de Hebreeën-brief (15)

38
de Hebreeën-brief (15 1 16 jan. 2013 Rijnsburg

description

de Hebreeën-brief (15). 16 jan. 2013 Rijnsburg. de vorige keer: "de hoofdsom van het gezegde" (8:1) de aankondiging van een nieuw verbond (8:8). Hebreeën 8. 9 niet zoals het verbond, dat Ik met hun vaderen maakte ten dage, dat Ik hen bij de hand nam - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of de Hebreeën-brief (15)

Page 1: de Hebreeën-brief (15)

1

de Hebreeën-brief (15)

16 jan. 2013Rijnsburg

Page 2: de Hebreeën-brief (15)

2

de vorige keer:

"de hoofdsom van het gezegde" (8:1)

de aankondiging van een nieuw verbond (8:8)

Page 3: de Hebreeën-brief (15)

3

Hebreeën 89 niet zoals het verbond, dat Ik met hun vaderen maakte ten dage, dat Ik hen bij de hand nam om hen uit het land Egypte te leiden, (...)

Page 4: de Hebreeën-brief (15)

4

Hebreeën 89 niet zoals het verbond, dat Ik met hun vaderen maakte ten dage, dat Ik hen BIJ DE HAND NAM om hen uit het land Egypte te leiden, (...) = onmondig

Gal.4:1-7

Page 5: de Hebreeën-brief (15)

5

Hebreeën 89 (...)want zij hebben zich niet gehouden aan mijn verbond en Ik heb Mij niet meer om hen bekommerd, spreekt de Here.

lett. blijven niet in

Page 6: de Hebreeën-brief (15)

6

Hebreeën 89 (...)want zij hebben zich niet gehouden aan mijn verbond en Ik heb Mij niet meer om hen bekommerd, spreekt de Here.

> ballingschap

Page 7: de Hebreeën-brief (15)

7

Hebreeën 810 Want dit is het verbond, waarmede Ik Mij verbinden zal aan het huis Israels na die dagen, spreekt de Here: (...)

> verbond

Page 8: de Hebreeën-brief (15)

8

Hebreeën 810 Want dit is het verbond, waarmede Ik Mij verbinden zal aan het huis Israels na die dagen, spreekt de Here: (...)

= "laatst der dagen" (Jer.30:24)= na de "tijd van benauwdheid voor Jakob" (Jer.30:7)

Page 9: de Hebreeën-brief (15)

9

Hebreeën 810 (...) IK ZAL mijn wetten in hun verstand leggen, en Ik zal die in hun harten schrijven, en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.

7x "Ik zal" >

Page 10: de Hebreeën-brief (15)

10

1. IK ZAL een nieuw verbond sluiten2. IK ZAL het verbond maken3. IK ZAL mijn wetten in hun verstand geven4. IK ZAL ze in hun harten schrijven5. IK ZAL hun tot een God zijn6. IK ZAL jegens hun ongerechtigheden

genadig zijn7. IK ZAL hun zonden geenszins meer

gedenken

Page 11: de Hebreeën-brief (15)

11

Hebreeën 810 (...) Ik zal mijn wetten in hun verstand leggen, en Ik zal die in hun harten schrijven, en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.

Page 12: de Hebreeën-brief (15)

12

Hebreeën 811 En niet langer zullen zij een ieder zijn medeburger, en een ieder zijn broeder leren, zeggende: Ken de Here, want allen zullen zij Mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen.

Page 13: de Hebreeën-brief (15)

13

Hebreeën 811 En niet langer zullen zij een ieder zijn medeburger, en een ieder zijn broeder leren, zeggende: Ken de Here, want allen zullen zij Mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen.

Page 14: de Hebreeën-brief (15)

14

Hebreeën 811 En niet langer zullen zij een ieder zijn medeburger, en een ieder zijn broeder leren, zeggende: Ken de Here, want allen zullen zij Mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen.

Page 15: de Hebreeën-brief (15)

15

10 Want bergen zullen wijken, en heuvelen wankelen; maar Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken, en HET VERBOND MIJNS VREDES zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer. (...)13 En al uw kinderen zullen van den HEERE geleerd zijn, en de vrede uwer kinderen zal groot zijn.

-Jesaja 54- (St.Vert.)

Page 16: de Hebreeën-brief (15)

16

Hebreeën 811 En niet langer zullen zij een ieder zijn medeburger, en een ieder zijn broeder leren, zeggende: Ken de Here, want allen zullen zij Mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen.

Page 17: de Hebreeën-brief (15)

17

Hebreeën 812 Want Ik zal genadig zijn over hun ongerechtigheden, en hun zonden zal Ik niet meer gedenken.

Page 18: de Hebreeën-brief (15)

18

Hebreeën 812 Want Ik zal genadig zijn over hun ongerechtigheden, en hun zonden zal Ik niet meer gedenken.

Page 19: de Hebreeën-brief (15)

19

Hebreeën 813 Als Hij spreekt van een nieuw verbond, heeft Hij daarmede het eerste voor verouderd verklaard. En wat veroudert en verjaart, is niet ver van verdwijning.

Lett.In het zeggen 'nieuw', heeft Hij het eerste 'oud' gemaakt.

Page 20: de Hebreeën-brief (15)

20

Hebreeën 813 Als Hij spreekt van een nieuw verbond, heeft Hij daarmede het eerste voor verouderd verklaard. En wat veroudert en verjaart, is niet ver van verdwijning.

70 AD

Page 21: de Hebreeën-brief (15)

21

Hebreeën 91 Nu had ook wel het eerste verbond bepalingen voor de eredienst en een heiligdom voor deze wereld.

lett. inderdaad dan, ook...

Page 22: de Hebreeën-brief (15)

22

Hebreeën 91 Nu had ook wel het eerste verbond bepalingen voor de eredienst en een heiligdom voor deze wereld.

lett. wereldlijk heiligdom

Page 23: de Hebreeën-brief (15)

23

eerste (=oude) verbond

Levitisch priesterschap

wereldlijk heiligdom

tweede(=nieuwe) verbond

Koning-Priester naar Melchizedek

hemelsheiligdom

Page 24: de Hebreeën-brief (15)

24

Hebreeën 92 Want er was een tent ingericht, de voorste, waarin de kandelaar en de tafel met de toonbroden stonden; deze werd het heilige genoemd;

Page 25: de Hebreeën-brief (15)

25

Hebreeën 92 Want er was een tent ingericht, de voorste, waarin de kandelaar en de tafel met de toonbroden stonden; deze werd het heilige genoemd;

Ex.25:31-40

Page 26: de Hebreeën-brief (15)

26

Hebreeën 92 Want er was een tent ingericht, de voorste, waarin de kandelaar en de tafel met de toonbroden stonden; deze werd het heilige genoemd;

Ex.25:23-30Ex.40:4Lev.24:5,6

Page 27: de Hebreeën-brief (15)

27

Hebreeën 92 Want er was een tent ingericht, de voorste, waarin de kandelaar en de tafel met de toonbroden stonden; deze werd het heilige genoemd;

Page 28: de Hebreeën-brief (15)

28

Hebreeën 93 en achter het tweede voorhangsel was een tent, genaamd het heilige der heiligen,

Page 29: de Hebreeën-brief (15)

29

Hebreeën 94 met een gouden reukofferaltaar en de ark des verbonds, rondom met goud overtrokken (...)

St.Vert. wierookvat

LXX: 2x2Kron.26:19; Ezech.8:11

> Lev.16:12

Page 30: de Hebreeën-brief (15)

30

12 Hij (=Aäron) zal ook een WIEROOKVAT vol vurige kolen nemen van het altaar, van voor het aangezicht des HEEREN, en zijn handen vol reukwerk van welriekende specerijen, klein gestoten; en hij zal het binnen den voorhang dragen.

Leviticus 16 (St.Vert.)

Page 31: de Hebreeën-brief (15)

31

Hebreeën 94 met een gouden reukofferaltaar en de ark des verbonds, rondom met goud overtrokken (...)

Page 32: de Hebreeën-brief (15)

32

Hebreeën 94 (...) waarin zich bevonden een gouden kruik met het manna, de staf van Aaron, die gebloeid had, en de tafelen des verbonds;

Page 33: de Hebreeën-brief (15)

33

Hebreeën 94 (...) waarin zich bevonden een gouden kruik met het manna, de staf van Aaron, die gebloeid had, en de tafelen des verbonds;

Ex.16:33,34

Page 34: de Hebreeën-brief (15)

34

Hebreeën 94 (...) waarin zich bevonden een gouden kruik met het manna, de staf van Aaron, die gebloeid had, en de tafelen des verbonds;

Num.17:8-10

Page 35: de Hebreeën-brief (15)

35

Hebreeën 94 (...) waarin zich bevonden een gouden kruik met het manna, de staf van Aaron, die gebloeid had, en de tafelen des verbonds;

Ex.25:16Deut.10:3-5:het tweede stel

Page 36: de Hebreeën-brief (15)

36

Hebreeën 95 daarboven waren de cherubs der heerlijkheid, die het verzoendeksel overschaduwen; hierover kunnen wij nu niet in bijzonderheden treden.

Ex.25:18-22 verzoendeksel =Gods troon

Ps.80:2Hebr.4:16Rom.3:25

Page 37: de Hebreeën-brief (15)

37

20 En de cherubim zullen hun beide vleugelen omhoog uitbreiden, bedekkende met hun vleugelen het verzoendeksel; en hun aangezichten zullen tegenover elkander zijn; de aangezichten der cherubim zullen naar het verzoendeksel zijn. 21 En gij zult het verzoendeksel boven op de ark zetten, nadat gij in de ark de getuigenis, die Ik u geven zal, zult gelegd hebben.

Exodus 25 (St. Vert.)

Page 38: de Hebreeën-brief (15)

38

Hebreeën 95 daarboven waren de cherubs der heerlijkheid, die het verzoendeksel overschaduwen; hierover kunnen wij nu niet in bijzonderheden treden.