De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team...

20
De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim 40% van de bewoners uit de subgebieden zegt niet bekend te zijn met het Veilige Buurten Team (VBT). Dit ondanks uitnodigingen, bijeenkomsten, verslagen, huisbezoeken en informatie op websites en buurtkranten. Dat betekent ook dat 60% het VBT wel kent. Maar daarvan lijkt een aanzienlijk deel wel heel eigen ideeën te hebben over de werkwijze van het VBT. De verbeterpunten die zij noemen gaan in ieder geval hoofdzakelijk over meer controle, meer boetes en strenger aanpakken. Terwijl zowel de oude als de nieuwe VBT werkwijze draaien om het samen zoeken naar andere, betere oplossingen. En niet om het intensiever uitvoeren van de bekende oplossingen (controles en boetes) door de professionals. Bewustwording De laatste conclusie c.q. aanbeveling uit het verslag vat het wat ons betreft dan ook goed samen: “de gedachte heerst dat het VBT verantwoordelijk is voor het oplossen van de problemen voor de bewoners. Gezien het feit dat het doel van het VBT juist is om bewoners zelf deze verantwoordelijkheid te laten nemen, is het belangrijk dat buurtbewoners hier meer bewust van worden gemaakt”. Bij de ruim 20% respondenten die regelmatig contact heeft met het VBT is dat bewustzijn er inmiddels wel. Uit het onderzoek blijkt gelukkig ook een duidelijk gedragsverschil bij deze groep. Ze zetten zich actiever in voor de buurt en nemen meer (eigen) verantwoordelijkheid. Doorgaan op de ingeslagen weg is daarom onze conclusie. Procentje voor procentje bouwen we de aan de participatiesamenleving.

Transcript of De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team...

Page 1: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez

Wat er voor ons uitspringt is dat ruim 40% van de bewoners uit de subgebieden zegt niet bekend te zijn met het Veilige Buurten Team (VBT). Dit ondanks uitnodigingen, bijeenkomsten, verslagen, huisbezoeken en informatie op websites en buurtkranten. Dat betekent ook dat 60% het VBT wel kent. Maar daarvan lijkt een aanzienlijk deel wel heel eigen ideeën te hebben over de werkwijze van het VBT. De verbeterpunten die zij noemen gaan in ieder geval hoofdzakelijk over meer controle, meer boetes en strenger aanpakken. Terwijl zowel de oude als de nieuwe VBT werkwijze draaien om het samen zoeken naar andere, betere oplossingen. En niet om het intensiever uitvoeren van de bekende oplossingen (controles en boetes) door de professionals.

BewustwordingDe laatste conclusie c.q. aanbeveling uit het verslag vat het wat ons betreft dan ook goed samen:

“de gedachte heerst dat het VBT verantwoordelijk is voor het oplossen van de problemen voor de bewoners. Gezien het feit dat het doel van het VBT juist is om bewoners zelf deze verantwoordelijkheid te laten nemen, is het belangrijk dat buurtbewoners hier meer bewust van worden gemaakt”.

Bij de ruim 20% respondenten die regelmatig contact heeft met het VBT is dat bewustzijn er inmiddels wel. Uit het onderzoek blijkt gelukkig ook een duidelijk gedragsverschil bij deze groep. Ze zetten zich actiever in voor de buurt en nemen meer (eigen) verantwoordelijkheid. Doorgaan op de ingeslagen weg is daarom onze conclusie. Procentje voor procentje bouwen we de aan de participatiesamenleving.

Page 2: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

Veilige Buurten Aanpak Op weg naar een leefbaar Wittevrouwenveld?

Rapportage Auteur: Linda Fernandez Beiro Mosae Forum 10 6201 BZ Maastricht

Datum Juli 2014

Page 3: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

2

INHOUDSOPGAVE

Inleiding ................................................................................................................................................................... 3

Achtergrond ............................................................................................................................................................. 3

Onderzoeksvraag ..................................................................................................................................................... 3

Onderzoeksopzet ..................................................................................................................................................... 4

Respons ................................................................................................................................................................... 4

Respondenten .......................................................................................................................................................... 5

Analyse .................................................................................................................................................................... 5

Beleving van de buurt .............................................................................................................................................. 5

Betrokkenheid .......................................................................................................................................................... 6

Veilige Buurten Team ............................................................................................................................................... 7

Leefbaarheid ............................................................................................................................................................ 7

Sociale cohesie en vertrouwen .............................................................................................................................. 10

Participatie in verenigingen en buurtactiviteiten .................................................................................................. 11

Participatie leefbaarheid ........................................................................................................................................ 12

Veiligheidsgevoel ................................................................................................................................................... 13

Perceptie overlast ................................................................................................................................................. 14

Conclusie en beleidsaanbeveling .......................................................................................................................... 16

Literatuurlijst ........................................................................................................................................................ 18

Bijlage 1: Gebiedsbepaling

Page 4: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

3

INLEIDING

ACHTERGROND

Centraal in de aanpak van de gemeente Maastricht ter verbetering van de leefbaarheid in de buurten staat de

intensivering van de inbreng van bewoners en het verbeteren van de samenwerking tussen de verschillende

betrokken partijen in de buurt. Binnen deze aanpak vervullen de ‘Veilige Buurten Teams’ (VBT’s) volgens de

Gemeente Maastricht een speerpunt. De Veilige Buurten Teams bestaan uit diverse professionals die samen met

buurtbewoners werken aan de verbetering van de leefbaarheid van de buurt. Elke tien weken organiseert het team

een bijeenkomst waarbij bewoners de prioriteiten bepalen. Vervolgens gaat men samen met de bewoners aan de

slag om deze prioriteiten aan te pakken (Gemeente Maastricht, 2013).

In 2010 werden drie VBT’s in vier buurten ingezet: Wittevrouwenveld, Wyckerpoort, Limmel en Nazareth.

Inmiddels is er ook een vierde VBT actief in de buurt Mariaberg. De nadruk lag in deze beginfase met name op

onderwerpen als veiligheid, actieve bewoners, bekendheid van de VBT’s en vertrouwen. In 2013 zijn deze

doelstellingen voor een deel aangepast. Hoewel de eerdere doelstellingen nog steeds belangrijk zijn is de nadruk

meer verschoven naar het vergroten van het aantal actieve burgers en de verhoging van de efficiëntie van de Veilige

Buurten Aanpak in de buurt. Om de efficiëntie te verhogen is daarom besloten meer te gaan werken op subniveau

(straatniveau) in de buurt. Men gaat er vanuit dat men zich meer betrokken voelt wanneer de verbeterpunten hen

ook daadwerkelijk aangaan en zich in de eigen straat afspeelt. VBT-leden zullen in deze subbuurten de bewoners

persoonlijk benaderen en hen aanspreken op het eigen initiatief (CCV, 2013).

ONDERZOEKSVRAAG

De vraag die de VBT projectgroep zich nu stelt, is of dit werken op subniveau ook daadwerkelijk een effectieve

manier is om de gewenste doelstellingen te bereiken. In 2013 is er door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en

Veiligheid (CCV) in opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie al een evaluatie uitgevoerd naar het Veilige

Buurt Team op subniveau in de buurt Limmel. Er is echter slechts gekeken naar één straat in de buurt, waardoor de

respons te laag was om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over het effect. Het doel van dit onderzoek is dan

ook om op grotere schaal te onderzoeken in hoeverre het werken op subniveau een effectieve manier is om

bewoners te activeren en hiermee de leefbaarheid van de buurt te verbeteren. De vraagstelling luidt als volgt:

Hoe is het gesteld met de leefbaarheid in vijf subgebieden in het Wittevrouwenveld, en welke bijdrage heeft het VBT

geleverd aan het verbeteren van deze leefbaarheid?

De hoofdvraag zal beantwoord worden aan de hand van een aantal deelvragen:

- Hoe is het op dit moment gesteld met de leefbaarheid in de vijf subbuurten?

- Is het werken op subniveau een effectieve manier om bewoners te bereiken?

- Zijn bewoners van de subbuurten van mening dat het VBT het afgelopen jaar heeft bijgedragen aan het

verbeteren van de leefbaarheid in de buurt, en zo ja, op welke manier?

- Op welke manier kan de aanpak van de VBT’s in de toekomst nog verbeterd worden?

Page 5: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

4

ONDERZOEKSOPZET

In overleg met de opdrachtgever is een vragenlijst ontwikkeld. Deze vragenlijst is in april en mei 2014 uitgezet in vijf

subgebieden in het Wittevrouwenveld waarin het VBT het afgelopen jaar op de een of andere manier actief is

geweest. Deze subbuurten zijn gekozen aan de hand van overleg met Nel Knapen, medewerkster van Trajekt en lid

van het Veilige Buurten Team in het Wittevrouwenveld. De subbuurten bestaan uit de volgende buurten:

Schepenenplein, Voltastraat, Schwartzenbergstraat, Frankenstraat 1 (woonblok Frankenstraat, Van Palantstraat,

Parmastraat en Csaar peterstraat) en Frankenstraat 2 (woonblok Frankenstraat en Tapijnstraat) (Bijlage 1). Binnen

deze buurten is de volledige populatie benaderd. Per huishouden is een persoon aangeschreven van 18 jaar en

ouder. De reden waarom de hele populatie benaderd is, is omdat het onderzoek op kleine schaal is uitgevoerd en

een zo hoog mogelijke respons wenselijk was.

Om de privacy te waarborgen zijn aan de respondenten geen naam- en adresgegevens gevraagd, wel is vastgelegd in

welke subbuurt men woont. De personen die voor dit onderzoek zijn geselecteerd, hebben een brief ontvangen met

daarin een uitnodiging om de vragenlijst in te vullen. Tevens werd er aangekondigd in welke week de vragenlijsten

persoonlijk thuis zouden worden bezorgd. De vragenlijsten werden persoonlijk bij de respondenten afgeleverd. Men

kreeg de keuze om de vragenlijst direct in te vullen en te retourneren, of gebruik te maken van de retour envelop om

de vragenlijst terug te sturen naar de gemeente of af te geven bij het Wijkservicepunt in het Wittevrouwenveld. Bij

personen die meer dan twee keer niet thuis waren, is de vragenlijst in de brievenbus achtergelaten.

De vragen hebben betrekking op de volgende onderwerpen: leefbaarheid, de Veilige Buurten Aanpak, betrokkenheid

en participatie, sociale cohesie, veiligheidsgevoelens en perceptie van fysieke en sociale overlast. De vragen zijn

ontleend aan de evaluatie van het CCV, de buurtprofielen die om de vier jaar door de Gemeente Maastricht wordt

gehouden en de Veiligheidsmonitor. Er is gekozen om gebruik te maken van bestaande vragen uit praktische

overwegingen. De vragenlijst diende in een kort tijdsbestek uitgezet te worden. Met behulp van deze vragen zijn de

meningen, opvattingen en gerapporteerd gedrag van de burger in beeld gebracht, het zijn dus geen objectieve

cijfers.

RESPONS

De vragenlijst is persoonlijk afgeleverd bij 217 huishoudens in de vijf subbuurten in het Wittevrouwenveld. Er is

gekozen om de vragenlijsten persoonlijk langs te brengen, en eventueel op te halen wanneer de bewoners hier

behoefte aan hadden, om zo de respons zo groot mogelijk te houden. In totaal zijn er 77 vragenlijsten geretourneerd.

Dat is een respons van 35,5 procent.

De hoogste responspercentages zijn behaald in de Schwartzenbergstraat, gevolgd door het Schepenenplein,

Frankenstraat 2, Voltastraat en tot slot Frankenstraat 1 (Figuur 1).

Page 6: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

5

Figuur 1: Respons per buurt

Subbuurt Aantal verstuurd Absolute respons Respons (%)

Schwartzenbergstraat 25 15 60

Schepenenplein 40 15 37,5

Voltastraat 88 29 33

Frankenstraat 2 39 12 30,8

Frankenstraat 1 25 6 24

Totaal 217 77 35,5

Dit betekent voor de dataset dat van de 77 geretourneerde vragenlijsten de meeste afkomstig zijn uit de Voltastraat.

Hiermee dient rekening te worden gehouden bij het interpreteren van de gemiddelde scores. Daarna volgen het

Schepenenplein, de Schwartzenbergstraat, Frankenstraat 2 en tot slot Frankenstraat 1 (Figuur 2).

Figuur 2: Percentage respondenten per buurt in dataset

Subbuurt Percentage (%)

Voltastraat 37,7

Schepenenplein 19,5

Schwartzenbergstraat 19,5

Frankenstraat 2 15,6

Frankenstraat 1 7,8

Totaal 100

RESPONDENTEN

Er hebben iets meer mannen dan vrouwen de vragenlijsten ingevuld (53,2 tegenover 46,8%). De gemiddelde leeftijd

van de respondent is 56 jaar. De jongste respondent is 18 en de oudste 91. De meeste respondenten wonen al langer

dan 10 jaar in de huidige buurt (53,2%), of tussen de 5 en 9 jaar (31,2%).

ANALYSE

BELEVING VAN DE BUURT

De Veilige Buurten Teams zijn sinds 2013 meer gaan werken op subniveau in de buurt. Op deze manier wordt het

gebied waarin een VBT actief is, meer afgestemd op de leefomgeving van bewoners waardoor men hoopt ook de

betrokkenheid van bewoners bij het oplossen van de problemen in de buurt te verhogen. Het VBT in het

Wittevrouwenveld is het afgelopen jaar in vijf subgebieden het meest actief geweest. Om te kijken op welk niveau de

leefwereld van de bewoners zich vooral afspeelt is aan de bewoners uit deze vijf subbuurten gevraagd wat zij precies

onder hun buurt verstaan.

Het merendeel van de respondenten (bijna 51 procent) geeft aan de hele buurt Wittevrouwenveld als de

eigen buurt te beschouwen. Hierna volgt met 31 procent alle straten waarlangs men zich beweegt tijdens de

dagelijkse activiteiten en 11,3 procent kiest voor het woonblok waarin men woont. Slechts 7 procent van de

respondenten ziet alleen de eigen straat als de eigen buurt (Figuur 3). Doordat het VBT zich meer is gaan richten op

subniveau kunnen zo ook de bewoners die hebben gekozen voor de laatste drie opties meer betrokken worden bij

Page 7: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

6

het verbeteren van de leefbaarheid van hun eigen leefomgeving. De verwachting is dat zij minder snel naar

buurtbijeenkomsten zullen gaan over de hele buurt gaan omdat zij zich hier minder mee verbonden voelen.

Figuur 3: Beleving van de buurt

Beleving van de buurt (N=71) Percentage (%)

De hele buurt Wittevrouwenveld 50,7

Alle straten waarlangs u zich beweegt tijdens uw dagelijkse activiteiten

31

Uw woonblok 11,3

Uw straat 7

BETROKKENHEID

Om de mate van betrokkenheid bij de buurt te meten werden de bewoners drie stellingen voorgelegd: ik voel me

betrokken bij mijn buurt, ik ben bereid om te helpen mijn buurt te verbeteren en ik voel me verantwoordelijk voor de

leefbaarheid en veiligheid in mijn buurt. Ook is gevraagd of men van mening is dat de mate van betrokkenheid het

afgelopen jaar is toegenomen, gelijk gebleven of afgenomen.

Van de respondenten geeft 42,9 procent aan zich betrokken te voelen bij de buurt. Betrokkenheid bij de

buurt wordt gezien als een voorwaarde voor het activeren van bewoners om de eigen buurt te onderhouden. Twee

andere belangrijke vragen zijn of men bereid is om mee te helpen de buurt te verbeteren en of men zich

verantwoordelijk voelt voor de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Men zal alleen actief deelnemen aan

buurtactiviteiten ter verbetering van de leefbaarheid wanneer deze bereidheid en het verantwoordelijkheidsgevoel

er is. Maar liefst 58,7 procent is daadwerkelijk bereid zich actief in te zetten om de buurt te verbeteren. Slechts 14,3

procent van de bewoners geeft aan niet bereid te zijn mee te helpen. Echter, uit de overige resultaten die hierna

volgen blijkt dat niet alle bewoners die aangeven bereid te zijn zich actief in te zetten, dit ook daadwerkelijk doen.

Hier is dus nog ruimte voor verbetering in de toekomst (Figuur 4).

Figuur 4: Betrokkenheid

Betrokkenheid (N=63) Mee eens (%) Mee oneens (%)

Ik voel me betrokken bij mijn buurt 42,9 23,8

Ik ben bereid om te helpen mijn buurt te verbeteren

58,7 14,3

Ik voel me verantwoordelijk voor de leefbaarheid en veiligheid in mijn buurt

54 22,2

Er is ook nog gekeken naar het verschil in de mate van betrokkenheid tussen bewoners die het afgelopen jaar contact

hebben gehad met het VBT en bewoners die dit niet hebben gehad. Van de bewoners die wel contact hebben gehad

met het VBT (N=15) geeft 60 procent aan zich betrokken te voelen bij de buurt. Van de bewoners die geen contact

heeft gehad met het VBT (N=56) geeft 37,5 procent aan zich betrokken te voelen bij de buurt. Het is echter

onduidelijk welke kant deze relatie op gaat. Het kan zijn dat het contact met het VBT ertoe heeft geleid dat men zich

meer betrokken is gaan voelen. Andersom kan het ook zo zijn dat juist de bewoners die al betrokken zijn bij de buurt

contact hebben opgenomen met het VBT.

Page 8: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

7

Op de vraag of de betrokkenheid bij de buurt de afgelopen 12 maanden is toegenomen, gelijk gebleven of

afgenomen geeft 5,6 procent aan dat deze is toegenomen, tegenover 15,5 procent die aangeeft dat deze is

afgenomen. De overige 78,9 procent is van mening dat deze mate van betrokkenheid min of meer gelijk is gebleven.

Interessant voor vervolgonderzoek is te achterhalen waardoor deze toegenomen of afgenomen betrokkenheid tot

stand is gekomen.

VEILIGE BUURTEN TEAM

Uit de effectmeting uitgevoerd door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente Maastricht eind 2011

(Meting VBA, O&S Gemeente Maastricht, 2011) en het rapport van het CCV in 2013 bleek dat tweederde van de

respondenten bekend was met het VBT. In dit onderzoek zien we dat dit aantal iets lager uitvalt: 57,7 procent van de

subbuurten is bekend met het VBT. Het is belangrijk om deze bekendheid in de subbuurten te vergroten, zodat

respondenten die bereid zijn actief te zijn ook weten bij wie ze terecht kunnen. Uit gesprekken met respondenten

kwam meerdere malen naar voren dat het VBT vaker langs dient te komen, persoonlijk contact wordt van belang

geacht, en werd de tip gegeven om de leden van het team voor te stellen. Dit zou kunnen door een flyer met foto’s in

de brievenbussen te gooien. Op deze manier wordt het team persoonlijker gemaakt en gemakkelijker toegankelijker.

Figuur 5: Mate van contact met het VBT

Contact VBT (N=45) Percentage (%)

Nooit 64,4

1 keer 13,3

2 tot en met 4 keer 15,6

5 tot en met 9 keer 4,4

10 keer of meer 2,2

Vervolgens is gekeken hoeveel procent van de bewoners die bekend zijn met het VBT in de afgelopen 12 maanden

ook daadwerkelijk contact heeft gehad met het VBT en hoe vaak. Van de respondenten die bekend zijn met het VBT

geeft 64,4 procent aan de afgelopen 12 maanden geen contact te hebben gehad met het VBT. Hierna volgt de groep

die 2 tot en met 4 keer contact heeft gehad (15,6 procent), en de groep die 1 keer contact heeft gehad (13,3

procent). Respondenten die heel actief contact hebben gehad met het VBT zijn sterk in de minderheid, slechts 1

respondent (2,2 procent) heeft 5 keer of vaker contact gehad met het VBT. Deze laatste groep kan worden gezien als

de meest actieve groep bewoners (Figuur 5).

LEEFBAARHEID

Om meer inzicht te krijgen in de leefbaarheid van de buurt is allereerst aan de bewoners gevraagd welk cijfer zij

geven voor de mate waarin het prettig wonen is in de buurt. Daarnaast is aan de mensen gevraagd in hoeverre ze het

eens zijn met de stelling dat ze graag in de buurt willen blijven wonen. Uit de vragenlijst blijkt dat de respondenten

over het algemeen vrij prettig wonen in hun buurt. Het gemiddelde cijfer dat de respondenten aangeven voor de

Page 9: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

8

mate waarin ze het prettig wonen vinden in de buurt is een 6,7. Daarnaast is 74 procent van mening graag in de

buurt te willen blijven wonen.

Figuur 6: Leefbaarheid per subbuurt

Subbuurt N Gemiddeld cijfer leefbaarheid Percentage dat graag in de

buurt blijft wonen (%)

Schepenenplein 11 7,6 81,8

Frankenstraat 2 12 6,8 75

Voltastraat 29 6,7 79,3

Schwartzenbergstraat 15 6,5 73,3

Frankenstraat 1 6 5,7 33,3

De respondenten uit de subbuurt Schepenenplein wonen het meest prettig in de buurt. Zij geven gemiddeld een

cijfer van een 7,6. Deze wordt gevolgd door de bewoners uit Frankenstraat 2 (6,8), en de Voltastraat (6,7). Hierna

volgt de Schwartzenbergstraat met een cijfer van 6,5 en tot slot Frankenstraat 1 met een cijfer van 5,7. Hierbij dient

wel opgemerkt te worden dat er slechts zes respondenten uit Frankenstraat 1 hebben deelgenomen aan de

vragenlijst. Het hoogste cijfer dat werd gegeven in deze buurt was een 8 en het laagste cijfer een 3. Ook het

percentage bewoners dat graag in de buurt blijft wonen ligt in de meeste subbuurten hoog. Alleen Frankenstraat 1

valt hier negatiever uit, ook hier dient weer rekening te worden gehouden met het lage aantal respondenten in deze

subbuurt (Figuur 6).

Aan de 44 bewoners die aangaven bekend te zijn met het VBT is ook de vraag voorgelegd in hoeverre zij van mening

zijn dat het VBT het afgelopen jaar een positieve bijdrage heeft geleverd aan de verbetering van de leefbaarheid in

de buurt. Van deze respondenten is 35,6 procent van mening dat het VBT inderdaad een positieve bijdrage heeft

geleverd aan de buurt, 17,8 procent is het hier mee oneens, 36,6 procent geeft aan het niet eens/niet oneens te zijn

en de overige respondenten (10 procent) hebben deze vraag niet ingevuld.

Tot slot is gevraagd welke bijdrage het VBT volgens de bewoners heeft geleverd aan het verbeteren van de

leefbaarheid. In figuur 7 wordt voor elke subbuurt aangegeven wat er volgens de bewoners al bereikt is het

afgelopen jaar, en waar eventueel nog ruimte voor verbetering is.

Page 10: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

9

Figuur 7: Bijdrage VBT afgelopen jaar en aandachtspunten voor de toekomst

Subbuurt Bijdrage VBT 2013-2014 Verbeterpunten per subbuurt

Schepenenplein - Lantaarnpalen

- Woningen geschilderd

- Door alle activiteiten van VBT in

WVV rustiger geweest dit jaar.

- Overlast honden

- Overlast buren

- Strengere aanpak overlast door

woningbouw-vereniging

- Minder drugsoverlast

Voltastraat - Controle brommers/scooters

- Minder scooters op stoep

- Minder restafval op straat

- VBT zorgt ervoor dat verbeteringen

onder de aandacht blijven

- Aandacht voor verkeer

(snelheidsremmende maatregelen

en sluiproute vrachtwagens)

- Straatverlichting

- Meer zichtbaar aanwezig

- Onveilige garage (plaatsen van

camera’s)

- Inbraken kelder.

- Hondenoverlast.

- Onveilige verkeersituatie Voltaplein

verbeteren door plaatsen

hondenruggen.

- Bordjes plaatsen om uitgang naar

straat toe vrij te houden.

- Verkeersboetes uitdelen

- Overlast brommers en jeugd

- Straten schoonhouden

- Meer politie op straat

Schwartzenberg - - Groenstrook voor het huis

bijhouden.

- Overlast buren verminderen.

- Drugsdealers aanpakken

- Verlichting op pad tussen

Schwartzenbergstraat en

stadhoudersstraat.

- Hekken op deze doorgang zodat

fietsen en brommen hier

onmogelijk wordt.

- Hele wijk 30 km zone

Frankenstraat 1 - Verlichting in brandgang - Criminaliteit terugdringen

- Meer controle drugsoverlast

- Zwerfvuil aanpakken

Frankenstraat 2 - - Regelmatige controle

- Inzetten op verbeteren normen en

waarden in de buurt.

Page 11: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

10

SOCIALE COHESIE EN VERTROUWEN

Leefbaarheid wordt ook bepaald door de mate van sociale cohesie in een buurt. Om te weten hoe het is gesteld met

de sociale cohesie in de vijf subbuurten zijn de bewoners vijf stellingen voorgelegd. Deze stellingen zijn: “de mensen

in mijn buurt gaan op een prettige manier met elkaar om”, “ik woon in een gezellige buurt waar mensen elkaar

helpen en dingen samen doen”, “ik voel me thuis bij de mensen in de buurt”, “ik heb vertrouwen in de mensen in

mijn buurt” en “ik heb veel contacten met de andere buurtbewoners”.

Figuur 8: Sociale cohesie

Sociale cohesie (N=62) Mee eens (%) Mee oneens (%)

De mensen in mijn buurt gaan op een prettige manier met elkaar om.

72,6 8,1

Ik woon in een gezellige buurt waar mensen elkaar helpen en dingen samen doen.

56,5 14,5

Ik voel me thuis bij de mensen in de buurt. 67,7 14,5

Ik heb vertrouwen in de mensen in mijn buurt.

54,8 21

Ik heb veel contacten met de andere buurtbewoners.

61,3 17,7

Met name de stellingen “ik heb veel contacten met de andere buurtbewoners” en “ik heb vertrouwen in de mensen

in mijn buurt vallen op doordat rond de 20 procent van de respondenten aangeeft het hier mee oneens te zijn

(Figuur 8). Contact met buurtbewoners is belangrijk voor de sociale cohesie in de buurt. Deze uitslag hoeft echter

niet meteen als negatief te worden beschouwd. Uit onderzoek is gebleken dat niet de hoeveelheid van contact per sé

van belang is voor het hebben van sociale cohesie. Er zijn veel buurtbewoners die graag een praatje maken maar de

deur niet platlopen bij elkaar. Zolang het contact dat er is positief is en berust op vertrouwen is dit voldoende. Over

het algemeen lijkt het contact positief te zijn, gezien het feit dat ruim 70 procent van de respondenten van mening is

dat de mensen in de buurt op een prettige manier met elkaar om gaan. Ook geeft ruim 67 procent aan zich thuis te

voelen bij de mensen die in de buurt wonen.

Helaas zien we echter dat de mate van vertrouwen in buurtbewoners niet heel hoog is. Van de

respondenten geeft 21 procent aan geen vertrouwen te hebben in de buurtbewoners, tegenover 55 procent

respondenten die aangeven dit vertrouwen wel te hebben (Figuur 8). Vertrouwen in buurtbewoners is van belang bij

het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Wanneer men vertrouwen heeft in buurtbewoners en

er goed contact mee heeft, zal men elkaar ook eerder aanspreken op ongewenste activiteiten. Ook zal dit ten goede

komen aan het veiligheidsgevoel van bewoners.

Een tweede vorm van vertrouwen die belangrijk is, is het vertrouwen van buurtbewoners in professionals.

Echter, het winnen van het vertrouwen van bewoners in achterstandswijken is een moeizaam, en traag proces voor

professionals en het is dan ook niet realistisch om op dit gebied wonderen te verwachten. We kunnen zien dat ook in

de subgebieden in het Wittevrouwenveld het vertrouwen in professionals laag is (Figuur 9). Dit lage vertrouwen komt

vaak voort uit onbekendheid met de professional, of de gedachte dat het geen zin heeft een professional in te

schakelen omdat er toch niets zou gebeuren. Manieren om het vertrouwen van bewoners te winnen is ten eerst door

persoonlijk contact met bewoners te onderhouden, ten tweede dienen professionals kleine problemen aan te

Page 12: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

11

pakken met buurtbewoners die ook daadwerkelijk op te lossen zijn (Verwer en Walberg, 2012). Beiden vallen onder

de aanpak van het VBT, en hoewel het vertrouwen nu nog laag is, is het zeker een aanpak die in de toekomst

resultaat kan opleveren.

Figuur 9: Vertrouwen professionals 2014

Vertrouwen Professionals (N=57) Mee eens (%) Mee oneens (%)

De wijkagent 14 36,8

Medewerker Handhaven 12,3 54,4

Medewerker Trajekt 22,8 35.1

Medewerker woningbouwvereniging 17,5 49,1

Er zijn te weinig respondenten die aan hebben gegeven een verandering in de mate van vertrouwen te hebben

aangegeven in het afgelopen jaar om hier conclusies over te trekken. Het merendeel van de respondenten geeft aan

dat het vertrouwen in de professionals in het afgelopen jaar hetzelfde is gebleven.

PARTICIPATIE IN VERENIGINGEN EN ACTIVTEITEN IN DE BUURT

In de huidige participatiesamenleving wordt van bewoners verwacht dat ze zelf actiever worden. Ze dienen meer

vrijwilligerswerk te doen en zelf mantelzorg te verlenen. In deze paragraaf kijken we hoe het gesteld is met deze

mate van participatie in het Wittevrouwenveld. Er wordt eerst in gegaan op de vraag of men actief is in een

vereniging, en of men vrijwilligerswerk en/of mantelzorg verricht. Vervolgens wordt gekeken naar de mate waarin

men actief is bij activiteiten in de buurt, en wordt er ingegaan op de vraag of men nog activiteiten mist in de buurt.

Van de ondervraagde respondenten geeft 22,2 procent aan vrijwilligerswerk te verrichten en 8,3 procent geeft aan

mantelzorg te geven. Deze mantelzorg wordt gegeven aan buren, echtgenotes, ouders en schoonouders. Daarnaast

is 25 procent actief lid van een vereniging. Slechts een klein aantal bewoners is actief in activiteiten in de buurt. De

meesten hiervan zijn actief in de categorie ‘ontmoeting’ gevolgd door de ‘wijk- en buurtvereniging’ en ‘sport en

bewegen’.

Figuur 10: Activiteiten in de buurt

Participatie buurtactiviteiten (N=72) Aantal lid Aantal regelmatig actief

Wijk- en buurtvereniging 2 8

Parochie – of kerkraad - -

Sport en bewegen 4 8

Ontmoeting 4 10

Muziek, toneel, cultuur 1 4

Hobbyclub - 2

Anders : Kienen, mentoren op straat , cursus bemiddeling, tafelvoetbal, reisvereniging “oonder us” en actief bij opbouwen en afbreken Gielkesmerret.

Page 13: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

12

Over het algemeen zijn de mensen tevreden over de activiteiten die in de buurt worden aangeboden. Ruim negentig

procent van de mensen geeft aan geen activiteiten te missen in de buurt. De overige buurtbewoners die wel

aangeven iets te missen in de buurt benoemen de volgende activiteiten:

Figuur 11: Activiteiten die gemist worden

Activiteiten die gemist worden

- Box club, thai box club

- Badminton / Tennis

- Bloemschikken

- Meer activiteiten tijdens koningsdag. Bijv. harmonie door de straat

- Hulp aan behoevenden (verborgen armoede)

- Een gezellig terras voor een kop koffie en een praatje

- Een terras/café in het trefcentrum waar men in kan lopen en kan kaarten, biljarten etc.

PARTICIPATIE LEEFBAARHEID

Om te meten hoe actief bewoners zijn bij het verbeteren van de leefbaarheid van de buurt zijn er vier stellingen

voorgelegd. Er is gevraagd of ze het afgelopen jaar actief zijn geweest de leefbaarheid van de buurt te verbeteren, of

ze buurtbewoners aanspreken op ongewenst gedrag, of ze meldingen maken van buurtproblemen en of ze deel

hebben genomen aan buurtbijeenkomsten.

Figuur 12: Participatie bewoners bij de verbeteren leefbaarheid van de buurt

Actieve bewoners (N=58) Mee eens (%) Mee oneens (%)

Ik ben de afgelopen 12 maanden actief geweest om de leefbaarheid en veiligheid in mijn buurt te verbeteren.

24,1 50

Ik spreek buurtbewoners aan op ongewenst gedrag.

34,5 46,6

Ik heb de afgelopen 12 maanden inspraakavonden of bewonersbijeenkomsten bijgewoond.

24,1 70,7

Ik heb de afgelopen 12 maanden melding (en) gedaan voor verbetering van de leefbaarheid in mijn buurt.

25,9 58,6

Hoewel we eerder hebben gezien dat 58,7 procent van de bewoners bereid is zich actief in te zetten voor de

leefbaarheid van de buurt, blijkt uit figuur 12 dat het aantal bewoners dat ook daadwerkelijk actief is hier sterk bij

achterblijft. Ongeveer een kwart van de respondenten geeft aan het afgelopen jaar actief te zijn geweest, een

inspraakavond of bewonersbijeenkomst te hebben bijgewoond en een melding te hebben gedaan. Een groter

percentage bewoners (34,5 procent) geeft ook aan buurtbewoners aan te spreken op ongewenst gedrag.

De verwachting was dat bewoners die het afgelopen jaar contact hebben gehad met het VBT, ook actiever

zijn geweest het afgelopen jaar dan bewoners die geen contact hebben gehad met het VBT. Uit de resultaten blijkt

dat dit inderdaad ook het geval is geweest. In figuur 13 is het verschil te zien in percentage tussen respondenten die

wel en geen contact hebben gehad met het VBT en de mate waarin zij actief zijn geweest bij het verbeteren van de

leefbaarheid in de buurt.

Page 14: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

13

Figuur 13: Participatie bewoners bij de verbeteren leefbaarheid van de buurt uitgesplitst naar contact VBT

Actieve bewoners Wel contact VBT (N=15) Mee eens (%)

Geen contact VBT (N=56) Mee eens (%)

Ik ben de afgelopen 12 maanden actief geweest om de leefbaarheid en veiligheid in mijn buurt te verbeteren.

53,3 14,3

Ik spreek buurtbewoners aan op ongewenst gedrag.

53,3 26,8

Ik heb de afgelopen 12 maanden inspraakavonden of bewonersbijeenkomsten bijgewoond.

60 8,9

Ik heb de afgelopen 12 maanden melding (en) gedaan voor verbetering van de leefbaarheid in mijn buurt.

60 14,3

Tot slot is aan de respondenten gevraagd of men van mening is dat de mate waarin ze actief zijn geweest het

afgelopen jaar is toegenomen, gelijk gebleven of afgenomen. Van de 69 respondenten die deze vraag beantwoord

hebben geeft 5,8 procent aan dat de mate waarin ze actief zijn het afgelopen jaar is toegenomen, bij 82,6 procent is

het gelijk gebleven en 11,6 procent geeft aan dat de mate waarin men actief is geweest het afgelopen jaar is

afgenomen.

VEILIGHEIDSGEVOEL

De Veilige Buurten Aanpak heeft als doel om de leefbaarheid en veiligheid in de ´aandachtsbuurten´ van Maastricht

te vergroten. Een belangrijk aspect hiervan is dat mensen zich veilig voelen in de eigen buurt, ook wel subjectieve

veiligheid genoemd. Aan de bewoners is gevraagd welk cijfer zij één jaar geleden zouden hebben gegeven voor de

mate waarin zij zich toen veilig voelde in de buurt, en welk cijfer zij daar op dit moment voor geven. Op dit moment

is het gemiddelde cijfer voor de mate waarin men zich veilig voelt in de buurt een 6,3. Het gemiddelde cijfer dat men

geeft voor de situatie een jaar geleden is een 6,1. Hier is dus een lichte verbetering in terug te zien. In figuur 13 wordt

per subbuurt het gemiddelde cijfer weergegeven dat aangeeft hoe veilig men zich voelt in de eigen buurt zowel op

dit moment als een jaar geleden.

Figuur 13: Veiligheidsgevoelens per subbuurt

Subbuurt N Gemiddeld cijfer jaar geleden Gemiddeld cijfer dit moment

Schepenenplein 15 6,7 7

Frankenstraat 2 12 6,6 6,9

Schwartzenbergstraat 14 6,4 6,4

Voltastraat 27 5.7 5,9

Frankenstraat 1 6 5,2 5,3

Het cijfer voor de mate waarin men zich op dit moment veilig voelt in de buurt is het grootst onder de inwoners van

het Schepenenplein, met een cijfer van een 7. Hierna volgt Frankenstraat 2 (6,9), de Schwartzenbergstraat (6,4), de

Voltastraat (5,9) en Frankenstraat 1 (5,3). Ten opzichte van een jaar geleden zijn de veiligheidsgevoelens het meest

gestegen onder bewoners van het Schepenenplein en Frankenstraat 2. Gevolgd door Voltastraat en Frankenstraat 1.

In de Schwartzenbergstraat zijn de gemiddelde veiligheidsgevoelens gelijk gebleven.

Page 15: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

14

PERCEPTIE VAN OVERLAST

Tot slot is er nog gevraagd of mensen het afgelopen jaar en op dit moment vaak last hebben gehad van vervelende

voorvallen in de buurt. Van de 33 personen die deze vragen hebben ingevuld is de perceptie van overlast bij 18

respondenten gelijk gebleven, bij 5 personen toegenomen en bij 10 personen afgenomen. Vanwege het feit dat

slechts 33 respondenten zowel de vraag over een jaar geleden als de vraag over dit moment hebben ingevuld zijn de

aantallen helaas te klein om per buurt na te gaan welke buurtproblemen zijn toe of afgenomen in het afgelopen jaar.

Echter, de meeste respondenten hebben wel ingevuld welke buurtproblemen zij op dit moment ervaren. In

figuur 14 vindt u een overzicht per subbuurt met de top vijf voorvallen waar de buurtbewoners van de vijf

subgebieden op dit moment het vaakst last van hebben.

Figuur 14: Vaakst genoemde buurtproblemen per subbuurt

Subbuurt Buurtproblemen waar men op dit moment VAAK last van heeft

Schepenenplein (N=15) - Hondenpoep (53,3%)

- Restafval (33,3%)

- Drugsoverlast (20%)

- Vernieling (13,3%)

- Overlast jeugd (13,2%)

Voltastraat (N=29) - Restafval (69%)

- Hondenpoep (62,1%)

- Verkeersonveiligheid (51,7%)

- Overlast jongeren (48,3%)

- Drugsoverlast (34,5%)

Schwartzenberg (=15) - Hondenpoep (46,7%)

- Restafval (26,7%)

- Overlast buren (20%)

- Overlast jongeren (20%)

- Drugsoverlast (13,3%)

Frankenstraat 1 (N=6) - Restafval (50%)

- Hondenpoep (50%)

- Overlast jongeren (33,3%)

- Verkeersonveiligheid (33,3%)

- Drugsoverlast (33,3%)

Frankenstraat 2 (N=12) - Restafval (50%)

- Parkeeroverlast (50%)

- Hondenpoep (33,3%)

- Verkeersonveiligheid (33,3%)

- Drugsoverlast (16,7%)

Twee buurtproblemen die het vaakst genoemd worden in alle subbuurten zijn het probleem van restafval en

hondenpoep. In de Voltastraat wordt vervolgens de verkeersonveiligheid genoemd als grootste probleem. Meerdere

respondenten verzochten om hondenruggen te plaatsen bij de parkeervakken, zodat verkeersgebruikers niet dwars

het plein over kunnen rijden. Ook gaf men aan dat verkeersdeelnemers vaak tegen het verkeer in rijden op het plein

om zo niet het hele plein rond te hoeven rijden om de zijstraten in te gaan.

Page 16: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

15

Frankenstraat 2 geeft verder aan dat men last heeft van parkeeroverlast. Deze parkeeroverlast is toegenomen ten

opzichte van vorig jaar. Reden hiervoor kan zijn dat de betaalde parkeerzones steeds verder worden opgeschoven,

waardoor de zones waar het parkeren nog gratis is veel overlast ervaren.

Page 17: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

16

CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN

In deze paragraaf zullen we antwoord geven op de hoofd- en deelvraagstellingen. De hoofdvraag luidde als volgt:

Hoe is het gesteld met de leefbaarheid in vijf subgebieden in het Wittevrouwenveld, en welke bijdrage heeft het VBT

het afgelopen jaar geleverd aan het verbeteren van deze leefbaarheid? Deze vraag zal beantwoord worden aan de

hand van een aantal deelvragen.

Hoe is het op dit moment gesteld met de leefbaarheid in de vijf subbuurten?

Ten eerste is er gekeken naar hoe het op dit moment gesteld is met de leefbaarheid in de vijf buurten. Uit de

resultaten blijkt dat de bewoners over het algemeen vrij prettig wonen in hun buurt, met een gemiddeld cijfer van

een 6,7. Daarnaast geeft maar liefst 74 procent aan graag in de buurt te willen blijven wonen. We hebben gezien dat

bewoners uit de subbuurt Schepenenplein aangeven het prettigst te wonen in de buurt, gevolgd door Frankenstraat

2, Voltastraat, Schwartzenbergstraat en ten slot Frankenstraat 1. Wel dient hierbij rekening te worden gehouden dat

de respons in Frankenstraat 1 laag was, waardoor de percentages ook minder representatief zijn voor de hele

subbuurt.

Is het werken op subniveau een effectieve manier om bewoners te bereiken?

Sinds 2013 is het VBT meer op subniveau gaan werken met de verwachting dat de leefwereld van bewoners meer

aansluit bij de eigen straat/woonblok dan de hele buurt. We hebben gezien dat het merendeel van de respondenten

aangeeft de hele buurt Wittevrouwenveld als de eigen buurt te beschouwen. De andere vijftig procent geeft aan dat

hun leefwereld in een kleiner gebied plaatsvindt namelijk in alle straten waarlangs men zich beweegt tijdens de

dagelijkse activiteiten, het woonblok waarin men woont of de eigen straat. Het werken op subniveau lijkt een goede

zet om ook deze bewoners te bereiken die aangeven niet de hele buurt Wittevrouwenveld als hun buurt te

beschouwen. Door op kleinere schaal te werken kan ook de betrokkenheid van deze bewoners bij de buurt vergroot

worden.

Wel blijkt dat ondanks het feit dat het VBT kleinschaliger is gaan werken in subgebieden er nog steeds veel bewoners

niet bereikt worden door het VBT. Van de respondenten geeft 57,7 procent aan bekend te zijn met het VBT. Er is hier

dus nog een groot aantal respondenten dat nog niet bekend is met het VBT. Het is dan ook belangrijk te blijven

werken aan de bekendheid van het VBT in de subbuurten. Van de bewoners die bekend zijn met het VBT geeft het

merendeel (64,4procent) aan het afgelopen jaar geen contact te hebben gehad met het VBT. Respondenten die heel

actief contact hebben gehad met het VBT zijn sterk in de minderheid, slechts 1 respondent (6,6%) heeft 5 keer of

vaker contact gehad met het VBT (Figuur 5).

Zijn bewoners van de subbuurten van mening dat het VBT het afgelopen jaar heeft bijgedragen aan het verbeteren

van de leefbaarheid in de buurt, en zo ja, op welke manier?

Uit de resultaten blijkt dat van de 44 respondenten die bekend zijn met het VBT, 16 respondenten van mening zijn

dat het VBT het afgelopen jaar een positieve bijdrage heeft geleverd aan de buurt, tegenover 8 respondenten die het

hier mee oneens zijn. De overige respondenten geven het aan hier niet mee eens maar ook niet mee oneens te zijn.

Per subbuurt gaven respondenten die van mening zijn dat het VBT het afgelopen jaar heeft bijgedragen aan het

Page 18: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

17

verbeteren van de leefbaarheid van de buurt aan, op welke manier het VBT dan heeft bijgedragen aan deze

verbetering. Punten die genoemd werden zijn: aandacht voor verbeteringen in de buurt, het zorgen voor betere

straatverlichting en aandacht voor verkeersproblemen.

Op welke manier kan de aanpak van de VBT’s in de toekomst nog verbeterd worden?

Hoewel de vraag niet expliciet gesteld was kwamen er vanuit de respondenten ook een aantal suggesties voor het

VBT om de werkwijze in de toekomst te verbeteren. Deze zijn opgesomd in figuur 15. Ten eerste is gebleken dat de

bekendheid van het VBT in de subbuurten nog steeds niet optimaal is. Het is dan ook van belang dat het VBT zich

meer bekend maakt in de buurt. Persoonlijk contact blijkt erg belangrijk te zijn. Vanuit de respondenten kwam de

roep om vaker langs te komen, niet alleen om zichzelf te laten zien maar ook omdat niet alle bewoners even mobiel

zijn. Een tweede verzoek was om teamleden zich te laten voorstellen. Dit kan door middel van een flyer met foto’s

van elk teamlid en de bijbehorende taakbeschrijving van het teamlid. Dit zorgt ervoor dat het team een persoonlijk

gezicht krijgt, en de drempel voor bewoners minder groot is een teamlid aan te spreken.

Een tweede aanbeveling is om nog duidelijker bekend te maken welke mogelijkheden er voor

buurtbewoners zijn om een bijdrage te leveren aan een betere buurt. Uit de vragenlijst is gebleken dat het

merendeel van de buurtbewoners (58,7 procent) wel bereid is mee te helpen, maar dat toch slechts een klein

percentage (24,1 procent) daadwerkelijk actief is geweest het afgelopen jaar. Een van de redenen hiervoor die naar

voren kwam uit de gesprekken is dat bewoners niet goed weten wat ze kunnen toevoegen. De verwachting is dat

wanneer buurtbewoners duidelijk weten welke projecten er lopen, en op welke manier zij iets kunnen bijdragen zij

ook eerder de stap zullen nemen om daadwerkelijk actief te worden.

Ten derde is het belangrijk om de resultaten goed terug te blijven koppelen. Het is belangrijk dat er niet

alleen aangegeven wordt dat er iets niet gedaan kan worden, maar ook waarom dit precies niet gedaan kan worden.

Met duidelijke argumenten, accepteren bewoners eerder dat het niet binnen het bereik van het VBT ligt om

bepaalde problemen aan te pakken. Deze terugkoppeling kan door een briefkaart in de brievenbus te stoppen met

daarop de betreffende conclusie.

Daarnaast kwam meerdere keren de opmerking naar voren dat de handhaving nog te wensen over laat, en

dat hier meer tijd en aandacht aan besteed dient te worden. Deze medewerkers dienen vaker zichtbaar te zijn op

straat, zodat de bewoners het gevoel hebben dat problemen ook echt worden aangepakt. Tot slot kwam uit de

gesprekken vaak naar voren dat de gedachte heerst dat het VBT verantwoordelijk is voor het oplossen van

problemen voor de bewoners. Gezien het feit dat het doel van het VBT juist is om bewoners zelf deze

verantwoordelijkheid te laten nemen, en zelf oplossingen te laten zoeken voor buurtproblemen is het belangrijk dat

buurtbewoners hier meer bewust van worden gemaakt. De verwachting is vooral dat anderen de problemen

oplossen, en wanneer dit niet gebeurt kan men de anderen ook als schuldige aanwijzen. Door de

verantwoordelijkheid bij de bewoners zelf te leggen, zal deze negatieve houding tegenover professionals in de

toekomst kunnen afnemen.

Page 19: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

18

Figuur 15: Feedback VBT

Feedback VBT

- Mensen durven vaak niets te ondernemen, hier zou het VBT meer bij kunnen ondersteunen.

- Duidelijker laten weten wat de mogelijkheden zijn om een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid in de buurt.

- Het VBT dient zichzelf meer bekend te maken. Dit houdt in: de leden dienen zich voor te stellen in de subbuurt (zij het door een flyer met foto in de

bus) en vaker langskomen (niet alle respondenten zijn even mobiel).

- De resultaten beter terugkoppelen. Niet alleen aangeven dat iets niet gedaan kan worden, maar ook waarom dit niet kan. Als er een goede reden

achter zit accepteert men het eerder.

- Besprekingen van het VBT meer inhoudelijker maken.

- Meer aandacht besteden aan handhaving, handhaving laat te wensen over.

LITERATUURLIJST

CCV. (2013) Het veilige Buurten Team: Een persoonlijke benadering van bewoners.

Gemeente Maastricht. (2013). Wijkaanpak Maastricht: Uitvoeringsprogramma 2013-2015.

Walberg, A.M. en Verwer, R.J. (2012). Een kwestie van vertrouwen: Werking en versterking van collectieve

weerbaarheid in achterstandsbuurten. Rijksuniversiteit Groningen.

Page 20: De reactie van het Veilige Buurten Team op het ...€¦ · De reactie van het Veilige Buurten Team op het onderzoeksverslag van Linda Fernandez Wat er voor ons uitspringt is dat ruim

19

Bijlage 1: Gebiedsbepaling

Subgebieden:

Schepenenplein (1-40)

Schwartzenbergstraat (29-45)(2-48)

Voltastraat

Frankenstraat 1 (woonblok): Frankenstraat (30-36), Van Palantstraat (4-10), Parmastraat (31-43) en Csaar

Peterstraat (81A-89B)

Frankenstraat 2 (woonblok): Frankenstraat (41-45)(60-92), Tapijnstraat (51-87)