De Grote Bosbeving

19
De grote bosbeving Sam Loes Verhaert

description

Op een nacht rommelt en kraakt de aarde. De grond in het bos beeft en schudt álles door elkaar. Op het lijf van juffrouw rat landt het hoofd van de kater, die meteen de achtervolging inzet. De stoere wolf krijgt de pluimstaart van de eekhoorn en voelt zich volstrekt belachelijk. Het bos staatop zijn kop. Iedereen is van slag. Behalve de uil. Dit voorstel tot kinderboek werd in 2007 ontwikkeld door illustratrice Loes Verhaert en schrijver broer Sam. Het werd nooit gepubliceerd.

Transcript of De Grote Bosbeving

De grote bosbeving Sam Loes Verhaert

De grote bosbeving Sam Loes Verhaert

Wat was hier allemaal gebeurd?

Het was een zeer bewogen nachtgeweest.

De aarde had gerommeld en gekraakt en heel het bos was beginnen schudden en beven. Uren aan een stuk.

De dieren uit het bos keken raar op toen de zon hen wakker maakte.

De kat bekeek het bos met slaperige ogen. Zag ze dat goed? De oude eik stond op de plaats van de jonge berk. De wortels van de beuk wezen in de lucht en zijn kruin stak in de grond. De heuvel was een dal geworden en de rivier lag een eindje verder dan normaal.

dacht de kat. “Een heel grote bosbeving. Dat moet ik

de andere dieren vertellen.”

De kat huppelde snel van boom naar boom en van hol naar hol met het nieuws. “Wacht eens even kat,” zei de wolf die al wakker was. “Je huppelt. Katten huppelen toch niet? Dat doen al-leen konijnen.” De kat stopte. Ze bekeek zichzelf en schrok. • De kat had een donzig konijnenstaartje en een wollige vacht.

“Wat is dit?!”

“Ik begrijp het al,” zei de wolf, die nog slimmer was dan de kat. “De bosbeving van vannacht was zo hevig dat ze alles door elkaar heeft geschud.

• Jouw lichaam is terecht gekomen op dat van het konijn.”

De kat begon zachtjes te miauwen. Dat het niet waar kon zijn, dat het een drama was. De wolf probeerde haar te troosten door haar te aaien met zijn grote pluimstaart•

riep de kat die een beetje op een konijn leek.

huilde de wolf en hij probeerde ook zichzelf te troosten met zijn vederzachte staart.“BOEHOEHOE”

De wolf zette het op een jammeren van jewelste.

“Boehoe, ik ben mijn stoere vlassige staart en mijn

potige lijf kwijt. Kijk nu eens hoe stom ik eruit zie.

De wezel waggelde teleurgesteld weg.

“Ik vond het al zo vreemd dat deze lekkere hapjes me zomaar volgden.”

• Moeder gans kwam op het lijf van de wezel aange-stoven. “Ik ben één van mijn kleintjes kwijt!”

“Oh sorry, is dat van jou?” vroeg de wezel zich af en hij liet een klein gansje uit

zijn bek vallen.

De wezel waggelde teleurgesteld weg.

“Ik vond het al zo vreemd dat dezelekkere hapjes me zomaar volgden.”

De dieren die nog sliepen werden gewekt door het tumult. Eén voor één merkten ze de verschrikkelijke gevolgen van de bosbeving bij elkaar op. Álle dierenlichamen waren door elkaar geschud.

• Het everzwijn, met de stekels van de egel op zijn rug, vond het gek dat de dieren er ’s nachts niets van hadden gemerkt. Maar niemand kon zich iets herinneren.

Het bos stond op stelten. De rat fladderde vrolijk rond als een vleermuis • en meneer konijn spon voor het eerst in zijn leven een spinnenweb• Deboskip rende rond als een rat • en juffrouw rat kreeg het lijf van een kater die achter haar aan hol-de•In het hele bos was maar één dier dat nergens last

van had...

“Het moet een gigantische bosbeving zijn geweest,”piepte meneer eekhoorn, terwijl zijn kat-tenpootjes hem een wasbeurt gaven •“Dit heb ik nog nooit meegemaakt,”zuchtte de miereneter, terwijl hij een ei legde • “Hé, wat leuk, een ei!”

De uil. Hij was die nacht zoals steeds gaan jagen op de weides buiten het bos.

Toen hij die ochtend het nieuws vernam, schudde hij

zijn grijze hoofd.

Hij zette al de dieren op een rij:

• de kat met het konijnenlijf

• de wolf met de eekhoornstaart

• de miereneter met de ronde bips van de boskip

De uil begon aan een moeilijke opdracht.

De uil begon lichamen en hoofden met elkaar te ruilen.

• De gans kreeg haar verenpak van de wezel terug.

• In ruil kreeg de wezel zijn gladde buik terug van de gans. De kleintjes wisten weer wie ze moesten volgen. Het was een gepuzzel en gedoe maar de uil was de beste puzzelaar van het bos. Dat wist iedereen.

Toen het begon te schemeren waren de dieren weer hun oude ik. De rivier, de heuvels en bomen stonden weer op hun normale plaats.

• knorde het everzwijn luid.

“Snij de paddestoelenpastei aan, breng de bosbessencake

en laat het ambersap vloeien. En vraag de nachtegalen of

ze een lied willen komen zingen.”

De uil was blij dat hij orde op zaken had kunnen stellen.

• • Maar niet alle dieren waren tevreden...

• De wolf miste zijn zachte pluimstaart al

• en de miereneter, die zijn mieren graag met een eitje erbij at, betreurde dat hij geen eieren meer kon leggen. Hoe meer ambersap de dieren dronken, hoe liever ze nog eens van lichaam wilden wisselen.

• De egel had altijd al willen vliegen

• en juffrouw rat zou willen spinnen als een kat. Maar de oude uil moest er niet van weten. “Geen denken aan!”, en humeurig maakte hij zich klaar om te gaan jagen.

Maar de kat had een slim plannetje bedacht en ze riep alle dieren samen.

“Luister,” fluisterde ze en toen ging ze zo zacht praten dat de uil, die zeer goede oren had, het nooit

zou kunnen horen.

“Als we nu eens• • • ja, en dan • • •psswssws • • • oh ja, en ook nog • • •psssws• • • geweldig!”

Meteen daarna zetten de spechten een ritmisch muziekje in.

De dieren van het bos, normaal gezien geen grote dansers, begonnen te dansen zoals ze nog nooit hadden gedaan.

De konijnen deden haasje over, meneer en mevrouw eekhoorn sprongen samen uit de hoge eik, de wolf sprong van een hoge steen en de gansjes waggelden zo hard ze konden.

Ja, met dieren die zo wild tekeer gingen was een nieuwe bosbeving niet uit te sluiten.