DDG Gazet 2004/7

20
N I E U W S B R I E F V A N D E D U T C H D I R E C T O R S G U I L D 07 2004 ARJEN DE WOLFF EERSTE DIRECTEUR DDG Arjen de Wolff (1969) is onlangs terug- gekeerd van de Nederlandse Antillen. Daar was hij de afgelopen jaren adjunct- directeur Jeugd- en Cultuurbeleid van het Antilliaanse Ministerie van Onderwijs en Cultuur. Die periode heeft zijn sporen nagelaten. ‘Ik was net terug en ging in Theater Cosmic kijken. Het gebouw voldoet niet meer aan de regels van de Arbo-wet. Ik loop daar rond en denk “wat is het prachtig hier en wat ziet alles er goed uit”, terwijl de aanpassingen in de tonnen gaan lopen. Ik begrijp wel dat er voor technici bepaalde regels moeten zijn, maar in Willemstad werd het theater met serieus instortingsgevaar bedreigd. Na vier jaar Antillen zie ik hoe aange- harkt en af Nederland is. Daar ben ik nog niet helemaal overheen.’ Politiek bewustzijn Nu de DDG na ruim vijf jaar goed op de kaart staat, werd het hoog tijd voor extra mankracht. Een directeur met ervaring in de cultuurpolitiek, juridische knowhow en genoeg energie om de taaie film- en tele- visiewereld in te duiken. Arjen de Wolff studeerde rechten, was bestuurssecreta- ris bij de Weekbladpers, en werd politiek adviseur van de Amsterdamse wethouder van Cultuur. Wat was toen zijn indruk van de film- en televisiewereld? ‘Men had een klein politiek bewustzijn, behalve misschien de producenten. Wat vooral opviel was de enorme versnip- pering. Ik herinner me een bijeenkomst op de ambtswoning van de burgemeester over een op te richten instituut voor de beeldcultuur. Daar waren 30 tot 40 ver- tegenwoordigers van de filmsector, alleen al uit Amsterdam! Je maakt het dan wel makkelijk voor de overheid om verdeel-en-heers-politiek te voeren, of de sector gewoonweg te negeren.’ ‘Cultuurbeleid gaat over verdeling van middelen, geld. Op de Antillen bedraagt de cultuurbegroting maar een paar ton, dus de discussie daar draait alleen om het creëren van een klimaat om iets mogelijk te maken. Het genereren van ruimte voor makers en het stimuleren van beginners. Dat is hier verdwenen als ‘Makers zijn teveel op de achtergrond gebleven in de beleidsvorming over film en televisie in Nederland. Met als gevolg dat andere partijen de regels bepalen. Filmmakers moeten terug in het centrum van het Nederlandse cultuurdebat.’ Dat zegt Arjen de Wolff, de eerste directeur van de DDG. De maker centraal Wat vooral opviel was de enorme versnippering Redactioneel 2+3 Follow-up Zwartboek 4+5 Gastcolumn: Cas Smithuijsen 6 DVD’tje? 7+8 HoCo Update 9 Kort! 2004 10+11 Cine Rendez-vous 12-15 IM Wim Verstappen 16-19 In de wachtkamer 20 Arjen de Wolff Foto’s: Patrick Minks

description

Het magazine van de Dutch Directors Guild. Editie 7 jaargang 2004.

Transcript of DDG Gazet 2004/7

Page 1: DDG Gazet 2004/7

N I E U W S B R I E F V A N D E D U T C H D I R E C T O R S G U I L D

072 0 0 4

A R J E N D E W O L F F E E R S T E D I R E C T E U R D D G

Arjen de Wolff (1969) is onlangs terug-gekeerd van de Nederlandse Antillen.Daar was hij de afgelopen jaren adjunct-directeur Jeugd- en Cultuurbeleid van hetAntilliaanse Ministerie van Onderwijs enCultuur. Die periode heeft zijn sporennagelaten. ‘Ik was net terug en ging inTheater Cosmic kijken. Het gebouwvoldoet niet meer aan de regels van deArbo-wet. Ik loop daar rond en denk“wat is het prachtig hier en wat ziet alleser goed uit”, terwijl de aanpassingen inde tonnen gaan lopen. Ik begrijp wel dater voor technici bepaalde regels moetenzijn, maar in Willemstad werd het theater

met serieus instortingsgevaar bedreigd.Na vier jaar Antillen zie ik hoe aange-harkt en af Nederland is. Daar ben ik nogniet helemaal overheen.’

Politiek bewustzijnNu de DDG na ruim vijf jaar goed op dekaart staat, werd het hoog tijd voor extramankracht. Een directeur met ervaring inde cultuurpolitiek, juridische knowhow engenoeg energie om de taaie film- en tele-visiewereld in te duiken. Arjen de Wolffstudeerde rechten, was bestuurssecreta-ris bij de Weekbladpers, en werd politiekadviseur van de Amsterdamse wethoudervan Cultuur. Wat was toen zijn indruk vande film- en televisiewereld?‘Men had een klein politiek bewustzijn,behalve misschien de producenten.Wat vooral opviel was de enorme versnip-pering. Ik herinner me een bijeenkomst

op de ambtswoning van de burgemeesterover een op te richten instituut voor debeeldcultuur. Daar waren 30 tot 40 ver-tegenwoordigers van de filmsector,alleen al uit Amsterdam! Je maakt hetdan wel makkelijk voor de overheid omverdeel-en-heers-politiek te voeren, ofde sector gewoonweg te negeren.’‘Cultuurbeleid gaat over verdeling vanmiddelen, geld. Op de Antillen bedraagtde cultuurbegroting maar een paar ton,dus de discussie daar draait alleen omhet creëren van een klimaat om ietsmogelijk te maken. Het genereren vanruimte voor makers en het stimulerenvan beginners. Dat is hier verdwenen als

‘Makers zijn teveel op de achtergrondgebleven in de beleidsvorming overfilm en televisie in Nederland. Met alsgevolg dat andere partijen de regelsbepalen. Filmmakers moeten terug inhet centrum van het Nederlandsecultuurdebat.’ Dat zegt Arjen de Wolff,de eerste directeur van de DDG.

De maker centraal

Wat vooral opviel was deenorme versnippering

Redactioneel 2+3Follow-upZwartboek 4+5Gastcolumn:Cas Smithuijsen 6

DVD’tje? 7+8HoCo Update 9Kort! 2004 10+11

Cine Rendez-vous12-15IM Wim Verstappen16-19In de wachtkamer 20

Arjen de Wolff

Foto’s: Patrick Minks

Page 2: DDG Gazet 2004/7

centraal punt van discussie. Makers zijndaar ook te lang in meegegaan. De beeld-vorming moet wat dat betreft om.Men klaagt over het falen van de om-geving die het filmklimaat bepaalt, maarwaar je het over moet hebben, is eengeloofwaardig alternatief. Als je vindt datiets niet goed gaat, moet je nadenkenover hoe het wel moet. Het zijn demakers die de expertise in huis hebbenom daar ideeën voor te leveren.’

RekensomNiet dat de Wolff zelf geen plannen heeft.Hij is ervan overtuigd dat het totale subsi-diebedrag dat naar film en televisie gaat– inclusief het programmabudget van dePublieke Omroep – voldoende is om deruim 400 regisseurs in Nederland full-time aan het werk te houden. Hij wilde rekensom graag maken om deze theo-retische exercitie te staven.

‘De realiteit is natuurlijk dat er een marktis, met bijbehorende mechanismen.Je hebt handige en minder handige men-

sen en de toplaag roomt altijd een deelvan het geld af. Daar kan je als DDG wei-nig aan doen. Wat je wel kan, is zorgendat de verdeling van de rest naar behorengaat. Dan gaat het over het harde gelden indirecte middelen zoals fiscale maat-regelen. De CV-regeling heeft veel goedsgedaan – zoals een vergroting van hetpublieksbereik – maar een ongewild bij-effect was dat er onevenredig veel aan-dacht naar de publieksgerichte film isgegaan. De arthouse film blijft steken oplowbudget niveau, alsof daar geen gede-gen middelen voor nodig zijn. Als men

inderdaad wil dat een Nederlandse filmde Gouden Palm in Cannes wint, dan zaler ook gekeken moeten worden naar hoede boel gestructureerd is. Ik vind dat demakers een centralere positie moetenkrijgen. Zij zijn de enige die zo’n Cannes-winnaar kunnen maken. Niet de omroep-redacteur of de fondsdirecteur en ookniet de producent.’‘Film is waarschijnlijk de enige kunsten-sector waar niet de maker, maar anderepartijen centraal staan. De artistieke vrij-heid van Nederlandse filmmakers wordtte veel ingeperkt door overheden, omroe-

Interview Arjen de Wolff

Het is een wezenlijkprobleem dat hetpubliekscriterium bij demakers wordt gelegd

R E D A C T I O N E E L

BeeldenstormersAchter alles steekt een ver-haal. Een open deur, maartoch. Zo wandelde Matthijsvan Heijningen sr. onlangsRokin 91 in Amsterdam binnenen wist hij te vertellen dat hetnieuwe kantoor van de DDGaldaar – precies die enekamer aan de straatzijde – hetproductiekantoor is geweestvoor Turks Fruit. Zo ook moe-ten wij het sinds deze zomer –

helaas, helaas – doen zonderWim Verstappen, maar zijn weals vereniging versterkt metde komst van Arjen de Wolff.De Wolff ziet door Antilliaansebril een ‘aangeharktNederland’, Wim verbondeens in een interview deambtenarenterm ‘filmklimaat’gekscherend aan zijn ervarin-gen met klimaatstoringen inhet Caribisch gebied. Verhalente over ook in de wandel-

gangen van Hilversum. Zobleek al uit het Zwartboek inde vorige Gazet. De gevolgenleest u elders in dit nummer.Kwalijk riekende verhalenover freelancers die in chanta-bele posities worden gema-noeuvreerd, opbeurende ver-halen over filmprofessionalsdie zich verenigen om hunbelangen te beschermen. En ondertussen proberenNederlandse filmmakers –

tegen de klippen op – hunfilmverhalen over het voetlichtte krijgen. En die klippen lie-gen er niet om. Zo zei ministerZalm begin september ‘niet inde Europese film te geloven’en is hij daarom als een ver-keersdrempel voor het planvan Eurocommissaris voorCultuur Viviane Reding gaanliggen die het Europese film-budget wil verdubbelen.De zorg van de DDG over de

Page 3: DDG Gazet 2004/7

pen en producenten. Niet de filmmakers,maar de partijen om hen heen hebbenhet geld en bepalen de inhoud. Het is eenbeetje alsof niet Toneelgroep Amsterdam,maar de Stadsschouwburg subsidie krijgtvoor het maken van een toneelstuk, endan ook nog bepaalt welke kleren deacteurs moeten aantrekken.’Het tegenargument daarvoor is dat filmnu eenmaal heel duur is, en daarom nietalleen als cultuur dient te worden beoor-deeld, maar ook als economisch goed.‘Onzin. Ten eerste is opera ook gruwelijkduur. Ten tweede hoort het publiekscrite-

rium – zeg maar de kijkcijfers – bij depodia, de exploitanten thuis. Het is eenwezenlijk probleem dat die vraag bij film– in tegenstelling tot de andere kunsten –bij de makers wordt gelegd. Er wordt vanIvo van Hove niet verwacht dat hij in zijnprogrammering rekening houdt met“allochtone operettes”. Die vraag ligt bijde directeur van de Stadsschouwburg.’

ZusjeDe komende maanden zal Arjen de Wolffvooral gebruiken om met het veld kenniste maken, te praten en te luisteren. Twee

dossiers vragen zijn directe aandacht: deHoco-overeenkomst voor documentaireregisseurs en de omroepbezuinigingendie afgewenteld worden op freelancers.‘Honoraria dienen te worden afgestemdop de aard van het beroep. Er zijn nu een-maal pieken en dalen in de werktoevoervan regisseurs, dus dat moet worden ver-disconteerd. Het is glashelder dat deonderkant is bereikt, er zit geen rek meerin. Ook daar zie je dat de positie van demakers in het beleid marginaal is. Het isgoed dat een club als de DDG de gedre-venheid en de wil heeft om dat te veran-deren en ik heb er veel zin in om daaraan bij te dragen. In alle bescheidenheidnatuurlijk, want ik ben slechts parttimeaangesteld.’En wat is de dierbaarste Nederlandsefilm van de eerste DDG directeur?‘Zusje van Robert-Jan Westdijk. Het ver-haal en de thematiek spraken me erg aanen ik vind dat die film een heel anderemanier van filmmaken liet zien. Verderben ik simpelweg geraakt door die filmen waarom dat is, weet je nooit. En dat ismaar goed ook; kunst moet veroorzaken,kunst moet bewegen. Dat geldt ookvoor film.’

Patrick Minks

positie van de Europese film-maker bleek uit de Studiedagvan 2004 over precies datonderwerp (voor een verslag:zie onze website). De VVD-minister hebben we nietgezien. Wellicht vindt hij dathij met zijn rol als bankdirec-teur in Theo van Gogh’s Coolvoldoende kennis heeft opge-daan. Als verweer voor zijnstandpunt zei hij dat filmsub-sidiëring nationaal geregeld

moet worden. Het ter persegaan van deze Gazet was alvoor Prinsjesdag, maar wezouden het er niet op willengokken, die nationale oplos-sing voor film in het land vande zuinige Zalm. Immers, hetwas uitgerekend Zalm die zichpersoonlijk inspande om defilmstimulering in ons land denek om te draaien.Was het maar een verhaaltje,dat we leven in een tijd dat

mannen met potloodjes cul-tuur boekhoudkundig afreke-nen, en film als het onbelang-rijkste medium in dekunstgeschiedenis zien. Watzei Wim Verstappen daaroverin 1985? ‘De Nederlander hadtot nog niet zo lang geledeniets van de Beeldenstormer.Film mocht eigenlijk niet,omdat het leuk was. Ze vindenhet nu nog niks, maar de beel-denstormerij is pas verdwe-

nen toen het aardgas kwam.Toen kwam er een rijkdom inhet land die de Nederlandersniet meer gekend haddensinds de Gouden Eeuw.’Geen verhaaltje, maar een‘neverending story’ dus.

Page 4: DDG Gazet 2004/7

In de vorige Gazet was de brief te lezendie Paul Cohen en Ingeborg Beugel had-den opgesteld voor het Zwartboek overde omroepbezuinigingen. Nadat deze wasaangeboden aan de staatssecretaris, ener door Bert Bakker (D66) kamervragenwaren gesteld, besloot van der Laan eenzogeheten quickscan te laten uitvoeren.Dat wil zeggen dat er een commissie isingesteld van wijze mannen die gesprek-ken voert met betrokkenen en feiten-onderzoek doet om vervolgens aan destaatssecretaris te rapporteren. De hoopvan de diverse protestgroepen die zichafgelopen voorjaar verenigden, is datHilversum op de vingers wordt getikt.

ChantageHoe zat het ook weer? Eerder dit jaarbleek dat de Publieke Omroep een deelvan de opgelegde bezuinigingen (circa

10 miljoen per jaar) wil afwentelen opfreelancers en zelfstandige bedrijven.Zij vallen nu eenmaal onder de variabelekosten, en die zijn makkelijker aan tepakken dan de vaste kosten (lees: over-head). Programmamakers, camera- engeluidsmensen, editors en facilitaire

bedrijven werden geconfronteerd metonacceptabele prijsvoorwaarden.Sommigen berekenden dat zij tot 25 pro-cent minder zouden omzetten dan tienjaar geleden als zij de eisen van de AKN(AVRO/KRO/NCRV) zouden accepteren.

Hetzelfde regime werd op Net 3 ingezet.Zelfstandige camera- en geluidsmensendie veelvuldig voor NPS en VPRO werken,kregen o.a. te horen dat zij voortaan alseen soort ENG-unit moesten gaan wer-ken, met de bijbehorende kwantumprij-zen. Men spreekt daarbij steevast overfaciliteiten en technici. En dan zijn er nogde vele ‘onzichtbare’ bezuinigingen die aljaren aan de gang zijn. Vliegtickets diete goedkoop worden geboekt waardoorcrews tot tweemaal zo lang onderwegzijn om op een locatie te komen.Programmamakers die na een werkdagvan 14 uur vanuit Brussel naar huismoeten rijden, omdat er zogezegd geenbudget is voor een overnachting.In gesprekken met omroepproducerswerd menige freelancer gechanteerd:als je niet akkoord gaat met onze voor-waarden dan gaat deze klus (en andere

Freelancers als variabele kostenpostOmroepbezuinigingen lokten veel protest uit eerder dit jaar. Maar de bodem is dan ook bereiktvolgens velen. Niet alleen de daling in freelance-honoraria, maar ook de werkomstandighedenlogen er niet om in het Zwartboek dat voor de zomer aan staatssecretaris Van der Laan werdaangeboden. Met argusogen kijkt men naar de (politieke) gevolgen van een hete zomer.

F O L L O W - U P Z W A R T B O E K

Vandaag zei mijn verslag-gever: ‘Ik kan het werkenniet meer betalen.’

Page 5: DDG Gazet 2004/7

in de toekomst) niet door. Een camera-man verwoordde het in het Zwartboek alsvolgt: ‘Vandaag zei mijn verslaggever:“Ik kan het werken niet meer betalen.”En deze dan: “Kwaliteit is geen issuemeer in Hilversum.” Dit komt uit de mondvan iemand van het productiebureau vande cultuurzender Net 3! (…) Na 16 jaarmet veel enthousiasme gewerkt tehebben voor al deze prachtige publiekeomroepprogramma’s zie ik het doekvallen.’

CrewverenigingFreelancers die veel voor de AKN werken,richtten de 5 mei-groep op en hun colle-ga’s van Net 3 vonden elkaar in eenYahoo-groep en vormden o.a de VPRO-pool. Er werd geïnventariseerd en ervonden gesprekken plaats. De FederatieFilmbelangen faciliteerde de acties waarnodig. Nadat staatssecretaris van derLaan de quickscan instelde, ging de AKNoverstag. Er werd met de 5 mei-groepafgesproken dat tot de uitkomst van diequickscan de bezuinigingsplannen in deijskast werden gezet. Bij Net 3 was menminder toeschietelijk: quickscan of niet,het is slikken of stikken. Begin septem-ber is er een dringende oproep uitgegaanom de AKN te volgen en de quickscan-rapportage af te wachten. Interessant isdat de brief is ondertekend door deVereniging Crewbelangen in oprichting.Want dat is mede een gevolg van allecommotie: crewleden van diverse disci-plines hebben de koppen bij elkaar gesto-ken en besloten dat een belangenorgani-satie voor alle crewleden opgerichtmoet worden. In een door de Federatiegeïnitieerde bijeenkomst bleek al snelconsensus over het belang daarvan.Welke vorm deze organisatie precies zalkrijgen, wordt dit najaar uitgedokterd.Net als hoe het zich zal verhouden totbestaande clubs als de NSC (camera-mensen), NAL (locatiescouts en -mana-gers), VCA (geluidsmensen), NLE (belich-ters), etc.

Cijfers & kwaliteitIn augustus werden vertegenwoordigersvan de diverse actieclubs uitgenodigdvoor een gesprek i.h.k.v. de quickscan.De commissie moet voor Prinsjesdag ver-slag uitbrengen.De ervaringen tijdens die gesprekkenwaren wisselend. Sommigen spraken

achteraf van een wassen neus en haddenhet gevoel dat ze zich eerder moestenverdedigen over de o.a. in het Zwartboekgestelde feiten, dan dat ze serieusgehoord werden. ‘De heren leken op ver-moeide Russische adel die in leegheidverzuipt zoals in de boeken vanDostojevski en Toergenjev’, zo werdgeconcludeerd. Maar op tafel gelegdcijfermateriaal werd wel degelijk metinteresse ontvangen. Zo werd de commis-sie nader geïnformeerd met een rapportvan de VCA uit 1996 over o.a. de honora-

riumachterstand bij geluidsmensen.En tevens kregen ze een salaristabel diecamera- en geluidsmensen hebben op-gesteld waaruit blijkt dat hun honorariade afgelopen 7 jaar 1 tot 2 procent minderzijn gestegen dan die van het vasteomroeppersoneel. Al deze cijfers gingener beter in bij de commissie dan de kwa-liteitsargumenten die ook werdenbesproken. ‘Als u een tientje minderverdient per uur, levert u dan mindergoed werk af?’ was een van de vervreem-dende vragen die de commissie stelde.Eén commisielid concludeerde zelfs:‘Kwaliteit is geen sterk argument.’Nu zullen dit geen zinsnedes zijn die in derapportage van de quickscan-commissieterechtkomen. Ze kijken wel beter uit.Wat de conclusies zijn en hoe de staats-secretaris ermee om zal gaan, was bij hetmaken van deze Gazet nog niet bekend.Actuele informatie is te vinden op deDDG-website (www.directorsguild.nl).

Patrick Minks

‘Kwaliteit is geen sterkargument’, zei een com-missielid.

Page 6: DDG Gazet 2004/7

In een OCW-blad dat merk-waardig genoeg luistert naarde naam ‘de Cultuurbarbaar’staat het zwart op wit: inNederland moet de komendemaanden een nieuwe vormvan filmfinanciering – alsalternatief voor het huidigefilmstimuleringsbeleid –worden uitgewerkt. Waaromdat moet staat er niet. Welkdeel van het bestaande beleiddeugt er niet? Is het mis-schien in strijd met Europeseregelgeving? Antwoordenblijven uit. De Cultuurbarbaarverscheen als special Europa& Cultuur vlak voor de zomerter gelegenheid van hetNederlandse voorzitterschapvan de Europese Unie. InOCW-kring stond het kennelijkal lang vast: het lopende pro-gramma van filmstimulering,gebaseerd op fiscaal voordeel,kan niet meer.Staatssecretaris Van der Laan(D66) confronteerde deTweede Kamer eind juni methetzelfde standpunt. Niet datze dat zelf zozeer aanhangt.Dit zegt ze erover: ‘Ervaringenin internationaal verbandmaken duidelijk dat hetgebruikelijk is de filmsectorfiscaal te steunen. In dat gevalkan een optimale situatie wor-den bereikt. Het kabinet kiestechter niet voor dergelijkemaatregelen.’ (verslagAlgemeen Overleg 30 juni2004). Uit deze zinsnede valtop te maken dat het standpunthaar door ‘ambtgenoten’ isopgelegd, onder wie ongetwij-feld partijgenoot Brinkhorstvan Economische Zaken.

Zijn redenering is dat door hetverlenen van fiscale faciliteiteen deel belastinginkomstenwegvalt, waarmee sprake isvan staatssteun. Staatssteunaan kunst is niet erg, maarsteun aan economische be-drijvigheid schijnt dat wel tezijn. Steun aan economischeprocessen mag volgensBrinkhorst niet duurzaam zijn;zij is alleen bedoeld omondernemers in het zadel tehelpen.Maar bij kunsten zit film ookniet helemaal lekker. MedyVan der Laan wil op haar beurtniet dat de Nederlandsespeelfilm wordt ‘verkunst’ –de term is van haar. Het pro-bleem van ‘verkunsten’ zoumisschien kunnen zijn dat film

dan terecht komt in het ‘fatale,gesloten systeem van degesubsidieerde kunstwereld’.Dat zijn weer de woorden vanoud-kunstambtenaarMaarten Asscher, neerge-schreven in Vrij Nederlandvan 21 augustus 2004. Hij pleitervoor dat de Nederlandsekunstwereld op zoek gaat naarparticulier geld (alsof dat nietal op veel plekken intensiefgebeurt) en voor een regeringdie dat stimuleert, ook metfiscale maatregelen. Nietalleen de staatssecretarisvoor Cultuur moet dat stimu-leren, maar het hele kabinet,aldus Asscher.De staatssecretaris heeft hetkabinet vooralsnog niet wetente overtuigen, en zo blijft voorhet filmbeleid de onmisbarepolitieke stabiliteit uit. Filmheeft in de politiek geen dui-delijke identiteit. Zij mag niet

verkunsten, maar als zij vande weeromstuit economiseertmoet dat per definitie tot zelf-redzaamheid leiden. Omdatfilm niet goed in een van dezetwee onbuigzame regerings-profielen past, blijft zij eenmarginale zaak. Of dat na dederde dinsdag van septemberanders zal worden valt voor-alsnog te betwijfelen.

Cas Smithuijsen

Cas Smithuijsen is directeur van de

Boekman Stichting; studiecentrum

voor Kunst, Cultuur & Beleid.

Nummer 60 van hun kwartaaltijdschrift

De Boekman was – mede naar aanlei-

ding van het DDG-onderzoek Zijn we

in beeld? – geheel gewijd aan de

Nederlandse film, met nadruk op de

film- en televisieregisseur. Deze uitga-

ve – getiteld Film.nl – is voor DDG-

leden voor 10 euro (winkelprijs 15 euro)

te verkrijgen via het DDG-kantoor.

G A S T C O L U M N

Verkunsten

Cas Smithuijsen

Foto

: Pau

l Coh

en

Page 7: DDG Gazet 2004/7

Voordat een film of TV-programma op eenDVD gezet kan worden, moet het omgezetworden in een formaat dat op een DVDgebruikt wordt. Om het beeld op hetschijfje te laten passen wordt het mate-riaal gecomprimeerd in MPEG-2. Dezezogenaamde encoding is in staat om opeen slimme manier de beeldinformatie teverkleinen, waarbij de kwaliteit zo hoogmogelijk blijft. De uiteindelijke kwaliteitvan het beeld wordt hierbij bepaald doorde ruimte die er op de DVD beschikbaaris, de kwaliteit van de videobron (heelbelangrijk!) en de hoeveelheid beeldma-teriaal die op de DVD moet komen. Hoelanger het programma is, hoe hoger decompressie moet zijn, hoe lager debeeldkwaliteit zal worden. Om toch eenzo hoog mogelijke kwaliteit te krijgen alser een lange film op de DVD moet passen,wordt de compressie zo ingesteld dat‘makkelijke’ stukken beeld laag wordengeëncodeerd en ‘moeilijke’ stukken hoog.Dit heet Variabele Bitrate Encoding (VBR)en hierbij wordt eerst de beeldinformatiegeanalyseerd waarna de encoder zelfkijkt welke stukken makkelijk (bijvoor-beeld weinig beweging in beeld) en welkemoeilijk zijn (bijvoorbeeld snelle bewe-gingen in beeld). Encoding kan via soft-ware worden gedaan of via hardware.

Bij software encoding wordt hetbeeld ingeladen in een computer

waarna een programma erMPEG-2 van maakt. Dit duurt als

je het goed wilt doen erg lang.Bij hardware encoding wordt de video-

bron aangesloten op een computer en diecodeert min of meer direct het beeld inMPEG-2. Door de speciale hardware blijftde kwaliteit zeer hoog. Na de encodingwordt een menu toegevoegd dat je geheelnaar wens kunt vormgeven.

FormatenDVD’s bestaan in een aantal formaten.De belangrijkste zijn DVD-5 en DVD-9.Op een DVD-5 past circa 60 minuten videoin de hoogst mogelijke DVD kwaliteit.Op een DVD-9 circa 120 minuten. Het wildus niet zeggen dat er niet meer beeld opeen DVD past, de kwaliteit wordt echterlager naarmate het programma langer is.De DVD formaten bestaan echter nietalleen uit het verschil in opslagcapaciteittussen DVD-5 of DVD-9, maar voor DVD’sdie niet fabrieksmatig worden geperst, iser ook een verschil in compatibiliteit tus-sen DVD-R (min R) en DVD+R (plus R).Vergelijk het met de oude videostrijd tus-sen de fabrikanten met V2000, Betamaxen VHS. Dit betekent dat een DVD-R insommige spelers niet goed kan spelen enandersom geldt dit ook voor DVD+R. Inprincipe kan een professioneel gemaakteDVD, die geperst wordt via een zoge-naamde glasmaster in elke DVD spelerworden afgespeeld. Dit is echter eenkostbaar proces dat pas rendabel is als jehonderden kopieën nodig hebt. De goed-

kopere oplossing is om via DVD-brandersin DVD-R of DVD+R te dupliceren. Beideformaten spelen in de meeste spelers afen zeker de moderne spelers hebben ergeen moeite mee, maar 100 procentzekerheid heb je dus nooit. Daarnaast zijndeze branders niet in staat om DVD-9discs te branden, waardoor je voor hetmaken van een DVD waar je maar eenpaar kopieën van nodig hebt, vastzit aaneen DVD-5. Overigens, los van de compa-tibiliteit is de beeldkwaliteit van een glas-master gelijk aan die van een DVD-R ofDVD+R. Gezien het voorgaande is deopslagcapaciteit tot 60 minuten beeld-materiaal uitstekend. Tot 120 minutenbeeldmateriaal kan – mits goed geënco-deerd – nog tot een redelijk goed resul-taat leiden.

ChecklistPrijsverschillen voor het laten makenvan DVD’s zitten vooral in de manier vanencoderen, functionaliteit en branden.Het is heel moeilijk een eerlijke vergelij-king te maken. Het maken van een DVDvia hardware encoding en glasmasteringis veel kostbaarder dan iemand die opzolder met een DVD-brandertje een paarkopietjes maakt. Je krijgt echter waar jevoor betaalt. Daarnaast is het maken vaneen DVD eigenlijk maatwerk waarbij deprijs onder andere afhankelijk is van defunctionaliteit die je wilt toevoegen en deaandacht die aan de vormgeving wordtbesteed.Een korte checklist bij het plannen vaneen DVD project:1. Hoeveel beeldmateriaal wil ik op de

N I E U W E S E R V I C E V O O R L E D E N

Steeds meer filmmakers hebben belangstelling voor het op DVD zetten vanhun werk. Na een korte enquête onder de leden van de DDG bleek dat er

vooral behoefte is aan het archiveren en op kleine schaal dupliceren vanprogramma’s op DVD. Omdat de ene DVD de andere niet is en veel mensenniet precies weten wat er bij het maken van een DVD mogelijk is,hieronder een korte introductie in de DVD-jungle.

Foto

’s: x

xx

DVD’tje?

Page 8: DDG Gazet 2004/7

DVD’t je

DVD kwijt versus hoe hoog moet debeeldkwaliteit zijn;2. Heb ik de beste videobron om tot eengoed resultaat te komen (ruis maakt goedencoderen erg moeilijk);3. Wat wil ik aan functionaliteit toevoegen(eenvoudig menu of veel extra’s);4. Waarvoor ga ik de DVD gebruiken(wil ik enkele exemplaren of meer).Op basis van deze vragen kun je de bestmogelijke prijs-/kwaliteitverhoudingkiezen.

TrajectenOm het voor DDG-leden aantrekkelijk eneenvoudig te maken om een DVD te latenmaken van eigen werk en eventueel telaten dupliceren heeft Treffers &Trousers – gelieerd aan postproductie-huis Het Spoor – vier trajecten uitge-dacht. Encoding, authoring, grafisch ont-werp van de menustructuur en eventueelartwork wordt intern gedaan. Omdat uitde ledenenquête bleek dat het veelal zalgaan om DVD’s met een hoge ofgemiddelde beeldkwaliteit, een eenvou-dige menustructuur en dupliceren tot25 kopieën hebben wij daar ons voorstelop afgestemd.Traject 1: DVD met redelijke encoding enzeer eenvoudig menu.De DVD wordt vervaardigd middels eenDVD recorder (een soort videokopie opDVD) die via een Firewire (DV) verbindingvan elke gangbare videobron (analoog endigitaal) rechtstreeks een DVD brandt.Het menu is zeer eenvoudig en niet naareigen wens vorm te geven. Deze branderbrandt op DVD-R discs die in de meeste

DVD spelers afspeelbaar zijn.Traject 2: DVD met hoge kwaliteit enco-ding en een eenvoudige menustructuur.De DVD wordt gemaakt met professioneleHardware VBR encoding van SonicSolutions die in staat is op hoog niveauvideomateriaal te encoderen. Daarnawordt de eenvoudige menustructuur(authoring) toegevoegd, waarbij er totmaximaal vijf buttons kunnen wordentoegevoegd die de film(pjes) starten.Vervolgens wordt de DVD gebrand opeen DVD-R brander. Deze brander brandtop DVD-R discs die in de meeste DVDspelers afspeelbaar zijn.Traject 3: DVD met hoge kwaliteit en uit-gebreide menustructuur.De DVD wordt gemaakt met professioneleHardware VBR encoding van SonicSolutions die in staat is op hoog niveauvan elke bron videomateriaal te encode-ren. Daarna wordt de menustructuur(authoring) toegevoegd, waarbij alle voorDVD beschikbare mogelijkheden envormgeving toe te voegen is. De DVDwordt getest met Sonicsoftware/hardware en vervolgensgebrand op een DVD-R brander.Traject 4: DVD met hoge kwaliteit en uit-gebreide menustructuur voor distributie.De DVD wordt gemaakt met professioneleHardware VBR encoding van SonicSolutions die in staat is op hoog niveauvan elke bron videomateriaal te encode-ren. Daarna wordt de menustructuur(authoring) toegevoegd waarbij alle voorDVD beschikbare mogelijkheden envormgeving toe te voegen is. De DVDwordt getest met Sonic

software/hardware. De DVD wordt vervol-gens voor duplicatie via DLT tapes aange-leverd bij een duplicatiebedrijf die eenglasmaster maakt en kopieën perst. DezeDVD’s zijn in elke speler afspeelbaar.Bij alle trajecten zijn de discs dupliceer-baar en te voorzien van artwork.Aanleveren voor alle trajecten opBetacam SP, Digibeta, DV, Dvcam,DVCpro; behalve bij traject 1 geldt voorandere formaten zonder timecode zoalsUmatic en VHS dat deze moeten wordenomgezet naar een formaat dat timecodebezit.

Bart van den Broek (Treffers & Trousers)

De DDG heeft enkele bedrijven benaderd met de

vraag korting aan te bieden voor leden. Tot nu toe

hebben Treffers &Trousers en Digital Pictures toege-

zegd. Kortingen lopen uiteen van 6,5 tot 10 procent.

Bij traject 1 ligt de prijs per DVD voor een programma

van een half uur rond de 60 euro. Voor de andere

trajecten beginnen de prijzen bij circa 400 euro.

Dupliceren varieert van 7,5 tot 23 euro per kopie.

Verder maken deze bedrijven vaak ook per project

een prijsafspraak die kan afwijken van de algemene

tarieven. DVD is een relatief nieuw medium. De prij-

zen van hard-/software zakken nog steeds. Daardoor

zullen wellicht in de loop van de tijd ook de prijzen

van kopieën e.d. verder zakken. Tevens zal het aantal

bedrijven dat korting aanbiedt voor DDG-leden uitge-

breid worden. Gedetailleerde informatie en prijs-

overzichten wordt alle DDG-leden toegestuurd en zal

terug te vinden zijn op de nieuwe ledenservice-pagina

van de website (vanaf eind oktober).

B E R I C H T E N

Afscheid Casper VerbruggeOp 9 september jl. nam deDDG officieel afscheid vanCasper Verbrugge alsbestuurslid. Hij was bestuurs-lid van het eerste uur en hetwas Casper die jaren terugriep dat er onderzoek moestworden gedaan naar deNederlandse film- en televi-

sieregisseur. Zonder hardefeiten en bruikbare gegevenswas onderhandelen overhonoraria en de rechtspositievan de regisseur immersondoenlijk. Het is aan zijninzet te danken dat – niet zon-der slag of stoot – vorig jaarhet rapport Zijn we in beeld?het levenslicht zag. Op zijn

afscheidbenadrukteCasper hetbelang vaneen vervolg

op het onderzoek. De enquêtevan Zijn we in beeld? dateertinmiddels van twee jaar gele-den en het zou hem niets ver-bazen als er intussen weer

een hoop is veranderd.Overigens heeft Caspernamens de DDG zitting in debegeleidingscommissie vanhet sectoronderzoek dat doorde Federatie Filmbelangen isopgestart.

Page 9: DDG Gazet 2004/7

In het voorjaar kwam een conceptrege-ling tot stand die voldoende kwaliteit hadom door de onderhandelingsdelegatievan de DDG, via het bestuur, aan de ledente worden voorgelegd. Het traject daarnaar toe was ingewikkeld. Er was overtui-gingskracht nodig om de publiekeomroep überhaupt zo ver te krijgen ommet de regisseurs om de tafel te gaan zit-ten over dit onderwerp. Velen inHilversum vonden dat de honoraria eenkwestie van vraag en aanbod tussen indi-viduele omroepen en regisseurs moestenblijven. Maar de DDG-argumentatie – dater door het geringe aantal opdrachtge-vers en het grote aantal makers feitelijkgeen sprake is van eerlijke en vrijemarktwerking – gaf uiteindelijk de door-slag.Centraal in de discussie stonden vanzelf-sprekend de hoogte van de honoraria ende wijze van vaststelling daarvan. Geengemakkelijke vraag, want bij de totstand-koming van een documentaire spelenzowel omroep als zelfstandige makershun rol, en de mate van conceptuele enpraktische verantwoordelijkheid voor eendocumentaire is bepalend voor de belo-ning. Anders gezegd: hoe meer de zelf-standige maker doet (of in zijn opdrachtlaat doen) des te hoger zou het honorari-um moeten zijn. Vertrekpunt voor de DDGin de onderhandelingen was uiteraardeen zo groot mogelijke verantwoordelijk-heid (en dus beloning) van de maker.

Bonus – MalusDoor het HoCo werd aanvankelijk eenmodel voorgesteld dat uitging van een

laag basishonorarium (welverschillend in hoogte alnaar gelang de ervaringvan de regisseur). Via eenuitgebreide “matrix” vanverschillende voorwaardenzouden individuele regis-seurs in onderhandelingmet de opdrachtgevendeomroep dan nog extrahonorarium kunnen “bij-verdienen”, als de makerzou kunnen aantonen dateen of meer van de voor-waarden zich in het con-crete geval voordoen. Een bonusregelingdus. Te voorzien was dat dit systeem voorveel regisseurs negatief zou uitpakken.De DDG-onderhandelaars stelden daar-om een omgekeerd model voor, eenmalusregeling: hogere basishonoraria,waarop volgens een veel kleinere set vanvoorwaarden “aftrek” zou kunnen plaats-vinden ten gunste van de omroep, alsdeze een aantal werkzaamheden zelf uit-voert. Dat voorstel werd opgenomen in deconceptovereenkomst die werd voorge-legd aan de Algemene Ledenvergaderingafgelopen voorjaar. In die vergaderingrezen er bezwaren tegen het onderhan-delingsakkoord, welke inmiddels zijningebracht bij het HoCo. In de conceptre-geling is dan ook een aantal wijzigingenaangebracht.De conceptregeling was natuurlijk eenkwestie van compromissen sluiten. Maarhet resultaat is eerlijk, evenwichtig eneen grote stap vooruit voor vele regis-seurs. Bovendien wordt er na een jaar

geëvalueerd. Als blijkt dat de regeling inde praktijk niet voldoet, dan kan ze wor-den gewijzigd of opgezegd. Feedback vande leden over de definitieve overeen-komst is dan ook van groot belang.Het is belangrijk dat er snel een definitiefakkoord komt tussen de DDG en het HoCoover dit onderwerp. Allereerst wordtdaardoor een precedent geschapen waar-bij individuele regisseurs gezamenlijkoptrekken als het gaat om basisafspra-ken over eerlijke vergoedingen. Ten twee-de om ook snel tot afspraken te komenvoor dramaregisseurs.

Arjen de Wolff

Half oktober wordt de gewijzigde conceptregeling aan

alle DDG-leden toegestuurd per email. Leden van wie

geen mailadres bekend is, krijgen het natuurlijk per

analoge post. Ook kunnen leden het document opvra-

gen bij het DDG-bureau.

S T A N D V A N Z A K E N D O C U M E N T A I R E O V E R E E N K O M S T

HoCo updateEerlijke honoraria die op een inzichtelijke en transparantemanier tot stand komen. Dat was de inzet van deonderhandelingen tussen DDG en de publieke omroepenverenigd in het Honorarium College (HoCo). De gesprekkenover collectieve beloningsafspraken lopen al ruim een jaar enhebben in eerste instantie betrekking op documentaireregisseurs. Zodra daarover afspraken zijn gemaakt komt TV-drama aan de beurt.

De Wolff leest zich in

Foto

: Pat

rick

Min

ks

Page 10: DDG Gazet 2004/7

1 zomer, 10 sets, 10 kortfilms [NPS KORT! 2004]1 11.59 | scenario & regie:Johan Kramer |

productie: KesselsKramer2 Bezet | scenario: Marjolein Beumer,

Rik Launspach | regie: Arno Dierickx |productie: Czar Films

3 Dokter Vogel | scenario & regie: LodewijkCrijns | productie: Isabella Films

4 Elektriek | scenario & regie: Jiska Rickels |productie: Motel Films

5 Engel & Broer | scenario: Anjet Daanje,Hanro Smitsman | regie: Hanro Smitsman |productie: IJswater Films

6 La Ciambelle | scenario: Nikol Poppe |regie: Colette Bothof | productie: De Luwte

7 Picture this! | scenario: Rosan Dieho |regie: Michiel van Jaarsveld |productie: Motel Films

8 Profs | scenario: Dorian Lloyd, SophieHilbrand, Ylva Raaf | regie: Stijn van Santen| productie: CCCP.tv

9 Schat | scenario: Wim Bax | regie: Tamarvan den Dop | productie: Memphis Film

10 Ver Weg | scenario: Phil van Tongeren |regie: Jan Doense | productie: TheoremaFilms

De kort(!)e zomer van 20044 2

8

3

1

9

7

Page 11: DDG Gazet 2004/7

10

5

6 1

3

4

Page 12: DDG Gazet 2004/7

Voor de voorstelling zegt BarbaraJurgens dat ze eigenlijk nooit meer deeerste avondvoorstelling haalt. Vanwegede kinderen enzo. Jammer, want vroeg opde avond naar de bios en erover praten inde kroeg, is altijd leuk. Esmé Lammerskomt net op tijd binnen. ‘Sorry dat ik laatben’, zegt ze. Kinderen enzo, denken we.Later die avond, als we praten over LaMala Educación – de nieuwe film vanPedro Almodóvar die we gaan zien -enover Amazones komt deze ‘vrouwen-thematiek’ meermalen terug. ‘Amazonesmoest een film worden waar al mijnvriendinnen naar toe willen gaan. En mijnmoeder, en mijn tante’, zal Barbara ver-klaren, ‘niet als doelgroep, maar omdatik wilde dat vrouwen zich zouden herken-nen in de personages.’ Maar eerstAlmodóvar.

Consistent melodramaIn La Mala Educación zitten we vanaf deopeningstitels – een prachtige Saul Bass-

achtige knip-en-plak-sequentie – meteenin het typische Almodóvar-universum.Het verhaal gaat over de filmregisseurEnrique die bezoek krijgt van een oudeschoolvriend, Ignacio. Enrique en Ignaciowaren als jochies van tien elkaars eerstegeliefden. Maar Ignacio werd ook‘bemind’ door pater Manolo. De jeugd-

herinneringen aan elkaar, pater Manolo,het internaat en de (fatale) gevolgen in dejaren erna, vormen La Visitá, een novelledie Ignacio aan Enrique aanbiedt alsmateriaal voor een nieuwe film. La MalaEducación is een film in een film volonverwachte wendingen, zoals gebruike-lijk bij Almodóvar.

Esmé vindt de film fascinerend, mooi.Een persoonlijk document waar ze moei-lijk direct iets over kan zeggen. Ze is welminder geraakt dan bij Habla con ella,zeker in de tweede helft. Desalniettemin:‘Ik probeerde op de technische aspectente letten, de kaders, gebruik van muziek,maar ik zat er meteen in. Ik zou hem driekeer moeten zien voordat ik zo’n film“professioneel” kan bekijken.’ Esmé isnet terug uit Brussel waar ze de eindmixafrondde voor Amazones. Het viel haardan ook wel op dat er in de openings-scène een bijna ijle sfeer door hetgeluidsbeeld is gecreëerd. Daardoorwordt de entree van Ignacio extra ver-strekt: hij breekt de scène open, demysterieuze vreemdeling die het verhaalin zal luiden. ‘Het werkt heel dwingendzoals de stemmen in de film – nagesyn-chroniseerd natuurlijk – bovenop hetandere geluid zijn gelegd. Erg mooi.’Barbara is ook enthousiast. ‘Geweldigefilm. Ik vond hem heel emotioneel, zekerhet eerste deel. Almodóvar is eenmeester in de overdrijving, in melodrama,maar het is nooit campy. Hij blijft binnende lijnen. Dat vind ik erg knap.’‘Je weet vanaf de opening wat de code is’,legt Esmé uit, ‘en daar is hij heel con-sistent in. Daarom accepteren we zijnuniversum en zijn stijl.’ Ze doet de diva-achtige speelstijl van Daniel GiménezCacho (pater Manolo) na. Het is over thetop, maar de acteur weet toch op emove-rende wijze vorm te geven aan zijn ver-langen naar de tienjarige Ignacio. ‘Het isopera. En heel zuidelijk. Vorm en inhoudpassen zo goed bij elkaar. Dat is iets watik zelf soms lastig vindt. Die vertaalslag

Passie & noodzaakOnder het oude motto ‘samen naar de film, ja gezellig’ bespreken twee filmmakers in de nieuwe rubriekCine Rendez-vous een recente (buitenlandse) film. Aanleiding om van gedachten te wisselen over hetfilmmaken in Nederland en daarbuiten. De spits wordt afgebeten door Esmé Lammers en BarbaraJurgens, regisseur en scenarioschrijver van Amazones. ‘In de publiciteit heet het een socialeactiekomedie, wat een onzin. Dat hebben wij niet bedacht.’

E S M É L A M M E R S & B A R B A R A J U R G E N S

Als ik denk aan hoe dat ineen Nederlandse film zouzijn, dan ben ik bang dathet Malle Pietje wordt

C I N E R E N D E Z - V O U S

Esmé Lammers en Barbara Jurgens

Foto

: Pat

rick

Min

ks

Page 13: DDG Gazet 2004/7

van wat er op papier staat naar wat jeziet.’ ‘Het is ook zo ongegêneerd’, vultBarbara aan, ‘zonder dat je het gevoelhebt dat Almodóvar het belachelijk wilmaken. Hij maakt geen pastiche. Hijgelooft in zijn personages. Als ik denkaan hoe dat in een Nederlandse film zouzijn, dan ben ik bang dat het Malle Pietjewordt.’EL: ‘Nederlanders zijn snel realistisch.Het zijn dijkenbouwers.’BJ: ‘Maar je hebt ook een theatrale tra-ditie, zoals van Warmerdam.’EL: ‘Maar er is geen echte verhalen-cultuur in Nederland. Niet zoals in dezuidelijke landen.’Waarom vinden we Almodóvar alsNederlanders dan toch prachtig? EL: ‘Omdat het verhaal universeel is.Maar de filmtaal is anders. De filmtaaldie ik geleerd heb – op de filmacademieen in het algemeen – is toch in eersteinstantie de Amerikaanse.’BJ: ‘Ik moet bij Almodóvar ook aanFassbinder denken. Melodrama, camp enkitsch, maar ook heel indringend. Alleenbij Fassbinder was iedereen altijd zo oer-lelijk en vlezig. Dit is veel esthetischer.

Dat is ook een deel van het genot vanAlmodóvar’s films: de hoge esthetischewaarde ervan.’

HuppelkutjesHet is de eerste keer dat Lammers enJurgens samen naar de bioscoop gaan ende film zo bespreken. In de voorbereidingvoor Amazones hebben ze dat nietgedaan. Voor hun nieuwe gezamenlijkeproject – Een Zomerzotheid, naar het

boek van Cissy van Marxveldt – doen zedat wel. ‘Jane Austen-films enzo. Er is nuook meer tijd voor.’Esmé raakte betrokken bij Amazonesnadat Willem van de Sande Bakhuysenvanwege andere projecten moest afha-ken. ‘Ik wilde eigenlijk nooit regisseren,alleen schrijven. En toen ik ging regis-

seren, wilde ik nooit scripts van anderenverfilmen. Maar bij het scenario vanBarbara was het meteen raak. Je merktsnel of je elkaars taal spreekt.’BJ: ‘Maar we hebben ook wel ruziegehad, hoor. Esmé duikt echt een scriptin. Ze gooit dan alle puzzelstukjes doorelkaar die je net aan het leggen bent. Datis soms moeilijk, maar ook heel goed.’EL: ‘Ik vind het knap dat jij dat aankan.En maar luisteren met dat potloodje in jehand...’BJ: ‘Ach, je krijgt wel deukjes in je ego,maar goede kritiek kan ik goed verdra-gen.’Wat is de essentie van goede kritiektijdens het maken?BJ: ‘Het moet inspireren. Dat je blij naarhuis gaat en aan de slag wil.’EL: ‘Iemand moet kunnen verwoordenwat zijn emoties waren tijdens het lezenof kijken. Soms – bij viewings bijvoor-beeld – is het alsof je nog aan het oprui-men bent en dat iemand halverwegebinnenkomt en je vertelt dat je de bankmoet verplaatsen. Van mij mag iedereeniets vinden, maar ik hoef het niet altijd tehoren.’

Dat is het genot vanAlmodóvar’s films:de hoge esthetischewaarde ervan

Pedro Almodóvar (l) regisseert jeugdherinneringen

Foto

: A-F

ilm

Page 14: DDG Gazet 2004/7

B E R I C H T E N

Juridisch spreekuur van startvoor DDG-ledenOnlangs is het juridischspreekuur van de DDG vanstart gegaan. In samen-werking met de FederatieFilmbelangen is een serviceopgezet die het voor ledenmogelijk maakt juridischeproblemen voor te leggen.Het is in eerste instantie eentelefonisch spreekuur.Naar behoefte en afhankelijkvan het voorgelegde probleem

kan een afspraak wordengemaakt. De service isbedoeld als eerste vraagbaakin juridische kwesties(contracten, arbeidsvoor-waarden, e.d.). Wanneer ersprake is van werkelijke juri-dische dienstverlening wordenleden doorverwezen naar deadvocatenkantoren met wie deDDG afspraken voor leden-korting heeft gemaakt.Op termijn zal de praktijkvan het spreekuur leiden tot

een juridische FAQ op dewebsite.

Website updateHet is al eerder op deze plekaangekondigd: de website vande DDG is aan verbetering toe.Binnenkort zullen bestaandewebpagina’s up-to-date wor-den gemaakt. Belangrijk is denieuwe Servicepagina. Hierkunnen leden (via login) alleinformatie vinden over deledenservices (juridisch

spreekuur, collectieve verze-keringen, modelcontracten,etc). Andere nieuwe web-pagina’s zijn een Publicaties-pagina (te downloaden artike-len en documenten) en ook deDDG-jubileumfilm Strijd derVolharding zal online te bekij-ken zijn.

Algemene VoorwaardenHet DDG-bestuur heeft beslo-ten dat het nuttig is als ernaast de Algemene Voor-

Cine rendez-vous

Is Amazones geworden zoals Barbara hetin haar hoofd had?‘Het was eerst somberder, rauwer danhet uiteindelijk geworden is. Dat is nietslecht, maar anders. Zo gaat het altijd.Ik zei wel: het mag geen kinderachtigefilm worden. Ik zag dat het script ver-keerd gelezen kon worden. Dat het vandie huppelkutjes die een bank overvallen,

kon worden. Esmé zag bepaalde dingenwel anders, maar begreep wat ik wilde.’Een van de aanpassingen die Esméinbracht, was haar wens om weer metMonique van de Ven te werken. Ze zaghaar in de rol die oorspronkelijk voorHalina Reijn bedoeld was. ‘De persona-ges waren allemaal dertigers. Ik vond hetinteressant om daar iemand als Monique

tegenover te zetten. En ik wist datMonique dat kon. Ze is iemand die heelerg goed kan luisteren naar wat je vanhaar vraagt. Ik denk dat men te weinigeist van haar.’ Barbara was in eersteinstantie huiverig voor van de Ven. Nietals actrice, maar door het imago dat aanhaar kleeft. ‘Die Spangen-tuttigheid, oferger, FBTO. Daar hebben we het veel

Susan Visser, Georgina Verbaan, Monique van de Ven en Monic Hendrickx in Amazones

Foto

: A-F

ilm

Page 15: DDG Gazet 2004/7

waarden voor freelancers inde audiovisuele sector (vanNBF en VAK) ook AlgemeneVoorwaarden specifiek voorregisseurs komen. Zodra dezeer zijn, krijgen alle leden zetoegestuurd en worden zegepubliceerd op de website.In hetzelfde kader zal gekekenworden of er een modelcon-tract cq. -overeenkomst kanworden opgesteld in hetEngels voor regisseurs diebuiten Nederland werken.

In overleg met andereEuropese regisseursgildes zalnaar het best werkbare docu-ment gestreefd worden. Wienu al meer wil weten, kan o.a.op de website van het Deensegilde een Engelstalige model-overeenkomst voor speelfilmvinden (www.filmdir.dk).

Korting op Film.nlMede naar aanleiding van hetDDG-rapport Zijn we in beeld?verscheen in de zomer van

2004 de BoekmanuitgaveFilm.nl. Nummer 60 van ditkwartaaltijdschrift over kunst,cultuur en beleid is geheelgewijd aan de Nederlandsefilm en met name de film- entelevisieregisseur. DDG-ledenkunnen een exemplaar vanFilm.nl voor 10 euro (winkel-prijs 15 euro) via het DDG-kantoor bestellen. Meer infor-matie: www.boekman.nl.

over gehad. Ik was bang dat mensen doorvan de Ven niet zouden geloven dat diteen vrouw is die helemaal aan de grondzit. Ik heb steeds gezeikt dat het geenrealistische film hoeft te worden, maarwel geloofwaardig. Overigens heb ik derol van Monique helemaal op haar her-schreven.’

ZomerzotheidHet gesprek komt uit op de noodzaak vanhet filmmaken. Welk verhaal wil je waar-om vertellen. En in hoeverre spelengenrebewustheid en publieksciteria eenrol (of zouden ze moeten spelen) voor defilmmaker.BJ: ‘Het idee dat Nederlandse films altijdzo realistisch zijn, wil ik eigenlijk bestrij-den. Er is juist een gebrek aan realisme.Ik bedoel dat er zo weinig films gemaaktworden die direct herkenbaar zijn.Die gaan over hier en nu in Nederland.Ik wilde met Amazones een film schrijvendie voor vrouwen van nu herkenbaar zouzijn. Dat gedoe met kinderen en werken.De verhouding met mannen, etc.’EL: ‘Ook als je geen kinderen hebt, is hetdenk ik herkenbaar voor vrouwen: datgedoe met dat klotegeld bijvoorbeeld dehele tijd. Het gevoel dat je tien ballen inde lucht moet houden de hele dag. Het isin die zin een serieuze film. Het comedy-element zit in de situatie: hoe overval jeeen bank als je ook je kids nog van schoolmoet halen?’Het op voorhand labelen van een film alszijnde dit of dat genre of voor zus en zo

publiek, vinden beide vrouwen lastig, alsniet het verkeerde uitgangspunt voor eenmaker.BJ: ‘Van Een Zomerzotheid zei San FuMaltha (producent Fu Works; red.) dat hetvoor jongeren moest worden. Daar zaktemijn broek van af. Het is een boek uit de

jaren twintig dat gelezen is door een heleandere generatie. Ik zag de zin niet in vanhet casten van soapsterren enzo. Ik vinddat opportunistisch. Maar nu we verderzijn denk ik dat het moet kunnen dat –naast de oudere lezers van het boek –ook de jongere generatie aangetrokkenwordt door de film. Maar om dat bewusterin te schrijven vind ik lastig en eigenlijkniet goed.’EL: ‘Je kan niet bepalen waarom mensennaar een film gaan. Je kan zorgen dat hetscenario heel goed is, dat de regisseurzijn werk goed doet. Je kan – zoals bijAmazones – nadenken over de herken-baarheid van de thematiek voor bepaaldemensen. Maar daar houdt het op.’BJ: ‘Ik hou overigens ontzettend vangenres en van de klassieke dramaturgie,maar ook van films die overal dwarsdoorheen gaan, zoals From dusk tilldawn. Het is een heel leuk spel om met aldie regels te rotzooien.’

Barbara vindt het moeilijker gewordenom een bepaalde oorspronkelijkheid tebehouden. ‘De totale eigenheid die je bijAlmodóvar ziet, is lastig te bevechten.Iedereen heeft iets over je script te ver-tellen: de producers, de fondsen, deomroepen, etc. De compromissencultuuris de dood in de pot.’EL: ‘Er is tijd nodig om het schrijfprocesgoed af te ronden. Ik vind dat je een pro-ducent pas serieus kan nemen als erinvesteringskapitaal is. Er wordt doorteveel producenten te haastig ingediend.Er worden geen scripts ontwikkeld, maaraanvragen gemaakt.’BJ: ‘Ik mis wel eens de noodzaak van hetvertellen in Nederlandse films. Dat hetblijft hangen in een leuk verhaaltje vooreen van tevoren bepaalde doelgroep.Als je alleen dat soort verhaaltjes blijftvertellen, maak je nooit die ene onsterfe-lijke film.’Aan het eind van La Mala Educación is erheel wat ellende de revue gepasseerd.De filmregisseur blijft alleen en ontgoo-cheld achter. Maar – zo vertelt ons eentitelkaart – hij is films blijven maken,met liefde en passie. ‘Ja de passie’,beamen Esmé Lammers en BarbaraJurgens, ‘daar draait het om’.

Patrick Minks / Hans Hylkema

De totale eigenheid die jebij Almodóvar ziet, is lastigte bevechten

Page 16: DDG Gazet 2004/7

Corvee [door Peter Delpeut]Ik was niet bijster enthousiast toen ik inmijn tweede jaar Filmacademie hoordedat Wim Verstappen ons scenarioles zougeven. Hij was een exponent van de com-merciële film en ik wilde kunstzinnigefilms maken. Wim was van Skoop en ikwas van Skrien. Wat kon Wim mij nouleren? Over scenarioschrijven weinig.Niet omdat hij daar niets over wist, maaromdat we dat jaar nauwelijks over scena-rio’s hebben gesproken. Er was ietsanders dat hem bezighield. Je hoefde hetwoord auteursrecht maar te laten vallenen het lesuur ging op aan de laatste ont-wikkelingen rond de oprichting van deVevam en de juridische gevechten met dekabelexploitanten. Het was duidelijk waarWim in die jaren zijn gedachten had, hetmaken van films was bijzaak geworden.Na de zoveelste discussie over zijn juridi-sche escapades vroeg ik hem eens waar-om hij zonder de zekerheid van enigfinancieel gewin zich toch zo fanatiekinzette voor de belangen van andere film-makers. Hij draaide zijn hoofd even opzij,tuitte de lippen om aan te geven dat we

zijn antwoord vooral laconiek op moestenvatten en zei toen plompverloren:‘Maatschappelijk corvee. Iedereen moetaf en toe zijn deel doen.’ Ik hoorde de term ‘maatschappelijk cor-vee’ voor het eerst en ben hem nooit ver-geten. Ook omdat hij uit de mond kwamvan iemand die ik in mijn jeugdige blind-heid voor de nuances van het leven, hadgeplaatst in het kamp waarin louter com-merciële belangen heersten. Ik knooptede boodschap in mijn oren en besloot datals het op mijn weg kwam niet weg telopen voor commissies en besturen.Vanwege Wim.Het kan nauwelijks toeval zijn dat ik na deFilmacademie Wim louter op plaatsenvan ‘maatschappelijk corvee’ ben tegen-gekomen. Zoals toen we samen in deadviescommissie tweedefase kunstvak-onderwijs van de Raad voor de Kunstzaten. Op aandringen van Wim was er eenrondetafelconferentie in Parijs georgani-seerd. Daar confereerden (en dineerden)we met onder anderen Andrzej Wajda,Jean-Claude Carrière en Giuseppe DeSantis (Riso Amore). Ik verdenk hem er

nog van dat hij louter in de commissiewas gaan zitten om deze bijeenkomstte kunnen entameren, want volgens Wimkon je alles over het maken van films ineen week of zes leren, dus waarom nogná de Filmacademie opnieuw je latenonderwijzen? Maar een inspirerendgesprek met de beteren onder de vakge-noten was een niet te versmaden uitje.Bovendien was Wim de enige van de deel-nemers die zo slim was geweest om zon-der vooraankondiging een vriendin meete nemen naar Parijs. Les twee, zobegreep ik: er is geen enkele reden om‘maatschappelijk corvee’ er niet uit telaten zien als een verrukkelijke voor-jaarsvakantie.Toen ik in de eerste jaren van de DDGWim wat vaker zag (als penningmeestermoest ik meestal op bedeltocht) heb ikhem eens bekend dat iedere keer als ikme laat strikken voor iets dat op ‘maat-schappelijk corvee’ lijkt, ik aan zijn uit-spraak tijdens de scenarioles moest den-ken. Met precies dezelfde motoriek vantwintig jaar eerder draaide hij zijn hoofdopzij, tuitte hij zijn lippen en zei: ‘Tja…’

Cine qua nonHij kwam na de oorlog als jongeman van de Antillen naarNederland om fysicus te worden. Hij dook echter de warmebioscoopzalen in om zich te beschermen tegen de Hollandse kou.Die tegenstelling – de warmte van de cinema vs. het koudeHolland – is misschien wel de rode draad in zijn professioneleleven geweest. Wim Verstappen: alleskunner, allesdoener.Maar voor alles de cinema.

I N M E M O R I A M W I M V E R S T A P P E N

Page 17: DDG Gazet 2004/7

Even twinkelde er iets zijn ogen en toenlachte hij uitbundig. Alsof hij me eenpoets had gebakken.Niet zo lang voor zijn overlijden stond ikmet een paar collega’s op de hoek van deJodenbreestraat na te praten over tweeuurtjes ‘maatschappelijk corvee’ waar-voor we ons die middag hadden latenstrikken. Over het zebrapad kwam Wimaanlopen. Zijn aktetas zwierde langs zijnsterk vermagerde lichaam, zijn stropdashing over zijn schouder, zijn voeten voer-den zijn zelfbedachte variant op dezwembadpas uit en hij grijnsde breeduit.De zon verbleekte zijn gezicht tot perka-ment. Maar er was niemand die sprakover ziek zijn. Wim vertelde honderd uitover de hoeveelheid airmiles die hij metzijn vele reizen voor de Sekam en Vevamhad bijeengespaard. ‘Ik moet nog zo’ntien keer Europa rond om die op temaken,’ grapte hij. Zes weken later heeft hij ze allemaal inéén keer opgenomen. Nu kan ik hem nietmeer vragen wie hij nog meer die poetsvan het ‘maatschappelijk corvee’ heeftgebakken. Ik denk velen. En niemand zal

hem daar ondankbaar voor zijn.

Liefhebber [door Jurriën Rood]Een van Wims vele activiteiten werd nietgenoemd in de terugblikken: hij was ookeen goede en originele filmcriticus.Hij had begin jaren zestig het filmtijd-schrift Skoop opgericht, het blad na eenpaar jaar verlaten, maar kwam er middenjaren zeventig terug toen het een watkwakkelend bestaan leidde. Samen metRogier Proper blies hij het nieuw leven in:met veel aandacht voor commerciëleAmerikaanse films, met een uitdagendecover en vooral met levendige artikelen.Het was het begin van de bloeitijd vanSkoop. Eind jaren zeventig was het eenveelgelezen, ‘hip’ blad geworden.Wims bijdrage bestond ten eerste uit zijn‘analyses op de montagetafel’. In een tijddat er nog géén video bestond – laatstaan DVD – was het precies besprekenvan een film helemaal niet zo eenvoudig.Stilzetten en even een stukje terug gingniet in projectie, dat kon alleen op demontagetafel. Wim legde Kurosawa’sHigh and Low op de tafel, beschreef de

opbouw en bijzondere sequenties, metfotootjes erbij, gemaakt vanaf hetscherm. Klassiekers van Hitchcock,Coppola en Visconti volgden, maar evengemakkelijk werd Deep Throat aan naderonderzoek onderworpen. De stijl wasweinig schools. Wims analyses warenbehalve helder en doortastend vooraleigenwijs en geestig. Hier was iemandaan het woord die erg veel wist van filmen filmgeschiedenis en er met smaakover kon vertellen: een filmprofessor, -kenner en -genieter in één. Positief,informatief, nooit te beroerd om flink uitte halen naar verkeerde opvattingen – enaltijd erg leesbaar. Verstappens montage-tafel-analyses waren de stukken die jeals eerste opsloeg, met een zekere voor-pret. Het is jammer dat de serie nooit isgebundeld, het zou nog steeds een leukeen leerzame verzameling opleveren.In stukken over actuele films en filmersliet hij zich van een kritischer kant zien.Stellige meningen waren dat, vaak nauwverknoopt met persoonlijke anecdotes.Bergman en Losey snapten niks vanMozart, Fassbinder filmde gevaarlijk

Foto

: Fel

ix K

alkm

an

Page 18: DDG Gazet 2004/7

In Memoriam Wim Verstappen

op coke en Werner Herzog kon geen goedmeer doen sinds Wim diens vrouw in eendirndl-jurk betrapt had. De kritischeVerstappen was op papier geen lieverdje.Nadat Scorpio Films failliet was gegaanzou hij in Skoop nog jarenlang te vuur ente zwaard Pim, Scorpio en aanverwanteNederlandse filmers blijven verdedigentegen iedereen die iets lelijks durfde tezeggen. Op zijn beurt durfde hij zelf, inVrij Nederland én Skoop, best iets lelijkste zeggen. Bijvoorbeeld over Verhoeven,Soeteman en Turks Fruit. Jaren laterkwam hij op die kwestie terug bij een

montageanalyse van die film, zonder zijnoorspronkelijke mening terug te nemen.Op de recente DDG-Verhoeven-avond zeiWim tegen me dat hij het destijds eigen-lijk niet zo bedoeld had – gedruktemeningen blijven soms lang hangen.Echt kwaad kon hij zich maken over hettekortschieten van filmcritici. Hoogtepunthiervan is een stuk uit 1975: ‘De filmcriti-cus krijgt de films die hij verdient’. Hetzijn zeven hypotheses over het blunde-rende optreden van de vaderlandse film-kritiek; o.a. de golf-hypothese (na eenpaar goeie kritieken wordt het gewoon

tijd voor een slechte), de angst-hypo-these (recensenten zijn bangerikken dieelkaar napraten), de tweedehands-theorie (ze kopiëren gewoon wat er in hetbuitenland al geschreven is), de blinde-man-theorie en de ze-houden-niet-van-film hypothese. Aanleiding was de kritiekop Erik van Zuylens De laatste trein,maar in feite ging het over de filmkritieken ‘waardering voor de vaderlandse film-productie’ in het algemeen. De tijden zijnmisschien veranderd en de critici ook,maar dit stuk heeft eeuwigheidswaarde.Kort erna kwam hij erop terug, alsof hijeen keus had gemaakt uit zijn eigenhypotheses. ‘De filmkritiek bespreektaltijd je voorlaatste film’ heette het nuberustend. De redenering gaat zo: recen-senten hebben het druk, ze moeten snelreageren op iets nieuws en weten hetook allemaal niet zo goed. Maar een jaarlater hebben ze hun mening wél gevormden willen die alsnog graag kwijt.Dus bespreken ze bij het uitkomen vanje nieuwe film de vorige, waar ze intus-sen goed over nagedacht hebben. Dat dekritiek eigenlijk je vorige film bespreekt,is sindsdien een gevleugelde uitdrukkinggeworden onder filmmakers. Net alsWims typering van de bioscoop als laat-ste tempel van de vrijheid van menings-uiting, gedaan in een tijd dat filmersmassaal voor televisie gingen werken.In een meer film-minded land haddendit klassieke teksten kunnen worden.In ons land bestaat echter het idee – endat werd ook over Verstappen gezegd –dat een filmer niet over andermans filmsmoet schrijven, dat de schoenmaker zichbij zijn leest moet houden. Waaromeigenlijk? Wat is ertegen als je het zoleuk en gedreven kan als Wim het kon?Het is het enthousiasme dat telt. Het wászijn leest.

Steun en toeverlaat [door HansHylkema]Zwart pak, witte gympen, lichtblauwoverhemd, smalle zwarte das, lang sluikhaar dat iets over de kraag van het col-bert hangt. Uit zich soms binnensmonds

Page 19: DDG Gazet 2004/7

mompelend. Geen beschrijving van eenpersonage uit een filmscenario, maarWim Verstappen zoals velen hem zullenherinneren. Zelf kende ik Wim vanaf hetmoment dat hij vanaf de stoep van hetScorpio-kantoor aan de Keizersgrachtjoviaal zwaaide toen ik een paar huizenverder het kantoor van de NBF binnen-ging. Hij was toen al een legende tegenwie je als loonslaaf bij een filmbedrijfop keek, omdat hij de vrije jongens-film-wereld representeerde. Samen met zijncompaan Pim leverde hij de ene speel-film na de andere af. Later kwamen depersoonlijke ontmoetingen en die warenvaak curieus en hilarisch. Toen hij samenmet Fons Rademakers het NBF-kantoorbinnenstormde om het bestuur te behoe-den voor de enorme blunder die we bezigwaren te begaan door het zgn. ‘PlanFilmcentrum’ te steunen (eind jarenzeventig). Wim was voortdurend bezigeen briesende Fons in toom te houdendie al zijn acteurskwaliteiten in de strijdgooide toen hij ons voor zoiets als ‘onno-zele leken’ uitmaakte. Fons, we moetende zaak niet op de spits drijven, zei Wimtelkens vermanend. Dat verzoenende konhij ook jaren volhouden als voorzitter vanhet bestuur van het NederlandsFilmfestival – toen nog Filmdagen. Tothet moment dat hij mede door onhandigmanoeuvreren zijnerzijds beentje gelichtwerd door een aantal medebestuurs-leden. Zijn voorzitterschap heeft in iedergeval een aantal gedenkwaardige ope-ningstoespraken opgeleverd, waarbij delachsalvo’s de zaal doorrolden vanwegezijn droge, nonchalante humor.

Intussen had hij met een aan genialiteitgrenzende alerte en vooruitziende blik deVEVAM/SEKAM opgericht, met geleendstartkapitaal van het Genootschap vanNederlandse Speelfilmmakers. Als eriets is, waardoor iedere filmmaker metWim Verstappen verbonden is, dan is hetde Vevam.En toen werd de DDG opgericht. Steun entoeverlaat in vele opzichten was wederomWim Verstappen. We konden altijd aan-kloppen in de Johannes Vermeerstraatvoor advies en materiële steun. Hij droegde kersverse regisseursvereniging eenwarm hart toe en introduceerde ons inEuropees verband bij de Fera en bij deDirectors Guild of America en spoordeons aan om zo groot mogelijk te worden.Hij was van mening dat alleen de machtvan het getal telt in zaken van auteurs-recht en belangenbehartiging.Maar de contacten bleven niet beperkt totzakelijke kantoorbijeenkomsten. Als erweer eens een kwestie was die bespro-ken diende te worden, dan nodigde Wimsteevast het bestuur uit om bij hem tekomen dineren. Zwaarwichtig hielden wedan een voorvergadering om goed besla-gen ten ijs te komen. Vervolgens werd terplekke de ene fles wijn na de andere ont-kurkt, pendelde Wim, vele gangen serve-rend, heen en weer tussen woonkameren keuken, vertelde hij anecdotes, haaldeherinneringen op en leek zich absoluutniet te bekommeren om zaken diebesproken dienden te worden. Wij kekenelkaar dan aan met een blik van ‘wordthet geen tijd om de kwestie aan te snij-den?’ Maar ja, daar was de stemming op

dat moment niet naar en zo werd destemming ook niet meer. Vaak werden erdan vijf minuten voor het afscheid nogwat afspraken gemaakt of stonden webuiten en zeiden tegen elkaar ‘maar eh…ja, hebben we het nou wel gehad overwaar we voor kwamen?’ Er was dan altijdiemand die zei: ‘Ik bel Wim morgen nogeven op’. Maar meestal was Wim de vol-gende ochtend alweer vertrokken naarBarcelona, Athene of Tokio om in inter-nationale gremia vreselijk ingewikkeldeauteursrechtelijke kwesties te bespre-ken.Een jaar geleden zei Wim: ‘Over een paarjaar ben ik hier bij de Vevam echt weg.’Dat hij binnen veel kortere tijd definitiefweg van ons allemaal was, zou toen eenabsurde gedachte geweest zijn. Helaas ishet wel zo.Dag Wim, bedankt voor alles en jammerdat je ons nooit hebt toegestaan om joueens te fêteren op een door ons bereidemaaltijd.

RReeddaaccttiiee

Hans Hylkema, Janette Kolkema,

Patrick Minks, Erik van Zuylen

MMeeddeewweerrkkeerrss aaaann ddiitt nnuummmmeerr

Peter Delpeut, Michiel van Jaarsveld,

Cas Smithuijsen, Jurriën Rood,

Fedor Sendak Limperg/PRETTANG

Illustrators, Arjen de Wolff

Met dank aan A-Film, Joke Biesenbeek,

Nederlands Filmfestival

VVoorrmmggeevviinngg

Van GOG, Amsterdam

Kopij inzenden voor 1 november 2004

bij voorkeur per email naar

[email protected]

C O L O F O N

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd

en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande

schriftelijke toestemming van de betrokken auteurs.

De redactie heeft getracht de rechthebbenden van

het beeldmateriaal te achterhalen. Wie desondanks

meent beeldrecht te kunnen doen gelden, wordt

verzocht contact op te nemen met het DDG-bureau.

bbuurreeaauu DDDDGG//rreeddaaccttiieeaaddrreess

Rokin 91

1012 KL Amsterdam

tel.: 020 6842807

fax: 020 6885299

email: [email protected]

www.directorsguild.nl

Foto

: Sek

am

Page 20: DDG Gazet 2004/7

Naam:Michiel van JaarsveldIn productie:Picture this!, kortfilmIn ontwikkeling:Wunderkind, lange speelfilm,eigen scenario Stellenbosch, 7-delige serievoor Net 3A certain desire, lange speel-filmMalaria garden, lange speel-film, eigen scenarioBijster hart, lange speelfilmNachtblind, lange speelfilm

Waarop wacht dezeregisseur?Op een omslag in de tijdgeest:een grenzeloos vertrouwenvan financiers in films dierisico’s nemen, miljoenentoeschouwers die zich daar-aan laven als uitgedroogdewoestijnreizigers aan eenfata morgana.

Waarom wacht deze regis-seur?Omdat een dergelijke omme-keer moeilijk te forceren is.

Welke verwachtingen zijn ertijdens het wachten?Dat een dergelijke moed inter-nationaal onderscheiden zouworden met de nodige prijzenen een groeiende interessezou opleveren voor het gene-zende water van deNederlandsche cinema.Met alle gevolgen van dien.

Hoe doodt deze wachtenderegisseur de tijd?Met het uitdokteren van plan-nen voor als het eenmaalzover is. Scenario’s schrijvendus, zowel alleen als metandere schrijvers. Tussendoorwel eens een commercial, ofzoals nu, een korte film.

Heeft deze wachtende regis-seur een wachtkamer? En zoja, hoe ziet die eruit?Sinds kort wel: een atelier-ruimte in pakhuis Het Veem.Met uitzicht over het IJ enaan de overkant de scheeps-werven van Noord. Er is altijdwel wat te zien.

Voegt het wachten iets toeaan het moment dat hetwachten ophoudt?Ongetwijfeld. Met een beetjegeluk vormt zich in de tussen-tijd een stolsel van voorheenvluchtige materie die zich,nu eindelijk tastbaar, gewilliglaat kneden. Zo sta je tenmin-ste niet met lege handenwanneer de Nieuwe Tijd aan-breekt.

Bestaat er zoiets als wachtenom het wachten?Allicht. Zo leef je ook om televen en sterf je om te ster-ven. Het zou van een zekerestompzinnigheid getuigen alsje er altijd maar vanuit gingdat wachten ook wordtbeloond. Dan is het beter hetwachten voluit te beleven,en niets anders meer te ver-langen.

I N D E W A C H T K A M E R

A room with a view

Foto

’s: P

atri

ck M

inks