Cursus muzikale opvoeding HDC

92
1 Muzikale Opvoeding Schooljaar 2011-2012 Naam:……………………. Klas:…………. Heilige Drievuldigheidscollege Leuven

description

Muzikale Opvoeding Schooljaar 2011-2012 Naam:……………………. Klas:…………. Heilige Drievuldigheidscollege Leuven 1

Transcript of Cursus muzikale opvoeding HDC

Page 1: Cursus muzikale opvoeding HDC

1

Muzikale Opvoeding Schooljaar 2011-2012

Naam:……………………. Klas:………….

Heilige Drievuldigheidscollege Leuven

Page 2: Cursus muzikale opvoeding HDC

2

Ontdek de geheimen van de muziek We horen constant geluid. We horen soms muziek. Wat zorgt ervoor dat geluid muziek wordt? Wat zijn de ingrediënten die een componist gebruikt? Wat maakt muziek herkenbaar? Hoe zit muziek in elkaar? Een zoektocht naar elementen en bouwstenen, een blik achter de schermen van de partituur, meekijken over de schouder van de componist, meelezen en meespelen met de muzikant en meeluisteren met de luisteraar. Een zoektocht naar muziek. De inhoud van deze cursus bestaat uit twee delen: enerzijds de lessen muziek die je volgt op school en de documentatie die je daarbij krijgt. De cursus bestaat uit 3 delen 1. Omgang met muziek 2. Bouwstenen van de muziek 3. Muziek is van alle tijden

Anderzijds leg je zelf een portfolio aan, waarin je eigen ervaringen op muzikaal gebied bijhoudt. Regelmatig zijn er portfolio-opdrachten, die je maakt en aftekent. Een portfolio is van oorsprong een grote map waarin bijvoorbeeld schilders, vormgevers of reclamemakers voorbeelden van hun werk verzamelen om potentiële opdrachtgevers te overtuigen van hun kwaliteit. In die betekenis zie je ook op internet veel portfolio’s opduiken: ‘Kijk eens wat ik kan!’ Zo’n portfolio is vaak voor opdrachtgevers heel verhelderend. Je ziet in één oogopslag welke stijl iemand heeft, in wat voor soort opdrachten hij is gespecialiseerd en of zijn werk je aanspreekt. Via de website www.artschool.be vind je ook informatie mbt de lessen muzikale opvoeding. Hier vind je ook de nodige luister- en beeldfragmenten

Page 3: Cursus muzikale opvoeding HDC

3

1. Omgang met muziek

Binnen dit hoofdstuk kan je je eigen muzikale of artistieke aspiraties vanuit een gevarieerde omgang met muziek vorm geven. Je doet dat door muziek uit te voeren, te creëren of te onderzoeken.

Regelmatig krijg je opdrachten die je bewaart in je (digitaal) portfolio

a. Muzikaal profiel (eind september)

b. Bespreking artikel ‘Muziekindustrie’ (eind oktober)

c. Ontwerpopdracht filmmuziek

d. Opdracht muziek & beeld

e. Concertverslag (zie kalender Leuven-www.artschool.be)

De opdrachten vind je achteraan in de cursus.

Page 4: Cursus muzikale opvoeding HDC

4

2. Bouwstenen van de muziek

Muziek wordt wel omschreven als een universele taal. Op elke leeftijd en ongeacht waar we vandaan komen: muziek doet iets met ons, zonder dat we dat hoeven te leren. Dat wil niet zeggen dat we precies snappen hoe het in elkaar zit. Daarin is muziek hetzelfde als elke andere taal. Ook muziek kent een eigen grammatica en woordenschat. Door te benoemen wat je hoort, kun je muziek interpreteren. Wat zijn dissonanten en modulaties? Hoe bouwt een componist muzikale spanning op en hoe gebruikt hij harmonie? We zijn gewend via associaties in ons geheugen betekenis te geven aan muziek. Kennis van de gebruiken en bouwstenen van deze universele taal, stelt je echter in staat die in een kader te plaatsen en op de betekenis van muziekstukken te reflecteren.

1. Melodie: klanken bewegen

2. Ritme: I got rhythm

3. Klankkleur: Voor elk geluid een thuis

4. Harmonie: we klinken samen

5. Vorm: eens iets anders, ervoor, ertussen of erachter

6. Dynamiek

Page 5: Cursus muzikale opvoeding HDC

5

1. Klanken bewegen

Van voor naar achter, van links naar rechts, van boven naar onder, van links en rechts … Wat hoor je bij een liedje het eerst? Wat onthou je het makkelijkst? De bovenste lijn van de muziek? De melodie kan vele vormen aannemen en is een belangrijke bouwsteen in de muziek. Ze gaat soms op en neer, maar wat kan ze nog meer?

1.Groot of klein

Melodieën vallen op. Ze zijn de eerste bouwsteen die in je oren klinken. Je onthoudt ze makkelijk en toch zijn al die melodieën zo verschillend. Intervallen in een melodie maken het verschil. Kleine intervallen geven een vloeiende en meeslepende toets aan de melodie. Als de melodie overwegend uit grote intervallen bestaat, klinkt ze bruusk, verrassend en kan ze een melodielijn kapot maken.

2.Op en neer Een melodie kan een stijgende opbouw hebben naar een hoogtepunt en nadien dalen om de zien neer te leggen. Het hoogtepunt van de melodie is vaak de hoogste noot waar met een spanning naar toe wordt gegaan. Het omgekeerde bestaat ook: een dalend begin en een stijgend vervolg. We noemen deze melodie een boogmelodie.

3. Eenrichtingsverkeer Als een melodie met de deur in huis valt, begint ze met het hoogtepunt. De rest van de melodie dient om verder af te bouwen en de melodie neer te leggen. Het omgekeerde kan ook: langzaam opbouwen en stijgen om te eindigen met het hoogtepunt van de melodie. We spreken hier van een stijgende of dalende melodie. 4.Ronddraaien Een cirkelende melodie heeft meestal een tooncentrum met een grote aantrekkingskracht. Rond dit tooncentrum maakt de melodie draaiende bewegingen. Er is in dit type melodie geen hoogtepunt.

Page 6: Cursus muzikale opvoeding HDC

6

5.Altijd hetzelfde Een melodie hoeft niet altijd veel noten hebben. De componist kan ervoor kiezen om in een melodie te werken met herhaalde motieven en herhaalde noten. Een componist kan ook hetzelfde motief steeds hoger of lager in sequens herhalen. Op deze manier werkt hij naar een hoogtepunt toe.

6. Loop je of spring je? Als een melodie begint met toonladderloopjes of gebroken akkoorden, wordt de toonaard onmiddellijk duidelijk gemaakt. Gebroken akkoorden kun je horen bij de aankondigingen in een station of op een luchthaven of nog in vele deurbellen. Chromatiek kan de toonaard verbergen.

7. Van laag naar hoog

De tessituur geeft de afstand weer tussen de hoogste en de laagste noot van de melodie. Een kleine tessituur komt vaak voor bij een vloeiende, meeslepende of ingetogen melodie. Een melodie met een grote tessituur is meestal uitbundig, verrassend en bruusk. In instrumentale muziek is de tessituur dikwijls groter dan in vocale muziek. Luisteroefeningen

Grote intervallen Kleine intervallen Boogmelodie Dalende melodie Melodie cirkelt Toonladderfiguren Gebroken akkoorden Kleine tessituur Grote tessituur

Page 7: Cursus muzikale opvoeding HDC

7

Tuareg: -freeware sequencer voor Windows -bestaat uit een drummachine RAGE 2

-virtuele synthesizer AMBER -sample-editor -audio-editor

RAGE 2 : -8 stereokanalen -10-tal drumklanken (presets) -drumpatronen tot 8 maten -maat onderverdeeld in 32 eenheden -effecten: delay, distortion

-

Page 8: Cursus muzikale opvoeding HDC

8

AMBER: -pianorol: de melodische patronen worden in een raster aangebracht maat onderverdeeld in 16 eenheden -18-synthesizerklanken (presets) -handmatige aanpassingen van klanken

Page 9: Cursus muzikale opvoeding HDC

9

Page 10: Cursus muzikale opvoeding HDC

10

Sample-editor: bewerkingsmogelijkheden van samples

Track sequencer: -samples worden aangebracht in raster

-12 tracks -3 afspeelmodi

Page 11: Cursus muzikale opvoeding HDC

11

Tuareg: -freeware sequencer voor Windows -bestaat uit een drummachine RAGE 2

-virtuele synthesizer AMBER -sample-editor -audio-editor

RAGE 2 : -8 stereokanalen -10-tal drumklanken (presets) -drumpatronen tot 8 maten -maat onderverdeeld in 32 eenheden -effecten: delay, distortion

-

Page 12: Cursus muzikale opvoeding HDC

12

AMBER: -pianorol: de melodische patronen worden in een raster aangebracht maat onderverdeeld in 16 eenheden -18-synthesizerklanken (presets) -handmatige aanpassingen van klanken

Page 13: Cursus muzikale opvoeding HDC

13

Page 14: Cursus muzikale opvoeding HDC

14

Sample-editor: bewerkingsmogelijkheden van samples

Track sequencer: -samples worden aangebracht in raster

-12 tracks -3 afspeelmodi

Page 15: Cursus muzikale opvoeding HDC

15

2. I got rythm

Hoor je de hartslag van de muziek? Hoe herken je een bossa nova of een boogiewoogie? Het heeft allemaal te maken met metrum, tempo, maat en ritme. Een bruisend deel van de muziek waarin heel veel mogelijk is. Het is een rollercoaster die van langzaam naar snel gaat, die van korte noten naar lange noten gaat, die van een wals naar een mars gaat. Soms plotseling, soms geleidelijk. Durf jij deze rit aan?

1. Metrum Meetikken met je voet op de muziek. Het voelen van de beat. De hartslag van de muziek. Dat wordt het metrum genoemd.

2. Tempo Het tempo bepaalt de snelheid van de muziek. Er kan een Italiaanse tempoaanduiding staan, er kan een metronoomaanduiding staan. Het tempo van het werk kan variëren van zeer langzaam tot zeer snel. Het tempo kan in de loop van het werk veranderen. Het is sterk karakterbepalend.

3. Maatsoort

De maatsoort die een componist kiest, hangt vaak af van het soort muziek dat hij wil schrijven. Een walsje staat in de maat ¾, een mars in de maat 2/4 en een slaapliedje in de maat 6/8.

4. Ritme Het ritme is de opeenvolging en de ordening van langere en kortere notenwaarden en rustwaarden. Ritme wordt meestal geschreven in een maatsoort en houdt rekening met het metrum.

5. Afterbeat Bij een afterbeat vallen de accenten op de lichte tellen van de maat in plaats van op de sterke tellen. In een vierkwartsmaat zijn dat de tweede en vierde tel. De afterbeat wordt vaak in jazz- en popmuziek gebruikt.

Page 16: Cursus muzikale opvoeding HDC

16

Noteer de volgende kenmerken 1. Omschrijf het tempo 2. Geef de maatsoort 3. Zoek of er kenmerkende ritmische figuren worden gebruikt Tempo Maatsoort Ritmische figuren 1 2 3 4 5 6 7 8

Page 17: Cursus muzikale opvoeding HDC

17

Page 18: Cursus muzikale opvoeding HDC

18

Page 19: Cursus muzikale opvoeding HDC

19

3.Voor elk geluid een thuis

Elke klank is trilling. Die ontstaat via trillende snaren (chordofonen); via blazen op een mondstuk, riet of rechtstreeks op het instrument (aërofonen); via het trillen van het materiaal zelf (idiofonen); of door het kloppen op een aangespannen vel (membranofonen). Dit is meteen het eenvoudigste vertrekpunt om alle instrumentengroepen in vaste families onder te brengen. Snaar: je hoort en ziet de trilling Alle snaarinstrumenten (strijkers, gitaren, harp) klinken door een trillende beweging van de snaren. Dat kan door er met een strijkstok over te strijken (arco) of door de snaren te plukken: bij strijkinstrumenten heet dit pizzicato. Andere speelwijzen zijn: met plectrum (banjo) of met hamertjes (piano). Al deze instrumententypes worden met de verzamelnaam chordofonen aangeduid. Lucht: je hoort het wel maar ziet het niet Bij de blaasinstrumenten of aërofonen gaat de lucht trillen in een holle buis van hout of metaal. Hoe korter de buis of luchtkolom, hoe hoger de toon en omgekeerd. Voor de klankkleur spelen het mondstuk, riet en de gebruikte materie een belangrijke rol. Zij doen het zelf Hoe ontstaat de klank bij een triangel of xylofoon? Dit type instrumenten brengt trilling (klank) helemaal uit zichzelf voort, zonder hulp van adem, snaren of een aangespannen vel. We noemen ze idiofonen. Ze gaan zelf aan het trillen door te schudden, wrijven, schrappen, slaan of erop te tikken. Een vel dat tegen een stootje kan Als dat toonvoortbrenger van een slaginstrument een gespannen vel (membraan) van perkament of kunststof is, dan behoort dit instrument tot de familie van de membranofonen. Stromende klank Vandaag kunnen klanken door elektrische versterking ontstaan. Op die manier kunnen nieuwe instrumenten worden gebouwd. We noemen ze elektrofonen.

Page 20: Cursus muzikale opvoeding HDC

20

Benoem volgende instrumenten. Kruis tevens het klankmedium aan en duid aan op welke manier de klanken geproduceerd worden. Chordofoon

Aërofoon

Membranofoon

Idiofoon

Elektrofoon

Strijken

Tokkelen

Slaan

Blazen

Enkel riet

Dubbel riet

Scherpe rand

Mondstuk

Chordofoon

Aërofoon

Membranofoon

Idiofoon

Elektrofoon

Strijken

Tokkelen

Slaan

Blazen

Enkel riet

Dubbel riet

Scherpe rand

Mondstuk

1……………………………………………. 18……………………………………………. 35……………………………………………. 2……………………………………………. 19.…………………………………………… 36……………………………………………. 3……………………………………………. 20……………………………………………. 37……………………………………………. 4……………………………………………. 21. ………………………………………….. 38……………………………………………. 5……………………………………………. 22……………………………………………. 39……………………………………………. 6……………………………………………. 23……………………………………………. 40.……………………………………………. 7……………………………………………. 24…………………………………………… 41……………………………………………. 8……………………………………………. 25……………………………………………. 42……………………………………………. 9……………………………………………. 26……………………………………………. 43……………………………………………. 10………………………………………….. 27……………………………………………. 44……………………………………………. 11………………………………………….. 28……………………………………………. 45……………………………………………. 12………………………………………….. 29……………………………………………. 46……………………………………………. 13.…………………………………………. 30……………………………………………. 47……………………………………………. 14…………………………………………. 31……………………………………………. 48……………………………………………. 15…………………………………………. 32……………………………………………. 49……………………………………………. 16.…………………………………………. 33……………………………………………. 50……………………………………………. 17…………………………………………. 34…………………………………………….

Page 21: Cursus muzikale opvoeding HDC

21

Het symfonisch orkest Weet je tot welke groep of familie de verschillende instrumenten horen? Welke instrumenten passen goed in een familie? Waarom zitten contrabassen helemaal rechts opzij in het orkest? Zijn piano en viool familie van elkaar? Elk instrument voelt zich goed bij verwante familieleden. Daarom is bijvoorbeeld een groot symfonie-orkest in afzonderlijke groepen opgedeeld waar iedereen een eigen plaats en rangorde krijgt toegewezen. Elke instrumentenfamilie heeft vier hoofdinstrumenten. Ze zijn gerangschikt van hoog naar laag, net als de menselijke stem.

Menselijke stem Strijkinstrumenten Houtblazers Koperblazers Sopraan Viool Dwarsfluit Trompet Alt Altviool Hobo Hoorn Tenor Cello Klarinet Trombone Bas Contrabas Fagot Tuba

Page 22: Cursus muzikale opvoeding HDC

22

1. De aandacht opstrijken

Je merkt op zicht dat viool, altviool, cello en contrabas nauw aan elkaar verwant zijn. De strijkers vormen de grootste groep in het symfonie-orkest. Ze kwamen op de voorgrond dankzij grote Italiaanse bouwers zoals Antonio Stradivarius. -Zowel in orkest- als in kamermuziek vertolkt de viool meestal de sopraanpartij. Daardoor krijgt dit instrument vaak de hoofdmelodie toebedeeld. -Over de altviool bestaan veel muzikantengrapjes omdat voor dit instrument veelal een bescheiden rol is weggelegd. Zijn lager, zacht-donkere klankkleur zorgt vaak voor een ingetogen sfeer.

-De lange dikkere snaren en de grote klankkast geven aan de cello een warme, diep doordringende klank. De cello speelde eerst een belangrijke rol als begeleidingsinstrument en werd pas later als een volwaardig solo-instrument beschouwd.

-De contrabas is de steunpilaar van de strijkersgroep. Zijn diepe basnoten zorgen vooral in de orkestmuziek voor het fundament van de begeleiding. 2. Een fluitje van een cent en een kluitje in het riet De kleur en het karakter van de houten blaasinstrumenten zijn individueel ster verschillend. Daardoor kunnen ze gemakkelijk solistisch op de voorgrond treden. -De dwarsfluit klinkt in het hoge register helder en koel. De lagere noten zijn veeleer zacht en vloeiend. -De hobo heeft een scherp en genepen timbre. In het orkest is het de hoboïst die de toon aangeeft (de la) waarop alle andere instrumenten gelijk moeten stemmen. -De klarinet legt een grote veelzijdigheid aan de dag kan veel verschillende genres aan (volksmuziek, jazz). De aard van de toon variëert sterk volgens het register, van mysterieus en dreigend in de laagte tot meer open en fluweelachtig en zelfs scherp en spottend in het hoogste register. -Net als de hobo en de klarinet is ook de fagot een rietinstrument. De klankkleur is veeleer ijl en kwetsbaar in het hoge register en warm en nobel in het lage register. Door het typische staccatospel wordt vaak een humoristich effect verkregen. De houtblazers gebruiken een kleppensysteem.

Page 23: Cursus muzikale opvoeding HDC

23

3. Wie niet horen wil

-Bij de koperblaasinstrumenten laat de trompet zich het duidelijkst horen door zijn schelle en krachtige klank. Dit instrument wordt dikwijls gebruikt om een plechtig of feestelijk karakter te benadrukken. In de jazzmuziek toont de trompet zich een veelzijdige solospeler. -Bij de hoorn is de klank meestal warm en zacht vloeiend, maar soms ook hard en metaalachtig. De hoorn wordt schilderend in verband gebracht met de jacht of met landelijke taferelen. -Trombones vormen de sonore bas van de kopersectie. De toon kan variëren van warm gloeiend tot intens dramatisch. Het is het enige koperen blaasinstrument dat niet met ventielen wordt bespeeld maar met een schuifsysteem. -De tuba zet bastonen nadrukkelijk in de verf. Dit instrument is het effectiefst bij het spelen van gevulde, rondklinkende staccatosolo’s maar kan ook melodische passages produceren.

4. Van slag raken

Onder de slaginstrumenten rekenen we in brede zin alle instrumenten die door ‘slaan’ (percussie) tot klinken worden gebracht. Er is een grote verscheidendheid in deze groep en er bestaan uiteenlopende speelwijzen. Meest voorkomend in het symfonische orkest zijn: -pauken -grote trom -kleine trom -bekkens of cymbalen

Page 24: Cursus muzikale opvoeding HDC

24

The young person’s guide to the orchestra- Benjamin Britten

1. Thema van H. Purcell (1659-1695)

Samenstelling van orkest: …………………………………………………………………………..

……………………………………………………………………………………………………………

2. The Young Person’s Guide to the orchestra- Benjamin Britten

a. Thema: voorstelling van de verschillende instrumentengroepen

1………………………………………………………………………………………………… 2………………………………………………………………………………………………… 3………………………………………………………………………………………………… 4………………………………………………………………………………………………… 5………………………………………………………………………………………………… 6…………………………………………………………………………………………………

b. Variaties: individuele voorstelling van de instrumenten

Nadat Britten de verschillende orkestgroepen heeft voorgesteld, laat hij alle instrumenten afzonderlijk paraderen, ze spelen elk een andere variatie op het thema van Purcell. Houtblazers

Dialoog tussen 2 …………………………… 2 klagende …………………… Later doet ook de piccolo mee. Begeleiding: lage strijkers Begeleiding: violen (+ harp & triangel)

Page 25: Cursus muzikale opvoeding HDC

25

2………………imiteren elkaar. Eén speelse en één klagende ……….. Begeleiding: basnoten van de …………………….. Begeleiding: korte strijkersakkoorden Strijkers

………………………..:aanloop + akkoorden ………………………………. Begeleiding: koperblazers Begeleiding: zachte akkoorden van de ……………………………

Zangerige ………………………………. ………………………….. Begeleiding: ………………………….. Begeleiding: …………………..

Harp

Page 26: Cursus muzikale opvoeding HDC

26

Akkoorden en gebroken akkoorden. Glissandi. Begeleiding: strijkers (tremolo) ………………………… en bekkens.

Koperblazers

4 ………………..stapelen hun aanheffen op 2 …………………jagen elkaar na me tot volle akkoorden een staccato-motief Begeleiding: ………………….vult de aangehouden Begeleiding: ……………… zet een akkoorden van de hoorns op met gebroken akkoorden galopperend ritme in.

3 krachtige ………………..spelen unisono De ……………imiteert de aanhef Begeleiding: overige blazers vullen de lange noot Begeleiding: fijne interventies van op met een ritmisch motief de overige …………………………

Slagwerk

…..………………………………….. …………………………….

Page 27: Cursus muzikale opvoeding HDC

27

……………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………….. c. Fuga

Page 28: Cursus muzikale opvoeding HDC

28

4.We klinken samen Is de melodie het eerste wat je in een muziekstuk aantrekt? Dan luister je zoals de meesten.Maar wat doet een pianist zoal met de linkerhand? Hoe zorgen de vele samenvloeiende kleur in de begeleiding van een orkest voor een typische sfeer? Componeren is grotendeels weten welke tonen goed samenklinken en welke niet. Soms komen samenklanken ‘raar’ over. Ze botsen of wringen, ze verrassen ons. Waarom brengt een componist soms noten samen die niet echt bij elkaar lijken te passen? Hoe komt het dat je aanvoelt wanneer het laatste akkoord in zicht is? Is muziek wel zo voorspelbaar als je denkt? 1. Trap per trap Door 3 tonen, met telkens een tertsinterval ertussen, op elkaar te stapelen, krijg je een akkoord of een drieklank. Op iedere toontrap van de toonladder kun je zulke drieklanken bouwen.

2. Een goed huwelijk of botsende partners? Onze oren reageren anders als we in een samenklank de afzonderlijke tonen goed vinden samenklinken of niet. Twee tertsen boven elkaar passen goed samen en vormen als drieklank een consonant akkoord. Zodra je meer dan twee tertsen opstapelt, wringen de tonen. Ze vormen een dissonant akkoord.

3. Ga je akkoord? Elke trap vervult met zijn bijbehorend akkoord een specifieke functie binnen de toonaard van een stuk. De drie belangrijkste functies zijn de hoofdakkoorden die worden gebouwd op de hoofdtrappen: tonica I, subdominant IV, dominant V. Het tonica-akkoord is meestal het vertrekpunt en eindpunt van een stuk. Het geeft een gevoel van ontspanning. Het subdominant-akkoord dient meestal als aanloop voor de spanningsopbouw naar het akkoord op de dominant. Het dominant-akkoord maakt dan de spanning compleet.

Page 29: Cursus muzikale opvoeding HDC

29

VORMEN VAN MEERSTEMMIGHEID

Wat moeten we verstaan onder ‘meerstemmigheid’? Het gaat niet om het aantal mensen of instrumenten, maar wel om wat die mensen of instrumenten doen. We bestuderen dus de taakverdeling van elke partij die aan het muziekstuk meedoet. 1. Wat is meerstemmigheid en wat niet? We beluisteren twee fragmenten van Suzanne Vega. Omschrijf zo nauwkeurig mogelijk het verschil in bezetting.

o Tom’s

Diner:.........................................................................................

o Luka:

…………………………………………………………………………………………………………………..

Indien we een lied horen dat op geen enkele manier begeleid wordt, spreken we van een MONODIE. Een monodie is éénstemmig. Indien hetzelfde lied nu begeleid wordt, spreken we van een BEGELEIDE MONODIE. Het is een monodie omdat het lied op zichzelf kan staan, er is geen begeleiding nodig. De begeleiding dient alleen om het lied wat op te vullen. We beluisteren nog twee fragmenten, waarvan er één een monodie is en het ander een begeleide monodie. Kan je van elk fragment vertellen of het een monodie of een begeleide monodie is? Waar komt het vandaan? Waar wordt het gebruikt? Titel Alleluia Van enen bakker Taal Inhoud Tekst- melodie Begeleiding Genre Toegankelijk? Beide fragmenten stammen uit de Middeleeuwen. Toen was er een strenge scheiding tussen profane en religieuze muziek. De religieuze muziek uit de Middeleeuwen noemt men het Gregoriaans.

o Gezangen op Latijnse teksten

o In de 10e eeuw werden ze te boek gesteld. Paus Gregorius legde de inhoud

van dit boek vast, vandaar de naam Gregoriaans.

o Vandaag niet meer zo populair door de taal en de manier waarop sommige

lettergrepen over meerdere noten uitgerekt wordt (melismatische

zangstijl)

Page 30: Cursus muzikale opvoeding HDC

30

o Later werden deze gezangen begeleid op het orgel om het samenzingen te

vereenvoudigen.

De profane muziek uit de Middeleeuwen noemt ment het volkslied.

o Het volkslied heeft een belangrijke geschiedkundige waarde omdat de

tekst gaat over het dagelijkse leven in al haar facetten (oorlog, liefde,

werk, politiek…)

o De componisten van de volksliederen zijn niet gekend (anoniem). Ze

werden pas in de 19e eeuw genoteerd om te bewaren voor het nageslacht.

Voordien werden ze mondeling overgeleverd van generatie op generatie.

o Veel volksliederen worden nog gebruikt als inspiratiebron voor nieuwe

nummers (bv. 2 New York van DJ Peter Poject, How much is the fish van

Scooter) Vooral in de jaren ’70 waren volksliederen heel populair.

Folkgroepen probeerden de volksliederen een zo origineel mogelijke sfeer

te geven door ze te begeleiden met volksinstrumenten of met eenvoudige

meerstemmige samenzang.

Oefening: meerstemmig of éénstemmig?

o Ik fluit een liedje onder de douche:

…………………………………………………………………………

o Een zanger zingt een lied en begeleidt zichzelf op gitaar:

……………………………………………….

o Op Kerstmis zingt heel de kerk ‘Stille nacht’ begeleid door orgel:

………………………………………

o Het kerkkoor zingt een Gregoriaanse melodie:

…………………………………………………………….

o Een strijkkwartet:

……………………………………………………………………………………………….

o Een saxofonist speelt ’s morgens in de gangen van de metro:

…………………………………………...

o Unisono in strijkers:

…………………………………………………………………………………………….

Page 31: Cursus muzikale opvoeding HDC

31

Soorten meerstemmigheid

1 : Ondergeschikte meerstemmigheid Er is een hiërarchie in de belangrijkheid van de stemmen. De belangrijkste stem is de stem die de melodie zingt. De andere stemmen zorgen enkel voor ondersteuning (begeleiding). a) Begeleide monodie

Een begeleide monodie is een éénstemmige monodie die zo goed uitgebouwd is dat ze eigenlijk geen begeleiding nodig heeft. Het wordt een begeleide monodie wanneer men hier toch begeleiding aan toevoegt. Enkele voorbeelden:

o Een gregoriaanse melodie begeleid door orgel. Vroeger zong men

gregoriaans zonder begeleiding. De melodie is goed genoeg om zonder

begeleiding te klinken. De begeleiding dient ervoor te zorgen dat de

zangers van het koor en de mensen in de kerk samen blijven.

o ‘Luka’ van Suzanne Vega. Je kan dit lied ook zonder begeleiding zingen

(= monodie), maar de begeleiding maakt het mooier en zorgt dat het

geheel rijker klinkt.

o ‘Tom’s Diner’ DNA feat. Suzanne Vega:

…………………………………………………………………….

b) De homofonie

Beluistering: ‘El Grillo’ van Josquin Desprez. 1. In welke stem klinkt de melodie?

…………………………………………………………………………………..

2. Let op het ritme van de andere stemmen. Lijkt dit sterk op het ritme van

de melodiestem of is dit een totaal ander ritme?

…………………………………………………………………………………………………..

Deze Griekse term betekent letterlijk vertaald ‘gelijke klank’. (homo= één, samen en fonein= klinken) De melodie ligt in de bovenstem (sopraan) . De andere stemmen (alt, tenor en bas) zingen in hetzelfde ritme en verhogen de harmonie. Zo vallen zijn nauwelijks op, maar zetten zij de melodie extra in de verf.

Page 32: Cursus muzikale opvoeding HDC

32

2 Gedeeltelijk ondergeschikte meerstemmigheid Beluistering: ‘For the Oak and the Ash’- The King’s Singers 1) Is de melodie steeds in de bovenstem?

…………………………………………………………………………

2) Is de melodie steeds te horen?

……………………………………………………………………………………

Bij de gedeeltelijk ondergeschikte meerstemmigheid is de melodie niet altijd het belangrijkst. Men hecht veel belang aan de akkoorden, die voor de juiste sfeer moet zorgen. Daardoor verspringt de melodie soms naar andere stemmen. Het sterkste voorbeeld van gedeeltelijk ondergeschikte meerstemmigheid is de close harmony (Eng.), in de licht muziek een vorm van samenzang, gewoonlijk door groepen van niet meer dan vijf personen, waarbij de partijen van de verschillende stemmen zodanig geschreven zijn dat zij samen de harmonisatie van de gezongen compositie weergeven (‘ akkoorden zingen’), eventueel met aanvulling door de (instrumentale) begeleiding. De bekendste Belgische close-harmonygroep is Voice Male 3 Evenwaardige meerstemmigheid (polyfonie)

Beluistering: ‘ A round of 3 country dances in one’ – T. Ravencroft. In dit lied horen we vier melodieën opeengestapeld. Dit noemt men ‘quod- libet’.

Page 33: Cursus muzikale opvoeding HDC

33

5.Eens iets anders, ervoor, ertussen of erachter Wat is het verschil tussen een strofe en het refrein van een lied? Als je de eerste strofe met een hoofdletter A aanduidt, dan kun je daartegenover het refrein met de letter B benoemen. Het is een eerste, eenvoudige stap om de vorm van een compositie in herkenbare blokken te verdelen.

1. Zeg eens A Eenvoudige volksliedjes, kinderliedjes of korte instrumentale stukjes bestaan vaak uit slechts één muzikale zin of één deel. Dat enige muzikale idee kunnen we aanduiden met de letter A.

2. Wie A zegt moet B zeggen Als een componist na een A-deel ook een B-deel met een verschillende melodie laat volgen, krijg je muziek met twee ideeën. Dit is een tweeledige vorm. Met A alleen is het stuk nog niet helemaal af. Een B-deel is nodig om het geheel compleet te maken.

3. Alle goede dingen bestaan uit drie Als een componist na een A-deel en een B-deel het A-deel herneemt, ontstaat een muzikaal drieluik of een drieledige vorm. Het B-deel vormt als middendeel meestal een duidelijk contrast. Door nadien het A-deel te hernemen, krijgt de muziek een mooi, symmetrisch evenwicht. Er zijn veel manieren om contrasten te maken tussen A en B: in de eerste plaats door de melodie. Daarnaast kan de componist ook voor contrast zorgen in ritme, tempo, instrumenten, toonaard…

Page 34: Cursus muzikale opvoeding HDC

34

Anarchie in de muziekindustrie 1. Historiek van een crisis (1982-2010)- De belangrijkste wapenfeiten

1982: ABBA ……………….………………………………………………. 1985: Dire Straits …………….…………………………………………………. 1989: Tim Berners-Lee ……………….………………………………………………. 1992: EMI ……………….………………………………………………. 1999: Napster ……………….………………………………………………. Myspace ……………….………………………………………………. 2000: Kazaa ……………….………………………………………………. 2001: IPOD ……………….………………………………………………. 2002: Illegale CD’s …………….…………………………………………………. 2003: iTunes: .............…………………………………………………. 2004: Sony & BMG ……………….………………………………………………. 2005: YOUTUBE ….…………….………………………………………………. Bob Dylan ………………….………………………………………………. 2006: Prince ………………….………………………………………………. Kruidvat ………………….………………………………………………. 2007: Radiohead ………………….………………………………………………. Musicmania ………………….………………………………………………. Deezer ………………….………………………………………………. 2008: CNN ………………….………………………………………………. QTRAX .………………….………………………………………………. 2009: Nederland ……………………..…….……………………………………………….

Page 35: Cursus muzikale opvoeding HDC

35

2. De Belgische muziekindustrie: bespreking documentaire 1. Race naar roem

*Sinds enkele jaren bevindt de Belgische muziekindustrie zich in een crisissituatie. Geef 2 oorzaken + bijhorende uitleg. *Voor jonge artiesten is het helemaal niet eenvoudig om de juiste weg te bewandelen. Met welk advies moeten jonge artiesten zeker rekening houden (2 mogelijkheden)

2. De goudmijnen

*Naast de malaise die heel wat artiesten te beurt valt, lukt het voor een groep artiesten om telkens weer hits te scoren. Hoe valt het succes van deze zgn. goudmijnen te verklaren? (2 redenen + uitleg)

3. De tijd van toen

*Voor grote muzikanten en platenmaatschappijen uit de ernstige muziek is het Vlaamse land te klein. Leg uit. 4. De overheid en haar steun

*Ernstige muziek kan bij ons niet overleven zonder overheidssteun. *Radiozenders worden verplicht om een minimum aantal nummers te spelen van artiesten van eigen bodem. Geef hierover je eigen mening.

5. Succes zonder subsidie

*Dance, techno, house,… Belgische muzikanten maken in het buitenland furore en dit zonder minste steun van de overheid. Het kan best maar hoe kunnen we dit verklaren?

Page 36: Cursus muzikale opvoeding HDC

36

3. Muziekindustrie en de pers

1. Schrijver ‘De alchemist’ pleit voor piraterij De Standaard 16/10/2008 2. Muziek downloaden gemeengoed De Standaard 24/09/2008 3. Klein klein kleutertje kost ruim 1 miljoen Belang van Limburg 25/09/2008 4. Bourgeois wil VRT dwingen meer Vlaamse liedjes te draaien Het Nieuwsblad 13/09/2008 5. Studio 100 miljoen Trends 30/10/2008 6. De (r)evolutie van TMF De Standaard 03/10/2008 7. Universal start onbeperkte downloads voor vast bedrag Het Nieuwsblad 02/02/2009 8. In 2012 zal derde van verkochte songs via kassa van I-tunes passeren De Morgen 15/01/2009

9. Radiohead verkoopt meer CD’s De Standaard 17/10/2008

10. Europa probeert monopolie SABAM te doorbreken

De Standaard 02/10/2008

11. De rol van de platenfirma

De Standaard 02/02/2009

12. Fuif geven kost 10 procent meer De Morgen 31/01/2009

13. Nergens is de festivalzomer zo druk als in Vlaanderen

De Morgen 05/05/2009

14. Dossier gehoorschade Humo 02/06/2010

Page 37: Cursus muzikale opvoeding HDC

37

3. Muziek is van alle tijden Voor zover bekend hebben alle culturen in alle tijden muziek gekend. Deze kunst wordt op verschillende plaatsen en in verschillende tijden steeds weer anders beoefend. Dit verklaart de grote verscheidenheid aan muziekstijlen door de tijden heen, in diverse (sub)culturen. Puur inhoudelijk is een mogelijke indeling: westerse muziek, Chinees-Japanse traditie, Afrikaanse muziek enzovoorts, waarbij de westerse muziek kan worden onderverdeeld in klassieke muziek, jazz, pop/rock enz.

A. De goddelijke orde In de voorbije eeuwen werd veel muziek beheerst door het geloof in God. Tot in de verste uithoeken van Europa dicteert de katholieke kerk vanuit Rome wat en hoe er geloofd moet worden. Wat kan je anders doen dan hopen op een beter leven na het vaak helse leven op aarde? De fantastische gebouwen en stijlvolle rituelen van de katholieke kerk brengen in onze tijd nog steeds ontzag en ontroering teweeg. Loop maar eens zo’n torenhoge kathedraal binnen, bekijk daar een processie van priesters en monniken en luister naar de muziek die er al sinds eeuwen wordt gezongen. Maar vergeet niet, de kerk is in de loop van de geschiedenis een machtig instituut. De Kerk predikt onderwerping aan de ‘wil van God’, anders kom je zeker in de hel. Muziek en beeldende kunst hebben een duidelijke functie: ze moeten de leer van de kerk uitdragen en het geloof sterker maken.

Page 38: Cursus muzikale opvoeding HDC

38

1. Matthäus-Passion- Johan Sebastian Bach

De Matthäus-Passion of Matteüspassie (BWV 244) is een oratorium gecomponeerd door Johann Sebastian Bach. Het is één van zijn bekendste composities en één van zijn langste. De Matthäus-Passion vertelt het lijdens- en sterfverhaal van Jezus volgens het Evangelie volgens Matteüs.

Opbouw:

De Matthäus-Passion is geschreven voor twee koren (groepen zangers en instrumentalisten). Een compositie met dubbele koren (cori spezzati) was ten tijde van Bach vooral in de Venetiaanse opera gebruikelijk.

De passie sluit aan bij de werkwijze die Bach ook in een groot aantal cantates toepaste. Er zijn een aantal hoofdelementen:

-Recitatieven (de verhaallijn volgens het evangelie van Mattheüs), gezongen door solisten. Hiervan zijn twee soorten: *het recitativo secco…………………………………………………………………………………. *het recitativo accompagnato ………………………………………………………………….. -Koralen: die weliswaar de bestaande tekst en melodie volgen van standaardkoralen

-Aria's :………………………………………………………………………………………………

-Koorgedeeltes : ………………………………………………………………………………………… De beide zangkoren vervullen op een aantal momenten in de Matthäus-Passion een verschillende rol. Op zes plaatsen vindt een dialoog plaats tussen gelovigen en de ooggetuigen. Koor I "speelt" hierin de rol van de 'Dochters van Zion', …………………………………………………………………………………………………………….. Koor II:………………………………………………………………………………………………...

Page 39: Cursus muzikale opvoeding HDC

39

Openingskoor : Op andere plaatsen in de Matthäus-Passion staat koor I voor het hogere, goddelijke en koor II voor het lagere, wereldlijke. Op weer andere plaatsen vormen beide koren samen één groot koor. In de afbeelding hiernaast is met kleur aangegeven welk koor welk deel moet zingen en spelen.

De Matthäus-Passion heeft een heldere opbouw. Na het groots opgezette openingskoor vertelt de Evangelist het lijdens- en sterfverhaal van Jezus met minimale muzikale begeleiding. Deze vertellijn wordt onderbroken door recitatieven, aria’s en koralen, om een individuele of collectieve reflectie op het verhaal te geven. De Matthäus-Passion eindigt bij de dood van Jezus met het slotkoraal "Wir setzen uns mit Tränen nieder".

De Matthäus-Passion bestaat uit een kort eerste deel en een lang tweede deel. Hiermee geeft Bach een kruisvorm aan. Het 'snijpunt' van dit kruis vindt plaats rondom de verloochening door Petrus: precies halverwege het eerste deel kondigt Jezus aan Petrus aan dat deze hem driemaal zal verloochenen en na ongeveer evenlang in het tweede deel vindt dit daadwerkelijk plaats.

Koor- en orkestbezetting

De Matthäus-Passion wordt doorgaans uitgevoerd in de volgende bezetting:

Solisten Evangelist (……………….) – zingt de letterlijke tekst van het Evangelie Jezus (………..) Judas (………..) Petrus (……….) Hogepriester (…………………) Pilatus (……………………..) Eerste en tweede maagd (……………………….) Eerste en tweede priester (………………………) Vrouw van Pilatus (…………………………………..) Twee getuigen (………………………………………..) 2 Koren 2 Orkesten

Page 40: Cursus muzikale opvoeding HDC

40

Tekst van de Matthäus-Passion

De recitatieven komen uit hoofdstuk 26 en 27 van het Evangelie volgens Matteüs. De teksten van de aria's en arioso's zijn geleverd door Bachs vaste tekstschrijver Picander. De koralen zijn gebaseerd op bestaande kerkliederen voor de lijdenstijd.

Symboliek

Bach speelt veel met getallen. Zo is de getalswaarde van de naam BACH gelijk aan ………………(B is de 2e letter van het alfabet, A de 1e, C de 3e en H de 8e, samen is dat 14). Het getal 14 komt in de Matthäus-Passion veelvuldig voor, er zijn bijvoorbeeld 14 koralen, wat dus terugslaat op de naam Bach.

De Matthäus-Passion bestaat in totaal uit 68 muziekstukken. Naast de 14 koralen zijn er 27 passages waarin het evangelie wordt gezongen, en 27 overige stukken. Het getal 27 staat bij Bach voor de drieëenheid van God (3×3×3).

In het stuk wordt door het koor: "Herr, bin ich's?" gezongen. Dit is in het stuk wanneer Jezus met de 12 apostelen aan het laatste avondmaal deel neemt. Het woord "Herr" wordt elf keer gezongen, geen 12 keer, Judas (de verrader) zingt immers niet mee.

Nr. 15 Jünger: "Herr, bin ich's ... ?"

Nr. 16 Choral Het motief uit koraal nr. 63 komt ook hier in een versluierde vorm terug.

Nr. 17 Jesus: "... tauchet ..." Dit woord duidt op een neergaande beweging wat ook tot uiting komt in de noten boven "tauchet". Het omgekeerde, maar wel op dezelfde manier ziet men in "dahin". Hiermee wordt de weg van Jezus naar de hemel bedoeld , daarom ook een stijgend notenverloop.

Page 41: Cursus muzikale opvoeding HDC

41

Een ander duidelijk voorbeeld van symboliek vindt men in de muzikale omlijsting van Jezus: bij alle teksten die Jezus zingt, wordt hij begeleid door liefelijke strijkers, behalve bij z'n laatste woorden. Deze beroemde woorden luiden 'Eli, eli, lama asabthani', vertaald ……………………………………………………………………….; de volledige verlatenheid van Jezus wordt hier dus geïllustreerd door de afwezigheid van de strijkers.

De Matthäus-Passion eindigt met een groot septiem welke oplost. Dit symboliseert dat het evangelie geen droevigheid kent, maar de opstanding van Christus en dat ze eeuwig blijft bestaan. Maar de symboliek komt ook op een minder subtiele wijze terug. De begeleiding van de Christuspartij in de recitatieven bijvoorbeeld gebeurt met een basso continuo. In totaal speelt deze bas- begeleiding 365 noten, het aantal dagen in het jaar. Bach geeft hiermee aan dat Jezus de basis van alle dagen van het jaar vormt.

Nr. 15 Jünger: "Herr, bin ich's ... ?" Deze passage wordt in totaal 11 x gezongen terwijl er 12 apostelen aanwezig waren. Bach laat Judas nl. de vraag niet stellen, hij wist immers dat hij Jezus zou verraden.

Nr. 16 Choral Het motief uit koraal nr. 63 komt ook hier in een versluierde vorm terug.

Nr. 17 Jesus: "... tauchet ..." Dit woord duidt op een neergaande beweging wat ook tot uiting komt in de noten boven "tauchet". Het omgekeerde, maar wel op dezelfde manier ziet men in "dahin". Hiermee wordt de weg van Jezus naar de hemel bedoeld , daarom ook een stijgend notenverloop.

Nr. 33 Aria Bij deze passage laat Bach de basso continuo niet meespelen. Het Christendom mist hier zijn basis door de gevangenneming van Jezus, daarom laat Bach hier ook de basis in de begeleiding wegvallen. Na het roepen van het koor om de terugkeer van Jezus vervolgt ook de basso continuo zijn weg.

Page 42: Cursus muzikale opvoeding HDC

42

Nr. 33 Chorus I, II: "... Sind Blitze, sind Donner in Wolken verschwunden? ..."

Over deze passage de volgende opmerkingen: Bach laat dit onweer op allerlei manieren tot uiting komen in de uitvoering ervan. Allereerst laat hij de koren steeds door elkaar zingen. De koren vallen zo over elkaar heen net als de donder en bliksem; plotsklaps en vanuit allerlei richtingen. Ook binnen de koren zijn de inzetten steeds verschillend. De bassen beginnen waarna de tenoren invallen en vervolgens de alten en de sopranen. Het geheel wordt nog eens versterkt door het "rommelend" spelen van het orkest. Na deze regel is het even stil: een muzikale kloof die de kloof in de tekst moet ondersteunen "verschwunden" en "eröffne". Bij dit laatste woord "opent" ook het orkest weer de muziek.

Nr.63 Het hoofd-koraal uit de Matthäus-Passion is dit "O Haupt voll Blut und Wunden". Zoals aangegeven komt deze melodie op vele plaatsen terug waarmee het lijden van Christus de echte kern vormt van deze compositie.

Page 43: Cursus muzikale opvoeding HDC

43

B. Muziek voor de burgerij

In de nieuwe maatschappijstructuur van de 19de eeuw speelde de burgerij een belangrijke rol. Iedereen wilde, zoals de Fransen het uitdrukten, vrijheid, gelijkheid en broederschap. Dat leverde een nieuw en groter concertpubliek op. De ‘klassieke’ muziek bereikte stilaan ook het grote publiek.

In de amateurmuziek ontstonden de fanfares en harmonieorkesten. Door het ontstaan van nieuwe genres als jazz, popmuziek, operette, musicals, enz. krijgt de luisteraar een brede waaier aan muzikale keuzes. Muziek wordt een onafwendbaar deel van het dagelijkse bestaan.

De vooruitstrevende elektronica biedt nieuwe perspectieven aan compositietechnieken maar ook aan uitvoeringspraktijken. Componisten en muzikanten uit verschillende genres ontmoeten elkaar in hun muziek en/of het podium.

Popmuziek: De jaren zestig

Begin jaren ’60 had rock ’n roll veel van zijn oorspronkelijke glans verloren. De blanke Amerikaanse muziek was ingedut. Het waren in de eerste plaats The Beatles die het muziekleven wakker schudden. Zij waren de eerste Britse popgroep die in de VS doorbraken en de ‘Britse invasie’ inluidden.

Engeland

Merseybeat

In de havenstad Liverpool luisterden muzikanten naar de rock ’n roll die Amerikaanse schepen meebrachten en allen gingen ze daarmee aan de slag. Naar de rivier die door de stad loopt, wordt die wordt die muziek mersey- beat genoemd. Naast Liverpoolse groepen zoals The Searchers, stonden ook in andere steden in Groot- Brittanië beatgroepen op, zoals de Hollies, Herman’s Hermits.

Kenmerken: melodie:…………………………………………………………. akkoorden:……………………………………………………… ritme: …………………………………………………………….. tekst: ……………………………………………………………..

Page 44: Cursus muzikale opvoeding HDC

44

HERMAN’S HERMITS: No milk today No milk today, my love has gone away The bottle stands for lorn, a symbol of the dawn No milk today, it seems a common sight But people passing by don't know the reason why How could they know just what this message means The end of my hopes, the end of all my dreams How could they know the palace there had been Behind the door where my love reigned as queen No milk today, it wasn't always so The company was gay, we'd turn night into day

De aanpak van The Beatles stak snel boven de andere merseybeatgroepen uit. De carrière van ‘The Fab Four’ uit Liverpool kan men als volgt indelen:

o 1958- 1961: Beginperiode

De eerste concerten van The Beatles en de opnamen van hun optredens te Hamburg laten horen waar hun muzikale bronnen liggen: covers van Chuck Berry, Elvis, Buddy Holly. Eind jaren ’50 hielden ze op met het naspelen van muziek van anderen en brachten ze zelfgeschreven nummers. Zo ontstond de stijl die hen zo populair zou maken: goed zingbare, melodieuze muziek met een ruige rock ’n roll begeleiding. Met de hulp van manager Brian Epstein werden The Beatles een fenomeen in heel Engeland.

o 1962- 1966: Beatlemania

De single ‘Please me’ werd nummer één in de nationale hitparade, en ‘She loves you’ bracht de internationale doorbraak. Het nummer werd in 1963 tegelijk in Europa en Amerika uitgebracht: het Beatles- tijdperk was begonnen!

Page 45: Cursus muzikale opvoeding HDC

45

THE BEATLES: She loves you She loves you, yeah, yeah, yeah She loves you, yeah, yeah, yeah She loves you, yeah, yeah, yeah, yeah You think you lost your love, Well, I saw her yesterday. It's you she's thinking of And she told me what to say. She says she loves you And you know that can't be bad. Yes, she loves you And you know you should be glad. She said you hurt her so She almost lost her mind. But now she said she knows You're not the hurting kind.

Gaandeweg ontwikkelden The Beatles een eigen geluid dat muzikaal alsmaar rijker werd. In het contrast tussen de persoonlijkheden van Lennon en McCartney schuilde de kracht van hun muziek. Tevens kwamen The Beatles tegemoet aan de behoeften van de tienerpopulatie en de daarbij horende opstandige houding. Beroemd in dat verband is het kapsel: met haar tot over de oren en tot op de wenkbrauwen hadden ‘The Fab Four’ voor hun tijd een gedurfde snit. Het grote publiek ging plat voor het viertal. Meer nog, hun succes bracht ook een ander fenomeen aan het licht, dat van de hysterische tienermeisjes. Overal waar The Beatles in de buurt waren, doken gillend flauwvallende, krijsende tieners op. In 1966 besluiten The Beatles dan ook te stoppen met optreden en muzikaal van koers te veranderen.

THE BEATLES: With a little help from my friends (gezongen door Ringo Starr) What do I do when my love is away. (Does it worry you to be alone) How do I feel by the end of the day (Are you sad because you're on your own) No, I get by with a little help from my friends, Mmm, get high with a little help from my friends, Mmm, gonna to try with a little help from my friends

Page 46: Cursus muzikale opvoeding HDC

46

o In 1970 verschijnt de LP ‘Let it be’ samen met de mededeling dat ze uit

elkaar gaan:

- De onderlinge verschillen werden te groot

- Financiële onenigheid tussen John en Paul over de platenmaatschappij

Apple

- De dominerende houding van Yoko Ono, de vrouw van John, werd door

de anderen nauwelijks getolereerd.

Rhythm & Blues

Toen The Beatles in Liverpool aan hun opmars begonnen, luisterde men in kleine clubs in het Londense Soho naar zwarte R&B. Geïsoleerd van de consumptiemaatschappij wilde men daar vooral artiest zijn, en legde men de behoefte om het publiek te behagen naast zich neer. Deze generatie ging op zoek naar de onbezoedelde roots van de rockcultuur en stuitte zo op de Chicago- blues, die als eerlijke muziek werd ervaren. Bluesmuzikanten oogden oprecht, zowel door hun muziek als door hun houding. De melancholische en vaak onheilspellende muziek van Muddy Waters was het grote voorbeeld voor talrijke Londense muzikanten.

MUDDY WATERS: Soon forgotten Give me a pencil and paper, I just want to figure your time Give me a pencil and paper, I just want to figure your time Well I'm gonna put it down in black and white, you know I ain't lyin' On the twelfth of April and the year in 19 and 61 On the twelfth of April and the year a 19 and 61 Ya know I watched it, a few times now, an' you and your man, was havin' fun Right then, I quitted you, but you begged me to take you back, uum Yeah, ya know I think I've quittin' that woman, but she begged me to take her back Yeah, you know I'z a man-a-my word, now and now this is the way, my bab-ay Um-hm 'Ciden' I said I'm through, bab-ay I mean I'm through 'Ciden' I said that I ´m through, bab-ay I mean I'm through Yeah, and I been so many people forgotten, one day I'm goin' to forget you...

Page 47: Cursus muzikale opvoeding HDC

47

Het is in die context en in die clubs dat The Rolling Stones een groep vormden. Naarmate The Rolling Stones hun eigen stijl ontwikkelden werd de bluesinhoud op een meer songgerichte manier verpakt door meerstemmige refreinen en meer afwisseling in het gebruik van akkoorden. Het rauwe en directe karakter van de Chicago- blues bleef echter overeind zowel in hun muziek als in hun imago en podiumgedrag.

THE ROLLING STONES: Honky Tonk Women I met a gin soaked, bar-room queen in Memphis, She tried to take me upstairs for a ride. She had to heave me right across her shoulder 'Cause I just can't seem to drink you off my mind. It's the honky tonk women Gimme, gimme, gimme the honky tonk blues. I laid a divorcee in New York City, I had to put up some kind of a fight. The lady then she covered me with roses, She blew my nose and then she blew my mind. It's the honky tonk women Gimme, gimme, gimme the honky tonk blues. (Yeah!) It's the honky tonk women. Gimme, gimme, gimme the honky tonk blues. (Yeah!) It's the honky tonk women. Gimme, gimme, gimme the honky tonk blues. Kenmerken: melodie:…………………………………………………………. akkoorden:……………………………………………………… ritme: …………………………………………………………….. tekst: ……………………………………………………………..

Onder impuls van The Rolling Stones kende de Britse R&B een bloeiperiode. Toen rond 1964 de rage van de Merseybeat was uitgewoed, trok de R&B in Londen alle aandacht. The Kinks, The Who, The Animals scoorden talrijke hits. De stillistische verschillen tussen bovengenoemde groepen waren erg groot.

Page 48: Cursus muzikale opvoeding HDC

48

Bluesrock Naast songgerichte groepen stonden in de tweede helft van de jaren ’60 tal van groepen op die blues gingen koppelen aan instrumentale virtuositeit. Een nadruk op individualisme en artistieke vrijheid moesten het verschil maken met de strakke songstructuren en melodische refreintjes van de blanke R&B. Eric Clapton (Cream) en Jimi Hendrix worden beschouwd als de grote blueshelden. Hendrix wist als geen ander de gitaareffecten te beheersen. Bovendien slaagde hij erin om tegelijkertijd zowel ritme- als sologitaar te spelen. Niet voor niets werd Hendrix’ stijl de maatstaf voor vele rockgitaristen na hem. Vooral voor de ontwikkeling van hardrock werd Hendrix de inspirator.

JIMI HENDRIX: Hey Joe Hey Joe, I've heard you shot your woman down, shot her down, now I said I've heard you shot your old lady down, You shot her down to the ground Yes I did, I shot her You know, I caught her messin' round, messin' round town Yes I did, I shot her You know, I caught my old lady messin' around town And I gave her the gun I SHOT HER!

Page 49: Cursus muzikale opvoeding HDC

49

Verenigde Staten Psychedelica- Acid rock

De psychedelische periode aan het einde van de jaren zestig behoort tot de meest verbeelding sprekende in de popgeschiedenis. Het Woodstockfestival heeft intussen mythische proporties gekregen, en met de nodige nostalgie wordt vaak teruggeblikt op het hippietijdperk met zijn psychedelische muziek, kleurige kleding, drugs, bloemen in het haar, universele liefde, samenhorigheid en politiek verzet. De bakermat van de hippiebeweging ligt in San Francisco, een havenstad in California aan de westkust van de VS. In de parken en op de pleinen van die stad stroomden de jongeren samen, allen begaan met dezelfde idealen. Ze streefden naar een eenvoudiger en authentieker leven, weg van de industriële consumptiemaatschappij. Vanaf 1965 ontwikkelde zich daar de ‘Frisco scène’, een hechte muzikale gemeenschap met o.a. Jefferson Airplane, Grateful Dead. Net zoals Cream en Jimi Hendrix verkenden de Frisco- groepen op basis van blues andere horizonten. Met uitgebreide improvisaties, allerlei effecten en een behoorlijk luid geluid ontaardde de muziek vaak in een meerlagige geluidsmist. Meestal werd de muziek onder invloed van drugs gebracht. Naast marihuana kwam vooral de chemische LSD, aanvankelijk een legaal product, in zwang. LSD gaf een nieuwe vorm van bewustzijn en door het druggebruik duurden de nummers automatisch langer, waren ze luider en de ritmes onregelmatiger. Tijdens optredens diende de lichtshow de sfeer te versterken o.a. dmv. Vloeistofdia’s.

JEFFERSON AIRPLANE: White rabbit One pill makes you larger And one pill makes you small And the ones that mother gives you Don't do anything at all Go ask Alice When she's ten feet tall And if you go chasing rabbits And you know you're going to fall Tell 'em a hookah smoking caterpillar Has given you the call Call Alice When she was just small

Page 50: Cursus muzikale opvoeding HDC

50

When men on the chessboard Get up and tell you where to go And you've just had some kind of mushroom And your mind is moving slow Go ask Alice I think she'll know Kenmerken: melodie:…………………………………………………………. akkoorden:……………………………………………………… ritme: …………………………………………………………….. tekst: ……………………………………………………………..

Dat de hippiebeweging geen geïsoleerde cultuur was, bleek uit de grote openluchtfestivals. Het absolute hoogtepunt vormde het Woodstockfestival in augustus 1969. Tijdens dergelijke festivals komt het groepsgevoel tot uiting: popmuziek moet je in de eerste plaats beleven! Door het succes traden ook andere psychedelische groepen naar voor. Zo waren in Los Angeles o.m. The Doors actief. The Doors- charismatische houding, de opjuttende podiumperformance en de dramatiek van zanger/ poëet Jim Morrisson tot een begrip uitgroeien. Vanaf hun debuut 1967 tot en met 1971 toonden The Doors zich als een veelzijdige groep en vernieuwende groep waarin telkens ook het orgeltje en de muzikale aanpak van Ray Manzarek opviel. Toch waren de thema’s van Jim Morrisson veel donkerder en beklemmender dan de love- generation.

THE DOORS: Light my fire You know that it would be untrue You know that I would be a liar If I was to say to you Girl, we couldn't get much higher Come on baby, light my fire Come on baby, light my fire Try to set the night on fire The time to hesitate is through No time to wallow in the mire Try now we can only lose And our love become a funeral pyre Come on baby, light my fire Come on baby, light my fire Try to set the night on fire, yeah The time to hesitate is through No time to wallow in the mire Try now we can only lose And our love become a funeral pyre Come on baby, light my fire Come on baby, light my fire Try to set the night on fire, yeah

Page 51: Cursus muzikale opvoeding HDC

51

Soul

Wanneer rond 1960 het zelfbewustzijn van de Amerikaanse zwarten groeit (Martin Luther King), kent men het begin van een nieuw muziekgenre: de soul.

o De wortels: de gospel

Samen met de blues vinden de gospels hun oorsprong in de vroegste periode van de Amerikaanse kolonisatie. Waar in de blues de kleurlingen, gelaten en melancholisch zijn eigen lot bezong, kregen de gospels, de religieuze liederen een sterk emotioneel en opwindend karakter. Gospel betekent evangelie. Meestal werden teksten uit de bijbel gezongen. Meestal zingt een voorganger voor en antwoordt de groep. Dit gebeurt op zeer emotionele wijze, waarbij regelmatig geklapt, gestampt en gedanst werd.

TRADITIONAL: Oh happy day Oh happy day (oh happy day) Oh happy day (oh happy day) When Jesus washed (when Jesus washed) When Jesus washed (when Jesus washed) Jesus washed (when Jesus washed) Washed my sins away (oh happy day) Oh happy day (oh happy day) He taught me how (oh, He taught me how) To wash (to wash, to wash) Fight and pray (to fight and pray) Fight and pray And he taught me how to live rejoicing yes, He did (and live rejoicing) Oh yeah, every, every day (every, every day) (oh yeah) Every day! Oh happy day (oh happy day) I'm talking about the happy days (oh happy day) C'mon and talk about the happy days (oh happy day) Oh, oh, oh happy days (oh happy day) Ooh talking about happy day (oh happy day) Oh yeah, I know I'm talking about happy days (oh happy day) Oh yeah, sing it, sing it, sing it, yeah, yeah (oh happy day) Oh, oh, oh Oh happy day.....

Page 52: Cursus muzikale opvoeding HDC

52

o De soulmuziek

Waar aanvankelijk de Amerikaanse zwarte zich vereenzelvigde met de rhythm & blues, neemt vanaf de jaren ’60 de soul deze rol over. Deze muziek klinkt vrolijk en optimistisch en wordt vanaf 1963 heel populair, ook bij blanke jongeren. De religieuze tekst wordt vervangen door een wereldlijke. Dat gebeurt in het begin vaak door enkele woorden te veranderen: bv. my lord wordt my love. WILSON PICKETT: In the midnight hour I'm gonna wait till the midnight hour That's when my love comes tumbling down I'm gonna wait till the midnight hour When there's no one else around I'm gonna take you girl and hold you And do all the things I told you In the midnight hour Yes I am Ooh yes I am One more thing I just want to say right here I'm gonna wait till the stars come out And see that twinkle in your eyes I'm gonna wait till the midnight hour That when my love begins to shine You're the only girl I know That can really love me so In the midnight hour Oh yeah ..In the midnight hour Yeah, alright, play it for me one time I’m gonna wait till midnight hour That’s when my love comes tumbling down I’m gonna wait, way in the midnight hour That’s when my love begins to shine Just you and I…Ooh Baby Just you and I Nobody around baby, Just, you and I I’m gonna hold you, In my arms….

Kenmerken: melodie:…………………………………………………………. akkoorden:……………………………………………………… ritme: …………………………………………………………….. tekst: ……………………………………………………………..

Page 53: Cursus muzikale opvoeding HDC

53

Een soulconcert in de jaren ’60 was een hele gebeurtenis. Bij James Brown bijvoorbeeld was alles perfect berekend: bezwerende gebaren, ingestudeerde danspassen, kostuums… Het had allemaal iets hypnotiserend. Tegen het midden van de jaren ’60 bracht de platenmaatschappij Motown uit Detroit een meer gepolijste close harmony- achtige soul op de markt, mooie arrangementen met een meezingbaar refreintje. Deze Motown- sound had vooral op het blanke publiek een grote aantrekkingskracht. De Supremes en de Four Tops werden heel populair. THE FOUR TOPS: Reach out I’ll be there Now if you feel that you can't go on (can't go on), Because all of your hope is gone (all your hope is gone), And your life is filled with much confusion (much confusion), Until happiness is just an illusion (happiness is just an illusion), And your world around is crumbling down, darlin', (Reach out) Come on girl reach on out for me, (Reach out) Reach out for me, I'll be there with a love that will shelter you, I'll be there with a love that will see you through, When you feel lost and about to give up (to give up), Cause your life just ain't good enough (just ain't good enough), And your feel the world has grown cold (has grown cold), And your drifting out all on your own (drifting out on your own), And you need a hand to hold, darlin' (Reach out) Come on girl reach out for me, (Reach out) Reach out for me, Hah, I'll be there to love and comfort you, And I'll be there to cherish and care for you, (I'll be there to always see you through, I'll be there to love and comfort you), I can tell the way you hang your head (hang your head), Your not in love now, now your afraid (you're afraid), And through the tears you look around (look around), But there's no piece of mind to be found (no piece of mind to be found), I know what your thinking, You're alone now, no love of your own, but darling, (Reach out) Come on girl reach out for me, Reach out (Reach out).......... just look over your shoulder, I'll be there to give you all the love you need, And I'll be there you can always depend on me, I'll be there to always see you through, I'll be there to love and comfort you

Page 54: Cursus muzikale opvoeding HDC

54

o De Funk

Soul werd de muziek om op te dansen. Ze vond dan ook snel haar weg in de discotheken. Daardoor begon het ritme steeds belangrijker te worden. Zuid- Amerikaanse instrumenten doen hun intrede, de elektrische gitaar wordt gebruikt als een slaginstrument met ritmische afgedempte slagakkoorden. De melodie wordt herleid tot enkele fragmenten of enkele lage noten, vaak in hoge kopstem gezongen. Dit soort ritmische soul wordt ‘funk’ genoemd. Belangrijke vertegenwoordigers zijn James Brown en Stevie Wonder. JAMES BROWN: I feel good Whoa-oa-oa! I feel good, I knew that I would, now I feel good, I knew that I would, now So good, so good, I got you Whoa! I feel nice, like sugar and spice I feel nice, like sugar and spice So nice, so nice, I got you When I hold you in my arms I know that I can't do no wrong and when I hold you in my arms My love won't do you no harm and I feel nice, like sugar and spice I feel nice, like sugar and spice So nice, so nice, I got you

Page 55: Cursus muzikale opvoeding HDC

55

o De folk en folkrock

Folk

Naast blues en R& B lieten muzikanten zich in de jaren ’60 ook door folk herbronnen. Net zoals blues werd folk als een authentieke muziekvorm ervaren, muziek met een eerlijk en oprecht karakter die niet gedirigeerd werd door marktmechanismen. Folk spruit voort uit de Angelsaksische volksmuziek zoals die vooral door Ieren, Schotten en Engelsen op het platteland aan het einde van de 19e eeuw gemaakt werd. Woody Guthrie blies in de loop van de jaren ’30 de folk nieuw leven in. Door hem kreeg de protestsong vaste vorm. Bob Dylan is erg bepalend geweest voor de ontwikkeling van de folksong in de jaren ’60. Als singer- songwriter vertolkte hij zijn persoonlijke gevoelens en ervaringen. Naast autobiografische teksten of fictieve verhalen behoorden ook maatschappelijke statements tot de thema’s. Hij sloeg met zijn nummers aan bij burgerrechten en vredebeweging.

BOB DYLAN: The times are a- changing Come gather 'round people Wherever you roam And admit that the waters Around you have grown And accept it that soon You'll be drenched to the bone If your time to you Is worth savin' Then you better start swimmin' Or you'll sink like a stone For the times they are a-changin'.

Kenmerken: melodie:…………………………………………………………. akkoorden:……………………………………………………… ritme: …………………………………………………………….. tekst: ……………………………………………………………..

Page 56: Cursus muzikale opvoeding HDC

56

Folkrock

Voor een doorbraak bij het grote publiek kon folk niet zorgen. Door toedoen van The Byrds zal folk evolueren tot folkrock, een fenomeen met gladde popsongs, waarin de belangen van de muziekindustrie meer doorwerkten dan de drang tot authenticiteit. Vooral popversies van Bob Dylan waren een sleutel tot succes.

THE BYRDS: Mr. Tambourine Man Hey! Mr. Tambourine Man, play a song for me, I'm not sleepy and there is no place I'm going to. Hey! Mr. Tambourine Man, play a song for me, In the jingle jangle morning I'll come followin' you.

Page 57: Cursus muzikale opvoeding HDC

57

Ontwikkeling en stijloverzicht van de jazz

De heel eigen geest van de jazz moeten we zoeken bij de zwarten van Noord-Amerika. De confrontatie van hun Afrikaanse ziel met de blanke beschaving zorgde rond de eeuwwisseling en de decennia erna voor een muzikale explosie. Deze nieuwe muziek, die in de V.S. ontstaan is, heeft wereldwijd een indringende stempel gedrukt op het culturele leven. Rock & pop zouden ondenkbaar geweest zijn zonder de voedingsbodem van de jazz. Typische aspecten

Hoe onderscheidt de jazz zich van andere muziekgenres?

A. Improvisatie -……………………………………………………………………………………………… -…………………………………………………………………………………………….. -……………………………………………………………………………………………..

B. De klank In tegenstelling tot de klassieke muziek is de klank in de jazzmuziek de directe expressie van de muzikant. Er bestaat geen klankideaal. De klank is a.h.w. een uiting van de persoonlijkheid van de muzikant. Men herkent de uitvoerder aan zijn typische klank Veel gebruikte technieken

………………………………………………… ……………………………………………….. …………………………………………………

Page 58: Cursus muzikale opvoeding HDC

58

B. Ritmiek of swing

De swing in enge betekenis van het woord omvat de periode 1930-'40 met o.a. B. Goodmann, Duke Ellington, Count Basie,e.a. Swing in algemene betekenis wil zeggen: ritmiek. -omvat zowel elementen van de blanke als de Afrikaanse muziek.

Blanke muziek: ………………………………………………………. Afrikaanse elementen: ……………………………………………………….

D. Blues Blues is de oudste vorm van wereldlijke muziek van de Amerikaanse kleurlingen. De term blue betekent :…………………………………………………….. In muzikaal opzicht waren de blues het resultaat van de samensmelting van Afrikaanse met West-Europese elementen. De kleurlingen die van huis uit over een sterk ritmisch gevoel beschikten, maar slechts primitieve melodieën kenden, en geen harrnonieën, werden geconfronteerd met de volksmuziek van hun blanke meesters die zowel melodisch als harmonisch hoog ontwikkeld was. Uit deze confrontatie ontstond geleidelijk aan een soort gekleurde muziek met de volgende eigenschappen: A RITMISCH: …………………………………………..………………………………………………. B.MELODISCH……………………………………………………………………………………………. C.HARMONISCH ……………………………………………………………………………………….

Page 59: Cursus muzikale opvoeding HDC

59

De geschiedenis van de jazz Wanneer ongeveer honderd jaar geleden de jazz zich begon te ontwikkelen, dan gaat hieraan een lange schemerzone vooraf binnen de zwarte cultuur, waarover aileen via mondelinge overlevering iets geweten is. De zwarte landarbeiders zongen na de afschaffing van de slavernij hun blues, waarin ze op een weemoedig, klagende manier hun lot bezongen. Tijdens het werk klonken worksongs. Uit de religieuze gospels sprak dan weer hoop. 1. De Ragtime (hoogtepunt tussen 1895 en 1910) Aan het eind van de 19° eeuw ontstond de ragtime: …………………………………..

Kenmerken: melodie:…………………………………………………………. akkoorden:……………………………………………………… ritme: …………………………………………………………….. ……………………………………………………………… vorm:………………………………………………………………

De belangrijkste componist van ragtime-muziek is Scott Joplin (1868-1917).

Scott Joplin (24 november 1868 – 1 april 1917) was

een Amerikaans pianist en ragtime-componist. Hij begon als

musicus in zijn tienerjaren, en studeerde later muziek aan

het George Smith College in Sedalia. Hij schreef meer dan

30 rags, waaronder "Maple Leaf Rag" en "The Entertainer", en

de opera "Treemonisha". Naast componist was Joplin een

begenadigd pianist en cornettist.

Er zijn ook pianolarollen bewaard gebleven, ingespeeld door Scott Joplin zelf.

Daardoor kunnen we tot de dag van vandaag horen hoe hij zijn rags speelde.

De muziek van Scott Joplin kreeg opnieuw bekendheid toen in de film The

Sting (met Robert Redford en Paul Newman) zijn muziek gebruikt werd.

Page 60: Cursus muzikale opvoeding HDC

60

Page 61: Cursus muzikale opvoeding HDC

61

2. New Orleans en Dixieland (hoogtepunt tussen 1900 en 1920) New Orleans en Dixie zijn allebei steden in de staat Louisiana. Dit gebied was ooit Frans en voordien zelfs Spaans bezit. Het was een smeltkroes van culturen met een mozaiek van muzikale genres en stijlen. De volmaakte achtergrond voor deze vroege jazz was een heel speciale wijk van New Orleans: 'Storyville', een van de weinige gelegaliseerde rosse buurten van de V.S. In de schemerige bars, de ruige kroegen konden musici komen spelen, hun stijl verder ontwikkelen en kennis uitwisselen. Op elk uur van de dag en de nacht waren er eliminatiewedstrijden tussen de verschillende bands, aan de stroom talentvolle jazzmusici kwam er schijnbaar geen einde: Louis Armstrong (trompet),Bunk Johnson (kornet), Johny Dotts en Jimmy Noone (klarinet), Sidney Bechet (sopraansax) Muzikale kenmerken:

Kenmerken: melodie:…………………………………………………………. akkoorden:……………………………………………………… ritme: …………………………………………………………….. bezetting:………………………………………………………..

Louis Armstrong (New Orleans, 4 augustus 1901 – New

York, 6 juli 1971) was

een Amerikaans jazztrompettist, zanger en entertainer. Zijn

bijnaam was Satchmo of Satch, een afkorting

voor Satchelmouth (buidelmond).

Hoewel zijn carrière begon in de jaren twintig, kennen zelfs huidige generaties

hem nog van nummers als What a wonderful world, Hello Dolly en It takes two to

tango, die hij met zijn karakteristieke, rauwe stem vertolkte.

Page 62: Cursus muzikale opvoeding HDC

62

3. De bigbands van de jaren '30 De beurscrash van Wall Street in 1929 deed de Amerikaanse economie instorten. Het publiek was vee I minder geneigd te betalen voor muziek. Populaire rnelodieen en sentiment waren verkoopbaar aan het doorsneepubliek, dat vooral wilde dansen. Op die manier ontstonden de bigbands en de vele dansorkesten, waaronder dat van Glenn Miller (In the Mood). Nieuwe grote namen verschenen op het toneel: Duke Ellington, Count Basie, Bennie Goodman, Gene Krupa. De term 'swing' is moeilijk te omschrijven. Hij wijst op de losse, vrije manier van uitvoeren. De kleine combo's kregen het moeiljk in die jaren en vele verdwenen. Kenmerken:

-swing: ……………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………..

-harmonisch: ……………………………………………………………………………………………..

-bezetting: ………………………………………………………………………………………………….

-melodie:…………………………………………………………………………………………………….

Edward Kennedy (Duke) Ellington (Washington D.C., 29 april 1899 - New York, 24 mei 1974) was een Amerikaans jazzpianist, orkestleider en componist. Duke Ellington was een veelzijdig jazzcomponist wiens invloed op de muziek tussen de jaren twintig en de jaren zestig van de 20e eeuw niet gering was. Hij wordt tot de grootste Amerikaanse componisten gerekend. Zijn grote successen waren Take the A Train, Satin

Doll, Rockin' in Rhythm, Mood Indigo, Caravan en Sophisticated Lady.

4. Be Bop (tot rond 1950) Deze muziek ontstond tijdens de Tweede Wereldoorlog in Harlem en kreeg ook namen als Bop of Re-bop. De jazzmusici van de bebop reageren tegen het formele en het comrnerciële van de big band, die spontaneïteit miste.

Page 63: Cursus muzikale opvoeding HDC

63

Kenmerken: *bezetting: …………………………………………………………………………………………………. *melodie: …………………………………………………………………………………………………….. *harmonie:……………………………………………………………………………………………………

*ritme: ……………………………………………………………………………………………………………………… *belangrijkste vertegenwoordigers:Dizzy Gillespie (trompet), Charlie "Bird" Parker (saxofoon) en Thelonius Monk (piano)

Charlie Parker (1920-1955) De in de zware armenwijk van Kansas City, Missouri, geboren en opgegroeide Charlie Parker ontpopte zich amper zestien jaar oud van ervaren saxofonist tot een uitzonderlijk talent. Parker ontwikkelde zich tot een groot jazz-musicus en vernieuwer. Zijn toon, spel en techniek, maakten hem tot één van de wonderkinderen van zijn generatie.

Hij groeide na zijn dood uit tot een legende. Tijdens zijn leven was hij nooit echt vermaard, maar zijn werk heeft een stempel gedrukt op de evolutie van de moderne jazz.

Page 64: Cursus muzikale opvoeding HDC

64

Filmmuziek

1. Geschiedenis

a. De stomme film (1910-1928)

Pianisten, vooral uit de variétéwereld, improviseerden aanvankelijk op de zeer korte filmpjes waarbij het vooral de bedoeling was het projectielawaai te overstemmen. De overeenstemming tussen muziek en beeld was aanvankelijk aan het toeval overgelaten. Maar stilaan stegen ook de muzikale eisen. Er werden speciale partituren geschreven voor bepaalde films, waarin aanwijzingen stonden om beter bij het beeld passend te begeleiden (bv. de aanwijzing “Wait for door close”, alvorens verder te gaan met begeleiden). Afb. 1: fragment uit een partituur voor “The Birth of a Nation” 1915, de eerste film waarvoor speciaal muziek werd gecomponeerd.

Page 65: Cursus muzikale opvoeding HDC

65

Stilaan begonnen zich scènes af te tekenen die actie of sfeerverwantschap hadden en steeds terugkeerden. Daarvoor werd dan gelijkaardige muziek voorzien. Het begin van de later zo typisch filmmuzikale clichévorming. Afb.2: muziek voor ‘helse scènes’, bv. Gevechten, oorlog, …. geplukt uit Schuberts Erlkönig

De man aan het klavier zal echter vervangen worden door het orgel (bv. Würlitzer orgels) en door orkestjes. In de jaren twintig groeiden die bioscooporkestjes zelfs soms uit to een symfonische bezetting.

Page 66: Cursus muzikale opvoeding HDC

66

b. De geluidsfilm

De uitvinding van de geluidsfilm einde jaren twintig bleek de kaskraker te zijn, vooral toen men merkte dat de zingende mens het op het scherm bijzonder goed deed (= bijzondere inkomsten verschafte aan de producent). De eerste grote geluidsfilm was een musical (The Jazz Singer met Al Jolson) en zeker de helft van de in Hollywood geproduceerde films in de jaren 20 en 30 waren verfilmde Broadwaymmusicals. En wat doet Chaplin in zijn laatste filmpoging tegen de opkomst van de geluidsfilm? Juist, zingen.

Afb. 3 Charlie Chaplin in ‘Modern Times’, 1936

De overgang ging dus niet zonder slag of stoot. Veel musici verloren hun job (Singing in the rain, 1952.) In de pers verdedigden ze zich: de geluidsfilm= kitsch, een economische en geestelijke moord, een vervlakking. Wie de kunst en de kunstenaars lief heeft, wijst de geluidsfilm af en zijn conserveblik- apparatuur klinkt als een kelder, verderft het gehoor en ruïneert het bestaan van musici en artiesten. De geluidsfilm werd echter vlug erkend als een ideaal middel om bepaalde werkingen en effecten te verkrijgen bij de toeschouwers. Het was het verder uitwerken van wat de stomme film aan inzichten rond muzikale effecten en hun invloed had opgeleverd. Zowel de ontspanningsfilm als de politieke film (typisch is de propagandistische nazi- cinema) maakten er gretig gebruik van. Emotionele werkingen zullen van nu af aan systematisch gepland worden.

Page 67: Cursus muzikale opvoeding HDC

67

c. De klassieke Hollywoodfilm van de jaren ’30 en ‘40

Deze periode mag gerust als het gouden tijdperk van de filmmuziek beschouwd worden, met filmcomponisten als Erich Korngold, Alfred Newman en Max Steiner (King Kong- Gone with te wind), Miklos Rozsa (Quo Vadis- Ben Hur)die als pioniers de basis gelegd hebben voor de Hollywood-filmmuziekpraktijk van toen en later. Deze romantische karakter- stukken knopen goed aan bij verdwijnende traditie van de grote romantische opera en operette.

Afb. 4: Synchronisatiesessie tussen orkest en beeld uit 1940 met componist en dirigent Erich Korngold. d. Intrede van jazz en pop- grotere muzikale emancipatie

Maar de wedijver met de opkomende televisie en haar aantrekkingskracht zetten de filmproducers er toe aan hun uitgebreide orkesten nodig voor de romantische filmklanken van hun epische films te reduceren. Deels zoeken zij steeds meer hun heil in de jazz en in de jaren vijftig in de rock & roll, tien jaar later in de popmuziek. De commerciële banden tussen muziekpromotie en filmpromotie wordt steeds enger: bv. Films als promotie voor de LP (Elvis Presley) of sterk functionele filmmuziek die een zekere zelfstandigheid, los van de film, kan veroorloven (Ennio Morricone). De vaste stand filmmuziek bij de compactboer zegt meer dan genoeg.

Page 68: Cursus muzikale opvoeding HDC

68

2. Functionaliteit van de muziek in de film

Film wordt doorgaans als één geheel beleefd, waarbij één element alleen niet bewust wordt waargenomen. Dat is trouwens de voorwaarde voor een intensieve filmervaring. Het kunstmatige karakter van de elementen (orkestmuziek in een mijnschacht) wordt voor de kijker niet bewust gemaakt. Dit voorbeeld markeert ook het verschil tussen beeldgebonden klanken (die de personen op het doek ook waarnemen) en beeldvreemde klanken (er staat midden de hete woestijn geen ‘warmklinkende’ vleugelpiano). Ondanks de waarnemingseenheid (tenminste bij de doorsnee kijker) blijft muziek binnen de film in essentie een achtergrondfenomeen, ook al worden haar betekenissen meestal onderschat. De optische indrukken staan immers op de voorgrond, terwijl muziek nauwelijks tot het bewustzijn doordringt, maar des te meer het onderbewustzijn en het emotionele beroert. Een overzicht van functies en procédés o Zij kan simpelweg werken als neutrale of sfeerscheppende achtergrond:

…………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………..

o Zij staat in relatie met bepaalde personen of acties. Het mooiste voorbeeld

is de leidmotieftechtniek of kernmelodie.

…………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………..

Afb. 5: leidmotieven uit ‘Once upon a time in the west, 1968.

Page 69: Cursus muzikale opvoeding HDC

69

o Mickey mousing:

…………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………..

o Personificatie:

…………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………..

Afb. 6: Beginmaten van Psycho, 1960

o Versterkend:

…………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………..

o Signaalkarakter:

…………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………..

o Polariserende muziek

…………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………..

o Contrapunterende muziek

…………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………..

Page 70: Cursus muzikale opvoeding HDC

70

o De muziek is symbool voor een gebeurtenis, land, tijd of milieu.

…………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………..

o De eigen betekenis van de muziek

…………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………..

o Een ander veel gebruikt procédé is stilte.

Filmfragmenten

o Panterkruiser Potemkin, S. Eisenstein, 1925.

………………………………………………………………………………………… o Psycho, A. Hitchcock, 1960.

………………………………………………………………………………………… o Once upon a time in the west, S. Leone, 1969.

………………………………………………………………………………………… o Apocalypse now, F. Coppola, 1979.

o ………………………………………………………………………………………………………………

o ………………………………………………………………………………………………………………

o ………………………………………………………………………………………………………………

o ………………………………………………………………………………………………………………

Page 71: Cursus muzikale opvoeding HDC

71

Koningin Elisabethwedstrijd Omschrijving: ……………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………

Organisatie

De wedstrijd vindt plaats in Brussel en staat open voor jonge musici. Er is afwisselend een wedstrijd voor pianisten, violisten en zangers, die om de drie jaar worden gehouden. Er is ook een wedstrijd voor componisten, die om de twee jaar wordt georganiseerd, net voor de wedstrijd voor piano of viool. Het winnende werk fungeert dan als verplicht finalewerk voor de pianisten of violisten. Deze wedstrijd geldt als een van de meest veeleisende muziekwedstrijden ter wereld. Men besteedt ook veel tijd en energie aan de nazorg. Delen: 1. ………………………………………………………………………………………… 2 ..………………………………………………………………………………………..

3. .…………………………………………………………………………………………

Geschiedenis

Page 72: Cursus muzikale opvoeding HDC

72

De geschiedenis van muziektheater: van opera tot musical

De opera ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………

I. Ontstaan van de opera: een renaissancistisch streven naar herleving van het Griekse drama.

De Camarata dei Bardi (…………………………………………………) wilde de oude Griekse muziek bestuderen. Omdat de Griekse muziektheorie uit schriftelijke bronnen bekend was, wist men dat de Griekse muziek éénstemmig was, en dat woord en toon een volkomen eenheid vormden. Zo ontstond de opera: ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………..

II. Claudio Monteverdi : Orfeo Omstreeks 1590 werd Monteverdi aangesteld als zanger/violist aan het hof van de Gonzaga’s in Mantua. Deze nam graag musici mee op zijn reizen en zo kwam Monteverdi ook in andere steden waar hij muzikale ideeën leerde kennen. In 1607 werd Monteverdi’s eerste opera ‘Orfeo’ in Mantua opgevoerd. Deze opera is één van de belangrijkste opera’s uit de muziekcultuur omdat er voor het eerst een compleet muziekstuk in de nieuwe monodische stijl was geschapen. ………………………………………………………………………………………… Met dit werk is Monteverdi de eigenlijke schepper van de opera. Het verhaal: Orfeo of Orpheus was gehuwd met de nimf Eurydice, van wie hij zielsveel hield. Op een dag liep zij langs de oever van de rivier waar ze de herder Aristaeus ontmoette. Betoverd door haar schoonheid werd Aristaeus op slag verliefd en hij achtervolgde haar op haar wandeling. Eurydice vluchtte, maar ze trapte op een slang. Diens beet werd haar fataal. Ontroostbaar door zijn verlies reisde Orpheus naar de onderwereld om te proberen zijn vrouw terug te krijgen. Persefone, koningin van de onderwereld, was zo geroerd door zijn verdriet dat ze toestemde op voorwaarde dat hij niet naar Eurydice zou kijken op de terugweg naar de bovenwereld. Helaas, tegen het einde van de reis kon Orpheus het niet laten om achterom te kijken of zijn geliefde nog bij hem was. Op het moment dat hij omkeek, vervaagde ze voor zijn ogen, voor eeuwig voor hem verloren. Orpheus kwam het verlies niet te boven en treurde tot aan zijn dood.

Page 73: Cursus muzikale opvoeding HDC

73

Luistervoorbeelden: 1. Dal mio Parnasso: recitatief La Musica Dal mio Parnasso amato a voi ne vegno Van mijn geliefde Parnassos daal ik tot u neder Incliti eroi, sangue gentil de regi Roemrijke helden, edel bloed van koningen Di cui’narra la fama eccelsi pregi Van wie de Faam grootse daden verhaalt Nè giunge al ver, perch’è troppo alto il segno Feiten die de waarheid nauwelijks benaderen, want te

verheven is hun zin. Ritornello Io la musica son, ch’ai dolci accenti Ik ben de muziek, die door haar zoete klanken Sof ar tranquillo ogni turbato core rust kan brengen in ieder gekwelde hart Ed or di nobil ira ed or d’amore En dan weer edele torn, dan weer liefelijkheid Posso infiammar le piu gelate menti Doet ontvlammen in het kilste gemoed Ritornello

Een ritornello: …………………………………………………………………………………………………….. Een recitatief …..…………………………………………………………………………………………………

Page 74: Cursus muzikale opvoeding HDC

74

Page 75: Cursus muzikale opvoeding HDC

75

Page 76: Cursus muzikale opvoeding HDC

76

2. Vi ricorda a boschi ombrosi Vi ricorda o boschi ombrosi herinner je je, duistere wouden Vi ricorda o boschi ombrosi herinner je je, duistere wouden De’ miei lunghi aspri tormenti Mijn lange, bittere kwellingen Quando i sassi ai miei lamenti Toen zelfs stenen mijn klachten aanhoorden Rispondean fatti pietosi? Door medelijden aangedaan Vi ricorda o boschi ombrosi herinner je je, duistere wouden Vi ricorda o boschi ombrosi herinner je je, duistere wouden Ritornello Dite, allor non vi sembrai Zeg me, leek ik niet Dite, allor non vi sembrai Zeg me, leek ik niet Piu d’ogna’altro sconsolato? De ongelukkigste van alle mensen Hor fortuna ha stil cangiato Nu heft het lot alles veranderd Ed ha volto in festa I guai En mijn kommer in vreugde veranderd Dite, allor non vi sembrai Zeg me, leek ik niet Dite, allor non vi sembrai Zeg me, leek ik niet

Een aria : ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

IV. Henri Purcell – Dido & Aeneas Henry Purcell werd geboren in 1659 en stierf in 1695. Purcell stamt uit een geslacht van musici. Hij was organist aan de Westminster Abbey en had een succesrijke loopbaan als hofcomponist verbonden aan de Chapel Royal. Hij is ondanks zijn kort leven één van de belangrijkste Engelse componisten. Henry Purcell schreef Dido & Aeneas in 1689 voor een kostschool van adellijke juffrouwen in Chelsea, een wijk in Londen. 1. Het verhaal Bij de verwoesting van Troje door de Grieken is enkel de Trojaanse prins Aeneas met zijn gevolg kunnen ontkomen. Jupiter beveelt hem om naar Italië te varen en daar Troje opnieuw op te bouwen. Maar een storm slaat het schip op de kusten van Noord-Afrika, uitgerekend in Carthago. Daar ontmoet Aeneas de Carthaagse prinses Dido en hij wordt verliefd op haar. Hier begint de opera. Dido, de koningin van Carthago, bekent haar zus en vertrouwelinge, Belinda hoezeer ze geplaagd wordt door smart en zorgen, maar ze wil de oorzaak niet verhullen. Belinda veronderstelt dat de reden van Dido’s leed haar gast, de Trojaanse prins Aeneas, is. Belinda probeert samen met Dido’s gevolg de koningin ervan te overtuigen dat een huwelijk tussen de twee heersers in hun voordeel zou zijn. Dan verschijnt Aeneas en hij bekent Dido zijn passionele liefde. Ondanks haar gevoelens, maakt ze bezwaar en zegt ze dat het lot hun vereniging verbiedt. Niettemin gaat ze in op zijn liefde. In een grot beramen een tovenares en haar heksen een plan om Dido, die ze haten, ten onder te richten en plannen ze de verwoesting van Carthago. De tovenares beslist om haar geest, vermomd als Mercurius, naar Aeneas te zenden. Hij zal Aeneas vermanen voor zijn te lange verblijf in Carthago en hem gebieden onmiddellijk te vertekken naar Italië. Aeneas gehoorzaamt, maar is diep bedroefd omdat hij moet weggaan juist nu Dido hem uiteindelijk vertrouwt. Aeneas gaat naar het paleis om afscheid te nemen van Dido. Zij voelt zich bedrogen en geslagen door smart en ontneemt zich van het leven.

Page 77: Cursus muzikale opvoeding HDC

77

Fig. 1 Reisroute van Aeneas

2. Luistervoorbeelden : Klaaglied van Dido Kenmerken: (zie partituur) 1. Ostinaat in de bas 2. Correlatie tekst-muziek: ……………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………..……………………………………………………………………………

Page 78: Cursus muzikale opvoeding HDC

78

Page 79: Cursus muzikale opvoeding HDC

79

Page 80: Cursus muzikale opvoeding HDC

80

Page 81: Cursus muzikale opvoeding HDC

81

V.De opera in de 18de en 19de eeuw: Evolutie van opera seria naar opera buffa Intussen was de hele situatie van de opera veranderd. Het werd een aangelegenheid van de grote massa. Tot dan was de opera exclusief voor de bovenlaag van de toenmalige maatschappij: de adel en het hof. In de tweede helft van de 17de eeuw worden in tal van steden operahuizen gebouwd. Vanuit alle lagen van de bevolking stroomde men toe om het wonder van de opera te aanschouwen. De opera was volksvermaak geworden. In de 17de eeuw kende men als operagenre enkel de opera seria:

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Het was gebruikelijk geworden om de stijve, heroisch uitgemonsterde opera seria, grappige, burleske intermezzi in te bouwen om zo het publiek door afwisseing te vermaken. Na verloop van tijd worden deze pauzevullende opera’s zo geliefd dat ze hun eigen leven gingen leiden: de opera buffa was geboren. De opera buffa heeft zich, als reactie op de strak georganiseerde opera seria met zijn strikte scheiding tussen aria en recitatief ontwikkeld vanuit het volkstheater. (commedia dell’arte). Eén van de opvallendste verschillen met de opera seria is de thematiek: geen antieke helden en mythologische figuren, maar personen uit de middenklasse, aangevuld met allerlei komische typetjes. Vaak komen hierbij vaste combinaties voor, zoals knecht en meester, dienstmaagd en meester, kapper en heer. Verkleedpartijen, persoonswisselingen en misverstanden zijn schering en inslag, een soort ‘Theater van de Lach’. Toch was de opera buffa niet alleen een avondje lachen. De ondertoon van de verhalen is wel degelijk vaak serieus, maar het pathos van de opera seria ontbreekt, de opera buffa is een lachspiegel met ruimte voor spot en maatschappijkritiek.

VI G. Rossini - Il barbiere di Siviglia Giocchino Rossini (1792-1868): overgangsfiguur van klassiek naar romantiek. Kende een zeer korte maar vruchtbare carrière van 1813 tot 1829. Zijn belangrijkheid en beroemdheid is te wijten aan:

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Het verhaal: het verhaal gaat over de liefdesgeschiedenis van Rosina an Graaf Almaviva, die door de ijverige barbier Figaro worden gehopen in hun verzet tegen Rosina’s voogd, Dr. Bartolo, die zelf met Rosina wil trouwen en zo de bruidschat zelf wil opstrijken. Na turbulente en ophoudelijke komische scènes, waarin de hoofdpersonen hun eigen karakter tonen, volgt de gelukkige vereniging der geliefden.

Page 82: Cursus muzikale opvoeding HDC

82

Largo al factotum

Largo al factotum della citta. Make way for the topman of the city. Presto a bottega che l'alba e gia. Rushing to his shop now that it's dawn. Ah, che bel vivere, che bel piacere Ah, isn't life good, how pleasant it is per un barbiere di qualita! For a barber of class! Ah, bravo Figaro! Ah, nice one Figaro! Bravo, bravissimo! Nice one, really nice one! Fortunatissimo per verita! I am the luckiest it's true to say! Pronto a far tutto, Ready for anything, la notte e il giorno night and day sempre d'intorno in giro sta. Always busy and around. Miglior cuccagna per un barbiere, A better lot for a barber, vita piu nobile, no, non si da. A more noble life cannot be found. Rasori e pettini Razors and combs lancette e forbici, Lancets and scissors, al mio comando At my command tutto qui sta. Are all here. V'e la risorsa, And there are `extras', poi, de mestiere Then, for the business colla donnetta... col cavaliere... With women... and with gentlemen... Tutti mi chiedono, tutti mi vogliono, Everyone asks for me, everyone wants me, donne, ragazzi, vecchi, fanciulle: Women, young people, old people, the golden haired; Qua la parruca... Presto la barba... What about the wig... A quick shave... Qua la sanguigna... Some leeches for bleeding... Presto il biglietto... Quick the note... Qua la parruca, presto la barba, What about the wig, a quick shave, Presto il biglietto, ehi! Hurry - the note, o me! Figaro! Figaro! Figaro!, ecc. Figaro! Figaro! Figaro! etc. Ahime, che furia! Heavens, what mayhem! Ahime, che folla! Heavens, what crowds! Uno alla volta, per carita! One at a time, For pities sake! Figaro! Son qua. Figaro! Here I am. Ehi, Figaro! Son qua. O me, Figaro! Here I am. Figaro qua, Figaro la, Figaro here, Figaro there, Figaro su, Figaro giu, Figaro up, Figaro down, Pronto prontissimo son come il fumine: Quicker and quicker the sparks fly with me; sono il factotum della citta. I am the topman of the city. Ah, bravo Figaro! Bravo, bravissimo; Ah, nice one Figaro! Nice one, really nice one; a te fortuna non manchera. From you luckiness will not depart.

VII Le nozze di Figaro W. A. Mozart W.A. Mozart (1756-1791): De bijdrage van dit wonderkind aan de operacompositie bestaat in zijn vermogen om de verschillende Italiaanse, Duitse en Franse stijlen te integreren. Mozart wilde niet revolutionair, wel superieur zijn. Hij maakte van de opera een echt drama, waarin de muziek meer dan het woord de boodschap draagt en toch aangenaam is om naar te luisteren. Het verhaal: speelt zich af in Sevilla, rond 1750. Het huwelijk van de graaf Almaviva en gravin Rosina is in een crisis beland. Zij voelt zich verlaten, hij probeert Susanna, de keukenmeid, te veroveren. Zij is de bruid van zijn bediende, Figaro. Maar de bedienden, samen met Rosina, weten met list en sluwheid al zijn pogingen te weerstaan. De graaf heeft niet in de gaten dat hij zijn vrouw, die als Susanna is vermomd, het hof maakt. De grootmoedigheid van de gravin triomfeert en de ‘dwaze dag’ eindigt in verzoening.

Page 83: Cursus muzikale opvoeding HDC

83

Luistervoorbeelden http://www.youtube.com/watch?v=64p_Tnnj0FU

Ouverture uit Le Nozzze di Figaro

Een ouverture: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

VIII Muziektheater in de 20ste eeuw: de musical en rock-opera.

Musical

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

De vele vormen waaruit de musical zich ontwikkelde, maken duidelijk dat dit muziekgenre een vergaarbak was voor elementen uit klucht, dans en muziek. Naast de invloeden van de jazz is voor de ontwikkeling van de musical vooral het ballet belangrijk geweest De uitvoerend kunstenaar in de musical moet acteur, danser en zanger tegelijk zijn. De onderwerpen voor deze composities komen uit alle ebieden van de literatuur (bijv. My Fair Lady), de beeldende kunst (bijv. Gaudi), de geschiedenis (bijv. Les Misérables, Daens); religie (Jesus Christ Superstar).

Luistervoorbeeld

Jesus Christ Superstar Webber/Rice

Page 84: Cursus muzikale opvoeding HDC

84

Het musical-oeuvre van Andrew Lloyd Webber is niet onder 1 noemer te brengen. Zijn hoofdpersonen zijn onvergelijkbare figuren als Jezus Christus en Evita Perón. Hij dost zijn acteurs uit als katten (‘Cats’ - 1981) of laat ze op rolschaatsen over het toneel en door de, speciaal daarvoor omgebouwde, zaal suizen (‘Starlight Express’ - 1984). Hij haalt ook een oude toneeldraak van onder het stof te voorschijn (‘The Phantom of the Opera’ - 1986). Muzikaal bewandelt hij al evenzeer uiteenlopende wegen, waardoor zowel het rockelement als de opera-achtige aanpak in zijn werk aanwezig is.

Even gevarieerd als de werken zijn de meningen erover: Andrew Lloyd Webber wordt zowel een charlatan als een genie genoemd. Maar hoe ‘het’ publiek over hem denkt is overduidelijk: in Londen en New York, in Amsterdam en Wenen, kortom overal ter wereld, lopen de, soms ongekend lange, series drukbezochte opvoeringen van zijn musicals.

Een reclame-campagne welke hij steeds zal herhalen ligt aan de basis van zijn succes:

Jesus Christ Superstar is een rockopera en musical met muziek van Andrew Lloyd Webber en tekst van Tim Rice.

De rockopera werd in 1970 uitgebracht als album, en vervolgens als musical op de planken gebracht in Londen en op Broadway. Door religieuze groeperingen werd destijds geprotesteerd tegen de opvoering van het stuk, omdat Jezus te veel als een gewone sterveling zou worden neergezet. Inmiddels is het stuk echter omarmd en opgevoerd door vele kerkelijke musicalgezelschappen. De musicalproductie wordt nog steeds geregeld in theaters gespeeld.

Inhoud:

Het stuk behandelt, grotendeels vanuit het gezichtspunt van Judas, de laatste week uit het leven van Jezus. De rockopera beschrijft hoe Judas afstand neemt van Jezus, die in Judas' ogen de aandacht te veel op zijn persoon laat vestigen (als zoon van God, wat Judas niet gelooft) en te weinig op de goede daden die hij doet; Judas meent dat de aanvankelijk nobele beweging rond Jezus gestopt moet worden voordat zij uit de hand loopt. Tegelijkertijd zijn de hogepriesters bang voor het afkalven van hun gezag als steeds meer volk Jezus volgt en hem aanspoort hun land te bevrijden van de Romeinse overheersing. Deze houding van het volk beangstigt ook Jezus, die weet welk lot hem te wachten staat. Uiteindelijk vinden de hogepriesters en Judas elkaar en wordt Jezus verraden, waarna Judas uit wroeging zelfmoord pleegt. De lokale joodse heerser Herodes, voor wie Jezus wordt geleid, beschouwt Jezus door de verhalen over zijn wonderen slechts als een amusante

Page 85: Cursus muzikale opvoeding HDC

85

goochelaar en stuurt hem, als Jezus niet aan zijn verzoeken voldoet, teleurgesteld door naar Pontius Pilatus. Deze Romeinse gouverneur van Judea, die zelf geen kwaad in Jezus ziet, ziet zich door de druk van het volk, gecombineerd met Jezus' halsstarrige houding, gedwongen Jezus te laten kruisigen.

Luistervoorbeeld: The last supper

Look at all my trials and tribulations Sinking in a gentle pool of wine Don't disturb me now I can see the answers Till this evening is this morning life is fine Always hoped that I'd be an apostle Knew that I would make it if I tried Then when we retire we can write the gospels So they'll still talk about us when we've died (Jesus) The end . . .Is just a little harder when brought about by friends For all you care this wine could be my blood For all you care this bread could be my body The end! This is my blood you drink This is my body you eat If you would remember me when you eat and drink . . . I must be mad thinking I'll be remembered - yes I must be out of my head! Look at your blank faces! My name will mean nothing Ten minutes after I'm dead! One of you denies me One of you betrays me (Apostles) Not I! Who would? Impossible! (Jesus) Peter will deny me in just a few hours Three times will deny me - and that's not all I see One of you here dining, one of my twelve chosen Will leave to betray me – (Judas) Cut out the dramatics! You know very well who - (Jesus) Why don't you go do it? (Judas) You want me to do it! (Jesus) Hurry they are waiting (Judas)

Page 86: Cursus muzikale opvoeding HDC

86

If you knew why I do it . . . (Jesus) I don't care why you do it! (Judas) To think I admired you For now I despise you (Jesus) You liar - you Judas (Judas) You wanted me to do it! What if I just stayed here And ruined your ambition? Christ you deserve it! (Jesus) Hurry you fool, hurry and go, Save me your speeches I don't want to know - Go! Go! (Apostles) Look at all my trials and tribulations Sinking in a gentle pool of wine What's that in the bread it's gone to my head Till this morning is this evening life is fine Always hoped that I'd be an apostle Knew that I would make it if I tried Then when we retire we can write the gospels So they'll all talk about us when we've died

Rockopera

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

Luistervoorbeelden

Evita Webber/Rice

Eva Maria Duarte de Perón (Los Toldos, 7 mei 1919 - Buenos Aires, 26 juli 1952) was de tweede echtgenote van de Argentijnse president Juan Perón (1895-1974) en first lady van 1946 tot haar dood in 1952. Ze was niet politiek verkozen, maar had wel veel macht en invloed op het regeringsbeleid. Ze had een grote schare bewonderaars onder de armen en de arbeidersklasse van Argentinië wat belangrijk was voor de machtspositie van haar echtgenoot. Ze werd liefkozend Evita genoemd.

Evita was tijdens haar leven omstreden en is dat tot op de dag van vandaag gebleven. Ze maakte maar zes jaar deel uit van het politieke leven, maar is in die

Page 87: Cursus muzikale opvoeding HDC

87

korte tijd het object van roddel, verdachtmakingen en mythevorming geworden. Volgens sommigen is de mythevorming rond haar persoon de meest gecompliceerde van alle moderne politieke figuren. Algemeen gesproken is het beeld dat mensen van Evita hebben ofwel veel te rooskleurig (als gevolg van Argentijnse propaganda) ofwel ongenuanceerd negatief (door de moeizame verhouding tussen de Verenigde Staten en het Perón-regime en vereenzelviging van Evita met de politiek van haar echtgenoot).

On the balcony of the Casa Rosada

Dit fragment illustreert de populariteit van Peron na zijn verkiezing tot president in 1946. Voor de eerste maal komen Peron & Evita in het openbaar op het balkon van hun paleis, de Casa Rosada.

It won't be easy, you'll think it strange When I try to explain how I feel that I still need your love after all that I've done You won't believe me All you will see is a girl you once knew Although she's dressed up to the nines At sixes and sevens with you I had to let it happen, I had to change Couldn't stay all my life down at heel Looking out of the window, staying out of the sun So I chose freedom Running around, trying everything new But nothing impressed me at all I never expected it to Chorus: Don't cry for me Argentina The truth is I never left you All through my wild days My mad existence I kept my promise Don't keep your distance And as for fortune, and as for fame I never invited them in Though it seemed to the world they were all I desired They are illusions They are not the solutions they promised to be The answer was here all the time I love you and hope you love me

Page 88: Cursus muzikale opvoeding HDC

88

Koningin Elisabethwedstrijd Omschrijving: …………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………. Organisatie De wedstrijd vindt plaats in Brussel en staat open voor jonge musici. Er is afwisselend een wedstrijd voor pianisten, violisten en zangers, die om de drie jaar worden gehouden. Verloop: …………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………. Geschiedenis De Koningin Elisabethwedstrijd is de opvolger van de internationale muziekwedstrijd die in 1937 voor het eerst plaatsvond en genoemd was naar Eugène Ysaÿe, die in 1931 was overleden en kapelmeester aan het hof van België was geweest. In 1938 was de wedstrijd voorbehouden voor pianisten. In 1939 was er een wedstrijd voor dirigenten gepland, maar die ging niet door vanwege het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Na de Tweede Wereldoorlog, in 1950, werd de VZW "Internationale Muziekwedstrijd Koningin Elisabeth van België" opgericht, en de naam van de wedstrijd veranderde vanaf 1951 in Koningin Elisabethwedstrijd. De wedstrijd voor zang werd — op initiatief van Gerard Mortier — voor het eerst op het programma gezet in 1988. Zodoende kwamen de wedstrijden voor viool en piano wat verder uit elkaar te liggen om het niveau hoog te houden.

Page 89: Cursus muzikale opvoeding HDC

89

Muzikaal profiel

Opdracht: Beschrijving van muzikale activiteiten a. Luisteraar Veel/weinig Frekwentie Tijdstip Genre Luisteren Concerten/festivals Downloaden Aankoop huur CD -muziek als achtergrond (muzak)/gerichte luisteraar -belang van: Tekst Melodie Ritme Instrumenten Stem -in welke mate zijn muzikale keuzes bepaald door omgeving (vrienden, ouders) -belang van muziekkennis: achtergrondinformatie van groepen, muziekstijlen -… b. Muzikant -schets van muzikale achtergronden: academie Ouders, broers & zussen muzikaal -frekwentie van muzikale activiteit -gestopt wegens … -muzikale ambities (mogelijke inspiratiebronnen of leuke invalshoeken vind je op YouTube De wetstraat gecovered). Praktisch (laatste week september) 1. Presentatie (ca. 2 minuten) -creatieve voorstelling (zonder tekst!) (live/powerpoint of filmbestand) -collage van 5-tal muziekfragmenten met Audacity

3. Schriftelijke neerslag (min. 1 A4-blad in vlotte tekst)

Page 90: Cursus muzikale opvoeding HDC

90

Muziek en beeld: bespreking van een videoclip. 1. Schriftelijke neerslag a.Context: -biografie van de groep: enkel relevante informatie -genre: -bespreking subcultuur -muzikale kenmerken (één pagina) b.Analyse tekst: bij een song geeft de tekst vaak de richting aan de sfeer en de betekenis van muziek. -weergave + samenvatting -betekenis (anderhalve pagina) c.Analyse muziek: -maak een schematische voorstelling van het nummer volgens muzikale bouwstenen. 1. vorm: benoem volgende elementen strofe, refrein, intro, tussenspel, solo, bridge, outtro,... 2. klankkleur: instrumenten 3. melodie: hoog-laag grote omvang-kleine omvang stijgend-dalend stapsgewijs-sprongsgewijs 4.ritme: -tempo: langzaam-snel vertragen-versnellen -stuwend-slepend 5.dynamiek: -zacht-sterk -crescendo-decrescendo -accenten 6.samenklank: -éénstemmig-meerstemmig (één pagina)

Page 91: Cursus muzikale opvoeding HDC

91

d. Analyse beeld: -tijd en ruimte -shots: afwisseling: snel-traag -voorkomende camerastandpunten: vogelperspectief ooghoogte kikvorsperspectief -licht en kleur (één pagina) e.Wisselwerking tussen muziek, beeld en tekst -leg de verbanden uit tussen een muzikale en visuele componenten a. Ritme: °shots wisselen af op het tempo van de muziek °camera beweegt op tempo van de muziek °personen/voorwerpen bewegen op tempo van de muziek °… b. Melodie °het melodisch verloop wordt voorgesteld door bepaalde bewegingen,figuren °… c. Klankkleur °we krijgen verwijzingen naar bepaalde instrumenten d.Dynamiek °verschillen, overgangen in geluidsterkte worden gevisualiseerd °klemtonen worden gevisualiseerd e.Vorm °soortgelijke muzikale delen worden op éénzelfde manier visueel voorgesteld -leg de verbanden uit tussen tekst en beeld (één pagina) f.Conclusie: vanuit de besproken punten, formuleer je een conclusie waarin je de belangrijkste elementen uit de videoclip op een rijtje zet. (halve pagina)

Page 92: Cursus muzikale opvoeding HDC

92

2. Presentatie -De videoclip vormt het uitgangspunt voor de bespreking en moet getoond worden tijdens de voorstelling. -De voorstelling duurt maximum 8 minuten. -Je beperkt je tot het louter essentiële. Maak daarom een schematisch overzicht van de presentatie. Schrijf hierin de structuur uit die je doorloopt: wie zegt wat, wanneer komt de videoclip. Naast de structuur stel je ook een tijdsindeling op, die je denkt te volgen. Zowel de tekst (1) als het schematische overzicht worden voor de voorstelling afgegeven.