De Geus november 2015

64
MAGAZINE VRIJZINNIGE ACTUALITEIT OOST-VLAANDEREN ISSN0780-2989 P608277 VERSCHIJNT MAANDELIJKS NIET IN JULI EN AUGUSTUS › JAARGANG 47 › NR.9 › NOVEMBER 2015 Nacht van de Vrijdenker - special EEN FILOSOFISCH IDEEËNFESTIVAL WIJ ZIJN ZINGEVENDE BEESTEN Coen Simon ILLUSIES VOOR GEVORDERDEN Maarten Boudry

description

Magazine vrijzinnige actualiteit Oost-Vlaanderen

Transcript of De Geus november 2015

Page 1: De Geus november 2015

MAGAZINE VRIJZINNIGE ACTUALITEIT OOST-VLAANDEREN

ISSN0780-2989 › P608277 › VERSCHIJNT MAANDELIJKS › NIET IN JULI EN AUGUSTUS › JAARGANG 47 › NR.9 › NOVEMBER 2015

Nacht van de Vrijdenker - special

EEN FILOSOFISCH IDEEËNFESTIVAL

WIJ ZIJN ZINGEVENDE BEESTEN

Coen Simon

ILLUSIES VOOR GEVORDERDEN

Maarten Boudry

Page 2: De Geus november 2015

INHOUD

VAN DE REDACTIEEen schitterend idee 3

PLAKKAATGrenzen aan militaire macht 4

ACTUA Illusies voor gevorderden 6

MILLENNIUM 2015Een nieuw plan voor de wereld, met veel vraagtekens 11

VRAAGSTUKCoen Simon 14Alain Liedts: Vrijdenker pur sang 20

COLUMN Ontzorgen 25

MENSELIJK, AL TE MENSELIJKVilla Voortman. Een laagdrempelig ontmoetingshuis in de stad 26

ACHTER DE LINIE De vloedgolf van de 'Grooten Oorlog' 30

POËSTILLEUniek welbehagen. Max De Maalder gedenkt de Labristen 33

BAANBREKER Dit humanisme is een mens-racisme 34

BOEKENREVUEFilosofie van de twijfel. Twijfel van de filosofie 37De lokroep van IS 40De geschiedenis van mijn tanden 44

CULTUURJames Ensor 46

CODAOok dit gaat voorbij 50

NIEUWSBRIEF 51

COLOFON 63

2 > november 2015 DEGEUS

Page 3: De Geus november 2015

Een schitterend ideeOp vrijdagavond 4 december 2015 is het weer zo ver. Tij-dens de Nacht van de Vrijdenker kunt u uw hersenen trak-teren op uitdagende ideeën en nieuwe inzichten. Terwijl vorig jaar de focus op atheïsme en skepticisme lag, presen-teren we deze Nacht als een ideeënfestival. We laten een schare van wetenschappers, opiniemakers, denkers en filo-sofen op u los om hun ideeën en meningen te spuien over de belangrijkste uitdagingen en vraagstukken van onze tijd. Een ding hebben ze met elkaar gemeen: het zijn allemaal vrijdenkers.

Het stimuleren van het vrije, kritische denken, dat is de missie van het Geuzenhuis. Samen met het Humanistisch Verbond Gent hopen we dat iedereen na de Nacht van de Vrijdenker wakker wordt met een opgewekte geest en een skeptische blik, nadat u hebt kunnen proeven van al deze verfrissende, opwindende en vernieuwende ideeën.

In Actua vindt u een voorpublicatie uit het nieuwe boek van Maarten Boudry: Illusies voor gevorderden. Boudry – een fervent criticus van alle vormen van irrationaliteit, waaronder religie – treedt op de Nacht van de Vrijdenker in debat met Jihadkenner Montasser AlDe’emeh, die voor zijn doctoraal onderzoek een tijdje leefde bij Jihadi’s in Syrië. Levert ongetwijfeld vuurwerk op!

In Vraagstuk vindt u voor de gelegenheid twee interviews. Coen Simon, een Nederlands filosoof, publiceerde een tiental boeken die steeds stof tot nadenken bieden. Zo stelt hij de heersende dogma’s aan de kaak in zijn laatste boek Filosoferen is makkelijker dan je denkt; leren denken zonder dogma’s. Op de Nacht komt hij ons onderhouden over hoe we van al de clichés en dogma’s van onze tijd afgeraken, en onderwerpt hij ons aan een filosofische quiz die vraagte-kens plaatst bij de vanzelfsprekendheid van wat we zeggen.

Alain Liedts, vrijdenker in hart en nieren, biedt onderdak aan de Nacht in zijn Zebrastraat. Wat hij bereikt heeft met de Cirk is een mooi voorbeeld van hoe het leven in de stad eruit kan zien.

Filosoof Tim de Mey wordt kritisch belicht door Gie van den Berghe in onze Boekenrevue. Zijn boek Het voordeel van de twijfel is verplichte leerstof voor alle Nederlandse leerlin-gen filosofie in het secundair onderwijs. Tijdens de Nacht laat hij ons enkele gedachte-experimenten uitvoeren in zijn gedachtenlaboratorium.

Alle artikels verbonden aan de Nacht van de Vrijdenker kunt u herkennen aan het logo van dit evenement.

Een heleboel namen, die zeker ook meer dan de moeite waard zijn, komen echter niet aan bod in dit nummer. Hen kunt u live aanhoren in de Zebrastraat. Auteur Stefan Hert-mans is er zo eentje. De meesten onder ons hebben Oorlog

en Terpentijn gelezen, maar slechts weinigen weten dat er ook een filosoof in Hertmans schuilt. Vijftien jaar geleden al schreef hij een filosofisch essay over het obscene in de cultuur, dat dit jaar in een herziene versie werd heruitgege-ven. Het duo Paul Cliteur en Dirk Verhofstadt is ons allen bekend en behoeft weinig uitleg. Zij presenteren samen hun Atheïstisch Woordenboek waarmee u aan de slag kan als u meer wil weten over aflaten, bliksemafleiders of het vagevuur. Chantal Mouffe, een van de belangrijkste heden-daagse politieke filosofen, licht haar visie op democratie en politiek toe. Zij maakt speciaal voor ons de trip vanuit Londen. Markus Gabriël, de jongste filosofieprofessor ooit in Duitsland, legt ons uit wat hij bedoelt als hij zegt dat de wereld niet bestaat. Hij is geen wereldontkenner, maar ont-werpt een heel eigen filosofie: het Nieuw Realisme.

Geen zin in een lezing? Dan kunt u terecht in het panelge-sprek of bio-ethisch debat. Zo lanceerde fiscaal expert Mi-chel Maus het idee van een technocratische partij, waarbij politici vervangen worden door vakbekwame experten. Hij gaat hierover in gesprek met politiek wetenschapper Bea Cantillon, socioloog Eric Corijn, arbeidspsycholoog Frede-rik Anseel en filosoof/opiniemaker Bleri Lleshi. Gie Goris, hoofdredacteur van Mo Magazine, leidt alles in goede ba-nen.

Het bio-ethisch debat spitst zich toe op het nieuwe leven en hoe ons erop voor te bereiden: moeten er bijvoorbeeld grenzen gesteld worden aan de evolutie van technologische mogelijkheden? Komen aan bod: professor genetica Jean-Jacques Cassiman, onderzoeker in de bio-ethiek Katrien Devolder, moraalfilosoof Ignaas Devisch en professor ethiek Sigrid Sterckx. Moderator van dienst, An Ravelin-gien, is zelf verbonden aan het Bioethics Institute Ghent (BIG). Aansluitend op dit thema vindt u in Baanbreker een interessant artikel over transhumanisme. Auteur Pieter Bonte is eveneens tewerkgesteld in het BIG.

Is dit alles te vermoeiend, dan kunt u wat genieten van een lekker glas en wat food for thought in de relaxlounge. Alex Klijn nodigt u uit in zijn filocafé en bij Peter Algoet kan u uitblazen op de filosofa. Bent u overdonderd door alle nieu-we informatie en wil u zich hierin thuis verder verdiepen, ga dan zeker langs de boekenstand van boekhandel Walry. Vorig jaar was de Nacht van de Vrijdenker in een mum van tijd uitverkocht, bestel dus nu al uw ticket via www.nacht-vandevrijdenker.be!

Als afsluiter een beetje minder goed nieuws: de huidige besparingsronde noopt ons er toe de nieuwsbrief als apart nummer af te schaffen. De nieuwsbrief december kunt u dus nu al raadplegen in deze Geus.

Griet Engelrelst

DEGEUS november 2015 > 3

VAN DE REDACTIE

Page 4: De Geus november 2015

Grenzen aan militaire machtNu vluchtelingen uit het Midden-Oosten bij ons aan de deur kloppen, pleiten politici opnieuw voor militaire interventie in Syrië. Ondertussen moet de regering beslissen of ze nieuwe gevechtsvliegtuigen zal aankopen. Maar moeten we niet eerst de interventies van de afgelopen jaren kritisch evalueren?

Het conflict in Syrië is intussen meer dan vier jaar bezig en de humani-taire crisis neemt duizelingwekkende proporties aan. Honderdduizenden slachtoffers zijn er intussen geval-len, meer dan tien miljoen mensen zijn op de vlucht voor het geweld, zowel binnen Syrië als daarbuiten. De grote massa vluchtelingen blijft in de regio zelf, maar een deel heeft intussen de Europese Unie bereikt. De opvangcrisis die daarop volgde bracht

het Syrische conflict opnieuw op de hoofdpagina’s van onze kranten. Niet veel later stond ook de vraag of we in dit land militair moeten interveniëren terug op de agenda.

De militaire recepten werken niet

Volgens sommigen is het onze plicht om via een interventie een einde te maken aan het bloedige conflict. An-

deren zien een interventie als de enige manier om de stroom vluchtelingen een halt toe te roepen, ‘om het pro-bleem bij de wortel aan te pakken’. Weinig pleidooien houden rekening met de uitkomst die vorige militaire interventies met zich meebrachten. Iets doen lijkt gauw beter dan niets doen. Maar als we al een les kunnen trekken uit het recente verleden, is het wel dat weinig militaire operaties vrede en stabiliteit hebben gebracht.

De F-16’s vervangen zal miljarden euro’s kosten. Laat ons die miljarden investeren in een duurzaam buitenlandbeleid, dat ook écht bijdraagt aan vrede en veiligheid. © Radoslaw Maciejewski / Shutterstock.com

PLAKKAAT

Page 5: De Geus november 2015

LIBIË: OLIE OP HET VUUR

In 2011 golft de Arabische Lente over Libië. Kolonel Khadafi reageert met ijzeren vuist. Een internatio-nale coalitie start een tegenoffensief, Operation Unified Protector, met als officiële doelstelling de bescherming van burgers door het afdwingen van een no-fly zone. In de praktijk trad de NAVO op als luchtmacht van de Libi-sche rebellen, bewapend, getraind en ondersteund door Frankrijk, het Ver-enigd Koninkrijk en de VS. Belgische F-16’s hielpen mee het regime van Khadafi ten val te brengen.

Vandaag is Libië een failed state en gaat daarmee dezelfde weg op als eerder Irak en Somalië. De chaos in het land bedreigt de stabiliteit van heel Noord-Afrika en de Sahel. De escalatie van het conflict in Mali in 2011 was daarvan nog maar het eerste zichtbare gevolg. Het land is intussen een logistieke draaischijf voor wapens en clandestiene migratie én een vei-lige haven voor IS in Afrika.

IRAK: KETTINGREACTIE VAN ONBEDOELDE GEVOLGEN

België maakt deel uit van de inter-nationale coalitie die in Irak tegen IS vecht. De zes Belgische F-16’s zijn sinds begin deze zomer terug van negen maanden missie. De bombar-dementen tegen IS zijn geen nieuwe oorlog maar een voortzetting van de interventie in 2003. Het vooruitzicht is somber. Luchtbombardementen alleen brengen weinig zoden aan de dijk. Tegelijkertijd wordt op de grond een bloedig conflict uitgevochten tussen gewapende groepen met vaak tegengestelde belangen, al dan niet geruggesteund door regionale actoren. Er is geen enkel aanknopingspunt meer om de verschillende actoren rond te tafel te brengen, hoewel een politieke uitweg de enige manier is om terug stabiliteit in de regio te brengen.

MILITAIRE INZET IS BOTTE BIJL

Om een militaire interventie te ver-antwoorden, wordt een conflict ge-makkelijkheidshalve tot één dimensie gereduceerd: ‘mensen vluchten voor

IS, dus gaan we IS bombarderen.’ Helaas is de realiteit weerbarstiger. Als we in Syrië ingrijpen, tegen wie vechten we dan? Alleen tegen IS, of ook tegen Assad? Met wie werken we samen? Hoe voorkomen we dat Syrië na zo’n interventie in chaos afglijdt, zoals Libië? Als we vervolgens boots on the ground inzetten, hoe vermijden we dan terecht te komen in een mislukte poging tot nation-building, zoals zich afgespeeld heeft in Afghanistan?

De aankoop van nieuwe gevechtsvliegtuigen legt een zware hypotheek

op onze toekomst

GEVECHTSVLIEGTUIGEN KOPEN?

Het staat goed om als politicus te be-weren dat je ‘het probleem bij de wor-tel wil aanpakken.’ Maar laat ons dan eerst eerlijk evalueren.

Ondanks de actualiteit is er vandaag nauwelijks sprake van zo’n debat. Erger nog, het lijkt erop dat andere doelstellingen zwaarder doorwegen. ‘Een betrouwbare NAVO-partner zijn’ is voor het defensiebeleid een doelstelling op zich geworden. De regering plant de aankoop van nieuwe gevechtsvliegtuigen, ter waarde van

miljarden euro’s, ‘om internationaal relevant te blijven.’

De militaire recepten werken niet. Toch zijn de regeringspartijen het er over eens dat nieuwe gevechtsvlieg-tuigen moeten worden aangekocht, ondanks het gebrek aan een toe-komstvisie voor ons leger. Deze beslis-sing legt een zware hypotheek op onze toekomst. Niet alleen kost ze miljar-den euro’s, die niet langer beschikbaar zullen zijn voor onder meer welzijn, gezondheidszorg en onderwijs. Ze duwt ons buitenlandbeleid ook in een richting die de afgelopen jaren geleid heeft tot vele militaire mislukkingen, met rampzalige gevolgen.

De F-16’s vervangen zal miljarden euro’s kosten. Laat ons die miljarden investeren in een duurzaam buiten-landbeleid, dat ook écht bijdraagt aan vrede en veiligheid.

Lene Jacobs en Roel Stynen www.vredesactie.be

Vredesactie is een pluralistische vredesbeweging die radicaal pleit voor een maatschappij waarin conflicten worden opgelost zonder geweld of het dreigen ermee. Vredesactie is een motor voor de ontwikkeling van geweldloze actie en de invulling van een pacifistisch vredesbeleid.

Als we al een les kunnen trekken uit het recente verleden, is het wel dat weinig militaire operaties vrede en stabiliteit hebben gebracht. © Chris Singshinsuk / Shutterstock.com

DEGEUS november 2015 > 5

PLAKKAAT

Page 6: De Geus november 2015

Illusies voor gevorderdenEEN VOORPUBLICATIE

Maarten Boudry, wetenschapsfilosoof aan de UGent, kent u sinds het verschijnen van De ongelovige Thomas heeft een punt als een doortastend skepticus die onvermoeibaar ten strijde trekt tegen allerlei vormen van irrationaliteit en onzin. Maar al die illusies doorprikken, is dat wel een goede zaak? Kunnen we zonder illusies? Of hebben we die nodig om het hoofd te bieden aan allerlei onaangename waarheden over onszelf, de kosmos en de condition humaine? Blijkbaar denken veel mensen van wel. Psychologen breken wel vaker een lans voor ‘positieve illusies’. Ook de opvatting dat religie een nuttige functie vervult in onze samenleving en dus een waardevolle illusie zou zijn, is breed gedragen. Zijn sommige illusies heilzaam, nuttig of onschuldig? Kan de waarheid zo hard kwetsen dat we ze liever niet onder ogen zien? In zijn boek onderneemt Maarten Boudry een zoektocht naar deze ‘illusies voor gevorderden’, en toont hij dat we beter af zijn zonder. Immers: de waarheid bevrijdt, aldus Boudry. De Geus trakteert u op een korte voorpublicatie.

Bestaat er zoiets als wetensnood, het leed van

te veel weten? Zijn we soms beter af als we de

waarheid niet kennen, of als we er een illusie voor

in de plaats stellen?

Iedereen koestert illusies. Maar heb-ben we ze ook nodig? Of is de gedachte dat we zonder illusies kunnen leven, de grootste illusie van allemaal? De meeste vrienden en kennissen die ik met deze vraag heb lastiggevallen, den-

ken dat een illusieloos leven niet leef-baar is. Neem de waarheid als leidraad, zo wil de heersende opinie, maar laat je niet door haar knechten. Gun je-zelf enkele prettige waanideeën. In het boek Prediker (1:18) staat te lezen: ‘Want wie veel wijsheid heeft, heeft veel verdriet. En wie kennis vermeer-dert, vermeerdert smart.’

Bestaat er zoiets als wetensnood, het leed van te veel weten? Zijn we soms beter af als we de waarheid niet ken-nen, of als we er een illusie voor in de plaats stellen? In À la recherche du temps perdu schreef Marcel Proust: ‘Om de werkelijkheid draaglijk te maken, zijn we allemaal genoodzaakt

ons enkele kleine zottigheden (peti-tes folies) te veroorloven.’ Grandioze waanbeelden zijn volgens Proust ook weer niet nodig. Enkele goed uitge-kiende illusies volstaan om het juk van de waarheid te verlichten. In haar volle gewicht, zo meende hij, is deze voor niemand draaglijk. We moeten de waarheid geweld aandoen voor zijzelf gemeen naar ons uithaalt. Maar wat heeft de waarheid ons dan misdaan dat we haar collectief moeten ont-vluchten?

Laat me beginnen met dat aspect van de werkelijkheid dat we allemaal met elkaar delen. Het universum waarin

Sommige mensen vinden het vandaag erg moeilijk om te bevatten dat anderen door bizarre illusies bevangen zijn. Met name religie is volgens hen onschuldig en goedaardig: niemand gelooft écht in al die waanzinnige dingen (denk: 72 maagden in een eeuwig lusthof). Die opvatting is zelf een gevaarlijke illusie die tot volkomen verkeerde inschattingen leidt van uitdagingen waarmee we in onze wereld vandaag kampen. © Gerbrich Reynaert

6 > november 2015 DEGEUS

ACTUA

Page 7: De Geus november 2015

we samen leven, is obsceen groot en onbevattelijk oud, grotendeels leeg, en bijna nergens levensvatbaar. Onze planeet, in de woorden van Carl Sagan, is een ‘vage blauwe stip’ in een onme-telijk niets. Al ons lief en leed speelt zich af op een flinterdun laagje aan de buitenrand van die stip, vooralsnog beschermd door een broze dampkring. Bevind je je elders in het universum, dan ga je binnen enkele seconden dood. In ons universum is geen spoor van een hoger doel of morele orde te bekennen.

De evolutie van het leven op onze pla-neet is een dronkenmansgang zonder

richting, een aaneenschakeling van toevalligheden. De mens is slechts één loot aan de boom van het leven, die er evengoed niet had kunnen zijn. Al wat we denken en voelen tijdens ons leven, is niets meer dan de chemische afscheiding van de anderhalve kilo weke massa onder onze schedelpan. Na onze dood, die onafwendbaar is en definitief, vergaat dat brein en wordt ons bewustzijn voorgoed vernietigd.

Iedereen gaat dood, niemand kan hier weg, alles vergaat.

Boven op het slechte nieuws over de kosmos zijn er

wellicht ook onaangename waarheden over onszelf.

Die kleine waarheden zijn misschien nog lastiger te

verteren dan de grote

Dat zijn zowat de hoofdlijnen, volgens de huidige stand van de wetenschap. Misschien wil je nog weten dat het universum zelf ook naar de knoppen gaat. Het goede nieuws is dat je er te-gen die tijd al lang niet meer bent om je daar zorgen over te maken, noch een van jouw nakomelingen. Alle leven op aarde is dan al lang dood. Wanneer onze zon haar einde nadert, zal ze haar dichtstbijzijnde planeten (waaronder de onze) verzwelgen. Dat betekent het einde van de mensheid, gesteld dat deze het tot dan heeft uitgehouden natuurlijk.

Tot zover het globale plaatje: iedereen gaat dood, niemand kan hier weg, alles vergaat. Maar wat met de werkelijk-heid hier en nu, in afwachting van ons einde? Boven op het slechte nieuws over de kosmos zijn er wellicht ook onaangename waarheden over onszelf: onze tekortkomingen en verkeerde levenskeuzes, onze mislukte relaties, de futiliteit van onze bezigheden, onze sombere vooruitzichten. Die kleine waarheden, hoe onbeduidend ook in het aanschijn van de kosmos, zijn mis-schien nog lastiger te verteren dan de grote. Dat stuk van de werkelijkheid

delen we echter niet met elkaar, want het is voor iedereen verschillend. Voor sommigen is het ongetwijfeld draaglij-ker dan voor anderen.

Niettemin dacht Proust, en velen met hem, dat we allemaal behoefte hebben aan een stuk of wat illusies, ongeacht wie we zijn en hoe goed we het stel-len. Zelfs wie het uitstekend getroffen heeft in vergelijking met zijn mede-mens, ontsnapt niet aan de condition humaine. De dood is de grote gelijk-maker en niemand die deze zin leest, zal hem over een eeuw herlezen. De kosmos – dat moet je hem nageven – is in elk geval eerlijk.

De vraag is of we wel wakker liggen van al die waarheden. Indien dat niet het geval is, hebben we ook geen be-hoefte aan illusies om ons ertegen te beschermen. In de film Stardust Me-mories klampt Woody Allen, die zijn eigen mistroostige zelf vertolkt, col-lega’s op de filmset aan over de jongste editie van het tijdschrift Time. Daarin stond dat het universum uitdijt en alle materie geleidelijk aan vergaat. ‘Ben ik nu de enige die dat gezien heeft? Het universum valt langzaam uit elkaar. Er zal niets van overschieten!’ Maar niet iedereen voelt het juk van de kosmi-sche waarheid zoals Woody. De men-sen rondom hem halen gewoon hun schouders op en willen doorgaan met hun werk, onbekommerd over het lot van het universum en de mensheid.

In de film Annie Hall krijgt de kleine Alvie – een jonge versie van Woody Allen – een depressie nadat hij precies hetzelfde nieuws over de kosmos heeft gelezen. Hij is lusteloos en wil niet meer naar school. Maar zijn moeder werpt tegen: ‘Wat heeft het universum er nu mee te maken! Jij bent hier in Brooklyn! Brooklyn is niet aan het uitdijen!’

Onze eigen dood is al een stuk dich-terbij dan die van het universum, maar ook daar laat niet iedereen zich door van de wijs brengen. De filosoof Epicurus haalde zijn schouders op bij zijn sterfelijkheid: ‘Als wij er zijn, is de dood er niet, en als de dood er is, zijn wij er niet.’ Waar maken we ons zor-gen over? Een besef van de eindigheid

Sommige mensen vinden het vandaag erg moeilijk om te bevatten dat anderen door bizarre illusies bevangen zijn. Met name religie is volgens hen onschuldig en goedaardig: niemand gelooft écht in al die waanzinnige dingen (denk: 72 maagden in een eeuwig lusthof). Die opvatting is zelf een gevaarlijke illusie die tot volkomen verkeerde inschattingen leidt van uitdagingen waarmee we in onze wereld vandaag kampen. © Gerbrich Reynaert

DEGEUS november 2015 > 7

ACTUA

Page 8: De Geus november 2015

van alles en iedereen kan zelfs voor gemoedsrust zorgen en voor relative-ringszin. Natuurlijk is het leven absurd en heeft de dood het laatste woord, zong Monty Python, maar bedenk: je komt van niets en je gaat terug naar niets. Wat heb je verloren? Helemaal niets! Always look on the bright side of life. Dezelfde vragen kun je stellen over onze persoonlijke tekortkomingen en mislukkingen. Deren die kleine waar-heden ons zo erg dat we er beschutting voor nodig hebben? Is de illusie onze enige vluchtweg?

Laat ik even aannemen, in navolging van Proust, dat we allemaal een stuk of wat illusies nodig hebben om geluk-kig te zijn, hetzij over de kosmos, hetzij over onszelf. In welke illusies moeten we ons dan verliezen? Niet de roekelo-ze, onbezonnen, krankzinnige illusies, dat spreekt voor zich. Die leiden nogal eens tot onzachte aanvaringen met de werkelijkheid. We willen enkel uitge-kiende en doordachte illusies, heilzaam voor lichaam en geest. Het suiker-laagje rond de bittere pil. Of illusies die nuttig zijn voor de samenleving, die sociale weefsels in stand houden of saamhorigheid bevorderen. Dit boek is een zoektocht naar illusies voor ge-vorderden. Om welke illusies gaat het? Hoe ze te vinden? En zijn we bereid om de waarheid daarvoor op te offeren?

Ook in het bolwerk van de wetenschap, waar waarheid

nochtans hoog in het vaandel wordt gedragen, vindt men pleitbezorgers van illusies

ILLUSIES VOOR GEVORDERDEN

Illusies zijn overtuigingen die niet stro-ken met de werkelijkheid. Een overtui-ging is als een pijl die we afvuren op de wereld. Als we doel treffen, noemen we die overtuiging waar. Als we dicht bij de roos zitten, is ze bij benadering waar. Als we helemaal naast de schijf schieten, spreken we van een illusie. De mensen die ik daarover onder-vraagd heb in mijn bescheiden steek-proef, lijken ervan overtuigd dat nie-

mand zonder illusies kan overleven (of althans gelukkig zijn). Maar konden ze die ook bij zichzelf aanwijzen? Welke pijlen hebben zij doelbewust verkeerd afgevuurd? Daarop bleven ze vaak het antwoord schuldig. Dat is niet zo ver-wonderlijk: wie zijn eigen illusies weet aan te wijzen, dreigt ze in één bewe-ging door te prikken.

Misschien moeten we toch even bij de wetenschap te rade gaan, die wijsneus die ons allerlei onwelgevallige waarhe-den over onszelf en de kosmos door de neus boort. Ook in het bolwerk van de wetenschap, waar waarheid nochtans hoog in het vaandel wordt gedragen, vindt men pleitbezorgers van illusies, maar dan de betere illusies, de wanen voor de meerwaardezoeker.

Psychologen breken een lans voor wat ze positieve illusies noemen, milde wanen over onszelf die gezond en wel-dadig zijn: de illusie dat we beter en bekwamer zijn dan onze medemens, dat de toekomst ons toelacht, en dat onze kinderen – als we die hebben – zo mogelijk nog slimmer, getalenteerder en mooier zijn dan wijzelf. Stervelin-gen die niet voor deze illusies vatbaar zijn, zouden meer tot depressie neigen.

Een weinig opbeurende gedachte: de-pressieve mensen hebben een accurater beeld van zichzelf dan het deel van de bevolking dat zich als mentaal ‘gezond’ laat voorstaan. Wie is er dan ziek: de-gene die in eigenwaan leeft, of degene die onder de waarheid gebukt gaat? Psychiaters zouden beter voor iedereen een stuk of wat gevorderde illusies voorschrijven (zichzelf inbegrepen), als lepel suiker bij de waarheid. Hadden de Grieken dat maar geweten, toen ze ‘Ken jezelf ’ boven de tempel van Apollo beitelden!

Positieve illusies zijn overtuigingen voor persoonlijk gebruik, waarmee mensen het hoofd bieden aan de barre werkelijkheid over zichzelf en hun toe-komst. Daarnaast delen we illusies met elkaar over de ruimere werkelijkheid, zoals geloof in een hiernamaals, in een godheid, of in reïncarnatie. Filosofen hebben God doodverklaard, maar vol-gens sommige psychologen zouden go-den – om het even welke – een weelde

aan voordelen met zich meebrengen: bakens van zekerheid, balsem voor de ziel, lijm voor sociale weefsels, sokkel voor de moraal.

Geloof in het hiernamaals of in reïn-carnatie zou een nuttig verzinsel zijn om met onze sterfelijkheid overweg te kunnen. Sommige evolutiepsychologen menen dat godsgeloof ontstaan is als een biologische adaptatie – een nut-tige illusie dus – om diverse sociale en mentale problemen te ondervangen. Van religie zouden we allemaal beter worden. Homo sapiens zonder God, dat is zoals een vogel met een gebroken vleugel: levensvatbaar misschien, maar wel hulpeloos en kwetsbaar.

PARADOX

Stel dat psychologen inderdaad, na uitvoerig onderzoek, tot de vaststel-ling komen – de waarheid als het ware – dat de bovenstaande illusies niet alleen veilig zijn voor gebruik, maar ook heilzaam voor lichaam en geest. We zouden ervan opknappen als we geloven dat we een onsterfelijke ziel hebben, dat alles in ons leven met een reden gebeurt, dat we onze overleden vrienden en familie zullen terugzien in het hiernamaals, dat we nooit kanker zullen krijgen, dat we geweldig geta-lenteerd, intelligent, grappig en ook nog bescheiden zijn. Wat een heerlijke denkbeelden! Nu we die waarheid over de voordelen van illusies hebben ontdekt, is het tijd om de waarheid opnieuw te laten verdwijnen. Stel dat

© Norbert Van Yperzeele

8 > november 2015 DEGEUS

ACTUA

Page 9: De Geus november 2015

we besluiten om al die weldadige il-lusies tot de onze te maken. Op pure wilskracht draaien we een schakelaar in ons brein om: we geloven ze!

Filosofen hebben God doodverklaard, maar

volgens sommige psychologen zouden goden een weelde aan voordelen

met zich meebrengen

Helaas is een overtuiging geen kle-dingstuk dat je uit de winkelrekken haalt om even te passen en dan terug te hangen. Een overtuiging is een be-wering over de wereld die zich aan je opdringt, die als een ongenode gast bij je binnenvalt en zich moeilijk eruit laat werken. Je kunt niet zomaar met een vingerknip beslissen om te geloven in het hiernamaals, of in een lang en gelukkig leven. En als het mijn vurige overtuiging was dat zo’n geloofssprong gelukkig maakt? Nog zou me dat niet lukken.

De roman Catch-22 van Joseph Heller, een even tragisch als hilarisch relaas over de Amerikaanse vliegtuigcom-mandant John Yossarian tijdens de Tweede Wereldoorlog, ontleent zijn titel aan een logische paradox in het boek. Die Catch-22 staat symbool voor de absurditeit van oorlog en gaat als volgt: elke piloot was verplicht om mee te doen aan militaire operaties,

tenzij hij kon aantonen dat hij mentaal gestoord was. Als je goed bij je hoofd was, wilde je natuurlijk niet vliegen en je eigen leven wagen: je moest wel gek zijn om zoiets te willen. Iemand die vrijwillig wilde vliegen, was dus gek, en hoefde precies daarom niet te vlie-gen. Iemand die niet wilde vliegen, gaf daarentegen blijk van mentale gezond-heid, en móést daarom vliegen. ‘Als hij vloog, was hij gek en hoefde hij niet te vliegen; maar als hij niet wilde, was hij gezond en moest hij.’

De vrijwillige keuze voor heilzame illusies botst ook tegen zo’n Catch-22: je kunt enkel weten welke illusies nut-tig zijn als je de voor en nadelen ervan hebt onderzocht. Maar dan kun je ze niet langer oprecht geloven, en kun je er dus ook de voordelen niet van proeven. Wie oprecht in een illusie leeft, heeft dan weer geen boodschap aan de vraag of zijn overtuiging heil-zaam is voor zijn of haar gezondheid. Overtuigingen nemen we nu eenmaal aan omdat we ze oprecht voor waar houden, niet omdat we denken dat ze nuttig zijn of troost bieden, of goed zijn voor onze bloeddruk. Een illusie maakt enkel gelukkig als je niet weet dat je erin opgesloten zit. Maar in dat laatste geval kun je niet langer weten of zij nuttig is, dan wel gevaarlijk. En zodra je je daarvan hebt vergewist, leef je niet langer in een illusie.

PATERNALISME

Er is een andere uitweg uit de Catch-22. We kunnen onszelf niet zo-maar nuttige illusies aanpraten, maar wel anderen. God is dood en de wereld gaat naar de filistijnen, maar kunnen we niet op zijn minst de schijn hoog houden voor wie het nieuws nog niet heeft opgevangen? Moet ik, Maarten Boudry, hier nodig boeken over schrij-ven? Wat als wij in andermans plaats uitmaken welke illusies heilzaam voor hem zijn, en welke hij beter uit zijn hoofd kan zetten?

Of wat als een ander – onze psycho-therapeut bijvoorbeeld – voor onze eigen bestwil uitmaakt welke petites folies heilzaam zijn voor ons gestel, om ze ons vervolgens op de mouw te spel-

den? De ene mens kan in zalige onwe-tendheid vertoeven, terwijl de andere een oogje in het zeil houdt. De ene slikt een placebopil, de andere schrijft ze voor met mooie praatjes.

Voor zowat elk van de illusies die Johan Braeckman en ik hebben doorgelicht in

De ongelovige Thomas heeft een punt, valt wel een of ander mentaal of sociaal

voordeel te bedenken

De ene ontdekt dat God dood is, maar besluit dat nieuws binnenskamers te houden, uit angst voor wat ons te wachten staat in een samenleving zonder God. Denk aan het argument van Ivan in Dostojevski’s De gebroeders Karamazov: als God niet bestaat, dan is alles toegelaten. Zonder God kan elk-een de vrije loop geven aan zijn driften en verlangens, zonder de angst om bestraft te worden. Houd de dood van God dus stil, als je toevallig op zijn lijk stuit. Zorg dat het niet uitlekt. Als God niet bestond, zo schreef Voltaire, dan zouden we hem moeten uitvinden.

Wie vertelde nooit eens een leugentje om bestwil, met de beste bedoelingen voor de bedrogene? Wie verhulde nooit eens een ongemakkelijke waarheid, om niet te kwetsen? Als we dan toch illusies in leven willen houden, zie ik geen reden om het bij God te laten. We kunnen nog meer wezens van een wisse dood redden.

Neem nu engelen en heiligen. Mis-schien maken ook die ons gelukkig? Laat ons wel wezen: met God alleen blijft het nog altijd behoorlijk eenzaam in de kosmos. Bovendien is het twijfel-achtig of de God van de theologen in al onze psychische behoeften voorziet. Probeer maar eens een persoonlijke relatie aan te knopen met een onbevat-telijk en transcendent opperwezen, dat zich ergens of nergens buiten ruimte en tijd ophoudt. Bewaarengelen of patroonheiligen kunnen voor intimi-teit zorgen. Die kunnen we dus maar beter ook reanimeren. En wie zegt dat

DEGEUS november 2015 > 9

ACTUA

Page 10: De Geus november 2015

geesten, demonen en djinns zich niet verdienstelijk kunnen maken? Mis-schien houden ze mensen wel in het gelid? Bovendien kunnen ze inspringen als verklaring wanneer het noodlot toeslaat. Bijgelovige mensen geloven nog liever in kwaad opzet dan in stom toeval.

Buitenaardse wezens, alternatieve geneeskunde, psychoanalyse, com-plottheorieën, Bigfoot, het monster van Loch Ness – voor zowat elk van de illusies die Johan Braeckman en ik hebben doorgelicht in De ongelovige Thomas heeft een punt, valt wel een of ander mentaal of sociaal voordeel te bedenken.

Denk aan de weldaad van het placebo-effect (alternatieve geneeswijzen), het gevoel van orde in chaos (bijgeloof), de bevrediging van onze hunker naar verklaringen (complottheorieën), of gewoon het plezier om in de wouden van Californië op een aap van drie meter lang te jagen (geloof in Bigfoot). Waarom zouden we onzin eigenlijk bestrijden? Pleegden Johan en ik een roekeloze daad, door zoveel illusies achtereenvolgens door te prikken, ge-heel onverschillig voor hun respectieve baten? Zijn wij recidiverende pretbe-dervers?

EPISTEMISCHE ONSCHULD

In mei vorig jaar vroeg de Australi-sche psycholoog Ryan McKay of ik geen zin had om samen met hem een voordracht te geven op een workshop in Birmingham over menselijke irrati-onaliteit. We hadden het idee opgevat om een tribunaal op te zetten voor de menselijke Zotheid. Ryan nam de rol van de verdediging op zich, die de on-schuld van zijn cliënt (Homo sapiens) zou bepleiten.

Natuurlijk koestert de mens illusies, zo betoogde hij, maar dat kun je hem niet kwalijk nemen. Illusies zijn onschuldig en bieden talloze voordelen. Zelf kroop ik in de rol van openbare aanklager. De beklaagde, zo betoogde ik, is wel degelijk schuldig aan zijn eigen dwaas-heid. Illusies zijn gevaarlijk en moeten bestreden worden. Bovendien was het betoog van mijn confrater incoherent,

omwille van de paradox die ik hier-boven schetste: de beklaagde kon niet eens het betoog van zijn eigen advocaat over illusies tot zich laten doordringen, zonder zijn eigen illusies te doorbreken. Wat is dat voor een advocaat die zijn oratie moet verzwijgen voor de cliënt die hijzelf verdedigt?

Na dat tribunaal in Birmingham be-gonnen enkele ideeën in mijn hoofd te gisten. Kan de waarheid zo hard kwet-sen dat we haar liever niet onder ogen zien? Zijn sommige illusies heilzaam, nuttig, of toch minstens onschuldig? In principe zou een openbare aankla-ger de discussie kunnen kortsluiten met een citaat van George Bernard Shaw: ‘Het feit dat een gelovige geluk-kiger is dan een scepticus doet niet meer ter zake dan het feit dat een dronken man gelukkiger is dan een nuchtere.’ Voor deze boutade kan ik wel enige sympathie opbrengen.

Toch wil ik de argumenten ten voorde-le van illusies niet zomaar wegwuiven. Ik zal trachten om het pleidooi voor gevorderde illusies zo goed mogelijk te verwoorden. De mogelijkheid dat som-mige waarheden zo veel schade aan-richten dat ze beter verborgen blijven, moeten we serieus nemen. Mijn boek is de uitkomst van die zoektocht.

Alle argumenten ter verdediging van illusies, stuiten op

praktische, conceptuele en morele bezwaren

WAARHEID BEVRIJDT

Uiteindelijk breng ik de vaststelling naar voor dat alle argumenten ter ver-dediging van illusies, stuiten op prakti-sche, conceptuele en morele bezwaren. Een overtuiging is een hefboom om te handelen, omdat we dingen doen in functie van de dingen die we geloven. Een foute overtuiging kan tot schade-lijk gedrag leiden. Illusies vertakken zich in ons denken en leiden tot onver-wachte neveneffecten, zelfs als ze on-schuldig lijken en zelfs als we de beste bedoelingen hebben. Eens we oprecht

zijn doordrongen van een illusie, zijn we niet langer vatbaar voor praktische overwegingen over de voor- en nadelen ervan. Dan zijn het immers geen ‘illu-sies’ meer in onze ogen.

Ook bovennatuurlijke overtuigingen komen aan bod in mijn boek, die zijn doorgaans ontvlambaarder dan door-deweekse illusies. Er bestaan ook illu-sies over illusies, die op hun beurt ge-vaarlijk zijn. Zo is er de hypothese dat religie, ondanks alle wantoestanden, een nuttige culturele of biologische functie vervult in onze samenleving. Sommige mensen vinden het vandaag erg moeilijk om te bevatten dat an-deren door bizarre illusies bevangen zijn. Met name religie is volgens hen onschuldig en goedaardig: niemand ge-looft écht in al die waanzinnige dingen (denk: 72 maagden in een eeuwig lust-hof). Die opvatting is zelf een gevaar-lijke illusie die tot volkomen verkeerde inschattingen leidt van uitdagingen waarmee we in onze wereld vandaag kampen.

Ten slotte keer ik terug op de centrale thema’s die ik hier naar voren heb ge-bracht: de groei aan wetenschappelijke kennis brengt steeds meer illusies in de verdrukking. De bemoeizucht van wetenschap wekt wrevel en ergernis, of gewoon weemoed over het verlies van onze onschuld. Toch moeten we niet rouwen om het verlies van onze illu-sies: de waarheid bevrijdt.

Maarten Boudry

Maarten Boudry, Illusies voor gevorder-den. Of waarom waarheid altijd beter is. Uitgeverij Polis: 2015, 368 pag. ISBN 978-94-6310-006-9.

10 > november 2015 DEGEUS

ACTUA

Page 11: De Geus november 2015

Een nieuw plan voor de wereld, met veel vraagtekensDit jaar lanceerde De Geus de rubriek Millennium. De bedoeling was om de Millenniumdoelstellingen te evalueren, nu die aan hun eindtermijn zijn gekomen. Dat die niet over de hele lijn als een succes bestempeld kunnen worden, kon u lezen in de vorige nummers van De Geus. Tijd om ons te buigen over hun opvolgers: de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Waarin verschillen die van de Millenniumdoelstellingen, en is er een garantie dat deze vernieuwde aanpak beter zal werken?

Eind september keurden de staats- en regeringsleiders van de 193 landen van de Verenigde Naties op een top in New York de Duurzame Ontwik-kelingsdoelen of Sustainable Develop-ment Goals (SDG’s) goed. De nieuwe doelstellingen moeten de wereld de komende vijftien jaar op het pad van de duurzame ontwikkeling sturen.

De inspiratiebron voor de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen ligt in de eerste plaats bij de Millennium-doelstellingen. Die acht doelstellingen rond problemen als extreme armoede, honger, toegang tot basisonderwijs en ziektes als hiv/aids, werden in 2000 door de Verenigde Naties goedge-keurd. De wereld kreeg tot eind 2015 om ze te behalen.

DE MILLENNIUMDOELSTELLINGEN: EEN SUCCES ZONDER VEEL AMBITIE

De Millenniumdoelstellingen krijgen complimenten voor hun eenvoud en meetbaarheid. Gesymboliseerd door acht kleurrijke icoontjes slaagden de doelstellingen erin een breed publiek te sensibiliseren rond de uitdagingen in ontwikkelingslanden. Omdat aan de doelstellingen indicatoren werden

ACTUAMILLENNIUM 2015

Page 12: De Geus november 2015

gekoppeld, was het mogelijk om voor-uitgang – of het gebrek daaraan – na te gaan naarmate de jaren verstreken.

Als de Millenniumdoelstellingen één ding bewezen hebben, is het dat sociale vooruitgang mogelijk is. Het aantal extreme armen in de wereld daalde van 36 procent van de we-reldbevolking in 1990 tot slechts 12 procent vandaag. De halvering van de extreme armoede die de doelstel-lingen voorop stelden werd daardoor ruimschoots gehaald. Ook op vlak van de gelijke toegang van meisjes en jongens tot onderwijs boekten de Mil-lenniumdoelstellingen successen, net zoals op het vlak van de toegang tot drinkwater. Op andere vlakken, zoals de strijd tegen de moeder- en kinder-sterfte of ziektes als hiv/aids, werden de doelstellingen niet gehaald, maar was er wel vooruitgang.

Veel kritiek is er op het gebrek aan ambitie van de Millenniumdoelstellingen.

Zo streefden ze slechts naar het halveren van het

aantal mensen zonder toegang tot drinkbaar

water. Is drinkbaar water dan geen mensenrecht?

Veel kritiek is er echter op het gebrek aan ambitie van de Millenniumdoel-stellingen. Zo streefden ze slechts naar het halveren van het aantal mensen zonder toegang tot drink-baar water. Is drinkbaar water dan geen mensenrecht? De doelstelling rond onderwijs ging slechts over ba-sisonderwijs terwijl een samenleving meer dan dat nodig heeft om zich te ontwikkelen. De armoedegrens van 1,25 dollar die de doelstellingen hanteren ligt dan weer bijzonder laag. Veel kritiek bestaat er ook op de enge focus van de doelstellingen op proble-men van ontwikkelingslanden. Over mondiale uitdagingen als klimaat, migratie of ongelijkheid wordt met geen woord gerept. Nochtans zijn die

uitdagingen vandaag de dag groter dan ooit.

DUURZAME ONTWIKKELINGSDOELSTELLINGEN: VOLLEDIG MAAR VAAG

Toen de Verenigde Naties in 2012 startten met de voorbereidingen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstel-lingen, wou men leren uit de fouten uit het verleden. De goede zaken van de Millenniumdoelstellingen – de vlotte communiceerbaarheid en de meetbaarheid – werden behouden. Inhoudelijk werden de nieuwe doel-stellingen echter een pak verruimd. Opnieuw werd voor een deadline van 15 jaar gekozen voor het behalen van de doelstellingen.

Bijzonder is ook dat de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen in te-genstelling tot de Millenniumdoel-stellingen niet door experts werden opgesteld, maar dat er een onderhan-delingsproces aan voorafging. Alle landen van de wereld, ngo’s, bedrijven en academici werden betrokken. Na enkele jaren onderhandelen kwamen uiteindelijk 17 Duurzame Ontwik-kelingsdoelstellingen uit de bus met daarachter 169 concretere subdoelen.

Inhoudelijk zijn de Duurzame Ont-wikkelingsdoelstellingen een pak ruimer dan de Millenniumdoelstellin-gen. Ze focussen niet langer op typi-sche sociaaleconomische problemen van ontwikkelingslanden, maar be-kijken uitdagingen op een meer mon-diale manier. Naast de thema’s die we al kenden uit de Millenniumdoel-stellingen gaan ze ook over de strijd tegen ongelijkheid, duurzame steden, energie, vrede en instellingen, de kli-maatsverandering en het behoud en duurzaam gebruik van ecosystemen. De Duurzame Ontwikkelingsdoelen willen dat de wereld er zowel econo-misch, sociaal als ecologisch – de drie dimensies van duurzame ontwikke-ling – op vooruit gaat.

Het grotere aantal doelstellingen en subdoelen tegenover de Millennium-doelstellingen is het gevolg van de keuze om vollediger te zijn, maar ligt ook aan het onderhandelde karakter ervan. Tijdens de onderhandelingen

bleek hoe ver de belangen en intenties van de landen uit elkaar lagen. Ont-wikkelingslanden willen in de eerste plaats er economisch en sociaal op vooruit gaan en vinden de ecologische agenda vooral een verantwoordelijk-heid van rijke landen. Die zijn dan weer bereid om hun ecologische impact te verkleinen, maar willen dat slechts doen als ook ontwikke-lingslanden zich engageren. Die grote verschillen zorgen dat het geheel van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstel-lingen in de eerste plaats een com-promis is. Geen enkel land vindt het helemaal goed, maar er zit wat in voor iedereen.

Bijzonder is dat de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen

in tegenstelling tot de Millenniumdoelstellingen niet door experts werden opgesteld, maar dat er een

onderhandelingsproces aan voorafging

De vaagheid die het compromis soms in zich heeft, is meteen de belangrijk-ste kritiek die gegeven kan worden op de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. In plaats van concrete doelen naar voor te schuiven gaan heel wat sub-doelen niet verder dan het bepleiten van ‘substantiële’ veranderingen zoals het subdoel dat een ‘substantiële ver-mindering van de hoeveelheid afval’ wil tegen 2030. Tijdens de uitvoering

In het hoofdkantoor van de VN (New York) keurden 193 lidstaten de zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelen goed. © Wikipedia

12 > november 2015 DEGEUS

ACTUAMILLENNIUM 2015

Page 13: De Geus november 2015

van de Duurzame Ontwikkelingsdoel-stellingen zal die vaagheid vooral een rem op de ambities zijn.

Alles staat of valt met de politieke wil om

met de doelstellingen aan de slag te gaan

Het onderhandelde karakter kan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellin-gen anderzijds meer legitimiteit geven. Geen enkel land zal zich kunnen verbergen achter het feit dat het niet betrokken is geweest.

SLEUTELS TOT SUCCES

Net zoals de Millenniumdoelstellin-gen zijn de Duurzame Ontwikkelings-doelstellingen meetbaar. Het meet-bare karakter kan voor enige gêne zorgen bij politici als na enkele jaren de resultaten mager blijken. Meer dan dat is er niet om de uitvoering af te dwingen. Alles staat of valt met de politieke wil om met de doelstellingen aan de slag te gaan.

Zullen politici de Duurzame Ontwik-kelingsdoelstellingen vertalen naar het nationale beleid? In een land als België bestaat reeds een wettelijk kader rond duurzame ontwikkeling, waar de nieuwe doelstellingen in kun-nen worden geïntegreerd. Dat moet op een volledige manier gebeuren, waarbij alle ministers en regeringen worden betrokken. De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen zijn niet langer enkel het domein van de

minister van ontwikkelingssamen-werking. Ingrijpende hervormingen zullen nodig zijn als België de doel-stellingen tegen 2030 wil behalen.

Die binnenlandse uitvoering van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstel-lingen mag ons land er niet van weer-houden om ook solidair te zijn met de rest van de wereld. Bij die binnen-landse uitvoering moet ook rekening worden gehouden met de gevolgen van beslissingen voor de rest van de wereld. In een steeds meer geglobali-seerde wereld stopt de impact van een nationaal beleid niet langer aan de grenzen van een land. Denk maar aan schandalen als LuxLeaks and Swiss-Leaks, die bewezen wat fiscale concur-rentie tussen landen kan veroorzaken. In een geglobaliseerde wereld is het een kwestie van goed fatsoen om te zorgen dat beslissingen binnen een land geen nadelige gevolgen hebben voor andere landen. Daarnaast moet ons land ontwikkelingslanden op financieel en technisch vlak blijven ondersteunen. Want terwijl de uitda-gingen in België groot zijn, zijn ze in een land als pakweg Burundi nog een stuk groter. Nochtans zien we van-daag de dag dat budgetten voor ont-wikkelingshulp jaar na jaar dalen. Het oude engagement om 0,7% van het bruto nationaal product aan ontwik-kelingshulp te besteden werd herno-men, maar de deadline werd nog maar eens verlaat, dit keer naar 2030.

De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen

zijn niet langer enkel het domein van de minister van ontwikkelingssamenwerking.

Ingrijpende hervormingen zullen nodig zijn

Veel doelstellingen vergen ook een wereldwijde samenwerking om ze aan te pakken. Denk maar aan de klimaatsverandering, de groeiende wereldwijde ongelijkheid, gewapende conflicten of migratie. En laat het net met die internationale samenwerking

slecht gesteld zijn. Syrië zakt al vier jaar lang steeds dieper in de oorlog terwijl de internationale gemeenschap er niet in slaagt de verschillende strij-dende partijen en hun broodheren tot vrede aan te zetten. Opeenvolgende klimaatconferenties boeken weinig resultaten en onderhandelingen over een nieuw wereldwijd handelsak-koord zitten al jaren in het slop. De onderhandelingen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen zijn in dat opzicht een lichtpuntje voor de in-ternationale samenwerking, maar de hamvraag is of die samenwerking ook zal lukken als er tijdens de uitvoering meer bindende afspraken gemaakt moeten worden.

CONCLUSIE

De Millenniumdoelstellingen fo-cussen op typische problemen van ontwikkelingslanden als extreme ar-moede, toegang tot basisonderwijs of ziektes als hiv/aids, en kunnen zeker resultaten voorleggen op dat vlak. Hun grootste gebreken zijn de weinige ambitie en het feit dat ze geen aan-dacht hebben voor heel wat mondiale problemen waar de wereld vandaag voor staat, zoals de klimaatsveran-dering, de toenemende ongelijkheid of gewapende conflicten. De nieuwe Duurzame Ontwikkelingsdoelstel-lingen zijn op dat vlak moderner. Ze weerspiegelen beter de huidige uit-dagingen waar de wereld voor staat. Dat ze het resultaat zijn van onder-handelingen, zorgt anderzijds dat ze een pak vager zijn. Of de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen een suc-ces zullen worden of niet, is nog maar de vraag. Cruciaal zal zijn dat landen ze integreren in hun nationaal beleid, dat rijke landen arme landen blijven ondersteunen, en dat een oplossing wordt gevonden voor de moeizame internationale samenwerking van vandaag. Een eerste test voor dat laat-ste volgt al in december dit jaar, als de wereld een nieuw klimaatakkoord moet sluiten op een top in Parijs.

Bart Tierens Beleidsmedewerker Post 2015 en

Ontwikkelingssamenwerking bij 11.11.11

In het hoofdkantoor van de VN (New York) keurden 193 lidstaten de zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelen goed. © Wikipedia

DEGEUS november 2015 > 13

ACTUAMILLENNIUM 2015

Page 14: De Geus november 2015

COEN SIMON - (°1972) - is een Nederlandse filosoof en publicist - schreef voor Filosofie Magazine, Trouw, NRC Handelsblad - publiceerde een tiental boeken over filosofie voor een breed publiek - kreeg in 2012 de Socrates Wisselbeker voor En toen wisten we alles, volgens de jury ‘het meest

urgente, oorspronkelijke en prikkelende Nederlandstalige filosofieboek van het jaar’. - schreef in 2013 het essay van de Nederlandse Maand van de Filosofie: Schuldgevoel,

over de menselijke behoefte aan dingen die we niet nodig hebben - publiceerde in februari van dit jaar Filosoferen is makkelijker als je denkt. Leren denken zonder dogma’s - is een veelgevraagd spreker op filosofische festivals, ook op de Nacht van de Vrijdenker

© Gerbrich Reynaert

VRAAGSTUK

Page 15: De Geus november 2015

Coen SimonWij zijn zingevende beestenDe Nederlandse filosoof-publicist Coen Simon bekleedt al enige tijd een prominente plaats in het pantheon van de Nederlandse publieksfilosofie. Hij schreef een tiental filosofische boeken voor een breed publiek, in zijn typische stijl: ze zijn goed geschreven, prikkelend en zetten aan tot nadenken. Simon komt op de Nacht van de Vrijdenker uitleg geven over zijn recente boek Filosoferen is makkelijker dan je denkt; leren denken zonder dogma’s. Hierin plaatst hij vraagtekens bij een aantal hedendaagse dogma’s en clichés, en laat zien hoe we buiten die kaders kunnen denken. Ook doorprikt hij het onnadenkende gekakel van politici in het parlement, van experts in talkshows, van mensen op straat ... kortom, de ‘waan van de dag’. Maar voor u denkt: ‘weer zo’n filosofisch zelfhulpboekje voor de blanke middenklasse om haar eigen neuroses te bezweren’, wacht even. Onder de oppervlakte schuilt er een consistent uitgedachte analyse van de Verlichting en haar nasleep, secularisering. Over zingeving in een seculiere wereld, over wat wetenschap is en welke rol zij daarin (niet) kan vervullen.

Wat verstaat u eigenlijk onder dogma’s? U trekt in uw boek van leer tegen ‘hedendaagse dogma’s’, denkclichés, vastgeroeste opvat-tingen ... maar u lijkt die al-lemaal op één hoop te gooien.We zijn dogma’s gaan vereenzelvigen met de kerkelijke leerstellingen, maar in het Grieks betekent dogma gewoon ‘mening’. Tegenwoordig denken we aan ‘iets stellig geloven en daaraan vasthouden’. Ik reageer tegen een aantal hardnekkige aannames van onze tijd, die je inderdaad dogmatisch kunt noemen. Maar tegelijk laat ik zien dat we niet zonder dogma’s – in de klassieke betekenis van het woord – kunnen. Ons denken verloopt altijd noodzakelijkerwijs via voorstellingen van de wereld, aannames, vooronder-stellingen, ficties, dogma’s. Ik gebruik de termen inderdaad door elkaar. Wat doe je, als je nadenkt over de wereld of als je aan zingeving doet? Je ontwerpt een metafoor, een model, een voorstelling van de wereld en de mens, die vertrekken van vooronder-stellingen. Uiteindelijk zijn dat ficties.

Je kunt niet zonder, maar je mag nooit vergeten dat het ficties zijn.

Het blijven voorstellingen van de we-reld, manieren van denken waarmee je de werkelijkheid vat, maar die nooit de werkelijkheid zijn of daar helemaal mee samenvallen. Zo’n voorstellingen mag je dan ook nooit verwarren met de waarheid. Die onttrekt zich altijd aan elk model, aan elke voorstelling die wij over de werkelijkheid maken. Dat lijken we gaandeweg te zijn ver-geten.

Onze cultuur heeft last van een aantal groeipijnen

die te maken hebben met secularisering

Verder zijn er heel wat alledaagse dogma’s en clichés die ik op de korrel neem. Dat lijken gewoon dingen ‘van de straat’, maar komen meestal voort uit het napraten van gepopulariseerd wetenschappelijk onderzoek.

GROEIPIJNEN DOOR SECULARISERING

U laat in uw boek zien hoe veel van die ‘alledaagse dogma’s’ voor heel wat ongemak zorgen. Helder denken kan helpen om alles in het juiste perspectief te zien, en zo dat ongemak te ontzenuwen. Ziet u filosofie als therapie?Ik zou het zo niet uitdrukken, thera-pie is er voor als je ziek bent. Ik zou ons niet allemaal ziek noemen. Onze cultuur heeft wel last van een aantal groeipijnen die te maken hebben met secularisering. Nietzsche zei het al: als we God afschaffen, gaan we het nog moeilijk krijgen. Wij zijn namelijk zingevende bees-ten, we kunnen niet anders. Vroeger was die zingeving vanzelfsprekend. Als een cultuur een beetje lukt, hoef je dat niet voortdurend zelf te doen. Toen kwam de Verlichting, die ons bevrijdde van de dogma’s van de Kerk. Dat heeft een seculariseringsproces in gang gezet. Na tweehonderd jaar zijn we in die mate geseculariseerd en geïndividualiseerd, dat we steeds min-der of helemaal geen houvast meer

DEGEUS november 2015 > 15

VRAAGSTUK

Page 16: De Geus november 2015

hebben aan een vaste vorm, aan een collectief, aan geloof. Daardoor worden we nu meer dan vroeger geconfronteerd met het feit dat we zingevende beesten zijn, en met de moeilijkheden van het zelf te moeten doen. Onze cultuur verplicht ons daartoe. Maar dat gaat gepaard met een aantal groeipijnen. Op zich niet erg, want die zijn van voorbij-gaande aard. Ik vergelijk dat met de vele schijnziekten die we altijd zien opduiken als er zich een nieuwe tech-nologie aandient.

We worden nu meer dan vroeger geconfronteerd met het feit dat we zingevende

beesten zijn, en met de moeilijkheden van het zelf te moeten doen. Onze cultuur

verplicht ons daartoe

Denk aan de treinziekte. Heel veel mensen kregen – echte – klachten toen de eerste treinen begonnen te rijden, klachten die werden toege-schreven aan de tot dan toe ongeziene snelheden. Nu moeten we erom la-chen, treinen reden toen amper 38 kilometer per uur. Vijftien jaar gele-den was er ook heel wat ophef over de schadelijke gevolgen van de computer: muisarm, RSI, allemaal dingen waar je nu niets meer over hoort. Als we eenmaal die nieuwe technologie heb-ben ingelijfd, gaat dat wel over. Ver-gelijk het met leren drummen: in het begin gaat alles moeizaam, krampach-tig en met pijnlijke grimassen, maar na een tijdje loopt het vanzelf. Onze tijd kan wel wat meer filosofie gebruiken. Niet als therapie, maar filosofie kan helpen met die zinvra-gen. Niet zozeer om er kant-en-klare antwoorden van te verwachten – filo-sofie is geen ersatz-religie – maar om verschillende manieren van denken te leren kennen en niet bang te zijn van fundamentele vragen.

Een van die hedendaagse dogma’s is de genotsdwang. In onze yolo-cultuur moét je alles uit het leven

halen, en er vooral van genieten. Maar dat is gedoemd te mislukken, zegt u. Zo’n houding kan alleen maar frustratie opleveren. Hoezo?Omdat die imperatief van het moeten genieten nooit de lust kan bevredigen die we ermee opwekken. Filosofisch zit dat zo: voor je genot moet je een ver-langen kunnen bevredigen. Maar daar is een zeker verrassingselement, een element van vreemdheid voor nodig. Ik kan namelijk alleen maar iets ver-langen als ik niet samenval met het-geen ik verlang. Het object van mijn verlangen is altijd iets wat ik (nog) niet heb, iets wat mij vreemd is. Zo gauw je het hebt, bijvoorbeeld dat glas water waar je dorstig naar uitkeek, is het gedaan met verlangen. Als je nu bij voorbaat uitgaat van het dogma dat je alles uit het leven moet halen en ervan moet genieten, wordt de wereld één grote genotsgrabbelton. Je gaat de ander, en de wereld, alleen nog maar bejegenen als een ‘mogelijk-heid tot genot’, je identificeert alles om je heen als een genotsobject voor jou. Het gaat in die blik altijd om het eigene. Maar zo ontdoe je dingen van hun vreemdheid, en dat is nefast voor je genot. Genot heeft dat niet-eigene, het verschillende, nodig.

Filosofie kan helpen met zinvragen, maar

niet zozeer om er kant-en-klare antwoorden

van te verwachten

‘Yolo’ (‘You only live once’. Wordt ge-bruikt ter legitimatie van – vaak onno-zele of risicovolle – handelingen, n.v.d.r.) komt voort uit secularisering, het is een antwoord op het wegvallen van een zingeving die vanzelfsprekend was. Opvallend is dat ‘yolo’ altijd uit-gesproken moet worden. Ik doe iets, en ik heb geen idee of ik het goede doe, maar ik geef er een richting aan door te zeggen dat ik het doe omdat ik alles uit het leven wil halen. Maar als dat zo is, waarom zou ik het dan nog moeten zeggen? Juist om je hande-ling zelf zin te geven. Het – letterlijk – uitspreken van de term ‘yolo’ is een

essentieel onderdeel van de yolo-cul-tuur. Het is geen neutrale omschrij-ving, maar een zingevende handeling.

De imperatief van het moeten genieten kan

nooit de lust bevredigen die we ermee opwekken

U lijkt de mening te delen van de Belgische psychiater Dirk De Wachter. Volgens hem lijdt heel onze maatschappij aan burn-outsymptomen. Niet alleen we-gens ons hectisch werkritme, maar vooral door de druk die we onszelf opleggen in onze vrije tijd en de dwangmatige leu-kigheid van de sociale media. We mogen niets missen en al-les moet geweldig leuk zijn. Precies, helemaal mee akkoord. Mijn hoofdstuk over de energiemetafoor gaat daarover. Je moet er maar eens op letten hoe alomtegenwoordig die is. We gebruiken voortdurend zinnen als ‘ik ga me eens lekker opladen’, want ‘ik heb geen energie meer’, ‘ik ben uitgeblust’. Vakantie of andere mensen ‘geven me energie’. Maar die metafoor bepaalt ook met welke blik je naar de wereld kijkt, waardoor we langzamerhand heel het leven zijn gaan zien in termen van iets ‘dat kan opraken’. We zijn de mens als prestatiemachine gaan zien, een reservoir aan beschik-bare energie. Een reservoir dat kan leeglopen. Stilaan zijn we dan ook verworden tot de ‘homo exhaustus’, de uitgebluste mens. Dat is een van de grootste problemen van deze tijd. Tegelijkertijd leert dat ons iets belang-rijks over zingeving: je construeert een metafoor voor het leven, en vervol-gens verandert het leven in die me-tafoor. Dat is het schitterende, maar tegelijk ook het meest verraderlijke aan woorden.

Omdat onze manier van pra-ten over de dingen mee be-paalt hoe we iets ervaren?Zeker. Neem nu het devies ‘meten is weten’, ook zo’n hedendaags dogma. Het idee dat je alles kan kwantificeren

16 > november 2015 DEGEUS

VRAAGSTUK

Page 17: De Geus november 2015

en opmeten, ook iets als geluk bijvoor-beeld, kan niet anders dan onze erva-ring daarvan veranderen. Ik heb ver-schillende van die geluksonderzoeken bekeken. Daarin gaat het niet over de vraag hoe je een gelukkig mens kunt worden, maar ze proberen geluk te meten. Ze stellen eerst vast wat we onder geluk verstaan, en vervolgens gaan ze mensen bevragen. Over van alles en nog wat. Maar de vraag ‘bent u gelukkig?’, die wordt niet gesteld want ‘geluk’ is immers een ‘verwar-rende term’ (lacht).

‘Yolo’ komt voort uit secularisering, het is een

antwoord op het wegvallen van een zingeving die

vanzelfsprekend was. Het uitspreken van de term ‘yolo’ is geen neutrale

omschrijving, maar een zingevende handeling

De antwoorden worden dan inge-deeld in allerhande categorieën, en zo construeren ze verschillende model-len, en correctiemodellen, en ga zo maar door. Vervolgens gaan ze publiek maken hoe gelukkig Nederland is, en Denemarken, en Duitsland ... op een schaal van tien. Op dat moment bepaalt zo’n onderzoek en de bericht-geving erover voor een groot deel hoe we naar onszelf kijken. Want je kunt zo’n resultaten pas begrijpen als je die kwantificerende manier van denken op jezelf toepast. Een land kan niet gelukkig zijn, want dat is een collec-tief. Een uitspraak als ‘Nederland is gelukkiger dan andere landen’, is dus pas zinvol als ik het op mezelf toepas. Op dat moment ben ik mijn gemoed al aan het vergelijken met dat van anderen. Wat me écht stoort is hoe die onder-zoeken vervolgens in de media komen. Neurowetenschappelijke inzichten bijvoorbeeld, samen met statistiek een van dé waarheidskoeien van onze tijd, zullen ons onthullen ‘hoe het echt zit’. Onderzoeksresultaten verschijnen in

dagbladen in de vorm van populair-wetenschappelijke artikels, waar ze als feiten of als onbetwijfelbare waarhe-den worden gebracht, zonder quotes of referenties. Er is ergens een onderzoek dat iets uit-wijst, en dat wordt dan gepresenteerd als dé waarheid. ‘Borstvoeding tot zes maanden is nodig’, lees je dan. Terwijl er aan onderzoek altijd voor en tegens kleven en er net zo goed volgende week een ander onderzoek verschijnt dat heel andere dingen blootlegt.

PARADOX VAN DE VERLICHTING

Ook dat is een rode draad in uw boek. Ons beeld van de weten-schap is zelf niet erg Verlicht.Inderdaad, dat heeft te maken met wat ik de paradox van de Verlichting noem. De Duitse filosoof Immanuel Kant rekende in zijn beroemd ge-worden pamflet Wat heet Verlichting? af met het dogmatische denken. Hij roept de mens op om zélf te denken, los van de kerkelijke leerstellingen die we sindsdien als echte hinderpalen

‘Als gevolg van de alomtegenwoordigheid van de energiemetafoor zijn we de mens als prestatiemachine gaan zien, een reservoir aan beschikbare energie. Een reservoir dat kan leeglopen. Stilaan zijn we verworden tot de ‘homo exhaustus’. Dat zegt iets belangrijk over zingeving: je construeert een metafoor voor het leven, en vervolgens verandert het leven in die metafoor. Dat is het schitterende, maar tegelijk ook het meest verraderlijke aan woorden.’ © Gerbrich Reynaert

DEGEUS november 2015 > 17

VRAAGSTUK

Page 18: De Geus november 2015

zijn gaan zien. Op dat moment ontstaat er iets nieuws. Door die zelfstandigheid in het denken neemt de wetenschap een hoge vlucht, en in haar nasleep onze technologische mogelijkheden om de wereld te beheersen. We hebben dus heel wat aan de Verlichting te danken. Maar wetenschap is een manier van denken die ons eigenlijk alleen maar zekerheid belooft. We zijn dat uit het oog verloren. We verwarren die zeker-heid met waarheid. Voor wetenschap geldt immers het-zelfde als wat ik zonet over zingeving zei, over ons nadenken over mens en wereld. Wetenschappen construeren een bepaald model van de werkelijk-heid, en maken daarbij gebruik van theoretische ficties, maar de concrete werkelijkheid is oneindig veel com-plexer en onttrekt zich altijd aan die wetenschappelijke modellen. Wetenschappelijk denken is een heel succesvolle manier van denken, die ons heel wat voorlopige zekerheden oplevert. Maar als je wetenschap-pelijke resultaten voor waarheid gaat houden, in de oorspronkelijke zin van het woord, namelijk ‘dat waaraan niet getwijfeld kan worden’, en die bovendien alleen maar kan begrepen worden door deskundigen, heb je een probleem. Dan zit je met volstrekt dezelfde situatie als in een niet-gese-culariseerde tijd: je hebt een beperkte groep van mensen die de Waarheid, of het Woord van God snappen, en dat aan de rest komen uitleggen.

Stilaan zijn we verworden tot de ‘homo exhaustus’, de uitgebluste mens. Dat

is een van de grootste problemen van deze tijd

Een ander gevolg van de para-dox van de Verlichting is dat we blijkbaar een stuk onmondi-ger zijn dan we zelf denken.Dat is inderdaad het paradoxale re-sultaat van de Verlichting: we werden opgeroepen tot mondigheid en tot zelfstandig denken, maar dat heeft geleid tot een situatie waarin we niet

meer zelf onze mening vormen. Ons geloof in wetenschap is zo groot, en onze cultuur is dermate verweten-schappelijkt, dat we een leek zijn ge-worden in ons eigen leven. Allerhande deskundigen moeten ons dat dan ko-men uitleggen.

Wetenschap is een manier van denken die ons eigenlijk

alleen maar zekerheid belooft. We zijn dat uit het oog verloren. We verwarren

zekerheid met waarheid

Op het moment dat ik je zeg wat lief-de écht is, in neurowetenschappelijke zin, word jij een leek in de liefde. Je alledaagse ervaring wordt irrelevant, want ik als deskundige weet hoe het echt zit met de liefde. En omdat we ons op zoveel vlakken leek voelen, werkt dat een intellectuele luiheid in de hand. We gaan niet meer zelf over iets nadenken, want we voelen ons onbekwaam. Toch worden we geacht een mening te hebben, dus gaan we maar liken en sharen wat allerlei ex-perts over iets te zeggen hebben, in plaats van er zelfstandig over na te denken.

Maar als ik een verantwoorde mening wil vormen over een thema, dan moet ik toch te ra-den gaan bij wat er over dat thema aan wetenschappe-lijke kennis beschikbaar is?Jazeker, je kan ook niet zonder. Maar je mag nooit vergeten dat het zekerhe-den zijn, en geen waarheden.

WAARHEID EN WERKELIJKHEID

Wat is waarheid dan, vol-gens u? En als wetenschap geen waarheden oplevert, hoe komt dan dat ‘het werkt’? Onze menselijke conditie houdt in dat we niet in staat zijn om een blik op het geheel te krijgen, een ‘objectieve blik’, zeg maar. We zitten altijd vast in ons standpunt, in ons subjectieve perspec-tief. Maar tegelijkertijd zijn we wél in staat om te denken in de ficties van

het geheel. We kunnen dan ook de vraag naar het bestaan stellen. Dat is dé filosofische vraag, ‘waarom is er iets en niet veeleer niets?’, die we nooit volledig kunnen beantwoorden. De ultieme waarheid onttrekt zich steeds aan ons, juist omdat we ons subjec-tieve perspectief nooit kunnen ont-stijgen. We moeten er wel van uitgaan dat de waarheid bestaat, maar dat die nooit volledig gekend kan worden. Anderzijds kunnen we binnen dat subjectieve kader, met behulp van onze ficties, voorstellingen en dog-ma’s, wel komen tot iets dat ‘werkt’. Kijk naar Newtons fysica. Je weet dat die gebruikmaakt van theoretische concepten als absolute ruimte en tijd, waarvan we nu weten dat ze niet ‘waar’ zijn. Maar als je raketten ziet gelanceerd worden die satellieten in een baan om de aarde brengen, dan zeg je: ‘dat werkt’.

‘Als je wetenschappelijke resultaten voor waarheid gaat houden, in de oorspronkelijke zin van het woord, namelijk ‘dat waaraan niet getwijfeld kan worden’, en die bovendien alleen maar kan begrepen worden door deskundigen, heb je een probleem. Dan zit je met volstrekt dezelfde situatie als in een niet-geseculariseerde tijd: je hebt een beperkte groep van mensen die de Waarheid, of het Woord van God snappen, en dat aan de rest komen uitleggen.’ © Gerbrich Reynaert

VRAAGSTUK

18 > november 2015

Page 19: De Geus november 2015

Wat Newton beschrijft, is dus wel de-gelijk ‘werkelijk’. In die zin zijn waar-heid en werkelijkheid verschillende begrippen. Maar je moet wel accep-teren dat de aannames die je over de werkelijkheid maakt, na een bepaalde tijd heel anders kunnen zijn. Ik zou dat dus niet ‘waarheid’ noemen.

We zijn een leek geworden in ons eigen leven

Denkt u dan dat wetenschappers dat allemaal zelf niet beseffen? Ik richt mijn pijlen vooral op de ma-nier waarop wetenschap gepopulari-seerd wordt, daar maak ik me erg veel zorgen over. Hoe men alles op een compleet verkeerde manier voorstelt. Daar zouden wetenschappers en we-tenschapsfilosofen meer tegen moeten reageren.

Misschien is dat een onvermijde-lijk dilemma voor de wetenschaps-communicatie: ofwel geef je een versimpeld beeld, met het gevaar er een karikatuur van te maken. Ofwel een heel genuanceerd en complex beeld waarbij je je tegen-standers – charlatans, verspreiders van onzin en complottheorieën – munitie aanreikt. Je ziet een vergelijkbaar vertoog als het uwe trouwens ook vaak terugkomen bij mensen die het geloof of het bovennatuurlijke terug willen bin-nensmokkelen. Kijk maar eens op de website van The Templeton Foundation, en wat voor artikels bij hen in de prijzen vallen.Ik zit daar niet mee in. Ik vind de manier waarop bijvoorbeeld statistiek wordt gebruikt in populair-weten-schappelijke artikels, veel gevaarlijker dan pseudowetenschap. Kijk, het zou mooi zijn om alle charlatans uit te sluiten, en als het gaat om het ont-maskeren van lui die ter kwader trouw geld uit onze zakken willen kloppen sta ik ook op de eerste rij. Ik erger me wél aan die hetze die er tegen pseudowetenschap is. Ik zie dat er heel wat geld voor onderzoek gaat naar kritiek op of het uitsluiten van pseudowetenschap. Dat is op zich niet erg, maar dat zou kritisch moe-ten gebeuren. Wees dan ook kritisch tegenover je eigen praktijk. Wees dan ook kritisch tegenover de claims die er vanuit de statistiek en de neuro-wetenschappen worden gemaakt. De invloed daarvan is veel ingrijpender, op individueel én cultureel vlak. Neem nu ons geluksonderzoek van daarjuist. Dat is heel bepalend voor hoe we gaan leven, daar worden be-leidskeuzes op gebaseerd: waar we geld in gaan investeren, hoe we ons on-derwijs, onze zorg en ons jeugdbeleid gaan inrichten ... Dat hele systeem wordt niet in vraag gesteld. Er wordt over een hele hoop aannames heen gestapt, bijvoorbeeld dat we geluk kunnen en moeten meten, maar daar wordt aan voorbijgegaan. Ook door wetenschapsfilosofen. Dat is veel zorg-wekkender en urgenter dan boeken en artikels te schrijven waarin je bewijst dat het monster van Loch Ness niet

bestaat, zoals die Maarten Boudry van bij jullie.

Loch Ness is wel een heel onschul-dig voorbeeld. Als je, in een sys-teem dat heel erg onder druk staat, moet bepalen of er geld gaat naar de terugbetaling van homeopathie, psychoanalytische zielenknijpers of babykrakende osteopaten, is dat al veel minder irrelevant.Voor geen enkele medische behande-ling is er een garantie dat ze goed uitpakt. Dat is vaak trial and error. Beslissen wat we gaan terugbetalen en wat niet, is een maatschappelijke, en dus politieke beslissing. Politiek in de eigenlijke betekenis van het woord: dat wat we samen doen. Ook weten-schap behoort tot het samen denken, in de polis. Politiek is geen probleem-oplossingsmachine.

Ik vind de manier waarop bijvoorbeeld statistiek

wordt gebruikt in populair-wetenschappelijke artikels,

veel gevaarlijker dan pseudowetenschap

Waar is het parlement eigenlijk voor bedoeld? Om te laten zien welke ver-schillende machten, belangen, wen-sen, en zingevingen er zijn. Dat wordt zichtbaar gemaakt door erover te pra-ten, net daarin zit het politieke proces. Als je over iets praat, weet iedereen perfect wat de wensen waren, hoeveel iemand heeft moeten toegeven, hoe pijnlijk een beslissing voor de ene of de andere was. Als je alles doodslaat met het zinnetje ‘wetenschappelijk onder-zoek heeft aangetoond dat ...’, zoals nu om de haverklap in ons parlement gebeurt, dan ga je voorbij aan het be-lang van er samen over te praten. Je zult het uiteindelijk samen eens moet worden, en dat zonder laatste instantie om het ultieme oordeel uit te spreken. Dat is net de essentie van se-cularisering: er is geen laatste, ultieme instantie. Ook de wetenschap kan die rol niet overnemen.

Thomas Lemmens

‘Als je wetenschappelijke resultaten voor waarheid gaat houden, in de oorspronkelijke zin van het woord, namelijk ‘dat waaraan niet getwijfeld kan worden’, en die bovendien alleen maar kan begrepen worden door deskundigen, heb je een probleem. Dan zit je met volstrekt dezelfde situatie als in een niet-geseculariseerde tijd: je hebt een beperkte groep van mensen die de Waarheid, of het Woord van God snappen, en dat aan de rest komen uitleggen.’ © Gerbrich Reynaert

VRAAGSTUK

november 2015 > 19

Page 20: De Geus november 2015

ALAIN LIEDTS - °1947, Lessines - Studeerde af als burgerlijk

werktuigkundig elektrotechnisch ingenieur aan de Rijksuniversiteit Gent in 1968

- Vervolmaakte zijn vorming in bedrijfsbeheer aan de Vlerick School voor Management in 1969

- Na enkele jaren tewerkgesteld te zijn geweest bij de Verenigde Naties (International Labour Office) als jongste associated expert, werd hij consulent bij Sobemap (Société Belge d’Économie et de Mathématique Appliquées)

- Werd in 1985 mede-aandeelhouder van de Groep van Dijk, die tussen 1987 en 2002 aan de basis lag van de wereldwijde technische en commerciële doorbraak van de CD-ROM als drager van gegevens

- De CD-ROM-activiteit werd in 2004 verkocht, en enkel het consultancy-gedeelte bleef over. Alain Liedts is er vandaag nog steeds de hoofdaandeelhouder en afgevaardigd bestuurder van

- Is eigenaar en afgevaardigd bestuurder van NV Zebrastraat sinds 2002

- Organiseert vanuit zijn interesse voor hedendaagse kunst, die sterk focust op creatieve en innovatieve projecten met behulp van nieuwe materialen, procedés en technieken, onder meer de biënnale Update met een eraan verbonden New Technological Art Award in Gent

- Is voorzitter van de Stichting Liedts-Meesen, die over een kunstcollectie beschikt van hedendaagse werken van internationale oorsprong, bijna uitsluitend van levende kunstenaars

- Werd onlangs ook voorzitter van de vzw Gluon, die als objectief heeft technologische kunst te promoten en de samenwerking tussen kunstenaar, onderzoekcentra, onderwijs en industrie te bevorderen.

© Gerbrich Reynaert

VRAAGSTUK

Page 21: De Geus november 2015

Alain LiedtsVrijdenker pur sangAls je nog nooit gehoord hebt van de Zebrastraat, dan moet je er dringend naar toe. Deze hippe plek is hot in Gent. Met een hypermodern zalencomplex vormt het dan ook de ideale locatie voor de tweede Nacht van de Vrijdenker. Maar de Zebrastraat heeft nog veel meer te bieden. Bezieler Alain Liedts stond aan de basis van dit opmerkelijk project.

Kunt u wat meer vertel-len over de geschiedenis van deze bijzondere plek?Het oorspronkelijke gebouw – in de volksmond gekend als ‘de Cirk’ – is een ontwerp van Charles Van Rys-selberghe, de broer van de bekende Belgische pointillist Theo Van Rys-selberghe. In het begin van de 20ste eeuw was hij stadsarchitect. De Cirk werd gebouwd in dezelfde periode als het Museum voor Schone Kunsten (MSK), verschillende scholen en andere openbare gebouwen van de stad. Hier werden dezelfde bakstenen gebruikt als in het MSK, en de ovale vorm van het middenplein heeft de-zelfde verhoudingen als de grote ten-toonstellingszaal van het museum.

Mensen stappen meer en meer af van het idee om een volledig leven in hetzelfde huis te wonen. Vandaag de dag kies je een woning die past bij een bepaalde levensfase en daar spelen wij op in

Terwijl Horta in Brussel voornamelijk patriciërswoningen bouwde, opteerde Van Rysselberghe voor proletarische woningen in Gent, meer specifiek voor de arbeiders uit de textiel. Deze buurt, inclusief Ledeberg, telde in die tijd nog heel wat textielfabrieken. De liberaal Emile Braun stond toen aan

het hoofd van deze stad. Hij droeg de burgemeesterssjerp zowel vóór als na de Eerste Wereldoorlog. Daarna nam vader Anseele de fakkel over. Die twee burgemeesters vonden het een goed idee om betere gebouwen te creëren voor arbeiders, met betere materialen en met zin voor innovatieve architec-tuur. En dat werd hier dus gereali-seerd.

Ik weiger gebruik te maken van subsidies omdat ik vrij wil zijn

Bijna honderd jaar lang is het gebouw eigendom geweest van de Gentse huis-vestingsmaatschappij, die het in eerste instantie verhuurde aan de textielar-beiders. Later werd het te huur aange-boden aan de volledige bevolking, en ook onderhouden. Maar na honderd jaar was het vrij verloederd geraakt en dringend toe aan een renovatie. De Belgische normen voor renovatiesub-sidies lieten dit amper toe, waardoor er werd beslist om het complex te verkopen. En ik heb de mogelijkheid gehad om het op te kopen. Ik werd over het gebouw aangesproken omdat ik volgens sommigen ‘veel mensen ken’ en wellicht iemand zou vinden die geïnteresseerd zou zijn. Na twee dagen heb ik gezegd dat ik het zelf wou kopen en heb ik de procedure gevolgd. Ik had ook een duidelijk idee van wat ik ermee wou doen, terwijl de con-currenten – allen promotoren – alles wilden plat smijten. Dat sprak in mijn

voordeel. Ik heb er een behoorlijke prijs voor kunnen bedingen omdat ik beloofd heb het gebouw te behouden, wat op zichzelf niet noodzakelijk een verplichting was. Al zeer snel koos ik voor een drieledige activiteit voor dit complex, de zogenaamde drie pijlers: huisvesting, cultuur en economie.

DE DRIE PIJLERS

U heeft deze drie pijlers geïnte-greerd, maar hoe vertaalt zich dat? Wat is de achterliggende filosofie? De woningen zijn behouden, er is ruimte gecreëerd voor tentoonstellin-gen en cultuur en ten slotte verhuren wij zalen voor vergaderingen, congres-sen, vormingen en lezingen.

Op deze manier bereiken we een economisch evenwicht, zodat wij aan cultuur kunnen doen zonder dat we daarvoor geld moeten vragen. Noch van sponsors, noch van openbare instellingen. We worden dan ook zeer geapprecieerd door de huidige mi-nister van cultuur Sven Gatz, als een plaats waar aan cultuur wordt gedaan zonder daarvoor de openbare instan-ties lastig te vallen (lacht).

Ik weiger gebruik te maken van subsi-dies omdat ik vrij wil zijn. Ik kom uit de bedrijfswereld, dus de rentabiliteit van iets, zowel op korte als op lange termijn, is voor mij altijd belangrijk. Als dat er niet is, ben je afhankelijk van een toelage hier of een subsidie daar en kan je niets permanent in stand houden.

DEGEUS november 2015 > 21

VRAAGSTUK

Page 22: De Geus november 2015

De bedoeling is dat het project hier niet te veel moet kosten, maar het moet ook geen geld opbrengen. Wat we binnenkrijgen dankzij de pijlers huisvesting en evenementen wordt terug uitgegeven aan de cultuurpijler. Daar is niets verkeerd aan: het cul-tuurgebeuren lokt heel veel mensen, die dan huurder worden van een van de appartementen of zelf evenemen-ten gaan organiseren. Zo vormt alles een rendabel geheel.

Je zou ook kunnen spreken van een vierde pijler, de soci-ale pijler, mensen wonen hier tenslotte samen. Of is dat voor u minder belangrijk?Nee, dat is heel belangrijk, maar het is ook bijzonder moeilijk. Huurders leven hier weliswaar in een geheel, maar het is geen commune. Ze moe-ten bijvoorbeeld geen gemeenschappe-lijke ruimtes gebruiken zoals douches

of zo. Als wij hier iets organiseren, proberen wij altijd de bewoners te betrekken, met wisselend succes. Wij verhuren onze appartementen trou-wens via een bijzondere formule, voor periodes van minstens drie maand. Dat heeft als bijkomend voordeel dat wij een heel divers bewonerspubliek hebben: heel wat onderzoekers aan de unief en mensen die stage lopen in het universitair ziekenhuis, maar ook mensen die komen werken in bedrijven, zoals in het havengebied. Zelfs expats uit China hebben hier gelogeerd.

DE GEBOORTE VAN EEN IDEE

U bent de bezieler van dit pro-ject. Hoe is dit idee bij u ont-staan? Was u op zoek naar een gebouw om uw idee uit te wer-ken of kwam het idee pas bij de ontdekking van de Cirk?

De idee achter de Zebrastraat is ge-boren uit het gebouw zelf, door de ligging en de aard van het gebouw en door de mogelijkheid om het te renoveren met een beperkt, aanvaard-baar bedrag. Omdat de formule voor de uitbating van het oorspronkelijke gebouw zo succesvol was, kon ik ook het tweede complex realiseren: New Zebra. Er kwamen drie huizen vrij aan de Callierlaan, en ik ben er opnieuw in geslaagd die te kopen. Van die drie huizen hebben we terug iets gemaakt dat volledig in dezelfde lijn ligt met de historische Zebra: woningen, events en kunst worden volgens dezelfde principes samengebracht.

Ik heb nooit gedaan wat de ander doet, maar me afgevraagd ‘wat is hier mogelijk en wat is hier nodig?’ Dat is natuurlijk een vrijdenkend principe. Dit idee trekken wij door: in dit com-plex komen veel nieuwe aspecten en

Huisvesting, cultuur en economie worden in het maatschappelijk leven meestal van elkaar gescheiden. De zebrastraat bewijst dat het ook anders kan. © Zebrastraat

22 > november 2015 DEGEUS

VRAAGSTUK

Page 23: De Geus november 2015

nieuwe ideeën aan bod. Uit principe brengen we alleen kunst van levende kunstenaars. We focussen ons op technologische kunst, waarbij de kun-stenaar nieuwe procedés toepast om zich uit te drukken.

Door nieuwe gebouwen in te planten of door nieuwe activiteiten aan te bieden in een stad, creëert men een dynamiek die je naar

mijn gevoel nooit kan bereiken via regeltjes

WONEN IN DE STAD

Wat is uw visie op wo-nen in de stad? Twintig jaar terug is er een tendens geweest om de stad te verlaten en zich te vestigen in een landelijke gemeente. Die tendens lijkt me te keren. Mensen blijven in de stad wonen. Vandaar ook dat we niet al te dure, maar toch goed uitgeruste woningen besloten te verhuren, en dus niet te koop aan te bieden. Je ziet ook dat mensen meer en meer afstappen van het idee om een volledig leven in hetzelfde huis te wonen. Vandaag de dag kies je een woning die past bij een bepaalde le-vensfase. Daar proberen wij op in te spelen: betaalbaar wonen in de stad, waarbij wonen, kunst en socio-cultu-rele evenementen een geheel vormen.

Woont u zelf in de stad? Nee, ik woon in De Pinte. Maar ik zal hoogstwaarschijnlijk binnen enkele jaren verhuizen naar een huis in het Gentse, in een 18de-eeuws pand.

U, als vernieuwer en fan van technologie, verhuist naar een oud huis?Ja, maar het is natuurlijk een uit-daging om een historisch huis met architecturale troeven niet alleen bewoonbaar te maken, maar ook alle comfort te geven dat vandaag aan-wezig is. Als je een bepaalde leeftijd bereikt hebt, wordt het bijvoorbeeld lastig om iedere avond vijftig trappen naar boven te doen.

Gent is in beweging. Wat zou u vanuit die filosofie over wonen in de stad aan-raden aan stadsplanners?Stedenbouw Gent heeft een heleboel regels uitgewerkt die verplichtingen opleggen aan mensen die apparte-menten of huizen willen bouwen. Ik vind dat te beperkend. Je moet vertrouwen stellen in architecten en ingenieurs, en hen vooral vrij laten. Als je tegen een eigenaar zegt dat hij te kleine appartementen bouwt, tegen wie bescherm je hem dan? Waarom willen ze hem dat opleggen? Het argu-ment is dan: ‘we willen appartemen-ten in de stad waar ook kinderen kun-nen wonen’. Tja, als die echt nodig zijn, dan zullen die er ook wel komen. Dat is het spel van vraag en aanbod. Met teveel regelgeving bereik je niets.

Ik betreur ook dat Stedenbouw Gent niet altijd gericht is op echte, maar op theoretische noden. Ik heb mij ook altijd gekeerd tegen getto’s in de stad, in zin van ‘dit is een buurt voor dit soort mensen en dat is een buurt voor dat soort mensen’, of ‘dit is geen winkelstraat’. Neen, dat moet je net vermengen! Ik pleit voor diversiteit. Kijk naar het buitenland, zoals Valen-cia, Londen of Parijs, waar ze met iets totaal ongewoons in een bepaald deel van de stad alles gaan hervormen. Door nieuwe gebouwen in te planten of door nieuwe activiteiten aan te bieden, creëren ze er een dynamiek die je naar mijn gevoel nooit kan be-reiken via regeltjes. Dat is een filosofie die ik hanteer: geloof in de mens, in wat de mens nodig en nuttig vindt. Ik ben dan ook een vrijzinnig humanist. Vrijzinnig zijn wil voor mij ook zeg-gen: laat de mensen zelf nadenken over wat er moet gebeuren, maar leg hen niets op.

U zegt het zelf, u bent overtuigd vrijzinnig humanist. Hoe uit zich dat verder in uw beleid?In de eerste plaats in hoe ik met mijn personeel omga. Ik praat heel veel met mijn medewerkers en ik luister naar hun bekommernissen. Ik ga ook na of zij achter de algemene doelstellingen van het geheel staan.

Laat mensen zelf nadenken over wat er moet gebeuren,

maar leg hen niets op

Verder werken we veel samen met bevriende organisaties, waar heel wat vrijzinnigen deel van uitmaken. De vrijzinnige gemeenschap is hier sterk vertegenwoordigd, niet alleen in aan-wezigheid, maar ook door hun evene-menten. Johan Braeckman en Etienne Vermeersch komen vaak spreken, en het Fonds Lucien De Coninck orga-niseert hier regelmatig lezingen. Ook onder de vrienden van de Zebrastraat, dat zijn mensen die op onze activitei-ten worden uitgenodigd, zitten heel wat leden van het Geuzenhuis en van andere vrijzinnige verenigingen. Mijn echtgenote en ik werken graag samen met mensen die dezelfde ideeën delen.

INNOVATIEVE KUNST

Als bezoeker kan je niet om de cultuurpijler van de Zebrastraat heen. De jonge Vlaamse kunste-naar Nick Ervinck ontwierp een gigantisch groot, geel kunstwerk dat gemonteerd werd op het dak van een woningcomplex. Panama-

VAN CIRK TOT (NEW) ZEBRA

Stadsarchitect Charles Van Rysselberghe ontwierp de ‘Cirk’ voor de textielarbeiders van Gent. Om het nijpend tekort aan stadswoningen op te vangen, bouwde Van Rysselberghe in de hoogte. Het complex, dat voltooid werd in 1906, omvatte de allereerste werkappartementen van Europa. In de jaren ’90 stond het gebouw te verkrotten. In 2002 kwam het gebouw in handen van de Stichting Liedts-Meesen: de Zebrastraat werd in snel tempo verbouwd met respect voor het oorspronkelijke idee. Je kan er sindsdien terecht voor het huren van een zaal, de organisatie van een evenement of de huur van een tijdelijke woning. Uiteraard kan je er ook gewoon wat cultuur opsnuiven. Enkele jaren later werd New Zebra (kant Callierlaan) eraan toegevoegd. Hierdoor kwam er niet alleen extra ruimte vrij voor zalen, kantoren en woningen, maar ook voor een restaurant (Jour de Fête) en een ondergrondse parking.

DEGEUS november 2015 > 23

VRAAGSTUK

Page 24: De Geus november 2015

renko siert de hoofdingang en zo zijn er nog heel wat kunstwerken verspreid over het complex. Van-waar uw voorliefde voor kunst? Mijn vrouw heeft interesse voor kunst en weet daar veel meer over dan ikzelf. Ik ben wetenschapper en ingenieur met een grote belangstel-ling voor nieuwe technologie. Ik merk dat heel wat hedendaagse kunstenaars elementen halen uit wetenschap en technologie om hun ideeën te vertol-ken. Daarom hebben mijn vrouw en ik de keuze gemaakt om alleen maar technologische, hedendaagse kunst te brengen. Dat nemen we heel let-terlijk, want de kunstwerken die wij hier tonen zijn meestal maar drie jaar oud. Als je iets wil doen in de kunst moet je een zeker publiek aantrekken en moet je dus originele onderwerpen hebben. Zo is dat gegroeid, zonder daarom de grote middelen te gaan gebruiken.

U hebt grote tentoonstellingen binnengehaald en uw projec-ten worden regelmatig in de pers opgevoerd. Waaraan hebt u de beste herinneringen? Op kunstgebied? Dat is een moeilijke vraag. De monumentale werken van twee jonge Vlaamse kunstenaars, Nick Ervinck en Honoré d’O, vallen natuurlijk direct op. Honoré d’O heeft trouwens de eerste steen gemaakt van het nieuwe gebouw.

Ook de samenwerking met het Centre Pompidou en het project dat we rea-liseerden met het Europees centrum voor kunst en mediatechnologie, springen in het oog.

Uiteraard organiseren we zelf ook evenementen. Deze zomer was ons initiatief Zebra Beach heel populair. We vertrokken vanuit de vraag: wat kunnen we doen met wat we hebben, iets dat toch anders is dan wat andere mensen aanbieden? Alles werd door het huis zelf bedacht en uitgevoerd. We zijn zeer tevreden over de grote respons bij een toch zeer breed pu-bliek.

Op donderdagavond verhuren we niet aan commerciële organisaties, want dan bieden wij Zebrapoint aan: de ene

week programmeren we – al dan niet samen met een bevriende organisatie – een vernissage, een wetenschapscafé of een lezing en wordt er live jazz ge-bracht. De toegang is altijd gratis.

Voor mij is het essentieel dat ons project zichzelf in stand kan houden, door steeds nieuwe middelen te scheppen om verder te

kunnen en niet te kopiëren wat anderen doen

We hebben ondertussen een groot kunstminnend publiek opgebouwd, dat regelmatig over de vloer komt en op de hoogte is van onze culturele evenementen. Ik durf te stellen dat we na al die jaren een baken gewor-den zijn in Gent. Toen ik tien jaar geleden aan het Sint-Pietersstation de taxichauffeur vroeg mij naar de Zebrastraat te brengen, antwoordde hij: ‘Meneer, bent u zeker dat die straat in Gent ligt?’ Als ik nu de taxi neem, vraagt de chauffeur mij wat er vanavond te doen is in de Zebrastraat. Dat doet enorm veel genoegen. We staan open voor iedereen, iedereen mag hier vergaderen, uitgezonderd het Vlaams Belang. Dat is ook een vrijheid die ik heb, ik kan aanvaarden wie ik wil. Als je afhankelijk bent van subsidies kan je dat niet.

DE WILDE WELDOENER

U staat bekend als weldoener, u biedt onderdak aan evene-menten die u genegen bent. Vanwaar uw engagement?Dat is een keuze die ik gemaakt heb. Tijdens mijn loopbaan heb ik gewerkt in de management consulting: elek-tronica, telefonie en databases (in 1987 lanceerde zijn Bureau van Dijk als pionier in Europa de ontwikkeling en verspreiding op CD-ROM van financiële en economische databanken met o.a. in-formatie over ondernemingen, n.v.d.r.). Dit bedrijf hebben we verkocht in een periode waarin zo’n activiteiten veel succes hadden, dus dat leverde een

bom geld op. Je kunt daarmee een grote boot kopen en wat liggen dobbe-ren op de Middellandse Zee, of je kan er iets nuttigs mee doen.

Ik heb het besteed aan een wel uitge-meten project, dat past in een zekere levensfilosofie en idee van wat een sa-menleving kan doen. Maar, opnieuw, voor mij is het essentieel dat ons project zichzelf in stand kan houden, door steeds nieuwe middelen te schep-pen om verder te kunnen. En dus ook niet kopiëren wat anderen doen, maar zelf nadenken. Mijn basis als onder-nemer speelt hierin een grote rol, maar hier zijn het niet de dividenden van de aandeelhouders die van belang zijn, wél de maatschappelijke bijdrage van het project.

Wat zou u veranderen aan dit project mocht u als-nog opnieuw beginnen? Dat kan ik niet zeggen. Ik denk dat je op elk ogenblik een andere keuze moet maken. Het Zebraproject was in december 2002 enkel mogelijk omdat de Cirk op dat moment verkocht werd. Er zijn totaal andere projecten geweest die mij ook aangetrokken hebben, maar ik had er de tijd niet voor omdat ik hiermee bezig was. Zo viel mijn oog ook op een wijnhuis in het Zuiden van Frankrijk, vlakbij mijn vakantie-huis. Het gebouw, met enorme wijn-kuipen waar de druiven uit de streek worden verwerkt, is bijzonder goed gelegen en volgens mij kon er iets mee gedaan worden: opnieuw een combi-natie van huisvesting en ontspanning. Maar goed, dat is nu voorbij.

Maar u bent dus heel tevreden met wat u hier gerealiseerd hebt.Inderdaad, heel erg tevreden. Dankzij mijn professionele verleden heb ik op onafhankelijke basis mijn doel be-reikt. Mensen omschrijven de Zebras-traat – maar dat zeggen ze misschien uit beleefdheid (lacht) – als een inno-vatief project, dat een positieve uit-straling heeft op de stad en dat doet me deugd.

Griet Engelrelst

24 > november 2015 DEGEUS

VRAAGSTUK

Page 25: De Geus november 2015

OntzorgenHet is algemeen bekend dat ik een zeer langzame ontbij-ter ben. Het mooiste moment van de dag. Traag en met zorg boterhammetjes smeren, ongehaast eten, spinnende huispoes op de schoot, blik op oneindig, dampende kof-fiekopjes en ondertussen luisteren naar Klara, ook al hangt de soms te rabiate romantiek van Bart Stouten mij de strot uit.

Bij een nieuwsflits ving ik het voor het eerst op, uit de mond van een woordvoerster van ons Gents stadsbestuur: ‘ontzorgen’! De burger moet ontzorgd worden! Daar zullen een aantal stadsdiensten voor zorgen. Ik hou van nieuw-lichters en wuif de ontzorging niet meteen weg als een nieuw modewoord. In deze tijden van kommer en kwel lijken ontkommering en ontkwelling meer dan welkom.

De term lijkt voor het eerst op te duiken in 2012, uiteraard in Nederland. ‘Ontzorgen zorgt voor een hele zorg minder, maar het mag niet tot zorgen leiden’ lees ik ergens op een non-profit site. Het doet me denken aan de heerlijke tijd toen het toverbegrip ‘onthaasting’ gelanceerd werd. Toen begon iedereen zich als een gek te onthaasten. Er ontston-den vrijwilligersfiles, omdat niemand nog te vroeg of tijdig op de werkvloer wou verschijnen. Sommigen maakten iets te veel haast om zich te kunnen onthaasten. Ik herinner me een prachtige zomerdag. Ik zat verschanst achter een koele Tripel op het leukste terras van de Korenmarkt. Ka-trientje, een aardige vriendin met de blik van een reetje, kwam voorbij gefietst. ‘Katrientje, kom er bij zitten!’. Ze stopte, keek me vol verlangen aan en zei toen zuchtend: ‘Sorry, kan niet, ik moet dringend naar de onthaastings-cursus. Ik ben nu al te laat!’ Maar echt, ongelogen!

De trend om de steeds hulpelozer wordende medemens in al zijn povere activiteiten bij het handje te leiden, lijkt pas goed op gang te komen. Beste lezer, ken je Confituur, het smakelijk boekenblad? In het septembernummer wordt ‘slow reading’ gelanceerd: ‘1 uur lang volledig in een boek verdwalen. Lang geleden, zegt u? Dan is slow reading iets voor u. U spreekt met andere boekenliefhebbers af op een rustige plek. Alle stoorzenders gaan op off (smartphone, telefoon, tv …). Gedurende 1 uur wordt er in volle con-centratie en stilte gelezen, door niets of niemand afgeleid. Dan mag de wereld weer op on.’

Ik ben geen criticaster, echt niet, maar mij krijgen ze nooit naar de Slow Reading Club. Dat ze daar in Hasselt mee begonnen zijn spreekt trouwens boekdelen. Dat was op maandag 3 augustus, om 19u30 nog altijd 27 graden. Volgens de initiatiefnemers de reden waarom de opkomst beperkt was in het koffiehuis. Ja zeg … En hoe begin je aan een deftige Dostojewski als je het al na een uurtje mag op-geven? Volledig verdwalen kan je anders wel in Boze Gees-ten, De Idioot of Schuld en Boete. En waar vind je een rustige

plek? En die andere boekenliefhebbers, zijn dat nu niet precies de stoorzenders waar je zich mag aan verwachten?

Nog iets, er worden 5 tips gegeven voor slow reading. Eén ervan is: herlees je favoriete boeken. Ik heb nu al geen tijd om de nieuwe te lezen. Ik heb minstens twaalf boeken in wachtmodus staan. ‘Lees actief’, zeggen ze ook: ‘onder-streep, duid aan, maak aantekeningen.’ Het beste recept voor een rampbibliotheek: al die mooie glanzende boeken hopeloos verprutst en op slag onleesbaar gemaakt. Ja zeg. Nog ééntje: ‘Gebruik een woordenboek en neem de tijd om woorden op te zoeken.’

Beste geus, ik daag je uit om de roman Meriswin van de sympathieke Hafid Bouazza te lezen volgens de slow reading methode. Geen kwaad woord over die flamboyante kerel. Maar neem alvast de tijd om volgende woorden op te zoe-ken: libatie, otum, tirassen, polyamorie, cinnaber, pelita, thyrsit, acharnant, festomperen, kalopsie, afatisch, loutro-foor, lenticellen, charivari, breloque, begaad, petomanisch, sinopel, peesten, askos, begood, nardus, orchiode, peniel, kelinehouten, toermalijn, dioptaas, lucorpaantje, haar-tjebelese, gran cassa, firapell, sertoriaal, halitase, verlooi, hitakker, gleeën, alm.

Allez, vas-y, lentement, doucement, courage. Tijd voor een slow reader, proost. En vergeet niet de wereld opnieuw op on te zetten.

Willem de Zwijger

DEGEUS november 2015 > 25

COLUMN

© Profond Reading.com

Page 26: De Geus november 2015

Villa VoortmanEEN LAAGDREMPELIG ONTMOETINGSHUIS IN DE STAD

In het voortreffelijke Canvas-programma ‘Radio Gaga’ trekken twee acteurs naar acht bijzondere plaatsen om daar radio te maken, en dat levert straffe televisie op. Een van de locaties die al aan bod kwamen was Villa Voortman. Elke werkdag van negen tot vijf, stelt de Villa haar deuren open voor kwetsbare medeburgers die hun vertrouwen in de reguliere zorg kwijt zijn. Omgekeerd geldt hetzelfde: ook de hulpverlening weet geen raad met die mensen, waardoor ze vaak geen toegang krijgen en op de ‘zwarte lijsten’ van de psychiatrie komen te staan. Villa Voortman, dat vijf jaar geleden werd opgericht vanuit de ‘Psychiatrische Centra Gent-Sleidinge’, kiest voor een andere aanpak.

Het ontmoetingshuis is een plek waar je welkom bent en gerespecteerd wordt. Villa Voortman richt zich op de schoonheid, wijsheid en kracht van de bezoekers, niet op de beperkingen. De enige regels: geen gebruik van drugs of alcohol en geen geweld. Voor wie wil is er koffie, een warme maaltijd, een kunstatelier en muziekstudio, dans- en schrijfworkshops die gegeven worden door kunstenaars, vrijwilligers, stu-denten en bezoekers zelf. Maar na de openingsuren staan ze vaak opnieuw op straat …

Onder het motto: ‘minimale struc-tuur, maximale verantwoordelijkheid’, waarbij gelijkwaardigheid, participatie en overleg centraal staan, wordt er een band opgebouwd met de bezoekers. Zo wordt een bezoeker steeds meer ‘een mens met een verhaal’. Dat leidt tot verbondenheid, en uiteindelijk tot een langzame terugkeer in de samenleving.

Ondertussen heeft Villa Voortman haar plaats verworven binnen de Gentse hulpverlening. Er is een nauwe samenwerking met onder meer het OCMW, Centrum Algemeen Wel-zijnswerk, MSOC (medisch sociale opvangcentra), straathoekwerk en wijksgezondheidscentra, maar ook met de academische wereld. Er zijn tal van publicaties, lezingen en binnen- en buitenlandse bezoeken. Onlangs toonden ook de Cel Drugs en Cel In-ternering van de federale overheid hun

belangstelling. Veel vrijzinnige vrien-den ondersteunen dit project: ze zijn vrijwilliger, helpen fondsen werven of staan ons bij in het opzetten van een vzw-structuur.

PROBLEEMSTELLING

Steeds meer psychiatrische klinieken verliezen hun laagdrempeligheid. Daardoor vinden heel wat mensen met psychische problemen vandaag steeds moeilijker toegang, of ze krijgen er zelfs helemaal geen kans meer. ‘Uitge-therapeutiseerd’ heet dat dan, of opge-geven ‘omdat ze niet coöperatief zijn’. Soms hebben ze het zelf opgegeven of weigeren ze onze hulp net omwille van hun psychiatrische problematiek. Hierbij wordt helaas vergeten dat het ‘moeilijke’ gedrag dat wordt aange-grepen als reden tot uitsluiting, net door deze uitsluiting in de hand wordt gewerkt. Toch zit ook de hulpverlening zelf soms tussen hamer en aambeeld. Door steeds hogere kwaliteitscriteria en effectiviteitseisen in de zorgsector moet ook zij scoren en dreigen steeds meer mensen uit de boot te vallen. Vandaag moet alles meetbaar en kwantificeerbaar zijn en worden snelle, kortdurende en gemedicaliseerde be-handelingen als lucratiever beschouwd dan recidiverende problematieken die langdurige zorg vereisen.

Toch zijn er ook mogelijkheden. Met ons project sluiten we nauw aan bij de

vermaatschappelijking van de geeste-lijke gezondheidszorg, gekend als ‘Arti-kel 107’. Onder vermaatschappelijking of inclusie verstaan we de poging om psychische zorg uit de instellingen te halen en te vervangen door projecten in de samenleving. Naast het economi-sche voordeel dat het kostenbesparend is, heeft deze aanpak ook een humaan aspect: mensen met ernstige psychia-trische problemen moeten niet worden ‘weggestopt’ in allerlei instellingen en gevangenissen, maar hebben ook recht op een volwaardige deelname aan het maatschappelijke leven.

‘Dankzij de Villa, kan ik opstaan en vrienden zien. Villa Voortman is

mijn 2de thuis.’ Ben

DOELGROEP

Zonder afbreuk te willen doen aan het feit dat elk van deze mensen uniek is, kunnen we toch een aantal gemeenschappelijke kenmerken van onze doelgroep aanduiden. Die bestaat uit mensen met ernstige psychische problemen, die ook verslaafd zijn aan allerlei legale of illegale drugs. Wij richten ons voornamelijk op de com-binatie verslaving/psychose. Dat is de meest kwetsbare groep, die dikwijls van het kastje naar de muur gestuurd

26 > november 2015 DEGEUS

MENSELIJK, AL TE MENSELIJK

Page 27: De Geus november 2015

wordt. Centra voor verslavingszorg hebben vaak geen aanbod voor mensen met een psychotische problematiek. En in de afdelingen voor psychosen zijn zij evenmin welkom omdat ze steeds in hun gebruik hervallen. De prognose voor deze mensen was en is dan ook nog steeds erg somber: ze vinden geen plaats waar ze geaccepteerd worden, en na herhaalde mislukte opnames riske-ren ze het (passieve of actieve) slacht-offer te worden van geweld. Tenslotte eindigen ze vaak in de gevangenis of plegen ze zelfmoord.

In de literatuur worden zij gelabeld onder de generaliserende term ‘dub-beldiagnose’. Dubbeldiagnose is een artificieel concept, een artefact, ont-staan door het eenzijdige en strakke classificatiesysteem van de DSM die het onmogelijk maakt een patiënt on-der één enkele diagnose te plaatsen. Het leidt tot een verschraling van de werkelijkheid en tot een inkrimping van het sociale perspectief. Want wan-neer we de geschiedenis bekijken, zien we dat mensen altijd al hun toevlucht zochten in genotsmiddelen. We zien het gebruik dan ook als een ‘zelfmedi-camenteus’ systeem om angst, pijn en psychisch lijden te onderdrukken. Me-dicatie en drugs zijn trouwens nauw verwant. De hedendaagse diabolisering van drugs werd steeds voorafgegaan door een medisch enthousiasme en talrijke psychiatrische toepassingen. Bovendien blijkt er nog een ander, heel belangrijk aspect werkzaam: de toxico-manie werkt niet alleen stabiliserend door een reëel effect op het lichaam, er is ook vaak een imaginair effect aanwijsbaar. De identificatie met het ‘toxicomaan zijn’ lijkt draaglijker dan ‘psychotisch zijn’. Zichzelf toxicomaan noemen kan dus voor mensen uit onze doelgroep een ultieme poging zijn om zich in de wereld te verankeren, om toch één of andere vorm van aanslui-ting te vinden of te behouden, die hun positie leefbaar maakt.

Verder hebben deze mensen ernstige problemen op verschillende levens-gebieden: een tekort aan sociale zelf-redzaamheid, werkloosheid, slechte woonomgeving of dakloosheid, justiti-ele problemen (velen staan onder het

statuut van de internering), stigma-tisering, gebrek aan financiën (vaak onder bewindvoering of budgetbeheer om de schulden te kunnen beheersen) en een slechte lichamelijke verzorging. Een destructieve spiraal maakt dat er snel overlast optreedt voor de omge-ving en zij een gevaar kunnen vormen voor zichzelf en anderen. Maar zelfs als dit niet het geval is, dreigt isolatie, vereenzaming en verwaarlozing. Zij hebben doorgaans geen of een mini-maal netwerk van familie en vrienden. Deze mensen hebben het moeilijk om hun leven te regelen en krijgen van de hulpverlening niet altijd de steun die ze daarbij nodig hebben of die aansluit op hun behoeften. Cliënt en hulpver-lener begrijpen elkaar vaak niet en ervaren beiden gevoelens van onmacht of wantrouwen. De acute nood waarin deze mensen verkeren wordt als chro-nisch omschreven, omdat het meestal over meer dan een kortdurende crisis-situatie gaat. Daardoor worden deze mensen als ‘lastig’, maar ook als ‘zorg-wekkende zorgvermijders’ bestempeld.

NOODZAAK VAN EEN LAAGDREMPELIG DAGCENTRUM BINNEN EEN NETWERK

Deze complexe doelgroep krijgt zoals gezegd te maken met een steeds verde-re afbouw van ‘residentiële opvang’ (in inrichtingen), en ze zijn steeds minder welkom in de psychiatrie. Daarom is laagdrempelige opvang in de vorm van een ontmoetingsplaats ontzettend belangrijk. Omdat we expliciet kie-zen voor deze groep mensen, kunnen veel bezoekers zich aan onze werking

‘verankeren’. Villa Voortman is een warme omgeving, waarin bezoekers tijd en ruimte krijgen om een band op te bouwen met het huis en de mensen die erin vertoeven. We zien betekenis-volle vormen van zingeving ontstaan, waardoor bezoekers in hun natuurlijke omgeving kunnen blijven functione-ren. Zo kunnen residentiële opnames vermeden worden. Wanneer zich toch een opname opdringt, is het alternatief een kort verblijf op een crisis- of ont-wenningsafdeling waarna wij de zorg terug overnemen en alle opgebouwde netwerken bewaard blijven. Op deze manier kan ons ontmoetingshuis een sterke brug zijn tussen het ‘zelfstandig’ functioneren en de residentiële hulp-verlening.

LEIDENDE PRINCIPES

Gastvrijheid en ethiekHet vertrekpunt van Villa Voortman is de erkenning van de uitsluiting van deze mensen uit elke vorm van samen-leving: eerst uit de maatschappij als geheel, en vervolgens uit allerlei instel-lingen of afdelingen. Villa Voortman wil hen een ankerpunt bieden in hun voortschrijdende vlucht en uitsluiting. Wij stellen dat het ‘bizarre’ of ‘asoci-ale’ gedrag, net als het druggebruik, antwoorden zijn op deze exclusie. Als we deze symptomen niet zien als antwoorden van het subject, lopen we het risico hen opnieuw te ‘laten val-len’. En dat is net wat er zich constant herhaalt in hun leven. Elke keer als we dit vergeten en terugvallen op de veronderstelling dat patiënten gemoti-

DEGEUS november 2015 > 27

MENSELIJK, AL TE MENSELIJK

© FVV

Page 28: De Geus november 2015

veerd moeten zijn, ziekte-inzicht of een ‘vraag’ moeten hebben, verplichten we hen tot aanpassing aan een the-rapeutisch ideaal dat niet alleen heel deprimerend werkt voor henzelf, maar ook voor de hulpverleners. Concreet vertaalt dit uitgangspunt zich in onze aanpassing aan de patiënt, en bijgevolg dienen wij steeds te vertrekken vanuit de vraag: ‘wie zijn zij’, niet vanuit ‘wie zijn wij’. Of: cliëntgericht werken in plaats van aanbodgericht.

In essentie gaat het om het organise-ren van gastvrijheid. Er wordt plaats gemaakt voor mensen die anders zijn. Een vrijplaats. Ons doel is het kun-nen ontvangen, om een ont-moeting mogelijk te maken. Het gaat dus niet om iets actiefs tot stand te brengen, eerder om een soort alert afwachten wat er gebeurt, ervoor open staan. Derrida stelt dat gastvrijheid en ethiek voor hetzelfde staan. Ethiek, ethos betekent letterlijk een verblijfplaats of een thuis, en een thuis is daar waar gastvrijheid heerst. Hij koppelt gast-vrijheid ook aan de idee van een chora of een ongereserveerde toegankelijk-heid. Chora of agora, het Griekse stads-plein, is in de filosofie een metafoor voor een ruimte waar bemiddeling en grensoverschrijding plaats kan vinden tussen ik en de ander, zonder dat ik me hoef te verliezen in de ander en zonder dat die ander zich hoeft te assimileren aan mijn identiteit. Het gaat om een ruimte waar de tegenstelling tussen gekte en normaliteit gerelativeerd kan worden, waar ze overbrugbaar is, zon-der dat die spanning verdwijnt. Het is een schuiloord en tezelfdertijd een overstapplaats, een passage, een ont-moetingsplek.

Empowerment en actief burgerschapNaast gastvrijheid is empowerment een belangrijk concept voor sociale inclu-sie. Empowerment gaat over het ver-sterken en verbinden van personen en organisaties in de samenleving, en gaat hand in hand met een gedeelde verant-woordelijkheid. Het is dus een concept waarmee de uitersten van paternalis-tische bemoeienis door professionals enerzijds en naïef geloof in zelfzorg anderzijds vermeden kunnen worden.

Door de relationele invulling van em-powerment bij autonomie wordt de my-the van onafhankelijkheid doorbroken. Het is net dankzij sociale verbanden dat iemand sterker kan worden!

‘De psychiatrie, dat is dril. Elke ochtend om

zes, zeven uur opstaan. Je kunt daar onmogelijk tot rust komen. Hier kun je

tenminste jezelf zijn.’ Heidi

Het belangrijkste doel van sociale inclusie is volwaardig of ‘actief’ bur-gerschap. De kortste weg om het ver-schijnsel ‘psychiatrische patiënt’ af te schaffen, is het opheffen van het psychiatrisch ziekenhuis. Maar het is niet door verandering van omgeving dat psychiatrische patiënten plots aangepaste burgers worden, waarbij het overigens de vraag is of we dat wel willen. Het gaat hem niet om ‘het anders zijn’ te ontkennen maar om het maatschappelijk isolement op te heffen. Pas als de maatschappelijke context een plaats krijgt in de hulpver-lening, wordt de psychiatrische patiënt ook als burger serieus genomen. We zien hen dan ook in de eerste plaats als burgers met rechten en verant-woordelijkheden in plaats van zieken met een defect, en noemen hen dan ook ‘bezoekers’ van ons centrum in plaats van patiënten of cliënten. Het deficitmodel moet verlaten worden ten voordele van een model waarin participatie en empowerment centraal staan. Dit is zeer belangrijk omdat ze zich vaak gefixeerd hebben in hun ziektebeeld, of gestigmatiseerd zijn door een langdurig verblijf in de psy-chiatrie. Vermaatschappelijking is bijgevolg een opdracht voor de samen-leving als geheel, en niet enkel voor de individuele persoon met psychische moeilijkheden. Vermaatschappelijking betekent zowel zorg in als zorg door de samenleving. Als niet langer de om-muurde institutie centraal staat, maar ook het maatschappelijk leven van de zorgvrager, dan moet de samenleving daarvoor ook kansen bieden.

Open overlegstructuur en dialoogPsychiatrie is in hoge mate een ‘high-tech-wetenschap’ geworden. Binnen het medisch model wordt de betekenis-geving en de beleving van deze mensen genegeerd. Ondanks haar schijnbare neutraliteit is de psychiatrie een sub-systeem van de dominante cultuur en een normatief discours dat normaliteit definieert en daarmee in- en uitslui-ting bepaalt. Het bio-, psycho- en sociale model als populair integratie-concept, biedt geen alternatief omdat het biomedisch denken de sociale en psychische componenten onderdrukt. De focus op de ziekte ontneemt ons de kans om tot een ontmoeting te komen, verhindert ons de blik te richten op het levensverhaal en verhoogt het risico dat mensen gereduceerd worden tot hun diagnose en getransformeerd wor-den van mens tot ziekte. De invloed van de omgeving en van maatschap-pelijke processen wordt hierdoor ook nauwelijks zichtbaar.

Tegenover deze desubjectiverende be-nadering stellen wij de psychodynami-sche aanpak, die het accent legt op het dynamisch karakter van de menselijke ervaring en op de dialoog. Om dit mogelijk te maken dient een gastvrije omgeving gecreëerd te worden zonder verplichting of dwang. Dit is van groot belang, want onze bezoekers ervaren vanuit hun psychotische moeilijkhe-den de medemens soms als extreem bedreigend, of horen verwachtingen als bevelen (onder vorm van auditieve hallucinaties) of macht. Om deze mensen tegemoet te komen moeten we dus een autoritaire, repressieve benadering vermijden en dienen we de vastgelopen communicatie met de ander terug in beweging te krijgen via een overlegstructuur waarin we deze kans krijgen. Met andere woorden: een transparante, horizontale organisatie waarin gelijkwaardigheid, participatie en overleg centraal staan. Zo zien wij ook veel bezoekers aanvankelijk wan-trouwig en schoorvoetend binnenko-men, om zich langzamerhand te enga-geren in een atelier of bij de dagelijkse werking. Een gevolg van aanhoudend contact is dat het geïsoleerde, trieste wezen met een diagnostisch etiket

28 > november 2015 DEGEUS

MENSELIJK, AL TE MENSELIJK

Page 29: De Geus november 2015

steeds meer een mens wordt met een verhaal. Of zoals in De kleine prins van Antoine de Saint-Exupéry wanneer hij de vos ontmoet; een schitterende pas-sage over verbondenheid en verlangen.

PRAKTISCHE UITWERKING

Een netwerk van referentenOm tot ontmoeting te komen werd de hiërarchische gezagspiramide ver-ruild voor een horizontale werking om maximale communicatie te stimule-ren. De afzonderlijke positie van psy-chiater of psycholoog werd vervangen door een complex van ‘referenten’ of persoonlijke begeleiders, die vanuit een geduldig opgebouwde vertrouwensrela-tie overdracht mogelijk maken. Dat is een noodzakelijke voorwaarde om een betekenisvol parcours te kunnen afleg-gen. Niemand in ons ontmoetingshuis hoort zich in een uitzonderlijke positie te plaatsen met wie de bezoeker móet praten. In Villa Voortman vertaalt zich dit naar een gelijkwaardigheid onder de vaste begeleiding, stagiairs, vrijwil-ligers en bezoekers. Dat een bezoeker overdracht ontwikkelt ten aanzien van iemand is essentieel; of dat nu ten aanzien van de poetsvrouw, psycho-loog, student of vrijwilliger is, maakt niet veel uit. Wij zijn allen ‘partners’ in het werk dat onze bezoekers verrich-ten. Dit principe van gelijkwaardigheid met respect voor het verschil vermijdt interne verdeeldheid of rivaliteit.

SchadereductieVilla Voortmans motto luidt: ‘mini-male structuur, maximale verantwoor-delijkheid’. Er zijn slechts twee essen-tiële regels, spontaan ontwikkeld door de bezoekers zelf: niet geïntoxiceerd aanwezig zijn en geen geweld. Wat mensen buiten de Villa doen is ‘hun zaak’. Dit toont aan dat de klemtoon niet ligt op abstinentie (drugvrij zijn), maar eerder op schadereductie. Ten eerste is het zo dat niet elke bezoeker gemotiveerd is om drugvrij door het leven te gaan, bovendien kunnen de omstandigheden het bijzonder moeilijk maken om dat te bereiken. Dan moet eerst op andere zaken gefocust worden vooraleer hij of zij kan beslissen het ge-bruik af te bouwen. Ten tweede is een pure focus op abstinentie, zonder stil

te staan bij de functie van het gebruik, kortzichtig. Ten slotte betekent de be-perking van het gebruik door de om-kadering van tijd en ruimte voor velen al een grote stap. Ze kunnen hun dag doorbrengen op een warme plek tussen andere mensen en ze kunnen al dan niet deelnemen aan een activiteit, in plaats van zich terug te trekken en de hele dag door te gebruiken. Een geïnte-greerde benadering verschilt juist van de traditionele verslavingsbehandeling, omdat abstinentie als een langeter-mijndoelstelling wordt gezien. Mensen met psychotische stoornissen herval-len immers vaker en zijn moeilijker te engageren voor een behandeling.

Meestal zijn het in eerste instantie de bezoekers zelf die, uit een loyaliteit aan het huis en de veiligheid die ze er verkrijgen, elkaar aanspreken als er een regel overtreden wordt. Binnen onze visie is iedereen verantwoordelijk voor het functioneren van ons huis, waardoor we een ‘wij-versus-zij-gevoel’ vermijden.

Wanneer iemand een regel overtreedt, wordt altijd de dialoog aangegaan. De zeldzame zware overtreding die de veiligheid van de werking en van de bezoekers van het dagcentrum in gevaar brengt, wordt gevolgd door een time-out of tijdelijk ontslag van enkele weken. Dit is het geval wanneer de krijtlijnen overschreden worden: dea-len, gebruik in het huis en geweld.

Zo’n maatregel is nooit definitief: er wordt met de bezoeker afgesproken dat hij na de time-out terug welkom is. Intussen wordt geregeld telefonisch contact gehouden en samengewerkt met andere partners uit ons netwerk.

BESLUIT

Vermaatschappelijking omvat twee complementaire bewegingen, namelijk push en pull. Voor de geestelijke ge-zondheidszorg betekent dit dat ze men-sen met een langdurige psychiatrische problematiek niet alleen beschouwt als psychiatrische patiënten, maar ook als burgers. Dit leidde tot de deïnstitutio-nalisering of de push uit de reguliere voorzieningen. Onze doelgroep kan echter geen gebruik maken van het

scala aan voorzieningen omwille van hun psychotische moeilijkheden. Zij vallen tussen wal en schip.

De onmenselijkheid van het gesticht dreigt vervangen te worden door ver-waarlozing in de open samenleving. Een ‘empowerende’ samenleving dient dan ook pull of trekkracht te ontwik-kelen voor deze mensen. Sociale uit-sluiting is de (on)gewilde verwijdering uit de samenleving. Het is aan de samenleving om de terugweg mogelijk te maken. Afzien van zorgverstrekking door zich te beroepen op de keuzevrij-heid of de meritocratie is een handig argument voor de ‘vermarkting’ van de zorg, volgens de neoliberale logica van het eigenbelang. De inhoud van de zorg wordt door het vrije marktden-ken steeds verder uitgehold en dekt onverschilligheid toe. Een medemens in nood aan zijn lot overlaten is vanuit juridisch standpunt ‘schuldig verzuim’ en vanuit humaan standpunt een gro-ve onrechtvaardigheid. Voor ons bete-kent vermaatschappelijking niet meer en niet minder dan een kans bieden op leven in onze samenleving voor zij die ‘anders’ zijn.

Met de uitbouw van ons ontmoetings-centrum Villa Voortman proberen we het lot van deze mensen te veranderen, de nood te lenigen en te streven naar een goede, veilige samenleving voor ie-dereen die niet gebaseerd is op macht, onderdrukking en uitsluiting maar op inclusie, samenwerking en verant-woordelijkheid.

‘Zorg op maat’ impliceert dat de gebo-den zorg zo veel mogelijk aansluit bij de particuliere behoeften en noden. Dit betekent dat zorg niet aanbodge-richt en instellingsafhankelijk is, maar vraaggericht. De zorg dient de mens te volgen, en niet andersom. Vraag-gerichte zorg impliceert een gezamen-lijke inspanning van beide kanten, waardoor we kunnen stellen dat het finaal niet de vraag, maar de dialoog is die de zorg moet sturen. Dialoog die uiteindelijk leidt tot de terugkeer van de eigen stem, het terugwinnen van de eigen geschiedenis en het herstel van de eigen, unieke identiteit.

Dirk Bryssinck

DEGEUS november 2015 > 29

MENSELIJK, AL TE MENSELIJK

Page 30: De Geus november 2015

De vloedgolf van de ‘Grooten Oorlog’volgens Blaise CendrarsIn het oorlogsherdenkingsjaar 2014 lanceerde De Geus de rubriek Achter de linie. We zullen WOI blijven herdenken door die rubriek in onze novemberedities terug van stal te halen. Deze keer vestigt Brusselaar Etienne Bastiaenen de aandacht op het bijzondere werk van de rebelse schrijver-soldaat Blaise Cendrars. Zijn boeken omschrijven de rauwe werkelijkheid en staan haaks op de traditionele oorlogsliteratuur waarin roem en eer welig tieren. Zijn kijk op de oorlog sluit nauw aan bij zijn Schopenhaueriaanse levensvisie. In J’ai tué analyseert hij het oorlogsgebeuren en komt tot een vaststelling die een schokgolf teweeg bracht onder de goegemeente.

Blaise Cendrars (1887-1961) was in de eerste plaats een avontuurlijke globetrotter, voor wie geen werelddeel te ver was. Kenners omschrijven deze Zwitsers-Franse schrijver als een vernieuwer van de hedendaagse poëzie en plaatsen zijn Pâques à New York en La Prose du Transsibérien naast Zone van Apollinaire. Zijn roman, L’Or, behaalde wereldwijd grote successen. Vandaag komt zijn werk terug op de voorgrond. In 2013 publiceerde Gallimard – in zijn prestigieuze collectie La Pléiade – de eerste twee delen van zijn volledig opus: Oeuvres autobiographiques I et II. Twee volgende delen zullen gewijd zijn aan poëzie en romans.

Cendrars nam afstand van de oorlogsverhalen waar de loftrompetten

iets te luid weerklonken

De honderdjarige herdenking van de Eerste Wereldoorlog was de aanleiding voor de heruitgave van zijn belangrijkste teksten: J’ai tué, een poëtisch maar zeer gewelddadig stuk proza, en de verhalenbundel La Main coupée et autres récits de guerre (uitgeverij Denoël): een indrukwekkende reeks por-tretten van soldaten in de loopgraven.

Cendrars werd geboren in 1887 in La-Chaux-de-Fonds (Zwitserland). In 1915 werd hij als vrijwilliger opgenomen in het Vreemdelingenlegioen en een jaar later verkreeg hij de Franse nationaliteit. Op 29 juli 1914 ondertekende hij samen met Ricciotto Canudo een Appel aux étrangers amis de la France, om zich – uit dankbaarheid voor zijn adoptieland

Blaise Cendrars verloor zijn rechterarm tijdens het Champagneoffensief op 28 september 1915 © Robert Doisneau

ACHTER DE LINIE

DEGEUS

Page 31: De Geus november 2015

Frankrijk – als strijdkracht aan te melden. Hij raakte ernstig gewond tijdens het Champagne-offensief op 28 september 1915 en verloor hierbij zijn rechterarm. Als scherpzinnig eer-sterangsgetuige van de ‘Grooten Oorlog’ houdt deze navolger van Schopenhauer ons in zijn literair werk een gitzwart we-reldbeeld voor de ogen.

La Main coupée, een hoogtepunt in de oorlogsliteratuur, was van een totaal ander allooi dan de dweperige verhalen vol heldenmoed. Cendrars nam afstand van de oorlogsverhalen waar de loftrompetten iets te luid weerklonken. Het boek werd in die tijd dan ook algauw als verdacht beschouwd. De boeken van Maurice Genevoix (Sous Verdun, 1916), Roland Dorgelès (Les Croix de bois, 1919) en Henri Barbusse (Le Feu, 1916), roepen evenwel traumatische herinneringen aan de oorlogsgruwel op, maar zijn vooral een eerbetoon aan de samenhorigheid en de heldenmoed van de troepen.

Toppunt van absurditeit: aan beide kanten van het front wordt dezelfde God aangeroepen.

Wijwater als stuwbrandstof naar het buskruit?

MODDERKUILEN EN RATTEN ...

La Main coupée vertoont meer verwantschap met Voyage au bout de la nuit (1932) van Céline en A farewell to the arms (1929) van Hemingway, die de afstomping van de verdruk-ten beschrijven. Toch zijn de bloederige scènes van Cendrars nog verschroeiender en staan ze nog dichter bij de vuurlinie: in diepe kuilen, de modder, het walgelijk vuile water, tus-sen de ratten, de ontploffende obussen en het geratel van mitrailletten worden lichamen stukgeschoten, ontploffen ze in de lucht, de overlevenden trappen in hun uitwerpselen en vormen een eindeloze rij slachtvee in de gangen van de dood ... want ‘de dood speelt de hoofdrol in dit boek’, en al deze mannen, die ondanks alles nog van het leven hielden, zullen ‘aan flarden geschoten, verpulverd, tot stof herleid, vergeten worden en dat allemaal voor niets ...’

Cendrars’ illusies spatten uiteen als zeepbellen. Het losbar-sten van de chaos en de incompetentie van de legeroversten openen zijn ogen voor de zinloosheid van idealen en de hui-chelarij van de oorlogsslogans.

Hij maakt een analyse van deze verschrikking en komt tot het besef dat er andere motieven voor deze oorlog meespelen, zoals de wens om meer en meer grondgebied toe te eigenen. De verkopers van kanonnen leveren het nodige materiaal. De geldschieters zijn opgetogen. De ondernemers zullen het puin ruimen en de ingenieurs zullen alles heropbouwen met de nieuwe technologieën, die ze gedurende de oorlog verfijnd hebben. De proletariërs worden uit hun huizen gesleept, terwijl men hen wijsmaakt dat barbaren hun Va-derland, hun familie en hun luttele bezittingen bedreigen. Toppunt van absurditeit: aan beide kanten van het front wordt dezelfde God aangeroepen door priesters in uniform, bisschoppen, kerkvorsten, dominees en rabbijnen. Wijwater

als stuwbrandstof naar het buskruit? ‘Hoe is het mogelijk dat de volkeren nog zo goedgelovig dergelijke leugens konden slikken?’ Onder deze dwingende begeleiding wordt het voet-volk ‘geofferd op het wrede en vraatzuchtige altaar van hun geliefde vaderland, weggegooid als vuil, met loopgraven die telkens weer werden gevuld met vers slachtafval. Wat een schandelijke verspilling!’ Een zielige hoop nutteloos gekeelde kuddedieren, alleen om de zakken van anderen te vullen.

Het oprukkende leger is een exacte weergave van de heer-sende sociale structuur. Ver weg, gehuld in een comfortabele sfumato, verplaatsen de politici en de internationaal eens-gezinde wapenfabrikanten hun pionnen. Beslissers en hoge officieren blijven op de achtergrond, veilig op afstand van de vuurlinies. Op de voorgrond ziet Cendrars armen en kans-lozen die vermoord worden. De bevolking uit de voorsteden ruilden massaal hun werk aan de band in voor een dodelijke karwei. ‘Er ontbrak alleen nog het geluid van de sirene bij de ingang van de loopgraven om die arme drommels te herin-neren aan het labeur in de fabrieken.’ Sinds zijn ervaringen aan de Marne en de Somme, voelt de schrijver zich één met de verschoppelingen die hun noodlot tegemoet stappen.

FOUTE STRATEGIEËN

Cendrars merkt eveneens op dat de orders van hogerhand op niets uitdraaien. De reglementen vormen een kafkaiaans labyrint en kunnen niet inspelen op onverwachte wendin-gen. De leiding van de strijd? In films lijken zwarte borden, prikvlaggetjes op landkaarten en geniale ideeën van militaire kopstukken doorgaans wondermiddelen. Maar in de gore werkelijkheid van de oorlog zijn ze waardeloos. ‘Op een ho-ger niveau misschien, waar alles zich beperkt tot lijnen en cijfers, tot algemene richtlijnen, tot dubbelzinnige bevelen, die tot waanzinnige interpretaties kunnen leiden, kan men de illusie creëren dat er iets als krijgskunst bestaat. Maar de echte oorlog is gewoon een kansspel.’ Cendrars toont ons de absurditeit van de beslissingen van de Duitse staf, wanneer de Kozakken Oost-Pruisen binnenvielen en alle vooruitzich-ten van Von Moltke op het terrein waardeloos bleken te zijn. Maar het hele oorlogsgebeuren heeft bewezen dat de meeste strategieën mislukten en dat geen enkel conflict onder con-trole kon gehouden worden. Cendrars stelt vast ‘dat geen enkele militaire scholing de chaos kan verhinderen, dat de Duitsers de loopgravenoorlog niet hebben kunnen ontwijken en de Fransen hem niet hebben kunnen voorzien, dat geen van beiden er zich uit heeft weten te redden’. De theorie heeft geen vat op de realiteit ...

Beslissers en hoge officieren blijven veilig op afstand van de vuurlinies. Op de voorgrond ziet Cendrars armen en

kanslozen die vermoord worden

Het ergste moet nog komen. Niet alleen strategieën, maar ook logische motieven (zoals de Anschluss) blijken valstrik-

DEGEUS november 2015 > 31

ACHTER DE LINIE

Page 32: De Geus november 2015

ken te zijn. De aanvallers verkeren in de waan dat ze verove-raars zijn. De patriotten beweren zich te verdedigen tegen de invasie van de barbaren. De historici ontdekken twistap-pels – zeer aanvaardbare redenen voor de slachtingen. Heel wat grote denkers vinden dat geschiedenis begrijpelijk is. Dit vertrouwen wijst op een naïeve opvatting van de mens en de wereld. Oorlogsimpulsen zijn onbewust, ongrijpbaar, niet onderhevig aan verklaringen of beslissingen. Zelfs de meest hoogstaande cultuur heeft vlagen van agressiviteit niet kun-nen intomen of vernielzucht kunnen verhinderen, waardoor de beschaving met de grond gelijkgemaakt werd.

Heel wat grote denkers vinden dat geschiedenis begrijpelijk is. Dit vertrouwen wijst op een naïeve

opvatting van de mens en de wereld

‘Vernieling en ruïnes. Alleen dat blijft over van de bescha-ving. Geen enkele biedt weerstand aan de oorlog. Het is eigen aan de menselijke natuur. De mens is de oorzaak van zijn eigen uitroeiing.’ De oorlog van Troje zal plaatsvinden ... Hector en Ulysses begrijpen dat hun goede wil tot niets dient en bereiden zich voor op het wapengekletter. Op een kruis-punt komt Franz-Ferdinand toevallig oog in oog te staan met zijn moordenaar. Maar de storm stond al op losbreken. De schoten van 28 juni 1914 waren slechts een vonk ... ‘Het is de jeugd van de wereld die de hand van Princep gewa-pend heeft. De hele aardbol eiste koortsachtig en woedend dat Princep zou schieten: de landen wachtten op het geluid van de aanslag om elkaar te lijf te gaan.’ De jeugd van de wereld ... Je moet maar durven. Het Oostenrijks-Hongaarse rijk beefde als een overjaarse grijsaard. Binnen en buiten de grenzen rijpten kankergezwellen en zweren. De vulkaan moest losbarsten om het verleden te verbranden en andere gebieden te bevruchten. Waar de innerlijke samenhang het begeeft – door slijtage, ouderdom, bureaucratie – kan niets nog weerstand bieden aan de lavastroom, aan de uitwerking van Thanatos!

OORLOG, EEN ONONTKOOMBAAR NOODLOT

Cendrars vergelijkt de oorlog met een vloedgolf die voort-komt uit een onderliggend geweld van de natuur, een van de destabiliserende krachten van de ‘levenswil’, zoals Schopen-hauer het beschreef. Een vloedgolf die wankelende bescha-vingen doet instorten en de sluizen opent voor nieuwe con-figuraties. Door deze verwoestende kracht worden mensen als stropoppen neer gemaaid. Sommige oorlogsspecialisten hechten veel geloof aan deze beweringen. Roger Caillois (cf. L’Homme et le Sacré, 1939) schrijft aan de conflicten een sacrale functie toe, verwant met een rituele orgie. Gaston Bouthoul (Les Guerres. Éléments de polémologie, 1951) ver-klaart dan weer dat volkeren hun agressiviteit voeden met ingebeelde motieven. Zo is de oorlog geen middel, maar een doel dat aan de vrije wil ontsnapt. Een golf die bepaalde gemeenschappen de hoogte instuwt, terwijl hun rivalen verpletterd worden. Een onbedwingbare schoonmaak van de natuur die zich als een slang ontdoet van zijn huid. De jeugd? Eerder een gigantisme dat alle bestanddelen ontbindt om zich, via lawines et revoluties, uit te storten in nieuwe weefsels en draaischijven. ‘En de nouvelles structures dissipa-tives’, zou Prigogine zeggen.

‘De mens is de oorzaak van zijn eigen uitroeiing’

Wat kan een drenkeling beginnen? Razernij woedt bij het redden van zijn eigen vel. In de hel van de loopgraven ont-hoofdt Cendrars een mof. ‘Ik was eerst. Ik heb toegeslagen. Ik, een dichter, ben me bewust van de rauwe werkelijkheid. Ik heb gedood. Zoals iemand die wil leven.’ Overlevingsdaad bij uitstek! Primitief geweld dat zich op geen enkele alibi beroept, op geen enkel gedachtegoed.

De oorlog is geen middel, maar een doel dat aan de vrije wil ontsnapt

Toen J’ai tué verscheen, ging een langdurige schokgolf door de weldenkende gemeenschap. Aragon had het over ‘de kerel van J’ai tué ...’ Cendrars legde de veroordeling van het milita-risme door de surrealisten echter naast zich neer, bemoeide zich allerminst met de polemieken van de intelligentsia (na-tionalisme tegen internationalisme), voelde zich niet betrok-ken bij het pacifisme van Romain Rolland en van de prole-tarisch gezinde schrijvers, die zich rond Barbusse schaarden. Blaise Cendrars haalde geen voordeel of misplaatste roem uit zijn verminking en werd zelfs geen lid van de Association des Écrivains Combattants.

Hij had teveel gezien.

Etienne Bastiaenen

(Dit artikel verscheen eerder in Le Monde met als titel ‘La déferlante de la Grande Guerre’. Vertaling: Monika Macken)

La main Coupé is een indrukwekkende reeks portretten van soldaten in loopgraven. © bronvermelding

32 > november 2015 DEGEUS

ACHTER DE LINIE

Page 33: De Geus november 2015

Uniek welbehagenMAX DE MAALDER GEDENKT DE LABRISTEN

Het is niet te verwachten dat de bundel Reflections in Z van Max De Maalder veel zal gelezen worden. De ‘0 Edition’ verscheen in 2015 en is ‘not for sale’; het is ook niet de bedoeling van de auteur veel moeite te doen om zijn werk te verspreiden.

Die auteur is een groot jazzliefhebber en hij koos, zo zegt het colofon, de titel Reflections in Z doordat hij ‘geïn-trigeerd was door de titel van Duke El-lington’s kompozisie Reflections in D’.

Z is geen muzikale term, ‘maar laat de interpretasie over aan de leergierige lezer’.

Ik zal de bundel blijven lezen, niet als compensatie voor het geringe debiet, maar omdat hij me boeit, en ook met een zekere nostalgie. De bundel is namelijk een in memoriam voor Hugo Neefs (1937-2014).

Neefs was een van de redacteurs van Labris (1962-1973), het ‘Literaris tijd-schrift der 60ers’, waarvan ook De Maalder, zij het onder de naam Max Kazan, redacteur en een van de sti-mulerende krachten is geweest. Max Kazan is dan weer een pseudoniem van Jef Bierkens.

Onder meer Frans Denissen, Mark Insingel en Leonard Nolens, toen nog Leon, hebben eraan meegewerkt. De thans veel geprezen en goed gesubsi-dieerde dichter Nolens wordt door De Maalder in beeld en woord, in teksten en cartoons, in de afdeling met de niets aan duidelijkheid te wensen overlatende titel Zever zonder zwaarte-kracht, aardig op de hak genomen.

Dit houdt geen oordeel in over No-lens’ poëzie, waarmee Bierkens/Kazan/De Maalder overigens, naar ik aanneem, weinig affiniteiten heeft.

Dat heeft hij al helemaal niet met het even sentimentele als populaire gedicht Jonge sla van Rutger Kopland.

Kopland kon alles verdragen, ‘het verdorren van bomen, / stervende bloemen’ enzovoorts, ‘Maar jonge sla in september, / net geplant, slap nog, / in vochtige bedjes, nee.’ De Maalder heeft er een parodie op gemaakt – ge-signeerd Rutger plopsaland – waarvan hier de eerste strofe:

Jij jonge salade ik ouwe prei laat mijn protserige prostaat zonder spalk als een slempende sloerie sputteren in jouw gortige komkommerrijke krop

Onverwacht heeft De Maalder ook een reeks haiku gedicht, versjes die hij ironisch hai-kalfjes heeft genoemd. Op Adriaan de Roover, toen die ne-gentig werd, (in 2013) en op zijn vriend Neefs bij diverse gelegenheden.

De ‘blijmoedige Balense broeder’ die in het hier opgenomen naamloze ka-dergedicht wordt toegewuifd, is De Maalder zelf; de ‘woord bevlogen over-leden Vlaamse vrienden’ die worden herdacht zijn de Labristen Leon van Essche, Ivo Vroom, Marcel van Maele, Mon Devoghelaere, Pierre Anthonis-sen en Hugo Neefs.

Labris was, dat heeft ook Nolens ge-tuigd, ‘zowat het meest experimentele tijdschrift van na de tweede wereld-oorlog’ en de Labristen waren, zoals men voor de tijd van de politieke cor-rectie pleegde te zeggen, een ras apart. Met een eigen, zei het individueel gediversifieerde poëtica en een eigen progressieve spelling die de overle-venden, Max Kazan en Wilfried Wy-nants, aanhouden tot vandaag de dag.

Ze waren wars van ‘kapelschachten’, al vormden ze zelf een kapel – het feit dat De Maalder zo’n hommage aan woordvoerder Neefs binnenskamers houdt, alleen vrienden ter beschik-king stelt, is daarvan een laat symp-toom.

De Labristen hadden niet alle geloof verloren: ze hadden een kritisch geloof in de toekomst van de poëzie en een bijna apostolair geloof in de kracht van jazz.

De combinatie van jazz en poëzie was voor hen een ‘uniek welbehagen’.

Helaas, een uitstervend ras.

Renaat Ramon

VREDE OP AARDE ZOALS OP PLUTOMIJN WOORDBEVLOGEN OVERLEDEN VLAAMSEVRIENDEN LEON-IVO-MARCEL-MON-PIERRE-HUGOZWEVEND ROND HEMEL HEL VAGEVUURVOL KNURFTIGE KRIJGERS ZONDER MALIENKOLDERVISSEND IN MASSAGRAVEN NAAR VAGINA- ENBORSTELOZE MAAGDENGELUKKIG ALLE GELOOF IN GODDELIKEGENERAAL-MAJOORS VERLORENDRONEREND BOVEN MOTENNAAIENDEMOSKEEEN KERKEN SINAGOGENAFBLADDERENDE BEDEVAARTSOORDENZONDER BETALINGSBALANS MET UNIEKWELBEHAGEN ZONDER WEGENBELASTINGWUIVEND NAAR HUN BLIJMOEDIGE BALENSEBROEDER ALLE KAPEL- EN BLIKSEMSCHACHTENWEGSCHATEREND ALS EEN SCHARENSLIEP ZONDERSCHELDNAAM

DEGEUS november 2015 > 33

POËSTILLE

Page 34: De Geus november 2015

Dit humanisme is een mens-racismePLEIT VOOR EEN POST-HUMAAN EXISTENTIALISME

De waardigheid van de mens komt niet zozeer voort uit zijn mens-zijn, maar uit zijn persoon-zijn. Hier op aarde is de Homo sapiens de enige persoonssoort. Dat gegeven leidt de mens ertoe te geloven dat hij uniek is. Maar het is nog niet zolang geleden dat de mens niet de enige persoonssoort was, maar naast de Neanderthaler leefde. Nieuwe biologische inzichten laten zien dat we veel soorten kunnen beschouwen als proto-persoonssoorten. En nieuwe technologieën kunnen volgens transhumanisten er voor zorgen dat we binnenkort andere, artificiële en verbeterde persoonssoorten zullen kennen. Dat alles zet filosoof Pieter Bonte van de UGent ertoe aan ons ‘speciëcistisch’ humanisme te herzien.

DE MENS LIJKT EENZAAM EN IJDEL, MAAR HOE LANG NOG?

Naast wij mensen is er niemand. An-ders dan bij de plant- en diersoorten is onder de ‘persoonssoorten’ de biodiversiteit nihil. Wij hebben nooit anders gekend, en dus voelt deze vol-strekte vereenzaming normaal aan. Ze is echter bizar. Erger nog, precies door deze eenzaamheid is de mens zich ‘uniek’ beginnen voelen. Humanisten gingen zelfs zover om hun eigen soort een verheven ‘menselijke waardig-heid’ toe te kennen. Slim bekeken, niemand die hen zou tegenspreken. Al zeker niet toen zij het geloof in goden en andere ingebeelde personen achter zich lieten. Het godsdenken kan nochtans een cruciale openheid van geest bevatten. Filosoof-bisschop Berkeley verwoordde het scherp in zijn Alciphron traktaat uit 1732 tegen die kortzichtige ‘vrijdenkers’:

‘We are led not only by revelation but by common sense observing and infer-ring from the analogy of visible things to conclude there are innumerable orders of intelligent beings more happy and more perfect than man whose life is but a span and whose place this earthly globe is but a point in respect of the whole system

God’s creation. We are dazzled indeed with the glory and grandeur of things here below because we know no better.’

Hoe waarschijnlijk is het dat wij, omhooggevallen

Homo sapiens, in het licht van het totale universum (of

multiversum) de enige en hoogste persoonssoort zijn?

Hoe waarschijnlijk is het dat wij, om-hooggevallen Homo sapiens, in het licht van het totale universum (of multiversum) de enige en hoogste per-soonssoort zijn? In zijn schotschriftje Micromégas deed Voltaire Berkeley’s oefening nog eens seculier over. Hij liet twee reusachtige buitenaardse wezens, Saturn en Sirius, tegen ons onbeduidend planeetje aanbotsen. Zij plukken op aarde een schuitje op met daarin een aantal menselijke filosoof-jes, ‘des animalcules philosophes.’ Die beginnen driftig te piepen dat niets in het hele universum waardevoller is dan de mens. Het verhaal eindigt in oorverdovend buldergelach van de twee buitenaardse reuzen bij het aan-

horen hoe ‘les infiniment petits eussent un orgueil presque infiniment grand.’

ZIE DE MENS: NIETS BIJZONDERS

Als we er met Berkeley en Voltaire bij stilstaan hoeveel andere (en betere) persoonsvormen er wel niet kunnen bestaan naast de Homo sapiens, wordt het behoorlijk vreemd om ons funda-mentele waardenpatroon nog ‘huma-nisme’ te noemen, en om te volhar-den in de ijdelheid dat de ‘menselijke waardigheid’ ons boven alle andere denkbare wezens verheft. Ik stel voor om dat humanisme achter ons te laten. Er als mens een subjectieve ‘eigen soort eerst’ kijk op nahouden is heel begrijpelijk, maar dat maakt de mens nog niet ‘uniek.’ En hoewel de mens inderdaad een bijzondere waar-digheid bezit ten opzichte van veel andere organismen, heeft dat niets met haar mens-zijn te maken, maar alles met haar persoon-zijn. Ik zie vier fundamentele redenen om onze ‘speciesistisch’ (racisme maar dan één trapje hoger, niet op ras- maar op soort-niveau) humanisme door een posthumane ethiek te vervangen.

De eerste grond om onze ethiek te ‘dehumaniseren’ begint stilaan ge-

34 > november 2015 DEGEUS

BAANBREKER

Page 35: De Geus november 2015

meengoed te worden. Voortschrijdend biologisch inzicht leert ons dat er wel degelijk allerlei (proto-)persoonssoor-ten rondom ons bestaan. Olifanten, dolfijnen, de hogere primaten: elk persoonskenmerk waarmee de ijdele mens zich uniek probeert te verklaren, kunnen we in kiem terugvinden bij ons omringende diersoorten.

De vraag die we naar de hemel moeten richten is

niet ‘is daar iemand?’ maar wel ‘waar is iedereen?’

Daarnaast leert voortschrijdend pa-leoantropologisch inzicht ons dat we lange tijd niet alleen waren als manifeste persoonssoort. Tot 29.000 jaar geleden (niet zo gek lang geleden) leefden onze voorouders in Gibraltar nog in de nabijheid van Neander-thalers. Bovendien moeten we meer doen dan enkel onze overleden zus-tersoorten gedenken. In het licht van de evolutionaire probabiliteit moeten we ons niet alleen in een samenleving met Neanderthalers en consoorten inbeelden, maar ook in een samenle-ving met al die andere hoogontwik-kelde persoonssoorten die net zo goed hadden kunnen ontspruiten aan deze aardkloot. Probabilistisch bekeken, is het veel normaler om onszelf aan te treffen als een geciviliseerde mid-denmoter, of zelfs als een hopeloos achterophinkend Homo-soortje, te-midden van andere persoonssoorten die ons menselijke gekunstel op we-tenschappelijk, politiek, economisch, artistiek, militair en enig ander vlak verregaand overstijgen. Het is cruciaal om voor de geest te houden dat zo’n werelden vele malen waarschijnlijker zijn dan deze bizarre diversiteitsloze wereld waarin we nu dagelijks opstaan en samen de grootste Jan uithangen.

Ten derde lijkt het slechts alsof we alleen zijn als beschaafde soort. De enormiteit van het ongekende univer-sum is verbijsterend, en daarbovenop bestaan er misschien meerdere uni-versa. Een aanzienlijk aantal ruim-tewetenschappers ziet wel iets in de intuïtieve Drake-vergelijking en de

Fermi-paradox. In het kader van deze korte tekst moet ik voor details naar de grote Google doorverwijzen, maar samengebald stellen deze het volgen-de: het is zodanig waarschijnlijk dat er al talloze geavanceerde beschavingen zijn ontstaan, dat het eigenlijk verba-zend is dat wij hier op ons kruimeltje aarde nog niet in het kosmische tele-comverkeer zijn opgenomen. De vraag die we naar de hemel moeten richten is dan niet ‘is daar iemand?’ maar wel ‘waar is iedereen?’

De laatste narcistische krenking die ik hier over de humanist wil uitroepen komt uit haar eigen mouw gekropen. Met ons voortschrijdend (bio-)tech-nologisch vernuft beginnen we stilaan de eerste anders-dan-menselijke per-sonen te scheppen. Enerzijds is er de uitbouw van artificiële intelligentie-en bewustzijnsvormen. Er zijn aardig wat computerwetenschappers die veronderstellen dat eens de dag komt dat we ‘de laatste uitvinding maken die we ooit nog hoeven te maken’: een zelf-verbeterend systeem van artifi-ciële intelligentie dat na haar eigen uitvinding al het verdere uitvindings-

werk voor haar rekening zal nemen. Ongeacht hoe vroeg of laat dat mo-ment – ‘de singulariteit’ – plaatsgrijpt, in deze optiek dienen we ons leven nu al te begrijpen als een kroniek van een aangekondigde overbodigheid.

Er zijn aardig wat computerwetenschappers die veronderstellen dat eens de dag komt dat we ‘de laatste uitvinding maken die we

ooit nog hoeven te maken’: een zelf-verbeterend systeem van artificiële intelligentie

Anderzijds kennen we de groeiende waaier aan ‘transhumane’ technie-ken: biotechnologische ingrepen waarmee we onze gegeven homo sapi-ens-lichamen ingrijpend kunnen ma-nipuleren en herboetseren. Dankzij allerlei doperingstechnieken kan een waaier aan fysieke en mentale vermo-gens intenser, langduriger of accurater worden gemaakt. Via de pil kan de

Met ons voortschrijdend (bio-)technologisch vernuft beginnen we stilaan de eerste anders-dan-menselijke personen te scheppen. © youtube

DEGEUS november 2015 > 35

BAANBREKER

Page 36: De Geus november 2015

vrouwelijke vruchtbaarheid omge-keerd worden: wie de pil neemt maakt zichzelf standaard on-vruchtbaar, en vruchtbaarheid wordt een ‘opt-in’ toestand. Je kan in verregaande mate van fysiek geslacht veranderen, of het in een hermafroditisch midden hou-den. Aan de eeuwenoude culturen van piercing, tattoos, scarificatie en ont-haring; de inbinding van voeten en schedels; de oprekking van (schaam-)lippen, lellen en halzen; worden van-daag door allerlei prothesen en far-macologische ingrepen in de natuur onmogelijk voorkomende lichamen geschapen. Er lijkt ook een begin ge-maakt te worden met doortastende technieken van genetische selectie en manipulatie.

We dienen ons leven nu al te begrijpen als een kroniek

van een aangekondigde overbodigheid

VAN LOT LOS: WE ZIJN GRONDELOOS VRIJ, GENADELOOS VERANTWOORDELIJK

Kortom, de mens kan steeds dieper in zichzelf kerven, en verwerft daarmee steeds meer ‘vrijheid in het vlees.’ We kunnen onszelf steeds minder begrij-pen als een wezen met een voorgepro-grammeerde en vaststaande identiteit, die ons zegt wie we zijn en wat we met onszelf hebben aan te vangen. In die zin is het posthumanisme een existentialisme: een erkenning van de bijhorende ‘grondeloze vrijheid en genadeloze verantwoordelijkheid’ van diepgaand zelfscheppende personen. ‘Mens-zijn’ brokkelt verregaand af als een richtinggevend idee, net zoals verwante ideeën waaraan mensen houvast en sturing proberen te ont-trekken, zoals ‘natuurlijkheid,’ ‘jezelf zijn’ en ‘je talenten ontplooien.’ Het zijn allen manieren waarop mensen een (crypto-)creationistisch levens-gevoel proberen in stand te houden: ze beloven allen de illusie dat we op een of andere manier zinvol gescha-pen zijn, en dat het zinnige leven erin bestaat om te leven naar je ‘aard.’ Dit hardnekkige (crypto-)creationistische

denken gaat dan ook hand in hand met een haat tegen ontaarding. Van-daag zien we dan ook hoe entartete lijfskunstenaars zoals esthetische chirurgie-gebruikers of doperende at-leten, die zich niet neerleggen bij hun natuurlijke lot, worden opgevoerd als ‘nepmensen’ en als ‘dopingzondaars’: existentiële dwaallichten die hun voorgeprogrammeerde identiteit loo-chenen en iedereens (eugenetische) blik vertroebelen op wat nu hun aan-geboren, erfelijke kwaliteiten zijn en welke plaats ze zouden innemen in de ‘natuurlijk hiërarchie’ onder mensen.

We kunnen onszelf steeds minder begrijpen als een wezen met een

voorgeprogrammeerde en vaststaande identiteit, die

ons zegt wie we zijn en wat we met onszelf hebben aan te vangen. In die zin is het posthumanisme

een existentialisme

Sommige humanisten zoals Francis Fukuyama roepen vandaag op om van ‘mens blijven’ een dwingende impe-ratief te maken. Maar getuigt dit niet

van diepgaande eigenwaan en xenofo-bie? Het dreigt zelfs totalitaire trekken te vertonen.

Sommige humanisten vrezen het ontstaan van

reële diversiteit onder persoonssoorten, waarbij

de ongewijzigde Homo sapiens niet langer de grootste Jan zou zijn

Zo willen George Annas en co ‘de be-dreigde menssoort beschermen’ door de genetische ontaarding en alteratie van de mens principieel te verbieden als een ‘misdaad tegen de mensheid.’ Zij vrezen het ontstaan van reële di-versiteit onder persoonssoorten, waar-bij de ongewijzigde Homo sapiens niet langer de grootste Jan zou zijn. Deze humanisten zijn echter ziende blind voor de bittere ironie dat ze daarmee zélf een ‘status quo’ staatseugenetica in het leven roepen, die één bestaans-vorm als universeel superieur uitroept en waarin een politiemacht al haar burgers in de mensvorm vastgezet houdt. Zo wordt het steeds duidelijk hoe het humanisme dreigt te verwor-den tot een openlijk mens-racisme.

Pieter Bonte

© Norbert Van Yperzeele

36 > november 2015 DEGEUS

BAANBREKER

Page 37: De Geus november 2015

Filosofie van de twijfel. Twijfel van de filosofieTim de Mey, universitair docent Theoretische Filosofie aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam en gastdocent wetenschapsfilosofie aan de Universiteit Gent, doet ons twijfelen. In Nederland kon zijn Het voordeel van de twijfel op heel wat mediabelangstelling rekenen. Sinds dit jaar is dit het eindexamenboek voor alle leerlingen filosofie op de Nederlandse middelbare scholen. Volgens Gie van den Berghe bevat het filosofie van de hoogste plank, maar hij laat in zijn bespreking hier en daar toch een kritische noot vallen.

Mensen zijn in tal van opzichten en situaties dermate beïnvloedbaar, lichtgelovig, bijgelovig, egocentrisch en zelfrechtvaardigend, dat enige twijfel aan eigen en andermans overtuigingen geen overbodige luxe is.

Omdat niemand de wijsheid in pacht heeft, niemand alles kan weten of

kennen, is iedereen in bepaalde opzichten onwetend

In Het voordeel van de twij-fel doet Tim de Mey (1973), filosofiedocent in Rotter-dam en Gent, de menselijke lichtgelovigheid af als ‘zelf-bedrog’, niet te wijten ‘aan een gebrek aan rationaliteit’ maar ‘een gebrek aan integri-teit’. Best een krasse uitspraak voor een auteur die al op de eerste bladzijde waarschuwt voor mensen die den-ken iets zeker te weten. Wie dat meent heeft ‘niet lang genoeg doorgevraagd’, ‘de wezenlijke vragen niet gesteld’. Zou kunnen, maar dan moet de auteur zelf toch óók doorvragen en zijn strenge morele oordeel over anderen be-argumenteren. Kritisch zijn is tenslotte, zoals de Mey zelf ook al aangeeft, in de eerste plaats zelfkritisch zijn.

Omdat niemand de wijsheid in pacht heeft, niemand alles kan weten of kennen, is iedereen in bepaalde opzichten onwetend. Hij of zij aan-vaardt noodgedwongen, al dan niet bewust, heel wat ‘feiten’ en ‘waarheden’ die niet aangetoond

DEGEUS november 2015 > 37

BOEKENREVUE

Page 38: De Geus november 2015

zijn of niet bewezen kunnen worden. Wie alleen aanvaardt wat afdoend bewezen is, verlamt zichzelf. Leven zonder (minimale) zekerheid lijkt onmogelijk. Wel waar is dat de behoefte aan zekerheden vaak zo groot is en maatschap-pelijk zo sterk gepromoot wordt, dat nogal wat mensen er dermate vertrouwd en vergroeid mee raken dat het idées reçues worden, conventies die niet meer in vraag gesteld kunnen of mogen worden. Een goede illustratie hiervan is de pedante bewering van de Mey dat er ‘naar verluidt men-sen zijn die niet kunnen genieten van het Vioolconcert van Sibelius’.

Wie alleen aanvaardt wat afdoend bewezen is, verlamt zichzelf

Scepsis blijft dus geboden, zonder daarom te vervallen in scepticisme, filosofische twijfel in zijn hoogste versnelling, of zoals de Griekse filosoof Gorgias van Leontini het lang geleden uitdrukte: ‘Niets bestaat, mocht er iets bestaan, dan kunnen we het niet kennen, en mochten we het wel kunnen kennen, dan kunnen we het niet mededelen’. Dan komt alles op de helling te staan: kennis, wereldbeeld en communicatie.

SCEPTICISME

Flink wat filosofen hebben zich het hoofd gebroken over vragen als ‘Bestaat de buitenwereld?’, ‘Kun je die anders kennen dan door zintuiglijke waarneming en sociaal ge-boetseerde interpretatie?’, ‘Kun je überhaupt iets weten?’, ‘Kun je ooit toegang hebben tot andermans belevingswe-reld of bewustzijn?’, ‘Hoe uitsluiten dat je geen brein in een vat bent, alle bestaan alleen maar denkt of droomt?’ Sceptici beenden elk mogelijk antwoord uit en bleven on-ophoudelijk moeilijke vragen stellen.

In Het voordeel van de twijfel zet de Mey de verschillende soorten filosofisch scepticisme duidelijk maar nogal be-knopt uiteen. Hij belooft adequate antwoorden, maar voegt daaraan toe dat wie definitieve antwoorden verwacht het boek beter meteen dichtslaat. Hopelijk doen niet al te velen dat, want het is een knap en boeiend werkstuk dat op intelligente wijze tot verder denken aanzet. Het boek wordt vervolledigd door een tachtigtal bladzijden primaire teksten over scepticisme, van René Descartes tot Thomas Kuhn.

Kennis, absolute waarheid bestaat niet. Ligt de lat hoog (nucleaire fysica),

dan weet bijna niemand iets

Het gros van de lezers zal het boek hoe dan ook moeten uitlezen en zelfs instuderen, want het is voor de komende vier jaar in Nederland het eindexamenboek voor middel-bare scholieren die filosofie in het pakket hebben (iets wat auteur en uitgever nalaten te vermelden).

RELATIEVE KENNIS

Sceptici stellen te hoge eisen aan kennis, absolute waar-heid bestaat niet. Kennis is een relatief en contextgebon-den begrip, zoals ‘groot’ en ‘klein’. In contexten waarin mensen lage eisen stellen aan kennis (dagelijkse gesprek-ken), weten heel veel mensen veel dingen. Ligt de lat hoog (nucleaire fysica), dan weet bijna niemand iets.

De wetenschappelijke onderzoeksmethode brengt ons het dichtst bij de waarheid, maar ook die kan nooit alle moge-lijke twijfels opheffen. Elke wetenschappelijke verklaring wordt immers mede bepaald door context, theorie en pa-radigma waarin ze tot stand is gekomen. Er bestaan geen criteria om een rigoureuze scheidslijn ‘te trekken tussen enerzijds ernstige, betrouwbare en wetenschappelijke the-orieën, en anderzijds banale, onbetrouwbare en pseudowe-tenschappelijke theorieën’. De een denkt dat de zon rond de aarde draait, de ander dat het andersom is. Sommigen geloven in een opperwezen, anderen niet.

De Mey trekt dan ook van leer tegen wetenschappelijke sceptici die zozeer overtuigd zijn van de betrouwbaarheid van de wetenschappelijke methode dat ze alles wat er tegen indruist afdoen als pseudowetenschap – van homeopathie tot godsgeloof. Volgens de Mey kun je nooit uitsluiten dat ‘de werkelijkheid helemaal anders in elkaar zit dan we doorgaans geloven, zonder dat we dat ooit te weten kun-nen komen’. Maar toch besluit hij dat dit ‘praktisch ge-sproken geen afbreuk hoeft te doen aan het grote vertrou-wen dat we doorgaans stellen in dé wetenschap’.

De Mey trekt van leer tegen wetenschappelijke sceptici

die zozeer overtuigd zijn van de betrouwbaarheid van de

wetenschappelijke methode dat ze alles wat er tegen indruist

afdoen als pseudowetenschap – van homeopathie tot godsgeloof

Het wordt er niet makkelijker op met het onderscheid dat de Mey maakt tussen echte en papieren twijfel. Echte of le-vende twijfel kan niet worden opgeroepen maar overkomt ons. Levensechte twijfel is een psychisch frustrerende toe-stand die ‘tot spanning en besluiteloosheid’ leidt. Alleen die twijfel is nuttig. De kunstmatige, papieren twijfel van sceptische filosofen is dat niet. Het ‘overwegen en even-tueel uitsluiten van vergezochte alternatieve hypothesen’ levert zelden of nooit iets op. Maar relevante alternatieve hypothesen overdenken, is ‘juist cruciaal voor het oplossen van theoretische en praktische problemen en het verdie-pen van onze kennis’. Scepticisme ‘in de eigenlijke en pro-ductieve zin van het woord’ is noodzakelijk, maar alleen binnen ‘redelijke’ perken. Hoe je bepaalt welke alternatieve

38 > november 2015 DEGEUS

BOEKENREVUE

Page 39: De Geus november 2015

hypothesen relevant zijn en welke niet; wat eigenlijk en productief scepticisme is, en wat een redelijke beperking, vertelt de Mey er niet bij.

Niets is zo bevorderlijk voor ons zelfkritisch vermogen ‘als de open dialoog met de ander, met zijn of

haar overtuigingen en wereldbeeld’. Dát is het voordeel van de twijfel

IEDER ZIJN WAARHEID?

Om tot zijn voordeel van de twijfel te komen koppelt de Mey het inzicht van Kuhn (wetenschappelijke waarheid hangt af van het paradigma waarin ze tot stand komt) aan het scepticisme van Pierre Bayle (1647-1706) inzake religieuze en andere geloofswaarheden. Ook hier geen on-afhankelijke, betrouwbare manier om waarheid en leugen van elkaar te onderscheiden. Het doet er ook niet toe in ‘welke mate het geheel van iemands overtuigingen waar is of niet’, het enige wat telt ‘is dat de betrokken persoon zijn of haar geweten moet kunnen volgen, moet kunnen han-delen naar zijn of haar overtuigingen’. Daarom moeten we respecteren en tolereren wat anderen geloven en denken.

Dus, besluit de Mey, de eigenlijke en productieve scepti-sche twijfel noopt tot ‘een minder fanatieke en bescheide-ner houding tegenover rivaliserende opvattingen’. Niets is zo bevorderlijk voor ons zelfkritisch vermogen ‘als de open dialoog met de ander, met zijn of haar overtuigingen en wereldbeeld’. Dát is het voordeel van de twijfel.

Die mooie conclusie sluit niet direct aan bij de Mey’s over-zicht van het filosofisch scepticisme en zijn allesbehalve overtuigende poging het adequaat te beantwoorden. Be-halve wanneer je onder ‘twijfel’ in de titel en conclusie van het boek ‘echte twijfel’ verstaat, maar dan zou dit begrip en zijn kwaliteiten duidelijker moeten worden omschre-ven. Niet eenvoudig, want relevantie, redelijkheid en pro-ductiviteit zijn contextgebonden, relatieve begrippen. Het is ook zeer de vraag of je je eigen cultuur, geloof en moraal in vraag moet stellen om andermans cultuur, geloof en moraal te (kunnen) tolereren, respecteren en waarderen.

RELATIVISME

Volgens Bayle en de Mey moet je anderen altijd hun gewe-ten laten volgen, zelfs als je er rotsvast van overtuigd bent dat hun opvattingen onjuist zijn. Maar zo beland je voor je het goed en wel beseft in cultureel en moreel relativisme. Opvattingen die binnen een bepaalde cultuur gelden, zijn ‘waar’ of ‘juist’ in die context en kunnen niet van buiten-af beoordeeld, bekritiseerd of bestreden worden. Maar de opvattingen van bijvoorbeeld Islamitische Staat, een ideo-logie waarin volgelingen tot ter dood geloven, monden wel uit in vernietiging van al het ‘onzuivere’, van monument

tot ongelovige. Het was niet anders toen de katholieke kerk, het staatscommunisme en het nationaalsocialisme hun terreur uitoefenden. Ideologische genocidairs zijn er-van overtuigd het goede te doen. Absoluut respect en totale tolerantie voor de Ander staat dan gelijk aan zelfdoding.

De Mey zet Bayles filosofie ook een beetje naar zijn hand. Hij houdt geen rekening met de context waarin ze tot stand kwam. Bayle, een protestants Frans filosoof, leefde in een tijd en een land waarin tolerantie een schaars goed was, zeker op religieus vlak. Nadat hij zich als jongeling onder invloed van jezuïeten tot het katholicisme had be-keerd maar een maand later naar zijn eerdere geloof terug-keerde, moest Bayle als ‘afvallige ketter’ de benen nemen naar het buitenland. De rest van zijn leven ijverde hij tegen dogmatisme en voor tolerantie. Maar Bayles filosofi-sche twijfel sloot geen zekerheid uit. Getuige zijn diatribe tegen bijgeloof en verafgoding die, schreef hij, meer kwaad hebben aangericht en nog steeds aanrichten dan atheïsme (dat hij verfoeide als ongeloof).

Volgens Bayle en de Mey moet je anderen altijd hun geweten laten volgen, zelfs

als je er rotsvast van overtuigd bent dat hun opvattingen onjuist zijn. Maar zo beland je voor je het goed en wel beseft

in cultureel en moreel relativisme

Het voordeel van de twijfel serveert filosofie van de bovenste plank, maar voor een studieboek is dat waarschijnlijk te hoog gegrepen. De fundamentele twijfel die de Mey wel-bewust zaait, is te abstract en blijft steriel. Anders dan bij het vorige eindexamenboek – met de vrije wil als thema – ontbreekt hier zo goed als elke maatschappelijke dimensie en actuele toepassing. Te vrezen valt dat deze filosofie om de filosofie de begeerte naar wijsheid niet in de hand zal werken.

Gie van den Berghe

Tim de Mey, Het voordeel van de twijfel. Rotterdam, Lemniscaat: 2014, 255 p., ISBN 978 9047702269.

(Dit artikel verscheen eerder op deReactor.org, platform voor literaire kritiek)

DEGEUS november 2015 > 39

BOEKENREVUE

Page 40: De Geus november 2015

De lokroep van ISPatrick Loobuyck (red.)Als Patrick Loobuyck iets aan het papier toevertrouwt, mag je ervan uitgaan dat het leesbaar is voor een breed publiek. Hij verzamelde een aantal auteurs van diverse pluimage om op objectieve, kritische en genuanceerde wijze over de Islamitische Staat te schrijven – even helder als Loobuyck zelf. De lokroep van IS is dan ook een zeer toegankelijk en pretentieloos boek geworden.

Onder de auteurs bevinden zich de Gentse imam Brahim Laytouss, de islamoloog van Frans-Marokkaanse afkomst Rachid Benzine, sociologe en criminologe Marion Van San, directrice van het KA te Antwerpen Karin Heremans, professor strafrecht Brice De Ruy-ver, antropoloog en eerste voorzitter van het CGKR Johan Leman en de woordvoerder van Vrede vzw Ludo De Brabander.

Inhoudelijk is het boek logisch en helder opgebouwd. De eerste twee delen willen zowel het radicalise-ringsproces begrijpelijker maken als de realiteit van de Syriëstrijders beschrijven. Deel één heeft vooral oog voor het microperspectief, de persoonlijke drijfveren en indivi-duele processen. Deel twee the-matiseert de bredere politieke en religieuze achtergrond waartegen het fenomeen van de Syriëstrijder en de lokroep van IS zich afspeelt. Het derde deel bekijkt tot slot op welke manier wij als samenleving kunnen reageren.

Veel verrassende nieuwe inzich-ten bevat het boek niet, maar soms word je toch getrakteerd op een aspect dat tot nog toe aan je aandacht was ontsnapt. De bun-del biedt eerder een vrij volledige samenvatting.

INLEIDING

Uit Loobuycks inleiding distilleer ik twee bedenkingen. IS en het fenomeen van de Syriëstrijder is

zo intrigerend en fascinerend, terwijl we met drie zelfdo-dingsslachtoffers per dag in België met een veel groter en prangender drama opgescheept zitten.

Een tweede interessant punt is hoe een weerbare demo-cratie zich mag of moet ma-nifesteren tegenover extreme opvattingen en organisaties. Een liberale rechtstaat dient zich voornamelijk erg terug-houdend op te stellen ten opzichte van de meningen die rondzwerven in de samenle-ving, ook al zijn ze radicaal, kwetsend en immoreel. Maar als sommigen die open sa-menleving grondig verstoren door anderen hun vrijheid niet te gunnen en door ge-weld te gebruiken, dan is het legitiem om als overheid in te grijpen. ‘Een open en vrije sa-menleving mag niet zo open zijn dat ze handelingen toe-laat die deze openheid en vrij-heid onmogelijk maken’, vat Loobuyck het gebald samen. Hij knoopt daar onmiddellijk het oordeel aan vast dat de Belgische overheden hierin te kort hebben geschoten. Vol-gens hem heeft men zich te weinig assertief opgesteld ten aanzien van de onwenselijke en perverse invloed van het Saudische wahhabisme op onze moslimgemeenschappen en nam men zowel Belkacem

IS en het fenomeen van de Syriëstrijder is zo intrigerend en fascinerend terwijl we met drie zelfdodingsslachtoffers per dag in België met een veel groter en prangender drama opgescheept zitten

40 > november 2015 DEGEUS

BOEKENREVUE

Page 41: De Geus november 2015

als een straathoekwerker niet ernstig.

Vermoedelijk verwijst hij bij die laatste naar Peter Calluy. In die zin vind ik het een gemiste kans dat Calluy geen

bijdrage heeft mogen leveren aan het boek. Zijn ervaring en opgebouwde expertise omtrent het onderwerp lijken me behoorlijk relevant.

DEEL I

DE CIJFERS

Wat is het typische profiel van Syriëstrijders? Welk ge-slacht, leeftijd, scholings- en tewerkstellingsgraad hebben zij? Is er sprake van een crimineel verleden? En in welke fasen (en onder invloed van wat) deden zich de meest sig-nificante golven vertrekkers voor? Wat zijn hun motieven? Is het idealisme, de islam, het avontuur, een gevoel van zelfwaarde dat ze putten uit het behoren tot IS?

Tarik Fraihi gaat deze vragen te lijf. Hij levert een zuiver objectief cijferoverzicht en een interessant historisch relaas van het jihadisme in België van 1990 tot nu. Je krijgt de indruk dat het merendeel van deze vragen geen algemene uitspraken toelaat, terwijl bepaalde opiniërende ‘denkers’ en politici zich makkelijk bezondigen aan boude state-ments. Zo blijkt slechts vijf procent minderjarig te zijn. Bijna twee derde is tussen de 18 en 29 jaar. Een derde is zelfs ouder dan dertig. Een vijfde zijn vrouwen. Voor de rest bestaat er geen eenduidig herkenbaar profiel.

‘Een open en vrije samenleving mag niet zo open zijn dat ze handelingen toelaat die deze openheid en vrijheid

onmogelijk maken’ Loobuyck

Dat kan misschien een frustrerende vaststelling zijn, maar het is die eerlijkheid die het boek zo sterk maakt. Een aantal zaken is gewoon nog niet geweten en dat geven alle auteurs dan ook regelmatig aan.

DE ANTROPOLOGISCHE KIJK

Johan Leman bemerkt in zijn antropologische kijk twee opmerkelijke elementen: enerzijds is er het internetiso-

lement, waarbij het opvalt dat de jongeren geen contact meer hebben of niet meer in staat zijn om contact met moslimleerkrachten, imams, ouders, et cetera te aanvaar-den. Markant is dat jongeren nooit radicaliseerden door deze gezagsfiguren.

Anderzijds is er de breuk met de moeder als doorslagge-vende aanzet voor het vertrek.

Leman ziet duidelijke parallellen met de problematiek van sektevorming, iets wat professor Johan Braeckman ook reeds stelde.

TRAGIEK IN GEZINSVERBAND

Ook Marion van San toont aan dat gezinnen waaruit IS-gangers komen, buitengewoon divers zijn en dat de wer-kelijke triggers om te vertrekken moeilijk te doorgronden zijn. Keuzeprocessen van jongeren die in dezelfde omstan-digheden vertoefden, leiden niet tot dezelfde uitkomsten. Er zijn evenveel voorbeelden van jongeren die zich even-min aanvaard voelden, uit het zelfde gezin kwamen, streng islamitisch gelovig zijn, maar die toch niet vertrokken zijn. De gezinssituaties zijn zo divers en elke IS-ganger heeft een eigen, onvoorspelbaar verhaal.

Eén van de weinige zaken die wijzen op een tendens is het feit dat het merendeel afkomstig is van gescheiden ouders en dat er sprake is van een machtsvacuüm. De meeste ouders zijn erg bezorgd en zitten met een gevoel van on-macht opgezadeld. Ze begrijpen niet waarom hun kinderen gaandeweg hun godsdienst gingen beleven op een voor hen tot nog toe ongekende manier.

Van San besluit haar stuk met de onbeantwoorde beden-king in hoeverre we kunnen spreken van ‘doodgewone’ mensen.

DEEL II

POLITIEKE VOEDINGSBODEM

Ludo De Brabander schetst de internationale geopolitieke lijnen en dan choqueert vooral het verhaal hoe Amerika tekeer is gegaan tegen de vele al dan niet vermeende soen-nitische opstandelingen en tegen het gewapend verzet bij de Amerikaanse bezetting van Irak.

We zijn zo trots op onze liberale democratie, maar we flirten met regimes waar die vrijheden en waarden grondig met de voet getreden worden. Daarenboven getuigen de buiten-landse interventies van de VS, en in mindere mate ook van Europa, in conflictgebieden in het Midden-Oosten evenmin

van een consequente verdediging van onze basiswaarden. In die zin zou je kunnen zeggen dat de VS mee verantwoorde-lijk zijn voor de totstandkoming van Al Qaida en IS.

De stompzinnige en hardvochtige Amerikaanse aanpak op zich verschaft mijns inziens voldoende voedingsbodem voor het ontstaan, de steun aan en het succes van IS.

Spijtig genoeg laat De Brabander de vraag onbeantwoord waarom de Amerikanen zo’n kortzichtige en infantiele stra-tegie, waarvan elke nuchtere geest beseft dat het miserie zal opleveren in een behoorlijk nabije toekomst, hanteerden.

DEGEUS november 2015 > 41

BOEKENREVUE

Page 42: De Geus november 2015

ISLAMITISCHE RADICALISERING: ZOWEL MAATSCHAPPELIJK EN POLITIEK PROBLEEM ALS PROBLEEM VAN DE ISLAM

Stijn Aerst en John Nawas beginnen hun bijdrage met een aantal nuanceringen. Ten eerste zien de meeste moslims geweld ten opzichte van ongelovigen niet als integraal onderdeel van de islam. Ten tweede hebben een aantal moslimorganisaties in de wereld negatief gereageerd op de moordaanslagen op Charlie Hebdo. Ten derde worden salafisten te vaak verward met jihadi-salafisten: de eersten wijzen geweld af, ook al zijn ze behoorlijk fundamentalis-tisch in hun opvattingen, de laatsten zijn een kleine min-derheid.

Er bestaat geen eenduidig herkenbaar profiel van de Syriëstrijder. Dat kan

misschien een frustrerende vaststelling zijn, maar het is die eerlijkheid die het

boek zo sterk maakt. Een aantal zaken is gewoon nog niet geweten en dat geven

alle auteurs dan ook regelmatig aan

Die eerste stelling komt mij toch wat vreemd over aan-gezien voldoende onderzoek aantoont dat ongelovigen in heel wat islamitische landen het slachtoffer zijn van dis-criminatie en vervolging. Niet-moslims ondergaan af en toe zelfs een brutale behandeling (zie ook IHEU Freedom of Thought Report). Geloofsafvalligheid moet je al zeker niet overwegen. Als men beseft dat men hiervoor vaak de doodstraf krijgt, dan lijkt het me niet zo vreemd dat men daar eigenlijk niet zo heel veel openlijke geloofsafvalligen telt. Wie beweert dat dit geen echt geweld is, doet aan semantische vervuiling. Voorbeelden zijn makkelijk te vinden in alle islamitische landen, van Algerije tot Bangla-desh. Zijn zij dan allemaal niet representatief en wijken zij allemaal af van het rechte pad van de islam?

De auteurs tonen aan dat enkel een selectieve lezing en literalistische interpretatie van de islamitische teksten het programma van IS kan verrechtvaardigen. Volgens hen weerspiegelt de manier waarop moslims doorgaans de jihad interpreteren, de historische context en de politieke condities. Bij gewelddadige extremistische groeperingen ontbreekt precies deze zin voor historische contextuali-sering. Hun ideologen stellen de expansieoorlog van de vroege islam voor als het te volgen voorbeeld. Het pragma-tisme maakt plaats voor een absolute religieuze verplich-ting waarbij ook medemoslims het doelwit van de jihad worden.

De ideologie van IS is enerzijds ontleend aan de Koran, zij het op een selectieve wijze. Anderzijds wijkt ze duidelijk af van de mainstream invullingen en intellectuele theologi-sche tradities.

EEN CREATIEVE EN POSITIEVE INTERPRETATIE VAN DE ISLAMITISCHE TEKSTEN

Zeer sterk en hoopgevend is het stuk van Rachid Benzine. Hij toont aan hoe flexibel de teksten kunnen zijn zodat ze ook op een geweldloze manier kunnen gelezen worden. Hij is het bewijs dat de menselijke geest creatief genoeg is om de Koran positief, modern en geruststellend te inter-preteren. Voor velen zal dit zo vernieuwend zijn dat het onherkenbaar wordt. Ik heb niet de expertise om te kun-nen bepalen of hij nu de opperste vorm van inventiviteit bedreef om op basis van algemeen aanvaarde principes de Koran op een gerechtvaardigde manier te interpreteren, of dat zijn lovenswaardige poging verketterd wordt als een belediging van het boek en zijn profeet. Ik vraag mij af hoe representatief hij is voor de gemiddelde moslim en in hoeverre zijn ideeën door doorsnee moslims als acceptabel worden geacht. In elk geval moeten denkers als Benzine een breder forum en meer navolging krijgen. Hij laat na-melijk zien dat het mogelijk is de Koran te lezen vanop een kritische afstand en wat decontextualisering voor ver-schrikkelijks voortbrengt.

DEEL III

EEN ALLEGORIE VAN DE TWIJFEL

We zijn zo trots op onze liberale democratie, maar we flirten met

regimes waar die vrijheden en waarden grondig met de voet getreden worden

Karin Heremans verdient respect voor haar visie en haar dagelijkse inzet als directrice van het KA te Antwerpen. De vragen die zij stelt komen dan ook uit de praktijk: hoe ga je om met moslimjongeren die gebukt gaan onder woede, frustratie, gebrek aan zelfwaarde, doelloosheid in het leven? Jongeren die geplaagd worden door vragen als:

‘Waarom zouden we ons inspannen als we toch nooit een job zullen hebben? Waarom moeten we ons integreren in een samenleving die ons niet wil?’

Daarom staat het begrip wederkerigheid centraal in de ma-nier waarop haar school radicalisering aanpakt. De indruk wekken dat vrijheden niet voor iedereen gelden, werkt nefast, maar het gebeurt nog te vaak. Daarnaast ziet ze het als de taak van de school om jongeren te leren omgaan met verwarring en onduidelijkheid, zonder in de val te trappen van de angstige twijfel. Radicalisering is blijkbaar zo aantrekkelijk omdat het suggereert definitieve, heldere antwoorden te geven aan zoekende jongelingen. Radicale groepen hebben het voordeel van de duidelijkheid en clai-men zuiverheid. Twijfelen mag dus als iets positief ervaren

42 > november 2015 DEGEUS

BOEKENREVUE

Page 43: De Geus november 2015

worden, maar het aanbieden van verschillende identiteiten als keuzepalet mag niet uit het oog verloren worden.

ALLES KAN BETER

Mohammed Achaibi, ondervoorzitter van de Moslimexe-cutieve, schetst op heldere wijze de rol die de geïnstitu-tionaliseerde islam moet opnemen (en de kansen die de Belgische Staat heeft laten liggen sinds 1974). Achaibi is goed op de hoogte van de knelpunten en bezorgdheden, bezit tonnen zelfkritiek en levert stevig advies! Hij is dé man waarvan we dingen te horen krijgen die vertrouwen doet winnen.

Hij merkt terecht op dat nog teveel islamleerkrachten de Nederlandse totaal onvoldoende beheersen, dat er jammer genoeg in de les islam dingen gezegd worden die tegen de wetenschappelijke bevindingen (Darwin) en de huidige morele standaarden (respect voor holebi’s, vrijheid van meningsuiting enzovoorts) indruisen, en dat sommige moslimleerkrachten weinig bereidheid aan de dag leggen om met de andere levensbeschouwelijke vakken samen te werken. Elk voorbeeld hiervan is er één te veel, stelt hij.

Daarnaast pleit hij voor Vlaamse Koranscholen (met een niet-strikt theologisch curriculum) die zijn aangepast aan de westerse context en voor meer aandacht voor islamcon-sulenten in gevangenissen. ‘Radicalisering tijdens het ver-blijf in de gevangenis’ wordt in het laatste hoofdstuk ook door Brice De Ruyver en Lieven Pauwels behandeld.

Mohammed Achaibi, ondervoorzitter van de Moslimexecutieve, is goed op de hoogte van de knelpunten en bezorgdheden, bezit tonnen zelfkritiek en levert stevig advies!

Hij is dé man waarvan we dingen te horen krijgen die vertrouwen doet winnen

Langs de andere kant duidt hij ook op het feit dat mos-keeën een dubbelzinnige houding wordt opgelegd ten opzichte van radicale elementen. Enerzijds moeten ze die weren, anderzijds kijkt de samenleving in de richting van moskeeën en imams om mensen met radicale ideeën op andere gedachten te brengen. Contact onderhouden en ze tegelijkertijd weren, gaat niet echt goed samen.

DE URGENTIE VAN EEN EURO-ISLAM

Professor Loobuyck en imam Laytouss geven toe dat het niet makkelijk zal zijn om Euro-islam ingang te doen vin-den, want in tegenstelling tot de Bijbel, wat mensenwerk is, heeft de Koran het statuut het letterlijke woord van God te zijn. Dat is een groot verschil en toch moet inter-pretatie mogelijk gemaakt worden, zo stellen beide auteurs. ‘Wie vernieuwing weigert, geeft vrij spel aan integrisme en gewelddadig fundamentalisme, datgene dus wat de Tu-

nesische dichter en schrijver Abdelwahab Meddeb (2007) La maladie de l’islam heeft genoemd.’ Daarna verwijzen ze rijkelijk naar moslimdenkers die over vernieuwing hebben nagedacht en geschreven.

Bovendien moet de ideologische invloed van Saudi-Arabië verminderen. Wahhabistische lectuur is al te makkelijk in de gespecialiseerde boekenwinkels te vinden. Uitgeverijen moeten aangemoedigd worden om werken van vernieu-wende moslimintellectuelen te vertalen, zodat de domi-nantie van de conservatieve stromingen doorbroken wordt.

Volgens de auteurs zal die vernieuwing moeilijk tot stand komen in de Arabische wereld en moet Europa hierin een voortrekkersrol spelen. Maar dat dit ook hier een zeer zware uitdaging is, lijkt mij een understatement. Dat men initiatieven begint te ondernemen is uiteraard lovenswaar-dig.

PREVENTIE EN REPRESSIE

Het boek sluit af met een kritische analyse van het Belgi-sche deradicaliseringbeleid door Lieven Pauwels en Brice De Ruyver. Eerst leggen ze uit welke facetten een holisti-sche terrorismepreventie dient te bevatten. Daarna geven ze een historische schets van de aanpak van terrorisme in België. Uiteindelijk lichten ze twaalf antiterreurmaatre-gelen kritisch door, maar bij de meeste hebben ze zo hun twijfels. Ofwel hebben ze niet eens hun nut bewezen, of-wel waren ze reeds mogelijk, ofwel zitten de zaken een stuk complexer in elkaar, ofwel zijn ze ethisch bedenkelijk.

En wat doe je in gevangenissen? Hoe voorkom je de rekru-tering van andere gedetineerden? Het is geweten dat bij uitstek gevangenissen een leerschool in de criminaliteit zijn. Het klinkt dan gauw logisch om terroristen onder te brengen in aparte vleugels. Maar dan kunnen veroordeel-den samen verdere plannen smeden zoals de huidige top van IS deed in kamp Bucca in Irak.

Brecht Decoene

Patrick Loobuyck (red.), De lokroep van IS. Uitgeverij Pelckmans: 2015, 288 p., ISBN 9789028983618.

DEGEUS november 2015 > 43

BOEKENREVUE

Page 44: De Geus november 2015

De geschiedenis van mijn tandenValeria LuiselliValeria Luiselli is sinds de publicatie van haar debuut, Valse papieren, een soort cultfiguur geworden. Het boek was een verzameling overdenkingen, gecombineerd met reisverslagen en autobiografische elementen. Niemand minder dan Cees Nooteboom schreef de inleiding van de Nederlandse vertaling. Haar tweede boek was een roman, De gewichtlozen, waarin met dezelfde branie gefilosofeerd en gespeeld werd met feit en fictie. Dat laatste doet ze nu ook in haar nieuwe roman, hoewel De geschiedenis van mijn tanden een heel ander boek is dan de vorige twee.

De ontstaansgeschiedenis van de roman is speciaal. Luisel-li werd gevraagd om mee te werken aan een catalogus van een tentoonstelling die werd gehouden in Galeriá Jumex, een kunstgalerij net buiten Mexico-Stad. Aangezien de col-lectie van die galerij door Grupo Jumex, een vruchtensap-penfabriek, wordt bekostigd, kwam de auteur op het idee om de verschillende werelden van kunst en fabriek met elkaar te laten samenkomen. Luiselli heeft zich hiervoor gebaseerd op de Cubaanse traditie van de ‘tabaksvoorlezer’: om de monotonie van het werk te doorbreken leest een arbeider een roman voor aan de andere werknemers. De ge-schiedenis van mijn tanden werd in afleveringen geschreven voor een groep enthousiaste arbeiders van de vruchten-sappenfabriek. Hun commentaar, opmerkingen en eigen verhalen werden door de auteur vervolgens verwerkt in de tekst zelf. Daarom noemt Luiselli de uiteindelijke roman ‘een collectieve essay-roman over de productie van waarde en betekenis in de hedendaagse kunst en literatuur.’

Lolligheid mét een maatschappijkritische inslag. Ze mag dan wel hip zijn,

die Luiselli, ze stelt ook wel degelijk iets voor op literair vlak

De geschiedenis van mijn tanden is een fantasierijke schel-menroman over Gustavo Sánchez Sánchez, alias Snelweg, die de beste en invloedrijkste veilingmeester ter wereld wil worden. In een stijl die gelijkt op die van Laurens Sternes Tristram Shandy worden de doldwaze avonturen van Snel-weg beschreven. In navolging van ene Samuel Picknick,

BOEKENREVUE

DEGEUS

Page 45: De Geus november 2015

waarover Snelweg een artikel had gelezen, wil hij veel geld verdienen om zijn gebit te vervangen. Hij volgt cursussen in binnen- en buitenland en wordt effectief de beroemdste veilingmeester. Hij verdient een fortuin en wordt verzame-laar, onder meer van tanden van overleden beroemdheden. Op een dag koopt hij op een veiling de tanden van Marilyn Monroe en vervangt zijn eigen gebit door dat van haar. Op zijn beurt veilt hij dat gebit echter opnieuw, waardoor zijn zoon, genaamd Ratzinger, in het bezit van die tanden komt. Wat er verder gebeurt, kan nagelezen worden in de roman.

Het boek kan uiteraard op meerdere niveaus worden gele-zen. Het is een absurd en grotesk verhaal over een avon-turier. Een amusant boek waarin elk personage de naam krijgt van een kunstenaar of filosoof die echt bestaat of bestaan heeft. Daarom komen we Kafka, Dostojevski en Hô Chí Minh tegen. Maar ook minder bekende Spaansta-lige auteurs en beroemdheden krijgen een nieuw bestaan. Zelfs Álvaro Enrigue, Luiselli’s echtgenoot en schrijver, is in het boek een conducteur. Het is heel erg verleidelijk om elke naam die in het boek wordt gebruikt even te googelen. Luiselli gaat met deze naamsverwarring wel erg ver. Op een dag ontmoet Snelweg een zekere Pedro Menard. Deze Menard is een personage in het boek maar ook de verteller ervan. Heel bizar is het dan ook om in de colofon van het boek te lezen dat het copyright van de Nederlandse verta-ling eigendom is van uitgeverij Karaat en… P. Menard. Bovendien is de quote op de achterflap van Valse papieren geschreven door David Miklos. In De geschiedenis van mijn tanden is dat een personage.

Deze ontelbare geestigheden doen vergeten dat het boek ook een reflectie is op de commerciële omgeving waarin kunst zich bevindt en de (markt)waarde die kunst heeft. Luiselli heeft opzettelijk kunst uit de wereld van de high-brow gehaald en het kunstwerk uit het museum of literair pantheon verwijderd – een omgekeerd Duchampiaans proces, zoals ze zelf aangeeft in het nawoord. Maar ze laat Snelweg ook, nadat zijn Monroe-tanden opnieuw operatief werden verwijderd, wakker worden in een kamer met op elke muur een videoprojectie van een clown. Drie van die clowns vertellen Snelweg een filosofische paradox. Die pro-jectie is een bestaand kunstwerk dat wordt getoond in de Jumex Collectie. Daarbij zijn feit en fictie meteen verweven met kunst en filosofie. Van die projectie is bovendien, zoals ook bij W.G. Sebald gebruikelijk is, een zwart-witfoto op-genomen in het boek (zoals er nog van andere zaken foto’s zijn opgenomen).

Luiselli heeft een grappige én intelligente roman geschre-ven. Een experiment met een knipoog. Lolligheid mét een maatschappijkritische inslag. Sommige auteurs en filoso-fen die in deze roman als personage werden opgevoerd, kwamen trouwens, niet als personage maar als inspiratie-bron, al voor in Valse papieren: Rousseau, Robert Walser, W.G. Sebald.

De jonge Mexicaanse schrijfster heeft nu al drie boeken

op haar naam staan die elk op zich speciaal en uniek zijn. De geschiedenis van mijn tanden is geschreven in de vorm van een negentiende-eeuwse feuilletonroman en is op-pervlakkig gezien veel minder ernstig dan haar eerste twee boeken. Dat Luiselli’s boeken ook in verbinding met elkaar kunnen worden gelezen, toont aan dat ze een heel apart oeuvre aan het schrijven is. Ze mag dan wel hip zijn, die Luiselli, ze stelt ook wel degelijk iets voor op literair vlak.

Kris Velter

Valeria Luiselli, De geschiedenis van mijn tanden. Vertaling P. Menard. Uitgeverij Karaat: 2015, 208 p, ISBN 9789079770212.

© http://theatlasreview.com

DEGEUS november 2015 > 45

BOEKENREVUE

Page 46: De Geus november 2015

James Ensor EN DE FILOSOFISCHE LACH ALS VORM VAN VRIJ DENKEN EN REBELLIE

Tegen het cynisme van de macht en de hypocrisie van de goegemeente, is er altijd het verzet van onderuit mogelijk. Vaak in de vorm van het carnavaleske, het burleske: dit kynische verzet haalt het lagere omhoog, en het hogere omlaag. Het stelt de filosofische lach tegenover de dodelijke ernst van de macht. Het is het verzet van Diogenes en Tijl Uylenspiegel. Willem Elias plaatst James Ensor in deze traditie, en schildert een portret van de Oostendse grootmeester als een vrijdenkende rebel. Ook het ophefmakende werk van een hedendaags icoon van de Belgische schilderkunst, A Belgian Politician van Luc Tuymans, ademt deze kritische geest.

‘Het zal niet de laatste keer zijn dat een rebel, een ‘gek’, een ongewenst individu de trots wordt van de natie die hem vervloekte. De goegemeente kent weldra alleen nog de indrukwekkende naam die vereerd moet worden en heeft niet het benul om de ware betekenis te achter-halen. De staat gebruikt zijn grootste

kwajongens om er opgezette goden van te maken.’ Paul Haesaerts, 1949.

DE FILOSOFISCHE LACH

De filosofische lach is niet die van de vrolijkheid, verbonden aan vermaak en ontspanning. Hij is deze die naar

de rede van ons bestaan vraagt. En of die reden in onszelf te vinden is, dan wel in onze nood aan externe kicks. De filosofische lach staat dicht bij de droefheid. Droef om het voorspelbare moeten dat de existentie ons oplegt.

De filosofische lach is een vorm van

Ensor zou na een paar weken ingeschreven te zijn geweest als student geneeskunde er de brui aan gegeven hebben. Als herinnering aan deze ontgoocheling zou hij deze satire geschilderd en cadeau gedaan hebben aan de ULB, voorzien van een drol van eigen makelij. Er is evenwel niets dat deze anekdote kan bevestigen. © Museum voor Schone Kunsten Gent | www.lukasweb.be - Art in Flanders vzw, foto Dominique Provost’

46 > november 2015 DEGEUS

Page 47: De Geus november 2015

intelligentie, die overal kan opdui-ken. Dit soort humor, verwant aan de filosofische verwondering, brengt de ernst – die we denken nodig te hebben om ons in deze wereld recht te houden en onze sociale rol te torsen – aan het wankelen. De ernst met name van de doxa, de mening, van de macht, van de kenners, van de professoren, van de studiedagen, van alles wat orde brengt in ons leven. Deze lach valt de andere niet aan, maar is gericht op onszelf, als exemplaar van de gemeenschap, als dat wat ons vreemd is in onszelf, als het andere in onszelf.

Er zijn drie gemeenschappelijke di-mensies aan het verband tussen deze lach en de filosofie. Ten eerste zijn zowel de lach als de filosofische verwondering naïef in de zin dat ze vanuit een kinderlijke blik vertrek-ken. Er is een grote verwantschap tussen een filosoof en een clown, een kind gebleven volwassene. ‘Wat spook ik hier uit op de wereld?’, is de door beiden gestelde vraag. Deze problema-tisering van de existentie uit zich in de wankelbaarheid van het werkelijke, de precaire, zeg maar de structurele bestaansonzekerheid van het ik en de absurditeit van het sociale spel. De onbeslistheid van dit alles, maakt dat het onderscheid tussen het komische en het tragische moeilijk te trekken valt. Het gepolijste bewustzijn wordt ondermijnd, zoals opmerkingen van kinderen dat ook kunnen bewerkstel-ligen. Taalconventies worden in vraag gesteld. Dat is ook het geval met de vooroordelen die aan de basis liggen van ons spreken op een sociaal aan-vaardbare manier, waardoor we me-ningen voor waarheden gaan houden, vertrouwend op de autoriteit van de spreker.

Het tweede aspect bestaat uit wat we zouden kunnen samenvatten als de ‘speling’ die er op het woordgebruik zit. Het is lachwekkend te constateren dat taal en werkelijkheid niet samen-vallen, alhoewel dat zowat de definitie is van waarheid. Maar de taal schiet vaak tekort in het vatten van de wer-kelijkheid. Maar wat grappiger is, is dat de taal meer zegt dan we willen zeggen. Ze overtreft onze bedoeling.

De geestigheid, de zinspeling en het woordspel sluiten aan bij de filosofi-sche verwondering in het reflexieve verband dat er met de taal is, door een spanning binnen te brengen in de betekenis van de waarden. En meer nog, door het ontwrichten van de be-doeling om te betekenen. De gebruiks-regels die dienen om de taalspelen te structureren zodat mensen elkaar kunnen begrijpen, worden immers verdraait. We zeggen altijd meer dan we zouden willen. De relativiteit van het taalgebruik wordt dus duidelijk. De context, namelijk de omstandighe-den waarin men praat en wie met wie spreekt, is medebepalend. Betekenis-sen staan niet vast. In verschillende taalspelen kunnen de betekenissen sterk verschillen. Humor bestaat erin met de taalspelen grensoverschrijdend te spelen. Dat is wat ook de filosofie doet.

Ensor sluit nauw aan bij het burleske dat ons de wereld op zijn kop toont, vanuit

de veronderstelling dat die dichter bij de menselijke

werkelijkheid staat dan de realiteit die de machthebbers

ons wil voorhouden

Het derde verband is minder plezie-rig. Het is het verband met de dood, of beter nog met de eindigheid. Raar maar waar leven we ook in onze soci-ale relaties alsof alles oneindig is. We worden niet graag herinnerd aan de dood. In het licht van de dood is onze sociale drukdoenerij belachelijk. ‘Het kerkhof ligt vol met zij die zich on-misbaar achtten’, zegt de volksmond. Het geeft een andere kijk op sociale verplichtingen en hiërarchieën. Enkel de lach rest ons nog met de dood in de ogen. De lach als reactie van het levende lichaam.

ENSOR ALS VRIJDENKER

Op de vraag of men Ensor een vrijden-ker mag noemen, antwoord ik onmid-dellijk volmondig ja. Hij is immers een

belangrijk vertegenwoordiger van de avant-gardekunst van de negentiende eeuw. Met ‘belangrijk’ bedoel ik dat hij als een van de weinigen in België (tot op heden) mag aangeduid worden als een vernieuwer. Niet op de wijze waarop hij sporen vertoont van het impressionisme, hij was immers een kijkje gaan nemen naar de schilder-wijze van Turner. Wat meer als symbo-list, de stroming waartoe hij gerekend wordt. Het bestaat eruit om in schijn-baar wezenloze voorwerpen of ook mensen, een betekenis te laten opwek-ken die er in se niet in zit. Dat een schedel de dood symboliseert, is voor de hand liggend. Symbolisten zijn ech-ter uit op het geven van een ruimere algemene betekenis aan voorwerpen. Ook als het over mensen gaat. Geen vrijend paartje, maar De Kus, zeg maar de Liefde. Geen bange mens, maar de angst als dusdanig. Hierin mag Ensor bij de groten staan, internationaal.

Voorloper is hij echter vooral doordat, geboren in een bijna zo carnavaleske stad als Aalst, de voorwerpen die hij gebruikte om de wereld en het leven te symboliseren, maskers waren. Hier-door kondigt hij het expressionisme aan, omdat het masker per definitie (tenzij het een neutrale, enkel verlen-gende functie heeft) bepaalde gevoe-lens krachtig tot uitdrukking brengt.

Hij is er ook het voorbeeld door ge-worden van een soort Vlaams sur-realisme. Ook hier speelt het masker zijn rol. Het Franse surrealisme is literair en vandaar nogal geïnspireerd op het intellectuele van het taalspel. Het Vlaamse surrealisme vindt zijn voedingsbodem in de volkscultuur waartoe carnaval met zijn maskers behoort. Ensor sluit nauw aan bij het burleske als stijlfiguur, die zowel ver-want is aan het expressionisme in de zin van het kracht geven aan de uit-drukking, als aan het surrealisme dat ons de wereld op zijn kop toont, vanuit de veronderstelling dat die dichter bij de menselijke werkelijkheid staat dan de realiteit die de machthebbers, controleurs van waarheid en fatsoen, ons wil voorhouden. Uitgangspunt van het burleske is dat hoe groot de geest toch wezen kan, hij voortspruit uit de

DEGEUS november 2015 > 47

CULTUUR

Page 48: De Geus november 2015

materialiteit van het lichaam dat zoals een machine functioneren moet. Deze gedachte ondermijnt in grote mate elke hoogdravendheid.

Zoals gesteld, mag James Ensor als een vrijdenker bekeken worden omdat hij tot de avant-garde behoort. De avant-garde is in de negentiende eeuw de naam voor de heroïsche kunstenaars die het als hun maatschappelijke taak zagen een sociale boodschap uit te dragen. Zij zochten in hun kunst hiervoor een geschikte, vernieuwende vorm. Zij gingen in tegen de geves-tigde meningen van de goegemeente, van de burgerij en de gezagsdragers. Hierin lag hun vrijdenkersschap. In het voetspoor van de Verlichting wer-den ze het model van de nieuwe mens die zonder God noch gebod zichzelf als waardemeter nam. Men zou dit als een definitie van ‘humanisme’ kun-nen beschouwen. Ensor past daar vol-ledig in.

ENSORS (ANTI-)RELIGIEUS WERK

Deze stelling wordt echter onder-mijnd door kunstwetenschappers die aan het tellen zijn geslagen. Van de 856 schilderijen die Xavier Tricot in de catalogue raisonné vermeldt, zijn er 111 met een religieuze thematiek, doorgaans bevestigd door de titel. Dat zo’n 13% van zijn schilderkunstig oeuvre de katholieke godsdienst als onderwerp heeft, laat Herwig Tods van het KMSKA besluiten dat dit religieus werk zou moeten bestudeerd worden. Waar ondertussen ook een aanvang mee genomen is.

Hier stelt zich een interessant inter-pretatief probleem. Is de interesse voor dit thema een bewijs van een zekere vroomheid van Ensor? Of zit er een kritiek in vervat, gezien de grote maat-schappelijke impact die de godsdienst tot aan WO II nog heeft? Allicht de tweede mogelijkheid, vermits we bij Tods lezen dat uit zijn briefwisseling en interviews blijkt dat Ensor niet gelovig was. Een dergelijk groot aantal religieuze werken in een periode waar-in dat genre sterk achteruitging, is dan ook verdacht. In de catalogus van haar tentoonstelling, Religieuze Thematiek in

de Beeldende Kunst, schrijft toenmalig conservator van het KMSKA, Lydia Schoonbaert, dit toe aan de achteruit-gang van het aantal opdrachtgevers. Deze verklaring moet men ook vanuit een ander standpunt zien. Avant-gardekunstenaars zijn niet meer bereid maatschappelijke macht of religieuze figuren te bevestigen. Courbet wou geen engelen schilderen omdat hij er nooit een gezien had. De kardinalen van Bacon passen niet in het Vaticaan. Men kan zich ook de vraag stellen waarom, kunsthistorisch, de categorie anti-religieuze kunst niet gebruikt wordt.

James Ensor mag als een vrijdenker bekeken worden

omdat hij tot de avant-garde behoorde. Deze heroïsche

kunstenaars gingen in tegen de gevestigde meningen

van de goegemeente, van de burgerij en de gezagsdragers

Hier zit nog een ander aspect van het (anti-)religieuze werk van Ensor. Hij wil de menselijke kant van de religie tonen. God heeft de mens niet gescha-pen, maar de mens God. Zo komt de Christusfiguur heel vaak voor in zijn werk. Ensor stelt hem voor als een mens met veel smarten. Daarenboven identificeert hij zichzelf met Christus. Hij voelt zich gekruisigd en gehoond door de negatieve uitlatingen van de kunstcritici. Dit is één van de moge-lijke interpretaties van zijn beroemde Intrede van Christus te Brussel, naast kritiek op de lichtgelovigheid van zijn tijdgenoten, de zelfvoldane verwaand-heid van de burgerij en haar gezagdra-gers. Daarenboven bevat het schilderij een verwijzing naar een mogelijke sociale omwenteling.

KRITIEK OP MENS EN MACHT

Deze kritiek op de menselijke aard zit in veel van zijn werken. In Skeletten vechten voor een pekelharing, bijvoor-beeld. Zelfs na de dood is er nog te bekvechten voor iets luttels als een

haring. Ook een mooie knipoog naar zijn naam: ‘Ars Ensor’ klinkt als ‘Ha-reng Saur’, pekelharing. Die kritiek op de mens en de macht vindt men ook in Alimentation doctrinoire, waarin kerkelijke en wereldlijke gezagsdragers letterlijk op de hoofden van het gepeu-pel hun gevoeg doen.

Een apart verhaal is dat van Les mau-vais médecins. Op het doek ziet men dokters, op één na herkenbare profes-soren van de ULB, die zeer bedenke-lijke medische praktijken uitvoeren, meer gelijkend op de bedrijvigheid in de slagerij. De Oostendenaar, dr. René Bourgain, betreurde hoogleraar in de geneeskunde aan de VUB, placht hier-omtrent een eigenaardige anekdote te vertellen. Ensor zou na een paar weken ingeschreven te zijn geweest als student geneeskunde er de brui aan gegeven hebben. Als herinnering aan deze ontgoocheling zou hij deze satire geschilderd en cadeau gedaan hebben aan de ULB, voorzien van een drol van eigen makelij. ULB Ensor-deskundige, Vincent Heymans, heeft geen weet van een dergelijke inschrijving in de geneeskunde. Evenmin van de rest van het verhaal overigens.

Dr. Paul Vandervelde, geneeskun-deprofessor aan de ULB, zou het als eerste gekocht hebben. Het werd tot tweemaal toe doorgegeven aan jongere collega’s, zodat het tot 1983 enkel op universitaire bureaus zichtbaar was. In dat jaar wordt het schilderij aan de universiteit geschonken en verhuisde het naar het rectoraat. In 1992 werd het voor het eerst aan het publiek ge-toond in een tentoonstelling van Ga-lerie Ronny Van de Velde. Dus een ge-lijkaardig verhaal als dat van L’origine du monde, dat ook een honderdtal jaar niet voor het publiek bestemd was. De ULB schijnt nog steeds niet happig te zijn om het uit te lenen. Misschien omdat de kritiek actueel blijft? Ensor kende de medische wereld omdat hij bij de ULB-professor Ernest Rousseau op kot zat. Zijn zoon, die dezelfde naam droeg, was de boezemvriend van Ensor. De professoren die erin voor-komen zijn Joseph Sacré, Jean-Joseph Crocq, Guillaume Rommelaere, Jules-Adrien Thiriar en Emile Yseux.

48 > november 2015 DEGEUS

CULTUUR

Page 49: De Geus november 2015

HET FILOSOFISCHE LACHEN VAN ENSOR

Dit anarchisme past volledig in de geest van de tijd. We weten er te wei-nig over om in te schatten welke rol het binnen het vrije denken gespeeld heeft. De satirische lach wordt door Ensor meesterlijk in beeld gebracht. Teruggrijpend op de theoretische in-leiding van deze tekst, kan men zijn werken onderbrengen binnen een facet van de filosofische lach. De wanhoop van Pierrot (1892) toont de in Pierrot verklede Ernest Rousseau junior, die er mistroostig bij staat. Hij bevindt zich als brave lieve clown tussen de maskers van de vijandige, scurriele ouderen. Dit wordt nog het meest gesymboliseerd door de vader, die rechts op het schil-derij te zien is. Links bemerk je dat hij zijn goede vriend Ensor van de gekte wil bevrijden door de kei der zotheid uit zijn hoofd te snijden. Dit vertegen-woordigt de clown als eeuwige kinder-lijkheid binnen de filosofische lach. Er wordt ingespeeld op de bestaanson-zekerheid en de moeilijkheid om een eigen weg te vinden doorheen de soci-ale druk, wat tot wanhoop drijft.

In het voetspoor van de Verlichting werden ze

het model van de nieuwe mens die zonder God

noch gebod zichzelf als waardemeter nam

Het tweede aspect van de filosofische lach vinden we terug in De intrige (1890). Een doek vol maskers wijst erop dat er niet vanuit een authenti-citeit gesproken wordt, maar dat onze woorden deel uitmaken van de mas-kerade. De taal valt geenszins samen met de werkelijkheid. Van ‘waarheid’ kan dus geen sprake zijn. En laten we Nietzsche van stal halen. Achter een masker zit geen identiteit, maar een andere maskering. Ensor toont ons de variëteit. De speling die aan het spre-ken verbonden is – we zeggen steeds teveel of te weinig – brengt ons in een gemaskeerde wereld waarin we rollen spelen en de hel de anderen zijn. Sartre had deze gedachte kunnen vinden door

naar Ensor te kijken. Hoe dan ook wordt elke zekerheid ontwricht.

Het derde aspect van de filosofische lach is voortdurend aanwezig in het oeuvre van Ensor: de dood. We leven alsof het oneindig zal duren, maar het omgekeerde is het geval. We kijken steeds de dood in de ogen. De soci-ale drukdoenerij is belachelijk. Een geschikt werk is hier Skelet-schilder (1897) waar we Ensor als schilderend skelet zien. Het werk is zo treffend omdat de herkenbare foto nog bestaat en we dus zeker weten dat het om een zelfportret gaat.

VAN DE BULDERENDE LACH VAN ENSOR NAAR DE IRONISCHE GLIMLACH VAN TUYMANS

We besluiten graag met de bevestiging dat we James Ensor best eren als een vrijdenkende rebel die zijn tijdsgenoten op de verfkorrel genomen heeft. Is het burleske de enige weg om die filosofi-sche lach mee uit te drukken? Zeker niet. Vandaag draagt een boek over Belgische kunst steevast de titel: Van Ensor tot Tuymans. En inderdaad, ook bij onze huidige grootmeester speelt de filosofische lach een grote rol, zij het op een geheel andere wijze. Bij Ensor is dat een bulderende lach vanuit de buik, bij Tuymans een ironische glim-lach op de lippen.

Toen de commotie begon over het pla-giaat rond het schilderij dat vertrekt van een foto van Jean-Marie Dedecker, leek het argument dat het om een pa-rodie ging me wat aan het haar getrok-ken. Maar het stemde me tot naden-ken en ik kreeg een andere kijk op twee werken uit zijn oeuvre die ik nooit ten volle begrepen had: Koning Bou-dewijn – mwana kitoko en het portret van Koningin Beatrix, H.M. ‘Mwana kitoko’, de ‘mooie blanke man’, staat er allesbehalve mooi op, maar eerder als een onwennige, te jonge man met een uniform dat wat op de groei gemaakt is. De connotatie met kolonialisme en de problemen van dien is overduidelijk. Men kan het zonder moeite als een parodie zien. Hetzelfde geldt voor het portret van Koningin Beatrix. H.M., hare majesteit, is alles behalve majes-tueus geconterfeit, maar eerder als een

wereldvreemd geworden oude dame die angstig en argwanend om zich heen kijkt. De titels zijn belangrijk in het oeuvre van Tuymans. Hij is immers een vertegenwoordiger van een schil-derkunst die conceptueel geworden is, die aan de voorstelling een beteke-nis meegeeft die meer is dan enkel de verwijzing naar de realiteit, in casu koning(in) te zijn. Deze schilderijen horen terecht thuis in een museum, niet in een paleis.

Ensor wil in zijn (anti-)religieuze werk de

menselijke kant van de religie tonen. God heeft de mens niet geschapen,

maar de mens God

Als men dit toepast op A Belgian Poli-tician, het portret dat geen portret is, dan is ook de parodie een voor de hand liggende interpretatie. Wat kan men beter nemen dan de zelfgenoegzame, pedante kop van Jean-Marie Dedecker, die te pas en ten onpas stommiteiten uitkraamt, platitudes aan de lopende band, wanneer men een kritiek wil formuleren op het lage niveau van sommige Belgische politici? En de pa-rodie van het schilderij is inderdaad het verschil met de foto. De fotografie is uitgevonden als gevolg van de zoek-tocht van schilders om natuurbeelden te bewaren. Dat is de zaak dus niet. Hier zit het verschil tussen het weerge-ven van de realiteit zoals de fotografie dat in dit geval gedaan heeft, vanuit een leuke invalshoek, en Tuymans die het opneemt in zijn gedempt kritisch oeuvre. Dit aspect heb ik neo-symbo-lisme genoemd omdat deze schilder-wijze symbolische betekenissen mee-geeft aan objecten of mensen die voor iets staan. Deze schilders knipogen eerder naar Spilliaert dan dat ze hun hoed afnemen voor Ensor, maar het blijft een vergelijkbare benadering. Dit alles om te zeggen dat vrij onderzoek ook in artistieke aangelegenheden een heel belangrijke attitude is.

Willem Elias

DEGEUS november 2015 > 49

CULTUUR

Page 50: De Geus november 2015

Ook dit gaat voorbij‘Er zijn dagen dat ik de adem van mijn doden in mijn nek voel, als een stille en trotse kracht die me vooruitduwt, maar er zijn andere dagen dat er vóór en achter me slechts ravijnen liggen’.

(Uit Ook dit gaat voorbij, Milena Busquets, Meulenhoff, 2015)

November … De Herfst blaast door de bomen. De warmte van de herfstkleuren lijkt de dalende temperaturen te willen compenseren. Dan blaast de Herfst harder en harder, op de hielen gezeten door de Winter.De diep-oranje, rode, bruine tinten verdwijnen – het lijkt voor altijd – uit het landschap. Winter komt …

Ik weet niet hoe het voor u is, dames en heren, maar het voelt voor mij wel goed en juist dat we in onze contreien en klimaat, net dan samen stilstaan bij de dood en de do-den. Alhoewel elkeen die rouwt natuurlijk weet dat gemis, leegte en nostalgie (net zomin als blijheid, uitgelatenheid of verliefdheid) niet aan één seizoen of weertype gekop-peld zijn. Ook dat aan rouwen geen eind komt, zoals ons vroeger wél werd voorgehouden, weten we dankzij Johan Maes en andere ‘Rouwdenkers’ (en bij nabestaanden door eigen ervaringen) al een hele tijd. Rouw is iets wat aan je kleeft. Het is iets dat bij je blijft, net als een litteken na een brandwonde of een glimlach na een goeie film. Want de herinneringen aan een gedeeld leven met een dierbare die gestorven is, zijn even blijvend als het gemis dat nooit meer weggaat.

Raar toch eigenlijk, om ten volle te beseffen dat wij men-sen hier een tijdlang op deze Grote Wereldbol rondhollen en dan voor een schier oneindige tijd weer verdwijnen. Verdwijnen in de stilte die er ook al was alvorens we gebo-ren waren; even afwezig als na onze dood.

Sommigen van ons overleven in de herinneringen van degenen die ons beminden, betreurden, haatten of ver-droegen, en dat zelfs enkele generaties lang.

Na de dood leven we verder in enkele gevleugelde uitspra-ken, in karaktertrekken die kleinkinderen onbewust in hun prille jeugd hebben overgenomen, in recepten voor overheerlijke gerechten die enkel wij zó goed konden ma-ken, in de wijze waarop we over de schouder heen blijven kijken van wat ‘ze’ doen met het geld dat we hen nalieten,

of in nog zoveel meer Dingen en Dingetjes …

Na enkele generaties verworden we tot een vage foto (van-af nu dankzij de digitale foto’s en filmpjes zal ons tweedi-mensionaal beeld scherper en levendiger blijven bestaan), een naam uit het verleden of een glimlach in het hart of op het aangezicht van een bejaarde man of vrouw.

Enkele namen overleven deze wreedaardige Tand des Tijds die eenieder vermorzelt en de wereld weer schoonveegt voor de komst en het daaraan inherente adieu van nieuwe Mensen, Dieren en Dingen. Maar zelfs degenen wiens naam en faam ogenschijnlijk blijft bestaan, ontsnap-pen niet aan de vergankelijkheid. Ook Socrates, Lady Di of Toon Hermans zijn verworden tot herinneringen aan slechts een schim van wie ze bij Leven waren.

Het bovenstaande is voor vele rouwenden een absoluut ondraaglijke gedachte. Dat zó geliefde mensen zó voor altijd weg kunnen zijn. Vanaf de dag van hun overlijden steeds verder weg, verdwijnend in de broze en vergankelijke herinneringen van hun naasten. Want zeg nu zelf, beste lezer(es), misschien weet u nog best veel over uw opa of bomma, maar kan u langer dan drie minuten vertellen over hún ouders ? En ook dat waren unieke en misschien intens geliefde, waardevolle mensen.

Tijd voor een acute en gemeenschappelijke depressie? Ach neen … Misschien kunnen we troost vinden in het gegeven dat het Leven het wint van de Dood? Er komen na ons steeds nieuwe en andere mensen, verhalen, evoluties, … Deze dag is immers het verleden van morgen en de toe-komst van gisteren. Alles gaat – tot nu toe – toch gelukkig verder… en we kunnen enkel ons best doen om elke dag iets verder te bouwen aan een betere wereld. Een beetje melig misschien, maar alleszins iets wat ons efemere leven glans geeft.

Onze overledenen zijn met zoveel meer dan wij, leven-den. Volgens een voorzichtige (en nu reeds gedateerde) schatting van Prof. Haub (Population Reference Bureau) in 2002 hebben er sinds het begin der tijden ongeveer 106,5 miljard mensen onze wereldbol bevolkt. Degenen die we gekend hebben, kunnen we enkel eren in overeenstem-ming met wat ze tijdens hun leven betekend hebben. Uit respect, nostalgie én omdat de herinnering aan liefdevolle, bekwame, warme en wijze mensen ons tot rijkere en betere mensen maakt.

Winnie Belpaeme

50 > november 2015 DEGEUS

CODA

Page 51: De Geus november 2015

AALSTWOENSDAG 25 NOVEMBER 2015, 20:00

Het onderwijs van vandaag voor morgen

Raymonda Verdyck

HVV AALST I.S.M. VZW VRIENDEN VAN HET GO!

Vlaanderen lijkt fier op zijn onderwijs. Is dat terecht? Bereidt ons onderwijs nog voor op de maatschappij van vandaag en mor-gen? Hoe kunnen we via het onderwijs con-curreren in de mondiale economie? Geven ASO, TSO, KSO en BSO en zelfs het hoger onderwijs nog voldoende kansen in de snel evoluerende samenleving? Gaan de hervor-mingsplannen wel diep genoeg?

Deelname: € 2 / € 1 kansenpas.

Info en inschrijving:

Frederic Caytan - [email protected].

Locatie: Netwerk, Houtkaai, Aalst.

BRAKELDONDERDAG 19 NOVEMBER 2015, 20:00

Voordracht ‘Preventieve hartscreening’

Pedro Brugada

WILLEMSFONDS BRAKEL I.S.M. SPORTDIENST BRAKEL

Prof. dr. Pedro Brugada komt vertellen over preventieve hartscreening en waarom dit in België zo moeilijk gaat. Minister van Staat Herman De Croo leidt de avond in.

Deelname: € 3 leden / € 4 niet-leden.

Info en inschrijving: Gaston Cosyns

[email protected] - 0477 58 82 16.

Locatie: gemeentelijke sporthal, Jagersstraat 64a, Brakel.

DEINZEVRIJDAG 13 NOVEMBER 2015, 19:30

Algemene ledenvergadering met etentje

WILLEMSFONDS DEINZE

Graag nodigen wij alle leden uit op onze jaarlijkse algemene ledenvergadering, dit jaar opnieuw in restaurant Au Bain Marie, prachtig gelegen aan de Leie in Astene.

Menu: aperitief van het huis met hapjes / Kabeljauw, tomaat, kappertjes, mozzarella / Filet van hert, savooi, veenbes, aman-delkroket / Sao Thomé chocolade, mascar-pone, griotte, sponge cake / Koffie.

Deelname: € 50 (incl. aperitief, wijn, water en koffie).

Info en inschrijving: Annie Mervillie

[email protected] - 0476 46 67 26

of Bart Provijn - [email protected]

0474 07 83 79.

De inschrijving is pas definitief na overschrijving op het

rek. nr. BE52 4427 6014 8109 van WF Deinze.

Locatie: restaurant Au Bain Marie,

Emiel Clauslaan 141, Astene (Deinze).

DENDERLEEUWDONDERDAG 26 NOVEMBER 2015, 14:00

Ierland, een verscheurd land met een verscheurende geschiedenis

Luc Vernaillen

HVV DENDERLEEUW

Het huidige Ierland, een eiland gedeeld tus-sen twee landen en ook nog eens intern verdeeld tussen twee godsdiensten, kan al-leen maar begrepen worden vanuit haar ge-schiedenis: de eeuwenlange strijd tussen de Keltische inwoners en de groepen die later kwamen, Noormannen, Anglo-Normandi-ers en voornamelijk Schotse protestanten, heeft het land in bloed gedrenkt en haar huidige unieke cultuur maar ook tegenstel-lingen vorm gegeven. In deze lezing zal his-toricus Luc Vernaillen niet alleen aantonen hoe belangrijk het verleden is om het heden te begrijpen, maar ook hoe godsdienstig fa-natisme een samenleving kan verzieken en het vreedzame samenleven tussen buren en zelfs familieleden onmogelijk kan maken.

Deelname: € 4.

Info en inschrijving: Marie-Thérèse De Schrijver

053 66 99 66 - [email protected]

www.hvv-denderleeuw.be.

Locatie: ’t Kasteeltje, Stationsstraat 7, Denderleeuw.

Voortaan verschijnt de nieuwsbrief tweemaandelijks. In deze nieuwskatern vindt u de activiteiten terug van november & december 2015.De volgende nieuwsbrief januari/februari verschijnt op 2 januari 2016. Bijdragen hiertoe worden ten laatste op 5 december verwacht op onze redactie.

DEGEUS november 2015 > 51

MAGAZINE VRIJZINNIGE ACTUALITEIT OOST-VLAANDEREN

NIEUWSBRIEF

Page 52: De Geus november 2015

EEKLOVRIJDAG 20 NOVEMBER 2015, 20:00

775 jaar vrijzinnigheid in het Meetjesland

GRIJZE GEUZEN EEKLO

Opening van de tentoonstelling 775 jaar vrijzinnigheid in het Meetjesland in het kader van 775 jaar Eeklo.

Gratis toegang. Info en reservatie:

[email protected] - 0495 32 20 71.

Locatie: Openbare bibliotheek, Molenstraat 36, Eeklo.

WOENSDAG 9 DECEMBER 2015, 14:00

Filmnamiddag ‘The Imitation Game’

GRIJZE GEUZEN EEKLO

Gelegenheid tot babbel achteraf met koffie en taart.

Deelname: € 7.

Info en inschrijving (vóór 2/12): Freddy Van Weymeersch

[email protected] - 0495 32 20 71.

Locatie: CC De Herbakker, Pastoor de Nevestraat 10, Eeklo.

EVERGEMVRIJDAG 20 NOVEMBER 2015, 19:30

Dag van de migrant, gastland Italië

VERMEYLENFONDS EVERGEMZoals ieder jaar organiseert VF Evergem in het kader van de internationale dag van de migrant een onvergetelijke avond.

Denk maar terug aan gastlanden Senegal, Mexico, Brazilië, Peru en Griekenland. Dit jaar genieten we een volledige avond van de geneugten van Italië. We krijgen een lek-ker Italiaans menu met aperitivo, antipasti, insalate, paste, carne, pesce, … Muzikale omkadering door een Italiaanse band!

Deelname: € 28 (excl. drank).

Info en inschrijving (vereist): Gilbert Roegiest

[email protected] - 0479 79 34 79 of

Chris Coene - [email protected] - 0499 13 41 19.

Locatie: Zaal Germinal, Velodroomstraat 25, Evergem.

DONDERDAG 31 DECEMBER 2015, 19:00

Oudejaarsavond voor singles en mensen met een laag inkomen

VERMEYLENFONDS EVERGEMDe vrijwilligers van Vermeylenfonds Ever-gem geven jaarlijks het beste van zichzelf om mensen met een laag inkomen en sin-gles een onvergetelijke oudejaarsavond te bezorgen.

Deelname: nog niet gekend bij het ter perse gaan

van dit nummer.

Info en inschrijving: Gilbert Roegiest

[email protected] - 0479 79 34 79.

Locatie: Zaal Germinal, Velodroomstraat 25, Evergem.

GENTZONDAG 1 NOVEMBER 2015, 15:00

Herdenkingsplechtigheid

FENIKS I.S.M. HUISVANDEMENS GENT

Elk jaar wordt het najaar in Oost-Vlaan-deren gekleurd door vrijzinnig-humanis-tische herdenkingsplechtigheden van de huizenvandeMens, in samenwerking met Feniks vzw. Op zondag 1 november vinden er twee herdenkingsplechtigheden plaats: in de crematoria Heimolen (Sint Niklaas) en Westlede (Lochristi). We nodigen u graag uit om samen stil te staan en al wie ons dierbaar is, te herdenken. De plech-tigheid in Gent worden muzikaal begeleid door Koen de Cauter.

Gratis toegang.

Info en inschrijving: [email protected] - 09 233 52 26.

Locatie: Crematorium Westlede,

Smalle Heerweg 60, Lochristi.

WOENSDAG 4 T.E.M. ZATERDAG 7 NOVEMBER 2015

Theaterfestival voor kinderen: Klein Festijn

WILLEMSFONDS GENT VZW I.S.M. THEATER I-LUNA (I-LUNA GROUP)

Drie nieuwe kindervoorstellingen, een cre-atieve introductie en workshops op maat doen de kilte van de herfst snel vergeten. Naast de voorstellingen is er voor mama en papa een hartverwarmend gratis muzikaal verrassingsprogramma tijdens de work-shops. Muziek met een biologisch en/of fairtrade hapje. Een festival voor kleuters, kinderen en volwassenen in hartje Gent!

4 november 2015 10:30 Schatje en Scheetje (3-6j.)14:30 Drakenjacht (3-7j.)

5 november 201510:30 Drakenjacht (3-7j.)14:30 De Olifant Valt Niet Altijd Door Het Dak

(8-12j.)

6 november 201510:30 De Olifant Valt Niet Altijd Door Het Dak

(8-12j.)

7 november 201510:30 Schatje en Scheetje (3-6j.)

Deelname: creatieve introductie: gratis / theater: € 8,5

(korting voor WF-leden, werklozen, studenten,

mensen met een beperking) /

workshop: € 14 (incl. hapje en drankje).

Info: www.theater-i-luna.be. Inschrijving:

www.uitbureau.be - 09 233 67 86.

Locatie: Lakenmetershuis, Vrijdagmarkt 24-25, Gent.

52 > november 2015 DEGEUS

AGENDA

Page 53: De Geus november 2015

VRIJDAG 6 EN ZATERDAG 7 NOVEMBER 2015, 20:00

Theater: NAAKT!

WILLEMSFONDS GENT VZW I.S.M I-LUNA JONG (I-LUNA GROUP)

Luna Jong gaat voor de eerste keer helemaal naakt! In aparte groepjes maakten de ac-teurs een aantal éénakters. Ze maakten die zélf, met een minimum aan begeleiding, om centen op te halen voor hun aanko-mende nieuw productie 4:04. Drie thea-terprojecten afgewisseld met muziek van jonge singer-songwriters staan te trappelen u te verrassen.

Deelname: € 5 WF-leden (en werklozen, studenten,

mensen met een beperking) / € 7 niet-leden.

Info en inschrijving: [email protected]

www.theater-i-luna.be/Luna_Jong.html.

Locatie: Lakenmetershuis, Vrijdagmarkt 24-25, Gent.

DINSDAG 10 NOVEMBER 2015, 13:30

Strijkkwartet nr. 10 - Ludwig Van Beethoven

Muziekclub ‘Capriccio’

UPV GENT

Deelname: € 10.

Info en inschrijving: Geert Boxstael - 0496 53 99 76

[email protected]. Overschrijving op rek. nr.

BE 28 671 121 826 920 van UPVGent-Eeklo - Geert Boxstael

met vermelding: UPVGent-Eeklo, datum en onderwerp.

Locatie: Hofstraat 353/0001, Gent.

WOENSDAG 11 &

ZONDAG 15 NOVEMBER 2015, 20:00

Toneelvoorstelling ‘Bottoms Up’

WILLEMSFONDS GENT VZW I.S.M. TONEELGROEP ONGEHOORDT

Sinds 2002 biedt de Gentse holebi-toneel-groep Ongehoordt een platform aan hole-bi-toneelspelers om teksten met een hole-bi-thema te brengen voor een zo groot mo-gelijk publiek. Aanvaarding en begrip voor elkaar kan alleen komen als we elkaar be-ter begrijpen en anderzijds hebben holebi’s nood aan verhalen waarin ze zichzelf her-kennen, verhalen over thema’s waar ze mee bezig zijn of gewoon een podium waar ze zichzelf kunnen zijn. In het Lakenmeters-huis stellen ze trots hun nieuwe productie Bottoms Up, een holebikomedie, voor.

Wanneer Boudewijn op dezelfde dag z’n huis, z’n geld en zijn lief kwijtraakt, krijgt hij plots een verrassend voorstel van twee heren … Zal hij erop ingaan en wordt het ‘Bottoms Up’?

Deelname: € 10 WF-leden / € 12 niet-leden.

Info: www.ongehoordt.be. Inschrijven:

[email protected].

Locatie: Lakenmetershuis, Vrijdagmarkt 24-25, Gent.

VRIJDAG 13 NOVEMBER 2015, 20:00

Vernissage ‘Batik - De fascinerende wereld

van Rita Trefois’

KUNST IN HET GEUZENHUIS

Wie Rita Trefois kent, weet dat batik haar techniek is. En wie Rita de laatste jaren van dichtbij gevolgd heeft, weet ook dat haar realisaties meer geworden zijn dan wall hangings of wandkleden. Haar batikwerken zijn vandaag multimediale schilderijen. Oosterse culturen en weidse landschappen ver weg of dichtbij huis beïnvloeden vaak haar composities.

Rita stelde tentoon in meerdere Europese landen, in de Verenigde Staten, Japan, Ma-leisië, China en Indonesië. Zij is ook een vaak gesolliciteerde spreker op internatio-nale conferenties en symposia met betrek-king tot textiel en meer bepaald batik. Ze geeft les in eigen atelier en treedt als gast-docente op in binnen- en buitenland.

In 2010 werd haar boek Fascinerend batik - Techniek en praktijk gepubliceerd en ver-taald in het Engels en het Frans.

De vernissage wordt ingeleid door Frank Thibau.

De tentoonstelling loopt van 14 t.e.m. 22 november 2015.

Openingsuren: weekdagen van 9:00 tot 16:30 (graag een

seintje vooraf) en op zaterdag/zondag van 14:00 tot 17:00.

Gratis toegang.

Info en inschrijving: KIG - [email protected]

09 220 80 20.

Locatie: Geuzenhuis, Kantienberg 9, Gent.

DINSDAG 17 NOVEMBER 2015, 13:30

Lulu – Alban Berg (naar aanleiding van ‘opera

in de cinema’)

Muziekclub ‘Capriccio’

UPV GENT

DEGEUS november 2015 > 53

AGENDA

Page 54: De Geus november 2015

Deelname: € 10.

Info en inschrijving: Geert Boxstael - 0496 53 99 76

[email protected]. Overschrijving op rek. nr.

BE 28 671 121 826 920 van UPVGent-Eeklo - Geert Boxstael

met vermelding: UPVGent-Eeklo, datum en onderwerp.

Locatie: Hofstraat 353/0001, Gent.

DINSDAG 17 NOVEMBER 2015, 19:00

Uitreiking Beraberprijs

Fikry El Azzouzi

WILLEMSFONDS I.S.M. STUDIUM GENERALE EN UTV

De Beraberprijs is een prijs voor de ouders van een pas in het hoger onderwijs afge-studeerde jongere met een andere etnisch-culturele achtergrond.

We starten om 19:00 met een muzikale receptie. Om 20:00 begint de uitreiking. Daarna volgt een optreden van auteur en columnist Fikry El Azzouzi. Hij schreef spe-ciaal voor deze gelegenheid een stuk over culturele identiteit en het multiculturele ik.

Gratis toegang, reservatie gewenst.

Info en inschrijving (vóór 12/11):

[email protected] - 09 224 10 75.

Locatie: zaal Miry van de HoGent, Hoogpoort 64, Gent.

DINSDAG 17 NOVEMBER 2015, 19:30

Filosofisch gesprek: ‘Kunnen we iets leren uit de geschiedenis?’

HVV ZAHIR GENTLaten we beginnen met de historici. Zijn zij objectieve verslaggevers of ‘gekleurde’

verhalenvertellers? Zijn cijfers, data, uren niet de enige zekerheden? Kunnen we zon-der kennis/interpretatie van het verleden? Hoort het hoe dan ook tot de noodzakelijke kennis? Wat betekent deze kennis voor ons? Is zij louter de zoveelste aanvulling op de vele informatie waarover we reeds beschikken of kunnen/willen we er ook iets uit leren? Waar heeft de kennis van de geschiedenis ons gevormd, onze mening bepaald, ons gedrag – positief – beïnvloed? Volgt op de vraag of we iets kunnen leren uit de geschiedenis een kordaat ‘neen’ of eerder een ‘ja, maar’?

Kom je filosofische bedenkingen met ons delen!

Gratis toegang.

Info en inschrijving: gustaaf de meersman

[email protected] - 09 330 35 77.

Locatie: Geuzenhuis, Kantienberg 9, Gent.

DONDERDAG 19 NOVEMBER 2015, 14:00

Filmcyclus over zingeving en trots: ‘Il y a longtemps

que je t’aime’

GGG, FENIKS, HUISVANDEMENS GENT

Een film over het zware gewicht van gehei-men, reïntegratie na het leven in de gevan-genis, de schaduw van het verleden, moe-

derliefde, moord, familie … en de soms zo vage grens tussen Goed en Kwaad.

Na de film volgt een nabespreking met gastspreker Tania Ramoudt, de coördinator van de Stichting Morele Bijstand aan Ge-vangenen. De filmvoorstelling valt in de Week van de Gevangenis.

Gratis toegang, reservatie gewenst.

Info en inschrijving: huisvandeMens

[email protected] - 09 233 52 26.

Locatie: Geuzenhuis, Kantienberg 9, Gent.

VRIJDAG 20 T.E.M ZONDAG

22 NOVEMBER 2015, 20:00

AFSCHIETskoenfeeranse

WILLEMSFONDS GENT EN ‘T SPELLEKE VAN DREI KLUITEHet wordt een ‘The very best of’ met hoog-tepunten uit het repertoire van het unieke politiek-satirische gezelschap, dat dit jaar zijn dertigjarig bestaan viert. Tekstfoernis-seur en regisseur Freek Neirynck scherpte zijn pen alweer om één en ander af te schie-ten in de Arteveldestad. Hoofd(d)drolspeler Luk Pierke Pierlala De Bruyker mag ook weer van zijn laate geeve tegen allerlei mis-toestanden en politieke kroenkels.

Verder met: Vaaste Bende (Jan Sif Meziek Gorleer), Freddy Dreupelmans Claeys, Peter Ziereluuper Van Haelter, Ubeer Koempeer Van Rietvelde, Ruben en Wouter Van Rietvelde, Bénédicte Verhegghen, Marie-Paule Vermeu-len, Peter De Bosschere en Patrick Fakkel.

Themata van deze koenfeeransse zijn: de koowaliese en de oopoziese, de rosse buurt en de mobiliteit elders in de stad, de méér en meer multiculturele samenleving, de besparingen en de afbouw van de levens-kwaliteit van de Gentenaars … Zoals de Gentse pers onlangs meldde is dit de al-lerlaatste koenfeeranse van ’t Spelleke van Drei Kluite. Vandaar de titel.

Voorstellingen op 20 en 21/11 om 20:00,

zondag 22/11 om 15:00 en 19:00.

Deelname: € 18.

Info en inschrijving: www.uitbureau.be - 09 233 77 88.

Locatie: Lakenmetershuis, Vrijdagmarkt 24-25, Gent.

ZATERDAG 28 NOVEMBER 2015, 14:00-17:30

Studienamiddag ‘Het einde van M/V?’

54 > november 2015 DEGEUS

AGENDA

Page 55: De Geus november 2015

Over de plasticiteit van gender en geslacht

FONDS LUCIEN DE CONINCK

Maakt het een verschil of je man of vrouw bent? De vraag klinkt misschien verwar-rend. Enerzijds lijkt geslacht een ontegen-sprekelijke categorie in natuur en cultuur. Dieren zijn of vrouwelijk of mannelijk en mensen volgen vaste genderpatronen. Al-thans dat denken we toch, want het den-ken in gescheiden M/V-categorieën zit diep. Maar anderzijds vinden we dit onder-scheid discriminerend. We verdragen een verschillende behandeling niet langer. Al-leen positieve discriminatie mag nog. Aan die verwarring wijdt het Fonds Lucien De Coninck een studiedag. Heldere antwoor-den krijg je op vragen zoals: is het einde van M/V nabij? Hoeft iemand nog te weten of je man of vrouw bent? Wat is de functie en de betekenis van geslacht in het dierenrijk en in andere culturen?

PROGRAMMA:

Verwelkoming: Johan Braeckman (voorzitter van FLDC).Inleiding: Christian Burvenich (fysioloog).Lezingen door: Koen Martens (bioloog UGent), Griet Vandermassen (filosofe UGent), Liesbet Stevens, (juriste en adjunct-directrice van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen).Getuigenissen over transgender van Fran Bam-bust en Petra De Sutter.Aansluitend: panelgesprek, vragenronde en receptie.

Deelname: € 5 / gratis voor FLDC-leden en studenten.

Info en inschrijving (gewenst):

[email protected].

Locatie: Liberaal Archief, Kramersplein 23, Gent.

DINSDAG 1 DECEMBER 2015, 20:00

Lustrumviering LVSV Gent

WILLEMSFONDS GENT I.S.M. LVSV GENTIn december 1930 zag een nieuwe Gentse vereniging het licht. Het Liberaal Vlaams Studentenverbond verdedigt sindsdien consequent een liberale visie. Het LVSV deelde een vrijzinnige visie met de oudste studentenvereniging van het land, TSG ’t Zal Wel Gaan en ontstond uit de visie van een vrijzinnig en Vlaams liberalisme. De onlangs overleden Albert Maertens was voorzitter van zowel ’t Zal als van het LVSV. Deze vroege context tekent de geschiedenis van LVSV: geen geïsoleerd eiland maar con-tinue samenwerking met en beïnvloeding door andere verenigingen. Kruisbestuiving staat dan ook centraal bij de jubileumedi-tie. Wat is de link met het Willemsfonds, met het L.V.V. (Liberaal Vlaams Verbond), met de liberale partij? Verschillende spre-kers zullen over de rol van de 85 jaar be-staande studentenvereniging getuigen. Daarna volgt een receptie.

Gratis toegang.

Info en inschrijving: Thomas Buyse (voorzitter

L.V.S.V. Gent) - [email protected] - 0474 30 44 79.

Locatie: Lakenmetershuis, Vrijdagmarkt 24-25, Gent.

VRIJDAG 4 DECEMBER 2015, 20:00 (DEUREN 19:30)

Nacht van de vrijdenker Ideeënfestival

GEUZENHUIS I.S.M. HV GENTMet o.a.: Markus Gabriel, Chantal

Mouffe, Paul Cliteur, Dirk Verhofstadt, Stefan Hertmans,

Coen Simon, Montasser AlDe’emeh, Maarten Boudry, Michel Maus,

Bea Cantillon, Bleri Lleshi, Frederik Anseel, Eric Corijn, Ignaas

Devisch, Jean-Jacques Cassiman, Katrien Devolder, Sigrid Sterckx,

Tim de Mey. Verder: Filocafé met Alex Klijn, ‘Op de filosofa’ met Peter Algoet, relaxlounge met

‘food for thought’, signeersessies en Walryboekenstand

De Nacht van de Vrijdenker brengt natio-nale en internationale topdenkers samen rond vragen die ertoe doen. Deze avond vol hersenkrakend plezier opent nieuwe perspectieven, daagt je uit en stimuleert je geest.

Als ideeënfestival willen we een forum zijn voor uitdagende, taboedoorbrekende ideeën die korte metten maken met clichés en dogma’s. Meer dan 20 filosofen, we-tenschappers en opiniemakers gaan in op belangrijke maatschappelijke, wetenschap-pelijke en filosofische uitdagingen. Samen bieden ze je een andere kijk op hedendaagse kwesties en laten je de wereld in een ander daglicht zien.

Deelname: € 14 (VVK) / € 17 (ADD).

Info en inschrijving: www.nachtvandevrijdenker.be

www.facebook.com/nachtvandevrijdenker.

Locatie: Zebrastraat 32, Gent.

ZONDAG 6 DECEMBER 2015, 11:00

Literair aperitief ‘Luchtschip ontploft boven Gent’

Frederik Vanderstraeten

WILLEMSFONDS GENT

DEGEUS november 2015 > 55

AGENDA

Page 56: De Geus november 2015

‘De Groote Oorlog’ trekt terecht gedu-rende vier jaar alle aandacht naar zich toe. Dat er in het Gentse en meer bepaald in Sint-Amandsberg een uniek wapenfeit ge-beurde, begint stilaan in de vergetelheid te geraken. Van de huidige generatie weten nog slechts een handvol mensen dat er in Sint-Amandsberg op 7 juni 1915 een zep-pelin neerstortte.

Frederik Vanderstraeten, auteur van het boek Luchtschip ontploft boven Gent, deed er ruim 40 jaar over om het gebeuren van naaldje tot draadje te reconstrueren. Hij kreeg daarvoor de laatste 10 jaar de hulp van zijn coauteur Piet Dhanens. Nu de re-constructie rond is, probeert hij met het boek of met het verhaal het luchtgevecht weer onder de aandacht te brengen.

Deelname: € 5 WF-leden / € 7 niet-leden.

Info en inschrijving (vóór 30/11): Adrien De Vos

[email protected] - 09 220 55 15.

Locatie: Lakenmetershuis, Vrijdagmarkt 24-25, Gent.

VRIJDAG 10 DECEMBER 2015, 19:30

Licht in Muziek: kaas- en wijnavond met live muziek

VERMEYLENFONDS@UGENTHet programma was bij het ter perse gaan van dit nummer nog niet gekend.

Info en inschrijving: Vermeylenfonds@UGent

[email protected] - 09 223 02 88.

Locatie: Cultuurkapel, Sint Antoniuskaai 10, Gent

DONDERDAG 10 DECEMBER 2015, 13:00

De eurocrisis: Griekse tragedie in Europa

VERMEYLENFONDS I.S.M. CURIEUSKoen Vidal (De Morgen) modereert het grote Griekenlanddebat met o.a. Karel De Gucht (voormalig Eurocommissaris Open Vld), Koen Schoors (professor Economie UG) en Jan Dumolyn (historicus UG). Bruno Tersago (Griekenlandcorrespon-dent) steekt het vuur aan de lont met een videoboodschap uit Athene.

De meeste Europese landen krabbelden na de kredietcrisis min of meer recht, maar Griekenland verkeert sinds 2009 in een neerwaartse spiraal. In plaats van zich so-lidair te tonen in deze crisis, schoot Europa in een kramp: het zogenaamde ‘reddings-plan’ heeft meer weg van een wurggreep: in

ruil voor financiële steun moest Grieken-land draconische besparingen uitvoeren.

Heeft het IMF niet een verpletterende ver-antwoordelijkheid door de Grieken een ak-koord te laten ondertekenen waarvan het zelf al wist dat het de crisis niet zou oplos-sen? Hebben de Duitsers het machtseven-wicht in Europa volledig verstoord? Of was er van een evenwicht nooit sprake? Moet Europa niet verenigen in plaats van polari-seren? Wil men de Grieken sowieso uit EU? En wie zal volgen? Wat zou de weerslag zijn van een grexit?

Gratis toegang.

Info en inschrijving: www.festivalgelijkheid.be.

Locatie:

Vooruit (Domzaal), Sint-Pietersnieuwstraat 23, Gent.

DONDERDAG 10 T.E.M.

ZATERDAG 12 DECEMBER 2015

Muziekfestival GLIMPS

WILLEMSFONDS GENT VZW I.S.M. GLIMPS VZW

Glimps is een internationaal showcasefes-tival in Gent. Turkse jazz, Slovaakse indie, of Franse electro: meer dan 60 artiesten uit heel Europa geven het allerbeste van zich-zelf op 11 locaties. Dat gaat van concert-tempels als Handelsbeurs, via muziekclubs als de Charlatan, tot minder bekende maar verdomd fijne zalen zoals het Lakenmeters-huis.

De volledige line-up is consulteerbaar via http://glimpsgent.be/nl/line-up.

Info en inschrijving: [email protected] - 09 223 22 27.

Locatie (startpunten): Handelsbeurs, Minnemeers,

Conservatorium. De podia liggen verspreid in de

Gentse regio waaronder het Lakenmetershuis.

DINSDAG 15 DECEMBER 2015, 19:30

Filosofisch gesprek ‘Onderwijs, tot wat opvoeden’

HVV ZAHIR GENTOver het algemeen zijn we het er over eens dat onderwijs noodzakelijk is. Maar… dient onderwijs alleen op scholen te gebeuren?

Heeft het onderwijs ook een opvoedende taak? En dient het onderwijs die taak sa-men met nog andere verantwoordelijken, zoals de ouders, de jeugdwerking enzo-voorts te dragen? Of dient het onderwijs op de school zich enkel volgens de maat-schappelijke consensus in te vullen, en ze-ker niet op het terrein van de gezinsopvoe-ding te begeven?

Vinden we het belangrijk dat scholen leer-lingen en studenten/studentes beleefd-heidsnormen en etiquetteregels opleggen?

Mag een school rond gevoelig liggende the-ma’s een open en dus ook begripvolle op-voeding geven? Mag de school bijvoorbeeld progressief en dus open seksuele opvoeding geven? Het over drugs hebben? De ver-schillende religies en levensbeschouwingen laten uitdiepen?

Wie gaat dan die opvoedkundige program-ma's bepalen én controleren?

Gratis toegang.

Info en inschrijving: gustaaf de meersman

[email protected] - 09 330 35 77

Locatie: Geuzenhuis, Kantienberg 9 te Gent.

56 > november 2015 DEGEUS

AGENDA

Page 57: De Geus november 2015

ONDERDAG 17 DECEMBER 2015, 14:00

Midwinteractiviteit

Herman Balthazar

GENTSE GRIJZE GEUZEN

Onze midwinteractiviteit is een ontmoe-ting met leden en sympathisanten bij koffie en versnaperingen, waarbij iedere deelne-mer naar goeddunken koekjes, taartjes en ander gebak meebrengt. Maar eerst wordt de geest gevoed door een boeiende lezing van prof.em. en oud gouverneur Herman Balthazar over het Orangisme in de Lage Landen (1815-1830).

Gratis toegang.

Info en inschrijving: Daniël Block

[email protected] - 09 220 80 20.

Locatie: Geuzenhuis, Kantienberg 9, Gent.

VRIJDAG 18 DECEMBER 2015 OM 20:00

& ZATERDAG 19 DECEMBER 2015 OM 15:00

Muziektheater ‘Huize Berenklauw’

WILLEMSFONDS GENT VZW I.S.M. ANTON COGEN & VENTURI BLAASKWINTET

Een gebuisd student brengt de zomer door in een afgelegen pension. Om zich bij te spijkeren. Maar dat laten de natuuromge-ving en haar prikkelende bewoners hem niet toe. Verscheurd tussen hoog gestemde gevoelens voor de pensionhoudersdochter en de verleidingskunsten van een jonge buurvrouw komt hij tot lessen voor het le-ven ... Vertelopera? Hedendaags mysterie-spel? Of alleen maar muziektheater zoals u nooit eerder meemaakte? Kom zelf oor-delen!

Woord: Anton Cogen / Spel: Hilde Wauters / Dans: Aurore Allo en Myr-te Vandeweerd / Video: Fabien De Lathauwer / Muziek: Venturi Hout-blaaskwintet o.l.v. Bernard De Graef / Fluit: Nele Nouwynck / Hobo: Elias Mestdagh / Klarinet: Erwin Muller / Hoorn: Hans Denayer / Fagot: Ber-nard De Graef / Regie en bewerking: Bart Bruggeman.

Deelname: € 10 WF-leden / € 15 niet-leden.

Info en inschrijving: Bart Bruggeman

[email protected] - 0486 99 85 95.

Locatie: Lakenmetershuis, Vrijdagmarkt 24-25, Gent.

GENTBRUGGEZATERDAG 14 NOVEMBER 2015, 19:00

Champagneproeverij

WILLEMSFONDS GENT EN GENTBRUGGE

Mijnheer en mevrouw Petitjean-Pienne, wijnbouwers en producenten van Cham-pagne Cramant, nabij Epernay, laten u hun champagnes proeven in de salons van de IVG-school.

Ze geven hierbij enthousiast uitleg over de artisanale productie van hun champagnes, de gebruikte druivensoorten en de metho-de om de overheerlijke bubbels te bekomen. Na de proeverij krijgt u de mogelijkheid om deze ‘godendrank’ te bestellen.

Deelname: € 18 WF-leden / € 20 niet-WF-leden.

Info en inschrijving (vóór 01/11): Chantal Couck

0479 21 00 11. Gelieve na uw inschrijving het verschuldigde

bedrag te storten op rek.nr. BE20 0000 0875 5056 van WF

Gent met vermelding ‘champagneproeverij’.

Locatie: IVG-school, Nederkouter 112, Gent.

ZONDAG 29 NOVEMBER 2015, 12:00

Cultureel etentje met kunstenaar Christine Van de Velde

WILLEMSFONDS GENTBRUGGEOp onze jaarlijkse afsluiter zijn alle leden welkom om samen te genieten aan een weelderige tafel in het Braemhof te Gent-brugge. U zal er kennis kunnen maken met kunstschilderes Christine Van de Velde.

Reeds van kinds af was Christine gefasci-neerd door vorm en kleur. Ontelbare uren heeft zij met tekenen en schilderen doorge-bracht. Na haar talenstudies en enkele ja-ren van intensieve activiteiten, kreeg haar vroegere passie weer meer aandacht: ge-durende vele jaren volgde zij aquarelschil-deren. Aquarel of waterverf, een schilder-techniek die staat voor zowel beheersing als spontaniteit, voor realiteit zowel als suggestie, voor puurheid en lichtheid in het bijzonder; dikwijls met de natuur als onuit-puttelijke inspiratiebron. Ook haar liefde voor taal krijgt soms een plaats hierin: als gedicht of haiku uitgewerkt op een schilde-rij of kaartje.

Menu: aperitief met hapjes (aangeboden door WF) / Bûche van licht gerookte zalm met mousseline van Zeebrugse garnalen, peterseliecrème, tasje bisque / Kwarteltje gefarceerd met calvadosgehakt, mozzarel-lagratin, jus van tijm en laurier / Moelleux au chocolat met warme kersen, roomijs met pralinénootjes / Aangepaste wijnen / Koffie naar believen met zoetigheden.

Deelname: € 63 (all-in) voor WF-leden.

Info en inschrijving (vóór 21/11): Chantal Couck

09 230 20 04. Stort vervolgens € 63 p.p. op rek. nr.

BE80 0012 0852 1077 met vermelding ‘cultureel etentje’

+ aantal personen.

Locatie: Braemhof, Braemkasteelstraat 6, Gentbrugge.

GERAARDSBERGENDONDERDAG 12 NOVEMBER 2015, 20:00

Baruch Spinoza, invloedrijk Nederlands filosoof (3/4)

DEGEUS november 2015 > 57

AGENDA

Page 58: De Geus november 2015

Jef Van Bellingen

UPV GERAARDSBERGEN

Spinoza ontwikkelde een filosofie waarin theologie geen rol speelde en ongeacht wel-ke religie toepasbaar is. Hij stelde dat God en natuur hetzelfde zijn en dat inzicht in de natuur ook de kennis van het goddelijke verhoogt.

Zijn boeken waren tweehonderd jaar lang verboden in Europa, omdat zijn historische Bijbelkritiek zou leiden tot atheïsme en fa-talisme.

Gratis toegang.

Info en inschrijving: Dominique Brems - upv_dominique.

[email protected] - http://upv.vub.ac.be/upv-regionaal.

Locatie: Liberaal gebouw, zaal Manneke Pis Museum,

Markt 47, Geraardsbergen.

DONDERDAG 26 NOVEMBER 2015, 20:00

Religieus geweld bij joden, christenen en moslims

Mark Heirman

UPV GERAARDSBERGEN

Christelijke auteurs reduceren de kruis-tochten graag tot een vervelende voetnoot

bij de overwegend vreedzame verspreiding van het christendom. Arabische en isla-mitische auteurs denken daar anders over. Die zien in elke westerse soldaat in het Midden-Oosten nog altijd een verdoken kruisvaarder. Hoe dan ook, het Westen is nog altijd de meest bewapende regio ter we-reld en voerde de voorbije tien jaar oorlogen in Afghanistan, Irak, Libië en Mali, en de Russen in Tsjetsjenië. Niet omgekeerd.

Tegelijk heeft het religieus geweld onder jo-den, christenen en moslims nog niets van z’n middeleeuwse kracht ingeboet, zeker niet in en rond Jeruzalem, al veertien eeu-wen lang de navel van de monotheïstische wereld.

Gratis toegang.

Info en inschrijving: Dominique Brems - upv_dominique.

[email protected] - http://upv.vub.ac.be/upv-regionaal.

Locatie: Liberaal gebouw, zaal Manneke Pis Museum,

Markt 47, Geraardsbergen.

DONDERDAG 10 DECEMBER 2015, 20:00

‘Baruch Spinoza, invloedrijk Nederlands filosoof’ (4/4)

Jef Van Bellingen

UPV GERAARDSBERGENLaatste van een vierluik voordrachten over Spinoza en zijn belangrijkste werk, de Ethi-ca, door prof. dr. Jef Van Bellingen, verbon-den aan de vakgroep Wijsbegeerte en Mo-raalwetenschappen (VUB).

Gratis toegang.

Info en inschrijving: Dominique Brems (voorzitter)

[email protected] - 054 58 76 84

of Jean-Louis Rens - [email protected]

054 41 83 92 of 0477 91 55 51.

Locatie: Liberaal Gebouw, Markt 47, zaal Manneke Pis

Museum [verdiep +1], Geraardsbergen.

HERZELEZATERDAG 26 DECEMBER 2015, 14:30

Kerstfeest

WILLEMSFONDS HERZELE

Wij nodigen u uit voor een heerlijke kof-fietafel met bijzonder lekkere koffiekoeken. Daarna komt de kerstman op bezoek en brengt een geschenkje mee voor alle aan-wezige leden van het Willemsfonds Herzele en hun kinderen tot 12 jaar.

Deelname: € 6 p.p. / kinderen gratis.

Info en inschrijving (vóór 15/12): Christine Glorieux

[email protected] - 0478 23 56 05.

Locatie: zaal ’t Hoefijzer, H. Hartplein 5, Herzele

(Woubrechtegem).

MERELBEKEVRIJDAG 4 T.E.M. ZONDAG 6 DECEMBER 2015

Weekendje filosoferen: ‘De Grot van Hujo’

HUMANISTISCHE JONGEREN

Begin december lanceert Hujo De Grot van Hujo, een keigezellig en interessant weekend waar we samen filosoferen, ditmaal over ‘transhumanisme’. Zou jij bijvoorbeeld een chip in je brein laten steken om optimaal connected te zijn? Via lezingen, workshops, ontmoetingen en filosofische gesprekken gaan we op zoek naar de grens tussen mens en techniek, en natuurlijk kunnen lekkere etentjes en een plezant feestje niet ontbre-ken! ‘Denk zelf’ en schrijf je in via Hujo.be/filoweekend.

Deelname: € 55 p.p. Wie: Jongeren van 18 tot 30 jaar.

Info en inschrijving: [email protected] - 02 521 79 20.

Locatie: Ten Berg, Merelbeke.

MOERBEKE-WAASZATERDAG 14 NOVEMBER 2015

Algemene vergadering met etentje

WILLEMSFONDS MOERBEKE-WAASJaarlijkse algemene vergadering met eten-tje en voorstelling van het jaarprogramma 2016.

58 > november 2015 DEGEUS

AGENDA

Page 59: De Geus november 2015

Deelname: € 52 leden / € 55 niet-leden.

Info en inschrijving: Rudy Van Megroot

[email protected] - 0476 48 42 05.

Locatie: Moerbeke-Waas.

VRIJDAG 20 NOVEMBER 2015, 20:00

Theatervoorstelling ‘Caligula’

WILLEMSFONDS MOERBEKE-WAASMet Caligula zet Guy Cassiers zijn zoek-tocht verder naar de figuur van de macht en de machthebber. Het stuk is een aanklacht tegen dictatuur en machtsmisbruik, maar ook een drama over de verpletterende exis-tentiële confrontatie met de dood. Naar Camus, met Kevin Janssens in de hoofdrol.

Deelname: € 18 leden / € 20 niet-leden.

Info en inschrijving: Rudy Van Megroot

[email protected] - 0476 48 42 05.

Locatie: Toneelhuis, Bourla Schouwburg

Komedieplaats 18, Antwerpen.

OUDENAARDEMAANDAG 9 NOVEMBER 2015, 20:00

Technische degustatie

Luc Blommaert

VC LIEDTS I.S.M. WIJNRANK

Deelname: € 25 per degustatie of € 60 voor 3 degustaties.

Info: [email protected] - 055 30 10 30.

Locatie: VC Liedts, Parkstraat 2-4, Oudenaarde.

ZONDAG 15 NOVEMBER 2015, 11:00

Voorstelling ‘Prikkelende verhalen over de Groote Oorlog’

Marcella Piessens

VC LIEDTS

Niet alleen aan het front, maar ook in ste-den en verlaten dorpen werd een strijd ge-streden. Die van het ‘overleven’ … en hoe? Weet dat in de donkerste tijden een vleugje humor wonderen kan verrichten. Daarom verhalen over thuisblijvers en thuiskomers, smokkel, oorlogseten, straffe madammen, oorlogsliedjes en revues, de zeppelin, pros-titutie, hulpdieren, spionage, vluchten en terugkeren, kunstuitingen, spotprenten, oorlogsjournalistiek, bier en vertier … en nog meer.

Deelname: vrije bijdrage, wordt doorgestort aan het

Kinderkankerfonds.

Info: [email protected] - 055 30 10 30.

Locatie: VC Liedts, Parkstraat 2-4, Oudenaarde.

VRIJDAG 20 NOVEMBER 2015, 19:30

Voordracht ‘De Spaanse burgeroorlog’

Juris Serge Hoebeke

WILLEMSFONDS OUDENAARDE

In 2014 was het 75 jaar geleden dat de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) ein-digde. De Spaanse Burgeroorlog was een oorlog tussen de wettelijk republikeinse regering en de fascisten. De democraten werden verslagen door de nationalisten. Hun leider Generaal Franco hield Spanje tot aan zijn dood in 1975 in zijn greep. Na zijn dood werd de monarchie geïnstalleerd en werd Juan Carlos Koning van Spanje.

Vorig jaar deed hij troonsafstand ten voor-dele van zijn zoon Felipe. Naar aanleiding van deze troonwissel kwamen duizenden demonstranten, in meer dan 60 steden, op straat om het herstel van de Republiek te eisen via een referendum.

Gratis toegang.

Info en inschrijving: Johan Vanommeslaeghe

[email protected] - 055 31 55 46.

Locatie: VC Liedts, Parkstraat 2-4, Oudenaarde.

MAANDAG 23 NOVEMBER 2015, 19:00

Bijeenkomst leesclub ‘Leesvrij’

VC LIEDTSLezen vervult steeds vaker een sociale func-tie. Wij doen hier graag aan mee! Vanavond wisselen we van gedachten over Schitterende ruïnes van Jess Walters.

Deelname: € 15 lidgeld per jaar voor leden VC Liedts /

€ 25 niet-leden.

Info: [email protected] - 055 30 10 30.

Locatie: VC Liedts, Parkstraat 2-4, Oudenaarde.

MAANDAG 23 NOVEMBER 2015, 20:00

Wat vertelt urine over je gezondheid?

Dirk Michielsen

UPV OUDENAARDE I.S.M. VC LIEDTS

We produceren per dag zo’n twee liter uri-ne. Een volwassene plast normaliter drie tot acht keer per dag, afhankelijk van de vochtinname. Veranderingen in je eetpa-troon, medicijngebruik en schommelingen in de hormoonhuishouding hebben echter allemaal invloed op de kleur en geur van

DEGEUS november 2015 > 59

AGENDA

Page 60: De Geus november 2015

de urine. Die urine is meestal lichtgeel tot goudgeel van kleur. Dit wordt veroorzaakt door de kleurstof urochroom. Deze wordt continu en in dezelfde hoeveelheid gepro-duceerd. Bij minder geconcentreerde urine is de kleur lichter dan bij sterk geconcen-treerde urine. Maar je urine kan ook kleur-loos, bruin, zwart of zelfs paars zijn.

Deelname: vrije bijdrage, wordt doorgestort

aan het Kinderkankerfonds.

Info en inschrijving: Norbert Van Yperzeele

[email protected].

Locatie: VC Liedts, Parkstraat 2-4, Oudenaarde.

VRIJDAG 27 NOVEMBER 2015, 20:00

Voorstelling ‘Stop met klagen’

Steven Vromman

VERMEYLENFONDS OUDENAARDE

Gentenaar Steven Vromman, ook bekend als Low Impact Man, staat op de planken. Onder de noemer Stop met klagen verovert het Groen-gemeenteraadslid de harten van het publiek met ecologische tips, liedjes op ukulele en stroompanneverhalen. Een eco-comedy waarin Vromman oproept tot ac-tivisme en lacht met u, mij en zichzelf. Op een geestige manier schetst hij een duide-lijke oproep: wees zuiniger op onze planeet. Van een saai berispend vingertje is in deze voorstelling geen sprake.

Deelname: € 5 leden AVF / € 8 niet-leden / € 1 OK-pas.

Info en inschrijving (plaatsen zijn bepeperkt):

Rita Fontaine - [email protected]

055 60 52 61. U kan storten op rek. nr. BE51 8777 1990 0162

van VF Oudenaarde met vermelding ‘Vromman’.

Aan de kassa betalen is ook mogelijk.

Locatie: VC Liedts, Parkstraat 2-4, 9700 Oudenaarde.

ZONDAG 13 DECEMBER 2015, 12:00

Jaarlijks ledendiner

WILLEMSFONDS OUDENAARDE

Deelname: niet bekend bij het ter perse gaan van dit nummer.

Info en inschrijving: Johan Vanommeslaeghe

[email protected] - 055 31 55 46,

Locatie: VC Liedts, Parkstraat 2-4, Oudenaarde.

ZONDAG 20 DECEMBER 2015, 10:30-13:00

Vrijzinnige toogbabbel

VC LIEDTSEen toogbabbel is dé gelegenheid tot nadere kennismaking met het VC Liedts en de mo-rele dienstverlening in Oudenaarde. Ieder-een is van harte welkom!

Gratis toegang.

Info: [email protected] - 055 30 10 30.

Locatie: VC Liedts, Parkstraat 2-4, Oudenaarde.

MAANDAG 21 DECEMBER 2015, 19:00

Bijeenkomst leesclub ‘Leesvrij’

VC LIEDTS

Vandaag verdiepen we ons in Geachte heer M, het voorlopig laatste boek van Herman Koch.

Deelname: € 15 lidgeld per jaar voor leden VC Liedts

€ 25 niet-leden.

Info: [email protected] - 055 30 10 30.

Locatie: VC Liedts, Parkstraat 2-4, Oudenaarde.

RONSEVRIJDAG 13 NOVEMBER 2015, 20:00

Ludiek pianoconcert

Kristof Tessitore

WILLEMSFONDS RONSE

Op ludieke wijze worden we wegwijs ge-maakt in gekende deuntjes, zoals de Nokia-tune, die na reflectie blijken te komen uit klassieke muziekstukken, ten beste gegeven door pianovirtuoos Kristof Tessitore.

Deelname: € 3 WF-leden/ € 5 niet-leden.

Info en inschrijving: Isabelle Raevens

[email protected] - 0476 35 64 56.

Locatie: CC De Ververij (lokaal 105), Wolvestraat 37, Ronse.

ZATERDAG 12 DECEMBER 2015, 19:30

Filosofisch kaasdiner

WILLEMSFONDS RONSEGezellig samenzijn onder het nuttigen van een lekkere kaasschotel met aangepaste wijnen en dit alles overgoten met een ver-rassend filosofisch sausje.

Deelname: € 15 (excl. drank).

Info en inschrijving: Isabelle Raevens

[email protected] - 0476 35 64 56.

Locatie: CC De Ververij, lokaal Harmonie St Cecilia

(gelijkvloers), Zuidstraat 19, Ronse.

SINT-NIKLAASZONDAG 1 NOVEMBER 2015, 15:00

Herdenkingsmoment ‘Onderweg’

HUISVANDEMENS SINT-NIKLAAS I.S.M. FENIKSOnderweg zijn is afscheid nemen achterlaten en meenemen wat dierbaar is. 

We nodigen u graag uit om samen stil te staan en al wie ons dierbaar is, te herden-ken. Muziek wordt gebracht door celliste Renske Doens. Iedereen is welkom.

Gratis toegang.

Info en inschrijving (gewenst): huisvandeMens

[email protected] - 03 777 20 87.

Locatie: Afscheidscentrum Heimolen,

Waasmunstersesteenweg 13, Sint-Niklaas.

60 > november 2015 DEGEUS

AGENDA

Page 61: De Geus november 2015

ZOMERGEMVRIJDAG 13 NOVEMBER

& 4 DECEMBER 2015, 19:00

Kennismaking met de authentieke Oosterse keuken

Soury

VC ZOMERLICHTSoury is geboren in Laos en heeft via haar vader alle originele familierecepten overge-nomen en reeds ontelbare malen mensen laten genieten van deze keuken.

13/11/0215: sushiWe maken zelf maki-sushi: rijst op smaak brengen, vulling klaarmaken en rollen maar.

04/12/2015: traditionele Vietnamese noedelsoepDe standaardmaaltijd in Zuid-Oost Azië, lekker en eenvoudig.

Deelname: prijs nog niet bekend bij het ter perse gaan van

dit nummer.

Info en inschrijving: Freddy Verleye

[email protected] - 0475 31 79 67 (na 16:00).

Locatie: VC Zomerlicht, Weldadigheidstraat 30, Zomergem.

ZONDAG 15 NOVEMBER

& 20 DECEMBER 2015, 11:00-13:30

Vrijzinnig aperitief

VC ZOMERLICHTIedereen welkom voor een aperitief en een gezellige babbel!

Gratis toegang.

Info en inschrijving: Freddy Verleye

[email protected] - 0475 31 79 67 (na 16:00).

Locatie: VC Zomerlicht, Weldadigheidstraat 30, Zomergem.

ZOTTEGEMDONDERDAG 5 NOVEMBER 2015, 14:30

Poppentheater Pedrolino

GRIJZE GEUZEN ZOTTEGEM

Een heerlijke kindervoorstelling van het traditionele Gentse poppentheatergezel-schap Pedrolino. Voor kinderen vanaf 5 jaar.

Deelname: € 5 (incl. hapje en drankje).

Info en inschrijving: William Lampens

[email protected] - 09 355 89 49 of

Jean-Pierre Dhoker - [email protected]

09 360 90 72.

Locatie: OC Leeuwergem, Gentsesteenweg 306, Zottegem.

DONDERDAG 5 NOVEMBER 2015, 20:00

Toogbabbel

HVV ZOTTEGEM-ZWALM-HERZELE (HVV ZZH)Gratis toegang.

Info en inschrijving: Jurgen Goesaert

[email protected] - 0476 33 92 86.

Locatie: huisvandeMens, Hoogstraat 42, Zottegem.

DONDERDAG 12 NOVEMBER 2015, 14:00

Cinema Kreim Freis: ‘Ne goeie film, e klapke en e

stikske torte’ (2/3)

Film: The Straight Story

HUISVANDEMENS ZOTTEGEM

Op drie filmnamiddagen bekijken we een boeiende film door een existentiële bril. Een fijne ontmoeting, mét koffie, thee, een stukje taart, tussen gelijkgezinden.

The Straight Story is het waargebeurde ver-haal van de 73 jaar oude Alvin Straight die een 500 km lange reis op zijn grasmaaier maakt om zijn zieke broer te bezoeken. Een hartverwarmende en ontroerende film, een klein juweeltje. Richard Farnsworth is, in zijn allerlaatste rol, fantastisch als Alvin.

Deelname: € 2 leden van HVV of de Grijze Geuzen /

€ 3 niet-leden.

Info en inschrijving (verplicht): [email protected]

09 326 85 70.

Locatie: huisvandeMens, Hoogstraat 42, Zottegem.

VRIJDAG 13 NOVEMBER 2015, 19:00

4e Kaas- en Breughelavond & Fluoflitsfuif

HVV ZOTTEGEM-ZWALM-HERZELE (HVV ZZH)

Een totaalavond voor het hele gezin: kaas- of Breughelbuffet voor de groteren, de fantastische Fluoflitsfuif voor de 8 tot 12-jarigen.  Er zijn ook hotdogs voor de al-lerkleinsten.

Deelname: € 15 kaas- of Breughelbuffet / € 6 Fluoflitsfuif

(€ 3 als de ouders inschrijven voor het buffet).

Info: Jurgen Goesaert - [email protected]

0476 33 92 86.

Inschrijven (tot 6/11): [email protected].

Overschrijving op BE84 1325 3746 9159 of contant aan de

kassa. Betaling kan ook via de Zottegemse leerkrachten

NCZ en/of bestuursleden. Vermeld per persoon of u kaas

of Breughel wenst en of u kinderen wenst in te schrijven

voor de Fluoflitsfuif.

Locatie: Bevegemse vijvers 6, Zottegem.

DEGEUS november 2015 > 61

AGENDA

Page 62: De Geus november 2015

VRIJDAG 27 NOVEMBER 2015, 19:00

Afrikaans eetfestijn

GRIJZE GEUZEN ZOTTEGEMEen culinaire ontdekkingsavond met au-thentieke Afrikaanse gerechten: exotisch aperitief, inlandse soep, moambe en zui-ders dessert.

Deelname: € 20 volwassenen / € 10 kindermenu.

Info en inschrijving: Marleen Van Den Brulle

[email protected] - 09 360 09 53 of

Jean-Pierre Dhoker - [email protected]

09 360 90 72. Storten kan op rek. nr. BE13 9793 3124 8739

van GG Zottegem met vermelding ‘Afrikaans eetfestijn’.

Locatie: OC Strijpen, Sint-Andriessteenweg, Zottegem.

DONDERDAG 3 DECEMBER 2015, 19:30

Toogbabbel ‘Festivus’

HVV ZOTTEGEM-ZWALM-HERZELE (HVV ZZH)Naar analogie met een aflevering van de komische serie Seinfeld beoefenen we het alternatieve midwinterfeest Festivus: met een kale aluminiumpaal, een ludiek rondje aankaarten hoezeer de anderen je hebben teleurgesteld in het voorbije jaar en de on-herroepelijke krachtmetingen met de pater familias (lees: de voorzitter).

Gratis toegang.

Info en inschrijving: Jurgen Goesaert

[email protected] - 0476 33 92 86.

Locatie: huisvandeMens, Hoogstraat 42, Zottegem.

WOENSDAG 9 DECEMBER 2015, 19:30

Triovoordracht ‘GGO’s: voedsel van de toekomst?’

HVV-ZWALM-HERZELE (HVV ZZH)Filosoof Stefaan Blancke, geneticus Geert De Jaeger en bio-ingenieur Wim Grune-wald brengen een triolezing waarin ze de technologie, de implicaties en de publieke perceptie van GGO’s (genetisch gemodifi-ceerde organismes) kort bespreken, waarna ze alle vragen en bezorgdheden vanuit het publiek behandelen.

Gratis toegang.

Info en inschrijving: Jurgen Goesaert

[email protected] - 0476 33 92 86.

Locatie: huisvandeMens, Hoogstraat 42, Zottegem.

DONDERDAG 10 DECEMBER 2015, 14:00

Cinema Kreim Freis: ‘Ne

goeie film, e klapke en e stikske torte’ (3/3)

Film: Dialogue avec mon jardinier

HUISVANDEMENS ZOTTEGEM

Dialogue avec mon jardinier is een heel simpele en geestige film over een innige vriendschap tussen een kunstschilder (Da-niel Auteuil) en zijn tuinman (Jean-Pierre Darroussin). Een bitterzoet drama over le-ven, liefde en de diepgang en melancholie van twee levensverhalen. Na de film volgt een bespreking met koffie en taart.

Deelname: € 2 leden HVV of Grijze Geuzen / € 3.

Info en inschrijving (verplicht): [email protected]

09 326 85 70.

Locatie: huisvandeMens, Hoogstraat 42, Zottegem.

DINSDAG 15 DECEMBER 2015, 20:00

Zorg voor een goede nachtrust

Katja Blauwbloeme

HUISVANDEMENS ZOTTEGEM I.S.M. THERAPIEHUISDeelname: € 7.

Info en inschrijving: [email protected].

Locatie: huisvandeMens, Hoogstraat 42, Zottegem.

VASTE ACTIVITEIT VC DE BRANDERIJ

Elke eerste en derde woensdag van de maand van 19:30 tot 21:00Bijeenkomst van SOS Nuchterheid, zelfzorg bij verslaving.

SOS Nuchterheid is een vrijzinnig en humanistisch zelfzorg initiatief en is een lidvereniging van deMens.nu

Info SOS Nuchterheid: 0486 25 66 71

[email protected] - www.sosnuchterheid.org.

Info en locatie: De Branderij, Zuidstraat 13, 9600

Ronse - 055 20 93 20 - [email protected].

VASTE ACTIVITEIT VC GEUZENHUIS

Elke woensdag en vrijdag om 20:00:Bijeenkomst van SOS Nuchterheid, zelfzorg bij verslaving (alcohol en andere versla-vingen). Aarzel niet om een afspraak te maken. De lotgenoten uit uw buurt verwel-komen u van harte!

Uw contactpersoon:

Eddy - 0494 65 19 84  ( woensdag )

Cynthia - 0477 65 72 11 ( vrijdag )

Locatie: Geuzenhuis, Kantienberg 9, 9000 Gent.

VASTE ACTIVITEITEN VC LIEDTS

Elke maandag om 20:00:Workshop hatha yoga, ingericht door het Willemsfonds (geen yoga tijdens schoolva-kanties).

Elke maandag om 14:00 en elke woensdag om 19:30 Bridgewedstrijd. Organisatie: Liedts Bridge Club, (uitgezonderd feestdagen).

Elke dinsdag om 19:30Lessen ‘tai chi’ (geen les op schoolvrije da-gen). Organisatie: VC Liedts.

Elke dinsdag om 20:00 Bijeenkomst SOS Nuchterheid (ook tijdens schoolvakanties).

De vrijzinnig humanistische bibliotheek is te bezoeken tijdens openingsuren of na af-spraak via 055 30 10 30 of [email protected] (uitgezonderd feestdagen en schoolvakan-ties). Uitlenen enkel mogelijk voor leden.

Openingsuren VC Liedts: van maandag tot donderdag

van 9:00 tot 12:00 en van 13:30 tot 15:30.

vrijdag op afspraak.

Info en locatie: VC Liedts - Parkstraat 4,

9700 Oudenaarde - 055 30 10 30

[email protected] - www.vcliedts.be.

Eddy - 0494 65 19 84 (woensdag)

Cynthia - 0477 65 72 11 (vrijdag)

Locatie: Geuzenhuis, Kantienberg 9, Gent.

NOTEER ALVAST IN UW AGENDA10/01 Nieuwjaarsreceptie WF17/01 Nieuwjaarsreceptie VC Zomerlicht29/01 Multatulitheater WF

62 > november 2015 DEGEUS

AGENDA

Page 63: De Geus november 2015

COLOFON

Hoofdredactie: Fred Braeckman

Eindredactie: Griet Engelrelst, Thomas Lemmens

Redactie: Kurt Beckers, Freia DeBuck, Brecht Decoe-ne, Annette De Vos, Frederik Dezutter, Griet Vandermassen, Karim Zahidi

Vormgeving: Gerbrich Reynaert

Druk: New Goff

Verantwoordelijke uitgever: Sven Jacobs p/a Kantienberg 9, 9000 Gent

Werkten aan dit nummer mee: Etienne Bastiaenen, Winnie Belpaeme, Pieter Bonte, Maarten Boudry, Dirk Brys-sinck, Willem Elias, Lene Jacobs, Monika Macken, Pierre Martin Neirinckx, Renaat Ramon, Roel Stynen, Bart Tierens, Gie van den Berghe, Kris Velter

Cover: © Gerbrich Reynaert

De Geus is het tijdschrift van het Vrijzinnig Centrum-Geuzenhuis vzw en de lidvereni gingen en wordt met de steun van de PIMD verspreid over Oost-Vlaanderen.

Het VC-Geuzenhuis coördineert, ondersteunt, bundelt de Gentse vrijzinnigen in het Geuzenhuis, Kantienberg 9, 9000 Gent09 220 80 20 – f09 222 70 73 [email protected] www.geuzenhuis.be

U kan de redactie bereiken via Thomas Lemmens, [email protected] en Griet Engelrelst, [email protected] of 09 220 80 20.

De verantwoordelijkheid voor de gepubliceerde

artikels berust uitsluitend bij de auteurs.

De redactie behoudt zich het recht artikels in te

korten. Alle rechten voorbehouden.

Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd of overge-

nomen worden zonder de schriftelijke toestemming

van de redactie. Bij toestemming is bronvermelding

– De Geus, jaargang, nummer en maand – steeds

noodzakelijk.

Het magazine van De Geus verschijnt tweemaan-

delijks (5 nummers). De nieuwsbrief van De Geus

verschijnt maandelijks (10 nummers).

Fred Braeckman

GrietEngelrelst

ThomasLemmens

KurtBeckers

GerbrichReynaert

AnnetteDe Vos

FrederikDezutter

FreiaDeBuck

KarimZahidi

LIDMAATSCHAPPEN

Kunst in het Geuzenhuis: €12 op rekening IBAN BE38 0013 0679 1272 van Kunst in het Geuzenhuis vzw met vermelding ‘lid KIG’.

Grijze Geuzen: €12 op rekening IBAN BE72 0011 7775 6216 van HVV Leden-rekening, Pottenbrug 4, 2000 Antwer-pen met vermelding ‘lid GG + naam afdeling (bv. lid Gentse Grijze Geuzen)’.

Humanistisch-Vrijzinnige Vereniging: €12 op rekening IBAN BE72 0011 7775 6216 van HVV Ledenrekening, Pottenbrug 4, 2000 Antwerpen met vermelding ‘lid HVV + naam afdeling (bv. lid HV Gent)’.

Vermeylenfonds: €10 op rekening IBAN BE50 0011 2745 2218 van VF Ledenre-kening, Tolhuis laan 88, 9000 Gent met vermelding ‘lid VF’.

Willemsfonds: €15 op rekening IBAN BE39 0010 2817 2819 van WF Ledenre-kening, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent met vermelding ‘lid WF’.

ABONNEMENTEN

De Geus zonder lidmaatschap: €13 op rekening IBAN BE54 0011 1893 3897 van het VC-Geuzenhuis met vermelding ‘abonnement Geus’. Prijs per los num-mer: €2.

Het Vrije Woord gratis bij lidmaatschap HVV en GGG.

Combinaties van lidmaatschappen met of zonder abonnementen zijn mogelijk.

LIDVERENIGINGEN VC-GDe Cocon vzw, Jeugdhulp aan huis

info: 09 222 30 73 of 09 237 07 22 [email protected] - www.decocon.be

Feest Vrijzinnige Jeugd vzw info: Thomas Lemmens - 09 220 80 20 [email protected]

Feniks vzw info: www.plechtigheden.be huisvandeMens - 09 233 52 26 [email protected]

Fonds Lucien De Coninck vzw info: [email protected]

Humanistisch Verbond Gent info: B. Walraeve - 09 220 80 20 [email protected]

Humanistisch - Vrijzinnige VerenigingOost-Vlaanderen

info: T. Dekempe - 09 222 29 48 [email protected]

Gentse Grijze Geuzen info: R. Van Mol - 0479 54 22 54 [email protected]

Kunst in het Geuzenhuis vzw info: Griet Engelrelst - 09 220 80 20 [email protected]

Opvang – Oost-Vlaanderen vzw Dienst voor pleegzorg

info: 09 222 67 62 [email protected]

SOS Nuchterheid vzw In Gent, woensdag en vrijdag (alcohol en andere verslavingen). info: 09 330 35 25(24u op 24u) [email protected] www.sosnuchterheid.org

UPV GentInfo: Geert [email protected]

Vermeylenfonds Oost-Vlaanderen info: 09 223 02 88 [email protected] www.vermeylenfonds.be

Willemsfonds Oost-Vlaanderen info: 09 224 10 75 [email protected] www.willemsfonds.be

Werkgemeenschap Leraren Ethiek vzw info: [email protected] www.digimores.org

PARTNERDe Geus van Gent

open van ma t.e.m. vr vanaf 16:00 zaterdag en zondag vanaf 19:00 info: www.geuzenhuis.be 09 220 78 25 - [email protected]

huisvandeMens Gent Het centrum biedt hulp aan mensen met morele problemen. U kan er terecht van ma t.e.m. vr van 9:00 tot 16:30 De hulpverlening is gratis! info: Sint-Antoniuskaai 2, 9000 Gent 09 233 52 26 - f 09 233 74 65 [email protected]

DEGEUS november 2015 > 63

Page 64: De Geus november 2015