De boedelbeschrijving de lege ferenda · 2015. 11. 6. · Doordat de inventaris een nakende...
Transcript of De boedelbeschrijving de lege ferenda · 2015. 11. 6. · Doordat de inventaris een nakende...
Faculteit Rechtsgeleerdheid
Universiteit Gent
Academiejaar 2014-2015
Masterproef
“Master in het Notariaat”
De boedelbeschrijving de lege ferenda
Ingediend door
Daphné Van Walleghem
Studentennummer: 00801321
Promotor: Professor Jan Bael
Commissaris: Daan Dewitte
1
Voorwoord
Deze masterproef vormt het sluitstuk van mijn academische studies. Na dit jaar is het
afgelopen met het studentenleven en is het tijd voor een nieuw hoofdstuk. Graag zou ik van
deze gelegenheid gebruik willen maken om enkele mensen te bedanken die mij hebben
gesteund tijdens mijn schoolcarrière.
Eerst en vooral wil ik mijn ouders bedanken om ervoor te zorgen dat ik deze studies kon
waarmaken. Door hen kon ik deze studie aanvatten alsook tot een goed einde brengen.
Daarnaast wil ik mijn vrienden bedanken en vooral mijn beste vriendin Liza Deconinck voor
haar oprechte morele steun alsook voor de nodige momenten van ontspanning.
Verder wil ik professor Bael bedanken voor zijn leerrijke lessen met interessante verhalen uit
de praktijk, alsook om me te helpen inzicht te krijgen in het onderwerp van deze masterproef.
Mijn dank gaat ook uit naar mijn promotor Daan Dewitte, om mijn vragen in verband met het
onderwerp te beantwoorden.
Ten slotte wil ik ook Beatrijs Holvoet bedanken voor het grondig nalezen van mijn
masterproef.
2
Inhoudsopgave
INLEIDING .............................................................................................................................. 4
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEGINSELEN ................................................................... 6
AFDELING 1. DEFINITIE “BOEDELBESCHRIJVING” .................................................................... 6
AFDELING 2. FUNCTIES VAN DE BOEDELBESCHRIJVING ........................................................... 7
HOOFDSTUK 2. KNELPUNTEN VOOR DE NOTARIS ................................................... 9
AFDELING 1. DE BOEDELBESCHRIJVING KRITISCH DOORGELICHT ............................................ 9
AFDELING 2. MOEILIJKHEDEN VOOR DE NOTARIS .................................................................. 11
Afdeling 1. De gesloten deuren ......................................................................................... 12
Afdeling 2. Weigering tot eedaflegging ............................................................................ 13
HOOFDSTUK 3. ACTUELE EN TOEKOMSTGERICHTE INVLOEDEN OP DE
TAAK VAN DE NOTARIS ................................................................................................... 14
AFDELING 1. INLEIDING ......................................................................................................... 14
AFDELING 2. DE ROL VAN DE NIEUWE PROCEDURE GERECHTELIJKE VEREFFENING-VERDELING
.............................................................................................................................................. 15
AFDELING 3. DE PROBLEMATIEK OMTRENT DE HERSAMENGESTELDE GEZINNEN ................... 16
HOOFDSTUK 4. EVALUATIE VAN ALTERNATIEVEN .............................................. 18
AFDELING 1. INLEIDING ......................................................................................................... 18
AFDELING 2. GEBRUIK VAN FOTOMATERIAAL ....................................................................... 18
AFDELING 3. OPMAAK DOOR ANDERE PERSONEN DAN DE NOTARIS ....................................... 21
AFDELING 4. DE BOEDELBESCHRIJVING OP VERKLARING ...................................................... 22
AFDELING 5. VRIJSTELLING VAN BOEDELBESCHRIJVING ....................................................... 24
AFDELING 6. GEDEELTELIJKE BOEDELBESCHRIJVING ............................................................ 26
AFDELING 7. DE MOGELIJKHEID VAN ART. 1184 BW ............................................................ 26
Onderafdeling 1. Algemeen............................................................................................... 26
Onderafdeling 2. Probleem van gesloten deuren.............................................................. 27
Onderafdeling 3. Het weigeren van de eed af te leggen ................................................... 28
CONCLUSIE .......................................................................................................................... 30
3
BIBLIOGRAFIE .................................................................................................................... 32
WETGEVING .......................................................................................................................... 32
RECHTSPRAAK ....................................................................................................................... 32
RECHTLEER ........................................................................................................................... 33
ONLINE BRONNEN .................................................................................................................. 34
4
Inleiding
1. De boedelbeschrijving komt reeds voor in de opstelling van de artikelen van het
Burgerlijk Wetboek van 1804, hierdoor kan deze als een oude rechtsfiguur worden
bestempeld. Sinds de invoering van de boedelbeschrijving is er veel veranderd. We leven dan
ook in een zeer snel evoluerende maatschappij met sterk technologische vooruitgangen en
veranderende familiale structuren. Denk maar aan de hersamengestelde gezinnen, een
fenomeen dat vroeger amper voorkwam, is nu eerder regel dan uitzondering geworden. De
vermogens, die de mensen bezitten, worden ook steeds uitgebreider. Deze uitbreiding
betekent niet noodzakelijk dat de vermogens in waarde stijgen, doch wel dat de vermogens in
materiële omvang stijgen. Gezien de voortdurende evoluerende maatschappij is het
aangewezen dat de boedelbeschrijving meegaat in deze ontwikkeling. Hoe verder wij
evolueren en nieuwe tendensen waarnemen binnen ons familiaal leven, hoe verder de
boedelbeschrijving achterop komt te hinken. Deze situatie lijkt niet langer houdbaar voor de
notaris.
2. De notaris moet in vele gevallen de boedelbeschrijving opstellen, in de procedure
gerechtelijke vereffening-verdeling, bij wijziging van het huwelijksvermogensstelsel die
vereffening van het vorig stelsel tot gevolg heeft, bij ontbinding van het wettelijk stelsel,…
De boedelbeschrijving zoals ze nu is, vergt heel veel precisie en tijd. Het is dan ook een hele
karwei voor de notaris om zijn taak tot een goed einde te brengen, maar ook een karwei waar
hij vaak liever van afziet. Toch moet er worden vanuit gegaan dat de boedelbeschrijving een
zeer belangrijk element is, aldus niet meer weg te denken uit ons rechtssysteem. Een
vereenvoudiging van de procedure, die moet worden doorlopen bij het opstellen van de
boedelbeschrijving, dringt zich op.
3. Op 14 september 2011 verscheen in het Belgisch Staatsblad de wet van 13 augustus
2011 houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling.1 Deze
wet trad in werking op 1 april 2012, maar laat de oude procedure nog van toepassing op
zaken, die op 1 april 2012 reeds door de rechter in beraad zijn genomen.2 Met deze wet heeft
1 Wet 13 augustus 2011 houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, BS 14
september 2011. 2 H. CASMAN, “De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet- nieuwe handleiding voor de
notaris-vereffenaar”, Not.Fisc.M 2012, afl. 3, 70.
5
de wetgever reeds een poging ondernomen om enkele problemen te remediëren, doch biedt
deze nog geen soelaas. Ik wil dan ook graag kort die verbeteringen toelichten, om naderhand
aan te halen waar er nog kan worden aan gewerkt. In deze masterproef wordt ook de
rechtsleer aangehaald, die mogelijkheden toereikt om het voor de notaris aangenamer te
maken om een boedelbeschrijving op te stellen of hem ervan te verlossen. Met deze
literatuurstudie poog ik dan ook suggesties voor te stellen over hoe de wetgeving aangepast
kan worden in het voordeel van de notaris.
4. In het eerste hoofdstuk wordt een korte toelichting gegeven over hoe de
boedelbeschrijving wordt gedefinieerd en wat die juist inhoudt. Aansluitend tonen de functies
het belang van de boedelbeschrijving aan.
5. In een tweede hoofdstuk ga ik verder in op de knelpunten die vanuit het standpunt van
de notaris opduiken bij het opstellen van de boedelbeschrijving.
6. In het derde hoofdstuk wordt besproken hoe de maatschappij een invloed kan hebben
op de boedelbeschrijving en het werk dat het voor de notaris mee brengt. Ook de nieuwe
procedure gerechtelijke vereffening-verdeling komt hier aan bod om aan te tonen hoe deze al
verbeteringen heeft aangebracht en zijn invloed kent op de boedelbeschrijving. De
hersamengestelde gezinnen die meer en meer hun intrede doen hebben ook een goede werking
van de boedelbeschrijving nodig. Er wordt concreet onderzocht of de maatschappelijke
ontwikkeling baat heeft bij een boedelbeschrijving zoals deze tot op heden wordt toegepast,
hetzij er moet worden gestreefd naar een betere versie van de rechtsfiguur.
7. Tenslotte behandelt het vierde hoofdstuk merendeel wat de titel van deze masterproef
ontluikt, namelijk de boedelbeschrijving de lege ferenda. In dit hoofdstuk komt aan bod hoe
het voor de notaris gemakkelijker kan worden gemaakt om een boedelbeschrijving op te
stellen, desnoods via wetgevend ingrijpen.
6
Hoofdstuk 1. Algemene beginselen
Afdeling 1. Definitie “boedelbeschrijving”
8. Nergens in de wet is een specifieke definitie van de boedelbeschrijving voorzien, we
moeten ons dan ook naar de rechtsleer wenden voor de definiëring ervan. De
boedelbeschrijving kan worden omschreven als een bijzondere rechtspleging die tot doel heeft
de omvang van een vermogen of een onverdeeldheid vast te stellen.3 De boedelbeschrijving
heeft in dat opzicht twee aspecten. Vooreerst is de boedelbeschrijving of de inventaris een
bewarende maatregel. Ten tweede is de boedelbeschrijving evenzeer een bewijsinstrument,
waarvan alle partijen de wettelijke plicht hebben om tot de juistheid van de
boedelbeschrijving bij te dragen.4 Artikel 1175 van het Gerechtelijk Wetboek verwoordt het
als volgt: “ De boedelbeschrijving heeft ten doel de omvang van de nalatenschap, van de
gemeenschap of van een onverdeeldheid vast te stellen. Zij bevat met name de beschrijving en
de schatting van de roerende goederen, de ontleding van de titels en papieren, de opgave van
de verklaringen door de belanghebbenden gedaan ten laste of ten bate van de boedel.”5
9. Uit de artikelen 1177, 1178 en 1183 van het Gerechtelijk Wetboek volgt dat de
boedelbeschrijving in principe de vorm aanneemt van een notarieel proces-verbaal. In
bepaalde gevallen is het door de wet ook toegelaten om deze in onderhandse vorm op te
stellen, zoals bijvoorbeeld in artikel 1428, tweede lid Burgerlijk Wetboek.6 Eenmaal
opgenomen in het proces-verbaal door een notaris heeft dit proces-verbaal volle bewijskracht
als authentieke akte.7 Indien een andere persoon dan een notaris dit proces-verbaal zou
opmaken is deze authentieke bewijswaarde afwezig. Een gerechtsdeurwaarder kan
bijvoorbeeld een proces-verbaal van vaststelling opmaken, maar verleent hieraan geen
3 Artikel 1175 Ger.W.; T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht
en faillissementen, Gent, Mys & Breesch, 1993, 2. 4 T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 2. 5 Artikel 1175 Ger.W.
6 L. VOET, “De boedelbeschrijving en het ernstig belang in de bewaring”, noot onder Brussel 6 april 2004, TBBR
2011, 6. 7 Artikel 1319 B.W.; L. VOET, “De boedelbeschrijving en het ernstig belang in de bewaring”, noot onder Brussel
6 april 2004, TBBR 2011, 6.
7
authentieke bewijskracht.8 De notaris gaat niet ambtshalve over tot het opmaken van een
boedelbeschrijving, hiertoe dient minstens één partij dit te vragen aan de notaris.9
Door beschrijving van de goederen wordt vermeden dat bepaalde elementen uit de boedel
zouden verdwijnen.10
Daarnaast worden alle activa en passiva die zich in de onverdeelde
boedel bevinden nauwkeurig weergegeven.11
De partijen geven de relevante informatie aan
bij de notaris en leggen daartoe alle nuttige verklaringen af om zo volledig mogelijk te zijn.
Onjuiste of onvolledige verklaringen kunnen aanleiding geven tot zware burgerrechtelijke en
strafrechtelijke sancties.12
De notaris moet de partijen bij de aanvang van de
boedelbeschrijving in kennis stellen door hen te waarschuwen dat er straffen staan tegenover
het zich schuldig maken aan het wegmaken of helen van voorwerpen of meineed.13
10. Om de definiëring verder te vervolledigen wordt in de volgende afdeling ingegaan op
de functies van de boedelbeschrijving.
Afdeling 2. Functies van de boedelbeschrijving
11. De boedelbeschrijving heeft zowel een bewarende functie als bewijsfunctie.14
In de
eerste plaats diende de boedelbeschrijving als bewarende maatregel.15
Het is een zeer nuttige
voorbereidende maatregel in verschillende procedures zoals de gerechtelijke vereffening-
verdeling. Als bewarende maatregel heeft de boedelbeschrijving tot doel de rechten van de
deelgenoten in een onverdeelde massa veilig te stellen.16
De precieze omschrijving van de
goederen maakt die goederen identificeerbaar. Daardoor wordt vermeden dat bepaalde activa
8 T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 7. 9 T. VAN SINAY, Handboek gerechtelijke verdeling, Brussel, Larcier, 2010, 155.
10 T. VAN SINAY, “Enkele actuele topics inzake boedelbeschrijving”, T.Not. 2005, 239.
11 T. VAN SINAY, “Enkele actuele topics inzake boedelbeschrijving”, T.Not. 2005, 241. 12
L. VOET, “De boedelbeschrijving en het ernstig belang in de bewaring”, noot onder Brussel 6 april 2004,
TBBR 2011, 6. 13
Artikel 1183, 10° Ger.W.; V. SAGAERT, “Actuele ontwikkelingen inzake notarieel procesrecht: verzegeling,
boedelbeschrijving, vereffening-verdeling”, in L. WEYTS en C. CASTELEIN, Notariële nieuwigheden 2004-2005,
Leuven, Universitaire Pers, 2005, 113. 14 L. VOET, “De boedelbeschrijving en het ernstig belang in de bewaring”, noot onder Brussel 6 april 2004,
TBBR 2011, 6. 15
S. VANOVERBEKE, “Meineed bij verzegeling of boedelbeschrijving”, in S. VANDEPLAS, P. ARNOU, S.
VANOVERBEKE en S. VANDROMME, Strafrecht en strafvordering. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van
rechtspraak en rechtsleer, Diegem, Kluwer, 2004, 3. 16 T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 3.
8
uit de boedel verdwijnen.17
Er wordt dus veel belang gehecht aan de juiste omschrijving.
Doordat de inventaris een nakende verdeling vooraf moet gaan, kan deze worden beschouwd
als een voorbereidende stap op wat komen gaat, waarbij bij deze verdeling duidelijk moet zijn
wat er nu net in het te vereffenen vermogen aanwezig is.18
Voor de notaris vormt de boedelbeschrijving de voornaamste bron van inlichtingen die door
de partijen worden aangereikt met oog op het samenstellen van de omvang van de
onverdeelde massa. De partijen worden daarbij de verplichting opgelegd om mee te werken
en elk goed aan te geven waarvan het bestaan bij niet-aangifte onbekend zou blijven.19
Bijgevolg kan door het opstellen van een inventaris worden vermeden dat er vermenging
optreedt tussen de vermogens.20
Op die manier worden zowel de vermogens van de partijen,
maar ook die van derden beschermd. Het wordt gemakkelijker voor de schuldeisers om hun
rechten tegenover de onverdeelde massa uit te oefenen.21
In artikel 1177 Ger. W. is tevens in
de mogelijkheid voorzien om een inventaris te vorderen bij de vrederechter.22
12. De boedelbeschrijving houdt meer in dan alleen een bewarende maatregel. Sinds het
cassatiearrest van 1973 werd duidelijk dat de boedelbeschrijving ook een bewijsfunctie
heeft.23
Op grond van deze rechtspraak wordt de boedelbeschrijving aanzien als een akte met
een belangrijke bewijswaarde.24
De notaris, die de boedelbeschrijving opmaakt, dient deze te
vervaardigen in een authentieke akte zonder controle naar inhoudelijke juistheid ervan.25
Uit
artikel 1319 en 1320 B.W. volgt dat een proces-verbaal van boedelbeschrijving opgemaakt
door de notaris volle bewijskracht heeft als authentieke akte.26
Bijgevolg betekent dit dat de
boedelbeschrijving bewijskracht heeft totdat de procedure wegens valsheid in geschrifte
17
L. VOET, “De boedelbeschrijving en het ernstig belang in de bewaring”, noot onder Brussel 6 april 2004,
TBBR 2011, 6. 18
J. BAUGNIET, “Code Judiciaire - L’inventaire”, Rev.prat.not.b. 1968, 122. 19
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 4. 20 T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 5. 21 T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 5. 22
Artikel 1177 Ger.W. 23
Cass. 29 oktober 1973, Arr.Cass. 1974, 237, Pas. 1974, 221, Rec.gén. enr.not. 1974, nr. 21. 868 en Rev.not.b.
1973, 627; maar ook: Cass. 2 oktober 1973, Pas. 1974, 107; Cass. 24 oktober 1989, R.W. 1990-91, 164 en Pas.
1990, 233; Cass. 22 oktober 1996, Arr.Cass. 1996, 950 en R.W. 1997-98, 637; Cass. 11 februari 2003, A.R.
P.02.0608.N, www.cass.be; Cass. 25 november 2003, A.R. P.03.0759.N., www.cass.be. 24
T. VAN SINAY, “Enkele actuele topics inzake boedelbeschrijving”, T.Not. 2005, 241. 25
Cass. 21 februari 1990, Arr.Cass. 1989, 799. 26
Artikel 1319 en 1320 B.W.
9
wordt opgestart.27
De partijen hebben dan ook de plicht gewetensvol mee te werken aan de
juistheid van de akte.28
Deze plicht wordt gewaarborgd door de eedaflegging als sluitstuk van
de boedelbeschrijving.29
13. Aan de hand van de in de rechtsleer gegeven definiëring en de twee functies van de
boedelbeschrijving, als bewarende maatregel én als bewijs, wordt het duidelijk dat de
boedelbeschrijving een zeer belangrijk instrument is. Het is dan ook noodzakelijk dat dit een
instrument wordt, dat makkelijk is te hanteren. Momenteel brengt de boedelbeschrijving een
bijkomend last met zich mee voor de notaris, dit kan worden vermeden mits enkele
wetgevingsaanpassingen. Om dit te kunnen toelichten, wordt in het volgende hoofdstuk de
knelpunten voor de notaris besproken.
Hoofdstuk 2. Knelpunten voor de notaris
Afdeling 1. De boedelbeschrijving kritisch doorgelicht
14. Het belang van de boedelbeschrijving heeft de wetgever niet onderschat. De
boedelbeschrijving blijft een essentieel en bruikbaar instrument voor de notaris om zijn
opdracht te vervullen. Door de bijzondere bewijswaarde die hieraan vasthangt, dient deze
inventaris als een goed middel om betwistingen, over de samenstelling van de boedel die
achteraf kunnen optreden, te vermijden.30
Toch blijkt de inventaris niet te horen bij de meest
aangename opdrachten van het notariaat.31
De partijen en de notaris zien op tegen een
nauwkeurige boedelbeschrijving. Deze wordt dan ook vaak aanzien als tijdrovend, veel te
gedetailleerd en zware pleegvormen, terwijl daarover dikwijls niet wordt betwist tussen de
partijen.32
Daarenboven dient de notaris zich naar de meest uiteenlopende plaatsen te
27
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 6. 28
Cass. 29 oktober 1973, Arr.Cass. 1974, 237, Pas. 1974, 221, Rec.gén.enr.not. 1974, nr. 21. 868 en Rev.not.b.
1973, 627. 29
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 5. 30
H. CASMAN, “De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet- nieuwe handleiding voor de
notaris-vereffenaar”, Not.Fisc.M 2012, afl. 3, 78. 31
F. AUMANN, “Proces-verbaal van opening van werkzaamheden. De inventaris en het verzamelen van
inlichtingen. Voorafgaande schattingen.”, in KONINKLIJKE FEDERATIE DER BELGISCHE NOTARISSEN, in H.
CASMAN, F. AUMANN en H. DE DECKER, Vereffening-verdeling, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen,
1992, 63. 32
H. CASMAN, “De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet- nieuwe handleiding voor de
notaris-vereffenaar”, Not.Fisc.M 2012, afl. 3, 78.
10
begeven: detailhandels, sterfhuizen die de dag voordien nog woonhuizen waren en afgelegen
hoeves die maandenlang onder de zegels gelegen hebben.33
De plaatselijke bezoeken
gebeuren in de meest diverse klimatologische omstandigheden. Het is dan ook niet
ondenkbaar dat de partijen een niet al te goede verstandhouding hebben met elkaar wat het
nog minder aangenaam maakt.34
Daarnaast vinden de partijen dat het opstellen van de
boedelbeschrijving in bijzonder gepaard gaat ongewenste indringing in hun persoonlijke
leefomgeving.35
Vroeger was het gemakkelijker om de lichamelijke goederen te beschrijven omdat de
diversiteit niet zo groot was in die periode. Vandaag is het bezit van voorwerpen in een
gemiddeld huisgezin veel groter dan vroeger, dat vermoeilijkt de beschrijving ervan. 36
15. Er werden reeds argumenten geuit om de verplichte notariële boedelbeschrijving bij
bepaalde procedures af te schaffen en die facultatief te maken.37
De in het verleden vaak
voorkomende boedelbeschrijving bij echtscheiding door onderlinge toestemming werd sinds
de Wet van 30 juni 1994 facultatief gemaakt.38
Ook voor de kleine en de middelgrote
wijzigingsprocedure is deze boedelbeschrijving facultatief.39
Bij het Wetsvoorstel tot
wijziging van de wetgeving wat betreft de wijziging van het huwelijksvermogensstelsel
zonder tussenkomst van de rechtbank, ingediend door Martine TAELMAN, worden de
argumenten hernomen om te opteren voor een facultatieve boedelbeschrijving voor het geheel
in de wijzigingsprocedure, dus ook voor de grote wijziging. Deze argumenten luidden als
volgt: “De omvang van het vermogen is vaak te beperkt om een tijdrovende en formalistische
maatregel als de boedelbeschrijving te kunnen verantwoorden, de notaris en de echtgenoten
dienen zich naar verschillende plaatsen te begeven, soms gelegen in verscheidene
arrondissementen, om roerende goederen op te schrijven waarvan de waarde relatief beperkt
33
F. AUMANN, “Proces-verbaal van opening van werkzaamheden. De inventaris en het verzamelen van
inlichtingen. Voorafgaande schattingen.”, in KONINKLIJKE FEDERATIE DER BELGISCHE NOTARISSEN, in H.
CASMAN, F. AUMANN en H. DE DECKER, Vereffening-verdeling, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen,
1992, 63. 34
F. AUMANN, “Proces-verbaal van opening van werkzaamheden. De inventaris en het verzamelen van
inlichtingen. Voorafgaande schattingen.”, in KONINKLIJKE FEDERATIE DER BELGISCHE NOTARISSEN, in H.
CASMAN, F. AUMANN en H. DE DECKER, Vereffening-verdeling, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen,
1992, 63. 35
H. CASMAN, “De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet- nieuwe handleiding voor de
notaris-vereffenaar”, Not.Fisc.M 2012, afl. 3, 78. 36
T. VAN SINAY, “Enkele actuele topics inzake boedelbeschrijving”, T.Not. 2005, 240. 37
Wetsvoorstel (M. TAELMAN) tot wijziging van de wetgeving wat betreft de wijziging van het
huwelijksvermogensstelsel zonder tussenkomst van de rechtbank, Parl. St. Senaat 2007, nr. 4-127/1. 38
Wet van 30 juni 1994 tot wijziging van artikel 931 van het Gerechtelijk Wetboek en van de bepalingen
betreffende de procedures van echtscheiding, BS 21 juli 1994. 39
H. CASMAN en A. SIBIET, “Art. 1394- 1396 B.W.”, in H. CASMAN en M. VAN LOOCK,
Huwelijksvermogensrecht, Kluwer, Mechelen, 2009, Deel II. 5, 5.
11
is, de verplichting wordt niet altijd even nauwgezet nageleefd : goederen die zich in het
buitenland bevinden worden in onderling overleg om fiscale redenen verzwegen, de schatting
van de goederen heeft geen bewijswaarde, er stelt zich een probleem voor de verplichte
eedaflegging voor diegenen die de mogelijkheid gehad hebben goederen te verduisteren of
van een verduistering kennis hebben.” Er wordt wel aangehaald dat de boedelbeschrijving in
enige vorm dient te blijven behouden, indien de echtgenoten erom verzoeken, omdat deze een
waarborg blijft voor een regeling van de wederzijdse rechten van de echtgenoten, bijkomende
bescherming biedt en bovendien toelaat om betwistingen en vergetelheden te vermijden.40
Dit wetsvoorstel heeft ertoe geleid dat bij het wijzigen van een huwelijksvermogensstelsel,
waarbij het vorige stelsel moet worden vereffend, een voorafgaande boedelbeschrijving
verplicht is.41
Bij overgang naar een ander huwelijksvermogensstelsel waarbij geen
vereffening van het vorig stelsel nodig is, is het opmaken van een boedelbeschrijving
facultatief42
en zal er pas een boedelbeschrijving moeten opgemaakt worden wanneer één van
de echtgenoten erom verzoekt.43
In geval van wijziging met niet de vereffening van het vorig
stelsel tot gevolg, kan de boedelbeschrijving opgesteld worden op grond van verklaringen,
mits beide echtgenoten hiermee akkoord gaan. Dit vormt dan een uitzondering op artikel 1182
Ger.W.44
Afdeling 2. Moeilijkheden voor de notaris
16. Verder wordt de notaris geconfronteerd met moeilijkheden waardoor het opstellen van
de boedelbeschrijving wordt verhinderd of soms vertraging oploopt. Het komt aan de notaris
toe te evalueren naar alle redelijkheid of er een geschil bestaat en of hij het zal voorleggen aan
de vrederechter conform de procedure voorzien in artikel 1184, lid 1 Ger. W.45
Zo zijn er tal
van moeilijkheden die de notaris kunnen confronteren, hierna bespreek ik twee voorbeelden
van dergelijke moeilijkheden.
40
Wetsvoorstel (M. TAELMAN) tot wijziging van de wetgeving wat betreft de wijziging van het
huwelijksvermogensstelsel zonder tussenkomst van de rechtbank, Parl. St. Senaat 2007, nr. 4-127/1. 41
Artikel 1394 §2, tweede lid B.W. 42
Artikel 1394 §2, eerste lid B.W. 43
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 21. 44
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 21. 45
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 46.
12
Afdeling 1. De gesloten deuren
17. Ten eerste kan de notaris worden geconfronteerd met het incident van de gesloten
deuren.46
Het probleem van gesloten deuren doet zich voor wanneer de instrumenterende
notaris zich aanbiedt om een boedelbeschrijving op te stellen, maar bij aanvang de deuren van
het onroerend goed waarin hij aanwezig moet zijn om die goederen te inventariseren, gesloten
vindt.47
Conform artikel 1182 Ger. W. dient de inventaris te geschieden “in de plaatsen waar
de te beschrijven voorwerpen zich bevinden.”48
Daarnaast is het niet enkel het fysiek op slot
zijn van een deur dat onder dit incident kan worden geplaatst, ook het weigeren van toegang
door de heer des huizes valt hieronder.49
Het probleem van de gesloten deuren doet zich dus
niet enkel voor indien partijen de instrumenterende notaris expliciet de toegang weigeren tot
het onroerend goed of indien de deuren expliciet gesloten worden door de heer des huizes,
ook kan het gebeuren dat ondanks de aanmaning die de notaris verstuurde, accidenteel
niemand thuis is.50
Verder kan ook dat de toegang niet alleen aan de notaris wordt ontzegd, maar ook aan één van
de belanghebbende partijen of een expert of vertegenwoordiger van minister van financiën.
Principieel moeten alle partijen en personen, die aanwezig dienen te zijn bij het opmaken van
de boedelbeschrijving, ook effectief toegang hebben tot de plaats waar de boedelbeschrijving
wordt opgemaakt.51
Wordt aan om het even welk van deze personen de toegang geweigerd,
dan kan de boedelbeschrijving derhalve geen doorgang vinden. In voorkomend geval kan de
notaris alleen de vacatie verdagen en zich tot de vrederechter wenden.
46
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 46. 47
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 46. 48
C. DE WULF en H. DE DECKER, Het opstellen van notariële akten, III dln., Antwerpen, Kluwer
Rechtswetenschappen, 1994, 454. 49
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 46. 50
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 46. 51
C. ENGELS, “Art. 1184 Ger.W.: het enige geval waarin alleen de notaris bevoegd is om zich tot de vrederechter
te wenden”, T.Not. 1975, 6.
13
Afdeling 2. Weigering tot eedaflegging
18. De notaris kan ook worden geconfronteerd met de weigering om de eed af te leggen
door één van de partijen.52
Het probleem kan alleen voorkomen in de gevallen waarin de wet
de eedaflegging voorschrijft en de persoon die ertoe gehouden is, behoorlijk werd
aangemaand.53
Wordt de wettelijk opgedragen eed door de partijen geweigerd, dan mist de
boedelbeschrijving haar sluitstuk en garantie van oprechtheid.54
Blijkt één van de partijen
afwezig te zijn bij het opmaken van de boedelbeschrijving terwijl aan deze partij wettelijk de
eedaflegging wordt opgedragen, dan staat dit niet-verschijnen gelijk aan weigering van de
eedaflegging.55
Er wordt vereist dat de persoon, die de eed weigert af te leggen, dit ook
doelbewust voor ogen had. Een persoon die geestelijk niet bekwaam is om de eed af te leggen
valt niet onder de kwalificatie als “weigerend”.56
De partijen aan wie de eedaflegging wettelijk wordt opgedragen en weigeren kunnen daartoe
worden gedwongen op verbeurte van een dwangsom.57
Indien een partij tracht de
bewijsfunctie van de boedelbeschrijving te ontkrachten door een valse eed af te leggen dan
kan die worden gestraft voor meineed.58
19. Hierboven zijn slechts twee problemen besproken, maar de notaris wordt met talrijke
problemen geconfronteerd bij de opmaak van een boedelbeschrijving, bijvoorbeeld het
wegmaken van goederen, weigering tot medewerking door de partijen,... Al deze problemen
verhinderen de correcte en efficiënte uitvoering van deze taak, die de notaris wordt opgelegd.
Eerder werd aangetoond dat de boedelbeschrijving wel degelijk een belangrijk instrument is,
zij het in beperkte gevallen. Om dit instrument terug te brengen naar de 21ste
eeuw, dient ze te
worden vergemakkelijkt. Dit wordt verder besproken.
52
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 37. 53
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 124. 54
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 47. 55
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 47. 56
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 47. 57
T. VAN SINAY, “Enkele actuele topics inzake boedelbeschrijving”, T.Not. 2005, 263. 58
T. VAN SINAY, “Enkele actuele topics inzake boedelbeschrijving”, T.Not. 2005, 263.
14
Hoofdstuk 3. Actuele en toekomstgerichte invloeden op de taak
van de notaris
Afdeling 1. Inleiding
20. Ondanks het voor de notaris niet aangenaam is een boedelbeschrijving op te maken,
heeft de inventaris toch zijn voordelen. Deze voordelen situeren zich voornamelijk in de
procedure gerechtelijke vereffening-verdeling. AUMANN poneert dat het verzamelen van
inlichtingen er ongetwijfeld door wordt versneld. De pleegvormen en de verplichte
eedaflegging zouden een heilzame invloed hebben op de deelgenoten en hen aanzetten tot
volledigheid.59
Deze inventaris biedt meer volledigheid voor het verzamelen van informatie
dan het proces-verbaal van opening van werkzaamheden.60
Principieel wordt van de partijen verwacht de notaris te voorzien van alle nuttige inlichtingen.
Daarnaast kan de notaris ook zelf opzoekingen doen. Deze opzoekingen hebben betrekking op
de juiste vereenzelviging van de partijen en de goederen, de kwalificatie van partijen en de
eigendomstitel van de goederen.61
Indien hij vaststelt dat welbepaalde inlichtingen onvolledig
of bewust onjuist zijn, rust op de notaris zelfs de verplichting om de nodige opzoekingen te
gelassen.62
Deze bijkomende opzoekingen mogen echter geen invloed hebben op de kosten
van het dossier, noch op de afwikkeling ervan. Aangezien de notaris de raadsman is van alle
partijen inzake de procedure gerechtelijke vereffening-verdeling mag hij zich niet louter
passief opstellen.63
59
F. AUMANN, “Proces-verbaal van opening van werkzaamheden. De inventaris en het verzamelen van
inlichtingen. Voorafgaande schattingen.”, in KONINKLIJKE FEDERATIE DER BELGISCHE NOTARISSEN, in H.
CASMAN, F. AUMANN en H. DE DECKER, Vereffening-verdeling, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen,
1992, 63. 60
F. AUMANN, “Proces-verbaal van opening van werkzaamheden. De inventaris en het verzamelen van
inlichtingen. Voorafgaande schattingen.”, in KONINKLIJKE FEDERATIE DER BELGISCHE NOTARISSEN, in H.
CASMAN, F. AUMANN en H. DE DECKER, Vereffening-verdeling, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen,
1992, 63. 61
F. AUMANN, “Proces-verbaal van opening van werkzaamheden. De inventaris en het verzamelen van
inlichtingen. Voorafgaande schattingen.”, in KONINKLIJKE FEDERATIE DER BELGISCHE NOTARISSEN, in H.
CASMAN, F. AUMANN en H. DE DECKER, Vereffening-verdeling, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen,
1992, 63. 62
F. AUMANN, “Proces-verbaal van opening van werkzaamheden. De inventaris en het verzamelen van
inlichtingen. Voorafgaande schattingen.”, in KONINKLIJKE FEDERATIE DER BELGISCHE NOTARISSEN, in H.
CASMAN, F. AUMANN en H. DE DECKER, Vereffening-verdeling, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen,
1992, 63. 63
F. AUMANN, “Proces-verbaal van opening van werkzaamheden. De inventaris en het verzamelen van
inlichtingen. Voorafgaande schattingen.”, in KONINKLIJKE FEDERATIE DER BELGISCHE NOTARISSEN, in H.
CASMAN, F. AUMANN en H. DE DECKER, Vereffening-verdeling, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen,
1992, 63.
15
De nieuwe wet beklemtoont deze actieve rol van de notaris.64
Hij is de drijvende kracht achter
de gerechtelijke vereffening- verdeling en zorgt ervoor dat de procedure in goede baan wordt
geleid.65
Er wordt van de notaris verwacht dat hij inlichtingen als het ware gaat uitlokken.
Betekent dat hij de partijen gerichte vragen stelt omtrent de elementen die normaliter in een
onverdeelde massa aanwezig zijn. Door bijkomende vragen te stellen krijg je een beeld op de
te vereffenen massa. De notaris kan hierbij gebruik maken van een vooraf opgestelde
vragenlijst, waarvan hij de antwoorden van belang acht. Op die manier wordt er minder tijd
besteed aan het lukraak losweken van gegevens bij de partijen.66
Afdeling 2. De rol van de nieuwe procedure gerechtelijke vereffening-verdeling
21. Aangezien de boedelbeschrijving een grote rol speelt inzake de procedure
gerechtelijke vereffening-verdeling heeft de wetgever ervoor gezorgd dat in de nieuwe
procedure gerechtelijke vereffening-verdeling tegemoet wordt gekomen aan de nadelen van
de boedelbeschrijving. Inzake de mogelijkheden, die reeds bestonden in de oude procedure,
brengt de nieuwe procedure een aantal preciseringen aan.67
Het gaat namelijk over de
boedelbeschrijving op verklaring en het verzaken aan de boedelbeschrijving. In het volgende
hoofdstuk wordt nader ingegaan op deze twee uitbreidingen. Verder heeft de nieuwe
wetgeving erin voorzien om een oplossing te bieden voor de problemen inzake de opmaak
van een boedelbeschrijving, die buiten het ambtsgebied van de territoriale bevoegde notaris-
vereffenaar valt.68
Onder de oude procedure werd de rechtbank opnieuw aangevat teneinde
een territoriaal bevoegde notaris aan te wijzen om over te gaan tot de handelingen die een
onbevoegde notaris niet kan verrichten. Dit aanvatten van de rechtbank bracht bijkomende
vertragingen teweeg in de voortzetting van de procedure. Om daaraan het hoofd te bieden is
in de nieuwe procedure voorzien dat de notaris-vereffenaar zelf wordt gemachtigd om een 64
L. WEYTS, “Hoe actief mag de notaris zijn bij gerechtelijke vereffeningen?”, T.Not. 2011, nr. 3, 136. 65
H. CASMAN, “De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet – nieuwe handleiding voor de
notaris-vereffenaar”, Not.Fisc.M. 2012, afl. 3, 72. 66
F. AUMANN, “Proces-verbaal van opening van werkzaamheden. De inventaris en het verzamelen van
inlichtingen. Voorafgaande schattingen.”, in KONINKLIJKE FEDERATIE DER BELGISCHE NOTARISSEN, in H.
CASMAN, F. AUMANN en H. DE DECKER, Vereffening-verdeling, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen,
1992, 63. 67
X., Vereffening-verdeling. Voorstelling project KFBN, OBFG en OVB tot hervorming van de procedure van
gerechtelijke vereffening-verdeling,
http://www.advocaat.be/UserFiles/Positions/vereffening%20verdeling%20website%2006%2010.pdf consultatie
11 maart 2015, 9. 68
X., Vereffening-verdeling. Voorstelling project KFBN, OBFG en OVB tot hervorming van de procedure van
gerechtelijke vereffening-verdeling,
http://www.advocaat.be/UserFiles/Positions/vereffening%20verdeling%20website%2006%2010.pdf consultatie
11 maart 2015, 10.
16
territoriaal bevoegde notaris aan te wijzen voor die verrichtingen, zonder daarvoor de
rechtbank te moeten vatten.69
22. Uit bovenstaande uiteenzetting blijkt duidelijk dat de nieuwe wetgeving tegemoet
komt aan de nadelen die het opstellen van de boedelbeschrijving meebrengt voor de notaris.
De wetgever probeert ervoor te zorgen dat er versnelling komt inzake de procedure, wat een
goede zaak is.
Afdeling 3. De problematiek omtrent de hersamengestelde gezinnen
23. De hedendaagse private levenssfeer was en is in beweging gezien het groeiend aantal
nieuw samengestelde gezinnen.70
Aangezien daarin zeer uiteenlopende situaties kunnen
voordoen is het de taak van de wetgever een aangepaste en op maat gesneden regeling uit te
werken. De boedelbeschrijving is een oude rechtsfiguur, de vraag is dus maar of deze regeling
wel nog genoeg up-to-date is met deze nieuwe diversiteit aan familiale situaties.
Soms blijkt nogal spanning te ontstaan tussen biologisch en sociologisch ouderschap. De
stiefkinderen, die achterblijven na het overlijden van hun biologische ouder, hebben dikwijls
wantrouwen met betrekking tot het ganse gebeuren in verband met de nalatenschap.71
De
kinderen vrezen miskenning van hun rechten en verdwijnen van goederen uit de boedel die
voor hen emotioneel belang hebben.72
Indien de stiefouder en biologische ouder gehuwd
waren, wordt de gemeenschap ontbonden door het overlijden. Overeenkomstig artikel 1428
B.W. dient de langstlevende echtgenoot binnen de drie maanden na het overlijden een
boedelbeschrijving op te maken, ook al zijn de rechtsopvolgers meerderjarig en bekwaam.73
Op die manier wordt vermeden dat de stiefouder, die in het bezit is van gemeenschappelijke
goederen die voor de kinderen van belang zijn, die goederen verduistert of verkwist om in
latere verdeling niet meer te kunnen laten opnemen wegens gebrek aan bewijs van bestaan.74
69
Artikel 1210, §4 Wet 13 augustus 2011 BS 14 september 2011. 70
K. MATTIJS, J. VERSTRAETE en J. BAEL, Familie op maat, Mechelen, Kluwer, 2005, 3. 71
K. MATTIJS, J. VERSTRAETE en J. BAEL, Familie op maat, Mechelen, Kluwer, 2005, 13. 72
E. VAN HOVE, Vereffening en verdeling van gemeenschap en nalatenschap, Brugge, Papuros, 57. 73
E. VAN HOVE, Vereffening en verdeling van gemeenschap en nalatenschap, Brugge, Papuros, 115. 74
E. VAN HOVE, Vereffening en verdeling van gemeenschap en nalatenschap, Brugge, Papuros, 115.
17
Normalerwijze wordt er geen boedelbeschrijving opgemaakt wanneer er geen onbekwamen
zijn.75
Mocht er onenigheid zijn, zoals in deze situatie dikwijls het geval is, of er zijn
minderjarige rechtsopvolgers, dan dringt de boedelbeschrijving toch op.76
De regels inzake de boedelbeschrijving spelen ook een rol bij hersamengestelde gezinnen die
feitelijk samenwonend zijn. Ook hier kan er sprake zijn van een onverdeeldheid met
vereffening-verdeling tot gevolg.77
Deze onverdeeldheid treedt pas in welbepaalde situaties
in. Namelijk indien er een gezamenlijk aankoop is geweest of op grond van conventionele
vermoedens of conventionele regels die in het samenwoningscontract zijn opgenomen. Of
alsnog wanneer er sprake is van een niet conventioneel vermoeden van onverdeeldheid, dat
niet wordt tegengesproken of niet door tegenbewijs wordt weerlegd.78
Blijkt er dan een
onverdeeldheid te zijn of minstens een vermoeden daarvan, kan de vereffening-verdeling
worden gevorderd waarin de boedelbeschrijving vaak aan te pas komt.79
24. De regels inzake de boedelbeschrijving lijken goed in te spelen op de situatie van de
hersamengestelde gezinnen. De boedelbeschrijving lijkt voor de partijen soms genoodzaakt en
biedt hen een uitweg om het wantrouwen te vermijden. Dit is goed voor de partijen, maar
heeft zo ook zijn invloed op de werklast van de notaris. In hertrouwhuwelijken is vastgesteld
dat de echtscheidingskans des te groter is dan in de eerste huwelijken. De eerste keer is het
moeilijkst, aldus blijkt.80
Gezien de situatie is dat er meer en meer hersamengestelde gezinnen
worden gevormd, alsook het vaker terug uit elkaar gaan en het wantrouwen dat dan aanwezig
is, zou dit kunnen zorgen voor stijging van de vraag naar opmaak van boedelbeschrijvingen.81
De notaris lijkt niet in het enthousiasme van de partijen te delen. Daarom is het aangewezen
om in het volgend hoofdstuk na te gaan welke mogelijkheden er voor handen zijn om de
notaris van deze stijgende werklast te ontslaan.
75
E. VAN HOVE, Vereffening en verdeling van gemeenschap en nalatenschap, Brugge, Papuros, 115. 76
E. VAN HOVE, Vereffening en verdeling van gemeenschap en nalatenschap, Brugge, Papuros, 115. 77
Artikel 815 B.W. 78
K. MATTIJS, J. VERSTRAETE en J. BAEL, Familie op maat, Mechelen, Kluwer, 2005, 347-348. 79
K. MATTIJS, J. VERSTRAETE en J. BAEL, Familie op maat, Mechelen, Kluwer, 2005, 350. 80
K. MATTIJS, J. VERSTRAETE en J. BAEL, Familie op maat, Mechelen, Kluwer, 2005, 15. 81
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 25.
18
Hoofdstuk 4. Evaluatie van alternatieven
Afdeling 1. Inleiding
25. In dit hoofdstuk zal ik nagaan welke de mogelijke alternatieven zijn die kunnen
worden gebruikt om de boedelbeschrijving efficiënter te maken en de last voor de notaris te
verlichten. Eerst bespreek ik het eventuele gebruik van fotomateriaal en de daaruit volgende
voordelen, maar ook de kritiek tegen het gebruik hiervan. Daarna wordt de mogelijkheid
besproken om de boedelbeschrijving te laten opmaken door andere personen dan de notaris
zelf. Daaropvolgend vermeld ik graag twee alternatieven, die voortspruiten uit de nieuwe
procedure gerechtelijke vereffening-verdeling, namelijk de boedelbeschrijving op verklaring
en de vrijstelling van de boedelbeschrijving. Kort wordt aangehaald dat ook een gedeeltelijke
boedelbeschrijving een optie is. Om het geheel af te sluiten wordt verder ingegaan op de
procedure van artikel 1184 Ger. W. voor de vrederechter, om de notaris een uitweg te bieden
bij moeilijkheden. De voorheen aangehaalde moeilijkheden van de gesloten deuren en de
weigering tot eedaflegging vormen hierbij het uitgangspunt waarmee ik tot inzicht wil komen
dat deze nog kunnen worden verbeterd.
Afdeling 2. Gebruik van fotomateriaal
26. Gezien het bewarend karakter en de bewijskracht van de boedelbeschrijving is het
absoluut noodzakelijk een correcte beschrijving van de goederen voorhanden te hebben.82
Om
de moeizame beschrijving en schatting vlotter te maken rijkt VAN SINAY de oplossing aan
om gebruik te maken van fotomateriaal.83
Deze mogelijkheid is al voorzien bij de verzegeling
in artikel 1153 Ger. W.: “Het is de partijen toegelaten, op hun kosten, de plaatsen of de
voorwerpen waarmee deze zijn toegerust te fotograferen.” VAN SINAY poneert dat een
beperkt wettelijk optreden dit ook voor de boedelbeschrijving mogelijk kan maken.84
Dit
wettelijk optreden bestaat uit het aanpassen van twee artikelen. Artikel 1175 Ger. W.
omschrijft dat “beschrijving en schatting van roerende goederen” moet gebeuren. Uit artikel
1183, 7° Ger. W. volgt dat een “korte beschrijving van de onverdeelde massa” wenselijk is.
De uitbreiding van deze twee artikelen zou daaraan tegemoet komen. Naar analogie met de
82
T. VAN SINAY, “Boedelbeschrijving: waarborgen en sancties”, R.Cass. 2000, 312. 83
T. VAN SINAY, “Enkele actuele topics inzake boedelbeschrijving”, T.Not. 2005, 240. 84
T. VAN SINAY, “Enkele actuele topics inzake boedelbeschrijving”, T.Not. 2005, 240.
19
fotografie in de verzegeling85
zou in plaats van de vrederechter die aanwezig is bij het nemen
van de foto’s, de aanwezigheid van de notaris vereist zijn bij de boedelbeschrijving.86
VAN
SINAY zou deze foto’s laten aanhechten aan het proces-verbaal van boedelbeschrijving en ze
nadien laten ondertekenen ne varietur door de partijen en de instrumenterende notaris.
Naderhand kan dan eed worden afgelegd om de waarachtigheid te waarborgen. 87
27. Door deze mogelijkheid in de wet in te voeren zou ervoor worden gezorgd dat de
schatting wordt vervangen en dus overbodig wordt.88
De notaris hoeft niet elk voorwerp meer
tot in het detail te omschrijven, aangezien de foto’s zorgen voor een adequate en
gedetailleerde omschrijving van de goederen. Toch is er nog een nadeel aan deze
mogelijkheid. De bijzondere bewijskracht dekt feiten die de notaris zelf heeft vastgesteld
binnen het raam van zijn opdracht om de boedelbeschrijving op te stellen en verklaringen die
hij heeft geakteerd.89
Maar de schatting van goederen bindt de partijen niet, aldus de
aanhechting van deze foto’s ook niet. Daarnaast heeft de schatting slechts tot doel de
beschrijving ervan te vervolledigen.90
Daarenboven kan deze mogelijkheid discussies tussen
de partijen uitlokken omtrent zaken die al dan niet werden gefotografeerd. Daarom is het beter
de schatting te laten zoals deze is en niet vervangen door foto’s. Voor de notaris maakt het
niet zoveel uit, aangezien het principieel is dat de partijen de schatting maken. Zoniet beschikt
de notaris nog de mogelijkheid om zich te laten bijstaan door een deskundige.91
28. Wat als de aanhechting van foto’s niet de schatting zou vervangen, maar eerder zou
dienen als een vervanging van de beschrijving van de goederen? Die beschrijving wordt
opgenomen in de akte zelf, daar zouden ook de foto’s kunnen worden geplaatst. Door de
incorporatie van foto’s in de boedelbeschrijving op deze manier op te vatten zou je bij een
eerste indruk denken dat dit minder tijdrovend wordt voor de notaris. In plaats van elk
voorwerp grondig te omschrijven zal een loutere foto volstaan. Met de hedendaagse
technologie kan het nemen van foto’s bezwaarlijk nog tijdrovend worden genoemd. Door de
85
Ontwerp van wet houdende het Gerechtelijk Wetboek, Parl. St. Senaat 1964-65, nr.170, 169. 86
T. VAN SINAY, “Boedelbeschrijving: waarborgen en sancties”, R.Cass. 2000, 312. 87
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 51. 88
T. VAN SINAY, “Boedelbeschrijving: waarborgen en sancties”, R.Cass. 2000, 312. 89
T. VAN SINAY, “Boedelbeschrijving: waarborgen en sancties”, R.Cass. 2000, 6. 90
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 6. 91
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 108.
20
foto’s in de akte zelf te plaatsen, kan er authentieke bewijswaarde aan worden verleend92
, met
deze authentieke bewijswaarde worden de twee functies van de boedelbeschrijving nog beter
verwezenlijkt. De bewarende maatregel kan nauwkeuriger worden uitgevoerd, het wegmaken
van voorwerpen door de vervanging van een voorwerp met een gelijkaardig, maar minder
waardevol voorwerp wordt onmogelijk. Tevens wordt in één adem de bewijskracht ervan
versterkt. Een foto liegt immers niet, het voorwerp op de foto moet overeenkomen met de foto
dat in werkelijkheid in het vermogen van de partijen zit. Dit lijkt lovenswaardig, maar dat is
het niet. De keerzijde van de medaille luidt dat de notaris bij de gerechtelijke vereffening-
verdeling de beschrijving van de voorwerpen nodig heeft om kavels samen te stellen. Wat
leidt tot een verlegging van het probleem. Als de beschrijving niet voor handen is door het
vervangen met foto’s zal alsnog een beschrijving nodig zijn om de kavels samen te stellen.
Dat leidt bijgevolg tot meer werk voor de notaris en dat willen we niet bereiken.
Het enige dat positieve verandering kan brengen door het nemen van foto’s, heeft te maken
met bedrog door de partijen. Zo kan het nemen van foto’s zijn gevolgen hebben op vlak van
het verwisselen van goederen. Deze verwisseling kan worden vermeden, aangezien door het
nemen van foto’s geen betwisting meer ontstaat over het specifieke voorwerp en de
kenmerken ervan.93 Bijvoorbeeld de notaris omschrijft: schilderij met twee honden. Stel de
hypothese dat dit een duur schilderij blijkt te zijn, maar de notaris heeft geen weet van de
waarde. Dan kan het schilderij naderhand worden vervangen door ander schilderij met een
mindere waarde met ook twee honden op. Door het nemen van foto’s wordt meteen duidelijk
dat het niet om hetzelfde voorwerp gaat. De wet zou deze mogelijkheid kunnen invoeren om
daaraan het hoofd te bieden. De vraag is of de wet deze mogelijkheid beter facultatief aan de
partijen overlaat of verplicht oplegt? Volgens mij zou het beter zijn deze mogelijkheid
facultatief voor de partijen te voorzien. Dit zou van betekenis kunnen zijn voor partijen met
een vermogen waarin waardevolle kunstvoorwerpen zitten of bijvoorbeeld voor de inboedel
van een kasteel. Op die manier kan de aanhechting van foto’s aan de boedelbeschrijving,
naast het bestaan van de schatting, toch nog van dienst zijn. Voor de notaris leidt dit tot een
beetje meer werk, maar wordt vermeden dat er discussies ontstaan tussen de partijen, wat ook
aangenaam is.
92
Al dan niet door een extra wetgevend ingrijpen om deze bewijskracht te garanderen. 93
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 108.
21
Afdeling 3. Opmaak door andere personen dan de notaris
29. De wet of de partijen kunnen andere personen gelasten met de opmaak van de
boedelbeschrijving. In deze gevallen maakt dat de bewijskracht geringer, omdat het gaat om
een boedelbeschrijving bij onderhandse akte en niet bij authentieke akte.94
In de praktijk
wordt soms een boedelbeschrijving opgesteld door een gerechtsdeurwaarder onder de vorm
van een proces-verbaal van vaststelling.95
Een proces-verbaal van vaststelling heeft echter niet
de authentieke bewijswaarde, zoals een akte opgesteld door de notaris.96
Het opmaken van
een boedelbeschrijving behoort tot de exclusieve bevoegdheid van de notaris97
en behoort niet
tot de ambtsopdracht van de gerechtsdeurwaarder.98
Daarbij mist dit proces-verbaal ook het
sluitstuk van de boedelbeschrijving die ze zo krachtig maakt, namelijk de eedaflegging. De
functie die boedelbeschrijving door een gerechtsdeurwaarder vervult telt eerder als een
vermoeden.99
Ingeval alle partijen akkoord gaan kan dergelijke inventaris dienen als
onderhandse inventaris.100
30. Ook de partijen kunnen zelf bij onderhandse akte een inventaris opstellen. De
voorwaarden zijn daarbij dat alle belanghebbenden meerderjarig, akkoord en
beschikkingsbevoegd zijn. Volgens artikel 1428 B.W. kan dit slechts in de gevallen van
ontbinding van het wettelijk stelsel ingevolge overlijden, gerechtelijke scheiding van
goederen, echtscheiding of scheiding van tafel en bed op grond van bepaalde feiten of op
grond van feitelijke scheiding. Het nadeel is dat dergelijke boedelbeschrijving slechts
gevolgen heeft tussen de partijen en niet tegenwerpelijk is aan derden.101
31. De opmaak door een ander persoon dan de notaris zou als volwaardig alternatief
kunnen dienen voor de partijen die een boedelbeschrijving wensen. De keuze voor voornoemd
alternatief biedt echter geen goede uitweg voor de partijen die te maken hebben met het
94
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 64. 95
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 4. 96
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 4. 97
Voorz. Brugge, 22 januari 1969, R.W. 1968-69, 1472. 98
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 30. 99
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 4. 100
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 65. 101
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 65.
22
wantrouwen die speelt in een hersamengesteld gezin. Gezien het nadeel van niet-
tegenwerpelijkheid ten opzichte van derden zal er waarschijnlijk in die situatie niet worden
geopteerd voor deze manier. Doch kan mijns inziens worden geconcludeerd dat de keuze om
de inventaris door een ander persoon te laten opmaken dan de notaris, een volwaardig
alternatief vormt, in de gevallen waarin deze niet noodzakelijk blijkt te zijn.
Afdeling 4. De boedelbeschrijving op verklaring
32. In de nieuwe procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling werd de uitbreiding
van de boedelbeschrijving op verklaring in de kijker gezet.102
De boedelbeschrijving op
verklaring is de boedelbeschrijving die opgemaakt wordt op een andere plaats dan de plaats
waar de te inventariseren goederen zich bevinden. Dit vormt een uitzondering op het principe
uit het “gemeen recht”, waarbij overeenkomstig artikel 1182 Ger.W. boedelbeschrijvingen ter
plaatse moeten worden opgemaakt. Uit artikel 1182, lid 2 Ger.W. volgt dat deze uitzondering
enkel kan in de gevallen waarin de wet anders bepaalt of de boedelbeschrijving niet anders
kan worden opgemaakt.103
Deze boedelbeschrijving is enkel van toepassing voor lichamelijke
roerende goederen, dus niet voor onroerende goederen noch onlichamelijke roerende
goederen.104
Het kan gebeuren dat goederen bijvoorbeeld niet meer bestaan of reeds zijn
vervreemd, een zeer geringe waarde bekleden of de partijen geen idee hebben waar de
goederen zich bevinden.105
Gezien het feit dat de goederen soms niet meer bestaan of reeds
vervreemd zijn kan het zijn dat de bewijsstukken voor die goederen niet meer voorhanden
zijn. De vraag is of dan nog wordt voldaan aan het vereiste van art. 794 B.W., namelijk dat
een boedelbeschrijving getrouw en nauwkeurig dient te zijn. Om daaraan tegemoet te komen
kan worden gedacht aan de sancties die staan op meineed en de regels van artikel 1175
Ger.W. die dienen te worden gerespecteerd.106
Een schatting zal naderhand nog opdringen,
omdat de partijen niet altijd op de hoogte zijn van de werkelijke waarde van hun roerende
goederen.
102
Zie randnummer 21 103
Artikel 1182 Ger.W. 104
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 43. 105
J.L. RENS, “Bijzondere rechtsplegingen”, in Handboek voor gerechtelijk recht, Antwerpen, Standaard
Wetenschappelijke Uitgeverij, 1979, 59. 106
H. CASMAN, “De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet – nieuwe handleiding voor de
notaris-vereffenaar”, Not.Fisc.M. 2012, 79.
23
33. Door de nieuwe procedure gerechtelijke vereffening-verdeling wordt in artikel 1214,
§2, derde lid Ger.W. het scenario aangereikt waarbij “de wet anders bepaalt” en dus ook een
uitzondering vormt op het principe dat de boedelbeschrijving ter plaatse waar de goederen
zich bevinden, moet worden opgemaakt.107
In dit geval vereist de wet het akkoord van alle
partijen om tot deze boedelbeschrijving over te gaan alsook dat de partijen bekwaam zijn. Wat
dus betekent dat de partijen meerderjarig moeten zijn en niet in de uitoefening van hun
rechten zijn beperkt.108
Indien één van de partijen weigert of wegblijft, moet men tot de
gemeenrechtelijke boedelbeschrijving overgaan. De mogelijkheid blijft dan alsnog bestaan dat
de partij niet opdaagt, maar vormt dan geen hindernis om de boedelbeschrijving verder te
zetten. In de gemeenrechtelijke boedelbeschrijving volstaat dat iedereen correct is
aangemaand.
Vroeger kon enkel de boedelbeschrijving op verklaring worden gedaan indien het niet anders
kon, terwijl nu bijkomend de mogelijkheid is voorzien voor boedelbeschrijving op verklaring
door het nieuwe artikel 1214, §2, derde lid Ger. W. Deze mogelijkheid heeft enkel betrekking
op het eerste deel van de boedelbeschrijving. Het tweede deel wordt altijd op verklaring
gedaan als verklaringen van partijen ten laste of ten bate van de boedel.109
Zo wordt de stand
van de bankrekening en depositoboekje altijd op verklaring opgenomen. Er wordt van de
notaris niet verwacht dat hij zich verplaatst naar de bank om de stand van de rekeningen vast
te stellen.110
34. Concluderend kan worden gesteld dat, zonder aan de noodzaak van een degelijke
oplijsting te raken, toch een bijkomende mogelijkheid is voorzien voor de notaris om
gegevens te verzamelen. Met de boedelbeschrijving op verklaring wordt vermeden dat de
notaris zich dient te verplaatsen en dat de partijen te maken krijgen met ongewenste
indringing in hun persoonlijke leefomgeving. Deze voordelen maken deze mogelijkheid naar
de toekomst toe bijzonder aantrekkelijk.111
107
H. CASMAN, “De gerechtelijke vereffeningverdeling onder de nieuwe wet – nieuwe handleiding voor de
notaris-vereffenaar”, Not.Fisc.M. 2012, 78. 108
H. CASMAN, “De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet – nieuwe handleiding voor de
notaris-vereffenaar”, Not.Fisc.M. 2012, 78. 109
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 43. 110
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 43. 111
H. CASMAN, “De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet – nieuwe handleiding voor de
notaris-vereffenaar”, Not.Fisc.M. 2012, afl. 3, 78.
24
Afdeling 5. Vrijstelling van boedelbeschrijving
35. De nieuwe wet voorziet bovendien dat de partijen kunnen afzien van de
boedelbeschrijving die noodzakelijk is bij de gerechtelijke vereffening-verdeling.112
Deze
mogelijkheid hangt af van twee voorwaarden. Ook hier wordt net zoals bij de
boedelbeschrijving op verklaring vereist dat de alle partijen hiermee akkoord gaan, alsook
bekwaam zijn. Daarnaast vereist artikel 1214, §2, eerste lid Ger. W. ook dat de partijen
gezamenlijk aan de notaris aanduiden welke goederen van de te verdelen boedel afhangen.
Tot aan de sluiting van het proces-verbaal van opening van werkzaamheden kan er worden
verzaakt.113
36. Vóór deze nieuwe wet werd ook al in de mogelijkheid voorzien om de notaris vrij te
stellen van het opmaken van de boedelbeschrijving. Op gezamenlijk akkoord van volledig
handelingsbekwame partijen, die aanwezig zijn, kon voorheen ook worden afgezien van de
boedelbeschrijving.114
De notaris kon zich niet verzetten tegen het afzien van de
boedelbeschrijving. Hij dient minstens door één partij tot het opmaken van een
boedelbeschrijving te worden gevorderd.115
Toch diende de notaris de partijen erop te wijzen
op het belang van de inventaris, ondanks dat voor hem de inventaris tijdrovend is.116
De
notaris vrijstellen van het opmaken van een boedelbeschrijving diende expliciet te gebeuren
en kon niet worden afgeleid uit het feit dat partijen niet aandrongen op het opstellen van de
boedelbeschrijving met eedaflegging.117
De notaris diende ook op te letten wat werd gevraagd
door de partijen. Er kon worden gevraagd om af te zien van de boedelbeschrijving van de
112
H. CASMAN, “De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet – nieuwe handleiding voor de
notaris-vereffenaar”, Not.Fisc.M. 2012, afl. 3, 79. 113
Artikel 1214, §2 Ger.W. 114
F. AUMANN, “Proces-verbaal van opening van werkzaamheden. De inventaris en het verzamelen van
inlichtingen. Voorafgaande schattingen.”, in KONINKLIJKE FEDERATIE DER BELGISCHE NOTARISSEN, in H.
CASMAN, F. AUMANN en H. DE DECKER, Vereffening-verdeling, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen,
1992, 64. 115
F. AUMANN, “Proces-verbaal van opening van werkzaamheden. De inventaris en het verzamelen van
inlichtingen. Voorafgaande schattingen.”, in KONINKLIJKE FEDERATIE DER BELGISCHE NOTARISSEN, in H.
CASMAN, F. AUMANN en H. DE DECKER, Vereffening-verdeling, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen,
1992, 64. 116
F. AUMANN, “Proces-verbaal van opening van werkzaamheden. De inventaris en het verzamelen van
inlichtingen. Voorafgaande schattingen.”, in KONINKLIJKE FEDERATIE DER BELGISCHE NOTARISSEN, in H.
CASMAN, F. AUMANN en H. DE DECKER, Vereffening-verdeling, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen,
1992, 64. 117
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 22.
25
lichamelijk roerende goederen, dit impliceert niet dat hij wordt gevraagd af te zien een
boedelbeschrijving op te stellen voor het overige.118
37. Aangezien het voor de notaris nodig is om een goed overzicht te krijgen bij het
samenstellen van de boedel wil de wetgever in de nieuwe procedure gerechtelijke
vereffening-verdeling de boedelbeschrijving vervangen door iets anders dat even bruikbaar
is.119
Vooreerst gaan de partijen zelf oplijsten wat in de boedelbeschrijving kon worden
opgenomen en dit in onderling akkoord. Daardoor wordt er vermeden dat er alsnog geschillen
ontstaan omtrent wat al dan niet tot de boedel behoort. In de wet wordt vereist dat de partijen
akkoord moeten gaan “over de vaststelling van de te verdelen boedel”.120
Vervolgens lijkt het
CASMAN onontbeerlijk om ook een akkoord vast te stellen over de schatting van de
goederen.121
Op die manier verkeert de notaris niet in de onmogelijkheid de waarde van de
goederen te weten te komen. Een noodzakelijk gevolg van de verzaking aan de
boedelbeschrijving is dat de eedaflegging hier niet als sluitstuk volgt. Dit is betreurenswaardig
voor de waarachtigheid van de verklaringen van de partijen. De wetgever zou er kunnen voor
zorgen dat ook hier de eed op het einde wordt afgelegd. De eed kan namelijk slechts worden
afgelegd in de gevallen die de wet bepaalt.122
Als dit ook één van de gevallen wordt die de
wet bepaald, mist deze vervanging van de boedelbeschrijving niet de waarachtigheid.
38. Deze uitbreiding, ingevoerd door de wet houdende hervorming 13 augustus 2011,
biedt voor de notaris een goede oplossing voor de vertraging die de boedelbeschrijving
dikwijls met zich meebrengt, als voor de partijen het voordeel dat geen inventariskosten
moeten worden gemaakt.123
Ik deel dan ook de mening met de rechtsleer om bij de
vervanging van de boedelbeschrijving, die door de wet wordt gevraagd, ook meteen een
akkoord te sluiten omtrent de schatting van de goederen.
118
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 43. 119
H. CASMAN, “De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet – nieuwe handleiding voor de
notaris-vereffenaar”, Not.Fisc.M. 2012, afl. 3, 79. 120
H. CASMAN, “De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet – nieuwe handleiding voor de
notaris-vereffenaar”, Not.Fisc.M. 2012, afl. 3, 79. 121
H. CASMAN, “De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet – nieuwe handleiding voor de
notaris-vereffenaar”, Not.Fisc.M. 2012, afl. 3, 79. 122
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 124. 123
Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, Parl. St.
Senaat 2010-11, nr. 5 405/1, 11.
26
Afdeling 6. Gedeeltelijke boedelbeschrijving
39. In principe wordt een boedelbeschrijving opgesteld over het volledige vermogen.124
De partijen kunnen de notaris ook vragen zich te beperken in de boedelbeschrijving tot een
bepaalde categorie van goederen.125
Dit is slechts mogelijk mits de partijen meerderjarig en
bekwaam zijn. In dit geval is het noodzakelijk aangewezen dat ook de eedformule wordt
aangepast.126
De eed zal dan betrekking hebben op wat werkelijk wordt opgenomen in de
boedelbeschrijving.127
Het overige, dat niet wordt opgenomen in de boedelbeschrijving, zal
niet worden afgesloten met de eed. Vervolgens zal dus het plegen van meineed betrekking
hebben op hetgeen de partijen overeenkomen op te nemen in de boedelbeschrijving.128
40. Indien wenselijk door de partijen is ook deze mogelijkheid niet te overzien. Dit kan
een goede optie zijn voor de partijen mits voldaan is aan de nodige vereisten en bijkomende
uitweg bieden voor de notaris.
Afdeling 7. De mogelijkheid van art. 1184 BW
Onderafdeling 1. Algemeen
41. Eerder in dit werkstuk werd al aangehaald dat de notaris moeilijkheden kan
ondervinden bij het opstellen van de boedelbeschrijving.129
In de wet is daarvoor een
oplossing aangereikt. Artikel 1184 Ger. W. biedt de notaris de mogelijkheid om zich tot de
vrederechter te wenden teneinde deze geschillen op te lossen.130
Deze mogelijkheid is enkel
van toepassing voor de notaris en niet voor de partijen.131
De bevoegde rechter is steeds de
vrederechter. Het komt aan de notaris toe om uit te maken welke geschillen hij nodig vindt
voor te leggen aan de vrederechter en welke niet. Indien blijkt dat de partijen geen interesse
124
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 22. 125
F. AUMANN, “Proces-verbaal van opening van werkzaamheden. De inventaris en het verzamelen van
inlichtingen. Voorafgaande schattingen.”, in KONINKLIJKE FEDERATIE DER BELGISCHE NOTARISSEN, in H.
CASMAN, F. AUMANN en H. DE DECKER, Vereffening-verdeling, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen,
1992, 64. 126
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 22. 127
T. VAN SINAY, “Enkele actuele topics inzake boedelbeschrijving”, T.Not. 2005, 234. 128
T. VAN SINAY, “Enkele actuele topics inzake boedelbeschrijving”, T.Not. 2005, 234. 129
Zie randnummer 14. 130
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 44. 131
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 44.
27
vertonen de boedelbeschrijving verder te zetten, zal de notaris zich niet genoodzaakt voelen
om zich tot de vrederechter te wenden.132
42. Deze procedure vermijdt dat de notaris meer vertraging oploopt dan nodig inzake het
opstellen van de boedelbeschrijving. Toch zijn ook verbeteringen denkbaar in deze procedure
met betrekking tot enkele geschillen, hier wordt in de volgende afdelingen op ingegaan.
Onderafdeling 2. Probleem van gesloten deuren
43. Bij het probleem van gesloten deuren zal de notaris zich tot de vrederechter wenden
zoals in artikel 1184 Ger. W.133
De vrederechter kan ofwel de partijen veroordelen te
gehoorzamen aan het verzoek van de notaris om de deuren te openen ofwel kan hij de notaris
zelf bevoegd maken om deuren te openen met behulp van de openbare orde en de
slotenmaker.134
Zoals eerder aangehaald kan deze vorm van weigering tot medewerking kan
ook worden gesanctioneerd door het opleggen van een dwangsom.135
Zo kan de vrederechter
de verplichting opleggen aan de bewoner of de partij om de deuren te openen en de notaris
vrij toegang te verlenen, onder verbeurte van een dwangsom.136
44. Het is pas na de beschikking van de vrederechter dat de notaris in de mogelijkheid
verkeert om de bijstand van de openbare macht in te roepen, wat dus betekent dat de
gemeenrechtelijke formaliteiten tot uitvoering moeten zijn vervuld.137
Volgens VAN SINAY
heeft de notaris niet de bevoegdheid om rechtstreeks de bijstand van de openbare macht te
vragen en aldus moet hij zich opnieuw tot de vrederechter wenden.138
Er heerst in de rechtsleer ook een andere opvatting.139
Volgens deze rechtsleer zou de notaris,
die al een beschikking heeft waarin de partijen worden veroordeeld de deuren te openen, niet
132
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 47. 133
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 49. 134
Vred. Charleroi 28 februari 2007, Rev.not.b. 2007, 229. 135
Zie randnummer 18. 136
T. VAN SINAY, “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 49. 137
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 124. 138
T. VAN SINAY, “Artikel 1184 Ger.W.”, in R. DE CORTE, J. LAENENS, P. LEMMENS en D. LINDEMANS,
Gerechtelijk recht: artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer,
Antwerpen, Kluwer rechtswetenschappen, afl. 66, 4, nr. 1. 139
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 124.; F. BLONTROCK, noot onder Gent 1 maart 1993, T.Not. 1994, 477.; C. ENGELS,
28
nogmaals zich tot de vrederechter dienen te wenden om een beroep te doen op de openbare
macht en de slotenmaker om de deuren te openen. Volgens ENGELS zou de notaris dit recht
halen uit het feit dat hij openbaar ambtenaar is overeenkomstig artikel 1 van de wet van 25
ventôse XI.140
Na het bestuderen van deze problematiek, dient naar mijn mening de visie van
ENGELS kracht te worden bijgezet, en door te sijpelen in de rechtspraak en rechtsleer.
Volgens VAN SINAY komt het probleem van de gesloten deuren in praktijk vaak voor.141
Mocht het standpunt van de rechtsleer worden gevolgd dat de notaris zich rechtstreeks kan
wenden tot de politie en slotenmaker wordt tijd gewonnen en de gerechtelijke achterstand
beperkt. Om dit mogelijk te maken zal een wettelijk ingrijpen zich opdringen om duidelijk te
maken dat de notaris over deze macht beschikt.
Onderafdeling 3. Het weigeren van de eed af te leggen
45. Een andere moeilijkheid die de notaris kan overkomen inzake het opstellen van de
boedelbeschrijving is dat één van de partijen weigert de eed af te leggen. Ook hier wordt de
notaris de mogelijkheid geboden om naar de vrederechter te stappen overeenkomstig de
procedure van artikel 1184 Ger. W. om de partij tot eedaflegging af te dwingen. Dit is
belangrijk aangezien de eedaflegging nauw samenhangt met de functies van de
boedelbeschrijving.142
De notaris verleent aan de boedelbeschrijving authenticiteit aan
hetgeen hij zelf heeft waargenomen en hetgeen de partijen aan hem verklaren.143
Door de
tussenkomst van de notaris wordt vastgesteld dat de goederen aanwezig waren bij het
opstellen en dit geldt tot sluitend bewijs, aangezien de notaris dit authentiek heeft
vastgesteld.144
Daarentegen is hetgeen de partijen verklaren niet authentiek vastgesteld en
geldt slechts tot bewijs van tegendeel.145
Het is dus nodig om de waarachtigheid van de
partijen te garanderen met de eedaflegging.146
VAN SINAY omschrijft de eedaflegging dan
“Art. 1184 Ger. W.: het enig geval waarin alleen de notaris bevoegd is om zich tot de vrederechter te wenden”,
T.Not. 1975, 12. 140
C. ENGELS, “Art. 1184 Ger. W.: het enig geval waarin alleen de notaris bevoegd is om zich tot de
vrederechter te wenden”, T.Not. 1975, 12. 141
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 123. 142
T. VAN SINAY, “Enkele actuele topics inzake boedelbeschrijving”, T.Not. 2005, 256. 143
Cass. 26 januari 1999, Arr.Cass. 1999, 85; Bull. 1999, 89; T.Not. 2000, 404. 144
T. VAN SINAY, “Men moet niet kwistig omspringen met de verplichting tot eedaflegging - De
boedelbeschrijving sensu lato”, Not.Fisc.M. 2005, 68. 145
T. VAN SINAY, “Enkele actuele topics inzake boedelbeschrijving”, T.Not. 2005, 257. 146
T. VAN SINAY, “Enkele actuele topics inzake boedelbeschrijving”, T.Not. 2005, 256.
29
ook als het sluitstuk van de boedelbeschrijving.147
Daarom is het ook belangrijk dat de notaris
zich tot de vrederechter kan wenden indien de partijen weigeren mee te werken en weigeren
om de eed af te leggen.
46. Naast de procedure van artikel 1184 Ger. W. waarin de vrederechter de weigerende
partij veroordeelt, kan de vrederechter de eedaflegging afdwingen door het opleggen van een
dwangsom.148
De dwangsom kan ervoor zorgen dat de eed sneller wordt afgelegd en zorgt op
zijn beurt voor een efficiënte manier van uitvoering.149
Het opleggen van een dwangsom lijkt
een oplossing te bieden mocht de partij al hebben geweigerd. Maar een echte sanctie die er
preventief voor zorgt dat de weigering wordt vermeden, is niet terug te vinden in het
Gerechtelijk Wetboek.150
Als een persoon, die wettelijk verplicht wordt de eed af te leggen,
zich hieraan onttrekt zou die persoon een straf moeten ondergaan net zoals de straffen
meineed en heling bestaan. Uit het cassatiearrest van 1973 volgt dat alle partijen dienen mee
te werken, zonder uitzondering. De wetgever zou deze lacune kunnen vervolledigen door
hieraan in de wet een sanctie te verbinden.
147
T. VAN SINAY, “Enkele actuele topics inzake boedelbeschrijving”, T.Not. 2005, 256. 148
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 128. 149
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 128. 150
T. VAN SINAY en J. VERSTAPPEN, Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en faillissementen,
Gent, Mys & Breesch, 1993, 126.
30
Conclusie
47. De notaris moet roeien met de riemen die hij heeft. De boedelbeschrijving de lege lata
maakt het niet meteen de meest aangename opdracht voor de notaris. In deze masterproef
werd nagegaan wat precies de pijnpunten zijn voor de notaris inzake de boedelbeschrijving.
Het doel daarbij is om hieraan tegemoet te komen via allerhande alternatieven die reeds
bestaan, maar ook hoe wetgevend kan worden ingegrepen om het nog beter te maken. Zoals
aangehaald ontwikkelt de maatschappij zich en moet de boedelbeschrijving daarin
meekunnen. De regeling inzake de boedelbeschrijving is hieraan merendeels aangepast, maar
voor de notaris lijkt dit voor meer werk te zorgen. Hoogtijd voor verandering in de regeling.
In bepaalde rechtsleer werden reeds oplossingen aangeboden. Zo werden veel argumenten
aangehaald om foto’s te gebruiken ten einde de schatting van de goederen te vervangen. Bij
nader onderzoek biedt het gebruik van foto’s hier geen alternatieve oplossing. De schatting is
niet in die mate een groot pijnpunt voor de notaris. De partijen kunnen deze namelijk zelf
opmaken of dit alsnog vragen aan de notaris, die op zijn beurt deze uit handen kan geven aan
een deskundige. Zelf ben ik voorstander van het facultatief mogelijk maken dat foto’s worden
aangehecht aan de boedelbeschrijving als aanvulling bij de schatting en dus niet als
vervanging ervan. Dit zou een goede oplossing zijn om te vermijden dat er bedrog is inzake
de beschrijving van de boedelbeschrijving, vooral bij vermogens waarin waardevolle
goederen zitten.
Niet alleen de rechtsleer zoekt naar oplossingen, maar ook de wetgever heeft niet stil gezeten.
De nieuwe procedure gerechtelijke vereffening-verdeling voorziet in twee uitbreidingen van
reeds bestaande regelingen. De boedelbeschrijving op verklaring van de lichamelijke roerende
vind ik ook de moeite waard. De vrijstelling van de boedelbeschrijving wordt aangehaald in
de nieuwe procedure gerechtelijke vereffening-verdeling. Mijns inziens is het aangewezen om
in deze procedure een boedelbeschrijving op te maken gezien de noodzaak ervan om de
kavels ervan samen te stellen. Er wordt dan wel in een vervanging voorzien, maar het mist het
sluitstuk van de boedelbeschrijving, namelijk de eedaflegging. De procedure van artikel 1184
Ger. W. is al een goede wetgevende bepaling om de notaris te helpen bij moeilijkheden en
kan nog worden verbeterd door een beperkt wetgevend ingrijpen in verband met de gesloten
deuren en de weigering tot eedaflegging.
31
Gelet op deze aangereikte voorstellen zal het nodig zijn hierbij wetgevend in te grijpen. Naar
mijn mening dient de wetgeving in deze richting te evolueren. Alhoewel er stappen zijn
genomen in de goede richting, blijft onze maatschappij ontwikkelen en is het de taak van de
wetgever om daarin tegemoet te komen.
32
Bibliografie
Wetgeving
Wet van 21 maart 1804 houdende het Burgerlijk Wetboek, BS 3 september 1807.
Ontwerp van wet houdende het Gerechtelijk Wetboek, Parl. St. Senaat 1964-65, nr.170.
Wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek, BS 31 oktober 1967..
Wet van 30 juni 1994 tot wijziging van artikel 931 van het Gerechtelijk Wetboek en van de
bepalingen betreffende de procedures van echtscheiding, BS 21 juli 1994.
Wetsvoorstel (M. TAELMAN) tot wijziging van de wetgeving wat betreft de wijziging van
het huwelijksvermogensstelsel zonder tussenkomst van de rechtbank, Parl. St. Senaat 2007,
nr. 4-127/1.
Wetsvoorstel houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling,
Parl. St. Senaat 2010-11, nr. 5 405/1.
Wet 13 augustus 2011 houdende hervorming van de procedure gerechtelijke vereffening-
verdeling, BS 14 september 2011.
Rechtspraak
Cass. 29 oktober 1973, Arr.Cass. 1974, 237, Pas. 1974, 221, Rec.gén.enr.not. 1974, nr. 21.
868 en Rev.not.b. 1973, 627.
Cass. 2 oktober 1973, Pas. 1974, 107.
Cass. 24 oktober 1989, R.W. 1990-91, 164 en Pas. 1990, 233.
Cass. 21 februari 1990, Arr.Cass. 1989, 799.
Cass. 22 oktober 1996, Arr.Cass. 1996, 950 en R.W. 1997-98, 637.
Cass. 11 februari 2003, A.R. P.02.0608.N, www.cass.be.
Cass. 25 november 2003, A.R. P.03.0759.N., www.cass.be.
Voorz. Brugge, 22 januari 1969, R.W. 1968-69, 1472.
33
Vred. Charleroi 28 februari 2007, Rev.not.b. 2007, 229.
Rechtleer
AUMANN, F., “Proces-verbaal van opening van werkzaamheden. De inventaris en het
verzamelen van inlichtingen. Voorafgaande schattingen.”, in KONINKLIJKE FEDERATIE DER
BELGISCHE NOTARISSEN, in CASMAN, H., AUMANN, F. en DE DECKER, H., Vereffening-
verdeling, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1992, 169.
BAUGNIET, J., “Code Judiciaire - L’inventaire”, Rev.prat.not.b. 1968, 122-136.
BLONTROCK, F., noot onder Gent 1 maart 1993, T.Not. 1994, 477.
CASMAN, H., “De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet- nieuwe
handleiding voor de notaris-vereffenaar”, Not.Fisc.M 2012, afl. 3, 70-94.
CASMAN, H. EN SIBIET, A., “Art. 1394- 1396 B.W.”, in CASMAN, H. en VAN LOOCK, M.,
Huwelijksvermogensrecht, Kluwer, Mechelen, 2009, Deel II. 5, 1-29.
DE WULF, C en DE DECKER, H., Het opstellen van notariële akten, III dln., Antwerpen,
Kluwer Rechtswetenschappen, 1994.
ENGELS, C., “Art. 1184 Ger. W.: “Het enige geval waarin alleen de notaris bevoegd is om
zich tot de vrederechter te wenden”, T.Not. 1975, 1-12.
MATTIJS, K., VERSTRAETE, J. en BAEL, J., Familie op maat, Mechelen, Kluwer, 2005, 403.
RENS, J.L., “Bijzondere rechtsplegingen”, in Handboek voor gerechtelijk recht, Antwerpen,
Standaard Wetenschappelijke Uitgeverij, 1979, 246.
SAGAERT, V., “Actuele ontwikkelingen inzake notarieel procesrecht: verzegeling,
boedelbeschrijving, vereffening-verdeling”, in WEYTS, L. en CASTELEIN, C., Notariële
nieuwigheden 2004-2005, Leuven, Universitaire Pers, 2005, 103-136.
SENAEVE, P. en PINTENS, W., “De hervorming van de echtscheidingsprocedure en het
hoorrecht van minderjarigen”, Maklu, Antwerpen-Apeldoorn, 425.
VANOVERBEKE, S., “Meineed bij verzegeling of boedelbeschrijving”, in VANDEPLAS, S.,
ARNOU, P., VANOVERBEKE, S. en VANDROMME, S., Strafrecht en strafvordering.
Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Diegem, Kluwer,
2004, 1-61.
34
VAN HOVE, E., “Vereffening en verdeling van gemeenschap en nalatenschap”, Brugge,
Papuros, 270.
VAN SINAY, T. en VERSTAPPEN, J., Boedelbeschrijvingen inzake familiaal vermogensrecht en
faillissementen, Gent, Mys & Breesch, 1993, 298.
VAN SINAY, T., “Boedelbeschrijving: waarborgen en sancties”, R.Cass. 2000, 304-312.
VAN SINAY, T., “Enkele actuele topics inzake boedelbeschrijving”, T.Not. 2005, 239-267.
VAN SINAY, T., “Het draaiboek van een boedelbeschrijving”, CABG 2010, 1-51.
VAN SINAY, T., Handboek gerechtelijke verdeling, Brussel, Larcier, 2010, 411.
VAN SINAY, T., “Artikel 1184 Ger.W.”, in DE CORTE, R., LAENENS, J., LEMMENS, P. en
LINDEMANS, D., Gerechtelijk recht: artikelsgewijze commentaar met overzicht van
rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer rechtswetenschappen. afl. 66.
VOET, L., “De boedelbeschrijving en het ernstig belang in de bewaring”, noot onder Brussel 6
april 2004, TBBR 2011, 5-9.
WEYTS, L., “Hoe actief mag de notaris zijn bij gerechtelijke vereffeningen?”, T.Not. 2011, nr.
3, 136-144.
Online bronnen
X., Vereffening-verdeling. Voorstelling project KFBN, OBFG en OVB tot hervorming van de
procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling,
http://www.advocaat.be/UserFiles/Positions/vereffening%20verdeling%20website%2006%20
10.pdf consultatie 11 maart 2015, 10.