de eerste editie

27
Rob de Wijk analyseert terreurdreiging en veiligheidslekken VNG, IPO en UvW bepleiten bestuurlijke vernieuwing van onderop Hoogleraar Evelien Tonkens: ‘Participatiesamenleving volgt uit verzorgingsstaat’ Op de werkvloer alle hens aan dek voor de decentralisaties 2015 2015 VAN AKKOORD NAAR AKKOORD De slagkracht van Rutte II

Transcript of de eerste editie

Page 1: de eerste editie

Rob de Wijk analyseert terreurdreiging en veiligheidslekken

VNG, IPO en UvW bepleiten bestuurlijke vernieuwing van onderop

Hoogleraar Evelien Tonkens: ‘Participatiesamenleving volgt uit verzorgingsstaat’

Op de werkvloer alle hens aan dek voor de decentralisaties

20152015

Van akkoord naar akkoord

De slagkracht van Rutte II

Page 2: de eerste editie

DE ERfGOEDmONITOR

Geef de toekomst een verleden

Rijksdienst vooR het CultuReel eRfgoed: paRtneR in eRfgoedbeheeR

Ons cultureel erfgoed vertegenwoordigt belangrijke economische, sociale en cultuurhistorische waarden. Daar moeten we als samenleving dus goed voor zorgen. Eigenaren, beheerders,

overheden, bedrijven, architecten en andere betrokkenen samen. Als partners met ieder een eigen rol, maar met dezelfde missie: de toekomst een verleden geven zodat toekomstige

generaties het verleden kunnen beleven. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) staat alle partijen graag bij met haar specialistische kennis en ervaring.

band. Onze partners willen inzicht hebben in wát we doen en hóe we dat doen. Iedereen mag erop vertrouwen dat wij met de vereiste kennis en met de nodige passie voor het cultureel erfgoed ons werk doen. Samen met andere onderzoeksinstellingen en maat­schappelijke organisaties willen we die kennis verder ontwikkelen.’ Intern is een structuur van programma’s en projecten neerge­zet die aansluit op de beleidsnota’s van de minister. met minder afdelingen en minder management. ‘We werken hier in hoge mate projectmatig,’ bevestigt maartje de Boer, programmamanager bij de RCE. De afgelopen jaren werkte ze aan de ontwikkeling van de Erfgoedmonitor (zie kader). Deze geeft inzicht in de staat van al het cultureel erfgoed in Nederland. Het is een goed voorbeeld van de nieuwe wijze van werken. ‘De gegevens komen uit diverse databases en registraties van de Rijksdienst en andere partijen. Ze

worden verzameld in overleg en in samenwerking met het veld en zijn toegankelijk voor iedereen die hierin geïnteresseerd is.’

KennisdelingDe Rijksdienst is zeer actief als het gaat om het delen van kennis. fysiek in de vorm van platforms op het terrein van bijvoorbeeld groen, interieur, militair erfgoed en duurzaam erfgoed. De congres­zaal in het prachtige onderkomen in Amersfoort is continu gevuld. En via tijdschriften, maar steeds meer digitaal. ‘We hebben zoveel kennis in huis die we kunnen ontsluiten voor een breed publiek,’ vertelt Van ’t Veen enthousiast. ‘Soms schieten we nog wel eens in de reflex van “Er moet een boek komen!”, maar de laatste tijd lanceren we vooral nieuwe websites. Nee, het stoffige is er bij ons ondertussen wel vanaf!’

‘W ij zijn er als organisatie klaar voor, per 1 januari aanstaande is de fusie organisatorisch rond,’ zegt directeur Cees van ’t Veen. Sinds enige tijd

werken de vier domeinen – archeologie, landschap, monu­menten en museale collecties – samen in één Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. ‘Als geïntegreerde uitvoerings­dienst van het ministerie van OCW kunnen wij zo de linking pin zijn tussen het beleid en de praktijk. Door samen te wer­ken kunnen we partijen en kennis vanuit de verschillende domeinen met elkaar verbinden. En ook de beschikbare budgetten en technologie gecombineerd inzetten.’ ‘De minister heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed de opdracht gegeven om goed voor ons erfgoed te zorgen. Voor een groot deel is dit in handen van private eigenaren en beheerders. Onze dienstverlening richt zich op hen, zij zijn primair verantwoordelijk voor het erfgoed. Wij kunnen landgoedeigenaren ondersteunen, bijvoorbeeld op het vlak van restauratie, herbestemming en ontwikkeling. Of beheerders van kunstcollecties ondersteunen bij het beheer en het ontsluiten ervan.’ Van ’t Veen zou graag zien dat eigenaren zijn dienst als partner beschouwen in de geza­menlijke taak om het erfgoed een goede toekomst te geven. ‘We nemen een nieuwe plaats in het erfgoedveld in waarbij samenwerking en kennisuitwisseling centraal staan.’ Ook gemeenten en provincies kunnen een beroep doen op de specifieke kennis en ervaring van de dienst. ‘Gemeenten maken uiteraard zelf hun monumentenbeleid,’ licht Van ’t Veen toen. ‘Bij ingrijpende renovaties zijn ze ver­plicht advies te vragen aan onze Rijksdienst. Wij willen ze vanuit onze eigen rol goed adviseren, zodat gemeenten als bevoegd gezag weloverwogen besluiten kunnen nemen. Ook vanuit een breder perspectief. We hebben specialisten in huis op de diverse erfgoedterreinen en kunnen ze zo alle kennis aanreiken die ze nodig hebben.’

Openheid en samenwerkenmet de nieuwe organisatie wil Van ’t Veen ook een up to date cultuur realiseren, gericht op samenwerken en het delen van kennis. ‘We zijn een schakel in een groter ver­

Op 1 september jl. lanceerde de RCE de Erfgoedmonitor. Hoewel nog in ontwikkeling biedt de online databank al een schat aan informa-tie over de staat en ontwikkeling van het erfgoed in Nederland. De monitor is primair bedoeld als instrument voor beleidsmakers, maar toegankelijk voor iedere Nederlander die geïnteresseerd is in de feiten en cijfers over het erfgoed. ‘Voor alle overheidslagen is deze informatie relevant,’ stelt programmamanager Maartje de Boer. ‘We meten periodiek een vaste set van indicatoren op het gebied van archeologie, gebouwde monumenten, historisch land-schap en musea en collecties. Hiermee kunnen we trends en ontwikkelingen in de tijd zichtbaar maken. Waar mogelijk worden ge-gevens ook op regionaal en lokaal niveau aangeboden. De Erfgoed-monitor biedt ook de mogelijkheid dieper op de data in te zoomen. Als gebruiker heb je toegang tot

de integrale databank die onder de website ligt. Die databank bevat gegevens uit verschillende bronnen zoals het monumenten-register, de monumentenwacht en ook Archis, het archeologisch informatiesysteem. Hiermee krijgen beleids makers zicht op ge-specificeerde informatie die input levert voor beleid en onderzoek op nationaal, regionaal en lokaal niveau.’ Zo leren we dat de provincie Gel-derland de meeste rijksbescherm-de archeologische complexen heeft (1.072), met name door het grote aantal grafheuvels (834). En als het gaat om het aantal gebouwde rijksmonumenten voert Noord-Holland de lijst aan met 14.053 van de in totaal 61.715 rijksmonumenten, terwijl Drenthe er 1.284 heeft. Kijken we op ge-meentelijk niveau dan springt ui-teraard Amsterdam eruit. Met één klik kan de informatie gedownload worden in een spreadsheet.www.erfgoedmonitor.nl

2 3

VisieVisie

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is het kennisinstituut voor roerend en onroerend erfgoed, onderdeel van het mi-nisterie van Onderwijs, Cultuur en Weten-schap. De dienst houdt zich bezig met vier vakgebieden: monumenten, archeologie, cultuurlandschap en museale collecties. De organisatie is in de afgelopen jaren in twee fasen tot stand gekomen. In 2006 gingen de Rijksdienst voor het Oudheid-

kundig Bodemonderzoek (ROB) en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMz) op in de Rijksdienst voor Archeo-logie, Cultuurlandschap en Monumenten. In 2008 werd de naam gewijzigd in Rijks-dienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). In 2011 werden de primaire taken van het Instituut Collectie Nederland (ICN) ondergebracht bij de RCE.

www.cultureelerfgoed.nlwww.monumenten.nlwww. archeologieinnl.nlwww.erfgoedmonitor.nlwww.herbestemming.nu

Foto: MC Thijs

Page 3: de eerste editie

Blik vooruit

Kan een kabinet té daadkrachtig zijn? Daar lijkt het haast op. Rutte II heeft in de eerste twee jaar behoorlijk wat maatregelen door het parlement weten te loodsen, onder

meer door een aantal oppositiepartijen aan te laten schuiven. Maar is dat vol te houden? Wil premier Rutte dit kabinet succesvol tot een einde brengen, dan heeft hij nog tweeënhalf jaar te gaan. De verkiezingen zijn immers pas in mei 2017. Eerst maar eens de blik op komend jaar, waar de Miljoenennota die minister Dijsselbloem van Financiën op Prinsjesdag presenteerde, het startschot voor was. In deze speciale uitgave laten we zien wat er in 2015 op het bordje van de verschillende bestuurslagen ligt. Te beginnen met de decentra-lisaties op het gebied van jeugd, zorg en arbeid. Deze majeure operatie, waarbij gemeenten verantwoordelijk worden voor een groot aantal taken, voltrekt zich in razend tempo. Nog geen twee jaar geleden (het regeerakkoord Bruggen slaan werd op 29 oktober 2012 gepresenteerd) was het slechts een papieren werke-lijkheid: ‘Eén gezin, één plan, één regisseur is het uitgangspunt bij de decentralisaties in het sociale domein,’ aldus het regeer-akkoord. Op 1 januari 2015 moet dat een feit zijn. De gemeente Heemstede ligt op schema, zo tekenenden we op uit de mond van programmamanager Silvana Hoogland. Hoe soepeltjes het straks verloopt, durft ze niet te zeggen. ‘Het zou me verbazen als alles in een keer goed gaat, maar dat weet je met zo’n omvang-rijk project.’ De internationale ontwikkelingen van deze zomer, die ook hier in Nederland hun weerslag hadden, noopten het kabinet tot een aantal accentverschuivingen. Minder bezui-nigen op defensie, meer aandacht voor radicaliserende jongeren, plus deelname aan het luchtoffensief tegen IS in Irak. Defensiedeskundige Rob de Wijk benoemt de sterke én de zwakke plekken van het veiligheidsbeleid. Verder peilen we bij de voorzitters van VNG, IPO en UvW het enthousiasme voor een nieuwe bestuurlijke agenda en laten we Evelien Tonkens het door dit kabinet gemunte begrip ‘participa-tiesamenleving’ duiden. Tot slot focussen we op een aantal inter-bestuurlijke dossiers die komend jaar op de agenda staan, onder meer energie, wonen, veiligheid en hoogwaterbescherming. 2015 is natuurlijk ook het jaar van de verkiezingen voor de waterschappen en de provinciale staten (voor het eerst tegelijkertijd). Vooral die laatste zijn van invloed op de slag-kracht van het kabinet. Gezien de peilingen zal het VVD en PvdA niet lukken nu wel een meerderheid in de senaat te krijgen. Van belang is dan met welke partijen coalities zijn te sluiten, zodat dit kabinet de rit voor de verandering wel een keer kan uitzitten.

Cindy CastricumHoofdredacteur Focus

Focus is een uitgave van Sdu

RedactieadresPostbus 200252500 EA Den Haag070 378 96 39www.sdu.nl/overheid

Hoofdredactie Cindy Castricum

Redactie Rutger van den Dikkenberg, Wouter de Jong, Simon Kooistra, marten muskee, Richard Sandee, maurits van den Toorn, Rianne Waterval, René Zwaap, Paul van der Zwan

Medewerkers René van Asselt, Jiri Büller, Heleen Hupkens en Klaas Salverda

Vormgeving Dimdim grafisch ontwerp

Uitgever Dineke Sonderen

Marketing Ashley van der Vlies

Advertenties/visieverhalenAdnovus BV

Drukker Senefelder misset

Oplage 31.500 exemplaren

focus wordt in oktober 2014 naar de abonnees van VNG magazine, Pm Public mission, SC en Het Waterschap gestuurd.

ViSiE Op 2015 2 Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed | 18 Taskforce Bestuur en Informatieveiligheid Dienstverlening | 22 Convenant Gezond Gewicht | 24 Arcon | 28 Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen | 32 Kennisinstituut Duurzaam Verpakken | 38 Karmac

6Vliegende start Rutte IITussenbalans van een doenerskabinet

10Dreiging stijgt op alle frontenRob de Wijk waarschuwt voor gaten in de veiligheid

15 Openbaar bestuur vernieuwt van onderopVoorzitters VNG, IPO en UvW weren zich tegen Haags primaat

IN DIT NUmmER

30 Op naar de participatie samenlevingEvelien Tonkens bepleit brede maatschappelijke discussie

ColumnsRijk14 Bernard ter Haar

Vol aan de bak

Provincie19 Theo Bovens

Poort naar Europa

Waterschap25 Marga Kool

Een spannende reis

Gemeente29 Gerrit Hagelstein

Een hele klus

We horen graag uw mening over focus! Stuur een reactie naar [email protected].

20 Bericht van de werkvloerJoop Kooijman, Sara de Boer en Silvana Hoogland zijn er klaar voor

39 Energie

41 Wonen 43 Veiligheid 47 Hoogwater­bescherming

Dossiers

34 Jeugdzorg 36 Arbeidsmarkt

Beeld cover: Patrick Post/HH

Rubriek Rubriek4 5

2015 2015

inhoud Colofon

Page 4: de eerste editie

steeds bredere kring openlijk betwij-feld – direct al door de Raad van State, inmiddels ook door de werkgevers – of het zal lukken de in de Participatiewet beloofde 125.000 banen voor arbeids-gehandicapten te creëren. Wat betreft jeugd roert onder meer Jeugdzorg Nederland zich (‘het is vijf over twaalf’, schreef voorzitter Hans Kamps onlangs). In dit geval is ook het kabinet er niet helemaal gerust op. De staatsse-cretarissen Van Rijn (VWS) en Teeven (VenJ) hebben extra geld beschik-baar gesteld om te voorkomen dat jeugdhulp instellingen in de problemen komen. En begin september bracht een zware delegatie, onder wie beide staatssecretarissen, een bezoek aan Denemarken om te leren van de daar opgedane decentralisatie-ervarin-gen. Niet echt aan de vroege kant, vier maanden voor het in Nederland ook zover is. Hoe het allemaal uitpakt, is kijken in een zwarte bol. Veel hangt af van de opstelling van het Rijk en vooral van de Kamer. In het regeerakkoord valt weliswaar te lezen: ‘De gemeenten wordt een zeer ruime beleidsvrij-heid gegeven met betrekking tot de concrete invulling van deze gedecen-traliseerde voorzieningen’, maar dat vergt een forse dosis zelfbeheersing in Den Haag. De drie door het kabinet

benoemde ambassadeurs om de samenwerking tussen gemeenten

te bevorderen (oud-minister Liesbeth Spies, oud-burgemeester Ronald Bandell en oud-topambtenaar Marjanne Sint) zijn er in ieder geval niet gerust op. Onlangs riepen ze op ‘niet gelijk in de regelreflex te schieten’ als er dingen verkeerd gaan; lieden van dergelijke statuur roepen zoiets niet voor niets. Eerder kwam de Raad voor het openbaar bestuur ook al met een gelijksoortige waarschuwing.

UitruilstrategieHet kabinet heeft meer gerealiseerd: een herziening van WW en ontslag-recht, nieuwe regels voor pensioe-

nen, beperking van de groei van de zorguitgaven, de invoering van een sociaal leenstelsel in plaats van de

studiefinanciering, een energieak-koord en een woonakkoord. In veel

gevallen, zoals bij het besluit om de hypotheekrenteaftrek geleidelijk te verminderen, is het vooral van belang dat er eindelijk iets over is afgesproken. Kwesties die jarenlang een struikelblok vormden en die toch eens moesten worden opgelost – je kunt de SER niet om adviezen blijven vragen – zijn daarmee eindelijk van tafel. Dat is een knappe prestatie; Rutte verwijst niet ten onrechte graag naar zijn liberale voorganger van een eeuw geleden, Cort van der Linden, die in 1917 een einde wist te maken aan de al decennia-lang doorzeurende schoolstrijd door de oplossing daarvan te koppelen aan invoering van het algemeen kiesrecht. Ook een uitruilstrategie, in dit geval tussen liberalen en confessionelen. Ook zijn er minder tot de verbeel-ding sprekende besluiten genomen, zoals de invoering van het miljarden-project ERTMS, de Europese spoor-wegbeveiliging. De realisering is een ander verhaal, zoals met wel meer ICT-gerelateerde projecten kunnen de kosten van dergelijke technische akke-fietjes flink uit de pan rijzen. Gezien de tijdshorizon – realisering is voorzien voor de periode 2016-2022 – zal dat pas een probleem voor volgende kabinet-ten worden. Voer voor juristen en technici is het wetsvoorstel voor een nieuwe Omgevingswet dat in de zomer van dit jaar naar de Kamer is gegaan.

Volgens minister Schultz van Haegen van IenM is deze vervanging van tien-tallen bestaande wetten en regelin-gen ‘de grootste wetgevingsoperatie sinds de grondwetsherziening van 1848’. De kritiek erop is navenant, zo bleek onlangs bij een hoorzitting in de Tweede Kamer. Ook in dit geval zal implementatie een kwestie van jaren zijn.

Ambtelijk geriefNiet alles is gelukt. De bestuurlij-ke herindeling en de vorming van de superprovincie Noord-Holland/Flevoland/Utrecht is gestrand, al poogde de premier in de Algemene Politieke Beschouwingen het idee te reanimeren. Minister Plasterk van BZK treedt met deze mislukking in de voet-sporen van zijn illustere voorganger De Gaay Fortman in het kabinet-Den Uyl, die zijn plannen voor een

Uur der waarheid

voor kabinetde tussenbalans van Rutte ii

Het kabinet dat bij aantreden werd afgedaan als een gedoemd politiek brekebeentje, valt juist op door zijn grote slagkracht en doortastendheid. Waar staat de meter na twee

jaar Rutte ii en welke doelen liggen nog in het zicht van de bruggenbouwers van dit kabinet? De schijnwerpers zijn vooral gericht op de grote decentraliseringsslag.

WOONAKKOORD• Btwoprenovatie(tijdelijk)van21

naar 6 procent. • Hurenstijgen,bovendeinflatie,

geen 6,5, maar maximaal 4 procent.

• Verhuurderheffingvoorwoning­corporaties van zo’n 1,7 miljard euro.

• Mogelijkheidafsluitentweede hypotheeklening tot de helft van de waarde van de woning met looptijd van 35 jaar.

• 185miljoeneuroineenfondsvoorenergie besparing.

• 50miljoeneuroineenspeciaalfonds voor startersleningen.

SOCIAAl AKKOORD

• Werknemersgaanweerdehelftvan de WW-premie betalen, net als vóór 2009. Het publieke deel van de WW duurt twee jaar, daarna volgt een jaar aanvulling bij cao. Het derde jaar van de uitkering zal zo worden betaald door werkgevers en werknemers samen.

• Tot2016blijftdeontslagbescher-ming ongewijzigd. Daarna komt er een eenvoudiger systeem waarbij de preventieve toets blijft bestaan. De ontslagvergoeding wordt hoogstens 75.000 euro of – voor mensen die meer verdienen – een jaarsalaris.

• Flexwerkerskrijgenmeerzeker-heid, het aantal tijdelijke contrac-ten zal worden beperkt. Er komt een verbod op nulurencontracten in de zorg.

• Inplaatsvaneenquotumvoor arbeidsgehandicapten beloven werkgevers mensen met een beperking aan een baan te helpen. Zo komt er een garantie voor in totaal 125.000 banen voor gehan-dicapten, waarvan 25.000 bij de overheid.

Als je na bijna twee jaar weer eens het regeerak-koord Bruggen slaan uit oktober 2012 doorleest,

dan valt op hoeveel van de voor-nemens daarin inmiddels (op z’n minst gedeeltelijk) zijn gerealiseerd. Daarbij gaat het niet alleen om de drie grote decentralisaties in het sociaal domein en bijvoorbeeld het ontslag-recht, maar ook om minder tot de verbeelding sprekende wet- en regel-geving, zoals de modernisering van het faillissementsrecht. Ook zijn er knopen doorgehakt in een omstreden kwestie als de ontpoldering van de Hedwigepolder, een probleem dat alweer is weggezakt in het collectieve geheugen. En dat terwijl het er na het moeizame begin met de flop van de inkomensafhankelijke zorgpremie en het ontbreken van een meerderheid in de Eerste Kamer niet naar uitzag dat Rutte II een lang leven beschoren zou zijn. Ook de heftig op- en vooral neergaande voorkeuren voor de twee regeringspartijen in de wekelijkse peilingen voorspelden geen lang en gelukkig leven.

Maar toch: na die moeizame start lukte het steeds beter te onderhande-len met de ‘constructieve oppositie’, met als resultaat een groot aantal akkoorden. De ‘uitruilstrategie’ tussen de coalitiepartners bleek ook na de beginperiode levensvatbaar en functioneerde nog steeds toen in het voorjaar van 2014 de strafbaarstelling van illegalen van tafel verdween in ruil voor een hogere arbeidskorting. PvdA en VVD allebei tevreden, over tot de orde van de dag.

Die orde van de dag heeft tot dusverre de al genoemde decentralisaties opge-leverd op het gebied van zorg, werk en jeugd. Dat wil zeggen: qua wetgeving, want hoe het na 1 januari 2015 met de uitvoering gaat is nog een verras-sing. Het kabinet zal straks in ieder geval niet kunnen beweren dat er niet gewaarschuwd is, onder meer door de Algemene Rekenkamer, die eerder dit jaar pleitte voor een extra beoordelingsmoment in oktober. Daar voelde het kabinet niet voor, maar als een soort tussenoplossing is onlangs de Transitiecommissie Sociaal Domein ingesteld die gaat bekijken of gemeenten de benodigde bestuurlijke, organisatorische en financiële maatre-gelen voor de decentralisaties hebben genomen.

Zwarte bolWat betreft zorg wees directeur Kim Putters van het Sociaal en Cultureel Planbureau er eerder dit jaar op dat niet iedere gemeente over voldoende deskundigheid beschikt en dat er te makkelijk wordt uitgegaan van de beschikbaarheid van mantel-zorgers. Wat betreft werk wordt in

VAN AKKOORD NAAR AKKOORD

Omdat VVD en PvdA in de Eerste Kamer geen meerderheid hebben, ziet het

kabinet zich genoodzaakt coalities te sluiten met oppositiepartijen en andere

maatschappelijke organisaties om draagvlak te creëren. De afgelopen twee jaar zijn acht akkoorden gesloten, met

wisselende partners.

APRIl 2013

FeBruarI2013

met sociale

partners

met

6 7

2015 2015

Ambities AmbitiesTekst Maurits van den Toorn | Beeld Dimitry de Bruin

Page 5: de eerste editie

(nog veel ingrijpender) provinciale herstructurering ook zag sneuvelen. Overigens is het traditie dat plannen voor een dergelijke bestuurlijke herindeling mislukken, denk aan de gesneefde stadsprovincies. De stads-regio’s alias de WGR+-gebieden die in plaats daarvan uit de hoed kwamen worden momenteel – tot vreugde van het provinciebestuur – om zeep geholpen. Daarmee wordt indirect de oprichting van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag mogelijk, plus een speciale vervoerregio voor de noordelijke Randstad. Helemaal weg is deze bestuurslaag dus niet, al bena-drukken de initiatiefnemers dat het bij de Metropoolregio om ‘verlengd lokaal bestuur’ gaat – maar dat werd van de oude stadsregio’s ook al gezegd.Verder is ook het samenvoegen van gemeenten tot 100.000-plus gemeenten van de baan. Het aantal gemeenten blijft ondertussen gestaag afnemen, een autonome ontwikkeling die al decennia aan de gang is. De decentra-lisaties en het takenpakket dat op de gemeenten afkomt lijken dat proces te versnellen.De vraag is een beetje wat de minister van BZK en zijn ambtenaren eigenlijk nog te doen hebben. Oud-senator Joop van den Berg heeft het in zijn columns en lezingen pesterig over ‘het minis-terie van ambtelijk gerief’, wat niet helemaal uit de lucht gegrepen is. De drie grote decentralisaties zijn vooral een zaak van de vakdepartementen geworden, daarbij geholpen door de

terughoudende opstelling van BZK als coördinerend departement.Opvallend is verder dat minister Blok tot dusverre vooral minister voor Wonen is geweest en aanzien-lijk minder voor Rijksdienst; een aangekondigd Kameroverleg over onder meer externe inhuur en het percentage vrouwen in de Algemene Bestuursdienst sleept zich al bijna lach-wekkend lang van uitstel naar uitstel.

Die laatste doelstelling – ministeries moeten in 2017 tenminste 30 procent vrouwen in de hoogste leidingge-vende functies hebben – werd in de

begroting voor 2015 maar weer eens herhaald.

Weinig verrassingenPrinsjesdag leverde conform de verwachtingen dan ook weinig onver-wachts op. Een van de weinige echte verrassingen is de komst van de ‘Brug-WW’: een werkzoekende die aan de slag gaat in een sector waar een tekort is, krijgt voor de uren waarin hij of zij indien nodig wordt omgeschoold een WW-uitkering.

Veel andere plannen en voorne-mens waren al eerder bekend gemaakt of geraakt. Dat geldt voor kleine kwesties – verlaging van het btw-tarief bij onderhoud of verbouwing van de eigen woning wordt met een half jaar verlengd, modernisering van het kans-spelbeleid, nieuwe tienjarige concessies voor NS en ProRail, verlenging van de kinderopvangtoeslag bij werkloosheid,

vereenvoudiging van de procedures voor stemmen vanuit het buitenland – maar ook voor grote, zoals het advies Deltaprogramma 2015, De beslissingen om Nederland veilig en leefbaar te houden van Deltacommissaris Wim Kuijken. Een nieuw programma van dijkbescher-ming voor de periode na het aflopen van het huidige Ruimte voor de Rivier. Duur, het gaat om minstens twintig miljard, maar het is te spreiden over een lange periode.Wat (nog) niet gaat lukken is de herzie-ning van het belastingstelsel, naar aanleiding van de adviezen van de commissie-Van Dijkhuizen (lange eerste schijf, minder aftrekposten,

eenvoudiger toeslagen). Dat er wat moet veranderen/vereenvoudi-gen is onomstreden, maar hoe?

Weliswaar stuurde staatssecretaris Wiebes van Financiën op Prinsjesdag een brief van 27 kantjes naar de Kamer, getiteld Keuzes voor een beter belastingstel-sel, maar daarmee is dat betere stelsel – met als voornaamste doel ‘minder complexiteit en meer banen’ – er nog lang niet. Belastinghervormingen zijn altijd gecompliceerd, kijk naar het plan om alle bestaande toeslagen te vervangen door één huishouden-

toeslag. Te elfder ure moest er in april van dit jaar een streep door worden gehaald vanwege onver-wachte financiële effecten. De

belastingherziening heeft dan ook

vast nog een kabinetsperiode nodig om tot rijping te komen, al beloofde premier Rutte tijdens de algemene beschouwingen dat de eerste plannen er in de zomer van 2015 zullen zijn.

Op de winkel passenWat moeten de bewindslieden verder nog voor ambities koesteren? Een gebrek daaraan kan bedreigend zijn voor het voortbestaan van een kabinet. Bij gebrek aan grote zaken, aan

een sense of urgency (zie ook het advies van de Raad van State!) kunnen klei-nigheden en misverstanden groter worden dan ze verdienen. Verveling ligt op de loer, de achterban gaat zich roeren omdat de partij ‘te weinig zichtbaar’ is. Veel zal ook afhangen van de Statenverkiezingen in maart 2015, de eerste hobbel die de coalitie moet nemen. Valt de uitkomst voor de coalitiepartners tegen – en wordt het dus in de Eerste Kamer nog moeilij-

ker om meerderheden bij elkaar te scharrelen – dan kunnen de span-ningen snel oplopen. Ook zullen

zich in de loop van 2015 onvermij-delijk incidenten voordoen bij de uitvoering van de drie decentralisaties. De oppositie zal daar gretig vragen en dertigleden debatten aan wijden.Anderzijds is enige terughoudendheid bij nieuw beleid zo langzamerhand op zijn plaats. Het gaat nu nog om maat-regelen die pas in de uitvoering handen en voeten zullen krijgen. Vooral de decentrale overheden zullen daar een hele kluif aan hebben, wat minder acti-viteit vanuit Den Haag past daarbij. Het kabinet moet de voorspelbare verwijten van de oppositie dat het uitgeregeerd is dan maar voor lief nemen. Toen

minister-president Piet de Jong (1967-1971) zijn taak omschreef als ‘op de winkel passen’ werd hij vanwege een gebrek aan ambities

weggehoond, maar achteraf wordt zijn kabinet als een van de betere na 1945 beschouwd.En tenslotte zullen er genoeg onver-wachte gebeurtenissen de aandacht vragen. Wie had twee jaar geleden de annexatie van de Krim door Rusland en de daaropvolgende strijd in Oost-Oekraïne voorzien? Of het ontstaan van een ‘islamitische staat’ die dood en verderf zaait in het Midden-Oosten? Het onderwerp veiligheid is weer

prominent in beeld en heeft geleid tot een eerste extra uitgave – oftewel een vermindering van de eerdere bezuinigingen – van 50 miljoen euro

voor Defensie, wat vanaf volgend jaar 100 miljoen structureel wordt. Ook de AIVD krijgt extra geld.Het is bijna onvermijdelijk dat er de komende jaren ook écht extra geld voor veiligheid wordt uitgetrokken, want de politieke agenda zal meer dan in de afgelopen jaren elders in de wereld worden gedicteerd. Het kabinet en de Kamer zullen moeten leren daarmee om te gaan. Dat vergt veel politieke vaardigheden – niet voor niets zou de Britse premier Harold Macmillan ooit hebben gezegd, in antwoord op de vraag van een journalist wat de grootste uitdaging voor een politicus of een kabinet is: ‘Events, dear boy, events’.

ZORGAKKOORD • Minderbezuinigingenopuitgaven

voor huishoudelijke hulp (40 in plaats van 75 procent).

• Indeouderenzorgblijftzorgzwaarte-pakket 4 bestaan, de helft van deze mensen kan naar het verpleeghuis.

• Indegeestelijkegezondheidszorgkunnen ook nieuwe cliënten met zorgzwaartepakket 3 zorg in een instelling krijgen (geen ‘extramurali-sering’).

• Dagbestedingenpersoonlijkeverzor-ging blijven in 2014 bestaan.

PENSIOEN AKKOORD• Defiscaalvrijgesteldepensioen­

opbouw gaat van 2,25% naar 1,875%. Dit levert de schatkist door een hoger belastbaar inkomen circa 3 miljard euro per jaar op.

• Depensioenfondsenmoetenhunpremies verlagen.

• erkomteenapartpensioenfondsvoor zelfstandigen zonder personeel. Als ze in de bijstand komen, hoeven zij hun gespaarde pensioengeld niet langer ‘op te eten’.

ZORGAKKOORD• In2015wordtintotaal360miljoen

euro minder bezuinigd dan eerder was aangekondigd, uiteindelijk 200 miljoen euro structureel.

• Inovergangsjaar2015komter195miljoen euro beschikbaar voor AWBZ-ondersteuning.

• eenmalig60miljoeneuroextravoorde Jeugdwet (in 2015).

• erkomtmeergeldvoorplaatsenininstellingen voor ouderen en mensen met een verstandelijke beperking (5 miljoen in 2015, oplopend tot 70 miljoen structureel).

• Bovendien:structureel30miljoeneuro voor ondersteuning thuis en 100 miljoen euro meer voor dag-besteding en begeleiding vanuit zorginstellingen.

HERfSTAKKOORD(BEGROTINGSAfSPRAKEN 2014)

• Deaanpassingeninhetontslagrechtworden een half jaar eerder van kracht (juli 2015). De maatregelen ter beschermingvanflexwerkerswordeneen half jaar eerder ingevoerd (1 juli 2014* en 1 juli 2015).

• Werklozenmoetenvanaf1januari2015 na een half jaar WW een baan onder hun niveau accepteren. In het sociaal akkoord was dat nog 1 januari 2016.

• Werkgeversindemarktsectorstellenzich garant om in 2014 al 5000 mensen met een beperking aan het werk te helpen.

* inmiddels 1 januari 2015

ENERGIEAKKOORD• energieverbruikmoetmetgemiddeld

1,5 procent per jaar omlaag.• Hetaandeelhernieuwbareenergieop-

wekking stijgt van 4 procent nu naar 14 procent in 2020 en naar 16 pro-cent in 2023.

• Hetakkoordmoetleidentot15.000extra banen.

• Per1januari2014komtereenbelastingkorting op energie die is opgewekt door coöperaties en VvE’s met bijvoorbeeld zonnepanelen.

• Op1januari2016wordendriekolencentrales gesloten. De twee resterende centrales gaan dicht op 1 juli 2017.

AKKOORD BEPERKING

UITGAVEN GROEI CURATIEVE ZORG

• Dezorgmagin2014maximaal1,5procent groeien en daarna maximaal 1 procent: een besparing van onge-veer een miljard euro in 2017.

• Hetstrevenissubstitutienaarde(goedkope) eerste lijn. De groei van de huisartsenzorg wordt daarom slechts ingeperkt tot 2,5 procent.

APRIl 2013 sePTeMBer2013 DECEMBER 2013

APRIl 2014

met circa veertig organisaties, waaron-der sociale partners, decentrale overhe-

den, transportsector, milieuorganisaties

OkTOBer2013

julI2013

met sociale partners(m.u.v.

AbvaKabo)

met organisaties voor medisch-specialistische

zorg, GGZ en huisartsenzorg

met met

met

RAAD VAN STATE: VERlIES AAN URGENTIE DREIGTDe Raad van State adviseert het kabinet door te gaan met hervormingen. De economie trekt welis-waar iets aan en het begrotingstekort komt weer onder de drieprocentsnorm, maar het adviescollege ziet daar geen aanleiding in om over te gaan tot de orde van de dag. Dat staat in het advies van de Raad van State over de Miljoenennota. Volgens de raad zijn er meer hervormingen nodig, onder meer van het arbeidsmarktbeleid.Hoewel de raad het begrijpelijk vindt dat er na de bezuinigingen van de afgelopen jaren ‘een gevoel van opluchting ontstaat wanneer het weer iets beter gaat’, dreigt het gevoel van urgentie verloren te gaan. De voorzichtige groei van de Nederlandse economie wordt immers bedreigd door onder meer de oorlog in Oekraïne en de situatie in het Midden-Oosten. Het kabinet zou daarom op z’n minst voorbereidingen moeten treffen voor hervormingen die door een volgend kabinet kunnen worden uitge-voerd, stelt de raad in het advies.

8 9

2015 2015

AmbitiesAmbities

Page 6: de eerste editie

Artikel kop1Artikel intro

artikel kop chapeau

Getuige zijn steeds fermere taalgebruik in zijn vaste column in dagblad Trouw is de invloedrijke defensie-

specialist Rob de Wijk allesbehalve gerust over de goede afloop van het luchtoffensief dat president Obama heeft ingezet om de opmars van de jihadisten van de IS in Irak te stoppen. Over de betekenis van de Nederlandse deelname aan dat offensief blijkt De Wijk te twijfelen.

U zou toch een tevreden man moeten zijn. Na jaren van bezuinigingen krijgt Defensie er 100 miljoen euro bij.‘Die verhoging is een farce, niet meer dan een ordinaire fooi. In feite komt er geen extra geld, maar wordt er gewoon minder bezuinigd dan eerder aange-kondigd. Terwijl landen als Rusland en China hun uitgaven voor defensie het afgelopen jaar hebben verdubbeld, besteden de landen van de Europese Unie steeds minder aan hun verdedi-ging, en de gevolgen laten zich merken. Nederland heeft niet genoeg lucht-materieel, het kan voor de bombarde-menten in Irak en mogelijk ook Syrië tegen de IS niet meer dan twee tot vier F-16’s tegelijk de lucht in houden. De JSF biedt op termijn ook geen uitkomst, want daarvan worden er veel te weinig gekocht. Vanuit de marine weerklinken klachten over gebrek aan munitie. De aankoop van nieuw materieel is decennialang systematisch verwaarloosd door de politiek en dat begint zich nu te wreken’.

Doet de situatie denken aan mei 1940, toen de Nederlandse strijdkrachten na een paar dagen schieten op de Grebbeberg al door de kogels heen waren?‘Het is nog erger. Als je het afzet tegen het bruto binnenlands product zijn de uitgaven voor Defensie nu nog lager dan in de tijd van het gebroken geweertje. In de jaren dertig van de vorige eeuw ging 1,59 procent van het bbp naar Defensie, nu zitten we op 1,25 procent, en daar gaat nog 0,7 procent af als je de uitgaven voor wachtgeld en pensioen voor oud-militairen ervan aftrekt. De defensie begroting daalde de afgelopen tien jaar met 13 procent’.

Misschien is het dan maar beter de stekker te trekken uit dat Nederlandse leger?‘Dat lijkt een optie. Maar feit is dat Nederland zich nu weer heeft gecom-mitteerd aan deelname aan een militaire missie in het Midden-Oosten, die alles in zich heeft om verder te

escaleren en ook de terreurdreiging alhier alleen maar zal vergroten. De bevolking wil zich toch beschermd weten in een wereld die toenemend bedreigend is. Van alle kanten komt gevaar aan de periferie van Europa: in Oekraïne is het fout, in Noord-Afrika is het fout, in het Midden-Oosten is het fout. Dat zijn allemaal ontwikkelin-gen die je aan had kunnen zien komen, maar de politiek heeft die urgentie nooit willen erkennen. Er is ten aanzien van de militaire beveiliging van het land een lijn van politiek opportunis-me die bijna dwars door alle kabinetten van de laatste decennia heen loopt.’

Toen het kabinet-Den Uyl aantrad zoefden de straaljagers nog over het Binnenhof om dreigende bezuinigingen af te wenden. Zijn de strijdkrachten sinds de jaren zeventig niet assertief genoeg geweest om hun noden aan de politiek kenbaar te maken?‘Militairen zijn vanuit hun functie nu eenmaal loyaal aan hun minister en behoren dat ook te zijn. Misschien hebben de generaals wel te weinig met hun vuisten op tafel geslagen dat het zo niet verder kan. Het probleem is dat begrotingen worden geboren tijdens coalitieonderhandelingen, en die voltrekken zich buiten het zicht van de openbaarheid, en dus ook van de legertop.’

Dan maar alle kaarten zetten op de vorming van een Europees leger?‘Met die mogelijkheid zie je de nodige Nederlandse politici schermen maar

ROB DE WIJKHistoricus Rob de Wijk (1954) werd in 2007 directeur van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCss).Tussen1999en2008washij hoogleraar internationale betrek-kingen aan de Nederlandse Defensie Academie te Breda, later trad hij toe als hoogleraar bij de Campus Den Haagvandeuniversiteitleiden.In2012werdhijdirecteurvanTheHague Security Delta, eerder dit jaar kwam daar het voorzitterschap van het Holland Space Cluster bij. De Wijk heeft adviesfuncties in binnen- en buitenland, zoals bij de Denktank Nationale Veiligheid waar hij voorzitter van is. Hij is een veelgevraagd com-mentator in de media en publiceerde tal van boeken over internationale vraagstukken.

Nederland trekt ten strijde tegen de opmars van de islamitische Staat (iS) in het Midden-Oosten, maar is het daar wel toe in staat en zijn de consequenties voldoende doordacht? Directeur Rob de

Wijk van het Den Haag Centre for Strategic Studies (HCCS) heeft er een hard hoofd in. Jaren van bezuinigingen op de Nederlandse strijdkrachten eisen hun tol, zo voorspelt hij.

defensiespeCialist Rob de Wijk oveR de gaten van het veiligheidsbeleid

Nieuwe bedreigingen, nieuwe kansen?

‘Misschien hebben de

generaals te weinig met hun vuisten op tafel

geslagen’

Rubriek10 11

2015

De toestandDe toestand Tekst René Zwaap | Beeld Jiri Büller

2015

Page 7: de eerste editie

die weten heus wel dat dat praatjes voor de bühne zijn. Een Europees leger krijg je alleen als je vaarwel zegt aan de nationale soevereiniteit en daar zie ik geen meerderheid van de Nederlandse bevolking voor komen.’

Toch heeft u ooit een boek gewijd aan een vurig pleidooi ten faveure van de vorming van een Europese supermacht.‘Zeker, maar daarmee was ik eerder een roepende in de woestijn, zoals mij wel vaker schijnt te moeten overkomen. Nog altijd geloof ik dat de vorming van een Europese super-macht – die zijn macht op econo-misch, politiek en militair vlak bundelt – de enige optie is voor Europa. Dit betekent overigens niet dat ik voor een Europese superstaat ben.’

Een Europa dat – zo lezen wij in uw boek ‘5 over 12’ – met rasse spoed zonder de essenti-ele grondstoffen komt te zitten.‘Ook met die waarschuwing bleek er niks mis met het voorspellend vermogen. Als je kijkt naar alle Nederlandse topsectoren zoals die zijn benoemd in het gelijknamige rege-ringsbeleid zie je dat die te kampen hebben met teruglopende voorraden van de grondstoffen waarop hun hele nering draait. Die schaarste blijft zo veel mogelijk binnen de directieka-mers, de bedrijven lopen er niet mee te koop, want zulke gegevens zouden de aandelenkoersen maar nadelig beïnvloeden. Maar het is natuurlijk een veeg teken dat de London Metal Exchange in Chinese handen is over-gegaan. Het zou interessant zijn cijfers te zien van de grondstoffenoverslag in de Rotterdamse haven, die toch de bron is van de Nederlandse welvaart. Die kan teruglopen, en op de lange baan is de grondstoffenproblematiek misschien wel de grootste veiligheids-bedreiging van allemaal.’

Het kabinet heeft besloten fiks te investeren in het nationale ruimteprogramma. Daar mogen we u als kersvers benoemd voorzit-ter van het Holland Space Cluster toch mee feliciteren.‘Dat besluit van minister Kamp van Economische Zaken is zeer verheu-gend, maar kan niet op mijn conto worden geschreven. Daarvoor is mijn

benoeming bij het Holland Space Center te recent. Eerder bedreigden bezuinigingen de Nederlandse ruim-tevaart. Maar minister Kamp heeft in de nota Ruimtevaartbeleid 2014-2020 bekendgemaakt dat het kabinet extra investeert. Hiermee krijgt de toekomst van de Nederlandse ruim-tevaart een stevige duw in de rug. Het besluit werd natuurlijk ingegeven door het feit dat het European Space Research and Technology Centre (ESTEC) in Noordwijk, met 2500 hooggekwalificeerde werknemers, uit Nederland dreigde te verdwijnen, en dat zou een grote slag zijn geweest. Met deze extra investering vanaf 2018 kan Nederland blijven meedoen aan alle Europese activiteiten en zijn huidige stevige ruimtevaartpositie handhaven. Het ruimteprogramma heeft natuurlijk ook een sterke veilig-heidscomponent, want iedere satelliet die de lucht worden ingeschoten heeft een militair-strategische toepassing.’

Dan bent u ook nog directeur van The Hague Security Delta, het consortium van de veiligheidsindustrie dat de doelstelling

heeft de huidige omzet van 1,5 miljard euro aan omzet binnen twaalf jaar te verdriedub-belen. Gaat dat lukken?‘Dankzij een stevig commitment van met name lokale overheden is ook op dat gebied goed nieuws te melden: het initiatief leidde weer tot honderden nieuwe banen. De bestuurlijke inrich-ting van Nederland is zodanig dat het niet altijd even makkelijk is alle over-heidspartijen, met name op rijks-niveau, te overtuigen van het belang van de veiligheidsindustrie. Ook hier doet een gebrek aan financiële middelen voor onderzoek en ontwik-keling zich wreken. Nieuwe bedrei-gingen – denk aan cyberaanvallen en drones – zijn ook nieuwe kansen, als je denkt aan de toegevoegde waarde van werkgelegenheid en veiligheid. Maar de innovaties voltrekken zich hier in razend tempo. Wie in dit speelveld serieus mee wil doen, moet durven investeren, en met name daar houdt het Rijk de boot af. Ook het zuidelijk gedeelte van de Randstad blijkt tot nog toe bestuurlijk te zeer versnip-perd om op dit terrein een vuist te kunnen maken. Dat neemt niet weg dat het de lokale overheden zijn die hier een cruciale rol spelen als aanjager van innovaties die tot werkgelegen-heid leiden.’

Is elke teruggekeerde Syrië-ganger niet zijn gewicht in goud waard voor de veiligheidsindustrie?‘Zo kras zou ik het niet willen verwoorden, maar natuurlijk hebben grote dreigingen soms als effect dat onverstandige besluiten worden terug-gedraaid. Zoals de bezuinigingen op de AIVD, die het kabinet ongedaan heeft gemaakt. De grootste bestuur-lijke uitdaging ten aanzien van het jihadisme zal zijn te voorkomen dat alle Nederlandse moslims zich over één kam geschoren voelen. Terugkerende Syrië-gangers moeten keihard aangepakt worden, maar bestuurders moeten er zeer voor waken niet door te schieten in hun retoriek. Wilders-achtige uitspraken waarin de hele islam wordt weggezet, werken alleen maar contraproductief. Laat hen vooral denken aan de wijze woorden van Teddy Roosevelt: “Speak softly and carry a big stick”.’

‘De missie in Irak zal de

terreur dreiging hier vergroten’

Rubriek13

2015

De toestand

‘Er moet meer werk worden gemaakt van verspilling in de zorg.’

De zorg en fi nanciering ervan verandert. Dat raakt ons allemaal. Wij willen de zorg betaalbaar en toegankelijk houden. Ook voor mensen met een zwakkere gezondheid of een lager inkomen. Daarvoor moeten we keuzes maken. Bijvoorbeeld over onderzoek en medicijngebruik. Als we daar effi ciënter mee omgaan, kunnen we verspilling terugdringen.

Wat vindt u? Geef uw mening op IZAgezondsamen.nl/geefuwmening

65.1.036 Zorgcampagne_Fase1_B_180x270_V2.indd 1 30-09-14 10:26

advertentie

Page 8: de eerste editie

De toekomst van de bestuurlijke

vernieuwingVoorzitters VNG, iPo eN UVW bePleiteN VeraNderiNG VaN oNderoP

D66 en GroenLinks zouden graag zien dat het kabinet een nieuwe bestuurlijke agenda opstelt nu veel voorstellen uit het regeerakkoord zijn gesneuveld. Zitten de voorzitters van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie

van Waterschappen daarop te wachten?

Na de Nacht van Van Thijn op 22 maart 2005 stopte D66 haar kroon-juwelen in een kluis met

een stevig slot erop. Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing Thom de Graaf (D66) stapte op nadat PvdA-senator Ed van Thijn had gestemd tegen de grondwetswijziging die de gekozen burgemeester mogelijk moest maken. De sociaalliberalen hadden even tabak van staatkundige vernieu-wing. Op een enkel initiatief na hielden ze zich het afgelopen decennium, vanuit de oppositie, behoorlijk koest op dit vlak. Nu D66 een aantal verkie-zingen op rij heeft gewonnen en virtueel de tweede partij van het land is, voelt fractievoorzitter Alexander Pechtold zich zelfverzekerd genoeg om de discussie over de bestuurlijke inrichting te heropenen. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) riep hij, samen met GroenLinks-collega Bram van Ojik, het kabinet

op een ambitieuze agenda op te stellen voor het binnenlands bestuur. Daarmee moet de bestuurlijke drukte worden tegengegaan. Het tweede kabinet-Rutte is niet zonder ideeën over de bestuurlijke organisatie van start gegaan. In het regeerakkoord werd een groot aantal voornemens voor bestuurlijke vernieu-wing opgenomen. Maar minister Plasterk, als BZK-bewindsman verant-woordelijk voor deze portefeuille, kreeg de afgelopen twee jaar de ene na de andere tegenslag te verwerken. Op lokaal niveau sneuvelde het idee om tot gemeenten met minstens 100.000 inwoners te komen al vroeg. Het opschalen van de waterschappen naar maximaal tien à twaalf gaat ook niet door en de vorming van een super-provincie, de fusie tussen Noord-Holland, Utrecht en Flevoland, werd dit voorjaar afgeblazen. De bestuur-lijke agenda ‘is inmiddels leeg’, conclu-deerde Pechtold, die zijn APB-motie

De zeven van Broertjes

Burgemeester Pieter Broertjes van Hilversum hield een week voor Prinsjesdag de Ben Pauwlezing waarin hij pleitte voor aanpassingen van het binnenlands bestuur: • Taakherschikkingtussenoverheden• Opschalengemeentenenprovincies• Gemeenteradeninpositieen

verantwoordelijk• Autonomievergroting• Versterkenlokaalkarakterverkiezingen• Bestuurlijkezichtbaarheidvergroten• Duidelijkerrolenpositieburgemeester

De lezing is te vinden op www.dr2.nl/item/662

VOL AAN DE BAK

Het lijken wel twee werelden, elk met hun eigen klok. Er is de Haagse wereld, waar de laatste paar jaar onder hoogspanning gewerkt is aan een omvangrijk hervormings- en bezuinigings-pakket. Gemakkelijk was het niet. De wereldeconomie zat tegen,

de binnenlandse economie hielp ook niet echt. De klap van de financiële crisis was hard aangekomen, ook in ’s Rijks schatkist. Bovendien waren de politieke verhoudingen ingewikkeld. Bij elk dossier moest hard gewerkt worden om aan een parlementaire meerderheid te komen. En jawel, die klus is bijna geklaard. Nog een paar laatste wetten door de Kamers en nog wat lagere regelgeving en dan kunnen we aan een nieuw lijstje met wensen en ambities beginnen! Maar er is ook een andere wereld, waarvoor het eigenlijk allemaal nog moet beginnen. De wereld van de uitvoerders, van de lokale overheden en van de Nederlandse burger. De burger, die wel veel heeft gehoord en gelezen over allerlei bezuinigingen en hervormingen, maar er nog niet zo veel van heeft gemerkt. En zich nu een beetje wantrouwend afvraagt wat de komende jaren allemaal in zijn of haar dagelijkse leven zal gaan veranderen. De wereld van de lokale overheden zit daar dicht tegenaan. Met de decentralisatie van het hele sociale domein hebben zij een megaklus gekregen om samen met hun burgers het goede pad te vinden voor de jeugdzorg, de langdurige zorg en de Participatiewet. Een operatie die zich richt op de meest kwetsbaren van Nederland, die er bij voorkeur zo weinig mogelijk van mogen merken. Behalve dan dat de zorg beter gaat aansluiten bij wat ze echt nodig hebben. Want daar doen we het toch voor. ‘Uitvoerend Nederland’ is dus vol aan de bak en is op 1 januari 2015 nog lang niet klaar. Dat geldt voor de Belastingdienst of het UWV, maar ook voor de sociale wijkteams, de sociale diensten en de regionale werkbedrijven. Het geldt ook voor de werkgevers, die hun eigen ambitie moeten realiseren in het sociale domein: het creëren van duizenden extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Maar we leven niet in twee werelden, we leven in één wereld. Hervormen is geen proces van ontwerpen, besluiten en uitvoeren, los van elkaar en achter elkaar aan. Van kop tot staart is hervormen een interactief proces, met permanente verbindingen tussen alle betrokkenen. Voor alle uitvoerders is de uitdaging wel helder, de kunst is om deze zo veel mogelijk samen aan te gaan, en niet alle wielen zelf uit te vinden. De grote kunst voor ‘Den Haag’ de komende jaren is om met die uitvoering verbonden te blijven. Dat geldt voor de departementen, voor de Kamer en voor het kabinet. En reken maar dat bij de implementatie van alle besluiten nog veel feedback komt, afgezien van alle vragen, problemen, verheldering en verzoeken om een beetje geld alsjeblieft. Laten we in Den Haag daar maar veel tijd voor inruimen. Want dat beeld van twee werelden, elk met een eigen tijdsbeleving, maakt het besturen in demo-cratisch Nederland echt niet overtuigender.

Bernard ter Haar Directeur-generaal Participatie en Inkomenswaarborg van het ministerie van SZW

14

2015

Column Rijk | Provincie | Waterschap | Gemeente Rubriek

15

2015

Nieuwe wegenTekst Cindy Castricum

Page 9: de eerste editie

overigens zag sneuvelen omdat hij naast mede-indiener GroenLinks slechts steun kreeg van de PVV, Groep Bontes/Van Klaveren en 50Plus. Ook buiten Den Haag zitten ze helemaal niet zo te wachten op allerlei plannen om het bestuur op de schop te nemen. ‘Laat de bestuurlij-ke inrichting zoals hij is,’ zegt Peter Glas, voorzitter van de Unie van Waterschappen en watergraaf bij het Noord-Brabantse waterschap De Dommel, onomwonden. ‘We hebben geen big bang uit Den Haag nodig. Mocht er in de toekomst behoefte zijn aan verandering, dan komt dat van onderop.’ Een soortgelijk geluid komt van Annemarie Jorritsma, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en burgemeester in Almere. Dat de 100.000+-gemeenten er niet komen zoals het kabinet bedacht had, juicht ze toe. ‘Gemeenten werken meer en meer samen en dat gaat ook steeds beter. Daarmee komt er van onderop vanzelf een beweging op gang. Dat hoeft niet vanuit het Rijk te worden opgelegd.’

FiascoHet samenvoegen van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland had volgens Johan Remkes, voorzitter van het Interprovinciaal Overleg en Commissaris van de Koning in Noord-Holland, best een succes kunnen worden. ‘Ik ben zelf nooit tegen geweest,’ zegt hij. ‘Maar dan had het wel op een goede manier aangepakt moeten worden. Nu is het een fiasco geworden.’ Tijdens een persconferentie in april van dit jaar benadrukte Remkes dat de zekerheid van een beter en goedkoper binnen-lands bestuur door het samenvoegen

van de drie provincies ‘is gebaseerd op drijfzand’. Bovendien heeft Plasterk ‘niet goed duidelijk gemaakt wat hij wil’, aldus Remkes op de bijeenkomst in april waar de drie betrokken provincies de stekker uit het overleg over de fusie trokken.

‘Vanuit de provincies hebben we altijd aangegeven bereid te zijn met het kabinet mee te denken,’ vervolgt Remkes. Op de laatste dag van de kabinetsformatie in 2012 is hij nog, samen met Jorritsma en Glas, aange-schoven bij het overleg tussen de coalitiepartijen. ‘We hebben toen gezegd dat als ze iets wilden doen aan de bestuurlijke organisatie, dat ze dat, onder bepaalde voorwaar-den, van onderop moesten laten organiseren. Het kabinet heeft helaas een andere koers gekozen.’ Dat betreurt ook Glas. ‘Ik was onaangenaam verrast door het regeerakkoord, met name over het opschalen van de waterschap-pen. Maar dat gaat niet door, dus die discussie is mooi van de baan.’ Hij is voorzichtig in het formu-leren van een mening over het voornemen tot minder provin-cies, wat uiteindelijk tot vijf lands-delen had moeten leiden. ‘Ik ben terughoudend in het schetsen van een optimale schaal voor provin-cies,’ zegt Glas. ‘Maar als je in het huis van Thorbecke geen laag hebt tussen de begane grond en de zolder, dan beland je bij problemen direct op nationaal niveau. Die stap is te groot. Een burger die het oneens is over een besluit van het waterschap over, bijvoorbeeld, een zijkanaal in Valkenswaard, komt dan meteen in Den Haag terecht. Dan worden we toch weer genoodzaakt zaken regionaal te organiseren, dus ik koester het middenbestuur.’

Dat veel voornemens over bestuur-lijke vernieuwing inmiddels in de kiem zijn gesmoord, neemt niet weg dat het kabinet node een visie op het openbaar bestuur mist, vindt het drietal. ‘Zo’n visie is hard nodig, want de maatregelen die in het huidige regeerakkoord waren afgesproken, waren nogal hapsnap,’ aldus Jorritsma. Ze geeft aan dat het regeerakkoord wel het instrument is voor dit soort afspraken. ‘Partijen denken hier zo verschillend over, je moet hierover altijd compromissen sluiten en vastleggen in een regeer-akkoord, anders krijg je nooit een meerderheid mee.’ Ook Remkes is van mening dat Plasterk best een aantal onderwerpen bij de kop zou kunnen pakken. ‘Laat hem het rapport van Elzinga nog eens lezen en ook het recent gepubliceerde onderzoek van Wolfsen [over het functioneren van de omgevings-diensten, red] onderstreept dat de minister zijn verantwoordelijkheid voor het bestuurlijke stelsel moet nemen.’ De legitimiteit van alle samen-werkingsverbanden die vanwege de decentralisaties worden gevormd, is een van de onderwer-pen die Plasterk volgens Remkes zou moeten oppakken, net als een aantal staatsrechtelijke kwesties. De positie van de Eerste Kamer bijvoorbeeld, maar ook het volgens Remkes interessante idee dat Pieter Broertjes, burgemeester van Hilversum, onlangs tijdens een lezing in Den Haag opperde over het niet landelijk, maar lokaal orga-niseren van verkiezingen voor de gemeenteraad. ‘Er is bestuurlijk nog genoeg te doen,’ zegt Remkes tot besluit. ‘Plasterk moet de reste-rende kabinetsperiode niet op zijn handen gaan zitten.’

Remkes: ‘De economie

stoort zich totaal niet aan

bestuur lijke grenzen’

‘Financieelgezienzatenergeenverras-singen in de Miljoenennota voor 2015,’ zegt Johan Remkes, voorzitter van het IPO. ‘Maar de graat die in de keel blijft steken, is dat een aantal voornemens van het ka-binet inhoudelijk niet doorgaat, terwijl de financiële inboeking wel blijft staan.’ Zo is er voor het samengaan van Noord-Holland, utrechtenFlevoland,datinmiddelsvande baan is, een bezuiniging van enkele tientallen miljoenen euro’s ingeboekt. Waar Remkes zich over verbaast, is dat de aangekondigde Agenda Stad niet is ingevuld. ‘Het economische groeigedrag van steden moet beter benut worden. Het is goed dat het kabinet onderkent dat je veel landelijk kunt doen, maar dat de belangrijkste groeikracht in de regio’s zit. Daarin zit een zekere omslag in het denken, die we positief moeten waarderen.’ Maar BZK zal de komende jaren wel duidelijk moeten maken wat dit betekent, vervolgt Remkes. ‘Waar denkt men dan aan? Regelgeving? Herleving van de structuurdiscussie? Recentrali-satie van beleid? Ik mag toch hopen van niet.’ Het kabinet moet hiertoe met de regio’s in gesprek gaan, vindt Remkes. ‘De economie stoort zich totaal niet aan bestuurlijke grenzen. Er moet grenzeloos worden samengewerkt en maatwerk worden geleverd.’

Glas: ‘Het is echt een

nationaal plan geworden, geen

rijksplan’

VoorPeterGlas,voorzittervandeunievan Waterschappen, was Prinsjesdag een bijzondere dag vanwege de pre-sentatie van het Deltaplan waarmee de komende dertig jaar 20 miljard euro is gemoeid. ‘Dat is een enorme verantwoor-delijkheid,’ erkent Glas. Het Hoogwater-beschermingsprogramma loopt tot 2028 en daarvoor is 6,5 miljard euro beschik-baar. De zoetwatervoorziening heeft een kortere horizon, daarvoor wordt tot 2021 450 miljoen euro uitgetrokken. ‘De maatregelen voor zoetwater zijn veel diverser,’ legt Glas uit. ‘De regionale aanpak verschilt, omdat de situatie per gebied anders is. Dit moeten we nog wel concreet maken.’ Het liefst hadden de waterschappen nog langer een financieel commitment van het Rijk willen hebben. ‘Het Deltaplan loopt immers tot 2050,’ aldus Glas. ‘Maar de minister heeft aangegeven al heel blij te zijn met deze afspraken.’ Ronduit enthousiast is Glas over de inzet van Deltacommissaris Wim Kuijken, die voor het opstellen van het nieuwe Deltaplan de regio is ingegaan. ‘Het is daardoor echt een nationaal plan geworden en geen rijksplan,’ zegt Glas. Hij tekent erbij aan dat het nu slechts de overheden zijn, die ‘harmonieus’ tot overeenstemming zijn gekomen. ‘In de uitvoering staan wij en de gemeenten rechtstreeks in contact met de burger. Die vertaalslag moeten we nog maken.’

Jorritsma: ‘Geen

heimwee - wetgeving

graag!’‘Begroting 2015 is opmaat naar nieuwe verhouding Rijk-gemeenten,’ luidde de kop boven het persbericht dat de VNG op Prins-jesdag verstuurde. ‘Het Rijk moet loslaten, nu per 1 januari 2015 een groot aantal taken worden gedecentraliseerd,’ licht VNG-voorzit-ter Annemarie Jorritsma daags erna toe. ‘Ge-meenten beschikken over voldoende demo-cratische controlemiddelen, de eigen raden, lokale rekenkamers. En burgers geven ook signalen als iets anders loopt dan verwacht.’ Mocht er straks iets mis gaan, dan moet de Tweedekamernaardegemeenteraadvandedesbetreffende gemeente wijzen, vindt ze. ‘Geen heimweewetgeving graag!’ Positief vindt Jorritsma de aankondi-ging dat er in een nieuw belastingstelsel, waarmee het kabinet het komende jaar aan de slag gaat, ruimte lijkt te komen voor meer lokale belastingen. ‘Nu we meer taken op ons bordje krijgen, is dat van wezenlijk belang,’ benadrukt Jorritsma. ‘Als het Rijk geld tekort komt, kunnen ze bezuinigen op overig beleid of de belastingen verhogen. Gemeenten kunnen nu alleen maar bezuinigen op overig beleid. Dat zou kunnen betekenen dat we straks geen straatonderhoud meer kunnen doen, omdat er meer geld voor de zorg nodig is.’DatstaatssecretarisWiebesvanFinan-ciën wethouder in Amsterdam is geweest, is volgens Jorritsma een groot voordeel. ‘Hij weet precies wat gemeenten nodig hebben.’ Tochiszeerniethelemaalgerustop.‘Ikweetniet of een beweging naar meer lokale belas-tingen in de Kamer gedeeld gaat worden.’

Rubriek Rubriek16 17

2015 2015

Nieuwe wegenNieuwe wegen

Page 10: de eerste editie

Theo Bovens Gouverneur / Commissaris van de Koning in de provincie Limburg

Poort naar EuroPa

Rond de derde dinsdag van september wordt in Den Haag in samen-werking met een provincie altijd een festival georganiseerd. Tijdens dit Prinsjesfestival, dat ongeveer een week duurt, vieren we de democratie. Dit jaar heb ik het genoegen gehad om gedurende die

week ambassadeur van Limburg in Den Haag te mogen zijn. Op de donderdag na Prinsjesdag hebben we de deur van de ambassade gesloten, de vlag gestreken en deze meegenomen naar Limburg. Het verre Limburg, zo lees ik tussen de regels van de Miljoenennota door. Wat vreemd eigenlijk dat in een tijd waarin geopolitieke kwesties bovenaan de agenda staan, er tegelijk zo weinig aandacht lijkt te zijn voor onze eigen grenzen en de kansen die daarin verscholen liggen. En dat er niet of nauwelijks wordt ingezet op een groeistrategie, waarin juist de regio’s buiten de Randstad een belangrijke rol kunnen spelen. Denk aan de Limburgse campussen, onze brightlands. Daar wordt op internationaal topniveau gewerkt aan de toekomst van met name chemie, voeding, logistiek en gezondheid. Kijk ook naar de grensoverschrijdende economische ontwikkelingen op vele fronten. Logisch dat dat hier gebeurt, in een provincie die geografisch gezien meer aan het buitenland grenst dan aan Nederland. De provincie bivakkeert al eeuwen op een kruispunt van culturen en talen en is, zo blijkt telkens weer, de poort naar Europa. En wat vind ik het dan jammer dat er, behalve door de Limburgers zelf, nog zo weinig gebruik van die poort wordt gemaakt. Gelukkig hebben we een uitstekend bidbook, waarin we het kabinet vertellen waar en hoe het niet-gedolven goud van de Euregio’s te vinden is. Want Limburg maakt Nederland groter: er is zoveel méér te halen uit de grensregio’s. Om de economische kansen van onze grensligging optimaal te kunnen benutten is verbetering van de grensoverschrijdende arbeidsmarkt noodzake-lijk: het faciliteren van grenspendel door harmonisatie van sociale wetgeving, wederzijdse diploma-erkenning, het verminderen van fiscale verschillen met onze buurlanden en een gericht beleid ter bevordering van kennis van onze buurtalen Duits en Frans. Ook grensoverschrijdende ov-verbindingen dragen bij aan een krachtige internationaal georiënteerde aanpak. En ik vind dat er meer aandacht moet zijn voor lokale differentiatiemogelijkheden. Kijk bijvoor-beeld naar de accijns op brandstof. Ik kan het mijn provinciegenoten echt niet kwalijk nemen dat zij de grens oversteken om de tank van hun auto daar vol te gooien. Waarom kunnen we in grensgebieden niet gewoon een beetje minder accijns heffen, afhankelijk van de afstand tot de grens? Levert de staatskas gegarandeerd meer geld op! Ik zou daarom graag zien dat grensprovincies gemandateerd worden om in te springen op kansen die zich voordoen. Wij kunnen uitstekend beoordelen wanneer het ijzer heet genoeg is om te smeden. Net als gemeenten zich gaan ontfermen over aandachtsgebieden die dicht bij hun inwoners staan – denk aan de Wmo, de jeugdzorg, het werkbedrijf – kunnen wij ons als provincies als geen ander inleven in de wensen en mogelijkheden van de mensen die wonen en werken aan beide kanten van de grens. En daarmee leveren we een geweldige bijdrage aan de bv Nederland. Den Haag, pak die kans!

DE oVErHEID DIGItaaL In 2017...HOE BORG JE VEILIGE DIGITALE DIENSTVERLENING VOOR BURGERS EN BEDRIJVEN?

Ook in de nieuwe regeringsplannen blijft de digitalisering van de overheidsdienstverlening een belangrijke pijler. Dat is positief nieuws. Continue aandacht voor de risico’s op veiligheidsvlak is daarbij uiteraard van cruciaal belang. Op organisatieniveau, vanuit de keten van samenwerking

en natuurlijk ook vanuit de koepelorganisaties. De Taskforce Bestuur en Informatieveiligheid Dienstverlening is er nog tot eind 2014 om een steuntje in de rug te geven.

Mede door de technologische ontwikkelingen gaan we op andere, vaak digitale, manieren om met informatie. Zo werken we steeds

meer tijd-, plaats- en apparaatonafhankelijk. Bij deze vrijheden horen nieuwe verantwoordelijkheden. Burgers en bedrijven moeten er altijd op kunnen ver-trouwen dat de overheid zorgvuldig met informatie omgaat en deze goed beveiligt. Zeker met de komst van de decentralisaties en het feit dat de landelijke politiek digitale overheidsdienstverlening als speer-punt heeft gekozen. Dit vraagt om bewustwording van de risico’s van informatieveiligheid bij bestuur en topmanagement van overheden én het vraagt om gedegen verankering van informatieveiligheid bin-nen organisaties om deze risico’s te beheersen.

Concrete initiatievenIn samenwerking met de koepelorganisaties en andere partners binnen alle overheidslagen heeft de Taskforce BID de afgelopen anderhalf jaar concrete initiatieven in gang gezet die bijdragen aan een infor-matieveilige overheid en de risico’s op informatievei-ligheidsvlak helpen te beheersen. De per overheid afgestemde Baselines Informatiebeveiliging vormen daarbij voor alle overheden hét normenkader en dragen bij aan een vorm van zelfregulering. Hiertoe is gezamenlijk een leer- en verankeraanbod ontwik-keld, waar onder diverse interactieve workshops, de deelsite Informatieveiligheid op Pleio, de iVeiligheidsapp en de Toolkit Informatieveiligheid Gemeente secretarissen. Deze toolkit biedt gemeen-tesecretarissen een eerste handvat om informa-tieveiligheid snel en krachtig vorm te geven. De toolkit is op korte termijn ook beschikbaar voor de waterschappen en de provincies.

iBewustzijn OverheidEen ander initiatief is de bewustwordingscampagne iBewustzijn Rijk én iBewustzijn Overheid. Hiermee wil de overheid haar medewerkers zoveel mogelijk on-dersteunen en stimuleren in het ontwikkelen van het

bewustzijn omtrent informatieveiligheid. Waarbij verandering in kennis, houding en vaardigheden op het gebied van informatieveiligheid centraal staat. Van onbewust onbekwaam naar onbewust be-kwaam omgaan met informatie. In deze campagne komt het aanbod van de Taskforce BID samen met het bestaande aanbod ontwikkeld binnen het Rijk. De campagnes bestaan uit communicatie- en leer-middelen die te gebruiken zijn binnen het Rijk en alle waterschappen, provincies en gemeenten. Van interactieve workshops en e-learningmodules met toetsen tot tal van ondersteunende communicatie-middelen. Zoals posters, een folder, Gouden Regels, een ansichtkaart, informatieve animatiefi lmpjes, de Zelftest Informatieveiligheid en de iVeiligheidsapp.

Interbestuurlijk DinerEind dit jaar houdt de Taskforce op te bestaan en nemen de koepelorganisaties het stokje weer geheel over om blijvend aandacht te vragen voor informatieveiligheid. Tot die tijd zitten we natuurlijk niet stil. Het leer- en verankeraanbod wordt verder ontwikkeld en we organiseren gezamenlijk onder andere het Interbestuurlijk Diner van de Informatie-veiligheid.

ZELF STUUR ZETTEN OP INFORMATIE VEILIGHEIDTijdens de Alert Online weken van 27 oktober tot en met 6 november gaan verschillende organisaties al van start met de campagne iBewustzijn Overheid. U ook? Het aanbod van iBewustzijn Overheid is goed te combineren met al lopende of geplande initiatieven omtrent informatieveiligheid binnen uw organisatie en de campagne wordt u nagenoeg kosteloos aangeboden.

18

Visie

Samen bouwen aan informatieveiligheidDe Taskforce BID is op 13 februari 2013 door minister Plasterk (BZK) voor een periode van twee jaar in het leven geroepen. Het doel van de Taskforce BID is om het onderwerp informa-

tieveiligheid hoog op de agenda te krijgen bij bestuurders en topmanagers van alle overheid-slagen. Zowel qua bewustwording als sturing. Dit vanuit het perspectief van Verplichtende Zelfregulering per overheidslaag.

Bestuur & Informatieveiligheid Dienstverlening

www.taskforcebid.nl

19

2015

ColumnRijk | Provincie | Waterschap | Gemeente

Page 11: de eerste editie

‘de taken moeten wel binnen het budget passen’ joop kooijman (57)Senior beleidsmedewerker Natuur, provincie Zuid-Holland

Als de Eerste en Tweede Kamer er dit najaar mee instemmen, treedt op 1 januari 2015 de nieuwe Wet natuurbescherming in werking. De huidige Natuurbeschermingswet, de Boswet en de flora­ en faunawet gaan hierin op. Volgens Joop Kooijman van de provincie Zuid­Holland wordt de situatie overzichtelijker. ‘Nu is het bijvoorbeeld bij de aanvraag van een vergun­

ning vaak behoorlijk verwarrend, omdat de ene keer het Rijk en de andere keer de provincie verantwoordelijk is en vaak ook beide. In de nieuwe wet is dat bijna altijd de provincie.’ met de overheveling van taken van Rijk naar provincie is een bezuiniging gemoeid. ‘Dat is een punt van zorg,’ erkent Kooijman. ‘We moeten wel opletten dat de taken die we straks gaan uitvoeren binnen het budget passen.’ Nieuw is bijvoorbeeld dat er voor de provincie een verplichting in de wet komt tot het in stand houden van veel diersoorten, net als de bestrijding van ongewenste exoten. De minister kan bepalen dat een dier­ of plantensoort ongewenst is, de provincie is dan verplicht deze uit te roeien. ‘Daarbij moeten we ons goed realiseren dat the sky niet the limit is,’ aldus Kooijman. ‘Ook op dit vlak zullen we de kosten binnen de perken moeten houden.’

‘We moeten het met zijn allen waarmaken’sara de boer (38)Projectleider Deltaplan Hoge Zandgronden, Waterschap Aa en Maas

Een mijlpaal, zo noemt Sara de Boer het op Prinsjesdag gepresenteerde Deltaprogramma. lag de nadruk een paar jaar geleden nog vooral op de bescherming tegen hoogwater en de verzilting van het zoetwater in het westen van het land, de toekenning van 60 miljoen euro voor de Hoge Zandgronden betekent een erkenning van de problematiek waar

Noord­Brabant en limburg (en de oostelijke provincies) mee kampen. ‘Al decennialang hebben we op de hoge zandgronden te maken met water tekorten en verdroging,’ zegt De Boer. ‘Door de klimaatverandering verergert dat, met alle gevolgen vandien voor landbouw, natuur, drink­watervoorziening, scheepvaart, industrie en leefbaarheid.’Dertien partijen uit de regio (waterschappen, provincies, Rijkswater­staat, drinkwaterbedrijven, natuurorganisaties en land­ en tuinbouw­organisaties) hebben de krachten gebundeld en een gezamenlijk uitvoeringsprogramma ontwikkeld, waar nu dus ook geld uit het Delta­fonds voor beschikbaar komt. Voor 2015 is het zaak, zegt De Boer, dat we het met zijn allen gaan waarmaken. ‘Onze strategie en uitvoerings­programma moeten worden omgezet in concrete projecten om de verdro­ging tegen te gaan. Elke partij heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid.’

klaar voor veranderinGbeRiChten van de WeRkvloeR

Decentralisaties, natuurbescherming en het Deltaplan: drie onderwerpen die komend jaar hoog op de agenda staan. Ambtenaren in heel Nederland zijn druk bezig met de voorbereidingen. We portretteerden drie van hen. Wat betekent 2015 voor hun dossier?

Natuurbescherming Deltaplan

lees verder op p. 23

20 21

2015

portretportret

2015

in beeldin beeld 20

Tekst Cindy Castricum | Beeld Jiri Buller

Page 12: de eerste editie

kopnaam (57)Functie

Tekst

Labeltje

koPondeRkop

intro

Decentralisaties

‘alles ligt op schema’ silvana hoogland (53)Programmamanager Decentralisaties Sociaal Domein, gemeenten Heemstede, Bloemendaal en Haarlemmerliede/Spaarnwoude

Silvana Hoogland is binnen de gemeente Heemstede ambtelijk verantwoorde­lijk voor de drie decentralisaties die vanaf 1 januari 2015 hun beslag moeten krijgen. Taken op het gebied van zorg, jeugd en werk gaan over naar gemeen­ten, wat een behoorlijke transitie is. Heemstede werkt hiervoor samen met Bloemendaal en Haarlemmerliede/Spaarnwoude. ‘Daardoor hebben we meer ambtelijke inzet,’ schetst Hoogland het voordeel van deze samenwerking.

Er wordt momenteel ‘heel hard gewerkt’ om alles op tijd voor elkaar te krijgen, vertelt Hoogland. ‘maar alles ligt op schema.’ Er zal na 1 januari heus nog wel iets geregeld moeten worden, vervolgt ze. ‘Het zou me verbazen als alles in één keer goed gaat, maar dat weet je met zo’n omvangrijk project.’ Eind september hebben de drie gemeenten dertig contracten voor de Wmo ondertekend en ook de veertig contracten voor de jeugdzorg bevinden zich in de eindfase. ‘Verder zijn we full speed bezig de organisatie op orde te krijgen, zoals het scholen van onze mensen,’ zegt Hoogland. Vanaf 1 januari is ze weer ‘gewoon’ full­time hoofd van de afdeling Welzijnszaken van de gemeente Heemstede, maar het Wmo­loket en het Centrum voor Jeugd en Gezin blijven onder haar verantwoordelijkheid vallen. ‘Ik ben dus niet alleen bezig met de implementatie, maar zal me straks ook gaan bezighouden met de uitvoering.’

in 2010 maakten 26 partijen, afkomstig van (rijks­ en lokale) overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties, al afspraken in het Convenant Gezond Gewicht. Vanaf 2015 zetten

de partijen hun werk voort in een stichting. ‘Wij blijven streven naar een samenleving waarin een gezonde levensstijl de normaalste zaak van de wereld is. En een omgeving waarin mensen makkelijk gezonde keuzes kunnen maken,’ vertelt marjon Bachra, hoofd van het Convenantbureau. ‘We richten ons daarbij vooral op jongeren en de volwassenen die hen omringen. Uit CBS­cijfers weten we dat maar liefst een op de zeven jongeren last heeft van overgewicht, in achterstandswijken is dat zelfs een op de drie.’

Focus op de wijkHet Convenant Gezond Gewicht ontwikkelde de lokale JOGG­aan­pak, wat staat voor Jongeren op Gezond Gewicht. Inmiddels heb­ben zo’n zeventig gemeenten zich hieraan verbonden en worden de eerste resultaten geboekt. met bijvoorbeeld het programma Doe ff Gezond van de gemeente Dordrecht daalde het percentage overgewicht bij jongeren in 2012 met 3,1 procent ten opzichte van de nulmeting in 2011, en in 2013 nog eens met 1,1 procent. Bachra: ‘Het werkt omdat JOGG een integrale aanpak biedt die mensen en organisaties in de wijk met elkaar verbindt. Het is van belang dat alle partijen samen afspreken hoe ze het gedrag van jongeren kunnen beïnvloeden, zowel op school als in de sportkan­tine, in winkelcentra, uitgaansgelegenheden, etc. Jongeren worden op die manier consistent en structureel omringd door mensen met aandacht voor een gezonde leefstijl, in een omgeving die hen niet verleidt tot ongezond gedrag.’

Gezamenlijke verantwoordelijkheidGemeenten werken met een groot aantal partijen samen in de JOGG­aanpak; uit het onderwijs, de zorg, kinderopvang, recreatie, en welzijn. maar ook bedrijven, zorgverzekeraars, waterleiding­bedrijven, lokale supermarkten en ondernemers doen mee. ‘Vaak tref je een hoge mate van betrokkenheid en enthousiasme,’ zegt marjon Bachra. ‘Het is dan zaak dat ieder zijn eigen rol pakt en zijn

persoonlijke drive en verantwoordelijkheid inzet om samen tot een goed plan van aanpak te komen. Daar is wel bestuurlijke moed voor nodig, je moet bereid zijn om lastige thema’s aan te pakken.’‘Realiseer je ook dat je voor het bereiken van concrete resultaten een lange adem nodig hebt. Het gaat om gedragsverandering. Je kunt ongezond eten niet wettelijk verbieden, zoals met roken. Wel kun je de leefomgeving gezonder inrichten. We hebben aan het einde van het jaar driehonderd sportkantines met een gezonder aanbod in Nederland,’ vertelt Bachra trots. ‘maar we zijn er nog lang niet. Het Convenant Gezond Gewicht loopt dit jaar af, daarom richten we een stichting op om onze activiteiten nog eens voor vijf jaar voort te zetten.’

de normaalste zaak van de Wereld

samen kRijgen We onze jongeRen op gezond geWiCht

Het blijkt niet gemakkelijk de stijgende trend van overgewicht en obesitas om te zetten in een daling. Gemeenten, bedrijven en maatschappelijke organisaties pakken het daarom samen op. Wat daarvoor nodig is? persoonlijke drive, bestuurlijke moed, een eff ectief plan van aanpak én

een lange adem. Het gaat uiteindelijk om gedragsverandering.

Foto: Dineke Versluis

22

Visie

MEER WETEN OVER DE JOGG-AANPAK?www.jogg.nlwww.convenantgezondgewicht.nlwww.gezondesportkantine.nl

2015

23

in beeld

Page 13: de eerste editie

‘W ij willen weten of de ondersteu-ning die wij als gemeente bieden daadwerkelijk bijdraagt aan het

bereiken van de doelstellingen van de Wet maatschappelijke ondersteuning,’ zegt Han Reimerink, senior beleidsadviseur Strategie bij de gemeente Almelo. ‘Met De Menselijke Maat hebben we een instrument in handen dat we kunnen inzetten om te sturen op outcome in plaats van op output. Het meet op een onafhankelijke manier de zelfredzaamheid, eigen kracht en participatie van cliënten. Daar kunnen wij ons beleid voor de toekomst op baseren.’ Aad Francissen, onderzoeker bij stichting Ar-con, heeft met zijn collega’s de afgelopen jaren De Menselijke Maat ontwikkeld. ‘Gemeenten zijn in het kader van de Wmo straks verplicht resultaatmetingen te doen,’ vertelt hij. ‘Ze zul-len willen sturen op de effecten van hun beleid op de samenleving. Dan moet je dus weten of de ingekochte zorg ook echt tot een hogere mate van welbevinden bij cliënten leidt.’ In opdracht van Twentse gemeenten en de provincie Overijssel ontwikkelde Arcon een instrument om hier valide cliëntmetin-gen op te doen. Francissen: ‘We weten uit de wetenschap dat de mate van welbevinden wordt bepaald door drie psychologische basisbehoeften: autonomie, eigen kracht en verbondenheid. Met een mix van onderzoeks-instrumenten – observaties, interviews en vragenlijsten – meten we de mate waarin die drie basisbehoeften worden vervuld. Afgelo-pen jaar hebben we het laten toetsen door de Universiteit Twente. Met positief resultaat, we kunnen nu zeggen dat De Menselijke Maat een erkend kwaliteitssysteem is.’

Het instrument is niet alleen handig voor gemeenten. Met de inzet van De Menselijke Maat kan het mes aan twee kanten snijden. Het is een sturingsinstrument voor de gemeente, maar kan tegelijk als verbete-ringsinstrument voor zorgaanbieders ingezet worden. De audit kent naast het cliëntendeel ook een organisatiescan, die de invloed van de organisatie op het leven van cliënten inzichtelijk maakt. ‘Alle zorg en hulpverlening moet een merkbaar verschil opleveren in het leven van een cliënt,’ stelt Francissen. De vraag is dan in welke mate een zorgaanbie-der erop is ingericht mensen in hun kracht te zetten. Vaak wordt nog erg klachtgericht gewerkt. Waar gaat het goed en waar kan het beter? De Menselijke Maat biedt een kader waarmee teams zelf aan de slag kunnen. Het voordeel is dat de gemeente dezelfde taal hanteert, dat biedt duidelijkheid voor de komende jaren.’

resulTaaT zorginkoop meTen meT de menselijke maaT

de echte transformatie moet nog komen

De bestuurlijke transitie van de zorg naar gemeenten krijgt per 1 januari 2015 haar beslag. Daarmee zijn we er niet. De transformatie moet óók plaatsvinden in de werkrelatie tussen

gemeenten en zorgaanbieders, waarbij het welbevinden van cliënten voorop staat. Maar hoe meet je subjectieve waarden als welbevinden, zelfredzaamheid en participatie? Nog een stapje verder:

hoe kun je hier als gemeente beleidsmatig op sturen? Met De Menselijke Maat.

MeeR WeTen OVeR De MenSelIjke MAAT?Op 30 oktober organiseert stichting Arcon een informatiebijeenkomst in Amersfoort. Aad Francissen vertelt dan meer over de achtergronden en het gebruik van het kwaliteitsin-strument in het kader van de Wmo. Graag even aanmelden als u hierbij aanwezig wilt zijn. De bijeenkomst is primair bedoeld voor wethouders, beleidsambtenaren en inkopers van gemeenten.

Datum: 30 oktober 2014Tijd:15.00 - 17.00 uurLocatie: AmersfoortInformatie en aanmelden: www.arcon.nl/menselijkemaatContact: Aad Francissen [email protected] 074 242 65 20

Auteur Functie

Marga Kool Dijkgraaf van waterschap Reest en Wieden

een spannende reis

Prinsjesdag voelt diep van binnen als de vooravond van de schoolreisjes uit onze kinderjaren. De reisbestemming was al druppelend uitgelekt, maar evenzogoed staarde je met spanning naar het gele, bordpapieren koffertje dat op ooghoogte stond te wachten op de kadetjes met gebakken ei.

Ongetwijfeld smaakten die tegen etenstijd net zo droog als in andere jaren, maar vooraf deed de aanblik je watertanden. Tintelende verwachting: had moeder in het koffertje een reep chocola verstopt? Maar ook angstige spanning. Was vader niet vergeten dat je zonder zakgeld niet op schoolreis kon? En dan het reisdoel: werd dat, zoals men fluisterde, het avonturenpark, de moeizame klim, de risicovolle roetsj naar beneden? Werden het de roofdieren achter de tralies? Of waren je eigen vriendjes het grootste gevaar? Ieder jaar leefden zo ook de Nederlandse waterschappen tussen hoop en vrees toe naar Prinsjesdag. Maar dit jaar echter vol vertrouwen. Een OESO-rapport maakte de hele wereld, inclusief Den Haag, duidelijk dat de Nederlandse waterbe-heersstructuur, inclusief de functionele waterschappen, voorbeeldig is en internati-onaal navolging verdient. De wilde dieren verdwenen even achter dikke tralies. En minister Schultz van Haegen heeft de sleutel van hun hok stevig in handen. Samen met bovenmeester Wim Kuijken heeft ze de reis keurig uitgestippeld, rekening houdend met klimaatverandering. Aandacht voor zoet water op de hoge zandgron-den, nieuwe, moderne veiligheidsnormen en een voortvarend Deltaprogramma. De waterschappen stappen vrolijk in de bus! Saai wordt de reis in 2015 allerminst. Neem de nieuwe Omgevingswet. De water-toets moet daarin verankerd worden als een betekenisvol, sturend instrument dat waterschappen in staat stelt hun rol als watergeweten in het planologisch beleid van gemeenten voluit te blijven spelen. En dan de centen! Kunnen waterschappen ondanks de Wet Hof de taken blijven uitvoeren die een functionele overheid hóórt te verrichten: investeren in watervei-ligheid? Ongeacht de recessie. En levert regeldruk rond financiële maatregelen als btw en vennootschapsbelasting niet een onnodige financiële last op voor de burger? Het spannendst zijn in 2015 de waterschapsverkiezingen, Oftewel: wie zitten er straks achter het stuur van de bus, welke partijen zitten voorin en wie mogen op de achterbank? Maar ook: loopt de motor gesmeerd en zijn er genoeg passagiers? Voor de Nederlandse gemeenten bij elke verkiezing verantwoordelijk voor een correcte stembusgang een enerverende klus. Immers, met de wet die de waterschapsverkie-zingen voortaan laat samenvallen met de verkiezingen voor de Provinciale Staten, is de organisatie een hele uitdaging geworden. Twee stembiljetten voor iedere kiezer. Elk biljet moet in de goede bus, ook als dwars door de gemeente een of meer waterscheidingen lopen, en er dus in één gemeente voor meerdere waterschap-pen gestemd moet worden. Nog tien andere logistieke problemen moeten worden opgelost. Maak het de burger allemaal maar eens duidelijk. En bij alles wat misgaat, zullen de verscheurende dieren weer grommen in hun hok. Kortom: het wordt een spannende reis in 2015. En na afloop hoort u ons ongetwij-feld nog zingen, uit volle borst: ‘En we gaan nog niet naar huis, nog lange niet, nog lange niet!’

25

2015

ColumnRijk | Provincie | Waterschap | Gemeente

24

Visie

Arcon is een non-profit onderzoeks- en adviesorganisatie in het sociale domein. Wij gaan uit van de civil society waarin mensen zelf de regie over zorg, welvaart en geluk hebben. Wij onderzoeken, adviseren, bemiddelen en helpen bij de uitvoering, binnen de contouren van de civil society.

Page 14: de eerste editie

Inkomsten Uitgaven

miljard euro

246,8259,6

miljard euroUITGAVEN

77,6

0,1

0,7

3

4,1

4,4

7,3

8,4

9,2

10

18,4

33

72,9

10,6

Sociale zekerheid en arbeidsmarkt

Zorg

OCW

Gemeente- en Provinciefonds

Buitenlandse Zaken/internationale samenwerking

Veiligheid en Justitie

Infrastructuur en Milieu

Rentelasten

Defensie

Economische Zaken

Financiën

Wonen en Rijksdienst

BZK

Overig

De rijksoverheid geeft nog altijd het meeste geld uit aan sociale zekerheid en arbeidsmarkt, met in het kielzog de zorg. De getallen van de ‘sobere en prudente’(dixit minister Dijsselbloem) Rijksbegroting 2015 spreken voor zich.

Bron: Miljoenennota 2015

BEGROTINGSTEKORT

per dag

40 miljoen

euro

15 miljard

per inwoner

868

PROVINCIESOntvangen uitProvinciefonds

europer inwoner

7556952

miljoen

2014 2015

WATERSCHAPPENOntvangen uitDeltafonds*

europer inwoner

13

20

2014 2015

332miljoen

*voor het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HBP) 2 en Nieuw HBP; er gaat ook nog geld naar Maaswerken en Ruimte voor de Rivier

GEMEENTENOntvangen uitGemeentefonds

europer inwoner

1613111227,2

miljard

2014 2015*

(incl. 10,3 miljard voorhet sociaal domein)

*stijging vooral door toevoegingmiddelen tbv sociaal domein

OVERHEIDSSCHULD

467 miljard2,2 procent van het bbp

Van Europa mag de overheidsschuldniet meer bedragen dan3 procent van het bbp

Defensie

AIVD

Openbaar Ministerie

Opvang asielzoekers(voor 2014 én 2015)

Noodhulp/opvangin de regio(2014-2017)

GEOPOLITIEK

100

375

570

25

20

SPEERPUNTENDe belangrijkste nieuwe maatregelen(x miljoen euro)

Arbeidskorting Beperkte verhogingtarief eerste schijf

Koopkrachtgezinnen

500 475

160

LASTENVERLICHTING EN KOOPKRACHT

INNOVATIEToekomstfonds

20040

ZORG

Transitie Wmo

Verzachtenbezuinigingen

WONINGMARKTVerhoging van hetbudget huurtoeslag

31

‘SOBER EN PRUDENT’RIJKSBEGROTING 2015

Rubriek Rubriek26 27

2015 2015

De cijfers De cijfersBeeld René van Asselt

Page 15: de eerste editie

‘Het beeld dat veel mensen van (ortho)pedagogen hebben moet nodig bijge-steld worden,’ zegt Marlies Post, directeur

van de Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen (NVO). ‘Onze leden begeleiden kinderen en hun opvoeders in problematische gezinssituaties, maar bijvoorbeeld ook verstan-delijk gehandicapten, jongeren met schizofrenie en dementerende ouderen en hun verzorgers. De harde scheidslijn tussen bijvoorbeeld school en jeugdhulp, tussen jongeren onder en boven de 18 jaar kan in de praktijk niet zo strikt getrokken worden. De verschillen tussen de stelsels kunnen de continuïteit en samenhang van zorg in gevaar brengen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling van de wetgever, maar iemand moet daar wel de regie op voeren. Pedagogen kunnen de noodzake-lijke bruggen slaan tussen de verschillende domeinen.’ In het werk van pedagogen staat de opvoed-relatie centraal. Op school, in het gezin of in een andere opvoedingssituatie. Marlies Post: ‘Het is aan onze leden om mensen weer in hun kracht te zetten en de verantwoordelijkheid zoveel mogelijk bij de ouders c.q. verzorgers te laten. Het uiteindelijke doel is dat iedereen zoveel en zo goed mogelijk kan deelnemen in de maatschappij. Die insteek en expertise heeft onze beroepsgroep bij uitstek en sluit ook goed aan bij de ambities van de stelselwijzigingen. Tegelijkertijd hebben alle beleidsveranderingen impact op de rol en werkzaamheden van de pedagoog, die vraagt om een verdere transitie in zijn beroepsuitoefening. ’

RadicaliseringHet werkgebied van de pedagoog is breed en actueel, merkt Stijn Sieckelinck op. Hij is docent/onderzoeker pedagogische weten-schap aan de Universiteit Utrecht en lid van de NVO. ‘Het beeld is dat pedagogen alleen op microniveau, in de opvoedsituatie, werken. Ze krijgen echter in toenemende mate te maken

met situaties die zich ook buiten het gezin of de school afspelen. We komen terecht in vecht-scheidingen. Regelmatig moeten we daarbij manoeuvreren tussen partijen. In het belang van het kind is het soms nodig om hard play te spelen. Hier besteden we dan ook steeds meer aandacht aan in de opleiding van pedagogen.’ Ook op macroniveau ziet hij belangrijke op-voedvraagstukken, zoals radicalisering of het online gedrag van jongeren. ‘Dat vraagt om een pedagogische visie en aanpak. Hoe signaleer je bijvoorbeeld dat jongeren gevoelig zijn voor radicale invloeden en wat kun je als leraar, voetbaltrainer of ouder/verzorger doen als je ziet dat een jongere zich aangetrokken voelt door radicale stromingen? Pedagogen leveren een bijdrage door die begeleider te leren waar die op moet letten en wat een effectieve behande-ling kan zijn. En natuurlijk door de jongere(n) zelf pedagogisch te benaderen en actief bezig te zijn met de idealen, maar ook de aanwezige frustraties. Dat is niet soft, integendeel: er is niks harder dan jongeren afhouden van extremisme.’

De peDagoog in transitiePedagoog overziet stelselwijzigingen in onderwijs, jeugdhulP en zorg

De invoering van passend onderwijs en de veranderingen in de jeugdhulp en de zorg hebben consequenties voor kinderen, jongeren, volwassenen, ouderen en hun directe omgeving.

Pedagogen ondersteunen de opvoedrelatie in tal van domeinen en kunnen de stelselwijzigingen daarom overzien en bruggen slaan tussen de verschillende stelsels.

Universitair opgeleide (ortho)pedagogen hebben de NVO als beroepsvereniging, met een eigen beroepscode en beroepsregister. Leden die in de jeugdhulp werken, kunnen zich straks inschrijven in het nieuwe Kwaliteitsregister Jeugd. Met het ministerie van VWS is de NVO in gesprek over het opnemen van postmaster opgeleide orthopedagogen-generalist in het BIG-register. Onlangs heeft de NVO met de leden een nieuw visiedocu-ment vastgesteld: het Peda-gogisch perspectief. Directeur Marlies Post: ‘We zien graag dat de opvoedingsondersteu-ning en jeugdhulp voor alle opvoeders kwalitatief verant-woord en vooral toegankelijk is én blijft. En natuurlijk moet die ook doelmatig zijn. Daar zetten we op in.’

28

Visie

Benieuwd hoe pedagogen uw gemeente kunnen ondersteunen in de transitie en beoogde transformatie? Neem vooral contact met ons op en kijk op: www.nvo.nl.

Kop

Artikel initiaalTekst artikel body

Gerrit Hagelstein Griffier gemeente Ede

een HeLe KLUs

H et is een turbulente tijd. De komende jaren wordt de basis gelegd voor een heel andere inrichting van het Huis van Thorbecke. De ooit monumentale, statige villa met drie bestuurslagen (met Europa erbij vier) wordt langzaam verbouwd tot een MFA, een

multifunctionele accommodatie. De belangrijkste oorzaak: de decentralisaties in het sociaal domein. Met de komst van Europa werd de villa al behoorlijk belast. Maar met de decentralisaties in het sociaal domein, op het terrein van de jeugdzorg, de Wmo en de AWBZ, is de interne verbouw in volle gang. Hele brigades reizen door Nederland om gemeentebestuurders uit te leggen dat ze voor een geweldig mooie klus staan: zelf vorm en uitvoering geven aan de ondersteu-ning van zwakke groepen in de samenleving. Daar waar de gemeenten dat niet zelf kunnen of te klein zijn, doen ze dat al dan niet gedwongen samen. Dat leidt ertoe dat binnenkort over zo’n 50 procent van de gemeentelijke begro-tingen materieel niet meer door de gemeenteraden wordt besloten maar door de nieuw te vormen samenwerkingsverbanden. De groei van de regionale verbanden is niet meer te stuiten. De lokale autonomie wordt uitgehold en gemeenten dreigen uitvoeringskantoren van het Rijk te worden. De ‘eerste overheid’ dreigt langzaam naar het souterrain verdrongen te worden. De regionale organisaties vormen een uitdijende Bermudadriehoek, waarin de lokale autonomie wordt weggezogen. De discussie over de decentralisaties vormt, helaas, ook een treffende illus-tratie van het gegeven dat de systeemwereld van het openbaar bestuur en de leefwereld van burgers steeds verder uit elkaar groeien. Dat voelt niet goed. Centraal staat dan ook de vraag: wie gaat straks welke rol spelen? Waar houdt straks de verantwoordelijkheid van het Rijk voor het sociaal domein op en begint de verantwoordelijkheid van de wethouder? Er zijn twee mantra’s waarmee de huidige portefeuillehouders nu vragen en kritiek proberen te pareren: ‘wij zullen maatwerk leveren’ en ‘bij ons zakt niemand door het ijs’. Maar wat maatwerk straks inhoudt en hoe sterk het ijs is? Dat weten we pas als het beleid in uitvoering wordt gebracht en de effecten zichtbaar worden. En als er volgend jaar onverhoopt een calamiteit plaatsvindt in de jeugdzorg, wie houdt dan de Tweede Kamerleden weg van de interruptiemicrofoon? Welk Kamerlid is sterk genoeg om niet naar de media te lopen als er rechts-ongelijkheid ontstaat in de uitvoeringspraktijk? Wel een scootmobiel voor uw vader in Groningen, maar niet voor uw even hulpbehoevende schoonmoe-der in Utrecht? Of is dat toch de consequentie van het aanvaarden van lokale autonomie en maatwerk? Het is en blijft een onzekere tijd voor de bewoners van de Thorbeckevilla. Slechts één ding is zeker: tijdens de verbouw gaat de verkoop gewoon door. En dat is een hele klus. De tijd van de grote architec-tuur is voorbij, de klussenier heeft het voor het zeggen. En ongemerkt krijgt de transitie van de villa vorm: over twintig jaar geen provincies meer. Wel een aantal grote regiogemeenten terwijl de lokale democratie opnieuw wordt uitgevonden op wijk- en buurtniveau. Zo wordt de burger er misschien toch nog beter van.

29

2015

ColumnRijk | Provincie | Waterschap | Gemeente

Page 16: de eerste editie

evelien tonkens signaleeRt demoCRatisCh tekoRt

hechte kleine dorpen vaak overver-tegenwoordigd bij burgerinitiatieven.’

Hoewel het begrip doe-democra-tie een nieuwe democratie sugge-reert, is hier volgens Tonkens (nog) geen sprake van. ‘De focus ligt nu erg op sociale participatie, oftewel het meedoen. Voor meepraten – politieke participatie – is maar weinig aandacht. Neem bijvoorbeeld de opkomst van de buurtmoestuin, deze is in demo-cratisch opzicht eerder een vorm van goedgemutste machteloosheid

dan een alternatieve democratie. We willen geen eten dat onder erbarme-lijke omstandigheden is gemaakt en dat vol gif zit, maar we vertrouwen de instituties die daarvoor moeten zorgen niet en voelen ons machte-loos om deze te beïnvloeden, dus we doen het zelf wel. Dit diffuus wantrou-wen duidt op een democratisch tekort. Blijkbaar missen we aanspreken-de politieke instituties die onvrede ook op grotere schaal productief kunnen maken. De dominante visie

op de participatiesamenleving krijgt daardoor ook weinig weerwoord. ’ Reden voor Tonkens om op 2 november in de Socrateslezing op te roepen tot een breed maatschappelijk debat. ‘We kunnen beter zelf bedenken hoe we de nieuwe maatschappij willen inrichten,’ stelt ze. ‘Dat de overheid de overgang van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving van bovenaf oplegt is ronduit strijdig met autonomie, burgers moeten hier zelf over kunnen beslissen.’

VERKEERDE VERWACHTINGENWat mogen we in 2015 verwachten van vrijwilligers? Volgens lucas Meijs, hoogleraar strategische filan-tropie aan de Rotterdam School of Managementvandeerasmusuni-versiteit en lid van de RMO, leven er nogal wat mythes als het gaat om de relatie tussen overheid en vrij-willigerswerk. Hij waarschuwt voor te hooggespannen verwachtingen. ‘Vrijwilligers zijn er niet om het overheidsbeleid uit te voeren, zij doen wat zij relevant vinden. Neem bijvoorbeeld de 43.000 mensen die zich inzetten voor vereniging De

Zonnebloem. Zij bezoeken mensen die zij relevant, leuk en aardig vinden, niet specifiek diegenen die voorheen door de overheid gefinan-cierde zorg kregen.’ Met de decentralisaties verandert het speelveld van de indirecte, verplichte solidariteit en directe, vrijwillige solidariteit. ‘Dit zijn echter geen communicerende vaten. Waar de overheid zich terug-trekt, stapt de samenleving niet altijd in,’ aldus Meijs. ‘Bovendien heeft de overheid het werk sec gezien nooit gedaan. Overheden financieren beroepskrachten in organisaties om taken uit te voeren. De financiering van deze taken wordt nu niet rechtstreeks

bij burgers neergelegd, men neemt aan dat burgers als vrijwilligers dit werk gaan doen. Dat zijn verkeerde verwachtingen. Een beroepskracht werkt bijvoorbeeld op onhandige uren, dat zullen vrijwilligers niet snel doen. Ook is de belonings-structuur anders. Vrijwilligers en beroepskrachten zijn niet zomaar uitwisselbaar.’ Het is volgens de hoogleraar van belang dat burgers op de hoogte zijn van hun keuzemogelijkhe-den. ‘Als een ambtenaar in een keukentafelgesprek bij een oudere aangeeft dat deze persoon veertig minuten minder zorg per week krijgt, wordt eigenlijk bedoeld “wij financieren veertig minuten

minder zorg voor u”. De mogelijk-heid om zelf extra zorg in te huren wordt waarschijnlijk vaak niet besproken, omdat er maar “één budget” aan tafel zit.’ Gemeenten zouden daarom gebaat zijn bij een betere samenwerking met andere (private) organisaties in het publieke domein, stelt Meijs. ‘Vaak zijn dit nu nog twee gescheiden werelden. Neem de Wmo, die schrijft terecht alleen voor wat gemeenten moeten doen. Er is wel degelijk potentieel, maar dan zou er in deze gesprekken ook aandacht moeten zijn voor de rol die civil society-organisaties zelf kunnen spelen op basis van directe solidariteit in tijd en geld.’

‘Leg departicipatie-

samenleving niet van bovenaf op’Het begrip participatiesamenleving is inmiddels behoorlijk ingeburgerd.

Toch heersen er nogal wat misverstanden over de precieze invulling hiervan. Sociologe Evelien Tonkens roept op tot een breed maatschappelijk debat.

‘De participatiesamenleving is een prachtig ideaal, mits we het niet tegenover de verzorgings staat

plaatsen, maar in het verlengde ervan, als verbeterde versie.’ Evelien Tonkens ging afgelopen voorjaar bij haar afscheid als hoogleraar actief burgerschap op de Universiteit van Amsterdam uitge-breid in op het grootste misverstand over de participatiesamenleving. Het is een hardnekkige misvatting dat minder verzorgingsstaat automatisch meer burgerschap betekent, aldus de sociologe. Kernachtig omschrijft ze de rand-voorwaarden voor succes. ‘Betrouwbare, responsieve instituties en sociaal werkers hebben er een centrale plaats in ter voorkoming van grotere ongelijkheid. Democratische en politieke vernieuwing is noodzakelijk opdat boze buitenstaan-ders gedreven binnenstaanders kunnen worden, die op voet van gelijkheid parti-ciperen in en mee vorm geven aan de samenleving.’ In haar nieuwe functie – sinds 1 mei bekleedt Tonkens de leerstoel burgerschap en humanisering van insti-tuties en organisaties aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht – zet ze haar onderzoek naar de relatie tussen burgers en overheid voort.

‘Een participatiesamenleving is een samenleving waarin iedereen meedoet en meetelt,’ stelt Tonkens. ‘En vooral dat meetellen heeft nog niet iedereen helder voor ogen.’ Neem vrijwilligerswerk voor mensen in de bijstand. ‘Als je dat verplicht zonder aanzien des persoons, voelen mensen zich enorm gecon-troleerd en gestigmatiseerd, tweede-rangs burgers. Dat is participatie zonder erkenning. Als je vertrekt vanuit wat mensen zelf beweegt, kan vrijwilligers-werk wel heel welkom zijn. Wel is dit beleid enorm front-loaded. Wat gebeurt er na een aantal jaar als iemand goed functioneert? Dan zou er betaald werk moeten volgen, maar dat is nu niet zo.’ De transformatie tot deze verbeterde versie van de participatiesamen leving – een activerende verzorgingsstaat – vraagt tijd en aandacht. Instanties zullen opnieuw onder de loep moeten worden genomen. Tonkens: ‘Niet alle voorzie-ningen in onze huidige verzorgings-staat zijn participatiebevorderend. Bekijk daarom per instelling in hoeverre deze ervoor zorgt dat burgers kunnen meedoen én meetellen.’ De sociologe noemt het ‘uiterst onver-standig’ dat op instellingen als muziek-scholen, speeltuinen, buurthuizen, zwembaden en bibliotheken – onder het

motto van de participatiesamenleving – zoveel wordt bezuinigd dat ze soms moeten sluiten. ‘Een bibliotheek heeft een belangrijke functie. Niet alleen om het analfabetisme tegen te gaan, maar ook door mensen bij elkaar te brengen. Zo’n instituut zou je eerder moeten versterken dan verzwakken.’ PaniekvoetbalDat de grootscheepse decentralisatie-operatie gecombineerd is met flinke bezuinigingen vindt ze onbegrijpe-lijk. ‘Reorganiseren en tegelijkertijd bezuinigingen, dat werkt niet. Bij veel gemeenten zien we nu paniekvoet-bal.’ Actief burgerschap is een ambacht, benadrukt Tonkens. ‘Dit betekent dat we in eerste instantie tijd moeten inves-teren in instituties zodat zij burgers de kans kunnen geven actief te zijn. Het sociaal werk speelt hierbij een belang-rijke rol. Sociaal werkers zijn de ogen en oren in de wijk.’ Ze vindt het positief dat er meer aandacht is voor burgerinitiatieven. ‘Maar realiseer je goed wie zich orga-niseert. De participatiesamenle-ving doen we gezellig samen, is de verwachting. Maar soort zoekt soort, zien we in de praktijk. Ook zijn hoger opgeleide stedelingen en inwoners van

30

2015 2015

31

innovatie innovatieTekst Rianne Waterval | Beeld Yvonne Kroese

Page 17: de eerste editie

‘W e moeten nog harder en we kunnen nog veel meer,’ luidt samengevat de boodschap van

Hester Klein lankhorst, directeur van het KIDV dat zich toelegt op verduurzaming van de verpakkingsketen. Haar grote wens is dat de boeiende wereld van verpakkingen vanuit de markt en de overheden uitgroeit tot een absolute topsector: ‘Er liggen enorme kansen. Niet alleen voor het milieu, maar ook voor Nederland als kennisexport­land in de internationale kenniseconomie.’ Zoals ons kleine land een serieuze speler is in de landbouw en het watermanage­ment, zo ligt ook op het vlak van afval­management nog een hele markt open, is haar stellige overtuiging. ‘Door aan de voorkant een markt te creëren en afval als grondstof te gaan beschouwen, krijgen al die stromen waarde.’ Onze uitgangspositie is sterker dan ooit. Klein lankhorst laat staatjes zien met internationale vergelijkingen van verschil­lende afvalstromen. Nederland scoort hoog in recyclingcijfers, we zitten in bijna elk grafiekje bij de top vier. Spiegel van een open samenleving, aldus Klein lankhorst: ‘met ondernemingen die best willen laten toetsen hoe het werkt als je iets verduur­zaamt. met een professionele afvalsector. En met een inspectie die goed de regels handhaaft.’

Feiten en cijfersDe transitie richting een circulaire econo­mie voor de hele verpakkingsketen werd voorheen nogal eens gehinderd doordat partners elkaar niet konden vinden, de informatie verspreid en gekleurd was en er steeds weer eindeloos veel ‘gedoe over cijfers’ ontstond. Om per product­verpakkingscombinatie goed te kunnen bepalen wat de meest duurzame keuzes zijn, is op feiten geba­seerde kennis nodig. Het KIDV zorgt ervoor

dat de kennis die er is geobjectiveerd wordt of dat het zelf kennis ontwikkelt. En het brengt kennis bijeen, samen met bedrijven, overheden, de wetenschap, consumenten en maatschappelijke organisaties. Door de aard van het Kennisinstituut zal het zelf niet snel standpunten innemen over welke keuze partijen dienen te maken rond bijvoorbeeld drankenkartons. Klein lankhorst: ‘Wij leveren feiten en cijfers. Dit kost het en dit is de milieuwinst. De rest is politiek en beleid. Dat laten we aan anderen over.’Neemt niet weg dat er in het jonge bestaan van het KIDV al prachtige voorbeelden

liggen. Zoals de actie van grote winkelbe­drijven die vanaf het moment dat ze een dubbeltje of iets meer voor een plastic tas gingen vragen, het gebruik hiervan met 48 tot 77 procent terugdrongen. Sinds vorig jaar kunnen consumenten terecht bij het meldpunt Verpakkingen met vragen, mel­dingen, ideeën en suggesties over de duur­zaamheid van verpakkingen. Het meldpunt geeft de meldingen door aan fabrikanten, bedrijven en/of brancheorganisaties en publiceert hun reacties op de website. En momenteel zijn de branches bezig om plannen voor verdere verduurzaming van verpakkingen op te stellen. Meters makenKlein lankhorst: ‘Er zijn koplopers en bedrijven die nog achterblijven. De kunst is om het peloton mee te krijgen. Dan kun je meters maken. maar je merkt dat er wat gaande is.’ Groeien kost tijd, maar de ontwikkelingen gaan snel. Antwerpen en Berlijn kennen al verpakkingsloze supermarkten en er zijn op alle mogelijke terreinen tal van innovaties. Klein lankhorst vertelt met trots over het jongste KIDV­congres dat, met 2040 als richtjaar, met een viertal scenario’s een interessante blik op de toekomst wierp:• Going Concerns. Consumenten doen in

2040 hun boodschappen voornamelijk online. Verpakkingsmarketing speelt geen rol meer. Verpakkingen zijn er vooral om voedsel dat wereldwijd wordt getransporteerd, te beschermen tegen bederf.

• Liever lokaal. Alles draait om lokale, duurzame initiatieven. Afval wordt zoveel mogelijk lokaal verwerkt en verpak­kingen zijn herbruikbaar of biologisch afbreekbaar.

• Fort Europa. De circulaire economie in Europa is een feit. Europa is onafhanke­lijk van de rest van de wereld en moet

ZElf DOENOok als u niet direct met het afval- en verpakkingsdossier te maken heeft, kunt u uw aandeel leveren. Drie tips van directeur Hester Klein lankhorst:• scheidzogoedmogelijkuwafval.• Neembijhetwinkelenzoveelmogelijkuw

eigen tas mee. • alsuvragenofopmerkingenhebtoverde

milieuvriendelijkheid van verpakkingen, meld dit bij het Meldpunt Verpakkingen.

‘nu de verPakkinG noG’kennisinstituut duuRzaam veRpakken doet opRoep aan kabinet

Anders dan in voorgaande jaren bevatte de Troonrede ditmaal geen woord over het milieu. En ook niet over een duurzame samenleving of de gang naar een circulaire economie. Het Kennisinstituut

Duurzaam Verpakken (KiDV) zet voor de komende jaren zijn visie uiteen.

zeer spaarzaam omgaan met de eigen beschikbare grondstoffen.

• i-create. In 2040 is elk huishouden in het bezit van een 3D­printer. Alle denkbare food en non­food consumptiemiddelen kunnen eenvoudig thuis worden uitge­print. Verpakkingen zijn bijna niet meer nodig.

Breder trekkenKijkend naar de begroting van Infrastruc­tuur en milieu zal staatssecretaris mans­veld het van harte met het kennisinstituut eens zijn. Klein lankhorst reageert: ‘Zeker, aan haar programma ligt het niet. maar het kan breder. En bij zo’n breder beleid hoort bijvoorbeeld ook het stimuleren van hergebruik van grondstoffen omdat

je daarmee een markt creëert. Neem de kenniseconomie waar naast milieuwinst ook andere kansen voorliggen. Of de geo­politieke kant, die een relatie legt tussen de weerbaarheid van een samenleving en de mate waarin zij de grondstoffen dichtbij zich houdt.’ Ook al doet het KIDV zelf niet aan politiek, áls het aan de Troonrede had mogen bij­dragen dan had het zeker een milieupara­graafje geschreven. En als Klein lankhorst had mogen meeschrijven was zij zeker gegaan voor de weerbare samenleving en voor de kansen die de circulaire economie biedt. Zowel aan de kant van de afvalbran­che, de recycling en de gemeenten die daar een belangrijke rol in spelen, als aan de kant van het verpakkende bedrijfsleven

en consumenten. Vanuit milieuoogpunt maar dat niet alleen, benadrukt Klein lank­horst nogmaals: ‘Je creëert ook werkge­legenheid door waarde toe te voegen aan grondstoffen die je bij je houdt. En je dient de kenniseconomie waarmee je ook op de wereldmarkt een grote rol kunt spelen.’ Toch nog even terug naar de verpak­kingen. Wat wil het KIDV hebben bereikt als we een paar jaar verder zijn? In pakweg 2018? ‘Dan wordt er nog meer gerecycled materiaal teruggebracht in verpakkingen,’ zegt Klein lankhorst als eerste. ‘Daarnaast zal nog meer naar de verpakking, en het gebruik hiervan, worden gekeken. En ik weet zeker dat we – ook met consumenten – nog meer zullen kijken naar de vraag: wat doet deze verpakking in de afvalfase?’

mISSION STATEmENTDe missie van het KIDV is om met de inzet van zijn kennisfunctie bij te dragen aan het sluiten van de keten (‘Afval is grondstof’) in de ontwikkeling naar een circulaire economie voor verpakkingsmateriaal. Met als doel om een structurele vermindering van de milieudruk in de product-verpakkings-keten in Nederland te bereiken.

Directeur Hester Klein lankhorst van het KIDV

32 33

VisieVisie

Het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) vloeit voort uit de Raamovereen-komst Verpakkingen 2013-2022 die het Rijk, het verpakkende bedrijfsleven en gemeenten met elkaar hebben gesloten. In dit akkoord is vastgelegd dat bedrijven de komende jaren meer verpakkingsmateri-aal hergebruiken en de verpakkingsketen verduurzamen. Het KIDV heeft een unieke positie in de keten, doordat het bedrijven,

rijksoverheid, gemeenten en consumenten vertegenwoordigt.

uitgangspuntenvanhetkennisinstituutDuurzaam Verpakken:• Terugbrengenvandemilieudrukvan

verpakkingen/productcombinatie.• Beperkenvanhetgrondstoffengebruik.• economischsluitenvanketens,want

afval is grondstof.

VisieVisie

Page 18: de eerste editie

dossiers Kop2dossiers Chapeau

Dossier intro

Artikel body

Grote klussen

Gemeenten zijn gebaat bij duidelijk-heid over het beschikbare geld voor de jeugdzorg, vindt Ten Kate. En over de verwachte kosten daarvan. De bespre-kingen met zorgaanbieders maken het er niet makkelijker op. ‘De bedragen die zorgaanbieders zeggen vorig jaar uitgegeven te hebben, corresponde-ren vaak niet met de budgetten van

individuele gemeenten, die niet zelden lager zijn.’ Voeg daarbij dat sommige gemeen-ten terughoudend zijn bij de inkoop van jeugdzorg. ‘Logisch, gezien de onzekerheid over de budgetten. Daar komt bij dat gemeenten eventueel ook geld willen overhouden voor nieuwe aanbieders in de zorg waar ze wellicht

een beroep op moeten doen.’Ten Kate heeft wel een advies voor gemeenten: ‘Ze doen er goed aan om per regio met de zorgaanbieders te kijken of ze het wel over hetzelfde hebben.’ In veel regio’s gebeurt dit inmiddels al. De vergelijking tussen gemeentelijk budget en werkelijke kosten van zorgaanbieders blijft van

2015 wordt ondubbelzinnig het jaar van de decentralisaties, waarbij gemeenten taken op het gebied van jeugd, zorg en arbeid gaan uitvoeren. Dat is niet het enige, er zijn meer

dossiers waar Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten de tanden in kunnen zetten.

PROVINCIES DRAGEN BIJ AAN CONTINUïTEITProvincies doen hun uiterste best om de jeugdzorg naadloos over te laten gaan naar gemeenten, aldus Marc Witteman, binnen het IPO-bestuur verantwoordelijk voor de jeugdzorg. ‘Kwetsbare groepen moeten goed terechtkomen en de continuïteit van de jeugdzorg moet gegarandeerd zijn.’ambtenarenvanFlevolandhelpen gemeenten bij de verande-ringen in de jeugdzorg, zegt Witteman, gedeputeerde voor de PvdA in die provincie. ‘We hebben dit jaar een deel van het

budget van jeugdzorg apart gezet en gemeenten betrokken bij de bestedingervan.’Flevolandheeftdit jaar ook extra geld besteed aan preventie in de jeugdzorg, bijvoorbeeld door programma’s op scholen. ‘Zo besparen we op de instroom naar zware zorg.’ Pre-ventie is een gemeentelijke taak, provincies mogen zich niet op dit terrein begeven. ‘Maar het Rijk knijpt dit jaar een oogje toe.’Veel provincies proberen met gemeenten te bereiken dat de jeugdzorg volgend jaar zo veel mogelijk in handen is van de-zelfde zorgaanbieders als nu. Dat is van belang voor de continuïteit. ‘Dat veel provincieambtenaren op het gebied van jeugdzorg

overgaan naar gemeenten is een groot voordeel.’De overgang van de jeugdzorg naar gemeenten leidt onver-mijdelijk tot frictiekosten. ‘Dat komt vooral doordat de overgang van de ene op de andere dag geschiedt. Als dat geleidelijker was gegaan, waren er minder mensen bij bijvoorbeeld bureaus Jeugdzorg ontslagen en meer mensen vertrokken door natuur-lijk verloop. Dat had gescheeld in kosten van afvloeiing.’ De werkelijke frictiekosten zijn vooralsnog onbekend. Witteman heeft onderzoeken gezien die tot driehonderd miljoen euro gingen. Die kosten komen vooral voor rekening van de veroorzaker van

de stelselherziening, het Rijk. De provincies dragen samen een bedrag bij van maximaal twintig miljoen euro.Er wordt uiteraard geprobeerd de frictiekosten zo laag mogelijk te houden. ‘Dat provincieambtena-ren overgaan naar gemeenten en dat gemeenten afspraken maken met dezelfde jeugdzorgaanbie-ders als provincies, helpt daarbij.’Na 1 januari heeft de provincie formeel geen wettelijke taak meer op het gebied van jeugd-zorg. ‘Dan sluiten we de boel en makenwedeafrekeningen.Tenzijprovincies nog deskundige amb-tenaren over hebben, kunnen zij daarna niet veel meer betekenen voor gemeenten.’

‘verval niet in te veel Procedures’ WeRneR ten kate (vng) oveR deCentRalisatie jeugdzoRg

De overheveling van jeugdzorgtaken van provincies en het Rijk naar gemeenten per 1 januari 2015 is een grote operatie. Die transitie krijgt volgens Werner ten Kate, beoogd vicevoorzitter van de subcommissie Decentralisatie jeugdzorg van de VNG, momenteel terecht alle aandacht. ‘Maar het draait uiteindelijk om een transformatie van de jeugdzorg: meer integraal en dichter bij het kind.’

Tekst Paul van der Zwan

De overtuiging dat de jeugdzorg beter kan, leeft al langer in Den Haag. Het komt voor dat in één

gezin meerdere hulpverleners komen, ook voor kinderen. Dat kan effici-enter, vinden ook gemeenten, zeker als zij de volledige verantwoordelijk-heid krijgen voor de jeugdzorg. Met de decentralisatie van jeugdzorgta-ken gaat hun lang gekoesterde wens in vervulling. Binnen de jeugdzorg zijn gemeenten momenteel verantwoordelijk voor preventie, opgroei- en opvoed-ondersteuning. Die taken worden begin volgend jaar uitgebreid met

jeugdzorg, jeugdbescherming, jeugd-reclassering, gesloten jeugdzorg, jeugd-ggz en zorg voor jeugd met een verstandelijke beperking. ‘Deze decentralisatie vormt met de over-heveling van taken op het gebied van zorg en participatie per 2015 een van de grootste opgaven in het lokaal bestuur ooit,’ aldus Ten Kate, waarne-mend burgemeester in Giessenlanden. Gemeenten zitten midden in de voorbereiding op hun nieuwe jeugd-zorgtaken. Het budget voor die taken voor 2015 ligt op 3,9 miljard euro. Dat is het bedrag dat het Rijk en de provin-cies eraan uitgaven, minus een bezui-nigingskorting van 3 procent omdat gemeenten worden geacht de taken

efficiënter te kunnen uitvoeren. Die korting komt neer op 120 miljoen euro, maar volgens berekeningen van het ministerie van VWS bedraagt de korting volgend jaar zelfs 237 miljoen euro. Dat komt doordat er ook nog eens 77 miljoen euro wordt inge-houden op de Awbz-functies bege-leiding, persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf. Daarnaast wordt rond de 40 miljoen euro gekort op de persoonsgebonden budgetten. Dat de korting macro is, maakt het lastig. ‘Het budget voor de jeugdzorg wordt verdeeld over alle gemeenten; de ene gemeente krijgt relatief meer dan voorheen, de andere minder. Dat leidt tot onzekerheid.’

Jeugdzorg Het budget voor de jeugdzorg wordt verdeeld over alle gemeenten. De ene gemeente krijgt relatief meer dan voorheen, de andere minder. ‘Dat leidt tot onzekerheid,’ aldus Werner ten Kate van de VNG.

Foto: Anke Teunissen/HH

34 35

2015 2015

DossiersDossiers

34 Jeugdzorg in transitie: ‘Verval niet te veel in procedures’

36 Participatiewet doet gemeenten interen op eigen reserves

39 Nijpels: ‘Elke gemeente heeft een energieloket nodig’

41 Woningmarkt komt in nieuw demografisch vaarwater

43 Burgemeester pleit voor draaiboek jihadgangers

47 Het nieuwe Deltaprogramma is een bestuurlijk kunststukje

Page 19: de eerste editie

belang. Een kwestie van regelmatig peilen, vindt Ten Kate. ‘Allereerst vlak na 1 november, net nadat de contrac-ten met de zorgaanbieders gesloten moeten zijn. Maar zeker in het eerste jaar van de decentralisaties is het ook zaak dat gemeenten de vinger aan de pols houden. Zodra er in 2015 enig zicht bestaat op hoe de vraag naar jeugdzorg zich ontwikkelt, is het tijd voor een tweede peilmoment.’

OntslagGemeenten moeten bij dit alles naar het oordeel van Ten Kate niet alleen oog hebben voor de belangen van burgers en van henzelf. Zij hebben eveneens een verantwoordelijk-heid ten opzichte van de zorgaan-bieders. ‘Deze hebben zekerheid nodig. Ontbreekt die, dan kunnen zij zich gedwongen voelen personeel te

ontslaan. Daar kunnen gemeenten wel eens spijt van krijgen als ze op een later moment meer zorg nodig hebben van die aanbieders.’ Het is logisch dat de transitie van de jeugdzorg momenteel veel aandacht krijgt, vindt Ten Kate. ‘Maar de kern van de decentralisa-tie is dat we een transformatie van de jeugdzorg moeten bewerkstelligen:

meer integrale zorg en dichter bij het kind.’ Met als beoogd resultaat onder meer minder uithuisplaatsingen, die belastend zijn voor het kind en bovendien erg duur. Gemeenten wacht daartoe een groot aantal uitdagingen. ‘De grootste is de toeleiding naar zorg. De meeste gemeenten zetten daarvoor wijkteams in. Gemeenten moeten echter voorkomen dat ze te veel in procedu-res vervallen.’ Het belang van preventie in de jeugdzorg staat buiten kijf. Gemeenten kenden al preventiebeleid. ‘De revenuen ervan kwamen bij anderen terecht, onder meer bij de zorginstel-lingen. Een adequaat preventiebeleid levert gemeenten voortaan financi-eel voordeel op. Maar veel belangrij-ker: het maakt de jeugd uiteindelijk gezonder.’

‘Zorg -aanbieders

hebben zekerheid

nodig’

Arbeidsmarkt

ParticiPatieWet doet Gemeenten interen oP eiGen reservesWethoudeRs: invoeRing te snel

Juist nu de werkloosheid hoog is, krijgen de gemeenten via de participtiewet de megabezuiniging op de Wajong op hun bordje. De invoering van de wet gaat te rigoureus, zegt de Amsterdamse wethouder Arjan Vliegenthart. Wethouder Arjan van der Weegen van Bergen op Zoom verwacht dat gemeenten zullen interen op hun financiële reserves. Maar er is geen weg terug.

Tekst Rutger van den Dikkenberg

Nog enkele maanden en dan is de decentralisatie van wat ook wel ‘de onderkant van de

arbeidsmarkt’ heet een feit. Maar gemeenten krijgen minder geld van het Rijk dan het Rijk er nu zelf aan uitgeeft. Daarom moeten ze aan de slag om zo snel mogelijk veel mensen uit de uitkering en bij een reguliere werkgever aan het werk te krijgen. Daar ligt de bottleneck van het plan: alhoewel de werkloosheid de laatste maanden iets gedaald is, zaten er in

augustus nog altijd 632.000 mensen zonder baan. Zie dan maar eens honderdduizend arbeidsgehandicap-ten aan het werk te helpen. Wethouder Janny Bakker-Klein (CDA) in Huizen noemt de Participatiewet om die reden de ‘meest spannende’ van de drie decentralisaties. Gemeenten staan voor een grote opdracht. Wie vanaf 1 januari instroomt in de Wajong, klopt niet meer bij het UWV aan, maar bij zijn gemeente. Deze nieuwe Wajongers vallen dan onder het regime van de Participatiewet, net als de bijstandsgerechtigden en werknemers

in de sociale werkvoorziening (Wsw), waar gemeenten nu al verantwoordelijk voor zijn. De operatie gaat gepaard met een forse besparing. Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken bezuinigt in totaal 1,8 miljard euro op de regelin-gen. Het budget per Wajonger daalt, dat per Wsw’er ook, met respec-tievelijk drie- en vierduizend euro. Grootste knelpunt vormen de huidige Wsw’ers. Zij blijven onder de huidige regels vallen en houden hun rechten, inclusief het cao-loon dat boven het minimumloon ligt. ‘Dat is een groep die heel veel geld kost,’ zegt Bakker.

‘Je krijgt het echt niet voor elkaar om hen te laten instromen naar een baan op het minimumloon,’ waarschuwt haar collega Arjan van der Weegen, wethouder in Bergen op Zoom namens de lokale partij Gemeentebelangen/Werknemerspartij. De meeste gemeenten kijken met argusogen naar de nieuwe wet. ‘Gemeenten worden met nieuwe doel-groepen geconfronteerd, waar ze mee moeten leren omgaan. Ze hebben minder middelen dan de instanties die het nu doen. Dat gaat knellen,’ zegt Arjan Vliegenthart, SP-wethouder werk en inkomen in Amsterdam. De invoering van de wet gaat te snel en te rigoureus, zegt hij. ‘Als gemeenten eerst de tijd hadden gekregen om te leren en de bezuiniging langzamer werd ingeboekt, dan was het een heel ander verhaal.’ Het idee achter de wet is dat iedereen moet kunnen meedraaien op de reguliere arbeidsmarkt, ongeacht bijvoorbeeld handicap of chroni-sche ziekte. En dus is uitstroom naar een baan bij een reguliere baas het hoofddoel. Werkgevers en werkne-mers daarom spraken eerder, in het sociaal akkoord, af om de komende jaren stapsgewijs honderdduizend extra banen open te stellen voor de

doelgroep van de Participatiewet.Dat leidt er tegelijkertijd toe dat gemeenten op termijn zouden kunnen besparen op de uitvoering van het beleid: er gaat minder geld naar uitke-ringen en ondersteuning. Maar zolang de werkloosheid hoog blijft, zal het voor hen moeilijk zijn werkgevers te verleiden daadwerkelijk extra plaatsen open te stellen. De verwachting is daarom dat de komende jaren slechts mondjesmaat arbeidsgehandicapten zullen instromen in een reguliere baan. In een reeks interviews met dagbladen zei voorzitter Hans de Boer van werk-geversvereniging VNO-NCW eerder dit jaar dat de werkgevers niet zomaar banen erbij kunnen ‘toveren’.Net als in een groot aantal andere gemeenten gaat in Bergen op Zoom de rijksbijdrage voor de arbeids-markt grotendeels op aan de huidige

Wsw’ers. Volgens Van der Weegen heeft de gemeente in 2015 twee miljoen euro over om de andere werknemers in de doelgroep te ondersteunen. ‘Dat is op een klantenbestand van 2300 mensen echt te weinig,’ zegt hij. ‘Het is jammer dat de Participatiewet op een moment komt waarop er hoge werk-loosheid is en volgens voorspellingen het aantal uitkeringsgerechtigden de komende anderhalf jaar alleen nog zal groeien,’ zegt wethouder Van der Weegen. Hij maakte het recent nog van dichtbij mee, toen door de sluiting van sigarettenfabriek Philip Morris in zijn gemeente drieduizend banen verloren gingen. Het betekende een enorme klap voor de werkgelegenheid in de regio. Van der Weegen hoopt nu de banden aan te halen met Rotterdam en Antwerpen, waar in de havens potentieel werk is voor de doelgroep. In Bergen op Zoom moet er daarom net als in Amsterdam geld uit eigen zak bij. Gemeenten zullen interen op de eigen reserves, zegt Van der Weegen. ‘En ik durf de stelling wel aan dat dat voor 70 procent van de gemeenten geldt.’ De gemeente heeft al wel een reservepot opgebouwd om in ieder geval de komende jaren op te teren. Iets dergelijks heeft Amsterdam ook gedaan. Daar reserveerde de nieuwe

Regulier werk voor arbeids-gehandicapen

illusoir in crisistijd

MetaalverwerkingsbedrijfFerro­Fixuitrotterdamheeftwerknemersindienstdieafkomstigzijnuitdesocialewerkvoorziening.

Foto: Peter Hilz/HH

lees verder op p. 39

36 37

2015 2015

Dossiers Dossiers

Page 20: de eerste editie

Energie

‘draaGvlak is Geen vluchtheuvel voor Politici met slaPPe knieën’ed nijpels geeft eneRgieakkooRd vliegende staRt

iedere gemeente heeft een energieloket nodig met een overijverige ambtenaar, aldus Ed Nijpels, voorzitter van de Borgingscommissie van het Energieakkoord. Zijn partijgenoot René Leegte van de VVD-fractie in de Tweede Kamer verwijt hij een achterhoedegevecht tegen windmolens op zee.

Tekst Richard Sandee

Als het Energieakkoord een eigen pand had, dan zou op de voordeur een waarschuwings-

sticker geplakt moeten zijn: hier waakt Ed Nijpels. Wie dwarsligt bij de uitvoering van de afspraken, krijgt het met hem aan de stok. Hij mag ook graag aansporen. ‘Alle ondertekenaars moeten hun jasje uit doen, de mouwen optrekken en aan de slag gaan.’ Nijpels houdt als voorzitter van de Borgingscommissie van het Energieakkoord kantoor in het gebouw van de Sociaal-Economische Raad (SER) in Den Haag, die de 47 deel nemende partijen bij elkaar bracht. Hier hangen weliswaar geen afbeeldin-gen aan de muur van hem als pitbull.

Maar als een van de akkoorddeelne-mers afspraken aan zijn laars lapt, dan volgt al snel een uitnodiging voor een gesprek. Hoe dat verloopt? ‘Het is niet alleen mijn taak om de boel aan te jagen en chagrijnig te zijn als het niet opschiet, maar ook om een tik op de vingers uit te delen als dat nodig is. Ongeacht wie het is die zijn afspraken niet nakomt. Daarvoor ben ik onafhan-kelijk voorzitter.’

Kritisch is hij bijvoorbeeld over zijn partijgenoot René Leegte, VVD-woordvoerder op het gebied van energie in de Tweede Kamer. ‘Leegte voert een achterhoedege-vecht,’ constateert Nijpels. Het Kamerlid plaatste onder andere vraag-tekens bij de kosten van windmo-lens op zee en wil deze helemaal uit het zicht vanaf de kust hebben. ‘Het heeft geen zin om over de uitvoering te blijven zeuren, daarmee verander je niets. Niet alleen de 47 onderte-kenaars, ook een grote meerderheid van de Kamer steunt dit akkoord. Leegte heeft bovendien te maken met zijn eigen verkiezingsprogramma en het regeerakkoord, waarin ook de transitie naar duurzame energie wordt gesteund.’

coalitie 62 miljoen euro, te besteden als blijkt dat er bij de decentralisaties toch nog geld nodig is. In Huizen is dat vooralsnog niet het geval, zegt wethouder Bakker. ‘We gaan ervan uit dat we het kunnen doen met het geld dat beschikbaar is.’ Maar dat betekent wel dat er ‘werk aan de winkel’ is. Ook in de Gooise gemeente gaat een flink deel van het budget op aan de in totaal 125 Wsw’ers die de gemeente telt. En dus moet er bezuinigd worden op andere groepen. De gemeente telt zo’n zeshonderd bijstandsgerechtigden die uiteindelijk met ondersteuning een reguliere baan moeten krijgen. Via een regionaal sociaal akkoord hoopt de gemeente jaarlijks honderd van hen aan het werk

te helpen. Met een besparing op de uitkeringslasten moeten de kosten voor de Wsw gedekt worden. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor het sociale werk-bedrijf in de regio, dat er volgens Bakker de afgelopen jaren in geslaagd is laaggeschoold werk naar de regio te behouden en te voorkomen dat het verdween naar landen als China. ‘We willen de kennis van dat bedrijf benutten,’ zegt ze.

‘Frisse tegenzin’Maar hoe erg gemeenten hun best ook doen, op de groei van de werk-gelegenheid hebben ze uiteindelijk maar beperkt grip. ‘Eén van de belang-rijke problemen in de stad is niet dat

mensen niet willen re-integreren, maar dat er geen banen zijn waar ze naar toe kunnen,’ zegt Vliegenthart. ‘En of die banen er komen hangt uiteindelijk meer af van wat er zich op de grens tussen Oekraïne en Rusland afspeelt, dan van de inspanningen die ik hier doe.’Ondanks de zorgen moet het op 1 januari toch echt gebeuren. Vliegenthart, die eerder dit jaar als lid van de Eerste Kamer nog tegen de wet stemde, begint ‘met frisse tegenzin’ aan de klus. Hij ziet het als verantwoordelijkheid voor elke lokale bestuurder om de wet te laten slagen. ‘Het moet lukken. Ik ben wethouder in Amsterdam, de grootste stad van Nederland. Als het ergens kan, dan is het hier.’

DE ANDERE OPENBARE BIBLIOTHEEKGEMEENTE BEPAALT WELKE FUNCTIES BEHOUDEN BLIJVEN

Bezuinigingen op openbare bibliotheekvoorzieningen hoeven niet tot het sluiten van bibliotheekvestigingen te leiden. Karmac Bibliotheek biedt een alternatief.

Veel gemeenten besluiten om de subsidie voor hun openbare bibliotheek substan-tieel te verminderen. Karmac Bibliotheek

toont aan dat dit niet hoeft te betekenen dat er vestigingen worden gesloten. ‘Wij kijken vooral naar wat de bibliotheekleden belangrijk vinden,’ aldus Theo Doreleijers, algemeen manager van Karmac Bibliotheek Services. ‘En dat is vooral dicht bij huis boeken kunnen lenen. We vragen de gemeente welke diensten zij geleverd wil krijgen. En vervolgens kijken we of dat binnen het beschikbare budget past. Dit betekent dat we zowel eenvoudige uitleenbibliotheken kunnen verzorgen als vestigingen met een com-pleet pakket aan bibliotheekdiensten. Daarbij kunnen we waar nodig een beroep doen op zus-terbedrijven binnen de KMM groep of op externe partners.’ Karmac Bibliotheek richt zich op de functies die de gemeente zélf belangrijk vindt voor de bibliotheek. En dat blijkt vaak voor heel wat minder geld te kunnen dan niet-commerci-ele organisaties voor mogelijk houden. Toen de provincies Noord- en Zuid-Holland stopten met het subsidiëren van bibliobussen bleek Karmac in staat deze dienstverlening in stand te houden zonder de kosten voor de bibliotheken te verho-gen. Volgens Doreleijers zijn er grote verschillen tussen gemeenten in wat zij verwachten van de

openbare bibliotheek. De ene gemeente vindt het belangrijk dat er werkplekken voor zzp’ers zijn, gratis internet, dat er culturele activiteiten worden georganiseerd, et cetera. De andere gemeente wil uitsluitend de uitleenfunctie in stand houden in zo veel mogelijk kernen binnen de gemeente. Dat laatste doet Karmac in Waterland, hoewel daar deze maand ook BoekStart aan de dienstverlening is toege-voegd. De vestigingen in Waterland hebben nu bovendien meer openingsuren dan onder de vorige aanbieder. In Buren was de situatie anders. Daar kwam tot eind vorig jaar een bibliobus en is er nu een vaste vestiging. Als er om budgettaire redenen een neven-vestiging gesloten moet worden is de biblio-bus overigens een uitstekende aanvulling op de dienstverlening. Bibliobussen zijn fl exibel inzetbaar, zowel qua locatie als qua tijd. ‘En het is toch fantastisch om op het ene moment de bibliotheek voor een school te kunnen zet-ten en even later bij een seniorencomplex?’ zegt Doreleijers. Diverse andere gemeenten hebben ook interesse in de dienstverlening van Karmac Bibliotheek getoond. Het is Kar-mac’s ambitie om de komende jaren enkele tientallen vaste bibliotheekvestigingen te gaan verzorgen.

KARMAC BIBLIOTHEEK SERVICES B.V.Karmac Bibliotheek Services B.V. is begin 2009 gestart met het verzorgen van bibliobusdien-sten in Noord- en Zuid-Holland. In 2010 zijn daar haltes in de provincie Utrecht bijgekomen en in 2012 in Gelderland. Sinds begin dit jaar verzorgt Karmac Bibliotheek vaste ves-tigingen in Broek in Waterland, Ilpendam, Marken, Monnicken-dam en Lienden. Tot Karmac’s opdrachtgevers behoren, naast diverse bibliotheken, de gemeenten Buren, Giessen-landen, Waterland en Zeevang. Karmac Bibliotheek richt zich op het behoud van bibliotheek-functies. Welke dit zijn bepaalt de gemeente zelf!

38

Visie

Karmac Bibliotheek is een handelsnaam van Karmac Bibliotheek Services B.V. te Lelystad, onderdeel van de Kennis, Marketing en Media Groep, een krachtige bundeling van bedrijven

op het gebied van onder andere informa-tievoorziening en onderwijs. De groep is dé specialist in opslag, bewerking en verspreiding van kennis en informatie.

38 visie Karmac v3.indd 38 02-10-14 10:57

‘Voor een goede business case

is er altijd geld beschikbaar’

39

2015

Dossiers

Page 21: de eerste editie

Wonen

Volgens de oud-milieuminister heeft het Energieakkoord een ‘vliegende start’ gemaakt. ‘In totaal zijn er 160 afspraken, waarvan de uitvoering al in 139 gevallen is begonnen. In 2015 gaat het erom dat die uitvoering concreet gaat bijdragen aan de doelen van het akkoord.’ Het doel waar vaak de meeste nadruk op wordt gelegd, is dat 14 procent van ons energie-verbruik in 2020 duurzaam moet worden opgewekt. Vorig jaar was dit nog maar een schamele 4,5 procent. Daarnaast zet het akkoord in op 1,5 procent energiebesparing per jaar. Dit alles moet ook nog 15.000 extra banen opleveren. Onafhankelijke doorrekeningen wijzen erop dat het Energieakkoord hiermee een ambitieus plan is – om het voorzichtig uit te drukken.

Geweldige innovatiesNijpels erkent dat er een aantal ‘inge-wikkelde’ kwesties op zijn pad ligt. ‘Alle zeilen moeten worden bijgezet,’ benadrukt hij. Voor windmolens op zee geldt bijvoorbeeld dat de wet- en regelgeving voor het vergunningentra-ject vóór 1 februari 2015 afgerond moet zijn. ‘Dat gaat lukken,’ zegt hij. Maar er moet ook geïnnoveerd worden. De afspraak is dat een windpark op zee binnen tien jaar 40 procent goedkoper is. Daarover klonk direct na het zetten van de handtekeningen al scepsis, maar niet bij Nijpels. ‘Er gaat werkelijk geen dag voorbij of ik lees weer een bericht, met name in de internationa-le pers, over geweldige innovaties om de productie van duurzame energie goedkoper te maken. Dat gaat zo ongelooflijk snel,’ zegt hij. En dan is er nog de financiering. Het grootste pensioenfonds van ons land, ABP, heeft gezegd geen geld in de projecten te willen steken. Nijpels gelooft echter niet dat daar een probleem ligt. ‘Er is afgesproken dat institutionele beleggers zullen inves-teren in wind op zee – hoe precies, dat zien we wel bij de uitwerking van de Nederlandse Investeringsinstelling die daarvoor wordt opgericht. Voor een goede business case is er altijd geld beschikbaar, desnoods in het

buitenland, hoewel ik liever zou zien dat onze eigen pensioenfondsen profi-teren van die projecten.’ Windmolens op land moeten ook een belangrijke bijdrage leveren, maar die zijn niet bepaald onomstre-den. ‘Dit blijft een gevoelig traject, je wordt als bestuurder nu eenmaal niet begroet met een bloemenzee als je

windmolens komt aankondigen.’ Hij heeft evenwel hoge verwachtingen van de pas gemaakte afspraak dat ‘partici-patie’ van omwonenden moet worden geregeld bij windmolenprojecten in de buurt. ‘Dat wil zeggen dat bewoners van het dorp waar die windmolens komen te staan, zo vroeg mogelijk bij de plannen betrokken worden en dat

BouWen of niet BouWen? WoningmaRkt komt in nieuW demogRafisCh vaaRWateR

Nu de woningmarkt lijkt aan te trekken, wordt het tijd om vol gas nieuwe woningen te bouwen, zo stelt hoogleraar gebiedsontwikkeling Friso de Zeeuw. Maar het planbureau voor de Leefomgeving maant gemeenten en provincies juist tot terughoudendheid hiermee. Oorzaak: een toekomstig gebrek aan jongeren.

Tekst René Zwaap

Met Stef Blok als debute-rend projectminister zette het kabinet Rutte-Asscher

hoog in op het woondossier. De VVD-bewindsman toog energiek aan het werk en zette met het Woonakkoord de bijl in zowel de koopwoningen- als de huursector. En niet ten onrechte. De koopscector – goed voor 60 procent van de nationale woningvoorraad – kampt met acute verstoppingen en prijsdalingen: het onroerend goed in deze sector zakte sinds 2008 met ruim 19 procent in waarde en vormt via de hyptheekren-teaftrek, ondanks de stevige beperkin-gen die op dit terrein zijn ingevoerd, een loden last voor de schatkist. De problematiek van de restschulden op koopwoningen die in de roaring nineties voor recordbedragen van de hand gingen maar sindsdien kelderden, zorgt voor financiële nachtmerries bij de babyboomgene-ratie, terwijl starters op de woning-markt nog maar in zeer beperkte mate

hypotheekwaardig worden bevonden door de bank. De andere 40 procent van de woningmarkt bevindt zich in de huur-sector – 32 procent corporatiewo-ningen en 8 procent particulier – en daar zijn de complicaties bestuurlijk zo mogelijk nog veel massiever. De woningbouwverenigingen zijn door toedoen van bestuurders met casino-kapitalistische aanvechtingen (denk aan Vestia) in zwaar weer terecht-gekomen. Met solidariteitsheffin-gen moeten dreigende faillissementen worden afgewenteld, maar die zetten een rem op stedelijke ontwikkeling, niet in de laatste plaats die van het tot nationaal crisisgebied verklaar-de Rotterdam-Zuid. In het kader van hun financieel herstel en terugkeer naar hun kerntaak moeten de corpo-raties op last van Blok in zijn nieuwe Woningwet (die de minister al volgend jaar ingevoerd wil zien) honderd-duizenden woningen afstoten naar de vrije (koop)sector. Ondertussen kampt volgens de meest recente tellingen (daterend van 2012) 13

procent van de huurders met betaal-problemen om de huur op te brengen. Te vrezen valt dat dit percentage sindsdien nog flink is opgelopen.

Nieuwe palenIs het gegeven deze achtergrond zinnig om weer nieuwe palen de grond in te slaan voor woningen? Bouwen of niet bouwen, dat is de komende tijd de hamvraag voor veel gemeenten. De crisis behoort volgens sommige waarnemers gegeven het sterk toege-nomen aantal afgesloten hypotheken tot de verleden tijd, de huizen-prijzen zullen weer gaan stijgen – volgens directeur Taco van Hoek van het Economisch Instituut Bouw de komende twee jaar maar liefst tussen de 5 en 10 procent. Al wat het kabinet nu hoeft te doen, is verdere systeem-hervormingen (lees: het verder aan banden leggen van de hypotheekren-teaftrek) te vermijden, want die staan al die ontluikende kooplust alleen maar in de weg, aldus Van Hoek, die de vrije val van de huizenprij-zen juist wijt aan de onzekerheid die

ze ook financieel kunnen deelnemen of een vergoeding ontvangen.’ Lokale bestuurders die zwichten voor de maatschappelijke weerstand, vinden bij Nijpels weinig begrip. Bij het horen van het woord ‘draagvlak’ krijgt hij al jeuk. ‘Draagvlak wordt gebruikt als een vluchtheuvel voor bestuurders met slappe knieën,’ zegt hij. ‘Zij moeten hun rug recht houden.’ Dat is iets anders, voor alle duidelijk-heid, dan jezelf doof houden. ‘Politici moeten luisteren naar mensen, maar

als ze afspraken maken, dan moeten ze daar van tevoren goed over nadenken en zich vervolgens aan die afspraken houden. Zoals in dit geval.’

Hyperactieve ambtenaarGemeenten spelen ook een belangrij-ke rol bij het realiseren van de ener-giebesparing. ‘We barsten van het geld om daarmee aan de slag te gaan. Elke gemeente heeft dan ook een energieloket nodig met een hyperac-tieve ambtenaar, die de marktpleinen

opgaat om de mogelijkheden aan iedereen duidelijk te maken.’ Zo is er een energiebesparingspot van 300 miljoen euro voor leningen tegen gunstige voorwaarden. Daarvan is tot nu toe slechts 4 miljoen benut. ‘Gemeenten hebben hier een belang-rijke rol in, samen met bouw- en installatiebedrijven. Ze kunnen projecten starten om huizen energie-zuiniger te maken. Op verschillende plaatsen is dat al een groot succes. Dat moeten er veel meer worden.’

Binnen tien jaar moet een windpark op zee, zoals hier voor de kust van Egmond, 40 procent goedkoper zijn, zo is afgesproken in het Energieakkoord.

Foto: Rob Huibers/HH

40 41

2015 2015

Dossiers Dossiers

Page 22: de eerste editie

vanuit dat er tot 2040 circa 1 miljoen huishoudens bijkomen; die zullen toch ergens moeten wonen. En verouderde woningen moeten vervangen worden, dat zijn er zo’n 15.000 per jaar. Het pleidooi van het planbureau zet een rem op nieuwbouw, waar het juist vol gas vooruit zou moeten gaan in groei-regio’s als Amsterdam en Utrecht . Het werkt averechts om nu uitgebreid na te denken. Niet bouwen veroor-zaakt schaarste op de woningmarkt en dan rijzen de koopprijzen straks weer de pan uit. Maximaal 30 procent van de leegstaande kantoorruim-te kan getransformeerd worden naar woningen, dat moet ook gebeuren. Maar het voorziet maar in een paar procent van de woningvraag. De Nederlandse woningmarkt is decen-nialang in de tang gehouden met een kunstmatige schaarste waardoor de prijzen de pan uitrezen en consumen-ten amper keuzevrijheid hadden. Die fout moeten we niet nog een keer

maken. Anders komt er straks weer een parlementaire enquête die moet onderzoeken hoe het toch komt dat de betaalbaarheid van woningen onder druk staat.’ Eskinasi vindt niet dat het PBL de bouwsector in de wielen rijdt. ‘Wij zeggen niet dat er nu moet worden gestopt met bouwen. Integendeel, er komt heel veel werk op de bouwsec-tor af. Maar gemeenten doen er goed aan ook een stevig accent te leggen op de aanpassing van de bestaande

woningvoorraad. Niet alleen nu de woningen uit de jaren zestig en zeventig, maar straks ook van de jaren tachtig en daarna. Ook de slag die moet worden gemaakt in de ener-giebesparing zal veel werk met zich meebrengen. Daarnaast is er ook nog winst te behalen in het geschikt maken voor wonen van leegstaande kantoorgebouwen.’

Om de door hem gewenste woning-bouwproductie op gang te helpen pleit De Zeeuw voor een verruiming van de mogelijkheid van zzp’ers om een hypotheek af te sluiten. Daarnaast zou er ook veel kunnen worden bereikt met hypotheekverstrekking voor het energiezuiniger maken van woningen. ‘Maar het belangrijkste is dat gemeenten met marktpartijen en corporaties op locatie aan de bak gaan om plannen van de grond te krijgen die inspelen op de vraag van kopers en huurders. Ik zeg: heidewietska, vooruit, geef gas.’

Veiligheid

‘Plemp niet ieder weiland vol

met eengezins-woningen’

BurGemeester huizen Pleit voor draaiBoek jihadGanGers tWintig gemeenten in beeld bij nCtv

Zijn gemeenten in staat jihadgangers tijdig te signaleren? Burgemeester Fons Hertog van Huizen, waar twee families onlangs op jihad naar Syrië wilden gaan, pleit voor een draaiboek. Een wetsvoorstel om lokale bestuurders instrumenten te geven om op te treden is in de maak, zegt Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Dick Schoof.

Tekst Marten Muskee

Radicaliseringsprocessen kunnen in de ogen van NCTV Dick Schoof nog steeds het best

worden waargenomen in de directe omgeving van jongeren. Maar de dimensie is anders omdat vanuit de oorlog in Syrië een enorme aantrek-kingskracht ontstaat om bij terro-ristische organisaties aangesloten te raken. Ook sociale media spelen een grote rol. Voorheen waren het vooral processen die zich in de wijk zelf afspeelden, nabij radicale moskeeën. Jongeren zijn tegenwoordig veel

veiligheidsbewuster en proberen hun activiteiten meer te verbergen, waardoor de eerste signalen bij de AIVD binnenkomen. Schoof: ‘Daar staat tegenover dat burgemeesters wel degelijk zien wat er in de wijken gebeurt en of groepen jongeren radi-caliseren. We praten sinds anderhalf jaar structureel met burgemeesters van steden waar we nadrukkelijk Syriëgangers vandaan zien komen. In dat proces wordt handen en voeten gegeven aan wie wat moet doen. Huizen werd verrast doordat snel actie moest worden ondernomen. Dan zit je met een ander type vragen

dan wanneer je het met elkaar over de algemeenheid hebt.’

Uit onderzoek blijkt dat gemeenten de handreiking Terrorismebestrijding op lokaal niveau uit 2006 goed hebben opgepakt. Maar volgens burgemees-ter Fons Hertog van Huizen is deze niet meer toereikend. Hij zag zich tijdens de recente ervaringen gecon-fronteerd met een nieuwe dynamiek. ‘Dit is geheel nieuw, hier moeten wel als totale overheid naar kijken en nieuwe procedures voor ontwikke-len. We zijn allemaal lerende, iedere gemeente zou een draaiboek moeten hebben. Het Rijk zet belangrijke

voortkwam uit het morrelen aan de hypotheekrenteaftrek.

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) roept in de recent verschenen Balans voor de leefomge-ving 2014 gemeenten echter juist op tot behoedzaamheid bij nieuwbouw van woningen. De woningmarkt komt langzaam maar zeker in nieuw demo-grafisch vaarwater, aldus het PBL, en om daar tijdig op te anticiperen staan de gemeenten nu voor cruciale keuzes. Het rapport heeft de ondertitel ‘De toekomst is nu’ gekregen, waarmee het PBL wil benadrukken dat de stappen die we nu nemen van invloed zijn op de toekomst. Onderzoeker Martijn Eskinasi van het planbureau: ‘De afgelopen zestig jaar is Nederland gewend geraakt aan een toename van het aantal (voornamelijk jonge) huis-houdens en aan veel nieuwbouw. Hoewel ook in de toekomst in veel regio’s het aantal huishoudens nog zal stijgen, is dat vooral toe te schrijven

aan het toenemende aantal ouderen.’ Over een jaar of tien zal in grote delen van het land het aantal jonge huishoudens (15-34 jaar) geleidelijk afnemen, ook in regio’s waar de druk op de woningmarkt nu nog hoog is, zo rekende het PBL uit. Tegelijkertijd zal de omvangrijke babyboomge-neratie de woningmarkt geleidelijk verlaten en zullen hun woningen op de markt komen. Eskinasi: ‘Zo rond 2030 zal dat tot een forse toename in het aanbod van bestaande koopwonin-gen gaan leiden, zo’n 50.000 per jaar. In gebieden waar rond die tijd ook het aantal jongeren gaat afnemen, moet je als gemeente goed nadenken over je strategie: kies je voor uitbreiden, vervangen, verbeteren en herbestem-men van ander vastgoed? Of een mix van deze keuzes? Echte huishouden-krimp zien we voorlopig alleen nog in de bekende krimpgebieden. Het aantal jongere huishoudens gaat op veel plaatsen echter al rond 2020-2025

kantelen, dus het is maar de vraag of er straks genoeg gegadigden zijn voor de woningen. Daar moet je je wel nu al rekenschap van geven.’ Aan de andere kant laten de prognoses ook nog forse groei zien in de Randstad, Brabant en nog andere plekken. Eskinasi: ‘Er zijn dus genoeg plekken waar ruimte is voor uitbrei-ding, in de Randstad, rond de A2, maar het zou onverstandig zijn om overal maar weilanden vol met eensgezins-woningen te plempen.’

‘Onverantwoordelijk’Deze aanbeveling van het PBL valt verkeerd bij Friso de Zeeuw, die bij de TU Delft hoogleraar gebieds-ontwikkeling is en directeur Nieuwe Markten bij Bouwfonds Ontwikkeling. De Zeeuw noemt de aanbevelingen ‘onjuist en onverantwoordelijk’. De Zeeuw: ‘ Natuurlijk zijn er krimp-gebieden, maar er zijn ook zat groeige-bieden. Het planbureau gaat er zelf ook

Huizen in aanbouw in de wijk Nobelhorst in Almere. Het Planbureau voor de leefomgeving roept gemeenten op behoedzaam te zijn bij de nieuwbouw van woningen.

Foto: Jordi Huisman/HH

42 43

2015 2015

Dossiers Dossiers

Page 23: de eerste editie

stappen, maar het is een lastige zaak en in iedere gemeente ligt de situatie anders. Voorheen was die situatie precies andersom, toen werd bottom up gehandeld, nu top down. Het begint al met een waarschuwingsbericht van de AIVD.’

VerbaasdHertog werd vorig jaar uitgenodigd naar Den Haag te komen, samen met een aantal collega’s uit andere gemeenten, voor een overleg met minister Opstelten, NCTV en AIVD. Hij was al verbaasd over die uitno-diging en werd dat helemaal toen hij hoorde dat het ging over twee families in zijn gemeente die op jihad wilden gaan. Hertog: ‘De AIVD informeer-de ons, maar we moesten zelf actie ondernemen om kennis te krijgen van verdachte personen en daarop acteren. De AIVD is als inlichtingendienst beperkt in het geven van informatie.

Tegelijkertijd wil de burgemeester zoveel mogelijk kunnen bespreken, dat vormt een spanningsveld. Je moet dan in vertrouwen tot goede afspraken kunnen komen.’ In Huizen was de vader van het ene gezin dat wilde uitreizen bekend, die van het andere gezin niet. Hertog worstelt met de vraag of ze al wel eerder bekend waren bij de AIVD. ‘Op basis van informatie in een ambtsbe-richt konden wij de gezinnen tegen-houden, maar tegelijkertijd was er ook wat in Hilversum en Amersfoort

aan de hand en daar werd wel uitge-reisd. Voor mij aanleiding contact op te nemen met deze collega’s in de poli-tieregio Midden-Nederland om samen te werken, met Huizen als een soort van kenniscentrum. Er zijn landelijk nu zo’n twintig gemeenten in beeld, maar ik ben ervan overtuigd dat het in veel meer gemeenten speelt.’

Middelen en mogelijkhedenNCTV voert intensief overleg met lokale bestuurders en intensiveert het contact met de VNG om zeker te stellen dat iedereen alert is en blijft. ‘Burgemeesters weten bij hun normale taakuitoefening echt wel of jongeren radicaliseren. Dat is iets anders dan de vraag of die jongeren naar Syrië willen afreizen, die informatie zit veel meer bij de inlichtingendiensten. Dat onderscheid moeten we goed blijven aanbrengen. Ik snap dat er behoefte is aan een blauwdruk. Er is toegezegd

‘Ik ben bang dat dit nog lang

gaat duren’

BeginjuliwerderindeHaagseschilderswijkeenpro­Is­demonstratiegehoudennaafloopvanhetvrijdagmiddaggebed.

www.pm.nl/bestedienstverleners2014

DOE MEE AAN HET ONDERZOEK

TOP BESTE DIENSTVERLENERS

2014

Help mee de lijst van beste dienstverleners samenstellen

MAAK KANS OP EEN iPAD MINI!

Onder de deelnemers verloten we een iPad mini.

PM en onderzoeksbureau I&O Research doen onderzoek naar de prestaties van externen die voor de overheid werken. De resultaten publiceren we in decem-ber in een magazine, waarin de Top Beste Dienstverleners bekend gemaakt wordt. De uitgave wordt meegestuurd met PM en VNG Magazine en online gepubliceerd.

DEELNAME Doe mee aan alweer de achtste editie van dit grootschalige marktonderzoek naar de externe zakelijke dienstverleners en vul de vragenlijst in. Via www.pm.nl/bestedienstverleners2014 komt u direct bij het onderzoek. Deelname vraagt hooguit 15 minuten van uw tijd.

MEER WETEN? Vragen over het onderzoek kunt u stellen aan Chris van de Wetering,

hoofdredacteur specials van Sdu Uitgevers ([email protected]).

Foto: Phil Nijhuis/HH

45

2015

Dossiers

Page 24: de eerste editie

dat er handreikingen zullen komen en er komt een kenniscentrum zoals opgenomen in het actieprogramma Integrale aanpak jihadisme.’ Zijn het actieprogramma en de 25 miljoen euro voor de AIVD voldoende? Schoof: ‘We beginnen niet van nul af aan. Heel veel van wat er gebeurt, behoort tot de normale taakuitoefening van gemeenten en landelijke organisaties. We moeten nu niet een enorme financiële impuls geven op werk dat we met elkaar doen. Hilversum bijvoorbeeld maakt gebruik van ervaringen opgedaan via het Actieplan polarisatie en radicali-sering, dat tot 2011 liep, en is daarmee doorgegaan, net als diverse andere gemeenten.’ Hertog weet dat enkele collega’s met hetzelfde probleem om extra geld vragen. Wat hij zelf ziet, is dat enkele medewerkers volledig op dit dossier zitten, het kost veel capaciteit. Hij ziet het dan ook als welkome aanvulling dat de NCTV in individuele gevallen

tijdelijk experts levert aan gemeenten. ‘Je komt in een stroomversnelling, dit is zo veelomvattend, daar kom ik nu pas achter. Hoe lang je het redt, is zeer de vraag. Ik ben bang dat dit nog lang gaat duren.’

Terugkerende jihadistenVolgens de VNG kan radicalisering eveneens in kleinere gemeenten spelen. Dat erkent ook Schoof. De NCTV is tot nu toe bezig geweest met die gemeenten waar problemen zich manifesteerden. Dat heeft niets met grote of kleine gemeenten van doen, maar is een kwalitatieve keuze. ‘Radicalisering gelieerd aan jihad

vereist specifieke deskundigheid. De NCTV is in Huizen heel actief geweest met een pool van experts. Het gaat over kennis en kunde. Dat zal nooit het probleem zijn, daar kunnen gemeenten bij ons op rekenen.’ De NCTV wil de opgedane kennis en ervaring ook voor andere gemeenten beschikbaar maken, daar wordt de komende periode meer aandacht aan besteed. Voor wat betreft de teruggekeer-de jihadisten (zo’n dertig tot nu toe, aldus Schoof) wordt lokaal casus-overleg gevoerd tussen betrokken partijen. Daar wordt besloten welk type maatregel nodig is. Bij gevaar volgt aanhouding en vervolging. Bij perspectief op deradicalisering en gewoon functioneren in de maatschap-pij wordt ondersteuning geboden. De keuze is dus tussen een hard repres-sief of een hard preventief optreden. Er komt een wetsvoorstel waarmee lokale bestuurders bestuurlijke maat-regelen kunnen treffen tegen deze personen.

‘Ik snap dat er behoefte is aan een blauwdruk’

Hoogwaterbescherming

deltaProGramma is Bestuurlijk kunststukje nog touWtRekken om pRimaat nieuWe WateRtoets

‘Als de overheden meewerken aan een klimaatvriendelijke landinrichting, zijn we in 2050 een veerkrachtige delta en hoeven we de normen niet opnieuw te verhogen,’ zegt deltacommissaris Wim Kuijken, die op prinsjesdag het Deltaprogramma 2015 presenteerde.

Tekst Simon Kooistra

Direct na de presentatie tekenden de minister van IenM en verte-genwoordigers van gemeenten,

provincies en waterschappen een bestuursovereenkomst waarin ze beloven de Deltabeslissingen en voor-keursstrategieën in hun eigen plannen op te nemen. ‘Een kunststukje,’

zegt Hans Oosters, dijkgraaf van Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard. ‘Maar we zijn er nog niet. Pas tijdens de uitvoering zal blijken of iedereen vasthoudt aan de afspraken of zich terugtrekt in zijn eigen bastion.’ Waterbeheer is niet meer het exclu-sieve domein van Rijkswaterstaat en waterschappen. ‘We hebben de

afgelopen jaren dwars door het Huis van Thorbecke heen met elkaar gewerkt aan nationale doelen,’ zegt deltacommissaris Wim Kuijken.

DraagvlakHij beschouwt een zo groot mogelijk draagvlak bij zowel overheden als maatschappelijke organisaties, bedrijven en burgers als voorwaarde

Foto: Flip Franssen/HH

46 47

2015

Dossiers Dossiers

‘Agressie en geweld horen niet in mijn gemeente’Claire - burgemeester

Overheid en burger staan vaker in contact met elkaar. Soms gaat dat mis. Hoe zorgt u voor meer veiligheid?

Als bestuurder bent u mede-verantwoordelijk voor het veilig kunnen werken van uw medewerkers. Op het werk, op straat of op het web. Het expertisecentrum Veilige Publieke Taak helpt, namens het ministerie van BZK, werkgevers in het publieke domein bij het voorkomen en aanpakken van agressie en geweld. Het expertisecentrum informeert, adviseert en biedt handvatten, zodat u de juiste maatregelen kunt nemen. Kijk voor meer informatie op:

www.evpt.nl/bestuurders

9265 EVPT Advertentie_V2.indd 1 26-09-14 15:33

advertentie

Page 25: de eerste editie

voor succes. Die hebben dan ook allemaal meegedacht over de voor-stellen. Kennisinstituten staan borg voor de wetenschappelijke kwaliteit. De kosten van het Deltaprogramma zijn geraamd op twintig miljard euro tot 2050. Het kabinet heeft de finan-ciering tot 2028 opgenomen in de meerjarenbegroting. Minister Schultz van Haegen zei tijdens de presenta-tie dat ze zich niet kan voorstellen dat haar opvolgers dit niet zullen continu-eren, ook na 2028. In de voorstellen gaat het niet alleen om veiligheid, maar ook om zoetwatervoorziening en ruimtelij-ke inrichting. Regionale overheden worden zo vroeg mogelijk betrokken bij de deelplannen. Zo kunnen ook andere belangen worden meegewo-gen, zoals natuurbehoud, recreatie en stedenbouw. Tijdens de presenta-tie noemde Kuijken het voorbeeld van de boulevard van Scheveningen, die zowel een versterkte dijk is als spec-taculair nieuw waterfront voor de badplaats. In het programma Ruimte voor de Rivier, dat na de overstromingen in 1995 werd ontwikkeld, is al ervaring opgedaan met ruimtelijke maatrege-len als oplossing voor overstromings-gevaar. Sindsdien zijn er ook voor de inrichting van het land achter de dijk vele creatieve oplossingen bedacht. Denk aan groene daken, waterplei-nen en drijvende woningen. Toch zijn er de afgelopen decennia ook plano-logische blunders gemaakt door te bouwen in laaggelegen gebieden waar het water geen kant op kan. Met de kennis van nu hoeven we die fouten niet meer te maken, zegt Kuijken.

Kortzichtig beleidOosters ondervindt in de Krimpenerwaard, dicht bij zee en in de rivierendelta, de gevolgen van kortzichtig beleid in het verleden. ‘Normaal kost dijkversterking drie miljoen euro per kilometer,’ zegt hij. ‘In mijn gebied is dat 25 miljoen per kilometer, omdat we kruip door sluip door te werk moeten gaan wegens de dichte bebouwing. Dat draaien we

niet meer terug. Wij zullen altijd met dijkversteviging bezig blijven om aan de normen te voldoen.’ Volgens de huidige normen, die na de Watersnoodramp van 1953 werden ontwikkeld, is de Krimpenerwaard veilig als de kans dat het water over de dijk komt, kleiner is dan eens in de tweeduizend jaar. De laaggele-gen Randstad kent de hoogste norm van eens in de tienduizend jaar. In de nieuw ontwikkelde normsystematiek wordt niet alleen rekening gehouden met de kans op een hoge waterstand, maar vooral ook met de gevolgen van een watersnood in aantal slachtoffers, economische schade en maatschap-

pelijke ontwrichting. In het nieuwe Deltaplan is de nieuwe veiligheids-normering uitgewerkt. Inmiddels is die overgenomen door het kabinet en wordt ze binnenkort als wet bij de Tweede Kamer ingediend. SlachtoffersVolgens de nieuwe norm mag de kans op overlijden door overstro-ming nergens in het land groter zijn dan één op honderdduizend per jaar. Op plekken waar veel slacht-offers kunnen vallen en veel schade kan ontstaan, moet bovendien extra bescherming worden geboden. Voor externe risico’s als kerncentrales en vervoer van gevaarlijke stoffen gelden soortgelijke veiligheidsnormen, maar dan mag de kans op overlijden niet groter zijn dan één op één miljoen per jaar.

Waarom in het geval van overstro-mingen ook niet voor dit kleinere

risico gekozen? Kuijken: ‘We hebben het wel overwogen, maar dan zou het Deltaprogramma vijf miljard euro duurder uitvallen. Bovendien is een ongeluk met bijvoorbeeld een kern-centrale veel gevaarlijker, want dat zie je niet aankomen. Een overstro-ming wel. Bij rivieren weet je meestal dagen van tevoren hoe hoog het water wordt en bij de kust al gauw een etmaal. Die tijd kun je gebruiken om te evacueren.’ De nieuwe veiligheidsnorm werkt in de praktijk preciezer en daardoor ook voordeliger, stelt Oosters. Bij een dijkdoorbraak loopt een gebied nooit egaal vol, zoals een badkuip. Uit nieuwe overstromingsmodellen valt af te leiden welke loop het water neemt. Daar kun je je normering op aanpassen. Per dijkvak kun je exact berekenen in hoeverre versterking nodig is. Oosters bespeurt veel enthousi-asme bij mede-overheden om zich met waterveiligheid bezig te houden. ‘Dat smaakt naar meer. Vroeger had Rijkswaterstaat een soort monopolie bij de dijkversterking. Nu delen we de verantwoordelijkheid met provin-cies en gemeenten. Zij zijn meer betrokken bij ons werk, maar het geeft ons ook de gelegenheid ons te bemoeien met hun werk.’

WatertoetsDe watertoets zou in de nieuwe Omgevingswet moeten worden opgenomen als uiterste redmiddel voor waterschappen om een ruim-telijk plan tegen te houden, vindt Oosters. De huidige watertoets verplicht tot overleg en tot motive-ring van een plan op wateraspecten. Gemeenten en provincies hebben nu nog het laatste woord. Minister Schultz van Haegen denkt nog na hoe ze de watertoets in de Omgevingswet zal opnemen. Voor haar is het vooraf motiveren op wateraspecten het belangrijkste. Alle partijen hebben hun handtekening gezet onder een afspraak om de waterveiligheid al in het beginstadium van de planvorming mee te wegen. Oosters: ‘In Nederland

Aangepaste veiligheidsnorm

binnenkort naar de Kamer

Maakt u al gebruik van de VNG Magazine app voor iPhone en iPad?Download VNG Magazine in de App Store en ontdek zelf wat de VNG Magazine app allemaal te bieden heeft!

Nieuwsberichten Blogs Artikelen uit de nieuwste editie van

VNG Magazine Het complete artikelenarchief

Als abonnee op het VNG Magazine heeft u extra voordeel: met uw abonneenummer heeft u toegang tot alle edities van VNG Magazine. Het abonneenummer staat bovenaan op de adreswikkel bij uw VNG Magazine.

Scan de QR-code en download de app.

97179_VNG.indd 1 10/1/2014 2:38:47 PM

Maakt u al gebruik van de Waterschapsapp voor

iPhone en iPad?Download de Waterschapsapp in de App Store en ontdek zelf wat de app allemaal te bieden heeft! Nieuwsberichten van en over de waterschappen Artikelen uit de nieuwste editie van Het Waterschap Het complete artikelenarchief Nieuws van de Unie van Waterschappen Actuele vacatures

Op basis van uw abonnement op Het Waterschap heeft u toegang tot alle edities van Het Waterschap. Alle abonnees ontvangen een inlognaam en wachtwoord. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Sdu klantenservice op 070 – 378 98 80 of via www.sdu.nl/service

Maakt u al gebruik van de Waterschaps

Maakt u al gebruik

ad_Het Waterschap_190x131.indd 1 11-03-13 21:16

97178_Waterschap.indd 1 10/1/2014 2:31:17 PM

49

2015

Dossiers

Page 26: de eerste editie

schrijven we wel voor in een bouw-verordening dat een cafédeur van binnen naar buiten moet opendraai-en, maar niet dat een elektriciteits-huisje of generator van een ziekenhuis op een bepaalde hoogte boven het maaiveld moet staan. Dat vind ik onbegrijpelijk.’ Deltacommissaris Wim Kuijken wil zich niet mengen in de politieke discussie over de watertoets, maar kan wel met Oosters meevoelen. ‘De inrichting van de ruimte is een belangrijk onderdeel van ons Deltaprogramma. Hierbij is de water-toets een belangrijk instrument.

Overigens kan een waterschap ook naar een hogere overheid toestap-pen als het vindt dat ergens gevaar-lijk gebouwd wordt. De minister kan bijvoorbeeld een aanwijzing geven.’

Vol lofKuijken is vol lof over de inbreng van provincies en gemeenten in de regionale stuurgroepen die voorwerk hebben verricht voor zijn Deltaplan. De provincies pakken hun regierol goed op, vindt hij. Gemeenten werken dagelijks goed samen met water-schappen. ‘Maar na verkiezingen komen er nieuwe bestuurders en

volksvertegenwoordigers en moet je opnieuw beginnen.’ Met veiligheids-regio’s is hij ook in gesprek: ‘Die zijn pas vorig jaar aangehaakt en moeten nog een slag maken. Zij moeten voor-bereid zijn op een overstromingsramp en per postcode kunnen aangeven wat mensen moeten doen.’ Bij burgers valt nog veel te winnen aan waterbe-wustzijn. Oosters: ‘Als in een Japanse school de alarmbel gaat, weet elk kind dat er een aardbeving is en waar hij naar toe moet. Bij ons is er niet over nagedacht wat mensen moeten doen bij een overstroming. Maar daar wordt hard aan gewerkt.’

SC is het platform over wet- en regelgeving en houdt in de gaten welke veranderingen er voor (semi)overheid en bedrijfsleven in aantocht zijn. Twijfelt u er ook wel eens aan of nieuwe of veranderende wetgeving voor u relevant is?

Met SC weet u zeker én snel wat de praktische gevolgen zijn van gewijzigde wetgeving. SC Krant is nu ook via de Sdu Tijdschriften App (Stapp) te lezen op uw smartphone en tablet.

De voordelen van SC• Alle informatie over wet- en regelgeving, zoals nieuws,

achtergronden, opinie, wetsvoorstellen en offi ciële publicaties, bij elkaar op één plek

• Duiding van de gevolgen van nieuwe of veranderende wet- en regelgeving door een deskundige redactie.

• Volg de wetgeving via een handige statusbalk van idee tot uitvoering.

• Dekkend, gestructureerd, actueel en uitstekend doorzoekbaar

Probeer nu het SC Totaal abonnement 2 maanden voor €20,-Het abonnement op SC Totaal bevat naast uw vertrouwde wekelijkse SC Krant ook toegang tot SC Online, de dagelijkse SC Nieuwsbrief en de gratis gratis digitale versie voor smartphone en tablet via de Sdu Tijdschriften App (Stapp)*.

www.sdu.nl/sc

*hiermee komt de SC App (iPhone/iPad) te vervallen

Sdu Tijdschriften App(Stapp)Sdu Tijdschriften App(Stapp)

SC nu digitaal leesbaar op alle smartphones en tablets!

Zowel letterlijk als figuurlijk hangen er grote veranderingen in de lucht. Voorheen namen gemeentebestuurders (mede in de context van de nationale ruimtelijke ordening) zelf het initiatief voor het opdracht­geverschap van bouwprojecten op grote schaal, al dan niet in samenwerking met ontwikkelaars en corporaties. In de toekomst zullen de ambities heel anders zijn. Verhoudingen en opgaven zijn in korte tijd enorm veranderd. Gemeenten moeten bijvoorbeeld veel meer zelf doen, zonder dat zij het initiatief nemen. Zij moeten enerzijds inspelen op kleinschaliger lokale initiatieven en anderzijds sturing geven aan verstedelijking, waarbij klimaat­ en energiebewust bouwen vanzelfsprekend moet worden.

Maar hoe moeten bestuurders dat doen? Hoe kunnen zij optimaal samenwerken tussen de bestuurlijke niveaus, en met een breed scala aan deskundigen? Hoe kunnen zij goed gebruik maken van nieuwe technieken en mogelijkheden die ontwerp kan bieden? Welke voorbeelden zijn er, en welke financiering hoort daarbij? En hoe kan de gemeente ruimtelijke kwaliteit bereiken en bewaken? Wat betekent het nieuwe publieke opdrachtgeverschap voor de gemeentelijke organisatie?

Op 28 november 2014 organiseert Architectuur Lokaal de nationale manifestatie ‘Hitte in de delta – Opdrachtgeverschap en ontwerp in een veranderend klimaat’. Hierin komt de nieuwe bestuurlijke context aan bod via een breed scala aan sprekers en projecten. Betrokken zijn onder andere wethouders van de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Leeuwarden, Groningen, Friese Meren en Bergambacht; gedeputeerden van onder andere Groningen en Noord­Brabant; waterschappen; deskundigen op het gebied van klimaat en energie, zoals Peter Kuipers Munneke (Weerman NOS­Journaal), Wim Kuijken (Deltacommissaris), Henk Ovink (Rebuild by Design) en jonge ontwerpers zoals .FABRIC, LOLA en De Urbanisten. Dat alles mondt uit in Het Grote Klimaatdebat onder leiding van Felix Rottenberg.

NATIONALE MANIFESTATIE VOOR BESTUURDERSOPDRACHTGEVERSCHAP EN ONTWERP

IN EEN VERANDEREND KLIMAAT28 NOVEMBER 2014 | TOLHUISTUIN | AMSTERDAM

Het programma van Hitte in de delta is mede gebaseerd op ervaringen van de wethouders in de bestuursperiode 2010­2014. Zij blikten terug op de afgelopen raadsperiode in de enquête die Architectuur Lokaal begin dit jaar met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en TNS NIPO heeft uitgeschreven. Hitte in de delta is een initiatief van Architectuur Lokaal en wordt mede mogelijk gemaakt door het Stimulerings­fonds Creatieve Industrie en het Ministerie van IenM.

Meer weten over Hitte in de delta?http://hitteindedelta.arch­lokaal.nl

Wa a a r o? Da a a r o!

50

Dossiers

Page 27: de eerste editie

karmacFacilitair

Uw archiefpartner in:- Archiefbeheer

- Archiefbewerking

- Digitalisering

Document Campus400 km archiefruimte

Lelystad

www.karmac.nl/kfPascallaan 68, 8218 NJ Lelystad, T 0320 - 28 69 45, [email protected]

Karmac is uw archiefpartner voor Het Nieuwe Werken!Uw kantoor is geen werkomgeving meer, maar een ont-

moetingsruimte. Karmac spreekt over een kantoorloos

kantoor, ingericht specifi ek op de behoefte van Het

Nieuwe Werken. Nu denkt u waarschijnlijk Karmac gaat

ons helpen. En dat is correct. Niet bij de inrichting van

een kantoor, niet bij de transitie van uw mensen. Wel bij

de ondersteuning in de archief- en documentprocessen.

U heeft, ook binnen Het Nieuwe Werken, op kantoor,

thuis, onderweg, de toegang tot uw informatie nodig.

Karmac beheert uw archief- en documentadministratie

op haar volledig ingerichte Document Campus. Kom en

aanschouw met uw eigen ogen wat de mogelijkheden

zijn voor het fysiek archiveren en digitaliseren van uw

archief- en document administratie op onze Document

Campus langs de A6 in Lelystad.

Natuurlijk zijn wij u óók graag van dienst.

Bel ons voor een afspraak, 0320 – 28 69 45.

F01-023 Adv Karmac DEF.indd 1 30-01-13 11:10