De Nieuwe Tijd - februari 2010

24
De Nieuwe Tijd maandblad ACV-Openbare Diensten februari 2010 Verantwoordelijke uitgever: L. Hamelinck, Helihavenlaan 21, 1000 Brussel Openbare zorgsector lanceert eisenprogramma Politie betoogt tegen geweld (on)veiligheid in de Belgische gevangenissen

description

Het ledenblad van ACV-Openbare Diensten

Transcript of De Nieuwe Tijd - februari 2010

DeNieuweTijdmaandb lad A C V - Openba re D iens tenfebruar i 2010

Vera

ntw

oord

elijk

e ui

tgev

er: L

. Ham

elin

ck, H

elih

aven

laan

21,

100

0 Br

usse

l

Openbare zorgsector lanceert eisenprogramma

Politie betoogt tegen geweld

(on)veiligheid in de Belgische gevangenissen

Inhoud

Colofon

2

■ KORTWEG ACV Openbare Diensten

■ FOCUS 4

■ VLAAMSE OVERHEID 8

■ LOKALE & REGIONALE BESTUREN 11

■ FEDERALE OVERHEID 14

■ BIJZONDERE KORPSEN 17

■ VERVOER 20

■ PENSIOENEN 23

februari 2010 De Nieuwe Tijd

Redactie:Luc Hamelinck, Thomas Vael, Chris Herreman, Marc Saenen, Joris Lermytte, Fréderic De Gélissen, Amélie Janssens,

Eindredactie:Amélie Janssens

Vormgeving:Peeters & Peeters “Compleet Grafisch”www.peetersenpeeters.be

Druk:Corelio Printingwww.corelio.be

Contacteer onswww.acv-openbarediensten.be

[email protected]

Algemeen

Maart, Maand van de loongelijkheid

Sinds enkele jaren organiseert het ACV, op initiatief van ACV Vrouwen, in maart enkele acties rond loongelijkheid. Het is de bedoeling dat door de sensibilisatie acties, de proble-matiek op de agenda van het overleg kan geplaatst worden.

Voor 2010 focust de campagne op twee soorten actie. Enerzijds zullen er heel wat acties ondernomen worden op de werkvloer over de loongelijkheid en de professionele gelijk-heid van mannen en vrouwen. Anderzijds wordt ook een actiedag gepland op maandag 15 maart 2010. Die actiedag zal in het teken staan van de bestrijding van clichés en stereo-typen, om politici, werkgevers en het grote publiek te sensibiliseren.

Hou de website van ACV, www.acv-online.be goed in de gaten voor meer informatie!

CaMpagne ledenwerving

Ook in 2010 zetten we onze campagne rond ledenwerving verder. Zo blijven we iedere maand militanten belonen die in de loop van de vorige maand een of meerdere leden hebben aangebracht. We bekijken dit ook op jaarbasis (individueel en per kern), en zorgen voor gepaste attenties.

Deze maand mogen volgende militanten een attentie verwachten:

Michel Massant, Eric Boonen, Henk Vandercruyssen en Livia Knierim. Zij zullen eerstdaags een mail ontvangen voor de verdere afspraken.

Bedankt, allemaal, voor jullie inzet!

ForMulieren syndiCale preMie

Wie in 2009 personeelslid was van een overheidsdienst, zal voor 31 maart 2010 een aan-vraagformulier ontvangen van zijn werkgever. Dit formulier moet zo snel mogelijk inge-vuld worden en bezorgd worden aan onze secretariaten, zodat wij kunnen overgaan tot de betaling van de syndicale premie.

3De Nieuwe Tijd februari 2010

ACV Openbare Diensten EDITO ■

Wie ligt wakker van 2020?■ Meer dan we ons bewust zijn, worden dingen bepaald door internationale evoluties. we weten alleMaal dat we als klein land daar niet een grote invloed op hebben. wie er nog aan twijfelt, kijkt Maar best eens naar de herstructureringen bij opel, de onzekerheid bij ford, …oM sterker te staan is het eengeMaakt ‘europa’ uitgewerkt.Door: Luc Hamelinck, Voorzitter

lissabondoelstellingen lopen aF

In 2000 zijn een hele reeks Europese doel-stellingen uitgewerkt die men zou nastre-ven tegen 2010.Meestal noemt men dat de ‘Lissabondoel-stellingen’. Men wou op die manier Europa uitbouwen tot de meest vooruitstrevende kennisgedreven economie in de wereld.

Dat is natuurlijk een erg ambitieuze doel-stelling. De afgelopen jaren hadden we vanuit ACV-Openbare Diensten heel wat kritiek op de manier waarop de dingen zijn aangepakt. Te veel heeft men gerekend op de liberalisering als wondermiddel voor economische groei. De economische crisis van vandaag be-wijst hoezeer dat recept mislukt is.

De belangrijkste indicatoren die Europa gebruikt in de opvolging van haar beleid, haalt ons land ten andere niet:■ Er is geen economische groei van 3%

(maar een stevige crisis);■ De investeringen in onderzoek en ont-

wikkeling, om de bedrijven competitief te houden, halen lang niet het voorop-gestelde niveau;

■ Het aandeel mensen dat in ons land of in Vlaanderen, een job heeft ligt onder de doelstellingen.

■ …

toekoMst voorbereiden

Voor het groot verlof wil Europa nieuwe doelstellingen vaststellen die tegen 2020 zullen worden nagestreefd.2020 lijkt natuurlijk veraf. ‘Wie ligt daar vandaag van wakker?’ kan je denken.

Maar als vakbond weten we dat als men op politiek niveau lijnen vastlegt voor de toe-komst, dit toch wel gevolgen heeft voor de mensen.

Zeker op sociaal vlak is dat zo. De afgelo-pen jaren zijn lange termijn doelstellingen regelmatig gebruikt en misbruikt om de sociale bescherming van werknemers on-der druk te zetten. Het is dus belangrijk te voorkomen dat dit nu opnieuw gebeurt.

Naarmate de Europese eenmaking vas-tere vorm krijgt, zullen landen ook meer verplicht worden om die doelstellingen na te leven. Want de afgelopen maanden hebben bewezen dat niet alleen bedrijven, maar ook landen als geheel stevig in de problemen komen: denk maar wat eind vo-rig jaar is gebeurd met het failliete IJsland of wat vandaag in Griekenland gebeurt.Dat alles zal bijvoorbeeld meebrengen dat als Europa ons land oplegt om het begrotingstekort sneller af te bouwen, er uiteindelijk meer zal worden ingehakt op personeel en werkingsmogelijkheden van openbare diensten.

Het wordt dus erg uitkijken naar de ma-nier waarop die doelstellingen voor de ko-mende 10 jaar worden vastgesteld. Want misschien liggen we ‘vandaag’ niet wak-ker van 2020, maar de komende maanden worden basisopties voor de komende 10 jaar genomen. Nadien zullen we dus niet moeten doen alsof we ‘het niet wisten’.

liberalisering oMbuigen naar soCiale doelstellingen

Europa zou veel meer moeten bijdragen tot de economische groei en uitbouw van het welzijn voor de mensen. De afgelopen jaren hebben we ook het gebrek aan een Europees sociaal beleid aan de kaak ge-steld.Als vakbond moeten we ervoor zorgen dat dit alles niet gebeurt vanuit louter econo-mische of theoretische recepten, maar dat de juiste opties worden genomen.

4

■ FOCUS ACV Openbare Diensten

februari 2010 De Nieuwe Tijd

De Belgische gevangenissen en hun (gebrek aan) veiligheid■ tijdens het afgelopen jaar waren de gevangenissen niet weg te denken uit de actualiteit. ontsnappingen, gijzelingen, over-bevolking en drugprobleMen haalden regelMatig de krantenkoppen. en vaak wordt dan Met een beschuldigende vinger naar het personeel gewezen. nochtans zijn ook zij het slachtoffer van al die probleMen. acv-openbare diensten – gevangenissen Maakte daaroM een dossier op waarin we een aantal probleMen aankaarten. Door: Luc Neirynck en Filip Dudal

probleMen Met de teChnisChe veiligheid

De verouderde gebouwen zorgen vaak voor heel wat problemen. Heel wat instel-lingen dateren nog uit de 19e eeuw en zijn niet aangepast aan de hedendaagse normen van detentie. Een uitbreiding van activiteiten (zoals bijvoorbeeld onderwijs en ontspanning) en het inrichten van bijko-mende faciliteiten brengen steevast pro-blemen mee op het vlak van infrastructuur. Er is telkens nood aan bijkomende ruimte naast de cellen, maar die ruimte is er niet. We kennen situaties waar de psychologen en maatschappelijk assistenten gewoon in de cellen bij de klanten moeten gaan om-dat ze geen bureau hebben. Of waar ze in een oude bergplaats zitten.

Bovendien zorgen de verouderde gebou-wen ook voor extreme omstandigheden. Zo zijn er in de gevangenis van Vorst geen sanitaire voorzieningen op cel, en moet de gevangenis van Merksplas het stellen met een elektriciteitsvoorziening op 130 Volt.

Ook het onderhoud van de gebouwen is vaak een probleem. De eigen onderhouds-diensten hebben onvoldoende personeel en beschikken niet over het juiste mate-riaal. Het is vaak een kwestie van ‘crisisbe-heer’, waarbij men vlug herstelt wat kapot is.

Daarnaast schort ook een en ander aan de veiligheidsinstallaties. Camera’s, alarmin-stallaties, interfonie, werken niet meer of werken slecht en de onderhoudscontrac-ten met privé firma’s worden niet opge-volgd of worden stopgezet.

Daarbovenop komt nog dat men vaak erg lang moet wachten vooraleer herstellin-gen kunnen uitgevoerd worden, omdat het dossier vertraging oploopt bij de Regie Der Gebouwen.

de overbevolking

De cijfers zijn sprekend: we tellen van-daag meer dan 10.500 gedetineerden voor

8.600 plaatsen! Los van de onaanvaardba-re humanitaire situaties en de bijkomende werklast, brengt dit ook heel wat veilig-heidsproblemen met zich mee.

Op enkele instellingen na werd het per-soneelsbestand niet aangepast aan de bijkomende bevolking. Vaak heeft een penitentiair beambte nu meer dan 40 ge-detineerden onder zijn hoede. Bovendien zorgt het samenhokken van 2 of 3 gedeti-neerden in een cel voor 1 persoon onver-mijdelijk voor spanningen.

Beambten die werken op een overbe-volkte sectie worden constant geconfron-teerd met spanningen en problemen die zij moeten proberen te ontmijnen. Stel u zich maar eens voor wat dit geeft tijdens de nachtdiensten, wanneer de personeels-bezetting nog beperkter is.

Stijgende agressie en een falend tuchtbe-leid

Dat een stijgende agressie een maatschap-pelijk fenomeen is, kan niemand ontken-nen. Door de concentratie van allerlei problemen, is dit in de gevangenissen nog meer voelbaar. In 2008 telden we 1.881 gevallen van agressie (gemiddeld 5,14 per dag), en in 1.348 gevallen was het perso-neel het doelwit.

Het drugsprobleem swingt de pan uit en is nauwelijks nog beheersbaar. Druggebruik, en ook de handel in drugs zijn vaak ook de aanleiding tot heel wat agressie.

Ook de toenemende contacten die gede-tineerden hebben met de buitenwereld, door bijvoorbeeld bezoek en cursussen, zorgen voor problemen. Bovendien heeft het personeel heel weinig controle op deze contacten.

We stellen daarnaast nog vast dat geïnter-neerden nog steeds niet opgevangen wor-den in specifieke units, terwijl zij een apar-te opvang en begeleiding nodig hebben.

De hervorming van het tuchtregime voor gedetineerden (in het kader van de Wet

Dupont), heeft weinig goeds gebracht. Het tuchtbeleid is administratief veel te om-slachtig, en hanteert veel te weinig het ‘lik-op-stuk’- principe. Er is een veel te grote periode tussen overtreding en bestraffing. Ook het overmatige gebruik (en misbruik) van juridische bijstand door pro deo - en andere advocaten is tergend. Bovendien kan de penitentiair beambte die de over-treding meldt, geen beroep doen op juri-dische bijstand.

nood aan een CorreCt personeelsbeleid

Enkele knelpunten binnen het personeels-beleid zijn de historische verlofachterstand en het systeem van detachering.

Men wil terecht werken aan de verlofach-terstand van het personeel. Maar dit moet dan op een correcte en overlegde manier gebeuren. Wij zullen bijvoorbeeld niet dul-den dat men in het wilde weg gaat schrap-pen in posten waardoor de veiligheid in het gedrang komt.

Er moet meer controle komen over het sys-teem van detachering. Bij nieuwe initiatie-ven wordt gretig gebruik gemaakt van het systeem van detachering, maar dit gebeurt te veel ‘à la tête du client’.

onze voorstellen

We beseffen zeer goed dat men niet alles meteen kan oplossen, maar hier en daar is er dringend actie nodig.

■ De oprichting van een eigen Regie bin-nen de FOD Justitie die op korte termijn kan optreden;

■ Meer middelen en personeel voor de ei-gen onderhoudsdiensten zodat zij hun primaire taken kunnen waarmaken;

■ Op lange termijn moet men wel en-kele gebouwen, waarvan de houdbaar-heidsdatum overschreden is, grondig vernieuwen of vervangen;

■ Uniforme veiligheidssystemen in alle in-richtingen

5

ACV Openbare Diensten FOCUS ■

De Nieuwe Tijd februari 2010

■ Spoed zetten achter de uitbreiding van de capaciteit

■ Geïnterneerden uit de gevangenissen halen

■ De alternatieve maatregelen (bijvoor-beeld elektronisch toezicht) efficiënter maken, uitbreiden en versnellen;

■ Het personeel de nodige middelen be-schikbaar stellen om effectief te kunnen optreden tegen de drugproblematiek, bijvoorbeeld drugstests;

■ Oprichting van eigen sweeping-teams, die op onaangekondigde tijdstippen een gehele of gedeeltelijke controle doen van gevangenissen;

■ Procedures rond het tuchtbeleid aan-passen, met het nodige respect voor de rechten van gedetineerden;

■ Voorzien van juridische bijstand voor het personeel;

■ Aanpassen van de berekeningscoëffici-ent voor het verlof;

■ Stop aan het systeem van detacherin-gen.

Voor werk, respect en sociale rechtvaardigheidIn alle sectoren en regio’s treffen zware herstructureringen duizenden werkne-mers. Met bovenop vele individuele ont-slagen in KMO’s. Onze werknemers zijn het slachtoffer van de financiële en economi-sche crisis.

De oorzaken: ongereguleerd kapitalisme, losgeslagen speculanten, hebzucht van management, maatschappelijk onverant-woord ondernemen, …Als werknemers nemen we dit niet langer. Wij eisen een gereguleerde en duurzame economie. Een rechtvaardige maatschap-pij gestoeld op waardige jobs.

Daarom organiseerden ACV, ABVV en ACLVB op vrijdag 29 januari samen een mars voor werk, respect en sociale recht-vaardigheid in Brussel.

De belangrijkste eisen:

■ Stop het schaamteloos dumpen van werknemers

■ Behoud en creatie van jobs in ons land en in Europa

■ Meer jobs voor jongeren en werklozen

■ Geen overheidssteun meer aan bedrij-ven zonder voorwaarden inzake be-houd en creatie van jobs

■ Verdediging van werkgelegenheid in de openbare diensten

■ Begeleiding van werklozen en opschor-ting van het systeem van controle op de beschikbaarheid, in afwachting van een grondige hervorming van dit systeem

6

■ FOCUS ACV Openbare Diensten

februari 2010 De Nieuwe Tijd

Gevangenispersoneel betoogde op 22 januari voor meer veiligheid

7

ACV Openbare Diensten FOCUS ■

De Nieuwe Tijd februari 2010

■ VLAAMSE GEMEENSCHAP ACV Openbare Diensten

8 februari 2010 De Nieuwe Tijd

VMW voor de uitdaging: Van een statische personeelsformatie naar een dynamisch personeelsplan?

Aangepast personeelsplan Agentschap Ondernemen■ op het entiteitsoverleg (eoc) van het agentschap onderneMen heeft de directie een aangepast personeelsplan ter be-spreking voorgelegd. volgens de directie is dit het rechtstreekse gevolg van de besparingen van de vlaaMse regering en de noodzaak oM het oorspronkelijke personeelsplan aan te passen aan de realiteit op de werkvloer.Door: Sofie Moerman

■ tijdens de besprekingen over de opMaak van een dynaMisch personeelsplan en de uitwerking van een loopbaanbeleid werd ook de Moeilijke en stroeve procedure en de dwingende wettelijke bepalingen waaraan de vMw onderworpen is uitgebreid besproken. ook het gebrek aan de Mogelijkheid oM te werken Met dynaMische personeelsplannen zoals de andere instellingen van de vlaaMse overheid werd toegelicht.Door: Christoph Vandenbulcke

neFaste werkwijze

Momenteel is de VMW immers onderwor-pen aan een aantal wettelijke bepalingen. Zo is o.a. vastgelegd dat de personeels-formatie het aantal betrekkingen per ni-veau, per graad en per rang in de VMW

vaststelt. De huidige werkwijze is even-wel nefast voor zowel de werknemers als voor de VMW zelf. Ten gevolge van steeds wijzigende omgevingsfactoren is er de noodzaak ontstaan aan nieuwe functies en merken we in de praktijk dat een aantal an-dere functies niet langer noodzakelijk zijn.

Vorig jaar is het personeelsplan PEP AS IS + binnen het Agentschap Ondernemen goedgekeurd. ACV-Openbare Diensten gaf een positief advies onder voorbehoud van een hele reeks van opmerkingen. Ge-zien het grote aantal contractuelen binnen het Agentschap Ondernemen hebben wij altijd gepleit om prioritair werk te maken van het benoemen van de geslaagden in de generieke testen en of algemene exa-mens. Door ons aandringen is de eerste stap gebeurd. Ondertussen zijn er ongeveer een 26-tal statutaire vacatures uitgeschreven. In dit PEP AS IS + waren er een beperkt aantal be-vorderingsmogelijkheden over de verschil-lende niveaus heen naar voren gebracht.Door de besparingen van de Vlaamse Re-gering (2% op personeelskosten en 5% op werkingskosten) is er ter plaatse op het EOC van 6 januari een aangepaste nota in-zake personeelsplan voorgelegd.Kort samengevat komt het neer op een verschuiving van het aantal bevorderings-functies op A2-niveau naar vooral D2 ni-veau omdat dit volgens de directie meer overeenstemt met de actuele toestand van de werkomgeving en ook om geen valse verwachtingen te creëren naar de mensen toe (budget is beperkt). Daarnaast wil de

directie werken met het systeem van pro-jectleiderstoelagen op A-niveau.Tenslotte heeft de directie gepoogd een objectieve indeling te maken van de func-ties binnen het Agentschap Ondernemen. Dit is in samenwerking gebeurd met het Agentschap Overheidspersoneel.

aCv-openbare diensten geeFt over de nota personeelsplan 2010 een positieF advies onder voorbehoud van volgende opMerkingen:

1. Contractuele personeelsleden die sla-gen voor generieke testen en/of andere examens moeten waar mogelijk maxi-maal statutair benoemd kunnen wor-den. Dit moet los staan van het huidige bevorderingsplan.

2. Wij gaan ervan uit dat het personeels-aantal stabiel blijft en dat de nodige vervangingen vlot gebeuren. Dit is belangrijk omdat de werkdruk op ver-schillende locaties zeer hoog ligt. In dit kader zijn wij vragende partij om een periodiek overzicht te krijgen van het aantal mensen dat met pensioen gaat en welke kost dit genereert.

3. Wij vragen dat de afgesproken aantal-

Dit onaangepast personeelsplan heeft tot gevolg dat de doorgroeimogelijkheden voor een grote groep personeelsleden on-bestaande is en dat de VMW als werkgever een aantal nieuwe noodzakelijke functies niet kan invoeren omdat ze simpelweg niet op het kader voorzien zijn.

len van bevorderingsmogelijkheden op A-niveau (oorspronkelijke PEP AS IS +) verder worden aangehouden desnoods gespreid in de tijd.

4. ACV-Openbare Diensten vraagt een evaluatie van het toekomstige systeem van het toekennen van projectleiders-toelagen en dit in functie van het voor-gaande punt.

5. Wij gaan ervan uit dat voor de open-staande functies objectieve functiebe-schrijvingen zijn opgemaakt en dat die passen binnen de nog goed te keuren functiematrix van de Vlaamse overheid.

6. ACV-Openbare Diensten vraagt een meer concreet stappenplan van de be-vorderingen in 2010 indien niet alles op het zelfde moment kan doorgaan. Indien dit het geval is, vragen wij aan-dacht voor een gespreide mix van be-vorderingen over alle niveaus/afdelin-gen heen.

7. ACV-Openbare Diensten heeft nog veel vragen bij de voorziene procedurele aanpak. Wij wensen hier op korte ter-mijn meer duidelijkheid over en vragen een objectieve procedure.

ACV-Openbare Diensten zal dit verder op-volgen.

ACV Openbare Diensten VLAAMSE GEMEENSCHAP ■

9De Nieuwe Tijd februari 2010

Om hieraan een oplossing te bieden werd aan de Vlaamse regering voorgesteld om de formele personeelsformatie te beper-ken tot de vaststelling van één enkel cijfer aan voltijdse equivalenten waarmee VMW haar wettelijke en decretale opdrachten moet invullen. Binnen de VMW wordt dan jaarlijks door de RVB een onderliggend personeelsplan opgemaakt met de inhou-delijke invulling (functies) bepaald in ni-veau, graden, functies, loopbanen… en dit binnen het vastgesteld budgettair kader.

personeelsplannen opstellen in overleg Met vakorganisaties

De bedoeling van deze werkwijze impli-ceert echter dat de jaarlijkse personeels-plannen in overleg met de vakorganisaties worden opgesteld. Om er zeker van te zijn dat de juiste (lees voor het bedrijf nood-zakelijke) functies worden voorzien werd gestart met een kerntakendebat. De be-doeling hiervan is na te gaan welke taken VMW als integraal Drinkwaterbedrijf zelf wil blijven uitvoeren en welke niet.

Interessant hierbij is dat in het sectoraal akkoord 2007-2010 afgesproken werd dat voor de kerntaken statutaire personeels-leden worden voorzien, en voor tijde-lijke opdrachten of zeer gespecialiseerde opdrachten beroep zal gedaan worden op contractuele medewerkers. Als vakor-ganisatie pleiten we hier voor een maxi-male statutaire tewerkstelling. Immers, doorgroeimogelijkheden voor contrac-tuele personeelsleden bestaan er niet en daarnaast komt het pensioenfonds van de VMW onder druk te staan aangezien het enkel gespijsd wordt door statutairen. In de praktijk moeten we echter vaststellen dat men met het begrip “kerntaak”op een aantal moeilijkheden stuit.

Vandaar dat vanuit werkgeverszijde geop-teerd werd om van dit begrip af te stappen en voortaan te spreken over een “essenti-ele opdracht”.

Concreet betekent deze begripsveran-dering dat een essentiële opdracht een opdracht is die essentieel is voor het be-staan van de VMW en voor het behouden van haar bestaansrecht. Het betekent niet noodzakelijkerwijze dat de VMW deze opdracht ook zelf zal moeten (blijven) uit-voeren. Dit maakt het overleg echter niet

gemakkelijker, wel integendeel.

Eenmaal men definitief uitge-maakt heeft welke opdrach-

ten men naar de toekomst zelf zal blijven uitoefenen gaat men de bedrijfs-processen die hieraan gelinkt zijn bestuderen met als belangrijk as-pect hieraan verbon-den de noodzakelijke medewerkers en hun vereiste competen-ties.

Men zou tegelijker-tijd een soort van functieweging en functieclassifica-tie willen door-voeren, hoewel dit eigenlijk niet strikt noodza-kelijk is voor de bepaling van het ver-eiste aantal p ersone els-leden. We stellen ons als vakbond dan ook de vraag of men op het

gebied van personeelsbeleid wel weet waar men mee bezig is. Een aanwijzing in die richting is al het feit dat men voor deze oefening losweg de methodiek van de functiefamilies van de Vlaamse Over-heid overneemt, zonder er bij stil te staan of deze “tool” de meest geschikte is voor de VMW. We voelen ons als vakorganisa-tie dan ook verplicht om hierover nog een grondige discussie te voeren in een aparte ad hoc werkgroep buiten het Tussenover-legcomité om te vermijden dat dit zéér snel “tussen de soep en de patatten” zou beslist worden.

aMateuristisChe aanpak

Door de amateuristische aanpak van de VMW zitten we momenteel in een situatie waarin tegelijk van alles en eigenlijk nog niets beslist is. Het ene moment krijgen we nota’s over het kerntakendebat, dan iets over functieweging en ga zo maar door. Men gaat er immers van uit dat men de klus op relatief korte termijn kan rond krijgen. Is dit wel ”realistisch” als men weet welke periode men hiervoor bij de Vlaamse Over-heid heeft moeten uittrekken? Neemt men hier niet te veel hooi op zijn vork, als men weet – of zou moeten weten – dat heel deze oefening bepalend is voor de loop-baanmogelijkheden van het personeel?

Men goochelt ondertussen wel met belof-tes dat er in de toekomst zowel “leidingge-vende” als “experten” loopbanen worden voorzien, terwijl men op het zelfde Tussen-overlegcomité een nota voorlegt waarin de personeelsbehoeften voor 2010 wor-den opgelijst.

Wanneer we deze lijst wat grondiger be-kijken, dan stellen we met verbazing vast dat men simpelweg voor bepaalde func-ties mensen wil aanwerven met een hoger diploma dan dat dit nu het geval is. Pech voor wie nog enige ambitie had om door te groeien. Tevens kan je met de natte vinger aanvoelen dat hierbij al een voor-afname gedaan wordt op het toekomstige personeelsplan. Als dit het zogenoemde HRM-beleid binnen de VMW is (en wat men hoog in het vaandel draagt) dan zijn we er ons van bewust dat we als verte-genwoordigers van de personeelsleden nog heel wat werk voor de boeg hebben. Wordt zonder twijfel vervolgd!

■ VLAAMSE GEMEENSCHAP ACV Openbare Diensten

10 februari 2010 De Nieuwe Tijd

besparingen in het hoger onderwijs

Bij de recente besparingenmaatregelen van de Vlaamse regering voor dit jaar en 2011, valt op dat men in crisistijden zelfs bespaart op middelen voor wetenschap-pelijk onderzoek en innovatie, terwijl ie-dereen het tegendeel zou verwachten in deze crisistijden.

Vele verantwoordelijken binnen het Vlaams hoger onderwijs en de betrokken sectoren hebben dit samen met ons reeds aangeklaagd. Uit vele recente cijfers blijkt immers dat er ondanks de crisis, het voor-bije jaar een gevoeligs stijging was naar in-vesteringsmiddelen voor innovatie.

Ondanks deze tijdelijke bevriezing van de beloofde bijkomende middelen, groeit er binnen de Vlaamse universiteiten een spanningsveld tussen de onderwijs- en de onderzoeksopdrachten. Het gevaar is niet ondenkbeeldig dat de kwaliteit van het onderwijs zal dalen t.g.v. de bijkomende inzet van middelen en personeel in weten-schappelijk onderzoek en innovatiepro-jecten. Er dient hierbij naar een gezond en realistisch evenwicht te worden gestreefd.

Als toekomstige academici alles op hun wetenschappelijke output gaan inzetten, dan zal dit ten koste gaan van het aange-boden onderwijs. Wij hopen dat dit geen algemeen aanvaarbare norm of attitude zal worden binnen de Vlaamse universiteiten.

aanvaardbare werkdruk

Om aan voornoemde veelvuldige bijko-mende opdrachten binnen het hoger on-derwijs te kunnen blijven voldoen, zal er voldoende logistieke ondersteuning nodig zijn door bekwame en daartoe gespeciali-seerde medewerkers op alle niveaus.

Gelet op de recente toename van het pro-jectmatig wetenschappelijk onderzoek, pleiten wij er als vertegenwoordigers van het personeel voor, dat er op korte termijn een oplossing komt voor de vele tijdelijke opeenvolgende contracten op basis van externe financiering. In voornoemde te-

werkstellingsvorm kunnen de medewer-kers geen normale loopbaan uitbouwen, terwijl zij in vele gevallen met collega’s, die wel een loopbaan hebben als vast-benoemde of een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, samenwerken en allemaal als UGent-personeel worden be-schouwd.

Wij vragen een zo groot mogelijke gelijk-waardige behandeling van personeelsle-den in dezelfde situaties. Hiertoe zullen wij de komende maanden bij de Vlaamse ministers van Onderwijs en Wetenschap-pelijk Onderzoek en Innovatie de nodige initiatieven nemen.

voldoende loopbaanperspeCtieven

Gelet op de grote uitstroom van perso-neelsleden, worden er vele nieuwe perso-neelsleden aangeworven met de noodza-kelijke competenties en vaardigheden.

Door de toenemende werkdruk is het van belang dat er blijvend aandacht wordt besteed aan de begeleiding van de per-soneelsleden op elk ogenblik in hun loop-baan. Alhoewel er hiertoe reeds een aantal aanzetten zijn gegeven is er op dit vlak nog wat werk te doen.

In een organisatie zoals de UGent, met een voordurend stijgende werkdruk, is het psy-cho-sociaal welzijn van alle medewerkers zeker geen onbelangrijk gegeven.

Alhoewel loon geen allesbepalende mo-

■ de reden van onze actie op 9 februari bij de ugent ligt enerzijds bij de enorMe stijging van het aantal studenten gedu-rende de voorbije jaren en de grondige hervorMingen binnen het hoger onderwijslandschap, zoals het nieuw financierings-systeeM Met de kleMtoon op Meer onderzoek en innovatie en de recente besparingen.anderzijds wordt de huidige directie personeel oMgevorMd tot een eigentijdse personeelsdienst, die er zal Moeten voor zor-gen dat de ugent het iMago van een aantrekkelijke werkgever in het gentse zal blijven nastreven.Door: Chris Herreman

Actie bij UGent

tiveringsfactor is, zal men er binnen de UGent toch dienen over te waken dat men de medewerkers een aanvaardbare loop-baan kan aanbieden, teneinde hen, op middellange termijn min of meer aan de UGent te kunnen binden.

Op dit vlak zal het universiteitsbestuur voortdurend keuzes moeten maken m.b.t. welke arbeidsvoorwaarden er worden aan-geboden, die tevens garanderen dat de medewerkers de UGent als een aantrekke-lijke werkgever blijven ervaren.

Modern personeelsbeleid

In de komende weken zal de reorganisatie van de directie personeelsbeleid op kruis-snelheid komen en zijn de verwachtingen van vele medewerkers terecht hoogge-spannen.

Als personeelsvertegenwoordigers staan wij achter deze modernisering, op voor-waarde dat alle huidige personeelsleden van DPO, op basis van vrijwilligheid een nieuwe opdracht krijgen toegewezen waarbij zo veel als mogelijk wordt rekening gehouden met hun opgedane ervaring en expertise.

Wij zijn van oordeel dat de UGent een unieke kans krijgt om zijn personeelsbe-leid op een moderne leest te schoeien en aan te tonen dat het een werkgever is die op alle terreinen verantwoord omgaat met het hem ter beschikking gestelde mense-lijk potentieel.

ACV Openbare Diensten LOKALE & REGIONALE BESTUREN ■

11De Nieuwe Tijd februari 2010

Een fusie tussen de privé en de openbare sector: een succesverhaal?■ de openbare zorgsector heeft in het vlaaMse landgedeelte heel wat wijzigingen ondergaan. er zijn veel ziekenhuizen gefusioneerd, al dan niet Met een privépartner.zo’n fusieverhaal loopt Meestal niet van een leien dakje. de situatie hieronder is hiervan een voorbeeld.Door: Diane Van Cauter

de historiek

De 2 ziekenhuizen van het ocmw in Sint-Niklaas en in Hamme zijn in 1997 gefusi-oneerd. Hiervoor is er een nieuwe ver-eniging (een hoofdstuk 12, openbaar) opgericht. AZ Waasland was geboren. De personeelsleden werden vanuit hun res-pectievelijke ocmw’s ter beschikking ge-steld van de nieuw opgerichte vereniging, waardoor zij onder hun vroegere statuten tewerkgesteld bleven.Op 5 kilometer van Sint-Niklaas heeft zich in 1998 een andere wijziging voorgedaan. Het ocmw van Temse heeft na gesprekken met het ocmw van Sint-Niklaas, het ocmw van Lokeren, … besloten om zijn zieken-huis te laten opgaan in het AZ Maria Mid-delares van Sint-Niklaas. Deze laatste is een privéonderneming. De statutaire per-soneelsleden van het ziekenhuis in Temse worden sindsdien gedetacheerd naar AZ Maria Middelares, waarbij zij hun oude sta-tuut blijven volgen, de contractuele per-soneelsleden kregen een nieuwe arbeids-overeenkomst met AZ Maria Middelares. Ten slotte zijn in 2007 AZ Waasland en AZ Maria Middelares gefusioneerd. AZ Niko-laas was geboren. Net zoals bij Temse zijn op dat moment de contractuele perso-neelsleden veranderd van werkgever en hebben zij een arbeidsovereenkomst moe-ten afsluiten met AZ Nikolaas. De statutaire personeelsleden van AZ Waasland worden sindsdien gedetacheerd naar AZ Nikolaas.

gevolgen

In AZ Nikolaas werken er personeelsleden met maar liefst 4 verschillende statuten (statutairen uit Hamme, Sint-Niklaas en Temse en de contractuelen). Dit zorgt dat het niet eenvoudig is om als personeels-dienst vragen van personeelsleden te be-antwoorden. Van uniformiteit is absoluut geen sprake. Zie hier maar eens door het bos de bomen!Het overleg in de openbare sector is niet op dezelfde wijze geregeld als in de privé. In de privé kent men sociale verkiezingen en hieruit volgend een ondernemingraad en een CPBW. Het aantal afgevaardigden in die comités hangt af van het aantal per-

soneelsleden én het aantal stemmen per vakorganisatie voor de verdeling van de mandaten. In de openbare sector valt het sociaal overleg volledig onder het syndi-caal statuut, met hierbij een basisoverleg-comité, waarbij CPBW-materies geïnte-greerd zijn. Het aantal afgevaardigden is vastgelegd op 3 per vakbond. Bij AZ Niko-laas vinden de ondernemingsraad en het basisoverlegcomité onafhankelijk van el-kaar plaats. Concreet betekent dit bijvoor-beeld dat uurregelingen op een afdeling waar zowel statutairen als contractuelen werken 2 maal besproken moeten worden, waarbij de kans bestaat dat beide organen een verschillende beslissing nemen, waar-door op 1 afdeling de ene persoon bv 7u36 op een dag werkt en een ander 10. Ieder-een begrijpt dat dit voor problemen zorgt. Handig voor degene die de dienstregelin-gen moet opmaken!Door de schaalvergroting van het zieken-huis, worden er diensten gecentraliseerd. De bedoeling is uiteraard kosten besparen. Het OK, de RX, de receptie, het labo zijn een aantal voorbeelden van diensten die in de kleinere campussen ofwel volledig ofwel bijna volledig afgeschaft zijn. Hoeft het bijkomende uitleg dat deze afbouw niet ten goede komt aan de bevolking? Voor mensen met een beperkte mobiliteit zijn die extra kilometers niet altijd evident. Bovendien is het door deze afbouw moei-lijk om nog dokters in de perifere campus-sen aan te trekken, wat de leegloop nog méér bespoedigt.Elkeen weet dat er een vergrijzing zit aan te komen. Dit maakt dat elk ziekenhuisbed broodnodig is en wordt. Nochtans zijn het aantal bedden in AZ Nikolaas sinds de fusie verminderd in aantal, onder andere door de sluiting van de geriatrie op de campus van Temse.Dan het grootste struikelblok: de directie geeft duidelijke tekenen zo snel als mogelijk af te willen van de statutairen. Telkens weer maakt men het deze personeelsleden zeer moeilijk. Een voorbeeld: statutaire perso-neelsleden die wegens medische redenen een andere functie zouden moeten uitoe-fenen, krijgen geen andere functie omdat er geen zouden zijn. Merkwaardig is dat er plots wel zo’n functies voorhanden zijn als een contractueel personeelslid dit vraagt.

Zoals in alle fusieverhalen voelen zich ook hier mensen (al dan niet terecht) stiefmoe-derlijk behandeld. Dit is te merken bij alle statutairen, maar nog het meest in de klei-nere campussen.

bedenkingen

Wat ik me afvraag: zouden de politiek verantwoordelijken die betrokken waren bij de verschillende fusies en overnames, met de gegevens die nu voorhanden zijn, nog steeds opteren voor een fusie tussen de privé en de openbare sector? Was het niet beter geweest om een groot openbaar ziekenhuis uit te bouwen? Waren de ver-schillende fusies en overnames voor alle partijen een win - winsituatie, of zal er op het einde van de rit maar 1 winnaar zijn (de commercie)?Als het huidig beleid zo goed is, waarom kent AZ Nikolaas op verschillende afdelin-gen zo’n leegloop van personeel? Verschil-lende diensten zijn, ondanks de afbouw in de perifere campussen waardoor perso-neel verplaatst is, onderbemand/onderbe-vrouwd. Kan het zijn dat er op dit moment een malaise is bij zowel de statutaire als de contractuele personeelsleden?

ConClusie

Aan alle bestuurders van openbare zorgin-stellingen: bezint eer je begint!

■ LOKALE & REGIONALE BESTUREN ACV Openbare Diensten

12 februari 2010 De Nieuwe Tijd

Ook openbare zorgsector dient eisenpakket in ■ op 2 februari trokken zo’n 3000 Militanten uit de zorgsector door de hoofdstad en overhandigden hun eisenpakketten aan preMier leterMe en vlaaMs Minister-president peeters. ook acv-openbare diensten zette Met zo’n 300 Militanten Mee de toon. daarMee is een krachtig signaal gegeven bij de aanvang van een nieuwe onderhandelronde in de zorgsector. de inzet zijn nieuwe evenwichtige zorgakkoorden voor de koMende vijf jaar.Door: Joris Lermytte

aMbitieus eisenpakket

Het nieuwe federale zorgakkoord moet resulteren in de verbetering van de loon- en arbeidsvoorwaarden van de federale openbare gezondheidssectoren. Ons ei-senpakket is ambitieus. We gaan ervan uit dat de Regering inspanningen wil doen om de zorgsector aantrekkelijker te ma-ken en daarvoor bijkomende middelen wil voorzien. We zijn ons bewust van het feit dat we met de zorgsector voor grote uitdagingen staan. De vergrijzing van de bevolking zal enerzijds de globale zorg-vraag doen toenemen. Anderzijds zorgt de uitstroom van de babyboomgeneratie voor een dreigend personeelstekort. Om de noodzakelijke instroom te realiseren moeten we de zorgsector aantrekkelijker maken door te zorgen voor:

■ goede loon- en arbeidsvoorwaarden,

■ een betere verloning van onregelma-tige prestaties,

■ aandacht voor de combinatie arbeid en gezin,

■ een aanvaardbare werkdruk door zor-ginnovatie, een uitbreiding van de om-kadering, maar ook door het scheppen van noodzakelijke bijkomende tewerk-stelling.

We moeten vermijden dat mensen de sec-tor blijven verlaten omwille van de werk-druk. Verder willen wij als ACV-Openbare diensten de nadruk blijven leggen op een sterke openbare zorg ! Wij zeggen NEEN aan commercialisering en een verdere pri-vatisering ! De openbare sector moet zijn rol blijven spelen als aanbieder van zorg. De aanwezigheid van een voldoende sterk openbaar zorgaanbod is de enige garantie voor een kwalitatieve toegankelijke zorg.

Onze volledige eisenbundel is beschikbaar op www.acv-openbarediensten.be (op de homepagina, bij het bericht ‘2 febru-ari 2010: Zorgsector lanceert eisenbundels met succesvolle actie’)

ACV Openbare Diensten LOKALE & REGIONALE BESTUREN ■

13De Nieuwe Tijd februari 2010

Aanpassingen werkverwijdering bij zwangerschap of borstvoeding in de lokale besturen.■ wie zwanger is of borstvoeding geeft en werkt in een oMgeving die een risico kan inhouden voor de eigen gezondheid of die van het kind dient, na advies van de arbeidsgeneesheer, en wanneer er geen aangepast werk Mogelijk is, ‘verwijderd’ te worden van de werkvloer. die verwijdering bij zwangerschap of borstvoeding was Mogelijk in twee gevallen: in het kader van MoederschapbescherMing voorzien in de arbeidswet én in het kader van het risico op een beroepsziekte. vanaf 1 januari is die laatste regeling niet Meer van toepassing op de contractanten in de lokale besturen.Door: Sven De Smet en Joris Lermytte

MoedersChapsbesCherMing

De moederschapbeschermingsregeling is voorzien in de arbeidswet van 16 maart 1971. Deze bepalingen van de arbeidswet zijn van toepassing op zowel de privésec-tor als de overheidssector. Er wordt voor-opgesteld dat ieder risico voor moeder of kind moet vermeden worden. Zo’n ri-sico kan uitgaan van bijvoorbeeld extreme temperaturen, agressie of het tillen van lasten. Voor risico’s op een beroepsziekte bestaat een specifieke regeling die hierna aan bod komt.

Het initiatief tot verwijdering kan komen van de werkgever of de arbeidsgenees-heer. De werkneemster kan zich tot de beide instanties richten. De arbeidswet voorziet hiertoe een aantal mogelijkhe-den: 1°de aanpassing van het werk, 2° het verschaffen van ander werk en 3° de schor-sing van de arbeidsovereenkomst van contractanten of dienstvrijstelling voor statutairen. Voor statutairen in overheids-dienst is alles dus duidelijk geregeld: zij ge-nieten dienstvrijstelling. Uiteraard met het integrale behoud van hun wedde. Hieraan wordt niets veranderd.

risiCo op een beroepsziekte

Er bestaat een bijzonder geval van verwij-dering in het kader van het risico op een beroepsziekte. Wanneer de oorzaak van de verwijdering uit het schadelijke arbeidsmi-lieu tijdens de zwangerschap of de lacta-tieperiode gelegen is in het risico op een beroepsziekte valt men in principe onder de beroepsziekteregeling. Met ingang van 1 januari vallen contractanten buiten de toepassing van deze regeling. Om welke ri-sico’s gaat het zoal? De risico’s worden ver-meld in de Belgische lijst van de erkende beroepsziekten. Praktisch gezien gaat het om blootstelling tijdens de zwangerschap aan infectieziekten zoals hepatitis A, B, C, tuberculose, cytomegalovirus, herpes

simplex-virus type 2, herpes virus varicel-la-zoster, rubivirus (rubella), humaan par-vovirus B19, toxoplasmose, bof, mazelen en HIV-virus, blootstelling aan een aantal chemische stoffen en blootstelling aan fysische agentia zoals ioniserende stralen, mechanische trillingen en lawaai.

vergoedingen tot 31 deCeMber 2009

Voor 2010 voorzag het RIZIV voor contrac-tanten een vergoeding die 60% van het brutoloon bedroeg. De vergoeding wordt uitbetaald door de mutualiteit. Indien het een beroepsziekte betrof konden de con-tractuele werknemers via het Fonds voor Beroepsziekten een vervangingsinkomen van 90 % van het gemiddelde dagloon be-komen.

Voor verwijderde statutairen konden be-sturen, bij een risico op een beroepsziekte via het Fonds voor Beroepsziekten 90% van het gemiddeld dagloon recupereren.

vergoedingen vanaF 1 januari 2010

Vanaf 1 januari 2010 wordt, door de econo-mische herstelwet van 27 maart 2009 de

vergoedingsregeling voor nieuwe perio-des van werkverwijdering aangepast. Van-af die datum wordt de RIZIV-vergoeding opgetrokken van 60% tot 78,237% van het geplafonneerde brutoloon. Daarenbo-ven komt het Fonds voor Beroepsziekten vanaf die datum niet langer tussen. De vergoedingen voor contractanten worden daarmee tot één zelfde niveau gebracht. De 90 % van het gemiddelde dagloon is gelijk aan 78,237% van het brutoloon. De 90% moest immers berekend worden na de RSZ-afhouding. De nieuwe regeling is dus duidelijk in het voordeel van de con-tractanten die vroeger slechts 60% van het brutoloon ontvingen.

Voor de vastbenoemde ambtenaren zal er met de nieuwe regeling niet veel verande-ren. Zij worden uiteraard verder doorbe-taald. De besturen zullen voortaan echter niets meer kunnen terugvorderen van het Fonds voor Beroepsziekten.

Onderstaande tabel heeft een overzicht van de oude en nieuwe vergoedingsrege-ling in de lokale sector.

De Vlaamse en Federale overheid komen zelf tussen in geval van beroepsziekten, zowel voor hun contractanten als statutairen. Enkel wanneer de verwijdering niet het gevolg is van het risico op een beroepsziekte moet de mutualiteit tussenkomen. In dat geval zijn de nieuwe vergoedingen van toepassing.

Tot 31 december 2010 Moederschapsbescherming Beroepsziekte

Statutair 100% brutoloon werkgever 100% brutoloon werkgever

Contractant 60% brutoloon RIZIV 90% gem. dagloon FBZ

Vanaf 1 januari 2010 Moederschapsbescherming Beroepsziekte

Statutair 100% brutoloon werkgever 100% brutoloon werkgever

Contractant 78,237% brutoloon RIZIV n.v.t.

■ FEDERALE OVERHEID ACV Openbare Diensten

februari 2010 De Nieuwe Tijd14

probleMatiek van de leeFtijdsklassen

Er werd ons tijdens een technische werk-groepvergadering een eerste ontwerp van koninklijk besluit voorgelegd die de eventuele impact van de leeftijdsklasse op de niveauovergang moet opheffen. De bepaling zou dan ook maken dat de leef-tijdsklasse geen rol meer zal spelen bij een bevordering naar een hoger niveau. Het ontwerp koninklijk besluit moet nu nog zijn weg volgen en zal in werking treden de eerste dag van de maand na de publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Modaliteiten voor overgang naar het niveau aEr zijn reeds 2 werkgroepvergaderingen geweest waar de besprekingen gevoerd werden over hoe het nieuwe systeem in de praktijk zou uitgevoerd worden. De bedoe-ling hier is om het stelsel voor de overgang naar het niveau A te herzien volgens de lo-gica van de competentieontwikkeling en –evaluatie. Als P&O de timing kan aanhou-den zou het nieuw systeem tegen eind dit jaar in de praktijk moeten omgezet worden.

loopbaan niveau b, uniForMisering van de weddesChaal ba op btTijdens de technische werkgroepverga-deirng waar we ook de leeftijdsklasse be-sproken hebben, werden ons via hetzelfde ontwerp koninklijk besluit aangepaste weddeschalen voorgelegd. Ook hier was dit voor ons in orde waardoor de wedde-schaal BA zal kunnen opgetrokken worden de eerste dag van de maand na de publica-tie in het Belgisch Staatsblad.

aanwerving op basis van de CoMpe-tenties verworven buiten diploMa

Op het Comité B werd reeds een ontwerp van koninklijk besluit onderhandeld waar-bij de mogelijkheid bestaat om voor be-paalde wervingen af te wijken van de di-plomavoorwaarden en kandidaten zonder een nodig diploma een voorafgaandelijke test bij Selor te laten afleggen waarbij hun competenties kunnen gevaloriseerd wor-den. Waardoor zij, na slagen, een soort toe-gangsticket verkrijgen om deel te nemen aan een selectie.

verhoging van de taalpreMies

Een ontwerp van koninklijk besluit is zijn administratieve weg aan het afleggen. Na-dat deze op de Ministerraad goedgekeurd zal worden, zal ze aan het Comité B voorge-legd worden. De datum van inwerkingtre-ding van 1 december 2009 blijft behouden.

kennis van een andere taal

Na een aantal technische werkgroepver-gaderingen werd een eerste ontwerp van koninklijk besluit voorgelegd aan de vak-bonden. ACV-Openbare Diensten is niet tevreden met het huidige voorstel omdat de toekenningsvoorwaarden te restrictief zijn. Ook vinden wij het onaanvaardbaar dat ambtenaren die een diploma of ge-tuigschrift van de kennis van een andere taal kunnen voorleggen die afgeleverd werd door een erkende onderwijsinstel-ling van de Vlaamse Gemeenschap of de Franse Gemeenschap op eenzelfde manier zouden behandeld worden als iemand die niets kan voorleggen. Door deze discrimi-natie moeten de ambtenaren hun diploma of getuigschrift nog eens gaan “bewijzen” via een proef bij Selor. Deze discussie zal verder moeten behandeld worden binnen de werkgroep. We wachten dan ook nog op een nieuw voorstel van de Minister van Ambtenarenzaken.

verdere stappen naar een 13de Maand

Via de omzendbrief van 11 december 2009 werd de verhoging van de eindejaartoe-lage reeds doorgevoerd voor alle fede-rale ambtenaren. Alle ambtenaren hebben reeds een verhoging gekregen van 7% van

hun brutomaandloon met maximaal 300 euro en ten minste 150 euro.

duurzaMe ontwikkeling

1. Kilometervergoeding voor de fiets: door een technisch probleem met de voorgestelde tekst zal een nieuwe tekst opgemaakt worden en binnenkort voorgelegd worden aan het Comité B. Via deze tekst zal de kilometervergoe-ding voor de fiets opgetrokken worden naar €0,20 per km.

2. De werkgroep is van start gegaan via een eerste verkennende vergadering. De verdere werkzaamheden worden door ons opgevolgd.

vereenvoudiging van het statuut

In de bestuurovereenkomst van de FOD P&O is voorzien dat er een eerste ontwerp van een nieuwe eenvormig en duidelijk sta-tuut zou af zijn tegen het einde van het jaar.

analyse inzake bedrijFsrestaurants – soCiale diensten en MaaltijdCheques

De werkgroep die de grondige analyse moet uitvoeren, moet zijn werkzaamhe-den nog starten.

hospitalisatieverzekering

Een ontwerp van koninklijk besluit dat de patronale bijdrage op ten minste 75% zal brengen voor de actieve personeelsleden zou binnenkort voorgelegd kunnen wor-den aan het Comité B.

■ in de nieuwe tijd van oktober hebben we uitvoerig het sectoraal akkoord 2009-2010 voor de federale aMbtenaren be-sproken. ondertussen zijn er reeds een aantal onderhandelingen geweest rond de uitvoering van het sectoraal akkoord. het leek ons dan ook aangewezen oM eens een overzicht te geven van onze activiteiten op vlak van uitvoering.Door: Johan Lippens

Uitvoering van het sectoraal akkoord 2009-2010: een stand van zaken

ACV Openbare Diensten FEDERALE OVERHEID ■

De Nieuwe Tijd februari 2010 15

telewerk

Er is reeds een eerste verkennende verga-dering samengekomen. We hebben daar onze grieven over de materie op tafel kun-nen leggen. Deze besprekingen zullen be-gin februari verder gezet worden.

pilootprojeCt: FunCtieweging in de niveaus b, C en dEen concrete vergadering moet hierover nog komen, maar volgens de echo’s die wij opvangen zou er reeds een eerste analyse uitgevoerd zijn. We wachten dan ook de ge-sprekken af om te zien welke richting dit uit-gaat. We hebben enkele doelstellingen voor ogen via deze weging, zoals de preventie-adviseurs en controleurs. We zullen er dan uiteraard ook over waken dat deze oefening op een correcte manier zal verlopen.

aanpassen van de verloFregleMentering

De te realiseren doelstellingen zijn:

■ Het levenskeuze-neutraal maken van de verlofreglementering;

■ Het pleegzorgverlof;■ Het behoud van een volledige bijko-

mende vakantiedag vanaf 55 jaar.

De tekst is volop in opmaak. Eens Ambtena-renzaken deze oefening zal afgerond heb-ben, zullen wij de tekst kunnen overlopen.

situatie van de ContraCtuelen

1. Uniformisering van sommige verloven ten gunste van de contractuelen.Ook hier is een koninklijk besluit in op-maak dat binnenkort met ons zal be-sproken worden.

2. Loopbaan van de contractuelen.Het is geen geheim dat wij van de situ-atie van de contractuelen een prioriteit gemaakt hebben. Tijdens de onder-handelingen van het sectoraal akkoord hadden wij zelfs een eigen eisencahier om de situatie van de contractuelen te regulariseren. Na een eerste vergade-ring, moeten de andere vakbonden hun voorstellen overmaken.

nieuwe loopbanen

Dit zal ongetwijfeld het zwaarste dos-sier zijn in de uitvoering van het secto-raal akkoord. We hebben de Minister van Ambtenarenzaken gevraagd om ons een sneuveltekst voor te leggen zodat we de gesprekken kunnen starten. We herinneren ons van de “copernicushervormingen” dat de gespreken lang en moeilijk waren, we hopen dan ook dat we hier snel en goed tot nieuwe correcte loopbanen komen voor de federale ambtenaren. Ook weten we dat we een ander systeem moeten vinden dan de gecertificeerde opleidingen, echter blijft het een moeilijke oefening om een volwaar-dig goed alternatief naar voor te brengen.

■ na de private sector reikt ook de federale overheid  kersverse MaMa’s een systeeM van postnatale rust aan. hierMee kunnen deze kersverse MaMa’s via een zelf gekozen ritMe geleidelijk het werk hervatten .Door: Hilde De Gendt

Verlofdagen van postnatale rust ook bij Federale Overheid

verduidelijking van het opleidingsverloF

Hier moet Ambtenarenzaken nog een ont-werp van koninklijk besluit voorbereiden.

optrekken van de weddesChalen niveau dDe bedoeling is hier om de integratiepre-mie van €100 te integreren in de wedde-schaal. Het ontwerp koninklijk besluit dat dit moet regelen is af, werd ons reeds voor-gelegd in een technische werkgroep en zou samen met de oplossing van de leef-tijdsklasse en het optrekken van de wed-deschalen BA in het Belgisch Staatsblad moeten verschijnen.

ConClusie

We kunnen dus de algemene conclusie trekken dat we minder dan een half jaar na de ondertekening van het sectoraal ak-koord 2009-2010 op goede weg zijn om het volledig akkoord uitgevoerd te zien tegen het einde van de legislatuur. We moeten er wel de kanttekening bij maken dat we het dossier van de nieuwe loopbanen, wat de belangrijkste uitdaging is die we moeten aangaan, nog moeten aanvatten waardoor het uiteraard moeilijk is te voorspellen of dit ook spoedig een feit zal zijn.

Vrouwelijke ambtenaren kunnen voort-aan de laatste twee weken van het moe-derschapsverlof omzetten in verlofdagen van postnatale rust. Van dit systeem kan gebruik gemaakt worden wanneer de 9 weken verplichte postnatale rust met min-stens 2 weken overgedragen prenatale rust verlengd wordt. Gedurende acht we-ken na de heraanvang van het werk, te tel-len na de eigenlijke periode van postnatale rust, kunnen deze personeelsleden deze verlofdagen gespreid opnemen.

De schriftelijk aanvraag tot omzetting moet ten laatste 4 weken voor het einde van de verplichte periode van postnatale

rust plaatsvinden. Deze aanvraag dient bo-vendien een planning voor de opname van deze verlofdagen te bevatten.

Wijziging verlofbesluit KB 19 nov 1998 : ‘Art. 28bis. Overeenkomstig artikel 39, derde lid, van de Arbeidswet van 16 maart 1971, kunnen de laatste twee weken van de postnatale rustperiode op haar ver-zoek worden omgezet in verlofdagen van postnatale rust, wanneer de vrouwelijke ambtenaar de arbeidsonderbreking na de negende week met ten minste twee weken kan verlengen’

voorbeeld :

Een voltijds personeelslid tewerkgesteld in een vijfdagenstelsel, heeft recht op  10 verlofdagen (5 werkdagen x 2 weken = 10 dagen).

De schriftelijke aanvraag dient dan 4 we-ken voor het einde van de verplichte peri-ode van postnatale rust te gebeuren, waar-bij een werkplanning van bijvoorbeeld 2 verlofdagen per week, en dit gedurende 5 weken, is opgenomen.

Voor meer inlichtingen : [email protected]

■ FEDERALE OVERHEID ACV Openbare Diensten

16 februari 2010 De Nieuwe Tijd

Federale Wetenschappelijke Instellingen: Weddenschalen contractuele wetenschappers bijna opgewaardeerd

■ we hebben al eerder geMeld dat de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit heeft goedgekeurd dat de individuele geldelijke rechten vaststelt van de personen die bij arbeidsovereenkoMst als wetenschappelijk personeel in dienst zijn geno-Men bij de federale wetenschappelijke instellingen (zie de nieuwe tijd, nov. 09)het ontwerp heeft onder Meer als doel oM het contractuele wetenschappelijk personeel zo spoedig Mogelijk te laten genie-ten van de opwaardering van de weddeschalen die voor het statutair wetenschappelijk personeel al werd doorgevoerd. het ontwerp bevat de MiniMale geldelijke bepalingen oM de overheveling van het in functie zijnde personeel in de nieuwe wed-deschalen te garanderen en toekoMstige indienstneMingen Mogelijk te Maken.Door: Rob Renier

doorbraak

De doorbraak kwam er nadat de minister-raad bij de begrotingsopmaak 2010 in ex-tremis bereid was om 1,9 miljoen € extra te reserveren in 2010 en 2011 voor deze op-waardering van de weddenschalen.

Meer dan 500 contractuele wetenschap-pers zijn bij deze administratieve en gelde-lijke regeling betrokken. Zij zijn tewerkge-steld in de 15 federale wetenschappelijke instellingen en bij het Studie- en Docu-mentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (SOMA).

De regering heeft inmiddels in sectorcomi-té 1 over het ontwerp van KB een akkoord bereikt met de vakbonden. ACV heeft het ontwerp goedgekeurd waarbij de wed-denschalen worden geherwaardeerd vanaf 1/1/2010. Vroeger kon niet volgens minister Laruelle omdat de instellingen de meerkost van de opwaardering niet zelf kunnen financieren. ACV heeft inge-stemd met de voorliggende tekst van KB, omdat het principe van gelijk loon tussen contractuelen en statutairen wordt vastge-klikt voor de toekomst. ACV heeft ook een aantal bemerkingen geformuleerd, die we hierna samenvatten.

beMerkingen

ACV-Openbare Diensten onderschrijft de mening van het Rekenhof niet waarbij het Rekenhof stelt dat er tot op heden geen regelgevende grondslag bestaat voor de vastlegging van de geldelijke rechten van de contractuele wetenschappers. Het Koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsover-eenkomst in dienst genomen in de fede-rale overheidsdiensten, biedt voldoende regelgevende grondslag voor de indienst-

neming van de contractuele wetenschap-pers. Enkel specifieke afwijkingen, zoals de wetenschappelijke anciënniteit, moeten bijkomend geregeld worden.

ACV-Openbare Diensten vindt ook dat de opwaardering van de weddeschalen had moeten plaatsvinden op 1 december 2006, m.a.w. op dezelfde datum waarop de lo-nen van de statutaire wetenschappers zijn geherwaardeerd. Die gelijke uitvoering is immers ook toegepast bij de geldelijke be-palingen voor de contractuele personeels-leden verbonden aan de niveaus A, B, C en D. ACV betreurt dat de overheid te laat in gang is geschoten om de loonkloof met de statutairen te dichten. Wat zal de Raad van State hierover melden in zijn advies? Indivi-duele personeelsleden zullen ongetwijfeld via de arbeidsrechtbank de retro-activiteit tot 1/12/2006 eisen.

ACV-Openbare Diensten betreurt ook het feit dat het ontwerpbesluit niet in werking treedt op 1 december 2009. De wedde van december 2009 wordt begin januari 2010 uitbetaald. Daarbij rekeninghoudend met de begrotingscyclus en de in het begro-tingsconclaaf toegezegde bijkomende budgettaire middelen voor 2010, kan naar analogie met wat in het verleden gebeurde bij de invoering van de geldelijke bepalin-gen voor de statutaire wetenschappers en deze van de personeelsleden van niveau A, het voorliggend besluit volgens ons al intreden op 1 december 2009.

ACV-Openbare Diensten wenst te bena-drukken dat er voor haar geen twijfel kan rijzen omtrent het feit dat de museum-gidsen die nu deel uitmaken van het we-tenschappelijk personeel, ook voor deze opwaardering in aanmerking komen. We verwijzen in dit verband naar de definitie van wetenschappelijke activiteit en de ta-ken verbonden aan de activiteitengroep II, reglementair weergegeven in respectieve-

lijk art. 1 en art. 6 van het Koninklijk besluit tot vaststelling van het statuut van het we-tenschappelijk personeel.

Zal minister Laruelle het besluit zo snel mogelijk afwerken ? We hopen het.

ACV Openbare Diensten BIJZONDERE KORPSEN ■

17De Nieuwe Tijd februari 2010

Geweld tegen politieDoor: Stijn Kwanten

Foto’s: Rudy Harnie

Op 03 februari 2010 organiseerden de vak-bonden in gemeenschappelijk front een protestactie in Brussel tegen het toene-mend geweld op politiemensen.

Dat de veiligheid van het personeel ern-stig in gedrang is, wordt bewezen door het toenemend aantal daden van agressie ten opzichte van onze collega’s. Dit aantal is de laatste jaren spectaculair gestegen.

Op 30 januari 2010 werd een collega van de politiezone Brussel Hoofdstad-Elsene het slachtoffer van een schietpartij waarbij het gebruik van oorlogswapens niet ge-schuwd werd.

Het personeel stelt daarbij vast dat de overheid geen ernstig beleid voert om dat geweld adequaat aan te pakken. Dagelijks worden onze collega’s gecon-fronteerd en gedemotiveerd door on-begrijpelijke beslissingen vanwege de bevoegde overheden die er op neerko-men dat er nagenoeg een sfeer van straf-feloosheid heerst.

Tijdens de protestactie hebben de politie-mensen duidelijk laten verstaan dat alle bevoegde overheden hun verantwoor-delijkheid MOETEN opnemen en dat wij hierbij een krachtdadig optreden EISEN vanwege deze overheden.

ACV-Openbare Diensten-Politie zal dit dos-sier van nabij opvolgen en blijven aandrin-gen dat er effectieve maatregelen getrof-fen worden opdat de veiligheid van onze collega’s en de burgers gegarandeerd is.

Hierbij enkele sfeerbeelden van de pro-testactie.

18

■ BIJZONDERE KORPSEN ACV Openbare Diensten

februari 2010 De Nieuwe Tijd

Militairen: Welzijn in operaties ■ het welzijn van onze Militairen is steeds een hoofdbekoMMernis geweest van acv-openbare diensten. zeker als het op operaties aankoMt, want dat is nog een onontgonnen terrein. nochtans werd al vele Malen op de zere plek geduwd en kwaM het op vlak van ‘veteranenzorg’ zelfs tot een verzuchting in geMeenschappelijk front. Door: Walter Van den Broeck

In 2003 werd hierdoor met het Nationaal Instituut voor oorlogsveteranen een extra dimensie gegeven met visie op de nieuwe veteranen en ondersteuning naar hen toe. Nobel, maar tot op heden zo goed als dode letter.

Nochtans is het welzijn van de militair in operatie ook van belang voor de organisa-tie en werden onze militairen sinds de val van de Berlijnse muur meer dan ooit actief ingezet in militaire operaties in internatio-naal verband. Het is dan ook niet meer dan normaal voor ACV-Openbare Diensten, dat defensie hierin zijn verantwoordelijkheid neemt ten opzichte van zijn personeel.

Op 25 november jongstleden organi-seerden we in samenwerking met onze collega’s van ACOM uit Nederland een studiedag rond dit eeuwige pioniers-punt, waarbij we diverse actoren uit het spectrum uitnodigden, om het debat aan te zwengelen en opnieuw actueel te ma-ken.

positieF onthaald

Een periode van nagenoeg 25 jaar ervaring ligt achter ons. Telkens opnieuw schaaft defensie het concept bij, zo ook voor wat betreft de ondersteuning naar de militai-ren toe. Binnen defensie zijn ondertussen heel wat diensten en verschillende men-sen betrokkenen bij de ondersteuning van militairen in operaties. Dit gaat van raadgevers mentale operationaliteit (RMO) tot psychologen in het militaire hospitaal, maatschappelijk werkers van de sociale dienst, mensen van de geestelijke gezond-heidszorg , het veteraneninstituut,… .

Elk van hen heeft hierin zijn eigen ervaring, zijn eigen idee, verschillende initiatieven. Het blijkt echter moeilijk voor defensie om hierin een geheel te vinden en het als een goed geoliede machine te laten draaien. Hoe maken we een opvangnet dat geen mazen meer bevat die groot genoeg zij om er door te vallen en hoe strak moet dat net zijn zodat de militair er niet in verstrikt raakt?

Vele van deze mensen en diensten reageer-den zeer positief op onze uitnodiging, die

we hen konden sturen onder goedkeuring van Minister De Crem. Het enthousiasme heeft er toe geleid dat ook daadwerkelijk elke dienst die zich enigszins met deze ma-terie bezighoudt, vertegenwoordigd was. Dit gaf een breed en interessant aspect aan deze studiedag.

Iedereen op appel, ook tal van militanten met eigen ervaring met buitenlandse zen-dingen. Behalve.. onze minister zelf. We zijn net voldoende naïef om te geloven dat dit niets te maken had met de manifestatie van 15 november jongstleden… Echt jam-mer, want hiermee had hij een krachtig sig-naal kunnen geven.. .

van voorbereiding tot terugkoMst, vijF debattheMa’s

Een gemiste kans voor hem, want het was een dag met veel variatie waarin het ganse spectrum van een buitenlandse opdracht door de verschillende actoren kritisch be-licht werd. Vijf sprekers leidden een van de volgende thema’s.

Maatschappelijk draagvlak

Zijn operaties nuttig en wanneer worden ze nuttig gevonden? Hoe staat onze mili-tair hier tegenover als actieve belever van een operatie en hoe belangrijk is dat nuts-gevoel voor de militair? Hoe kan defensie hieraan tegemoet komen?

Hoe voorbereid?

Zijn onze militairen goed voorbereid en hoe doen we dat binnen defensie? Welk zijn de sterke en de zwakke punten hierin en waar dient bijgeschaafd?

Gezond in operaties?

Een militair in operaties heeft heel wat aan zijn hoofd. Niet alleen zijn opdracht, maar ook zijn verstandhouding met zijn colle-ga’s, zijn familie en vrienden op het thuis-front blijven een belangrijk gegeven om zich goed in zijn vel te voelen. Hoe kunnen we dat hoofd zo sterk mogelijk houden? Welke initiatieven bestaan en wat kan de-fensie voor de militair in dit opzicht nog betekenen?

En daarna?

Hoe moet het dan met de militair wanneer hij terug komt uit zending? Gaat dit zon-der problemen? Hoe plaatst hij zich terug in zijn gezin, in zijn eenheid, in zijn omge-ving? Is er nog tijd om een verhaal te doen, en bij wie moet dat, kan dat dan?

Sleutelpersonen en een integraal beleid

Een alles overkoepelend thema, vanuit het streven naar een beleid, een structuur, om te vermijden dat diensten naast elkaar ini-tiatieven nemen zonder een echte samen-hang.

Alle thema’s werden ondersteund door een schriftelijk naslagwerk van de spreker en een werkblad met vragen en beden-kingen ondersteunend voor de discussie. Al deze documenten zijn terug te vinden op onze website: www.acv-openbaredien-sten.be

eChte dialoog

Deze inleidingen kregen vervolg in dis-cussiefora, waarbij zowel mensen van de organisatie als militanten en collega’s uit Nederland elkaar in eerste instantie beter leerden kennen. Dit resulteerde in mooie open gesprekken en discussies, met res-pect voor elkaar en zo kwamen enkele ter-dege pijnpunten naar boven.

ConClusies

Een rijk gevulde dag werd besloten met enkele welgeformuleerde conclusies, on-dermeer:

■ Heel belangrijk aan deze dag, is dat mensen elkaar leerden kennen. Een gekend gezicht zal later makkelijker worden aangesproken, en is drempel-verlagend. Bovendien zijn een aantal initiatieven nog weinig gekend onder de militairen. Vele brochures bijvoor-beeld als hulpmiddel bij vertrek of te-rugkomst van een operatie zijn nog onvoldoende gekend. Dit was alvast een uitgelezen moment om deze initi-atieven door te laten sijpelen.

19

ACV Openbare Diensten BIJZONDERE KORPSEN ■

De Nieuwe Tijd februari 2010

■ De verschillende diensten binnen de-fensie werken wel degelijk aan begelei-ding en evolueren. Zo werd onlangs ook het psychosociale platform gecreëerd om beter onder elkaar te kunnen coör-dineren. Maar het knelt ook wel op het vlak van materieel en middelen. Zo zijn er te weinig RMO’s die telkens opnieuw roteren met de buitenlandse zendin-gen en hebben zij bovendien en eerder dubbele rol: enerzijds zijn ze raadgever van de chef voor een optimale mentale operationaliteit en anderzijds treden zij ook vaak op als vertrouwenspersoon van de militair. Deze dubbele rol is niet altijd evident.

■ De opvang van militairen na een ope-ratie is echt een heikel punt. Hoewel de veelbelovende initiatieven van 2003 een kader hebben gecreëerd om met het veteraneninstituut enigszins invul-ling te geven aan deze opvang, aanslui-tend op datgene wat in eerste instantie door de diensten van defensie wordt gedaan, werd deze unieke kans nooit echt aangegrepen. Ontluisterend is dan ook te horen hoe Nederland met het ve-teraneninstituut een brede omkadering verzorgt voor opvang op langere ter-mijn enerzijds, en expertise anderzijds.

■ Tenslotte bleek de meest opvallende conclusie deze van het maatschappelijk draagvlak, dat naar gevoel van de mili-tair hoegenaamd niet bestaat! Militai-ren hekelen het feit dat ze als tweede-rangsburgers beschouwd worden, niet erkend worden terwijl zij heel loyale uit-voerders van de politieke beslissingen zijn. Veel hangt dan uiteindelijk af van het eigen nutsgevoel waardoor som-mige militairen schijnbaar met frustra-ties terugkeren uit operatie. Dit is heel wat minder bij steuneenheden die vaak een zichtbare uitkomst hebben van hun opdracht. Ook dit in kaart brengen van een maatschappelijk draagvlak, de er-kenning van de inzet en het werken aan het nutsgevoel van de militair zal nog inspanning vragen, en liefst ook van diegenen die de beslissing tot inzet ne-men…

Er is dus nood aan aandacht voor deze pro-blematiek: defensie werkt met zijn beperk-te middelen aan een platform, waarbij het noodzakelijk is om de sociale partners te betrekken, zodat er samen kan getimmerd worden aan een structureel beleid.

Maar zulk een beleid kan maar echt slagen wanneer het ondersteund wordt door een

politieke wil en dus moet ook hier duidelijk gesensibiliseerd worden naar de verant-woordelijkheid hierin, zodat ook daadwer-kelijk mogelijkheden kunnen worden ge-creëerd voor de opvang van militairen die omwille van een politieke beslissing zich, met risico voor eigen leven, mee inzetten voor de veiligheid en stabiliteit en hiervoor vaak een sociale tol betalen.

Met heel veel sympathieke dank aan

Professor Fred Van Iersel, Ethicus,Universiteit van TilburgKolonel Geneesheer Neirinckx,hoofd van het militair hospitaalKapitein Demarey,Raadgever mentale operationaliteitDe heer Jos Weerts,Veteraneninstituut NederlandMajoor De Soir,hoofd van de cel psychosociale steun van het competentiecentrum Well BeingDe heer Jan Kleian,voorzitter ACOM NederlandDe heer Johan Vermeire,secretaris ACV-Openbare DienstenIedere deelnemer aan de studiedag en wie er achter de schermen aan mee heeft gewerkt

■ VERVOER ACV Openbare Diensten

20 februari 2010 De Nieuwe Tijd

Autobus - Autocar: Besparingen bij de pachters!■ alhoewel het vandaag, 3 februari, nog niet duidelijk is of er al dan niet acties koMen tegen het besparingsplan dat de lijn oplegt, heeft het acv naar aanleiding van een Maatregel doorgevoerd bij de pachters, Met naMe het terugbrengen van de verplichte aanwezigheidstijd van 10 Min. ( stationneMent) bij aanvang van het tweede of derde deel van een dienst naar 2 Min., actie gevoerd bij de firMa bronckaers. blijkbaar worden de Maatregelen al ingevoerd zonder het noodzakelijke overleg.

Evolutie van de budgettaire situatie bij de MIVB■ vooraf herhalen we nog eens dat de Mivb van de regering van het brussels hoofdstedelijk gewest 46,2 Miljoen euro Moet besparen, waarvan 5,5 Miljoen in het kader van de beheersing van de loonkost (werkingskosten).hieronder vindt u een korte saMenvatting van de Mogelijkheden oM te besparen, die we aan onze Militanten en aan al het Mivb-personeel hebben voorgelegd.Door: Thomas Vael

overuren

Vergeleken met 2009, wil de MIVB 1,2 mil-joen euro gaan besparen op de overuren.

dagen verloF zonder wedde

Individueel recht op 10 dagen verlof zon-der wedde voor al het personeel, bovenop het bestaande verlof. De toepassingsmo-daliteiten worden later toegelicht.Dit zou een besparing van 1,9 miljoen euro moeten opbrengen.

herziening van de Cao van 25 april 1996 – 32 uur, 35 betaald Die maatregel, waarvoor zo’n 400 mensen in aanmerking komen, wordt op 1 april 2010 afgeschaft.In 2010 zou dat een besparing moeten op-brengen van 2.200.000 euro.De vakbonden zullen vooraf bij de RVA gaan aankloppen voor een afwijking zodat de personen die nu die regeling genieten rechtstreeks kunnen opteren voor een 4/5-tijdskrediet met RVA-toeslag.

restaurants en CaFetaria’s

De restaurants en cafetaria’s zullen in de toekomst niet meer door de MIVB worden uitgebaat, maar door een privébedrijf. Men verwacht een jaarlijkse opbrengst van 0,7 miljoen euro.Het personeel van die dienst krijgt een om-scholing binnen de onderneming. Mensen die de MIVB willen verlaten, ontvangen een vertrekpremie van 9 maanden loon. Tegelijk wordt een paritair fonds van soci-ale werken opgericht binnen de Raad van Bestuur, met autonoom beheer.

MedisChe uren soepele uurregeling

Indien de vakbonden er mee instemmen, worden die medische uren vanaf 1 januari 2010 afgeschaft. De verwachte besparing bedraagt 116.000 euro.

uren van de dag vóór een Feestdag

Het uur dienstvrijstelling, met behoud van loon de dag vóór een feestdag; wordt afge-schaft. Besparing : 680.000 euro.

uitgestelde aanwerving van bedienden

Men schat de opbrengst van die maatregel op 300.000 euro.

taxi-depot

Door het systeem efficiënter te gaan or-ganiseren, zou men 100.000 euro moeten besparen.Het Brussels gewest heeft beloofd, zodra haar financiële situatie weer rooskleuri-ger is, de besparingen die het heeft kun-nen doen met de uren de dag vóór een feestdag, de medische uren en de 32 uur, 35 betaald, weer af te staan aan het MIVB-personeel. Wij vragen aan het gewest dat daarvoor een exacte datum zou worden vastgelegd.Vooraleer we een akkoord ondertekenen, willen we nog het advies vragen van de af-gevaardigden en de personeelsleden van de MIVB.

In een volgend nummer van de Nieuwe Tijd geven we een stand van zaken over die budgettaire besparingsmaatregelen.

voor het aCv kan dit dus niet!

Meteen werd het ACV met de neus op de feiten geduwd. Inderdaad, de bedrijven zullen de maatregelen gewoonweg door-voeren. Zij zijn er trouwens toe verplicht door hun opdrachtgever, De Lijn!

Vandaar dat het ACV een voorstel gelan-ceerd heeft bij de werkgevers. Wij willen zo snel mogelijk rond te tafel zitten om maat-regelen af te spreken die de impact van de besparingen op de werknemers kunnen wegwerken of verzachten!

In eerste instantie gaat het om onze zorg voor het behoud van de JOBS! Berekenin-gen wijzen uit dat ongeveer 160 à 200 jobs in de sector worden bedreigd. Het is onze opdracht om er alles aan te doen opdat er geen enkel naakt ontslag zou vallen.

positieF signaal

Daarom heeft het ACV een ontwerp van protocol (zie hierna) neergelegd bij de werkgevers. Actie is meer dan dringend.Gelukkig hebben de werkgevers de bood-

schap begrepen en zijn zij ook bereid om rond de tafel te gaan zitten. Zij legden het ontwerp van protocol, opgesteld door het ACV, op 4 februari voor aan hun achterban. Zij bevestigen de absolute noodzaak om via overleg naar oplossingen te zoeken. Een positief signaal!

Ook De Lijn wordt door het ACV geappel-leerd. Zo zal de Raad van Bestuur van 3 februari zich moeten uitspreken en zal de Serv-werkgroep de besprekingen verder opvolgen. Van De Lijn verwachten wij in-derdaad dat zij mee zoekt naar oplossin-

ACV Openbare Diensten VERVOER ■

21De Nieuwe Tijd februari 2010

gen voor onze problemen in de sector van de privé-exploitanten. Wij eisen een cor-recte behandeling van de werkgevers, net als van De Lijn.

Bij het ter perse gaan was het nog niet be-kend of de vakbonden van De Lijn

(zie artikel: ‘Besparingen bij De Lijn: con-flict of dialoog’) al dan niet acties zullen voeren. Ook onze sector zal dan de nodige solidariteit moeten tonen.

de kraChtlijnen uit het voorstel van het aCv

Het sociaal overleg

Alle privé-exploitanten engageren er zich toe om geen enkele maatregel te treffen zonder overleg met de vertegenwoordi-gers van het personeel, met andere woor-den de syndicale delegatie. Indien er geen syndicale delegatie bestaat, zal de Voorzit-ter van het paritair comité op de hoogte gebracht worden van de voorstellen van de werkgever. Hij informeert op zijn beurt de representatieve werknemersorganisa-ties en organiseert het overleg. Het is pas na goedkeuring in de syndicale delegatie of na goedkeuring door de partijen op het niveau van de Voorzitter van het P.C. dat de werkgever ook effectief maatregelen kan implementeren.

Alle bedrijven verplichten er zich toe om de akkoorden neer te leggen bij de Voor-zitter van het Paritair comité.

Alle bedrijven zullen ook De Lijn op de hoogte brengen van de maatregelen die zij treffen.

De werkgevers engageren er zich toe om in eerste instantie terug te grijpen naar de voorstellen die in dit protocol zijn vervat.

Voorstellen van een sociaal begeleidingsplan

Partijen engageren er zich toe om de be-staande collectieve arbeidsovereenkom-sten alsook de bedrijfsakkoorden die zijn afgesloten te respecteren.

Partijen engageren er zich toe om alles in het werk te stellen teneinde naakte ontsla-gen te vermijden. Hiertoe zullen, in volg-orde van belangrijkheid, volgende maatre-gelen worden genomen

■ Bedrijven zullen in toepassing van de bestaande CAO’s ‘brugpensioenrege-ling’ ( 56j. met 40 jaar dienst en 58 jaar met 37 jaar dienst) werknemers laten af-

vloeien. De niet-vervanging – procedu-re via FOD Werk – zal worden gevraagd.

■ Het sociaal fonds ‘Autobus-Autocar’ zal de regels met betrekking tot de beta-ling van een aanvullende vergoeding versoepelen.

■ Partijen zullen ook trachten het werk onder de werknemers te herverdelen door de toepassing van volgende maat-regelen:

a. de invoering van arbeidsherverde-lende werktijdregelingen ( deeltijdse arbeid, tijdkrediet,..),

b. het verdelen van de gepresteerde (over)uren, het beperken van de ge-presteerde overuren,het recupere-ren van de uitstaande overuren …

■ Partijen verbinden er zich toe om ‘tijde-lijk’ de economische werkloosheid (zie toepassing anti-crisismaatregelen) in te voeren teneinde het personeels-bestand op peil te houden.

■ Het sociaal fonds ‘Autobus-Autocar’ zal gevraagd worden te voorzien in een fi-nanciële tegemoetkoming.

■ Indien, ondanks het gebruik van deze maatregelen, het ontslag onvermijde-lijk wordt, zal de werkgever bij prioriteit werknemers ontslaan die verbonden zijn met een interim-contract. Contrac-ten van bepaalde duur zullen niet meer worden verlengd.

■ Indien alsnog moet worden overge-gaan tot het ontslag van werknemers met een contract van onbepaalde duur, zal de werkgever in zijn keuze rekening

houden met een aantal vast te leggen criteria. Zo zal de werkgever niet discri-mineren ten aanzien van oudere werk-nemers.

■ Ontslagen werknemers komen auto-matisch terecht in het poolsysteem dat wordt beheerd door het sociaal fonds. Poolsysteem is vastgelegd in het las-tenboek dat met De Lijn is afgesproken. Werkgevers zullen bij voorrang putten uit deze ‘wervingsreserve’. De Lijn zal geen badges afleveren zon-der instemming van het sociaal fonds.

■ Werknemers die in het poolsysteem te-recht komen, zullen in laatste instantie en onder bepaalde voorwaarden kun-nen gebruik maken van een wederte-werkstelling bij De Lijn.

■ Deze voorwaarden moeten nog nader worden bepaald.

■ Werknemers die in het poolsysteem te-recht komen krijgen na drie maanden een bijkomende vergoeding van het sociaal fonds ‘Autobus-Autocar’.

De partijen zullen ook onderhandelingen starten over andere begeleidende maat-regelen, zoals het inperken van het inko-mensverlies door bv. een verdeling van de arbeidsprestaties (bv. weekendprestaties), een tussenkomst in de vervoerkosten in-dien werknemers worden verzocht om hun diensten vanuit een andere stelplaats aan te vatten. Ook de problematiek van de 10’ naar 2’ (stationnement bij de tweede en derde halte bij een gesplitste dienst) zal aan bod moeten komen.

Wij houden u van het resultaat van deze onderhandelingen op de hoogte.

■ VERVOER ACV Openbare Diensten

22 februari 2010 De Nieuwe Tijd

Besparingen bij De Lijn: Conflict of dialoog?■ op 18 deceMber jl. kwaM het paritair coMité bijeen. het besparingsplan van de lijn, goedgekeurd in de raad van bestuur van 16 deceMber jl., werd besproken.het plan voorziet in een besparing van 51,8 Miljoen euro. dit is zowat 9 Miljoen Minder als de lijn initieel had voorgesteld.Door: Jan Coolbrandt

och moet nog zowat 31 miljoen gezocht worden in de ‘exploitatie’ (vermindering van het aanbod en optimalisatie van de exploitatie). Dit bedrag ligt voor ons, vak-bonden, veel te hoog.

Wij zijn van oordeel dat middelen kun-nen worden gevonden in het vertragen of schrappen van investeringen, het toe-rekenen van personeelskosten als inves-teringskost, het schrappen van nog meer strategische projecten, het gebruik van de meerontvangsten voor uitgaven in de ex-ploitatie…

De vakbonden kunnen dus niet akkoord gaan met het totale bedrag aan besparin-gen dat wordt opgelegd.

Op de vraag van de vakbonden hoe De Lijn de sociale gevolgen voor het personeel zal opvangen, herhaalt De Lijn de CAO-waar-borgen, met name de garantie op werkze-kerheid en de garantie van de toepassing van de CAO-afspraken.

Er is, voor De Lijn, echter geen garantie op nachtwerk, op zaterdag- en zondagwerk!

De vakbonden eisen dat ondanks de ga-ranties op werk en op de toepassing van de CAO’s er onderhandeld wordt over een sociaal vangnet en sociaal afsprakenkader met begeleidende sociale maatregelen. Er moet dus nagedacht worden over hoe het inkomensverlies zo beperkt mogelijk kan worden gehouden, over hoe de flexibiliteit zal worden georganiseerd en hoe de mobi-liteit zal worden aangepakt.

Zonder dit vangnet weigeren de vakbon-den de gesprekken op entiteitniveau aan te vangen. De vakbonden eisen boven-dien dat op alle niveaus het sociaal overleg wordt gegarandeerd!

Op het paritair comité van 15 januari legt De Lijn een voorstel van sociaal plan op ta-fel. De vakbonden beloven dit voor te leg-gen aan hun achterban.

Tijdens de zitting van het paritair comité van 2 februari jl. weigerden de vakbonden om het sociaal plan verder te bespreken. Er moet eerst duidelijkheid komen over hoe-

veel er nu eigenlijk moet worden bespaard. Met andere woorden: het besparingsplan dat een ingreep in de exploitatie voorziet van 31 miljoen (recurrent, dus op jaarbasis) moet worden herzien. Het bedrag moet omlaag. De inspanningen zijn te zwaar.

Tijdens de zitting van de Raad van Bestuur van 3 februari nam de Raad van Bestuur akte van het voorstel van de vakbonden. De Voorzitter beloofde dat de Minister zal worden ingelicht en dat naar oplossingen zal worden gezocht. Hij deed echter geen beloftes met betrekking tot het succes van zijn inspanningen.

ConFliCt oF dialoog

De vakbonden op hun beurt wachten af en zullen op 15 februari e.k. de toestand be-oordelen. (resultaten nog niet gekend bij het ter perse gaan)

Wij zullen moeten afwegen of we kiezen voor de weg van het conflict of toch voor-rang geven aan de sociale dialoog. Het is voor het ACV wel duidelijk dat de dialoog

alleen maar mogelijk is indien De Lijn tege-moet komt aan een aantal verzuchtingen, waaronder in orde van belangrijkheid: een minder zwaar besparingsplan, garanties dat wij in 2011 niet opnieuw dezelfde oe-fening moeten doen, een perspectief van groei van het openbaar vervoer vanaf 2012 en een goed sociaal begeleidingsplan, met respect voor het overleg.

Bij het ter perse gaan was er nog geen licht aan het einde van de spreekwoordelijke tunnel.

ACV Openbare Diensten PENSIOENEN ■

23De Nieuwe Tijd februari 2010

Pensionering wegens definitieve medische ongeschiktheid■ statutaire aMbtenaren die definitief lichaMelijk ongeschikt werden bevonden door de bevoegde Medische dienst worden aMbtshalve op rust gesteld en zullen in principe een rustpensioen krijgen. in een recent rapport buigt het rekenhof zich over de praktijken in de overheidssector.Door: Joris Lermytte

uitputting van ziektedagen

Voor statutaire ambtenaren wordt elke dag ziekte in rekening gebracht van een ziektekrediet. Dat krediet wordt verworven bij aanvang of gecumuleerd tijdens de loopbaan. Bij uitputting van de ziektedagen kan een bestuur beslissen om de ambtenaar te laten oproepen voor een medische instantie met het oog op de beoordeling van de geschiktheid van het per-soneelslid. De meest gekende van deze instanties is de cel pensioenen van het Bestuur medische exper-tise van de FOD Volksgezondheid, beter gekend als MEDEX (voorheen de Administratieve Gezondheids-dienst AGD). Militairen worden beoordeeld door de Militaire Commissie voor geschiktheid en reform (MCGR). Politiepersoneel kan worden opgeroepen voor de Commissie voor geschiktheid van het perso-neel van de politiediensten. Zowel voor militairen als politie gelden bijzondere bepalingen die buiten het bestek van dit artikel vallen. We beperken ons tot de beoordeling van de geschiktheid door MEDEX.

beoordeling van de gesChiktheid

MEDEX beslist over de geschiktheid van de ambte-naar voor zijn functie, de geschiktheid voor een an-dere functie en het definitieve of tijdelijke karakter van die toestand. Daarnaast doet MEDEX ook een uit-spraak over het ‘ernstige en langdurige’ karakter van de aandoening waaraan men lijdt en het verlies van zelfredzaamheid met meer dan twaalf punten. In het eerste geval wordt desgevallend het wachtgeld van 60% opgetrokken tot het niveau van de laatste acti-viteitswedde en in het tweede geval heeft men recht op een pensioensupplement. Dat bedraagt 150,47 euro per maand. MEDEX kan haar beslissing onder-meer baseren op medische stukken - in het bijzonder verslagen van behandelende artsen-specialisten - die door het onderzochte personeelslid zelf worden aangebracht. Wie voor de commissie wordt opgeroe-pen, heeft er dan ook alle belang bij een goed dossier samen te stellen. Desgevallend verlenen wij graag bijstand. Tegen de beslissingen van MEDEX is beroep mogelijk binnen de dertig dagen. Dat beroep moet gebeuren door een (behandelende) arts.

pensioen wegens MedisChe onge-sChiktheid

Pensioen volgt na de vaststelling van definitieve of tijdelijke ongeschiktheid. Ook wanneer geen weder-tewerkstelling kon plaatsvinden of die niet succesvol

bleek, volgt ambtshalve pensioen. Voor ambtenaren ouder dan 60 jaar bestaat nog een bijkomende rege-ling. Zij worden ambtshalve gepensioneerd wanneer ze vanaf hun 60e verjaardag 365 dagen afwezig zijn wegens ziekte. Het pensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de mededeling van de be-slissing van de medische instantie of de gebeurtenis die het ambtshalve pensioen tot gevolg heeft. De be-rekening van het rustpensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid is dezelfde als die van het ‘gewone’ rustpensioen. Het basisbedrag van het pensioen is tevens definitief: het basisbedrag zal nooit meer her-berekend worden. Enkel indexering, perequatie, cu-mulatie en eventuele aanpassingen van minimum- of maximumpensioenen kunnen het pensioen nog wijzigen. Als het om een hoofdambt gaat, is er geen voorwaarde betreffende het minimum aantal dienst-jaren. Voor een bijambt kan het pensioen slechts na ten minste tien dienstjaren worden toegekend. Bij een hoofdambt heeft men daarenboven recht op een gewaarborgd minimumpensioen wegens medi-sche ongeschiktheid. Een alleenstaande heeft recht op 50% van de gemiddelde wedde van de laatste 5 jaar, met een minimum van 1188,84 euro en ten hoogste 1671,51 euro. Een gehuwde gepensioneerde heeft recht op 62,5 % van de gemiddelde wedde van de laatste 5 jaar, waarbij dat bedrag niet lager mag zijn dan 1486,02 euro en niet hoger dan 2089,39 euro. We merken hierbij nog op dat bij deeltijdse prestaties de voorgaande bedragen worden verminderd. Het verkregen supplement wordt daarenboven steeds verminderd met eventuele andere eigen beroeps- of vervangingsinkomens of renten. Bij gehuwden wordt ook het inkomen van de partner boven de 304,61 euro in mindering gebracht van het supple-ment. Gehuwden vallen dan ook vaak terug op het basisminimum van 668,61 euro. Dat bedrag wordt niet verminderd met inkomsten van de partner.

ContraCtanten

Het pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid bestaat niet voor contractanten. Bij langdurige ziekte vallen zij onder de invaliditeitsregeling van de ziekteverzekering en dat tot de normale (eventueel vervroegde) pensioenleeftijd. De jaren invaliditeit worden daarbij gelijkgesteld en dus meegeteld voor de berekening van het pensioen. Zoals gezegd bestaat hier geen analoge regeling voor statutaire ambtenaren: het pensioen is definitief. Ook wie een gemengde loopbaan heeft, kan geen enkel pensi-oenrecht putten uit de jaren pensioen wegens me-dische ongeschiktheid. Noch kunnen ze meetellen

voor het werknemerspensioen zelf, noch voor het bewijs van loopbaan om een vervroegd pensioen te kunnen krijgen.

vaststellingen van het rekenhoF: de CijFers

Het Rekenhof schetst de omvang van de pensioenen wegens medische ongeschiktheid. Ze laat hierbij de situatie in de lokale sector buiten beschouwing. In de periode 2003-2008 werden jaarlijks gemiddeld 2408 of 14% van het totaal aantal nieuwe pensioenen toe-gekend in het kader van medische ongeschiktheid. Daarbij bestaan vrij grote verschillen tussen sectoren. Uitschieters, met telkens meer dan 17% zijn de FOD’s, POD’s en Federale wetenschappelijke instellingen, de ION’s en OISZ’s, het leger, het Brussels hoofdste-delijk gewest en de Duitstalige gemeenschap. De financiële last van deze pensioenen bedraagt ge-middeld 11% van het totaal. Immers, een gemiddeld nieuw pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid valt met gemiddeld 1705 euro bruto per maand in de periode 2003-2008 27,5% lager uit dan het gemid-delde nieuw ander rustpensioen tijdens die zelfde periode. Oorzaak hiervan zijn de kortere loopbanen en lagere referentiewedden die aan de basis liggen van deze pensioenen. De gemiddelde leeftijd waar-op ambtenaren wegens lichamelijke ongeschiktheid gepensioneerd worden ligt immers slechts op 51 jaar en zeven dagen.

vaststellingen van het rekenhoF: knelpunt

Tussen de uitputting van de ziektedagen en de aan-vraag tot het verschijnen voor de bevoegde medi-sche instantie verstrijken gemiddeld 244 dagen. Ach-ter dat cijfer schuilt een zeer grote variatie, zo stelde Het Rekenhof vast. De kortste termijn bedroeg nul dagen en de langste 2750 dagen. Aan de basis hier-van liggen verschillen in wetgeving en praktijken van werkgevers. De wetgeving laat bepaalde werk-gevers vrij en verplicht er andere om onmiddellijk een aanvraag in te dienen bij de medische instantie. Binnen dat kader houden werkgevers er dan nog eens diverse praktijken op na. Het Rekenhof conclu-deert dat deze toestand het principe van de gelijke behandeling van statutaire personeelsleden van het openbaar ambt doorbreekt en pleit voor een harmo-nisering van regelgeving en praktijken.

ACV-Openbare Diensten in actie!