DECEMBER 2016 - NUMMER 30 - HVPA · 2018-10-29 · Presentatie van het boek ‘Rotterdam Zevenkamp...

12
INHOUD 1. Van de voorzier 2. Herinneringen aan de Immanuelkerk 4. Straatnamen in de Prins Alexander- polder: de Jan Beyerinckstraat 5. Bijzondere wegen in Prins Alexander: de Kralingseweg 7. Speeltuin in Het Lage Land 9. Terugblik op deelgemeente Prins Alexander 10. Kralingseveer, ooit centrum van zalmvisserij 12. Colofon AGENDA - 19 januari Lezing over Vrouwen en de Wederopbouw door Dik Vuik, georganiseerd door Anders Ouder Worden van Pluspunt en de histori- sche commissie ‘De Ommoordse Polder’. Aanvang: 13.30 uur Locae: Huis van de Wijk Gerard Goosenflat, Thomas Mannplaats 150 - 19 januari Presentae van het boek ‘Roerdam Zevenkamp 35 jaar. De pioniers, de doeners en de talenten’. Aanvang: 16.00 uur Locae: Recreaecentrum Zevenkampse Ring, Zevenkampse Ring 301 - tot mei 2017 Exposie ‘IJspret aan de IJssel’ over alle aspecten van ouderwetse winters. Iedere zaterdag van 13.00 tot 16.00 uur Locae: Beijerinck gemaal, Bermweg 13, Capelle aan den IJssel. HVPA De Historische Vereniging Prins Alexander doet onderzoek naar de geschiedenis van de Prins Alexanderpolder, zijn bewoners en bedrijvigheid. E-mail: [email protected] Website: www.hvpa.nl Facebook: @HVPrinsAlexander Twier: @HistVerPA Foto van Henk Bast op de muur van het tunneltje. DECEMBER 2016 - NUMMER 30 VAN DE VOORZITTER In de tunnelonderdoorgang bij NS Station Alexander hangen inmiddels een aantal historische foto’s van het station en van de polder. Een prachtig initiatief van stichting Hart voor Prins Alexander. De begeleidende tekst ver- wijst naar het feit dat de treinreiziger, komend vanuit Utrecht CS naar Rotterdam Alexander, ruim zes meter afdaalt. Die opmerking past wonderwel bij de recente serie van EO en VRT ‘Als de dijken breken’. Het lijkt alsof deze kijkcijferhit Nederlanders massaal doordrongen heeft van het gegeven dat we in ons land voor een belangrijk deel onder de zeespiegel leven en dat het van groot belang is om sterke dijken te hebben. Maar hoe realistisch is de se- rie? De serie is uiteraard niet gebaseerd op diepgaand wetenschappelijk onder- zoek, maar de makers baseerden zich op informatie van Rijkswaterstaat, wa- teradviesbureau Deltares, de TU Delft en het Rode Kruis. Wetenschappers melden desgevraagd dat het met één enkele doorbraak van de duinen bij Katwijk eigenlijk niet goed mogelijk is dat de gehele Randstad, het gebied van Dijkring 14, onder water komt te staan. Ook constateren zij dat het realistischer was geweest als gekozen was voor meerdere dijkdoorbraken langs onze rivieren. En in het algemeen over de waterveiligheid: Nederland is veilig, maar absolute veiligheid bestaat niet en het is uiterst onrealistisch om te denken dat de Nederlandse Delta nooit meer getroffen zal worden door een grote overstroming. Hoe dan ook, uw in Ommoord wonende voorzitter heeft toch maar even de site www.overstroomik.nl geraadpleegd, een site van de Rijksoverheid, die op postcode een overzicht geeft van het risico van overstroming en de gevolgen. De kans dat Ommoord geconfronteerd wordt met een overstroming, is minder dan 1%. Maar als het gebeurt, stijgt het water snel tot vier meter en er is geen water, elektriciteit, gas, toilet en inter- net meer. Ook niet echt bemoedigend is de opmerking: ‘in jouw regio kan bijna niemand op tijd het gebied verlaten…’ Dat wordt dus toch een rubberbootje op zolder achter de hand houden. Overigens, Het Lage Land heet niet voor niets Het Lage Land: daar kunnen bewoners rekenen op een overstroming tot maximaal 5½ meter. De televisieserie ‘Als de dijken breken’ houdt ons dus een spiegel voor. Het idee dat evacuatie lastig, zo niet

Transcript of DECEMBER 2016 - NUMMER 30 - HVPA · 2018-10-29 · Presentatie van het boek ‘Rotterdam Zevenkamp...

Page 1: DECEMBER 2016 - NUMMER 30 - HVPA · 2018-10-29 · Presentatie van het boek ‘Rotterdam Zevenkamp 35 jaar. De pioniers, de doeners en de talenten’. Aanvang: 16.00 uur Locatie:

INHOUD 1. Vandevoorzitter2. Herinneringen aan de Immanuelkerk4. Straatnamen in de Prins Alexander- polder: de Jan Beyerinckstraat5. Bijzondere wegen in Prins Alexander: de Kralingseweg7. Speeltuin in Het Lage Land9. Terugblik op deelgemeente Prins Alexander10. Kralingseveer, ooit centrum van zalmvisserij12. Colofon

AGENDA- 19 januariLezing over Vrouwen en de Wederopbouw door Dik Vuik, georganiseerd door Anders Ouder Worden van Pluspunt en de histori-sche commissie ‘De Ommoordse Polder’. Aanvang: 13.30 uur Locatie:HuisvandeWijkGerardGoosenflat,ThomasMannplaats150- 19 januari Presentatievanhetboek‘RotterdamZevenkamp 35 jaar. De pioniers, de doeners en de talenten’. Aanvang: 16.00 uur Locatie:RecreatiecentrumZevenkampseRing,ZevenkampseRing301- tot mei 2017Expositie‘IJspretaandeIJssel’overalleaspecten van ouderwetse winters.Iedere zaterdag van 13.00 tot 16.00 uurLocatie:Beijerinckgemaal,Bermweg13,Capelle aan den IJssel.

HVPADe Historische Vereniging Prins Alexander doet onderzoek naar de geschiedenis van de Prins Alexanderpolder, zijn bewoners en bedrijvigheid.E-mail: [email protected]: www.hvpa.nlFacebook: @HVPrinsAlexanderTwitter:@HistVerPA

Foto van Henk Bast op de muur van het tunneltje.

DECEMBER 2016 - NUMMER 30

VAN DE VOORZITTERIn de tunnelonderdoorgang bij NS Station Alexander hangen inmiddels een aantal historische foto’s van het station en van de polder. Een prachtig initiatief van stichting Hart voor Prins Alexander. De begeleidende tekst ver-wijst naar het feit dat de treinreiziger, komend vanuit Utrecht CS naar Rotterdam Alexander, ruim zes meter afdaalt. Die opmerking past wonderwel bij de recente serie van EO en VRT ‘Als de dijken breken’. Het lijkt alsof deze kijkcijferhit Nederlanders massaal doordrongen heeft van het gegeven dat we in ons land voor een belangrijk deel onder de zeespiegel leven en dat het van groot belang is om sterke dijken te hebben. Maar hoe realistisch is de se-rie? De serie is uiteraard niet gebaseerd op diepgaand wetenschappelijk onder-zoek, maar de makers baseerden zich op informatie van Rijkswaterstaat, wa-teradviesbureau Deltares, de TU Delft en het Rode Kruis. Wetenschappers melden desgevraagd dat het met één enkele doorbraak van de duinen bij Katwijk eigenlijk niet goed mogelijk is dat de gehele Randstad, het gebied van Dijkring 14, onder water komt te staan. Ook constateren zij dat het realistischer was geweest als gekozen was voor

meerdere dijkdoorbraken langs onze rivieren. En in het algemeen over de waterveiligheid: Nederland is veilig, maar absolute veiligheid bestaat niet en het is uiterst onrealistisch om te denken dat de Nederlandse Delta nooit meer getroffen zal worden door een grote overstroming.Hoe dan ook, uw in Ommoord wonende voorzitter heeft toch maar even de site www.overstroomik.nl geraadpleegd, een site van de Rijksoverheid, die op postcode een overzicht geeft van het risico van overstroming en de gevolgen. De kans dat Ommoord geconfronteerd wordt met een overstroming, is minder dan 1%. Maar als het gebeurt, stijgt het water snel tot vier meter en er is geen water, elektriciteit, gas, toilet en inter-net meer. Ook niet echt bemoedigend is de opmerking: ‘in jouw regio kan bijna niemand op tijd het gebied verlaten…’ Dat wordt dus toch een rubberbootje op zolder achter de hand houden. Overigens, Het Lage Land heet niet voor niets Het Lage Land: daar kunnen bewoners rekenen op een overstroming tot maximaal 5½ meter.De televisieserie ‘Als de dijken breken’ houdt ons dus een spiegel voor. Het idee dat evacuatie lastig, zo niet

Page 2: DECEMBER 2016 - NUMMER 30 - HVPA · 2018-10-29 · Presentatie van het boek ‘Rotterdam Zevenkamp 35 jaar. De pioniers, de doeners en de talenten’. Aanvang: 16.00 uur Locatie:

2 HVPA Nieuwsbrief 30| december 2016

onmogelijk zal zijn, gecombineerd met het feit dat we allemaal (of in ieder geval alle Nederlanders die beneden NAP leven) ooit, vroeg of laat, slecht geëquipeerde vluchtelingen kunnen

Rick de Wit

Ons gezin kwam in 1968 in Het Lage Land wonen, in de De Klerkstraat. Op nog geen tweehonderd meter afstand van de kerk. Nou ja, van de toekomsti-ge kerk. In afwachting van de ‘stenen’ kerk werd op 13 september 1964 de Immanuelkapel geopend. Een houten noodkerk, die vijf jaar lang dienst zou doen. De jaarlijkse ‘bazar’ in de noodkerk was een hoogtepunt. Met een rad van avontuur en andere acties werd geld ingezameld voor de bouw van de defi-nitieve kerk. In 1969 opende de echte kerk haar deuren. In een brochure uit 1989, verschenen ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van de kerk, legt architect Henk Hupkes nog eens uit wat hij beoogde. ‘De ingang, via de klokkentoren, accentueert de opgang naar de - boven de onderbouw gelegen - kerkruimte, die weer zijn bekroning vindt in het triniteitsteken boven het liturgisch centrum. Dit teken valt samen met de sculptuur van de toren.’ De kerk is sinds 2010 een gemeentelijk monument.

Witte kerstVoor gemeenteleden en alle overige polderbewoners was de kerk vanaf het eerste moment nadrukkelijk aanwezig: via de klokken die uitslapen op zondagmorgen tot een moeilijke opgave maakten. Vaak kwamen mijn broer Onno en ik in het begin niet in de kerk.

Begin 2016 werd de Immanuelkerk in Het Lage Land buiten gebruik gesteld. Voor duizenden inwoners van Het Lage Land is deze (van origine hervormde) kerk een plaats waar veel voetstappen en herinneringen liggen. Op verzoek van de redactie van de HVPA nieuwsbrief blikt Rick de Wit terug op zijn verleden in en met de kerk.

worden die wanhopig op zoek moeten naar een nieuw bestaan, stemt buitenge-woon tot nadenken.

HERINNERINGEN AAN DE IMMANUELKERK

Voor kinderen in de lagere schoolleef-tijd was er in de naastgelegen Willem Alexanderschool altijd zondagschool. Je moest dan weliswaar ook op zondag naar school, maar dat was prettiger dan stilzitten in de kerk en in je kriebelende ’s zondagse kleren luisteren naar een hele lange preek. Speciale herinneringen bewaar ik aan bijzondere kerkdiensten. Bijvoorbeeld de kerstnachtdienst, op kerstavond om elf uur ’s avonds naar de kerk. Met als hoogtepunt die avond ergens in de jaren zeventig (was het 1976?) toen het tijdens de dienst was gaan sneeuwen en we om tien over twaalf een witte kerst inliepen.

KerkenwerkOndertussen werd mijn vader in het kerkenwerk gezogen. Hij werd lid van de diaconie, de liefdadigheidsdienst van de kerk. Dit betekende af en toe chaufferen, ouderen vóór de kerkdienst halen en nadien weer naar huis brengen. Of, enkele keren per jaar, een tocht rijden, bijvoorbeeld door de bloeiende Betuwe. Maar kerkenwerk betekende vooral veel vergaderen. In de avond, soms tot na middernacht, in een rokerig zaaltje. Samenwerking verliep binnen de kerk feitelijk net zoals daarbuiten: vergaderdiscipline is een vak dat niet iedereen beheerst, er werden machts-spelletjes gespeeld, er ontstonden verhoudingen, huwelijken liepen op de

klippen. Televisiesoaps bestonden nog niet, maar scripts waren voorhanden. In huize De Wit was het daags na zo’n vergadering altijd smullen aan de ontbijttafel.

TienerdienstenAl snel werd geconstateerd dat de over-gang van zondagsschool naar ‘volwas-senen kerk’ te groot was, veel jongeren haakten af. Een vervolg op de zondag-school werd al in 1967 opgericht, de Tienerdienst, aanvankelijk Jeugdkerk geheten. Juffrouw Käti van Bergen was jarenlang de drijvende kracht achter al het jeugdwerk in de Immanuelkerk. Aan het einde van de jaren zeventig en het begin van de jaren tachtig was ik nauw betrokken bij de organisatie van de Tienerdiensten. In één van de benedenzaaltjes kwamen we op zondagmorgen met 15 tot 25 jongeren bijeen om te praten, zingen, luisteren en bidden. Onder hen bijvoorbeeld Jils Amesz en Wiert Sarolea die later predi-kant werden. Jils werkt(e) in Bolnes en Zevenkamp. Ook anderen uit de groep gingen theologie studeren, zoals Dick Koelega. De Tienerdienstleiding uit de eerste helft van de jaren tachtig is nog steeds een hechte vriendengroep.

Maatschappelijk betrokkenEen, in mijn ogen, hoogtepunt in het bestaan van de Immanuelkerk was de viering van 12,5 jaar

Voor nu wens ik alle leden en belang-stellenden van de HVPA een veilig en vooral ook prettig 2017 toe! Onno de Wit

Page 3: DECEMBER 2016 - NUMMER 30 - HVPA · 2018-10-29 · Presentatie van het boek ‘Rotterdam Zevenkamp 35 jaar. De pioniers, de doeners en de talenten’. Aanvang: 16.00 uur Locatie:

3HVPA Nieuwsbrief 30 | december 2016

Tienerdiensten in 1979. De werkgroep Tienerdiensten organiseerde op zaterdag 6 oktober 1979 de manifestatie ‘Wordt de kerk nog wakker?’, over geloven, de kerk en de maatschappij in de jaren tachtig. Het was een pleidooi van maatschappelijk betrokken christendom. Sprekers waren onder meer Sienie Strikwerda en Herman Wiersinga. De manifestatie werd landelijk opgepikt - de NCRV maakte opnamen - misschien wel meer dan door de lokale kerkgemeenschap. Het kerkbestuur zat overwegend met de ‘linkse’ toonzetting van de manifestatie in ‘hun’ kerk in de maag. Enkele jaren later staken zelfde discussies de kop op, toen sprake was van opvang van uit-geprocedeerde illegalen in de kerk. Dit leidde enkele jaren lang tot Nederlandse les door vrijwilligers aan buitenlanders. Ja, zo heette dat toen gewoon nog.

Rockband Ondertussen was, door enkele Tienerdienstleden, Idéfix opgericht.

Idéfix, genoemd naar het hondje uit Asterix en Obelix, was een open jongerensociëteit op zaterdagavond in de grote benedenzaal van de kerk. Met disco en live-bandjes. In de gerefor-meerde Verrijzeniskerk ontstond een vergelijkbaar initiatief, Tarcus. De ene week kon je naar de ene sociëteit, de andere week naar de andere. Het ging er, zeker aanvankelijk, gemoedelijk aan toe, van drugs- of drankmisbruik was geen sprake. Wel kwam op een avond een groot deel van het pleisterwerk in de grote benedenzaal naar beneden, tijdens een optreden van de rockband Indication. Een kwestie van iets teveel decibels! Er ontstonden twijfels of dit soort activiteiten wel in de kerk thuishoor-den. Dit werd versterkt toen bleek dat het open karakter te veel ongenode gasten aantrok. Inmiddels kent elke Rotterdamse uitgangsgelegenheid min-stens één ‘klerenkast’ voor de ingang. Hoe overzichtelijk en onschuldig was het uitgangsleven destijds.

Bepalende periodeTienerdienst, Idéfix, soms was ik halve weekenden in de kerk. Welke ouder wenste dat niet? Achteraf heb ik me gerealiseerd dat een groep jongeren, weliswaar tegen wil en dank van som-migen, destijds ongelooflijk veel ruimte kreeg in de Immanuelkerk. Letterlijk: we kregen de sleutel en konden onze gang gaan, en figuurlijk: er waren heel veel activiteiten mogelijk. Voor tientallen jongeren is het een bepalende periode in hun leven geweest. Het is vreemd te weten dat dat gebouw nu is gesloten en naar verluid ook verkocht.Tenslotte, over mijn allermooiste dag in de Immanuelkerk heb ik u nog niet verteld. Op 18 mei 1983 traden mijn lief Marianne Minderhoud en ik er in het huwelijk. Naast onze gasten en belangstellenden was natuurlijk ook het kosterduo Diana en Peter van Es aanwezig. Zij zijn voor mij de con-stante factor in meer dan veertig jaar Immanuelkerk.

Page 4: DECEMBER 2016 - NUMMER 30 - HVPA · 2018-10-29 · Presentatie van het boek ‘Rotterdam Zevenkamp 35 jaar. De pioniers, de doeners en de talenten’. Aanvang: 16.00 uur Locatie:

4 HVPA Nieuwsbrief 30| december 2016

Jan Anne Beijerinck was de grote droogmaker van de Prins Alexanderpolder. Hij werd geboren op 4 december 1800 in Lent en overleed in Den Haag op 26 maart 1874. Hij was waterbouwkundige en is vooral bekend vanwege de droogmaking van de Haarlemmermeer en een ontwerp voor gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee, het zogenaamde Plan Beijerinck.

Verbetering afwateringJan Anne Beijerinck was de zoon van Willem Beijerinck, commissarisin-specteur bij Rijkswaterstaat, en Baukje Maria Dibbetz. Hij werd opgeleid door zijn vader en na diens vroegtijdig overlijden door zijn broer Martinus Gijsbertus Beijerinck.In 1818 werd hij benoemd tot assistent bij het onderzoek naar de verbetering

van de afwatering in de districten Nijmegen en Maas en Waal en daarna als opzichter bij werken in de Tielerwaard. In 1825 werd hij benoemd tot ‘aspirant-ingenieur’.Vanaf maart 1826 was hij onder hoof-dingenieur Jan Willem de Thomère be-last met het ontwerpen en de uitvoering van de Zuidplaspolder. Na in 1834 tot ‘ingenieur 2e klasse’ te zijn bevorderd ontwierp hij samen met Frederik Willem Conrad (1800-1870) de indij-king en uitbreiding van Rotterdam.

HoofdingenieurVanaf 1837 werkte Beijerinck aan de droogmaking van de Haarlemmermeer. Nog voor de voltooiing volgde hij Abraham Caland op als hoofdingenieur van Zeeland. In april 1858 werd hij overgeplaatst naar Zuid-Holland, waar hij onder meer de Schielandplassen inpolderde. In 1847 was Beijerinck één van de medeoprichters van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs.In 1853 werd hij benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Beijerinck ligt begraven op begraaf-plaats Oud Eik en Duinen in Den Haag.

HaarlemmermeerOp 6 november 1837 werd Beijerinck bij ministerieel besluit belast met de droogmaking van de Haarlemmermeer, zijn grootste werk. Voor deze droogma-king ontwierp hij onder meer de stoom-gemalen De Cruquius, De Leeghwater en De Lynden. Beijerinck zat in talloze commissies die advies uitbrachten aan de regering over de meest uiteenlopen-de waterbouwkundige problemen.Ook uit het buitenland werd hem om advies gevraagd, bijvoorbeeld voor

de droogmaking van de moerassen in de omgeving van New Orleans en de aanleg van zeehavens in de voormalige Deense hertogdommen Sleeswijk en Holstein. Het laatste leverde hem een benoeming tot ridder in de Orde van de Dannebrog op.

Bronnen- Wikipedia- ‘De Prins Alexanderpolder en Rotterdam. Van Veenmoeras tot polderstad’- ‘De Alexanderpolder drooggemalen’, ir. K. van der Pols.

Suggesties voor straten?Wilt u graag weten waar uw straatnaam vandaan komt? Laat het ons weten en stuur een email naar Frans Helleman: [email protected]

STRAATNAMEN IN DE PRINS ALEXANDERPOLDER DE JAN BEYERINCKSTRAAT Frans Helleman zal in de komende nieuwsbrieven de straatnamen in ons gebied onder de loep nemen. Waar komen ze vandaan? De tweede straatnaam die hij behandelt is de Jan Beyerinckstraat, een straat in de wijk Prinsenland. Wonderlijk dat de straatnaam met een y is geschreven, de naam Jan Anne Beijerinck, wordt toch echt geschreven met een ij.

Frans Helleman

Gevelsteen op het Jan Anne Beijerinckgemaal in Capelle aan den IJssel.

Jan Anne Beijerinck.

Page 5: DECEMBER 2016 - NUMMER 30 - HVPA · 2018-10-29 · Presentatie van het boek ‘Rotterdam Zevenkamp 35 jaar. De pioniers, de doeners en de talenten’. Aanvang: 16.00 uur Locatie:

5HVPA Nieuwsbrief 30 | december 2016

In 1895 werd de gemeente Kralingen geannexeerd door Rotterdam en was het noodzakelijk een aantal straatnamen te wijzigen en in het Rotterdams stratenre-gister op te nemen. De krant van 29 mei 1895 maakte hiervan melding: “In den Prins Alexanderpolder: de weg die van het café Den Burg oostwaarts den polder doorsnijdt heet Kralingscheweg; de weg die van het punt waar de Kralingscheweg van de ringvaart afbuigt, langs de ringvaart blijft loopen, heet Ringvaartweg. Het kleine eindje weg dat de Oude Kerklaan met den Kralingscheweg verbindt, heet Turfweg en de weg die een eind ooste-lijker van den Kralingscheweg naar de begraafplaats leidt: Kerkhofweg.”Het in het artikel genoemde café Den Burg stond op de hoek van de Kortekade en de Kralingseweg.De Kralingseweg lag en ligt dus op het grondgebied van zowel de latere deelgemeente Kralingen als van deelge-meente Prins Alexander, maar de gehele Kralingseweg ligt van begin tot eind in de polder Prins Alexander. In het ver-volg van dit artikel worden de grenzen echter niet zo scherp getrokken.

Tuinbouw steeds belangrijkerHet was de bedoeling dat de nieuwe polder gebruikt zou worden voor ak-kerbouw, wat inderdaad de eerste jaren het geval was. Met uitzondering van de Nessepolder en een deel van Hoog-Ommoorden, die als hooi- en weiland werden gebruikt, was de gehele polder akkerland. Zo rond 1890 was van dat

BIJZONDERE WEGEN IN PRINS ALEXANDER: DE KRALINGSEWEGOoit lagen er vijftien veenplassen ten oosten van Rotterdam, veertien ervan werden tussen 1865 en 1874 drooggemalen, de vijftiende was de Noordplas die niet werd drooggemaakt en bekend staat als de Kralingse Plas. Geen van deze vijftien plassen lag ten tijde van de droogmaking op Rotterdams grondgebied, maar op dat van meerdere zelfstandige gemeenten: Hillegersberg, Kralingen, Capelle aan den IJssel, Nieuwerkerk aan den IJssel en Zevenhuizen. Bij de droogmaking verdwenen oude polderstructuren en wegen rondom de veenplassen. Daarna moesten uiteraard nieuwe wegen worden aangelegd en van een naam voorzien. Zo ontstonden onder andere de Ringvaartweg, de Kralingseweg en de Turfweg, allen gelegen op Kralings grondgebied.

Wim Heistek

beeld weinig meer over, nog slechts tien procent van het polderoppervlak werd gebruikt als landbouwgrond, de rest was grasland met hier en daar tuinbouw. In de snel groeiende stad Rotterdam was steeds meer behoefte aan en waren er steeds meer afzetmogelijkheden voor veeteelt- en zuivelproducten en tuinbouwgewassen in plaats van grove akkerbouwproducten. Van belang hier-bij waren ook de dichtbijgelegen tuin-bouwveiling aan de Zwaanshalskade en het abattoir in Crooswijk. Het gebied van de Prins Alexanderpolder zou in de twintigste eeuw dan ook een welvarend tuinbouwgebied worden. Op grote schaal werden komkommers, kool, sla en tomaten gekweekt. Veel van deze tuinderijen stonden langs de Kralingseweg en ook langs de ’s-Gra-venweg en Ringvaartweg ontwikkelden zich florerende tuinbouwbedrijven.

Tot ongeveer 1930 hadden de tuinders platglaskassen. Later waren er steeds meer hoge kassen te zien, ook wel warenhuizen genoemd. In eerste instan-tie aan de Kralingseweg met houten frames, later aan de ’s-Gravenweg met een betonnen raamwerk. Naast tuinbouw was er bijvoorbeeld ook een kwekerij van rozen waarheen men in 1914 excursies kon maken. “De leden van de afdeling Rotterdam der Nederlandsche Reisvereeniging zullen een bezoek brengen aan de rozenkwee-kerij van den heer J. C. Schilt aan den Kralingscheweg, terwijl dan tevens een bezoek zal worden gebracht aan het Hoenderpark Kralingen van den heer Frans Stevens”.

Een bijzondere fotoOp deze rond 1915 naar het oosten genomen foto (volgende pagina) is de Kralingseweg te zien op het punt

Midden: de tuinderij van de familie Overvoorde aan de Kralingseweg.

Page 6: DECEMBER 2016 - NUMMER 30 - HVPA · 2018-10-29 · Presentatie van het boek ‘Rotterdam Zevenkamp 35 jaar. De pioniers, de doeners en de talenten’. Aanvang: 16.00 uur Locatie:

6 HVPA Nieuwsbrief 30| december 2016

waar de Ringvaartweg afslaat. Op de achtergrond is de Ceintuurbaan te zien, de spoorlijn van het vroegere station Rotterdam-Maas naar toen nog Rotterdam Delftsche Poort., tegenwoor-dig Rotterdam Centraal Station. Op de plaats van de Ceintuurbaan liggen nu de Boszoom en de Kralingse Zoom. Links is in 1928 het Kralingse Bos aangelegd, rechts bevinden zich nu bungalows in straten genaamd Onderlangs en Bovenover. De plaats waar deze foto ooit werd genomen is goed te zien op het kaartje hieronder en wel op de punt van de letters ‘in’ in het woord Kralingsche.

Slik, modder en duisternisDe foto op deze bladzijde toont een ver-laten landschap, wat aan de Kralingse zijde nog wel enige jaren zo zou blijven. Achter de spoorlijn was wel bebouwing, onder andere de tuinderijen waarover al eerder werd geschreven. Geen bestrating, geen verlichting, de bewoners waren verre van tevreden, men was in alle staten, er kwamen zelfs protestvergaderingen en in de krant van 28 januari 1918 verscheen een open brief aan de gemeente: “Wij wonen in den polder Prins Alexander en betalen belasting aan dit bestuur voor onder-houd. Maar wij worden ook gezien als ingezetenen van Rotterdam en weer betalen wij belasting in denzelfden maatstaf als alle andere ingezetenen. Deze laatsten genieten daarvoor o.a. aanleg en onderhoud van bestrating,

verlichting en schoon houden der stra-ten, ’s-zomers besproeiing, weghalen van vuil, enz., enz. Wij, stiefkinderen daarentegen, tegen dubbele betaling on-der de zorg van twee besturen staande, genieten van deze voordelen letterlijk niets. Ons laat men in slik, modder en duisternis wegzinken. Onze straten zijn onbegaanbaar.”Of dit alles veel geholpen heeft? Waarschijnlijk niet echt, in december 1926, dus maar liefst acht jaar later, zijn er nog steeds klachten van bewoners over bestrating en verlichting. In niet mis te verstane bewoordingen nodigt men de “heeren autoriteiten” uit om een wandeling over de Kralingseweg te maken want: “dan ben ik er van overtuigd dat de heeren voldoend van den toestand op de hoogte komen en ik twijfel er niet aan of wij krijgen direct een behoorlijke verlichting in dit zoo lang duister gelaten hoekje van Rotterdam.”

De stad rukt opDoor het bombardement op Rotterdam van 14 mei 1940 waren maar liefst 25.000 woningen verwoest, waardoor 78.000 Rotterdammers dakloos werden. Al snel na de oorlog ging de gemeente Rotterdam er bovendien vanuit dat de stadsbevolking flink zou toenemen. Het was de tijd van de wederopbouw en Rotterdam profiteerde daarvan in

aanzienlijke mate, vooral dankzij de gunstige economische en geografische ligging. De eerste nieuwbouwwijken verrezen aan de zuidkant van Rotterdam, maar daar was na enige jaren nauwelijks nog ruimte voor verdere uitbreidingen. Na onder andere Overschie en Schiebroek viel het oog van de planologen en stedenbouwkun-digen uiteindelijk op het gebied van de Prins Alexanderpolder, men duidde dit aan als de sprong naar Oost. De daar nog landelijke wereld werd vanaf de jaren vijftig het domein van stedelijke plannenmakers die de polder transfor-meerden in een polderstad. Wel werden de lintbebebouwing en verkaveling langs de Kralingseweg als te behouden elementen benoemd. Een aantal tuinders moest wel werden uitgekocht, wat de plannenmakerij vertraagde en de grondexploitatiekosten verhoogde. Maar uiteindelijk ontstond rondom de Kralingseweg de wijk Prinsenland. Hoe de woningbouw oprukte is duidelijk te zien op de foto op bladzijde 7. De tuinderij van Niek Overvoorde met op de achtergrond rechts de Dosiobuurt en links de Prinsessenflats.

Sport aan de KralingsewegHeel bijzonder was dat er aan de Kralingseweg ruimte was voor het beoefenen van meerdere takken van sport. Een greep uit de mogelijkheden

Page 7: DECEMBER 2016 - NUMMER 30 - HVPA · 2018-10-29 · Presentatie van het boek ‘Rotterdam Zevenkamp 35 jaar. De pioniers, de doeners en de talenten’. Aanvang: 16.00 uur Locatie:

7HVPA Nieuwsbrief 30 | december 2016

toen en nu: - In 1837 werd de Rotterdamse Manege opgericht, die honderd jaar later zou verhuizen naar de Kralingseweg, waar ze nog steeds haar onderkomen heeft. Een inmiddels in binnen- en buitenland bekende locatie, want jaarlijks organi-seert men daar het befaamde Concours-Hippique.- Een schietvereniging, opgericht in 1883, verkreeg op 12 mei 1886 banen aan de toenmalige Bermweg in de polder Prins Alexander. In 1925 betrok men nieuwe banen aan de Kralingseweg en hoewel de ligging nauwelijks is gewijzigd, is de ingang verplaatst naar de Lucie Vuylstekerweg. De tuinders hadden in vroeger tijden aan de Kralingseweg hun eigen schiet-vereniging met de merkwaardige naam De Loerende Kat.- Op 1 augustus 1923 werd aan de Kralingseweg een wielerbaan met tribunes geopend, maar het werd nooit een groot succes. Een bericht van januari 1928, dus nog geen vijf jaar na de opening: ”Naar men van bevoegde zijde mededeelt, is de wielerbaan aan de Kralingscheweg te Rotterdam, die al heel wat malen in andere handen is overgegaan, gekocht door de firma Lekkerkerker, aannemer van sloopwer-ken. Het ligt echter nog niet direct in de

bedoeling de wielerbaan te sluiten doch wanneer niet spoedig huurders zich aanmelden zal binnen afzienbaren tijd de wielerbaan aan den Kralingscheweg verdwijnen.”- Tegenwoordig heeft de tennisver-eniging Victoria aan de Kralingseweg een bijzonder fraai complex, maar in 1928 werd daar ook al tennis gespeeld. Een bericht uit dat jaar: “De tennisclub Kralingen, die de beschikking krijgt over het nieuwe banencomplex aan den Kralingscheweg, waarvan de officiële opening, gelijk wij al eerder

mededeelden, Zondagmiddag om 3 uur plaats zal vinden zal morgen reeds een tournooi op de nieuw aangelegde banen beginnen, dat tot en met Zondag zal duren.” Naast deze voorbeelden van sport aan de Kralingseweg zijn er meer sporten te noemen, vroeger en nu. Vooral golf, voetbal, hockey en een paar kleinere takken van sport, het was en is allemaal mogelijk aan de Kralingseweg.

Suzan van Putten Zelf was ik een jaar of zes toen de speeltuinen – er waren er ooit twee - officieel geopend werden in de Alexanderpolder. De herinneringen zijn vooral levend gebleven omdat mijn moeder dit feest heeft vastgelegd met de filmcamera (zie bij ‘hypermiliaan’ op youtube.nl). Mijn ouders waren zeer nauw betrokken bij de speeltuin: mijn vader was voorzitter en mijn moeder deed de redactie van het clubblad en

organiseerde allerlei festiviteiten.

SpeeltuinopaDe opening van de eerste speeltuin aan de Hanrathstraat was een groot feest. Nationale-Nederlanden had de speeltoestellen geschonken en een paar afgevaardigden van dit bedrijf lieten zich vrolijk van de baan glijden, even-als de net aangestelde speeltuinopa. Ter gelegenheid van de opening had mijn moeder een mozaïek gemaakt dat jaren-lang onder het klimrek heeft gelegen.

De afbeelding had ze overgenomen van een slabbetje van een van ons. Van copyright had nog niemand gehoord. Na dit feestelijke startschot was er van alles te beleven in de speeltuin, zoals spelletjesmiddagen, knutseluurtjes, voetbalwedstrijden, gekostumeerde feestjes en lampionoptochten. Je kon het zo gek niet opnoemen of het werd georganiseerd.

Indianenkreten Voor het indianenfeest, ter ere van de

DE SPEELTUIN IN HET LAGE LAND

Page 8: DECEMBER 2016 - NUMMER 30 - HVPA · 2018-10-29 · Presentatie van het boek ‘Rotterdam Zevenkamp 35 jaar. De pioniers, de doeners en de talenten’. Aanvang: 16.00 uur Locatie:

8 HVPA Nieuwsbrief 30| december 2016

opening van de tweede speeltuin aan de Palladiostraat, verzorgden mijn ouders de muziek door indianenkreten op te nemen met een bandrecorder. We von-den het allemaal erg indiaans klinken! Mijn moeder naaide een indianenjurk voor ons en helemaal in stijl reden we naar de speeltuin. Mijn moeder hield niet van autorijden. Ik zie haar nog gespannen achter het stuur zitten, alleen nu met een pruik van zwarte vlechten en een veer erop.

Tot mijn grote vreugde werd er ook een barbiemodeshow georganiseerd waarbij de opgetutte barbies bij ons thuis werden afgeleverd. Om de modellen tot hun recht te laten komen, schilderden wij op rollen karton een achtergrond van grachtenpandjes en bloemen. Ademloos zat ik alle inzendingen te bekijken. Bij spelletjes hoorden natuurlijk prijzen. Eens per jaar gingen mijn ouders naar Baarle-Nassau waar je goedkoop speelgoed kon inkopen. Met een volgeladen auto kwamen ze terug en natuurlijk hoopten we dat er iets voor ons bij was. Over speelgoed gesproken; ooit won mijn vader met het Rad van Avontuur een prachtige pop.

Als voorzitter stelde hij de prijs weer ter beschikking. De pop ging aan mijn neus voorbij en dat was even slikken.

SpartaansAangezien mijn ouders veel met de speeltuin bezig waren, deden wij met van alles en nog wat mee. Het minst leuke vond ik de zwemlessen op vrij-dagmorgen. Om 6 uur moesten we uit bed om met de bus naar het zwembad te gaan. Als ik een bus van de Snelle Vliet

zie, moet ik altijd terugdenken aan een bus vol stille kinderen die tegen heug en meug zo vroeg het water in moesten. We hebben er ongetwijfeld goed door leren zwemmen, maar een uurtje later was ook goed geweest. Het was een Spartaans kantje van de speeltuin die een grote bijdrage heeft geleverd aan de levendigheid van de polder.

De foto’s komen uit het fotoalbum van de familie Van Putten.

Page 9: DECEMBER 2016 - NUMMER 30 - HVPA · 2018-10-29 · Presentatie van het boek ‘Rotterdam Zevenkamp 35 jaar. De pioniers, de doeners en de talenten’. Aanvang: 16.00 uur Locatie:

9HVPA Nieuwsbrief 30 | december 2016

Dik Vuik

De gemeente Rotterdam sprak al in 1947 de wens uit wijkraden in te stellen, die zouden gaan adviseren over belangrijke zaken binnen de betreffende wijken. Gaandeweg werden meer wijkraden ingesteld en uiteindelijk mondde deze ontwikkeling uit tot een bestel met deelgemeenten, die een meer dan adviserende rol kregen en eigen budgetten konden verdelen over belangrijke beleidsterreinen.Prins Alexander werd in 1975 een deelgemeente, met Mia van Yperen als eerste voorzitter. (1) In 2014, 39 jaar later, werden alle deelgemeenten in de gemeente Rotterdam opgeheven en vervangen door gebiedscommissies.

Participatie bewonersVier gastsprekers blikten tijdens de discussieavond terug op de waarde van de deelgemeenten en de veranderingen met het aantreden van de gebieds-commissies. Willy Hilverda en Dik Vuik interviewden beurtelings de vier sprekers.Peter Pieterse was sinds 1987 actief namens de PvdA en hield zich vooral bezig met de buitenruimte en bouwkundige ontwikkelingen in Prins Alexander. Frans van der Hilst was ja-renlang voorzitter van de deelgemeente. Dirk-Jan van Lottum kon eveneens de vergelijking tussen beide bestuursmo-dellen aan en Sjef van de Poel maakte de deelgemeenten van nabij mee en schrijft nu voor de gemeente Rotterdam een boek over het deelgemeentebestel.De vier sprekers hadden een gevarieer-de blik op het bestel, met uiteindelijk als eensgezind standpunt dat toen en nu de participatie van bewoners een belangrijk ijkpunt is. Die participatie

is bij de decentrale bestuursvormen, van wijkraden naar deelgemeenten en nu de gebiedscommissies, gaandeweg gegroeid. Bij de gebiedscommissies – die niet langer zelf bestuurlijke beslis-singen nemen maar een adviserende en ondersteunende rol hebben gekregen – is bewonersparticipatie zelfs elementair geworden.

Discussie zonder eindHet verschil in de gebieden binnen Rotterdam is door de jaren heen groot geweest, zo is Prins Alexander met haar circa 100.000 inwoners bijna een mid-delgrote stad qua omvang terwijl andere gebieden in Rotterdam veel kleiner zijn. In de discussie werd onder meer de ver-gelijking gemaakt met Amsterdam, dat veel minder deelgebieden heeft. Zou Rotterdam ook die kant opgaan na de momenteel gevoerde evaluatie van de eerste jaren van de gebiedscommissies? Het antwoord daarop kon of wilde nog niemand geven, maar duidelijk is wel dat er medio april 2017 een rapport verschijnt met aanbevelingen voor de

TERUGBLIK OP DEELGEMEENTE PRINS ALEXANDEROp dinsdag 8 november organiseerde de HVPA een debatavond over het in 2014 opgeheven deelgemeentebestel. Vier gasten spraken zich uit over de betekenis van de deelgemeente, zowel over Prins Alexander als in bredere zin, en dachten hardop na over de toekomst van de gebiedscommissies.

gebiedscommissies. Een jaar later al vinden de volgende gemeenteraads-verkiezingen plaats. Het is voorlopig de vraag of dan weer mede voor de huidige gebiedscommissies kan worden gekozen of dat er wederom een nieuwe indeling op de bestuurlijke kaart van de stad komt te staan.Duidelijk werd dat de discussie over de decentrale vertegenwoordiging in Rotterdam nog allerminst is voltooid. Na april wordt duidelijk hoe de gemeenteraadsverkiezingen er in maart 2018 gaan uitzien. Wellicht is het tegen die tijd actueel om nogmaals een avond over het thema te organiseren.

(1) Mia van Yperen volgde Theo Fransman op die na twee maanden zijn functie als voorzitter van deelgemeente Prins Alexander neerlegde.

De vlag van deelgemeente Prins Alexander.

Page 10: DECEMBER 2016 - NUMMER 30 - HVPA · 2018-10-29 · Presentatie van het boek ‘Rotterdam Zevenkamp 35 jaar. De pioniers, de doeners en de talenten’. Aanvang: 16.00 uur Locatie:

10 HVPA Nieuwsbrief 30| december 2016

KRALINGSEVEER, OOIT CENTRUM VAN ZALMVISSERIJ

Met een veer, dat al werd genoemd in 1333, kon de oversteek worden gemaakt van Kralingen naar IJsselmonde. Bij dit Kralings Veer, later Kralingseveer genoemd, ontstond een dijkdorp met een herberg, een paardenstalling en er woonden enkele vissers. In 1668 kocht Rotterdam de ambachtsheerlijkheid Kralingen met daarbij tevens het Kralings Veer. Het werd een niet al te gelukkig samengaan, er waren veel conflicten, maar het zou nog duren tot 1795 voordat de lang verwachte omwenteling kwam. De bewoners van Kralingen werden “verlost van de tyrannen en onderdrukkers.” In dat jaar ontstond de Bataafsche Republiek, die het grootste deel van het huidige Nederland omvatte. De leden van de nieuwe regering in Den Haag bepaalden dat elke gemeente een eigen bestuur mocht kiezen en Kralingen werd weer een zelfstandige gemeente, los van Rotterdam.

Wim Heistek

Door de eeuwen heen werd in de Nederlandse rivieren al op zalm gevist, de eerste geschreven mededelingen over vissen op zalm in de wateren in onze omgeving dateren uit de zeventiende eeuw. Eén van de eerste berichten die in verband kan worden gebracht met de zalmvisserij in en nabij Kralingseveer is uit 1800 en was te lezen in de Besluiten der Eerste Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataafschen Volks. Een hele mond vol, maar de betekenis van ‘het Bataafsche Volk’ staat al in de inleiding. Een drietal zalmrokers schreef een verzoekschrift aan die eerste Kamer: “ [...] Zalmrookers aan het Kralingsche Veer te Rotterdam in het voormalig Gewest Holland om geavanceerde rede-nen verzoeken permissie om ongeraffi-neerd zout, zonder betaling van Impost, tot het inzouten van versche zalm te mogen gebruiken op zodanigen voet als zulks aan anderen is geaccordeerd”.

Grootste zalmafslagIn de tweede helft van de negentiende eeuw zou de zalmvisserij tot grote hoogten worden opgevoerd. Het visserijbedrijf Maatschappij De Merode pachtte in 1856 de visrechten op de Maas van de familie Van Brienen. De zalmvisserij werd nu professioneel aan-gepakt. In 1863 kocht Adriaan Dekkers aan de Hooge Zeedijk een logement annex uitspanning. Tegenover het café bevonden zich een koepel en een erf. Op dat buitendijks terrein begon Dekkers in 1875 met het bouwen van

een overdekte markt voor de afslag en verkoop van zalm en enkele andere vis-soorten. Deze markt zou uitgroeien tot de grootste zalmafslag van Nederland. Kralingseveer werd het centrum van de Nederlandse zalmhandel en genoot zelfs wereldfaam op het gebied van de zalm.

IJskeldersDe zalmvissers hadden in Kralingseveer hun eigen haventje, naast het veer naar IJsselmonde. In 1870 werden de visrechten overgenomen door het bedrijf De Goede Verwachting en de vangstcijfers bleven stijgen. In 1870 waren het 20.000 stuks, in 1875 was het aantal gestegen tot 75.000 en in 1885 tot maar liefst 100.000 stuks. Heel bijzonder voor die tijd was dat

de vis gekoeld bewaard kon worden, terwijl logistiek gezien Kralingseveer een prima ligging had. Nogmaals een krantenbericht: “Voor zalm is de afslag of markt aan het Kralingsche Veer ver-uit de aanzienlijkste. Daarheen wordt de meeste visch ter verkoop gebracht. Daar vindt men goed ingerichte ijskel-ders, in de nabijheid van spoorwegen en het passeren van stoomboten geeft uitmuntende gelegenheid tot spoedig vervoer.”

Terugloop vangstHet aantal van 1885 zou niet meer overtroffen worden. Door verschillende oorzaken zou na 1890 de zalmvangst zelfs zienderogen teruglopen. In de ne-gentiende eeuw was de industrialisatie flink toegenomen en dat had gevolgen voor de kwaliteit van het rivierwater. Ook was er sprake van overbevissing en werd een verdrag met Duitsland en Zwitserland gesloten dat de vangsten op de Nederlandse rivieren beperkte. Wel waren er enige belanghebbenden, allen uit Kralingseveer, die kritiek hadden op dat verdrag en een petitie zonden aan de Tweede Kamer: “Adressanten achten den tijd al zeer slecht gekozen, om Nederland wat zijn zalmvisscherijen aangaat, aan een tractaat te binden. Evenmin als vroeger, meenen zij, bestaan thans daarvoor ge-gronde redenen.” Ze bespraken verder enige artikelen van de overeenkomst en brachten verschillende bezwaren te berde, door uitvoerige bewijsgronden gestaafd.De zalmvisserij zou zelfs zo ver teruglopen dat in Kralingseveer rond

De zalmafslag.

Page 11: DECEMBER 2016 - NUMMER 30 - HVPA · 2018-10-29 · Presentatie van het boek ‘Rotterdam Zevenkamp 35 jaar. De pioniers, de doeners en de talenten’. Aanvang: 16.00 uur Locatie:

11HVPA Nieuwsbrief 30 | december 2016

1900 de werkgelegenheid in deze sector terugliep. In dat jaar werden weliswaar nog 30.000 zalmen gevangen, maar het aantal zou snel verder dalen. Door kunstmatige cultuur trachtte men de zalmstand op peil te houden, maar tevergeefs. In 1927 was het aantal nog maar 500 stuks per jaar. Met de zalm verdwenen ook de afslag en rokerijen. Nog vele decennia later keek men met weemoed terug op deze bijzondere ac-tiviteit. Een bericht uit 1962: “Vroeger werd daar in het nog niet vervuilde wa-ter veel zalm gevangen. Kralingseveer leefde van deze mooie vis. De plaats was daardoor tot ver over onze grenzen bekend. Met de zalmvisserij is het op onze rivieren afgelopen. Voorgoed!”

Het ZalmhuisRond 1880 nam Jan van den Akker de eerder geschetste uitspanning over. In 1896 liet hij bovenop de zalmmarkt een paviljoen bouwen, wat al heel gauw te klein bleek te zijn. In 1905, in een tijd dat het met de zalm in de rivieren snel bergafwaarts ging, bouwde hij een nieuw paviljoen dat op stalen kolommen boven het water kwam te staan. Het Zalmhuis bleek een van de meest karakteristieke gebouwen langs de Maasoever. Veel Rotterdammers reden op zondag met de tram naar de Honingerdijk en wandelden vandaar naar het Zalmhuis. Herinneringen aan

die tijd: “Zelfs uit Den Haag kwamen de koetsen met dames en heren. De dames hadden grote hoeden en een parasol, de heren dikke buiken met gouden horloges plus ketting. Zelfs Prins Hendrik is er nog zalm wezen eten. En dan was er nog de zalmmarkt, de afslag. Zelfs vrouwen kwamen daar met een handkar de zalm en andere vis, vooral elft, halen. Als jongen zag ik al dat het niet goed was op deze wereld. Zalm voor de rijken, graten voor de armen en zo zal het wel blijven.”

Nieuw beginDe watersnoodramp van februari 1953 betekende in feite ook het begin van het einde voor het Zalmhuis. Het achterland van Kralingseveer werd beschermd door de rivierdijk die in de loop der eeuwen meerdere keren was opgehoogd. In 1953 hield de dijk nog maar net stand. In opdracht van het Hoogheemraadschap zouden in de daaropvolgende jaren alle huizen langs de dijk moeten worden ontruimd en afgebroken ten behoeve van een zwaardere dijk. Ook het aan de Schaardijk gelegen Zalmhuis zou dan ten prooi vallen aan de slopershamer. Het Hoogheemraadschap vond dat bijzonder spijtig: “Maar wat wilt U? We hebben in 1953 de stormvloed gehad. De veiligheid van drie miljoen inwo-ners is belangrijker dan ’t Zalmhuis,

hoe aardig dat ook mag zijn.”De Heer Vinjé, sinds 1952 eigenaar van het Zalmhuis, mijmerde in 1964, niet lang voordat het pand zou worden gesloopt, in een interview met als kop ‘Nog steeds kan men zalm eten aan, maar niet uit de rivier’: “Soms denk ik wel eens, zou je zo’n Zalmhuis niet kunnen verplaatsen? Het is toch een mooie traditie, dit Zalmhuis. En als ik een nieuw Zalmhuis zou moeten be-ginnen, dan moet het in Kralingseveer blijven. Een Zalmhuis hoort bij Kralingseveer”.

Broodje zalmIn 1965 is het dan zover: “In verband met de dijkverzwaring is langs de Schaardijk reeds heel wat met de grond gelijk gemaakt en binnenkort zullen tal van oude panden, waaronder het histo-rische vierhonderd jaar oude Zalmhuis, dit lot delen.” De gehele toestand bleef nog jaren de gemoederen bezighouden. Tien jaar later: “Kralingseveer was eens een pittoresk dijkdorpje, waar ’s-avonds de vissersboten uitvoeren om op de Maas en Lek zalm te gaan vangen. De volgende ochtend kwamen ze terug. Op de zalmmarkt aan de Schaardijk werd de zalm geveild. Menigeen at dan een broodje zalm. De zalm is verdwenen, het Zalmhuis aan de dijk ook”.

Toch zou er een Zalmhuis terugkomen. Rond de laatste eeuwwisseling werd een nieuw Zalmhuis gebouwd: “Het Zalmhuis heeft na een lange afwezig-heid haar plaats aan de Maasoever weer ingenomen. Het artnouveau paviljoen brengt de warme sfeer uit vervlogen tijden terug.”

Het Zalmhuis.

Page 12: DECEMBER 2016 - NUMMER 30 - HVPA · 2018-10-29 · Presentatie van het boek ‘Rotterdam Zevenkamp 35 jaar. De pioniers, de doeners en de talenten’. Aanvang: 16.00 uur Locatie:

CONTRIBUTIE 2016Heeft u uw contributie voor 2016 nog niet betaald? Doe dat dan zo snel mogelijk op ons rekeningnummer:NL18 RABO 0140 2657 08 t.n.v. Historische Vereniging Prins Alexander.

UITGAVE HVPA EN WBOOKS‘De Prins Alexanderpolder en Rotterdam. Van veenmoeras tot polder-stad’ is een uitgave van de HVPA en WBOOKS. Het boek is onder andere te koop in de Rotterdamse boekhandels en kost € 19,95.

SECRETARIAATHeeftuvragenofopmerkingen?Neem dan contact op met het Secretariaat van de de HVPA:Van der Helmstraat 448 3067HNRotterdamtel. 010 420 62 73 of 06 108 697 09email: [email protected]

LID WORDEN VAN DE HVPA?U kunt lid worden door of € 15,- of € 12,- voor 65+ over te maken op rekeningnr.NL18RABO0140265708t.n.v. Historische Vereniging Prins Alexander.

De HVPA werd van 2007 tot 2014 financieelondersteunddoordeelgemeentePrins Alexander. Vanaf 2014 worden we financieelondersteunddoordegemeenteRotterdam.

COLOFONAan deze nieuwsbrief werkten mee:Wim HeistekFrans Helleman SuzanvanPutten Dik VuikOnno de WitRickdeWit

Redactie:Wim HeistekWilly Hilverda

Fotoverantwoording:p 1. Willy Hilverda p3.RickdeWitp 4. (links) Wikipediap 4. (rechts) HVPA/Onno de Witp 5. HVPA/Niek Overvoorde p 5. HVPAp 7. HVPA/Niek Overvoordep8.SuzanvanPuttenp9.StadarchiefRotterdamenHVPAp 10. Internetp 11. Internet

ISSN 2210-9293

CONTRIBUTIE 2017U kunt uw contributie voor 2017 betalen door het over te maken op bankrekeningnummer NL18 RABO 0140 2657 08 t.n.v. Historische Vereniging Prins Alexander.