De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

58
De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? Een verkennende studie.

Transcript of De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Page 1: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? Een verkennende studie.

Page 2: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?
Page 3: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? Een verkennende studie.

Page 4: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

COLOPHON De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? Een verkennende studie.

Cette publication est également disponible en français sous le titreL’économie collaborative, une opportunité pour les plus pauvres? Etude exploratoire.

This publication is also available in English :Sharing economy, an opportunity for the poorest ? An exploratory study.

Een uitgave van de Koning BoudewijnstichtingBrederodestraat 211000 Brussel

AUTEURS Agence Alter:Nathalie CobbautBarbara GonzalezRia GorisJulien Winkel

COÖRDINATIE VOOR DE KONING BOUDEWIJNSTICHTING

Françoise Pissart, DirecteurPascale Taminiaux, Senior project coördinator

GRAFISCH CONCEPT Salutpublic

VORMGEVING TiltFactory

PRINT ON DEMAND Manufast-ABP vzw, een bedrijf voor aangepaste arbeidDeze uitgave kan gratis worden gedownload van onze website www.kbs-frb.be Een afdruk van deze elektronische uitgave kan (gratis) besteld worden via www.kbs-frb.be

WETTELIJK DEPOT D/2893/2016/25

BESTELNUMMER 3449December 2016Met de steun van de Nationale Loterij

Page 5: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 5

VOORWOORD

Het veld van de deeleconomie is bijzonder uitgebreid. Dat stelt men vast als men er de pers op naleest, de analyses bekijkt die er beginnen te komen en ook de oplijstingen van dit soort initiatieven. Het gaat zowel over voeding als over huisvesting en werk, trans-port en reizen, maar ook over diensten en kennis, materiële goederen, cultuur… De deeleconomie vertoont ook heel diverse organisatievormen: er zijn modellen die zich baseren op het uitwisselen van diensten of zelfs op schenkingen, maar daarnaast zie je in de deeleconomie ook het businessmodel dat ervan uitgaat dat klanten betalen voor diensten die peers aanbieden. Sommigen spreken in dit verband over ‘deelkapitalisme’. Ook de schaal waarop de deeleconomie zich afspeelt is erg uiteenlopend: het gaat van zeer lokaal en kleinschalig tot veel meer geglobaliseerd. Grotere initiatieven steunen op de verspreidingsmogelijkheden die de revolutie inzake digitale platforms mogelijk heeft gemaakt.

Meer en meer actoren in de samenleving zijn bij dit fenomeen betrokken. Daarom droeg de Koning Boudewijnstichting Agence Alter op een verkennend rapport te maken. Doel was eerst en vooral het concept als zodanig duidelijker te schetsen, en verder ook in te gaan op de omvang van het fenomeen en de vragen die het met zich meebrengt. De ambitie van dit rapport bestaat erin de deeleconomie te behandelen als een voorwerp van studie en reflectie, en ook als mogelijke factor van emancipatie voor mensen die in kansarmoede leven. Is de deeleconomie in staat het leven van de armste mensen beter te maken? Of draagt ze integendeel de kiemen in zich van een risico op een algemene deregulering en de afbouw van verworvenheden en van sociale rechten, wat meer in het bijzonder ten nadele zou zijn van kwetsbare mensen?

Antwoorden geven op dergelijke vragen is niet eenvoudig en vergt diverse perspec-tieven. De onderzoekers van Agence Alter hebben geprobeerd om in een eerste deel de deeleconomie in haar vele gedaanten te schetsen en daar de bepalende elementen uit te distilleren. Er werd ook een overzicht van deelpraktijken opgesteld, met de diverse oriëntaties die je erin terugvindt en structurele specifieke kenmerken.

Het was ook zaak de omvang van een fenomeen waarover nog maar weinig objectieve gegevens bestaan, proberen te vatten, om goed te begrijpen wat er het maatschappelijke en economische belang van is, op Belgisch en op Europees niveau. Een aantal waarne-mers werden hierover geïnterviewd. Ook het thema van de (de)regulering wordt aange-sneden, net als de kansen en de risico’s die het fenomeen op sociaal vlak met zich meebrengt.

Dit verkennend rapport focust op de vraag of de deeleconomie een factor van emancipatie en van sociale vooruitgang voor kwetsbare groepen kan zijn. Om deelprak-tijken op het spoor te komen die kunnen bijdragen tot oplossingen in de strijd tegen armoede, werden mensen die in kansarmoede leven bevraagd. Doel was te polsen hoe het staat met hun interesse voor dit fenomeen. Er worden in dit rapport enkele Belgische maatregelen geanalyseerd in het licht van de doelstelling ‘maatschappelijke emancipa-tie’. Verantwoordelijken van diensten die werken met personen in kansarmoede werden

Page 6: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting6 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

geïnterviewd over de mogelijkheden om deelpraktijken toegankelijker te maken voor hun publiek.

De pistes die in dit verkennend rapport worden uitgezet, willen het debat over de mogelijkheden van de deeleconomie om tot meer sociale rechtvaardigheid te komen verder openbreken. De Koning Boudewijnstichting zal dit denkwerk voortzetten en zal met name stakeholders samenbrengen om de vraagstukken die de verdere ontwikkeling van de deeleconomie opwerpt goed te vatten. De vraag zal ook zijn welke richting we aan dit fenomeen kunnen geven om desgevallend de sociale actie opnieuw uit te vinden.

Page 7: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 7

INHOUDVoorwoord .......................................................................................................................... 5

Samenvatting .................................................................................................................... 8Synthèse ............................................................................................................................ 10Summary .......................................................................................................................... 12

Inleiding ........................................................................................................................... 15

Hoofdstuk I Deeleconomie: Een poging tot definitie – Overzicht van deelpraktijken in België .................................................................... 17

I. Een poging tot definitie ............................................................................................................... 18II. Overzicht van deelpraktijken in België ................................................................................. 22

Hoofdstuk II Deeleconomie: Omvang, uitdagingen en reglementering in België en Europa ........................................................................................................ 25

I. Omvang van het fenomeen; uitdagingen die daaruit voortvloeien .............................. 27II. Regulering: premissen ................................................................................................................ 29III. Een kans voor een meer sociale economie? ........................................................................ 32

Hoofdstuk III Deeleconomie: Welke kansen voor maatschappelijk kwetsbare groepen? ....... 35

I. Welk belang hebben mensen in armoede bij de deeleconomie? ..................................... 37II. Hoe het lot van mensen in kansarmoede verbeteren en de deeleconomie dichter bij hen brengen? ..................................................................... 40III. De deeleconomie en kansarmoede: kansen en terughoudendheid ............................ 44

Besluit ...............................................................................................................................46

BijlageInventaris van initiatieven in de deeleconomie ...................................................................... 48

Page 8: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting8 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

SAMENVATTING

Een verkennende omschrijving en een overzicht van deelpraktijken Dit verkennend onderzoek gaat in op de deeleconomie, een eerder vaag concept, dat moeilijk te definiëren valt. De deeleconomie omvat grosso modo vier grote domeinen: consumptie, productie, financiering en gedeelde kennis. Daarbinnen ontwikkelen zich een hele reeks praktijken, zoals peer to peer-productie, participatie, vrije toegang (open access), herlokalisering, dematerialisering, het verminderen van de consumptie, het wegvallen van tussenschakels, pooling,… Er werd in dit verkennend rapport een inventa-ris opgesteld van initiatieven in de deeleconomie, zowel aan Franstalige als aan Neder-landstalige kant. Deze inventaris is als bijlage opgenomen.

In tijden van webplatforms wordt de omvang van de deeleconomie steeds groter. Ze bezorgt oude vormen van delen en solidariteit nieuwe impulsen, met de digitalisering als bijkomende factor: ruilhandel, groepsaankopen, autodelen… Hierdoor verandert de schaalgrootte, zowel wat de mogelijkheden betreft als inzake de impact van de praktij-ken. In een aantal praktijken vindt een verschuiving plaats van eigendom naar gebruik. Maar die praktijken maken wel gebruik van uiterst rendabele platforms en zijn geba-seerd op een businessmodel dat veel klassieker is. Het vertrekt van het gegeven dat klanten betalen voor diensten die worden aangeboden door peers. In dat geval spreekt men van deelkapitalisme. Er is ook een grote diversiteit, zowel in de economische als politieke modellen van deze vorm van economie.

Omvang, uitdagingen en reglementering in BelgiëDe deeleconomie is met haar diverse schaalgroottes moeilijk te definiëren, en ook haar omvang is lastig te bepalen. Er zijn maar weinig cijfers die echt overtuigen en de zeldzame bestaande studies zijn niet altijd objectief. Toch leeft het gevoel dat er de komende jaren grote ontwikkelingen op stapel staan. De inventaris van deelpraktijken in België getuigt van een zekere dynamiek, zowel wat betreft de sectoren die werden verkend als wat de schaal van de aangeboden diensten aangaat.Op basis van de onderzochte deelprojecten tekenen zich diverse types van initiatiefnemers af:

• actoren die zich rechtstreeks beroepen op de deeleconomie. Het gaat om ondernemers die meestal uit de internetsfeer komen en weinig of geen voeling hebben met de sociale economie;

• actoren uit de sociale economie die sinds jaar en dag aanhangers zijn van horizontale, coöperatieve praktijken. Zij beroepen zich niet op de deeleconomie;

• actoren uit de sociale actie en de verenigingswereld die deelpraktijken inzetten als een nieuwe tool/oplossing om tegemoet te komen aan maatschap-pelijke noden.

Het ontwikkelingspotentieel van de deeleconomie doet uiteraard ook vragen rijzen over de (de)regulering en de bedreigingen die dit met zich mee kan brengen voor het arbeidsrecht, de bescherming van werknemers en het socialezekerheidssysteem zoals

Page 9: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 9

wij dat nu kennen. Dat geldt a fortiori, maar niet uitsluitend, voor de platformen die zijn gebaseerd op het businessmodel van het deelkapitalisme. Er bestaan reguleringsvoor-stellen, er wordt op Europese schaal over gereflecteerd en er zijn federale initiatieven inzake regulering. Ze zijn minder of meer geslaagd.

De deeleconomie: een opportuniteit voor de strijd tegen kansarmoede?De vraag naar de kansen die de deeleconomie biedt voor de sociale sector is een van de centrale kwesties in dit verkennend onderzoek. Daar vloeien fundamentele vragen uit voort, zoals: hoe kunnen we deze initiatieven toegankelijk maken voor kwetsbare groepen? Hoe kunnen we sociale actoren uitrusten voor de mogelijkheden die de digitalisering biedt om dingen te veranderen (schaal, impact)? Bestaat het risico dat er een onevenwicht ontstaat met een overheidspolitiek die gebaseerd is op groepssolidari-teit en een sociale actie die meer verbonden is met caritatieve praktijken?

Uit gesprekken met een kansarm publiek blijkt in dit rapport alvast dat een hele reeks mogelijkheden van de deeleconomie voor deze mensen behoorlijk ontoeganke-lijk zijn, te beginnen met alles wat via een betalend businessmodel werkt. De deelprak-tijken die gebaseerd zijn op digitale toegankelijkheid stellen de digitale kloof aan de orde. En initiatieven die een beroep doen op het delen van competenties roepen bij deze mensen vragen naar hun vaardigheden op: een kansarm publiek voelt zich ‘niet klaar’ voor dit soort uitwisseling van diensten.

Bij de onderzochte initiatieven zijn er desondanks proefprojecten die gebruik maken van digitale platforms en die een maatschappelijke finaliteit hebben, zoals in de strijd tegen voedselverspilling en de toegang tot voedingsmiddelen (projecten als Soli-food, Wefood…). Deze projecten tonen ook de kansen die er zijn om samenwer-king te stimuleren, naast vormen van pooling en de netwerking van actoren met een gemeenschappelijk doel. Ook andere projecten worden onderzocht. Zij beogen de inclusie van een kansarm publiek dankzij prijsverminderingen die het gevolg zijn van deelpraktijken. Dat is het geval bij sommige projecten die werken met groepsaanko-pen of met deelsupermarkten (Bees-coop).

Actoren in de sociale sector, met name zij die actief zijn in de hulp aan de minstbe-deelden, beoordelen de mogelijkheden van de deeleconomie verschillend en zitten met vragen over het model: als je de deeleconomie verbindt met de sociale actie, vormt ze dan een bedreiging voor ons toch al breekbare sociaal model? Leidt de komst van nieuwe actoren uit de deeleconomie tot concurrentievervalsing met de sector van de sociale economie? Of is het tegendeel het geval en is de deeleconomie juist een zegen om het hoofd te bieden aan de vermindering van de subsidies, om de middelen, de structuren en de partnerschappen te diversifiëren en te delen? Zet het economische model dat gebaseerd is op overheidssubsidies een rem op de ontwikkeling van deel-praktijken bij actoren in de sociale sector?

Al deze vragen verdienen nader onderzoek door de actoren op het terrein en de beleidsverantwoordelijken, om zo voor de deeleconomie te komen tot een gestructu-reerd en goed geïnformeerd beleid. Het is duidelijk dat er zowel sprake is van moge-lijkheden als van struikelstenen.

Page 10: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting10 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

SYNTHÈSE

Tentative de définition et panorama de pratiques collaboratives Cette recherche exploratoire tente de rendre compte d’un concept assez flou, difficile à définir, celui d’économie collaborative. On peut dire qu’elle recouvre quatre grands secteurs: la consommation, la production, le financement et la connaissance collabora-tive. Une série de pratiques s’y déploient, telles que la production de pair à pair, la participation, le libre accès, la relocalisation, la dématérialisation, la déconsommation, la désintermédiation, la mutualisation. Un inventaire des initiatives relevant de l’économie collaborative tant du côté francophone que néerlandophone a été dressé et se retrouve en annexe de ce rapport exploratoire.

Cette économie prend de plus en plus d’ampleur à l’heure des plateformes web. Avec l’ajout du facteur numérique, l’économie collaborative participe à une stimulation renouvelée des « anciennes formes de partage ou de solidarité» (troc, achat groupé, co-voiturage…) qui permet aujourd’hui un réel changement d’échelle, tant au niveau des possibilités qu’en ce qui concerne l’impact de ces pratiques. Pourtant, un certain nombre d’entre elles, caractérisées par le glissement de la propriété vers l’usage, sont aujourd’hui utilisées via des plateformes extrêmement rentables, sur la base d’un business model beaucoup plus classique qui suppose que des clients payent pour des services offerts par des pairs. On parle dans ce cas de capitalisme collaboratif. On observe ainsi une grande diversité tant dans les modèles économiques que politiques de cette économie.

Ampleur, enjeux et réglementation en BelgiqueOutre la définition à géométrie variable de cette économie collaborative, son ampleur est également difficile à cerner. Peu de chiffres probants circulent, les rares études exis-tantes ne sont pas forcément objectives, mais le sentiment d’un potentiel de progression important dans les années à venir est présent. L’inventaire des pratiques collaboratives en Belgique révèle une certaine dynamique, au niveau des secteurs explorés et de l’échelle des services proposés.

Sur la base des projets collaboratifs examinés, différents types d’intervenants se dégagent:

• des acteurs qui se revendiquent directement de l’économie collaborative, à savoir les entrepreneurs issus pour la majorité des métiers du web, n’ayant pour la plupart peu ou pas du tout de touche avec l’économie sociale,

• les acteurs de l’économie sociale, adeptes depuis de longues années des pratiques horizontales, coopératives…, mais qui ne se revendiquent pas de l’économie collaborative,

• et enfin, les acteurs issus de l’action sociale et de l’associatif qui s’emparent de certaines pratiques collaboratives comme nouvel outil/solution pour répondre à des besoins sociaux.

Page 11: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 11

Le potentiel de progression d’une telle économie pose évidemment la question de la dérégulation et des menaces que celle-ci peut induire à l’égard du droit au travail, de la protection des travailleurs et du système de sécurité sociale tel que nous le connaissons. A fortiori pour les plateformes basées sur le business model du capitalisme collaboratif, mais pas exclusivement. Des prémisses de régulation existent, avec des réflexions à l’échelle européenne et des initiatives notamment sur le plan réglementaire fédéral, plus ou moins heureuses.

L’économie collaborative, une opportunité pour la lutte contre la précarité?La question de l’opportunité de l’économie collaborative pour le secteur social était un des enjeux centraux de cette recherche exploratoire. Avec des questions fondamentales et corollaires, telles que le fait de savoir comment rendre accessibles ces initiatives à des publics plus précaires, comment outiller les acteurs sociaux aux possibilités de change-ment d’échelle/d’impact offert par l’outil numérique ou encore le risque de distorsion entre des politiques publiques, basées sur la solidarité collective et une action sociale davantage liée à des pratiques caritatives.

Au travers d’interviews de publics précarisés, l’étude montre en tout cas le caractère relativement inaccessible de toute une série d’offres relevant de l’économie collaborative, notamment celles relevant du business model puisque payant. Les pratiques collabora-tives basées sur un accès numérique questionnent la fracture numérique. Enfin les offres qui sollicitent le partage de compétences interrogent le sentiment de capacité, les personnes précarisées ne se sentant ‘pas à la hauteur’ pour ce type d’échanges de services.

Pourtant, parmi les dispositifs étudiés, des projets-pilotes faisant usage des plate-formes numériques dans une finalité sociale ont été analysés, par exemple pour la lutte contre le gaspillage alimentaire et l’accès à l’alimentation avec des projets comme Soli-food, Wefood. Ces projets ont également mis en lumière la possibilité de favoriser la collaboration, la mutualisation et la mise en réseau d’acteurs dans un but commun. D’autres projets visant à l’inclusion d’un public précaire grâce à la réduction des prix par des pratiques collaboratives ont été observés, comme c’est le cas dans certains projets d’achats collectifs ou de supermarchés participatifs (Bees-coop).

Quant aux acteurs du secteur social, et plus spécifiquement ceux actifs dans l’aide aux plus démunis, ils appréhendent diversement les potentialités de cette économie collabora-tive et questionnent ce modèle: l’économie collaborative appliquée à l’action sociale met-elle en péril notre modèle social déjà fragilisé? L’avènement de nouveaux acteurs issus de l’économie collaborative conduit-il à une certaine distorsion de concurrence avec le secteur de l’économie sociale? A contrario, l’économie collaborative est-elle une aubaine pour faire face aux réductions de subsides, pour diversifier et mutualiser les ressources, les structures, les partenariats? Le modèle économique reposant sur le subside public freine-t-il l’émergence des pratiques collaboratives au sein des acteurs de l’action sociale? Toutes ces questions mériteraient d’être creusées par les acteurs de terrain et les responsables poli-tiques, pour mettre en place une politique articulée et éclairée autour de cette économie collaborative, dont les potentialités et les écueils coexistent.

Page 12: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting12 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

SUMMARY

Tentative definition and overview of collaborative practices This exploratory research attempts to give an account of a rather vague concept which is difficult to define – that of the sharing economy. It could be said to encompass four main sectors: consumption, production, finance and collaborative knowledge. A series of practices are emerging from it, such as peer-to-peer production, participation, free access, relocation, dematerialisation, deconsumerism, disintermediation and mutuali-sation. An inventory of sharing economy initiatives in both the French- and Dutch-speaking areas in Belgium has been drawn up and can be found in the appendix to this exploratory report.

The sharing economy is expanding alongside a growth in the number of internet platforms. Together with digitisation, the sharing economy is helping to stimulate a revival of the ‘old means of sharing and solidarity’ (bartering, grouped purchases, car-sharing, etc.), and is now bringing about a real change of scale, in terms of both possibilities and the impact of these practices. However, some of these practices, characterised by a shift from ownership to usage, are accessed via extremely profitable platforms based on a much more classic business model which assumes that clients pay for services offered by their peers. This is known as collaborative capitalism. This economy thus displays great diversity in both its economic and its political models.

Scope, resulting issues and regulation in BelgiumBesides the variable definition of the sharing economy, its scale is equally difficult to gauge. Few convincing statistics have been produced and the rare studies that exist are not necessarily objective, but there appears to be potential for significant progress over the coming years. The inventory of collaborative practices in Belgium reveals a certain dynamic in terms of the sectors explored and the scale of services offered.

On the basis of the collaborative projects examined, it appears that different types of contributor are emerging:

• those who claim to be part of the sharing economy, that is businesses which are generally internet-based and most of which have little or no link with the social economy;

• those involved in the social economy and who have for a long time been used to horizontal, cooperative practices, but who do not claim to be part of the sharing economy;

• and finally, those involved in social action and voluntary projects who use certain collaborative practices as new tools or solutions for responding to social needs.

Page 13: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 13

The potential of such an economy to progress clearly raises the question of deregula-tion and the threats that this could pose to the right to work, the protection of workers and the social security system as we know it. This is particularly, but not exclusively, the case for platforms based on the collaborative capitalism business model. Propositions for regulation exist and are being considered at a European level and there are generally positive initiatives particularly with regard to federal regulation.

The sharing economy – an opportunity in the fight against social precariousness? The question of opportunities offered by the sharing economy to the social sector was one of the core issues of this exploratory research. Essential and other resulting ques-tions are addressed, such as how to make these initiatives accessible to the more vulne-rable in society, how to equip social stakeholders for the possibility of a change of scale/impact posed by digital tools, and the risk of imbalance between public policies which are based on collective solidarity and social action more related to charitable practices.

Through interviews with vulnerable people, the study shows the relatively inacces-sible character of a whole series of services offered by the sharing economy, in particular those which fall within the business model as they come at a cost. Collaborative practices based on internet access raise the question of the digital divide. Finally, services which require the sharing of skills call into question feelings of ability; the vulnerable do not feel ‘capable’ of exchanging services in this way.

However, among the schemes analysed were pilot projects which use digital plat-forms with a social purpose, for example in the fight against food waste and for access to food, such as Soli-food and Wefood. These projects also highlighted the possibility of favouring collaboration, mutualisation and creating networks of those with a common goal. Other projects were noted which aim to include the vulnerable by reducing prices through collaborative practices, as in the case of certain collective purchasing or participative supermarket projects such as Bees-coop.

Those involved in the social sector, and more specifically those working in the area of aid for the most vulnerable, harbour various fears with regard to the potential of the sharing economy and question this model: if the sharing economy is applied to social projects, does it endanger our already fragile social model? Is the arrival of new players from the sharing economy leading to a certain competition imbalance with the social economy sector? Conversely, is the sharing economy a windfall which could face up to reductions in subsidies and diversify and mutualise resources, structures and partner-ships? Does the economic model which relies on public subsidies slow the emergence of collaborative practices among those involved in social projects? All these questions deserve to be examined in detail by those on the ground and by politicians, in order to establish a clearly-defined and informed policy regarding the sharing economy, in which potential and pitfalls coexist.

Page 14: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?
Page 15: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 15

INLEIDING

De jongste jaren zien we in Brussel, Wallonië en Vlaanderen, net als elders in de wereld, ‘deelpraktijken’ ontstaan. Hierdoor ontstaan nieuwe manieren om toegang te krijgen tot producten en tot een nieuw aanbod van diensten.

Is deze ‘deeleconomie’1 vernieuwend, of gaat het om een variatie op wat al bestaat? Kan de ‘deelinnovatie’ mee tot vernieuwing leiden, meer bepaald wat het gemeenschap-pelijke gebruik van middelen betreft, de verschuiving naar gebruikswaarde en de groeiende belangstelling voor deze praktijken via het web? Brengen deze nieuwe deelpraktijken oplossingen – of zouden ze dat kunnen doen? – voor maatschappelijke problemen waar de armste consumenten mee te kampen hebben?

Hoe kunnen sociale huurders die geen rijbewijs hebben toegang krijgen tot mobili-teit? Hoe komen arme gepensioneerden aan een kwaliteitsbril als de prijs van een montuur meer dan 200 euro bedraagt? Hoe kunnen mensen met een bescheiden inkomen behoorlijke huisvesting krijgen zonder naar de rand van onze steden te moeten verhuizen? Hoe kom je aan kleren en voedsel als je bestaansonzeker bent?

Vandaag de dag bestaan er digitale platformen waarmee mobiliteitsproblemen kunnen worden opgelost en die toegang bieden tot laaggeprijsde voedingswaren. FabLabs2 maken het mogelijk goedkope brillen te maken. Op allerlei geefinitiatieven vind je kleren zonder geld te moeten uitgeven.

Sommige platformen, zoals bijvoorbeeld Uber en Airbnb, ontgroeiden ondertussen hun originele waarden van delen en uitwisselen en kregen eerder de vorm van grote monopolisten. Ze worden meer gebruikt door de midden- en hogere klasse dan door mensen in armoede.

Om tot mogelijke antwoorden te komen op de vragen die de deeleconomie en haar zeer uiteenlopende praktijken opwerpen, doen wij in dit verkennende rapport een voorstel om het begrip ‘deeleconomie’ te definiëren, brengen we een overzicht van bestaande deelpraktijken in België en schetsen we de uitdagingen op Europees vlak.

Er is tot slot de strijd tegen armoede, een van de thema’s waarrond de Koning Boudewijnstichting werkt. In dit verband rijst de vraag of deelpraktijken kunnen uitgroeien tot nieuwe dragers van oplossingen: kunnen we met de nieuwe diensten, tools en producten de strijd tegen kansarmoede voeren en opvoeren?

1 Noot van de vertaler: in deze Nederlandse vertaling gebruiken we het woord ‘deeleconomie’, zoals ook in de documenten van de federale regering en de Europese Commissie. Als het woord ‘collaboratief ’ wordt gebruikt, heeft het hier dezelfde betekenis als ‘deel-‘. Ook in het Nederlands ligt de inhoud van deze begrippen in het taalgebruik overigens niet vast.

2 FabLab komt van het Engelse fabrication laboratory, productielabo: het gaat om een vrij toegankelijke en met materiaal uitgeruste plaats waar je vrij voorwerpen kunt fabriceren.

Page 16: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?
Page 17: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

17

Deeleconomie:Een poging tot definitie – Overzicht van deelpraktijken in België

Hoofdstuk I

Page 18: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting18 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Hoofdstuk 1. Deeleconomie: Een poging tot definitie – Overzicht van deelpraktijken in België

I. EEN POGING TOT DEFINITIE

Een definitie geven van het begrip ‘deeleconomie’ is op dit moment een grote uitdaging. Het concept is wazig, ook volgens specialisten, het wordt misbruikt en kan makkelijk als dekmantel dienen voor activiteiten die sterk aan ‘sharewashing’ doen denken. Volgens sommigen, zoals Matthieu Lietaert, die het boek Homo Cooperans 2.03 schreef en een fervente voorstander is van de deeleconomie, gaat het niet om een nieuw concept: “De mens heeft altijd al aan deeleconomie gedaan. Sinds twee miljoen jaar wisselde de Homo habilis dingen uit en werkte hij samen met gelijken.”4

Onder het begrip ‘deeleconomie’ worden vandaag de dag een aantal initiatieven gevat die ertoe zouden behoren, zonder dat een precieze definitie wordt gegeven. Als we kijken naar de media, de meer wetenschappelijke analyses van het fenomeen en inventa-rissen van dergelijke initiatieven, blijkt dat deeleconomie over vier domeinen gaat: consumptie, productie, financiering en gedeelde kennis. Het gaat daarbij om zeer ruime thema’s, zoals voeding, huisvesting, werk, transport, reizen, diensten en kennis, materiële goederen, financiële en economische modellen, cultuur…

3 Couleur Livres, 2015.4 Interview met Matthieu Lietaert op de website www.alterechos.be, 20 november 2015.

Page 19: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 19

Tabel – Deeleconomie en zijn vier domeinen5 :

DEELPRODUCTIE Materiële en immateriële creatie, of nog: de productie van gemeenschappelijke goederen en deelplatformen. De Makers-beweging is op dit vlak erg symbolisch: in plaats van in Azië goederen te laten produceren en ze vervolgens over de aarde te vervoeren, maken 3D-printing, de beweging Do It Yourself (DIY) en het hergebruik van tweedehandsobjecten de productie in kleine series mogelijk, gepersonaliseerd en zo dicht mogelijk bij de plek (en de volumes) van de consumptie.

DEELCONSUMPTIE In dit model gaat het gebruik van een goed of dienst voor op de eigendom hiervan. Het kan gaan om verhuren of lenen door particulieren, het delen van voedsel, huisvesting… Dit is wellicht de meest ‘rijpe’ sector in de deeleconomie. Hij berust op het principe van het gebruik van dingen die anders ‘ongebruikt’ zijn. Nieuwe technologie maakt het mogelijk om een vraag naar een bepaald gebruik af te stemmen op een aanbod dat tot op heden niet voldoende gepreciseerd kon worden.

DEEL- OF COLLABORATIEVE FINANCIERING

Er zijn drie takken: peer to peer funding, peer to peer lending en peer to peer currency. Anders gezegd: het delen van fondsen, leningen en de creatie van alternatieve munten. Economische modellen die sinds meer dan 400 jaar functioneren evolueren en tussenpersonen vallen weg.

GEDEELDE KENNIS Gaat uit van het idee van vrije kennis en betreft onderwijs, onderzoek, creatie, uitwisselingsnetwerken maar ook governance (bestuur, beleid). Deze beweging is indrukwekkend en de huidige opvoedings- en onderwijsmodellen bereiden zich voor op een grondige transformatie (via Open Science). Wat Open Democracy betreft: alle bewegingen om publieke data open te stellen (Open Data) of wetteksten te schrijven op wiki hebben nu nog nauwelijks invloed op onze samenlevingen, maar die impact kan bijzonder groot worden.Bron: Etopia

Kan de deeleconomie een alternatief bieden voor het consumptie- en concurren-tiemodel? Wikipedia, de encyclopedie die zelf een product is van de deelbeweging, definieert ‘deeleconomie’ (économie collaborative) op haar Franstalige pagina als volgt: “Menselijke activiteit die in een/de gemeenschap waarde wil creëren en die uitgaat van nieuwe manieren van arbeidsorganisatie. Ze steunt eerder op een horizontale dan op een verticale organisatie, dus op het gemeenschappelijk gebruik van goederen, ruimtes en tools, en op burgers die zich in netwerken of gemeenschappen organiseren. Ze gebruikt over het algemeen internetplat-formen als middel.”

Essentieel is ook dit: “Haar succes is te danken aan het gebruik van nieuwe technologieën, waardoor collectieve creatie en productie mogelijk worden.” Niet alles wat met de deeleconomie in brede zin wordt verbonden is gebaseerd op een platformeconomie, maar de platformen hebben het wel mogelijk gemaakt dat de deeleconomie en de paradigma- veranderingen die ermee gepaard gaan (of niet), zonder voorgaande zijn geëxpandeerd.

5 Zie Delphine Masset en Eric Luyckx, L’économie collaborative, une alternative au modèle de compétition, op Etopia, website geraadpleegd op 31 mei 2015, etopia.be.

Hoofdstuk 1. Deeleconomie: Een poging tot definitie – Overzicht van deelpraktijken in België

Page 20: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting20 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De ‘deelencyclopedie’ Wikipedia voegt er nog aan toe: “Dit type economie evolueert in een context van wantrouwen tegenover het traditionele kapitalistische systeem, economische crisis en ethische bewustwording in verband met het milieu.”

De definitie hierboven houdt al een positiebepaling in. Ze helt over naar een speci-fieke opvatting van de deeleconomie, die dan tegenover de kapitalistische economie staat en meer nadruk legt op de collaboratieve logistiek die is gebaseerd op een terugkeer naar het collectieve, de herlokalisering van de economie, de nadruk op sociale banden en respect voor het milieu.

Dergelijke definitie is moeilijk te handhaven. Niet alle ondernemingen die vandaag de dag zeggen deel uit te maken van de deeleconomie passen hierin. Dat is met name het geval voor bijzonder rendabele platformen als Uber, Airbnb en BlaBlaCar. Hun primaire doelstellingen zijn niet wat hierboven staat. Ook heel wat andere projecten die met de deeleconomie worden geassocieerd zijn gebouwd op een winstlogica. Maken zij deel uit van de deeleconomie, of hebben zij alleen maar collaboratieve gedragingen in hun gewone activiteiten geïntegreerd?

De Amerikaanse econoom Jeremy Rifkin, auteur van het boek The Zero Marginal Cost Society6, mag dan wel betogen dat “de toenemende kracht van het collaboratieve model het kapitalisme, dat al op zijn retour is, geleidelijk aan in de marge zal dwingen.” In de feiten is het nog lang niet zo ver.

Er is dus het deelmodel dat wordt gekenmerkt door het uitwisselen van diensten of door giften, maar daarnaast sluit de deeleconomie het businessmodel waarin klanten betalen voor diensten aangeboden door peers, niet uit. Sommigen spreken in dit verband van ‘deelkapitalisme’.

Er is ook een grote diversiteit, zowel in de economische als politieke modellen van de deeleconomie. We kunnen spreken van profit of non-profit logica’s.

Typologie: modellen

BUSINESS ORIENTED MODEL Ruil volgens profitprincipes van goederen/diensten (bv.: Airbnb, Uber enz.)

GIVING & TAKING MODEL Ruil volgens non-profit principes van goederen/diensten (bv.: Couchsurfing)

ONE WAY GIVING OF CHARITY MODEL

Ruil of gift zonder tegenprestatie (bv.: geefinitiatieven)

Is het concept ‘deeleconomie’ dan iets waar alles in past? Eric Luyckx, verant-woordelijk voor permanente vorming bij Etopia en auteur van tal van studies over de deeleconomie stelt: “We hebben te maken met iets dat erg hybride is en dat zowel louter virtuele zaken omvat als online platformen die alleen maar consumenten/gebruikers met elkaar in contact brengen en ook projecten als de Repair Cafés, waar je met concrete dingen bezig bent: fysiek

6 Jeremy Rifkin, The Zero Marginal Cost Society, Editions Les liens qui libèrent, 2014.

Hoofdstuk I. Deeleconomie: Een poging tot definitie – Overzicht van deelpraktijken in België

Page 21: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 21

reparatie- en herstelwerk. […] Er zitten 100% neoliberale projecten tussen terwijl andere dan weer zeer burgergericht en participatief zijn. […] Ook de verwachte meerwaarden zijn erg uiteenlopend. Er zijn initiatieven die een financiële meerwaarde beogen, terwijl andere in de richting gaan van meer welzijn via maatschappelijke banden bijvoorbeeld, of door een grotere bekendheid.”7

De ‘nieuwe economie’ vindt haar oorsprong bij een militant burgerschap dat de productiewijzen en de massaconsumptie door individuen wilde veranderen. Ze raakt de kern van maatschappelijke uitdagingen die op zoek zijn naar een alternatief econo-misch model:

ECONOMISCH Deel- of coöperatieve economie Delen door een gemeenschappelijk gebruik van de middelen en het verdelen van de uitgaven lijkt in tijden van crisis een aantrekkelijk uitgangspunt om ervoor te zorgen dat mensen toegang blijven hebben tot consumptiegoederen. Andere kenmerken: horizontalisering en democratisering van de arbeidsorganisatie.

SOCIAAL Economie van het delen (non-profit, dus buiten het streven naar winst)

Samenwerking tussen de leden is een manier om de sociale banden aan te halen. Het gaat om een andere manier van produceren en consumeren: delen van materiaal, herstellingen, recyclage van huishoudapparaten, Repair Cafés, geefinitiatieven…

MILIEU Kringloop- of circulaire economie

Buiten de massaconsumptie treden door goederen te doen circuleren; stimuleren van de kringloopeconomie in de strijd tegen verspilling, vervuiling…

DIGITAAL Platformeconomie De nieuwe technologieën bevorderen verbindingen en uitwisseling. Doel: een virtuele plaats creëren waar goederen en diensten worden verkocht of verhuurd, over het algemeen tussen particulieren en in sommige gevallen met bijdragen

Deze uiteenlopende maatschappelijke uitdagingen kunnen ook samen aanwezig zijn binnen één collaboratief project, cumulatief of soms ook tegenstrijdig en paradoxaal. Zo hebben onderzoekers in het geval van Airbnb bij gebruikers van het platform een soort boemerangeffect waargenomen: zij beweren meer te reizen sinds ze gebruik maken van Airbnb, met de bijhorende ecologische impact.

7 Eric Luyckx, ‘Economie collaborative, de quoi parle-t-on?’ in: L’économie collaborative, une alternative au capitalisme?, Cahiers du Ciep, nr. 19, maart 2015.

Hoofdstuk I. Deeleconomie: Een poging tot definitie – Overzicht van deelpraktijken in België

Page 22: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting22 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

II. OVERZICHT VAN DEELPRAKTIJKEN IN BELGIË

Het begrip ‘deeleconomie’ is nog jong, maar er bestaan in België al langer deelpraktijken. In 1994 ging in Leuven de eerste LETS-groep van start, waarbij LETS staat voor ‘Local Exchange and Trading System’. Mensen begonnen er kleine diensten uit te wisselen en/of te ruilen. In 2006 vormden zich in Brussel de eerste drie GAS- of GAC-groepen (Groupes d’Achats Solidaires of Groupes d’Achats Communs). Burgers die anders wilden gaan consumeren, los van tussenschakels als de supermarkten, verenigden zich met als doel: het gemeenschappelijk aankopen van biologisch geteelde producten bij eenzelfde lokale producent. Vandaag zijn er in Brussel meer dan zeventig dergelijke groepen. Wat mobiliteit betreft is Taxistop een voorloper bij de platformen voor autodelen die momenteel in de mode zijn (Uber, BlaBlaCar…). Al in de jaren 1970 bracht deze dienst mensen met elkaar in contact om voor korte of langere afstanden aan autodelen te doen. Repair Cafés, SEL-initiatieven, couchsurfing enz. Initiatieven van burgers, verenigin-gen, sociaal ondernemers, studenten, social makers…: er ziet wel elke dag een nieuw initiatief het licht. Het is in zo’n veelheid van projecten dan ook een onmogelijke taak een exhaustieve inventaris op te stellen van deelpraktijken. Toch biedt een eerste verkennend overzicht van ‘deelpraktijken’ in België een dynamisch beeld (zie bijlage).

Deelprojecten vinden hun oorsprong in een militant burgerschap dat de productiewijzen wilde veranderen. Vandaag de dag zijn er bij de drijvende krachten diverse profielen:

• Een eerste groep komt rechtstreeks uit de deeleconomie. Het gaat over het algemeen om ondernemers van wie de meesten professioneel op het net actief waren. De meesten hebben weinig of helemaal geen voeling met de sociale economie (Wefood, Car Renting, Ouishare enz.);

• andere initiatiefnemers komen uit de sociale economie en zijn sinds jaren aanhangers van horizontale, coöperatieve enz. praktijken. Zij beroepen zich niet in het bijzonder op de deeleconomie;

• een aantal komt voort uit de sociale beweging en het verenigingsleven. Zij doen een beroep op deelpraktijken als nieuwe tool/oplossing om maatschappelijke noden aan te pakken (bv. geefbeurzen, Soli-Food enz.).

Er is vandaag de dag in België dus een zeer brede waaier van deelpraktijken. Die omvat-ten de vier hoofddomeinen van de deeleconomie:

• gedeelde consumptieDe vzw Réseau des Consommateurs Responsables heeft recent op een interactieve kaart alle projecten rond verantwoorde consumptie uit Wallonië en Brussel opgelijst. Er werden meer dan 900 initiatieven verzameld: deelinitiatieven, onderlinge hulp, groepsaanko-pen, Repair Cafés, geefinitiatieven, SEL, Give Boxen enz.

Hoofdstuk I. Deeleconomie: Een poging tot definitie – Overzicht van deelpraktijken in België

Page 23: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 23

• gedeelde productieIn onze steden zijn er ook nieuwe modellen voor het delen van werkruimtes (co-wor-king), het uitwisselen van kennis (webcommunities), productie (bijvoorbeeld FabLabs, plaatsen waar kennis en materiaal worden gedeeld, met daarbij soms zelfs spitstechno-logie zoals 3D-printers). Hierdoor kunnen leden voor minder geld prototypes van goederen maken.

• gedeelde financieringParticipatieve financieringsplatformen op het web stellen elke burger in staat bij te dragen aan een project.

• gedeelde kennisHet platform Wikipedia is een pionier wat het gebruik van digitale mogelijkheden door burgers betreft. Er zijn inmiddels tal van gelijkaardige projecten ontwikkeld, zoals OpenStreetMap, een project rond gedeelde cartografie, pedagogische projecten zoals de MOOCs (Massive Open Online Courses).

Tabel met de vier hoofddomeinen van de deeleconomie in België

GEDEELDE CONSUMPTIE GEDEELDE PRODUCTIE

GEDEELDE FINANCIERING

GEDEELDE KENNIS

VoedingGroepsaankopen bij lokale producenten, verkooppunten en coöperatieve supermarkten/korte keten. Strijd tegen voedselverspilling, recuperatie, hergebruik, tweede distributie…

Co-working(fab labs, Tournevie…)

Platformen(Kisskissbankbank, growfunding…)

Cartographie(Open street map…)

MobiliteitAutodelen, verhuur/dienst

Médias(Médor, WhatFor)

Webcommunities(Wikipédia, mailing-list…)

Toerisme(couchsurfing, Airbnb, WarmShowers …)

Vrije programmatuur(Linux, Open Office)

Incubatoren/ideeënversnellers (netwerk Ouishare, Hellosharing, hackathons of collaboratief geprogrammeerde evenementen

HuisvestingSamenhuur, groepswonen (Community Land Trust…)

BuurtdienstenSystemen voor lokale uitwisseling, webplatform voor dienstverleners tegen betaling

Kringloop- of circulaire economieGroepscomposteren, recyclage van renovatie- en bouwmateriaal, tweedehandsgoederen

Vrije tijd

Hoofdstuk I. Deeleconomie: Een poging tot definitie – Overzicht van deelpraktijken in België

Page 24: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting24 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Er is de indeling van de deeleconomie in vier economische domeinen, maar we kunnen daarnaast in de projecten ook diverse vormen van collaboratieve praktij-ken onderscheiden:8

• Peer-to-peerproductieDe productie is niet langer het werk van een individu dat door brevetten/patenten wordt beschermd, wat delen in de weg staat. Als mensen zelf producenten van diensten worden, spreken we van een gedistribueerde economie (bv.: co-makers, co-working, Airbnb, couchsurfing).

• ParticipatieBurgers kunnen in gelijk welke fase van een project deelnemen aan de uitwerking ervan (bv. participatief financieren).

• Vrije toegangDit uitgangspunt dringt meer en meer door en wordt door het internet gefaciliteerd (bv. vrije, open software).

• HerlokaliseringDe banden tussen producenten en consumenten zijn verdwenen. Het zoeken naar een nieuwe relatie tussen die twee leidt tot een herlokalisering van de productie (bv. de solidaire en groepsaankopen van GAS/GAC).

• DematerialisatieBeantwoordt aan de behoefte om van een dienst te genieten en niet langer een product te bezitten. Dit is de functionaliteitseconomie (bv. uitlenen en ruilen van objecten en diensten door particulieren onderling).

• ConsuminderenVan overvloed gaan we naar selectiviteit bij het kiezen van producten. Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit (bv. Troc.com).

• Wegvallen van tussenschakelsWe beleven een tijd van rationalisering. Om te consumeren en met minder kosten te produceren gaan nutteloze tussenschakels eruit, zoals de grootdistributie. De micro-economie is ook een zogenaamde ‘ korte keten economie’ (bv. GAS, Airbnb).

• Gedeeld gebruikDe transitie van individuele eigendom naar gebruik of gemeenschappelijke eigendom. Wat telt is niet langer het bezit van een goed, maar er toegang toe hebben. Toch is er een ‘eigenaar’ nodig die het gedeeld gebruik of de gedeelde aankoop waarover alle eigenaars het eens zijn regelt, zoals een verbruikerscoöperatie (bv. autodelen, Taxistop enz.).

8 Zie de definitie van deeleconomie van het Labo voor Sociale en Solidaire Economie, website geraadpleegd op 31 mei 2015, lelabo-ess.org.

Hoofdstuk I. Deeleconomie: Een poging tot definitie – Overzicht van deelpraktijken in België

Page 25: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

25

Deeleconomie:Omvang, uitdagingen en reglementering in België en Europa

Hoofdstuk II

Page 26: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting26 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De wereld van de deeleconomie is een paraplubegrip voor initiatieven die soms weinig met elkaar gemeen hebben: “Al die projecten bevinden zich in een wazige nevel en worden gedragen door mensen met zeer uiteenlopende beweegredenen,” stelt Damien Demailly, coördinator van het project New Prosperity bij IDDRI (Institut du développement durable et des relations internationales) in Parijs. Zuivere profitprojecten staan er zij aan zij met andere die gewoon gaan over ruilen of autodelen. Demailly wordt beschouwd als een van de grote specialisten van de deeleconomie in Frankrijk.

Hoofdstuk II. Deeleconomie: Omvang, uitdagingen en reglementering in België en Europa

Page 27: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 27

Hoofdstuk II. Deeleconomie: Omvang, uitdagingen en reglementering in België en Europa

I. OMVANG VAN HET FENOMEEN; UITDAGINGEN DIE DAARUIT VOORTVLOEIEN

Er is sprake van een ‘nieuwe industriële revolutie’ die een factor is in de economische ontwikkeling en die een breekpunt vormt met wat de arbeidsmarkt vandaag kenmerkt. Weinig mensen zijn in staat het fenomeen op Europees niveau te objectiveren en betrouwbare indicatoren lijken er niet te zijn. Er bestaan cijfers, maar die zijn breed interpreteerbaar en komen vaak van de sector zelf, van actoren die er belang bij hebben of van wat men ‘Blijde Boodschap-profeten’ van de deeleconomie zou kunnen noemen, zoals Rachel Botsman of Jeremy Rifkin.

Een verklaring voor het ontbreken van cijfermateriaal is dat een belangrijk deel van de ruiloperaties in een non-profit kader plaatsvindt. Het is dan ook niet verbazend dat de enige beschikbare gegevens gaan over het onderdeel van de deeleconomie waar het meest over wordt gepraat: het profit-gedeelte, ook soms genoemd ‘renting economy’ of ‘platformkapitalisme’. Bij de luttele referenties is er de studie die PricewaterhouseCoo-pers (PwC) in 2015 voerde9. Die is beperkt tot vijf sectoren: peer-to-peer financiering (leningen tussen particulieren onderling), online rekrutering, huisvesting, autodelen en streaming van muziek/video. Ter illustratie van het gebrek aan cijfermateriaal: het Franse Ministerie van Economie, Industrie en Informatica heeft dezelfde cijfers gepubliceerd – bij gebrek aan andere – in een rapport van juni 2015 met de titel Enjeux et perspectives de la consommation collaborative. Wat cijfers betreft is er nog een bijdrage: het onderzoek dat ING begin 2015 voerde en dat zich alleen boog over deelactiviteiten waar een vorm van betaling mee gemoeid was.

Wat waren de resultaten? Volgens de studie van PwC is de markt van de deelecono-mie (sharing economy) op wereldvlak goed voor 15 miljard dollar (cijfers van mei 2015). Het auditcomité schat dat dit in 2025 naar 335 miljard zal stijgen. Olivier Salesse, strategisch Directeur bij PwC: “De ondernemingen in de deeleconomie maken dat de verdeling van de inkomsten binnen de waardeketen wijzigt. Een vraag die daarbij rijst is naar wie de toegevoegde waarde zal gaan: de consumenten of de nieuwe intermediairen?” In het rapport van het Franse Ministerie van Economie, Industrie en Informatica hernemen de auteurs de cijfers van de PwC-studie en schatten ze dat de wereldmarkt van de deelconsumptie bestaat uit ongeveer 9.000 start-ups. Zij onderscheiden die van actoren die het start-up-stadium zijn ontgroeid, zoals Airbnb, dat vandaag meer dan 25 miljard dollar waard is. Hetzelfde geldt voor Uber, het platform dat bemiddelt tussen aanbieders van personen-vervoer en reizigers, en BlaBlaCar, het Franse platform voor autodelen.10 Nog opvallend: volgens het ING-onderzoek heeft ongeveer 1/3 van de Europeanen al van het begrip ‘deeleconomie’ gehoord. Het is niet verbazend dat het leeuwendeel daarvan voor rekening komt van de sector Toerisme en Vakantie. Volgens het onderzoek heeft 16% van de ondervraagde personen in de loop van het afgelopen jaar betaald om een onroe-

9 Consumer Intellligence Series: The Sharing Economy, Pricewaterhouse Cooper, april 2015.10 Rapport Pipame (Pôle Interministériel de Prospective et d’anticipation des mutations économiques),

Enjeux et perspectives de la consommation collaborative, juni 2015, p.16; zie http://www.entreprises.gouv.fr, luik Publications conjoncturelles, afdeling Numérique.

Page 28: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting28 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

rend goed tegen betaling te ‘delen’ in een vakantiecontext. 49% denkt dat de komende twaalf maanden te gaan doen.

Een aantal experten meent dat de deeleconomie een ernstige bedreiging vormt voor het recht op werk, de bescherming van werknemers en de systemen van sociale zekerheid. Edgar Szoc, econoom en professor aan de Haute École Henri Spaak, publiceerde onlangs de studie Du partage à l’enchère: les infortunes de la ‘Sharing Economy’11, op vraag van de Association Culturelle Joseph Jacquemotte. Zijn bevindingen zijn hard: de deeleconomie maakt in zekere zin de kapitalistische droom waar van de atomisering. Arbeidskrachten worden concurrenten van elkaar. Zij zijn verspreid over de hele wereld en zich niet kunnen verenigen om eisen te stellen. De deeleconomie verdiept ook de kloof tussen degenen die iets bezitten en dat op een platform kunnen valoriseren, en degenen die niets hebben. Er rijzen volgens hem ook problemen voor de overheden, die een belangrijk deel van hun potentiële fiscale basis zien verdwijnen in de meanders van het internet.

De vraag naar de arbeidsverhoudingen tussen de platformen en hun ‘werknemers’ is inderdaad aan de orde. Zijn zij wel werknemers, of gaat het om zelfstandigen? In de V.S. lopen momenteel processen om te proberen de ‘vrije’ arbeidsrelaties tussen dienstverleners en platformen opnieuw te kwalificeren in een band van onderge-schiktheid, waardoor de dienstverleners zouden transformeren tot werknemers van die platformen. In België is dat vooralsnog niet aan de orde, of althans niet volgens de rechters van de arbeidsrechtbank met wie wij hebben kunnen spreken.

Volgens velen zal de werknemer van morgen – door de effecten van de deelecono-mie – diverse activiteiten cumuleren. Hij zal werknemer/chauffeur van Uber kunnen zijn, actief (kunnen) zijn op een uitwisselingsplatform/… Een nieuw statuut dat de Franse FING (Fondation Internet Nouvelle Génération) aanduidt met de term slasher, van het Engelse woord ‘slash’ voor de bekende schuine streep /. “Werken voor een salaris is niet dood en begraven, maar er zal een hybridisering plaatsvinden,” aldus Amandine Brugière, die de projecten Digiwork en Infolab bij de FING leidt. Opnieuw is de omvang van deze nieuwe tendens vandaag de dag nog moeilijk in te schatten. Volgens sommigen is die al aanzienlijk, anderen relativeren het belang ervan, zoals ook Damien Demailly. Het debat is in elk geval levendig: velen beschou-wen deze multiactiviteit als een oorzaak van nieuwe precaire werk- en leefomstan-digheden voor werknemers. Dat doet onder meer de Europese confederatie van vakbonden, die stelt dat: “deze atypische werkregimes zich vroeger in de marge van de arbeidsmarkt bevonden. Vandaag heeft men soms de indruk dat ze de norm worden.”

Belangrijk detail: de grote meerderheid van de Europeanen die voor het ING-on-derzoek werden ondervraagd hebben in de loop van het afgelopen jaar binnen de deeleconomie 1000 euro of minder verdiend. De mediaan bedraagt rond de 300 euro per jaar. We staan dus nog ver van de ‘werknemers’ die van de deelecono-mie een bestaansmiddel hebben gemaakt.

11 Het artikel (in het Frans) is raadpleegbaar op de website van de Association culturelle Joseph Jacque-motte: http://acjj.be/publications/nos-analyses/du-partage-a-l-enchere-les.html

Hoofdstuk II. Deeleconomie: Omvang, uitdagingen en reglementering in België en Europa

Page 29: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 29

II. REGULERING: PREMISSEN

Voor een groot aantal betrokkenen is de verdere opgang van de deeleconomie onvermij-delijk. Zij nodigen de overheden daarom uit zich hierover te buigen. Dat doet onder meer Matthieu Lietaert in zijn werk Homo Cooperans 2.012: “De problemen op het vlak van het arbeidsrecht komen voort uit het gegeven dat er op wetgevend vlak een totale leegte is,” schrijft hij. Ook Denis Stokking, voorzitter van de Europese denktank ‘Pour la Solidarité’, denkt er zo over: “De arbeidsmarkt is het voorwerp van een onvermijdelijke transformatie, maar de sociale relaties zijn niet veranderd. De Staat, de sociale partners… Zij denken niet na over de manier waarop je deze mutatie moet gaan kaderen.” Waarna hij het idee lanceert van een uniek en universeel statuut voor werknemers, waardoor alle werknemers van dezelfde sociale bescherming zouden genieten: “De kwetsbare werknemers zijn actief bij Uber. Voor velen van hen gaat het om een overlevingseconomie en men weigert hen te steunen door hen een statuut te geven. Dat is ongelooflijk,” betreurt hij. En hij voegt eraan toe: “De Europese Commissie denkt tenminste na over de kwestie en buigt er zich over. Want in België: niets daarvan.”

Overheden staan huiverig tegenover deze nieuwe economie en reageren case per case. Zij staan onder druk van de traditionele ondernemingen en ze proberen ook hun eigen financieringsstructuren te behouden. Maar meer dan het afremmen van de extreme concurrentie, die wordt veroorzaakt door de platformen die zich vooral op de renting economy baseren om hun businessmodel te vestigen, gebeurt er niet. Een echte visie ontbreekt. De overheden willen de bestaande regels doen respecteren, die soms door het bestaande al aan de kant zijn geschoven.

Volgens sommigen is het daarom belangrijk dat men nu tussenkomt in het veld van de deeleconomie: aan de ene kant om de mogelijkheden te creëren voor de ontwikkeling van collaboratieve burgerinitiatieven, door het wegnemen van administratieve obsta-kels en door de creatie van aangepaste juridische kaders. Aan de andere kant moet de profit-deeleconomie zoals grote groepen die opvatten, ook een kader krijgen. Doelstel-lingen van een regulering moeten zijn: ervoor zorgen dat deze activiteiten bijdragen aan de financiering van ons solidariteitsstelsel en dat particulieren die in het model functioneren sociale rechten genieten. Diverse politieke partijen en hun studiediensten hebben belangstelling voor de deeleconomie en organiseren colloquia waar de kwestie van de definiëring en de uitdagingen op de agenda staan, evenals de regulering en het risico op het afbrokkelen van verworven sociale rechten. De aanpak en de antwoorden zijn in dit stadium nog zeer aftastend.

De Belgische federale Regering keurde in mei 2016 een voorontwerp van wet goed dat was voorgesteld door Alexander De Croo, (Open VLD), minister van de Digitale Agenda en Telecommunicatie. Deze programmawet bevat maatregelen die verband houden met de inkomsten uit de deeleconomie en werd op 30 juni 2016 door de Kamer

12 Op cit. Ed. Couleur Livres, 2015.

Hoofdstuk II. Deeleconomie: Omvang, uitdagingen en reglementering in België en Europa

Page 30: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting30 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

van Volksvertegenwoordigers goedgekeurd.13 De bijhorende maatregelen werden op 1 juli 2016 van kracht. De tekst stelt een nieuwe regeling in voor personen van wie de inkomsten in het kader van de deeleconomie jaarlijks niet meer dan 5000 euro bruto bedragen. Die worden onderworpen aan een eenmalige bronheffing van 20%, na een forfaitaire kostenaftrek van 50%. Anders gezegd: iemand die jaarlijks 4000 euro verdient in het kader van de deeleconomie, zal op dit bedrag 400 euro belasting betalen (20% op de helft van 4000 euro). Wie jaarlijks meer dan 5000 euro verdient, wordt onderworpen aan het klassieke belastingstelsel. De wet regelt ook een vrijstelling voor mensen die een activiteit uitoefenen die inkomsten genereert in het kader van de deeleconomie: zolang de inkomsten niet hoger liggen dan de vermelde bedragen, worden zij vrijgesteld van het aannemen van het zelfstandigenstatuut. Op zijn website14 erkent minister De Croo dat het Belgische sociale en fiscale model niet is aangepast aan de realiteit van deze nieuwe economie. Daarom moest er een formule worden gevonden om een hele reeks activiteiten uit de grijze zone te halen. Dat is gebeurd door een belastingheffing aan de bron in te voeren: de platformen zelf moeten die innen en vervolgens doorstorten aan de fiscale administratie, met de noodzakelijke fiscale gegevens. Deze regeling betreft alleen de particulieren, niet de dienstverleners van wie dit de hoofdactiviteit is.

Deze programmawet is in Europa een voorloper. Tot op heden heeft alleen het Verenigd Koninkrijk wetgevend werk verricht in verband met de deeleconomie, door een fiscale vrijstelling in te voeren voor inkomsten tot 2500 euro. Ook daar gaat het alleen over de belastingproblematiek en niet over het statuut van de kwetsbare werkne-mers. Er wordt voor wat boven dat bedrag gaat verwezen naar de klassieke reglemente-ring voor zelfstandigen. Er circuleren daarom ook al voorstellen om een specifiek sociaal statuut in het leven te roepen voor wie in de ‘disruptieve economie’ werkt.

In september 2015 lanceerde de Europese Commissie op haar beurt een publieks-raadpleging – ten behoeve van onder meer particulieren, maar ook van alle actoren in de deeleconomie – over het wetgevend kader inzake platformen, online intermediairen, data en informatica in de cloud, en ook over de deeleconomie. De raadpleging vond plaats van 24 september tot 31 december 2015: “Doel is meningen in te zamelen over de deeleconomie, over rechten en verantwoordelijkheden, bestaande leveranciers, vernieuwing en de keuze van consumenten,” stelde een perscommuniqué van de Commissie van 6 mei 2015.

Uit de voorlopige resultaten – de definitieve resultaten worden over afzienbare tijd gepubliceerd – blijkt al dat “de consumenten, ondernemers en nationale autoriteiten geconfron-teerd worden met onzekerheden wat betreft geldende regels en de andere rechten en plichten voor de gebruikers en de dienstverleners,” aldus een woordvoerder van de Commissie. “Er is nood aan meer sturing en betere informatie in verband met de toepassing van de reeds bestaande regelgeving.” De resultaten van deze raadpleging leverden voor de Commissie input op voor de voorbereiding van haar communicatie inzake de Europese agenda voor de deeleconomie. Die zal meer duidelijkheid bieden over de manier waarop de reeds bestaande regelgeving van toepassing is op de deeleconomie. In de Europese regelgeving

13 Kamer van Volksvertegenwoordigers, zie http://www.lachambre.be/kvvcr/showpage.cfm?section=/flwb&language=nl&cfm=/site/wwwcfm/flwb/flwbn.cfm?legislat=54&dossierID=1875

14 www.decroo.belgium.be/nl

Hoofdstuk II. Deeleconomie: Omvang, uitdagingen en reglementering in België en Europa

Page 31: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 31

betreft het meer bepaald de richtlijnen over de diensten en over elektronische handel. De Commissie stelt: “De communicatie zal ook aanbevelingen inhouden voor de lidstaten over de wijze waarop zij hun wetgeving beter in overeenstemming kunnen brengen met de Europese regels, om er zo voor te zorgen dat de deeleconomie zich evenwichtig verder kan ontwikkelen.”

In dit verband bestudeert de Commissie ook hoe zij de ontwikkeling van nieuwe en vernieuwende diensten kan aanmoedigen, zonder daarom één bepaald business model te begunstigen: “De deeleconomie leidt tot meer keuzemogelijkheden en betere prijzen voor de consument, en bovendien biedt ze voor de Europese economie groeiperspectieven,” aldus nog de Commissie. “Tezelfdertijd dienen zich belangrijke uitdagingen aan inzake consumentenbescher-ming, belastingen en arbeidsrecht, die ook nader moeten worden bekeken.”

Hoofdstuk II. Deeleconomie: Omvang, uitdagingen en reglementering in België en Europa

Page 32: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting32 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

III. EEN KANS VOOR EEN MEER SOCIALE ECONOMIE?

Ondanks de kritiek van sommigen zijn veel gesprekspartners met wie wij hebben gespro-ken van mening dat de deeleconomie ook kansen biedt voor de sociale sector. Zij merken op dat de bezwaren vaak alleen de harde profit zijde van de deeleconomie betref-fen. Ze gaan niet over de manier waarop deze nieuwe tool ook voor de sociale sector een goede zaak kan zijn: “Het gaat over een structurele economische mutatie waarvoor alle actoren zich moeten interesseren, vooral degenen die bezig zijn met solidariteit,” stelt Denis Stokkink. Hoe valt dan de relatieve koudwatervrees in delen van de sociale sector te verklaren? Volgens Matthieu Lietaert is er een clash tussen het ‘horizontale’ van de deeleconomie en de cultuur van de huidige verenigingssector, die meer gekenmerkt wordt door een top-downvisie: “Bij veel verenigingen is dit het actieplan: je krijgt subsidies en daarmee ga je de mensen die met achterstelling kampen helpen. Dat is een zeer verticale visie.” Damien Demailly onderstreept dat “er sprake is van een geblokkeerde situatie. Voor veel mensen staat de deelecono-mie gelijk met Uber of Airbnb.” Volgens onze gesprekspartners gaat het in de eerste plaats om een tool die je in veel omstandigheden kan inzetten, ook voor sociale facetten.

De vraag is hoe de actoren in de sociale sector de nieuwe tools die het peer-to-peergege-ven en de online platformen zijn zullen gebruiken. “De sociale sector moet zich echt de vraag stellen wat de deeleconomie nu eigenlijk is en hoe hij zijn acties in dat nieuwe licht kan heruitvin-den”: daar hamert Matthieu Lietaert op. Hij geeft tal van voorbeelden: “Stel je een achterge-stelde buurt voor. Als je daar een goed platform installeert, met een goede begeleiding, met name door verenigingen, dan kan je mensen die daar behoefte aan hebben zich met elkaar laten verbinden om zo tot uitwisseling te komen en toegang te krijgen tot bepaalde diensten,” gaat Matthieu Lietaert verder. En hij stipt nog aan dat de overheid zelf zich door deze tool moet laten inspireren om haar eigen prestaties op sociaal vlak aan te passen.

Duidelijk lijkt alvast dat er om dergelijke projecten te laten ontstaan gemotiveerde drijvende krachten nodig zijn. Ook de overheid kan het initiatief nemen en hen aanmoe-digen: “De projecten die uit zichzelf zullen ontstaan, zullen projecten zijn waarmee de initiatiefne-mers en dienstverleners geld kunnen verdienen. De sociaal en maatschappelijk meest boeiende projecten zullen niet vanzelf ontstaan. Je moet ze een duwtje geven, bijvoorbeeld met projectoproe-pen,” aldus Damien Demailly. Hij geeft voorbeelden van websites voor autodelen nabij Lyon die worden aangedreven door een groot aantal lokale groepen.

De vraag wordt dan: hoe kan je de ontwikkeling van meer waardegebonden projecten bevorderen? Edgar Szoc lijkt daar niet erg in te geloven: “De vaste kosten voor het lanceren van een platform zijn te hoog, waardoor minder commerciële, bescheidener projecten vermoedelijk niet van de grond zullen komen.” Dat wordt betwist door Damien Demailly, voor wie dit bezwaar vooral voor profit-projecten opgaat. Hij geeft het voorbeeld van MAIF, een Franse mutualiteit die een boeiend project lanceerde: MAIF Avenir, een investeringsfonds voor de financiering van projecten in de deeleconomie, de digitale wereld en innovatie. MAIF probeert zo de eigen waarden over te brengen bij de initiatiefnemers van de projecten. Is dit een goede manier om de deeleconomie en sociale doeleinden met elkaar te combineren?

Hoofdstuk II. Deeleconomie: Omvang, uitdagingen en reglementering in België en Europa

Page 33: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 33

Wat bij veel gesprekspartners ook terugkomt, is dat de toenadering tussen de deeleconomie en de sociale en solidaire economie (ESS of Économie Sociale et Solidaire) als zeer wenselijk wordt beschouwd. “Op een moment zal er een onderscheid moeten komen tussen de pure profit-deeleconomie – zonder dat dit een kwaliteitsoordeel inhoudt van de aangeboden diensten – en een deeleconomie die zich laat inspireren door de principes van de sociale en solidaire economie, zoals het gemeenschappelijk gebruik van productiemiddelen,” stelt Damien Demailly. Vergelijk die definitie, met die van ‘sociale economie’ zoals bepaald door het Waalse decreet van 20 november 2008 betreffende de sociale economie (MB, 31 december 2008, p. 69056): “Economische activiteiten die goederen of diensten produceren en worden uitgevoerd door vennootschappen, vooral coöperatieven of met een sociaal oogmerk, verenigingen, mutualiteiten of stichtingen waarvan de ethiek bestaat uit het geheel van de volgende principes: het oogmerk is dienstverlening aan de gemeenschap of aan de leden, meer dan winst; autonoom beheer; een democratische besluitvorming; voorrang van mensen en arbeid op kapitaal bij de verdeling van de inkomsten.” In de twee definities komen verschillende facetten terug: het sociale/maatschappelijke oogmerk, de horizontale besluitvorming, en het gedeeld gebruik van de middelen. Volgens Violaine Wathelet, verantwoordelijk voor sociale-economieprojecten binnen de Federatie (Solidarité des Alternatives Wallonnes et Bruxelloises, SAW-B), is er met de deeleconomie niets nieuws onder de zon: “Vergelijk de sociale en de deeleconomie: is dat niet veeleer een vormelijke variant dan dat je kunt spreken van een nieuw economisch systeem?” Zij besluit: “De deeleconomie is een misleidend concept, omdat het niet verwijst naar een nieuw economisch systeem, wel naar (nieuwe) praktijken.”

Nog los van de stijl moet de sociale economie zich ook buigen over deze praktijken uit de deeleconomie: “Veel jonge dragers van projecten in de deeleconomie weten niet veel af van kwesties in verband met arbeid en arbeidsrelaties. Als de platformen volwassen zullen worden, zullen deze vragen wel rijzen,” stelt Amandine Brugière. Op dat moment zal de sociale economie haar principes kunnen laten doordringen in de deeleconomie, en omgekeerd zal ze zich ook kunnen laten inspireren door de deeleconomie en zich door haar laten bevragen over haar praktijken. Maar die strijd is nog niet gewonnen, volgens onze gesprekspartners: “Ik hoorde het verhaal van een meisje met een project in de deeleconomie die een coöperatieve wilde oprichten. Binnen Febecoop – de Belgische Federatie van de Sociale en Coöperatieve Economie – was er blijkbaar niet één initiatief dat onder ‘deeleconomie’ thuis-hoorde…,” betreurt Mattieu Lietaert. Dit is niet onschuldig en de vraag zal meer en meer rijzen: wat als projecten uit de deeleconomie zich omvormen tot coöperaties? Hierover vond op 13 en 14 november 2015 in de Verenigde Staten een conferentie plaats: platformcooperativism.

In dit verband vermelden we nog in de sociale economie de oprichting van COOP CITY, een nieuwe ideeënincubator voor de sociale en deeleconomie die wordt onder-steund door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Met de steun van SAW-B Bruxelles-Emergences (JobYourself), Febecoop, ICHEC-PME, Impulse en Solvay-Entrepreneurs zal COOP CITY voor de Stad Brussel een centrum worden voor sociaal, coöperatief en collaboratief ondernemerschap. In de incubator kunnen sociale ondernemers zowel begeleiding als vorming krijgen. Er zal ook ruimte voor co-working worden aangeboden. Dit moet een hefboom worden om te sensibiliseren voor innovatie en nieuwe ondernemersmodellen.

Hoofdstuk II. Deeleconomie: Omvang, uitdagingen en reglementering in België en Europa

Page 34: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?
Page 35: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

35

Deeleconomie: Welke kansen voor maatschappelijk kwetsbare groepen?

Hoofdstuk III

Page 36: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting36 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Met dit verkennende rapport wilde de Koning Boudewijnstichting de vraag onderzoe-ken of de deeleconomie een factor van emancipatie en sociale vooruitgang kan beteke-nen voor mensen die in kansarmoede leven. De strijd tegen armoede, die bij de Stichting vorm krijgt in het thema ‘Armoede en sociale rechtvaardigheid’, stelt specifieke uitda-gingen. De vraag was: zijn er deelpraktijken die oplossingen kunnen of zouden kunnen aandragen, diensten of tools die een rol kunnen spelen in de strijd tegen armoede?

In dit derde hoofdstuk belichten wij de vraag vanuit drie invalshoeken:

• Zijn maatschappelijk kwetsbare mensen geïnteresseerd in deelpraktijken? Gebruiken zij ze om in hun dagelijkse leven dingen te verbeteren?;

• Zijn er innoverende deelpraktijken die zich richten naar kansarme groepen? Moet er al bij de creatie- en ontwikkelingsprocessen van deze praktijken gekeken worden hoe mensen die er verder vanaf staan toch kunnen aansluiten?

• Wat is de houding van experten tegenover de mogelijkheden om deelpraktijken toegankelijker te maken voor mensen in armoede?;

Om op deze vragen een antwoord te vinden, hebben wij informatie verzameld volgens kwalitatieve onderzoeksmethodes (individuele en groepsgesprekken). We hebben geprobeerd de kwestie breed aan te pakken wat het professionele en sociale spectrum betreft van de mensen en instellingen die werden aangezocht. Maar door het gebrek aan informatie bij de actoren die kansarmoede op het terrein bestrijden over wat er zich in de deeleconomie afspeelt, en hun zeer gefragmenteerde en zelfs onbestaande kennis van deze praktijken, hebben we de gesprekken moeten beperken tot mensen die al eerder hebben nagedacht over het fenomeen ‘deeleconomie’. Een groot aantal vereni-gingen, administratieve diensten, federaties in de sociale sector, en dergelijke ver-klaarde dat zij nog maar weinig of helemaal niet hadden nagedacht over de maatschap-pelijke uitdagingen die de deeleconomie met zich meebrengt.

Dat maakt meteen ook mee het belang uit van een verkennend rapport als dit: informeren over het fenomeen, met al zijn mogelijkheden en beperkingen.

Hoofdstuk III. Deeleconomie: Welke kansen voor maatschappelijk kwetsbare groepen?

Page 37: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 37

I. WELK BELANG HEBBEN MENSEN IN ARMOEDE BIJ DE DEELECONOMIE?

Om na te gaan in welke mate een kansarm publiek gesensibiliseerd is voor en eventueel deelneemt aan praktijken die we als ‘deeleconomie’ kunnen bestempelen, hebben we gesproken met mensen in kansarmoede in Vlaanderen en in de Fédération Wallo-nie-Bruxelles. Voor Vlaanderen waren dat 45 mensen die worden opgevolgd door OCMW’s en Centra algemeen Welzijnswerk (CAW), en tien leden van de teams die deze personen begeleiden (maatschappelijk assistenten, animatoren…). Ook een vijftiental mensen met een schuldenproblematiek die samenkomen in een ondersteuningsgroep in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben we over deze kwestie bevraagd.

Op basis van een (niet exhaustieve) inventaris van bestaande diensten in Vlaanderen op het vlak van de deeleconomie (zie bijlage), hebben 45 Vlaamse gebruikers van de diensten van OCMW’s en CAW’s (in Leuven, Antwerpen, Gent, Hasselt en Turnhout) en ook een tiental werknemers die in deze twee organisaties kansarmen/de doelgroep/… begeleiden zich uitgesproken over de initiatieven uit de lijst. Hun kennis, gebruik en belangstelling voor de deelpraktijken die hen werden voorgesteld wisselden sterk van de ene sector tot de andere.

Over het algemeen is er vooral een uitgesproken belangstelling voor initiatieven rond gedeelde consumptie.

Wat voeding betreft, zijn de sociale kruideniers en sociale restaurants diensten die dit publiek kent en gebruikt. Ze worden gezien als een kostbare ondersteuning op materieel vlak en zorgen er ook voor dat mensen sociale banden leggen. Ook voedselpak-ketten zijn gekend en worden gebruikt, maar hierover zijn er meer opmerkingen, met name over de geringe variatie in de producten en de manier waarop de distributie op bepaalde plaatsen wordt uitgevoerd, waardoor mensen er niet in alle discretie terecht-kunnen. Ook voor groepstuintjes is er belangstelling, zonder dat de ondervraagde personen hieraan meedoen. Volgens hen zorgen de tuintjes ervoor dat je verse en gezonde producten eet voor minder geld en dat je er andere mensen ontmoet en banden smeedt. De voorwaarden zijn wel dat deze initiatieven dicht bij jou in de buurt moeten zijn, dat je het fysiek aan moet kunnen, en dat vertrouwenspersonen instaan voor de organisatie. Andere initiatieven die positief beoordeeld worden zijn schenkbeurzen voor voedsel, maar daar genieten verenigingen meer van dan individuen. Groepsaankopen (voeding of andere) zoals de Paniers Solidaires Bio en zelfoogstboerderijen worden beschouwd als te duur en voorbehouden voor hogere sociale klassen met/of inkomens waar zij niet aan kunnen.

Wat mobiliteit en reizen betreft, schuiven de ondervraagde mensen vooral het openbaar vervoer naar voren als hun transportmodus. Zij doen geen beroep op mogelijk-heden rond autodelen en alternatieve taxi’s van het type Uber en BlaBla Car. Reizen en vakanties worden beschouwd als een luxe: overbodig en niet voor hen weggelegd,

Hoofdstuk III. Deeleconomie: Welke kansen voor maatschappelijk kwetsbare groepen?

Page 38: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting38 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

behalve indien ze worden aangeboden door verenigingen met formules waarin de kosten voor een groot deel gesubsidieerd zijn.

Het thema ‘huisvesting’ leidde tot heel wat reacties: iedereen vindt dit een bijzonder gevoelig thema, gezien de kosten voor het eigen budget en het feit dat een sociale woning vaak buiten bereik ligt. Formules als groepswonen of samenhuren worden als interes-sant beoordeeld, maar ook als ontoegankelijk vanwege de administratieve problemen en de financiële sancties, zelfs als je samenwoont met je eigen kinderen. De experimenten met sociaal samenhuren die sommige sociale huisvestingsmaatschappijen of Commu-nity Land Trust opzetten wekken weliswaar belangstelling, maar men doet er (voorals-nog) niet aan mee.

Wat het delen van goederen en diensten betreft: initiatieven als Spullenhulp of de Kringwinkel zijn bekend en worden gebruikt, maar ze zijn volgens de respondenten te duur geworden. Geefinitiatieven en kledingbeurzen worden meer op prijs gesteld. Wat initiatieven betreft waarbij mensen elkaar onderling helpen (SEL en FWB in Brussel en Wallonië, Lets in Vlaanderen) en (andere) websites waar materiaal en/of diensten worden gedeeld: men vindt dat interessant, maar dit publiek gebruikt ze weinig door de informaticabarrière waardoor zij niet actief kunnen zijn op dergelijke platformen in de deeleconomie. Ze missen de competentie en het materiaal om eraan deel te nemen.

Wat ruimtes voor co-working betreft, voelen de ondervraagde personen zich niet betrokken: regelmatig werk hebben ze niet. A fortiori kwam de mogelijkheid om deel te nemen aan dergelijke initiatieven en er extra inkomsten uit te halen niet ter sprake.

De andere groep die we in het kader van dit verkennende onderzoek hebben bevraagd werd opgezet door het Steunpunt voor de Diensten Schuldbemiddeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het ging om de ondersteuningsgroep voor personen met een te hoge schuldenlast. De groep bestaat uit ongeveer 15 mensen die op regelma-tige basis samenkomen om het over hun financiële moeilijkheden te hebben. Zij leven in armoede door de te hoge schulden die op hun budget wegen en kennen ook blijvende armoede door het verlies van een job of door ziekte of invaliditeit. Zij moeten inventief zijn om hun hoogstnodige behoeften te kunnen betalen: voeding, kledij, verplaatsin-gen… Hierbij moeten we opmerken dat de animatoren van de ondersteuningsgroep hen hebben gesensibiliseerd voor het bestaan van deelpraktijken waardoor zij hun dagelijkse strijd kunnen verlichten. Geleidelijk aan zijn de groepsleden zich voor deze mogelijkhe-den gaan interesseren.

Zoals bij de bevraagde mensen in Vlaanderen die in kansarmoede leven valt ook hier de gerichte belangstelling voor initiatieven rond gedeelde consumptie op. Omdat hun financiële mogelijkheden extreem krap zijn, hebben deze mensen vooral aandacht voor praktijken die in het ‘charity model’ thuishoren.

Dankzij geefinitiatieven (zoals geefkasten) krijgen zij toegang tot goederen die voor hen via de klassieke economische ruiloperaties onbereikbaar zijn. Zij doen ook een beroep op de mogelijkheden van Repair Cafés om een of ander gebruiksvoorwerp te laten herstellen.

Hoofdstuk III. Deeleconomie: Welke kansen voor maatschappelijk kwetsbare groepen?

Page 39: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 39

Hun participatie aan plaatselijke initiatieven waarbij mensen elkaar helpen (SEL: Services d’entraide locale) blijft behoorlijk theoretisch. Deze mensen hebben het gevoel dat zij geen competenties kunnen aanbieden en vinden dat zij niet passen bij het publiek dat in deze netwerken actief is en dat zij ‘bobo’s’ noemen. Toch nemen sommige leden van de groep deel aan naaiateliers, waarin ze hun kennis delen en naaiwerken maken (voor nutsgebruik of recreatief). Wat voeding betreft: een van de groepsleden organiseert mee een gastentafel waar de levensmiddelen afkomstig zijn van gerecupereerde groenten en fruit van de vroegmarkt. Hierdoor kan men maaltijden aanbieden voor een zeer lage prijs. De hele groep maakt gebruik van het sociaal restaurant Les uns et les autres in Molenbeek. De leden van de ondersteuningsgroep doen ook een beroep op voedselpak-ketten en gaan vaak langs bij de sociale kruidenier. Een van de leden doet mee aan een project met groepstuintjes en is lid van een samenaankoop groep voor de aankoop van bio-voedingsproducten.

Volgens de leden van de groep wordt er geen beroep gedaan op platformen als Uber en Airbnb, door een gebrek aan middelen. Men doet hier ook niet aan mee als dienstverlener, omdat men niet over een voertuig beschikt of over huisvesting die gedeeld kan worden.

Zoals de groep kansarmen die in Vlaanderen werden bevraagd, is ook voor deze mensen met schulden naar eigen zeggen de toegankelijkheid van informaticatools niet vanzelfsprekend, wat voor hen de weg afsnijdt naar deelpraktijken op digitale platformen.

Hoofdstuk III. Deeleconomie: Welke kansen voor maatschappelijk kwetsbare groepen?

Page 40: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting40 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

II. HOE HET LOT VAN MENSEN IN KANSARMOEDE VERBETEREN EN DE DEELECONOMIE DICHTER BIJ HEN BRENGEN?

We zijn ook op onderzoek gegaan bij enkele initiatieven uit de deeleconomie om na te gaan welke ambities zijzelf hebben om het lot van mensen in kansarmoede te verbete-ren. De vraag was hoe zij proberen om deze mensen te bereiken en hen bij hun initiatie-ven te betrekken.

Een aantal initiatieven uit de deeleconomie heeft de vorm van een digitaal platform, waardoor hun effecten kunnen worden vermenigvuldigd. Enkele daarvan willen ook echt een impact hebben op het leven van mensen in kansarmoede.

Dat is vooral het geval op het vlak van voeding, waar de actoren in de voedselhulp hoe langer hoe meer worden bevraagd door mensen in kansarmoede. In België hangen honderdduizenden mensen af van deze voedselhulp: ze bezoeken sociale restaurants en sociale kruideniers, ze krijgen noodvoedselpakketten… Door de aankoop van levens-middelen (vers fruit en verse groenten maar ook diverse andere producten) en het opslaan ervan voor de organisaties te centraliseren, slaagt het solidaire platform voor de aankoop van voedingsmiddelen Soli-Food erin de kosten te verminderen door over betere prijzen te onderhandelen. Het platform maakt het werk van de ver-schillende partners makkelijker en promoot een meer lokaal geproduceerde en gezon-dere voeding. De organisaties achter dit project zijnRéseau des Épiceries Sociales (REPIS) via de Fédération des services sociaux (FDSS), het Rode Kruis van België, de OCMW’s van Charleroi, Les Bons Villers en Ukkel, de sociale kruidenier Amphora en Entraide van Sint-Gillis (vzw AOP). Deze structuur wordt met privégiften gefinancierd (Rode Kruis) en ook met subsidies.

Een ander initiatief in deze sector is het platform FoodWe dat ten strijde trekt tegen voedselverspilling en dat is ontwikkeld door professionals in web-development en multimedia. Deze vzw wordt gefinancierd door particulieren die een concreet project willen opzetten om de verspilling van voedsel te beperken en werkt met een charity-mo-del. De voedingswaren die het platform FoodWe aanbiedt zijn nog te consumeren, maar ze beantwoorden niet meer aan de vraag omdat ze te dicht tegen hun vervaldatum aan zitten en niet meer kunnen worden opgeslagen, geleverd en verkocht bij het grote publiek. Wat ook in het vizier komt zijn voedingsmiddelen die uit het klassieke circuit worden verwijderd omdat ze ‘niet-conform’ zijn. Denk aan de beroemde ‘rechte bana-nen’ of ‘kromkommers’: die zijn nog perfect consumeerbaar maar worden toch wegge-gooid. Zij worden aangeboden aan caritatieve verenigingen in de vorm van een gift of voor een verminderde prijs, en ze worden aan de verenigingen geleverd in optimale condities (regels aangaande hygiëne en veiligheid van de voedselketen…).

In de sector mobiliteit is Taxistop, dat al in 1975 is opgericht, ongetwijfeld de grote voorloper wat het aanbieden van diensten betreft rond gedeelde en sociale mobiliteit. Sinds meer dan veertig jaar trekt Taxistop diverse publieksgroepen aan: van de

Hoofdstuk III. Deeleconomie: Welke kansen voor maatschappelijk kwetsbare groepen?

Page 41: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 41

solochauffeur tot de bejaarde en minder mobiele persoon en de gehaaide autostopper. Door het opkomen van web- en andere digitale tools heeft Taxistop zich geherlanceerd in de deeleconomie. Terwijl tot op heden de diensten beperkt bleven tot een gemeen-schap van co-chauffeurs die al waren ingewijd, zet Taxistop vandaag de dag diensten op die zich richten tot alle ‘deelactoren’. Om in te spelen op de verschuiving van de eigen-domswaarde naar de gebruikswaarde die achter veel vormen van deeleconomie zit, zet Taxistop het project Cozycar op (voorheen Autopia) om het autodelen bij buren aan te moedigen. Het is interessant op te merken dat het Franstalige landsgedeelte achterop-hinkt: dit project haalde rechtstreeks inspiratie bij het project www.autodelen.net, de Vlaamse tegenhanger van Taxistop die in 2002 is gelanceerd en over het hele Vlaamse grondgebied een groot succes was. Een ander project dat Taxistop recent heeft opgezet, ‘Avira’15, heeft inclusie als doelstelling, door het delen van voertuigen die zijn aangepast voor mensen met een beperkte mobiliteit. Omdat de kosten voor de aankoop of aanpas-sing van dergelijk voertuig zo hoog zijn, wil Avira gebruikers in contact brengen met zorgcentra, residentiële diensten en particulieren die een aangepast voertuig bezitten.

Diensten als ‘Villo’, ‘Cambio’ en ‘Taxistop’ worden aangeboden door dezelfde privé- en publieke operatoren en hebben dezelfde doelstellingen rond delen en gebrui-ken. Allemaal bereiken ze tot nu toe nauwelijks de meest kwetsbare groepen in de bevolking en is het profiel van hun gebruikers weinig heterogeen en overwegend jong. Toch moeten we hier ook de Minder Mobielen Centrale vermelden, een dienst van Taxistop met opnieuw een geschiedenis die in Vlaanderen veel verder teruggaat (1983) en die in Wallonië en Brussel nog recent is (2008). Deze dienst is bestemd voor mensen met weinig middelen die fysieke problemen hebben om zich te verplaatsen. Het systeem is gebaseerd op een samenwerking tussen Taxistop en de OCMW’s en gemeenten die dit netwerk op hun grondgebied willen organiseren. Er wordt met vrijwilligers-chauffeurs gewerkt en de kosten voor de gebruikers zijn relatief beperkt: 10 euro per jaar om aan te sluiten en 0,34 euro/kilometer voor de chauffeur. De lokale besturen betalen jaarlijks 80 euro.

Deze voorbeelden laten zien welke impact dergelijke initiatieven kunnen hebben op het leven van kwetsbare mensen als zij zich tot dit specifieke publiek richten.

Uit de groepsgesprekken met mensen in kansarmoede (zie punt I) blijkt dat zij soms het gevoel hebben veraf te staan van bepaalde initiatieven die voor hen ontoegankelijk lijken of niet aangepast zijn aan hun situatie. Wij hebben ons gebogen over de vraag hoe de actoren op het terrein te werk gaan om dit publiek nauwer te betrekken bij hun initiatieven in de deeleconomie. We zijn vertrokken van drie voorbeelden: Bees Coop, een participatieve supermarkt, de vzw Le Tremplin die is opgezet door het OCMW van Dinant, en de alternatieve munt Eco Iris, die in het leven is geroepen door het OCMW van Sint-Gillis.

Bees Coop, de eerste participatieve supermarkt, heeft de vorm van een coöpera-tieve onderneming en wil zijn leden kwaliteitsproducten aanbieden voor een lagere prijs. Doel is ook een publiek te bereiken met een gemengde socio-economische

15 www.autodelen.net/project/avira-project/

Hoofdstuk III. Deeleconomie: Welke kansen voor maatschappelijk kwetsbare groepen?

Page 42: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting42 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

achtergrond. Het concept bestaat erin dat de leden van de coöperatieve, wat ook hun sociale achtergrond en hun middelen zijn, een vorming krijgen om vrijwillig deel te nemen aan de activiteiten van de coöperatieve (bestellingen, beheer van de leverin-gen, rekken aanvullen, de kassa). Zo worden de kosten verminderd en krijgt iedereen toegang tot lage prijzen. Binnen Bees Coop wordt er met cellen gewerkt. Een daarvan heeft de sociale mix van het publiek als werkterrein. De verantwoordelijken van de coöperatie zijn gaan spreken met verenigingen op het terrein (Sint-Joost en Schaar-beek, het actieterrein van de coöperatie) die met kansarme en multiculturele groepen werken. Het thema ‘voeding’ spreekt hen sterk aan. Het gaat om vrouwengroepen, het dagcentrum L’Îlot dat daklozen opvangt en betrokken is bij een project in de sociale economie over voeding en het OCMW van Schaarbeek.

Bees Coop heeft de vaste wil om in de diepte te werken en er zo voor te zorgen dat de supermarkt geen hippe plek wordt die zich exclusief tot een bemiddeld cliënteel richt. Er werd een reflectietraject opgestart over de solidariteitsmechanismen binnen Bees Coop. Over het thema werd ook een onderzoek opgezet: FALCOOP: Favoriser l’accès à une ALimentation durable et de qualité pour un public issu de la mixité urbaine par l’implantation locale d’un modèle innovant de supermarché COOPératif16. Het gaat om een samenwerking van Bees Coop met het Centre d’études économiques et sociales de l’environnement (ULB). Innoviris financiert het onderzoek, dat wil analyseren hoe duurzame voeding echt voor iedereen bereikbaar kan worden gemaakt en nagaan welke sociale en culturele hinder-palen een rechtvaardiger consumptie in de weg staan. De methodologie is opnieuw gebaseerd op het werken in partnerschap met de buurtverenigingen.

Een tweede voorbeeld is de vzw Le Tremplin, een initiatief van het OCMW van Dinant dat sinds 1992 actief is. Doel is hier de socio-professionele reïntegratie van achtergestelde groepen, door het aanbieden van diensten die beantwoorden aan noden en behoeften die op het grondgebied van Dinant leven. De diensten zijn plaatsen waar een vijftigtal mensen die het contact met de arbeidsmarkt verloren hebben zich re-inte-greren en een vorming krijgen, op basis van contracten binnen artikel 60. De activitei-ten van de vzw zijn divers: een tweedehandskledingwinkel, naaiatelier, wasserij, verhuisdienst, meubelwinkel, winkel voor huishoudapparaten, reparatieatelier, ateliers voor het beitsen van meubels en het bekleden van stoelen, een fietsatelier… Er wordt gewerkt in overleg met het OCMW en bepaalde diensten zijn voorbehouden voor mensen die leven van het bestaansminimum, zoals de wasserij en de verhuisdienst. De winkel voor tweedehandskleren en voor meubels en ook het fietsatelier zijn toegankelijk voor iedereen en werken met zeer democratische prijzen, waardoor alle bevolkingsgroe-pen er toegang toe hebben en er bij de gebruikers van deze diensten een gemengd publiek ontstaat. Volgens de verantwoordelijken zie je dat gemengde publiek bij de diensten die openstaan voor alle doelgroepen.

In een andere sfeer hoort het invoeren van een alternatieve of complementaire munt thuis: de Eco Iris werd in 2012 gelanceerd door Leefmilieu Brussel. Het idee was dat burgers die konden aantonen dat ze iets hadden gedaan voor het milieu in ruil Eco Iris-biljetten kregen: deelnemen aan groepscomposteren, groenaanleg op daken, je fiets

16 Het bevorderen van de toegankelijkheid van duurzame kwaliteitsvoeding voor een gemengd stedelijk publiek, door de lokale inplanting van een vernieuwend model van een coöperatieve supermarkt.

Hoofdstuk III. Deeleconomie: Welke kansen voor maatschappelijk kwetsbare groepen?

Page 43: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 43

laten herstellen in een erkend atelier, het delen van transportmiddelen… In ruil hiervoor kreeg je Eco Iris-biljetten die je kon uitgeven op plaatsen die deze munt aanvaardden: boekenwinkels, bars, tweedehandswinkels, biowinkels… Het was een manier om milieuvriendelijk handelen te belonen en de lokale economie en korte keten een duwtje in de rug te geven. Het experiment werd in 2014, bij de regeringswissel na de Brusselse verkiezingen, stopgezet, ook omdat het gebruik van de munt ver beneden de verwachtingen bleef. Bij het OCMW van Vorst, partner in dit proefproject, was het idee dat men mensen in kansarmoede hierbij wilde betrekken om te vermijden dat het initiatief alleen maar een geïnformeerd publiek zou bereiken dat zich sowieso al bewust is van de milieuproblematiek. Het initiatief was globaal bekeken een mislukking en de mensen van het OCMW van Vorst wijzen met name op de moeilijkheid om een publiek te mobiliseren waarvoor de milieuproblematiek een ver-van-hun-bedshow is. Zij onderstrepen dat er veel middelen en vooral werkuren zijn ingezet voor wat uiteindelijk een mager resultaat is. Dat het uitgangspunt achter dit initiatief terecht is, betwist men niet, maar het project was enigszins losgekoppeld van de realiteit van het OCMW-werk, waar men te maken krijgt met toenemende vragen om bijstand en met slinkende middelen kampt.

Hoofdstuk III. Deeleconomie: Welke kansen voor maatschappelijk kwetsbare groepen?

Page 44: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting44 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

III. DE DEELECONOMIE EN KANSARMOEDE: KANSEN EN TERUGHOUDENDHEID

In het kader van dit verkennende onderzoek wilden wij ook het woord geven aan diverse actoren die actief werken met mensen in bestaansonzekerheid: hoe staan zij tegenover de deeleconomie zoals we die hier hebben gedefinieerd? Om poolshoogte te nemen namen we contact op met een aantal mensen op het veld, maar op onze vragen kwam weinig reactie: netwerken die actief zijn in de armoedesector, federaties van openbare diensten, interfederale diensten, verenigingen die een engagement opne-men voor kansarme mensen… Bij deze diensten is de sensibilisering voor de deeleco-nomie nog maar weinig ontwikkeld.17

Uit de gesprekken en onze lectuur komen een aantal bedenkingen naar voren in verband met de deeleconomie en haar impact op mensen in armoede:Cela étant, des entretiens et autres lectures que nous avons pu effectuer, il ressort un certain nombre de remarques vis-à-vis de l’économie collaborative et de son impact sur les plus pauvres.

Kansen:

- De deeleconomie kan het lot van mensen die in kansarmoede leven verbeteren, omdat zij voor een lagere prijs of zelfs gratis toegang biedt tot een aantal diensten en goede-ren. Zij vormt een concreet antwoord op problemen die verbonden zijn met (de) krappe budgetten (waar mensen over beschikken).

- De deeleconomie stelt de bestaande consumptiepatronen aan de orde: het huidige economische model is gebaseerd op massaconsumptie. Dankzij de deeleconomie kan het delen van waarden in de samenleving anders worden opgevat.

- Dankzij de deeleconomie ontstaan er kansen voor een meer lokale economie die meer is gebaseerd op de korte keten.

- Door deel te nemen aan initiatieven binnen de deeleconomie worden sociale banden aangehaald. Peers (h)erkennen elkaar en verwerven nieuwe kennis

- In hun denken verbinden bepaalde ideologen de kwestie van het universele basisinko-men met de ontwikkeling van de deeleconomie. Dat kan leiden tot een nieuw maat-schappijmodel dat niet langer alleen wordt aangedreven door werk maar (ook) door participatie.

17 We hadden een gesprek met Jean Spinette (PS), voorzitter van het OCMW van Sint-Gillis en van de conferentie van 19 Brusselse OCMW’s, Stéphane Roberti (Ecolo) voorzitter van het OCMW van Vorst, Christine Mahy, secretaris-generaal van het Réseau wallon de lutte contre la pauvreté en met Christine Steinbach, voorzitster van de Equipes Populaires, een educatieve volksbeweging die verbonden is met de Mouvement Ouvrier Chrétien en die zich tot volkse milieus in brede zin richt.

Hoofdstuk III. Deeleconomie: Welke kansen voor maatschappelijk kwetsbare groepen?

Page 45: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 45

Terughoudendheid

- Een aantal actoren op het terrein maken zich zorgen over het zich toe-eigenen van het ‘deelmodel’ door operatoren die op winst uit zijn. Dergelijke ondernemingen maken van een model dat gebaseerd is op samenwerking, onderlinge hulp en het uitwisselen van goederen en diensten tussen mensen, een model met commerciële doeleinden.

- Dit type van operatoren knaagt tezelfdertijd aan het bestaande economische weefsel en aan de sociale bescherming van werknemers. Het model dat deze actoren naar voren schuiven staat veraf van het concept van collectieve solidariteit via belastingen en de organisatie van de arbeid zoals die door het sociaal overleg wordt geregeld.

- Volgens sommige actoren op het terrein vormt het samengaan van (1) het ‘overnemen’ van de deeleconomie van burgers door operatoren van het kapitalistische type en (2) de wens van sommigen dat de overheid haar investeringen in de publieke diensten afbouwt een gevaar voor ons sowieso al kwetsbare maatschappelijke/sociale model.

- Nog een reden tot wantrouwen, die meer algemeen gericht is op het overheidsbeleid: de tendens bestaat dat we gaan van een model gebaseerd op een gestructureerd en goed ontwikkeld sociaal beleid dat de armoede wil terugdringen, naar een model dat is geba-seerd op caritas, de goede wil van maatschappelijke actoren en individuele initiatieven via crowdfunding om de strijd tegen bestaansonzekerheid te voeren.

- Hiernaast leeft de vrees dat de deeleconomie, met name de digitale platformen, zich richt tot lagen van de bevolking die elkaar al kennen en elkaar wederzijds versterken, met het risico dat de meest kwetsbare mensen van dit type netwerken worden uitgesloten. Vandaar de noodzaak om te zorgen voor mechanismen die kwetsbare groepen sensibiliseren voor deze deelpraktijken en hen ermee in contact brengen. Het verkleinen van de bestaande digitale kloof maakt daar deel van uit.

- De kwestie van het universele basisinkomen die bij sommige ideologen samengaat met de ontwikkeling van de deeleconomie, houdt volgens andere geraadpleegde waarnemers een risico in. Het gevaar bestaat dat de rechten en noden die door het huidige systeem van sociale zekerheid worden gedekt, zullen worden ingeperkt en dat de bestaande vormen van ongelijkheid helemaal niet zullen verminderen.

Hoofdstuk III. Deeleconomie: Welke kansen voor maatschappelijk kwetsbare groepen?

Page 46: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting46 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

BESLUIT

Deelinitiatieven vinden we in veel maatschappelijke domeinen. De digitalisering heeft ertoe bijgedragen dat de (deel)praktijken en het gebruik ervan zijn veranderd. Voor sommige uitdagingen, zoals het voedselvraagstuk, de strijd tegen voedselverspilling en mobiliteit, kunnen maatschappelijke acties en deelpraktijken elkaar versterken. Er komen in deze sector nieuwe actoren, nieuwe financieringswijzen, nieuwe manieren van hergebruik, distributie…

Het is nu zaak ervoor te zorgen dat:

• deze initiatieven en actoren niet met elkaar gaan concurreren. Er moet worden nagegaan hoe ze elkaars kennis kunnen delen, tot samenwerking kunnen komen…;

• de sector gewapend is voor de schaalvergroting die de deeleconomie met zich meebrengt: door ontmoetingspunten te organiseren voor diverse actoren, door territoriale polen te ontwikkelen, door samen te werken met deze actoren;

• er geen concurrentie ontstaat tussen de actoren van de deeleconomie en van de sociale en solidaire economie;

• men zich buigt over het multiplicatoreffect dat met de digitale platformen gepaard gaat;

• er wordt gekeken hoe grote platformen kunnen ‘samenwonen’ met kleinere structuren.Dans son étude « Cinquante nuances de partage », Gaetan Vanloqueren pose sept enjeux pour l’économie collaborative de demain :

In zijn studie Cinquantes nuances de partage beschrijft Gaëtan Vanloqueren zeven uitda-gingen voor de deeleconomie van morgen:

1) De omvang van potentiële transformaties goed inschatten; 2) Niet langer een louter defensieve houding aannemen; 3) De diversiteit van de modellen erkennen; 4) De profit-deeleconomie niet overlaten aan venture capitalists; 5) Allianties smeden; 6) Politieke keuzes maken, een na een; 7) De digitale achterstand inhalen.18

18 Gaëtan Vanloqueren Cinquante nuances de partage: sept enjeux pour l’économie collaborative de demain, 2014. De studie kan worden gedownload van de website www.saw.be: http://www.saw-b.be/spip/IMG/pdf/a1415_transformer_ecocol.pdf

Page 47: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 47

Zeer concrete reflectiepistes zijn ook te vinden in ‘Deel de toekomst – 65 maatregelen voor de deeleconomie in een veerkrachtig Vlaanderen’, een memorandum dat in februari 2014 is verschenen. Dit is het werk van een geheel van actoren die actief zijn in de sociale en milieusector en die betrokken zijn bij deelpraktijken: Bond Beter Leefmi-lieu (BBL), Netwerk Bewust Verbruiken, Taxistop, Autopia, Samenhuizen, Velt en Voedselteams. De 65 aanbevelingen bestrijken de diverse domeinen van de huidige deeleconomie en stellen concrete maatregelen voor om deze praktijken te promoten en verder te ontwikkelen.19

Een uitdaging die zeker moet worden aangepakt om de deelinitiatieven van morgen tot stand te brengen is dat de pioniers van de deeleconomie, sociale ondernemers, overheden, en burgers allianties aangaan. Want terwijl de deelpraktijken ons uitnodigen om de economie en sociale/maatschappelijke actie opnieuw uit te vinden, brengt deze revolutie of evolutie in praktijken en manieren van consumeren, reizen, ons bewegen enz. ook nieuwe economische en politieke rollen met zich mee voor de consument. De deeleconomie versterkt in zekere zin de band tussen de burgers en de gemeenschappe-lijke goederen en projecten die hen ten dienste aan. Het gaat ook over het participeren aan activiteiten die traditioneel door de overheid werden uitgevoerd maar die vandaag de dag ook op andere niveaus kunnen worden gedeeld. En zo dringt er zich een nog meer verregaande en paradigmatische reflectie op voor het herdenken van een economie die uitsluitend op arbeid is gebaseerd. Er zal waarde moeten worden gecreëerd rond dien-sten, uitwisseling, delen…

19 https://www.bewustverbruiken.be/artikel/65-maatregelen-voor-de-vlaamse-deeleconomie

Page 48: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting48 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

BIJLAGE: INVENTARIS VAN INITIATIEVEN IN DE DEELECONOMIE

A. FRANSTALIG

I. Gedeelde consumptieHet Réseau des Consommateurs Responsables heeft op een interactieve kaart alle projecten rond verantwoord consumeren opgelijst op het grondgebied van Wallonië en Brussel. Het zijn er meer dan 900: deelinitiatieven, onderlinge hulp, groepsaankopen, Repair Cafés, geefinitiatieven, SEL, Give Boxen enz. Zie http://www.asblrcr.be/carto

a. Voeding

• Groepsaankopen bij lokale producenten • Gasap, het Brussels netwerk van solidaire en groepsaankopen

(GAS/GAC)• Er is in Brussel een GAC opgezet bij het ‘Centre social protestant’

dat zich richt tot mensen in kansarmoede: http://www.csp-psc.be/content/groupe-dachats-collectifs

• De vzw Réseau des Consommateurs Responsables, groeps- of solidaire aankopen in Wallonië: http://www.asblrcr.be/gac

• Verkooppunten en coöperatieve supermarkten/korte keten • La ruche qui dit oui!: https://laruchequiditoui.be/• Bees-coop in Brussel • Komt momenteel tot stand op basis van modellen voor een coöpera-

tieve supermarkt in New York en Parijs (La Louve): http://bees-coop.be/

• Coopéco in Charleroi • Komt momenteel tot stand op basis van modellen voor een coöpera-

tieve supermarkt in New York en Parijs (La Louve) http://coopeco2.be/

• Strijd tegen voedselverspilling, recyclage en herverdeling• Het platform Soli-food (België)• Platform beheerd door de FDSSS om voor sociale kruideniers

groepsaankopen en groepsdistributie te regelen: http://www.fdss.be/index.php?page=soli-food

• Het platform bourseauxdons.be (België) Platform beheerd door de FDSS met het oog op voedselschenkingen: http://www.bourseauxdons.be

• FoodWe (België): https://www.foodwe.be/• Re-fresh (Brussel): http://www.refresh-brussels.be/

Page 49: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 49

• Recup’ Kitchen (Brussel): www.recupkitchen.be en https://www.growfunding.be/bxl/recup-kitchen-fr

• Collectactif’ (Brussel): https://www.facebook.com/CollectActif/• Soréal (Bergen)

Wordt gedragen door het stedelijk sociaal netwerk van Mons-Bori-nage: Soréal - Solidarité Réseau Alimentaire brengt de volgende partners samen: het OCMW van Bergen, de OCMW’s van Quareg-non, Frameries en Saint-Ghislain, en verder: ESOP in Cuesmes, l’Entraide in Ghlin, le Foyer Saint-Augustin en la Banque alimen-taire van Doornik. Doel: levensmiddelen inzamelen bij handelaars en ze herverdelen, zo snel mogelijk wat bederfbare waren betreft http://www.rsumb.be/relais-social-24.html

• Reverval ( Verviers) Idem als Soréal: http://www.relais-social-verviers.be/

b. Mobiliteit/Toerisme

• Autodelen• Taxistop (Autopia, Avira): taxistop.be• Schoolpool (autodelen bij naar school rijden): schoolpool.be• Collecto: collecto.be

• Verhuur/dienst• ZenCar: zencar.eu• Shareyourauto: shareyourauto.com• Caramigo: caramigo.be/fr• Carasap: carasap.be• Uber: uber.com• Cambio: cambio.be • Villo: villo.be

• Parking• Carambla : www. carambla.com

c. Toerisme• Couchsurfing : www.couchsurfing.com/• Guesttoguest : www.guesttoguest.fr/• Airbnb : www.fr.airbnb.be/• WarmShowers : www. fr.warmshowers.org/• Tourisme autrement : www. tourisme-autrement.be

d. Huisvesting• Un toit deux âges (Wallonie) : www. 1toit2ages.be• Community land trust : communitylandtrust.wordpress.com• Colocation

Page 50: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting50 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

e. Buurtdiensten (tuin, klusjes enz.)• Listminuut

www.listminut.be/listminute Webplatform waar mensen die diensten vragen en aanbieden elkaar ontmoeten. Ze komen uit dezelfde streek en er is een vorm van betaling.

f. Circulaire of kringloopeconomie • Worms

Groepscomposteren: www.wormsasbl.org/• Rotor

Recuperatie van materiaal (renovatie, bouw): www.rotordb.org/• Le réseau des ressourceries

www.res-sources.be/ressourcerie• Les magasins de seconde main

(Rouff’, Les Petits Riens, enz.)

g. Vrijetijd• Amuuze : www.amuuze.com/

II. Gedeelde productieHier worden kennis en productiemiddelen uitgewisseld. De ontwikkeling van modellen rond het delen van werk en kennis (co-working, FabLab, pedagogische platformen, MOOC) maar ook nieuwe technologische tools (zoals 3D-printing) maken dat je goederen vandaag met minder kosten kunt ontwerpen.

a. Co-working• Transforma bxl : www. transformabxl.be• Betacowork : www. betacowork.com

b. Média• Médor : www. medor.coop• Whatfor, Ezelstad (Dewey) : www.whatfor.be/

c. Software, vrij beschikbare informatica• Cassiopea : www. cassiopea.org• Domainepublic.net : www. domainepublic.net• Linux, Open office, enz.

III. Gedeelde financiering Plateformen voor participatief financieren, zoals

• Growfunding : www. growfunding.be• kisskissbankbank : www.kisskissbankbank.com/

Page 51: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 51

IV. Gedeelde kennisWikipedia is een pionier als het gaat om het gebruik van de digitale mogelijkheden door de burger. Zo zijn er vandaag de dag tal van collaboratieve cartografieprojecten (OpenStreetMap).

a. Cartografie

• « Bruxelles mode d’emploi » (ontwikkeld door DEWEY20) Deze participatieve vorm van cartografie toont alle collaboratieve diensten die burgers aanbieden (projecten voor onderlinge hulp, delen, samenwerking, diensten voor lage prijzen…) en alle sociale initiatieven in verband met toegang tot rechten, gezondheidszorg, thuishulp enz. Het project wil laten zien dat je in Brussel alles kunt lenen, recupereren, delen…: huisvesting, voeding, werktui-gen, transportmiddelen, levensruimte, thuiszorg, juridische hulp enz. De kaart bevat momenteel ongeveer 3200 punten: http://maps.dewey.be/

b. Webcommunities• Facebookpagina’s en groepen (groepen en themapagina’s: sortir à

BXL, BXL à récup’, BXL à louer enz.), • Mailing-list (Bertha, Craigslist enz.)

c. Incubatoren/Deeleconomieversnellers/Sociale start-ups• Ouishare: http://ouishare.net/fr• Hellosharing: http://www.hellosharing.org/contact/• Makesense (sociaal ondernemerschap): http://www.sensecube.cc/brussels/• Coop-city. In de sociale economie ondersteunt het EFRO-programma het

opzetten van Coop-city, een nieuwe ideeënincubator voor de sociale en solidaire economie. Het project wordt gedragen door SAW-B, Bruxelles-Emergences (JobYourself), Febecoop, ICHEC-PME, Impulse en Solvay-Entrepreneurs. Coop-city wil voor de stad Brussel een centrum voor sociaal ondernemerschap worden, in een coöperatieve en collaboratieve geest. Bij deze incubator zullen sociaal ondernemers terechtkunnen voor begeleiding en vorming. Er wordt ook ruimte voor co-working aangeboden en dit wordt een hefboom in de sensibilise-ring voor innovatie en nieuwe ondernemersmodellen.

• Citizen lab: citizenlab.co• Refugees citizen lab – hackathon – Burgerlabo dat zich buigt over oplossingen

voor de opvang van migranten. Gelanceerd op 1 februari 2016 uit ‘la petite école’: een vrijwilligersinitiatief van burgers, participatief, voor kinderen die wachten op een school. http://redlabopedagogique.tumblr.com/

20 http://maps.dewey.be/

Page 52: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting52 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

B. NEDERLANDSTALIG

I. Gedeelde consumptie

a. Voeding

• Voedselteams Een vzw die bestaat uit lokale teams van boeren en consumentenvrijwilligers en betaalde krachten, om duurzame, lokale biolandbouwproducten aan lokale groepen van mensen te verkopen. Is actief op 175 plaatsen in Vlaanderen. www.voedselteams.be

• VOKO in Gent: soortgelijk initiatief, ruimer dan enkel verse groenten en fruit: www.anarchie.be/voko/

• Voedselbanken Vrijwilligers verzamelen overschotten van de voedselindustrie en -distributie in ten voordele van minderbedeelden en verdelen deze over diverse organisa-ties. Voedsel uitgedeeld aan ruim 130.000 mensen in België in 2014, via meer dan 600 organisaties. www.foodbanks.be

Verder ook:

• Al Ikram soortgelijk initiatief maar gericht op de allochtone bevolking in en rond Antwerpen: www.al-ikram.be (halal voedselbedeling, ook kleren en andere activiteiten)

• Moeders voor moeders (www.moedersvoormoeders.be, in Antwerpen en Turnhout; Poverello (www.poverello.be, dans plusieurs villes). Bij Moeders voor moeders en bij Poverello is er soms ook de mogelijkheid om bij een koffie, het gesprek aan te gaan met elkaar of met medewerkers.

• Gratis warme maaltijden Kamiano (Antwerpen). Gratis maaltijden, ontstaan vanuit de christelijke San Egidio gemeenschap in Antwerpen; men richt zich op daklozen en illegalen maar iedereen is er welkom - www.santegidio.be

• Volkskeuken/Sociaal restaurant Volkskeukens: vrijwilligers richten op bepaalde momenten een volkskeuken in die openstaat voor iedereen, mits kleine of vrijwillige bijdrage. Ze maken gebruik van eenvoudige seizoensproducten. www.brugsalternatiefforum.be/volkskeukens/ (zie ook ‘volkskeukens’; dit zijn initiatieven die soms ontstaan en ook snel kunnen verdwijnen)

Sociaal restaurants: bestaan in heel wat gemeenten in Vlaanderen en hanteren onderling verschillende principes: in sommige sociaal restaurants geldt slechts

Page 53: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 53

1 tarief, en moeten mensen bewijzen dat ze recht hebben op deze maaltijden; in andere restaurants, die minder gesubsidieerd worden, gelden verschillende tarieven en hangt het geldende tarief af van de inkomenssituatie. www.vakantieparticipatie.be

• Samentuinen Initiatief waarbij mensen samen ecologisch tuinieren. Er zijn momenteel 73 samentuinen waar meer dan 1800 gezinnen tuinieren. www.velt.nu/samentuinenIn enkele gemeenten hebben buurtcentra of samenlevingsprojecten samentui-nen opgezet voor hun cliënteel (bijvoorbeeld in Rabot in Gent), maar dit staat nog in zijn kinderschoenen.

• Zelfoogstboerderijen (Community supported agriculture) Bij een zelfoogstboerderij betalen burgers een jaarlijks lidmaatschap om de productiekosten van een boerderij te dekken. In ruil hiervoor mogen ze wekelijks een oogstaandeel komen afhalen / plukken. Momenteel zijn er een tiental zelfoogstboerderijen actief in Vlaanderen. www.communitysupportedagriculture.be of www.zelfoogstboerderijen

• SchenkingsbeursDit initiatief brengt twee soorten partners samen: voedselbedrijven met onverkochte goederen/ voedseloverschotten + voedselhulp- en sociale organisaties.Waar? Er zijn in verschillende gemeenten initiatieven, vaak gedragen door een particulier of plaatselijke vzw (bijvoorbeeld Al Ikram in Antwerpen, of priester Rik Konings in Hasselt), of handelaars in samenwerking met sociale restau-rants/buurtcentra. De vzw Komosie biedt zich aan om deze initiatieven te begeleiden, maar de coördinatie hiervan staat nog in de kinderschoenen. www.schenkingsbeurs.be

• BuurderijNetwerk dat lokale producenten/ ambachtelijke boeren en consumenten die rechtstreeks bij de boer willen kopen samenbrengt (geïnspireerd op La ruche qui dit oui). In Vlaanderen voorlopig nog enkel in Meise en Antwerpen. www.boerenburen.be of www.rechtvanbijdeboer.be

Soortgelijk initiatief: De fermetisten in Antwerpen (www.defermetisten.be)

• Thuisafgehaald Onlineplatform waar wie een maaltijd op overschot heeft en wie een kant-en-klare maaltijd aan een kleine prijs zoekt elkaar kunnen vinden. Verschillende aanbiedingen op diverse locaties. www.thuisafgehaald.be

b. Mobiliteit/Reizen

• Taxistop Organisatie die mensen die naar een bepaalde bestemming rijden en anderen

Page 54: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting54 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

die vervoer zoeken naar die bestemming samenbrengt. De organisatie bemid-delt ook bij gezamenlijk vervoer van en naar het werk (carpool) autodelen (cambio) en huisruil (homelink) www.taxistop.be; www.carpool.be; www.cambio.be; www.homelink.be;

• Uber Private taxidienst waarbij burgers hun diensten als taxichauffeur kunnen aanbieden tegen vergoeding. In Brussel zijn enkele honderden Uber-chauffeurs actief. Link: www.uber.com/nl/

• Autodelen Platform om een auto uit te lenen of te lenen. Voor wie een auto heeft en slechts deeltijds gebruikt en voor wie geen auto heeft en er af en toe een wil gebruiken. Door je te registreren kan je op zoek gaan naar een auto of huurder in je buurt. https://tapazz.com; of www.cambio.be; of: www.autodelen.net

• Couchsurfing Onlineplatform voor wie gratis overnachting wil aanbieden / zoekt voor enkele dagen, wijze ook om kennis te maken met mensen in het land dat men bezoekt. www.couchsurfing.org (soortgelijke organisaties: www.bewelcome.org; www.nederlands.hospitalityclub.org )

• Airbnb Platform om kortverblijf (kamer, appartement of huis) aan te bieden of te vinden tegen vergoeding. Het platform biedt momenteel ruimtes aan in 190 landen en meer dan 34 000 steden. Vorig jaar waren er 3600 accomodaties in Vlaanderen. www.airbnb.be.

• Huisruil Uitwisselen van woningen, voornamelijk voor vakantiedoelstellingen. Via een onlineplatform kunnen mensen van over heel de wereld elkaar vinden voor huisruil. www.homelink.be (vergelijkbare sites: www.huizenruil.com; www.homeexchange.com; www.gocampr.com).

c. Wonen

• Co-housing Vorm van duurzaam wonen door krachten te bundelen en, naast eigen woon-unit, gezamenlijke units te voorzien (living/vergaderzaal, wasmachines, tuinhok, fietsenstalling, tuin). Gaat vaak gepaard met autodelen en gezamen-lijk onderhoud. In heel Vlaanderen zijn er ongeveer 70 cohousinginitiatieven. www.samenhuizen.be

• Woningdelen De organisatie faciliteert het bij elkaar brengen van mensen die een woon-ruimte willen delen www.woningdelen.be (vergelijkbaar: www.allesthuis.be)

Page 55: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten? 55

• Community Land Trust Vorm van wonen op gronden van de gemeenschap (bijvoorbeeld gemeente), waarbij de bewoner tegen democratische prijzen voor de woning zelf betaalt terwijl de grond eigendom blijft van de gemeenschap. In Brussel is een eerste initiatief van start gegaan, in sommige andere plaatsen verkent men de mogelijkheid (vb. cohousingproject De Sijs in Leuven). Het staat nog erg in de kinderschoenen. www.communitylandtrust.worldpress.com

• Woningoppas Onlineplatform. Brengt mensen samen die hun woning, inclusief huisdieren, niet onbewaakt willen achterlaten en anderen die op zoek zijn naar een tijdelijk verblijf. www.woningoppas.be

d. Uitlenen van diensten of zaken

• Lets Afkorting van Local exchange and trading system, uitwisseling van diensten volgens principe ‘ik doe iets voor jou en jij doet iets voor mij’. Dat kan gaan van babysitten, haar knippen, koken voor iemand, tuinwerk. Er wordt ‘betaald’ met een virtuele munt. (Waalse tegenhanger: Community forge). Heel wat gemeen-ten in Vlaanderen hebben een plaatselijke Lets-groep, waar men vaak een plaatselijke virtuele munt hanteert, bijvoorbeeld ecu’s in Leuven, torekes in Gent, troeven in Turnhout, handjes in Antwerpen. http://www.letsvlaanderen.be

• Peerby Platform om gereedschappen te lenen en ontlenen. Door je locatie en je noden aan te geven op de site, ga je op zoek naar een ontlener in je buurt. www.peerby.be

e. Tweedehands- en herstelinitiatieven

• Kringwinkels Een keten van winkels die spullen inzamelt, deze recycleert en te koop aanbiedt aan zeer democratische via sociale tewerkstelling. Er zijn 127 winkels over heel Vlaanderen. www.dekringwinkel.be

• Repair cafés Bijeenkomsten waar mensen (samen) kapotte spullen herstellen. Mensen kunnen gratis allerlei zaken laten herstellen, en leren intussen van vrijwilligers bij over het herstellen. Op 38 locaties in Vlaanderen. www.repaircafe.be

• Geefpleinen Op bepaalde data kan je in bepaalde steden gratis spullen die je niet meer nodig hebt uitstallen, of gratis komen snuisteren en meenemen. check ‘geefpleinen + naam van je gemeente’.

Page 56: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

Koning Boudewijnstichting56 De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

• Kledingruilbeurzen Op bepaalde data kan je in bepaalde steden kleren die je niet meer nodig hebt inruilen voor andere tweedehandskledij. check ‘kledingruil + naam van je gemeente’.

II. Gedeelde productie

a. Werken

• Kantoorruimte delen Mogelijkheid om een ingericht, gedeeld kantoor te huren met anderen. Goedko-per dan kantoor alleen huren en socialer (gezelschap). Soortgelijke projecten/websites/initiatieven: http://www.burooz.be; www.indiancaps.be; www.factoryforty.be/nl/ Overzicht van diverse initiatieven op: http://www.bewustverbruiken.be/artikel/gedeelde-werkruimtes-een-overzicht

b. Médiahttp://www.bewustverbruiken.be/artikel/deelmogelijkheden-voor-media-en-cultuur-een-overzicht

III. Participatieve financiële modellen Er bestaan verschillende platformen voor participatieve, financiële modellen. Een overzicht hiervan kan gevonden worden op: http://www.bewustverbruiken.be/artikel/economische-modellen-rond-sharing-een-overzicht

IV. Gedeelde kennis en uitwisseling over deeleconomieEen centrale organisatie in Vlaanderen hiervoor is het Netwerk Bewust Verbruiken (gedeelddoor.be) en http://www.bewustverbruiken.be/artikel/kennis-en-vaardigheden-delen-een-overzicht

Een organisatie die niet specifiek Vlaams is: http://p2pfoundation.net/

Een netwerk dat platformen faciliteert om samen iets te ondernemen ( een ‘common’ is een platform om samen dingen te doen): http://new-commons.blogspot.be/

Page 57: De deeleconomie, een opportuniteit voor de allerarmsten?

www.kbs-frb.be

Koning Boudewijnstichting

Samen werken aan een betere samenleving

De Koning Boudewijnstichting is een onafhankelijke en pluralistische stichting die actief is op zowel lokaal, regionaal, federaal, Europees als internationaal niveau. We willen de maatschappij ten goede veranderen en investeren daarom in inspirerende projecten en individuen. In 2015 gaven de Koning Boudewijnstichting en de Fondsen die ze beheert 34,8 miljoen euro steun aan 264 individuen en 1.813 organisaties voor projecten rond armoede, gezondheid, ontwikkeling, maatschappelijk engagement, erfgoed,…

Verder organiseert de Stichting ook studiedagen, rondetafels en tentoonstellingen, deelt ervaringen en onderzoeksresultaten via (gratis) publicaties, gaat partnerschappen aan en stimuleert filantropie ‘via’ en niet ‘voor’ de Koning Boudewijnstichting. 2.155 personen in onze stuurgroepen, begeleidingscomités, bestuurscomités en onafhankelijke jury’s, stellen hun expertise ter beschikking. Hun vrijwillige inzet zorgt voor kwalitatieve keuzes, onafhankelijkheid en pluralisme.

De Stichting werd opgericht in 1976, toen Koning Boudewijn 25 jaar koning was.

Dank aan de Nationale Loterij en aan alle schenkers voor hun gewaardeerde steun.kbs-frb.be Abonneer u op onze e-news www.goededoelen.be

Volg ons op

Koning Boudewijnstichting,

stichting van openbaar nut

Brederodestraat 21 1000 Brussel

[email protected]

02-500 45 55

Giften op onze rekening

IBAN: BE10 0000 0000 0404

BIC: BPOTBEB1 zijn fiscaal aftrekbaar

vanaf 40 euro.