De kracht van de verbinding

44
DE KRACHT VAN DE VERBIN- DING Sterke netwerken in tuinbouw en agrofood

description

Brochure voor Syntens innovatiecentrum

Transcript of De kracht van de verbinding

Page 1: De kracht van de verbinding

DE KRACHT VAN DE

VERBIN- DING

Sterke netwerken in tuinbouw en agrofood

Page 2: De kracht van de verbinding

INHOUD

Voorwoord 3

Inleiding: Syntens verbindt! 4

Food Valley: foodportaal geeft ondernemer antwoord 6

FoodConnectionPoint: voor en door ondernemers 10

Innofood: op weg naar een nieuwe netwerkrol 14

Food Circle: samen sterker 18

STAP: tuinbouwsector een spiegel voorhouden 22

Greenport Venlo: Syntens is onze front office 26

Greenport Aalsmeer: Syntens als innovatiemotor 30

Greenport Campus: Loket komt naar de tuinders toe 34

Het Nieuwe Veehouden komt van de grond dankzij nieuwe netwerken 36

Dairy Campus broedt nieuwe ideeën uit 38

Groen onderwijs en beroepsveld: de praktijkgerichte aanpak van Syntens 40

Onderzoek levert aanwijzingen over nut clusters 42

Page 3: De kracht van de verbinding

VOORWOORD 3

Ons doel is om de sectoren agrofood en tuinbouw naar een hoger niveau te tillen. Dat doen we voor individuele MKB’ers, maar vaak is het beter om met een groep gelijk-gestemde ondernemers samen een stap in de goede richting te zetten. Onze rol daarin is om bedrijven met elkaar en met andere netwerken te verbinden, bijvoorbeeld in clusters.

In de Greenports, agrofoodclusters, en andere clusterinitiatieven vind je vaak de grote concerns. Het MKB heeft echter iets te winnen, maar ook iets toe te voegen. Het MKB is immers verantwoordelijk is voor zo’n

60% van de toegevoegde waarde en 70% van de werkgelegenheid in ons land. Met 70.000 MKB’ers in ons adresboekje weten we bij elk initiatief de juiste mensen te vinden. Binnen die clusters werken vervolgens niet alleen bedrijven met elkaar samen, maar ook over-heden praten mee, en niet te vergeten de kennisinstellingen. Daar kom je als individu-ele ondernemer anders niet zo gauw mee in contact.

De kracht van deze verbindingen is dat be-drijven er innovatiever van worden, winstge-vender zijn, meer werkgelegenheid bieden. Dat is mooi voor die bedrijven zelf, maar ook voor de agrofood- en tuinbouwsector als geheel, en uiteindelijk voor de Nederlandse economie.

In deze publicatie laten we graag zien wat we als Syntens te bieden hebben aan de clusters. Onze Syntensadviseurs vertellen u er niet alleen zelf over. Liever nog laten we de mensen van de clusters aan het woord én de ondernemers die de kracht van de verbin-ding hebben kunnen ervaren.

Erik KoldeweyInnovatiemanager Agrofood, Tuinbouw en Biobased Economy bij Syntens

DE KRACHT van de VERBINDING

VOORWOORD

Page 4: De kracht van de verbinding

4 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

SYNTENS VERBINDT!

INLEIDING

Bedrijven in de food- en agrosector weten het ook: samenwerken levert voordeel op. En dan niet alleen met andere bedrijven maar ook met kennisinstellingen en met de overheid. Deze ‘Gouden Driehoek’ van ondernemers, onderzoek&onderwijs en overheid kan op verschillende niveaus opereren. Op microniveau, met individuele ondernemers, of op macroniveau, waar beleid en agenda’s voor topsectoren wor-den gemaakt. Daartussenin zit het mesoniveau: het samenspel tussen onder ande-re kennisinstellingen, groepen ondernemers, brancheverenigingen, en regionale overheden. Dit samenspel speelt zich vaak af binnen zogenaamde ‘innovatieclus-ters’. Voor de agrofood zijn dit bijvoorbeeld Greenports en foodclusters. Syntens is zeker ook actief op dit mesoniveau, zowel bij het ontwikkelen van strategieën voor het faciliteren van dit samenspel, als bij de praktische uitvoering van activiteiten om dit samenspel te bevorderen.

Syntens is bij de meeste Greenports en food-clusters betrokken. Hierin is met een tiental innovatieclusters een structurele samen-werking tot stand gekomen: vier Greenports, vier foodclusters en twee Publiek-Private Samenwerkingen (PPS).

ClustErs: ontstaan En thEmatiEKIn de praktijk verschillen de clusters nogal van elkaar. Greenports zijn aangewezen door de overheid, en worden vaak ook door

provincie en/of regio gefinancierd. Foodclus-ters zijn vanuit ondernemers zelf ontstaan met als doel toenemende bedrijvigheid en innovatie. Behalve het onstaan is ook de the-matiek verschillend. Bij de Greenports Venlo en Aalsmeer is dat ruimte en infrastructuur. Bij Greenport Zuid-Holland en Innexus ligt de nadruk meer op het thema technologie. Bij bijvoorbeeld FoodConnectionPoint en Innofood, gaat de thematiek vooral richting innovatie.

Page 5: De kracht van de verbinding

4 DE KRACHT VAN DE VERBINDING INLEIDING 5

DE impaCt van EEn ClustErDe bedrijvigheid in een regio profiteert van een cluster. De uiteindelijke economische waarde is lastig met cijfers te onderbouwen, maar er zijn duidelijke resultaten op het gebied van imago, regionale infrastructuur, arbeidskrachten en innovatienetwerken. Zo is door de Greenport Aalsmeer de regio beter in beeld bij beleidsmakers, is de N201 aangelegd en is er een kennisinstituut opge-richt. Door de foodcluster FoodConnection-Point is er een Groene Campus ontstaan met testruimtes en een design- en markthub waar regelmatig gebruik van wordt gemaakt.

DE waarDE van syntEns voor ClustErsSyntens speelt in diverse clusters verschil-lende rollen. Soms is die rol vooral opera-tioneel, maar bij enkele clusters is Syntens doorgegroeid naar een rol op strategisch ni-veau. Vooral als een cluster een vernieuwing doormaakt, kan Syntens echt iets toevoegen.

Ook zoeken clusterorganisaties Syntens op als ze naast de betrokkenheid van grote bedrijven een nog betere aansluiting willen met het MKB.

De sterkte van Syntens zit hem in het brede en fijnmazige netwerk, kennis over inno-vatiestimulering en de onafhankelijkheid. Ook belangrijk is dat Syntens een landelijk netwerk heeft, en cross-sectoraal is georga-niseerd. Zo kan Syntens een agrofoodonder-nemer in contact brengen met een kennis-instelling, iemand uit de creatieve industrie, of een bedrijf dat met iets vergelijkbaars bezig is elders in het land. In de interviews in deze publicatie voorbeelden te over van hoe Syntens verbindt.

Deze figuur combineert het vorige model (van on-dernemersniveau, via regionaal niveau tot landelijk niveau) met de Gouden Driehoek tussen onderne-mers, onderwijs/onderzoek en de overheid, die ook op al deze niveaus speelt. Zo ontstaat een ‘Gouden Piramide’.

In dit model is te zien hoe Syntens helpt om het MKB aan te sluiten bij de topsectorenagenda’s, en hoe de regioclusters daar een centrale rol in spelen.

Page 6: De kracht van de verbinding

6 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

FOOD VALLEY: FOODPORTAAL

GEEFT ONDERNEMER

ANTWOORD

Bij Wageningen UR, maar ook bijvoorbeeld NIZO

Food Research en vele andere gespecialiseerde

kennisorganisaties, is een schat aan kennis aan-

wezig. Over de leefomgeving, gezondheid. Én over

voedsel. Kennis waar menig MKB’er in de food-

sector om zit te springen. Zonde dus als die in een

Het grootste deel

van het MKB heeft behoefte aan

ondersteuningSander Karnebeek,

Syntens

Page 7: De kracht van de verbinding

6 DE KRACHT VAN DE VERBINDING FOOD VALLEY 7

FOOD VALLEY: FOODPORTAAL

GEEFT ONDERNEMER

ANTWOORDWe hebben

honderden vragen van bedrijven

opgelostRoger van Hoesel,

Food Valley

bureaula verdwijnt. Maar hoe krijg je die weten-

schappelijke informatie toegepast in de praktijk?

Die gedachte legde een jaar of acht geleden de ba-

sis voor Food Valley. Inmiddels draait de stichting

op volle toeren. Syntens draait als een belangrijk

radertje mee.

Page 8: De kracht van de verbinding

8 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

rEgionaal fooDClustEr mEt intErnationalE ambitiEsKennis, ondernemerschap en innovatie aan elkaar koppelen om de Nederlandse agro-foodsector een stap verder te helpen, dat is waar Food Valley in de kern voor staat. Dat be-tekent bedrijven ondersteunen bij innovatie. Maar ook letterlijk een Food Valley realiseren, Nederland hét kennishart voor agrofoodinno-vatie van Europa maken. En daarin lijkt Food Valley te slagen, met het nieuwe Heinz Inno-vatie Centrum in Nijmegen en het Friesland-Campina Innovation Centre in Wageningen als aansprekende voorbeelden.

Maar Food Valley wil nog een stapje verder, en heeft haar ambities letterlijk naar een hoger niveau getild: Nederland wereld-wijd profileren als dé innovatieve top in de agrofoodsector. Met die internationale focus onderscheidt Food Valley zich van andere foodclusters, constateert Sander Karnebeek, innovatiemanager bij Syntens. “De ambities van Food Valley zijn heel groot. Zij wil het foodportaal voor Nederland worden, maar zich ook internationaal op de kaart zetten. Daarmee heeft ze een heel ander soort doel-stelling dan de andere foodclusters, die veel meer regionaal georiënteerd zijn.“

naar EEn niEuwE samEnwErKingSyntens, er vooral op gericht om Nederlandse bedrijven een stap verder te helpen, draagt niet zozeer bij aan het behalen van de inter-nationale doelstellingen van Food Valley. Wél aan het ondersteunen van bedrijven. Vooral het MKB, hoewel Food Valley zich ook richt op grotere bedrijven. De bijdrage die Syntens levert, manifesteert zich vooral in het orga-

niseren van activiteiten. Karnebeek: ”Vanuit Syntens brengen we dan voornamelijk con-tent en kennis in, samen met Food Valley gaan we vervolgens op zoek naar bedrijven. Ook zorgt Syntens voor een stukje opvolging.”

Syntens is al vanaf de start betrokken bij deze cluster. Directeur van Food Valley, Roger van Hoesel: “De samenwerking is begonnen met de Innovation Link. Dat heeft zich doorontwikkeld tot wat nu heet ‘Food Valley Direct’: Piet heeft een vraag, wij kijken naar welke kennisinstelling we die vraag het beste door kunnen zetten.” Syntens had in de begindagen specifiek capaciteit, uren, beschikbaar om bij te dragen aan de doel-stellingen van Food Valley. Volgens Karne-beek, is de samenwerking inmiddels wel wat veranderd. “We zijn er nu meer naartoe ge-groeid om te kijken hoe we programmatisch bij elkaar kunnen aansluiten. We zoeken naar activiteiten die zowel aan de doelstel-lingen van Syntens als Food Valley voldoen. Het is meer uitgegroeid tot een partnership.”

bEDrijvEn wijzEn op mogElijKhEDEnDat partnership leidt tot mooie projecten. Een goed voorbeeld is ‘Koplopers in Ambitie’ (KiA). In 2012 richtte het project zich spe-cifiek op het verwaarden van reststromen: wat kun je daar als bedrijf mee? Van Hoesel: “In dit programma gaan we bedrijven met een echte ambitie voor een langere periode

“Vanuit Syntens brengen we content en

kennis in”

Page 9: De kracht van de verbinding

8 DE KRACHT VAN DE VERBINDING FOOD VALLEY 9

“Syntens denkt mee over thema’s en brengt

ook bedrijven in”

ondersteunen. Dat gaat veel verder dan Food Valley Direct. Eerst kijken we wat de ambitie is. Dan wat daarvoor nodig is. Denk bijvoor-beeld aan kennis en geld. En daarna mis-schien aan communicatie om een product in de markt te zetten. Syntens is hierbij heel actief. Ze denken mee over thema’s en bren-gen ook bedrijven in.”

In de samenwerking met Food Valley kan Syn-tens prima zijn doelstellingen verwezenlijken: bedrijven met een vraag naar de juiste ken-nisinstelling doorsturen, een stukje opvolging doen. Maar volgens Karnebeek werkt de com-binatie Syntens en Food Valley vooral goed om bedrijven te wijzen op de innovatieve moge-lijkheden die voor hen open liggen. “Ik denk dat het grootste deel van het MKB behoefte heeft aan ondersteuning daarbij. Het helpt hen zich verder te ontwikkelen.” De rol van Syntens is daarbij vooral onmisbaar vanwege haar landelijke netwerk. Van Hoesel kan zich daarbij aansluiten: “Syntens heeft mensen in dienst die bij heel veel verschillende bedrijven komen. Wij zijn natuurlijk veel kleiner. Daarin zijn we echt complementair.”

Kia-lijn voortgEzEtBeide heren zien ook voor 2013 mooie kansen voor samenwerking. Wat dat concreet in-houdt, is nog de vraag, want programma’s zijn nog niet rond. Van Hoesel geeft vooral graag vervolg aan de KiA-lijn, dat door ondernemers bijzonder positief wordt ontvangen. Karne-

beek vult aan: ”Het komende jaar zouden we nog graag samen één of twee onderwerpen oppakken naast het verwaarden van rest-stromen. We kijken daarbij welke kansen er liggen binnen de wetenschap enerzijds, en welke behoeften er zijn vanuit het bedrijfs-leven anderzijds. Dat is altijd een wisselwer-king. Waar kunnen we bedrijven verder mee helpen, waar liggen behoeften? En die vragen dan terugbrengen naar een kennisinstelling als de Wageningen UR.” Programma’s over de onderwerpen energiereductie en waterreduc-tie zijn inmiddels in ontwikkeling.

Op die manier wil Food Valley samen met Syntens de agrofoodsector blijven onder-steunen in zijn ontwikkeling. Van Hoesel: “Als ik kijk naar het belangrijkste resultaat behaald van afgelopen jaren, dan is dat toch dat we honderden vragen van bedrijven hebben opgelost. Waar we ons samen met Syntens voor inzetten is het ontsluiten van kennis, het bieden van een makkelijk loket waar bedrijven terecht kunnen. Daar is be-hoefte aan, en in dat opzicht hebben we echt al mooie resultaten geboekt.”

www.foodvalley.nl

De stichting Food Valley is gevestigd in de Vallei-regio, de regio rondom Wageningen. De stichting stimuleert innovatie en ondernemerschap door vorming van (inter)nationale samenwerkings-verbanden, antwoord op ondernemersvragen, promotie van de innovatieve Nederlandse agro-foodsector, ondersteuning bij de ontwikkeling van spin-offs en start-ups, introductie van en bege-leiding bij de vestiging van (nieuwe) innovatieve foodbedrijven in Nederland.

Page 10: De kracht van de verbinding

10 DE KRACHT VAN DE VERBINDING10 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

In 2006 richtten voedingsmiddelenfabrikanten in

Zuid-Nederland onder dat motto in Helmond de

netwerkorganisatie FoodConnectionPoint (FCP)

op. Oorspronkelijk werd FCP opgericht vanwege

een tekort aan voldoende goed gekwalificeerd

(MBO-)personeel. Inmiddels is innovatie, naast

De driehoek Syntens-FCP-Larco

werkt heel goed

Ruud Megens, Larco Foods B.V.

Het netwerk van Syntens is onze

sterkste kant

Jenk de Jong, Syntens

Page 11: De kracht van de verbinding

10 DE KRACHT VAN DE VERBINDING FOODCONNECTIONPOINT 1110 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

FOOD CONNECTION

POINT:

Mens&Imago, één van de speerpunten van het

FCP. Bij het ondersteunen van foodbedrijven op

het gebied van innovatie hebben het FCP en Syn-

tens elkaar gevonden. “De samenwerking wordt

steeds intensiever”, zeggen Jenk de Jong van

Syntens en Jacqueline Lanting van FCP.

Het is goed dat we elkaar

gevonden hebben

Jacqueline Lanting, FCP

VOOR EN DOOR ONDERNEMERS

Page 12: De kracht van de verbinding

12 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

syntEns voor hEt gEnEriEKE DEElDie samenwerking was in eerste instantie best even aftasten. Maar Jacqueline Lanting, projectmanager Innovatie bij FCP, is tevreden, en ervaart dat het steeds makkelijker gaat. “Het is goed dat we elkaar gevonden hebben, we zien dat het elkaar versterkt. FCP is geen grote organisatie, maar we zitten wel dicht bij bedrijven. Gezamenlijke projecten kan FCP prima zelf oppakken. Maar er is ook behoefte aan de generieke zaken, het aanzwengelen van nieuwe projecten, bijeenkomsten organiseren, thema’s benoemen, het ondernemersvermo-gen versterken. De expertise en communica-tiemiddelen die daarvoor bij ons ontbreken, komen van Syntens.”

Volgens De Jong is dat allemaal te danken aan het netwerk van Syntens. “Dat is denk ik onze sterkste kant. Daarin zitten niet alleen de ken-nisinstellingen, maar ook de consultants van marketing, ICT, enzovoort. Anderzijds is het ook opvolging. We kunnen ondernemers hel- pen strategisch onderbouwd verder te gaan. Ze hebben soms heel veel ideeën, maar passen die ideeën wel bij de ondernemer? Soms zijn andere ideeën beter.” Ten derde noemt De Jong het stimuleren van samenwerking: “We verbin-den kennis, maar we verbinden ook onderne-mers, zodat ze van elkaar kunnen leren.”

intEraCtiEf naar innovatiE-aCtiEplanDe eerste samenwerking van Syntens en FCP bestond uit het organiseren van bijeen-

komsten voor het Agrofood Innovatieplein (AFIP). Laagdrempelige, thematische bijeenkomsten, vraaggestuurd en dicht bij de ondernemer. FCP zorgt daarbij voor de deelnemers, Syntens nodigt kennisinstel-lingen uit en doet nazorg voor de onderne-mer die echt verder aan de slag wil.

Syntens heeft in 2012 innovatietrainingen verzorgd binnen het project Food2Market, een initiatief van vijf foodnetwerkorgani-saties uit Duitsland, Vlaanderen en Ne-derland die ondernemers in de foodsector willen ondersteunen bij innovatie. En dat is goed bevallen. De Jong: “We baseren deze training op onze innovatiescan. Het is een interne analyse van de sterktes en zwaktes van het bedrijf, de competenties, het innovatievermogen. Daarnaast kijken we naar buiten: wat zijn ontwikkelingen, wat gebeurt er in de omgeving? Uiteinde-lijk leidt dat tot een innovatieactieplan.” Lanting bevalt die aanpak wel: “Food2Mar-ket is een mooi project en de innovatiescan is heel praktisch ingestoken. De sessies met Syntens zijn interactief, er wordt niet alleen kennis gebracht, maar ook onderling uitgewisseld.“

“De innovatiescan is heel praktisch ingestoken”

“We verbinden kennis, maar ook ondernemers”

Page 13: De kracht van de verbinding

12 DE KRACHT VAN DE VERBINDING FOODCONNECTIONPOINT 13

KraChtigE DriEhoEKEn wat vindt de ondernemer? Ruud Megens, accountmanager van Larco Foods B.V., producent van houdbare soepen, bouillons en vleesconserven, nam deel aan de innova-tietraining van Syntens binnen Food2Market. “Omdat”, zoals hij zelf zegt, “we eigenlijk altijd naar manieren zoeken om onze concepten wat beter onderbouwd te krijgen en te toetsen aan de praktijk, de consument. In deze training konden we conceptontwikkeling koppelen aan datgene wat consumenten ervaren.”Zijn deelname aan de innovatietraining is Megens goed bevallen. “Ten eerste zijn onze ideeën besproken. Ten tweede hebben we nieuwe contacten opgedaan met bedrijven. Die hebben weer eigen ervaringen en inzich-ten, en dat leidt weer tot synergie. Ten slotte hebben we onze eigen ideeën, die soms wat van het geijkte pad afwijken, kunnen visualiseren, om te zien hoe de consument er tegenaan kijkt. Een aantal opmerkingen van consumenten hebben we nu proberen te vertalen naar andere nog lopende projecten. We hopen natuurlijk dat we daar profijt uit kunnen halen.”

De innovatietraining was voor Megens het eerste contact met Syntens, een contact dat verliep via FCP. Over de samenwerking is hij meer dan tevreden. “Die driehoek Syntens-FCP-Larco werkt heel goed. FCP weet wat er speelt, en dan gaat het balletje vanzelf rollen. Samen met Syntens kunnen zij op

“We hebben nieuwe contacten opgedaan met

bedrijven”

die manier heel goed invulling geven aan de behoeften die er in Zuid-Nederland leven.“

innovatiEagEnDaOok in 2013 wordt de samenwerking voort-gezet, want uit de eerdere bijeenkomsten komen vanzelf nieuwe vragen tevoorschijn. Er staat een nieuwe training voor Food2Mar-ket op het programma. Ook is er recent een bijeenkomst geweest over export. De Jong: “Uit deze korte kennismaking hebben we ge-concludeerd dat een vervolgtraining gewenst is, een intensievere begeleiding voor een goede exportstrategie, waar de Kamer van Koophandel ook aan meedoet.”

Lanting wil graag structureel meer gaan sa-menwerken met Syntens. Dat mag wat haar betreft ook nog intensiever en projectma-tiger, waarbij goed gekeken wordt waar de behoeftes liggen. Zo kunnen FCP en Syntens samen nog meer de schouders eronder zet-ten om de sector gezond te houden. Samen met onder andere de Kamer van Koophandel en het Streekplatform De Peel wordt daarom gewerkt aan een innovatieagenda voor de agrofoodsector in Zuidoost-Nederland.

www.foodconnectionpoint.nlwww.food2market.nlwww.foodtechnologyparkbrainport.nl

Het regionale Foodbedrijfsleven in Zuid-Nederland heeft in 2006 FoodConnectionPoint (FCP) opge-richt. FCP is een netwerkorganisatie waarbij de samenwerking tussen de Foodondernemers, de overheid en het onderwijs centraal staat om zo de economische positie van Foodondernemingen in Zuid-Nederland te versterken. Momenteel zijn zo’n 60 bedrijven aangesloten bij FCP.

Page 14: De kracht van de verbinding

14 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

INNOFOOD: OP WEG NAAR

NIEUWE NETWERKROL

Innofood, de netwerkorganisatie voor voedings-

middelenbedrijven in Oost-Nederland, zit eigen-

lijk midden in een identiteitsheroriëntatiefase,

vertelt scheidend voorzitter Peter Davids. De

organisatie werd in 1998 opgericht om de regu-

liere opleidingen in de regio – vooral Twente – een

impuls te geven en te zorgen voor nieuwe instroom

Syntens heeft een groot netwerk

en organisatie- capaciteit

Peter Davids,Innofood

Innofood is een platform

waar kennis wordt gedeeld

André Adolfs,Syntens

Page 15: De kracht van de verbinding

INNOFOOD 1514 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

INNOFOOD: OP WEG NAAR

NIEUWE NETWERKROL

van goed opgeleid personeel. Davids: “Maar dat is

nu eigenlijk niet meer nodig. Nu is Innofood vooral

een netwerkorganisatie, waarbij leden kennis en

informatie kunnen delen, waarbinnen zij kunnen

netwerken en waar ze elkaar op bijeenkomsten

kunnen ontmoeten.” En in die nieuwe rol kwam

ook de bijdrage van Syntens om de hoek kijken.

Page 16: De kracht van de verbinding

16 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

“In een masterclass zetten

we mensen met verschillende achtergrond en expertises bij elkaar”

innovatiEprojECtEn voor groot En KlEinInmiddels zijn ongeveer zeventig leden aan-gesloten bij Innofood. Dit zijn de grote jongens uit de foodsector, zoals Grolsch, Bolletje en Johma, maar ook kleinere en middelgrote MKB-bedrijven als Bakker Wiltink en Elite Snacks. André Adolfs, sinds 1,5 jaar vanuit Syntens betrokken bij Innofood: “Het mooie van Innofood vind ik dat het een platform is voor allerlei bedrijven uit de foodsector, gro-tere en kleinere, waar kruisbestuiving plaats-vindt en kennis wordt gedeeld. De kracht van Innofood is de regionaliteit: mensen kun-nen elkaar makkelijk opzoeken en spreken elkaars taal. En ook bijeenkomsten zijn voor iedereen makkelijk om te bezoeken.”

Hoewel de organisatie er nog steeds aan werkt om meer scholieren te interesseren voor een loopbaan in de foodsector, is het doel van Innofood nu meer het initiëren van innova-tieprojecten. Om dat te bereiken worden voor-namelijk themabijeenkomsten georganiseerd. Daar is ook de belangrijkste rol voor Syntens weggelegd, die mee-organiseert, faciliteert en verbindt, vertelt Davids. “Daarnaast speelt Syntens een rol als het om subsidie gaat. Zij wijzen ons op subsidies die beschikbaar zijn en helpen ons die te verkrijgen.”

rEtail blijKt minDEr maChtigInnofood probeert vooral op zoek te gaan naar thema’s die voor de leden van belang zijn. Dat leidt tot bijeenkomsten met uiteenlopende

onderwerpen, zoals ‘Innovatie & Smaak’ en ‘Ouderen & Gezonde Voeding’. Ook werd in 2012 een bijeenkomst georganiseerd over de macht van de retail, waaraan ongeveer twintig bedrijven meededen. Centraal stond hoe je als MKB tegen die retail macht aan moet kij-ken. Adolfs: “De meeste deelnemende bedrij-ven dachten dat ze maar gewoon te luisteren hadden naar de grote retailers. De bijeen-komst heeft ze het inzicht gegeven dat ze best wat te zeggen hebben, en dat ze daadwerke-lijk toegevoegde waarde kunnen hebben voor de retailbedrijven. Het is maar net hoe je er zelf tegenaan kijkt en welke aanpak je kiest.” Ook Davids is positief over de masterclass: “Het is een heel zinvol thema. Veel van onze leden leveren aan de retail. Het is een lastige klant. Met deze masterclass worden leden wegwijs gemaakt in een moeizame wereld. Ik ben er dan ook heel blij mee.”

De masterclass werd dermate positief bevonden dat de bijeenkomst eind 2012 een vervolg kreeg. Met vier bedrijven ging Syntens verder in een Advanced Masterclass Category Management. Adolfs: “Het MKB is vaak klein. De directeur zit qua kennis op één gebied en heeft intern nauwelijks een klankbord. In een masterclass als deze zetten we mensen met verschillende achtergrond en expertises bij elkaar. Daarbij proberen we vooral het van elkaar leren te stimuleren.”

Page 17: De kracht van de verbinding

16 DE KRACHT VAN DE VERBINDING INNOFOOD 17

“De steun die Syntens daarmee levert is

geweldig”

nEtwErK En opvolgingDe meerwaarde van Syntens voor Innofood tekent zich af op verschillende vlakken. Zo wist Syntens al een paar keer met succes nieuwe MKB’ers te laten aanhaken bij het netwerk. Maar volgens Adolfs is de belang-rijke bijdrage van Syntens nazorg en opvol-ging. “Echte activering na een bijeenkomst laat nog wel eens te wensen over. Wij willen zorgen voor opvolging door samen met be-drijven te kijken: wat was leerzaam aan deze bijeenkomst, en wat kun je ermee? Het er na één bijeenkomst niet bij laten zitten, maar met een kleine club ondernemers er meer uit proberen te halen.”

Waarom Syntens daarbij zo sterk is in wat ze doet? Adolfs: “Wat we als Syntens denk ik kunnen toevoegen, is dat we een net-werk hebben en per thema kennispartners kunnen laten aanhaken. Ik denk dat we in Nederland binnen agrofood zo’n dertig tot veertig adviseurs hebben, en daarmee een groot en landelijk netwerk. We hebben een connectie met kennisinstellingen, commer-ciële maar ook niet-commerciële partijen zoals scholen en universiteiten. En we spre-ken de taal van de foodondernemers.”

Ook Davids is positief over de samenwer-king met Syntens. “Syntens heeft een groot netwerk en organisatiecapaciteit. Innofood is gebaseerd op vrijwilligheid. De bestuursleden zijn onbezoldigd en komen maar eens in de

zes weken bij elkaar. Syntens heeft die capa-citeit wél. Dat zorgt voor continuïteit. Daar-door weet zij echt deuren te openen. De steun die Syntens daarmee levert is geweldig.”

toEKomstDoor die vrijwilligheid kan Innofood nog wel een professionaliseringsslag gebruiken. Davids: “We werken er nu aan om daar invulling aan te geven, hoe dat gefinancierd kan worden, of er misschien een bezoldigde kracht bij moet. We hopen dat Syntens de komende tijd wil helpen om de koers te bepalen, zowel de organisatorisch inrichting als de financiële.” Om de verdere richting te bepalen droeg Syntens onlangs al een steentje bij door een enquête te verspreiden onder leden over waar verwachtingen en behoeftes liggen. Dat moet helpen om voor de komende jaren een eenduidiger strategie te bepalen. Ook in 2013 wordt de samenwer-king met Syntens voortgezet.

www.innofood.org

Innofood behartigt sinds 1998 de belangen van voedingsmiddelenbedrijven in Oost-Nederland. Dit uit zich vooral in het stimuleren van innovaties en het benutten van verbeterkansen in bedrijfs-voering bij productiebedrijven en het bundelen van gezamenlijke krachten en belangen. Verder onderhoudt de stichting Innofood contacten met vertegenwoordigers van opleidings- en andere kenniscentra. Het Innofoodnetwerk - met ruim 80 leden - werkt ook als kennismakelaar.

Page 18: De kracht van de verbinding

Er zijn in het Noorden honderden bedrijven actief

in de agrofoodsector, die werk bieden aan ruim

15.000 mensen en een totale omzet hebben van 6

miljard euro. Een groeiend aantal daarvan ziet de

kansen in de markt van Food for Healthy Ageing.

Dit vergt kennis en kunde die vaak moeilijk toe-

Het netwerk, dat doen

we samenWe willen

ondernemers uit-dagen problemen

op te lossenJeroen Beekhuizen,

Syntens

Saskia van Gend, Food Circle

18 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

Page 19: De kracht van de verbinding

FOOD CIRCLE 19

FOOD CIRCLE: SAMEN STERKER

gankelijk is. Food Circle is in 2011 opgericht als

platform dat technische en andere vraagstukken

helpt oplossen voor bedrijven in de voedingsmid-

delenindustrie. Deels dankzij intensieve contac-

ten met onderwijsinstellingen, deels door allian-

ties te smeden tussen bedrijven onderling.

18 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

Page 20: De kracht van de verbinding

20 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

Innexus is een samenwerkingsverband van voedingsmiddelenbedrijven in de drie noordelijke provincies. Omdat de bedrijven verenigd in Innexus het gezamenlijke belang inzien van gezonde voeding, hebben zij be-sloten zich aan te sluiten bij het project Food Circle om zo hun innovatieve activiteiten op dit gebied te bundelen. Saskia van Gend, projectmanager: “Food Circle wil innovatie op het gebied van gezonde voeding stimu-leren en het arbeidspotentieel in Noord-Nederland opwaarderen. Het project bestaat uit twee fasen. In de eerste fase richten we ons op het bevorderen van het netwerk en het helder krijgen van (gezamenlijke) innovatievragen. In de tweede fase worden adviestrajecten gedefinieerd en wordt het bijbehorende onderzoek uitgevoerd. Voor dat laatste proberen we vooral twee of meer ondernemers ertoe te bewegen dat zij geza-menlijk onderzoek uitvoeren.”

thEmaworKshops moEtEn onDErnEmErs uitDagEnIn 2013 gaat de samenwerking tussen Syntens, Food Circle en het Healthy Ageing Network Noord Nederland eigenlijk pas echt van start. Zo willen Syntens en Food Circle, voorafgaand aan de tweemaandelijkse bij-eenkomsten van het Healthy Ageing Network Noord Nederland (HANNN) in Leeuwarden, een themaworkshop organiseren. De eerste gezamenlijke workshop staat gepland in

april, over voedings- en gezondheidsclaims. De samenwerkingspartners nodigen daar-voor verschillende experts en het MKB uit. Syntens, in nauwe samenwerking met TNO, is bij deze workshop ook verantwoordelijk voor het inhoudelijke deel. Jeroen Beekhui-zen van Syntens: “Met de workshops willen we kennisuitwisseling stimuleren en pro-blemen signaleren. We willen ondernemers uitdagen problemen op te lossen. Naast de workshop over voedings- en gezondheids-claims denken we er verder over om eens bij zorginstellingen een kijkje in de keuken te nemen. Ook willen we een toer maken langs de verschillende kennisinstellingen in Noord-Nederland, zodat ondernemers ook weten wat de mogelijkheden zijn bij ken-nisinstellingen en eventueel samen met hen onderzoek kunnen doen. Binnen Food Circle zijn hier onder andere middelen voor.”

partnErs stroomlijnEn initiatiEvEnHoewel de samenwerking eigenlijk nog niet echt van start is, hebben beide partners er nu al vertrouwen in. Vooral omdat beiden elkaar perfect lijken aan te vullen. De meer-waarde van Syntens is daarbij vooral de bre-dere blik, denkt Beekhuizen, en de landelijke dekking. Het werkgebied van Syntens omvat meer dan gezonde voeding alleen; komt de organisatie innovatievragen over dit onder-werp elders tegen, dan kunnen die gemak-kelijk worden doorgeleid. “Andersom kunnen

“De meerwaarde van Syntens is de

bredere blik”

Page 21: De kracht van de verbinding

20 DE KRACHT VAN DE VERBINDING FOOD CIRCLE 21

we bijvoorbeeld een schakel zijn naar TNO of bijvoorbeeld Food Valley, als vragen verder gaan dan Food Circle alleen.”

Ook Van Gend is positief. “Misschien komen er na deze eerste workshop meer work-shops, die intentie is er wel. Wanneer we iets tegenkomen waarvan we zeggen: ‘dit is een interessant thema’, is het de bedoe-ling dat we dat samen gaan trekken. Op die manier willen we initiatieven stroomlijnen, zodat duidelijk is waar ondernemers terecht

Food Circle: bevordert netwerk en innovatieFood Circle is een regionaal platform waarin bedrijven, kennisinstellingen en experts met elkaar samenwerken. Het project maakt on-derdeel uit van Food & Nutrition, één van de vijf speerpunten binnen het Healthy Ageing Net-work Noord Nederland (HANNN). Het HANNN is een platform dat kennis en kansen koppelt op het gebied van ziekte en gezondheid.

De praktische uitvoering van de onderzoeken vindt plaats bij de partners van het project,

“We proberen ondernemers ertoe te bewegen samen

onderzoek uit te voeren”

www.innexus.euwww.food-circle.nl

kunnen. In Noord-Nederland zit Syntens in het voortraject. Food Circle neemt het dan over voor het detail, zodat er echt onderzoek uit voortkomt. Wat daar tussenin zit, het netwerk, dat doen we samen. We hebben allebei ons eigen netwerk, zijn daarin niet elkaars concurrent maar proberen elkaar te versterken. Samen staan we sterker.”

de hogescholen Van Hall Larenstein in Leeu-warden en de Hanzehogeschool in Groningen. Penvoerder van het project is TechnologieCen-trum Noord-Nederland (TCNN).

Food Circle wordt gefinancierd door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN), het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het ministerie van Economis-che Zaken. Daarnaast zijn Innexus en Avebe de co-financiers.

Page 22: De kracht van de verbinding

Glastuinbouwers moeten zich meer op de markt

gaan richten en zelf de regie houden in de keten.

Als de EHEC-crisis van 2011 iets duidelijk maakte,

was dat het wel. Zo’n crisis zou de sector niet nog

eens overleven. Maar hoe pak je dat aan, als sector?

Peter Duijvestijn, die samen met zijn broers een

groot tomatenbedrijf runt in Pijnacker, besloot met

een aantal collega-glastuinders tot de oprichting

De glas- tuinbouwsector

was nog altijd erg gesloten

Peter Duijvestijn

22 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

Page 23: De kracht van de verbinding

STAP 23

STAP: TUINBOUWERS

EEN SPIEGEL VOORHOUDEN

Zorgen dat ondernemers weten wie hun

klanten zijnPeter van der Sar

van de Stichting versterking Afzetpositie Produ-

centen, ofwel STAP. “De wereld is veranderd, wordt

door internet en sociale media steeds transparan-

ter, maar de glastuinbouwsector was nog altijd erg

gesloten. Met STAP willen we dat glastuinders zich

afvragen wat de consument nu eigenlijk wil. We ko-

men er niet meer met alleen maar produceren wat

op de korte termijn het meeste oplevert.”

22 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

Page 24: De kracht van de verbinding

24 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

“Een deel van de sector kijkt nu anders tegen het produceren aan”

Inmiddels hebben ruim driehonderd onder-nemers uit heel Nederland zich aangesloten bij STAP. Maar Duijvestijn kwam al snel tot de conclusie dat ze als ondernemers zo’n omslag in het denken niet alleen konden realiseren. “Dat was het moment dat ik Syn-tens heb gevraagd om ons te ondersteunen. Zij hadden ons tomatenbedrijf al eens goed geholpen, en als onafhankelijke partij zonder belangen in de sector, zijn zij de juiste partij. Ze helpen ons om de dingen van een andere kant te bekijken.”

jE vErDiEpEn in DE marKtDat is zeker nodig, merkte Peter van der Sar, die als Syntensadviseur nauw bij STAP betrokken is. “Individuele tuinders bekom-merden zich niet om voor wie ze eigenlijk produceerden. Het is zeker niet de bedoe-ling dat je zelf je komkommers aan de man gaat brengen, maar je moet je wel verdiepen in wat de markt eigenlijk wil. Samen met de ondernemers binnen STAP hebben we bedacht hoe we die marktkennis kunnen ontwikkelen. Hoe zorgen we dat onderne-mers weten wie hun klanten zijn en welke producten die willen? En welke partijen heb-ben we nodig om dat te bereiken?”

In de tuinbouw bestaat de keten uit heel veel schakels, en die zijn niet altijd transparant. “Het lijkt wel of sommige schakels er ook

belang bij hebben om tuinders dom te hou-den”, vindt Van der Sar. Toch is het inmiddels al mogelijk om het productieproces volledig te monitoren, van zaadje tot winkelschap, maar die mogelijkheid wordt nog niet benut. “Maar als Duitse supers, na die EHEC-af-faire, besluiten dat ze alleen nog producten willen uit zo’n gesloten keten, en Neder-landse tuinders kunnen dat garanderen, dan zijn onze producten niet meer zomaar inwisselbaar met komkommers uit Marokko. Dat versterkt onze positie.”

Samen met een adviesbureau met verstand van telers en ketens kwam STAP tot een proces met zeven bouwstenen. Over die onderwerpen krijgen groepen telers nu workshops ‘Afzet Glasgroenten, 7 bouwste-nen – 7 keuzes’. Van der Sar: “Als Syntens

Page 25: De kracht van de verbinding

24 DE KRACHT VAN DE VERBINDING STAP 25

“We gaan met individuele

ondernemers rond de tafel zitten”

begeleiden we het proces, en kunnen we na afloop van zo’n workshop met individuele ondernemers rond de tafel gaan zitten en ze verder helpen. Onder onze adviseurs zitten ook collega’s uit de retail, of mensen met een creatieve insteek, die net een ander verhaal naar boven kunnen halen.” niEt hEt hElE bEDrijf inEEnsVan der Sar wil overigens de verwachtingen niet meteen te hoog scheppen. “Als een teler een ander verhaal kan vertellen waardoor hij een andere markt aan kan boren, zal dat nooit ineens voor zijn hele bedrijf zijn. Mis-schien kan hij eerst eens 5000 vierkante me-ter van zijn 10 hectare op een andere manier afzetten. Zo is er een tuinder die restwarmte van een fabriek gebruikt, en nu een klein deel van zijn paprika’s als CO2-neutraal kan verkopen voor een iets hogere prijs. Maar als het aanslaat, wordt dat vanzelf meer.”

Duijvestijn realiseert zich wel dat een om-slag in het denken tijd kost. “We dachten eerst nog dat we het in een jaar voor elkaar zouden hebben, maar zo snel gaat het niet. Ik durf wel te zeggen dat een deel van de sector nu anders tegen het produceren aankijkt. Dat mensen de marktonderzoe-ken van het Productschap Tuinbouw ook daadwerkelijk bekijken, waar die eerst in de la bleven liggen. Maar we hebben nog een

Eenheid in vers

STAPStichting STAP bestaat uit glasgroententelers die samen met stakeholders werken aan een gezonde sector. STAP wil – ongebonden – vanuit betrokken-heid, duidelijkheid en openheid richting geven om het beoogde resultaat te behalen: een renderende sector voor marktgerichte telers. Kennis, kunde en inzet komen uit achterliggende ondernemin-gen, sectororganisaties en -instituten.

lange weg te gaan. Syntens helpt ons door ons een spiegel voor te houden, altijd maar weer kritisch te blijven vragen waarom we dingen doen en ons uit te dagen dingen van een andere kant te bekijken.”

Page 26: De kracht van de verbinding

GREENPORT VENLO:

“Syntens is onze front office”

We jagen nieuwe projecten

aan Binie Hermans,

Syntens

Agrariërs hebben niet de

tijd om hun ideeën uit te werken

Wouter Keij,Greenport Venlo

26 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

Page 27: De kracht van de verbinding

GREENPORT VENLO 27

Syntens is niet vanaf het begin bij Greenport Venlo

betrokken, vertelt Binie Hermans, innovatieadvi-

seur bij Syntens. “We zijn in april 2012 aangeslo-

ten. Sindsdien bestaat onze inbreng in de eerste

plaats uit het AANJAGEN van nieuwe projecten:

bijvoorbeeld PRODUCTVERNIEUWING stimule-

ren en samenwerkingsverbanden opzetten, in-

dustriële ondernemers koppelen aan agrariërs.”

GREENPORT VENLO:

“Syntens is onze front office”

26 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

Page 28: De kracht van de verbinding

28 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

Hermans noemt meteen maar een voor-beeld: “Kunnen eieren sneller worden verpakt? Of zijn er machines die – al dan niet met kleine aanpassingen – de beste aardbeien kunnen plukken?” Bij dit alles gebruikt Syntens zijn landelijke netwerk, om de Limburgse ondernemers ‘breder’, dus buiten de eigen regio te leren denken. “En omgekeerd. Dit heeft bijvoorbeeld al opgeleverd dat vishandelaren geïnteresseerd zijn een diepvries-hub in Venlo op te zetten: makreel met verschillende bestemmingen in Europa wordt hier straks herverdeeld en gaat samen met een partij groente diepge-vroren naar de uiteindelijke bestemming.”

oogstmaChinE voor aspErgEsSyntens organiseert dagen waarop onder-nemers uit verschillende sectoren bij elkaar worden gebracht. Op 7 december 2012 was er weer zo’n industry meets agro-dag. Wou-ter Keij, directeur Innovatiecentrum Green-port Venlo, kijkt er tevreden op terug. “De agrarische ondernemers zijn toch bij uitstek vertegenwoordigers van het MKB en hebben veelal gewoonweg niet de tijd om hun ideeën uit te werken. Op dit soort dagen komen zij in contact met ‘de makers’ en zo kunnen ze hun ideeën misschien toch werkelijkheid zien worden.” Keij herinnert zich de asper-

geteler die zelf een machine had bedacht waarmee hij die de asperges meteen op het land kan oogsten en sorteren en daarmee flink op de arbeidskosten bespaart. “Maar om de machine nu te perfectioneren en grootschaliger in serie te produceren, dat is niet zijn business. Syntens helpt aspergete-ler Teboza samen met een machinebouwer en samen kijken die twee nu hoe dit idee verder kan worden gebracht.” aspErgErEststroom als gronDstofOver asperges zijn meer innovaties te mel-den. Hermans: “Je kent misschien het voor-beeld dat champignonvoetjes tegenwoordig verwerkt worden tot poeder dat Cup-a-Soup aan haar pakjes kant-en-klaarsoep toevoegt. In navolging daarvan is gekeken of dit ook met aspergevoetjes kan.” Daartoe is de grootste Limburgse aspergeteler Teboza in contact gebracht met Scelta, het Limburgse bedrijf dat allerhande champignonproducten vermarkt. Samen onderzoeken zij of van de voetjes en schillen van asperges poeder voor bijvoorbeeld soep kan worden gemaakt. Als daarmee dezelfde resultaten kunnen worden behaald als met de reststroom van champignons, zien ook de telers en schil-lers van asperges hun afval veranderen in een grondstof die geld opbrengt. Waar de

“Syntens heeft zoveel contacten met

het bedrijfsleven”

Page 29: De kracht van de verbinding

28 DE KRACHT VAN DE VERBINDING GREENPORT VENLO 29

“Jonge ondernemers krijgen inzicht

in hun mogelijke afnemers”

champignontelers vroeger tonnen per jaar moesten betalen om de teeltlaag met cham-pignonvoetjes te kunnen afvoeren, maakt Scelta daar nu een waardevol product van met een omzet van tonnen.

front offiCEDeze voorbeelden tonen volgens Keij de waarde van Syntens aan. “Zij hebben zoveel contacten met het bedrijfsleven, dat is echt enorm. Daardoor vullen wij elkaar goed aan. Je kunt Syntens onze front office noemen: zij leggen de eerste contacten, waarna wij als Innovatiecentrum Greenport Venlo projecten kunnen gaan bouwen.”

roDE lopErBij de activiteiten zet Syntens ook beproefde methodes in, zoals het Rode-Loperpro-gramma, dat jonge ondernemers opleidt en klaarstoomt voor het ondernemerschap. “Daarin leren ze inzicht te krijgen in wie hun mogelijke afnemers zijn, onder woorden te brengen wat hun unique selling points zijn en wat de extra waarde is die zij daarmee kunnen creëren.” Ook de masterclasses retail bewijzen in Limburg hun nut: zij leren de ondernemer hoe hij zich op kan stellen als hij of zij straks bijvoorbeeld tegenover de inkoper van een grote supermarktketen zit.

De samenwerking tussen Syntens en In-novatiecentrum Greenport Venlo is zo goed bevallen dat het contract dat eind 2012 afliep, met een jaar verlengd is, met een verdubbelde inbreng van Syntens.

www.greenportvenlo.nl

Het Greenport Venlo Innovation Center is de sti-mulator van innovatie in de regio en netwerkpart-ner voor de ontwikkeling van innovatieve concep-ten, producten en diensten voor ondernemers in de regio Greenport Venlo. Binnen Greenport Venlo Innovation Center zijn vier programmalijnen be-paald: Biobased Economy, Agro & Food, Logistiek en Industrie.Ook werkt Greenport Venlo Innovation Center samen met partijen als Syntens, Kids University for Cooking en KnowHouse aan innovatietrajecten. Ook worden verbindingen gemaakt buiten de regio zoals met agrobusiness in de regio Niederrhein, Food Valley Wageningen, Health-Valley Maastricht en Nijmegen, Foodspot Helmond en niet in de laatste plaats met Brainport 2020.

Page 30: De kracht van de verbinding

30 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

“De Greenport Aalsmeer wil de internationale

concurrentiepositie van het sierteeltcluster ver-

sterken”, zo vertelt Sander van Voorn, program-

mamanager van Greenport Aalsmeer. “Syntens,

met zijn waardevolle netwerk van ondernemers,

GREENPORT AALSMEER:

De Greenport wil het innovatie-

klimaat versterken

We spreken de taal van de ondernemer

Andreas Hofland, Syntens

Sander van Voorn, Greenport Aalsmeer

Page 31: De kracht van de verbinding

30 DE KRACHT VAN DE VERBINDING GREENPORT AALSMEER 31

GREENPORT AALSMEER:

Syntens als innovatiemotor

maar ook goede banden met Kamers van Koop-

handel en kennisinstellingen, is voor ons een be-

langrijke partij om het innovatieklimaat in de re-

gio te bevorderen.”

Page 32: De kracht van de verbinding

32 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

“Wij gaan na waar er kansen liggen

voor nieuwe markt-productcombinaties”

“De Greenport Aalsmeer wil de concurrentie in de volle breedte van de sector stimuleren. De Greenport werkt hierbij aan de randvoor-waarden voor het bedrijfsleven om hun werk goed te kunnen doen”, licht Van Voorn toe. In het Uitvoeringsprogramma 2013-2016 staan daarom maar liefst veertig projecten. Van Voorn: “Een aansprekende gaat over het gebruiken van twee CO2-leidingen naar de kassen in de regio Aalsmeer, voor de CO2 die die anders uit de schoorstenen van fabrieken en elektriciteitscentrales in het havengebied van zowel Amsterdam als Rotterdam de lucht in gaat. Aansluiting van bedrijven op dit netwerk betekent een kostenverlaging en biedt een milieuoplossing.” Een ander project is erop gericht Aalsmeer een goede verbinding te geven met Schiphol. “Niet in de vorm van een ondergronds systeem, waarvan enkele jaren geleden nog sprake was, maar in de vorm van een bovengronds logistiek systeem. De kortere transporttijden zijn een hele belangrijke concurrentiefactor voor ons cluster.

Een ander project is het instellen van een ‘innovatieklas’. “Met enkele hbo-instellingen hebben we afgesproken dat wij van tijd tot tijd een beroep kunnen doen op docenten en studenten. Als wij tegen een probleem aan-lopen, vragen we of zij een oplossing kunnen bedenken. Zo betrekt de Greenport studen-

ten bij de sierteeltsector en gaan zij zich er hopelijk voor interesseren.”

narCissEn niEt allEEn mooiIn dit ambitieuze Uitvoeringsprogramma speelt Syntens een belangrijke rol, zegt Van Voorn. “Zij zijn een van de partners in het project innovatiemotor Greenport Aalsmeer. Met dit project, waar de Greenport een Europese Subsidie voor heeft ontvangen, wil de Greenport het innovatieklimaat ver-sterken. De mensen van Syntens hebben overal contacten, of het nu met de Kamer van Koophandel, InHolland of Wageningen UR is. Daarnaast heeft Syntens kennis van zaken op het terrein van proces-, product- of marktinnovatie. “Laat ik een recent voor-beeld noemen. Bij de kick off-bijeenkomst van het project Innovatiemotor Aalsmeer, eind november, zei Andreas Hofland van Syntens dat narcissen niet alleen mooi staan in een vaas, maar dat de bloemen ook helpen om de gevolgen van dementie te beperken. Het zijn dit soort ‘crossovers’ met andere sectoren waar de ondernemers in de Greenport Aalsmeer nog in kunnen winnen.”Hofland, innovatieadviseur bij Syntens, beaamt dat dit een van zijn taken is. “Wij stimuleren innovatie. En dat doen we onder meer door bedrijvenclusters te vormen, bij voorkeur met ondernemingen uit het mid-den- en kleinbedrijf. Wij denken ook dat we

Page 33: De kracht van de verbinding

32 DE KRACHT VAN DE VERBINDING GREENPORT AALSMEER 33

“De mensen van Syntens hebben

overal contacten én kennis van zaken”

dit kunnen, enerzijds dankzij al onze con-tacten, maar ook omdat we de taal van de ondernemer spreken.”

marKt-proDuCtCombinatiEsOok Hofland verduidelijkt het liefst aan de hand van een voorbeeld wat de inbreng van Syntens inhoudt. “Ik hoorde van telers van anthuriums dat de export van deze snijbloe-men naar Rusland niet optimaal verloopt. Tijdens het transport ontstaat er schade aan de bloemen, omdat ze te koud worden vervoerd. Dus hebben we gekeken of daar iets aan viel te doen door ze anders te ver-pakken, maar daarnaast ook te kijken of de logistiek anders valt te organiseren. Kun je deze bloemen samen met andere goederen vervoeren die niet zo gekoeld als de meeste andere bloemen hoeven te worden vervoerd? Daarom zijn we bezig de telers van snijanthuriums te betrekken bij andere on-derdelen van de keten, zoals veredelaars en transporteurs.”

“Wij gaan na waar er kansen liggen om nieuwe markt-productcombinaties liggen en als we die hebben gevonden, stimuleren wij ondernemers na te denken over de vraag wat er ontwikkeld moet worden om die kan-sen te benutten. Daarbij maken we dankbaar gebruik van de ervaringen die onze collega’s

Greenport Aalsmeer is een stichting van veertien partijen uit de regio, verdeeld over bedrijfsleven en overheid. Tot de laatste categorie horen de provincie Noord-Holland, Stadsregio Amsterdam, de gemeentes Aalsmeer, Amstelveen, Haarlem-mermeer, Nieuwkoop, Kaag en Braassem, en Uithoorn. Het bedrijfsleven is vertegenwoordigd door FloraHolland, de Kamer van Koophandel Amsterdam, Blooming Breeders, Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijproducten, LTO Noord Glaskracht en Naktuinbouw. De stichting is in 2010 tot stand gekomen.

www.greenport-aalsmeer.ml

in andere Greenports opdoen. Ook wijzen we ze de weg naar de kennisleveranciers”, aldus Hofland.

Page 34: De kracht van de verbinding

34 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

Toen fase 2 van start ging van Greenport Campus, een innovatie-loket voor de tuinbouw, was Syntens erbij. Het doel is technolo-gische innovatie, iets waar kennisinstellingen als TU Delft, Wa-geningen UR en TNO wel raad mee weten. Maar het afstemmen van die innovatie op werkelijke vragen van ondernemers, dat is waar Syntens, met zijn goede contacten in het MKB, van dienst kan zijn. “Doordat we bedrijven pro-actief wijzen op de mogelijk-heden binnen Greenport Campus, komen er meer projecten tot stand”, weet Syntensadviseur Paul Asselbergs. Syntens is dan ook samen met de instellingen actief in het Greenport Campus Loket, maar hoe krijg je de tuinders bij dat loket?

GREENPORT Campus:

Syntens kijkt breder, ook

naar de rest van de keten en de

markt

“Loket komt naar de

tuinders toe”

Page 35: De kracht van de verbinding

34 DE KRACHT VAN DE VERBINDING GREENPORT CAMPUS 35

Een mooi voorbeeld van hoe je bedrijven en kennis actief kunt koppelen, is de activiteit van TNO en Syntens in 2011 op de Tuinbouw-relatiedagen. “Dat is natuurlijk een plek waar heel veel tuinders bij elkaar komen”, vertelt Xavier Weenink, collega-adviseur bij Syntens. “Met een kleine honderd van hen hebben we een enquête gehouden. Die bestond uit scherpe vragen: Besteed je geld aan innovatie? Is dat alleen productinnovatie of ook marktinnovatie? En aan welke kennis heb je nog behoefte? Daaruit bleek dat 95% van de tuinders geld besteedt aan innovatie, maar dat is vooral productgericht, en veel minder op de markt. Als ondernemer kom je er echter niet meer met alleen het leveren van mooie komkommers tegen een lage prijs. Je moet toch echt inspelen op waar de consument op zit te wachten.”

EEnDagsaDviEzEnHet inventariseren van de kennisbehoefte leverde veel op. “Blijkbaar weten tuinders uit zichzelf het Greenport Campus Loket toch niet te vinden, en heeft het echt zin om naar ze toe te gaan”, concludeert Egon Janssen, marktmanager glastuinbouw bij TNO, die sa-men met Weenink de enquêtes afnam. “Als gevolg van deze inventarisatie hebben we als TNO tien zogenaamde ‘eendagsadviezen’ kunnen doen.” Weenink vult aan: “En vragen waar we niet direct een antwoord op kunnen geven, leiden we weer terug naar het Green-port Campus Loket. Vanuit Syntens kennen we de kennisinstellingen al langere tijd, en weten we naar wie we een ondernemer kun-nen doorverwijzen.”

“Een concreet resultaat van de enquêtes”, zo vervolgt Weenink, “was bijvoorbeeld dat we in zo’n eendagsadvies met een tuinder en een TNO-technoloog gekeken hebben naar vision technology, beeldherkenning. Nu kun je met camera’s en computerberekeningen al planten, stengels en bladeren herkennen, maar als je meer parameters tegelijk wilt

herkennen, is dat zo complex dat het veel tijd en rekencapaciteit kost. Als je die bere-keningen eenvoudiger zou kunnen maken, kun je in dezelfde tijd en capaciteit meer herkennen, bijvoorbeeld in 3D. Dat zou een grote stap voorwaarts zijn.”

ozon spoElEn tEgEn Kroonrot Janssen: “Een ander voorbeeld is een advies over hoe je het risico op kroonrot bij toma-ten tijdens het transport kunt inperken. Een TNO-collega bood een methode om de tomaten te spoelen met een ozon-oplossing, die de kroonrotschimmelsporen onscha-delijk maakt. Maar je kunt ook tijdens het transport de temperatuur en vochtigheid beter reguleren, zodat er geen condens in de verpakking ontstaat. Daar heb je alleen als teler niet zo’n invloed op, daarvoor moet je ook de transporteur overtuigen van het nut.”

Vanwege de goede resultaten gaan TNO en Syntens ook in 2013 weer de boer op tijdens de Tuinbouwrelatiedagen. Janssen is daarbij zeer te spreken over de meerwaarde van Syntens. “Als je het alleen de techneuten laat doen, wordt het toch vaak te technology-pushed. Syntens kijkt breder, ook naar de rest van de keten en de markt. Het prettige is dat ze in de tussentijd toch ook nog ver-stand hebben van tuinbouw.”

“Als gevolg van deze inventarisatie hebben we als TNO tien zogenaamde

‘eendagsadviezen’ kunnen doen”

Page 36: De kracht van de verbinding

36 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

Anderhalf jaar geleden klopte Wageningen UR aan bij Syntens. “Kunnen jullie een draai geven aan onze leergang voor veehou-ders die hun bedrijf willen verduurzamen?” De eerste leergang is inmiddels succesvol achter de rug. Bij het ministerie van Econo-mische Zaken (EZ) zijn inmiddels constructies voor een Publiek-Private Samenwerking (PPS) ingediend om aan Het Nieuwe Vee-houden een vervolg te geven.

Het Nieuwe Veehouden komt van de grond dankzij nieuwe netwerken

Page 37: De kracht van de verbinding

36 DE KRACHT VAN DE VERBINDING HET NIEUWE VEEHOUDEN 37

“Wageningen UR wilde niet weer in de eigen vijver vissen”, vertelt innovatieadviseur Benedict Persoon van Syntens. “De beden-kers van de leergang Het Nieuwe Veehouden namen contact met ons op met de vraag of wij ons netwerk ten dienste wilden stellen.”Dat leidde in het voorjaar tot een advertentie in Nieuwe Oogst van LTO, waarin ‘boeren met lef’ die hun bedrijf wilden verduurza-men, werden opgeroepen zich aan te melden voor de leergang. In zes dagen zouden zij hulp krijgen bij het verwezenlijken van die plannen.

suCCEsvErhalEnVeehouder Harry Bruins uit Kampereiland deed mee. Hij denkt zijn veehoudersbedrijf binnenkort energie- en emissieneutraal te kunnen laten draaien en ook nog eens streekproducten op de markt te brengen. Varkenshouder Jan van der Haar uit Collen-doorn (ook in Overijssel) gaat met de mest eendenkroos produceren dat hij vervolgens weer aan zijn varkens wil voeren. Uit deze voorbeelden blijkt dat het bij ver-duurzaming zowel kan gaan om dierenwel-zijn en -gezondheid als om energie, milieu, klimaat of maatschappelijke inpassing dan wel financiële duurzaamheid (rendement).Bijzonder aan de leergang is dat de deelne-mers een erfbetreder mee moesten bren-gen. Persoon: “Samen met Wageningen UR en de sector vonden we dat het goed zou

zijn als een buitenstaander al in een vroeg stadium mee zou denken om zo de boeren uit hun eigen denkwereld te halen en er voor te zorgen dat er uiteindelijk een plan op tafel zou komen dat op acceptatie en draagvlak kan rekenen.”

buitEn DE DEur KijKEnDaarnaast vond Persoon het een goed idee als de deelnemers aan de leergang ook een bezoek brachten aan een MKB-bedrijf in de industriële sector om te zien hoe ze daar aan verduurzaming en innovatie deden. “Wat ze daar bijvoorbeeld hebben geleerd, is hun schroom te overwinnen om de buitenwereld te laten zien wat ze van plan zijn. Boeren zijn zo beducht voor commentaar van groepen als Wakker Dier of Milieudefensie dat ze zich gedeisd houden, ook als ze dingen ten goede doen. Nu ze gezien hebben wat publiciteit kan beteken voor een papierfabrikant die zijn bedrijf heeft verduurzaamd, durven ze dat ook.”

Gezien het succes van de leergang hebben Wageningen UR en LTO besloten er een ver-volg aan te geven. “Als consortium hebben wij samen met ook nog weer andere partijen een PPS-constructie ingediend bij de direc-tie Landbouw van het ministerie van EZ. En met succes: Het Nieuwe Veehouden wordt in 2013 vervolgd!”

“Agrariërs hebben geleerd om de

buitenwereld te laten zien wat ze van

plan zijn”

Page 38: De kracht van de verbinding

38 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

De melkveehouderij staat economisch onder druk. Lage prijzen en een maatschappij die almaar hogere eisen stelt aan een duur-zame productie, dierenwelzijn en voedselveiligheid. Om de melk-veehouderijsector op deze uitdagingen voor te bereiden richtte Wageningen UR – samen met andere instellingen – begin 2011 de Dairy Campus Leeuwarden op, waaraan ook Syntens een bij-drage levert. De Dairy Campus is opgezet als een Publiek-Private Samenwerking (PPS).

Dairy Campus broedt nieuwe ideeën uit

Page 39: De kracht van de verbinding

38 DE KRACHT VAN DE VERBINDING DAIRY CAMPUS 39

kwamen er met nieuwe ideeën weer uit.”Graag had Beekhuizen daar iets meer over verteld, maar “dat kan ik natuurlijk niet doen, want stel dat hier een baanbrekend concept tussen zit, dan kan een ander er mee aan de haal gaan. Laat ik volstaan met de mededeling dat er vijf levensvatbare ideeën uit zijn voortgekomen die we het komende maanden zullen uitwerken. Wat ontbreekt er nog om het idee echt van de grond te krijgen? Welke kennis hebben we nog nodig om er een doorslaand succes van te maken? Pas als we dit soort vragen hebben beantwoord, zullen we ermee naar buiten komen.”

innovatiEfonDsHet simpele feit dat de deelnemers aan deze dag enthousiast huiswaarts keerden, is voor Syntens aanleiding om ook in 2013 meer van dit soort bijeenkomsten te beleggen. En stel dat een idee werkelijkheid kan worden, maar een financieel duwtje in de rug nodig heeft, dan is het goede nieuws dat er een Dairy Campus Innovatiefonds in de maak is. Beekhuizen: “De provincie Friesland wil dit oprichten omdat zij de ontwikkeling en verspreiding van kennis via samenwerkings-projecten tussen onderzoek, onderwijs en ondernemers van essentieel belang acht.”

Met de opkomst van nieuwe economieën staat de melkveehouderij in Nederland voor de taak zich aan te passen aan een nieuwe situatie. Meer welvarende consumenten in landen als Brazilië en China zal de vraag naar zuivelproducten doen toenemen. Maar in die landen kan zich ook een (intensieve) veehouderij ontwikkelen die mogelijk de concurrentie met de Nederlandse veehou-ders en zuivelindustrie zal aangaan. “Re-den om na te gaan hoe we daar op kunnen inspelen”, zegt Jeroen Beekhuizen, innova-tieadviseur bij Syntens. “Met dat doel is de Dairy Campus opgericht, want dit moet de ontmoetingsplek tussen de wetenschappers en de mensen uit de praktijk worden. De campus moet het vliegwiel worden voor de innovatie van de sector, waaraan onderzoe-kers, studenten en veehouders een bijdrage leveren.” Ook Syntens dus.

niEuwE vErbinDingEnEind november 2012 belegden Syntens en de Dairy Campus een middag waarop iedereen die ergens in de keten een plek inneemt, mee kon praten over mogelijkheden om nieuwe product-dienstencombinaties te bedenken en te verkennen. “Zo’n dertig ondernemers meldden zich, onder wie vee-houders, vertegenwoordigers van zuivelcoö-peraties, ijsproducenten, trendwatchers en zelfkazende boeren. In een pressure cooker-sessie lieten zij zich onderdompelen en

Dairy Campus moet de ontmoe-

tingsplek tussen de wetenschappers en

de mensen uit de praktijk worden

Page 40: De kracht van de verbinding

40 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

afspelen, op het niveau van bestuurders, brancheorganisaties en raden van bestuur. Hoewel deze ‘top-down’-inzet zeker ook nodig is, kunnen de ambities niet bereikt worden zonder de inzet van de betrokkenen ’op de werkvloer’: de student, de docent en de ondernemer. Vandaar dat Syntens een praktijkgerichte aanpak heeft ontwikkeld om ook deze belangrijke partijen verder bewust te maken van wat ze zelf kunnen doen om de aansluiting tussen onderwijs en arbeids-markt te versterken.

De Syntens-aanpak bestaat uit een waaier, waar kennis wordt gemaakt met zes betrok-kenen in de agrosector. Twee studenten, twee docenten en twee groene ondernemers,

Met de opkomst van nieuwe economieën Een onderdeel van het nieuwe bedrijven-beleid van het ministerie van Economische Zaken is de zogenaamde Human Capi-tal Agenda (HCA). Met de HCA proberen beleidsmakers, bedrijven en onderwijs- en kennisinstellingen de aansluiting tussen onderwijs en de topsectoren in de Neder-landse economie te verbeteren. Leren in een bedrijfsauthentieke omgeving, daar gaat het in de HCA’s om. Zo ook voor de twee groene topsectoren: Agro&Food en Tuinbouw&Uitgangsmaterialen.

Uit Syntensonderzoek is gebleken dat veel van de discussies en maatregelen in het kader van de HCA zich vooral op hoog niveau

Groen onderwijs en beroepsveld: de praktijkgerichte aanpak van SyntensDe ondersteuning van de regio’s kent vele vormen. Directe on-dersteuning van greenports en foodclusters is een belangrijke activiteit, maar er is meer. Zo helpt Syntens de regio’s ook bij een betere aansluiting tussen onderwijs en topsectoren, ofwel het implementeren van de Human Capital Agenda.

Kennis maken met zes betrokkenen in de agrosector

Page 41: De kracht van de verbinding

40 DE KRACHT VAN DE VERBINDING HUMAN CAPITAL AGENDA 41

HCA-waaier SyntensIn de ‘Human Capital Agenda’-waaier van Syntens krijgen stu-denten, docenten en ondernemers in de groene topsectoren een gezicht, en dat kan traditioneel of modern zijn. Deze waaier is een instrument om mee de regio’s in te gaan, om studenten, docenten en ondernemers aan te spreken.

steeds een meer traditioneel ingestelde en een moderne. Alle zes kijken ze anders naar de ontwikkelingen in de agrofoodsector: de een kijkt nog wat meer vanuit een traditionele manier naar de werkomgeving, de ander is zich al meer bewust van de moderne trends en ontwikkelingen binnen de agrofoodsector. Maar ieder heeft ook ideeën over de kansen voor zichzelf en voor de Nederlandse agro-foodsector. Met hulp van de waaier krijgt de HCA een gezicht. Letterlijk. Ook kunnen personen die werkzaam zijn in de sector zich spiegelen aan de beschreven personages. Op wie lijk ik het meest? En: wat zou ik kunnen doen om de agrofoodsector verder te helpen? Syntens gaat in 2013 de waaier daarom in vier pilotregio’s gebruiken. Geïnspireerd door de

HCA-waaier gaan groepen studenten, onder begeleiding van docenten en Syntensadvi-seurs, samenwerken met groepen onder-nemers aan het vormgeven van het beoogde praktijkgerichte groene onderwijs, bijvoor-beeld door te leren vanuit een businesscase. Ondernemers, studenten én docenten leren zo gezamenlijk op locatie.

Inzichten uit deze pilots zullen we gebrui-ken om door heel Nederland vergelijkbare initiatieven te initiëren. Het resultaat van dit Syntens-initiatief is een ‘groene driehoek’ die samenwerkt aan de aansluiting tussen onderwijs en topsectoren, ter verbetering van het concurrentievermogen van de Ne-derlandse groene sector.

De hoofdrolspelers in de HCA-waaier: Martijn (student traditioneel)“Het meeste leer je in de praktijk, dus het zou goed zijn als ik een stage doe bij een vernieu-wende ondernemer.” Jess (student modern)“Ik wil vooral veel leren over hoe je een gezond en smaakvol product kan ontwikkelen en ver-markten.” Arie (docent traditioneel)“Vroeger had je ook koplopers en volgers. Ik gun mijn leerlingen ook een rol als koploper.” Ben (docent modern)“Vakmanschap alleen is niet genoeg voor een succesvol bedrijf. Je moet over meerdere com-petenties beschikken.” Theo (ondernemer traditioneel)“Kan ik iets anders met mijn teelt, waardoor mensen de waarde van mijn product meer gaan zien?” Sjoerd (ondernemer modern)“Ik wil altijd voorop lopen en de eindgebruiker van mijn product zien genieten.”

Page 42: De kracht van de verbinding

42 DE KRACHT VAN DE VERBINDING

Onderzoek levert aanwijzingen over

nut clustersAls bedrijven

en onderzoeks- instituten elkaar

met kennis bestuivengenereer je

innovatie

“Clustervorming is belangrijk om hoogwaar-dige activiteiten te verankeren en versterkt de samenwerking tussen grote en MKB-bedrijven en draagt op die manier bij aan het verhogen van de concurrentiekracht.” Dit schreef de minister van Economische Zaken in 1997 in de brief Kansen door synergie aan de Tweede Kamer. Daarmee gaf de minister het stimuleren van samenwerking en net-werkvorming tussen bedrijven en kennisin-stellingen – en tussen bedrijven onderling – een centrale plaats in het innovatiebeleid van de regering. Sindsdien heeft de over-heid miljoenen geïnvesteerd in clusters, in de verwachting zo de innovatie een handje te helpen en de werkgelegenheid te bevorde-ren. Maar werkt dat ook? De Vrije Universi-teit en Syntens deden onderzoek.

Ingrid Wakkee, universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit, en Marijke van der Veen, manager Business Intelligence bij

Syntens, vroegen zich af of dit veronderstel-de positieve verband tussen clusters, inno-vatie en werkgelegenheid ook aantoonbaar is. In Economisch Statistische Berichten van 13 april 2012 publiceerden zij hun bevindin-gen van hun literatuuronderzoek.“Om maar met de uitkomst te beginnen: harde bewijzen zijn er in de literatuur nauwelijks te vinden, maar aanwijzingen voor een positief verband zijn er wel”, zegt Marijke van der Veen. Deze uitspraak durft zij – mede namens Ingrid Wakkee – te doen na bestudering van 92 artikelen die sinds 2000 wereldwijd over het onderwerp zijn gepubliceerd.

gEmisVerreweg de meeste van deze studies bleken enkelvoudige casestudy’s te zijn. En daarvan behandelden slechts enkele Nederlandse voorbeelden. Van der Veen: “Dat waren Food Valley, het Nieuwe Mediacluster en het Haven- en scheepsbouwcluster. Alle andere artikelen richtten zich op voorbeelden in landen als Zweden, Canada, Italië en de VS.”Belangrijker dan in welk land de clusters zijn onderzocht, vindt zij de constatering dat slechts vijf publicaties zich rechtstreeks richtten op de vraag welke invloed clusters hebben op innovatie, bedrijfsprestaties en werkgelegenheid. “Dat is niet veel. Maar wel tonen ze alle vijf positieve effecten van

Page 43: De kracht van de verbinding

42 DE KRACHT VAN DE VERBINDING ONDERZOEK 43

“Het is belangrijk dat kennis in clusters wordt

gedeeld”

aantal banen in de regio – de aanwezigheid van een goede kennisinfrastructuur is van belang voor een succesvolle clustering.”

‘foCus op KEnnis’De beide onderzoekers concluderen dat on-duidelijk is wat de bijdrage van clusters aan de economische ontwikkeling nu daadwer-kelijk is, en onder welke omstandigheden deze bijdrage het beste tot stand komt. Hun advies aan de overheid luidt om nog eens goed na te denken over de vraag waar ze het geld voor het clusterbeleid nu het beste in kan investeren. “Focus op kennis”, klinkt het kort maar krachtig. “En ga niet als overheid zelf een cluster opzetten, laat dat aan de bedrijven over.”

clustering aan: nieuwe bedrijven in een cluster zouden succesvoller zijn dan nieuwe bedrijven buiten een cluster.”Een beperking van de studies die Wakkee en Van der Veen hebben onderzocht, noemt zij dat in geen van de studies specifieke aandacht is geschonken aan de uitkomsten voor de afzonderlijke ondernemingen. “Je kunt er niet uit afleiden of een onderneming nu beter af is binnen of buiten een cluster. Of wat het een bedrijf nu heeft opgeleverd dat het deel uitmaakte van een cluster. Daarentegen geven de studies wel inzicht in wat voor soort bedrijven nu deelnemen aan een cluster en hoe het mechanisme van zo’n cluster werkt. Simpel gezegd: hoe komt de uitwisseling tussen instellingen en bedrijven binnen dat cluster tot stand?”

KEnnisWat dit onderwerp betreft, hebben Wak-kee en Van der Veen geconcludeerd dat kennis en daarmee kennisinstituten een belangrijke rol spelen bij het welslagen van een cluster. “Het is belangrijk dat kennis in clusters wordt gedeeld, want als bedrijven en onderzoeksinstituten elkaar met kennis bestuiven, genereer je innovatie. En daar is het de overheid immers allemaal om te doen.”Willen bedrijven echter optimaal van de aan-wezigheid van clusters profiteren, dan is het zaak dat zij deelnemen aan activiteiten bin-nen het cluster en proberen een centrale rol in het cluster te verwerven. Van der Veen: “Helaas lijken niet alle bedrijven zich bewust van het belang van posities. Het zou dus een taak van de overheid kunnen worden om bedrijven hiervan bewuster te maken.”Daarnaast zouden beleidsmaatregelen gericht moeten zijn op de ontwikkeling van een kennisinfrastructuur. “Want ook al is er geen hard bewijs voor een causaal verband tussen de aard en het aantal interacties tussen kennisinstellingen en bedrijven en de innovatieve prestaties of de groei van het

Wat is nu precies een cluster?Op de vraag wat een cluster is, is geen eenduidig antwoord te geven. Sommigen houden het een-voudig op een ‘netwerk’, een ‘industriële district’ of een ‘consortium’. Anderen houden het op een concentratie van gerelateerde bedrijven. En dan zijn er nog clusters waar je onbewust deel van kunt uitmaken, gewoon omdat je bedrijf staat in de mainport Rotterdam of Food Valley, of het kan gaan om een kleine groep ondernemingen die bewust een alliantie hebben gesloten.In de 92 studies die Van der Veen en Wakkee heb-ben onderzocht, keren vier elementen regelmatig terug: 1) een zekere geografische afbakening en sectorale specialisatie van een industriële agglo-meratie; 2) een samenbindende kennisinfrastruc-tuur in de vorm van bijvoorbeeld universiteiten en onderzoeksinstellingen; 3) zowel horizontale als verticale verbanden tussen de actoren in het cluster: 4) de gelijktijdigheid van samenwerking en concurrentie tussen de actoren.

Page 44: De kracht van de verbinding

COLOFON

Maart 2013‘De Kracht van de Verbinding’, uitgave van Syntens

Meer informatie: www.syntens.nl, [email protected], 088-4440108 Tekst: Communicatiebureau de Lynx Syntens (p. 40-41)Vormgeving: Communicatiebureau de LynxFoto’s: Wiesje Peels, behalve foto’s en figuren op p. 3, 5, 16: Einte Visser en foto’s p. 14,17: InnofoodDrukwerk: Drukkerij Gelderland

Europese Unie