    machtiging tot de opheffing van alle bevoorrechte of hypothecaire inschrijvingen, overschrijvingen, inbeslagname, verzet en alle andere verhindering, zonder de uitputting van de maatschappelijke schuldvorderingen of betalingen te hoeven rechtvaardigen. Hij mag dienaangaande zijn bevoegdheden overdragen aan de gedelegeerd bestuurder van het agentschap of aan een door deze laatste aangewezen ambtenaar;

    12° hij wijst de secretaris aan van elke coördinati ecommissie, van elk ruilverkavelingscomité en

    van elk ander orgaan, belast met de ruilverkaveling van landeigendommen en de landinrichting, en hij verstrekt, binnen de perken van de beschikbare gelden van het agentschap, voor elk voornoemd orgaan de nodige kredieten voor de uitvoering van de werken en voor alle andere nodige uitgaven voor de uitvoering ervan;

    13° hij wijst de secretaris aan van elk projectcomi té en elke projectcommissie, opgericht voor elk

    natuurinrichtingsproject. 14° binnen de perken van de wet, het decreet of he t reglement, beschikt hij over de fondsen die zich in bewaring, of op rekening-courant bevinden. § 2. De raad van bestuur kan de volgende bevoegdheden in geen geval delegeren : 1° het sluiten van de beheersovereenkomst, bedoeld in artikel 14 van het kaderdecreet

    Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003; 2° het vaststellen van het ondernemingsplan; 3° het goedkeuren van de rapportering over de uitv oering van de bedoelde

    beheersovereenkomst;

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 19

    4° de opmaak van het ontwerp van begroting; 5° de opmaak van het ontwerp van aanpassing van de begroting; 6° de opmaak van de algemene rekening; 7° de rapportering over de uitvoering van de begro ting; 8° de opmaak van de verantwoordende ramingsstaten en de memorie van toelichting. § 3. De raad van bestuur mag, onder zijn verantwoordelijkheid, een gedeelte van de bevoegdheden waarmee hij bekleed is, overdragen aan één of meer van zijn leden of aan de gedelegeerd bestuurder, met uitzondering van de bevoegdheden, bedoeld in § 2. De gedelegeerd bestuurder kan, mits de raad van bestuur goedkeuring verleent, bepaalde van deze bevoegdheden overdragen aan de door hem aangewezen ambtenaren van het agentschap, met uitzondering van de bevoegdheden, bedoeld in § 2. Deze delegatie geldt ad nutum. § 4. De raad van bestuur kan in zijn midden een bestuurscomité instellen dat belast is met de beslissingen over de verwerving van het eigendoms- of gebruiksrecht van eigendommen ter uitvoering van de missie en taken, bedoeld in artikelen 5, 6 en 6bis en hoofdstuk VII, die aan het agentschap zijn opgedragen. […] De statuten van het agentschap bepalen de nadere regels inzake werking en samenstelling van het bestuurscomité. Wijzigingen artikel :

    - In zijn geheel opgeheven bij art. 8, § 3 decr. 7 ju li 1998 (B.S., 20 oktober 1998, in werking getred en 20 oktober 1998)

    - artikel in nieuwe lezing opgenomen bij art. 27 decr . 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006)

    - § 1, tweede lid, inleidende zin gewijzigd, § 1, twe ede lid, 1° opgeheven, punt 14 toegevoegd aan § 1, tweede lid, § 4, tweede lid opgeheven bij art. 28 d ecr. 23 december 2010 (B.S., 18 februari 2011, I : 10 d. na publicatie)

    - §1, tweede lid, punt 5° vervangen bij art. 18 decr. 1 maart 2013 (B.S., 15 april 2013, I : 25 april 20 13)

    [ONDERAFDELING II. - Samenstelling, aanstelling, ontslag, werking] Opschrift ingevoegd bij art. 28 decr. 7 mei 2004 (B .S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) Art. 18 . § 1. De raad van bestuur [bestaat uit] minimum 13 en maximum 17 leden, waaronder een voorzitter en een vice-voorzitter. De Vlaamse regering bepaalt het aantal leden, benoemt en ontslaat de voorzitter, de vice-voorzitter en de overige leden van de raad. Zij bepaalt tevens de werking van de raad. Alleen de bestuurders die beschikken over de voor het agentschap relevante deskundigheid en ervaring ten aanzien van de missie, de taken en bevoegdheden, bedoeld in artikelen 5, 6, 6bis en 10 en hoofdstuk VII, van het agentschap, kunnen tot lid van de raad van bestuur van het agentschap worden aangesteld.

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 20

    [De leden van de raad van bestuur worden aangesteld door de Vlaamse Regering voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar als vermeld in artikel 18, § 1, eerste lid, van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 1 juli 2003. In geval van een algehele vernieuwing van de raad van bestuur vangt die termijn aan op de dag van de vergadering van de raad van bestuur na de algemene vergadering van aandeelhouders van het agentschap die volgt op de termijn, vermeld in artikel 18, § 1, eerste lid, van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 1 juli 2003.] § 2. Onder de leden van de raad van bestuur van het agentschap worden zoveel bestuurders benoemd als er provincies vertegenwoordigd zijn in de vergadering van aandeelhouders, op basis van een door deze provincies voorgedragen dubbele lijst waarbij elke provincie een mannelijke en een vrouwelijke kandidaat voordraagt. § 3. Voor zover dit niet is geregeld in het besluit van de Vlaamse regering, bedoeld in § 1, bepalen de statuten van het agentschap de nadere regels inzake het statuut en de werking van de raad van bestuur. § 4. Het mandaat van regeringsafgevaardigde is onverenigbaar met dat van : 1° een mandaat in het Europees Parlement, de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat, en een gemeenschaps- of gewestparlement; 2° het ambt van minister of staatssecretaris en de hoedanigheid van kabinetslid van de minister onder wiens toezicht het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap valt; 3° het ambt van personeelslid van het agentschap, h et mandaat van gedelegeerd bestuurder, algemeen directeur en bestuurder van het agentschap; 4° provinciegouverneur, lid van de deputatie van de provincieraad of lid van een provincieraad; 5° burgemeester, schepen of lid van een gemeenteraa d. Wijziging artikel :

    - In zijn geheel vervangen bij art. 29 decr. 7 mei 20 04 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006)

    - Derde lid van § 1 toegevoegd bij art. 18, § 4 toege voegd bij art. 19 decr. 21 april 2006 (B.S., 12 mei 2006, I : 1 juni 2006 art. 9 BVR 9 juni 2006 (B.S. , 11 juli 2006))

    - §4, vierde lid gewijzigd bij art. 6, leden van § 4 opgeheven met uitzondering van het vierde lid bij a rt. 15, 5° decr. 27 april 2007 (B.S., 29 juni 2007, I : 10 d. na bekendmaking)

    - § 1, eerste lid gewijzigd, § 4 vervangen bij art. 2 9 decr. 23 december 2010 (B.S., 18 februari 2011, I : 10 d. na publicatie)

    - §1, derde lid vervangen bij art. 19 decr. 1 maart 2013 (B.S., 15 april 2013, I : 25 april 2013)

    [AFDELING IV. - Het dagelijks bestuur Afdeling IV bestaande uit art. 18bis ingevoegd bij art. 30 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) Art. 18bis. § 1. Het dagelijks bestuur van het agentschap, alsook de vertegenwoordiging van het agentschap voor dat dagelijks bestuur, wordt opgedragen aan de gedelegeerd bestuurder van het agentschap. Hij wordt hierbij bijgestaan door een algemeen directeur die hem vervangt bij zijn afwezigheid. De Vlaamse regering stelt de gedelegeerd bestuurder aan evenals een algemeen directeur, die de gedelegeerd bestuurder bijstaat bij de uitoefening van het dagelijks bestuur. § 2. De gedelegeerd bestuurder van het agentschap is onder meer belast met de volgende taken van het dagelijks bestuur :

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 21

    1° de gedelegeerd bestuurder oefent de bevoegdhede n uit die hem krachtens het besluit van

    de Vlaamse regering houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel, alsmede krachtens alle andere op het personeel van toepassing zijnde wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen, worden toegekend;

    2° de gedelegeerd bestuurder woont de vergaderinge n van de raad van bestuur bij en vervult er

    het ambt van verslaggever. De gedelegeerd bestuurder heeft er raadgevende stem; 3° de gedelegeerd bestuurder is belast met de uitv oering van de beslissingen van de raad van

    bestuur en de algemene vergadering; 4° het dagelijks bestuur van maatschappelijke zake n wordt toevertrouwd aan de gedelegeerd

    bestuurder mits die hierover verslag uitbrengt aan de raad van bestuur. De gedelegeerd bestuurder mag onder zijn verantwoordelijkheid zekere bevoegdheden betreffende dat dagelijks bestuur aan de door hem aangewezen ambtenaren van het agentschap overdragen;

    5° de gedelegeerd bestuurder vertegenwoordigt [het agentschap] ten overstaan van derden in

    de verrichtingen die op dit dagelijks bestuur betrekking hebben en hij ondertekent de overeenkomsten die door het agentschap worden aangegaan. De gedelegeerd bestuurder levert afschriften en uittreksels uit de verslagen van de raad van bestuur en de algemene vergadering af. De gedelegeerd bestuurder mag onder zijn verantwoordelijkheid deze bevoegdheden aan de door hem aangewezen ambtenaren van het agentschap overdragen;

    6° de rechtsvorderingen worden op verzoek van de g edelegeerd bestuurder ingesteld; 7° de gedelegeerd bestuurder wijst de ambtenaren a an die hij belast met het ondertekenen, in

    naam van het agentschap, van de ruilverkavelingsakten, de aanvullende akten van ruilverkaveling en de natuurinrichtingsakten;

    8° de gedelegeerd bestuurder geeft handlichting va n alle bevoorrechte en hypothecaire

    inschrijvingen, als de kwijtschelding van de schuld uit de akte blijkt. De gedelegeerd bestuurder mag zijn bevoegdheden terzake overdragen aan de door hem aangewezen ambtenaren;

    9° de gedelegeerd bestuurder leidt het werk van de personeelsleden van het agentschap en

    oefent er toezicht op uit; 10° het agentschap wordt in alle gevallen ten opzic hte van derden vertegenwoordigd door de

    gedelegeerd bestuurder, zonder dat die een bewijs van zijn mandaat of van de door de raad van bestuur of door de algemene vergadering genomen beslissing hoeft voor te leggen.

    De statuten bepalen nadere regels met betrekking tot het begrip dagelijks bestuur en de bevoegdheden van de gedelegeerd bestuurder en de algemeen directeur van het agentschap. Wijziging artikel : - In zijn geheel ingevoegd bij art. 30 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. V l. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006)

    [HOOFDSTUK IX. - De beheersovereenkomst

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 22

    Hoofdstuk IX bestaande uit art. 18ter ingevoegd bij art. 31 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) Art. 18ter. De voorwaarden en de procedure voor de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst worden vastgelegd in een, na onderhandeling gesloten, beheersovereenkomst als bedoeld in artikel 14 van het kaderdecreet tussen het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering en het agentschap, vertegenwoordigd door zijn raad van bestuur. ] Wijziging artikel : - In zijn geheel ingevoegd bij art. 18ter ingevoegd bij art. 31 decr. 7 mei 2004 ( B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006)

    [HOOFDSTUK X. - Financiële bepalingen

    AFDELING I. - Inkomsten

    Hoofdstuk X bestaande uit art. 18quater en art. 18q uinquies ingevoegd bij art. 32 decr. 7 mei 2004 (B. S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 200 6, BS., 19 mei 2006) Art. 18quater. § 1. Het agentschap kan beschikken over de volgende ontvangsten : 1° dotaties; 2° leningen; 3° fiscale heffingen voorzover ze bij decreet toeg ewezen zijn aan het agentschap; 4° retributies voorzover ze bij decreet toegewezen zijn aan het agentschap; 5° ontvangsten uit daden van beheer of beschikking met betrekking tot eigen domeingoederen; 6° schenkingen en legaten in contanten [of schenki ngen en legaten van goederen of rechten].

    De raad van bestuur beoordeelt vooraf de opportuniteit en de risico’s van de aanvaarding; 7° inkomsten uit eigen participaties en uit door h et agentschap verstrekte leningen aan derden; 8° opbrengsten uit de verkoop van eigen participat ies; 9° de subsidies waarvoor het agentschap als beguns tigde in aanmerking komt; 10° terugvorderingen van ten onrechte gedane uitgav en; 11° vergoedingen voor prestaties aan derden, volgen s de voorwaarden, bepaald in de

    beheersovereenkomst; 12° opbrengsten uit intellectuele rechten; 13° terugbetaling van kapitaal en interesten van de aan het agentschap overgedragen leningen

    bij het Landbouwinvesteringsfonds. § 2. Tenzij het bij decreet anders is bepaald, worden de ontvangsten, bedoeld in § 1, beschouwd als ontvangsten die bestemd zijn voor de gezamenlijke uitgaven.

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 23

    § 3. De Vlaamse regering kan aan het agentschap terugvorderbare voorschotten verstrekken, ter aanvulling van de inkomsten van het agentschap. De regels van aanvraag, vaststelling, toekenning en terugbetaling van deze voorschotten worden door de Vlaamse regering vastgesteld. Ter uitvoering van de aan het agentschap opgedragen missie, taken en bevoegdheden, bedoeld in artikelen 5, 6, 6bis en 10 en hoofdstuk VII, kan het agentschap aan prefinanciering doen. Wijzigingen artikel : - In zijn geheel ingevoegd bij art. 32 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. V l. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) - §1, punt 6° gewijzigd bij art. 20 decr. 1 maart 2013 (B.S., 15 april 2013, I : 25 april 2013)

    [Afdeling II. - Commissaris]

    - Afdeling II bestaande uit art. 18quinquies ingevoeg d bij art. 32 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 m ei 2006)

    - Opschrift vervangen bij art. 22 decr. 28 februari 2 014 (B.S., 25 maart 2014, I : 1 oktober 2013) Art. 18quinquies. [Met behoud van de toepassing van het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, wordt de controle op de financiële toestand, op de jaarrekening en op de regelmatigheid, ten aanzien van de wetten, decreten en de statuten van de vennootschap, van de in de jaarrekening weergegeven verrichtingen opgedragen aan een commissaris, natuurlijke of rechtspersoon, ingeschreven in het openbaar register van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Met behoud van de toepassing van het decreet, vermeld in het eerste lid, heeft de commissaris de rechten, verplichtingen, taken en bevoegdheden die in het Wetboek van Vennootschappen zijn bepaald. Als de publiekrechtelijke aard van de VLM dat vereist, kan de Vlaamse Regering de opdracht en de actiemiddelen van de commissaris uitbreiden. Met behoud van de toepassing van het decreet, vermeld in het eerste lid, wordt de commissaris benoemd voor een hernieuwbare termijn van drie jaar door de algemene vergadering die ook de bezoldiging van de commissaris bepaalt. Deze bezoldiging is ten laste van de vennootschap. Met behoud van de toepassing van andere onverenigbaarheden die op de functie van commissaris toepassing vinden, gelden voor de commissaris dezelfde onverenigbaarheden als voor het mandaat van regeringsafgevaardigde bij het agentschap. Daarenboven is de functie van commissaris onverenigbaar met het mandaat van regeringsafgevaardigde bij het agentschap.] De boekhouding van het agentschap wordt gevoerd volgens de wetgeving op de boekhouding en de jaarrekeningen van de ondernemingen. Het agentschap voert een economische boekhouding met een analytische component.

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 24

    Wijziging artikel : - In zijn geheel ingevoegd bij art. 32 decr. 7 mei 20 04 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl . Reg. 31

    maart 2006, BS., 19 mei 2006) - Vijfde lid toegevoegd bij art. 20 decr. 21 april 2006 (B.S., 12 mei 2006, , I : 1 j uni 2006 art. 9 BVR 9

    juni 2006 (B.S., 11 juli 2006)) - art. 31 vervangt opschrift van Hoofdstuk X en art. 32 vervangt het eerste tot en met het vierde lid

    decr. 23 december 2010, artikel treden in werking o p de datum van inwerkingtreding van het decreet van 7 mei 2004 houdende regeling van de begrotingen , de boekhouding, de controle inzake subsidies, en de controle door het Rekenhof (B.S., 18 februari 2011)

    - eerste tot en met vierde lid vervangen door art. 23 decr. 28 februari 2014 (B.S., 25 maart 2014, I : 1 oktober 2013)

    [HOOFDSTUK XI. - Pensioenregeling

    Hoofdstuk XI bestaande uit art. 18sexies ingevoegd bij art. 33 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006) Art. 18sexies. Het agentschap is ertoe gemachtigd deel te nemen aan de pensioenregeling, ingesteld bij de wet van 28 april 1958 betreffende het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut, alsmede van hun rechthebbenden. ] Wijziging artikel : - In zijn geheel ingevoegd bij art. 33 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006)

    HOOFDSTUK XII. - Slotbepaling

    Hoofdstuk XII bestaande uit art. 18septies ingevoeg d bij art. 34 decr. 7 mei 2004 (B.S., 11 juni 2004 , I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 200 6) Art. 18septies. Tot de inwerkingtreding van het [decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof], zijn de artikelen 2, 3, 4, 5, 6 en 6bis en 13 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut van toepassing op het agentschap. Voor de toepassing van voormelde wetsbepalingen wordt het agentschap beschouwd als een organisme van categorie B. Wijziging artikel :

    - In zijn geheel ingevoegd bij art. 34 decr. 7 mei 20 04 (B.S., 11 juni 2004, I : 1 april 2006, Besl. Vl. Reg. 31 maart 2006, BS., 19 mei 2006)

    - In zijn geheel vervangen bij art. 6 decr. 27 april 2007 (B.S., 29 juni 2007, I : 10 d. na bekendmaking ) - Gewijzigd bij art. 33 decr. 23 december 2010 (B.S., 18 februari 2011, I : 9 juli 2007) - Gewijzigd bij art. 85 decr. 8 juli 2011 (B.S., 5 au gustus 2011, I : 1 januari 2012)

    [ Art. 18octies. Voor wat het Vlaamse Gewest betreft, moeten in de wets- en verordeningsbepalingen inzake ruilverkaveling de vermeldingen « Nationale Landmaatschappij » en « NLM » respectievelijk als « Vlaamse Landmaatschappij » en « VLM » worden gelezen.] Wijziging artikel :

    - Artikel ingevoegd bij art. 34 decr. 23 december 201 0 (B.S., 18 februari 2011, I : 1 januari 1989) Art. 19. Dit decreet treedt in werking op 1 januari 1989, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3, 4 en 5 die in werking treden de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt.

    ***********

  • Officieus geconsolideerde tekst VLM – lw 28 februari 2014 (BS 25 maart 2014) 25

    Machtigingsbepaling en bepaling tot inwerkingtredin g– Hoofdstuk III bestaande uit artikel 36 en Hoofdstuk IV bestaande uit artikel 37 van het de creet van 7 mei 2004 houdende wijziging van het decreet van 21 december 1988 houdende opric hting van de Vlaamse Landmaatschappij

    HOOFDSTUK III. - Machtigingsbepaling Art. 36. § 1. De Vlaamse regering wordt ermee belast de bestaande wets- en decreetsbepalingen te wijzigen, aan te vullen of te vervangen of op te heffen om ze in overeenstemming te brengen met dit decreet en het kaderdecreet. De besluiten die krachtens deze bepaling worden vastgesteld, houden op uitwerking te hebben als ze niet bij decreet zijn bekrachtigd binnen negen maanden na de datum van de inwerkingtreding ervan. De bekrachtiging werkt terug tot deze laatste datum. De in deze paragraaf aan de Vlaamse regering opgedragen bevoegdheid vervalt negen maanden na de inwerkingtreding van dit decreet. Na die datum kunnen de besluiten die krachtens deze paragraaf zijn vastgesteld en zijn bekrachtigd alleen bij een decreet worden gewijzigd, aangevuld, vervangen of opgeheven. § 2. De Vlaamse regering kan de bepalingen van de decreten betreffende de Vlaamse Landmaatschappij coördineren, alsook de bepalingen die daarin uitdrukkelijk of stilzwijgend wijzigingen hebben aangebracht tot het tijdstip van de coördinatie. Te dien einde kan zij : 1° de te coördineren bepalingen anders inrichten, inzonderheid opnieuw ordenen en

    vernummeren; 2° de verwijzingen in de te coördineren bepalingen dienovereenkomstig vernummeren; 3° de te coördineren bepalingen met het oog op ond erlinge overeenstemming en eenheid van

    terminologie herschrijven zonder te raken aan de erin neergelegde beginselen. De coördinatie treedt pas in werking nadat ze bij decreet wordt bekrachtigd.

    HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling Art. 37. De Vlaamse regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt.