De ziel van Nederland

7
HERMAN FRANKE De ziel van Nederland Uitgeverij Podium Amsterdam

description

Herman Franke

Transcript of De ziel van Nederland

Page 1: De ziel van Nederland

HERMAN FRANKE

De ziel van Nederland

Uitgeverij PodiumAmsterdam

Franke - De ziel2.bw 22-11-2012 15:23 Pagina 3

Page 2: De ziel van Nederland

INHOUD

Inleiding door Aleid Truijens 7

Liever geen bezoek 13Het schoenveterdenken 24Het beheerste Nederland 39

Het afsterven van een illusie 53Links, law & order 64

Preventie kan misdaad verharden 77Straf voor boozen, onnoozelen en versuften 80

Maar de leeuw begon! 91Niet misdaad maar leed terugdringen 100

A Lady Died 111De geboorte van de pulpdemocratie 117

Links! 127De no-go-area’s van de menselijke ziel 136

Het donkere bos 145De culturele omnivoor is van zeer eenzijdige komaf 154

Wat ik mis is medelijden 160Lome blik op de Hudson 167

Nederlanders! Stop uw xenofobe klaaglust 172Bekentenissen van een januskop 177

Het politieke misbruik van slachtoffers 212

Nawoord en verantwoording 217Register 221

Franke - De ziel2.bw 22-11-2012 15:23 Pagina 5

Page 3: De ziel van Nederland

INLEIDING

Eén keer heb ik hem boos gezien. Ik schrok ervan. Het is al-weer zeven jaar geleden. Het was tijdens een debat over lite-ratuur en moraal, in het Letterkundig Museum, onder leidingvan Gert J. Peelen. De panelleden – Herman Franke, NellekeNoordervliet en ik – waren het over één ding eens: literatuurmoet zich niet rechtstreeks bemoeien met politiek. Maar kanliteratuur zonder moraal? Nelleke Noordervliet was even di-plomatiek als filosofisch. ‘Literatuur is altijd moreel,’ zei ze,‘want zij gaat altijd over de vraag hoe te leven.’ Ik verdedigdede stelling dat de literatuur een vrijplaats is waarbinnen demoraal tot het uiterste beproefd en opgerekt mag worden.‘Kom zeg,’ zei ik parmantig, ‘de schrijver moet volkomen vrijzijn, niet gehinderd door welke morele denkpolitie dan ook.’

Naast me hoorde ik een geïrriteerde zucht. Ik keek opzij enzag de ogen van Herman Franke vuur schieten. Ik wist nietdat dat kon met die zachte, grijze ogen. En dat zijn vriende-lijke gezicht zo verbeten kon staan. De stoom leek uit zijnoren te dampen. Wat een laffe, vrijblijvende standpuntenhoorde hij daar. Schrijvers, beet hij ons toe, zijn ‘misdadigerszonder strafblad. De morele vrijheid die schrijvers zichzelfachter hun bureau toestaan, is dezelfde vrijheid die mensentot misdaden kan brengen. […] Wie op de moraal schiet, moetniet zelf achter kogelvrij glas gaan zitten.’

7

Franke - De ziel2.bw 22-11-2012 15:23 Pagina 7

Page 4: De ziel van Nederland

Franke stelde voor om te spreken van een ‘arena’, waarin jede morele strijd juist fel uitvecht; een schrijver zoekt de ui-terste grenzen op. Hij kan namens zichzelf spreken of via zijnpersonages, iets betogen of botsende overtuigingen in slagor-de opstellen. Hij mag een moreel hoge borst opzetten of zichwellustig wentelen in het Kwaad. Hij kan taboes ontkennen,slechten of driedubbel ironiseren. Alles mag, maar vrijblij-vend is het nooit. Dit was voor hem de lakmoesproef voor eenschrijver: ‘Durft hij met blote handen de distels van de ziel ende doornen van het leven aan te pakken?’

Ik verdedigde die middag hardnekkig mijn stelling, maarinmiddels ben ik het grotendeels met hem eens. Wat spijtigdat ik dat Herman, die twee jaar geleden is overleden, nietmeer kan vertellen. Bij een biertje, zoals we dat incidenteeldeden. Hij druk gebarend en orerend en ik af en toe sputte-rend en relativerend. Hij had gelijk: de literatuur is een mo-rele arena. Schrijvers liegen de waarheid. Papieren bommendoden niet en de wonden die zij veroorzaken stinken niet.Maar in literatuur klopt wel de polsslag van het leven. Ver-bale pijlen kunnen doel treffen. De literatuur is geen veilige,omheinde speelplaats voor Schöngeisten, geen arcadischeplaats om te schuilen voor de dreiging van buiten. Literatuurmoet schuren en pijn doen, literatuur gaat over dilemma’s.Elk dilemma is een moreel dilemma. De inzet van de spelersin de arena moet hoog zijn.

Herman Franke was een geboren gladiator, en als het moesteen straatvechter. Nergens in zijn werk zie je dat zo sterkterug als in zijn essays. Toen ik de stukken van De ziel vanNederland herlas, viel me op hoe ongelooflijk consistent hijzijn literatuuropvatting – nog voordat hij die zo precies hadgeformuleerd – in praktijk bracht. Maar hij bleef ook trouw

8

Franke - De ziel2.bw 22-11-2012 15:23 Pagina 8

Page 5: De ziel van Nederland

aan zijn ideeën over criminologie, zijn oude vak. Voordat hijfulltime schrijver werd, had hij aan de universiteit gewerkt.Hij schreef een dissertatie over de (on)zin van straffen, Demacht van het lijden, waarin hij betoogde dat streng straffenvan misdadigers meestal een averechts effect had. In de eer-ste essays in deze bundel, over misdaad en straf, zie je eenFranke die zich ontwikkelt van een wetenschapper tot een es-sayist. De stijl wordt met de jaren losser, de gedachtegangvrijer, maar zijn academische scherpe blik en de heldere be-toogtrant blijven.

Hij bleef altijd idealistisch links, op een bijna koppige ma-nier. Ook toen Nederland in de jaren negentig verrechtste enzelfs de links-intellectuelen neoliberaal werden. In gedurfdebeschouwingen gaat hij onverstoorbaar tegen de heersendemodes en codes in. Op het hoogtepunt van de Al-Qaida-angst,toen de Amerikanen Afghanistan binnenvielen om de talibante verdrijven, schreef hij: ‘Wat ik mis in deze oorlog is mede-lijden. […] Waarom kan een Kok, een jongetje De Grave, eenVan Aartsen, een Melkert, ja zelfs een Rosenmöller niet overdeze oorlog praten op een manier die medelijden verraadt metde arme mensen die er het slachtoffer van worden? Waarommoet het allemaal zo berekenend, zo stoer en kil? En waarommoet er steeds maar bij gezegd worden dat het beslist niets temaken heeft met de pervers groeiende kloof tussen arm enrijk in de wereld, zodat de slachtoffers niets dan kwade dui-veltjes lijken die niets liever willen dan zelfmoord plegen ofAmerikanen doden?’

Maar ook hoonde hij Karel Glastra van Loon weg, ‘met zijnhardhouten overtuiging dat het neoliberalisme een groterkwaad is dan de fundamentalistische ideeën. Geen woordover de slachtoffers, noch over de wtc -duizenden, noch over

9

Franke - De ziel2.bw 22-11-2012 15:23 Pagina 9

Page 6: De ziel van Nederland

de Afghaanse duizenden, geen greintje gevoel maar veel heelgrote gedachten.’

Een romanticus, dat was hij. Eentje van een oud model. De‘romantiek die dagelijks van het beeldscherm spat’ veraf-schuwde hij. Het ging hem om de romantiek die ‘verontrust,gevoelens oprekt, het denken verwart en het mysterie dat onsbestaan is, vergroot’. De populaire cultuur doet, zegt hij in‘De ironie van de romantiek’, zijn Frans Kellendonklezing uit2000, het omgekeerde: ‘Zij trekt op volle mediasterkte de ver-ontrustende angel uit de romantiek waardoor het kalmeren-de kitsch wordt met wat griezeleffectjes.’

Voor wie schittert de schrijver die zich daar zo dapper in dearena voor de leeuwen werpt eigenlijk? Dit is een vraag dieFranke zich vaak stelt in deze essays. Je voelt zijn angst dathij voor een lege zaal staat te betogen. Dat niemand nog willuisteren naar zijn kruistocht tegen de verplatting van de cul-tuur, het mediageweld, het verongelijkte geschreeuw en hetemotionele exhibitionisme. Dat het niemand wat kan sche-len dat orkesten worden opgedoekt, dichters niet worden ge-lezen en dat in de literatuur alleen de bestseller overleeft. Hijwas niet alleen onbekommerd een moralist – maar nooit zuurof humorloos –, hij vond ook ‘cultuurpessimist’ niet per seeen negatieve typering. Toch was hij geen volbloed somber-man. Iemand die de hoop heeft opgegeven, verdedigt niet volvuur het belang van de literatuur. Hij koos partij voor hetkwetsbare.

Een van de mooiste passages in deze bundel gaat over deverdwijning van het ‘memento mori’ uit ons bewustzijn. Weworden steeds rijker, gezonder en welvarender, ons leven iszó veilig geworden, schrijft Franke, dat ‘het verlangen naarangst, lijden en losbandigheid’ in ons losbreekt. ‘In onze wel-

10

Franke - De ziel2.bw 22-11-2012 15:23 Pagina 10

Page 7: De ziel van Nederland

vaartsstaat is de grote massa een bovenklasse geworden diemeer te eten heeft dan ze op kan, te weinig dood en ellendemeemaakt om de schrik levend te houden, meer vrije tijdheeft dan ze kan vullen, zich aan meer regels moet houdendan ze leuk vindt, meer gewone seks heeft dan de lust belieften te weinig emotionele spanningen kent om van het goedeleven te genieten. En daarom gaan ze massaal op zoek naar degevaren, de uitdagingen, de heftige emoties, de onrust, de vrij-heid, de ontberingen, de perverse seks, ja zelfs naar de doodom hem op zijn schouder te tikken en dan snel weg te lopen.’

Bij Herman Franke ging het andersom: hij werd op zijnschouders getikt toen hij zat te schrijven. Hij was nog langniet klaar. In deze essays is hij springlevend, met al zijn ken-merkende tegenstrijdigheden: highbrow én van de straat,man van de feiten en fantast, intellectueel en sentimenteel,schuchter en een lefgozer. Ik mis zijn stukken, ik mis zijnstandpunten, maar vooral de vlammende hartstocht waar-mee hij ze beleed.

Aleid Truijensdecember 2012

11

Franke - De ziel2.bw 22-11-2012 15:23 Pagina 11