Dbv 2014 2 01

24
118de jaargang | maart - april 2014 | tweemaandelijks tijdschrift voor de beweging rond Don Bosco | Kantoor van afgifte: 3000 Leuven mail | P209042 Vlaanderen 2 Kijk met je h rt

description

http://www.donbosco.be/uploads/media/DBV_2014-2_01.pdf

Transcript of Dbv 2014 2 01

118de jaargang | maart - april 2014 | tweemaandelijks tijdschrift voor de beweging rond Don Bosco | Kantoor van afgifte: 3000 Leuven mail | P209042

Vlaanderen

2Kijk met je h rt

inhoud

Ingeblikt 3

Schuld en boete 4

Gegrepen door de inspiratie van Turijn

(Mieke en Jan Poncelet) 6

Het Bijbelse hart 8

Kijken en luisteren met je hart 9

Citaat 10

Algemeen kapittel in Rome 11

Engageren = je laten beroeren 12

Dolle honden of mismeesterde pups –

Over agressie(beheersing) bij jongeren 14

Hart tegen hart 16

Studiedag rond Don Bosco in Oud-Heverlee 17

Positief naar de dingen kijken (Fries Verschaete) 18

De Boekenplank 20

In memoriam 21

Onze missionarissen – het avontuur wordt voortgezet 22

Ruggespraak 24

Hoofdredacteur Steven Pinnoo

Adviesraad R. Burggraeve H. Cauwenberghs A. De Cocker M. Den Haerynck D. Deraeve E. De Ridder E. Haelvoet B. Hoogwijs D. Schoofs F. Vanspauwen S. Veulemans

Eindredactie en redactieadres Mark Den Haerynck Stationsstraat 87 3150 Haacht [email protected]

Adreswijziging Don Bosco Vlaanderen Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel [email protected]

Verantwoordelijke uitgever Mark Tips, provinciaal Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel [email protected]

Lay-out en druk Drukkerij Van der Poorten nv Kessel-Lo

De bijdragen verschijnen onder de verantwoordelijkheid van de auteur.

Uw persoonlijke gegevens zijn voor u ter inzage. Ze worden nooit aan derden doorgegeven en dienen enkel voor de verzending van Don Bosco Vlaanderen.

In Vlaanderen: www.donbosco.be www.zustersvandonbosco.be

In de wereld: www.sdb.org www.cgfmanet.org

Don Bosco Vlaanderen is een gratis blad. Giften zijn daarom steeds welkom op het onderstaande adres en rekeningnummer, met vermelding van ‘Don Bosco Vlaanderen’:Don Bosco Centrale vzwFr. Gaystraat 1291150 BrusselTel. 02 771 21 00IBAN: BE27 4272 1008 4573 BIC: KREDBEBB

Foto voorpagina: Mark Den Haerynck

Een salesiaanse op de wereld Een kijk op de salesiaanse wereld

3

Veel was er bij het graf niet te zien, die eerste dag van de week. Met z’n tweeën waren ze erheen gehold, maar al wat ze zagen, was dat er niets meer te zien was: Jezus was niet alleen vermoord, Hij was nu ook verdwenen… Maar toch gebeurt hier iets bijzonders, iets dat maakt dat het verhaal van Jezus ook vandaag nog doorgaat:

we lezen dat een leerling “zag en geloofde”. We kennen hem als de ‘beminde leerling’, degene die ook het eerst bereid was om te kijken met de ogen van zijn hart… Het vraagt inderdaad een heel aparte blik, een kijk met het hart om het mysterie van Pasen te kunnen ont-waren, om dit leven écht te kun-nen vieren.

Ook Don Bosco was niet in de eerste plaats een opvoe-der met nieuwe denkbeelden, maar wel een ‘beminde leerling’. Hij zou niet ver gekomen zijn als hij niet had

Tekst: Steven Pinnoo Foto: Telomi | INGEBLIKT

Kijk met je hartleren ‘kijken met het hart’. Ook hij zag verder dan zijn neus lang was, verder – én dieper! – dan de vooroorde-len en de beperkingen waar ‘zijn’ jongens mee worstel-den. Ook hij was er steeds toe bereid nieuwe mogelijk-heden te zien met een door ‘amorevolezza’ geoefende blik. Want net als in De Kleine Prins had het ook een uit-spraak van Don Bosco kunnen zijn: “Het belangrijkste kun je niet met je ogen zien…” Een paasspiritualiteit die een heel concrete vertaling vond in het leven en de opvoeding van alledag.

Al zouden we graag in Don Bosco’s voetstappen treden, soms zwichten we voor de verleiding om met oogklep-pen in de wereld te staan, met een afgestompte en wa-zige blik… Om niet hartelijk, maar hard te zijn in ons zien, ons oordelen, ons handelen. Mag de weg naar Pa-sen dan dé tijd bij uitstek zijn om de blik vanuit ons hart weer aan te scherpen, opnieuw te zien waar het echt op aankomt? Een tijd om het jonge, nieuwe leven te leren koesteren dat aan ons wordt toevertrouwd?

4

PIT IN ‘T KLOKHUIS | Tekst: Roger Burggraeve en Steven Pinnoo Foto: Eindredactie

Pittige Bijbelverhalen voor gezinnen vandaag

Een sprookjeswereld valt in duigenVer hoeven we niet te lezen in de Bijbel, of het gaat al fout met de mens – gróndig fout… Al bij de kinderen van de eerste mens is er niet alleen sprake van ruzie en jaloezie, maar zelfs van de ergste gruwel: broeder-moord. Het is alsof de Bijbel een duidelijk statement wil maken: hij wil de lezer niet laten wegdromen in een idyllische sprookjeswereld, maar onderdompelen in de soms harde realiteit waarin ook de mogelijkheid van het kwaad bestaat. Het is ook in díé wereld dat God zijn ver-haal schrijft met de mens.De Bijbelse schrijver blijft hierbij niet onaangeroerd aan de kant staan. Want één ding lijkt voor hem ze-ker: het geweld komt nooit zomaar ‘uit de lucht vallen’. Daarom krijgt de aandachtige lezer elementen aange-reikt om te begrijpen waar dit geweld vandaan komt.Tegelijk is deze uitnodiging tot beter begrip geen po-ging om het kwaad onder tafel te vegen of goed te praten. Wel wil de Bijbel al van bij de start het signaal geven dat je mensen niet mag vereenzelvigen met het kwaad dat zij doen. En zo doet de Bijbel voortdurend iets dat ook belangrijk is in de opvoeding: een kind niet vastpinnen op de fouten die het maakt, maar proberen te begrijpen hoe het tot bepaalde daden komt, aan-dacht besteden aan de persoon, aan het verhaal achter het kwaad.

Godenkind tegen lichtgewichtDe persoon van Kaïn zal bij de doorsnee lezer niet op veel begrip en sympathie kunnen rekenen. Toch schuilt ook achter deze figuur een heel verhaal, met een ver-rassende doorkijk op de realiteit waarin wij ook van-daag leven…Het verhaal dat Kaïn uiteindelijk tot de gruwel van het geweld zal voeren, begint al bij zijn geboorte. Hij is de eerstgeborene, en zelfs zijn naam verraadt dat hij een bijna goddelijke betekenis krijgt – dat in tegenstelling tot zijn broer Abel, een ‘pluimpje’ dat niet veel gewicht in de schaal legt. Is het dan verwonderlijk dat Kaïn be-paalde verwachtingen koestert, dat hij het vanzelfspre-kend vindt dat hij erkenning krijgt?

Durven we de vicieuze cirkel van het geweld doorbreken en

de moeilijke weg zoeken van de broederschap?

Tegelijk zien we dat zijn broer Abel in zijn offer het al-lerbeste geeft wat hij kan: het is geen cadeautje van dertien in een dozijn, maar een écht geschenk waarin hij het beste van zichzelf geeft. Heel mooi, natuurlijk. Maar misschien wil hij zo zijn broer ‘voorbijsteken’? Pin-gelt ook Abel niet naar waardering – juist die erkenning waarop zijn broer recht meent te hebben?Een mens kan niet leven zonder erkenning, mensen

gaan er voortdurend naar op zoek. Ze willen niet al-leen zichzelf ontwikkelen, maar ook erkenning krijgen vanwege de ander. Ook jon-geren die een verantwoor-delijkheid op zich nemen

voor een schoolfeest of een klasuitstap, verwachten te-recht dat ze daar waardering voor krijgen.En wat gebeurt er wanneer we niet de erkenning krij-gen waarop we menen aanspraak te mogen maken? Dan voelen we ons kwaad worden…

Wilde woede“Een wilde woede greep Kaïn aan”, zo lezen we. Het gaat blijkbaar om iets ‘aangrijpends’, een drift die de mens ‘driftig’ maakt en op zijn gezicht te lezen staat. Het is een woede die ‘wild’ is, die naar buiten uitslaat.Kaïn is geen ‘binnenvetter’ die zijn woede opkropt. Ge-lukkig maar, want opgekropte bitterheid en woede kan de ziel van een mens kapot maken. Maar juist doordat deze woede tot uiting komt, kan God haar opmerken en erop reageren.Ook hier toont de Bijbelse auteur zich een ervaren op-voeder. Want ook in de opvoeding is het nooit heilzaam kinderen te leren om hun woede te verbergen, om haar ‘op te eten’, want dan zijn ze er niet meer op aan-spreekbaar. Jaren van opgekropte woede kunnen veel later soms nog een enorme agressie doen losbarsten. Hetzelfde geldt ook voor andere emoties, zoals triest-heid of argwaan: het is niet goed als kinderen voor de welvoeglijkheid leren om hypocriet te worden…Wel wil de Bijbel ons op het hart drukken dat een mens hierin een ‘tegenover’ nodig heeft, een ‘Ander’ die hem aanspreekt, in vraag stelt, waarschuwt. Een God die Kaïn op die manier wél erkenning schenkt en de hand

5

reikt. Maar Kaïn sluit zich hiervoor af, hij sluit zich op in zijn woede en weigert deze bespreekbaar – en beheers-baar – te maken. Het is zo dat zijn woede ontspoort en uitmondt in moord.Het probleem met Kaïn is niet dat hij kwaad wordt, maar dat hij weigert iets met zijn woede te doen, dat hij de dingen niet durft uitspreken. Nochtans, door te verklaren waarom hij zo kwaad en bitter is, had hij te-gelijk zijn woede recht kunnen doen én de angel eruit kunnen halen.

“Waar is je broer?”Wanneer deze vraag weerklinkt, neemt de geschiedenis een nieuwe wending voor Kaïn – en met hem voor de hele mensheid: het is het ontstaan van het ‘geweten’, de stem van de Ander in ons.Door deze kritische vraag brengt God een ‘crisis’ bin-nen: Hij wil in Kaïn een besef van verantwoordelijkheid opwekken. Pas wanneer hij dit weigert, confronteert God Kaïn frontaal met het kwaad, met zijn vreselijke misdaad.Merk op hoe het verhaal na de veroordeling van Kaïn tot een merkwaardige pointe komt, waar echter vaak overheen wordt gelezen. Want God weigert hier de lo-gica te volgen van ‘oog om oog, tand om tand’. God is blijkbaar geen voorstander van zerotolerantie: Hij ver-oordeelt zelfs het doden van de doder! En Kaïn ont-vangt zelfs een merkteken om te voorkomen dat hij gedood zou worden.

De geweldscirkel doorbrekenHet verhaal van Kaïn en Abel klinkt ons zo bekend in de oren dat we nog moeilijk beseffen hoe revolutionair het wel is. In deze verhalende studie over het geweten toont de Bijbel hoe men het kwaad en het geweld wel kan proberen te begrijpen, maar het toch moet veroor-delen. Dit is niet zo vanzelfsprekend. Zo is de Romeinse cultuur gebouwd op het stichtingsverhaal van Romulus en Remus – ook een verhaal van broe-dermoord, maar waarbij de moordenaar het haalt, zonder veroordeling: een gewetenloze cultuur die het geweld legitimeert.Zo biedt dit Bijbelse verhaal een beschouwing die uit het leven gegrepen lijkt – het leven in

onze scholen en gezinnen. Ook al duikt het geweld in duizend vor-men op, de Bijbel daagt ons uit om te blijven geloven dat opvoe-den tot broederschap mogelijk is. Hij daagt ons uit om bij de opvoe-ding de vraag te durven stellen: welke keuze maken wij? Kiezen

wij zoals de Romeinen voor het geweld van de ‘wet van de sterkste’? Kiezen we voor de onverbiddelijke vergelding van de zerotolerantie en de doodstraf? Of durven we de vicieuze cirkel van het geweld doorbre-ken en de moeilijke weg zoeken van de broederschap? Een verhaal, even radicaal als de Bergrede, dat zeker stof tot nadenken én voor de dialoog met jongeren in zich draagt…

Schuld en boete

Bijbelse verhalen, vaak alom gekend, maar soms zo weinig herkenbaar, zo denken we. Hoe kan een oud verhaal als dat van Kaïn en Abel (Genesis 4,1-16) nog iets betekenen voor ónze wereld, in óns leven?Bij een aandachtige lezing ontbolstert dit oude verhaal zich echter tot een beklijvende beschouwing over enkele van de meest fundamentele levenservaringen.

Het is niet goed als kinderen omwille van de welvoeglijkheid leren om

hypocriet te worden…

6

TE GAST | Tekst: Wilfried Wambeke Foto: Eindredactie

DBV plaatst iets of iemand voor het voetlicht

In dit nummer is Don Bosco Vlaanderen te gast in Sint-Lambrechts-Herk bij moeder en zoon Poncelet. Voor veel Turijnreizigers van de afgelopen jaren zijn Mieke (59) en Jan (34) zeker geen onbekenden. Hun leven kreeg een ‘salesiaanse’ wending toen het gezin in 1989 op zoek ging naar een internaat voor Tom, de oudere broer van Jan…

De Don BoscomicrobeDe inschrijving van Tom in het internaat in Don Bosco Hechtel was een gebeurtenis die het leven van pa en ma Poncelet en de twee zonen danig zou kleuren. Of ze daarvoor ooit van Don Bosco gehoord hadden? Toch wel: toen Jan geboren werd, had zijn opa – ook Jan – gezegd dat hij zijn naamfeest op 24 juni moest vie-ren “want dat was ook het naamfeest van Don Bosco”! En toen een leraar van Don Bosco Helchteren te horen kreeg dat Tom naar Don Bosco zou gaan, had die hen gewaarschuwd: “Als je een-

Vooral tijdens de reizen naar Turijn heeft Mieke ervaren

wat Don Bosco teweeg heeft gebracht en nog steeds in

beweging kan brengen.

maal de Don Boscomicrobe te pakken hebt, raak je ze nooit meer kwijt.”

Het engagement kleurt salesiaansDe vier gezinsleden waren voorheen ook al sterk geën-gageerd: in de Chirowerking, de parochie, de misdie-naarswerking… Ze baatten het parochiecentrum uit en waren dus nauw betrokken bij het reilen en zeilen van veel verenigingen. De Don Boscospirit die ze in Hechtel ontdekten, met een sterke klemtoon op verantwoorde-lijkheid en engagement, sloot daar wonderwel bij aan.Jan herinnert zich de sfeer van respect, de gezonde dis-cipline, het solidariteitsgevoel in de internaatsgroep, de nabijheid van salesianen en leerkrachten. Er was altijd wel een reden om iets te organiseren of te vieren. Ma

heeft kilo’s wafels gebakken voor allerlei acties. Jan ge-tuigt dat hij geworden is wie hij nu is dankzij die jaren in Don Bosco. Vooral vanaf het vierde jaar bloeiden Tom en Jan open door moni te wor-

Gegrepen door de inspiratie van Turijn

7

Jan herinnert zich de sfeer van respect, de gezonde discipline,

het solidariteitsgevoel in de internaatsgroep, de nabijheid van

salesianen en leerkrachten.

den bij de speelplaatsanimatie, door mee te reizen naar Don Bosco in Turijn, door deel te nemen aan de oase-weekends in Don Bosco Groot-Bijgaarden, enz. Mieke voegt eraan toe dat haar kinderen in Hechtel veel kansen gekregen hebben, anders dan je ze thuis zou kunnen geven.

Op zoek naar ieders talentOm gezondheidsredenen kon Jan zijn studies in het hoger onderwijs niet afwerken, maar al snel kon hij aan de slag in Don Bosco Hechtel, nu als opvoeder. Toen het internaat in 2010 definitief de deuren sloot, nam hij zijn uitgebreide ervaring als internaatsopvoeder mee naar een ander internaat waar hij nog steeds werkzaam is. Ook daar wil hij er garant voor staan dat jonge men-sen gelukkig worden. Hij gaat op zoek naar ieders ta-lent, hoe klein het volgens de jongere zelf soms ook is, en dat wil hij álle kansen tot ontplooiing geven, met respect voor het tempo van iedere jonge mens. Gaan-deweg probeert hij zo een aantal salesiaanse accenten in te brengen in zijn huidige werkcontext. Vooral bij het ontwikkelen van een visietekst over opvoeding in dat internaat kreeg hij veel ruimte om zijn ideeën in te brengen.

Naar Don Bosco in TurijnTom en Jan kwamen thuis met enthousiaste verhalen over hun eerste reis naar Turijn. Eerst gingen ze mee als deelnemer, maar al snel kregen ze de kans om de reis mee te begeleiden als gids voor andere jongeren. Het was een bijna vanzelfsprekende stap voor Mieke en Flo-ry, hun ouders, om deze ervaring ook te mogen proe-ven. In 1996 namen ze voor het eerst deel aan een reis voor volwassenen en datzelfde jaar ging Flory in Turijn de fietsen ophalen van een groep jongeren die vanuit Vlaanderen naar Turijn gefietst was. Ondertussen is Mieke 35 keren in Turijn geweest – als deelnemer, als lid van de kookploeg bij jongerenreizen en fietstochten, als gids – en bij Jan staat de teller op 33.

Don Bosco inspireertVooral tijdens de reizen naar Turijn heeft Mieke ervaren wat Don Bosco teweeg heeft gebracht en nog steeds in beweging kan brengen. Hij heeft voor haar een voor-beeldfunctie om als gelovige te leven. Iedereen heeft

wel ergens iemand nodig die inspiratie biedt, getuigt ze, en voor haar is dat Don Bosco.Jan noemt Don Bosco zijn inspiratiebron en rustpunt.

Het helpt ook hem om ge-lovig in het leven te staan: niet op een theoretische wijze, maar in heel con-crete dingen. Hij zal ook niet nalaten hierover het gesprek aan te gaan met de internen als de gele-genheid zich voordoet.

Het verhaal gaat doorZowel Mieke als Jan zijn ervan overtuigd dat je die in-spiratie moet blijven voeden en dat je ze nooit voor jezelf alleen kunt houden. Mieke is daarom bij de Me-dewerkers van Don Bosco. Maandelijks neemt ze deel aan de vormingsavonden in Hechtel. Ze volgt daarnaast nog de twee jaar durende Don Boscocursus die in Oud-Heverlee ingericht wordt door Don Bosco Vorming & Animatie. Daar ontmoet ze anderen die evenzeer ge-motiveerd zijn om Don Bosco een toekomst te geven. Je neemt dingen op, zo zegt ze, om weer te investeren op andere plaatsen. Dat dit haar actief engagement kleurt, zowel in de parochie als in de Don Boscobeweging, vindt ze vanzelfsprekend. “Don Bosco mag er gerust in zijn dat zijn werk doorgaat!”Voor Jan laat de drukte van zijn engagementen het niet echt toe om nog veel contacten te onderhouden met Don Bosco, maar hij mist het wel enorm. Hij deelt de zorg om de salesiaanse identiteit niet verloren te laten gaan. Het verminderend aantal salesianen in het werk houdt volgens hem een risico in. Anderzijds is er gelukkig een goed onderbouwd aanbod van salesiaanse vorming.

Een droom voor de toekomstJan wil een bron van inspiratie kunnen blijven voor jon-geren, als opvoeder of via zijn andere passies: muziek en kunst. Jongeren een thuis geven en hun artistieke talenten tot ontplooiing brengen, is een droom die hij ooit wil realiseren. Enkele jaren geleden tekende Jan zijn idealen uit in een tattoo die hij op zijn been liet zet-ten. Er loopt een lijn doorheen met drie kernknopen: geloof, hoop en liefde.Mieke droomt ervan om nog meer mensen op sleep-touw te nemen in Turijn omdat de ontmoeting met Don Bosco in zijn eigen context enorm motiveert om er iets mee te doen.

8

UITGELEZEN | Tekst: Eric Haelvoet Foto: Eindredactie

Het Bijbelse

hart

Het oog is een prachtig wonder! Wat buiten ons is en gebeurt, kunnen we zien omdat ontelbaar veel beel-den door onze ogen op onze hersenen geprojecteerd worden. Heeft iemand ooit berekend hoeveel beelden we zo opslaan? Als we in een grote groep komen, vin-den we onmiddellijk en van op afstand wie we zoeken. Haar of zijn beeld zit opgeslagen in het geheugen van ons brein, waardoor we de ander moeiteloos herken-nen. Bovendien gaat dit alles supersonisch snel. Zien: een schitterend wonder.

Maar kijken doen we niet enkel met onze fysieke ogen. De barmhartige Samaritaan wordt door medelijden be-wogen (Lc 10,33): hij kijkt met zijn hart en voelt mee met de ellende van de man langs de weg. En wat meer is: die bewogenheid zet hem in beweging. Hij helpt op een zeer concrete manier. Dit kijken is anders, dieper en vooral levengevend, dus creatief.

In de Bijbel staat het hart voor de persoon, meer bepaald voor zijn kern, zijn diepste wezenspunt. Het hart repre-

senteert hem daarom. Het is die dimensie in de mens waarmee hij in relatie staat met God en dus gelooft. Het maakt hem tot een religieus wezen. In zijn hart is de mens verbonden met God. Dit hart ‘ziet’ op het diepste niveau. Ma-ria laat de woorden en de gebeurtenissen toe tot in die persoonskern. Wat de engelen bij de geboorte van Jezus over Hem zeggen en wat er gebeurt met de twaalfjarige Jezus in de tempel: Maria ontvangt het in haar hart en overweegt het daar. Gods Woord en zijn handelen mogen haar helemaal bewonen.

Daarom blijft zij precies bij Jezus terwijl Hij lijdt aan het kruis (Joh 19,25). De drie niveaus van kijken gaan hier op een zeer harmonieuze wijze samen. Maria ziet Jezus tijdens zijn laatste uren. Ze wordt bewogen door zijn lijden en dood. En ze blijft met Hem verbonden vanuit haar wezenskern.

Het is opvallend dat Maria niet in zwijm valt. Een moe-der die haar Kind zo ziet lijden, beseffend wie Hij is en wat zijn roeping en zending is! En toch blijft ze staan. Ze zegt niets. Ze is verbonden met Jezus.

Bij de stervende Jezus staat niet alleen Maria. Ook de door Jezus beminde leerling staat er. Nergens in het Nieuwe Testament vernemen we zijn naam. Ook hij kijkt met de ogen van zijn diepste wezenskern. Op Pa-sen loopt hij sneller dan Petrus naar het graf. Petrus gaat als eerste binnen, maar het is de beminde leerling die binnengaat en gelooft (Joh 20,9). Zien en geloven staan hier onmiddellijk bij elkaar. Zien met het Bijbelse hart is geloven. En geloven traint de mens om met de ogen van zijn diepste persoonskern te zien.

“Maria bewaarde al deze woor-den in haar hart en bleef erover nadenken… Hij [Jezus] reisde met hen terug naar Nazaret en was hun voortaan gehoorzaam. Zijn moeder sloot alles wat er met Hem gebeurd was, op in haar hart.”

(Lc 2,19.51)

9

Groeien naar een conflictpositieve omgeving

Tekst: Wim Hanssens Foto: Eindredactie | GROEIRUIMTE BIJ CRISIS

Kijken en luisteren met je hart

Kijken en luisteren met ons hart vereist enkele belang-rijke vaardigheden en persoonskenmerken zoals: een oprechte interesse, onvoorwaardelijke verwondering voor het verhaal van de jongere, een open houding, respect en liefde.

De kunst van het luisteren is op een schitterende wijze weergegeven in het Mandarijns teken.

Dit teken is harmonieus opgebouwd uit vijf afzonder-lijke componenten:• Oor: we hebben twee oren en één mond – onze ziel

heeft oren nodig om te communiceren.• Oog: luisteren doen we door te kijken naar het onuit-

spreekbare.• Koning: respect, erkenning voor het verhaal en de

persoon die we beluisteren.• Onverdeelde aandacht: aandacht als teken voor ware,

oprechte bekommernis.• Hart: aandacht voor het woordeloze, voor de gevoe-

lens die schuilen in het hart.

Door te vertrekken vanuit de emoties, gedachten en ge-voelens van de jongere in stresserende situaties, streven we vier doelen na. We leren alterna-tief en constructief ge-drag aan, vergroten het zelfvertrouwen van de jongere, verminderen de angst van de jongere en ver-hogen het begrip en het inzicht in het eigen gedrag, in de eigen gevoelens en die van anderen.

Enkele uitgangspunten:• Conflicten zijn eigen aan het samenleven, net zoals

harmonie in het samenzijn een essentieel onderdeel uitmaakt van het leven.

• Mensen stellen slechts uitzonderlijk intentioneel de-structief gedrag naar zichzelf of anderen. Grensover-schrijdend gedrag wordt meestal gestuurd door een onderliggende pijn, frustratie, angst, verdriet… Het is vaak een smeekbede naar een luisterend oor.

• Het louter sanctioneren leidt vrijwel nooit tot inzicht, groei en/of een zinvol leerproces in het constructief leren omgaan met stress.

Wanneer een jongere dus schijnbaar uit het niets agres-sief reageert, roept, tiert, scheldt, slaat, wegloopt… dan wil de jongere ons duidelijk iets vertellen. Toch brengt dit gedrag ons uit evenwicht, bezorgt dit ons een ge-voel van onbehagen, onveiligheid. De meest menselijke manier om hierop te reageren is door het gebruik van tegenagressie of door onmiddellijk te sanctioneren in de hoop het gedrag te stoppen, te onderdrukken. We missen hierbij de kans tot het opzetten van een belang-rijk leerproces.

Niets komt uit het niets.

Wanneer een jongere grijpt naar agressief gedrag te-gen zichzelf of de ander, dan vertrekt dit gedrag vanuit een emotie die de gedachten en gevoelens kleuren (zie het januarinummer). Willen we streven naar alternatief gedrag, dan dienen we in steun te blijven staan en via communicatie inzicht te verwerven in deze onderlig-gende gedachten en gevoelens bij deze jongere en dit inzicht ook door te geven aan de jongere.

Geen eenvoudige opgave! Communicatie is immers veel meer dan spreken met en/of spreken tegen de jonge-re. Bij oprechte communicatie dienen we ons oordeel over het waarneembare gedrag uit te stellen, afstand te doen van ons ‘Groot Gelijk’ en onze ‘bril’ af te zetten om de werkelijkheid te bekijken en te beluisteren door de ‘bril’ van de jongere.

10

“In ieder van deze jongeren,

ook de meest ongelukkige,

zit er iets dat vatbaar is

voor het goede. De taak

van de opvoeder bestaat

erin die gevoelige snaar

te vinden en haar

te laten trillen.”

Vaak cultiveren volwassenen een negatief beeld over jongeren en hebben ze al te gemakkelijk hun oordeel en kritiek klaar. Deze uitspraak van Don Bosco toont ons de weg waarlangs hij het vertrouwen en de hoop in de jeugd wist te her-winnen: door zijn jongeren met een positieve en doelgerichte houding nabij te blijven, door naar hen te kijken met een blik vanuit het hart…

Tekst: Wilfried Wambeke Foto: Eindredactie | EEN WOORD WAARD

11

De moeite waard om ter sprake te brengen

Tekst: Wilfried Wambeke Foto: Eindredactie | EEN WOORD WAARD

VertegenwoordigingToen het eerste algemeen kapittel van de salesianen in 1877 samenkwam duurden de werkzaamheden van de 23 kapittelleden onder het voorzitterschap van Don Bosco 13 dagen. Anno 2014 zullen er ruim 200 mede-broeders aan het kapittel deelnemen. Voor onze pro-vincie Vlaanderen-Nederland zijn dat Mark Tips, provin-ciaal, en Wilfried Wambeke, die door de medebroeders gekozen werd als afgevaardigde van de provincie.

Getuigen van evangelische radicaliteitIn 2012 werden de salesianen wereldwijd uitgenodigd door hun Algemeen Overste don Pascual Chávez om zich te bezinnen over hun identiteit als religieuzen: als ons leven en ons werken geen diepe wortels (radices) heeft in het evangelie, zo schreef hij, wijkt het funda-menteel af van de oorspronkelijke visie van Don Bosco en dreigt het te verzanden in activisme. Daarmee was het thema gelanceerd waarover het algemeen kapittel zou handelen: de salesianen als ‘Getuigen van evan-gelische radicaliteit’. Alle medebroeders van de hele wereld werden betrokken in het denkproces over hun identiteit, eerst op lokaal vlak en naderhand op provin-ciaal niveau. Alle provinciale documenten werden dan verwerkt tot het basisdocument dat de leidraad zal zijn voor de besprekingen.

BeleidsoptiesAlgemene kapittels zijn telkens mijlpalen geweest in de geschiedenis van de salesiaanse congregatie. Het gedachtegoed van Don Bosco wordt er bij de tijd ge-bracht: geen gemakkelijke opgave als je bedenkt in hoeveel verschillende culturen en omstandigheden de salesianen werkzaam zijn. Een intense manier van wer-ken moet er voor zorgen dat er na zeven weken een aantal beleidsopties op tafel liggen die richtinggevend zullen zijn voor de komende jaren.

Een nieuwe opvolger van Don BoscoNaast het inhoudelijke werk heeft dit algemeen kapit-tel nog een andere belangrijke opdracht. Wanneer de kapittelleden elkaar in de loop van de werkzaamheden beter hebben leren kennen, wordt tegen het einde van het kapittel een nieuwe hoofdraad gekozen, met als eerste stap de verkiezing van een nieuwe Algemeen Overste als tiende opvolger van Don Bosco.

De hele salesiaanse wereld kijkt met grote verwachtin-gen uit naar dit algemeen kapittel en zijn resultaten, in de overtuiging dat het evangelisch geïnspireerde cha-risma van Don Bosco ook voor onze tijd richtinggevend blijft in het werken voor en met jonge en gewone men-sen.

Algemeen kapittel in RomeVan 22 februari tot 12 april 2014 vindt te Rome het 27ste algemeen kapittel van de salesianen plaats. In de Constituties van de salesianen wordt deze belangrijke gebeurtenis omschreven als ‘het hoogste ge-zag in de Sociëteit’. Verder beschrijven de Constituties het algemeen kapittel als “een broederlijk treffen waarin de Salesianen zich gemeen-schappelijk bezinnen om trouw te blijven aan het evangelie en aan het charisma van de Stichter en voeling te houden met de noden van tijd en plaats”. Daarom verzamelen de kapittelleden eerst in Turijn waar ze broederlijk enkele dagen in bezinning en gebed doorbrengen ‘bij de bron’, op de plaatsen waar Don Bosco leefde en werkte. Daarna verhuizen ze met z’n allen naar het Salesianum in Rome waar de werk-zaamheden zullen plaatsvinden.

12

GENEGEN.BE | Tekst: Don Bosco Vorming & Animatie Foto's: Björn Larsson, eindredactie

Samen Don Bosco een plaats geven

Waar het hart vol van is, daar vloeit de mond van over. Mirte Wolfs en Firmin Vanspauwen zijn hier het levende bewijs van. Het weerzien tussen oud-leerling en oud-leerkracht is hartelijk. Samen rond de tafel getuigen ze hoe Don Bosco vandaag een plaats krijgt in hun leven. Twee ervaringsdeskundigen aan het woord. Ieder vanuit zijn eigen geschiedenis, ieder met zijn eigen dromen.

Een heilige als de anderen“Ik ben al enkele jaren weg van Don Bosco Hechtel. Ik volgde ondertussen een zevende jaar kunst in Antwer-pen en een grafische opleiding in Gent. En vandaag volg ik een lerarenopleiding aan een CVO”, begint Mir-te. “Toch blijf ik nog steeds verbonden met Don Bos-co en dan vooral in mijn engagement voor speelplein Groene Zone bij de zusters in Heverlee. Dat doe ik nu bijna tien jaar.”

“Sinds februari 2013 mag ik genieten van mijn pensi-oen. Negenendertig jaar heb ik hier in Hechtel lesgege-

Engageren = je laten beroeren

ven, wiskunde en fysica”, vertelt Firmin. “Al laat ik de school en Don Bosco niet helemaal los. Via een aantal projecten en activiteiten blijf ik betrokken op de school en op de beweging, bijvoor-beeld via de vormingen voor nieuwe personeelsle-den en de werkgroep die het feestjaar 2015 voorbe-reidt.”“En zeggen dat ik Don Bosco nauwelijks kende toen ik hier in 1974 be-

13

gon. Op dat moment was hij voor mij een heilige als de anderen. Ik was pas afgestudeerd en op zoek naar werk. Maar je voelde direct dat deze school anders was. Geen omheining rond het terrein, direct contact tussen leerlingen en leerkrachten, enzovoort. Mijn ogen gin-gen open.”

“Dat voel je ook als leerling”, pikt Mirte in. “Ik kwam hier terecht in het derde jaar via mijn oudere zus, Edse. Ik mocht me direct thuis voelen. Nog voor het eerste belsignaal werd ik aangesproken door een leerkracht,

mijnheer Duchateau. Die warme sfeer mocht ik wat later ook ontdekken bij de zusters in He-verlee.”

Je hoort wel wat“Gaandeweg leer je als leerling ook de figuur van Don Bosco kennen. Je ziet zijn beeltenis over-al en je leert over zijn leven en werken in lessen of

bezinningen. Of op het feest van Don Bosco. Het-zelfde geldt voor het speelplein. Maar vooral als lid

van de pastorale animatiegroep leerde ik hem beter kennen, door als groep na te denken over hoe we hem vandaag een plaats kunnen geven.”

“Toen ik startte, was Don Bosco nog veel indringen-der aanwezig op school. In het lessenrooster was weke-lijks een eucharistieviering ingebouwd. Dit 33ste lesuur bestaat trouwens nog steeds, maar is uiteraard, samen met de tijd, geëvolueerd naar een titularisuur, een pas-toraal-pedagogisch uur. Je kon met andere woorden als leerkracht niet om Don Bosco heen.”“Ik heb samen met anderen twee kijkspektakels ge-maakt over zijn leven, in 1988 en 2005. Tijdens de voor-bereiding heb ik heel wat research moeten doen, boe-ken moeten lezen. Door dit werk leerde ik Don Bosco nog veel beter kennen en groeide mijn fascinatie. Als je erin stapt, als je je engageert, word je zo meegezogen.”

“En je krijgt bij Don Bosco veel kansen om zo’n verant-woordelijkheid te nemen, ook als jongere. Je wordt uitgedaagd om telkens je grenzen te verleggen”, gaat Mirte door. “In alle vrijheid, in alle authenticiteit. Het vertrouwen dat leerkrachten geven, doet je openbloei-en.” “De ruimte krijgen om je passie te tonen in je werk,

zorgt ervoor dat je niet praat over ‘de’ school, maar wel over Don Bosco Hechtel, ‘mijn’ school”, stelt Firmin.

Kaarsjes uitblazen“Je wilt je leerlingen iets meegeven, iets meer dan je vak. Je probeert hun, vanuit een salesiaanse traditie, waarden mee te geven. Ik denk aan dienstbaarheid ten aanzien van de andere, je laten raken, je laten bewegen door de andere. Je roept hen op die manier op zin te geven aan het leven.”

“Zulke dingen neem je mee als leerling”, getuigt Mir-te. “Je laten raken, het positieve blijven zien in iedere mens en het steeds weer opnieuw kansen geven zijn waarden die ik op school en thuis heb meegekregen. Ik probeer ze op mijn beurt door te geven, bijvoorbeeld aan de moni’s op het speelplein.”“Je kunt enkel maar aanreiken, het is de ander die kiest. In 2011 deed ik mee aan de Wereldjongerendagen in Madrid. Het heeft me enorm getroffen hoe makkelijk wij, jongeren uit de westerse wereld, mogen en kunnen geloven. De Bijbel is voor ons een leidraad waaruit je kan en mag putten, geen wettekst. Je gelooft omdat je zélf gelooft, niet omdat je ouders of school dat vragen.”

“Don Bosco is ook geloven”, vertelt Firmin. “Dat wil je alleszins meegeven als bijvoorbeeld duizend leerlingen in de sporthal verzamelen voor de eucharistie naar aan-leiding van het feest van Don Bosco. Maar ook als opvoe-der. Ik ging wel eens naar de kapel en vroeg hem dan: ‘Awel, Giovanni, hoe is ’t?’ Of ik dreigde al zijn kaarsen uit te blazen als hij niet voor goed weer zorgde.”

Een puzzelstuk zijn“Mijn toekomst ligt vandaag thuis, bij mijn gezin. Al wil ik mij op één of andere manier toch steeds blijven engageren om het erfgoed van Don Bosco mee uit te dragen. Want er is meer dan ooit nood aan.”

“Wat de toekomst voor mij brengt, weet ik nog niet. Ik wil graag met Jeugddienst Don Bosco op reis naar Zam-bia, ik wil mij ook voor andere projecten engageren. Misschien samen met anderen zelf iets uitbouwen. En leerkracht zijn. We zien wel. Ik wil een puzzelstukje zijn in de puzzel van jongeren. Ik wil hun mee kleur geven.”

14

GROEISTOOT | Tekst: Dirk Schoofs Foto's: Dirk Schoofs, eindredactie

Praten over opgroeien en de perikelen daarbij

Is de agressie bij jongeren toegenomen?JVA: Neen, maar we moeten eerst definiëren wat we met agressie bedoelen. We maken een onderscheid tus-sen verbale en fysieke agressie. Verbale agressie kunnen dreigementen zijn, terwijl intimidatie of slaan fysiek is. Bovendien kun je niet alle agressie over dezelfde kam scheren. Gaat het om ernstige feiten of om een eerder milde vorm? De cijfers bewijzen dat het aantal zware agressiedelicten de afgelopen vijftig jaar nauwelijks is gestegen. De cijfers van jeugdcriminaliteit zijn zelfs ge-daald vanaf 1995, tegen alle verwachtingen in. Bij be-paalde etnische groepen is het aantal agressiegevallen toege-nomen, maar ook daar gaat het om kleine percentages. Je moet de verhalen over stijgende cri-minaliteit dus sterk relativeren. Meer nog, de perceptie dat jeugd alsmaar gewelddadiger wordt, is van alle tijden. Tijdens mijn lezingen citeer ik vaak uit een encyclopedie van mijn grootvader waarin staat dat tussen 1895 en 1898 de kindermisdadigheid met 35% is toegenomen. Als deze tendens zich had doorgezet, zouden alle huidige jongeren criminelen zijn…

Vanwaar dan toch die perceptie?JVA: Via allerhande professionele en niet-professionele mediakanalen zitten we tegenwoordig met de neus op ieder incident. Wanneer er op een school een agressie-incident plaatsvindt, wordt dit in de media breed uit-gesmeerd en dat was vroeger niet het geval. Ook soci-ale media spelen hierbij een rol. Leerlingen nemen zelf filmpjes op en publiceren die op YouTube – denk maar aan het bekende filmpje van de leraar die een leerling met het hoofd in een emmer mortel duwt. Chauffeurs rijden met een goedkoop cameraatje op het dashboard

en filmen agressief rijgedrag. Daar praat men weken, zelfs maanden over, het lokt debat-ten uit en dit alles creëert de perceptie dat de agressie uit de hand loopt op onze scholen.

Heeft agressie te maken met de

gezinssfeer of de schoolsfeer?JVA: Het is een combinatie van factoren. Ik denk in eerste instantie aan biologische factoren, zeg maar erfelijke fac-toren. Er zijn een beperkt aantal kinderen, pakweg 5%, die vanaf de geboorte met een moeilijk temperament

Dolle honden of mismeesterde pups

Over agressie en agressiebeheersing bij jongeren

Bepaalde straffen van ouders zijn een toonbeeld van agressie. Dat gedrag zullen kinderen imiteren op school en tegenover

leeftijdsgenoten.

15

op de wereld komen. Deze impulsieve jongeren kunnen zich moeilijk bezinnen over hun gedrag en beschikken onvoldoende over het vermogen om te anticiperen. Ze zijn nauwelijks in staat de gevolgen van hun gedrag te overzien. Wanneer deze kinderen niet goed worden op-gevoed terwijl ze vaak slechte straffen krijgen, dan kan het helemaal fout lopen. Bepaalde straffen van ouders zijn een toonbeeld van agressie. Dat gedrag zullen deze kinderen imiteren op school en tegenover leeftijdsgeno-ten. Het is evenmin een kwestie van beschaving, want met deze term leg je de fout te zeer bij het kind, terwijl gedrag altijd aangeleerd wordt: gedrag komt niet uit de lucht vallen. Ouders en zelfs leerkrachten kunnen onbe-wust agressief gedrag uitlokken bij bepaalde leerlingen.

Interpreteert u een straf als een vorm van agressie?JVA: Ik ben niet tegen straffen, maar harteloos gege-ven straffen doen meer kwaad dan goed. Ouders die voornamelijk fysieke straffen toepassen, geven een fout voorbeeld. Als je nooit de kwaliteiten van een kind in de kijker zet en alleen het negatieve in de aandacht brengt door bestraffing, is de prognose ongunstig.

Welke vuistregels geeft u mee aan leraars, opvoeders en ouders die met agressie bij jongeren worden geconfronteerd?JVA: In mijn boeken en op mijn website staan een aan-tal tips. Laat ik er enkele opsommen… Je hoeft je door driftige pubers niet persoonlijk aangesproken te voe-len. Blijf er rustig onder en blijf in alle omstandigheden zelf beleefd. Probeer hen niet onmiddellijk te confron-teren met hun gedrag. Je hoeft trouwens meestal niet meteen te reageren. Vermijd dat de jongere in kwestie gezichtsverlies lijdt. Spreek de jongere consequent met

Terwijl ik het interview van gisteren met Juliaan Van Acker laat be-zinken, klinkt door de ochtendradio hoe een bende jongeren een scholier in een bushokje hardhandig hebben aangepakt. Voor zijn koptelefoon… Om de haverklap worden we opgeschrikt door be-richten over terreur door jongelui en zelfs kinderen. Is dit een teken aan de wand?

We vroegen het aan Juliaan Van Acker, emeritus hoogleraar ortho-pedagogiek. ‘Probleemgedrag in de klas en agressie op school’, ‘De gerespecteerde leraar’, ‘Gezinsproblemen pedagogisch oplossen’ zijn enkele van de werken waarin hij zijn deskundigheid deelt op het vlak van probleemgedrag bij jongeren. Op zijn website www.ministrando.org vind je trouwens veel prakti-sche tips voor ouders, leraren en hulpverleners.

zijn voornaam aan. Belangrijk is dat je zegt welk gedrag je verwacht. In plaats van te gebieden “Doe niet zo stom” zeg je beter: “Ik verwacht dat je je beleefd gedraagt.” Probeer de boodschap posi-tief te verwoorden en vermijd zelf drei-gend over te komen. Dreiging lokt vaak nog meer frustratie en agressie uit.

Zijn er leerkrachten die zonder dat ze er erg in hebben, zelf ook agressie uitstralen?JVA: Het grote probleem van iemand die agressief is, is dat hij signalen van ande-

ren als tekenen van agressiviteit interpreteert terwijl die niet zo bedoeld zijn. Als iemand te dicht bij de andere staat, of de handen in de heupen plaatst, wordt dit snel door een opgewonden persoon als agressief gepercipi-eerd. Je moet rust en zelfverzekerdheid uitstralen.

Worden leraren hier voldoende op voorbereid?JVA: Het is belangrijk dat leer-krachten de signalen van agres-sief gedrag tijdig herkennen. In de fase van escalatie is het meestal te laat. Je let als goede leerkracht op de houding van zo’n kind, op zijn ademhaling om te anticiperen op zijn gedrag. Leerlingen die woest naar buiten lopen moet je in de meeste gevallen niet tegenhouden of achternazitten. De opvoedingsmethoden die bij de meeste kinderen wél werken, zullen het bij kinderen met gedragsstoornissen niet doen. En dat maakt leer-krachten radeloos. Je zult zo maar één of twee leerlin-gen in de klas hebben. Dat stelt hoge eisen aan leer-krachten. Als orthopedagoog ben ik bekommerd om de leerlingen die steeds uit de boot vallen. Ik pleit niet voor de softe aanpak, maar leerkrachten moeten wel leren om op een systematische manier om te gaan met gedragsgestoorde leerlingen. Dat is geen gemakkelijke opgave. Mocht dit in de opleiding van het regulier on-derwijs getraind worden, dan zouden veel doorverwij-zingen naar buitengewoon onderwijs type 3 vermeden worden. Dat is een beleidskwestie. Ik zit al zo lang in het vak en nog steeds komt omgaan met gedragspro-blemen in de klas veel te weinig aan bod in de leraren-opleiding.

16

BROODJE CURSIEF | Tekst: Lieve Pinxten Foto: Etienne Leconte

Luchtig cursiefje vanuit het dagelijks leven

Dylan kwam heel onverwacht in mijn leven. Via het scherm. Er was een tv-reportage over twee leerlingen die op internaat in Montfort zaten. Dat hoorde ik met een half oor terwijl ik aardappelen stond te schillen. De voice-over had meteen mijn volle aandacht; misschien kende ik wel één van de twee gevolgde leerlingen. Dat was niet direct het geval, maar Dylan liep wel school in ons BSO.Hij vertelde over zijn leven op internaat en over zijn le-ven daarbuiten. Hij nam de reporters mee naar het huis van Jacqueline, een oudere alleenstaande vrouw die hij eerder toevallig had leren kennen op één van zijn wan-deltochtjes met de hond. Tussen Jacqueline en Dylan groeide een unieke vriendschap. Ik keek en mijn ogen schoten vol. Dylan raakte me met zijn verhaal heel diep vanbinnen. Mijn mond viel open om zoveel levenswijs-heid, om zoveel vreugde om eenvoudige dingen ook. Hij heeft het thuis niet altijd even gemakkelijk, het le-ven is niet altijd even mild voor hem en toch is er in dat grote hart van hem een apart plaatsje voor Jacqueline. Van haar hangt er ook een foto op zijn kamer, van zijn mama niet want die kan hij elke dag bellen. Baf! Raak! Gewoon zoals het is.Die oprechtheid, die open blik, dat grote vertrouwen in wat is. Die kleine dappere jongen wordt daar voor mijn ogen een grote mijnheer en ik voel een vreemd soort ontzag, trots ook dat Dylan een leerling op onze cam-

pus is. Hij heeft het leven begrepen. Hij gaat voor echt.De dag erop doe ik assistentie in de eetzaal. Speciaal voor Dylan. Ik zoek hem op aan zijn tafel en feliciteer hem met zijn tv-debuut. En daar in het alledaagse ge-roezemoes van meer dan vijfhonderd leerlingen, tussen boterhammen, wafels en cola heb ik één van de bijzon-derste ontmoetingen van mijn leven. Ik sluit – nog een beetje onbewust misschien – vriendschap met Dylan.Wanneer ik door het TSO/BSO-gebouw loop, kijk ik altijd stiekem rond. Mijn dag is heerlijk en vol kleur wanneer ik Dylan heb gezien. Goede morgen, goede middag, een vrolijke lach in de werkplaats, een verre, enthousiaste zwaai!Ik ben trots wanneer Dylan mijn gerepareerde gras-maaier naar mijn auto brengt en we lachen omdat ik die vuile machine gewoon op de achterbank – van wat ooit een chique Audi was, godbetert – laat zetten. Tja, ik zit nu eenmaal met een onbeweeglijke hoedenplank… Tijdens de eetdagen staan we lang te keuvelen in de keuken: over het internaat, over Jacqueline, over zijn familie die is komen eten… maar veel meer nog voeren we een gesprek van hart tot hart. Ik mag hem ontzet-tend graag, ik heb een ongelooflijk groot respect voor hem, kortom ik zie hem graag met alles wat ik heb!Dylan zit ondertussen in het vierde jaar basismechanica, ik ben een adjunct-directeur van veertig, maar Dylan en ik… dat is voor altijd dik aan!

Hart tegen hart

17

Tekst: Colette Schaumont en Dieter Verpoest Foto: Eindredactie | SPROKKEL

Don Bosco als opvoeder en spirituele begeleider

Sinds een aantal jaren organiseren Don Bosco Vorming & Animatie en de werkgroep ‘Opnieuw van Don Bos-co vertrekken’ een studiedag rond Don Bosco. Dit jaar vond deze dag plaats op 25 januari en werd opnieuw een buitenlandse spreker uitgenodigd: don Aldo Girau-do, salesiaan en een van de grootste Don Boscokenners op dit ogenblik, verliet voor de gelegenheid zijn bureau aan de Pauselijke Salesiaanse Universiteit om een aantal dagen in onze provincie te vertoeven.

tieke, zonder verankering in het dagelijkse leven. Don Bosco slaagde er in om de beide polen in evenwicht te houden en is ook zo voor iedereen die salesiaans be-wogen is, een voorbeeld. In navolging van zijn grote voorbeeld, Franciscus van Sales, richt hij de blik op de heiligheid van het alledaagse. Het gaat daarbij niet om vroomheid, versterving of ascese, maar over het leven met overgave voor God en de ander.

Aan het einde van de studiedag werd don Giraudo bedankt met Belgische pralines en een uitgebreid ap-plaus. Daarmee was de dag echter nog niet ten einde, want er was ook nog iets te vieren. Dit jaar bestaat Don Bosco Vorming & Animatie vijftien jaar, en deze stu-diedag was een ideale gelegenheid om met een gro-tere groep het glas te heffen op het verleden, het he-den én de toekomst. Er werd van de gelegenheid ook dankbaar gebruik gemaakt om de digitale versie van de Memorie Biografiche voor te stellen. De voorbije ja-ren werkte de familie Biesmans met monnikengeduld aan de digitalisering van dit grote werk. Terwijl deze negentiendelige reeks in vele salesiaanse bibliotheken vaak onaangeroerd staat, is dit nu handig te raadple-gen op de computer. Dit goede nieuws bereikte ook de Algemeen Overste don Pascual Chávez, die een mooie brief schreef naar de twee medebroeders en hun zus die dit voor elkaar brachten. Het was een inspirerende dag voor wie met Don Bosco verder op weg wil gaan.

Het centrale thema van de studiedag was “Don Bosco als opvoeder en spirituele begeleider”. In het voormid-daggedeelte hield de spreker een reflectie op drie bio-grafieën die Don Bosco schreef over jongeren die bij hem in het Oratorio kwamen: Domenico Savio, Michele Magone en Francesco Besucco. Deze op het eerste ge-zicht voor ons nogal vroom overkomende verhalen lij-ken ver van onze tijd af te staan. Don Giraudo reikte de toehoorders echter een aantal leessleutels aan die uit-dagen om er ons toch verder in te verdiepen. Van meer nabij bekeken blijken het niet alleen biografieën, maar vooral ook autobiografieën te zijn, waarin we Don Bos-co zelf als opvoeder en spirituele leider ontmoeten. Het referaat van don Giraudo leerde ons dat de aanpak van de negentiende-eeuwse Don Bosco nog steeds actueel en uitdagend is.

Na een lekkere en goed verzorgde broodmaaltijd, waar de ruim negentig aanwezigen wat konden nakaarten over het eerste gedeelte van de studiedag, werd dieper ingegaan op de spiritualiteit en religieuze gevoeligheid van de negentiende eeuw, om er Don Bosco in te ka-deren. Don Bosco was in de eerste plaats priester die leefde vanuit een verbondenheid met God. De spreker beklemtoonde de eigen accenten die Don Bosco gelegd heeft vanuit zijn persoonlijke gevoeligheden. Bij Don Bosco gaan werk en gebed hand in hand en hij toont zich kritisch ten opzichte van een drang naar het mys-

Studiedag rond Don Bosco

DE SPREEKSTOEL | Tekst: Fons Ceustermans Foto: Steven Pinnoo

Positief naar de dingen kijken – de leerschool van ‘meester Fries’

Voor wie spreekt vanuit salesiaanse verantwoordelijkheid

18

Soetkin en Willem. Maar na een tijd kwam aan het licht dat ze beiden aan een ongeneeslijke ziekte leden. Toen begon een lange lijdensweg. In 2008 overleed Soetkin op zeventienjarige leeftijd en enkele jaren daarna ook Willem; hij werd 23 jaar jong… Het waren donkere ja-ren voor Fries en zijn echtgenote, jaren van eindeloos verdriet en sombere dagen. Maar zo schrijft hij: “Rouw is als de golven van de zee. Op bepaalde ogenblik-ken zijn de golven klein en worden ze nauwelijks op-gemerkt, maar op een ander moment, als men dit het

minst verwacht, kan een felle golf de voeten onder je wegvegen.”Fries en zijn vrouw hebben o.a. bij Manu Keirse, een specialist in het begeleiden van mensen in een rouwproces, veel hulp en steun ge-vonden. Samen met de steun en bemoediging van zoveel andere

mensen om hen heen én het voorbeeld dat hun beide kinderen hun gaven door altijd positief naar de dingen te kijken, is hun leven intussen wat gestabiliseerd en hebben ze de draad van het leven weer kunnen opne-men. Fries gebruikt in dit opzicht wel het evangelische beeld van het ‘geknakte riet’. Niets is meer hetzelfde sinds hun kinderen overleden zijn, ook al zijn er dui-zend herinneringen en concrete dingen die hun leven even doen oplichten, als in een droom. Maar slechts een droom…

Het dirigeerstokjeIn de opleiding als onderwijzer heeft Fries o.m. geleerd om blokfluit te spelen en dat kwam goed van pas in de lessen. Zuster Maria Poelmans had intussen in Kinder-

Zorgend omgaan met leerlingen is zijn levensvervulling en zijn arbeidsvreugde.

Wie, zeg je?Meester Fries Verschaete vertelt met een klare en dui-delijke stem, wellicht een restant uit de tijd toen hij les gaf aan klassen van 26 en nog méér leerlingen. Met rustpauzes tussenin, als om zijn gedachten telkens op een rijtje te zetten.Na omzwervingen in het (buitengewoon) lager en bui-tengewoon secundair onderwijs belandde Fries in 1989 in Kinderland waar hij begon als ‘meester’ in het derde leerjaar, in een grote klas. En het waren niet allemaal engeltjes in die klas! Maar de ster-ke geest van Don Bosco onder het personeel heeft hem vlug stevig doen staan als leerkracht en op-voeder. “Tot mijn schande,” zegt hij, “kende ik Don Bosco en zijn pedagogie nauwelijks. Langzaam maar zeker werden we ingewijd, al doende zoals het er toen aan toe ging, en groeide ook in mij de overtuiging dat in Don Bosco Kinderland mogen lesgeven, de ‘max’ is.” Een aantal jaren is hij (deeltijds) directeur geweest van de school. Maar de sle-pende ziekte van zijn twee kinderen en de daaropvol-gende dood van beiden hebben hem de beslissing doen nemen om terug deeltijds onderwijzer te zijn. Nu is hij zorgleerkracht voor de vierde, vijfde en zesde leerjaren. En in deze taak voelt hij zich als een vis in stromend water. Want zorgend omgaan met leerlingen is zijn le-vensvervulling en zijn arbeidsvreugde.

Als de golven van de zee…Samen met zijn vrouw Katelijne vormden ze een geluk-kig gezin, met twee kinderen: een dochter en een zoon,

19

land een koortje opgericht. “Ik heb me daar vlug bij aangesloten en na een korte tijd – het was in 1992 – kreeg ik van haar het dirigeerstokje. Het Kinderland-koor is intussen uitgegroeid tot een vaste waarde op school en ver daarbuiten. Het heeft al heel wat optre-dens achter de rug. Onlangs nog hebben we de viering met het reizende beeld van Don Bosco in de kathedraal van Gent mogen opluisteren. We beefden en rilden er, niet alleen van de winterse koude in de kathedraal, maar ook van emotie toen we mét en voor al die Don Boscovrienden mochten zingen. We stonden intussen al meermaals op de planken met Willem Vermandere, met Elly en Rikkert, met Freddy Birset en met tal van or-kesten en volwassenenkoren. Ik stel er prijs op om met deze kinderen en met de koorjuffen Griet en Lieselot te mogen zingen in de eucharistievieringen op onze school en op andere plaatsen waar men ons vraagt. En het doet de kinderen ook zichtbaar deugd dat te mogen doen. Ik ben er gerust in, Don Bosco – die ook van muziek hield – zal met plezier meeluisteren als ons koor één van de Don Boscoliederen zingt. Ja, ik moet het eerlijk toegeven: het dirigeerstokje is me lief en het schenkt me arbeidsvreugde!”

En morgen?Het rommelt in het onderwijs. Po-litici en kenners van het onderwijs denken dat er belangrijke veran-deringen nodig zijn om in het Eu-ropa van vandaag en morgen mee te kunnen. Misschien is dit waar. Maar wat er ook van zij, zo besluit Fries: “Ik probeer in Kinderland in de voetsporen van Don Bosco te treden. Al jaar en dag probeer ik door middel van een assisterende en dialogerende opvoedingsstijl een onmisbare steun te zijn voor onze leerlingen, om ze zo volop kansen te bieden om als goede mensen uit te groeien.”Na deze woorden volgt een lange stilte en hij glimlacht. Tevreden kijkt hij voor zich uit, alsof hij in de toekomst blikt en naar ‘morgen’ uitkijkt…

DE SPREEKSTOEL | Tekst: Fons Ceustermans Foto: Steven Pinnoo In onze Spreekstoel zit vandaag de zorgleerkracht van groot en klein die iedereen kent in basisschool Kinder-land te Kortrijk: meester Fries. Hij staat er zelf versteld van dat hij dit jaar al een kwarteeuw in Kinderland aan de slag is. Als opgejaagde wolken aan de hemel verglij-den de jaren, onhoudbaar, onweerstaanbaar, en wij, wij drijven mee…

Ik ben er gerust in, Don Bosco – die ook van muziek hield –

zal met plezier meeluisteren als ons koor één van de Don Boscoliederen zingt!

20

Onmisbaar bij de catechese!

Ideaal voor de Goede Week en Pasen!

DE BOEKENPLANK | Tekst: Patricia Segers Foto’s: Centrale Propaganda

N51€ 3,50

(port inbegrepen)

Kruisweg voor jongerenEen echte aanrader voor de passietijd! Deze Kruis-weg voor jongeren werd uitgewerkt als een rol-lenspel met verschillende spreekpartijen, zodat de actieve deelname van iedereen bevorderd wordt. De illustraties zijn fris en modern, suggestief en niet gruwelijk. Men kan deze kruisweg gemakkelijk bid-

den in het gezin, met het catechese- of vormselgroepje, thuis, in een kerk…

Auteur: Charles Singer, Vertaling: Marc Dedapper, 16 blz.; 21 x 15 cm

Ik versier PasenHoe je (klein)kinde-ren zinvol over Pasen spreken en ze inleiden in dit mooie mysterie? Gebruik de middelen die hen boeien. Bijvoor-beeld dit knutselboek met vijf knutseltaakjes in verband met Pasen. Voor kinderen van 5 tot 10 jaar!

Voor de kleinsten (4 tot 7 jaar)

Mijn missaalDit misboekje is geschikt voor kinderen vanaf de leesleeftijd. Moeilijke sleutel-woorden krijgen de nodige uitleg. Kort-om: het ideale gebedenboekje, dat kin-deren kunnen gebruiken als ze actief de viering willen meevolgen.

Auteurs: M-J Cura e.a.Vertaling: Myriam De Keyser

68 blz.; 10,5 x14,5 cm

Vanaf 8 jaar

Het leven van JezusKaartspel via de evangelies. Een spelboek dat je kunt verknippen tot 32 kaarten, en tevens tot een doosje waarin je de kaarten kunt opbergen. Een ‘trivial pursuit’-spel met vra-gen en antwoorden voor twee of meer spe-lers. Zo leert een kind wegwijs worden in het lezen van Bijbelse teksten. Speels geleerd en jong gedaan!

Auteurs: M-J Cura e.a., 16 blz.; 21 x15 cm

Voor catecheten en oudere leerlingen:

Filmgids bij ‘The Passion of the Christ’Deze weliswaar harde film is een aangrijpende lijdensmedi-tatie. De omvattende symboliek vergt ongetwijfeld een toelich-ting. Met deze filmgids reist de lezer minuut per minuut door de bioscoopprent, het evange-lie in de hand. Naast een reli-gieuze duiding bevat het boek ook een uitgebreide filmische uitleg, die ook de niet-gelovige toelaat deze bijzondere prent beter te verstaan. Ook voor catecheten kan – in de aanloop naar de Goede Week – het bekijken en bespreken van ‘The Passion of the Christ’ een beklijvende religieuze ervaring opleveren voor de oudere leerlingen. Dit boek geeft de leerkracht alle nodige informatie hiertoe.

Auteur: Marc DedapperMet 18 foto’s uit de film (Cinéart) / 112 blz.; 13,5 x 19 cm

N70€ 4,00

(port inbegrepen)

N19€ 7,00

(port inbegrepen)

N11€ 4,00

(port inbegrepen)

Kostprijs DVD: € 21,50 (port inbegrepen)

Nu speciale actieprijs: boek + DVD voor de prijs van

€ 27,00 (port inbegrepen)

N46

21

IN MEMORIAM

Zuster Augusta Loret° 30.04.1923 + 29.11.2013Augusta, de zevende in een rij van tien kinde-ren, opende zich voor het leven te Tessenderlo, te midden van een gezonde, warme familie-kring waar ze het christen-zijn als vreugde en inzet leerde beleven.Op 21 november 1941 trad zij in het noviciaat

bij de Zusters Reguliere Oblaten van de H. Benedictus in He-verlee. Op 27 november 1944 sprak zij haar eerste geloften uit en op 1 november 1966 werd zij zuster van Don Bosco.Meer dan vijftig jaar heeft zr. Augusta zich zomaar, uit pure zorg voor kinderen en medezusters, onvoorwaardelijk in-gezet om iedereen het nodige te verschaffen. Ze wist ande-ren daarbij te betrekken: medezusters, familie, weldoeners.

Zonder te denken aan eigen verdienste heeft ze in haar zorg voor kinderen de Heer zelf gediend.De laatste jaren werden de rollen omgekeerd. Zr. Augusta had zorgen nodig. Zij werd de kleine, de hulpeloze. Maar haar leven werd er niet minder vruchtbaar door. Integen-deel. In haar hulpeloosheid maakte zij in ons het beste van onszelf wakker: goed-zijn, zich inzetten uit pure zorg. Zon-der te denken aan eigen verdienste mochten we in haar de Heer zelf dienen.Zr. Augusta mocht de overgang maken naar het eeuwige Leven in de kring van haar medezusters die biddend en zin-gend rond haar stonden. Alle droefheid werd diepe vrede en stille bewondering.

René Hoste° 14.10.1933 + 7.12.2013Als jong salesiaan leefde René zich enthousiast en creatief uit op school, internaat, speelplein en in de Kaderschool. Wat hij, tot volle ontplooiing gekomen als schooldirecteur in Hoboken, vanuit zijn ideeën over schoolorganisatie, be-heer van financies, bouwprojecten, pedagogische en pasto-rale visies uitbouwde, is te veel om op te noemen. Kordaat en minzaam overlegde hij, schonk het volste vertrouwen en stond, zonder veel woorden, achter zijn medewerkers en leerkrachten.De jongeren, die hem na aan het hart lagen, vergat hij nooit. Zoveel als mogelijk was hij bij hen. Hij liet voelen dat hij van

hen hield. Zijn inspiratiebron was voelbaar in bezielende morgenwoordjes, gebedsmomen-ten, sponsortochten en de kindernamiddag op het feest van Don Bosco.Eens met pensioen was hij in alle eenvoud en mensbetrokken econoom, directeur, hulpvaar-dige computerspecialist, gelegenheidskok…René, voor velen was je een echte herder in het spoor van Don Bosco. Dank.Draag nu, geborgen bij de Grote Herder, zorg voor allen en alles wat je tijdens je leven ter harte ging.

Jaak Goemaere° 31.12.1923 + 01.01.2014Jaak werd in 1923 in Kortrijk geboren. Het was een kroostrijk gezin met zes jongens en een meisje. Zijn diepe geloofsovertuiging heeft hij van thuis uit meegekregen. Het was een prak-tische kerel. Hij wilde ook priester worden. Daarom ging hij Latijn studeren bij de late roe-pingen in Kortrijk. Hij leerde er de salesianen

kennen en bleef levenslang een rasechte volgeling van Don Bosco. Jaak was een heel pastoraal bewogen man. Hij kreeg heel wat verantwoordelijke taken als econoom, bouwheer, directeur, pastoor. Doorheen al zijn materiële en economi-

sche bekommernissen realiseerde hij zijn salesiaanse roe-ping. Zijn voorkeur ging uit naar de jongens van Eeklo, waar hij voor hen de bouwwerken heeft bezield.Ook de jongeren bij Eigentijdse Jeugd in Groot-Bijgaarden droegen zijn voorkeur weg.Het was een levensvervulling van hem pastoor te mogen zijn in Hechtel.Hij verbleef 12 jaar in het WZC H. Hart te Kortrijk. Ook hier bleef hij de minzame priester tot het einde. Hij stierf op 1 januari 2014, daags na zijn negentigjarige verjaardag. Hij ruste nu in vrede.

22

VERBONDEN | Tekst: Kilian de Jager Foto's: Maarten Byttebier, eindredactie

De link tussen Noord- en Zuidwerking

Anno 2014 zijn er niet veel Belgi-sche salesiaanse missionarissen meer. In aantal worden ze al lang voorbijgestreefd door medebroe-ders uit India, Vietnam en Polen. Ook al zijn ze op leeftijd, de over-blijvers volharden in hun dienst-baarheid aan bevolkingsgroepen die nauwelijks te bereiken zijn. In België kunnen ze nog steeds reke-nen op een trouwe achterban die hun ‘avonturen’ volgt via nieuws-brieven en bezoeken. Met dit ar-tikel kunt u zelf ook meeproeven.

Padre Cayetano in PeruLares is een klein district in het zuidelijke deel van het Peruviaanse Andesgebergte. Het district bestaat uit een grote vallei en ligt op een hoogte van 3200 m. Verspreid over 24 gehuchten leven hier een vierduizendtal men-sen, vooral landbouwers.De streek heeft een rijke geschiedenis. Op enkele uren rijden van de districtshoofd-stad Lares ligt het wereldbe-roemde Machu Picchu, een van de zeven ‘nieuwe’ we-reldwonderen, en iets zui-delijker ligt Cuzco, de langst bewoonde stad van het wes-telijk halfrond die zich, tot de overrompeling door de Spaanse conquistadores in de zestiende eeuw, de keizerlijke hoofdstad van de Inca’s mocht noemen.Maar ondanks deze beroemde plaatsen leven de inwo-ners van Lares in armoede. De grond is moeilijk te be-werken en de teelt van hun basisvoedsel – aardappelen en maïs – is arbeidsintensief. Ook veeteelt is moeilijk omdat er te weinig grasland is.Behalve de armoede heeft ook de relatieve onbereik-baarheid van de dorpen in Lares invloed op de on-derwijskansen van de jongeren uit de regio. Zo gaan

Onze miss ionarissen het avontuur w ordt voortgezet

In het olierijke paradijs dat Ecuador is, ontpopt Delporte

zich tot beschermheer en steunpilaar van de Shuar, een tot de verbeelding sprekende

inheemse indianenstam.

veel kinderen en jongeren niet naar school omdat de afstand die ze moeten afleggen te groot is. Om les te kunnen volgen, zijn sommige kinderen dagelijks vijf tot acht uur onderweg! Als ze al les mogen volgen, want veel ouders zetten hun kinderen liever in bij het harde labeur op het veld.

Eetzaal wordt internaatOm de kansen tot een ge-slaagde opleiding voor de jongeren te vergroten, tovert de Belgische salesiaan Gaetan Camauer in 1994 een eetzaal in Lares om tot een klein inter-naat dat de naam ‘La Casita de Domingo Sabio’ krijgt. Klein, want aanvankelijk kunnen

slechts twaalf jongeren tijdens het schooljaar gebruik maken van de nieuwe faciliteiten. Het selectiecriterium is de afstand die de kinderen moeten afleggen: enkel jon-geren die langer dan vijf uur onderweg zijn, kunnen in het internaat terecht. Dankzij de ‘gewonnen’ tijd schiet er voor deze kinderen eindelijk tijd over om te studeren en – niet te vergeten – te spelen en jong te zijn!In de twee decennia die daarop volgen, groeit het in-ternaat stelselmatig onder impuls van Padre Cayetano,

23

zoals de mensen van Lares hem kennen. Onder andere dankzij een financiering door de congregatie van de salesianen, een peterschap door een parochie in de Ita-liaanse provincie Véneto en giften van familie, vrienden en sympathisanten in België kan dit initiatief uitgroeien tot een internaat waar op dit ogenblik zestig kinderen een tweede thuis gevonden hebben.

Welkom in het land van de gekrompen hoofdenOok de nu 71-jarige José Delporte heeft van het verster-ken van de maatschappelijke positie van de kansarme jeugd in Latijns-Amerika zijn missie gemaakt. Delporte leeft hier al bijna veertig jaar: hij volgde zijn opleiding tot priester in Uruguay, werkte enkele jaren in een Pa-raguyaanse missiepost en belandde in 2001 in het oer-woud van Ecuador.In het olierijke paradijs dat Ecuador is, ontpopt Delporte zich tot beschermheer en steunpilaar van de Shuar, een tot de verbeelding sprekende inheemse indianenstam die in westerse reis- en avonturenverhalen van de 20ste eeuw vaak werd opgevoerd omdat zijn leden in het verleden de koppen van hun verslagen vijanden snel-den en opzetten – de zgn. ‘gekrompen hoofden’. Pater Delporte is er verantwoordelijk voor een parochie van

een dertigtal dorpen in het kanton Taisha, diep in het ondoordringbare oerwoud in het zuidoosten van Ecua-dor. Wegen of paden zijn er amper te bekennen. Het belangrijkste transport gebeurt nog altijd via de lucht.Maar ondanks de moeilijke bereikbaarheid loopt de le-venswijze én de leefwereld van dit relatief kleine volk gevaar door het toenemende contact met de moderne wereld. Niet in het minst door de dreigende olieont-ginning in het tropische oerwoud van de Amazone. De grote oliemaatschappijen doen er namelijk alles aan om hier voet aan de grond te krijgen en meer en meer in-dividuele gelukszoekers vestigen zich in het gebied in hun zoektocht naar het zwarte goud. En dat leidt nog geregeld tot conflicten.De jeugd ervaart de toekomst vaak als uitzichtloos, waardoor zelfmoord jammer genoeg vaak voorkomt. Jongeren die de moed hebben om naar de stad te trek-ken, op zoek naar een beter leven, geraken daar vaak van de regen in de drop. Honger drijft hen tot diefstal en zo komen ze al snel in de gevangenis terecht. Een opleiding die hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt verbetert, kan hun kansen doen keren.

Levenskwaliteit verbeterenDelporte kwam dan wel in Ecuador terecht als missiepa-ter, hij doet heel wat meer dan enkel voor de spirituele gezondheid van de Shuar zorgen. Hij probeert vooral hun levensomstandigheden te verbeteren. Omdat er in de parochie veel jonge mensen leven, richt Delporte een jeugdcentrum op waar de jongeren kunnen samen-komen. En ondertussen hebben verschillende dorpen ook kleine bibliotheken en toegang tot internet. De situatie verbetert langzaam maar zeker. Momenteel ge-bruikt José Delporte de steun van het thuisfront voor het inrichten van opleidingen die jonge Shuar toelaten de te volgen weg naar een beter leven met meer inzicht te kiezen en zo hun vooruitzichten voor de toekomst te verbeteren. Mogelijk is dit de laatste generatie van Bel-gische missionarissen, maar de vruchten van hun werk worden zeker nog jaren geplukt!

Onze miss ionarissen het avontuur w ordt voortgezet

Dankzij de ‘gewonnen’ tijd schiet er voor deze kinderen

eindelijk tijd over om te studeren en

– niet te vergeten – te spelen en jong te zijn.

24

RUGGESPRAAK | Tekst: Firmin Vanspauwen Foto: Rachel Gilmore

Blinde jongen, vreemde jongen,vreemd omdat jij me anders bekijkt.

Je richt je ogen naar mij,kijkt naar mij, ziet me niet.

Ik kijk naar jou, je ziet het niet.We wisselen elkaars licht niet uit,

alleen geluid en geur,ook warmte als ik je aanraak.

In jouw nabijheidervaar ik de wereld anders, intenser,

omdat ik, wat ik zievoor jou vertalen wil in gevoel.

Dan voel ik de wereld beter aan,hij dringt dieper tot me door.

Jij leert mij, hoe paradoxaal ook,de wereld beter bekijken.

Jij confronteert memet de beperktheid van mijn ogen.

Hoe wonderbaarlijk ze ook zijn,ze geven me slechts een lichtbeeld

van de werkelijkheid.Jij dwingt me om anders,

dieper en scherper te kijkenmet een fijner instrument, met mijn hart.

Kijk met je hart