De Wondere Pluim - boek 2007

144

description

Het boek met de beste verhalen van De Wondere Pluim editie 2007

Transcript of De Wondere Pluim - boek 2007

Page 1: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �

Page 2: De Wondere Pluim - boek 2007

2 | De Wondere Pluim | 2007 |

Page 3: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �

VOORWOORD

Vijf jaar De Wondere Pluim!Jaren van enthousiaste jongeren, ouders en scholen. Jaren vol met fantastische verhalen van honder-den kinderen. De initiatiefnemers, de ouders van de Wereld-school, zijn er door hun enthousiasme alweer in geslaagd dit initiatief verder uit te bereiden. Zowel de schepen van Cultuur van de Stad Antwerpen, Philip Heylen, als Antwerpen Boekenstad, Ministers Marino Keulen en Bert Anciaux en vele anderen, wisten ze te overtui-gen dat dit waardevolle initiatief verder moest groeien.

Dit jaar namen twintig basisscholen deel uit alle netten, waaronder vier scholen uit het buitengewoon onderwijs: dit leverde 1.730 verhalen op waarvan er zowat negenhonderd werden geschreven door kinderen waarvan de thuistaal niet het Nederlands is.

223 vrijwillige ouders lazen verhalen en fungeerden als eerste jury. Het organiserend comité, dat als tweede jury optrad, selecteerde 63 verhalen die in dit prach-tig boek werden gepubliceerd. Er werden 24 verschillende affiches gemaakt met fragmenten van de verhalen om ze laten lezen op openbare plaatsen. Ze zullen vooral

Page 4: De Wondere Pluim - boek 2007

� | De Wondere Pluim | 2007 |

menige kinderkamer en klaslokaal sieren. Daarenboven werden 10 ouders met ervaring in vertellen of theater, bereid gevonden de literaire happening bij de uitreiking van De Wondere Pluim te omkaderen door het voorlezen uit deze bundel. Acht juryleden, professionele auteurs, kozen de 8 boeiendste verhalen en bekroonden ze met een Wondere Pluim.

Literaire vorming kan niet vroeg genoeg begin-nen, is een uitgangspunt van dit initiatief. Genietend omgaan met literatuur, is eveneens een sterke kant van dit wondere gebeuren. Ik mag hopen dat al wie meewerkt, al wie het initiatief genegen is en al wie het nu reeds steunt, dit zal blijven doen.

Lees dit boek en overtuig u eens te meer dat deze verhalen ons een inkijk geven in de gedachten-wereld van dit jonge volk. Soms broos, soms hard, soms vol avontuur of ontroering, soms grappig of verrassend. Door te schrijven en door het te lezen, ontdekken we elkaar en de wereld waarin we ons bevinden. Het kan niet anders of het brengt ons dichter bij elkaar. Meer moet dat niet zijn...

Op naar een zesde jaargang!Tijl BossuytDe Veerman

Een brede kijk op kunsteducatie

Page 5: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �

JURYVERSLAG

De eerste Wondere Pluim gaat naar een verhaal dat begint met een mooie dialoog: over een rid-der die op ontdekkingsreis wil en een andere ridder die hem dat afraadt. De jonge schrijver heeft alles mooi opgebouwd en formuleert zin-nen die de jury konden bekoren. Zoals deze: ‘Hij wist niet dat er een draak woonde en zelfs een geheim’. Een Wondere Pluim voor Willem De Donker.

Niet gemakkelijk, deze tweede Wondere Pluim. Na lang wikken en wegen koos de jury voor ‘De gouden muur’ omwille van de herinnering die in dit verhaal werd opgebouwd en met veel verbeelding werd geschreven. Om de vriend-schap die overeind blijft en om de actie: het verhaal raast door als een camion. Deze Wondere Pluim gaat naar Redouane Sellak.

En ook de derde Wondere Pluim heeft het de juryleden niet gemakkelijk gemaakt. De keuze viel uiteindelijk op een origineel verhaal dat met vuurwerk is geschreven. De auteur is duidelijk iemand die met taal plezier wil maken, en daar-van geniet. Het verhaal begint met deze prach-tige openingszin: ‘Elke morgen telt de zon haar planeten’ en de Wondere Pluim gaat naar Adriaan Standaert.

Over de vierde Wondere Pluim bestond geen

Page 6: De Wondere Pluim - boek 2007

� | De Wondere Pluim | 2007 |

twijfel. Eén van de juryleden zei hierover: “Een nieuwe Andersen is geboren en zij heeft stijl”. De jury was onder de indruk van de levenswijs-heid die in dit verhaal schuilt en was bijzonder gecharmeerd door de mooie overgangen, de heldere vertelling en de vele spitsvondigheden. Deze Wondere Pluim gaat naar Liza Miller.

De vijfde Wondere Pluim gaat naar een verhaal met een verrassend perspectief waarin de ge-schiedenis zich herhaalt. Het is goed geschreven en ook hier is weer een pracht van een zin te lezen: ‘Gelukkig gebeurde er nooit iets echt ergs. Buiten dan een paar tanden van een pestkop die uitvielen.’ Een Wondere Pluim voor Anton Janssens.

Een zesde Wondere Pluim gaat naar een verhaal dat technisch zeer goed is opgebouwd, heel rea-listisch is verteld met veel invoelingsvermogen. Het is niet gemakkelijk een ethisch dilemma te verwoorden en daar nog een vleug schuldbesef door te weven. Deze Wondere Pluim gaat naar Narimane El Khayali.

De zevende Wondere Pluim gaat naar een verhaal op rijm, een verhaal dat swingt als een zee-eekhoorntje dat van de ene op de andere tak springt. Er staan mooie beelden in en het spet-tert van ongedwongen rijmplezier. Een Wondere Pluim voor het origineel en kleurrijk verhaal van Ines Haghebaert.

Page 7: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | 7

Over de laatste Wondere Pluim was de jury het ogenblikkelijk eens: dit is onbetwistbaar een win-naar. De jury viel als een blok voor zoveel ver-beeldingskracht, voor de kunst om verschillende sprookjes met elkaar te vermengen en omdat het schrijfplezier de overhand haalt. En vanzelfspre-kend, voor het heerlijk romantische vers op het einde. Deze Wondere Pluim gaat naar Hüsne Olcauz.

Page 8: De Wondere Pluim - boek 2007

� | De Wondere Pluim | 2007 |

Page 9: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �

Verhalen van kinderen uit het eerste leerjaar,Nederlands moedertaal

DE RiDDER Op OntDEkkinGSREiS

Er was eens een ridder die ging op ontdekkingsreis.

Maar de andere ridder zei dat het gevaarlijk was. De ene zei: ”Welke ridder is er nu bang? Wat doen ze allemaal?”“Och,” zei de andere, “ze vechten tegen draken en bevrij-den prinsessen.”“Doe maar wat je wil!” zei de ene, en toen vertrok hij naar de wereld.

Alles ging goed tot hij bij een donkere burcht aankwam.Hij ging binnen.Hij wist niet dat er een draak woonde en zelfs een geheim.

Hij zag iemand die naar hem toekwam.Hij zei: “Wat kom jij hier doen?”Hij zei alles tegen hem, en zelfs over de ontdekkingsreis.Toen zei de man dat hij daar mocht rusten.De ridder was blij.Hij wist niet dat bij hem thuis iedereen ongerust was.

Willem De Donker, 7 jaar (Wereldschool)

Page 10: De Wondere Pluim - boek 2007

�0 | De Wondere Pluim | 2007 |

ik kOOk SOEp

Ik ben Sara en ik kook soep. In de boom zit een mus.Er zitten zelfs 2 mussen in de boom.Oh, wat mooi!Dat is supermooi!

Kijk! Zelfs 3 mussen!Kijk, een mus op mijn hoofd!Dat is raar, maar dat is toch niet erg.

Ik ga terug koken.Oh nee, ik heb het raam laten openstaan.Kom, mussen: buiten!Nu ga ik terug koken.

Shana De Volder, 6 jaar (Veltwijck)

Page 11: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

MiJn tAntE

Er was eens een land dat Tunesië heette.Daar leken mannen op vrouwen en vrouwen op mannen.Daar droegen vrouwen een kleed en mannen een kleed.Mijn tante ging daar naar op reis en kwam terug met een snor.

Mies Bomans, 6 jaar (Sint-Anna)

Page 12: De Wondere Pluim - boek 2007

�2 | De Wondere Pluim | 2007 |

DE GiRAf MEt DE kORtE nEk

Er was eens een giraf met een korte nek.Hij vond het heel erg.Zijn vrienden lachten hem uit. Op een dag was er gevaar, er was vuur. De giraf met de korte nek blies. Het vuur was weg.De vrienden waren trots op hem en ze leefden nog lang en gelukkig.

Marie Huybrechts, 6 jaar (Sint-Anna)

Page 13: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

MiJn tAntE hEEft EEn SnOR

“Mama waarom heeft mijn tante een snor?”“Dat weet ik niet”, zegt mama, “en dat weet niemand.”“Stom!”

Tijs Keukeleire, 6 jaar (Zuiderdokken)

Page 14: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

hEt ZWin

Het begon allemaal met twee eenden.Moeder eend en vader eend zochten een hol, maar opeens kwam een roofvogel. Hij heette Tor en hij wou een eitje pikken.Maar vader eend gaf zijn eitjes aan moeder eend en vocht tegen de roofvogel. En opeens gingen alle eitjes open. Eén eitje was nog toe en opeens en opeens koerendekoetje kwam er een eendje uit het eitje. Het zei: “gaga”.

Warre Germis, 7 jaar (Zevensprong)

Page 15: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

ik GA nAAR DE DiEREntUin

Ik ga efkes naar de giraf kijkenen dan gaan we naar de olifanten en de kamelen kijken, en als we gedaan hebben, weldan gaan we naar huis, en dan gaan we lekker rusten.

Amina Amraoui, 6 jaar (Klavertje 4)

Page 16: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

in hEt OERWOUD

Er was eens een pinguïn.Alle pinguïns wonen op de Noordpool.Maar één niet!Hij woont in het oerwoud. Hij woont in een grot.In die grot is een kamp.In dat kamp woont hij.Hij heet Valkienie.Valkienie is slim, hij gaat naar school.Op school is er een schrijfwedstrijd.Hij is ingeschreven, hij denkt dat hij gaat winnen.

Eei! Ik! Heb! Gewonnen!

Warre Clarys, 7 jaar (Wereldschool)

Page 17: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �7

DE GOUDEn MUUR

Heel lang geleden waren er drie kinderen. Eén heette Luk, één heette Bart en één heette Tom. Ze waren aan het spelen. Tom viel in een put, hij vond een muur en hij blies het uit.Het was een gouden muur.Hij riep zijn twee vrienden en Bart zei: “Hoe kom je aan deze muur, Tom?”“Wel toen ik aan het slapen was, werd ik wakker en vond deze muur, is het niet geweldig?”“Het is geweldig. We zullen hem verborgen houden!”

En vele jaren later vonden hun achterachterachterkleinkin-deren de gouden muur.

De gouden muur is in het museum. En door die drie kinderen zijn ze op de voorpagina geko-men en ze zijn heel beroemd.

Vele jaren later waren ze ongeveer dertig jaar.En toen Tom aan het werk was, moest hij met zijn camion in het donker rijden en de camion ontplofte!Hij was net ontsnapt en hij rolde weg.Hij viel in de put en hij herinnerde zich alles weer.Toen kwamen zijn vrienden, Bart en Luk.Ze gingen naar het museum en ze geloofden hun eigen ogen niet.

Verhalen van kinderen uit de eerste leergroep,Nederlands tweede taal

Page 18: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

Ze gingen naar huis, en ze vertelden wat er was gebeurd. Ze waren aan het lachen en ze herinnerden zich alles.

En niemand had zoveel geluk gehad en ze leefden nog lang en gelukkig.

Redouane Sellak, 10 jaar (Sint-Jozef)

Page 19: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

DOnkER

Ik ben moe,het is koud.

Ik ben zes.

Mijn poes is moe.

Het is donker!

Yaran Chacham, 6 jaar (Tachkemoni)

Page 20: De Wondere Pluim - boek 2007

20 | De Wondere Pluim | 2007 |

Page 21: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | 2�

DOnkER

Er was eens een stad.Het was daar heel donker.Dat vond een jongen niet zo leuk, want hij wil niet slapen.Donker hoort bij slapen.Hij houdt van licht. Zijn mama vindt dat wel leuk. Zijn mama slaapt graag.

Nancy Van Boeckel, 6 jaar (Zevensprong)

Page 22: De Wondere Pluim - boek 2007

22 | De Wondere Pluim | 2007 |

SpiDER-MAn Op hALLOWEEn

“Hey, Parker, hoe spel je nerd?”“Laat hem met rust, Flash!”“HE NEE! Ik sta het niet toe!”“HAHAHA! Jij staat het niet toe!? Je doet wat ik zeg!”“Laat me eruit, zwakkeling, laat me eruit voor Halloween! Ik moet iemand waarschuwen!”“Hé Peter, waar ga je naartoe?”“Ik moet heel even weg!”“Nu is het gevecht uit, Spider-Man!”“Daar is hij, de Goblin!”“Ik moet weg, en vlug wegwezen!”“Hé, Green Goblin!”“Hé, Spider-man, of moet ik Peter Parker zeggen?”“Hé, een stuk papier uit het boek!”

Spider-Man, de man achter het masker is Peter Parker.

Hüsejin Kozan, 9 jaar (Sint-Jozef)

Page 23: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | 2�

ER WAS EEnS EEn GiRAf MEt EEn kORtE nEk

Ik heb eens een giraf gezien in de zoo.De giraf was verdrietig, hij had geen mama of papa.De man van de zoo, die gaf hem geen eten, niks, niks en niks, zonder eten.

Iemand was hem komen bezoeken, een lieve man.Die heeft hem van alles gegeven: heel veel fruit en water.

En weet je waarom dat hij zijn broer gemist heeft?Omdat die man dat niet gegeven heeft. Die man had de poort opengemaakt, en daarom was de giraf weggelopen.

Mounir Achabar, 9 jaar (Sint-Jozef)

Page 24: De Wondere Pluim - boek 2007

2� | De Wondere Pluim | 2007 |

JUf

Uw opa is dood, juf Lut.Ik hou van jou, juf Lut.Ik heb voor jou een hartje.Voor jou!

Dina Mustafa Yakoubi, 7 jaar (Zuiderdokken)

Page 25: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | 2�

WARM

In het huis is een muis.In het bos is een beer.De beer houdt van peer.Ik heb koud, maar ik heb hout en ik heb ook vuur.

Nu heb ik warm.

David Magrelishvili, 6 jaar (Tachkemoni)

Page 26: De Wondere Pluim - boek 2007

2� | De Wondere Pluim | 2007 |

Page 27: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | 27

DE VLinDER MEt VAkAntiE

Op een dag gaat de vlinder naar het strand.Dan gaat ze in de zee.Ze wordt verliefd op een andere vlinder.En de andere is ook verliefd.Dan wonen ze samen.

Maïa Tyck, 7 jaar (Zwemschool)

Page 28: De Wondere Pluim - boek 2007

2� | De Wondere Pluim | 2007 |

Page 29: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | 2�

Verhalen van kinderen uit de tweede en derde leergroep, Nederlands moedertaal

BLitZ MEt ZiJn VRiEnDEn

Elke morgen telt de zon haar planeten.Maar vandaag is er iets raars. De kleine Mars is weg.De zon dacht heel goed na: “Ahaaa, het zwarte gat natuurlijk!”

De zon ging zo snel mogelijk naar het kasteel van Blitz.“Blitz, Blitz, er is iets heel ergs gebeurd, kleine Mars is meegenomen door het zwarte gat!”.Blitz vertrok meteen met Taraka, een vliegende draak, door de ruimte naar het kasteel van het zwarte gat.

Toen Blitz weg, was gebeurde er iets raars met de planeten van de zon: er vielen stenen uit de lucht, Aarde en Venus vlogen te ver, en de zon zag het zwarte gat wegvluchten met Jupiter.

Toen Blitz uiteindelijk aan het kasteel van het zwarte gat aankwam, zag hij dat het zwarte gat probeerde weg te vluchten, maar Taraka was sneller en hield hem tegen. Hij zei: “Waarom heb jij kleine Mars en Jupiter meegenomen?”.Het zwarte gat vertelde dat hij zo jaloers was omdat de zon planeten had en hij niet en dat hij ook geen licht kon geven.“Hoe zouden we het zwart gat kunnen helpen?”, bedacht Blitz.“Aha: Taraka kan op jou vuurspuwen, dan geef je licht. Maar dan moet je Mars en Jupiter teruggeven, dan zal ik voor u vijf planeten maken.”

Page 30: De Wondere Pluim - boek 2007

�0 | De Wondere Pluim | 2007 |

En zo gebeurde het.Het zwarte gat gaf de planeten terug, Taraka zorgde dat hij licht gaf en vijf planeten had.

Blitz en het zwarte gat gingen nog een Mars eten en een Jupiler drinken.

Adriaan Standaert, 11 jaar (Emmaüs)

Page 31: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

ELfEnLAnD

Laura beweert dat er in de tuin bij de stam van de oude wilg een groen deurtje zat, en als de elfen dat openden, kon je Elfenland zien.“Ja schat”, zei mama, “neem je kleine broertje maar mee naar de tuin en laat hem de elfen en hun Elfenland maar eens zien.”Laura voelde dat mama haar niet geloofde. Ze was een beetje boos. Ze nam haar broertje Thomas bij de hand en nam hem mee naar de oude wilg.“Sssst”, fluisterde ze, “als we heel stilletjes zijn, gaat het groene deurtje misschien open en komen de elfen met ons praten.”Muisstil zaten ze daar te wachten.Toen kwamen de elfjes tevoorschijn.“Willen jullie door het deurtje en Elfenland zien?”, vroegen ze. “Ho ja”, zei Laura blij en ze kroop samen met haar broertje door het deurtje.Het eerste wat ze zagen was een paddestoelendorp waar elfen konden winkelen en praten, net als de mensen.Thomas wilde op ontdekking gaan.“Niet te ver weglopen”, waarschuwde zijn zus hem, “ik moet je nog in de gaten kunnen houden.”Voor Thomas waren de paddestoelenhuisjes net speelgoed en hij wilde met de elfen spelen. Laura hield hem goed in het oog tot ze opeens een tuin vol grote bloemen zag.“Kom Thomas”, riep ze, “We zullen die mooie bloemen eens bekijken.”

De bloemen waren zo groot dat ook Thomas heel nieuws-gierig was. Ze gingen er naartoe. In elke bloem lag een baby, als in een wiegje.

Page 32: De Wondere Pluim - boek 2007

�2 | De Wondere Pluim | 2007 |

“Hier wonen onze baby’s tot ze groot genoeg zijn om te kunnen vliegen”, zei de elf die de baby’s verzorgde. De baby’s lagen in goudgeel zonlicht.Het was veel te warm voor Laura en Thomas. Die waren blij dat ze in het bos konden gaan, waar het koel was. Een pad vol varens leidde hen naar een vijver vol waterle-lies, waar elfen gingen baden en spelen in de parelheldere bron.Thomas en Laura dronken en waadden in de ondiepe bron. Toen ze voldoende waren afgekoeld, liepen ze verder.

Opeens hoorden ze prachtige muziek: fluit, viool, harp.Op een open plek zat een groep elfen en dieren: muizen, konijnen, kikkers maakten allemaal hun eigen muziek.Er waren ook elfen aan het dansen op het groene gras.“We oefenen voor het feest van vanavond in het elfenkas-teel!”, zeiden de elfen.

Ze liepen verder tot de rand van het bos. Tussen de wortels van de bomen zagen ze een klein huisje met een keuken en een elfenkok, die een feestmaal aan het bereiden was.Natuurlijk kregen de kinderen honger van al dat lekkers, en de lieve elfen lieten hen proeven.

Terwijl ze genoten van al de gekleurde cakes en koekjes praatte Laura met de elfen.“Hebben jullie werk?”, vroeg ze.“Ja, natuurlijk!”, zei een zilverharige elf, “als het vriest moet ik prachtige ijskristallen aanbrengen.”“Waarom?”, vroeg Laura.“Nou, als de donkere, grijze herfst voorbij is, en je op een dag wakker wordt, en je ziet dat elk twijgje of grassprietje schittert, vind je dat dan geen aangename verrassing?”“Oh jawel, dank u voor al die mooie winterochtenden!”“Ik heb ook werk in de mensenwereld!”, zei een andere elf, “Met mijn mandje vol paddenstoelen vlieg ik ’s morgens

Page 33: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

rond en plant ze waar ik vind dat ze mooi staan.”“Wat willen jullie nog zien?”, vroegen de elfen.“Oh, ik denk dat we maar beter terug naar huis gaan”, zei Laura, maar Thomas wilde nog niet naar huis. Dus beslo-ten ze om nog even te blijven.“Kunnen we zien waar jullie jurken worden gemaakt?”, vroeg Laura.En dus namen de elfen hen mee naar de kleine spinnen die hun dagen doorbrachten met het maken van fijne sjaals en jurken met diamantvormige druppels.“Nu gaan we naar huis, daag lieve elfen!”“Dag Laura, dag Thomas, jullie zien ons vast nog eens terug!”

Mama was net klaar met koken en was de tafel aan het dekken. Van tante Kaat kregen ze allebei een tekenblok.“Thomas kan heel mooi tekenen”, zei Laura, “hij kan een bal, een doos en gezicht maken.”

Thomas maakte een tekening voor tante Kaat, en iedereen was verwonderd toen hij geen bal, doos of gezicht tekende, maar wel een mooie elf.

Jolien Geurts, 9 jaar (Neerland)

Page 34: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

DE VEtERS VAn GUStAAf

Ergens, ik weet niet waar, woonde een jongen die Gustaaf heette.Hij was 8 jaar en droeg schoenen waarvan de veters te lang waren.Hij kon niet stappen, want zijn veters waren te lang en hij struikelde altijd.Maar opeens...

“Nee! Stop!”“Maar Gustaaf, je struikelt altijd en nu ga ik je veters korter knippen!”“Nee! Ik hou van hen! En zij houden van mij!”“Dat moet je eerst laten zien!”“Oké, ik trouw ermee!”

Hij groeide op zonder zorgen tot de dag dat hij ging trou-wen.Heel de zaal zat vol mensen.Iedereen vroeg: “Waar is de bruid?”Zijn mama zei: “Aan zijn schoen.”Even werd het stil.Maar daarna barstte iedereen in lachen uit, behalve Helena.Zij zei: “Ik zou net hetzelfde gedaan hebben!”, en ze liep naar Gustaaf.Ze zei: “Kom, Gustaaf.”Samen liepen ze naar ergens, ik weet niet waar.

Marie Sioen, 8 jaar (Wereldschool)

Page 35: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

DE VEGEtARiSchE LEEUW

Ik ben Joris. Ik woon in Afrika in de savanne.Dat is gevaarlijk, maar ik ben dat gewend. Ik kan ook met dieren praten, maar niemand weet dat en dat wil ik ook zo houden.Vandaag ga ik op jacht, op leeuwenjacht! Dat is gevaarlijk, want zij eten vlees.“Papa, ga je mee?”“Ik kom! Even een speer pakken!”“Ik ga alvast, papa!”

En daar ga ik dan.Oh, kijk: een leeuw! Oh nee, hij heeft me gezien en komt op mij af! Oh nee, ik zit vast!“Hallo!” zegt de leeuw.“Eet je me dan niet op?” vraag ik.“Natuurlijk niet, ik ben vegetariër!”“Hahaha, jij vegetariër!?”“Ja, natuurlijk. Hoi, ik ben Vegetarisch.”“Ja, dat weet ik!”“Hoe weet jij mijn naam, heb jij mij al eens gezien?”“Nee, hoe weet jij mijn naam?”“Is dat je naam?”“Ja, natuurlijk!”“Oh, hoe heet jij dan?”“Joris Actua Erik.”“Wil jij mijn vriendje zijn?”“Natuurlijk niet, jij wordt familie!” zegt Joris.“Wat is dat?”“Weet je dat niet, heb je geen familie?”“Nee!” Snik... “Dan heb je geluk.”

Page 36: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

“Hoezo?”“Dan heb je nu een familie!”“Meen je dat echt?”“Natuurlijk! Kom je mee naar huis?”“Oké.”“Maar dan moet je wel vertellen hoe je vegetariër bent geworden!”“Oké. Yes, Sir! Ik was op jacht en ineens zag ik een pop voor me staan, dus ik spring erop. Achter de pop stond een stroper, en die gaf mij drinken, tussen haakjes (toverdrank), en vanaf die dag ben ik vegetariër geworden.”“Amai, precies lang genoeg.”

We zijn thuis.“Mama, papa, ik heb een nieuw familielid!”“Pas op, Joris! Er staat een leeuw naast je!”“Mama en papa, dit is Vegetarisch en hij is vegetarisch!”“Een leeuw die vegetarisch is, hahaha! Hij mag hier wonen, maar wel buiten, hè!”“Yes! En, papa, waarom ben je niet meegekomen?”“Je moeder heeft een kindje in verwachting.”“Dat meen je niet!” “Yes!”

Alles loopt goed af, en de vegetarische leeuw eet nu kip.

Daniel Brouwer, 8 jaar (Wereldschool)

Page 37: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �7

DE pLUiM VAn DE VOGEL

Er was eens een mooi meisje dat Charlotte heette. Ze was op zoek naar wat bosvruchten voor haar arme en zieke oma. Plotseling hoorde ze een prachtig geluid. Ze ging erop af. Maar toen ze dicht genoeg was, vloog een vogel weg. Er bleef maar één ding over en dat was de pluim van de vogel. Charlotte ging terug naar het kleine hutje in het bos. Daar was haar zieke oma. Ze liep zo snel mogelijk naar haar oma. Het mooie meisje liet haar de mooie pluim zien. Haar oma zei: “Die pluim kan misschien geluk brengen.” Het meisje pakte snel haar jas en liep heel snel terug naar het bos. Ze kwam de vogel terug tegen en vroeg: “Wil jij met me mee naar de stad?” De vogel ging met Charlotte mee naar de stad en toen ze bij de apotheker aankwamen, zei deze: “Wat kan ik voor u doen?” Charlotte wees het medicijn aan. De apotheker zei: “Dat kost dan vijf gulden.” Toen dacht het meisje eraan dat ze geen geld had. Ze vroeg aan de apotheker: “Wilt u mijn mooie pluim inwisselen voor het medicijn?” De apotheker zei: “Normaal mag ik dit niet doen, maar omdat jij het bent...” Charlotte zei: “O, dank u mijnheer!” “Graag gedaan, lief meisje.”Het meisje ging zo snel mogelijk terug naar huis. Ze gaf het medicijn aan haar oma. Die voelde zich weer jong en fit. “Dank je wel, mijn lieve kleindochter. Ik hou van je.”En Charlotte zei: “Ik hou ook van jou, oma. Echt heel veel. Oma, ik ben onderweg een vriend tegengekomen. Hier is hij.” Er kwam een hele mooie vogel binnen. “Hoe heet hij?”“Dat weet ik niet, oma.”“Hoezo?”“Ik ben nog niet zo lang bevriend met hem.”“Geef hem dan een naam.”“Oké, ik noem je - euh - euh - Fonkel.”

Page 38: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

“O, dat is een mooie naam”, zei oma.“Dank je”, zei de vogel.

“Ik heb een vraagje voor jou”, zei de vogel tegen Charlotte. “Mag ik hier blijven wonen?”“O, dat moet ik wel eerst vragen.”“Alstublieft”, smeekte Fonkel. “Wacht even”, zei Charlotte, “ik ga het eerst even vragen aan oma, goed?”“Oké”, zei Fonkel. Charlotte vroeg aan haar oma of de vogel bij haar mocht komen wonen en oma zei: “Van mij mag dat, maar je moet er zelf voor zorgen, beloofd?”“Beloofd”, zei Charlotte. Ze ging terug naar de vogel en zei: “Het is goed, je mag bij mij komen wonen.”De vogel sprong in de lucht van blijdschap. Ze hadden veel plezier samen. Ze keken naar de videoband van Bambi en ze gingen lekker in de tuin spelen en zwemmen in het zwembad. Oma riep: “Komen eten allemaal!”Charlotte en Fonkel zaten direct aan tafel. Charlotte was direct aan het eten en oma ook, maar Fonkel niet. Hij lustte liever wat wormen en insecten of graan. Hij vroeg aan oma en Charlotte of hij wat graan kreeg en oma zei: “Natuurlijk, had dat dan eerder gezegd. Hier heb je wat graan, goed?”“Jaja”, zei Fonkel, “dank je.”“Het is al goed”, zei oma, “maar eet wel je bord leeg, hé.”Charlotte had haar bord helemaal leeg.“Heel goed, helpen jullie me met afruimen, alstublieft?”“Ja, ik help”, zei Charlotte. Ze ruimden met zijn drieën de tafel af.“Goed”, zei oma, “jullie mogen gaan spelen.”“Goed”, zei Charlotte. Ze gingen verstoppertje spelen en op de bedden springen. Dat deden ze graag. En tikkertje ook. Na al dat spelen riep oma Charlotte en Fonkel naar binnen. “Jullie mogen nog

Page 39: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

even naar tv kijken en dan naar bed.”“Oké, oké. Mogen we naar Ketnet kijken?”“Natuurlijk mogen jullie naar Ketnet kijken”, zei oma.“Dank je”, zeiden Charlotte en Fonkel.“Graag gedaan”, zei oma. Ze keken naar Ketnet tot negen uur. “Bedtijd”, zei oma, “het is negen uur.”“Goed”, zeiden Charlotte en Fonkel.Oma legde Charlotte en Fonkel lekker in bed. “Slaapwel”, zei Charlotte tegen oma. “Slaapwel, Charlotte”, zei oma en ze gaf haar een kus.“Slaapwel”, zei Fonkel tegen oma.“Slaapwel, Fonkel”, zei oma tegen Fonkel en ze gaf hem een kus. “Morgen is het weer een nieuwe dag.” “Ja, dat is waar”, zei Fonkel. “Morgen is het mijn verjaar-dag.”Oma en Charlotte keken geschrokken.“Oeps”, zei Charlotte, “ik moet naar het toilet.”“Oei”, zei oma, “kom dan maar vlug anders plas je nog in je broek.” Charlotte en oma gingen vlug de trap af en toen ze terug in de woonkamer waren, gingen ze praten over morgen. “Hoe moeten we zo snel een cadeau hebben?”, vroeg Charlotte. “Wacht, wacht”, zei oma, “ik vind wel een manier. Morgen heb ik een cadeau.”

De volgende ochtend.Charlotte kwam zo snel mogelijk de trap af. “Oma, heb je een cadeau voor Fonkel?” “Ja, ik heb een cadeau voor Fonkel.” “O ja?” “Ja, en ook een taart.” “Goed, ja, heel goed.” Fonkel kwam naar beneden. “Hallo.”“Gelukkige verjaardag, Fonkel”, zeiden oma en Charlotte,

Page 40: De Wondere Pluim - boek 2007

�0 | De Wondere Pluim | 2007 |

“hier, een cadeau.” “Dank je. Waaauw, een nieuwe pet! Leuk. Dank je.”“Graag gedaan. Blaas de kaarsjes maar uit.”Fonkel blies de kaarsjes uit en ze leefden nog lang en gelukkig.

Shayni Huybrechts, 9 jaar (Zwemschool)

Page 41: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

fLAMBEERtJE DE kLEinE DRAAk

Heel lang geleden, toen er nog draken leefden, leefde er een meisje. Kitty heette ze, ze was achttien jaar, had bruin haar, en een vriend die Axel heette. Ieder carnaval werden de draken uitgenodigd en werd er afscheid van hen genomen, want in de veertigdagentijd brachten draken volgens de legende ongeluk. Met Pasen kwamen de draken terug.

Het was de eerste dag van de veertigdagentijd en Kitty liep langs de bosrand en beklom de heuvel, waar ze zoals altijd op Axel wachtte.Opeens hoorde ze iets in het struikgewas. Kitty was nogal nieuwsgierig van aard, en dus ging ze er meteen op af. In het struikgewas vond ze de schalen van een drakenei, en tussen de eierschalen vond ze een babydraak.“Dit moet ik Axel tonen”, dacht Kitty.Ze pakte de babydraak op en ging terug naar de heuvel waar Axel al op haar stond te wachten.Kitty rende naar hem toe en stak de baby naar hem uit.“Kijk!”, riep ze opgewonden, “dit heb ik gevonden!”“Draken brengen ongeluk in de veertigdagentijd!”, zei Axel.“Ik neem hem toch mee naar huis”, zei Kitty vastberaden.En zo gebeurde.

Kitty sloop haar huis binnen. Papa was nog op zijn werk, en mama stond in de keuken. Ongestoord liep Kitty de trap op naar haar kamer. Ze opende de kleerkast, op de bodem lagen al haar tassen. Met haar reserve donsdeken maakte ze een holletje tussen de tassen. Daar legde ze het draakje in.

Page 42: De Wondere Pluim - boek 2007

�2 | De Wondere Pluim | 2007 |

Het blies een sliertje rook uit. Kitty lachte en zei: “Ik noem jou Flambeertje!”Op dat moment riep mama: “Eten!”Kitty haastte zich naar beneden.Na het eten keek Kitty nog even tv en dan ging ze slapen. Ze keek nog even naar Flambeertje en viel toen in slaap.

De dagen gleden voorbij en in het geheim zorgden Kitty en Axel voor Flambeertje.

Eindelijk was het Pasen! De draken kwamen terug en feestten mee.’s Avonds, toen de draken naar het bos gingen, werd Drakegem – zo heette het dorp – weer rustig.Kitty, Axel en Flambeertje liepen naar de heuvel. Daar bleef Axel staan wachten terwijl Kitty Flambeertje terugbracht.

Als dank kreeg Kitty van moeder draak een gelukssteen. Kitty dacht: “Hè, misschien is die legende fout en brengt een draak in de veertigdagentijd toch geluk!”

Nadat Axel haar thuis had afgezet ging hij zelf naar huis. Toen Kitty thuiskwam, riep mama: “Kitty, afwassen!”Nou, misschien is die legende toch juist!

Mathilde Melis, 9 jaar (Neerland)

Page 43: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

AchtER hEt MUURtJE

Achter het muurtje staat een berg. In de zomer staat hij in de zon.Het was zo’n zomerdag. Onze kat zat op schoot bij mijn bomma. Ze zat in een rolstoel waarvan de rem stuk was.De kat sprong op de grond, en liep de deur uit naar de berg. Bomma ging erachter aan, ze was bang van het muurtje. Ze dacht dat er spinnen zaten!Ze was nog nooit achter het muurtje geweest.

Ze zag de berg met de zon erop. Ze reed de berg op, ze vond het daar goed.Ze viel in slaap en ze reed van de berg af.Maar gelukkig zag ik het.Ik liep erachter aan.Met haar achterwielen reed ze tegen een tak. Ze vloog met haar rolstoel de lucht in. Ze maakte salto’s in de lucht.De mensen keken allemaal naar boven. De burgemeester keek ook.

Mijn bomma kwam weer op de grond. De mensen gaven heel veel geld.Mijn bomma werd wakker. Ze vroeg waarom ze geld gaven.Ik heb het uitgelegd.

Door dat kleine ongelukje werden we rijk.We kochten een villa! En we gaven de armen geld! En we hielpen iedereen! En we herstelden de rem van bomma haar rolstoel.

Kaat Ségal, 8 jaar (Klavertje 4)

Page 44: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

DE LEVEnDE WOEStiJn

Er was eens een groepje van zes kinderen: Aline, Lynn, Kim, Lauren, Zerina en Seppe. Ze noemden zichzelf XL.Op een dag liep de groep door het dorp.Ze hadden niet in de gaten dat de koningin van het feeën-rijk naar hen keek.Plots verscheen de koningin voor hun neus. Ze schrokken zich een hoedje.

“Is dit een droom, of niet?”, vroeg Seppe bang.“Nee, ik ben de koningin van Feeënland!”“Wat, bestaan feeën echt?”, vroeg Aline verbaasd.“Ja! Maar ik heb jullie hulp nodig.”“Voor wat dan?”, vroeg Zerina.“Om me te helpen!”“Toch niet iets opruimen, hè? Want dat haat ik!”, zei Seppe.“Nee, nee”, zei de koningin, “jullie moeten een steen gaan halen.”“Een makkie”, zei Lynn.“Nee. Jullie moeten de steen halen in een gevaarlijk woud: de levende woestijn!”“Maar wat kunnen wij doen, wij zijn maar kinderen?”“Geen probleem, ik maak van jullie ook feeën. En van jou, jongen, een superheld!”, zei de koningin.“Joepie!” zei Seppe, “ik word Spiderman! Komaan, op naar de levende woestijn!”

Na een kwartier vliegen waren ze er.“Wow, een woestijn!”, zei Lauren. “Cool, komaan, op naar die steen!” En 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, zo gaat-ie goed! Zo gaat-ie beter, en nog een kilometer.

Page 45: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

“Oh nee, kijk daar, een zandstorm!” zei Seppe.“En wat is het plan, meneer?” vroeg Aline.“Soms kan een antwoord heel kort zijn”, zei Seppe, “rennen!”“Komaan, gebruik je krachten!” zei Kim.“Oké”, zei Seppe Spiderman, “Schild! Het werkt niet!” riep Seppe.“Deze woestijn leeft echt!” zei Aline. “Ik heb een idee, we graven een tunnel onder de storm.”“Ja, goed idee, Aline!” riep Lynn.“Komaan, iedereen erin!” zei Lauren.“Aline, zijn we er bijna?”“Nee,” zei Aline, “terug!””Aline, zijn we er bijna?” zei Seppe nog eens.“NEE. Hou nu op!” “Hé, kijk daar!” zei Zerina, “een uitgang!”“Eindelijk!” zei Seppe, “Komaan, pak de steen!”“Ja, ik heb hem!” zei Aline. Missie geslaagd!

Aline Janssens, 8 jaar (Veltwijck)

Page 46: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

Page 47: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �7

VERkEERD VERBOnDEn

Er was een man die altijd het foute nummer intikte. Hij belde altijd naar dezelfde man.

Op een dag kwam meneer Viette. Hij was lief en eenzaam.Maar gisteren lag hij in het ziekenhuis, omdat iemand hem heeft overreden. Door een auto, maar die reed weg omdat hij wist dat het de man was die altijd naar hem belde.

Bryan Viette, 8 jaar (Jonghelinckshof)

Page 48: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

Page 49: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

Verhalen van kinderen uit de tweede en derde leergroep, Nederlands tweede taal

DE StAD VAn MODE

Er was eens een meisje dat Marcha heette.Ze vroeg elke dag aan haar moeder een nieuwe rok, broek, jurk of jas.Op een dag moest ze van haar moeder naar de winkel om brood te kopen, maar ze ging eerst naar de kiosk en zag in de krant een foto van een zeer mooi meisje in een heel erg mooie jurk.

In plaats van brood had ze de krant gekocht. Ze ging naar het park en wenste dat ze ook zo een jurk had.Toen begon het meisje in de krant te bewegen en zei: “Hallo Marcha, onze koning wil met je praten, dus moet je naar de Modestad!”, en gaf haar een hand.

Marcha deed haar ogen open: ze lag niet op het gras. In plaats van gras en bomen waren er rokken en laarzen.In plaats van huizen waren er kleren.Toen hoorde ze: “Ik heet Paris.”“Waar ben ik?”, vroeg Marcha aan Paris.“In de Modestad, natuurlijk. Onze koning heet Luigi Chic de vierde. Hij heeft mij gevraagd om je naar hem te bren-gen.”

Ze gingen door de stad en Marcha zag een groep soldaten in rood en een groep soldaten in roze.“Waarom zijn er twee groepen soldaten in andere kleuren?” vroeg ze.

Page 50: De Wondere Pluim - boek 2007

�0 | De Wondere Pluim | 2007 |

“We hebben oorlog: iemand vindt dat roze mooier is en iemand dat rood mooier is. Hier, nu zijn we er!”Ze stonden bij een grote baljurk: het kasteel van de koning.De poort zwaaide open en ze liepen verder.De slaven hadden op hun hoofden vingerhoeden en om hun nek was er een klein naaimachientje.Sommigen naaiden kostuums voor de koning.

De meisjes kwamen in een prachtige zaal: de grond was van naalden en aan de muren hingen prachtige stoffen.Op een gouden pluim zat een klein, dik mannetje: dat was de koning. In de hand had hij een schaar van zilver.“Hallo, Marcha, ik weet dat je veel van mode houdt, dus mag je in de Modestad wonen!”

De volgende dag zag Marcha de stad en Paris vertelde haar alles.Nu zag Marcha twee groepen soldaten in groen en geel.“Is er een nieuwe oorlog?” vroeg ze aan Paris.“Nee, gewoon, tijdens de nacht is de mode veranderd.”

’s Avonds vroeg Marcha: “Mag ik wat eten?”“Nee, zeker niet! In Modestad eet niemand, dat is verboden!”“Maar waarom dan?”“Als je veel eet, word je dik en dan kun je geen korset aandoen!”

Toen dacht Marcha aan haar moeder. Ze moest nog brood kopen en zei: “Ik moet naar huis!”Ze gingen naar een grote naald en Marcha liep verder.

Thuis schreef ze in een heel dik boek over dat land.

Liza Miller, 8 jaar (Tachkemoni)

Page 51: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

DE GiRAf MEt EEn kORtE nEk

Er was eens een giraf, die at zoveel dat hij ontplofte.Op een dag was het wedstrijd. Kortnek wou ook graag meedoen.Toen hij dat aan zijn vrienden vertelde, barstten ze allemaal in lachen uit. Kortnek werd heel boos.

Hij had nog niet geoefend en hij had eigenlijk geen tijd meer, want het was al halfnegen.Hij ging naar de wedstrijd zonder te oefenen. Hij wou laten zien dat hij ook sterk was.Toen Kortnek binnenkwam, stonden de anderen al klaar op hun plaats. Kortnek was nog net op tijd, want de baas zei: “Eén!”, toen ging Kortnek staan.Kortnek stond vooraan.Hij liep en liep tot bij de finish.“JeeJee!!” werd er van alle kanten geroepen.“Joepie!”, zei Kortnek, “ik heb gewonnen!”Hij kreeg kussen en een ketting, en hij ging in de krant staan en op tv komen.Sindsdien mocht hij altijd meedoen met zijn vrienden.Alle dieren die Kortnek tegenkwam, wilden een handtekening van hem.

Toen hij thuiskwam, was er gepoetst door de meisjes, en een paar jongens hadden het er ingericht zoals in Hawaï. Hij heeft de hele nacht zitten feesten!’s Ochtends zei hij: “Jullie mogen rusten hoor, want jullie hebben genoeg voor mij gezorgd!”

Aouatif El Bakali, 9 jaar (Wereldschool)

Page 52: De Wondere Pluim - boek 2007

�2 | De Wondere Pluim | 2007 |

hEt VERkEERDE ADRES

Lily en Eden (dat ben ik) zijn vriendinnen. Mijn mama is Sarah, mijn papa is Perry.

Het verhaal begint nu echt.Ze waren op school. Tttrrriiinnnggg, de bel ging.“Kinderen, kinderen, we hebben een nieuwe leerling, hij heet Tom. Lief zijn nu, je weet hoe het was op jullie eerste dag op school.”

“Hey, Lily, die nieuwe leerling Tom, stom vind je niet?”“Ik vind hem best vriendelijk. Je kent hem nog niet en je weet wat de juf zei.”“Ik ga naar huis, is dat goed Lily?”“Ja, doe maar.”

Later...

“Dag mama, dag papa! Raad eens, we hebben een nieuwe leerling! Ik vind hem best leuk!”“Flink, Lily, dat je hem leuk vindt.”“Ik wil een brief sturen naar Tom, om te vragen of zijn eerste dag goed was.”“Doe dat maar, Lily.”“Waar zijn de enveloppen, mama?”“Op de trap...”“Mmmmm... ah daar!”

Lily schrijft

Lieve TomIk vind je leuk, heel leuk, meer dan normaal.Toen ik je zag, wist ik op het eerste gezicht dat je leuk was.Wil je me misschien zien op 7 maart?

Page 53: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

Ik zal er zijn, bij de cinema.xxxxxx Uw geheime aanbidder.Tijd: 2 uur.

Klaar! Nu het adres... waar lag die adressenlijst? Hier, Tom... Tom... oh Tom, nee! Een vlek op Toms adres! Sint-Paulusplaats 3 dan zeker...? Nu dan: opsturen!

Op school

“Hey Eden! Hoe gaat het?”“Goed, is Tom hier?”“Ik weet het niet, vraag het aan de juf, zij weet het wel.”“Oké......... Juf, juf! Waar is Tom?”“Oh schat, hij is ziek.”“Jammer, het gaat een saaie dag zijn zonder iemand die echt lief is voor mij.”

Eindelijk was de allersaaiste en stomste dag voorbij.Nu nog de leukste woensdag ooit te gaan, bij de cinema.

Lily is bij de bioscoop en ziet er stralend mooi uit.Ze wacht op Tom, maar ze ziet hem niet. Vele mensen waren ook aan het wachten tot de film begon. Na een halfuur ging iedereen naar binnen, behalve Lily en nog een jongen. Lily voelde zich teleurgesteld en een beetje verdrietig omdat Tom er niet was. Ineens kwam de dappere jongen naar Lily en zei: “Hey, wacht jij op iemand?” “Ja”, zei Lily.“Ik ook! Iemand heeft mij uitgenodigd, een geheime aanbidder.”Lily bloosde en zei: “Ik heb een brief gestuurd naar Tom

Page 54: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

van mijn klas. Hij woont op de Sint-Paulusplaats nummer 3.”“Maar ik woon daar, en ik heet Tom!” zei de jongen.“Ooooo nee! Dan woont Tom uit mijn klas in de Sint-Pau-lusstraat, niet de Sint-Paulusplaats!”Ze lachten allebei.Dan beslisten ze om samen naar de film te gaan en ze hadden een leuke en toffe tijd.

En ze deden dat iedere woensdag.

Na een paar maanden dacht Lily dat Tom van de Sint-Pau-lusstraat veel toffer en liever was dan die Tom uit haar klas.

Eden Roberts, 8 jaar (Musica)

Page 55: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

AchtER hEt MUURtJE

Er was een jongen aan het wandelen. Hij ging achter het muurtje en zag een dode man.De jongen zei: “Ik ken die man!” Er waren beesten op hem.“Oh nee, dat is mijn vader! Ik ga naar de politie!”De jongen liep en liep.

“Ik heb mijn vader dood op de grond gezien!”De agent zei: “Oh nee! Hoe komt het?”“Ik weet het niet”, zei de jongen.“Kom binnen een week terug.”“Oké”, zei de jongen.

Eén week later.

“Ik moet iets bekennen.”“Wat?”, vraagt de jongen.“Ik heb je vader doodgeschoten!”“Wat? Een agent, mijn vader doodgeschoten?”De andere agenten brachten de agent naar de gevangenis.De agent riep: “Ik was zat!”De jongen zei: “Ik zie aan je gezicht dat je liegt.”“Ik was kwaad op je vader!”“En dan? Dat is geen reden om mijn vader dood te schie-ten!” “Je hebt 20 jaar cel!”

De jongen ging naar huis en riep: “Mama, papa is dood!” Oh nee, mama is ook al dood. Die agent heeft mijn mama ook al doodgedaan! Ik ga terug naar de politie!

“Die agent heeft mijn mama ook doodgedaan!”

Page 56: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

“Wat? Dat is dan 40 jaar cel. Nog één mens, dan hangen we hem op!”

“Waar moet ik wonen?”“Iemand moet je adopteren.”“Oké, maar wie?”“Dat zullen we nog zien.”“Mag ik bij familie wonen?”“Misschien.”“Wanneer weet je het?”“Ik weet het niet, je moet naar een internaat.““Oké dan, hoe lang?”“Tot we iemand hebben die je wil adopteren. Ik breng je nu naar het internaat, oké?”“Oké.”“Daar is de auto, stap maar in.”

“We zijn er al, stap maar uit.”“Mag deze jongen hier op internaat?” “Ja, zenne, als hij braaf is.”“Ja, hij is zijn ouders kwijt.”

Een maand later.

“We hebben iemand die je wil adopteren.”“Joepie!”, roept de jongen.En de jongen had nog veel pret met zijn nieuwe mama.

Alexis Rayer, 10 jaar (Jonghelinckshof)

Page 57: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �7

MiJn fiEtS hEEft VOEtJES

Mijn fiets heeft voetjes.Mijn auto heeft wieltjes.Mijn motor heeft lampjes.Mijn metro heeft veel stoeltjes.

Mijn bus heeft stuurtjes.Mijn paarden hebben hoefjes.Mijn helikopter heeft schroefjes.Mijn computer heeft spelletjes.

Muhamed Tekmen, 10 jaar (Zuiderdokken)

Page 58: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

DE MUiSJES in DE kASt VAn DE kELDER

De kast in de kelder is heel oud, daar woont de familie muisjes.Elk jaar komt er een muisje bij in de familie. Ze wonen in een kelder, hun huis is een oude kast.

Er kwam weer een muisje bij. Ze moesten verhuizen, want de kast was te klein.

Vader muis ging naar buiten om een huis te zoeken. Hij zag een kast aan de overkant.Hij was blij en ging terug naar zijn gezin.

Het gezin stond klaar ingepakt. Ze gingen naar hun nieuw huis.Vader muis zei: “Pas op voor de auto’s!”De weg was vrij en ze staken over.Behalve Jan, de kleinste muis: hij zag een mens.Jan vroeg: “Is hier een bos?”De man zei: “Ja, nog even en dan zie je een bos.”“Bedankt, meneer.”

“Mam, pap, ik weet waar een bos is!”.Ze lopen verder tot aan het bos. Ze zien een klein huis. Daar woonde niemand.Dus gingen ze daar wonen.

Vjosa Balaj, 8 jaar (Sint-Lutgardis)

Page 59: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

JAn En An

Jan en An zijn broer en zus.Jan en An maken altijd ruzie.Mama vindt dat niet meer leuk.Mama krijgt van dat geruzie hoofdpijn.

Als Jan 22 was geworden en An 23, hebben ze het begrepen: dat je niet voor een boek ruzie moet maken, maar samen delen.

Polina Pojmetjeva, 9 jaar (Villa Stuivenberg)

Page 60: De Wondere Pluim - boek 2007

�0 | De Wondere Pluim | 2007 |

DOnkER iS niEt fiJn

Het begon allemaal op een gloeiende nacht.Thomas lag in bed. Hij was bang in het donker, want toen hij klein was, was er iets gruwelijks gebeurd. Hij was toen 5 tot 6 jaar.

Hij sliep met zijn broer van 13 jaar in een stapelbed. Zijn grote broer is altijd bezig met gsm’en.Thomas ziet altijd spoken, het is daarom dat hij bang is.

Eindelijk mag het licht uit, voor de eerste keer viel hij meteen in slaap.Om 12 uur ’s nachts werd hij wakker door voetstappen.Hij zei stilletjes: “Tim, zijt gij dat?”Hij was het niet. Thomas bibberde.Zijn ouders of zijn zus Tine konden het niet zijn, ze sliepen allemaal.

Opeens voelde hij een hand op zijn schouder. Hij draaide zich om en zag opeens zijn overleden broer Tom.Hij was niet meer bang, hij was blij.Zijn broer Tom zei heel vriendelijk: “Thomas, je hoeft niet bang te zijn, want ik zal u verdedigen, u helpen in het donker. Ik zal altijd bij je zijn in je hart!”Thomas zei: “Vanaf nu zal ik niet meer bang zijn in het donker, dat beloof ik, Tom.”

De volgende nacht sliep Thomas direct.

Kevin Piron, 11 jaar (Emmaüs)

Page 61: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

Verhalen van kinderen uit de vierde en vijfde leergroep, Nederlands moedertaal

VURiGE GEDAchtEn

13-03-03

Het was nog donker toen Sam wakker werd van het gepiep van zijn wekker.Het was zaterdag. Een heel speciale zaterdag: 13 maart 2003. Zijn verjaardag.Hij dacht na over wat zijn moeder deze keer bedacht zou hebben om hem te verrassen. Waarschijnlijk zoiets als een reuzentaart of een tripje naar een pretpark.Hij smeet de deken opzij en krabbelde uit zijn bed. Met de slaap nog in zijn ogen wandelde hij de trap af. Hij deed de deur zachtjes open.

Eigenlijk verwachtte Sam “GELUKKIGE VERJAARDAG!!!” te horen, maar dat was niet zo.Zijn moeder, vader en kleine zusje zaten gewoon rustig te ontbijten.“Goeiemorgen, Sam”, zei zijn vader.Sam zweeg. Waren ze soms zijn verjaardag vergeten? “Ik haal even nog wat koffie”, zei zijn moeder terwijl ze rechtstond.Sam ging zitten. Hij schonk voor zichzelf een glas fruitsap in.Zijn vader zei: “Sam jongen, doe je ogen eens toe”, er verscheen een glimlach om zijn lippen.

Page 62: De Wondere Pluim - boek 2007

�2 | De Wondere Pluim | 2007 |

Sam sloot zijn ogen. Even later zei vader weer: “Je mag ze opendoen.”Hij opende zijn ogen en zag wat er op tafel stond. Hij had het al verwacht: een reuzencake! Zijn moeder omhelsde hem en gaf hem een kus.Sam’s kleine zusje Lara trok een toeter van onder tafel en blies er loeihard op.“Dank je”, zei Sam, “gaan we dan nu eten?”

Het weekend vloog voorbij en algauw was het weer maan-dag, dus tijd om terug naar school te gaan. Toen hij aankwam was iedereen al naar binnen. Hij rende vlug de gang door naar de deur van zijn klas en trok die met een ruk open.De juf stopte met praten en alle ogen van de klas keken zijn kant op.“Waarom ben je te laat, Sam?” vroeg de juf.Hij zweeg.De tijd om een excuus te bedenken had hij niet gehad.Sam ging zitten en boog zijn hoofd. “Sorry, juf, maar...”, begon hij.De juf onderbrak hem: “Dat wordt dan nablijven. We gaan verder met de les.”Twee uur later ging de bel voor de eerste speeltijd.

Sam en Nicky, een vriendin van hem, gingen samen naar buiten.“Nablijven, ik haat het! Kan ik straks weer een uur extra zitten werken na schooltijd!”, zei Sam tegen Nicky.“Als de school nu eens zou afbranden, en wij de rest van het jaar vrij kregen! Dat zou nog eens leuk zijn.”“Zeg dat wel”, vulde Nicky aan.Ze babbelden nog even verder tot de bel weer ging. Ieder-een ging netjes in de rijen staan.Toen ze allemaal weer binnen waren, begon de juf over

Page 63: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

gelijkbenige driehoeken of zoiets te praten. Abrupt hield ze op toen de sirenes van het brandalarm gingen loeien. Sam keek Nicky met grote ogen aan. De juf schreeuwde: “Iedereen rustig naar buiten en blijf vooral kalm!!!”Maar dat waren de leerlingen zeker niet. Ze riepen en tier-den en begonnen te duwen tegen de deur, terwijl je eigen-lijk moest trekken.De juf wurmde zich tussen de leerlingen door en trok de deur open. Iedereen stormde naar buiten.Alle klassen verzamelden zich op het grasveld.De leerlingen keken toe hoe hun geliefde school in vlam-men opging.Algauw was de brandweer er samen met een ambulance. Het was een enorme chaos: overal huilende, angstige eerstejaars, die om hun mama en papa riepen.De juffen belden met hun gsm naar ouders die zeiden dat ze onmiddellijk kwamen.

Sam en Nicky stonden te praten.“Hoe kan dat nu?”, vroeg Nicky. “Jij wilt dat de school afbrandt en ze brandt af!”“Ik weet het ook niet”, zei Sam.

Later ontvingen ze een brief waarin stond dat het lang zou duren eer de school zou hersteld zijn, en dat de leerlingen dus voor de rest van het jaar vrij kregen.

Sam zat naar tv te kijken toen de telefoon ging. Hij zette de buis af en nam op.“Hallo, met wie spreek ik?”, vroeg Sam.“Sam, Nicky hier. Ik heb eens goed nagedacht. Volgens mij bezit je een speciaal soort kracht waarmee je dingen kunt laten uitkomen.”“Waa!”, riep Sam in de hoorn, “Nu ben ik de grote, boze tovenaar!”

Page 64: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

“Maar je moet wel oppassen met wat je zegt. Als je bijvoor-beeld zegt: Stik erin, dan kan dat misschien echt gebeuren.”“Ja, da’s waar”, zei Sam.

Sam was heel voorzichtig met wat hij zei. Gelukkig gebeurde er nooit iets echt ergs.Behalve een paar tanden van een pestkop die uitvielen.

27-03-66

63 jaar later

Sam was oud geworden. Zijn kleinzoon Sander was twee weken geleden verjaard en als verrassing mocht hij blijven slapen bij zijn opa.Ze zaten in het salon, toen Sander hem iets eigenaardigs vertelde: “Opa Sam, een paar dagen geleden had ik ruzie met iemand. Ik zei hem: breek een been! De dag daarna ver-telde de juffrouw dat die jongen waarmee ik ruzie had, van de trap was gevallen en zijn been gebroken had.”De oude Sam dacht: “Oh nee, de geschiedenis herhaalt zich!”

Anton Janssens, 10 jaar (Sint-Anna)

Page 65: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

hEt LAAtStE WOORD

“Wauw! Een LEGO-kraan!”, riep mijn bijna 7-jarige broertje Arne uit, terwijl hij het kerstboompjesinpakpapier van het cadeautje scheurde.Mijn jongste neefjes keken met grote ogen toe.

Het was kerstavond, en we zaten met z’n allen rond de open haard, waarin de vlammetjes dansten als gekken.Iedereen was er: nonkel Freddy en tante Lies met hun kin-deren (mijn neven en nichten dus): Wannes (14 jaar) die een kei was in verhalen schrijven die superspannend zijn, Lore (8 jaar) die super piano kon spelen, terwijl haar zusje Hannah (6 jaar), een liedje aan het zingen is.We hadden ook nog tante Nele en nonkel Johan, en mijn jongste neefjes, Jasper (6 jaar) en Bram (4 jaar).Ook bomma en bompa waren gezellig aan het kletsen met oma en opa Jacob.

Niemand anders heeft zo’n goede band met opa Jacob als ik. Oma natuurlijk wel, maar dat is een liefdesrelatie. Opa Jacob is onvoorstelbaar lief en avontuurlijk, hij is een oude man van 94 jaar, maar nog behoorlijk in conditie.

Natuurlijk waren mama, papa en mijn kleine broertje Arne er ook. Het was immers in ons huis.Ik ben Anna, 11 jaar.

Nadat Wannes z’n superspannend stukje tekst had voorge-lezen, kwamen de zusjes Lore en Hannah met hun muziek. Het liedje was prachtig! Hannah sprak alles goed uit...Ondertussen zaten Arne, Bram en Jasper al met de kraan van mijn broertje te spelen, in het hoekje naast de kerst-boom, waarin kerstballen in allerlei kleuren gehangen

Page 66: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

waren.

Na het kerstdiner, gevulde kalkoen, hadden we even tijd om te kletsen.En toen kondigde opa Jacob met een korte speech aan, dat hij binnen vier dagen op reis ging naar Noorwegen. Hij ging er heen voor zijn vorige job.Iedereen begon met elkaar te konkelfoezen. En iedereen was een beetje geschokt. Zelfs oma, die het al wist, bleek toch nog waterachtige ogen te krijgen.Wannes, had de moed om te vragen: “Hoelang?”Iedereen zweeg meteen.Opa zuchtte en zei: “Drie weken.”Iedereen vond hem vriendelijk en hield van hem, en hoewel ze hem zouden missen, wenste iedereen hem een goede reis. Ik niet, omdat ik niet wou dat hij wegging!Ik kwam bijna elke dinsdag en vrijdag na school bij hem langs en kon hem niet missen. Ik kon nauwelijks mijn tranen bedwingen.

Na het overheerlijke dessert (chocolademousse, dat me wegens het nieuws toch niet smaakte) nam opa Jacob me bij hem in datzelfde hoekje waar de jongens gespeeld hadden en dat nog vol LEGO lag.Hij boog door zijn knieën en zei zacht: “Ik heb iets waar-door we mekaar kunnen zien en schrijven, niet praten. Dan hoef je me niet meer zo te missen. Het is een soort spiegel, en als je iets wil schrijven doe je dat met dit takje.”Hij liet een groen takje zien. “Ik heb het gekocht van een kluizenaar in de bergen van Kathmandu, een stadje in de bergen van India.”Ik nam vol vreugde en voorzichtigheid het spiegeltje in ont-vangst. Het was bezet met vuurrode mozaïek. Opa had er ook zo een, waarmee hij alles kon ontvangen en ook dingen kon schrijven.

Page 67: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �7

“Bedankt”, zei ik stil, terwijl ik het nog altijd bewonderde.Mijn opa liet een kleine glimlach zien.

Na het feestje ging iedereen weg, het was redelijk laat geworden, dus ik moest direct naar bed.Toen mama naar beneden was, nam ik het spiegeltje vanonder m’n kussen vandaan.Ik ging het altijd in een zakje rond mijn hals bewaren.

Vier dagen later gaf het ding een soort tril, ik nam het uit het zakje en keek ernaar.Er stond in een kribbelig geschrift: “Ben in vliegtuig gestapt.”Ik schreef terug: “Prettige reis!”, en een smiley.

De dagen gingen voorbij en we schreven als gekken.Het leek wel een verslavend medicijn, we konden zelfs gekkebekken naar mekaar trekken, en dat deden we ook.

Maar op een dag, ik weet het nog: het was 19 februari, schreef hij niet meer. Daarna ook niet, ik wist niet hoe het kwam.

Nu, jaren later, heb ik ook niets meer gehoord. Hij kwam niet meer terug, nooit meer...

Nog één keer heeft hij geschreven: “Ik ben blij, maar mis je...”

Elisabeth-Ann Vandenwijngaerden, 11 jaar (Spiegel)

Page 68: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

DE LOtUSBLOEM

Sanne is vorige maand verhuisd.Sinds ze hier woont, heeft ze rare dromen. Ze durft het aan niemand vertellen.

“Opstaan! Sanne, waar blijf je?! Straks kom je te laat op de eerste schooldag!”, riep haar moeder.Sanne opende moeizaam haar ogen en keek op haar klok. 08.00 uur wees hij aan.“Wat, zo laat al!”, riep ze uit.Ze sprong uit bed, stapte in haar kleren en stormde de trap af. Ze nam nog snel een appel uit de fruitmand en liep naar buiten.Ze was nog maar net op tijd voor de schoolbus.

Even later zat ze op de bus.Ze zat alleen. Niemand wou naast haar zitten.“Als de dag al zo slecht begint, zal het waarschijnlijk niet nog slechter kunnen”, dacht ze bij zichzelf.Eerst vond ze haar klas niet, waardoor ze te laat kwam voor de les, en ’s middags stond ze zo ver naar achter in de kan-tine, waardoor al het eten op was, toen het aan haar was.Ze kon wel huilen na al die tegenslagen, maar dat durfde ze niet omdat ze bang was uitgelachen te worden.

Toen ze thuiskwam liep ze, zonder iets te zeggen, naar haar kamer en kwam er niet meer uit.Ze ging op bed liggen en begon te huilen. Toen ze uitge-huild was, viel ze vermoeid in slaap.

“Sanne, als je me hoort, volg dan mijn stem”, zei iemand.Heel vaag zag ze de splitsing van het park. Ze volgde de weg waar een bordje stond: “Niet Betreden! Gevaar!”Uiteindelijk kwam ze aan een groot meer. De stem was nu

Page 69: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

nog duidelijker. Ze wou zich net omdraaien om te kijken wie of wat haar nu al de hele tijd riep, maar dan schoot ze wakker. Nu wist ze het nog niet.

Toen ze op de klok keek was het 05.30 uur.Nogal vroeg, vond ze. Ze besloot haar dromen te volgen.Ze loopt in het park. Het is stil. Heel stil. Het enige wat ze hoort zijn haar voetstappen op het grind. Enkele meters verder ziet ze de splitsing al. Snel loopt ze er naartoe. Als ze voor het pad met het bordje staat, aarzelt ze, eigenlijk is ze wel bang.“Stel je voor dat daar een monster is dat je wil opeten!”, schreeuwt een stem in haar hoofd.Dan draait ze zich om, om naar huis te gaan.Maar dan hoort ze de stem weer: “Sanne, als je me hoort, volg dan mijn stem!”Hij klinkt nu veel aardiger. Toch wil ze naar huis, maar haar voeten gaan in de richting van de stem.Plots hoort ze de stem weer: ” Sanne, kom gauw, we hebben je nodig, snel!”Haar voeten beginnen te hollen. Uiteindelijk komt ze aan een meer, net zoals in haar droom.Dan draait ze zich traag om, om te kijken wie of wat haar riep.Tot haar grote verbazing staat er een vrouw met mooie gouden lokken en een wit doek om haar lichaam.Ze wenkt Sanne. Sanne’s voeten gaan automatisch naar de vrouw toe.Wanneer ze voor de vrouw staat, verdwijnt deze plots. Op de plaats waar ze stond, staat nu een enorme lotusbloem.Sanne kijkt vol verbazing toe.Ze legt haar hand op een blad van de lotusbloem en plots... lijkt ze wel in een andere wereld te zijn.Tussen de lotusbloemen ligt een baby. Ze steekt haar hand op en Sanne ziet een raar teken op de hand van de baby.

Page 70: De Wondere Pluim - boek 2007

70 | De Wondere Pluim | 2007 |

Zoiets:

En dan wordt alles zwart.

Toen ze haar ogen opende, zat ze op een bank in het park.Snel liep ze naar school. Ze was maar net op tijd voor de bel ging.Tijdens de speeltijd kwam een meisje naar haar toe.“Waarom sta je altijd alleen? Heb je nog geen vrienden?”, vroeg ze, “ik wil wel vrienden zijn met jou.”“Echt?!”, vroeg Sanne vol verbazing.

Vijf minuten later liep Sanne samen met haar nieuwe vriendin over de speelplaats.Ze keek even achterom. Maar dat had ze beter niet gedaan. Ze struikelde en viel met haar hand recht op de stenen.Toen ze naar hand keek om te kijken hoe erg het was, schrok ze.Haar bloed was in het teken gelopen dat ook die baby op haar hand had.Zonder iets te zeggen tegen haar vriendin stond Sanne recht en liep naar huis. Alles wat ze had gezien en gedroomd, flitste door haar hoofd. “Wat betekent dat teken en hoe komt het op mijn hand?”, dacht ze altijd maar.

’s Avonds laat viel ze in slaap. Daar is de stem weer.“Sanne, je hebt ontdekt dat jij dat teken op je hand hebt staan. Die baby die je zag... was jij als baby. Het teken betekent... “en dan werd Sanne wakker.

Ze had geluk, het was zaterdag, dan kon ze de hele dag in de bieb zitten om op te zoeken wat het teken betekende.

Page 71: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | 7�

Het was rustig in de bieb. Al snel stond ze aan de balie met een boek over magische tekens.

Toen ze thuis was liep ze naar haar kamer, gooide het boek op bed en ging zelf op bed zitten.Het boek viel open op pagina 13. Toen ze de pagina grondig bekeek, vond ze in het linkerhoekje onderaan met daarbij: de persoon die dit teken draagt is de godin van de Liefde. Er is zo maar één godin op de wereld. Als zij sterft, wordt er een nieuwe geboren.

Toen Sanne uiteindelijk alles had gelezen was het 23.00 uur.Voor ze het wist viel ze in slaap.Daar was de stem weer: “Goed zo, Sanne, je hebt ontdekt wat je bent, wie je bent, wat je hebt en wat het betekent. Nu ben je klaar om de mensen te helpen.... “

Ellen Vergauwen, 10 jaar (Sint-Anna)

Page 72: De Wondere Pluim - boek 2007

72 | De Wondere Pluim | 2007 |

Page 73: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | 7�

MiJn LichAAM

Mijn lichaam: beresterk,zo groot en zo machtig als Onze-Lieve-Vrouwekerk.Mijn lichaam: groot,even groot als een paar giraffen gesneden in lood.Mijn lichaam: mooi,even mooi als een T-shirt zonder enig zichtbare plooi.Mijn lichaam: gezond,even gezond als een leeuw die juist gevochten heeft en er teruguitkomt zonder enige wond.

Mijn lichaam: slap,even slap als een platgestampt potje rijstpap.Mijn lichaam: klein,even klein als een vierkante centimeter marsepein.Mijn lichaam: vies,even vies als de vuilnishoop bij opa Dries.Mijn lichaam: ongezond,even ongezond als een drugsdealer naast een stront.

Mijn lichaam

Elias Dewulf, 10 jaar (Kolibrie)

Page 74: De Wondere Pluim - boek 2007

7� | De Wondere Pluim | 2007 |

hEt ciRcUS ZOnDER SpULLEn

Er was eens een circus.Dat circus had een hele flauwe clown. Hij kon niets anders dan hele flauwe moppen vertellen. Zoals: “Jantje ging naar de wc en liet een scheet.”Na zo’n mop was het antwoord meestal: “Boehoe!!! Geld terug!”

Op een dag ging de clown naar de circusdirecteur en zei: “Ik neem ontslag. Ik zit je toch allang in de weg.”De circusdirecteur zei: “Dat is helemaal niet waar!”Toch nam de clown ontslag en ging ander werk zoeken.

De circusdirecteur was radeloos. Met het laatste geld dat hij had, schreef hij een brief en liet die overal in de stad ophan-gen. Dat was niet gemakkelijk, want niemand vertrouwde hem. Op de brief stond:Beste mensen! Voor al wie dit leest!Misschien ben je wel op zoek naar werk? Dan weet het Circus FrutsenFrar daar iets op. We zitten namelijk met een noodgeval, voor personeel. Denk je dat je goed kunt jongle-ren of wat dan ook, laat het ons dan weten!We zitten altijd te wachten aan de voetgangersbrug. Wil je je telefonisch aanmelden dan heb je pech. Circus Frutsen-Frar heeft namelijk geen telefoonnummer.De geachte heer Piet Kolens, circusdirecteur van Circus FrutsenFrar.

De circusdirecteur had heel veel geluk, want een week na-dat hij de brieven had gemaakt, stond heel zijn boekje vol.Hij was reuzeblij!Hij had heel wat goochelaars, jongleurs en nog veel meer. Er zat ook een hele vreemde man bij! Hij had alles wat hij

Page 75: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | 7�

op dat moment nodig had, bij hem, zelfs een tamme olifant. Er waren ook een paar mannen die een 200 kg zware auto konden optillen, dat is wel heel veel!

De circusdirecteur was een paar jaar later de rijkste man van heel België.Hij zei altijd: “Met een beetje wil kun je alles!”

Jules De Brabander, 9 jaar (Klavertje 4)

Page 76: De Wondere Pluim - boek 2007

7� | De Wondere Pluim | 2007 |

DE VLiEGEnDE BOEkEn

Ik ben Marcel Lubbermans, de slechtste tovenaar ter (aauw) wereld (aauw, aauw).En ik word gepest omdat mijn oma een snor heeft (aauw).Je wilt waarschijnlijk weten (aauw) waarom ik de hele tijd (aauw) ‘aauw’ zeg.

Ik was in de bibliotheek. Ik liet mijn toverstaf vallen. Ik pakte hem op, mompelde iets en opeens kwamen de boeken op me af.

Ik had een gelukte toverspreuk gezegd (aauw). Help!Aauw, dat was het boek: ‘Een pinguïn in Afrika’.Hé, die heb ik ontweken (aauw). Dat was: ‘Winkelwagen op hol’. En dat boek dat mij heeft geramd was: ‘Het verkeerde adres’.Oh, ik heb er al een neergeschoten: ‘Achter het muurtje!’Gelukkig zit het boek van ‘Verzorging van Fabeldieren’ hier niet - snip, snip, snip, snip, snip (aauw, aauw, aauw, aauw), hoopte ik.Yes, raak! Dat was: ‘Mijn fiets heeft voetjes!’ (Aauw) Dat was: ‘Op een kameel door de woestijn’.“Yes, twee in een!” dat waren: ‘Donker is niet fijn’, en – snip, snip, snip – ‘De ridder zonder hoofd’ (aauw).Dat was: ‘De giraf met de korte nek’ (aauw).

En nu ben ik het zat.“Incendio!”Nu staan alle boeken in brand! Snip, snip, snip.

Hé, wie heeft het licht uitgedaan?

Bart Van der Zee, 10 jaar (Zuiderdokken)

Page 77: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | 77

BiJ DE BUREn

Het begon op een warme lentedag. Het was woensdag en het was rustig.Ik en mijn broer zaten in de voortuin in een boom. We vielen zacht in slaap tot onze rust werd verstoord.Er kwam een grote vrachtwagen aan. Er stond ‘VICTOR’S VERHUIS’ op.De wagen stopte bij de buren. Ik wist niet dat ze verhuisd waren. Ze waren wel eens komen aanbellen om te zeggen dat ze weggingen, maar we dachten dat ze op reis gingen.Uit de wagen stapten drie mannen. De eerste was klein en had bruine lange haren en een grote bril. De twee anderen waren groot en gespierd en ze droe-gen een T-shirt met VICTOR’S op. De kleine man nam zijn sleutels uit zijn zak en liep naar het huis. De andere twee openden de vrachtwagen en haalden er een kastje uit.

“Het eten is klaar!”, riep mam, die in de deuropening stond.Ik sprong uit de boom en rende naar binnen.

Drie dagen nadien gebeurde er iets engs. Ik ging Cola, onze hond, uitlaten. Zoals gewoonlijk gingen wij een blok rond. We gingen natuurlijk ook voorbij de buren.Cola snuffelde rond. Ik dacht dat hij moest plassen, dus ik volgde hem. In de voortuin van de buren was het donker. Bij al die ande-re was dat niet. Bij de andere buren waren er veel fleurige bloemen, maar hier niet, het leek wel een spookhuis.Misschien was het omdat ze hier nog maar net waren, of misschien hielden ze niet van tuinieren.Het huis zelf zag er ook niet meer in goede staat uit.

Page 78: De Wondere Pluim - boek 2007

7� | De Wondere Pluim | 2007 |

Cola wou naar binnen. Ik weet niet wat er gebeurde, maar we zijn binnen geraakt. Heel het huis stond vol kartonnen dozen, alleen een matras en een foto waren al uitgepakt.Alles was donker, de ramen waren dichtgeplakt.Ik ging stil naar boven, naar de zolder. Daar stond een doodskist.Ik wilde net de kist openen toen ik opeens een geluid van een deur hoorde.Een lage mannenstem zei: “Rothond! Wat doe jij hier, kom maar mee naar de kelder!”Die man had mijn hond!Ik was totaal vergeten dat ik hier met Cola was.Plots hoorde ik luide voetstappen naar boven komen. Ik moest me verstoppen! Snel!Ik ging in de kist liggen, er zat niets anders op.De man ging voor de kist staan en zei: “Je zal eindelijk een mooie rustplaats krijgen!” Zei hij dat tegen mij? Wist hij dat ik hier was?De man pakte de kist mee naar beneden.“Ik wil hier uit!”, dacht ik bij mezelf.De man was niet zo sterk en liet de kist vallen. Hij viel zelf ook.

Drie uur later werd ik wakker. Ik was bewusteloos gewor-den tijdens die val.Ik deed de kist open en ik merkte dat ik op een lijk lag. Ik sprong uit de kist.Nu wist ik waarom hij zei: “Nu zal je eindelijk een mooie rustplaats krijgen!”Het was niet tegen mij, maar tegen het lijk.

Maar, waar was de man eigenlijk?

Ik schrok, er lag een hand onder de kist. De man lag onder de kist. Hij was dood.

Page 79: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | 7�

Ik ging naar de kelder om Cola te halen en ik belde de politie.

De man en het lijk kregen een mooie rustplaats.

Emilie Leterme, 11 jaar (Spiegel)

Page 80: De Wondere Pluim - boek 2007

�0 | De Wondere Pluim | 2007 |

Page 81: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

MiJn LEVEn iS EEn AVOntUUR

We waren op ons buitenverblijf en gingen fietsen in het bos.Ik dacht dat we gewoon rustig gingen fietsen, maar dat was niet zo. Op het einde van de weg zeiden mijn broers: “Kom, we racen terug naar onze tuin!” Maar ik wist de weg niet en voor ik het wist waren mijn broers weg.

Het was al vrij donker en de wind deed de bomen wiebe-len. Ik was droevig, maar toen kwam er een auto langs. De chauffeur zei: “Wat is er?”En ik vertelde wat er was.De mevrouw zei: “Kom, ik breng je wel terug.”

Ik had alles geprobeerd, maar we vonden het huis niet. De mevrouw bracht me naar het politiebureau.Ik moest weer vertellen wat er gebeurd was. De mevrouw had ook mijn fiets meegebracht, dus die stond daar aan de gevel van het politiebureau.

Mijn mama en papa waren gaan winkelen en toevallig reden ze voorbij het politiebureau. Ze zagen de fiets.Ze dachten: “Hé, dat is net de fiets van onze zoon. Dat kan toch niet, of wel?”“Kom, we zullen het binnen gaan vragen.”Mama en papa hun ogen waren zo groot als het Atomium, want ze zagen mij zitten.

Ik was blij, zij ook, maar ze wisten van niks, dus voor de derde keer moest ik het vertellen.Ze waren wel een beetje boos op mijn broers, maar weet je wat grof is: mijn broers waren aan het voetballen en trokken

Page 82: De Wondere Pluim - boek 2007

�2 | De Wondere Pluim | 2007 |

zich er niks van aan, ze zochten zelfs niet naar me.

En vanaf toen wachtte ik tot ik een beetje groter was.

Simon Cools, 10 jaar (Mariagaard)

Page 83: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

Verhalen van kinderen uit de vierde en vijfde leergroep, Nederlands tweede taal

pEStEn !!

Er was eens een jongen, hij heette Bart. Spijtig genoeg werd hij gepest.

Op een dag zat hij in de klas en toen kwamen er pesters aan.Het waren Pieter en Dirk van zijn klas.Ze gingen naar Bart en riepen: “Hoy, dikzak!!!”Bart zei niks, ook zijn klasgenoten niet, want ze durfden niks zeggen.

Na school pakten ze zijn boekentas en scheurden al zijn schriften.Kevin, de klasgenoot van Bart, ging naar hen toe. Hij had zin om Pieter en Dirk een pak rammel te geven, maar dat deed hij niet.Net toen hij zijn fiets wilde pakken, vertrokken Pieter en Dirk.Kevin ging hollend naar Bart en vroeg: “Gaat het?”, alhoe-wel hij wist dat het een domme vraag was, want Barts neus bloedde.Snel pakte Kevin een zakdoek en gaf die aan Bart.

De volgende dag ging Kevin naar school. Onderweg kwam hij Bart tegen, die in gedachten was verzonken.“Hoy!”, zei Kevin met een hoge stem.“Hallo”, reageerde Bart vlug. “We hebben vandaag Frans .”

Page 84: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

“Ojee,”, dacht Kevin, “ik ben mijn boek van Frans verge-ten!”Toen kwamen ze bij de school aan.Vlug ging Bart naar zijn vriendin Eva.“Ik ben mijn boek van Frans vergeten!”, riep Kevin. Hij was verlegen. Eigenlijk was hij verliefd op Eva, maar hij durfde geen verkering te vragen. “Oooh!”, zei Eva, “Je kan mijn boek lenen als je wilt.”“Nee”, zei Kevin, “het hoeft niet.”“Meneer Robin moet niet boos zijn op jou!”, zei Eva.

“Heeey! Alles goed, jullie daar?” Het waren Pieter en Dirk.“Wat is het probleem, Kevin!?”, riep Dirk uit.“Tja, ik ben mijn boek van Frans vergeten.”“Geen probleem, Kevin!”“Hoe bedoel je?”, zei Kevin geschrokken, want Pieter wees naar de boekentas van Bart.Pieter grinnikte en ging toen vlug op de boekentas van Bart af.Even later kwam Pieter terug met het boek in zijn hand, en gaf het aan Kevin.“Maar, maar...”, zei Kevin geschrokken, “dit boek is van Bart!”“Jij bent toch niet bang, hè?”, riepen Dirk en Pieter lachend uit.Kevin stond als versteend.Toen ging de schoolbel.

In de klas was het rustig, behalve Pieter en Dirk, die waren druk.Ze propten papiertjes en gooiden die naar meester Robin.Meester Robin werd kwaad, en riep: “Wie heeft dat ge-daan?”Pieter en Dirk riepen: “Bart, meester!”

Page 85: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

Meester Robin ging naar Bart terwijl hij paars van woede zag.“Nog één opmerking en jij vliegt eruit!”, zei hij.Bart zei niets.

“Pak allemaal jullie boek van Frans”, zei meester Robin.Iedereen pakte het boek van Frans, behalve Bart.“Vlug, Bart, wij zijn op jou aan het wachten!”“Maar meester”, riep Bart, “ik vind mijn boek van Frans niet, terwijl ik er zeker van ben dat ik het in mijn boekentas heb gestopt.”

De volgende dag kwam de meester met een triestig gezicht naar school.In de klas zei hij: “Kinderen, Bart is zoek. Zijn ouders heb-ben de politie verwittigd.”

Na school ging Kevin nadenkend naar huis. Opeens had hij een idee.“Ik ga op zoek naar Bart!” Tijdens de zoektocht ging Kevin naar een groot park met een vijver. Een minuut lang staarde hij naar het water. Opeens viel zijn oog op iets. Hij schrok, want hij zag Barts boekentas in het water drijven. Kevin deed zijn T-shirt uit en sprong in het water, op zoek naar Bart.Opeens kreeg hij Bart in het oog, drijvend in het water.

Drie uur later lag Kevin te huilen. “Bart is dood!”, riep hij.Sommige van zijn klasgenoten huilden, sommigen balden hun vuisten.

Page 86: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

Een paar dagen na de dood van Bart was er in de school van Kevin een vergadering. Het ging over pesten.De school van Kevin gaf hulp aan mensen die werden gepest.Niemand werd meer gepest.

Narimane El Khayali, 12 jaar (Wereldschool)

Page 87: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �7

DE WAnDELEnDE SOkkEn

Op een morgen werd ik wakker om naar school te gaan. Ik kleedde me aan en ging naar beneden om te ontbijten.Dan ging ik naar school.

Toen ik naar huis kwam, stond er een paar levende sokken. Ik dacht: “Dit is maar een droom!”Ik kneep in mijn arm, keek weer, en zag niets. Ik zette de zogezegde wandelende sokken uit mijn gedachten en ging naar binnen.

Ik zat op mijn kamer en las een strip van FC De Kampioe-nen.Er klopte iemand.“Binnen”, zei ik. “Binnen!”, zei ik weer toen niemand opendeed.Ik stond op, deed de deur open en zag niemand. Ik wou net de deur dichtdoen, maar ik zag weer een paar wandelende sokken.Ik volgde de sokken en plots vielen ze neer.Ik zei: “Wat voor onzin, wandelende sokken, amehoela!”

De volgende morgen stond ik laat op omdat het zondag was. Ik ging naar beneden en daar zag ik de wandelende sokken.“Daar gaan we weer!”, zei ik.Toen besliste ik: “Nu ga ik ze volgen tot ik dood ga!” Ik volgde de sokken naar onze voortuin. Daarna staken ze de straat over en stopten voor een verval-len huis. De sokken gingen naar binnen en gingen naar een grote kamer waar een oude vrouw zat.

Page 88: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

Ze heette Chokalaprat Bonenstaak.Ze riep met kakelende stem: “Jullie hebben een bezoeker gebracht, Soko en Soka!”Ze pakte me vast, bond me vast en mompelde een paar woorden.Ik veranderde in een sok!!“NEEEEE !” riep ik.

Ilias Bukraa, 10 jaar (Spiegel)

Page 89: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

fLUiStEREnD GRAS

Ergens in de wereld was een meisje dat Isabelle heette.Op een dag kreeg zij een brief van haar rijke oma in België. Zij en haar fantastische mama moesten oma komen bezoe-ken.Marita, de mama van Isabelle, vond het geen slecht idee, maar Isabelle was gelukkig in Australië, ze wilde niet verhuizen.Marita vond het fantastisch.“Je kan een andere taal leren spreken en schrijven!”, zei Marita.

Een maand later waren Marita en Isabelle aan het inpakken om naar België te gaan.Isabelle was boos op haar mama. Ze was bang dat ze geen vriendinnen zou hebben of dat zij de sukkel van de klas zou worden.

Isabelle was ontzettend moe van de reis.Na één week moest Isabelle terug naar school, maar nu in België.Ze was super, maar echt superzenuwachtig om naar school te gaan.Iedereen lachte Isabelle uit.“Kijk, daar is dat meisje van Australië!”, riepen alle kinde-ren.

Toen Isabelle naar huis ging, ging ze op het gras liggen. Er was een heerlijk briesje, het was heel warm weer.Iedereen was naar het strand, maar Isabelle natuurlijk niet.

Ineens hoorde Isabelle een stem: “Je moet je er niets van aantrekken!”, zei iemand, maar wie?

Page 90: De Wondere Pluim - boek 2007

�0 | De Wondere Pluim | 2007 |

“Ik ben hier!”“Wie is daar?”, zei Isabelle.Isabelle keek naar het gras, het had allemaal ogen en mon-den. Isabelle dacht dat ze aan het dromen was!

De volgende dag was Isabelle ziek. Ze kon gelukkig niet naar school.Stiekem ging Isabelle naar buiten, naar het gras.Ze was doodsbang dat het gras haar ineens zou laten schrikken.Rustig ging Isabelle op het gras liggen.Het gras zei heel rustig: “Goedemorgen, Isabelle.”Isabelle verstond er niet veel van, want het was allemaal in het Nederlands.

Na een hele lange week besloot Isabelle om naar het gras te luisteren, en terug naar school te gaan.Isabelle had heel veel geluk. Er was een nieuw meisje op school. Zij kwam uit China.Zij had hetzelfde meegemaakt als Isabelle.

Uiteindelijk werden zij de beste vriendinnen en ze leefden nog lang en gelukkig!

June Norton, 12 jaar (Musica)

Page 91: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

hEt AVOntUUR in ROME

Lisa en Tom gaan op vakantie. Ze gaan naar Rome.Lisa kan bijna niet wachten. Ze wil zo graag het Colosseum zien. Tom vindt er maar niks aan, want hij wou veel liever naar New York. Hij wou het Vrijheidsbeeld zien.Maar Lisa won met kop of munt.

Eindelijk zegt Lisa: “We zijn er!”Eerst gaan ze naar het hotel, dan gaan ze naar de stad.Het is heel leuk, ze zien de scheve Pisa-toren.Ze eten in een heel chic restaurant. Dan gaan ze naar het hotel. Het is al laat.Lisa en Tom moeten naar bed.

Midden in de nacht moet Tom naar de wc. Maar als hij voorbij het raam komt, ziet hij iets vreemds. Alle lichten in de stad zijn uit, behalve het raampje in het midden van de Pisa-toren: daar brandt nog licht.Hij vindt dat hij dat morgen maar moet uitzoeken. Maar morgen kan dat niet want ze gaan naar het Colosseum. Hij gaat hij terug naar bed.

’s Ochtends vertelt Tom wat hij zag. Mama en papa gelo-ven hem niet, maar Lisa wel.Ze zei: “Morgen gaan we terug naar de stad. Maar vandaag gaan we naar het Colosseum.”Ze gaan met de bus naar het Colosseum. Na de rondleiding zegt papa: “We hebben een verrassing voor jullie! We gaan naar een pretpark.”

Page 92: De Wondere Pluim - boek 2007

�2 | De Wondere Pluim | 2007 |

In het pretpark gaan Lisa en Tom meteen in een hele wilde achtbaan.“Je moet meer dan 8 jaar zijn.”, zegt de meneer die je erin laat.Lisa is 9, dus ze mag er in, en Tom is 10 jaar, dus hij mag er ook in.Er zijn 5 loopings na elkaar.Na de achtbaan voelt Tom zich niet lekker. Hij gaat naar de wc. Lisa hoort vieze geluiden, “bweerk”.Nu voelt Tom zich veel beter.Dan gaan ze naar leuke shows kijken, er gaat een show over clowns.Lisa en Tom moeten heel hard lachen.Dan, na veel attracties, gaan ze naar het hotel. Ze gaan slapen.

Tom kijkt weer uit het raam, hij ziet weer licht in de Pisa-toren. Hij maakt Lisa wakker.“Lisa”, fluistert Tom, “er brandt licht in de Pisa-toren.”Lisa staat recht, loopt naar het raam en vraagt: “Wie zou daar toch binnen zitten?”Ze besluiten om stiekem weg te lopen. Ze pakken een rugzak en doen er allerlei dingen in: een touw, een zaklamp, twee stokken, een mes, een paar speel-goedpistooltjes waar je plastic kogels kunt in doen, en als laatste een camera om te filmen.“Maar”, zegt Lisa, “als we iemand nodig hebben, moeten we iemand bellen.” Dus ze pakken een gsm mee.

Ze gaan heel snel naar de stad. Ze gaan naar de Pisa-toren.“Shit!”, zegt Tom, “De deur zit op slot!”Ze pakken hun touw en binden het vast aan de stok, ze gooien het naar een donkere kamer en klimmen naar boven.Ze doen hun zaklamp aan en lopen naar de gang. Ze gaan met de trap naar boven.Ze komen aan de deur waar het licht brandt, maar het slot

Page 93: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

is groot. Ze steken het mes in het sleutelgat.De deur gaat open, het mes is wel kapot, maar ze hebben nog altijd de speelgoedpistooltjes.

Ze laden het pistool en ze komen in de kamer.Dan zien ze iemand.Het is een boef!Ze schieten op hem en Tom belt de politie. Die komen heel snel.

Ze hebben hem opgepakt. Het was een grote crimineel van Rome en Tom en Lisa werden heel hard bedankt.Ze gingen terug naar het hotel.Niemand had iets gemerkt.

Toen ze wakker werden, gingen ze terug naar België.

Tom vond het deze keer wel leuk.

Mark Van Acker, 9 jaar (Zevensprong)

Page 94: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

Page 95: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

RAp

Jow, ik vind het hier helemaal niet ergwant ik ben Samir van Stuivenberg.Ik ben overal te zien daar en hier, het meeste wat ik doe is meisjes versieren!Je hebt toch geen bezwaar,want meestal rappen we tegen elkaar.Deze rap is echt de maxeen handtekening die krijg je wel straks.Vind je dit een flop, dan ben je gestoordwant dit is de beste rap van Antwerpen-Noord.

Samir Taif, 12 jaar (Villa Stuivenberg)

Page 96: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

MiJn tAntE hEEft EEn SnOR

Op een dag ging mijn tante naar de apotheek om pilletjes te halen voor haar hoofdpijn. Ze kocht per ongeluk pilletjes om snor te krijgen.

‘s Avonds nam ze drie pilletjes na elkaar. De volgende dag werd ze wakker en keek in de spiegel: ze was vol met snor.Ze ging onmiddellijk terug naar de apotheek en vroeg aan de verkoopster: “Waarom heb ik ineens een snor gekre-gen?”De verkoopsters zei: “Omdat je pilletjes hebt genomen om snor te krijgen.”Tante zei: “Mag ik dan andere pilletjes om de snor mee weg te krijgen?”De verkoopster zei: “Ja, maar ze zijn op.”Tante zei: “Ik kan toch niet tot volgende week wachten, want alle mensen zullen denken dat ik half-man en half-vrouw ben.”De verkoopster zei: “Blijf dan maar thuis. Maandag zullen de pilletjes klaarliggen.”

‘s Maandags ging tante weer naar de apotheker en ze nam de pilletjes.Een paar dagen later werd ze terug goed, zoals altijd.

Isjon Belul, 12 jaar (Sint-Lutgardis)

Page 97: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �7

DE kLEinE EEnD DiE Op

SnEEUW WAchttE

Er was eens een kleine eend die op sneeuw wachtte.Altijd vroeg ze: “Wanneer komt de sneeuw?”Iedere keer kreeg ze hetzelfde antwoord: “Als het winter wordt.”

Op een dag was de kleine eend zo moe dat ze in slaap viel.Ineens werd ze wakker...“Waar ben ik? Het sneeuwt! Joepie!!! Maar, waar ben ik nu? Ik heb nooit zo’n straat gekend, ’t is allemaal wit!? Hier is alles wit?”Er kwam een heel vreemde eend naar de kleine eend.“Help! Help! Wie ben jij? Laat me met rust!”“Wat doe je hier in het Sneeuwland?”, vroeg de vreemde eend.“Is het hier Sneeuwland?”, vroeg de kleine eend verbaasd.Ze wandelen samen.“Eerst was ik in slaap gevallen en toen ben ik hier terecht-gekomen.”“Aha, zo... dan weet ik het ook niet zo goed... aha! Ik weet misschien iets!!! We kunnen misschien aan de Sneeuwko-ningin vragen of ze wil helpen.”“Ja, dat is een goed idee!”, zei de kleine eend.“Kom, we gaan meteen vertrekken!”

Ze waren er bijna, in het Sneeuwkasteel.“Wow, dat is prachtig!!”, riep de kleine eend.“Stil zijn, anders wordt de Sneeuwkoningin boos omdat je lawaai maakt.““Wat komen jullie hier doen?”, vroeg de bewaker.“We willen iets vragen“, antwoordde de kleine eend.

Page 98: De Wondere Pluim - boek 2007

�� | De Wondere Pluim | 2007 |

“Oké, jullie mogen binnen!”

“Wie zijn jullie?”, vroeg de Sneeuwkoningin.“Dit is de kleine eend van een ander land, en ik ben Gorg... ““Wat komen jullie hier doen?”“Hulp vragen, want de kleine eend is verdwaald.”“Kom je van het andere Eendenland?“Ja, ik wil naar mama!”, huilde de kleine eend.“Ik zal je wel helpen. Ik zal het magisch toverboek nemen. Gaan jullie eventjes rusten in de zetels... “

Na een paar uur...

“Ik heb het!”, riep de Sneeuwkoningin. “Hier staat: ‘ga eerst in het bed liggen en dan zal je verder zien...’ Ik zal je een klein cadeautje meegeven zodat je in slaap valt.”“Dank u, koningin, en daag, Gorg!”, zegt de kleine eend.En de kleine eend viel in slaap...

“Kleine eend, klein eendje, wordt eens wakker!”“Och, het was maar een droom... “, mopperde de kleine eend.“Kijk!”, riep mama eend. “Kijk, kleine eend!”Mama deed het gordijn open.

“Het sneeuwt eindelijk!”, riep de kleine eend.Als de kleine eend naar boven kijkt, ziet ze de Sneeuw-koningin naar haar glimlachten...“Dank u, Sneeuwkoningin”, fluisterde de kleine eend.

Ye Jin Oh, 11 jaar (Veltwijck)

Page 99: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��

DE ZAkLAMp DiE niEt MEER kOn SchiJnEn

Het begon in een kelder.Daar zat een zaklamp. Die werd voortdurend gebruikt, omdat er veel kortsluitin-gen waren.

Op een dag waren de batterijen op. De zaklamp kon praten.Niemand wist het, behalve twee andere zaklampen die ook konden praten.De ene was verdrietig, want hij kon niet meer schijnen.De anderen vroegen wat er was.Hij zei: “Mijn batterijen zijn op!”Eén van de zaklampen had een idee.“Ik weet waar de batterijen zijn!”, zei hij. “In de keuken, in de kast.”“Kom, we gaan!”, zeiden de anderen.“Stop!”, zei hij.“Waarom?”, zeiden ze boos.“Omdat we niet willen worden gezien!”“Ja!”“Dan moeten we sluipen.”

Ze waren heel klein, dus de kans dat ze gezien werden was heel klein.Ze slopen naar boven. Trapje per trapje, heel voorzichtig.Ze wisten niet dat er een reportage werd gemaakt, omdat het record kortsluitingen was verbroken.

Page 100: De Wondere Pluim - boek 2007

�00 | De Wondere Pluim | 2007 |

Toen de zaklampen boven waren, moesten ze oppassen. Maar ze waren erg moedig.“Hier komt een meneer!”, zei een zaklamp.Gelukkig hadden ze dezelfde kleur als de grond.Ze slopen verder tot de keuken, want de kast was vlakbij.Ze klommen en klommen tot helemaal boven, en hebben de batterijen erin gedaan.

Maar opeens kwam een meneer, en die legde de zaklampen terug in de kelder.

Mohamed Ben Chroud, 9 jaar (Musica)

Page 101: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �0�

MOnStER in DE kASt

Er was eens een klein jongetje dat niemand geloofde. Een jongetje uit Madrid.

Hij was 10 jaar. Niemand gelooft hem dat er een monster in de kast ligt. Iedereen lacht hem uit op school, iedereen loopt hem achterna. En thuis lacht iedereen hem uit. Ze maken hem uit.

Hij slaapt op de bank in de living.Zijn moeder kwam naar hem toe, en zei: “Waarom slaap je niet in je kamer?”Glenn zei: “Er zit een monster in mijn kast!”Moeder zei: “Er is echt niks om bang voor te zijn.” Ze zei: “Waarom slaap je gewoon niet in je kamer?”“Maar mama, er zit een...”“Nee, er zit niks in je kamer! Kom we gaan op monster-jacht.”“Nee, mama, nee!”“Kom, Glenn, kom! Kijk, geen monster in je kamer, geen in je kast, geen onder je bed, niets. Nergens om bang te zijn. Ga gewoon slapen. Ik hou van jou.”“Ik hou ook van jou!”

Ineens: ‘pieieiep’. De kastdeur gaat open.

De volgende dag zijn ze weer aan het pesten. En thuis zijn er vrienden van zijn gemene broer. Ze gaan hem in de kast gooien.Glenn zegt: “Broer, als jij zoveel moed hebt, ga dan zelf in

Page 102: De Wondere Pluim - boek 2007

�02 | De Wondere Pluim | 2007 |

de kast!”Broer zegt: “Oké, maar dan ga jij na mij.”

Daar gaat hij.Broer zegt: “Help, help, aah!”De vriend zegt: “Ha ha, goed broer, laat hem eens zien!”Ineens is het stil in de kast.

Ze doen de kast open,... leeg...Alleen de kleren van broer liggen in de kast.Glenn zegt: “Zie je wel, zie je wel, er ligt een monster in de kast. Ik heb het jullie gezegd, er ligt een monster in de kast!”

Iedereen was stil. Iedereen.Niemand durfde praten.Niemand.

Bilal Aamri, 11 jaar (Gunzburg)

Page 103: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �0�

Verhalen van kinderen uit de zesde leergroep, Nederlands moedertaal

EEn hOBBY VOOR EEn ViS?

Op een dag in de blauwe zee, zat het visje Kwak eventjes niet mee.Hij verveelde zich, hij was alleen, met niemand om zich heen.Hij zei: “Nu ben ik het beu om alleen te zijn. Ik wil een leuke hobby! Ja, dat lijkt me fijn!”

Zo gezegd, zo gedaan, en visje Kwak was op zoek gegaan, naar een leuke hobby voor hem, met veel avontuur en zonder rem!

Zwemmen, nou, dat deed hij al,schaken was te saai.Golfen was voor schildpaddenen skaten voor een haai.Voor basketbal was hij te klein,voor voetballen te traag.Fietsen, nou, dat kon hij wel, maar dat deed hij dan niet graag.Tennis, dat was ook niet vet, hij kreeg de bal niet over ’t net.Dansen en zingen was ook niet voor hem, hij had geen voeten en een slechte stem!

Page 104: De Wondere Pluim - boek 2007

�0� | De Wondere Pluim | 2007 |

Maar ineens wist hij het: paardrijden was iets voor hem,’t was avontuurlijk en zonder rem!

Hij vond een paard en dat was goed, maar wist niet hoe hij verder moet. Tot er ineens een gezicht verscheen, dat van Marie Stras,zij wist alles van paarden af.

Ze gaf hem les in de manege hier en Kwak had nooit eerder zoveel plezier! Tot ineens het paard verschoot van de geluiden van een boot.Hij bokte rondjes rond en rond en Kwak viel hopeloos op zijn mond.

Visje Kwak had heel veel pijn en dat paardje zal wel weggelopen zijn.Kwak die zei: “Ik stop ermee het is allemaal oké. Paardrijden brengt teveel gevaar laat die hobby dan toch maar!”

En sindsdien vind je geen enkele vis die nog fan van paardrijden is!

Ines Haghebaert, 11 jaar (Sint-Anna)

Page 105: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �0�

MiJn tAntE hEEft EEn SnOR

“Nee! Nee, nee en nog eens nee!”, weerklonk het ten huize Van Noten. “Ik wil echt niet naar tante Rosa! Je weet dat ze naar sprui-ten stinkt en er als een heks uitziet! Alleen al als ik aan spruiten en heksen denk, moet ik kokhalzen!”“Ach, geef haar toch een kans. Het feit dat ze naar spruiten stinkt en er als een heks uitziet, is toch geen drama.”“Jawel!”, riep Jef. “Nu zwijgen!”, riep moeder heel kwaad terug.Na een heftige discussie tussen moeder en zoon moesten ze toch vertrekken naar tante.

In de auto dacht Jef na over zijn rare familie.Zijn opa dacht dat we nog altijd in oorlog waren. Oma zat in het gekkenhuis.

Nadat ze waren aangekomen en de natte ‘verwelkoming-kussen’ hadden doorstaan, belandden ze rond de eettafel.Het gesprek ging over liefde.“Is het niet hoog tijd dat je de ware vindt en aan trouwen denkt?”, vroeg moeder. “Laat hem toch doen!”, zei vader streng. “Ik wil niet dat mijn zoon dezelfde fout maakt als ik.”“Bedankt!”, riep moeder.En zo begon weer een discussie bij de Van Notens.

Page 106: De Wondere Pluim - boek 2007

�0� | De Wondere Pluim | 2007 |

Jef trok zich terug in de slaapkamer van tante en snuffelde wat rond in haar spullen. Wat hij niet allemaal tegenkwam!Soms had hij wat schrik, bijvoorbeeld van de stofzuiger, die aan de luster hing te bengelen.Daarna zat hij weer in een grandioze lachbui van al de foto’s die hij tegenkwam.

Maar toen brak het noodlot los! Het was al zo donker en vader had al zoveel wijn op dat ze niet meer naar huis konden, en dat ze wel moesten blijven slapen.Om iets na drie uur lagen ze allemaal in bed.Moeder lag bij tante op haar kamer. Met een afgrijselijke nachtjapon, zo een met belachelijke bloemen.Vader lag in ondergoed. Jef die sliep in ook zo’n lelijke nachtjapon, net dezelfde als zijn tante.Dat kwam allemaal door zijn moeder. Ze dacht dat hij kou zou vatten.“Mijn vrienden zouden me zo moeten zien, ze lachen me vierkant uit!”, dacht Jef.Na enige tijd vielen ze toch in slaap.

Maar omstreeks 5 uur werd Jef wakker door een zacht gezoem. Hij stond benieuwd op. “Wat kan dat in ’s hemelsnaam zijn?”, fluisterde hij en ging verder op verkenning.Opeens: “Auw, oei, aah!” Die stomme stekkers toch altijd! Hopelijk is niemand wakker geworden.Opeens zag Jef licht in de badkamer en het gezoem werd nog harder.Hij zette de deur zachtjes op een kier en wat zag hij? Tante die haar snor schoor. Hoe kon dat nu? En toen zag hij ook nog een heksenkostuum en een fles ‘Eau de Spruiten’.Van de harde schok lag hij meteen weer in zijn bed.

Page 107: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �07

Wat later in de ochtend vertelde hij zijn hele belevenis aan zijn ouders. Die geloofden hem natuurlijk niet. Maar na lang aandrin-gen gingen ze toch op zoek.“Ik heb het gevonden!”, juichte vader als een klein kind.Ze namen het bewijsmateriaal mee naar de ontbijtkamer, waar tante druk bezig was om een ei te proberen te bakken.

Na het ontbijt begon het verhoor.“Wat heeft dat scheerapparaat te betekenen?”, vroeg vader.“En dat heksenpak, met het parfum?”, vroeg moeder op haar beurt.Jef stond het gebeuren gewoon aan te kijken.Na al die vervelende vragen kon tante eindelijk haar ver-haal doen.“Ik ben jullie tante niet...”, aarzelde ze een beetje, “mijn echte naam is Erik George. Zelf heb ik geen familie, dus ik was wel jaloers op jullie echte tante. Ik zag hoe gelukkig ze was met jullie, dus liet ik haar verhuizen en ik verkleedde me als jullie tante met alle details erop en eraan.”“Maar hoe liet je haar verhuizen?”, vroeg Jef.“Muizen”, zei Erik.“Muizen?”, vroeg moeder.“Yep, muizen. Ik deed gewoon muizen in haar huis, zodat ze wel moest vluchten. Ik hielp haar bij de verhuis en toen gaf ze me deze brief”, vertelde Erik.

Meteen vertrokken ze naar hun echte tante.Na een lang weerzien liep alles toch goed af.

Erik is een vriend geworden.Meer eigenlijk: voor mij is hij mijn oom geworden.

Anthony Cazaerck, 11 jaar (Sint-Anna)

Page 108: De Wondere Pluim - boek 2007

�0� | De Wondere Pluim | 2007 |

DE kEEpER

Er was eens een hele, hele goeie keeper.Hij had nog nooit in zijn hele leven ook maar één enkele bal doorgelaten.Maar ja, wat wil je als je al 30 jaar ballen tegenhoudt. Hij was namelijk op zijn 2de begonnen en is nu 32 jaar.

De teleurstelling die dag, was dan ook zeer groot.Het was 13 augustus 2003.Zijn voetbalploeg – die inmiddels nummer 2 van de wereld was – speelde de finale tegen de allerallerbeste ploeg ter wereld.Die ploeg heette F.C. DE BUNKERS. Logisch, want bunken konden ze wel.

Het waren dan ook gigantisch grote jongens. En met gigantisch bedoel ik: GIGANTISCH!!!Hoe zouden ze daar ooit tegenop kunnen?Ze gaven de moed niet op, want de moed opgeven is het slechtste wat je kunt doen in voetbal.Ze waren nu zó ver gekomen, niets of niemand zou hen nog kunnen stoppen. Zelfs een stel bunkende reuzen niet.

De keeper liet geen balletje door.Tot de laatste minuut. De keeper was uitgeput, toen opeens Richard, de grootste speler van allemaal, met volle kracht op het doel kwam afgestormd. De bal rolde moeiteloos voor zijn reusachtige voeten. “Ohoh”, dacht de keeper, “die heeft het op mij gemunt.”Nog voor hij goed en wel doorhad wat er gebeurde, viel hij op de grond. Hij voelde een stekende pijn in zijn maag, maar toen hij zijn ogen opende, zag hij iets wat nog meer pijn deed.

Page 109: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �0�

De bal lag in het doel, de Bunkers dansten op het veld en zijn ploeg huilde zich zowat naar binnen.

Hij sloot zijn ogen en deed ze pas weer open toen hij thuis, bij zijn vrouw, op de bank lag.“Ze hebben gewonnen”, hoorde hij zijn vrouw zeggen.“Ohhh...”, kreunde hij.

Daarna ging zijn toestand er verbazingwekkend snel op achteruit.Hij at en dronk niet meer en bleef alleen nog maar op de bank liggen.Zijn vrouw werd er gek van en riep schreeuwend dat hij een zielenpoot was: “Het huis uit en vertrek voorgoed!”

Hij besloot dat het zo niet langer kon.Hij overviel een bank, kocht van het geld een speedboot en wat eten, en voer weg naar een onbewoond eiland.

* * *

Ondertussen zijn we 4 jaar verder.

Zijn vrouw is opnieuw gelukkig getrouwd. De voetbalploeg heeft een nieuwe keeper.Hoe het met de verdwenen keeper gaat... weet niemand.

Marijke Hoekstra, 11 jaar (Kolibri)

Page 110: De Wondere Pluim - boek 2007

��0 | De Wondere Pluim | 2007 |

MiJn ZUS hEEft kAnkER

Ik ben Tim en ben 14 jaar.Ik heb ook een zus. Ze heet Jasmine, ze is 15 jaar.

Een paar dagen geleden werd mijn zus ernstig ziek. Ze had hoge koorts en haaruitval. Dus gingen we naar de dokter. Hij zei dat Jasmine kanker heeft.

Die nacht kon ik niet slapen. Mijn zus die kanker heeft.

Ik hoorde iemand huilen, het was Jasmine. Ik ging naar haar toe en ze zei dat ze bijna geen lucht had.Mama werd wakker en ging naar de kamer van Jasmine. Ze maakte papa wakker en zei dat we snel naar het zieken-huis moesten.De dokter heeft gezegd dat ze beter in het ziekenhuis moet blijven, omdat ze zo ziek is.

“Maar wat gaat er nu met Jasmine gebeuren?”, vroeg Tim.“Het komt wel goed met haar”, zei mama.“Ik ga even naar haar toe”, zei Tim.Ik klopte op de deur, maar ik hoorde geen geluid. Ik ging binnen en ze sliep.Na een tijdje werd ze wakker.“Hoi”, zei Tim, “hoe is het nu met je?”“Niet zo goed, ik voel me heel slecht, ik wil niet doodgaan” zei Jasmine.“Je gaat niet dood, geloof me maar”, zei Tim, “ik ben er 100 procent zeker van dat je gaat genezen en dan kunnen we weer samen gaan zwemmen.”Jasmine deed haar ogen terug toe en sliep heel rustig.

Page 111: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ���

’s Morgens werd ik wakker en hoorde mama huilen.“Mama, wat is er”, zei Tim, “is er iets met Jasmine?”“Ja, ze is nog zieker geworden”, zei mama, “we gaan er nu naar toe.”“Denk jij dat ze doodgaat, mama?”“Nee, daar ben ik zeker van. We moeten hopen. Kom, we gaan naar het ziekenhuis.”

Ik ging de kamer binnen van Jasmine. Ze sliep.Ik hoorde ineens een geluid dat “tuut” zei. Het was de mo-nitor. Een monitor is een machine, waaraan je kan zien of je hartslag goed is, maar als het “tuut” zegt, krijgt de patiënt geen lucht of klopt het hart niet meer.Ik riep: “Mama!” en zei dat de monitor “tuut” zei.De dokters en verpleegsters hoorden het getuut en gingen heel snel naar de kamer van Jasmine.“Ze ademt niet”, zei de dokter, “begin met de hartmassage. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15... nog geen reactie. Ik begin weer met de hartmassage.”Mama, papa en ik wachtten voor de spiegel en zagen dat ze bezig waren om Jasmine te redden.

De dokter zei: “Het spijt me, mevrouw, het is te laat. Jasmine is dood.”

“Maar mama, ik heb gehoopt en haar beloofd dat ze het ging doorstaan!”

Maar ik heb beloofd dat ik andere mensen met kanker ging helpen.

30 jaar later.

Tim heeft heel veel mensen met kanker geholpen en hij blijft maar hopen dat mensen met kanker het zullen overleven.

Kimberley Smeekens, 12 jaar (Sint-Lutgardis)

Page 112: De Wondere Pluim - boek 2007

��2 | De Wondere Pluim | 2007 |

DE AfRikA-hEkS En hEt GEZicht VAn MAnnEkE piS

Er was eens een heks die in het midden van het woud van de Safri’s woonde.Safri’s waren kleine vrouwtjes die het woord ‘mannen’ haatten.De heks hielp de Safri’s met kleine klusjes, die je alleen met toverkracht kunt doen.

Op een dag kwam een van de Safri’s naar de heks en vroeg: “Ik wil een masker voor het bal van volgende week. Een masker dat iedereen betovert omdat het zo mooi is. Kan je dat?”De heks zei dat ze daar even tijd voor nodig had.“Je hebt tot volgende week!”, zei de Safri, en liep weg.

De heks begon te denken, las boeken en keek in haar tover-tak.En toen schoot haar iets te binnen. Ze pakte een boek over België en las: “Het masker van Manneke Pis kan iedereen betoveren en alle wensen vervullen.”“Dat moet ik hebben!”, zei de heks. En ze vertrok op haar motorfiets naar België.

Toen ze in de hoofdstad kwam, stootte ze haar hoofd aan een ENORME ijzeren bal. Ze ging naar beneden. Voor de bal stond een kaartje: Baltomium. Ze keek nog eens goed en reed toen verder.Ze kwam langs een kraampje dat gele stengels verkocht en verder langs een bloot mannetje. Wacht eens, een bloot mannetje moest ze hebben!

Page 113: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ���

Ze verstopte zich en wachtte tot het donker was. Toen haalde ze het gezicht van het blote mannetje eraf en liep naar haar motorfiets.Op het stuur lag een wit briefje: boete voor verkeerd parkeren € 250.Ze gooide het weg, wat een flauwekul!Ze reed terug naar het woud, waar ze het gezicht van het blote mannetje aan de Safri gaf.“Oh ja,” zei ze terwijl ze een gele stengel pakte, die ze gestolen had uit een vuilnisbak, “smeer dit op je gezicht.”

Het feest was geweldig!

Maar het vrouwtje was nergens te zien. Zij was aan het plassen.En dat deed ze het hele feest lang.

Elena Op ’t Eynde, 11 jaar (Kolibrie)

Page 114: De Wondere Pluim - boek 2007

��� | De Wondere Pluim | 2007 |

RARE DROOM

“Hallo... hallo, hier ben ik!” Giechelend verdween het meisje.“Wacht, wacht op mij!”, zei Amber.Stil ging ze de hoek om, ze ving een glimp op van het meisje, maar ineens was er een hels lawaai en het meisje liep weg.

Tttrriiiiiiiiiiiiing. “Auw, mijn oren!”Amber draaide zich om in haar bed. Het was een droom, maar toch wou Amber het meisje zien.Maar ja, nu moest ze naar school.

Amber was 16 jaar en zat in het 5de middelbaar. Ze moest zich haasten want anders kwam ze te laat. Snel trok ze haar kleren aan en ging ontbijten. Ze goot nog vlug melk in voor haar katje Vlekje, liep naar buiten en pakte haar fiets.

Ze fietste zo snel ze kon. Onderweg ging ze langs de straat van haar beste vriendin Chloë. Ze kwam net naar buiten en zag Amber, en Chloë fietste mee. Ze praatten over van alles en nog wat.Ze zaten niet in dezelfde klas, maar toch waren ze de beste vriendinnen.

Gelukkig was het op woensdag maar 4 uur les, daardoor was de dag snel voorbij. Samen fietsten Amber en Chloë naar huis.

Toen ze thuiskwam, ging Amber onmiddellijk eten, huis-werk maken, tv kijken, opnieuw eten en dan slapen.Deze keer wou ze het meisje zien.Het meisje stond vlak voor haar, ze kon haar gezicht niet

Page 115: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ���

zien. Maar daar lette Amber niet op. Ze... het meisje was ..... een ... FEE! Amber zag haar vleugels.Bang!!! Amber viel uit haar bed, het was bijna kwart over 6, maar ze wou slapen tot 7 uur. Ze dacht aan wat er was gebeurd.Ze had een fee ontmoet, Amber wou altijd al een fee zijn, of er een ontmoeten en nu was dat gebeurd en ze had er niet mee kunnen praten!Ze had geen zin om te blijven liggen. Ze zette haar wekker af en maakte zich klaar voor school.Daar moest ze de hele tijd aan het meisje denken.

Toen ze terugkwam van school wou ze met Vlekje spelen, maar ze vond Vlekje nergens. Ze zocht overal, ze ging het zelfs aan de buren vragen. Die zeiden dat ze die ochtend iemand bij hun huis hadden zien rondsluipen, iemand met zwart haar en hoge hakken.Ze hadden ook veel gepiep gehoord, waarschijnlijk van Vlekje, het was ook nog maar een kitten.Amber dacht dat ze wel wist wie haar had ontvoerd. Twee maand geleden moest iedereen zijn huisdier mee naar school nemen. Zij nam Vlekje mee, en een verwend meisje uit het 4de wou Vlekje voor €1000, maar dat wou Amber niet. Toen was het meisje kwaad weggelopen.Hoe heette dat meisje nu alweer? Olivia! Zo heette het meisje. Ze woonde in een kasteel bui-ten het dorp.

Amber belde naar Chloë om te zeggen dat ze daar naartoe ging. Gelukkig was het het antwoordapparaat, anders zou ze Amber tegenhouden.Amber pakte een touw mee, want ze kon goed klimmen. Ze had, toen ze klein was, vaak cowboy gespeeld en veel detectiveverhalen gelezen. Dat zou goed van pas komen.

Page 116: De Wondere Pluim - boek 2007

��� | De Wondere Pluim | 2007 |

Ze kon dan wel goed klimmen, maar zou het wel lukken tegen een kasteelmuur?Ach, dat was een probleem voor straks!Ze pakte haar fiets en ging naar het kasteel. Daar verstopte ze haar fiets in de bossen.Ze maakte een lus in het touw en slingerde het naar boven. Mis, nog eens proberen. Het was heel moeilijk om het rond de kantelen te krijgen en om het dan nog eens naar boven te gooien. Maar na een stuk of tien keer lukte het wel.Ze klom naar boven. Krusssk, haar voet gleed weg, nog net op tijd kon ze hem verzetten. Daarna klom ze zonder moeilijkheden naar bo-ven.Op het dak was er een trap naar beneden. Daar was een plan van het kasteel. Beneden was de eetzaal en de hall, daarboven waren de bad- en slaapkamers, daarboven waren de logeerkamers en de biljart- en speelkamers en daarboven stond zij.Op iedere deur was een naamplaatje, dat maakte het een stuk makkelijker, maar ja, ze gingen nu geen naamplaatje maken met: Ontvoerde Kat.Nu werd Amber heel kwaad. Hoe kon ze in godsnaam haar poes in dit reuzenkasteel vinden!!! Ze keek in alle deuren, maar altijd rommel! Ze kookte nu echt!

En toen ineens zag ze het meisje dat ze al zolang zocht! Het meisje stond plotseling stil. Ze kwam stilletjes dichterbij, ze keken elkaar in de ogen.Amber stak haar vinger uit en plots voelde ze iets koud aan haar vinger.HET WAS EEN SPIEGEL!!! Dus zij was een fee!Nu ging alles veel sneller: ze fladderde door de gangen, de ene deur na de andere en toen hoorde ze iets dat leek op een piep.Vlekje!

Page 117: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��7

Ze ging op het geluid af, gooide de deur open: daar was Vlekje en niet vastgebonden.Amber pakte Vlekje, en Vlekje herkende haar baasje onmid-dellijk.Amber knuffelde Vlekje zo hard als ze kon.

“Ik wil de kat! Nu!”De stemmen kwamen dichterbij!Snel vloog Amber met Vlekje in haar handen de weg terug naar het dak.Amber pakte het touw, vloog naar beneden en veranderde weer in een mens.Ze fietste naar huis.

Amber werd steeds beter in haar krachten als fee, want ze kon niet alleen vliegen, maar ook vuurballen afschieten.

Vlekje en Amber werden beste vrienden en leefden nog lang en gelukkig.

Emma Peeters, 12 jaar (Spiegel)

Page 118: De Wondere Pluim - boek 2007

��� | De Wondere Pluim | 2007 |

DE MUZiEkkLAS

Alles begon toen wij – het zesde leerjaar – muziekles kre-gen. We waren allemaal heel zenuwachtig, want het ging een speciale les worden, had de juf gezegd.Tik, tik, tik... ja, daar kwam de juf aan. Iedereen hield zijn adem in. Maar... de juffrouw had niets bij! We keken al-lemaal met een vragende blik naar haar. Ze zei dat onze verrassing binnen lag. Even later in de klas...We hadden allemaal een plaats gevonden. Iedereen keek nieuwsgierig rond, en ja, daar lag het: onze verrassing.We konden nog niet zien wat het was, want er lag een deken over.De juffrouw vroeg om het stil te maken. Toen trok ze het deken weg, maar wat lag daar? Het was een supergroot muziekboek.De juffrouw deed het grote boek open, maar... wat was dat?Een harde wind raasde door onze klas.Ineens was het muisstil.Ik deed mijn ogen weer open en zag mijn klasgenootjes terug, maar onze lichamen waren weg. We waren allemaal instrumenten geworden!Lies was een viool en Yancy een saxofoon, Kevin een gitaar en ik was een piano.We waren allemaal iets anders.Plots hoorden we een stem, het was het dirigeerstokje dat tegen ons sprak.Het zei: “Jullie moeten vijf opdrachten uitvoeren om de sleutel terug te krijgen.”“Welke sleutel?”, vroeg Kim.“De sleutel om terug naar de klas te kunnen natuurlijk!”, zei het stokje terug. “Jullie eerste opdracht is: onthoudt de volgorde!”

Page 119: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ���

Zo, we hebben al vier opdrachten gedaan, nu de laatste nog.“Stilte!”, riep het stokje, “Jullie laatste opdracht is: speel met z’n allen een lied om zeven uur in de grote zaal!”“En het is al vijf uur!”, zei Siemen.We begonnen direct te oefenen, maar er kwam ruzie in de groep. Iedereen vond dat Charonne, de trompet, er niet bij hoorde. Dus ging Charonne aan de kant staan. We speelden ons liedje opnieuw, maar het klopte niet, Charonne moest echt meedoen.

Het was zeven uur, we gingen op en we zagen daar onze juffrouw zitten. Ons liedje speelden we foutloos.Toen kregen we de sleutel.We waren allemaal superblij!We deden de magische deur open en vlogen terug naar de klas.Zo’n dag hadden we nog nooit beleefd! “Eind goed, al goed!”, riepen we samen.

Anne-Sophie Hanssens, 11 jaar (Neerland)

Page 120: De Wondere Pluim - boek 2007

�20 | De Wondere Pluim | 2007 |

Page 121: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �2�

Verhalen van kinderen uit de zesde leergroep, Nederlands tweede taal

DE VERLEGEn VERLiEfDEn

Nadat Sneeuwwitje vergiftigd was door de boze heks en gered werd door de prins, wou ze graag trouwen met de prins.Maar ze durfde het niet te vragen, want in elk sprookje vraagt de prins het prinsesje ten huwelijk.Maar hij durfde het ook niet.Zo bleven twee verliefde personen over, die nog niet getrouwd zijn.

De zeven dwergen wisten wel hoe het zat. Dus wilden ze koppelen.Ze zochten in het bos een prachtige, romantische plek.Ze schreven een brief naar Sneeuwwitje en de prins.

Sneeuwwitje en de prins gingen naar dat plekje. Daar stond een mooie picknicktafel met overheerlijk eten. Ze zaten lekker te smullen.Het witte gezichtje van Sneeuwwitje werd opeens rood. Dat van de prins ook.

Opeens hoorden ze gegrom. “Wat was dat?!”, zei Sneeuwwitje.“Ik weet het niet, maar wat het ook is, het zal jou met geen vinger aanraken!”, zei de prins.Daar kwam de grote, boze wolf!De prins haalde zijn zwaard en vocht tegen hem. Maar de boze wolf nam dat zwaard van hem weg.

Page 122: De Wondere Pluim - boek 2007

�22 | De Wondere Pluim | 2007 |

Opeens hoorden ze gegiechel en een boze lach.Sneeuwwitje wist wie het was! “O nee, het is, het is de boze heks!”“Ja, ik ben het, de boze heks”, zei de boze heks.“Wat wil je met ons doen?”, vroeg Sneeuwwitje.“Ik wil jullie redden van de boze wolf.”“Wij vertrouwen je niet”, zei de prins.“Al vertrouwen jullie me niet, ik red jullie toch!”“Waarom?”, zei Sneeuwwitje, “jij wou mij toch altijd dood.”“Ja, dat wil ik nog steeds,” zei de heks, “maar een sterkere tovenaar dan ik zei me dat hij me zou betoveren als ik iemand kwaad zou doen. En hij zei me ook nog dat ik goed moest doen. Ga nu opzij, want ik ga die boze wolf betove-ren!”Dat deden Sneeuwwitje en de prins.

Maar de boze wolf liep weg zonder dat ze het merkten.

“Hahaha! Ik loog, sukkels!”Opeens werden Sneeuwwitje en de prins lelijke, wrattige padden.“Alleen liefde maakt jullie weer normaal, maar wie wordt er nu op een pad verliefd?”Toen ging de heks weg.

Opeens voelde Sneeuwwitje zich moedig en zei tegen de prins: “Wil je met me trouwen?”De prins zei: “Ja!!!”Toen veranderden ze weer in zichzelf.

Ze trouwden.

Maar in dit sprookje is het de prinses die de prins ten huwelijk vroeg.

Page 123: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �2�

Op de trouwdag zei de prins een gedicht tegen Sneeuw-witje:

Twee prachtige ogen keken me aanen ik hoopte dat je bij mij zou gaan.Ik was zo verlegen met de liefde voor jouen durfde niet te zeggen dat ik van je hou.Met mijn hart en ziel, ook mijn leven,zou ik alles wat ik dierbaar vind aan jou geven.Ik hoop dat je altijd bij mij zult blijvenen dat we hand in hand naar de wolken zullen stijgen.

Hüsne Olcauz, 12 jaar (Villa Stuivenberg)

Page 124: De Wondere Pluim - boek 2007

�2� | De Wondere Pluim | 2007 |

Page 125: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �2�

Op EEn kAMEEL DOOR

DE WOEStiJn

Er woont een Arabier in de woestijn. Die Arabier is heel rijk. Hij woont in een heel groot huis.Alleen mankeert hij iets: een kameel.Want hij is op zoek naar iets, naar de Schat der Liefde.En die Schat der Liefde, daarvan hoopt hij dat het een vrouw zal zijn.

Maar nu zoekt hij een kameel. Waar gaat hij die vinden?Hij denkt na, hij denkt heel diep na...En opeens zegt hij: “Ik heb een idee! Ik maak een reis door de woestijn om een kameel te zoeken en de Schat der Liefde te vinden. Maar toevallig woon ik in de woestijn. Hahaha, wat ben ik toch grappig! Maar toch ga ik mijn reis doen.Wat zou ik meenemen?Ik neem 6 flessen water mee, mijn Arabische hoed, en eten natuurlijk. En een cadeau voor de Schat der Liefde.Maar eerst: op zoek naar een kameel!”

De Arabier gaat op zoek, op zoek, op zoek.In de verte ziet hij een klein dorpje met winkeltjes. Hij gaat naar dat dorpje en wil een kameel kopen.Opeens ziet hij een bijzondere kameel.Hij wil die kopen, maar de verkoper zegt dat hij die gratis mag hebben.De Arabier is gelukkig!

Page 126: De Wondere Pluim - boek 2007

�2� | De Wondere Pluim | 2007 |

Maar er is een probleem: de kameel kan praten. De Arabier gaat op de kameel zitten. De kameel vindt het leuk. En dan gaan ze op avontuur. Ze gaan op stap en op de 35ste dag zien ze een tempel. Daar zit de Schat der Liefde. De Arabier gaat naar binnen. Er zijn veel gangen. De Arabier moet een gang kiezen. Hij kiest de rechtergang. Al goed! Hij heeft de juiste gang gekozen. Hij stapt de gang in en daar ziet hij een bloedmooie vrouw. De vrouw zegt: “Ben jij mijn held?” “Ja!” zegt de Arabier. De Arabier geeft het cadeau. Het is een mooie ring met diamanten. De vrouw zegt dat het mooi is. De Arabier neemt de vrouw mee naar huis.

Coely Mbueno, 13 jaar (Musica)

Page 127: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �27

LiLY En DE VERBORGEn WERELD

Lily is een meisje van elf jaar.Ze woont in een weeshuis, omdat ongeveer een jaar gele-den haar ouders allebei op een mysterieuze manier verdwe-nen.

Omdat ze graag leest, gaat ze vaak naar de bibliotheek.Een paar maanden geleden vond ze een boek dat ging over een verborgen wereld, waarvan de poort maar één keer per jaar openging. Niemand wist waar die poort was, dus besloot ze zelf maar die poort te zoeken.Nu had ze al een paar aanwijzingen gevonden die leidden naar die poort. Onder haar matras vond ze een plank waarin gegrift stond: “De zonnesteen leidt tot de poort.”Ze had nog altijd niets gevonden, maar ze gaf de moed niet op.

Het is nu één jaar geleden dat Lily’s ouders verdwenen zijn.

Eigenlijk is het in het weeshuis wel leuk. Ze hebben er zelfs een zwemvijver!Op een dag, als Lily in die vijver aan het zwemmen is, ziet ze in het water een helder licht.Ze zwemt naar het licht en ziet een prachtige, fonkelende steen liggen. Ze wil hem oprapen, maar hij zit vast. Ze draait eraan om hem los te krijgen. Nu is hij eindelijk los. Plots gebeurt er iets vreemds.

Page 128: De Wondere Pluim - boek 2007

�2� | De Wondere Pluim | 2007 |

Grote waterstralen vliegen in het rond en grijpen haar vast als een ijzeren hand. Ze sleuren Lily het water in en blijven haar naar beneden trekken. Dan pas merkt ze dat ze kan ademen onder water. Ze doet haar ogen open. Ze kijkt om zich heen en ziet een grote, draaiende lichtschijf die van kleur verandert.Eerst wordt hij groen, dan geel, dan oranje, dan rood... Lily zwemt er naartoe en probeert het aan te raken, maar haar hand gaat er gewoon door!Aan de andere kant van de schijf voelt ze geen water meer, maar lucht.Ze besluit om er maar helemaal door te gaan.Als ze er helemaal door is, staat ze op vaste grond.Een nogal rare man staat lachend voor Lily. Hij heeft spaghetti op zijn hoofd in plaats van haar.“Welkom in Wonderwereld!”, zegt hij.“Heeft u daarom spaghetti op uw hoofd? Omdat we in Wonderwereld zijn?”, vraagt Lily.“Inderdaad! Kijk maar eens naar jouw haar!”, zegt de man.Hij houdt een spiegel voor haar gezicht. Lily’s donkerbrui-ne haar is veranderd in zwarte dropveters!“Kan ik het opeten?”“Alles kan in Wonderland! Loop maar door!”Lily loopt het weggetje af.“Veel plezier!”, roept de man haar toe, maar Lily hoort hem niet meer.Ze heeft al haar aandacht gericht op de snoepbomen en de limonaderivier die ze in de verte ziet.Ze loopt er naartoe, plukt wat zuurtjes van de bomen en drinkt van de limonade. Wat is hij heerlijk! Hij smaakt naar echte appelsienen, naar de zon, naar alles wat leuk en lekker is!Ze stopt wat zuurtjes in haar mond en loopt verder.In de verte ziet ze een man en een vrouw. Ze loopt er naar-toe en kan haar ogen niet geloven: het zijn haar ouders!

Page 129: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | �2�

“Mama! Papa!”, roept ze en ze begint te rennen.Als haar ouders haar zien, vliegen ze elkaar om de hals.“Kom, we gaan hier weg”, zegt Lily, “terug naar huis!”“Dat gaat niet, wij blijven hier”, zegt haar vader.Eigenlijk vindt Lily dat wel goed, en samen leven ze nog lang en gelukkig.

Zo zie je maar weer: als je in je dromen gelooft en je geeft de moed niet op, dan komen je dromen op een dag misschien wel uit.

Andrea Van Acker, 12 jaar (Zevensprong)

Page 130: De Wondere Pluim - boek 2007

��0 | De Wondere Pluim | 2007 |

hEt LELiJkE MEiSJE

Er was eens een meisje dat zo lelijk was dat haar moeder zich schaamde.

Op een dag had haar moeder er genoeg van en liet haar achter in het bos.Ze huilde twee dagen. Toen ze gedaan had met huilen, merkte ze dat haar tranen in een spiegel veranderden.Ze bekeek zichzelf en werd opgezogen.Ze belandde in een wei. Het gras was groener en langer. De zon schitterde terwijl het winter was.Intussen was er een meisje naast haar komen zitten. Zij was nog lelijker dan haar.“Hoe heet je?”, vroeg het meisje.Ze vertelde dat ze geen naam had, omdat ze zo lelijk was.

Iedereen was daar lelijk.Waar ze beland was, wist ze niet en ze wou het niet weten.Het meisje nodigde haar uit om bij haar thuis te komen eten.

Uiteindelijk mocht ze daar blijven wonen.De jaren gingen voorbij en ze groeiden samen op. Ze waren nog steeds lelijk, maar dat deed er niet toe.

Op een dag werd haar familie heel ziek.Ze begreep het niet. Elke nacht slopen ze weg en zij bleef alleen achter.Maar dat duurde niet lang. Op een dag volgde ze hen.Iedereen van het dorp was daar. Toen verscheen er een man, die nog lelijker was dan wie dan ook.Hij zei iets, maar ze kon hem niet verstaan.

Page 131: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ���

De volgende dag was er niemand meer. Iedereen was verdwenen. Er was geen gras meer. De zon scheen niet meer. Alles was weg.

Toen zag ze de spiegel weer. Die zoog haar op en ze beland-de in het bos.Waarom had iedereen haar verlaten?

Ze viel in slaap en werd weer wakker. Ze zag haar hele leven.Toen wist ze dat het niet erg was dat ze lelijk was.Een vrouw maakte haar wakker. Ze was nog altijd een kind, maar ze was niet lelijk.Haar huid tintelde helemaal. Ze zag het meisje en herkende haar, maar zij was niet meer lelijk.De vrouw nam haar mee naar huis.

Toen zij kinderen had, vertelde ze het verhaal.En die vertelden het aan hun kinderen. Hun kinderen vertelden het aan hun kinderen. Enzovoort.

Maar het verhaal blijft hetzelfde.Het is niet erg dat je anders bent.

Valerie Van Renne, 12 jaar (Zevensprong)

Page 132: De Wondere Pluim - boek 2007

��2 | De Wondere Pluim | 2007 |

MiJn tAntE hEEft EEn SnOR

Mijn tante Elia heeft een snor.

Het begon allemaal toen ze dertig jaar was.Ze wou naar Mexico gaan, maar ze had niet voldoende geld. Ik hielp haar. Samen wasten we auto’s en nog andere dingen. Na een maand had ze al haar geld om naar Mexico te gaan.

Het was ongeveer veertien uur aan een stuk vliegen om in Mexico te geraken. Toen ze aankwam in Mexico zag ze veel mensen met een snor.De volgende dag werd ze wakker in haar hotel. Ze ging naar het strand, maar het strand was te vuil, dus ging ze terug naar het hotel. Daar waren ze allemaal verkleed.

Ze ging naar haar kamer en verkleedde zich als een Mexi-caan, ze leek op een echt Mariachi. Dat is een soort muzikant. Ze mankeerde een snor, dus ging ze naar de winkel en vroeg een snor, die je moest plakken op je bovenlip.Het was leuk en er was lekker eten. Het was een typisch gerecht van Mexicaanse maïs.Er is rode maïs, witte maïs, gele maïs en groene maïs.

Na het feest ging ze naar haar kamer. Ze deed haar pak uit, maar de snor kreeg ze niet af. Dus daarom noem ik haar nu tante Snor.

Toen ze naar België kwam, was ik heel blij. Ik ging bij haar logeren.Zij was de enige van België die een snor droeg.

Page 133: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ���

We speelden samen, ik was een cowboy en mijn tante was de Mexicaan.We speelden met valse pistolen tot we moe waren.

Als we eten, blijft er altijd een beetje eten aan haar snor hangen.

Daniele Di Natale, 11 jaar (Neerland)

Page 134: De Wondere Pluim - boek 2007

��� | De Wondere Pluim | 2007 |

DE ViER ELEMEntEn

“Ja, meester, wat is er?”“Doe verder met je toets!”

Ach, jullie snappen er niks van, ik zal beginnen van het begin...

Het begon allemaal zo...‘s Ochtends maakte mijn mama mij wakker, ze riep: “Helena, wakker worden!”“Ja mama, ik kom!”Ik waste snel mijn gezicht, deed snel mijn kleren aan en ging naar beneden.Ik hoorde een claxon, dat was de schoolbus!Ik nam snel een boterham en ging naar de bus.Daar wachtten mijn vrienden op mij: Lana, Erik en Tom. Ik ging naast hen zitten.Na een kwartier waren we op school. We gingen naar de klas.Wij hadden vandaag een toets van wiskunde, mijn slechtste vak.Onze meester zei: “Neem allemaal jullie kaft en begin aan de toets.”Ik begon te zweten.Maar toen gebeurde er iets raars.De ramen vlogen open, alle papieren van meester vlogen rond in de klas. Mijn vrienden en ik waren doodsbang, dus besloten we onze ogen toe te doen.Na 5 minuten deden we onze ogen open.We waren toen helemaal ergens anders. Het was er alleen maar groen, er waren geen huizen of geen gebouwen, alleen maar gras.

Ik zuchtte.

Page 135: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ���

Lana zei: “Wat doe je nou?”Ik zei: “Kom, we gaan wat verder, misschien zien we daar een uitgang.”We gingen wat verder, daar zagen we grote cabines en op elke cabine stond er: Aarde, Water, Lucht of Vuur.Lana ging naar Water, Tom ging naar Vuur, Erik ging naar Lucht, en ik ging naar Aarde.

Ik ging naar binnen. Er waren allemaal mensen die de aarde bestuurden.Een meneer in een raar pak stapte naar mij.Hij zei: “Wat doe jij hier?” Hij leek verstrooid.Ik zei: “Ik was in de klas en deed mijn ogen toe en zo belandde ik hier.”“Wil jij wat leren over aarde, en hoe je dat bestuurt?”“Ja meneer, ik heb nog andere vrienden die hier zijn, ik ga efkes naar hen toe!”Ik ging naar buiten, daar stonden mijn vrienden. Erik zei: “Ik heb wat trucjes geleerd over lucht.”Lana zei: “En ik over water.” Tom zei: “Ik over vuur.” Toen zei ik: “Ik over aarde.”

Ik voelde mij niet goed. Tom schudde aan mij, hij zei: “Helena, wat is er aan de hand?”Ik zei: “Laat mij gerust!”

Ik deed mijn ogen open en zei: “Ja meester, wat is er?”Hij zei: “Doe verder met je toets!”

Ik was helemaal rood van verlegenheid. Iedereen in de klas keek naar mij.Toen begreep ik dat ik het allemaal gedroomd had, over de vier elementen.

Page 136: De Wondere Pluim - boek 2007

��� | De Wondere Pluim | 2007 |

Maar toen ging de bel. Mijn toets was niet af en ik kreeg een nul.

Thuis was mijn moeder razend! Ze zei: “Hou kan je nou met een toets in slaap vallen? Je hebt een maand huisarrest!”

Nu heb ik geleerd dat je nooit bij een toets in slaap moet vallen.

Yasmina Daali, 12 jaar (Zonnebloem)

Page 137: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ��7

EEn EEnZAAM pRinSESJE

Er was eens een klein prinsesje.Zij woont in een heel groot kasteel. Zij is negen jaar oud en heeft geen zussen of broers.Het prinsesje heet Lara.Ze heeft geen vrienden, want ze gaat niet naar school.Lara krijgt thuis les: er komt elke dag een juf bij haar thuis, behalve in het weekend en in vakanties.

Lara is een eenzaam prinsesje, zij speelt nooit buiten, omdat ze niet mag van haar ouders, omdat ze het te gevaarlijk vinden.Ze zeggen altijd: “Stel dat je gekidnapt wordt en dat de kidnappers geld van ons vragen!”Lara vindt dat allemaal bullshit!

Lara heeft maar één vriendin: Woefie. Woefie is haar hondje.Daarmee speelt ze elke dag, maar ze wil eigenlijk geen hondje.Ze wil een vriendin, waarmee je kan spelen, praten, leren en nog veel meer.Zij probeert altijd om met haar ouders eens te praten over haar probleem, maar daar hebben ze geen tijd voor.Eerlijk gezegd: Lara haat haar ouders.

Er staan wachters voor haar deur, het lijkt wel een gevange-nis. Haar ouders hebben helemaal geen vertrouwen in hun dochter. Ze kennen hun eigen dochter niet eens goed en Lara kent haar ouders ook helemaal niet goed.

Elke dag kijkt Lara naar buiten naar de andere kinderen, hoeveel FUN ze maken.

Page 138: De Wondere Pluim - boek 2007

��� | De Wondere Pluim | 2007 |

Haar droom is om een normaal leven te leiden.

Maar op een dag heeft Lara plotseling een idee. Ze gaat weglopen van huis. Het is donderdag en ze besluit om zaterdag weg te lopen.Lara heeft al een idee. Zij gaat touwen aan elkaar vastbin-den en dan dat lange touw door het venster gooien en zo ontsnappen.Maar ze heeft een probleem: de wachters. Maar dan komt er nog een geweldig idee! Ze gaat aan de twee wachters vragen of ze eten voor haar gaan halen. De ene milkshake en de andere frietjes met kroketjes. Zij heeft maar twee wachters, vroeger een stuk of tien, geloof me.

De volgende dag: vrijdag.Lara begint het touw aan elkaar te binden. Na een uur is ze klaar.Opeens klopt er iemand aan haar deur, het is de juf die haar les geeft.“Mag ik binnenkomen?”, zegt de juf.Lara is geschrokken en zegt: “Wacht nog even!”. Ze ver-stopt vlug het touw in haar kleerkast.Dan doet de juf de deur open.Lara zucht. Dat is op het nippertje!

Vandaag is het zaterdag.Het is elf uur ’s ochtends. Over een paar uurtjes zal ze weglopen. Om twee uur ongeveer.

Het is twee uur. Nu: actie!Ze zegt tegen haar wachters wat die moeten gaan halen en ze zegt vaak ‘alstublieft’. Zij maakt het touw aan de poot van haar bed vast. Ze gooit het touw vlug door haar venster en gaat snel naar beneden.Ze is supertrots op zichzelf, ze loopt ver weg.

Page 139: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ���

De wachters komen terug naar haar kamer en zeggen: “Hier is het eten en de milkshake.” Maar ze zien dat Lara niet in haar kamer is en ze zien dat er een lang touw door haar venster hangt.Ze gaan vlug naar de koning en de koningin om het te vertellen.De koning en de koningin gaan snel naar haar kamer. Ze zien de afscheidsbrief op haar bureau: “Ik hou van jullie mama en papa, daag xxx.”

Haar ouders bellen onmiddellijk de politie.

Lara is weggelopen omdat ze niet veel aandacht krijgt van haar ouders. Het komt zelfs op het nieuws dat Lara weg-gelopen is.Lara weet eigenlijk niet waar ze naartoe wil gaan.Het wordt donker. Ze vindt een plaats in een krot.“Het is wel helemaal anders dan thuis”, zegt Lara. Ze wil terug naar huis, ze vindt het eng in dat krot.

Twee dagen later vindt de politie Lara terug.Haar ouders zijn superblij.Haar ouders vragen waarom Lara is weggelopen. Lara zegt: “Omdat ik nooit aandacht krijg van jullie, omdat ik niet naar een gewone school mag gaan. Ik wil gewoon zoals andere kinderen leven, want dat is pas echt leven!”Haar ouders geven toe.Ze besluiten dat ze naar een gewone school mag gaan en dat ze soms buiten mag spelen. En dat ze tijd zullen maken voor hun lieve dochter Lara.

Lara zegt aan haar ouders: “Vergeet niet dat ik nog steeds van jullie hou!”

En zo leven ze nog lang en gelukkig.

Susan Wahid, 12 jaar (Sint-Anna)

Page 140: De Wondere Pluim - boek 2007

��0 | De Wondere Pluim | 2007 |

inhOUDVoorwoord 3

Juryverslag 5

Verhalen van kinderen uit de eerste leergroep, 9Nederlands moedertaal

De ridder op ontdekkingsreis 9Ik kook soep 10Mijn tante 11De giraf met de korte nek 12Mijn tante heeft een snor 13Het Zwin 14Ik ga naar de dierentuin 15In het oerwoud 16

Verhalen van kinderen uit de eerste leergroep, 17Nederlands tweede taal

De gouden muur 17Donker 19Donker 21Spider-Man op Halloween 22Er was eens een giraf met een korte nek 23Juf 24Warm 25De vlinder met vakantie 27

Verhalen van kinderen uit de tweede en derde 29leergroep, Nederlands moedertaal

Blitz met zijn vrienden 29Elfenland 31

Page 141: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ���

De veters van Gustaaf 34De vegetarische leeuw 35De pluim van de vogel 37Flambeertje de kleine draak 41Achter het muurtje 43De levende woestijn 44Verkeerd verbonden 47

Verhalen van kinderen uit de tweede en derde 49leergroep, Nederlands tweede taal

De stad van Mode 49De giraf met een korte nek 51Het verkeerde adres 52Achter het muurtje 55Mijn fiets heeft voetjes 57De muisjes in de kast van de kelder 58Jan en An 59Donker is niet fijn 60

Verhalen van kinderen uit de vierde en vijfde 61leergroep, Nederlands moedertaal

Vurige gedachten 61Het laatste woord 65De lotusbloem 68Mijn lichaam 73Het circus zonder spullen 74De vliegende boeken 76Bij de buren 77Mijn leven is een avontuur 81

Page 142: De Wondere Pluim - boek 2007

��2 | De Wondere Pluim | 2007 |

Verhalen van kinderen uit de vierde en vijfde 83leergroep, Nederlands tweede taal

Pesten !! 83De wandelende sokken 87Fluisterend gras 89Het avontuur in Rome 91RAP 95Mijn tante heeft een snor 96De kleine eend die op sneeuw wachtte 97De zaklamp die niet meer kon schijnen 99Monster in de kast 101

Verhalen van kinderen uit de zesde leergroep, 103Nederlands moedertaal

Een hobby voor een vis? 103Mijn tante heeft een snor 105De keeper 108Mijn zus heeft kanker 110De Afrika-heks en het gezicht van Manneke Pis 112Rare droom 114De muziekklas 118

Verhalen van kinderen uit de zesde leergroep, 121Nederlands tweede taal

De verlegen verliefden 121Op een kameel door de woestijn 125Lily en de verborgen wereld 127Het lelijke meisje 130Mijn tante heeft een snor 132De vier elementen 134Een eenzaam prinsesje 137

Page 143: De Wondere Pluim - boek 2007

| De Wondere Pluim | 2007 | ���

WERktEn MEE AAn DE WOnDERE pLUiM

20 scholen:Emmaüs (Zuidschool), Gunzburg,

Jonghelinckshof (Zuidschool), Klavertjevier, Kolibri, Mariagaarde, Musica, Neerland,

Sint-Annacollege, Sint-Jozefinstituut, Sint-Lutgardis, Spiegel, Tachkemonischool, Veltwijck, Villa Stuivenberg, Wereldschool, Zevensprong, Zonnebloem, Zuiderdokken,

Zwemschool.

223 lezende ouders

1730 schrijvende kinderen

Organisatie: oudervereniging Wereldschool,

in samenwerking met De Veerman vzw

Kerngroep:Naima Falki

Thessa GoossensAnnemie Morbee

Griet PauwelsAnnie Poelmans

Melek SaylamBart Snels

Marina WyckmansTania Witvrouwen

Jamila Zahnoun

Page 144: De Wondere Pluim - boek 2007

��� | De Wondere Pluim | 2007 |

Vakjury:Naïma AlbdiouniBernard Dewulf

Noëlla ElpersPeter Holvoet-Hanssen

Gerrit JanssensDimitri Leue

Aline SaxJoke van Leeuwen

Logo:Ab De Nijs Bik

Ingrid De Decker

Affiche:Patrick Haerens

Trofee:Thessa Goossens