De pensioenen van de overheidssector NL Onderwijs (versie ... · De drie pensioenpijlers 2 3...

105
DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR Een inleiding

Transcript of De pensioenen van de overheidssector NL Onderwijs (versie ... · De drie pensioenpijlers 2 3...

DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR

Een inleiding

De driepensioenpijlers

2

3PENSIOENPIJLERS

1ste pijlerWettelijke

pensioenen

PDOS

RVP

RSVZ

2de pijlerAanvullende

pensioenstelsels verbonden aan de beroepsactiviteit

Groepsverzekering

2de pijlerAanvullende

pensioenstelsels verbonden aan de beroepsactiviteit

Groepsverzekering

3de pijlerIndividuele

pensioenopbouw

Levensverzekering

Pensioensparen

3

De eerste pijler: het wettelijk stelsel

Definitie

Het rustpensioen is een individuele periodieke (maandelijkse) uitkering die aan een voormalig ambtenaar of daarmee gelijkgestelde wordt betaald na de oppensioenstelling.

Rustpensioen

4

Enkele belangrijke pensioenbegrippen vooraf

Het verschil tussen:pensioenrecht, pensioenberekeningpensioenbetalingsrecht

5

Het verschil tussen pensioenrecht, pensioenberekening en pensioenbetalingsrecht

Er is een groot verschil tussen wat aanneembaar is voor het PENSIOENRECHT en wat aanneembaar is 

voor de BEREKENING van uw pensioen.

Het PENSIOENRECHT bepaalt of iemand al dan niet op pensioen kan gaan.

Het pensioenrecht is afhankelijk van de leeftijdsvoorwaarde en van de vereiste minimum loopbaanduur in het gewenste pensioneringjaar. 

Vooraleer over te gaan tot een pensioenberekening onderzoekt de PDOS of de voorwaarden van het pensioenrecht zijn vervuld.

6

Het verschil tussen pensioenrecht, pensioenberekening en pensioenbetalingsrecht

De PENSIOENBEREKENING bepaalt het pensioenbedrag. De pensioenberekening is gebaseerd op drie elementen: 

Enkel indien aan de voorwaarden van het pensioenrecht is voldaan, zal de PDOS een pensioenberekening maken.

Ook al is de loopbaanduur zowel voor het pensioenrecht als voor de pensioenberekening bepalend voor de pensioenbeslissing, toch zal de wijze waarop de loopbaanduur in aanmerking wordt genomen tussen beide begrippen zeer sterk van elkaar verschillen.

de refertewedde

Het tantième

de loopbaanduur

7

Het verschil tussen pensioenrecht, pensioenberekening en pensioenbetalingsrecht

Na de pensioenberekening onderzoekt de PDOS of het pensioen kan worden uitbetaald.

Het verschil tussen pensioenrecht, pensioenberekening en pensioenbetalingsrecht

Het PENSIOENBETALINGSRECHT bepaalt alle betalingsmodaliteiten.  Deze modaliteiten hebben betrekking op:

Cumulatie tussen pensioenen,

Cumulatie met een beroepsinkomen of vervangingsinkomen,

Schuldvorderingen, beslagleggingen,

Levensbewijzen

8

PENSIOENRECHT

9

Het recht op een rustpensioen

BASISWET 21 JULI 1844

Het rustpensioen is een maandelijkse individuele vergoedinguitbetaald aan een gewezen vastbenoemd personeelslid van de

overheidssector vanaf zijn opruststelling.

Toepassingsgebied- Federale overheidsdiensten (ook leger, magistratuur en erkende erediensten)- De Gemeenschappen en Gewesten (ook onderwijs: gemeenschapsonderwijs, vrij

gesubsidieerd, gemeentelijk en provinciaal onderwijs- bpost, Proximus, BAC, Belgocontrol, NMBS- Instellingen van openbaar nut (parastatalen, pararegionalen) die aangesloten zijn bij

de pool der parastatalen- De gemeenten, OCMW’s en intercommunales die aangesloten zijn bij de

gemeenschappelijke pensioenregimes van de Dienst voor de BijzondereSocialezekerheidsstelsels (DIBISS)

- de gewezen kaders in Afrika- De geïntegreerde politie

10

BASISVOORWAARDEN

Vastbenoemd of gelijkgesteld

Bezoldigd door de Staatskas

Minstens 5 aanneembare dienstjaren• Minstens één dag gepresteerd na 31 december 1976• Niet van toepassing op pensioenen wegens lichamelijke

ongeschiktheid

Leeftijd• Uitgezonderd pensioenen wegens lichamelijke ongeschiktheid

(geen leeftijdsgrens)

Niet de zwaarste tuchtstraf binnen statuut of veroordeling tot eencriminele straf

11

Het recht op een rustpensioen

Het recht op een rustpensioen- Wettelijke pensioenleeftijd

PENSIOEN OP LEEFTIJDSGRENS

Tot 2024 65 jaarVanaf 2025 66 jaarVanaf 2030 67 jaarVerlenging op aanvraagGeen loopbaanvoorwaarde

12

Het recht op een rustpensioen- Lichamelijke ongeschiktheid

Wet 21/07/1844 art 2 en 3De basisvoorwaarden van leeftijd en dienstjaren zijn niet vereist voor de toekenning van een pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid in een hoofdambt. Berekening zoals voor een gewoon pensioen.

Mogelijke beslissingenDefinitief ongeschikt voor elke functieDefinitief ongeschikt voor eigen functie maar geschikt voor andere functieTijdelijk ongeschikt (tijdelijk pensioen)

Wet 5/08/1978 art 83Ambtshalve pensionering indien 365 kalenderdagen ziekte na 60ste verjaardag (222 werkdagen Vlaamse Gemeenschap)

De Koning kan deze leeftijd van 60 jaar aanpassen (wet 28/12/2011)

13

Vervroegd pensioen: gaat in voor de wettelijke pensioenleeftijd

Twee voorwaarden, afhankelijk van het betreffende jaar (hervorming Di Rupo & Michel)

Leeftijdsvoorwaarde enLoopbaanvoorwaarde

Verschillende voorwaarden voor de algemene regel of de regel bij lange loopbaan

Uitzonderingen:

Personen die de wettelijke pensioenleeftijd bereikt hebbenPersonen geboren voor 1953Personen geboren voor 1956

Voor het bepalen van het recht op vervroegd pensioen wordt de diplomabonificatie vanaf 2016 afgebouwd

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

14

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

15

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Wie vóór 1 januari 1953 geboren is, kan vanaf de leeftijd van 60 jaar vervroegd met pensioen

als hij minstens 5 aanneembare dienstjaren (zonder bonificatie) telt in de overheidssector.

Vastbenoemd of gelijkgesteld5 aanneembare dienstjaren, waarvan minstens 1 dag gepresteerd na 31 december 1976Betaald door de StaatskasGeen afzetting of veroordeling tot een criminele straf

Personen geboren voor 1953

16

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Wie vóór 1 januari 1956 geboren is, kan vanaf de leeftijd van 62 jaar vervroegd met pensioen als hij

minstens 37 dienstjaren telt die aanspraak verlenen op pensioen (privésector).

Vastbenoemd of gelijkgesteld5 aanneembare dienstjaren, waarvan minstens 1 dag gepresteerd na 31 december 1976Betaald door de StaatskasGeen afzetting of veroordeling tot een criminele straf

Personen geboren voor 1956

Personen die de wettelijke pensioenleeftijd bereikt hebben

Iemand die de wettelijke pensioenleeftijd bereiktheeft is vrijgesteld van loopbaanvoorwaarden.

Uiteraard dienen ook hier de basisvoorwaarden vervuld te zijn.

17

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Specifieke beroepscategorieën die hun huidige (preferentiële) pensioenvoorwaarden inzake leeftijd en loopbaanduur behouden

Het rijdend personeel van de NMBS-groep (55 jaar oud en 30 jaar voorrijdend personeel)De geïntegreerde politie (onder bepaalde voorwaarden)De personeelsleden van het administratief en logistiek kader (KALOG) en de officieren van het operationeel kader vallen onder het algemeneregime.De ex-rijkswachtofficieren en ex-onderofficieren (onder bepaalde voorwaarden) die nu deel uitmaken van de geintegreerde politieDe militairen (onder bepaalde voorwaarden)De ex-militairen die deel uitmaken van het veiligheidskorps van Justitieof van het personeel van de geïntegreerde politie of die naar een andereopenbare werkgever werden overgeplaatst, behouden hun preferentiëleleeftijds- en loopbaanvoorwaarden

18

PRINCIPE (huidige situatie)

1 jaar aan 1/60 telt voor 1,00

1 jaar aan 1/55  telt voor 1,09 (60/55)

1 jaar aan 1/50  telt voor 1,20 (60/50)

Toepassing: zie omzettingstabellen

Dienstjaren met een preferentieel tantième hebben proportioneel meer ‘gewicht’ voor het openen van het recht op vervroegd pensioen.

19

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Omzettingstabel 1: Algemene regel

20

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Omzettingstabel 2: uitzonderingen lange loopbaan voor een pensioen op de minimumleeftijd van 60 jaar

21

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Omzettingstabel 3: uitzonderingen lange loopbaan bij pensioen op de minimumleeftijd van 61 jaar

22

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

BIJKOMENDE MAATREGELEN

Maatregel 1:Wie op om het even welk ogenblik aan de voorwaarden voldoet

om vervroegd met pensioen te gaan, behoudt deze voorwaarden ongeacht de latere, werkelijke ingangsdatum van het pensioen.

Voorbeeld:Geboren op 7/3/1954 – 60 j. op 7/3/2014 – pensioen 1/4/2014?Voorwaarde vervroegd pensioen bij lange loopbaan: 60 jaar en 40 jaar dienst.

Hij bereikt zijn 40 jaar dienst pas op 1/5/2014. Omdat hij vanaf deze datum de voorwaarden van vervroegd pensioen vervult, kan hij vanaf dan met pensioen gaan, maar eveneens op gelijk welke latere datum.

23

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

BIJKOMENDE MAATREGELEN

Maatregel 1 (vervolg):

Deze waarborg blijft ook gelden bij overgang naar een andere personeelscategorie. Dus: iemand die overgaat van een personeelscategorie, waarin hij op een bepaald ogenblik het recht op vervroegd pensioen opent, naar een andere categorie waar hij op het moment van zijn gewenst pensioen die voorwaarden niet vervult, blijft altijd zijn verworven recht behouden.

Voorbeeld: Een 56-jarige treinmachinist voldoet in 2014 aan de voorwaarden die nodig zijn voor vervroegd pensioen: 55 jaar en 30 jaar dienst.

Hij neemt geen pensioen maar gaat 2 jaar bijkomend werken als administratieve kracht tot zijn 58 jaar. Hij kan dus op 58 jaar met pensioen omdat hij eerder al aan de voorwaarden voldeed.

24

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

BIJKOMENDE MAATREGELEN

Maatregel 2:

Om te vermijden dat tijdens de overgangsperiode ambtenaren die geboren zijnin de maand december geconfronteerd zouden worden met andere leeftijds-en loopbaanvoorwaarden die verschillen van andere ambtenaren geboren in hetzelfde jaar, voorziet de pensioenhervorming een specifieke maatregel:

- Rustpensioenen die ingaan in januari 2015 vallen onder de voorwaarden van 2014- Rustpensioenen die ingaan in januari 2016 vallen onder de voorwaarden van 2015- Rustpensioenen die ingaan in januari 2017 vallen onder de voorwaarden van 2016- …

Voorbeeld:Een gepensioneerde is geboren op 7 december 1954, en wil zijn rustpensioenopnemen op 60 jaar, vanaf 1 januari 2015.Loopbaanvoorwaarde voor vertrek in 2014 (lange loopbaan): 40 jaarLoopbaanvoorwaarde voor vertrek in 2015 (lange loopbaan): 41 jaar

25

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen?

Jaren in de overheidssector• Diensten in de overheidssector• Diplomabonificatie (afgebouwd vanaf 2016)• Bepaalde periodes van afwezigheid• Onvolledige jaren

Jaren in de privésectorDiensten als werknemer en gelijkgestelde periodes

Jaren als zelfstandigeDiensten als zelfstandige en gelijkgestelde periodes

Jaren in het buitenlandDiensten in bepaalde landen

26

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

A. Overheidssector (1):

Betreft FOD, gewesten, gemeenschappen, Provincies, Lokale overheden, InstellingenOpenbaar Nut, NMBS, Proximus, bpost, BAC, Belgocontrol, Geïntegreerde Politie,Gerechtelijke Diensten.

- Effectief gepresteerde diensten in de overheidssector, prestaties voor de definitieve benoeming inbegrepen (uitgezonderd tewerkgestelde werkloze, derde arbeidscircuit, bijzonder tijdelijk kader)

niet verminderde duur- De militaire dienstplicht (en gelijkgestelde) telt mee aan 1/60.- De studiejaren die voor de diplomabonificatie kunnen tellen

(nodig bij aanwerving of bevordering) tellen ook voor het recht (aan 1/60).De duur van de diplomabonificatie wordt vanaf 2016 jaarlijks afgebouwd

- Als er onvoldoende jaren dienst zouden zijn in de overheidssector, mogen de prestaties in de andere sectoren (privé – zelfstandige) ook meetellen 27

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen?

AFBOUW DIPLOMABONIFICATIE

De geleidelijke afschaffing vangt aan op 1 januari 2016. De diplomabonificatie zal ten laatste volledig verdwenen zijn voor de pensioenen die ingaan vanaf 1 januari 2030.

Doel: harmonisering

Maatregel geen betrekking op :de berekening van het pensioende bonificatie van stages erkenning geneesheer-specialist (deze bonificatie zal echter wel volledig afgeschaft worden vanaf 2030)

28

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen?

AFBOUW DIPLOMABONIFICATIE

Tempo afbouw volgens studieduur diploma:

De vermindering bedraagt 4 maanden per kalenderjaar voor een diploma met een studieduur van 2 jaar of minder.

De vermindering bedraagt 5 maanden per kalenderjaar voor een diploma met een studieduur van meer dan 2 jaar en minder dan 4 jaar.

De vermindering bedraagt 6 maanden per kalenderjaar voor een diploma met een studieduur van 4 jaar of meer

29

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen?

30

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

AFBOUW DIPLOMABONIFICATIE

Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen?

Voorbeeld 1: ingangsdatum 2018

Een ambtenaar heeft recht op een diplomabonificatie en zijn studieduur bedraagt 5 jaar. Hoeveel bedraagt de vermindering?

Indien hij op 01/06/2018 op pensioen wil gaan, moet hij er rekening mee houden dat de 60 maanden studieduur voor zijn diploma met 18 maandenverminderd zullen worden.

Hij kan dus maar aanspraak maken op 42 maanden studieduur voor het bepalen van de vroegst mogelijke pensioendatum.

31

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

AFBOUW DIPLOMABONIFICATIE

Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen?

Voorbeeld 2: ingangsdatum 2017Situatie:

- Een ambtenaar is geboren op 2/11/1956.- Hij heeft een loopbaan van 450 maanden werkelijke diensten op

30/11/2017.- Hij wenst op 01/12/2017 op vervroegd pensioen te gaan omwille van lange

loopbaan (61 jaar en 42 jaar (504 maanden) loopbaan)- Zijn studieduur bedraagt 5 jaar (60 maanden)

Hoeveel bedraagt de vermindering?Voor de periode van 01/01/2017 tot 31/12/2017 diplomabonificatie van 60 maanden - 12 maanden = 48 maanden.De totale duur van zijn loopbaan bedraagt 450 maanden (loopbaan) + 48 maanden

(diplomabonificatie) = 498 maanden Hij voldoet op 01/12/2017 niet aan de voorwaarden voor vervroegd pensioen

! Nieuwe ingangsdatum in 2018 diploma moet met 18 maanden verminderd worden in plaats van met 12 maanden 32

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

AFBOUW DIPLOMABONIFICATIE

Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen?

33

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Overgangsmaatregelen hervorming Michel

De nieuwe maatregelen zijn niet van toepassing op de personen die zich op eigen aanvraag in een volledige of deeltijdse disponibiliteit voorafgaand aan het

rustpensioen bevinden op 01-01-2015 een door de werkgever vóór 01-01-2015 goedgekeurde aanvraag hebben ingediend om

vóór 02-09-2015 in een dergelijke toestand te worden geplaatst indien zij de aanvraag daartoe hadden ingediend, ten laatste op 01-01-2015 in een

dergelijke toestand zouden kunnen geplaatst zijn. De lijst van de bedoelde verloven en afwezigheden zal vastgesteld worden bij KB. Deze voorzien bij KB van 20-09-2012 blijven hoe dan ook behouden.

Voor deze personen blijven de voorwaarden voorzien in de hervorming Di Rupo gelden. Geen vermindering van de diplomabonificatie vanaf 2016 en geen verhoging van de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden vanaf 2017.

art. 8 wet van 28-04-2015art. 4 wet van 10-08-2015

34

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Overgangsmaatregelen hervorming Michel

Voor de personen geboren vóór 1962 is het aantal bijkomende jaren dat moet verstrekt worden t.g.v. de afbouw van de diplomabonificatie en/of de verlenging van de vereiste minimum loopbaanduur beperkt tot :

Max 1 jaar indien deze persoon minimum 59 jaar is in 2016 (ten laatste geboren in 1957)

Max 2 jaar indien deze persoon minimum 57 jaar is in 2016 (geboren in 1958 of 1959)

Max 3 jaar indien deze persoon minimum 55 jaar is in 2016 (geboren in 1960 of 1961).

Dit is een maximum van de bijkomende jaren t.o.v. de voorwaarden voorzien in de hervorming Di Rupo (wetgeving van kracht op 31-12-2015).

art. 8 wet van 28-04-2015art. 4 wet van 10-08-2015

Maximale duur bovenop de voorwaarden van 31 december 2015

35

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

A. Overheidssector (2): perioden van afwezigheid

De volgende volledige afwezigheden zijn aanneembaar (de deeltijdse afwezigheden zijn zonder gevolg voor het recht want de gepresteerde diensten worden in aanmerking genomen voor hun niet verminderde duur)

Verlof met behoud van bezoldiging Terbeschikkingstelling met wachtwedde Afwezigheid (verlof) zelfs niet bezoldigd gelijkgesteld met dienstactiviteit Periodes van volledige loopbaanonderbreking die hetzij gratis aanneembaar

zijn, hetzij door validering. Niet-gevalideerde volledige loopbaanonderbreking voor 2011

Onbezoldigd verlof niet gelijkgesteld met dienstactiviteit (non-activiteit) ten belope van max. 1 maand per kalenderjaar

TBS OB zonder wachtgeld (onderwijs) ten belope van max. 5 jaar (over de hele loopbaan)

art. 2 en 2bis wet van 10-01-1974art. 2 KB 442

36

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen?

A. Overheidssector (3): onvolledige jaren

Als er 4 maanden VTE gewerkt is in dat jaar:- aan 1/60 steeds afronden op 12 maanden- aan 1/50 of 1/55, als door verhoging met de coëfficiënt het resultaat boven 12 maand uitkomt, wordt dit behouden

Als er minder dan 4 maanden VTE gewerkt is in dat jaar:aan 1/60, de exacte duur zal meetellenaan 1/50, 1/55, de verhoogde duur wordt meegerekendNOOIT AFRONDING NAAR 12 MAAND

Als overheids- en privédiensten samenkomen in één jaar:voor de privé 104 dagen VTE, voor de overheid 4 maand VTESTEEDS AFRONDEN OP 12 MAAND !

37

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen?

38

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen?

A. Overheidssector (3): onvolledige jaren

Voorbeeld 1

Iemand begint van 01/09/1975 tot 31/12/1975 te werken als tijdelijk onderwijzer aan 13/20 (x 1,2 voor de vakantieperiodes) en heeft geen enkele andere dienst in dat jaar. De periode wordt voor de berekening van het pensioen in aanmerking genomen aan 1/55. Stap 1 (regel PDOS): 4 maand x 1,2 x 1,0908 (verhogingscoëfficiënt) = 5,2358

maand die tellen voor het recht ZONDER op te trekken tot 12 maand.Aangezien er minder dan 12 maand is, wordt er overgegaan naar stap 2.

Stap 2 (regel RVP) : 4 maand x 1,2 x 13/20 (opdrachtbreuk) = 3,12 maand, zijnde 81,12 voltijdse dagen => minder dan 104 dagen. Dus TELT het jaar NIET.

Conclusie: men behoudt het resultaat van stap 1, zijnde 5,2358 maand.

39

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen?

A. Overheidssector (3): onvolledige jaren

Voorbeeld 2

Van 01/01/1980 tot 30/04/1980 werkt iemand eerst als tijdelijk onderwijzer aan 5/20 (x 1,2 voor de vakantieperiodes). Dan van 01/05/1980 tot 31/07/1980 werkt hij voltijds in de privésector. Er is geen andere tewerkstelling in dat kalenderjaar. De periode van tijdelijk onderwijzer wordt voor de berekening van het pensioen in aanmerking genomen aan 1/55. Stap 1 (regel PDOS) : 4 maand x 1,2 x 1,0908 (verhogingscoëfficiënt) = 5,2358

maand die tellen voor het recht. De privédiensten mogen niet in aanmerking worden genomen.Aangezien er minder dan 12 maand is, wordt er overgegaan naar stap 2.

Stap 2 (regel RVP) : 3 maand + (4 maand x 1,2 x 5/20) = 4,2 maand, zijnde 109,2 dagen => minstens 104 dagen. Dus het jaar telt volledig mee.

Conclusie: men behoudt het resultaat van stap 2, zijnde 12 maand.

B. Werknemerspensioenen – RVP

Voorwaarde: de tewerkstelling gedurende elk kalenderjaar gewoonlijk en hoofdzakelijk zijnEN er moeten minstens 104 dagen VTE tewerkstelling zijn.

De voornaamste perioden van gelijkstelling: Werkloosheid & beroepsopleiding TWW bij openbare instellingen, provincies en gemeenten Arbeidsongeschiktheid & moederschapsbescherming Loopbaanonderbreking en tijdskrediet Perioden van arbeidsbeperking wegens herverdeling arbeid Perioden van deeltijds werken met behoud van rechten, …. ….

40

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen?

C. Pensioenregeling voor zelfstandigen en vrije beroepen:

De jaren dat men een activiteit uitoefende of pensioenrechten zijn gevormd als zelfstandige of helper (vanaf 1957 moet men bijdragen bewijzen aan een pensioenkas).Sommige periodes van loopbaanonderbreking om een kind op te voeden jonger dan 6 jaar.Gelijkgestelde periodes:

Militaire dienst, ziekte, invaliditeit Periodes gedekt door vrijwillige bijdrage – voortgezette verzekering Periodes van voorlopige hechtenis Periodes van effectieve hulp als echtgeno(o)t(e) van een zelfstandige Vrijwillige onderbreking om hulpverlening voor ernstige ziekte kind /partner

Noteer: 1 kwartaal zelfstandige = 78 VTE dagen41

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen?

D. Buitenlandse pensioenrechten die mee kunnen tellen voor een vervroegd pensioen in België:

Betreft de tewerkstelling in een land dat zich verbonden heeft om de verordeningen toe te passen en waarvoor pensioenrechten kunnen geopend worden (praktijk zie verzekeringsvakken op formulier E205, omgezet in voltijdse dagen in de werknemersregeling).België is onderworpen aan de Europese verordeningen.Landen die een verdrag sloten: Algerije, Australië, Canada, Chili, Filipijnen, Israël, Japan, Joegoslavië (van toepassing op onderdanen van Bosnië Herzegovina, Servië, Montenegro, Macedonië), Congo (enkel zeelieden van de koopvaardij), Kroatië, Marokko, San Marino, Tunesië, Turkije en de Verenigde Staten voor de werknemers.Canada, Chili, de Filipijnen, Turkije en de Verenigde Staten zijn ook van toepassing op de zelfstandigen.

42

Het recht op een rustpensioen- Vervroegd pensioen

Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen?

Het recht op een rustpensioen- Gemengde loopbaan

Om na te gaan of het vereiste aantal loopbaanjaren wordt bereikt, zal er ook rekening gehouden worden met de jaren die een recht kunnen openen in de overige pensioenstelsels.

Indien iemand als ambtenaar geen volledig kalenderjaar heeft, kunnenook perioden als werknemer of zelfstandige in aanmerking genomen worden om aan de loopbaanvoorwaarden te voldoen (indien voordeliger):- dit is altijd ter aanvulling van de diensten in de overheidssector

zonder dat de som de 12 maanden kan overschrijden;- volgens de regels van het stelsel van de werknemers of de

zelfstandigen;- met inbegrip van gelijkgestelde periodes.

Wat in geval van een gemengde loopbaan?

43

In geval van gemengde loopbaan (ambtenaar – werknemer –zelfstandige) komen de dienstjaren die recht geven op een pensioen in het werknemers- en/of zelfstandigenstelsel eveneens in aanmerking.

Indien een professionele prestatie of gelijkgestelde periode gepresteerd werd in één stelsel, dan zijn enkel de regels van dit stelsel van toepassing.

pensioen

werknemer overheid

zelfstandige

Aanvang loopbaan

44

Het recht op een rustpensioen- Gemengde loopbaan

De pensioenaanvraagPENSIOENEN DIE INGAAN VANAF 01/01/2013

Het personeelslid vraagt zijn pensioen rechtstreeks aan de PDOS met een nieuw, vereenvoudigd formulierper gewone post (formulier: zie www.pdos.fgov.be)

Sinds februari 2014 is eenelektronische aanvraag mogelijk via www.pensioenaanvraag.be, sindsapril 2015 ook via www.mypension.be

LET OP ! Geen aanvragen per e-mail mogelijk 45

46

De pensioenaanvraag

De PDOS…brengt werkgever op de hoogte van de aanvraag;

onderzoekt of en wanneer aan de voorwaarden voor vervroegd pensioen voldaan wordt:

de PDOS vraagt gegevens bij de andere pensioeninstellingen op

de PDOS consulteert het elektronisch Capelo dossier bestaande uit de DfmA of DmfAppl vanaf 01/01/2011 en het digitaal historisch attest tot 31/12/2010;

deelt het resultaat mee aan betrokkene en de werkgever, die dan zijn ontslagbesluit kan treffen;

► Opgelet: bij een gemengde loopbaan kan de pensioendatum verschillen naargelang het pensioenregime

47

De pensioenaanvraag

De ingangsdatum van het pensioen (algemeen principe)

► Ten vroegste: één jaar vóór de ingangsdatum van het pensioen.

► Ten laatste: één jaar nà de ingangsdatum van het pensioen.

► Na deze termijn gaat het pensioen pas in vanaf de eerste dag van de maand volgend op de aanvraag.

Het pensioen gaat in op de gewenste datum

Pensioenaanvraag

1 jaar voorP-datum

1 jaar na P-datum

Pensioendatum

Het pensioen gaat in de 1e dag van de maand volgend op de aanvraag

meer dan 1 jaar later

48

De pensioenaanvraag

Brochure op www.pdos.be

49

50

PENSIOENBEREKENING

Pensioenberekening

Basisformule:Wet 21/07/1844 – art 8

RP: niet-geïndexeerd jaarbedrag RW: referentieweddeD: aantal aanneembare diensten en periodesT(antième): loopbaanbreuk onderwijs: normaal 1/55

+ eventueel pensioencomplement wegens leeftijd en/of pensioenbonus (zie details)

+ eventueel minimumsupplement- eventueel beperkingen: relatief maximum en absoluut maximum

RP = RW x D x T

51

Pensioenberekening - De referentiewedde

ALGEMENE REGELWet 21/07/1844, art 8 §2

Wet 09/07/69 art 11, vervangen door wet 25/04/07Wet van 28/12/2011 art 105 –106

Vanaf 1 januari 2012worden de pensioenen in de overheidssector berekend op basis van de gemiddelde wedde

van de laatste 10 jaar (eventueel aangevuld met weddensupplementen).

RP = RW x D x T

Overgangsmaatregel :Personen die op 1 januari 2012 de leeftijd van 50 jaar hebben bereikt (= geboren vóór 1962), behouden de oude regeling.

52

Bijzonderheden over de gemiddelde wedde:

Altijd de voltijdse wedde

Niet voor hogere functies

Eventueel invloed van een nieuwe benoeming tijdens de laatste 5 of 10 jaar

Eventueel invloed van weddesupplementen

Steeds aan index 138,01 (niet geïndexeerd)

53

Pensioenberekening - De referentiewedde

Voorbeeld van de berekening van een gemiddelde wedde

Opgave:Pensioen gevraagd voor 1/5/2015, geboortedatum 4/4/1953

Opeenvolgende wedden van de toe te passen bezoldigingsregeling:1/3/2010 – 22.600 EUR1/3/2012 – 23.500 EUR1/3/2014 – 24.100 EUR

Aangezien deze persoon op 1.1.2012 al 50 was, zal de berekening gebeuren op basis van de gemiddelde wedde van de laatste 5 jaar.

54

Pensioenberekening - De referentiewedde

Van totAantal

maandenBarema Totaal

1/5/2010 28/2/2012 22 22 600,00 EUR 497 200,00 EUR

1/3/2012 28/2/2014 24 23 500,00 EUR 564 000,00 EUR

1/3/2014 30/4/2015 14 24 100,00 EUR 337 400,00 EUR

Totaal : 60 1 398 600,00 EUR

Gemiddelde wedde = 1 398 600,00 EUR / 60 = 23 310,00 EUR

55

Pensioenberekening - De referentiewedde

Uitzondering 1Personen gepensioneerd wegens lichamelijke ongeschiktheid die recht hebben op een supplement gewaarborgd minimumDe berekening van het gewaarborgd minimumbedrag zal steeds gebeuren op basis van de

gemiddelde wedde van de laatste 5 jaar, met een boven- en onderplafond (zie verder).

Uitzondering 2In de berekeningen vóór de pensioenhervorming werden sommige pensioenen berekend op de laatste weddeDeze en alle andere pensioenen die op een basis van minder dan 5 jaar werden berekend, zullen

vanaf 1 januari 2012 berekend worden op basis van de gemiddelde wedde van de laatste 4 jaar. Bijvoorbeeld: pensioenen NMBS, bepaalde gemeentepensioenen,…

Uitzondering 3Indien het bedrag van het pensioen berekend op basis van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar (of volledige duur indien minder dan 10 jaar) lager is dan het GM voor alleenstaanden (€9.601 niet geïndexeerd per jaar, of €1.286,85 bruto per maand), wordt het pensioen herberekend op basis van de laatste 5 jaar, zonder dat het nieuw bekomen pensioenbedrag hoger mag zijn dan het GM.

56

Pensioenberekening - De referentiewedde

Alle werkelijk gepresteerde diensten (ongeacht de leeftijd):

als vastbenoemde of als GESCO, contractueel, tijdelijk, interimair, gevolgd door een vaste benoeming of gelijkgesteld (stagiair) en bezoldigd door de Staatskas (niet: tewerkgestelde werkloze, derde arbeidscircuit, bijzonder

tijdelijk kader)

in een functie bij de federale staat, gewesten en gemeenschappen, het onderwijs, als militair, bij de geïntegreerde politie, als magistraat,

bedienaar van de erediensten, … .

Wet 21/07/1844 – art 6

RP = RW x D x T

57

Pensioenberekening - Diensten

Alle werkelijk gepresteerde diensten bij de machten en instellingen opgenomen in de wet van 14 april 1965:

provincies, gemeenten, intercommunales, instellingen van openbaar nut vermeld in de wet van 28.04.1958

Andere organismen toegevoegd bij KB, zoals de NMBS, de VRT,…

Militaire dienstplicht, diensten als gewetensbezwaarde, burgerdienst (zelfs voor de indiensttreding);

Perioden van terbeschikkingstelling met een wachtwedde;

Sommige perioden van afwezigheid, gelijkgesteld met dienstactiviteit.

58

Pensioenberekening - Diensten

RP = RW x D x T

DIPLOMABONIFICATIEWet 16/06/70 (onderwijs)

Wet 09/07/1969, art 33 (andere)

59

Pensioenberekening - Diensten

RP = RW x D x T

Voor wie? Houder van een postsecundair diploma dat aanneembaar is voor het rustpensioen.

Wanneer? Als het gaat om een vereist of voldoende geacht diploma (onderwijs) of als het diploma een voorwaarde was bij aanwerving of bij bevordering (andere), en als het ambt werd uitgeoefend gedurende een periode minstens gelijk aan de bonificatieduur.

Wat? De minimale studietijd (zonder bisjaren) die nodig was om dit diploma te verwerven

Opgepast! Indien de loopbaan geen 20 jaar bedraagt zal de diplomabonificatie evenredig verminderd worden. vb. 16 jaar dienst, studieduur 48 mnd. Aanneembare diplomabonificatie = 16/20 x 48 = 38,4 mnd.De diplomabonificatie kan beïnvloed worden door de loopbaanverhouding zoals vastgesteld in KB 206 en KB 442

Wegens de complexiteit van de materieis er steeds een individueel onderzoek vereist.

DIPLOMABONIFICATIE

60

Pensioenberekening - Diensten

Vorige regeringen hebben in het verleden reeds maatregelen genomen die de berekening van het pensioen reguleren:

Koninklijk besluit nr. 206 van 29 augustus 1983 tot regeling van de berekening van het pensioen van de openbare sector voor diensten met onvolledige opdracht

Koninklijk besluit nr. 442 van 14 augustus 1986 betreffende de weerslag van sommige administratieve toestanden op de pensioenen van de personeelsleden van de overheidsdiensten:

61

Pensioenberekening - Diensten

RP = RW x D x T

Maakt een verhouding van de prestaties over de volledigeloopbaan, uitgedrukt tot 4 cijfers na de komma.

Met deze factor wordt rekening gehouden bij:

Diplomabonificatie

Relatief maximum

Minimumpensioen (behalve uitzonderingen)

KB 206, OVER DEELTIJDSE PRESTATIES

62

Pensioenberekening - Diensten

KB 442 bepaalt dat

perioden van loopbaanonderbrekingen

andere niet-vergoede perioden van afwezigheid

tot een bepaald percentage van de werkelijk gepresteerdediensten in aanmerking kunnen worden genomen

bij de berekening van het overheidspensioen.

Dit percentage schommelt tussen de 20 en 25 % afhankelijk van de geboortedatum.

63

Pensioenberekening - Diensten

RP = RW x D x T

Periodes van loopbaanonderbreking voor 1 januari 2012 blijven aanneembaarvolgens de regels die van toepassing waren op 31 december 2011:

• Eerste 12 maanden gratis

• 24 bijkomende maanden gratis indien de betrokkene of de partner kinderbijslag

ontvangt voor een kind van jonger dan 6 jaar

• De overige periodes zijn aanneembaar indien ze gevalideerd worden

• Aanneembaarheid van loopbaanonderbreking is beperkt tot 60 maanden,

gratis of gevalideerd,

Aanneembare loopbaanonderbreking voor 1 januari 2012

64

Pensioenberekening - Diensten

Algemene regel (geldig over de volledige loopbaan)

Ofwel GRATIS 12 maanden voltijdse en/of deeltijdse loopbaanonderbreking(1/2, 1/3, 1/4, 1/5)

+ GRATIS 24 maanden voor kind – 6 jaar (met aftrek van deel voor 2012)

Ofwel GRATIS 60 maandenVoor deeltijdse loopbaanonderbreking aan 1/5 (en vierdagenweek)

EN GRATIS thematische loopbaanonderbrekingen vanaf 2012

Aanneembare loopbaanonderbreking na 1 januari 2012

Geen validering meer mogelijk!

65

Pensioenberekening - Diensten

AANNEEMBAARHEID VAN BIJKOMENDE PERIODES VOOR PERSONEN OUDER DAN 50 JAAR

Voor periodes met slechts één type deeltijdse loopbaanonderbreking:Loopbaanonderbreking 1/2: maximum 84 maanden aanneembaarLoopbaanonderbreking 1/3: maximum 96 maanden aanneembaarLoopbaanonderbreking 1/4: maximum 108 maanden aanneembaar

Waarvan 12 maanden GRATIS aanneembaar+ 24 maanden indien kind -6 jaar

+ de overige maanden aanneembaar mits validering

Loopbaanonderbreking 1/5: maximum 180 maanden, GRATIS aanneembaar

Indien meerdere types deeltijdse loopbaanonderbreking genomen na 50 jaar:Via proportionele berekening is er een beperking tot 180 aanneembare maanden

Zelfde regels voor validering: 1/2,1/3,1/4 12 maanden gratis1/5 volledig gratis

66

Pensioenberekening - Diensten

Alle LO tijdens de loopbaan(genomen vóór en na 1.1.2012)

TE BEPERKEN TOT 60 MAANDEN

BEHALVE

de thematische LO vanaf 1.1.2012de LO vanaf 1.1.2012, vanaf de leeftijd van 50 jaarde vierdagenweekhet halftijds werken vanaf 50 / 55 jaar na 1.1.2012

67

Pensioenberekening - Diensten

Maximum 20% - 25% van de werkelijke prestatiesThematische LO wordt niet meegerekend

jVoor 1 januari 2012 jNa 1 januari 2012

Gratis:eerste 12 maand LO

+ 24 maand als kind -6 jaar

Max. 60 maand

Mogelijkheid tot validering(= 7,5% storten)

voor voltijdse of deeltijdse LO

Gratis:12 maand voltijdse of deeltijdse LO (1/2, 1/3, 1/4, 1/5 LO)

+ 24 maand met kind -6 jaar ten laste (te verminderen met opgebruikt in oude regeling)OF

60 maand gratis indien uitsluitend 1/5 LO

Gratis aanneembaarheid thematische LO over volledige loopbaan

Geen mogelijkheid tot validering

NIEUWE HOOFDREGEL (KB 442 art. 2 § 2)Aanneembaarheid van LO over de volledige loopbaan

Maximum 60 maand tijdens de loopbaan, uitgezonderd de thematische LO na 1 januari 2012

BIJKOMENDE REGEL voor LO vanaf 50 jaar (KB 442 art. 2 § 3)

12 maand gratis + mogelijkheid tot validering (stortingen van 7,5%) + 24 maand gratis met kind -6 jaar ten laste (te verminderen met opgebruikt in oude regeling)

LO 1/2 : max 84 maandLO 1/3 : max 96 maandLO 1/4 : max 108 maand

Geen mogelijkheid tot validering voor voltijdse LO

gratis

Bijzondere rekenregels bij gemengde situaties (proportioneel)

LO 1/5 : max 180 maand

Brochure op www.pdos.be

69

= Het gedeelte van de basiswedde dat toegekend wordt per jaar aanneembare dienst.Wet 21/07/1844, art 8 §1 en § 3.

1/60 algemene regel1/55 voor het personeel van het niet-universitair onderwijs,

het niet rijdend personeel van de NMBS,…1/50 leden van de brandweer die rechtstreeks deelnemen aan de brandbestrijding,

leden van het operationeel kader van de geïntegreerde politie, militairen van het actief kader

1/48 voor het rijdend personeel van de NMBS, magistraten,…

Een aantal andere loopbaanbreuken werden met ingang van het jaar 2012 gewijzigd en teruggebracht tot 1/48

(alle loopbaanbreuken die een noemer hebben lager dan 48)De oude tantièmes blijven behouden

voor personen die 55 jaar zijn op 1 januari 2012 70

Pensioenberekening - Het tantième

RP = RW x D x T

Categorieoverheidspersoneel

voor 1.1.2012 als 55 jaarop 1.1.2012

als geen 55 jaarop 1.1.2012

Magistratuur, Raad van State, Grondwettelijk Hof, Rekenhof

1/30 & 1/35 1/30 & 1/35 1/48

Ombudsmannen 1/30 & 1/35 1/30 & 1/35 1/48

Bedienaars katholieke erediensten 1/20, 1/30, 1/60 1/20, 1/30, 1/60 1/48, 1/60

Onderwijzend en zelfstandig academisch personeel van universiteiten

1/30, 1/55 1/30, 1/55 1/48, 1/55

(Adjunct-)arrondissementscommissaris 1/25 1/25 1/48

(Vice-)provinciegouverneurs 1/12 1/12 1/48

Betrokkene is op 1 januari 2012 geen 55 jaar oud:vanaf het dienstjaar 2012 geldt de loopbaanbreuk 1/48.

Betrokkene is op 1 januari 2012 wel 55 jaar oud:ook de dienstjaren na 1 januari 2012 mogen

aan de oude loopbaanbreuk berekend worden.71

Pensioenberekening - Het tantième

Wet 05/08/1978 – art 39

dus moet de formule RP = RW x D x Tbeperkt worden tot RPmax = 3/4 RW (*)

(*)Dit relatief maximum kan beïnvloed worden

door het resultaat van de toepassing van KB 206

Relatief maximum = 3/4 RW

Voorbeeld :Referentiewedde = 20.000 EUR relatief maximum = 20.000,00 EUR x 0,75 = 15.000,00 EUR- Rustpensioen 1 = 16.000,00 EUR beperken tot 15.000,00 EUR- Rustpensioen 2 = 10.000,00 EUR niet beperken

72

Pensioenberekening - Het relatief maximum

Wet 05/08/1978, art 39

Het absoluut maximum bedraagt € 46.882,74 per jaar niet geïndexeerd en komt overeen met een bruto maandbedrag van € 6.283,85 (op 1 januari 2015).

De cumulatie van meerdere rust- of overlevingspensioenen van de overheidssector en de privésector mag dit absoluut maximum niet overschrijden.

73

Pensioenberekening - Het absoluut maximum

Wet 28/6/2013

PENSIOENBONUS

Pensioenberekening - Pensioenbonus

De pensioenbonus is een financiële aanmoediging die uitsluitendbestemd is voor zij die kiezen om te blijven werken op een leeftijd dathet niet langer verplicht is.- Vervangt het leeftijdscomplement vanaf 1 januari 2014- Is afgeschaft met ingang van 1 januari 2015

Recht op pensioenbonus blijft voor personen die voor 1 december 2014:- Ofwel aan de voorwaarden voldoen om aanspraak te maken

op het vervroegd rustpensioen vóór 65 jaar- Ofwel de leeftijd van 65 jaar bereikt hebben en

een loopbaan van minstens 40 aanneembare dienstjaren kunnen aantonen

De bonus wordt NIET toegekend als het pensioen berekend wordtop basis van een loopbaanbreuk die voordeliger is dan 1/48.

Het is wel mogelijk om diensten en periodes met een voordeliger loopbaanbreukdan 1/48 te laten vallen om zo van de pensioenbonus te kunnen genieten.

75

ALGEMENE REGELEen ambtenaar kan geen pensioenbonus ontvangen zolang hij niet

1 jaar aan de voorwaarden voor een vervroegd pensioen voldoet.De referteperiode beslaat de periode vanaf 1 jaar na de vroegste

pensioendatum tot de dag voorafgaand aan de ingangsdatumvan het rustpensioen

De opbouw van de pensioenbonus kan dus nooit voor de leeftijd van 61 jaar beginnen. Ook niet voor diegenen die nog genieten van een preferentiële pensioenleeftijd voor 60 jaar.

Referteperiode

1 jaar

Recht op vervroegdpensioen

Ingangsdatumpensioen

76

Pensioenberekening - Pensioenbonus

77

Brochure op www.pdos.be

Als het rustpensioen berekend volgens de algemene regel kleiner is dan hetgewaarborgd minimumpensioen, kan aan het rustpensioen een supplementworden toegevoegd.

Recht op supplement:• Bij onmiddellijk pensioen (personen van 60 jaar of ouder

met minstens 20 aanneembare dienstjaren)• Pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid• Niet voor bijambt! (loopbaanbreuk < 0,5)

Het bedrag van het gewaarborgd minimumpensioen varieert naargelang• De burgerlijke staat van de gepensioneerde (alleenstaand of gehuwd)• De reden van pensionering (leeftijd of lichamelijke ongeschiktheid)

In geval van deeltijdse prestaties wordt het bedrag van het gewaarborgdminimumpensioen beïnvloed door KB 206 (behalve uitzonderingen)

Pensioenberekening - Gewaarborgd minimum

78

Pensioen wegens leeftijd of ancienniteit (> 20 jaar dienst)Wet 26/06/92

art 120Jaarbedrag 100%

(vanaf 1 april 2009) Bruto maandbedrag (op 1 januari 2015)

Alleenst. 9 601,00 1 286,85

Gehuwd 12 001,00 1 608,53

Pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheidWet 26/06/92

art 121 Min/jaar Jaarbedrag 100%(vanaf 1 april 2009)

Bruto maandbedrag(vanaf januari 2013)

Alleenst.50% van de

referentieweddetussen 9.601,00 en 13.499,00

tussen 1.286,85en 1.809,32

Gehuwd 62,5% van de referentiewedde

tussen 12.001,00 en 16.873,75

tussen 1.608,53en 2.261,65

.

De referentiewedde is gelijk aan de gemiddelde wedde van de laatste 5 jaar, ongeacht de leeftijd van de gepensioneerde.Bedragen geldig voor voltijdse loopbaan, bij een deeltijdse loopbaan worden deze bedragen beïnvloed door de loopbaanverhouding (invloed KB 206 en 442).

79

Pensioenberekening - Gewaarborgd minimum

Schorsing:

De betaling van het supplement wordt geschorst voor de kalenderjaren tijdens dewelke een winstgevende activiteit wordt uitgeoefend die € 607,59 per jaar (100%) overschrijdt.

Voor 2015 is dit € 977,25 bruto per jaar

Vermindering:

Andere pensioenen of renten van de rechthebbende worden geheel of gedeeltelijke afgetrokken van het supplement.

De inkomsten van de echtgenoot worden gedeeltelijk afgetrokken van het supplement zonder dat het pensioenbedrag kleiner wordt dan € 723,73/mnd.(bedrag geldig op januari 2015).

Wet 26/06/92 art 125

80

Pensioenberekening - Gewaarborgd minimum

PENSIOENBETALING

CUMULATIEWet 28/06/2013

PENSIOENBETALING

Pensioenbetaling - Cumulatie

MELDINGSPLICHT BEROEPSACTIVITEIT

Een persoon die een pensioen cumuleert met een beroepsactiviteitmoet geen cumulatieverklaring indienen, behalve bij:

1. De eerste uitbetaling van het pensioen;2. De uitoefening van een beroepsactiviteit die niet kan worden verstaan

onder een beroepsactiviteit als werknemer of zelfstandige;3. Het genot van een vervangingsinkomen;4. De uitoefening van een beroepsinkomen in het buitenland

of het genot van een vervangingsinkomen in het buitenland.

Bij punten 2 en 4 moet de verklaring gebeuren vóór de aanvangof het genot ervan.

Wordt eveneens als voorafgaand geacht: - Binnen de 30 dagen die volgen op de aanvang of het genot ervan, of - Op de datum van de betekening van de beslissing van de toekenning

van het pensioen.83

Programmawet 28/6/2013, art. 93

- Een verklaring tot uitoefening, stopzetting of herneming van eenberoepsactiviteit of van het genot van een vervangingsinkomen ingediendbij de RVP en het RSVZ zijn geldig t.o.v. de pensioeninstellingen van de overheidssector.

- De verklaringen ingediend bij een pensioeninstelling van de overheidssector zijn geldig t.o.v. een andere pensioeninstelling van de overheid.

Het niet naleven van de bepalingen in art 93 wordt gelijkgesteld met arglist en bedrog en schorst de verjaringstermijnen.

Programmawet 28/6/2013, art. 93

84

GELDIGHEID VAN VERKLARINGEN

Pensioenbetaling- Cumulatie

Pensioenbetaling- Cumulatie met beroepsactiviteit

Als de beroepsinkomsten de toegelaten jaargrenzen niet overschrijden heeft dit inkomen geen invloed op de uitbetaling

van het pensioen

De toegelaten grenzen zijn afhankelijk van:- de aard van de activiteit- de aard van het pensioen (rust- of overlevingspensioen) - de leeftijd van de gepensioneerde- het al dan niet hebben van kinderlast

85

PRINCIPE

- Werknemer of ambtenaar- Zelfstandige- Andere activiteit, mandaat, ambt of post

Specifieke regels voor:- Wetenschappelijke of artistieke activiteit- Vrijwilligerswerk- Politieke mandaten- Administratieve mandaten

86

AARD VAN DE ACTIVITEIT

Pensioenbetaling- Cumulatie met beroepsactiviteit

-65 +65

RP of RP+OP OP RP ofRP+OP OP

Werknemer Andere

Zonder kinderlast 7 793,00 EUR

Onbeperkt met

loopbaan van 45 jaar

18 144,00 EUR

Onbeperkt

22 509,00 EUR

Met kinderlast 11 689,00 EUR 22 680,00 EUR 27 379,00 EUR

Zelfstandige

Zonder kinderlast

6 234,00 EUR 14 515,00 EUR 18 007,00 EUR

Met kinderlast 9 351,00 EUR 18 144,00 EUR 21 903,00 EUR

Bedragen worden vanaf 1 januari 2014 jaarlijks aangepast

Uitzondering: overgangsuitkering (onbeperkte cumulatie)87

JAARGRENZEN 2015

Pensioenbetaling- Cumulatie met beroepsactiviteit

-65 +65

RP of RP+OP OP RP ofRP+OP OP

Werknemer Andere

Zonder kinderlast 7 797,00 EUR

Onbeperkt met

loopbaan van 45 jaar

18 154,00 EUR

Onbeperkt

22 521,00 EUR

Met kinderlast 11 696,00 EUR 22 693,00 EUR 27 394,00 EUR

Zelfstandige

Zonder kinderlast

6 238,00 EUR 14 523,00 EUR 18 017,00 EUR

Met kinderlast 9 357,00 EUR 18 154,00 EUR 21 916,00 EUR

Bedragen worden vanaf 1 januari 2014 jaarlijks aangepast

Uitzondering: overgangsuitkering (onbeperkte cumulatie)88

JAARGRENZEN 2016

Pensioenbetaling- Cumulatie met beroepsactiviteit

Voor het jaar waarin het rustpensioen ingaat wordt het grensbedrag gefractioneerd

Voorbeeld:Pensioen gaat in 1 april 2015- Gepensioneerde is jonger dan 65 jaar,

met activiteit als werknemer (geen kinderen ten laste)- Grensbedrag voor de periode van 1 april 2015 tot 31 december 2015:

7 793,00 EUR x 9/12 = 5 844,75 EUR

Ingangsdatum pensioen

1 april 2015 31 december 2015

Grens x 9/12

89

INGANGSJAAR RUSTPENSIOEN

Pensioenbetaling - Cumulatie met beroepsactiviteit

Bij overschrijding van het grensbedrag met een bepaald percentage wordt het pensioenbedrag verminderd met het overschrijdingspercentage- Sancties gebeuren altijd per kalenderjaar- Al ontvangen pensioenbedragen worden teruggevorderd

Voorbeeld:Een gepensioneerde cumuleert een activiteit als werknemer met zijn rustpensioen en is jonger dan 65 jaar.- Hij overschrijdt de toegelaten grens met 10%- Rustpensioen: 19.787,20 EUR jaarlijks aan 100%

Vermindering van het rustpensioen:19 787,20 EUR – 10% = 17 808,48 EUR aan 100% voor dat kalenderjaar

90

SANCTIES

Pensioenbetaling - Cumulatie met beroepsactiviteit

Pensioenbetaling- Cumulatie met vervangingsinkomen

Cumulatie van een rustpensioen met een vervangingsinkomenSchorsing van het rustpensioen per kalendermaand

UITZONDERING:Cumulatie van een rustpensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid met een invaliditeitsuitkering of een werkloosheidsuitkering is volledig toegelaten

Art. 91 Wet 28/6/2013

91

CUMULATIE MET VERVANGINGSINKOMEN

PENSIOENMOTOR en mypension.be

Pensioenmotor & mypension.be

PENSIOENMOTORGemeenschappelijk project van de 3 pensioeninstellingen

1ste pijler: RVP, PDOS en RSVZ

Dit project bestaat uit:- Een gemeenschappelijke gegevensdatabank- Een berekeningsmotor per instelling (interpretatie van de gegevens eigen

aan het betrokken pensioenstelsel)- Een centrale orchestrator (op het niveau van de RVP) om de uitwisseling

van bruto gegevens en geconsolideerde gegevens tussen de 3 instellingen te beheren

- Een gemeenschappelijke interface (ondergebracht bij de RVP) voor de burger en de professional: mypension.be

93

Pensioenmotor & mypension.be

Elke pensioeninstelling

- Voedt de geïntegreerde databank met loopbaangegevens

- Interpreteert zijn eigen loopbaangegevens volgens de geldende wetgeving

- Berekent een pensioenbedrag

94

Pensioenmotor & mypension.be

mypension.be is de interface die deze gegevens ontsluit naar de burger

95

Pensioenmotor & mypension.be

96

Pensioenmotor & mypension.be

mypension.be: uw online pensioendossierIedereen (werknemer, ambtenaar en zelfstandige) kan op termijn:

• zijn loopbaangegevens raadplegen; • zijn mogelijke pensioendata opvragen• het pensioenbedrag ramen op basis van zijn loopbaangegevens;• de invloed van loopbaanonderbreking op het pensioen simuleren;• zijn pensioen online aanvragen;• het verloop van zijn pensioenaanvraag volgen; • zijn contactgegevens aanpassen; • Een elektronische versie van de briefwisseling raadplegen;• De betaling van zijn pensioen(en) opvolgen…

97

Pensioenmotor & mypension.be

98

Pensioenmotor & mypension.be

99

Pensioenmotor & mypension.be

100

Pensioenmotor & mypension.be

101

mypension.be

Dit project bestaat uit 4 fasen:Fases Datum Mogelijkheden beschikbaar voor de burgerFase 0 2015 Toegang tot loopbaangegevens

Berekening van de vroegste datum van rustpensioen volgens de hervorming Di Rupo

Fase 1 2016 Berekening van de vroegste datum van rustpensioen volgens de hervorming Michel

Fase 2 2017 Raming van het pensioenbedrag P-datum (= de dichtste pensioendatum) Gemeenschappelijke pensioendatum voor de drie

instellingen Wettelijke pensioendatum (momenteel op 65 jaar) Onmiddellijke ingangsdatum (lotto-scenario)

Fase 2bis Na 2017 Simulatie van de impact van loopbaanonderbreking op het pensioenbedrag

102

CONTACT

Vanuit buitenland (betalend): +32 78 15 1765

Elke werkdag van 9u tot 12u en van 13u tot 17u

Contact Center

Via mail:[email protected]

[email protected]

Gratis Pensioenlijn:

Adressen en openingsuren op

www.pdos.be103

2016: FUSIE RVP-PDOS

ÉÉN FUSIE, DRIE AMBITIEUZE DOELSTELLINGEN

De fusie van de twee instellingen streeft drie ambitieuze doelstellingen na:

Voor de burger, een makkelijke toegang tot de dienstverlening, een grotere efficiëntie bij de toekenning van de pensioenrechten en pensioenberekening, één enkel contactpunt dicht bij de burger; één aanvraagformulier voor eerste inlichtingen en één beslissing; één betaling.Voor de instellingen, delen van ervaring voor een nog betere expertise en versterking van competenties.Voor de maatschappij, talrijke voordelen waaronder efficiëntiewinst door schaalvoordelen en een betere besteding van de publieke middelen.

104

105