DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen...

136
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-2013 DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE VEREFFENING VERDELING. Biedt zij een oplossing voor de knelpunten van de vroegere procedure en wat zijn de knelpunten van de nieuwe procedure? Masterproef van de opleiding ‘Master in de Rechten’ Ingediend door Eline Prat (Studentennummer: 00700853) Promotor: Prof. dr. Jan Bael Co-promotor: mevrouw Herlinde Baert

Transcript of DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen...

Page 1: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

Faculteit Rechtsgeleerdheid

Universiteit Gent

Academiejaar 2012-2013

DE NIEUWE PROCEDURE VAN

GERECHTELIJKE VEREFFENING –

VERDELING. Biedt zij een oplossing voor de knelpunten van de vroegere procedure en

wat zijn de knelpunten van de nieuwe procedure?

Masterproef van de opleiding

‘Master in de Rechten’

Ingediend door

Eline Prat

(Studentennummer: 00700853)

Promotor: Prof. dr. Jan Bael

Co-promotor: mevrouw Herlinde Baert

Page 2: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit
Page 3: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

Faculteit Rechtsgeleerdheid

Universiteit Gent

Academiejaar 2012-2013

DE NIEUWE PROCEDURE VAN

GERECHTELIJKE VEREFFENING –

VERDELING. Biedt zij een oplossing voor de knelpunten van de vroegere procedure en

wat zijn de knelpunten van de nieuwe procedure?

Masterproef van de opleiding

‘Master in de Rechten’

Ingediend door

Eline Prat

(Studentennummer: 00700853)

Promotor: Prof. dr. Jan Bael

Co-promotor: mevrouw Herlinde Baert

Page 4: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

IV

WOORD VOORAF

Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de

opleiding Rechten aan de universiteit van Gent. Ik zie het als een hulpstuk om de

ingewikkelde en technische hervorming van de gerechtelijke vereffening-verdeling te

doorgronden. Daarnaast is het een voorbereiding op de praktijk, waarvoor dit onderwerp

uiterst relevant is.

Eerst en vooral wil ik een aantal mensen bedanken. Zonder de hulp en ondersteuning van

Professor dr. Jan Bael en Mevrouw Herlinde Baert was het schrijven van deze masterproef

niet mogelijk geweest. Ik wil hen oprecht bedanken voor het aanreiken van het onderwerp en

de nuttige feedback.

Daarnaast mijn ouders, omdat ze mij de mogelijkheid gegeven hebben om te studeren en mij

altijd gemotiveerd hebben om mijn grenzen te verleggen.

Ten slotte ook mijn vriend, familie, studiegenoten en vrienden, voor de steun die ik van hen

kreeg op de moeilijke momenten. Des te meer voor de mooie momenten die ik samen met hen

heb mogen beleven tijdens mijn opleiding.

Eline Prat Gent, augustus 2013

Page 5: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

V

INHOUDSOPGAVE

Woord vooraf ........................................................................................................................................ IV

Inhoudsopgave........................................................................................................................................ V

Inleiding .................................................................................................................................................. 9

Deel I. Knelpunten in de oude procedure .......................................................................................... 12

I. Inleiding......................................................................................................................................... 12

II. Procedurele knelpunten ................................................................................................................. 13

A. Onverdeeldheid ......................................................................................................................... 13

1. Post-communautaire onverdeeldheid .................................................................................... 13

2. Onverdeeldheid inzake erfopvolging .................................................................................... 15

B. Het verzoek tot vereffening-verdeling en de uitonverdeeldheidtreding .................................... 15

C. Aanwijzingsvonnis .................................................................................................................... 21

1. Rechterlijk bevel tot uitonverdeeldheidtreding ..................................................................... 21

2. Verkoop van goederen uit de boedel ..................................................................................... 21

3. Aanstellen van een deskundige ............................................................................................. 22

4. Aanstellen van de boedelnotaris ............................................................................................ 24

5. Aanstellen van een notaris-raadsheer .................................................................................... 29

6. Aanstellen van een notaris-vertegenwoordiger ..................................................................... 30

7. Notaris-beheerder .................................................................................................................. 33

D. Vervanging ................................................................................................................................ 34

1. Algemeen............................................................................................................................... 34

2. Gronden tot vervanging ......................................................................................................... 36

a) Redelijke twijfel aan de objectiviteit ................................................................................. 36

b) Verhindering ...................................................................................................................... 36

3. Hoger beroep ......................................................................................................................... 37

E. Bijkomende bevoegdheden ....................................................................................................... 37

F. Proces verbaal van opening van werkzaamheden ..................................................................... 38

G. Boedelbeschrijving .................................................................................................................... 39

H. Minnelijke akkoorden ................................................................................................................ 41

1. Akkoorden omtrent de procedure .......................................................................................... 41

2. Akkoorden ten gronde ........................................................................................................... 42

3. Akkoorden bij wijze van dading ............................................................................................ 43

4. Besluit .................................................................................................................................... 43

I. Proces-verbaal van beweringen en zwarigheden. ...................................................................... 43

J. Staat van vereffening-verdeling ................................................................................................ 46

Page 6: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

VI

K. Homologatie en afsluiting van de procedure ............................................................................. 47

III. Conclusie ................................................................................................................................... 48

Deel 2. Wet van 13 augustus 2011: de nieuwe procedure ................................................................ 51

I. Inleiding......................................................................................................................................... 51

II. Hertekening van de procedure: een nieuw draaiboek .................................................................... 52

A. Het verzoek tot vereffening-verdeling en de uitonverdeeldheidtreding .................................... 52

1. Bevoegdheid van de rechter .................................................................................................. 52

2. De vordering tot uitonverdeeldheidtreding omvat van rechtswege de voorafgaande verdeling

van de onverdeeldheden ................................................................................................................ 53

3. Uitsluiting van in het buitenland gelegen onroerende goederen ........................................... 54

B. Aanwijzingsvonnis .................................................................................................................... 56

1. Rechterlijk bevel tot uitonverdeeldheidtreding en gerechtelijke vereffening-verdeling ....... 58

2. Aanstelling van een deskundige ............................................................................................ 60

3. Aanwijzing van één of twee notarissen-vereffenaars ............................................................ 62

a) Principe .............................................................................................................................. 62

b) Uitzondering ...................................................................................................................... 64

(1) Gezamenlijke werking ............................................................................................... 65

(2) Gecumuleerde territoriale bevoegdheid..................................................................... 68

4. Taak van de notaris-vereffenaar ............................................................................................ 69

5. Vervanging van de notaris-vereffenaar ................................................................................. 71

a) In het kader van een specifieke vervangingsprocedure (art. 1211 §2 Ger.W) ................... 71

b) In het kader van een hoger beroep ..................................................................................... 76

c) In het kader van een sanctie ............................................................................................... 76

6. Provisionering van de notaris-vereffenaar ............................................................................. 77

7. Notaris-vertegenwoordiger .................................................................................................... 78

8. Beheerder van de onverdeelde boedel ................................................................................... 79

C. Proces-verbaal van opening van werkzaamheden ..................................................................... 81

1. Vatten van de notaris en overleggen van stukken ................................................................. 81

2. Instaatstelling ......................................................................................................................... 83

a) Conventionele instaatstelling ............................................................................................. 83

b) Wettelijke instaatstelling ................................................................................................... 85

c) Overschrijding van de termijnen ....................................................................................... 88

(1) Door de partijen ......................................................................................................... 88

(2) Door de notaris .......................................................................................................... 89

D. Boedelbeschrijving .................................................................................................................... 90

E. Tussentijds proces-verbaal ........................................................................................................ 92

Page 7: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

VII

F. Verkoop van goederen ............................................................................................................... 94

G. Staat van vereffening-verdeling ............................................................................................... 97

H. Geschillen of moeilijkheden ...................................................................................................... 99

I. Homologatie en afsluiting van de notariële werkzaamheden .................................................. 102

J. Overgangsrecht ........................................................................................................................ 103

Deel 3. Worden de oude pijnpunten verholpen? ............................................................................ 104

I. Inleiding....................................................................................................................................... 104

II. Wetsevaluatie .............................................................................................................................. 104

A. Versnellen van de procedure ................................................................................................... 104

1. Uitzondering op de devolutieve werking van het hoger beroep (art. 1224/2 Ger.W.) ........ 105

2. Aanstellen van een deskundige verzocht door de partijen .................................................. 105

3. Kalender .............................................................................................................................. 106

a) Termijnregeling ............................................................................................................... 106

b) Sanctie bij het overschrijden van de termijnen ................................................................ 106

4. Boedelbeschrijving .............................................................................................................. 107

5. Verkoop van goederen ......................................................................................................... 107

B. Vereenvoudigen en transparanter maken van de procedure .................................................... 108

1. Principe van één notaris-vereffenaar ................................................................................... 108

2. Gecumuleerde territoriale bevoegdheid .............................................................................. 109

3. Beheerder van de onverdeelde boedel ................................................................................. 109

4. Homologatie en afsluiting van de werkzaamheden ............................................................. 109

C. Akkoorden bevorderen ............................................................................................................ 110

D. Rol van de notaris versterken .................................................................................................. 110

1. Verdwijnen van de notaris-vertegenwoordiger ................................................................... 111

2. Mededeling van de stukken ................................................................................................. 111

3. Tussentijds proces-verbaal .................................................................................................. 111

4. Geschillen of moeilijkheden ................................................................................................ 112

Deel 4. Mogelijke knelpunten in de nieuwe procedure .................................................................. 114

I. Inleiding....................................................................................................................................... 114

II. Wetsevaluatie .............................................................................................................................. 114

A. Uitzondering op de devolutieve werking van het hoger beroep .............................................. 114

B. Uitzonderlijke mogelijkheid om twee notarissen-vereffenaars aan te stellen ......................... 115

C. Gecumuleerde territoriale bevoegdheid .................................................................................. 115

D. Vervanging .............................................................................................................................. 116

E. Kalender .................................................................................................................................. 116

F. Stuiting van de termijnen......................................................................................................... 117

Page 8: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

VIII

G. Aanmanen ................................................................................................................................ 118

H. Verkoop van goederen ............................................................................................................. 118

I. Homologatie en afsluiting van de werkzaamheden ................................................................. 118

Deel 5. Conclusie ................................................................................................................................ 119

Deel 6. Extra ....................................................................................................................................... 122

Schema wettelijke instaatstelling ........................................................................................................ 122

Deel 7. Bibliografie ............................................................................................................................ 123

Page 9: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

9

INLEIDING

1. Niemand is verplicht om in onverdeeldheid te blijven1. Bevinden deelgenoten zich in

een toevallige onverdeeldheid, dan hebben zij elk het recht om de uitonverdeeldheidtreding te

vragen, behalve indien tussen de partijen dienaangaande een overeenkomst is getroffen2.

Wanneer dergelijke onverdeeldheid moet worden vereffend en verdeeld, is een bepaald

draaiboek van bewerkingen aangewezen. De bedoeling van deze bewerkingen is voor elke

persoon zijn aanspraken en verbintenissen te bepalen en ieders aandeel uit te keren3.

Een minnelijke vereffening-verdeling behoort tot de mogelijkheden4. Alleen moeten de

deelgenoten in dat geval over het geheel tot een akkoord komen5. Daartoe moeten alle partijen

meerderjarig, tegenwoordig of behoorlijk vertegenwoordigd zijn6. Dit akkoord kan vormvrij

worden opgesteld, maar is bindend (pacta sunt servanda)7. Van zodra de waarde van de

boedel 375 euro overtreft, moet volgens de gemeenrechtelijke bewijsregels een geschrift

worden opgesteld8. Bevat de boedel een onroerend goed dan wordt een notariële akte vereist,

dit met het oog op de tegenwerpelijkheid aan derden9.

Is onder één van de mede-eigenaars een minderjarige10

, een onbekwaamverklaarde, een

persoon onder voorlopig bewind, een geïnterneerde, een gerechtelijk overleden verklaarde

persoon, een vermoedelijk afwezige11

of iemand die niet aanwezig of vertegenwoordigd is12

,

dan moet echter toepassing gemaakt worden van een minnelijke verdeling onder gerechtelijke

vorm13

. In dat geval zal een notaris de vereffening-verdeling doorvoeren, maar de

vrederechter heeft de leiding en zal de vereffening-verdeling dan ook moeten goedkeuren.

1 Art. 815 B.W.

2 A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 635.

3 W. PINTENS, C. DECLERCK, J. DU MONGH, K. VANWINCKELEN, Familiaal vermogensrecht, Antwerpen,

Intersentia, 2010, 276. 4 A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 635.

5 A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 635.

6 Art. 1205 Ger.W.

7 Cass. 5 november 1993, T.Not. 1995, 47, noot.

8 Art. 1343 B.W.

9 W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 2. 10

Art. 1206, 1e lid Ger.W.

11 Art. 1225 Ger.W.

12 Art. 838 B.W.

13 W. PINTENS, C. DECLERCK, J. DU MONGH, K. VANWINCKELEN, Familiaal vermogensrecht, Antwerpen,

Intersentia, 2010, 278; H. CASMAN, “Minnelijke vereffening-verdeling” in Vereffening-verdeling,

Recyclagedagen 1991 van de Nederlandstalige Regionale Raad, Deurne, Kluwer, 1992, 5.

Page 10: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

10

Wordt die goedkeuring echter niet verleend, dan zal een gerechtelijke vereffening-verdeling

de enige mogelijke optie zijn14

.

Andere situaties waarin enkel de gerechtelijke vereffening-verdeling een oplossing biedt, zijn:

het geval wanneer partijen niet tot een akkoord ter minnelijke vereffening-verdeling komen of

een deelgenoot weigert uit onverdeeldheid te treden, afwezig is, niet tegenwoordig is of niet

vertegenwoordigd is, indien de wijze van verdeling betwist wordt en als tijdens de minnelijke

vereffening-verdeling geschillen rijzen15

. De gerechtelijke vereffening-verdeling maakt het

immers mogelijk dat – tegen de wil of bij het stilzitten van deelgenoten – de vereffening-

verdeling toch kan doorgezet worden. In dat geval wordt een notaris aangesteld door de

rechtbank van eerste aanleg16

. Diegene die de gerechtelijke vereffening-verdeling vordert,

moet bewijzen dat er wel degelijk van een onverdeeldheid sprake is17

. Het is echter niet nodig

om de vordering te motiveren, want gesteund op artikel 815 B.W. is elke deelgenoot

gerechtigd om de verdeling te vorderen18

.

De opdracht van de notaris is daarbij een oplossing te zoeken ter vereffening-verdeling. De

notaris gaat daarvoor de gerezen moeilijkheden tussen de partijen bestuderen en beoordelen

en wat dat betreft een persoonlijk advies verlenen. In de rechtspraak wordt de aangestelde

notaris dan ook bestempeld als eerste rechter. De rechtbank komt na de aanstelling van de

boedelnotaris immers enkel nog tussen indien ernstige problemen de kop op steken en als

tussengeschil beoordeeld moeten worden19

.

De notaris gaat ernaar streven om de moeilijkheden tussen de partijen glad te strijken door

middel van een ontwerp van vereffening-verdeling. Indien op die manier een akkoord bereikt

wordt, kan alsnog een minnelijke verdeling plaatsvinden en krijgt het ontwerp bindende

kracht voor de partijen. Zo niet komt de zaak uiteindelijk weer bij de rechtbank terecht, nadat

14

Art. 1206, laatste lid Ger.W.; J.-L. RENS, Bijzondere rechtsplegingen, Antwerpen, S.W.U., 1979, nr. 157. 15

Rb. Gent 23 maart 2010, R.W. 2010-11, 682; P. DE PAGE, noot onder Luik 29 april 1991, Rev.trim.dr.fam.

1992, 323; W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE

CONFERENTIE DER BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 2; P.

WATELET en M. RENARD-DECLAIRFAYT, “Partages et licitations judiciaires”, Rép. not., Tome XIII, deel 3,

Brussel, Larcier, 1988, 49; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, 635. 16

Art. 1207 Ger.W.; P. WATELET en M. RENARD-DECLAIRFAYT, “Partages et licitations judiciaires”, Rép. not.,

Tome XIII, deel 3, Brussel, Larcier, 1988, 49. 17

Rb. Aarlen 8 februari 1991, Rev.trim.dr.fam. 1992; M. PUELINCKX-COENE, J. VERSTRAETE EN N. GEELHAND,

“Overzicht van rechtspraak – erfenissen – 1988-1995”, T.P.R. 1997, 133. 18

TH. VAN SINAY, Gerechtelijk recht: artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer,

Antwerpen, Kluwer, 339. 19

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van

de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 11-12.

Page 11: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

11

de notaris een persoonlijk oordeel aan het proces-verbaal van beweringen en zwarigheden

heeft toegevoegd20

.

2. Het is duidelijk dat de taak van de notaris in deze materie van uitzonderlijk belang is,

daarom is een regelmatige reflectie van onontbeerlijk belang. De wet van 13 augustus 2011

heeft veranderingen teweeg gebracht in de procedure van de gerechtelijke vereffening-

verdeling, omdat in de loop der tijd verschillende knelpunten werden ervaren in de oude

procedure. In dit werk komen ten eerste de problemen die ondervonden werden in de oude

procedure aan bod. Ten tweede wordt de nieuwe procedure uit de doeken gedaan en

onderzocht of deze nieuwe procedure de knelpunten uit de oude procedure oplost. Met een

vooruitblik wordt ook aandacht besteed aan de knelpunten die de nieuwe procedure eventueel

nu of in de toekomst met zich mee zal brengen.

20

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

638.

Page 12: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

12

DEEL I. KNELPUNTEN IN DE OUDE PROCEDURE

I. INLEIDING

3. De notaris moet bij het uitoefenen van zijn taak als boedelnotaris een hele reeks

moeilijke en vaak ondoorzichtige werkzaamheden verrichten. Daarbij komt dat hij vaak

verschillende valkuilen van zowel juridische als menselijke aard moet vermijden. Het is dus

van belang dat hij een houvast heeft aan een goede en sluitende procedure, die als het ware

zijn opdracht voor een deel kan vergemakkelijken. In het verleden liep het hierbij vaak mis.

Eerder werd al aangestipt dat de gerechtelijke vereffening-verdeling een complex leerstuk uit

het familiaal vermogensrecht betreft. De procedure wordt in de rechtsleer zelfs als één van de

meest ingewikkelde procedures ervaren. Het is voor de rechtsonderhorige vaak onduidelijk

waarom de verschillende stappen in de procedure genomen worden en wat de uitkomst ervan

inhoudt. Ook de rechtsbeoefenaar kent problemen bij het interpreteren van de wetgeving

dienaangaande21

. Daarnaast is de wetgeving in het Gerechtelijk Wetboek ingewikkeld en

onvolledig en wordt ze daarom aangevuld in de rechtspraak. Al deze elementen samen leiden

ertoe dat de procedure heel ondoorzichtig en moeilijk te begrijpen is22

.

4. Een ander element dat leidt tot een stroef verloop van de procedure is dat de advocaat,

de notaris en de rechter gehouden zijn om intens samen te werken in deze gerechtelijke

vereffening-verdeling. Hoewel deze samenwerking vanzelfsprekend lijkt, wordt toch vaak

ook hierbij hinder ondervonden23

.

5. Hieronder wordt een uiteenzetting gegeven van de verschillende onderdelen van de

procedure die er vaak net voor zorgden dat de taak van de boedelnotaris bemoeilijkt en

ingewikkeld werd, in plaats van deze in goede banen te leiden.

21

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 1. 22

J. DE WACHTER, Knelpunten bij de gerechtelijke vereffening-verdeling. Bespreking van het wetsvoorstel

houdende de hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling(C. DEFRAIGNE ET AL.),

Parl.St., Senaat 2010-11, nr.5-405/1, 16., Masterproef Rechten Universiteit Gent, 2010-11,

http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/333/RUG01-001787333_2012_0001_AC.pdf (consultatie

18/07/2013); Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling,

Parl. St. Senaat, 5-405/1, 1. 23

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 1; P. NICAISE, P. CORVILAIN, L. DEAR en O. VAN DE LAER, “Préface” in ORDRE DES BARREAUX

FRANCOPHONES ET GERMANOPHONES en FÉDÉRATION ROYALE DU NOTARIAT BELGE (eds.), Questions pratiques

liées à la procedure de liquidation-partage judiciaire, Brussel, Bruylant, 2008, V.

Page 13: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

13

II. PROCEDURELE KNELPUNTEN

6. Vooraleer de werkelijk problematische punten in de oude procedure te bespreken,

moet eerst nog één en ander uiteengezet worden inzake de onverdeeldheid. Dit concept vormt

namelijk de basis van de gerechtelijke vereffening-verdeling. Zonder onverdeeldheid geen

vereffening-verdeling.

A. ONVERDEELDHEID

7. Een onverdeeldheid kan uitgelegd worden als het feit dat meerdere personen op één of

meerdere goederen rechten van dezelfde aard kunnen laten gelden. Dergelijke onverdeeldheid

kan bijvoorbeeld ontstaan naar aanleiding van een ontbinding van het huwelijksstelsel of het

openvallen van een nalatenschap24

.

1. POST-COMMUNAUTAIRE ONVERDEELDHEID

8. In het kader van een gerechtelijke vereffening-verdeling na echtscheiding komt een

post-communautaire onverdeeldheid25

voor. De echtscheiding werkt immers terug tot aan de

eerste vordering tot echtscheiding die werd ingesteld26

. Dit kan echter tot problematische

situaties leiden.

Tussen het inleiden van de vordering en het definitief worden van de echtscheiding zijn de

echtgenoten nog steeds gehuwd. Hun huwelijksgemeenschap wordt met andere woorden nog

altijd beheerst door de regels van het primair en secundair huwelijksvermogensrecht. Zo geldt

in principe het gelijktijdig bestuur. Dit betekent dat elke echtgenoot alleen kan optreden met

betrekking tot de goederen en gelden die zich in de huwgemeenschap bevinden. De andere

echtgenoot is gehouden deze handelingen te eerbiedigen27

. De echtgenoten zijn echter wel

verplicht om elkaar op de hoogte te brengen van hun acties28

. Daarnaast gelden ook nog de

verplichting tot hulp en bijstand29

en de verplichting om de inkomsten bij voorrang te

24

W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 1. 25

E. BEGUIN, “L’indivision post-communautaire” (noot onder Bergen 10 januari 1983), Rev.not.b. 1986, 374. 26

Art. 1278 Ger.W. 27

Art. 1416 B.W. 28

TREMMERY J., “De postcommunautaire onverdeeldheid en haar problemen” in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT(ed.) Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 1. 29

Art. 213 B.W.

Page 14: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

14

besteden aan de bijdrage in de lasten van het huwelijk30

. Daarenboven zijn de schulden die

door een echtgenoot worden aangegaan in het kader van de huishouding, hoofdelijk31

.

Eens het echtscheidingsvonnis of -arrest definitief is geworden, werkt het echter terug tot op

het moment van het instellen van de vordering32

. Zijn dienaangaande meerdere vorderingen

ingesteld, dan wordt in de rechtspraak aangenomen dat er terugwerkende kracht is tot het

inleiden van de eerste vordering, ongeacht of deze werd toegekend33

.

Wat nu net problematisch is, is dat de huwelijksgemeenschap, die in principe blijft bestaan tot

het definitief worden van de echtscheiding, aldus retroactief verandert van aard. Het wordt

met name een onverdeeldheid, die bestemd is om verdeeld te worden34

. In de onverdeeldheid

bevinden zich de goederen die zich op het moment van het inleiden van de vordering in de

huwelijksgemeenschap bevonden. Ook de intresten die deze goederen sindsdien opgebracht

hebben, zijn in de onverdeeldheid begrepen35

.

Door die verandering van aard worden andere regels van toepassing. In plaats van de regels

uit het primair en secundair huwelijksvermogensrecht spelen de gemeenrechtelijke regels

inzake mede-eigendom36

. Daarnaast geldt een verplichting voor de echtgenoot om

verantwoording af te leggen met betrekking tot de goederen die hij op exclusieve wijze

beheert en die in de onverdeeldheid zitten37

. Ten slotte moet ook een beheersrekening

opgesteld worden. Het definitief worden van de echtscheiding en de retroactiviteit die daar het

gevolg van is, leidt er met andere woorden toe dat de handelingen die tijdens het bestaan van

de huwelijksgemeenschap werden gesteld door andere regels worden beheerst38

.

30

Art. 217 B.W. 31

Art. 220 B.W. 32

Art. 1278, lid 2 Ger.W. 33

Cass. 5 februari 2004, C.010587N, onuitg.; Bergen 3 maart 1998, Rev.trim.dr.fam. 1999, 141; Gent 22 juni

1999, T.Not. 2002, 567; Gent 29 maart 2002, T.B.B.R. 2003, 177. 34

H. VANBOCKRIJCK, “Overzicht van rechtspraak (1997-2004) – De vereffening-verdeling na echtscheiding”,

E.J. 2004, afl. 5, 74; S. MOSSELMANS, “Beweringen en zwarigheden inzake vereffening-verdeling: over de

toepassing in de tijd van art. 1435 B.W. en over de zogeheten ‘woonstvergoeding’” (noot onder Cass. 27 april

2001), E.J. 2003, 12. 35

Cass. 4 mei 2001, E.J. 2001, 122, noot S. MOSSELMANS. 36

Art. 577-2 B.W.; Cass. 18 maart 1977, Arr.Cass. 1977, 779; Cass. 17 november 1983, Arr.Cass. 1983-84, 315. 37

H. VANBOCKRIJCK, “Overzicht van rechtspraak (1997-2004) – De vereffening-verdeling na echtscheiding”,

E.J. 2004, afl. 5, 79. 38

J. TREMMERY, “De postcommunautaire onverdeeldheid en haar problemen” in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT(ed.) Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 2.

Page 15: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

15

9. Aangezien de huwelijksgemeenschap tot onverdeeldheid is geworden, moet dan ook

nagegaan worden – voor elke echtgenoot – of vergoeding verschuldigd is ten laste of ten bate

van de onverdeeldheid39

. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn indien een van de echtgenoten

het exclusieve beheer heeft gehad van een bepaald goed en op die manier inkomsten of

vruchten ervan heeft genoten40

. Een meer gedetailleerde bespreking van de beheersrekeningen

gaat de onderzoeksvraag van deze masterproef te buiten en wordt hier niet behandeld.

2. ONVERDEELDHEID INZAKE ERFOPVOLGING

10. Het openvallen van een nalatenschap heeft automatisch tot gevolg dat een

onverdeeldheid ontstaat tussen de erfgenamen41. Zoals hierboven al kort vermeld (supra

randnummer 7), houdt een onverdeeldheid in dat de deelgenoten eenzelfde recht kunnen

uitoefenen op de goederen in de massa. Het feit dat ingevolge het openvallen van een

nalatenschap samenloop ontstaat tussen de erfgenamen die blote eigenaar zijn en de

langstlevende echtgenoot die het vruchtgebruik verkrijgt, heeft met andere woorden geen

onverdeeldheid tot gevolg. De blote eigenaren en de vruchtgebruiker zijn immers titularis van

verschillende rechten42

.

B. HET VERZOEK TOT VEREFFENING-VERDELING EN DE

UITONVERDEELDHEIDTREDING

11. Hierboven werd het principe al vermeld dat niemand geacht wordt om in

onverdeeldheid te blijven, tenzij een overeenkomst tot tijdelijke onverdeeldheid werd

aangegaan. Deze overeenkomst kan maximaal voor een periode van vijf jaar worden

bedongen43

.

12. Het is dan ook logisch dat elke deelgenoot - die de onverdeeldheid kan bewijzen - de

vordering tot vereffening-verdeling kon instellen, tenzij in een overeenkomst werd

afgesproken om de verdeling voor maximaal 5 jaar uit te stellen44

. Werd de onverdeeldheid

39

J. TREMMERY, “De postcommunautaire onverdeeldheid en haar problemen” in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT(ed.) Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 1. 40

Cass. 4 mei 2001, E.J. 2001, 122, noot S. MOSSELMANS. 41

Bergen 12 januari 1995, Rev.not.b. 1995, 374. 42

W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 1. 43

Art. 815, lid 1 B.W. 44

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van

de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 2.

Page 16: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

16

immers niet bewezen, dan kon de uitonverdeeldheidtreding niet worden opgelegd door de

rechter met het idee dat de boedelnotaris de onverdeeldheid wel zal aantonen45

.

13. Was de minnelijke verdeling niet mogelijk, dan kon de meest gerede partij de

gerechtelijke vereffening-verdeling vorderen bij de rechtbank van eerste aanleg46

. Deze

vordering had een absoluut, onverjaarbaar en ondeelbaar karakter47

. De vordering moest met

andere woorden tegen alle deelgenoten gericht zijn en alle goederen in de massa bevatten48

.

De gedinginleidende akte was in principe de dagvaarding49

, maar in het kader van een

echtscheiding werd de procedure ook ingeleid met een verzoekschrift, door vrijwillige

verschijning50

of door middel van een conclusie hangende de echtscheidingsprocedure51

.

Indien er buiten het huwelijk verwekte kinderen waren, kwamen in de praktijk geregeld

problemen voor bij het openvallen van de nalatenschap. Deze situatie kon immers tot

moeilijkheden leiden, aangezien ook deze kinderen rechten konden laten gelden als

erfgenaam. Ze konden met name een afstammingsvordering instellen tot dertig jaar na de

geboorte of de beëindiging van het bezit van staat52

en op die manier ook de vereffening-

verdeling vorderen. Hadden zij echter binnen 6 maand na het openvallen van de nalatenschap

hun rechten niet laten gelden, dan konden zij volgens de wet de vereffening-verdeling die te

goeder trouw door de andere erfgenamen is gevorderd niet bemoeilijken53

. Ze konden dus niet

eisen dat ze hun aandeel in natura verkrijgen, de geldwaarde daarentegen konden ze wel nog

opeisen.

Had één van de erfgenamen zijn erfrechten overgemaakt aan een derde, dan kon de

vereffening-verdeling ook door die overnemer gevorderd worden, vermits deze deelgenoot

was geworden. Deze derde kon echter uitgesloten worden door de andere erfgenamen op basis

45

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van

de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 2. 46

Oud art. 1207 Ger.W. 47

Rb. Brussel 16 maart 2001, J.T. 2001, 506; Antwerpen 26 mei 2003, T.Not. 2004, 165. 48

W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 3. 49

Cass. 1 mei 1891, Pas. 1891, I, 133. 50

Art. 700 Ger.W. 51

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van

de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 3. 52

Art. 331 ter B.W. 53

Art. 828 B.W.

Page 17: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

17

van de erfuitkoop54

. Het leidt ons echter te ver om in het kader van deze masterproef de

erfuitkoop uiteen te zetten.

14. In het geval dat één van de deelgenoten onbekwaam of minderjarig was, had dit tot

gevolg dat een voogd moest optreden om de vereffening-verdeling te vorderen. Deze

handeling vereiste een machtiging van de vrederechter55

, tenzij de minderjarige of

onbekwaamverklaarde optreedt als verweerder in het geding56

. In dit geval kon de voogd

aldus overgaan tot het vorderen van een gerechtelijke vereffening-verdeling.

15. Een derde categorie van personen die de vereffening-verdeling konden uitlokken

waren ten slotte de persoonlijke schuldeisers van de deelgenoten. Ze konden dit doen door

middel van een zijdelingse vordering, waarbij ze in de rechten traden van hun schuldenaar om

de vereffening-verdeling te vorderen van de onverdeeldheid waarin hun schuldenaar

gerechtigd was57

. De schuldeisers konden elk vorderingsrecht van hun schuldenaar op de

onverdeeldheid uitoefenen58

.

Daarenboven konden de schuldeisers zich ook verzetten tegen de vereffening-verdeling die

buiten hun aanwezigheid zou geschieden59

. Ze konden dit doen aan de hand van een

pauliaanse vordering60

, dit om te vermijden dat op die manier een bedrieglijke benadeling tot

stand kwam. Daarvoor moest bedrog en de medeplichtigheid van alle deelgenoten bewezen

worden en dat was vaak niet evident61

. Lukte het de schuldeisers om dergelijk bewijs te

leveren, dan kon de verdeling zonder hen niet plaatsvinden62

. Werd echter geen verzet

aangetekend dan verviel de mogelijkheid tot het instellen van de pauliaanse vordering, tenzij

kon aangetoond worden dat de vereffening-verdeling fictief of bedrieglijk is geschied, om het

verzet onmogelijk te maken63

. Het verzet of de tussenkomst moest ingeroepen worden

54

Art. 841 B.W. 55

Art. 817, lid 1 B.W. 56

W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 4. 57

Art. 1066 B.W.; W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE

CONFERENTIE DER BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 4. 58

Rb. Gent 9 november 2004, T.Not. 2005, afl. 5, 306. 59

Art. 882 B.W. 60

Art. 1167 B.W. 61

W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 5. 62

Cass. 18 november 2002, P.&B. 2002, afl.3 139, noot S. MOSSELMANS. 63

Cass. 3 december 1999, R.Cass. 2000, 157, noot B. WAUTERS.

Page 18: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

18

vooraleer de vereffening-verdeling afgerond was. Dit was eens de lottrekking was gebeurd of

het homologatievonnis in kracht van gewijsde was getreden64

.

Een andere mogelijkheid voor de schuldeisers om in de vereffening-verdeling te interfereren

was om op eigen kosten in de verdeling tussen te komen, indien de vereffening-verdeling

reeds werd ingeleid. Nergens werd in de wet zijn dienaangaande vormvoorwaarden vermeld,

dit kon volgens mij dan ook via een gewone brief aan de notaris65

.

Wanneer door de deelgenoten geen acht werd geslagen op het verzet van de schuldeiser tegen

de vereffening-verdeling die heeft plaatsgevonden zonder de schuldeiser, dan kon de

verdeling mogelijks herroepen worden66

. In dat geval moest de schuldeiser wel kunnen

aantonen dat hij dienaangaande schade heeft geleden.

De schuldeiser die kon aantonen dat hij schade geleden heeft door de verdeling kon

daarenboven ook schadevergoeding eisen op grond van artikel 1382 B.W67

. Deze optie was

nuttig indien het niet meer mogelijk was om de onverdeeldheid opnieuw samen te stellen.

Opnieuw moest de vordering geadresseerd zijn aan alle hoofdelijk aansprakelijke

deelgenoten68

. Het was aldus heel erg belangrijk om goed in de gaten te houden of er

schuldeisers waren die in de vereffening-verdeling moesten betrokken worden!

16. Het is ten slotte ook belangrijk om te weten dat de vordering tot vereffening-verdeling

moet ingesteld worden bij de rechtbank van eerste aanleg, in het rechtsgebied waar de

onverdeeldheid is opengevallen. In het geval van een nalatenschap is dit de laatste woonplaats

van de erflater69

. Bij echtscheiding is dit de laatste echtelijke verblijfplaats of de woonplaats

van de verweerder70

. Worden echter meerdere vorderingen ingesteld, dan wordt de zaak

aanhangig gemaakt bij de rechtbank waar de eerste vordering op de rol werd geschreven en

worden deze samengevoegd71

.

64

W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 6; A. KLUYSKENS, De

beginselen van het burgerlijk recht, II, Antwerpen, Standaard, 1942, 310. 65

W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 5. 66

Art. 882, in fine B.W. 67

A. KLUYSKENS, De beginselen van het burgerlijk recht, II, Antwerpen, Standaard, 1942, 312. 68

Art. 1200 B.W. 69

Art. 627, 3° Ger.W. 70

Art. 628, 1° Ger.W. 71

Art. 1208 Ger.W.

Page 19: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

19

17. De eerste problematiek in de fase van de vordering tot uitonverdeeldheidtreding is dat

er vaak tussen partijen meerdere onverdeeldheden bestaan, waarbij een bepaalde volgorde

moet aangehouden worden in de verdelingen. Zo moet bijvoorbeeld in geval van het

vooroverlijden van een echtgenoot eerst de huwelijksgemeenschap vereffend en verdeeld

worden72

.

Het komt echter vaak voor dat advocaten de verdeling van de huwelijksgemeenschap uit het

oog verliezen en enkel de vordering tot uitonverdeeldheidtreding instellen met betrekking tot

de nalatenschap. Onder de oude procedure bracht deze vergetelheid een hele hoop narigheid

met zich mee. Het leidde namelijk tot veel tijdsverlies, aangezien de vereffening-verdeling die

vergeten werd het voorwerp moest uitmaken van een nieuwe rechterlijke beslissing73

. De

wetgeving bepaalde dienaangaande niets specifiek, maar toch waren er reeds bepaalde

bronnen in de rechtspraak en rechtsleer die stelden dat de vordering tot

uitonverdeeldheidtreding van de nalatenschap ook de huwelijksgemeenschap betroffen. Er

heerste echter controverse. Het feit dat men in de rechtspraak en rechtsleer niet eensgezind

was creëerde rechtsonzekerheid bij de rechtsonderhorige en de advocaten. Moest nu wel of

niet een nieuwe vordering tot uitonverdeeldheidtreding ingesteld worden? Uit voorzichtigheid

opteerde men er dan ook voor om een nieuwe vordering in te stellen met betrekking tot de

huwelijksgemeenschap. Conclusie: door een kleine onoplettendheid moest men zich een

tweede keer tot de rechter richten en werd aldus veel tijd verloren74

!

18. Een tweede knelpunt in deze oude procedure is aan de orde indien de onverdeeldheid

onroerende goederen omvat die in het buitenland gelegen zijn. De regel was immers dat de

vordering tot uitonverdeeldheidtreding en de gerechtelijke vereffening-verdeling een

ondeelbaar karakter hebben. Dit betekent dat zowel alle partijen bij de procedure moeten

betrokken worden, als ook alle goederen die zich in de boedel bevinden. De partijen kunnen

72

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van

de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 3; Rb. Gent 23 maart 2010, R.W. 2010-11, 682. 73

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 9; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-

verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming

van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 3. 74

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 9; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-

verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming

van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 3.

Page 20: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

20

echter wel anders overeenkomen. Het feit dat bepaalde goederen zich in het buitenland

bevinden, deed echter geen afbreuk aan het beginsel van ondeelbaarheid75

.

De goederen in het buitenland moesten samen met de andere vereffend en verdeeld worden.

De rechtspraak bepaalde hierover dat de notaris niet gemachtigd kon worden om de goederen

in het buitenland openbaar te verkopen, evenmin kon de notaris een ambtsgenoot met deze

opdracht belasten76

. Het kwam toe aan de meest gerede partij om een vordering tot

vereffening-verdeling in te stellen bij de rechtbank in het land waar de goederen gelegen

zijn77

. De rechter moest dan op zijn beurt een notaris met de opdracht belasten om de

goederen te verkopen78

.

Het gevolg van deze regel was dat de procedure aldus vaak niet binnen een redelijke termijn

kon afgewikkeld worden, aangezien de procedure door juridische en praktische moeilijkheden

vast kwam te zitten79

. De wetgeving dienaangaande had aldus een nefaste invloed op de rest

van de onverdeeldheid en het verdere verloop van de procedure80

.

75

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 9. 76

Rb. Turnhout 23 februari 2007, R.W. 2007-08, 585. 77

De rechtsleer bepaalt immers dat de verkoop van een in het buitenland gelegen onroerend goed moet

geschieden volgens de lex rei sitae. Zie Rb. Kortrijk 25 maart 1980, R.W. 1980-81, 2279, noot C. DE

BUSSCHERE; J. TREMMERY, Vereffening-verdeling tussen echtgenoten: praktische handleiding met excel

rekenblad, Antwerpen, Maklu, 2005, 35-36; W. PINTENS en F. BUYSSENS (eds.), Vereffening van het

huwelijksvermogen, Antwerpen, Maklu, 1993, nr. 341; J. DE WACHTER, Knelpunten bij de gerechtelijke

vereffening-verdeling. Bespreking van het wetsvoorstel houdende de hervorming van de procedure van

gerechtelijke vereffening-verdeling(C. DEFRAIGNE ET AL.), Parl.St., Senaat 2010-11, nr.5-405/1, 16., Masterproef

Rechten Universiteit Gent, 2010-11, 10, http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/333/RUG01-

001787333_2012_0001_AC.pdf (consultatie 18/07/2013). 78

C. ENGELS, “Burgerlijk procesrecht – Bijzondere rechtsplegingen” in Rechtskroniek voor het notariaat 17,

Brugge, die Keure, 2010, 191. 79

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 9 en 17-18; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke

vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De

hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 4; Rb. Gent 7 oktober

2008, R.W. 2008-09, 884. 80

J. DE WACHTER, Knelpunten bij de gerechtelijke vereffening-verdeling. Bespreking van het wetsvoorstel

houdende de hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling(C. DEFRAIGNE ET AL.),

Parl.St., Senaat 2010-11, nr.5-405/1, 16., Masterproef Rechten Universiteit Gent, 2010-11,

http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/333/RUG01-001787333_2012_0001_AC.pdf (consultatie

18/07/2013).

Page 21: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

21

C. AANWIJZINGSVONNIS

1. RECHTERLIJK BEVEL TOT UITONVERDEELDHEIDTREDING

19. In eerste instantie wordt in het aanwijzingsvonnis beslist tot uitonverdeeldheidtreding

en gerechtelijke vereffening-verdeling. In deze fase van de werkzaamheden kunnen de

partijen er ook voor opteren om de werkzaamheden niet af te wachten en reeds ontstane

geschillen al voor te leggen aan de rechter. De rechter kan deze geschillen beslechten, maar

kan evenwel beslissen om de beslechting uit te stellen tot na de homologatie81

. Er is nochtans

een strekking in de rechtspraak die niet akkoord gaat met het voortijdig voorleggen van

bepaalde geschilpunten aan de rechter. In een zaak van 13 april 2010 stelt het hof van beroep

te Brussel dat het te voorbarig zou zijn om de betwistingen tussen de partijen op voorhand te

beslechten. Het behoort immers uitsluitend tot de taak van de boedelnotaris en niet tot die van

de rechtbank, om de vereffening-verdeling concreet uit te werken82

.

De wetgeving geeft daarbij niet aan welke waarde wordt gehecht aan eventuele akkoorden die

alsnog kunnen worden bereikt in het kader van de voorgelegde geschillen. Er bestaat

dienaangaande rechtsonzekerheid: zowel de partijen, de notaris als de rechter weten niet wat

een akkoord met zich meebrengt. Moet de notaris bijvoorbeeld rekening houden met

dergelijke akkoorden bij het opstellen van de staat van vereffening-verdeling? Kan nog

afgeweken worden van dergelijk akkoord? Wat moet de notaris doen indien het akkoord

betrekking heeft op de openbare verkoop van een goed uit de boedel? Al deze vragen vinden

geen antwoord in de oude wetgeving.

2. VERKOOP VAN GOEDEREN UIT DE BOEDEL

20. Onder de gelding van de oude procedure was het zo dat de rechter al in het stadium

van het aanwijzingsvonnis kon beslissen tot de verkoop – openbaar of uit de hand – van één

of meerdere goederen die zich in de te verdelen boedel bevonden83

. Deze praktijk was echter

uitzonderlijk, aangezien de regel toen ook al was dat de verdeling in natura moest gebeuren84

.

Toch ervaar ik het als problematisch dat de mogelijkheid bestond om al in de fase van het

aanwijzingsvonnis te beslissen tot een verkoop, aangezien de rechter op dat moment nog geen

zicht heeft op de mogelijkheid tot gevoeglijke verdeling in natura. Het is pas na verloop van

81

Oud art. 1209, lid 1 Ger.W. 82

Brussel 13 april 2010, NJW 2010, afl. 225, 506. 83

Oud art. 1211, lid 1 Ger.W. 84

Art. 826 B.W.

Page 22: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

22

de werkzaamheden van de notaris en de vereffening van de rechten van de partijen dat een

duidelijk beeld daaromtrent kan worden gevormd85

.

3. AANSTELLEN VAN EEN DESKUNDIGE

21. Moest een deskundige aangesteld worden, dan kon ook dit in het aanwijzingsvonnis

gebeuren86

. Een deskundige kan immers nuttig zijn bij de waardering van de goederen die

zich in de te verdelen boedel bevinden. Hoewel de notaris zelf – als deskundige in de

overdracht van onroerende goederen – de waarde van de goederen kan bepalen, is een

deskundige vaak aangewezen bij meer specifieke goederen. Er kon echter ook gewacht

worden tot de notaris zijn werkzaamheden had aangevat om een deskundige aan te stellen.

Onder de oude procedure kwam het enkel aan de boedelnotaris toe om door middel van een

tussentijds proces-verbaal de rechter te verzoeken een deskundige aan te stellen. Daarbij

kwam het evengoed enkel aan de rechter toe om de deskundige bij te sturen in zijn opdracht

of om te vragen de schatting te actualiseren. Het kwam immers vaak voor dat een ganse tijd

verstreek tussen de schatting van de boedel en de effectieve verdeling87

, met als gevolg dat de

waarde van de boedel alweer gewijzigd was. Het feit dat de rechter nogmaals moest gevat

worden leidde ertoe dat aanzienlijke vertraging werd opgelopen88

.

De rechtspraak stelde dat de opdracht van de deskundige nauwkeurig moest omschreven

worden89

. Zoals hierboven vermeld kan tussen de schatting en de effectieve verdeling enige

tijd verlopen, daarenboven kan het zijn dat bepaalde goederen op verschillende data moet

geschat worden. Het beste resultaat kon aldus worden bereikt als de schatting zo dicht

mogelijk bij de verdeling doorging. Om een zo accuraat mogelijke waardebepaling te

bekomen moest de opdracht van de deskundige aldus zeer nauwkeurig bepaald worden. Was

dit echter niet voldoende gebeurd, moest de rechter opnieuw gevat worden om de opdracht te

85

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van

de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 6; Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure

van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St. Senaat, 5-405/1, 19. 86

Oud art. 1215 en 1216 Ger.W. 87

CH. DECLERCK, “Kroniek secundair huwelijksvermogenstelsel” in W. PINTENS en CH. DECLERCK (eds.),

Patrimonium 2011, Antwerpen, Intersentia, 2011, 47. 88

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van

de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 6; Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure

van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St. Senaat, 5-405/1, 28. 89

Luik 29 februari 2000, JLMB 2000, 1164.

Page 23: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

23

preciseren. Dezelfde conclusie kan getrokken worden: opnieuw naar de rechter stappen leidt

tot vertraging van het procedureverloop90

.

Aangezien de notaris zelf ook kon overgaan tot het schatten van de boedel werd aldus niet bij

elke gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling een deskundige aangesteld. Kon de

boedel echter niet gevoeglijk verdeeld worden in natura, dan moest wel verplicht een

deskundige worden aangesteld. De notaris kreeg in dat geval niet de kans om de goederen zelf

te gaan schatten91

.

22. Onder de oude procedure werd daarenboven bij de aanstelling van een deskundige een

onderscheid gemaakt tussen de waardering van roerende of onroerende goederen92

. Nochtans

lijkt dergelijk onderscheid overbodig93

.

23. Na het volbrengen van zijn taken legde de deskundige zijn verslag neer ter griffie en

stuurde hij een afschrift ervan op de voorgeschreven wijze naar de deelgenoten en hun

advocaten94

(infra randnummer 101, alinea 2). Op te merken valt dat de notaris op dit moment

geen kennis kreeg van het deskundigenverslag95

. Hij was aldus afhankelijk van de

deelgenoten om op de hoogte gebracht te worden betreffende de bevindingen van de

deskundige96

. Lieten de deelgenoten na om het verslag over te brengen aan de notaris of liet

dit op zich wachten, dan kon de notaris zijn werkzaamheden niet voortzetten.

24. Deze werkwijze kon – mijns inziens – niet aangehouden worden. Het is

onverantwoord dat het lot van de procedure helemaal overgelaten wordt aan de

verantwoordelijkheid van de deelgenoten. Dit is een duidelijk voorbeeld van het feit dat de

bedoeling om de boedelnotaris de leiding van het geding te geven veel te weinig consequent

werd uitgewerkt in de oude procedure.

90

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 10. 91

C. ENGELS, Procesrecht in verband met het notariaat, Brugge, die Keure, 2010, 180. 92

Oud art. 1215 Ger.W. en art. 1216 Ger.W. 93

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 30. 94

Oud art. 978, §2 Ger.W. 95

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 30. 96

J. DE WACHTER, Knelpunten bij de gerechtelijke vereffening-verdeling. Bespreking van het wetsvoorstel

houdende de hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling(C. DEFRAIGNE ET AL.),

Parl.St., Senaat 2010-11, nr.5-405/1, 16., Masterproef Rechten Universiteit Gent, 2010-11,

http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/333/RUG01-001787333_2012_0001_AC.pdf (consultatie 28/07/2013)

Page 24: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

24

4. AANSTELLEN VAN DE BOEDELNOTARIS

25. Vooraleer van start kon gegaan worden met de notariële werkzaamheden van de

gerechtelijke vereffening-verdeling, moest de rechtbank de boedelnotaris aanstellen. Onder de

oude procedure kregen de deelgenoten de keuze tussen één of twee boedelnotarissen die de

werkzaamheden begeleidden97

.

Traditioneel opteerden de meeste partijen er voor om elk een beroep te doen op de door hen

gekozen notaris, vaak de familienotaris. Dit was dan ook perfect mogelijk. De keuze om al

dan niet twee boedelnotarissen aan te stellen en de volgorde van de aanstelling behoorde tot

de soevereine bevoegdheden van de boedelrechter98

.

In het vonnis waarin de rechtbank de gerechtelijke vereffening-verdeling beveelde, verwees

ze de zaak naargelang het geval naar één of twee notarissen99

. Deze beslissing is geen

beslissing alvorens recht te doen, maar een eindbeslissing. Werd tegen deze beslissing beroep

aangetekend, dan mocht het Hof van Beroep na de behandeling van het hoger beroep de zaak

niet terugsturen naar de rechtbank van eerste aanleg100

. Men verloor dus als het ware een

aanleg101

. Deze problematiek betreffende het hoger beroep naar aanleiding van een beslissing

betreffende de gerechtelijke vereffening-verdeling komt later nog aan bod.

Werd beslist om twee boedelnotarissen aan te stellen, dan hield elke notaris zich vooral met

de belangen van de partij die hem had aangezocht bezig. De plicht tot onpartijdigheid bleef

echter wel gelden102

. De eerste notaris die genoemd werd in het aanstellingsvonnis was de

minuuthouder, daarnaast kon ook enkel deze de staat van vereffening opmaken. De tweede

notaris kon slechts zijn opmerkingen te kennen geven of een tegenontwerp opmaken bij een

meningsverschil103

.

97

Oud art. 1209, lid 2 Ger.W. 98

CH. SLUYTS, “Notariële en procesrechtelijke aspecten van de vereffening-verdeling” in W. PINTENS, F.

BUYSSENS (eds.), Vereffening-verdeling van het huwelijksvermogen, Antwerpen, Maklu, 1993. 99

Cass. 10 september 1981, Arr. Cass. 1981-82, 46. 100

Cass. 12 januari 1979, Arr. Cass. 1978-79, 540; Cass. 28 oktober 1999, Arr. Cass. 1999, 1351. 101

A. WYLLEMAN, “Onwil, vertraging en misverstand in de procedure tot gerechtelijke verdeling na

echtscheiding, Hommage aan Prof. M. Storme”, A.J.T. 1995-96, 208; P. DE PAGE, “Problèmes de liquidation et

partage entre ex-époux”, T.B.B.R. 1995, 352; P. DE PAGE, noot onder Luik 29 april 1991, Rev.trim.dr.fam. 1992,

323. 102

A. WYLLEMAN, “Onwil, vertraging en misverstand in de procedure tot gerechtelijke verdeling na

echtscheiding”, A.J.T. 1995-96, 222. 103

Oud art. 1214 Ger.W.

Page 25: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

25

Kwamen de partijen tot een akkoord over welke notaris zij wilden aangesteld zien, dan was

het diegene die werd aangesteld104

. Er is sprake van een akkoord indien deelgenoot A notaris

1 verkiest en deelgenoot B notaris 2 en dat daarenboven deelgenoot A notaris 2 aanvaardt en

deelgenoot B notaris 1105

. De keuze betreffende welke boedelnotaris wordt aangesteld kwam

met andere woorden in de eerste plaats toe aan de partijen106

. Toch was dienaangaande

tegenstrijdigheid op te merken in de rechtspraak en rechtsleer. Een bepaalde strekking stelde

namelijk dat – ongeacht het akkoord van de partijen – de rechter een beoordelingsmarge had

betreffende de aanstelling van de boedelnotaris. Zo kon hij – niettegenstaande het akkoord

van de deelgenoten – toch weigeren de voorgestelde notaris als boedelnotaris aan te duiden,

indien hij meende dat die aanwijzing niet opportuun was107

.

Kwamen de partijen daarentegen niet overeen, dan besliste de rechtbank soeverein welke

notaris aangesteld werd108

. In de praktijk kwam het vaak voor dat de rechtbank in dat geval

opteerde voor de familienotaris109

. Door de aanstelling van de familienotaris probeerde men

tijd te winnen en de kans op een minnelijke regeling alsnog mogelijk te maken110

. Toch moet

enige voorzichtigheid aan de dag gelegd worden bij deze werkwijze. Soms doet men er

immers beter aan een notaris aan te stellen die door geen enkele partij is voorgesteld,

aangezien de objectieve onpartijdigheid in het gedrang kan komen. Niet enkel moest de

104

Bergen 9 juni 1997, Rev. trim. dr. fam. 1998, 154. 105

J. DE WACHTER, Knelpunten bij de gerechtelijke vereffening-verdeling. Bespreking van het wetsvoorstel

houdende de hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling(C. DEFRAIGNE ET AL.),

Parl.St., Senaat 2010-11, nr.5-405/1, 16., Masterproef Rechten Universiteit Gent, 2010-11,

http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/333/RUG01-001787333_2012_0001_AC.pdf (consultatie

18/07/2013). 106

P. DE PAGE, “Problèmes de liquidation et partage entre ex-époux”, T.B.B.R. 1995, 352; P. DE PAGE, noot

onder Luik 29 april 1991, Rev. trim. dr. fam. 1992, 323; C. SLUYTS, “Notariële en procesrechtelijke aspecten van

de vereffening-verdeling” in W. PINTENS, F. BUYSSENS (eds.), Vereffening-verdeling van de

huwelijksgemeenschap, Antwerpen, Maklu, 1987, 97. 107

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 9. 108

Oud art. 1209 Ger.W.; Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-

verdeling, Parl. St. Senaat, 5-405/1, 20; R. BOURSEAU, “Aspects spécifiquements judiciaires” in La pratique du

partage judiciaire, Brussel, Story-Scientia, 1987, 205; A. WYLLEMAN, Onwil, vertraging en misverstand in de

procedure tot gerechtelijke verdeling na echtscheiding, AJT 1995-96, 209. 109

TH. VAN SINAY, “Commentaar bij art. 1209”, Comm.Ger. 2002, 360. 110

S. MOSSELMANS, “De aanstelling van de instrumenterende notaris(sen) in het raam van de vereffening-

verdeling van het huwelijksvermogensstelsel”, noot onder Brussel 20 december 1995, R.W. 1997-98, nr. 4; A.

WYLLEMAN, Onwil, vertraging en misverstand in de procedure tot gerechtelijke verdeling na echtscheiding,

AJT 1995-96, 209.

Page 26: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

26

notaris in alle onafhankelijkheid en onpartijdigheid zijn taak uitoefenen, daarenboven mocht

er ook geen schijn van partijdigheid zijn111

.

In het geval twee boedelnotarissen werden aangesteld, speelde de volgorde waarin men werd

aangesteld wel degelijk een rol. Er was immers een specifieke taakverdeling voorzien onder

de gelding van de oude procedure. Zo zou de eerste notaris de staat van vereffening-verdeling

opmaken en de minuuthouder zijn. De tweede notaris kon dan enkel opmerkingen aan de staat

verbinden of een tegenontwerp aan het proces-verbaal van beweringen en zwarigheden

toevoegen112

.

26. De aanstelling van twee boedelnotarissen kon nochtans – naar mijn mening – niet

gerechtvaardigd worden. Het leidde er namelijk toe dat de ongeoorloofde indruk gewekt werd

dat een partij zijn “eigen” notaris kon aanduiden en dat deze notaris optrad in het belang van

die partij113

. De notaris werd dan als het ware verward met een raadsman. Nochtans had de

notaris de deontologische plicht om onpartijdig en onafhankelijk te zijn bij het uitvoeren van

zijn taak als boedelnotaris – ongeacht het feit of slechts één of twee boedelnotarissen werden

aangesteld114

. De notaris trad immers op als gerechtelijk mandataris in deze procedure115

. Het

feit dat twee notarissen aangewezen werden als boedelnotarissen kon er aldus toe leiden dat

vertragingsmanoeuvres werden opgezet116

. Zo kwam het voor dat de de notarissen – wegens

moeilijkheden om hun agenda’s op elkaar af te stemmen – de verschillende stappen in de

111

Art. 6 EVRM; art. 12 Koninklijk besluit tot goedkeuring van de deontologische code vastgesteld door de

Nationale Kamer van notarissen; art. 9 §1, derde lid en art. 12 Wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt.

A contrario: DECLERCK stelt echter dat de aanwijzing van een van de voorgestelde notarissen niet automatisch

inhoudt dat de onafhankelijkheid en onpartijdigheid in het gedrang komt in CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS,

“Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H.

CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen,

Intersentia, 2012, 11. 112

Oud art. 1214 Ger.W. 113

C. ENGELS, “Burgerlijk procesrecht – Bijzondere rechtsplegingen” in C. ENGELS (ed.), Rechtskroniek van het

notariaat 17, Brugge, die Keure, 2010, 193. 114

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 21; Rb. Dendermonde 9 april 1999, A.R. 96/626/A, onuitg; A. VAN DEN BOSSCHE, “Proces-

verbaal van beweringen en zwarigheden en afsluiting van de procedure” in KONINKLIJKE FEDERATIE DER

BELGISCHE NOTARISSEN (ed.), Vereffening-verdeling, Recyclagedagen 1991 van de Nederlandstalige Regionale

Raad, Deurne, Kluwer, 1992, 129 – 138. 115

Antwerpen 23 december 1987, Rev. not. b. 1988, 431; B. LUYTEN, “Enkele bedenkingen bij de procedure van

gerechtelijke verdeling”, T.Not. 1995, 387. 116

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 21; G. DE LEVAL EN F. ERDMAN, Justitiedialogen, Syntheseverslag opgemaakt op verzoek van

Laurette Onkelinckx, vroegere vice-eerste minister en minister van Justitie, juli 2004, 152.

Page 27: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

27

procedure heel lang in de tijd spreidden117

. Daarnaast leidde de samenwerking tussen de twee

notarissen vaak tot moeilijkheden. Niet enkel viel hun agenda soms moeilijk te combineren,

daarenboven konden ook inhoudelijke tegenstellingen ontstaan. Zo konden eventueel

opmerkingen of een tegenontwerp toegevoegd worden aan de stukken die de notaris had

opgemaakt indien de notarissen niet tot een vergelijk kwamen118

. Het feit dat de notarissen

niet gedwongen werden om samen tot een staat te komen en aldus tot opmerkingen en

toevoegingen konden overgaan creëerde een onoverzichtelijk geheel. Het werd op die manier

voor de rechtszoekende wel heel moeilijk om inzicht te krijgen in de zo al complexe materie.

27. Daarenboven moest er ook op gelet worden dat de notaris bevoegd is. Daarvoor moest

naar de Wet van 25 ventôse jaar XI (16 maart 1803) gekeken worden. De notaris moest

vooreerst ratione loci bevoegd zijn. Aanknopingspunt voor deze bevoegdheid was de

standplaats van de notaris en niet de ligging van de goederen, de plaats waar de nalatenschap

is opengevallen, de woonplaats van de partijen of het ressort van de rechtbank119

. Werd de

notaris gevraagd om zijn ambt uit te oefenen op een plaats die niet binnen het gerechtelijk

arrondissement van zijn standplaats lag, dan was hij onbevoegd om kennis te nemen van de

zaak120

. Indien in de onverdeeldheid ook onroerende goederen begrepen waren die niet

gevoeglijk konden verdeeld worden en buiten het gerechtelijk arrondissement van de

standplaats van de boedelnotaris lagen, kon in de inleidende dagvaarding onmiddellijk al aan

de rechtbank gevraagd worden om een bevoegde notaris aan te stellen wat dat punt betreft.

Werd de onbevoegdheid van de notaris echter uit het oog verloren en niet onmiddellijk

geregeld in de inleidende dagvaarding dan leidde dit onvermijdelijk tot vertragingen. Het was

immers enkel de rechter die een nieuwe – wel territoriaal bevoegde – notaris de taak kon

delegeren121

. Daartoe moest de notaris de zaak voorleggen aan de rechter via een tussentijds

117

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 6. 118

Oud art. 1214 Ger.W.; TH. VAN SINAY, “Commentaar bij art. 1214”, Comm. Ger. 2002, 415; J. TREMMERY,

Vereffening-verdeling tussen echtgenoten: praktische handleiding met excel rekenblad, Antwerpen, Maklu,

2005, 35; Luik 21 maart 2000, Div. Act. 2000, 74. 119

J. VAN COMPERNOLLE, “Désignation, compétence et impartialité du notaire, auxiliaire de justice” in J.-F.

TAYMANS en J. VAN COMPERNOLLE (ed.), Les incidents du partage judiciaire, Brussel, Bruylant, 2001, 18 120

Art. 6 Wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt. 121

Art. 11 Ger.W.; C. DE BUSSCHERE, “Aanwijzing van een notaris voor de gerechtelijke verkoping van een

buiten het arrondissement gelegen onroerend goed”, noot onder Rb. Kortrijk 18 november 1985, R.W. 1985-86,

1504; M. PUELINCKX-COENE, J. VERSTRAETE, N. GEELHAND, Overzicht van rechtspraak, Erfenissen (1988-

1995), T.P.R. 1997, 133; C. ENGELS, “Burgerlijk procesrecht – Bijzondere rechtsplegingen” in C. ENGELS (ed.),

Rechtskroniek van het notariaat, XVII, Brugge, die Keure, 2010, 193; A. WYLLEMAN, Onwil, vertraging en

misverstand in de procedure tot gerechtelijke verdeling na echtscheiding, AJT 1995-96, 208; TH. VAN SINAY,

“Commentaar bij art. 1209”, Comm. Ger. 2002, 363; J. TREMMERY, Vereffening-verdeling tussen echtgenoten:

praktische handleiding met excel rekenblad, Antwerpen, Maklu, 2005, 3.

Page 28: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

28

proces-verbaal van beweringen en zwarigheden122

. Problemen konden dienaangaande

ontstaan indien bepaalde verrichtingen tegen een bepaalde termijn moesten gebeuren, want de

zaak opnieuw voorleggen aan de rechter kost tijd123

. Tenslotte moest ook de bevoegdheid

ratione personae gecontroleerd worden.

Dat de notaris zelf niet de bevoegdheid had om een bevoegde collega met zijn taak te

belasten, moest gezien worden in het licht van het feit dat de notaris zijn bevoegdheid van de

rechtbank verleend krijgt124

. WYLLEMAN stelde nochtans dat de rechter in het vonnis een

clausule kon voorzien, waarin de notaris gemachtigd werd om op een territoriaal bevoegde

notaris beroep te doen125

. Zo kon vermeden worden dat de partijen tijdens de werkzaamheden

van de vereffening-verdeling nog naar de rechter moesten stappen en de procedure op die

manier vertraagd werd. Ze werd hierin gevolgd door VANBIERVLIET126

. Ook dit malheur kan

mijns inziens gezien worden in de context van de slecht uitgewerkte bedoeling om de notaris

de leiding van het geding te geven. De bedoeling van de wetgever was goed, maar werd

onvoldoende tot uiting gebracht in de wetgeving. Het feit dat de notaris niet zelf een

territoriaal bevoegde notaris kon delegeren is daar een schoolvoorbeeld van.

28. Eens de boedelnotaris ten slotte was aangesteld, moest dit ter kennis gebracht worden

aan de partijen en de notaris zelf. De partijen of hun raadsman kregen een gerechtsbrief

toegestuurd, waarbij de aangewezen notaris hen werd medegedeeld. Het kwam dan aan de

meest gerede partij toe om de aangestelde notaris op de hoogte te brengen.

Aangezien de boedelnotaris niet uit zichzelf mocht beginnen met de werkzaamheden inzake

de vereffening-verdeling op te starten, moest minstens één van de partijen hem hierom

122

Cass. 5 november 1993, Rev.trim.dr.fam. 1995, 123, noot P. DE PAGE. 123

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 23. 124

Antwerpen 9 november 2005, T. Not. 2007, 47; C. DE BUSSCHERE, noot onder Rb. Kortrijk 18 november

1985, R.W. 1986-87, 1503; P. WATELET en M. RENARD-DECLAIRFAYT, “Partages et licitations judiciaires”, Rép.

not., Tome XIII, deel 3, Brussel, Larcier, 1988, nr. 81; J. VAN COMPERNOLLE, “La commission du notaire par

justice: typologie et principes généraux” in J. VAN COMPERNOLLE en J.-L. LEDOUX (eds.), Le notaire, le juge et

l’avocat. Heurs et malheurs du notaire commis, Brussel, Bruylant, 1996, 18; A. WYLLEMAN, “Onwil, vertraging

en misverstand in de procedure tot gerechtelijke verdeling na echtscheiding, Hommage aan Prof. M. Storme”,

A.J.T. 1995-96, 207. 125

A. WYLLEMAN, “Onwil, vertraging en misverstand in de procedure tot gerechtelijke verdeling na

echtscheiding, Hommage aan Prof. M. Storme”, A.J.T. 1995-96, 210. 126

W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 9.

Page 29: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

29

verzoeken127

. De wet bepaalt echter niet hoe dat aan de notaris moest gevraagd worden. Er

wordt derhalve aangenomen dat hiervoor een gewone brief voldoende is128

.

De wetgever had dit aspect echter beter anders geregeld. Hij had die verantwoordelijkheid

ook hier beter bij de griffie gelegd. De notaris was in dit geval immers afhankelijk van de

goede wil van de deelgenoten. Het kan volgens mij echter niet de bedoeling van de wetgever

geweest zijn dat de werkzaamheden reeds voor de werkelijke aanvang geblokkeerd werden,

omdat de partijen weigeren of pas laat kennis geven aan de notaris.

29. De partijen hadden de mogelijkheid om aan de rechter bepaalde geschilpunten voor te

leggen, vooraleer de procedure voor de notaris een aanvang nam. Op die manier beslechtte de

rechter de geschillen, zodat de notaris zich hierover niet meer moest uitspreken en zich enkel

naar de uitspraak van de rechter moest schikken. Nochtans werden in de praktijk heel weinig

geschillen die aan de rechter werden voorgelegd, gegrond verklaard. In een zaak van 13 april

2010 stelde het hof van beroep te Brussel dat het voorbarig zou zijn om de betwistingen

tussen de partijen op voorhand te beslechten. Het behoorde immers uitsluitend tot de taak van

de boedelnotaris en niet tot die van de rechtbank, om de vereffening-verdeling concreet uit te

werken. De partijen moesten derhalve de betwistingen aan de notaris voorleggen. Kon voor de

notaris geen akkoord bereikt worden betreffende de geschilpunten, dan maakte deze een –

eventueel tussentijds – proces-verbaal van beweringen en zwarigheden op, waarin hij ook zijn

eigen oordeel verwerkte. Pas dan kwam het aan de rechter toe om over de geschillen te

oordelen129

.

5. AANSTELLEN VAN EEN NOTARIS-RAADSHEER

30. Indien de partijen het nuttig achtten konden ze de notaris verzoeken om een notaris-

raadgever aan te stellen. Dergelijke tussenkomst was echter af te raden. Het is namelijk vaak

zo dat de notaris-raadgever zich als raadgever van een welbepaalde partij ging opstellen,

waardoor het risico ontstond dat de tegenpartij bezwaren zou opwerpen. Was dat het geval

dan liep de procedure opnieuw vertraging op. Het strekte aldus niet tot de efficiëntie van het

verloop van de procedure tot gerechtelijke vereffening-verdeling. Daarenboven werd de taak

127

Gent 24 november 1999, T.Not. 2001, 669. 128

W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 12. 129

Brussel 13 april 2010, NJW 2010, afl. 225, 506.

Page 30: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

30

van de notaris en het gezag van de rechtbank erdoor ondermijnd130

. De boedelnotaris had

namelijk de plicht onpartijdig en objectief te zijn. Het behoorde tot zijn taak om alle partijen

voor te lichten en op eventuele problemen te wijzen, zodat er geen nood was aan een extra

notaris-raadgever.

Wensen partijen toch bijgestaan te worden, opteren ze – mijns inziens - beter voor een

advocaat131

. Deze rechtsfiguur van de notaris-raadsheer bracht naar mijn mening niet veel bij,

integendeel de procedure kon langer aanslepen door eventuele bezwaren en een extra notaris

betekent volgens mij ook dat de transparantie er op achteruit gaat.

Indien de tussenkomst van een notaris-raadgever toch door de boedelnotaris werd aanvaard,

mocht die enkel advies geven aan de partijen. Hij was niet bevoegd om bij de werkzaamheden

van verdeling tussen te komen, het was daarenboven niet toegelaten acties te ondernemen die

de taak van de boedelnotaris dwarsbomen. De notaris-raadgever moest daarom de

boedelnotaris op de hoogte brengen van wat hij wenste te ondernemen132

.

6. AANSTELLEN VAN EEN NOTARIS-VERTEGENWOORDIGER

31. Onder de gelding van de oude procedure was voorzien dat ook een externe tweede (of

eventueel derde) notaris door de rechtbank werd aangesteld133

: de notaris-vertegenwoordiger.

Deze had tot taak om de partijen die niet verschijnen of weigeren uit onverdeeldheid te treden,

te vertegenwoordigen. Elke keer als een partij niet aanwezig was of niet rechtsgeldig

vertegenwoordigd was op een bijeenkomst georganiseerd door de boedelnotaris, werd de

notaris-vertegenwoordiger opgeroepen134

.

Hij moest in het bijzonder in hun plaats de akten en processen-verbaal tekenen, toewijzingen

en andere schuldvorderingen in kapitaal en toebehoren ontvangen, kwijting ervan geven met

of zonder indeplaatsstelling en, ten gevolge van deze betalingen, opheffing verlenen van elke

130

Rb. Kortrijk 8 september 1995, T.Not. 1996, 128, noot F. BOUCKAERT; J. FACQ, “Knelpunten inzake

gerechtelijke vereffening en verdeling” in L. WEYTS, A. VERBEKE en E. GOVAERTS (eds.) LNG, Actualia

Familiaal Vermogensrecht, Universitaire Pers Leuven, 2003, 163. 131

J. VERSTRAETE, “Valkuilen bij gerechtelijke verdelingen”, in VLAAMSE CONFERENTIE DER BALIE VAN

GENT(ed.) Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 13. 132

M. PUELINCKX-COENE, J. VERSTRAETE, N. GEELHAND, I. VERHAERT, “Overzicht van rechtspraak. Erfenissen

1996-2004”, T.P.R. 2005, 644. 133

Oud art. 1210 Ger.W. 134

W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden”, in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT(ed.) Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 62.

Page 31: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

31

inschrijving die is of moest worden genomen, van elke overschrijving van bevel of beslag en

elk verzet indien daartoe grond bestond135

.

Wat echter niet binnen zijn bevoegdheden viel: instemmen met de staat van vereffening-

verdeling, tenzij geverifieerd was of de procedure correct is verlopen. Daarnaast was het niet

mogelijk om dadingen te sluiten in naam van een partij, in te stemmen met een minnelijke

verkoop of de minnelijke verdeling van een gerechtelijke regeling stop te zetten136

.

De notaris kon in het kader van zijn taak als notaris-vertegenwoordiger alleen daden van

beheer stellen, geen daden van beschikking137

. Daarenboven kon de rechtbank de

bevoegdheden van de notaris-vertegenwoordiger niet uitbreiden, noch inperken138

.

32. Ondanks het feit dat de bevoegdheden van de notaris-vertegenwoordiger omschreven

waren in art. 1209, derde lid Ger.W., bestond toch veel controverse over de invulling van de

bevoegdheden van de notaris in kwestie. Het was deze onduidelijkheid die deze rechtsfiguur

problematisch maakte. Vooral de vraag hoever de notaris-vertegenwoordiger moest gaan om

de belangen van de partijen die niet verschenen of weigerden te behartigen, zorgde voor grote

onzekerheid139

. Dienaangaande waren 3 visies op te merken.

135

Oud art. 1209, derde lid Ger.W.; H. CASMAN, La créance résultant d’un état liquidatif non approuvé ni

homolgué est-elle exigible au sens de l’article 1415 du Code Judiciaire? (noot onder Cass. 5 september 1999),

R.C.J.B. 2000, 242; R. DE VROE, Taak van de notaris aangesteld om de niet-verschijnende of weigerende

partijen te vertegenwoordigen, T.Not. 1975,84; F. KUTY en C. WERA, T.B.B.R. 2003, 470; J.-FR. TAYMANS, La

mission du notaire commis pour répresenter les parties absente sou récalcitrantes, in J. VAN COMPERNOLLE en J.-

FR. TAYMANS (ed.), Les incidents du partage judiciaire, Brussel, Bruylant, 2001, nr. 5, 153. 136

W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 10; M. PUELINCKX-COENE,

J. VERSTRAETE, N. GEELHAND, “Overzicht van rechtspraak. Erfenissen 1988-1995”, T.P.R. 1997, 331. 137

R. DE VROE, Taak van de notaris aangesteld om de niet-verschijnende of weigerende partijen te

vertegenwoordigen, T.Not. 1975,82; M. GREGOIRE en C. WAUTERS, in FRNB (ed.), La pratique du partage

judiciaire, 185; J.-L. RENS, Pouvoirs et obligations du notaire commis pour représenter les défaillants et

récalcitrants au partage judiciaire depuis l’entrée en vigueur du Code judiciaire, Rev.not.b 1971, 413; CH.

SLUYTS in W. PINTENS en F. BUYSSENS (ed.), Vereffening-verdeling van het huwelijksvermogen, 156; TH. VAN

SINAY, in Comm.Ger., art. 1209, nr. 12. 138

W. PINTENS, C. DECLERCK, J. DU MONGH, K. VANWINCKELEN, Familiaal vermogensrecht, Antwerpen,

Intersentia, 2010, 287; A. VAN DEN BOSSCHE, Vertegenwoordiging bij vereffening-verdeling, T.Not. 2007, 305;

J. VERSTRAETE en J. FACQ in W. PINTENS (ed.), De vereffening van de nalatenschap, 163; W. VANBIERVLIET,

“De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden”, in VLAAMSE CONFERENTIE DER BALIE VAN GENT(ed.)

Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 61; A. VAN DEN BOSSCHE, “Proces-verbaal van

beweringen en zwarigheden & afsluiting van de procedure”, in Vereffening-verdeling, Recyclagedagen 1991 van

de Nederlandstalige Regionale Raad, Deurne, Kluwer, 1992, 135. 139

W. PINTENS, C. DECLERCK, J. DU MONGH, K. VANWINCKELEN, Familiaal vermogensrecht, Antwerpen,

Intersentia, 2010, 287.

Page 32: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

32

Vooreerst konden de bevoegdheden van de notaris-vertegenwoordiger op beperkende wijze

worden ingevuld140

. Het enige waartoe de notaris-vertegenwoordiger in dit geval gehouden

was, was het nagaan of de gerechtelijke vereffeningsprocedure correct verliep. Meer moest hij

niet doen om de belangen van de afwezige of weigerende partijen te behartigen. Het was

immers niet de bedoeling dat deze partijen meer bescherming zouden genieten dan de andere

– aanwezige – deelgenoten141

.

Anderen hielden er de mening op na dat de bevoegdheden net op een extensieve manier

moesten ingevuld worden. De notaris-vertegenwoordiger moest niet alleen controleren of de

procedure correct verliep, maar ook controleren of geen kennelijke materiële fouten door de

boedelnotaris werden begaan. Eventueel moest de notaris-vertegenwoordiger zwarigheden

opwerpen ten aanzien van de staat van vereffening en verdeling. De notaris-

vertegenwoordiger ging in dit geval dus veel verder om de belangen van de weigerende of

afwezige partijen te behartigen142

.

Ten slotte was er ook een strekking die meende dat de bevoegdheden inderdaad op

beperkende wijze moesten geïnterpreteerd worden, dus beperkt tot het nagaan of de procedure

correct verliep. Indien de notaris-vertegenwoordiger evenwel materiële fouten opmerkte,

moest hij dit aan de partijen en de boedelnotaris signaleren en hen hieromtrent advies

verlenen. Het behoorde echter niet tot de bevoegdheid van de notaris-vertegenwoordiger om

zwarigheden betreffende de staat van vereffening-verdeling te formuleren. Hij was immers

een specialist in de materie en was als dusdanig wel gehouden om de gepaste voorzichtigheid

aan de dag te leggen (art. 1382 B.W.), maar het behoorde enkel tot de taak van de

boedelnotaris om een staat van vereffening-verdeling op te maken143

.

140

H. CASMAN, noot onder Cass. 5 september 1997, R.C.J.B. 2000, 246; S. RENIERS, Over zwarigheden per brief

(noot onder Gent 20 september 2007), RABG 2008, 770; TH. VAN SINAY, in Comm. Ger., art. 1209, nr. 12; J.

VERSTRAETE en J. FACQ, in W. PINTENS (ed.), De vereffening van de nalatenschap, 186. 141

W. PINTENS, C. DECLERCK, J. DU MONGH, K. VANWINCKELEN, Familiaal vermogensrecht, Antwerpen,

Intersentia, 2010, 287. 142

R. BOURSEAU, Aspects spécifiquement judiciaires, in FRNB (ed.), La pratique du partage judiciaire, 211; P.

DE PAGE, Rapport complémentaire, in KFBN (ed.), Verslagen en debatten van het C.S.W., Brussel, Bruylant,

2001, 198; Y.-H. LELEU, “Procédure de liquidation-partage. Actualités de jurisprudence”, Rev.dr.ULB 2003,

327; CH. SLUYTS in W. PINTENS en F. BUYSSENS (ed.), Vereffening-verdeling van het huwelijksvermogen, 156;

L. WEYTS, noot onder Gent 20 september 2007, T.Not. 2008, 558; RENS, “Pouvoirs et obligations du notaire

commis pour représenter les défaillants et récalcitrants au partage judiciaire depuis l’entrée en vigueur du Code

judiciaire”, Rev.not.b, 1971, 413. 143

Rb. Bergen 21 mei 2008, Rev.not.b. 2008, 591; J.-FR. TAYMANS, La mission du notaire commis pour

répresenter les parties absente sou récalcitrantes, in VAN COMPERNOLLE en J.-FR. TAYMANS (ed.), Les incidents

du partage judiciaire, Brussel, Bruylant, 2001, 156.

Page 33: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

33

PINTENS, DECLERCK, DU MONGH en VANWINCKELEN waren van oordeel dat – de ratio legis

van de wet in acht genomen – het niet de bedoeling kan geweest zijn dat de afwezige of

weigerende partijen beter beschermd werden dan de andere partijen. De notaris-

vertegenwoordiger kon volgens hen dan ook enkel de procedure controleren, een inhoudelijk

nazicht van de staat van vereffening-verdeling behoorde niet tot zijn taak144

.

Mijns inziens kwam het in geen geval aan de externe notaris-vertegenwoordiger toe om bij de

uitoefening van zijn taak als raadsman op te treden voor de weigerende of afwezige

partijen145

. Daarenboven zorgde de onduidelijkheid betreffende de bevoegdheid van deze

notaris ervoor dat de situatie nog ingewikkelder werd. Dit kan echter niet de bedoeling

geweest zijn!

7. NOTARIS-BEHEERDER

33. Er kon ten slotte onder de oude procedure van de gerechtelijke vereffening-verdeling

eventueel nog een vijfde notaris aangewezen worden, indien dit door één van de partijen

gevorderd werd146

. Het behoorde immers niet tot het takenpakket van de boedelnotaris om het

beheer van de onverdeelde boedel waar te nemen147

. De aanstelling van dergelijk beheerder

kon inderdaad nuttig zijn indien de deelgenoten het niet eens waren met betrekking tot beheer

of onderhoud van de onverdeelde boedel. Zonder beheer van een extern persoon – in de oude

procedure verplicht een notaris – konden goederen in waarde dalen of hun waarde

verliezen148

. Zijn opdracht bestond er in alle daden van louter beheer te treffen met betrekking

tot de massa en indien nodig de deelgenoten in rechte te vertegenwoordigen149

. Werd een

bepaald goed uit de onverdeeldheid openbaar of uit de hand verkocht, dan oefende de notaris-

beheerder de taken van de notaris-vertegenwoordiger uit150

.

34. De notaris die deze taak op zich nam hoefde niet noodzakelijk een vijfde notaris te

zijn. Een andere – reeds aangestelde – notaris kon evengoed deze taak waarnemen. Het kwam

144

W. PINTENS, C. DECLERCK, J. DU MONGH, K. VANWINCKELEN, Familiaal vermogensrecht, Antwerpen,

Intersentia, 2010, 288. 145

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

640. 146

Oud art. 1210 Ger.W. 147

C. ENGELS, Procesrecht in verband met het notariaat, Brugge, die Keure, 2010, 174. 148

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 27. 149

T. VAN SINAY, “Commentaar bij art. 1210”, Comm.Ger. 2002, 376. 150

Oud art. 1210 Ger.W.

Page 34: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

34

aan de boedelrechter toe om hierover moet beslissen. Deze notaris moest niet per se

territoriaal bevoegd zijn151

.

D. VERVANGING

1. ALGEMEEN

35. Het problematische aan de vervanging onder de oude procedure was dat nergens in de

wet de vervanging ingeschreven stond152

. Er was dus sprake van een lacune in de wetgeving,

aangezien de procedure tot vervanging helemaal niet beschreven stond153

. Het was dan ook

gokken hoe de rechtsingang en het verdere procedureverloop van een verzoek tot vervanging

er uit zag. Er ontstond in het verleden discussie in de rechtspraak en rechtsleer met betrekking

tot dat punt154

.

Volgens rechtspraak en rechtsleer stond het vast dat de vordering tot wraking van een

rechter155

hiervoor niet kon aangewend worden. De boedelnotaris had tenslotte geen

rechtsprekende, maar een gerechtelijke taak die hem machtigde om de vereffening-verdeling

door te voeren156

. Evenmin kon de procedure tot vervanging van een gerechtsdeskundige157

of

arbiter158

aangewend worden, deze hoedanigheden kwamen namelijk niet overeen met de

hoedanigheid van boedelnotaris159

. Er werd in ieder geval gesteld dat ofwel een dagvaarding,

ofwel een vrijwillige verschijning moest aangewend worden om het verzoek tot vervanging

bij de rechter aanhangig te maken160

. De notaris moest immers in ieder geval betrokken

151

CH. SLUYTS, “Notariële en procesrechtelijke aspecten van de vereffening-verdeling” in Vereffening en

verdeling van de huwgemeenschap, W. PINTENS (ed.), Antwerpen, Maklu, 1987, 104. 152

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 11. 153

TH. VAN SINAY, “Commentaar bij art. 1209”, Comm.Ger. 2002, 367. 154

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 14. 155

Art. 828 Ger.W. 156

W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 11; Antwerpen 18 maart

2002, T.Not. 2004, 157. 157

Art. 966 e.v. Ger.W. 158

Art. 1690 e.v. Ger.W. 159

W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 11; Rb. Gent 29 april 2003,

NJW 2003, 1081, noot; Antwerpen 18 maart 2002, T.Not. 2004, 157. 160

Art. 700 Ger.W.; W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE

CONFERENTIE DER BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 12;

Antwerpen 18 maart 2002, T.Not. 2004, 157.

Page 35: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

35

worden161

. Toch kon in de praktijk vastgesteld worden dat het eenzijdig verzoekschrift vaak

werd gebruikt én aanvaard door de rechtspraak162

, op voorwaarde dat de notaris de kans kreeg

om zich te verweren163

.

De vervanging van een notaris moest als een afzonderlijke procedure worden beschouwd,

vermits het vonnis waarin de boedelnotaris wordt aangewezen als een eindvonnis moest

beschouwd worden164

. De rechtsmacht van die rechtbank was derhalve met betrekking tot de

aanwijzing uitgeput, de rechtbank kon dan ook niet meer met de zaak worden belast165

.

Het was enkel en alleen de rechtbank die de vervanging van de notaris kon beoordelen, de

notaris zelf kon hier niet toe beslissen166

. Volgens rechtspraak van het Hof van Cassatie167

kwam het echter enkel aan de notaris toe om die tussentijdse geschillen bij de rechtbank

aanhangig maken. Dit betekende dat de partijen dus niet de mogelijkheid hadden om

eventuele problemen betreffende de notaris aan de rechtbank voor te leggen. Deze restrictieve

interpretatie leidde tot onbillijke resultaten, daarom werd in de rechtspraak aangenomen dat

de meest gerede partij de rechtbank kon vatten168

. De rechtbank kon daarentegen niet van

rechtswege beslissen tot de vervanging van een notaris, de partijen of de notaris moesten

hiervoor een verzoek tot de rechter richten169

.

Evenmin werd in de wetgeving aangegeven welke gronden aanleiding konden geven tot

vervanging van de boedelnotaris. Ook deze werden door de rechtspraak en rechtsleer

gecreëerd.

161

Antwerpen 3 maart 2003, RW 2004-05, 344. 162

Art. 1025 Ger.W. 163

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 14; Rb. Gent 29 april 2003, E.J. 2004, 12, noot. 164

Cass. 12 januari 1979, Arr.Cass. 1978-79, 540. 165

Brussel 17 januari 2000, R.W. 2001-02, 1538; PH. DE PAGE, noot onder Rb. Brussel 15 februari 1991,

Rev.not.b. 1991, 285; A. WYLLEMAN, “Onwil, vertraging en misverstand in de procedure tot gerechtelijke

verdeling na echtscheiding”, A.J.T. 1995-96, 217 W. VAN BIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na

overlijden”, in VLAAMSE CONFERENTIE DER BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdelig,

Antwerpen, Maklu, 2008, 63. 166

CH DECLERCK in W. PINTENS en J. DU MONGH (ed.), Themis familiaal vermogensrecht 2003-04, p.12, nr. 22;

M. PUELINCKX-COENE, J. VERSTRAETE, N. GEELHAND, VERHAERT, m.m.v. BARBAIX, T.P.R. 2005, 656;

WATELET en RENARD-DECLAIRFAYT, Partages et licitations judiciaires, in Rép. not.XIII, Procédure notariale, V,

Brussel, Larcier, 1988, 39, nr.75 167

Cass. 5 november 1993, Arr.Cass. 1993, 926; R.Cass. 1994, noot VAN SINAY; Rev. trim. dr. fam. 1995, 123,

noot DE PAGE; T.Not. 1995, 47, noot 168

Antwerpen 18 maart 2002, Not. Fisc. M. 2009, 156, noot MICHIELSEN; Antwerpen 3 maart 2003, R.W. 2004-

05, 346, noot PIGNOLET; PUELINCKX-COENE, VERSTRAETE, GEELHAND, I. VERHAERT, T.P.R. 2005, 656. 169

Gent 27 maart 2008, NjW 2008, 935, noot GV; R.W. 2008-09, 1611.

Page 36: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

36

2. GRONDEN TOT VERVANGING

a) Redelijke twijfel aan de objectiviteit

36. Indien partijen het onafhankelijk en onpartijdig karakter van de notaris oprecht in

vraag stelden, bestond de mogelijkheid tot vervanging van de notaris170

. Partijen konden de

vervanging van een notaris vorderen voor de rechtbank van eerste aanleg, daarvoor was

vereist dat ze een grond voor hun twijfel aan de objectiviteit van de notaris konden aantonen.

Alleen aanvoeren dat ze hun vertrouwen in de notaris kwijt waren, volstond derhalve niet171

.

Een voorbeeld uit de rechtspraak is dat de boedelnotaris inlichtingen en stukken van een van

de partijen ontving, terwijl de andere partijen niet werden uitgenodigd voor de bijeenkomst.

Het hof van beroep te Brussel oordeelde dat redelijke twijfel over de onpartijdigheid van de

notaris gerechtvaardigd was172

.

b) Verhindering

37. Ook wanneer de notaris verhinderd was om zijn taken uit te voeren, kon de vervanging

een oplossing bieden. Een voorbeeld van rechtspraak dienaangaande is een uitspraak van de

rechtbank van eerste aanleg te Tongeren, gewezen op 12 juni 2003173

. Een boedelnotaris en

een notaris-vertegenwoordiger waren aangewezen, deze laatste werd echter opgevolgd. De

opvolger van de notaris-vertegenwoordiger was van rechtswege bevoegd om de taken over te

nemen174

. Het probleem in deze zaak was dat de opvolgende notaris tijdelijk verhinderd was

haar ambt te verlenen175

. In het vonnis waarin de notarissen werden aangewezen werd immers

een openbare verkoop voorzien voor de onroerende goederen in de gemeenschap. De

opvolgende notaris-vertegenwoordiger kon echter niet aanwezig zijn, dit omwille van

medische redenen. Ze moest met name in de nabije toekomst bevallen. De notaris vorderde

voor de rechtbank haar vervanging en dit verzoek werd ingewilligd.

170

Antwerpen 8 oktober 2003, T.Not. 2004, 157; Bergen 22 oktober 1998, Rev.not.b 1999, 603; B. LUYTEN,

“Enkele bedenkingen bij de procedure van gerechtelijke verdeling”, T.Not. 1995, 387-404; W. VAN BIERVLIET,

“De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden”, in VLAAMSE CONFERENTIE DER BALIE VAN GENT (ed.),

Knelpunten vereffening-verdelig, Antwerpen, Maklu, 2008, 63 en TH. VAN SINAY, “Commentaar bij art. 1209”,

Comm.Ger. 2002, 367. 171

Brussel 13 november 2006, Rev. not. b.2007, 24. 172

Antwerpen 22 maart 2010, NJW 2011, 60; K. V., “Onpartijdigheid van de boedelnotaris”, NJW 2011, afl. 235,

61. 173

Rb. Tongeren 12 juni 2003, www.jurisquare.be. 174

Art. 54, lid 2 Wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt. 175

Art. 63 Wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt.

Page 37: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

37

3. HOGER BEROEP

38. Besloot de rechtbank dat de notaris daadwerkelijk moest vervangen worden, dan kon

tegen dit vonnis nog altijd hoger beroep worden aangetekend. Dit was niet mogelijk voor de

notaris zelf, enkel voor de partijen. De notaris had immers niet het recht om te

bewerkstellingen dat hij de functie van gerechtelijk mandataris kon behouden. Een eventuele

vordering van de notaris werd steeds ontoelaatbaar verklaard176

.

39. Werd hoger beroep ingesteld, dan had dit – zoals hierboven al werd vermeld – tot

gevolg dat een aanleg als het ware verloren ging. Het was vanaf dat moment immers het hof

van beroep dat bevoegd was om alle verdere geschilpunten betreffende de gerechtelijke

vereffening-verdeling te beslechten177

.

E. BIJKOMENDE BEVOEGDHEDEN

40. In het licht van het gerechtelijk mandaat van de notaris en de algemene opdracht die

hij daardoor moest uitoefenen, had de notaris de leiding van de procedure178. Hierboven werd

al melding gemaakt van het feit dat de notaris in de rechtspraak als eerste rechter wordt

bestempeld.

In het kader van die algemene opdracht moest de notaris alle maatregelen bevelen die nodig

waren179. Op die manier moest voorkomen worden dat de partijen voor het minste opnieuw

naar de rechtbank moesten stappen180. Enkele voorbeelden zijn: schatten, vergunningen

aanvragen, bezichtigingen regelen, bij een veiling maatregelen nemen181 om een zo optimaal

mogelijke verkoop te bekomen van een onverdeeld onroerend goed, enzovoort. Indien nodig

kon de notaris zich daarvoor laten bijstaan door een deskundige182.

176

Cass. 20 juni 2008, Rev. not. b. 2008, 531; Luik 17 januari 2007, J.T. 2007, 207; C. DE BOE, Le statut

procédural du notaire commis dans le cadre de la procédure visant son remplacement, Rev.not.b 2009, 770 e.v. 177

D. PIGNOLET, “Betreffende de devolutieve werking van het hoger beroep inzake gerechtelijke vereffening-

verdeling en de vervanging van de boedelnotaris”, noot onder Antwerpen 3 maart 2003, R.W. 2004-05, afl. 9,

346; C. ENGELS, “Procesrechtelijk privaatrecht in verband met het notariaat”, Notariële actualiteit 4, 1992, nr. 25 178

PH. DE PAGE, “La saisine du tribunal pendant la phase notariale de liquidation et de partage”, noot onder

Cass. 5 november 1993, Rev. Trim. Dr. Fam. 1995, 135. 179

B. LUYTEN, “Enkele bedenkingen bij de procedure van gerechtelijke verdeling”, T.Not. 1995, 387; A.

WYLLEMAN, “Onwil, vertraging en misverstand in de procedure tot gerechtelijke verdeling na echtscheiding,

Hommage aan Prof. M. Storme”, A.J.T. 1995-96, 207-224. 180

Antwerpen 25 mei 1992, T.Not. 1995, 407; Rb. Luik 21 mei 1990, Jur. Liège 1990, 1213, noot S.

NUDELHOLE. 181

Rb. Ieper 20 december 1996, T.Not. 1998, 102. 182

Art. 1183, 4° juncto art. 1212 Ger.W; Antwerpen 12 november 2003, NJW 2004, 340.

Page 38: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

38

Volgens WYLLEMAN was het aangewezen dat bij de vordering tot vereffening-verdeling

onmiddellijk gevraagd werd om een deskundige aan te stellen, voor het geval de verdeling of

schatting gecompliceerd was. De notaris moest dan enkel nog de deskundige aangesteld in het

vonnis oproepen183.

41. Hoewel het aldus de bedoeling was om de boedelnotaris als eerste rechter in de

procedure te laten optreden en hem als het ware tot leider van het geschil te verheffen, is dit

volgens mij te weinig concreet gemaakt. Hierboven somde ik reeds verschillende voorbeelden

op die mijn mening kunnen staven.

F. PROCES VERBAAL VAN OPENING VAN WERKZAAMHEDEN

42. Hierboven werd reeds opgemerkt dat het aan de meest gerede partij toekwam om de

notaris op de hoogte te brengen van zijn aanstelling als boedelnotaris (supra randnummer 28).

Het viel echter op dat de partijen en de notaris vaak eerst op informele wijze samenkwamen,

vooraleer de gerechtelijke opdracht werd aangevat. Dit om de mogelijke regelingen te

bekijken en af te tasten welke de sfeer tussen de partijen heerste. Volgens VERSTRAETE was

dit echter geen goed idee. Bedoeling van een dergelijke informele vergadering was af te tasten

wat de mogelijkheden waren tussen de partijen. Dit kon echter ook perfect in het kader van de

gerechtelijke procedure bewerkstelligd worden. De partijen konden op die manier duidelijk

maken wat hun wensen en opmerkingen zijn. Daarenboven kon onder meer ook direct een

agenda bepaald worden, deelakkoorden gesloten worden, dadingen getroffen worden, althans

voor zover de partijen aanwezig of geldig vertegenwoordigd waren. Indien in het kader van de

gerechtelijke procedure een partij niet aanwezig was, werd de notaris-vertegenwoordiger

opgeroepen. Bij een informele vergadering kon daarentegen niets overeengekomen worden

als één partij niet kwam opdagen. Alle voorbereiding, tijd en kosten die geïnvesteerd waren,

waren dan verloren. Dit had als gevolg dat de partijen alleen maar gefrustreerd geraakten. De

notaris moest zorgen voor een efficiënt verloop van de procedure en kon dus de dupe worden

van een mislukte informele vergadering184

.

Toch was het in bepaalde gevallen aangewezen om een informele vergadering bijeen te

roepen, bijvoorbeeld indien geen enkel volwassen gesprek tussen de partijen mogelijk was.

183

A. WYLLEMAN, “Onwil, vertraging en misverstand in de procedure tot gerechtelijke verdeling na

echtscheiding, Hommage aan Prof. M. Storme”, A.J.T. 1995-96, 216. 184

J. VERSTRAETE, “Valkuilen bij gerechtelijke verdelingen”, in VLAAMSE CONFERENTIE DER BALIE VAN

GENT(ed.) Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 14.

Page 39: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

39

Na verloop van de informele vergadering kon de gerechtelijke procedure zijn normale verloop

hebben185

.

43. Onder de oude wetgeving werd niet voorzien in enige termijnregeling waar de partijen

of de notaris zich moesten aan houden. Er was met andere woorden geen enkele houvast met

betrekking tot de duurtijd van de verschillende vereffeningsverrichtingen. Dit leidde er dan

ook toe dat de partijen en de notaris vaak bleven stilzitten. Vertragingsmanoeuvres en

blokkades waren dan ook niet verwonderlijk186

. Er was met andere woorden geen enkele

garantie dat de procedure kon afgerond worden binnen een redelijke termijn187

. Het enige

drukkingsmiddel voor de notaris voorhanden was de staat van vereffening-verdeling of een

tussentijds proces-verbaal van beweringen en zwarigheden. De deelgenoten waren in dat

geval verplicht een standpunt in te nemen, waardoor de procedure opnieuw kon voortgezet

worden. Alleen was dit slechts een lapmiddel, want over het algemeen moest later toch

opnieuw een staat van vereffening-verdeling opgemaakt worden aangezien de partijen nog

nieuwe stukken aanvoerden. De procedure werd aldus opnieuw op de rails gezet, maar toch

werd nog vertraging ondervonden aangezien een extra staat van vereffening-verdeling moest

opgemaakt worden188

.

G. BOEDELBESCHRIJVING

44. Een notariële boedelbeschrijving moet opgesteld worden in de gevallen die in de wet

zijn bepaald. Art. 1175 B.W. stelt dat een boedelbeschrijving toegelaten is om de “omvang

van nalatenschap, een gemeenschap of een onverdeeldheid te bepalen”. Het was met andere

woorden toegelaten om een notariële boedelbeschrijving op te maken naar aanleiding van een

gerechtelijke vereffening-verdeling. Meer nog, in de oude procedure tot gerechtelijke

vereffening-verdeling was het ingevolge oud artikel 1212 Ger.W. zelfs verplicht om een

185

J. VERSTRAETE, “Valkuilen bij gerechtelijke verdelingen”, in VLAAMSE CONFERENTIE DER BALIE VAN

GENT(ed.) Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 14. 186

C. AUGHET, “La proposition de loi réformant la procédure de liquidation-partage judiciaire”, Act.dr.fam.

2001, afl. 3-4, 68; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW

2011, afl. 250, 641. 187

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 47. 188

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 43.

Page 40: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

40

boedelbeschrijving te laten opmaken189

! De notaris moest hier echter wel toe verzocht worden

door één van de partijen, hij kon niet ambtshalve overgaan tot boedelbeschrijving190

.

45. Een boedelbeschrijving houdt in dat de notaris overgaat tot het opmaken van een

overzicht van alle baten en lasten van de te verdelen boedel. Daarnaast wordt een beschrijving

en schatting gemaakt van de goederen die zich in de boedel bevinden. De notaris ging over tot

het ondervragen van alle deelgenoten om de omvang van de gemeenschap te kunnen

bepalen191. Hij was echter niet verplicht om dit initiatief te nemen, de informatieplicht rustte

eigenlijk op de schouders van de deelgenoten192. De verklaringen van de partijen en

belanghebbenden werden dan ook in de boedelbeschrijving opgenomen193

. De

boedelbeschrijving was met andere woorden een essentieel instrument om te kunnen overgaan

tot verdeling van de boedel194

.

Het opmaken van een boedelbeschrijving was echter een taak die vaak een hele tijd in beslag

nam. De notaris moest zich immers in de onverdeeldheid inwerken om een beeld te kunnen

schetsen van de welke goederen zich precies in de boedel bevonden en wat de waarde van die

verschillende goederen was. Het feit dat de boedelbeschrijving steeds verplicht was, is naar

mijn mening aldus misschien wat overdreven. In bepaalde gevallen, indien de partijen

bijvoorbeeld overeen kwamen over het feit wat nu precies in de boedel begrepen was, kon een

boedelbeschrijving overbodig zijn195

.

46. Ontstonden bij de redactie van de boedelbeschrijving geschillen tussen de partijen en

kon de notaris hen niet tot een akkoord brengen, dan nam de notaris daarvan akte in zijn

proces-verbaal van beweringen en zwarigheden. Hierdoor werd een tussengeschil aanhangig

189

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 11 en 33. 190

A. GABRIELS , “Het verborgen houden van goederen van de nalatenschap: aandachtspunten voor de notaris”,

Not. Fisc. M. 2013, afl. 3, 61. 191

J. FACQ, “Omtrent het bewijs van wat niet is”, Not. Fisc. M. 2005, 37. 192

A. GABRIELS, “Het verborgen houden van goederen van de nalatenschap: aandachtspunten voor de notaris”,

Not. Fisc. M. 2013, afl. 3, 61; H. CASMAN, “De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet – Oude

en nieuwe opdrachten van de notaris-vereffenaar”, Vormingsnamiddag “De hervorming van de procedure

gerechtelijke vereffening-verdeling” te Brussel, 9 februari 2012. 193

Art. 1175 Ger.W.; 193

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-

verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming

van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 21. 194

C. ENGELS, “Burgerlijk procesrecht – Bijzondere rechtsplegingen”, in C. ENGELS (ed.) Rechtskroniek van het

notariaat, XVII, Brugge, die Keure, 2010, 194; Antwerpen 14 januari 2008, RABG 2008, 757. 195

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 33.

Page 41: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

41

gemaakt voor de vrederechter196

. Het was met andere woorden zeer gemakkelijk om de

procedure voor de notaris op dit punt te laten stranden.

47. De boedelbeschrijving werd ten slotte afgesloten met een eed197

. Op die manier werd

de juistheid van de verklaringen en aangifte van de partijen gewaarborgd198

. Lieten de partijen

bewust bepaalde goederen weg, dan maakten ze zich schuldig aan meineed en heling. Beide

misdrijven werden strafrechtelijk gesanctioneerd199

.

H. MINNELIJKE AKKOORDEN

48. In zijn hoedanigheid van boedelnotaris moest de notaris er naar streven een

compromis tussen de partijen tot stand te brengen200

. In de eerste plaats trachtte hij een

globaal akkoord te realiseren, maar als dat niet mogelijk was konden deelakkoorden ook enig

soelaas brengen. Om tot dergelijke akkoorden te komen was wel vereist dat alle partijen

aanwezig, meerderjarig en handelingsbekwaam waren. Zoals hierboven al gesteld (supra

randnummer 31), was de notaris-vertegenwoordiger niet bevoegd om akkoorden of dadingen

te sluiten201

.

1. AKKOORDEN OMTRENT DE PROCEDURE

49. Aangezien de procedureregels een dwingend karakter hadden, konden partijen

moeilijk afwijken van de wettelijke procedureregels. Wat dan weer wel mogelijk was, was dat

partijen berustten in een vonnis202. De wet stelde namelijk: “berusten in een beslissing is

afstand doen van de rechtsmiddelen die een partij tegen alle of sommige van punten van die

beslissing kan aanwenden of reeds heeft aangewend”. Verder werd ook aangenomen dat de

partijen (die aanwezig, meerderjarig en handelingsbekwaam zijn) de notaris konden vrijstellen

196

Art. 1184 B.W. 197

Art. 1183, 11° B.W. 198

A. GABRIELS , “Het verborgen houden van goederen van de nalatenschap: aandachtspunten voor de notaris”,

Not. Fisc. M. 2013, afl. 3, 62; M. TRAEST, “Het moment van de eedaflegging en valse eed bij

boedelbeschrijving”, noot onder Cass. 14 oktober 2003, R.W. 2003-04, 1266. 199

Art. 226 Sw.; S. VAN OVERBEKE, “Meineed bij boedelbeschrijving in geval van betwistingen omtrent het

eigen of gemeenschappelijk karakter van de goederen”, R.W. 1999-00, afl. 12, 1232; S. VAN OVERBEKE, “Enige

bedenkingen i.v.m. de delictsinhoud van het misdrijf meineed bij verzegeling of boedelbeschrijving”, noot onder

Antwerpen 4 juni 1993, R.W.1994-95, afl. 2, 126. 200

B. LUYTEN, “Enkele bedenkingen bij de procedure van gerechtelijke verdeling”, T.Not. 1995, 388; Rb. Gent

24 mei 2005, TGR 2005, 262. 201

W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 10; M. PUELINCKX-COENE,

J. VERSTRAETE, N. GEELHAND, “Overzicht van rechtspraak. Erfenissen 1988-1995”, T.P.R. 1997, 331; H.

CASMAN, “De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet – nieuwe handleiding voor de notaris-

vereffenaar”, Not.Fisc.M. 2012, afl. 3, 83-84. 202

Art. 1044 Ger.W.

Page 42: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

42

van bijvoorbeeld een boedelbeschrijving op te maken203. Bij een ontbinding van een

huwelijksvermogen moest in principe een boedelbeschrijving opgemaakt worden204, deze

diende om de omvang van de onverdeeldheid vast te stellen en had een bewijzende functie205.

Aangezien de boedelbeschrijving tot de wettelijke bevoegdheid van de boedelnotaris hoorde,

moest de notaris de partijen duidelijk maken wat de gevolgen waren van de vrijstelling.

Daarnaast maakte hij ook melding van de vrijstelling in het proces-verbaal, net als van zijn

verwittiging voor de gevolgen. Zo niet bestond het risico dat hij later alsnog moest overgaan

tot een boedelbeschrijving en aldus de vereffening-verdeling gewijzigd werd.

50. Partijen konden eventueel vervaltermijnen overeenkomen, bijvoorbeeld met

betrekking tot het indienen van stukken. De notaris moest in dat geval geen rekening houden

met stukken die laattijdig werden ingediend. Dit kon voor moeilijkheden zorgen indien

daardoor een benadeling voor meer dan een vierde werd veroorzaakt. Dit zou dan immers

betekend hebben dat de vereffening-verdeling vernietigbaar werd. Indien het akkoord als

dading werd gesloten, dan was effectief afstand gedaan en kon geen benadeling meer

vastgesteld worden. Zo niet, moest de notaris het laattijdig ingediende stuk toch in acht nemen

tot aan het proces-verbaal van beweringen en zwarigheden.

2. AKKOORDEN TEN GRONDE

51. Daarnaast konden de partijen ook overeenkomen over het geschil ten gronde. Opnieuw

moesten de partijen hiervoor aanwezig, meerderjarig en handelingsbekwaam zijn. Het was

echter aangewezen om dergelijk akkoord op te laten nemen in een authentieke akte, zodat

deze een uitvoerbaar karakter verkreeg. Zo niet konden problemen rijzen: indien een partij

namelijk zijn verplichtingen niet nakwam, moest de meest gerede partij zich tot de rechter

wenden en de gedwongen uitvoering vorderen206

. De taak van de notaris was hier namelijk ten

einde207.

203

L. RAUCENT, “X” in M.BIHET, A. DELIEGE, M. FURNEMONT, La pratique du partage judiciaire, Brussel,

Story-Scientia, 1987, 26 en 133. 204

Oud art. 1212 Ger.W. 205

Cass. 29 oktober 1973, Arr.Cass. 1973, 237. 206

Rb. Namen 22 juni 1989, Rev. Not. B. 1989, 469; M. PUELINCKX-COENE, M. VERSTRAETE, N. GEELHAND,

Overzicht van rechtspraak, Erfenissen (1988-1995), T.P.R. 1997, 329. 207

J. VERSTRAETE, “Valkuilen bij gerechtelijke verdelingen” in VLAAMSE CONFERENTIE DER BALIE VAN GENT

(ed.) Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 17.

Page 43: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

43

3. AKKOORDEN BIJ WIJZE VAN DADING

52. Zoals hierboven al vermeld konden ook akkoorden bij wijze van dading worden

gesloten, dan was de dading-verdeling niet vatbaar voor vernietiging wegens benadeling,

althans toch niet voor de punten die bij dading waren overeengekomen208. Voor dit niet-

vernietigbaar karakter was echter niet voldoende te vermelden dat het akkoord “gebeurt bij

wijze van dading, na wederzijdse toegevingen ter oplossing van alle bestaande of ter

voorkoming van alle toekomstige geschillen”. De geschillen waarover men was

overeengekomen moesten echter duidelijk en nauwkeurig omschreven worden, want een

dading is beperkt tot zijn voorwerp209.

4. BESLUIT

53. Er kan aldus vastgesteld worden dat ook onder de gelding van de oude procedure de

mogelijkheid voor de partijen bestond om allerhande akkoorden te sluiten. Toch bleef dit

aspect van de gerechtelijke vereffening verdeling te veel op de achtergrond. Daarnaast was

het grote probleem met betrekking tot deze akkoorden dat er onzekerheid heerste inzake de

gevolgen van dergelijke akkoorden. Golden deze gewoon als afspraken die gemaakt werden

om de goede orde te bewaren, maar moeilijk konden afgedwongen worden? Of ging het hier

om echt afdwingbare akkoorden, die als het ware als wet golden tussen de partijen210?

Doordat rechtsonzekerheid heerste inzake de uitwerking en de waarde van dergelijke

akkoorden tussen partijen namen partijen liever het zekere voor het onzekere en lieten het aan

de boedelnotaris en eventueel de rechter over om de verschillende aspecten van de

vereffening-verdeling op papier te zetten.

I. PROCES-VERBAAL VAN BEWERINGEN EN ZWARIGHEDEN.

Indien in de loop van de gerechtelijke procedure vereffening-verdeling geschillen rezen tussen

de partijen die van zodanige omvang waren dat ze het verdere verloop van de vereffening-

verdeling volledig blokkeerden en dat het risico bestond dat het ontwerp van vereffening-

208

M. PUELINCKX-COENE, J. VERSTRAETE, N. GEELHAND, Overzicht van rechtspraak, Erfenissen (1988-1995),

T.P.R. 1997, 328; A. WYLLEMAN, “Knelpunten inzake gerechtelijke vereffening-verdeling. – Over

tussengeschillen en deelakkoorden.- in L. WEYTS, A. VERBEKE, E. GOVAERTS (eds.), Leuvense Notariële

Geschriften, Actualia Familiaal Vermogensrecht, Leuven, Universitaire Pers, Leuven, 2003, 209; Gent 28

december 1990, T.Not. 1992, 217, noot; F.-D. TRONCHET, Conseil d’Etat, zitting 23 nivôse jaar XI, weergegeven

in J.-G. LOCRÉ, Législation civile, commerciale et criminelle ou Commentaire et complétement des codes

français, Brussel, Tarlier, 1936, nr. 33. 209

Art. 2048 B.W. 210

Art. 1134 B.W.

Page 44: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

44

verdeling zou betwist worden, dan kon de notaris een tussentijds proces-verbaal van

beweringen en zwarigheden opmaken om het geschil aan de rechter voor te leggen211.

Voorbeelden waren de kwestie of bepaalde goederen al dan niet tot de nalatenschap behoren,

geschil omtrent de geldigheid van een testament,... Voordien bestond hiervoor geen oplossing

voorzien door de wetgever. Deze techniek werd aldus ontwikkeld door de praktijk en

bevestigd door de rechtspraak212

. Dergelijk geschil kon voor het aanvangen van de

werkzaamheden van gerechtelijke vereffening verdeling aan de rechter worden voorgelegd213

,

maar ook tijdens de werkzaamheden.

54. Aangezien deze situatie ook onder de gelding van de oude procedure slechts heel

beperkt in de wetgeving beschreven stond, heerste heel wat onzekerheid omtrent bepaalde

aspecten, zoals de manier waarop, wanneer en door wie de rechtbank moest gevat worden214

.

In oud artikel 1219 §2 Ger.W. stond te lezen dat de notaris een uitgifte van het proces-verbaal

van beweringen en zwarigheden moest neerleggen binnen de maand, samen met de staat van

vereffening-verdeling. De vraag rees dan ook of deze bepaling zo moest geïnterpreteerd

worden dat de notaris de rechter pas kon vatten na het opmaken van de staat van vereffening-

verdeling215

. Hoewel de klassieke strekking in de rechtsleer er anders over dacht, ging het Hof

van Cassatie uit van de stelling dat een tussentijds proces-verbaal van beweringen en

zwarigheden niet ongeldig was, ondanks het feit dat het werd ingediend voor de opmaak van

de staat van vereffening-verdeling216

. Het hof argumenteerde zijn beslissing steunend op de

ratio achter de wetshervorming van 1967: de boedelnotaris moest de leiding nemen in de

procedure van de gerechtelijke vereffening-verdeling·.

211

Oud art. 1219 §2 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke

vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De

hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 22. 212

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 22; J.P. VAN DROOGHENBROECK, “’L’Inventaire préalale

à la liquidation-partage’: comment lever les blocages?”, (noot onder Vred. Fosses-la-Ville 14 november 2006,

Rev.not.b. 2007, (218) 220. 213

Rb. Brugge 11 juni 1993, T.Not. 1994, 50. 214

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 40. 215

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 40. 216

A. WYLLEMAN, “Onwil, vertraging en misverstand in de procedure tot gerechtelijke verdeling na

echtscheiding”, AJT 1995-96, 218; Cass. 5 november 1993, R.W. 1993-94, 956.

Page 45: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

45

Daarenboven was ook niet duidelijk aan wie het nu precies toekwam om de rechter aan te

spreken. Volgens de rechtspraak kon enkel de notaris de rechter op die manier vatten. De

notaris besliste autonoom of het aangewezen was om een geschil al dan niet aan de rechter

voor te leggen217. Partijen hadden deze mogelijkheid niet, tenzij de betwisting de vervanging

van de boedelnotaris behelsde. De rechtbank ontleende zijn bevoegdheid aan het initiatief van

de notaris en hoorde steeds zijn advies218

.

Ook de manier waarop de rechtbank moest gevat worden was een raadsel. Het Hof van

Cassatie heeft dienaangaande echter een princiepsarrest geveld219

: “de neerlegging van het

door de notaris opgemaakte proces-verbaal van beweringen en zwarigheden maakt de tussen

de partijen in het kader van de gerechtelijke verdeling gerezen en in dit proces-verbaal

opgenomen betwistingen rechtsgeldig aanhangig bij de rechtbank”. Uit deze rechtspraak kon

volgens de rechtsleer afgeleid worden dat het zeker mogelijk was om de rechtbank te vatten

vooraleer een staat van vereffening-verdeling was opgemaakt en dat – gelet op de

voorgestelde rechtsingang – het enkel aan de notaris toekwam om een tussentijds proces-

verbaal van beweringen en zwarigheden bij de rechtbank aanhangig te maken220

.

55. Als de rechtbank zich dan met betrekking tot een bepaald geschil uitgesproken had,

dan kreeg deze uitspraak gezag van gewijsde. Dit betekent dat partijen hetzelfde geschil niet

nog eens aan de rechter kunnen voorleggen, tenzij voor het aanwenden van rechtsmiddelen221.

56. Ondanks het feit dat de mogelijkheid in de wet ingeschreven stond om essentiële

geschillen tijdens de werkzaamheden aan de rechter te kunnen voorleggen, heerste aldus nog

heel wat onzekerheid over de invulling van deze mogelijkheid. Meer bepaald de rechtsingang

was heel onduidelijk.

217

Cass. 5 november 1993, R.W. 1993-94, 956. 218

W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden”, in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT(ed.) Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008; PH. DE PAGE, “La saisine du

tribunal pendant la phase notariale de liquidation et partage” noot onder Cass. 5 november 1993,

Rev.Trim.Dr.Fam. 1995, 135. 219

Cass. 5 november 1993, Arr. Cass. 1993, 926, Pas. 1993, I, 928, R.W. 1993-94, 956, Rev. tr. dr. fam. 1995,

123, noot P. DE PAGE, R. Cass. 1994, 31, noot T. VAN SINAY, P.&B. 1994, 36 en T.Not. 1995, 47, noot. 220

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 41. 221

J. VERSTRAETE, “Valkuilen bij gerechtelijke verdelingen” in VLAAMSE CONFERENTIE DER BALIE VAN GENT

(ed.) Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 17; Rb. Luik 21 mei 1990, Jur. Liège 1990,

1213, noot S. NUDELHOLE; Cass. 6 april 1990, R.W. 1990-91, 218.

Page 46: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

46

J. STAAT VAN VEREFFENING-VERDELING

57. Eens de notaris zich een volledig beeld had kunnen scheppen, gaf hij zijn advies over

de verklaringen en standpunten van de deelgenoten. Hij maakte daartoe een ontwerpstaat van

gerechtelijke vereffening-verdeling op. Deze staat bepaalde de goederen die zich in de

onverdeelde boedel bevonden en de waarde ervan. Ook de rechten van de deelgenoten – gelet

op de respectieve rechten in de onverdeeldheid en eventuele rekeningen tussen de deelgenoten

onderling – werden erin opgesomd222

. Daarnaast gaf de notaris ook een volledig overzicht van

de te verdelen massa. Ten slotte werd ook een voorstel tot verdeling uitgewerkt. Bij een

gerechtelijke vereffening-verdeling inzake echtscheiding werden de activa en passiva

verrekend. Bij een nalatenschap gebeurde dit niet. De erfgenamen erven immers zowel de

schulden als de baten223

.

Het feit dat een staat van vereffening-verdeling opgemaakt werd door de notaris bracht met

zich mee dat de boedelnotaris vastgesteld had dat de gevoeglijke verdeling in natura mogelijk

was. Zo niet zou de notaris reeds overgegaan zijn tot openbare verkoop van de onverdeelbare

goederen224

.

58. Onder de gelding van de oude procedure van de gerechtelijke vereffening-verdeling

werd onderscheid gemaakt tussen het feit dat de partijen al dan niet akkoord gingen met de

staat van vereffening-verdeling opgemaakt door de boedelnotaris225

.

Gingen de deelgenoten akkoord met de staat dan kon de notaris de kavels vormen of de

verdeling doorvoeren via loting. Het was de bedoeling dat elke kavel ongeveer dezelfde

hoeveelheid roerende en onroerende goederen en rechten of schuldvorderingen van min of

meer dezelfde waarde bevatte 226

. De verdeling was op dat moment definitief en gold als

minnelijke verdeling. De notaris-vertegenwoordiger moest eventueel tussenkomen indien er

deelgenoten waren die weigeren de staat te ondertekenen of afwezig bleven. We spreken in

dat geval immers van “passief verzet”, aangezien door die partijen geen bezwaren waren

222

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 55. 223

Art. 870 B.W. 224

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 55. 225

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 55. 226

Art. 823 BW; T. VAN SINAY, “Commentaar bij art. 1219”, Comm.Ger. 2002, 439.

Page 47: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

47

gemaakt. Indien er deelgenoten waren die nog niet meerderjarig waren, moest de vrederechter

aanwezig zijn bij de loting of moest hij zijn machtiging verlenen betreffende de

kavelvorming227

.

De eventuele aanwezigheid van de notaris-vertegenwoordiger en de vrederechter waren

garanties om de belangen van deze kwetsbare personen te waarborgen, maar maakten de

procedure alleen maar meer complex en ondoorzichtig. Aangezien de notaris de

deontologische plicht heeft om onpartijdig en onafhankelijk zijn taak uit te oefenen, was het

mijns inziens voldoende dat hun rechten door de boedelnotaris gewaarborgd werden. De

vraag moet gesteld worden of het feit dat de vrederechter hierbij aanwezig moest zijn, meer

garanties biedt. Dit is volgens mij niet het geval228

.

Konden de partijen zich daarentegen niet vinden in de door de notaris voorgestelde verdeling

dan konden ze hieromtrent hun bezwaren kenbaar maken. De boedelnotaris ging dan over tot

het opmaken van een proces-verbaal van beweringen en zwarigheden. Binnen een maand

werd dit proces-verbaal neergelegd ter griffie, op die manier werd de zaak dan weer

aanhangig gemaakt bij de rechter229

. Hoewel de wetgeving hieromtrent niets bepaalde, werd

in de praktijk aangenomen dat het proces-verbaal de bezwaren van de partijen moest bevatten,

opgenomen in verschillende geschilpunten230

. Daarenboven was het de regel dat de

boedelnotaris zijn advies verleende met betrekking tot de verschillende bezwaren231

.

K. HOMOLOGATIE EN AFSLUITING VAN DE PROCEDURE

59. Eens het proces-verbaal van beweringen en zwarigheden voor de rechtbank was

aanhangig gemaakt, kwam het aan de rechter toe om de geschilpunten te beoordelen. Ofwel

homologeerde de rechtbank het ontwerp van de staat van vereffening-verdeling, ofwel stuurde

het de zaak terug naar de notaris die dan een aanvullende of nieuwe staat moest opmaken in

overeenstemming met de richtlijnen van de rechter232

.

227

art. 410, 1° B.W.; Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-

verdeling, Parl. St. Senaat, 5-405/1, 57. 228

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 57. 229

Oud art. 1219, §2 Ger.W. 230

Antwerpen 14 januari 2003, T.Not. 2005, 436; T. VAN SINAY, “Commentaar bij art. 1219”, Comm.Ger. 2002,

440. 231

T. VAN SINAY, “Commentaar bij art. 1219”, Comm.Ger. 2002, 441. 232

Oud art. 1223 Ger.W.; Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-

verdeling, Parl. St. Senaat, 5-405/1, 59.

Page 48: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

48

Ging de rechter over tot homologatie dan werd de notaris hiervan op de hoogte gesteld via de

griffier. Eens het homologatievonnis in kracht van gewijsde was getreden, was de staat van

vereffening-verdeling definitief en moest deze overgeschreven worden op het

hypotheekkantoor233

. Deze bepaling met betrekking tot de overschrijving op het

hypotheekkantoor lijkt mij enigszins overbodig, aangezien overeenkomstig het gemeen

recht234

de notaris de staat sowieso moest laten overschrijven indien het de overdracht van

zakelijke rechten tot gevolg had235

.

Wat nu precies moest gebeuren indien de rechter besliste om de zaak terug naar de notaris te

verwijzen om een aanvullende of nieuwe staat op te maken, was onduidelijk. De wetgeving

bepaalde hieromtrent niets specifiek.

III. CONCLUSIE

60. Bovenvermelde knelpunten zijn slechts een selectie van het oneindig aantal

moeilijkheden die notarissen of advocaten bij de oude procedure van gerechtelijke

vereffening-verdeling ondervonden. Er waren veel lacunes in de toenmalige wetgeving,

waardoor het uitermate moeilijk was om de gerechtelijke vereffening-verdeling binnen een

redelijke termijn af te doen. De belangrijkste oorzaak daarvoor was het gebrek aan dwingende

termijnen. Daarnaast kon de notaris ook niet optreden tegen onwil van de partijen

(bijvoorbeeld het niet, niet geordend of te laat mededelen van nuttige stukken), met als gevolg

dat de procedure vaak geblokkeerd werd. Alleen door middel van de opmaak van een staat

van vereffening-verdeling of een tussentijds proces-verbaal van beweringen en zwarigheden

kon de notaris de deelgenoten onrechtstreeks aanzetten tot medewerking236

. Al was het ook

geen uitzondering dat de notaris de zaken op zijn beloop liet. Opnieuw voorzag de wet niet

dat de notaris daarvoor kon aangesproken worden. De procedure was met andere woorden

allesbehalve efficiënt en bleef vaak op één of andere bewerking steken, terwijl er geen tools

werden voorzien om het verloop van de procedure weer op de rails te krijgen.

233

Oud art. 1224 Ger.W. 234

art. 1 Hypotheekwet 235

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 59. 236

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 43.

Page 49: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

49

61. Een ander belangrijk knelpunt is dat het erg onduidelijk was hoe de opdracht van de

notaris-vertegenwoordiger moest ingevuld worden. Hij moest de niet-verschijnende of

weigerende partijen vertegenwoordigen, maar de vraag was hoe ver hij daarvoor moest gaan.

Het is niet onlogisch dat hierover discussie ontstond in de rechtspraak en rechtsleer. Drie

strekkingen werden dienaangaande gevormd. Mijns inziens kan het niet de bedoeling van de

toenmalige wetgever geweest zijn om de afwezige of weigerende partijen een betere

bescherming te bieden dan de andere deelgenoten. Toch bleef het onduidelijk hoe ver de

boedelnotaris precies moest gaan om de belangen van de afwezige en weigerende partijen te

behartigen. Het was met andere woorden noodzakelijk dat deze rechtsfiguur ofwel beter door

de wetgever werd ingevuld, ofwel uit de procedure werd gehaald, aangezien de boedelnotaris

zelf de deontologische plicht heeft om voor alle partijen onafhankelijk en onpartijdig op te

treden. Het moest aldus – naar mijn mening –volstaan dat de boedelnotaris de bescherming

van de belangen van de weigerende en afwezige partijen in acht nam. Het is namelijk zo dat

het onpartijdige en onafhankelijke karakter van de boedelnotaris te weinig benadrukt werd.

Daarenboven was het onder de oude procedure reeds de bedoeling van de wetgever om de

boedelnotaris tot leider van het geschil te maken, dan moest hiernaar gehandeld worden en

moest de verantwoordelijkheid niet steeds verschoven worden naar een andere “helpende

hand-notaris”.

62. Tevens de homologatie en de afsluiting van de procedure was tenslotte heel miniem

geregeld in de wetgeving, waardoor ook dienaangaande grote rechtsonzekerheid heerste. De

wet bepaalde dat de deelgenoten al dan niet konden akkoord gaan met het ontwerp van de

staat van vereffening verdeling. Gingen de partijen akkoord, dan kwam een minnelijke

verdeling tot stand. Konden de partijen zich echter niet met het ontwerp verzoenen, dan werd

de homologatieprocedure opgestart. In het kader van die homologatieprocedure kon de rechter

er enerzijds voor kiezen om het ontwerp te homologeren, de staat was dan definitief.

Anderzijds kon de rechter ook het hele dossier terugzenden naar de notaris. In dat geval moest

die een aanvullende of nieuwe staat opstellen. De krijtlijnen van de homologatieprocedure

werden met andere woorden wel geschetst. Het probleem was dat de invulling van de

homologatie helemaal niet geregeld is. Het was dus koffiedik kijken hoe de procedure verder

zou verlopen.

63. Op te merken valt dat de hierboven besproken procedure tot gerechtelijke vereffening-

verdeling aldus niet snor zat. Het was een echte tendens – en dit maakte meteen het grootste

Page 50: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

50

knelpunt uit – dat de procedures veel te lang bleven aanslepen. Verklaringen daarvoor zijn dat

de notaris zijn rol als gerechtelijk mandataris meer moest uitspelen, hij nam met andere

woorden te weinig de leiding van het geding op zich. Daarnaast kon een onwillige partij de

hele procedure doen vastlopen. Er kwamen dan ook veel geschillen voor over onder meer de

aanwijzing en vervanging van de boedelnotaris, de devolutieve werking van het hoger beroep,

tussengeschillen, de procedure van geschillen en moeilijkheden237

. Ook het feit dat geen

dwingende termijnen voorzien waren, leidde tot een mentaliteit waarbij zowel partijen als de

boedelnotaris de procedures veel te lang op hun beloop lieten.

Problematisch was dat er geen wettelijke grondslag was om deze moeilijkheden op te lossen.

De hogere rechtspraak slaagde er wel in om een leidraad te bieden, maar toch vonden de

Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, de Orde van Vlaamse Balies en de Ordre

des Barreaux francophones et germanophones het nodig om een wetgevend initiatief te nemen

om de gerechtelijke vereffening-verdeling naar een hoger niveau te tillen238

.

237

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 1. 238

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 2.

Page 51: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

51

DEEL 2. WET VAN 13 AUGUSTUS 2011: DE NIEUWE

PROCEDURE

I. INLEIDING

64. Het is duidelijk dat de procedure van de gerechtelijke verdeling onder de oude

wetgeving verre van overzichtelijk en efficiënt was. De procedures sleepten vaak heel lang

aan, wat tot gevolg had dat de goederen die zich in de onverdeeldheid bevonden voor die hele

periode geblokkeerd waren239. Er werden echter al initiatieven genomen om de procedurele

beslommeringen te counteren. Zo werden lokale protocollen afgesloten tussen de advocatuur

en het notariaat240

. Hierin werden gedragsregels en een soort van draaiboek uitgestippeld, om

het verloop van de gerechtelijke vereffening-verdeling zo vlot mogelijk te laten verlopen. Op

28 november 2000 werd Frankrijk veroordeeld door het Europees Hof voor de Rechten van de

Mens omdat de procedures niet binnen een redelijke termijn werden afgerond241

. De

Belgische procedure garandeerde echter evenmin dat de procedure binnen een redelijke

termijn kon afgesloten worden. Een veroordeling voor België was aldus evengoed

mogelijk242

. Een hervorming van de betrokken wetgeving bleek dus onvermijdelijk. De

Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, de Orde van Vlaamse Balies en de Ordre

des Barreaux francophones et germanophone gingen samen aan tafel zitten om de nieuwe

wetgeving voor te bereiden243

.

De nieuwe wet afgekondigd op 13 augustus 2011 werkte derhalve een volledig nieuw

draaiboek uit. De procedure wordt namelijk op verschillende vlakken hertekend. De wet is

239

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

634; ORDE VAN VLAAMSE BALIES, Scheiden kost geld maar professionele hulp blijft nodig,

www.advocaat.be/UserFiles/PressItems/OVB-persbericht%20scheiden%2029%2004%2011.pdf (consultatie 10

juli 2013); C. DECLERCK, “Op naar een daadwerkelijke hervorming van de gerechtelijke

vereffeningsprocedure!”, Nieuwsbrief Notariaat 2011, afl. 8, 1. 240

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

634; Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 4. 241

EHRM Siegel v. France, nr. 36350/97, http://hudoc.echr.coe.int/sites/eng/pages/search.aspx?i=001-59057

(consultatie 10 juli 2013). 242

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke vereffening-verdeling ondergaat metamorfose”, Juristenkrant 2011, afl.

234, 1. 243

ORDE VAN VLAAMSE BALIES, Vereffening-verdeling. Voorstelling project KFBN, OBFG en OVB tot

hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling,

www.advocaat.be/UserFiles/Positions/vereffening%20verdeling%20website%2006%2010.pdf (consultatie 10

juli 2013); K. BOONE en H. JACOBS, “Naar een efficiëntere afhandeling van de gerechtelijke vereffening-

verdeling”, T.Fam. 2010, afl. 9, 189.

Page 52: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

52

aldus een procedurewet en is neutraal op materieelrechtelijk vlak244

. In het volgende

hoofdstuk wordt de nieuwe procedure besproken, met extra aandacht voor de opmerkelijke

aanpassingen.

II. HERTEKENING VAN DE PROCEDURE: EEN NIEUW

DRAAIBOEK

A. HET VERZOEK TOT VEREFFENING-VERDELING EN DE

UITONVERDEELDHEIDTREDING

1. BEVOEGDHEID VAN DE RECHTER

65. Hierboven werd reeds het principe van artikel 815 B.W. uiteengezet (supra

randnummer 1). Elke deelgenoot is derhalve gerechtigd om de verdeling te vragen. Het is

echter de meest gerede partij die de zaak door middel van dagvaarding aanhangig maakt bij de

rechtbank van eerste aanleg245

. Ook de vrijwillige verschijning kan volstaan om de rechter te

vatten246

.

66. De rechter die territoriaal bevoegd is om kennis te nemen van de zaak is de rechter

waar ofwel de nalatenschap is opengevallen bij een overlijden247

, ofwel waar de laatste

echtelijke verblijfplaats of de woonplaats van de verweerder zich bevindt in geval van een

echtscheiding248

.

67. Op dit moment is er sprake van een bevoegdheidsversnippering in het personen- en

familierecht. Er zijn wel vier verschillende rechters die voor de verschillende

aangelegenheden in het personen- en familierecht bevoegd zijn. Dit zorgt voor verwarring, is

ondoorzichtig voor de rechtszoekende en leidt er vaak toe dat de verkeerde rechter

aangesproken wordt, wat tijdverlies met zich meebrengt. Zoals hierboven aangeduid is tot op

244

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 3. 245

art. 700 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”,

NJW 2011, afl. 250, 635; Brussel 17 januari 2000, R.W. 2001-02, 1538, noot; Antwerpen 2 november 1998,

T.Not. 216. 246

Art. 706 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”,

NJW 2011, afl. 250, 635; TH. VAN SINAY, Gerechtelijk recht: artikelsgewijze commentaar met overzicht van

rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 8. 247

Art. 627, 3° en 4° Ger.W. 248

Art. 628, 1° Ger.W.; C. ENGELS, Procesrecht in verband met het notariaat. Syllabus, Brugge, Die Keure,

2010, 166-167.

Page 53: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

53

heden de rechtbank van eerste aanleg bevoegd in het kader van een gerechtelijke vereffening-

verdeling249

. Er is echter een wetsontwerp goedgekeurd dat een familie- en jeugdrechtbank

wil invoeren250

. Deze familie- en jeugdrechtbank wordt dan de materieel bevoegde rechter251

.

Vermoedelijk zal de wet in werking treden op 1 september 2014, maar de Koning kan de

inwerkingtreding ook vervroegen252

.

68. Gaan meerdere deelgenoten een vordering tot vereffening-verdeling instellen, dan

worden deze vorderingen ambtshalve op de eerste nuttige zitting samengevoegd. De

gerechtelijke vereffening-verdeling heeft namelijk het karakter van een onsplitsbaar geschil.

Op die manier wordt vermeden dat nodeloos tijd wordt verloren doordat de verschillende

verzoeken apart worden behandeld253

.

2. DE VORDERING TOT UITONVERDEELDHEIDTREDING OMVAT VAN

RECHTSWEGE DE VOORAFGAANDE VERDELING VAN DE

ONVERDEELDHEDEN

69. Vaak blijkt in de praktijk dat meer dan één onverdeeldheid bestaat tussen de

deelgenoten. Onder de oude procedure ontstonden soms problemen inzake een voorafgaande

verdeling. Wanneer bijvoorbeeld de nalatenschap van een gehuwde man openvalt, dan zal

vaak enkel de gerechtelijke vereffening-verdeling van die nalatenschap gevorderd worden.

Terwijl de huwelijksgemeenschap ook moet verdeeld worden, vooraleer kan overgegaan

worden tot vereffening-verdeling van de nalatenschap254

.

249

Art. 1207 in fine Ger.W. 250

Wetsontwerp betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank, Parl. St. Kamer 2010-11, 53-

682/019. 251

Art. 168 Wetsontwerp betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank, Parl. St. Kamer 2010-11,

53-682/019, 46; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW

2011, afl. 250, 636. 252

A. VANDERHAEGHEN, Wetsontwerp familierechtbanken goedgekeurd,

http://www.ordeexpress.be/artikel/44/296/wetsontwerp-familierechtbanken-goedgekeurd (consultatie 11

augustus 2013). 253

Art. 1208, §1 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 636. 254

Rb. Gent 23 maart 2010, R.W. 2010-11, 682; Luik 11 maart 2002, RRD 2002, 212; Bergen 15 september

1992, Rev. not. b. 1995, 22; Rb. Gent. 23 maart 2010, R.W. 2010-11, 682; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een

nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H.

CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen,

Intersentia, 2012, 3; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”,

NJW 2011, afl. 250, 636; C. AUGHET, “La proposition de loi réformant la procédure de liquidation-partage

judiciaire”, Act.dr.fam. 2001, afl. 3-4, 67; W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na

overlijden” in VLAAMSE CONFERENTIE DER BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling,

Antwerpen, Maklu, 2008, 51.

Page 54: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

54

Vroeger bestond in de rechtspraak en rechtsleer controverse over het feit of de vordering tot

vereffening-verdeling van de nalatenschap ook betrekking heeft op de huwelijksgemeenschap.

Een bepaalde strekking nam aan van wel, een andere dan weer niet. Dit leidde tot

rechtsonzekerheid, waardoor men ervoor opteerde om een nieuwe vordering voor de rechter

in te stellen indien de advocaat vergeten was om ook de vereffening-verdeling van de

huwelijksgemeenschap te vragen vooraleer de nalatenschap vereffend en verdeeld werd. Dit

had tot gevolg dat kostbare tijd en geld verloren ging255

.

70. Art. 1208 §2 Ger.W. bepaalt nu dat “indien tussen partijen een andere onverdeeldheid

bestaat waarbij geen derden zijn betrokken en waarvan de voorafgaande vereffening

noodzakelijk is om de gevorderde verdeling te voltrekken, de vordering zich van rechtswege

uitstrekt tot de vereffening van die onverdeeldheid”. Zijn met andere woorden geen derden in

de onverdeeldheid betrokken en is de voorafgaande verdeling noodzakelijk, dan moet men

krachtens de nieuwe wet niet opnieuw naar de rechter stappen256

. Hetzelfde wordt

verondersteld van de rechterlijke beslissing die de vereffening-verdeling beveelt257

. Deze

vernieuwing kadert in de ratio van de wetgever om de procedure sneller en efficiënter te laten

verlopen. Indien het niet nodig is om opnieuw de rechter te vatten bij een vergetelheid, kan

veel tijd worden uitgespaard.

3. UITSLUITING VAN IN HET BUITENLAND GELEGEN ONROERENDE

GOEDEREN

71. Hierboven werd reeds opgemerkt dat de vordering tot uitonverdeeldheidtreding een

ondeelbare vordering is, de verdeling is een onsplitsbaar geschil (supra randnummer 18) .

Niet alleen moet deze vordering tegen alle deelgenoten ingesteld worden, ze moet ook alle

goederen van de onverdeeldheid bevatten. Het Hof van Cassatie paste hier in het verleden

echter al een mouw aan. Het wees op 31 december 1968 een arrest waarin het stelde dat als de

onverdeeldheid onroerende goederen in België én onroerende goederen omvat die in het

buitenland gelegen zijn, de rechter een gedeeltelijke verdeling kan bevelen voor de goederen

255

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

636; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 3. 256

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 3; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot

vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 636. 257

Art. 1208, §3 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 636.

Page 55: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

55

die in het buitenland gelegen zijn. Tenminste, als die goederen niet tot eenzelfde entiteit

behoren als de onroerende goederen in België gelegen258

.

72. De nieuwe wet voorziet een wettelijke grondslag voor deze uitzondering, ze wordt

zelfs uitgebreid! Het hierboven vermeld arrest van het Hof van Cassatie wordt immers strikt

geïnterpreteerd. Dit betekent dat enkel onroerende goederen het voorwerp kunnen uitmaken

van een aparte vereffening-verdeling. Deze rechtspraak kan echter niet verhinderen dat de

procedure kan vastlopen wegens roerende goederen die zich in het buitenland bevinden. Er

kunnen zich bovendien problemen met betrekking tot de kwalificatie van een goed voordoen

(bijvoorbeeld een handelszaak)259

.

Artikel 1208 §4 Ger.W. houdt aldus een belangrijke vernieuwing in, aangezien het voorziet

dat de rechter een afzonderlijke verdeling kan bevelen voor de goederen (zowel onroerende

als roerende) die hij aanwijst en in het buitenland gelegen zijn, dit op verzoek van een

partij260

. Op deze manier kan het hoofd geboden worden aan vertragingen doordat bepaalde

goederen niet verdeeld geraken261

. Is de gerechtelijke vereffening-verdeling hangende voor de

notaris, dan kan enkel de notaris-vereffenaar dergelijk verzoek aan de rechter voorleggen

middels een tussentijds proces-verbaal262

.

Door de verwijzing naar de rechtspraak van het Hof van Cassatie lijkt de uitzondering enkel

onroerende goederen te treffen, maar het kan wel degelijk ook om roerende goederen gaan,

daar de wettekst noch de parlementaire voorbereiden hieromtrent een onderscheid maken263

.

73. Het feit dat bepaalde goederen die zich in het buitenland bevinden, worden uitgesloten

van de vereffening-verdeling betekent niet dat ze onverdeeld blijven. Er wordt dan gewoon

later in het buitenland een afzonderlijke procedure gevoerd, volgens de regels die aldaar

258

Cass. 31 december 1968, Pas. 1969, I, 227. 259

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

636. 260

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

636; C. AUGHET, “La proposition de loi réformant la procédure de liquidation-partage judiciaire”, Act.dr.fam.

2001, afl. 3-4, 70; C. DECLERCK, “Op naar een daadwerkelijke hervorming van de gerechtelijke

vereffeningsprocedure!”, Nieuwsbrief Notariaat 2011, afl. 8, 2; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke

vereffening-verdeling ondergaat metamorfose”, Juristenkrant 2011, afl. 234, 2. 261

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

636. 262

Art. 1216 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”,

NJW 2011, afl. 250, 636. 263

Advies van de Raad van State inzake het Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van

gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-405/2, 3.

Page 56: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

56

gelden. Het belangrijkste is dat deze goederen de verdeling in België in ieder geval niet meer

kunnen verhinderen.

Dergelijke verdeling in het buitenland kan echter nadelig zijn voor bepaalde deelgenoten.

Bijvoorbeeld voor vrouwelijke deelgenoten, indien de lokale regels discriminerend zijn.

Volgens de parlementaire voorbereiding kunnen de partijen de rechter er echter op attent

maken dat een discriminatoire situatie voorhanden is en dat de regels van internationaal

privaatrecht niet de nodige bescherming bieden264

. De rechter behoudt immers zijn

beoordelingsbevoegdheid over het feit of de aparte vereffening-verdeling volgens het

buitenlands recht kan plaatsvinden. Hij zal de afzonderlijke verdeling volgens het buitenlands

recht niet laten doorgaan indien daardoor een partij gediscrimineerd wordt265

. Het is

onvermijdelijk dat de procedure op die manier vertraging oploopt, aangezien de wet niet

bepaalt dat in dat geval de afzonderlijke verdeling volgens het Belgisch recht kan verlopen.

De in het buitenland gelegen goederen worden dan ineens in de Belgische

verdelingsprocedure betrokken. Er moet daarenboven opgemerkt worden dat de mogelijkheid

bestaat dat de Belgische rechter buitenlands recht zal moeten toepassen, aangezien het

Belgisch recht geen wereldwijde toepassing kent en de Belgische rechters niet wereldwijd

bevoegd zijn266

.

B. AANWIJZINGSVONNIS

74. Het aanwijzingsvonnis, waarin wordt bevolen tot gerechtelijke vereffening-verdeling

over te gaan en onder andere een of meerdere notarissen-vereffenaars worden aangewezen, is

een eindvonnis267. Dit betekent dat de rechter zijn rechtsmacht heeft uitgeput. Het principe van

devolutieve werking van het hoger beroep heeft hier tot gevolg dat als hoger beroep wordt

ingesteld tegen dit aanwijzingsvonnis, het hele geschil in principe verder wordt gevoerd bij de

rechter in hoger beroep268. Dit betekent derhalve dat men een aanleg verliest269

.

264

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 35; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011,

afl. 250, 636. 265

Art. 20 en 21 W. IPR. 266

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

637. 267

Art. 1209 §1 Ger.W.; art. 1210 §1 Ger.W.; art. 19, lid 1 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een

nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H.

CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen,

Intersentia, 2012, 9. 268

Art. 1068, lid 1 Ger.W.

Page 57: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

57

Onder de gelding van de oude wet bestond discussie in de rechtspraak en rechtsleer over het

geval waarin de rechter opnieuw moest worden aangezocht in het kader van een later

probleem in de gerechtelijke vereffening-verdeling. De meerderheid meende dat de

devolutieve werking van het hoger beroep niet inhield dat als de rechter opnieuw moest

worden aangezocht, dit voor de appelrechter moest gebeuren. De procedure met betrekking

tot het later ontstane probleem, moet volgens de meerderheid aanzien worden als een totaal

nieuwe procedure, zodat deze niet voor de appelrechter moest aanhangig gemaakt worden270

.

De nieuwe wet zorgt ervoor dat deze laatste strekking tot regel wordt verheven271

, zonder dat

er afbreuk wordt gedaan aan het idee dat een gerechtelijke vereffening-verdeling als een

geheel wordt gezien. Ongeacht hoeveel keer opnieuw naar de rechter moet worden

teruggekoppeld. De latere procedures voor de rechter moeten dus, in tegenstelling tot wat in

de oude rechtspraak en rechtsleer werd gesteld, niet als nieuwe procedures worden

beschouwd. De devolutieve werking van het hoger beroep zou er in principe toe leiden dat de

verdere procedures ook in hoger beroep zouden worden gevoerd272

. Om dat te vermijden heeft

de nieuwe wet een uitzondering op de devolutieve werking ingelast. Deze uitzondering speelt

echter alleen als het hoger beroep betrekking heeft op een vonnis dat gewezen is vóór de

opening van de werkzaamheden (bijvoorbeeld het aanwijzingsvonnis)273

. Gaat het

daarentegen om een vonnis dat later gewezen is, dan zal de devolutieve werking van het hoger

beroep wel spelen274

.

269

C. ENGELS, Procesrecht in verband met het notariaat. Syllabus, Brugge, Die Keure, 2010, 192; P.

HOFSTRÖSSLER, “De procedure in vereffening-verdeling: enkele aandachtspunten voor de advocaat” in

CASTELEIN CH., VERBEKE A., WEYTS L. (eds.), Notariële clausules. Liber amicorum Prof. Johan Verstraete,

Antwerpen, Intersentia, 2007, 227; A. WYLLEMAN, “Onwil, vertraging en misverstand in de procedure tot

gerechtelijke verdeling na echtscheiding”, AJT 1995-96, 207; C. DECLERCK, “Draaiboek van een vereffening-

verdeling” in W. PINTENS, J. DU MONGH (eds.), Familiaal Vermogensrecht. Themis 22, Brugge, Die Keure,

2004, 5. 270

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 8; Rb. Gent 29 juni 2010, R.W. 2010-11, 880; CH.

DECLERCK, “Een geactualiseerd draaiboek van een gerechtelijke vereffening-verdeling,” in G. VERSCHELDEN

(ed.), Echtscheiding 2009-2010 in Postuniversitaire cyclus Willy Delva 36, Mechelen, Kluwer, 2010, 322; S.

MOSSELMANS, “Over de (on)ontvankelijkheid van niet te gepasten tijde opgeworpen ‘beweringen en

zwarigheden’ in het raam van een vereffening-verdeling”, noot onder Cass. 29 november 2001, R.W. 2001-02,

1535-1538. 271

Art. 1224/2 Ger.W.; Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-

verdeling, Parl. St. Senaat, 5-405/1, 15. 272

PH. DE PAGE, noot onder Cass. 19 september 1991, TBBR 1993, 159. 273

C. AUGHET, “La proposition de loi réformant la procédure de liquidation-partage judiciaire”, Act.dr.fam.

2001, afl. 3-4, 67. 274

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 644; CH.

DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van de

Page 58: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

58

75. Mijns inziens is de wettelijke verankering van de uitzondering op de devolutieve

werking van het hoger beroep een positieve zaak. Het feit dat geschillen in eerste aanleg

kunnen behandeld worden brengen tijdswinst met zich mee. De doorlooptijd is immers veel

lager in eerste aanleg dan in aanleg van beroep275

. Het is ook niet gezegd dat door de

uitzondering meer beroep zal worden aangetekend276

.

De vernieuwing kan echter ook enkele negatieve argumenten oproepen. Het feit dat een

uitzondering op het principe van devolutieve werking van het hoger beroep wordt toegelaten

brengt met zich mee dat de procedure langer kan aanslepen. Terwijl het hoofddoel van de

nieuwe wet net is om de procedure sneller te doen verlopen. Bij bezwaren kunnen de partijen

immers terecht bij de rechter in eerste aanleg. Dit leidt ertoe dat in bepaalde gevallen een

extra aanleg wordt geboden. De mogelijkheid bestaat aldus dat door een hoger beroep tijd

wordt gerekt277

. Een ander argument dat in het nadeel van deze innovatie pleit, is dat het

principe van dubbele aanleg geen grondwettelijk verankerd recht is278

.

1. RECHTERLIJK BEVEL TOT UITONVERDEELDHEIDTREDING EN

GERECHTELIJKE VEREFFENING-VERDELING

76. De rechter spreekt zich – volgend op het verzoek – uit over de

uitonverdeeldheidtreding en gerechtelijke vereffening-verdeling. In dezelfde uitspraak wordt

de notaris-vereffenaar aangewezen en kan op verzoek van een partij eventueel een beheerder

worden aangewezen279.

77. De partijen kunnen ervoor opteren om de rechter direct één of meerdere geschillen

voor te leggen. De rechter is echter niet gehouden om die onmiddellijk te beoordelen. Indien

hij meent dat het aangewezen is om de beoordeling ervan uit te stellen, kan hij het geschil

wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 8. 275

Gemiddeld 1615 dagen in hoger beroep tegen gemiddeld 1184 dagen in eerste aanleg. Zie S. STEURBAUT, L.

KERGER EN I. FAES, De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken. Analyse van de statistieken over

de periode 1999-2006, Brussel, FOD Justitie, 2007, 21. 276

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 645. 277

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 645. 278

K. BROECKX, Het recht op hoger beroep en het beginsel van de dubbele aanleg in het civiele geding,

Antwerpen, Maklu, 1995, 386. 279

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 3.

Page 59: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

59

aanhouden tot het homologatievonnis is gewezen280. Dit gold ook al onder het oude recht. Wat

echter wel vernieuwend is, is dat de rechter akte verleent van eventueel bereikte akkoorden.

Deze gelden dan als het ware als een akkoordvonnis281. In tegenstelling tot vroeger weten de

partijen nu dus wel wat de waarde is van het akkoord dat ze onderling gesloten hebben. De

notaris-vereffenaar moet deze akkoorden in acht nemen bij het opstellen van de staat van

vereffening-verdeling282. Het is nu dus wel veilig om een akkoord te sluiten en hierop te

vertrouwen. De partijen hebben de wettelijke garantie dat deze akkoorden gehandhaafd zullen

worden.

De mogelijkheid om akte te krijgen van akkoorden tussen de partijen komt tegemoet aan een

van de belangrijkste doelstellingen die voorop werden gesteld bij de hervorming van de

gerechtelijke vereffening-verdeling, namelijk akkoorden tussen partijen bevorderen in elke

stand van het geding283

. Een ander voordeel dat hierdoor bewerkstelligd wordt, is dat de

opdracht van de notaris-vereffenaar vereenvoudigd wordt en dat vertraging van de procedure

wordt tegengegaan.

Partijen kunnen onder andere akkoorden sluiten over de verkoop van goederen uit de

onverdeeldheid284

. In dat geval kan de rechter de verkoop reeds in het aanwijzingsvonnis

bevelen. Wordt geen dergelijk akkoord gesloten dan moet de notaris-vereffenaar na de nodige

werkzaamheden eerst vaststellen dat een gevoeglijke verdeling van de goederen in natura niet

mogelijk is285. Dit aspect is vernieuwend ten opzichte van de oude procedure. Daar was het

perfect mogelijk dat de rechter – ongeacht enig akkoord – in het aanwijzingsvonnis al het

bevel gaf om tot verkoop over te gaan, zonder dat enigszins werd nagegaan of de verdeling in

natura al dan niet mogelijk was286. Deze wijziging wordt verantwoord doordat de verdeling in

natura de regel is287. Er moet dus eerst door de notaris-vereffenaar nagegaan worden of de

gevoeglijke verdeling in natura mogelijk is. Het is derhalve een tendens dat eerder

280

Art. 1209 §1 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-

verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming

van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 3. 281

Art. 1043 Ger.W. 282

Art. 1214 §7 Ger.W. 283

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 5. 284

Art. 1209 §3 Ger.W. 285

Art. 1224 en 1224/1 Ger.W. 286

Oud art. 1211, lid 1 Ger.W. 287

Art. 826 B.W.

Page 60: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

60

uitzonderlijk een bevel tot verkoop wordt gegeven in het stadium van het

aanwijzingsvonnis288.

2. AANSTELLING VAN EEN DESKUNDIGE

78. De notaris-vereffenaar kan – op vraag van de deelgenoten – overgaan tot het schatten

van de goederen in de onverdeelde boedel. De notaris is immers een deskundige op vlak van

vastgoed en is dus zeker in staat om op objectieve en gemotiveerde wijze de waarde van

onroerend goed te schatten289

. De rechter kan echter op vraag van een partij of ambtshalve één

of meer deskundigen aanstellen, indien meer specifieke goederen het voorwerp moeten

uitmaken van een schatting en de notaris wat dat betreft minder expertise bezit290

. De vraag is

echter of dit in deze fase van het geding nuttig is, aangezien de aanwijzing van een

deskundige ook later nog tijdens de gerechtelijke vereffening-verdeling kan gebeuren, tijdens

de notariële fase291

.

Men kan door middel van een gewoon schriftelijk verzoekschrift de rechter verzoeken een

deskundige aan te stellen. Het verdere verloop van de procedure is gelijklopend met de

procedure van de vervanging van een notaris292

. Vroeger verliep de procedure echter zoals bij

een tussengeschil, waarbij enkel de notaris-vereffenaar de aanstelling van een deskundige aan

de rechter kon vragen293

.

Dat de partijen nu ook tijdens de procedure voor de notaris kunnen verzoeken om een

deskundige aan te stellen, brengt ook nadelen met zich mee. Zo kan het feit dat de partijen

zich opnieuw tot de rechter wenden ervoor zorgen dat de procedure voor de notaris voor een

tijd geblokkeerd wordt294

. Dit is spijtig, want met de nieuwe wet probeerde men net dergelijke

vertragingen op te lossen en te vermijden. Deze mogelijkheid tot aanstellen van een

288

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 6. 289

Antwerpen 19 december 2007, T.Not. 2009, afl. 3, 144. 290

Art. 1213 §3 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, 647. 291

Art. 1213 §3 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-

verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming

van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 6. 292

Art. 1211 §2, lid 2 en 3 Ger.W. 293

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 6. 294

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 6.

Page 61: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

61

deskundige tijdens de notariële fase van het geding gaat met andere woorden in tegen de

doelstelling van de nieuwe wet.

79. De opdracht van de deskundige bestaat uit het schatten van de goederen die zich in

onverdeeldheid bevinden, het vaststellen van de grondslagen van de schatting, het vaststellen

of een gevoeglijke verdeling in natura al dan niet mogelijk is en eventueel advies verlenen

over de vorming van de kavels295

. Hoewel de deskundige wordt aangewezen door de rechter,

zal hij zijn taak pas aanvatten als hij daartoe is aangespoord door de notaris-vereffenaar, tenzij

alle partijen akkoord gaan of de rechtbank hiertoe beslist296

.

Er werd in de nieuwe wet voorzien dat de notaris-vereffenaar de opdracht kan wijzigen of

vervolledigen en kan vragen om een eerdere schatting te actualiseren, op voorwaarde dat alle

partijen ermee akkoord gaan. Dit was onder de oude procedure niet mogelijk. Het probleem

daar was echter dat zich vaak een hele periode bevond tussen de schatting en de effectieve

verdeling, waardoor de waarde van een goed reeds kon gewijzigd zijn. Met de nieuwe wet

wilde de wetgever dus het probleem van een eventuele tijdsverloop counteren297

. Gaan niet

alle partijen akkoord met het feit dat de notaris-vereffenaar de opdracht van de deskundige

wijzigt of uitbreidt, dan kan een partij zich tot de rechter wenden298

.

VANDERHAEGHEN merkte op dat oorspronkelijk in het wetsvoorstel bepaald werd dat de

notaris op eigen initiatief kon overgaan tot het wijzigen van de opdracht of actualiseren van

een vroegere schatting. Vermits dergelijke beslissing onvermijdelijk financiële repercussies

met zich meebrengt, werd echter beslist dat de partijen steeds bij deze beslissing moeten

betrokken. Het akkoord van de partijen wordt best in een proces-verbaal opgenomen. Dit

werd dan ook alzo in de wet ingeschreven299

.

295

Art. 1213 §1, lid 1 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke

vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De

hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 21; A.

VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 647. 296

Art. 1213 §1, lid 4 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, 647. 297

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 7; CH. DECLERCK, “Kroniek secundair

huwelijksvermogenstelsel” in W. PINTENS en CH. DECLERCK, Patrimonium 2011, Antwerpen, Intersentia, 2011,

47. 298

Art. 1213 §1, lid 2 Ger.W. 299

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 647.

Page 62: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

62

De notaris en de partijen kunnen aldus samen de opdracht van de deskundige wijzigen, zonder

dat daarvoor de tussenkomst van de rechter vereist is300

. Komen de partijen echter niet tot een

akkoord dan kan dit geschil aan de rechter voorgelegd worden.

80. De partijen worden wel degelijk betrokken in het deskundigenonderzoek. Tijdens de

procedure van het deskundigenonderzoek kunnen de partijen op grond van artikel 976 Ger.W.

bezwaren overmaken met betrekking tot het voorverslag van de deskundige. Eens de

deskundige zijn opdracht heeft afgerond, maakt hij daarvan een eindverslag. Dit moet ter

griffie neergelegd worden. Daarnaast bezorgt de deskundige ook een afschrift van dat verslag

aan de notaris-vereffenaar, de partijen en hun advocaten301

. Onder de gelding van de oude

procedure gebeurde dit op dezelfde manier, maar de nieuwe wet bood een wettelijke

grondslag aan de gang van zaken302

. Vermits de partijen een afschrift krijgen van het

deskundigenverslag, hebben ze de mogelijkheid om daaromtrent hun opmerkingen te maken.

Ze kunnen die echter slechts samen met hun opmerkingen over de staat van vereffening-

verdeling overmaken303

.

3. AANWIJZING VAN ÉÉN OF TWEE NOTARISSEN-VEREFFENAARS

a) Principe

81. Eén van de belangrijkste wijzigingen in de nieuwe wet is dat er in principe slechts één

notaris-vereffenaar wordt aangewezen304. Dit was onder het oude recht anders. Daar konden

partijen er – onder akkoord – eenvoudig voor opteren om zich door twee notaris-vereffenaars

naar keuze te laten bijstaan. Er moet wel degelijk een notaris-vereffenaar worden aangesteld.

Het komt niet toe aan de rechter om eenvoudige zaken zelf te behandelen, aangezien de

rechter geen zicht heeft op het vermogen van de deelgenoten305

.

300

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke vereffening-verdeling ondergaat metamorfose”, Juristenkrant 2011, afl.

234, 2; C. AUGHET, “La proposition de loi réformant la procédure de liquidation-partage judiciaire”, Act.dr.fam.

2001, afl. 3-4, 67; C. DECLERCK, “Draaiboek van een vereffening-verdeling” in W. PINTENS, J. DU MONGH

(eds.), Familiaal Vermogensrecht. Themis 22, Brugge, Die Keure, 2004, 4. 301

Art. 1213 §2 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, 647. 302

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 7. 303

Art. 1223 §1 Ger.W. 304

Art. 1210 §1, lid 1 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, 637; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke

vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De

hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 9; C. AUGHET, “La

proposition de loi réformant la procédure de liquidation-partage judiciaire”, Act.dr.fam. 2001, afl. 3-4, 67. 305

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 637.

Page 63: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

63

De hierboven vermelde vernieuwing is positief, omdat de aanstelling van één notaris de

uitgesproken manier is om de onpartijdigheid en onafhankelijk van de notaris te

garanderen306

. De notaris-vereffenaar is immers een gerechtsmandataris, deze rol valt niet te

combineren met deze van raadsman307

. Het hof van beroep van Antwerpen wees ooit

verkeerdelijk een arrest waarbij het vaststelde voor welke partij een notaris-vereffenaar

optrad308

. Dit kan echter niet, aangezien de notaris-vereffenaar onpartijdig en onafhankelijk

hoort te zijn.

Onder de oude wetgeving werd de indruk gecreëerd dat elke partij zijn eigen notaris in het

geschil kon betrekken om hun respectieve belangen waar te nemen309

. Er wordt daarnaast ook

vermeden dat vertraging wordt opgelopen doordat de samenwerking tussen twee notarissen-

vereffenaars niet even vlot verloopt310

. Daarnaast wordt ook wettelijke grondslag verleend aan

de reeds geldende handelswijze in de rechtspraak311

.

De nieuwe wet maakt daarenboven nog komaf met een andere tegenstelling in rechtspraak en

rechtsleer. De rechter moet immers die notaris-vereffenaar aanstellen waarover alle partijen

het eens zijn. Vroeger was er discussie of de rechter niet over enige appreciatiebevoegdheid

dienaangaande beschikte, zodat de rechter de aanwijzing van een bepaalde notaris-vereffenaar

kon weigeren, hoewel alle partijen akkoord waren. Deze discussie is nu dus verleden tijd312

.

306

Art. 6 EVRM; art. 9 Wet van 25 Ventôse jaar IX op het notarisambt 16 maart 1803; Wetsvoorstel houdende

hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St. Senaat, 5-405/1, 21; W. PINTENS,

“Naar een versnelde vereffening-verdeling in PINTENS W. en DECLERCK CH. (eds.), Patrimonium 2010,

Antwerpen, Intersentia, 2010, 325. 307

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 637; P.

HOFSTRÖSSLER, “De procedure in vereffening-verdeling: enkele aandachtspunten voor de advocaat” in CH.

CASTELEIN, A. VERBEKE, L. WEYTS (eds.), Notariële clausules. Liber amicorum Prof. Johan Verstraete,

Antwerpen, Intersentia, 2007, 239 en 241; P. DE PAGE, I. DE STEFANI, Liquidation et partage: commentaire

pratique, Bruxelles, Kluwer, 2003, T1.5-6, 186. 308

Antwerpen 9 november 2005, T.Not. 2007, 47. 309

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 52; G. DE LEVAL, F. ERDMAN, Justitiedialogen. Syntheseverslag opgemaakt op verzoek van Laurette

Onckelinx, vroegere Vice-eerste Minister en Minister van Justitie, Brussel, FOD Justitie, 2004, 152. 310

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 5. 311

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 9. 312

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 10-11; Wetsvoorstel houdende hervorming van de

procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St. Senaat, 5-405/1, 20 e.v.

Page 64: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

64

Komen de partijen echter niet tot een akkoord omtrent de notaris-vereffenaar, dan zal de

rechter de partijen noodzakelijkerwijze naar een andere notaris-vereffenaar verwijzen313

. De

familienotaris of de notaris die door de meerderheid werd verkozen, kan dan niet meer

worden aangesteld314

. Deze techniek moet de onpartijdigheid van de notaris-vereffenaar

garanderen en het aanwenden van rechtsmiddelen vermijden. Onder de oude wetgeving kon

de rechter wel opteren voor de voorgestelde notaris-vereffenaar. Dit was handig indien de

weigering slechts van één partij kwam, omdat partijen afwezig waren of alleen diende om de

procedure te dwarsbomen. Onder de nieuwe wet heeft de rechter deze opportuniteit niet meer

en dit is naar mijn mening te betreuren. In bovenvermelde gevallen betekent een gebrek aan

akkoord namelijk niet dat de voorgestelde notaris niet voldoet aan de deontologische vereisten

van onafhankelijkheid en onpartijdigheid315

.

b) Uitzondering

82. Alleen in uiterste uitzonderlijkheid kan de rechter beslissen om twee notarissen-

vereffenaars aan te stellen. Dit is enkel mogelijk indien aan drie voorwaarden cumulatief is

voldaan. Ten eerste moeten de partijen het eens zijn over het principe van het aanstellen van

twee notarissen-vereffenaars. De identiteit van de notarissen is het tweede aspect waarover de

partijen moeten overeenkomen316

. Bij de aanwijzing van twee notarissen-vereffenaars

behoudt de rechter – in tegenstelling tot de aanwijzing van slechts één boedelrechter – wel een

appreciatiebevoegdheid. De rechter moet met andere woorden beslissen dat de complexiteit

van de zaak het rechtvaardigt om twee notarissen aan te wijzen, dit is de derde voorwaarde317

.

Wordt aan de voorwaarden niet voldaan, dan worden de partijen doorverwezen naar een

andere notaris dan diegene van hun voorkeur318

. De aanvraag moet door de partijen

313

Art. 1210 §1, lid 2 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke

vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De

hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 9. 314

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 637. 315

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 11. 316

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 9. 317

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 52; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011,

637. 318

Art. 1210 §1, lid 2 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke

vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De

hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 9; A.

VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 637.

Page 65: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

65

gezamenlijk en gemotiveerd aan de rechter gericht worden319

. De mogelijkheid om een

tweede notaris-vereffenaar aan te stellen wordt dus niet verlaten, maar wordt beperkt omdat

deze situatie als hinderlijk wordt beschouwd320

.

Ik vraag mij echter af of deze uitzondering niet beter helemaal was geschrapt. De partijen

moeten immers beseffen welke nadelen de aanstelling van twee notarissen-vereffenaars met

zich meebrengt. De rechtsonderhorige moet daarenboven bewust gemaakt worden van het

feit dat de notaris-vereffenaar volledig onafhankelijk en onpartijdig is en dat het met andere

woorden volstaat om één notaris aan te stellen321

.

(1) Gezamenlijke werking

83. De twee notarissen-vereffenaars die samen worden aangesteld, moeten hun opdracht

gezamenlijk uitoefenen322

. Dat houdt in dat beide notarissen een evenwaardig aandeel in de

werkzaamheden op zich nemen, samen tot de staat van vereffening-verdeling komen en het

ereloon delen323

. De nieuwe wetgeving maakt aldus een einde aan de oude taakverdeling324

.

Elke handeling gaat nu uit van de twee notarissen-vereffenaars samen325

. De gezamenlijke

uitoefening van de werkzaamheden leidt soms tot moeilijkheden, de wet schrijft namelijk niet

voor hoe de gezamenlijke werkzaamheden moeten verlopen. Het komt derhalve voor dat de

notarissen niet tot een akkoord komen of hun agenda’s niet te combineren zijn326

.

Het is vanuit het standpunt van de partijen enerzijds toe te juichen dat ingeval van aanstelling

van twee notarissen-vereffenaars de kosten niet verdubbeld worden, aangezien het ereloon

319

Art. 1210 §1, lid 1 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke

vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De

hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 9. 320

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 637. 321

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 637. 322

Art. 1210 §2 Ger.W. 323

C. DEWULF, Notarieel familierecht en familiaal vermogensrecht. Het opstellen van notariële akten, Mechelen,

Kluwer, 2011, nr. 1581. 324

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 638. 325

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 55. 326

Advies van de Raad van State inzake het Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van

gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-405/2, 4; Wetsvoorstel houdende hervorming van de

procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St. Senaat, 5-405/1, 22; CH. DECLERCK, S.

MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13

augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke vereffening en

verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 10.

Page 66: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

66

moet gedeeld worden327

. Hoe de verdeling precies moet bewerkstelligd worden staat nergens

in de wetgeving vermeld. De notarissen proberen dienaangaande tot een akkoord te komen of

schikken zich naar de notariële tradities en de arrondissementele regels, maar ook dit loopt

niet altijd van een leien dakje328

. Anderzijds brengt dit wel met zich mee dat niet veel

notarissen staan te springen om samen te werken in het kader van een gerechtelijke

vereffening-verdeling. De Koninklijke Federatie der Belgische Notarissen argumenteert dat

dit aspect niet problematisch kan zijn, aangezien veel notarissen het net als positief ervaren

dat ze in complexe zaken kunnen terugkoppelen naar een collega-notaris329

. Het feit dat de

notarissen actueel met meer taken en verantwoordelijkheden belast worden, doet geen afbreuk

aan de oude vergoedingsregeling. Het vastgelegde tarief en honorarium wordt immers niet

gewijzigd330

.

Deze werkwijze was vroeger wel anders. Oud artikel 1214 Ger.W. bepaalde dat een notaris-

vereffenaar de opmaak van de staat van vereffening-verdeling voor zich moest nemen, terwijl

de andere notaris-vereffenaar eventueel opmerkingen en een tegenontwerp opmaakte. In de

praktijk bleek echter dat de tweede notaris-vereffenaar vaak zijn taak niet zo ernstig nam en

eerder passief was. De eerste notaris – de notaris-penhouder – kreeg dan ook een groter

aandeel in het ereloon331

.

Een andere aanpassing aan de oude gang van zaken is dat met de hervorming van de

procedure een tijdschema wordt opgelegd, dat net zo goed door de notarissen moet in acht

genomen worden. Dit tijdschema moet de oplossing bieden voor de moeilijkheden inzake het

inpassen van de werkzaamheden in de agenda’s van beide notarissen.

327

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 639. 328

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 639. 329

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 53. 330

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 4; art. 17, 54 van de bijlage bij het Koninklijk besluit van 16 december 1950 houdende het tarief van de

honoraria der notarissen; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, 640. 331

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 639;

Algemeen reglementair kader van 24 oktober 2000 met betrekking tot de regels van de notariële praktijk.

Page 67: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

67

Lukt het niet om de twee notarissen-vereffenaars te laten samenwerken, dan kunnen zij voor

de rechtbank worden opgeroepen en kan eventueel een procedure tot vervanging opgestart

worden332

.

In de parlementaire voorbereiding van de nieuwe wet zijn verschillende visies op te merken

over de gezamenlijke handelswijze van de twee notarissen-vereffenaars. De ene strekking

wilde de mogelijkheid om twee notarissen-vereffenaars aan te stellen behouden, een andere

strekking wilde daarentegen dat slechts één notaris-vereffenaar het geschil zou leiden. Er zijn

voor beide strekkingen pro’s en contra’s te bedenken. De notarissen kunnen wel op

meningsverschillen stuiten, maar in complexe zaken weten twee vaak meer dan één. Ze

kunnen daarnaast ook een bemiddelende functie invullen. De huidige situatie is als het ware

een compromisoplossing. Het valt echter niet te ontkennen dat de aanwijzing van twee

notarissen tot vertraging leidt. De procedure kan zelfs geblokkeerd worden als beide

notarissen-vereffenaars het niet eens worden. Alleen de vervanging kan dan nog een oplossing

bieden. In dat geval worden de partijen naar een nieuwe notaris verwezen die de zaak verder

zal opvolgen333

. Deze vervanging is echter niet zo’n afschrikwekkend middel ten aanzien van

de notarissen, aangezien de gerechtelijke vereffening-verdeling vaak heel complex is en

meestal niet zo veel opbrengt. Daarenboven is de procedure tot vervanging voor de partijen

duur en moet daarna opnieuw van nul worden gestart met een nieuwe notaris. Dit leidt dus

hoe dan ook tot kostbaar tijdverlies334

.

Mijns inziens is het behoud van de mogelijkheid om twee notarissen-vereffenaars aan te

stellen een spijtige zaak. Qua doeltreffendheid is het gezamenlijk optreden immers niet de

beste oplossing, aangezien vaak moeilijkheden zullen ontstaan om het tijdschema overeen te

komen en de notarissen samen te laten werken. Het principe van slechts één notaris-

vereffenaar aan te stellen – en dus onpartijdigheid van de notaris – kan mogelijks uitgehold

worden. Dat valt dan ook te betreuren335

.

332

Art. 1220 §§2 en 3 Ger.W., art. 1211 Ger.W. 333

Ook dit feit duidt aan dat de aanstelling van één notaris het principe is; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke

procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 638; Wetsvoorstel houdende hervorming van de

procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St. Senaat, 5-405/1, 53. 334

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 54; Advies van de Raad van State inzake het Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van

gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-405/2, 4. 335

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 638;

Advies van de Raad van State inzake het Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke

Page 68: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

68

(2) Gecumuleerde territoriale bevoegdheid

84. In principe is de notaris slechts bevoegd in het gerechtelijk arrondissement waarbinnen

zijn standplaats gelegen is336

. Het is voor de notaris dan ook verboden om zijn bediening uit te

oefenen buiten zijn ambtsgebied337

. Voor de ambtsverrichtingen in het kader van de

gerechtelijke vereffening-verdeling geldt echter dat de notarissen-vereffenaars van een

gecumuleerde territoriale bevoegdheid genieten338

. Dit betekent dat beide notarissen ook

bevoegd zijn in het ambtsgebied van de andere notaris. Onder de oude wet ontstond wel eens

discussie over de al dan niet onderscheiden bevoegdheid van de twee aangewezen notarissen-

vereffenaars, maar dit is nu dus verleden tijd339

.

Art. 1210 §3 Ger.W. bepaalt daarnaast ook nog dat de eerst vermelde notaris-vereffenaar als

minuuthouder fungeert. Deze eerste notaris genoot – zoals hierboven al uiteengezet –onder de

vorige wet een veel belangrijker opdracht340

.

85. De notaris kan de meeste werkzaamheden in het kader van een gerechtelijke

vereffening-verdeling uitoefenen op zijn kantoor341

. Indien echter bijzondere

ambtsverrichtingen - bijvoorbeeld een boedelbeschrijving of openbare verkoop – moeten

gesteld worden buiten het ambtsgebied waarbinnen de notarissen-vereffenaars bevoegd zijn,

dan zijn de notarissen-vereffenaars niet zelf bevoegd342

. Ze kunnen echter met de nieuwe wet

vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-405/2, 4; Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van

gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St. Senaat, 5-405/1, 52. 336

Art. 5 §1 Wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt. 337

Art. 6, 1° Wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt; C. AUGHET, “La proposition de loi réformant la

procédure de liquidation-partage judiciaire”, Act.dr.fam. 2001, afl. 3-4, 72; P. DE PAGE, I. DE STEFANI,

Liquidation et partage: commentaire pratique, Bruxelles, Kluwer, 2003, T1.5-6, 184; W. VANBIERVLIET, “De

gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE CONFERENTIE DER BALIE VAN GENT (ed.),

Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 60; A. WYLLEMAN, “Onwil, vertraging en

misverstand in de procedure tot gerechtelijke verdeling na echtscheiding”, AJT 1995-96, 209. 338

Art. 1210 §2, lid 2 Ger.W. 339

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 10; CH. DECLERCK, “Een geactualiseerd draaiboek van

een gerechtelijke vereffening-verdeling,” in VERSCHELDEN G. (ed.), Echtscheiding 2009-2010 in

Postuniversitaire cyclus Willy Delva 36, Mechelen, Kluwer, 2010, 323; W. PINTENS , C. DECLERCK, V.

ALLAERTS, “Het wettelijk stelsel. Ontbinding, vereffening, verdeling”, T.P.R. 2010, afl. 3, 1487. 340

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 10; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot

vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 638. 341

A. WYLLEMAN, “Onwil, vertraging en misverstand in de procedure tot gerechtelijke verdeling na

echtscheiding”, AJT 1995-96, 209. 342

Rb. Dinant 13 maart 1997, JLMB 1997, 734; Rb. Bergen 17 juni 2004, Div.Act. 2005, 92, noot J. BROUWERS.

Page 69: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

69

wel zelf een territoriaal bevoegde notaris aanwijzen343

. Dit was onder de oude wetgeving niet

mogelijk. Er moest in dat geval teruggekoppeld worden naar de rechter, enkel die kon in deze

situatie een territoriaal bevoegde notaris aanduiden. De rechter kon deze bevoegdheid

evenmin delegeren344

.

4. TAAK VAN DE NOTARIS-VEREFFENAAR

86. De notaris-vereffenaar is één van de hoofdrolspelers – zoniet de belangrijkste actor –

in de gerechtelijke vereffening-verdeling. Hij leidt immers de procedure en is de eerste rechter

bij geschillen tussen partijen345

. Hij krijgt dan ook een hele waslijst van taken op zijn bord.

We kunnen de taak van de notaris-vereffenaar omschrijven als “specifiek, complex en

arbeidsintensief”346

.

Zo moet de notaris-vereffenaar alle informatie verzamelen om de gerechtelijke vereffening-

verdeling te kunnen voltrekken, hij moet de leiding op zich nemen en de gerechtelijke

vereffening-verdeling coördineren en ervoor zorgen dat alles binnen de termijnen van de

kalender afgewerkt raakt. Daarnaast moet de notaris-vereffenaar er naar streven om de

partijen tot overeenkomsten te brengen. Lukt dat niet dan moet hij eventuele geschilpunten

beslechten en indien nodig – middels een proces-verbaal wegens beweringen en zwarigheden

– voorleggen aan de rechter347

.

Om bovenstaande doelstellingen te verwezenlijken schrijft de wet voor om een

boedelbeschrijving op te stellen, de goederen die in de onverdeeldheid begrepen zijn te

343

Art. 1210 §4 Ger.W. 344

Art. 11, lid 1 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-

verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming

van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 10; A. WYLLEMAN, “Onwil,

vertraging en misverstand in de procedure tot gerechtelijke verdeling na echtscheiding”, AJT 1995-96, 210; J.

VERSTRAETE, “Valkuilen bij gerechtelijke verdelingen” in VLAAMSE CONFERENTIE DER BALIE VAN GENT (ed.),

Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 13. 345

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 638; J.

VERSTRAETE, “Valkuilen bij gerechtelijke verdeling” in VLAAMSE CONFERENTIE DER BALIE VAN GENT,

Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 10; P. DE PAGE, I. DE STEFANI, Liquidation et

partage: commentaire pratique, Bruxelles, Kluwer, 2003, T1.5-6, 185. 346

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 11. 347

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 11-12.

Page 70: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

70

schatten, de vergoedingsrekeningen tussen de deelgenoten op te stellen, de te verdelen massa

te bepalen en de onderscheiden kavels en afrekeningen van de deelgenoten te vormen348

.

87. Een van de belangrijkste taken van de notaris-vereffenaar is de partijen naar een –

volledig of gedeeltelijk – akkoord te begeleiden, in elke fase van de procedure. Met de nieuwe

wetgeving wordt de actieve rol van de notaris hierbij versterkt349

. Bij de uitvoering van zijn

opdracht moet de notaris de partijen steeds inlichten over het feit dat ze zich kunnen laten

bijstaan door een advocaat350

. Daarnaast rust op hem een informatieplicht: hij moet de partijen

informeren over de gevolgen indien ze zich niet laten bijstaan door een advocaat351

. Kunnen

de partijen tijdens de procedure een akkoord bekomen, dan zal de notaris daarvan een proces-

verbaal verschaffen352

. Daarnaast kan ook de rechtbank akte verlenen van de totstandgekomen

akkoorden353

. Het door alle partijen getekende akkoord verbindt de partijen tot wet354

. Betreft

het akkoord de verkoop – zowel uit de hand als openbaar – van een onverdeeld goed, dan kan

de notaris tot verkoop overgaan van zodra hij daartoe door een partij verzocht wordt355

. De

procedure wordt dan verdergezet voor de andere geschilpunten356

.

Wat als dergelijk akkoord niet in een proces-verbaal wordt opgenomen? Opnieuw bindt

dergelijk akkoord de partijen357

, alleen kan de notaris in dat geval niet eenvoudig gemachtigd

worden om een onverdeeld goed te verkopen. VERHAEGHEN merkt echter op dat “de

raadslieden in dat geval best hun cliënten erop wijzen om het negotium te hernemen in een

wettelijk voorgeschreven vorm op straffe van niet-afdwingbaarheid”358

. Een ander

discussiepunt is de vraag of de notaris in dit geval met het akkoord moet rekening houden bij

348

Art. 1214, §2 en §5 Ger.W. 349

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 3; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”,

NJW 2011, 638. 350

Art. 1214, §1, lid 1 Ger.W. 351

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 638. 352

Art. 1214, §1, lid 2 Ger.W.; C. AUGHET, “La proposition de loi réformant la procédure de liquidation-partage

judiciaire”, Act.dr.fam. 2001, afl. 3-4, 69. 353

Art. 1209, §1 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, 638. 354

Art. 1134 B.W. 355

Art. 1214, §1, lid 2 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke

vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De

hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 12. 356

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 638. 357

Art. 1134 B.W. 358

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 638;

DEWULF C., Notarieel familierecht en familiaal vermogensrecht. Het opstellen van notariële akten, Mechelen,

Kluwer, 2011, nr. 1577.

Page 71: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

71

het opmaken van de staat van vereffening. Om dergelijke problemen te vermijden, is het dus

steeds aangewezen een proces-verbaal (of eventueel een akkoordvonnis) te laten opmaken359

.

5. VERVANGING VAN DE NOTARIS-VEREFFENAAR

88. Naast het eerder besproken principe dat in principe slechts één notaris-vereffenaar

wordt aangesteld, is de mogelijkheid om de notaris-vereffenaar te vervangen een andere

belangrijke vernieuwing in de nieuwe wetgeving. Onder de vroegere wet was dit immers niet

wettelijk voorzien360

. Dergelijke vervanging is in verschillende gevallen mogelijk. Er is ten

eerste een specifieke vervangprocedure voorzien. Daarnaast kan de vervanging ook worden

gevraagd in het kader van een hoger beroep, of – ten derde – als sanctie361

.

In het geval dat twee notarissen-vereffenaars zijn aangesteld, kan ten aanzien van beide een

verzoek tot vervanging worden ingesteld. Of er opnieuw twee of slechts één nieuwe notaris

ter vervanging wordt aangesteld is afhankelijk van de situatie waarin de vervanging

plaatsvindt362

. Het is evenwel ook mogelijk dat slechts één van de twee aangestelde notarissen

vervangen wordt. Deze vervanging heeft in dat geval geen enkele invloed op de andere

notaris-vereffenaar363

.

a) In het kader van een specifieke vervangingsprocedure

(art. 1211 §2 Ger.W)

89. In geval van weigering, verhindering of omstandigheden die gerechtvaardigde twijfel

doen ontstaan over de onafhankelijkheid of onpartijdigheid, kan de rechter beslissen tot

vervanging van de notaris-vereffenaar364

. Elke partij of de notaris zelf kan daartoe een

359

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 12. 360

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 12. 361

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 12-16. 362

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 14. 363

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 13. 364

Art. 1211 Ger.W.; Antwerpen 22 maart 2011, NjW 2011, 30, noot K. VANDENBERGHE; Brussel 13 november

2006, Rev.not.b. 2007, 25; Bergen 14 juni 2004, RGDB 2006, 167; C. AUGHET, “La proposition de loi réformant

la procédure de liquidation-partage judiciaire”, Act.dr.fam. 2001, afl. 3-4, 67; C. DECLERCK, “Op naar een

Page 72: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

72

verzoek richten aan de rechter die de notaris-vereffenaar aanvankelijk heeft aangesteld.

Ambtshalve vervanging – zonder verzoek – of op enkel initiatief van de notaris – zonder

tussenkomst van de rechter – is niet mogelijk. Het verzoek is zonder voorwerp indien

ondertussen in opvolging voor de betrokken notaris-vereffenaar is voorzien. De opvolger is in

dat geval van rechtswege bevoegd om de gerechtelijke opdrachten van zijn voorganger op

zich te nemen365

.

De notaris aangewezen op verzoek van de partijen kan “slechts vervangen worden omwille

van redenen ontstaan of vastgesteld na de aanwijzing”366

. Deze restrictie is volgens mij

belangrijk, want door de aanwending van de procedure tot vervanging van de notaris-

vereffenaar kan een verscholen hoger beroep worden aangewend tegen het aanwijzingsvonnis.

Hoger beroep tegen het aanwijzingsvonnis is perfect mogelijk, maar dan geldt deze specifieke

procedure niet (zie supra randnummer 75)367

. Na de opening van de werkzaamheden is

vervanging in principe niet meer mogelijk, tenzij de partijen pas later kennis hebben gekregen

van een eventueel motief tot vervanging368

.

90. De partij of notaris die de vervanging van de notaris-vereffenaar nastreeft moet

rekening houden met korte termijnen in deze specifieke vervangingsprocedure. De termijnen

zijn bewust kort gehouden, om te vermijden dat de procedure tot gerechtelijke vereffening-

verdeling op die manier al te veel vertraging zou oplopen. Hoe je het immers draait of keert,

deze vernieuwing brengt een extra kans op vertraging met zich mee369

.

daadwerkelijke hervorming van de gerechtelijke vereffeningsprocedure!”, Nieuwsbrief Notariaat 2011, afl. 8, 1;

P. DE PAGE, I. DE STEFANI, Liquidation et partage: commentaire pratique, Bruxelles, Kluwer, 2003, T1.5-6,

190; P. HOFSTRÖSSLER, “De procedure in vereffening-verdeling: enkele aandachtspunten voor de advocaat” in

CASTELEIN CH., VERBEKE A., WEYTS L. (eds.), Notariële clausules. Liber amicorum Prof. Johan Verstraete,

Antwerpen, Intersentia, 2007, 227; C. ENGELS, Procesrecht in verband met het notariaat. Syllabus, Brugge, Die

Keure, 2010, 17; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke vereffening-verdeling ondergaat metamorfose”,

Juristenkrant 2011, afl. 234, 1. 365

Art. 54 Wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw

draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en

CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia,

2012, 12. 366

Art. 1211, §1, lid 2 Ger.W. 367

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 13. 368

Art. 1211, §1, lid 3 Ger.W. 369

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 13.

Page 73: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

73

Het verzoek – dat hierboven al kort werd aangehaald – kan bestaan in een gewoon schriftelijk

verzoek aan de rechter die de notaris-vereffenaar oorspronkelijk heeft aangewezen370

. Eens

het verzoek tot de rechter is gericht, brengt de griffie de notaris en de andere deelgenoten

hiervan op de hoogte bij gerechtsbrief371

. De notaris-vereffenaar kan daarop binnen de vijftien

dagen zijn opmerkingen hierover te kennen geven372

373

. Na verloop van deze termijn worden

de notaris-vereffenaar en de partijen opgeroepen ter terechtzitting374

. Meestal wordt de notaris

wel vooraf informeel gecontacteerd door de griffie om zijn beschikbaarheid te verifiëren. Is

de notaris evenwel niet aanwezig op de zitting, dan kan dat de vervanging niet verhinderen375

.

Dit is volgens mij een goed initiatief, zo kan de onwillige notaris-vereffenaar de gerechtelijke

vereffening-verdeling niet blokkeren. De procedure tot vervanging wegens weigering,

verhindering of gerechtvaardigde twijfel aan onpartijdigheid leidt immers al tot kostbaar

tijdverlies.

91. Gaat de rechter in op het verzoek tot vervanging van de notaris-vereffenaar, dan stelt

hij ineens een nieuwe notaris ter vervanging aan376

. Komen de partijen overeen met

betrekking tot de nieuwe notaris, dan zal de rechter die noodzakelijkerwijs aanstellen. Wordt

echter geen akkoord bereikt, dan kan de rechter ambtshalve een notaris aanwijzen. Zoals

hierboven reeds is aangehaald, kan eventueel tot vervanging van de twee notarissen-

vereffenaars worden overgegaan. Hoewel dit in het kader van artikel 1220 §3 Ger.W. niet

mogelijk is, wordt in artikel 1211 Ger.W. niet uitgesloten dat opnieuw twee notarissen ter

vervanging worden aangesteld377

.

De beslissing tot vervanging is niet vatbaar voor rechtsmiddelen378

, hoewel hoger beroep bij

de aanwijzing van een notaris-vereffenaar wel mogelijk is. Dit verschil is naar mijn mening

370

Art. 1211, §2, lid 1 Ger.W. 371

Art. 1211, §2, lid 2 Ger.W. 372

Art. 1211 §2, lid 3 Ger.W. 373

Deze termijn neemt een aanvang vanaf de eerste dag volgend op die waarop de gerechtsbrief hem werd

aangeboden (art. 53bis, 1° Ger.W.) 374

Art. 1211 §2, lid 4 Ger.W. 375

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 14. 376

Art. 1211, §2, lid 5 Ger.W. 377

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 14; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot

vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 647. 378

Art. 1211, §2, lid 6 Ger.W.; Cass. 20 juni 2008, Rev.not.b. 2008, 513, noot.

Page 74: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

74

niet gerechtvaardigd379

. Het aanwijzings- en vervangingsvonnis zijn immers vergelijkbaar en

brengen dezelfde gevolgen met zich mee: één (of twee) notaris(sen)-vereffenaar(s) wordt

aangesteld die de gerechtelijke vereffening-verdeling moet leiden. Het feit dat tegen de

vervangingsbeslissing geen hoger beroep kan aangetekend worden komt waarschijnlijk voort

uit de bezorgdheid voor vertraging. Een vervangingsprocedure leidt namelijk al tot

tijdsverlies, een eventueel hoger beroep zou ervoor zorgen dat de procedure nóg vertraagd

wordt. Dergelijke vertraging gaat volledig voorbij aan een van de hoofddoelstellingen van de

nieuwe wet: ervoor zorgen dat de gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling binnen

een redelijk tijdsverloop kan afgewikkeld worden. Een ander motief kan zijn dat elke

discussie omtrent de mogelijkheid voor de notaris-vereffenaar om rechtsmiddelen in te stellen

tegen zijn vervanging op die manier uit de weg kan gegaan worden. Het Hof van Cassatie

stelde onder de vroegere wetgeving al dat hoger beroep enkel mogelijk was voor diegenen die

de vervanging verzocht. Daarenboven stelt het Hof dat de betrokken notaris-vereffenaar niet

als partij sensu strictu kan worden aanzien. Deze rechtspraak werd echter niet zomaar

aangenomen380

.

92. Onder de vorige wetgeving – toen de vervanging nog niet wettelijk geregeld was –

heerste discussie omtrent de manier waarop het verzoek tot vervanging aanhangig moest

worden gemaakt en hoe de notaris in het geding moest worden betrokken. Ofwel werd

gebruik gemaakt van een dagvaarding, ofwel van een vrijwillige verschijning voor de

rechtbank381

. Moest een vervanging doorgevoerd worden louter op basis van redenen die los

staan van een professionele fout – bijvoorbeeld ziekte, dan werd echter voor een eenzijdig

verzoekschrift382

geopteerd383

.

De praktijk leerde echter dat ook voor een eenvoudig verzoekschrift werd gekozen, hoewel de

notaris-vereffenaar een professionele fout kon verweten worden. Er werd echter wel

aangenomen dat de betrokken notaris tegenspraak moest kunnen bieden. Deze manier van

gedinginleiding leidde tot controverse in de rechtsleer: de meerderheidsstrekking verzette zich

ertegen, maar een bepaald aantal auteurs stelden echter dat deze werkwijze perfect geldig was, 379

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 15. 380

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 15. 381

Art. 700 Ger.W. 382

Art. 1025 e.v. Ger.W. 383

In dit geval kan ook de procedure tot plaatsvervanging aangewend worden (art. 63 e.v. Wet van 25 ventôse

jaar XI op het notarisambt).

Page 75: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

75

naar analogie met de procedure van het uitvoerend beslag op onroerend goed384

. Werd de

schending van artikel 700 Ger.W. toch in limine litis door een partij ingeroepen, dan moest

belangenschade kunnen bewezen worden385

. Op grond van artikel 17 Ger.W. kan immers

worden aangenomen dat de betrokken notaris-vereffenaar een moreel dan wel

vermogensrechtelijk belang heeft in de zaak aangaande386

.

93. De partijen kunnen samen met het verzoek tot vervanging ook een verzoek tot

schadevergoeding instellen tegen de notaris-vereffenaar. In dat geval moet de notaris-

vereffenaar wel beschouwd worden als een partij in de strikte zin, zodat hij zich moet kunnen

verweren door een rechtsmiddel in te stellen tegen dergelijke beslissing387

.

94. Ik merkte reeds op dat de vervanging ook enkele nadelen met zich meebrengt. We

moeten ons daarom afvragen of andere sancties eventueel niet meer geschikt zijn? Deze vraag

kwam reeds aan bod in de parlementaire voorbereiding van de wet van 13 augustus 2011.

Mevrouw DEFRAIGNE merkte namelijk op dat een automatische signalisatie van het feit dat

een bepaalde notaris zich niet aan de opgelegde termijnen houdt bij de tuchtkamer388

misschien wel een effectievere sanctie zou kunnen zijn389

. Deze mogelijkheid werd echter niet

opgenomen in de nieuwe wet, maar een partij kan wel steeds een klacht indienen tegen de

notaris390

. Een ander voorstel dat werd gedaan was de automatische dwangsom indien de

notaris na een bepaalde termijn zijn verplichtingen niet nakwam391

. Ook deze sanctie kon niet

384

Art. 1581, lid 2 Ger.W. 385

Art. 861 Ger.W.; Rb. Gent 29 juni 2010, R.W. 2011-12, 240; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw

draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en

CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia,

2012, 15. 386

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 15. 387

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 15. 388

Dit is de Provinciale Kamer van Notarissen alwaar de notaris zijn standplaats heeft. Zie A. VANDERHAEGHEN,

“Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 647. 389

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 56; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011,

647. 390

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 647. 391

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 57.

Page 76: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

76

ingevoerd worden, aangezien het Gerechtelijk Wetboek een vordering van een partij vereist

voor het opleggen van een dwangsom392

.

b) In het kader van een hoger beroep

95. Vervanging van de notaris-vereffenaar is ook mogelijk in het kader van een hoger

beroep tegen het aanwijzingsvonnis393

. In dat geval moet de hierboven uiteengezette

specifieke procedure van artikel 1211 §2 Ger.W. niet gevolgd worden. Wordt later toch nog

een specifieke vervangingsprocedure opgestart, dan kunnen de motieven aangewend in de

beroepsprocedure niet meer worden opgeworpen394

.

c) In het kader van een sanctie

96. Houdt de notaris-vereffenaar zich niet aan de vooropgestelde termijnregeling of slagen

de notarissen-vereffenaars er niet in om gezamenlijk te werken, dan kunnen partijen om de

vervanging verzoeken. Dit verzoek kan geschieden door elke deelgenoot, door middel van een

gewone brief neergelegd ter griffie395

. Het is derhalve de rechter die moet beoordelen of de

vervanging een gepaste sanctie is. Hij beschikt daartoe over alle vrijheid, tenzij alle partijen

zich verzetten tegen de vervanging396

.

Dergelijke vrijheid zorgt soms voor moeilijke situaties bij partijen en hun advocaten. Het is

immers niet bevorderlijk voor de samenwerking als de partijen de vervanging van de notaris

vragen en na afwijzing daarvan toch samen verder moeten. Hetzelfde geldt voor hun

advocaten, aangezien deze veelal op regelmatige basis samenwerken met de notaris in

kwestie. Het behoeft dan ook geen uitleg dat de partijen of hun advocaten niet snel geneigd

zijn om op deze manier tot vervanging te verzoeken397

. De vervanging kan echter ook

ambtshalve door de rechter bevolen worden, indien niemand zich hiertegen verzet. In ieder

geval behoudt de rechter een appreciatiebevoegdheid indien de vervanging wordt verzocht

392

Art. 1385bis Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, 647. 393

Art. 1211, §1, lid 4 Ger.W. 394

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 13. 395

Art. 1220 §2 en §3 Ger.W. 396

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 13. 397

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 13.

Page 77: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

77

omwille van het niet nakomen van de opgelegde termijnen398

. In sommige gevallen is de

vervanging immers geen goede oplossing om verder tijdsverlies te voorkomen. Het vergt

namelijk tijd eer een nieuwe notaris zich in het dossier ingewerkt heeft399

. “Bezint eer ge

begint” is hier dan ook een terechte opmerking!

In het geval dat twee notarissen-vereffenaars zijn aangesteld, kan slechts één nieuwe notaris

ter vervanging worden aangesteld – dit in tegenstelling tot de vervanging in het kader van

artikel 1210 en 1211 Ger.W400

.

6. PROVISIONERING VAN DE NOTARIS-VEREFFENAAR

97. In principe moeten de partijen in gelijke mate – ongeacht de aanspraken – bijdragen in

de provisie van de notaris-vereffenaar401

. De rechter kan echter wel een andere verdeelsleutel

aan de partijen opdragen402

. De wetsbepaling stelt enkel vast hoe de partijen in de

provisionering moeten bijdragen (de contributio), maar spreekt niet over de verplichting tot

provisionering (de obligatio). De bepaling is aldus niet volledig. Hoewel de obligatio niet in

de wet vermeld wordt, kan mijns inziens uit de bijdrageplicht een plicht tot provisionering

afgeleid worden403

.

De vraag is echter wat er moet gebeuren als er niet voldoende geprovisioneerd wordt. De

wetgeving of parlementaire voorbereiden bepalen niets dienaangaande en in rechtspraak en

rechtsleer speelt controverse. Sommige auteurs menen immers dat artikel 1210 §5 Ger.W.

inhoudt dat voldoende provisie vereist wordt vooraleer de notaris zijn ambt verleent404

.

Andere wijzen daarentegen op de deontologische wetgeving405

voor notarissen die stelt dat de

notaris een vergoeding mag vragen vooraleer hij zijn werkzaamheden start, tenzij het gaat om

398

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St.

Senaat, 5-405/1, 52; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”,

NJW 2011, 646. 399

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 646. 400

Art. 1220 §3 in fine Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke

vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De

hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 14. 401

Art. 1210 §5 Ger.W. 402

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 24. 403

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

640. 404

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

640. 405

Art. 10 Koninklijk besluit van 9 maart 2003 houdende goedkeuring van de reglementen van de Nationale

Kamer van notarissen voor de organisatie van de notariële boekhouding en voor het toezicht op de boekhouding.

Page 78: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

78

een opdracht als gerechtelijk mandataris406

. Dat houdt derhalve in dat in casu – in geval van

een gerechtelijke vereffening-verdeling – geen voorafgaande provisie kan gevraagd

worden407

. Indien de partijen hiervoor in aanmerking komen kunnen ze wel van rechtsbijstand

genieten408

.

7. NOTARIS-VERTEGENWOORDIGER

98. Voor de nieuwe wet van 13 augustus 2011 beschikte de notaris-vereffenaar niet over

vertegenwoordigingsbevoegdheid. Er moest aldus een externe notaris met deze taak belast

worden. Het systeem van het aanstellen van een notaris-vertegenwoordiger die moet instaan

om afwezige of weigerende partijen te vertegenwoordigen wordt onder de nieuwe wetgeving

echter niet meer hernomen409. Een deel van de bevoegdheden die vroeger toekwamen aan de

notaris-vertegenwoordiger worden met andere woorden nu aan de notaris-vereffenaar

toevertrouwd410

. Hierboven werd immers al uiteengezet dat de notaris-vertegenwoordiger niet

erg nuttig was en dat er controverse heerste omtrent de invulling van zijn bevoegdheden

(supra randnummer 32)411

.

Onder de nieuwe wetgeving is het nu zo dat de afwezigheid of de weigering van partijen de

procedure tot gerechtelijke vereffening-verdeling niet langer blokkeert412

. De notaris stelt in

dat geval simpelweg vast dat een partij afwezig is of weigert te tekenen en de rechtshandeling

vindt dan plaats zonder de handtekening van de betrokkene413. In ieder geval is de notaris-

vereffenaar gemachtigd om toewijzingsprijzen en andere schuldvorderingen te innen, kwijting 406

Cass. 24 oktober 2002, T.Not. 2003, 617, noot M. DE CLERCQ. 407

Beslagr. Dinant 29 mei 1984, JT 1985, 11, noot D. STERCKX; C. DECLERCK, “Draaiboek van een vereffening-

verdeling” in W. PINTENS, J. DU MONGH (eds.), Familiaal Vermogensrecht. Themis 22, Brugge, Die Keure,

2004, 5; P. DE PAGE, I. DE STEFANI, Liquidation et partage: commentaire pratique, Bruxelles, Kluwer, 2003,

T1.5-6, 193. 408

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 16. 409

Oud art. 1209, lid 3 Ger.W. 410

art. 1214, §6 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 640. 411

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 16. 412

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

640; C. AUGHET, “La proposition de loi réformant la procédure de liquidation-partage judiciaire”, Act.dr.fam.

2001, afl. 3-4, 69; C. DEWULF, Notarieel familierecht en familiaal vermogensrecht. Het opstellen van notariële

akten, Mechelen, Kluwer, 2011, nr. 1596; W. PINTENS, “Naar een versnelde vereffening-verdeling” in W.

PINTENS en CH. DECLERCK (eds.), Patrimonium 2010, Antwerpen, Intersentia, 2010, 325; A. VANDERHAEGHEN,

“Gerechtelijke vereffening-verdeling ondergaat metamorfose”, Juristenkrant 2011, afl. 234, 1. 413

Art. 1214, §6, lid 1 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 640.

Page 79: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

79

te verlenen en eventueel opheffing te verlenen van een inschrijving, overschrijving en

verzet414

.

De parlementaire voorbereiding bepaalde aanvankelijk dat de notaris-vereffenaar gemachtigd

is om in naam van de afwezige of weigerende partij te ondertekenen. Na controle van de Raad

van State werd dit echter aangepast, aangezien de Raad stelde dat de notaris-vereffenaar in het

kader van zijn gerechtelijk mandaat geen partijen vertegenwoordigt415

. De rechterlijke taak

die de notaris-vereffenaar moet waarnemen, valt daar immers niet mee te verzoenen. De

notaris treedt in dit geval enkel op als “uitvoerder van de rechtsbedeling”416

.

Het feit dat de rechtsfiguur van notaris-vertegenwoordiger niet meer voorkomt in de nieuwe

wet is mijns inziens een positieve aanpassing. Zoals ik hierboven al stelde, resulteerde zijn

tussenkomst tot overdreven formalisme en bracht het niet zoveel bij417

.

8. BEHEERDER VAN DE ONVERDEELDE BOEDEL

Om de onverdeeldheid te beheren of de massa van mede-eigenaars in rechte te

vertegenwoordigen, kan de rechter een notaris-beheerder aanstellen. Elke partij of de notaris-

vereffenaar kunnen de rechter hierom – via een gewoon schriftelijk verzoek – in elke stand

van het geding verzoeken418

. De rechter kan echter vrij beoordelen of hij het gerechtvaardigd

acht om een beheerder aan te stellen, hij behoudt met andere woorden zijn

beoordelingsbevoegdheid419

. De informele manier om het verzoek bij de rechter aanhangig te

maken sluit aan bij de doelstelling om de procedure sneller en efficiënter te laten verlopen. De

414

Art. 1214, §6, lid 2 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 640. 415

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 79; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-

verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming

van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 16; A. VANDERHAEGHEN,

“Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 640. 416

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

640. 417

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

640. 418

Art. 1212, lid 1 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 640. 419

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 17.

Page 80: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

80

rechter kan immers in elke stand van het geding bij eenvoudige brief gevat worden om een

voorlopige maatregel te bevelen met het oog op het regelen van de toestand van de partijen420

.

Daarenboven beslist de rechter welke bevoegdheden precies aan de beheerder toekomen. Het

behoort in ieder geval tot zijn takenpakket om de deelgenoten in rechte bij een verkoop te

vertegenwoordigen en kan alle daden van louter beheer stellen421

.

Er mag vanuit gegaan worden dat slechts één beheerder kan aangesteld worden, aangezien de

wet nergens iets vermeld over het aanstellen meerdere beheerders. De beheerder kan zich

echter wel laten bijstaan door bijvoorbeeld een externe accountant, revisor of advocaat422

. Op

die manier heeft de beheerder een klankbord, waarnaar hij kan terugkoppelen.

Ook vroeger al bestond het systeem van een beheerder van de onverdeelde massa, alleen

moest het onder de oude wetgeving steeds een notaris-beheerder zijn423

. Dit is nu niet meer

het geval424

. De parlementaire voorbereiding stelt zelfs dat evengoed een deelgenoot als

beheerder kan aangesteld worden425

.

99. De beheerder moet niet noodzakelijk in het aanwijzingsvonnis aangesteld worden, dit

kan immers ook in een latere fase van de gerechtelijke vereffening-verdeling. Alle partijen en

de notaris-vereffenaar zelf kunnen hier opnieuw om verzoeken door middel van een gewoon

schriftelijk verzoek, gericht aan de rechter die de notaris-vereffenaar heeft aangewezen. Deze

procedure verloopt volgens hetzelfde stramien als de specifieke vervangingsprocedure in

artikel 1211, §2, lid 2 en 3 Ger.W. De kosten die de aanwijzing met zich meebrengen zijn in

principe ten laste van de massa426

. De rechter kan er echter ook voor opteren om deze kosten

anders te verdelen, indien daarvoor redenen bestaan427

. Een voorbeeld is wanneer één partij

420

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

640. 421

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

640. 422

Art. 1212, lid 3 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 641. 423

Oud art. 1210 Ger.W. 424

C. DEWULF, Notarieel familierecht en familiaal vermogensrecht. Het opstellen van notariële akten, Mechelen,

Kluwer, 2011, nr. 1585. 425

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

640. 426

Art. 870 B.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-

verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming

van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 17-18. 427

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 18.

Page 81: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

81

om de aanstelling van een beheerder verzoekt, terwijl een deelgenoot vrijwillig dit beheer wil

waarnemen en daarvoor ook alle garanties biedt428

.

100. Tegen de aanwijzing van een beheerder kunnen rechtsmiddelen worden ingesteld,

aangezien het artikel betreffende de beheerder enkel verwijst naar lid 2 en 3 van artikel 1211

§1 en niet naar lid 6 – dat bepaalt dat geen hoger beroep mogelijk is tegen de beslissing tot

vervanging van de notaris-vereffenaar429

.

C. PROCES-VERBAAL VAN OPENING VAN WERKZAAMHEDEN

1. VATTEN VAN DE NOTARIS EN OVERLEGGEN VAN STUKKEN

101. Eens de notaris-vereffenaar aangewezen is, neemt die niet automatisch kennis van zijn

opdracht. Het komt toe aan één van de partijen – de meest gerede – om de notaris-vereffenaar

van het aanstellingsvonnis in kennis te stellen. In de praktijk zien we dat partijen en de

notaris-vereffenaar veelal reeds een informele vergadering achter de rug hebben vooraleer de

notaris-vereffenaar officieel in kennis wordt gesteld. Deze informele vergadering dient om af

te tasten wat precies mogelijk is op het vlak van eventuele akkoorden of regelingen, hoe

bereidwillig de partijen zijn ingesteld, enzovoort. Hoewel de werkzaamheden van de notaris-

vereffenaar onder de nieuwe wetgeving aan een strikte termijnregeling onderworpen worden,

blijft de praktijk van een voorafgaande ontmoeting evenwel mogelijk. De werkzaamheden

van de notaris nemen pas aanvang eens de notaris officieel in kennis is gesteld van zijn

aanwijzing als notaris-vereffenaar en de meest gerede partij de ‘benaarstiging van de

vereffening-verdeling’ verzocht heeft430

. Het vatten van de notaris is echter aan geen enkele

termijn gekoppeld. De drijfveer hiervoor was de partijen in de mogelijkheid te laten alsnog

overeen te komen en de vereffening-verdeling toch minnelijk te kunnen laten verlopen431

.

Bij de aanvang van de werkzaamheden begint een eerste termijn van twee maanden te lopen.

De eerste zitting van opening van werkzaamheden moet uiterlijk tegen het aflopen van deze

428

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 27; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”,

NJW 2011, afl. 250, 641; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-

verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming

van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 18. 429

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 18. 430

Art. 1214-1224/1 Ger.W. 431

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

642.

Page 82: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

82

termijn plaatsvinden, tenzij alle partijen en de notaris anders overeenkomen432

. De partijen en

eventuele belanghebbenden worden hiervoor minstens acht dagen voor de overeengekomen

datum aangemaand, per gerechtsdeurwaardersexploot, aangetekende brief of gedagtekend

ontvangstbewijs. Ook eventuele advocaten worden verwittigd. Deze kennisgeving verloopt

minder formeel en geschiedt per gewone brief, fax of elektronische post. In de aanmaning

wordt vermeld dat alle informatie en stukken die nuttig kunnen zijn voor de gerechtelijke

vereffening-verdeling aan de notaris moeten bezorgd worden. Daarnaast wordt ook melding

gemaakt van het feit dat nog een boedelbeschrijving moet opgemaakt worden als dat nog niet

gebeurd is – en de partijen er niet van afgezien hebben – en dat deze moet geactualiseerd

worden indien nodig433

. Hoewel de kennisgeving via een gedagtekend ontvangstbewijs een

vernieuwing inhoudt en zowel tijd- als kostenbesparend werkt, had de wetgever beter ook ten

aanzien van de partijen een minder formele kennisgeving voorzien434

.

102. Het proces-verbaal van opening van werkzaamheden dient om de notaris alle

informatie en stukken te verlenen die hij eventueel nodig zal hebben voor de gerechtelijke

vereffening-verdeling van de onverdeeldheid. De notaris is gemachtigd om de partijen of

derden te vragen om alle relevante stukken en informatie435

. Dit is een andere toepassing van

het feit dat de wetgever de actieve rol van de notaris met de nieuwe wetgeving wou

versterken436

. Er rust echter geen onderzoeksplicht op de schouders van de notaris-

vereffenaar, het zijn in eerste instantie de partijen die hem informatie moeten verschaffen437

.

Van deze informatie bezorgen de partijen een kopie aan de notaris-vereffenaar en aan elkaar.

Er wordt als het ware een inventaris opgemaakt: de partijen lijsten de stukken op en ze

worden genummerd438

. De notaris houdt enkel rekening met de tijdig en correct overgemaakte

stukken die in de inventaris zijn opgenomen, tenzij men anders is overeengekomen. De

432

Art. 1215 §1 Ger.W. 433

Art. 1215 §1 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-

verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming

van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 18. 434

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

642. 435

Art. 1214 §4, lid 1 Ger.W.; C. DEWULF, Notarieel familierecht en familiaal vermogensrecht. Het opstellen

van notariële akten, Mechelen, Kluwer, 2011, nr. 1594. 436

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

643. 437

H. VANBOCKRIJCK, “Het tijdig instellen van vorderingen in het kader van een procedure van vereffening-

verdeling” in CH. CASTELEIN, A. VERBEKE, L. WEYTS (eds.), Notariële clausules. Liber amicorum Prof. Johan

Verstraete, Antwerpen, Intersentia, 2007, 351. 438

Art. 1222 §1 Ger.W.

Page 83: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

83

notaris beslist met andere woorden zelf wat gebeurt met stukken die niet rechtsgeldig zijn

overgemaakt439

.

Wordt de gevraagde informatie daarentegen niet vrijwillig medegedeeld, dan kan de notaris

zich door middel van een tussentijds proces-verbaal naar de rechter wenden440

. De rechter kan

dan – eventueel op straffe van een dwangsom441

– de overlegging van bepaalde stukken

bevelen442

. Hetzelfde probleem bestond al onder de oude wetgeving, alleen was toen geen

wettelijke grondslag voorhanden om de overlegging te bevelen. Deze bepaling houdt dus een

werkelijke verbetering in voor de notaris, die nu de mogelijkheid heeft om de informatieplicht

van de partijen werkelijk af te dwingen. Dit heeft naar mijn mening ongetwijfeld tot gevolg

dat er de taak van de notaris er eenvoudiger uitziet en sneller kan afgewikkeld worden.

103. Kunnen de partijen tot bepaalde akkoorden komen, dan kunnen ook deze in het

proces-verbaal van opening van werkzaamheden opgenomen worden. Bijvoorbeeld een

overeenkomst inzake de toebedeling van de gezinswoning of de schatting en/of verdeling van

roerende goederen443

.

2. INSTAATSTELLING

104. Er werd reeds aangehaald dat de notaris bij het uitoefenen van zijn opdracht gebonden

is aan een strenge termijnregeling444

. Het feit dat de wet voorziet in de mogelijkheid van een

instaatstelling wil tegemoet komen aan de problematische situaties onder de oude wetgeving.

Onder de oude wetgeving was immers geen sprake van een dwingende termijnregeling.

Vertragingsmanoeuvres of blokkage van de procedure waren dan ook dagelijkse kost445

.

a) Conventionele instaatstelling

105. De mogelijkheid bestaat dat de partijen samen met de notaris-vereffenaar

overeenkomen om bepaalde termijnen tijdens de notariële fase van de procedure te

439

Art. 1222 §2 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 643. 440

Art. 1216 Ger.W. 441

Art. 1214, §4, lid 2 Ger.W. 442

Art. 887 tot 882 Ger.W. 443

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 19. 444

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke vereffening-verdeling ondergaat metamorfose”, Juristenkrant 2011, afl.

234, 1. 445

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 44; C. AUGHET, “La proposition de loi réformant la procédure de liquidation-partage judiciaire”,

Act.dr.fam. 2001, afl. 3-4, 68; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 641.

Page 84: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

84

handhaven446

. We spreken dan van een conventionele instaatstelling. Dergelijke

conventionele instaatstelling wordt door de wetgever zelfs gepromoot. Dit past namelijk

volledig in de centrale doelstelling om de procedure van de gerechtelijke vereffening-

verdeling sneller te laten verlopen447

.

De termijnen die in samenspraak tussen partijen en notaris worden overeengekomen, worden

opgenomen ofwel in het proces-verbaal van opening van werkzaamheden, ofwel in een later

proces-verbaal448

. Men kan er immers ook voor opteren om slechts één termijn vooruit te

werken, waardoor telkens opnieuw een proces-verbaal met een nieuwe termijn moet worden

opgemaakt. Het is immers niet altijd eenvoudig te voorspellen hoeveel tijd de volledige

vereffening-verdeling zal vergen449

. Daarnaast kunnen de partijen op grond van het

beschikkingsbeginsel afwijken van de overeengekomen termijnen450

. In de praktijk blijkt dat

van deze mogelijkheden ook vaak gebruik wordt gemaakt. Mijns inziens valt dit te betreuren,

aangezien de centrale doelstelling – om de procedure sneller te later verlopen – uit het oog

verloren wordt451

. Een kalender zorgt er namelijk voor dat alle partijen en de notaris zich

moeten inzetten om de procedure zonder talmen te laten verlopen. Dit kan gemakkelijk

omzeild worden als partijen telkens een lange termijn voorzien. In de parlementaire

voorbereiding wordt terecht de vrees geuit dat de drukke agenda van advocaten en dergelijke

de aanleiding zullen vormen om lange termijnen overeen te komen. Dit komt de snelle

afwikkeling van de procedure niet ten goede. Het risico is namelijk dat dergelijke

vertragingsmanoeuvres de regel worden452

.

446

Alle partijen moeten akkoord gaan. Is een bepaalde partij afwezig of is er een weigerende partij, dan kan de

conventionele instaatstelling niet plaatsvinden; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-

verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 641. 447

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 19; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot

vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 641. 448

Art. 1217 Ger.W.; W. PINTENS, “Naar een versnelde vereffening-verdeling” in W. PINTENS en CH. DECLERCK

(eds.), Patrimonium 2010, Antwerpen, Intersentia, 2010, 327. 449

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 44; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”,

NJW 2011, afl. 250, 641. 450

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 44. 451

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 25; W. PINTENS, “Naar een versnelde vereffening-verdeling” in W. PINTENS en CH. DECLERCK (eds.),

Patrimonium 2010, Antwerpen, Intersentia, 2010, 328. 452

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

Page 85: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

85

b) Wettelijke instaatstelling

106. Komen de partijen en de notaris daarentegen niet tot een regeling omtrent de

termijnen, geldt de wettelijke instaatstelling. In dat geval zijn de termijnen die in de

wetgeving bepaald staan van toepassing, maar opnieuw kunnen alle partijen en de notaris

overeenkomen om van de wettelijke termijnen af te wijken453

. Het is echter onmogelijk dat de

partijen – zonder de notaris – afwijken van een wettelijk of conventioneel bepaalde termijn454

.

Deze mogelijkheid wordt vooral aangewend om langere termijnen te bedingen, maar er

bestaan ook een mogelijkheid om de termijnen te verkorten. In dat geval is toch sprake van

een conventionele instaatstelling455

. De rechter kan hier immers toe beslissen, op verzoek van

een partij of de notaris-vereffenaar zelf om de procedure binnen een zo kort mogelijk

tijdsbestek te laten verlopen456

. De wetgever heeft er heel bewust voor gekozen om in het

kader van de wettelijke instaatstelling geen minimumtermijnen te bepalen. Zo kan toch nog

ontsnapt worden aan het langere traject van de wettelijke instaatstelling457

, dit is vooral

handig voor weinig complexe zaken.

In de parlementaire voorbereiding werd de vraag gesteld of de wettelijke termijnregeling niet

ambtshalve moet toegepast worden indien de partijen niet worden bijgestaan door een

advocaat, ongeacht het feit dat ze tot een conventionele instaatstelling gekomen zijn. Naar

mijn mening moet het antwoord op die vraag afwijzend zijn. Er bestaat immers geen

verplichting voor de partijen om zich in het kader van een gerechtelijke vereffening-verdeling

te laten bijstaan door advocaat. Hier anders over oordelen zou kunnen leiden tot discriminatie.

Het probleem dat hier speelt – dat partijen zonder expertise van een advocaat zelf tot een

termijnregeling komen – kan voorkomen worden door een gerechtelijke instaatstelling te

ontwikkelen, waarmee de notaris-vereffenaar dan belast wordt. De notaris-vereffenaar

405/6, 25; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011,

afl. 250, 641. 453

Art. 1218, §1, lid 1 Ger.W.; Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke

vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-405/1, 4. 454

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

641. 455

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 645. 456

Art. 1218, §4 Ger.W. 457

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 36; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011,

645.

Page 86: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

86

beschikt immers wel over de expertise en kennis van zaken om een realistische

termijnregeling uit te werken458

.

Een andere afwijking van de principiële termijnregeling is dat de termijnen kunnen gestuit

worden met akkoord van alle partijen en de notaris-vereffenaar459

. Dit houdt met andere

woorden in dat de termijn opnieuw van nul begint te lopen na de stuiting460

. De partijen

moeten dit schriftelijk te kennen geven aan de notaris461

. In de parlementaire voorbereiding

werd terecht opgemerkt dat een schorsing wenselijker was geweest dan een stuiting462

. De

stuiting heeft namelijk tot gevolg dat de – wettelijke of conventionele – instaatstelling zijn

effect verliest. Hoewel de boedeling net is om de procedures in te korten, loopt de procedure

heel wat vertraging op door het opnieuw starten van de termijn en dit leidt tot misbruik van de

partijen. Het feit dat de stuiting afhankelijk is van het akkoord van de partijen, doet geen

afbreuk aan het feit dat een opportuniteitsoordeel van de rechter wenselijk was geweest463

.

VERHAEGHE geeft hiervan een opmerkelijk voorbeeld: “net voor het verstrijken van de termijn

van vier maanden voor het opmaken van de staat van vereffening, voorziet de wet in een een

stuiting van de termijn, indien er ruimte is voor onderhandelingen over een minnelijke

regeling. De reden van de stuiting betreft nochtans een schorsingsgrond. Het voordeel is wel,

dat als de onderhandelingen afspringen, de notaris toch over een termijn van vier maand

beschikt om de staat van vereffening-verdeling alsnog op te maken”464

.

De wettelijke regeling bepaalt dat er twee maanden voorzien is om de partijen de

mogelijkheid te geven om de aanspraken en stukken over te brengen aan de notaris-

vereffenaar. Deze termijn gaat in vanaf de boedelbeschrijving of het afschrift van het proces-

458

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 87; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011,

afl. 250, 641. 459

Art. 1221 Ger.W. 460

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 19. 461

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 645. 462

Amendementen op het Wetsontwerp houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-

verdeling, Parl. St. Kamer, 53-1513/002, 1; Advies van de Raad van State inzake het Wetsvoorstel houdende

hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-405/2, 11; W. PINTENS,

“Naar een versnelde vereffening-verdeling” in W. PINTENS en CH. DECLERCK (eds.), Patrimonium 2010,

Antwerpen, Intersentia, 2010, 325. 463

Advies van de Raad van State inzake het Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van

gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-405/2, 11; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure

tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 645. 464

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 645.

Page 87: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

87

verbaal waarbij van de boedelbeschrijving wordt afgezien465

. Wordt echter een deskundige

aangesteld in het aanwijzingsvonnis, dan geldt – in plaats van de algemene termijn – een

termijn van twee maanden vanaf de kennisgeving van het eindverslag van de deskundige466

.

Hebben de aanspraken betrekking op goederen die niet afhangen van de waardering van de

deskundige, dan wordt de algemene termijn niet verlengd. Deze termijnen staan los van

elkaar467

.

In het geval dat de stukken, aanspraken of opmerkingen niet binnen de wettelijk vastgestelde

termijn werden overgemaakt aan de notaris-vereffenaar, wordt er in principe geen rekening

mee gehouden. Van deze regel kan afgeweken worden indien er sprake is van ‘nieuwe feiten

of nieuwe stukken van overwegend belang’468

, waarvan men nog geen kennis (kon) hebben

voor het verstrijken van de termijn469

(infra randnummer 127).

107. Van zodra de termijn van twee maanden is verstreken en de notaris alle nuttige

informatie, stukken en aanspraken heeft verzameld, giet hij deze in een geordend overzicht470

.

Dit overzicht wordt uiterlijk binnen de twee maanden ter kennis gebracht van de deelgenoten

volgens de gebruikelijke methode (supra randnummer 101, alinea 2). Een nieuwe termijn van

twee maanden gaat in van zodra de partijen kennis hebben gekregen van het overzicht van de

aanspraken. Binnen die termijnen kunnen de partijen hun standpunten over de aanspraken van

andere partijen aan de notaris en de andere partijen overmaken471

.

108. In principe wordt het proces-verbaal van opening van werkzaamheden opgesteld bij de

eerste samenkomst. Het is echter mogelijk om een extra bijeenkomst te organiseren als men

hier niet onmiddellijk in geslaagd is. De latere bijeenkomen moeten telkens uiterlijk twee

maanden later plaatsvinden. In het proces-verbaal onderzoekt de notaris-vereffenaar zijn

bevoegdheid en controleert hij of het aanwijzingsvonnis reeds een defintief karakter heeft

verkregen472

. Hoewel de partijen kunnen berusten in het aanwijzingsvonnis, is het

465

Art. 1218, §1, lid 2 en 3 Ger.W. 466

Art. 1218 §1, lid 4 iuncto art. 1213, §2 Ger.W. 467

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 47; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”,

NJW 2011, afl. 250, 643. 468

Art. 1219 Ger.W. 469

Art. 1220, §1 Ger.W. 470

Art. 1218, §2, lid 1 Ger.W.; Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke

vereffening-verdeling, Parl. St. Senaat, 5-405/1, 47. 471

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

643. 472

C. DEWULF, Notarieel familierecht en familiaal vermogensrecht. Het opstellen van notariële akten, Mechelen,

Kluwer, 2011, nr. 1587.

Page 88: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

88

aangewezen dat de notaris-vereffenaar wacht om met zijn werkzaamheden van start te gaan

totdat het vonnis defintief is geworden473

. De notaris stelt daarnaast het verdere tijdsverloop

van het rechtsgeding vast. Eens het proces-verbaal van opening van werkzaamheden

opgemaakt is, wordt een afschrift ervan bezorgd aan alle partijen en hun advocaten474

. De

kennisgeving gebeurt op dezelfde gebruikelijke manier als deze hierboven reeds werd

uiteengezet (supra randnummer 101, alinea 2).

c) Overschrijding van de termijnen

109. Hierboven werd reeds opgemerkt dat de instaatstelling geen enkel nut heeft, indien ze

niet wordt gehandhaafd475

. Daarom wordt door de wetgever in een sanctie voorzien indien de

wettelijke of conventioneel bepaalde termijnen worden overschreden476

.

(1) Door de partijen

110. Aan de partijen worden termijnen opgelegd om bepaalde informatie of stukken aan de

notaris te bezorgen binnen een redelijke termijn477

. Een andere toepassing is dat een termijn

wordt opgelegd om bepaalde bezwaren binnen een bepaald tijdsverloop te kennen te geven478

.

Houden de partijen zich niet aan deze termijnen, dan is de notaris niet gehouden rekening te

houden met de informatie, stukken of bezwaren479

. De werkzaamheden kunnen in dat geval

gewoon worden verdergezet. Indien de notaris het nuttig acht, kan hij er wel voor opteren om

deze sanctie niet toe te passen bij nieuwe feiten of stukken van overwegend belang of bij een

akkoord van alle partijen480

. De notaris heeft als het ware zelf de beoordelingsbevoegdheid

om al dan niet rekening te houden met laattijdig overgemaakte informatie. Dit kadert in het

principe van versterking van de actieve rol van de notaris-vereffenaar in de nieuwe

wetgeving.

473

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St.

Senaat, 5-405/1, 39; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”,

NJW 2011, afl. 250, 642. 474

Art. 1215, §2 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 642. 475

J. FACQ, “Over de gerechtelijke verdeling de lege ferenda, deelakkoorden en clausules de lege lata” in CH.

CASTELEIN, A. VERBEKE, L. WEYTS (eds.), Notariële clausules. Liber amicorum Prof. Johan Verstraete,

Antwerpen, Intersentia, 2007, 187. 476

Art. 1220 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”,

NJW 2011, afl. 250, 645. 477

Art. 1215, §1 Ger.W. 478

Art. 1223, §1, lid 4 Ger.W. 479

Art. 1220, §1 Ger.W. 480

Art. 748 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”,

NJW 2011, afl. 250, 646.

Page 89: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

89

Zoals hierboven reeds verschillende malen is opgemerkt, moet na het verstrijken van een

termijn toch nog rekening gehouden worden met nieuwe feiten of stukken van overwegend

belang. De tegenspraak moet in dat geval immers gegarandeerd blijven en dan kunnen langere

termijnen gelden481

. De beoordeling of iets al dan niet van overwegend belang is gebeurt

enkel en alleen door de notaris482

. Indien de notaris echter niet akkoord gaat met het

belangrijk karakter kan dit geschil door middel van een tussentijds proces-verbaal aan de

rechter voorgelegd worden. Eens de notaris op de hoogte is van de nieuwe feiten of stukken

nodigt hij de partijen – en hun advocaten – uit om hun standpunten dienaangaand bekend te

maken. Deze uitnodiging gebeurt via de gebruiktelijke methode483

. Deze standpunten van de

partijen moeten binnen een bepaalde termijn of uiterlijk binnen een maand na de uitnodiging

overgemaakt worden aan de notaris. Het feit dat opnieuw een termijn wordt opgelegd om

laattijdige feiten of stukken alsnog in de procedure te betrekken wil toch nog enige limiet

opleggen. De procedure zou anders veel te lang kunnen blijven aanslepen484

.

(2) Door de notaris

111. Door het feit dat in de nieuwe wet nu ook termijnen worden opgelegd aan de notaris,

is de notaris gehouden steeds diligent te handelen. Het overschrijden van de termijnen maakt

in principe een fout uit485

. De wettelijk voorgeschreven termijnen vormen immers een

autonoom criterium ter beoordeling van het rechtmatig karakter van het gedrag van de notaris.

Dit betekent met andere woorden dat enkel nog de schade en het causaal verband moeten

aangetoond worden om schadevergoeding te bekomen486

. In de parlementaire voorbereiding

wordt echter opgeworpen dat de toepassing van het gemeen aansprakelijkheidsrecht illusoir

is. Het lijkt mevrouw DEFRAIGNE heel theoretisch om de fout van de notaris, de schade en het

causaal verband te bewijzen. Het lijkt haar eerder wenselijk om het feit dat de notaris zich niet

481

J. FACQ, “Over de gerechtelijke verdeling de lege ferenda, deelakkoorden en clausules de lege lata” in CH.

CASTELEIN, A. VERBEKE, L. WEYTS (eds.), Notariële clausules. Liber amicorum Prof. Johan Verstraete,

Antwerpen, Intersentia, 2007, 187; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 648. 482

art. 1219 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke vereffening-verdeling ondergaat metamorfose”,

Juristenkrant 2011, afl. 234, 1. 483

De partijen worden uitgenodigd via gerechtsdeurwaardersexploot, aangetekende brief of gedagtekend

ontvangstbewijs. De advocaten krijgen hun uitnodiging via gewone brief, fax of elektronische post. (art. 1215,

§2 Ger.W.) 484

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

648. 485

In de zin van art. 1382 B.W. 486

Cass. 16 mei 2011, AR C.10.0664.N; Cass. 8 november 2002, Arr.Cass. 2002, 2417; Cass. 26 juni 1998,

Arr.Cass. 1998, 762.

Page 90: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

90

aan de termijnen houdt automatisch te laten signaleren aan de tuchtkamer of te werken met

dwangsommen487

.

112. Zoals hierboven (supra randnummer 96) reeds werd uiteengezet, kan een partij de

vervanging van de notaris verzoeken indien deze zich niet houdt aan de hem opgelegde

termijnen. Eens het verzoek aanhangig is gemaakt bij de rechter en de griffie de partijen en de

notaris hiervan kennis heeft gegeven488

, beschikt de notaris over een termijn van 15 dagen om

zijn opmerkingen te kennen te geven489

. Daarna worden de partijen en de notaris opgeroepen

voor een zitting ter raadkamer490

. De griffie zal vooraf echter wel informeel contact opnemen

met de notaris om te garanderen dat hij aanwezig kan zijn op de zitting. Dit om te vermijden

dat de zitting moet uitgesteld worden en zodanig opnieuw kostbare tijd verloren wordt491

. Op

de zitting zelf worden de notaris en de partijen gehoord en zal de rechter beslissen over de

vervanging492

.

D. BOEDELBESCHRIJVING

113. De boedelbeschrijving is één van de grondslagen van de procedure en lijkt

noodzakelijk. Deze boedelbeschrijving heeft namelijk tot doel om de baten en lasten vast te

stellen van de onverdeeldheid die verdeeld moet worden. Daarvoor worden de verschillende

goederen die zich in de boedel bevinden beschreven en geschat. Daarenboven worden ook de

verklaringen ten bate of ten laste van de boedel en de vragen en antwoorden van de partijen

opgenomen493

. We kunnen met andere woorden wel stellen dat de notaris niet correct tot een

verdeling kan komen, als hij geen zicht heeft hoe de boedel is samengesteld494

.

487

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 56; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011,

afl. 250, 646. 488

Art. 1220, §2, lid 2 Ger.W. 489

Art. 1220, §2, lid 3 Ger.W. 490

Art. 1220, §2, lid 4 Ger.W. 491

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St.

Senaat, 5-405/1, 52; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”,

NJW 2011, afl. 250, 646. 492

Art. 1220, §2, lid 5 Ger.W. 493

Art. 1175 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-

verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming

van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 21. 494

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

642.

Page 91: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

91

114. De regeling betreffende de boedelbeschrijving werd gewijzigd door het aanbrengen

van bepaalde nuances. Het systeem werd als het ware meer geraffineerd. Twee belangrijke

aanpassingen werden immers doorgevoerd aan het oude principe van de verplichte

boedelbeschrijving495

.

Een eerste nuancering houdt in dat partijen in onderling akkoord kunnen afzien van de

boedelbeschrijving. Dit is mogelijk voor zover alle partijen handelingsbekwaam zijn en men

gezamenlijk aantoont welke goederen begrepen zijn in de onverdeeldheid496

. Er kan van de

boedelbeschrijving afgezien worden tot aan de sluiting het proces-verbaal van opening van

werkzaamheden. Van het feit dat de partijen afzien van de boedelbeschrijving moet ook een

proces-verbaal worden opgemaakt. In dat proces-verbaal moet een lijst opgenomen van alle

goederen die afhangen van de boedel497

en de bevestiging van alle partijen. Ook van dit

proces-verbaal wordt afschrift gegeven aan alle partijen en hun advocaten, op de gebruikelijke

manier (supra randnummer 101, alina 2)498

. Het feit dat geen boedelbeschrijving moet worden

opgemaakt zorgt ervoor dat de procedure sneller verloopt, daarenboven worden ook

inventariskosten uitgespaard499

.

Anderzijds kunnen de partijen – in onderling akkoord – opteren voor een boedelbeschrijving

op verklaring500

. Deze boedelbeschrijving op verklaring houdt in dat de notaris – op verzoek

van alle partijen – zelf overgaat tot het schatten van de goederen die zich in de onverdeelde

boedel bevinden. Dankzij zijn eigen expertise is dit immers vaak perfect mogelijk. Het is in de

nieuwe procedure derhalve niet meer automatisch verplicht om een deskundige aan te stellen

om tot boedelbeschrijving over te gaan. De partijen moeten hierbij wel op voorhand aangeven

welke waarde zij wensen aan deze boedelbeschrijving op verklaring te verbinden. Ze kunnen

495

Antwerpen 14 januari 2008, RABG 2008, 757. 496

Art. 1214, §2, lid 1 Ger.W. 497

C. AUGHET, “La proposition de loi réformant la procédure de liquidation-partage judiciaire”, Act.dr.fam.

2001, afl. 3-4, 67; VANDERHAEGHEN A., “Gerechtelijke vereffening-verdeling ondergaat metamorfose”,

Juristenkrant 2011, afl. 234, 1. 498

Art. 1214, §2, lid 1 en 2 Ger.W.; art. 1215, §2 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw

draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en

CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia,

2012, 21. 499

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St.

Senaat, 5-405/1, 11; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”,

NJW 2011, afl. 250, 643. 500

art. 1214, §3 Ger.W.

Page 92: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

92

bijvoorbeeld perfect overeenkomen dat de schatting van de notaris-vereffenaar hen tot wet zal

strekken501

. Bovendien geldt de vereiste handelingsbekwaamheid ook bij deze modaliteit502

.

Indien geen toepassing wordt gemaakt van bovenstaande vernieuwingen, stelt de notaris-

vereffenaar bij de sluiting van het proces-verbaal van opening van werkzaamheden een datum

en tijdstip vast waarop de eerste vacatie van de boedelbeschrijving plaatsvindt. Deze moet

doorgaan binnen twee maanden na de sluiting, tenzij de partijen en de notaris anders

overeenkomen. Kan de boedelbeschrijving nog niet op deze eerste vacatie afgewerkt worden,

dan stelt de notaris een nieuwe datum vast voor de volgende vacatie. Opnieuw moet deze

plaatsvinden binnen een termijn van twee maanden na de eerste vacatie, tenzij de partijen en

de notaris anders overeenkomen503

. In principe gaat de notaris-vereffenaar over tot het

opmaken van de boedelbeschrijving van zodra hij daartoe verzocht wordt door een partij504

.

Het best wordt de boedelbeschrijving zo snel mogelijk opgemaakt505

.

E. TUSSENTIJDS PROCES-VERBAAL

115. Het kan al eens voorkomen dat de notaris-vereffenaar tijdens zijn werkzaamheden

geschilpunten tussen de partijen opmerkt. In de eerste plaats komt het aan de notaris toe om

de geschillen te beslechten (in het kader van zijn rol als eerste rechter). Zijn deze

moeilijkheden zodanig ernstig dat ze het verdere verloop van de notariële opdracht

verhinderen en de procedure als het ware blokkeren, dan kan de notaris-vereffenaar zich

middels een tussentijds proces-verbaal wenden naar de rechter506

. Dit kan in elke stand van

het geding. Deze techniek werd onder de vroegere wetgeving door de rechtspraak uitgewerkt.

Met de nieuwe wet van 13 augustus 2011 werd deze wettelijk verankerd507

. Op deze manier

501

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St.

Senaat, 5-405/1, 34-35; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”,

NJW 2011, afl. 250, 643. 502

Art. 1214, §2, lid 3 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 643. 503

Art. 1214, §2, lid 2 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke

vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De

hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 21. 504

Art. 1214, §2, lid 1 Ger.W. 505

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

642. 506

Art. 1216, §1 Ger.W. 507

Art. 1216 Ger.W.; Cass. 5 november 1993, Pas. 1993, 928; Antwerpen 12 november 2003; NJW 2004, 340,

noot; Antwerpen 12 mei 2004, RABG 2005, 1787, noot C. VERGAUWEN; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een

nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H.

CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen,

Intersentia, 2012, 22; C. AUGHET, “La proposition de loi réformant la procédure de liquidation-partage

judiciaire”, Act.dr.fam. 2001, afl. 3-4, 67; C. DECLERCK, “Draaiboek van een vereffening-verdeling” in W.

Page 93: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

93

wordt een uitweg geboden als de notaris de procedure geblokkeerd ziet door een geschil

tussen de partijen508

.

VANDERHAEGHEN geeft enkele voorbeelden van dergelijke geschillen: de discussie over de

goederen die verdeelbaar zijn in natura of over wie het recht geniet van de preferentiële

toewijzingen509

.

116. Uiterlijk twee maanden nadat de notaris-vereffenaar de problemen heeft vastgesteld,

betekent hij een afschrift van het tussentijds proces-verbaal aan alle partijen en hun

advocaten, tenzij men een andere termijn is overeengekomen. Deze betekening geschiedt

volgens de gebruikelijke methode (supra randnummer 101 alinea 2). Samen met deze

betekening maant hij de partijen bovendien aan om hun opmerkingen over de vastgestelde

moeilijkheden over te maken510

.

De partijen beschikken over een termijn van één maand om hun opmerkingen aan de notaris-

vereffenaar en de andere partijen mede te delen, tenzij men een andere termijn onderling is

overeengekomen511

. Heeft een partij meer dan eens zijn opmerkingen overgemaakt, dan wordt

toch enkel met de laatste rekening gehouden512

. Slagen de partijen er uiteindelijk toch in om

overeen te komen, dan beschikken ze over vijftien dagen om de notaris hiervan op de hoogte

te stellen513

.

Eens de notaris kennis heeft gekregen van de standpunten van de partijen, begint een termijn

van één maand te lopen waarbinnen de notaris het tussentijds proces-verbaal – samen met de

opmerkingen van de partijen, een inventaris van de stukken en zijn advies – neerlegt ter

PINTENS, J. DU MONGH (eds.), Familiaal Vermogensrecht. Themis 22, Brugge, Die Keure, 2004, 5; C.

DECLERCK, “Op naar een daadwerkelijke hervorming van de gerechtelijke vereffeningsprocedure!”, Nieuwsbrief

Notariaat 2011, afl. 8, 1; C. ENGELS, Procesrecht in verband met het notariaat. Syllabus, Brugge, Die Keure,

2010, 183; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke vereffening-verdeling ondergaat metamorfose”, Juristenkrant

2011, afl. 234, 1. 508

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

648. 509

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

648; C. DEWULF, Notarieel familierecht en familiaal vermogensrecht. Het opstellen van notariële akten,

Mechelen, Kluwer, 2011, nr. 1619. 510

Art. 1216 §2 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-

verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming

van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 22. 511

Art. 1216 §3 Ger.W. 512

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 22. 513

Art. 1216, §4 Ger.W.

Page 94: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

94

griffie. Van deze termijn kan echter worden afgeweken indien alle partijen met de notaris

overeenkomen. Samen met de neerlegging bezorgt hij ook een afschrift aan alle partijen en

hun advocaten514

.

Het is aldus de notaris die het tussengeschil aanhangig maakt bij de rechter en niet de partijen.

Dit is maar goed ook, het zou namelijk het middel bij uitstek zijn om de procedure nog maar

eens voor een bepaalde periode te blokkeren. Het enige geval waarbij de partijen naar de

rechter kunnen stappen, is indien het geschil net betrekking heeft op de vervanging van de

notaris-vereffenaar of de aanstelling van een expert515

.

Ten slotte worden de partijen en hun advocaten opgeroepen voor een inleidingszitting516

. Op

deze inleidingszitting zal een nadere instaatstelling bepaald worden517

. De partijen kunnen

immers op grond van artikel 747 §1 Ger.W. op de inleidingszitting onderling

conclusietermijnen afspreken. Wordt deze door de rechter bekrachtigd, dan wordt deze

opgenomen in het proces-verbaal van de zitting. Uiterlijk zes weken na de inleidingszitting,

stelt de rechter het tijdsverloop van de rechtspleging vast518

. De rechter zal de geschillen die

aan de orde zijn beslechten en het dossier terug aan de notaris overzenden. De notaris kan dan

de draad weer opnemen waar hij voor het tussentijds proces-verbaal gebleven was en heeft

vier maanden de tijd – na het defintief worden van de beslissing – om de staat van

vereffening-verdeling op te maken519

.

F. VERKOOP VAN GOEDEREN

117. Het principe is dat de verdeling van de boedel in natura geschiedt520

. Elke partij heeft

immers recht om een deel van de onverdeelde goederen uit de boedel te verkrijgen521

. Slechts

in uitzonderlijke gevallen – indien de notaris vaststelt dat gevoeglijke verdeling in natura niet

514

Art. 1216 §4 Ger.W.; de betekening geschiedt volgens de gebruikelijke methode (supra randnummer 101

alinea 2). 515

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

648. 516

De partijen bij gerechtsbrief en de advocaten bij gewone brief. 517

Art. 1216, §5 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-

verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming

van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 22. 518

Art. 747, §2, lid 3 Ger.W. 519

Art. 1218, §3, 3° Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 648. 520

Art. 826 B.W.; Rb. Gent 4 november 2008, TGR-TWVR 2009, afl. 2, 99; C. ENGELS, Procesrecht in verband

met het notariaat. Syllabus, Brugge, Die Keure, 2010, 150; J. VERSTRAETE, “Valkuilen bij gerechtelijke

verdelingen” in VLAAMSE CONFERENTIE DER BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling,

Antwerpen, Maklu, 2008, 13. 521

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St.

Senaat, 5-405/1, 62.

Page 95: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

95

mogelijk is – kan beslist worden om over te gaan tot verkoop van bepaalde goederen. Deze

beslissing kan normalerwijze derhalve pas op het einde van de werkzaamheden doorgaan.

Toch komt het in bepaalde gevallen voor dat al bij het begin van de procedure verkocht wordt.

Met akkoord van alle partijen kan de rechtbank ertoe beslissen om bepaalde goederen –

openbaar of uit de hand – te verkopen vanaf het aanstellingsvonnis van de notaris522

. Zonder

dit akkoord kan de rechtbank hier echter niet toe beslissen, dan moeten de werkzaamheden

van de notaris afgewacht worden om een weloverwogen oordeel te vellen523

.

118. De partijen kunnen – ten eerste – akkoord gaan over het feit dat bepaalde goederen via

openbare verkoop of verkoop uit de hand verdeeld worden. Dit akkoord wordt best in een

vonnis opgenomen. Dit vonnis machtigt de notaris om tot verkoop over te gaan van zodra een

van de partijen hiertoe verzoekt524

. Onder de vorige wetgeving was het echter niet mogelijk

dat partijen ook via een akkoord kunnen beslissen om tot verkoop uit de hand over te gaan525

.

Lukt het de partijen echter niet om een akkoord te bereiken dan kan – ten tweede – enkel tot

verkoop beslist worden indien de notaris vaststelt dat een gevoeglijke verdeling in natura

absoluut onmogelijk is526

. Om deze beoordeling te maken, kan de notaris rekening houden

met het deskundigenverslag en overleggen met de deelgenoten. De notaris moet daarnaast ook

een voor-vereffening doorvoeren. De rechten en verplichtingen van de partijen spelen een

belangrijke rol bij de beoordeling, die in concreto gebeurt527

.

Er werd in het verleden immers al door het Hof van Cassatie geoordeeld dat een verkoop niet

geoorloofd is, aangezien slechts één onroerend goed de boedel uitmaakt en niet werd

nagegaan of de openbare verkoop wel degelijk noodzakelijk was om aan de rechten te

voldoen528

.

522

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St.

Senaat, 5-405/1, 19. 523

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

649. 524

Art. 1209, §3 Ger.W.; art. 1224, §4 Ger.W. 525

Oud art. 1211 Ger.W. 526

Bergen 15 januari 2008, Rev.not.b. 2008, 585, noot L. STERCKX. 527

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St.

Senaat, 5-405/1, 62; Cass. 14 december 1967, Pas. 1968, I, 507; Cass. 14 december 1967, RCJB 1969, 455, noot

M. Grégoire en J. Renauld. 528

Cass. 14 december 1967, Pas. 1968, I, 507; Cass. 14 december 1967, RCJB 1969, 455, noot M. GRÉGOIRE en

J. RENAULD; Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling,

Parl.St. Senaat, 5-405/1, 62.

Page 96: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

96

119. De partijen kunnen enerzijds beslissen om tot verkoop uit de hand over te gaan. In dat

geval zal de notaris de verkoop organiseren en de verkoopprijs innen. Na de verkoop beschikt

de notaris over een termijn van vier maand om de staat van vereffening-verdeling op te

maken529

.

Wordt daarentegen voor een openbare verkoop geopteerd dan zal de notaris eerst en vooral de

verkoopsvoorwaarden opstellen, tenzij het gaat om de openbare verkoop van roerende

goederen. Daarbij worden de partijen aangemaand om aanwezig te zijn op een vergadering

waar de verkoopsvoorwaarden aan de partijen voorgelegd worden530

. De partijen krijgen de

mogelijkheid om hun opmerkingen te geven. Zijn die er niet, dan wordt het proces-verbaal

waarin de verkoopsvoorwaarden opgenomen zijn, ondertekend. De notaris kan dan

onmiddellijk tot verkoop overgaan en de prijs innen. Daarbij gaat het niet enkel om het te

koop aanbieden van een goed, maar ook de effectieve toewijs531

op verzoek van een partij532

.

Worden daarentegen wel bezwaren geformuleerd dan kan het geschil aan de rechter

voorgelegd worden via een tussentijds proces-verbaal533

. De rechter moet dan beoordelen of

de openbare verkoop gerechtigd is en kan dan eventueel de notaris machtigen om tot verkoop

over te gaan. Eens de verkoop afgerond is, kan de notaris zijn werkzaamheden voortzetten en

worden de kavels gevormd534

.

120. Een laatste aspect van de verkoop van goederen in het kader van de gerechtelijke

vereffening-verdeling behelst de zuivering535

. Het systeem van de zuivering bestond vroeger

al voor de openbare verkoop536

, maar sinds de nieuwe wet geldt het nu ook voor de verkoop

uit de hand. Om het zuiverend karakter te verlenen aan verkopen uit de hand in het kader van

de gerechtelijke vereffening-verdeling, moeten de schuldeisers opgeroepen worden537

.

529

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

649. 530

C. AUGHET, “La proposition de loi réformant la procédure de liquidation-partage judiciaire”, Act.dr.fam.

2001, afl. 3-4, 67. 531

Art. 1209, §3, lid 1 Ger.W. 532

Art. 1209, §3, lid 5 Ger.W.; art. 1586 Ger.W. 533

Art. 1216 Ger.W. 534

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

649. 535

Art. 1209 Ger.W.; art. 1224 Ger.W.; art. 1326 Ger.W.; art. 1621 Ger.W. 536

Oud art. 1211 Ger.W.; oud art. 1326 Ger.W.; oud art. 1621 Ger.W. 537

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St.

Senaat, 5-405/1, 72; Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en

Broers over het Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling,

Parl.St. Senaat, 5-405/6, 37.

Page 97: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

97

G. STAAT VAN VEREFFENING-VERDELING

121. De staat van vereffening-verdeling beoogt “een nauwkeurig en volledig overzicht te

geven van het actief en het passief, ieders rechten en plichten”538. Hiervoor zal de notaris de

rekeningen tussen de partijen opmaken en eventuele geschillen beslechten. Deze staat van

vereffening-verdeling wordt door de notaris-vereffenaar opgemaakt nadat alle partijen hun

aanspraken en de stukken die deze aanspraken moeten staven, hebben overgemaakt aan de

notaris. De partijen beschikken daarvoor over een termijn van twee maanden vanaf de

afsluiting van de boedelbeschrijving539. Daarop betekent de notaris een overzicht van alle –

correct overgemaakte – aanspraken aan alle partijen binnen een termijn van twee maanden en

maant hij de partijen aan om eventuele opmerkingen hem en de andere partijen te laten

geworden540

. Opnieuw loopt daarvoor een termijn van twee maanden541.

De notaris beschikt over een termijn van vier maanden om een ontwerp van staat van

vereffening-verdeling op te maken542. Het startpunt van deze termijn verschilt echter naar

gelang het verloop van de procedure. Een eerste mogelijkheid is dat de termijn een aanvang

neemt van zodra de aanspraken, stukken en eventuele opmerkingen van de partijen zijn

bekend gemaakt543

. Kwamen de partijen een andere termijn overeen of kwamen nieuwe

stukken of feiten van overwegend belang aan het licht, dan begint de termijn pas na afloop

van die termijn te lopen. Een derde mogelijkheid is dat de termijn een aanvang neemt eens

een definitieve beslissing is genomen inzake een tussentijds proces-verbaal. Ten slotte kan de

termijn ook starten vanaf de inning van de verkoopprijs in geval van een verkoop544

. Zijn

verschillende van deze aanvangspunten van mogelijks toepassing, dan wordt de laatste

toegepast545

.

538

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 23; C. DEWULF, Notarieel familierecht en familiaal

vermogensrecht. Het opstellen van notariële akten, Mechelen, Kluwer, 2011, nr. 1626; H. VANBOCKRIJCK, “Het

tijdig instellen van vorderingen in het kader van een procedure van vereffening-verdeling” in CH. CASTELEIN, A.

VERBEKE, L. WEYTS (eds.), Notariële clausules. Liber amicorum Prof. Johan Verstraete, Antwerpen, Intersentia,

2007, 351. 539

Art. 1218, §1 Ger.W. 540

Art. 1218, §2, lid 1 Ger.W. 541

Art. 1218, §2, lid 2 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke

vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De

hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 23. 542

Art. 1218, §3 Ger.W. 543

Art. 1218, §2, lid 2 Ger.W. 544

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

643. 545

Art. 1218, §3, laatste lid Ger.W.

Page 98: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

98

Deze termijn is echter van aanvullend recht: partijen en notaris kunnen derhalve anders

overeenkomen. Wordt de termijn niet nageleefd door de notaris-vereffenaar, dan vindt de

specifieke sanctieregeling uit artikel 1220, §2 en §3 toepassing. Zoals hierboven reeds

uiteengezet kan dan overgegaan worden tot vervanging van de notaris-vereffenaar(supra

vanaf randnummer 96)546

.

122. Nadat het ontwerp van staat van vereffening-verdeling is opgemaakt, maant de notaris-

vereffenaar de partijen, hun advocaten en eventuele derde-belanghebbenden aan om er kennis

van te nemen. Daarenboven maant hij hen ook aan om aanwezig te zijn op de toewijzing van

de kavels en de afsluiting van de notariële werkzaamheden547

. Deze aanmaning moet de

melding bevatten dat de afwezigheid van de partijen de toewijzing van de kavels niet

verhindert. De kavels zullen immers bij loting toegewezen worden indien niet alle partijen

aanwezig zijn. Zijn wel alle partijen aanwezig, maar komt men niet tot een akkoord omtrent

de toewijzing van de kavels, dan moet de notaris een tussentijds proces-verbaal van geschillen

of moeilijkheden opmaken548

.

123. Vanaf de aanmaning van de notaris begint een termijn van één maand te lopen waarin

de partijen de kans krijgen om hun bezwaren omtrent de staat van vereffening-verdeling aan

de notaris en alle andere partijen ter kennis te brengen. Ze kunnen daarenboven tergelijkertijd

eventuele opmerkingen omtrent het eindverslag van het deskundigenonderzoek overmaken549

.

Dergelijke bezwaren mogen echter de vastgestelde akkoorden tussen de partijen niet

schenden550

. Indien een partij verschillende keren bezwaren indient, houdt de notaris enkel

rekening met de laatste geldig ingediende bezwaren. Deze worden dan in een synthesenota

gegoten551

.

Moet de partij die bezwaren maakt tegen de staat aanwezig zijn op de vergadering ter

gelegenheid van de toewijzing van de kavels? Het antwoord op deze vraag is niet duidelijk.

Zowel de wetgeving als de parlementaire voorbereiding geven hieromtrent geen antwoord.

546

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 23. 547

Art. 1223, §1, lid 2 Ger.W. 548

Art. 1223, §1, lid 3 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke

vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De

hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 23. 549

Art. 1223, §1, lid 4 Ger.W. 550

Art. 1223, §3, lid 2 Ger.W. 551

Art. 1223, §3, lid 3 Ger.W.; Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke

vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-405/1, 58; art. 748bis Ger.W.

Page 99: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

99

Enerzijds kan geargumenteerd worden dat de verzoenende taak van de notaris centraal staat

en artikel 1214, §1 Ger.W. toegepast moet worden. Ook in het geval dat een bepaalde partij

bezwaren heeft, moet de notaris de mogelijkheid hebben om de partijen te trachten te

verzoenen. Dit heeft aldus tot gevolg dat de partij die de bezwaren maakt, aanwezig moet zijn

of tenminste vertegenwoordigd moet zijn. Een tweede argument in die zin is dat de notaris

gehouden is de partijen op te roepen om aanwezig te zijn in de aanmaning die hen toegestuurd

wordt552

. De aanwezigheid van de bezwaarmakende partij heeft ten slotte ook tot gevolg dat

er een mogelijkheid is om die bezwaren te “bespreken, eventueel beter te omschrijven en te

kanaliseren in het proces-verbaal”553

. Anderzijds kan artikel 1223, §2, lid 1 Ger.W.

ingeroepen worden om het tegendeel te beargumenteren. Het is namelijk zo dat op grond van

dat artikel de bezwaren schriftelijk en binnen een bepaalde termijn moeten overgemaakt

worden om rechtsgeldig te zijn. Er kan in die visie besloten worden dat de aanwezigheid noch

de vertegenwoordiging vereist is.

124. In het geval dat geen rechtsgeldige bezwaren werden ter kennis gebracht aan de notaris

en de andere partijen, kan de notaris-vereffenaar overgaan tot toewijzing van de kavels. Dit

kan volgens de wijze waartoe de partijen zijn overeengekomen, ofwel – wanneer partijen niet

tot een akkoord komen – bij loting554

. Het proces-verbaal van sluiting wordt dan samen door

de notaris en de aanwezige partijen ondertekend. De staat van vereffening-verdeling of het

proces-verbaal van sluiting maakt dan de minnelijke verdeling uit en is onmiddellijk

uitvoerbaar555

.

H. GESCHILLEN OF MOEILIJKHEDEN

125. Werden daarentegen wel bezwaren opgeworpen met betrekking tot het ontwerp van

staat van vereffening-verdeling, dan moet de notaris een proces-verbaal van geschillen of

moeilijkheden opmaken556

. In dat proces-verbaal vermeldt de notaris op systematische en

genummerde manier de gerezen moeilijkheden. Daarnaast neemt hij ook de precieze

standpunten en argumenten van alle partijen in het proces-verbaal op. De notaris is daarbij

552

Art. 1223, §2 Ger.W. 553

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 24. 554

Art. 1223, §2 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 644. 555

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 24. 556

Art. 1223, §3, lid 1 Ger.W.

Page 100: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

100

gehouden om zijn advies te geven omtrent de geschillen en standpunten van de partijen en

zelf standpunt in te nemen557

. Hij doet dit in het kader van zijn rol als eerste rechter in de

procedure van de gerechtelijke vereffening-verdeling558

.

In de parlementaire voorbereiding wordt opgemerkt dat het werken met een proces-verbaal

van geschillen of moeilijkheden bij gerezen bezwaren leidt tot “formalisering van de

rechtspraktijk”. Reeds onder het oude recht werd dit echter als een goede manier van werken

uitgeroepen in de rechtsleer, ook in de rechtspraak werd deze mening gedeeld. Het feit dat de

notaris zelf standpunt moet innemen en dit motiveert door advies te verlenen, moet er voor

zorgen dat niet de gewoonte wordt gecreëerd om het kleinste geschil – zonder standpunt van

de notaris – aan de rechter voor te leggen. Dit zou immers tot gevolg hebben dat de procedure

nodeloos vertraging opgeloopt. Dergelijk oponthoudt kan derhalve niet verenigd worden met

het ratio van de wetgever559.

Er zijn voorbeelden in de rechtspraak waarbij een proces-verbaal van geschillen of

moeilijkheden onmiddellijk terug naar de notaris verwezen wordt, omdat de notaris geen

advies had uitgewerkt. Daarnaast is het belangrijk dat de rechter de beoordelingsmarge

behoudt om geschillen al dan niet te beslechten, meer nog het geschil bij de grond van de zaak

te voegen560

.

126. Een afschrift van het proces-verbaal van geschillen of moeilijkheden wordt binnen

twee maanden na het verstrijken van de termijn om bezwaren in te dienen aan de partijen en

hun advocaten betekend. Tenzij de partijen en notaris een andere termijn afspreken561

.

Tergelijkertijd legt de notaris een uitgifte van het proces-verbaal – samen met een uitgifte van

het proces-verbaal van opening van werkzaamheden en alle latere processen-verbaal, een

uitgifte van een boedelbeschrijving, een kopie van de inventarissen van de partijen en een

557

Art. 1223, §3, lid 4 en 5 Ger.W.; C. DEWULF, Notarieel familierecht en familiaal vermogensrecht. Het

opstellen van notariële akten, Mechelen, Kluwer, 2011, nr. 1637. 558

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 24; Verslag namens de Commissie voor de Justitie

uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van

gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-405/6, 24. 559

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 24. 560

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 24. 561

Art. 1223, §3, lid 4 Ger.W.

Page 101: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

101

uitgifte van de staat van vereffening-verdeling – neer ter griffie562

. Door de uitgifte ter griffie

neer te leggen wordt de rechter gevat. De griffie nodigt de partijen en hun advocaten uit voor

een inleidingszitting. De partijen worden bij gerechtsbrief opgeroepen, de advocaten bij

gewone brief, fax of elektronische post. Op deze inleidingszitting worden de partijen gehoord.

De partijen zullen in principe pleiten volgens de bezwaren die in het proces-verbaal vermeld

staan. Het proces-verbaal werd immers als conclusie beschouwd563

. Indien de partijen ervoor

opteren om conclusies uit te wisselen worden de debatten uitgesteld tot een latere zitting564

.

Daarenboven wordt in principe het verdere verloop van het rechtsgeding vastgesteld door de

rechter565

.

127. Eens het proces-verbaal van geschillen of moeilijkheden wordt neergelegd, beschikken

de partijen niet meer over de mogelijkheid om opmerkingen te maken met betrekking tot de

staat van vereffening-verdeling566

. Vroeger werden echter uitzonderingen in de rechtspraak

aanvaard567

. Zo konden de partijen nog steeds bezwaren opwerpen als er sprake was van een

akkoord daaromtrent met alle partijen. Ook in het geval dat een partij kon aantonen dat

bepaalde feiten hem onbekend waren bij het sluiten van het proces-verbaal, werd een

uitzondering aangenomen. “Determinerend daarvoor is dat de partij niet de mogelijkheid had

om tijdig geschillen of moeilijkheden te formuleren”. Als daarenboven nieuwe bezwaren

werden opgeworpen die de openbare orde raakten, konden deze nog voorgelegd worden aan

de rechter. Er werd ten slotte ook aangenomen dat als de notaris in gebreke gebleven was

bepaalde bezwaren op te nemen in het proces-verbaal, de rechter mocht kennisnemen van het

bezwaar568

.

Met de nieuwe wetgeving werden deze uitzonderingen in de wet ingeschreven. De wet

bepaalt dat de rechter enkel kennis neemt van de geschillen of moeilijkheden die voortvloeien

uit het proces-verbaal van geschillen of moeilijkheden, tenzij er een akkoord is met alle

562

Art. 1223, §3, lid 5 Ger.W. 563

Art. 735 Ger.W.; art. 1223, §4, lid 2 Ger.W.; 563

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van

gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-405/1, 85. 564

Art. 747, §1 en §2 Ger.W. 565

Art. 1223, §3, lid 6 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke

vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De

hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 25. 566

Cass. 6 april 1990, R.W. 1990-91, 218; Cass. 9 mei 1997, Arr. Cass. 1997, 223. 567

G. VERSCHELDEN, Echtscheiding 2009-2010 in Postuniversitaire cyclus Willy Delva 36, Mechelen, Kluwer,

2010, 356. 568

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 25.

Page 102: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

102

partijen of bij ontdekking van nieuwe feiten of nieuwe stukken van overwegend belang569

.

Hoe moeten deze uitzonderingen ingevuld worden? Indien men er van uit gaat dat een strikte

interpretatie van toepassing is, heeft dit tot gevolg dat men zich niet meer naar de rechter kan

richten indien de notaris in gebreke is gebleven. Dit kan echter niet de bedoeling geweest zijn.

We mogen mijns insziens dus uitgaan van een ruimere interpretatie. Indien de notaris een

bepaald bezwaar niet opgenomen heeft in het proces-verbaal, moet dit als een nieuw feit van

overwegend belang aangemerkt worden. Op die manier valt deze situatie ook onder de

uitzonderingen voorzien in de wet570

.

I. HOMOLOGATIE EN AFSLUITING VAN DE NOTARIËLE WERKZAAMHEDEN

128. Hoe de procedure verder verloopt vanaf het proces-verbaal van geschillen en

moeilijkheden hangt af van het oordeel van de rechter. Gaat de rechter volledig akkoord met

het standpunt en advies van de notaris, dan homologeert hij de staat van vereffening-

verdeling. De notaris wordt hiervan in kennis gebracht door de griffie. Vanaf dat ogenblik kan

de notaris de kavels toewijzen. De staat van vereffening-verdeling krijgt immers door de

homologatie een definitief en onmiddellijk uitvoerbaar karakter en wordt bij de notaris-

vereffenaar onder de minuten geklasseerd571

.

Volgt de rechter daarentegen geheel of gedeeltelijk de bezwaren van de partijen, dan wordt de

staat naar de notaris teruggezonden. De notaris moet in dat geval een aanvullende staat

opmaken of een staat overeenkomstig de richtlijnen van de rechter572

. Opnieuw kunnen de

partijen met deze nieuwe staat akkoord gaan. Gebeurt dit niet dan wordt een nieuwe

homologatieprocedure voor de rechter gevoerd573

. Hebben de partijen bezwaren met

betrekking tot de aanvullende staat of de staat overeenkomstig de richtlijnen van de rechter,

dan kan opnieuw een proces-verbaal van geschillen en moeilijkheden opgemaakt worden.

Deze mogelijkheid is er in principe niet meer met betrekking tot de eerste staat van

569

Art. 1223, §4, lid 2 Ger.W.; Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke

vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-405/1, 61. 570

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 26. 571

Art. 1223, §5 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-

verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming

van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 26; A. VANDERHAEGHEN,

“Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 644. 572

Art. 1223, §4 Ger.W. 573

Art. 1223, §6 Ger.W.

Page 103: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

103

vereffening-verdeling574

, tenzij nieuwe feiten of nieuwe stukken van overwegend belang aan

het licht gekomen zijn. De notaris nodigt de deelgenoten ten slotte uit voor de afsluiting van

de werkzaamheden575

.

Is er echter een geschil met betrekking tot de uitvoering van de gehomologeerde staat van

vereffening-verdeling, dan is het eigenlijk niet duidelijk wat er moet gebeuren. De wet geeft

immers geen antwoord. De rechtsmacht van de homologatierechter lijkt uitgeput en de

opdracht van de notaris-vereffenaar is volbracht, dus mijns inziens moet aangenomen worden

dat er sprake is van een nieuw geschil. Er moet met andere woorden opnieuw naar de

bodemrechter gegaan worden, een nieuw proces-verbaal van geschillen en moeilijkheden

brengt geen soelaas576

.

J. OVERGANGSRECHT

129. Hierboven werd reeds vermeld dat de nieuwe wet van 13 augustus 2011 een

procedurewet betreft en op het vlak van materieel recht neutraal is. Deze opmerking

ressorteert gevolgen op vlak van het overgangsrecht. Volgens het gemeen recht is het immers

zo dat procedurewetten onmiddellijk in werking treden. In casu wordt echter een uitzondering

gemaakt577

: de wet trad pas in werking op 1 april 2012 (de eerste dag na de zevende maand

sinds de publicatie in het Belgisch Staatsblad)578

.

Volgens het overgangsrecht blijft de oude procedure enkel en alleen van toepassing op zaken

waarvan de procedure hangende is en die reeds in beraad zijn genomen op het ogenblik van

het in werking treden van de nieuwe wet. Het feit of een zaak al dan niet reeds in beraad

genomen is, is met andere woorden determinerend om uit te maken of de oude of de nieuwe

procedure van toepassing is579

.

574

Op grond van het principe van gezag van gewijsde; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot

vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 644. 575

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

644. 576

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 27. 577

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 18. 578

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

650. 579

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

650.

Page 104: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

104

DEEL 3. WORDEN DE OUDE PIJNPUNTEN VERHOLPEN?

I. INLEIDING

130. De volgende logische stap in het wetgevingsproces zou steeds moeten zijn dat na een

bepaald tijdsverloop sinds de inwerkingtreding, de nieuwe wetgeving geëvalueerd wordt. Het

is namelijk van belang om te onderzoeken of de doelstellingen van de wetgever gerealiseerd

worden met de vernieuwingen die zijn doorgevoerd én of daarmee de problemen die ervaren

werden onder de vroegere wetgeving verholpen zijn.

Als we alles opnieuw op een rijtje zetten kunnen we concluderen dat de belangrijkste

streefdoelen van de wetgever waren: het versnellen van het procedureverloop, het

procedureverloop meer transparant te maken, overeenkomsten bevorderen en de rol van de

notaris versterken.

In het volgende hoofdstuk onderzoek ik of de vernieuwde wetgeving erin geslaagd is om de

knelpunten uit de vorige wetgeving enigszins te verhelpen.

II. WETSEVALUATIE

A. VERSNELLEN VAN DE PROCEDURE

131. Hét grote probleem bij de oude procedure van de gerechtelijke verdeling was dat de

zaken veel te lang bleven aanslepen. Door verschillende oorzaken – opgesomd in het eerste

onderdeel van deze masterproef – ging het oude proces maar niet vooruit. Het gevolg hiervan

was dat de goederen die zich in de onverdeeldheid bevonden voor een lange tijd geblokkeerd

werden, waardoor de waarde ervan soms verminderde of verloren ging580

. De meeste

aandacht van de wetgever ging dan ook uit naar dit probleem om de nieuwe procedure te

vormen. Verschillende initiatieven werden genomen om naar een oplossing te komen. Zo

werd onder meer getracht om de situaties waarbij een impasse mogelijk was, te ontmijnen.

Zoveel als mogelijk probeerde de wetgever te vermijden dat opnieuw naar de rechter moest

gestapt worden. Een termijnregeling werd uitgewerkt om zowel de partijen als de notaris een

580

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

634; ORDE VAN VLAAMSE BALIES, Scheiden kost geld maar professionele hulp blijft nodig,

www.advocaat.be/UserFiles/PressItems/OVB-persbericht%20scheiden%2029%2004%2011.pdf (consultatie 10

juli 2013); C. DECLERCK, “Op naar een daadwerkelijke hervorming van de gerechtelijke

vereffeningsprocedure!”, Nieuwsbrief Notariaat 2011, afl. 8, 1.

Page 105: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

105

leidraad aan te reiken voor de tijd die ze zich voor bepaalde werkzaamheden konden

veroorloven581

.

1. UITZONDERING OP DE DEVOLUTIEVE WERKING VAN HET HOGER

BEROEP (ART. 1224/2 GER.W.)

132. Het feit dat geschillen nog steeds op het niveau van eerste aanleg kunnen beoordeeld

worden zorgt ervoor dat tijd kan gewonnen worden. Er is namelijk een snellere doorlooptijd

op dat niveau dan op het niveau van hoger beroep. Natuurlijk zijn er ook wel nadelen aan de

vernieuwing verbonden: de procedure kan in bepaalde gevallen net langer aanslepen doordat

als het ware een extra aanleg wordt gecreëerd582

.

2. AANSTELLEN VAN EEN DESKUNDIGE VERZOCHT DOOR DE PARTIJEN

133. In de nieuwe procedure is het mogelijk voor de partijen om de rechter te verzoeken om

een deskundige aan te stellen (art. 1211, §2, lid 2 en 3 Ger.W.), terwijl deze mogelijkheid

vroeger enkel aan de notaris toekwam. De bedoeling van de wetgever bestond erin om de

partijen meer in de werkzaamheden te betrekken en meer inspraak te geven. Toch is deze

vernieuwing volgens mij een misstap. Eén van de belangrijkste doelstellingen bestond er

namelijk in om de procedure te versnellen. Doordat de partijen zich nogmaals tot de rechter

kunnen wenden, worden de bewerkingen van de notaris geblokkeerd. Vertraging treedt aldus

zeker op. Daarenboven was een andere doelstelling om de leidinggevende rol van de notaris te

versterken. Het was aldus naar mijn mening niet verkeerd dat het enkel aan de notaris

toekwam om de rechter om een deskundige te verzoeken. De beoordeling of de expertise van

een deskundige nodig is, kan volgens mij dan ook het best door de notaris zelf gemaakt

worden. Er kan dus niet anders geconcludeerd worden dat de wetgever hier te ijverig geweest

is en op dit punt de procedure beter gelaten had zoals ze was583

.

581

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St.

Senaat, 5-405/1, 3. 582

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 645. 583

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 647; CH.

DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van de

wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 6.

Page 106: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

106

3. KALENDER

a) Termijnregeling

134. Wat een heel grote impact had op de nieuwe procedure was de instelling van een

termijnregeling. Zowel de partijen als de notaris moeten zich aan een wettelijke of

overeengekomen kalender houden. Op die manier worden actoren van de gerechtelijke

vereffening-verdeling ertoe aangezet om voort te maken en de procedure niet in een impasse

te laten belanden. Onder de oude procedure waren blokkages of vertragingsmanoeuvres geen

uitzondering. Het werd dus tijd om de mentaliteit van zowel de partijen als de notaris bij te

sturen584

!

b) Sanctie bij het overschrijden van de termijnen

135. Een termijnregeling heeft geen enkel nut indien ze niet wordt gehandhaafd. Daarom

wordt in de nieuwe procedure – naast de instelling van een kalender – voorzien in een sanctie

indien de kalender niet wordt nageleefd. Zo zal de notaris-vereffenaar de stukken of

informatie die niet binnen de termijn zijn overgeleverd niet in acht nemen, tenzij bij nieuwe

feiten of stukken van overwegend belang of indien alle partijen akkoord zijn (art. 748

Ger.W.). Dat de notaris-vereffenaar zelf deze beoordeling kan maken kadert in de algemene

doelstelling om de leidinggevende rol van de notaris te versterken585

.

Ook de notaris kan aangepakt worden indien hij de opgelegde termijnregeling niet respecteert.

Volgens de rechtspraak kan de notaris immers veroordeeld worden tot schadevergoeding.

Overschrijding van de termijnen maakt een fout uit, want de termijnregeling is een autonoom

criterium ter beoordeling van het rechtmatig karakter van het handelen van de notaris. Indien

de notaris dus de termijnen niet in acht neemt, moet met andere woorden enkel nog schade en

causaal verband worden aangetoond. Nochtans werd deze opvatting tegengesproken in de

parlementaire voorbereiding586

.

584

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke vereffening-verdeling ondergaat metamorfose”, Juristenkrant 2011, afl.

234, 1; Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 44; C. AUGHET, “La proposition de loi réformant la procédure de liquidation-partage judiciaire”,

Act.dr.fam. 2001, afl. 3-4, 68; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 641. 585

Art. 1220 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”,

NJW 2011, afl. 250, 645. 586

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 44

Page 107: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

107

4. BOEDELBESCHRIJVING

136. Met betrekking tot de boedelbeschrijving wordt ingevoerd dat de partijen er kunnen

van afzien, terwijl een boedelbeschrijving onder de oude procedure steeds verplicht was. De

partijen moeten wel kunnen overeenkomen over welke goederen zich nu precies in de

onverdeeldheid bevinden en hiervan een opsomming opnemen in het proces-verbaal van

opening van werkzaamheden. Deze vernieuwing is nuttig bij eenvoudige dossiers, waarbij het

niet moeilijk is om een overzicht te maken van de boedel. Dat de notaris-vereffenaar geen

boedelbeschrijving moet maken zorgt ervoor dat een belangrijk deel van zijn takenpakket

wegvalt en de procedure aldus veel sneller zal verlopen. Ook kunnen belangrijke kosten

worden uitgespaard. Deze mogelijkheid om af te zien van de boedelbeschrijving kan derhalve

positief zijn, als ze enkel wordt aangewend in de minder complexe dossiers. Het is echter niet

de bedoeling om de boedelbeschrijving te laten vallen bij ingewikkelde procedures587

.

137. De andere mogelijkheid die geboden wordt naast de klassieke boedelbeschrijving is de

boedelbeschrijving op verklaring588

.

5. VERKOOP VAN GOEDEREN

138. Onder de nieuwe procedure wordt voorzien dat – weliswaar met akkoord van alle

partijen – reeds van in het begin van de procedure – vanaf het aanstellingsvonnis van de

notaris – kan overgegaan worden tot verkoop van goederen. Terwijl in de oude procedure

eerst een beoordeling van de notaris nodig is en derhalve pas op het einde van de

werkzaamheden kan verkocht worden589

.

Deze wijziging inzake de verkoop van goederen is – naar mijn mening – dubbelzinnig. Langs

de ene kant komt de vernieuwing de snelheid van de procedure zeker ten goede. De procedure 587

Art. 1214, §2, lid 1 Ger.W; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke

vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De

hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 21; A.

VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 642;

Antwerpen 14 januari 2008, RABG 2008, 757; Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van

gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-405/1, 11. 588

Art. 1214, §3 Ger.W; Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-

verdeling, Parl.St. Senaat, 5-405/1, 34-35; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-

verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 643. 589

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

649;Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St.

Senaat, 5-405/1, 19.

Page 108: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

108

zal immers sneller afgerond zijn, indien bepaalde goederen reeds in het begin verkocht

worden. Anderzijds blijf ik vasthouden aan het principe dat slechts als de verdeling niet

gevoeglijk in natura kan gebeuren, mag overgegaan worden tot verkoop.

B. VEREENVOUDIGEN EN TRANSPARANTER MAKEN VAN DE PROCEDURE

1. PRINCIPE VAN ÉÉN NOTARIS-VEREFFENAAR

139. Een andere heel opmerkelijke wijziging in de nieuwe wet betreft het principe dat

slechts één notaris-vereffenaar wordt aangesteld. Onder de oude wet konden de deelgenoten

kiezen om ofwel één ofwel twee boedelnotarissen aan te stellen590

.

De rechtspraak had al de tendens gecreëerd om slechts één notaris aan te stellen, maar met de

nieuwe wet werd wettelijke grondslag verleend aan deze praktijk. Dit komt de transparantie

ten opzichte van de rechtszoekende en de notaris zeker ten goede. Ook het feit dat nu in de

wet bepaald staat welke notaris als notaris-vereffenaar moet aangesteld worden, zorgt er voor

dat dienaangaande geen discussie meer kan optreden591

.

140. Een ander positief aspect aan deze vernieuwing is dat het onpartijdig en onafhankelijk

karakter van de notaris-vereffenaar wordt geaccentueerd. Ook onder de oude procedure moest

de boedelnotaris onafhankelijk en onpartijdig zijn taak uitoefenen – zelfs al waren er twee

aangesteld, maar er werd een verkeerde indruk gewekt. Daarenboven heeft deze vernieuwing

ook onrechtstreeks tot gevolg dat de procedure sneller kan verlopen, aangezien er geen

samenwerking tussen twee notarissen moet plaatsvinden. Het kwam immers vaak voor dat

drukbezette notarissen moeilijk hun agenda’s konden combineren. Deze moeilijkheid is in de

nieuwe procedure dan ook van de baan592

.

590

Oud art. 1209, lid 2 Ger.W. 591

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 637; P.

HOFSTRÖSSLER, “De procedure in vereffening-verdeling: enkele aandachtspunten voor de advocaat” in CH.

CASTELEIN, A. VERBEKE, L. WEYTS (eds.), Notariële clausules. Liber amicorum Prof. Johan Verstraete,

Antwerpen, Intersentia, 2007, 239 en 241; P. DE PAGE, I. DE STEFANI, Liquidation et partage: commentaire

pratique, Bruxelles, Kluwer, 2003, T1.5-6, 186. 592

Antwerpen 9 november 2005, T.Not. 2007, 47; Art. 1210 §1, lid 1 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN,

“Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 637; CH. DECLERCK, S.

MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13

augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke vereffening en

verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 9; C. AUGHET, “La proposition de loi réformant la procédure de

liquidation-partage judiciaire”, Act.dr.fam. 2001, afl. 3-4, 67.

Page 109: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

109

2. GECUMULEERDE TERRITORIALE BEVOEGDHEID

141. Worden twee notarissen-vereffenaars aangesteld, dan zijn zij volgens de nieuwe wet

ook bevoegd om in elkaars ambtsgebied op te treden (art. 1210, §2, lid 2 Ger.W.). Hun

territorium wordt met andere woorden dubbel zo groot. Onder de oude wetgeving kon dit niet

en moest een andere – wel bevoegde – notaris met hun opdracht gedelegeerd worden. De

notaris moest hiervoor naar de rechter. Dat het nu wel tot de mogelijkheden behoort om in

elkaars ambtsgebied op te treden heeft aldus tot gevolg dat de procedure minder complex

wordt, want in veel gevallen kunnen de boedelnotaris zelf optreden. Bovendien is er minder

tijdsverlies, aangezien niet telkens moet naar de rechtbank teruggekoppeld worden593

.

3. BEHEERDER VAN DE ONVERDEELDE BOEDEL

142. Reeds onder de gelding van de oude procedure kwam een beheerder van de

onverdeeldheid voor. Het moest echter in ieder geval een notaris zijn die deze taak op zich

nam. Dit is veranderd onder de nieuwe wetgeving. Nu kan in principe om het even wie het

beheer waarnemen. De procedure wordt aldus een heel stuk eenvoudiger gemaakt, aangezien

geen extra notaris moet aangesteld worden of een andere notaris zijn takenpakket uitgebreid

ziet. Een andere vereenvoudiging die kan opgemerkt worden is de informele manier om

dergelijk verzoek bij de rechter aanhangig te maken. Deze vernieuwingen brengen

daarenboven ook onrechtstreeks met zich mee dat de procedure sneller kan verlopen én

minder kosten met zich meebrengt594

.

4. HOMOLOGATIE EN AFSLUITING VAN DE WERKZAAMHEDEN

143. Er bestond vroeger rechtsonzekerheid in de situatie waarin de rechtbank het ontwerp

van de staat van vereffening-verdeling terugzond naar de rechter om een nieuwe staat of een

staat overeenkomstig de richtlijnen van de rechter op te maken. Eens het dossier zich terug bij

593

Art. 1210 §2, lid 2 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke

vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De

hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 10; CH. DECLERCK,

“Een geactualiseerd draaiboek van een gerechtelijke vereffening-verdeling,” in VERSCHELDEN G. (ed.),

Echtscheiding 2009-2010 in Postuniversitaire cyclus Willy Delva 36, Mechelen, Kluwer, 2010, 323; W.

PINTENS, C. DECLERCK, V. ALLAERTS, “Het wettelijk stelsel. Ontbinding, vereffening, verdeling”, T.P.R. 2010,

afl. 3, 1487. 594

Art. 1212, lid 1 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 640.

Page 110: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

110

de notaris bevond, zweeg de wet. Met de nieuwe procedure werd het verdere verloop van de

procedure wel uitgewerkt in de wet, zodat geen moeilijke interpretatie meer voorligt595

.

C. AKKOORDEN BEVORDEREN

144. Onder de oude wetgeving durfden de deelgenoten er zich vaak niet aan wagen om

onderling overeenkomsten te sluiten om de geschilpunten te ontmijnen. Er heerste immers

rechtsonzekerheid over de waarde van gesloten akkoorden. Men was niet zeker of die

akkoorden al dan niet door de notaris moesten in acht genomen worden en of ze tussen de

partijen onderling konden gehandhaafd worden. Men nam onder de oude procedure aldus het

zekere voor het onzekere en liet alles regelen door de boedelnotaris en eventueel de bevoegde

rechter596

.

Met de nieuwe procedure werd in de wet ingeschreven dat de notaris moet rekening houden

met de gesloten akkoorden bij het opstellen van de staat van vereffening-verdeling (art. 1214,

§7 Ger.W.). Daarenboven verleent de notaris akte van de gesloten akkoorden. De deelgenoten

krijgen op die manier zekerheid omtrent de waarde van hun akkoorden597

.

Deze vernieuwing leidt er alvast toe dat het sluiten van akkoorden tussen deelgenoten

bevorderd wordt. Doordat bepaalde geschilpunten al onderling geregeld zijn, moet de notaris

deze niet meer beoordelen. De opdracht van de notaris wordt aldus ook vereenvoudigd. Mijns

inziens een hele verbetering!

D. ROL VAN DE NOTARIS VERSTERKEN

145. Een laatste stokpaardje van de wetgever was de rol van de notaris als leider en eerste

notaris beter te accentueren in de nieuwe procedure. Dezelfde bedoeling bestond al onder de

oude wetgeving, maar werd veel te weinig geaccentueerd. In de nieuwe procedure werden de

taken van de notaris-vereffenaar in ieder geval aangepast om zijn rol beter tot uiting te laten

komen. Ook andere wijzigingen hadden hier een aandeel in. 595

Art. 1223, §5 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-

verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming

van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 26; A. VANDERHAEGHEN,

“Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 644. 596

W. VANBIERVLIET, “De gerechtelijke vereffening-verdeling na overlijden” in VLAAMSE CONFERENTIE DER

BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 10; M. PUELINCKX-COENE,

J. VERSTRAETE, N. GEELHAND, “Overzicht van rechtspraak. Erfenissen 1988-1995”, T.P.R. 1997, 331; H.

CASMAN, “De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet – nieuwe handleiding voor de notaris-

vereffenaar”, Not.Fisc.M. 2012, afl. 3, 83-84. 597

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.

Senaat, 5-405/1, 3; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”,

NJW 2011, 638.

Page 111: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

111

1. VERDWIJNEN VAN DE NOTARIS-VERTEGENWOORDIGER

146. Onder de oude wetgeving werd een notaris-vertegenwoordiger aangesteld om de

weigerende of afwezige partijen te vertegenwoordigen. Deze rechtsfiguur komt echter niet

meer voor in de nieuwe wetgeving. De wetgever heeft immers de bevoegdheden die aan de

notaris-vertegenwoordiger toekwamen nu toevertrouwd aan de notaris-vereffenaar (art. 1214,

§6 Ger.W.). De belangrijkste reden voor deze vernieuwing is dat grote onzekerheid heerste

met betrekking tot de invulling van de bevoegdheden van de notaris-vertegenwoordiger.

Daarenboven bracht de aanstelling ook een hele reeks formaliteiten met zich mee. Aangezien

de notaris-vertegenwoordiger onpartijdig en afhankelijk zijn taak uitoefent, is hij perfect in

staat om de belangen van de afwezige of weigerende partijen te behartigen. Ik zie dan ook niet

in waarom in een aparte rechtsfiguur zou moeten worden voorzien598

.

2. MEDEDELING VAN DE STUKKEN

147. In het proces-verbaal van opening van de werkzaamheden wordt alle nuttige

informatie en stukken opgenomen. Er wordt als het ware een inventaris opgemaakt om een

overzichtelijk debat mogelijk te maken. Het zijn de deelgenoten die de plicht hebben om de

notaris deze informatie te verlenen, maar de notaris is ook gemachtigd om de partijen of

derden hieromtrent te ondervragen. Weigeren de partijen echter relevantie informatie of

stukken over te leveren, dan kan de notaris de rechtbank verzoeken om de overlegging ervan

te bevelen (art. 1214, §4 Ger.W.). De notaris bezat deze mogelijkheid niet onder de oude

procedure en was toen nog volledig afhankelijk van de bereidwilligheid van de partijen. Deze

vernieuwing brengt aldus een hele verbetering mee voor de notaris. Hij hoeft niet langer af te

wachten, maar kan zelf actie ondernemen599

!

3. TUSSENTIJDS PROCES-VERBAAL

148. Bestaan er geschillen tussen de partijen die het verdere verloop van de

werkzaamheden onmogelijk maken, dan moet de notaris in de eerste plaats trachten zelf deze

598

Art. 1214, §6 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 640; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke

vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De

hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 16. 599

Art. 1215, §1 Ger.W.; Art. 1220, §1 Ger.W.; Art. 748 Ger.W.; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke

procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, 646; F. BUYSSENS, “Laten we onze

verantwoordelijkheid opnemen”, T.Fam. 2012, afl. 3, 54.

Page 112: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

112

geschillen te beoordelen. De notaris heeft dan ook de taak om de rol van eerste rechter op zich

te nemen. Lukt dit niet dan kan enkel de notaris deze geschillen voorleggen aan de rechtbank

via een tussentijds proces-verbaal, tenzij het geschil over de vervanging van de notaris gaat.

Dit om te vermijden dat partijen hiervan misbruik zouden maken om de procedure te

blokkeren. Deze manier van werken werd vroeger al ontwikkeld door de rechtspraak, maar

het is positief dat er nu wettelijke grondslag is verleend. Dit komt de transparantie van de

procedure immers ten goede600

.

4. GESCHILLEN OF MOEILIJKHEDEN

149. Wordt bij de staat van vereffening-verdeling bezwaar opgeworpen, dan moet de

notaris-vereffenaar overgaan tot het opmaken van een proces-verbaal van geschillen of

moeilijkheden (art. 1223, §3, lid 1 Ger.W.). Het komt daarbij aan de notaris-vereffenaar toe

om de bezwaren te beoordelen en zijn advies hieromtrent ook in het proces-verbaal op te

nemen. Dit alles moet ervoor zorgen dat de notaris ertoe aangezet wordt om zijn

leidinggevende rol daadwerkelijk op te nemen. Daarenboven moet vermeden worden dat de

partijen zich zomaar – zonder advies van de notaris-vereffenaar – naar de rechter wenden. Dit

zorgt er namelijk voor dat de procedure vertraging oploopt en brengt extra kosten met zich

mee601

.

150. Het principe is dat het neerleggen van het proces-verbaal van geschillen of

moeilijkheden geen nieuwe bezwaren meer met betrekking tot de staat van vereffening-

verdeling kunnen worden in aanmerking genomen602

. Onder de vorige procedure waren

600

Art. 1216 Ger.W.; Cass. 5 november 1993, Pas. 1993, 928; Antwerpen 12 november 2003; NJW 2004, 340,

noot; Antwerpen 12 mei 2004, RABG 2005, 1787, noot C. VERGAUWEN; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een

nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H.

CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen,

Intersentia, 2012, 22; C. AUGHET, “La proposition de loi réformant la procédure de liquidation-partage

judiciaire”, Act.dr.fam. 2001, afl. 3-4, 67; C. DECLERCK, “Draaiboek van een vereffening-verdeling” in W.

PINTENS, J. DU MONGH (eds.), Familiaal Vermogensrecht. Themis 22, Brugge, Die Keure, 2004, 5; C.

DECLERCK, “Op naar een daadwerkelijke hervorming van de gerechtelijke vereffeningsprocedure!”, Nieuwsbrief

Notariaat 2011, afl. 8, 1; C. ENGELS, Procesrecht in verband met het notariaat. Syllabus, Brugge, Die Keure,

2010, 183; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke vereffening-verdeling ondergaat metamorfose”, Juristenkrant

2011, afl. 234, 1. 601

Art. 1223, §3, lid 1 Ger.W.; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke

vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De

hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 24; Verslag namens de

Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het Wetsvoorstel houdende

hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-405/6, 24. 602

Cass. 6 april 1990, R.W. 1990-91, 218; Cass. 9 mei 1997, Arr. Cass. 1997, 223.

Page 113: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

113

daarbij uitzonderingen in de praktijk ontwikkeld. Deze uitzonderingen worden met de nieuwe

wetgeving in de wet ingeschreven. De uitzonderingen betreffen het akkoord van alle partijen

en de notaris of de ontdekking van nieuwe feiten of stukken van overwegend belang. Hoe

deze uitzonderingen precies moeten geïnterpreteerd worden, staat echter niet in de wet, dit

valt te betreuren603

.

603

Art. 1223, §4, lid 2 Ger.W.; Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke

vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-405/1, 61; CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot

gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH.

DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012,

26.

Page 114: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

114

DEEL 4. MOGELIJKE KNELPUNTEN IN DE NIEUWE

PROCEDURE

I. INLEIDING

151. Ten slotte werp ik nog een blik op de aspecten van de nieuwe procedure van de

gerechtelijke vereffening verdeling die naar mijn mening – en volgens de rechtspraak en

rechtsleer – mogelijks tot nieuwe knelpunten kunnen leiden. In het kader van dezelfde

evaluatie is het nu – twee jaar later – tijd om te onderzoeken of reeds knelpunten kunnen

ondervonden worden in de nieuwe procedure. Het is immers slechts door de nieuwe

procedure in de praktijk te ervaren dat kan beoordeeld worden of de wetgeving zijn doel heeft

bereikt en of geen nieuwe problemen zijn gecreëerd.

We zouden immers te kort door te bocht gaan indien we er van uit zouden gaan dat de

vernieuwde procedure alleen maar goeds met zich mee brengt. Zoals hierboven reeds

uiteengezet worden bepaalde problemen die voorkwamen onder de oude wetgeving

doeltreffend aangepakt, maar toch blijven bepaalde pijnpunten bestaan. Meer nog, de

aangereikte oplossingen zijn niet steeds de meest efficiënte remedies of creëren zelfs weer

nieuwe moeilijkheden. Ik vind het heel belangrijk dat ook dit aspect in deze bespreking van

de nieuwe procedure van de gerechtelijke vereffening verdeling aan bod komt, aangezien wat

de wetgever poneert niet altijd de enige waarheid is. Een kritische evaluatie is dan ook aan de

orde!

II. WETSEVALUATIE

A. UITZONDERING OP DE DEVOLUTIEVE WERKING VAN HET HOGER

BEROEP

152. De hierboven reeds uiteengezette uitzondering op de devolutieve werking van het

hoger beroep heeft zowel zijn voor- als nadelen. Zo is het positief dat geen aanleg wordt

verloren en geschillen alsnog op het niveau van eerste aanleg kunnen worden beslecht. Dit

zorgt er dan ook voor dat er een snellere doorlooptijd is. Anderzijds zorgt de creatie van een

Page 115: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

115

extra aanleg wel dat tijd kan gerokken worden door een hoger beroep aan te tekenen, waar het

normaal niet meer mogelijk was geweest604

.

B. UITZONDERLIJKE MOGELIJKHEID OM TWEE NOTARISSEN-

VEREFFENAARS AAN TE STELLEN

153. Er werd al besproken hoe positief de aanpassing is waarbij het principe vooropgesteld

wordt dat voortaan in de nieuwe procedure slechts één notaris-vereffenaar zal aangesteld

worden. Toch blijft het in uitzonderlijke gevallen mogelijk om om een tweede notaris-

vereffenaar te verzoeken. Dit blijft bijvoorbeeld mogelijk als de partijen en de notaris allen

akkoord zijn over het feit dat twee notarissen-vereffenaars worden aangesteld en als de

partijen het ook eens zijn over welke notaris het moet zijn605

.

Het feit dat deze mogelijkheid nog steeds bestaat, is naar mijn mening te betreuren. Ten eerste

brengt de samenwerking tussen twee notarissen vaak moeilijkheden met zich mee. De

gezamenlijke werking wordt immers voorop gesteld. De notarissen-vereffenaars moeten aldus

samen hun opdracht uitoefenen en tot een staat van vereffening-verdeling komen. Op die is

het toch nog mogelijk dat de nieuwe procedure vertraging oploopt of zelfs geblokkeerd wordt!

De kans bestaat immers dat de notarissen er niet in slagen om tot een akkoord te komen over

de beste oplossing of moeilijkheden ondervinden om hun agenda’s samen te doen passen. De

enige uitweg kan dan de vervanging zijn, maar ook dit zorgt ervoor dat opnieuw kostbare tijd

wordt verloren. Ten tweede is het ook overbodig. De notaris heeft immers de deontologische

plicht om onafhankelijk en onpartijdig zijn taak uit te oefenen. Hij moet dus altijd de belangen

van iedere partij in acht nemen. Deze mogelijkheid had aldus volgens mij helemaal geschrapt

moeten worden606

.

C. GECUMULEERDE TERRITORIALE BEVOEGDHEID

154. In de nieuwe wetgeving werd voorzien dat indien twee notarissen-vereffenaars worden

aangesteld, deze een gecumuleerde territoriale bevoegdheid genieten. Beide zijn aldus ook in

het ambtsgebied van hun collega bevoegd. Dit is echter slechts een tijdelijke oplossing. De

604

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

645 605

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 9. 606

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 637.

Page 116: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

116

wetgever had beter voorzien in een algemene bevoegdheidsuitbreiding voor de notaris,

waarbij hij over het hele land bevoegd is607

.

D. VERVANGING

155. Hoewel het als positief kan beschouwd worden dat het principe van vervanging van de

notaris-vereffenaar in de nieuwe wet is ingeschreven, kunnen toch ook enkele bedenkingen

worden gemaakt. Zo past de vervanging niet zo goed in de vooropgestelde doelstellingen van

de wetgever. Eerst moeten de partijen de rechter verzoeken om de huidige notaris-vereffenaar

te vervangen. De rechter moet vervolgens een nieuwe notaris-vereffenaar aanstellen. De

nieuwe notaris-vereffenaar moet zich ten slotte van nul af aan inwerken in de geschillen, de

onverdeeldheid en de partijen. De vervanging brengt met andere woorden grote vertraging

met zich mee608

!

Hierboven werd reeds uiteengezet dat andere mogelijkheden misschien meer gepast zijn. Dit

kwam ook aan bod in de parlementaire voorbereiding. Voorbeelden zijn: de automatische

signalisering aan de tuchtkamer bij stilzitten van de notaris en het automatisch opleggen van

een dwangsom. Deze voorstellen werden echter niet door de wetgever weerhouden. Wat wel

aangenomen werd, was de mogelijkheid voor de partijen om de notaris aan te spreken voor

schadevergoeding609

.

E. KALENDER

156. Niettegenstaande het feit dat het instellen van een kalender een hele verbetering qua

tijdsverloop met zich meebrengt, zijn er toch nog enkele schoonheidsfoutjes aan te merken op

dit punt van de nieuwe wetgeving. Zo bestaat de mogelijkheid dat partijen – bij onderling

akkoord – op basis van het beschikkingsbeginsel gaan afwijken van de vooropgestelde of

wettelijk bepaalde termijnen, daarenboven kunnen de partijen ook voor slechts één volgende

termijn afspreken. Dit staat naar mijn mening gelijk met het uithollen van de net ingevoerde

kalender en kan niet gerijmd worden met de hoofddoelstelling van de wet van 13 augustus

607

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

639. 608

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, 647;

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 56. 609

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en Broers over het

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-

405/6, 56.

Page 117: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

117

2011. Waarom een kalender vooropstellen als men er toch nog kan van afwijken? Akkoord,

de partijen en de notaris moeten hiervoor overeenkomen, maar toch vind dat het effect van het

instellen van een kalender als het ware teniet wordt gedaan. De wetgever heeft het dus niet

aangedurfd om een drastische verandering in te voeren en blijft eerder braaf geloven in de

goedheid van de actoren. Ik vermoed echter dat deze oplossing vertragingsmechanismen in de

hand zal werken. Ook in de parlementaire voorbereiding wordt deze vrees geuit.

Tegengestelde principes liggen hier ten grondslag: Het beschikkingsbeginsel kan enerzijds

niet ontnomen worden aan de partijen, anderzijds is de afwikkeling binnen een redelijke

termijn een grondbeginsel610

.

157. Tijdens de parlementaire voorbereiding vroeg de wetgever zich af of partijen tot een

conventionele instaatstelling mogen komen indien ze niet bijgestaan worden door een

raadsman. De rechtszoekende kan immers onvoldoende inschatten hoeveel tijd een

gerechtelijke vereffening-verdeling in beslag neemt. Aangezien niet in de wet ingeschreven

staat dat de partijen zich daarvoor moeten laten vertegenwoordigen, vind ik dat men de kans

op een conventionele instaatstelling niet mag ontnomen worden. Wel zou bijvoorbeeld een

gerechtelijke instaatstelling, waarbij de notaris-vereffenaar een realistische termijnregeling

vooropstelt, een oplossing kunnen vormen. Helaas werd deze mogelijkheid niet onderzocht611

.

F. STUITING VAN DE TERMIJNEN

158. Er werd in de nieuwe wet voorzien dat de partijen – in onderling akkoord met de

notaris – de termijnen kunnen stuiten. Ik vraag mij af of de wetgever niet de schorsing van de

termijnen bedoelde. Een schorsing had immers minder zware gevolgen gehad voor de duurtijd

van de procedure. Door de stuiting wordt de belangrijkste doelstelling – het versnellen van de

procedure – van de wetgever immers buiten spel gezet. De weg naar misbruik ligt open! Het

feit dat de partijen en de notaris de termijnen kunnen laten herstarten, zorgt er immers voor

dat de procedure veel langer duurt dan voorzien was in de nieuwe wet. Dit kan volgens mij

niet de bedoeling zijn geweest612

.

610

Art. 1218, §1, lid 1 Ger.W.; Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke

vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-405/1, 4. 611

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

641; BUYSSENS F., “Laten we onze verantwoordelijkheid opnemen”, T.Fam. 2012, afl. 3, 54. 612

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

645.

Page 118: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

118

G. AANMANEN

159. Telkens de partijen aangemaand moeten worden, gebeurt dit per aangetekende brief,

gerechtsdeurwaardersexploot of gedagtekend ontvangstbewijs. Hun advocaten worden ook in

kennis gesteld, via gewone brief, fax of elektronische post. De aanmaning via gedagtekend

ontvangstbewijs is een nieuwigheid en zorgt ervoor dat tijd en kosten gespaard worden.

Aangezien één van de doelstellingen van de wetgever was om de procedure te

vereenvoudigen en transparanter te maken, mocht de wetgever eigenlijk ook voor de partijen

in een minder formele aanmaning voorzien (net zoals bij de advocaten)613

.

H. VERKOOP VAN GOEDEREN

160. Zoals ik hierboven (supra randnummer 138) reeds opmerkte, vind ik de vernieuwing

inzake de verkoop van goederen in de boedel dubbelzinnig. Hoewel nuttig om de procedure

sneller te laten verlopen, wordt het principe van verdeling in natura eigenlijk verlaten. De

notaris heeft dan immers nog niet kunnen vaststellen of een gevoeglijke verdeling in natura al

dan niet mogelijk is. Ik vraag mij af of het wel verstandig is om over te gaan tot verkoop

zonder de werkzaamheden van de notaris af te wachten614

.

I. HOMOLOGATIE EN AFSLUITING VAN DE WERKZAAMHEDEN

161. Hoewel de nieuwe wetgeving al meer zekerheid biedt met betrekking tot het verloop

van de homologatie, bestaat nog steeds onduidelijkheid met betrekking tot wat moet gebeuren

indien de gehomologeerde staat van vereffening-verdeling niet wordt uitgevoerd. Op dit punt

zijn we weer aangewezen op een interpretatie van de rechtspraak en rechtsleer en dit valt dan

ook te betreuren. De wetgever had beter ook dit aspect duidelijk geregeld om alle onzekerheid

omtrent de homologatie-fase weg te werken615

.

613

A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling. Hervorming”, NJW 2011, afl. 250,

642. 614

Cass. 14 december 1967, Pas. 1968, I, 507; Cass. 14 december 1967, RCJB 1969, 455, noot M. GRÉGOIRE en

J. RENAULD; Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling,

Parl.St. Senaat, 5-405/1, 62. 615

CH. DECLERCK, S. MOSSELMANS, “Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht

van de wet van 13 augustus 2011” in H. CASMAN en CH. DECLERCK (eds.), De hervorming van de gerechtelijke

vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 27.

Page 119: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

119

DEEL 5. CONCLUSIE

Met de Wet van 13 augustus 2011 heeft de wetgever de procedure van de gerechtelijke

vereffening-verdeling hervormd. Onder de gelding van de oude procedure werden immers

vele knelpunten ervaren.

Het belangrijkste knelpunt betrof het langdurig blijven aanslepen van de procedures. Deze

vertraging vond veelal zijn oorzaak in lacunes in de wetgeving. Vaak werd de procedure

immers – eventueel door vertragingsmanoeuvres – geblokkeerd. Dwingende termijnen

waarbinnen de werkzaamheden moesten afgehandeld worden, waren nog niet voorhanden.

Daarenboven had de boedelnotaris geen tools om zich te wapenen tegen het stilzitten van de

deelgenoten. Ook kon de boedelnotaris niet aangesproken voor het op zijn beloop laten van de

procedure. Dit alles zorgde ervoor dat de goederen die zich in de onverdeelde boedel

bevonden voor een lange tijd onbeschikbaar waren. Dit kon aldus allesbehalve beschouwd

worden als een goed en efficiënt verloop van de procedure van de gerechtelijke vereffening-

verdeling!

De ingewikkelde en ondoorzichtige structuur van de procedure werd daarnaast zowel door de

rechtszoekende als de rechtsbedeler als een zwak punt aangeduid. Door de vele lacunes in de

wetgeving was men aangewezen op interpretaties uit de rechtspraak en rechtsleer. Het behoeft

dan ook geen uitleg dat het bijzonder moeilijk was om overzicht te behouden. Een voorbeeld

hiervan was de invulling van de bevoegdheden van de notaris-vertegenwoordiger. Niemand

schijnde te weten hoe ver de notaris nu precies kon gaan om de belangen van de weigerende

of afwezige partijen te behartigen. Ook de homologatie en de afsluiting van de procedure

leidde tot veel rechtsonzekerheid.

Het feit dat de notaris te weinig tools had om een werkelijk leidinggevende rol te spelen

maakte ten slotte ook een probleem uit. Hoewel de bedoeling reeds in de oude wetgeving

goed zat, kwam deze niet concreet tot uiting. De notaris was op vele punten afhankelijk van

de bereidwilligheid van de partijen. Dit leidde jammergenoeg vaak tot een impasse. Een

illustratie hiervan is dat de notaris door de meest gerede partij moest in kennis gesteld worden

van zijn aanwijzing als boedelnotaris. Een ander voorbeeld is dat de notaris afhankelijk was

van de partijen inzake de informatie en stukken die hij van hen moest verkrijgen. Hij

beschikte onder de oude procedure namelijk niet over enig dwangmiddel om de partijen ertoe

aan te zetten de nuttige informatie over te maken.

Page 120: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

120

Er kan aldus geconcludeerd worden dat een hele reeds knelpunten de oude procedure tot een

trage, ingewikkelde en moeilijk wendbare procedure maakten. Aangezien geen wettelijke

grondslag voorhanden was om deze knelpunten uit te schakelen, moest het initiatief genomen

worden om de wetgeving te hervormen. Zo kwam de Wet van 13 augustus 2011 houdende

hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling tot stand.

Belangrijke vernieuwingen waren op til! Er werd als het ware een volledig nieuw draaiboek

uitgewerkt, waarbij de grote lijnen van de procedure niet al te veel veranderden, maar toch

een aantal belangrijke nieuwigheden de efficiëntie en complexiteit zouden verbeteren.

Over de hele procedure verspreid werden initiatieven genomen om de procedure sneller en

efficiënter te laten verlopen. Belangrijke voorbeelden hiervan zijn dat de situaties waarin

onnodig opnieuw naar de rechter moest gestapt worden, werden vermeden. Daarnaast werd

ook een dwingende termijnregeling werd uitgewerkt waaraan zowel de notaris als de partijen

zich moeten houden.

Om de procedure transparanter te maken werd het principe ingevoerd om in principe slechts

één notaris-vereffenaar meer aan te stellen. Door deze vernieuwing werd ook het

onafhankelijke en onpartijdige karakter van de rechter geaccentueerd. Een ander voordeel

hiervan is dat de procedure sneller kan afgedaan worden, aangezien de notarissen niet moeten

samenwerken. Toch bestaat de mogelijkheid om in uitzonderlijke gevallen twee notarissen-

vereffenaars aan te stellen. In dat geval moeten de notarissen hun taak gezamenlijk uitoefenen

en dat is dan weer een minder goede vernieuwing. Door de gezamenlijke werking moeten

beide notarissen samen tot een staat van vereffening-verdeling komen. Hebben ze echter niet

dezelfde mening, kan de procedure geblokkeerd worden. Onder de vorige wetgeving bestond

immers de mogelijkheid dat de tweede notaris zijn opmerkingen toevoegde aan de staat.

Er werd in de nieuwe procedure ook verholpen aan het feit dat de deelgenoten geen zekerheid

hadden of hun deelakkoorden zouden in acht genomen worden. In de nieuwe procedure staat

het immers voorop dat de notaris in elke stand van het geding akkoorden tussen de partijen

moet bevorderen. Daarenboven kan de notaris er ook akte van verlenen en is hij gehouden

ermee rekening te houden bij het opmaken van de staat van vereffening-verdeling.

Tenslotte werden ook wijzigingen doorgevoerd om de leidinggevende rol en de rol van eerste

rechter van de notaris meer tot uiting te brengen. Zo werden meer gerechtelijke taken aan de

notaris toevertrouwd. Een voorbeeld hiervan is dat de rechtsfiguur van de notaris-

Page 121: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

121

vertegenwoordiger verdween en de notaris-vereffenaar de taak op zich moest nemen om de

belangen van de weigerende of afwezige partijen moest behartigen en zelf kon overgaan tot

het ondertekenen. Ook werd de afhankelijke houding van de notaris herleid. Nu kan de

notaris-vereffenaar immers zelf actie ondernemen indien de partijen niet geneigd zijn om hem

de informatie en stukken te verlenen. Ook het tussentijds proces-verbaal en het proces-verbaal

van geschillen of moeilijkheden kaderen in dit motief.

De hervorming van de procedure van de gerechtelijke vereffening-verdeling is echter niet al

rozengeur en maneschijn. Zo zijn er zeker ook aspecten die beter waren onder de oude

procedure. Er zijn ook nieuwe knelpunten ontwikkeld met de nieuwe wetgeving.

Ik merkte hierboven reeds op dat de mogelijkheid om toch nog twee notarissen-vereffenaars

aan te stellen te betreuren valt. Het is immers onnodig en zorgt ervoor dat de procedure alsnog

vertraging kan oplopen of zelfs kan geblokkeerd worden. Daarnaast zorgt ook de vervanging

van de boedelnotaris tot een hele vertraging, aangezien de nieuwe notaris-vereffenaar

opnieuw van nul moet beginnen met zijn werkzaamheden. Misschien waren andere

oplossingen meer geschikt geweest? Bijvoorbeeld het automatisch melden aan de tuchtkamer

indien de notaris-vereffenaar zich niet aan de vooropgestelde termijnen houdt. De

mogelijkheid om bij onderling akkoord af te wijken van de termijnregeling is ook zo’n

voorbeeld. Het valt mijns inziens te betreuren dat de wetgever deze mogelijkheid heeft

voorzien in de nieuwe wetgeving. Dit toont aan dat hij het niet aandurfde om de lijn van het

efficiënt en snel verloop verloop van de procedure consequent door te trekken. Dat de

mogelijkheid voorzien is om de termijnen te stuiten valt hier ook onder te catalogeren.

Er zijn aldus met de nieuwe wet van 13 augustus 2011 een hele reeks vernieuwingen

doorgevoerd. Deze vernieuwingen zijn over het algemeen positief onthaald en zorgen

daadwerkelijk voor een efficiënter verloop en tot een minder ingewikkelde procedure. Toch

kan gesteld worden dat de wetgever op bepaalde punten misschien te ijverig is geweest en de

oude regeling beter had behouden.

Page 122: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

122

DEEL 6. EXTRA

SCHEMA WETTELIJKE INSTAATSTELLING Fase Termijn Wettelijke

grondslag

1) Aanstelling van de notaris /

2) Vatten van de notaris via een

verzoek van de meest gerede

partij

/

3) Proces-verbaal van opening van

werkzaamheden

twee maanden art. 1215 Ger.W.

4) Boedelbeschrijving twee maanden (bij

meerdere vacaties

maximum twee

maanden interval)

art. 1214, §2, lid 2

Ger.W.

5) Mededeling van de stukken en

aanspraken

twee maanden art. 1218, §1, lid 2

Ger.W.

6) Overzicht van de aanspraken twee maanden art. 1218, §2, lid 1

Ger.W.

7) Opmerkingen van de partijen op

het overzicht van aanspraken

twee maanden art. 1218, §2, lid 2

Ger.W.

8) Opmaak van de staat van

vereffening en ontwerp van

verdeling

vier maanden art. 1218, §3

Ger.W.

9) Bezwaren van de partijen een maand art. 1223, §1, lid 4

Ger.W.

10) Optie 1: geen bezwaren

toewijzing van de kavels en

proces-verbaal van afsluiting en

akte van verdeling

datum bepaald in

de aanmaning

art. 1223, §2

Ger.W.

Optie 2: bezwaren

Opmaak van het proces-verbaal

van geschillen of moeilijkheden

en neerlegging ter griffie

twee maanden art. 1223, §3, lid 4

Ger.W.

Bron: A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke vereffening-verdeling ondergaat metamorfose”, Juristenkrant 28

september 2011, afl. 234, 2; A. VANDERHAEGHEN, “Gerechtelijke procedure tot vereffening en verdeling in een

nieuw kleedje”, Nieuwsbrief Notariaat 2011, afl. 18-19, 2.

Page 123: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

123

DEEL 7. BIBLIOGRAFIE

I. WETGEVING

A. EUROPESE WETGEVING

Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele

Vrijheden 4 november 1950.

B. INTERNE WETGEVING

Burgerlijk Wetboek 21 maart 1804, B.S. 3 september 1807.

Strafwetboek 8 juni 1867, B.S. 9 juni 1867.

Gerechtelijk Wetboek 10 oktober 1967, B.S. 31 oktober 1967.

Wet van 25 Ventôse jaar IX op het notarisambt 16 maart 1803, B.S. 16 maart 1803.

Wet van 16 december 1851 houdende voorrechten en hypotheken, B.S. 22 december

1851.

Wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van Internationaal Privaatrecht, B.S. 27

juli 2004.

Wet van 26 april 2007 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het

bestrijden van de gerechtelijke achterstand, B.S. 12 juni 2007.

Wet van 13 augustus 2011 houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke

vereffening-verdeling, B.S. 14 september 2011.

Koninklijk besluit van 16 december 1950 houdende het tarief van de honoraria der

notarissen, B.S. 25 december 1950.

Koninklijk besluit van 9 maart 2003 houdende goedkeuring van de reglementen van

de Nationale Kamer van notarissen voor de organisatie van de notariële boekhouding

en voor het toezicht op de boekhouding, B.S. 1 april 2003.

Koninklijk besluit van 21 september 2005 tot goedkeuring van de deontologische code

vastgesteld door de Nationale Kamer van notarissen, B.S. 13 november 2005.

C. VOORBEREIDENDE WERKEN

Advies van de Raad van State inzake het Wetsvoorstel houdende hervorming van de

procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St. Senaat, 5-405/2.

Amendementen op het Wetsontwerp houdende hervorming van de procedure van

gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St. Kamer, 53-1513/002.

Page 124: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

124

Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heren Bousetta en

Broers over het Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van

gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl.St. Senaat, 5-405/6.

Wetsontwerp houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-

verdeling, Parl. St. Kamer, 53-1513/001.

Wetsontwerp betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank, Parl. St.

Kamer 2010-11, 53-682/019 (aangenomen op 18 juli 2013).

Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-

verdeling, Parl. St. Senaat, 5-405/1.

D. NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN

Algemeen reglementair kader van 24 oktober 2000 met betrekking tot de regels van de

notariële praktijk.

Reglement van 9 oktober 2001 voor de organisatie van de notariële boekhouding, BS.

1 april 2004.

Deontologische code vastgesteld door de Nationale Kamer van notarissen,

aangenomen door de algemene vergadering van de Nationale Kamer van notarissen op

22 juni 2004, B.S. 3 november 2005.

II. RECHTSLEER

A. BOEK

BOONE K., Art 1448. Artikelsgewijze commentaar: Personen- en familierecht,

Mechelen, Kluwer, 2003, losbl.

BROECKX K., Het recht op hoger beroep en het beginsel van de dubbele aanleg in het

civiele geding, Antwerpen, Maklu, 1995, 541p.

DE PAGE P., DE STEFANI I., Liquidation et partage: commentaire pratique, Bruxelles,

Kluwer, 2003, losbl.

DEWULF C., Notarieel familierecht en familiaal vermogensrecht. Het opstellen van

notariële akten, Mechelen, Kluwer, 2011, 1341p.

ENGELS C., Procesrecht in verband met het notariaat, Brugge, die Keure, 2010,

479p.

Page 125: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

125

KLUYSKENS A., Beginselen van het burgerlijk recht, II, Antwerpen, Standaard, 1942,

342p.

PINTENS W., DECLERCK C., DU MONGH J., VANWINCKELEN K., Familiaal

vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2010, 1345p.

PINTENS W., VAN DER MEERSCH B., VANWINCKELEN K., Inleiding tot het familiaal

vermogensrecht, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2002, 997p.

RENS J.-L., Bijzondere rechtsplegingen, Antwerpen, Standaard Wetenschappelijke

Uitgeverij, 1979, 246p.

TREMMERY J., Vereffening-verdeling tussen echtgenoten: praktische handleiding met

excel rekenblad, Antwerpen, Maklu, 2005, 210p.

VAN SINAY TH., Gerechtelijk recht: artikelsgewijze commentaar met overzicht van

rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, losbl.

VAN SINAY TH., VERSTAPPEN J., Boedelbeschrijvingen inzake familiaal

vermogensrecht en faillissement, Gent, Mys & Breesch, 1993, 373p.

VERSTRAETE J., Art. 792 B.W. Artikelsgewijze commentaar: Personen- en familierecht,

Mechelen, Kluwer, 1994, losbl.

WATELET P., Partages et licitations judiciaires, Brussel, Larcier, 1988, 56p.

WATELET P. en RENARD-DECLAIRFAYT M., “Partages et licitations judiciaires”, Rép.

not., Tome XIII, deel 3, Brussel, Larcier, 1988, losbladig.

B. TIJDSCHRIFT

AUGHET C., “La proposition de loi réformant la procédure de liquidation-partage

judiciaire”, Act.dr.fam. 2001, afl. 3-4, (67) 70.

BEGUIN E., “L’indivision post-communautaire” (noot onder Bergen 10 januari 1983),

Rev.not.b. 1986, (374) 383.

BOONE K.en JACOBS H., “Naar een efficiëntere afhandeling van de gerechtelijke

vereffening-verdeling”, T.Fam. 2010, afl. 9, 189.

BUYSSENS F., “Laten we onze verantwoordelijkheid opnemen”, Not.Fisc.M. 2012, afl.

3, 54.

CASMAN H., “La créance résultant d’un état liquidatif non approuvé ni homolgué est-

elle exigible au sens de l’article 1415 du Code Judiciaire?” (noot onder Cass. 5

september 1999), R.C.J.B. 2000, (239) 256.

Page 126: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

126

CASMAN H., “De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet – nieuwe

handleiding voor de notaris-vereffenaar”, Not.Fisc.M. 2012, afl. 3, (70) 94.

COTTENIE D., “De weigering van partijen om in te stemmen met een conform de

rechterlijke richtlijnen aangepaste vereffeningstaat”, T.B.B.R. 2011, (15) 20.

DE BOE C., Le statut procédural du notaire commis dans le cadre de la procédure

visant son remplacement, Rev.not.b 2009, (770) 777.

DE BUSSCHERE C., “Aanwijzing van een notaris voor de gerechtelijke verkoping van

een buiten het arrondissement gelegen onroerend goed”, noot onder Rb. Kortrijk 18

november 1985, R.W. 1985-86, 1504.

DE BUSSCHERE C., “De toepassing van artikel 792 B.W. inzake de heling in het kader

van een gerechtelijke vereffening-verdeling, en de respectieve rol van de boedelrechter

en van de boedelnotaris terzake”, Not.Fisc.M. 2010, afl. 9, (268) 272.

DE BUSSCHERE C., “Vervanging wegens verhindering, van een notaris gerechtelijk

aangesteld in het kader van de bijzondere rechtspleging van de gerechtelijke

verdeling”, T.B.B.R. 2010, (470) 474.

DE BUSSCHERE C., “Gerechtelijke verdeling. De mogelijkheid van een opdracht van de

boedelrechter aan de boedelnotaris tot het opmaken van een volledig nieuwe staat van

vereffening (art. 1223 Ger.W.)”, T.B.B.R. 2011, (55) 57.

DECLERCK C., “Over termijnen en laattijdig meegedeelde stukken in de gerechtelijke

vereffeningsprocedure”, T.Fam. 2010, afl. 9, (193) 195.

DECLERCK C., “Op naar een daadwerkelijke hervorming van de gerechtelijke

vereffeningsprocedure!”, Nieuwsbrief Notariaat 2011, afl. 8, (1) 8.

DE DECKER P.-J., “Overgangsbepalingen van de wet van 13 augustus 2011 houdende

hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling: ga niet licht

over het overgangsrecht!”, Notariaat 2012, afl. 8, (1) 7.

DE PAGE P., noot onder Rb. Brussel 15 februari 1991, Rev.not.b. 1991, 285.

DE PAGE P., noot onder Luik 29 april 1991, Rev.trim.dr.fam. 1992, (323) 324.

DE PAGE P., “La saisine du tribunal pendant la phase notariale de liquidation et de

partage”, noot onder Cass. 5 november 1993, Rev. Trim. Dr. Fam. 1995, (129) 136.

DE PAGE P., noot onder Cass. 19 september 1991, TBBR 1993, (157) 159.

DE PAGE P., “Problèmes de liquidation et partage entre ex-époux”, T.B.B.R. 1995,

(349) 375.

Page 127: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

127

DE VROE J., “Taak van de notaris aangesteld om de niet-verschijnende of weigerende

partijen te vertegenwoordigen”, T.Not. 1975,(81) 86.

FACQ J., “Omtrent het bewijs van wat niet is”, Not. Fisc. M. 2005, (34) 39.

GABRIELS A., “Het verborgen houden van goederen van de nalatenschap:

aandachtspunten voor de notaris”, Not.Fisc.M. 2013, afl. 3, (58) 74.

KUTY W. en WERA C., “Les relations tumultueuses du notaire commis et de l’avocat

dans le procedure de la liquidatoin-partage”, T.B.B.R. 2003, (471) 475.

LELEU Y.-H., “Procédure de partage judiciaire et dépassement du délai raissonable de

procédure”, R.T.D.F. 2001, afl. 4, (766) 772.

LELEU Y.-H., “Procédure de liquidation-partage. Actualités de jurisprudence”,

Rev.dr.ULB 2003, (309) 340.

LUYTEN B., “Enkele bedenkingen bij de procedure van gerechtelijke verdeling”,

T.Not. 1995, (387) 404.

MICHIELSEN A., “Er zijn geen winnaars”, Not.Fisc.M. 2009, afl. 4, (160) 162.

MOSSELMANS S., “De aanstelling van de instrumenterende notaris(sen) in het raam van

de vereffening-verdeling van het huwelijksvermogensstelsel”, noot onder Brussel 20

december 1995, R.W. 1997-98, (16) 17.

MOSSELMANS S., “Over de (on)ontvankelijkheid van niet te gepasten tijde opgeworpen

‘beweringen en zwarigheden’ in het raam van een vereffening-verdeling”, noot onder

Cass. 29 november 2001, R.W. 2001-02, (1535) 1538.

MOSSELMANS S., “Beweringen en zwarigheden inzake vereffening-verdeling: over de

toepassing in de tijd van art. 1435 B.W. en over de zogeheten ‘woonstvergoeding’”

(noot onder Cass. 27 april 2001), E.J. 2002, (8) 15.

MOSSELMANS S., “Is een geschil omtrent de verdeling van een geldsom

‘onsplitsbaar’?” noot onder Cass. 18 november 2002, P&B 2002, (140) 143.

MOSSELMANS S., “Overeenkomst tot verkoop in het raam van de gerechtelijke

vereffening-verdeling”, R.W. 2004-05, afl. 34, (1352) 1353.

PATART D., “Vervanging van de notaris aangesteld tot vereffening van de

huwelijksgemeenschap na de ontbinding door echtscheiding: waarom en hoe?”, E.J.

2004, afl. 1, (14) 16.

PIGNOLET D., “Betreffende de devolutieve werking van het hoger beroep inzake

gerechtelijke vereffening-verdeling en de vervanging van de boedelnotaris” noot onder

Antwerpen 3 maart 2003, R.W. 2004-05, afl. 9, (346) 349.

Page 128: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

128

PINTENS W., DECLERCK C., ALLAERTS V., “Het wettelijk stelsel. Ontbinding,

vereffening, verdeling”, T.P.R. 2010, afl. 3, (1467) 1524.

PUELINCKX-COENE M., VERSTRAETE J., GEELHAND N., VERHAERT I., “Overzicht van

rechtspraak. Erfenissen 1996-2004”, T.P.R. 2005, (449) 744.

RENIERS S., “Verhaal van schuldeisers tegen een bedrieglijke verdeling: recente

rechtspraak”, Not.Fisc.M. 2008, afl. 4, (146) 150.

RENIERS A., “Over zwarigheden per brief” (noot onder Gent 20 september 2007),

RABG 2008, (770) 772.

RENS J.-L., Pouvoirs et obligations du notaire commis pour représenter les défaillants

et récalcitrants au partage judiciaire depuis l’entrée en vigueur du Code judiciaire,

Rev.not.b 1971, (410) 416.

TAELMAN P., “Redelijke termijnvereiste geldt ook in gerechtelijke

verdelingsprocedures”, noot onder Antwerpen 4 november 2009, Not.Fisc.M. 2011,

afl. 3, (88) 91.

TRAEST M., “Het moment van de eedaflegging en valse eed bij boedelbeschrijving”,

noot onder Cass. 14 oktober 2003, R.W. 2003-04, (1266) 1267.

VANBOCKRIJCK H., “Overzicht van rechtspraak (1997-2004) – De vereffening-

verdeling na echtscheiding”, E.J. 2004, afl. 5, (74) 86; E.J. 2004, afl. 8, (126) 139;

E.J. 2005, afl. 4, (50) 62, E.J. 2006, afl. 1, (1) 8.

VAN DEN BOSSCHE A., Vertegenwoordiging bij vereffening-verdeling, T.Not. 2007,

(303) 307.

VANDERHAEGHEN A., “Gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling.

Hervorming”, NJW 2011, afl. 250, (634) 650.

VANDERHAEGHEN A., “Gerechtelijke vereffening-verdeling ondergaat metamorfose”,

Juristenkrant 2011, afl. 234, (1) 2.

VANDERHAEGHEN A., “Gerechtelijke procedure tot vereffening en verdeling in een

nieuw kleedje”, Nieuwsbrief Notariaat 2011, afl. 18-19, (1) 5.

VAN DROOGHENBROECK J.-P., “’L’Inventaire préalale à la liquidation-partage’:

comment lever les blocages?”, (noot onder Vred. Fosses-la-Ville 14 november 2006,

Rev.not.b. 2007, (218) 220

VAN OVERBEKE S., “Meineed bij boedelbeschrijving in geval van betwistingen

omtrent het eigen of gemeenschappelijk karakter van de goederen”, R.W. 1999-00, afl.

36, (1232) 1234.

Page 129: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

129

VAN OVERBEKE S., “Enige bedenkingen i.v.m. de delictsinhoud van het misdrijf

meineed bij verzegeling of boedelbeschrijving”, noot onder Antwerpen 4 juni 1993,

R.W.1994-95, afl. 2, 126.

VERSTRAETE J., “Postcommunautaire kwellingen”, noot onder Antwerpen 29 april

2009, Not.Fisc.M. 2010, afl. 5, (156) 159.

VANDENBERGHE K., “Onpartijdigheid van de boedelnotaris”, NJW 2011, afl. 235, 61.

WEYTS L., noot onder Gent 20 september 2007, T.Not. 2008, (557) 558.

WYLLEMAN A., “Onwil, vertraging en misverstand in de procedure tot gerechtelijke

verdeling na echtscheiding, Hommage aan Prof. M. Storme”, A.J.T. 1995-96, (207)

224.

X., “Gerechtelijke verdeling”, NJW 2011, afl. 248, (573) 575.

C. VERZAMELWERK

CASMAN H. en DECLERCK CH. (eds.), De hervorming van de gerechtelijke vereffening

en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, 172p.

DECLERCK C., “Een geactualiseerd draaiboek van een gerechtelijke vereffening-

verdeling” in Echtscheiding 2009-2010, Mechelen, Kluwer, 2010, (317) 359.

DELIEGE A., FURNEMONT M. (eds.), La pratique du partage judiciaire, Brussel, Story-

Scientia, 1987, 228p.

FEDERATION ROYALE DES NOTAIRES DE BELGIQUE (ed.), La pratique du partage

judiciaire, Brussel, Story-Scientia, 1987, 228p.

KONINKLIJKE FEDERATIE VAN BELGISCHE NOTARISSEN (ed.), Vereffening-verdeling,

Recyclagedagen 1991 van de Nederlandstalige Regionale Raad, Deurne, Kluwer,

1992, 169p.

KONINKLIJKE FEDERATIE VAN BELGISCHE NOTARISSEN (ed.), Verslagen en debatten

van het C.S.W., Brussel, Bruylant, 2001, losbl.

ORDRE DES BARREAUX FRANCOPHONES ET GERMANOPHONES en FÉDÉRATION ROYALE

DU NOTARIAT BELGE (eds.), Questions pratiques liées à la procedure de liquidation-

partage judiciaire, Brussel, Bruylant, 2008, 218p.

PINTENS W. (ed.), Vereffening-verdeling van de huwelijksgemeenschap, Antwerpen,

Maklu, 1987, 201p.

PINTENS W. (ed.), De vereffening van de nalatenschap, Antwerpen, Intersentia, 2007,

261p.

Page 130: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

130

PINTENS W., BUYSSENS F. (eds.), Vereffening-verdeling van het huwelijksvermogen,

Antwerpen, Maklu, 1993, 265p.

PINTENS W., VAN DER MEERSCH B. (eds.), De wederzijdse rechten en verplichtingen

van echtgenoten en de huwelijksvermogensstelsels, Antwerpen, Maklu, 1997, 269p.

RENCHON J.-L., TAINMONT F. (eds.), Le couple non-marié à la lumière de la

cohabitation légale, Bruxelles, Bruylant, 2000, 343p.

SENNAEVE P., SWENNEN F., VERSCHELDEN G. (eds.), De beëindiging van de

tweerelatie, Antwerpen, Intersentia, 2012, 353p.

TAYMANS J.-FR. en VAN COMPERNOLLE J., “Avant-propos” in TAYMANS J.-FR. en VAN

COMPERNOLLE J. (eds.), Les incidents du partage judiciaire: problèmes concrets,

solutions pratiques, Brussel, Bruylant, 2011, 196p.

VAN COMPERNOLLE J., LEDOUX J.-L. (eds.), Le notaire, le juge et l’avocat. Heurs et

malheurs du notaire commis, Bruxelles, Bruylant, 1996, 378p.

VERBEKE A., BUYSSENS F. (eds.), Notariële actualiteit 2011-2012, Brussel, Larcier,

2012, 196p.

VLAAMSE CONFERENTIE DER BALIE VAN GENT (ed.), Knelpunten vereffening-

verdeling, Antwerpen, Maklu, 2008, 142 p.

WEYTS L., VERBEKE A. en GOVAERTS E. (eds.) Leuvense Notariële Geschriften,

Actualia Familiaal Vermogensrecht, Universitaire Pers Leuven, 2003, 372p.

D. REEKS

CASMAN H., Personen- en familierecht: artikelsgewijze commentaar met overzicht van

rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer rechtswetenschappen, 1984, loslb.

DECLERCK CH., Draaiboek van een vereffening-verdeling in Themis Familiaal

Vermogensrecht, Brugge, Die Keure, 2004, 101p.

DEVOS S., De kalender of de instaatstelling in de procedure van de gerechtelijke

vereffening-verdeling en de gewijzigde regels inzake de devolutieve werking van het

hoger beroep in het kader van deze procedure in Rechtskroniek voor het notariaat 20,

Brugge, Die Keure, 2012, (5) 41.

ENGELS C., “Burgerlijk procesrecht – Bijzondere rechtsplegingen” in Rechtskroniek

voor het notariaat 17, Brugge, die Keure, 2010, (143) 210.

LOCRÉ J.-G., Législation civile, commerciale et criminelle ou Commentaire et

complétement des codes français, Brussel, Tarlier, 1936, losbl.

Page 131: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

131

PINTENS W., DU MONGH J. (eds.), Patrimonium 2006, Antwerpen, Intersentia, 2006,

500 p.

PINTENS W. en DECLERCK CH. (eds.), Patrimonium 2010, Antwerpen, Intersentia,

2010, 328p.

PINTENS W. en DECLERCK CH. (eds.), Patrimonium 2011, Antwerpen, Intersentia,

2011, 376p.

PINTENS W. en DU MONGH J. (ed.), Themis familiaal vermogensrecht 2003-04, 101p.

PUELINCKX-COENE M., VERSTRAETE J. en GEELHAND N., “Overzicht van rechtspraak –

erfenissen – 1988-1995”, T.P.R. 1997, (133) 480.

VAN LIEMPT F., “Hoever reikt het mandaat ad litem van een advocaat in het kader van

een gerechtelijke verdeling?” in PINTENS W., DU MONGH J. (eds.), Patrimonium 2006,

Antwerpen, Intersentia, 2006, (367) 381.

VAN OOSTERWYCK G., Notariële inrichting en deontologie (organieke wet notariaat

en besluit van 2 Nivôse jaar XII) in Notariële actualiteit 1992, Brugge, Die Keure,

1992, 88p.

VERSCHELDEN G., Echtscheiding 2009-2010 in Postuniversitaire cyclus Willy Delva

36, Mechelen, Kluwer, 2010, 383p.

VERSTRAETE J., “Incidents de parcours”: nieuwigheden inzake de boedelbeschrijving,

deelakkoorden en tussengeschillen in Rechtskroniek voor het notariaat 20, Brugge,

Die Keure, 2012, (42) 66 .

WYLLEMAN A., De rol van de notaris en van de raadslieden in de nieuwe procedure

tot gerechtelijke vereffening verdeling. De verkoop of toewijzing van de goederen van

de te verdelen boedel in Rechtskroniek voor het notariaat 20, Brugge, Die Keure,

2012, (67) 91.

E. FEESTBUNDELS EN LIBRI AMICORUM

BAEL J., BOCKEN H., DEVOS S., ENGELS CH., VANDENBERGHE P., WYLLEMAN A., Liber

amicorum Christian De Wulf, Brugge, Die Keure, 2003, 558p.

CASTELEIN CH., VERBEKE A., WEYTS L. (eds.), Notariële clausules. Liber amicorum

Prof. Johan Verstraete, Antwerpen, Intersentia, 2007, 804p.

GERLO J., “Echtscheiding, onderhoudsgeld en woonstvergoeding. Een poging tot

vereenvoudiging” in BAEL J., BOCKEN H., DEVOS S., ENGELS CH., VANDENBERGHE P.,

Page 132: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

132

WYLLEMAN A., Liber amicorum Christian De Wulf, Brugge, Die Keure, 2003, (135)

152.

HOFSTRÖSSLER P., “De procedure in vereffening-verdeling: enkele aandachtspunten

voor de advocaat” in CASTELEIN CH., VERBEKE A., WEYTS L. (eds.), Notariële

clausules. Liber amicorum Prof. Johan Verstraete, Antwerpen, Intersentia, 2007,

(227) 248.

PINTENS W., ALEN A., DIRIX E., SENAEVE P., Feestbundel voor Hugo Vandenberghe,

Brugge, Die Keure, 2007, 472p.

VANBOCKRIJCK H., “Het tijdig instellen van vorderingen in het kader van een

procedure van vereffening-verdeling” in CASTELEIN CH., VERBEKE A., WEYTS L.

(eds.), Notariële clausules. Liber amicorum Prof. Johan Verstraete, Antwerpen,

Intersentia, 2007, (351) 362.

VERSTRAETE J., “Vruchten en intresten bij verdeling” in PINTENS W., ALEN A., DIRIX

E., SENAEVE P., Feestbundel voor Hugo Vandenberghe, Brugge, Die Keure, 2007,

(415) 434.

F. MASTERPROEF

DE WACHTER J., Knelpunten bij de gerechtelijke vereffening-verdeling. Bespreking

van het wetsvoorstel houdende de hervorming van de procedure van gerechtelijke

vereffening-verdeling(C. DEFRAIGNE ET AL.), Parl.St., Senaat 2010-11, nr.5-405/1, 16.,

Masterproef Rechten Universiteit Gent, 2010-11,

http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/333/RUG01-

001787333_2012_0001_AC.pdf (consultatie 18/07/2013)

G. CURSUS

CLAEYS I., Syllabus Algemeen Verbintenissenrecht, ontuig. 2009-10, 207p.

ENGELS C., Procesrecht in verband met het notariaat, Brugge, die Keure, 2010,

479p.

H. JUSTITIEDIALOGEN

DE LEVAL G. en ERDMAN F., Justitiedialogen, Syntheseverslag opgemaakt op verzoek

van Laurette Onkelinckx, vroegere vice-eerste minister en minister van Justitie, juli

2004, 474p.

Page 133: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

133

I. ONLINE

ORDE VAN VLAAMSE BALIES, Scheiden kost geld maar professionele hulp blijft nodig,

www.advocaat.be/UserFiles/PressItems/OVB-

persbericht%20scheiden%2029%2004%2011.pdf (consultatie 10 juli 2013).

ORDE VAN VLAAMSE BALIES, Vereffening-verdeling. Voorstelling project KFBN,

OBFG en OVB tot hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-

verdeling,

www.advocaat.be/UserFiles/Positions/vereffening%20verdeling%20website%2006%2

010.pdf (consultatie 10 juli 2013).

J. ANDERE

CASMAN H., “De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet – Oude en

nieuwe opdrachten van de notaris-vereffenaar”, Vormingsnamiddag “De hervorming

van de procedure gerechtelijke vereffening-verdeling” te Brussel, 9 februari 2012

STEURBAUT S., KERGER L. EN FAES I., De jaarlijkse statistieken van de hoven en de

rechtbanken. Analyse van de statistieken over de periode 1999-2006, Brussel, FOD

Justitie, 2007, 21p.

III. RECHTSPRAAK

A. EUROPEES HOF VOOR DE RECHTEN VAN DE MENS

EHRM, Siegel v. France, 2000,

http://hudoc.echr.coe.int/sites/eng/pages/search.aspx?i=001-59057 (consultatie 10 juli

2013)

B. INTERNE RECHTSPRAAK

Cass. 1 mei 1891, Pas. 1891, I, (133) 134.

Cass. 14 december 1967, Pas. 1968, I, (507) 511; , RCJB 1969, (455) 477, noot

GRÉGOIRE M.en RENAULD J.

Cass. 31 oktober 1968, Pas. 1969, I, (227) 236.

Cass. 29 oktober 1973, Arr.Cass. 1973, 237.

Cass. 18 maart 1977, Arr.Cass. 1977, (779) 782.

Page 134: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

134

Cass. 12 januari 1979, Arr. Cass. 1978-79, 540.

Cass. 10 september 1981, Arr. Cass. 1981-82, 46.

Cass. 17 november 1983, Arr.Cass. 1983-84, (315) 317.

Cass. 6 april 1990, R.W. 1990-91, (218) 224.

Cass. 5 november 1993, T.Not. 1995, (47) 51, noot; Rev.trim.dr.fam. 1995, (123) 136,

noot P. DE PAGE; Arr.Cass. 1993, (926) 929; R.Cass. 1994, noot VAN SINAY; R.W.

1993-94, 956; P.&B. 1994, (36) 38.

Cass. 9 mei 1997, Arr. Cass. 1997, (531) 533.

Cass. 26 juni 1998, Arr.Cass. 1998, (762) 765.

Cass. 28 oktober 1999, Arr. Cass. 1999, (1351) 1355.

Cass. 3 december 1999, R.Cass. 2000, 157, noot WAUTERS B.

Cass. 27 april 2001, E.J. 2002, (2) 7, noot MOSSELMANS S.

Cass. 4 mei 2001, E.J. 2001, (122) 127, noot MOSSELMANS S.

Cass. 24 oktober 2002, T.Not. 2003, (617) 627, noot DE CLERCQ M.

Cass. 8 november 2002, Arr.Cass. 2002, 2417.

Cass. 18 november 2002, P.&B. 2002, afl. 3, (139) 143, noot MOSSELMANS S.

Cass. 5 februari 2004, C.010587N, onuitg.

Cass. 26 november 2004, R.W. 2004-05, alf. 34, (1352) 1353, noot MOSSELMANS S.

Cass. 22 december 2006, T.B.B.R. 2007, (365) 378.

Cass. 20 juni 2008, Rev. not. b. 2008, (513) 520, noot.

Cass. 16 mei 2011, AR C.10.0664.N

Antwerpen 23 december 1987, Rev. not. b. 1988, (431) 432.

Gent 28 december 1990, T.Not. 1992, (217) 223, noot.

Antwerpen 25 mei 1992, T.Not. 1995, (407) 408.

Bergen 15 september 1992, Rev. not. b. 1995, (25) 74.

Bergen 12 januari 1995, Rev.not.b. 1995, (374) 377.

Bergen 9 juni 1997, Rev. trim. dr. fam. 1998, (154) 156.

Bergen 3 maart 1998, Rev.trim.dr.fam. 1999, (141) 144.

Brussel 27 mei 1998, T.Not. 2000, (441) 447, noot BLONTROCK F.

Bergen 22 oktober 1998, Rev.not.b 1999, 603.

Antwerpen 2 november 1998, T.Not. 216.

Gent 22 juni 1999, T.Not. 2002, (567) 570.

Page 135: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

135

Gent 24 november 1999, T.Not. 2001, (669) 674.

Brussel 17 januari 2000, R.W. 2001-02, 1538, noot.

Luik 29 februari 2000, JLMB 2000, 1164.

Luik 21 maart 2000, Div. Act. 2000, (74) 78.

Luik 11 maart 2002, RRD 2002, (212) 213.

Antwerpen 18 maart 2002, T.Not. 2004, (157) 164; Not. Fisc. M. 2009, (156) 162,

noot MICHIELSEN A.

Gent 29 maart 2002, T.B.B.R. 2003, (177) 178.

Antwerpen 14 januari 2003, T.Not. 2005, (436) 440.

Antwerpen 3 maart 2003, R.W. 2004-05, afl. 9, (344) 346, noot PIGNOLET D.

Antwerpen 26 mei 2003, T.Not. 2004, (165) 175.

Antwerpen 8 oktober 2003, T.Not. 2004, (176) 179.

Antwerpen 12 november 2003, NJW 2004, (340) 343, noot.

Antwerpen 12 mei 2004, RABG 2005, (1787) 1794, noot VERGAUWEN C..

Bergen 14 juni 2004, RGDB 2006, 167.

Antwerpen 9 november 2005, T. Not. 2007, (47) 49.

Brussel 13 november 2006, Rev. not. b. 2007, (24) 29.

Luik 17 januari 2007, J.T. 2007, 207.

Gent 20 september 2007, NJW 2008, afl. 182, (408) 409.

Antwerpen 19 december 2007, T.Not. 2009, afl. 3, (144) 151.

Antwerpen 14 januari 2008, RABG 2008, (757) 764.

Bergen 15 januari 2008, Rev.not.b. 2008, (585) 588, noot STERCKX L.

Gent 27 maart 2008, NjW 2008, (935) 936, noot G.V.; R.W. 2008-09, (1611) 1612.

Gent 5 februari 2009, R.A.B.G. 2010, afl. 12, (773) 782, noot RENIERS A.

Antwerpen 29 april 2009, Not.Fisc.M. 2010, afl. 5, (152) 156, noot VERSTRAETE J.

Brussel 5 mei 2009, T.Not. 2009, afl. 7, (482) 489.

Antwerpen 4 november 2009, Not.Fisc.M. 2011, afl. 3, (87) 88, noot TAELMAN P.

Antwerpen 22 maart 2010, NJW 2011, afl. 235, (60) 61 noot K. VANDENBERGHE.

Brussel 13 april 2010, NJW 2010, afl. 225, (506) 508.

Arrondrb. Gent 22 oktober 2001, www.jurisquare.be

Rb. Kortrijk 25 maart 1980, R.W. 1980-81, (2279) 2282, noot DE BUSSCHERE C.

Rb. Namen 22 juni 1989, Rev. Not. B. 1989, (467) 471.

Page 136: DE NIEUWE PROCEDURE VAN GERECHTELIJKE … · IV WOORD VOORAF Deze masterproef is tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tweejarige master in de opleiding Rechten aan de universiteit

136

Rb. Luik 21 mei 1990, Jur. Liège 1990, 1213, noot NUDELHOLE S.

Rb. Aarlen 8 februari 1991, Rev.trim.dr.fam. 1992, (153) 155.

Rb. Brugge 11 juni 1993, T.Not. 1994, (50) 56.

Rb. Kortrijk 8 september 1995, T.Not. 1996, (128) 134, noot BOUCKAERT F.

Rb. Ieper 20 december 1996, T.Not. 1998, (102) 104.

Rb. Dinant 13 maart 1997, JLMB 1997, (734) 735.

Rb. Dendermonde 9 april 1999, A.R. 96/626/A, onuitg

Rb. Brussel 16 maart 2001, J.T. 2001, (506) 507.

Antwerpen 18 maart 2002, T.Not. 2004, (157) 164.

Rb. Brugge 8 november 2002, www.jurisquare.be

Rb. Gent 29 april 2003, NJW 2003, (1081) 1082, noot; E.J. 2004, (12) 16, noot.

Rb. Tongeren 12 juni 2003, www.jurisquare.be

Rb. Bergen 17 juni 2004, Div.Act. 2005, (92) 95, noot BROUWERS J.

Rb. Gent 9 november 2004, T.Not. 2005, afl. 5, (306) 311.

Rb. Gent 24 mei 2005, TGR 2005, (262) 263.

Rb. Turnhout 23 februari 2007, R.W. 2007-08, 585.

Rb. Gent 27 maart 2007, ontuig.

Rb. Gent 7 oktober 2008, R.W. 2008-09, (884) 885.

Rb. Gent 4 november 2008, TGR-TWVR 2009, afl. 2, (99) 101.

Rb. Gent 23 maart 2010, R.W. 2010-11, (682) 683.

Rb. Gent 29 juni 2010, R.W. 2011-12, (240) 241.

Beslagr. Dinant 29 mei 1984, JT 1985, (11) 12, noot STERCKX D.