De koffieketen doorgelicht.

8
DE KOFFIEKETEN DOORGELICHT WIE HEEFT DE MACHT?

description

In ons dossier 'De koffieketen doorgelicht' kun je lezen hoe ondoorzichtig en onrechtvaardig de verhandeling van koffie doorgaans gebeurt. Gelukkig kunnen wij je een ander verhaal brengen. Welkom in de wereld van eerlijke handel.

Transcript of De koffieketen doorgelicht.

DE KOFFIEKETEN DOORGELICHT

Wie heeft de macht?

DE K

OFF

IEKE

TEN

DO

ORG

ELIC

HT

• Oxf

am-W

erel

dwin

kels

201

3

2

Oxfam-W

ereldwinkels 2013 • DE KO

FFIEKETEN DO

ORG

ELICHT

3

DE KOFFIEKETEN DOORGELICHT

Wie heeft de macht?

Een ketenanalyse brengt de verdeling van macht en inkomen/ toegevoegde waarde binnen de keten in kaart

en probeert de sleutelactoren te benoemen. Wie speelt welke rol in de keten? Aan welke voorwaarden moet voldaan zijn om te kunnen meespelen in de keten?

Wie bepaalt de prijs en verloning en wie heeft zich hiernaar te schikken? Wie is de gezagvoerder of meester in de keten (de zogenaamde chain governor)? 1 Kortom: wie heeft de

macht om processen in de keten naar zijn hand te zetten?

het belang van koffie

Koffie is een belangrijk exportproduct voor ontwikkelingslanden. De handel in koffie is een grote bron van buitenlandse deviezen. Daarnaast zijn ongeveer 25 miljoen kleinschalige landbouwers afhankelijk van koffie als voornaamste bron van tewerkstelling en inkomsten. Het belang van die kleine boeren kan moeilijk onderschat worden: samen zijn zij verantwoordelijk voor ongeveer 80 procent van de globale koffieproductie. De overige 20 procent komt van grootschalige plantages.

De koffieplant is een tropische plantensoort en heeft specifieke condities nodig om optimaal te groeien. We onderscheiden twee grote koffievariëteiten: de arabica en robusta. De arabica (ongeveer 85-90 procent van de globale productie) is mild en aromatisch van smaak, terwijl

de robusta (10-15 procent van de wereldproductie) veelal een bittere smaak geeft.

Het productieproces van koffie is zeer arbeidsintensief. Omdat de koffieplant onrijpe groene bessen, rijpe rode bessen en overrijpe bessen op het zelfde moment kan dragen, is plukken met de hand de meest aangewezen oogstmethode. Elke koffiebes bevat twee koffiebonen. Om fermentatie van de bessen te voorkomen moet men zo snel mogelijk (uiterlijk 24 uur) na het plukken beginnen met de eerste verwerking. 2 Daarom nemen boeren of coöperaties deze eerste stappen in het verdere verwerkingsproces idealiter zelf op zich.

Om de bonen van de schil, het vruchtvlees en het zogenaamde perkamentvlies (parchement) te ontdoen, bestaan twee methodes.

Bij de natte methode gaan de bessen kort na het oogsten naar een wasstation waar ze worden ondergedompeld in water. Hier gebeurt een eerste selectie omdat de niet rijpe bessen komen bovendrijven. Na de eerste selectie worden de bonen ontdaan van de schil en het vruchtvlees. Dit gebeurt met een vaak met de hand aangedreven pulpmachine. Daarna worden de bessen opnieuw gewassen en gefermenteerd (een soort gistingsproces). Eens uit het water worden ze op droogbedden gelegd om te drogen in de zon. Uiteindelijk worden de koffiebonen verzameld en in bulk getransporteerd naar een verwerkingsfabriek. Hier aangekomen passeren de bonen door een molen of pelmachine om hen van het laatste perkamentvlies te ontdoen. Vanaf dan spreekt men van groene koffie.

Bij de droge methode worden de bessen enkele dagen gedroogd in de zon alvorens ze naar de verwerkingsfabriek gaan waar ze ontdaan worden van zowel schil, vruchtvlees en perkamentvlies.

actoren in de koffieketenHistorisch gezien hebben vier partijen een belangrijke rol gespeeld in de wereldwijde productieketen van koffie. Als eerste schakel in de keten hebben boeren uiteraard altijd een belangrijke rol gespeeld. Tot midden jaren ‘90 golden de zogenaamde Marketing Boards als belangrijke tweede speler. Nog een stap verderop treffen we de internationale handelaars aan. Zij kopen koffie van verschillende soorten en origine aan en verkopen die door aan de vierde belangrijke partij in de keten: de grote koffiebranders. Zij verpakken de koffie en verkopen die onder eigen merknaam verder aan de supermarkten. Algemeen gesproken hebben de internationale koffiebranders in de afgelopen jaren hun machtspositie in de keten fors uitgebreid ten koste van de andere actoren.

Koffie groeit enkel in de landen die zich bevinden tussen de Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring. Er wordt zo goed als geen koffie geteeld in of geëxporteerd uit de OESO-landen (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling). Deze landen domineren wel de koffie-import.

Het grote verschil in inkomen en welvaart tussen importerende en exporterende landen leidt tot een belangrijk onevenwicht in de

de GLOBaLe KOffieKeteN

>

>

>

>

>

>> >

DOMINANTE SPELERS

• Ecom• Neumann Gruppe• Louis Dreyfus• Volcafe-ED&F Mann

kleinschalige producent

kleinschalige producent

coöperatie verwerkings-fabriek

tussen-handelaar

verwerkings-fabriek

transporteur koffiebrander>

internationale handelaar

>

> >

>consument

catering

retail

DOMINANTE SPELERS

• Kraft• Nestlé• Procter & Gamble• D.E Master Blenders 1753• Tchibo

koffiebonen / gemalen koffie /oploskoffie

Koffiebes/perkamentkoffie groene koffie

1 Gereffi G., Lee J., 2012, Why the World Suddenly Cares About Supply Chains, Jounral of Supply Chain Mangagement, 48(3), pp. 24-32, www.cggc.duke.edu/pdfs/jscm3271.pdf; Kaplinsky R., 2004, Competitions Policy and the Global Coffee and Cacao Value Chains, UNCTAD Conference Paper, www.uky.edu/~tmute2/geography_methods/readingPDFs/Kaplinsky-Competition-policy-and-global-value-chains.pdf 2 FAO, 2009, Cocoa and Coffee Valu Chains In West and Central-Africa: Constraints and Options for Revenu-Raising Diversification, New York: AAACP Paper Series, www.fao.org/fileadmin/templates/est/AAACP/westafrica/FAO_AAACP_Paper_Series_No_3_1_.pdf

DE K

OFF

IEKE

TEN

DO

ORG

ELIC

HT

• Oxf

am-W

erel

dwin

kels

201

3

4

Oxfam-W

ereldwinkels 2013 • DE KO

FFIEKETEN DO

ORG

ELICHT

5

koffieketen. Waar de koffieprijzen slechts een marginale impact hebben op de welvaart in importerende landen, zijn ze kritiek voor de welvaart van exporterende landen. De erkenning van dit onevenwicht leidde begin jaren 1960 tot de oprichting van de Internationale Koffie Organisatie (ICO). In 1962 onderhandelden de exporterende en importerende landen binnen de ICO voor het eerst over een Internationaal Koffieakkoord. Dit akkoord zorgde ervoor dat de handel in koffie tot 1989 strikt gereguleerd werd. Binnen het akkoord werd een richtprijs voor koffie afgesproken en werden exportquota vastgelegd voor alle producerende landen. Om het probleem van overaanbod te voorkomen verbonden de exporterende landen zich ertoe om niet meer te uit te voeren dan hun respectievelijke quota toelieten. Wanneer de internationale koffieprijzen echter boven de richtprijs uit stegen, werden de quota versoepeld. Bij een daling onder de richtprijs werden de quota verstrengd.

Binnen dit systeem van gereguleerde koffiehandel traden Marketing Boards in veel exporterende landen op als bemiddelaar of tussenpersoon tussen producentengroepen en globale koffiehandelaars. Veelal hadden deze Marketing Boards zowel een link met het Ministerie van Landbouw of Handel van het land waarin ze actief waren, als met lokale producentengroepen. Zij kochten de koffie bij coöperaties op, verleenden vergunningen aan producenten, verrichtten kwaliteitscontroles en verhandelden op hun beurt de koffie aan koffiehandelaars. Door via internationale akkoorden een hoge en stabiele prijs aan de producenten te garanderen en hen af te schermen van de negatieve effecten van prijsvolatiliteit, functioneerden de Marketing Boards in zekere zin als een vorm van buffermacht. 3

Verschuivingen in de machtsbalans

Onenigheid tussen de verschillende deelnemers van de ICO leidde er in 1989 toe dat het Koffieakkoord werd opgeblazen. De Internationale Koffie Organisatie bestaat vandaag nog, maar heeft weinig of geen instrumenten meer om in te grijpen op

de internationale koffieprijzen. Met de Structurele Aanpassingsprogramma’s (SAP’s), die sterk gedreven werden door een agenda van liberalisering en deregulering, kwam er begin jaren ’90 in veel ontwikkelingslanden ook een einde aan de nationale Marketing Boards.

De referentieprijzen worden nu bepaald op de beurs in New York (The New York Coffee, Sugar and Cocoa Exchange) voor arabicakoffie en in London (London International Financial Futures and Options Exchange) voor robustakoffie.

Na een periode van hoge koffieprijzen (ruwweg tussen 2008 en 2011) zijn de prijzen momenteel weer in dalende lijn.

3 Kaplinsky R., Ibidem.4 https://www.theice.com/productguide/ProductSpec.shtml?specId=15#data 5 De Schutter O. & Lumina C., 2013, World Bank-led privatization of Burundian coffee industry must not repeat errors of the past” – UN experts warn, www.ohchr.org/EN/NewsEvents/Pages/DisplayNews.aspx?NewsID=13246&LangID=E

De grote volatiliteit van koffieprijzen op de wereldmarkt wordt veroorzaakt door een samenspel van verschillende factoren (het weer, de klimaatverandering, conflicten en speculatie op de koffiebeurzen).

BURUNdi VeRLieSt GReeP OP KOffie-iNKOmSteN

De Burundese staat heeft lange tijd een grote rol gespeeld in de economische sectoren van het land. In overleg met de Wereldbank en het International Monetair Fonds (IMF) werd in 1992 een privatiseringsplan opgesteld om het aandeel van de staat in publieke bedrijven terug te dringen. Door het uitbreken van de burgeroorlog in 1993 liet de uitvoering van het plan in vele sectoren op zich wachten. Ook in de koffiesector.

Koffie is verantwoordelijk voor ongeveer 80 procent van alle exportopbrengsten van het land en vormt de belangrijkste bron van inkomsten voor ongeveer 750.000 families (ongeveer 55 procent van de Burundese populatie). Onder vernieuwde druk van de Wereldbank kwam de privatisering van de koffiesector in 2008 echter in een stroomversnelling. De Wereldbank koppelde mogelijke financiële steun voor publieke gezondheidszorgprogramma’s

aan versnelde hervormingen in de koffiesector. Belangrijkste eis was dat noodzakelijke publieke infrastructuur - 133 publieke wasstations en pellerijen - aan buitenlandse investeerders zouden worden verkocht. Hierdoor verloren de koffietelers de directe toegang tot het verwerkingsproces. Voorheen stond de Coffee Board Of Burundi (OCIBU) in voor zowel het oogsten, verwerken als verhandelen van het merendeel van de geproduceerde koffie. Zij namen ook de kwaliteitscontrole op zich. Door zelf de verwerking en kwaliteitscontroles te organiseren wisten koffietelers voor de hervormingen 72 procent van de verkoopsprijs te vangen. Sinds de hervormingen wordt echter nog slechts 5 procent van de koffie ter plaatse verwerkt. De belangrijkste waarde toevoegende activiteiten hebben zich dus verplaatst naar buitenlandse handen waardoor de koffietelers heel wat potentiële inkomsten mislopen. 5

dollarcent per pond 4

machtSBaLaNS iN de KOffieKeteN (<1992)

Kleinschalige producent

natte methodedroge methode

koffiebessen

perkamentkoffie

verwerking

groene koffie

koffiebrander

Macht bij Marketing

Boards

gemalen koffie oploskoffiekoffiebonen

DE K

OFF

IEKE

TEN

DO

ORG

ELIC

HT

• Oxf

am-W

erel

dwin

kels

201

3

6

Oxfam-W

ereldwinkels 2013 • DE KO

FFIEKETEN DO

ORG

ELICHT

7

machtSBaLaNS iN de KOffieKeteN (>200O)

Kleinschalige producent

natte methodedroge methode

koffiebessen

perkamentkoffie

verwerking

groene koffie

koffiebrander

Macht bij interna-tionale

handelaars en grote koffie-

branders

Het einde van het Internationale Koffieakkoord en het ontmantelen van de meeste Marketing Boards heeft de machtsbalans in de koffieketen sterk gewijzigd. Actoren stroomafwaarts in de keten hebben hun macht aanzienlijk uitgebreid ten opzichte van producenten, lokale handelaars en overheden van de producerende landen. Dit ging vaak gepaard met lagere en sterk volatiele koffieprijzen, en een toenemend deel van de toegevoegde waarde die achterblijft in de consumerende landen. 6

We stellen dus een groeiende asymmetrie in de koffieketen vast: langs producentenzijde valt een toenemende fragmentatie waar te nemen, terwijl langs koperszijde een toenemende concentratie plaatsvindt 7. De koffiehandel wordt vandaag dan ook in belangrijke mate gedomineerd

door een beperkt aantal internationale handelaars en enkele koffiebranders: slechts vier spelers – ECOM, Neumann Gruppe, Louis Dreyfus en Volcafe-ED&F Man – controleren vandaag 40 procent van de globale handel in koffie, terwijl de vijf grootste koffiebranders - Kraft, Nestlé, Procter & Gamble, D.E Masterblenders 1753 en Tchibo – samen de helft van de wereldmarkt en zelf 85 procent van de Europese markt controleren. Nestlé is bovendien wereldmarktleider wat betreft oploskoffie met een marktaandeel van ongeveer de helft van de globale handel. 8

Een dergelijke graad van concentratie laat zich niet enkel voelen op het globale niveau maar vertaalt zich ook steeds sterker op lokale niveaus. Lokale handelaars of opkopers beschikken over te weinig fondsen om

te concurreren met grote internationale handelaars en waren dus gedoemd om te verdwijnen of zich te associëren met de internationale handelaars. Ook enkele van de grote koffiebranders (bijvoorbeeld Nestlé & Kraft) kopen in toenemende mate rechtstreeks aan in de producerende landen. 9 Op die manier trachten ze zowel de internationale handelaars als de lokale tussenhandelaars te omzeilen.

Nood aan organisatie

Vandaag moeten kleine boeren hun koffie meestal verkopen aan lokale opkopers of tussenhandelaars die vaak in onderaanneming werken van de grote verwerkingsfabrieken of geassocieerd zijn met de internationale handelaars of grote koffiebranders. Het zijn ook veelal zij die de koffie vervoeren naar de verwerkingsfaciliteiten. Na de verwerking van de koffiebonen tot zogenaamde groene koffie verkoopt een lokale exporteur de koffie door aan de internationale handelaars. Zij zullen de koffie doorverkopen aan de grote koffiebranders die hem op zijn beurt weer doorverkopen aan de supermarkten waar de meeste eindconsumenten hun pakje koffie aanschaffen.

Een slechte toegang tot informatie over prijzen of markten maakt dat boeren die niet georganiseerd zijn in een coöperatie vaak overgeleverd zijn aan de gratie van lokale of machtige opkopers.

6 Ponte S., 2002, The ‘Latte Revolution’? Regulation, Markets and Consumption in the Global Coffe Chain, World Deve-lopment, 30(7), pp. 1099-1122, http://my.ewb.ca/site_media/static/attach-ments/threadedcomments_threaded-comment/42867/The%20Latte%20Revolution%20-%20Regulation%20mar-kets%20and%20consumption%20in%20the%20global%20coffee%20chain.pdf 7 Kaplinsky, Ibidem.8 Fairtrade Foundation, 2012, Powering up Smallholders to Make Food Fair, p. 26, www.fairtrade.org.uk/includes/docu-ments/cm_docs/2013/F/FT_smallhol-der%20report_2013_lo-res.pdf ; Fairtrade Foundation, 2012, Fairtrade and Coffee, p. 10, www.fairtrade.org.uk/includes/docu-ments/cm_docs/2012/F/FT_Coffee_Re-port_May2012.pdf 9 Kaplinksy R., Ibidem & Ponte S., Ibidem

2002-2003: maak tijd voor eerlijke koffieprijzen

Op 24 april 2002 lanceerde Oxfam-Wereldwinkels haar campagne tegen lage koffieprijzen. Op dat moment maakt de koffiesector een ware crisis door met absolute bodemprijzen voor koffietelers. De actie vond plaats op een erg symbolische plek: de hoofdzetel van Douwe Egberts België in Grimbergen. Onder luid tromgeroffel klommen zes actievoerders op het dak van Douwe Egberts en hingen een spandoek op met de slogan “failliet koffieboeren=winst multinationals”. Met de actie wilde Oxfam-Wereldwinkels de koffie-industrie aanzetten om mee haar verantwoordelijkheid op te nemen door boeren een eerlijke kostendekkende prijs te betalen. De actie liep uiteindelijk tot 24 januari 2003 met de voorstelling van 126.126 handtekeningen om de eis kracht bij te zetten. Het aantal handtekeningen verwees daarbij naar de minimumprijs die Oxfam-Wereldwinkels aan de eigen koffieboeren betaalde: 126 dollarcent voor een pond koffie. De campagne kaderde bovendien binnen de ruimere handelscampagne “Make Trade Fair” van Oxfam International. Met die campagne wilde Oxfam de aandacht vestigen op het belang van eerlijke handelsregels. “Voor elke dollar hulp die industrielanden aan de Derde Wereld geven, stelen ze er twee door oneerlijke handel”, zo luidde de aanklacht. Bovendien klaagde Oxfam aan dat industrielanden niets deden aan de lage grondstofprijzen. Die jagen tal van boeren in ontwikkelingslanden in de armoede maar leveren grote ondernemingen wel superwinsten op.

KOffiecamPaGNeS OXfam-WeReLdWiNKeLS dOOR de JaReN heeN

2007-2008: afrika Koffie forum

Op 26 en 27 april 2007 brengt Oxfam-Wereldwinkels de Afrikaanse koffiewereld samen in Gent voor een afrika Koffie forum. Een twintigtal afgevaardigden uit de Afrikaanse koffiesector zakken af naar Gent om te discussiëren over de toekomst van de Afrikaanse koffie. Zowel vertegenwoordigers van producentengroepen als van politieke boerenorganisaties waren aanwezig. Reden voor het congres is het feit dat veel Afrikaanse landen extreem afhankelijk zijn van koffie maar tezelfdertijd nauwelijks gehoord worden binnen de Internationale Koffie Organisatie (ICO), het belangrijkste intergouvernementele orgaan voor koffie. Via het forum wil Oxfam-Wereldwinkels de koffiepartners helpen hun netwerken te versterken. Op die manier wordt de stem van de kleine producenten versterkt en krijgen zij mogelijks meer gewicht binnen internationale fora zoals het ICO. Op het moment van het Forum wordt binnen de ICO ook onderhandeld over een nieuw

koffieakkoord (ICA).Daarom plaatst Oxfam-Wereldwinkels twee weken later, op de internationale dag van de fair trade (12 mei) koffietafels in verschillende Vlaamse steden en gemeentes. Die koffietafels moeten de eisen van het Oxfamrapport ‘Grounds for Change’ kracht bijzetten. Dat rapport eist onder andere dat koffieproducenten een prominentere plaats krijgen aan de onderhandelingstafel van het ICO. Het vestigt ook de aandacht op de rol van het ICO inzake duurzame koffieproductie.

In 2008 en 2010 organiseert Oxfam-Wereldwinkels opvolgingsmeetings in de Oost-Afrikaanse koffieregio. In Kampala (Uganda) en Mombasa (Kenya) verzamelden de verschillende boerengroepen, onderzoekers, ’ngo’s en experten, onder andere vanuit de Europese Commissie, om tot een gezamenlijk actieplan te komen in de koffieketen. Omdat het Koffieakkoord in september 2007 was goedgekeurd, focusten de vragen van de koffieboeren zich vanaf 2008 voornamelijk op het versterken van hun stem in de koffieketen.

gemalen koffie oploskoffiekoffiebonen

DE K

OFF

IEKE

TEN

DO

ORG

ELIC

HT

• Oxf

am-W

erel

dwin

kels

201

3

8

Oxfam-W

ereldwinkels 2013 • DE KO

FFIEKETEN DO

ORG

ELICHT

9

LAKE KIvuKOFFIE

De ‘Lake Kivukoffie’ van Oxfam-Wereldwinkels is een uitzonderlijk kwaliteitsvolle, single origin koffie (fully washed arabica), afkomstig van twee partners van Oxfam-Wereldwinkels uit de Kivustreek in Congo: SOPACDI en Agricole Muungano.

agricole muungano

De coöperatie Agricole Muungano is een jonge organisatie, opgericht in 2009 in Zuid-Kivu aan de oevers van het Kivumeer. Ondanks de (tot nu toe) beperkte middelen en ondersteuning, is ze er dankzij haar brandende ambitie wel in geslaagd om op korte termijn exportwaardige koffie te produceren. De leden halen hun oogst voornamelijk van een oude koffieplantage uit de tijd van de kolonisatie. De grond behoorde in de koloniale tijd toe aan een Belg, die hem in zijn testament naliet aan zijn tien beste medewerkers. De

motivatie en gedrevenheid onder de werkkrachten van toen, is gebleven. De coöperatie telt vandaag ongeveer 4.500 leden. Hun passie voor koffie is spectaculair.

Nochtans is het door de jarenlange conflicten in Congo voor koffieproducenten in de Kivustreek bijzonder moeilijk koffie te produceren, laat staan te exporteren. De onstabiele toestand van de regio verhindert hen toegang tot (internationale) kredieten en tot certificering (wegens het gebrek aan financiële middelen en/of het feit dat certificeringsorganisaties zich niet willen engageren uit onzekerheid over de veiligheid van hun vertegenwoordigers). 12 De koffieproducenten hebben vaak

weinig andere mogelijkheden dan hun koffie aan te bieden aan het beperkt aantal opkopers dat in deze regio actief is. Veel handelaars laten deze streek links liggen omwille van de gebrekkige infrastructuur en de blijvende oorlogsdreiging. Om aan deze situatie te ontsnappen, richten de producenten hun blik naar buurland Rwanda. De koffieprijs is er altijd beter geweest dan in Congo. Noodgedwongen steken ze ’s nachts in gammele bootjes het Kivumeer over, de kortste weg naar Rwanda, om er hun koffiebonen te laten verwerken tot “Rwandese” koffie. Voor de komst van Agricole Muungano ondernamen ook de huidige leden van de coöperatie deze onveilige tocht. Tijdens deze nachtelijke tochten zijn over de jaren

heen heel wat ongelukken gebeurd. Veel leden van de coöperatie vandaag zijn dan ook weduwen.

Bijkomend probleem is dat de boeren hun koffiebessen binnen de 6 uur naar het wasstation van de coöpera-tie moeten kunnen brengen, anders gaat de kwaliteit te sterk achteruit. Koffieproducenten die hun koffie-bessen niet tijdig aan de coöperatie kunnen leveren, worden gedwongen hun koffie zelf te verwerken met als gevolg een lagere kwaliteit en dus ook een lagere prijs bij verkoop.

12 BTC, 2012, ‘Eerlijke handel in conflict-gebieden’, p.31, www.befair.be/sites/default/files/all-files/brochure/Zones_de_conflit_NL_Up_2013_Web.pdf

Muugnano

Sopacdi

Door een gebrek aan voldoende was- en droogtafels of de nodige opslag- en transportmogelijkheden, hebben veel boeren weinig onderhandelingsmarge om een hogere prijs te bedingen. Als boeren de eerste verwerking van de koffiebes (was-sen, ontpulpen en drogen) zelf voor hun rekening nemen, kunnen zij de kwaliteit van hun koffie aantonen en eventueel een betere prijs onderhandelen. Als ze de koffie echter in zijn ruwe besvorm moeten verkopen, hebben ze zich veelal te schik-ken naar de prijs die de lokale opkoper wenst te bieden. Hierbij geldt de beperkte tijd vooraleer de smaak en kwaliteit van de koffiebonen wordt aangetast als extra limiterende factor. Het zou lucratiever en gezonder zijn als boeren hun koffie zelf tot bij de verwerkingsfaciliteit brachten maar veel van hen beschikken over te weinig koffie om de kosten van de pick-up truck te dragen en zijn te ver verwijderd van de verwerkingsfaciliteit om de koffie zelf tot daar te brengen. 10 Zij hebben weinig andere keus dan de lagere prijs die door de tussenhandelaars geboden wordt, te aanvaarden. We kunnen dus spreken van een erg ongelijke machts-strijd: de onderhande-lingsmacht van kleinschalige boeren is klein of onbestaand vergeleken met de macht van de dominante ondernemingen in de keten. Zij hebben de mogelijkheid om koffie uit verschillende regio’s en landen aan te kopen (en als dus-danig boeren tegen elkaar uit te spelen). Bovendien kunnen ze hun marktmacht aanwenden om de prijzen laag te houden. Kleinschalige boeren opereren daarentegen in afgelegen en geïsoleerde gebieden met weinig toegang tot kredieten, transport of informatie over prijzen en markten. 11 Zij moeten zich al te vaak neer leggen bij de prijs die de handelaar of verwerker die hun koffie komt kopen, biedt. Om zich hiertegen te verzetten, hebben kleinschalige produ-centen er alle baat bij zich te organiseren in een sterke boerenorganisatie of coöperatie. Zo kunnen ze gezamenlijk investeren om hun oogst te transporteren naar de haven, of kunnen ze sterker als groep onderhande-len over de prijs met de opkopers.

Oxfam-Wereldwinkels biedt producenten-groepen daarom de nodige ondersteuning zodat ze hun organisatie en hun netwerk kunnen versterken. Daarnaast faciliteert Oxfam-Wereldwinkels training voor de producentengroepen, o.a. op het vlak van marktinformatie, marketing en kwaliteit en duurzame productie. Ten slotte wordt er ook naar toegang tot alternatieve financiering gezocht.

10 K Oxfam, 2002, Ibidem.11FAO, 2009, Ibidem. ; Oxfam, 2002, Mugged. Poverty in your coffee cup, www.oxfamamerica.org/files/mugged-full-report.pdf

DE K

OFF

IEKE

TEN

DO

ORG

ELIC

HT

• Oxf

am-W

erel

dwin

kels

201

3

10 11

De komst van de coöperatie betekent voor de producenten een wereld van verschil. Via de coöperatie krijgen de koffieproducenten een alternatief kanaal om hun koffie te verkopen (o.a. aan Oxfam-Wereldwinkels). Daarnaast onderhandelt de coöpera-tie collectief over de prijzen met de handelaars.

Zo zijn de producenten niet langer overgeleverd aan de tussenhande-laars die de boeren een te lage prijs geven. Nu kunnen de producenten opnieuw hun brood verdienen met de koffieteelt. Jean-Baptiste Defalque, voorzitter van Agricole Muungano, gelooft dat dit zelfs een uitweg

kan betekenen voor de gewapende conflicten waaronder de regio nog steeds lijdt. Vroeger was er voor de soldaten en rebellen geen andere toekomst dan te blijven vechten. Vandaag kan een gezonde koffiesec-tor hen misschien overtuigen terug te keren naar de landbouw.

SOPacdi

De coöperatie SOPACDI (Solidarité Paysanne pour la promotion des Acti-ons Café et Développement Intégral) werd in 2003 opgericht in Minova, op een boogscheut van de Rwandese

grens. Haar centrale doelstelling is het verbeteren van de levensomstan-digheden van de kleine koffieprodu-centen in de regio. De bodem, het klimaat en de hoogte van de streek (boven 1460 meter) vormen de ideale ingrediënten voor een hoogwaardige arabicakoffie.

SOPACDI bouwt haar afzetmarkt beet-je bij beetje uit. Onder meer dankzij de steun van Oxfam-Wereldwinkels en Alterfin (zie lager) is de coöpera-tie er wel in geslaagd Fairtrade- en biogecertificeerd te worden, wat haar toelaat haar markten verder te di-versifiëren. De internationale spelers erkennen het werk dat SOPACDI heeft verricht en zien het belang in van deze initiatieven in een van de meest fragiele regio’s ter wereld. 13 De grotere afzetmarkt vertaalde zich ook in een steeds hoger aantal geïnteresseerde koffieproducenten uit de regio en dito leden. Waar ze van start ging met enkele honderden, heeft de coöperatie vandaag al meer dan 5.000 leden.

Het parcours dat SOPACDI rijdt is in de gegeven omstandigheden ronduit indrukwekkend: op drie jaar tijd konden ze de verkoop van hun koffie bijna verviervoudigen (van 80 ton in 2010 naar 380 ton in 2013). Vergeet niet dat SOPACDI, net als Muungano, midden in een van de meest ge-tergde regio’s ter wereld opereert: in november 2012 rukte de rebel-lenbeweging M23 op richting Minova. De militairen van FARDC verzamelden in Minova. De producenten moesten halsoverkop hun velden verlaten, hun hebben en houden achterlatend, en met een gegronde vrees voor de net binnengehaalde oogst. Gelukkig liep het, op hier en daar wat schade en de onvermijdelijke plunderingen na, deze keer goed af.

Daarnaast opereert SOPACDI in de internationale koffiemarkt. Zoals in de analyse hierboven werd beschre-ven, is de internationale koffieketen sterk geconcentreerd. Een kenmerk van deze machtsconcentratie in de internationale handel is een erg hoge concentratie van kapitaal bij de grote koffiehuizen. Daartegenover staat dan weer een enorm gebrek aan ka-pitaal bij de kleine koffieproducenten en hun organisaties.

Het kapitaalsgebrek leidt er toe dat nodige investeringen niet op tijd kun-nen gebeuren. Zo beschikt SOPACDI

Joachim Munganga

13 BTC, 2012, ‘Eerlijke handel in conflict-gebieden’, p.30-31, www.befair.be/sites/default/files/all-files/brochure/Zones_de_conflit_NL_Up_2013_Web.pdf

over onvoldoende droogtafels om het potentiële volume aan koffie te verwerken. Wanneer producenten hun koffie niet kunnen laten drogen door de coöperatie, zijn ze verplicht de koffie zelf te verwerken en aan een lagere kwaliteit aan SOPACDI zelf of aan een andere opkoper te verko-pen. Oxfam-Wereldwinkels, het BTC (Belgisch Technische Coöperatie) en Twin investeerden reeds in de instal-latie van een hele resem droogtafels voor SOPACDI, maar er is nog veel po-tentieel voor de verdere afzetmarkt van de koffie van hun leden.

Het gebrek aan vrij beschikbaar kapitaal is ook een probleem voor de samenhang van de coöperatie zelf. Zo staan coöperaties van kleine pro-ducenten paradoxaal genoeg sterk onder druk als de prijzen op de beurs van New York de hoogte in schieten. Verschillende internationale hande-laars hebben een wereldwijd netwerk

van lokale opkopers. Dankzij hun link met het moederbedrijf (erg kapitaal-krachtige organisaties) beschik-ken zij over een groot en flexibel inzetbaar budget om sneller op de vraagmarkt in te spelen. Zij bena-deren de producenten rechtstreeks en individueel met een aanbod om onmiddellijk hun koffie te kopen. De coöperatie betaalt de producenten bij levering van de bessen een eerste deel uit (voorfinanciering) en voorziet bij winst na verkoop een tweede uit-betaling (second payment). Voor vele kleinschalige producenten is het directe aanbod van de tussenhan-delaars echter an offer they can’t refuse. Ze gaan overstag en verko-pen hun koffie aan de opkoper.

Nochtans betaalt SOPACDI, in totaal, een relatief hoge prijs voor de aankoop van de bessen van de boeren (ook als de erg volatiele wereldmarktprijs weer eens in elkaar

zakt). Elke oogst is het dan ook voor de coöperatie een uitdaging om op tijd de nodige financiering rond te krijgen, zodat ze voldoende koffiebessen bij haar leden kan aankopen. Alternatieve buitenlandse microfinancieringsinstellingen (die in de meeste gevallen de koffieoogsten van coöperaties van kleine producenten financieren) staan niet te springen om dat in de Kivu te doen. De interesten bij de lokale banken zijn dan weer onhaalbaar hoog. SOPACDI is ondertussen uitgegroeid tot een coöperatie die vertrouwen uitstraalt naar externe kredietverleners. Zo slaagde Oxfam-Wereldwinkels erin, via een samenwerking met Alterfin (Belgische Alternatieve Financierder), SOPACDI voor de afgesloten koffiecontracten, van de nodige financiering te voorzien. Door deze kredietwaardigheid kan SOPACDI in grote mate het probleem van hun voorfinanciering autonoom ondervangen. Maar ze beschikt nog lang niet over voldoende middelen om al hun producenten voor te financieren. Dus hoewel de prijs die de producenten op termijn van de coöperatie krijgen, doorgaans hoger is dan de prijs die een andere lokale opkoper hen geeft, zien producenten met acute noden, zoals schoolgeld voor de kinderen, zich verplicht het zekere voor het onzekere te nemen en aan slechte voorwaarden aan de sjacheraars te verkopen.

Foto

: Tim

Dirv

en

Foto: Tim Dirven

“Ik heb tien kinderen. Mijn man is overleden in 1997, toen hij onze koffieoogst naar Rwanda bracht over het Kivumeer. Hier in Congo kreeg hij een veel te lage prijs voor de bonen. Hij is met de boot vertrokken en toen een onweer toesloeg, is hij verdronken.”Josephine Nabunane, 56 jaar, lid van Agricole Muungano

“In 2008 hebben we voor het eerst koffie geëxporteerd via de Engelse fairtradeorganisatie Twin. Ze hadden stalen van onze koffie meegenomen en waren enorm tevreden over de kwaliteit ervan. Het was de eerste keer in 43 jaar dat er koffie uit deze streek geëxporteerd werd.”Joachim munganga mahemu, voorzitter SOPACDI

DE K

OFF

IEKE

TEN

DO

ORG

ELIC

HT

• Oxf

am-W

erel

dwin

kels

201

3

12 13

de keten van de Lake Kivukoffie van Oxfam-Wereldwinkels

De keten van de Lake Kivukoffie van Oxfam-Wereldwinkels is direct en transparant. Oxfam-Wereldwinkels biedt een alternatief aan koffiepro-ducenten. Ze zijn een extra opkoper voor de coöperaties.

De coöperaties Muungano en SOPACDI kopen de koffie aan bij hun leden, kleinschalige koffieproducenten in de Kivuregio. De bodem en het klimaat zijn er prima geschikt voor de productie van koffie. Ondanks het feit dat er te weinig in de koffievelden wordt geïnvesteerd, is er meer pro-ductie dan dat er momenteel zinvol gecommercialiseerd kan worden. Na het oogsten wordt de koffie in wasstations gefermenteerd en ge-wassen. Dit ‘station de lavage’ is de sleutel in de lokale koffieketen. Dank-zij de ondersteuning van Oxfam-We-reldwinkels, het BTC en Twin bouwde SOPACDI een nieuwe wasinstallatie. Muungano werkt momenteel nog met een verouderde wasinstallatie (de kwaliteit die men er genereerde is ondanks alles prima, maar kent dus nog heel wat groeipotentieel). Na het fermenteren, wassen en drogen bekomt men perkamentkoffie.

Voor het ontdoen van het perkament-vlies en het exportklaar maken van de koffie huren de coöperaties de facili-teiten van ‘une usine de déparchage’ in Goma, met name Jambo Safari. De coöperaties blijven dus eigenaar van de koffie en verzorgen daarna zelf de export.

Oxfam-Wereldwinkels koopt de koffie rechtstreeks van de coöperaties en importeert hem naar Europa. Zij staat verder in voor de logistieke afhande-ling tussen Goma en Antwerpen.Eens in België laat Oxfam-Wereld-winkels de koffie branden bij een koffiebrander (bvb. Rombouts in België). De koffie blijft eigendom van Oxfam-Wereldwinkels.Na verpakking komt het pakje Lake Kivukoffie via de magazijnen van Oxfam-Wereldwinkels in Gent, terecht in alle wereldwinkels in Vlaanderen.Waar u hem aankoopt en thuis of elders opdrinkt.

> >>>

kleinschalige producent

coöperatie verwerkings-fabriek

>

consument

catering

koffiebonen / gemalen koffie /oploskoffie

Koffiebes/perkamentkoffie groene koffie

Foto: Tim Dirven

> transporteur koffiebrander>

internationale handelaar

KOffie iN haNdeN VaN de cOOPeRatie KOffie iN haNdeN VaN OXfam)WeReLdWiNKeLS

>

> >retail

Ed. oww: juli 2013 - 167

Mac

hts

con

cen

trat

ie in

de

kete

ns:

het

spe

l de

r g

igan

ten

• Ox

fam

-Wer

eldw

inke

ls 2

013