De Delftse Leerlijn Scheikunde: module 4: Zelfherstellend beton 2013
Click here to load reader
-
Upload
tu-delft-opencourseware -
Category
Education
-
view
3.630 -
download
49
description
Transcript of De Delftse Leerlijn Scheikunde: module 4: Zelfherstellend beton 2013
Colofon
Zelfherstellend beton
De module “Zelfherstellend Beton” van de Delftse Leerlijn is gebaseerd opde module “Zelfherstellend Beton” van de auteurs Jannie Manders,Peellandcollege Deurne, Karin Visser, ’t Rijks Bergen op Zoom, EvelineWijbenga, Luzac College Hilversum en Leo Kwakernaat, Willem de ZwijgerCollege Papendrecht. Coach van het ontwikkelteam: Jan de Gruijter, FontysLerarenopleiding Tilburg.De aangepaste versie “Zelfherstellend Beton” is ontwikkeld door Jan vanRossum, Juleke van Rhijn en Aonne Kerkstra, auteurs van de DelftseLeerlijn.
SamenwerkingDe module “Zelfherstellend Beton” is tot stand gekomen in samenwerkingmet:
Prof. Dr. Ir. S. van der Zwaag, TU Delft. Deze versie is mogelijk gemaaktdoor de Technische Universiteit Delft en de VNCI.
Met dank aan: IOP Self Healing Materials
VormgevingT2 Ontwerp, Den Haag (www.t2ontwerp.nl)
© 2010 De Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI),
Den Haag.
Het auteursrecht op dit onderwijsmateriaal voor Nieuwe Scheikunde berust bij deVNCI te Den Haag.De VNCI is derhalve de rechthebbende zoals bedoeld in de hieronder vermeldecreative commons licentie.
VNCI en door hen ingehuurde auteurs hebben bij de ontwikkeling van de modules
gebruik gemaakt van materiaal van derden. Bij het verkrijgen van toestemming, het
achterhalen en voldoen van de rechten op teksten, illustraties, enz. is de grootst
mogelijke zorgvuldigheid betracht. Mochten er desondanks personen of instanties
zijn die rechten menen te kunnen doen gelden op tekstgedeeltes, illustraties, enz.
van een module, dan worden zij verzocht zich in verbinding te stellen met de VNCI.
Hoewel het materiaal met zorg is samengesteld en getest is het mogelijk dat deze
onjuistheden en/of onvolledigheden bevatten. VNCI aanvaardt derhalve geen enkele
aansprakelijkheid voor enige schade, voortkomend uit (het gebruik van) dit
materiaal. Voor dit onderwijsmateriaal geldt een Creative Commons
Naamsvermelding-Niet-Commercieel-Gelijk delen 3.0 Nederland licentie
http://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/3.0/nl/
Aangepaste versies hiervan mogen alleen verspreid worden indien het in het colofon
wordt vermeld dat het een aangepaste versie betreft, onder vermelding van de naam
van de auteur van de wijzingen.
Bij deze aangepaste versies mag geen gebruik gemaakt worden van de opmaak van
de Delftse Leerlijn.
Voorburg, januari 2013.
1. Inleiding 4
1.1 Geschiedenis 5
1.2 Beton 6
1.3 Eindopdracht 7
2. Beton maken 9
2.1 Experiment 1: Het opnemen van water door cement 10
2.2 Experiment 2: Het verharden van cement 11
2.3 Experiment 3: Beton maken en testen 11
3. Zouten 16
3.1 Herhaling 17
3.2 Verhoudingsformules 18
3.3 Oplosbaarheid 21
3.4 Neerslagreacties 23
3.5 Experimenten 24
3.6 Molariteit 27
3.7 Kristalwater en hydraten 29
3.8 Dubbelzouten 30
3.9 Oefenopgaven 31
4. Aanmaakwater en betonhydraten 33
4.1 Kwaliteitseisen aanmaakwater 34
4.2 Analyse aanmaakwater 35
4.3 Beton en hydraten 36
5. Toepassing bepaalt de samenstelling van beton 41
5.1 Bepalen van de samenstelling beton 42
5.2 Opdracht 45
6. Zelfherstellend Beton 49
6.1 Opdracht 50
6.2 Verschillende soorten zelfherstellende materialen 51
6.3 De zelfherstellende werking van beton 54
6.4 Spelen met ingrediënten 56
6.5 Speuren naar verbeteringen 61
7. Afsluiting 64
7.1 Eindopdracht 65
1. Inleiding
Zelfherstellend Beton 5
Ze spreken erg tot de verbeelding, materialen die zich zelf kunnen
herstellen. Terwijl de natuur toch bol staat van soortgelijke
verschijnselen. Denk maar aan de wondjes die schijnbaar uit
zichzelf stoppen met bloeden, of een gebroken sleutelbeen dat na
enige tijd vanzelf geneest. Het enige wat je moet proberen is deze
‘reparatie trucs’ uit de natuur over te brengen naar materialen die
door mensen gemaakt kunnen worden.
1.1 Geschiedenis
Materialen die in staat zijn zich zelf te repareren bestaan al langer dan je in
eerste instantie denkt. Zo zullen de oude Romeinen er in hun tijd niet bij
hebben stil gestaan dat hun bouwwerken, zoals de aquaducten en het
Colosseum in Rome, na 2000 jaar nog te bewonderen zijn. Een waar staaltje
van duurzaamheid. Het geheim zit hem in het cement – op basis van
vulkanische as en kalk – dat de oude Romeinen gebruikten om stenen op
elkaar te metselen. En juist deze kalk in het cement gaf – en geeft nog
steeds – aan de bruggen en aquaducten zelfherstellende eigenschappen
mee. Want deze kalk lost op in regenwater en kan zo naar een andere
plaats sijpelen. Bijvoorbeeld naar een scheurtje in het bouwwerk dat het
kalk bevattende water aanzuigt. Als het water verdampt, dan vormt zich
kalkafzetting in het scheurtje. Dit gaat net zo lang door tot het scheurtje
helemaal is opgevuld en het bouwwerk dus is gerepareerd.
Hoewel het ‘Romeinse cement’ mechanisch gezien zwakker is dan het
cement van nu, zorgt het er toch voor dat bouwwerken er na 2000 jaar nog
steeds staan. Overigens functioneren oude stadsbruggen in Amsterdam,
Utrecht en Delft, die slechts enkele honderden jaren oud zijn, nog goed
dankzij hetzelfde mechanisme.
Figuur 1: Colosseum in Rome uit de eerste eeuw na Christus
Figuur 2- Leeuwenbrug in
Delft uit 1668
Zelfherstellend Beton 6
1.2 Beton
Beton zie je overal. Kijk maar eens om je heen dan vind je veel producten
die van beton zijn gemaakt. Bijvoorbeeld huizen, flats, monumenten,
bruggen, wegen en tunnels. Maar beton is er ook als je het niet kunt zien.
Bijvoorbeeld heipalen, funderingsbalken en riolering. Het is duidelijk dat
beton niet meer uit onze maatschappij is weg te denken. De voordelen van
beton zijn duidelijk; je kunt sneller bouwen dan met bakstenen en
bovendien is het een sterk bouwmateriaal.
Beton bestaat uit een mix van een bindmiddel met één of meerdere
zogeheten toeslagmaterialen, meestal zand en grind. Door toevoeging van
water verhardt dit mengsel en ontstaat een composiet van grindsteen en
zandkorrels die door het bindmiddel aaneen worden gehecht. Het
bindmiddel is meestal cement, dat door toevoeging van water verhardt.
Betonspecie is de nog onverharde pasta van cement, water en
toeslagmaterialen.
Cement bestaat voornamelijk uit calciumsilicaten en calciumaluminaten.
Andere bindmiddelen zijn bijvoorbeeld kalk (calciumcarbonaat, CaCO3) of
gips (calciumsulfaat, CaSO4).
Bakstenen zijn andere belangrijke bouwmaterialen die worden gebakken
van klei, een natuurlijk gesteente dat bestaat uit een groot aantal
verschillende mineralen. Bakstenen worden tijdens de bouw aaneen
gemetseld met specie of mortel. Dit is in feite een fijn type beton, dat
bestaat uit cement, zand en water. Soms wordt wat kalk toegevoegd om de
mortel smeuïger te maken waardoor het materiaal gemakkelijker is te
verwerken. Specie/ mortel wordt ook gebruikt bij het voegen en stuken van
wanden.
Figuur 3 - Voor de Snepbrug bij Gent zijn 54 van deze brugliggers
ontworpen.
Figuur 4 – Uitvergroot deel van
beton.
Figuur 5 – Bakstenen metselen.
Zelfherstellend Beton 7
Artikel 1
Twee doden na instorten appartementen-gebouw in Maastricht
MAASTRICHT 25 april 2003Bij een instorting van een deel van een appartementengebouw in Maastricht zijngisteravond twee bewoners om het leven gekomen.De instorting van het één jaar oude complex is waarschijnlijk te wijten aan eenconstructiefout, zo heeft de gemeente meegedeeld. Het openbaar ministerie stelteen onderzoek in naar “de oorzaak en de omstandigheden” waaronder hetongeval heeft plaatsgevonden. Aan het onderzoek nemen ook de politieLimburg-Zuid en het Nederlands Forensisch Instituut deel.
Even voor zeven uur gisteravond stortten vijf boven elkaar gelegen terrassen in,aan de zijkant van het complex Patio Sevilla, vlak naast het Bonnefantenmuseumin de prestigieuze nieuwbouwwijk Céramique langs de Maas. Twee bewonersvan de vierde verdieping, een man en een vrouw, werden onder vijftig ton beton,hout en glas bedolven. Ze waren volgens de brandweer vrijwel op slag dood. Eenuur na de instorting konden hun lichamen geborgen worden.
De alarmbellen rinkelden bij ingenieursbureau Arcadis toen alle verschillendedeelonderzoeken naar het instorten van de balkons in Maastricht bij elkaarwerden gevoegd. Daarbij viel direct op dat er een verschil was tussen dedetailtekeningen van de breedplaatvloeren en die van de balkonbouwer. Debreedplaatvloeren met een wapening van 6 mm dik om de 160 mm warenvoorzien van 19 cm beton, maar dat is niet zwaar genoeg om ook nogbalkonplaten aan op te hangen. Arcadis nam direct contact op met de gemeente,die aannemer Smeets op de hoogte bracht die op zijn beurt constructeursinschakelde van Verbossen en Corsmit. Drie uur lang rekenden zij zich suf, maaruiteindelijk slaagden ze er volgens Van Baalen niet in de constructie ‘recht terekenen’.De conclusie moest helaas zijn dat de balkons opgehangen waren aan te lichtevloeren. Daarnaast was de ophanging zelf onvoldoende en de wapening van debalkons te licht. Zowel de hoofdconstructeur, de constructeur en de aannemerzijn veroordeeld tot geldboetes
Vraag
1. Probeer in je eigen woorden uit te leggen wat de oorzaak van deze
instorting was.
1.3 Eindopdracht
Het in de inleiding genoemde zelfherstellende vermogen van de Romeinse
bouwwerken wordt tegenwoordig ook toegepast bij beton. Scheuren in
beton die tot betonrot kunnen leiden kunnen van zelf worden gedicht
voordat de aantasting van het beton ontstaat. De eindopdracht van deze
module gaat over zelfherstellend beton.
Figuur 6 – De appartementen
voor en na de instorting
Zelfherstellend Beton 8
Met een groepje van vier leerlingen maak je een artikel voor de schoolkrant
over zelfherstellend beton.
Artikel voor de schoolkrant over zelfherstellend beton
Het is de bedoeling dat je een beeld krijgt van de nieuwe ontwikkelingen op
het gebied van zelfherstellend beton.
Verwerk in het artikel ook de antwoorden op de contextvragen.
Contextvragen
Hoe kun je de materiaaleigenschappen van beton beïnvloeden?
Waar kun je beton allemaal voor gebruiken?
Als je kijkt naar de duurzaamheid, verwerkbaarheid en sterkte van
beton, welke nieuwe toepassingen liggen dan in het verschiet?
Om de eindopdracht te kunnen uitvoeren hebben jullie eerst kennis nodig
van:
De grondstoffen van beton (hoofdstuk 2).
Zouten (hoofdstuk 3).
Aanmaakwater en betonhydraten (hoofdstuk 4).
Hoe de samenstelling van beton samenhangt met de
toepassing(hoofdstuk 5).
Het zelfherstellend vermogen van beton (hoofdstuk 6).
2. Beton maken
Zelfherstellend Beton 10
Beton is niets anders dan een mengsel van grind, zand, cement,
water en hulpstoffen.
De eigenschappen worden bepaald door de aard en de verhouding
van de basiscomponenten en de keuze van de hulpstoffen.
Hulpstoffen beïnvloeden de verwerkbaarheid, de krimp, de
waterdichtheid en de chemische weerstand van het beton.
2.1 Experiment 1: Het opnemen van water door cement
Onderzoeksvraag
Is het opnemen van water door cement een chemisch proces?
Benodigdheden 2 plastic bekertjes
roerstaaf
10 mL maatcilinder
thermometer
weegschaal
25 g snelcement
25 g metselzand
20 mL leidingwater
Uitvoering
Deel 1: Het maken van een zand + water mengsel
1. Weeg met de weegschaal ca. 25 g zand af en doe dit in een plastic
bekertje.
2. Meet daarna met de maatcilinder ca. 10 mL leidingwater af.
3. Meet de temperatuur van het leidingwater en noteer deze in de
tabel bij het onderdeel “resultaten”.
4. Voeg daarna het water bij het zand en roer het mengsel rustig door
met de roerstaaf.
5. Lees na ongeveer 2 minuten opnieuw de temperatuur af en noteer
deze.
Deel 2: Het maken van een cement + water mengsel
1. Herhaal bovenstaande proef, maar vervang het zand door evenveel
snelcement.
2. Veiligheid: Weeg het snelcement af in de zuurkast.
Resultaten
Neem onderstaande tabel over en noteer de resultaten.
Temperatuur (°C) Deel 1: zand + water Deel 2: cement +
water
begin
na 2 minuten
Figuur 1 – Snelcement
Figuur 2 - Metselzand
Zelfherstellend Beton 11
Conclusie
Beantwoord in je conclusie de onderzoeksvraag.
2.2 Experiment 2: Het verharden van cement
Onderzoeksvraag
Wordt al het water gebruikt bij het verharden?
Benodigdheden 2 plastic bekertjes
roerstaaf
25 mL maatcilinder
weegschaal
2 plastic boterhamzakjes
50 g snelcement
50 g metselzand
40 mL leidingwater
Uitvoering
Deel 1: Het maken van zand & water mengsel
1. Weeg met de weegschaal ca. 50 g zand af en doe dit in een plastic
bekertje.
2. Meet daarna met de maatcilinder ca. 20 mL water af.
3. Voeg nu het water bij het zand en roer het mengsel rustig door met
de roerstaaf.
4. Bind daarna het bakje af met het plastic zakje. Zorg er voor dat het
zakje goed dicht is.
Deel 2: Het maken van een cement & water mengsel
1. Herhaal bovenstaande proef, maar vervang het zand door evenveel
cement.
2. Laat beide bakjes ongeveer een week staan.
Conclusie
Beantwoord in je conclusie de onderzoeksvraag.
2.3 Experiment 3: Beton maken en testen
Dit experiment bestaat uit twee deelexperimenten:
Experiment 3a: Verschillende soorten beton maken
Experiment 3b: De verschillende soorten beton testen op breekbaarheid
Experiment 3a: Verschillende soorten beton maken
Benodigdheden per groepje mengbak of emmer
500 mL bekerglas
Figuur 3 – Bakjes met
zelfgemaakt beton
Zelfherstellend Beton 12
200 mL bekerglas
frikandellenbakjes
boterhamzakje
grote lepel of plamuurmes
druppelpipet
markeerstift
plateau
plastic bekertje
1000 g Beamix (is een mengsel van cement, zand en grind)
Extra benodigdheden per groepje
groep 3: 500 g zand
groep 4: 15 g suiker
groep 5: 3 druppels afwasmiddel
groep 6: volièregaas/ kippengaas
Uitvoering
1. In totaal ga je met je klas 6 verschillende soorten beton maken.
2. Verdeel onderstaande 6 mengsels dus over de groepjes in de klas.
3. In de tabel staan de stoffen die je per groep moet mengen.
4. Markeer de frikandellenbakjes met je naam en nummer!!
mengsel samenstelling
1 (standaard) 1000 g Beamix + 100 mL water
2 (extra water) 1000 g Beamix + 200 mL water
3 (met zand) 500 g Beamix + 500 g zand + 100 mL water
4 (met suiker) 1000 g Beamix + 100 mL water + 15 g suiker
5 (met afwasmiddel) 1000 g Beamix + 100 mL water + 3 druppels
afwasmiddel
6 (met volièregaas) 1000 g Beamix + 100 mL water + volièregaas of
kippengaas
5. Weeg de stoffen af die jouw groep nodig heeft. Veiligheid: Weeg de
Beamix af in de zuurkast.
6. Voeg de Beamix en het water bij elkaar. Let op: giet het water er
voorzichtig bij, want het cement zal omhoog stuiven!
7. Je moet ongeveer een minuut lang goed roeren om te zorgen dat
alles gemengd is.
8. Vul twee frikandellenbakjes tot de rand. De kans is groot dat er nog
luchtbellen in het mengsel zitten. Wil je de luchtbellen eruit halen,
dan kan je het de lucht eruit ‘kloppen’. Doe dat als volgt:
9. Laat het bakje zachtjes een paar keer op de tafel vallen. Zo verdeelt
al het materiaal zich goed in het bakje.
10. Zet de frikandellenbakjes op plek waar ze minimaal twee dagen
kunnen ‘drogen’. Het mengsel gaat nu hydrateren, er ontstaat
beton!
Figuur 4 – Omgekeerd bekertje
met beton
Zelfherstellend Beton 13
11. Doe de rest van het mengsel in een plastic bekertje. Keer het plastic
bekertje om op een door de docent aangewezen plek.
Extra voor groep 6
1. Knip het volièregaas/kippengaas zodat het in het frikadellenbakje
past.
2. Giet het frikandellenbakje voor de helft vol met het mengsel.
3. Leg het gaas erop en druk dit goed aan.
4. Giet vervolgens het bakje verder vol.
Resultaten
Neem onderstaande tabel over en noteer de resultaten.
Mengsel in plasticbekertje
Hoe ziet het eruit?Te denken valt aan: vochtig, droog, korrelig,glad, ingezakt etc.
1 (standaard)
2 (extra water)
3 (met zand)
4 (met suiker)
5 (met afwasmiddel)
6 (met volièregaas)
Verwerking
De hoeveelheid water dat in beton wordt verwerkt heeft grote invloed op de
consistentie (verwerkbaarheid). Hoe meer water des te vloeibaarder de
specie. Meer water betekent ook dat het beton minder sterk wordt. De
verwerkbaarheid wordt onderverdeeld in 6 consistentieklassen
Consistentieklassen
0 = droog (bijna geen vocht zichtbaar)1 = aardvochtig (beetje vochtig)2 = halfplastisch (specie is sterk vochtig)3 = plastisch (specie kan matig uitlopen)4 = zeer plastisch (specie kan redelijk goed uitlopen5 = zeer vloeibaar (specie vloeit zeer goed)
Geef in de tabel op bladzijde 14 aan, welke consistentieklasse elk mengsel
uit de plastic bekertjes heeft? Gebruik hierbij de resultaten van je proef.Figuur 5 – De betonpers
Zelfherstellend Beton 14
Mengsel Consisten-tie klasse
Mengsel Consisten-tie klasse
1 (standaard) 4 (met suiker)
2 (extra water) 5 (met afwasmiddel)
3 (met zand) 6 (met volièregaas)
Experiment 3b: Verschillende soorten beton testen
Na minimaal twee dagen is het beton nog lang niet ‘uitgehard’, dit duurt
namelijk 28 dagen. Toch is het voldoende uitgehard om verschil in sterkte te
kunnen meten tussen de verschillende soorten beton.
Onderzoeksvraag
Welk mengsel leidt tot de sterkste betonsoort?
Uitvoering Meet na 48 uur de treksterkte.
Volg de instructies bij de pers.
Meet de treksterkte van beide betonstaven.
Noteer beide waardes in de tabel en bereken het gemiddelde.
Neem de tabel over en vul met de hele klas de tabel verder in.
Resultaten
Mengsel Treksterkte 1(kg)
Treksterkte 2(kg)
Treksterkte ge-middeld (kg)
1 (standaard)
2 (extra water)
3 (met zand)
4 (met suiker)
5 (met afwasmiddel)
6 (met volièregaas)
Conclusie
Beantwoord in je conclusie de onderzoeksvraag.
Vragen bij experiment 3b
1. De treksterkte van beton is de kracht die aangeeft wanneer het
materiaal bezwijkt, uitgedrukt in N mm−2.
Reken de gemeten waarden in kg om naar N mm−2.
2. De druksterkte van beton is ruim tien maal groter dan de treksterkte.
Leg uit hoe dit komt?
De betonpers met aflees
venster
Zelfherstellend Beton 15
Figuur 6 – Werken met de betonpers op het Ashramcollege
Wat je nu moet weten
Beton is een mengsel van grind, zand, cement, water en
hulpstoffen.
Hydrateren van cement is een chemisch proces waarbij water
één van de reagerende stoffen is.
Wat de functie is van de consistentieklassen.
Welke betonsoort de grootste treksterkte geeft.
3. Zouten
Zelfherstellend Beton 17
Grotten kennen we allemaal. En we hebben ze wel eens bezocht,
meestal op vakantie. Maar zo mooi als Naica in Chihuahua in
Mexico zie je ze nooit. De mijn in Noord-Mexico staat bekend om
zijn reusachtige kristalformaties. De grootste werden er pas in
2000 gevonden bij toeval, door twee mijnwerkers. De kristallen in
deze grot zijn enorm groot: sommige zijn 11 meter lang met een
diameter van 2 m. En een gewicht van ongeveer 55 ton. Deze
kristalformaties zijn zouten.
De belangrijkste grondstof voor cement is kalksteen, of wel
calciumcarbonaat, een zout. Om het verhardingsproces van cement
te versnellen worden hulpstoffen als soda of kaliumhydroxide
gebruikt, ook dat zijn zouten.
3.1 Herhaling
In de module ECOreizen zijn de zouten al geïntroduceerd. Dit wordt hier kort
herhaald.
In vaste toestand geleiden de zouten geen elektrische stroom, zouten
bevatten in vaste toestand dus geen vrij bewegende geladen deeltjes. In
gesmolten toestand geleiden zouten wel.
Soms kan een atoom een elektron afstaan of opnemen. Natrium en chloor
zijn daar voorbeelden van. Het natriumatoom heeft één elektron in zijn
buitenste schil en zal er dus één afstaan om zo de gewenste
edelgasconfiguratie te verkrijgen. Daartegenover zal het chloor atoom er
een opnemen, het bezit immers 7 elektronen in zijn buitenste schil.
Figuur 2 – een Na atoom en een Cl atoom
Als een atoom een elektron, dat negatief is, verliest krijgt het hele atoomeen positieve lading. Andersom krijgt een atoom dat een extra elektronopneemt een negatieve lading.
Figuur 1 – Selenietkristallen in
de Naicamijn
Dit is een zeer extreme mijn,
die je niet zomaar kunt
bezoeken. Een team van
internationale wetenschappers
ging er recent kijken. De
temperatuur was gemiddeld
48.8 graden, terwijl de
luchtvochtigheid meer dan 80
procent is. Deze mijn is één van
de gevaarlijkste ter wereld.
Zonder speciale pakken en
apparatuur ben je binnen
enkele minuten dood.
Zelfherstellend Beton 18
Figuur 3 - natriumatoom staat een elektron af aan het chlooratoom,
er ontstaat de stof natriumchloride
Ionen zijn atomen die niet elektrisch neutraal zijn, maar positief of
negatief geladen zijn.
Deze ionen kunnen zich vrij in de vloeistof bewegen. Een positief geladen
atoom noemen we een positief ion, een negatief geladen atoom noemen we
een negatief ion.
Het aantal elektronen dat een atoom kan opnemen of afstaan noemen we
de elektrovalentie. Voor de elektrovalentie geldt, net als bij de covalentie,
dat een atoom ‘streeft’ naar een edelgasconfiguratie.
De ionen zijn in de vaste stof netjes gerangschikt in een ionrooster.
Zouten hebben een hoog smeltpunt, dit wijst erop dat de ionbinding een
sterke binding is.
3.2 Verhoudingsformules
Zoutformules zijn verhoudingsformules, ze geven de kleinste verhouding
aan waarin de ionen in het ionrooster voorkomen. Als je weet welke
ionsoorten in een zout aanwezig zijn kan je de formule van een zout
opstellen. Een stof, dus ook een zout, moet altijd elektrisch neutraal zijn. De
verhouding tussen de positieve en de negatieve ionen moet zo zijn, dat de
positieve lading door de negatieve lading wordt gecompenseerd.
Voorbeeld
Naam Ion verhouding Verhoudingsfor-
mule
natriumchloride Na+ : Cl− = 1 : 1 NaCl
calciumbromide Ca2+ : Br− = 1 : 2 CaBr2
aluminiumoxide Al3+ : O2− = 2 : 3 Al2O3
Figuur 4 – een Na+-ion, een
natriumion.
Figuur 5 – een Cl—ion, een
chloride-ion
Zelfherstellend Beton 19
Figuur 6 - vorming van een ionrooster van natriumionen en chloride-ionen
Veel voorkomende enkelvoudige positieve ionen van metalen zijn vermeld in
tabel 1.
Veel voorkomende enkelvoudige negatieve ionen staan in tabel 2.
Tabel 1 – Enkelvoudige positieve ionen
naam ion formule naam ion formule
lithium Li+ koper(I) Cu+
natrium Na+ koper(II) Cu2+
kalium K+ kwik(I) Hg+
magnesium Mg2+ kwik(II) Hg2+
calcium Ca2+ lood(II) Pb2+
zink Zn2+ lood(IV) Pb4+
barium Ba2+ mangaan(II) Mn2+
aluminium Al3+ mangaan(IV) Mn4+
chroom(III) Cr3+ nikkel Ni2+
chroom(VI) Cr6+ tin(II) Sn2+
ijzer(II) Fe2+ tin(IV) Sn4+
ijzer(III) Fe3+ zilver Ag+
goud(I) Au+ zink uraan(III) U3+
goud(III) Au3+ uraan(VI) U6+
Tabel 2 – Enkelvoudige negatieve ionen
naam ion formule naam ion formule
oxide O2− chloride Cl−
sulfide S2− bromide Br−
fluoride F− jodide I−
Naamgeving
Bij sommige metalen zijn er meerdere ionen mogelijk, bijvoorbeeld Cu+ en
Cu2+.
Zelfherstellend Beton 20
Om deze ionen van elkaar te onderscheiden wordt er gebruik gemaakt van
Romeinse cijfers.
CuCl heet dan koper(I)chloride;
CuCl2 heet dan koper(II)chloride.
Vragen
1. Geef de formules van de volgende ionen:a. bariumion f. zinkion
b. magnesiumion g. tin(IV)ion
c. fluoride-ion h. jodide-ion
d. sulfide-ion i. calciumion
e. aluminiumion j. oxide-ion
2. Geef de verhoudingsformules van de volgende zouten:a. natriumsulfide
b. lood(IV)chloride
c. nikkelbromide
d. chroom(III)oxide
e. aluminiumjodide
f. zilverfluoride
g. ijzer(II)oxide
h. ijzer(III)oxide
i. magnesiumchloride
j. mangaan(IV)oxide
Naast enkelvoudige ionen bestaan er ook samengestelde ionen. Dit zijn
ionen die uit twee of meer atoomsoorten zijn opgebouwd.
Veel voorkomende samengestelde ionen van niet-metalen zijn vermeld in
tabel 3.
Tabel 3 – Samengestelde ionen
naam ion formule naam ion formule
ammonium NH4+nitriet NO2
−
acetaat CH3COO− sulfaat SO42−
carbonaat CO32− sulfiet SO3
2−
fosfaat PO43− waterstofcarbonaat HCO3
−
hydroxide OH− silicaat SiO32−
nitraat NO3−
Vragen3. Geef de verhoudingsformules van de volgende zouten:
a. aluminiumsulfide
b. tin(IV)bromide
c. ammoniumfosfaat
d. zilverjodide
e. ijzer(III)sulfaat
Betonrot
In het hele land zijn in
bepaalde woningen, gebouwd
tussen 1965 en 1981,
betonvloeren gelegd van het
type Manta of het type
Kwaaitaal. Door het gebruik
van het zout Calciumchloride
in het beton kan roestvorming
ontstaan op de metalen
wapening. Op den duur kunnen
door de roestvorming stukken
beton afbreken, waardoor de
sterkte en daarmee de
veiligheid van de vloer
afneemt..
Eerst verschijnt er put corrosie,
te zien aan de bruine roestige
vlekken in het beton.
Het beton gaat scheuren
doordat het betonijzer uitzet.
Doordat het betonijzer door het
corrosieproces steeds verder
uitdijt springt het beton er zelf
af. Nu hebben we het al over
een ernstige betonschade.
Zelfherstellend Beton 21
f. calciumwaterstofcarbonaat
g. lood(II)nitraat
h. kaliumcarbonaat
i. magnesiumhydroxide
j. koper(I)sulfaat
4. Geef de namen van de volgende zouten:
a. MgO
b. Na2SO4
c. CaBr2
d. Ba(OH)2
e. Pb(NO3)2
f. Al2(CO3)3
g. SnI4
h. Zn3(PO4)2
i. Mg(HCO3)2
j. K2SO3
3.3 Oplosbaarheid
Hoewel alle zouten zijn opgebouwd uit ionen, lossen ze toch lang niet
allemaal op in water. Een aantal zouten is echter vrij goed oplosbaar in
water. Met behulp van een oplosvergelijking is dit oplossen weer te geven.
Hieronder staan de oplosvergelijkingen van een aantal zouten in water:
2
2MgCl s Mg aq 2 Cl aq
2
2 4 4Na SO s 2 Na aq SO aq
2+ -
2Ba OH s Ba (aq) + 2 OH (aq)
In Binas tabel 45A staat in een overzicht welke combinatie van ionen een
goed of slecht oplosbaar zout vormen. De oplosbaarheid van de zouten is
aangegeven met goed (g), matig (m) of slecht (s) oplosbaar zijn in water.
Vraag5. Geef de vergelijking voor het oplossen in water van de volgende zouten:
a. kaliumfosfaat
b. ammoniumnitraat
c. calciumwaterstofcarbonaat
d. natriumcarbonaat
e. ijzer(III)bromide
Oplossingen van hydroxiden worden vaak met een triviale namen
aangeduid, Binas tabel 66A. Deze triviale namen moet je goed kennen, ze
worden veel gebruikt in de scheikunde. In tabel 4 staan deze triviale namen.
Zelfherstellend Beton 22
Tabel 4 – Triviale namen
triviale naam naam van de
opgeloste stof
ionen in de oplossing
Natronloog Natriumhydroxide Na+(aq) + OH− (aq)
Kaliloog Kaliumhydroxide K+(aq) + OH− (aq)
Kalkwater Calciumhydroxide Ca2+(aq) + 2 OH− (aq)
Barietwater Bariumhydroxide Ba2+(aq) + 2 OH− (aq)
Metaaloxiden
De meeste metaaloxiden zijn slecht oplosbaar in water. Maar er zijn vier
metaaloxiden die reageren met water, zie Binas tabel 45A.
Een voorbeeld:+ -
2 2Na O(s) + H O(l) 2 Na (aq)+2 OH (aq)
Er ontstaat natronloog.
Vraag
6. Geef de oplosvergelijkingen van de overige drie metaaloxiden. Vermeld
ook de triviale namen van de oplossingen die ontstaan.
Hydratatie van ionen
Het oplossen van zouten is een ander verschijnsel dan het oplossen van
moleculaire stoffen. Zouten bestaan uit ionen en de ionbinding is een sterke
binding. Als de zouten oplossen, splitsen zij in ionen en wordt de ionbinding
verbroken. Om het verbreken van de ionbinding te compenseren, moet er
een andere sterke binding tussen de ionen en de watermoleculen ontstaan.
Deze bindingen zijn krachten tussen de losse ionen en de dipolen van de
watermoleculen: de ion-dipoolkrachten. De losse ionen worden omgeven
door watermoleculen. Deze omhulling noemen wij hydratatie. In figuur 7 is
zowel een gehydrateerd Na+ -ion als een gehydrateerd Cl− -ion in een
natriumchloride-oplossing afgebeeld. Verkort worden deze ionen geschreven
als Na+(aq) en Cl− (aq).
Sommige zouten kunnen ook in andere oplosmiddelen oplossen, zoals
ethanol, C2H5OH, of vloeibaar ammoniak. Deze stoffen hebben ook
dipoolmoleculen. Gebruik deze kennis om met de waarnemingen bij
experiment 7 de onderstaande vragen te beantwoorden.
Vragen
7. Geef de vergelijking voor het oplossen van koperchloride en
kobaltchloride in water.
8. Het Cu2+(aq)-ion en het Co2+(aq)-ion veroorzaken de kleur van de
oplossingen. Teken een gehydrateerd Cu2+-ion.
9. Teken het deeltje dat de kleur veroorzaakt in de oplossing van
koperchloride met alcohol.
Figuur 7 – Gehydrateerd
natriumion en chloride-on
Zelfherstellend Beton 23
10. Verklaar de kleurveranderingen die optreden bij het toevoegen van
enkele druppels water aan de alcoholoplossing.
11. Sommige zouten zijn niet oplosbaar in water. Geef hiervoor een
verklaring
3.4 Neerslagreacties
Sommige zouten lossen goed op in water en andere slecht. Als je twee
zoutoplossingen bij elkaar doet kan je een troebeling krijgen en zakt de
gevormde vaste stof naar beneden. Er is dan een nieuw slecht oplosbaar
zout ontstaan. We zeggen dat er een neerslag is ontstaan. In Binas tabel
45A kun je kijken welke combinatie van ionen een goed of slecht oplosbaar
zout geven.
Voorbeeld
Wanneer oplossingen van natriumchloride en zilvernitraat bij elkaar gevoegd
worden, ontstaat er een neerslag van zilverchloride. Je kunt als hulpmiddel
een klein oplosbaarheidstabelletje maken.
Tabel 5 – Oplosbaarheidstabelletje
Cl− (aq) NO3− (aq)
Na+ (aq) g g
Ag+ (aq) s g
De vergelijking van de neerslagreactie ziet er als volgt uit:
+ -Ag aq + Cl aq AgCl s
Vragen
12. De volgende zoutoplossingen worden bij elkaar gevoegd. Geef de
reactievergelijking van de optredende neerslagreactie voor:
a. lood(IV)nitraat en kaliumbromide
b. ijzer(II)acetaat en ammoniumsulfiet
c. kaliloog en magnesiumjodide
d. zinkbromide en natriumsulfide
e. aluminiumsulfaat en barietwater
13. We voegen een oplossing van bariumnitraat bij een oplossing van
natriumcarbonaat in de juiste molverhouding.
a. Geef de reactievergelijking van de neerslagreactie die optreedt.
Het mengsel wordt gefiltreerd.
b. Beredeneer welke ionen na de filtratie van het neerslag in het
filtraat aanwezig zijn.
c. Geef het indampen van het filtraat in een reactievergelijking weer.
Zelfherstellend Beton 24
3.5 Experimenten
Met behulp van proeven met neerslagreacties is het mogelijk om:
Een neerslagtabel te maken.
Een ionsoort uit een oplossing te verwijderen.
Ionsoorten aan te tonen.
Een verontreiniging aan te tonen.
Een onbekend zout vast te stellen.
Experiment 4: Een neerslagtabel maken
Je gaat uitzoeken welke combinaties van positieve en negatieve
ionen een neerslag geven als je twee zoutoplossingen bij elkaar
voegt.
We gebruiken hiervoor steeds twee druppeltjes van elke
zoutoplossing in een druppelplaat.
De oplossingen met de verschillende positieve ionen bevatten steeds
nitraationen als negatief ion.
De oplossingen met de verschillende negatieve ionen bevatten
steeds natriumionen als positief ion.
Uitvoering
Doe twee druppels van een oplossing die Na+(aq) bevat in de
buisjes van kolom 1.
Doe twee druppels van een oplossing die K+(aq) bevat in de buisjes
van kolom 2.
Doe de andere positieve ionen op dezelfde manier in de andere
kolommen.
Doe twee druppels van een oplossing die NO3−(aq) bevat in de
buisjes van rij A.
Doe de andere negatieve ionsoorten op dezelfde manier in de
andere rijen.
Figuur 9 – Een druppelplaat met neerslagen
Figuur 8 – Reageerbuis met
druppeldop
Zelfherstellend Beton 25
Tabel 6 – Oplosbaarheidstabel
Na+ K+ Ca2+ Mg2+ Al3+ Fe2+ Fe3+ Zn2+ Cu2+ Ba2+ Pb2+ Ag+
NO3− 1
A
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
CH3COO−B
Cl− C
I−D R
SO42−
E
OH−F
CO32−
G R RPO4
3−H
Experiment 5: Het verwijderen van ionen uit een oplossing
a. Verwijder door middel van een neerslagreactie de calciumionen uit de
calciumnitraatoplossing. Bedenk eerst welke zoutoplossing je kunt gebruiken.
Schrijf de reactievergelijking op.
Doe een druppel calciumnitraatoplossing in een leeg buisje van de
buisjesplaat en voeg een druppel van de andere oplossing toe.
Als je het experiment in een reageerbuis uitvoert kan je het neerslag laten
bezinken en na filtreren hou je een oplossing over die geen calciumionen
meer bevat.
b. Grondwater kan door gebruik van kunstmest verontreinigd zijn met
fosfaten. Bedenk een methode om fosfaationen uit een oplossing te
verwijderen.
Schrijf de reactievergelijking op.
Voer de neerslagreactie uit met de natriumfosfaatoplossing.
c. In een bloedstelpend middel komen ijzer(III)ionen voor. Bedenk een methode om deze te verwijderen.
Schrijf de reactievergelijking op en voer de proef uit.
Experiment 6: Het aantonen van ionsoorten
a. Wrattenmiddel bevat zilvernitraat. Onderzoek of de vloeistof in het
buisje 'Wrattenmiddel?' echt wrattenmiddel is of een zinknitraat-
oplossing.
Welke zoutoplossing ga je aan 'wrattenmiddel?' toevoegen?
Schrijf de reactievergelijking op.
Zelfherstellend Beton 26
b. Onderzoek een oplossing van onkruidbestrijder op de aanwezigheid van
sulfaat- of fosfaationen.
Welke zoutoplossing ga je aan de onkruidbestrijder toevoegen?
Schrijf de reactievergelijking op.
c. Onderzoek of een oplossing van badzout natriumcarbonaat of
calciumchloride bevat.
Welke zoutoplossing ga je aan de badzoutoplossing toevoegen?
Schrijf de reactievergelijking op.
Experiment 7: Water en ethanol als oplosmiddel.
a. Los een spatelpuntje koperchloride op in een reageerbuis met ongeveer
5 cm water. Los in een andere reageerbuis een spatelpuntje
koperchloride op in ongeveer 5 cm alcohol. Schenk de helft van de
oplossing in alcohol in een schone en droge reageerbuis en voeg een
paar druppels water toe. Schenk vervolgens bij de oplossing in water
een aantal mL ammonia.
b. Herhaal onderdeel a maar nu met kobaltchloride.
Neem onderstaande tabel over en zet de kleuren die je waarneemt bij deze
proef overzichtelijk bij elkaar.
Tabel 7 – Waarnemingen experiment 7
naam stof water ethanol water/
ethanol
ammonia
koperchloride
kobaltchloride
Experiment 8: Het aantonen van een verontreiniging
Broxomatic is een onthardingszout voor vaatwasmachines. Broxomatic
bestaat voornamelijk uit natriumchloride. Onderzoek of de broxomatic
verontreinigd is met soda (natriumcarbonaat).
Los een beetje broxomatic op in een 'epje'. Deze oplossing kun je voor
onderzoek in de druppelplaat druppelen met een druppelpipetje of
reageerbuis met druppeldop.
Welke zoutoplossing ga je aan de broxomatic-oplossing toevoegen?
Schrijf de reactievergelijking op.
Experiment 9: Welk zout is het?
De buizen 9a, 9b, 9c en 9d bevatten oplossingen van natriumnitraat,
natriumsulfaat, natriumcarbonaat en natriumchloride.
Ga met zo weinig mogelijk proeven na welke oplossing in welke buis
zit.
Bedenk eerst hoe je het probleem gaat aanpakken.
Schrijf de reactievergelijkingen op.
Broxomatic wordt toegevoegd
aan het water in de vaatwasser
om te voorkomen dat er
kalkaanslag ontstaat.
Zelfherstellend Beton 27
Experiment 10: Analyse van tien stoffen
Je krijgt nu 10 onbekende stoffen en 10 namen. Het zijn niet alleen zouten,
er zitten ook metalen en moleculaire stoffen bij. In een groepje van 2
leerlingen gaan jullie de stoffen analyseren: welke stof zit in welk buisje?
De buisjes 1 t/m 10 bevatten in willekeurige volgorde: suiker, kaliumjodide,
calciumfosfaat, glycerol, magnesium, koperchloride, natriumcarbonaat,
water, aluminium en ammoniumsulfaat.
Werkplan
Maak een uitvoerig werkplan waarin jullie aangeven hoe je stap voor stap de
analyse denkt uit te voeren. Verwerk de onderstaande punten in je
werkplan.
Geef de formules van alle stoffen en geef aan tot welke groep van
stoffen ze behoren.
Zoek van de onbekende stoffen een aantal stofeigenschappen op.
Verklaar de verschillen in gevonden eigenschappen m.b.v. de
theorie over atoombouw en chemische binding.
Maak een schema waarin jullie systematisch aangeven hoe je de
analyse van de 10 stoffen gaat uitvoeren.
Jullie mogen pas met de analyse van de 10 onbekende stoffen beginnen
nadat jullie docent/ toa jullie werkplan heeft goedgekeurd.
3.6 Molariteit
In de module ECOreizen heb je al het begrip molariteit geleerd. Voor de
concentraties van zoutoplossingen gebruiken we ook de molariteit, de
eenheid is mol L−1.
Voorbeeld
We hebben een oplossing die per liter 0,15 mol calciumchloride bevat dan is
de notatie niet [CaCl2], want CaCl2 is in opgeloste toestand gesplitst in
ionen.2+ -
2CaCl (s) Ca (aq) + 2 Cl (aq)
De juiste notatie is dan:
[Ca2+] = 0,15 mol L−1 en [Clˉ] = 2 ⨯ 0,15 = 0,30 mol L−1
De molariteit van ionen wordt ook wel de concentratie van ionen genoemd.
Vragen
14. Bereken de molariteit van de volgende zoutoplossingen:
a. 1,75 g ammoniumnitraat opgelost tot 1,5 liter
b. 10,5 g bariumhydroxide opgelost tot 2,5 liter
het aantalmolstof het aantal mmolstofmolariteit(M)
het aantal liter oplos sing het aantal mL oplos sing
Welke stof in welk potje?
Zelfherstellend Beton 28
c. 6,5 g kaliumwaterstofcarbonaat opgelost tot 175 mL
d. 15 mg natriumfosfaat opgelost tot 250 mL
e. 88,5 mg aluminiumbromide opgelost tot 0,50 liter
15. Bereken de molariteit van de ionen in de zoutoplossingen van vraag 14
a t/m e.
16. Bereken hoeveel mol van welke ionen er in de volgende zoutoplossingen
aanwezig zijn. Geef eerst de vergelijking voor het oplossen en voer
daarna de berekening uit.
a. 25 mL 2,5∙10−2 M bariumchloride oplossing
b. 165 mL 3,5∙10−3 M aluminiumsulfaat oplossing
c. 500 mL 2,0∙10−1 M kalkwater
d. 2,0 L 0,10 M natriumcarbonaat oplossing
e. 2,5 L 2,0 M kaliloog
17. Gegeven: 30 ml 0,30 M calciumchloride.
a. Bereken de molariteit van zowel de calcium als de chloride ionen
De oplossing wordt met water aangevuld tot een volume van 100 mL.
b. Bereken opnieuw de molariteit van zowel de calcium als de chloride
ionen.
Component EenheidSpa
blauwComponent Eenheid
Spa
blauw
Soort water fles Lood µg/l Pb
Zuurtegraad pH 6 Magnesium mg/l Mg 1.3
Aluminium µg/l Al Mangaan mg/l Mn
Ammonium mg/l N Natrium mg/l Na 3
Cadmium µg/l Cd Nitraat mg/l N 1.9
Calcium mg/l Ca 4.5 Nitriet mg/l N
Carbonaatmg/l
CO3
Silicaat mg/l Si 7
Chloride mg/l Cl 5 Sulfaat mg/l SO4 4
Fluoride mg/l FWaterstof-
carbonaatmg/l HCO3 15
IJzer mg/l FeZuurstof,
opgelostmg/l O2
Kalium mg/l K 0.5
Koper µg/l Cu
Figuur 10 – Samenstelling van Spa blauw
18. Bekijk de samenstelling van Spa blauw bronwater in figuur 10.
a. Geef de juiste formules van de aanwezige ionen in het bronwater
op het etiket
Spa bronwater
Zelfherstellend Beton 29
b. Reken de concentraties van de Ca, Cl en de Mg ionen om in mol L−1
19. Bereken hoeveel gram neerslag maximaal kan ontstaan door het bij
elkaar voegen van twee zoutoplossingen. Geef eerst de vergelijking
voor de neerslagreactie en voer daarna de berekening uit.
a. 50 mL 0,10 M zilvernitraat toevoegen aan 50 mL 0,10 M
natriumchloride
b. 50 mL 0,15 M bariumbromide toevoegen aan 50 mL 0,20 M
natriumsulfaat
3.7 Kristalwater en hydraten
Als je een zoutoplossing indampt kan soms water in het ionrooster van een
zout worden ingebouwd. Het water is dan chemisch gebonden. Het kristal-
rooster van dat zout bevat dan kristalwater.
Zouten die kristalwater bevatten noemen we hydraten. In de derde klas
heb je geleerd dat er wit koper(II)sulfaat en blauw koper(II)sulfaat bestaat.
Als er op het eerste zout wat water komt, wordt het blauw. Wit koper(II)sul-
faat is een reagens op water.
Blauw koper(II)sulfaat is een hydraat. Dit is ook af te lezen aan de formule.
Let op: de stof is ondanks het water nog steeds een vaste stof!
Wit kopersulfaat CuSO4 (s)
Blauw kopersulfaat: CuSO4∙5H2O (s); de systematische is
kopersulfaatpentahydraat
Wit koper(II)sulfaat bindt per mol, 5 mol kristalwater.
Door blauw koper(II)sulfaat te gaan verwarmen, verdampt het water en er
ontstaat wit koper(II)sulfaat. Doe je daar weer water bij, dan wordt het wit
koper(II)sulfaat weer blauw enz.
Vraag
20.
a. Noteer de vergelijking van de reactie van het verwarmen van blauw
kopersulfaat.
b. Noteer ook de vergelijking van de reactie van wit kopersulfaat met
water.
c. Leg uit welke reactie endotherm en welke reactie exotherm is.
d. Bereken de molaire massa van blauw kopersulfaat.
21. Als je gipspoeder (calciumsulfaat) mengt met water ontstaat hard gips.
Dit is een hydraat dat per mol calciumsulfaat 2 mol water bevat.
Geef de formule en de naam van dit hydraat.
Blauw kopersulfaat
Wit kopersulfaat
Wit kopersulfaat waar wat
water aan toegevoegd is.
Zelfherstellend Beton 30
Demonstratie-experiment 11: Bevat soda kristalwater?
Benodigdheden wit kopersulfaat
kristalsoda
erlenmeyer
reageerbuis
stop met een gat erin, die past op de erlenmeyer
stop met twee (!) gaten die past op de reageerbuis
slangetje die in het gat van de stop past
bunsenbrander
driepoot
lucifers
houten reageerbuishouder
Uitvoering Bouw de opstelling van hiernaast.
Breng in de erlenmeyer ongeveer 5 gram kristalsoda.
In de reageerbuis doe je een schep wit koper(II)sulfaat.
Doe daarna beide doorboorde stoppen met de slang op de
erlenmeyer en de reageerbuis.
Houd de reageerbuis vast met een reageerbuishouder, zodat je je
vingers niet kunt branden.
Verwarm nu voorzichtig de soda.
Verwerking
Zoek de formule van kristalsoda op en schrijf deze op.
3.8 Dubbelzouten
Bij een dubbelzout is er sprake van een combinatie van twee positieve ionen
met één negatief ion. Het omgekeerde kan ook waarbij twee negatieve
ionen een zout vormen met één positief ion.
Voorbeelden hiervan zijn mineralen zoals:
Chalcopyriet, CuFeS2
Hydrozinciet, Zn5(OH)6(CO3)2
Ilmeniet, FeTiO3
Aluin, KAl(SO4)2∙12H2O
Andere dubbelzouten vind je in cement, bijvoorbeeld:
Ca3Al2O6 en Ca4Al2Fe2O10.
Vraag
22. Wat zijn de ladingen van de koper en ijzer ionen in chalcopyriet?
23. Wat is de lading van het ijzer-ion in ilmeniet, als gegeven is dat de
valentie van titaan 4+ is?
Figuur 11 – opstelling demo-
experiment 11
Hydrozincietkristallen
Chalcopyrietkristallen
Zelfherstellend Beton 31
24. Beantwoord de onderstaande vragen over het dubbelzout Ca4Al2Fe2O10
in beton.
a. Leg uit wat de lading is van het Fe-ion in dit dubbelzout?
b. Bereken het massapercentage Al in het dubbelzout.
3.9 Oefenopgaven
Vragen
25. Pyromorfiet is een loodverbinding die in de aardkorst voorkomt. De
formule van pyromorfiet is Pb5Cl(PO4)n. In deze verbinding komen
loodionen uitsluitend als Pb2+-ionen voor.
Leg uit welke waarde n in de formule van pyromorfiet heeft.
26. De voorraadpot met zinknitraat is mogelijk verontreinigd met
lood(II)nitraat.
a. Geef de formule van beide stoffen.
b. Beschrijf zo volledig mogelijk je plan van aanpak om aan te tonen
of zinknitraat wel of niet verontreinigd is met lood(II)nitraat. Geef
hierbij duidelijk aan welke stoffen je gaat gebruiken en welke
handelingen je gaat verrichten. Maak hierbij ook een kleine
oplosbaarheidstabel.
27. Het komt wel eens voor dat je een bepaald zout wilt maken.
Bijvoorbeeld omdat de voorraadpot van dat zout net leeg is. In ons
geval is het zout magnesiumfosfaat op.
a. Geef de formule van magnesiumfosfaat.
b. Beschrijf zo volledig mogelijk je plan van aanpak om het zout
magnesiumfosfaat te maken. Geef hierbij duidelijk aan welke
stoffen je gaat gebruiken en welke handelingen je gaat verrichten.
Maak hierbij ook een kleine oplosbaarheidstabel.
c. Geef de vergelijking van de reactie die plaatsvindt.
28. Er staan vier reageerbuisjes klaar met daarin de zouten:
ijzer(III)fosfaat
zilvernitraat
calciumchloride
magnesiumsulfaat
Ieder buisje bevat maar één stof.
Beschrijf zo volledig mogelijk je plan van aanpak om uit te zoeken welk
zout in welk buisje zit.
29. Een leerling lost 14,1 gram natriumsulfaat op in water tot een volume
van 250,0 mL. Er ontstaat een heldere kleurloze oplossing.
a. Bereken de molariteit van de ontstane oplossing.
b. Geef de reactievergelijking voor het oplossen van natriumsulfaat(s).
c. Bereken hoeveel mol van welke ionen in de oplossing aanwezig
zijn.
Pyromorfiet komt voor in gele,
groene of bruine tinten. Het
mineraal wordt gevonden in de
buurt van loodhoudende ertsen
en werd vroeger wel “groen
lood” genoemd.
Zelfherstellend Beton 32
d. Bereken de molariteit van de natriumionen.
e. Bereken het aantal mg sulfaationen dat zich in 25,0 mL oplossing
bevindt.
De oplossing van 25,0 mL wordt nu met water verdund tot een volume
van 1,25 liter.
f. Beredeneer het aantal mol sulfaationen dat nu in de oplossing
aanwezig is.
g. Bereken opnieuw de molariteit van de natriumionen.
Wat je nu moet weten
Wat een ion is, een ionrooster en een verhoudingsformule.
De formules en namen van de ionen uit de tabellen 1, 2 en 3.
Hoe je verhoudingsformules van zouten maakt.
Hoe je een oplosvergelijking opstelt.
Hoe je een reactievergelijking van een neerslagreactie opstelt.
Berekeningen met molariteit kunnen uitvoeren.
Wat een hydraat is en wat kristalwater is.
Wat dubbelzouten zijn.
Figuur 12 – Om hout beter te beschermen tegen wegrotten werd gebruik gemaakt
van Wolmanzouten. Deze zouten bevatten arseen, chroom en koper. Vanwege de
grote giftigheid mogen ze niet meer worden gebruikt.
4. Aanmaakwater enbetonhydraten
Zelfherstellend Beton 34
Beton wordt niet alleen toegepast in constructiewerken maar ook
in de kunst. Het indrukwekkende Joods gedenkteken in Berlijn is
daar een voorbeeld van. Of je nu bouwwerken of kunst maakt,
onmisbaar voor het maken van beton is water. De kwaliteit en de
hoeveelheid water spelen een grote rol; zonder aanmaakwater kan
er immers geen hydratatie van beton plaatsvinden; beton zou dan
simpelweg niet verharden.
4.1 Kwaliteitseisen aanmaakwater
Als aanmaakwater komen verschillende soorten water in aanmerking. Hierbij
wordt er wel een aantal kwaliteitseisen aan het water gesteld. Rioolwater is
bijvoorbeeld niet geschikt als aanmaakwater voor beton. Drinkwater is wel
heel geschikt om als aanmaakwater te gebruiken, maar heeft als nadeel dat
het relatief duur is.Hieronder volgen enkele voorbeelden van verschillende soorten water die als
aanmaakwater gebruikt kunnen worden:
drinkwater
oppervlaktewater
bronwater
industrieel water
spoelwater
zeewater (alleen voor ongewapend beton).
De gebruikte soort aanmaakwater mag absoluut geen negatieve invloed
hebben op zowel het hydratatieproces van het cement als op de
duurzaamheid van het beton. Daarom is er van een aantal stoffen
vastgelegd wat de maximale toegestane hoeveelheid is, die in het
aanmaakwater aanwezig mag zijn.Het gaat hier o.a. om de volgende ionsoorten of groepen van stoffen:
chloriden
nitraten
fosfaten
sulfaten
suikers
zinkverbindingen
zuren (pH<7)
Het onderzoek naar de kwaliteit van het aanmaakwater is vooral van belang
als er geen gebruik gemaakt wordt van drinkwater als aanmaakwater.
Onderzoek en analyse gebeuren vaak op basis van normen. Deze normen
zijn verkrijgbaar bij de organisatie NEN in Delft. Het uitgangspunt voor
onderzoek naar het aanmaakwater van beton is de Nederlandse norm NEN-
EN 1008.
Op het knooppunt van de A27
en de A6 staan langs de kant
van de weg 5 betonnen
olifanten van kunstenaar Ton
Claassen.
Zelfherstellend Beton 35
4.2 Analyse aanmaakwater
Aangezien het onmogelijk is om al het aanwezige aanmaakwater te
onderzoeken, wordt er een gedeelte van het beschikbare water onderzocht.
Dit deel wordt een analysemonster genoemd. Dit analysemonster moet
natuurlijk wel representatief zijn voor al het beschikbare aanmaakwater.
Volgens NEN-EN 1008 moet er van het aanmaakwater een monster van
minimaal 5 liter genomen worden. Vervolgens moet het analysemonster
binnen twee weken onderzocht zijn.
Figuur 1 - Als geen kraanwater wordt gebruikt is controle van de waterkwaliteit
noodzakelijk.
Met uitzondering van gedestilleerd water zijn er in water altijd wel ionen
aanwezig. Met behulp van een neerslagreactie is kwalitatief na te gaan of
deze ionen aanwezig zijn in het gebruikte aanmaakwater.
Experiment 12: Onderzoek aanmaakwater en leidingwater
Onderzoeksvraag
Zijn in het verkregen aanmaakwater en in leidingwater de ionsoorten Cl−(aq)
en SO42−(aq) aanwezig?
Werkplan
Om de kwaliteit van het verkregen aanmaakwater en leidingwater te testen
ga je een kort werkplan opstellen hoe je het onderzoek gaat uitvoeren. Leg
het ter goedkeuring voor aan je docent of TOA.
Voer het onderzoek daarna uit.
Vraag
1. Wat is de invloed van een te hoog gehalte aan chloride- en sulfaationen
op de duurzaamheid van het beton? Bij het formuleren van je antwoord
Zelfherstellend Beton 36
kun je gebruik maken van informatie die o.a. te vinden is op de
volgende websites:
http://www.cementenbeton.nl/lexicon-links/ en
http://www.ervas.nl/?id=259
4.3 Beton en hydraten
De productie van betonspecie start met het ontwerpen van de samenstelling
ervan. Voor de juiste samenstelling houdt de betontechnoloog rekening met
de gewenste materiaaleigenschappen van het verharde beton. Ook de
omstandigheden voor het verwerken van de betonspecie zijn van belang.
Figuur 2 - De molenbaas regelt computergestuurd de kwaliteit van de betonmortel in
de mengers.
Een belangrijke grondstof van beton is portlandcement dat vooral uit
cementmineralen bestaat. Deze cementmineralen ontstaan door de reactie
van calciumoxide met silicium(IV)oxide, aluminiumoxide en ijzer(III)oxide bij
een temperatuur van ongeveer 1600 °C. Het calciumoxide is afkomstig van
kalksteen en/ of mergel. Zand en klei zijn de leveranciers van
silicium(IV)oxide en aluminiumoxide. Door middel van een ijzerhoudende
toeslag wordt ijzer(III)oxide aan het geheel toegevoegd.
Vraag
2. De cementindustrie levert een belangrijke bijdrage aan de CO2-uitstoot
bij de vorming van cement.
a. Zoek de chemische formule van kalksteen of mergel op.
b. Geef de reactievergelijking van de vorming van calciumoxide uit
kalksteen.
Cementmortel fabrieken in
Nederland
Zelfherstellend Beton 37
In tabel 1 staat een overzicht van de gebruikte cementmaterialen.
Tabel 1: Overzicht formules van cementmineralen
formule alternatieve notatie afkorting in de
cementindustrie
Ca3SiO5 3CaO · SiO2 C3S
Ca2SiO4 2CaO · SiO2 C2S
Ca3Al2O6 3CaO · Al2O3 C3A
Ca4Al2Fe2O10 4CaO· Al2O3 · Fe2O3 C4AF
Tijdens het aanmaken van het beton vormen cement, zand en grind met
water een plastische massa. Hierdoor is het mengsel goed te verwerken.
Vervolgens reageren de zouten (de cementmineralen) uit het cement met
het water tot hydraten. Bij het hydrateren van beton nemen de zouten
water op in hun kristalrooster. Dat noemen wij ook wel het verharden
(uitharden) ven beton. Dit leidt uiteindelijk tot kristalroosters met een grote
hardheid en het gevormde beton is dan ook zeer hard.
Bij de reactie van de cementmineralen uit tabel 1 met water ontstaan dus
hydratatieproducten. Hierbij ontstaat er ook calciumhydroxide (gebluste
kalk).
Het reactieschema ziet er als volgt uit:
cement + water → cementsteen + calciumhydroxide
De bijbehorende reactievergelijking in het geval van de hydratatie van C3S
is:
3 5 2 3 2 7 2 22 Ca SiO ( ) 6 H O(l) Ca Si O ·3H O(s) 3 Ca OH ( )s s
Vragen
3. Wat is de zoutformule van C3S?
4. Stel de reactievergelijking op voor de hydratatie van C2 S. Hierbij
ontstaat hetzelfde reactieproduct als in het voorbeeld.
5. Bij de hydratatie van portlandcement ontstaan verschillende vormen
cementsteen als hydratatieproduct. Stel dat portlandcement voor 100%
uit het cementmineraal C2S bestaat.
Bereken hoeveel ton cementsteen met formule Ca3Si2O7·3H2O er
maximaal kan ontstaan bij de hydratatie van 5,00 ton portlandcement.
Bij het uitharden van beton wordt het calciumsilicaat, Ca3SiO5, en kalk, CaO,
omgezet in calciumsilicaattrihydraat, Ca3Si2O7·3H2O en calciumhydroxide,
Ca(OH)2. Daarbij ontstaan grote kristallen, met een draderige structuur.
Door de vorm kunnen deze kristallen veel water binden, want de kristallen
hebben een grote oppervlakte/ inhoud verhouding. Daardoor ontstaat de
sterke structuur zoals we die van beton kennen. Zie figuur 3.
Figuur 3 – De draderige
structuur van cement die
ontstaat bij uitharden
Zelfherstellend Beton 38
Vraag
6. Leg uit waarom er voldoende water aanwezig moet zijn bij de hydratatie
van cement?
Mesostructuur van beton
De reactie tussen cement en water resulteert in het ontstaan van calcium-
silicaathydraat, afkorting CSH met als algemene formulex y z 2
Ca Si O aH O
en de draderige structuur. In figuur 4 staat een beeld van zo’n structuur
gemaakt met een elektronenmicroscoop.
Figuur 4 – Vezels van CsH, opgenomen met een elektronenmicroscoop
De CSH-vezels in figuur 4 hebben een diameter die kleiner is dan 1 µm
(duizend maal kleiner dan 1 millimeter). De vezels zijn met een gewone
microscoop niet te zien.
Het cementsteen bestaat naast CSH verder ook nog uit niet-gereageerd
cement, calciumhydroxide en water.
En als we spreken over beton dan is er sprake van een steenachtig
toeslagmateriaal dat bij elkaar gehouden wordt door cementsteen.
Figuur 5 is een modelvoorstelling van de groei van cementsteen.
Bij a. is er nog geen sprake van enige groei, er is grind, zand, cement en
water. Het water (blauw) en het grind (geel) zijn alleen weergegeven.
Bij b. is er reactie van cement met water. Houd er rekening mee dat niet alle
cement met water heeft gereageerd, want cementsteen (roze) is minder
poreus dan de omgeving die nog niet heeft gereageerd. Het water moet
door het minder poreuze cementsteen opgenomen worden om niet
gereageerd cement alsnog te laten reageren.
Figuur 5 – modelvoorstelling
van het uitharden van beton
Zelfherstellend Beton 39
Bij c. gaat de groei van cementsteen nog verder; de lege plaatsen (blauw)
bevatten water met daarin opgelost calciumhydroxide, een reactieproduct bij
de hydratatie.
Bij d. is het beton zo ongeveer uitgereageerd. Daar waar geen water meer is
(of een te hoge concentratie) zal het calciumhydroxide uitkristalliseren.
Calciumhydroxide vormt hexagonale kristallen.
Meer vormen van kristalstructeren vind je op
http://nl.wikipedia.org/wiki/Kristalstructuur
Als beton sterk uitvergroten wordt met behulp van een
elektronenmicroscoop ontstaan plaatjes die hieronder en hiernaast te zien
zijn. In de figuren zijn de overblijvende cementdeeltjes te zien met de
hydratatiering er omheen. in de rechterfiguur is ook het calciumhydroxide te
zien.
Figuur 6 – beelden van beton met een elektronenmiccroscoop.
Vraag
7. Hieronder is een tekening opgenomen van de microstructuur van beton.
a. Leg uit of beton altijd water bevat.
b. Leg uit of calciumhydroxide altijd in beton voorkomt.
c. Wat is het verschil tussen cementdeeltjes en cementsteen?
d. Noem twee voorbeelden van toeslagmateriaal.
e. Welke fouten zijn gemaakt in de tekening als je naar de
kristalstructuren kijkt? Licht je antwoord toe.
Figuur 8 – Microstructuur van beton
Figuur 7 – Een luchtledig deel
in beton met de naaldvormige
kristallen van
(CaO)3(Al2O3)(CaSO4)3·32H2O
en de zeshoekige kristallen van
calciumhydroxide.
Zelfherstellend Beton 40
8. Beton is een veelgebruikt bouwmateriaal. Het is een mengsel van
voornamelijk cementpoeder, zand, grind en water. Cementpoeder wordt
gemaakt van mergel en klei dat na drogen en mengen sterk verhit
wordt tot ongeveer 1600 °C. Het gevormde product wordt klinker
genoemd. De klinker wordt gemalen. Het bevat o.a. de elementen
calcium, silicium, aluminium, zuurstof en ijzer.
Tijdens het verhitten treden diverse reacties op waarbij een kristallijn
mengsel ontstaat dat o.a. de stoffen calciumsilicaat en calciumaluminaat
bevat.
a. Geef de formule van calciumsilicaat.
Calciumaluminaat heeft als formule Ca3(AlO3)2.
b. Geef de formule van het aluminaat-ion.
Na toevoegen van gipspoeder aan het kristallijne mengsel wordt het
geheel vermalen. Het zo verkregen product is het zogeheten
Portlandcementpoeder. Gips is een ander veelgebruikt bouwmateriaal
naast beton. De officiële naam is calciumsulfaatdihydraat.
c. Geef de formule van gips.
Figuur 9
Wat je nu moet weten
Wat de kwaliteitseisen van aanmaakwater zijn.
Wat de relatie is tussen hydraten en beton.
Wat cementmineralen zijn.
Hoe de meso/microstructuur van beton er uitziet.
Figuur 9 - De knikkergrote
portlandcementkorrels (klinker)
vormen de basis voor alle
cementsoorten. Het materiaal
bestaat uit ca. 65% alite
(tricalcium silicaat, 3CaO.SiO2);
ca. 15% belite (dicalcium
silicaat, 2CaO.SiO2); ca. 7%
aluminaat (tricalcium aluminaat
(3CaO.Al2O3); ca. 8% ferriet
(tetracalcium ferriet,
4CaO.Al2O3.Fe2O3); ca. 5%
kleine onzuiverheden (sulfaten,
titanium, mangaan, fosfor en
chroom). De sterkte van beton
ontstaat door de reactie van de
silicaten met water. In wit
beton is het ferriet eruit
gehaald.
5. Toepassing bepaalt desamenstelling vanbeton
Zelfherstellend Beton 42
De basiselementen zijn: cement, zand, grind, water en vulstoffen
en soms superplastificeerders. Maar de verhouding waarin deze
basiselementen aanwezig zijn, dus de samenstelling, hangt af van
waar het beton voor gebruikt gaat worden. Het beton dat wordt
gebruikt voor een stuwdam zoals de Hoover dam op de grens van
Arizona en Nevada in Amerika zal van een andere samenstelling
zijn dan het beton voor de Khalifa toren in Dubai. Het beton staat
bij de stuwdam aan heel andere krachten bloot dan bij de toren.
5.1 Bepalen van de samenstelling beton
Afhankelijk van de toepassing van het beton wordt de samenstelling
bepaald. Het beton moet ook voldoen aan de Nederlandse norm (NEN):
hierin staan de eisen beschreven waar beton aan moet voldoen voor de wet.
Als de toepassing bekend is wordt bepaald wat de samenstelling van het
beton moet zijn aan de hand van onderstaande zeven stappen:
Stap 1: sterkteklasse
De sterkteklasse is een maat voor de sterkte van het beton en wordt
bepaald door de constructeur. Daarvoor wordt gekeken naar de druksterkte
dat het beton moet hebben. De druksterkte is de mate waarin een
materiaal weerstand kan bieden aan drukkrachten zonder dat er deformatie
plaatsvindt. Bij deformatie verliest het materiaal door spanningen zijn
interne samenhang en zal gaan vervormen. Als de spanning een kritieke
waarde bereikt stort het beton in.
De druksterkte wordt uitgedrukt als kracht gedeeld door oppervlakte
(Newton/mm²). De indeling in sterkteklasse is gebaseerd op de druksterkte na 28
dagen. Er zijn een aantal sterkteklassen, die genummerd zijn. De klassen
lopen uiteen van C12/15 t/m C100/115.
Stap 2: de milieuklasse
De omgeving waarin het beton gebruikt gaat worden is van belang voor de
samenstelling. Beton dat met zeewater in aanraking komt moet van betere
kwaliteit zijn dan een betonnen wand die alleen met weersinvloeden te
maken heeft. Daarom zijn er een aantal milieuklassen opgesteld en voor
elke milieuklasse geldt een andere samenstelling van het beton. Deze
milieuklassen zijn verdeeld in 6 hoofdgroepen die gebaseerd zijn op de
mogelijke aantasting van het beton:
De Khalifa toren in Dubai.
Het grondplan van de toren is
gebouwd in de vorm van de
Hymenocallis, een
veelvoorkomende
woestijnbloem in de regio. De
toren is opgebouwd uit drie
elementen rond een centrale
kern. Het betonnen lichaam van
het gebouw is ruim 575 meter
hoog. De schattingen over de
uiteindelijke hoogte liepen ver
uiteen. De betrokken bedrijven
hielden dit eerst angstvallig
geheim uit angst dat de hoogte
van de Burj Khalifa in korte tijd
zou worden overtroffen.
Uiteindelijk bleef de teller staan
op 828 meter.
De hoogste nachtclub van de
wereld bevindt zich op de 143e
verdieping en op de 158e
verdieping is 's werelds hoogste
moskee te vinden.
Zelfherstellend Beton 43
Tabel 1 – Milieuklassen beton
groep/code risico
geen aantasting 1 XO geen risico op aantasting of corrosie
(zero = 0)
aantasting
wapening
2 XC corrosie ingeleid door carbonatie*
3 XD corrosie ingeleid door chloriden anders
dan uit zeewater (deicing salts)
4 XS corrosie ingeleid door chloriden
(seawater)
aantasting beton 5 XF aantasting door vorst/ dooiwisselingen
(frost)
6 XA chemische aantasting (agressief)
*de reactie tussen koolstofdioxide en calciumhydroxide in het beton waardoor
calciumcarbonaat ontstaat.
Stap 3: consistentieklasse (verwerkbaarheid)
De consistentieklasse zijn we al tegengekomen bij de experimenten in
hoofdstuk 2. De consistentieklasse is een maat voor de verwerkbaarheid van
beton. De hoeveelheid water dat in beton verwerkt wordt heeft grote
invloed op de consistentie. Hoe meer water hoe vloeibaarder de specie.
Meer water betekent ook wel dat het beton minder sterk wordt. Hierin
worden 7 consistentiegebieden onderscheiden:0 droog1 aardvochtig2 halfplastisch3 plastisch4 zeer plastisch5 vloeibaar6 zeer vloeibaar
Stap 4: korrelgrootte
Hier gaat het om de grootte van de grindkorrel. Als de grindkorrel groter is
kan op andere grondstoffen worden bespaard als er veel betonoppervlak is.
De keuze van de grindkorrel wordt bepaald door de dikte van het beton: de
regel is dat de dikte van de betonlaag minstens drie keer groter is dan de
diameter van de grindkorrel. De korrelgrootte is ook van belang voor de
verwerkbaarheid van de betonspecie.
Stap 5: chlorideklasse
Chloriden kunnen de wapening aantasten. Er zijn drie chlorideklassen, voor
beton zonder wapening, voor beton met wapening en ingestort metaal en
voor beton met voorspanningswapening. In voorgespannen beton zijn stalen
kabels aangebracht die opgespannen worden voor er beton gestort wordt.
Na verankering van de staaldraden in de uiteinden van bijvoorbeeld een
betonnen balk kunnen eventuele trekspanningen in de balk geëlimineerd
worden.Betongrind van verschillende
afmeting
Zelfherstellend Beton 44
Stap 6: gewenste cementsoort
Er zijn verschillende soorten cement te verkrijgen. Ook is het mogelijk een
vulstof toe te voegen, bijvoorbeeld vliegas, voor onderwaterbeton of zelf
verdichtend beton.
Portlandcement bevat gemalen klinker en gips; gips regelt de
binding in cement;
Hoogovencement bestaat naast klinker ook uit gemalen
hoogovenslak. Dit verhardt minder snel;
Portlangvliegascement bevat extra vliegas.
Stap 7: overige toevoegingen en/of bijzonderheden
In deze stap wordt bepaald welke extra toevoegingen er nodig zijn in relatie
met de toepassing. Mogelijke hulpstoffen zijn: Vertragers: om het verharden van de betonspecie uit te stellen;
Luchtbelvormers: zorgen voor kleine luchtbelletjes in het beton,
waardoor het beter bestand is tegen vorst en dooizouten;
Plastificeerders: zorgen voor een hogere vloeibaarheid en daarom
een betere verwerkbaarheid;
Superplastificeerders: hebben een groter effect dan
plastificiceerders;
Pigmenten: om het beton een kleur te geven;
Vliegas: draagt bij aan de sterkte van het beton omdat dit ook met
water reageert;
Silica: heel fijne deeltjes, die bijzonder vloeibare mengsels mogelijk
maken waardoor sterk en dicht beton ontstaat;
Kalksteenmeel: toevoeging voor zelf verdichtend beton.
Nadat alle stappen door de constructeur zijn doorlopen wordt de
samenstelling bepaald en kan de bestelling voor die specifieke opdracht
doorgegeven worden aan de betonfabrikant.
Maak nu onderstaande opdrachten.
Vragen
1. Bij het bepalen van de samenstelling van beton moet eerst de vraag
worden beantwoord waar het beton voor gebruikt gaat worden.
Waarom is het zo belangrijk eerst deze vraag te beantwoorden?
2. Waarom zijn de normen voor goed beton in een NEN rapport
vastgesteld?
3. Om de samenstelling te bepalen worden er 7 verschillende aspecten
bepaald. Waarom is zo belangrijk om van te voren goed die aspecten te
bepalen?
4. De druksterkte van beton wordt pas na 28 dagen bepaald. Leg uit
waarom de druksterkte niet eerder goed bepaald kan worden.
Vliegas is as die bij de
verbranding van onder andere
steenkool meegaat met de
rookgassen. Het deel van de as
die niet met het rookgas
meegaat, maar blijft liggen heet
bodemas.
Vliegas veroorzaakt
luchtvervuiling, vandaar dat het
tegenwoordig moet worden
afgevangen. Kleinere deeltjes
worden voor 99% afgevangen
door een elektrostatisch
vliegasfilter: De samenstelling
van vliegas hangt sterk af van
de brandstof (type steenkool,
biomassa) en het
verbrandingsproces. Vliegas dat
afkomstig is van steenkool (en
een beperkt aandeel biomassa)
wordt poederkoolvliegas
genoemd. Deze vliegas wordt in
Nederland 100 % hergebruikt
en verwerkt in cement, beton,
straatklinkers en asfalt. Het
verdicht namelijk de structuur
van het beton, waardoor het
beter beschermd wordt tegen
invloed van buitenaf.
Opname van vliegas met een
elektronenmicroscoop.
Zelfherstellend Beton 45
5. Om goed te kunnen gieten is vloeibaar beton makkelijker te verwerken
dan droog beton. Leg uit wat het nadeel is van te nat beton.
6. Waarom wordt er grind toegevoegd aan beton?
7. Als men grind gebruikt van 16 mm, hoe dik moet de muur dan minimaal
worden?
8. Wat is het voordeel van de nieuwe polymeer vezelmaterialen die
gebruikt worden in plaats van ijzervezels?
9. Wat is de functie van cement in beton?
10. Er zijn verschillende hulpstoffen die toegevoegd worden in beton. Kies
drie hulpstoffen uit en beschrijf de functie van alle drie.
5.2 Opdracht
Dit is een stukje bouwtekening van een architect met aangeven de
milieuklassen.
De specificaties van het kelder dak zijn anders dan die van de borstwering.
De uitvoerder, dit is de man/vrouw die het woongebouw gaat bouwen,
vraagt zich af waarom.
a. Geef de uitvoerder antwoord met behulp van tabel 2a, 2b en 2c.
De firma Kroon heeft heel veel last van de autosnelweg die vlak langs het
kantoorpand loopt. Firma Kroon vraagt aan de gemeente of zij een
geluidswal kunnen plaatsen.
b. Noem twee eigenschappen waar het beton van een geluidswal aan
moet voldoen.
Een tunnel van Frankrijk naar Engeland moet aan veel eisen voldoen. Ook
het beton moet een aantal eigenschappen hebben.
Zelfherstellend Beton 46
c. Noem 4 van deze eigenschappen waar het beton aan moet voldoen.
Bij het bouwen van een bunker, waarin de komende honderden jaren
radioactief afval moet worden opgeslagen, moet het beton ook een aantal
belangrijke eigenschappen hebben.
d. Noem 5 eigenschappen waar deze bunker aan moet voldoen.
e. Bepaal de milieuklassen voor en de codering van de bovenstaande
projecten, de geluidswal, de tunnel en de bunker.. Maak daarbij gebruik
van tabel 2a, 2b en 2c op de volgende pagina’s. (Er zijn meerdere
coderingen per project mogelijk.)
Tabel 2a en 2b
Zelfherstellend Beton 47
Tabel 2c
Zelfherstellend Beton 48
Vragen
Lees het artikel over het instorten van de balkons in Maastricht op bladzijde
7 nog een keer door en beantwoordt dan de volgende vragen.
figuur 1 – Ingestorte balkons in Maastricht
11. Wat was de oorzaak van deze instorting waarbij twee mensen zijn
omgekomen?
12. De aannemer in Maastricht heeft de volgende grondstoffen gebruikt:
Portlandcement, zand met korrelgrootteverdeling van 0-4mm, kalk en
water. De water-cementfactor was 0,80. Zoek op wat onder de water-
cementfactor wordt verstaan en wat is het probleem als deze zo hoog is
(0,80)?
13. Ontwerp zelf twee verschillende samenstellingen van beton die beter
zijn dan de aannemer destijds in Maastricht heeft gebruikt. Geef bij
iedere grondstof aan waarom deze betere eigenschappen heeft. Tevens
moet de samenstelling een aantal hulpstoffen bevatten en er moet bij
iedere samenstelling een water-cementfactor zijn gegeven.
Wat je nu moet weten
Wat de functie is van cement in beton.
Wat de functie is van de consistentieklassen.
Wat de invloed is van de korrelgrootte op beton.
Wat de invloed is van chloride ionen op de wapening van beton.
Wat de invloed is van het toevoegen van hulpstoffen op de
samenstelling van beton. Geef een aantal voorbeelden.
6. Zelfherstellend Beton
Zelfherstellend Beton 50
Als je beton zelfherstellend wilt maken moet je er voor zorgen dat
bijvoorbeeld scheuren min of meer zelf verdwijnen. Je laat de
scheur opvullen met ‘reparatiemateriaal’ dat zorgt dat het beton
weer net zo goed is als voor de beschadiging. Maar dat
‘reparatiemateriaal’ moet het beton zelf aanmaken. Wat moet je
aan het betonmengsel toevoegen voor het storten om ervoor te
zorgen dat later optredende scheuren weer gerepareerd worden?
6.1 Opdracht
In dit hoofdstuk ga je in je groepje van 4 personen onderzoek doen. De
onderzoeken staan beschreven in de paragrafen 6.2 t/m 6.5.
6.2 Verschillende soorten zelfherstellende materialen. Artikel 2
"Zelfherstellende materialen" lezen en experiment 13 uitvoeren.
6.3 De zelfherstellende werking van beton. Artikel 3 lezen en experiment 14
uitvoeren.
6.4 De invloed van verschillende ingrediënten op het zelfherstellend
vermogen van beton. Artikel 4 " Spelen met ingrediënten" lezen en een
eigen onderzoek doen naar de invloed van:
a. de hoeveelheid ongebluste kalk (experiment 15)
b. de temperatuur (experiment 16)
c. de zuurgraad (experiment 17)
d. de hoeveelheid cementpoeder (experiment 18)
e. de hoeveelheid chloride ionen (experiment 19)
6.5 Speuren naar verbeteringen. De artikelen 5 en 6 lezen en bestuderen.
Verdeel je groep in twee duo's. Het ene duo is groep A, het andere duo
groep B. Alle bovenstaande opdrachten en onderzoeken worden verdeeld
onder groep A en groep B. Elke groep maakt een korte samenvatting van de
artikelen en een verslag van de experimenten. Deze resultaten worden
Zelfherstellend Beton 51
gebruikt in hoofdstuk 7 bij het schrijven van het artikel voor de schoolkrant
over zelfherstellend beton en bij het beantwoorden van de contextvragen.
Taakverdeling
6.2 6.3 6.4 6.5
groep A artikel 2 artikel 4 artikel 6
experiment 13 3 exp. naar keuze
groep B artikel 3
experiment 14
artikel 4
3 exp. naar keuze
artikel 5
Je spreekt in je groepje af wie welk experiment doet en welke artikelen
gelezen en samengevat moeten worden. Voor dit onderzoek krijg je 4 lessen
de tijd, dus plan de werkzaamheden goed.
6.2 Verschillende soorten zelfherstellende materialen
Lees artikel 2 heel goed door en maak er een korte samenvatting van.
Artikel 2
Zelfherstellende materialenAls kapotte brugdekken zichzelf nou eens zouden herstellen. En alsafbladderende verf, loszittende heupprothesen, bekraste treinruiten en barstendasfalt dat ook zouden doen. We zouden jaarlijks al snel miljoenen euro’sbesparen aan reparatie- en vervangingskosten. Dit toekomstbeeld lijkt utopisch,maar is wel het doel van de verschillende Nederlandse onderzoeksprojecten naarzelfherstellende materialen.
OnderzoekHet onderzoek vindt plaats binnen het nationale InnovatiegerichteOnderzoeksprogramma (IOP) Self Healing Materials, door het ministerie vanEconomische Zaken gesubsidieerd met tien miljoen euro, verspreid over achtjaar. De toepassingsgebieden variëren van wegenbouw tot beschermendecoatings en medische technologie. Zo richt een van de onderzoeksprojecten zichop het zelfherstellend vermogen van botcement. Dat is een soort plexiglas datmet lijmvloeistof uithardt in het lichaam. Het zorgt ervoor dat de pen van eenheupprothese niet van het bot losraakt. Helaas vertoont het cement na verloopvan tijd kleine barstjes en brokkelt het langzaam af. De prothesepen laat daaromna een jaar of vijftien los, waarna de patiënt opnieuw moet worden geopereerd.
Botcement met lijmcapsules“Een derde operatie is problematisch, dus bij jonge mensen met heupproblemenwordt zo lang mogelijk gewacht met het inbrengen van een nieuwe heup”, vertelthoogleraar Jan van Hest van het Institute for Molecules and Materials van deRadboud Universiteit Nijmegen. “We willen de levensduur van een prothese zoveel mogelijk rekken, zonder dat de patiënt daar pijn van ondervindt.
Heupprothese
Zelfherstellend Beton 52
Het instituut ontwikkelt daarom, samen met de afdeling orthopedie van hetUniversitair Medisch Centrum in Nijmegen, botcement waarin minusculelijmcapsules zijn verwerkt. Zodra zich een scheurtje vormt in het cement,knappen de capsules en vult de vrijkomende lijm de scheur op. “Het is een soorttweecomponentenlijm”, legt Van Hest uit. “Zolang de lijm in de capsule blijft,gebeurt er niets. Maar als de lijm in aanraking komt met een stofje dat standaardin het cement zit, hardt de lijm uit.”
Nanotechnologie Silly Putty tegen inslagschadeKent je het nog: het kleiachtige spul dat breekt als je eraan rukt, maar langedraden vormt als je er langzaam aan trekt? Silly Putty, al in 1950 in de VerenigdeStaten op de markt gebracht als kinderspeelgoed, blijkt zeer geschikt alsgrondstof voor zelfherstellend kogelwerend materiaal, of zelfhelendescheenbeschermers.Silly Putty is gemaakt van siliconenolie met boorzuur. De uiteinden van deboorzuurgroepen kruipen naar elkaar toe en klitten aan elkaar vast. Dat maakt hetpolymeermateriaal omkeerbaar: leg twee losse delen tegen elkaar aan en na enigetijd vormen ze weer één klomp Silly Putty. Door de polymeren met behulp vanzeepachtige moleculen te binden aan nanodeeltjes (kristaldeeltjes opnanogrootte), ontstaat een zeer stijve Silly Putty, die niettemin zijn zelfhelendeeigenschappen behoudt. ‘Nano Putty’ noemen onderzoekers van de afdelingNanostructured Materials van de Technische Universiteit Delft hun uitvinding.‘Een plaat Nano Putty blijkt bij een harde inslag te scheuren’, vertelt hoogleraarStephen Picken. ‘Maar zodra de belasting eraf is, groeien de delen weer aanelkaar.’
Interesse van bedrijfslevenHet pioniersgehalte van veel onderzoeksprojecten is groot. Toch is debetrokkenheid van het bedrijfsleven bij het onderzoeksveld aanzienlijk. Naastverschillende universiteiten zijn zo’n zestig bedrijven bij de projecten betrokken.Firma’s als Daf Trucks, TNO, DSM, Akzo Nobel, Stork Fokker en KLM toneninteresse in de resultaten.Die interesse van het bedrijfsleven is begrijpelijk, gezien de winst die grotereduurzaamheid van allerlei materialen kan opleveren. Neem asfaltwegen enbetonnen bruggen. De onderhoudskosten daar bedragen vaak de helft van deaanlegkosten. Onderzoeker Henk Jonkers van de Delftse faculteit CivieleTechniek en Geowetenschappen werkt daarom aan een alternatieve methode ombeton zelfherstellend te maken. Bacteriën spelen de hoofdrol. “We hebbenmiljarden sporen van kalksteen producerende bacteriën toegevoegd aan hetbeton”, vertelt Jonkers. “Tijdens het mengen en het uitharden bevinden ze zich ineen slapende toestand. Zodra zich microscheurtjes in een brug of een gebouwvormen en water binnendringt, ontstaat er een perfect leefmilieu voor de sporen,die hierdoor ontkiemen.”
LuchtvaartSamen met de Technische Universiteit Delft, Akzo Nobel en de Australischeonderzoeksinstantie CSIRO werkt TNO aan een coating die vliegtuigen langertegen corrosie beschermt. De coating bevat ceriumionen: geladen metaaldeeltjesdie corrosie afremmen. Bij aantasting van de lak stromen die deeltjes naar deschadeplek. Daar ontstaat, door een reactie tussen de deeltjes en vocht uit delucht, een beschermend oxidelaagje. Een tweede laag afdekmateriaal vloeit hierop een later moment vanuit de coating overheen.
Silly Putty
Zelfherstellend Beton 53
“De ceriumionen zitten ingekapseld in een soort schil”, licht onderzoekerHartmut Fischer van TNO toe. “Deze schil gaat alleen onder specifiekeomstandigheden stuk, waardoor de ionen de coating in overige omstandighedenniet verlaten.” Ook het materiaal dat de schadeplek definitief dichtkit, isingekapseld in een capsule. Deze gaat later stuk dan die om de ceriumionen.
Winst en verliesDe Amerikaanse ingenieur Scott White schreef in 2001 al over zelfherstellendplastic met lijmbolletjes. Toch werd destijds lauw gereageerd op een artikel overhet onderwerp in het wetenschappelijke tijdschrift Nature. “Dat onderzoek islang als academisch speelgoed terzijde gelegd”, zegt Sybrand van der Zwaag,directeur van het Delft Centre for Materials. “Dat komt omdat we tot dan toeschade probeerden te voorkomen door materialen sterker en stijver te maken.Lijmcapsules maken een materiaal iets minder sterk en stijf.” Toch valt eengering verlies aan sterkte ruimschoots goed te maken met zelfherstellendeeigenschappen. Onze eigen huid is een goed voorbeeld. Delftse wiskundigenwerken daarom aan modellen die het zelfherstellend systeem van onze huidbeschrijven.De coating is vooral veelbelovend voor bescherming van de aluminiumlegeringaan de binnenzijde van een vliegtuig. Deze wordt maar één keer gelakt, terwijlhet oppervlak veel te lijden heeft onder lucht, vocht en eventueel lekkenderemvloeistoffen. De nieuwe coating kan de onderhoudsvrije leeftijd van eenvliegtuig met meerdere jaren opschroeven.Bron: Financieel Dagblad
Experiment 13: Borstplaat
Borstplaat, ook wel suikerwerk genoemd, is een snoepgoed, gemaakt uit
water of melk, suiker en een smaakstof, zoals vanille of cacao.
Borstplaat wordt voornamelijk gegeten in de periode rond Sinterklaas.
Onderzoeksvraag
Wat gebeurt er met de aangebrachte krassen in beide soorten borstplaat?
Benodigdheden Borstplaat op grootmoeders wijze
Aangezuurde borstplaat
Mes of scherp voorwerp
Uitvoering
Van je docent krijg je een stuk borstplaat gemaakt op grootmoeders
wijze en een stuk aangezuurde borstplaat.
Pak een mes of een ander scherp voorwerp en maak een kras in
beide stukken borstplaat. Probeer dit een aantal keren.
Bekijk na 5-10 minuten wat er gebeurt met de krassen in beide
soorten borstplaat.
Noteer de waarnemingen.
Conclusie
Beantwoord in je conclusie de onderzoeksvraag.
Zelfherstellende lak
Stel je voor: kleine krasjes in je
auto verdwijnen als sneeuw
voor de zon, zonder dat je er
iets voor hoeft te doen. Dat lijkt
werkelijkheid te worden met
zelfherstellende autolakken,
waar zowel autofabrikant
Nissan als chemiereus Bayer
aan werken. De Scratch Guard
Coat van Nissan is een
combinatie van een zeer
elastische hars. Daarmee zou
een scheur binnen zeven dagen
hersteld zijn – afhankelijk van
de buitentemperatuur en de
scheurdiepte
Borstplaat
Zelfherstellend Beton 54
6.3 De zelfherstellende werking van beton
Al jarenlang wordt er onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om beton zo
te maken dat eventuele scheuren die ontstaan zichzelf repareren. Je kan dat
doen door wat meer cement toe te voegen dan voor het uitharden
noodzakelijk is. Als er dan een scheurtje ontstaat kan het binnendringende
water met het nog aanwezige cement reageren en bij het uitharden de
scheur dichten. Dit kan maar beperkt omdat te veel niet gereageerd cement
de stevigheid van beton nadelig beïnvloed.
In 2001 verscheen al eens een artikel waarin een ander idee werd
beschreven om beton zelfherstellend te maken.
Lees artikel 3 en beantwoord de vragen.
Artikel 3
Zelfreparerend Beton
Planten en dieren herstellen hun eigen wonden. Geen gek idee, vinden technici.Ze werken aan zelfherstellende materialen voor onverwoestbare autoruiten,koffiekopjes, bruggen en vliegtuigonderdelen. Zo is er ook zelfreparerend betonontwikkeld.Beton is een hard, steenachtig materiaal. Als het te zwaar wordt belast, ontstaaner haarscheuren (heel kleine scheuren) die steeds groter kunnen worden. Als dehaarscheuren tijdig worden gerepareerd, scheurt het beton niet verder. Bijzelfreparerend beton zijn de benodigde stoffen al in het beton aanwezig. Aan hetbetonmengsel zijn gelbolletjes met daarin bacteriën toegevoegd en ureum, eenvoedingsstof voor de bacteriën.Het herstelproces van beton verloopt via een aantal deelstappen, die in hetschema in figuur 1 onder dit artikel zijn weergegeven. De eerste stap is deomzetting van het aanwezige ureum in ammoniak en koolstofdioxide. Ditgebeurt met bacteriën.Bron: Intermediar
Figuur 1 – De zelfreparerende werking van beton.
Een herstelde scheur in beton
Zelfherstellend Beton 55
Vragen
1. Wat is er nog meer nodig om de eerste stap van de omzetting te doen
verlopen?
2. Ureum heeft als formule NH2-CO-NH2. Ureum reageert met water tot
ammoniak en koolstofdioxide. Geef de omzetting van ureum in de
genoemde stoffen in een reactievergelijking weer.
3. Geef de vergelijking van de reactie die bij het laatste plaatje hoort.
4. Waarom stopt de productie van ammoniak en koolstofdioxide als de
scheur in het beton gedicht is?
Experiment 14: Zelfherstellende werking van beton
In dit experiment ga je kijken wat de invloed van de samenstelling van het
betonmengsel is op de zelfherstellende werking.
Achtergrondinformatie
Als beton wordt gemaakt, zijn er heel veel aspecten waarop gelet moet
worden. Behalve het soort materiaal, cement, zand, grind en water, dat
gebruikt wordt, moet ook gelet worden op de vochtigheid van de omgeving
of de temperatuur. Zal de omgeving in de woestijn te droog zijn? Zou het op
de Noordpool te koud zijn? Je gaat nu onderzoeken wat goede
omstandigheden zijn voor cement om uit te harden.
Onderzoeksvraag
Welke samenstelling heeft een groter zelfherstellend vermogen en heeft de
luchtvochtigheid invloed?
Benodigdheden
500 mL bekerglas
emmer of mengbak
4 frikandellenbakjes
plastic boterhamzakjes
lepel of plamuurmes
elastieken
cement
zand
water
Uitvoering
Er zijn twee soorten mengsels die gemaakt worden.
In de taakverdeling staat aangegeven dat groep B experiment 14 doet. Deze
groep doet allebei de experimenten.
Zelfherstellend Beton 56
mengsel samenstelling
X 700 gram cement, 370 gram zand en 200 ml water
Y 720 gram cement, 380 gram zand en 200 ml water
Schrijf op de 4 frikandellenbakjes mengsel x of Y en jullie namen.
Weeg de stoffen heel nauwkeurig af!
Veiligheid: Weeg het cement af in de zuurkast.
Voeg de stoffen samen en meng goed.
Verdeel het mengsel over de 5 frikandellenbakjes.
Zet 2 van de 4 bakjes in een boterhamzakje.
Zet de andere 2 bakjes in de open lucht.
Laat de mengsels 3,5 - 4 uur hydrateren. Als de mengsels nog te
nat en dus niet echt breekbaar zijn, laat ze dan iets langer staan.
Na ca. 4 uur:
Maak een snee in de betonstaven in de bakjes
Voeg bij alle 4 de betonstaven een klein beetje water toe.
Zorg dat het water voornamelijk in het snijvlak komt.
Doe een elastiek om het frikandellenbakje
Laat de betonstaven een week rusten/reageren.
Waarnemingen
Bekijk welke betonstaven zijn hersteld van de breuk, en welke nog steeds
gebroken zijn.
Conclusie
Beantwoord in je conclusie de onderzoeksvraag en verwerk in je conclusie
onderstaande vragen.
a. Is de samenstelling belangrijk om beton ‘zelfherstellend’ te maken?
b. Heeft zelfherstellend beton een bepaalde vochtigheid nodig tijdens het
harden?
c. Is de breukgrootte belangrijk?
6.4 Spelen met ingrediënten
Lees artikel 4 heel goed door en maak er een korte samenvatting van.
Artikel 4
InleidingHet belangrijkste bestanddeel van beton is cement, het bindmiddel dat letterlijkkeihard wordt dooreen reactie met water. Betonspecie is het vloeibare en nog nietuitgeharde materiaal dat bestaat uit cementpasta (water en cement) en zogehetentoeslagmaterialen, meestal zand en grind.
De bovenste scheuren zijn
voldoende gedicht, de onderste
niet.
Een elastiekje om het frikandel-
lenbakje
Zelfherstellend Beton 57
De cementpasta omhult de grindkorrels, die na verharding aan elkaar kleven. Het(fijnere) zand is bedoeld om de holtes tussen de korrels zo volledig mogelijk tevullen. Dankzij het grind en zand is beton wat duurzaamheid en hardheid betreftvergelijkbaar met natuurlijk steen.
CementchemieDe bekende ENCI-groeve in Maastricht levert de belangrijkste grondstof voorcement: mergel ofwel kalksteen. Deze steensoort bestaat voornamelijk uitcalciumcarbonaat (CaCO3). De grote brokken kalksteen worden gedroogd,vermalen en gezeefd. Om de gewenste samenstelling te krijgen mengt men hetmateriaal met silicium-, aluminium en ijzeroxides, waarna het wordt verhit tot1450 °C. Bij deze hoge temperatuur valt calciumcarbonaat uiteen inkoolstofdioxide (CO2) en vrije of ongebluste kalk (CaO) dat met de oxidesreageert tot calciumsilicaten, calciumaluminaat en calciumaluminaatferriet.Door het verhittingsproces – de sintering – ontstaan korrels, ongeveer zo grootals knikkers. Dit materiaal heet portlandcementklinker of kortweg klinker envormt de basis voor alle cementsoorten. Door het te vermalen tot uiterst fijnedeeltjes (0,5 - 80 µm) ontstaat portlandcement.De combinatie van klinker met hoogovenslakken, een bijproduct van deijzerproductie, leidt na mengen en malen tot hoogovencement.Portlandcement is een snelbindend cement en wordt veel toegepast bij deproductie van prefab beton. Omdat dit cement vooral in het begin vrij sneluithardt kunnen betonnen delen soms al binnen een dag ontkist worden. Eenandere eigenschap van portlandcement is dat bij de reactie met water relatief veelwarmte vrijkomt. Daardoor heeft het ’s winters bij gebruik buiten voordelenboven hoogovencement, dat bij lage temperaturen (te) langzaam uithardt.In Nederland gebruiken we overigens veel hoogovencement. Beton methoogovencement verschilt qua sterkte niet van beton met portlandcement; welreageert hoogovencement trager, maar bij de reactie met water wordt ook minderwarmte gevormd. Dat is soms een voordeel, want het voorkomt dat tijdens hetuitharden te grote temperatuurverschillen ontstaan die later tot scheuren kunnenleiden. Voor dikke lagen beton, waaruit de warmte moeilijk weg kan, kiest mendaarom vaak voor hoogovencement. Bovendien kan deze soort beter tegenaantasting door chemicaliën zoals sulfaten en chloriden uit zeewater.
Water-cementfactorEr zijn weliswaar verschillende soorten cement, maar de werking ervan alssnelhardend bindmiddel berust op hetzelfde principe. Cement behoort tot dezogeheten hydraten. Dat zijn zouten die water kunnen opnemen in hunkristalrooster, hetgeen leidt tot roosters met een grotere hardheid.Bij het aanmaken van beton reageren de zouten uit het cement met watertot hydraten, een chemische reactie die uiteindelijk zorgt voor de hardheid vanbeton. Eerst zal het fijngemalen cement na mengen met water een min of meerplastische massa vormen, waardoor het materiaal prettig verwerkbaar is.Vervolgens vindt de reactie met water plaats, waarbij het cement verhardt en detoeslagmaterialen (zand en grind) stevig aaneen worden gekit tot een stabielemassa.Cruciaal voor allerlei betoneigenschappen is de water-cementfactor: degewichtsverhouding tussen de hoeveelheid water en cement in de betonspecie.Die moet minimaal 1 op 3 bedragen om alle poeder nat te kunnen maken. Deprecieze verhouding hangt af van de soort cement, maar te veel water geeftproblemen.Dichtheid, sterkte en duurzaamheid gaan merkbaar achteruit als een te waterigespecie wordt gebruikt. Door de juiste soort cement te kiezen en te variëren met
“Het gat van de ENCI”, een
enorme mergelafgraving bij
Maastricht.
Ingangen van oude
mergelgroeves bij Maastricht
Een helder blauw meer is
ontstaan op de bodem van een
mergelgroeve door opborrelend
grondwater
Zelfherstellend Beton 58
de verhoudingen tussen water, cement en zand en grind kunnen gespecialiseerdebetonproducenten nauwkeurig de eigenschappen van het beton regelen.
HulpstoffenBehalve de aard en de verdeling van de basisgrondstoffen worden ook hulpstof-fen gebruikt om de gewenste eigenschappen verder te sturen. Het gaat omverbindingen die bijvoorbeeld de verwerkbaarheid, krimp, waterdichtheid enchemische weerstand beïnvloeden. Fabrikanten voegen ze in kleine hoeveel-heden toe tijdens het mengen van de specie.Zo worden bijvoorbeeld metaalchloriden, soda en kaliumhydroxide gebruikt omhet verhardingsproces te versnellen. Stoffen als fosforzuur, nitraten, koolhydra-ten en zinkoxide worden in massabeton toegepast om te grote warmteontwik-keling bij het uitharden tegen te gaan.Verdichtingsmiddelen, bijvoorbeeld zeer fijngemalen zand, moeten ervoorzorgen dat er minder poriën ontstaan – waardoor de druksterkte van het betontoeneemt.Uitdrogingswerende middelen worden gebruikt om verdamping van aanmaak-water tegen te gaan. Vaak gaat het om hars- of paraffinehoudende preparatendie men als een dunne laag op vers gestort beton spuit.Om de verwerkbaarheid van betonspecie te verbeteren voegt men plastificeer-middelen toe, die ervoor zorgen dat het beton vloeibaarder wordt zonder datmeer water nodig is. Daardoor vloeit het beter in alle hoeken van de bekisting enkan men het makkelijker verpompen, zodat ook op hogere verdiepingen vangebouwen beton kan worden gestort. Een klassiek plastificeermiddel is hetpolymeer lignosulfonaat, dat vrijkomt bij de papierproductie.Maar inmiddels zijn veel effectievere ‘superplastificeerders’ ontwikkeld,waaronder polymeren van naftaleen- en melamineformaldehyd. Een bijkomendvoordeel van plastificeerders is dat ze de vorming van luchtbelletjes in het betonvoorkomen. Luchtbellen verlagen de dichtheid en maken zo de constructieminder stevig. De gangbare methode om beton luchtbelvrij te maken is trillennadat het gegoten is.Overigens ontwikkelden Japanse onderzoekers onlangs een idiot proof beton-soort. Voor dit zelfverdichtende beton gebruikten ze een nieuwe generatieplastificeerders, de polyacrylaat-copolymeren. Deze zorgen voor een goededispersie (menging), waardoor een stabiele specie ontstaat die niet ontmengt. Hetmengen van zand en grind met cement luistert daardoor minder kritisch.
Bron: CF243 Beton
Experimenten
In deze reeks experimenten ga je onderzoek doen naar de verandering in
het zelfherstellend vermogen van beton, als je de samenstelling verandert.
Lees onderstaande experimenten goed door, kies er drie uit en maak
daarvoor een werkplan. Formuleer per experiment een onderzoeksvraag,
maak een lijst met benodigdheden en beschrijf hoe je de proef gaat
uitvoeren. Geef tevens aan wanneer je de proeven wilt uitvoeren.
Laat het werkplan door je docent of TOA beoordelen en voer vervolgens de
experimenten uit. Maak per proef een kort verslag.
Na 8 – 10 dagen bekijk je of de krassen zijn hersteld en in welke mate dat is
gebeurd.
Polymeerbeton: beton waaraan
een bepaalde hoeveelheid
kunststof is toegevoegd.
Bruikbaar als klimwand.
Zelfherstellend Beton 59
Let op!! Maak steeds foto's met je mobiel of met een digitale camera en
verwerk deze foto's in je verslag. Je hebt de resultaten van de experimenten
nodig voor de eindopdracht.
Benodigdheden
Voor de benodigdheden kan je gebruik maken van de lijst bij experiment 14
aangevuld met de benodigdheden voor je eigen experimenten.
Uitvoering
Er wordt uitgegaan van een basismengsel voor de experimenten 15 t/m 19.
Uitgaande van dit basismengsel verander je de samenstelling afhankelijk van
de door jullie gekozen experimenten.
mengsel samenstelling
basis 700 gram cement, 100 gram zand en 200 ml water
Uitgaande van je eigen experimenten voeg je stoffen toe aan dit
basismengsel.
Schrijf op de frikandellenbakjes de gegevens van je mengsel.
Weeg de stoffen heel nauwkeurig af!
Veiligheid: Weeg het cement af zonder te veel cement stof op te wervelen.
Voeg de stoffen samen en meng goed.
Verdeel het mengsel over de frikandellenbakjes.
Doe een elastiek om het frikandellenbakje / betonstaven.
Laat de bakjes 2 dagen uitharden.
Breng vervolgens diepe, meetbare krassen aan op het uitgeharde
mengsel. Maak een foto per bakje.
Vul de frikandellenbakjes met water tot aan de rand.
Om de twee dagen kom je de krassen bekijken en fotograferen,
bovendien vul je de bakjes opnieuw tot aan de rand met water.
Na 8 - 10 dagen meet en fotografeer je het eindresultaat.
Waarnemingen
Bekijk welke betonstaven zijn hersteld en welke nog niet
Experiment 15
Onderzoek naar het optimaliseren van de samenstelling van beton door
meer ongebluste kalk toe te voegen.
Toevoegen extra CaO: 0 gram – 25 gram – 50 gram.
Experiment 16
Onderzoek naar de invloed van de temperatuur op het zelfherstellend
vermogen van beton.
Temperatuurverschillen bijvoorbeeld: koelkast – kamertemperatuur –
droogstoof op 40 °C.
München
Duurzaam hergebruik van
beton
Met korte stroom-pulsen laat
het Duitse Fraunhofer Institut
composietmaterialen uit elkaar
spatten.
Beton wordt zo teruggebracht
tot schoon grind en zand dat zo
weer ingezet kan worden bij de
productie van nieuw beton. De
stroompulsen van 180 kV die
ongeveer 150 nanoseconden
aanhouden, wekken onder
water een plasmastroom op.
Deze stroom kiest niet het
water als weg van de minste
weerstand, maar de
scheidingsvlakken tussen de
grindkorrels en de
cementsteen. Plaatselijk
ontstaan daardoor heel hoge
drukken die de materialen van
binnen uit elkaar drukken.
Op de vakbeurs BAU 2013 in
München gaven de
onderzoekersdemonstraties met
een kleine proefopstelling
Zelfherstellend Beton 60
Experiment 17
Onderzoek naar het verband tussen de zuurgraad van de betonmortel en het
zelfherstellend vermogen van beton (niet te zuur, anders lost het beton op).
Bedenk zelf de verschillende hoeveelheden zuuroplossing die je toevoegt
i.p.v. het water aan de basis samenstelling. Je gaat uit van zoutzuur (HCl)
met een concentratie van 1 Molair.
Je kiest en maakt zelf een verdunning hiervan en je gebruikt minimaal 3
verschillende concentraties.
Experiment 18
Onderzoek naar de invloed van de hoeveelheid cementpoeder op het
zelfherstellend vermogen van beton.
Je bepaalt in dit experiment zelf de hoeveelheid cement in het basismengsel.
Experiment 19
Onderzoek naar de invloed van chloride-ionen op het zelfherstellend
vermogen van beton.
Bedenk zelf de hoeveelheid chloride-oplossing die je toevoegt i.p.v. het
water aan de basis samenstelling. Je gaat uit van een natriumchloride
oplossing van 5%. Je kiest en maakt zelf een verdunning hiervan en je
gebruikt minimaal 3 verschillende concentraties.
Figuur 2 – Boor Noortje die een van de tunnels heeft geboord voor de Noord-Zuidlijn
van de Amsterdamse metro. De tunnelboormachine is 83 meter lang en heeft een
doorsnede van bijna zeven meter. De voorzijde van de boormachine wordt gevormd
door het boorschild dat ongeveer acht meter lang is met op de kop het graafwiel.
Achter het schild komen zes volgwagens. De tunnelboormachine weegt 870.000 kilo.
Er werd gemiddeld 8-10 meter per dag geboord. De boorders en de tunnelboor-
machine bouwen dan 5 tot 7 betonnen tunnelringen.
Zelfherstellend Beton 61
6.5 Speuren naar verbeteringen
Bestudeer één van de hierna volgende artikelen (5 of 6)en maak er een
korte en duidelijke samenvatting van.
Artikel 5
Speuren naar verbeteringenBijna de helft van de zeker 70 miljard euro die in de bouw omgaat is bestemdvoor reparaties en onderhoud van onder andere de betonnen constructies.Kleine verbeteringen in beton waardoor een bouwwerk langer meegaat of minderreparaties vergt, kunnen leiden tot forse besparingen – zeker bij constructies opmoeilijk bereikbare plekken. Alle reden dus om veel onderzoek te doen naar hetverbeteren van beton.Voor wetenschappers is beton interessant omdat het om een composiet gaat. Jekunt er bij wijze van spreken alles in stoppen om de eigenschappen te verande-ren. Maar het is wel een complex materiaal: het vergt veel onderzoek om preciesde juiste ingrediënten in de juiste hoeveelheden toe te voegen. De universiteitenvan Delft en Twente concentreren hun research naar betere betonsoorten op hetmaken van sterkere en duurzamere varianten.
Taaie vezelsBeton wordt sterker door er vezels aan toe te voegen. Vaak zijn dat staalvezels.Deze verbeteren de treksterkte, taaiheid en schokbestendigheid. Ook vindtonderzoek plaats naar het toevoegen van houtvezels of zelfs koolstof nano-buisjes, de sterkste vezels die tot nu toe bekend zijn. Dit zou het materiaal nietalleen sterker maken, maar vooral ook taaier.Probleem is dat die nanobuisjes qua grootte lijken op de reactieproducten vancement met water, waardoor het lastig is om ze netjes georiënteerd in te bouwenin de microstructuur van cement. Men zoekt nog naar technieken om dezeoriëntatie te manipuleren. Overigens zijn nanovezels van koolstof op dit momentook nog veel te duur om ze grootschalig toe te passen in bouwmaterialen.Ondanks extra versterking kan beton op den duur toch gaan scheuren. Normaalgesproken repareert men dit met cement, lijm (bijvoorbeeld van acryl of latex) ofeen epoxycement. Bovendien is beton enigszins zelfherstellend. Scheurtjes vanminder dan een micrometer vullen zich met overgebleven ongereageerd cementen dankzij restvocht wordt dat vervolgens hard. Onderzoekers willen dit procesverbeteren en sturen, zodat ook grotere scheuren zichzelf kunnen repareren.De houtvezels die voor het versterken van beton worden toegevoegd, zijnwellicht prima geschikt voor het maken van zelfhelend beton. Deze vezels zijnhol, waardoor er een verbinding in kan worden opgenomen die scheuren kandichtplakken. Hars bijvoorbeeld, of gewoon weer achtergebleven cement dat nietgereageerd heeft met water. De kalk die de Romeinen vroeger als bindmiddelgebruikten, blijkt achteraf uitgerekend op deze manier zelfherstellend te hebbengewerkt. In plaats van in vezels wordt zo’n ‘betonmedicijn’ ook wel in bolletjesverpakt en aan het betonmengsel toegevoegd. Nadeel van deze methoden is datonbekend is wat er met de vezels en de bolletjes gebeurt bij het mengen en ver-werken van het beton. De bolletjes kunnen bijvoorbeeld makkelijk kapot gaan.
MilieuvriendelijkMaar hoe sterk ook, uiteindelijk zullen zelfs constructies van deze hoogwaar-dige betonsoorten onder de slopershamer komen. Daarbij moet het bouwmate-riaal zoveel mogelijk worden hergebruikt.
Koolstof nanobuisjes
De koolstof nanobuisjes kennen
de grootste treksterkte van alle
bekende materialen: in theorie
150 GPa, in de praktijk 60 GPa
(Pa = N/m2). Dit laatste getal
betekent dat een draadje van
een vierkante millimeter
doorsnede zes ton aan gewicht
kan dragen. Dat is een
complete mannelijke Indiase
olifant. Een draadje zo dik als
een gemiddelde mensenhaar
kan ongeveer een mens
dragen. Hiermee worden staal
en kevlar met twee ordes van
grootte geklopt. Er bestaan ook
dubbelwandige
koolstofnanobuisjes, die deze
eigenschappen nog iets
overtreffen. Vezels van kool-
stof nanobuisjes toevoegen aan
beton heeft dan ook enorme
voordelen.
Zelfherstellend Beton 62
Belangrijk bij alle innovaties is dus de mogelijkheid om de grondstoffen van hetbeton te recyclen. Er mogen geen giftige of milieuverontreinigende verbindin-gen in voorkomen. Met houtvezels en bacteriën zitten de onderzoekers wel goedqua milieuvriendelijkheid, en verder bestaat beton op zichzelf uit natuurlijkematerialen.Wel komt er bij de productie van cement behoorlijk veel van het broeikasgasCO2
vrij: per ton cement ongeveer een ton. Het gebruik van beton draagt hierdoorwereldwijd bij aan 5 tot 8 procent van de uitstoot van koolstofdioxide. Om deCO2-emissie van de cementindustrie te beperken, wordt portlandcementklinkergemengd met vliegas (vliegascement) of hoogovenslakken (hoogovencement). InNederland maakt het hoogovencement zo’n 60 procent van de markt uit,waardoor de productie van cement in ons land iets milieuvriendelijker is dangemiddeld.
Bron: CF243 Beton
Artikel 6
Zelfherstellend beton met behulp vancalciumcarbonaat producerende bacteriën
Het repareren van scheuren in betonnen bouwwerken is een bewerkelijke enkostbare maar helaas noodzakelijke aangelegenheid. De TU Delft doet onderzoeknaar het zelfherstellende vermogen van betonstructuren. Onderzocht wordt hoebetonstructuren kunnen worden verbeterd met behulp van calciumcarbonaatproducerende bacteriën en onder welke leefomstandigheden dergelijke bacteriënhet beste gedijen.
ScheurpreventieBeton is het meest gebruikte bouwmateriaal ter wereld maar heeft één grootnadeel: onder druk kunnen er gemakkelijk scheuren ontstaan. Worden dergelijkescheuren te groot, dan leidt dat tot roest van de stalen wapening. Betonrot is nietalleen een lelijk gezicht maar gaat ook ten koste van de mechanischeeigenschappen van het bouwwerk. Daarom wordt in de bouw vaak meerwapening gebruikt dan nodig om te voorkomen dat de scheuren in eenconstructie te groot worden. Dit extra staal heeft echter geen structureel nut en ismet de hoge staalprijzen een dure oplossing. Een andere oplossing is de scheurente repareren. In ondergrondse of vochthoudende constructies stuit dat echter opgrote problemen. De beste oplossing is zonder twijfel zelfherstellend beton, endat is precies waar de onderzoekers van de TU Delft aan werken.
BacteriënZe zijn opzoek naar een heel nieuwe methode voor het zelfherstel van beton.Bacteriën moeten daarbij voor doktertje gaan spelen. Bepaalde bacteriesoortenscheiden tijdens hun groei kalk af, dat zou kunnen worden gebruikt om scheurente dichten in beton. Deze aanpak kent twee hordes.Ten eerste moeten de bacteriën natuurlijk niet continu kalk uitscheiden, maaralleen wanneer er een scheur ontstaat. Daarom worden ze als sporen aan hetbeton toegevoegd – in een soort slapende toestand. Ze worden pas ‘wakker’ als
Monsters van beton met sporen
van bacteriën en niet
gehydrateerd cement.
Zelfherstellend Beton 63
er water in een scheur loopt. Vervolgens moeten ze gaan groeien om kalk(calciet) uit te scheiden en daarvoor hebben ze voedsel nodig. De onderzoekerslosten dit op door het vereiste voedsel te mengen met het beton. Deze aanpakblijkt een betonsoort op te leveren die zo’n 20 procent sterker is dan gewoonbeton. Hoe dat komt is nog de vraag.Tweede probleem is dat de meeste bacteriën van een zure omgeving houden. Ineen basisch milieu, zoals in beton, sterven ze. Vandaar dat men speurt naarbacteriën die wél bij een pH van 12 tot 13 kunnen overleven. Onder andere destammen Bacillus cohnii, Bacillus pseudofirmus en Sporosarcina pasteuriiblijken tegen zo’n hoge zuurgraad bestand. De Delftse onderzoekers bekijkenmomenteel ofdeze opzet daadwerkelijk haalbaar is in de praktijk. Dergelijk beton zou sowiesorelatief duur zijn, en daarom alleen worden toegepast op plaatsen waar reparatievan scheuren zeer kostbaar is.
Praktische toepassingenIn theorie kan beton met bacteriën aanzienlijke besparingen opleveren, vooral inhet geval van gewapend beton. Problemen met betrekking tot de duurzaamheidkunnen al in de ontwerpfase van betonnen constructies op een nieuwe manier entegen lagere kosten worden opgelost. Biologisch beton is uiterst geschikt alsbouwmateriaal voor ondergrondse opslagfaciliteiten van gevaarlijk afval omdateventuele scheuren niet meer door mensen hoeven te worden gerepareerd.In de woningbouw blijft traditionele reparatie echter voorlopig nog devoordeligste oplossing.
Ons onderzoek richt zich momenteel enerzijds op het scheppen van eenleefomgeving voor de bacteriën waarin deze zoveel mogelijk calciumcarbonaatproduceren en anderzijds op de optimale manier van voedseldistributie voor debacteriën. Daarbij bekijken we ook in hoeverre het zelfherstellende vermogenvan biologisch beton standhoudt onder de diverse afbraakmechanismen, zoals hetbinnendringen van sulfaat en temperatuurschommelingen. Alle onderzoek wordtuitgevoerd in het Microlab van de TU Delft. Met de daar aanwezige apparatuurkunnen breukproeven worden uitgevoerd, kan structuurinformatie wordenverkregen en kunnen breukmodellen worden gemaakt.
Het project Self Healing Concrete is onderdeel van het onderzoek naarzelfherstellende materialen door de TU Delft in het Delft Center for Materials(DCMat). Verder wordt samengewerkt met de sectie Biotechnologie van defaculteit voor Technische Natuurwetenschappen en de South Dakota School ofMines in de Verenigde Staten.
Zelfhelend bio-beton winnaar Design & Engineering Award 2009Wetenschapper Henk Jonkers heeft in november 2009 de Delft Design &Engineering Award ontvangen voor zijn ontwerp voor zelfhelend beton. Hijkreeg € 25.000,- om zijn project te verwezenlijken.Bron: http://www.citg.tudelft.nl/onderzoek/projecten/zelfherstellend-beton/
Zelfherstellend?
7. Afsluiting
Titel van de module 65
Ook onder water kan beton gestort worden zoals voor de metro inAmsterdam en de nieuwe spoortunnel in Delft. Er wordt eenspeciaal soort beton gebruikt waaraan een superplastificeerder istoegevoegd. Die moet er voor zorgen dat het beton onder water bijelkaar blijft en kan uitharden.Zoals jullie na bestudering van de vorige hoofdstukken hebbengezien zijn de toepassingen en de mogelijkheden van beton zeergroot en gevarieerd.
In de hoofdstukken 1 t/m 6 hebben jullie uit de theorie en de experimentenkennis verzameld die je nu nodig hebt voor de eindopdracht.
7.1 Eindopdracht
Maak met een groepje van vier leerlingen een artikel voor de schoolkrant
over zelfherstellend beton.
Artikel voor de schoolkrant over zelfherstellend beton
Het is de bedoeling dat je een beeld geeft van de nieuwe ontwikkelingen op
het gebied van zelfherstellend beton. Gebruik ook en vooral alle informatie
die je als groep gevonden hebt in hoofdstuk 6. Verwerk in het artikel ook de
antwoorden op de hieronder geformuleerde contextvragen. Het artikel moet
tussen de 700 en 1000 woorden zijn.
Contextvragen
Hoe kun je de materiaaleigenschappen van beton beïnvloeden?
Waar kun je beton allemaal voor gebruiken?
Als je kijkt naar de duurzaamheid, verwerkbaarheid en sterkte
van beton, welke nieuwe toepassingen liggen dan in het
verschiet?