“De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het...

30
“De Here gedenkt” aantekeningen bij de nachtgezichten van Zacharia Miranda Renkema

Transcript of “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het...

Page 1: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

“De Here gedenkt”

aantekeningen bijde nachtgezichten van Zacharia

Miranda Renkema

Page 2: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,
Page 3: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

VOORWOORD

De tekst van dit boekje bestaat uit aantekeningen bij de zogenaamde

‘nachtgezichten van Zacharia’ (Zacharia 1-6). Deze aantekeningen zijn

oorspronkelijk gemaakt in het voorjaar van 1999 tijdens een serie ‘Open

Catechese’ avonden in de Christelijke Gereformeerde Kerk van Haarlem-

Centrum, waarbij de tekst van deze profetieën vers voor vers is

besproken. Deze opzet is ook in dit boekje gevolgd en de bedoeling

ervan is ook niet meer dan om enkele aantekeningen bij de Bijbeltekst te

geven. In de nachtgezichten van Zacharia is zoveel over Gods heilsplan

geopenbaard dat het onmogelijk is om alle lagen en lijnen die er in zitten

in één keer te overzien, laat staan ze te begrijpen. In dit boekje wordt dan

ook lang niet alles uitgediept, soms wordt maar met een enkel woord

naar een doorgaande lijn in Gods openbaring verwezen. Ik hoop van

harte dat u naar aanleiding van deze aantekeningen er zelf verder over

na wilt denken en dat u op die manier steeds meer onder de indruk zult

komen van de grootsheid van Gods beloften.

Haarlem, november 2002

Miranda Renkema

3

Page 4: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3

Inhoudsopgave.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

1 De profeet Zacharia en zijn tijd. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

1.1 In welke tijd leefde Zacharia?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

1.2 Wie was Zacharia?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6

2 Het bijbelboek Zacharia.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

2.1 Waar gaat het boek over?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

2.2 Indeling van het bijbelboek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

3 Nachtgezichten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

3.1 Wat zijn dat?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

3.2 Wat zijn ‘de nachtgezichten van Zacharia’?. . . . . . . . . . . . . 8

4 Het eerste nachtgezicht, 1:7-17. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

5 Het tweede nachtgezicht, 1:18-21. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12

6 Het derde nachtgezicht, 2:1-13. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

7 Het vierde nachtgezicht, 3:1-10.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

8 Het vijfde nachtgezicht, 4:1-14. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21

9 Het zesde nachtgezicht, 5:1-4. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24

10 Het zevende nachtgezicht, 5:1-11. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25

11 Het achtste nachtgezicht, 6:1-15. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27

4

Page 5: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

1 DE PROFEET ZACHARIA EN ZIJN TIJD

1.1 In welke tijd leefde Zacharia?

Een duidelijke tijdsaanduiding vinden we in Zach. 1:1: “in de achtste

maand, in het tweede jaar van Darius, kwam het woord des Heren tot de profeet

Zacharia”. Omgerekend naar onze tijdrekening zitten we dan in oktober

of november van het jaar 520 v. Chr. In Israëls geschiedenis is dit de

periode vlak na de Babylonische ballingschap.

In 538 hadden de in ballingschap weggevoerde Joden onverwacht

toestemming gekregen om naar Jeruzalem terug te keren (zie Ezra 1:1-4).

Dit was een gevolg van de verovering van Babel door de Perzische

koning Cyrus (door de Bijbel ‘Kores’ genoemd). Deze Cyrus had

namelijk een andere politiek ten opzichte van veroverde volken dan de

Babyloniërs. Hij koos er voor om onderworpen volken niet te

deporteren, maar te laten wonen in hun eigen land, en hun eigen

gewoonten en eigen godsdienst te laten houden. Zo besloot hij ook de

Joodse ballingen terug te laten gaan naar Jeruzalem en gaf hij hen zelfs

geld mee om de tempel te gaan herstellen (zie Ezra 1:3-8).

Zeven maanden na aankomst in Israël waren de teruggekeerde ballingen

begonnen met de herbouw van de tempel. Als eerste werd het altaar

voor de offers hersteld (Ezra 3:1-6) en twee jaar later lag het fundament

er (Ezra 3:8-10). Maar de herbouw ging langzaam. Er waren Samaritanen

die de bouw moeilijk maakten (Ezra 4:1-24) en bovendien moest het hele

land van de grond af weer opgebouwd worden. Iedereen was dus ook

druk met het bouwen van zijn eigen huis. Economisch was de toestand

erg slecht en langzamerhand sloeg de blijde stemming van het begin om

in moedeloosheid. Iedereen was zo druk met zorgen om zijn eigen

bestaan dat de tempel wat minder belangrijk leek, en uiteindelijk de

bouw zelfs werd gestaakt (Ezra 4:24).

Totdat de Here God door de profeet Haggaï rechtstreeks opdracht gaf

om de bouw voort te zetten (Hag. 1:1-4, 8-9). En precies twee maanden

na deze profetie klonk voor het eerst het woord van Zacharia (Haggaï in

de 6 en Zacharia in de 8 maand van het 2 jaar van Darius). Haggaï ene e e

5

Page 6: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

Zacharia waren dus tijdgenoten. De teruggekeerde ballingen die te

moedeloos waren geworden om nog wat van de herbouw te verwachten,

kregen ineens twee boodschappers van God om hen te bemoedigen!

1.2 Wie was Zacharia?

De naam ‘Zacharia’ betekent: ‘De Here gedenkt’, en in deze naam is de

boodschap van Zacharia’s hele boek samen te vatten.

Een aanwijzing van wie Zacharia was lezen we in Zach. 1:1: “Zacharia, de

zoon van Berekja, de zoon van Iddo”. Zacharia was dus een kleinzoon van

Iddo, en deze Iddo wordt in Nehemia genoemd als hoofd van een

familie die met Jozua en Zerubbabel uit Babel terugkeerde naar

Jeruzalem. In Ezra 5:1 en 6:14 wordt Zacharia niet aangeduid als

kleinzoon, maar als zoon van Iddo. maar dat is niet zo’n probleem,

omdat ‘zoon’ in het Oude Testament wel vaker staat voor ‘kleinzoon’.

Over Zacharia’s roeping als profeet is niets bekend. Dát hij geroepen is

blijkt echter uit het feit dat het woord van de Here tot hem kwam.

6

Page 7: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA

2.1 Waar gaat het boek over?

Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de

toekomst doorgeven, ter bemoediging van zijn volk dat in de moeilijke

tijd na de ballingschap het zicht op de toekomst kwijt was.

De tempel speelt in die belofte voor de toekomst een grote rol. De tempel

is zo belangrijk, omdat de tempel het centrum is van een nieuw

Jeruzalem, ja, van een nieuwe wereld. In Zacharia’s profetieën wordt

Gods hele heilsplan ontvouwd. Zacharia mocht over de tijden, ook over

die van ons, heenkijken en over dingen spreken die ook voor ons nog

belofte zijn.

2.2 Indeling van het bijbelboek

Het boek Zacharia is te verdelen in twee hoofddelen: hoofdstuk 1-8 en

hoofdstuk 9-14.

Het eerste hoofddeel is te verdelen in drie gedeelten:

1 Zacharia 1:1-6 (verslag van Zacharia’s optreden)

2 Zacharia 1:7-6:15 (de nachtgezichten)

3 Zacharia 7:1-8 (prediking over de vastendagen).

Het tweede hoofddeel verschilt nogal van het eerste. Het draagt een

eschatologisch karakter en is waarschijnlijk afkomstig uit een latere

periode in het leven van Zacharia.

7

Page 8: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

3 NACHTGEZICHTEN

3.1 Wat zijn dat?

Nachtgezichten zijn visioenen. Visioenen zijn gebruikelijke middelen

van de Here God om zijn boodschap aan profeten door te geven (zie

Num. 12:6). Een profeet wordt in het Oude Testament dan ook wel

‘ziener’ genoemd. Het gaat erom dat een profeet in een visioen dingen

ziet die hij met zijn natuurlijke ogen niet kan zien.

Een visioen is dus wat anders dan een droom. Een droom krijg je als je

slaapt, maar een visioen gebeurt in wakende toestand. Dat is ook zo bij

Zacharia. Hij is klaarwakker als hij de gezichten ontvangt en als hij

tussen het vierde en vijfde gezicht in slaap is gevallen, wordt hij wakker

gemaakt om het volgende gezicht te kunnen ontvangen (Zach. 4:1). Ook

is het bewustzijn van de profeet niet uitgeschakeld. Hij is betrokken bij

wat hij ziet en kan er op reageren. Soms wordt er bijvoorbeeld tijdens het

visioen door de profeet een vraag gesteld over iets dat hij niet begrijpt.

Visioenen zijn onthullingen van wat God in de nabije en verre toekomst

gaat doen. Er komen veel beelden in voor met een symbolische betekenis

(vgl. de Openbaring aan Johannes).

3.2 Wat zijn ‘de nachtgezichten van Zacharia’?

Acht visioenen die Zacharia achter elkaar in één nacht heeft ontvangen

(zie Zach. 1:7). Dit zijn de acht nachtgezichten op een rijtje:

Zacharia 1:7-17 (eerste nachtgezicht)

Zacharia 1:18-21 (tweede nachtgezicht)

Zacharia 2:1-13 (derde nachtgezicht)

Zacharia 3:1-10 (vierde nachtgezicht)

Zacharia 4:1-14 (vijfde nachtgezicht)

Zacharia 5:1-4 (zesde nachtgezicht)

Zacharia 5:5-11 (zevende nachtgezicht)

8

Page 9: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

Zacharia 6:1-15 (achtste nachtgezicht)

9

Page 10: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

4 HET EERSTE NACHTGEZICHT, 1 : 7-17

Zoals gezegd gaan we ervan uit dat Zacharia alle gezichten in de loop

van één nacht heeft ontvangen. De datum die genoemd wordt in vers 7

geldt dus voor alle visioenen.

7. Omgerekend naar onze tijdrekening is die datum: 15 februari 519 v.

Chr. Dit is zo’n drie maanden na Zacharia’s eerste optreden (Zach.

1:1-6), en in hetzelfde jaar als waarin Haggaï had opgeroepen verder

te gaan met de tempelbouw (Hag. 1:1-4, 8-9).

8. De plaats waar het visioen zich afspeelt is een diepte waarin mirten

groeien. Er bestaan bij bijbeluitleggers twee meningen over die

mirten. De ene groep uitleggers zegt: de mirten zijn een aanduiding

van het paradijs dat de woning van God omgeeft (het visioen zou

zich dan afspelen in de hemel). De tweede groep zegt: de mirten zijn

een beeld voor het volk van God. Het is echter heel goed mogelijk

dat niet aan elk detail van het gezicht een aparte betekenis moet

worden gegeven.

Tussen de mirten zit een man op een rood paard en achter hem nog

andere paarden. We moeten hierbij denken aan strijdpaarden.

Kennelijk is de man op het rode paard de aanvoerder, want de

andere ruiters stellen zich achter hem op en hij rapporteert namens

hen (zie vers 11).

9. Zacharia snapt niets van wat hij ziet. We hebben hierboven gezegd

dat bij een visioen de profeet betrokken is bij wat hij ziet en er ook

op kan reageren. Dat doet Zacharia hier, want hij vraagt: ‘wat heeft

dit allemaal te betekenen?’. Hij vraagt dit aan ‘de engel die met hem

sprak’. Deze engel komen we in bijna elk nachtgezicht tegen en we

noemen hem de tolkengel. Hij is een engel die als het ware naast

Zacharia stond toen deze de gezichten ontving en die namens God

uitleg mocht geven aan Zacharia. Hier zegt hij: ‘ik zal u tonen wat

dit betekent’ en dan gaat het visioen verder.

10. Er blijkt nog iemand tussen de mirten te staan: de Engel des Heren. In

het Oude Testament komen we de Engel des Heren vaker tegen en

10

Page 11: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

we mogen daarbij dan denken aan de Oudtestamentische

openbaring van de Here Jezus. Zacharia ziet nu deze Engel des

Heren staan, en vóór Hem een stel ruiters die verslag uitbrengen van hun

bevindingen. Het blijkt dat ze op Goddelijk bevel de aarde hebben

doorkuist, en nu komen ze met het bericht: ‘de gehele aarde verkeert in

volkomen rust’.

12. Uit de reactie van de Engel des Heren blijkt dat dat bericht ongunstig

is. Het is stil, maar niet geruststellend stil. Om dit te begrijpen komt

kennis van de tijd waarin Zacharia leefde om de hoek kijken, net als

de profetieën van de profeet Haggaï.. In Hag. 2:7-10 en Hag. 2:23

lezen we dat Haggaï de mensen pas geleden had gezegd: houdt

moed, God gaat iets heel groots doen! Maar in plaats daarvan kunnen

de verkenners alleen maar melden dat het overal rustig is. Kortom: er is

niets te merken van de komst van Gods rijk! Er is niets te merken

van heidenen die zouden komen naar Jeruzalem, van de tempel die

met heerlijkheid vervuld zou worden. Gods volk is nog gewoon een

volk in vernedering en alles is rustig en stil.

13. Nu volgt het antwoord van God op het gebed van de Engel de Heren. God

geeft dat antwoord aan de tolkengel, met de bedoeling dat die het

aan Zacharia zou vertellen.

14. Zacharia moet het vervolgens aan het volk vertellen: “zo zegt de Here

der heerscharen; Ik ben voor Jeruzalem en voor Sion in grote ijver

ontbrand”. Dat is de taal van de liefde.Jeruzalem is Gods stad, Sion

zij nbruid. En God kan het niet hebben dat een ander aan haar komt.

Dan brandt zijn toorn los. Ook op de inwoners van Sion kan Hij

boos zijn, dat was gebleken in de ballingschap. Maar terwijl God op

hen maar éen weinig vertoornd was’, (d.w.z. zijn straf was gericht

op herstel van de verhouding), werden de volken die Hij voor zijn

oordeel gebruikte overmoedig en waren ze uit op de ondergang van

Gods volk. Dat is levensgevaarlijk, dan wordt God ‘zeer toornig’.

16. Omdat de Here Jeruzalem verkoren heeft zal Hij, ondanks Israëls

ontrouw, in erbarming naar Jeruzalem terugkeren. De Here wil

weer in Sion wonen: de tempel zal herbouwd worden (God herhaalt

hier tegen alles in de belofte van Hag. 2:10!). Ook zal Jeruzalem

11

Page 12: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

herbouwd worden; de landmeters zullen straks veel werk te doen

hebben vanwege de herbouw. Ja, “wederom zullen mijn steden

overvloeien van het goede, nóg zal de Here Sion troosten, Jeruzalem nog

verkiezen”. Hoe rustig en stil alles nu mag lijken, de Here laat zeggen

dat alles waarvan Haggaï geprofeteerd had wel degelijk in werking

is gezet en dat het heil zeker komt!

12

Page 13: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

5 HET TWEEDE NACHTGEZICHT, 1 : 18-21

De dubbele profetie uit het eerste nachtgezicht (heil voor Sion, onheil

voor de vijandige volken) wordt verder uitgewerkt in het tweede en

derde gezicht. In het tweede gezicht vinden we een uitwerking van

Zach. 1:15.

18. Zacharia ziet vier horens. Het zou kunnen zijn dat die horens op één

of ander dier zitten, zoals we wel vaker tegenkomen in de Bijbel

(b.v. in het boek Daniël en in de Openbaring aan Johannes), maar

dat staat er niet. Blijkbaar gaat het hier alleen om die horens. De

horen is in het Oude Testament een symbool van kracht en macht

(Deut. 33:17, Ps. 75:11, Dan. 7:7). Bij de horens die Zacharia ziet

zullen we moeten denken aan wereldmachten die vijanden zijn van

Gods volk.

19. Dat blijkt uit vers 19 en 21, waar van de horens staat dat ze Juda,

Israël en Jeruzalem verstrooid hebben en hun horens tegen Juda

hebben verheven. Dat we aan wereldmachten moeten denken blijkt

ook uit het feit dat er vier horens zijn. Het getal vier staat in de Bijbel

voor ‘van alle windstreken, het totale geheel’. Het is de totale

vijandige wereldmacht die van alle kanten aanstormt. Stel je voor: je staat

in een weiland, en van alle kanten zie je woedende stieren

aanstromen met hun horens vooruit. Dat is de situatie van Gods

volk in de wereld. Dat was voor het volk van God tóen zo (bedreigd

door Babel, Assyrië, de Perzen, de Samaritanen). Het is ook de

situatie van alle tijden.

20. Dan richt God de aandacht van Zacharia op een ander beeld: vier

smeden.

21. Als Zacharia vraagt wat deze komen doen, blijkt dat de smeden zich

opstellen tussen het volk van God en de dreigende horens. Het zijn

er weer vier: tegenover elke hoorn staat een smid. En zij slaan de

horens neer. Uit het feit dat opnieuw het getal vier gebruikt wordt

mogen we afleiden dat ook deze smeden wereldmachten zijn. Maar

dan machten die de machten die Gods volk aanvallen vernietigen. De ene

13

Page 14: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

wereldmacht staat tegenover de ander. En zo is het ook gebeurd, dat

is in de geschiedenisboeken na te lezen: Babel ging ten onder tegen

de Perzen, de Perzen tegen de Gieken, enzovoort. De vijandige

volken bestrijden elkaar en zo wordt Gods volk verlost. In het boek

Openbaring zien we dat het tot aan het eind der tijden zo zal gaan.

14

Page 15: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

6 HET DERDE NACHTGEZICHT, 2 : 1-13

Zacharia 2:1-13 is te verdelen in het derde nachtgezicht (2:1-5) en een

soort nadere toevoeging bij zowel het tweede als het derde nachtgezicht

(2:6-13).

1. Het derde gezicht toont een beeld van Jeruzalem. Zacharia ziet een

man lopen, volgens vers 4 een jong iemand, met een meetsnoer in de

hand.

2. Zacharia vraagt hem wat hij aan het doen is, en hij krijgt als

antwoord dat de jongen op weg is om Jeruzalem op te meten. Blijkbaar

gelooft de jongen de belofte van Zach. 1:16-17 en wil hij gaan

uitrekenen hoe dat allemaal moet gaan worden.

3. Vervolgens hoort Zacharia de tolkengel tegen een andere engel

zeggen: ‘loop die jongen achterna en zeg hem dat hij ophoudt met

meten’. Het is onbegonnen werk om Jeruzalem op te meten en de

grenzen van de stad vast te stellen.

4. Jeruzalem zal een open stad zijn zonder muren; d.w.z.: er kunnen

telkens nieuwe huizen aan toegevoegd worden. En dat zal ook nodig zijn

vanwege alle mensen die toestromen om daar een woonplaats te

zoeken. Dat moet een geweldige boodschap zijn geweest voor dat

kleine groepje teruggekeerde ballingen daar in Jeruzalem. In

Nehemia 11 lezen we hoe teruggekeerde Joden door het lot werden

aangewezen om verplicht in Jeruzalem te gaan wonen. Blijkbaar was

er niet zoveel animo om in de stad van God te wonen en dreigden er

binnen Jeruzalem te weinig mensen te zijn om de stad leefbaar te

houden. Maar God zegt dat er een tijd zal komen dat er voor

Jeruzalem geen muren te bouwen zullen zijn, omdat de stad steeds

weer moet worden uitgebreid.

5. Een stad zonder muren wil ook zeggen: een onversterkte plaats. Dat

zal mogelijk zijn omdat de Here Zelf een vurige muur zal zijn

rondom haar. Terwijl in het tweede gezicht de wereldmachten ten

onder gaan, zien we in dit gezicht Jeruzalem als de stad van de

15

Page 16: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

Here, die Hij zal beschermen en die Hij door zijn inwoning wil

vervullen van heerlijkheid (voor het beeld van Gods heerlijkheid die

de stad zal vervullen, vgl. Jes. 60:19-20 en Openb. 21:23).

Waarschijnlijk zijn de verzen 6-13 profetische woorden van Zacharia

zelf, die hij heeft toegevoegd aan de nachtgezichten.

6-9. Deze verzen zijn een toevoeging bij het tweede nachtgezicht. Het

onderwerp van dat nachtgezicht was: de ondergang van de

vijandige volken. De woorden van vers 6-9 zijn gericht aan dát deel

van Sion dat ‘nog woont bij de dochter van Babel’: de

achtergebleven ballingen dus. Tegen die mensen zegt God: ‘vlucht

uit het Noorderland (dat is Babel), want Babel gaat zijn ondergang

tegemoet, en wie in Babel woont gaat mee”. God roept hen op om te

vluchten naar Sion, want daar is ontkoming aan het gericht.

10. De verzen 10-13 zijn een toevoeging bij het derde nachtgezicht. Hier

wordt in tegenstelling met de ondergang van Babel, de toekomst

van Sion getekend. Jeruzalem lag er op dit moment maar armzalig

bij, maar vers 10 laat het enige geheim van Jeruzalem zien: “want zie, Ik

kom in uw midden wonen, luidt het woord des Heren”. Deze belofte is

een herhaling van Zach. 1:16 en 2:5.

Om iets van de diepte van deze belofte te zien moeten we even een omweg

maken. In 2 Kron. 6:18-20 lezen we dat Salomo bij de inwijding van de tempel

aan de Here vroeg om in die tempel te willen wonen en naar de gebeden te

willen horen. Het antwoord van de Here op dat gebed vinden we in 2 Kron.

7:15-16. God belooft dat Hij daar, in de tempel, altijd bij zijn volk zal wonen; Hij

heeft dat huis verkoren en zijn naam zal daar zijn tot in eeuwigheid. Maar Hij

zei er wel iets bij. Hij zei: ‘Ik zal er altijd wonen, maar als jullie je van Mij

afkeren ga Ik weg’(2 Kron. 7:19-22). En dat was gebeurd. Na een lange tijd van

waarschuwen, had God zijn dreigement uitgevoerd. Uiteindelijk was de

tempel volledig verwoest. en bij de profeet Ezechiël lezen we hoe hij in een

visioen zag dat de Here God Jeruzalem en de tempel verliet vanwege de vele

zonden (Ezech. 10:4,18, 11:22 ev.). God wilde niet meer onder zijn volk wonen,

niets meer met zijn volk te maken hebben, precies zoals Hij had gezegd. En nu

hoort Zacharia Hem zeggen: Ik kom weer in uw midden wonen! Dat is een

wonder! En het heeft iets te maken met de tempel. God had immers voor áltijd

zijn naam aan die tempel verbonden; Hij had die plaats verkóren om daar

16

Page 17: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

voor altijd bij zijn volk te zijn. En God houdt vast aan wat Hij eenmaal

gesproken heeft. God wil wonen onder zijn volk. En Hij zal er in de Here Jezus

Zelf voor zorgen dat dat op een heel nieuwe manier zal gaan gebeuren. Steeds

volkomener. Totdat er uiteindelijk geen tempel meer nodig zal zijn: Openb.

21:22: “En een tempel zag ik in haar niet, want de Here God, de Almachtige, is haar

tempel, en het Lam”.

11. En de belofte wordt nog groter: niet alleen zal het contact tussen

God en zijn volk hersteld zijn, er zullen véle volken gemeenschap

zoeken met de Here en zij zullen Hem tot een volk zijn en Hij zal in hun

midden wonen (vgl. Micha 5:1-2, Openb. 21:24). Laat iedereen in

ontzag zwijgen, want de Here staat op het punt om zijn heilsplan

met zijn stad, zijn volk èn de heidenen te verwerkelijken!

17

Page 18: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

7 HET VIERDE NACHTGEZICHT, 3 : 1-10

1. Zacharia ziet de hogepriester Jozua, staande vóór de Engel des

Heren. “Staan voor’, dat is een juridische term die wijst op een

terechtstaan voor een rechtbank. Dat beeld klopt hier ook, want

naast Jozua staat de satan ‘om hem aan te klagen’. We moeten hier

denken aan een soort hemelse rechtszaak, waarbij de hogepriester Jozua

door de satan aangeklaagd wordt bij de Here God.

Jozua wordt in Haggaï en Zacharia vaak samen genoemd met

iemand anders, namelijk Zerubbabel (b.v. Hag. 1:1). Jozua en

Zerubbabel gaven samen leiding aan de teruggekeerde ballingen en

beide vertegenwoordigden zij iets belangrijks in Israël. Zerubbabel

was een afstammeling van koning Jojachin, afkomstig dus uit het

koningshuis van David (1 Korn. 3:17-19). En Jozua stamde door zijn

vader Josadak uit de hogepriesterlijke familie (1 Kron. 6:15). Nu

waren het Davidische koningshuis én de offerdiensten twee

fundamenten onder het oude volk van God. In de loop van Israëls

geschiedenis waren beide fundamenten steeds meer aangetast door

de zonde van het volk, en ten slotte ingestort. In de ballingschap

leek er niets meer van over. Maar nu de Here na de ballingschap

Sion weer wil opbouwen, blijken deze twee fundamenten weer

hersteld te worden.

3. De satan heeft reden om Jozua aan te klagen, want de hogepriester

(die volgens Gods bevel heilige klederen moest dragen, Ex. 28:2!)

stond in de hemel voor het aangezicht van God met vuile kleren aan.

Vuile kleren zijn in de Bijbel symbool van zonde (zie b.v. Jes. 4:4,

Spr. 30:12). Sommige uitleggers zeggen dat we bij Jozua’s vuile

kleren vooral moeten denken aan persoonlijke zonden die hij

begaan zou hebben. Natuurlijk heeft Jozua persoonlijk zonden

gehad, maar ik denk dat hier nog iets meer aan de hand is. Omdat

Jozua in dit visioen steeds nadrukkelijk ‘de hogepriester’ wordt

genoemd, denk ik dat we er vooral op moeten letten dat hij als

hogepriester het hele volk vertegenwoordigt. En zo ook de schuld

van het hele volk. Jozua stond vuil van eigen zonden en van die van

het hele volk voor het aangezicht van God. En satans aanklacht

komt hier op neer: ‘nou zeg, is dat nou een dienaar van God? Moet

18

Page 19: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

je eens zien wat smerig hij is door zijn zonden, en dat oor een

hogepriester! En dat neemt U als heilig God zomaar?’ Eigenlijk zit

daar achter: ‘U wilt Jeruzalem weer opbouwen, en alles wat U hebt

is dan zó eentje? Wordt het eigenlijk niet eens tijd dat U het opgeeft

met dat volk van U?’Als grote tegenstander van God probeert de

satan te voorkomen dat God weer opnieuw met zijn volk zal

beginnen. En hij lijkt het gelijk aan zijn kant te hebben. God moest

wel op die beschuldiging ingaan, want het was een ware aanklacht.

Die vuile kleren waren niet te ontkennen en Jozua had geen been

om op te staan.

2. Maar dan gaat de Engel des Heren spreken. Hij weerspreekt de

aanklacht van de satan niet. Hij snoert hem wel de mond, maar Hij

noemt direct daarna Jozua ‘brandhout’, d.w.z.: waardeloos,

wegwerpmateriaal, bestemd om in het vuur te gooien! En toch krijgt

de satan niet gelijk. Want Jozua is wel brandhout, maar brandhout

‘uit het vuur gerukt’. God Zelf heeft dat waardeloze stuk hout uit het

vuur van het gericht gerukt om gered te worden. En als God van

een stuk brandhout iets moois wil maken, dan doet Hij dat.

4. En dan moeten de engelen (‘hen die vóór Hem stonden’, d.w.z.: ‘die

Hem dienden’ = de engelen) Jozua’s vuile kleren uittrekken. Het is

alsof de Here zegt: ‘die vuile kleren, daar zorg Ik later wel voor.

Trek ze nu maar vast uit en doe alvast maar feestkleren aan, want

voor Mij mag je vrij van schuld zijn en rein’!

5. Jozua krijgt een schoon ambtsgewaad aan en een reine tulband, het

teken van zijn hogepriesterlijke waardigheid, op zijn hoofd. Het was

de Engel des Heren die de opdracht gaf om de vuile kleren uit te

doen. En Hij kón dat ook doen. Het Nieuwe Testament laat ons de

Engel des Heren zien zoals Zacharia Hem nog niet kon zien,

namelijk als de Here Jezus Christus, het Lam dat de zonde der

wereld wegneemt! Hij zou later daadwerkelijk die vuile kleren van

Jozua overnemen en zijn zonde wegdoen! Hij zou er later Zelf voor

zorgen dat Gods volk vrij van schuld mocht zijn en rein, dat stond

zó vast dat Jozua nú al, ook al was het nog niet zover, reine kleren

aan mocht doen.

19

Page 20: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

6. En zo, in die reine kleren, mag Jozua terug om zijn taak als hogepriester te

volbrengen. Als hij zijn dienst trouw zal vervullen zal hij Gods huis

mogen richten (hij mag als hogepriester in Gods naam het opzicht

over de tempel voeren), Gods voorhoven bewaken (juist in de

voorhoven was het gevaar van verontreiniging groot) en mogen

verkeren ‘onder hen die hier staan’. Daarmee worden net als in vers

4 de engelen bedoeld die als dienaren voor de Here staan. Jozua

mag zó vrij voor Gods aangezicht zijn dienst verrichten dat hij even

dicht bij Gods troon staat als de engelen.

8. En dat geldt ook voor de andere priesters (‘uw gezellen die vóór u

zitten’ - in vergaderingen van het priestercollege zaten de priesters

altijd vóór de hogepriester). Zij zijn mannen ‘die ten wonderteken

dienen’. Dat wil ten eerste zeggen dat ze als priesters een zichtbaar

teken van Gods genade vormden, maar ten tweede dat ze met hun

priesterdienst als teken naar iets groters verwezen. En van dat

grotere krijgt Jozua nu iets te horen in twee beloftes. De eerste is: ‘Ik

zal mijn knecht, de Spruit doen komen’. De profeet Jesaja had als eerste

geprofeteerd over een rijsje dat uit de tronk van het vervallen

koningshuis van David zou uitspruiten (Jes. 11:1,2), en Jeremia had

van die Spruit gezegd dat Hij als koning zou regeren (Jer. 23:5, Jer.

33:14,15). Het is al een oude belofte die hier herhaald wordt: het

vervallen koningshuis van David zou toch weer een nieuwe Koning

voortbrengen die gerechtigheid zou brengen en een periode van

volkomen vrede. Het is een aankondiging van de grote Zoon van

David, de Here Jezus.

9. De tweede belofte is: ‘Op de steen die Ik vóór Jozua neerleg, zal Ik Zelf

het graveersel graveren’. Het is moeilijk te zeggen wat die steen

precies voorstelt. Het zou een verwijzing kunnen zijn naar de

gewoonte in die tijd dat als je voor een rechtbank vrijgesproken

werd, dat je dan als oorkonde van je vrijspraak een witte steen met

een inscriptie kreeg. Er zijn ook uitleggers die verwijzen naar een

steen in de tempel, bijvoorbeeld de hoeksteen. Als we goed lezen

wat er van die staan geschreven staat, dan zien we als eerste: ‘op die

ene steen zijn zeven ogen’. En als we nu Openb. 5:6 lezen, dan staat

daar: “En ik zag in het midden van de troon en van de vier dieren en te

midden der oudsten een lam staan, als geslacht, met zeven horens en zeven

20

Page 21: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

ogen”. En het Lam, dat is de Here Jezus. Het tweede dat er van de

steen staat is dat de Here God op die steen ‘Zelf het graveersel zal

graveren’. En in Joh. 6:27 staat er van de Zoon des Mensen: “want op

Hem heeft God, de Vader, zijn zegel gedrukt”. God heeft op Hem zijn

stempel, zijn waarmerk gezet; dat is hetzelfde als ‘het graveersel

gegraveerd’. Het is duidelijk dat ook deze belofte verwijst naar de

Here Jezus, hoe we ons het beeld van de steen ook precies voor

moeten stellen. Beide beloftes verwijzen naar de Here Jezus, die

zowel het koningschap herstelt, als door zijn offer de offerdienst

vervult (Hij zal op één dag de ongerechtigheid van dit land

wegdoen). De twee oude fundamenten komen in Hem samen en Hij

is het onwankelbare nieuwe fundament van het volk van God!

10. En als die tijd is aangebroken zal ook de vrede komen. De beelden

van het nodigen onder de wijnstok en de vijgeboom doen denken

aan de vredestijd van Salomo (1 Kon. 4:24,25), maar vooral aan de

grote Messiaanse vrede (Micha 4:4).

21

Page 22: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

8 HET VIJFDE NACHTGEZICHT, 1 : 1-14

Blijkbaar is Zacharia na het vorige nachtgezicht in slaap gevallen, want

de tolkengel moet hem wakker maken (zie vers 1).

2. Zacharia ziet een gouden kandelaar. De gouden kandelaar die vroeger

in de tempel stond had een bijzondere betekenis: de lampen op die

kandelaar moesten altijd branden. Zolang die lampen zouden

branden, zou God waken over zijn volk; het wegnemen van de

kandelaar betekende het verbreken van de band tussen de Here en

het volk. Het zou kunnen dat Zacharia deze kandelaar uit de tempel

zag (hij zal er in ieder geval aan gedacht hebben), het kan echter ook

een andere zijn geweest. Wat betreft de betekenis van die kandelaar;

als we aan verschillende gedeelten in het Nieuwe Testament

denken, komen we uit bij de kandelaar als beeld van Gods volk, dat

licht moet verspreiden in de wereld (zie Openb. 1:20, Fil. 2:14,15).

Gods volk is lichtdrager, maar niet lichtbron, dat blijkt ook hier.

Want Zacharia ziet boven de kandelaar een oliehouder en

toevoerbuizen die de olie naar zeven lampen laten stromen. Een

kandelaar heeft olie nodig om te kunnen branden, en olie is in de

Bijbel vaak een beeld voor de Heilige Geest (denk maar aan de

zalving met olie als teken van bekwaammaking door de Heilige

Geest). Gods volk kan licht uitstralen op de olie van de Heilige

Geest.

3. Naast de kandelaar staan twee olijfbomen (producenten van olijfolie;

de brandstof voor de lampen). Er zijn twee hele bomen, d.w.z.: er is

olie genoeg. Er hoeft niet zoals in de oude tempel dag en nacht

iemand olie bij te vullen; deze lampen hebben olie genoeg om nooit

meer uit te gaan.

6. Als Zacharia vraagt naar de betekenis hiervan luidt het antwoord:

‘niet door kracht, noch door geweld, maar door mijn Geest!’. Die

boodschap is allereerst gericht aan Zerubbabel. Was de boodschap

van het vorige nachtgezicht bestemd voor de hogepriester, nu is de

vertegenwoordiger uit het koningshuis aan de beurt. Zerubbabel

had de leiding bij de wederopbouw van de stad en de tempel en uit

22

Page 23: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

het boek Haggaï weten we hoe moedeloos de situatie in die tijd was.

Men was wel weer begonnen met de tempelbouw, maar het leek

allemaal niets te worden. En nu hoort Zerubbabel dat niet híj met

man en macht het moeilijke werk voor elkaar moet zien te krijgen,

maar dat Gods Geest, God Zelf er voor zal zorgen dat het afkomt.

7. God ziet wel hoeveel moeite Zerubbabel te verwerken heeft, Hij

noemt het zelfs éen grote berg’. Maar het lijkt wel alsof de Here die

moeilijkheden uitdaagt: ‘wie ben je nu eigenlijk, grote berg?’. Als

God achter Zerubbabel staat wordt die hele berg zó omver gegooid.

Zerubbabel mag de belofte horen dat hij ondanks alles de tempel

mag voltooien. Hij ‘zal de gevelsteen te voorschijn brengen’, of met

een andere vertaling: ‘de sluitsteen aanbrengen’, dat is: de laatste

steen die in gebouwen van toen geplaatst werd.

8. De handen van Zerubbabel die het fundament gelegd hebben (zie

Ezra 3:8-11) zullen de tempel ook voltooien. Als het zover is zullen

de twijfelende toehoorders van vandaag moeten erkennen dat

Zacharia toch gesproken heeft als een profeet door de Here

gezonden.

10. Laat men dus niet gering denken van de herbouw. Wie daarop

neerziet als iets kleins komt bedrogen uit. Want de Here God Zelf

verblijdt zich als zerubbabel druk aan het werk is (‘het paslood in

zijn hand zien’ betekent dat hij bezig is met bouwen). Terwijl Gods

ogen de ganse aarde overzien, zijn ze in het bijzonder gericht op de

tempel. Naar de maatstaven van de wereld stelt die hele

tempelbouw van Zerubbabel niets voor, maar de Here let nu juist

dáár op.

11. Twee dingen zijn Zacharia nog niet duidelijk: wat betekenen de

twee olijfbomen, en dan vooral de twee olijftakken ‘die door twee

gouden buizen het goud van zich doen uitvloeien’? Kennelijk vloeit

de olie die de bomen produceren vanaf die takken in het

oliereservoir waaruit de kandelaar brandstof ontvangt. De twee

takken vormen dus de verbinding tussen de olie en de kandelaar.

23

Page 24: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

14. Zacharia krijgt als antwoord dat het de twee gezalfden zijn die vóór

de Here der ganse aarde staan. Staan voor betekent: dienen; het zijn

dus twee gezalfde dienaren van God die ervoor zorgen dat de

kandelaar blijft branden. In het Oude Testament werden gezalfd:

koningen, priesters en profeten. Als we dan nu horen van twee

gezalfde dienaren, dan ligt het meeste voor de hand om te denken

aan Jozua en Zerubbabel, de vertegenwoordigers van het priesterlijke

en koninklijke ambt, die er samen voor verantwoordelijk zijn dat de

kandelaar blijft branden. Door hun dienst wil de Here zijn volk

zegenen.

24

Page 25: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

10 HET ZESDE NACHTGEZICHT, 5 : 1-4

1. In het zesde visioen ziet Zacharia een uitgerolde vliegende boekrol

van twintig el lang en tien el breed ( = tien bij vijf meter). Je zou

kunnen denken aan een geweldige roofvogel die aan komt suizen,

zoiets dreigends zit er wel in dit beeld.

3. Het is ook inderdaad dreigend, want Zacharia hoort dat deze rol de

vloek symboliseert ‘die uitgaat over het ganse land’ en dat de Here

der heerscharen hem heeft doen uitgaan (vers 4). Dat is echt iets om

bang van te zijn. een vloek is in de Bijbel als een soort granaat die in

een bepaalde richting geslingerd wordt en daar ontploft met alle

gevolgen van dien. En een vloek die van de Here God Zelf uitgaat,

daar is niet aan te ontkomen. Die zal zeker doel treffen, immers als

God spreekt is het er en als Hij gebiedt staat het er.

Deze vloek gaat uit ‘over het ganse land’. Het is dus geen vloek die

op weg is naar Babel, maar hij is gericht tegen Gods volk. En hij treft

ieder die steelt en ieder die vals zweert. Waarschijnlijk waren dit zonden

die in Zacharia’s dagen veel voorkwamen en die daardoor de

mensen niet zo erg in de oren klonken. Maar het zijn wel zonden

tegen Gods gebod. En God neemt ze wel serieus. Erg serieus:

4. Deze zondaars worden weggevaagd met hun huizen (‘zowel het

houtwerk als zijn stenen’, d.w.z.: volledig, radicaal). Als God die

‘alledaagse’ zonden zo serieus neemt, wil dat maar één ding zeggen:

het gaat God om een volkomen heilig volk. In de vorige visioenen had

God een heerlijke toekomst beloofd, maar dit visioen waarschuwt

dat Gods eisen daarbij niet veranderd zijn. Er is de belofte van een

heerlijke toekomst, maar degenen die denken dat ze het er nu niet

zo nauw meer mee hoeven nemen omdat God Israël toch verkozen

heeft en liefheeft, komen volkomen bedrogen uit. De beloften

gelden, maar alleen voor een heilig volk.

25

Page 26: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

11 HET ZEVENDE NACHTGEZICHT, 5 : 5-11

5. In vers 5 lezen we dat er ‘iets naar voren komt’. Hoe, dat horen we

niet. En Zacharia kan datgene wat hij ziet niet thuisbrengen.

6. De tolkengel vertelt hem dat het voorwerp een efa is. Dat is een

inhoudsmaat van 30-40 liter.

7. Maar deze efa moet waarschijnlijk groter geweest zijn, want er zat

een vrouw in de efa,

8. en de tolkengel zegt: ‘dat is de goddeloosheid’. De zonde wordt hier

als een vrouw voorgesteld. Dat komt vaker voor in de Bijbel. Ten

eerste gewoon omdat alle personificaties in het Hebreeuws

vrouwelijk zijn (de wijsheid, de vroomheid, enz. zie Spr. 8, 9). Ten

tweede omdat daarmee het verleidelijke van de zonde wordt

aangegeven. Dat zie je bijvoorbeeld als in het boek Openbaring het

goddeloze Babel wordt voorgesteld als een vrouw, meer nog: als een

hoer.

Als het deksel wordt opgetild wil de vrouw direct ontsnappen en de

engel moet haar terugduwen in de efa en het zware deksel er weer

op doen.

9. Dan ziet Zacharia twee vrouwen die de efa oppakken en meenemen. Ze

hebben vleugels als van een ooievaar (een trekvogel, in staat om

grote afstanden af te leggen) en ze worden voortgestuwd door de

wind. Wind roept in de Bijbel associaties op met de Heilige Geest (in

het Hebreeuws is het hetzelfde woord) en ik denk dat we daar hier

ook wel aan mogen denken. De Here God blaast Zelf de efa weg en

Zacharia ziet haar verdwijnen als een stipje tussen hemel en aarde.

De goddeloosheid wordt uit het midden van Gods volk opgepakt en

weggebracht. Door God Zelf. In het vorige visioen hoorden we hoe

God een volkomen heilig volk eist; in dit visioen wordt duidelijk dat

dat ook mogelijk is: de goddeloosheid wordt door God Zelf

weggebracht. Dat is dezelfde boodschap als in het visioen van de

hogepriester Jozua: Jozua mocht zijn vuile kleren uitdoen en reine

kleren aandoen, want God zou er Zelf voor zorgen dat op één dag

26

Page 27: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

de ongerechtigheid van dit land zou worden weggedaan (Zach. 3:4

en 9).

10. Als Zacharia vraagt waarheen de vrouwen de efa brengen, krijgt hij

een duidelijk antwoord:

11. naar het land Sinear, dat is Babel (zie Dan. 1:1,2 en Gen. 10:10). De

Here verwijdert de zonde van Jeruzalem en brengt haar over naar

Babel. Dat is vanouds de stad waar de mens zich een naam wil

maken tegenover God (Gen. 11). En in de profetieën blijkt die stad

meer en meer symbool te worden voor alles wat zich tegen God

verheft (zie vooral het boek Daniël). In Babel concentreert zich de

goddeloosheid. En in de Openbaring komen we Babel tegen als de

stad van de antichrist, daar waar de tempel van de goddeloosheid

verrijst. Jeruzalem en Babel staan in de Bijbel lijnrecht tegenover

elkaar: in Jeruzalem woont de Here, in Babel de goddeloosheid.

27

Page 28: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

12 HET ACHTSTE NACHTGEZICHT, 6 : 1-15

Het laatste nachtgezicht eindigt eigenlijk in vers 8. De verzen 9-15

beschrijven een profetische handeling van Zacharia. Omdat ze wel

dezelfde datering dragen als de nachtgezichten worden ze wel als min of

meer erbij behorend gezien. Ik beperk mij hier tot het nachtgezicht zelf:

Zach. 6:1-8.

1. Zacharia ziet vier wagens naar voren komen tussen twee koperen

bergen. Dit herinnert aan een voorstelling die bekend is uit de oud-

Oosterse literatuur, namelijk van twee bergen bij de ingang van de

hemelpoort waartussen de zon opkomt. In dat geval zouden de

wagens dus vanuit de hemel naar voren komen. Dat past ook bij

vers 5, waar gezegd wordt dat de wagens komen ‘van de Here der

ganse aarde’. Het Hebreeuwse woord dat vertaald is met ‘wagen’

heeft altijd de betekenis van ‘strijdwagen’ en daar moeten we ook

hier aan denken: oorlogstuig.

2. De wagens worden getrokken door rode, zwarte, witte en gevlekte

paarden. Sommige uitleggers proberen deze kleuren symbolisch te

verklaren (vooral omdat in Openb. 6:2-5 ook sprake is van vier

kleuren paarden die daar wél een betekenis hebben), maar geen

enkele uitleg is echt bevredigend. Misschien zijn de kleuren alleen

bedoeld om de wagens van elkaar te kunnen onderscheiden.

4. Zacharia vraagt de tolkengel weer naar de betekenis van wat hij ziet.

5. Het antwoord dat hij krijgt wordt verschillend verklaard omdat de

vertaling van vers 5 moeilijkheden oplevert. De NBG heeft vertaald:

‘deze gaan uit naar de vier windstreken des hemels’. Het probleem

is echter dat daarmee geen direct antwoord is gegeven op de vraag

‘wat betekenen deze?’, terwijl dat in de voorgaande visioenen steeds

wel het geval is. Het is ook mogelijk te vertalen: ‘deze zijn de vier

winden des hemel, die uittrekken’. Zo is er wel een direct antwoord.

Bovendien komt de combinatie van wind en wagens in de Bijbel ook

op andere plaatsen voor (Ps. 104:3,4 zegt dat de Here de wolken tot

zijn wagen maakt en de winden tot zijn boden, Jes. 66:15 tekent de

28

Page 29: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

wagens waarmee de Here God uittrekt ten oordeel als een storm).

Deze vertaling is daarom te verdedigen. We zullen in ieder geval

moeten denken aan wagens die ten oordeel uittrekken.

6. Vers 6 zegt waar de wagens naar toe gaan: die met de zwarte paarden

naar het Noorderland, de witte paarden daar achteraan en de gevlekte naar

het Zuiderland. Het is vreemd dat de rode paarden niet worden

genoemd. Veel theologen zeggen daarom dat de Hebreeuwse tekst

hier wel niet zal kloppen en willen de tekst zo wijzigen dat ze toch

genoemd worden. Dat lijkt me geen goed idee. Verder zou je

verwachten dat de vier wagens elk een verschillende kant op gaan.

Ook daar zitten de uitleggers mee in hun maag. Iemand heeft

bijvoorbeeld voorgesteld de woorden ‘achter hen aan’ zo te vertalen

dat er komt te staan: ‘naar het westen’; het oosten hoefde volgens

hem niet genoemd te worden omdat daar alle paarden al vandaan

kwamen. Toch is de tekst zoals die er staat helemaal niet zo vreemd.

Want ten westen van Israël ligt de zee, en ten oosten de woestijn.

Vanuit Israël ga je als je reist altijd óf naar het noorden, óf naar het

zuiden. Uit die richtingen kwam voor Israël ook altijd het gevaar. En

dan vooral uit het Noorderland, uit Babel, de grote tegenpool van

Jeruzalem, de stad van de goddeloosheid. Dat zou een verklaring

kunnen zijn van het feit dat daar twee wagens naar toe gaan: dat is

het centrum van de vijandelijke macht, de thuisbasis van de

goddeloosheid.

7. De wagens en paarden wachten vol ongeduld om de tocht te

beginnen. Dan klinkt het ‘gaat heen, doorkruist de aarde’. De vraag

is door wie die woorden gesproken worden. De NBG schrijft ‘hij’

met een kleine letter, toch denk ik dat we mogen aannemen dat God

Zelf de opdracht geeft.

8. In vers 8 is namelijk sprake van de paarden die ‘mijn Geest in het

Noorderland tot rust brengen’, of iets anders vertaald: die ‘mijn

Geest in het Noorderland doen rusten’. En die woorden kunnen

eigenlijk alleen door de Here God gesproken zijn. De wagens en

paarden kwamen Gods oordelen brengen. Als hier nu staat dat

Gods Geest kan rusten in het Noorderland, het land van de

goddeloosheid, dan betekent dat dat Gods werk kennelijk af is; het

29

Page 30: “De Here gedenkt” - Anna · PDF file2 HET BIJBELBOEK ZACHARIA 2.1 Waar gaat het boek over? Samengevat zou je kunnen zeggen: Zacharia mag Gods belofte voor de toekomst doorgeven,

is de eindoverwinning! ‘Vrouwe goddeloosheid’ is dan kennelijk

verdreven. Het blijkt dus niet zo te zijn dat zij voor altijd mocht

regeren in Babel terwijl God in Jeruzalem regeert (dat zou je uit het

vorige nachtgezicht nog kunnen denken). Nee, de héle aarde is van

God. En na de storm van Gods oordeel zal er de vrede zijn van de

eindoverwinning.

Zo is dit laatste nachtgezicht een echte afsluiting van de hele reeks

profetieën. Zacharia mocht in zijn nachtgezichten de hele geschiedenis

overzien, van zijn tijd af tot aan de nieuwe aarde toe. Het eerste

nachtgezicht begon met een stilte vóór de storm (‘de gehele aarde

verkeert in volkomen rust’, Zach. 1:11), het achtste nachtgezicht eindigt

met de belofte van een stilte ná de storm. De stilte na het einde, als de

storm van Gods oordelen is uitgewoed. Dat is de rust van de voltooiing

van het eeuwig vrederijk van de Here Jezus Christus.

Wij, die Zacharia’s profetieën lezen als Nieuwtestamentische christenen,

zijn al weer een heel stuk verder in de geschiedenis. Wij leven in een tijd

dat de Here Jezus al op aarde ís gekomen en dat het meest beslissende in

de geschiedenis van deze wereld al ís gebeurd: zijn offer op Golgotha.

Daarom mogen we er ook zeker van zijn dat God zijn werk helemaal af

zal maken totdat alles is vervuld. Ook alles wat voor ons nog profetie is.

Die rust van de eindoverwinning zal zeker komen: “En ik hoorde een luide

stem van de troon zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij

hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God Zelf zal bij hen zijn, en Hij zal

alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw,

noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn

voorbijgegaan.” (Openb. 21:3,4).

30