Dbv 2013 5 01

24
117de jaargang | sept. - okt. 2013 | tweemaandelijks tijdschrift voor de beweging rond Don Bosco | Kantoor van afgifte: 3000 Leuven mail | P209042 Vrije trap Vlaanderen 5

description

http://www.donbosco.be/uploads/media/DBV_2013-5_01.pdf

Transcript of Dbv 2013 5 01

Page 1: Dbv 2013 5 01

117de jaargang | sept. - okt. 2013 | tweemaandelijks tijdschrift voor de beweging rond Don Bosco | Kantoor van afgifte: 3000 Leuven mail | P209042

Vrije trap

Vlaanderen

5

Page 2: Dbv 2013 5 01

inhoud

Ingeblikt 3

Je bent iemand 4

In de achtertuin van Kristiaan Van Laecke 6

Bidden en smeken 8

Sjoefoemi 9

Citaat 10

Spek-Takel in Oostende 11

Genegen.be 12

‘Opvoeden door beginners’ –

Zin en onzin van opvoedingsadvies 14

Mosselen en sardines 16

Salesian Youth Movement op de Wereldjongerendagen 17

Buitengewone kansen (Hugo D’hoker) 18

De Boekenplank 20

In memoriam 21

Bevolking tussen twee vuren 22

Ruggespraak 24

Hoofdredacteur Steven Pinnoo

Adviesraad R. Burggraeve H. Cauwenberghs A. De Cocker M. Den Haerynck D. Deraeve E. De Ridder E. Haelvoet B. Hoogwijs D. Schoofs F. Vanspauwen S. Veulemans

Eindredactie en redactieadres Mark Den Haerynck Stationsstraat 87 3150 Haacht [email protected]

Adreswijziging Don Bosco Vlaanderen Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel [email protected]

Verantwoordelijke uitgever Mark Tips, provinciaal Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel [email protected]

Lay-out en druk Drukkerij Van der Poorten nv Kessel-Lo

De bijdragen verschijnen onder de verantwoordelijkheid van de auteur.

Uw persoonlijke gegevens zijn voor u ter inzage. Ze worden nooit aan derden doorgegeven en dienen enkel voor de verzending van Don Bosco Vlaanderen.

In Vlaanderen: www.donbosco.be www.zustersvandonbosco.be

In de wereld: www.sdb.org www.cgfmanet.org

Don Bosco Vlaanderen is een gratis blad. Giften zijn daarom steeds welkom op het onderstaande adres en rekeningnummer, met vermelding van ‘Don Bosco Vlaanderen’:Don Bosco Centrale vzwFr. Gaystraat 1291150 BrusselTel. 02 771 21 00IBAN: BE27 4272 1008 4573 BIC: KREDBEBB

Foto voorpagina: MorgueFile

Een salesiaanse op de wereld Een kijk op de salesiaanse wereld

Page 3: Dbv 2013 5 01

3

September… Een maand vol bruisende activiteit! Gedu-rende de zomermaanden werden de lessen beëindigd, hebben we het werk even op een lager pitje gezet en tijd gemaakt voor wat vakantie. Vele jongeren hebben ook deelgenomen aan allerlei initiatieven in binnen- en buitenland, tot de Wereldjongerendagen toe. Voor ve-len is de vakantieperiode een tijd van ‘plezierig enga-gement’ voor de anderen… Maar nu staan we klaar om een nieuw school- en werkjaar aan te vatten: het leven van alledag wordt weer opgestart!

Het is als bij een voetbalwedstrijd die even werd stilgelegd en weer in gang moet worden getrapt. Iedere sportliefhebber weet dat dergelijke ‘stilstaande fases’ vaak cruciaal zijn voor een wedstrijd. Ze vragen een goede voorbereiding en concentratie, maar niet zelden vormen ze de aanleiding voor een doelpunt.

Zo willen we er bij Don Bosco ook ‘weer in vliegen’: bruisend van energie, goed voorbereid en doelgericht – een vrije trap die leven in de brouwerij brengt. We willen onze jongeren uitdagen om ook dit schooljaar het doel te bereiken: verder uitgroeien tot mensen met pit en spirit die ook een rol durven opnemen in onze samenleving. Daarvoor mogen ze rekenen op de steun van heel wat mensen die zich voor hen inzetten: ou-ders, directies, leerkrachten en opvoeders, medewer-kers uit de hele ruimere Don Boscobeweging… Ook heel wat supporters zijn met de wedstrijd begaan en tonen dat op alle mogelijke manieren: toeterend of

Tekst: Steven Pinnoo Foto: Eindredactie | ingeblikt

met stille trom, met luide aansporingen of een gebed, recht uit het hart.

Al deze mensen geven een gelaat aan Don Bosco anno 2013-2014. Laten we in zijn spoor aan de slag gaan, met onze jongeren een nieuw jaar van groei aanvat-ten waarin ze ook mogen voelen hoezeer we van hen houden.

Het team staat opgesteld en is er klaar voor, het fluitsig-naal weerklinkt… Ik durf hopen op een mooi doelpunt – wie weet, misschien zelfs een wereldgoal!

Vrije trap

Page 4: Dbv 2013 5 01

4

Don bosco, en nu? | Tekst: Bart Decancq Foto's: Copyright 2004 Lux Vide, sxc

Vandaag Don Bosco zijn

Het oratorio in Turijn, 1884. Don Bosco is negenenzestig geworden, hij reist geregeld om weldoeners en mede-werkers een hart onder de riem te steken. Hij trekt naar Frankrijk of naar Spanje waar hij zich in Martì Codolar laat fotograferen met don Rua achter zich, te midden van enkele prominenten, van medebroeders, van jon-geren en mensen uit de buurt. Zijn congregatie is ver-spreid in Europa, maar ook in andere werelddelen zijn jonge salesianen aan het werk voor de jeugd. Intussen is het oratorio van Valdocco uitgegroeid tot een im-mens complex met werkplaatsen, met het internaat en de scholen. Het is ook de plaats waar het hoofdbestuur van de congregatie zijn thuisbasis heeft.

De Romebrief van Don boscoMei 1884, Don Bosco is in Rome en van daaruit stuurt hij een brief over de gang van zaken in het oratorio van Turijn. Een korte versie van de brief is gericht aan de jongeren en een langere is bestemd voor de salesiaanse gemeenschap. Je leest er de bezorgdheid van Don Bos-co over de veranderde situatie en over de problemen bij de studenten van Valdocco. Door de groei van het werk en door de groei van de congregatie moet de ervaring van de beginjaren een structuur krijgen. Die oorspron-kelijke ervaring, dat charisma van Don Bosco, kan maar voortleven als het in een structuur wordt gegoten. Maar structuren kunnen die ervaring ook versluieren…

De oorspronkelijke ervaring van Don bosco

kan maar voortleven als ze in een structuur

wordt gegoten. Maar structuren kunnen

die ervaring ook versluieren…

Je bent iemand

Page 5: Dbv 2013 5 01

5

In juni 1884 is Don Bosco terug uit Rome en don Giovanni Bonetti krijgt de opdracht om uit te zoeken waar het ver-keerd loopt. De vraag is duidelijk: hoe komt het dat de jongeren ons vrezen, eerder dan dat ze ons beminnen? Hoe komt het dat de jongeren van het oratorio, waar het verhaal van Don Bosco vorm kreeg, niet meer voelen dat ze graag gezien worden door hun opvoeders? Don Bonetti doet een onderzoek bij een aantal salesianen van ter plaatse om de oorzaak van de problemen op het spoor te komen. De conclusies kon men in feite reeds le-zen in de brief uit Rome: de oversten zijn nooit onder de jongeren, de jongeren hebben argwaan tegenover hun opvoeders en leraren. Over de oorzaak van de proble-men zijn de ondervraagde medebroeders het unaniem eens: het feit dat de jongeren in een ‘oceaan van over-sten’ geen echt referentiepunt hebben, is volgens hen de voornaamste reden van de wanorde. De ene zegt dat het zijn verantwoordelijkheid niet is en de andere weigert de verantwoordelijkheid op te nemen. Er is nood aan ie-mand die de touwtjes weer in handen neemt.

tochtgenoot van jonge mensenHet feit dat hij zijn salesianen en opvoeders niet meer bij de jongeren ziet, doet Giovanni Bosco pijn. In zijn Romebrief haalt hij het oratorio van de beginjaren voor de geest. De jaren en de expansie hebben de originele aanpak overwoekerd en hij grijpt terug naar de opvoe-dingsstijl die hij met jongeren voor ogen had. In die as-sisterende stijl ligt de kern van zijn aanpak. Het gaat erom dat de opvoeder of leraar aanwezig is als persoon. Vanuit een zorg voor de ander laat hij zich dan ook ra-ken door die jongere. Hij verschijnt als een persoon die positief betrokken is op jonge mensen en niet enkel

als iemand die bepaalde vaardigheden en kennis beli-chaamt. Hij wordt voor een periode tochtgenoot op de soms hobbelige en moeilijke levensweg die een aantal jonge mensen moeten gaan. Vanuit het authentiek-zijn van de opvoeder worden jonge mensen aangesproken: je bent iemand! Het is een houding van ontvankelijk-heid voor het onbepaalde dat we als mensen in ons dra-gen. Het gevoel van persoonlijke acceptatie en bevesti-ging maakt veel meer mogelijk: jonge mensen krijgen vertrouwen, een gevoel van rust en veiligheid. Vanuit zijn authentiek-zijn zegt de opvoeder wat hij doet en doet hij ook wat hij zegt. Het is wel degelijk belangrijk dat men nabij is en dat een opvoeder vraagt naar de toestand van een zieke moeder, naar dat waar jongeren zich zorgen om maken, waar hun kwetsuren vandaan komen of wat hen gevangen houdt. Jongeren leren niet van volwassenen met wie ze geen band hebben. Deze vertrouwensband tussen jongeren en volwasse-nen is de humuslaag waarop groei mogelijk is, waarbij men bewust wordt van het vermogen om de problemen aan te pakken.

Het kompas leren lezenWe weten intussen dat bij een positieve emotie veel meer hersencentra betrokken zijn dan bij negatieve emoties die zich vastzetten in het brein van jongeren. Door een geïnteresseerde, luisterende houding ont-vangen ze groeikracht in hun ontwikkeling, krijgen ze kansen om te leren wat ze nog niet kunnen. Giovanni Bosco weet dat geduld hierbij noodzakelijk is. Hij er-vaart aan de lijve dat opvoeden geen effen pad is, maar eerder een bergtocht waar iedereen aan begint met zijn mogelijkheden en beperkingen. Hij weet ook dat aandacht zonder structuur geen blijvend effect heeft, dat grenzen stellen wezenlijk deel uitmaakt van het ge-beuren. Een waardering die authentiek is, stuwt jonge mensen vooruit en geeft hun de overtuiging dat zij de toekomst aankunnen. Op die manier is de volwassene de gids, leert hij hen het kompas lezen om het op hun leven te leggen. Ze moeten niet dezelfde wegen gaan – ze zullen geconfronteerd worden met ontgoocheling en onbegrip, maar ook met vreugde om zo uiteindelijk zichzelf te worden. Wie leert hun het kompas te lezen en toont hen de valkuilen waar ze voorbij moeten?

Het gevoel van persoonlijke acceptatie en bevestiging maakt veel meer mogelijk: jonge mensen krijgen

vertrouwen, een gevoel van rust en veiligheid.

Page 6: Dbv 2013 5 01

6

te gast | Tekst: Mark Den Haerynck Foto's: Eindredactie

DBV plaatst iets of iemand voor het voetlicht

toegankelijkOp een domein van 200 ha stond de deur van zijn bureau open daar waar elke morgen zijn taak begint, in het In-stituut voor Landbouw en Visserij Onderzoek (ILVO) in Melle. Hij is er de directeur, maar doet het op een manier zoals zijn leraars en opvoeders het voordeden: commu-nicatief en mensen nabij. De toegankelijkheid waarmee hij het onderzoeksinstituut met 200 mensen leidt, leerde hij als leerling van het Don Boscocollege in Zwijnaarde. Geboren en opgegroeid in de schaduw van Don Bosco was het vanzelfsprekend dat hij naar dat naburige colle-ge ging. Zes jaar heeft hij er gestudeerd, maar daarnaast kreeg hij de kans om nog zoveel andere dingen te doen.

basisAls illustratie voor wie hij is en wat hij doet, refereert Kristiaan voortdurend naar dat verleden, die studie-tijd waar zoveel meer mogelijk was dan studeren. Na schooltijd was hij naar eigen zeggen evenveel uren in Don Bosco als tijdens de lestijden. In de weekends en

Wij hebben goede leerkrachten gehad die

de kleine kiem die in elke jongere aanwezig is, naar

boven wisten te halen.

de vakantiedagen was er altijd wat te doen, met klus-sen allerhande en veel activiteiten. Zijn twee dochters zijn intussen op datzelfde college afgestudeerd. “Papa, vergeet ook niet te vertellen over de Aostareizen”, hadden ze hem weten te herinneren. Kristiaan heeft die vakantiekampen zes jaar meegemaakt, geleid en geanimeerd. Toen hij al aan de universiteit studeerde organiseerde hij zich zodanig dat hij die kampen zeker kon meepikken. De bergen, de natuur, de insecten en de vlinders – een hobby waarover hij zijn doctoraatsthe-sis heeft gemaakt – het heeft hem zodanig geboeid en gemaakt tot wie hij nu is, dat de dankbaarheid om dat verleden nooit ver weg is.

oud-leerlingen“Hoe ben je dan bij de oud-leerlingenvereniging te-rechtgekomen?” Die vraag moest gesteld worden. Op de proclamatie van de zesdejaars, nu dertig jaar gele-den, was het Frans Matthyssen die hem de vraag stelde. Het engagement is een gevolg van goede voorbeelden.

in de achtertuin van kristiaan Van laecke

Het vroeg enige moeite om de persoon die we voor deze rubriek wilden interviewen te kunnen overtuigen van het waarom van de vraag. Ons tijdschrift portretteert ook graag eens mensen die door hun inzet de mozaïek van de brede Don Boscobeweging meer kleur geven. Met die motivatie is het gelukt om een babbel te hebben met de voorzitter van de oud-leerlingenvereniging van Don Bosco Zwijnaarde. Kristiaan Van Laecke trekt er de kar,

maar zoek achter elk woord wel het engagement van een enthousiast team.

Page 7: Dbv 2013 5 01

7

“Wij hebben goede leerkrachten gehad die de kleine kiem die in elke jongere aanwezig is, naar boven wisten te halen.” Hij noemt namen: Jean-Marie Schepens, Roel Verleyen. Het zijn leerkrachten die kort bij de leerlin-gen stonden en hun verantwoordelijkheid gaven. Het schooltijdschrift Populierenzang kreeg vorm en inhoud in de samenwerking van leerkrachten en jongeren. Nu is het de redactie van Suinarda die zijn aandacht en die van een hele redactieploeg vraagt. En leerkrachten van toen zitten ondertussen al jaren in de bestuursploeg, ook al zijn ze zelf geen oud-leerling.

WerkingElke oud-leerling is een potentiële Don Boscopropagan-dist. Mensen die positief in het leven staan en anderen kansen geven. Don Bosco Zwijnaarde kijkt al terug op zo’n 6.000 afgestudeerden. De groep oud-leerlingen in zijn totaliteit bereiken lukt niet, maar wie wel deel-neemt aan een of ander initiatief, gaat met een goed gevoel naar huis. En daar is het om te doen, anderen gelukkig maken. Oud-leerlingen bijeenbrengen lukt vandaag moeilijker dan vroeger. Er zijn zoveel ande-re interesses die prioriteit krijgen. Men kiest ad hoc. Suinarda geeft het echter niet op om kansen te geven en uitnodigingen te sturen.Het succesverhaal van de vereniging begint bij het be-stuur, een vriendengroep die zich aan elkaar bindt en waar de een de ander motiveert. Ondertussen is de vervrouwe-lijking van de leerlingenpo-pulatie al enkele jaren bezig. Dat vraagt aanpassing en bijsturing. Ook met die char-mes houdt het bestuur rekening. Twee dynamische le-den zijn ondertussen bestuurslid, jong en bruisend. Door de vlotte samenwerking met de schooldirectie krijgt het bestuur de kans om elk jaar de eindejaars in kennis te brengen van de oud-leerlingen en hun werking. Het mo-ment om een eerste aanzet te geven, om een klasafge-vaardigde te kiezen als aanspreekpunt voor het bestuur, en om persoonlijke gegevens te verzamelen.

RepertoriumDe actieve werking van de vereniging liet zich in de loop van de jaren ook uitdagen. Het tijdschrift Suinarda is het paradepaardje van de vereniging, waarin veel geld en tijd wordt geïnvesteerd. De redactie weet dat die uitgave niet vanzelf tot stand komt. Oud-leerlingen die van zich laten horen in het wereldnieuws, zijn er de vaste rubrieken. En ze zijn niet uit de media te branden: in De slimste mens ter wereld, De pappenheimers en

Iedereen beroemd kon je hen ontmoeten. De info over de school met een selectie van activiteiten en opmerke-lijkheden zorgt voor de band tussen vroeger en nu. Het is een bekende dat oud-leerlingen die samenkomen, er zich voor interesseren hoe de school er vandaag uitziet en functioneert, maar kort daarna schakelen ze stee-vast over naar “in onze tijd”. De geschiedenis herhaalt zich. Al vijftig jaar, want Don Bosco Zwijnaarde vierde in 2012 een halve eeuw geschiedenis. Dat gaf aanleiding om het repertorium aan te passen, voor de zesde keer. Dat huzarenwerk kent sinds de eerste uitgave in 1988 om de vijf jaar een nieuwe uitgave. Geen evidentie om alle namen van oud-leerlingen sinds 1934 in kaart te brengen, want het college dat in 1962 in Zwijnaarde een eigen locatie kreeg, had voordien onderdak in de gebouwen van Don Bosco Sint-Denijs-Westrem.

blijven vernieuwen“Waarom doe je dat alle-

maal?” Is er wel een eensluidend antwoord op deze vraag? Wellicht niet, omdat het niet meetbaar is wat het leven pit en levensenergie geeft. Voor het bestuur is het vooral een grote voldoening om bij elke activiteit dankbare oud-leerlingen te ontmoeten. De vaststelling dat de opvoedingsaanpak van Don Bosco sporen nalaat en dat mensen dankbaar zijn voor de voedingsbodem die in hen werd klaargemaakt om zelf goed zaad te zijn voor anderen. Daarom stagneert de vereniging niet en wil het bestuur zich blijven vernieuwen. Binnenkort is er een denktankdag gepland om samen te brainstor-men over hoe het verder moet en kan. Het is uit zorg om niet te stagneren en niet in routines te vervallen, dat de groep zichzelf wil heruitvinden in wat ze doen en niet doen. En bij wijze van afronding heeft Kristiaan nog een boodschap aan wie dit leest. “Er worden veel kansen geboden. Grijp die aan en gebruik je talenten. Doe er iets mee!” Het is een gepaste afsluiter die de toegevoegde waarde is bij elk engagement.

kristiaan is er directeur, maar doet het op een manier

zoals zijn leraars en opvoeders het voordeden: communicatief

en mensen nabij.

Page 8: Dbv 2013 5 01

8

uitgelezen | Tekst: Piet Stienaers Foto: Sxc

bidden en smeken

Wanneer de leerlingen vragen dat Jezus hen zou leren bidden, geeft Hij hun het Onzevader. Van toen af werd dat het belangrijkste gebed van de christenen. Over-stijgt het daardoor zijn tijdsgebonden kader? Dat is een andere zaak. Want net zoals alle menselijke bedrijvig-heid is ook bidden een tijdgebonden aangelegenheid, gekleurd door ideeën, manieren van aanvoelen en godsbeelden van het ogenblik.

Bidden is immers zo wezenlijk vergroeid met de mens dat de eerste stappen in het gebed, in onze kinderjaren, vandaag nog altijd in ons bidden doorklinken. Het is net als met onze smaak: ook die is voor een deel be-paald door de kookkunst van onze moeder of door wat we in onze prille jeugd gegeten hebben.Vandaag wordt ons bidden niet meer in de eerste plaats getekend door Jezus’ woord: “Vraagt en u zal gegeven worden.” De mens is vandaag autonoom geworden en hij heeft meer inzicht in de natuur en de gang van zaken in wereld, zodat hij doorgaans aan God geen dingen

vraagt waarvoor hij zelf moet instaan: vrede, gezond-heid, goede relaties, gerechtigheid. Bidden is eerder te omschrijven als ‘vertoeven in de schaduw van God’ of ‘met de ogen van God naar de werkelijkheid kijken’.

Toch blijft het smeekgebed, dat het Onzevader is, een universele kracht bewaren. Omdat smeken een mense-lijke kwaliteit is. Iets vragen – aan God of aan mensen – is een kunst. Het is je toevertrouwen aan de andere, je van hem afhankelijk maken en de touwtjes wat uit handen geven. Niet iedereen kan dat. Dat lijkt me een gemis. Bovendien is het Onzevader geen smeekgebed voor de dagelijkse kleine en laag-bij-de-grondse be-hoeften. Het vraagt meer verheven zaken: het rijk Gods, een plaats voor God in het leven, brood voor iedereen, vergiffenis… Het zijn zaken die ertoe doen in de we-reld. Bovendien vraagt het niet alleen vergiffenis, maar schenkt die ook. Het engageert zichzelf voor wat het vraagt. Dat is bidden, God welgevallig. Laat het Onze-vader nog maar wat klinken.

Hij sprak tot hen: “Wanneer ge bidt, zegt dan: ‘Vader, uw Naam worde geheiligd, uw Rijk kome. Geef ons iedere dag ons dagelijks brood, en vergeef ons onze zonden, want ook wijzelf vergeven aan ieder die ons iets schuldig is. En leid ons niet in bekoring.’”En Hij voegde eraan toe: “Vraagt en u zal ge-geven worden, zoekt en gij zult vinden, klopt en er zal worden opengedaan.”

(Lc 11,2-4.9)

Page 9: Dbv 2013 5 01

9

Vrijwilligerswerk in binnen- en buitenland

Sjoefoemi is een tweejaarlijks weekend vol ontmoeting en plezier voor alle Don Boscospeelpleinen. Het wordt georganiseerd door een enthousiast team van vrijwil-ligers, genaamd ‘het Sjoe-team’. Daisy Van Boxstael ver-telt over haar ervaringen…

Wat betekent sjoefoemi voor jou?Sjoefoemi is voor mij een geweldig weekend waar je in contact komt met jongeren die allemaal dezelfde pas-sie delen: speelplein. Het is een weekend waarin je het kind of de puber in jezelf nog eens helemaal mag losla-ten en je kunt genieten van superactiviteiten.

Wanneer maakte je er voor het eerst kennis mee?Mijn eerste Sjoefoemi-ervaring dateert al van 2003. Het was ook een samenkomst van alle Don Boscospeelplei-nen, maar niet in weekendvorm. Ik weet dat medewer-kers en hun kinderen toen nog werden uitgenodigd om mee te gaan, dus vandaar dat ik op dertienjarige leef-tijd mijn eerste Sjoefoemi-ervaring had. Ik kwam die dag ogen tekort. Het was een fantastische ervaring die ’s avonds afgesloten werd door een fuif met boombal. Echt top! Wat mij het meest is bijgebleven is dat ik echt verstomd was door het aantal monitoren. Ik was ver-baasd dat er zoveel jongeren leider waren op een Don

Tekst: Dorien Dreesen Foto: Eindredactie | PlezieRig engageMent

sjoefoemi

Boscospeelplein. En eerlijk gezegd is die verbazing er bij elke nieuwe editie van Sjoefoemi weer.

Waarom koos je ervoor om deel uit te maken van het sjoe-team?Ik was al een paar jaar hoofdanimator op ons speelplein en zocht een nieuwe uitdaging. Die kwam er dankzij het Sjoe-team. Het was iets dat ik perfect kon combine-ren met mijn studies en het leven op kot.

Welke editie vond je tot nu toe de leukste?De leukste editie zal voor mij altijd die van 2003 blijven. Het zal waarschijnlijk veel te maken hebben met het feit dat ik er toen was met mensen naar wie ik enorm opkeek. Na die editie kon ik ook niet wachten om zelf animator te worden.

zijn er ervaringen die er voor jou bovenuit steken?Een van de mooiste Sjoefoemi-momenten beleefde ik tijdens de ‘gouden editie’ in 2009. We zaten allemaal bij elkaar en zongen over hoe de jeugddienst vijftig lentes jong geworden was, een kippenvelmoment!

stel dat alles kan, wat wil je dan zeker eens doen tijdens een sjoefoemi-weekend?Mocht alles kunnen dan zou ik er een vijfdaagse van maken in een warm land. Overnachten zou er in tentjes gebeuren en we zouden er leven in festivalstijl. Het spel om de beker zou een heus avonturenparcours worden met als slot de afvaart van een rivier. Zaterdagavond mag er dan gerust een groot kampvuur op het strand zijn met gezellige optredens.

Denk je dat je in 2015 opnieuw deel zult uitmaken van het sjoe-team?Dit zal mijn laatste Sjoefoemi zijn als Sjoe-teamer. Ik heb natuurlijk geen glazen bol, maar wel een hoop toekomstplannen. Als alles wat meezit, zal ik er in 2015 voor de allerlaatste keer nog eens bij zijn als gewone deelnemer. Maar daar wil ik voorlopig niet aan denken. Eerst van Sjoefoemi 2013 een supereditie maken en dan zien we wel wat de toekomst brengt.

Page 10: Dbv 2013 5 01

10

“Wie vruchten

wil oogsten mag

niet alle bloesems

plukken.”

Don Bosco vertelt hoe zijn broer eens een citroenplant cadeau gekregen had, vol met heerlijke bloesems. Hij plukte de bloemen en maakte er een prachtige ruiker van, waar hij ie-dereen aan liet ruiken. Maar ’s zomers klaagde hij dat zijn citroenplant geen enkele vrucht had voortgebracht…

Willen wij ook dit jaar geduld opbrengen in de opvoeding en onze jongeren alle kansen geven om door te groeien tot rijpe vruchten?

Page 11: Dbv 2013 5 01

11

De moeite waard om ter sprake te brengen

Tekst: Jos Claes Foto: Ensorinstituut | een WooRD WaaRD

Hoera! Jeugdwerk De Takel in Oostende bestaat 25 jaar! Om dat te vieren brengen de jongeren in oktober een heus muziektheater. Het totaalspektakel kreeg de titel East-End mee en werd samengesteld in samenwer-king met diverse toneelacteurs, muzikanten, koorleden en dansers.

bruggen slaanAl langer leeft bij Kristine Decroos, coördinator van het Dagcentrum, het verlangen om bruggen te slaan tussen enerzijds de jongeren en hun gezinnen die verbonden zijn met De Takel en anderzijds jongeren en volwasse-nen die een stevige plaats in de samenleving gevonden hebben of aan het uitbouwen zijn. Zo kunnen jongeren kansen krijgen, hun eigen talenten ontdekken en met een positief zelfbeeld aan de toekomst bouwen. Het 25-jarige bestaan van De Takel vormt een uitgelezen kans om dat in een feestelijk moment vorm te geven.“Het samen uitbouwen van een spektakel, het samen op de planken staan, als een bezegeling van geloof en vertrouwen in elkaar om samen te streven naar een mens-‘waardig’ leven voor elkeen. Dit is ‘takelen’, jon-ge mensen optillen en humaniseren”, vertelt Kristine. In voorbereiding waren er verschillende workshops met jongeren en ouders: tekenen, werken met klei, dans, strandbloemen maken... Zo werden jongeren in het project gedompeld. Een muziektheater werd geboren!

east-end: muziektheater van de bovenste plank!East-End wordt een samenspel van dans, zang en to-neel. Een liveorkest maakt het geheel compleet. Lieve Verbeeke en Dirk Ooms tekenden voor de tekst. Onno van Gelder jr. leidt de artistieke regie. De muziek werd gecomponeerd door Michaël Vancraeynest. Hij zal de muziek ook live dirigeren. Marita Engels ten slotte ver-zorgt de choreografie.De nachtwinkel van East-End is meer dan een winkel. Het is ook een draaischijf van sociaal contact in de wijk. Mensen maken een praatje met elkaar, er zijn ook veel jongeren die langs komen, zeker op de dagen dat er ge-voetbald wordt op het pleintje nabij de nachtwinkel. Al-les verandert evenwel met de komst van Jan, die werkt bij een bekend immobiliënkantoor in de stad. De baas van het kantoor heeft zijn oog laten vallen op enkele huizen in de straat, waaronder het pand waarin de nacht-winkel is gevestigd. Hij wil er een groots nieuw-bouwproject ontwikke-len…East-End gaat over men-sen die het niet gemak-kelijk hebben, over jon-geren die met vallen en opstaan hun weg zoeken, over kwets-baarheid en vitaliteit, conflict en verzoening, strijdlust en samenho-righeid. Maar bovenal is het een verhaal over vriend-schap en hoop, over de kracht van jongeren die vaak als ‘probleemjongeren’ worden gelabeld, maar die er toch in slagen boven zichzelf uit te stijgen als ze daar-toe worden uitgedaagd.

De voorstellingen van East-End vinden plaats op vrijdag 4 oktober om 20.00 uur (pre-mière en VIP-voorstelling) en op zondag 6 oktober 2013 om 15.00 uur in CC De Grote Post in Oostende.

Tickets kosten 20 euro (vrij-dag) en 10 euro (zondag) en zijn verkrijgbaar in het UiTlo-ket in CC De Grote Post, Hen-drik Serruyslaan 18A, 8400 Oostende (tel. 059/33.90.00) of via www.degrotepost.be.

spek-takel in oostende!

Page 12: Dbv 2013 5 01

12

genegen.be | Tekst: Maarten Meeus Foto’s: Eindredactie

Al surfend bezinnen bij de noveen van Don Bosco

Don Bosco zet krachtig in op het positieve dat in iedere mens aanwezig is. Hij pint zijn jongens niet vast op de misstappen die ze begaan. Hij heeft zijn eigen stijl. Door heel bewust bij zijn jongens te staan weet hij wat onder hen leeft en kan hij hen aanspreken op hun sterktes. Hij bemoedigt en bevestigt ze. Hij helpt hen werken aan hun dromen en verlangens, vanuit een onbegrensd ge-loof in hun kunnen.Deze aanpak is ook voor onszelf als opvoeder een uit-daging. “Net als ik mijn geduld dreig te verliezen, fluis-tert Don Bosco in mijn oor: ‘Al is het niet voor Frans, hij heeft echt wel talent.’” We zien nogal vlug het pro-bleemgedrag en proberen dit ‘weg te werken’. Terwijl de jongere er meer bij gebaat is als we kijken naar de aanwezige krachten en hoe we die kunnen versterken. Positieve bevestiging, eenvoudigweg belonen en pre-ventief hier aandacht voor hebben, is een sterke hef-boom in de opvoeding.

Laat het etiket los en kijk naar de jongere en wat hij in zich heeft. En als je zijn kracht ziet, zal die alleen maar toenemen. Want waar je aandacht aan besteedt, groeit!

stimuleren“Wat bij de ander ‘ontbreekt’, wat hij niet kan, is al te vaak onze focus.

Door het verschil niet negatief, maar als een verrijking te zien, kun

je samen hele mooie dingen realiseren. Een slagboom kan op het

eerste gezicht je tegenhouden en dwarsliggen. Hij zorgt echter ook

voor je veiligheid en met wat geduld gaat hij zeker open.”

“In het leven heb je mensen nodig die in jou geloven en instaan

voor opbouwende kritiek. Zo wil ik mijn leerlingen ook blijven

aansporen om hun talenten te ontdekken én te laten groeien.

Vooral als ze op grenzen botsen, blijf ik hen aanmoedigen en

aansporen. De assisterende en de communicatieve stijl komen

hier in hun puurste vorm naar voren.”

“Stimuleren vraagt inzet en geduld én impliceert dat je op zoek

gaat naar de talenten van al je leerlingen. Zeker bij diegenen

bij wie het minder zichtbaar is. Middagspel, bezinningsdagen

enz. zijn daarbij gouden momenten. Het gaat erom hun kansen te geven,

constructief in dialoog te gaan en hen te leren omgaan met falen en succes. Het is een

bevrijding als ze niet in alles moeten uitblinken. In de lijn van Don Bosco zou je kunnen zeggen:

de tijd gaat traag als je naar het negatieve kijkt en snel als je het positieve wilt zien.”

Kristof Van Campenhout is leerkracht wiskunde in Don Bosco Haacht TSO/BSO. Samen met zijn

leerlingen kreeg hij de Koningin Paolaprijs voor M@thM@tes (www.facebook.com/mathmates), een

project voor en door leerlingen waarbij ze elkaar stimuleren.

Page 13: Dbv 2013 5 01

13

We kennen Don Bosco vooral als priester, als opvoeder en van het project waar hij voor staat. Maar zijn kracht zit misschien nog meer in zijn charisma. Hij weet jon-geren én volwassenen te raken met zijn persoonlijke uitstraling en warmmenselijke nabijheid. Zo sterk zelfs dat enkelen op 19 december 1859 samen met hem de Salesiaanse Sociëteit oprichten. In het spoor van Don Bosco gaan ze samen verder op weg.

Daar blijft het niet bij. Zoals hij zelf geïnspireerd werd door Franciscus van Sales, don Cafasso, zijn moeder en zijn jongens is Don Bosco tot op vandaag voor velen van ons een inspiratiebron. Hij is een richtingaanwijzer wanneer we in bepaalde situaties met een jongere de weg niet meer weten.Don Bosco roept ons eveneens op om net zoals hij in-spiratie te zijn voor anderen. Als een voorbeeld dat an-deren bezielt en zich door hen laat raken. Iemand die mensen uitdaagt en grenzen laat verleggen. Maar hun ook een plek geeft waar ze op adem mogen komen. Het gaat niet om de weg die je inslaat, maar om het spoor dat je nalaat.

een project van Don bosco Vorming & animatie in de kijker

inspireren“Inspiratie betekent voor mij door iets of iemand

geraakt zijn en in beweging gebracht worden, in

je denken en/of je doen. Als leerling was dat

mijn toenmalige leraar Frans, die er zo mee voor

gezorgd heeft dat ik nu zijn collega ben. Door zijn

hartelijke, positieve en toch consequente omgang met

de leerlingen, zijn aanspreekbaar en aanwezig zijn, is Jan

nog steeds een voorbeeld naar wie ik opkijk, iemand die me

beweegt om het beste van mezelf als leerkracht te geven.”

“Don Bosco is geleidelijk mee gegroeid als inspiratiebron. Zijn sterk

geloof in jonge mensen, samen met hen op hun tempo op pad gaan,

hun kansen bieden, sturen mijn handelen als leerkracht. Het is een

uitdaging om leerlingen te interesseren voor mijn vak, hen tegelijk te

ondersteunen en hopelijk ook wel te inspireren.”

“Of dat laatste lukt, kan ik moeilijk zelf zeggen. Door authentiek en

enthousiast te zijn in mijn omgang en er voor hen te zijn wanneer ze

me nodig hebben, werk ik hier iedere dag aan. Als mijn engagement

ervoor zorgt dat ze meer meenemen dan de leerstof alleen, is mijn missie

geslaagd.”

Ilse Scheelen is leerkracht Frans-Engels in het Don Boscocollege in Hechtel. Ze staat mee in voor de

speelplaatsanimatie, de begeleiding van de (hoofd)moni’s, de organisatie van het bergkamp naar

Oostenrijk en tal van andere (na)schoolse activiteiten.

Page 14: Dbv 2013 5 01

14

gRoeistoot | Tekst: Dirk Schoofs Foto's: Dirk Schoofs, eindredactie

Praten over opgroeien en de perikelen daarbij

Er is erg weinig echt wetenschappelijk onderzoek ge-daan over opvoedingsadvies voor jonge kinderen, en het bestaande onderzoek is volgens René van de Veer vaak van bedenkelijke kwaliteit. Opvoedingsadviezen zijn meestal gebaseerd op praktijkervaringen. Soms kunnen dat heel zinnige adviezen zijn, vaak ook niet.

Waarom staan die adviezen volgens u op losse schroeven?Ze zijn zeker niet algemeen geldig om de eenvoudige reden dat mensen zich dikwijls baseren op tradities die in de eigen cultuur gangbaar zijn. In België en Nederland was het lange tijd absoluut verbo-den om een kleine baby bij jou in bed te laten slapen. Men gaf aan dat het gevaarlijk was of dat het kind daardoor te afhan-kelijk zou worden. Wanneer je even over de grens kijkt, zie je dat deze praktijk in heel veel culturen voorkomt zon-der nefaste gevolgen. Ik heb geen bezwaar tegen dit advies, maar het is niet gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek dat algemeen geldig is.

gaan opvoedingsadviseurs zelfbevestigend te werk? Hebben ze de conclusie van hun bevindingen al bij voorbaat klaar?Opvoedingsadviseurs zijn sowieso niet op zoek naar de waarheid. Ze hebben al een theorie in hun hoofd waar-van ze denken dat die waar is. Ze zijn er niet op uit om de werking van hun theorie te toetsen.

zakt de grond niet onder de voeten van de ouders weg, wanneer u vertelt dat ze

de adviseurs niet meer kunnen geloven?Heel veel ouders willen horen hoe het moet. Daarom is mijn boodschap niet echt de ge-wenste. Het komt erop neer dat je best toch wel verschillende adviezen naast elkaar legt en probeert te beredeneren wat je

het meest redelijke advies lijkt om dan je eigen koers te kiezen. Dat heeft voor jonge ouders iets onbevredi-gends. Ze zijn onzeker en meestal niet in staat om een advies op zijn waarde te boordelen.

‘opvoeden door beginners’

zin en onzin van opvoedingsadvies

opvoedingsadviezen zijn meestal gebaseerd op praktijkervaringen: soms kunnen het heel zinnige adviezen zijn,

vaak ook niet.

Page 15: Dbv 2013 5 01

15

kunt u een voorbeeld geven van advies dat nergens op slaat?Toen mijn oudste zoon geboren werd, kwam er een ver-pleegster op bezoek. Ze droeg ons op om het kind om de vier uur wakker te maken; als we dat niet deden, bestond de kans dat de baby nooit meer wakker zou worden. Zij gaf als verklaring dat de bloedsuikerspie-gel daalt tijdens de slaap en wanneer die te laag zou worden, kon het kind in een soort coma geraken en overlijden. Dat is een dwaas verhaal dat nog steeds de ronde doet. In de wetenschappelijke literatuur blijkt er werkelijk niets van waar te zijn.

Hoe komt dat ouders daar zo gemakkelijk in trappen?Als jonge ouder ben je snel uit je evenwicht en zit je met een heel klein broos wezentje. Wanneer dan ie-mand met autoriteit zoiets tegen je zegt, ben je althans in eerste instantie geneigd het advies te geloven om-dat je al onzeker bent. Sommige jonge ouders zijn ook labiel omdat ze te weinig slapen en daardoor zijn ze wat meer ontvankelijk voor adviezen. Überhaupt heb-ben mensen wel respect voor deskundigen en artsen. Nog een voorbeeld… Bij het consultatiebureau vertel-

Peuters moet je niet voor hun

tweede verjaardag zindelijk

trachten te maken en een baby

gaat niet minder huilen als

je hem of haar ronddraagt.

Op consultaties, opvoedings-

websites en opvoedingsboe-

ken krijgen jonge ouders vaak

advies dat best wel overtui-

gend klinkt, maar in realiteit

nergens op gebaseerd blijkt.

René van der Veer, hoogleraar

pedagogiek aan de universiteit

van Leiden, doorprikt zulke

holle raadgevingen in zijn boek

‘Opvoeden door beginners’.

den ze ons dat we onze baby regelmatig op zijn buik moesten leggen: het zou de nekspieren trainen omdat de baby pro-beert rond te kijken.

is dat onzin?Neen, maar het is wel onzin dat kinderen gericht bepaalde spieren zouden moe-ten trainen. Er is geen enkele volwassene die met zijn hoofd scheef loopt omdat hij als baby zijn nekspieren te weinig

heeft getraind. Ik wil maar zeggen dat bepaalde dingen vanzelf gaan en geen specifieke training nodig hebben. We hoeven dus geen babygym te doen. Consulenten hebben tabellen voor zich waarop staat dat bij drie maanden het kind zijn hoofd optilt. Wanneer een baby dit nog niet kan bij vier maanden, dan volgt het advies.

Veroorzaken ouders zelf opvoedingsproblemen bij hun kinderen?Ongetwijfeld. Ouders veroorzaken natuurlijk proble-men omdat ze tal van fouten maken waarvan ze daarna zelf het slachtoffer worden. Bijvoorbeeld als een baby wakker wordt, is het toch iets handiger om hem even-tjes te laten huilen, zodat het leert om zelfstandig de slaap te vatten. Wanneer je er bij de eerste kik bovenop springt en het kind uit bed haalt, kan het gewend wor-den aan de idee dat het even mag spelen met mama of papa.

Het boek heet ‘opvoeden door beginners’. blijven ouders beginners?Elk kind is anders, na het eerste, tweede of derde kind denk je als ouders dat je het helemaal vat. Je hebt de illusie dat je gewapend bent met veel ervaringen die je dan toepast op het volgende kind, terwijl het soms volledig anders uitpakt. Bij mijn eigen kinderen heb ik gemerkt dat de slaapmethode die we toepasten voor het ene kind, helemaal niet werkte voor het volgende. Dat bewijst eigenlijk helemaal niets. Het toont wel aan dat beide kinderen totaal verschillend zijn en dus ook verschillend reageerden op het ingrijpen van de ouders.

er is geen enkele volwassene die met zijn hoofd scheef loopt omdat

hij als baby zijn nekspieren te weinig heeft getraind.

Page 16: Dbv 2013 5 01

16

bRooDJe cuRsief | Tekst: Loes Foto: Noni Boynton

Luchtig cursiefje vanuit het dagelijks leven

Het kriebelt om mij ook eens als hervormer op het on-derwijs te storten. Want de Reformatie die nu gepre-dikt wordt, is je reinste ketterij. Pas vier jaar voor ze in de diepte van het volle leven gegooid worden, mogen de kindjes zich – met bandjes beveiligd – wagen in het bad van de vrije keuzes. Verlengde betutteling nu de puberteit alsmaar vroeger toeslaat… Je bent jong en je wilt wat. Die kinderachtige zwemvleugeltjes keil je weg. Op je eigen stoute vlerken trek je naar de open leerzee, om er te surfen buiten de bewaakte zones. Op-gevist door juridische en ouderlijke schepnetten keer je spartelend terug naar de zwemkom, maar daar maak je van de nood een deugd. Je vlijt je als een mossel op de bank en klapt je schelp dicht. Je moet ten slotte érgens recupereren van je autodidactische avonturen…

Een gezond ecosysteem vereist een brede variëteit aan soorten. Het is dus niet verstandig vrije vogels tot mos-sels te laten muteren. In plaats van eenheidsworst te serveren tot de jongen ervan kokhalzen, voorziet mijn masterplan van bij de aanvang aangepast spek voor ie-ders bek zodat alle jongskes, van welke pluimage ook, opgroeien tot sterke exemplaren van hun soort. Het loopt momenteel vaak al fout in de kleuterschool. Flad-

dervogel of potige bruine beer, alle kleintjes worden afgericht tot ze op de stipjes knip-pen en binnen de lijntjes kleuren. Beoefe-naars van vernieuwende kunst worden op de vingers getikt. Carrières van geboren performers worden in de kiem gefnuikt met oeverloze sessies zitten en zwijgen. Diehards die in alle weer en wind in de zandbak willen spelen, worden ont-moedigd. En weg is de kans op een bouwvakker die geen winterreces no-dig heeft. Al eens bij stilgestaan? Geef kinderen de ruimte om hun potentieel maximaal te ontplooien, in plaats van het af te vlakken. Voorzie minstens één persoonlijke begeleider per pupil.

Ik vermoed dat onze minister van On-derwijs het in zijn hart met mij eens is. Maar hij weet dat je voor een maatpak

veel dieper in de staatskas moet tasten dan voor pret-à-porter. De arme man wordt zwaar onder druk gezet. Kortzichtige gelijke-kansenijveraars roepen dat hij de schotbalken tussen de vier stromen in het secundair moet ophalen om watervallen uit te schakelen. Bespa-ringenfreaks willen mastodontscholen met klassen van 30+. De leerkracht die zo’n sardineblik gecondenseerde puberteit voorgeschoteld krijgt, moet dan wél zorgen voor gediversifieerde aanpak. Onderwijswereld zoekt: schapen met vijf poten.

Pascal Smet was eerst minister van Mobiliteit. Hij kreeg het verkeer niet mobieler. Sinds 2009 probeert hij dan maar het onderwijsveld in beweging te krijgen. Verder dan een storm in een glas water is hij niet geraakt. Geen wonder: hij was de veertig al gepasseerd toen hij op Onderwijs terechtkwam en dan nog niet eens uit vrije keuze. Mijn masterplan daarentegen steunt op een flinke portie persoonlijke expertise. Ik was als kleuter al begaan met het onderwijs, richtte proefscholen op in Lego. Dan volgde een jarenlange specialisatie tot er-varingsdeskundige in onderwijs krijgen en geven. Maar ach, invloedrijker stuurlui staan aan wal. Met zicht op mosselbanken.

Mosselen en sardines

Page 17: Dbv 2013 5 01

17

Tekst: Steven Pinnoo Foto: ANS | sPRokkel

Op 14 juli 1883 bereikten de eerste salesiaanse missiona-rissen het plaatsje Niterói bij Rio de Janeiro in Brazilië. Nu, 130 jaar later, was dit dan ook dé plaats bij uitstek om de Salesian Youth Movement (SYM) – de wereld-wijde beweging van salesiaans geïnspireerde jongeren-organisaties – te huisvesten tijdens de jongste Wereld-jongerendagen. Zoals bij de vorige edities namen meer dan 6.000 jongeren van de SYM deel aan dit gebeuren, ditmaal vooral uit het Amerikaanse continent.

Omdat de Wereldjongerendagen het grootste ontmoe-tingsgebeuren met jongeren in de Kerk vormen, mocht de salesiaanse aanwezigheid hier ook niet ontbreken, zo vindt don Pascual Chávez, algemeen Overste van de salesianen. “De Wereldjongerendagen en de SYM moeten een antwoord bieden aan jongeren die zoeken naar oplossingen voor de ernstige sociale, culturele en menselijke problemen waarmee zij vandaag te kampen krijgen.” Jongeren hebben recht op dit getuigenis in alle openheid en bereidheid tot delen – de twee ba-sishoudingen waarop het christelijke geloof steunt. Of, zoals paus Franciscus het uitdrukt: “We moeten afreke-nen met de cultuur van onverschilligheid! De Wereld-jongerendagen moeten een sterk signaal geven tegen een samenleving die mensen als wegwerpartikelen be-schouwt en jongeren tot het afval van haar eigen pro-

ductieprocessen reduceert.” Ook Moeder Yvonne Reun-goat, algemeen Overste van de zusters van Don Bosco, ziet de ontmoeting van zovele jongeren die in alle vreugde hun christen-zijn delen als een teken van hoop.

Op 24 juli organiseerde de SYM in Niterói een aantal eigen salesiaanse initiatieven voor jongeren uit de hele wereld. Aan het SYM-forum rond het thema van de salesiaanse jongerenspiritualiteit droegen meer dan 160 jongeren uit 34 landen ’s morgens hun steentje bij. Na een korte inleidende video konden de deelnemers in diverse taalgroepen van gedachten wisselen, waarna zij hun vragen en bedenkingen aan de algemeen over-sten van de salesianen en de zusters mochten toever-trouwen. In de namiddag en de avond volgden dan een feestelijke ontmoeting en een avondwake, waarvoor meer dan 6.000 jongeren bijeenkwamen. De dag ein-digde met een dubbel avondwoordje in salesiaanse stijl door de beide algemeen oversten.

Ook deze Wereldjongerendagen vormden een bemoe-digende ervaring voor alle jonge christenen in heel de wereld, én voor heel de salesiaanse beweging. Een er-varing die vooral in onze jongerenorganisaties en ons jeugdwerk vrucht moet blijven dragen…

salesian Youth Movement op de

Wereldjongerendagen

Page 18: Dbv 2013 5 01

De sPReekstoel | Tekst: Steven Pinnoo Foto's: Steven Pinnoo, eindredactie

buitengew one kansen

Voor wie spreekt vanuit salesiaanse verantwoordelijkheid

18

ter technisch adviseur-coördinator in de technische school. Tot hij zeven jaar ge-leden nog maar eens werd uitgedaagd om de bedding van zijn carrière te ver-leggen…

een ‘buitengewoon’ projectBij de zoektocht naar een nieuwe direc-teur voor de school voor buitengewoon secundair onderwijs (BuSO) kwamen de verantwoordelijken van Don Bosco Halle meermaals bij Hugo aankloppen. Uitein-delijk besloot hij de sprong te wagen. Als nieuwe directeur werd hij al meteen in

het diepe gesmeten: hij begon eraan tijdens de door-lichting van de school in 2006. In oktober van dat jaar werd de school geconfronteerd met het tragische ver-keersongeval van een van de leerlingen. De manier waarop de werkgroep ‘Vluchtheuvel’ het verwerkings-proces toen heeft begeleid, riep zoveel respect en waar-dering op dat de inspectie een dag vroeger gestopt is. En in het oog van de storm stond de nieuwe directeur, die al snel leerde waar het in het BuSO écht om gaat: een engagement dat zijn hart veroverd heeft en dat hem nooit meer heeft losgelaten.

beneden aan de waterval…Hugo ontdekte dat het buitengewoon onderwijs heel andere uitdagingen stelt dan het beroepsonderwijs. Je hebt er doorgaans te maken met jongeren in grens-

Met je leerlingen naar de praktijkSommige mensen lijken wel in de wieg gelegd voor het onderwijs. Zo verging het ook Hugo: al op jonge leeftijd werd hij volop ingeschakeld in de taalkampen die zijn papa als onderwijzer organiseer-de. Het animeren van vrijetijdsactiviteiten leerde hij er als monitor in Amiens, later mocht hij er mee beginnen lesgeven, en mondjesmaat begon vader zelfs de direc-tietaak aan zijn kinderen door te geven.Naar school ging Hugo in Don Bosco Hal-le, en daar mocht een verhaal ontkiemen van levenslang engagement. Na een verdere opleiding elektromechanica ging hij eerst nog drie jaren aan de slag in de sector van de industriële elektriciteit. De zin om met jongeren bezig te zijn bleef hem intussen gelei-delijk stuwen naar een andere loopbaan…Hugo kon als leraar aan de slag in Don Bosco Halle, maar niet echt in ‘zijn’ richting: hij ging lesgeven in het vijfde jaar elektronica. Later gaf hij vooral les in het be-roepsonderwijs. In die tijd was het ‘hoger beroep’ pas opgericht, en dat vormde voor de school een enorme uitdaging. Hij zette er graag mee de schouders onder, vooral in het zesde en zevende jaar.Daarna begon voor Hugo een weg van groeiende ver-antwoordelijkheid in de school. Op vraag van zijn col-lega’s werd hij tweede technisch adviseur elektriciteit, daarna studieleider in het beroepsonderwijs, nog la-

Jongeren met ‘speciale onderwijsbehoeften’… Mocht Don Bosco er ooit over gehoord hebben, hij zou ongetwijfeld gezegd hebben: “Dát is iets voor ons!” En dus trekken we met de Spreekstoel naar Hugo D’hoker, directeur van de secundaire school voor buitengewoon onderwijs van Don Bosco Halle, voor een bijzonder gesprek over opvoeden en lesgeven, over kansen en grenzen…

Page 19: Dbv 2013 5 01

19

situaties. Waar we in het onderwijs vaak spreken van een ‘watervalsysteem’, gebruikt Hugo graag het vol-gende beeld: “In het BuSO zitten we beneden aan de waterval, en daar is het de natste plaats…” Vaak is een opvoedingsproblematiek gekoppeld aan een sociale problematiek: gevallen van incest, jongeren die geen opvang hebben thuis… En soms lijkt het voor de opvoe-der dweilen met de kraan open.Het begeleiden van jongeren vraagt hier een heel bij-zonder engagement. Telkens weer verwijst Hugo met onverholen waardering naar de inzet van zijn team. Sa-men organiseren ze allerlei acties die het beste in hun jongeren naar boven halen: gezondheidsdagen, Euro-pese projecten, een actie voor de Derde Wereld, sport-dagen… En met de trots van een rasopvoeder verwijst hij naar al het loop- en voetbaltalent bij zijn leerlingen!De kracht van de BuSO-school in Halle is tegelijk dat ze zo sterk geïntegreerd is in het gewone onderwijs. Er zijn wel aparte werkplaatsen voor het BuSO, maar met de speeltijd gaat het merendeel van de leerlingen naar de speelplaats van de technische school. Maar de verwachte weg naar nóg meer integratie zal heel wat voorbereiding vragen.Een belangrijk aandachtspunt is het vergemakkelijken van de stap naar de arbeidsmarkt. Vooral het systeem van ABO of ‘alternerende beroepsopleiding’ – een bij-komend jaar opleiding terwijl men reeds als werkzoe-kende staat ingeschreven – boekt goede resultaten. Een goede samenwerking met de nijverheid is hiervoor van doorslaggevend belang.

ook buitengewoon salesiaans!Dankbaar verwijst Hugo naar de salesianen die hem de eigenheid van een salesiaanse school hebben leren ken-nen. Zijn wekelijkse bezinningstekst en een goed draai-ende pastorale animatiegroep (PAG) maken die eigen-heid ook concreet. Maar de spirit van Don Bosco is vooral te herkennen in de kansen die leerlingen hier krijgen, verwijzend naar het opvoedingssysteem van Don Bosco.De salesiaanse eigenheid krijgt nog een bijzonder accent bij dit publiek met ‘speciale onderwijsbehoeften’. Of, zo-als Hugo het formuleert: “Lesgeven aan ‘gemakkelijke’ leerlingen is geen kunst… De ‘moeilijke’ meekrijgen, daar zouden wij toch ook in moeten kunnen slagen!”Misschien méér nog dan in andere vormen van onderwijs is het hier belangrijk dat leerlingen voelen dat je er voor hen bent, heel spontaan. De opvoedingsstijl is hier écht salesiaans, ook zonder altijd deze term te gebruiken…

Je laten raken, tot aan een grens…Wanneer Hugo spreekt over de situaties waarin zijn leerlingen leven, wordt het duidelijk dat hij zich niet verstopt achter een ‘professionele afstandelijkheid’: hij is een gevoelsmens, iemand die zich laat raken. Die diepgaande betrokkenheid op jongeren die vaak met onvoorstelbare moeilijkheden te kampen hebben, daarvoor doet hij het.In die totale inzet botst je wel eens tegen je eigen gren-zen op. Zo moest ook Hugo vorig jaar er even tussenuit om weer op adem te komen en de batterijen op te la-den. Wanneer de druk of de kritiek op de school soms te groot wordt, durft hij nu al eens ‘ontsnappen’ om een klas te bezoeken met praktijkverplaatsing: zo krijgt hij weer voeling met al het goede dat er gebeurt.

…en over grenzen heenGevraagd naar zijn toekomstplannen blijkt Hugo nog boordevol ideeën te zitten. Hij is volop bezig met het digitaliseren van alles wat de school aangaat en denkt na over een betere communicatie.Verder aan de horizon ziet Hugo nog een persoonlijke droom opdoemen: meewerken aan een project in Kenia dat hij ooit bezocht. Ze hebben er hoge nood aan ie-mand die wat technieken kan komen bijbrengen… Mis-schien opnieuw een uitdaging, een nieuwe grens om verkennen?

buitengew one kansen

in het oog van de storm stond de nieuwe directeur, die al snel

leerde waar het in het buso écht om gaat.

Page 20: Dbv 2013 5 01

20

De boekenPlank | Tekst: Michel Ruyters Foto’s: Centrale Propaganda

een nieuwe start!

een ruiker bloemen voor de jarige

Een klein boekje, mijn wens bij jouw verjaardag…Bij de verjaardag van jong en oud!

Tekst: Petra Focke, Hermann LückerVertaling: Marc Dedapper16 pagina’s.

innige deelnemingRouwbetuiging bij een overlijden

Een geheel van teksten die ons uit-nodigen tot nadenken en bidden over dood, afscheid nemen van een dierbare, het leven met een gemis…“Op iedere winter volgt een lente. Elk verlies hunkert naar een opnieuw vinden, zoals de tocht door de woestijn gevoed wordt door de verwachting van een beloofd land.”

Tekstselectie en vertaling: Marc DedapperFormaat: 15 x 21 cm; 17 blz.

gelukkige verjaardag!Werkboekje voor kinderen

Hier hebben kinderen alles bij de hand om een geslaagd verjaardags-feestje te bouwen! Stevige uitnodi-gingskaartjes die ze zelf gemaakt hebben, allerlei knutselspulletjes om de vriendjes en vriendinnetjes te verwelkomen, om sfeer te maken, om de tafel te versieren, en om ten slotte iedereen te verrassen met een zelfgebak-ken taart en met spelletjes achteraf. Het boekje zit vol sprankelende ideetjes om zich gezond en prettig te vermaken, zonder dat het een bom duiten kost!

Auteurs: Anne-Marie StollVertaling: Iny Driessen

Formaat: 15 x 21 cm; 32 pagina’s.

De dood, een bron van leven

De periode rond Allerheiligen en Allerzielen nodigt ons uit om de ge-dachtenis te houden van de overle-denen uit onze familie en vriendenkring. Het is ook een tijd om even stil te staan bij het mysterie van leven en dood: hoe kunnen we dit als christen in het licht van de verrijzenis beleven?

Auteur: Reiner BareisVertaling: Marc DedapperFormaat: 11 x 21 cm; 28 pagina’s.

Bij het begin van het nieuwe schooljaar

willen we de kinderen die nog een verjaardag te vieren hebben,

zeker niet vergeten.

Binnenkort vieren we Allerheiligen en Allerzielen, een periode waarin

de volgende uitgaven zeker tot hun recht zullen komen:

Een ruiker bloemen

voor de jarige!�

Uitlopen en bloeien!

Bottende bloesemsna een koude winter:een zweem van hoop,

een teken van een nieuw begin,een aanzet van leven,

een spoor van toekomst!

Waar bloemen bloeienis leven,

opbloeiend leven!

Uitbotten en bloeien!

Open je hartzoals een bloemkelk

voor het lichten schenk je vreugde,

je liefde en je genegenheid!

-:HSTARA=^Z[W\V:ISBN: 90-70956-27-6

n4€ 4,00(port inbegr.)

n13€ 4,50(port inbegr.)

n1€ 2,75(port inbegr.)

Je kunt deze uitgaven met de juiste referenties bestellen via de Dienst Centrale Propaganda, Fr. Gaystraat 129, 1150 Brussel, telefoon 02/771 21 00, fax 02/772 66 86 of via e-mail: [email protected] de gezamenlijke aankoop van meerdere boekjes kun je besparen op de verzendingskosten! Je mag bij je bestel-ling zeker vragen hoeveel je korting zal bedragen.

n2€ 4,00(port inbegr.)

Page 21: Dbv 2013 5 01

21

in MeMoRiaM

zuster Rika Maertens° 16-06-1924 + 01-07-2013

Rika werd te Antwerpen geboren als oudste van vijf kinderen. Vader was beeldhouwer van beroep, een kunstenaar met grote letterkundige bewogenheid, iets dat zij van hem meegekregen heeft. Zij volgde de normaalschool en werd onderwijzeres bij de Zus-ters van Don Bosco te Kortrijk. Daar rijpte haar roe-ping. Na de vormingsperiode sprak zij haar eerste ge-loften uit te Groot-Bijgaarden, op 5 augustus 1951.Zr. Rika was dienstbaar in Boxbergheide, Heverlee, Kortrijk, Groot-Bijgaarden en heel lang in Maasniel (Nederland). Zij was onderwijzeres, schoolhoofd, zij gaf parochiecatechese voor eerste communie en vormsel, zij zorgde voor de liturgie, zij was pastorale werkster, zij zorgde voor de speelpleinwerking en richtte een kinderkoor op. Zij was gelukkig altijd sterk betrokken te zijn in het salesiaans werk, meestal bij kansarme jongeren. Zr. Rika heeft haar rijke talenten ten volle gebruikt om aan Jezus’ Blijde Boodschap handen en voeten te geven in alles wat ze on-dernam, waarvoor ze werd gevraagd en uitgezonden.Zr. Rika werd niet van lijden en ziekte gespaard. De laatste jaren werden getekend door het loslaten van alle taken en het zich sterk toevertrouwen aan haar Heer. Zij overleed te Kortrijk, op 1 juli 2013.

Jef Miller° 03-03-1921 + 18-07-2013

Jef (Jan Baptist) werd geboren in Herfelingen op 3 maart 1921. Na zijn studies in Don Bosco Sint-Pieters-Woluwe trad hij in 1941 in het noviciaat. Na zijn priesterwijding te Parijs op 1 juli 1953 was hij met zijn warm priesterhart geliefd leraar-opvoeder in Giel.Zijn missionarishart bracht hem van 1962 tot 1974 in Burundi en Rwanda, waar hij als salesiaans bewogen man zijn beste krachten gaf. Na zijn terugkeer in Vlaanderen nam hij de taak van econoom op zich in Oud-Hever-lee, Sint-Pieters-Woluwe en Groot-Bijgaarden. Eens op rust bleef hij daar dienstbaar tot het einde toe, niet alleen in huis, maar ook bij de Zusters van Don Bosco, de zusters van Itterbeek, rusthuis De Verlosser en de Broeders van de Christelijke Scholen.Jef was een man met een ruim hart, wat nieuwsgie-rig geïnteresseerd, maar vooral warm begaan met mensen. Uren bracht hij door in de kapel: zo bouwde hij het los-laten van zijn activiteiten, van contacten en gaan naar mensen om tot een diepere verbondenheid.Midden in dat alles groeide zijn verlangen om thuis te komen bij onze God, Liefde voor tijd en eeuwigheid. Nu zijn verlangen vervuld is, spreekt hij zeker voor allen ten beste.

zuster caroline agten° 28-08-1932 + 29-06-2013

Caroline werd geboren te Kaulille als derde in een gezin van vijf kinderen. De ouders waren goede en werkzame mensen. Caroline

liep lagere school en leerde nadien vooral naaien, breien en haken. Op heel jonge leeftijd startte zij met het pre-aspirantaat bij de Zusters van Don Bosco.Na haar professie op 5 augustus 1951 te Groot-Bij-gaarden heeft zr. Caroline zich helemaal dienstbaar opgesteld in vele gemeenschappen. Zij doorkruiste Oost- en West-Vlaanderen, Brabant, Limburg tot zelfs enkele jaren in de Waalse provincie. Ook in Maasniel (Nederland) kon zij het beste van zichzelf

ten dienste stellen van medezusters en kinderen. Huiselijke taken waren haar niet vreemd. Zij was keukenzuster, zij was naaister, zij verzorgde zieken, deed assistentie bij de kinderen, was ver-antwoordelijk voor het washuis en leerde op latere leeftijd nog het kantklossen, een hobby die zij graag deed. Zij had een rustige en serene natuur, humoristisch, ze kon soms heel grappig onver-wachts uit de hoek komen en zij lachte graag.De laatste jaren heeft zij veel lijden doorstaan, haar gezondheid kreeg zware klappen. Een opname in het rust- en verzorgingste-huis werd noodzakelijk. Na een kort verblijf heeft zij haar rijkge-vulde leven in Gods handen mogen leggen op 29 juni 2013.

fons Meuwis° 24-08-1929 + 06-07-2013

‘Fonske’ werd geboren op 24 augustus 1929. Hij was iemand zo apart, en toch uit het beste hout gesne-den. Jarenlang heeft hij zich in salesiaanse geest voor kleinen en jongeren ingezet om hen te bege-leiden. Universitair geschoold en gevormd heeft hij

hun als leraar bezielend en boeiend wiskunde, scheikunde, fysica en biologie bijgebracht. Zijn liefde voor de natuur, de tuin, de hof, de bloemen en de planten is spreekwoordelijk gebleven, evenals zijn buitenschoolse activiteiten als fietstochten naar Tur-kije, Compostela, Marokko en de Noordpool. En vakantiekampen naar Italië en Oostenrijk heeft hij vaak georganiseerd en meege-maakt. Hij was jarenlang pastoraal bewogen als weekendpriester in Reppel en elders, en de laatste jaren als aalmoezenier in het Vinkenhof in Houthalen. Eenmaal met pensioen heeft hij zich nog degelijk ingewerkt als econoom voor de hele gemeenschap van Don Bosco Helchteren. Zijn krachtbronnen waren zijn liefde voor de congregatie, de devotie tot Don Bosco en Maria Hulp en de combinatie van werken en bidden. Eindelijk mag hij nu rus-ten; hij wilde zonder pijn sterven. Met gevouwen handen, als het ware in een gebedshouding, is hij zachtjes en sereen ingeslapen. Hij laat ons en velen achter met een groot verdriet, maar ook met vele prachtige en dankbare herinneringen.

Page 22: Dbv 2013 5 01

22

VeRbonDen | Tekst: Béatrice Petit, Kilian de Jager Foto: Béatrice Petit

De link tussen Noord- en Zuidwerking

Het conflict tussen M23 en het Congolese leger in en rond de provincie Noord-Kivu krijgt schijnbaar geen oplossing. Sinds vorig jaar spelen de rebellen, gesteund door Rwanda en Oeganda, een kat-en-muisspel rond de hoofdstad van de provincie Noord- Kivu. Op 20 novem-ber nemen ze de één miljoen inwoners tellende stad Goma in. Het regeringsleger (FADRC) kiest het hazen-pad zonder te vechten. Hetzelfde verhaal bij de Monus-co, het 17.000 man sterke leger van de Verenigde Naties (VN) dat de vrede in Congo moet bewaren.Twee weken lang plundert M23 de stad twee weken voor ze alsnog verjaagd worden door het regerings-leger. De rebellen trekken zich terug, maar bezetten een tijdlang strategische posities rondom de stad. Het leger slaagt erin om hen ook daar te verjagen, maar nu (in augustus, nvdr) staat M23 opnieuw voor de poor-ten van de stad. Op ‘wandelafstand’ van Goma worden zware gevechten gemeld. Opnieuw ontstaat een exo-dus van mensen die bescherming zoeken in uitgestrekte vluchtelingenkampen.

te veel rotte eieren in het regeringslegerBetrouwbaar is het FADRC nauwelijks te noemen. Het Congolese leger, dat toch 150.000 manschappen sterk is, heeft in het verleden meermaals de kans gehad om

de rebellenbeweging M23 te omsingelen en hun op-gang richting Goma te stui-ten, maar op het beslissende

ogenblik krijgt het systematisch het bevel rechtsom-keert te maken onder het mom van een zogenaamde ‘strategische terugtrekking’. Verraad? De voorbeelden zijn legio, ook bij de legertop.Denken we maar aan generaal Amisi, die zelfs zo ver ging dat hij wapens verkocht aan allerlei rebellengroe-pen in Oost-Congo. “Hij is één van die krijgsheren in officiersuniform”, verklaart een waarnemer. “Ze zijn op geen enkel manier vaderlandsgezind, hun graad werd hun toegekend zonder enige verdienste, behalve dan dat ze tal van doden op hun geweten hebben. De inte-gratie van een groot aantal rebellen in het Congolese leger is een mislukking: het is moeilijk om mayonaise te maken met zoveel rotte eieren! Wat de gewone man-

bevolking tussen twee vuren

“Wanneer twee olifanten vechten, wordt het gras platgetrapt”, zo luidt een Afrikaans spreekwoord, aldus Théophile Kaboyi, de bisschop van Goma. Dat de bevolking “het gras” is, lijdt geen twijfel. En met die “olifan-ten” lijkt hij op de rebellen van M23 en het Congolese leger te doelen die zich al geruime tijd aan een partijtje touwtrekken om Goma wagen.

Page 23: Dbv 2013 5 01

23

schappen betreft: hoe kunnen ze vechten aan het front als ze niets te eten krijgen terwijl ze zien hoe hun supe-rieuren in Kinshasa zichzelf bedienen?”

Militaire toeristenOp de blauwhelmen moet de bevolking ook niet reke-nen. Die worden door de Oegandese president Museveni niet zonder reden bestempeld als ‘militaire toeristen’. Het merendeel zijn Indiërs die zouden hebben onder-handeld over hun rekrutering, met de belofte dat ze niet zouden worden ingezet bij dodelijke grondgevechten.Off the record geven vredessoldaten toe dat de kwets-baarheid van hun drie basissen hun angst inboezemt. Die liggen immers ingesloten in gebieden die in handen zijn van de rebellen. Ondertussen kost de Monusco de internationale gemeenschap jaarlijks 1,4 miljard dollar!Eind juli ziet het er even naar uit dat het einde van de problematische situatie waarin de bevolking leeft, in zicht is. Monusco dreigt er-mee om tussenbeide te ko-men als M23 de wapens niet neerlegt en zich terugtrekt. Maar drie dagen later blijkt dat het om een loos dreige-ment gaat. Monusco is ook nu niet van plan tussenbeide te komen.

De politieke wil ontbreektDe goede verstaander kadert de uitspraak van bisschop Kaboyi over de olifanten en het gras binnen de poli-tieke economie van de regio rond de Grote Meren. Het overbevolkte Rwanda wil te allen prijze terrein verove-ren en is op zoek naar coltan en andere waardevolle mineralen. Oeganda heeft zijn zinnen gezet op de goudmijnen en oliereserves in de buurt. En Congo, rijk aan delfstoffen maar arm aan goed bestuur, lijkt het te ontbreken aan de nodige politieke wil om orde op zaken te stellen.“We hebben verkeerd gekozen, Congo wordt slecht be-stuurd. We vermoeden dat er lang geleden geheime ak-koorden werden afgesloten met de Rwandese president Kagamé betreffende de balkanisering van het land”, zegt een vader vanaf zijn ziekenhuisbed, rouwend om

de dood van twee van zijn kinderen. Weinig mensen weten dat er bij de verovering van Goma in 2012 meer dan vijfhonderd gewonden zijn gevallen. De meesten waren burgers, onder wie kinderen die vaak ook een lichaamsdeel verloren. Het is niet geweten hoeveel do-den er precies gevallen zijn.De inwoners van Noord-Kivu voelen zich in de steek ge-laten. Wanneer zullen de internationale gemeenschap en België in het bijzonder concrete acties ondernemen? Volgens sommigen zouden tweeduizend echte soldaten en een gezonde portie politieke wil voldoende zijn…

salesianen werken doorTerwijl overheidsinstanties en grote internationale ngo’s hun personeel in tijden van conflict meteen terug-roepen, blijven de salesianen ter plaatse. In Goma zijn er meerdere salesiaanse gemeenschappen. Daaronder die van Ngangi, waar zich ook een beroepscentrum be-

vindt. Tijdens de laatste open oorlog, in 2008, werden hier 26.000 mensen, vooral vrou-wen en kinderen, opgevan-gen, verzorgd en opnieuw op de been geholpen.Over de situatie nu vertelt pa-ter Piero Gavioli, de directeur van Ngangi: “Veel kinderen zijn om het leven gekomen

tijdens de recente confrontaties. Anderen werden dan weer gerekruteerd door de rebellen van M23. De kin-dersterfte is tragisch gestegen ten gevolge van de plun-dering van de couveuse van het algemeen ziekenhuis. Duizenden kinderen zijn hun ouders kwijtgeraakt toen iedereen op de vlucht sloeg en staan er nu alleen voor.”Tijdens en vlak na crisissituaties halen onderwijs en vor-ming zelden de voorpagina’s. Maar dat is onterecht. Scholen en de gemeenschappen die eraan verbonden zijn, zoals Ngangi, moeten een veilige haven bieden. Ze moeten openblijven, zelfs in de moeilijkste omstandig-heden, om een zekere vorm van stabiliteit en structuur te bieden, en hoop op een betere toekomst. Ouders en kinderen blijven onderwijs zien als een belangrijke pri-oriteit, net om deze redenen. Houdt u de hoop mee in leven?

bevolking tussen twee vuren

bij de verovering van goma in 2012 vielen meer dan

vijfhonderd gewonden, onder wie kinderen die vaak een

lichaamsdeel verloren.

Page 24: Dbv 2013 5 01

24

RuggesPRaak | Tekst: Firmin Vanspauwen Foto: Eindredactie

September, het nieuwe schooljaar is weer op gang getrapt. Op het voetbalveld gebeurt zoiets onder meer met een vrije trap. Voor elke leerling ligt de bal weer klaar om, met een flinke trap op doel, te scoren.Scoren is weliswaar niet altijd vanzelfsprekend.

De tegenstrever probeert bij voetbal scoren te verhinderen,hij stelt een muur op voor een vrije trap.In het schoolleven zijn de moeilijkheidsgraad van de leerstof, doorzettingsvermogen, afleiding allerhande, sociale en relationele problemen… vaak onoverkomelijke obstakels.

De nemer van een vrije trap kan kiezen voor een risicovolle rechtstreekse trap op doelof opteren voor een veilige pass op een teamgenoot, in een poging te scoren via samenspel.Leerlingen kunnen ook kiezen voor solo- of samenspel. Ze kunnen er zijn voor elkaar, het opnemen voor elkaar, een gunstig klimaat creëren, elkaar aanmoedigen, het pesten en cyberpesten laten en afkeuren… In de dug-out zit een uitgebreide staf van trainers en assistenten, helpers die het goed voorhebben met het team en met elke speler individueel.Medeleerlingen, ouders, vrienden, leerkrachten, opvoeders…zijn stimulerende krachten langs de zijlijn.Ze moedigen aan, supporteren,tillen leerlingen naar een hoger niveau.

De twaalfde man, de supporter langs het veld,speelt ook een belangrijke rol.Sportieve aanmoediging zweept de spelers op om te volharden, om ervoor te blijven gaan, ook als het moeilijk is, als vermoeidheid toeslaat of als de ploeg op achterstand staat. Op onze tribune zit een hevige, zeer trouwe fan: Don Bosco. Met zijn steun zal het leerlingen en leerkrachten weer lukken om ervoor te blijven gaan en hoog te scoren.

Vrije trap