De 3 grote kwesties

28
De 3 grote kwesties

description

De 3 grote kwesties. Schoolstrijd(5.1). In 1806 de 1 ste nationale schoolwet -openbare scholen -uitgaan van algemene, christelijke waarden Katholieken en protestanten wilden hun eigen scholen. Pas in 1848 vrijheid van onderwijs→ In 1857 een nieuwe schoolwet - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of De 3 grote kwesties

De 3 grote kwesties

Arbeidswet 1919

Talma's uitkering van de zogenaamde 'ouderdomsrente' aan pensioengerechtigde 70-jarige arbeiders begon in 1913 en was een minimale, maar vaste staatsbijdrage die de eerste collectieve oudedagsvoorziening in Nederland realiseerde. Het was bedoeld als een tijdelijke overgangsregeling naar een individuele verzekeringswet. De 'trekkers van Talma' vanaf 1913, in 1919 door de katholieke minister Aalberse uitgebreid tot minvermogende niet-arbeiders, werden voorlopers van de naoorlogse AOW-trekkers van de sociaaldemocratische ministers Drees en Suurhoff. Ondanks het parlementair akkoord met de Talma-verzekeringswetten in 1913, gebeurde de daadwerkelijke invoering van de sociale verzekeringen pas jaren later. De Invaliditeits- en Ouderdomswet werd in 1919 ingevoerd door de katholieke minister Aalberse en werd in 1957 opgevolgd door de Algemene Ouderdomswet (AOW) en de Arbeidsongeschiktheidswet in 1967. Talma's Ziektewet met een verplichte verzekering van werkgevers en werknemers voor het ziekengeld van werknemers kwam pas in 1930. Nationale wetgeving voor verplichte verzekering tegen geneeskundige kosten bij ziekte voor lagere inkomensgroepen, door Talma in 1913 gescheiden van de arbeidersziekteverzekering, werd pas in 1941 een feit door het Ziekenfondsbesluit van de Duitse bezetter.vervolgIn 1878 nieuwe schoolwetonderwijs werd duurder (hogere eisen)Begin van confessionele samenwerking(volkspetitionnement=handtekeningenactie)Strijd gewonnen in 1917Financile gelijkstelling van het openbaaren bijzonder onderwijsvervolg-spaarkiezers-loonkiezers-examenkiezers aantal kiezers naar 48%In 1911 grote demonstratie voor algemeenkiesrecht (300.000 handtekeningen)In 1913 mag al 68% stemmenIn 1917 grondwetswijziging de Pacificatie(onder invloed van WO I)

Kiesrechtstrijd(1.5 en 4.4)Er was censuskiesrechtOud liberalen tegen uitbreiding:gewone volk is dom (moet eerst opgevoed worden )Katholieken en protestanten wel vooruitbreiding, maar niet voor algemeenkiesrecht:huismannenkiesrecht (alleen de vader alshoofd van het gezin)

vervolgSocialisten voor algemeen kiesrecht:hun aanhang zat onder de armenJong liberalen ook voor:bij optimale ontplooiing hoort politiekeInvloedIn de loop van de 19de eeuw neemt hetaantal kiezers toe-door welvaartsstijging-verlaging census (invloed voorstanders uitbreiding)-ontwikkelingen in het buitenlandVerloop van de strijdIn 1887 grondwetswijzigingCaoutchoucartikel-tekenen van kennelijke geschiktheid-maatschappelijke welstandVage criteriaAantal kiezers van 12% naar 26%In 1896 werkt de kieswet Van Houten hetCaoutchoucartikel uit-belastingkiezers-huurkiezersvervolg-confessionelen laten hun bezwaar tegen algemeen kiesrecht varen om financile gelijkstelling te bereiken-socialisten en jong liberalen laten hun bezwaar tegen financile gelijkstelling varen om het algemeen kiesrecht binnen te halenIn de grondwet stond-algemeen kiesrecht voor mannen vanaf 23 (actief en passief)vervolg-passief kiesrecht voor vrouwen Suze Groeneweg 1ste vrouwelijke kamerlid (SDAP)-het districtenstelsel werd vervangen door het systeem van de evenredige vertegen- woordiging3.6In 1919 kregen de vrouwen ook actiefkiesrechtvervolgVerkiezingen van 1918-winst voor SDAP (minder dan gehoopt confessionele arbeiders stemmen confessioneel)-verlies voor de liberalen politieke rol uitgespeeld-confessionelen de meerderheid

Sociale kwestie(3.5 en 5.1)Houding tov armoedevraagstukOud liberalen geen overheidingrijpen-pech/het lot-eigen schuld-onvermijdelijk verschijnsel van de conjunctuurConfessionelengeen overheidsingrijpen-armen moeten berusten in hun lot (Gods wilstraf/beproeving )-taak van de kerkelijke armenzorg (naastenliefde)-werkgever moet als vader voor zijn arbeiders zorgenSocialistenoverheidsingrijpen-overheid moet voor sociale rechtvaardig- heid zorgen (arbeiders te zwak)Jong liberalenoverheidsingrijpen-bij optimale ontplooiing hoort voor je zelf kunnen zorgenVerloopIn 1854 kwam de 1ste landelijke Armenwet-alleen de allerergste gevallen-steun in goederen, niet in geldIn 1870 ontstond het Comit terbespreking van de Sociale KwestieKinderwetje van Van Houten (1873)-geen kinderarbeid onder 11 jaar-gold alleen voor fabriekenEnerzijds-geen controleslecht nageleefd

vervolgAnderzijds-1ste keer dat de overheid ingrijptIn 1886 politieke enqute naar werking kinderwetjeIn 1889 1ste Arbeidswet-kinderen tussen 11 en 16 mogen maximaal 11 uur werken-geen nachtarbeid voor vrouwen en kinderen (ook niet in het weekend)-Arbeidsinspectie controleertvervolgDit zijn geen sociale wetten (geen uitkering)In 1901 Ongevallenwet (1ste sociale verze-keringswet)-uitkering bij ongeval-premie door werkgever en werknemerReeks voorstellen van Talma (ARP)-ziekteverzekering-ouderdomsverzekering-invaliditeitsverzekeringDoor WO I niet uitgevoerd

vervolgIn 1918 mislukte revolutiepoging van Troelstra (onder invloed van revoluties inRusland en Duitsland)Gevolgen-Troelstra afgezet als leider SDAP-socialisten in isolement (staatsgevaarlijk) -tegenvallende verkiezingsuitslagenPas in 1937 lieten de socialisten hunradicale ideen varen1939 2 socialistenin de regeringvervolgIn 1919 -nieuwe Arbeidswet (8 urige werdag/40 urige werkweek)-Invaliditeitsverzekering-OuderdomsverzekeringDeze wetten moesten de socialisten dewind uit de zeilen nemen.

Schoolwet 1806

Schoolwetten van 1857 en 1878