De Zeven Stralen - Ernest Wood

190
EEN THEOSOFISCHE VERHANDELING VAN ERNEST WOOD UIT HET ENGELSCH (TWEEDE DRUK) DOOR K. J. THEOSOFISCHE BOEKHANDEL MINERVA WELTEVREDEN 1927 :,· DE ZEVEN STRALEN

Transcript of De Zeven Stralen - Ernest Wood

Page 1: De Zeven Stralen - Ernest Wood

EEN THEOSOFISCHE VERHANDELING

VAN

ERNEST WOOD

UIT HET ENGELSCH (TWEEDE DRUK)

DOOR

K. J.

THEOSOFISCHE BOEKHANDEL MINERVA WELTEVREDEN

1927

:'3,·

DE ZEVEN STRALEN

-
Rechthoek
Page 2: De Zeven Stralen - Ernest Wood

INHOUD.

DEEL I.

De Oorsprong der Stralen.

HOOFDSTUK.

I

li

lil

IV

V

VI

VII

VIII

IX

x

De Zuil van Licht

Bewustzijn ... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . ... .. .. . .

Gedachtekracht .. . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . .

Liefdekracht ........................ ............... .

\Vilskracht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Stof, Kracht en Wet ........ ................ ..... .

Het

Harm{:mie

en het

De Zeven Beginselen . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . .

Onderlinge Verhoudingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

DEEL II.

De Zeven Su"''"'"·

XI De Eerste Straal .......................... ........... .

XII De Tweede Straal . ............................... . .

Xlil De Derde Straal ...................................... .

XIV De Vierde "·"'"''<"

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

XV De Vijfde Straal ..................................... . .

XVI

XVII

XVIII

De Zesde Straal

De Zevende Straal . . . . . . . . . .... . .. . . . . . . . . .. . .. . . . . . .

De Tabel van een Meester ..

DEEL III.

Het Groote Nut en Gevaar van de Kenni:;

der Stralen.

17 23 27

35 41 50 55 60

68

74

83 95

105 113 122

128

134 144

XIX Uw Straal . . . . .. . . .. . . .. .. . .. . . .. .. .. .. . .. .. 161 XX Vooruitgang zonder (�evaar . . . . . . . . . . . . . . . . . 169

XXI Trappen van Zelf-Verwezenlijking . . . . . 178

Glossarium . . . .. .. . . .. .. . .. .. .. . ..... .... .. .. . ... ..... 187

Page 3: De Zeven Stralen - Ernest Wood
Page 4: De Zeven Stralen - Ernest Wood

...... zoo zijn er ook zeven. krachten in den mens eh en in de

natuur.

De werkelijke substantie van de Vcrborgen (Zon) is een

kern van M oedersubstantic. De:::c is het hart en de schoot van

alle in ons zonne-heelal levende en bcstaaf1.de Krachten. Zij is

de kern, het uitgangspunt van den kringloop 71an alle Krach­

ten, die ter vervulling harer plichten de Atomen in werking

brengen, het brandpunt, waarin zich om de jaar weer

in haar zevende inwezen vereenigen. Indien iemand u zegt

dat hij de Zon gezien heeft, lach hem dan uit, alsof hij ge­

zegd had dat de Zon zich werkel{ik langs haar dageliJksehen

boog voortbeweegt ..... .

Op grond van haar zevenvoudigen aard ·vergeliJken de Ou­

den de Zon met een wezen, getrokken door zeven paarden,

gelijk aan de metra der rveda's, of :::eidcn wederom, dat

de Zon, hocwel in haar kringloop gelrik aan de zeven Gana!s

(Klassen van TVczens) , äaar�1an onderscheiden is, zooals in­

derdaad het geval is, alsmede, dat dj ZC7'en stralen heeft, wat

mede het ae1.ral

is ........... .

De :::even wezens in de Zon de zeven Heiligen, zelfge-

boren ttit de inwonende kracht van de Schoot van de Moe­

dersztbstantie. Zfi zenden de zez•cn Hoofdkrachten, Stralen ge­

naamd, uit, welke bij het begin van Pralaya zich zullen ver­

eenigen lot de middclpnnten 'uan Zl'ven nieuwe Zonnen 7JOOr

het volgende Manwantara. De energie, waaruit zij in elke

Zon tot bewust bestaan ontspringen, wordt door sommigen

f,Vislmoe genoemd, dir de Adem is 11an de Volstrrktheid.

Occult Aphorisme, aangehaald in DE GEHEIME LEER.

-
Opmerking over tekst
HPB: Of de ‘droom van de wetenschap’, de oorspronkelijke werkelijk homogene stof, die door geen sterveling in dit Ras of in deze Ronde objectief kan worden gemaakt.
Page 5: De Zeven Stralen - Ernest Wood

DE ZUIL VAN LICHT.

Ik zie geen kans, bij het schrijven van dit boek en het ge­

ven van een helder begrip van de Stralen, zekere dingen

van tamelijk abstraeten aard te vermijden en in de eerste

plaats moeten vvij de universaliteit v;l�tslcllen vall Gofl of

Brahman, van wien sommigen meenen, dat Ilij ver weg

leeft, ergens op het een of ander

zen gezichtskring. Het is echter een

dànamla Brahman (de term Brahman, heeft be-op de drieëenheid van Shiwa, Vishnoe en

Brahma, maar manlijk, is het derde lid van de

hier en nu is, vóór ons en met ons, dag en

nacht. Ontleed eens de geheele wereld uwer ervaring en

ge zult zien, dat zij samengesteld is uit drie gedeelten: ten

eerste een groote massa voorwerpen van allerlei soort, die

stoffelijk zijn op elk gebied, hoe hoog ook; ten tweede een

groot aantal levende wezens, die in allerlei van

ontwikkeling en bewustzijn verkeeren en ten derde:

zelf. De eerste van deze drie is de wereld van sat, bestaan,

de tweede is die van chit, bewustzijn ; en de derde is

het ware zelf.

\Ve zullen dit beter begrijpen, als we ons het verhaal

van de groote Zuil van Licht herinneren. Het groote

wezen N àrayana, Vishnoe, de ziel en het leven van

het heelal, duizendoogig en alwetend, lag te rusten op

zijn zetel, het lichaam van de groote slang Shesha of Ananta, den eindeJouzen tijd, die opgerold lag op de

wateren van de ruimte, want het ·was

het zijn. 'Coen kwam Brahmá

van de wereld van het

aan met de hand en

de nacht van

en raakte hem

er ontstond

-
Opmerking over tekst
The reality, the true, Brahman (q.v.) or God. (See also Chit and Ananda).
-
Opmerking over tekst
Consciousness or knowing, which is ascribed to the one reality (see sat-chit-ananda). Not to be confused with chitta, which is the lower mind, the fourth member of the antahkarana (q.v.).
-
Notitie
Bliss or joy. A characteristic of the pure consciousness which is the basic reality or substance of everything, called Brahman (q.v.). (see also under Sat-Chit-Ananda). The term is also used to designate the bliss which is enjoyed in the Anandamayakosha (q.v.) when the yog'i's consciousness is raised into that.
-
Opmerking over tekst
Perfect man, i.e. Vishnu. The word nara means a man.
-
Opmerking over tekst
the great serpent Ananta (endless time) on the waters of space,
-
Opmerking over tekst
Zie 'Pillar of Light' in Vedanta Dictionary
Page 6: De Zeven Stralen - Ernest Wood

18

een twistgesprek tusschen hen beiden lwer wie cle grootste

was en terwijl dit plaats had en dreigde heftig te worden,

verscheen er vóór hen een groote zuil van vuur en licht,

onvergelijkelijk en onbeschrijfelijk, hetgeen de twistenden

zoo verbaasde, dat ze hun twist vergaten en overeenkwamen,

naar de verklaring van zulk een wonderbaarlijk ding te zoe­ken. Vishnoe dook naar omlaag gedurende duizend jaren, maar

hij kon den voet niet vinden en Brahma vloog omhoog ge­durende duizend jaren, maar hij kon den top niet vinden

en beiden keerJen verslagen terug. Toen stond Shiwa,

wiens aard Anancla is, voor hen en verklaarde hun, dat zij beiden één waren in hem, hun opperheer, de zuil van licht,

die drie was in één en dat in het komende tijdperk Brahma

uit Vishnoe zou geboren worden en dat Vishnoe hem zou liefhebben, totdat ze aan het eind er van beiden hun op­perheer zouden weerzien.

De menschen denken soms, dat zij omhoog stijgende, God

kunnen vinden, maar de waarheid is, dat, al daalden ze

tot beneden hun huieligen staat en zochten duizend jaren lang, dan nog zouden ze Zijn grenzen niet bereiken. Dat

beteekent niet, dat Hij hier slechts onzichtbaar en onbekend

voor ons is. Hij is hier zichtbaar en bekend, want de wereld,

die we zien met onze oogen, is Zijn Sat, en het bewustzijn,

waarmede wij haar kennen, is Zijn Chit, en het Zelf, waar­mede we slechts bevestigen, dat wij zijn, is Zijn Ananda.

Ieder van ons is in die zuil van licht, waar hij zich ook

bewege in de ruimte van het zijn en waar hij ook moge gaan in den tijd van het bewustzijn. En geen mensch zal ooit aan

deze drie werkelijkheden ontkomen; hij kan niet zeggen:

"ik ben niet", hij kan niet zeggen: "ik heb geen bewustzijn",

noch kan hij ten laatste er aan ontkomen, zijn kennis te ba­seeren op de uiterlijke wereld van het zijn. Ofscho;Jn er

milh'''W'U \\·erelclcn in werelden zijn en wezens in wezens,

Page 7: De Zeven Stralen - Ernest Wood

19

zijn Sat, Chit en Ananda overal aanwezi g en overal i n één.

De dingen, die wij kunnen zien en aanraken en proeven en

ruiken en hooren, zijn Sat, het ware zijn, en in dat r�jk van

het zijn zal geen mensch ooit ontkomen aan dat, waarop

allen vertrouwen, n.l. de getuigenis van hun zinnen, zelfs al

moge zijn helclerziendh•:id zich uitstrekken door alle moge­

lijke gebieden heen, opwaarts in de zuil van licht. God, het Ht>elal, het Sachchidánanda Brahman, is niet sa­

mengesteld uit drie werkelijkheden, die bijeengevoegd zijn -

Sat, Chit en Amanda --maar Dat spreidt zi ch uit in ruimte

en tijd, in wat genoemd wordt openbaring, waarin de eigen­

schappen van Sat en Chit tot werkzaamheid komen te mid­

den van de mysterieuse cyclische veranderingen, die zich

afspelen in het leven van het eeuwige opperwezen.

Wij bevinden ons in zulk een tweevoudige wereld van stof

en bewustzijn, van de groote passieve en actieve beginselen.

"' ln het zevende hoo fdstuk van de Bhagavad Gita zegt Shri

Krishna: "Aarde, water, vuur, lucht, ether, manas, buddhi

en ahamkára deze zijn de achtvoudige verdeeling van mijn

openbaring". Het laatste :woord is "prakriti"

, afwisselend

vertaald door "stof" en door "aard", maar "openbaring" drukt

het idee ervan uit, daar het woord komt van kri "maken o f

doen" met het voorvoegsel "pra"

, dat "te voorschijn" béteekent.

Het zal sommigen bestudeerders vreemd voorkomen, dat deze

acht openbaringen tezamen genoemd worden als vormden ze

één klasse en in het volgende vers beschreven worden als

"Mijn lagere openbaring". Daar is echter een goede reden

voor, want we zijn in één klasse, hoewel ze onder twee onder­afdeeli ngen ervan vallen, samengesteld, respectievelijk uit de

eerste vijf en de laatste drie. De eerste vijf woorden noemen

de vijf gebieden der menschelijke evolutie - aarde is het stof felijk gebied, water het astrale, vuur het mentale, lucht

het huddhische en ether het atmische of nirvanische. Het

-
Rechthoek
-
Markering
-
Markering
-
Markering
Page 8: De Zeven Stralen - Ernest Wood

20

Sanskrit woord, hier vertaald met ether, is "

akasha" en dit

wordt beschouwd als de wortelstof van de vijf gebieden, die we hier beschouwen. Deze vijf gebieden moeten voor ons hui dig doel te zamen wor:den beschouwd als een wereld met

vijf graden van dichtheid van stof; we moeten de trap­pen, die deze graden van dichtheid vormen, buiten be­

schouwing laten en aan het geheel denken als één wereld,

die onmerkbaar lager daalt van het hoogste punt tot het laagste.

De overige drie afdeelingen van "Mij n

manas, huddhi e n ahamkàra. Hier h ebben

zijn

atma-

buddhi-manas, den theosoof welbekend. Het zij n drie ver­

mogens of krachten van het bewustzij n. "Ahamkára" betee­

kent letterlUk "ik-making" en komt overeen met de theoso­

fische opvatting van "atma" . "M anas" is het vermogen,waardoor het bewustzijn het stoffelijk aanzicht der wereld kent; "bu d dhi" is dat, waardoor het bewust wordt van de bewustzijnen i n die wereld en "aharnkära of :üma" is dat,

waardoor het deze ervaringen individualiseert en ze daardoor voor ieder van ons maakt tot "mij n wereld" en "mij n be­

wu stzijn". Dit laatste vermogen kent het eene Ik, maar het het in du izenden of rnill ioenen schijnbare lk's.

Als Shri Krishna bewustzij n en stof in dezelfde klasse ver­

eeni gt, dan wil hij daarmee niet te kennen geven, dat bewust-

op eenigerlei wij ze meerder is dan stof of er boven staat. \Ve moeten niet denken, dat b e wustzij n zich manifesteert

in een v ijfvoudige wereld van boven die wereld vandaan; stof en bewustzij n zij n evenwaardige deelgenooten, twee

aanzichten van één openbaring. Het heteekent niet, dat leven of bevvustzijn zich openbaart in de stoffelijke we­

rel d van boven af met verschillende graden van kracht. De w ereld is evenzeer een w ereld van l even als van stof,

-
Opmerking over tekst
The instrument of action in the mind or internal organ (antahkarana, q.v.), which produces and modifies objective things. It is the thinking power or function which, in man, acts mainly through his body, and only in a lesser degree in an indefinite manner through telepathy, etc., unless it is well developed or well trained, or is intensely excited. As there are so many people thinking generally in a drifting or a disorderly manner, there is a considerable psychic atmosphere produced by this. (See under Telepathy).
-
Opmerking over tekst
Wisdom differs from mere knowledge because it is knowledge of the life-side of things. We live among two kinds of things-material objects and living beings, especially human beings. All things that are good for us are dear to us-we like them. But of all the things in our lives it is the co-humanbeings who are the greatest and best "goods." Without them our lives would be poor indeed. Our feeling for these and our desire to cherish them becomes more than liking-it becomes love, in all its forms, beginning with friendliness and goodwill and going on to great affection. To be very conscious of the life in our co-beings is wisdom (buddhi), and to estimate the value of all things only in relation to their welfareis also wisdom. (See also karma-yoga and under antahkarana.).
-
Opmerking over tekst
(Literally the "1-maker"). This is metaphysically the attribution of the reality that is Unity to something separate or a part. It is that fundamental error of the mind which causes it to regard anything as a unit, or an individual, or an entity. The term is commonly used for that habit of mind by which we ascribe to the bundle of objects and attributes comprising our body and mind the character of an entity, and then call it "myself," an expression which belongs properly only to the atma (q.v.).
-
Opmerking over tekst
The true Self, in contrast with the false self of individuality and personality which each man commonly thinks himself to be. In Vedantic philosophy this is the one everpresent universal spirit, free from all conditions or characteristics of subject or object, of mind or matter, though it commonly appears to be a separate self, the jivatma (q.v.) The equivalent reality in Sankhya philosophy is purusha (q.v.), but in this case purushas are regarded not as one, but as innumerable. In these high regions of our thought, however, beyond the categories of mind and body, variety and unity are indistinguishable. There is also another term, the pratyagatman, which draws attention to the inwardness of atma, pratyag here meaning the inner.
Page 9: De Zeven Stralen - Ernest Wood

2!

deze twee samengemengd en over het geheel in ge-

lijke verhouding.

Om dit te begrijpen moet ge eens

gaan. Op het stoff elijk niveau der

we in een wereld van stof te zijn. in het oog springend, zon op den

het volgende na­

wereld schijnen

De stof is zóó

tredend, zoo

overheerschend, zoo eeuwig aanwezig, dat wij niet dan m et m oeite het bestaan van eenig leven op dit gebied h erkennen, en zelfs dan vinden w!i slechts vonken of pun­

ten ervan belichaamd in menschen, dieren en andere we­

zens. H et lijkt zeer veel op een groote wereld van stof,

waarin slechts een heel klein beetje leven geïncarneerd is.

Als m en het astrale gebied binnentreedt, ziet men een

veranclering in dezen toestanel; daar is de stof wat min­der o v erheerschend en het leven wat meer te herkennen; de vermogens van het bewustzijn hebben meer invloed

en de beperkingen der stof zij n minder sterk remmend

e•• weerstand biedend. Op het volgende gebied, het

lager m entale, is het le\·en weer een meer uitko­m end en de stof weer minder overheerschend. Zoo vor­men de drie gebieden, stoffelijk, astraal en lager mentaal

een gebied, waarvan we kunnen zeggen, dat er meer sto f

dan leven is.

Tk�chouw nu eens het hoogste van de vijf

den. Hier is de toestand jui�t tellenovergesteld aan

dien van de stoffelijke wereld. Het is een groote nooit rustende zee van de krachten van h et bewustzijn. Wan­neer de ingewijde van den vierden graad dat gebied voor de eerste m aal b etreedt, kan hij niet onmiddellijk eenige

s tof of vorm ontdekken. Het is even moeilijk daar stof te vinden, als het is om bewustzijn te vinden op het stof­

felijk gebied. Hiervan getuigt de poging, die Bisschop

I,eadbeater deed om het nirwanische

rrebied

te beschrijven

-
Markering
Page 10: De Zeven Stralen - Ernest Wood

,--,c-,�-�"�" �- _.,....., .,._"''"'"'-..--�"·------- -

22

m zijn artikel over dit onderwerp in "Het innerlijk leven".

In de vergelijking, die wij gemaakt hebben, zouden wij kunnen zeggen, dat het buddhisch gebied een toestand

vertoont tegengesteld aan dien van het astrale gebied

en het hooger mentale aan dien van het lager mentale.

Veronderstel nu eens, dat een wezen van een andere soort

dan wij, ons kwam bezoeken en ons vijfvoudig veld van openbaring betrad. Als hij het toevallig betrad op het

p hysieke gebied, dan zou hij het beschrijven als een we­reld van stof, waarin punten van leven zijn, centra van bewustzijn, maar als hij aankwam op het atmische of nir­

wanische gebied, dan zou hij het een wereld van be­

wustzijn noemen, waarin eenige punten van stof voorko­

men. Deze beginselen worden verduidelijkt in het voLg·en­de diagram:

GO D HET HEELAL --

BRAHMA: SAT VISHNOE: CHIT SHIVA: ANANDA

(De Wereld der (De Wereld van het (Het Zelf, het Ware

Dingen-Aarde, Wa- Bewustzijn- Atma, ; Leven)

ter, Vuur, Lucht, Boeddhi, Man as) I

Ether) I D E ZEV EN BEGI NS ELEN

I'- 'D ll'1 ..., N - "'t'

..- -o ;:; "' u .:a (ro ca

Oi ..-... .:a ... :>-

c � � ..- 0 <CO ., 0 ... ... ca -o ..- �� :s :s o:l -o <CO � U) c.i5 :s ca :s ca ca "' o:l .... ca- .,� ca o ...::�

8 ca ca ;> � .... � -e..:t: "' 0 ·�z t:z o:ia:l �� ca �'-"'·c- .ca� ...::�

E-t Jl- ::.::: ..a � ... "' >

-------- ·-

Page 11: De Zeven Stralen - Ernest Wood

HOOFDSTUK II.

BEWUSTZIJN.

In Hindoesche en Theosofische boeken worden de termen

"ichchhà", "jnana" en "kriyà" gebruikt, om Je drie essen­

tieele werkzaamheden van het bewustzijn aan te duiden. De­

ze woorden worden gewoonlijk en volkomen nauwkeurig ver­

taald door wil, wijsheid en werkzaamheid, maar de beteekenis

der Hollandsche woorden zal in dit verband niet recht verstaan worden, indien men niet klaar beseft, dat zij be­trekking hebben op toestanden van bewustzijn en op niets anders.

De drie toestanden van bewustzijn �chakelen het

ichchhà of de wil aan het zelf, jnàna of wijsheid aan de we­reld van het bewustzijn zelf, en kriyä of werkzaamheid

aan de wereld der dingen of van het z�jnde. Daarom is jnäna het kernwezen van bewustzijn.

Wanneer we den wijden horizon van deze drie toestanden

zien, dan beseffen wij de ontoereikendheid van hun Holland­

sche benamingen, die feitelijk in hoofdzaak de aandacht vesti­

gen op het positieve of naar buiten werkende aanzicht van

ieder ervan. Bewustzijn is altijd tweeledig, ontvankelijk of be­

seffend en werkzaam en beïnvloedend of mf;!t andere woor­

den, het bezit vermogens en krachten. Elk der äie toestanden

is zoowel een vermogen als een krrtcht.

Ichchhà is onze bewustheid van bet zelf en eveneens de

kracht, die wil is. J nàna is de bewustheid van anderen en eveneens de kracht, die liefde is. En kriyî is onze bewustheid van dingen en cveneem de kracht, die gedachte i<_

-
Notitie
"ichchhà", "jnana" en "kriyà" Will, wisdom and activity. (See under Will, Love and Thought.)
-
Opmerking over tekst
Ichchhà is onze bewustheid van het zelf en eveneens de kracht, die wil is. lchchhashakti. The power of the will, not merely over the thoughts and feelings in the mind-which is usual-but much further, so that desired events and occurrences and what some would call coincidences can be called into effect. It involves also the power to sustain and control the body in unusual ways, and is also behind the power of concentration which is used in kriyashakti (q.v.).
-
Opmerking over tekst
Kriya is onze bewustheid van dingen en eveneens de kracht, die gedachte is. Kriyashakti. This is literally the power of action, but it means the action of the mind, which is thought. Thought is behind all our actions except such as are reflex, and also with regard to these indirectly, since their forms and habits result from mindaction in the past. Kriyashakti is power of thought over matter in a degree altogether beyond its normal action in influencing the especially adapted and responsive centers in the body which make our bodily action possible and easy, so much so that in fact its employment would produce material results looking like small miracles, though of course in every case the whole procedure would be well within the field of nature and natural law. It depends primarily upon great power of concentration of mind.
-
Notitie
Shakti (Literally, power or ability). Primarily, the fundamental powers or forces found or seen in the manifested universe. These are presumed to originate in some way from the one basis and source of all being, the supreme and only Brahman (q.v.) or Absolute (q.v.), which is the uncaused cause of all that is. These forces of the manifested universe are often pictured as goddesses, being concerned with the world, which is negative (or feminine) to the three differentiations of power called Shiva, Vishnu and Brahma (q.v.), residing above the manifested universe. The flow of feminine or manifest powers does not, however, stop at the three which deal with the over-all departments of creation, preservation and destruction, in the matter-side and the mind-side of the universe, and the play of life between them which being fulfilled brings their business to an end, the three being pictured as Saraswati, the helpmeet of Brahma and patroness of all the Arts, Lakshml, the helpmeet of Vishnu and goddess of prosperity and welfare, and Parvati, the helpmeet of Shiva, in some aspects of the work appearing as Kali. These shaktis go on ramifying even down to the minor powers represented by the letters of the alphabet which are represented on the petals of the lotuses or chakras (q.v.) in the human being, in which also goddesses as well as gods symbolically reside. Popularly, the shaktis or powers which may come about at various stages of yoga practice may be classified as follows: Jnanashakti, having to do with the perceptive faculties, such as clairvoyance, clairaudience, telepathy, psychometry, and even the reading of the pictures in tea-leaves, crystals, embers and clouds, and various omens, which are essentially ways of stopping one's thought because one is dealing with accidental forms, not rational sequences. Kriyashakti, having to do with concentrated thought-picturing without thought-activity, but with in the background a material intention to change something or to manifest something. It includes materialization, which however usually requires the help of ectoplasm, or magnetics or odylic forces, and also healing or injuring by thought-power. lchchhashakti. Will-power, which is essentially self-control, leading to abnormal control of the body, astral travelling, etc. Mantrashakti. The power of sound or rhythm, vocal expressions, music, etc. Used in rainmaking and other stimulations of nature and in many religious ceremonies.
-
Opmerking over tekst
Jnàna is de bewustheid van anderen en eveneens de kracht, die liefde is. Jnana and Jnana-Marga. Knowledge and the Path of Knowledge. (See under Path, Qualifications, Will, Wisdom and Activity.) Jnanendriyas. The five organs of sensation or, rather, knowledge. (See under Indriyas.) Jnana-yoga. Union with the divine by means of knowledge. It is the method of yoga usually preferred by the Vedantists. Study, .thinking, meditation and samadhi all come within its scope. The business of Raja-yoga is (1) to develop the powers of thought, love and the will, especially by concentration, meditation and contemplation with reference to the things of incarnate experience, and (2) to let in the light of the spirit by the pursuit of knowledge (jnana) and devotion (bhakti) to it, remembering that the spirit can enter the picture in some degree at any stage on the journey, not only at the end of the road. Through the higher self that spirit can illuminate even the business of the lower self, and infuse all its doings with truth, goodness and beauty.
-
Markering
-
Markering
-
Markering
-
Markering
Page 12: De Zeven Stralen - Ernest Wood

24

Bewustzijn kan men nooit zien, op geen enkel gebied

met geen enkel soort van helderziendheid; alleen dingen,

die zijn, kunnen gezien worden - maar bewustzijn kan

men ervaren en wordt natuurlijk ervaren door ieder

schepsel, dat bewustzijn heeft. Laten wij toch beseffen, dat hne schitterend te midden van de betrekkelijkheid der

dingen het bestaansaanzicht van een jivatmà of levend

zelf op de hoogere gebieden ook mag zijn, het toch tot de wereld der dingen of tot sat behoort. Ook is bewust­

zijn nooit en nergens onderworpen aan de beperkingen van sat, of anders ;�c-zegd, wat niet zonder gevaar is voor

misverstand, het kan zijn, en is ook, overal tegelijk, en het

behoeft, om van de eene plaats naar de andere te gaan, de

tusschenligg-cnde ruimte niet over te steken. Het over­brugt alleen den tijd. Als ik u bij voorbeeld verzoek om van de eenc plaats naar de andere te gaan en ik vraag

nadat gij het g edaan hebt: "wat deedt gij, waart gij inbeweging?" dan zou ik het antwoord verwachten: "J\' een,ik bewoog mij niet." En als ik dan nog verder vraag:

"Wat deedt gij dan?" zou ik het antwoord verwachten:

"Ik dacht; ik werd de beweging van mijn lichaam ge­

waar".

Alleen als gevolg van waarneming door middel van de

zinnen kent de men:-:ch de plaats en de beweging van zijn

eigen lichaam. Als gij in den trein in een slaapwagen ligt en de trein rijdt zonder te schokken, dan kunt gij niet uitmaken of gij voor- of achteruit rijdt, maar als gij het

gordijn optrekt en naar de lichten en schimachtige din­gen kijkt, die aan u voorbijgaan, dan trekt gij daaruit

de gevolgtrekking, dat gij vooruit rijdt en dan geeft gij aan uw lichaam de veronderstelde gevoelens van bewe­ging in die richting.

Wanneer men deze onafhankelijkheid van cle beperkingen

Page 13: De Zeven Stralen - Ernest Wood

25

der ruimte, waarin het bewustzijn zich verheugt, begrijpt

en in gedachte houdt, dan eerst is het mogelijk, zich een

nauwkeurig begrip te v ormen van den aard van wil, wijs­

heid en werkzaamheid als bewuste werkzaamheden.

Vorm

lchchhà

Jnàna

Kryià

CHIT OF BEWUSTZIJN.

Bewustheid van :

Zelf

Anderen

Dingen of voorwerpen

Werkt als:

Kracht van wil

Kracht van Lietde

Kracht van gedachte,

Als de menschen over God spreken, denken zij in den regel

niet aan de universeele Godheid, waarover ik sprak, maar

stellen zich Eén voor, die het hoogste bewu stzij n van ons

zon:1estelsel is . Hij is één bewustzij n en hieraan is het,

dat wij allen deel hebben, niet dat het tusschen ons ver­

rleeld is, maar \Vij hebben er met Hem deel aan. Dat

groote bewustzijn, door de Theosofen de Zonnelogos ge­

noemd, bezit de d rie krachten: wil, wij sheid en werk­

zaamheid. Hij is Vishnoe in wezen, maar Zijn wil brengt hem in aanraking met Shiva en Zij n werkzaamheid met

B rahmä. Echter worden bij analogie deze a.anzichten van

\·::-;h noe ook Shiwa Vishnoe en Brahmá genoemd. Ofschoon

deze verpersoonlijkingen misleidend zijn, noem ik ze toch,

omdat ik de geschiedenis wil vertellen van het scheppen der

wereld rloor Vishnoe. Eerst werd Brahmä uitgezonden om zijn scheppende macht

of godde lijke werkzaamheid uit te oefenen. In de boe­

ken wordt verteld, om het den menschen d uidelijk te ma-

-
Markering
-
Markering
Page 14: De Zeven Stralen - Ernest Wood

26

ken, dat Hij zij n werk uitvoerde door in meditatie te vertoe­

ven en dat, terwijl Hij mediteet'de, de werelden werden door

de kracht van zijn gedachte. Zoodanig was Zijn werkzaam­

heid. Toen trad Vishnoe de sto f felijke wereld binnen en vulde

haar met leven en Shiwa met Zijn kracht, die het Zelf is, die

•daar bestond als het opperste Zijn. *)

Het ware Brahman valt buiten ons bewustzijn, maar de­

ze Brahmà niet, daar Hij slechts een personificatie is van

de werkzaamheid van onzen Z onnelogos. Ik vertel het

verhaal slechts om aan te toonen, dat de scheppende

werkzaamheid niet bestond in werken met handen en voe­

ten in de ruim te, maar in w at wij gedachte noemen. De

stof van de ruimte i n de w ereld van Sat wordt aange­

raakt door de kracht van Kriya en neemt gestalte aan

onder haar iny]occl .

DE UNIVERSEELE G OD

BRAHMA I VISHNOE I SHIWA

(Aanzijn) :

(Bewustzijn)

, (Geluk)

*) S uperbeing.

ZONNELOGOS

'"' 8� ..c: '"' "' ;>-

�� .... . ·- "' "' r::

'"0 c:: c 0::; N � � U)

� � l'l '"'..c: c:: "' --.> � . l'l u 0 JlN

<êil "' ..c:� � ..c:� iii "' • c:: u l'l

"' 0 U'JN

-
Opmerking over tekst
Brahma
-
Opmerking over tekst
Kriya-shakti
-
Opmerking over tekst
Superbeing
Page 15: De Zeven Stralen - Ernest Wood

HOOFDSTUK IJl.

GEDACHTEKRAC�IT.

vVat waar i� ten op%ichte van de drie krachten van het bewustzij n van Vishnoe, geldt eveneens Your die van

ieder mensch, want al onze krachten maken deel uit van

dat groote b ewustzijn, e venals de s tof van onze l ichamen

met haar eigenschappen genomen is uit de groote zee va�l

stof felij k zijn. De gedachte in den mensch is zij n werk­

zaamheid als mensch. Deze werkzaamheid is tweeledig,

naar gelang gij het universeele of het oogenschij nlij k bijzon­

dere wezen beschouwt.

I. Gij vindt haar in het vermogen van onderscheiden, dat

achter alle waarneming staat. Geen mensch neemt pas­

sief waar. Er bestaat niet zoo i ets als de passieve

waarn eming van wij zigingen in het bewustzij n en alle

waarneming is van den aard van het kijken uit een

raam, om te zien, wat er voorbij gaat. De dingen der we­

reld z ull en nooit een inval doen in iemands bewustzijn,

maar het bewustzijn opent zich , wanneer h et werkzaam

is, voor de waarneming van dingen en h ee ft aldus. zeer

voorzichtig uitgedrukt, een negatief aanzicht.

2. H et werkt ook op positieve wijze, zood;:-.t iedere ge­

dachte de macht over d ingen met zich brengt, die degedachte van Brahma in den aanvang uitoefende.

Deze waarheid betref fende de werkzaamheid van het be­

w ustzij n als onderscheiden van de werkzaamhei d van de

stof geeft een oplossing voor het p robleem, dat zoovele

bestu deerders van "De Bhagavad Gita" b ezig houdt .

In de Westersche wereld bestaat de treurigste verwarring

-
Opmerking over tekst
Kriya-shakti
-
Opmerking over tekst
1. Zonne-wil 2. Zonne-wijsheid 3. Zonne-werkzaamheid
-
Opmerking over tekst
Menselijke wil menselijke wijsheid menselijke werkzaamheid
-
Opmerking over tekst
dat is: het onderbewustzijn
-
Opmerking over tekst
kriya
-
Opmerking over tekst
d.w.z. ontvankelijk en beïnvloedend
-
Opmerking over tekst
het ontvankelijke aspect van werkzaamheid/kriya
-
Opmerking over tekst
het beinvloedende aspect van werkzaamheid/kriya
Page 16: De Zeven Stralen - Ernest Wood

28

omtrent de verhouding tusschen wil en begeerte en wordt er

druk geredetwist over de vraag, welke van de twee op

het l ich aam inwerkt en aldus zij n h andelingen in d e we­

reld veroorzaakt. Het antwoord daarop is, dat noch wil

noch begeerte direct op het l ichaam inwerkt. Gedachte

of Kriyà is de eenige kracht, die met dingen te maken

heeft en door gedachtekracht, krijäshakti, is het lichaam

opgebouwd en worden alle werkzaamheden, die geen re­

flexies zijn, verricht. Tot toelichting wil ik opmerken, dat

wanneer gij uw pen opneemt van de tafel, gij dat doet door gedachtekracht. Toeschouwers zullen zeggen, dat

ze u de pen met uw hand zagen opnemen, maar de ge­

dachte lichtte rle hanrl op. Een glimp van de waar!leid

dezer dingen heeft Emil Coué in de Europeesche psycho­

l ogie gebracht door de theorie, dat \Vannecr er st rij d is

tusschen wil en gedachte *) in den menschelijken geest,

de gedachte het al tij d wint. Dat is waar, als wij in ge­

dachten houden, dat \Vij hier denken aan de gevolgen in

den vorm van daden iu de wereld en dat in die hcwering d e

' ) �r is op gewezen, dat het woord "verbeelding" dikwijls in dezenzin wordt gebruikt. \Vanneer het echter op deze wijze gebruikt wordt, beteekent het een beeld in het denkvermogen - d.w.z. een gevestig­de gedachte, een steunpunt in het denkproces. Denken is als wan­delen. Gij zet een voet neer en steunt dien op den grond, dan zwaait gij uw lichaam vooruit, met dien voet als aangrijpingspunt van de krachten van het lichaam tegen de aarde. Aan het eind der beweging zet gij een tweeden voet neer; en dan ontlast gij den eersten, terwij l gij het lichaam in evenwicht houdt, dat zich om de nieuwe spil be­weegt. Overgang en evenwicht wisselen elkaar aldus af bij de ge­dachte. Het gedachtebeeld is een evenwicht, een gedachte of denk­beeld; de overgang daarvan naar een ander is denken, wanneer het proces logisch is. \Vaarin het verbeeldings-praces verschilt van het denk-proces wordt verklaard in Hoofdstuk XIV. Er moet onderscheid gemaakt worden tusschen verbeelding als een proces en het voort­brengen en de kracht van mentale beelden.

-
Markering
-
Markering
-
Markering
-
Opmerking over tekst
het hoofdstuk dat handelt over de vierde straal
Page 17: De Zeven Stralen - Ernest Wood

29

term "wil" verkeerd gebruikt wordt. De theorie is waar, maar

ze is in het Hollandsch onhandig uitgedrukt.

Wij zouden vele voorbeelden kunnen geven, die dit denk­

beeld meer levend voor u zouden maken. Een van de

beste is de ervaring van zekeren autohandelaar in Los

Angelos, die de gewoonte had, zijn klanten te onderrich­ten, hoe zij de at1to moesten hcsturcu, die zij van hem

kochten. Er was een zeker man, die een auto

had en leerde chauffeeren, maar die het lang-en tijd niet volkomen te pakken kon krijgen tengevolge van een ma­

nie voor telegraafpalen, hetgeen niet zoo ongewoon is in

zulke omstandigheden. Deze heer reed gewoonlijk uit vroeg in den morgen en nam den besten weg, die hij vin­

den kon, als er nog niemand buiten was en dan reed hij

op een tastende en onvaste wijze, zijn oogen op den weg

gevestigd en een poosje in zalige vergetelheid van het be­

staan van telegraafpalen. Vroeg of laat echter kreeg

een in het oog, misschien wel bij een bocht en dan

bij zichzelf te zeggen: "0, ik hoop, dat ik niet tegen

dien paal zal aanrijden. Werkelijk ik moet daar niet op

inrijden", en terwijl hij deze woorden herhaalde, nam de

gedachte aan de paal grooter en grooter omvang aan in

denkvermogen, totdat ze bezit nam van zijn verbeel­

ding en weinig of geen ruimte overliet voor de gedachte

aan den weg. Dan kwam de kracht van de gedachte aan het licht, want wat zijn verbeelding in beslag nam,

dat zijn denkvermogen vervulde, beheerschic zijn bande-

ofschoon hij hevig wenschte, niet tegen den paal aan

te rijden. Zijn handen, onvast tevoren, hielden nu het

stuur met vastheid en hij zag zichzelf mei de nauwkeu­

righeid van een expert recht op de gevreesde telegraaf­

paal aansturen, en het was een geluk voor hem, dat hij een leermeester naast zich had, want het is eenigszins

Page 18: De Zeven Stralen - Ernest Wood

JO

twijfelachtig, of hij bij al die gelegenheden de tegenwoor­

digheid van geest zou gehad hebben te stoppen, voordat van den weg afgereden zon

De macht over het lichaam van een vast omlijnd en helder

mentaal beeld wordt in dit voorbeeld duidelijk aange­toond en het kan gebruikt worden, om het lichaam zijn gezondheid te geven of om te helpen het gezond te houden, zooals de Heer Coué beweert. Het oefent ook

voortdurend zijn invloed uit op nog vele andere wijzen, die men gewoonlijk niet opmerkt.

De Heer Clarence Unclerwoocl, de welbekende Ameri­

kaansche kunsthandelaar en vervaardiger van de "school­meisjesteint" platen voor een beroemd merk van zeep,

vertelt, hoe gedachtekracht het gelaat en de gestalte van zijn dochtertje vormde. ,, Vele jaren geleden", zegt hij,

"hield ik plotseling op met het schilderen van de blonde vrouw, die mijn werk beheersebt had en begon een meis­

je te schetsen. rvren vroeg mij , wie zij was en ik kon het

waarlijk niet zeggen. Z ij was zeker niet het model, dat ik gebruikte, noch een combinatie van verscheidene model­

len. Zij was zichzelf, en, voor mij ten minste, een ideaal

type. Mijn dochtertje Valeric was toen zes jaar oud en ze

had dat donkere meisje intens lief. Zij had de gewoonte in mijn atelier te komen en achter mijn stoel te staan

en toe te kijken, hoe ik schilderde, totdat z�j ontdekt werd en onder hevig protest weggevoerd. Jarenlang teekende ik dat gezich t met weinig variatie. Toen Valeric een ge dame was, een vijftien jaar later, was zij het levende beeld van dat gelaat, dat ik zoo vele jaren te voren ge­

schilderd had. Ik weet, dat haar liefde en bewondering

voor die beeltenis er de oorzaak van waren. Mijn oude vrien­

den stonden verbaasd over de gelijkenis, als zij mijn doch­ter zagen, ofschoon Valerie ten tijde dat ik de platen

-
Markering
Page 19: De Zeven Stralen - Ernest Wood

3I

uitvoerde, niets meer dan een baby was met evenveel ge­

lijke nis met het g·elaat op het doek als ikzelf. Haar trek­

ken veranderden in overeenstemm ing met het geschil der­

de gelaat, dat zij l iefhad en hetzelfde gevolg zou ieder

ander meisje kunnen bereiken. Het hedendaagsche Ame­

rikaansche meisje is veel meer het product van het i deaal

van den kunstenaar dan zij zelf met mogelij kheid kan weten. "

Het geloof i n deze macht i s tegenwoordig zeer verbreid

in Amerika en het behoeft ons niet te verwon deren, dat vele beroemde kunstenaars van dat land in aanmerking

nemen, dat zij door het maken van mooie beeltenissen

van het menschelijk gelaat en den menschelijken vorm

een belangrijke rol spelen in de snelle ontwikkeling van

een prachtig nieuw volk. H un pl aten worden goed ge­

drukt en bU honderden millioenen in de tijdschriften en

op de prachtige reclamebmden van het land verspreid,

want het schoone heeft zich een werkelij ke en blijvende

plaats in den Amerikaansehen handel veroverd. Jonge

menschen van beider sexe en de ouderen dikwij ls ook,

kijken n aar die pl aten en hebben een verlangen, er ook zoo

uit te zien. D e Heer Harrison Fisher zeg·t, dat, wanneer

een jong meisj e een sterke bewondering voelt voor een

zeker schoonheidstype, dat zij gezien heeft, zij zich on­

bewust vormt tot een zekere gelij kenis daarvan door er

aan te denken en dat dit een bewezen resultaat is, dat

iedere kunstenaar heeft opgemerkt. De Heer H oward

Chan dler Christy, wiens oordeel voortdurend gevraagd

wordt in de schoonhei dswedstrijden van Amerika, houdt

vol, dat de vrouwen van dat land in korten tijd vele centi­

meters grooter zijn geworden dan vroeger, door de illu­

straties, die ze aldus uitbeeldden en op deze wij ze d it phy­

sieke i deaal aan het volk hebben voorgehouden. Wat men

Page 20: De Zeven Stralen - Ernest Wood

32

voortdurend ziet, heeft neiging zich in te drukken op den

geest en deze beïnvloedt op zijn beurt het lichaam, en dit is ook de reden, dat man en vrouw in den loop der j aren op elkaar gaan lijken.

Z eer veel overeenkomst hiermede vertoont de vóór-ge­

b oortelijke invloed van de gedachte van de moeder, wan­

neer deze sterk en onveranderlijk is. Dit was een denk­

beeld van de moeders in 't oude Griekenland die de beeld­

houwwerken aandachtig beschouwden, opdat haar kinderen

schoon zou den zij n. M ev rouw Ruth. J. Wil d uitBrooklyn, wier dochter bekroond werd in een wedstrij d ,

waarbij zij vele an dere m ooie m eisjes tot mede dingsters

had, vertelt, hoe zij in een tij d van groote materiëele en

in nerlijke moeilijkheden, toen zij alleen stond in de we­

reld, besJuten had, dat haar kind een mooi meisje z ou zijn.

Zij b ezocht geregeld het Drooklyn museum en keek dan

naar de beelden van Venus en Adonis . Zij droeg ook altij d

d e n omslag \ an een tij dschrift bij zich, waarop e en kopje

van Boileau was afgeb eeld en stelde zich voortdurend

het m ooie dochtertje voor, d at zij krij gen zou. Toen het

kind kwam, was het een meisje, en, zeide Mevr. Wild,

"alles, wat i k gedroom d en gehoopt had, was o m gezet

in h et mooiste kind ter wereld". D e dokters zeiden, nog

nooit zoo 'n baby gezien te hebben en een van hen, die

wist, dat ik nog steeds in behoeftige omstandigheden was,

bood m ij 20000 dollar voor de baby. Al het geld in de

wereld zou niet vol doende geweest zijn, haar te koopen,

w ant ik wist, dat ik geslaagd w as. Als ik het kle·ine ge­z i chtje beschouwde, z ag ik, dat het het evenbeel d wa'-3 van

het Boileau kopje en toen wist ik ook, dat haar figuur

zich zou ontwikkelen volgens de schoone lijnen van mij n

beelden. Haar figuur heeft zich inderdaad zoo ontwikkeld

en tot dezen dag heeft zij hetzelfde lichte haar, dezelfde

Page 21: De Zeven Stralen - Ernest Wood

donkere

heeft het zoo lang

heb".

33

wimpers en wanneer haar gezicht in rust is, dezelfde uitdrukking als dat op de plaat, die ik

mij gedragen en met zoo veel ernst beschouwd

Een ander geval is dat van Mevr. Virginia Knapp uit

New York. Haar dochter Dorothy won de Venusprijs van

Amerika hij een schoonheidswedstrijd in Madison Square

Garden. Deze moeder vestigde ook haar gedachten op

mooie dingen. Zij wandelde alleen in de schoone natuur

en vroeg haar wat van haar liefelijkheid aan haar dochter

af te staan en schrijft de schoonheid van haar dochter niet

toe aan erfelijkheid, maar aan haar eigen wil en voorne··

men van den voorgeboortelijken tijd. In deze gevallen

hebben we den on:rniddellijken invloed van de gedachte

op het gevoelige lichaam van de zich vormende baby,

want het is bekend, dat er geen zenuwverband bestaat

tusschen moeder en ongeboren kind. Dat gedachten anderen kunnen aandoen, zelfs op een af­

stand en ook haar indruk achterlaten op de physieke

zijn volkomen bewezen feiten en ik kan getuigen, waargenomen te hebben, dat dit resultaat honderden malen

met volmaakte nauwkeurigheid is teweeg gebracht en ge­

controleerd in Indië en elders.

Ik behoef niet stil te staan bij de meer bekende werk­

zaamheid der gedachte, die ons dagelijksch leven beïn­

vloedt en onze stoffelijke omgeving in hooge mate be­

schaafd maakt. Elke afdeeling van het menschelijk kun­

nen en der menschelijke beschaving bevindt zich binnen

haar macht: philosofie, het drama, wetenschap, gods­

dienst en kunst; alles toegepast op de kleinste onderdee­

len van het dagelijksch leven. "

Alles", zegt Emerson, "is

kneedbaar voor de gedachte". Waarlijk, in den loop der tijden zal de mensch door middel van haar kracht

3

Page 22: De Zeven Stralen - Ernest Wood

34

steeds meer van de problemen van het leven en de natuur

oplossen en nog grooter krachten dienstbaar maken aan de

menschheid, laten wij hopen, met een steeds toenemen­

de toewijding voor de menschelijke broederschap, gerïcht op een steeds voortschrijdende verwezenlijking van het

geestelijk doel van het menschelijk leven.

Page 23: De Zeven Stralen - Ernest Wood

HOOFDSTUK IV.

LIEFDEKRACHT.

Evenals Kriya, gedachte, gebruikt wordt om kennis te

verkrijgen van stoffelijke dingen en hun onderling-e ver­

houdingen, en ook de scheppende kracht is in het stoffe­

lijk leven, zoo brengt J nana ons in kennis met het be­

wustzijn in levende dingen en oefent de macht der

liefde er op uit te midden er van. Jnana is Wijsheid, het­

geen zeer verschillend is van kennis. De boeken zeggen

terecht, dat al onze kennis van dingen Avidyä is, Ajnàna,

maar die termen heeft men beide vertaald door onwetend­

heid, terwijl ze hadden moeten vertaald worden door on­

wijsheid.

A vidyä heeft deze eenigszins ongunstige beteekenis

slechts dan, wanneer ze betrekking heeft op kennis alleen,

niet verbonden met Jnàna. Jnana-vijnänasahita, dat is de

verbonden met kennis, is de ware wijsheid, die de

menschheid tot volmaaktheid zal leiden, want geleid door

wijsheid wordt alle kennis vruchtdragend voor het inner­

lijk zelf.

Shri Krishna heeft de beteekenis van wijsheid volko­

men duidelijk gemaakt in twee verzen in de Gita, toen hij sprak

van de bezittingen, die de mensch gebruiken kan in den

dienst van God ten bate van de menschheid. zeide:

"Beter dan het offer van eenig stoffelijk voorwerp is het

offer van wijsheid, omdat alle werken zonder uitzondering

ten laatste alleen wijsheid opbouwen. Als gij dat wilt

doorgronden, moet gij het goddelijke vereeren in alle din­

gen, trachten te begrijpen, en dienst verrichten. Dan zul-

Page 24: De Zeven Stralen - Ernest Wood

36

len de wijzen, die de waarheid zien, U tot de wijsheid leiden".

Zekerlijk verklaarde hij ons, dat alle werk, dat de mensch

gedaan heeft in de wereld in den loop der geschiedenis

tot stof vergaan is, maar dat de vrucht van dien arbeid des­

niettegenstaande als wijsheid bestaat in de menschelijke

ziel en eveneens dat die wijsheid geen bloote kennis is van

dingen, die door het denken bijeengebracht kan worden maar de verwezenlijking van het leven.

Het onderscheid tusschen een wijs man en een man van ken­

nis is duidelijk, wat ook het veld van zijn arbeid is. Als hij

een staatsman is of een leeraar, dan zal hij geen vooropge­

zet plan of denkbeeld hebben, dat hij menschen of kinderen

wil trachten op te leggen, maar hij zal uiterst gevoelig zijn

voor de levensomstandigheden dergenen, waarmede hij

te maken heeft- voor hun gedachten en gevoelens en den

staat van hun bewustzijn - en hij zal di dingen evenzeer

eerbiedigen als de ingenieur de eigenschappen van staal en

hout. Niet hij, die het meeste van een onderwerp afweet,

kan het best onderwijzen, maar hij, die gevoelig is voor het

leven en daardoor in staat zich te verplaatsen in het be­

wustzijn van zijn leerlingen. Daarvoor heeft hij iets meer

noodig dan de kennis, door studie verkregen, ondervin­

ding van het hart, ontstaande uit sympathie en aanraking

van leven met leven. Wie in de wereld is wijzer dan de

moeder, die onbewust het geluk van haar kindje boven alles stelt? Wijsheid is dan ook een soort van veredeld ge­

voel, neen, het is een goddelijk gevoel, omdat het ingeboren

is in de ziel, niet omgezet uit iets lagers. Zij heeft, wat, voorzichtig uitgedrukt, kan genoemd worden, haar nega­

tief aanzicht in sympathie voor of aanvoelen van anderer leven en haar positieve vorm is de kracht der liefde.

Deze wijsheid is het ware menschelijke gevoel en haar ver-

Page 25: De Zeven Stralen - Ernest Wood

37

bastering is begeerte. Wijsheid is liefde voor levende we­zens, voor leven, maar begeerte is liefde voor dingen. Als

een man vol begeerte is naar groote materiëele bezittingen

of macht of roem in de wereld, is er toch achter dit alles het verlangen naar grooter leven. Maar daar hij de fout

maakt aan zichtzelf te denken als aan een stoffelijk ding, niets dan een lichaam met een stel gedachten en gevoelens

daarmede verbonden, leidt zijn begrip van vermeerderd leven hem enkel tot uitbreiding van zijn stoffelijke bezit­tingen en macht en is hij onbewust van het feit, dat zijn

naasten levende wezens zijn; voor hem zijn zij niets anders dan belevendigde gecompliceerde stoffelijke mechanismen en hij denkt alleen maar aan hen met sympathie of anti­

pathie, al naar mate zij passen in het kader van zijn eigen begeerten en plannen, of deze in den weg staan. Maar de wijze mensch voelt het leven aan in die andere wezens.

voelt het oogenblikke1ijk en kan geen plannen maken

zonder het in aanmerking te nemen, en de liefde, die aldus

zijn leven vult, vermeerdert dat leven zonder eenige in­

haligheid van zijn kant. Voor hem is het jagen naar roem

niet mogelijk; hij is niet verlangend den geest van anderen met gedachten te vullen over hemzelf, opdat hij vergroot en

vermeningvuldigd mag worden in hen, veel meer wil hij zijn eigen geest en leven vullen met hen en met hun belan­gen en nooden door zijn eigen universede medevoelen.

Liefde leidt ons het leven binnen, niet alleen stoffelijk, ons tot geboorte in deze wereld brengende, maar ieder oogen­blik stelt zij ons open in ontvankelijk aanvoelen en leidt ons tot nieuwe ervaring en plicht. Ieder kent het beeld van

den ouderwetsehen gierigaard, die naar zijn kelder of zol­

der ging, een kaars in de hand, en zich opsloot om te zwel­gen in zijn schatten, zijn goud en edelgesteenten over hals en armen te werpen en zich met ziekelijk genot daarin te

Page 26: De Zeven Stralen - Ernest Wood

3R

baden. toch was het geen genot, want de man was al­

tijd vol vrees, opspringende bij iedere bewegende schaduw,

geworpen door zijn flikkerende kaars, opschrikkende bij

ieder geluid; en het was letterlijk waar, dat de zelfzucht

van dien man een huivering voor aanraking met anderen

met zich bracht, een vreeselijke benauwing van zijn leven.

Maar liefde zet uit en doet vrees verdwijnen en maakt den

mensch tot mensch. Zij is het ware menschelijke gevoel

en wanneer de mensch haar verliest, heeft hij zijn leven zelf

verloren, ofschoon zijn lichaam nog rondgaat.

Een verhaal, dat in Indië verteld wordt, toont ons, hoe ver­

schillend liefde is van gedachte en hoe de voorschriften der liefde moeten gevolgd worden, waar het betreft het men­

schelijke leven. Het verhaalt van een ouden man, die in een

dorp in Indië woonde, lang geleden. Hij was daar

verreweg de rijkste en zeer machtig, maar geen man van

goede gezindheid, ja, hij legde er zich op toe, al zijn m;1cht

en rijkdom te gebruiken om ieder, van wien hij niet

te vervolgen en te kwellen en hij was daardoor de schrik

der dorpelingen. Deze oude man had een zoon, die de

vriendelijkheid zelf was en ieder zag uit naar den dag, dat

hij den rijkdom en de positie van den ouden man zou erven

en een zegen zou zijn voor allen. Een derde persoon in dit

verhaal was een reizende sannyàsî, die, goed doende waar

ging, toevallig ook in dit dorp kwam en er een poosje

bleef. Spoedig bemerkte hij wat daar gaande was en een

vreemde verzoeking kwam in hem op en hij ontdekte, dat

hij bij zichzelf zeide: "Waarom zou ik dien ouden man niet

dood en en deze menschen uit hun ellende verlossen en den

jongen man de gelegenheid geven het wijd verbreide goed

te doen, dat hij zeker doen zal als hij kan? De oude man is

niet gelukkig en het doet er niets toe, wat er van mij wordt,

als ik maar goed doe". En dan wordt de vraag gesteld:

Page 27: De Zeven Stralen - Ernest Wood

39

"Wat zoudt gij doen onder die omstandigheden?" De lo­

gica schijnt er voor te pleiten, dat dit denkbeeld goed is.

Maar gelukkig zouden de meeste menschen doen wat de

sannyäsî deed en den ouden man laten leven, zooals het

hart het ingeeft.

De wijsheid in ons weet, da, wc allen één zijn en zij zou

zich evenmin kunnen indenken, dat geluk kan verkregen

worden door letsel aan anderen toe te brengen, als het

denkvermogen zich zou kunnen voorstellen, de waarheid te

vinden door opzettelijke valschheid van gedachte. Een gelijk

probleem bestaat er in onzen tijd voor de Westersche wereld

ten opzichte van de proefnemingen op levende dieren, die nog

steeds worden voortgezet. Niemand vindt het prettig, ieder

hart deinst terug voor het vreeselijke er van en de studenten,

die er mee beginnen, sidderen voor hetgeen zij te doen heb­

ben, totdat het hart verhard raakt. Het wordt alles gedaan

in naam der logica en voor het heil der menschheid; het

verstand schijnt te zeggen, dat het volkomen gerechtvaar­

digd is, teneinde menschelijke smart te verlichten. Maar

zelfs als het dat deed, wat door zulke middelen volslagen

onmogelijk is, daar karma de wereld regeert, zou het te

zelfder tijd het meniehelijk hart verharden en de vooruit­

gang van het ras tegenhouden. Ieder denkt toch aan de

menschheid van de toekomst als bestaande uit menschen

van groote liefde en macht, niet rondkruipende in de sple­

ten der aarde in ellendige dienstbaarheid of afgeleefde

lichamen, die in stand gehouden moeten worden ten koste

van ongeloofelijke smart van hun medeschepselen; en toch

schijnen zij niet in te zien, dat hun onwijsheid een uitstel

beteekent van die glorierijke dagen.

Wijsheid wordt ook gezien in een eenvoudig geval als dat

van Emerson, die, als hij van een reis terugkeerde, de la­

ger� takken van zijn hoornen placht "de hand te schudden",

Page 28: De Zeven Stralen - Ernest Wood

40

en zeide, dat hij voelen kon, dat zij blij waren, dat hij terug

was, zooals hij blij was, weder in hun midden te zijn; en

hetzelfde zien we in vele van de geschriften en gedichten

van Dr. Rabindranath Tagore, die zich kan verplaatsen in

het innerlijk van een klein kind of van een stroom, en het levensdoel ook ziet in de morsige straten van een dichtbe­

volkte stad. Jnana, wijsheid, is liefde, bewustzijn van de

zelfde soort van leven in alles.

Page 29: De Zeven Stralen - Ernest Wood

HOOFDSTUK V.

WILSKRACHT.

Laten wij in onze herinnering terugroepen, hoe het den man

in Los Angelos ging, die geen chauffeeren kon lceren, omdat

de gedachten aan de telegraafpalen niettegenstaande zijn po­

gingen in tegenovergestelde richting steeds hardnekkig door­gingen zijn handen te richten. Hoewel de kracht der gedachte

hierdoor aangetoond wordt, moet gij niet denken, dat het

eveneens een bewijs is voor de betrekkelijke zwakheid van den

wil. De wil was niet overwonnen, hij was alleen tijdelijk bui­

ten werking gesteld. De man wilde niet - hij wenschte; en

er is een hemelsbreed verschil tusschen die beide dingen.

De aanwezigheid van een wensch of een hoop in het men­

schelijk denken, duidt de afwezigheid van den wil aan en hij,

die zich overgeeft aan wenschen, doet tiideliik afstand van

goddelUkheid en van zijn troon.

Dat wenschen en willen twee volkomen afgescheiden en el­

kaar uitsluitende dingen zijn, kan op een zeer eenvoudige

wijze aangetoond worden. Als uw potlood op de tafel ligt

en gij bedenkt, of gij het zult opnemen of niet, zult tot

het besluit komen: "ik zal het opnemen", of tot het besluit:

,,ik zal het niet opnemen". Er komt heelemaal geen wenschen

bij te pas, omdat gij volkomen er op vertrouwt, dat het in

uw macht is. Maar als het potlood een halve ton woog, of

als gij dat dacht, dan zoudt gij zien, dat gij zeidet "o, ik wou,

dat ik dat potlood kon optillen".

Hij, die wenscht, erkent daarmede zijn afhankelijkheid van

uiterlijke toevalligheden ; hij is in een toestand van afwach-

Hoe vrij is onze wil? Nivard L. Vas

Will of man - Gaskell

Hoe gedachtenkracht (kriya) en wil (ichcha) inwerken op het onderbewustzijn (prakriti)

-
Markering
Page 30: De Zeven Stralen - Ernest Wood

42

ting en hij wacht niet vrijwillig op iets, waarvar, hij zeker

weet, dat het te juister tijd komen zal, maar hoopt, dat de

wereld iets doen zal, dat hij begeert. Men kan niet genoeg

de dwaasheid van het wenschen beseffen of de volkomen ver­

loochening van den wil, die het in zich sluit, en het mag hier

gezegd worden, dat alleen hij, die bereid is, het geheel

en voor altijd op te geven, ver kan komen op het occulte pad.

Wat is dan de wil, als gedachte de kracht is, die op het ge­

bied der dingen werkt? Het is de kracht, die op het gebied

der gedachten en gevoelens werkt. Het is concentratie. Het is

nauwlettendheid. Het is de kracht, die het bewustzijn *) ver­

deelt in een bewust en een onderbewust gedeelte. Als de man

in de auto deze eenvoudige waarheid gekend had, zou hij voor de telegraafpalen gemakkelijk op zij gezet hebben.

Hij zou tot zichzelf gezegd hebben: "Houd op met het den­

ken aan dien paal. V es tig je oog en op den weg en denk daar­

aan. Vergeet den paal, door je denkvermogen te vullen met

de gedachte aan den weg, waarlangs je wilt gaan". Als beproefd had, gedachten te beheerschen, in plaats van zijn

handen, zou alles goed gegaan zijn. Hetzelfde zal zeker waar­

genomen zijn door vele onbedreven chauffeurs des avonds als

een auto met verblindende lichten hen passeerde; het is dan

noodzakelijk, dat de chauffeur zich niet veroorlooft, gehyp­

notiseerd te worden door het denkbeeld, dat zijn oorsprong

vindt in de vrees voor die naderende lichten, maar zijn ge­

dachten er van afwendt en ze op de duisternis van den weg,

waarlangs hij gaan wil, vestigt, ofschoon hij dien niet zien

kan.

Wenschen is niet een vorm van willen, doch slechts een uH­

van begeeren; terwijl begeerte meestal de wensch is,

iets te bezitten, dat men niet heeft, sluit wenschen alles in,

*) mind

-
Markering
-
Opmerking over tekst
de wil
-
Opmerking over tekst
de wil
-
Opmerking over tekst
de wil
-
Opmerking over tekst
de wil
-
Markering
-
Markering
Page 31: De Zeven Stralen - Ernest Wood

43

en brengt met zich mede een menigte van verschillende soor­

ten van vrees voor het verlies van wat men heeft of voor de

vele mogelijkheden, die het voldoen van de begeerte in den

weg staan. Het is niet zoozeer de weerkaatsing van den wil

dan wel de weerkaatsing van de liefde, maar liefde verwron­

gen tot onkenbaar wordens toe, omdat zij zich gehecht heeft

aan dingen, terwijl haar werkelijk gebied bewust leven

Zoo is de wil dus het het zelf, bewust van zichzelf, en

zijn macht uitoefenend over al zijn betrekkingen met de we­

reld van leven en dingen. De wil is het zelf, dat zichzelf is

en zijn aard kan als zoodanig gekend worden, wanneer iemand

probeert zijn eigen toekomst in de hand te nemen. Hij staat

dan in verband met het werkwoord "zijn", niet met het werk­

woord "doen''. Als iemand besluit : "Ik zal hard in

zaak werken en veel geld verdienen" hij werkelijk tot

zichzelf, bijna onbewust : "Ik wil rUk zijn", en dat vlecht

zich in zijn gedachten en houdt ze dienstbaar aan deze stem­

ming van zijn wezen e n dan richt de gedachte het werk. Als iemand impulsief van binnen uit tot handeling komt zon­

der volledige kennis van de gevolgen, handelt hij naar hetgeen niet naar wat hij denkt, en zoo is dan de wil in werking.

Waar nu niemand alle gevolgen overdenkt alvorens te han­

delen, is er in elk menschel�jk werkstuk een weinig wil. We

zien daarvan voorbeelden in uitersten, wanneer iemand iets

wil doen, zonder er eenigszins van op de hoogte te zijn. Dan

wil hij met hel doel tevens de middelen, want hier verkon-

hij de macht van het innerlijk Zelf. Hij voltrekt daar

een prachtige daad van concentratie,

van hart en hoofd in eene

alle krachten

en deze con-

centratie brengt per slot het resultaat te weeg. Hij die zich

voldoende meester weet over zijn eigen bewustzijn, om deze

concentratie voort te brengen, kan willen, wanneer iemand

anders dat niet kan.

-
Opmerking over tekst
de begeerte
-
Markering
Page 32: De Zeven Stralen - Ernest Wood

44

De wil leidt in het eind tot werkelijk boven-bewust leven,

geluk, iinanda. De iinanda-toestand van zijn is tijdloos,

maar het bewustzijn beweegt zich in den tijd (hoewel niet

in de ruimte) en terwijl het dat doet, brengt het evolutie

of ontvouwing teweeg, hetgeen echter niet vooruitgang

beteekent. Dat is een moeilijke kwestie, die ik behandelen

zal in Hoofdstuk XXI, maar we kunnen hier opmerken, dat

het een element van verduistering in het bewustzijn brengt

en den geest verdeelt, daar de wil zich in zijn geheel richt op een deel van zichzelf, teneinde van dat deel voor een

JXlOS meer volkomen bewust te zijn. Het is hetzelfde als een

kind op school, dat een poosje naar de muziekzaal gaat en

al zijn aandacht schenkt aan muziek gedurende den tijd,

dat het daar is, en zelfs het bestaan van dingen als aard­

rijkskunde en geschiedenis vergeten is ; ja, hoe volkome­ner dat vergeten is, hoe beter de muziek zal zijn. Dat is

noodig, omdat iets nieuws moet verkregen worden, maar

later zal het bewustzijn krachtiger zijn en in staat, èn mu­

ziek, èn geschiedenis, èn aardrijkskunde tegelijk te bevat­

ten en er zich tegelijk mede bezig te houden, terwijl het

nu slechts een van die onderwerpen tegelijk kan in behan­

deling nemen. Dit doet het onder-bewustzijn, waarin wil,

wijsheid en werkzaamheid voortdurend werkzaam zijn, on­

opgemerkt door het echte bewustzijn, - of liever van het

bewuste deel van het bewustzijn, want er zijn geen twee bewustzijnen.

Om dit punt duidelijk te maken wil ik vertellen, wat ik

eens in een stad in het Zuiden van Indië ondervonden heb van

een ouden heer, die bedreven was in het uitoefenen van de

krachten van het bewustzijn.

Onder de vele belangwekkende proeven, die hij voor mij

deed, was er ook een met een spel kaarten. Eerst schreef

hij iets op een stuk papier, vouwde het op en gaf het mij,

-
Markering
Page 33: De Zeven Stralen - Ernest Wood

45

om in den zak te steken. Toen vroeg hij mij de kaarten

te schudden en ze uit te spreiden met den voorkant naar beneden up den vloer, waarop ik op Indische wijze geze­

ten was. Toen ik dat gedaan had, vroeg hij mij een kaart,

onverschillig welke, op te nemen en dus liet ik ergens mijn

hand op een kaart neerkomen en nam die op. "Zie nu", zeide

hij, "de kaart en ook het papier, dat ik U gegeven heb". Dat deed ik en toen ik het papier openvouwde, vond ik

er den naam van de kaart op geschreven, die ik opgeno­

men had. Op verzoek van den ouden heer gaf ik de kaarten

toen aan twee Hindoesche vrienden, die met mij meegeko­

men waren en hij herhaalde de proef nog tweemaal, nadat

ieder van hen een nieuw papier gegeven had en zon­

der dat hij de kaarten zelf aanraakte.

Toen kwam het in mij op, zelf een kleine proefneming te

doen ; ik vroeg hem mij een nieuw papier te geven en het

nog eens te probeeren, hetgeen hij volkomen bereid was te

doen, daar het hem niet enkel er om te doen was zijn

krachten te toonen, maar mij er over te onderrichten, voor

zoover dat mogelij k was. Ik schudde de kaarten en

de ze uit als tevoren, maar dezen keer, toen ik op het punt stond er een op te nemen, vestigde ik mijn gedachten op

de zijne en sprak hem in stilte aldus toe : " Welke kaart gij

ook gekozen moogt hebben, die kaart wil ik niet hebben".

Toen nam ik een der kaarten op, nam het papier uit mijn

zak en vouwde het open en zag, dat dezen keer de twee

niet klopten en niemand was meer verbaasd dan de oude

heer, toen ik hem het papier en de kaart tot onderzoek

voorhield. Hij had waarschijnlijk nog nooit tevoren gefaald.

Daarop vertelde ik hem, wat ik gedaan had en hij zeide,

dat d it de zaak volkomen verklaarde en hij mij nu zou uit­

leggen hoe hij de proef deed. "Ik begin", zeide hij, "een

kaart te bepalen en de naam er van op te schrijven. Dan

Page 34: De Zeven Stralen - Ernest Wood

46

concentreer ik er onafgebroken o p e n breng mij n gedachte op U over, terwij l ze ook onder deze o mstandigheden sterk

vastgehouden wordt, hoewel zonder dat U zich daarvan bewust bent. Nu heeft het onderbewustzij n zij n eigen

en indien gericht, is h et zeer

goed in staat te zien, wat er aan de onderzijde v an die

kaarten is , ofschoon het physieke oog dat niet kan e n dan richt dat gedachtebeeld de h and e n den arm precies o p die

plaats waar de kaart ligt. Maar toen gij Uw wil s chrap

zettet tegen den m ijnen, moet gij het beeld verstoord heb-dat ik gem aakt heb." Op zijn Oostersche wijze p re es

de kracht van m ij n wil, maar het is zeer wel mogelijk, dat hij , indien hij van tevoren van m ijn voornemen o p de

hoogte was geweest, toch geslaagd zou zij n met

zooals inderdaad het geval w as onmiddellijk daarna met

mijn beide Hindoesche vrienden, die toen zij probeerden

niet de uitgekozen kaart op te nemen letterlijk gedwongen

werden het telkens toch te doe n . Men zou kunnen veron­

derstellen, dat de oude heer door gedachte-overbrenging

had kunnen weten, w at ik deed, maar ik denk, dat h ij te

veel verdiept was in zijn eigen in de proefneming,

om het op te m erken. Later heb ik nog een verrassend vervolg op deze ervaring

gehad, dat plaats had in mij n eigen s chool te Hydrahad

i n de provincie Sind, o p 2000 mij len afstand van de stadw aar ik een morgen had doorgebracht met

dien ouden heer. O p een avond, na een dag van h ard w e r­

ken, zat ik in m ij n kamer met twee vrienden, waarvan een .

tot mijn staf van w e rkers behoorde een leeraar i n de staatswetenschappen. Deze heer, een Hindoe, d ie cum

laude gepromoveerd w as aan de Universiteit te Oxford, had in Engeland eenige zeer knappe goocheltoeren met

kaarten geleerd e n hij vermaakte er ons dien avond mee

Page 35: De Zeven Stralen - Ernest Wood

47

w ijze van ontspanning. Mij n gedachten waren ver ver­

wijd erd van alles wat op psychisch onderzoek b etrekking had ; ze waren bezig m et de ernstige moeilijkheden met de

studenten in verband met de poli tieke beweging, welke be­weging h un toekomst en het land waarschij nl ijk ernstige schade zo u toebrengen. Pl otseling hoorde ik, zonder eeni­

ge voorafgaande waar.,chuwing, de stem van een volwassen

man, die s prak binnen in m ijn hoofd. Zij sprak slechts vijf woorden : "Klaver vijf, neem die proef", maar op de een

of an dere wijze wist ik, dat het betrekking had op de on­dervi nding, die ik eenigen tijd geleden in Trichinopoly had o pgedaan. Ik geh oorzaamde de stem en schreef

"klaver vijf" op een stuk papier, vouwde het op e n vroeg mij n vriend den leeraar, het in zijn zak te steken. Toen vroeg ik hem, zijn kaarten te schudden, die ik in 't geheel niet aangeraakt had en ze met den voorkant beneden­waarts gekeerd op den vloer, waarop wij zaten, uit te

den en er dan één zoo m aa r uit te nemen en h a ar te ver­gelij ken met wat op het papier stond. Toen hij zij n kaart omkeerde, bleek het klav er vij f te zijn en gij kunt U zijn

verbazing voorstellen, toen hij dat g eschreven zag op het dat h ij uit zijn zak h aalde. I k kan n i et met zeker­

heid zeggen, op welke wijze de stem mij in dat geval beïn­

vloedde, maar i n verband met hetgeen ik van kracht afweet, beschouw ik h et als zeer aan nemelijk, dat de o ud e h eer op 2000 m ijlen afstand zich b ewu s t was ge­worden van h etgeen wij deden, mij het idee gegeven had van de proefneming, en geholpen had haar t e doen slagen. Deze ervaring was van waarde om te laten zien, op wijze gedachtekracht en wil i nwerken op h et onderbe­wustzijn .

Als wij d e beschouwen, waarop gedachte de drijf-

kracht is in de dingen van ons leven en in het lichaam, moeten

-
Markering
Page 36: De Zeven Stralen - Ernest Wood

48

wij in aanmerking nemen, dat het soms de onderbewuste ge­

dachte is en dat inderdaad de vele toevalligheden des levens

moeten toegeschreven worden aan onze eigen gedachtekracht,

die op deze wijze werkt, dikwijls gericht door den wil. Iemand

heeft b.v. eens op een bepaalden avond niets bijzonders te doen.

Hij besluit een wandeling te gaan maken. Hij trekt zijn jas

aan en zet zijn hoed op, of misschien zijn tulband en gaat

de straat op -ên besluit zonder bepaalde reden, zoo of zoo te

gaan. Op zijn wandeling ontmoet hij iemand, die hem een

nieuw denkbeeld in verband met zijn zaken of een nieuwen

gedachtegang geeft - hetgeen wellicht zijn geheele for­

tuin of leven verandert, zoodat hij, daarop terugziende,

zeggen zal, dat dit het keerpunt in zijn loopbaan was

en dikwijls zal hij uitroepen, hoe gelukkig het toch was,

dat hij toevallig een wandeling deed dien avond en juist

door die straat ging, waar hij zijn vriend ontmoette. Mis­

schien was het geen toeval, maar heeft de grootere mensch

in hem hem geleid even zeker als mijn hand gericht werd naar

de uitgekozen kaart tusschen de vele, die op den grond uit­

gespreid lagen. Dit weet ten minste ieder van ons, dat er ie­

mand binnen in ons is, die er van tijd tot tijd in slaagt zijn

geelachten in te drukken op het bewu;;te deel van ons met,

wat wij gewoonlijk noemen, de stem van het geweten, dat

veel meer afweet van de ware richting des levens dan de

mensch binnen de grenzen van het waakbewustzijn.

Later, na afloop van den leertijd, als 's menschen bewust­

zijn machtiger geworden is, zoodat hij in staat is gelijktijdig

geschiedenis, aardrijkskunde en muziek te behandelen, zal de

daad van concentratie niet meer noodig zijn behalve in mo­

menten als een plotseling aangewende kracht. Hij zal dan

voortdurend te zijner beschikking hebben al de krachten en

alle kennis, die hij bij beetjes verworven heeft te midden

-
Markering
-
Markering
-
Markering
Page 37: De Zeven Stralen - Ernest Wood

49

van de duisternis, welke veroorzaakt werd door zijn zich con­

centreeren op het opdoen van kennis. Dan zijn het onderbe­

wuste, het onbewuste en het bewuste een en hetzelfde ge­

worden.

Laten wij dan duidelijk voor oogen houden de ware onder­

scheiding tusschen ichchha en kriya, of wil en werkzaamheid,

en niet v ergeten, dat de wil is de mijlen ver verwijderde pool

van alles wat op wenschen lijkt, dat kriyà werkzaamheid

der gedachte is, en dat zij beiden machten zijn, de laatstge­

noemde over dingen, het lichaam daarbij inbegrepen, en eerst­

genoemde over onszelf, dat wil zeggen, onze gedachten en

gevoelens.

i

het onderbewuste, bovenbewuste en zelfbewuste

-
Markering
-
Markering
-
Markering
Page 38: De Zeven Stralen - Ernest Wood

HOOFDSTUK VI.

Wij hebben gezien, dat er in de wereld van het bewustzijn

altijd drie beginselen aanwezig zijn, te voorschijn tredend in

verschillende graden en verhoudingen op verschillende tijden.

Zoo kunnen wij ook in de wereld van Sat drie beginselen on­derscheiden, tamas, rajas en sattva genaamd, wat wij zouden

kunnen vertalen door stof, kracht en wet. De oude en de mo­

derne wetenschap hebben eveneens deze drie in dat eene ont­dekt en hebben de onscheidbaarheid daarvan opgemerkt. Het zijn inwonende ci�enschappen der stof ; geen hoedanigheden,

maar toestanden van stoffelijk bestaan en een lichaam kan

ze vertom1en in verschilkode graden op verschillende tijden

zooals het bewustzijn wil, liefde of gedachte kan gebruiken,

ofschoon ze allen steeds tot op zekere hoogte aanwezig zijn.

De objectieve wereld is een wereld van lichamen,

die elkander belemmeren en zij kunnen eveneens het

bewustzijn blokkeeren, als dat zich onderwerpt aan de

stof, door zich in een lichaam onder te dompelen.

Een lichaam wordt aiieen gezien omdat het ons uitzicht be­

lemmert, en de wereld is vol van licht, alleen doordat de duis­

ternis of ondoordringbaarheid voor licht van haar stoffelijke

atmosfeer de zonnestralen verspreidt. Ieder atoom van stof

i: dus als het ware een donker punt in de ruimte, dat on­

doordringbaar is en waarop dus aileen van buitenaf inge­

werkt kan worden . Het elkaar doordringen van sto f, waarvan

de Theosoof spreekt, beteekent slechts, dat fijnere lichamen

bestaan kunnen in de tusschenruimten van g-rovere stof en

STOF, KRACHT EN WET. (respectievelijk: tamas, rajas, sattva)

tamas(stof,

traagheid,weerstand

tegen verandering)

-
Markering
-
Markering
-
Opmerking over tekst
het bewustzijn
-
Lijn
Page 39: De Zeven Stralen - Ernest Wood

SI

m die gevallen, waar twee of meer lichamen elkander door­

eiringen en op deze wijze dezelfde plaats innemen, is dit niet

werkelijk zoo met de stof dezer lichamen. Dit beginsel

van duisternis, stabiliteit, weerstand of tegenstand, in de voor­

w erpen der wereld waargenomen, is door de oude weten­

schapsmannen "tamas" genoemd. Deze eigenschap der stof

nu wordt in de gewone taal en het denken voor de stof zelf

gehouden als zijnde datgene, dat aan de stof substantie geeft.

en aldus punten van weerstand in de ruimte vormt waarop

kracht kan inwerken. De stof heeft dus als het ware een wil

van zichzelf (ofschoon het een negatieve wil is, weerspannig­

heid ) en is buiten twij fel zichzelf, en blijkbaar geheel onwillig

haar bestaan op te geven.

In de afgeloopen eeuw was de gedachte zeer verbreid, dat

de wereld opgebouwd was uit heel kleine steenen, atomen ge­

naamd, waarvan een aanzienlijke verscheidenheid bestond .

Men hield elk daarvan voor totaal onveranderlijk, zoodat men

zeggen kon, dat de eenheden der stof onsterfelijk waren, dat

wil zeggen, niet te scheppen en onverwoestbaar. Zoo nam

men dus aan, dat op dezelfde wij ze als honderdduizend stee­

tien gebruikt zouden kunnen worden om vele verschillende

soorten van huizen om de beurt op te bouwen en als een

huis gebouwd was het weer te veranderen en te herbouwen

door het verwijderen en weer gebruiken der samenstellende

steenen, ook de wereld samengesteld was uit steenen, die

voortdurend herschikt werden in haar wisselende vormen.

V oor alle practische menschelijke doeleinden is deze voor­

stell ing waar. Het is een zich openbaren van tamas in een

zekeren toestand van stoffelijk bestaan, doch het zou alleen

volmaakt waar zijn, als stabiliteit de eenige eigenschap van de

werelcl van stof was, die binnen het vermogen der vijf zinnen

v iel.

-
Opmerking over tekst
Ernest Wood in Yoga Dictionary Tamas Statische traagheid. Een kwaliteit of macht in de Natuur, die veroorzaakt dat zaken van moment tot moment hetzelfde blijven. Tamas, statische traagheid, wordt in de mens gezien in de vorm van traagheid en luiheid van het lichaam, emotionele apathie en mentale vooroordelen. Beschouwd als één van de drie kwaliteiten (guna’s) van de materiële wereld, is het de statische traagheid die wordt gezien bij het verschuiven van materiële vormen uit het verleden naar het heden. Bij zijn werk om de veranderingen in het levensveld te brengen, dat het heden is, maakt het manas zowel gebruik van de statische traagheid als de basis voor zijn nieuwe vormen, als gebruik van de dynamische traagheid of de kracht van routine (rajas) bij het scheppen van meer en meer geïntegreerde of harmonieuze vormen (satvva). De term tamas wordt toegepast op alles dat een overwicht van statische traagheid toont, zoals bijvoorbeeld een tamasisch persoon, die een lui of traag iemand is. (Zie onder PLEASURE en PAIN).
Page 40: De Zeven Stralen - Ernest Wood

52

H<.:t tweede beginsel der stof is kracht, rajas, die nu in

wetenschappelij ke kringen algemeen beschouwd wordt als de

oorsprong en de basis der stof zelf, o fschoon de tij d zeker­

nog leeren zal, dat zij ook stof felij k is en nooit zonder lichaam

of plaats. De opvatting over natuurlijk arbeidsv ermogen, die

men in eenvoudige leerboekj es over mechanica kan vinden,

kau ons dienen, om deze inwonende eigenschap der sto f te

omschrijver:. Het is aan alle studeerenden bekend, dat geen

.stoffelij k li chaan1 zij n toestand van evenwicht of beweging

verandert zonder de aanwending van den een of anderen

v orm van kracht, behalve wanneer het een samengesteld li-

chaam waarin het worden van inwendig werkende

krachten leidt tot een nieuw evenwicht van het geheel, zooals

b.v. het geval is met een rots op de helling van een heuvel,

die verweert en plotseling naar beneden valt.

Een bal op een biljart b.v. zal niet uit zichzelf in beweging

komen. Als hij in beweging zal hij niet tot rust komen, zon­

der de aanwending van een vorm v an tegenstand o f een an­

dere tegenwerkende kracht van buiten - den tegenstand der

de wrij ving op het biljart, of de weerstand van de

bilj artbanden of andere ballen ; en het kan aangetoond wor­

den, dat de kracht van den in beweging zijnden bal en van de

kracht, welke die beweging opheft, gelij k

Maar al deze dingen zijn oppe1-vlakkige verschijnselen, die

op raj as wijzen, zooals het chemische atoom tamas aanwij st.

En daar het atoom ontbonden kan worden en het tamas-aan­

zicht daarvan verzwakt kan worden, totdat men zeggen kan,

dat het slechts kracht is, zoo kan ook k racht te voorschijn

treden uit en weer verdwijnen in den achtergrond v an sattva

of wet, die het kernwezen uitmaakt d er objectieve wereld,

zooals j näna dat is van de wereld van bewustzijn. Deze kracht

kan over den tijd heenstappen, zooals het bewustzijn over de

rajas(kracht,energie)

-
Lijn
-
Rechthoek
-
Markering
-
Markering
-
Opmerking over tekst
rajas
-
Opmerking over tekst
Ernest Wood in Yoga Dictionary Rajas Kracht of energie. Dynamische traagheid. Een kwaliteit of macht in de Natuur, die veroorzaakt dat zaken hun tendensen of gewoonten van beweging voort te zetten. Het wordt in de mens gezien als rusteloosheid van het lichaam, het gauw emotioneel opgewonden zijn en de stroom van oude ideeën.
Page 41: De Zeven Stralen - Ernest Wood

53

ruimte heen stapt, als b.v. wanneer ik een bal van den grond

naar de tafel verplaats. Een zekere hoeveelheid kracht is

gebruikt om hem op te heffen en dezelfde hoeveelheid zal weer tot uiting komen, als hij later eens van de tafel op den

vloer valt, hetgeen bewezen zou kunnen worden, als wij hem

werk zouden kunnen doen verri chten bij het vallen, of de

warmte meten, die ontstaat hij den schok op d en vloer.

Warmte, geluid, li cht, electri sche verschijnselen, scheikun­

dige werking en vele andere, zijn vormen van kracht en

voor zoover op menschelijke wijze of op andere wijze ont-kan worden, bestaat er nergens eenig stofdeeltje zon­

der dat er ook een vorm van b estaat. On derzoekingen van

den laatsten tijd in verband met relativiteit, hebben het vraagstuk van het b ehoud van arb ei dsvermogen weer op nieuw naar voren gebracht, maar die onderzoekingen

pen diep in de i nnerlijke verhoudingen van de inwonende

eigenschappen der stof en tasten de practische werkelijk­heid van het beginsel van arbeidsvermogen niet aan. Voor ons doel is het voldoende in te zien, dat er natuurlijk ar­b e i dsvermogen i s en dat het niet een zelf-ontstaan is.

De derde inwonende eigenschap van de stof is wet. Ik

weet, dat dit vreemd klinkt en dat de meeste studenten in de w etenschap laatdunkend zul l en zeggen, dat de w ereld

samengesteld is uit slechts twee dingen, stof en kracht, en toch zullen zij bevestigen, dat wet en orde overal te vin­

den zijn. Er is eenige tegenstrijdigheid in deze houding,

en de oude wetenschapsmannen van Indië vervielen niet

hierin, want zonder aarzeling zeiden zij, dat sattva of wet een van de eigenschappen van de stoffelijke zijde van het bestaan was. Het is inderdaad zoo en er is in waarheid geen m oeilijker begrip dan dat kracht objectief is. N ergen-:

in de geheele wereld vindt men ooit stof of kracht, zonder dat een wet zich kenbaar maakt, die den aard bepaalt van

sattva(wet)

-
Opmerking over tekst
rajas
-
Lijn
-
Opmerking over tekst
vormen van rajas
-
Markering
-
Markering
-
Opmerking over tekst
Ernest Wood in Yoga Dictionary Satvva Ordelijkheid. Een kwaliteit of macht in de Natuur, die veroorzaakt dat zaken hun wederkerige relaties of reacties behouden, als deze eenmaal zijn gevestigd. Natuurlijke wet en orde. Hetzelfde woord, satvva, wordt ook soms gebruikt voor hoger manas, vanwege zijn werk om orde in de natuur te vestigen, zoals bijvoorbeeld bij het maken van een uurwerk, waarin de delen in ordelijke relatie zijn. Of bij de ontwikkeling van menselijke en dierlijke lichamen. Het wordt in de mens gezien bij het rustig en orderlijk functioneren van de ademhaling, bloedcirculatie, spijsvertering enzovoort. Kortom, routinezaken die goed gecoördineerd en nuttig voor elkaar zijn.
Page 42: De Zeven Stralen - Ernest Wood

54

d e werkzaamheid van het lichaam en de verhouding daar­

van tot andere lichamen. Ieder chemisch element, ieder

atoom heeft zij n eigen functie even zeker als ieder zaad

zijn neiging heeft, te groeien en een bepaalde soort plant te

vormen en de werkzaamheid dezer wet is een deel van de

werktuigelijkheid der natuur, sat of zijn.

Het was den beoefenaars der oude wetenschap volkomen

duidelijk, dat sattva, rajas en tamas, de goena's of eigen­

schappen der stof waren, dat alle stof niets anders w as

dan deze drie, en dat zij nooit iets anders dan stof konden

zijn. De drie woorden worden ook gebruikt in den vorm

van bijvoegelijke naamwoorden, om den aard van dingen

te beschrij ven, zooals b. v. in de Bhagavad Gita, waar wij

lezen over sattwisch, tamasisch e n rajasisch voedsel, het­

welk dat soort voedsel is, hetwelk er toe b ij draagt, dat

soort li chaam op te bouwen, waarin de genoemde eigen­

schap overheerschend is, zoodat een rajasisch lichaam een

energiek of zelfs rusteloos lichaam is. Ieder voorwerp be-·

vat alle drie de goena's, maar één overheersebt er en geeft

het zijn i n het oog springende hoedanigheid, evenals ieder

bewustzijn of deel van chit stellig wil, liefde en gedachte

uitdrukt, ofschoon zij niet in gelijke mate op den voor­

grond treden in een bepaald karakter en er één gewoonlijk de

besliste leider en belevendiger van de beide andere is .

Dictionary of Yoga, Ernest WoodGuna’sKwaliteiten van de Natuur. Dat zijn er drie, stabiliteit (tamas), rusteloosheid (rajas) en ordelijkheid (satwwa). De ontwikkeling van de wezens in de Natuur vindt plaats via drie fasen, die met de guna’s overeenkomen. Dit is ook van toepassing op mensen.Ten eerste is er traagheid, dan, via traagheid onachtzaamheid en van onachtzaamheid pijn, zoals bijvoorbeeld honger of kou. Daarna, door pijn heen, volgen de uitkomsten door inspanning. En van de uitkomsten door inspanning komt de ervaring van plezier, zoals bijvoorbeeld de smaak van voedsel. Hiervan komt het streven naar plezier voort, energetische actie. Naargelang dit een gewoonte wordt, volgt rusteloosheid. Door het excessief najagen van plezier en door het vinden van genot, doet zich opnieuw pijn voor. Dit biedt de gelegenheid tot nadenken, waarbij de feiten en de wetten van de Natuur worden bemerkt. En dat vestigt gematigdheid, evenredigheid en ordelijkheid.

-
Opmerking over tekst
tertium organum
-
Markering
-
Opmerking over tekst
bewustzijn
Page 43: De Zeven Stralen - Ernest Wood

H OOFDSTUK VIL

Wij moeten nu de wereld van sat vergelij k en met die van chit, om te zien in welke v erh ouding zij tot elkaar staan. De eerste wordt terecht de stoffelijke genoemd en de twee­

de kan het best beschreven worden als de moeten ons er van bewust zijn, dat al mogen de der s toffelijke w ereld e n de bewustzij nen van de wereld van ch i t ook " el e schij nen, elke wereld inderdaad slecht:, een enkel ding of een enkel bewustzijn is, waarvan de vele

slechts deelen zijn. Deze groote waarheid komt d uidelijk uit bij stoffelijke din­

gen en zij is van het grootste gewicht. De wereld van zijn is niet samengestel d uit een groote hoeveelheid v an elkaar onafhankelijke dingen, die samengevoegd zij n of tot een geheel opgebouwd ; zij is niet uit een groote verscheidenheid van stukken van

oen, opgebouwd. Integendeel, het verloop is j ui st andersom

en alle dingen, die w ij kennen, zijn niets dan afscheidingen van -die wereld. Zij zijn een en hun eenheid komt uit inhun volsl agen uiterlij ke afhankelij kheid van elkander. Zie b .v. e ens wat er plaats heeft bij het kind, wanneer zijn oogen open gaan voor d e wereld. In het begin i s er niets dan een onbepaal d iets en slechts langzaam aan worden in die algemeene massa de meer op den voorgrond tre­dend e en levendige dingen onderscheiden en l ater pas, te midden van deze, de kleinere dingen. Het heeft iets van wat een reiziger ziet bij het naderen van de kust. Eerst wordt iets gezien, dat l and zou kunnen zij n ; dan word t

één

HET GODDELIJKE EN HET STOFFELIJKE. respectievelijk: Chit (universele, beïnvloedende bewustzijn) en Sat (universele, ontvankelijke Natuur)

pagina 154:Het goddelijke is het onderwerp van de ervaring, degene, die de ervaring opdoet, het stoffelijke is het voorwerp.

-
Opmerking over tekst
sat of zijn
-
Opmerking over tekst
chit of bewustzijn
-
Opmerking over tekst
die wereld van sat of zijn
-
Opmerking over tekst
die bouwstenen
Page 44: De Zeven Stralen - Ernest Wood

s6

het duidelij ker en scherper omlijnd en bergen worden

zichtbaar ; dan begint de reiziger boomen en huizen te zien

en pas als hij heel dicht bij is, worden menschen en dteren

en zelfs bloemen onderscheiden.

En zielkundig is een dergelijk onderscheiden in de groote

massa der -dingen het grondbeginsel van den gang van za­

ken bij het verwerven van kennis ; ieder slotsom heeft zijn

algeroeene vooronderstelling zonder welke geen oordeel en

geen verwerven van heldere kennis bestaat, hetgeen, wel

beschouwd, nooit het verwerven van iets nieuws m aar

een duideli jk onderscheiden van wat te voren wazig, onop­

gemerkt was. Het is wel bekend, dat wij de dingen onder­scheiden door vergelijking. Zet een hond en een kat bij

elkaar en bestudeer hun gelijkenis en verschil en gij zult

daarna weten, wat een hond is of w at een kat is, beter dan

wanneer gij ze afzonderlijk bestudeerd hadt. De beste den­ker ten opzichte van een onderwerp is hij, die alreeds de

meeste denkbeelden heeft, om er mee te vergelijken, altijd

onder voorwaarde, dat die denkbeelden goed verwerkt zijn,

helder, en goed gerangschikt zijn in zijn denkvermogen.

Alle denken is eigenlijk abstract, het denkvermogen kan

niet twee denkbeelden tegelijk bevatten, maar het kan er

een bevatten, dat er twee of meer insluit, waarin deze slechts

deelen zijn van het grootere geheel. Het is niet slechts logisch maar ook een feit dat

het kleinere afhankelijk is van het grootere of het deel

van het geheel. Het is kenmerkend voor stoffelijke dingen,

dat ze geen beweging uit zichzelf *) hebben en zichzelf n iet

veranderen, maar van uiterlijkheden afhange11 voor hun

verandering. Zoo zal een boek op de tafel liggen en het

blijft daar, omdat de tafel daar is. De tafel wordt op haar

*) Initiatief.

-
Markering
-
Lijn
-
Markering
-
Opmerking over tekst
door analogie
-
Opmerking over tekst
Dit betekent, dat voor de evolutie van de Natuur/Sat (de Natuur is ontvankelijk) de werking van het Chit/Goddelijke (beïnvloedend) noodzakelijk is. 'De Natuur kan haar evolutie niet alleen bewerkstelligen en heeft de invloed van het Bewustzijn nodig '.
Page 45: De Zeven Stralen - Ernest Wood

57

beurt gedragen door de planken van den vloer en deze door

de b alken, die weer op de muren rusten. De m uren rustenop de fundamenten en de fundamenten op de aarde. Ver­der is de aarde een stoffelijk l ichaam, on dersteund door

de o nzichtbare stranden van de stoffelijke kracht der na­tuur ; dus is zij afhankelijk van de andere planeten, de zon en de sterren. A lleen het geheel draagt zichzelf en al de deelen zijn daarvan afh ankelijk. Het kan niet met genoegnadruk verzekerd w orden, dat het geheel niet samengesteld

is uit de deelen, m aar dat de deelen bestaan in het geheel,

waarin zijn hun ondersteuning, hun onderhouding en hun

wortel hebben. In de wereld van wet bestaan alle objectieve werkelijkhe­

den eeuwig. Wij weten b .v., dat als w ij een ontploffing te­w e eg brengen door de twee kleurlooze gassen zuurstof en w aterstof in de juiste verhouding samen te brengen, zij beide zullen verdwijnen en dat een weinig w ater hun plaats zal ingenomen hebben. Men zal zeker zeggen, dat dezelfde stof nog steeds aanwezig is en ook dezelfde kracht, maar men moet zich er rekenschap van geven, dat niets nieuws voortgebracht is, zelfs niet w at eigenschappen betreft. Het is w aar, dat het w ater er niet van tevoren was en er nu wel is, en indien gij alleen dacht aan eigenschappen of het

uiterlijke voorkomen der dingen, zoudt gij U kunnen ver­

beelden, dat iets uit niets ontstaan w as. Maar alles wat er

heeft plaats gehad, is, dat gij voor U zelf en anderen, die in dit

opzicht één met U zijn, de altij d bestaande werkelijkheid

hebt openbaar gemaakt. De beste gelijkenis, die ik hiervoor geven kan, is die van

een kind, dat met een blokkendoos speelt. Het heeft een doos,

die ongeveer twintig kubieke blokken hout bevat en op elk

vlak van elk blok is een vierkant stuk van een plaat. Het

kind zet zij n blokken op de tafel of den vloer en keert ze en

dia overnoumenon

-
Lijn
-
Opmerking over tekst
Sat oftewel de wereld van satvva
-
Opmerking over tekst
Sat
Page 46: De Zeven Stralen - Ernest Wood

ss

�chikt ze opnieuw naast elkander, totdat al de j uiste stukken

zoo geschikt zij n, dat ze een plaat vertoonen. Dan mengt hij

ze weer door elkaar en voegt ze samen met een anderen kant

naar boven, zoodat ze een andere plaat vormen. Het zou

kunnen denken, dat het die plaat gemaakt heeft, maar dat is

zoo niet ; eerst was er een kunstenaar en alles, wat het kind

deed, was de dingen in elkaar zetten, zoodat de plaat, door

den kunstenaar gemaakt, te voorschijn komt. Zoo komt ook

het water te voorschijn, als zuurstof en waterstof bijeen ge­

bracht worden en niets is toegevoegd noch weggenomen van

de werkelijkheid. En hetzelfde is waar van alles, zoodat alle.>,

wat door den mensch voortgebracht en uitgevonden wordt, de­

zelfde wet volgt. Het is deze werkelijkheid, die het verstand

ziet als natuurwet . Die wet is een bestaande werkelijkheid -

�attwa --- de wereld vau lwgrippen, bet obj ectieve universeele

denkvermogen.

Een andere naam wordt soms aan sat gegeven - het groo te

passieve beginsel. In dit plenum is, zooals ik reeds zeide,

geen beweging uit zichzelf * ) , omdat er geen tijd is, die tot

chit behoort. Wij hebben de volkomen afhankelijkheid gezien

van het boek van de tafel, de tafel van den vloer enz. en het

geheele samenstel der dingen beschouwd. Deze totaliteit moet

zelfbestaand zijn, zelfscheppend, zelfveranderend; er is geen

uiterlijk wezen van zijn eigen soort, dat er stoffelijke kracht

van buiten af op uitoefent. Met andere woorden, het is even­

eens goddelijk. Brahma wordt in liefde omvat door Vishnoe.

Maar chit is het goddelijke in elk deel. Het is het groote

actieve beginsel, bewustzijn zelfbestaand, zelfscheppend,

zelfveranderend, onafhankelijk en absolute-beweging-uit­

zichzelf **) het zijn van den ttid. Ik heb om meer zeer

* ) Initiative. * * ) All initiative.

-
Opmerking over tekst
Sat
-
Markering
-
Markering
-
Opmerking over tekst
(filosofie, verouderd in natuurkunde) geheel gevulde ruimte, volheid
-
Opmerking over tekst
bewustzijn
-
Opmerking over tekst
de wereld van objecten, de fenomenale werkelijkheid
-
Opmerking over tekst
bewustzijn
-
Markering
Page 47: De Zeven Stralen - Ernest Wood

59

bepaalde redenen het woord goddelijk in plaats van den term

geestelij k gebruikt, wat, zooals sommigen zouden meenen,

het denkbeeld weergeeft. H et woord geest heeft in zich een

beteekenis van fijne fij n als een ademtocht en ethe­

risch, maar toch stof. M aar het woord

komt v an denzelfden stam ab het sanskrit

teekent "stralen" en voorkomt in woorden als

vàkàra, de zon en dewa, een hemelsch wezen.

hemel, di-

Het goddelijke is dus datgene, dat m et eigen licht schijnt of

van binnen uit en de ouden namen de zon als symbool,

omdat van de zon uitstraalt al het licht en de w armte en

het leven van onze werel d ;

s taat al s het symbool van de

de maan

slechts

weerkaatst licht. Voor i eder die de moeite neemt over de

zaak te denken, onderscheidt zich het goddelijke wezen of

de zonnelogos van het stoffelijke of zijn wereld door zij n

karakter v a n onafhankelijkheid e n zelfbeweging:. * ) Een van de meest beteekenende w oorden voor Hem is Swayambhu, de Zel fbestaande Eene. Het is de

Almachtie-e.

de Alomte­

genwoordige en de Alwetende, want

in ons zonnestelsel het volmaakte Chi t, terwijl de

mensch slechts een deel van dat Chi t i s en de drie h oeda­

nigheden heeft zonder het voorvoegsel "al". Eigenlij k

moest het woord God niet gebruikt worden, om dit groote

Bewustzij n dat onze O udste Broeder is weer te geven. Ons

bewustzij n is, evenal s ons l i chaam, iets dat wîj gebruiken,

niet iets, dat wij zij n. W ij behooren in werkelij kheid tot den

Universcelen God, h et werkelijke l even, boven stof en be­

wustzijn, boven purusha en prakriti, boven het stoffelij ke

en goddelij ke.

*) lnitiativc

dia met Zon (Resh) en Maan (Qoph)

-
Markering
-
Markering
-
Opmerking over tekst
Zie blz. 23? wil wijsheid werkzaamheid
-
Markering
-
Markering
Page 48: De Zeven Stralen - Ernest Wood

HOOFDSTUK VIII.

HARMONIE. (harmonie tussen Chit en Sat oftewel Maya)

Ons verhaal van de zuil van l icht liet ons eerst den nacht

zien, toen Vishnoe en Brahma nog niet harmonisch samen

werkten, maar twistten bij hun ontmoeting, totdat Shiva door

zijn aanwezigheid de harmonie herstelde, hun deed beseffen,

dat zij beiden één waren in Hem, en een nieuwen dag· van be­

staan inzette. Zoo zien wij d us, dat Chit en Sat, of op kleiner

�chaal de men�ch eu de ui terlijke wereld van ervaring een

treurige tegenstel l i ng schijnen te vormen, totdat wij ontdekken,dat er een volmaakte harmonie van doel in hun verhouding

bestaat, d at er een goede reden bestaat voor hun schij nbare

botsing.

Ananda staat achter hen beiden ; in Shiva z�i n ZIJ vereenigd. De aanraking van Chit met Sat is doortrokken van

Ananda of geluk, waarvan ieder schepsel getuigenis aflegt,

dat zijn leven liefheeft, want wat men gewoonlijk leven noemt

is de wisselwerking tusschen die beide. Het is et'n welbekende

gt'dachte, ctat heneden het menscheurijk het leven vol van ge­

luk is, dat in de dierenwereld smart niet zooveel voorkomt of

van langen duur is en het oogenblik van vrees of angst pas

komt, wanneer de vernietiging van het leven dreigt. De mil­

lioenen kot'ien, d ie m aand aan maand naar de slachtplaatsen

van Chicago en andere steden gaan, h ebben geen voorkennis

van v rees of verdriet tot het oogenhlik, dat haar einde nadert,

omdat haar kennis en verbeelding haar niet van tevoren zegt,

wat haar wacht en op het veld is haar leven liefelijk geweest,

ofschoon een mensch het hekrompen noemt. En dan in den

natuurstaat werkt " rees gewoonlijk op de klieren en verhoogt

-
Markering
-
Opmerking over tekst
het universele beïnvloeddende bewustzijn
-
Opmerking over tekst
het universele ontvankelijke bewustzijn
Page 49: De Zeven Stralen - Ernest Wood

61

de physieke vermogens en dit is weer een prikkel voor het

bewustzijn, zooals b.v. wanneer een klein wezen zich verheugt

in de bekwaamheid, waarmede hij stilletj es een grooter ont­

loopt.

Er heeft ergens een verhaal gestaan van den grooten zee­

hond van San Francisco. Eenige j aren geleden leefde er op

de rotsen, j uist achter de klippen, een groote zeehond, die

koning was van de troep, die zich nog daar bevindt en de men­

schen herinneren zich, dat hij 120 j aar de leider geweest is.

Op een dag echter gebeurde het, dat een andere prachtige zee­

hond, j onger en in den bloei van het leven, uit het Zuiden

kwam en scheen te denken, dat hij de koning van die rotsen

behoorde te zijn. Daarom opende de nieuw aangekomene het gevecht met den ouden leider en zij vochten beiden met he­

vigheid gedurtnde drie dagen, aan het einde waarvan de oud­

ste, met wonden overdt:kt, naar de kust zwom en stierf.

Dit is het beeld van wat beschreven wordt als de natuur, "on­

barmhartig meedoogenloos", maar als gij het beziet van de

zijde van het inwonende bewustzijn, zult gij zien, dat het

gevecht niet zonder vreugde was. Schepselen op dat niveau

leven meer in gevoel dan nadenken en de ouderdom is niet

voor hen een tijd, die hun tot voordeel strekt, zooals ons.

Als de kracht van de zinnen van het lichaam begint af te

nemen, dan volgt het bewustzij n vlug in haar spoor, daar het

niet langer de levendige prikkel van vroeger bezit. Daarom

is er geen grond voor medelij den, nu het bewustzijn van den

zeehond het lichaam v erliet in een uitbarsting van glorie on­

der de meest levendige ervaring, die het ooit gehad had, in

het bijzonder, omdat het zeer onwaarschij nlijk is, dat hij in

de groote opwinding voor physieke pijn vatbaar was.

Als wij ons nu tot den mensch wenden, dan is het leven

waarlij k niet enkel geluk, maar de reden daarvoor is te vinden

in het feit, dat hij bij het doen gelden van zijn pas ontdekte

Page 50: De Zeven Stralen - Ernest Wood

62

macht disharmonie geschapen heeft tusschen zichzelf en de wereld. Hij heeft, terwij l hij zich verheugt in zijn chit, anan­

da overzien en Shiva moet zich aan hem ontsluieren, voor hij

den kinderstaat van het dier, dien hij verloren heeft, weer

kan. In het leven van den mensch moeten Vishnoe

e n Brahma vrienden worden en bij hun vereeniging zal Shiva daar zijn.

Het is een niet veel voorkomende gedachte i n de \Vestersche

wereld, dat harmonie tusschen het menschelijke bewustzij n en

7ijn omgeving een van de groote werkelijkheden is des levens.

Zelfs zij , die gelooven, dat dit Gods wereld i s, denken voor

het meerendeel, dat het enkel de plaats is, waar hij de zielen

beproeft, die Hij gemaakt h<'eft. zoodat Hij na een poos be­

slissen kan. welke de mneite waard zijn behouden te worden

en welke weggeworpen dienen te worden, als slecht gemaakt

zUnde. En ziJ , die enkel gelooven in de evolutie van den vorm,

denken gewoonlijk niet, dat de menschelijke geest, ofschoon

voor een voortbrengsel der natuur gehouden, in harmonie is

met zijn oorsprong, maar dat hij zich op de een of andere wij­

ze ontwikkeld heeft, als een ongewenschte parasiet e n zijn

plaats in de natuur slechts inneemt als een taaie indringer.

Maar de harmonie is er desniettegenstaande toch en zij i s een

wondervol i ets, ki nd van Shiva ; zij is als Shiva zelf, herbo­

ren, om Vishnoe en Brahma te vereenigen. Om het in meer gewone taal te zeggen, ik beweer, dat de

natuur de vriendin van den mensch is. Het i s waar, dat de

gang der natuur er een van verval is en dat alles wat men­

<chenhanden gemaakt hebben, weldra md den grond gel�jk ge­

maakt wordt, maar indien dit niet zoo was, dan zou deze we­

reld niet Gods school voor den mensch kunnen zijn. Indien

huizen onvergankelijk waren, en door een vreemde toover­

kracht voed sel telkens ·weer opnieuw gegeten kon worden,

zouden menschen werken om ni euwe dingen voort

de meestegelovigen

de meestedarwinisten

harmonie of maya is het kind van Shiva

-
Markering
-
Markering
-
Markering
-
Markering
-
Markering
Page 51: De Zeven Stralen - Ernest Wood

63

te brengen en zou het extra werk, noodig om de oude din­

gen, die de aarde bezwaren, te vernietigen, nog- vermeerderde

ontmoediging Leteekenen voor de weinigen, die Lereid waren

om iets nieuws te maken. De mensch zou er weinig toe ge­

prikkeld worden, zijn vermogen van wil of gedachte te gebrui­

ken. De natuur heeft het leven voDr den mensch niet te ge­

makkelijk gemaakt, maar aan den anderen kant ook niet te

moeilijk ; zij heeft hem altij d die soort ervaring geboden, die

bevorderlijk i s voor den groei van de mogelijkheden van be­

wustzijn, die hij bezit. De getuigenis van dit feit is mensch

zelf, die door de eeuwen heen gegroeid is en gestadig voor­waarts gaat, grooter macht tegemoet, door het daadwerkelijk

gebruik van zijn vermogens.

Een van de Upanishads gee ft een merkwaardige definitie

van den mensch, waar van hem gesproken wordt als van een wezen, dat tegelijkertijd machtig en machteloos is, onwetend

en wijs . Vergelijk hem in den natuurstaat met elk ander schep­

sel en zie zijn hulpeloosheid en onwetendheid. Hij heeft geen

natuurlijke bekleeding, noch noemenswaardige natuurlijke wa­pens, noch snelheid van voet of vleugel, om zijn vij anden te

ontkomen, noch bezit hij het natuurlijke instinct, dat andere schepsel� zegt, wat voedsel en wat yergif is, wie vrienden en

wie vij anden zij n en hoe zich een woning te maken. Men zou

denken, dat de natuur tegen den mensch was door hem zoo

hulpeloos de wereld in te zenden, maar inderdaad is dat niet

zoo. De mensch zonder natuurlijke bekleeding leerde zijn ver­stand gebruiken en heeft zich dientengevolge een klecding ver­

schaft, waarmede hij in ieder klimaat kan leven en door zijn ver�tand heeft hij wapens en gereedschappen gemaakt, die

hern gekroond hebben tot meester der wereld.

De primitieve mensch mag- geklaagd hebben over zijn onver­

mogen en God gebeden, dat van hem a f te nemen, maar de

intelligente mensch, die dezelfde is , gereïncarneerd, dankt,

Kriyashakti

-
Markering
-
Opmerking over tekst
de mens
-
Markering
-
Markering
Page 52: De Zeven Stralen - Ernest Wood

64

als hij terug blikt, God voor de gelegenheden, hem gegeven

en voor de eer, hem aangedaan, dat hij door de eeuwen heen

in den rang van een goddelijk wezen geplaatst is, zichzelf

voortdurend scheppende door zij n eigen werk en niet als een

stof felijk ding, door een kracht van buitenaf gevormd. Nu

ziet hij de harmonie tusschen den mensch en zij n omgeving

door de tij den heen en is zich er van bewust, dat de wereld

geweest is en nog is de vriend van den mensch - geen senti­

menteele vriend, maar een vriend in den nood en metterdaad.

Omdat de mensch tot de goddelij ke zij de der dingen be­

bomt, niet tot de stoffelijke, ontplooit hij zich op deze w ij ­

ze, steeds voor zichzelf een grootere mate v a n goddelij k

vermogen winnend, en God helpt hem door zichzelf te in­

carncercn als het beginsel van harmonie. Hij is almachtig,

toch z ij n er dingen, die Hij niet doen kan. Hij kan b .v.

geen grootc dwerg of vierkante cirkel maken, want als de

mensch groot w as, was hij geen d werg en als de vorm vier­

kant was, zou hij geen cirkel zij n. En z0o zou Hij ook geen

afhankelij ke wil kunnen maken, want de wil, die niet o naf­

hankelij k was, zou in het geheel geen wil zijn. Z oo erkent

Hij dus de goddelijkheid van den mensch door deze groote

schikking, die H ij gemaakt heeft voor de ontplooiing van zij n bewustzij n en zij n v ermogens, w aardoor de mensch

waarlijk zelfbestaand, zelfgeschapen en goddelij k is, n u en

voor alle tij den.

Het is deze harmonie tusschen chit en sat in onze wereld

van ervaring, die maya is, waarvan dikwijls gesproken

wordt als een begoocheling. Zij is begoocheling, niet om­

dat zij op eenigerlei w ijze een onwerkelijkbeid is, maar

omdat zij verkeerdelij k voor het leven gehouden wordt,

voor het ware leven, dat ananda is. D aarom zeggen de boe­

ken, dat om bevrij ding te bereiken, de mensch zelfs boven

deze harmonie moet uitstij gen ; w anneer eenmaal de ont-

-
Opmerking over tekst
maya
-
Markering
-
Markering
-
Markering
Page 53: De Zeven Stralen - Ernest Wood

6s

plooiing van zijn bewustzijn volmaakt is, datgene moet ver­nietigen, dat soms de schakel tusschen den ziener en het

gezi ene genoemd w ordt, om daarna te verblijven in zij n

eigen staat . D i e staat is ananda e n i s ook kaivalya, de

staat van één-zijn, w ant de eenheid van Shiva w ordt nooit

verstoord, zelfs niet door d e aanwezig-h eid van Vi shnoe en Brahm a .

l11 d e Bhagavacl Gita spreekt Shri 1...: rishna van deze har­

monie als van zij n daiviprakrit i . J n gewone taal wordt het

woord l even zeer j uist gebruikt om de w isselwerking uit

te drukken, die maya i s, indien de menschen aan leven

denken niet als aan het chit binnen in hen noch als de

kracht der natuur buiten hen, maar als aan de harmonische

wisselwerking tusschcn die beide, waarbij zoowel het in­

nerlijke als het uiterlijke in aanmerking genomen wordt.

Zoodra iemand philosofie schrij ft, denkt men, d a t (èi rwod­zakelij k iets nieuws bedoelt wordt met een woord als le­

v en, m aar in dit geval is ebt geenszins zoo. Dat l even i s

een m aya, een begoocheling, enkel om dat h e t niet h et w are

leven is, dat geluk is, het l e v e n va11 Shiva zelf, m aar alleen

zijn wedergeboorte in d ez e tweevoudigheid. Van dezelfde groote waarheden wordt in de Gita (Hoofd­

stuk 8) gesproken, w aar Shri Krishna spreekt over de

vier groote afcleelingen der werkelijkheid, adhyatma, ad­

hidaiva, adhibhûta en adhiyaj na. De eerste daarvan is Shiva

boven de achtvoudige openbaring. De tweede en derde zij n

het groote actieve en passieve beginsel, het goddelijke en

het stoffelij ke, "al s tweelingen op één l ijn" ( om een uit­

drukking te gebruiken uit de "Stem van de Stilte" daar

echter met een ander doel gebruikt) . De vierde heeft be­

trekkin g op "Ik hier in het l ichaam" ; het i s het beginsel

van o ffering, w aardoor het leven (de w i sselwerking tus­schen chit en sat) geheiligd wordt. Sacrificio in het Latyn

BG 9:13

schema VOcculte woordentolk:daiviprakriti

-
Markering
-
Opmerking over tekst
Daivīm = goddelijke, prakŗtim = natuur Daivîprakriti is Fohat (Turaans, Oeral-Altaïsch. Altaïsche talen: Turkse, Mongoolse en Toengoezische), dat de essentie is van de kosmische energie; zie Schema V in Ganesha. Ganesha (woordenlijst) Daivîprakriti Sanskriet voor Lichtsubstantie. In het algemeen het Licht van de ongeopenbaarde Eerste Logos, Mahâmâyâ, Fohat. Theosophical Glossary, blz. 121: Fohat is in de woorden van H.P. Blavatsky: De essentie van kosmische elektriciteit. Het is een occulte Tibetaanse term voor daivîprakriti, oorspronkelijk licht; in het gemanifesteerde heelal is het de altijd aanwezige elektrische energie en de kracht die voortdurend afbreekt en opbouwt. Esoterisch gezien is fohat hetzelfde, de universele stuwende levenskracht, tegelijk de voortstuwer en de uitwerking ervan. Fohat --- scheppen (Brahma) Prâna --- onderhouden (Vishnu) Kundalini --- transformeren (Shiva)
-
Opmerking over tekst
Shiva boven de achtvoudige openbaring. Vedanta Dictionary: Adhyatma Adhyatmika. Pertaining to the supreme or overself.
-
Opmerking over tekst
het grote actieve beginsel, het goddelijke.
-
Opmerking over tekst
het grote passieve beginsel, het stoffelijke. Vedanta Dictionary: Adhibhuta. Pertaining to the whole inanimate creation, the material side of things regarded as based upon divinely ordained materiality.
-
Opmerking over tekst
Adhiyajna heeft betrekking op "Ik hier in het lichaam" ; het is het beginsel van offering, waardoor het leven (de wisselwerking tussen chit en sat) geheiligd wordt. Vedanta Dictionary: Adhiyajna. Pertaining to the supreme sacrifice or principle of sacrifice (q.v.).
Page 54: De Zeven Stralen - Ernest Wood

66

beteekent "ik maak heilig" ; offerin g ziet men in de we­

reld in de wijze, waarop bewustzij n e n stof elkander hel­

pen b ij wat w ij leven noemen en die, waarop het eene

schepsel altij d iets opgeeft voor het ande re, hetzij vrij willig

of onvrijwillig, zoodat allen een georganiseerd geheel wor­

den en alzoo heilig zijn.

Er is geen beweging zonder dit offe r ; daarom zegt men,

dat God beweging is . Een andere wij ze, waarop men de

lagere drie van d e vier kan zien, is i n den vorm van ruimte,

t ij d en beweging. De ruimte staat in verband met de stof­

felij ke zijde der dingen, de t ij d met b ewustzij n en b ewe­

ging vertegenwc)Qrd igt de Godheid, het adhyatma. E en

p�ar o ude Sophi s ten b rachten een vermakelijke redeneering O j ' het tapij t , n .l. dat geen voorwerp ooit bewegen kan,

w ant zeiden zij , " h et kan zich niet bewegen in de ruimte,

waar het i s en zeker kan het zich niet bewegen in de r uim­

te, waar het n iet is". Natuurlij k zou het, als er niets dan

stof was, zich niet kunnen bewegen. M aar wij we ten, dat

een voorwerp zich b ewegen kan van de plaats waar het

is, naar een andere plaats, waar het te voren niet was. D e­

ze opvatting wij s t op het bestaan van een beginsel, dat

de beperkingen der ruimte overschrijdt . De ruimte i s een

beperkin g, het is slechts een deel der werkelij kheid, het

is minder dan het geheel. Daarin vertegenwoordigt bewe­

ging het goddel ij ke.

Bij de studie van het bewustzijn vindt men een gelij ksoor­

tige moeilij kheid. Men verbaast er zich dikwij l s over, hoe

het mogelijk is, dat men hetzelfde bewu ste wezen kan zij n,

dat men gisteren w as of een jaar geleden, of als kind of in een vorig leven. H oe, vraagt men zich af, kan het be­

wustzijn, dat een veranderlij k ding is, tegelij k zij n dat,

wat het was en wat het nu is ? Het komt, omdat het be­

wegingsheg·insel boven en b ui ten het bereik van den t ijd

Page 55: De Zeven Stralen - Ernest Wood

67

is, die de beperking van het bewustz�j n is. De ruimte be­hoort tot het passieve beginsel, de tij d behoort tot het

actieve begi nsel en b eweging behoort tot God of Shiva.

Wij hebben in onze sam enstelling niet slechts stof in den vorm van een l ichaam , beperkt in de ruimte, en bewust­

zijn met z�j n drie v ermogens, beperkt door den tij d, wij hebhen ook God, nooit afwezig, altij d uitstijgende boven deze beperkingen van tij d en ruimte. Deze G-od i n ons, d ie één i n alles noemen wij "IK". Daarom zegt Shri Kri sh na al tijd, dat hij, die volmaaktheid b ereikt heeft, d ie

de waarheid kent, ,tot Mij zal komen". Als Shri Krishna "IK" zegt, bedoelt hij eveneens het ,, IK" in hem, tot wicn hij spreekt. Er i s slechts een

"I K" e n hij, die het

in zichzelf vindt, zal het in allen kennen.

Adhyatma

Adhibhuta Adhidaiva

Adhiyajna

Bhagavad Gita 8:3-5

Vedanta Dictionary:Sacrifice, The Principle ofThis is indicated very clearly in the third chapter of the Bhagavad Gita. Briefly, it states that all creatures in the world depend on one another for sustenance and support. The mutual maintenance thus depicted is to be lived voluntarily on the part of the spiritual aspirant and the sage. His possessions, energies and powers in the world are to be used for the welfare of others (called loka-sangraha). Actions done as sacrifice (unselfishly) do not make future karma, since only actions done with personal desire have that effect. All the same, the good actions so done liquidate or neutralize old kar­mas which are in storage from the past. It is this motive of love of others which makes actions sacred or holy.Sacrifice, thus understood, is one of the three activities which must be still carried on by one who has renounced the world. (See under Renunciation.)Ritualistic sacrifices on the altar are considered by the enlightened Vedantist to serve as reminders of this principle, use­ful for those who forget, or for those who would otherwise never think of it.So great is the feeling of mutual obligation in India that quite often a villager, feeling that the time has come to discard an old pair of sandals, will place them gently, almost rever­ently, behind an out-of-the-way bush, express his thanks, give a sincere salutation and only then depart.

-
Opmerking over tekst
pagina 65: Shiva boven de achtvoudige openbaring. Vedanta Dictionary: Adhyatma Adhyatmika. Pertaining to the supreme or overself.
-
Opmerking over tekst
pagina 65: het grote passieve beginsel, het stoffelijke. Vedanta Dictionary: Adhibhuta. Pertaining to the whole inanimate creation, the material side of things regarded as based upon divinely ordained materiality.
-
Opmerking over tekst
pagina 65: Adhiyajna heeft betrekking op "Ik hier in het lichaam" ; het is het beginsel van offering, waardoor het leven (de wisselwerking tussen chit en sat) geheiligd wordt. Vedanta Dictionary: Adhiyajna. Pertaining to the supreme sacrifice or principle of sacrifice (q.v.).
-
Opmerking over tekst
pagina 65: het grote actieve beginsel, het goddelijke.
Page 56: De Zeven Stralen - Ernest Wood

HOOFDSTUK IX.

DE ZEVEN BEGINSELEN.

In zooverre er drie aam:ichten van het bewustzij n en drie be­ginselen van stoffelijk bestaan zijn en de harmonie daartus-

die maya is, zijn er ook zeven fundamenteele

heden, niet meer en niet minder, in de wereld der menschL�

lijkc ervaring. Drt zevental i s niet ontstaan uit een drietal m

ons stelsel van maya of leven, omdat het slechts een deel is

van een stelsel, waarin het zevental reeds bestond ; maar Shiva leent ab het ware, bij het maken v an zijn Drie­

beid uit zijn zevenvoudig zelf, drie van de zeven aan Brahma en nog drie aan Vishnoe en behoudt het zevende, Ananda,

voor zichzelf.

Hieruit ziet men, dat deze zeven volkomen gelijk zij n en

geen enkele uit een menging o f samenvoeging met een der

andere bestaat en zij worden terecht beginselen - aanvanke­

lijkheden - genoemd. Als wij ze voor h et gemak door getallen

voorstellen, dan zij n die getallen slechts willekeurige namen en

geven zij er geen betrekkelijke plaats aan ; o f als wij ze door

��iagrammen voorstellen, is dat alleen, om ons geheugen te helpen en de meetkundige hoedanigheden van het diagram

moeten niet aan de beginselen toegeschreven worden. Het ge""

vaar van het gebruik van zulke diagrammen is, dat zij zelf tot

een beginsel behaoren en zij er toe leiden, dat wij de andere

zien van het standpunt van dit ecne en zoo hun werkelij ke

natuur verduisteren.

Het eerste diagram behoeft weinig uitlegging, daar het ons de ineengestrengelde driehoeken doet zien, den Theosoof wel­

bekend. Het is de beste voorstelling van de zeven beginselen

-
Stempel
-
Markering
-
Markering
Page 57: De Zeven Stralen - Ernest Wood

69

en ik heb er getallen bijgezet, om ze aan te duiden - r, 2, 3, 4, 5, 6, 7· De driehoek met de punt naar boven is chit en die

met de punt naar beneden i s sat en het geheel is een symbool

van het uitdrukken door twee verwante driehoeken van de

zeven ge!Uke beginselen, die wij de zeven goddelijke begin­

selen zouden kunnen noemen en die onder het diagram nog

eens in tabelvorm zijn aangegeven.

S H I V A

Stof Wil

tp � <: ... Wijsheid ;;· "' Kracht ::r "' (Liefde) ::r

8 '< 1:1 "' 0

Ql �

Werk-Wet zaamheid

(Gedachte)

Het tweede diagram doet zien, hoe dit zevental is i ngedeeld

in de groote Drieëenheid ; maar de bestudeerder moet zich i n

het bijzonder in d i t geval in acht nemen, niet te denken, dat

het eene stel boven het andere stel in de ruimte geplaatst is.

BEGINSELEN E I GENSCH APPEN VAN GOD EN

----------- -T-- ------------

IDEALEN VAN DEN MENSCH

1 . Ichcbha 2. Jnäna3. Kriya4. Maya5. Sattwa6. Rajas 7. Tamas

-------

Vrijheid Eenheid

! Begrip Harmonie Waarheid Goedheid Schoonbeid

Page 58: De Zeven Stralen - Ernest Wood

<: ::r

BEGINSELEN E I GENSCH APPEN

-----------T--

-------

70

Op den langen weg naar het geluk gaat ieder door drie sta­

dia in zij n evolutie ; eerst door het stadium van sat, dan door

dat van chit en ten laatste door dat van Ananda. Dit toom aan,

waarom alle schepselen het geluk zoeken en al de zeven be­

ginselen, die hun leven in de wereld in beweging zetten, zij n

slechts middelen tot dat doel. Zelfs de liefde, het inwezen van

het bewustzij n, verdwijnt daarin.

De mensch, die in zij n huidigen staat in het ebit-aanzicht

verkeert, denkt aan God in de natuur of sat, als buiten hem en

aan God in h et bewustzijn of chit, als in hem, maar Hij is op

gelij ke wijze aanwezig in beide en in de praktij k zoeken de

menschen hun geluk in beide s feren, d.w.z. sommigen zoe­

ken wat hun de grootste dingen in het leven toeschij nen, door

zich "in zich zelf terug te trekken", en anderen trachten dat,

wat hun het ware doel des levens toeschij nt te bereiken door

"moedig naar buiten uit te treden". Ieder heeft innerlij k m eer

den drang naar het bereiken van één der z even idealen dan

van de andere zes. De goddelijke beginselen, hierboven in ta­belvorm gegeven, worden aldus de idealen van den mensch.

Maar daar ieder mensch aan Shiva behoort, heeft hij, evenals

Hij, alle zeven beginselen in werking, die zij n bewustzij n in

aanraking brengen met alle zeven fundamentede werkelijk­

heden des levens. Doch ongelij k aan Shiva, heeft hij ze onge­

lij kmatig en is één altij d sterker dan de rest. Dat ééne wordt

zijn straal genoemd. Alle universeele beginselen oefenen steeds

hun aantrekking uit op alle menschen, maar ieder mensch

antwoordt voornamelij k op dat van z ij n eigen straal, wat

dan zij n grootste levensideaal wordt en zij n bewustzij n

kan opvoeren t o t het meest intense leven, waartoe hij i n staat is.

Ichchha is wil en uit de bespreking, die wij er over ge­

voerd hebben, is het duidelij k, dat de levenstoestand Yan

hem, die zich daarin verheugt, er één is van vrijheid. Als

Page 59: De Zeven Stralen - Ernest Wood

7 1

dit beginsel het sterkst in

boven alle andere dingen gaan.

is d e w ij sheid, die het eene

doet t rillen met het andere.

zal vrijhei d bij hem

h ebben wij gezien,

in volkomen sym­

Het is liefde, die naar

steeds grooter vereeni ging verlangt ; ofschoon volmaakte

eenheid evenals volmaakte vrijheid, alleen mogelijk is i n

Ananda. Begrij pen e n bevatten zijn beide woorden, die

een werkzaamheid van mentale kracht of gedach te vcron­

derstellen en de groote d rang in den mensch, die kriya

als o v erheerschend beginsel h eeft, is, om het

van al het bestaande te o mvatten. I n h et hoofdstuk over

de vierde straal zal ik de aantrekking voor den mensch

van h et beginsel van h a rmonie uitleggen. Alles wat hier

i n het kort gezegd kan worden, is, dat menschen van de­

zen straal scho mmelen tusschen het zoeken Î I; zichzelf

en het uitgaan uit zichzelf en dan pas gelukkig zijn, als

zij de aanspraken van h et innerlijke en uiterlijke van hun

leven i n h armonie kunnen brengen.

Zoo h ebben ook rassen en volkeren, cvcnab de m enschen,

hun overheerschende beginselen en ik kan het best de rest

van de :schaal v erduidelijken door u te zeggen, d at in den

eersten tijd der Arische geschiedenis en zelfs heden ten

d age in Indië, de eerste drie idealen h et sterkst tot den

mensch spreken ; w ij zien h em God in zichzelf zoeken,

zooals wij dat gewoon zijn uit te drukken, l angs deze

drie lij nen, die zeer duidelij k uitkomen in de groote scho­

len van Yoga, respectievelijk van Patanj ali, Krishona

en Shri Shan karachary a. M aar als wij in d e ev olutie van

h et Arysche ras bij h et middelste

de Grieken, dan zien wij het beginsel van h armonie een

beroep doen op den mensch en de wij zen zien het ras als

het w are omwerpen naar een w aardecring v an God als

sat en wij vinden het ontwaken van een grooten ziele-

Page 60: De Zeven Stralen - Ernest Wood

72

honger onder de m enschen naar de ontdekking van God in de u iterlijke wereld als w aarheid, goedheid en schoon­

heid.

Deze drie wijzen van het buiten zich zoeken stemmen oyereen met die van het binnenin zich zoeken, want er

is een betrekking tusschen God b uiten ons en God b innen

ons, t usschen God in de natuur en God in het bewust­

z�i n . Deze treedt te voorschij n tusschen ichchha en tamas

en daardoor tusschen den wil in het bewustzijn en de vast­

heid der dingen. Wil is de vastheid in het bewustzij n en

stoffelijkheid is als het ware het willen der dingen, weerspan­

nigheid, tamas . Dat nu is, zooals later vollediger uitge­

legd zal worden, schoonheid, het eeuwige evenwicht van

volmaakte stoffelijke dingen, in rust of in beweging.

Zooals tama,; overeenkomt met ichchha, zoo komt raj as

overeen met j nana. Het laatste is de liefde in den mensch, de

kracht in het bewustzijn, die de vele levende dingen bij elkander b rengt en houdt ; het eerste treedt in hem te

\'om·schij n als begeerte, die alle d ingen tezamen b rengt

en de universeele milddadigbeid zoekt. Het ideaal van God

als goedheid, doet den mensch God zoeken in of achter de

natuur als den milden schenker ; God wordt aangebeden

als het totaal van alle goede dingen. De betrekking tusschen kriya en sattva is die van de ge­

dachte en de natuurwetten, die de waarheid der dingen

vormen. De mensch, die de w aarheid zoekt door on der­

zoek van de w ereld is hij , die voelt, dat er waarheid of

werkelijkheid i n is, die het slot aller dingen is en w aarvoor

ieder moet b uigen. D e overheersching der laatste drie ide­alen in de latere Arische rassen heeft in hun leven de drie

groote vormen van aanbidding van God in sat of de na­

t uur naar voren gebracht, die gewoonlij k genoemd wor­

den wetenschap, devotie en kunst. Als er eenige duister-

Page 61: De Zeven Stralen - Ernest Wood

73

heid mocht bestaan omtrent de tweede van deze, l aten wij

ons dan herinneren, dat de Europeesche volkeren in hun gewijde plaatsen zich voor God buigen en Hem vereeren

als de bezitter en schenker van goede dingen en Hem in

het bijzonder waardeeren om wat zij zijn goedheid noem. en.

De betrekking tusschen de binnen- en buitenwaarts zoe­kende paden, de idealen, die ze heheerschen en hun uit­

drukking in menschelijke zaken, ziet men in het hierna-vol­gend diagram :

ZOEKEND IN EN INWERKEND OP DE WERELD DER DINGEN

GEDACHTE LIEFDE WIL

"' ·

//WIL LIEFDE GEDACHTE

ZOEKEND IN E N INWERKEND OP HET BEWUSTZIJN.

WaarheidWetenschap

5

GoedheidGodsdienst

6

SchoonheidKunst7

HarmonieVertolking

(Verbeelding)4

1Vrijheid

Heerschappij

2VerenigingFilantropie

3Begrip

Wijsbegeerte

-
Rechthoek
-
Rechthoek
-
Rechthoek
-
Rechthoek
Page 62: De Zeven Stralen - Ernest Wood

HOOFDSTUK X.

ONDERLINGE VERHOUDINGEN.

[k heb uitgelegd, dat Shiva één is en dat Zijn eenheid niet verstoord wordt door de aanwezigheid van Vishnoe en

Brahma, die in Hem bestaan en elk drievoudig Shiva is ook zevenvoudig in wezen, zooals het voorgaande aangeeft

en ik reeds vroeger zeide. Het beginsel, dat HU voor zich behoudt, wordt soms de synthese van de andere zes genoemd, maar is in waarheid het ééne beginsel, niet gemaakt door de

samenvoeging van de andere, maar dat, waaruit de and ere afgeleid

S H I V A

Ichchha Tamas

Jnäna Kriya

Sattva

Ra jas jnana/liefde-wijsheid

sattva/wet

ananda/gelukzaligheid

BRAHMAN(SAT-CHIT-ANANDA)

-
Notitie
De term Maya is samengesteld uit ma, 'niet' en ya, algemeen vertaald als het aanwijzend voornaamwoord 'dat'. De letterlijke betekenis van Maya is dus: 'niet Dat'. Maya is het fenomenale universum van waargenomen dualiteit : de begrensde zuivere fysieke en mentale werkelijkheid , waarin ons dagelijkse bewustzijn is verstrikt geraakt. Maya is niet onecht, integendeel, het is op zichzelf écht. Er bestaat geen grotere werkelijkheid op aarde dan Maya en toch is het een waan, omdat het niet het echte leven van Shiva zelf is: het echte ananda. Maya is illusoir in vergelijking tot de absolute of ultieme werkelijkheid die Brahman wordt genoemd. Geen enkel object in het denkvermogen kan worden geïdentificeerd als absolute waarheid. Zoals Brahman Maya doet verschijnen als een tijdelijke illusie, maar er zelf geen deel aan is, zo is de toneel-magiër bekend met zijn truc en is daar geen deel aan. Maya is de bijzondere uitdrukking van Shiva zelf, dat Vishnoe en Brahma in harmonie brengt. Maya heeft twee principiële functies: één is het versluieren van Brahman en Brahman verbergen voor ons bewustzijn. De andere functie is het vertonen en verspreiden van de materiële wereld en de sluier van dualiteit in plaats van Brahman. Bijvoorbeeld, in het schemerlicht (de sluier van dualiteit) kan men gemakkelijk een touw ('dat') voor een slang ('niet dat') aanzien. Zodoende voelen we angst. Angst en andere emoties kunnen echter vaak op een waanidee of waanvoorstelling gebaseerd zijn én op een onjuiste waarneming van de realiteit. Maya ís de realiteit: Maya is de werkelijke constructie van dualiteit. Onder de invloed van de drie goena's wordt (1) de psyché misleid door de materie en (2) wordt de psyche vervolgens verward en verstrikt . Deze tendens wordt Maya genoemd. 'Het is niet al goud wat er blinkt'. Tot zover het lagere aspect van Maya. Het hogere aspect van Maya wordt voorgesteld als de Moeder (Ruimte) van de Boeddha (Liefde-Wijsheid) en zij is de echtgenote van Suddhodana (Vader Tijd). Zij zijn de Vader en de Moeder die 'een web spinnen dat van boven is verbonden aan de geest en van onderen aan de stof.' Dus: Maya is in haar lagere aspect dát wat de psyché misleidt en vervolgens vasthecht aan de stof door het construeren van de sluier dualiteit en in haar hogere aspect is Maya de Moeder van Liefde-Wijsheid. Blavatsky vertelt in GL1 [631]: "De esoterische filosofie, die een objectief idealisme leert, hoewel zij het objectieve Heelal en alles daarin beschouwt als maya , tijdelijke illusie, maakt een praktisch onderscheid tussen de collectieve illusie, mahamaya , vanuit het zuiver metafysische standpunt, en de objectieve relaties tussen verschillende bewuste ego's daarin, zolang deze illusie duurt." In het Oosten wordt Maya geïnterpreteerd als onwerkelijk: 'neti neti', Sanskriet voor 'noch dit, noch dat'. In het Westen echter als werkelijk: 'het leven is een product van de materie'. Meester R vertelt dat de Eeuwige Wijsheid deze tegengestelde interpretaties -occidentaal en oriëntaal- verzoent. De Eeuwige Wijsheid zegt, dat de term werkelijkheid van toepassing is op beide werelden. De uiterlijke wereld kan Maya of illusie in één betekenis van die term zijn. Maar wat wij 'Materie' noemen is eigenlijk de verschijning van wat wij 'Geest' noemen, terwijl het het veld van naam en vorm binnengaat. Beide -Geest en Materie- zijn werkelijk. Daarom moeten wij niet proberen de werkelijkheid van de verschijning te scheiden van de werkelijkheid van de Ene Identiteit die de verschijning maakt. Aldus Meester R.
-
Veelhoekige lijn
-
Opmerking over tekst
Sat-Chit-Ananda. The three characteristics predicated of the Reality or Brahman-being (sat), knowing or consciousness (chit) and undiluted happiness, joy or bliss (ananda). These are not to be thought of as three qualities, for each one of them is the other two as well as itself, and the Reality is of only one essence, though the human mind, looking at it as through a veil, erroneously calls it three in one.
-
Opmerking over tekst
Brahman or Brahma. The one absolute being, also pure consciousness and undiluted joy or bliss, which is the basis and source of everything and is the one self of all, and union with which is the goal of Vedantic yoga. In this pure state Brahman is spoken of as without qualities (nirguna), but inasmuch as Brahman is the basis and substance of the entire universe with all its variety he is also with qualities (saguna). When, then, there is thought of Brahman with the Universe, That is called saguna. Another term for this is the Shabda Brahman, shabda meaning sound or word, implying that the basic force in the universe is sound, issuing as a word or command-Logos in Greek. In the coming of Saguna Brahman from Nirguna Brahman there is the expression of 23 Brahma-sutras, The certain powers termed shaktis and in the schools of T antrik yoga and in popular thought and tradition these powers are represented as Goddesses and consorts of the three great devas, Shiva, Vishnu and Brahma.
-
Opmerking over tekst
Shiva. The third of the great gods or manifestations of divine power in the world-the other two being Brahma and Vishnu (q.v.). This is the power called the destroyer, which releases the human being from the form which it no longer needs, by giving to it that satisfaction of consciousness which is the fruit of experience. This function or form of deity is thus the one especially looked up to and worshipped by yogis who are seeking liberation. The explanation is that in life we have forms or objects put before us (the work of Brahma), also minds infused with the will to live with those forms, to understand and appreciate them (the work of Vishnu), and thirdly the power to benefit by the experience, gaining an inward strength, at which point we cease to need the form (the work of Shiva). With regard to each item we have a series of gains-first perception of a thing, then enjoyment of it as the mind gains nowledge and power, and thirdly attainment of something in ourselves, some awakening of the possibilities of our consciousness. Most people are satisfied with the enjoyment of things, but the yogi goes further and seeks attainment. This power of deity is equated to the First Logos, the divine will in manifestation, while Vishnu is the divine love, cherishing the jivas, and Brahmii is the divine thought providing the orderliness or "laws" of Nature, including the great law of karma (q.v.). Because of the sequence of these three powers we have birth, life and death in the world of forms, with respect to each experience. An object comes, is dealt with, and goes. With thought we make something, with love we use it and with the will we set it aside and proceed to something else. Deep in our hearts we welcome this process; it is our will as well as the divine will; the yogi observes and encourages this knowledge of man's unity with the divine in himself.
-
Opmerking over tekst
New Thought over gedachtekaracht: Kriya shakti, gedachtekracht, is het scheppende vermogen van de gecombineerde gedachten en gevoelens van een individu, wanneer zij gecentreerd zijn in de Universele Intelligentie of Waarheid, d.w.z. gericht naar de Intelligentie die ten grondslag ligt aan het ruimte-tijd continuüm.
-
Opmerking over tekst
maya
Page 63: De Zeven Stralen - Ernest Wood

75

Vishnoe en Brahma bestaan naast elkaar gedurende het

geheele tij dperk van openbaring of een dag v an Brahma en

worden in harmonie gehouden door Shiva, door zij n yoga­

maya. De wijze, waarop de Drie tot elkaar in betrekking

staan, wordt dan verduidelij kt in het uiagram op de vorige

bladzij de.

Shiva beroert al de ze� beginselen, als afgescheiden van het

eene, door Zün maya, m;:tar blij ft zdi het eene Ananda.Vishnoe keert zich naar Shiva door ichchha en raakt Brahma

aan door kriya en blij ft in zi chzelf steeds j nana, liefde, hd

universeele bewustzijn of hart.

B rahma keert zich naar Vishnoe door raj as en naar Shiv a

door tamas e n blij f t in zichzel f steeds sattva, wet, o f het

universeele denkvermogen of de ideeënwereld.

Het bewustzij n van i ederen mensch is een deel van Vishnoe

of chit en de geheele evolutie door alle gebieden, waarvan de

theosofen spreken, is de uitbreiding van zijn bewustzij n, om

meer en meer van Vishnoe te bevatten, die de theosofische Logos is en door sommigen de God of het hoogste bewust­

zijn van dit werelclstebel genoemd \vmdt. Hij is niet de

universeele God, maar de God van het bewustzij n, en zijn

drievoudige aard is ichchha, jnäna en kriya. Om dit te be­

grijpen, moet gij in het geheel niet aan gebieden denken,

maar u trachten in te denken, dat Vishnoe het algeheele en

alles omvattende bewu stzij n is van dit stelsel.

De groote Driehoek in de Occulte Hierarcbie van onzen

aardbol is een belangrij k deel van Vishnoe, van wien het

b ewustzij n van eiken m ensch weer een kleiner deel is. Zij n

drie leden - d e Heer der Wereld, d e B uddha e n d e Ma­

h achohan -- vertegenwoordigen daarom het ichchha,

jnana en kriya van den Zonne-Vishnoe. Zij vertegenwoor­

digen niet Shiva, Vishnoe en Brahma. M aar daar Vishnoe in aanraking blijft met Sh iva en Brahma langs de geh eel e

Hiërarchischbewustzijn vande planeet Aarde(in drie leden)wil=Heer van de Wereld,jnana=Boedha,kriya=Mahachohan.

-
Markering
-
Opmerking over tekst
Vishnoe
-
Markering
-
Opmerking over tekst
via ichcha (wil)
-
Opmerking over tekst
via Kriya (actie door gedachte)
-
Opmerking over tekst
Ganesha woordentolk: (s) Een lid van de occulte hiërarchie, geestelijk op hetzelfde niveau als de Manu en de Bodhisattva. Summit Lighthouse: De Maha Chohan is het hoofd, of de hiërarch van de zeven Chohans van de Stralen.
-
Markering
-
Opmerking over tekst
= '4 MAYA' in het schema op de vorige pagina.
-
Markering
-
Opmerking over tekst
4,32 miljard jaar
Page 64: De Zeven Stralen - Ernest Wood

76

lijn van het bewustzijn, en niet alleen maar in het zonne­

hoofdkwartier, vervullen deze groote machthebbers dat

ambt voor h et wereldbewustzijn. De Heer der Werel d is daarom als het ware naar den universcelen God, Shiva,

opdat h et bewustzUn van onzen a ardbol h e t zelf

zal kennen en zijn wil zal doen ; de Heer Buddha houdt het vereenigde jnana van onzen aardbol in zi ch en biedt

het den Zon ne-Vishnoe aan. Beide zij n eenigszins verbor­

gen functies, boven de rij ken van Maya. M aar de Ma­

h achoh an, die het van onzen aardbol bestu urt, ge­

bruikt die macht, om de d rievoudigheid van B rahma te

hauteeren en d us door maya het bewustzijn van onzen

aardbol te verhinden met de dri evoud ige wereld v an stof.

Aldus heeft hij vijf bcgin�den onder zijn hoede.

Alle leven is Shi va's leven, maar de mensch gaat door het

Vishnoe stadium, zoodat, ofschoon elkeen behoort tot een der

grondbeginselen van Shiva's e ene le ven, hij nu z�in i nner­

lijken aard doet zien door een vorm van bewustzijn . Maar

bedenk, dat bewustzijn, het tijdsproces, zij n ware le 1ren

ni et i s ; evenals l outer bestaan, het ruimte-proces niet zijn

bewu stzijn i s . Zooals hij een dee l van Brahma voor zijn

l i chaam

YOOr ZIJn

bewustzij n .

h U een deel van Vishnne

maar zijn werkelij ke !e,-en is boven

Daar nu Shiva, zij n ware God, evenzeer één is met Vi shnoe

als met B rahma, kan hij , terwij l hij in den hewus ten staat

van mayavisch leven verkeert. Hem zoeken door zij n b e­

w ustzij n naar binnen of naar buiten te keeren, naar de

universeele beginselen, di e h un uitdru kking vinde n door Vishnoe of door B rahma. \Vil , Liefde en Gedachte worden

op deze wijze tweevoudig, !Jinnenwaarb keerend naar het

bewustzijn of buitenwaarts keerend naar de al naar

-
Opmerking over tekst
die het Ichcha (de Wil) van de planeet Aarde vertegenwoordigt
-
Opmerking over tekst
die het Jnana (de Liefde-Wijsheid) van de planeet Aarde vertegenwoordigt
-
Opmerking over tekst
Ganesha woordentolk: (s) Een lid van de occulte hiërarchie, geestelijk op hetzelfde niveau als de Manu en de Bodhisattva.
-
Opmerking over tekst
sattvan rajas, tamas
-
Opmerking over tekst
chit
-
Opmerking over tekst
sat
-
Notitie
-
Opmerking over tekst
in één woord: bovenbewustzijn oftewel yoga
-
Opmerking over tekst
in één woord: bovenbewustzijn oftewel yoga
Page 65: De Zeven Stralen - Ernest Wood

77

mate van de straal van de versoon, die zich in dat be­wustzijn verheugt.

Toch, ofschoon ieder mensch leeft in de drieëenheid van

bew ustzijn, is hij zelf, daar hij van Shiva komt, zevennm­

dig en al de zeven ueginselen zijn onscheidbaar en aan­

wezig in ieder mensch, maar dat, hetwelk het sterkst is

in zijn aard, wordt zijn straal genoemd. De ,.;traal v an eeli mensch is daarom n iet slechts niet een stoffelijk ding, maar ook zelfs niet een onderscheiding in zijn Lewustzijn .

hij behoort tot hem in zijn Letrekking tot Shiva. Hij kan

daarom nooit gezien worden, omdat het gezicht een der zin­

nen is, hoe hoog ook het gebied moge zijn, waartoe dit zintuig behoort en het doel is altijd de goena's, sattwa, rajas en tamas. Bewustzijn is nooit zichtbaar, veel minder

nog het werkelijke leven, ananda. Evenwel als een mensch

zichtbaar werkt langs een zekere lijn, en zich zekere soor­

ten van stof heeft toegeëigend (het leven in het stad i um

van sat) voor zijn voertuigen en doeleinden, kan daaïuit afgeleid worden, dat zijn straal w aarschijnlijk rich ting

heeft gegeven aan zijn keuze Yan werk en de eigens chap­

pen van zijn lichaam bepaald heeft . Wanneer wij van iemands straal spreken en aldus aan zijn

overheerschend beginsel denken, laten wij dan het feit niet

vergeten, dat hij evenzeer de andere beginselen heeft en ook, dat wij van een mensch spreken, d.w.z. van iemand,

die de meester van zichzelf is, in zooverre ten minste, dat zijn leven geleid wordt van binnen uit zijn bewustzijn en niet een samenstel is van reflex-daden of gehoorzame ant­

woorden op de omgeving. Een mensch, die God zoekt

langs den weg van zijn ideaal, is positief, niet onderge­

dompeld in en overheersebt door sat, zooals onontwikkel­

de menschen. Hij gebruikt de kracht van zijn gedachte, om

de waarheid te ontdekken, of van zijn gevoel, om de goed-

-
Opmerking over tekst
de straal van een mens
-
Opmerking over tekst
die mens
-
Opmerking over tekst
de straal van een mens
-
Opmerking over tekst
chit
-
Opmerking over tekst
gelukzaligheid
-
Opmerking over tekst
Zijn; het kenmerk van Brahma' s wereld
-
Opmerking over tekst
Zijn; het kenmerk van Brahma' s wereld
-
Opmerking over tekst
de mens die God zoekt langs de weg van het ideaal
Page 66: De Zeven Stralen - Ernest Wood

78

beid der dingen te ontdekken, of v an zij n wil voor w erk,

om schoonheid te vinden en te openbaren. Al deze werk­

zaamheden zij n geheel verschillend van de dienstbaarheid

en negativiteit van den embryonalen mensch, die voor

geen ander doel leeft dan om zich over te geven aan ij del,

zorgeloos en zelfzuchtig vermaak.

De stralen der dieren zijn duidelij k te onderscheiden, maar

met den mensch is dat niet h et geval, totdat hij een aan­

zienlijken vooruitgang gemaakt heeft in het menschenrijk

en de reden hiervan is, dat er in een zeer w erkelij ke en

natuurlijke beteekenis een val is geweest van den m ensch.

Hij heeft zich met de ontwikkeling van zij n verstandelij ke

vermog-e ns zulk een men g-sel van karma geschapen en zich

blootgestelel aan zoovele invloeden, dat gewoonlij k de diep

gees telijke verlangens van den mensch zelf bedolven en

zelfs voor zij n eigen gezi cht verduisterd worden. Toch

zou iemand, die de bekwaamheid en het geduld had, dezen

gewonen mensch te ontleden, ontdekken, dat één van zij n

beginselen sterker was dan d e andere, e n dat het d e kracht­

ten zijner ziel heeft geleid naar het universeele aanzicht van hem.

In een mensch van karakter, die geen dienaar is van

zijn lichaam of van de persoonlij ke gevoelen�, aan dat

l ichaam verbon den, of de vastgezette denkbeelden, die het

verkregen heeft, maar die waarlij k eenige actiev e wil of

gedachte in zich heeft, die hij als leiddraad voor zij n leven

gebruikt, kan de straal betrekkelij k gemakkelij k o nder­

scheiden worden en er zijne zekere vragen, die hij zich

s tellen kan, die h em zullen helpen zijn straal t e ontdek­

ken ; maar die moet ik bewaren totdat iedere straal afzon­

derlijk beschreven wordt.

In het gewone leven kunnen wij de stralen uitgedrukt vin­

den in de volgende algemeen.e typen :

Page 67: De Zeven Stralen - Ernest Wood

79

I . D e mensch van wil, vrij heid zoekend door meester­

schap over zichzelf en zij n omgevi ng ; de heerscher.

2 . D e mensch v a n liefde, eenheid zoekend door medege­

voel ; de philantroop.

3 · De mensch van gedachte, begrip zoekend door het

bestudceren van het leven ; de wijsgeer.

4· De mensch van verbeelding, h armonie zoeken d op

drievoudige wijze ; de m agiër, de acteur en de sym­

bolische kunstenaar of dichter.

5 · De mensch van gedachte, de waarheid zoekend in de

werel d ; de wetenschappelij ke mensch.

6. De mensch van l iefde, God als goedhei d zoekend in

de werel d ; de vrome.

7· D e m ensch van wil, de schoonhei d zoekend, die God

is, in de werel d ; de kunstenaar en kunstnij vere.

De uitingen en werkzaamheden van deze algeroeene typen

zij zeer verschillend ; men zal uit de afzonderlijke beschrij­

ving daarvan in het tweede d eel zien, dat zij respectieve­

lijk de eigenschappen insluiten, die aan de stralen werden

toegeschreven op de versch i l lende lij sten, die in het licht

zijn gegeven.

Vóór ik het Eerste Deel van dit boek eindig, wil ik nog even

u itlegge n , waamm ik de heel den en de termen uit de

Sanskrit letterkunde gebruikt heb in plaats van andere,

waarmede B ollandsch sprekenden meer ver:muwd zij n.

Ten eerste, omdat ikzelf deze waarheden in die termen

geleerd heb. Ten tweede, omdat ( evenals in de moderne

wetenschap en techniek) het wenschelij k is, nieuwe woor­

den voor nieuwe begrippen te hebben, en de Sanskrit

woorden d e meest geëigende zijn. Deze waarheden zijn

van de geheele wereld, e n de taal, die wij e r voor gebrui­

ken, doet er niet toe --- en Ch ristenen zouden b.v., indien

Brahma,Sat

(openbaring)

Vishnoe,Chit

(bewustzijn)

Shiva,Ananda

(gelukzalig-heid

kenmerken:onafhankelijk en intuitief

-
Markering
-
Markering
-
Markering
-
Markering
-
Markering
-
Markering
-
Markering
-
Markering
-
Markering
-
Markering
-
Markering
-
Markering
-
Markering
-
Markering
-
Rechthoek
-
Rechthoek
Page 68: De Zeven Stralen - Ernest Wood

8o

zij dat wenschen, bij hun eigen vertolking daarvan "den

Vader, den Zoon en den Heiligen Geest" in de plaats kun­

nen stellen van Shiva.

Vish noe en Brahma.

Page 69: De Zeven Stralen - Ernest Wood

z

[IJ

1-l

,<(

E-t

-

Cl)

.....

z

lil

lil

[IJ0

>

tiJ

N

[IJ

0

Page 70: De Zeven Stralen - Ernest Wood

Er zij n zeven Hoofdgroepen van . . . . . . . . . Dhyan Cho-

hans, welke groepen in eiken godsdienst gevonden en erkend zullen w orden, w ant zij zij n de oorspronkelijke Zeven

Stralen. De Menschh eicl is, zooals het Occultisme ons leert, verdeeld in zeven onderscheiden Groepen.

DE GEHEIME LEER.

GL1/11 over elementen en atomen

[...] Er zijn zeven hoofdgroepen van dergelijke Dhyāni-Chohans; deze groepen zal men in elke religie vinden en herkennen, want ze zijn de oorspronkelijke zeven stralen. Het occultisme leert ons dat de mensheid is verdeeld in zeven verschillende groepen met hun onderverdelingen, verstandelijke, spirituele en fysieke. De monade nu, opgevat als EEN, staat boven het zevende beginsel (in de Kosmos en de mens) en als triade is ze de directe stralende nakomeling van de genoemde samengestelde EENHEID, niet de adem (en bijzondere schepping uit niets) van ‘God’, zoals deze eenheid wordt genoemd; want zo’n denkbeeld is heel onfilosofisch en verlaagt de godheid door deze neer te halen tot een eindige, aan eigenschappen gebonden toestand. [...]

Page 71: De Zeven Stralen - Ernest Wood

HOOFD STUK XI.

DE EERSTE STRAAL.

"Zichzelf regeeren of bouwen op zichzelf", zeide de Manoevan ons ras, "is gel uk ; geregeerd worden door anderen,

is e llende." Dit past den mensch van den eersten

want het is de eerste der drie stralen van onafhan­kelijkheid en intuïtie.

Men teekent menschen van d eze drie stralen als onafhan­

kelij k, omdat ze de wereld niet zoozeer beschouwen als een

leeraar, een gulle moeder of een schoon teh uis dan wel

als een l and van avontuur voor den dapperen wil, het zon­

nige hart of den omhoog strevenden geest, waarheen men

gekomen is als uit een ver land, om daden van dapperheid

te verrichten. Zulk een mensch is vol initiatief, omdat

niet wacht op dingen en gebeurtenissen als drijfveeren

voor zijn daden, m aar hij is geneigd ze alle te behandelen

zonder den noo<ligen eerbied) als stukken in een

dat hij speelt, m ateriaal voor een plan, dat hij bezig

ts uit te voeren. Hij wordt de mensch van intuïtie ge­

noemd, omdat hij zonder aarzelen zijn eig-en vermogen:;

van denken en voelen in zijn levensspel geb ruikt en zij

groeien door die oefening. Hij verlangt in den wil meer

ge voel van het zelf, in het hart meer gevoel van het l even,

in het denkvermogen meer gevoel van dingen hij zoekt

God of het gel uk in die dingen van het innerlijke bewust-en gebruikt het leven daarvoor, terwijl anderen de

groote wereld daarbuiten dienen, met hun vermogen en

bekwaamheid van gedachte of wil of gevoelen en leeren

door het onderwiis.

dat de natuur geeft.

-
Opmerking over tekst
de mens van één van de eerste drie stralen
-
Opmerking over tekst
de mens van één van de eerste drie stralen
Page 72: De Zeven Stralen - Ernest Wood

-----------·------------------------------------

84

leiden tot hetzelfde resultaat - een

en uiterlijke leven.

in de natuur zoekt,

werken haar schoonheid en mildheid en waarheid op hem

in en ontwikkelen de vermogens zie l ; en als hij

tracht de vermogens, die hij in zich voelt, volle uiting te

geven, ziet hij , dat dit alleen gedaan kan worden door ze

te geb ruiken voor den vooruitgang d er uiterlijke wereld.

Elkeen trekt zich dus in zichzelf terug en treedt naar bui­

ten uit tezelfder tij d. In den mensch van wil op den eersten straal is zelf-heer-

schappij de overhcerschende toon. Als tot dezen straal

zal Uw

zelf2:evoel

sterk (en indien gij niet

andere opzi chten, kan het tevens

onaangenaam ZIJ n) en zal U b egiftigen met e en stand­

te midden van dingen en gebeurtenissen, die

bijna niets ter wereld kan doen wankelen of verand eren, een neiging om positief in Uw daden te zij n en den m oed,

om het hoofd te b ieden aan het l even als een avontuur en

geen toevlucht of rust in dingen te zoeken. Als gij dit

sterk hebt, zal er op de geheele wij de wereld geen tehuis ·digheid

van het zelf het middel­

van uw wezen Dit is geen

staat op erkenning door ande­

ren, of daarvoor w erkt - een dusdanig werken i s een tee­

ken van afhankelij kheid van uiterlijke dingen maar een

hoog van den ware n mcnsch, van het eigen w ezen

en een h ui vcrende afschuw van den vreemden vinge r van

daarin dringende gebeurtenissen o f personen, die het hei­

ligdom zo uden kunnen aanraken. Zooals niemand schoon-

heid kan zien zonder haar te som-migen er naar kijken, zonder te

kan zien, zonder haar te vereeren, zoo kan niemand, die

Page 73: De Zeven Stralen - Ernest Wood

ss

de aanraking met het zelf in zich voelt, ooit iets anders

d an een ij verzuchtig priester van zUn h eiligdom. Deze waardigheid is ver verwijderd van trots ; zulk een mensch i s te hoogmoedig om trotsch t e zij n. Het is geen gevoel van m eerderheid, dat er de oorzaak van i s ; het sluit abso­l u ut geen vergelijking met anderen in en geen meten van kracht. H ij is berei d één te zijn met an deren op voet van gelij kheid en namaskár tot God of bedel aar. H ij stelt

niet zonzeer belang in 'U'at h ij is als in dat h ij is. Hij is bo­venal de mensch zonder wenschen en l eeft van bi nnen uit.

Tengevolge van deze l evende macht, die i n het leven ge­voeld wordt, is het groote i deaal van dezen straal onafhan-

kelijkheid, of leven v a n binnen uit, zijn van de kingen der omgeving, en is er een neiging tot het beheer­

schen v a n omstandigheden en vinden van een weg, om ze in overeenstemming te brengen met zijn pl annen. Op het

schaakbord van het leven zal iemand van dit type altij d

een eigen plan van aanval zoo vroeg m ogel ijk in vol l en gang hebben en hij zal de zetten van zij n tegenstander

negeeren, zooveel hij d urft en gebruik maken van alle be­

schikbare zetten en stukken voor den aanval, dien h ij be­raamd h eeft. H et is een kenmerk van den wil, dat h ij door alle mogelij k e middelen zUn doel tracht te b ereiken of met

and ere woorden, den geest voortdurend aan het werk

zoodat h ij vroeg of laat zeker den weg naar het doel

zal vinden.

H et is dit besef van eigen goddelijkheid, dat hem soms

doet zeggen "ik wil" zonder te weten, hoe hij hij heeft een nooit fal ende i ntuïtie van het

i nwonende zelf de eindelijke en absolute bewerker van

eigen lot is, evenals het de basis is van zij n eigen kracht. In h em begrijpt gedachte het zelf, b uigt zich toewijding er voor n eer, werkt de hand er voor, en elk ander deel van

-
Opmerking over tekst
jaloerse, na-ijverige
-
Opmerking over tekst
Etymologie - namaskār Sanskrit "नमस्कार namaskār, नमस्कार namaskāra, van namas: "buiging, eerbied" en kāra: "actie". Etymologie - namasté letterlijk "Ik buig nederig voor u", ook gebruikt als een groet of erkenning van de gelijkheid van allen, ook als een eerbetuiging aan het heilige in alles. Vrij vertaald: ik groet het Hogere in u.
-
Markering
Page 74: De Zeven Stralen - Ernest Wood

86

hem he eft het zelf lief en daarom kan i nderdaad willen

met zijn geheele leven en wezen. Door deze innerlijke vast­

heid, is deze mensch gewoonlijk op zij n best i n tegenspoed

en hij ziet met een vriendelij k oog de verwoesting aan,

die steeds p laats heeft in het rij k der natuur. Som m ige

menschen ontzet over de gri m m ige wet der natu ur en

er tegen, maar h ij ziet in h aar slechts z ij n eigen

mac h t op een groot er schaal en heeft haar

lief.

zooals een

sterk man

waardeert het

goed

een waardig tegenstander hoogacht. Hij

werk aan den werker, en als iets

voel t hij den wil, die er achter werkt en

h et geeft h em een s temming van zegcviering, waarmede

hij drijven kan op de krachten der wereld -- evenal s op

kleiner sch a a l een geoefend zwemmer weet, dat hij veilig

is i n het water en half-bew ust zich in deze stemming

vóór hij er in ; en evenals het zwemmen

IS en niet het water, evenzoo is deze mensch niet in den

waan, dat uiterlij ke dingen waarde hebben. Hij werkt

niet voor de voldoening van het winnen van een wereld­

sche positie om later rust of gemak te genieten, en daarom

drukken vernietiging en fal en hem niet meer. A l s weer

een nieuw p lan onder handen is hij altijd gereed, schoon

schip te m aken voor nieuwe daden en de oude dingen te

laten varen of op zij te duwen en wellicht d uldt h ij sums

geen onnoodige dingen en personen, die in het werk onnoo­

dige gevoelens, gedachten en woorden mengen.

,Hij heeft meestal een plan onder handen, en als dat

werkt is, eer: nieuwen opzeL, even regelmatig als de

van de zee. Soms treft gij hem aan in een bui van verniel ing :

hij verscheurt met grool pleizier oude brieven en papieren,

verwij d ert oude b oeken uit zijn bibliotheek, goo it oude

meubels en kleeren weg, of op reis schudt hij ze van zich

af, zooals een hond het water afschudt.

Hii

bereidt z ' ch

-
Markering
Page 75: De Zeven Stralen - Ernest Wood

87

v oor op een nieuw avontuur, in den trots van zijn naakte

kracht, vrij van leden en de neusvleugels in trilling. Die geest van vernietiging ziet men niet in den mensch van den tweeden straal, die elk ding liefdevol verzorgt, omdat het tot hem spreekt van menschelijke zorg en arbeid, en

iets belichaamt van de ziel en werkkracht van den mensch.

Ik heb een hooggeestelij k man van dezen straal gekend, die oude enveloppen, die hij ontving, opensneed en den schoonen binnenkant gebruikte om op te schrij ven, niet om­

dat hij gierig was, maar omdat hij het werk van den mensch

l iefhad, ofschoon hij voor zichzelf zijn daad spaarzaamheid noemde en afkeer van verspilling. De derde straalsmensch zal twee keer, drie keer en nog eens kijken naar het voor­werp, dat hij niet langer noodig heeft en het dan opbergen,

zeggende dat het misschien den een of anderen dag voor iets anders gebruikt zal kunnen worden.

De mensch van wil heeft zij n beurt nog niet gehad in de

politieke huishouding, maar wanneer dat gebeurt, zal men

zien, dat hij den verbruiker even hoog schat als den voort­

brenger ; om het eens ruwweg uit te drukken, hij zou zeg­gen, dat men even goed hoorde betaald te worden voor

het eten van voedsel en het verbruiken van andere artike­

len, als voor het maken van die dingen, behalve dat na­tuurlij k, wanneer zijn tijd van ideale anarchie gekomen zal zijn, in een verre toekomst, nadat de menschheid de les van broederschap �>'Clee:rd heeft, er geen betaling aan wie dan ook meer noodig zal zijn.

Het zelf is heilig. Geen wonder dus, dat men zijn persoon­

lijkheid eerbiedigt, omdat dit alles van het zelf dat wij kennen, en dat een onwaardige behandeling en belachelijk

maken van de persoonlijkheid de grootste martelmg is voor die het zelf van binnen nog niet duidelijk gevoeld

heb ben. Het i s geen goede taktiek in het leven de persoon-

2e straal

3e straal

-
Markering
-
Opmerking over tekst
de eerste straal
-
Markering
Page 76: De Zeven Stralen - Ernest Wood

88

lijkbeid te minachten, want de god achter den afgod is

een werkelijke god ; en als zij voor het oogenblik slecht of

dwaas doet, komt h aar kracht i n dat opzicht toch van den

god van binnen, die straks i n zijn ware karakter naar bui­

ten zal treden. De persoonlijkheid is zoodoende de fieste

gezel en vriend van den mensch op a arde, zelfs al schijnt

zij soms te h andelen als een vijand.

Het is dezelfde wil in den mensch, die een gevoel van

werkelijkheid aan de dingen geeft en "mijn ervaring" tot

de eindtoets maakt van wat werkelijk is, zoodat alle ge­

voelen en denken er op berust. De getuigenis van anderen

is zonder waarde, als zij daarmede in conflict komt, en

wanneer de man van dezen straal een leeraar volgt, is

daarom nog niet onderworpen geworden aan een ander,

want de leeraar wordt meer aangenomen als een gids dan

als een onderrichter ; en wanneer h ij een leider of kapitein

volgt, is dat, omdat hij dat verkiest te doen. Indien de

kapitein zegt "Gij moet", zal h ij antwoorden "ik wil" en

als de kapitein antwoordt "Gij moet, omdat ik het zeg"

,

antwoordt hij "ik heb besloten, U te gehoorzame n , en

dat te doen, gehoorzaam ik dus mij zelf". Hij mag er zich

op deze heldere wijze niet van bewust zijn, maar het is

een feit, dat er voor hem geen andere weg is dan het zelf

van binnen te volgen.

Iemand van dezen straal voelt, dat het leven er is om te

handelen, en de behoefte te beslissen in practische aan­

gelegenheden dringt zich sterk aan hem op. Als

zijn oordeel in een zaak opschort, is dat niet uit

slapheid van wil, maar omdat hij besloten heeft, zijn oor­

deel op te schorten ; maar hij zal dat betrekkelijk zelden

doen en zal er de voorkeur aan geven, een voorloopige be­

slissing te nemen en die liever later te herzien dan in h et ge-

-
Markering
-
Markering
-
Markering
-
Markering
Page 77: De Zeven Stralen - Ernest Wood

89

heel niet te beslissen. H ij voelt, dat hij een zet moet doen

in het spel, zelfs al ziet hij niet klaar voor zich uit. Hij zal

daarom veel meer leeren van de ervaringen, die h ij opdoet

als het gevolg van zij n daden dan door het denken

over wat gebeuren kan, als hij op een zekere wijze h an delt. Er is ook eenig- g-evaar voor onwrikbaarheid van

zij n besluiten, zoodat h ij niet zoo open s taat als wensche­lijk is, om een zaak of daad nog- eens te overwegen. H ij

heeft besloten en wil niet nog eens overwegen en op­

nieuw besluiten, tenzij hij beslist zich voorneemt, dat te

doen, en de gelegenheid daartoe is soms moeilijk te vinden

door hen, die met hem moeten samenwerken ; en het kan

zelfs zijn, dat h ij het, zonder het zelf te weten, voor uit­

gemaakt houdt, dat iets, omdat het nu eenmaal in zijn

geest vaststaat, ook inderdaad zoo zij n moet en dat hij zijn

eigen sterke innerlijke overtuiging overbrengt op het rijk der natuur en denkt, dat het ding- zoo is en niet bereid is te

gaan zien, of het zoo is of niet. Dit alles i s te wij ten aan

het eenvoudig-e feit, dat de wil zijn sterkste beginsel is en steeds o p wacht staat om zij n gedachten en g-evoelens te

beheerschen en ze te polariseeren voor zij n eigen doel­

einden of stemming.

De werkelijke stemmingen van ons wezen zij n diep ver­

borgen in het zelf, en de wil i s op deze wij ze slechts het

zelf, zich uitend in de opeenvolging van gebeurtenissen.

Daar de bestemming van alle menschen dezelfde is, willen

ze in h et diepst van hun wezen hetzelfde en slechts door

deze fundamenteele eenheid is volmaakte vrijheid te be­

reiken. Intusschen mogen wij , indien wij van den yogi in meditatie zeggen, dat h ij vast zit als een rots, van dezen

man zeggen, dat h ij staat als een zuil van ijzer. Zijn t ij­delijke vrijhei d ligt in zij n geschiktheid, o m evenals eenige

der oude Stoïcynen, geen aandacht te willen schenken aan

-
Markering
Page 78: De Zeven Stralen - Ernest Wood

90

dingen, die b uiten zij n heerschappij l iggen, want hij is vol­

komen meester van zichzelf en daardoor van alles i n de

wereld, dat binnen zij n macht valt . Het zou er voor zoo

iemand niet toe doen, als hij alleen stond in zij n meening

en alle andere menschen tegenover hem stonden ; geen

twijfel omtrent de waarheid daarvan zou er d aardoor voor

h em opgeworpen worden. Als hij verder een ontwikkeld

mensch was, zou hij natuurlij k die andere meeningen met

respect beschouwen, maar dat is alles. Zij n levenshouding

bepaald hebbend, kan hij die volhouden, omringd door

een niet sympathiseerende wereld en alleen staan, om dat

zij n kleur nooit bepaald wordt van buiten af ; om welke

reden hij door de Helpers der M enschheid uitverkoren

wordt voor het b rengen v an nieuwe levenswijzen op aarde.

Daar de wil het vermogen is van zelfverandering, zij n zelf­

beheersching en strengheid voor zichzelf gemakkelij k voor

den mensch van dit pad. De eerste straals-mensch regeert

zichzelf met een ijzeren roed e. Als zoo iemand hoort b.v.

d at vleeschvoedsel slecht is, van een stoffelij k of moreel

standpunt, zal hij h et gemakkelij k opgeven en als het li­

chaam het hoofd opsteekt en zegt : " o, ik heb weer behoefte

aan den smaak van wildbraad en meen je werkelijk, dat

je het me niet meer wilt geven voor de geheele rest van

mij n leven ?", zal h ij zonder aarzelen antwoorden : "J uist,

dat bedoel i k". Als hij denkt, dat sommige oefeningen goed

zij n, zal hij ze doen en de weerzin of traagheid van het

l ichaam zal hem niet weerhouden. In dit alles zal geen

spanning of opwinding zijn, om de eenvoudige reden, d at

de wil het rustigste ding ter wereld is. Soms denkt men,

dat de groote, lawaaierige, heerschzuchtige persoon de m an

van wil is, maar dat is niet zoo ; zoo'n man gebruikt die

methode, omdat hij denkt, dat het een krachtdadige ma­

nier is, om anderen aan hem te doen gehoorzamen, en hij

Page 79: De Zeven Stralen - Ernest Wood

91

denkt dat, omdat hij halfbewust weet, dat hijzelf beïnvloed kan

worden door lawaaierige dingen, die van b ui t enaf op hem inwerken, iets, waaraan de mensch van wil zich nimmeronderwerpen zal. Neen, de wil is het rustigste ding ter

wereld. En de m ensch van zelfbeheersching z al zij n

strenge levenswijze niet beschouwen a l s een d o e l op zich­zelf, maar slechts als het g-oede leven van het reine zelf,

welks reinheid h eilig is, niet als een bezitting of een Yol­

brenging, maar als zij n wezen zelf.

Bij de Hindoes zien \-vij wellicht op een ruime en nationale

wijze de grootste mate van deze m acht. Er zij n vele men­

schen in Indië, die weinig geven om uiterlijke dingen, Z( .o­

lang :het zel f in hen tevreden is en soms zult gij menschen

ontmoeten, die dit ten opzichte van practische dingen sterk

hebben, maar zwak zijn op andere punten van hun aard en

die volkomen vrede hebben, met uw geloof, dat gij uw

eigen weg volgt, en u gelukkig laten in dien waan, tenYij l

zij innerlijk weten, dat zij hun eigen wil volgen.

De eerste straal is vaak een wonderl ijk stil pad en zelfs

het geluid van de stem, die innerlijk gehoord wordt, is een

stem van de stilte en op het pad van yoga is die stille

klank zij n gids, veel m eer dan eenige zichtbare helder­

ziendheid. Van de practische stelsels van wijsbegeerte is

dat van Patanjali in Indië kenmerkend Yoor dezen straal ;

zijn Yoga Sutra's bevatten de leering voor den mensch

van wil. Het stelt kaivalya of onafhankelij kheid als doel voor het streven van den l eerling ; en b eheersching van

het l ichaam, de zinnen en h et denkvermogen als de trap­

pen, waarlangs zij bereikt wordt. Zelfs in het Yoorberei­dend gedeelte, waar d ez e school spreekt van de noodzake­

lijkheid om het goddelijke in alle dingen te vereeren en daardoor ware kennis te verkrijgen, stelt zij het werk van tapas op den voorgrond, hetwelk juist en ruim opgevat,

-
Markering
-
Opmerking over tekst
This is the god-like state, in which the pure consciousness of the real man is not affected by the afflictions and lures of the world and the mind. It is liberation. It arises when the purity of the intelligence of the mind is so perfected that it is not stained, prejudiced or lured by anything, and is, as it were, equal to the purity of the pure untainted consciousness or real man (purusha). At last the man will stand forth in the full light and power of unobstructed consciousness, without the need of world, or body, or mind.
-
Opmerking over tekst
Sankhya
-
Opmerking over tekst
Tapas One of the regular observances (q.v.) to be carried out by the would-be yogi in daily life in the world. The word comes from a root which means to heat or make hot, and thus it means to be ardent or full of effort. It is sometimes called purificatory action, because it burns up impurities. In the raja-yoga system it has reference especially to the body, and so it is body-conditioning. It is often translated "austerity," and is so taken and misapplied by many inferior would-be yogis in India, who then carry the idea to excess, even to the point of inflicting injuries upon their bodies. For luxury-loving people the proper care of the body, to keep it in thoroughly good condition so that it will not disturb the meditations that raja-yoga requires, may look very much like austerity, but that the idea of austerity as such is remote from the teaching of Patanjali is seen from his description of the excellencies of the body, which include correct form, beauty and strength.
Page 80: De Zeven Stralen - Ernest Wood

92

zelfbeh eersching en meesterschap over h et zelf in elk op­zicht beteekent.

Bij de Grieken en Romeinen deed deze straal de Stoïcyn­sche school geboren worden en i n het bij zonder bij de Ro­meinen heeft dit aanzicht van deze groote philosofie zij n

grootste bereikt. Toen voelde ieder, die waarlij k Stoïcyn was d e waardigheid van het zelf hij kon zij n

brandend h ui s verlaten en z ij n levenswerk i n puin zien en zeggen, dat hij n iets verloren h ad, daar er geen rijkdommen

bestonden b uiten h et zelf. Dit was dat hij voelde als

een feit en wi st, dat het zoo w as, daar zich z o u voor-

nemen, dat d e ervaring, pijnlijk als ze was, er toe zou b ij­dragen, zij n leven te verrij ken.

I k heb niet gesproken van de gebreken van dezen s raal,

omdat die van geen enkele straal bestaan. Het kan

dat iemand van den eenen straal geen bij zonder hoogte i n de andere beginselen van zijn aard bereikt

heeft, en in zulk een zou de man van wil blij­ken ego-centrisch, aanmatigend, sluw, roekeloos, ruw, wci-

kiesch, weinig voorzichtig of wat niet al te zijn bij

het nastreven van zij n doeleinden, maar deze

moeten n iet toegeschreven worde n aan zij n kracht i n de eene lijn, maar aan zijn tekortkomingen in de andere, en

de wijze om daarin verbetering te brengen is niet door het

vermogen, dat hij heeft, te vernietigen, noch door den drang

van zijn i nwezenlijk karakter te doen verslappen, maar door

deze in betere kanalen te leiden, z oodat hij beseffen z al,

hoeveel rij ker z ij n leven kan zij n en hoeveel grooter de ma­daarvan, als hij lee rt lief te hebb en en te

denken, zooals hij heeft geleerd te wi llen, als h ij leert eer­biedige n alles w at schoon en bevallig en goed is in d e

wondere wereld van het zijn, d i e Gods school i s voor ons allen .

Page 81: De Zeven Stralen - Ernest Wood

93

I n kinderen vindt gij soms dezen wil als een wonderlijke

koppigheid. Het kind wil i ets doen en is inderdaad op het

punt, h et te doen, als een b emoeizieke o udere h em toevallig

zegt, d at h ij dat moet doen. Dan is al h et plezier er af en het kind streeft tegen met luide tegenwerpingen of in stille

koppigheid. Ik heb eens van een kleinen jon gen gehoord, onge­

veer zes jaar oud, wiens m oeder wilde, dat hij een zeker hemd zou dragen, doch zij had hem dat voorgezet op een

wijze, die hem niet aangenaam was ; daarom weigerde hij

verontwaardigd, het aan te doen. De vader werd geroepen.

De j ongen had geen werkelij ke tegenzin in het hemd en wachtte slechts op een p aar vriendelijke woorden, die hem

in staat zouden stellen, toe te geven, maar de vader sloeg hem, en toen zei hij tusschen zij n tanden : "Nu zal ik het

niet dragen, zelfs al maakte je me dood !" Onwetendeouders en o uderen trachten den geest v an zulke kinderen

te breken, ze meer tegemoet komend en gehoorzaam te

maken en soms slagen zij er werkelijk in, hen tot banale

en fatsoenlijke goede mensch en te maken, wier goedheid grootendeels voor niets deugt, noch voor h enzelf noch

voor i emand anders. Z ulke goedheid is niets anders dan geen slechtheid, evenals vrede voor de m eeste menschen

slechts beteekent geen oorlog. Als het kind m et liefde be­

handeld was, zou het d aarop gereageerd hebben en aan zij n wil z o u liefde toegevoegd zij n e n in het latere leven van

den volwassen man zou er l iefde geweest zij n m et macht

er achter, waarmede groote dingen in de wereld gedaan hadden kunnen worden.

Indien het werk in het leven van een mensch van den

eersten straal hem wikkelen zou in het bestuur van open­

bare zaken, en dat is een plicht, die hem dikwij ls ten deel

valt, dan zal hij het goed doen, omdat hij i n zelfregeeren zij n eigen macht der vrijhei d gevonden heeft. Als hij daar-

1e straal

Page 82: De Zeven Stralen - Ernest Wood

94

nog iemand die zijn medemenschen l iefheeft, zal

trachten, die vrij heid ook aan anderen te brenge n, niet

door hun van b uitenaf regelingen op te leggen, m aar door

den wil in hun leven meer te voorschijn te lokken. D e

reine e n goede mensch van eiken straal verlangt slechts

aan anderen de vreugde te geven van het ideaal, dat hij

gevonden heeft en, als hij daarbij wij s is,

ziin

macht ook

te geb ruiken in dienst van h un i dealen.

Page 83: De Zeven Stralen - Ernest Wood

HOOFDSTUK XII .

DE TWEEDE STRAAL.

Het kenmerk van den t weeden straal i� liefde, de positieve

uitdrukking in het leven van clie wij sheid, die door mede­gevoel drn toestand van bewustzij n in anderen gewaar

wordt en dezen in aanmerking neemt bij zij n handelingen ten opzichte van hen. Het is ook een straal van initiatief,

o mdat l iefde de actieve kracht der ziel is, de rajas van hetbewustzij n en al haar werkzaamheden zij n er op gericht de broederschap te b evorderen en onze eenheid met elkan­

der meer volkomen te maken in het leven. Z ij , die niet van dezen straal zijn, ofschoon in staat veel

sympathie voor anderen te gevoelen, zoowel in vreugde als smart, en de zegeninge n te zien, die voor den mensch

voortvloeien uit samenwerki ng, kunnen niet zoo gemak­

kelij k beseffen, dat cle eenheid niet een schikking, maar een feit is, dat broederschap meer is dan coöperatie, omdat

er gevoel in opgesloten ligt, wat niet het geval is bij coöpe­ratie. Wanneer dit gevoel van eenheid voldoende ge­vestigd is in iemands hart, dan zal hij ondervinden, dat

hij niet aan anderen denkt \'an zij n eigen standpunt uit,

en niet overweegt, in hoever zij n eigen leven door hen verrijkt

kan worden en zij een hulp kunnen zijn bij zijn streven, maar

zal h ij vinden, d at hij door een subtiel gevoel in aanraking is met hun bewustzijn, waardoor hij in hun leven en stre­

ven evenveel belang stelt als in zij n eigen . De sfeer van deze gevoeligheid breidt zich uit, naarmate de tweede­straals-mensch evolueert en h ij wordt de ideale vader of m oeder, de ideale burger, de ideale vaderlander, ja, d e

definitievan

liefde

-
Markering
-
Markering
Page 84: De Zeven Stralen - Ernest Wood

g6

broeder v an de gch eelc mcnschheid, zoodat hij ieder mensch, waarop zij n oog valt, ook lief heeft.

Aldus houdt hij in zijn hart besloten die groote macht der liefde, die de oplossing geeft van elk maatschappelijk euvel,

en zeker niet de geringste zijner ,deugden is de universali­teit van die liefde, die h em niet alleen hen doet achten, die aan h em gelij k zij n en die hem i n die gelijkheid behagen doen scheppen, maar ook degenen, die geheel versch illend zij n

v a n aard en aanleg ; neen, meer nog ; zij maakt dat hij bij na eerbiedige vereering heeft voor hen, die verschillend van hem

omdat zij iets bezitten v an dat groote en al-liefdevolle

licht van het bewustzij n, d at niet i n staat was u i t te

drukken i n het kleine d eel er van, dat zij n eigen was. Voor is het niet n oodig, dat hij de middelen bezit voor

en genoegens, m aar het is beslist noodzakc­ande ren ze h eb ben en zoo stroomt dan al zij n

werkzaamhei d u i t i n altruïsme, e n volmaakte liefde heeft zoowel vrees als begeerigheid en mogelij k de meeste o or­zaken van menschelijken strij:d gebannen. Ik heb van een arm man gehoord, die b ij de p oort van het h ui s van een rijke zat en die in sta<lt was de vreugden van den rij­

ken man te genieten zonder door diens bezit ti ngen be­zwaard te z ij n, en als hij de gel ukkige en welvare nde men­schen gadesloeg die aan hem v oorbij gingen en van tot tij d eens de u itstalkasten van de groote magazijnen bekeek, hacl hij alles, wat hij wenschte. Ik heb ook gehoord

van een man, die, van een reis teruggekeerd, bemerkte,

dat hij zij n kostbaar gouden horloge verloren had en niet klaagde : ,, Hel aas, helaas, ik heb mij n horloge verloren",

maar met een l ichten glans van vreugde uitriep : "Wel, iemand moet dat horloge gevonden hebben". Dit misschien ideale voorbeelden van tweede-straals-menschen, maar

zii geven d uid elijk het type weer.

-
Rechthoek
Page 85: De Zeven Stralen - Ernest Wood

97

Echte tweecle-straalsmenschen zijn berei d v-oor hun liefde

te lij den, maar zonder twijfel verbergt de verrukking er

van voor hun oogen den opofferenden aard van veel in

hun lev en. Zij behaoren n iet tot de menschen, die

die l ijden, helpen, alleen om hun eigen leed te verdrijven, dat

zij door sympathie gevoelen, menschen, wier eerste zorg het is, tooncele n van lijden t e vermij den en ze zoover mogelijk uit hun gezichtskring te verwij deren, opdat zij ze vergeten mogen. Zij zij n de wereld met al h aar onvolmaakt­

heden en haar mengsel van vreugde en smart te aanvaar­

den en nederig te zeggen "God alleen is goed, en al het andere is goe d in meerdere o f mindere mate, maar steeds

is er ruimte voor verh euge ni s, omdat het slech tere

beter wordt en omdat iedere daad van vrien delij kheid, v an

kameraadschap of dienst, b ij draagt tot die v erbetering, die ten laatste zal leiden tot het volmaakt

De leer van de evoluti e van het leven opwaarts en voor­

waarts zal altijd spreken tot menschen van deze soort e n

h en vervullen van een kracht, d i e h u n l iefde n i e t t o t een bloot gevoel maakt, maar de oorzaak is, dat zij overvloeit

i n dienst, tot het uiterste, waartoe zij in staat is. Er is een reden voor, d at de evolutie-leer zoo sterk

tot menschen van dezen straal ; zij is de wet der liefde, uitge­

drukt i n het leven der wereid. Beschouwen wij een 'Oogenblik

de definitie, die het best het denkbeeld weergeeft, zooals

Herhert Spencer die vele j aren geleden gegeven heeft. Hij

zeide, dat evolutie is de voortschrijdende verandering van een

toestand van onsamenhangende gelijksoortigheid naar een van

samenhangende ongelijksoortigheid van bouw en functie. Dat

beteekent in 't kort, dat elk organisme in de wereld, dat

bewustzij n herbergt en uitdrukt, een meer bepaald en

onafhankelijk ding wordt met een steeds meer uitgesproken

eigen karakter, maar tegelijkertij d in een eenheid samen ge-7

Page 86: De Zeven Stralen - Ernest Wood

g8

wordt met andere, waar z ij n eigen aandeel in het werk

gebruikt wordt voor den vooruitgang van meer d a n z ij n afge­

scheiden zelf. Zli beteekent ook, dat dingen, die te voren ge­

en gescheiden waren, verschillend maar vereenigd

worden, en aan het �deale slot wet en orde gezege­

vierd zullen hebben over chaos en duisternis en dat alle

kanalen volmaakt zullen zij n voor de universede wisselwer­

king van h et leven op aarde zooals hei is in den hemel. Een

deel te zijn van het voortrollende getij van bewustzijn i s d e

vreugde van den mensch van den tweeden straal en h ij zal niet

treuren, omdat d e vloed niet hooger komt, maar zal de l evens om hem heen nemen zooals ze z ij n, zonder dwaze en k lagend

kritiek, en al de kracht, die in hem is, gebruiken om h en te

zich een weinig meer Ie ontplooi en. Dit pad van men­

sche!Uke ontwikkeling wordt in Indië dat van karma yoga

genoemd. Ik weet, dat d i t een revolutionaire bewering is, maar

is j ui st en de gangbare meerring, die h et woord karma,

arbeid of handeling als het voornaamste ding aanneemt van

dit pad, is verkeerd ; de liefde, die karma maakt tot karma yo­

ga, wo rdt over h et hoofd gezien. Shri Kl'ishna leerd e, dat het

van liefde in twee takken gesplitst was, waarvan d e eene

de bhakti yoga was of toewij di ng aan C'.rücl en de andere de

karma yoga, toewij ding aan den mensch. \Vat is

dan zijn onderri ch t aan Ardjoena ? "Voorwaar, evenals Jana­

ka en ancleren volmaking bereikt hebben door h andeli ng, be­

oogende de eenheid van allen, zoo behoort ook l.!Îi dat te

doen."

H t>t i s daarom

mensch om

voor den waren tweede-straals­

te schrikken voor de wereld van handeling

en t e zeggen : "zij is voor m ij niet goed genoeg," of de aan­

kanten

uit te

die op groote of kleine schaal aan alle

te minachten. Het ligt in z�jn e r op

te doen. hem geldt niet : "Dit is goed

-
Rechthoek
Page 87: De Zeven Stralen - Ernest Wood

99

om te doen, en dat is slecht, om te doen," i n een starren

vorm, maar : "alles beter te maken dan het te voren was, is

goed om te doen". Ik ken een zekeren rechter, die aan het

hoofd staat van een Hooggerechtshof in een land, waar de

wet nog het hangen van moordenaars eischt. De eenige ge­

dachte in het leven van dien rechter als burger en als waar

Hindoe is al het goed te d oen, dat hij kan en niemand letsel

toe te brengen ; desniettegenstaande schrij ft zijn plicht af en

toe voor, dat hij een moordenaar ter dood veroordeelt. Eeni­

gen tijd geleden sprak een zijner geestelijke vrienden hem aan,

zeggende : "

Is het niet onbestaanbaar met uw idealen, den

dood van uw medeschepselen op uw geweten te hebben, zelfs

al zij n dat minderwaardige menschen ? Behoort gij dit ambt

niet op te geven, dat deze wreedheid van u eisebt ? Waarom

wilt gij de uitvoerder zijn van zulk een booze wet ?" De rech­

ter d acht diep over de zaak na en kwam ten slotte tot de

klare oplossing, dat hij zij n post niet verlaten moest, want, zei­

de hij : "Terwijl ik, die zelfs de moordenaars liefheb, één

mensch doe sterven, omdat ik hem niet redden kan, zou het

kunnen zijn, dat mijn opvolger minder liefhebbend dan ik,

vier m enschen zal doen sterven ; en indien karma mij treffen

zal om den man, dien ik veroordeeld heb, dan moet ik het

dragen ter wille van de drie a�nderen, die ik gered heb." Die man verkrachtte de wet der liefde niet, nam niet het le\·en

van den een, opdat een ander gered zou worden, maar ver­

vulde de wet tot het uiterste en redde menschenlevens.

Ik heb ook een dame gekend, die in een dicht bevolkte stad

woonde, waar nog zeer p rimitieve regelingen bestonden ten

opzichte van zwervende honden en katten. De gemeente had

twee mannen in dienst, één om de zwervende dieren binnen

te brengen, de andere om ze dood te maken en elk dezer man­nen werd betaald naar v erhouding van het aantal dieren, dat

...... _

Page 88: De Zeven Stralen - Ernest Wood

IOO

hij behandelde, en welke slechts den korten termij n van drie

dagen hadden tusschen hun vangst en hun dood. Deze dame,

die zeer veel van dieren hield' en die de gedachte aan hun g·e­

vaar en hun lijden niet verdragen kon, vereenigde zich met

eenige vrienden, en zij vormden een vereeniging met ecnige

welbekende en vooraanstaande menschen aan het hoofd. Toen

vervoegden zij zich bij den gemeenteraad en boden aan, den

raad van al de zorgen voor zwervende dieren te ontheffen.

De gemeente stemde toe en stond hun het gebruik af van een

oud gebouw en erf en de dame werd beheerderes der instel­

ling. Zij hadden een man in dienst op een behoorlijk geregeld

inkomen, die rondgi ng met een Ford-wagen, om de honden

en katten binnen te brengen. Zij verzorgden de dieren vrien­

delijk dr ie weken lang en vcrwittigden de gehecle stad, waar

vermiste huisdieren gevonden of nieuwe verkregen konden

worden, en pas aan het eind van dien tij d, werden de niet

opgeëischte gedood ; en dusdanig was de menschlievendheid

van die dame, dat zij deze ellendigste aller plichten met haar

eigen handen ten uitvoer legde, opdat het zoo menschlievend

mogelijk zou geschieden. De tweede-straalsmensch doet geen

goed, om h et zelfzuchtige genoegen er van, maar om de lief­

de in zijn hart.

Dit is de straal van Broederschap. De tweede-straalsmensch

gaat rond, goed doende. Hij gevoelt, dat welwillendheid,

vriendschap en toegenegenheid het cement zijn bij het bouwen

van den tempel der humaniteit. Hij ziet in, dat plannen, regle­

menten, overeenkomsten en co-operatie het niet ver zullen

brengen in dat werk, - dat zij zonder liefde niet in staat

zullen zijn der menschheid vrede te bezorgen.

Menschen van dezen straal geven de 'beste leeraren en dok­

toren. Ik herinner mij , een twintig j aar geleden een artikel

gelezen te hebben van de hand van den beroemden professor

Page 89: De Zeven Stralen - Ernest Wood

IOI

te Oxford, Bernard Bosanquet, waarin hij zeide, dat het niet

aan te raden was de knapste geleerden te nemen als onder­

wijzers op de scholen, omdat deze de stof met het grootste

gemak opgenomen hadden en niet in staat waren, zich te ver­

plaatsen in den geestestoestand van den doorsnêe studeerende ; en voorzeker i s de eigenschap der liefde meer noodig dan

iets anders, niet slechts hij de opvoeding, de ontplooiing der

menschelijke vermogens in een kind, maar zelfs bij het on­

derricht, het mededeelen van kennis. En ieder weet, dat in de

meeste gevallen de dokter, die een wezenltjke levendige be­

langstelling voor zij n patiënt heeft, niet alleen h et meest popu­lair is, maar ook de beste resultaten bereikt.

Er staan vele wegen o pen voor menschen van eiken straal en

op eiken trap van evolutie. In de staathuishouding van onzen tijd, afgescheiden van wat wij de beroepen noemen, behoort

de tweede-straals-mensch de ideale leverancier te zijn, hetzij

in het groot of als winkelier. Hij zal voelen, dat hij er is, om

de menschen juist dat te geven, wat zij noodig hebben, een

groot gemak voor hen te zij n en die dingen in omloop te bren­

gen, die hun goed kunnen dienen. Hij zal eerlijk de verdien­

sten nagaan van de dingen, die hij verkoopt ; zijn prij zen zul­

len bepaald worden met een eerlijke winstverhouding, en hij

zal de dingen mij den, die door onmenschelijke middelen zij n

voortgebracht. Het i s een gewoonte geworden, zaken t e be­

schouwen bloot als een middel om geld te verkrijgen en dat

men alleen maar goed kan doen daarbuiten, maar het is een­

voudig een feit, dat hier een van de schoonste gelegenheden

is, om de menschheid te dienen.

M en denkt wel eens, dat het gemakkelijk sluiten van vriend­

schap een teeken van dezen straal is, maar dat is niet zoo. Ik

heb eens iemand gekend, die een buitengewoon stil man was

en in een lang leven geen vriendschap gesloten had buiten zijn

Page 90: De Zeven Stralen - Ernest Wood

102

11�t :ste familie. Ik vroeg hem eens, hoe dat kwam en hij zeide :

"Het is, omdat ik niet liefhebberen kan in vriendschap ; als ik

vrienden maak, moet ik hen op alle mogelijke wijzen ter zijde

staan, in al hun moeilijkheden en verdri et ; en daar ik slechts

genoe.g heb voor vrouw en kinderen en niet in de waag­

schaal mag stellen, wat zij nûodig hebben, wil ik geen vrienden maken." Dit was een man met een groot hait, vereenigd met

derde-straal3 gedachten, steeds bereid, zijn eigen vreugde o f

vermaak voor anderen op t e offeren, maar o p een volkomen

bescheiden wij ze.

Er zijn natuurlijk geen gebreken op ecnigen straal, maar

menschen van den tweeden straal vertoonen zeer ernstige ge­

breken, als zij blij ven heneden een redelijk peil in de eigen­

schappen van de andere beginselen. zijn vele menschen in

de wereld, die een groot leed gevoelen, als zij aan enkele van

de verschrikkingen denken, die onder en soms aan de opper�

vlakte der beschaving liggen. doen niets, om ze te verwij­

deren, omdat ze n iet veel wil o f practische bekwaamheid be­

zitten ; maar zij maken zichzelf ellendig en verstoren anderen

met de eeuwige klacht, dat bijna alle macht en al het geld in

de wereld op d e een o f andere wijze in handen zijn gekomen

van menschen, die hun medeschepselen niet liefhebben. Als

zij het kleine beetj e energie, dat zij bezitten, besteedden aan

het doen van het weinigje goed, waartoe zij in staat zijn, dan

zouden ze niet hun eigen onaangenaamheid toevoegen aan

de reeds bestaande hoeveelheid menschelijke ellende, maar zich

voorbereiden voor grooter macht in de toekomst. Het is een

voorwaarde in deze wereld van wet, dat geen mensch eenige

macht zal bezitten of kans zal krijgen, waarvoor hij niet ge­

·werkt heeft.

In overeenkomst hiermede i s de fout, om altruïsme te over­drijven, dwaas, zooals de dichter Goldsmith dwaas deed,

Page 91: De Zeven Stralen - Ernest Wood

103

toen h ij al zijn heddegoed uit het raam gooide naar een

armen drommel, die in het midden van den nacht op straat

zwierf. Het geeft anderen geen geluk te weten, dat gij voor

hen lijdt en menschen, die voor zich zelf niet doen wat zij

behoorden te doen, n.l . hun eigen leven behoorlijk, en tot een

opgewekt deel te maken van de omgeving van anderen, -

zij n een ramp · voor de wereld . U i tbarstingen van zooge­naamde edele verontwaardiging zijn ook niet zeldzaam op

dezen straal ; terwij l de cerste-straalsmensch men geneigd

is, zich op een ijzigen afstand terug te trekken, wanneer i et s

h e m van streek brengt en d e derde-straalsmensch meer aan

vrees onderhevig is.

Er b estaat ook een veel voorkomend gevaar, dat groote l ief­

de, die niet gepaard gaat met ruimheid, in andere opzichten

eerder schadelijk dan weldadig is voor dengene, die geliefd

wordt, wanneer zij beperkend op hem werkt. Er bestaat een

verhaal over een jong meisje in Amerika, dat met haar moe­

der en een j ongere zuster in een kleine "flat" woonde en hen onderhield van haar verdiensten op een kantoor in de stad.

Op zijn tijd vatte de j on ge dame liefde op voor een jongen

man, die met haar wenschte te trouwen en haar van het kan­

toorwerk wilde weghalen en een eigen huishouding wilde op­

zetten, maar zeer tot verdriet van beiden, kon dat niet, omdat

rekening gehouden moest worden met de moeder, die nooit

heelemaal gezond was en met een jongere zuster, wier denk­

beelden omtrent haar eigen toekomst een vrij dure school vor­

derden, ofschoon zij al den volwassen leeftijd naderde. Terwij l

zij o p dit doode punt stonden, kwam d e chef, een vriendelijke

oude h eer, die een scherp waarnemer was, de zaak te weten en

zag al spoedig, dat moeder en zuster, noch physiek noch mo­

reel veel voordeel trokken uit de zelfvertroeteling, waartoe zij

langzamerhand door de goedheid van zij n employée gekomen

--------�----------------------

-
Markering
Page 92: De Zeven Stralen - Ernest Wood

!04

waren. Daarom ging hij over tot den onverwachtsehen stap,

haar op een d ag op zijn kantoor te l aten komen en haar op

staanden voet met een harsch gezicht haar ontslag te geven.

Er was op het oogenblik voor haar geen uitzicht op een ande­

re betrekking en het begon er met de familie-financiën don­

ker uit te zien, want ze maakten hun inkomen op. Maar hel

geneesmiddel had al spoedig zijn uitwerking, want de moeder

zag in, dat ze iets moest gaan uitvoeren en ging in een maga­

zijn werken, waar zij haar kleine kwalen vergat, die

onmiddellijk onder zulk een koele behandeling verdwenen en

zij verwierf vele vrienden, zoodat haar leven stralend en sterk werd ; terwijl de jongere zuster eenige van haar hoogreikende

draomen op zette en een deel van de kosten van h aar

leergeld geduren d e de vacantie ging verdienen. De beide jonge

menschen trouwden en leefden gelukkig samen in de welda­

dige schaduw der vriendschap van den gewezen chef. Het is

goed, een kreupelen hond over een hek te tillen, maar het

kan dwaas en niet goed zijn, hem den geheelen weg te dra­

gen.

Page 93: De Zeven Stralen - Ernest Wood

HOOFDSTUK XIII.

DE DERDE STRAAL.

Niet lang geleden vid mij n oog op een reclameplaat van een j ongen man, die met een jong meisje naast zich aan de

toonbank van een patisserie-winkel, bonbons stond te koo­pen. Zij droeg het opschrift : "J ohnston's chocolades : Van

den Man die voor het Meisje dat Weet". Het

meisje wist, welke bonbons lekker waren dat was vijf­

de-straals kenni s ; de m an b egreep, wat die bonbons voor het m eisje waren dat was derde-straals begrip.

De dercle-straalsmensch is gevoelig voor dingen, zooals

de mensch van wil gevoelig is voor het Zelf en de mensch

van l iefde is voor het bewustzij n in andere le­

vende wezens ; en toch, omdat hij binnen de eerste <irie

stralen valt, en b ehoort tot hen, die het Zelf of God of h et

gel uk binnen in zich zoeken, stelt

in din!!en om hun verband met bewustzijnstoestanden. Hij

die heeft aan verstaan en begrij-

pen e n voelt, dat het gel u k daarvan afhangt, dat, al zou de wereld k-wistig haar weldaden over de menschen uit­

storten, en al zouden allen vrede vinden in broederschap, het geluk toch ontbreken zou, als er geen wijze bestond, om te

begrijpen, wat al die dingen voor de ziel beteekenen. Hij i s w erkzaam ten opzichte van dingen, m aar alleen in hrt

belang van het bewustzijn.

Begrip is tenslotte die geestestoestand, waarin de wereld

in haar geheel i n één doorsch o uwende die d e ziel bevredigt en het doel van

Page 94: De Zeven Stralen - Ernest Wood

ro6

hem, wiens straal dit is, is niet in de eerste plaats om ken­

nis te verkrij gen, maar om dien zielehonger te stillen. In­

dien dit vermogen van hem, dat in staat is, vele dingen

tegelijk te zien, en ze daarom bevatten kan, buitenwaarts

gekeerd wordt naar de zaken des levens, dan zien w ij , dat

dit de man is met een prachtig hoofd voor organiseeren

en op touw zetten, die zien kan, hoe dingen ge daan moeten

worden. \Vanneer dit vermogen \'erbonden is met den

wil van den eersten straal, dan geeft het een groote ge­

nialiteit langs deze l ij nen. Zij n uitgesproken vermoge n is

gedachte en als hij samenwerkt met menschen van den

eersten en tweeden straal, kan hij precies zien, hoe alle

dingen moeten gebeuren, zoodat h un liefde en plannen op

de meest dodtrdkndc vvijzc aangewend worden.

V raag aan iemand van dezen straal wat hij in de een of

andere practische aan gel egenheid d oen zal, b ijv. het te

werk stellen van een onderwijzer in een school, die o n de r

z ijn leiding staat en hij zal antwoorden : " Geef mij tien

minuten om er over te denken" en dan zal hij waarschijn­

l ij k vragen beginnen te stellen, niet omdat hij wil, dat

iemand voor h em denken zal , waarvan hij een afschuw

heeft, maar omdat hij inlichtingen noodig heeft, die een

gezonde basis voor zijn gedachten moeten vormen. Hij is

een voorzichtig man en als hij wellicht ernstig te kort

schiet in een der andere beginselen, d an zal men hem zoo

zorgvuldig over een aanhangige kwestie zien nadenken,

dat de gelegenheid o m te h andelen dikwij ls al voorbij is ,

v óór hij besloten heeft, wat het beste is om te doen.

H et vermogen van dezen straal geeft een zeer ruimen

geest en de gelegenheid om zich langs vele verschillende

l ij nen een weg te b anen in het l even, maar door deze vrij­

h ei d van dwang en de ruimte van gelegenheid, die deze

mensch heeft, is het einde dikwij ls, dat het zoo moeilijk

Page 95: De Zeven Stralen - Ernest Wood

1 07

voor hem is zich te beperken, dat hij zich niet met genoe�:;

kracht op één l ij n concentreert, om van zij n leven wat men

noemt een succes te m aken, terwij l iemand van beperkter aard, geconcentreerd door zijn eigen beperkingen, wel tot het

doel zal komen.

Hij gebruikt de kracht der gedachte, die de stof vormt en

kan zich toeleggen op wetenschap of kunst of magie of elk

ander ding en \Yurdt niet beperkt door die voorkeur, die aan eenige van de andere stralen zulk een geweldige macht geeft

langs bij zondere lijnen. Wanneer iemand concentreert, gebruikt

hij de kracht van zij n wil, om zijn aandacht sterk samen te

trekken, en houdt hij zijn gedachten binnen d1e grens ; als mediteert maakt hij zich een met het ding, door aan elk deel

ervan de grootst mogelijke aandacht te schenken en laat al

zij n gedachten over het onderwerp daarbij toe, maar wan­neer h ij contempleert, heeft er een derde handeling plaats,

waarbij hij als het ware zijn volmaakte gedachte stillegt -

en dan vormt of richt de gedachtekracht in dat mentale bedd

de stof en beheersebt de natuurkrachten, op de wijze als een

magneet ijzervij lsel richt. H et is de groote scheppende kracht, door den Brahmá van ons zonnestelsel in den beginne gebruikt

- niet slechts meditatie, maar iets grooters dan dat, sanyama

genaamd, dat begint met concentratie, en eindigt met contem­

platie, en de poort opent tot alle kunnen. De yogi's van al deze

stralen zullen allen hetzel fde sanyama beoefenen, maar het concentratie-gedeelte zal het volmaaktst gedaan worden door

den eerste-straalsmensch, het meditatie-gedeelte door dien

van den tweeden en het contemplatie-gedeelte door dien van

den derden straal. Gij kunt begrijpen, welke macht er i� in

den Adept, in wien al deze stralen tot menschelijke volmaakt­

heid ontwikkeld zijn.

Bij het tegemoet treden van de groote levensvraagstukken

zal de derde-straal s-nwnsch altijd zeggen : "De vvaarheid zal

Page 96: De Zeven Stralen - Ernest Wood

I08

ons bevrij den. Geef ons inzicht, dan volgt de handeling van­

zelf ; daar behoeven we ons niet druk over te maken. Hetzij

de waarheid smartelij k is of aangenaam, wij hebben haar noo­

dig. Onze gevoelens komen er niet op aan." Als hij tekort schiet in liefde of in handeling, voelt hij dat niet als een smet,

doch een tekort schieten in de waarheid zal hem bittere wroe­

ging geven.

Door zij n breeden blik en zij n taxeeren der dingen enkel als

voedsel voor den hongerigen geest ziet de derde-straals­

mensch alle dingen als vrijwel gelij k, maar dat gelijke helt

naar het beste over, niet naar het slechtste. Hij is de wij ze,

van wien de Oostersche schriften spreken, waar gezegd wordt, dat voor zulk een mensch alle d ingen hetzelfde zijn, een

vriend of een vijand, goud of een aardkluit ; en dat beteekent

natuurlijk niet, dat goud eigenlijk slechts aarde is en niet van

bijzondere waarde, noch dat vrienden eigenlijk niet meer

waarde hebben voor de ziel dan vij anden, maar dat alle din­

gen waardevol en van beteekenis zij n voor den mensch, die

zij n leven openstelt voor het gebruik daarvan - aarde is

even kostbaar als goud, een vij and is in werkelijkheid een

vriend. Emerson zegt : "Voor den dichter, den wij sgeer, den

heilige, zijn alle dingen vriendschappelij k en gewijd ; alle ge­

beurtenissen van nut, alle dagen heilig, alle menschen godde­

lijk ; want h et oog is gevestigd op het leven en schat de om­standigheden gering". Het beginsel, dat hieraan ten grond­

slag ligt, werd door Epictetus goed weergegeven, toen hij

zeide, dat God hem in de wereld gezonden had met het eenige

doel zijn karakter te volmaken in alle soorten deugden en

dat er niets ter wereld was, dat hij niet gebruiken kon tot

het bereiken van dat doel.

De derde-straalsmensch begrijpt, dat dingen, die de men­schen rampspoedig noemen, alleen als zoodanig beschouwd

worden, omdat zij het gevoel onaangenaam aandoen of onge-

Page 97: De Zeven Stralen - Ernest Wood

109

makkelijk opwindend zij n voor den geest, die vol is van voor­

opgezette meeningen, maar dat alles aangewend kan wor­

den tot groot nut, als het in den rechten geest aanvaard wordt

als komende van Gods hand, die de s chenker aller din­

gen is. Hij ziet ook het beteekenisvolle van onbeteekenende

dingen en het wonderbare van het gewone. Voor hem is alles

wonderbaar, maar niets geheimzinnig. Een grassprietje zal

tot hem spreken van d e oneindigheid, waar anderen een berg of een heelal van sterren noodig hebben. Als de man der we­

tenschap zegt : "Er bestaan geen wonderen", dan zal hij ant­

woorden : "Alles is wonder". En toch bevestigen beiden het­

zelfde - de eenheid der natuur. Hij heeft altij d een reden

en dikwijls verscheidene, waarom hij iets doet ; en kan de

reden ontdekken van dingen, die buiten hem gebeuren. H et

ideaal van dezen straal is Brahma zelf, die aan de Rishi's of wijzen alles over alles in de wereld vertellen kon.

De eigenschap van viveka of onderscheiding:::vermogen stelt

den wijsgeer in staat het belangrijke van het onbelangrijke te

onderscheiden met betrekking tot eenig ding, dat onderno­

men wordt. Men vertelt in Ja pan het verhaal, dat toen de

groote Sjogoen, Ieyasu, stierf en zijn lichaam in de Nikko

heuvels begraven werd, zij n opvolger in het Sj ogoenaat een

beroep deed op alle Daimyo's in het Keizerrijk, om ieder een

bronzen of steenen lantaren te zenden, voor het v ersieren der

tuinen rondom de grafkapel. Allen deden dat, behalve een,

die te arm was, maar in plaats daarvan aanbood, rij en boa­

men langs den weg te planten ter beschutting der reizigers.

Zij n gift wordt nu als de kostbaarste van allen aangezien

- een d erde-straalsmensch zou dat van h et begin af duidelij k

ingezien hebben.

In zij n eigen persoonlijkheid geeft deze wonderbare kijk op

de d ingen den derde-straalsmensch een zeldzaam aanpassings­

vermogen ; hij kan in een hut of een paleis wonen en op den

Page 98: De Zeven Stralen - Ernest Wood

108

ons bevrijden. Geef ons inzicht, dan volgt de handeling van­

zelf ; daar behoeven we ons niet druk over te maken. Hetzij

de waarheid smartelijk is of aangenaam, wij hebben haar noo­

dig. Onze gevoelens komen er niet op aan." Als hij tekort schiet in liefde of in handeling, voelt hij dat niet als een smet,

doch een tekort schieten in de waarheid zal hem bittere wroe­

ging geven.

Door zijn breeden blik en zijn taxeeren der dingen enkel als

voedsel voor den hongerigen geest ziet de derde-straals­mensch alle dingen als vrijwel gelijk, maar dat gelijke helt

naar het beste over, niet naar het slechtste. Hij is de wijze,

van wien de Oostersche schriften spreken, waar gezegd wordt, dat voor zulk een mensch alle dingen hetzelfde zijn, een vriend of een vijand, goud of een aardkluit ; en dat beteekent natuurlijk niet, dat goud eigenlijk slechts aarde is en niet van bijzondere waarde, noch dat vrienden eigenlijk niet meer

waarde hebben voor de ziel dan vijanden, maar dat alle din­gen waardevol en van beteekenis zijn voor den mensch, die zijn leven openstelt voor het gebruik daarvan - aarde is even kostbaar als goud, een vijand is in werkelijkheid een vriend. Emerson zegt : "Voor den dichter, den wijsgeer, den

heilige, zijn alle dingen vriendschappelijk en gewij d ; alle ge­beurtenissen van nut, alle dagen heilig, alle menschen godde­lijk ; want het oog is gevestigd op het leven en schat de om­standigheden gering". Het beginsel, dat hieraan ten grond­slag ligt, werd door Epictetus goed weergegeven, toen hij

zeide, dat God hem in de wereld gezonden had met het eenige doel zijn karakter te volmaken in alle soorten deugden en dat er niets ter wereld was, dat hij niet gebruiken kon tot het bereiken van dat doel.

De derde-straalsmensch begrijpt, dat dingen, die de men­schen rampspoedig noemen, alleen als zoodanig beschouwd

worden, omdat zij het gevoel onaangenaam aandoen of onge-

Page 99: De Zeven Stralen - Ernest Wood

109

makkelijk opwindend zijn voor den geest, die vol is van voor­

opgezette meeningen, maar dat alles aangewend kan wor­

den tot groot nut, als het in den rechten geest aanvaard wordt

als komende van Gods hand, die de schenker aller din­

gen is. Hij ziet ook het beteekenisvolle van onbeteekenende

dingen en het wonderbare van het gewone. Voor hem is alles wonderbaar, maar niets geheimzinnig. Een grassprietje zal tot hem spreken van ·de oneindigheid, waar anderen een berg of een heelal van sterren noodig hebben. Als de man der we­tenschap zegt : "Er bestaan geen wonderen", dan zal hij ant­woorden : "Alles is wonder". En toch bevestigen beiden het­

zelfde - de eenheid der natuur. Hij heeft altijd een reden en dikwijls verscheidene, waarom hij iets doet ; en kan de reden ontdekken van dingen, die buiten hem gebeuren. Het

ideaal van dezen straal is Brahma zelf, die aan de Rishi's of wijzen alles over alles in de wereld vertellen kon.

De eigenschap van viveka of onderscheidingsvermogen stelt

den wijsgeer in staat het belangrijke van het onbelangrijke te onderscheiden met betrekking tot eenig ding, dat onderno­men wordt. Men vertelt in Ja pan het verhaal, dat toen de groote Sjogoen, Ieyasu, stierf en zijn lichaam in de Nikko heuvels begraven werd, zijn opvolger in het Sjogoenaat een beroep deed op alle Daimyo's in het Keizerrijk, om ieder een bronzen of steenen lantaren te zenden, voor het versieren der tuinen rondom de grafkapel. Allen deden dat, behalve een,

die te arm was, maar in plaats daarvan aanbood, rijen boo­

men langs den weg te planten ter beschutting der reizigers.

Zij n gift wordt nu als de kostbaarste van a!Ien aangezien - een d erde-straalsmensch zou dat van het begin af duidelijk

ingezien hebben.

In zijn eigen persoonlijkheid geeft deze wonderbare kijk op

de dingen den derde-straalsmensch een zeldzaam aanpassings­vermogen ; hij kan in een hut of een paleis wonen en op den

Page 100: De Zeven Stralen - Ernest Wood

I IO

grond of een donzen rustbed slapen. En in zijn leven vertoont hij een groot verstand voor het gebruik van dingen, een be­

kwaamheid, alle soorten van materiaal dat verkrijgbaar is, te

gebruiken en in een zeker plan in te passen. Hij is de schaak­

speler bij uitnemendheid, die al de verschillende stukken naar

hun aard in een bepaald plan gebruikt, ja vele plannen tegelijk

vat, zoodat hij zien kan, als zijn zet niet het juiste gevolg heeft

voor het eene plan, hoe hij hem in een ander kan inpassen en

het beste, dat hij kan, te maken van eiken mogelijken toestand.

En omdat hij in zijn handelingen ten opzichte van anderen den­

zelfden ruimen blik heeft, kan hij geen drukte maken over

kleine dingen, maar weet wat belangrijk en wat onbelangrijk

i s, zoodat aanpassing-svermogen zich nu vertoont in den vorm

van tact.

Een dercle-straals-mem;ch slaa t slechts weinig acht OP' leer­meesters, want hij trekt overal leering uit, en hij bezit het

geheim der contemplatie, zoodat bij het beschouwen der din­gen zijne intuïtie opflitst van uit die gebieden, waar de leer­

ling een is met zijn leermeester. "vVat heb ik met goeroe's

te maken," heeft eens zoo iemand gezegd, "ik ga in de leer bijde wormen en de visschen, bij d e reptielen, de boamen en de steenen." De opmerking is eens gemaakt, dat het op dezen

straal moeilijker valt, een bijzoneleren leermeester te vinden

clan op andere stralen. Het is alsof de goeroe zich afzij dig

houdt, teneinde er zeker van te zijn, dat zijn leerling z ijne lee­

ring betrekt van alle dingen, zooals zijn straal dat vereischt.

Emerson was een type van dezen straal, hoewel ook zeer

sterk getint door den eersten straal.

Soms i s het mogelijk veel te begrijpen door de studie van

dieren en ik heb lang gedacht, dat onze broeder de oli fant,

waarmede ik het voorrecht heb gehad in Indië in zekere mate

in aanrakin� te komen, het type is van dezen straal. Gij kunt

Page 101: De Zeven Stralen - Ernest Wood

l i l

hem gadeslaan, zooals hij uren lang op een drukke markt

staat, zachtj es heen en weer zwaaiend, met aandacht alles op­

merkende, wat er om hem heen gebeurt, maar niet den min­

sten lust toonend er zelf een werkzaam deel in te nemen. Men

zegt, dat een pas gevangen oli fant een geïncarneerde duivel

i s, maar zulk een wij sgeer in zijn hart, dat hij , op het oogen­

blik, dat hij begrijpt, dat verdere tegenstand nutteloos is, zich

met volmaakte kalmte in zijn nieuwen toestand schikt en het

zich gemakkelijk en prettig maakt onder de ni euwe omstan­

digheden. Hij is altij d erg dapper in het trotseeren van geva­

ren, d ie hij begrijpt, maar is aan den anderen kant buitenge­

woon vreesachtig tegenover betrekkelijk onbeteekenende din­

gen, waarmede hij totaal onbekend is ; zóó is z ijn leven geze­

teld in en berustend op begrijpen. In een paniek verliest hij

zijn hoofd, maar onder alle andere omstandigheden is hij zeer

zorgvuldig en voorzichtig en in zijn genegenheden, die diep en

duurzaam zijn, toont hij een buitengewone zorgzaamheid.

Hierin toont het dier zeer duidelijk den invloed van den

straal, want het zwakke punt van d ezen �traal i s vrees. \AJan­neer iemand de kennis te hulp geroepen heeft in zijne evolu­

tie, om d e vrees te verdrijven, zal hij altij d nog vreesachtig

blijken tegenover dingen, die hij niet begrijpt. Om dezelfde

reden plegen de liefdemenschen van den tweeden straal te

lijden aan uitbarstingen van woede en verontwaardiging, en

de wils-menschen van den eersten straal vervallen wel eens

in trots.

Iemand van dit type zal het vlugst vooruitgaan door zijn geest te oefenen, zoowel in scherpte als omvang van denken.

In het bijzonder moet hij , om dit vermogen het best tot zijn

recht te doen komen, zich een duidelijk beeld maken van dat, wat hij te eeniger tij d doen gaat. Hebt gij ooit een goed schaat­

senrij der gezien, zooals hij daarheen schiet, ieder beweging

Page 102: De Zeven Stralen - Ernest Wood

I I2

even vast en zeker ? Of een pinguin, die visch vangt, vol oogen­

blikkelijke en nooit falende beweeglijkheid ? Zoo zou deze man moeten denken, als hij zich geoefend heeft, - zooals de: schaat­

voortglij dt, zooals de pinguin zich wendt en gaat.

En om zijn mentaal omvatten te vergrooten ,oefene hij zich, het eene ding aan het andere toe te voegen in zij n gedachte,

zich elk volkomen duidelijk makend, en het dan toevoegend

aan het groeiende denkbeeld. Zoo kan hij denken a an een

grasspriet en dan aan vele, en struiken en bloemen en hoornen

aan het beeld toevoegen, totdat hij spoedig een tuin in zijn ge­

dachten kan vasthouden zonder verlies van onderdeden, zoo­

als hii vóórdien slechts een grasspriet vasthield.

Page 103: De Zeven Stralen - Ernest Wood

HOOFDSTUK X I V .

D E V IERDE STRAAL.

Het overheerschen van het vierde kenmerkt den

mensch van den vierden st raal . Harmonie J s ZIJ n

sch ap. Hij kan d e inner l ijke e n uiterlij ke we relden niet g·e

scheiden houden in zijn leven . Als h ij een d en kbeel d he eft,

is h et onbevredigend, totdat hij er practische uitdrukking

aan gegeven h eeft ; a l s h ij werk te doen h eeft in d e

voelt hij zich ongelukkig er onder, tenzij h ij e r de

van een d enkbeeld of een id eaal van kan maken. Onder

de menschen vertegenwoordigt h ij niet h et i n nerlijke alleen

( zooals de heerscher, de philantroop en d e w ij sgeer ) , noch

h e t u i terltj k e alleen (zooals de wetensch apsmen sch , de

vrome en de kunstenaar ) . Hij geeft het

te z i en, dat ik reeds bcseh re\en hel) a l s de

v an Sh i v a zelf, d;<t Vi:-Jmoc en 1\ rabma in har­monie Er be,.,t:1at geen werke l ij khei d op

aarde en toch is het een waan, omdat het nieL het echte leven

van Shiva Z elf het ech te ananda. Zijn '>verkzaamheid is

n i e t die van prak riti ( h e t s toffelij k e ) , noch die van

geestelij ke ) , n iet die van sat ( bestaan ) , noch van chit

(bew ustzij n ) , maar zij i s wat Krishna noemde "]'dij n

tweede prakri t i" ( M ij n tweede openbaring) � daivi-

niet s1echts maya, maar yogamaya. Boven alles

i s d e ervarin g van den mensch van dezen s traal zoodanig,

dat er geen slagboom of muur bestaat in de ziel, waar God

e i n digt en d e mensch begint, zooals Emerson zeide.

In de beginstadia van zij n ontwikkeling zal de mensch van

d ezen straal s terk aan stem m ingen onderhevig soms 8

daiviprakriti:stof in het eerste en tweede stadiumvan haar evolutie van bovenaf gerekend

definitievan Maya

Maya is:de bijzondere uitdrukking van Shiva zelf, dat Visnoe en Brahma in harmonie brengt.

-
Rechthoek
-
Stempel
-
Opmerking over tekst
Ganesha (woordenlijst) Daivîprakriti Sanskriet voor Lichtsubstantie. In het algemeen het Licht van de ongeopenbaarde Eerste Logos, Mahâmâyâ, Fohat.
-
Markering
-
Markering
-
Opmerking over tekst
de mens van de vierde straal
-
Rechthoek
Page 104: De Zeven Stralen - Ernest Wood

I I4

overhellende naar de drie typen van zelfvertrouwen

drie eerste stralen) , en soms naar de drie typen van toe­

( de drie laatste stralen ) , maar h ij zal zich nooit

geheel verw�jde ren van zij n geb alanceerden s tand, van de

gel ij k tij di ge tegenwoordigheid van beide zij den der m en-natuur. D it veroorzaakt hem veel verdriet ; want

hij voelt zich gedwongen in z ij n werk in de wereld een

ideaal tot uitdrukki n g te b rengen ; e n i dealen wonden en

verteren z ij n ziel, zoolang hij er geen uitdrukking aan kan geven. H ij is dus de mensch van een onrustig innerlijk,

totdat hij d ien gezegende n toestan d bereikt, w aarin zijn

en uiterlij k voortdurend i n harmonie samenwer­

ken en waari n de groote wetten van ui tcriij ken en i nner-

karma en dharma, tot één versmolten

Maar wan n eer z e vcrsmolten zijn, i s h ij het naaste toe aan

het werkelij k e geluk, dat op aarde bestaanbaar i s ; de ver­

van het in nerlijke voor het

ui terlij ke voor het innerlijke is volledig en

gestac11g

en soms

komt in een flits de geest van pro fetie tot uitdrukking.

Het leven en de godsdienst in Egypte gaven z eer sterk den

invloed van dezen straal te zien. De dingen van dat land ga­

ven het leven weer en de levensuitingen waren bij ui tstek

Neem bijv. de bouwkunst der Egyptenaren, met haar

hellende opstanden, ronde dikke zuilen en haar voortdurende

onderwerping aan dier- en plantenvormen - -- niet versicring

m et die vormen. Aan den ancleren kant geschiedde het beeld­

houwen en schilderen van menschelijke gestalten en ande­

re levende wezens i n een meer meetkundigen vorm dan men

ergens anders ontmoet. En dit alles was een passend kleed

voor de innerlij ke magie, die het leven zel f van Egypte was.

,Het was kunst vol van een bezielende schoonheid - maar symbolische kunst, welker schoonheid alleen verstaan werd

door hem, die den sleutel had. En daar de Egyptenaren hun

-
Opmerking over tekst
Dharma komt van de Sanskriet wortel dhr (dhree), dat vasthouden/handhaven/hoeden betekent. De Griekse term Dikaiosune, gerechtigheid/justitie, zoals gebruikt door Plato, is praktisch hetzelfde als de Sanskriet term Dharma. De Republiek van Plato draait volledig om de vraag: Wat is gerechtigheid ? Dharma is niet wat doorgaans 'religie' wordt genoemd. Correct is: (1) het Dharma van de psyche op het lagere pad is de volmaakte staat van alle drie eigenschappen van de psyche (sattva, rajas, tamas), waarbij deze drie eigenschappen harmonieus samenwerken in het vervullen van alle plichten van een goed mens. De oude Grieken noemden zo'n goed mens een chrestos. (2) Maar er is ook een Dharma van de gezuiverde psyche op het hogere pad. Het hogere pad gaat de haalbare voortreffelijkheid van het lagere pad totaal te boven. Als het doel van het reïncarnerende Ego de bewuste vereniging met het bovenbewustzijn is, dan is dát zijn Dharma op het hogere pad; een staat van evolutie waarin deugdzaamheid en goedheid -zoals we die termen gewoonlijk opvatten- worden vervangen door het onuitsprekelijke (TO 'APPHTO = 999 = IEPEYΣ ΣAΛHM). De oude Grieken noemden zo'n mens een christos , een occulte term welke zich verhoudt tot inspiratie en zuivere rede als: ΘΕΟΤΗΣ 592 (37x16) + ΙΗΣΟΥΣ 888 (37x24) = ΧΡΙΣΤΟΣ 1480 (37x40) = THEOTES (inspiratie) + IESOUS (zuivere rede) = CHRISTOS (empathie, LVX). Nogmaals, Dharma is niet wat doorgaans 'religie' wordt genoemd: de term Dharma betekent 'dat wat de ziel vasthoudt aan God', terwijl de term re-ligie 'dat wat de ziel her-verbindt aan God' betekent, wat duidelijk suggereert dat de ziel van God weg was gezworven. Dharma (van de wortel dhr = vasthouden, handhaven, hoeden) betekent 'dat wat vasthoudt' aan God, wat een interne band impliceert. Re-ligie (van de Latijnse wortel ligare = verbinden) betekent 'dat wat zich terug verbindt' aan God, wat een externe band impliceert. Het antoniem van Dharma is adharma : 'dat wat niet overeenkomt met gerechtigheid.' Bij de Sikhs betekent de term Dharm 'het pad van rechtschapenheid.'
Page 105: De Zeven Stralen - Ernest Wood

r r s

symbolische geschiedenissen beleefden, voelden zij de wer­kelijkheid er achter, op dezelfde wijze als ze behoefte had­den, de psychische waarheden in vorm uit te drukken.

Een ieder kan opmerken, hoe vormen en kleuren geest en

stemmingen beïnvloeden. Als gij een kamer binnentreedt bijv.,

die versierd is met gebogen en bloemachtigen vormen, zult gij bevinden, dat uw gevoelens daardoor beroerd worden ; maar wanneer gij er één binnentreedt, die versierd is met vierkante patronen, zult gij een mentalen indruk ontvangen.

Die invloed is onmiddellijk en veel symbolism� werkt op deze wijze. Maar bovendien, gedachte hecht zich aan dingen en

vormen en onder de gedachten trekt het gelijksoortige elkaar

aan ; daarom hebben zeer vele symbolen veel gedachtekracht

aan zich verbonden. Dit kan door gevoelige menschen van

den vierden straal gevoeld worden. Vele vormen van magie op het gebied van kunst zijn voortgevloeid uit de erkenning van deze waarheden. De practische magiër van deze lijnen behoort tot den vierden straal.

Wij kunnen den invloed van den straal zien in een groote

verscheidenheid van menschelijke werkzaamheid. Een persoon,

bij wien hij sterk ontwikkeld is, zal waarschijnlijk veel vand en tooneelspeler hebben. Als hij een zekere stemming of

geestestoestand in zichzelf wil te weeg brengen, zal hij dat

doen door den uitedijken vorm er van aan te nemen, bijv.

als hij zich vroom of godvruchtig wenscht te gevoelen, zal

hij de kleederen en de manieren van kerk of tempel, en de

gebruikelijke houding hij het gebed van zijn land of godsdienst

aannemen en dan zal de innerlijke toestand optreden in ant­

woord daarop. Menschen van deze soort zijn overal te vinden,

voorgevende te zijn, wat zij wenschen te worden ; maar hierin

Ï.3 geen voorwendsel, geen huichelarij , geen verlangen, een indruk op anderen te weeg te brengen, maar slechts een aannemen, dat zeer spoedig werkelijkheid zal worden.

Page 106: De Zeven Stralen - Ernest Wood

I ! ()

Ik heb eens hooren verte llen over eene Engel:sche dame, die

i n Indië geweest was, en daar was gaan houden van de H in­doe-wij sbegeerte, en zeer verlangend was, dat haar leeringen haar geheele ziel in beslag zouden nemen. Toen zij naar Lon­

den teruggekeerd was, bleef zij zich op zij n Indisch kleeden, en wilde niet anders eten dan zittende op den grond . Haar vijanden hadden pret en haar vrienden verbeten zich, doch

gehoorz<:.amde slechts aan een voor haar zeer j ui sten aan­drang.

Vierde-straalsmenschen zij n daarom ook goede tooncelspe­wanneer zij in zichzelf de gevoelstoestanden voort

wenschen u it te heelden, de uiterlijke vormen

die met die toestanden samengaan, v olgen

aawlacht en met het grootste gemak. Het behoort

hun ook (zooals bij v .

d e uitdrukking van geestelijke vrijheid in het lichaam i � . Alle soorten van van door stof en van stof door geest, worden gevonden onder de veelvuldige werkzaamheden

van dezen straal. Magiër, tooncelspeler en symbolisch kunste­naar o f dichter, allen h ebben hun plaats hier.

In Indië, waar alles i n zulk een rnate te vinden ebt het een ware samenvatting van het mcnsch en ras schijnt te zijn, ziet men den invloed van dezen straal sterk in de kunst en som­

mige godsdienstvormen. Als een Westerling zoo gelukkig het is zeldza am ) door zij n eigen sympathie, de werkelijke

\Tiend�chap en het vertrouwen van een Hindoesche familie l C zoodat geen enkel stuk van hun leven voor hem ver-

horgen blij ft, of gewijzigd wordt i n zij n tegenwoordigheid, dan veroorlooft men hem misschien, de dingen te bevinden in het reliquie-kastje, dat in ietler Hindoesch huis te vinden is. Daar zal hij afbeeldingen of platen vinclen van den

Page 107: De Zeven Stralen - Ernest Wood

I I 7

uit criijken vorm d e r Godheid e n soms van heilige mannen,

die ver van schoon zijn volgens de uiterlij ke der kunst.

IVI aar hij zal spoedig ontwaren, dat als zij n vriend deze dingen

nadert, hij ze den eerbied betuigt en met verrukking

zal spreken over hun schoonheid. De schoonheid is er, doch

in den geest van den aamschouwer en de l evende

wordt geschapen door de vertrouwde gedachten, die deze

afbeeldingen opwekken.

Dit is niet zoo heel veel verschillend van het gebruik der taal.

Het woord "schoonheid" i s zelf ver van schoon, maar zoodra

men het doemen visioenen op van schoonheid, die men gekend he.eft. Het i s waar, dat de taal schoonheid kan be­zitten naast haar beteekenis, maar dat aanzi cht er van be­

hoort tot den zevenden straal ; het gebruik der taal voor het

uitdrukken van denkbeelden is een kunst, die bovenal tot den

vierden straal behoort. De vierde-straalsmensch heeft ge­

woonlijk een grooten woordenrijkdom.

"W ij hebben gezien, dat de eerste en zevende straal ;vi l over­heerschend hebben, de tweede en zesde straal liefde en d e

d erde en v ij fde gedachte. D e vierde-straalsmensch, die langs

geen van deze lijnen gekomen is, bezit gewoonlijk alle drie de

krachten van het bewustzij n min of meer gelijk gemengd,

maar geen d aarvan zoo volmaakt, als h ij ze gehad zou heb­

ben, als hij zich verbijzonderd had op een van de andere

nen. Het vermogen, dat deze evenwichtstoestand geeft, is ver­

beeldingskracht, die een mengsel is van wil, l iefde en ge­

dach te. Als een mensch van dit type over een vraagstuk be-'"''"" ""'·'"H'

zal h ij niet bij de logi sche volgorde blijven, gevoelens zullen zich baan breken en dikwij ls zal

de oplos s i ng komen, geopenbaard door de concentratie van

den wil. Als aan den anderen kant zijn gevoelens door i ets

opgewekt zijn, zal zijn logisch denken ook in werkinl!

treden

Page 108: De Zeven Stralen - Ernest Wood

I I8

en hem welli cht den humor van den toestand doen zi en, mis­schien wel het waarom der gebeurtenissen.

In haar positieven vorm is deze verbeeld i ng een logische

kracht en het menschelijk leven is er vol van. De d ingen he­schouwende ziet hij , die haar bezit, het leven ; het leven be­schouwende, ziet hij de wereld ·der dingen. Hij kan zijn aan­

dacht niet schenken aan een van de twee al léén. Als iemand op deze l ij n macht verworven heeft, zal hij een ware magiër zij n, die het geziene en ongeziene aaneenschakelt, zichtbare gevolgen teweeg brengt met onzichtbare middelen en onzicht­bare gevolgen door zichtbare.

Letterkundi ge n op deze lijn vertoonen een overvloed van

beelden bij h et weergeven van h u n i deeën en h un verba­zin&rw ekkendc macht v a n analog·ie doet hun beelden ha­l en van de ui terste ei nden d er w e re ld. Een grootc vl ucht der verbeel d i n g als d ie van Shakespc are e n Kal i dasa heeft haar o orspron g in d i t vermogen .

De kracht der verbeelding kan zeer levendi g zij n en wordt dikwijl s zeldzaam sterk bij k i nde ren gezien. I k hoorde laatst van twee klei n e meisJes, die praatten over wat ze zouden do en, als ze groot waren e n een van haar zeide, dat zij een mooi h u is en een groot aantal kinderen wou h eb­ben. Het ande re, dat waarschij nl ij k was grootgebrac ht i n een ver van i deale omgev i n g, antwoordde : "En i k w i l ee n s chool h ebben en daarop komen dan j o uw k inderen. E n d a n zal i k z e slaan e n slaan e n slaan", voegde er m et groot genot aan toe. Het eerste meisje barstte i n tranen uit en zeide al snikkend : "0, j ij ake l i g kind, wat hebben mij n kinderen je gedaan, dat j e ze zoo sl aan moet ?" Nietdikwij l s zien wti de verbeelding zoo levendig in het l atere leven, maar b l ijkbaar is dat meer het geval i n het groote vierde of A t l antische ras dan i n h et vij fde of Ari sche. I k heb een Chineeschen dokter geke nd, die mij vertelde, dat

Page 109: De Zeven Stralen - Ernest Wood

I I9

l eegen tijd was, achterover i n

e n zich t e verbeelden, d a t hlJ m

den hemel was en klaarblij kelij k was de ervaring zoo wer­

kelij k, d at ze bijna gelij k was aan het ding zelf.

In West-Europa geven ons de Ieren een goed voorbeeld

van de mental e eigenschappen van dezen straal. Zij v er­

mengen dikwijls hun vermogens op een wijze, die anderen

raadselachtig of vcrm akelij k vinden, naarmate de omstan­

e.rnstig of kluchtig is . Zij komen met logica aan,

wanneer men ze h et minst verwacht en gaan wen over

van rede n aar verhee lding op dezelfde wij z e . Het is i n der­

daad een algemeen kenmerk van dezen straal, dat haar

werkzaamheid begi n t op één l ij n en neigin g heeft te eindi­

gen op een andere ; in vroolijkheid beginnend, e indigt men

dikwij l s in melancholie ; ernstig begin ne n d, wordt d ikwij ls

geëindigd. D i t is de oorsprong van vele lersche

grappen. Het verhaal gaat, dat eens een h eer op de wan­

del i ng een Iersehen vriend zag, die aan h et graven was

aan den kant van den weg en tot hem de onnoozele vraag

die men gewoon i s, b ij zulke gelegenh eden te doen.

"Hallo, Mik e !" , zei hij, "wat voer je uit ? G raaf je een ?" "Neen", was het onverwachte antwoord, "ik graaf de

en laat het gat". In omgekeerden v orm gebeurde dit, toen

een zekere Ier aangenomen werd voor een bouwkarwei en

h em g evraagd werd, of h ij gewend was op l adders te klim­

men en h�j antwoordde : "Neen, M ij nh eer, ik heb nooi t

een l adder beklommen, behalve eens, toen i k i n een pu t

afdaalde." De Tentoon, die een afgod gemaakt heeft van

de wet of l iever van regels, kan zelden de eenvoudige Jo-

van den Ier begrijpen, die niet l eeft volgens form ule

e n geen acht slaat op voorschri ften, als het h em toeschijnt,

dat ze onnoodig zij n.

Ik kom i n de

vcrleidim.!"

een voorbeeld te geven van dezen

Page 110: De Zeven Stralen - Ernest Wood

1 20

straal in betrekking tot d e dierenwereld, ofschoon ik het

slechts geven wil met de waarschuwing, dat in het voorbe,�l d,

dat ik gekozen heb de straal zich vertoont in een zeer p rimirie­

ven vorm, waarin menschelijke wezens slechts nu en dan ver­

vallen. Onze neef de aap, vertoont deze

als ik dik-wij l s heb kunnen opmerken door de

die ik heb, van a f en toe met hen in aanraking te

komen in hun oorspronkel ijke woonplaats. Kijk, hoe ze op de

een of andere ernstige zaak uitgaan en een oogenblik later

eindigen door over elkaar heen te springen en te stoeien. Zie

naar hun peinzende melancholie, als ze in rust zijn en de vol­

komen speelschheid van hun en den humor, die

tusschen deze toestanden doorschiint.

Hoe ze zichzelf uitla­

of opgezweept

door een grootc

"alsof", en trachten "te worden" door nabootsing, en zie naar

het onaffe en veranderlijke van al hun werk. Ik kan de ver­

zoeking niet weerstaan tot slot een paar regels aan te halen

uit "The Road-Song of the Bandar-log" van

stemming met waar f!enie f!evat

heeft :

Hier gaan wij in een geslingerd festoen, Halverwege naar de jaloersche maan ! Benijdt gij niet onze pralende bende? Wenscht gij niet extra handen t e hebben?

Hier zitten wij o p een tak op een D enkend aan schoone d ingen, die wij weten ; D roomend van daden, d ie wij denken te doen, Al les klaar in een mi nuut of Jets n obels en enZouden

wii

kunnen, a l leen

Al het praten, dat wij ooi t hoorden, Geuit door vleermuis, of beest, of vogel, Vel of vin of schub of veder -

die hun

Page 111: De Zeven Stralen - Ernest Wood

I 2 I

Ratel h et vlug e n alles tegelij k ! U itstekend ! Wonderbaar! Nog e e n keer! Nu praten wiî iuist als de menschen.

Komt dan in onze springende rijen, flitsend door de dennen, Die vuu rpijl waar, licht en hoog, de wilde druif schommelt. Door den rommel op ons spoor, en het nobele leven, dat wij maken Wees overtuigd, dat wij schitterende dingen gaan doen !

Page 112: De Zeven Stralen - Ernest Wood

HOOFDSTUK XV.

DE VIJFDE STRAAL.

Deze en de twee volgende stralen toonen ons ,de aigemeene karaktertrek van gehoorzaamheid, omdat door deze de GDd

van binnen den God van buiten zoekt. Wel beschouwd, zijn

het alle stralen van toewij ding. En de eerste, dien wij moeten

noemen is die, waarop wij in het bij zonder het denkende deel

der menschhei d zich als volgzame dienaren zien buigen voorhet groote wereld -verstand, d e ideeënwereld, het heelal van

wet, en zich onder de le id ing van d ie wereld stellen. Waar­

heiel is de naam voor de opperste werkelijkheid, wanneer zij op deze wijze gezien wordt, en ofschoon de man der weten­schap alle andere dingen in zijn voortdurend zoeken naar meer daarvan meedoogenloos zal onderzoeken en betwij fel en, nooit zal hij de waarheid der waarheid of het feit van het feit betwij felen. Hij buigt er voor in volmaakte en verrukte

onderworpenheid, omdat ze de hoogste werkelijkheid zijn en wanneer haar gelaat aanschouwd wordt, is haar heerschappij vanzelfsprekend voor de ziel.

Voor den vij fde-straals mensch is 's werelds waarheid de ba­

sis van werkelijkheid en zijn zoeken naar kennis is dus een groote godSidienstige handeling, in haar wezen gegrondvest op geloof. Op een andere plaats heb ik zijn geloofsbelijdenis

op deze wij ze geformuleerd : "Ik geloof in de wereld als eenplaats, waar de waarheid te vinden is ; ik geloof in den men­

schelijken geest als een werktuig voor het ontdekken daar­van ; en ik geloof, dat zij , door den mensch ontdekt, een wel­daad in zijn leven zal blijken te zijn.

J

Page 113: De Zeven Stralen - Ernest Wood

1 23

Als wij d en staa t van d en wilde stellen tegenover tlîen van

d en huieligen beschaafden mensch, d an z ien wij h et goede van

dit geloof. De wilde heeft weinig gemoedsvrede om d e een­

voudige reden, dat hij niet dat hij over alles kan naden­

ken, maar veel dingen aanneemt, zooals donder en bliksem,

schaduwen en ziekte als groote mysteriën ; wanneer of hoe

er d oor getroffen zal worden, daarvan heeft hij weinig o f

geen denkbeeld, maa1· vol vrees is hij voor d e gebeurtenis. De

beschaafde mensch echter w eet veel van de we reld af en hee ft

de vermogens zij ner zinnen en de kracht zijne r handen op

tallooze te bekend om op te noemen, ':n

aan de voordcelen daarvan ontkomt hij voor geen enkel oogen-

blik den geheelen Vreemd genoeg, met al deze

voortdu rend tot hun

de wetenscha

-bewonderen, beschouwen

en al de overwinningen, d ie

der eeuwen voor ons bevocht, te

de menschen nog steed s

eeni!.?e

din-

gen als geh eimenissen, waarop gedachte niet van

is, zooals bijv . het raadsel van den dood. H et trekkeu van

deze lijn tusschen wat "\vel en wat n iet gekend kan worden

is een overblij fsel van d en wilden staat, maar de mensch

van den groot en vij fden st raa 1, die zijn rol speelt in den

menschelijken voorui tgang, zal te tij d: dat vooroor­

d eel w egnemen en d e feitenkenni s zel fs o v er den dood voor

den mensch openstellen, lang zelfs, voordat ons tot een einde gekomen zal zijn. H et is

gelij k e h oogten van kennis en macht zelfs benadering te

beseffen , waartoe d e wetenschap het l even van den mensch op

aarde in den loop der tij d en zal opheffen. En dat zal komen

door het stelsel van den wetenschapsmensch, die de feiten met

de grootste zorg onderzoekt , ze onbewogen en zonder voor­

oordeel vergelijkt, zonder op bepaalde resultaten te

die zijn gedachten daarover aanneemt als kenni s,

-
Rechthoek
Page 114: De Zeven Stralen - Ernest Wood

] 2"�i·

sen als slechts wanneer hij ze steeds weer op-

nieuw heeft getoetst.

men zich een goede voorstelling wil maken van

dat in wetenschap schuilt, moet men zich een

in den toestand in de middeleeuwen in Europa

terugdenken, toen het l icht der wetenschap verduisterd werd

door de wreede en laffe mannen van dien tij d, die de h oog­

ste wereldsche macht uitoefenden in naam van den god sdienst.

haJdden uitgemaakt, dat dit n iet waarl�jk Gods wereld was,

dat Hij ergens anders was en o fschoon Hij ons hier gezet had als zielen, die beproefd werden, stond Hij toe, dat onze le­

venslange beproeving gel eid werd door Zijn grooten tegenstan­

der, den duivel zel f. Zoo kwam men er toe, deze wereld te

beschouwen als de wereld van den duivel ; het was een

van onwaarheid en kennis daarvan voerde den mensch naar

de verdoemenis en inderdaad werd dan ook de menschelijke

geest, waarmede de mensch d acht z ij n aardsche onderzoekin­

gen te doen, beschouwd zoozeer in zonde ontvangen te zijn,

dat het nooit een werktuig kon zijn, om te leiden tot de o nt­

der waarheid, welke tot werkeliik

voordeel voor den men. sch zou Zekerlijk wisten de menschen toen niet,

dat de wereld een plaats der waarheid was, maar er waren

die voeld en, dat het zoo zijn moest, d ie vertrouwen

hadden in haar en zichzelf en een vertrouwen, zóó groot, dat

zelfs alle verschrikkingen der Inqui sitie hen niet geheel kon­

den terugh ouden en het licht der wetenschap geheel uitdoo­

ven. Deze weinigen stonden pal en kwamen tot algemeene er­

kenning en bewezen de waarde van het vijfde-straals geloof,

(lat in hen was ; en tegenwoordig i s iedere intelligente vrome

mensch bereid, niet alleen te erkennen, dat de wetenschap het

stoffelij k leven hee rlij k rij k gemaakt heeft, het ver boven de dieren verheven heeft, en den men:,ch in staat gesteld kalm

Page 115: De Zeven Stralen - Ernest Wood

12 ... ;)

en v redig alle vraagstukken van het stoffelijk bestaan onder

de oogen te zien en den menschelijken geest door oefening tot

een schoone hoogte te ontwikkelen, maar daarenboven heeft

zij den V'romen mensch zeif geholpen, zich Cod meer volh ,men bewust te worden.

Ten allen tijde heeft de mensch God gedacht als de Heer

van het heelal, m aar toen m en zich verbeel dde, dat d e we­

reld slechts een vrij groot plat vlak was en de hemel een

ding, door pilaren ondersteund of m issch ien een omge­

keerde puddingvorm met gaatj es er in, waardoorheen het licht der hemelsche oorden kon schijnen, om de sterren te

vormen, was het begrip van de verhevenheid en

van den H eer van d a t h ee l al niet te

wat nu voor den geest oprij s t tot vrome

aan bH1Clmg,

wan­

neer men denkt aan de wonderen van de ruimte, aan de

millioenen werelden i n de oneindigheid, die de sterre­

kunde ons geopenbaard heeft, aan de wonderen van het

door scheik unde en natuurku n d e beke n d geworden

en aan de wonderen der

ografie en bi ologi e, die het heelal lmbegTij pelijk wonder­

baar m aken en dage!Uk·i nieuwe verschieten openen.

H et vrome k,arakter van den vij fde-straal:; mensch komt

u i t in de wijze , waarop hij zonder m eer de 'We tten der na­

t u u r aanbidt en met gemak gelooft in de ons terfelij kheid

d e r oers tof. Gij zult h e m nooit zien wenschen, ook maar

een h aarbreed de werking van de geri ngste der natu urwet­

ten te veranderen , noch zou h ij , als het in zij n macht was,

door het opti l len van zij n pink, zelf een "vijziging durven

brengen in de schikking d e r dingen, zóó v olmaakt sch�j nt

h e m de aanpassing en organisat ie der w ereld, die

b este leermeester is . H ij ziet duidelij k, dat w anneer iets

door den m ensch ui tge vonden of gemaakt w ordt, de na­

tuur h em door

ervaring·

verbeteri ngen zal do'en aanbrengen.

Page 116: De Zeven Stralen - Ernest Wood

126

H ij maakt een auto bij v., maar wanneer hij haar over d en

weg doet gaan, zal h ij er iets nieuws van leeren, wat hij zonder de hulp der u iterlijke natuur nooit geleerd zou heb­ben en dit doende zal hij zij n kenvermogen wat verder ont­

wikkeld hebben.

Als de wetenschapsmensch eens wat ging philosofeeren, wat niet zooveel voorkomt, zouden w ij hem h ooren zeggen

tegen zichzelf, dat zij n kleiner denkvermogen volkomen aangepast i s aan het goddelij k denkvermogen, vertegen­

woordigd door de wetten der natuur en dat het daardoor

leert en verder, d at het steeds rijker en machtiger wordt door oefening in een omgeving, die er zoo bij uitstek voor

geschikt is. Was h ij daarbij nog vroom en geïnspireerd, dan zou hij nog iets tocyoegen aan deze stelling en zeg gen,

dat de wereld ons hekend maakt m et den aard van Gü d,

zooals wij hierboven zagen, en ons ook meer Hem gelijk

maakt. Zij brengt ons ook nader tot het alwetende, d aar

z ij h et denkvermogen een fermer greep verschaft op de le­

Yende werkelijkheid op ieder tijels tip en de waarheid d oet

zien, dat alles van oneindige beteekenis i s voor den w ijze, ofschoon h et onbelangrijk mag schij nen voor den dwaas.

::vlet wat wij sgeerigheid zou hij ook inzien, dat de mensch geen macht uitoefent o v er de natuurkrachten door m id d el

van kennis, maar zich vereenigt m et die krachten, en n aar

m ate hij met hen medewerkt, zij met hem werken i n e e n samenwerking, die e e n van d e grootste wetten openbaart,

dat er geen werkelijke strij d is in alle rijken der natuur,

maar dat alle samenwerken tot het goede. Soms maakt de waardecring der wet in de natuur zulk een

i ndruk, dat hij er niet aan ontkomen kan zelfs in de kleine

d ingen des levens en dan heeft hij neiging een afgod te ma­

ken van plan, regels of YOorschriften, wanneer zulke d i n­

gen onnoodig zij n. I k heb van een man gehoord, die al

Page 117: De Zeven Stralen - Ernest Wood

I2i

ZIJ n h emden en andere kleedingstukken merkte en er een

kaartsysteem van op nahield, zoodat hij met een oogopslag

kon zien, waar bijv. h emd nummer negen was i n de i n reparatie, of i n die of in die lade !

dat het dier van dezen straal de trouwe dienaar

van den mensch, het paard dat voor de ploeg, de kar of onder het zadel leert een geregeld l even te leid en, en re­

gels en vormen, wet en en de onvermijdelijkheden van het stoffe lij k leven lee rt

Page 118: De Zeven Stralen - Ernest Wood

HOOFDSTUK XVI.

DE ZESDE STRAAL.

Evenals de vij fde straal vaardigheid in het denken ui tel rukt,

zoo drukt deze vaardigheid in het gevoelen uit ; want het zijn

gevoel en gedachte, op dingen gericht. En evenals het geloof

van den man der wetenschap hem brengt tot het doordringen

in het beginsel van wet in de wereld, zoo brengt het geloof

van den zesde-straals mensch hem er toe door te dringen tot

de goedheid, die alom in de wereld tegenwoordig is en haar

schraagt en zich in alle gehoorzaamheid en toewijding over

te geven aan dat, wat de mee:-llc menschen God noemen.

Door de eeuwen heen zijn er vrome mystici geweest, wier gebeden geen spoor van vragen om stoffelijke dingen bevatten,

maar een uitstroomen waren in eeuwige dankzegging en aan­

bideling aan de voeten van de groote Goedheid, die hen trok

met dwingende macht en hun leven doorstraalde met boven­

menschelijke vreugde. En deze mannen en vrouwen wisten

rechtstreeks door hun gevoel wat ancleren zouden kunnen

bereiken door redeneeren, het feit, dat de ondervindingen in

het leven niet goed en slecht zijn, omelat ze prettig en smarte­

lijk zijn, maar dat ze alle in de hoogste mate ons tot voordeel

zijn, omelat ze regelrecht uit Gods hand komen. "Alles wat

ontvangen wordt is een geschenk", zegt een Hindoesch spreek­

woord en waarlijk zoo schijnt het den zesden-straals mensch

toe. De ware vrome moet meer goedheid in dingen voelen

en ervaren clan anderen, want hij is meer in aanraking met

het hart der wereld. Hij heeft ten minste een glimp opge-

Page 119: De Zeven Stralen - Ernest Wood

1 29

vangen van de godd elij ke goedheid i n de wereld en zij n

vroomhei d i s een verlangen, e r meer van t e verwezenlijken.

OfschoDn hij het gewoonlij k niet weet, is d i t pad een groot middel voor h et vernietigen v an smart, die in zoD groote ma­

te wordt voortgebracht door de to01nelooze verbeelding van

den mensch, die hem in de vroege stadia er toe brengt, meer

te eten dan h ij kan verteren en meer te grij pen, dan hij kan

vasthouden en te verlangen naar onbestaanbare dingen - een

vernietiging zoo groot, dat lichamelijke pijn gering schijnt

naast d e verrukking van zijn vis ie en de eer van zij n dienst.

H ij w eet, dat wat komt, goed is, zelfs al weet hij niet, op

welke wijze het goed is en men zou zij n geloofsbelij denis over­

eenkomstig die van den man der wetenschap kunnen formu­

lieren en zeggen : " Ik geloof in de wereld als de plaats van

Gods goedbeid en dat de gevoelens des harten, als ze aan­

moediging vinden, zullen leiden tot steeds grooter ontdekking

daarvan en wanneer de mensch v ertrouwt op God en geen

vrees heeft voor zijn geloof, hij onmetelijk

beloond zal wor­

den zel fs in de sto ffelij k e wereld .'' De eenvoud van dit geloo f is dikwijls roerend, zooals

herinneren zullen, die "de kleine bloemen van St.

gelezen h ebben. lk ken een In diër, die een van d e meest voor­

aanstaande rechtsgeleerden van zijn Provincie was, als een

s terk voorbeeld van d i t type. Hij had een verbazin gwekkend

v ertrouwen in het lot en ging d ikwij l s te laat naar den trein.

Welke sympathie er bestond tusschen hem en gebeurtenissen

weet ik niet, maar dit is zeker, dat wanneer hij te laat was, de

trein ook te laat was. Ik weet slechts één keer, dat hii

den

trei n gemist heeft, en toen zeide hij tot mij met zijn die de l iefste was, die ik ooit op aarde gezien heb : "\'Vel, wat

God doet i s het beste voor ons !" Dit zeide hij steeds in al

moeilij kheden, en die waren talrijk genoeg. Toch was h ij 9

Page 120: De Zeven Stralen - Ernest Wood

1 30

nooit onverschillig als het betrof anderen te helpen ; honder-

<len menschen hadden reden tot dankbaarheid

over hem en toen hij stierf, was het, alsof de geheele stad,

waar hij gewoond had, iets van haar licht verloren had.

Het i s de eenvoud der vroomheid, die haar geestelijke kracht

is . Niet door in het oog looPende e-iften

wordt God

m

LIJn werda, maar door

ui!->Ialêt:H reinheid van

\:Vat zegt Vishnoe in de Gita ?

een vrucht M ii

wordt geofferd

een blad of een bloem of

met vroomheid, neem i k ze

aan van de strevende ziel, ·omdat ze met vroomheid aangeboden

worden. Wat gij doet, of eet, of offert, of geeft, of tracht t e

bereiken, doe dat als een offer aan

haal van dezedat van de

tot den 1 ! eer

." Geen liefelijker ver­

is ooit geschreven dan

van Azië", die aldus

Mijn hart, Eerwaarde, is slechts kle in. De regen, d i e ternauwernood e e n veld Bevochtigt, vult allicht een l el iekelk. Ik ben tèvree, zoo slechts mijn heer mij mint En 't jongsken vroolijk lacht; als in mijn huis Aldus de l e venszon den zomer

't zorgen voor · van 's morgens vroeg,

Goden prijs, u i tdeel, 't tulsi-loof verfrisch,

Mijn maagden ' t dagwerk tot 's middags, 't uur, Dat op mijn schoot mijn heer, s laap gewiegd Door zang en waaier, ' t h oofd ter ruste l egt, En 't laatste maa l in 't vreedzaam avonduur, Als ik om brood te dienen naast h em sta. Dan wenkt, na tempelgang en Het zilv'ren l icht der starren tot d e n Zou ik bij zooveel zegen n iet En scho n k lk h em dit kind

1

Met zachte h a nd zijn ziel naar leidt? De Schrift toch leert, dat wie e e n zoon gewint, Voor reizigers een boom tot schaduw plant En voor het dorstend volk een bron ontdekt, Na zijnen dood daarvoor vergel d i ng vindt. Dit woord der Schriften neem ik need'rig aan.

Page 121: De Zeven Stralen - Ernest Wood

131

I k wil niet wijzer zijn, d a n die voorheen .Met Goden omgang hadden, en, bekend Met toaverspreuk en lofgezang, als gids Ons leiden op den weg to t deugd en vree. Dat uit het goede 't goede kiemt voor elk, En uit het kwade ' t kwade, altijd en overal, Geloof ik, daar ik zie, hoe zoete vrucht Aan eed'le planten rijpt en bitter ooft Aan giftig kruid; hoe n ij d straks haat verwekt, En goedheid vriendschap, en volharding vree, Heeds in dit leven. E n als 't doodsuur slaat, Zou dan geen "morgen" volgen op dit "thans"? Maar ik voor mij Betracht i n ootmoed 't goede, dat i k ken. I k dien cle wet en leef in ' t vast geloof, Dat komeil mag, wat komen moet en zal ! Toen sprak de Heer : "Uw eenvoud overtreft Der wijzen wijsheid. Gij geeft onderricht Aan leer aars . . . . . . "

De Hindoes en Boeddhisten zeggen, dat de wereldenergieniet zonder b etrekking tot het welvaren van de menschen, die op de wereld leven, gericht wordt, ja geheel tot hun bestwil wordt aangewend, en spreken van de groote wet van karma, de m oreele wet, die het heelal doordringt, waardoor geen lijden tot eenig levend schepsel kan komen dan wat hij voor zichzelf geschapen heeft door het eerst

anderen te doen on dergaan. Zij zeggen, dat er d aarom geen reden voor vrees b estaat in deze wereld van God. Deze w et i s altij d gevoeld geworden als een zegen zonder gren ­

zen in den Boeddhistischen godsdienst en vereerd als het

grootste ding ter werel d - de goede wet - en zij, die haar vereerd hebben en hun geluk er bij gevonden hebben, zullen i n vele gevallen tot den zesden straal b ehooren. In de vele boeken, die er bij de Hindoes en Boeddhisten voor het positief opbouwen van het karakter en vooruit­gang van den mensch door zelf-ontwikkeling bestaan, wordt den aspirant altij d geleerd, dat hij in alles voor God moet buigen, tevreden m et alles, zooals de Gita z egt, wat tot hem komt door geen onmi ddellijke inspanning van

Page 122: De Zeven Stralen - Ernest Wood

13:2

h emzelf, en gewillig daarmede samen te werken als het

beste middel voor de vervolmaking van zij n leven.

Dit verlangen naar goedheid in dingen kan ook zesde­

straal s menschen met banden van echte dankbaarheid bin­

den aan een grooten leider of leeraar, die de opperste goed­

heid verkondigt en de kracht van haar dienst i n zij n eigen

leven bewij st. Z ulke menschen h ebben zich bijv. om Chris­

tus' vaan g<:schaard in de Westersche wereld, om

Krishna in I ndië en om anderen van verschillenden graad van verhevenheid ten allen tijde. In de Christenheid zult de drie soorten van menschen vinden, die i n iederen gods­dienst worden aangetroffen ; ten eerste zij, die onder den ban van karma staan en geen bepaalden straal vertoonen,

omdat ze gee n meester over zichzelf en hun eigen leven

zijn, maar in vrees e n beven leven en den godsdienst zoe­ken als een toevlucht ; en van de ov erigen : zij die den Christus vereeren om zij n liefde voor en dienst aan de menschheid en zij, die bereid zijn de menschheid lief te hebhen en te dienen in gehoorzaamheid aan Christus, dien

i n de eerste plaats vereeren om zijn groote goedheid. Van deze laatsten is de eerste groep eene van tweede­straals menschen, door medegevoel bewogen voor het le­ven rondom hen en de tweede groep i s er een va1, men­schen van den zesden straal, eerst vromen, later dienaren.

Het aanzicht van dezen straal, dat een groote rol speelt in de vereering in de wereld, is, zonder eenige verpersoonlijking, de waardecring van welvaart. Millioenen van mcnschen hebben

deze wereld met dankbaarheid lief en genieten met welgeval­

len de zegeningen van de welvaart of van I.akshmi en bewon deren zonder perken Hare tegenwoordigheid in de groote

\verken en bezittingen der menschheid. Dit wordt in de hoog­ste mate thans gevoeld door het Amerikaansche volk, dat zijn steden en vruchtbare vlakten liefheeft met een onbegrensde

Page 123: De Zeven Stralen - Ernest Wood

133

vroomheid. "Gods eigen land" noemen zij het, met tranen

in de oogen, want het zij n menschen, die zich niet schamen

voor hun gevoel en waarlijk is Lakshmi daar.

Onder de dieren is onze vriend, de hond, het beste voorbeeld van dit type. Voor hem is een meester iemand, di(·. �een

kwaad kan doen, wiens leven vol is van wonderbaarlijke

k rachten, die de bron is van alle mildheid, het wezen, waarop gewacbt moet worden, voor wien gewerkt moet worden, voor

wien gestorven moet worden, die de poorten van het paradij s opent op iedere wandeling buiten, wiens strengheid zelfs op

de een of anderè wijze vriendelijkheid is en voor wien te krui­pen, als hij ontstemd is, allerhoogste en schitterende waar-

is dit is de god van zij n verlossing en geen trouwer toegewijde heeft Christus of Krishna in de rijen der menscben.

Page 124: De Zeven Stralen - Ernest Wood

HOOFDSTUK XVII.

DE ZEVENDE STRAAL.

Zooals de man der wetenschap de goddelijke gedachte in de

natuur ziet en de vrome het liefdevolle hart aanbidt, zoo

reageert de ware kunstenaar op de geoefende hand ; hij aan­

bidt zonder terughouding de schoonheid der natuur. Dit i s

de derde van de stralen van gehoorzaamheid of vroomheid,

omdat de kunstenaar en ! Jeminnaar der schoonheid zijn Mees­

ter erkent in de groote wereld.

De ware kunstenaar beschouwt zichzelf n iel als de schepper

van schoonheid, evenmin als de ware wijsgeer zichzelf be­

schouwt als de ontwerper van de waarheid, die hij verkon­digt. Beschouw de wijsheid van den Platonist in dit opzicht.

Hij stelt de vraag : Vanwaar krijgt de wijsgeer zijn waarheid

en de kunstenaar zijn schoonheid ? Vinden deze genieën deze

d ingen uit met de vermogens van hun eigen geest en bren­

gen ze aldus iets nieuws in de wereld ; of krijgen ze die van

de wondere schepping, waarin zij leven ? En hij beantwoordt

de vraag dusdanig, dat kunst slechts een copie der natuur i s

en de kunstenaar slechts een ziener van den goddelijken geest,

die de wereld vult met alle soorten van wonder en daar­

onder schoonheid.

Er schiet mij te binnen, hoe op de tentoonstelling van de

Bengaalsche School eenige bezoekers voor een reeks schoone

schilderingen van zonsondergangen in de Himalaya stonden

en ze luid bekritiseerden, zeggende, dat waarlijk nergens ter

wereld zulke kleuren in een zonsondergang bestonden ; maar

Page 125: De Zeven Stralen - Ernest Wood

1 35

later riepen diezelfde menschen bij het zien van een zons­

ondergang uit : "\Vel, dat zijn de kleuren van die schilderijen van Calcutta". Zij hadden ze tevoren niet opgemerkt en zezagen ze nu slechts, omdat ze de schilderijen gezien hadden en de kunstenaar hun geleerd had tot op zekere hoogte te zien, wat hijzelf zag.

De schoonheid in alles tre ft den kunstenaar, vol als hij is van physieke gevoeligheid als niemand anders en zij kan hem

opheffen tot hoogten van bewustzijn, waarvan ancleren niet kunnen gelooven, dat zij in haar macht is. Ik herinner mij een Russisch kunstenaar, die er van overtuigd was, dat er geen hoop voor Europa was, zoolang het niet reageerde op

Russische kunst en toestond, dat haar invloed den toon aan­gaf voor de bejchaving en de menschen hervormde. Deze macht erkennende, voegden de Platlonisten vroomheid toe

aan hun philosofie en zagen in, dat geluk moest voortkomt·n

uit de beschouwing met diepe vereering en dankbaarheid van

de w erken van het universeele bestaan, waarin ons leven geleefd wordt. De verrukking over schoonheid wordt een

plaatsven angster van den volmaakten levenstoestand, die bo­ven h et bewustzijn uitgaat, änanda zel f.

In dit lich beschüuwd, \vordt de kunstenaar een mede­werker met God voor de evolutie der menschheid. Of­

schoon hij doortrild en doorstraald mag w orden met het­geen hem toestroomt door het kanaal van schoonheid, zoo­als dat met alle menschen geschiedt in de mate, waarin zij daarop kunnen antwoorden, heeft deze mensch den wil

om zijn gedachten en gevoelens s til te m aken, z oodat zijdoor z ijn hand stroomen in den vorm van w erk. Dat doet hem zich concentreeren in zijn toewijding en helpt hem de

meening der wereld niet te tellen. Hij ziet eerst de schoon­heid, die anderen niet zien kunnen en dan geeft hij haar weer, afgescheiden van de verwarrende massa van schoon-

Page 126: De Zeven Stralen - Ernest Wood

136

heid, w aarmede zij vermengd is onder gewone omstandig­heden en brengt haar aldus onder de aandacht van an­deren.

Omdat de kunstenaar nooit God uit het oog verliest in de dingen, verslapt hij nooit in het streven naar z ijn doel, in zijn geheele leven niet, en de hoeveelheid volgehouden

concentratie, die wil is, waarmede al zij n vermogens in

beheer genomen worden ten, dienste van zij n werk, wordt zelden gezien. Denk b v. eens aan het zorgvolle en van volmaakte toewij ding sprekende werk, aan ieder klein

onderdeel van de groote tempels en moske.eën van Indië be�teed. Bijna alle steden en gruote dorpen van Zuidelijk Indië worden beheersebt door reusachtige tempels m et

gopara's, overdekt met uitvoerig snij- en b eeldhouwwerk en worden verfraaid door waterbasins, omgeven door artistieke m uren, terwij l in het midden en Noorden van Indië bijna oyeral prachtige moskeeën z ij n met minaretten

en koepels en graftomben en tempels van een kleiner type

dan die in het Zuiden. D eze prachtige monumenten, schcon in hun omvang, omtrek en verhoudingen, zoowel als in hun in details uitgevoerd snijwerk, zijn ons ge·

bleven als b l ijvende gedenkteekenen uit vroeger tijden, toen de m ensch verrukking en ontsluiering zocht door schoonheid en nu zijn ze een prachtig werktuig voor de

verfijning, verheffing en uitbreiding van het bewustzijn van allen, die in de nabijheid leven en ze bezoeken e,n

bewogen zijn door hun alles te bovengaande schoonheid,

en zekerlijk is de zeldzame bevalligheid van het Indische

volk voor een groot deel te danken aan het werk van de­zen straal in hun deel van de wereld. Wie de bouw­

meesters en beeldhouwers w aren, weten wij niet, m aar

als wij hun werk aanschouwen, begrijpen wij , met hoeveel geduld en volharding zij jaar op j aar gearbeid moeten heb-

Page 127: De Zeven Stralen - Ernest Wood

1 37

ben, o m ieder onderdeel van hun werk zuiver en volmaakt

te doen zijn. De schrij vers van velerlei volkeren prijzen en danken eenparig deze kunstenaars voor hun werk, die nog duizenden j aren de aanbidders der vroomheid de ge­

heele wereld door zullen bezielen.

Gij kunt u niet verdiepen in deze schoonheid, zonder zelf innerlijk schooner te worden en op haar beurt zal die in­nerlijke schoonheid uitdrukking vinden i n den uitedijken vorm. Echte kunstenaars zijn schoon om te zien, evenals

caricaturisten zelf caricaturen zij n en de mensch van dwa­ze principes er ook naar uitziet. Als gij u verliest in de

schoonheid van een schitterenden zonsondergang of de

won dere pracht der Himalaya of de grootsche rots- en

bergmassa's van Rio de Janeiro, zult gij later ervaren, dat

hun scho onheid en kracht in u overgevloeid zijn en gij vrediger en sterker zijt d an te voren. De zekerheid en vre­

digheid van God zij n op de een of andere wijze in u bin­nengetreden en hebben uw innerlijk leven evenwichtig ge­

maakt, terwijl zij het vredig en sterk maakten.

Evenals het nastreven van kennis het verstand ontwikkelt, zoo m aakt het voortbrengen van schoonheid door ge­

schoolden arbeid den voortbrenger schoon in eigen gestalte en beweging. Zoo nadert op elk pad de mensch slechts God door God te worden en op deze lij n is de ware

schoonheid van hem, die haar schept. D aarom kan schoon­heid nooit oppervlakkig zijn ; ook kan zij niet door on­schoone m iddelen verkregen worden, evenmin als een

stelsel van kennis opgebouwd kan worden zonder waar­heid i n al haar deelen. Zij , die uiterlijke schoonheid zoeken,

en zich tevreden stellen met rommel achter de schermen

te laten liggen, zij n als zij , die zich verbeelden, dat groote

stoffelijke rijkdom een leven van kracht en macht kunnen geven, al i s de bezitter er van zelf niet sterk in de schat-

Page 128: De Zeven Stralen - Ernest Wood

138

karakter.

in handeling, echte yoga -- en welk een s choonheid in elke van het ge-

en van ieder deel, zelfs van de kleinste spier. Zoo is het met al le handelingen, die door eeuwen van evolutie of veel oefening volm aakt zijn geworden en dit wordt ons meer d an ooit tegenwoordig geopenbaard met beh ulp van langzaam loopende films.

In deze schoone handel ingen bespeurt de wijsgeer of de maP der wetenschap de standvastigheid van het beginsel der schoonheid, schoon de kunstenaar zelf niet

behoeft te stellen in dit aanzicht van de zaak. De stand van evenwicht in is even vast als de schoone vorm van een

grootscll modern stuk Fiusch bouwwerk en die dingen

aanschouwende, zal ieder zeggen : J a, al J')OU ik naar den hoogsten hemel gaan, deze dinr._;L'n mod ik ! en minste met mijnemen. In waren zin zetten de schrijvers der Poerana ':; den

weg naar Yama's gezegende stad af met paarden, di e afstan­den van Uchchaihshrava en olifanten uit het geslacht Aira­vata en eenden op prachtige vijvers en rivleren en groote boomen, die heerlijke schaduw gaven. Schoonheid is de rust van vaJmaakte beweging in geluid of kleur of vorm en te­recht men, dat van alle dingcri in de stoffelijke wereld de kunst h et is, dat blij vend is . Wij kunnen in dit op­zicht Edwin A mold's schoone woorden over de wet van werk, die ons de grootste bedrevenheid in werk toonen,

herhalen :

Haar wet houdt eeuwig stand, Door haar ontplooid, Bloeit hier de roos. Ginds vormde weer haar h and

Het Lotus-blad. Zij weeft den l entetooi U it zaad, dat op het land

In 't duister slaapt. Zij kleurt d e wolken mengt uit blauw e n goud den

bliksem, dienen haar haar troon.

schoon.

Page 129: De Zeven Stralen - Ernest Wood

139

Zij vormt in 't donker 's menschen h art. Door haar Ontkiemt in 't vormloos ei de vederpracht

Der goudfazanten. \Vat zich boos of broosBetoon', haar stille kracht

Maakt alles l iefelijk en schoon. 't Eitje in 't nest Van 't gouden zonnevogeltje is haar schat,

De cel der bijen is haar honigschaul. Zij wijst den mieren 't pad.

In hooger zweeft op haar bevel Het star renheir in schoone harmonie.

In 's aardrij ks diepten bergt zij goud, saffier, Sardonix, lazuli.

Zij werkt de wondren in het groene woud, Den trotsehen ceder schept zij aan zijn voet

Het tenger kruid, waaraan zij halm en blad En bloem ontluiken doet.

Het is niet mogel ij k het woord schoonheid te noemen, zondt·r over Ja pan te spreken. Ik heb de geheele wereld doorreisd en onder menschen van twintig landen geleefd, maar nergens elders heb ik die overvloedige schoonheid gezien, waarmede

het leven van de menschen in dat land gevuld i s. De tempels en tuinen en kunsthandels behooren tot de wonderen der

wereld, welke geen woorden ook maar in de verste V(;rte in staat zijn te beschrijven en men kan de waarde van

het volk voor de menschheid zien, als wij bedenken, dat iedere ziel, die een geboorte in dit land heeft, onvermij­delij k wordt aangeraakt door een zin voor schoonheid,

ver boven hetgeen hij tevoren er van bezat. In andere lan­

den zijn artistieke zielen zeldzaam, en zij gaan ten onder en missen de kracht te midden val'li de overigen,

maar hier is iedereen schoon en de geheele natie is er door aangeraakt. Niet voor vreemdelingen worden

hun zeldzame schilderij en en kunstnijverheid sproducten gemaakt, maar voor henzelf en in de m eeste woningen

Page 130: De Zeven Stralen - Ernest Wood

140

is de nis voor schoone kunstvoorwerpen altijd in de meest gebruikte huiskamer - een nis ter grootte van een deur en een aantal centimeters diep met een trede, w aardoor zij boven den vloer komt te staan. Daar worden een paar kunstschatten geplaatst - één schilderij , de kakemono en één stuk van brons of ivoor of lakwerk of iets dergelijks, op een kleine ebbenhouten tafel of een voetstuk. Bij een eerste

bezoek zoudt ge kunnen denken, dat dit alle bezittingen van

uw vriend waren, maar later zult gij een ander stel schatten in den hoek voor schoone voorwerpen vinden. De huisvrouw vult haar kamers niet met schoone dingen ; zij begrijpt het beginsel van schoonheid en bewaart haar verzameling in een kabinet en laat slechts enkele tegel�ik zien. Waar vindt gij

nog meer zulk een hegrip ? Zelfs clc lichtste aanraking der

hand van den Japanner van het kleinste voorwerp, maakt dat schoon, met een schoonheid, die meer uitgesproken dan sug­gestief is, want de eigenschap van het zevende onderras is

zoo volmaakt, dat ze bijna het vierde wortelras verbergt, waarin zij woont. Welk ander volk zal bij honderdduizenden

uittrekken om zijn kersebloesem-boomen te bewonderen, die

gekweekt wovden voor de bloesems, niet voor de kersen, die oneetbaar zijn. En waar elders worden kinderen met zoo

zeldzame zachtheid behandeld en geleerd te glimlachen voor­al, wanneer ze leed hebben, niet om zichzelf op te beuren,

maar opdat ze niet hun smart op anderen overdragen ? Zulke schoonheid en liefde voor schoonheid moeten den dewa's dierbaar zijn. Schoonheid, schoonheid overal en de menschen in hooge mate vriendelijk maar met een ijzeren wil.

En vreemdsoortig nevenaanzicht van dit beginsel, werkende

door den gevoelszin, is de natuurlijke neiging tot zindelijk­heid van menschen van dezen straal. Dit is iets anders dan arclelijkheid of netheid en is verwant aan het verwijderen van aanwassen, die de schoonheid te voorschijn brengt, verbor-

Page 131: De Zeven Stralen - Ernest Wood

141

gen in uiterlijke dingen. De Japances vertoont deze eigen­

schap, want in naam van de reinheid koken zij zich bijna

levend eiken dag. Men kan zelf nooit rein genoeg zijn, maar

toch ,denkt m en hierbij aan het J apansche spreekwoord over

het lot van de drukke huisvrouw, die den tijger het gezicht

trachtte te wasschen !

Ceremoniëel is ook een zeer belangrij k deel van het actieve

w erk van dezen straal en kan beschreven worden als de ma­

gie er van, uitgeoefend door den mensch. Als gij woondet

in een huis, waar een man van hooge en heilige gedachten

woonde, zoudt gij opgeheven worden door zijn gedachtegol­

ven en gedachtevormen, die voortdurend op u inwerkten, in

de mate, dat gij er op kondt antwoorden. Het is een ervaring

van vele leerlingen van de Meesters, dat in de tegenwoordig­

heid van hun Leeraar zij waarheden kunnen weten, waarvan

zij op andere tijden niet zeker zij n. De uitwerking van alle

soorten van kriyashakti in de wereld is een zeer wezenlijk

ding. Deze mach t werkt doo r schoonheid zoowel als op an­

dere wij zen en deze is het, die den pelgrim naar Badarina­

rayan omzet in de kracht en reinheid der Himalaya's zelf en

den pelgrim naar Kyoto in de l iefelijkheid van de tuinen,

waarin de heilige plaatsen zich bevinden. Vooral i s dit waar

en vruchtbaar, als de pelgrim in een vrome stemming is, want

dan is h ij in een toestand, waarin hij op de kracht kan ant­

woorden en haar kan tot zich nemen, met alle drie d e deelen

van zij n persoonlijkhei d - lichaam, gevoelens en denkbeel­

den. Ceremoniëele diensten op iedere plaats en in ieder land

leenen zich in het bijzonder tot het doorgeven van dezc'11 i n­

vloed ; daarom is schoonheid van groote beteekenis gewor­

den voor ceremoniëel, schoonheid van geur, geluid, kleur,

vorm en beweging en zonder deze kunnen vele menschen

niet tot de volheid van vroomheid komen, die voor hen mo­

gelijk is .

-
Markering
Page 132: De Zeven Stralen - Ernest Wood

142

Zulk een op den voorgrond tredend ding i s ceremoniëel op den zevenden straal, dat er in Indië vele menschen zijn, die, wanneer ge spreekt van het pad van handeling aan de cere­

moniëele vormen van hun godsdienst zullen denken, ze be­schouwende als de werken, die den mensch in aanraking met de dewa's kunnen brengen en geloovend, dat de dienst van

het ongeziene op deze wijze hun en hun omgeving veel ver­heffende gaven schenkt. Van dit alles is een werktuig ge­maakt voor de opzettelijke hulp voor den mensch, zooals alle dingen dat worden op haar eigen wijze, wanneer de geest van den mensch beslist gericht is op een ideaal en om deze

reden hebben de groote helpers der menschheid met de

schoonheid van ceremoniëcl en haar oproep aan de dewa's de magie en symboliek van den vierden straal vereenigd. Aldus

vinden wij in goed ClTt·n Jon i i_�e I ,;d11 lone vnrmen, oneindigschooner gemaakt door schoone gedachten, die er in uitge­stort zijn eeuwen lang, evenzoo vormen van diep verborgen schoonheid, die de oer-mathematiek van de wereld beli­chamen, en den invloed van het groote rijk der déwa's, die leven in de on troering door schoonheid en het heerlijk vin­den, daar tegenwoordig te zijn, waar haar vormen aangetrof­

fen worden.

Onder de dieren is de kat een uitstekend voorbeeld van de eigenschappen van den zevenden straal. Het is een wezen in

al haar leden bevallig en schoon in rust of in beweging. Er

is nog een zekere lompheid in het paard en den olifant en zelfs in den aap en den hond, buiten hun bijzondere lijnen van ontwikkeling, maar nooit in de kat, wat er ook gebeurt. Eén mijner vriendinnen vertelde mij het verhaal van een kat,

die naast haar woonde en dikwij ls bij haar in huis kwam ; klaarblijkelijk met een vast plan. Ze kwam geregeld de ka­mer binnen loopen, waar de mens eh en zaten ; als zij zag, d at

er een vuur brandde, dan kwam ze binnen en maakte het

Page 133: De Zeven Stralen - Ernest Wood

143

zich gezellig, maar indien dat niet het geval was, vertrok zij terneergeslagen. De liefde voor weelde van de kat is niet

precies op gemak gesteld zijn, zooals bij luie menschen, maar

ter voldoening aan haar gevoeligheid ; het is het schepsel, dat het meest in het stoffelijke opgaat, en neiging heeft op een af­

stand te blijven van menschen, niet omdat ze niet van hen houdt, maar omdat haar aandacht door iets anders wordt bezig gehouden. Het is het dier, dat alles prettig moet heb­ben, dat zichzelf zindelijk kan houden, dat meer geeft om het huis dan de menschen, die zij alleen waardeert om hun aaien.

en op hun beurt houden de menschen van haar, niet zoozeer

om het gevoel van kameraadschap, clan wel omelat zij schoon

is om te zien en aan te raken.

-
Markering
Page 134: De Zeven Stralen - Ernest Wood

1 11 I 2 13 14 I

s j6 1

I 7 1

HOOFDSTUK XVIII.

DE TABEL VAN EEN MEESTER.

Kenmerk van den I - -- - - - . I -- ·- G -·- . JStraal Kenmerkende Magie Laatste odsdtenst

Fohat-Shechinah I I Brahmaansche

Wijsheid I Raja Yoga (Men- I Buddhistische schelijke Geest)

I Astrologie (Natuur- ,A ka sa lijke Magnetische Chaldeeuwsche

Krachten)

Geboorte van I Hatha Yoga (Phy- I Egyptische Ho rus sicke Ontwikkeling)

Vuur I Alchemie (Stoffelijke ISubstanties) Zoroastriscbe

Incarnatie der I Bhakti (Toewijding) I Christendom, enz. Godheid (KabaJa, enz.)

I Ceremoniëele Magie I Aanbidding van elementalen

Bovenstaand tabel van de stralen is een historisch docu­

ment. Zij werd veertig jaar geleden in Adyar gegeven aan

den beroemden occul tist C. W. Leadbeat:er door den Me es­

ter Djwal Kul , die hem en de vrienden, die toen met hem

waren, vertelde, dat dit alles was, wat aan de wereld met

bet rekking tot de stralen mocht gegeven worden. Ze was

toen niet erg begrijpelijk, maar ze heeft den klassieken onder­

grond ge vorm d voor verdere kennis, die van tij d tot tij d

-
Opmerking over tekst
'The Seven Rays' verscheen in 1925. Veertig jaar geleden zou betekenen 1885 of 1884.
Page 135: De Zeven Stralen - Ernest Wood

145

verk regen werd. Zij staat nu in zijn merkwaardige nieuwe

boek "De M eesters en het Pad". Zij kwam voor het eerst

een paar J agen geleoen in m ij n handen, nadat i k al d e

denkbeelden h a d neergeschreven, die vervat zij n i n de v oor­

gaa n de hoofdstukken. Evenwel, nu ik haar nog eens be­

kijk, kan ik niets v i nden, dat op eenigerlei dwaling in d at

werk wij s t, of aanleiding geeft tot een noodzakel ij ke v er­

andering. Ik neem haar hier over met toestemmi n g van den

schrijver, omdat ik den k, dat m ij n verklaringen er van de

belangstelling zullen h ebben van bestudeerders der stralen

en h elpen zullen om licht te werpen op sommige der stra­

l e n en h elpen zullen om licht te werpen op sommige der meer duistere termen (zooals "Geboorte van Horus") , die vrijwel een raadsel zij n geweest voor velen.

I. De wo-orden Fohat en Shechinah, die samen gevoegd

zij n om het kenmerk van d e n eersten straal aan te geven, zullen b estudeerders v a n h et gmote werk v a n Ivf adame Blavatsky, "De Geheime Leer", wel vertrouw d zijn . Fo­hat alleen zou ue volkomen onbe schrij fbare macht aan dui­uen, die in den universcelen God woont vóór de openbaring,

die op een volmaakt o ndenkbare wijze gebruikt werd, toen de O ngeope:nbaanle wilde, d e velen te w orden en de zelf­v erandering volbracht in de twee en d rie, daaraan onder­gesch i kt ; maar Fohat-Shechinah beteekent dezelfde kracht naar b uiten gekeerd als shakti, de e erste oorzaak van

geopenbaarde verscheiden h eid, die zich voordoet o p het ni­veau van den mensch als den wil in hem - het vermogen of de kracht, waarmede hij zichzelf veran dert en zoo de stof schikt door den zooal s ik reeds ui tlegde. Het

is het ware leven, dat het leven dient en de oorzaak van alles wat groeit. Occultisten, d ie het zeldzame geluk heb­ben gehad den Heer der Wereld te zien, het H oofd van den Eer s ten Straal van onze aarde, zullen aan dit denk-

JO

Fohat-Shechinah

Shakti

-
Markering
-
Markering
Page 136: De Zeven Stralen - Ernest Wood

!46

beeld de herinnering vastknoopen van het electrische karakter van Zij n aura, die als b lauw weerlicht is, w ant

Hij is de grootste werkzame wil en uitoefenaar van deze m acht op onze planeet.

De tabel geeft de karakteristieke magie van eiken straal.

Waarom de Meester in het bijzonder over magie gesproken

mag hebben, daarvan is niets met zekerheid te zeggen,

m aar we kunnen het eenigszins gissen. De voornaamste reden, waarom de kennis van de stralen met zooveel voor­zichtigheid geopenbaard is door de Broederschap der Adepten is door Madame Blavatsky aangegeven, toen zij zeide, dat kennis van de stralen een groote m acht g af.

Vele menschen hebben er naar gezocht, ten einde hun

e igen straal uit te vinden en dan de passende m agie te beoefenen, waarvan verwacht mag worden, dat de kracht, die op natuurlijke wij ze door hen heen vloeit, dat met een groote macht en b etrekkelijk gemakkelijk zal doen. Aldus

nam de gedachte aan magie een groote plaats i n, toen er over de stralen werd gesproken. Er wordt geen magie ge­

noemd in verband met den eersten straal, omdat naar alle waarschijnlijkheid de eigen wil, zonder toevlucht tot an­dere kanalen, steeds de eenige magie was, die de trotsche wezens van dezen straal z ich wilden verwaardigen te ge­

bruiken en waarlijk is hun houding gerechtvaardigd, om­dat ze de macht van het zelf gevoelen en die kunnen ge­bruiken als geen ander.

Ieder, die onmiddellijk bekend is met den Hindoesehen of

Brahmaansehen godsdienst, vooral met die vormen, die be­

stonden vóór den d ienst van Shri Krishna ontstond, valt het

op, hoe steeds weer de leer naar voren treedt, dat het atma of zelf in den mensch één is met het universeele zelf, een on­overwinnelijk middelpunt van bewustzijn, bestemd om be­vrij ding te bereiken van alle aardsche boeien, niet door uiter-

Page 137: De Zeven Stralen - Ernest Wood

147

Iijke genade, maar door een éénpuntige verovering van ieder stukje van zijn eigen wezen en de onverschrokken verklaring

in gedachte en daad, die belichaamd is in het groote gezegde : "Ik ben Dat". Indien dan die godsdienst niet zoo zacht en

vriendelijk was in zijn vroegere vormen als nu, hij vertoonde tenminste in het sterkste licht, in zijn groote leerstellingen

'9'an karma en dharma, het geloof in het beginsel en de waar­de van rechtvaardigheid en de verklaring, dat de mensch niets

te vreezen heeft van dingen buiten hem, omdat hij goddelijk is en meester over zijn eigen let.

Typeerend voor dezen godsdienst zijn de moed en de wil van den grooten voorvader Bhîsma. Dit kwam uit, in zijn schit­

terende onafhankelijkheid ; bedreigd door Koning Shishupala

in toomelooze woede, richtte hij zich op en antwoordde met

groote kalmte : "Weet, dat ik al de koningen der aarde licht

tel als een stroohalm. Of ik gedood werd als een dier op het

veld of verbrand, wat er ook mag gebeuren, hier zet ik mijn

voet op al uw hoofden. Vóór ons staat nu de Heer, Dien ik

aangebeden heb." Terloops zij het gezegd, dat het voor aspi­

ranten van den eersten straal niet noodig is, deze taal na te

volgen - de omstandigheden waren bijzonder uittartend en

bovendien is nabootsing geen kenmerk van den eersten straal.

Later, op het slagveld, toen Bhîsma stervende was, doorboord

van pijlen en bedekt met wonden, stelde hij z ijn dood uit om

tot hen, die zich rondom hem geschaard hadden, te spreken

over de waarde van de dertien vormen der waarheid en hun

te verzekeren, dat eigen inspanning gaat boven voorbeschik­

king en dat de wil van den mensch boven alle gebeurtenissen

staat. Zelfs Shri-Krishna, die de tweede-straal invloed der

liefde meer naar voren bracht in het Hindoeïsme, begint zijn

reeks van goddelijke hoedanigheden, die ontwikkeld moeten

worden door den mensch, met de krachtige deugden van on-

-
Markering
-
Markering
-
Markering
Page 138: De Zeven Stralen - Ernest Wood

148

bevreesdheid, sattvische reinheid en het standvastige streven naar wij sheid.

2. De term wijsheid, die gegeven wordt als het kenmerk van

den tweeden straal, behoeft weinig verklaring, maar ik moet

nogmaals wijzen op het belangrijke feit, dat reeds uitvoerig

werd uitgewerkt, dat de actieve vorm en h et inwezen van

alle wijsheid, liefde is. De term raj a yoga in de tabel heeft,

geloof ik, betrekking op de schitterende koninklijke weten­

schap van de éénheid, die door Shri Krishna, in de Bhagavad

Gita geleerd wordt en de uitdrukking "menschelijke geest",

veertig j aar geleden in dit verband gebezigd, duidt niet zoo­

zeer op het beginsel van manas, het denkvermogen, dat in

die raj a yoga sl echts be,;chouwd wordt als een zesde zintuig,

dan wel op dat ware m iddelpunt van menschel ijk bewustzijn,

dat de theosofen huddhi noemen. De Dhuddistische godsdienst

is zekerlijk kenmerkend voor den tweeden straal. Hoe vaak

heeft niet zijn Stichter, door het Ganges-dal heen en weer

trekkende, de Hindoes gewezen op het gevaar van d en trots,

dat bestond in hun leer van het zelf, indien iemand, zeggen­

de "Ik ben Dat" aan Ik" zou denken, zooals de mensch ge­

neigd is te doen, in een stoffelijke beteekenis of zelfs als het

gewone bewustzij n. Hoe dikwijls niet heeft Hij er den nadruk

op gelegd, dat er geen eeuwig zelf bestaat, zooals de mensch

dat gewoonlijk denkt. Herinner u ook Zijn leer van vriende­

lijkheid - deze Man, "die ons Azië zachtmoedig maakte"

- en Zijn wij d omvattende liefde zoo op de wereld indruk­

te, dat de tienduizenden millioenen, die Zijn volgelingen ge­

weest zijn in den loop der eeuwen, boven alle anderen bekend

stonden om hun zachtmoedigheid en het ontbreken van per­

soonlijke inhaligheid. Het is de eenige godsdienst, die zich

nooit door vervolging verbreid heeft ; toch heeft hij h et groot­

ste aantal aanhangers gevonden, die eenige godsdienst ooit

-
Markering
Page 139: De Zeven Stralen - Ernest Wood

----------------------- --------

I49

gehad heeft. Deze godsdienst is zeker een van den tweeden

straal.

3· H et kenmerk van den derden straal wordt in de tabel als

akasha gegeven. Akasha is de schatkamer van den universec­

Jen de plaats van alle oertypen, het eerste gebied van

de

:;tof.

waarop de kriya of gedachtekracht van onzen Zon­

w erkt. .Het is het groote geheugen van het bewust­

ZIJD van onzen wereldbol. Het is h et middel, waarmede het

bewustzij n de ruimte vult. Hieruit ontstaan door differen­

ti atie al de verschijnselen van h et objectieve leven. De term

astrologie heeft hier, geloof ik, niet zoozeer betrekking op

het stelsel van symbolen en veronderstelde betrekkingen, dat

men tegenwoordig dien naam geeft, dan wel op de positieve

wetenschap van de invloeden van de die aan

het h oo fd staan van de stralen. De mensch van dezen straal

zou bij het leeren van zij n magie alles te weten komen om­

trent de kenmerken van de zeven onderscheiden typen van

iederen graad en iedere soort van kracht en stof, zoodat de

geheele w ereld voor den expert van dezen straal zou openlig­gen als een groot schaakbord, waarop hij de sterkte en den

stand van alle stukken zou kunnen zien en z-e aanpassen aan

h et beoogde doel in dienst van het leven. Al de krachten

der natuur vormen een groote wiskunstige wetenschap en ze

hebben hun affiniteit, die m en zeer goed m et den term mag­

neti sch bestempelen kan. De Chaldeeuwsche god sdienst met

zijn doorwrochte astrolatrie en practische astrologie, zijn Boek der Getallen, zijn schakels van den boom der kennis

aan den boom des levens en zijn grooten eerbied voor den

heeft naar a1le

waarschiinliikheid

tot dezen straal

behoord.

-�· Vervolgens komen wij aan de geboorte van Horus, het­

geen zeer zonderling l ijkt als kenmerk van een straal ; maar

alles wordt duidelijk, als wij ons herinneren, wat er in Hoofd-

Page 140: De Zeven Stralen - Ernest Wood

r so

stuk Vlll gezegd is over maya als een incarnatie van S hiva,

die een schakel maakte tusschen Vishnoe en Brahma en har­

monie bracht in de betrekkingen tusschen bewustzij n en stof .

Toen Osiris van zijn koninkrijk beroofd was, werd h et lij den

van het volk zeer groot onder zij n wreeden onderdrukker,

maar hij werd herboren in zij n eigen zoon Horus, die het

onrecht kwam wreken en het geluk herstellen. In den Egyp­

tischen godsdienst was de ceremoniëele rouw den dood van

Osiris een zeer werkelijk verdriet en het was kenschetsend

voor den grooten honger naar geluk ( onze ananda) , dat de

menschen overal zoeken in aardsche banden. Set, de moorde­

naar van Osiris, de opstandige elementen in de natuur en

de duisternis van den nacht werd verslagen door Horus, die de

harmonie herstelde en ten laalstc de God van rechtvaardige

beloorring en straf werd. Horus was ook het type van den

mensch, het wezen, precies in den midclentoestand, waarin

de hoogste geest en de laagste stof een plaats van samenkomst

vinden en hun botsing en harmonie hebben.

Daar dit een onderwerp van groot belang is, zal ik trachten

het meer volledig uit te leggen doo r verwijzing naar de

zeven beginselen van den mensch . H et vierde beginsel is wat soms antahkarana genoemd wordt, wat letterlij k be­

teekent de i nnerlij ke oorzaak, of instrument, of bemid­

deling. Daarboven (in zeker opzich t ) hebben wij atma, b uddhi en manas, die de eerste drie b eginselen vertegen­

woordigen en er o nder hebben wij drie beginselen, d i e i n d e menschelij ke gesteldheid het vijfde, zesde e n zeYende vertegenwoordigen. De termen, die deze laatste drie be­

schrijven, zijn buitengewoon verward geworden, daar zij

door verschillende scrijvers op verschillende wijzen ge­

bruikt zij n. Laat ik een stel t ermen geven voor het gemak

van onze h ui di ge studie. Wat gewoonlijk het lagere denk­vermogen genoemd wordt, is kama-manas, d.i . manas m et

atma (1000)buddhi (999)

manas (hoger, (888)antahkarana (777)kama-manas (666)

kama (555)linga sharira (222)

-
Opmerking over tekst
Ernest Wood Yoga Dictionary Antahkarana. The internal instrument. The vedantic term for the whole mind, which lies between the Self (atma) and its external instrument, the body. The antahkarana consists of four functions: Ahankara: that which gives identity or "i-ness" to the ideas in the mind, including the idea of oneself. Buddhi: that which gives a valuation to the ideas, and the facts which they represent. Manas: that which compares and classifies the ideas and pictures of objects in the mind, and thinks about them. Chitta: that part of the mind which is immersed in the world, and collects and stores the mental images; sometimes called the lower mind.
-
Opmerking over tekst
vergelijk dit met de Parakleet
-
Markering
-
Opmerking over tekst
kama-manas, lager manas begeertedenken, concreet denken
-
Opmerking over tekst
kama begeerte
-
Opmerking over tekst
Linga Sharira, het subtiele lichaam, modellichaam, etherische matrix, doppelganger, etherisch dubbel, ijle lichaam.
-
Markering
Page 141: De Zeven Stralen - Ernest Wood

I S I

begee rte, manas, d i e bel ang stelt i n uiterlijke dingen. Mis­

schien heeft men het woord kama i n een te be perkten zin

gebruikt, om alleen grove zinnelij ke begeerte aan te duiden ;

het beteekent alle begeerte. En begeerte is h et naar buiten

gekeerde aanzicht van l iefde, de liefde tot de dingen der

dri e werelde n ; terwijl echte liefde is l iefde tot het leven of

liefde tot het goddelijke en beho ort tot het hoogere of naar

binnen gekeerde zelf. Wat gewoonlij k het astrale beginsel

genoem d wordt, is eenvoudig kama, ofschoon het kama­

roepa wordt, wanneer e e n b epaald astraal lich aam

w ordt. Het zevende begi nsel is in het etherisch dubbel, wat

men ook wel eens het ] i nga sharira of ijle lichaam noemde.

\Vat wij het sto f felijk lichaam nocmen heeft geen echt be­

gi n sel van den mensch i n zich. Het is niets dan een deel

van de u iterl�jke werel d. H et is zelfs niet de hand van den

mensch, maar een werktuig, dat hij i n de hand, die het

etherisch dubbel is, houdt. Het stoffelijk l i chaam dien t

s l echts om de i n nerlijke organen te dragen, waardoor de

mensch inderdaad werkt op het stoffellik gebied. In ta­

bellen van de zeven beginselen vinden wij Of het antahka­

rana, óf het sto f felijk lichaam, maar in geen vinden wij

beide opgenomen. \Vij kunnen drie tabellen maken als

volgt :

1 . Atma 2. Buddhi3. Manas5. Lager manas (kama-manas)6. Astraal ( kama-roepa)7. Etherisch (l i nga-sharira)4. Stoffelijk lichaam

2

1 . Atma 2. Buddhi3. Manas4. Antahkarana5. Kama-manas6. Kama-roepa7. Linga-sharira

3

4. MonadeI . Atma 2. Buddhi3. Manas5. Kama-manas6. Kama-roepa 7. Linga-sharira

Zooals dadelijk zullen zien, de eerste tabel pre-cies d e zeven beginselen van den gewonen mensch aan, d e tweede tabel geeft die van d en occul tist, die nog n iet

begeerte (kama) is...

de gewone mens de occultist de adept

-
Markering
-
Opmerking over tekst
De eerste gestatie, het tegenovergestelde van de tweede dood.
-
Opmerking over tekst
stuhla (grofstoffelijk) sharira (lichaam) sarx
-
Lijn
-
Markering
Page 142: De Zeven Stralen - Ernest Wood

152

volmaking bereikt heeft en de derde tabel die van

den adept op het oogenblik, dat hij adeptschap b ereikt.

Het beginsel, dat wij hier b edoelen, werkt door het stof­felij k lichaam in het eerste geval , door het antahkarana

in het tweede, en door de monade in het derde.

Nu he staat er een wonderbaar verband tusschen de mona­

de, het antahkarana en het stoffelijk lichaam ; maar daar d it ietwat moeilijk te vatten is, wil ik geleidelijk daartoe

komen. Atma - bnddhi - manas i s het goddelij ke in

den mensch, dat waarlijk evolueert - het oorzakelij k li­chaam ontvangt nieuwe kracht op het proefpad, het

boeddhische op de eerste helft van het Pad ( tusschen de

Eerste en de Vierde Inwijding) en het atmische op de tweede helft van dat !'ad (tu sschen de Vierde en Vij fde

Inwijding-) . Zijn omsprr >11kel ijke werkzaamheid lig t daar­

om op deze gebic<len , maar l 1 et h cl'ft iets nuodig omuitingen te specialiseeren, zooals het stofje in de mist ofhet vuil tje in de parel. Later zal het ook een moeten

worden, daarom moet het een wereld leeren zien van uit

het innerlijke van die wereld, dat wil zeggen van uit zijn eigen u iterlij k gedeelte. Vandaar de noodzakelijkheid van onderdompeling in de stof.

Het goddelijke kan de stoffelijke werelden daarom niet i n

eens binnentreden, maar slechts stap voor stap. Het antah­

karana, dat het verbindt met een bepaalde persoonlijkheid, i s zulk een stap. Het antahkarana is dus een plaatsvervanger

in den lageren mensch voor het hooger zelf. In een zekere

incarnatie heeft het hooger zelf geen plannen, zichzelf e n

alles wat het aan ontwikkeling heeft opgedaan i n vorige le­

vens, te vertoonen. I ets is uitgezocht voor een bepaal cl doel

voor dat leven, en de persoonlijkheid zal tevreden moeten z ijn

met zich niet te ontwikkelen, maar de les te leeren van het

oogenblik. Het is een ding van het tegenwoordige, niet van

-
Markering
-
Opmerking over tekst
hoger manas buddi-manas
-
Opmerking over tekst
monadische
-
Opmerking over tekst
antahkarana causaal voertuig
-
Markering
-
Markering
-
Opmerking over tekst
de persona
-
Opmerking over tekst
het goddelijke, de monade, atma-buddhi-manas
Page 143: De Zeven Stralen - Ernest Wood

1 53

de eeuwigheid. Daarom moet het zich geheel overgeven aan

het hoogere, zonder eenige hoop op iets voo r zichzelf, behal­

ve zij n belooning in devachan. Als het dat niet doet, wordt

het de tegenstander van het hoogere, de dwarsbooroer van

zij n doeleinde.

Di t alles vindt men terug in het Egyptische verhaal van Osi­

ris. Het hoogere zel f is Osiris. Osiris heeft zijn werk te ver­

richten op de hoogere gebieden. Hij kan niet beneden blijven

om oorlog te voeren met Typbon of Set, maar hij zorgt voor

een zoon, Horus, voor dat doel. Horus is het antahkarana.

Het antahkarana is het eenige, dat goddelUk is in de per­

soonlijkheid en het is een kleine incarnatie van zij n eigen va­

del·. Dit verklaart den term "Geboorte van Horus".

Laten wij dan nu onze aandacht wijden aan het verschil, dat

er bestaat tusschen de persoonlijkheid en de lichamen. Horus

behoort de heerscher over de persoonlijkheid te zijn. Dat wil

zeggen, hij behoorde een koninkrijk op aarde te vestigen, dat

zijn vader vertegenwoordigt. In zoo'n geval zouden de licha­

men soorten van stof tot zi eh trekken, een soort van trilling

v erkrijgen en vormen en gewoonten tot stand brengen, die

i n overeenstemming zouden zij n met een persoonlijkheid van

omhoog. Horus zou dan de goddelijke persoonlijkheid in den

men sch zijn, volkomen in hamwnie m et de drie hoogere be­

ginselen, gegrondvest in een koninkrijk op aarde als in den

h emel en de goddelijke tetractys (van één soort) zou ge­

vorm d zijn.

1\I aar daar i s karma, waarmede rekening moet gehouden

worden - het karma van de daden, die begaan werden door

middel van het stoffelijk lichaam in vroegere incarnaties.

Dat karma doet zich gelden en vormt dat lichaam van buiten­

af, door erfelijkheid en andere middelaars, zelfs vóórdat het

geboren is. Dingen van buiten bestoken het op ontelbare

wij zen vanaf het oogenblik d er geboorte en zij doen neigen

Osiris

Typhon / Set

Horus

karma

-
Opmerking over tekst
de wachter op de drempel
-
Markering
-
Markering
-
Markering
-
Markering
Page 144: De Zeven Stralen - Ernest Wood

1 54

tot het opbouwen van een ander soort persoonlijkheid. ï')

ph on wil de heerscher zijn. Wint h ij tot op groote hou� 1_ :.:

den slag in de een of andere incarnatie, dan krijgen wij h t l ongelukkige verschijnsel van de vestiging van de "zelf-pvr­

soonlijkheid".

Toch is die nederlaag nièt voor niets. Als het hoogere n og

niet in staat is de meester te zijn te midden van de ervarin­

gen, die vroeEer karma brengt, dan toont dat alleen aan, dat

het nog in een toestand van uiterlijke in plaats va.n innerlij l;:e

leering is. Het moet door ervaring leeren, soms door bittere

ervaring. Maar alle ervaring, die karma brengt, is gooerl

voor de ontplooiïng der ziel en 0 fschoon zij komt onder het

mom van een vijand, zij is in werkelij kheid de beste al ler vrienden. Daarom is tenslotte Typbon geen vijand, ma:lr i s een tweede plaatsvervanger - een plaatsvcrvanger voor het

antahkarana - die een regelmatige voortgang verschaft aan

de oefening van het hoogere, een middel om den groei er

van te doen voortgaan. Het is de vertegenwoordiger van de

Reeren van Karma.

Nu komen wij aan het moeilijke van de zaak. Ik heb gezegd,

dat het antahkarana een plaatsvervanger is van het godde­

lijke, het hooger zelf . Het is niet heelemaal waar, maar het

scheen mij toe, gezegd te moeten worden, opdat wij tot een

dieper waarheid zouden komen. Het goddelijke is het onder­

werp van de ervaring, degene, die de ervaring opdoet. het

stoffelijke is het voorwerp. Deze twee kunnen niet samen­

komen door iets, dat in een van beide is, maar zij komen bij

elkaar, omdat zij beide abstracties zij n uit een grooter geheel.

Laten wij ons het verhaal van de Zuil van Licht weer herinne­

ren. Vishnoe (de Tweede Logos, het Goddelijke) en B rah­

ma, de Derde Logos, (het Stoffelijke) konden niet samen

opschieten, totdat Shiva (De Eerste Logos) verscheen en

hun bewees, dat hij geheel boven hen beiden stond. Toen kre-

Typhon

-
Markering
-
Markering
-
Opmerking over tekst
Het hogere
-
Opmerking over tekst
welke ziel? Ziel/atman? nous? psyche?
-
Opmerking over tekst
Horus
-
Opmerking over tekst
Osiris
-
Markering
Page 145: De Zeven Stralen - Ernest Wood

1 55

gen zij Hem beiden lief en begonnen samen te werken, ge­

hoorzaam aan Hem. Hij wilde echter niet bij hen blijven,

maar bracht harmonie tusschen hen en beloofde, dat zij Hem

weer zouden zien, als hun werk geëindigd was. De harmonie

bleef, een verbindingsmiddel tusschen het onderwerp en het

voorwerp, de kenner en het gekende, het goddelijke en het

stoff·elijke. Die harmonie is maya ; zij is ons leven, dat een

plaatsvervanger is van het werkelijke leven.

In den mensch is het antahkarana de vertegenwoordiger van

maya en zoo ook weer het stoffelijk lichaam, dat het steun­

punt is van karma. En daar de monade de Eerste Logos is

in den mensch, het hooger zelf de Tweede (met drie vermo­

gens) en het lager zelf de Derde (ook met drie hoedanig-he­

den) , vertegenwoordigt het antahkarana dien Eersten Logos

(de monade) , totdat het vereenigde werk van den Derden en

Tweeden Logos voltooid is. Als dat ten einde is, is het

antahkarana niet langer noodig, want de mensch heeft zij n

menschelijken loopbaan voleindigd en zij zijn opnieuw i n de

tegenwoordigheid van hun Heer (de moande) . Alzoo bij het

bereiken van Adeptschap houdt het antahkarana op noodza­

kelijk te zij n, daar dan het ego zelf slechts een werktuig wordt ;

het bewustzijn is niet langer de mensch zelf, maar alleen een

stel krachten.

Hatha Yoga wordt als de magie van dezen straal opgege­

ven. In Indië is dit gebaseerd op de theorie van overeen­

komsten, en het geloof, dat evenals de geest het lichaam

beïnvloedt, het lichaam den geest beïnvloedt. De aanhangers

er van beoefenen de strengste beheersching van het lichaam,

niet door het opleggen van martelingen aan of verwonden

van dat lichaam, behalve door sommige onwetende en bijge­loovige volgelingen van dezen dienst, maar door het in den

meest volmaakten toestand van lichamelijke gezondheid en uithoudingsvermogen te brengen en op het etherisch dubhel

-
Markering
-
Markering
Page 146: De Zeven Stralen - Ernest Wood

1 56

in te werken door stelsels van ademhaling - alles ten einde

vermogens van den geest of siddhi's te verwerven, of groote

concentratie te verkrijgen. De magie hield niet alleen rekening met het

scheidenbeid van

maar met een groote ver­

en werkende door symbolen en overeenkomstigheden, brachten zij gevolgen teweeg in de

innerlijke en uiterlijke werelden. Alles wat ui terlijk wa<:

scheen voor hen een beteekenis en gevolg innerlijk te heb­

ben ; zoo nauw verbonden zij de innerlijke en uiterlijke we­

relden in hun gedachte en in hun leven eveneens.

S· Op den vijfden straal vinden wU vuur�<enoemd

kenmerk en alchemie als de magie. Dit

op den wetensc

zette waarheid en reinhe i d vereischt worden voor succes.

Agni, of vuur in al zijn vormen, heeft veel te maken gehad

met het werk van den mensch in de scheikunde en natuur­

kunde en alle andere takken van zuivere en toegepaste we­

tenschap. Het houdt verband met het concrete denkvenna­

gen van den mensch en ook met het zeer belangwekkende

feit, dat de wetenschap bij na geheel afhankelijk is van het

en daarom van den middelbaar van

een vorm van agni. Indien bUv. kennis omtrent

den aard en de warmte van een lichaam noodig is, dan raakt

de wetenschappelijke mensch het net met zij n vinger aan om

van de warmte kennis te krijgen door het gevoel ; hij gebruikt een thermometer om de warmte op een zichtbare wijze aan

te duiden. Zooals ieder weet, is het Zoroastrianismc de

dienst van het vuur en van de reinheid.

6. De zesde straal heeeft het kenmerk "incarnatie der god­

heid" en als middel van magische kracht, bhakti of toe­

Dit komt volkomen overeen met ons schema, want

de vrome van dezen straal ziet op naar God als goedheid

Page 147: De Zeven Stralen - Ernest Wood

I S7

geïncarneerd in de objectieve wereld, niet naar abstracte

godheden, die meer aantrekking hebben voor menschen van andere stralen. Het Christendom is steeds grooten­

deels een godsdienst van dit type geweest, niet onverschil­

lig voor de schatten en welvaart op aarde en in het toe­komstige leven.

7· Om de een of andere onbekende reden was het kenmerk

van den zevenden straal niet gegeven, waarschij nlijk omdat

indien schoonheid genoemd was, het diepe ervan over het

hoofd zou gezien zijn. Alle verslagen over de betrekkingen van

den mensch met de groote deva-evolutie toonen, hoe dier­

baar aan die wezens alles is wat schoon is in de natuur

en in de kunst, in vorm, kleur en klank en op e lke andere wijze. Vooral heeft m en in aanmerking genomen, dat heer­

lijke geuren hun behagen en hen aantrekken. Dat ceremo­niëel de magie van dezen straal zou zijn, is niet onnatuur­

lijk onder deze omstandigheden, en de schitterende kleu­

ren en rythmische bewegingen, die het bijna altij d verge­

zellen, kunnen de psychische omgeving of atmosfeer voor

de menschheid verbeteren, door de deva's in nauwere aan­

raking met ons te brengen. Gevoeligheid voor h et bestaan cler onzichtbare wezens in de natuur heeft eveneens geleid tot de vroege vormen van deze werkzaamheid, waarbij de

mensch in aanraking kwam met natuurgeesten en deva's

door geschikte ceremoniëele vormen.

Page 148: De Zeven Stralen - Ernest Wood
Page 149: De Zeven Stralen - Ernest Wood

"0, wijze mensch, laat varen het denkbeeld dat N iet-Geest

Geest i s" - zegt Shancharacharya.

Atma is Niet-Geest i n zij n eindelijken Parabrahimschen staat ;

of I,ogos, is Geest ; of, zooals het Occultisme

het i s een samengestelde eenheid van geopendbaarde l evende

Geesten.

DE GEHEIME LEE i \ .

Ofschoon lshvara is - onvera n derd in de dicp �te

ten van Pralayas en in de mce�t in tense werkzaarnheid van

M anvantaras, boven hem i s ATl\il A, rondom wiens tent de

duisternis h eersch t van eeuwige MAYA.

GEHEIME LEER.

Page 150: De Zeven Stralen - Ernest Wood

H OOFDSTUK XIX.

UW STRAAL.

Deze kenni� van de stralen is slechts voor hen, die een ideaal

hebben, een Ster, stralende in het Oosten, die hem aantrekt

met een onweerstaanbare betoovering, zoodat ze niet anders

kunnen dan zich een weg er h een banen, als hun levenspad.

Anderen, die nog leven voor de bevrediging van het oogenblik,

van het lichaam en de zinnen en het denkvermogen, zij n

nog de dienaren van maya, en zij hebben nog de voorbijgaande

genoegens van het dier. Maar slechts hij , die een standvastig

ideaal heeft, is op weg naar het werkelijke leven, dat ananda

is, geluk en zelfs dan, als hij het pad vlug wil gaan, heeft hij

niet alleen de leidende ster van zijn ideaal nooclig, ver boven

hem en voor hem uit stralende in de duisternis der nacht,

maar ook een lamp der deugd voor zijn voeten en een kracht,

die zij n leden beweegt. Meer nog, als hij het met den groot­

sten spoed wil gaan, moet hij uitmaken, welke de ster is, die

hij bestemd is te volgen en welke deugd en kracht hij moet

hebben, of met andere woorden, hij moet zij n straal uitvin­

den .

Dit i s slechts mogelij k als zijn leven van binnen uit bestuurd

wordt. Onlangs heb ik twee schaakspelers gadegeslagen. De eene boog zich over het bord heen met gespannen blik en ge­

rimpeld v oorhoofd en zijn vingers beefden, terwijl hij zijn

zetten deed ; de ander leunde achterover, terwij l hij kalm het

bord bestudeerde, en als hij stukken aanraakte, was het met

een natuurlijke en onmerkbare gratie. Hij, die het pad tot het

geluk wil betreden, moet beseffen, dat het leven zulk een spel J l

Page 151: De Zeven Stralen - Ernest Wood

1s en niets meer. Het

twee werelden. Laten

162

op het punt van samenkomst van

de plaats, waar ik de buitenwereld

ontmoet, "mijn wereld" noemen. Het is niet geheele we­

reld maar slechts dat gedeelte er van, waarin mijn spel ge­

wordt, waar dingen mU aanraken en beroeren door

de zinnen en ik ze beïnvloed door mijn gedachte. Vele dingen

er in tijd en ruimte, die mij niet aandoen in den loop van

het huidige spel en vele dingen zijn boven het bereik van mijn

krachten ; maar zeker i s dat e r een streek is , die

wereld" grooter of kleiner naar de mate, dat ik uitgegaan

ben in de wereld en haar in de hand genomen heb, of in het

spel des levens ben getreden.

Alle stukken op dit hord zijn dingen om te gebruiken

koning, koningin, r<J.ad:;heeren, kastcelen en pionnen-fa-

rijkdom, roem, vrienden, zakenrelaties en zelfs het

l ichaam, met zijn hoedanigheden van gezondheid en kracht

in organen en leden, zintuigen en hersenen, en zijn physieke,

gevoels- en denkgewoonten. Het spel speelt zich voor u af in

uw wereld, de plaats van samenkomst van het verborgen zelf

en de grootere wereld. In het begin zUt gij veilig, maar

doet een zet, om uwe krachten te vergrooten of er gebruik

van te maken en onmiddellijk staat gij bloot aan aanvallen.

V oor iederen zet van u komt er een zet als antwoord, in de

wereld, waarin actie en reactie onafscheidelijk zijn. Goede

standen, slechte standen, komen en gaan ; pionnen en raads­

heeren vallen, maar zij t niet gevallen en gij leert de stuk­

ken alleen waardeeren om het gebruik en laat ze rustig

los, als ge door ze op te offeren, tot een beteren stand kunt ko­

men. ZU vallen, raadsheer, kasteel, koningin, maar gij ligt

niet ter neer. En gij zijt zelfs niet verloren, zelfs wanneer

de koning zelf gevallen h�j , die uw laatste stuk op het

bord is. Het is geen aanleidin,g tot droefenis, want als gij

Page 152: De Zeven Stralen - Ernest Wood

het spel volgende.

1 63

gespeeld hebt, zult sterker staan voor het

De gebeurtenissen des levens beroeren u nooit in werkelijk-

doch doen alleen uw wereld aan. Buig u angstig voor­over, vol van on-wij sheid en het zal l ijken, of het ,verlies van een pion rof een kasteel een letsel van het zelf is, maar in

werkelijkheid heeft niets uzelf beroerd, doch sl echts uw we­reld en alle gebeurtenissen gunstig voor de kalme en

werkzame ziel. Zit rech top en leun achterover en gij zult het

aldus zien.

Ik zou stadia willen vaststellen in den of

evolutie van de menschelijke ziel, en overal kan men men­schen zien op verschillende sporten dezer ladder : Stadium I . A chterover leunend.

" 2. Rechtop zittend.

"

"

"

3· Voorover buigend.

4· Rechtop zittend. 5· Achterover leunend.

H et eerste stadium is dat van den pri mitieven en onontwaak­

ten mensch, of hij beschaafd is o f niet, traag en !:Onder be­

langstelling, slechts tot handeling bewogen door de harde slagen van het lot. Het tweede is dat van den mensch, die

geleerd heeft, dat de wereld dingen van groot genot bevat

en hij is vol gretigh ei d daarvoor, tot aan gulzigheid toe. In

het d erde stadium is hij nog vervuld van ve rlangen,

maar heeft ontdekt, dat de wereld vol gevaren en

elkaar-opwegingen i s, en bepaalde eigen wetten hee ft, en is bezorgd, om het brooze vaartuig van zijn bestaan veilig

.door de stroomversnellingen des levens te sturen. In het vier·de stadium is de mensch nog verdiept in het spel, maar hij speelt het met waardigheid, zelfs al voelt hti scherp iedere

winst en ieder verlies ; doch in het vijfde speelt hU het spel

al s iemand, die onsterfelijk is, die aldoor weet en

voelt.

dat

Page 153: De Zeven Stralen - Ernest Wood

164

hij ten laatste niet anders dan winnen kan in het grootere

spel, waarvan dit een deelt je is, omdat hij steeds door ster­

ker wordt. Hij i s verlost van angst, ontevredenheid en w rok ;

voor hem zijn hoop en vrees verdwenen, hij kan zich niet

overl�veren aan de genade der gebeurtenissen door te w en­

schen, dat zijn tegenstander zal handelen, zooals hij dat

wenscht. Wat er ook gebeurt, hij verliest zijn kalmte niet ;

hij speelt het spel, terwül hij achterover leunt, tegen zichzelf

als h et ware en zijn slapende kracht is als die, achter den

sprong van den tijger. Zooals anderen hun heelal van erva­

ring onderscheiden hebben in twee practische gedeelten "ik

en de wereld", heeft h ij het onderscheiden in drie practische

gedeelten, "ik", "mij n wereld" en "de wereld". Nu heeft hij

niets te vreezen van "de wereld." maar slechts van zichzelt

en zijn eenige zorg i s, waakzaam te zij n en zijn krachten te gehmiken en ze nooit te laten slapen.

Als hij dezen staat tot op zekere hoogte bereikt heeft, i s de

vraag : hoe kunt ge uitvinden, wat uw straal is ? Het is on­

mogelijk ook maar eenige regels vast te stellen, door middel

waarvan deze ontdekking gedaan kan worden, maar er zijn

zekere vragen, die gij uzelf kunt stellen, die het neerdalen van

i ntuïtie in uw hersenen kunnen bevorderen. Gij kunt nu een

sterke neiging hebben voor geleerdheid o f phi!antropie of

kunst, maar ze kunnen een voorbijgaande phase zij n, een be­

langstelling, die haar opwekking vindt door de omgeving.

Vraag uzelf eerst af, op welke wijze de belemmerende beper­

kingen van de behoeften uwer ziel weggenomen werden door

de groote theosofische wetenschap. ( I ) S cheen het of zij een

eindeloos pad van overwinning ontsloot voor de zegenvieren­

de vordering van de omhoog strevende ziel ? ( 2) Scheen zij

de hinderpalen te verwijderen voor de universeele verruiming

van het zonnige hart ? (3) Nam zij de verwarring weg van

een geest, die alles trachtte te bevatten in één alomvattend

Page 154: De Zeven Stralen - Ernest Wood

IGS

plan ? ( 4) Toonde zij aan, dat er geestelijke doeleinden wa­

ren zelfs op de donkerste plaatsen des levens en dat zelfs in de volmaking alle onvolmaakte dingen ook een rechtmatige

plaats zouden hebben ? ( 5 - 7) Beloofde zij u tijd en gele­

genheid voor de volmaking van kennis of een eindeloos ver­

schiet van aanraking met alles dat men zich denken kon als

het meest glansrijke of de zekerheid van eindelij ke volkomen

vaardigheid in een kunst, die zelfs de energie van een ge­

h eel leven niet tot algeheele voltooiing zou kunnen brengen ?

Laat uwe gedachten een poos op deze clingen rusten zonder

eenig verlangen, dat uw straal deze of die mag zijn en dan kan uwe intuïtie spreken.

Dan kunt gij uzelf afvragen, terugblikkend, welke uw in­

vloed op anderen geweest is. Dat zou u iets kunnen zeggen,

daar ieder geeft wat hij heeft, en niets anders. H ebt gij ze ster­

ker dan te voren achter gelaten en beter in staat om aan de

grillen van het lot het hoofd te bieden door hun aanraking met

u ? Hebt gij ze opgewekt tot een grooter gevoeligheid voor een ander leven dan het hunne, dat de wereld doordringt ?

Zij t gij de oorzaak geweest, dat zij van binnen uit het my�te­

rie van het leven begrepen ? En al deze dingen zelfs zonder

de gedachte van uw kant, om dat te doen, alleen maar door­

dat gij er waart ? En ook, hoe heeft de wereld u onderricht ?

Als gij door ervaring heldere en bepaalde lessen geleerd hebt, dan hebt gij waarschij nlijk eerst gehandeld en daarna

nagedacht in uw verleden ; maar als de wereld u vriendelijk dingen heeft voorgezet, te uwer keuze en beoordeeling, dan

is waarschijnlijk het omgekeerde het geval geweest.

Bovenal, wat is het, dat gij in het diepst van uzelf wenscht ?

Stel al uw b egeerten terzijde en vraag uzelf af wat gij in­

derdaad wenscht e n neem geen oppervlakkig antwoord aan, m aar vraag uzelf af, waarom gij dat antwoord geeft en wat de diepere behoefte i s , d ie achterblij ft. Indien gij een

Page 155: De Zeven Stralen - Ernest Wood

!66

liefde of tegenzin, een v oorbijgaande en oppervlakkige

voorliefde of afkeer voor een der stralen h ebt, dan zal die

uw beeld van de waarheid verwringen. Gij moet volkomen be­

reid zijn, wat dan ook va:n de intuïtie aan te nemen en haar

niet in twijfel trekken, hopende dat haar antwoord d i t of d at zal zijn.

Nogmaals kunt gij het veld v an onderzoek verkleinen door

de beschouwing van de drie krachten van den geest ; in hun

Raad, wie de voorsteller is van de meeste besluiten en wie

de andere tot actie brengt ? Zoekt gij kennis en m acht uit liefde, die u doet verlangen God te dienen of uw mede­

menschen te h elpen ? Zoekt gij het gezelschap van anderen

en de kansen des levens ter wille van het begrijpen ? Of is

het de kracht van het zelf, dat, bestaande, ten volle l even moet en u in de wirwar van het leven zendt, omdat hetleven het leven is en overvloedig geleefd moet worden ? Of

treft ge bij het diep inne schouwen eenig standvastig voor­

nemen aan, een onafgebroken voortstuwen ; of treft ge daar

een nooit verminderende liefde aan, steeds gereed om de

!t::vens van anderen te omvatten ; of vindt ge daar een onop­houdelijk strtven naar de vlekkelooze waarheid ?

Toets u dan verder in uw falen . Er zij n drie groote geeste­

l ijke wetten, die geen waar mensch ooit b ehoor de te ver­

cntachtzamen ; hij moet wakker zij n en zij n krachten gebrui­ken ; hij moet waar zijn ten opzichte van zichzelf en an­deren en vol l iefde. Als h ij h et hoogste zoekt, is h et on­

vergeeflijk en niet te rechtvaardigen, ( desniettegens taan­

de zal hij het doen, maar steeds minder, naarmate de tijd

voortschrijdt) w anneer ook, een dezer beginselen ter wil­

le van een ander prijs te geven, te midden van de botsin­

gen, die de plicht brengt in het practische leven. Welk hebt

gij i n het verleden prijsgegeve n ? Was het om vriendelijk te zijn, dat gij onwaar zijt geweest of dat gij door uw trouw

Page 156: De Zeven Stralen - Ernest Wood

1 67

aan d e waarheid smart veroorzaakt heLt oi dat gij , terwij l

gij e en werk bevorderdet, dat goed bedoel d was en u van

vitaal belang toescheen, toegestaan h eb t, dat waarheid en

liefde daarbij verslapten. Het beginsel, waaraan gij vastge­

houden h eb t, kan uw straal aanwij zen. M aar al die dingen

zij n slechts een onzekere h ulp, omdat de kennis yan bin­

nen uit moet komen.

Het is noodzakelijk, dat gij bij deze poging om uw straal

te ontdekken, u niet met an deren yergelij kt. Het zou kun­nen, dat gij zwakker zij t yan begrip d an n�le anderen, die

gij kent, en dat het toch het sterkste in uw karakter is, daar de andere beginselen nog zwakker zijn. H et zou ook

kunnen, dat iem ands s traal liefde is en dat toch zijn wil sterker is dan die van een ander, die zelfs tot den eersten

straal behoort. De vraag is niet hoe gij staat, vergeleken

met een ander, maar welk beginsel de leider is van de krach­

ten in uw eigen ziel. De volmaakte mensch is in de zwakste

dier beginselen even sterk als de nog onvolmaakte mensch

in zij n sterkste, w ant hij heeft in alle alles tot stand ge­

bracht wat voor een leYend wezen in een menschelijken

vorm mogelijk is.

Als gij mv leielster gekozen hebt, zullen de volgende de

lampen zijn, die uw voeten zullen bij lichten d oor het yer­

w arde struikgewas van het leven en de krachten, die u zul­

len voortdrijven op uw pad :

StraalI 2 34567

Ster Vrij heid Vereeniging Begrip Harmonie Waarheid Goedheid Schoonheid

LampMoed Liefde Waarheid Moed Waarheid Liefde Moed

Kracht Wi l Liefde Gedachte

Verbeelding Gedachte Liefde Wil

Werk Regeering Philantropie Wijsbegeerte Inzicht in verhoudingen Wetenschap Religie Kunst

De kwestie wordt soms nog ingewikkelder door het aan­

wezig zijn in het karakter van een sterk tweede beginsel.

Page 157: De Zeven Stralen - Ernest Wood

r68

Natuurlij k heeft elke straal zij n zeven onderverdeelingen

en ieder d aarvan weer zeven, maar die vallen buiten be­

schouwing, omdat binnen een beginsel de kenmerken van

dat beginsel al die schakeeringen overheerschen, evenals alle

tinten van geel gee l zijn en alle tinten van groen groen.

Maar het kan zij n dat het volgend sterkste beginsel in

iemands gestel, een eigen stem heeft, helder en sterk en

onder sommige omstandigheden des levens bijna even s terk

op den voorgrond tredend als het eerste. Verschillende

denkbeelden heeft men verbonden met den term neven -

s traal, maar hier wensch ik dien te gebruiken, om dit be­

ginsel, het tweede in sterkte, aan te duiden.

Page 158: De Zeven Stralen - Ernest Wood

HOOFDSTUK XX.

VOORUITGANG ZONDER GEVAAR

Het doel van ons leven in h et huidige stadium is ons bewust­

zijn, o f liever onze bewuste krachten te ontwikkelen tot men­

schelijke volmaking en deze kennis der stralen is van het

hoogste nut voor dat doel. Als iemand weet, welke zijn straal

is , heeft hij zijn sterkste macht onclekt. Als h ij die sterkste

macht gebruikt, zal hij vlug vooruit gaan, met schitterende

of noodlottige gevolgen, zooals het uitvalt. Het is grootendeels

om het groote gevaar, dat er mede gepaard gaat, hetwelk niet

licht overschat kan worden, dat kennis omtrent de stralen te­ruggehouden is, totdat degenen, die in aanmerking komen

haar te ontvangen, veel geleerd hebhen omtrent den aard

van h et menschelijk leven en de werkelijkheid der broeder­

schap. Als iemand vervuld is van één ieleaal en hij vereenzel­

vigt zijn leven daarmede, clan komt hij in de verzoeking, in die

ééne richting voort te gaan en zijn zwakheden te veronacht­

zamen en in al zulke gevallen is het bij na zeker, dat de poging

tot vooruitgang eindigt in een mislukking. Hoe dat teweeg­

gebracht wordt, kan voldoende verduidelijkt worden door één

of twee eenvoudige voorbeelden. Indien de mensch de waar­

h eid zoekt op de wetenschappelijke straal en hij heeft weinig

liefde of toewijding in zich, dan zal de aspirant spoedig niet

alleen in staat zijn tot p roeven op dieren, maar ook op men­

schen. Als iemand tot philantropie in staat i s , en met groote

kracht die lijn volgt, maar te kort schiet in beide soorten van

verstand, clan zal hij zonder het te willen, de meest dwaze

dingen doen in zijn ijver voor het welzijn der menschheicl

(karma en dharma)

BG 8:3[...] Activiteiten die verband houden met het ontwikkelen van de materiële lichamen van levende wezens worden karma of resultaatgerichte activiteiten genoemd.

Page 159: De Zeven Stralen - Ernest Wood

1 70

en zelfs revolutie en bloedvergieten verwekken als

genoeg bezit.

macht

Het groote n�tt ·van deze kennis omtrent de stralen is, dat

uw kracht :::ult vinden en gevoelen en haar dan lot het

uiterste gebruiken, om de andere eigenschappen in u te ont­

wik kelen, waarin gfj betrekkeifik te kort schiet.

die mijn boekje "Opbouw van het Karakter" gelezen heb­

ben, zullen zich herinneren, dat alle sterke menschelijke on­

deugden duiden op een te kort schiete n in het karakter, v e rge­

zeld van een zekere kracht. Een karakter, dat in al le opzichten

zwak is, heeft de kracht niet, veel uit te richten, en z ulk

een persoon wordt gewoonlijk gerangschikt onder d e goede

menschen, o fschoon het moeilijk te zeggen zou zijn, waar­

voor hij goed i s . Als etn mensch zi et, dat hij een positief

gebrek heeft, behoeft hij niet te trachten, zijn kracht te o n der­

drukken en te zeggen : "l k h eb te veel gevoel, of te veel ener­

gie o f te veel wil. " Laat hij zeggen : "Ik heb veel wilskracht,

maar een gering stel menschelij ke gevoelens, en ik moet mijn

wilskracht gebruiken om m ij zelf te dwingen onder de men­

schen te gaan en aan ze te denken en ze voortdurend te hel­

pen, totdat mijn menschelijke aandoeningen een hooger peil

bereikt h ebben." In dit geval en alle dergelijke gevallen, wint

d e mensch veel, maar verliest niets, want hij ontwikkelt zUn

wi lskracht precies op dezelfde wijze als hij haar zou gebruikt

hebben voor zelfzuchtige doeleinden, maar ontwikkelt liefde

terzelfdertijd. Natuu rlijk is het moeilijk, zij n beweegredenen

te veranderen, maar h ij die beseft, dat het doe1 van het men­

schelij k leven ka rakteropbouw is en gelooft i n reïcarnatie,

zal spoedig zien, dat alle kleinere beweegredenen l a ngzamer­

hand verdwij nen en dat terwij l hij zij n best doet voor zich­

zel f, hU in de ruimste en m eest weldadige verhouding komt

tot anderen.

Page 160: De Zeven Stralen - Ernest Wood

I7I

Het zel fd:: principe ook op bij de verhoudingen met

de buitenwereld en de maatschappij . De stralen zijn geen a f­

ladders, w aarop de men�chen a fgeschei den van el­

kaa r omhoog klimen. vormen tezamen een organisme. Zoo

kan de mensch van een bepaalden straal zichzelf getrouw zijn,

gaven gebruiken, doch daarbij "",.," ,..J.,1· te vol doen, doch om dotJ einden van anderen

mits die goed zijn en u it de ziel voortkomen.

Evenals de c·ogen werken ten behoeve van handen en voeten,

en de voeten onze handen en oogen ronddragen, zoo kan de weten schap"man aL; i ngenieur of architect een tempel bouw<.:n

voor de toegevvij den, of kan een kunstenaar de woning of den tuin ontwerpen voor den w ijsg-eer.

Op dit pad van vooruitgang naar volmaakt bewustzijn is het

niet noodig, dat men zijn aandacht aan alle zeven stra­

len en beproeft zich i n alle daarvan te volmaken. M aa r m en

moet beproeven, zich in drie er van te volmaken - één, die

de uitdrukking Î8 van den wil, een andere van de liefde en

nog een van de gedachte. Dus als h ij een w ijsgeer i �,

zich niet d ruk te maken om uit te munten i n we­

sterk hecht aan de kunsten van den ze-

behoeft hij zich niet in het bij zonder moeite

te geven voor het werk van den eersten straal. Voor dit doel

echter kan hij, wiens sterkste beginsel h et vierde i s, er op

rekenen, dat zU n eerder in twee of zes en

drie en v ij f, dan in één of zeven, omdat er een sterk verband

bestaat tuschen de stralen één, vier en zeven, zooals dat ook

bestaat tuschen twee en zes, en d rie en v ij f.

Het is echter aan te bevelen, dat minstens één van de drie

gekozen l ijnen van zel f-oefening valt bi nnen de groep van

stralen één tot d rie en dat een der andere valt binnen de groep

f tot zeven ; dit zal een meer volkomen evenwi cht aan het

Page 161: De Zeven Stralen - Ernest Wood

J '7'> , ..

karakter geven en zal voorkomen, dat de aspirant te v er van

de wereld afstaat of er te veel in ondergedompeld wordt.

Ik sprak over het volgende sterkste beginsel van den mensch

al s zijn nevenstraaL Als dat bijkomstige kenmerk v an hem

zich toevall ig bevindt in dezel fde groep als zün straal, zooals

bijv. straal twee en nevenstraal drie, of straal vij f en neven­

straal zeven, dan zal dat ook neiging geven tot een oneven­

wichtig karakter. In dit geval zal hij verstandig doen als zij n

derde hoedanigheid, waarop hij inwerkt, een van de andere

groep te kiezen en al de kracht van zij n straal te richten op de

ontwikkeling daarvan.

Bij het kiezen van zij n drie l ij ne n van oefening moet men

voorkeur geen geweld aan doen. De hoedanigheid van

zijn straal moet zijn eerste keuze zij n en zij n tweede keuze

zal waarschijnlijk zij n wat ik zij n nevenstraal genoemd heb,

zijn tweede beginsel , wat krach t betre ft en dan zou hij moe­ten kiezen, wat h em het beste aan":taat van wat er over­blijft, als de regel, die ik aangegeven h eb, toegepast is. Hij behoeft dan niet te vreezen, niet zoo vlug vooruit te ko­

men als h ij kan, terwij l hij steeds de derde keuze als zij n zwakste punt beschouwt e n z ij n sterkste kracht voor d e

positieve ontwikkel ing daarvan gebruikt. Opdat de vlugste vooruitgang gemaakt zal worden, is het

noodig, dat hij ook de twee groote wetten begrij pt, die dezen voortdurend bevorderen. Zooals er twee groote be­ginsele n zij n in de wereld van ervaring - het g roote actie­ve beginsel, Vish noe, en het groote passieve b eginsel, Brah­ma, zoo z ij n er ook twee groote wetten, respectievelij k

dharma e n karma genaamd, die daartoe behooren e n deze beide wetten w e rken voor de ontwikkeling van het be­wnstzij n.

De wet van karma wordt dikwij l s beschouwd als straf,

die toegediend wordt aan hen, die anderen smart of moei-

dharma&

karma

Wet vankarma

-
Opmerking over tekst
Dharma: De plaats van een ziel op de ladder van evolutie; de wet van haar ontplooiing.
Page 162: De Zeven Stralen - Ernest Wood

veroorzaaktre karakter niet. Het J s

173

haar w;.­p lan in de

harmonie der waarduur men van b ui ten l e e rt, w:tt

men verzuimt te leeren door het gebruik van de krachtenvan zij n bewustzij n. Het i � de we rk wij ze der natu u r, er op

aan te dri ngen, dat m e n de vcrani w oonlel ijkheid op zichneemt, die men verkregen heeft duur het i k van de krachten van zij n bewue>tzijn , dil' 111 l'll op het oogc nb l ik v c ; -­

vvon:en heeft. I k zou w i ll en

rechtvaar-

e en

volgciH!en

zet te doen, a l leen umdat het niet

zooals gij het w enscht, ot omdat gij u slaperig voelt en gij het l iever opgeeft. Gij kunt niet passief zij n, maar moet. op gevaar van straf het spel des levens voortzetten, welk::> schei dsrechter geen o nwaardige laksheid van onzen kant

zal dulden. Ue wereld straft l uiheid, zelfzucht en

teloosheid e n geen mate van onsch uld zal i emand behoede1: door een au to o verreden te w orden, als hij er op staat,

of Fifth ven ue met gesloten oogen over t e

steken. Dat i s de wet v a n onze verhouding tot d e stofie-

w e reld en is precies dezelfde, die o n s onze hand

doet branden, als wij haar in h et vuur steken en ons ver­

stand niet gebruiken om den aard van het vuur op een

bescheidener wij ze te onderzoeken. Er kan d u s geen pas­

siviteit bestaan ; iedere aspirant op dit pad m o et op zij n hoede zijn, aandacht t e besteden aan h etgeen de wereld h em in het b ij zonder voorzet en moet gelooven dat een

les, speciaal voor hem bestemd, bevat, die noodzakelijk is Of men ontwi kkelt

van

w11, Hetae

en h et gcwilhg e r

van o p een actieve, en nadenkende Of

verant-woorde-lijkheid

= dharma

-
Opmerking over tekst
De wet van karma
-
Markering
-
Markering
-
Markering
Page 163: De Zeven Stralen - Ernest Wood

174

men zal onderricht worden m et geweld en met smart, als

het

nood ig-

is, van buitenaf. Terecht zegt Emerson :

ledere dag brengt een schip, leder schip brengt een woord ; Gelukkig zij, die geen vrees hebben, Zeewaarts ziende, vast overtuigd, Dat het woord, dat het schi p brengt Het woord is, dat zij wenschen te hnoreiL

Het is ook e en deel dezer wet, dat men het letsel of voor­

deel ontvangt, dat men anderen veroorzaakt h eeft, maar ook dat i s geen straf, doch zuiver opvoedi ng. Iemand, die

opzettelij k een ander kwaad doet, is ongevoelig voor de gevoelens en voorspoed van een ander en daar hij op deze wijze ongevoelig is, h eeft hij een h arde ervaring noodig om te leeren voelen ; nf het kan zijn, dat hij gedachteloos dom geweest is en n og eens een besl iste erva ri ng nuodig h eeft,

om hem te doen opletten. Er zij n wei nigen, die zon der deze les spij t hebben van h u n dw aasheid. " H ad i k m ij n God slechts gediend met h alf zooveel ij ver als i k m ij n ko­

ning heb gediend, Hij zo u mij i n m ij n ouderdom niet w eer­loos in handen van mij n vijanden ge laten hebbe n", zei \Vol­sey, en zij n wij ze van leeren was een typisch geval. De

kardinaal kreeg niet alleen de striemen, die hij anderen ge­geven h ad, m aa r wijsheid op, een inzich t van wat \ve n schelij k was i n h e t leven. Het strekt h em n iet tot o neer, dat hij het n i e t zien kon, totdat de wereld hem harde slagen toebracht ; dat 1 s

nu eenmaal het l even. Waarlij k het doel van i ncarnatie is

niet, te genieten van de krachten, die wij reeds verwor ven

h ebben, maar die te ontwikkelen, w aarin wij nog te kort schieten en de w e t van karma is al tij d aan het w e rk, om de uiterlij ke omstandigheden te verschaffen, die het best het

eyenwicht aan het karakter teruggeven. \Vanneer het ons

niet Iaat doen, wat w ij wcnschen te doen, omdat wij

Page 164: De Zeven Stralen - Ernest Wood

I 75

gemakkelijk en goed k unnen doen, i s het niet een vijand, maar een vriend, die ons het ware pad van groei wij st.

Om de grootst mogelijke V l •oruitgang te kunnen maken,

moet men eiet alleen genegen zijn het spel te aanvaarden,

zooals men het vindt op het schaakbord van het leven en be­

reid z ijn het tot het einde toe te spelen met welke stukken ook

en in welke.1 stand, maar men moet het doen met vreugdevolle aanvaarding en oprechte samenwerking en niet wenschen, dat het spel van een ander het zijne was. "Ieder komt tot volmaking", zegt de Gita,

"door op zijn eigen karma acht te

geven".

De andere wet, dharma, i s d i e van de ontwikkeling van het

bewu stzijn en er is waarlijk geen andere ontwikkeling, daar de vormen der natuur slechts gebouwd worden rondom het ontplooiende bewustzijn. Iemands dharma is zijn stand op de

ladder van bewuste ontwikkeling en het hoofdgedeelte de­zer wet is, dat de krachten van liefde, wil en gedachte groeien door het gebruik en op geen andere wijze. Het getuigt daar­om van wij sheid ah iemand zijn krachten gebruikt, zelfs alzijn ze gering, inplaats van hang ie zijn ze te gebruiken, om­dat hij niet de hoogte bereiken kan van anderen, d ie hij bewondert. Hij zal niet groeien als hij wacht, noch door te trachten een taak te vervullen, die zijn krachten te boven

gaat. Luisteren wij nogmaals naar "De Bhagavad Gita" :

"Beter is het zijn ei,2;en roemvol dharma te vervullen, (bn te

slagen in het vervu l l en van een anders dharma. Hij, die het

Kélrma doet, dat zijn eigen aard hem voorschrij ft, zondigt niet".

Het i s een trek der wet van karma - de verhouding van

den mensch tot de hem omringende wereld - dat wanneer

hij werkt langs een zijner stralen, hij terzelfdertij d de hoe­danigheid van de overeenkomstige straal ontwikkelt. Iemand,

die schoonheid nastreeft ab kunstenaar van eenigen aard. ont-

Wet vanDharma

-
Opmerking over tekst
Dharma: De plaats van een ziel (Ik-maker, ahamkara, atman) op de ladder van evolutie; de wet van haar ontplooiing.
Page 165: De Zeven Stralen - Ernest Wood

1 76

wikkelt tegelijkertijd wil en zelfbeheersching, die den eersten straal kenmerken. Iemand, die het pad van toewijding aan den Chri stus bijv., zal een steeds grooter veld van men­

broederschap betreden. Iemand, die de waarheid na­streeft als wetenschappelijk mensch zal ook eenigszins een wij sgeer worden. Iemand, die zich zet tot h et doen van werk met de grootst mogenike bekwaamheid, d.w.z. werk, waar­achter zich wil verbergt, zal komen tot ervaring en belang­stelling in schoonheid, omdat, zooals ik reeds zeide, be­kwaamheid i n handeling altij d schoon is, en tevens de oor­zaak van schoonheid i s ; h ij , die de gevoelens volgt van men­schelijke broederschap, kan beginnen met gevoelens van ka­meraadschap, maar hij zal eindigen met er een toewij dings­volle waardccring aan toe te voeg('H voor hen , die zij n meer­deren zijn, oud ere broeders in het groote nwn schelijke

de wij sgeer, die tracht de betrekking van den n icn sch tot de wereld te begrijpen, zal zich in het rijk der weknschap bevinden.

In de evolutie der volkeren is dit ook te zien. De groote wetenschappelijke neiging van ons tegenwoordig onderras doet het voortdurend in philosofie vervallen en brengt de

ontwikkeling van het hoogere denkvermogen ; en men kan in

Amerika al waarnemen, - waar de menschen mildheid en voorspoed vereeren, - dat de geest van het zesde onderras reeds een groote mate van broederschap voelt, zooals dat wellicht nergens anders in de wereld het geval is. Als broe­derschap haar weg in de wereld gevonden zal hebben in de

nog v er verwij derde r�jphei d van dat ras, zooals 'de weten­schap groote overwinningen heeft behaald, en zelfs in de kleinste onderdeden het huiselijk leven in het v ij fde door­drongen heeft, dan zal alles, mag men wel voorspellen, wat de mensch in het zevende ras te doen hee ft, zij n, het leven schoon te maken in alle opzichten en in alle onderdeelen en

Page 166: De Zeven Stralen - Ernest Wood

1 77

dat doende zal men komen tot een

het

genieten

van de

kracht van wil en

die de verlichte anar-

chie mogelijk zal di e onmogelijk is, totdat broeder-

schap haar rol gespeeld heeft.

12

Page 167: De Zeven Stralen - Ernest Wood

HOOFDSTUK XXL

TRAPPEN VAN ZELF-VERWEZENLIJKING.

"Ons nastaand en passend voor ons", zeide Emerson, "is dieo ude fabel v a n de Sphinx, w aarvan men zegt, dat zij aan

den kant van den weg zat en iederen voorbijganger raadsels opgaf."

Als hij niet antwoorden kon, dan verslond zij hem levend. \Vat is ons l even anders dan een ei ndelooze vl ucht van

gevleugelde feiten en gebeurtenissen ? In schi tterende ver­schei denheid komen deze ver a n deringen, die alle v ragen stellen aan den menschelij ken Die menschen, die niet met hoogere wijsheid deze feiten of vragen van den kunnen beantwoorden, d ienen ze. Feiten bezwaren hen,

tyranniseeren h en en vormen den sleur-mensch, den ver­standsmensch, i n wien een letterlijke gehoorzaamhei d aan feiten ieder vonkje van dat licht, w aardoor d e mensch waar­lij k mensch i s, heeft u itgedoofd. Maar als d e mensch antwoordt op zij n betere i nstincten of gevoelens en de

h eerschappij der feiten niet a anneemt, als een, die van een h ooger ras komt, dicht bij de ziel blijft en het beginsel

ziet, dan komen de feiten o p de rechte wijze neer en ne­men een h un passende plaats i n ; zij kennen hun meester en de geringste onder hen verhee rlijkt hem". Dit wijst er op,

zooals ik ree ds zei de, dat de mensch tot het b ewustzij n behoort e n als hij zich daaraan beslist houdt, behoeft hij niets te vreezen en zal alles wel met h em gaan. H et is

echter van belang, te weten, welk deel van datgene, wat een mensch gewoonlij k denkt, d at hij is, in waarheid slechts

Page 168: De Zeven Stralen - Ernest Wood

I79

een dee l is ,-an de wc rcl rt. Laten wij den mensch

ontl e d en en dit nagaa n .

J n d e eerst e plaats i � er een stel �to ffelUke lichamen - het

stoffel�jk l ichaam md zijn gezel l en op ij l ere ge bieden. Dit

vcrschaft een beperke n d werkt11ig vnor h et bewustzij n en

i n i n carn atie d a arin te kome n is hesl i st een daad van con­

cen tratie . Zooals i k h eb u i t gelegd i n mij n voordracht over

"Persoonlijke Psy chol o);i e en het Onderhewustzij n ," is het

l i c h a am letterlijk een camera --- een d o nkere kamer. Het

s l u i t ons af van de werel d . Het geeft ons rle we reld niet

weer, zoor�l s gewoon l ijk veronderstelrl wordt. De zintuigen

in het l i cha am d i enen echter om zij n w erki n g van verduis­

ter ing tot op zekere hoogte te temperen. Zij laten wat l i cht

binnen uit de wereld n :tar het bewustzij n en daardoor komt

er e e n zeer dui delijk beeld op het {loek van d e n geest. Het

zien b eh oort tot het hewus tzijn, nooit tot de kame r ; en

dat bewustzij n staat open voor d e w ereld en i s in staat

haar g-eh eel te zien, beh a! ve wann eer het deze camera is

b i n n engetred en, nm veel van zijn a and acht op één kleine

l i ch tstraal te con cen t rceren . Maar het

is voor de werel d , h eeft h et m eest vage en

grip van al l es een g-root ontw i kkeld onderbewustzijn is

h et, doch met -vvc l o n d crsch eirlen en schitterende ge deelten ,

d i e h e t gevolg zUn v an d i e hel dere en l evenrlige ervaringen,

die het verkregen h eeft door de c amera van het lichaam.

Een natu u rlijk gevolg hiervan is, dat de mensch in het li­

chaam slechts het eene ding na het andere behandelt ; hij

evolueert in het geheel niet in da t lichaam, en het lichaam

evolueert maar het doorloopt een reeks ver:anderingen

gelijk de j aargetij d e n en is steeds aan het verliezen zoowel

als aan het winn en . Het heteekent niet, dat de man van mid­

delbaren lee ftij d volmaakt i s en dat h et kind onvolmaakt is en de oude man onvolmaak1 . H et kind en de bej aarde man

Page 169: De Zeven Stralen - Ernest Wood

180

hebben hun volmaaktheid, d ie de rijpe man niet heeft.

Het heeft ook overeenkomst met de ervari ng van een kind

op school, dat in den loop van den een half dozijn l es­

sen neemt over v erschillende onderwerpen van verschillende

onderw�j z ers, in verschillende kamers. Het is een feit, dat

het kind morgen weer die schoollokalen zal binnengaan en in

elk daarvan meer zal leeren dan het den vo rigen kon,

want in h et r ij k der kennis, "zal aan hem, die heeft, meer

gegeven worden" en de kracht van het denkvermogen v e r­

meerdert aan dag. En het is eveneens een fei t . dat het

ons, in toekomstige incarnaties, terwij l i eder onzer de sei zoe­

nen van zijn leven doorloopt, beter zal gaan in elk daarvan

en wij rijker in bewustzijn zullen zijn. Vervolgens zal, terwijl

deze

verriikin!! vonrtschriidt . de C'apaci tei t van de zintuigen

bewustzijn in staat i s tot een

totdat het ten laatste in

houvast aan de

volmaaktheid open staat voor rle wereld, z iende zonder oogen en hoorende zonder

ooren, gereed den transeendenten toestand van Vi sh noe's

bewustzijn in te gaan.

Maar tot aan dien grooten d ag moet i eder mensch i n het

lichaam zich ten slotte h iermede verzoenen dat voor hem­

zelf als persoon in het lichaam er geen voo ruitg-ang en geen

nadering tot de volmaaktheid is .

in d e eene klas op het oogenblik leert, en daélr zijn volle aan­clacht aan wijdt, wordt datgene, dat hij een uur geleden i n

een andere klas leerde, grootendeel s verdui sterd. Het i s

zaak, van uur t o t uur t e leven, terwijl h ij het best gebruik van elk dier uren maakt. Het eigenlijke doel v an zijn

incarnatie is, iets nieuws te verkrijgen ; alle aandacht van

is daarop gericht en dat

werkzaam word t duidelijk ge-

zien en gevoeld als een t usschen andere dingen.

Page 170: De Zeven Stralen - Ernest Wood

!XI

Het tweede d ing 1 11 on;;.e is de persoonlijkheid.

is n iet het ::;ld

Het kleine kind maar iets dat m et hen i s opgegroei d .

hoe wel hel voel t e n denkt en w i l door

het l !c!Jaam,

1 11

1 1 et I Jegm geen

persoonllJk!JeiO, maar

aan wordt het gewikkel d in de derde persoon en denkt "lk

hen dat" en naarmate de ja ren voorbijgaan en h et l ichaam

wo rdt dat een zeer bepaald Het stoffelijk

l i chaam is op zekere WIJ Ze en heeft zich hepaalck·

bepaal de

, daarmede verbondeu ZIJ n weer

ei , ren aan het astraal"' en mentaal l i chaam en d i l al le s vurmt een per-

d i e up ecu hepaa lue wijze op de wereld

IJat is niet de mensch en het j u i ste voornaamwoord dat er voor geLruikt dient te worden i s "het".

Die persoonlijkheid is of b ehoort te zij n een werktuig,

iets f ijns t:n goeds, sterk, rein en bepaal d s en vooral uu1tig

leven� wandel waarbij bes l i ste en waar­

d evol le erv a r i ng door haa r verk re.�(cn kan worden. Toch be­

hoorde C\'11 le zij n , waardoor de m cnsch zelf

l i dhel •hcn en v. ilku Lm, uiet ecu d i ng dat a l leen ge-

wend is op u i i nl ijkc te ant woo rden, maar ook open

staande voor den mensch binnen in.

i k een voorbeeld geven van d i t werk. Als

een Eoed

sch rij ver of tcnni:;-srx�ler

is met

iemand, d ie

rechterhand,

even goed te schrijven of te spelen met zij n

weten w ij , dat d i t hem in v ele opzichten t o t voor­

deel zou strekken en als wij ons een persoonlij k mensch.

over

een groote

zouden w ij

van het

zoude11 zijn .

zich oefenen

in óén lichaam wonend,

zeggen, dat d i e

waard e n een deel van

linkerhand leerde

i ets

konden voor­

de moeite

volmaking

gebruiken zou

terwijl

Page 171: De Zeven Stralen - Ernest Wood

182

voor iets anders werkte. Zoo het b�j incarnatic ; de ware

mensch is de bekwame speler met de rechterhand, maar de

persoonlij kh eid moet leeren gebruik maken van al haar t ij d ;

mag haar tij d niet doorbrengen met het genieten o f ten

toon spreiden van dat, wat zij al verkregen heeft ; zij moet

toestaan, dat zij gebruikt wordt voor het verkrijgen van nieu­

we macht door den mensch van binnen. Onder deze o mstan­

digheden heeft iedere soort v a n persoonlijke eerzucht

kalpa in het Sanskrit genoemd) de eigenschap, haar minder

nut tig te maken voor den innerlijken mensch van bewust be­

staan en doel.

A l s de pe rsoonlijke mensch van oogenhlik tot oogenblik wil

leven, terwijl hij het werk van den i nnerlij kt·n meusch doet

en voor diens ielealen lee ft, i :-; hij die werkelijke mensch, maar

als h ij zich verbeeldt, i ets van zichzelf k zijn en het denk­

beeld ontwi kkelt, nog meer te worden, i:; h ij tot smart ge­

doem d. H�j moet geen gulzigheid van eenigerlei aard

zel fs niet die naar kenni s. In Bol iv ia tooncn de inla nd sche en

"halfcaste" v rouwen hun stand en hun w el vaart door zoo­

veel rokken als mogelij k is tegelij kertij d te dragen. I-laar

vorm van grootheid heft haar niet op, noch is h ij sti ch telij k

voor de toeschouwers. Hetzelfde i s waar voor de

heid, d ie tracht een wandelende encyclopaedie te zijn . Wat

de persoonlijkheid nooclig heeft, zijn zoodanige rijkdom en

het soort werk te doen, waar­

voor zij bestemd is in de wereld en wanneer men persoonlij k­

heden ziet, die zich meer dan dat toeëigenen, wordt men

herinnerd aan de vrouwen van Bolivia en haar rokken. Wat

men ziet in een mooien hond of kat o f paard of ander schep-

se! is ee.n soort i deaal voor de

k unnen zij n ; ze kunnen zelfs schoon

-- zonder u it­

ergens op h u n

Page 172: De Zeven Stralen - Ernest Wood

183

H et denk element in onze kan beschreven worden

Als het bewustzijn in den mensch on­

is geworden in die pcrsoonlijkheiJ, terwijl het

denkt "ik ben dit ' ' Jan heef t de persuonlijkh e i d het innerlij ke zelf van zijn troon

voor de belangen van

haar v erlenging en haar stof

makken en begeerten. Uan

gevoels- en mentale ge­

de mensch van iJealen,

de ware men:;ch, de rest van Jie incarnatie. Per-

1;.; goed, maar ze !I -persoon lijkheid is d e

v loek.

Um i s de bewuste wien� _ _

bestaat in

der stralen, die ik beschrt:ven

de werkzaamhellen van een

in het nastreven van een der

zel f-persoonl ij kheid kan ver-idealen. In de

mate.

dat

nietigen, terwij l hij zijn persoonlijkheid s terk houdt, zal zijn

geïncarnecnte l even vruchllJaar zijn . leder rncnsch kan zich­

zelf toetsen. Wanneer h ij vol van z�jn ideaal is, gaat alles

maar wanneer h ij in zel f- persooul ijkheid v ervalt, is

verloren. l,aat h ij , o m dit te onderzoeken zichzel f niet

a l leen a f vragen, wat zij n gedachten houdt, als

en

zulke essentiëele

niet denkt. Met h a rde oefening

staat zijn in de persoonlijkheid

van gevoel en gedachte tot stand

t e brengen, dat in haar rust meer naar binnen dan naar

bui ten open staat, met hclangstel ling voor idealen, niet slechts

voor persoonlijke dingen .

Het voornaamwoord, d a t nu op den mensch betrekking

h eeft, is "gij". M e n kan n i e t meer aan h em denken als aan een objectief ; om gekend te worden, moet h ij als

l e v en gevoel d worden , hetzij zoo door hemzelf gevoeld of door anderen. Op geen andere wijze kan hij gekend wor-

Page 173: De Zeven Stralen - Ernest Wood

den. Hier is dat de verZJamelde vruchten van den arbeid

der persoonlij kheid worden. Hier is iets, dat iu

kracht ontwikkelt, zoodat hij in één i ncarnatie e e n aantal

ding-en, die hij i n een vorige i n carnatie stuk voor stuk met

moeite h eef t opgestoken, i n één handvo l ( v an

wi l .

of liefde of

v an hestaau

blijft hetzel fde bewustzijn door

;J lk sto ffciijke v eranderingen heen. stof felij k ka11 niet veranderen en toch hetzelfde bl ij ven , door ZIJ n

maar dit bewuste "gij " kan zoo hl ij­\'en in een reeks v eranderi ng-en , waarin uw g-edach te en ge­

voel en w i l steeels grooter moge lij khei d zul len heGb e n en

\ uortd urewl een

12rooter

deel der

:,.,toffeliike

wercl cl z u l len

om vatten .

En toch i:-; dit l wvv u�lzij 11 op beurt niet het , zelfs

n iet op het ooge11hl ik. \ a n uver w Îl i i i Î J I ,_;·, wauuecr li d geen

incamatie meer noo d ig he e ft. J k moet het

, een cler vele , die deel u i t m a

ken van h e t B oven

het aclhyatma, en

. . , ,, . "gij IS

door al de

b eweging h een van het bew ustzij n i n den tijd, i s al tij d bij

Shiva. Denk dus n iet aan H\V bew ust zij n als uw werkelijke

l e ven ; denk n iet, dat hei i e ts is, dat u in staat s te lt, te le­

ven, want het is een feit, d at zelfs h et h oogere

sl echts een

hcoe rkin l!

is ; het i :.; slech ts een waar-

mede de t ij d verkend word t en het lk troo nt daarboven .

Daarom zeggen sommige der ou de wijsgeeren, dat I k en God één en hetzel fde w aren, e n toch zeiden ze "Neti , neti",

d . i . dit, n iet dit", wannee r iemand bepro efde God

of lk i n termen van de s tof te

beschrîi ven

of zelfs in ter

men van bewustzijn. Zelfs die nog geen onderscheid

weet te make n tn,;schen l i ch aam e n

i s hewnst ; zou ook hij, die niet weet, d:1 t

bewus tzij n, weet dat 1 k

Page 174: De Zeven Stralen - Ernest Wood

I8S

toch n og Ik i s zelfs te mi dden van h et tJc wus tztJn,

waar­

aan h ij verkeerdellik den kt, dat dit het zelf is. Dat is h et

dat h etzelfde is door alle drie tij dperken, d i e men i n

h et veranderende bewustzij n ziet Dat I k te zij n zonder

h e t bewustzij n is voor hem, d i e nog geen Mah ai·m a is, wer­

kelijke slaap, d i e d iepe slaap, waaruit me n verhe ugd

o n twaakt, met een gevoel van onui tsprekelijke geluk Maar

dat wat voor anderen slapen is, is waken voor den :M ahatma.

Een glimp van dat Ik kan door al le denkende menschen

opge v a n gen worden, als zij op de volgende regels willen

m editeere n . Als zij n aar h u n ei!!en

l ichamen en d ie v<Jn

a n d eren zien,

. .'\Is z\j

men zij dat

henzelf

k11 n n en zij van elk daarvan spreken als van

naar h et bewustzij n i n een ander zien, noc­

' maar wanneer zij naar het bewustzij n i n

noemen zij h et " I k". \:Vaarom hetzelfd e ding

twee verschi llende n amen te noemen ? Nu maken som­

m ig-en de fout, te denken, dat zij

"Ik" runeten ze ggen , als

het h<�hbcn over het hew u;.;tzijn in anderen. Dat is de

dwa l i n g van h et h o ( ) ger ;;:el f. Zij m( )cten l eere n "g�j" te zeg­

gen , wan neer zij h et l w\n l st zijn i n henzelf besrhonwcn . Dan

zal h et Tk onlw-.;mct blijven hij d e aanraki ng met de twec­

·v :ere] d _ d an z;tl de m e n s e h een Mahatma zij n . Op

deze w ijze g·ehruikte �h ri S h ankaracharya het .. �:rii"

van

Gautama Buddha.

lemancl, die e<:n visie van deze waarheid h eeft geha{1, of

haar beseft heeft en terugziet op zijn menschelij ke loop­

haan, zal zien, dat de persoon l ij kh e i d en h et l i c h a am een

deel waren van de -.;toffelijke wereld. Gij waart een deel

der bewu st e vver e l d , e e n deel van i ets, dat niet uw werke-

zel f w as, maar het groote bewustzijn, waaraan geen

grenzen gesteld knnnen worden. H ier werd h et maaien ge­

von den van al h et zaaien, d a t �ed aan

werd binnen de grenzen der pers< n i euwe v aardigheid

Page 175: De Zeven Stralen - Ernest Wood

1 86

bracht een vergrooting van bewustzij n, zoodat het een om­

vangrijker deel van het u niverseele b ewustzij n werd dan het te voren was. Daarin waart gij een deel van Vishnov, zooals in de persoonlijkheid een deel van Brahma. M aar dit zelfs was niet het einde, hoe groot ook de uitgebreidneid van uw bewustzij n werd.

Over alle zeven stralen kan het bewustzijn zich ten laatste

uitstrekken, als een gevolg van ervaring, opgedaan i n de we­

voor zoover Vi shnoe woont in die wereld . aan de vriendelijke bemoeienis van maya. M;t ar

op den tweedt>n straal is het mogelijk, het bewustzij n nog ver­

der uit te breiden en deel uit te maken van het transcendente ·t:mzicht va n Vish noe. Nog verder kan men gaan op den eersten straal in Vishnoe'smet Shiva Zelf. Hier is de drempel van het ware Nirvan a .als d e mensch boven het hewustz U n stijgt, zooals h�j ree d '.

te voren hoven de stof steeg en op dat oog-enblik zult niet langer "gij " maar "Ik" zijn , en bet heelal wordt

"Als iemand zegt, n irvana i s een eindigen,

Zeg tegen hen, dat zU onwa arhetd spreken.

ALs iemand zegt, nirvana is een leven,

Zeg tegen hen, zij dwalen ; zij weten

Noch kennen het licht , dat schijnt huiten hun g-e-broken lampen,

Noch l evenlooze, tij deloo::-:e

Page 176: De Zeven Stralen - Ernest Wood

187

GLO SSARIU M VAN DE VOO RNAAMSTE

SAN SKRIET WOORDEN, IN DIT BOEK

GEB RUIKT.

Ananda : Geluk ; de locsland van werkelijk leven.

Ananta : Eîndclooze t ijd, de basis van bewu�tzijn.

Atma : Het Î l'hchha in d en mensch.

Bhagavad G ita : Des Heeren Lied, een vrome en philosofi­

sche verhandcl.ing, op groolc schaal geraauplcegd door

de Hinuoes.

Bhakti Yoga : V ereeniging met bet goddelijke door toege­

wijdhei d aan God.

Brahma : Het derde lid der goddelij ke d rieëenheid ; de we­

reld der dingen.

Brahman : God ; in zich bevattende werkelijk leven, bewust-

zij n en d ingen.

lluddhi : Het jnàna in den mensch

Chi t : Bewustzijn.

Deva : 'goddelijk wezen van eiken mogel ijken g raad ; een,

die g lanst van binnen uit. Vishnoe i s de opperste deva,

de baarmoeder van hen allen.

Dha rma : De plaab van een ziel op de ladder van evolutie ;

de wet van haar ontplooiïng.

Ichchha : De wil in het bewustzijn. Zijn actieve vorm is wil ;

zijn passieve vorm bewu sthe id van het zel f.

Jnàna : De wijsheid van het bewu stzijn. Zijn actieve vorm is liefde ; zijn passieve vorm de bewustheid van bewustzijn.

Kanna : Arbeid ; werkzaamheid met bedoeling. Ook de wet

van reactie.

Kriya : De werkzaamheid van het bewustzijn. Zijn actieve

vorm is gedachte ; zijn passieve vorm bewustheid van

dingen.

Kriyashakti : Gedachtekracht.

Page 177: De Zeven Stralen - Ernest Wood

188

Lakshmi : De godin der welvaart ; gade van Vishnoe. In het

bijzonder verbonden met den zesden straal.

Mana:s : Het kriya in den mensch.

Maya : Ons leven, een plaatsvervanger voor het werkelijke

leven ; de wereld van verhoudingen tusschen chit en sat.

Ra jas : De inwonende kracht va:n de wereld der dingen.

Sannyasi : Iemand, die beslist maya opgeeft.

S at : Zij n ; het kenmerk van B rahma' s wereld.

Sattva : De wet en orde in de wereld der dingen ; de wereld

van vaste ideeën of stoffelijke oertypen.

Shiva : Het eerste lid der Drieëenheid ; werkelijk leven.

Shri Krishna : De groote geestelijke leeraar van "De Bhaga-

vad Gita" ; een incarnatie van Vishnoe.

Swayambhu : De zelfbestaande ; een naam voor God.

Tamas : De grondstof van de wereld der dingen.

Vijnana : Kennis.

Vishnoe : Het tweede lid der Drieëenheid. De wereld van het

bewustzijn.

Yoga : Vereeniging met het goddelijke ; het middel tot deze

vereen i ging.

Page 178: De Zeven Stralen - Ernest Wood

Hoe vrij is onze wil?Nivard L. Vas

Wat is de wil en wie of wat gebruikt de wil? Volgens het woordenboek is de wil een mentaal vermogen dat bewust wordt gebruikt om te besluiten op welke manier men zal handelen. In de filosofie wordt de wil beschreven als een vermogen om te kiezen waarbij de mens, gebruikmakend van zijn vrijheid van handelen, de mogelijkheid heeft om beslissingen te nemen. In de theosofie wordt de wil omschreven als een neutrale kracht die door het denkvermogen kan worden gebruikt voor goede of slechte doeleinden. Hij behoort tot het gebied van bewustzijn en intelligentie waar we kwaliteiten zoals altruïsme, mededogen, liefde en vergevensgezindheid aantreffen. In theosofische literatuur wordt de wil niet beperkt tot alleen de mens, maar bevindt deze zich overal in het heelal. De wil is een kracht van de hogere geestelijke vermogens, en om er een beter begrip van te krijgen, moeten we andere vermogens zoals intelligentie, verlangen, verbeeldingskracht en discipline onderzoeken.

Wij, en alles om ons heen, hebben een goddelijk erfgoed. De oude wijsheid vertelt ons dat het absolute zich periodiek differentieert en dat het gedifferentieerde periodiek in zichzelf terugtrekt. Het maakt daarvoor gebruik van de goddelijke wil. Alles in de kosmos beschikt in potentie over de vermogens van het absolute, maar op verschillende niveaus. Vrije wil bestaat voor elke monade in het oneindige, hoe groot of klein deze ook is. Een monade is een bewustzijnscentrum, een onsterfelijke emanatie vanuit het hart van het heelal. Volgens deze zienswijze is het heelal bezield bewustzijn, en is bewustzijn alomtegenwoordig.

Als we kijken naar het kleinste levende organisme staan we verbaasd over het levensraadsel. Zelfs een microscopisch kleine hoeveelheid protoplasma vertoont groei, voortplanting, beweging, en kan zich voeden. Daarmee vergeleken is de mens een complex wezen, en de enige manier om het levensraadsel op te lossen is door onszelf te onderzoeken en te aanschouwen hoe ver de wil in ons bewustzijn doordringt en hoe hij zich aan onze innerlijke zintuigen kenbaar maakt. Wanneer we onszelf onderzoeken, ontdekken we dat we niet slechts wezens van vlees en bloed zijn, maar ook een ‘samenstelling van begeerten, hartstochten, belangen, stemmingen, meningen, vooroordelen, beoordelingen van anderen, voorkeuren en aversies . . .’ Deze samengestelde bundel van kwaliteiten hoort bij het vergankelijke zelf. Maar als we onszelf verder onderzoeken, ontdekken we een onsterfelijk zelf in ons dat ‘zuiver is, zonder hartstocht, en alles rechtvaardig overweegt, voor wie er geen . . . heden is met zijn waanvoorstellingen, onjuistheden en halve waarheden; dat niets persoonlijks kent in de zin van zich tegenover het geheel van verbonden persoonlijkheden te stellen; dat de waarheid in één oogopslag ziet, in plaats van ernaar te streven haar door middel van logica te bereiken . . .’1 Het vergankelijke en het onsterfelijke bewustzijn van de mens hebben beide een vrije wil, want eigenlijk zijn ze geen twee verschillende entiteiten maar één monade. We kunnen de vrije wil zien als de hoeveelheid geestelijke kracht en verstandelijk begrip die de evoluerende monade zich door innerlijke groei heeft eigen gemaakt. Deze hoeveelheid kan worden vergroot, en de monade kan haar toekomst veranderen door ervoor te kiezen haar toekomstige gedrag aan te passen.

Het oude Hermetische gezegde: ‘Achter de wil staat de begeerte’, duidt erop dat de wil een kracht is die door begeerte in beweging wordt gezet. Begeerte staat centraal in de constitutie van de mens, en afhankelijk van de hoeveelheid geestelijke ontwikkeling die de monade heeft doorgemaakt, kan de begeerte opstijgen naar het geestelijke of afdalen naar het dierlijke. Bijvoorbeeld: begeerte is in dieren een instinctieve kracht omdat ze nog niet voldoende zelfbewustzijn hebben ontwikkeld, terwijl ze in de mens een intuïtieve of verstandelijke kracht kan zijn. De meeste mensen schijnen te leven in en naar hun begeerten, en verwarren die vaak met de wil. Begeerte verandert voortdurend en is onstabiel, terwijl de wil constant en stabiel is, een spirituele kracht in ons wezen. In ons dagelijks leven hebben we vaak niet genoeg wilskracht om een week lang één pad te volgen, laat staan een jaar. Onze wil slaapt en ons denkvermogen is zwak door gebrek aan training. We steunen gewoonlijk te veel op hulp van buitenaf met als gevolg dat ons innerlijke zelf of onze geest geen kans krijgt om tevoorschijn te komen en zich te

-
Markering
Page 179: De Zeven Stralen - Ernest Wood

verheffen. Om in het leven succes te boeken zou het verstandig zijn onderscheid te maken tussen begeerte en wil, en om de wil de leiding over onze inspanningen te geven.

Zowel wil als begeerte zijn creatieve krachten; ze vormen ons en onze omgeving. We vormen ons overeenkomstig het beeld van onze begeerten, maar door onze wil te gebruiken zouden we ons kunnen vormen naar het beeld van het goddelijke. We hebben een tweevoudige plicht: ten eerste om onze wil te wekken en sterker te maken door hem te temmen en te gebruiken en hem de absolute leiding in het lichaam te geven; en ten tweede om onze begeerte te zuiveren. Om dit te bereiken hebben we twee werktuigen nodig: kennis en de wil. Kennis geeft ons een basis voor groei en het bereiken van wijsheid; en als de wil onzelfzuchtig wordt gebruikt, stimuleert hij geestelijke groei.

De kloof tussen mensen en goden bestaat uit het verschil in ontwikkeling van het bewustzijn. Kunnen wij de goden navolgen? Ja, want Jezus, Boeddha, Pythagoras, Apollonius van Tyana en anderen hebben daarmee een begin gemaakt. Wat houdt ons tegen om aan hen gelijk te worden? Boeddhisten zeggen dat onwetendheid de wortel van alle kwaad is, terwijl theosofen zelfzucht als bron daarvan aanwijzen. Om de goden na te volgen moeten we zowel de wereld als onszelf leren begrijpen zoals ze zijn en moeten we leren onszelf te vergeten, te leven voor anderen, en onze wil in te zetten voor het verbeteren van het welzijn van de mensheid. Onzelfzuchtigheid zou met onderscheidingsvermogen en een gevoel voor rechtvaardigheid moeten worden beoefend. Een zware taak, zal men zeggen, die in één leven nauwelijks haalbaar lijkt, maar de moeilijkheid ervan zou geen excuus moeten zijn om niet te proberen het pad van juiste gedachten, juiste gevoelens en juiste handelingen te volgen. Op deze manier zullen we na verloop van tijd meer kennis verwerven over wat we zijn, over ons bewustzijn en onze toekomst.

Naast de wil en begeerte beschikken we over andere belangrijke vermogens zoals verbeeldingskracht en discipline. De verbeelding is een vermogen dat, wanneer het door de wil wordt gebruikt, creatieve krachten opwekt en wat door deze wordt voortgebracht. Pythagoras noemde de verbeeldingskracht de herinnering van onze vroegere levens. Ze kan worden gebruikt voor het vergeestelijken, maar ook voor het verstoffelijken, van beelden die in het denkvermogen zijn gevormd, om de gevolgen teweeg te brengen die we verlangen, goede of slechte. Ze kan ons overheersen en ons binden aan de illusies die we hebben gecreëerd, of als we dit vermogen gericht gebruiken en weerstand kunnen bieden aan haar fantastische ingevingen, een krachtig instrument worden om ons leven en onze bestemming vorm te geven.

Ik denk dat tweederde van onze kwalen en angsten voortkomen uit onze verbeelding. We hebben een goddelijk erfgoed en kunnen het goddelijke dat in ons is naar buiten brengen door altruïstisch te leven. Zoals G. de Purucker zei, ‘Liefde is het cement van het heelal; ze houdt alle dingen op hun plaats en onder haar eeuwige hoede; haar werkelijke aard is hemelse vrede, haar kenmerk is kosmische harmonie die alle dingen doordringt, die grenzeloos, onvergankelijk, oneindig, eeuwig is. Ze is overal en is het hart van het hart van al wat is.’ (Levensvragen, blz. 111). De droom van broederlijke liefde is niet nieuw; door de eeuwen heen hebben mensen geprobeerd om deze tot stand te brengen. Jezus en Boeddha hebben het geprobeerd, tegenwoordig proberen mensen het, en ik ben ervan overtuigd dat er broederschap onder de mensen zal komen, want ‘Waar een wil is, is een weg.’ Zoals Teilhard de Chardin opmerkte: ‘Op een dag, wanneer we de ether, de wind, de getijden en de zwaartekracht hebben bedwongen, zullen we . . . de energieën van liefde gaan aanwenden. Dan zal op die dag voor de tweede keer in de geschiedenis van de wereld de mens het vuur hebben ontdekt.’

Discipline is een woord dat we associëren met training in zelfbeheersing en is iets dat we zien als een beperking van onze vrijheid; maar zoals Swami Ranganathananda opmerkte, ‘De slaaf stoort zich aan discipline, de vrije mens verwelkomt echter elke gelegenheid tot zelfdiscipline. . . . [Ze] is de weg om wilskracht te krijgen, ruimdenkende sympathie, een edel karakter en daardoor in alle opzichten een sociale en geestelijke doelmatigheid’ (The Message of the Upanishads, blz. 202). Discipline bevrijdt ons uit de slavernij van onze begeerten, en is essentieel voor menselijke groei:

Waak over je gedachten straks worden ze je woordenwaak over je woorden straks worden ze je dadenwaak over je daden straks worden ze je gewoontenwaak over je gewoonten straks worden ze je karakter

Page 180: De Zeven Stralen - Ernest Wood

waak over je karakter, straks wordt het je bestemming.

De wil is werkelijk overal en door iedereen te gebruiken, en we moeten leren er verstandig mee om te gaan en onze begeerten te beheersen. Wie is eigenlijk verantwoordelijk voor hoe we leven en wie we zijn? Niemand anders dan wijzelf.

Er wordt overal van ons verlangd dat we een verheven ethiek volgen, omdat dit echte goedheid in de wereld zal brengen en de goddelijke eigenschappen van de mens zal stimuleren en ontwikkelen. Preken zijn goed voor het uur of half uur dat men zit te luisteren, maar in de leringen van de Ouden – het leiden van een zuiver leven en het ontwikkelen van de wilskracht – ligt de sleutel tot het absolute. Toen ik ruim 25 jaar geleden in Nederland kwam wonen, kreeg ik een verjaarskaart met de woorden, ‘Het belangrijkste in het leven is niet waar we ons bevinden, maar in welke richting we gaan.’ De wil heeft veel te maken met de richting die we in ons leven opgaan. We hebben een vrije wil en moeten waken over onze begeerten door onze verbeeldingskracht te gebruiken voor altruïsme en broederlijke liefde, want de verbeeldingskracht en de wil kunnen samen voor iedereen een betere toekomst scheppen.

Noot:

1. C.C. Massey, ‘True And False Personality’ (De echte en onechte persoonlijkheid), The Theosophist 1:6, blz. 140.

Karma, lot, vrije wil

Uit het tijdschrift Sunrise nov/dec 2004

© 2004 Theosophical University Press Agency

Page 181: De Zeven Stralen - Ernest Wood

WILDERNESS

The emotions must always be ruled by the intellect, until the Spirit (Lord) . rules both. For the intellect is the regulating, rationalising, and balancing factor. (The -best emotions exercised without intelligence are productive of much evil). As the soul in its religious aspect is subject to Christ, so let the emotions also be subject to the intelligence in everything. The intelligence must love the higher emotions, as Christ also loved the spiritual soul.

" To keep our emotiona.l nature well under control of reason and will is our duty."-A. MACLAREN, Sermona, lst Serie�t, p. 143.

Bee ADULTERY, CoNCEPTION, DIVORCE, EPIMETREUS, EVE, FATliER (lower), HEAD , HusBAND, LADDER, MALE-FEMALE, MAN .AND WIFE, MAN WITHOUT WOMAN, MARRIAGE,P A.NDORA, pARENTS, PERSEPHONE, REGENERA· TION, RIB, SKY, WOMAN.

WILDERNESS, OR DESERT :-

A symbol of the fteld or arena of the lower Ufe, empty in itself of true life-the life of the Spirit.

WILL

Christian's e��:perienu and pilgrimage in thB world as a wiedernus."-A. JuKES, Law of the Offerings, p. 26 .

Bee DAYS, DEVIL, FIELD , FoRTY DAYS, HOUSE OF BONDAGE, HUNGER, REINCARNATION, SERPENT (brazen), TEMPTATION,

WILDERNESS OF .JUDEA :-

A symbol of a condition of soli­tude in which the soul is freed from illusions and the lower attractions.

" This Wilderness is the quiet desert of the Godhead, into which He leads all who are to receive this inspiration of God, now or in Eternity."-TA.ULE:a, The Inner Way, p. 323.

Bee DESERT, FOREST, JoHN BAP'l'IST.

WILL OF MAN :-The spiritual centre of relative

existence in the lower mind. From this centre the hiAher determina­tions of choice emanate, and these derive their power and also direc­tion from the mind . That which may be called the lower, illusive, or inverted will is merely the blind self-assertion of the desire-principle which for a time dominates the mind and prevents the expression

" Then was Jesus led up of the Spirit of the true wlll. into the wilderness to be tempted of the .. Each of us is this eterna.lly free devil. And when he had fasted forty

atman (which is exempt from the con-days and forty nights, he afterward straint of causality). We do not first hungered."-MA.T. iv. 1, 2. b h • b · 1 d

The Christ-soul emerged· from the ecome t e atman, ut we are 1t a rea y,

though unconscious of the fact. Accord-latent condition within, whereupon the ingly we are already free in reality, in Higher Self, foreseeing its needs, put spite of the absolute necessity of our acts, it to the test of its potency, by driving but we do not know it . . . . The con-

it into the arena. of conflict where it straint of the will, absolute as it is, yet belongs entirely to the great illusion of

was placed in relation with the not- the empirical reality, and vanishes with Self or lower principle. And when the it. The phenomenal form is under con-

Christ-soul had undergone abstinence straint, but that which makes its appear-ance in it, the atman, is free. The real

from intuitive knowledge during the consistency of the two points of view is transitory conditions attending the expressed in the words : • It is he who soul's pilgrimage for a term of causes the man whom he will lead on

the re-incarnating cycle, he became high out of these worlds to do good works, and it is he who causes the man

dissatisfied with the things of sense whom he will lead downwards to do and longed for spiritual sustenance. evil works ' (Ka.ush, III. 8). The eternally

" By wilderness is signified the church free atman, who determines our doing in which there is no longer any truth."- and abstaining is not another, contrasted SWEDElffiORG, Apoc. Rev., n. 722. with us, but our own self."-DEUSSEN,

" Every individual soul has its own Phil. of Upaniahada, p. 210. particular rightful place in the totality " The voluntary attitude of man as a of the life of God,. and must come to it self-determining will, to the Absolute when all its labours are consummated, Divine Will is the most fundamental and its wanderings in the wilderness of element of religion . . . . No wisdom goes illusion are over."-R. J. CAMPBELL, beyond that of the poet : ' Our wills are Serm., Divine Re�ttitution. ours to make them Thine.' For it is, in

" Numbers-giving the history of Israel fact, the choice of the Object of religion in the wilderness, their services, their in a spirit of faith and self-surrender, trials, and their failures there-brings out, which carries with it all else that is most I cannot doubt, repeated types of the essential to its supreme rea.liaation as an

814

-
Markering
Page 182: De Zeven Stralen - Ernest Wood

WILL experience."-G. T. LADD, Phil. of Religion, p. 342.

" Matter causes nothing at all ; force causes nothing but motion, and cannot determine its own direction. Therefore whatever problem of originating and directing power arises from the present arrangement of things arises equally from their arrangement in the furthest past we can discern. One true original directing cause, and only one, is known to us in will. Our own will we know by direct experience, and other wills we infer from outward actions. • • • Deliberate choice as opposed to unreasoning impulse implies a pause for deliberation ; and we know as certainly as we know any scientific fact the.t in the deliberation, we contribute from ourselves an irreducible element which prevents the issue from being anything like a mechanical result of those motives (which stir the will). • . . Though we are conscious of power to do anything whatever within certain limits, a man in his right mind has some principle or general aim, good or bad, to which he endeavours to subject that power, so

. that a choice of motives in particular cases resolves itself into a choice of means for carrying out such principle or generaJ aim."-H. M. GWAT:S:IN, The Knowledge of God, Vol. I. pp. 64, 65.

" The only transcendental thing in the world is Will, and this we know directly in ourselves. We are on the inside of things because we will, and we know everything to be part of the one evolution of life or will. There is no explanation of will ; it itself is not known by the mere intellect aJthough ita different 6SI!!'Irtions may be. • • • As soon, then, as a man has grasped the notion of volition as the keynote of the self, he ceases to explain himself by things outside of himself. He bas also at the same time done with external explanations of the world, and he is prepared to find the reality of the world in the one Will that is manifesting itself in himself and in all things. I must take to myself all the guilt of my finite existence, and admit that I too have willed to live, have willed the world • . • • lt is literally true t�t liberty is a mystery.

WIND that ca.n be called yours. • . . If your will is with God, you work with God ; God is then the life of your soul, and you will have your life with God to all eternity." -WM. LAW, The Wa.y to Divine Know. ledge, p. 1 37.

" Now let us remember that ' our wills are ours, we know not how,' but they are ours : it is equa.lly true that they are ours to make them God's. But when they are made God's, made to accord with His, they are no lese ours ; indeed, they will be ours more than ever when we have made them His ; we shall never be our full and true selves until we have found ourselves in God. • . • The self that is lost is the litUe self ; not the ego, but the egotism ; the self that dreams it is separate, and seeks advantages as a separate entit;y."-T. RllONDDA WILLIAMS, Serm., Dytng in the Lord.

"All the events that meet a man in his Outward Life are nothing else than the necessary and unalterable Outward manifestation of the Divine Work ful. filling itself in him', and he caunot wieh that anything in these events shonld be otherwise than what it is, without wishing that the Inward Life which can only thus manifest itself should be otherwise ; and without thereby separating his will from the Will of God, and setting it in opposition thereto. He cannot any longer reserve to himself a choice in these things, for he must accept everything just as i t happens ; for everything that comes to pass is the Will of God with him, and therefore the best that can possibly come to pass. To those who love God, all things mUBt work together for good, absolutely and immediately. • • • To those who do net love God, all thi�s must work together immediately for pam and torment, until by means of this torment, they are at last led to salva· tion."-J. G. FIOBTE, The Way Towarda the Blused Life, pp. 1 64, 5.

See AEGAEON, APES, B:arABEU'S, D.OG, DOG·STAB, GEORGE AND DRAGON, GUARDIAN SPIRITS, JERUSALEM, MAISHAN, SERVANT OF GOD, SHEEP (lost) SwoRD OF SPiltiT, UNION.

WIND, WORD, SPIRIT, MARUT, BREATH :-

' As finite will I am enslaved, but as infinite will I am free. The finite will must be made to die unto itself, and to affirm the eternaJ Ideas of the eternal Will. What. ever else religion is, it is first and foremost Symbols of emanation, to which a perception of the radical evil that is in the forthpourlng from the Absolute the finite will."-W. CALDWELL, Schopen· is comparable. Otherwise, " Wind " hauer'B S'l/a"m, pp. 393, 396-7. is a symbol of Spirit energising on

" Nothmg can make any change in you the mental plane. but the change of your will. For every· " It is not the wind, but the Divine thing, be it what it will, i1 a birth of that energy, that is regarded as vitaJising the will which worketh in you. You have germs which the Divine Word ia about nothing, therefore, to inquire after, nor to call forth."-T. K. CB:EYNE, Origin of anything that you can judge of yourself .�- p z·· 322 ·n d d . .,.., aa ar, P· • by, but the state of your WI an es1re. "And God made a wind to pass over the • • • where these are, there are you ; and earth, and waters assuaged."-GEN. viii. I, what these are, that are you : there you And the Divine power energises live, and to that you belong ; and there ment"l vehi"l"' of the soul, so you must have all the good and evil the .w " "'

SUi

Page 183: De Zeven Stralen - Ernest Wood

SCHEMA V

KOSMISCHE en MENSELIJKE BEGINSELEN

Atm!

Buddhi

Manas

Menselijke beginselen

- Universele geest

- Geestelijke ziel

- Menselijke ziel, denkvermogen

K!marftpa - Astraal lichaam

Lingashartra - Etherisch dubbel

Pr!na - Levensfluïdum

Sthftlashartra - Stoffelijk lichaam

Kosmische Beginselen

De ongeopenbaarde Logos - Drabman

Universeel bewustzijn - Mahabuddhi

Universeel denkvermogen - Mahat

Kosmische energie

Ak8sha

Pr!na

Fysieke stof

- Fohat

- Astraallicht

- Vitaliteit

-Materie

Uit: Ganesha, kleine woordentolk der geesteswetenschappen

Page 184: De Zeven Stralen - Ernest Wood

8.3 HET BEREIKEN van de ALLERHOOGSTE / 413

In dit vers is het woord prayär;a-käle heel belangrijk, want alles wat we in ons leven doen zal op het moment van de dood getest worden. Arjuna wil heel graag weten hoe zij die altijd Kr-\>IJ.a-bewust bezig zijn, aan het einde van hun leven voor deze test kunnen slagen. Wat moet hun hou­ding zijn op dat beslissende moment? Op het moment van de dood zijn alle lichamelijke functies verstoord en bevindt de geest zich niet in een geschikte toestand. Wie zodanig verstoord is door zijn lichamelijke toe­stand, zou wel eens niet in staat kunnen zijn om aan de Allerhoogste Heer te denken. Mahäräja Kulasekhara, een groot toegewijde, bidt daarom: '0 mijn Heer, op dit moment verkeer ik in goede gezondheid en daarom is het beter dat ik nu onmiddellijk sterf, zodat de zwaan van mijn geest kan binnengaan in het netwerk van de lotusstengels van Uw voeten.' Deze metafoor wordt gebruikt omdat de zwaan, een watervogel, er plezier aan beleeft om tussen de stengels van lotussen te woelen; zwanen hebben deze speelse neiging om tussen de lotusbloemen te duiken. Mahäräja Kulasekhara zegt dus tegen de Heer: 'Mijn geest is nu onverstoord en mijn gezondheid is goed. Als ik nu, terwijl ik aan Uw lotusvoeten denk, onmid­dellijk sterf, dan ben ik er zeker van dat mijn devotionele dienst aan U volmaakt zal worden. Maar als ik moet wachten op mijn natuurlijke dood, dan weet ik niet wat er zal gebeuren, want op dat moment zullen alle lichamelijke functies verstoord zijn; mijn keel zal helemaal verstopt zijn en ik weet niet of ik wel in staat zal zijn om Uw naam te chaoten. Het is beter dat ik nu onmiddellijk sterf. ' Arjuna vraagt in dit vers hoe iemand op zo'n moment zijn geest op de lotusvoeten van Kr-?IJ.a kan concentreren.

TEKST 3

sri-bhagaviin uviica ak$aram brahma paramam

svabhiivo 'dhyiitmam ucyate bhüta-bhävodbhava-karo

visarga}J karma-samjiiita}J

sri-bhagaviin uväca - de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei; a�a­ram - onvernietigbare; brahma - Brahman; paramam - transcen­dentale; svabhiiva}J - eeuwige aard; adhyätmam - het zelf; ucyate wordt genoemd; bhüta-bhiiva-udbhava-kara}J - de materiële lichamen

Page 185: De Zeven Stralen - Ernest Wood

414 / BHAGAVAD-GÏTA zoals ze is

van de levende wezens voortbrengend; vtsarga}:t - schepping; karma ­resultaatgericbte activiteit; sarhjfiita}:t - wordt genoemd.

De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei: Het onvernietigbare, transcendentale levend wezen wordt Brahman genoemd en zijn eeuwige aard adhyätma, het zelf. Activiteiten die verband houden met het ontwikkelen van de materiële lichamen van levende we­zens worden karma of resultaatgerichte activiteiten genoemd.

COMMENTAAR: Brahman is onvernietigbaar en eeuwig; zijn aard veran­dert op geen enkel moment. Maar voorbij Brahman bestaat Parabrahman. Brahman heeft betrekking op het levend wezen en Parabrahman op de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods. De wezenlijke positie van het levend wezen verschilt van de positie die het in de materiële wereld inneemt. Wanneer het levend wezen een materieel bewustzijn heeft, probeert het heer en meester over de materie te zijn, maar met een spiritueel bewust­zijn, Kr�t:�a-bewustzijn, is het zijn positie om de Allerhoogste te dienen. Met een materieel bewustzijn moet het levend wezen in de materiële wereld verschillende lichamen aannemen en het scheppen van verschil­Iende lichamen door middel van iemands materiële be\V'UStzijn wordt karma genoemd.

In de vedische literatuur wordt het levend wezen fivatma en Brahman genoemd, maar nooit Parabrahman. Het levend wezen (jïvatma) neemt verschillende posities in. Soms gaat het op in de duistere materiële natuur en identificeert het zich met materie, en soms identificeert het zich met de hogere, spirituele natuur. Het wordt daarom de marginale energie van de Allerhoogste Heer genoemd. Afhankelijk van zijn identificatie met ofwel de materiële ofwel de spirituele natuur krijgt het een materieel of spiritu­eel lichaam. In de materiële natuur kan het verschillende lichamen uit de 8-4oo.ooo levenssoorten aannemen, maar in de spirituele natuur heeft het maar één lichaam. In de materiële natuur verschijnt het levend wezen overeenkomstig zijn karma soms als een mens, soms als een halfgod, een dier, een vogel enz. Om de hemelse planeten in de materiële wereld te bereiken en daar van de faciliteiten te genieten, brengt het soms offers (yajfia) , maar wanneer zijn verdiensten uitgeput zijn, keert het terug naar de aarde in de vorm van een mens. Dit proces wordt karma genoemd.

In de Chandogya Upani$ad wordt het proces van de vedische offers beschreven. Op het altaar worden vijf verschillende offergaven gebracht in vijf verschillende soorten vuur. De vijf soorten vuur worden beschouwd als de hemelse planeten, wolken, de aarde, de man en de vrouw, en de vijf soorten offergaven zijn geloof, de genieter op de maan, regen, granen en sperma.

Tijdens het offerproces brengt het levend wezen bepaalde offers om

Page 186: De Zeven Stralen - Ernest Wood

HET BEREIKEN uan de ALLERHOOGSTE / 415

bepaalde hemelse planeten te bereiken en bereikt deze vervolgens. Wan­neer de verdiende resultaten van het offer uitgeput zijn, valt het levend wezen terug naar de aarde met de regen, waarna het de vorm van graan aanneemt, dat vervolgens door een man gegeten wordt en in sperma wordt getransformeerd waardoor een vrouw zwanger wordt. Op deze manier krijgt het levend wezen opnieuw een menselijk lichaam om offers te verrichten en daarmee dezelfde cyclus opnieuw te doorlopen. Zo blijft het levend wezen onophoudelijk komen en gaan op het materiële pad. Maar een Kr�l'.la-bewust persoon vermijdt zulke offers hij legt zich direct toe op het Kr�l'.la-bewustzijn en bereidt zich daarmee voor op zijn terugkeer naar God.

Impersanalisten die uitleg geven bij de Bhagavad-gitä, veronderstel­len op onredelijke wijze dat Brahman in de materiële wereld de vorm van een fiva aanneemt. Om dit te bewijzen verwijzen ze naar de zevende tekst van het vijftiende hoofdstuk van de Gïtä. Maar ook in dit vers spreekt de Heer over het levend wezen als 'een eeuwig deeltje van Mijzelf.' Het deel­tje van God, het levend wezen, kan ten val komen en naar de materiële wereld gaan, maar de Allerhoogste Heer (Acyuta) komt nooit ten val. De bewering dat het Allerhoogste Brahman de vorm van een jïva aanneemt is daarom onaanvaardbaar. Het is belangrijk om te bedenken dat er in de vedische literatuur een onderscheid wordt gemaakt tussen Brahman (het levend wezen) en Parabrahman (de Allerhoogste Heer).

TEKST 4

adhibhütarh k:;aro bhäva/:l puru:;as cädhidaivatam

adhiyajfio 'ham evätra dehe deha-bhrtärh vara

adhibhütam de materiële manifestatie; �ara/:l - voondurend veran­derend; bhäva/:l natuur; puru$a/:l - de kosmische gedaante, inclusief alle halfgoden, zoals die van de zon en de maan; ca - en; adhidaivatam - adhidaiva genoemd; adhiyajfia/:1 - de Superziel; aham - Ik (Kg;I,la); eva - zeker; atra - in dit; dehe lichaam; deha-bhrtäm - van de be­lichaamden; va ra - o beste.

0 beste van de belichaamde wezens, de materiële natuur, die voortdurend verandert, wordt adhibhüta genoemd [de materiële

Page 187: De Zeven Stralen - Ernest Wood

416 I BHAGAVAD-GÏTÄ zoals ze ts

wereld]. De kosmische gedaante van de Heer, die alle halfgoden omvat zoals die van de zon en de maan, wordt adhidaiva genoemd. En Ik, de Allerhoogste Heer, die in het hart van ieder levend wezen aanwezig ben als de Superziel, word adhiyajiia genoemd [de Heer van offers].

COMMENTAAR: De materiële wereld verandert voortdurend. Over het alge­meen gaan materiële lichamen door zes verschillende stadia: ze worden geboren, ze groeien, ze houden zich voor een bepaalde tijd in stand, ze produceren enkele bijproducten, ze takelen af en verdwijnen vervolgens. De materiële wereld wordt adhibhüta genoemd. Ze is op een bepaald moment geschapen en zal op een bepaald moment vernietigd worden.

De voorstelling van de kosmische gedaante van de Allerhoogste Heer die alle halfgoden en hun verschillende planeten omvat, wordt adhidai­vata genoemd. En dat wat de individuele ziel in het lichaam vergezelt, is de Superziel, die een volkomen expansie van Heer Kr�!!a is. De Superziel wordt Paramätma of adhiyajiia genoemd en bevindt Zich in het hart.

In de context van dit vers is vooral het woord eva belangrijk, omdat de Heer met dit woord de nadruk legt op het feit dat de Paramätmä niet­verschillend van Hem is. De Superziel, de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods die Zich naast de individuele ziel bevindt, is getuige van de activiteiten van de individuele ziel en de bron van de verschillende bewustzijnstoe­standen van de ziel. De Superziel geeft de individuele ziel de gelegen­heid om ongestoord actief te zijn en is de getuige van haar activiteiten. De functies van al deze verschillende gedaanten van de Allerhoogste Heer worden vanzelf duidelijk voor de zuivere, Kf�I)a-bewuste toegewijde, die bezig is met transcendentale dienst aan de Heer.

De gigantische kosmische gedaante van de Heer, die adhidaivata wordt genoemd, is het object van contemplatie voor de beginner die de Allerhoogste Heer niet kan benaderen in Zijn verschijning als de SuperzieL De beginner wordt aangeraden te mediteren op de kosmische gedaante of de viräf-PU7U$a van wie de benen de lagere planeten zijn, de ogen de zon en de maan en van wie het hoofd beschouwd wordt als het hogere planetenstelsel.

TEKST 5

3t'"dc:tilèi T;J 1lJilq �(rijêk€11 <:fièl;q('{_ I <f: � � � <nfà � fiwf: 11 � 1 1

anta-käle ca mäm eva smaran muktvä kalevaram

Page 188: De Zeven Stralen - Ernest Wood

8.6 HET BEREIKEN van de ALLERHOOGSTE / 417

yal:z prayàti sa mad-bhàvam yàti nàsty atra sarhSayal:z

anta-kàle - aan het eind van het leven; ca - ook; màm - Mij; eva ­zeker; smaran - herinnerend; muktvà - opgevend; kalevaram - het lichaam; ya/:z - hij die; prayàti - gaat; sal:z hij; mat-bhàvam - Mijn zijnstoestand; yàti bereikt; na - niet; asti er is; atra - hier; sam-sayal:z - twijfel.

En wie aan het eind van zijn leven, wanneer hij zijn lichaam ver­laat, uitsluitend aan Mij denkt, bereikt onmiddellijk Mijn zijnstoe­stand. Hierover is geen twijfel mogelijk.

COMMENTAAR: In dit vers wordt het belang van het Kr�Qa-bev.mstzijn be­nadrukt. Iedereen die zijn lichaam verlaat in Kr�Qa-bewustzijn, verkrijgt onmiddellijk de transcendentale kwaliteiten van de Allerhoogste Heer. De Allerhoogste Heer is het zuiverste van het zuiverste . Iedereen die voortdu­rend Kr�Qa-bewust is, is daarom ook het zuiverste van het zuiverste.

Het woord smaran ('zich herinneren') is belangrijk. Een onzuivere ziel die het Kr�Qa-bewustzijn niet in devotionele dienst heeft beoefend, kan onmogelijk aan Kr�Qa denken. Men moet het Kr�f.la-bewustzijn daar­om vanaf het prille begin van het leven beoefenen. Wanneer iemand aan het eind van zijn leven succesvol wil zijn, is het proces van het zich herin­neren van Kn>Qa essentieel. Men moet daarom constant, onophoudelijk de mahà-mantra chanten: Hare Kn;Qa, Hare Kg;Qa, Kr�Qa Kg>Qa, Hare Hare/ Hare Räma, Hare Räma, Räma Räma, Hare Hare.

Heer Caitanya heeft ons aangeraden om zo verdraagzaam te zijn als een boom (taror iva sahi;;tJunà). Voor iemand die Hare Kr�I.la chant mogen er dan heel wat obstakels zijn, maar ondanks dat moet hij deze belemmeringen verdragen en doorgaan met het chanten van Hare Kr�Qa, Hare Kr�f.la, Kr�Qa Kr�f.la, Hare Hare/ Hare Räma, Hare Räma, Räma Räma, Hare Hare, zodat hij aan het eind van zijn leven het voordeel van het Kr1.if.la· bewustzijn volledig zal ervaren.

TEKST 6

� � ëflfif � ê"!lstë"!lr8 q;();q\''{ I � � � BGJ �: 11 E; 1 1

yam yam vàpi smaran bhävam tyajaty ante kalevaram

tam tam evaiti kaunteya sadà tad-bhàva-bhàvital:z

Page 189: De Zeven Stralen - Ernest Wood

andere geeft uitdrukking aan de energetische of substantiëlekwaliteiten die zich in overeenstemming met deze cyclischeperioden manifesteren; maar aan dit schijnbaar dubbele, maarin feite enkelvoudige, proces liggen altijd diepgaande karmi-sche oorzaken ten grondslag.

– D –

Daivîprakriti (Sanskriet)Een samengesteld woord dat de betekenis heeft van ‘godde-lijke’ of ‘oorspronkelijke ontvouwer’, of ‘oerbron’, van hetheelal of van elk opzichzelfstaand of hiërarchisch deel van zo’nheelal, zoals een zonnestelsel. Daivîprakriti kan men daar-om kortweg ‘goddelijke stof ’ noemen, waarbij het woord stofhier in zijn oorspronkelijke betekenis van ‘goddelijke moeder-ontvouwer’ of ‘goddelijke oersubstantie’ wordt gebruikt.

Omdat deze oersubstantie zich in de kosmische ruimten manifesteert als oorspronkelijk kosmisch licht — licht is vol-gens de occulte esoterische theosofische filosofie een vorm van oorspronkelijke stof of oersubstantie — hebben veel mystici voor daivîprakriti de uitdrukking ‘het licht van de logos’ gebruikt. Daivîprakriti is in feite de eerste sluier of het eerste omhulsel of het eerste etherische lichaam dat de logos om-ringt, zoals pradhåna of prakriti volgens de Sånkhya-filosofie purusha of brahman omhult, en zoals, op een onvergelijkbaar veel grotere schaal, mûlaprakriti parabrahman omhult. Omdat daivîprakriti dus primitieve stof is, of – van de fysieke stof naar boven gerekend – stof in haar zesde en zevende toestand, of, wat op hetzelfde neerkomt, stof in het eerste en tweede sta-dium van haar evolutie van bovenaf gerekend, kunnen we de wazige etherische lichtsluiers die we aan de nachtelijke hemel waarnemen redelijk nauwkeurig als een fysieke manifestatie van daivîprakriti opvatten, want als het geen werkelijk oplos-

41

NEBULAE,niet hetNoorderlichtof Zuiderlicht

-
Markering
-
Markering
Page 190: De Zeven Stralen - Ernest Wood

bare nevelvlekken zijn, zijn het werelden, of beter gezegdwereldstelsels, in wording.

Als daivîprakriti een bepaalde staat of toestand van evolu-tionaire manifestatie heeft bereikt, kunnen we er heel goed het Tibetaanse woord fohat (zie aldaar) voor gebruiken. Fohat is in de woorden van H.P. Blavatsky:

De essentie van kosmische elektriciteit. Het is een occulteTibetaanse term voor daivîprakriti, oorspronkelijk licht; inhet gemanifesteerde heelal is het de altijd aanwezige elek-trische energie en de kracht die voortdurend afbreekt enopbouwt. Esoterisch gezien is fohat hetzelfde, de universelestuwende levenskracht, tegelijk de voortstuwer en de uitwer-king ervan. – Theosophical Glossary, blz. 121

Dat is bijzonder goed geformuleerd, maar we moeten be-denken dat, hoewel fohat de bezielende kracht is die in degemanifesteerde daivîprakriti of de oorspronkelijke substantiewerkt en erop inwerkt, zoals de ruiter zijn paard laat rijdendoor invloed op hem uit te oefenen, het de kosmische intelli-gentie of, zoals Pythagoras zou zeggen, de kosmische monadeis – die door zowel daivîprakriti als zijn gedifferentieerde ener-gie, fohat, heen werkt – die het leidende en beheersendebeginsel is, niet alleen in de kosmos, maar in elk van de secun-daire elementen en wezens die in ontelbare menigten de kos-mos vullen. Het hart of de essentie van de zon is daivîprakritidie als zodanig werkt, en ook in haar verschijningsvorm diefohat wordt genoemd, maar door daivîprakriti en het fohat-aspect ervan stroomt de allesdoordringende en leidende intel-ligentie van de zonnegodheid. De student moet echter nooitde fout maken deze leidende zonne-intelligentie te willenscheiden van haar sluiers of voertuigen, waarvan een van dehoogste daivîprakriti-fohat is.

Dat (zie parabrahman, tat)

42