De Naam van God

21
De zienswijze van de bijbel | http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17] De zienswijze van de bijbel „Uw naam worde geheiligd" Welke naam? BENT u godsdienstig? Dan gelooft u ongetwijfeld, net als vele anderen, in een Opperwezen. En dan hebt u waarschijnlijk ook grote eerbied voor het bekende tot Hem gerichte gebed dat Jezus zijn volgelingen leerde en dat bekendstaat als het Gebed des Heren, of het Onze Vader. Het gebed begint aldus: „Onze Vader in de hemel, uw naam worde geheiligd." — Matthéüs 6:9, Groot Nieuws Bijbel. Hebt u zich wel eens afgevraagd waarom Jezus het ’heiligen’ van Gods naam in dit gebed als eerste vermeldde? Daarna noemde hij andere dingen, zoals de komst van Gods koninkrijk, het geschieden van Gods wil op aarde en de vergeving van onze zonden. De verwezenlijking van deze andere dingen waar hij om bad, zal uiteindelijk blijvende vrede op aarde en eeuwig leven voor de mensheid betekenen. Kunt u zich iets belangrijkers indenken? Niettemin zei Jezus ons, allereerst om de heiliging van Gods naam te bidden. Het was niet louter toeval dat Jezus zijn volgelingen leerde in hun gebeden de eerste plaats toe te kennen aan Gods naam. Die naam was voor hem duidelijk van het allerhoogste belang, want hij noemde deze naam herhaaldelijk in zijn eigen gebeden. Toen hij bij een zekere gelegenheid in het openbaar tot God bad, hoorde men hem zeggen: „Vader, verheerlijk uw Naam!" En God zelf antwoordde: „Ik heb Hem verheerlijkt en zal Hem wederom verheerlijken." — Johannes 12:28, Willibrordvertaling. De avond voordat Jezus stierf, bad hij ten aanhoren van zijn discipelen tot God, en opnieuw hoorden zij hem de belangrijkheid van Gods naam beklemtonen. Hij zei: „Ik heb uw Naam geopenbaard aan de mensen die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt." Later herhaalde hij: „Uw naam heb Ik hun geopenbaard en Ik zal dit blijven doen." — Johannes 17:6, 26, WV. Waarom was Gods naam zo belangrijk voor Jezus? Waarom maakte hij duidelijk dat die naam ook voor ons belangrijk is, door ons te zeggen dat wij om de heiliging van Gods naam moeten bidden? Om dit te begrijpen, moeten wij beseffen hoe men in bijbelse tijden namen bezag. Namen in bijbelse tijden Klaarblijkelijk heeft Jehovah God in de mens de drang gelegd om dingen een naam te geven. De eerste mens had een naam, Adam. Volgens het scheppingsverhaal was een van de eerste dingen die Adam deed, de dieren een naam geven. Toen God Adam een vrouw gaf, noemde Adam haar onmiddellijk „Mannin" ( ´Isj sjah´ in het Hebreeuws). Later gaf hij haar de naam Eva, wat „Levende" betekent, omdat „zij de moeder moest worden van een ieder die leeft" (Genesis 2:19, 23; 3:20). Ook in deze tijd volgen wij de gewoonte mensen een naam te geven. Het is zelfs moeilijk ons in te denken hoe wij het zonder namen zouden moeten stellen. In de dagen van het oude Israël was een naam echter niet alleen maar een etiket. Namen hadden een betekenis. De naam Isaäk bijvoorbeeld betekende „Lachen" en herinnerde aan het feit dat zijn bejaarde ouders gelachen hadden toen zij voor het eerst hoorden dat zij nog een kind zouden krijgen (Genesis 17:17, 19; 18:12). Esau’s naam betekende „Behaard", ter aanduiding van een fysiek kenmerk. Zijn andere naam, Edom, wat „Rood" of „Rossig" betekent, was een herinnering aan het feit dat hij zijn eerstgeboorterecht had verkocht voor een rood linzengerecht Home Algemeen Archeologie Brochure Bijbel Drieëenheid Geschiedenis Goddelijke Naam Religie Occulte Joodse geschiedenis

description

de_zienswijze_van_de_bijbel

Transcript of De Naam van God

Page 1: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

De zienswijze van de bijbel

„Uw naam worde geheiligd" — Welke naam?

BENT u godsdienstig? Dan gelooft u ongetwijfeld, net als vele anderen, in een Opperwezen. En dan hebt uwaarschijnlijk ook grote eerbied voor het bekende tot Hem gerichte gebed dat Jezus zijn volgelingen leerde en datbekendstaat als het Gebed des Heren, of het Onze Vader. Het gebed begint aldus: „Onze Vader in de hemel, uw

naam worde geheiligd." — Matthéüs 6:9, Groot Nieuws Bijbel.

Hebt u zich wel eens afgevraagd waarom Jezus het ’heiligen’ van Gods naam in dit gebed als eerste vermeldde?Daarna noemde hij andere dingen, zoals de komst van Gods koninkrijk, het geschieden van Gods wil op aarde en devergeving van onze zonden. De verwezenlijking van deze andere dingen waar hij om bad, zal uiteindelijk blijvendevrede op aarde en eeuwig leven voor de mensheid betekenen. Kunt u zich iets belangrijkers indenken? Niettemin zeiJezus ons, allereerst om de heiliging van Gods naam te bidden.

Het was niet louter toeval dat Jezus zijn volgelingen leerde in hun gebeden de eerste plaats toe te kennen aan Godsnaam. Die naam was voor hem duidelijk van het allerhoogste belang, want hij noemde deze naam herhaaldelijk in zijneigen gebeden. Toen hij bij een zekere gelegenheid in het openbaar tot God bad, hoorde men hem zeggen: „Vader,verheerlijk uw Naam!" En God zelf antwoordde: „Ik heb Hem verheerlijkt en zal Hem wederom verheerlijken." —Johannes 12:28, Willibrordvertaling.

De avond voordat Jezus stierf, bad hij ten aanhoren van zijn discipelen tot God, en opnieuw hoorden zij hem debelangrijkheid van Gods naam beklemtonen. Hij zei: „Ik heb uw Naam geopenbaard aan de mensen die Gij Mij uit dewereld gegeven hebt." Later herhaalde hij: „Uw naam heb Ik hun geopenbaard en Ik zal dit blijven doen." — Johannes17:6, 26, WV.

Waarom was Gods naam zo belangrijk voor Jezus? Waarom maakte hij duidelijk dat die naam ook voor ons belangrijkis, door ons te zeggen dat wij om de heiliging van Gods naam moeten bidden? Om dit te begrijpen, moeten wijbeseffen hoe men in bijbelse tijden namen bezag.

Namen in bijbelse tijden

Klaarblijkelijk heeft Jehovah God in de mens de drang gelegd om dingen een naam te geven. De eerste mens hadeen naam, Adam. Volgens het scheppingsverhaal was een van de eerste dingen die Adam deed, de dieren een naamgeven. Toen God Adam een vrouw gaf, noemde Adam haar onmiddellijk „Mannin" (´Isj·sjah´ in het Hebreeuws). Latergaf hij haar de naam Eva, wat „Levende" betekent, omdat „zij de moeder moest worden van een ieder die leeft"(Genesis 2:19, 23; 3:20). Ook in deze tijd volgen wij de gewoonte mensen een naam te geven. Het is zelfs moeilijkons in te denken hoe wij het zonder namen zouden moeten stellen.

In de dagen van het oude Israël was een naam echter niet alleen maar een etiket. Namen hadden een betekenis. Denaam Isaäk bijvoorbeeld betekende „Lachen" en herinnerde aan het feit dat zijn bejaarde ouders gelachen haddentoen zij voor het eerst hoorden dat zij nog een kind zouden krijgen (Genesis 17:17, 19; 18:12). Esau’s naambetekende „Behaard", ter aanduiding van een fysiek kenmerk. Zijn andere naam, Edom, wat „Rood" of „Rossig"betekent, was een herinnering aan het feit dat hij zijn eerstgeboorterecht had verkocht voor een rood linzengerecht

Home Algemeen Archeologie Brochure Bijbel Drieëenheid Geschiedenis Goddelijke Naam ReligieOcculte Joodse geschiedenis

Page 2: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

(Genesis 25:25, 30-34; 27:11; 36:1). Jakob, ofschoon maar iets jonger dan zijn tweelingbroer Esau, kocht heteerstgeboorterecht van Esau en ontving van zijn vader de zegen voor de eerstgeborene. De betekenis van Jakobsnaam was vanaf zijn geboorte „Hij die de hiel beetpakt" of „Verdringer" (Genesis 27:36). Evenzo had Salomo’s naam,tijdens wiens regering Israël vrede en voorspoed genoot, een betekenis, namelijk „Vreedzaam". — 1 Kronieken 22:9.

De Illustrated Bible Dictionary (Deel 1, blz. 572) verklaart dan ook: „Een studie van het woord ’naam’ in het O[ude]T[estament] onthult hoeveel een naam in het Hebreeuws betekent. De naam is niet louter een etiket, maar iskarakteristiek voor de persoonlijkheid van de drager van de naam."

Dat God namen belangrijk vindt, blijkt uit het feit dat hij de toekomstige moeders van Johannes de Doper en Jezus viaeen engel liet weten hoe hun zoon moest heten (Lukas 1:13, 31). En soms veranderde hij een naam, of gaf hijmensen er een naam bij, om te tonen welke plaats zij in zijn voornemen zouden innemen. Toen God bijvoorbeeldvoorzei dat zijn dienstknecht Abram („Verheven vader") de vader van vele naties zou worden, veranderde Hij zijnnaam in Abraham („Vader van een menigte"). En hij veranderde de naam van Abrahams vrouw, Sarai („Strijdbaar"), inSara („Vorstin"), daar zij de moeder van Abrahams zaad zou worden. — Genesis 17:5, 15, 16; vergelijk Genesis32:28; 2 Samuël 12:24, 25.

Ook Jezus erkende de belangrijkheid van namen en hij bracht de betekenis van Petrus’ naam in verband met eendienstvoorrecht dat hij hem gaf (Matthéüs 16:16-19). Zelfs geestelijke schepselen hebben een naam. Twee worden erin de bijbel genoemd: Gabriël en Michaël (Lukas 1:26; Judas 9). En als de mens levenloze dingen zoals sterren,planeten, steden, bergen en rivieren een naam geeft, handelt hij alleen maar naar het voorbeeld van zijn Schepper.Zo vertelt de bijbel ons dat God alle sterren bij name roept. — Jesaja 40:26.

Ja, namen zijn belangrijk in Gods ogen, en hij heeft in de mens de drang gelegd om mensen en dingen door middelvan een naam te identificeren. Derhalve hebben engelen, mensen, dieren, en ook sterren en andere levenloze dingen,een naam. Zou het logisch zijn als de Schepper van dit alles zichzelf geen naam had gegeven? Natuurlijk niet, vooralmet het oog op de woorden van de psalmist: „Alle vlees zegene [Gods] heilige naam tot onbepaalde tijd, ja, vooreeuwig." — Psalm 145:21.

De New International Dictionary of New Testament Theology (Deel 2, blz. 649) zegt: „Een van de meest fundamenteleen essentiële facetten van de bijbelse openbaring is het feit dat God niet zonder naam is: hij heeft een persoonlijkenaam, waarmee hij aangeroepen kan en moet worden." Jezus had beslist die naam in gedachten toen hij zijnvolgelingen leerde bidden: „Onze Vader in de hemelen, uw naam worde geheiligd." — Matthéüs 6:9.

Dit alles in aanmerking genomen, is het klaarblijkelijk belangrijk dat wij weten hoe Gods naam luidt. Kent u Godspersoonlijke naam?

Hoe luidt Gods naam?

Verbazingwekkend genoeg zal de meerderheid van de honderden miljoenen lidmaten van de kerken der christenheidhet waarschijnlijk moeilijk vinden die vraag te beantwoorden. Sommigen zullen zeggen dat Gods naam Jezus Christusis. Toch bad Jezus tot iemand anders toen hij zei: „Ik heb uw naam openbaar gemaakt aan de mensen die gij mij uitde wereld hebt gegeven" (Johannes 17:6). Hij bad tot God in de hemel, als een zoon die tot zijn vader spreekt(Johannes 17:1). Het was de naam van zijn hemelse Vader die „geheiligd" moest worden.

Toch is in veel moderne bijbels de naam niet te vinden, en in de kerken wordt hij zelden gebruikt. Verre van„geheiligd" te worden, is de naam voor miljoenen bijbellezers derhalve verloren gegaan. Laten wij om te zien watbijbelvertalers met Gods naam gedaan hebben, als voorbeeld eens één vers beschouwen waarin die naam voorkomt:Psalm 83:18 (in sommige vertalingen vers 19). Deze schriftplaats wordt in vier verschillende vertalingen als volgtweergegeven:

„Opdat zij weten, dat alleen uw naam is: HERE, de Allerhoogste over de ganse aarde" (Nieuwe Vertaling van hetNederlands Bijbelgenootschap van 1951).

„Op dat zij erkennen dat Gij, Wiens naam is Eeuwige, Gij alléén, de hoogste over de geheele aarde zijt" (Het boekder Psalmen, vertaald door S. I. Mulder, uit 1838).

„Dan zullen ze weten, dat ’Jahweh’ uw Naam is; dat Gij de Allerhoogste zijt op heel de aarde, Gij alleen!" (Petrus-Canisiusvertaling van 1939)

„Zoo worden zij ’t gewaar, dat Gij, wiens naam JEHOVA is, dat Gij alleen zijt Opperheer der gansche aarde!" (Van derPalm-bijbel uit 1822)

Waarom verschilt Gods naam zozeer in deze vertalingen? Is zijn naam HERE, Eeuwige, Jahweh of Jehova? Of zijn aldeze aanduidingen aanvaardbaar?

Voor het antwoord op deze vragen moeten wij bedenken dat de bijbel oorspronkelijk niet in het Nederlands werd

Page 3: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

geschreven. De bijbelschrijvers waren Hebreeërs, en zij schreven hoofdzakelijk in het Hebreeuws en het Grieks vanhun tijd. De meesten van ons spreken die oude talen niet. Maar de bijbel is in talrijke moderne talen vertaald, en wijkunnen die vertalingen gebruiken als wij Gods Woord willen lezen.

Christenen hebben grote eerbied voor de bijbel en geloven terecht dat ’de gehele Schrift door God geïnspireerd is’ (2Timótheüs 3:16). Het vertalen van de bijbel is dan ook een zware verantwoordelijkheid. Als iemand opzettelijk deinhoud van de bijbel verandert of een gedeelte weglaat, knoeit hij met het geïnspireerde Woord. Op zo iemand zou deschriftuurlijk waarschuwing van toepassing zijn: „Indien iemand een toevoeging aan deze dingen maakt, zal God hemde plagen toevoegen die in deze boekrol beschreven zijn; en indien iemand iets afneemt van de woorden van deboekrol van deze profetie, zal God zijn deel afnemen van de bomen des levens." — Openbaring 22:18, 19; zie ookDeuteronomium 4:2.

De meeste bijbelvertalers hebben ongetwijfeld respect voor de bijbel en streven er oprecht naar de bijbel in dezemoderne tijd begrijpelijk te maken. Maar vertalers zijn niet geïnspireerd. De meesten van hen hebben ook eenuitgesproken mening over religieuze kwesties en kunnen beïnvloed zijn door eigen ideeën en persoonlijke voorkeur. Zijkunnen ook menselijke vergissingen begaan of beoordelingsfouten maken.

Vandaar dat wij het recht hebben enkele belangrijke vragen te stellen: Hoe luidt Gods werkelijke naam? En waaromgebruiken verschillende bijbelvertalingen verschillende namen voor God? Na het antwoord op deze vragen te hebbenvastgesteld, kunnen wij terugkomen op ons oorspronkelijke probleem: Waarom is de heiliging van Gods naam zobelangrijk?

[Inzet]

Engelen, mensen, dieren, en ook sterren en andere levenloze dingen, hebben een naam. Zou het logisch zijn als deSchepper van dit alles geen naam had?

De betekenis en uitspraak van Gods naamEEN van de bijbelschrijvers vroeg eens: „Wie heeft de wind in de holte van beide handen vergaderd? Wie heeft dewateren in een mantel gewikkeld? Wie heeft al de einden der aarde opgericht? Hoe is zijn naam en hoe de naam vanzijn zoon, ingeval gij het weet?" (Spreuken 30:4) Hoe kunnen wij erachter komen wat Gods naam is? Dat is eenbelangrijke vraag. De schepping vormt een krachtig bewijs dat God moet bestaan, maar vertelt ons niet zijn naam(Romeinen 1:20). In feite zouden wij Gods naam nooit te weten kunnen komen als niet de Schepper zelf ons die zouvertellen. En dat heeft hij gedaan in zijn eigen Boek, de Bijbel.

Bij één beroemde gelegenheid sprak God zijn eigen naam uit en herhaalde die ten aanhoren van Mozes. Mozesschreef een verslag over die gebeurtenis dat tot op de huidige dag in de bijbel bewaard is gebleven (Exodus 34:5).God schreef zijn naam zelfs met zijn eigen „vinger". Toen God aan Mozes had bekendgemaakt wat wij thans de TienGeboden noemen, stelde hij ze op bovennatuurlijke wijze op schrift. Het verslag zegt: „Zodra [God] nu geëindigd hadmet Mozes op de berg Sinaï te spreken, gaf hij hem voorts twee tafelen der Getuigenis, tafelen van steen, beschrevendoor Gods vinger" (Exodus 31:18). Gods naam komt achtmaal in de oorspronkelijke Tien Geboden voor (Exodus20:1-17). God heeft zijn naam dus zelf zowel mondeling als schriftelijk aan de mens onthuld. Hoe luidt die naam dan?

In de Hebreeuwse taal wordt Gods naam zo geschreven: ????. Deze vier letters, het Tetragram genoemd, worden inhet Hebreeuws van rechts naar links gelezen en kunnen in veel moderne talen met JHWH of JHVH weergegevenworden. Gods naam, voorgesteld door deze vier medeklinkers, komt bijna 7000 maal in het oorspronkelijke „OudeTestament", ofte wel de Hebreeuwse Geschriften, voor.

De Naam is een vorm van het Hebreeuwse werkwoord ha·wah´ (???), dat „worden" betekent, en wil in feite zeggen„Hij veroorzaakt te worden". Gods naam identificeert hem dan ook als Degene die progressief zijn beloften vervult enonfeilbaar zijn voornemens verwezenlijkt. Alleen de ware God zou een naam kunnen dragen die zo rijk aan betekenisis.

Herinnert u zich uit het voorgaande gedeelte nog de verschillende manieren waarop Gods naam in Psalm 83:18 (19)stond weergegeven? (blz. 5) Twee van die vertalingen gaven slechts een titel (de „HERE" en de „Eeuwige") tervervanging van Gods naam. Maar in de andere staat Jahweh en Jehova; hierin kunt u het Tetragram herkennen. Deuitspraak is echter verschillend. Hoe komt dat?

Hoe wordt Gods naam uitgesproken?

Page 4: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

Het feit wil dat niemand zeker weet hoe de naam van God oorspronkelijk werd uitgesproken. Hoe komt dat? Nu, deeerste taal die bij het schrijven van de bijbel werd gebruikt, was het Hebreeuws, en wanneer de Hebreeuwse taalwerd geschreven, gebruikten de schrijvers alleen medeklinkers — geen klinkers. Vandaar dat als de geïnspireerdeschrijvers Gods naam schreven, zij vanzelfsprekend hetzelfde deden en alleen de medeklinkers opschreven.

Zolang het oude Hebreeuws nog de omgangstaal was, leverde dit geen problemen op. De uitspraak van de Naam wasde Israëlieten bekend en als zij deze naam geschreven zagen staan, vulden zij de klinkers in zonder erbij na tedenken (net zoals voor de Nederlandse lezer de afkorting „gld." „gulden" betekent en „hfdst." „hoofdstuk").

Er gebeurden twee dingen waardoor deze situatie veranderde. Ten eerste begon onder de joden het bijgelovige ideepost te vatten dat het onjuist was de goddelijke naam hardop uit te spreken; als zij de Naam tijdens het bijbellezentegenkwamen, spraken zij daarom het Hebreeuwse woord ´Adho·nai´ („Soevereine Heer") uit. Bovendien werd,naarmate de tijd verstreek, de oude Hebreeuwse taal zelf steeds minder gebruikt in de dagelijkse conversatie, en zoraakte de oorspronkelijke Hebreeuwse uitspraak van Gods naam ten slotte in het vergeetboek.

Om te voorkomen dat de uitspraak van de Hebreeuwse taal in haar geheel verloren zou gaan, bedachten joodsegeleerden in de tweede helft van het eerste millennium G.T. een systeem van punten om de ontbrekende klinkers aante geven, en die plaatsten zij rond de medeklinkers in de Hebreeuwse bijbel. Zodoende werden zowel klinkers alsmedeklinkers opgetekend en bleef de uitspraak zoals die destijds was, bewaard.

In het geval van Gods naam echter zetten zij er in plaats van de juiste klinkertekens meestal andere klinkertekensomheen ten einde de lezer eraan te herinneren dat hij ´Adho·nai´ moest zeggen. Hieruit ontstond de spelling Iehouah,en uiteindelijk werd Jehovah de algemeen aanvaarde uitspraak van de goddelijke naam in het Nederlands. Hierin zijnde essentiële elementen van Gods naam uit het Hebreeuwse origineel behouden gebleven.

Welke uitspraak gaat u gebruiken?

Hoe zijn echter uitspraken als Jahweh of verwante vormen ontstaan? Dit zijn vormen die door hedendaagse geleerdenzijn gesuggereerd in hun pogingen de oorspronkelijke uitspraak van Gods naam na te gaan. Sommigen — niet allenevenwel — zijn van mening dat de Israëlieten vóór Jezus’ tijd Gods naam waarschijnlijk als Jahweh uitspraken. Maarniemand kan dit met zekerheid zeggen. Misschien werd de Naam zo uitgesproken, misschien ook niet.

Niettemin geven velen de voorkeur aan de uitspraak Jehovah. Waarom? Omdat die veel gangbaarder en vertrouwderis dan Jahweh. Zou het echter niet beter zijn de vorm te gebruiken die misschien dichter bij de oorspronkelijkeuitspraak komt? Feitelijk niet, want dat is bij bijbelse namen niet de gewoonte.

Neem als het meest in het oog springende voorbeeld de naam Jezus eens. Weet u hoe Jezus’ familie en vriendenhem in de dagelijkse omgang noemden toen hij in Nazareth opgroeide? In werkelijkheid weet niemand dat zeker,hoewel het misschien zoiets als Jesjoea (of misschien Jehosjoea) geweest kan zijn. Het was pertinent niet Jezus.

Toen de verslagen over zijn leven in het Grieks werden opgetekend, probeerden de geïnspireerde schrijvers echterniet die oorspronkelijke Hebreeuwse uitspraak te bewaren. In plaats daarvan gaven zij de naam in het Grieks weer, I·e´sous. Tegenwoordig wordt deze naam op verschillende manieren weergegeven, afhankelijk van de taal waarin mende bijbel leest. Spaanse bijbellezers komen Jesús (uitspraak Gesoes´) tegen. Italianen spellen Gesù (uitspraakDzjee·zoe´). En Duitsers gebruiken de spelling Jesus (uitspraak Jee´soes).

Moeten wij Jezus’ naam dan maar niet meer gebruiken omdat de meesten van ons, of misschien wij allemaal wel, nietecht weten hoe de oorspronkelijke uitspraak luidt? Tot dusver heeft geen enkele vertaler deze gedachte geopperd. Wijgebruiken de naam graag, want daarmee wordt de geliefde Zoon van God, Jezus Christus, aangeduid, die zijnlevensbloed voor ons heeft gegeven. Zouden wij Jezus eer betonen als wij elke vermelding van zijn naam in de bijbelverwijderden en vervingen door niets dan een titel, „Leraar" of „Middelaar" bijvoorbeeld? Natuurlijk niet! Wij kunnenons nauw met Jezus verbonden voelen als wij zijn naam gebruiken zoals die algemeen in onze taal wordtuitgesproken.

Iets soortgelijks zou gezegd kunnen worden over al de namen die wij in de bijbel tegenkomen. Wij spreken ze in onzeeigen taal uit en proberen niet de oorspronkelijke uitspraak na te bootsen. Zo zeggen wij „Jeremia" en niet Jir·meja´hoe. Ook zeggen wij Jesaja, hoewel deze profeet in zijn tijd waarschijnlijk bekendstond als Jesja'·ja´hoe. Zelfsgeleerden die met de oorspronkelijke uitspraak van deze namen op de hoogte zijn, gebruiken de moderne uitspraak,en niet de oude, wanneer zij over hen spreken.

En hetzelfde geldt voor de naam Jehovah. Ook al vertegenwoordigt de moderne uitspraak Jehovah dan misschien nietprecies de manier waarop deze naam oorspronkelijk werd uitgesproken, dan doet dit toch geenszins afbreuk aan debelangrijkheid van de naam. De Schepper wordt erdoor geïdentificeerd, de levende God, de Allerhoogste, tot wieJezus zei: „Onze Vader in de hemelen, uw naam worde geheiligd." — Matthéüs 6:9.

’Kan niet verdrongen worden’

Page 5: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

Hoewel veel vertalers de voorkeur geven aan de uitspraak Jahweh, blijven de Nieuwe-Wereldvertaling en ook eenaantal andere vertalingen de vorm Jehovah gebruiken omdat men er al eeuwenlang mee vertrouwd is. Bovendien ishet zo dat in deze vorm, evenals in andere vormen, de vier letters van het Tetragram, JHWH of JHVH, behouden zijn.

Reeds eerder had de Duitse hoogleraar Gustav Friedrich Oehler om grotendeels dezelfde reden een soortgelijkebeslissing genomen. Hij besprak verscheidene uitspraken en concludeerde: „Van nu af gebruik ik het woord Jehovah,aangezien deze naam thans in werkelijkheid meer ingeburgerd is geraakt in onze woordenschat en niet verdrongenkan worden." — Theologie des Alten Testaments, tweede editie, uitgegeven in 1882, blz. 143.

In overeenkomstige zin verklaart de jezuïtische geleerde Paul Joüon in zijn Grammaire de l’hébreu biblique(Grammatica van het bijbels Hebreeuws), uitgave van 1923, in een voetnoot op bladzijde 49: „In onze vertalingenhebben wij, in plaats van de (hypothetische) vorm Jahweh, de vorm Jéhovah gebruikt . . . de conventionele literairevorm die in het Frans wordt gebruikt." In veel andere talen gebruiken bijbelvertalers een overeenkomstige vorm, zoalsblijkt uit het kader op bladzijde 8.

Is het dan verkeerd een vorm als Jahweh te gebruiken? Volstrekt niet. Alleen zal de vorm Jehovah waarschijnlijksneller weerklank vinden bij de lezer omdat het de vorm is die in de meeste talen „ingeburgerd" is. Waar het om gaatis, dat wij de naam gebruiken en aan anderen bekendmaken. „Dankt Jehovah! Roept zijn naam aan. Maakt onder devolken zijn handelingen bekend. Vermeldt dat zijn naam hoog verheven dient te worden." — Jesaja 12:4.

Laten wij eens zien hoe Gods dienstknechten door de eeuwen heen dat gebod hebben opgevolgd.

[Voetnoten]

Zie Appendix 1A in de New World Translation of the Holy Scriptures, uitgave van 1984.

Zie Appendix 1A in de New World Translation of the Holy Scriptures, uitgave van 1984.

[Kader]

Verschillende geleerden hebben uiteenlopende ideeën over de oorspronkelijke uitspraak van denaam JHWH.

In The Mysterious Name of Y.H.W.H., blz. 74, zei Dr. M. Reisel dat de „vocalisatie van het Tetragram oorspronkelijkJeHoeàH of JaHoeàH geweest moet zijn".

Kanunnik D. D. Williams van Cambridge was van mening dat de „aanwijzingen te kennen geven, ja, bijna bewijzen,dat Jahwéh niet de ware uitspraak van het Tetragram was . . . De Naam zelf was waarschijnlijk JAHÔH". — Zeitschriftfür die alttestamentliche Wissenschaft, 1936, Deel 54, blz. 269.

In de kanttekening bij de Franse herziene vertaling van Segond (blz. 9) wordt de volgende opmerking gemaakt: „Deuitspraak Jahvé die in sommige recente vertalingen wordt gebruikt, is gebaseerd op enkele oude getuigenissen, maardeze zijn niet doorslaggevend. Als men eigennamen in aanmerking neemt waarin de goddelijke naam opgenomen is,zoals de Hebreeuwse naam van de profeet Elia (Elijahoe), zou de uitspraak even goed Jaho of Jahoe kunnen zijn."

In 1749 vertelde de Duitse bijbelgeleerde Teller over enkele uiteenlopende uitspraken van Gods naam die hij hadgelezen: „Diodorus Siculus, Macrobius, Clemens van Alexandrië, Sint-Hiëronymus en Orígenes schreven Jao; deSamaritanen, Epiphanius, Theodoretus, Jahe, of Jave; Ludovicus Cappellus leest Javoh; Drusius, Jahve; Hottinger,Jehva; Mercerus, Jehovah; Castellio, Jovah, en le Clerc, Jawoh, of Javoh."

Het is dus duidelijk dat de oorspronkelijke uitspraak van Gods naam niet meer bekend is. Dat is ook niet echtbelangrijk. Was dat wel het geval, dan zou God zelf ervoor gezorgd hebben dat de uitspraak bewaard was geblevenzodat wij die konden gebruiken. Waar het om gaat is, dat wij Gods naam gebruiken volgens de gangbare uitspraak inonze eigen taal.

[Kader]

Vormen van de goddelijke naam in verschillende talen, waaruit blijkt dat de vorm Jehovahinternationaal aanvaard is

Awabakal - Yehóa

Bugotu - Jihova

Deens - Jehova

Duits - Jehova

Page 6: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

Efik - Jehovah

Engels - Jehovah

Fidzjiaans - Jiova

Fins - Jehova

Frans - Jéhovah

Futuna - Ihova

Hongaars - Jehova

Ibo - Jehova

Italiaans - Geova

Japans - Ehoba

Joruba - Jehofah

Kantonees - Yehwowah

Maori - Ihowa

Motu - Iehova

Mwala-Malu - Jihova

Narrinjeri - Jehovah

Nederlands - Jehovah

Nembe - Jihova

Petats - Jihouva

Pools - Jehowa

Portugees - Jeová

Roemeens - Iehova

Samoaans - Ieova

Sotho - Jehova

Spaans - Jehová

Swahili - Yehova

Tagalog - Jehova

Tahitiaans - Jehovah

Tongan - Jihova

Venda - Yehova

Xhosa - uYehova

Zulu - uJehova

Zweeds - Jehova

[Kader]

„Jehovah" heeft zelfs in niet-bijbels verband algemeen bekendheid gekregen als de naam vanGod.

Page 7: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

Franz Schubert componeerde de muziek voor een lied getiteld „Die Allmacht", geschreven door Johann LadislausPyrker, waarin de naam Jehovah tweemaal voorkomt. De naam Jehovah wordt ook gebruikt in het slot van de laatstescène van Verdi’s opera „Nabucco".

Bovendien wordt in het oratorium „Le Roi David", van de Franse componist Arthur Honegger, de naam Jehovah op devoorgrond geplaatst, en de beroemde Franse schrijver Victor Hugo gebruikte de naam in meer dan 30 van zijnwerken. Zowel hij als Lamartine schreven een gedicht met als titel „Jehovah".

In het boek Deutsche Taler, in 1967 uitgegeven door de Duitse Bundesbank, staat een afbeelding van een van deoudste munten met de naam „Jehovah", een uit 1634 daterende Reichstaler uit het hertogdom Silezië. Over deafbeelding op de keerzijde van de munt zegt het boek: „Onder de stralende naam JEHOVAH, die oprijst uit de wolken,staat een met een kroon overtopt schild met het Silezische wapen."

In een museum in Rudolstadt, Oost-Duitsland, kunt u op de kraag van de wapenrusting die eens werd gedragen doorGustaaf II Adolf, een 17de-eeuwse koning van Zweden, de naam JEHOVAH in hoofdletters zien staan.

Eeuwenlang is de vorm Jehovah dan ook de internationaal erkende manier geweest om Gods naam uit te spreken, enmensen die de naam horen, beseffen prompt over wie er wordt gesproken. Zoals professor Oehler zei: ’Deze naam isthans meer ingeburgerd geraakt in onze woordenschat en kan niet verdrongen worden.’ — Theologie des AltenTestaments.

[Illustratie]

Er zijn veel munten geslagen waarop Gods naam voorkomt. Deze, gedateerd 1661, komt uit Neurenberg. De Latijnsetekst luidt: „Onder de schaduw van uw vleugelen"

Kerk in Digne, Zuid-Frankrijk

Kerk in La Celle Dunoise, Frankrijk

Katholieke basiliek op de Mont Fourvière, Lyon, Frankrijk

De goddelijke naam door de eeuwen heenJEHOVAH God wil dat de mensen zijn naam kennen en gebruiken. Dit blijkt duidelijk uit het feit dat Hij zijn naam aan

Page 8: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

de allereerste twee mensen op aarde heeft geopenbaard. Wij weten dat Adam en Eva met Gods naam bekend waren,want toen Eva Kaïn ter wereld had gebracht, zei ze volgens de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst: „Ik heb met de hulpvan Jehovah een man voortgebracht." — Genesis 4:1, herziene Engelse uitgave van 1984.

Later lezen wij dat getrouwe mannen als Henoch en Noach ’met de ware God wandelden’ (Genesis 5:24; 6:9). Ook zijmoeten dus Gods naam gekend hebben. De naam overleefde samen met de rechtvaardige Noach en zijn gezin degrote Vloed. Ondanks de grote opstand enige tijd later in Babel, bleven ware dienstknechten van God zijn naamgebruiken. Deze komt honderden malen voor in de wetten die God aan Israël gaf. In het boek Deuteronomium alleenal komt de naam 551 maal voor.

In de dagen van de rechters schrokken de Israëlieten er blijkbaar niet voor terug Gods naam te gebruiken. Zijgebruikten de naam zelfs als zij elkaar groetten. Wij lezen (in het oorspronkelijke Hebreeuws) dat Boaz zijn oogstersgroette met de woorden: „Jehovah zij met u." Zij beantwoordden zijn groet met: „Jehovah zegene u." — Ruth 2:4.

Door de hele geschiedenis van de Israëlieten heen tot aan de tijd dat zij na hun ballingschap in Babylon naar Judaterugkeerden, werd Jehovah’s naam algemeen gebruikt. Koning David, een man naar Gods hart, gebruikte degoddelijke naam veelvuldig — in de door hem geschreven psalmen komt de naam honderden malen voor(Handelingen 13:22). Gods naam werd ook opgenomen in veel Israëlitische eigennamen, bijvoorbeeld in Adonia („MijnHeer is Jah" — „Jah" is een verkorte vorm van Jehovah), Jesaja („Redding van Jehovah"), Jonathan („Jehovah heeftgegeven"), Micha („Wie is gelijk Jah?") en Jozua („Jehovah is redding").

Buiten de bijbel

Ook bronnen buiten de bijbel leveren bewijzen voor het veelvuldig gebruik van de goddelijke naam in de oudheid. In1961 werd, volgens een verslag in de Israel Exploration Journal (Deel 13, No. 2), op enige afstand ten zuidwesten vanJeruzalem een oud rotsgraf blootgelegd. Op de muren stonden Hebreeuwse inscripties die uit de tweede helft van deachtste eeuw v.G.T. schijnen te dateren. De inscripties bevatten verklaringen als „Jehovah is de God van de heleaarde".

In 1966 verscheen er in de Israel Exploration Journal (Deel 16, No. 1) een verslag over met Hebreeuwse lettertekensbeschreven potscherven die in Arad, in het zuiden van Israël, waren gevonden. Deze waren in de tweede helft van dezevende eeuw v.G.T. beschreven. Een ervan was een persoonlijke brief aan een man die Eljasib heette. De briefbegint met: „Aan mijn heer Eljasib: Moge Jehovah u vrede doen zien." En hij eindigt met: „Hij woont in het huis vanJehovah."

In 1975 en 1976 ontdekten archeologen die in de Negeb aan het werk waren, een verzameling Hebreeuwse enFenicische inscripties op pleistermuren, grote voorraadkruiken en stenen vaten. De inscripties vermeldden onder meerhet Hebreeuwse woord voor God, alsook Gods naam, JHWH, in Hebreeuwse letters. In Jeruzalem zelf werd onlangseen klein, opgerold reepje zilver ontdekt dat klaarblijkelijk van vóór de Babylonische ballingschap dateerde.Onderzoekers vertellen dat toen het werd ontrold, de naam Jehovah er in het Hebreeuws op geschreven bleek testaan. — Biblical Archaeology Review, maart/april 1983, blz. 18.

Een ander voorbeeld van het gebruik van Gods naam vindt men in de zogenoemde Lachisbrieven. Deze oppotscherven geschreven brieven werden tussen 1935 en 1938 gevonden in de ruïnes van Lachis, een vestingstad diein de geschiedenis van Israël een belangrijke rol speelde. Ze blijken geschreven te zijn door een officier op eenbuitenpost in Juda aan zijn superieur in Lachis, een zekere Jaosj, klaarblijkelijk tijdens de oorlog tussen Israël enBabylon tegen het einde van de zevende eeuw v.G.T.

Van de acht leesbare scherven beginnen er zeven hun boodschap met een begroeting als: „Moge Jehovah mijn heerdeze tijd in goede gezondheid doen aanschouwen!" Gods naam komt in totaal elfmaal in de zeven boodschappenvoor, waardoor duidelijk te kennen wordt gegeven dat de naam Jehovah tegen het einde van de zevende eeuw v.G.T.in de alledaagse spraak werd gebruikt.

Zelfs heidense heersers kenden en gebruikten de goddelijke naam als zij op de God van de Israëlieten doelden. Zoverhaalt koning Mesa van Moab op de Moabitische steen pochend zijn militaire heldendaden tegen Israël en verklaartonder meer: „Kamos zei tot mij: ’Ga, verover Nebo op Israël!’ Ik ging dus ’s nachts en streed ertegen, van hetaanbreken van de dageraad tot de middag, en ik nam het in en doodde allen . . . En ik nam vandaar de [vaten] vanJehovah en sleepte ze voor Kamos."

Met betrekking tot deze niet-bijbelse gevallen waarin Gods naam wordt gebruikt, zegt het Theologisches Wörterbuchzum Alten Testament, in Deel 3, kolom 538: „Aldus getuigen in dit opzicht zo’n negentien documentaire bewijsstukkenmet het Tetragram in de vorm jhwh, van de betrouwbaarheid van de M[asoretische] T[ekst]; er is nog meer teverwachten, bovenal uit de Arad-archieven."

Gods naam niet vergeten

Deze bekendheid met en het gebruik van Gods naam heeft tot aan de dagen van Maleachi, die ongeveer 400 jaar

Page 9: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

vóór Jezus’ tijd leefde, voortgeduurd. In het bijbelboek dat zijn naam draagt, kent Maleachi een belangrijke plaats toeaan de goddelijke naam; hij gebruikt die in totaal 48 maal.

Naarmate de tijd verstreek, gingen veel joden zich ver van het land Israël vestigen, en sommigen konden de bijbel nietmeer in het Hebreeuws lezen. Vandaar dat er in de derde eeuw v.G.T. werd begonnen met het vertalen van hetdestijds bestaande deel van de bijbel (het „Oude Testament") in het Grieks, de nieuwe internationale taal. Maar aanGods naam werd niet achteloos voorbijgegaan. De vertalers zorgden ervoor dat die in de Hebreeuwse vorm in detekst behouden bleef. Oude exemplaren van de Griekse Septuaginta die tot in onze tijd bewaard zijn gebleven,getuigen daarvan.

Hoe was de situatie echter toen Jezus op aarde wandelde? Hoe kunnen wij weten of hij en zijn apostelen Gods naamgebruikten?

[Verantwoording]

(Foto met vriendelijke toestemming van het Israëlische Departement van Antiquiteiten en Museums)

[Illustraties]

Gods naam wordt ook aangetroffen in de Lachisbrieven en op de Moabitische steen

Gods naam wordt ook aangetroffen in de Lachisbrieven en op de Moabitische steen

Christenen en de NaamNIEMAND kan met zekerheid zeggen wanneer precies de orthodoxe joden ermee opgehouden zijn Gods naam hardopuit te spreken en zij het Hebreeuwse woord voor God en Soevereine Heer ervoor in de plaats hebben gesteld.Sommigen zijn van mening dat Gods naam lang vóór Jezus’ tijd al niet meer in het dagelijks spraakgebruik voorkwam.Maar er zijn krachtige bewijzen dat de hogepriester tot de verwoesting van de tempel in 70 G.T. de Naam bijreligieuze diensten in de tempel — vooral op de Verzoendag — bleef gebruiken. Vandaar dat toen Jezus op aardewas, de uitspraak bekend was, al werd de naam dan misschien niet alom gebruikt.

Waarom hielden de joden ermee op Gods naam uit te spreken? Waarschijnlijk ligt op zijn minst een gedeeltelijkeverklaring hiervoor in een onjuiste toepassing van de woorden van het derde gebod: „Gij moogt de naam van Jehovah,uw God, niet op onwaardige wijze opnemen" (Exodus 20:7). Natuurlijk werd in dit gebod niet het gebruik van Godsnaam verboden. Waarom zouden anders Gods dienstknechten uit de oudheid, zoals David, deze naam zo veelvuldighebben gebruikt en desondanks Jehovah’s zegen hebben genoten? En waarom sprak God zijn naam dan tegenoverMozes uit en zei hij dat Mozes de Israëlieten moest verklaren wie het was die hem gezonden had? — Psalm 18:1-3,6, 13; Exodus 6:2-8.

Niettemin heerste er in Jezus’ tijd een sterke tendens om Gods redelijke geboden op een hoogst onredelijke manier teinterpreteren. Het vierde van de Tien Geboden bijvoorbeeld verplichtte de joden ertoe de zevende dag van elke weekals een rustdag, een sabbat, in acht te nemen (Exodus 20:8-11). Orthodoxe joden voerden dat gebod tot in hetbelachelijke door en stelden talloze regels op om zelfs de kleinste handeling die op de sabbat al dan niet mochtgebeuren vast te leggen. En ongetwijfeld hebben zij in dezelfde geest een redelijk gebod, dat Gods naam niet onteerdmocht worden, tot een bijzonder onredelijk uiterste doorgevoerd door te zeggen dat de naam niet eens uitgesprokenmocht worden.

Page 10: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

Jezus en de Naam

Zou Jezus zich aan zo’n onschriftuurlijke overlevering hebben gehouden? Stellig niet! Hij liet beslist niet na genezingente verrichten op de sabbat, ook al betekende dit dat hij de door mensen gestelde regels van de joden overtrad enzelfs zijn leven riskeerde (Matthéüs 12:9-14). In feite veroordeelde Jezus de Farizeeën als huichelaars omdat hunoverleveringen verder gingen dan Gods geïnspireerde Woord (Matthéüs 15:1-9). Het is dan ook onwaarschijnlijk dathij nagelaten zou hebben Gods naam uit te spreken, te meer daar zijn eigen naam, Jezus, „Jehovah is redding"betekende.

Zoals uit deze Duitse bijbelvertaling van 1805 blijkt, sprak Jezus, toen hij in desynagoge uit de boekrol van Jesaja voorlas, Gods naam hardop uit. — Lukas 4:18, 19

Bij een zekere gelegenheid stond Jezus in een synagoge op en las een gedeelte uit de boekrol van Jesaja voor. Hijlas het gedeelte dat wij thans Jesaja 61:1, 2 noemen, waar Gods naam meer dan eens voorkomt (Lukas 4:16-21).Zou hij tijdens het voorlezen hiervan geweigerd hebben de goddelijke naam uit te spreken en zou hij in plaats daarvan„Heer" of „God" hebben gelezen? Natuurlijk niet. Dat zou betekend hebben dat hij zich aan de onschriftuurlijkeoverlevering van de joodse religieuze leiders hield. Wij lezen echter: „Hij onderwees hen als iemand die autoriteitheeft, en niet zoals hun schriftgeleerden." — Matthéüs 7:29.

Zoals wij al eerder vernomen hebben, leerde hij zijn volgelingen trouwens tot God te bidden: „Uw naam wordegeheiligd" (Matthéüs 6:9). En op de avond voordat hij ter dood werd gebracht, zei hij in gebed tot zijn Vader: „Ik hebuw naam openbaar gemaakt aan de mensen die gij mij uit de wereld hebt gegeven. . . . Heilige Vader, waak over henter wille van uw naam, die gij mij hebt gegeven." — Johannes 17:6, 11.

In verband met deze schriftplaatsen waar Jezus Gods naam gebruikt, verklaart het boek Der Name Gottes (blz. 76):„Wij moeten het verbazingwekkende feit erkennen dat het traditionele oudtestamentische begrip omtrent Godsopenbaring is, dat het een openbaring is van zijn naam en dat dit helemaal tot in de laatste gedeelten van het OudeTestament wordt doorgevoerd, ja, zelfs tot in de laatste gedeelten van het Nieuwe Testament, waar wij bijvoorbeeld inJohannes 17:6 lezen: ’Ik heb uw naam openbaar gemaakt.’"

Ja, het zou zeer onredelijk zijn te denken dat Jezus naliet Gods naam te gebruiken, te meer daar hij aanhalingen deeduit gedeelten van de Hebreeuwse Geschriften waarin de naam voorkwam.

De vroege christenen

Gebruikten Jezus’ volgelingen in de eerste eeuw Gods naam? Zij hadden van Jezus het gebod ontvangen mensen uitalle naties tot discipelen te maken (Matthéüs 28:19, 20). Veel van de mensen tot wie gepredikt moest worden, haddengeen begrip van de God die zich aan de joden had geopenbaard met de naam Jehovah. Hoe zouden de christenen deware God voor hen kunnen identificeren? Zou het voldoende zijn hem God of Heer te noemen? Neen. De natieshadden hun eigen goden en heren (1 Korinthiërs 8:5). Hoe zouden de christenen een duidelijk onderscheid hebbenkunnen maken tussen de ware God en de valse goden? Alleen door de naam van de ware God te gebruiken.

De discipel Jakobus merkte dan ook tijdens een bijeenkomst van de ouderlingen in Jeruzalem op: „Simeon heeftnauwgezet verteld hoe God voor de eerste maal zijn aandacht op de natiën heeft gericht om uit hen een volk voor zijnnaam te nemen. En hiermee stemmen de woorden van de Profeten overeen" (Handelingen 15:14, 15). De apostelPetrus wees in zijn beroemde pinkstertoespraak op een essentieel onderdeel van de christelijke boodschap toen hij dewoorden van de profeet Joël citeerde: „Een ieder die de naam van Jehovah aanroept, [zal] veilig . . . ontkomen." —Joël 2:32; Handelingen 2:21.

De apostel Paulus laat er geen twijfel over bestaan hoe belangrijk Gods naam voor hem was. In zijn brief aan deRomeinen citeert hij dezelfde woorden van de profeet Joël en moedigt medechristenen er vervolgens toe aan hungeloof in die uitspraak te tonen door eropuit te gaan om tot anderen over Gods naam te prediken, opdat ook zij geredmogen worden (Romeinen 10:13-15). Later schreef hij in zijn brief aan Timótheüs: „Een ieder die de naam vanJehovah noemt, breke met onrechtvaardigheid" (2 Timótheüs 2:19). Aan het einde van de eerste eeuw gebruikte deapostel Johannes de goddelijke naam in zijn geschriften. De uitdrukking „Halleluja", die „Looft Jah" betekent, komtherhaaldelijk in het boek Openbaring voor. — Openbaring 19:1, 3, 4, 6.

Page 11: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

Petrus en Paulus gebruikten Gods naam toen zij Joëls profetie aanhaalden. — Handelingen2:21; Romeinen 10:13

Jezus en zijn volgelingen hadden echter geprofeteerd dat er in de christelijke gemeente een afval zou plaatsvinden.De apostel Petrus had geschreven: ’Er zullen ook onder u valse leraren zijn’ (2 Petrus 2:1; zie ook Matthéüs 13:36-43;Handelingen 20:29, 30; 2 Thessalonicenzen 2:3; 1 Johannes 2:18, 19). Deze waarschuwingen kwamen uit. Een vande gevolgen was, dat Gods naam op de achtergrond werd gedrongen. Hij werd zelfs uit afschriften en vertalingen vande bijbel verwijderd! Laten wij eens zien hoe dat in zijn werk ging.

[Voetnoten]

Sommigen opperen een andere reden: De joden kunnen beïnvloed zijn door de Griekse filosofie. Philo bijvoorbeeld,een joodse filosoof uit Alexandrië die omstreeks dezelfde tijd leefde als Jezus, werd sterk beïnvloed door de Grieksefilosoof Plato, die naar zijn mening door God geïnspireerd was. In een Duits werk, Lexikon des Judentums, staatonder „Philo" dat deze „de taal en de opvattingen van de Griekse filosofie (Plato) met het geopenbaarde geloof van dejoden in harmonie bracht" en dat hij om te beginnen „een duidelijke invloed op de christelijke kerkvaders heeftuitgeoefend". Philo leerde dat God niet nader omschreven kon worden en men hem derhalve ook geen naam kongeven.

Gods naam en de bijbelvertalersVROEG in de tweede eeuw, nadat de laatste van de apostelen was gestorven, begon de door Jezus en zijnvolgelingen voorzegde afval van het christelijke geloof ernstige vormen aan te nemen. Heidense filosofieën enleerstellingen drongen de gemeente binnen; er ontstonden sekten en afscheidingen, en de oorspronkelijke zuiverheidvan het geloof werd bedorven. En Gods naam werd niet langer gebruikt.

Toen dit afvallige christendom zich verbreidde, rees de behoefte aan vertalingen van de bijbel uit het oorspronkelijkeHebreeuws en Grieks. Hoe gaven de vertalers Gods naam in hun vertalingen weer? Gewoonlijk gebruikten zij hetequivalent van „Heer". Een zeer invloedrijke vertaling uit die tijd was de Latijnse Vulgaat, een door Hiëronymusvertaalde bijbeluitgave in de Latijnse omgangstaal. Hiëronymus gaf het Tetragram (JHWH) weer door er Dominus,„Heer", voor in de plaats te zetten.

Mettertijd begonnen er in Europa nieuwe talen, zoals het Frans, Engels en Spaans, op te komen. De Katholieke Kerkontmoedigde het vertalen van de bijbel in deze nieuwe talen echter. Terwijl dus de joden, die de bijbel in hetoorspronkelijke Hebreeuws gebruikten, weigerden Gods naam uit te spreken als zij die zagen staan, hoorden demeeste „christenen" de bijbel in Latijnse vertalingen voorlezen waarin de naam niet werd gebruikt.

Na verloop van tijd kwam Gods naam echter weer in gebruik. In 1278 verscheen de naam in het Latijn in het werkPugio fidei (Dolk des geloofs), door Raymundus Martini, een Spaanse monnik. Raymundus Martini gebruikte despelling Yohoua. Al spoedig daarna, in 1303, voltooide Porchetus de Salvaticis een werk dat getiteld was VictoriaPorcheti adversus impios Hebraeos (Porchetus’ overwinning op de goddeloze Hebreeën). Hierin vermeldde ook hijGods naam, die hij afwisselend schreef als Iohouah, Iohoua en Ihouah. Daarna, in 1518, publiceerde Petrus Galatinuseen werk onder de titel De arcanis catholicae veritatis (Over geheimen der universele waarheid), waarin hij Godsnaam schrijft als Iehoua.

Page 12: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

De vertalers van de Authorized Version handhaafden Gods naam, Jehovah, in slechts vierverzen en vervingen hem overal elders door GOD en HEER

De naam kwam in 1530 voor het eerst in een Engelse bijbel voor, toen William Tyndale een vertaling van de eerste vijfboeken van de bijbel publiceerde. Hierin nam hij slechts eenmaal, in Exodus 6:3, de naam van God op, geschrevenals Iehouah. In een aantekening in deze uitgave schreef hij: „Iehovah is Gods naam . . . Zo vaak gij bovendien HEERin grote letters geschreven ziet (tenzij er een fout in het drukken is geslopen), staat in het Hebreeuws Iehovah."Hieruit ontstond het gebruik Jehovah’s naam in slechts enkele verzen te vermelden en op de meeste andere plaatsenwaar het Tetragram in de Hebreeuwse tekst voorkomt, „HEER" of „GOD" te schrijven.

In 1611 verscheen wat de meest algemeen gebruikte Engelse vertaling zou worden, de Authorized Version. Hierinkwam de naam viermaal in de hoofdtekst voor (Exodus 6:3; Psalm 83:18; Jesaja 12:2; 26:4). „Jah", een poëtischeverkorte vorm van de naam, kwam in Psalm 68:4 voor. En de naam kwam in zijn geheel voor in plaatsnamen als„Jehovah-Jireh" (Genesis 22:14; Exodus 17:15; Rechters 6:24). In navolging van het voorbeeld van Tyndale vervingende vertalers echter in de meeste gevallen Gods naam door „HEER" of „GOD". Maar als Gods naam in vier verzen konvoorkomen, waarom dan niet in alle andere duizenden verzen waar hij in het oorspronkelijke Hebreeuws staat?

Iets dergelijks is in het Duits gebeurd. In 1534 publiceerde Maarten Luther zijn volledige vertaling van de bijbel,gebaseerd op de oorspronkelijke talen. Om een of andere reden gebruikte hij niet de naam van God maar verving hijdie door andere aanduidingen, zoals HERR. Hij kende de goddelijke naam echter terdege, want in een preek overJeremia 23:1-8, die hij in 1526 hield, zei hij: „Deze naam Jehovah, Heer, behoort uitsluitend de ware God toe."

In 1543 schreef Luther met karakteristieke openhartigheid: „Dat zij [de joden] nu beweren dat de naam Jehovahonuitspreekbaar is — zij weten niet waar zij over praten . . . Als hij met pen en inkt geschreven kan worden, waarommag hij dan niet uitgesproken worden, wat veel beter is dan met pen en inkt geschreven te worden? Waarom noemenzij de naam niet ook onschrijfbaar, onleesbaar of ondenkbaar? Alles in aanmerking genomen, zit er een luchtje aan."Niettemin had Luther de kwestie in zijn vertaling van de bijbel niet rechtgezet.

In de Nederlandse Statenvertaling (1637) wordt HEERE gebruikt, maar in de kanttekening van de Pieter Keur-uitgavevan deze vertaling staat bij Genesis 2:4: „Hier [wordt] allereerst aan God den naam JEHOVAH gegeven . . . Onthouddit eens voor al: waar gij voortaan het woord HEERE met groote letters geschreven vindt, dat aldaar in hetHebreeuwsch het woord JEHOVAH, of korter JAH staat."

In de daaropvolgende eeuwen hebben bijbelvertalers twee richtingen gevolgd. Sommigen vermeden elk gebruik vanGods naam, terwijl anderen de naam veelvuldig in de Hebreeuwse Geschriften gebruikten, hetzij in de vorm Jehovahof in de vorm Jahweh. Laten wij eens twee vertalingen beschouwen waarin de naam werd vermeden en nagaanwaarom dit volgens de vertalers is gebeurd.

Waarom zij de naam weglieten

Toen J. M. Powis Smith en Edgar J. Goodspeed in 1935 een moderne vertaling van de bijbel vervaardigden,constateerden de lezers dat Gods naam op de meeste plaatsen vervangen was door HEER en GOD. De reden werdin een voorwoord verklaard: „In deze vertaling hebben wij de orthodoxe joodse traditie gevolgd en de naam ’Jahweh’vervangen door ’de Heer’ en de zinsnede ’de Heer Jahweh’ door ’de Here God’. In alle gevallen waar ’Heer’ of ’God’staat ter vervanging van ’Jahweh’ in de grondtekst, zijn kleine kapitale letters gebruikt."

En dan, in een ongewone omdraaiing van de traditie van de joden, die JHWH lazen maar het als „Heer" uitspraken,zegt het voorwoord: „Iedereen daarom die de gevoelswaarde van de oorspronkelijke tekst wenst te behouden, behoeftslechts overal waar hij HEER of GOD ziet staan, ’Jahweh’ te lezen"!

Bij het lezen hiervan dringt zich onmiddellijk de vraag op: Als door het lezen van „Jahweh" in plaats van „HEER" de„gevoelswaarde van de oorspronkelijke tekst" behouden blijft, waarom hebben de vertalers dan niet „Jahweh" in hunvertaling gebruikt? Waarom hebben zij, om hun eigen woorden te gebruiken, Gods naam „vervangen" door het woord„HEER" en aldus de gevoelswaarde van de oorspronkelijke tekst verdoezeld?

De vertalers zeggen dat zij de orthodoxe joodse traditie hebben gevolgd. Maar is dat voor een christen wel zoverstandig? Bedenk dat het de Farizeeën, de bewaarders van de orthodoxe joodse traditie, waren die Jezusverwierpen en van hem te horen kregen: ’Zo hebt gij dan het woord Gods krachteloos gemaakt ter wille van uwtraditie’ (Matthéüs 15:6). Door een dergelijke vervanging verliest het Woord van God stellig aan kracht.

In 1951 verscheen de Engelse Revised Standard Version van de Hebreeuwse Geschriften, en ook deze bijbel vervingGods naam door andere aanduidingen. Dit was opmerkelijk omdat de oorspronkelijke American Standard Version,waarvan de Revised Version een herziening was, overal in de Hebreeuwse Geschriften de naam Jehovah hadgebruikt. Het weglaten van de naam was dan ook een opvallende afwijking. Wat was de reden?

In het voorwoord van de Revised Standard Version lezen wij: „Het Comité is om twee redenen teruggekeerd tot het

Page 13: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

meer vertrouwde woordgebruik van de King James Version [dat wil zeggen, het weglaten van Gods naam]: (1) Hetwoord ’Jehovah’ is geen nauwkeurige weergave van enige vorm van de Naam die ooit in het Hebreeuws is gebruikt;en (2) het gebruik van welke eigennaam maar ook voor de ene ware God, alsof er andere goden zouden zijn van wiehij onderscheiden moest worden, was in het judaïsme vóór het christelijke tijdperk niet meer in zwang en is volkomenmisplaatst voor het universele geloof van de christelijke Kerk."

Zijn dit deugdelijke argumenten? Nu, zoals reeds eerder besproken, is de naam Jezus geen nauwkeurige weergavevan de oorspronkelijke vorm van de naam van Gods Zoon die door zijn volgelingen werd gebruikt. Toch is dit er voorhet Comité geen aanleiding toe geweest het gebruik van die naam te vermijden en in plaats daarvan een titel zoals„Middelaar" of „Christus" te gebruiken. Deze titels worden inderdaad gebruikt, maar naast de naam Jezus, niet inplaats ervan.

Wat het argument betreft dat er geen andere goden zijn van wie de ware God onderscheiden zou moeten worden, datis eenvoudig niet waar. De mens aanbidt miljoenen goden. De apostel Paulus merkte op: ’Er zijn vele „goden"’ (1Korinthiërs 8:5; Filippenzen 3:19). Natuurlijk is er slechts één ware God, zoals Paulus vervolgens zegt. Vandaar datéén groot voordeel van het gebruik van de naam van de ware God is, dat God hierdoor van alle valse goden wordtonderscheiden. En bovendien, als het gebruik van Gods naam „volkomen misplaatst" is, waarom komt de naam danbijna 7000 maal in de oorspronkelijke Hebreeuwse Geschriften voor?

In feite zijn veel vertalers juist niet van mening geweest dat de naam, met zijn moderne uitspraak, niet in de bijbelthuishoort. Zij hebben de naam in hun vertalingen opgenomen, en het resultaat is altijd een vertaling geweest diemeer eer toekent aan de Auteur van de bijbel en een getrouwere weergave is van de oorspronkelijke tekst. Enkelewijd en zijd gebruikte vertalingen waarin de naam voorkomt, zijn de Valera-vertaling (Spaans, uitgegeven in 1602), deAlmeida-vertaling (Portugees, uitgegeven in 1681), de oorspronkelijke Elberfelder-vertaling (Duits, uitgegeven in 1871)en de American Standard Version (Engels, uitgegeven in 1901). Sommige vertalingen, zoals de Nederlandse Petrus-Canisiusvertaling, gebruiken ook consequent Gods naam maar dan als Jahweh geschreven.

Lees nu eens de commentaren van enkele vertalers die de naam wel in hun vertaling hebben opgenomen en vergelijkhun redenatie dan met die van degenen die de naam hebben weggelaten.

Waarom anderen de naam wel gebruiken

Hier volgt het commentaar van de vertalers van de American Standard Version van 1901: „[De vertalers] kwamenunaniem tot de overtuiging dat een joods bijgeloof, op grond waarvan men de Goddelijke Naam als te heiligbeschouwde om uitgesproken te worden, niet langer in de Engelse of in een andere vertaling van het Oude Testamentmocht domineren . . . Deze Gedenknaam, verklaard in Ex. iii. 14, 15, en als zodanig steeds weer beklemtoond in deoorspronkelijke tekst van het Oude Testament, duidt God aan als de persoonlijke God, als de Verbondsgod, de Godder openbaring, de Bevrijder, de Vriend van zijn volk . . . Deze persoonlijke naam, met zijn rijkdom aan heiligeassociaties, is nu hersteld op de plaats in de heilige tekst waarop hij ontegenzeglijk aanspraak kan maken."

In dezelfde trant lezen wij in het voorwoord van de oorspronkelijke Duitse Elberfelder Bibel: „Jehovah. Wij hebbendeze naam van Israëls Verbondsgod aangehouden omdat de lezer er al jaren mee vertrouwd is."

Steven T. Byington, vertaler van The Bible in Living English, legt uit waarom hij Gods naam gebruikt: „De spelling ende uitspraak zijn niet bijzonder belangrijk. Wel erg belangrijk is, dat men duidelijk voor ogen moet houden dat dit eenpersoonlijke naam is. Er zijn verscheidene teksten die niet goed te begrijpen zijn als wij deze naam vertalen met eengewoon zelfstandig naamwoord zoals ’Heer’, of, veel erger nog, met een zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord[de Eeuwige bijvoorbeeld]."

Het geval van een andere vertaling, door J. B. Rotherham, is interessant. Hij gebruikte Gods naam in zijn vertalingdoch gaf de voorkeur aan de vorm Yahweh. Maar in een later werk, Studies in the Psalms, uitgegeven in 1911,keerde hij terug tot de vorm Jehovah. Waarom? Hij verklaart: „JEHOVAH. — Het gebruik van deze Engelse vorm vande Gedenknaam (Exo. 3:18) in de huidige versie van het Psalter spruit niet voort uit enige twijfel dat de meer correcteuitspraak niet Yahwéh zou zijn; maar alleen uit door mij persoonlijk gekozen praktische bewijzen voor de wenselijkheidom voeling te houden met wat men gewend is te lezen en te horen in een zaak van deze aard, waarbij voornamelijkbeoogd wordt de Goddelijke naam gemakkelijk te herkennen."

In Psalm 34:3 wordt er bij aanbidders van Jehovah op aangedrongen: „O maakt met mij Jehovah groot, en laten wij tezamen zijn naam verhogen." Hoe kunnen lezers van bijbelvertalingen waarin Gods naam is weggelaten, ten vollegehoor geven aan die oproep? Christenen zijn blij dat op zijn minst sommige vertalers de moed hebben gehad Godsnaam in hun vertolking van de Hebreeuwse Geschriften op te nemen en daarmee in stand houden wat Smith enGoodspeed de „gevoelswaarde van de oorspronkelijke tekst" noemen.

De meeste vertalingen echter laten Gods naam, zelfs wanneer ze die wel in de Hebreeuwse Geschriften vermelden,uit de christelijke Griekse Geschriften ofte wel het „Nieuwe Testament" weg. Wat is daar de reden voor? Is hetgerechtvaardigd Gods naam in dit laatste gedeelte van de bijbel op te nemen?

Page 14: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

[Voetnoten]

In herdrukken van dit werk die enkele eeuwen later gedateerd zijn, wordt voor de goddelijke naam echter deschrijfwijze Jehova aangehouden.

[Inzet]

De vertalers van de Authorized Version handhaafden Gods naam, Jehovah, in slechts vier verzen en vervingen hemoveral elders door GOD en HEER

[Inzet]

Als het gebruik van Gods naam „volkomen misplaatst" is, waarom komt deze naam dan bijna 7000 maal in deoorspronkelijke Hebreeuwse tekst voor?

[Kader]

Is men Gods naam vijandig gezind?

Op het moment is er geen gangbare vertaling van de bijbel in de Afrikaanse taal (gesproken door Zuidafrikaners vanNederlandse afkomst) die Gods naam bevat. Dit is verwonderlijk, daar veel vertalingen in de door de diverse stammengesproken talen in dat land, de naam veelvuldig gebruiken. Laten wij eens zien hoe dat gekomen is.

Op 24 augustus 1878 werd op een vergadering van het Genootskap van Regte Afrikaners een krachtig pleidooigehouden voor het maken van een vertaling van de bijbel in het Afrikaans. Zes jaar later werd de kwestie weer teberde gebracht en uiteindelijk werd besloten aan de slag te gaan en de bijbel te vertalen uit de oorspronkelijke talen.Het werk werd toevertrouwd aan S. J. du Toit, superintendent van onderwijs in Transvaal.

In een instructiebrief aan du Toit stond de volgende richtlijn: „De eigennaam van de Here, Jehovah of Jahvê, moetoveral onvertaald blijven [dat wil zeggen, niet vervangen worden door Here of God]." S. J. du Toit vertaalde zevenbijbelboeken in het Afrikaans en overal stond de naam Jehovah.

Ook andere Zuidafrikaanse publikaties bevatten eens Gods naam. Zo stond in De Korte Catechismus, door J. A.Malherbe (1914), het volgende: „Welke is Gods allerhoogste Naam?" Het antwoord? „Jehova, dewelke in onzen Bijbelmet groote letters HEERE wordt uitgedrukt; deze wordt nooit aan eenig schepsel gegeven."

In Die Katkisasieboek (een door de Federatieve Zondagsschoolcommissie van de Nederduits Gereformeerde Kerk inZuid-Afrika uitgegeven catechismus) stond de volgende vraag: „Mag ons dan nooit die naam Jehova of HERE gebruiknie? Dit is wat die Jode doen, . . . Dit is nie die betekenis van die gebod nie. Ons mag wel sy Naam gebruik, maarnooit ydellik nie." Tot voor kort bevatten herdrukken van Die Halleluja (een gezangenbundel) ook de naam Jehovah insommige gezangen.

De vertaling van du Toit was echter niet populair, en in 1916 werd er een commissie voor het vertalen van de bijbelbenoemd om ervoor te zorgen dat er een Afrikaanse bijbel kwam. Een gedragslijn van deze commissie was, de naamJehovah uit de bijbel weg te laten. In 1971 publiceerde het Bijbelgenootschap van Zuid-Afrika een „proefvertaling" vaneen paar bijbelboeken in het Afrikaans. Hoewel de naam van God in de inleiding vermeld stond, werd hij in de tekstvan de vertaling niet gebruikt. Evenzo verscheen er in 1979 een nieuwe vertaling van het „Nieuwe Testament" en dePsalmen, en ook daarin werd de naam van God weggelaten.

Bovendien is sinds 1970 de vermelding van de naam Jehovah uit Die Halleluja verwijderd. En de zesde druk van deherziene uitgave van Die Katkisasieboek, uitgegeven door de Nederduits Gereformeerde Kerk in Zuid-Afrika, laat denaam nu ook weg.

De pogingen om de vorm Jehovah te elimineren, blijven zelfs niet tot boeken beperkt. Een Nederduits gereformeerdekerk in Paarl had vroeger een hoeksteen met de woorden JEHOVAH JIREH („Jehovah zal voorzien") als opschrift.Een foto van deze kerk met haar hoeksteen verscheen in de Afrikaanse uitgave van 22 oktober 1974 van het tijdschriftOntwaakt! Sedertdien is de hoeksteen vervangen door een andere met de woorden DIE HERE SAL VOORSIEN. Detekstaanduiding en de datum op de hoeksteen zijn gelijk gebleven, maar de naam Jehovah is verwijderd.

Veel Afrikaners in deze tijd kennen Gods naam dan ook niet. Kerklidmaten die de naam wel kennen, vermijden hethem te gebruiken. Sommigen ageren er zelfs tegen; zij zeggen dat Gods naam HERE is en beschuldigen Jehovah’sGetuigen ervan de naam Jehovah zelf bedacht te hebben.

Gods naam en het „Nieuwe Testament"

Page 15: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

AAN de positie van Gods naam in de Hebreeuwse Geschriften, het „Oude Testament", valt niet te tornen. Hoewel dejoden er uiteindelijk mee opgehouden zijn de naam uit te spreken, belette hun religieuze overtuiging hen de naam teverwijderen als zij afschriften van oudere manuscripten of handschriften van de bijbel maakten. Vandaar dat in deHebreeuwse Geschriften Gods naam vaker voorkomt dan enige andere naam.

Met de christelijke Griekse Geschriften, het „Nieuwe Testament", is het anders gesteld. In manuscripten van het boekOpenbaring (het laatste boek van de bijbel) staat Gods naam in de verkorte vorm „Jah" (in het woord „Halleluja").Maar afgezien daarvan bevat geen enkel oud Grieks manuscript dat wij thans van de boeken Matthéüs tot en metOpenbaring bezitten, Gods naam voluit. Wil dat zeggen dat de naam er niet in dient te staan? Dat zou met het oog ophet feit dat Jezus’ volgelingen de belangrijkheid van Gods naam beseften en Jezus ons om de heiliging van Godsnaam leerde bidden, verwonderlijk zijn. Wat is er dan gebeurd?

Bedenk om dit te begrijpen, dat de manuscripten van de christelijke Griekse Geschriften die wij thans bezitten, niet deoorspronkelijke exemplaren zijn. De originele boeken die door Matthéüs, Lukas en de andere bijbelschrijversgeschreven zijn, werden goed gebruikt en waren snel versleten. Vandaar dat er afschriften werden gemaakt, en alsdie versleten waren, werden er weer afschriften van die afschriften gemaakt. Dit was alleen maar te verwachten, wantde afschriften werden gewoonlijk gemaakt om gebruikt en niet om ergens opgeborgen te worden.

Er bestaan thans duizenden afschriften van de christelijke Griekse Geschriften, maar de meeste ervan zijn tijdens of nade vierde eeuw van onze gewone tijdrekening vervaardigd. Dit suggereert een mogelijkheid: Is er vóór de vierde eeuwiets met de tekst van de christelijke Griekse Geschriften gebeurd dat tot gevolg had dat Gods naam werd weggelaten?De feiten wijzen uit dat dit inderdaad het geval is geweest.

De naam heeft er wel gestaan

Wij kunnen er zeker van zijn dat de apostel Matthéüs Gods naam in zijn evangelie gebruikte. Waarom? Omdat hij hetoorspronkelijk in het Hebreeuws schreef. In de vierde eeuw berichtte Hiëronymus, die de Latijnse Vulgaat vertaalde:„Matthéüs, die ook Levi is, en die van belastinginner apostel werd, stelde allereerst in Judéa een Evangelie vanChristus op in de Hebreeuwse taal . . . Wie het daarna in het Grieks heeft vertaald, staat niet voldoende vast.Bovendien is de Hebreeuwse [tekst] zelf tot op de huidige dag in de bibliotheek te Cesaréa bewaard gebleven."

Aangezien Matthéüs in het Hebreeuws schreef, is het ondenkbaar dat hij Gods naam niet heeft gebruikt, vooral als hijaanhalingen deed uit gedeelten van het „Oude Testament" waarin de naam stond. Andere schrijvers van het tweededeel van de bijbel schreven echter voor een wereldomvattend publiek in de internationale taal van die tijd, het Grieks.Zij deden dan ook geen aanhalingen uit de oorspronkelijke Hebreeuwse Geschriften, maar uit de Griekse Septuaginta-vertaling. En zelfs Matthéüs’ evangelie werd uiteindelijk in het Grieks vertaald. Zou Gods naam in deze GriekseGeschriften hebben gestaan?

Nu, sommige heel oude fragmenten van de Septuaginta die al in Jezus’ tijd bestonden, zijn tot op onze tijd bewaardgebleven, en het is opmerkelijk dat de persoonlijke naam van God erin stond. De New International Dictionary of NewTestament Theology (Deel 2, blz. 512) zegt: „Recente tekstvondsten doen twijfel rijzen aan de opvatting dat desamenstellers van de LXX [Septuaginta] het Tetragram JHWH met kurios hebben vertaald. In de oudste LXX-MSS(fragmenten) waarover wij thans beschikken, staat het Tetragram in de Gr[iekse] tekst in Heb[reeuwse] lettertekensgeschreven. Deze gewoonte is door latere joodse vertalers van het O[ude] T[estament] in de eerste eeuwen A.D.aangehouden." Daarom zullen Jezus en zijn discipelen, of zij de Geschriften nu in het Hebreeuws of in het Griekslazen, altijd de goddelijke naam tegengekomen zijn.

Professor George Howard van de Universiteit van Georgia (VS) merkte in dit verband op: „Overal waar de Septuagintadie door de Nieuwtestamentische kerk werd gebruikt en geciteerd, de Hebreeuwse vorm van de goddelijke naambevatte, hebben de schrijvers van het Nieuwe Testament ongetwijfeld het Tetragram in hun aanhalingen opgenomen"(Biblical Archaeology Review, maart 1978, blz. 14). Op gezag waarvan hadden zij iets anders kunnen doen?

Gods naam bleef nog een poosje in Griekse vertalingen van het „Oude Testament" staan. In de eerste helft van detweede eeuw G.T. maakte de joodse proseliet Aquila een nieuwe vertaling van de Hebreeuwse Geschriften in hetGrieks en hierin gaf hij Gods naam weer met het Tetragram in Oudhebreeuwse lettertekens. In de derde eeuw schreefOrígenes: „En in de nauwkeurigste manuscripten komt DE NAAM in Hebreeuwse lettertekens voor, weliswaar niet inde hedendaagse Hebreeuwse [lettertekens], maar in de oudste."

Nog in de vierde eeuw schrijft Hiëronymus in zijn voorwoord bij de boeken Samuël en Koningen: „En wij vinden denaam van God, het Tetragram [????], zelfs tot op de dag van vandaag in bepaalde Griekse boekdelen weergegevenin oude letters."

De verwijdering van de naam

Tegen die tijd echter had de door Jezus voorzegde afval vaste vorm aangenomen, en de naam, die nog wel inmanuscripten stond, werd steeds minder gebruikt (Matthéüs 13:24-30; Handelingen 20:29, 30). Uiteindelijk herkenden

Page 16: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

veel lezers de naam niet eens als zodanig en Hiëronymus bericht dat in zijn tijd „zekere onwetenden, wegens deovereenkomst van de lettertekens, als zij [het Tetragram] in Griekse boeken tegenkwamen, gewoon waren ???? telezen".

In latere afschriften van de Septuaginta werd Gods naam verwijderd en vervangen door woorden als „God" (The´os )en „Heer" (Ku´ri·os). Wij weten dat dit is gebeurd omdat wij vroege fragmenten van de Septuaginta hebben waarinGods naam wel stond en latere afschriften van diezelfde gedeelten van de Septuaginta waaruit Gods naam verwijderdwas.

Hetzelfde gebeurde in het „Nieuwe Testament" ofte wel de christelijke Griekse Geschriften. Professor George Howardzegt vervolgens: „Toen de Hebreeuwse vorm van de goddelijke naam in de Septuaginta plaats moest maken voorGriekse surrogaten, werd hij ook verwijderd uit de Septuaginta-citaten in het Nieuwe Testament. . . . Het duurde nietlang of de goddelijke naam was verloren gegaan voor de heidense kerk, behalve voor zover hij in de verkortesurrogaten werd weerspiegeld of geleerden zich de naam herinnerden."

Terwijl dus de joden weigerden Gods naam uit te spreken, slaagde de afvallige christelijke kerk erin de naamvolkomen uit Griekstalige manuscripten van beide delen van de bijbel en uit vertalingen in andere talen te verwijderen.

Waarom de naam noodzakelijk is

Uiteindelijk werd de naam, zoals wij eerder hebben gezien, in veel vertalingen van de Hebreeuwse Geschriftenhersteld. Maar hoe stond het met de Griekse Geschriften? Nu, bijbelvertalers en bijbelonderzoekers kwamen tot hetbesef dat het heel moeilijk is een juist begrip te krijgen van sommige gedeelten van de christelijke Griekse Geschriftenwanneer Gods naam daarin niet gebruikt wordt. Het herstel van de naam draagt er zeer veel toe bij dit deel van degeïnspireerde bijbel duidelijker en begrijpelijker te maken.

Neem bijvoorbeeld de woorden van Paulus tot de Romeinen eens zoals die in de Nieuwe Vertaling van hetNederlands Bijbelgenootschap staan: „Al wie den naam des Heren aanroept, zal behouden worden" (Romeinen 10:13).Wiens naam moeten wij aanroepen om behouden te worden? Zouden wij, daar Jezus vaak „Heer" wordt genoemd enéén schriftplaats zelfs zegt: „Stel uw vertrouwen op den Here Jezus en gij zult behouden worden", daaruit moetenconcluderen dat Paulus hier over Jezus sprak? — Handelingen 16:31, NBG.

Neen, beslist niet. Een kanttekening bij Romeinen 10:13 in bovengenoemde vertaling verwijst ons naar Joël 2:32 in deHebreeuwse Geschriften. Als u die verwijzing opzoekt, zult u ontdekken dat Paulus in zijn brief aan de Romeinen infeite de woorden van Joël citeerde; en Joël zei in het oorspronkelijke Hebreeuws dat „een ieder die de naam vanJehovah aanroept, veilig zal ontkomen" (Nieuwe-Wereldvertaling). Ja, Paulus bedoelde hier dat wij de naam vanJehovah moeten aanroepen. Alhoewel wij in Jezus moeten geloven, hangt onze redding of onze behoudenis dusnauw samen met een juiste waardering voor Gods naam.

Dit voorbeeld laat zien hoe het verwijderen van de naam van God uit de Griekse Geschriften ertoe heeft bijgedragendat in de geest van velen Jezus en Jehovah met elkaar worden verward. Het heeft ongetwijfeld in grote matebijgedragen tot de ontwikkeling van de leer der Drieëenheid!

Dient de naam hersteld te worden?

Zou een vertaler, gezien het feit dat bestaande manuscripten de naam niet bevatten, wel het recht hebben de naam teherstellen? Ja, zeer zeker. De meeste Griekse lexicons erkennen dat het woord „Heer" in de bijbel vaak betrekkingheeft op Jehovah. Robinsons A Greek and English Lexicon of the New Testament (gedrukt in 1859) zegt bijvoorbeeldin het gedeelte onder het Griekse woord Ku´ri·os („Heer") dat dit woord doelt op „God als de Opperheer en soevereinvan het universum, in Sept[uaginta] gewoonlijk voor Heb[reeuws] ???? Jehovah". Derhalve heeft op plaatsen waar deschrijvers van de christelijke Griekse Geschriften de vroegere Hebreeuwse Geschriften citeren, de vertaler het rechtom overal waar de goddelijke naam in het Hebreeuwse origineel heeft gestaan, het woord Ku´ri·os met „Jehovah"weer te geven.

Veel vertalers hebben dit gedaan. Op zijn minst vanaf de veertiende eeuw zijn er talrijke Hebreeuwse vertalingen vande christelijke Griekse Geschriften gemaakt. Wat deden de vertalers als zij aanhalingen uit het „Oude Testament"tegenkwamen waarin Gods naam stond? Vaak voelden zij zich gedwongen Gods naam in de tekst te herstellen. Veelvertalingen van de gehele christelijke Griekse Geschriften of van gedeelten ervan in het Hebreeuws bevatten Godsnaam.

Bij vertalingen in moderne talen, vooral die welke door zendelingen worden gebruikt, heeft men dit voorbeeldnagevolgd. Zo gebruiken veel vertalingen van de Griekse Geschriften in talen die in Afrika, Azië en Amerika en op deeilanden in de Grote Oceaan worden gesproken, de naam Jehovah veelvuldig, opdat lezers duidelijk het verschilkunnen zien tussen de ware God en valse goden. De naam komt ook voor in vertalingen in Europese talen.

Een vertaling die moedig en op goede, gezaghebbende gronden Gods naam in ere herstelt, is de Nieuwe-Wereldvertaling van de Christelijke Griekse Geschriften. Deze vertaling, die op het moment in elf moderne talen

Page 17: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

beschikbaar is, waaronder het Nederlands, heeft Gods naam iedere keer dat een gedeelte van de HebreeuwseGeschriften waarin de naam staat in de Griekse Geschriften wordt geciteerd, hersteld. In totaal komt de naam opdeugdelijke gronden 237 maal in die vertaling van de Griekse Geschriften voor.

Oppositie tegen de naam

Ondanks de pogingen van veel vertalers om Gods naam in de bijbel te herstellen, is er altijd van religieuze zijde drukuitgeoefend om de naam te verwijderen. De joden lieten de naam wel in hun bijbel staan, maar weigerden hem uit tespreken. Afvallige christenen uit de tweede en derde eeuw verwijderden de naam toen zij afschriften van Grieksebijbelmanuscripten maakten en lieten de naam weg toen zij de bijbel vertaalden. Hedendaagse vertalers hebben denaam verwijderd, zelfs als zij bij hun vertaling uitgingen van het oorspronkelijke Hebreeuws, waarin de naam bijna7000 maal voorkomt. (De naam komt 6973 maal voor in de Hebreeuwse tekst van de New World Translation of theHoly Scriptures, uitgave van 1984.)

Hoe beziet Jehovah personen die zijn naam uit de bijbel verwijderen? Gesteld dat u schrijver bent, hoe zou u danover iemand denken die alle mogelijke moeite deed om uw naam uit het door u geschreven boek te verwijderen?Vertalers die bezwaar maken tegen de naam, en dit doen op grond van uitspraakproblemen of vanwege de joodseoverlevering, zijn eigenlijk te vergelijken met degenen van wie Jezus zei dat zij ’de mug uitzijgen, maar de kameeldoorzwelgen!’ (Matthéüs 23:24) Zij struikelen over die kleine problemen maar scheppen uiteindelijk een groot probleem— door de naam van de grootste persoonlijkheid in het universum te verwijderen uit het boek dat hij heeftgeïnspireerd.

De psalmist schreef: „Hoe lang, o God, zal de tegenstander blijven smaden? Zal de vijand uw naam voor eeuwig metminachting blijven bejegenen?" — Psalm 74:10.

[Kader op blz. 25]

„De HEER" — Equivalent van „Jehovah"?

Door Gods onderscheidende persoonlijke naam uit de bijbel te verwijderen en te vervangen door een titel zoals „Heer"of „God", verzwakt men de tekst en maakt die in veel opzichten ontoereikend. Het kan bijvoorbeeld tot zinlozewoordcombinaties leiden. In het voorwoord van The Jerusalem Bible staat: „Te zeggen: ’De Heer is God’, is beslisttautologisch [een overbodige of zinloze herhaling], terwijl de uitdrukking ’Jahweh is God’ dat niet is."

Zulke vervangingen kunnen ook tot lelijke zinsneden leiden. Zo luidt Psalm 8:10 (9) in de Nieuwe Vertaling van hetNederlands Bijbelgenootschap: „O HERE, onze Here, hoe heerlijk is uw naam." Wat een verbetering als de naamJehovah in zo’n tekst wordt hersteld! De vertaling door Ysbrand van Hamelsveld luidt hier: „Hoe heerlijk is uw naam,vol luister, JEHOVA, onze Heer!"

Het verwijderen van de naam kan ook verwarrend werken. In Psalm 110:1 staat: „Aldus luidt het woord des HEREN totmijn Here: Zet u aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gelegd heb als een voetbank voor uw voeten" (NBG). Wiespreekt hier tot wie? Hoeveel beter is de vertolking: „De uitspraak van Jehovah tot mijn Heer luidt: ’Zit aan mijnrechterhand, totdat ik uw vijanden tot een voetbank voor uw voeten stel.’" — Nieuwe-Wereldvertaling.

Bovendien wordt met het vervangen van „Jehovah" door „Heer" iets buitengewoon belangrijks uit de bijbel verwijderd:de persoonlijke naam van God. De Illustrated Bible Dictionary (Deel 1, blz. 572) verklaart: „Strikt genomen, is Jahwehde enige ’naam’ van God."

De Imperial Bible-Dictionary (Deel 1, blz. 856) beschrijft het verschil tussen „God" (Elohim) en „Jehovah" als volgt:„[Jehovah] is overal een eigennaam die de persoonlijke God en hem alleen aanduidt; terwijl Elohim meer het karakterheeft van een soortnaam, waarmee inderdaad gewoonlijk, maar niet noodzakelijkerwijs noch onveranderlijk, hetOpperwezen wordt aangeduid."

J. A. Motyer, hoofd van het Trinity College in Engeland, voegt hieraan toe: „Er gaat bij het bijbellezen veel verloren alswij vergeten achter het vervangende woord [Heer of God] de persoonlijke, vertrouwelijke naam van God zelf te zien.Met het vertellen van zijn naam aan zijn volk, beoogde God, hun zijn diepste innerlijk te onthullen." — Eerdmans’Handbook to the Bible, blz. 157.

Neen, een onderscheidende eigennaam kan niet met louter een titel worden weergegeven. Een titel kan nooit de volle,rijke betekenis van de oorspronkelijke naam van God overbrengen.

[Kader]

John W. Davis, in de negentiende eeuw zendeling in China, legde uit waarom hij geloofde dat Gods naam in de bijbelbehoorde te staan: „Als de Heilige Geest op een bepaalde plaats in de Hebreeuwse tekst Jehovah zegt, waarom zegtde vertaler dan niet Jehovah in het Engels of Chinees? Welk recht heeft hij om te zeggen: Ik wil hier Jehovah zeggenen er daar iets anders voor in de plaats zetten? . . . Als iemand zou zeggen dat er gevallen zijn waar het gebruik van

Page 18: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

Jehovah onjuist zou zijn, laat hem dan eens de reden daarvoor aanvoeren; op hem rust de onus probandi [bewijslast].Dat zal hem moeilijk vallen, want hij moet deze simpele vraag beantwoorden: — Indien het in een bepaald gevalonjuist is Jehovah in de vertaling te gebruiken, waarom heeft de geïnspireerde schrijver die naam dan in het origineelgebruikt?" — The Chinese Recorder and Missionary Journal, Deel VII, Sjanghai, 1876.

[Kader]

Dit fragment van de Septuaginta (rechts), gedateerd op de eerste eeuw G.T., bevat Zacharia 8:19-21 en 8:23–9:4, enbevindt zich in het Israëlmuseum in Jeruzalem. Het bevat Gods naam vier keer, waarvan er drie hier aangegevenstaan. In het Alexandrijnse handschrift (links), een afschrift van de Septuaginta dat 400 jaar later is gemaakt, is Godsnaam in diezelfde verzen vervangen door KY en KC, verkorte vormen van het Griekse woord Ku´ri·os („Heer")

[Illustratie]

De Nieuwe-Wereldvertaling van de Christelijke Griekse Geschriften gebruikt Gods naam terecht 237 maal

Gods naam op een kerk op Menorca, Spanje

en op de Chiesa di San Lorenzo in Parma, Italië

Waarom wij Gods naam moeten kennen

„EEN ieder die de naam van Jehovah aanroept, zal worden gered" (Romeinen 10:13). Met deze woordenbeklemtoonde de apostel Paulus hoe uiterst belangrijk het is dat wij Gods naam kennen. Zijn uitspraak voert ons terugnaar onze oorspronkelijke vraag: Waarom vermeldde Jezus het ’heiligen’ van Gods naam in zijn Modelgebed alseerste, nog vóór zoveel andere belangrijke zaken? Om dit te begrijpen, moeten wij wat dieper op de betekenis vantwee sleutelwoorden ingaan.

Ten eerste: Wat betekent het woord ’heiligen’ in feite? Letterlijk betekent het „heilig maken". Maar is Gods naam alniet heilig? Ja, natuurlijk. Wanneer wij Gods naam heiligen, maken wij die niet nog heiliger dan hij al is. Wij erkennende naam dan veeleer als heilig, zonderen deze naam af en hebben er de hoogste achting voor. Wanneer wij biddenom de heiliging van Gods naam, zien wij uit naar de tijd dat de gehele schepping de naam als heilig zal eerbiedigen.

Ten tweede: Wat ligt er precies in het woordje „naam" opgesloten? Wij hebben gezien dat God een naam heeft,Jehovah, en dat zijn naam duizenden malen in de bijbel voorkomt. Wij hebben ook besproken hoe belangrijk het is dienaam op zijn rechtmatige plaats in de tekst van de bijbel te herstellen. Als de naam er niet staat, hoe kunnen dan dewoorden van de psalmist bewaarheid worden: „Zij die uw naam kennen, zullen op u vertrouwen, want gij zult hen dieu zoeken, stellig niet verlaten, o Jehovah"? — Psalm 9:10.

Page 19: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

Maar is het ’kennen van Gods naam’ louter een kwestie van verstandelijk weten dat Gods naam in het HebreeuwsJHWH is, of in het Nederlands Jehovah? Neen, het betekent meer dan dat. Toen Mozes zich op de berg Sinaïbevond, „daalde Jehovah neer in de wolk en stelde zich daar bij [Mozes] en riep de naam van Jehovah uit". Wat hielddit uitroepen van de naam van Jehovah in? Een beschrijving van zijn eigenschappen: „Jehovah, Jehovah, een Godbarmhartig en goedgunstig, langzaam tot toorn en overvloedig in liefderijke goedheid en waarheid" (Exodus 34:5, 6).En kort voor zijn dood zei Mozes tot de Israëlieten: „Ik zal de naam van Jehovah uitroepen." Wat volgde daarop? Eenvermelding van enkele van Zijn voortreffelijke hoedanigheden, en vervolgens een overzicht van wat God ter wille vanZijn naam voor Israël tot stand had gebracht (Deuteronomium 32:3-43). Gods naam kennen, betekent derhalve teweten komen wat die naam vertegenwoordigt en de God aanbidden die deze naam draagt.

Daar Jehovah zijn naam verbonden heeft aan zijn eigenschappen, voornemens en daden, kunnen wij begrijpenwaarom de bijbel zegt dat Gods naam heilig is (Leviticus 22:32). Zijn naam is majestueus, groot, vrees inboezemenden onbereikbaar hoog (Psalm 8:1; 99:3; 148:13). Ja, Gods naam is meer dan alleen maar een etiket. Zijn naamvertegenwoordigt hem als persoon. Het was niet slechts een voorlopige naam die een tijdlang gebruikt zou worden endan plaats zou moeten maken voor een titel zoals „Heer". Jehovah zelf zei tot Mozes: „’Jehovah . . .’ Dit is mijn naamtot onbepaalde tijd, en dit is de gedachtenis aan mij van geslacht tot geslacht." — Exodus 3:15.

Wat de mens ook zal proberen, nooit zal hij erin slagen Gods naam van de aarde weg te vagen. „’Van de opgang derzon, ja, tot aan haar ondergang zal mijn naam groot zijn onder de natiën, en op elke plaats zal offerrook wordengebracht, zal mijn naam een geschenk worden aangeboden, ja, een rein geschenk; want mijn naam zal groot zijnonder de natiën’, heeft Jehovah der legerscharen gezegd." — Maleachi 1:11; Exodus 9:16; Ezechiël 36:23.

De heiliging van Gods naam is dan ook van veel groter belang dan enige andere kwestie. Al Gods voornemens zijnonafscheidelijk met zijn naam verbonden. De problemen van de mensheid begonnen toen Satan Jehovah’s naam voorhet eerst ontheiligde door Hem in feite een leugenaar te noemen en onbekwaam om over het mensdom te regeren(Genesis 3:1-6; Johannes 8:44). Pas wanneer Gods naam op juiste wijze is gerechtvaardigd, zal de mensheidvolkomen verlost zijn van de rampzalige gevolgen van Satans leugen. Dat is de reden waarom christenen zo vurig omde heiliging van Gods naam bidden. Maar er zijn ook dingen die zij kunnen doen om de naam te heiligen.

Hoe kunnen wij Gods naam heiligen?

Eén manier waarop wij dit kunnen doen, is door met anderen over Jehovah te spreken en op zijn koninkrijk in handenvan Christus Jezus te wijzen als de enige hoop voor de mensheid (Openbaring 12:10). Velen doen dit, zodat zij indeze tijd de woorden van Jesaja’s profetie vervullen: „Op die dag zult gij stellig zeggen: ’Dankt Jehovah! Roept zijnnaam aan. Maakt onder de volken zijn handelingen bekend. Vermeldt dat zijn naam hoog verheven dient te worden.Bezingt Jehovah met melodieën, want alles overtreffend is hetgeen hij heeft gedaan. Dit dient op de gehele aarde teworden bekendgemaakt.’" — Jesaja 12:4, 5.

Nog een manier is, door Gods wetten en geboden te gehoorzamen. Jehovah zei tot de natie Israël: „Gij moet mijngeboden onderhouden en ze volbrengen. Ik ben Jehovah. En gij moogt mijn heilige naam niet ontheiligen, en ik moette midden van de zonen van Israël geheiligd worden. Ik ben Jehovah, die u heilig." — Leviticus 22:31, 32.

Hoe werd Jehovah’s naam geheiligd doordat de Israëlieten zijn Wet onderhielden? De Wet werd op basis van zijnnaam aan de Israëlieten gegeven (Exodus 20:2-17). Als zij de Wet onderhielden, toonden zij dus gepaste eer enachting voor die naam. Bovendien rustte Jehovah’s naam op de Israëlieten als natie (Deuteronomium 28:10; 2Kronieken 7:14). Als zij juist handelden, bracht dit hem lof, net zoals het een vader tot eer strekt als zijn kind juisthandelt.

Toen de Israëlieten daarentegen in gebreke bleven Gods Wet te onderhouden, ontheiligden zij zijn naam. Vandaar datzonden zoals het offeren aan afgoden, het zweren op een leugen, het onderdrukken van de armen en het bedrijvenvan hoererij, in de bijbel als ’een ontheiliging van Gods naam’ aangeduid worden. — Leviticus 18:21; 19:12; Jeremia34:16; Ezechiël 43:7.

Christenen hebben eveneens in Gods naam geboden ontvangen (Johannes 8:28). En ook zijn zij verbonden met ’eenvolk voor Jehovah’s naam’ (Handelingen 15:14). Derhalve zal een christen die oprecht bidt „Uw naam wordegeheiligd", die naam in zijn eigen leven heiligen door al Gods geboden te gehoorzamen (1 Johannes 5:3). Dit zoutevens inhouden dat hij de geboden gehoorzaamt welke gegeven zijn door Gods Zoon, Jezus, die altijd zijn Vaderheeft verheerlijkt. — Johannes 13:31, 34; Matthéüs 24:14; 28:19, 20.

Op de avond voordat Jezus ter dood werd gebracht, beklemtoonde hij de belangrijkheid van Gods naam voorchristenen. Na tot zijn Vader gezegd te hebben: „Ik heb hun uw naam bekendgemaakt en zal hem bekendmaken",verklaart hij vervolgens: „opdat de liefde waarmee gij mij hebt liefgehad, in hen moge zijn en ik in eendracht met hen"(Johannes 17:26). Dat de discipelen Gods naam leerden kennen, hield onder andere in dat zij persoonlijk Gods liefdeleerden kennen. Jezus had het voor hen mogelijk gemaakt met God bekend te raken als hun liefdevolle Vader. —Johannes 17:3.

Page 20: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

Hoe dit op u van invloed is

Op een eerste-eeuwse vergadering van de christelijke apostelen en oudere mannen in Jeruzalem zei de discipelJakobus: „Simeon heeft nauwgezet verteld hoe God voor de eerste maal zijn aandacht op de natiën heeft gericht omuit hen een volk voor zijn naam te nemen." Zou u vereenzelvigd kunnen worden met degenen die God tot een „volkvoor zijn naam" neemt als u nalaat zijn naam te gebruiken of die naam niet draagt? — Handelingen 15:14.

Hoewel velen ongaarne de naam Jehovah gebruiken en veel bijbelvertalers de naam uit hun vertalingen weglaten, zijner over de gehele wereld miljoenen mensen die vreugdevol het voorrecht hebben aanvaard Gods naam te dragen endeze niet alleen bij hun aanbidding maar ook in hun dagelijkse gesprekken te gebruiken en aan anderen bekend temaken. Als iemand met u over de God van de bijbel zou spreken en de naam Jehovah zou gebruiken, met welkereligieuze groepering zou u hem dan in verband brengen? Er is maar één groepering ter wereld die net als Godsaanbidders uit de oudheid geregeld zijn naam bij de aanbidding gebruikt. Dat zijn Jehovah’s Getuigen.

De schriftuurlijke naam Jehovah’s Getuigen identificeert deze christenen als een ’volk voor Gods naam’. Zij zijn er trotsop die naam te dragen, want het is een naam die Jehovah God zelf aan ware aanbidders heeft gegeven. In Jesaja43:10 lezen wij: „’Gij zijt mijn getuigen’, is de uitspraak van Jehovah, ’ja, mijn knecht die ik verkozen heb.’" Over wiesprak God hier? Beschouw enkele van de voorafgaande verzen eens.

In de verzen 5 tot en met 7 van hetzelfde hoofdstuk zegt Jesaja: „Wees niet bevreesd, want ik ben met u. Van deopgang der zon zal ik uw zaad brengen, en van de ondergang der zon zal ik u bijeenbrengen. Ik zal zeggen tot hetnoorden: ’Geef!’ en tot het zuiden: ’Houd niet terug. Breng mijn zonen van verre en mijn dochters van het uiteinde deraarde, ieder die naar mijn naam genoemd is en die ik tot mijn eigen heerlijkheid geschapen heb, die ik geformeerdheb, ja, die ik gemaakt heb.’" In onze tijd hebben die verzen betrekking op Gods volk, dat hij uit alle naties heeftbijeengebracht om hem te loven en zijn getuigen te zijn. Gods naam identificeert derhalve niet alleen God zelf maar isook een hulp om te weten te komen wie in deze tijd zijn ware dienstknechten op aarde zijn.

De zegeningen die uit het kennen van Gods naam voortvloeien

Jehovah beschermt personen die zijn naam liefhebben. De psalmist zei: „Omdat hij op mij zijn genegenheid heeftgezet, zal ik hem ook ontkoming verschaffen. Ik zal hem beschermen omdat hij mijn naam heeft leren kennen" (Psalm91:14). Hij gedenkt hen ook: „In die tijd spraken degenen die Jehovah vreesden met elkaar, elkeen met zijn metgezel,en Jehovah bleef aandacht schenken en luisteren. En er werd voorts een gedenkboek voor zijn aangezichtgeschreven voor degenen die Jehovah vrezen en voor degenen die aan zijn naam denken." — Maleachi 3:16.

De voordelen van het kennen en liefhebben van Gods naam zijn dan ook niet alleen tot dit leven beperkt. Aan degehoorzame mensheid heeft Jehovah eeuwig leven in geluk op een paradijsaarde beloofd. David schreef onderinspiratie: „De boosdoeners zelf zullen afgesneden worden, maar wie op Jehovah hopen, díe zullen de aarde bezitten.De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in deovervloed van vrede." — Psalm 37:9, 11.

Hoe zal dit verwezenlijkt worden? Jezus gaf het antwoord. In hetzelfde Modelgebed waarin hij ons leerde bidden „Uwnaam worde geheiligd", zei hij vervolgens: „Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook opaarde" (Matthéüs 6:9, 10). Ja, Gods koninkrijk in handen van Jezus Christus zal Gods naam heiligen en ook goedetoestanden op deze aarde teweegbrengen. Het zal goddeloosheid uitbannen en een eind maken aan oorlog, misdaad,hongersnood, ziekte en dood. — Psalm 46:8, 9; Jesaja 11:9; 25:6; 33:24; Openbaring 21:3, 4.

U kunt zich onder dat koninkrijk in eeuwig leven verheugen. Hoe? Door God te leren kennen. „Dit betekent eeuwigleven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God, en van hem die gij hebt uitgezonden,Jezus Christus" (Johannes 17:3). Jehovah’s Getuigen zullen u heel graag helpen die levengevende kennis in u op tenemen. — Handelingen 8:29-31.

Wij hopen dat de in deze brochure verschafte inlichtingen u ervan overtuigd hebben dat de Schepper een persoonlijkenaam heeft die hem heel dierbaar is. Die naam dient ook u dierbaar te zijn. Moge u beseffen hoe belangrijk het is dienaam te kennen en te gebruiken, vooral bij de aanbidding.

En moge het uw vaste besluit zijn om met de profeet Micha uit de oudheid vrijmoedig te zeggen: „Alle volken, van hunkant, zullen elk in de naam van hun god wandelen; maar wij, van onze kant, zullen wandelen in de naam vanJehovah, onze God, tot onbepaalde tijd, ja voor eeuwig." — Micha 4:5.

[Inzet]

’Gods naam kennen’ betekent meer dan alleen maar verstandelijk weten dat zijn naam Jehovah is

[Inzet]

Jehovah’s naam is ’majestueus, groot, vrees inboezemend en onbereikbaar hoog’. Al Gods voornemens zijn

Page 21: De Naam van God

De zienswijze van de bijbel |

http://www.freewebs.com/valsegodenendemens/goddelijkenaam.htm[13-8-2011 0:06:17]

Create a Free Website

©2006

onafscheidelijk met zijn naam verbonden

[Kader]

In een artikel in de Anglican Theological Review (oktober 1959) beklemtoonde Dr. Walter Lowrie hoe noodzakelijk hetis Gods naam te kennen. Hij schreef: „In menselijke verhoudingen is het erg belangrijk de eigennaam, de persoonlijkenaam, te kennen van iemand die wij liefhebben, tot wie wij spreken of zelfs over wie wij spreken. In de verhouding vande mens tot God is dit evenzeer het geval. Iemand die God niet bij zijn naam kent, kent hem niet werkelijk alspersoon, kent hem niet goed genoeg om hem aan te spreken (wat in feite met het gebed wordt bedoeld), en hij kanhem niet liefhebben als hij hem slechts als een onpersoonlijke kracht kent."