De leeromgeving en het klassenmanagement - Leraar24 - Voor ... · kenmerken zijn relevant? ... dat...

8
Onderwijswerkplaats voor schoolontwikkeling 1 De leeromgeving en het klassenmanagement Leuk, leerzaam, leefbaar, maar ook veel werk? Het inrichten van een lokaal is een vak apart. Door het plaatsen van kasten, tafels en stoelen ontstaat er niet altijd een functionele, werkbare opstelling of een sfeervolle ruimte. Uiteraard heeft een leerkracht te maken met het aantal leerlingen in de groep. Bovendien zijn er lokalen, die gewoon klein zijn of hebben te veel ramen. De digitale schoolborden zijn daardoor niet goed zichtbaar. Computers kunnen veel ruimte in beslag nemen. Prikborden, posters en wandversiering worden soms heel doelbewust gebruikt, maar een enkele keer is de verdeling onlogisch en ziet het er rommelig uit. De kinderen hebben dan weinig steun aan de goedbedoelde teksten. Regelmatig hangen alle werkjes van de kinderen aan waslijnen door het lokaal, waardoor het overzicht verdwenen is. Er zijn een aantal logische vragen te bedenken over de inrichting. Om te beginnen waar letten ouders op? Waar hebben de kinderen behoefte aan? Welke elementen geven leerkrachten energie, als zij ontdekken hoe belangrijk het is om extra aandacht te schenken aan de inrichting van hun lokaal? Momenteel zijn er diverse termen om aan te geven, dat de inrichting belangrijk is: Leerzaam, krachtig, interactief, digitaal, met multimedia. Allerlei onderwerpen om aan te geven, dat het lesgeven nu er anders aan toe gaat dan vroeger. Wanneer is een leeromgeving ‘krachtig’ te noemen? Welke kenmerken zijn relevant? Als we bijvoorbeeld aan een computerhoek denken, hoe gaat een leerkracht om met de initiatieven van de kinderen, vooral wanneer zij iets nieuws ontdekken via dit medium? Wat heeft dit met de rest van de leeromgeving te maken? Antwoorden op al deze vragen hebben te maken met de onderwijsopvatting van een leerkracht en het team, waar deze persoon werkt. Een belangrijk verschil heeft te maken met een docerende onderwijsstijl of een stijl gericht op ‘echte’ interactie. (Zowel de lerende als de leerkracht komen in actie. Zie elders op deze site: model Transmission – Transaction) Opmerkelijk is, dat wanneer we het over E-learning hebben, dan zijn deze opvattingen van de professionals nauwelijks onderwerp van gesprek. Dan lijkt het wel of er in dat geval een algemene opvatting bestaat, hoe kinderen iets leren. Wel is het opvallend hoeveel gevarieerde werkvormen gehanteerd worden door ontwikkelaars van software. Ik ga een poging doen om enkele voor de hand liggende tips te verzamelen, waardoor startende en gevorderde leerkrachten een handreiking krijgen om kleine veranderingen in hun lokaal door te voeren. Een andere opstelling of het verwijderen van een te grote tafel

Transcript of De leeromgeving en het klassenmanagement - Leraar24 - Voor ... · kenmerken zijn relevant? ... dat...

 

   

Onderwijswerkplaats  voor  schoolontwikkeling    

                                                                                                                 

1

De leeromgeving en het klassenmanagement Leuk, leerzaam, leefbaar, maar ook veel werk? Het inrichten van een lokaal is een vak apart. Door het plaatsen van kasten, tafels en stoelen ontstaat er niet altijd een functionele, werkbare opstelling of een sfeervolle ruimte. Uiteraard heeft een leerkracht te maken met het aantal leerlingen in de groep. Bovendien zijn er lokalen, die gewoon klein zijn of hebben te veel ramen. De digitale schoolborden zijn daardoor niet goed zichtbaar. Computers kunnen veel ruimte in beslag nemen. Prikborden, posters en wandversiering worden soms heel doelbewust gebruikt, maar een enkele keer is de verdeling onlogisch en ziet het er rommelig uit. De kinderen hebben dan weinig steun aan de goedbedoelde teksten. Regelmatig hangen alle werkjes van de kinderen aan waslijnen door het lokaal, waardoor het overzicht verdwenen is. Er zijn een aantal logische vragen te bedenken over de inrichting. Om te beginnen waar letten ouders op? Waar hebben de kinderen behoefte aan? Welke elementen geven leerkrachten energie, als zij ontdekken hoe belangrijk het is om extra aandacht te schenken aan de inrichting van hun lokaal?

Momenteel zijn er diverse termen om aan te geven, dat de inrichting belangrijk is: Leerzaam, krachtig, interactief, digitaal, met multimedia. Allerlei onderwerpen om aan te geven, dat het lesgeven nu er anders aan toe gaat dan vroeger. Wanneer is een leeromgeving ‘krachtig’ te noemen? Welke kenmerken zijn relevant? Als we bijvoorbeeld aan een computerhoek denken, hoe gaat een leerkracht om met de initiatieven van de kinderen, vooral wanneer zij iets nieuws ontdekken via dit medium? Wat heeft dit met de rest van de leeromgeving te maken?

Antwoorden op al deze vragen hebben te maken met de onderwijsopvatting van een leerkracht en het team, waar deze persoon werkt. Een belangrijk verschil heeft te maken met een docerende onderwijsstijl of een stijl gericht op ‘echte’ interactie. (Zowel de lerende als de leerkracht komen in actie. Zie elders op deze site: model Transmission – Transaction) Opmerkelijk is, dat wanneer we het over E-learning hebben, dan zijn deze opvattingen van de professionals nauwelijks onderwerp van gesprek. Dan lijkt het wel of er in dat geval een algemene opvatting bestaat, hoe kinderen iets leren. Wel is het opvallend hoeveel gevarieerde werkvormen gehanteerd worden door ontwikkelaars van software. Ik ga een poging doen om enkele voor de hand liggende tips te verzamelen, waardoor startende en gevorderde leerkrachten een handreiking krijgen om kleine veranderingen in hun lokaal door te voeren. Een andere opstelling of het verwijderen van een te grote tafel

 

   

Onderwijswerkplaats  voor  schoolontwikkeling    

                                                                                                                 

2

kan het onderwijsproces onverwachts beïnvloeden. Mensen reageren soms: ‘Ik had niet gedacht, dat de oplossing zo eenvoudig was. Over de inhoudelijk kant van leren, het aanleren van denkstrategieën, zal ik in een ander artikel uitwerken. Om te beginnen is hier een helder overzicht, waarin diverse werkvormen van E-learning staan:

1. Vrij, ontdekkend leren; 2. Leren door opdrachten te maken; 3. Begeleid of gecoached leren:

a. Met een help - systeem (passief of intelligent) b. Met een compleet instructieprogramma (sequentieel of parallel) c. Met een min of meer intelligent systeem voor het genereren van toetsvragen d. Met een ‘intelligente tutor’ (ITS systemen)

4. Probleemgestuurd leren; leren aan de hand van een probleem c.q. casus; 5. Leren door ‘echte’, wetenschappelijke experimenten te doen; 6. Leren met ‘intelligente’ computersimulatiemodellen (ICS programma’s)

Bron: “Computer-based role playing for interpersonal skills training” als verschillende methoden voor instructief leren

(Holsbrink-Engels, 1998). http://projects.gw.utwente.nl/pi/Papers/MarcoFarfan.htm

De komende jaren zullen steeds meer scholen gebruik maken van educatieve software, waardoor een verschuiving zal plaatsvinden van allerlei activiteiten in de klas, zowel van de leerlingen als van de leerkracht. Schoolteams, die nu al gewend zijn om met wisselende werkvormen te werken, hebben daarbij een voordeel. Groepen, waar alle leerlingen tegelijk met dezelfde opdracht bezig zijn(opnieuw Transmission - Transaction) zullen tot een uitzondering gaan horen. In het rapport van de Onderwijsraad ‘Optrekkend Kruitdamp’ is deze richting ooit al voorspeld. Adaptief onderwijs, waarbij de leerkracht flexibel ingaat op de behoefte van de kinderen, wordt steeds eenvoudiger om uit te voeren. Hoe kan de inrichting van het lokaal hierbij helpen?

Voordat er belangrijke organisatorische veranderingen in een lokaal doorgevoerd worden, is het van belang om als team eerst kritisch naar de school te kijken.

Wat is de eerste indruk als je als bezoeker een schoolgebouw of een lokaal binnenloopt?

- Ziet alles er heel zakelijk uit? Is het schoon en opgeruimd?

- Of lijkt het bijna een kantoor en mis je de inbreng van kinderen?

- Is het onoverzichtelijk en lijkt het meer op een pakhuis?

- Of dreigt het zelfs een bende te worden?

 

   

Onderwijswerkplaats  voor  schoolontwikkeling    

                                                                                                                 

3

Tussen deze uitersten zie je veel variatie. Er zijn nog maar weinig teams, die bewust een doorgaande lijn binnen hun school ontwikkelen, waarbij de inrichting zowel kindvriendelijk en inspirerend is als passend bij hun onderwijsconcept. Op de één of andere manier durven de professionals van de kinderopvang beter met de ruimte en met kleur te spelen dan veel collega’s in het onderwijs. Het moet een routine worden om op te ruimen en daar zo nodig kinderen en ouders bij te betrekken. Door de werkdruk wordt dit soms niet aangepakt, terwijl het juist extra energie kost om het niet te doen. Kinderen gedragen zich anders in een sfeervol lokaal of in een opgeruimde hoek. Net als thuis is het wel eens nodig om een kast opnieuw uit te pakken en in te ruimen. Tip 1 Iedere vakman weet, dat het werken op een schone werkvloer tijdwinst geeft. Het zoeken naar een schaar, een puntenslijper of het antwoordenboek is af en toe niet erg, maar structureel een onnodige last. Dat geldt ook voor de kinderen. Hoe lang duurt het, voor zij daadwerkelijk aan de slag zijn? Om die reden is het goed om bij het werken met een keuze, na te denken over de materialen. Ik bespaar liever niet op scharen, lijm of een liniaal. Voorkom onnodig lopen door de klas door deze middelen in elke hoek te leggen. Deze rekendomino met tafels onder de tien is zo opgeruimd, omdat het houten kastje vlak voor de kinderen verschillende laden en een label heeft waar alles hoort. Het kastje komt van een Zweedse firma en is geliefd bij leerkrachten om persoonlijk ontwikkelde materialen te verzamelen. Soms wordt het gecombineerd met meerdere exemplaren en in een bepaalde kleur geschilderd, zoals bij het voorbeeld van de klankkast (zie artikel adaptief werken in groep 1 en 2 ). De tip om in alle hoeken werkmaterialen te leggen is een eenmalige actie. De klassendienst kan elke week controleren, of er punten geslepen moeten worden, papier kan worden aangevuld, etc. De waardering van de kinderen is weer een kans voor het pedagogisch klimaat.

Tip 2 De opstelling in het lokaal kun je twee of drie keer per jaar bekijken. Met de feestdagen is het lokaal om te bouwen om plaats te maken voor een kerstboom of een paasontbijt. Daarna is het een mooie gelegenheid om een andere opstelling uit te proberen. Een vast plek voor de grote groep en reflectie is echt aan te raden. Deze groep is gewend om snel in de kring te zitten, maar door vier gymbanken in een carré te zetten en een

 

   

Onderwijswerkplaats  voor  schoolontwikkeling    

                                                                                                                 

4

vloerkleed in het midden te leggen ontstaat een prettige (sensomotorische) werkplek voor kinderen. Zo’n vierkant is overzichtelijk en in de hogere groepen kunnen er zeker zo’n vier keer zes à zeven kinderen zitten. Verder is het verstandig naar de looproutes te kijken. Kinderen willen naar het toilet, iets uit het magazijn halen of in hun portfolio stoppen. Er zullen altijd kinderen zijn, die door het lokaal bewegen. Wat doe je in een klein lokaal? Als er naast de instructietafel en het bureau nog een extra tafel in het lokaal staat, dan is er een afweging nodig. Sommige kasten kunnen op de gang staan, maar dan moeten ze afgesloten kunnen worden. De aanschaf van een hangslot is een eenmalig werkje, maar het levert een jaar plezier op. Vraag een collega om mee te kijken en zich te gedragen als een kind. Soms kom je er achter, dat de prullenbak juist in de andere hoek beter staat. Tip 3 Een krachtige hoek geeft ruimte aan experimenten. Carl Jaspers zei ooit: “Leren doe je met je handen!’ Een kind weet niet wat een bol is, wanneer het zoiets nooit gevoeld heeft. Tijdens het maken van een som op ‘Rekenweb’ blijkt, dat een liter hetzelfde is als 10 dm3 . Dat wil je

toch met je eigen ogen zien? De verdieping van de leerstof kan worden bereikt door sensomotorische prikkels. Kinderen willen deze ervaringen graag herhalen. In het onderwijs gaan we er te snel van uit, dat ze iets begrijpen en weten. Het eindeloos vullen en legen van vormen in de watertafel vinden we in groep 1 en 2 heel gewoon, maar ouderen kinderen hebben het ook nodig om een experiment te herhalen. In het atelier worden lege verpakkingsmaterialen gebruikt, maar in een rekenhoek is daar ook zoveel mee te doen. Kinderen kunnen de

inhoudsmaten vergelijken, doosjes opmeten, in eierdoos een verzameling sorteren,etc. Met een weegschaal erbij zijn er allerlei tabellen te maken. In elke hoek is het aantrekkelijk om materialen te verzamelen. Door deze spullen in een koffer te doen of in speciale mand, krijgt het een verrassingseffect. Een bekend voorbeeld is de rijmmand met klankzuivere woorden. Hier kunnen oefeningen met coöperatieve werkvormen mee gedaan worden, maar de bril, de kam, de veer en het sponsje kunnen in hogere groep als matchmateriaal gebruikt worden om juist weer groepen samen te stellen. Het verzamelen van deze leermiddelen is werk. Het aanleggen van verzamelbakken in het magazijn is ook werk, maar als de gesloten voorraadbak een sticker met de inhoud heeft, is het opruimen zo klaar.

 

   

Onderwijswerkplaats  voor  schoolontwikkeling    

                                                                                                                 

5

Tip 4 Het aanleggen van een overzichtelijk magazijn gaat dus vooraf aan het opnieuw inrichten van een lokaal. Daarom is het onderwerp ‘leeromgeving’ zo geschikt om in een teamtraining aan te pakken. Alleen kom je er niet toe, maar door elke week een uur ‘schone school’ te houden en kast voor kast aan te pakken, ontstaat een collegiale teamgeest. Op de één of andere manier werkt deze opruimwoede door in de individuele lokalen. Zelfs kinderen komen op ideeën om bepaalde materialen te verplaatsen. Zorg voor kleurrijke manden en opbergkratten. Door de hoeken op kleur in te richten ontstaat een overzichtelijke indeling. Tip 5 Als er in een hoek veel mogelijkheden zijn voor kinderen om samen te overleggen, dan heeft dit grote voordelen. Ik zie regelmatig te krappe computeropstellingen. De interactie achter het beeldscherm draagt bij tot betere leerresultaten. Nu worden de beeldschermen al steeds compacter. Het wachten is op een stevige laptop voor basisschoolkinderen, zodat zij flexibel in het lokaal kunnen werken. Goede afspraken over de planning van de dag en over de resultaten, die van elk individu verwacht mogen worden, geven de kinderen veel meer zeggenschap over hun leerproces, waardoor er meer doelstellingen verwezenlijkt worden

dan alleen de cognitieve resultaten. Door naast een hoek een prikbord te hangen, kunnen de handgeschreven of uitgeprinte opdrachten en werkstukken opgehangen worden. Dit geeft kinderen motivatie. Deze wisselende expositie is een leermiddel. Te vaak hangen er in mei vergeelde opstellen van oktober. Door tegelijk met een vernieuwde opstelling naar de wanden te kijken en met een kritische blik de posters te keuren, kun je de visuele ondersteuning in het lokaal uitbuiten. Als kinderen spullen van thuis

meenemen, dan krijgen deze materialen uiteraard een ereplek aan de wand of in een hoek. In het begin komt dit misschien weinig voor, maar als er een nieuw thema is, kun je dit bespreken in de planningskring. Van belang is, dat ook de ouders op de hoogte zijn van de inhoud van de lessen. Daarbij is internet uit te buiten. Op hoeveel scholen schrijven de kinderen bijdragen voor de website? Het schrijven voor de website – onder redactie van een of meerdere leerkrachten en of ouders – is een zeer waardevolle oefening, waar het freinetonderwijs en ervaringsgerichte scholen al heel ver mee zijn. In de toekomst zullen meer scholen ontdekken hoe leuk en zinvol dit medium kan zijn.

 

   

Onderwijswerkplaats  voor  schoolontwikkeling    

                                                                                                                 

6

Tip 6 Ruimte voor ontspanning is in elk lokaal nodig, maar een rustige plek om te lezen is vooral stimulerend voor de leesbevordering. Besef wel, dat alle kinderen hier aan toe moeten kunnen komen. Een schooldag voor zwakke leerlingen mag geen aaneensluiting zijn van

alleen maar verplichte opdrachten. In de traditionele klassen mochten de snelle kinderen iets voor zichzelf doen, als zij klaar waren met hun opdracht. Er werd gewacht tot de laatste klaar was en dan kwam het volgende onderdeel. De snelle leerling had even kunnen lezen en ontspannen, maar de zwakke kinderen gaan hierbij aan één ruk door. De snelle leerling is een ervaring rijker, terwijl de zwakke leerlingen nog meer achterop raakt. Door met een keuze te werken en kinderen zelf dagdelen te laten plannen voorkom je, dat de

sterke kinderen nog sterker worden en de leerlingen met een onderwijsachterstand meer achterop raken. Als je kinderen er naar vraagt, worden leeshoeken met zitbanken of –kussen zeer gewaardeerd. Afspraken over het gedrag in die hoek en over de schoonmaak helpen om deze hoek functioneel te houden. Er is een wezenlijk verschil tussen lezen, waarbij jouw fantasie geprikkeld en de leesbeleving aangewakkerd wordt en tussen het bestuderen van teksten om informatie te verzamelen ter wille van een bepaald thema. In het laatste geval is een dergelijke leeshoek minder geschikt. Een leestafel met inspirerende boeken met mooie kijkplaten en tijdschriften over specifieke onderwerpen kan een krachtige leeromgeving ondersteunen. Kinderen lopen voor schooltijd naar een dergelijke hoek. Je ziet ze hun ouders meetrekken. Tip 7 De zelfredzaamheid van kinderen kan gestimuleerd worden door open kasten te maken. Deze oude kast is gewit, maar kan natuurlijk in elke kleur geverfd worden, afhankelijk van de smaak en de behoefte van een leerkracht. Open kasten worden eerder vuil, maar het voordeel is, dat het overzicht voor de kinderen groter is. Opruimen gaat sneller en kinderen kunnen helpen bij de schoonmaak en het aanvullen van de voorraad.

 

   

Onderwijswerkplaats  voor  schoolontwikkeling    

                                                                                                                 

7

Tip 8 Als het lokaal te klein is, kun je in de hal naar extra mogelijkheden kijken. We hebben het gehad over het ophangen van materialen van kinderen, maar dat kan natuurlijk ook in de hal. Dit is opnieuw een onderwerp om als team te bespreken. Waar kan een vitrinekast geen kwaad? Waar is een prikbord handig? Waar zit de BSO en kan een stuk vloerbedekking tegen de muur uitkomst bieden voor kinderen, die een handstand willen oefenen? Welke uitstraling willen we aan ouders en bezoekers geven? Hebben we een gezamenlijk thema?

Tip 9 Sommige hoeken kunnen meerdere functies krijgen. Het behoeft geen betoog dat de oude nakijktafel veel werk kan besparen. Een dergelijke tafel kan ook dienst doen als puzzeltafel of stilte plek. Ik denk trouwens, dat de methodemakers niet lang meer wachten om de nakijksystemen via een software aan te bieden. Het ‘digitale portfolio’ was enkele jaren geleden een instrument, waar veel bekijks voor was. Naast de invoering van de digitale schoolborden lijkt

het er op, dat deze werkwijze snel zal inburgeren in de scholen. Teams, die reeds ervaring hebben opgedaan met een papieren verzamelmap met leerlingenwerk, hebben opnieuw voordeel bij de invoering van een digitale variant. Evenals scholen, die nu reeds hun observaties in een overzichtelijk systeem hebben staan. Conclusie De inrichting van een lokaal is veel werk. Daar kan ik niet onderuit. Het hele onderwijs is veel werk. Als leerkracht heb je een intensieve baan. Overdag ben je met de kinderen in de weer en na schooltijd ligt er nog een heel takenpakket. Hoe houd je nu grip op al die ontwikkelingen, terwijl het tegelijk leuk en leefbaar blijft? Het lijkt een cliché, maar het klassenmanagement valt en staat met een goede planning en met teamwork. Als je continue het wiel alleen blijft uitvinden, zul je nooit ervaren, dat één en één soms meer dan twee is. Als je op reis gaat, denk je na over de route, het tijdpad en welke spullen je meeneemt. Als je een keuken verbouwt, maak je een plattegrond, een werk -schema, een bestellijst en een financieel plan.

 

   

Onderwijswerkplaats  voor  schoolontwikkeling    

                                                                                                                 

8

Als je een jaar met kinderen optrekt: - maak je allereerst een jaarplanning, - maak een plan per maand of blok/thema - en maak een weekplanning. (routine!) - Denk je na over materialen. - Plan je bijzondere kosten - Denk na over eventueel het aanvragen van een stagiaire. - Door samen met je collega’s te plannen, zul je merken dat taken makkelijker te

verdelen zijn. De één zorgt voor de inkoop, terwijl de ander de ouders benadert. - In de jaarplanning is te zien, wanneer er een drukke periode is met rapporten,

ouderavonden en andere bijzonderheden. - Ook kun je tijdens deze besprekingen de werkdruk bekijken. Bekijk hoeveel trainingen

er per jaar gevolgd worden. - Vijf veranderpunten per schooljaar zou ik het maximum vinden. De schooltaken zijn

ook opnieuw te verdelen. Misschien zorgt iemand al jaren voor de moederdag cadeautjes, maar die persoon doet na schooltijd al zoveel. Dit jaar kan een ander dat overnemen, waarschijnlijk tot opluchting van de persoon zelf.

- ‘Communicatie’ is in het team en in de klas een belangrijk woord. Door continue iets samen aan te pakken, zullen jullie merken dat er vooruitgang komt.

- Belangrijk is wel, dat jullie goed leren te vergaderen en bereid moet zijn om echt naar elkaar te luisteren.

- Tenslotte: doe af en toe ook iets gezelligs met elkaar. Teambuilding aan het eind van het jaar is ‘een beetje dom . . . ‘

Mochten deze tips niet het gewenste resultaat opleveren, dan is er meer aan de hand. Vraag om ondersteuning bij een onderwijsadviesbureau of stuur mij een mail. Er bestaan diverse trainingen en begeleidingstrajecten. Een fijn schooljaar gewenst ! Tekst en foto’s: Jetty Vegter Lokatie foto’s Hugo de Grootschool 2009