De betekenis van Joop van Stigt voor de Nederlandse ...17 hoogleraar). André, die ik zijdelings...

6
16 Voor Joop was het niet nodig om evenals z’n vele broers naar het gymnasium te gaan. Hij wilde leren timmeren en dan leren bouwen om later z’n broer, die missionaris werd, te gaan helpen om scholen en huizen te bouwen. Hij leerde timmeren, tekenen en bouwen en werd één van onze belangrijkste architecten. Dat hij via een onwaarschijnlijk boeiende omweg uiteindelijk scholen zou bouwen voor verre volken lijkt een speling van het lot, maar is de consequentie van de gedrevenheid van Van Stigt, om altijd te doen wat nodig is. Dit hoofdstuk moet gaan over de plaats van de “Van Stigten” binnen de Nederlandse architectuur. De Van Stigten zijn vader Joop & zoon André, die samen een bureau drijven en zeker op het gebied van restauratie en renovatie een uitzonderlijke plaats innemen. Daarbij moet de “nuchtere” Gonny – echtgenote en moeder – die alles ziet, alles regelt en zeer veel gelaten tolereert, niet worden onderschat. Ik ken Joop al meer dan 40 jaar als één van mijn beste collega’s (eerst als architect, later als collega Door Wiek Röling De betekenis van Joop van Stigt voor de Nederlandse bouwkunst In het vliegtuig naar Amerika, vol architecten die in november 1971 met de vereniging A+A (Architectura et Amicitia) een tocht naar New York, Chicago en Philadelphia maakten, liep een wat onwennige man door het gangpad, iemand die niet geheel was aan- gepast aan het gezelschap. “Dat is onze toekomst“, hoorde ik iemand zeggen. “Dat is de begaafdste van de nieuwe generatie, we zullen nog veel van hem horen”. Het was Joop van Stigt. Joop, die het vak van “onderop” had geleerd. De enige manier om het vak echt te leren: Rietveld en Duiker zijn ook met timmeren begonnen. Joop van Stigt voor een school in Dogon, Mali Joop met Aldo (en Hannie) van Eyck en missionarisbroer Wout bij zijn ambtsaanvaarding als professor in Delft.

Transcript of De betekenis van Joop van Stigt voor de Nederlandse ...17 hoogleraar). André, die ik zijdelings...

Page 1: De betekenis van Joop van Stigt voor de Nederlandse ...17 hoogleraar). André, die ik zijdelings ken, vind ik een prettige man, die, denk ik, veel orde in de chaos brengt en een uiterst

16

Voor Joop was het niet nodig om evenals z’n

vele broers naar het gymnasium te gaan. Hij

wilde leren timmeren en dan leren bouwen om

later z’n broer, die missionaris werd, te gaan

helpen om scholen en huizen te bouwen.

Hij leerde timmeren, tekenen en bouwen en

werd één van onze belangrijkste architecten.

Dat hij via een onwaarschijnlijk boeiende omweg

uiteindelijk scholen zou bouwen voor verre

volken lijkt een speling van het lot, maar is de

consequentie van de gedrevenheid van Van

Stigt, om altijd te doen wat nodig is.

Dit hoofdstuk moet gaan over de plaats van de

“Van Stigten” binnen de Nederlandse architectuur.

De Van Stigten zijn vader Joop & zoon André, die

samen een bureau drijven en zeker op het gebied

van restauratie en renovatie een uitzonderlijke

plaats innemen.

Daarbij moet de “nuchtere” Gonny – echtgenote

en moeder – die alles ziet, alles regelt en zeer

veel gelaten tolereert, niet worden onderschat.

Ik ken Joop al meer dan 40 jaar als één van mijn

beste collega’s (eerst als architect, later als collega

Door Wiek Röling

De betekenis van Joop van Stigt voor de Nederlandse bouwkunst

In het vliegtuig naar Amerika, volarchitecten die in november 1971met de vereniging A+A(Architectura et Amicitia) een tochtnaar New York, Chicago enPhiladelphia maakten, liep een watonwennige man door het gangpad,iemand die niet geheel was aan-gepast aan het gezelschap. “Dat isonze toekomst“, hoorde ik iemandzeggen. “Dat is de begaafdste vande nieuwe generatie, we zullen nogveel van hem horen”. Het was Joopvan Stigt.Joop, die het vak van “onderop”had geleerd. De enige manier omhet vak echt te leren: Rietveld enDuiker zijn ook met timmerenbegonnen.

Joop van Stigt voor een school in Dogon, Mali

Joop met Aldo (en Hannie) van Eyck en missionarisbroer Wout bij zijn ambtsaanvaarding als professor in Delft.

Page 2: De betekenis van Joop van Stigt voor de Nederlandse ...17 hoogleraar). André, die ik zijdelings ken, vind ik een prettige man, die, denk ik, veel orde in de chaos brengt en een uiterst

17

hoogleraar). André, die ik zijdelings ken, vind ik

een prettige man, die, denk ik, veel orde in de

chaos brengt en een uiterst intelligente gespreks-

partner is, maar als ik over de “Van Stigten”

denk, is Joop mijn “ingang”.

Vandaar dat mijn oordeel over de plaats van de

“Van Stigten” is gebaseerd op mijn kennis van

het werk en denken van Joop.

Mijn eerste kennismaking met het werk van

Joop was een bezoek, samen met de familie

Hertzberger, aan de twee nieuwe gebouwen, die

de Prix de Rome Laureaten, op verzoek van Van

Tijen op de campus Drienerlo van de Universiteit

Twente hadden gebouwd.

Van Tijen zag terecht Blom en Van Stigt als de

“coming men” van de Nederlandse architectuur

en het getuigt van zijn visie en generositeit dat

hij zo nadrukkelijk de nieuwe generatie een kans

bood. Blom die later ook nog de studentenmensa

“bastille” bouwde, kreeg de rol van de nar in het

gezelschap en verbouwde “de boerderij” tot

tijdelijke mensa voor studenten.

Van Stigt, rigide en serieus als altijd, bouwde de

kantine voor het personeel volgens een uiterst

“structuralistisch’” ontwerp, gebaseerd op een

spel van vierkanten in een integraal getimmerde

constructie: sober, binnen het vastgestelde

budget, streng (zwart-wit) en doelmatig. Hoewel

Piet Blom over het algemeen meer aandacht

kreeg, koos ik bij die eerste kennismaking voor

Van Stigt.

Het is opmerkelijk dat bij die eerste manifestatie

van “de nieuwe generatie”, behalve het feit dat

de “voorhoede” van de architectuur niet meer

uit Delft maar van de Academie van Bouwkunst

kwam, Blom opviel door een verbouwing en

herinterpretatie van een oud gebouw, terwijl Van

Stigt zich manifesteerde met (tijdelijke?) nieuw-

bouw. Hoe groot de betekenis van de architectuur-

benadering bij nieuwbouw van Van Stigt ook is,

(faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit

Leiden, de Gouden Leeuw in de Bijlmer, de kerk

in de van Ostadestraat in de Pijp en het stadhuis

in Ter Aar), zijn unieke plaats in de Nederlandse

architectuur heeft hij te danken aan z’n vele

hergebruikprojecten.

Hoewel er onder architecten de neiging bestaat

om enigszins neer te kijken op verbouwings-

en hergebruikopgaven, is voor verbouwing en

hergebruik meer kennis noodzakelijk.

Als uitgangspunt is een nieuwbouwplannetje

eenvoudiger te maken dan een verantwoorde

restauratie of het plan voor een nieuwe functie

in een bestaand gebouw.

Omdat nieuwbouw bovendien minder onverwachte

problemen kent, zijn architecten geneigd een

opdrachtgever te laten kiezen voor sloop en

nieuwbouw. De zogenaamde bouwadviesbureaus

– de epidemie die woekert in de bouwwereld –

waar men op “zekerheid” speelt en iedere

verantwoordelijkheid uit de weg gaat, zijn al

helemaal geneigd om renovatie of hergebruik

te ontmoedigen.

Hergebruik en de schatting kunnen maken wat

een gebouw nog waard is en waar problemen

te verwachten zijn (of waar de zogenaamde

belemmeringen ingegeven zijn door gebrek aan

inzicht), eisen een uitzonderlijk gedegen vakkennis.

Die kennis is niet “in de mode” bij opleidingen

en architecten, maar is in hoge mate aanwezig

op het architectenbureau Van Stigt.

Joop van Stigt liet het al zien bij zijn gebouwtje

in Drienerlo en later bijvoorbeeld bij het woning-

bouwcomplex in de Bijlmermeer. (Het gaat hier

Prix de Rome maquette

Raadhuis ter Aar

Personeelskantine Twente

Schema R.U. Leiden; voorbeeld van het structuralisme

Page 3: De betekenis van Joop van Stigt voor de Nederlandse ...17 hoogleraar). André, die ik zijdelings ken, vind ik een prettige man, die, denk ik, veel orde in de chaos brengt en een uiterst

om het principiële uitgangspunt van “de nieuwe

zakelijkheid”, “het functionalisme” of “het Nieuwe

Bouwen”: door (kennis van) techniek meer kunnen

leveren voor hetzelfde of minder geld.)

Die kennis doe je op door nieuwsgierig te zijn,

hard te werken, goede voorbeelden te leren

kennen (goed worden geïnstrueerd door mensen

die zelf over die vakkennis beschikken) en een

tijdje met je poten in de praktijk te staan. Om een

goede architect te zijn komt daar dan ruimtelijk

inzicht, een beetje intelligentie en smaak bij.

Het vakmanschap heeft Joop van Stigt, door het

door hem gekozen studiepad, zich eigen gemaakt.

André van Stigt kreeg het met de paplepel

ingegoten en voltooide bovendien, in uiterst

korte tijd, z’n studie aan de Technische Universiteit

in Delft, waar hij dankzij z’n intelligentie en

nieuwsgierigheid niet het aanbod accepteerde,

maar op zoek ging naar wat hij (nog) niet wist

maar nog steeds te vinden was op de faculteit

Bouwkunde.

Uiteraard zijn de Van Stigten niet de enigen in

Nederland die over een zo gedegen vakmanschap

beschikken. Maar de brede kennis (rekenen en

tekenen, constructief inzicht, oog voor ruimtelijke

consequenties) verenigd in één persoon is vrij

zeldzaam. Als dan ook nog eens een bepaalde

mentaliteit (waar ook weer de Van Stigten niet

over het alleenrecht beschikken) aanwezig is,

gecombineerd met een gebrek aan lafheid,

begrijp je toch meer van hun tamelijk unieke

positie binnen de architectuur.

Wat onderscheidt hen dan van de meeste

collega’s? Bij een bouwopgave gaan ze uit van

de gegeven situatie en niet van wat opdracht-

gever of overheid erover zegt of graag wil horen.

Op een bepaalde wijze is hun handelen een

bedreiging voor de gemakzuchtige vakbenade-

ring. Daar gemakzucht, zowel bij vakgenoten als

bij opdrachtgevers, eerder regel dan uitzondering

is, zijn de Van Stigten bedreigend.

Toch bleef erkenning niet uit. Ze ontvingen

zowel de zeer prestigieuze Europa Nostra Prijs,

als inmiddels 3 x de Nationale Renovatie Prijs.

Is hun wat eenzame positie in strijd met dit eer-

betoon? Nee, want de aandacht voor renovatie

en de toekenning van de prijzen komt uit de

hoek van geestverwanten. De Renovatieprijs

wordt toegekend op voordracht van een jury die

in wezen hetzelfde nastreeft als de Van Stigten.

Bureau Van Stigt heeft al verscheidene malen

een inzending gedaan (of opdrachtgevers

brachten met gepaste trots hun werk naar voren),

die volledig tegemoet komt aan de doelstellingen

van de prijs.

18

Joop ontvangt de BNA kubus (op foto met Gonny, André en Ed Nijpels (links) en Louis Genet (rechts)

Oorkonde met renovatieprijs EntrepotdokJoop van Stigt wandelt met minister Nijpels langs het

Entrepotdok

Page 4: De betekenis van Joop van Stigt voor de Nederlandse ...17 hoogleraar). André, die ik zijdelings ken, vind ik een prettige man, die, denk ik, veel orde in de chaos brengt en een uiterst

Plaats van Van Stigt in de na-oorlogse architectuur-geschiedenisUitgangspunt bij de vakbeoefening door de Van

Stigten is het vakmanschap en het (soms bijna

pietluttige) doordringen tot in het kleinste detail.

Niet alleen de passende constructie en passend

materiaalgebruik worden gezocht, maar ook

begrotingen worden uitputtend doorgerekend.

Dit grenst soms aan muggenzifterij, maar dwingt

wel respect af bij de aannemers. Als er in de

materialenlijst staat 6 kilo draadnagels, dan

vraagt Joop van Stigt zich af: hoeveel spijkers

zijn dat en hebben we al die spijkers wel nodig?

Hij is in staat om een pond spijkers te wegen,

het aantal te tellen en dan te concluderen dat

als je goed kan timmeren 4 kilo spijkers wel

voldoende is.

1 Hij gaat ervan uit dat de aannemer een

timmerman naar het werk stuurt die niet te

veel spijkers krom slaat.

2 Er komt een verdedigbare minpost bij de

onderhandelingen en de aannemer let er wel

op geen onzin in z’n begroting op te voeren.

3 Sommige collega’s beoordelen dit gedrag als

“spijkers op laag water zoeken”.

Voor een heilzame ontwikkeling in de bouw is

het nodig dat wij op de schouders van onze

voorgangers gaan staan, niet om ze naar beneden

te trappen, maar om hogerop te komen. De Van

Stigten hebben respect voor degenen die hen

het vak leerden. Ze behoren tot de te kleine

groep in het bouwproces, die zich bewust is van

het belang van continuïteit en ze werken eraan

mee die historische architectonische en steden-

bouwkundige continuïteit te bewaren. Ze stellen

zich teweer tegen de stelselmatige onttakeling

van ons vak en zijn daarin pioniers.

In dit kader past ook het werk van Van Stigt als

hoogleraar in Delft en de redes die hij daar hield.

Hij formuleerde de “nieuwe bouwopgave”.

In de monumentenzorg ging consolidatie en

behoud al vóór reconstructie. Bij de “nieuwe

bouwopgave” gaat hergebruik vóór sloop.

(Volgens Van Stigt zal in de naaste toekomst het

meeste werk in de bouw bestaan uit renovatie

en hergebruik. De opleiding is echter nog steeds

gebaseerd op het ontwerpen van nieuwbouw).

Kwaliteiten van bestaande bouwwerken (uit welke

bouwperiode ook) kunnen een extra kwaliteit

bieden aan een nieuwe bouwopgave.

Binnenruimtes kunnen vaak groter en hoger zijn.

Detaillering is noodzakelijkerwijs zorgvuldiger –

handarbeid was goedkoop, dus een versiering

betaalbaar. Het materiaal is vaak van een veel

grotere kwaliteit (fijne houtsoorten, natuursteen,

etc.).

Om nu te zeggen dat je voor deze eigenschappen

een specialisatie in ons vak nodig hebt is onzin.

Het gaat er juist om dat een architect z’n vak

hoort te verstaan. Als hij z’n vak verstaat kan

hij nieuw bouwen, restaureren en renoveren.

We zagen alleen dat verbouwen minstens zo

moeilijk is als nieuw bouwen en dat de minach-

ting voor verbouwen eerder voortkomt uit een

gebrek aan vakkennis, dan uit een vermeende

belemmering in het uiten van creativiteit.

Interessant is hierbij dat een onderzoek, uit de

tijd van Jan Schaefer, naar het verschil tussen

restauratie en renovatie (alles werd onderzocht:

kosten, vakkennis, inspanning, te besteden tijd

etc.) bleek, dat er uitsluitend verschil was in de

honorering van de architect. Bij restauratie

“verdiende” hij ruim 3 x zoveel als bij renovatie

(behoud en hergebruik).

Een adagium van het functionalisme is “Form

follows Function”. Dat is een uitspraak van

Sullivan, de leermeester van Frank Lloyd Wright.

De Van Stigten draaien het soms om en stellen:

“Function follows Form”. Het is een interessante

en een uiterste consequentie van het vergaande

belang dat ze stellen in hergebruik. Een gebouw

kan soms niet meer gangbare bijzonderheden

hebben als een extreem hoge toegestane vloer-

belasting, afwijkende verdiepingshoogte of

wisselende traveemaat. Dit kan leiden tot meer

dan bruikbare oplossingen en tot onvermoede

welkome uitbreiding van het programma van

eisen (wensen). Tot een ruimer gebruik van het

“nieuwe gebouw”.

19

Joop als professor Joop met BNA kubusVoorpagina dictaat

Page 5: De betekenis van Joop van Stigt voor de Nederlandse ...17 hoogleraar). André, die ik zijdelings ken, vind ik een prettige man, die, denk ik, veel orde in de chaos brengt en een uiterst

De architect in het bouwproces Een van de grootste bedreigingen van ons vak

– helaas veroorzaakt door ons eigen falen – is

de positie die men tegenwoordig toekent aan

de architect. In een tijd van ongekend consu-

mentisme, weelde en spilzucht wenst men te

“bezuinigen” op de architect. Als de schoon-

heidscommissie z’n plannetje heeft goedgekeurd

is het werk van de architect wel gedaan.

Eén van de belangrijkste taken van de architect,

is het begeleiden van de uitvoering van de

bouw, de zogenaamde directievoering.

Daarbij komen zaken aan de orde die “ter plaatse”

moeten worden opgelost, die creativiteit,

inventiviteit, daadkracht en uiteraard vakkennis

vereisen. De aannemer denkt: dat kan ik zelf wel,

daar ga ik geen geld aan uitgeven. En helaas

heeft de aannemer soms een beetje gelijk:

tekeningen worden soms slordig aangeleverd

en er worden oplossingen voorgesteld die niets

met de praktijk van doen hebben. Kortom, het

stuntelige gedrag (gebrek aan basiskennis) van

vele architecten (of opzichters namens hen)

maakt dat de directievoering te vaak als over-

bodig kan worden “wegbezuinigd”. Maar het

is wezenlijk voor het behalen van een goed

resultaat (een prachtig, bruikbaar bouwwerk) dat

de architect tot de “eindoplevering” de vinger

aan de pols houdt.

De Van Stigten eisen dat ze al het werk van de

architect, inclusief werktekeningen en directie-

voering leveren. Daarin betrekken ze het enig

juiste standpunt. Een architect die z’n vak

verstaat, betaalt zichzelf altijd terug.

“Bezuinigingen” op de architect betaal je

dubbel terug in de rest van het bouwproces.

De “oplossing” via bouwadvies- en –management-

bureaus (zeer geringe uitzonderingen daar-

gelaten) bederven het proces al helemaal.

De zogenaamde managementbureaus hebben

niet de noodzakelijke kennis in huis en ze nemen

geen verantwoordelijkheid. Ze kosten geld dat

niet ten goede komt aan de kwaliteit en ze

leveren opdrachtgevers schijnzekerheid.

De architect behoort ook de regisseur van het

bouwproces te zijn. Een architect moet zoveel

van draagconstructie, fysisch gedrag van materi-

aal en invloeden daarop door gebruik en kli-

maat, bouwfysica en organisatie weten (alweer

de opleiding!!) dat hij z’n adviseurs begrijpt en

kan aansturen.

Vele gebouwen en bouwopdrachten kennen

zoveel aspecten dat bijna steeds in bouwteams

moet worden gewerkt. Eén moet weten welk

eindresultaat hem voor ogen staat (waarover hij

het eens moet zijn met de opdrachtgever en wat

hij zo inzichtelijk moet maken aan die opdracht-

gever dat deze weet wat hij wenst en kan ver-

wachten) en de architect moet zijn medewerkers

dat laten bereiken. De rol van de architect is ver-

gelijkbaar met de dirigent die geen piccolo kan

spelen, maar wel weet wat er op de piccolo kan

en wat hij van de muzikant mag verwachten.

Het is natuurlijk handig als een architect plezierig

met de toekomstige gebruikers van z’n gebouw

kan omgaan en dat hij zich kan inleven in alle

gebruikers. In het ziekenhuis niet alleen in de

“economisch” directeur of de dokter, maar ook

(juist!) in de patiënt en de verpleegster. In een

kantoor niet alleen in de mannen achter het

bureau, maar ook in de schoonmakers, de bodes

en de koffiejuffrouw. In de woning niet alleen in

de man of vrouw die betaalt, maar ook in

degene die de afwas doet.

Dat aan sommige mensen nog moet worden

uitgelegd hoe belangrijk dat is, geeft op zichzelf

de vreemde situatie in de bouw en het beheer

van onze omgeving weer.

Dat een zorgvuldig omgaan met onze gebouwde

omgeving (deel van ons “collectief geheugen”)

een taak van ons allen, maar – zou je zeggen –

architecten in de eerste plaats is, lijkt ook

logisch, maar helaas blijken de Van Stigten bij

de uitzonderingen te behoren.

Ik herinner me dat ik de schrijver Joop Waasdorp

sprak nadat hij, na 25 jaar emigratie in Australië,

terug was in Amsterdam: “Ze hebben me m’n

stekkie afgenomen”. Daar moeten we ons zorgen

over maken. Dat er zo weinigen zijn die zich

zorgen maken, dat de politiek, de gebureau-

cratiseerde ambtenarij en een dienst als

Monumentenzorg de ontwikkelingen niet zien of

gelaten over zich heen laten komen, vereist

actie. Het bureau Van Stigt is een steun bij deze

actie en initieert de actie soms zelf.

20

Joop met prinses Juliana; toelichting op hetbouwplan van het Begijnhof

Entrepotdok: André, Joop en Willem van Stigt, de bouwmeesters

Page 6: De betekenis van Joop van Stigt voor de Nederlandse ...17 hoogleraar). André, die ik zijdelings ken, vind ik een prettige man, die, denk ik, veel orde in de chaos brengt en een uiterst

Schoolgebouw in Dogon, Mali

Om de cirkel te sluiten: inmiddels besteedt Joop

van Stigt een groot deel van zijn tijd en energie

aan daadwerkelijke steun in Afrika. In Mali bouwt

hij scholen in een daar passende techniek en in

een stijl die aansluit en begrepen wordt door de

daar levende mensen.

Als er honger is en het transport ontbreekt om

met graan de mensen te bereiken, koopt hij een

vrachtauto om het zelf te brengen. Dat maakt

voor mij de mens Van Stigt volledig.

Op één van z’n tochten door de binnenlanden

van Afrika kwam hij, bij een brug over een rivier,

Kofi Annan, de Secretaris Generaal van de de

Verenigde Naties, tegen. Je zou kunnen zeggen

(willen zeggen) de president van de wereld.

Joop werd door z’n begeleiders op handen naar

hem toe gedragen, ter begroeting, en de

Malinezen wilden aan Kofi Annan uitleggen wat

Joop daar in Afrika deed. Welke Nederlandse

architect (welke Nederlander?, Europeaan?,

Westerse mens?) kan terugzien op zo’n belevenis?

Een jongensdroom werd werkelijkheid: Joop

voldoet op de meest dienstbare wijze aan z’n

missie.

21

Joop met Hoos Blotkamp, directeur Filmmuseum

Klaslokaal in Dogon, Mali

Waterput in Dogon, MaliWaterput in Dogon, Mali