De geheimen van Roman Vishniac Photography

1
4 CULTUREEL SUPPLEMENT NRC HANDELSBLAD 4 D O N D E R DAG 2 3 D E C E M B E R 2 010 Ontdekking fotoarchief werpt nieuwe blik op het Werkdorp Wieringermeer De geheimen van Roman Vishniac Recentelijk ontdekte fotos die de joods-Amerikaanse Roman Vishniac maakte in bijvoorbeeld Werkdorp Wieringermeer zijn van grote historische waarde. Maar ze tonen ook hoe Vishniac manipuleerde. ROSAN HOLLAK H et is een heroïsch zwart- wit beeld. Een jonge kerel staat met wapperende ha- ren bovenop een heuvel. Links en rechts van hem tillen twee jongens grote stenen op. Samen vormen ze een driehoek. Wat ze uitdragen is kracht, jeugdigheid, saamhorigheid. Ik dacht eerst dat deze foto ergens in Palestina was ge- maakt, zegt Maya Benton (35), curator bij het International Center of Photography (ICP) in New York. Toen zag ik ineens die klompen. Toen wist ik het: Nederland.Benton staat voorovergebogen boven een tafel vol zwart-wit afdrukken in een neonver- licht kamertje van het ICP in hartje Manhat- tan. De foto die ze bestudeert is afkomstig uit het archief van de Russisch-Amerikaanse fo- tograaf Roman Vishniac (1897-1990). De mannen die op de foto poseren, zijn volgens Benton uit Duitsland gevluchte joden die vanaf 1934 in het Nederlandse werkdorp Wieringermeer (zie kader) terecht waren ge- komen. Deze jongeren werkten op het land en leerden technische vaardigheden, zegt Benton. Dat was ter voorbereiding voor hun toekomstige verblijf in Palestina. Maar in 1941 werd die plek door de Duitse bezetter gesloten. Een deel van de aanwezigen is kort daarna afgevoerd naar een concentratiekamp in Oostenrijk.Het is bijzonder dat Benton, als kunsthis- toricus opgeleid aan de universiteit van Brown en Harvard en sinds een aantal jaar werkzaam bij ICP, op deze foto stuitte. Twee jaar geleden ontdekte ze in het archief van Vishniac sinds 2007 bij het ICP onderge- bracht en begin dit jaar officieel geschonken aan het centrum door Vishniacs dochter Mara Vishniac Kohn tientallen afdrukken die de fotograaf, vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in Nederland maakte. De fotos tonen alledaagse momenten in het werkdorp: twee mannen zitten bovenop stei- gers, aan hun voeten bungelen klompen. Een andere foto toont een man die kippen voert, op weer een ander beeld is een man aan het zaaien. Ook fotografeerde Vishniac twee weg- wijzers waarop staat aangegeven: Schagen 12 kilometer. Kolhorn 6 kilometer. Na die ontdekking heb ik contact opgeno- men met het Joods Historisch Museum in Amsterdam, zegt Benton. Zij hebben in hun archief een aantal contactafdrukken met werk van Vishniac (zie kader p. 6) en konden bevestigen dat die fotos destijds door de fo- tograaf in Nederland zijn gemaakt.Volgens Benton is de vondst in historisch opzicht belangrijk. Het JHM heeft een aan- tal brieven en fotoboeken van mensen uit het werkdorp in haar archieven. Maar nu hebben we uit die periode van Vishniac grotere af- drukken en vintage prints. Deze vondst vormt een waardevolle aanvulling op de ge- schiedenis uit die periode.Los van de historische waarde van de beelden, is de vondst voor Benton ook om an- dere redenen van belang. Kijk naar deze fo- to. Ze wijst op een foto waar vier mannen ba- lanceren op de balken van het geraamte van een huis. Het beeld is van onderaf genomen, de diagonalen steken donker af tegen de lucht. Ik wist niet dat Vishniac op deze ma- nier kon fotograferen. Het getuigt van een constructivistische esthetiek, de stijl doet sterk denken aan het werk van de avant-gar- distische Russische fotograaf Alexander Rod- chenko. Deze negatieven, maar ook ander materi- aal uit het archief, heeft Benton doen inzien dat het oeuvre van Vishniac een stuk diverser is dan ze ooit had kunnen vermoeden. Ze toont een foto van een boerengezin voor een huisje in de Karpaten, een hooggebergte in Midden-Europa. Dit is mijn favoriet. De fo- to zou zo van Henri Cartier-Bresson kunnen zijn. Volgens Benton laat het werk een indruk- wekkende artistieke kwaliteit en veelzijdig- heid zien. Ongeveer 95 procent van Vish- niacs werk is nooit eerder geprint of gepubli- ceerd. Nu ik zijn hele archief heb doorge- werkt, kan ik met overtuiging zeggen dat we te maken hebben met een van de grootste en belangrijkste sociaal-documentaire fotogra- fen van de twintigste eeuw. Ik vind zijn werk even goed als dat van Walker Evans en Doro- thea Lange, twee fotografen die in de jaren dertig van de vorige eeuw de armoede op het platteland in Amerika in beeld brachten.Tot nu toe was Vishniac een fotograaf die bekend stond om zijn fotos van het joodse le- ven in Europa voor de Tweede Wereldoorlog. Voor zijn beroemdste fotoboek, A Vanished World , dat in 1983 voor het eerst werd uitge- geven door Farrar, Straus and Giroux, reisde hij tussen 1935 en 1938 door Oost-Europa waar hij de joodse gemeenschappen vastleg- de in de shtetls (jiddisch woord voor dorp) en in steden als Warschau, Vilna en Krakau. Het boek staat vol portretten en zwart-wit beelden van orthodox-joodse mannen die bij kaarslicht de Tora bestuderen, religieuze jon- geren en mannen, gehuld in traditionele kle- ding, die door modderige straatjes wandelen. Het zijn fotos die na de Tweede Wereldoor- log een grote historische waarde kregen om- dat Vishniac, als een van de weinige fotogra- fen (samen met Alter Kacyzna en Menachem Kipnis) die wereld had vastgelegd. In Amerika staat dit boek bij veel joodse gezinnen in de kast. Ook bij mij thuis lag een exemplaar, zegt Benton. Met name dit boek heeft volgens haar een belangrijke bijdrage geleverd aan de beeldvorming van het voor- oorlogse bestaan van de joodse gemeen- schappen in Europa. Een geromantiseerd beeld zelfs, omdat de fotos een indruk geven van een homogeniteit en saamhorigheid die later niet meer bestond. De mensen en ge- zinnen die Vishniac had gefotografeerd wer- den kort daarna uiteengetrokken, een gru- welijke genocide vond plaats. Omdat zijn fotos daarna zijn gepubli- ceerd in diverse fotoboeken of dienden ter il- lustratie bij boeken van Isaac Bashevis Singer en Irving Howe, is dit werk symbool komen te staan voor het joodse leven in Oost-Europa van voor de holocaust, zegt Benton. Zijn fotos staan symbool voor een wereld die is vernietigd. Dat er met nostalgie naar de beel- den wordt gekeken is niet verwonderlijk.Voordat het archief van Vishniac in 2007 naar het ICP werd overgebracht, lag een groot deel van de negatieven in het huis van Mara Vishniac Kohn, de inmiddels 84-jarige dochter van Vishniac die in Santa Barbara Het Werkdorp Wieringermeer in Nieuwesluis (1934-1941) bood een land- bouwopleiding voor jonge joodse vluchtelingen, voornamelijk uit Duits- land. Abel Herzberg was directeur van het Werkdorp waar, volgens schattingen uit diverse bronnen, tot 1940 zon 750 jongeren zijn opgeleid. Op 20 maart 1941 ontruimde Klaus Barbie (tot 1942 actief binnen de Sicherheitsdienst in Nederland) met SSer Willy Lages het Werkdorp. De 210 leerlingen kwamen in Amsterdam terecht in pleeggezinnen en twee opvanghuizen. Ongeveer zestig leerlingen en tien personeelsleden bleven achter. Op 11 juni 1941 was er in Amsterdam een razzia waarbij 61 voor- malige mannelijke werkdorpers zijn opgepakt, van wie er na een week 57 naar het concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk zijn gevoerd. Nie- mand van hen heeft dat overleefd. Van de 315 leerlingen die na 1940 in het werkdorp zaten zijn er 175 omgekomen, 48 naar Palestina gevlucht, 2 naar de VS, 79 in Nederland ondergedoken. Van 11 is het lot onbekend. Werkdorp Jonge zionisten in Werkdorp Wieringermeer, 1939 Foto Roman Vishniac, Mara Vishniac Kohn /ICP CULTUREEL SUPPLEMENT NRC HANDELSBLAD 5 D O N D E R DAG 2 3 D E C E M B E R 2 010 5 Vishniac is niet minder dan sociaal- documentaire reuzen als Evans en Dorothea LangeNieuw beeld uit het archief van Vishniac: Dorpelingen in de Karpaten, 1935-38. Foto Roman Vishniac, Mara Vishniac Kohn/International Center of Photography woont. Benton bracht vanaf 2003 een aantal zomers door in haar huis om een inventaris te maken van het werk en de correspondentie van Vishniac. In die periode deed Benton een aantal belangrijke ontdekkingen over de fo- tograaf. Tot nu toe ging het verhaal dat Vishniac, gedurende zijn reizen door Oost-Europa die hij op eigen initiatief ondernam, zestiendui- zend fotos zou hebben gemaakt waarvan er, volgens zijn zeggen, uiteindelijk iets meer dan tweeduizend in Amerika terechtkwa- men. In de diverse interviews die Vishniac tij- dens zijn leven gaf, vertelde hij dat hij gedu- rende zijn tochten geregeld door politie werd gearresteerd omdat hij, met zijn camera, werd verdacht van spionage. Om dit te voor- komen, fotografeerde hij daarom met een verborgen camera. Ook zou hij, toen hij in 1940 met zijn gezin naar de Verenigde Staten vluchtte, een deel van de negatieven in zijn kleding hebben genaaid. Een substantieel deel werd door een goede vriend later via Cu- ba de VS binnengesmokkeld. Het zijn verhalen die Benton deels met een korrel zout neemt. Voor mijn onderzoek heb ik met mensen gesproken die zich kun- nen herinneren dat Vishniac die fotos nam. Bovendien zijn sommige fotos, die hij bin- nenshuis heeft genomen, met kunstmatig licht gemaakt wat niet kan met een verbor- gen camera. Je ziet bovendien dat veel kinde- ren omhoog kijken en lachen: er was sprake van direct contact met de fotograaf.Ook kwam Benton erachter dat een aantal van de fotobijschriften die zijn geplaatst in A Vanished World, niet klopten. In dat boek staat een foto van een klein meisje, Sara, dat in bed zit.Op de achtergrond heeft haar va- der twee bloemen geschilderd op de muur. De enige bloemen van haar jeugd, aldus het bijschrift. Vishniac heeft over dit meisje al- tijd gezegd dat ze de hele winter in bed moest blijven omdat haar ouders geen geld zouden hebben om schoenen voor haar te betalen.Toen het archief al naar ICP was overge- plaatst, stuitte Benton echter op een negatief waar Sara met haar broer en zus staat afge- beeld. Dit keer zittend op de grond voor het bed, mét schoenen aan haar voeten. Het bleek dat Vishniac het niet zo nauw nam met de waarheid. Zo ontdekte Benton dat de fotograaf in A Vanished World een aantal onjuiste bijschriften had geplaatst. Achterin het boek staan twee fotos: links een beeld van een man die door een raampje van een metalen deur naar buiten tuurt, rechts een jongetje, bij een andere deur, die een waar- schuwende beweging maakt. Het bijschrift vermeldt: De vader schuilt voor leden van de Nationaal Democratische Partij. Zijn zoon waarschuwt hem dat ze eraan komen. War- schau, 1938.’ „Ik heb die negatieven op ver- schillende filmrolletjes teruggevonden, zegt Benton. Die beelden zijn op verschil- lende plekken vastgelegd: de foto van de man tussen 1935 en 1938 in Warschau, de foto van het jongetje in diezelfde periode in Lodz.Bentons ontdekkingen werden begin dit jaar publiekelijk gemaakt door Alana New- house, hoofdredacteur van Tablet Magazine, in The New York Times. In een reactie op het arti- kel noemde een blogger Vishniac een be- driegeren iemand die het publiek misleid- de. Zelf denkt Benton er anders over. Of Vishniac zijn verhalen nu wel of niet heeft overdreven is niet van belang. Binnen de tra- ditie van de documentairefotografie staan beelden vaker symbool voor een sociale of po- litieke situatie, ook al is het waarheidsgehal- te van het beeld zelf twijfelachtig. Waren er families die zo arm waren dat de kinderen de hele winter in bed moesten blijven? Ja. Was dat bij Sara ook het geval? Nee. Zon foto is een voorbeeld van wat in die tijd de realiteit was voor een groot deel van de mensen.Zelf hecht Benton meer waarde aan een an- dere ontdekking. Tien jaar geleden bladerde ze voor het eerst door een kopie van Children of a Vanished World, een ander fotoboek met werk van Vishniac uit 1999. In de introductie van dit boek wordt door Mara Vishniac Kohn melding gemaakt van de American Jewish Joint Distribution Committee (JDC), een or- ganisatie die in 1914 in New York werd opge- richt om joodse gemeenschappen wereldwijd van hulp te voorzien. Het JDC zou, op advies van de populaire Berlijnse rabbijn Joachim Prinz, aan Vishniac hebben gevraagd om fo- tos te maken van de Oost-Europese joodse wijken en zo geld te werven om de armoede binnen deze gemeenschappen te bestrijden. In interviews beweerde Vishniac altijd dat hij op eigen houtje naar Oost-Europa was ge-

description

De geheimen van Roman Vishniac Photography

Transcript of De geheimen van Roman Vishniac Photography

4 C U LT U R E E L S U P P L E M E N T N R C H A N D E L S B L A D

4D O N D E R D A G 2 3 D E C E M B E R 2 010

Ontdekking fotoarchief werpt nieuwe blik op het Werkdorp Wieringermeer

De geheimen vanRoman Vishniac

Recentelijk ontdekte foto’sdie de joods-AmerikaanseRoman Vishniac maakte inbijvoorbeeld WerkdorpWieringermeer zijn vangrote historische waarde.Maar ze tonen ook hoeVishniac manipuleerde.

ROSAN HOLLAK

Het is een heroïsch zwart-wit beeld. Een jonge kerelstaat met wapperende ha-ren bovenop een heuvel.Links en rechts van hemtillen twee jongens grotestenen op. Samen vormen

ze een driehoek. Wat ze uitdragen is kracht,jeugdigheid, saamhorigheid. „Ik dacht eerstdat deze foto ergens in Palestina was ge-maakt”, zegt Maya Benton (35), curator bijhet International Center of Photography(ICP) in New York. „Toen zag ik ineens dieklompen. Toen wist ik het: Nederland.”

Benton staat voorovergebogen boven eentafel vol zwart-wit afdrukken in een neonver-licht kamertje van het ICP in hartje Manhat-tan. De foto die ze bestudeert is afkomstig uithet archief van de Russisch-Amerikaanse fo-tograaf Roman Vishniac (1897-1990). Demannen die op de foto poseren, zijn volgensBenton uit Duitsland gevluchte joden dievanaf 1934 in het Nederlandse werkdorpWieringermeer (zie kader) terecht waren ge-komen. „Deze jongeren werkten op het landen leerden technische vaardigheden”, zegtBenton. „Dat was ter voorbereiding voor huntoekomstige verblijf in Palestina. Maar in1941 werd die plek door de Duitse bezettergesloten. Een deel van de aanwezigen is kortdaarna afgevoerd naar een concentratiekampin Oostenrijk.”

Het is bijzonder dat Benton, als kunsthis-toricus opgeleid aan de universiteit vanBrown en Harvard en sinds een aantal jaarwerkzaam bij ICP, op deze foto stuitte. Tweejaar geleden ontdekte ze in het archief vanVishniac – sinds 2007 bij het ICP onderge-bracht en begin dit jaar officieel geschonkenaan het centrum door Vishniacs dochter MaraVishniac Kohn – tientallen afdrukken die defotograaf, vlak voor het uitbreken van deTweede Wereldoorlog, in Nederland maakte.De foto’s tonen alledaagse momenten in hetwerkdorp: twee mannen zitten bovenop stei-gers, aan hun voeten bungelen klompen. Eenandere foto toont een man die kippen voert,op weer een ander beeld is een man aan hetzaaien. Ook fotografeerde Vishniac twee weg-wijzers waarop staat aangegeven: Schagen 12kilometer. Kolhorn 6 kilometer.

„Na die ontdekking heb ik contact opgeno-men met het Joods Historisch Museum inAmsterdam”, zegt Benton. „Zij hebben inhun archief een aantal contactafdrukken metwerk van Vishniac (zie kader p. 6) en kondenbevestigen dat die foto’s destijds door de fo-tograaf in Nederland zijn gemaakt.”

Volgens Benton is de vondst in historischopzicht belangrijk. „Het JHM heeft een aan-tal brieven en fotoboeken van mensen uit hetwerkdorp in haar archieven. Maar nu hebben

we uit die periode van Vishniac grotere af-drukken en vintage prints. Deze vondstvormt een waardevolle aanvulling op de ge-schiedenis uit die periode.”

Los van de historische waarde van debeelden, is de vondst voor Benton ook om an-dere redenen van belang. „Kijk naar deze fo-t o. ” Ze wijst op een foto waar vier mannen ba-lanceren op de balken van het geraamte vaneen huis. Het beeld is van onderaf genomen,de diagonalen steken donker af tegen delucht. „Ik wist niet dat Vishniac op deze ma-nier kon fotograferen. Het getuigt van eenconstructivistische esthetiek, de stijl doetsterk denken aan het werk van de avant-gar-distische Russische fotograaf Alexander Rod-ch e n k o. ”

Deze negatieven, maar ook ander materi-aal uit het archief, heeft Benton doen inziendat het oeuvre van Vishniac een stuk diverseris dan ze ooit had kunnen vermoeden. Zetoont een foto van een boerengezin voor eenhuisje in de Karpaten, een hooggebergte inMidden-Europa. „Dit is mijn favoriet. De fo-to zou zo van Henri Cartier-Bresson kunnenz ij n . ”

Volgens Benton laat het werk een indruk-wekkende artistieke kwaliteit en veelzijdig-

heid zien. „Ongeveer 95 procent van Vish-niacs werk is nooit eerder geprint of gepubli-ceerd. Nu ik zijn hele archief heb doorge-werkt, kan ik met overtuiging zeggen dat wete maken hebben met een van de grootste enbelangrijkste sociaal-documentaire fotogra-fen van de twintigste eeuw. Ik vind zijn werkeven goed als dat van Walker Evans en Doro-thea Lange, twee fotografen die in de jarendertig van de vorige eeuw de armoede op hetplatteland in Amerika in beeld brachten.”

Tot nu toe was Vishniac een fotograaf diebekend stond om zijn foto’s van het joodse le-ven in Europa voor de Tweede Wereldoorlog.Voor zijn beroemdste fotoboek, A VanishedWo r l d , dat in 1983 voor het eerst werd uitge-geven door Farrar, Straus and Giroux, reisdehij tussen 1935 en 1938 door Oost-Europawaar hij de joodse gemeenschappen vastleg-de in de shtetls (jiddisch woord voor ‘dorp’)en in steden als Warschau, Vilna en Krakau.Het boek staat vol portretten en zwart-witbeelden van orthodox-joodse mannen die bijkaarslicht de Tora bestuderen, religieuze jon-geren en mannen, gehuld in traditionele kle-ding, die door modderige straatjes wandelen.Het zijn foto’s die na de Tweede Wereldoor-log een grote historische waarde kregen om-dat Vishniac, als een van de weinige fotogra-

fen (samen met Alter Kacyzna en MenachemKipnis) die wereld had vastgelegd.

„In Amerika staat dit boek bij veel joodsegezinnen in de kast. Ook bij mij thuis lag eenexemplaar”, zegt Benton. Met name dit boekheeft volgens haar een belangrijke bijdragegeleverd aan de beeldvorming van het voor-oorlogse bestaan van de joodse gemeen-schappen in Europa. Een geromantiseerdbeeld zelfs, omdat de foto’s een indruk gevenvan een homogeniteit en saamhorigheid dielater niet meer bestond. „De mensen en ge-zinnen die Vishniac had gefotografeerd wer-den kort daarna uiteengetrokken, een gru-welijke genocide vond plaats.

„Omdat zijn foto’s daarna zijn gepubli-ceerd in diverse fotoboeken of dienden ter il-lustratie bij boeken van Isaac Bashevis Singeren Irving Howe, is dit werk symbool komente staan voor het joodse leven in Oost-Europavan voor de holocaust”, zegt Benton. „Z ij nfoto’s staan symbool voor een wereld die isvernietigd. Dat er met nostalgie naar de beel-den wordt gekeken is niet verwonderlijk.”

Voordat het archief van Vishniac in 2007naar het ICP werd overgebracht, lag eengroot deel van de negatieven in het huis vanMara Vishniac Kohn, de inmiddels 84-jarigedochter van Vishniac die in Santa Barbara

Het Werkdorp Wieringermeer in Nieuwesluis (1934-1941) bood een land-bouwopleiding voor jonge joodse vluchtelingen, voornamelijk uit Duits-land. Abel Herzberg was directeur van het Werkdorp waar, volgensschattingen uit diverse bronnen, tot 1940 zo’n 750 jongeren zijn opgeleid.Op 20 maart 1941 ontruimde Klaus Barbie (tot 1942 actief binnen deS i ch e rheitsdienst in Nederland) met SS’er Willy Lages het Werkdorp. De210 leerlingen kwamen in Amsterdam terecht in pleeggezinnen en tweeo p va n g h u i ze n . Ongeveer zestig leerlingen en tien personeelsleden blevenachter. Op 11 juni 1941 was er in Amsterdam een razzia waarbij 61 voor-malige mannelijke werkdorpers zijn opgepakt, van wie er na een week 57naar het concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk zijn gevoerd. Nie-mand van hen heeft dat overleefd. Van de 315 leerlingen die na 1940 inhet werkdorp zaten zijn er 175 omgekomen, 48 naar Palestina gevlucht, 2naar de VS, 79 in Nederland ondergedoken. Van 11 is het lot onbekend.

We r k d o r p

Jonge zionisten in Werkdorp Wieringermeer, 1939 Foto Roman Vishniac, Mara Vishniac Kohn /ICP

Nieuw beeld uit het archief van Vishniac: ‘Dorpelingen in de Karpaten, 1935-38’. Foto Roman Vishniac, Mara Vishniac Kohn/International Center of Photograp hy

C U LT U R E E L S U P P L E M E N T N R C H A N D E L S B L A D 5D O N D E R D A G 2 3 D E C E M B E R 2 010 5

Ontdekking fotoarchief werpt nieuwe blik op het Werkdorp Wieringermeer

‘Vishniac is nietminder dan sociaal-documentairereuzen als Evans enDorothea Lange’

Nieuw beeld uit het archief van Vishniac: ‘Dorpelingen in de Karpaten, 1935-38’. Foto Roman Vishniac, Mara Vishniac Kohn/International Center of Photograp hy

woont. Benton bracht vanaf 2003 een aantalzomers door in haar huis om een inventaris temaken van het werk en de correspondentievan Vishniac. In die periode deed Benton eenaantal belangrijke ontdekkingen over de fo-t o g r a a f.

Tot nu toe ging het verhaal dat Vishniac,gedurende zijn reizen door Oost-Europa diehij op eigen initiatief ondernam, zestiendui-zend foto’s zou hebben gemaakt waarvan er,volgens zijn zeggen, uiteindelijk iets meerdan tweeduizend in Amerika terechtkwa-men. In de diverse interviews die Vishniac tij-dens zijn leven gaf, vertelde hij dat hij gedu-rende zijn tochten geregeld door politie werdgearresteerd omdat hij, met zijn camera,werd verdacht van spionage. Om dit te voor-komen, fotografeerde hij daarom met eenverborgen camera. Ook zou hij, toen hij in1940 met zijn gezin naar de Verenigde Statenvluchtte, een deel van de negatieven in zijnkleding hebben genaaid. Een substantieeldeel werd door een goede vriend later via Cu-ba de VS binnengesmokkeld.

Het zijn verhalen die Benton deels met eenkorrel zout neemt. „Voor mijn onderzoekheb ik met mensen gesproken die zich kun-nen herinneren dat Vishniac die foto’s nam.

Bovendien zijn sommige foto’s, die hij bin-nenshuis heeft genomen, met kunstmatiglicht gemaakt – wat niet kan met een verbor-gen camera. Je ziet bovendien dat veel kinde-ren omhoog kijken en lachen: er was sprakevan direct contact met de fotograaf.”

Ook kwam Benton erachter dat een aantalvan de fotobijschriften die zijn geplaatst in AVanished World, niet klopten. „In dat boekstaat een foto van een klein meisje, Sara, datin bed zit.” Op de achtergrond heeft haar va-der twee bloemen geschilderd op de muur.‘De enige bloemen van haar jeugd’, aldus hetbijschrift. „Vishniac heeft over dit meisje al-tijd gezegd dat ze de hele winter in bed moestblijven omdat haar ouders geen geld zoudenhebben om schoenen voor haar te betalen.”Toen het archief al naar ICP was overge-plaatst, stuitte Benton echter op een negatief

waar Sara met haar broer en zus staat afge-beeld. Dit keer zittend op de grond voor hetbed, mét schoenen aan haar voeten.

Het bleek dat Vishniac het niet zo nauwnam met de waarheid. Zo ontdekte Bentondat de fotograaf in A Vanished World een aantalonjuiste bijschriften had geplaatst. Achterinhet boek staan twee foto’s: links een beeldvan een man die door een raampje van eenmetalen deur naar buiten tuurt, rechts eenjongetje, bij een andere deur, die een waar-schuwende beweging maakt. Het bijschriftvermeldt: ‘De vader schuilt voor leden van deNationaal Democratische Partij. Zijn zoonwaarschuwt hem dat ze eraan komen. War-schau, 1938.’ „Ik heb die negatieven op ver-schillende filmrolletjes teruggevonden”,zegt Benton. „Die beelden zijn op verschil-lende plekken vastgelegd: de foto van de mantussen 1935 en 1938 in Warschau, de foto vanhet jongetje in diezelfde periode in Lodz.”

Bentons ontdekkingen werden begin ditjaar publiekelijk gemaakt door Alana New-house, hoofdredacteur van Tablet Magazine, inThe New York Times. In een reactie op het arti-kel noemde een blogger Vishniac een „be-drieger” en iemand „die het publiek misleid-de”. Zelf denkt Benton er anders over. „Of

Vishniac zijn verhalen nu wel of niet heeftoverdreven is niet van belang. Binnen de tra-ditie van de documentairefotografie staanbeelden vaker symbool voor een sociale of po-litieke situatie, ook al is het waarheidsgehal-te van het beeld zelf twijfelachtig. Waren erfamilies die zo arm waren dat de kinderen dehele winter in bed moesten blijven? Ja. Wasdat bij Sara ook het geval? Nee. Zo’n foto iseen voorbeeld van wat in die tijd de realiteitwas voor een groot deel van de mensen.”

Zelf hecht Benton meer waarde aan een an-dere ontdekking. Tien jaar geleden bladerdeze voor het eerst door een kopie van Childrenof a Vanished World, een ander fotoboek metwerk van Vishniac uit 1999. In de introductievan dit boek wordt door Mara Vishniac Kohnmelding gemaakt van de American JewishJoint Distribution Committee (JDC), een or-ganisatie die in 1914 in New York werd opge-richt om joodse gemeenschappen wereldwijdvan hulp te voorzien. Het JDC zou, op adviesvan de populaire Berlijnse rabbijn JoachimPrinz, aan Vishniac hebben gevraagd om fo-to’s te maken van de Oost-Europese joodsewijken en zo geld te werven om de armoedebinnen deze gemeenschappen te bestrijden.

„In interviews beweerde Vishniac altijd dathij op eigen houtje naar Oost-Europa was ge-