DDG Gazet 2004/5

20
N I E U W S B R I E F V A N D E D U T C H D I R E C T O R S G U I L D 05 2004 Reisbureau Ryninks NEDERLANDSE DOCUMENTAIREMAKERS IN DE BEKLAAGDENBANK Plotseling zitten de Nederlandse docu- mentairemakers in de beklaagdenbank. Werden hun films enkele jaren geleden nog aangeprezen als het internationale neusje van de zalm, nu getuigen ze van navelstaarderij, gemakzucht en profiteur- schap. De aanzet voor de recente aan- klacht werd op het IDFA 2002 al gegeven door Filmfondsadviseur Raymond van den Boogaard, die de Nederlandse filmer een gebrek aan engagement verweet. Werd de bal in 2002 dus al klaargelegd, begin november 2003 werd hij hard inge- trapt, in een artikel in Vrij Nederland dat IDFA-directrice Ally Derks en hoofd docu- mentaire van het Nederlands Fonds voor de Film Kees Ryninks aan het woord liet. Derks, kennelijk gesterkt door van den Boogaards tirade van het jaar daarvoor, liet zich ontvallen dat het Nederlandse aanbod uitblonk door navelstaarderij. Niemand was toch op het briljante idee gekomen om een film te maken over bijvoorbeeld Pim Fortuyn of Marok- kaanse lastpakjes? Merkwaardigerwijs was Nederland het afgelopen IDFA in de competitie vertegenwoordigd met aanzienlijk meer films dan voorgaande jaren. Films die blijkbaar niet afgedaan konden worden met ‘maar dat is televisie’, zoals bij de prachtige in cinema vérité stijl gedraaide documentaire over minderjarige asiel- zoekers Kamp Vught van Sarah Vos. Wellicht heeft Derks met de hand over het hart gestreken en het gebrek aan engagement met de mantel der liefde willen bedekken. Hart & portemonnee In het Vrij Nederland-artikel sluit Kees Ryninks zich eerst opportunistisch aan bij de Derksiaanse opinie betreffende navel- staarderij om vervolgens de gigantische honoraria die documentairemakers naar zijn mening opstrijken, in de strijd te gooien. ‘Bij een deel van de aanvragers voel je dat het de makers meer te doen is om de hypotheek te kunnen betalen. (...) De discussies over salarissen en arbeids- voorwaarden zijn altijd eindeloos.’ Met andere woorden: de Nederlandse regisseur is een geldwolf, die het maken van films alleen als alibi gebruikt om veel geld te verdienen. Kennelijk moet de filmer in Ryninks’ opvatting een ander soort mens zijn dan de meeste mensen. Iemand die het recht ontzegd moet worden om een eigen woning dan wel bedrijfsruimte met een hypotheek te financieren. Wellicht bedoelt hij dat de Nederlandse film alleen kan gedijen als de makers van het bestaansminimum leven of – nog beter – onder de armoede- grens zitten. Immers, zo zegt hij in Vrij Nederland: ‘Misschien is het tijd om het hart weer eens te laten spreken in plaats van de portemonnee. Misschien zijn er ’Het is de behoefte van iedere kunstenaar om de grens over te gaan om zich innerlijk te verrijken.’ Deze woorden van Vincent van Gogh werden onlangs door staatssecretaris Medy van der Laan geciteerd op een bijeenkomst over kunstbeleid en Europa. Ze staan in schril contrast met de uitspraken van Ally Derks en Kees Ryninks in nonchalant weggegeven interviews in krant en tijdschrift. uit: Justiça van Maria Ramos Gastcolumn: Frank Jansen 3 Interview met Marijke Jongbloed 4-7 Ben Sombogaart in L.A. 8+9 Euro-Docuzone: De schijn tegen 12 +13 Paul Verhoeven 14-16 Aftiteling op de helling 17-19 In de wachtkamer 20

description

Het magazine van de Dutch Directors Guild. Editie 5 jaargang 2004.

Transcript of DDG Gazet 2004/5

Page 1: DDG Gazet 2004/5

N I E U W S B R I E F V A N D E D U T C H D I R E C T O R S G U I L D

052 0 0 4

Reisbureau RyninksN E D E R L A N D S E D O C U M E N T A I R E M A K E R S I N D E B E K L A A G D E N B A N K

Plotseling zitten de Nederlandse docu-mentairemakers in de beklaagdenbank.Werden hun films enkele jaren geledennog aangeprezen als het internationaleneusje van de zalm, nu getuigen ze vannavelstaarderij, gemakzucht en profiteur-schap. De aanzet voor de recente aan-klacht werd op het IDFA 2002 al gegevendoor Filmfondsadviseur Raymond vanden Boogaard, die de Nederlandse filmereen gebrek aan engagement verweet.Werd de bal in 2002 dus al klaargelegd,begin november 2003 werd hij hard inge-trapt, in een artikel in Vrij Nederland datIDFA-directrice Ally Derks en hoofd docu-

mentaire van het Nederlands Fonds voorde Film Kees Ryninks aan het woord liet.Derks, kennelijk gesterkt door van denBoogaards tirade van het jaar daarvoor,liet zich ontvallen dat het Nederlandseaanbod uitblonk door navelstaarderij.Niemand was toch op het briljante ideegekomen om een film te maken over bijvoorbeeld Pim Fortuyn of Marok-kaanse lastpakjes? Merkwaardigerwijs was Nederland het afgelopen IDFA in de competitie vertegenwoordigd met aanzienlijk meerfilms dan voorgaande jaren. Films dieblijkbaar niet afgedaan konden worden

met ‘maar dat is televisie’, zoals bij deprachtige in cinema vérité stijl gedraaidedocumentaire over minderjarige asiel-zoekers Kamp Vught van Sarah Vos.Wellicht heeft Derks met de hand overhet hart gestreken en het gebrek aanengagement met de mantel der liefdewillen bedekken.

Hart & portemonneeIn het Vrij Nederland-artikel sluit KeesRyninks zich eerst opportunistisch aan bijde Derksiaanse opinie betreffende navel-staarderij om vervolgens de gigantischehonoraria die documentairemakers naarzijn mening opstrijken, in de strijd tegooien. ‘Bij een deel van de aanvragersvoel je dat het de makers meer te doen isom de hypotheek te kunnen betalen. (...)De discussies over salarissen en arbeids-voorwaarden zijn altijd eindeloos.’Met andere woorden: de Nederlandseregisseur is een geldwolf, die het makenvan films alleen als alibi gebruikt om veel geld te verdienen. Kennelijk moet de filmer in Ryninks’ opvatting een andersoort mens zijn dan de meeste mensen.Iemand die het recht ontzegd moet worden om een eigen woning dan welbedrijfsruimte met een hypotheek tefinancieren. Wellicht bedoelt hij dat deNederlandse film alleen kan gedijen alsde makers van het bestaansminimumleven of – nog beter – onder de armoede-grens zitten. Immers, zo zegt hij in VrijNederland: ‘Misschien is het tijd om hethart weer eens te laten spreken in plaatsvan de portemonnee. Misschien zijn er

’Het is de behoefte van iedere kunstenaar om de grens over te gaan om zich innerlijk teverrijken.’ Deze woorden van Vincent van Gogh werden onlangs door staatssecretarisMedy van der Laan geciteerd op een bijeenkomst over kunstbeleid en Europa. Ze staanin schril contrast met de uitspraken van Ally Derks en Kees Ryninks in nonchalantweggegeven interviews in krant en tijdschrift.

uit: Justiça van Maria Ramos

Gastcolumn:Frank Jansen 3Interview metMarijke Jongbloed4-7

Ben Sombogaartin L.A. 8+9Euro-Docuzone:De schijn tegen12 +13

Paul Verhoeven 14-16Aftiteling op de helling 17-19In de wachtkamer 20

Page 2: DDG Gazet 2004/5

Reisbureau Ryninks

ook weinig makers die iets wezenlijks te melden hebben. (...) Filmmakers vin-den vaak Nederland niet aantrekkelijkgenoeg. Soms voel ik me net een duurreisbureau.’Het DDG-onderzoek Zijn we in beeld,gepresenteerd op 12 december 2003 (wehebben je gemist, Kees!) logenstraft opondubbelzinnige wijze Ryninks vlot gepo-neerde beschuldiging. De gemiddeldejaarinkomens uit regiewerkzaamhedenbij de onafhankelijke filmmakers – en datzijn diegenen, die in de door Ryninks zogewenste categorie ‘gepassioneerd’ vallen – zijn zo laag (11.000 euro), datgeen bank hen een hypotheek zal willenverschaffen.Het bestuur van de DDG vond dan ook dathet op haar weg lag Ryninks van repliekte dienen en stuurde een brief naar hethoofd documentaire van het NederlandsFonds voor de Film. Tot op heden heefthet bestuur nog geen reactie mogen ont-vangen. De redactie van de Gazet beslootde gewraakte uitspraken daarom voor teleggen aan enkele reislustige documen-tairemakers.Maria Ramos (Justiça): ‘De manier waar-op Kees Ryninks zijn bezorgdheid over destand van zaken in de Nederlandse docu-mentaire formuleert, getuigt van weinig

respect voor de makers. Wat is er mismee als je je zorgen maakt over het betalen van je rekeningen zoals iedereendat doet, inclusief crewleden en produ-centen? Ik zie geen verband tussen harten portemonnee, en ik denk niet datgeldgebrek leidt tot betere, originelerefilms. Een stimulerend klimaat, dat open staat voor nieuwe filmideeën envernieuwing in de documentaire filmtaal,en meer waarde hecht aan kwaliteit danaan kijkcijfers, doet dat wel. Veel interes-sante projecten vinden geen gehoor bij de publieke omroep en kunnen daaromgeen toegang krijgen tot noodzakelijkegeldbronnen van Stimuleringsfonds enFilmfonds. De druk waaronder de publieke omroep op dit moment staat ende wijze waarop dit de documentaire filmbeïnvloedt, daar moeten we ons zorgenover maken.’

Hypotheek’Er stond een curieuze tegenstrijdigheidin de opmerkingen van Derks,’ zegtRamón Gieling (Johan Cruijff – En unmomento dado). ‘Ze verwijt de Neder-landse filmmaker navelstaarderij enmerkt in dezelfde zin op dat wij (demakers) meer geïnteresseerd zijn in eenarbeidsconflict in Azerbeidzjan dan inonze eigen problemen. We zijn kostbaretijd kwijt als we op deze onzin in moetengaan. Maar het duidt mogelijk op ietswezenlijkers: het verschil in houding vaneen festivaldirecteur als bijvoorbeeldSimon Field (IFFR) en Ally Derks. De eerste bezit de gepaste (en tegelijk kritische) houding van respect tenopzichte van een filmmaker, waar delaatste zich de aanmatigende houding

aanmeet van een Nederlandse festival-directrice die filmmakers als vulsel voorhaar eigen feestje beschouwt, en boven-dien nog eens vertelt wat ze moeten aantrekken. Als je filmmakers overigensiets kunt verwijten, is het dat ze te weinigin het geweer komen tegen die onuitroei-bare regeldrang van festival- en fonds-directeuren. Ik vrees dat filmmakersbang zijn hun goede contacten op hetspel te zetten. Aardig gevonden willenworden en goeie vriendjes blijven, neemtsowieso een misselijkmakende plaats inhet Nederlandse filmverkeer in.En ja, over de salariëring van filmmakers:het wil maar niet tot de goedbetaaldebonzen doordringen dat de maker vaneen niet-fictie film in Nederland verhou-dingsgewijs nog altijd de sluitpost van debegroting vormt. Bij mijn voorlaatste filmstond ik voor evenveel op de begroting als de camera-assistent.Het neemt niet weg dat het Nederlandsesubsidiebestel zowel makers als bonzenlui en arrogant maakt. Maar de fondsenen festivals moeten verder kijken dan hunneus lang is.’Heddy Honigmann (Dame la Mano): ‘Vandie uitspraken van Ryninks en Derks hebik veel last gehad bij de uitbreng van mijnfilm. Ronald Ockhuysen citeerde Ryninksin zijn recensie en noemde mijn film eenreisbrochure. Ik zou tegen Ally Derks willen zeggen: wij maken zelf wel uitwaarover we het in onze films willen hebben. En tegen Kees Ryninks: jazeker,wij werken óók om onze hypotheek tebetalen en boodschappen bij Appie Heijnte doen.’

(HH)

R E D A C T I O N E E L

Het leek zo goed te gaan metde Nederlandse documen-taire. Maar het kan verkeren.De spotlights kantelden enineens stond menig regisseurin kwade reuk. Niet alleen de ‘Ford Transit-discussies’,maar ook uitspraken van AllyDerks en Kees Ryninks logener niet om. Tegelijkertijd ging

Docuzone ten onder, om alseen Europese feniks uit de aste herrijzen. Er gingen heelwat wenkbrauwen omhoog deafgelopen maanden. En toenlieten de High Definition-projecties in Het Ketelhuis infebruari ook nog eens fijntjeszien dat celluloid in de 20eeeuw thuishoort. Ook voor

de DDG was het fronsen en peinzen geblazen na de uit-komsten van het onderzoekonder de Nederlandse regis-seurs. Want hoe nu verder na de eerste vijf jaar van pioniersdrift? Die discussie is nog gaande en zal in eenlater stadium ook de pagina’svan de Gazet (mede) vullen.

Eén verheugend feit valt er in ieder geval te melden: er iseen overeenkomst met hetHonorarium College (HOCO)van de Publieke Omroepbereikt. De leden zullen zichdaar eind deze maand inhou-delijk over moeten uitspreken.En o ja, tien filmauteurs kregen begin dit jaar een

uit: Justiça van Maria Ramos

Page 3: DDG Gazet 2004/5

‘cadeautje’ van artistiek advi-seur Mart Dominicus. Al metal een vliegende start van2004.De problemen blijven natuur-lijk als vanouds: gebrek aancontinuïteit, gekrakeel over de fondsen en de omroepen,gesteggel met producenten. Genoeg zaken waar de DDG

zich de afgelopen vijf jaar hard voor heeft gemaakt. Dat er veel op het spel staat,blijkt onder andere uit deDocuzone-discussie en dealtijd voortschrijdende tech-nologie: HD in Europa met zijnverschuivingen in de distribu-tiekanalen zou weleens meerkunnen incorpereren dan

alleen de documentaire film.Ook de artistieke speelfilmwordt meer en meer die kantop geduwd. Dat zal voor veel regisseurs in de kleine filmlanden vanEuropa grote gevolgen kunnenhebben. Regisseurs zullendaar ook zelf over na moetendenken, om straks niet achter

de feiten aan te lopen. De DDGwil in de komende jaren zor-gen dat haar leden vooraanlopen, waar een regisseurthuishoort, ook in de 21eeeuw.

Wanneer acteren niets meerof minder is dan managementof fear, dan is regisseren inzekere zin vergelijkbaar mettherapeutisch werk. En als je,zoals ik tot voor kort als hoofddrama het laatste woord hadover de bezetting van sleutel-posities, dan is de parallelmet de functie van een chef de clinique gauw gemaakt.Het samenstellen van teamsdie de operatie zonder (al teveel) bloed (tijd & geld) te vergieten tot een goed eindemoesten brengen, vond ik eenvan de meest interessante enspannende onderdelen vanmijn taak. Daarbij was het vinden van de meest geschikte(fictie)regisseur die met dejuiste balans tussen ervaring,talent, ambitie, deskundig-heid, communicatieve vaardig-heid, solisme en vooral ookteamgeest mijn vertrouwenkon krijgen, wel de moeilijksteopgave. Zet daarnaast datAlan J. Pakula in Utrecht inzijn Cinema Militans lezingooit verkondigde dat casting70% van het succes uitmaakt,en je bent geneigd om defunctiebenaming te veran-deren in ‘Punthoofd Drama’! Ik heb bij mijn afwegingen

altijd onderscheid gemaakttussen regisseurs met schrijf-ambities en regisseurs die hetnóg leuker vonden om teregisseren. Juist omdat er een grotere ambachtelijke uitdaging van uitgaat is mijnvoorkeur op een paar uitzon-derlijke dubbeltalenten na(w.o. Paula van der Oest, TheuBoermans, Heddy Honigmann,Peter Delpeut) altijd uitgegaannaar regisseurs pur sang.Gewoon, omdat ik ervaar dater in een culturele gemeen-schap heel weinig kunste-naars kunnen zijn die in staatzijn om op hoog niveau beide(zelf uitgeoefende) kunst-vormen elkaar te laten versterken (en als men mijvoor het blok zou zetten, dankoos ik eerder voor een regis-serende schrijver dan vooreen schrijvende regisseur: liever een goed verhaal datmatig in beeld gebracht is daneen matig verhaal waarbij filmisch alles klopt). Slechtsweinigen is het gegeven om optwee bruiloften tegelijk evengoed te dansen. Voorbeeldenvan rijp en groen te over inonze nationale tv- en film-historie. Het heeft naar mijnsmaak naast begripsver-

warring (ook) te maken met de opleiding. Praktisch zonderuitzondering zijn de eind-examenfilms gedraaid metgebruikmaking van des regis-seurs eigenste scenario. Maarwat kan een dialogue interieurvan een weinig ervaren regis-seur annex schrijver bij twijfelen conflict on & off de set nouhelemaal opleveren? De wegvan de minste weerstand isdan snel ingeslagen. Wanneerprimair je regie wordt getoetstkun je net zo goed de creditvan het geheel nemen lijkt deoverheersende gedachte. Hetware en met eigen inbrengverbeelden en werkelijk her-vertellen van een verhaal vaneen ander zie je (daar) helaaszelden. Het doet mij altijddenken aan de singer/song-writers van de 60-er en 70-erjaren, die door het (te) hoge

autobiografische gehalte vanhun werk vaak niet verderkwamen dan iets dat nog het best gekwalificeerd konworden als een soundtrack of a nervous breakdown. Ikvind die praktijk hoogmoedigen van weinig waardering voorhet vak van de scenarist getui-gen. Aan zulke regisseurshebben wij bij de televisie niet zo veel.

Frank Jansen

Frank Jansen was tot 1 februari jl.

hoofd Drama van de KRO. Hij kwam

in 1987 in dienst als adjunct-hoofd

televisie. Onder zijn leiding ontwik-

kelde en (co)produceerde de KRO

series als Tijd van Leven, De legende

van de Bokkerijders, De Brug,

De Partizanen, De zeven deugden,

Russen en Enneagram. Jansen is

opgevolgd door Stephan Warnik.

G A S T C O L U M N

Management of fear

Frank Jansen

Page 4: DDG Gazet 2004/5

Smile and Wave zou je een documentaireavonturenfilm kunnen noemen, omdat hetde lotgevallen beschrijft van een groepjonge Nederlandse militairen die deel uitmaakt van de ISAF-vredesmacht inAfghanistan. De film gaat in op deonmacht, de cultuurverschillen en dedilemma’s waarmee ‘onze jongens’ temaken krijgen. Van zo’n film is natuurlijkvooraf geen vastomlijnd scenario te schrij-ven, maar wel een documentair filmplan?

Marijke Jongbloed: ‘We hadden een skelet met filmscènes. Ik heb omschre-ven waar ik naar toe wilde, naar welkdrama ik op zoek was. Een behoorlijk pakpapier met hypotheses, werkwijzen, eenuitgebreide introductie, mogelijke perso-nages. Gebaseerd op research die gedaanwas bij de vredesmacht in Bosnië. Maarmet een duidelijke vrijheid om je daar inAfghanistan zo flexibel mogelijk op testellen, want de mogelijkheid tot sponta-

niteit, tot levendigheid, moet je open hou-den. Een keurig uitgeschreven verhaal wil nog niet zeggen, dat het een goedefilm wordt. Het gaat vooral om iemandsgedrevenheid, stijl, signatuur, ervaring,durf, intuïtie. Om het spel, dat iemandmet de werkelijkheid speelt. Srebrenicawas voor mij de aanleiding om dit te wil-len maken. Toen ik Cry from the gravezag, steeg het schaamrood me naar dekaken: hoe kan het dat wij daar nietwaren? Dus wel naar Afghanistan, wantdaar wordt nu moderne geschiedenisgeschreven. Wij moeten met onzewesterse ideeën interveniëren in een andere cultuur. Dat is interessant om te volgen.’Het filmplan kon het Stifo er niet vanovertuigen dat Jongbloed met dit onder-werp diepere lagen kon aanboren. Menzag er nog te veel reportage in. In tegen-stelling tot het Filmfonds, dat wel in hetproject stapte (samen met de NCRV enhet CoBO-fonds), en – niet onbelangrijk –het Ministerie van Defensie.MJ: ‘Defensie had het script en mijntrackrecord. Men heeft films van mebekeken en vond het eigenlijk heel span-nend om eraan mee te doen. De tijd waser ook rijp voor. Na alle terughoudend-heid over Srebrenica was er behoefte aanopenheid: die deksel moest er maar eenkeer af. Ik kon ze er ook van overtuigendat we niet journalistiek te werk zoudengaan: het ging ons niet om scoops, wewaren geïnteresseerd in de dieperelagen, in de dilemma’s van het werk.’Dat roept de vraag op welke vrijheidJongbloed had met betrekking tot de te

’Madam, they call you names’I N T E R V I E W M E T M A R I J K E J O N G B L O E D

Recentelijk draaide Smile and Wave van Marijke Jongbloed in een opmerkelijkroulement. In het Ketelhuis werd bij wijze van demonstratie voor pers, publiek en vakmensen de film rechtstreeks vanaf de harde schijf via een digitale beamervertoond. Dat haalde de voorpagina van de NRC. Maar Smile and Wave biedt ookveel aanknopingspunten met recente discussies over de Nederlandsedocumentaire. Een gesprek over het documentair scenario, enscenering,opnametechniek en filmen in het buitenland.

B E R I C H T E N

De commercialproducentenzijn onlangs uit de FederatieFilmbelangen gestapt. Zij hebben na wikken enwegen besloten dat hun

belangen beter behartigd worden bij MKB Nederland.VCP houdt wel contact met deFederatie op punten die welraakvlakken vertonen met de‘gewone filmwereld’. De ADC– de vereniging van assistant-

directors en opnameleiders –is inmiddels officieel toe-getreden tot de Federatie. Het komend jaar dient alsproefjaar voor de ADC om tezien of zij zich thuisvoelen bijde Federatie.

VCP eruit, ADC erin

Marijke Jongbloed en producent Vik Franke met Nederlandse officieren en de Afghaanse tolk Noor

Page 5: DDG Gazet 2004/5

filmen gebeurtenissen en personages. In tegenstelling tot de ook aanwezigeBritten en Duitsers kreeg ze vrijwel volle-dig carte blanche. Alleen militair tacti-sche geheimen en gevoelige intelligencevielen onder een embargo. Ook lukte hetniet om te filmen bij een fundamentalisti-sche warlord, en de Turken wilden geencamera bij de overdracht van hetPagman-berggebied aan de Nederlandsemilitairen. In de casting van haar groepsoldaten had ze echter volledige vrijheid:‘Die groep jongens die ik ging volgen, hebik hier in Schaarsbergen gecast uit degroep, die uitgezonden zou worden.Tenslotte zijn zij het die de film dragen.Ze waren allemaal ook in hun ‘noorde-lijke’ mentaliteit heel expressief. Zo’n 18-jarige jongen uit Staphorst met z’nzwangere vriendin van 17 (»ongelukje«),die zegt niet veel, maar als hij wat zegt, is het raak.’‘Wij (MJ + Vik Franke, producent en researcher; red.) waren al in Afghanistanvoordat de jongens aankwamen, daarnahebben we twee maal twee wekengedraaid. In totaal zijn we er twee maan-den geweest. We konden daarmee nietalleen het vertrouwen van onze groepjongens winnen, maar ook dat van deAfghaanse generaals.’

OnthutsendIn een van de scènes uit de film, geefteen Nederlandse soldaat een porno-DVDaan de Afghaanse tolk, een jonge jongen,en hoort hem uit over zijn ervaringen metseks, vrouwen en masturbatie. In hoe-verre zijn deze opnamen in scène gezet enis de werkelijkheid een handje geholpen?MJ: ‘Je mag natuurlijk als documentairregisseur scènes creëren die in dramati-sche waarde optellen bij een zuivereregistratie van de werkelijkheid.

Je mag de werkelijkheid een kwartslagdraaien, zonder dat je hem geweld aandoet. Je rolt niet van de ene scène in deandere om daaruit een film te construe-ren. Je grijpt in en stuurt. Anders blijftalles een toevalstreffer en krijg je nooitdit soort scènes. Zo heb ik tijdens eenlunch aan de Nederlandse adjudantgevraagd of hij wist hoe generaal Gallilover onze cultuur dacht. Mijn vraag prikkelde de nieuwsgierigheid van

de adjudant en het resulteerde in eenscène die inzicht gaf in hoe de Afghaansegeneraal zelf tussen twee culturenzweeft. Wat betreft die pornofilm-scène:de meeste Afghaanse tolken hebben tijdens hun puberteit de Taliban meege-maakt, ze zijn nieuwsgierig en wordendaarin geprikkeld door die jongens uit hetWesten met hun vrije opvoeding. Ze ziende seksfoto’s die in het kamp hangen ennaarmate ze elkaar beter leren kennen,

Eerder dit jaar is JudithMerkies afgetreden als directeur van de FederatieFilmbelangen.

Vooralsnog is er geen op-volger bekend. De Federatie is bezig geweest met eengedegen evaluatie van haarfunctioneren o.l.v. bestuurs-voorzitter Jaap Nieuwenhuis.Alle lidorganisaties hebben

met hem daarover vangedachten kunnen wisselen.Dit interne onderzoek heeftgeleid tot een memo met conclusies en uitgangspuntenvoor hoe het verder moet met de Federatie. Begin april

zal de Federatieraad – waaralle lidorganisaties zitting inhebben – tot concrete voor-stellen komen.

Judith Merkiesdirecteur af

Crew permanent gespreksonderwerp op de markt van Kabul

Page 6: DDG Gazet 2004/5

B E R I C H T E N

Het is zover: de DDG heefteen overeenkomst weten tebereiken met het HonorariumCollege van de NOS.Deze overeenkomst kwamkort voor de Algemene

Ledenvergadering tot stand.Daarom heeft het DDG-bestuur besloten dit belang-rijke contract met de NOSover tarieven en rechten voordocumentaire regisseurs opeen speciale Ledenverga-dering aan de leden voor teleggen ter ratificatie. Over

de inhoud van de overeen-komst en de precendent-werking ervan voor alle regisseurs zal de Gazet-redactie in een volgend nummer nader berichten. Desalniettemin kan nu algezegd worden dat de HOCO-overeenkomst de

kroon is op het vrijwilligers-werk dat bestuur en enkeleleden van de DDG de afge-lopen drie jaar met veel inzet hebben gedaan.

‘Madam, they call you names’

OvereenkomstHOCO nabij

worden het zonder onderscheid jongensonder mekaar. Op hun beurt zijn de Hollandse jongensnieuwsgierig hoe die ongetrouwdeAfghaanse jongens het vinden dat zegeen vrouwen mogen aanraken. Ik heb zetoen in het kamp bij elkaar gezet, met alsdoel hierover te praten. Dat resulteerdeuiteindelijk in het cadeau doen van dieseksfilm. Toen dat zich ging ontrollen,heb ik me trouwens steeds meer terug-getrokken, omdat die Afghaanse tolk vrijer praatte als er geen vrouw bij was.’Maar tijdens het filmen op straat kon ofwilde de regisseur zich als vrouw veelminder terugtrekken. Marijke Jongbloedhad tevoren de raad ter harte genomenvan een Britse journaliste: geef geenaanstoot, maar doe ook niet alsof je eenvan hen bent. Desondanks werkte deaanwezigheid van een westerse vrouwwel als katalysator.‘Ik had besloten geen burqa, maar eenhoofddoek te dragen. Maar als je bezigbent, zakt zo’n ding af. Hoorde ik van de tolk in paniek: ‘Madam, they call younames’. Dan moest ik mijn hoofddoekweer in orde maken. Geluidsman HugoHelmond heeft een keer op een marktalleen geluid gedraaid. Het bleek, dat wijpermanent gespreksonderwerp waren.Dan realiseer je je, dat er sprake is vanbehoorlijke cultuurclashes, dat je uit eentotaal andere wereld komt. Dat beseffende militairen ook. Ze zijn weliswaar nietintellectueel met die andere cultuurbezig, maar ze realiseren zich dat deomgang met een andere cultuur somsonthutsend kan zijn. Wij moeten ons daarals zonnebloemen naar hen richten. Wij zijn er voor hen.’Dat wordt in een van de schrijnendste

momenten van de film zeer letterlijkgenomen door de gedetineerden in eenvrouwengevangenis, wier enige misdaaderuit bestaat, dat hun mannen denken dat ze de huwelijkse plichten hebben ver-zaakt, ontrouw zijn of bij hen weg willen.

De Nederlandse militairen die daar opbezoek komen, worden aanvankelijkgezien als mannen die de macht hebbenom hen uit de gevangenis te bevrijden.Stotterend en onzeker moeten deNederlandse officieren melden dat ditniet tot hun mandaat behoort en dat ze geen enkele invloed hebben op hetAfghaanse rechtssysteem. De tolk diedacht dat de officieren de Sharia wel

begrepen, brengt onzeker uit: ‘The Almighty will help you!’MJ: ‘Heel treffend voor de onmacht en de dilemma’s waarmee de Nederlandsemilitairen geconfronteerd werden. Je staat daar in die gevangenis te filmenen straks vertrek je weer. Ik vond dat heelverwarrend. Je hoort de schrijnende ver-halen, je ziet de vrouwen erbij, je moet ze achterlaten en het enige wat je kandoen is stiekem geld tussen de kussensvan hun bedden stoppen.’

Ruim draaienHet ligt niet voor de hand, dat je bij eenfilm op locatie in Afghanistan HD alsopnameformaat kiest. Je zou eerder in de richting van mini-DV denken, voor zoonopvallend mogelijke apparatuur.MJ: ‘Het land is zo fotogeniek, al diecontrasten, die blauwe burqa’s, die

Marijke Jongbloed met cameraman Frank Moll

Zo’n hoofddoek zakt afals je bezig bent

Page 7: DDG Gazet 2004/5

Per 1 september van dit jaarzal het DDG-kantoor weerverhuizen. Het knusse kantoor aan devan der Hoopstraat zal danverruild worden voor het

Rokin 91, waar nu deFederatie Filmbelangen enNBF al gehuisvest zijn. DeDDG is hiermee ingegaan op het verzoek vanuit deFederatie om – zoals eerderaan de Prof. Tulpstraat – weer gezamenlijk in één pand te zitten. Ook de NVS

(speelfilmproducenten) heb-ben van het aanbod van deFederatie gebruik gemaakt en zullen in mei al naar hetRokin verhuizen. Daarmeegroeit het Rokin 91 uit tot een echt ‘filmpand’.

jongens in hun legervoertuigen door het monochrome landschap, zonde omdat op DV te draaien. Maar ik zag ons op die stofwegen ook niet op film draaien.Steeds maar weer die rollen wisselenachterop de jeep, de kans op kabels, endan die frustraties van de rol die uitlooptnet op het moment dat er iets belangrijksgebeurt of mensen in een emotie schie-ten, waardoor je het alleen in geluid hebt.De selectiviteit van het afwachten tot hetmoment daar is, heeft ook het nadeel datje dingen mist. Bovendien moet eencameraman ruimer kunnen draaien om in het ritme van een scène te komen. Enin die vrouwengevangenis was ik blij, datik ruim kon draaien.’‘Ik hou helemaal niet van ‘draai maarraak’, maar ik vind wel, dat film z’nbeperkingen heeft. Laten we ons nietvoor de gek houden met die mythe vanfilm als het zaligmakende. Producent Vik Franke kwam op het idee om HD tetesten. Het bleek niet minder van kwa-liteit dan Super 16 en als je het goedbelicht vind ik het resultaat spectaculair,zowel in scherptediepte als kleurdiepte.Ook in (digitale) projectie blijft hetpatroon in een Perzisch tapijtje zichtbaar.En de camera is niet veel groter dan bijdigibetacam.’Terwijl sommige speelfilmregisseurs hunfilms een rafelig uiterlijk als stijlkenmerkwillen geven om een documentaire lookte bereiken, zie je in Smile and Wave mooigecomponeerde shots van bijvoorbeeldeen groep militairen, die in het ochtend-licht een berg opgaat, om van daaruit vijandelijke stellingen te observeren.MJ: ‘Ik vind dat een mooie speelfilmlookje helpt om mee te gaan in het verhaal. Ik heb ook geprobeerd een cross-over

naar speelfilm te maken, een nieuwgenre. Geen film met theoretische pro-bleemstellingen, maar met een bepaaldethematiek en drama dat de aandachtgevangen houdt.Het lijkt erop, dat Marijke Jongbloedsfilm de kritiek betreffende de Neder-landse documentaire zoals die door AllyDerks van het IDFA en Kees Ryninks vanhet Filmfonds geformuleerd zijn (zieelders in deze Gazet) in een aardig dub-bel perspectief zet. Aan de ene kant eensterk Nederlands gekleurd onderwerpmet betrokkenheid, maar anderzijds weerver weg in het buitenland. Jongbloed zegtzich Ryninks kritiek niet aan te trekken,omdat ze van mening is, dat een film diein het buitenland speelt, het lokale over-stijgt en voor iedereen als een spiegelkan werken. Ook acht ze het niet onmo-gelijk dat er op de Filmfondsburelen teveel projecten belanden, die niet bovenhet folkloristische uitstijgen.

En wat Ally Derks betreft, zegt ze: ‘Jekunt niet aan de ene kant roepen datNederlandse documentaires zich nauwe-lijks bezighouden met actuele zaken in desamenleving en tegelijkertijd een film,die dat uitdrukkelijk wel doet, negerendoor hem niet in de competitie op tenemen. »Het is niet je sterkste film«,kreeg ik te horen. Ik vond dat beledigenden word hierin bevestigd door buitenland-se festivalprogrammeurs, die na het zienvan Smile and Wave uitermate verbaasd

zijn dat de film niet door het IDFA gese-lecteerd was voor de competitie. Bijvalvoor de film kreeg ik niet alleen in recensies in de Volkskrant, NRC en De Filmkrant. Variety besteedde er tweekeer aandacht aan en schreef:»Fascinating, thought-provoking must-see docu! Marijke Jongbloed’s laid-backcinema verité intimacy belies pic’s tight,concise pacing and stunning clarity«.

HH

DDG verhuist weer!

Het is een mythe dat hetalleen maar goed kan zijnals het op film gedraaid is

Onze jongens in Kabul

Page 8: DDG Gazet 2004/5

Het zal wel wennen zijn, maartot nog toe wordt er door de

DDG-leden maar minnetjesgebruik gemaakt van het discussieforum op de website. Om ruchtbaarheid te gevenaan het forum, krijgen alleleden via email elke maand

een stelling toegestuurd waarop gereageerd kan worden. Het bestuur hoopt op deze wijze de leden meerte betrekken bij wat er speelt.Dat lijkt vooralsnog weinigvruchten af te werpen.

Het is een dooie boel op hetDDG-forum. De ‘stelling vande maand’ zal tot eind van ditjaar verstuurd blijven worden.Als de animo te laag blijft,houdt het op.www.directorsguild.nl

Stellingen op website lauwontvangen

Vrijdag 27 Februari

Lange wachtrij bij ontbijtzaal. We komente laat bij de Academy voor de presentatievan de vijf genomineerde regisseurs voorbeste buitenlandse film aan de interna-tionale pers. We lopen over onze eersterode loper en worden mee naar binnengesleurd. Nog nooit waren zoveel video-en fotocamera’s tegelijk op mij gericht.Iedereen is er. Ook het NOS en RTL-4Journaal. Thekla en Nadja – de tweeling-zusjes – komen erbij. En vervolgens scenarioschrijfster Marieke, de produ-centen van IDTVFilm, Hanneke en Anton,en Piotr, de cameraman. Fotosessie open rond een meer dan levensgrote grotereplica van de Oscar en voor onze film-poster.Vijf gerenommeerde leden van deAcademy reiken ons de Certificates ofNomination uit. Tom Hanks is er een van.Hij spreekt de Canadese regisseur toe.Producer Anton ziet hierin een slechtteken. Een oud Academypresident enbefaamd regisseur komt naar mij toe enmeldt dat een goede vriend De Tweelingzo mooi vindt dat hij een film met mij wilmaken. Of ik het goed vind dat die man,componist en producer, de volgende dag contact met mij opneemt.

Zaterdag 28 FebruariEen zaal vol Academyleden die bij elkaarin ruim 70 dagen 56 films hebben gezien.Bij sommigen staat dat op hun sweat-

shirts te lezen. De Foreign Language-regisseurs moeten op het podium plaats-nemen. Krijgen allemaal dezelfde vragen.Over de ontstaansgeschiedenis van defilm. In m’n zenuwen verdwaal ik in m’n betoog. Zeg tenslotte dat ik niet opHollywood zit te wachten en Hollywoodvast niet op mij. Na afloop veel hartver-warmende en ontroerende reacties oponze film van Academyleden en andere

bezoekers. Ik vraag of ze de film te langvinden. Het antwoord: nee. De compo-nist/producer meldt zich en ik ga methem lunchen in een Italiaans restaurantop de hoek Sunset Boulevard en SunsetDrive. Zijn interessante project moet nog helemaal ontwikkeld worden. Ik vraag wat hij ervan vindt dat Miramax De Tweeling met 20 minuten wil inkorten.‘Onbegrijpelijk’ is zijn reactie. Opeenskijk ik recht in de ogen van JohnMalkovich die aan een tafeltje naast ons zit.In de namiddag receptie in de tuin van het Nederlands Consulaat. Een hele-boel in de States werkende bekendeNederlandse filmmakers en acteurs zijn aanwezig. Ook een aantal wat oudereAmerikanen die De Tweeling hebben

gezien. Wat vinden zij ervan dat de verhaallijn van de slechte Nederlandsevader door Miramax zal worden geëlimi-neerd? Oneens. Snel door naar de beslo-ten Miramaxreceptie. Weer een rodeloper en een boel belangstelling. De producenten en ik krijgen ieder een Max-award: een Chocolade Oscar vooriedere genomineerde van een doorMiramax uitgebrachte en/of geprodu-ceerde film uit handen van de gebroedersWeinstein. Harvey Weinstein, de opper-baas, schudt ons vaderlijk de hand enstelt ons voor aan zijn kleinkinderen. En veel vrouwen vinden Thekla’s cocktail-jurk erg bijzonder. ‘Whom are you wearing?’ vraagt men.

Zondag 29 FebruariGesprek met mensen van Miramax overuitbreng van film en geplande inkortin-gen. Producent Anton en ik geven aannog steeds niet gelukkig te zijn. De Miramaxmensen melden dat het echtbeter is voor het Amerikaanse publiek en dat we al eerder hebben goedgevon-den dat de film 17 minuten korter zouworden gemaakt.Gesprek aan rand van hotelzwembad metAmerikaanse co-producer en casting-director van Kruistocht in Spijkerbroek.Het ziet er naar uit dat de film er einde-lijk zal komen.Telefoontje uit de lobby dat HarveyWeinstein ons de hand wil schudden.Gesprek op besloten terras met hem en een paar van z’n medewerkers. Hij feliciteert ons en vraagt of we geluk-kig zijn met hoe alles verloopt. Dat zijnwe, behalve dan dat we het erg jammervinden dat de scènes met de Nederlandsevader uit de film zijn geknipt. Niet goedvoor het verhaal. Als we dat echt vinden moeten die scènes

Ben Sombogaart in L.A.E E N H O L L A N D S D A G B O E K

Ben Sombogaart toog vol verwachting naar Los Angeles voor ‘zijn Oscar’. Hij hieldvoor NRC Handelsblad een dagboek bij dat hieronder in een ingekorte versie isafgedrukt.

B E R I C H T E N

Opeens kijk ik recht in deogen van John Malkovich

Page 9: DDG Gazet 2004/5

terug, ook al wordt de film daardoor weer 7 minuten langer, reageert Harveyprompt. We zijn compleet verbaasd. Hij heeft een slechte naam op inkortings-gebied, lacht hij, maar dat is de schuldvan zijn medewerkers. Zij doen immershet knipwerk.

Ik hijs me gehaast in mijn nieuwe smo-king en worstel met het strikje. De liftstaat vol Oscargangers. Buiten rijden de stretchlimo’s af en aan. De dames vanons gezelschap zien er prachtig uit. We rijden in limofile door de straten van

L.A. Via roadblocks en controlepostenzigzaggen we naar de boulevard die naarhet Kodak Theatre leidt. We hebben welkaarten maar geen ID’s. Wisten niet datdat moest, domme Nederlanders die wezijn. Gelukkig herkent iemand van deAcademy ons. Even later lopen we overde beroemde rode loper. Langs letterlijkhonderden tv-camera’s en nog veel meerfotografen. Het publiek aan de anderekant gilt en juicht. Heel langzaam schui-ven we tussen de sterren richting KodakTheatre. Michael Douglas trapt op de slipvan de avondjurk van Thekla en veront-

schuldigt zich uitvoerig. Het maakt haarheel gelukkig. Brad Pitt schrijdt vlak voor ons uit. De menigte is buiten zinnen.Fotografen en cameramensen smekenom een plaatje. Tot onze teleurstelling is er geen Nederlandse TV. Nooit heb ikover 200 meter zo lang gelopen. MaarThekla en Nadja zijn echt boos omdat iktoch nog veel te snel ging.

De show begint. We zitten midden in dezaal, zijn er echt, dromen niet. Er moetenmeer dan 25 Oscars worden uitgedeeld.Als laatste die voor de beste film. Op achtna laatste ‘onze’ Oscar. Om de paarOscars is er een commercial break vanminstens 5 minuten. We rekenen uit datwe over 2 uur aan de beurt zijn. Maar detijd gaat best snel en ik vind het allemaalerg boeiend. De eveneens genomineerdeNederlandse art-director Ben van Osmoet het tegen de Nieuwzeelanders vanLord of the Rings afleggen. Als we tweecommercialbreaks van onze Oscar verwij-derd zijn gaan Anton en ik een whiskeyhalen. Speciale seatfillers nemen ogen-blikkelijk onze plaatsen in, want legestoelen mogen niet in beeld komen. Ikmoet naar het toilet en sta naast TimRobbins. Een klein hoogtepunt. En dan is het opeens zover. Charlize Theron komtop met onze envelop. De clips wordenvertoond en de camera’s richten zich opde Canadese regisseur. Ik weet nu zekerwat er op het kaartje in de envelop staat.Maar toch hopen we allemaal heel korten heel vurig iets anders. Echter, jammermaar helaas: Barbarian Invasions. Het iseven slikken. Het zou zo mooi zijngeweest.In het hotel kan ik bij een intiem dineetjetoch nog mijn dankspeech afsteken enkrijg ik een kleine Oscarreplica van cho-cola die ik vergeet mee te nemen naarmijn kamer.

Woensdag 3 MaartDe set van Pluk van de Petteflet ziet erfantastisch uit. Iedereen wil van allesweten over mijn avonturen in L.A.Repeteer met vader Stamper, mevrouwHelderder en Aagje. Heel erg leuk! Voeleen lichte jetlag opkomen. Morgen zienwe verder.

Ben Sombogaart en zijn tweeling

Page 10: DDG Gazet 2004/5

Feestje!

Ik dacht dat er veel meerregisseurs waren...

DDG Lustrum 12 december 2003Eerste exemplaar grote DDG-onderzoek uitgFilmfonds bestuursvoorzitter Hans Dijkstal.

HylkemFriese“Kame

Ik had eigenlijk nog even naarhet toilet moeten gaan.

Nee, niet aan drinkendenken nu. Wie heeftdat water voor m’n neusneergezet?

Ga gerust, BertJanssens kletst hetuur wel vol.

Verdomd. Hij is nog steedsaan het woord.

Zuurkool met worst vindt gretig afuitgehongerde leden.

2

7 8

3 4

Zeg Mart, jij zit nu bijhet Filmfonds, hè...

Daar gaan we weer...

Hm, is ze nu actrice of regisseur?

Ik adStimtege

Weer zo’n jazzpoliticus...

Page 11: DDG Gazet 2004/5

Forumdiscussie

mondt uit

in Wim

Verstappenshow

1

eikt aan Onderzoeksresultaten op een rijtje gezet door Hans Hylkema en Krijn ter Braak.

, is dat nu dieegisseur van deon’?

Nu blijkt ookuit de cijfersdat we geen moer verdienen.

Gisteren zat ik nog op een terras in Barcelona...

Ik trek dit niet. Waarom praatdie man zo waterig?

Wat kijkt dieVerstappen tochbenauwd?

Meneer de voorzitter,er zijn belangrijkerezaken dan regisseurs-belangen, zoals mijnblaas. Ik ga.

ek bijEn producenten... En het werd nog heel gezellig in Het Ketelhuis...

En niemand raakte uitgepraat...

5 6

Dus voor mij is dat eenheel essentieel onder-deel van het proces...

seer bij heteringsfonds

woordig.

Ik bij de Raadvoor Cultuur.

En wat was ervanavond opTV?

foto

’s: F

elix

Kal

kman

5 jaar

DDG

Page 12: DDG Gazet 2004/5

Paul de Bont, de directeur van Docuzone– tegenwoordig mag een onervarendistributeur die overigens eerst als pro-ducent te boek stond zich ook al directeurnoemen – heeft onlangs ruiterlijk toege-geven dat de Docuzone in Nederland ismislukt. Gek genoeg konden we op 23 februari jl. getuige zijn van de presen-tatie van de internationale Docuzone.Distributeurs uit verschillende landen vanEuropa, stuk voor stuk aardige mensen,voor wie vaak de distributie ook nog vrij-willigerswerk is, waren naar het Ketelhuisgekomen om enthousiast hun plan tepresenteren. Zoals de Schotse vertegen-woordigster die een onderzoekje presen-teerde waaruit blijkt dat een documentai-re beter langere tijd in de bioscoop kandraaien dan kort, een gegeven waar deNederlandse Docuzone nog steeds nietsmee doet. Van Duitse zijde werd gestelddat de films het beste specifiek en perfilm konden worden gepromoot. Bij de

Docuzone daarentegen veranderden filmsmet eigen makers, producenten enomroepen ineens in Docuzone-documen-taires. Opvallend was dat de Nederlandsespreker niet de directeur was van ‘distri-buteur’ Docuzone, maar hoofd documen-taire van het Filmfonds, Kees Ryninks.Meteen rijst de eerste vraag: wat moethet Filmfonds met Docuzone en de tokovan Paul de Bont, en andersom? Hoe zitdie relatie nu toch in elkaar?

Monopolie?Dat we in de toekomst over zullen gaanop digitale projectie is een feit. De vraagis wanneer. Hoe zal de distributie ver-lopen? En op welk systeem? In Europeesverband is nu geld vrijgekomen voor eendeel van het aanschafbedrag van 175digitale beamers voor een Europees ‘digitaal netwerk’. Deze nieuwe verto-ningsinfrastructuur – de nog te plaatsen175 digitale beamers komen in met name

Nederland en Duitsland, maar ook inSchotland, Tsjechië, Slowakije, Spanje enPortugal – zal vanaf nu ook te gebruikenzijn voor andere distributeurs dan deDocuzone. ‘We zijn een open organisatie’,zo werd door Kees Ryninks beloofd,alleen zijn er volgens hem geen docu-mentaire distributeurs behalve deDocuzone. Het is volgens hem dus niet zo dat een monopoliepositie is opgeëist.

Gek, want documentairedistributeurs die al jarenlang meegaan zoals Cinemien,Contact Film, Lava Film en Public Film,bestaan nog. Hetzelfde Filmfonds maaktdeze kleine, maar bereidwillige distribu-teurs echter het werk onmogelijk door de nieuwe eis dat ze eerst D 25.000 aanpr-budget beschikbaar moeten stellen.Overigens is het de vraag of Docuzone ditbedrag wel per uitgebrachte documen-taire aan pr besteedt. In Nederland kanmen dus sinds kort als producent nietook distributeur zijn, maar in andere landen kun je het nu als vrijwilliger (benbenieuwd wat die vrijwilliger doet omgeld te verdienen – misschien wel filmsproduceren) zelfs internationaal gaanwaarmaken in de Europese Docuzone. Tijdens de presentatie kregen we frag-menten te zien met de beoogde beamerin vergelijking met 35mm projectie. Defragmenten waren echter niet hetzelfde,dus goed vergelijk was niet mogelijk.Naar mijn smaak blijft de digitale projec-tie er ietwat ‘plastic’ uitzien en het frie-melt in de onscherpte, bovendien had ikgraag juist wat meer totalen gezien.

De schijn tegenE U R O - D O C U Z O N E R O E P T V E E L V R A G E N O P

Waar na de recente schandalen van Parmalat, Ahold, Enron en de bouwfraude, openheid het nieuwe toverwoord voor dit decennium lijkt, houdt men bij Docuzone nog steeds liever de gordijnen gesloten.

Hoe zit de relatieDocuzone/Filmfonds toch in elkaar?

uit: Cinemania van Angela Christlieb & Stephen Kijak

uit: Starkiss van Chris Relleke & Jascha de Wilde

Page 13: DDG Gazet 2004/5

Gelukkig ziet het gebeamde beeld er welbeter uit dan we tot nu toe gewend zijn bijde Docuzone. De gedachte dat dit beam-systeem aan Hollywood de norm op zoukunnen leggen, zoals gesteld werd, lijktme wat te hoog gegrepen.

VerwarringDe grote vragen voor de Nederlandseregisseurs, producenten, programmeursen de (afwezige) distributeurs, blijven ookna deze presentatie onbeantwoord. Meteen schamele powerpointpresentatiewerd een vage rekensom gepresenteerd.Er zou in het oude systeem 70.000 europer uitgebrachte documentaire door hetFilmfonds gereserveerd worden en dit 10keer per jaar. Totale kosten 700.000 eurovoor het Filmfonds om 10 documentairesop film uit te brengen. Er zijn echter geencijfers beschikbaar betreffende de nieu-we investeringen in de beamers, zelfsgeen globale inschatting. Hoeveel eurowerd en wordt er daar bovenop nu tochbesteed aan de Docuzone: de salarissen,de mooie maar onzinnige boekjes diedubbel verstuurd worden (hoe helpen weberoemde schrijvers de winter door?), de huisvesting, etc. En tenslotte de pro-motie van de films. Is deze rekensom teingewikkeld of lijkt het de beleidsmakersbeter deze informatie niet openbaar temaken? Op de vraag hoeveel betalendebezoekers er nu vorig jaar werkelijk (wel of niet premières meegerekend)Docuzone aandeden kwam 23 februarigeen duidelijk antwoord.

Twee of drie vertoningen per week moe-ten vanaf de zomer worden gereserveerdvoor documentaires in 35 Nederlandsezalen. 12 internationale documentaireszullen door de Europese Docuzone wor-den gedistribueerd. Tegelijk willen debuitenlandse distributeurs hun onafhan-kelijkheid bewaren. Onmiddellijk ontstaater verwarring in Het Ketelhuis. Is dat eengoede deal, 12 internationale ten opzichte

van 10 Nederlandse films? Twee of drievertoningen per week, er waren toch nietgenoeg goede documentaires beschik-baar? Wat gebeurt er met de al aange-schafte slechte beamers? Wat gaat erover enkele jaren gebeuren met de nuaan te schaffen, dan verouderde infra-structuur? Etc. Uiteindelijk blijven we achter met meer verwarring dan ophel-dering.Docuzone en het Filmfonds blijken nogsteeds niet bereid echt openheid vanzaken te geven, zoals ook bijvoorbeeldhun distributiecontract, de besteding vande gelden en inkomsten, informatie over(wellicht onzinnige) afkoopregelingen e.d.nog steeds niet op het internet vrij vooriedereen toegankelijk zijn.

Moeten we werkelijk de Europese subsi-die aan de internationale Docuzoneopmaken en alle betrokkenen onder hogedruk zetten mee te doen? Misschien ishet tijd om het beleid te herzien. Het gingtoch zo goed met de Nederlandse docu-mentaire tot enkele jaren geleden?Wellicht kunnen door het bestuur van hetFilmfonds weer beleidsmakers wordenaangetrokken die als voorheen geendirect of indirect (via holdings en bv-tjes)belang in de Nederlandse filmindustriehadden of hebben, zodat ook de schijnvan belangenverstrengeling niet wordtgewekt. Schijn bedriegt, is toch hetspreekwoord?

Jacqueline van Vugt

175 digitale beamersvoor een Europees digitaal netwerk

uit: Bigger than James Dean van Frank Krom

Page 14: DDG Gazet 2004/5

Paul was op zoek naar een assistent envroeg Frans Weisz of hij iemand voor hemwist. In de ogen van Frans zouden Paulen ik een goeie match zijn. Frans had netmet mij gewerkt aan een speelfilm entwee spotjes. Kort na die eerste ont-moeting in Arnhem was ik de assistentvan Paul Verhoeven en de openheid vanons eerste contact is altijd gebleven. Of we elkaar nou een jaar of een dag nietgezien hebben, tijd lijkt geen verschil temaken.Ik denk dat Frans Weisz een goedeinschatting heeft gemaakt dat Paul en ik veel aan elkaar konden hebben. We houden van een schitterend doel en kunnen genieten van de barrières diegeslecht moeten worden om dat doel tebereiken. Complementair zijn, toevoegen,

waarderen, ruimte geven, elkaar kunnenverdragen gedurende lange periodes, kritiek op elkaar hebben, vertrouwen opelkaars oordeel en dekking geven en vergeven, zijn het ratjetoe aan factorendie bepalen hoe goed je met elkaar kansamenwerken. Op die manier kon alle energie in de filmvan dat moment gestopt worden. En datwas heel wat. We hebben bij een projectievoor Amerikaanse producenten van eenreel van Soldaat van Oranje elkaar weleens met ongeloof aangekeken: ‘Hebbenwij dit allemaal aangericht’? De krachtvan Paul is, denk ik, dat wie van de crewdaar ook gezeten zou hebben, ookgevoeld en gedacht had: ‘Hebben wij ditallemaal mogen aanrichten?’Ik heb andere films met Paul gedaan –

Spetters, De Vierde Man, Flesh & Blood –en bij Spetters gebeurde dit: Pauls ver-jaardag viel midden in de draaiperiode.De art-direction was in Hoek van Hollandgehuisvest en organiseerde daar een ver-jaardagsfeest voor iedereen. In zijn soortwas het het mooiste filmfeestje ooit enbijna een regelrechte liefdesverklaringvan de art-decorafdeling aan de regis-seur. Een beloning voor het feit dat hetmaken van Pauls films altijd boeiend wasen zulke eisen stelde dat iedereen konlaten zien wat hij waard was.

Het VoorwerkSoldaat van Oranje werd helemaal voor-bereid door een zeer klein groepje vanvier mensen en voor alle departementenwerden dossiers aangelegd om uit te putten voor het moment dat we echt inproductie zouden gaan. De tweedewereldoorlog op film: we waren er klaarvoor, maar de financiering liep niet hele-maal parallel met de voortgang van deproductievoorbereiding. Toen ereen boek uitkwam van een Haarlemsejournalist over het leven van HannieSchaft schreef Gerard Soeteman daareen treatment voor. We waren er nogbijna aan begonnen ook. Tot Rob Houwerbelde: ‘Terugkomen van vakantie, D-dayvoor Soldaat van Oranje. Met een zeer uitgebreide breakdown inde hand waarin voor ieder departementalle benodigde informatie stond, gingmen aan de slag. In een mum van tijdstond de productie op poten. Iedereenvoelde de noodzaak van de schaal die defilm moest hebben. Vliegtuigen verbouwdtot Duitse Stuka’s, Leopard tanks ver-bouwd tot Tiger tanks, gigantische uit-lichtingen op het strand, bommen en granaten, hele aangepaste winkelstratenin Den Haag, een tankwal bij hotel Huis te Duin, een enorm wagenpark, maar ook een strand met ijzeren obstakels, en weidse verstilde landschappen metgras en water. Het was het resultaat vanvele, vele uren samen op een kamer inOegstgeest tekening voor tekening analy-seren, kilometers samen in de auto, praten, foto’s bekijken, mensen tellen,publiek tellen als je er met een autolangs rijdt, rijen dik, figuratieaantallenopschrijven in de breakdown.

De Bert Haanstra Oeuvreprijs wordt 1 juni uitgereikt aan Paul Verhoeven. Eengoede aanleiding voor Jindra Markus om terug te blikken. Toen het NederlandsFilmfestival nog in Arnhem was, sprak een man met een flinke bril zijn vriendin aan: ‘Ik zou ontzettend graag met jou willen praten maar ik moet, als dat tenminste Jindra Markus is, je tafelgenoot hebben’.

E E N S T U K J E F I L M L E V E N M E T P A U L V E R H O E V E N

Per adstra ad astra*

Onderweg naar een locatie voor Spetters

Page 15: DDG Gazet 2004/5

Om 6 uur ‘s ochtends parkeerden wePauls gele vierkantige Mazdaatje ergensin Den Haag waar geen parkeermeterstond en liepen naar paleis Noordeinde.De figuratie moest er al om 4 uur zijn.Aankleden in WOII-stijl kost tijd. ‘Zoudener echt 1000 man zijn?’ vroeg Paul. We moesten lachen, natuurlijk waren er duizend man. Bij Soldaat van Oranjemaakte iedereen deel uit van dezelfdemotor. En geen figurant twijfelde eraandat hij in Andrea Domburg, Wilhelminastond toe te juichen. Naadloos liepenlater de archiefbeelden en onze eigenbeelden door elkaar heen.Wat betreft de opzet en de voorbereidingis het bij de andere films van Paul niet

anders gegaan. De voorbereiding is altijdminutieus geweest en nooit werd iets aanhet toeval overgelaten. Er is geen hande-ling die niet van te voren overdacht isgeweest.Bij Spetters waren Paul en ik dus geenspat anders waar het ging om het zobreed en visueel mogelijk uitbeelden vande film waarbij we ook nog een handjegeholpen hadden bij de financiering vande film. In het kantoor(tje) van Joop vanden Ende in Badhoevedorp presenteerdenPaul en ik een diashow met foto’s van deacteurs in spe en de locaties in spe van

de film. Dit alles begeleid door de muziekvan die blauwe langspeelplaat Equinoxvan Jean-Michel Jarre voor een publiek –ongeveer 25 personen – dat kapitaal-krachtig genoeg was om 25.000 guldenp.p. in de film te steken. De twee Kodakcarrouselprojectoren knalden de dia’serin op de maat van de muziek en al onze gasten gingen voor het filmconcept.Onbevreesd waren we en nergens teberoerd voor.

Normen & waardenWe gingen bij Spetters ook niet over eennacht ijs qua research. We werden con-naisseurs van de motorcross, maar ookvan andere zaken. ‘De verkrachting vanEef’ was gebaseerd op een vergelijkbaarincident in de Maastunnel in Rotterdam.Ik toog naar de studentenbioscoopKriterion in Amsterdam waar het Homo-pornofilmfestival gehouden werd. De zaalwas bomvol met mannen in zwart leer,snorren en kale hoofden en ik kreeg eenplek vooraan; met mijn neus erbovenopdus. Er werden een aantal films vertoond,o.a. over een Duitse homo die naar NewYork gaat en laat zien wat hem overkomtin de liefde. Men was er toch nog aardigin geslaagd om iets te filmen in de darkrooms en dito holes. Het succes van dedag echter was een film over eenprachtige gespierde jongeman die in eenslaapzaal met ijzeren stapelbedden opeen bovenbed vastgebonden wordt

‘Zouden er echt 1000man zijn?’ vroeg Paul

Verhoeven, Markus en Jan de Bont tijdens de opnamen van Flesh+Blood

*Door de wolken naar de sterren

Page 16: DDG Gazet 2004/5

Per adstra ad astra

(zonder matras!) door een groep mannen(matrozen) die elkaar staan op te jutten.De vastgebonden man wordt een aantalanale penetraties toegediend met vuisten arm tot aan de elleboog. Er zat geentrucshot bij. Ik belde Paul en vroeg hemnaar Kriterion te komen voor de herha-ling. De explicietheid van de verkrach-tingsscène van Eef in Spetters leek onsgeen probleem. Toen de film uitkwambleken de waarden en normen (ook al)ernstig in het geding. Mensen wilden mij wel op mijn bek slaan omdat ik aanSpetters had meegewerkt. De Raad voorde Kunst heeft er nog aanleiding ingevonden om een filmproject van mijzelfaf te schieten met de woorden: ‘Dit is netvan een zulke smerigheid en banaliteitals Spetters’. Dit gebeurde een week nade première van Spetters en nota benePaul zat naast mij. Het nadeel had hiergeen voordeel, de uitzondering op de wet van Cruijff.Maar verder was het natuurlijk fantas-tisch alleen al om Hans van Tongeren tezien motorrijden, de stunts die hijzelf

deed. We filmden met de acteurs temid-den van Grand Prix crosswedstrijden ende set was zomaar 6000 man groot.Belgische wereldkampioenen reden metRutgers nummer op tijdens wedstrijdenom ons te plezieren. Het was een grotekick. Aan de andere kant had Spetters

ook iets zeer intiems en intens. In descène waarbij Hans van Tongeren desnelweg oprijdt en er een vrachtwagenmiddels een spiegel op hem afdendert,heeft Hans iedereen die aan de filmwerkte ontroerd, op de set en op hetdoek. We vonden het vanzelfsprekend datHans dit allemaal deed, maar tegelijker-tijd bewonderden we hem. Rutger had datzelfde bij Soldaat.Het is hierom dat de kritiek op Spettersmij altijd pijn gedaan heeft alsof het kritiek op mijn eigen film was. De criti-

casters hebben geen idee gehad van deliefde en toewijding waarmee Spettersgemaakt is en blijkbaar hebben ze datook niet kunnen zien, de blinden vanwaarden- en normenland.

Er zijn een aantal films waar je welsamen aan begint, maar die niet gemaakt zijn.Death comes as the end, gesitueerd inhet Egypte van de farao’s en hoge-priesters, was er zo een. Een AgathaChristie boek. Op een bootje tuften Paulen ik De Nijl af. Plekken waar je normaalniet kon komen op de onontslotenNijloever bestemd voor de doden.Landschappen, uitzichten zo uniek enmooi, plekken waar geen zinnig mensbehalve een filmmaker in de hitte naartoe klimt om te zien hoe zijn film zoukunnen worden. Die reis over de Nijl isdan zomaar een cadeau dat uniek blijftomdat je de beelden van die film alleenmet elkaar deelt.

Jindra Markus

Spetters had ook ietszeer intiems en intens

‘We werden connaisseurs van de motorcross, maar ook van andere zaken’

Page 17: DDG Gazet 2004/5

Onlangs werden de netten van dePublieke Omroep van een nieuw jasjevoorzien. Deze vormgeving ging verder dan logootjes, jingles en kadersuniformeren voor de herkenbaarheid van de netten. Er werd besloten om ookhet fenomeen aftiteling eens grondig te herzien. Het nieuwe beleid heeft totgevolg dat ook de creditrolls van zogeheten onafhankelijke productiesgeüniformeerd moeten worden. De nieuwe regels zijn als volgt:

* Het beëindigen van een programma inclusief de aftiteling mag nooit langer dan 30 seconden duren;

* Een aftiteling mag nooit beeldvullend in beeld tegen een vaste achtergrond worden vertoond (zie ook kadertekst)

Het schoot niet alleen regisseurs, maarook producenten in het verkeerde keelgat, wat leidde tot een brief van de Federatie Filmbelangen aan de drienetmanagers:

Geachte heren Van Dijk, Daalmeijer enVan der Meulen,Onlangs hebben Nederland 1, 2 en 3 eennieuwe vormgeving gekregen. Onderdeelvan deze nieuwe stijl is de uniformiseringvan de aftiteling. Wij willen u met klem

verzoeken om deze uniformisering niettoe te passen op de titelrollen van pro-ducties van onafhankelijke producenten.Titels zijn een integraal onderdeel vaneen film en daarom het domein van deregisseur en de producent. De producentmoet kunnen beschikken over de titelrol,omdat hij verplichtingen tot naamsver-melding moet kunnen nakomen dievoortvloeien uit de auteurswet, aange-gane overeenkomsten en gebruiken inde sector. De regisseur dient op zijnbeurt de titelrol te kunnen vormgeven,omdat de timing, het ontwerp en de kleurvan de titels belangrijke instrumentenzijn om de sfeer van de film te bepalen.Meer in het algemeen willen wij u degedachte in overweging geven dat voorzowel onze producties als uw uitzendin-gen de persoonlijke signatuur kenmer-kend is. Het ligt dan ook voor de hand dat juist de Publieke Omroep producen-ten, regisseurs en hun medewerkers degelegenheid geeft om hun film in huneigen stijl te ondertekenen.

Helaas, men is onvermurwbaar trots opde nieuwe style in Hilversum. Dus kreegde Federatie het volgende antwoord:

Uw brief d.d. 5 januari is besproken in de vergadering van de Coördinatie

Commissie TV, waarin de netcoördina-toren zitting hebben.De nieuwe vormgeving is vooral ont-worpen om de continuïteit van het net te verbeteren; de netstyling is immersvan groot belang bij het stimuleren vanhet zogenaamde doorkijkeffect. De nettenzijn dus zodanig vormgegeven dat zij deaandacht van de kijkers zo lang mogelijkproberen vast te houden.Deze insteek heeft inderdaad gevolgengehad voor de aftiteling van de program-ma’s. Niet alleen films van onafhanke-lijke producenten hebben hiermee temaken. Ook van andere programma’s diewij uitzenden is de aftiteling aangepast.U vraagt ons om vertoning van de geheleaftiteling. Helaas kunnen en willen wij,gelet op het bovenstaande deze uitzonde-ring niet maken. Voor zover nodig zullenrelevante contracten op dit punt aange-past moeten worden.

Voor wie het nog niet heeft begrepen: de Publieke Omroep vindt zichzelfbelangrijker dan de makers van hun programma’s, is als de dood voor zap-pende kijkers – een aftiteling is immerseen potentieel zapmoment – en ziet in deFederatie Filmbelangen niet een partijdie je serieus hoeft te nemen. Sterkernog, ‘relevante contracten zullen aange-past worden’ opdat niemand meer rechtheeft op een aftiteling die niet goedge-keurd is door het Hilversumse Politburo.Het werd DDG vice-voorzitter Paul Cohenteveel en hij schreef onderstaand stukdat eerder onder de titel Tetterbak ofTelevisie op de opiniepagina van het NRC Handelsblad verscheen.

Primaire impulsenAl jaren is de publieke omroep in de weerom het kijkcijfersucces van de commer-ciëlen bij te benen. Sneller, korter, meerbeweging!‘De netstyling is van groot belang bij hetstimuleren van het zogenaamde doorkijk-effect. De netten zijn dus zodanig vorm-gegeven dat zij de aandacht van de kijkers zo lang mogelijk proberen vast te houden.’‘Doorkijkeffect’ – is dit de gewaarwordingvan het doorkijken van een tijdschrift inde wachtkamer van de tandarts?

Aftiteling op de hellingDe aftiteling is ten prooi gevallen aan netstyling. In verband met het doorkijkeffect.Begrijpt u wel? Nee? Nu, het is afgelopen met de zapgevoelige rolls & scrolls dievertellen wie verantwoordelijk is voor een programma. Verhaaltjes op TV wordenvoortaan uitgeblazen door een olifant in de porseleinkast.

Page 18: DDG Gazet 2004/5

Er is natuurlijk niets tegen het vast-houden van de aandacht van het publiek,maar dat kan op verschillende manieren.De Publieke Omroep kiest ervoor de wegte volgen die de commerciëlen – op hunbeurt in navolging van de Amerikaansetelevisie – hebben ingeslagen: het effectvan overdonderen en het aanspreken vanprimaire impulsen en emoties. Hiermeewordt de televisie steeds meer een tetterbak, een kermisgebrul gericht op de middelmaat want daar zijn de grootstereclameopbrengsten te halen.Ligt het op de weg van de PubliekeOmroep om met overheidsgeld te doenalsof ze commercieel zijn? Voor een commercieel bedrijf is een tv-programmageen doel, maar een middel om zo veelmogelijk geld te verdienen. Het had netzo goed om appelmoes of autobandenkunnen gaan, maar nu is het toevalligtelevisie. Als het maar winst maakt. De winst kan je opdrijven met holle ver-lokkingen, mikken op de grootste gemenedeler, opgepompt vormvertoon, kortom:korter, sneller en meer beweging. Zo wordt de kortste weg genomen naarhet toppunt der afstomping. Zie deAmerikaanse televisie: een grotere vergaarbak van imbeciele aandachttrek-kerij is nauwelijks voor te stellen.Het kortwieken van de aftiteling past in

dit streven. Bij de commerciëlen wordende credits vaak al helemaal weggelaten,want wie interesseert het nou welkeacteur die mooie bijrol vertolkte, laatstaan wie verantwoordelijk was voor hetbeeld van de film? Zodra het tv-productsamen met de kaasblokken en de zoutjesis opgeslurpt moet men snel naar de vol-gende impulsbevrediger. Doorkijkeffect.

Zo wil de Publieke Omroep kennelijk ookworden, in haar blinde hunkering naarhoge kijkdichtheid.

Slow TV‘U vraagt ons om vertoning van de ge-hele aftiteling. Helaas kunnen en willenwij (...) deze uitzondering niet maken.’Het uitzenden van aftiteling wordt reedsals uitzonderlijk beschouwd. Maar deaftiteling is een onderdeel van de film.Het hoort erbij zoals een vlag op eenschip.Behalve de vraag of het wel de taak vande Publieke Omroep is om het overheids-geld op deze manier aan te wenden,getuigt deze beknotting ook van

onderwaardering voor de makers van het programma – helemaal wanneer het zelfstandige makers van buiten de omroep zijn.Er zou een Slow TV-beweging opgerichtmoeten worden, analoog aan de SlowFood-beweging, die zich teweer stelttegen de verschraling en de eenvormig-heid in het voedselaanbod als gevolg vande industrialisering. ‘Het bewust genie-ten van goede eerlijke gerechten kan de redding zijn van de biodiversiteit, de duurzame landbouw, de cultureleidentiteit van de verschillende gebiedenen van lokale economieën’, zegt SlowFood-oprichter Carlo Petrini in het NRC-Handelsblad van 30 jan. Hij propageerthet genot en de goede smaak, om kwali-teitsvoedsel en traditionele gerechten teredden voordat ze zijn uitgestorven.Eenvormigheid is, net als verpakkingen in de supermarkt of de winkelketens dieelk stadje hebben gekoloniseerd, handigen kostenverlagend. Op televisiemarktenheeft men het over ‘niches’, waarbinnende programma’s moeten vallen. Zo zijn er‘niches’ voor b.v. sport, drama, natuur ofkunst. Wat niet in de niche past, is danook niet te programmeren. Verschillende van mijn eigen films, die bij potentiële kopers zeer in de smaak vielen, werden toch – helaas, helaas –

Aft i tel ing op de hell ing

Wat niet in de niche past,is niet te programmeren

Page 19: DDG Gazet 2004/5

niet aangekocht omdat ze niet in eenniche pasten.De tv-industrie wordt meer en meer eenfast food keten, gericht op de middelmaatvan de massa. De programmachefs vin-den het zelf ook niet leuk – dat zeggensommigen in ieder geval, maar ze moe-ten wel, want het wordt gedicteerd doorde netmanagers.Zou het wel de functie van de PubliekeOmroep moeten zijn om met overheids-geld deze weg te blijven gaan? Of moet de Publieke Omroep trachten op eenandere manier de aandacht van de kijkersvast te houden, zodat ze doorkijken, bij-voorbeeld door weer eens kwaliteitsdra-ma te helpen produceren, door risico’s te nemen en onbekende, smaakvollegerechten te serveren, die gemaakt

zijn met zeldzame, op kleine akkertjesgerijpte gewassen, en bereid doorambachtelijke chef-koks?De zelfstandige film- en tv-makers(schrijvers, regisseurs, producenten,researchers, cameramensen, geluids-mensen, editors, componisten, etc.) moeten gekoesterd worden en niet naarde marge geschoven in een uniformise-ring, waarbij de individuele prestatie er weinig meer toe doet. De PubliekeOmroep heeft belang bij de initiatieven en de energie van de freelancers, maarwil liever geen credit geven. In de fastfood tv die de Publieke Omroep probeertna te maken is er steeds minder ruimtevoor de ‘ambachtelijke filmer’.

Paul Cohen/(PM)

Deze twee regels gelden voor alle programma´s en

programmasoorten. Over de inhoud van het einde

van het programma, dus over hoe de aftiteling wordt

ingevuld en welke partijen allemaal bij de afkondi-

ging betrokken zijn, gaan we als netcoördinatie niet,

immers de omroepen zijn verantwoordelijk voor de

inhoud van het programma. Als een regisseur daar

invloed op wil hebben omdat de aftiteling mede

de sfeer van de film bepaalt zal hij of zij daarover

met de afzonderlijke omroepen zelf afspraken

moeten maken. Deze afspraken worden door

ons getoetst op twee criteria:

1) binnen de 30 seconden en

2) nooit beeldvullend tegen vaste achtergrond.

(bron: Publieke Omroep; afd. Marketing

Communicatie Netcoördinatie)

RReeddaaccttiiee

Hans Hylkema, Janette Kolkema,

Patrick Minks, Erik van Zuylen

MMeeddeewweerrkkeerrss aaaann ddiitt nnuummmmeerr

Frank Jansen, Ben Sombogaart,

Felix Kalkman, Jacqueline van Vugt,

Jindra Markus, Paul Cohen, Fedor

Limperg/PRETTANG Illustrators

met dank aan Marijke Jongbloed,

Jørgen Krielen en NRC Handelsblad

VVoorrmmggeevviinngg

Van GOG, Amsterdam

KKooppiijj iinnzzeennddeenn vvoooorr 33 mmeeii 22000044

bij voorkeur per email naar

[email protected]

C O L O F O N

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd

en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande

schriftelijke toestemming van de betrokken auteurs.

De redactie heeft getracht de rechthebbenden van

het beeldmateriaal te achterhalen. Wie desondanks

meent beeldrecht te kunnen doen gelden, wordt

verzocht contact op te nemen met het DDG-bureau.

bbuurreeaauu DDDDGG//rreeddaaccttiieeaaddrreess

Van der Hoopstraat 84-hs

1051 VL Amsterdam

tel.: 020 6842807

fax: 020 6885299

email: [email protected]

www.directorsguild.nl

Page 20: DDG Gazet 2004/5

Mart Dominicus heeft als artistiekadviseur van het Filmfonds tienfilmauteurs die hij het afgelopen jaarhad gemist in zijn brievenbus, mettienduizend euro uit de wachtkamergejaagd. Peter Delpeut is een van degelukkigen. Groen licht voor zijn MataHari-project en een Telefilm liet algeruime tijd op zich wachten. Dus aan de slag dan maar? Of nog evenwachten?

Is de shortlist van Dominicus het soort erkenning waar je als wachtenderegisseur naar smacht?Nee. Ik zie het als een persoonlijker handelen van een instituut (Filmfonds)dat veelal te onpersoonlijk functioneert.Het is stimulerend dat iemand daar zitdie zegt: ‘Ik heb te lang geen speelfilm-project van je gezien en dat vinden wejammer.’ Door het overdadige gebruik van het woord ‘publieksfilm’ in de offi-ciële uitingen van het Filmfonds voelde ik me een beetje vervreemd van hetfonds. Uiteindelijk moet de kracht en de inspiratie om aan een project te werken vooral uit jezelf komen, maar een warmhartige voedingsbodem werktstimulerend. Die warmhartige stimule-ring voelde ik na Felice...Felice... meervanuit de instanties en personen die ver-antwoordelijk zijn voor het documentaireklimaat in Nederland. Bijna ongemerktben ik daardoor documentaires gaanmaken. Het zijn moeilijk grijpbare pro-cessen, maar ze hebben wel hun invloed.

Voel je je uitverkoren of just lucky?Waar ik me gelukkig over voel is dat Martondanks onze voor iedereen bekendevriendschap niet heeft besloten me daarom niet in de lijst op te nemen. Ikheb het afgelopen jaar geen project bijhem aangekaart, juist vanwege de vriend-schap. Mart vond dat onzin. Hij volgt mijnwerk al twintig jaar en heeft daar altijdzinnige dingen over gezegd – dingen dieverder gingen dan een vriendschappelijk

schouderklopje. Op basis van mijn filmswilde hij me in de lijst. Een moedigbesluit.

Is dit een goede gelegenheid om eenvergeten project uit de la te trekken ofjuist een duw in de rug voor iets nieuws?Projecten hebben bij mij een hele langeincubatietijd. Die groei is vaak letterlijk af te lezen aan mijn boekenkast: er zijnplankjes die langzaam vol groeien. Als er veel beweging in komt, dan weet ik dat het tijd wordt om meer met eenonderwerp te doen. Met dit geld wil ik tijd vrijmaken om van drie projecten teonderzoeken welke het meeste rechtheeft op een snelle uitwerking. Het geeftme ook de kans om aan alle drie te wer-ken, niet alleen achter mijn computer,maar ook door naar locaties te gaan en me daar te laten inspireren.

Vind je jezelf een kanshebber voorCannes – zoals er steeds in de krantenaan de shortlist wordt gerefereerd?Laten we er eerst maar eens voor zorgendat onze films daar draaien en dan overde prijzen gaan dromen. Bovendien, mijnadagium luidt: ‘Als je prijzen wilt winnenmoet je gaan hardlopen.’ In onze sectorzijn prijzen cadeautjes. Om cadeautjesbedel je niet – dat vond ik vroeger ook al:Sinterklaas heeft nooit een cadeaulijstjevan mij ontvangen.Het is overigens wel stimulerend om opbepaalde festivals te draaien. Ik had filmsin Berlijn, Venetië en Locarno, maar ikbewaar veel betere herinneringen aanBoedapest, Montreal en Jeruzalem.Misschien minder hoog in de hiërarchievan de festivals, maar daar gebeurdentoevallig dingen die me inspireerden omverder te gaan op de weg die ik was ingeslagen.Felice...Felice... was in de race voor eenmooi bijprogramma in Cannes. Dat gingniet door. Achteraf begreep ik dat men de film toch te esoterisch vond. De afge-lopen jaren heb ik geprobeerd een Frans-

talige film van de grond te krijgen. ZouFelice...Felice... in Cannes gedraaid hebben, dan zou dat veel deuren hebbengeopend. Dat is een realiteit die we onderogen moeten zien. Maar als maker kanen wil ik daar mijn werk niet aan ophan-gen. Dan maar kleine films maken – watis daar eigenlijk op tegen?

I N D E W A C H T K A M E R

Te esoterisch voor CannesP E T E R D E L P E U T

Peter Delpeut

foto

’s: J

ørge

n K

riel

en