De horizontale worp

15
De horizontale De horizontale worp worp Luchtweerstand wordt overal Luchtweerstand wordt overal verwaarloosd verwaarloosd Oef 1 Oef 2 Oef 3 Oef 4 Oef 5 Oef 6

description

De horizontale worp. Oef 1 Oef 2 Oef 3 Oef 4 Oef 5 Oef 6. Luchtweerstand wordt overal verwaarloosd. Oef 1. Een kogel wordt in horizontale richting met een snelheid van 800 m/s afgeschoten op een schietschijf die zich op 100 m van de schutter bevindt. Als hij precies op de roos - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of De horizontale worp

Page 1: De horizontale worp

De horizontale worpDe horizontale worp

Luchtweerstand wordt overal verwaarloosdLuchtweerstand wordt overal verwaarloosd

Oef 1

Oef 2

Oef 3

Oef 4

Oef 5

Oef 6

Page 2: De horizontale worp

Oef 1 Oef 1

Een kogel wordt in horizontale richting metEen kogel wordt in horizontale richting met

een snelheid van 800 m/s afgeschoten opeen snelheid van 800 m/s afgeschoten op

een schietschijf die zich op 100 m van deeen schietschijf die zich op 100 m van de

schutter bevindt. Als hij precies op de roosschutter bevindt. Als hij precies op de roos

mikt, over welke afstand is de kogel danmikt, over welke afstand is de kogel dan

afgezakt als hij de schijf treft?afgezakt als hij de schijf treft? OplossingOplossing

Page 3: De horizontale worp

Oplossing: Oef. 1Oplossing: Oef. 1

Horizontale beweging = ERB met v=800 m/sHorizontale beweging = ERB met v=800 m/s

X = vX = v00t => t => tt = x / v = x / v00 = 100 m / 800 m/s = = 100 m / 800 m/s = 0.125 s0.125 s

Verticale beweging = VAL Verticale beweging = VAL

yy = gt²/2 = 9.81 m/s² (0.125s)² / 2 = = gt²/2 = 9.81 m/s² (0.125s)² / 2 = 7,66 . 107,66 . 10-2-2mm

OFOF

yy = gx²/2v = gx²/2v00² = [9.81 m/s² (100m)²] / [2 (800 m/s)²] = ² = [9.81 m/s² (100m)²] / [2 (800 m/s)²] = 7,66 . 107,66 . 10-2-2mm

Page 4: De horizontale worp

Oef 2 Oef 2

Een tennisspeler, die 9,0 m voor het netEen tennisspeler, die 9,0 m voor het netstaat, slaat een bal in horizontale richtingstaat, slaat een bal in horizontale richtingmet een snelheid van 25 m/s. Het racketmet een snelheid van 25 m/s. Het racketraakt de bal 1,8 m boven de grond. Deraakt de bal 1,8 m boven de grond. Debovenkant van het net is 1,00 m boven debovenkant van het net is 1,00 m boven degrond. Vliegt de bal over het net of ergrond. Vliegt de bal over het net of ertegenaan?tegenaan? OplossingOplossing

Page 5: De horizontale worp

Oplossing: Oef 2 Oplossing: Oef 2

Horizontale beweging = ERB met v=25 m/sHorizontale beweging = ERB met v=25 m/s

X = vX = v00t => t => tt = x / v = x / v00 = 9,0 m / 25 m/s = = 9,0 m / 25 m/s = 0,36 s (=t0,36 s (=tvertikaalvertikaal))

Verticale beweging = VAL Verticale beweging = VAL

yy = gt²/2 = 9.81 m/s² (0.36s)² / 2 = = gt²/2 = 9.81 m/s² (0.36s)² / 2 = 6,4 . 106,4 . 10-1-1mm

DUS de bal gaat 16 cm boven het net passeren.DUS de bal gaat 16 cm boven het net passeren.

TEKENING

Page 6: De horizontale worp

Tekening: Oef 2 Tekening: Oef 2

1,8 m

1,0 m

0,64 m

0,16 m

Page 7: De horizontale worp

Oef 3 Oef 3

Een pijl, die horizontaal wordt afgeschoten in hetEen pijl, die horizontaal wordt afgeschoten in hetpunt p treft een wand in punt (1).punt p treft een wand in punt (1).Verdubbelt men de vertreksnelheid van de pijl inVerdubbelt men de vertreksnelheid van de pijl inhet punt p, dan zal de pijl dezelfde wand treffen: het punt p, dan zal de pijl dezelfde wand treffen:

a.a. in het punt (1);in het punt (1);b.b. in het punt (2);in het punt (2);c.c. in het punt (3);in het punt (3);d.d. in het punt (4).in het punt (4).

OplossingOplossing TekeningTekening

Page 8: De horizontale worp

Oplossing: Oef. 3Oplossing: Oef. 3

Als vAls v0,20,2 = 2v = 2v0,10,1 => t => t22 = ½ t = ½ t11 en t = x/v en t = x/v00

yy22 = gx²/2v = gx²/2v0,20,2² => ² => yy22 = ¼ y = ¼ y11 want v want v0,20,2²= 4 v²= 4 v0,10,1

OFOF

yy22 = g.t = g.t22²/2 => ²/2 => yy22 = ¼ y = ¼ y11 want t want t22² = ¼ t² = ¼ t22

De juiste oplossing is dus antwoord C.De juiste oplossing is dus antwoord C.

TEKENINGTEKENING

Page 9: De horizontale worp

Tekening: Oef 3 Tekening: Oef 3

ppijl

(1)

(2)

(3)

(4)

Page 10: De horizontale worp

Oef 4 Oef 4

Een geldstuk vliegt met een horizontale snelheidEen geldstuk vliegt met een horizontale snelheidvan 4,0 m/s over de rand van een tafel. Het komtvan 4,0 m/s over de rand van een tafel. Het komtop de grond na 0,40 s. Welke van de volgendeop de grond na 0,40 s. Welke van de volgendeuitspraken is dan juist?uitspraken is dan juist?

a.a. De hoogte van de tafel is 0,78 mDe hoogte van de tafel is 0,78 mb.b. De afstand van het punt waar het geldstuk de De afstand van het punt waar het geldstuk de

grond raakt tot de rand van de tafel is 1,6 mgrond raakt tot de rand van de tafel is 1,6 mc.c. Als het geldstuk de grond raakt, bedraagt de Als het geldstuk de grond raakt, bedraagt de

snelheid 4,0 m/ssnelheid 4,0 m/sd.d. Het geldstuk heeft in de X-richting dezelfde Het geldstuk heeft in de X-richting dezelfde

versnelling als in de Y-richting.versnelling als in de Y-richting.

OplossingOplossing

Page 11: De horizontale worp

Oplossing: Oef. 4Oplossing: Oef. 4

a.a. yy = g.t²/2 => = g.t²/2 => y y = 9,81 m/s² . (0,40s)² /2 = = 9,81 m/s² . (0,40s)² /2 = 0,78 m0,78 m JUISTJUIST

b.b. xx = v = v00t = 4,0 m/s . 0,40 s = 1,6 mt = 4,0 m/s . 0,40 s = 1,6 m JUISTJUIST

c.c. vvvertvert = g.t = 9,81 m/s² . 0,40 s = = g.t = 9,81 m/s² . 0,40 s = 3,9 m/s = v3,9 m/s = vyy

vvhorhor = = 4,0 m/s = v 4,0 m/s = vxx

v = v = √(v√(vxx² + v² + vyy²) ²) =√[(=√[(4,0 m/s)² + (3,9 m/s)²]4,0 m/s)² + (3,9 m/s)²] = 5,6 m/s = 5,6 m/s FOUTFOUT

d.d. X-richting: ERB => a = 0X-richting: ERB => a = 0Y-richting: VAL => a = gY-richting: VAL => a = g

FOUTFOUT

Page 12: De horizontale worp

Oef 5 Oef 5

Een auto rijdt door een brugleuning en komt Een auto rijdt door een brugleuning en komt 5,2 m lager in het water terecht. De 5,2 m lager in het water terecht. De horizontale afstand tussen de plaats waar hij horizontale afstand tussen de plaats waar hij door de leuning ging en waar hij in het water door de leuning ging en waar hij in het water terechtkwam, is 22 m. Kan de politie hieruit terechtkwam, is 22 m. Kan de politie hieruit afleiden met welke snelheid hij ongeveer afleiden met welke snelheid hij ongeveer reed? Was zijn werkelijke snelheid groter of reed? Was zijn werkelijke snelheid groter of kleiner?kleiner?OplossingOplossing

Page 13: De horizontale worp

Oplossing: Oef. 5Oplossing: Oef. 5

y = gx²/2vy = gx²/2v00² => ² => vv00 = = √(g.x² / 2y)√(g.x² / 2y)

= √(9,81 m/s² . (22 m)² / (2 . 5,2 = √(9,81 m/s² . (22 m)² / (2 . 5,2 m))m))

= 21 m/s (= 76 km/h)= 21 m/s (= 76 km/h)

Zijn werkelijke snelheid was Zijn werkelijke snelheid was grotergroter want de wagen want de wagen werd reeds afgeremd door de botsing met de leuning!werd reeds afgeremd door de botsing met de leuning!

Page 14: De horizontale worp

Oef 6 Oef 6

Twee bollen worden met dezelfde snelheid en tegelijkertijd Twee bollen worden met dezelfde snelheid en tegelijkertijd horizontaal weggeschoten vanop de top van een hoge horizontaal weggeschoten vanop de top van een hoge toren. Bol A heeft een massa van 1000 g en bol B heeft toren. Bol A heeft een massa van 1000 g en bol B heeft een massa van 2000 g. Welk van de volgende gegevens een massa van 2000 g. Welk van de volgende gegevens geeft dan het best aan wanneer en waar beide bollen de geeft dan het best aan wanneer en waar beide bollen de grond voor het eerst raken?grond voor het eerst raken?

a.a. A en B tegelijkertijd en op dezelfde afstand van de voet van A en B tegelijkertijd en op dezelfde afstand van de voet van de toren;de toren;

b.b. B eerst, maar A dubbel zo ver van de voet van de toren als B eerst, maar A dubbel zo ver van de voet van de toren als B;B;

c.c. A eerst, maar beide op dezelfdeafstand van de voet van de A eerst, maar beide op dezelfdeafstand van de voet van de toren;toren;

d.d. A en B tegelijkertijd maar A dubbel zo ver van de voet van A en B tegelijkertijd maar A dubbel zo ver van de voet van de toren als Bde toren als B

OplossingOplossing

Page 15: De horizontale worp

Oplossing: Oef. 6Oplossing: Oef. 6A = 1000 g

v0x

vy

g

B = 2000 gv0x

vy

g

IDEM