de MBO·krant · Pagina 3 Blik op de toekomst Pagina 4 Wet- en regelgeving Pagina 10 Ambassadeur...

12
Eind oktober is de deadline voor het opstellen van een nieuwe kwaliteitsagenda. Een interview met Michiel Scheffer, voorzitter van de commissie die de agenda’s beoordeelt. Pagina 4 Wet- en regelgeving Pagina 3 Blik op de toekomst Pagina 11 BVMBO Pagina 10 Ambassadeur september 2018 de MBO· krant Het vak Nederlands heeft een stevige positie in het mbo. En dat moeten we zo houden, vindt het kersver- se Platform taaldocenten Nederlands. Binnenkort verschijnt een brochure waarin duidelijk wordt gemaakt welke ruim- te scholen hebben binnen de bestaande regelgeving. Een interview met enkele samenstellers. Pagina 2 Kwaliteit ‘Wie voor het mbo kiest, maakt een slimme keus. Wij hebben jullie keihard nodig!’ Aldus koning Willem- Alexander bij de nationale opening van het mbo-jaar in Tilburg. Volgens Willem-Alexander is de waarde van het mbo niet te onderschatten: ‘Mbo’ers zijn de handen aan het bed en de voeten op het gaspedaal. We hebben jullie keihard nodig.’ Er is volgens de koning alle reden om trots te zijn op het mbo. Nederland kent dankzij het mbo een zeer lage jeugdwerkloosheid. En waar de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs op alle niveaus onder druk staat, is het mbo de positieve uitzondering. ‘Geloof in uzelf’ Volgens de koning is het mbo vooral zo suc- cesvol omdat studenten in hun opleiding veel praktijkervaring opdoen. Het is daarom es- sentieel dat de samenleving het mbo omarmt, bijvoorbeeld door voldoende stageplekken aan te bieden. Ook voor werkenden blijft het mbo belangrijk. De mbo-scholen spelen volgens Willem-Alexander een grote rol bij leven lang ontwikkelen. De koning had een oproep aan alle werkenden: ‘Geloof in uzelf, onderhoud uw kennis.’ Trots als een pauw Eerder op de dag verklaarde Ton Heerts, voor- zitter van de MBO Raad, supertrots te zijn op de eerste nationale opening van het mbo-jaar. Volgens Heerts ligt er voor iedereen met een mbo-diploma een gouden toekomst in het verschiet. Hij verklaarde ‘trots als een pauw’ te zijn dat de koning de opening bezocht. Of dat volgend jaar, bij de tweede nationale opening, ook het geval zal zijn is nog de vraag, aldus Heerts. Fernweh Ook minister Van Engelshoven hoopt dat met de opening van het nieuwe mbo-schooljaar een nieuwe traditie is geboren. Volgens Van Engelshoven hebben de bijna half miljoen mbo-studenten allemaal een eigen toekomst: De mbo-student bestaat niet. Iedere student werkt aan zijn of haar eigen toekomst.’ Van Engelshoven gebruikte hiervoor de Duitse term ‘Fernweh’: een soort verlangen naar een nog onbekende toekomst. Alle 500.000 mbo- studenten zijn, aldus de minister, op weg naar hun eigen bestemming. Die bestemming zal bijna altijd een baan zijn, want afgestudeerde mbo-studenten zijn gewild. In de woorden van de koning: ‘Nederland staat te springen om jullie.’ Willem-Alexander: ‘Een keus voor het mbo is een slimme keusCitaten van Willem-Alexander: ‘Het zijn de mbo’ers die Nederland laten draaien’ ‘Wij hebben jullie keihard nodig’ ‘Een keus voor het mbo is een slimme keus’ ‘Het is essentieel dat we als samen- leving het mbo omarmen’ ‘Permanent leren moet het nieuwe normaal worden’ ‘Geloof in Uzelf. Uw kennis is uiterst waardevol en verdient het om goed onderhouden en uitgebreid te worden’ (in de richting van alle werkenden in Nederland) SAVE THE DATE MAANDAG 19 N0VEMBER 9 - 20 UUR EEN FESTIVAL VOOR HET HOOFD EN HET HART THEATER ORPHEUS APELDOORN MEER INFORMATIE OP WWW.DAGVANHETMBO.NL EN OP PAGINA 9 EN 10 VAN DEZE KRANT. nummer 50 !

Transcript of de MBO·krant · Pagina 3 Blik op de toekomst Pagina 4 Wet- en regelgeving Pagina 10 Ambassadeur...

Page 1: de MBO·krant · Pagina 3 Blik op de toekomst Pagina 4 Wet- en regelgeving Pagina 10 Ambassadeur Pagina 11 BVMBO de MBO·krant september 2018 ... het een goed idee zijn als het mbo

Eind oktober is de deadline voor het opstellen van een nieuwe kwaliteitsagenda. Een interview met Michiel Scheffer, voorzitter van de commissie die de agenda’s beoordeelt.

Pagina 4 Wet- en regelgevingPagina 3 Blik op de toekomst Pagina 11 BVMBOPagina 10 Ambassadeur

september 2018de MBO·krantHet vak Nederlands heeft een stevige positie in het mbo. En dat moeten we zo houden, vindt het kersver-se Platform taaldocenten Nederlands.

Binnenkort verschijnt een brochure waarin duidelijk wordt gemaakt welke ruim-te scholen hebben binnen de bestaande regelgeving. Een interview met enkele samenstellers.

Pagina 2 Kwaliteit

‘Wie voor het mbo kiest, maakt een slimme keus. Wij hebben jullie keihard nodig!’ Aldus koning Willem-Alexander bij de nationale opening van het mbo-jaar in Tilburg.

Volgens Willem-Alexander is de waarde van het mbo niet te onderschatten: ‘Mbo’ers zijn de handen aan het bed en de voeten op het gaspedaal. We hebben jullie keihard nodig.’ Er is volgens de koning alle reden om trots te zijn op het mbo. Nederland kent dankzij het mbo een zeer lage jeugdwerkloosheid. En waar de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs op alle niveaus onder druk staat, is het mbo de positieve uitzondering.

‘Geloof in uzelf’Volgens de koning is het mbo vooral zo suc-cesvol omdat studenten in hun opleiding veel praktijkervaring opdoen. Het is daarom es-sentieel dat de samenleving het mbo omarmt, bijvoorbeeld door voldoende stageplekken aan te bieden. Ook voor werkenden blijft het mbo belangrijk. De mbo-scholen spelen volgens Willem-Alexander een grote rol bij leven lang ontwikkelen. De koning had een oproep aan alle werkenden: ‘Geloof in uzelf, onderhoud uw kennis.’

Trots als een pauwEerder op de dag verklaarde Ton Heerts, voor-zitter van de MBO Raad, supertrots te zijn op de eerste nationale opening van het mbo-jaar. Volgens Heerts ligt er voor iedereen met een mbo-diploma een gouden toekomst in het verschiet. Hij verklaarde ‘trots als een pauw’ te zijn dat de koning de opening bezocht. Of dat volgend jaar, bij de tweede nationale opening, ook het geval zal zijn is nog de vraag, aldus Heerts.

FernwehOok minister Van Engelshoven hoopt dat met de opening van het nieuwe mbo-schooljaar een nieuwe traditie is geboren. Volgens Van Engelshoven hebben de bijna half miljoen mbo-studenten allemaal een eigen toekomst: ‘De mbo-student bestaat niet. Iedere student werkt aan zijn of haar eigen toekomst.’ Van Engelshoven gebruikte hiervoor de Duitse term ‘Fernweh’: een soort verlangen naar een nog onbekende toekomst. Alle 500.000 mbo-studenten zijn, aldus de minister, op weg naar hun eigen bestemming. Die bestemming zal bijna altijd een baan zijn, want afgestudeerde mbo-studenten zijn gewild. In de woorden van de koning: ‘Nederland staat te springen om jullie.’

Willem-Alexander: ‘Een keus voor het mbo is een slimme keus’

Citaten van Willem-Alexander: ‘Het zijn de mbo’ers die Nederland laten draaien’

•‘Wij hebben jullie keihard nodig’

•‘Een keus voor het mbo is een slimme keus’

•‘Het is essentieel dat we als samen­leving het mbo omarmen’

•‘Permanent leren moet het nieuwe normaal worden’

•‘Geloof in Uzelf. Uw kennis is uiterst waardevol en verdient het om goed onderhouden en uitgebreid te worden’ (in de richting van alle werkenden in Nederland)

Save the datemaandag

19 n0vember9 - 20 uur

een festival voor het hoofd

en het hart

TheaTer Orpheus apeldOOrn

Meer inforMatie op www.dagvanhetMbo.nl

en op pagina 9 en 10 van deze krant.

nummer 50!

Page 2: de MBO·krant · Pagina 3 Blik op de toekomst Pagina 4 Wet- en regelgeving Pagina 10 Ambassadeur Pagina 11 BVMBO de MBO·krant september 2018 ... het een goed idee zijn als het mbo

de MBO·krant2 MBO in bedrijf

Welke rol speelt de docent bij het verzorgen van excellentieonderwijs? Die vraag staat centraal in het derde en laatste deel in de serie brochures over excellentie in het mbo.

In het mbo wordt de laatste jaren geëxperi-menteerd met excellentieonderwijs. Het hoger onderwijs heeft al veel meer ervaring met deze vorm van onderwijs, hier meestal ‘honours-onderwijs’ genoemd. Om het mbo te laten profiteren van de ervaringen uit het hoger onderwijs is de serie ‘Excellentie in het mbo’ gestart.

Dilemma’sNa brochures over de student en het program-ma richt de laatste brochure zich op de docent in excellentieprogramma’s. Er wordt onder andere ingegaan op het belang van de docent in het excellentieonderwijs. Ook worden de docentkenmerken die passen binnen deze onderwijscontext behandeld. Daarna gaat de brochure nader in op de didactiek in excel-lentieonderwijs, waarbij dilemma’s worden behandeld waarmee de docent te maken kan krijgen.

ErvaringenDe brochures zijn geschreven door een team

Veel scholen verwachten de doelen te behalen die zij in 2015, bij de start van de kwaliteitsafspraken, gesteld hebben. Dat blijkt uit de derde voortgangsrapportage over de kwa-liteitsafspraken mbo.

De rapportage geeft, onder de titel Met Volle Zeilen, een algemeen beeld van de voortgang van de kwaliteitsafspraken. De afspraken, die tot eind 2018 lopen, hebben onder andere betrekking op het terugdringen van voortijdig schoolverlaten, de verbetering van de beroeps-praktijkvorming en de professionalisering van docenten. De rapportage gaat in op de resulta-ten die in het kalenderjaar 2017 zijn geboekt.

In de rapportage wordt opgemerkt dat 2018 een bijzonder jaar is, omdat dit het laatste jaar van de huidige kwaliteitsafspraken is. Boven-dien is inmiddels een nieuw bestuursakkoord gesloten tussen de mbo-scholen en het minis-terie. In dit bestuursakkoord, Trots, vertrouwen en lef, zijn afspraken gemaakt over een nieuwe periode van kwaliteitsafspraken. In dat kader is aan scholen gevraagd voor eind oktober een nieuwe kwaliteitsagenda te maken.Met Volle Zeilen bevat enkele aanbevelingen aan scholen en aan het ministerie. Deze heb-

van auteurs afkomstig uit het mbo (ROC Midden Nederland) en de Universiteit Utrecht. Tal van voorbeelden uit met name het hbo worden behandeld. Op die manier kunnen mbo-docenten optimaal profite-ren van de ervaringen die in het hbo al zijn opgedaan.

De brochure ‘Docent in excellentieonderwijs’ is te downloaden op www.mboinbedrijf.nl

ben onder andere betrekking op de rekenexa-mens, excellentieprogramma’s en het leraren-register. Volgens de voortgangsrapportage zou het een goed idee zijn als het mbo een leraren-register speciaal voor het mbo zou ontwikke-len. De beroepsvereniging van mbo-docenten en de MBO Raad zouden hier gezamenlijk hun medewerking aan moeten verlenen.

De rapportage is te downloaden op www.mboinbedrijf.nl

De rol van de docent in excellentieonderwijs

Kwaliteitsafspraken: scholen zijn goed op weg

Scholen werken hard aan regionale kwaliteitsagendaDe mbo-scholen werken op dit moment hard aan het opstellen van een nieuwe kwaliteitsagenda. Eind oktober is de deadline voor het plan. Michiel Scheffer, voorzitter van de commissie die de agenda’s beoordeelt, is positief gestemd: ‘Dit is een unieke kans voor scholen om de samenwerking in de regio verder te versterken.’

We spreken Michiel Scheffer tijdens de nationale opening van het mbo-schooljaar in Tilburg. Scheffer ziet de aanwezigheid van Willem-Alexander bij de opening als een van de vele tekenen dat het mbo bezig is aan een gestage opmars. De koning benadrukte in zijn voordracht dat de Onderwijsinspectie kritisch is over de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs, maar dat het mbo de gunstige uitzondering is. Voor studenten, docenten en iedereen die betrokken is bij het beroepson-derwijs vormen de lovende woorden van de koning volgens Scheffer een stevige steun in de rug.

KwaliteitsafsprakenHet gaat dus goed met het mbo, maar het kan altijd nog beter. Scholen werken hier-aan, onder andere via kwaliteitsafspraken. De nieuwe aanpak, waarover het ministerie en de MBO Raad begin februari het bestuursak-koord Trots, vertrouwen en lef sloten, biedt scholen veel ruimte om eigen accenten te leg-gen. Iedere school stelt een eigen agenda op,

die aansluit bij de specifieke kenmerken van de regionale arbeidsmarkt. Michiel Scheffer: ‘Het is de bedoeling dat scholen de agenda echt samen opstellen met vertegenwoordigers van werkgevers en overheden. Het is daarmee niet alleen een kwaliteitsagenda voor de school, maar voor de hele regio.’

Zijn scholen blij met de nieuwe werkwijze?‘Het is een nadrukkelijke wens van scholen geweest om zelf meer invloed te hebben op de inhoud van de kwaliteitsagenda’s. Begrijpelijk: de ene regio staat nu eenmaal voor andere uitdagingen dan de andere. Ieder regionaal

ecosysteem kent zo z’n eigen vormen van samenwerking en richt zich soms op hele uiteenlopende thema’s.’

Hoe gaat de commissie te werk?‘De eerste taak van de commissie is te beoor-delen of de agenda’s van voldoende kwaliteit zijn. We baseren ons daarbij niet alleen op het ingediende plan, maar oriënteren ons breed. We gaan bijvoorbeeld in duo’s ter plaatse op bezoek om de agenda te bespreken. Dit is geen papieren exercitie. We hebben overigens niet alleen een beoordelende rol. We willen ook een klankbord voor de scholen zijn. Het op-bouwen van een goede relatie met de scholen vinden we van groot belang. De commissie wil uiteindelijk een bijdrage leveren aan de uitda-gingen waar de instellingen voor staan.’

Wat gebeurt er als het oordeel van de commis-sie negatief is?‘We komen eerst (eind maart 2019, red.) tot een voorlopig oordeel. Scholen hebben ver-volgens nog een maand de tijd om hun plan aan te passen. In juni komen we dan met een definitief advies aan de minister. Die neemt vervolgens voor 1 augustus 2019 een besluit.’

Zijn scholen verplicht om mee te doen?‘Nee hoor, scholen hoeven niet mee te doen. Ze missen dan wel de kans om de regionale samenwerking te versterken. En ook financieel hangt er wel het een en ander van af. Scholen met een positief oordeel ontvangen tussen 2019 en 2022 in vier tranches hun deel van de kwaliteitsmiddelen. Daarnaast kunnen ze ook nog aanspraak maken op een deel van het

resultaatafhankelijke budget. Met het geheel is een fors bedrag gemoeid, in totaal zo’n 1,6 miljard euro.’

Waar gaat de commissie speciaal op letten?‘Bij ons advies baseren we ons op het vastge-stelde beoordelingskader zoals dat te vinden is in de regeling kwaliteitsafspraken. Cruciaal is denk ik dat scholen een verband leggen tussen ontwikkelingen in de regio, bijvoorbeeld op het gebied van de arbeidsmarkt, en de ambi-ties die de school stelt. Ik ben daarom ook blij dat de commissie breed is samengesteld: naast voormalige bestuurders van scholen bestaat de commissie ook uit vertegenwoordigers van werkgevers en lokale overheden. Daarmee kunnen wij nog beter naar alle aspecten van de regionale agenda kijken.’

Heeft u nog tips voor de scholen?‘Maak gebruik van de ruimte die de regeling biedt. Zorg voor focus, maak zichtbaar welke afspraken je de komende vier jaar wil realise-ren, op welke wijze je de aanvullende bekos-tiging daarvoor wil inzetten en maak gebruik van de helder omschreven beoordelingsgebie-den in de regeling. En vooral: grijp deze kans om de regionale samenwerking te versterken. Als er vragen zijn, kunnen die altijd gesteld worden. Stuur ons een mail en u krijgt snel antwoord.’

Via de website van de Commissie Kwaliteitsaf­spraken MBO (www.ckmbo.nl) kunnen scholen vragen stellen. Op de site is ook een overzicht te vinden van veelgestelde vragen (en antwoor­den).

Docent in excellentieonderwijsErvaringen uit hoger onderwijs vertaald naar het mbo

3 de docent

Excellentie 3-DocentCVR.indd 1 14-06-18 09:17

met volle zeilen

Voortgangsrapportage

kwaliteitsafspraken mbo,

augustus 2018

MBOmetvollezeilen-2018.indd 1 05-09-18 11:54

Page 3: de MBO·krant · Pagina 3 Blik op de toekomst Pagina 4 Wet- en regelgeving Pagina 10 Ambassadeur Pagina 11 BVMBO de MBO·krant september 2018 ... het een goed idee zijn als het mbo

september 2018 Blik op de toekomst 3

In deze rubriek zoomde ‘professioneel bemoeial’ Bas van de Haterd de afgelopen twee jaar in op mogelijke mbo-beroe-pen van de toekomst. In deze allerlaatste bijdrage gaat Bas in op de term ‘new collar jobs’ en trekt hij enkele slotcon-clusies.

‘New collar’-banen

zelfrijdende auto) en daarmee haar businessmodel en marketing aan-passen. Maar het visagistenvak blijft voorlopig nog wel hetzelfde.

Verdwenen en nieuwe banenNatuurlijk gaan er veel banen verdwijnen. Er komen ook ba-nen bij die we nu nog niet kun-nen bedenken, zelfs als je er, zoals ikzelf, continu over nadenkt. In de ruimtevaart liggen bijvoorbeeld grote kansen. Uit die sector kunnen we nieuwe materialen verwachten. Maar wat precies weten we nu nog niet. We rijden momenteel met 60 kilometer per uur door dikke mist, dus laten we proberen ons optimaal te concentreren op de weg die voor ons ligt. Verder is het ook belang-rijk om ons kompas in de gaten te houden. Want één ding weten we zeker: de toegevoegde waarde van mensen op de arbeidsmarkt is en blijft met elkaar en met de technolo-gie kunnen samenwerken. Dat moet het uitgangspunt van elke opleiding zijn.

Laat ik dus afsluiten met het enige generieke advies dat ik aan alle mbo-docenten kan geven als het gaat om de toekomstige arbeids-markt. De enige manier om studen-ten voor te bereiden op deze ‘new collar’-banen is ervoor te zorgen dat ze openstaan voor alle veranderin-gen. Dus docent, hou je vakgebied en alle toekomstige ontwikkelingen in de gaten. Leg je studenten uit wat er allemaal al veranderd is de afgelo-pen tientallen jaren. En geef ze – last but not least – een indicatie van wat er nog zoal zou kunnen gebeuren.

Recent hoorde ik de term ‘new collar jobs’, een aanvulling op ‘blue collar’ (arbeider) en ‘white collar’ (kan-toorbanen). De essentie van deze nieuwe ‘collar’, dat zich laat vertalen als ‘kraag’ of ‘boordje’, is dat hij van toepassing is op zowel de banen die je primair met je handen doet als de banen die je primair met je hoofd doet. Het gaat bij ‘new collar’ met name over innovaties en omgaan met technologie.

ToevoegingenIn de reeks die ik de afgelopen twee jaar voor de MBO-krant heb ge-schreven [zie kader], gingen nieuwe banen in veel gevallen over toevoe-gingen aan bestaande opleidingen. De administratief medewerker moet leren administratieve algoritmes te testen om zo te controleren of de uitkomsten wel kloppen. ‘Assistent algoritme-auditor’ klinkt dan wel heel stoer, maar eigenlijk is het een geavanceerde versie van kijken of je boekhoudpakket bij het opmaken van de balans geen hele grote fouten maakt. Een robottrainer is vaak niets meer of minder dan een technisch professional die ook snapt hoe een robot of algoritme werkt en ervoor kan zorgen dat die robot doet wat die professional anders handma-tig zou doen. Loodgieters en alle vormen van klusjesmannen moeten leren omgaan met 3D-printers en 3D-scanners om zo hun dienstver-lening te verbeteren en producten beter op maat te maken voor hun klanten. De essentie van het beroep verandert echter voorlopig nog niet. Hetzelfde geldt voor de rijdende visagist. Zij moet vooral haar werk-gebied (van één locatie naar een

mbo-beroepen van de toekomst

#7

De afgelopen zes MBO-kranten presen-teerde Bas van de Haterd evenveel mbo-beroepen van de toekomst:

• De 3D-fooddesigner is een beroep dat inspeelt op zowel de snel toenemende mogelijkheden van 3D-foodprinters als de vergrijzing. We worden steeds ouder, maar wel met ‘gebreken’. Kauwen gaat steeds moeilijker; de kans op voedselallergieën neemt toe. Gelukkig kunnen we straks elk gerecht naar wens en di-eet individueel laten produceren. En ja, dat ziet er best smakelijk uit! Met dank aan de 3D-fooddesigner…

• De Persoonlijke Dienstverlener, waaronder ook de personal trainer valt, is de baan die de afge-lopen tijd het sterkst groeide. Een trend die doorzet, mede door de technologische mogelijkheden. De tech-nologie maakt ons luier. Stofzuigen of het gras maaien laten we aan onze robot over. Toch willen we beweging. En dus gaan we meer sporten. Omdat onze tijd beperkt is, hebben we een extra motivatie nodig om ons echt in het zweet te werken. Daar hebben we dan de personal trainer voor. Gebrek aan tijd en een overmaat aan tech-nologie helpen ook andere persoonlijke dienstverleners in het zadel. Zoals de Rijdende Visagist, die jou opmaakt terwijl je auto naar het feest rijdt. Zoek vooraf wel even een route uit zonder verkeersdrempels en al te scherpe bochten.

• Bij de Installateur en Reparateur 2.0 heb-ben we het eigenlijk over twee ‘oude’ beroepen die radicaal gaan veranderen, met name door de komst van – daar is-ie weer! – de 3D-printer en onze ‘drang naar duurzaamheid’. We zijn de wegwerpmaatschap-pij beu en zouden onze producten het liefst (laten) repareren. Maar de reparatiekosten zijn vaak zo hoog, dat het aanschaffen van een nieuw apparaat aantrek-kelijker is. Door de 3D-printer wordt reparatie relatief goedkoper en raken installateurs en reparateurs met de juiste tech-skills in zwang. ‘Ach mevrouwtje, dan print ik die verloopring toch even voor u!’

• De Sociaal Profiel Adviseur is een mooie mogelijkheid voor mbo’ers om hun brood te ver-dienen met al onze activiteiten op social media. Je hebt nu al de social media medewerker die tweets en Facebookberichten post en reageert op vragen die online gesteld worden. De Sociaal Profiel Adviseur zal meer vanuit de persoon helpen in het bijhouden van of adviseren over je sociale media gedrag en mogelijk je gehele sociale profiel. Wat plaats je wel of niet op Facebook? Met wie ben je wel of niet bevriend? Welke pagina’s heb je wel of geen ‘like’ gegeven? En zelfs: waar koop je welke producten?

• Ook de Robottrainer is een typisch mbo-beroep, omdat er veel praktische kennis voor nodig is. Robots lijken steeds meer op mensen, krijgen steeds meer mogelijkheden, maar moeten daarom net als mensen getraind worden in plaats van geprogrammeerd. Dit geldt zowel voor fysieke robots (die tegenwoordig be-wegingen kunnen leren nadoen), als voor de algoritmes die bijvoorbeeld auto’s besturen, adviezen geven, tekst naar spraak omzetten, et cetera. Trainen kun je alleen als je ook veel kennis over het proces hebt, zoals over het maken van een auto. De Robottrainer is de mbo-troef die onderstreept dat robotisering niet alleen een bedreiging is, maar ook baankansen biedt.

• De Assistent-Algoritme Auditor is een func-tionele tester van eindige reeksen opeenvolgende in-structies waarmee je vraagstukken kunt oplossen (beter bekend als algoritmes). Dit testen is in groeiende mate noodzakelijk. Algoritmes spelen immers een steeds be-langrijkere rol in onze levens, maar brengen ook grote risico’s met zich mee: is de logica die het algoritme volgt ook de logica die wij mensen zouden volgen? Technische audits van codes zijn zwaar en moeilijk en daardoor vooral het werk van duurbetaald hoogop-geleiden. Om de zaken bloot te leggen die de auditor in de code kan controleren, zijn er functionele testen nodig, waarbij je met name veel data moet invoeren. En dat is bij uitstek een mooie job voor mbo’ers met een voorliefde voor ICT, programmeren en statistiek.

Page 4: de MBO·krant · Pagina 3 Blik op de toekomst Pagina 4 Wet- en regelgeving Pagina 10 Ambassadeur Pagina 11 BVMBO de MBO·krant september 2018 ... het een goed idee zijn als het mbo

de MBO·krant4 Wet- en regelgeving

Veel docenten voelen zich in de uitoefening van hun vak beperkt door wetten en re-gels. Toch hebben de oplei-ders vaak meer vrijheid dan

ze denken. Het ministerie van OCW, de Inspectie van het Onderwijs, de BVMBO en de MBO Raad maakten

een ronde door het land om in kaart te brengen welke

vragen en onduidelijkheden spelen en waar dus wellicht

onbenutte ruimte zit. Dit zal resulteren in de brochure

Ruimte in regels. De MBO-krant interviewde

enkele samenstellers van deze in oktober verschijnen-

de publicatie. ‘Vaak blijkt een regel waar men tegen-

aan loopt een eigen interpretatie te zijn.’

vragen. Zo kregen we in mei veel vragen over privacy, als gevolg van de invoering van de Algemene ver-ordening gegevensbescherming.’

Drie soorten vragenNaast een categorisering in thema’s, zijn de vragen ook op een andere manier onder te verdelen. Rini: ‘Je hebt vragen in de trant van “Snap ik het zo goed, klopt mijn uitleg?”. Daarnaast heb je de “Waarom”-vraag: waarom moet mijn student nog een examen Engels doen als hij een vrijstelling heeft? De derde soort vragen gaat over de herkomst van de regel: is dit een landelijke regel, iets van mijn eigen school of van mijn afdeling?’ ‘Vaak blijkt een regel waar men tegenaan loopt geen OCW-regel te zijn’, onderstreept Liesbeth. ‘Het is dan eigen interpretatie. Of de regel is opgelegd door een teamlei-der of bijvoorbeeld een onderwijs-directeur.’

StartpuntRegels duiden, uitleg geven, on-duidelijkheden wegnemen: het is

OCW verzamelde meestgestelde en belangrijkste vragen over wet- en regelgevingZ

odra we taal gebruiken om ons uit te drukken, is er de mogelijkheid tot interpretatie en ontstaan er verschil-len in opvatting. Als docent zoek je bij de

soms ingewikkelde wet- en regel-geving in het onderwijs ruimte in de regels. Die is er beslist, maar de gegunde ruimte is voor veel docen-ten een spannend, want onbekend terrein. De angst regeert, beseft ook Rini Romme (beleidsadviseur MBO Raad), betrokken bij de samenstel-ling van de aankomende brochure Ruimte in regels: ‘Onderwijsteams zijn bang “afgerekend” te worden. Door de directie en natuurlijk door de Inspectie. In plaats van de aan-wezige ruimte te benutten, spelen ze liever op safe.’

In controlDat is logisch: kwaliteit meet je im-mers pas achteraf. Je kunt het proces niet terugdraaien, dus kies je voor zekerheden. Beheersen verdient dan de voorkeur boven uitproberen. ‘De sector mag hier wel wat brutaler in worden’, stelt Romme. ‘Er is heel veel toegestaan, als je kunt aantonen dat je in control bent. Zolang je met an-dere woorden kunt ingrijpen op het moment dat het fout dreigt te gaan

en de befaamde PDCA-cyclus – Plan Do Control Act –blijft doorlopen.’ Top 3 van ‘regel’-misverstandenTijdens een inventarisatieronde langs diverse mbo-scholen zijn de samenstellers van Ruimte in regels aardig wat misverstanden tegen-gekomen. Waaronder een zeer hardnekkig: de onderwijstijd. ‘De 1.000 uren norm komt nog steeds bij elke sessie langs’, beaamt Liesbeth van den Berg, teamleider Innovatie in de regio bij de directie MBO van het ministerie van Onderwijs. ‘Het is ruim drie jaar geleden dat we wettelijk hebben aangegeven dat je van die norm mag afwijken, mits je dat keurig met de medezeggenschap en naar tevredenheid van bedrijven en studenten regelt. Toch krijgen we daarover nog steeds vragen en opmerkingen. Daar gaan we beslist aandacht aan besteden in de bro-chure.’

‘Ja, onderwijstijd staat onwrikbaar in de top 3 van meest aangeroerde thema’s’, haakt Maartje Vedder, be-leidsmedewerker bij OCW, in. ‘Net als examinering en keuzedelen: die passeren eveneens steevast de revue. Al merk je ook dat er schoolgebon-den problemen zijn: elke instelling kent eigen situaties en heeft dus nieuwe vragen. Verder bepaalt ook de actualiteit het onderwerp van de

iets waar OCW al langer mee bezig is. ‘Denk aan de servicepunten, zoals het kennispunt Onderwijs en Examinering en het Steunpunt taal en rekenen die de afgelopen jaren zijn opgezet’, legt Jérôme Smits, coördinerend beleidsmede-werker/teamleider bij OCW, uit. ‘Het nieuwe van wat we nu doen is dat we bij verschillende thema’s de belangrijkste en meestgestelde vra-gen bij elkaar brengen. Die komen terecht in de brochure, maar wat daarin staat is slechts het topje van de ijsberg. We zien de brochure dan ook als een startpunt.’ ‘Het is een basisdocument’, vult Maartje aan. ‘Je vindt er naast vragen en antwoorden ook verwijzingen naar uitgebrei-dere documenten. Die bestaan al langer, maar worden blijkbaar niet altijd even gemakkelijk gevonden. Verder verwijzen we naar de diverse servicepunten, zodat mensen weten waar ze de vragen kunnen stellen die niet aan de orde komen in de brochure.’

Het gesprek aanjagenDe brochure is ook op een andere manier een startpunt. Want als je eenmaal je antwoord hebt gevon-den, wil je in je eigen organisatie op een goede manier het gesprek aan kunnen gaan over wat de regel en de eventuele ruimte betekenen.

‘We krijgen vaak van docenten te horen dat ze behoefte hebben aan handvatten om de dialoog aan te gaan’, vertelt Jérôme. ‘Vandaar dat we hen gaan helpen het gesprek aan te jagen. In het primair onderwijs, waarvoor we vorig jaar een verge-lijkbare brochure hebben ontwik-keld, kunnen scholen hiervoor de zogeheten dilemmakaarten ge-bruiken. Dat is een set kaarten met denkbare dilemma’s. Je kunt daar-mee met elkaar het gesprek aangaan over welke keuzes in onderwijs en verantwoording het beste zijn voor de studenten én werkbaar zijn voor de docent.’

Op vrijdag 5 oktober 2018 organiseert het Kennispunt MBO Onderwijs & Examinering de conferentie ‘Ruimte in regels’. Op deze conferentie wordt ook de gelijknamige brochure gepre­senteerd. Meer informatie vind je op onderwijsenexaminering.nl/agenda.

Volop ruimte in de regels

Docenten laten tijdens een door

de BVMBO, de MBO Raad en OCW

georganiseerde sessie op ludieke

wijze weten waar hun vragen en

onduidelijkheden zitten.

‘Er is heel veel toegestaan, als je maar kunt aantonen dat je in control bent’

‘Onderwijstijd staat onwrik-baar in de top 3 van meest aangeroerde thema’s’

Page 5: de MBO·krant · Pagina 3 Blik op de toekomst Pagina 4 Wet- en regelgeving Pagina 10 Ambassadeur Pagina 11 BVMBO de MBO·krant september 2018 ... het een goed idee zijn als het mbo

september 2018

Jos van Zwieten werkt als beleidsadviseur strategie & onderwijs bij WorldSkills Netherlands. Samen met docenten en beleidsmensen uit vo en mbo zocht hij naar mogelijkheden om vakwedstrijden meer te veran-keren in het onderwijs. Het resultaat: een rapport vol tips en tricks.

‘Vakwedstrijden leveren ongelofelijk veel energie, erkenning en waardering op voor vakmanschap en beroepsonderwijs’, brandt Jos los. ‘Onderzoek laat zien dat het studen-ten veel positiefs brengt voor wat betreft onderwijservaring en hun carrière. Maar er zijn barrières om dit instrument een vaste plek in het curriculum te geven. Docenten ervaren vakwedstrijden vaak als iets ernaast. Ze zien de wedstrijden als een extra element en een belasting. Sommige docenten ervaren vakwedstrijden als een te knellend format. Al die ervaringen vormden aanleiding om te kijken welke meerwaarde vakwedstrijden voor het onderwijs hebben. Want hoewel er meer opleidingen aan wedstrijden meedoen, staan ze vaak nog te los van het dagelijkse onderwijs. We hebben naar handvatten ge-zocht om ze beter daarin te verankeren.’

Aanstekelijk onderwijsResultaat van die zoektocht is het rapport Aanstekelijk Onderwijs. Daarin staan tips en tricks om vakwedstrijden in te bedden in het reguliere onderwijs. ‘Een wedstrijd is niets extra’s’, benadrukt Jos. ‘De opdrachten zijn gelieerd aan de kwalificatiedossiers van het mbo. Docenten krijgen met de wedstrijdop-drachten juist een mogelijkheid om prak-tisch vorm te geven aan de soms abstracte eisen uit die kwalificatiedossiers. Studenten krijgen zo een beter beeld van wat ze moeten kennen en kunnen. In wedstrijdverband leren ze samen te werken, en flexibel en stressbestendig te zijn.’

Aanstekelijk Onderwijs biedt aanknopings-punten om de positieve wedstrijdervarin-gen een reguliere plek te geven. ‘Dat begint eenvoudig door wedstrijden op te nemen in de onderwijsplanning. Hierdoor maken vakwedstrijden letterlijk deel uit van het onderwijsprogramma’, legt Jos uit. ‘Wed-strijdopdrachten kunnen ook goed gebruikt worden als praktijkopdracht, een proeve van bekwaamheid of een onderdeel van (de voorbereiding op) het examen. Het registra-

tiesysteem van de wedstrijden is inmiddels een databank van opdrachten. Die databank is openbaar. Daar kunnen docenten vrijelijk uit putten.’

Deelnemers, zowel docenten als studen-ten, blijken de beste ambassadeurs van de vakwedstrijden. ‘Ik was laatst bij het Albeda College waar deelnemers betoogden dat hun school meer met wedstrijden moet doen. Het Beauty College van ROC Midden Nederland neemt alle activiteiten op in de onderwijsplanning. Dat model proberen ze uit te rollen over meer van hun colleges. Het Deltion College en ROC Friese Poort maken eenzelfde ontwikkeling door. Bij al die scho-len stijgt het aantal opleidingen dat meedoet aan wedstrijden. Dat is vaak een katalysator voor inbedding in het reguliere onderwijs. Deelnemende studenten zijn enthousiast; begeleidende docenten organiseren bijvoor-beeld wedstrijden in de klas.’

Nieuwe dimensie‘Wat ik al zei: het kost niets extra’s, zeker niet als je alle activiteiten inbedt in het onder-wijsprogramma en meeneemt in lesbrieven’, vervolgt Jos. ‘Daarnaast geven wedstrijdop-drachten juist houvast. Ze leveren een extra invulling op voor het dagelijkse onderwijs en de kwalificatie-eisen die we aan studen-ten stellen. En het is een handig middel om het bedrijfsleven te betrekken en samen opdrachten te ontwikkelen. Dat gebeurt in de Skills Heroes competitie al, maar je kunt het ook in de vorm van challenges doen. Als je zo met vakmanschap en onderwijs bezig bent, voeg je als docent een nieuwe dimensie toe. Je kunt veel gerichter aan de slag met je onderwijs. Een beetje competitie maakt het onderwijs ook gewoon leuker. Om te geven én om te krijgen.’ ‘Aanstekelijk onderwijs’ kun je downloaden via: http://worldskillsnetherlands.nl/producten/

Mike Beskers was tot de zomer student aan het Graafschap College. Dit schooljaar gaat hij aan de slag aan de HAN in Arnhem. Maar niet voordat hij hoopt te schitteren in Boedapest. Van 26 tot en met 28 september doet Mike daar mee aan EuroSkills. In de categorie ‘Webdeveloper’ wil hij de beste ‘vakman van Europa worden’. De MBO•krant sprak hem over zijn voorberei-ding die hem onder meer in China bracht.

De reis naar China was een hele ervaring voor Mike. Niet alleen was hij voor het eerst in Azië, hij had ook nog nooit gevlogen. Dan is een reis naar Jining in de provincie Shandong een flinke cultuurshock. ‘Niet dat ik veel van het land heb gezien’, vertelt Mike. ‘Ze haalden me iedere dag bij het hotel op en aan het eind van de dag zetten ze me weer af. In de weekenden hebben we een aantal uitstapjes gemaakt. On-der meer naar de in het Taoïsme heilige berg Taishan. Maar voor de rest gaf ik vooral les.’

Tolken Hoe komt een jongen uit de Achterhoek in China terecht om les te geven? Mike vertelt: ‘Mijn coach Wouter Niekus zag op LinkedIn een uitnodiging om les te geven in China om de studenten daar voor te bereiden op de WorldSkills-competitie in China. Hij wilde daar wel op ingaan, maar alleen als hij mij mee mocht nemen.’ In China gaf Mike les aan stu-denten webdevelopment. Dat was nog een hele tour. ‘De studenten spraken nauwelijks Engels. In webdevelopment is Engels de voertaal, dus dat was best wel lastig. Wouter heeft van tevoren de lessen laten vertalen in het Chinees en we hadden twee tolken om te zorgen dat we elkaar begrepen. Uiteindelijk lukte dat heel aardig. Ik heb er veel van geleerd. Misschien wil ik dit ook vaker doen. Maar dat is voor later.’

EuroSkillsVoorlopig heeft Mike andere prioriteiten. Op het moment van het interview traint hij hard voor de finale van EuroSkills in Boedapest. Mike: ‘Ik weet niet precies wat ik daarvan moet verwachten. Ik ken mijn tegenstanders niet en heb geen idee hoe goed die zijn. De opdrachten zijn ook pas een dag van tevoren bekend. Ik weet dus niet precies wat ik moet

doen.’ Hij heeft wel een idee: ‘Het begint met een webdesign-opdracht waarin je een site moet maken op basis van afbeeldingen. De tweede dag krijg je een lastigere opdracht. Je moet dan bijvoorbeeld een webapplicatie maken en die koppelen aan een database. Het eindigt de derde dag met een opdracht die om snelheid draait. In twee uur moet je dan een template in het bekende CMS Wordpress in elkaar zetten.’

GroeiMike raadt andere studenten aan om ook mee te doen met Skills Heroes, de Nederlandse kampioenschappen. ‘Ik groei er enorm door. Als ik kijk naar opdrachten die ik vorig jaar deed, dan vind ik die eigenlijk niet heel goed. Doordat het tijdens de wedstrijden snel moet, leer je wel heel gefocust te werken. Dat is zo anders dan de opdrachten die ik op school kreeg. Daar heb je soms tien weken de tijd voor iets wat in zo’n wedstrijd binnen een paar uur af moet.’

Mike ziet sowieso de meerwaarde van de wedstrijden. ‘Zoals ik al zei: ik leer er superveel van. Maar ik vind het ook hartstikke leuk. EuroSkills begint en eindigt met een heuse ceremonie. Dat benadrukt dat het om echte wedstrijden gaat. Ik vertegenwoordig Neder-land in de vorm van TeamNL, samen met 30 andere deelnemers uit verschillende beroepen. Dat is een mooie eer en maakt dat ik extra graag wil winnen.’ Misschien hangt zijn por-tret dan ook in de gangen van het Graafschap College. Mike heeft namelijk nog wel een tip voor scholen om de wedstrijden te promoten. ‘Het Deltion College heeft een wall of fame waar alle winnaars van de skills-wedstrijden hangen. Dat kan een mooie motivatie zijn voor andere studenten om mee te doen.’

‘Zo maak je onderwijs leuker’

Van Jining via Boedapest naarArnhem

Vakwedstrijden 5

Page 6: de MBO·krant · Pagina 3 Blik op de toekomst Pagina 4 Wet- en regelgeving Pagina 10 Ambassadeur Pagina 11 BVMBO de MBO·krant september 2018 ... het een goed idee zijn als het mbo

de MBO·krant6 Burgerschap

DroomIk hoor het van meerdere collega’s: het nieuwe schooljaar begint, je bent uitgerust, genoeg opgeladen om opnieuw te beginnen, sterker nog: je hebt zelfs zin om aan het nieuwe schooljaar te beginnen. Maar toch… de nacht van tevoren kun je de slaap niet vatten, je schrikt regelmatig wakker, en eenmaal in de aula om de openingsspeech van je directie aan te horen kun je maar één ding denken: ‘ik ben nu al moe’. Tip: kijk om je heen, kijk verder dan de gebruinde koppen en je zult zien dat je niet de enige bent.

Dit schooljaar bevond ik me aan het begin ineens in een hele onrustige droom. Mijn roc voelde ineens heel onwennig aan, ik moest mijn weg zien te vinden in een gebouw dat heel vreemd aanvoelde. Ik schonk mezelf een koffie in en plots was ik omringd door 42 mbo-studenten. En waar normaal gesproken die studenten nog met hun gedachten op Sunny Beach of Chersonissos zitten, al dan niet met vakantie-vriendje of -vriendinnetje, waren deze studenten al helemaal bij de les. Sterker nog, alle 42 verwachtten nogal wat van mij en waren druk doende om een zo goed mogelijke indruk op mij te maken. Maar daar was ik nog helemaal niet klaar voor. Op alle doelgerichte vragen van deze excellente studenten haperde ik in mijn antwoorden. Het was tijd om badend in het zweet wakker te

worden, maar we gingen nog even door.

Kennelijk was ‘trots’ het dieperlig-gende thema van mijn droom, want voor ik het wist bevond ik mij in een praktijklokaal met alle 42 studenten, waar zij veren staken in de staart van een pauw. Natuurlijk keken ze allemaal met een schuin oog naar mij om te kijken of ik wel zag hoe goed zij dat deden. Ze werden zelfs aangevuurd door een Bekende Nederlander… waar haalde ik die ineens vandaan in mijn droom? Als een mol moet die in mijn diepere bewustzijn hebben gezeten, om zichzelf nu naar boven te graven. En intussen groeiden de staarten bij de pauwen en pingde mijn mobiel om de haverklap met LinkedIn-verzoe-ken vanuit deze groep overgemoti-veerde studenten.

Ik heb wel eens gedroomd dat ik naakt voor een schoolklas stond, maar dat is een peulenschil bij wat me nu te wachten stond: ik moest deze studenten stuk voor stuk gaan beoordelen. Maar hoe dan? Het leek wel of de crème de la crème van alle roc’s op één plek was neergestreken en voor mijn neus was neergezet. En nu brak het angstzweet me wel uit, raakte ik in paniek, kwam ik in ademnood, en schrok ik eindelijk wak-…Nee. Ineens bevond ik me te mid-den van driedelig grijs en mantelpak

aan een statafel. Nog voordat ik aan mijn spaatje rood kon begin-nen keek ik links en zag ik… hem. De koning. Wat deed hij ineens hier? ‘M-m-Majesteit’, kon ik nog net uitbrengen. ‘Leraar van het jaar, waarom is hier en daar het imago van het mbo nog zo slecht?’, vroeg hij me. Ik wilde hem vertel-len dat het mbo volgens mij op dit moment de wind mee heeft, dat ik net 42 fantastische studenten had ontmoet, ik wilde hem vragen of hij zijn dochters dan naar het mbo zou willen laten gaan… maar ik verviel in nietszeggend gebrabbel en knikte naar mijn andere tafelgenoten. Zij moesten dit maar oplossen. Wat moet een mbo-docent met de koning?

In een lucide fase van mijn droom kwam ik tot mijzelf in de auto naar huis, mijmerend over hoe mooi het zou zijn om hiermee een school-jaar te openen: op een roc ergens in Nederland, met studenten en genodigden, en gewoon keihard de koning erbij uitnodigen. Misschien onhaalbaar, maar ik zal het idee ergens neerleggen.

Ik wens iedereen een heel fijn en inspirerend schooljaar toe.

Conrad BerghoefCoördinerend docent ROC Friese Poort en MBO­docent van het jaar 2017/2018

Het is het derde jaar op rij dat het Netwerk burgerschap mbo een lan-delijke studiedag organiseert voor docenten en beleidsmedewerkers in mbo-scholen die zich bezighouden met burgerschap. Elke editie heeft een eigen thema. Dit jaar is dat ‘stu-dentenparticipatie’, een thema dat kleur geeft aan het programma (zie het kader voor enkele highlights). Zo staan op 12 oktober diverse werksessies op het pro-gramma die (deels) door studenten gegeven worden. Studenten van

het Cibap organi-seren bijvoorbeeld een visuele dialoog en is er in de middag een debat tussen docenten en studenten over het nut van burgerschap.

Met collega’s en studentenHet moge duidelijk zijn: op diverse manieren onderstreept de studiedag dat je als docent burgerschap niet alles zelf hoeft te bedenken of uit te voeren. Je kunt samenwerken met collega’s om burgerschap te

verbinden met het beroep waar-voor je studenten opleidt. En met diezelfde studenten kun je eveneens samenwerken. Wat willen zij leren? Wat houdt hen bezig? Waar willen ze graag meer over weten?

Betere aansluitingOp 12 oktober krijg je allerlei handvatten aangereikt om je lessen (nog) beter aan te laten sluiten bij je

studenten en krijg je antwoord op vragen als ‘Wat kun je doen

om je studenten (nog) meer bij burgerschap te betrekken?’, ‘Hoe geef

je hen een stem, in de klas en in de school?’ en

‘Wat motiveert studenten (en hoe kom je daar achter)?’.

In twee rondes met werksessies en lezingen van scholen en organisaties als de Anne Frank Stichting en Co-mité 4 en 5 mei, krijg je hiervoor de nodige informatie en inspiratie.

Verder vind je interessante voor-beelden voor je lessen burgerschap op de informatiemarkt.

Landelijke studie-dag ‘Burgerschap doe je samen’Vrijdag 12 oktober organiseert het Netwerk burgerschap mbo in stadion Galgenwaard een landelijke studiedag voor mbo-docenten en beleidsmedewerkers. Het centrale thema is ‘studentenparticipatie’. Burgerschap doe je immers sa-men.

Colofon

De MBO•krant is een uitgave van de Stichting Media Beroepsonderwijs. Deze uitgave is bedoeld voor docenten en an-dere onderwijsprofessionals in het mbo.

CONCEPT: Ravestein & Zwart (R&Z)VORMGEVING: Lauwers-CREDACTIE: Rutger Zwart (hoofdre-dacteur), Twan Stemkens (TST Com-municatie), Pieter van Megen en Olaf van Tilburg (R&Z).

TEKST: Ravestein & Zwart, Rutger Zwart, Bas van de Haterd (3), Conrad Berghoef (6), Coleta van Buren (7), Die-derick de Vries (9) en Rob Schrijver (11). BEELD: MBO Raad (1, 6) en World-Skills Netherlands (3, 5, 8). Verder danken we het Netwerk Burgerschap, Stichting Ieder mbo een practoraat en Dit is mbo voor het beeldmateriaal.

DRUK: BDU, BarneveldOPLAGE: 16.500

Proefabonnement? Mail naar [email protected]. Dan krijg je voor 10 euro drie nummers!

www.dembokrant.nl www.mbo-today.nl

Enkele highlights • De opening is in handen van Ton

Heerts (voorzitter MBO Raad) en (o.v.) staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS).

• Bram Eidhof, actieonderzoeker bij het Instituut voor Publieke Waarden en oprichter van Schoolstrijd, zal in zijn keynote reflecteren op wat goed burger-schapsonderwijs is en hoe je daar studenten bij kunt betrekken.

• Studenten van het Friesland College nemen je in hun werk-sessie mee in hun ervaringen met burgerschapsonderwijs. Wat vinden zij belangrijk om te leren? Wat heeft indruk op hen gemaakt? Wat kun jij van hén leren?

• Speciaal voor ‘Burgerschap doe je samen’ geven de peer educa-tors van Amnesty Internatio-nal een ‘docenten’-versie van de

voor mbo-studenten bedoelde workshop ‘Een kwestie van Kleur?’. Deze maatschappelijk betrokken jongeren gaan aan de hand van opdrachten, film en debat in op mensenrechten, discriminatie en etnisch profi-leren door de politie. Je leert vaardigheden te ontwikkelen om schendingen hiervan te herken-nen en om deze te benoemen.

• In de lezing ‘Betrek de student bij het onderwijs’ vertelt Marjolein de Jong (Young Inspiration) over eigenaarschap, motivatie en betrokkenheid – essentiële aspecten voor het slagen van studentparticipatie. Je leert bij deze sessie een palet aan vormen van participatie kennen en wordt uitgedaagd om door de ogen van de mbo’er naar studentparti-cipatie te kijken.

Meer weten?De kosten voor deelname aan de landelijke studiedag bedragen 99 euro. Locatie is Stadion Galgenwaard (Utrecht).

Kijk voor meer informatie en inschrijven op www.burgerschapmbo.nl.

Page 7: de MBO·krant · Pagina 3 Blik op de toekomst Pagina 4 Wet- en regelgeving Pagina 10 Ambassadeur Pagina 11 BVMBO de MBO·krant september 2018 ... het een goed idee zijn als het mbo

september 2018 practoraten 7

Spagaat

Nauwelijks bekomen van deze warme zomer, fysiek uitgerust en, naar ik dacht en hoopte, in een weldadig geestelijk evenwicht bevinden mijn gedachten zich alweer in een ‘spagaat’ nu de focus terugkeert op het mbo en het nieuwe schooljaar. ‘Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt’, om met J.W. von Goethe te spreken. Want met dit citaat is de gemoedsrust wellicht het beste te duiden. ‘Hoe dat zo?’, zult u denken. Welaan, dat is eenvoudig te verklaren door te verwijzen naar drie momenten van publiciteit rond het mbo.

Moment #1Allereerst de opening van het mbo­jaar in Tilburg door koning Willem Alexander. Ton Heerts, voorzitter MBO Raad en door deze stunt werkelijk het ‘Heertje’: ‘We zijn geweldig trots dat onze koning dit wil doen. Dit is een fantastische opsteker voor onze studenten.’ Terecht en, mede door het verslag in onder andere het NOS Journaal en RTL Nieuws, reden tot grote vreugde en trots. Eindelijk gerechtigheid, het koninklijk keurmerk en – meer dan dat – de welgemeende woorden van de koning over de onmisbaarheid van de mbo’ers in deze maatschappij.

Moment #2Mbo­studenten zijn van groot belang voor het halen van de zeventien global goals van de Verenigde Naties. Dat betoogde Diederik Samsom 30 augustus op het Friesland College. En sprekend tot de aanwezige me­dewerkers van het Friesland College: ‘U bent cruciaal voor het halen van de VN­doelen. Jullie moeten de mensen opleiden die de wereld beter maken. Dus gooi de schroom van u af en wees trots op het mbo.’

Moment #3De publicatie van het nieuwste boek van Yuval Noah Harari: ‘21 lessen voor de 21ste eeuw.’ In zijn meest zwartgallige scenario’s voorspelt hij niet veel goeds als het gaat om degenen die nu veelal opgeleid worden in het mbo. Veel beroepen verdwijnen, werknemers worden in de toekomst niet zozeer uitgebuit als wel overbodig gemaakt omdat Robots, Artificial Intelligence en Algo­ritmen veel taken overnemen. ‘Tegen uitbuiting kun je je verzetten’ stelt hij, maar tegen ‘overbodigheid’ wordt dat lastiger.

U kunt zich voorstellen dat dit laatste moment de nei­ging versterkt om ‘zum Tode betrübt’ te zijn. Gelukkig blijft de stand, de voorgaande momenten overziende, 2­1. Bovendien laat Diederik Samsom de balans weer verder de goede kant opslaan. Hij zag immers eerder ‘een tweedeling tussen laag­ en hoogopgeleiden ontstaan en was wanhopig over de vraag of het middenveld wel aan het werk zou komen.’ Maar dat pessimisme is bij hem nu helemaal weg: ‘Ik ben zelden zo optimistisch geweest over de snelheid waarmee veranderingen nu gepaard gaan. Het gaat veel harder dan u denkt. De opleving van de duurzame maakindustrie biedt werk aan iedereen. Ik zie opeens de terugkeer van de eerzame beroepsbevolking.’

Ik kan u nu dus weer met een gerust hart een heel con­structief en zinvol schooljaar toewensen!

Coleta van Buuren

Ter gelegenheid van de 50ste (!) MBO-krant, blikt Coleta

op mbo-today.nl terug op de afgelopen tien jaar.

✒‘Een practoraat is geen Haarlemmerolie’Vanaf de volgende editie van de MBO-krant ziet een nieuwe reeks het publicitaire levenslicht. In die fonkelnieuwe rubriek stellen we steeds vijf vragen aan een practor of docent die verbonden is aan een practoraat. Ter intro-ductie spraken we met Jorick Scheerens, coördinator van de Stichting Ieder mbo een practo-raat.

Het verhaal van practoraten begint in 2012. Jorick: ‘Het Mediacollege Amster-dam, waar ik toen docent was, wilde onderzoeken hoe sociale media een rol in het onderwijs kunnen spelen. Het inmiddels ter ziele gegane Platform Beroepsonderwijs zag hier wel wat in. Zo werden wij het laatste project dat het platform honoreerde. Omdat ons project vooral op onderzoek geënt was, kwamen we er al snel op uit dat we zoiets als het uit het hbo afkomstige lectoraat nodig hadden. Om de praktische benadering te benadrukken hebben we toen, met een knipoog, gezegd: we noemen het een practoraat. Pas toen in 2015 de stichting het leven zag, zijn we het idee van een practoraat nader gaan omschrijven.’ De rest is geschiedenis. Inmiddels zijn er zo’n dertig practoraten, is zowel de term als het fenomeen redelijk ingeburgerd en heeft Jorick er een dagtaak aan om alle werkzaamheden van de stichting te coördineren.

Niet ieder mbo een practoraatHoewel de naam van de stichting anders doet vermoeden, heeft ze niet tot doel om zoveel mogelijk practoraten het licht te laten zien. ‘We gunnen iedere mbo-school een practoraat, zo moet je het zien’, vertelt Jorick. ‘Maar het is absoluut geen dwin-gende gedachte. Sterker nog: wij voeren wel eens gesprekken met scholen en opleidingen waarbij we hen laten weten dat een practoraat niet de oplossing is voor het bestaande probleem. We zijn geen Haarlemmerolie’, benadrukt Jorick. Als een opleiding te kampen heeft met een gebrek aan waardering, een negatief imago of een krimpend aantal leerlingen, dan is een practoraat geen oplossing. ‘Als stichting willen we vooral een sterk net-werk van practoraten. Daarnaast toetsen we nu de kwaliteit van de practoraten en proberen we een podium voor ze te bieden.’

Antwoord op een behoefteWanneer kan een practoraat dan wel iets zijn voor een opleiding? Jorick: ‘Een practoraat moet aansluiten op een behoefte en een antwoord bieden op een concrete vraag, vanuit de opleiding en vanuit het bedrijfsleven. Dan moet je met name denken aan een sterk op innovatie gerichte sector. Of sectoren die te maken hebben met andere vragen vanuit de markt, zoals de zorgsector. Daar is een grote vraag naar practoraten. Er spelen in deze sector veel zaken als e-health, zorg op afstand en mantelzorg. Bedrijven kun-nen vaak niet in hun eentje hierop een antwoord bieden. Ze zijn bijvoorbeeld

ook afhankelijk van de opleidingen die zorgprofessionals opleiden.’

Succesfactoren‘Onze stichting schrijft geen richtlijnen of kaders voor practoraten’, geeft Jorick aan. ‘Maar er zijn zeker succesfactoren te onderscheiden. Onderzoek is een belang-rijke factor. Dit onderwerp was binnen het mbo altijd ondergesneeuwd. Practo-raten geven een goede invulling aan wat onderzoek in het mbo kan en misschien wel zou moeten zijn. Kennis delen is ook belangrijk. En de laatste maar zeker niet minste succesfactor is samenwerking. Het opzoeken van partners in het vmbo, hbo en zeker ook het bedrijfsleven is zeer bepalend voor het uiteindelijke succes.’

BewegingIn september verschijnt een tussenrap-port. Daarin staat de stand van zaken rondom de practoraten opgesomd en uitgewerkt. De stichting krijgt geld van het ministerie van OCW. En met dat geld komt verantwoording. In deze rappor-tage, getiteld ‘Beweging krijgt richting’, staat een opsomming wat er allemaal gebeurt rondom de practoraten. En dat is een heleboel. De titel dekt voor Jorick de lading. ‘Ik zie de practoraten echt als een beweging. Wij bepalen als stichting niet welke kant het uit gaat. We laten dat vooral aan de practoraten.’

Op 12 december organiseert de stichting voor de derde keer de Practoratendag. Meer informatie: www.practoraten.nl.

Page 8: de MBO·krant · Pagina 3 Blik op de toekomst Pagina 4 Wet- en regelgeving Pagina 10 Ambassadeur Pagina 11 BVMBO de MBO·krant september 2018 ... het een goed idee zijn als het mbo

de MBO·krant8 Keuzedelen

Duits in de beroepscontext

kwamen uit bij het Goethe Institut dat zich wereldwijd inzet voor de Duitse taal en cultuur. Het instituut heeft examens waarbij ze lezen en luisteren toetsen op Europese taal-niveaus (ERK-profielen A1 t/m C2). Iedereen verklaarde ons voor gek, maar wij zijn toch naar München gegaan. Vier dagen later was vrijwel alles geregeld.’

Ontzorgen‘Om met het instituut samen te werken moet je een stichting zijn’, vertelt Paul. ‘Daarom hebben we de Stichting Duits in de beroepscontext opgericht. Die legt de examens voor aan het Goethe Institut. Roc’s die de examens willen gebruiken moeten zich bij de stichting aansluiten. Nu zijn dat er veertien. De lees- en luisterexamens zijn online waardoor studenten vrijwel direct de uitslag krijgen. De spreek- en schrijfexa-mens nemen de docenten van de school zelf af, de stichting levert ook die examens. Docenten moeten een training volgen, zodat ze weten hoe ze moeten beoordelen. Ook die trainingen verzorgt de stichting. We ontzorgen door docenten te trainen, meerdere examens te ontwikkelen en het certificaat voor geslaagde studenten te leveren.’

Er zijn al meer dan 1.000 keu-zedelen waarmee mbo’ers hun kennis en vaardighe-den kunnen verbreden en verdiepen en zo nog aan-trekkelijker worden voor de arbeidsmarkt. En de keuze wordt al maar ruimer. In deze rubriek staat steeds een recent ontwikkeld keu-zedeel centraal. Met in deze aflevering: het keuzedeel Duits in de beroepscontext.

Sinds 2014 is Duits voor veel opleidingen geen vereiste meer in het curriculum. Al in de aanloop daarnaartoe luidden verschillende par-

tijen de noodklok. Ze waren bang dat de kennis van Duits zou dalen. De lerende Euregio, een samenwer-kingsverband van onderwijsinstel-lingen en overheden aan weerszijden van de grens, ging ermee aan de slag. Een werkgroep met daarin onder meer een aantal docenten Duits zag het leven. Die ontwikkelde keuzede-len op niveau A2 en B1 met de na-druk op Duits in de beroepscontext.

Duits in contextPaul Marcelis, projectleider van het keuzedeel Duits, vertelt: ‘Voor mijn tijd is besloten dat het moest gaan om Duits in de beroepscontext. We kozen voor sectoren waarin Duits een grote rol speelt en daar maakten we examens voor.’ Het doel is niet om studenten klaar te stomen voor de Duitse arbeidsmarkt. Paul: ‘Wij

willen dat studenten kunnen com-municeren met klanten, opdracht-gevers en collega’s uit het buurland. Natuurlijk vergroten studenten ook hun kans op werk over de grens, maar dat is niet ons hoofddoel.’

Omdat het een fikse klus is om per keuzedeel meerdere examens te ont-wikkelen – minimaal drie vanwege mogelijke ziekte of herexamen van de student – koos de werkgroep voor acht sectoren: economie/dienstverlening, horeca/toerisme, logistiek, marketing, secretarieel, sport/bewegen, techniek en zorg/welzijn. ‘Dat kunnen er meer worden’, geeft Paul aan. ‘Maar we maken alleen specifieke examens bij een grote vraag. Ik kreeg laatst een aanvraag voor een examen hair- design/make-up. Daar hebben we geen beroepsgericht examen voor, maar wel een generiek examen.’

GoetheHiermee was de kous niet af. Paul: ‘We wilden een duidelijke meer-waarde van het keuzedeel, voor studenten en voor werkgevers. Een afrondend standaardexamen en diploma van betekenis drukken die meerwaarde uit. Cambridge Engels zagen en zien we als inspiratie. Wij

Lambert Teerling, adviseur van de lerende Euregio: ‘Rond 2012 werd duidelijk dat het vak Duits in het mbo steeds minder werd aangeboden. Toen nam een aantal mensen (onder wie ikzelf) het initiatief om te onderzoeken hoe ernstig de situatie was. Ze onder namen actie om onder de aandacht te brengen hoe belangrijk Duits is voor vakmensen. Duitsland is immers onze belangrijke handelspartner. In 2013 werden vervolgens keuzedelen op niveau A2 en B1 ontwikkeld. Die bleken een goede strategie om Duits weer een belangrijke positie te geven in het mbo. Door Duits in de beroepscontext aan te bieden is voor de student bovendien inzichtelijk waarom de beheersing van Duits belangrijk is voor het beroep.’

Wim van de Put, docent Duits aan het Alfa-college: ‘Het Alfa-college Hoogeveen was vanaf het begin betrokken bij de ontwik-keling van dit keuzedeel Duits. De studenten gaven aan dat het examen mooi aansloot op hun stage en de ervaringen die ze daar in een beroeps-omgeving hebben opgedaan. Ik raad aan om de studenten gericht te trainen, zodat ze weten hoe de examens eruit zien. Dit kan ook omdat een modelexamen vrijgegeven en beschikbaar is.’

Nieuwe keuzedelen in the spotlight

#3

CertificaatOp het certificaat staat op welk niveau de student de (deel)examens aflegde. Dat is echt een certificaat dat wat voorstelt. Zowel qua uiterlijk – het ziet er uit als een officieel diploma – als qua status. Op het certificaat staat namelijk naast het logo van de stichting ook dat van het Goethe Institut zelf. ‘Dat was ook de bedoeling: we wilden een di-ploma dat ook voor werkgevers iets betekent, precies zoals geldt voor Cambridge Engels. We verwachten dat we met de keuzedelen Duits uiteindelijk dezelfde kant op gaan: het Goethe Institut garandeert die kwaliteitsstandaard. Ik denk dat ook andere keuzedelen moeten kijken naar standaardisatie. Uiteindelijk heeft een student daar ook meer aan: dat zijn toekomstige werkgever precies kan zien wat hij gedaan heeft en wat daarvan het niveau was.’

Paul is trots op wat de stichting bereikt heeft. Trots dat het gelukt is om het gerenommeerde Goethe Institut te verbinden aan het keuze-

deel en trots dat het initiatief vanuit docenten kwam. ‘Een ander winst-punt is dat docenten Duits elkaar beter weten te vinden’, vertelt Paul. ‘Docenten Duits, verbonden aan een beroepsopleiding, zijn vaak eenlin-gen. Nu komen ze meer met elkaar in contact waardoor ze van elkaar leren.’ Paul is ook heel blij met de reacties van de studenten. ‘Zij geven ons terug dat ze de meerwaarde van het diploma zien, dat ze er echt iets mee kunnen. Dat helpt de docenten Duits ook weer om het keuzedeel en Duits in het algemeen, onder de aandacht te brengen bij studenten.’ Ondanks het prille bestaan lijkt de aanpak te werken. ‘Nu al hebben zo’n vierhonderd studenten het examen afgelegd, terwijl we pas dit jaar begonnen zijn. We streven er uiteindelijk naar dat dit er vijfdui-zend op jaarbasis worden. Alles wijst erop dat dit gaat lukken.’

Meer informatie over het keuzedeel Duits in de beroepscontext is te vin­den op duitsmbo.nl.

Page 9: de MBO·krant · Pagina 3 Blik op de toekomst Pagina 4 Wet- en regelgeving Pagina 10 Ambassadeur Pagina 11 BVMBO de MBO·krant september 2018 ... het een goed idee zijn als het mbo

september 2018

Het gaat goed met het middelbaar beroepsonderwijs. De kwaliteit is op orde; studenten, mbo-profes-sionals en het bedrijfsleven zijn tevreden. En overal in het land zijn er ideeën om het onderwijs nog beter te maken. Alle reden dus om waardering te hebben voor en trots te zijn op het mbo. Dat mogen we, als vertegenwoordigers van deze dynamische sector, breed uitdra-gen, zowel landelijk als regionaal. Daarom vieren we op 19 november 2018 de Dag van het mbo.

Ruim 50.000 medewerkers op onze mbo-scholen bereiden dagelijks een half miljoen studenten voor op de arbeidsmarkt en de samenleving van morgen. Zij houden met hun talent en vakmanschap Nederland draai-end. Op de Dag van het mbo laat Nederland zien wat het beroepsonderwijs te bieden heeft. Dit doen we door de mensen die elke dag het mbo ‘maken’ samen te brengen om het middelbaar beroepsonderwijs te vieren: bestuurders, docenten/instructeurs en andere medewerkers binnen de scholen. De (lokale) overheid, politiek, beleidsmakers en wetge-vers. En natuurlijk onze studenten.

Breek de dag: eerst kennis en inspiratie… De Dag van het mbo is een festival voor het hoofd en het hart. ’s Ochtends en ’s middags kun je in het Apeldoornse Theater Orpheus TED-talkachtige presentaties volgen van ge-renommeerde sprekers uit de wetenschap en het bedrijfsleven, dan wel experts van het mi-nisterie van OCW of het onderwijs. Hun bij-dragen gaan over thema’s en ontwikkelingen die op dat moment het middelbaar beroeps-onderwijs kleuren. Daarnaast zijn er kleinere sessies waarin vakinhoudelijk deskundigen de diepte in gaan en een-op-een met je sparren over diverse thema’s en onderwerpen.

Zo kun je terecht bij vijf hotspots voor een Eerste Hulp bij Onderwijs. Ideaal als je een concrete vraag hebt. Verder zet OCW op een rij wat de stand van zaken is rond de uitvoering van de afspraken uit het Bestuurs-akkoord en de Kwaliteitsafspraken en kun

je met vertegenwoordigers van SBB praten over de arbeidsmarkt van de toekomst. Deze inhoudelijke onderdelen worden naast elkaar en met wisselende aanvangstijden gepro-grammeerd. Je kunt hierdoor je eigen pro-gramma samenstellen en je zo op verrassende wijze laten informeren en inspireren over alles wat het mbo zo krachtig en prachtig maakt.

… daarna het gala! Met een fraaie opbrengst aan nieuwe ideeën, pasklare antwoorden, bruikbare tools en inspiratie nog nazinderend in je hoofd, kun je je opmaken voor het daverende slotak-koord van de Dag van het mbo: het feestelijke gala waarin de Mbo-ambassadeur van het jaar gekozen wordt. Een ambassadeur is een mbo-student die naast zijn of haar studie een bijzondere prestatie heeft geleverd. Bovendien weet hij/zij de trots voor het beroepsonder-wijs op de maatschappij over te brengen. Elke deelnemende school heeft hiervoor een voor-verkiezing gehouden; sinds eind augustus strijden de winnaars om een ticket voor de ‘grande finale’ (op pagina 10 kun je er meer over lezen). De finalisten maken tijdens het gala uit wie gekroond wordt tot Landelijke Ambassadeur 2018. Als opmaat van deze apo-theose zijn er eerst de verkiezingen van Beste Praktijkopleider en Beste Leerbedrijf.

De Dag van het mbo is een initiatief van het ministerie van OCW, de MBO Raad, Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfs-leven (SBB) en de MBO Academie.

Meer weten over de Dag van het mbo? Ga dan naar www.dagvanhetmbo.nl.

Burgerschap 9

Vier de

Dag van het mbo

Conferentie Taal en Rekenen: van 1931 naar 2030

Halverwege de jaren negentig besloot de regering dat de bestaande 500 mbo­scholen maar moes­ten gaan samenwerken. Hierdoor ontstonden er uiteindelijk zo’n 50 roc’s. Voor de overheid overzichtelijker en gemakkelijker aan te sturen, maar was het voor de docenten en studenten wel zo’n verbetering?Onlangs ben ik met een paar collega’s aan een pilot ‘Leren op Maat’ (gepersonaliseerd leren) begonnen. Het doel is een tevreden student waar veel aandacht voor is, die zich verantwoordelijk en eigenaar voelt voor zijn eigen leerweg en die dat grotendeels individueel en naar eigen inzicht kan invullen. We kwamen er na wat onderzoek achter dat een aangepast lokaal een van de randvoorwaarden is. Een lokaal zonder bus­opstelling. Dat doen we namelijk al 150 jaar wel in ons onderwijs terwijl er in die 150 jaar toch best ‘iets’ veranderd is in onze maatschappij en bij de jeugd.

De aanvraag werd ingediend met een bestaand lokaal in gedachten welke ons met wat aanpas­singen geschikt leek. Toen kwamen de vragen. En de computers dan? Kan er geen andere les of collega in? Kan er geen klassikaal les meer gegeven worden? Etc. Etc. Verandering levert altijd vragen/weerstand op. De discussie werd gewonnen en we konden aan de slag.

We wilden nieuwe vloerbedekking, tafels er uit, bankjes er in, computers er uit (iedere student heeft een laptop), stroompalen weg, ander kleurtje hier en daar, statafels erbij, digiborden verplaatst en een groot scherm voor activiteiten. Met ons fanatieke clubje wilden we zelf de han­den wel even uit de mouwen steken. Maar ho! Zo werkt dat niet. De facilitaire afdeling moet dat goedkeuren en uitbesteden. Formulieren invullen dus. Via verschillende schakels loopt het vervolgens door de hele organisatie. Daarmee zouden we de nodige vertraging oplopen en uiteindelijk natuurlijk ook hogere kosten krijgen. Voor het aanvragen van nieuwe zaken zijn er jaarlijkse momenten en dat moment was na­tuurlijk net verstreken. Kortom, de bureaucratie leek verandering de nek om te draaien.

Nu zijn wij niet voor een gat te vangen en we zijn rebels aan de slag gegaan. We hebben de oude stoelen op de gang geschoven, kasten idem dito. Foto’s van de slechtste plekken in de vloer­bedekking naar de juiste persoon leverde snel een nieuwe op. We begonnen met het demonteren van de eerste stroompaal waarna de verant­woordelijke afdeling dat maar snel overnam uit veiligheidsoverwegingen. Zo waren er meer zaken die met enig aandringen en doortastend handelen toch verrassend sneller geregeld kon­den worden.We zijn er nog lang niet maar de eerste reacties van onze leerlingen zijn erg positief. En daar doen we het voor!

Kortom, ook al zijn roc’s zo traag en moeilijk wendbaar als logge containerschepen, met een beetje geestdrift en de juiste intenties is koersver­andering best haalbaar. Laat je niet afschrikken door bureaucratie, maar neem, net zoals we dat van de student graag willen, initiatief, verant­woordelijkheid en geef invulling naar eigen inzicht voor goed onderwijs.

Diederick de Vries, Oud-Leraar van het Jaar

Bureaucratie

COLUMN

In het mooie congrescentrum 1931 in ‘s Hertogenbosch organiseren de Steunpunten taal en rekenen vo en mbo een gezamenlijke conferentie gericht op toekomstbestendig taal- en rekenonderwijs. De conferentie vindt plaats op dinsdag 27 novem-ber 2018 van 9.30 – 17.00 uur.

Dit jaar gaat de conferentie zowel over rekenen als over Nederlands en Engels. De onderwerpen rond Nederlands en Engels hebben voornamelijk betrekking op het mbo. De onderwerpen rond rekenen hebben betrekking op zowel het mbo als het vo. De conferentie is bedoeld voor docenten, maar zeker ook interessant voor taal- en rekenco-ordinatoren, beleidsmedewerkers, managers, studiebegeleiders, zorgcoördinatoren.

OnderwerpenDe onderwerpen die centraal staan zijn: • Integratie van de generieke vakken in de

beroepsgerichte vakken en burgerschap;• Rekenbewust vakonderwijs;• Ontwikkeling van instellingsexamens/

schoolexamens;• Didactiek;• Taal en rekenen en studenten met een

beperking.

Ook de ontwikkelingen in het kader van cur-riculum.nu en de betekenis daarvan voor het taal- en rekenonderwijs in zowel vo als mbo maken deel uit van het programma. Zoals op alle conferenties van het Steunpunt zal er ook dit jaar weer een grote materialenmarkt zijn gedurende de hele dag.

Practoraal rekenontbijtVoorafgaand aan de conferentie vindt het practoraal rekenontbijt plaats. Dit jaar wordt

het rekenpractoraat actueel. Tijdens het ont-bijt zal de rekenpractor zijn practorale rede houden. Dit ontbijt vindt plaats van 8.30 uur tot 9.30 uur. Het ontbijt is gratis voor deelne-mers aan de conferentie. De conferentie en de practorale rede vinden plaats in Congrescen-trum 1931 in Den Bosch. De locatie is goed bereikbaar per openbaar vervoer en per auto.

Programma en aanmeldenOp moment dat deze krant verschijnt is het programma nog niet definitief. We zijn dan nog bezig een selectie te maken uit de ingediende workshops en of lezingen van docenten die hun taal- en/of rekenonderwijs toekomstbestendig hebben vormgegeven. Aanmelden kan vanaf begin oktober.

Meer informatie: zie steunpunttaalenrekenen­mbo.nl en steunpuntaalenrekenenvo.nl.

Page 10: de MBO·krant · Pagina 3 Blik op de toekomst Pagina 4 Wet- en regelgeving Pagina 10 Ambassadeur Pagina 11 BVMBO de MBO·krant september 2018 ... het een goed idee zijn als het mbo

de MBO·krant10 Verkiezing Landelijk Ambassadeur

Wanneer op 19 november een nieuwe Landelijk Ambassa-deur mbo gekroond wordt, betekent dit automatisch dat Sil de Weerd, de winnaar van vorig jaar, afstand neemt van deze eretitel. Hoe heeft hij zijn jaar als Ambassadeur ervaren?

Op maandagavond 19 november weten we wie zich een jaar lang Landelijk Ambassadeur 2018 mag noemen. De strijd is inmiddels in volle gang en te volgen in het YouTube-pro-gramma Mbo’ers pakken aan! In deze vierdelige reeks gaan 42 genomineerde studenten bij drie challenges de strijd met elkaar aan.

Interview Landelijk Ambassadeur mbo 2017 Sil de Weerd

‘Ik heb boven verwachting veel geleerd’

23 november 2017 zal voor altijd in het geheugen van Sil de Weerd gegrift zijn. Op de avond van deze herfstige donderdag werd de toen-malige student Voeding & Voor-lichting aan het Clusius College,

Nieuwe opzet met vakjury

Wie wordt de Landelijke Ambassadeur 2018?

kreeg Sil vervolgens van minister Van Engelshoven een belangrijke opdracht mee: ‘Ik hoop dat Sil zich on-Nederlands gaat gedragen. Door voluit de kracht van het mbo uit te dragen, kan hij andere mensen inspireren.’

Ontmoeting met de koningTerugkijkend op de voorbije maan-den kan gesteld worden dat Sil deze opdracht met verve heeft vervuld.

Mbo-scholen in Nederland heb-ben in de laatste maanden van het schooljaar 2017 – 2018 elk een student uitgekozen die mee doet aan de Landelijke Ambassadeursverkie-zing van Dit is mbo. Ambassadeurs zijn studenten aan het middelbaar beroepsonderwijs die zich op school, tijdens hun stage of op een andere manier tijdens hun opleiding hebben onderscheiden. Dit jaar doen 42 ambassadeurs mee, elk met een eigen bijzonder verhaal. Zo geeft Mo Amouri (ambassadeur van het Arcus College) naast zijn opleiding Nederlandse les aan vluchtelingen uit diverse landen. Hij is zelfs sinds 2,5 jaar in Nederland. Daniël Nies-sen (ambassadeur Koning Willem I College) heeft onlangs nog een fotoproject over homorechten in

Hij mocht overal opduiken als boeg-beeld van het middelbaar beroeps-onderwijs. ‘Dit jaar is echt geweldig geweest’, vertelt hij glunderend. ‘Ik heb onwijs veel gave dingen mogen doen. Zo mocht ik bij een gesprek over de aansluiting van het mbo op de arbeidsmarkt aanschuiven bij minister-president Rutte en minister Van Engelshoven. Bij het allereer-ste tafelgesprek van het Nationaal Preventie Akkoord heb ik gesproken met staatssecretaris Blokhuis. En onlangs, tijdens de opening van het mbo-schooljaar, heb ik zelfs onze koning ontmoet! Verder heb ik op allerlei manieren de kans gekregen om me te ontwikkelen. De titel heeft mij veel kennis en ervaring over netwerken, voor groepen spreken, omgang met de media en dergelijke gebracht. Ik heb boven verwachting veel geleerd. Het was ook echt een eer dat ik steeds een stem namens het mbo mocht zijn.’

Droom achternaTussen alle ontmoetingen en leermomenten door, heeft Sil toch de kans gezien om zijn opleiding Voeding & Voorlichting af te ron-den. Een volgende uitdaging liet niet lang op zich wachten. ‘Ik ben nu druk bezig met het opstarten van mijn eigen onderneming, Beter (W)eten genaamd. Ik wil presentaties, workshops en trainingen gaan geven over gezonde en duurzame voeding, zodat mensen betere keuzes kunnen maken in hun dagelijks leven. In het kader daarvan bied ik ook zogeheten

Oekraïne gehad. Eerder liet hij met zijn foto’s zien welke levens zich afspelen in een flat in een achter-standsbuurt in Zeist. Hij wil met zijn foto’s drempels wegnemen.

Nieuwe opzetDe verkiezing wijkt dit jaar af van eerdere edities. We nemen afscheid van het stemmechanisme – waarbij elke deelnemer campagne voert om zoveel mogelijk stemmen te krijgen – en verwelkomen een professionele vakjury. Deze jury beoordeelt de ambassadeurs bij drie challenges, waarin vaardigheden gebaseerd op de 21st century skills centraal staan. De juryleden kijken onder andere naar de vakkundigheid, het oplos-send vermogen, de maatschappelijke betrokkenheid en de communica-

Beter (W)eten voedingsschema’s op maat aan. Je kunt dus gerust stellen dat ik nu echt mijn droom achterna ga!’

Nieuwe verkiezingGelukkig heeft Sil nog wel tijd om een rol te spelen bij de verkiezing van de Landelijk Ambassadeur 2018. ‘Ik ben een van de juryleden’, laat hij weten. ‘Best spannend, zeker omdat de verkiezing dit jaar een nieuwe opzet heeft. Het is voor iedereen nog onbekend terrein. Het voordeel vind ik wel dat de verkiezing op deze ma-nier eerlijker is. De deelnemers zijn nu niet meer afhankelijk van hun netwerk. Het maakt hierdoor niet meer uit of je op een grote of een kleine school zit. De studenten moe-ten nu op drie specifieke momenten hun skills laten zien. Dat wordt een mooie strijd!’

Benieuwd naar de onderneming van Sil? Ga dan naar http://beterwetenvoorlichtingen.nl

tieve vaardigheden van de ambas-sadeurs. Na elke ronde gaat er een selecte groep door naar de volgende challenge.

Mbo’ers pakken aan!De challenges zijn te volgen via het YouTube-programma Mbo’ers pakken aan!. Presentator is Jan Versteegh (BNNVARA), begin dit jaar nog briljant deelnemer aan het televisieprogramma Wie is de Mol?. In de in totaal vier afleveringen leren we de studenten, hun motivaties en hun talenten beter kennen. De finale is, als vanouds, live en vindt plaats op de Dag van het mbo op 19 no-vember. Dan weten we wie zich een jaar lang de Landelijke Ambassadeur mbo 2018 mag noemen.

Het belooft een leuk, mooi en leerzaam traject vol coaching en ervaringen te worden. Ondanks dat er in elke ronde maar een selecte groep doorgaat, kent de verkiezing geen verliezers. Tijdens de Dag van het mbo worden alle kandida-ten namelijk op een spectaculaire manier in de spotlights gezet. Verder

ontvangt iedere deelnemer een uitgebreid vaardigheden-certificaat. Dit is de beoordeling die de jury heeft gedaan. Dat staat, net als de

verkiezing tot ambassadeur van een school, toch mooi op het cv en op LinkedIn…

uitgeroepen tot Landelijk Ambas-sadeur mbo. De jury vond dat Sil als beste zijn passie – voor eten én gezondheid – wist over te brengen op anderen. Bij de uitreiking, tijdens het feestelijke Ambassadeursgala,

Page 11: de MBO·krant · Pagina 3 Blik op de toekomst Pagina 4 Wet- en regelgeving Pagina 10 Ambassadeur Pagina 11 BVMBO de MBO·krant september 2018 ... het een goed idee zijn als het mbo

september 2018 Binnenland 1111

Deze zomer waren er diverse stakingen in het openbaar vervoer. Moesten onze studenten, terwijl ze toch een OV­kaart hebben, ineens gaan fietsen. Op zich kan ik me voorstellen, dat je, als je zoals sommige van mijn studen­ten zelfs veertig kilometer van school woont, dan zoiets hebt als: “Ik ga dat hele eind niet fietsen!”. Enerzijds. Anderzijds ligt er ook een verantwoordelijkheid zodra je je inschrijft bij een school die ver buiten je eigen ‘verzorgings­gebied’ ligt. Een andere invalshoek is dat je ook een verplichting hebt ten opzichte van jezelf, je klasgenoten, je docent en de school om je actief in te zetten voor je opleiding. Een soort motivatie die vaak niet intrinsiek aanwezig is bij studenten in een mbo­opleiding. Als daar dan ook nog eens zomers weer bij komt kijken (strandweer), wordt het nog moeilijker om die motivatie op te diepen om allerlei regelingen te gaan treffen.

Tot zover degenen die van ver moeten komen, omdat ze nu eenmaal een school dichterbij niet hebben gekozen, om moverende redenen. Maar hoe werkt dat dan bij studenten die om de hoek wonen? Wat gebeurt daarmee? De enkelingen die wel komen hebben daar goede redenen voor: zij willen toetsen halen, examens maken. Oefenen. Of ze zijn gewoon gemotiveerd om het maximale uit hun opleiding te halen. Dan blijft er alsnog een groep over die dat allemaal niet doet. Die redenen laat horen als: ‘Ik heb geen fiets’, ‘Ik ga dat hele eind niet lopen.’ Of: ‘Dan moet ik een OV­fiets huren, dat kost me extra geld.’

Allemaal begrijpelijk, als je mbo­student bent. Toch vind ik het ergens ook wel moeilijk, als docent en als vijftiger die een volledige werkweek werkt en niet te beroerd is om ’s avonds wederom naar school te gaan voor een uitreiking van een certificaat of iets dergelijks. Ik wil studenten niet opleggen hoe ik zelf in het werk sta, hoe ik me verantwoordelijk voel voor mijn studenten en mijn werkzaamheden. Ik zal ze ook niet zeggen dat ik die 20 kilometer naar mijn werk ook met de fiets zou afleggen als ik daarvan afhankelijk zou zijn. Dat ik dan ook ruim op tijd zou zijn (en niet elke keer net iets te laat, zoals vele studenten). Dat zou niet eerlijk zijn. Of toch wel? Ik zou deze visie op het arbeidsethos van onze toekomstige beroepsbe­oefenaren wel eens willen delen met anderen. Hoewel ik wel vaak (en dat stelt dan toch weer een deel gerust) hoor dat ze wél op tijd op hun stageplek komen, dat ze daar wel altijd op tijd zijn. Met of zonder OV. Dat is blijkbaar belang­rijker dan op school komen.

Dit laatste is een pijnlijke conclusie. Dat zou betekenen dat we school niet interessant of belangrijk genoeg maken voor ze. Dat ze daar niet genoeg halen om gemotiveerd te blijven, om blij te worden van een dag school. Dat kan nooit de bedoeling zijn.De waarheid zal ergens in het midden liggen. Wij, docenten, doen ons uiterste best om, ook voor een bijna leeg lokaal, het onderwijs zo goed mogelijk vorm te geven. De studenten wil­len ook wel, maar leggen hun prioriteiten soms heel anders dan wij zouden vermoeden. Wie het weet, mag het zeggen.

Rob Schrijver Docent verpleegkunde

Lege klassen

COLUMN

Platform taaldocenten Nederlands

Nu doorpakken met Nederlands op het mboHet vak Nederlands heeft een stevige positie in het mbo. En dat moeten we zo houden, vindt het kersverse Platform taaldocenten Nederlands. ‘We moeten nú aan de slag met bewuste taalvaardighe-den, vakoverstijgend taalonderwijs en argumentatieve vaardigheden,’ benadrukt Aad van der Kaaden, docent Nederlands aan het ROC van Twente en een van de initiatiefne-mers van het platform.

De Beroepsvereniging Opleiders MBO (BVMBO) faciliteert diverse docentenplat-forms, die tot doel hebben onderling kennis uit te wisselen en een vak verder te ontwikke-len. Inmiddels is er onder meer een Platform Onderzoek, een Platform Rekendocenten en het Platform Young MBO. Sinds een paar maanden is ook het Platform Taaldocenten Nederlands in de lucht. ‘Rond mei hebben we besloten dit platform op te richten,’ vertelt Aad. ‘We wilden het snel voor elkaar krijgen, zodat we in het nieuwe schooljaar meteen aan de slag konden.’

IJzersterke status – op papierHet platform kon niet zomaar de werkwijze van andere platforms kopiëren, zoals van het Platform Rekendocenten. Dat platform is vooral bezig met lobbyen om van reke-nen een verplicht vak te maken. Nederlands ís al een verplicht eindexamenvak op het mbo. Op papier is de status van het vak dus ijzersterk. In de praktijk is het een andere zaak, weet Aad: ‘Er spelen allerlei factoren mee die afbreuk doen aan de status van het vak, zoals het gebrek aan docenten, studen-ten die er het nut niet van inzien en in het algemeen het negatieve imago van het mbo bij de buitenwereld. Aan de andere kant laten scholen zelf ook steken vallen: zij kunnen het vak Nederlands echt wel professioneler oppakken. Ons platform zet daarom in op –

verdere – professionalisering van docenten. Via ons netwerk kunnen docenten ervarin-gen uitwisselen en kennis delen. We willen ook gezamenlijke activiteiten organiseren, zoals een debatwedstrijd of een taalbattle. Of activiteiten bundelen die nu per afzonderlijke school plaatsvinden.’

Een tweede aandachtspunt is het eindexamen. Aad: ‘Het instellingsdeel van de eindexamens is voor docenten heel arbeidsintensief. Ze be-steden veel tijd aan schrijfexamens nakijken, mondelinge examens afnemen en gesprekken voeren. In het kader van professionalisering gaan we bekijken of de instellingsexamens eenvoudiger kunnen. En werkverlichting mogelijk is. Die efficiëntere manier van wer-ken moet wel acceptabel zijn voor zowel het ministerie als de inspectie, dus daarover moe-ten we met deze instanties in gesprek. Met de inspectie en uitgevers willen we ook om de tafel over de validiteit van examens. Voor het centrale deel van het eindexamen is Cito dé instantie. Daarom zijn we blij dat Cito op eigen initiatief met ons in gesprek wil.’

Bewuste taakvaardigheidHet vak draait niet alleen om studenten door het eindexamen loodsen. Docenten moeten Nederlands ook beroepsgericht aanbieden, zodat studenten er iets aan hebben binnen hun toekomstige beroepsrichting. Daarom richt het platform zich ook op bewuste taalvaardigheid kweken in het eigen vak. Hiervoor heeft de student in ieder geval argumentatieve vaardigheden nodig. ‘De zorgverlener moet een tamelijk foutloze brief

kunnen schrijven aan een medisch specialist. Een medewerker ICT moet kunnen bear-gumenteren waarom computers vervangen moeten worden. Daarvoor hebben ze kennis nodig van bijvoorbeeld voegwoorden en sig-naalwoorden,’ legt Aad uit. ‘Met het platform willen we tools creëren waarmee onze studen-ten zulke vaardigheden kunnen ontwikkelen. Deze gaan we opslaan in een databank voor oefenmaterialen en combineren we met een databank met vakliteratuur. Maar we gaan ook ervaringen uitwisselen over hoe je stu-denten bij de lessen kunt betrekken en hoe je samenwerkt met je klassen. Daarover heb ik zelf nog wel wat goede tips,’ lacht Aad.

Landelijk netwerkHet platform heeft momenteel ongeveer 20 leden, maar de bedoeling is het dat een landelijk netwerk wordt van mbo-docenten Nederlands, die elkaar ondersteunen en die vooral activiteiten ontplooien. ‘Nu moeten we de website optuigen en wat organisatorische randvoorwaarden wegwerken en dan willen we snel aan de slag voor de praktijk. We willen een uitvoerend genootschap zijn, dat snel schakelt en snel duidelijkheid verschaft. En zeker geen theoretische vergaderclub,’ beklemtoont Aad. ‘Verder willen we een vanzelfsprekende gesprekspartner worden voor relevante partijen als het ministerie van OCW, de onderwijsinspectie, het Steunpunt Taal + Rekenen en Cito. Deze organisaties gaan we gevraagd en ongevraagd advies ge-ven. Dat Cito zich via de BVMBO al gemeld heeft om met ons om de tafel te gaan, is dan ook een goed voorteken!’

Oproep: Doe mee met het platform!Ben je docent Nederlands in het mbo? Wil je werken aan verdere professionalisering? De werkdruk verlagen? Kennis en ervaringen uitwisselen met collega’s op andere scholen? Sluit je dan aan bij het Platform Taaldocenten Nederlands. Geïnteresseerd? Of heb je vra-gen? Neem dan contact op met Aad van der Kaaden via [email protected].

Page 12: de MBO·krant · Pagina 3 Blik op de toekomst Pagina 4 Wet- en regelgeving Pagina 10 Ambassadeur Pagina 11 BVMBO de MBO·krant september 2018 ... het een goed idee zijn als het mbo