De Vlaamse Scriptiekrant 2014

12
JAARGANG 2 - 2014 / www.scriptieprijs.be VU: Scriptie vzw - Rozenweg 4b - 1731 Zellik ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Share your knowledge COLOFON De Vlaamse Scriptiekrant is een uit- gave van Scriptie vzw. Scriptie heeft als missie wetenschap dichter bij het grote publiek te brengen en het werk van jonge wetenschappers (in spe) meer bekendheid te geven. TEKSTEN: Arnaud Zonderman – Deelnemende studenten VORMGEVING: Anne Van Hootegem VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: Arnaud Zonderman Scriptie vzw Rozenweg 4b – 1731 Zellik 02 463 59 20 [email protected] www.scriptieprijs.be www.scriptiebank.be facebook.com/scriptieprijs twitter.com/scriptievzw Dure robots nemen operatiekwartier over Chirurgische robots duiken steeds vaker op in het operatiekwartier. Ondanks de stijgende populariteit van robotchirurgie rijst de vraag of de hoge kostprijs van de technologie wel verantwoord is. Bert Dhondt (UGent) plaatst in z'n scriptie vraagtekens bij de snelle opmars van chirurgische robots in België. E en groeiend aantal chirurgen maakt gebruik van medische robots om operaties uit te voeren. De technologie, waarbij de chirurg de robot vanop afstand met een console bestuurt, gaat nog een stap verder dan kijkopera- ties. Daarbij gaan artsen patiënten met behulp van een camera en smalle in- strumenten via kleine incisies opereren. Kijkoperaties zorgden voor een grote vooruitgang in de medische wereld, want ze leiden tot minder complicaties, een sneller herstel en kleinere littekens dan een klassieke operatie. Dankzij robots kunnen chirurgen kijkoperaties met grotere precisie uitvoeren, wat nog betere resultaten zou opleveren. Snelle opmars in België De nieuwe technologie heeſt echter een hoog prijskaartje. De aankoop van een robotsysteem kost een ziekenhuis zo’n anderhalf miljoen euro. Daarbij komt nog het jaarlijkse onderhoud en de aankoop van instrumenten om de robot- armen uit te rusten. Dat alles maakt een robotgeassisteerde ingreep veel duurder dan een kijkoperatie of een klassieke operatie. Maar weegt die meerkost wel op tegenover de voordelen die de tech- niek biedt in vergelijking met de huidige behandelingen? “Blijkbaar waren medische profes- sionals en beleidsmakers snel overtuigd van de voordelen van de techniek want robotchirurgie kende een snelle opmars in België. Zo beschikt ons land, na de VS, over het grootste aantal robotsys- temen per inwoner”, stelt master in de geneeskunde Bert Dhondt. Uit zijn masterproefstudie blijkt nochtans dat de snelle en brede invoe- ring van robotchirurgie niet onder- steund wordt door wetenschappelijke studies die een duidelijk voordeel aan- tonen ten opzichte van de huidige be- handelingen. Dhondt: “Het is nog niet bewezen dat robotchirurgie tot minder complicaties leidt of voor een langere overleving en een betere levenskwaliteit voor de patiënt zorgt.” “België beschikt na de VS over het grootste aantal robotsystemen per inwoner” Budget onder druk De onderzoeker pleit voor bijkomend onderzoek om na te gaan voor welke ingrepen het gebruik van een robot een meerwaarde biedt. Voorlopig lijkt de techniek vooral nuttig voor ingrepen die moeilijk uit te voeren zijn via een kijkoperatie en dus nog via een klas- sieke, open operatie gebeuren. Dhondt: “Intussen blijſt de vraag of zware inves- teringen in robotsystemen verantwoord zijn in tijden waarin het budget voor de gezondheidszorg zo onder druk staat.” } Een versie van dit artikel verscheen in Metro, de Artsenkrant, de Specialisten- krant en op Knack.be } De scriptie van Bert Dhondt vind je op scriptiebank.be/robotchirurgie Promotoren: prof. dr. Roberto Troisi en prof. dr. Yves Van Nieuwenhove NOOIT NOG GROTE PUTTEN IN HET WEGDEK dankzij de scriptie van Ken Vanherpen Lees meer op pagina 6 KIJKEN NAAR DE WERELD VANOP EEN EILAND IN DE STILLE OCEAAN Sarah Jacobs legde 28.000 km af voor haar scriptie Lees meer op pagina 4 DOE MEE AAN DE VLAAMSE SCRIPTIE- PRIJS 2014! Maak kans op €2.500 en/of persaandacht voor je werk Lees meer op pagina 12 OVERLEVEN DANKZIJ DISCOHIT Reanimeren op het ritme van de Bee Gees hit Stayin’ Alive Lees meer op pagina 9 BV’S OVER HUN SCRIPTIE Herman Van Molle: “Ik stopte wat Monthy Python en zelfs fictieve boeken als bron in mijn scriptie. Niemand die dat merkte.” Lees meer op pagina 5 © VRT Lies Willaert

description

De tweede uitgave van de Vlaamse ScriptieKrant boordevol persartikels over boeiende scripties.

Transcript of De Vlaamse Scriptiekrant 2014

Page 1: De Vlaamse Scriptiekrant 2014

de Vlaamse Scr ipt ieKrant - JAARGANG 2 - 2014 1

JAARGANG 2 - 2014 / www.scriptieprijs.be VU: Scriptie vzw - Rozenweg 4b - 1731 Zellik/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Share your knowledge

COLOFON

De Vlaamse Scriptiekrant is een uit-gave van Scriptie vzw. Scriptie heeft als missie wetenschap dichter bij het grote publiek te brengen en het werk van jonge wetenschappers (in spe) meer bekendheid te geven.

TEKSTEN: Arnaud Zonderman – Deelnemende studentenVORMGEVING: Anne Van HootegemVERANTWOORDELIJKE UITGEVER:Arnaud Zonderman

Scriptie vzwRozenweg 4b – 1731 Zellik02 463 59 [email protected] facebook.com/scriptieprijs twitter.com/scriptievzw

Dure robots nemen operatiekwartier over

Chirurgische robots duiken steeds vaker op in het operatiekwartier. Ondanks de stijgende populariteit van robotchirurgie rijst de vraag of de hoge kostprijs van de technologie wel verantwoord is. Bert Dhondt (UGent) plaatst in z'n scriptie vraagtekens bij de snelle opmars van chirurgische robots in België.

Een groeiend aantal chirurgen maakt gebruik van medische

robots om operaties uit te voeren. De technologie, waarbij de chirurg de robot vanop afstand met een console bestuurt, gaat nog een stap verder dan kijkopera-ties. Daarbij gaan artsen patiënten met behulp van een camera en smalle in-strumenten via kleine incisies opereren. Kijkoperaties zorgden voor een grote vooruitgang in de medische wereld, want ze leiden tot minder complicaties, een sneller herstel en kleinere littekens dan een klassieke operatie. Dankzij

robots kunnen chirurgen kijkoperaties met grotere precisie uitvoeren, wat nog betere resultaten zou opleveren.

Snelle opmars in België De nieuwe technologie heeft echter

een hoog prijskaartje. De aankoop van een robotsysteem kost een ziekenhuis zo’n anderhalf miljoen euro. Daarbij komt nog het jaarlijkse onderhoud en de aankoop van instrumenten om de robot-armen uit te rusten. Dat alles maakt een robotgeassisteerde ingreep veel duurder dan een kijkoperatie of een klassieke operatie. Maar weegt die meerkost wel op tegenover de voordelen die de tech-niek biedt in vergelijking met de huidige behandelingen?

“Blijkbaar waren medische profes-sionals en beleidsmakers snel overtuigd van de voordelen van de techniek want robotchirurgie kende een snelle opmars in België. Zo beschikt ons land, na de

VS, over het grootste aantal robotsys-temen per inwoner”, stelt master in de geneeskunde Bert Dhondt.

Uit zijn masterproefstudie blijkt nochtans dat de snelle en brede invoe-ring van robotchirurgie niet onder-steund wordt door wetenschappelijke studies die een duidelijk voordeel aan-tonen ten opzichte van de huidige be-handelingen. Dhondt: “Het is nog niet bewezen dat robotchirurgie tot minder complicaties leidt of voor een langere overleving en een betere levenskwaliteit voor de patiënt zorgt.”

“België beschikt na de VSover het grootste aantal

robotsystemen per inwoner”

Budget onder drukDe onderzoeker pleit voor bijkomend

onderzoek om na te gaan voor welke ingrepen het gebruik van een robot een meerwaarde biedt. Voorlopig lijkt de techniek vooral nuttig voor ingrepen die moeilijk uit te voeren zijn via een kijkoperatie en dus nog via een klas-sieke, open operatie gebeuren. Dhondt: “Intussen blijft de vraag of zware inves-teringen in robotsystemen verantwoord zijn in tijden waarin het budget voor de gezondheidszorg zo onder druk staat.”

} Een versie van dit artikel verscheen in Metro, de Artsenkrant, de Specialisten-krant en op Knack.be

} De scriptie van Bert Dhondt vind je op scriptiebank.be/robotchirurgie Promotoren: prof. dr. Roberto Troisi en prof. dr. Yves Van Nieuwenhove

NOOIT NOG GROTE PUTTEN IN HET

WEGDEK dankzij de scriptie van

Ken Vanherpen

Lees meer op pagina 6

KIJKEN NAAR DE WERELD VANOP

EEN EILAND IN DESTILLE OCEAAN

Sarah Jacobs legde 28.000 kmaf voor haar scriptie

Lees meer op pagina 4

DOE MEE AAN DE VLAAMSE SCRIPTIE-

PRIJS 2014!Maak kans op €2.500 en/ofpersaandacht voor je werk

Lees meer op pagina 12

OVERLEVEN DANKZIJ DISCOHIT

Reanimeren op het ritmevan de Bee Gees hit

Stayin’ Alive

Lees meer op pagina 9

BV’S OVER HUN SCRIPTIEHerman Van Molle:“Ik stopte wat Monthy Python en zelfs � ctieve boeken als bron in mijn scriptie. Niemand die dat merkte.”

Lees meer op pagina 5 © VR

T Li

es W

illae

rt

Page 2: De Vlaamse Scriptiekrant 2014

de Vlaamse Scr ipt ieKrant - JAARGANG 2 - 20142

BINNENLAND //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Agenten zijn geen superhelden In oktober 2013 betoogden 4.000 agenten in Brussel tegen geweld tegen de politie nadat een politieagent zwaargewond raakte bij rellen in Houthalen. Geweld tegen politie wordt nog te vaak onderschat stelt master in de criminologie Vanessa Laureys (Universiteit Gent).

Populaire tv-series voeren agenten vaak op als onvervalste en onbe-

vreesde helden. “Klopt dat beeld wel?” werpt Laureys in haar scriptie op. “Wat is de beleving van politieagenten wan-neer ze bij een schietincident aan de dood ontsnappen of bij een interven-tie rake klappen krijgen? Hoe gaan ze daarmee om?” Om dat te achterhalen nam Laureys veertien diepte-interviews af bij politieambtenaren uit een aantal Vlaamse centrumsteden.

“De machocultuur op de werkvloer maakt dat agenten

emoties opkroppen om niet als zwakkeling gezien te worden”

Onzichtbare wondenIncidenten laten duidelijk diepe spo-

ren na. Naast materiële schade en licha-melijke letsels, ontlokt een incident bij agenten woede, angst, verdriet of ver-bijstering en leidt het soms zelfs tot een posttraumatische stressstoornis. Vaak schamen agenten zich hiervoor omdat dit niet strookt met het beeld van de sterke politie-inspecteur die alles onder

controle heeft. De confrontatie met ge-weld maakt van hen ook andere agen-ten. Ze worden voorzichtiger en wan-trouwiger, omdat ze zich beter bewust zijn van hun kwetsbaarheid en vrezen om opnieuw het slachtoffer te worden van geweld. Daardoor gaan ze minder tolerant optreden tijdens interventies en krijgen ze de neiging om sneller in te grijpen om een escalatie te voorkomen.

Werk aan de winkelToch blijven agenten vaak in de kou

staan. Zo ervaren ze een gebrek aan erkenning als slachtoffer, zowel binnen de politieorganisatie als daarbuiten. Zo ook bij het gerecht: agenten hebben het gevoel dat rechters hun slachtofferschap niet ernstig nemen en daders pas vervolgen bij incidenten met ernstige lichamelijke letsels. Nochtans hunkeren ze na een incident naar gerechtigheid: ze vinden het belangrijk dat daders worden vervolgd en dat de opgelegde straffen effectief worden uitgevoerd. Na een incident hebben agenten nood aan steun van collega’s, maar de sterke machocultuur die ze op de werkvloer ervaren maakt dat ze emoties opkroppen

uit vrees om als zwakkeling aanzien te worden. Ook professionele emotionele ondersteuning blijkt moeilijk. Vaak is interne opvang door een psycholoog, het stressteam of slachtofferhulp afwezig,ongekend of té hoogdrempelig.

Laureys pleit voor meer aandacht

voor geweld tegen politieagenten: “We verwachten -terecht– van politieagen-ten dat ze onze veiligheid garanderen. We moeten echter beseffen dat agenten geen superhelden zijn, maar mensen van vlees en bloed met hun eigen kwets-baarheden. Voor onze hoeders van de wet moet een achterban paraat staan die hen beschermt, opvangt en begeleidt wanneer het misgaat.”

} Dit artikel verscheen in Metro en op Knack.be. } De scriptie van Vannesa Laureys vind je

op scriptiebank.be/politiegeweldPromotor: prof. dr. Lieven Pauwels

Internet lijkt seksuele ontwikkeling jongeren niet te versnellen

Nieuwe media maken seksuele informatie veel toegankelijker voor jongeren. Toch versnelt het internet hun ontluikende seksualiteit niet,zo stelt Karlien Lapierre, master in de psychologie (UGent).Vlaamse jongeren kennen een gezonde seksuele ontwikkelingdie start rond de leeftijd van 12 jaar.

In haar masterproef onderzocht Lapierre het verband tussen in-

ternetgebruik en seksueel gedrag bij Vlaamse jongeren. Het doel was om na te gaan of jongeren die het internet vaak gebruiken om seksueel getinte infor-matie op te zoeken vroeger starten met hun seksuele ontwikkeling. De studie bevraagde 419 jongeren, quasi evenveel jongens als meisjes, van gemiddeld 15 jaar over hun seksuele ervaringen.

“Jongeren gebruiken het internet om te verkennen, om bij te leren

en om fantasieën te voeden, maar het versnelt de seksuele

ontwikkeling niet”

Gezonde ontwikkeling Jongeren doen gemiddeld rond hun

12 jaar een eerste niet-genitale seksuele ervaring, zoals kussen, seksuele fanta-siëen en zelfbevrediging, op. De eerste genitale ervaring –het betasten van een anders geslachtsdelen, orale seks of ge-slachtsgemeenschap– komt gemiddeld rond de leeftijd van 16 jaar. In beide gevallen is er amper verschil tussen jongens en meisjes. Jongens blijken wel meer ervaren in niet-genitaal seksueel gedrag dan meisjes, wat te verklaren valt doordat meer jongens (82%) masturbe-ren dan meisjes (46%). De cijfers wijzen op een gezonde seksuele ontwikkeling. Zo blijkt dat hoe ouder iemand is, hoe meer seksuele ervaring die heeft. Ook

wie een lief had, rapporteerde meer seksuele ervaring. Dat toont volgens de onderzoeker aan dat jongeren hun eer-ste seksuele ervaringen met hun lief wil-len beleven eerder dan met een gewone vriend(in) of onbekende.

“Seksualiteit is voor jongeren deel van een romantische relatie”

Online verkenning In de studie werd geen verband

gevonden tussen de leeftijd bij de eerste seksuele ervaring en het internetgebruik van jongeren. De idee dat jongeren die meer seksueel getinte informatie opzoeken op het internet zich sneller seksueel ontwikkelen lijkt dus onjuist. Wel bleek dat hoe meer niet-genitale seksuele ervaring jongeren hebben, hoe meer seksuele informatie ze op het internet opzoeken.

“De eerste genitale ervaringkomt gemiddeld rond de leeftijd

van 16 jaar”

Eenmaal jongeren genitale seksuele er-varing hebben, neemt die online zoek-tocht af. Internet lijkt vooral van belang in de eerste stappen van de seksuele ontwikkeling. Jongeren gebruiken het internet om te verkennen, om bij te le-ren en om fantasieën te voeden, maar dit versnelt hun seksuele ontwikkeling niet. Het zijn vooral factoren als per-soonskenmerken, leeftijd en leeftijdsge-noten die een bepalende rol spelen in de seksuele ontwikkeling van jongeren. 

} Een versie van dit artikel verscheen in Metro, De Morgen, Het Laatste Nieuws en op Knack.be

} De scriptie van Karlien Lapierre vind je op scriptiebank.be/seksueleontwikkeling Promotor: prof. dr. Wim Beyers

EDITORIAAL

Ook in jouw scriptie zit er nieuws!

Elk jaar kost het duizenden laatstejaars bloed, zweet en tra-nen om hun bachelor- of master-proef te schrijven. Vaak verdwij-nen die werken in een stoffige kast om nooit meer gelezen te worden. De Vlaamse Scriptieprijs wil scripties van dat droevige lot redden. Want elk goed onderzoek verdient een breder publiek!

Scriptie vzw gaat via de Vlaamse Scriptieprijs jaarlijks op zoek naar boeiende scripties die in Vlaanderen zijn geschreven. Daar hebben we, samen met onze partners EOS (deelprijs voor exacte wetenschappen), Agoria (deelprijs voor technologische wetenschappen) en Klasse (deel-prijs voor onderwijs) mooie prij-zen voor veil: geldsommen van €250 tot €2.500, een reischeque, een iPad, een masterclass aan de vermaarde Vlerick Business School, ...

Maar wat belangrijker is: we promoten de deelnemende scrip-ties bij de media. In 2013 ver-schenen zo maar liefst 93 artikels over scripties in de Vlaamse pers. In deze Scriptiekrant vind je een kleine selectie van scripties die het voorbije jaar de pers haalden.

Aan jou de keuze: belandt jouw scriptie straks in de kast of in de krant? Alle info over de Vlaamse Scriptieprijs 2014 vind je op pagina 12.

Veel leesplezier!

Arnaud Zonderman,Coördinator Scriptie vzw

“Agenten die al slachtofferwerden van geweld blijken minder

tolerant bij interventies”

Page 3: De Vlaamse Scriptiekrant 2014

de Vlaamse Scr ipt ieKrant - JAARGANG 2 - 2014 3

Studeren binnen gevangenismurenJaarlijks volgen zo’n 3.000 gedetineerden een opleiding binnen de Vlaamse en Brusselse gevangenissen. Onderwijs bevordert hun kansen op tewerkstelling en reïntegratie in de samenleving bij vrijlating.

In Vlaanderen en Brussel is ruim de helft van de 11.700 gedetineer-

den laaggeschoold. Maar liefst 53% kan als hoogste diploma enkel een getuig-schrift  lager secundair onderwijs voor-leggen, wat bij veel gedetineerden het gevolg is van een woelig schoolparcours gekenmerkt door spijbelgedrag op jonge leeftijd en een vroege uitval door schoolmoeheid. Dit is één van de rede-nen waarom de Vlaamse Gemeenschap werk maakt van het aanbieden  vanonderwijs aan gevangenen.

Reïntegratie Gedetineerden kunnen binnen de mu-

ren van hun instelling erkende opleidin-gen volgen of zich zelfstandig bijscholen via het systeem van  afstandsonderwijs. Op die manier kan een gedetineerde als-nog een diploma  secundair  onderwijs behalen. Ook hogere studies zijn moge-lijk. De Open Universiteit, een erkende Nederlandse hoger onderwijsinstelling, biedt  gedetineerden bachelor- en  mas-teropleidingen op afstand aan. Wanneer een gedetineerde vrijkomt, is het van belang dat de reïntegratie in de  maat-schappij goed verloopt zodat hij of zij niet hervalt. Onderwijs speelt  hierin een sleutelrol. Studies  tonen aan dat het onderwijsniveau en  tewerkstel-ling de voornaamste voorspellers zijn

van recidive, waarbij blijkt  dat wie laagge-schoold en/of werk-loos is meer kans heeft om te recidiveren.

”Zelfs het volgen van universitaire

studies binnen de gevangenisis mogelijk”

Zinvol tijdverdrijfIn haar masterproef peilde An

Pijnaerts (Universiteit Antwerpen) bij 249 gedetineerden naar  hun motieven om al dan niet onderwijs in de gevange-nis te volgen. Niet zozeer de persoonlijk-heid van gedetineerden blijken daarbij een rol te spelen, maar wel de strafmaat, het detentiestatuut en de duur  van het gevangenisverblijf.  Gedetineerden vol-gen onderwijs vooral om meer kans te maken op een betere job na hun vrijla-ting. Daarnaast zijn ook het behalen van een  diploma en  het beter functioneren in de samenleving na de vrijlating be-langrijke motieven. Studeren maakt ook het verblijf in de gevangenis draaglijker. Ze zien onderwijs als een zinvol tijdver-drijf dat hen in staat stelt om iets bij te leren. Wie geen onderwijs volgt, geeft

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// ONDERWIJS

Weerbarstige leraren fnuikten eerste schoolhervorming

Sander Verwerft (KU Leuven) deed wat een goede historicus betaamt: in het verleden speuren naar lessen voor het heden. In zijn scriptie bestudeerde hij het falen van de eerste grote schoolhervorming om hier lessen uit te trekken voor de actuele ‘hervormingsijver’ in het onderwijs.

“Het maatschappelijke belang van onderwijs staat als een paal boven

water. Daarom zorgen onderwijsher-vormingen steeds voor verhitte discus-sies waarin heel wat belangengroepen zich mengen: van leerlingen, ouders, leraren tot stadsbesturen, ieder wil zijn zegje doen. Dat was vroeger niet an-ders”, stelt Verwerft die de Theresiaanse hervorming (1777-1785), de eerste grote schoolhervorming, bestudeerde.

Weerbarstige leraren Toch blijkt het mislukken van die

hervorming vooral te wijten aan de weerbarstigheid van één specifieke groep: de leraren. In 1777 besloot de Commissie van Studiën –het toenmalige Ministerie van Onderwijs– om de schoolloopbaan te stroomlijnen via het opstellen van een algemeen leerplan, het oprichten van staatsscholen en een inspectie. Zo was Latijn tot dan het enige vak dat op school werd geleerd! Nieuwe vakken zoals aardrijkskunde, geschiedenis en wiskunde moesten de sleur van de dag doorbreken. Verwerft ontdekte echter dat leraren zich niet veel aantrokken van de vernieuwde leerplannen. Ze gingen het leerplan creatief interpreteren, waarbij ze oude leerstof in een nieuw jasje stopten. Zo bestond de geschiedenisles uitsluitend uit Latijnse oefeningen, zoals het vertalen van een Nederlanse geschiedenistekst naar het Latijn. Er waren dus amper verschillen tussen de oefeningen voor en na het nieuwe leerplan.

“Wie zou er vandaag nog willen ijveren voor een lessenrooster met

uitsluitend Latijn?”

FaçadeVerwerft kwam tot die conclusies na

het bestuderen van de schoolschriften van een jonge edelman. Verweft: “Het interessante aan die schoolschriften is dat je kan loskomen van de regerings-bronnen. Terwijl onderzoekers vaak focussen op de voorschriften van de regering, kon ik in de schriften nagaan wat leerkrachten concreet aanvingen met het leerplan. In de schoolschriften leer je de ware houding van de leraren ten opzichte van de hervormingen ken-nen. Zo vond ik in de oefeningen van de leraren zelfs onverholen sneren aan het adres van het nieuwe leerplan.” In deofficiële documenten van de scholen vond Verwerft immers een zekere meegaandheid met de plannen van de beleidsmakers terug, die erop wijst dat men een façade optrok voor de inspectie, terwijl men in de lespraktijk vasthield aan de traditionele onderwijsvormen.

Angst voor verandering Verwerft stelt dat het vandaag niet

anders is: “De grenzeloze ijver van enkele hervormers volstaat niet, want de behoudsgezindheid van afzonder-lijke leraren kan een hervorming dwars-bomen.” De geschiedenisles is wat dat betreft duidelijk: een onderwijshervor-ming van bovenaf opgelegd is gedoemd tot mislukken. Toch is angst voor veran-dering niet altijd terecht. Want wie zou er vandaag nog willen ijveren voor een lessenrooster met uitsluitend Latijn? 

} Sander Verwerft won de Klasseprijs

2013 en de bijhorende reischeque van €500.

} Zijn scriptie werd belicht in het april-nummer van Klasse voor Leraren.

} Lees de volledige scriptie opscriptiebank.be/schoolhervormingPromotoren: prof. dr. Toon Van Houdt en prof. dr. Mark Depauw

WIN EEN

REISMET JE

SCRIPTIE!(EN EEUWIGE ROEM MET EEN ARTIKEL IN ONS MAGAZINE)

ALLE INFO OP WWW.SCRIPTIEPRIJS.BE/KLASSEPRIJS

als  voornaamste reden dat hij/zij het verblijf  in de gevangenis liever door-brengt met werken dan met studeren.

Indien onderwijs in de gevangenis ervoor zorgt dat gedetineerden na vrij-lating minder nieuwe feiten plegen, levert dit een enorme maatschappe-lijke  winst op, stelt Pijnaerts. Ze pleit er  dan ook voor dat er bij de uitbouw van  een onderwijsaanbod bijzondere aandacht uitgaat naar beroepsgerichte en maatschappijgeoriënteerde opleidin-gen voor laaggeschoolde gedetineerden.

} Dit artikel verscheen in Metro en op Knack.be.

} De scriptie van An Pijnaerts vind je op scriptiebank.be/studereninhechtenisPromotor: prof. dr. Gracienne Lauwers

Page 4: De Vlaamse Scriptiekrant 2014

de Vlaamse Scr ipt ieKrant - JAARGANG 2 - 20144

BUITENLAND /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Ben jij als oud-student ook nog steeds fan van de UGent? Word dan snel lid van onze alumnivereniging.

Zo blijf je op de hoogte van wat er reilt en zeilt, kom je opnieuw in contact met je vroegere studiegenoten

en ontvang je een uitnodiging voor alle UGent alumni-activiteiten. Als betalend lid kan je bovendien

rekenen op een alumnikaart die je tal van voordelen biedt.

Lid worden is trouwens eenvoudig:je surft naar www.UGent.be/alumni en vult je gegevens in.Doen: dan zit die voordelenkaart binnenkort in je brievenbus.

AD_UGent_Fan_A4_DEF.indd 1 22/10/12 16:56

Kijken naar de wereld vanop een eiland in de Stille Oceaan

De antropologe Sarah Jacobs (KU Leuven) legde ruim 28.000 km af voor haar scriptie. Ze trok naar Kiribati, een eilandennatie in de Stille Oceaan, om er met jonge bewoners te spreken over hun toekomst en het verre buitenland.

De kans is groot dat je nog nooit van Kiribati had gehoord. Eind

2013 haalde het land het wereldnieuws met een betreurenswaardige primeur toen de Kiribatiaan Ioane Teitiota asiel aanvroeg in Nieuw-Zeeland. Niets op-merkelijks zou je denken, ware het niet dat de Teitiota de klimaatverandering als reden inriep voor z’n asielaanvraag. Nieuw-Zeeland verwees zijn vraag –en zo ook z’n plaats in de geschiedenis als eerste officiële klimaatvluchteling ter wereld– naar de prullenmand. Nochtans ziet de toekomst van Teitiota en zijn 103.000 landgenoten er niet rooskleurig uit. Kiribati bestaat uit 33 eilandjes die slechts een paar meter boven de zee-spiegel liggen en verspreid zijn over een gebied in de Stille Oceaan dat groter is dan India. Alsof de stijgende zeespiegel niet erg genoeg is, kampt Kiribati ook nog met overbevolking. Eén derde van de bevolking woont op het hoofdeiland Zuid-Tarawa op zo’n 15 km2 samen.

De antropologe Sarah Jacobs trok voor haar scriptie naar Zuid-Tarawa. Ze wou er via gesprekken met jongeren achterhalen hoe de eilanders, die vaak nog nooit overzees zijn geweest, zich het buitenland voorstellen en denken over hun toekomst. In haar scriptie tekende ze

onder andere het verhaal op van de 25-jarige Temariti. De jonge-man droomt ervan om naar de overzijde van de oceaan, naar Nieuw-Zeeland, te verhuizen in de hoop er werk en een beter leven te vinden. Door Westerse films en verhalen en geschenken van reizigers heeft hij een zeer idealistisch beeld van het bui-tenland. Hij ziet het buitenland als een plaats waar overvloed

heerst, in tegenstelling tot Kiribati waar schaarste regeert. Ondanks alles ziet hij z’n thuis niet als slechter dan de wereld eromheen. Hij twijfelt zelfs vaak over verhuizen van zijn paradijselijke thuis waar je je avondeten gratis uit de zee kan halen naar het buitenland waar je voor alles moet betalen.

“Kiribati bestaat uit 33 eilandjes verspreid over een gebied

in de Stille Oceaan datgroter is dan India”

Of Temariti ooit naar het buitenland zal trekken is moeilijk te zeggen. Maar hij zal altijd van het buitenland blijven dromen. Sarah Jacobs: “Via zijn voor-stelling van het buitenland geeft hij commentaar op een wereld die ons allen verbindt en toch fundamenteel ongelijk is. Het wordt via zijn verhaal duidelijk dat we allemaal aan de geglobaliseerde wereld deelnemen, helaas niet in de-zelfde mate.”

} Lees het verhaal van Temartiti en de scriptie van Sarah Jacobs opscriptiebank.be/kiribati

} Promotoren: prof. dr. N.B. Salazar en prof. dr. A. Cassiman

Vrouwen in opmars binnen de Mexicaanse drugskartelsIn Mexico woedt al jaren een bloedige oorlog tussen de Mexicaanse regering en verschillende drugskartels. Opvallend is dat de laatste jaren steeds meer vrouwen een actieve rol opnemen in de drugshandel.Kim Vermeersch, master in Conflict en Development (UGent),bestudeerde de rol van de vrouwelijke daders binnen de kartels.

Mexico kwam de laatste jaren steeds vaker in de media door

de hardnekkige strijd tegen drugs en de hevige karteloorlog. De verhoogde persaandacht voor het aanslepende conflict komt er door de toename van het extreem geweld, maar ook doordat steeds meer vrouwen in de kartels stappen. Vermeersch: “Dat laatste vindt de pers natuurlijk opmerkelijk. We zien vrouwen doorgaans als slachtoffers en niet als daders van geweld. Dat merk je niet alleen in de media, maar ook in studies over georganiseerde misdaad en geweld. Ook daar ligt de focus op

vrouwen die onder geweld lijden en gaat men er te weinig van uit dat vrouwen actief kunnen deelnemen aan geweld. Daarbij komt dat we vrouwen van oudsher associëren met vrede en een afname van geweld.” Volgens Vermeersch toont de Mexicaanse drugshandel aan dat de realiteit niet altijd strookt met die stereotiepe opvattingen over vrouwen en geweld. “Vrouwen gaan er bewust een rol opnemen binnen de kartels en deelnemen aan criminele activiteiten. Die ‘vervrouwelijking’ zorgt bovendien niet voor een afname van het geweld in de Mexicaanse drugsoorlog.”

Genderblindheid bij politieDe toename van vrouwen in de

drugshandel is niet eenduidig te verkla-ren. Toch zijn er een aantal oorzaken te herkennen. Een eerste reden waarom vrouwen de stap zetten is om een hoger inkomen en een hogere sociale status te verwerven. Daarnaast is de opkomst van vrouwen ook te wijten aan de gaten die vallen binnen de rangen van de drugs-kartels. Doordat zo veel mannen, broers en geliefden gedood of opgepakt wor-den, nemen de overgebleven vrouwen het heft in handen. Een laatste belang-rijke reden is de genderblindheid van de Mexicaanse ordehandhaving. Ook de Mexicaanse politie associeert vrouwen minder met geweld en met drugskartels, waardoor ze gemakkelijker aan politie-controles ontsnappen. Op die manier konden de kartels ongestoord hun gang gaan en werd het voor hen zelfs stra-tegisch interessant om vrouwen in te schakelen.

“Vrouwen ontsnappenmakkelijker aanpolitiecontroles”

Van smokkelaar tot bendeleider

De vrouwen bekleden verschillende functies binnen de kartels. “De laagste categorie vrouwen wordt ingeschakeld op het directe niveau van de smokkel. Zij bevinden zich in een ondergeschikte

positie, waardoor je ze als slacht-offers kan zien.” Toch wil Vermeersch die collectieve slachtofferpositie niet overdrijven. “De werkelijkheid geeft een veel genuanceerder beeld dan dat van willoze vrouwen die uit geldnood in de drugshandel stappen.” Een aantal vrouwen bereikten het hoogste niveau binnen hun kartel. In die leiderfuncties bezitten ze veel onafhankelijkheid en macht. “Zij bewijzen dat toetreden tot de kartels voor vrouwen ook een manier kan zijn om macht te verwerven en om zich te bevrijden van de mannelijke dominantie die in de Mexicaanse samenleving heerst.”

“We zien vrouwen vaakals slachtoffer en zelden als

dader van geweld”

Hoewel de kartels nog steeds vooral uit mannen bestaan, is het aantal vrou-wen de laatste jaren exponentieel ge-stegen. Een probleem dat onvoldoende erkend wordt door de pers, onderzoe-kers en de Mexicaanse regering. “Om de drugskartels succesvol te bestrijden, zal de overheid meer aandacht moeten besteden aan de rol van vrouwen in de drugshandel”, besluit Vermeersch.

} De scriptie van Kim Vermeersch lees je opscriptiebank.be/genderengeweld Promotor: dr. Karen Büscher

Page 5: De Vlaamse Scriptiekrant 2014

de Vlaamse Scr ipt ieKrant - JAARGANG 2 - 2014 5

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// DE SCRIPTIE VAN…Een scriptie schrijven is van alle tijden. Ook deze bekende Vlamingen moesten destijds aan de slag. Scriptie vzw ging nieuwsgierig graven in hun thesisverleden.

Studierichting Thema Conclusie(s) Lijdensweg of piece of cake? 1e of 2e zit? Resultaat Tevreden? Nog iets mee gebeurd?

Bart ScholsNieuwsanker VRT

Psychologieê KU Leuven

Intergroepsdis-criminatie – of hoe onder invloed van competitie tussen groepen confl icten kunnen ontstaan.

Mijn scriptie steunde op een groot experi-ment bij 2 groepen schoolkinderen. We lieten hen een proef afwerken, in ruil voor een beloning. Eenmaal afgewerkt gaven we hen die beloning niet omdat we wouden peilen naar hun reacties. De ene groep kreeg een verklaring voor het uitblijven van de beloning, de andere niet. De hypothese was dat de groep waar er geen rechtvaardiging werd gegeven, heftiger zou reageren dan de andere. Dat bleek te kloppen: we kregen er zelfs voorwerpen naar het hoofd geslingerd!

Als Australiëfan wou ik absoluut de Olympische Spelen in 2000 in Sidney meemaken, waardoor mijn thesis even moest wijken. Bij mijn terugkeer werkte ik die af tijdens een thesisjaar. Je moet jou daar gewoon echt even op toeleggen en doortrek-ken. Al moet ik bekennen dat ik wel eens dacht “Ik ga toch gene worden die jaren gaat blijven sukkelen om die thesis af te werken.”

Thesisjaar 14/20 Op basis van de tijd die ik erin investeerde door o.a. zelf experi-menten te organiseren, zou een 15 rechtvaar-diger zijn geweest. Maar ik kan me niet uitspreken over de inhoud. Ik was wel tevreden met die 14.

Neen, eenmaal afgewerkt verdween die in de kast.

Frederik De SwaefHoofdredacteur Story

Pol en Socê UGent

BV’s die opkwamen bij lokale verkiezin-gen in 2006. Daar was toen in de pers veel over te doen.

BV’s bleken niet beter of slechter dan de gemiddelde andere kandidaat. Sommige waren echt gemotiveerd, andere veegden er hun voeten aan. Ook bleek de grote persaan-dacht niet evenredig aan het aantal BV’s die opkwamen. Het is niet zo dat de politiek plots werd overspoeld door een tsunami aan BV’s.

Al bij al verliep het schrijven van een scriptie zonder al te veel strees. Zeker als ik dat nu vergelijk met de stress die je als journalist kent om een stuk tijdig in te dienen.

1e zit 15/20 Aanvankelijk was ik ontgoocheld en zelfs kwaad, omdat ik daar zoveel tijd in had geïn-vesteerd. Toen ik mijn scriptie later opnieuw las, kreeg ik meer begrip voor de score.

Ja, mijn scriptie mondde later nog uit in het boek “Betty For President” (Academia Press, 2008).

Robin JanssensEx-Champions League presentator 2BE

Communicatie-wetenschappenê VUB

Mijn thesis ging over de driehoeks-verhouding tussen sport, televisie en sponsoring, waarbij de Champions League voetbal, die toen net werd gelanceerd, de case-study vormde.

De commercialisering van de sport stond toen in z’n kinderschoenen. Door Europa af te reizen om de Champions League te volgen, kon ik met eigen ogen zien hoe belangrijk het commerciële aspect in de voetbalsport zou worden.

Ik schreef m'n thesis in het pre-internettijdperk, een tijdrovende bezigheid. Je moest toen voor je literatuurstudie nog alle bibliotheken afschuimen. Ook het schrijven was een erg intensief proces. Het moest perfect zijn, elke komma moest juist zijn, zo minitieus ging ik te werk. Ik heb daar echt m'n hart en ziel in gelegd. Het indienen was dan ook een emotioneel moment. Ik viel een beetje in een zwart gat nadat ik me daar maandenlang in had vastgebeten.

Thesisjaar 15/20 Je thesis, da’s jelevenswerk - toch zeker op dat moment. Het slokt je volledig op. Je hoopt dan natuurlijk altijd op meer, maar uiteindelijk had ik wel mijn graad op zak.

Neen, maar het hielp me wel aan een job. Ik liep voor mijn thesis stage bij de sportredactie van wat toen nog de BRT heette en toen mijn stage afl iep kreeg ik de kans om aan boord te blijven.

Herman Van MollePresentator Canvascrack – Canvas

Germaanse Filologieê UFSAL & KU Leuven

Mijn thesis ging over de toen onbe-kende Nederlandse dichter K. Schippers.Het ging om die vergelijking tussen die dichter en de moderne kunst, het neorealisme in Frankrijk en Nederland met o.a. Marcel Duchamp.

Mijn thesis had een groot beschrijvend karakter, waardoor je er niet meteenconclusies kan uithalen.

Eigenlijk viel dat allemaal wel mee. Ik heb mijn scriptie trouwens nog volledig met de hand geschreven. Een grappige anekdote is dat ik het werk nadien liet uittypen door de latere man van Goedele Liekens. Ik gaf hem de opdracht om heel grote spaties en een extra groot lettertype te gebruiken om zo aan het vereiste aantal pagina’s te komen (lacht).

Thesisjaar (lacht). Maar dat com-bineerde ik wel met een bijkomende eenjarige studie Pers & Communi-catie.

Onder-scheiding, terwijl ik meestal voldoende haalde.

Ja. Ik heb m'n scriptie bijgehouden en jaarlijksvalt die wel eens in m'n handen. Ik schrik dan telkens “Tiens, Ik heb toch maar mooi iets leesbaar en respectabel geschreven van 100 pagina's – al was het dan met extra grote spaties en groot let-tertype” (lacht).

Neen, dat was mijnprobleem met de thesis. Je geeft het volle pond en ik vraag me af of dat überhaupt wel gelezen wordt. Ik heb dat trouwens uitgetest door Monthy Python, een eigen gedicht en 6 fi ctieve boeken als bron in mijn scriptie te verwerken. Niemand heeft dat gemerkt (lacht).

Ihsane Chioua LekhliPresentatriceDe Zevende DagEén

Germaanse Talenê KU Leuven

Meertaligheid en intertalige interferentie bij migrantenjongeren

Uit mijn scriptie bleek dat het eigenlijk wel klopt dat allochtone jongeren meer fouten schrijven in het Nederlands, maar dat dat niet betekent dat ze in het algemeen minder taalvaardig zijn. In andere talen waren ze soms wel beter. Zo scoorden de Turkse jongeren in mijn onderzoek het best op Frans en Engels. Ook bleek dat wie zijn moedertaal goed beheerst, ook beter is in de andere talen, ongeacht welke taal die moedertaal is.

Het moeilijkste is nadenken over de opbouw en de verwerking van de gegevens. Eens je weet waarover je gaat schrijven, valt het schrijven op zich wel mee. Ik moest wel plots statistiek gaan gebruiken voor mijn analyse, een vak dat niet tot het lessenpakket in de taal- en letterkunde behoort. Ik heb daar toch wel veel tijd in moeten stoppen.

1e zit 15,5/20 Ik was zeer tevreden met het resultaat en de beoordeling, zeker omdat mijn promotor toch wel gekend stond als een streng en veeleisend persoon.

Een Nederlandse weten-schapper die op hetzelfde thema werkte vroeg of hij mijn resultaten mocht opnemen in zijn onderzoek. Ik vond het wel tof dat mijn scriptie op die manier nog werd opgepikt.

Xavier TaveirnePresentator De OchtendRadio 1

Bachelor Communica-tiemanage-ment, Pers & Voorlichtingê Erasmus-hogeschool Brussel

De komst van Q-Music & 4FM – Het landelijke radio-monopolie van de openbare omroep doorbroken.

De komst van Q-Music en 4FM heeft voor een open radiomarkt gezorgd, die het voor adverteerders en luisteraars mogelijk maakte om een vrije keuze te maken als ze willen adverteren op of luisteren naar de radio. De commerciële radiomarkt werd op alle banken op applaus onthaald. Gezond voor de markt en de luisteraar.

Ik heb een korte concentratie-spanne, dus bij momenten een lijdensweg. Mijn scriptie was een combinatie van theorie en praktijk: de geschiedenis van radio en de politieke besluitvorming was nogal een klus. Het radioprogramma dat bij m’n scriptie hoorde was dan weer één groot feest.

1e zit 18/20 Met een score van 18 mag je niet ontevreden zijn. Ik was één van de eerste studenten die er een praktische proef maakte bij m’n scriptie. En dat viel in de smaak blijkbaar.

Neen. Ik heb m’n scriptie geschreven in de opstart-maanden van de twee nieuwe radiostations. Dat maakte het ook deels frustrerend om de scriptie af te sluiten. Anderzijds: radio beweegt altijd. Dus mijn scriptie is en was een momentopname.

Annelies RuttenJournaliste Het NieuwsbladSlimste Mens Ter Wereld 2007

Politieke en sociale wetenschap-pen, optie Communica-tiewetenschapê Universiteit Gent

Van linkse volkskrant tot sociaal-progressief dagblad: ontstaan, evolutie en huidige situatie van De Morgen

Mijn scriptie was een monografi e, de geschiedenis van de krant. Een conclusie is dan moeilijk te geven. Behalve misschien dat de krant zeer woelige tijden had gekend, maar zich toch naar een toekomst wist te knokken.

Ergens tussenin. Ik vond het fi jn om te maken. Alleen ontbeer je als student nog een beetje dezelfzekerheid en het vertrouwen om zelf te beoordelen of het goed genoeg is. Ik herinner me dat ik daar vaak twijfels over had.

1e zit 14/20 Ik was vooral blij met de commentaar dat het goed geschreven was. Dat heeft me mee gestimuleerd om te geloven in de journa-listieke carrière.

Neen. Ik vrees dat die, een-maal afgewerkt, meteen op m’n zolder verdween.

Studierichting Thema Conclusie(s) Lijdensweg of piece of cake? 1e of 2e zit? Resultaat Tevreden? Nog iets mee gebeurd?

Bart ScholsNieuwsanker VRT

Psychologieê KU Leuven

Intergroepsdis-criminatie – of hoe onder invloed van competitie tussen groepen confl icten kunnen ontstaan.

Mijn scriptie steunde op een groot experi-ment bij 2 groepen schoolkinderen. We lieten hen een proef afwerken, in ruil voor een beloning. Eenmaal afgewerkt gaven we hen die beloning niet omdat we wouden peilen naar hun reacties. De ene groep kreeg een verklaring voor het uitblijven van de beloning, de andere niet. De hypothese was dat de groep waar er geen rechtvaardiging werd gegeven, heftiger zou reageren dan de andere. Dat bleek te kloppen: we kregen er zelfs voorwerpen naar het hoofd geslingerd!

Als Australiëfan wou ik absoluut de Olympische Spelen in 2000 in Sidney meemaken, waardoor mijn thesis even moest wijken. Bij mijn terugkeer werkte ik die af tijdens een thesisjaar. Je moet jou daar gewoon echt even op toeleggen en doortrek-ken. Al moet ik bekennen dat ik wel eens dacht “Ik ga toch gene worden die jaren gaat blijven sukkelen om die thesis af te werken.”

Thesisjaar 14/20 Op basis van de tijd die ik erin investeerde door o.a. zelf experi-menten te organiseren, zou een 15 rechtvaar-diger zijn geweest. Maar ik kan me niet uitspreken over de inhoud. Ik was wel tevreden met die 14.

Neen, eenmaal afgewerkt verdween die in de kast.

Frederik De SwaefHoofdredacteur Story

Pol en Socê UGent

BV’s die opkwamen bij lokale verkiezin-gen in 2006. Daar was toen in de pers veel over te doen.

BV’s bleken niet beter of slechter dan de gemiddelde andere kandidaat. Sommige waren echt gemotiveerd, andere veegden er hun voeten aan. Ook bleek de grote persaan-dacht niet evenredig aan het aantal BV’s die opkwamen. Het is niet zo dat de politiek plots werd overspoeld door een tsunami aan BV’s.

Al bij al verliep het schrijven van een scriptie zonder al te veel strees. Zeker als ik dat nu vergelijk met de stress die je als journalist kent om een stuk tijdig in te dienen.

1e zit 15/20 Aanvankelijk was ik ontgoocheld en zelfs kwaad, omdat ik daar zoveel tijd in had geïn-vesteerd. Toen ik mijn scriptie later opnieuw las, kreeg ik meer begrip voor de score.

Ja, mijn scriptie mondde later nog uit in het boek “Betty For President” (Academia Press, 2008).

Robin JanssensEx-Champions League presentator 2BE

Communicatie-wetenschappenê VUB

Mijn thesis ging over de driehoeks-verhouding tussen sport, televisie en sponsoring, waarbij de Champions League voetbal, die toen net werd gelanceerd, de case-study vormde.

De commercialisering van de sport stond toen in z’n kinderschoenen. Door Europa af te reizen om de Champions League te volgen, kon ik met eigen ogen zien hoe belangrijk het commerciële aspect in de voetbalsport zou worden.

Ik schreef m'n thesis in het pre-internettijdperk, een tijdrovende bezigheid. Je moest toen voor je literatuurstudie nog alle bibliotheken afschuimen. Ook het schrijven was een erg intensief proces. Het moest perfect zijn, elke komma moest juist zijn, zo minitieus ging ik te werk. Ik heb daar echt m'n hart en ziel in gelegd. Het indienen was dan ook een emotioneel moment. Ik viel een beetje in een zwart gat nadat ik me daar maandenlang in had vastgebeten.

Thesisjaar 15/20 Je thesis, da’s jelevenswerk - toch zeker op dat moment. Het slokt je volledig op. Je hoopt dan natuurlijk altijd op meer, maar uiteindelijk had ik wel mijn graad op zak.

Neen, maar het hielp me wel aan een job. Ik liep voor mijn thesis stage bij de sportredactie van wat toen nog de BRT heette en toen mijn stage afl iep kreeg ik de kans om aan boord te blijven.

Herman Van MollePresentator Canvascrack – Canvas

Germaanse Filologieê UFSAL & KU Leuven

Mijn thesis ging over de toen onbe-kende Nederlandse dichter K. Schippers.Het ging om die vergelijking tussen die dichter en de moderne kunst, het neorealisme in Frankrijk en Nederland met o.a. Marcel Duchamp.

Mijn thesis had een groot beschrijvend karakter, waardoor je er niet meteenconclusies kan uithalen.

Eigenlijk viel dat allemaal wel mee. Ik heb mijn scriptie trouwens nog volledig met de hand geschreven. Een grappige anekdote is dat ik het werk nadien liet uittypen door de latere man van Goedele Liekens. Ik gaf hem de opdracht om heel grote spaties en een extra groot lettertype te gebruiken om zo aan het vereiste aantal pagina’s te komen (lacht).

Thesisjaar (lacht). Maar dat com-bineerde ik wel met een bijkomende eenjarige studie Pers & Communi-catie.

Onder-scheiding, terwijl ik meestal voldoende haalde.

Ja. Ik heb m'n scriptie bijgehouden en jaarlijksvalt die wel eens in m'n handen. Ik schrik dan telkens “Tiens, Ik heb toch maar mooi iets leesbaar en respectabel geschreven van 100 pagina's – al was het dan met extra grote spaties en groot let-tertype” (lacht).

Neen, dat was mijnprobleem met de thesis. Je geeft het volle pond en ik vraag me af of dat überhaupt wel gelezen wordt. Ik heb dat trouwens uitgetest door Monthy Python, een eigen gedicht en 6 fi ctieve boeken als bron in mijn scriptie te verwerken. Niemand heeft dat gemerkt (lacht).

Ihsane Chioua LekhliPresentatriceDe Zevende DagEén

Germaanse Talenê KU Leuven

Meertaligheid en intertalige interferentie bij migrantenjongeren

Uit mijn scriptie bleek dat het eigenlijk wel klopt dat allochtone jongeren meer fouten schrijven in het Nederlands, maar dat dat niet betekent dat ze in het algemeen minder taalvaardig zijn. In andere talen waren ze soms wel beter. Zo scoorden de Turkse jongeren in mijn onderzoek het best op Frans en Engels. Ook bleek dat wie zijn moedertaal goed beheerst, ook beter is in de andere talen, ongeacht welke taal die moedertaal is.

Het moeilijkste is nadenken over de opbouw en de verwerking van de gegevens. Eens je weet waarover je gaat schrijven, valt het schrijven op zich wel mee. Ik moest wel plots statistiek gaan gebruiken voor mijn analyse, een vak dat niet tot het lessenpakket in de taal- en letterkunde behoort. Ik heb daar toch wel veel tijd in moeten stoppen.

1e zit 15,5/20 Ik was zeer tevreden met het resultaat en de beoordeling, zeker omdat mijn promotor toch wel gekend stond als een streng en veeleisend persoon.

Een Nederlandse weten-schapper die op hetzelfde thema werkte vroeg of hij mijn resultaten mocht opnemen in zijn onderzoek. Ik vond het wel tof dat mijn scriptie op die manier nog werd opgepikt.

Xavier TaveirnePresentator De OchtendRadio 1

Bachelor Communica-tiemanage-ment, Pers & Voorlichtingê Erasmus-hogeschool Brussel

De komst van Q-Music & 4FM – Het landelijke radio-monopolie van de openbare omroep doorbroken.

De komst van Q-Music en 4FM heeft voor een open radiomarkt gezorgd, die het voor adverteerders en luisteraars mogelijk maakte om een vrije keuze te maken als ze willen adverteren op of luisteren naar de radio. De commerciële radiomarkt werd op alle banken op applaus onthaald. Gezond voor de markt en de luisteraar.

Ik heb een korte concentratie-spanne, dus bij momenten een lijdensweg. Mijn scriptie was een combinatie van theorie en praktijk: de geschiedenis van radio en de politieke besluitvorming was nogal een klus. Het radioprogramma dat bij m’n scriptie hoorde was dan weer één groot feest.

1e zit 18/20 Met een score van 18 mag je niet ontevreden zijn. Ik was één van de eerste studenten die er een praktische proef maakte bij m’n scriptie. En dat viel in de smaak blijkbaar.

Neen. Ik heb m’n scriptie geschreven in de opstart-maanden van de twee nieuwe radiostations. Dat maakte het ook deels frustrerend om de scriptie af te sluiten. Anderzijds: radio beweegt altijd. Dus mijn scriptie is en was een momentopname.

Annelies RuttenJournaliste Het NieuwsbladSlimste Mens Ter Wereld 2007

Politieke en sociale wetenschap-pen, optie Communica-tiewetenschapê Universiteit Gent

Van linkse volkskrant tot sociaal-progressief dagblad: ontstaan, evolutie en huidige situatie van De Morgen

Mijn scriptie was een monografi e, de geschiedenis van de krant. Een conclusie is dan moeilijk te geven. Behalve misschien dat de krant zeer woelige tijden had gekend, maar zich toch naar een toekomst wist te knokken.

Ergens tussenin. Ik vond het fi jn om te maken. Alleen ontbeer je als student nog een beetje dezelfzekerheid en het vertrouwen om zelf te beoordelen of het goed genoeg is. Ik herinner me dat ik daar vaak twijfels over had.

1e zit 14/20 Ik was vooral blij met de commentaar dat het goed geschreven was. Dat heeft me mee gestimuleerd om te geloven in de journa-listieke carrière.

Neen. Ik vrees dat die, een-maal afgewerkt, meteen op m’n zolder verdween.

Lees het volledige scriptieverhaal van Bart Schols op scriptieprijs.be/bartschols

Lees het volledige scriptieverhaal van Frederik De Swaef op scriptieprijs.be/frederikdeswaef

Lees het volledige scriptieverhaal van Robin Janssens op scriptieprijs.be/robinjanssens

Beluister het volledige scriptieverhaal van Herman Van Molle op scriptieprijs.be/hermanvanmolle

Lees het volledige scriptieverhaal van Ihsane Chioua Lekhli op scriptieprijs.be/ihsanecl

© VR

T BM

USS

© Ye

lp In

c.©

VRT

Lies

Willa

ert

© VR

T Jo

ost J

oose

Gree

tje V

an B

ugge

nhou

VRT

BMUS

S

Schrijf geschiedenis met jouw scriptie over WOIMaak kans op €1.000 en persaandacht voor je werk

2014-18 staat in teken van de herdenking van 100 jaar Wereldoorlog I, het eerste internationale confl ict op wereldschaal. Miljoenen militairen en burgers lieten daarbij het leven. Het is van groot belang om de herinnering aan de Groote Oorlog levendig te houden en de bewust-wording bij jongere generaties te stimuleren.

Om die reden richten het Departement internationaal Vlaanderen en Scriptie vzw de Scriptieprijs 100 Jaar Groote Oorlog in. Met deze prijs willen we kwalitatieve scripties over Wereldoorlog I stimuleren én in kaart brengen.

Schrijf of schreef jij een bachelor- of masterproef over WOI? Deel dan je onderzoek door deel te nemen aan de wedstrijd. Je maakt kans op geldprijzen tot 1.000 euro en heel wat persaandacht voor je eindwerk.

Alle info op www.scriptieprijs2014-18.be

Page 6: De Vlaamse Scriptiekrant 2014

de Vlaamse Scr ipt ieKrant - JAARGANG 2 - 20146

TECHNOLOGIE ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nooit nog grote putten in het wegdek?

De industrieel ingenieur Ken Vanherpen ontwikkelde een toepassing om putten in het wegdek op te sporen. Dankzij zijn scriptie wordt het onderhoud van de wegen een stuk gemakkelijker en goedkoper.

Het opzet is even simpel als geniaal: door gebruik te maken

van bestaande sensoren in voertuigen en een gps slaagde Vanherpen erin om putten en andere oneffenheden in het wegdek op te sporen en in kaart te brengen. “De meeste wagens die nu rondrijden hebben veiligheidsfuncties als het antiblokkeersysteem ABS en het antislipsysteem ESP. Die systemen steunen op sensoren die de wielsnelheid en de acceleratie meten. Ik ontwikkelde een algoritme dat op basis van die sensorgegevens de putten in het wegdek kan aangeven. Dankzij de gps wordt de plaats nauwkeurig aangeduid”, aldus Vanherpen.

“De testwagens brachtenin drie maanden tijd

26.000 putten in kaart”

Alternatief voor dure meetvoertuig

De ingenieur schreef zijn scriptie aan de Karel de Grote-Hogeschool Antwerpen in opdracht van het CoSys-Lab (Universiteit Antwerpen), dit onder leiding van dr. Peter Hellinckx en dr. Paul De Meulenaere. Het lab was op zoek naar een alternatief voor het ARAN-meetvoertuig waarmee het Agentschap Wegen en Verkeer de staat van het Vlaamse wegdek opvolgt. Omdat het prijskaartje daarvan hoog oploopt, rijdt er maar één meetvoertuig in Vlaanderen rond. “Dat was goed om jaarlijks de toestand van de snelwegen en tweejaarlijks die van de gewestwegen in kaart te brengen”, aldus Vanherpen. Dankzij zijn systeem kunnen defecten veel sneller worden opgespoord, zodat men kan ingrijpen voordat een put groter wordt. Dat zorgt voor een fikse

besparing maar ook grote werkzaamhe-den en de daarbijhorende files worden zo vermeden. Het eenvoudige systeem maakt het bovendien mogelijk om zo-wat elke recente personenwagen in te zetten als meetvoertuig.

“Weg met grotewerkzaamheden en daarbijhorende files”

Testproject Zo implementeerde het Vlaams

Instituut voor Mobiliteit (VIM) de veelbelovende technologie in 6 dienst-wagens. In de voorbije 3 maanden brach-ten die zo’n 26.000 putten in kaart. De wagens worden voornamelijk gebruikt voor woon-werkverkeer en leggen dus grotendeels hetzelfde traject af. “Het nieuwe systeem kan best geïnstalleerd worden op wagens die overal en vaak door Vlaanderen rijden, zoals post-wagens, vuilniskarren en Lijnbussen”, stelt projectleidster Marleen Bellen van het VIM. “Op die manier kan de toe-stand van het weggennet snel worden geüpdatet. Onze eerste simulaties met vrachtwagens en bussen leverden posi-tieve resultaten op.”

} Ken Vanherpen schreef met z’n scriptie de Agoriaprijs 2013 op zijn naam. Hij won hiermee een geldprijs van €500 en een master class aan Vlerick Business School ter waarde van €9.495.

} Een versie van dit artikel verscheen o.a. in Het Nieuwsblad, Gazet van Antwerpen,Metro en op Knack.be, HLN.be, DeMorgen.be en deredactie.be.

} De scriptie van Ken Vanherpen lees je op scriptiebank.be/wegdekbeheer

– ADVERTORIAL –

Wie technologie kent,kan de wereld veroverenKun jij je een wereld zonder technologie inbeelden? Alles rondom ons zou meteen tot stilstand komen. Na een technologiestudie, is de kans op een sleutelpositie in het professioneel leven erg groot. Ingenieurs, professionele bachelors technologie en ICT’ers worden erg gewaardeerd in technologiebedrijven.

Agoria vertegenwoordigt deze bedrijven. “De technologiesector is één van de belangrijkste privéwerkgevers in ons land,” vertelt Wilson De Pril, directeur-generaal van Agoria Vlaanderen. “En onze bedrijven zijn altijd op zoek naar jonge technologen voor de uitbouw van hun activiteiten. Agoria-bedrijven staan voor een derde van de Vlaamse innovatiebudgetten en van de totale export.”

Wat doen deze bedrijven?De Pril: “Technologiebedrijven zijn oa. actief in domeinen als ICT, elektronica, transport, mechatronica, kunststofverwerking, lucht- en ruimtevaart. Innovatie zit als het ware in de genen van deze bedrijven. Bovendien werken zij continu aan oplossingen voor maatschappelijke thema’s.”

Kunt u daarvan een paar voorbeelden geven? “Hoe moeten onze woningen en producten aangepast worden voor ouderen? Hoe zorgen we voor een schoner milieu en energiezuinige producten? Hoe verder ontwikkelen van hernieuwbare energie? Wat zijn de mobiliteitsoplossingen van de toekomst? Dit zijn maar enkele van de vele maatschappelijke uitdagingen waarrond technologiebedrijven werken.”

Welke competenties zijn nodig om in een technologiebedrijf aan de slag te kunnen?De Pril: “Onze bedrijven appreciëren zowel doeners als denkers, een combinatie van beide talenten is natuurlijk ideaal. Technologiebedrijven zijn vooral op zoek naar gedreven mensen met een professionele bachelor technologie of computerwetenschappen of een master industriële wetenschappen, ingenieurswetenschappen of ICT-/informatica.”

www.agoria.be

Agoria wil creatief technologisch onderzoek van afstudeerderspromoten en organiseert daartoe jaarlijks de Agoriaprijs.

Alle info op www.scriptieprijs.be/agoriaprijs

Page 7: De Vlaamse Scriptiekrant 2014

de Vlaamse Scr ipt ieKrant - JAARGANG 2 - 2014 7

///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// TECHNOLOGIE

Een automatische zonnebril in een lens

Stel je voor dat verblind worden door de zon compleet verleden tijd zou zijn. Aan de Universiteit Gent werken onderzoekers aan een elektronische contactlens die kan fungeren als automatische zonnebril.

Master in de biomedische ingeni-eurswetenschappen Pieter De

Backer (UGent) ontwikkelde voor zijn scriptie een contactlens die als zonnebril (zie foto hiernaast) kan werken. Door actief de lichtinval naar de ogen te regelen kan de lens het oog automatisch verduiste-ren. Het project is de eerste praktische toepassing van de elektronische con-tactlens, een uitvinding van z’n promo-tor Jelle De Smet, onderzoeker aan het Centre for Microsystems Technology van de Universiteit Gent.

“Ik hoop op termijn mensenmet oogaandoeningen

vooruit te helpen”Pieter De Backer

Artificiële irisBij mensen met gezonde ogen be-

paalt de iris (het gekleurde ringetje in het oog) hoeveel licht er doorgelaten

wordt naar het net-vlies door de pupil (de zwarte opening in het midden van het oog) te vergroten of te verkleinen. Sommige mensen kampen met een defect aan de iris, waardoor licht on-gecontroleerd wordt binnengelaten in het oog. “De contactlens zou deze mensen die gevoelig zijn aan licht, kunnen helpen. Ze werkt namelijk als een kunstmatige iris die de defecte menselijke iris kan ver-vangen”, stelt Pieter De Backer. Een groot verschil is dat de lens ruim 5 keer zo snel werkt als de normale iris. Wanneer de drager ervan verblind dreigt te worden door de zon kan de lens dus razendsnel voor de nodige verduistering zorgen. Maar hoe werkt het nu precies?

INVEST 1 YEAR, GAIN 5WITH A VLERICK MASTERS DEGREE

INVEST IN YOUR FUTURE NOW WWW.VLERICK.COM/STUDENTS

“ My Vlerick degree was the best preparation for my career both professionally and personally. ”Rebecca CuiGlobal Client Liaison @ The Nielsen Company

De lens bestaat uit eengekromd LCD-display van

amper 0,135mm dikte

TV scherm in een lensDe lens bestaat uit een gekromd

LCD-schermpje van amper 0,135mm dikte. Net als in de LCD-beeldschermen in televisies en in computers werkt het op basis van vloeibare kristallen.In die schermen draaien de moleculen van deze vloeibare kristallen in een bepaalde richting onder invloed van een elektrisch veld. Op deze manier worden ze gebruikt om licht te blokke-ren of door te laten. Dit principe werd ook in de contactlens toegepast dankzij een flinterdun, flexibel, transparant en geleidend kunststoflaagje waarmee het elektrisch veld, nodig voor de licht-blokkering, wordt aangelegd. Het zorgt ervoor dat de lens kan schakelen tussen een transparante en volledig zwarte, ver-duisterde toestand. Door met een laser op bepaalde plaatsen de geleidende laag weg te branden werd de lens vervolgens opgedeeld in 9 concentrische cirkels, die afzonderlijk en onafhankelijk van elkaar verduisterd kunnen worden. Dat maakt het mogelijk om de mate van verduiste-ring te regelen.

Naar een draadloos ontwerpVoorlopig kan dit enkel in een labo-

setting wanneer de lens via een compu-ter wordt aangestuurd. Het huidig ont-werp is immers nog niet draadloos. Dat is de volgende cruciale stap. “In de lens komt een zonnecel die aanvoelt wanneer licht feller wordt, waarna er moleculen in de contactlens zo gaan draaien dat er minder licht binnenkomt. Diezelfde zonnecel zal ook de energie leveren om de moleculen aan te drijven”, aldus Pieter. “Ik hoop met de lens op termijn mensen met oogaandoeningen vooruit te helpen. Maar de zonnewerende lens zou in de toekomst ook gebruikt kunnen worden door mensen die gaan skiën. De toepassingen zijn eindeloos.”

} Pieter De Backer sleepte een nominatie in de wacht voor de Vlaamse Scriptieprijs 2013, waarvoor hij een geldprijs kreeg van €250. Dit artikel verscheen op Engineeringnet.be

} De scriptie van Pieter De Backer lees je opscriptieprijs.be/zonnewerendecontact-lensPromotoren: prof. dr. ir. Herbert De Smet, dr. ir. Dieters Cuypers en ir. Jelle De Smet

Smartphone als voorleesloep voor blinden en slechtzienden Maarten Denorme, een industrieel ingenieur (XIOS Hogeschool

Limburg), ontwierp voor zijn scriptie een applicatie om smartphones en tablets om te vormen tot een voorleesloep voor blinden en slechtzienden. De applicatie steunt op Optical Character Recognition (OCR), een techniek die visuele karakters herkent. Een blinde of slechtziende fotografeert een be-paalde tekst met zijn smartphone of tablet waarna die via OCR wordt herkend en dankzij spraaktechnologie wordt voorgelezen. “Zo kunnen blinden en slechtzienden voortaan zelf het menu op restaurant inkijken of de dienstrege-ling in het bushokje raadplegen”, aldus Denorme.

} Lees meer op scriptiebank.be/voorleesloepPromotor: ir. Koen Gilissen

Page 8: De Vlaamse Scriptiekrant 2014

de Vlaamse Scr ipt ieKrant - JAARGANG 2 - 20148

Wie de diagnose ALS krijgt, overlijdt doorgaans binnen de vijf jaar aan de ziekte. In haar scriptie ontwikkelde Caroline Eykens een strategie die de ziekte bij muizen gevoelig afremt.

ALS (amyotrofe laterale sclerose) is een ongeneeslijke ziekte waar-

bij de motorische zenuwcellen afsterven. Die cellen zijn een belangrijke schakel in het overbrengen van commando’s van onze hersenen naar onze spieren. Ze zorgen ervoor dat onze spieren sa-mentrekken als we actie ondernemen en verslappen in rust. Wie aan ALS lijdt krijgt te kampen met verzwakte spieren, onwillekeurige spierbewegingen en pro-gressieve verlamming, met uiteindelijk de dood tot gevolg.

Onderzoek naar ALS in stroomversnelling?

De zebravis als proefkonijnWereldwijd worden er duizenden chemische stoffen geproduceerd.Die moeten van Europa worden getest op mogelijke gevaren voor mens en milieu. De huidige testmethodes zijn echter duur, tijdrovend en zullen aan zo’n 2,6 miljoen proefdieren het leven kosten. De zebravis wordt daarbij steeds nadrukkelijker als een oplossing gezien.

Pesticiden, geneesmiddelen, plas-tics en andere chemicaliën kunnen

tot ernstige ontwikkelingsafwijkingen leiden. Zo blijken teratogene stoffen (chemicaliën die de ontwikkeling van het embryo verstoren) verantwoordelijk voor 5 à 10% van de aangeboren afwij-kingen zoals het down-syndroom, een waterhoofd of een open ruggetje. Het is dus van groot belang om deze stoffen te identificeren. Om die reden wil Europa informatie verzamelen over de toxiciteit van alle chemicaliën waarvan jaarlijks meer dan 1 ton wordt geproduceerd. Maar met de huidige methodes zou het testen van alle chemische stoffen tiental-len jaren duren en zo’n 1,5 miljard euro kosten. Daarbij zouden ook zo’n 2,6 miljoen proefdieren (muizen, konijnen en ratten) het leven moeten laten. De industrie zoekt daarom naar alterna-tieve testmethoden om de gevaren van chemicaliën te achterhalen.

Ook Evelyn Stinckens, master in de biologie (Universiteit Antwerpen), ging

in haar masterproef met een alternatief aan de slag: embryo’s van de zebravis, een tropische zoetwatervis afkomstig uit Zuid-Azië. De zebravis wordt steeds vaker als een veelbelovend alternatief testorganisme voor knaagdieren gezien. De embryo’s van de zebravis kunnen een goedkope en efficiënte oplossing voor dierproeven bieden.

“Door de zebravis in de toekomst meer te gebruiken in experimenten

zal het gebruik van proefdieren drastisch dalen”

Verrassend gelijkaardigDe zebravis en de mens vertonen een

groot aantal gelijkenissen. Zo zijn onder meer het zenuw- en het spijsverterings-stelsel van de zebravis verrassend genoeg erg gelijkaardig aan dat van de mens. Bovendien ontwikkelen de embryo’s zich buiten het lichaam van de moeder en zijn de eitjes transparant. Hierdoor kunnen onderzoekers de visjes letterlijk

zien groeien en ontwikkelen. Een ander voordeel is dat zebravissen een zeer snelle ontwikkeling kennen. Vijf dagen na de bevruchting zijn de belangrijkste organen gevormd. De vissen planten zich ook zeer snel voort. Een vrouwtje kan wekelijks tot 400 eitjes leggen, ter-wijl muizen er drie weken over doen om 10 kleintjes te baren. Ook is het onder-houd goedkoper: het kost maar 6,5 cent per dag om een tank met een dozijn vis-sen te onderhouden tegenover 90 cent om vijf muizen in een kooi te houden. Het belangrijkste voordeel is echter dat zebravisembryo’s geen proefdieren zijn volgens de Europese wetgeving. Een embryo is immers een ontwikkelings-stadium dat niet beschermd wordt.Dat alles maakt de zebravis erg geschikt voor het bestuderen van mogelijke

ontwikkelingsafwijkingen die het gevolg zijn van chemicaliën. Stinckens ontwik-kelde een test die teratogene stoffen helptidentificeren.  De onderzoeksresultaten kunnen gebruikt worden om de gevaren van chemische stoffen voor de mens te leren inschatten, zodat het aantal aange-boren afwijkingen kan dalen. Door de zebravis in de toekomst meer te gebrui-ken in experimenten zal het gebruik van proefdieren drastisch dalen.

} Een versie van dit artikel verscheen in Metro en op Knack.be

} Evelyn Stinckens haalde de longlist van de Vlaamse Scriptieprijs 2013.

} Haar scriptie vind je op scriptiebank.be/zebravisembryoPromotoren: prof. dr. Dries Knapen en prof. dr. An Hagenaars

voor slechts

€ 32 i.p.v. €41,65

voor slechts

€ 32

Eos Kennismakingsaanbod

SURF NU NAAR WWW.EOSWETENSCHAP.EU/SCRIPTIE OF BEL NAAR 014-43 59 06

ONTVANG 7X EOS MAGAZINE BOORDEVOL WETENSCHAPPELIJK NIEUWS, ONDERZOEKEN EN TRENDS.

Deze aanbieding is geldig tot en met 30 juni 2014 en voor mensen

die de laatste 6 maanden geen abonnee geweest zijn.

WETENSCHAP /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Oorzaak onbekendIn België lijden er volgens de ALS-liga

zo’n 800 à 1.000 mensen aan de zenuw-ziekte. Jaarlijks overlijden er meer dan 200 patiënten en komen er minstens evenveel bij.

“ALS steekt meestal de kopop rond de leeftijd van

vijftig à zestig jaar en kaniedereen treffen”

Wetenschappers zoeken al jaren naar de precieze oorzaak van ALS, waarvoor nog geen doeltreffende behandeling bestaat. De enige hulp die de medi-sche wereld kan bieden, zijn middelen om de levenskwaliteit zo goed moge-lijk te bewaren tijdens het vreselijke

aftakelingsproces. De meeste patiënten sterven uiteindelijk door verstikking doordat hun ademhalingsspieren ver-lamd raken.

Mogelijk stapje dichter bij therapie

Eén van de strategieën voor nieuwe ALS-behandelingen bestaat erin de overblijvende motorische zenuwcellen zo goed mogelijk te beschermen. In haar scriptie vestigde biomedisch weten-schapster Caroline Eykens (KU Leuven) daarom de aandacht op de oligodendro-cyten. Die cellen staan in nauw contact met de motorische zenuwcellen en leveren ze de nodige voedingsstoffen. Bij ALS-patiënten werken de oligoden-drocyten niet goed. Caroline ontdekte bij proeven op ALS-muizen dat het

blokkeren  van een belangrijke signaal-weg zorgt voor een betere werking van de oligodendrocyten. Hoewel die ont-dekking ALS niet zal genezen, kan deze aanpak, als die ook bij mensen blijkt te werken, de ziekte mogelijk afremmen.

} Caroline Eykens won met haar scriptie de Eos-prijs 2013. Na haar studies ging ze als doctoranda aan de slag bij het Laboratorium voor Neurobiologie (VIB) aan de KU Leuven, waar ze momenteel verder onderzoek doet naar de rol van oligodendrocyten bij ALS.

} Een versie van dit artikel verscheen in Eos, Metro en op Knack.be

} De scriptie van Caroline Eykens vind je op scriptiebank.be/alsPromotor: prof.dr. Wim Robberecht

Page 9: De Vlaamse Scriptiekrant 2014

de Vlaamse Scr ipt ieKrant - JAARGANG 2 - 2014 9

///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// GEZONDHEID

Ontdek ons opleidingsaanbod opuantwerpen.be/opleidingsaanbod

Is studeren slecht voor de lijn?Wie universiteitsstudies aanvat, houdt best zijn lijn in de gaten. Dat blijkt uit de scriptie van Tine Torbeyns, master in de Lichamelijke Opvoeding (Vrije Universiteit Brussel).

Obesitas is één van de belangrijk-ste ziektes van onze tijd. Meer

dan één tiende van de wereldbevolking lijdt eraan. In België kampt zelfs ruim de helft van de bevolking met overgewicht, waarbij meer dan 20% obees is. Wie overgewicht heeft loopt een verhoogd risico op diabetes type 2, kanker en car-diovasculaire aandoeningen.

Freshman 15 Om overgewicht te voorkomen is

het belangrijk te weten tijdens welke levensfases er zich een belangrijke gewichtstoename voordoet en welke factoren daarbij een rol spelen. Uit Amerikaanse studies blijkt dat veel mensen bij de overgang van de middel-bare school naar de universiteit met een gewichtstoename te kampen krijgen. Een Amerikaanse mythe, bekend als de ‘Freshman 15’, stelt met enige over-drijving dat studenten 15 lbs (6,8 kg) bijkomen tijdens hun eerste jaar aan de universiteit. Onderzoek toont aan dat de gewichtstoename gemiddeld slechts zo’n 2 kg is tijdens het eerste jaar. Maar ook tijdens het tweede jaar komen stu-denten zo’n 1,5 kg bij. Als die trend zich tijdens de hele studies doorzet, kan een student gemakkelijk zo’n 10 kg zwaarder afstuderen. Anderhalve kilo dikker

Tine Torbeyns ging na of er ook in België een gewichtstoename vast te stel-len is bij studenten. Ze onderzocht het gewicht, BMI en vetpercentage bij 54 studenten aan het begin van hun eerste jaar aan de universiteit én na anderhalf jaar studeren. Via een vragenlijst werd ook hun gezondheid- en gewichtsgere-lateerd gedrag bestudeerd. Bij de start van de studie had 9,3% van de onder-zochte studenten ondergewicht en 7,4% overgewicht. Na anderhalf jaar was het percentage met ondergewicht gedaald met 2,7% terwijl het aandeel met over-gewicht met 2,7% steeg. Het aantal studenten met een normaal gewicht

(83,3%) bleef stabiel. 70% van de onder-vraagden kwam wat bij, gemiddeld zo’n 1,5 kg. Bij 67% was er een toename in BMI. Het vetpercentage steeg gemid-deld met zo’n 0,8%. Uit de studie bleek dat vooral mannelijke studenten aan ge-wicht winnen. Ook studenten die meer alcohol consumeren, minder fruit eten, meer stress ervaren en meer televisiekij-ken bleken, zoals verwacht, gevoeliger

Overleven dankzij Stayin’ AliveHet is een bekend beeld uit medische tv-series: bij een hartstilstand springt een overijverige hulpverlenerop de patiënt en begint als een bezetene hartmassages uit te voeren. Maar komt dat de patient ten goede?Uit een onderzoek uitgevoerd aan de UGent blijkt dat sneller pompen niet leidt tot een grotere kans op overleven.

Bij een plotse  hartstilstand moet men de patiënt zo snel mogelijk

beginnen te reanimeren om de  overle-vingskansen zo groot mogelijk te hou-den. Via de combinatie van  borstcom-pressies en mond-op-mondbeademing tracht een hulpverlener ervoor te zorgen dat er voldoende zuurstofrijk bloed naar alle belangrijke weefsels - zoals het hart, de longen en de hersenen - stroomt. In

tv-series wekt men vaak  de indruk dat de hartmassage zo hard en zo snel mogelijk moet gebeuren. Dat klopt niet volledig volgens Jeroen De Smet en  Emmanuel Annaert, masterstudenten geneeskunde. Het is vooral hard pompen wat belangrijk is: verschillende studies  bewezen namelijk dat de kans dat de getrof-fen persoon  overleeft groter wordt wanneer de borstkas bij reanimatie dieper wordt inge-drukt.

In hun studie onderzochten De Smet en Annaert wat het effect was van de snelheid waarmee men  reanimeert op de geleverde compressiediepte. Hiervoor werd de reanimatie van  133 patiënten met een hartstilstand in detail geregis-treerd. De onderzoekers  von-den dat bij snelheden boven de 145 compressies per minuut er een onvoldoende  diepte werd bereikt.

“Hulpverleners denken vaak'hoe sneller, hoe beter',

maar nu blijkt dat de reanimatie minder efficiënt wordt naarmate

het echt té snel gebeurt”,Prof. dr. Koen Monsieurs van het UZ

Antwerpen, promotor van het onderzoek

Een handig  hulpmiddeltje bij het reanimeren is pompen op het ritme van ‘Stayin’ Alive’, de  discohit van de Bee Gees uit 1977. Dit lied heeft een ritme van 100 beats per minuut, wat een ideale snelheid is voor een reanimatie. Professionele  hulpverleners kunnen tijdens de reanimatie feedback krijgen over de geleverde  diepte en snelheid. Zo kunnen ze beter binnen de richtlij-nen blijven en de kansen op overleving maximaliseren. De leek in de straat die geconfronteerd wordt  met een hart-stilstand moet het zonder feedback stellen. Toch beklemtonen de onderzoe-kers  dat dit niemand mag afschrikken. Wat vooral telt is dat iemand op zich al een reanimatie kan starten.

“Iedereen zou een reanimatiecursusmoeten volgen en nooit bang mogen zijn om als getuige van een hartstilstand de  compressies en beademingen te starten. Je kan de patiënt niet pijn doen, je kan hem alleen maar helpen”, aldus de onderzoekers. Als je daarbij ook nog in gedach-ten “Stayin’ Alive” neuriet, is de kans dus groter dat de slagzin van die hit be-waarheid wordt.

} Dit artikel verscheen in Metro en op Knack.be

} De scriptie van Jeroen De Smet en Emmanuel Annaert lees je opscriptiebank.be/reanimerenPromotor: prof. dr. Koen Monsieurs

voor een gewichtstoename dan hun studiegenoten.

Torbeyns pleit voor sensibiliserings-acties: “De overstap naar de universiteit is een belangrijk moment voor sensibili-sering aangezien dit het punt is waarop de meeste mensen op eigen benen komen te staan en hun leven in eigen handen nemen. Als we studenten op

weg kunnen zetten naar een levenslange gezonde levensstijl, kunnen we het stij-gende overgewicht terugdringen.” } Dit artikel verscheen in Metro en op

Knack.be} De scriptie van Tine Torbeyns lees je op

scriptiebank.be/bmistudentenPromotor: prof. dr. Benedicte Deforche en prof. dr. Peter Clarys

Page 10: De Vlaamse Scriptiekrant 2014

de Vlaamse Scr ipt ieKrant - JAARGANG 2 - 201410

CULTUUR ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

De schoonheid van verval“De schoonheid van verval. De scenografische mogelijkheden van de ruïne.” Met die scriptie liet Paulien Smets zich opmerken in de 486 inzendingen voor de Vlaamse Scriptieprijs. De jury beloonde haar poëtische eindwerk met €2.500.

De interieurarchitecte Smets ging in haar scriptie op zoek naar

de schoonheid van verval. “Mensen verzetten zich meestal tegen verval en tegen de dood. Toch voelen we ons er vaak toe aangetrokken. Ik wilde een antwoord formuleren op de vraag hoe verval acceptabel kan worden en mensen kan aanspreken.”

De alumna van de voormalige Provinciale Hogeschool Limburg ziet hiervoor mogelijkheden in de herop-waardering van ruïnes. “We leven in een snelle, consumerende maatschappij waarin wat oud en vervallen lijkt quasi automatisch wordt afgeschreven”, stelt Smets. “De ruïne is hier een mooi voor-beeld van. Ze wordt vergeten of afgebro-ken om plaats te maken voor een nieuw

Mega Mindy praat in raadsels‘Ik verdrink in je ogen.’ In een Mega Mindy-film mag het dan romantisch klinken, in het hoofd van heel wat kleuters veroorzaakt de zin kortsluiting. "Veel beeldspraak in kindertelevisie is te moeilijk voor kleuters."

Dat er nergens een rat in een kooi zit als we zeggen “die zit als een

rat in de val” mag voor volwassenen evident lijken, voor kinderen is het dat niet. Kinderen van 3 tot 6 jaar begrijpen metaforen vooral letterlijk, aangezien ze nog niet beseffen dat taal figuurlijk kan zijn. Vanaf 7 tot en met 10 jaar maakt het kind kennis met de figuurlijke betekenis van woorden en begint het metaforen te begrijpen. Pas vanaf 11 jaar is er sprake van een gevorderd metafoorbegrip.

“We maken geen schooltelevisie. We zorgen in de eerste plaats

voor entertainment”Sven Duym – Producer Studio 100

Marlies Carette (KU Leuven) onder-zocht in haar thesis “Megamoeilijk, die beeldspraak” daarom de beeldspraak die gebruikt wordt in Nederlandstalige kindertelevisie. De Studio 100-film Mega Mindy en het zwarte kristal (2010) voor 4 tot 9-jarigen, is het uitgangspunt voor haar onderzoek. “Er kijken zowel jongens als meisjes naar Mega Mindy”, zegt Carette, “en bovendien bevat de

doelgroep alle leeftijden die belangrijk zijn in het onderzoek naar taalverwer-ving en het begrijpen van beeldspraak in het bijzonder.”

De film bevat 22 verschillende vor-men van beeldspraak. 18 van die beeld-spraakvormen werden voorgelegd aan 30 kleuters uit de tweede kleuterklas en 30 leerlingen uit het tweede leerjaar. Resultaat: de jongsten bleken er nau-welijks iets van te snappen, terwijl de kinderen uit het tweede leerjaar er veel minder problemen mee hadden.

Geen schooltelevisieCarette ging horen bij Ketnet en

Studio 100 welk taalbeleid ze precies hanteren. Terwijl Ketnet beeldspraak vermijdt, vindt Studio 100 dat het wel kan, mits de nodige voorzichtigheid. “Kinderen moeten alles wat gezegd wordt, kunnen begrijpen”, zegt Ruud Hendrickx, taaladviseur van de VRT. “Daarom is er bijzondere aandacht voor de standaardtaal en moet het taalge-bruik op Ketnet altijd aangepast zijn aan de jonge doelgroep. Beeldspraak is dan ook geen goed idee.”

In een interview zegt Sven Duym, producer van de Mega Mindy-film, dat Studio 100 geen geschreven richtlijnen heeft. “We hebben wel een beleid, dat inhoudt dat de taal zowel in Vlaanderen als Nederland begrijpbaar is. Verder

gegeven. In zekere zin kan je de ruïne zien als een waarschuwing voor wat er ons allemaal te wachten staat. Ik vond het zonde om zo’n krachtige, doorleefde gebouwen af te breken. Dat ze oud en deels ver-woest zijn geeft ze net karakter.”

In haar masterproef zocht Smets naar een nieuwe invulling voor de ruïne van de oude jeneverstokerij Claes in Kuringen (zie foto hier-naast). Ze vormt de ruïne om tot het fictief kun-stencentrum ‘De Nis’ met ateliers, tentoon-stellingsruimtes en een plek voor theater. Via

die nieuwe invulling toont ze aan hoe de ruïne een meerwaarde kan betekenen voor kunstenaars, hun werk en de maat-schappij. “De ruïne bevat de belofte van het onverwachte. Het is een plek voor imaginaire interpretatie. In plaats van antwoorden te creëren, roept de ruïne nog meer vragen op. Ze daagt ons uit om verder te kijken dan wat we reeds weten. Dit kan erg inspirerend werken.”

“In onze consumptiemaatschappij wordt alles wat oud en

vervallen lijkt quasionmiddellijk afgeschreven”

Met haar poëtische betoog over de schoonheid van het vergankelijke wist ze de jury van de Vlaamse Scriptieprijs 2013 te beroeren. “De scriptie van Paulien Smets is niet alleen een con-creet architectonisch plan, maar ook een metafoor voor het leven - terwijl ze uittekent hoe een oude jeneverstokerij te verbouwen, leert ze ons ook, via om-metjes langs Plato, Jacques Lacan en Sidi Larki Cherkaoui, hoe om te gaan met eindigheid en verval. Bovendien is haar scriptie een literair pareltje: matuur, me-lancholisch en magisch. Een kathedraal van een eindwerk”, aldus juryvoorzitter Jörgen Oosterwaal, hoofdredacteur van Knack.

} Dit artikel verscheen in Metro.De overwinning van Paulien Smets werd belicht op De Standaard Online, HLN.BE, DeMorgen.be, Nieuwsblad.be en Knack.be. Haar scriptie kwam verder aan bod in Flanders Today en Bouwkroniek.

} De scriptie van Paulien Smets lees je hier: scriptiebank.be/schoonheidinverval Promotor: prof. dr. Kris Pint

mogen we geen discriminerende, ra-cistische of agressieve taal gebruiken.” Beeldspraak is dus toegelaten. “De enige reden waarom we het gebruiken, is omdat het leuk is. Het is belangrijk te beseffen dat ook de familie van het kind meekijkt. We maken geen schooltelevi-sie, we zorgen voor entertainment.”

“Kinderen moeten alles wat gezegd wordt, kunnen begrijpen”

Ruud Hendrickx – Taaladviseur VRT

Samen voor tvSpreken zonder beeldspraak is bijna

onmogelijk. We leven en denken in beel-den, denk maar aan een term “dat sloeg in als een bom” die we vaak gebruiken in discussies. Dat er dus beeldspraak voor-komt in kindertelevisie, is niet verwon-derlijk. Om een idee te geven: in de film Mega Mindy en het zwarte kristal komt er om de 3,5 minuut beeldspraak aan bod, zoals “Mega Mindy heeft de show gestolen”. Een VRT-nieuwsuitzending bevat gemiddeld 2 vormen per minuut.

Voor Sven Duym is die dagelijkse omgang met beeldspraak een argument om ze niet te mijden in kindertelevisie. “Beeldspraak maakt deel uit van de da-gelijkse taal. Daarom zullen we het zeker niet vermijden. Maar voor de jongste doelgroep springen we er toch voor-zichtig mee om. Als oma Fonkel zegt dat ze geen oog heeft dichtgedaan, laten we

Mieke herhalen dat ze ook slecht gesla-pen heeft.” Al gebeurt die verhelderende herhaling in Mega Mindy en het zwarte kristal slechts één keer: “Als een rat in de val zitten” wordt voorafgegaan door “ontsnappen lukt echt niet”.

Is Mega Mindy dan te moeilijk voor de doelgroep? Marlies Carette: “Beeld blijft de belangrijkste factor om iets te begrijpen, maar als we het puur over beeldspraak hebben, dan is die te moei-lijk voor de jongste doelgroep. Nu goed, ze begrijpen misschien nu nog niet alles, maar zullen dat wel doen als ze de film later opnieuw bekijken.”

Of televisie positief of net negatief voor de taalverwerving van kinderen is, daarover zijn weinigen het vandaag eens, zegt Carette. “Dat hangt immers van heel veel factoren af. Wat wel vast-staat, is dat het voor de taalverwerving belangrijk is dat ouders hun kinderen begeleiden bij het televisiekijken, omdat ze dan het kind kunnen aanmoedigen om na te denken over wat ze zien en horen.”

} Artikel door Sarah Vankersschaever verschenen op 8/11/2013 in De Standaard.

} Deze scriptie werd verder belicht inin Het Nieuwsblad, Het Laatste Nieuws, op Radio 1 en in De Ideale Wereld (VIER).

} De scriptie van Marlies Carette vind je op scriptiebank.be/megamindy Promotor: prof. dr. Lieve De Wachter

Page 11: De Vlaamse Scriptiekrant 2014

de Vlaamse Scr ipt ieKrant - JAARGANG 2 - 2014 11

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// MEDIA

Zou je met de typokeuze van je scriptie je punten kunnen beïnvloeden?

www.uhasselt.be

Een universiteit die vragen stelt die rele-vant zijn voor maatschappij en economie,

dat willen we zijn. Want wie de juiste vragen stelt, bepaalt de toekomst. Zoek

samen met ons mee naar de antwoorden!

De mythe van de actualiteitKranten worden gezien als dragers van actuele verhalen. Toch blijken journalisten ook uit te blinken in het publiceren van verhalen die al eeuwen meegaan. Simon Verbist, een master journalistiek van de Erasmushogeschool Brussel, onderzocht in zijn scriptie hoe kranten aloude mythen in leven houden bij berichtgeving over natuurrampen.

18/08/2011 staat in het collectief ge-heugen gegrift als een zwarte dag voor het Pukkelpop-festival. De pers bracht drie  weken lang massaal verslag uit van de tragische storm die het festi-val  teisterde. Na  verloop van tijd werd de levensduur van het nieuwsitem ver-lengd  door artikels te publiceren die niet zozeer feitelijke informatie boden, maar  die eerder zinvol waren als ver-haal op zich. In die verhalen kreeg het uiten van droefheid en smart voorrang op een kritische, genuanceerde journal-istieke aanpak. Volgens de pers heeft de samenleving nood aan zulke verhalen om zo’n  tragisch voorval een plaats te geven.

Verbist bestudeerde 228 Vlaamse nieuwsartikels over de ramp. Hij ont-waarde daarin talloze verhaalkenmerken uit eeuwenoude mythen. Dat hoeft niet te verbazen: volgens de Amerikaanse professor journalistiek Jack Lule liggen er immers 7 heel concrete mythen aan de basis van  alle verhalen die kranten publiceren. Uit Verbists studie blijkt alvast dat de artikelen  over de storm veel gemeen hadden met de mythe van de vloed. Journalisten  schreven over

de enorm vernietigende werking van de ramp, de machteloosheid  van de mens en de noodzakelijke heropbouw van de samenleving. De mythe van het  slachtoffer kwam tot  uiting in de verhalen over de overleden festivalgang-ers, waarbij uitvoerig werd bericht over hun onschuld en het ultieme offer dat ze brachten.

“Kranten recyclerenoeroude verhalen”

Chokri als heldDe mythe van de held hield de pers le-

vend in de figuur van Chokri Mahassine. Journalisten vertelden ons hoe die het, ondanks zijn bescheiden  komaf, tot organisator van het succesvolle festival schopte, maar daarbij af te rekenen kreeg met een enorme hindernis: de storm. Hij wist de schade te beperken en werd na afloop dan ook geëerd en geprezen door de gemeenschap. In de nasleep van de ramp schoten talrijke  omwonenden overlevende festivalgangers te hulp. Hun daden van goedheid en altruïsme beli-chamen de mythische goede moeder. En wat met de festivalgangers die hun geld kort na de ramp terugeisten? Zij werden in de pers opgevoerd als de bedriegers, die het eigenbelang lieten primeren op het menselijk verlies en het collectieve leed.

Deze mythen hebben elk een functie in de maatschappij: het slachtoffer moet geëerd worden vooraleer de samenle-ving de draad weer kan  oppikken, de deugdzame acties van de held en van de goede moeder versnellen het herstel-proces en de wandaden van de bedrieger dwarsbomen de restauratie.

“Kranten fungeren vaak als he-dendaagse fora voor aloude my-then.  Gelukkig maar dat ook oeroude verhalen ons weten te  boeien”, besluit Verbist.

} Dit artikel verscheen in Metro en op knack.be

} De scriptie van Simon Verbist vind je op scriptiebank.be/mythevdactualiteitPromotor: dr. Jelle Mast

Freelancen in het Wilde Westen van de krantenjournalistiek Eén op vier beginnende journalisten start als freelancer. Sommigen kiezen

bewust voor die vrijheid als zelfstandige journalist, maar even vaak blijkt freelancen een noodzaak om als journalist aan de bak te komen.Uit de scriptie van Emma De Vleeschauwer (Erasmushogeschool Brussel) blijkt dat freelance journalisten met genoeg zakeninstinct het welkunnen maken, maar dat er aan de freelance markt nog heel wat te verbeteren valt.

De enquête waarin De Vleeschauwer 73 Vlaamse star-

tende freelancers bevroeg bevestigt de ondermaatse tarieven in de media. Dagbladredacteurs krijgen soms amper 30 cent tot één euro voor een regel van 60 tekens, terwijl de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) daar een minimumprijs van €1,07 voor vraagt. Bij bepaalde regionale televisiezenders verdienen journalisten €12,5 per uur, daar waar de VVJ een minimum uurloon van €38 bepleit. Toch verdienen de bevraagde freelancers gemiddeld €1.700

netto per maand, wat vrij goed is voor beginnende werkkrachten. Dat neemt niet weg dat 30% van de respondenten minder dan €1.400 netto per maand verdient. Als zelfstandigen staan ze bovendien zelf in voor hun sociale zekerheid en moeten ze zelf wat extra pensioen- en vakantiegeld opzijzetten.

Werkuren (proberen) verzamelen

Sommige freelancers weten niet genoeg werkuren te verzamelen. Aan opdrachten geraken blijkt voor starters

zonder ervaring en contacten moei-lijk. Als je constant op zoek moet naar nieuwe opdrachten om genoeg geld te verdienen wordt de vrijheid die free-lance journalisten nastreven al snel een relatief begrip. Freelancers die zichzelf goed kunnen verkopen, die onderhan-delen over hun verloning en die hun werkschema goed indelen, zullen zich goed voelen in dit statuut. Zij bekomen zo meer afwisseling of een dikkere por-tefeuille.

SchijnzelfstandigenDe Vleeschauwer geeft aan dat het

klimaat waarin freelancers moeten werken beter kan: “Naast de tarieven zou men ook wantoestanden zoals het schenden van auteursrechten, het niet respecteren van betalingstermijnen en schijnzelfstandigheid moeten aanpak-ken.” Zo’n 31% van de respondenten

denkt schijnzelfstan-dige te zijn. Hun werk-schema wordt (bijna) uitsluitend beheerst door één opdrachtge-ver, waardoor ze een vast contract zouden moeten krijgen. Maar mediabedrijven geven hen geen vast contract omdat zij als zelfstan-

dige gewoon goedkoper én gemakkelij-ker af te danken zijn.

Starters moeten zich bewust zijn van de uitdaging die zij als freelancer aan-gaan, maar mogen best met wat meer respect krijgen. Verandering brengen blijkt niet gemakkelijk, want wantoe-standen worden al jaren aangeklaagd en het is voor freelancers moeilijk om col-lectief actie te ondernemen. De thesis “Dood of brood? Een bevraging van be-ginnende freelance journalisten” brengt op papier alvast een aantal freelancers samen.

} De scriptie van Emma De Vleeschauwer werd belicht door Apache.be

} Je kan het werk raadplegen opscriptiebank.be/freelancen Promotor: dr. Jan Jagers

Page 12: De Vlaamse Scriptiekrant 2014

de Vlaamse Scr ipt ieKrant - JAARGANG 2 - 201412

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Doe mee aan de Vlaamse Scriptieprijs !Hoe deelnemen aan de Vlaamse Scriptieprijs?

Schrijf een vlot journalistiek artikel (max. 1.000 woorden; ca. één A4) over je scriptie en upload dit vòòr 6 oktober 2014 samen met je eindwerk opwww.scriptieprijs.be

De Vlaamse Scriptiebank is een gratis online kennisbank die meer dan 2.000 scripties bevat. Dagelijks maken zo’n 500 mensen dankbaar gebruik van de Scriptiebank voor research. Neem zelf een kijkje opwww.scriptiebank.be en bezorg er ook jouw scriptie een tweede leven !

De uitreiking

Een prijs zonder uitreiking is als een scriptie zonder bron-vermeldingen. De Vlaamse Scriptieprijs en de deelprijzen worden elk jaar op een prestigieus event uitgereikt. Vorig jaar was het CCHA in Hasselt het toneel voor de uitrei-king. Dit jaar vindt de uitreiking plaats op donderdag 18 december in de Concertstudio in Kortrijk, dit in samen-

werking met de Hogeschool West-Vlaanderen en de Stad Kortrijk. Stuur dus je scriptie in en save the date !

Volg de Vlaamse Scriptieprijs op facebook.com/scriptieprijs

@scriptievzw

howest.be/vacatures - howest.be/verderstuderen

we don’t develop profiles,we develop people

Breek uit je schelp,verzilver je scriptie!

Doe mee aan de Vlaamse Scriptieprijs enwin € 2.500. Schrijf een journalistiek artikel

over je bachelor- of masterscriptie. Upload dit samen met je scriptie vòòr 6 oktober 2014.

Afgestudeerd,scriptie in de krant?Wij brengen je scriptie onder de aandacht vande pers. Bovendien komt je eindwerk in deonline Scriptiebank terecht, een visitekaartjevoor je beginnende carrière!

De Vlaamse Scriptieprijs wordt ondersteund binnen het Actieplan Wetenschapsinformatie, een initiatief van de Vlaamse Overheid.Onder auspiciën van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten en de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde.

Volg ons op facebook.com/scriptieprijs en @scriptievzw

Alle info op www.scriptieprijs.be

Share your knowledgeWin 2500 euro met je scriptie!

Maak ook kans op de AGORIA-, de EOS- of de KLASSE-prijs

In samenwerking met de Hogeschool West-Vlaanderen en de Stad Kortrijk

Bijna afgestudeerd en je masterproef afgewerkt? Laat jij het resultaat van dat harde werk ook liever niet in de kast liggen? Stuur je scriptie samen

met een vlot leesbaar artikel (max. 1.000 woorden) in via www.scriptieprijs.be en maak kans op geldprijzen tot €2.500 en heel wat persaandacht.

Maakte je een eindwerk rond pedagogie, educatie, innovatie & technologie, of exacte wetenschappen, ding dan ook mee naar de Klasseprijs, de Agoriaprijs en de EOS-prijs. Je maakt kans op een reischeque, een gloednieuwe iPad en de mooie geldsom van €500. Agoria stopt zelfs een opleiding aan de vermaarde Vlerick Business School t.w.v. €9.495 in de prijzenpot!

Je ingestuurde scriptie komt bovendien in de online Vlaamse Scriptiebank terecht, een visitekaartje voor je beginnende carrière ! Dankzij z’n mediapartners zorgt de Scriptieprijs ervoor dat jouw werk mogelijk ook de pers haalt.

Waarom deelnemen aan de Vlaamse Scriptieprijs?

Doe de test:

• Mijn harde werk verdient best een plekje in de krant JA / NEE

• Ik ben wel te vinden voor geldprijzen van € 250 tot € 2.500 of een iPad, een reischeque en een prestigieuze opleiding aan Vlerick JA / NEE

• Potentiële werkgevers kunnen, wanneer ze me googlen, beter op mijn scriptie op scriptiebank.be dan op m’n Facebook-pagina terechtkomen JA / NEE

• “Winnaar / genomineerde van de Vlaamse Scriptieprijs” zou wel mooi staan op m’n LinkedIn-pagina JA / NEE

Minstens eenmaal “JA” geantwoord? Dan is de Vlaamse Scriptieprijs iets voor jou !