Cursor 11 - jaargang 55

19
11 7 februari 2013 | jaargang 55 Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven Voor nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op enmm Een snellere pc dankzij spintronics De TU/e wereldwijd En toen was er licht 6 12 14 4 | Fijnfisje - Nie! Flip for English

description

Tweewekelijks magazine van de TU Eindhoven

Transcript of Cursor 11 - jaargang 55

Page 1: Cursor 11 - jaargang 55

117 februari 2013 | jaargang 55

Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit EindhovenVoor nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op enmm

Een snellere pc dankzij spintronics

De TU/e wereldwijd

En toen was er licht

6 12 14

4 | Fijnfisje - Nie!

Flip for English

Page 2: Cursor 11 - jaargang 55

2 | Vooraf

Rewwwindwww.cursor.tue.nlIn Rewwwind ‘spoelen’ we kort terug naar de afgelopen weken. Welk nieuws is na het verschijnen van de laatste papieren Cursor op de Cursor-site verschenen?

De mens achter het nieuws

Elke Aarts. Foto | Bart van Overbeeke

5 februari - TU/e-hoogleraar Algoritmes en Visualisatie prof.dr. Bettina Speckmann krijgt van NWO een Vici-subsidie van anderhalf miljoen euro. Speckmann

gaat met de subsidie meetkundige algoritmen ontwikkelen om patronen in complexe data zichtbaar te maken.Zie ook pagina 10.

4 februari - Het afstudeerwerk van Pascal Haazen (Technische Natuurkunde) is verschenen in het gerenommeerde journal Nature Materials. De publicatie gaat over het voortduwen van

magnetische bits in nanodraden en is van groot belang voor de ontwikke-ling van een nieuw soort geheugen: racetrack memory.

29 januari - Promovendus Maxim Hendriks maakt zijn proefschrift openbaar onder een CC-BY-licentie. Dit betekent dat iedereen de inhoud van zijn proefschrift mag gebruiken, verspreiden, bewerken en vertalen

onder vermelding van de oorspronke-lijke auteur. Hendriks promoveerde aan de faculteit Wiskunde & Informatica. Lees meer over Hendriks’ onderzoek in de rubriek Brandende Vragen op pagina 8/9.

24 januari - Het College van Bestuur investeert de komende twee jaar 120.000 euro in studentenroeivereni-ging Thêta. Het doel is om studenten te laten uitblinken op de Olympische

Spelen in 2016 en 2020. In het plan staat het scouten van ambitieuze bètascholieren centraal. Ook wordt een nieuwe coach aangetrokken.

Vici-subsidie voor TU/e-hoogleraar

TU/e-afstudeerder in Nature Materials

Proefschrift TU/e-promovendus volledig vrij

Thêta op weg naar Olympische Spelen 2016

De TU/e en Thêta investeren de komende jaren flink in het scouten en coachen van jong roeitalent. Doel: scoren op de Olympische Spelen van 2016 en 2020. Elke Aarts, derdejaars Biomedische Technologie, is één van Thêta’s Eerstejaars Dames. Neuriet ze stiekem het volkslied al?

Het was vooral vanwege de gezelligheid dat Aarts bij Thêta bleef plakken, nadat ze anderhalf jaar terug voor het eerst de loods binnenstapte. Het eerste jaar roeide ze met een vaste ploeg van zeven meiden competitie en trainde ze twee keer per week. Tegen het einde van de competitie werd ze gepolst voor Thêta’s Dames Talentenacht. Ze zei ja - al had ze tot

die tijd altijd geroepen dat ze niet wilde wedstrijdroeien: “Ik zag het niet zitten om andere dingen op te geven voor de sport”. Naast het roeien en haar studie -Aarts wil dit jaar haar bachelor afronden- is de studente onder meer actief binnen de faculteitsraad en het TU/e-voor lich-tingsteam.

Het hechte karakter van de ploeg en het vooruitzicht van meer trainen (“ik heb altijd graag gesport”) trokken haar echter over de streep. Met de Eerstejaars Dames 2013 traint ze nu tien, twaalf uur per week - en er blijft genoeg tijd over voor studie, studentenleven en ander leuks. Haar roeiploeg maakte het voorbije jaar intussen “flinke stappen”, zegt ze. “Kijkend naar waar we nu staan, stelde

het competitieroeien niks voor.”

De Olympische Spelen waarop Thêta zich nu openlijk richt, spelen natuurlijk best eens door haar hoofd, bekent Aarts. Ook zegt ze bewondering te hebben voor mede-TU/e’er en roeister Lisa Scheenaard, die internationaal goed presteert. “Natuurlijk is het leuk om over zoiets als de Spelen te dromen, maar ik streef er nu niet naar. Ik vind het een heel leuk en leerzaam jaar, maar de wedstrijden moeten sowieso nog beginnen; we moeten het allemaal nog maar laten zien. Misschien stop ik er na dit jaar wel mee en stort ik me lekker op mijn master.” Lachend: “We gáán ervoor - en we zien wel.” (MvdV)

Elke Aarts: “We gaan ervoor - en we zien wel”

7 februari 2013

ColofonHoofdredacteur

Han Konings

EindredacteurBrigit Span

Redactie Judith van Gaal

Tom Jeltes | WetenschapOdette Knappers (stagiaire)

Frits van Otterdijk Norbine Schalij

Monique van de Ven

Medewerkers Nicole TesterinkGerard Verhoogt

Fotografie Rien Meulman

Bart van Overbeeke

Coverbeeld Bart van Overbeeke

OpmaakNatasha Franc

Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau

Redactieraadprof.dr. Cees Midden (voorzitter)prof.dr. Hans Niemantsverdriet

Angela Stevens- van GennipThomas Reijnaerts (studentlid)

Arold RoestenburgAnneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

RedactieadresTU/e, Laplace 0.35

5600 MB Eindhoventel. 040 - 2474020

e-mail: [email protected]

Cursor onlinewww.cursor.tue.nl

DrukJanssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV

tel. 023 - 5714745

© 2013. Auteursrechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming van de hoofdredacteur.

De redactie behoudt zich het recht voor om aangeboden artikelen te wijzigen.

Han Konings

Gerard Verhoogt

Vreemdlandfestival een mustDe TU/e is op donderdag 21 februari gastvrouw van een groot festival dat in het teken staat van de vluchteling: het Vreemdlandfestival. Studium Generale heeft het met een aantal andere instanties en met medewerking van onder meer studentenvereniging SSRE opgezet. Maar wat moeten onze studenten hiermee en lopen ze er warm voor? Ik hoop oprecht dat elke student er die dag even gaat kijken, want het zal je wereldbeeld ongetwijfeld van een nieuw perspectief voorzien. Als je ziet en hoort welke barre en gevaarlijke weg mensen hebben moeten afleggen om aan een ellendige en bedreigende situatie te ontkomen, zal het geklaag over het wegvallen van je ov-kaart je opeens wat futiel voorkomen. En als je jouw kansen op een succesvolle toekomst naast die van een vluchteling zet, wordt het je ook direct duidelijk in wat voor een bevoor- rechte positie je zit. Ik heb dan ook grote bewondering voor het lef van SG om dit evenement naar Eindhoven te halen. In dit nummer hadden we ook graag een Ethiopische student aan het woord

Jeugdig enthousiasmeEnthousiaste studenten, afgestudeerden, medewerkers of jonge ondernemers interviewen is altijd plezierig, hun energie werkt aanstekelijk. Maar hoe ouder mensen worden, hoe vaker dat enthou -siasme lijkt af te nemen; alsof de jaren en ervaringen daar greep op krijgen. Opmerkelijk vond ik daarom het interview dat ik met Philip Ross had. Hij is al een jaar of zes bezig met zijn lamp Fonckel, die sinds eind december in de winkel ligt. Ross vertelde erover met een enthousiasme of hij er nog maar net mee begonnen was. Tegelijk bleek uit alles dat hij al die jaren heel

gelaten, die aan de TU/e studeert met ondersteuning van de UAF, de stichting die zich inzet voor vluchte-lingstudenten. Maandag belde hij echter af met de mededeling dat het niet door kon gaan, omdat zijn vluchtelingstatus nog niet is vastgesteld. Zijn advocaat vond het geven van een interview daarom niet verstandig. Dus ook aan onze universiteit worstelen mensen dagelijks met deze problematiek. Op 21 februari kun je er nog veel meer over te weten komen. Gaat dat zien! www.vreemdlandeindhoven.nl Lees meer op pagina 19.

weloverwogen en zelfbewust bezig was. Mooi, zo’n zeldzame combinatie. Zie pagina 14-15

Page 3: Cursor 11 - jaargang 55

Vooraf | 3 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Vox Academici

Sterft het wetenschappelijke genie uit?Dr. Martin Peterson, UHD Ethics & Technology, faculteit IE&IS

Foto | Bart van Overbeeke

Dr. Martin Peterson. Foto | Bart van Overbeeke

In september 2012 kwam de eerste sloophamer neer op N-laag. Het faculteitsgebouw van Technische Natuurkunde is 40 jaar geleden gebouwd en maakt nu plaats voor een nieuw gebouw. Daarin wordt behalve Technische Natuurkunde ook de faculteit Electrical Engineering gehuisvest. Uit de 20.000 ton puin is 1.000 ton knipstaal gehaald. Die is per vrachtwagen afgevoerd, net als de resterende 19.000 ton schone puin. Een voorzichtige schatting leert dat truckers ongeveer 1.000 ritten hebben uitgevoerd. Op hoogtijdagen waren bijna 40 slopers aan het werk. Dusseldorp infra-, sloop en milieutechniek heeft het karwei nu na 6 maanden geklaard. Dinsdagmiddag om 16.30 uur ging de laatste vleugel door zijn hoeven. Het slagveld van gruis wordt afgegraven en vervangen door zuivere grond die is overgebleven na de bouw van MetaForum. (FvO)

N-laag is niet meer…

Neem een willekeurig artikel uit een willekeurig vooraanstaand wetenschappe-lijk tijdschrift en de kans is groot dat er boven de titel een hele rits aan auteurs prijken. De tijd dat een doctor-in-spe in z’n eentje revolutionair werk publiceerde, lijkt ver achter ons te liggen, zo betoogde de Amerikaanse hoogleraar Dean Simonson afgelopen week in Nature. Volgens hem is de kans nihil dat er ooit een nieuwe Einstein gaat komen. Maar is dit niet een angst van alle tijden? En is het zo nadelig dat wetenschap verworden is tot teamwerk?

“Er zijn en verschijnen nog steeds briljante wetenschappers, genieën stuk voor stuk, alleen zijn ze bij het grote publiek niet zo bekend als Einstein”, vindt Martin Peterson, universitair hoofddocent Ethiek &Technologie aan de faculteit IE&IS. Hij begint meteen aan een opsomming. “Grigory Perelman, een Russische wiskundige, die een van de zeven Milleniumproblemen wist op te lossen in z’n eentje. De ontdekkers van grafeen, Andre Geim en Konstantin Novoselov. Of Kary Mullis, -ook Nobelprijswinnaar- een biochemicus die de polymerase chain reaction ontwikkelde, een techniek om DNA te repliceren. En ik kan nog wel even doorgaan.” “Een genie heeft originele, vernieuwende ideeën die baanbrekend zijn voor het desbetreffende onderzoeksgebied.

In het huidige wetenschappelijke klimaat wordt er veel samengewerkt in grote onderzoeksprojecten. Maar vaak staat er aan de wieg van zo’n project toch een select clubje wetenschappers, en die sterven echt niet zo snel uit.”

“Ik vind het zeker niet verkeerd dat er meer en meer wordt samengewerkt. Vaak is een vraagstelling zo complex en zijn de experimenten zo bewerkelijk, dat een enorme berg aan expertise en diversiteit aan inzichten alleen maar voordelig is. Het één sluit het ander ook niet uit. Kijk maar naar het Higgs-onderzoek. De initiële theorie over dit bijzondere deeltje werd in de jaren dertig opgesteld door een Italiaanse natuurkundige, een einzelgänger. Maar voor het uiteindelijke bewijs van het bestaan van het Higgs-deeltje was een peloton wetenschappers nodig.” “De media drukken ook een flinke stempel op het begrip genie. Iedereen kent die foto van Einstein, verwarde haardos, uitgestoken tong. Als genie

hoor je excentriek te zijn en je zonderling te gedragen. Nu klopt dat misschien wel voor wetenschappers als Grigory Perelman en Kary Mullis, maar er zijn ook ‘normale’ genieën. Die zijn meteen een stuk minder interessant voor het grote publiek. Maar ben je alleen een genie als je erkend wordt door de media?”

“Er valt nog genoeg te ontdekken, met voldoende ruimte voor nieuwe briljante ontdekkingen. Het feit dat er al zoveel wetenschappelijke fenomenen beschreven zijn, doet daar niets aan af. Ik denk alleen wel dat we een verschuiving krijgen richting de meer toegepaste in plaats van de theoretische wetenschap. Met een Higgs-deeltje kan ik niet zo veel, wel met een Majorana-fermion waardoor er een supersnelle quantum-computer ontwikkeld kan worden. Toepasbaarheid telt, dat zie je nu ook al bij subsidie-aanvragen. En geld speelt helaas een steeds grotere rol in de onderzoekswereld. Maar revolutionaire ontdekkingen kunnen ook heel goed zonder het grote geld; vaak zijn het dan toch de wat excentriekere personen die daarachter schuilgaan. Daarom hebben we als universiteit een belangrijke rol om een atmosfeer te creëren waar genieën-in-de-dop de ruimte kunnen krijgen om ‘anders’ te zijn. Want die briljante excentriciteit moeten we koesteren, in dienst van de weten-schap.” (NT)

“Als genie hoor je excentriek te zijn en je zonderling te gedragen”

Page 4: Cursor 11 - jaargang 55

4 | Gelinkt

Meewarig schudt Wouter (21) zijn hoofd als Koen (22) enthousiast uitwijdt over het kindercarnaval in zijn geboorteplaats Vught - “vlakbij carnavalshoofdstad Den Bosch!”. “Tsss, kindercarnaval”, mompelt Wouter, die opgroeide in het van carnaval verstoken Zeeuwse dorpje Oostburg. “We vierden carnaval alleen op de basisschool en ik vond het toen al suf dat iedereen verkleed was. En dan die polonaise. Voor mij was het puur een middag vrij.” In Wouters jeugd blijft het bij die middagen en af en toe kijkt de familie De Smet mee bij een optocht, een dorpje verderop. “Vet jongen, zo’n optocht!”, roept Koen opgetogen. “Weet je wel hoeveel tijd ze daarin steken!” Wouter

kan nog wel bewondering voor de wagenbouwers opbrengen, maar het enorme enthousiasme van zijn vriend delen, nee. Koen daarentegen groeide middenin de carnavalswereld op. “Ik was veel te vinden in de sociëteit in het dorp, waar allerlei artiesten optraden (Wouter: “hmpf, artiesten”). Vanaf mijn veertiende ging ik vaker met mijn ouders mee, stiekem al een beetje bier drinken. En vanaf mijn vijftiende/zestiende ging ik op stap, proberen het café in Den Bosch in te komen.” Wouter gniffelt. “Dat zal niet zijn meegevallen met jouw lengte.”

Koen kan het wel hebben, het geplaag vanwege zijn kleine postuur, zeker van zijn vriend. De twee bachelorstudenten kennen elkaar sinds de intro van 2009.

“Vet jongen zo’n optocht!”

De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds twee van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.

“Carnaval is een gek excuus om bier te drinken en je te verkleden”

Koen Kuijpers probeert al bijna vier jaar carnaval ‘erdoorheen te douwen’ bij zijn studievriend en bestuursgenoot Wouter de Smet. Tevergeefs. De scheikundestudent ziet niets in de ‘hersenloze muziek’, die Koen al weken voor carnaval in de bestuurs-kamer van studievereniging Japie draait. Om zijn vrienden te plezieren, sleept Wouter zich één avond per jaar door het gehos en geblèr heen.

7 februari 2013

Koen Kuijpers

Page 5: Cursor 11 - jaargang 55

Gelinkt | 5 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Ze zaten eerder in de borrelcommissie en dit jaar in het bestuur van studie-vereniging Japie. Wouter, met een knipoog: “Misschien moet ik volgend jaar maar eens iets zonder Koen doen.” Gevraagd naar wat voor type zijn carnavalsverfoeiende vriend is, vertelt Koen: “Wouter houdt van gezelligheid, maar heeft af en toen een zetje in de rug nodig.” En voor dat duwtje is zijn bestuursgenoot dan weer goed. “Koen trekt je in zijn ideeën mee.” Het is hem zelfs gelukt om Wouter zover te krijgen mee carnaval te vieren in Eindhoven. “Ik wil ook wel met de hele groep mee op stap en anders zit ik me thuis toch maar te vervelen”, verklaart de Zeeuwse student haast verontschuldigend. Die ene dag in het jaar carnaval vieren, daar kan Wouter mee leven. “Gewoon een dagje door Stratumseind banjeren. En door het rumoer hoor ik de muziek toch niet goed.” Met alle opzichtige voorpret van Koen en de muziek die hij al weken van tevoren draait, heeft hij meer moeite. “Dat begint al na de kerst”, verzucht Wouter. “Dan kan ik hele dagen meegenieten van die hersen-loze muziek.” Koen: “Tsja, dan gaat het kriebelen. Ik zet carnavalslijsten op -de top 11- of Omroep Brabant. Echt geweldig die nummers. Net als nu Alles in één, van Lamme Frans (begint al te

zingen).” De computer uitzetten heeft weinig zin, heeft Wouter al gemerkt. Koen (glimlach): “Een nieuwe is snel gevonden.”

Wouter: “Jij bent echt de enige die zo vaak die muziek draait.” Koen: “Carnavals-muziek misschien wel, maar anderen draaien wel après-skimuziek.” “Huh, maar da’s toch hetzelfde?” Koen (licht verontwaardigd): “Met carnaval steek je ergens de draak mee en de liedjes zijn meestal in het dialect. In carnavals-muziek zit orkestmuziek, bij après-skimuziek niet. Er zit een grappig verhaal in, best intelligent.” Wouter: “Het getuigt van geen enkel intellect.” Koen: “De herkenning van politieke zaken die spelen is leuk. Après-skimuziek is alleen maar feestmuziek.” (stilte van Wouter). Koen, nog een keer: “Het is echt heel anders hoor.” Wouter: “Hmmm. Nee, ik zie geen verschil. Er zit amper ritme in. Het is alleen een hoop gelalala.” Daar wil de carnavalsfanaat zijn vriend deels gelijk in geven: “Ja, je moet in ieder geval wel lalala op carnavalsnummers

kunnen zingen. Dat kan trouwens ook niet op après-skimuziek, nog een verschil.” “Aha”, zegt Wouter, duidelijk niet overtuigd. Er is maar één nummer dat Wouter kan waarderen: “Me pompe bier in de polder.” Dat gaat over de politiek in Zeeuws-Vlaanderen, dat is iets bekends.” Koen, triomfantelijk: “Zie je wel, dan is het leuk!” (Zucht van Wouter).

En zingt Wouter wel eens mee met de muziek? “Neuh. Nu ja, als ik genoeg drank op heb blèr ik nog wel mee met die herrie. Maar da’s niet iets waarop ik trots ben. Dan ben ik de schaamte voorbij.” De student die wars van carnaval is, trekt meestal een kiel aan (‘lekker makkelijk’). Dit jaar gaat de groep studenten waarmee de twee bestuurs-genoten carnaval vieren hetzelfde gekleed

(‘ook gemakkelijk’). Koen probeert vaak wat origineler uit de hoek te komen. “Mijn moeder maakte vorig jaar een Zorro-pak voor me. Kei-vet, jongen!” Wouter blijft bij zijn opvatting: “Carnaval is maar een gek excuus om bier te drinken en je te verkleden.”

Interview | Judith van GaalFoto | Bart van Overbeeke

“Het is alleen een hoop gelalala”

“Carnaval is een gek excuus om bier te drinken en je te verkleden”

www.cursor.tue.nl

Studievereni-

ging Japie

maakte een

carnaval-

snummer:

Wouter de Smet

Page 6: Cursor 11 - jaargang 55

6 | Onderzoek

Reinoud Lavrijsen. Foto | Bart van Overbeeke

7 februari 2013

Page 7: Cursor 11 - jaargang 55

In het werkgeheugen van je computer wordt informatie tijdelijk vastgelegd met elektrische lading. Als de stroom uitvalt, heb je pech en ben je deze niet-opgeslagen informatie kwijt. Dit elektrische werk - geheugen is ook de reden dat je een computer moet opstarten voordat je aan de slag kunt: tijdens het opstarten worden gegevens van de harde schijf in het werkgeheugen geladen. Met spintronische chips in plaats van de huidige elektrische chips is het wachten op een opstartende computer verleden tijd, legt dr.ir. Reinoud Lavrijsen uit. “Met spintronica maak je gebruik van de zogeheten spin en de bijbehorende magnetische eigenschappen van elektronen. Je kunt hiermee digitale informatie vastleggen in extreem dunne laagjes magnetisch materiaal. Dat heeft als voordeel dat deze informatie ook behouden blijft als je de computer uitzet. Informatie blijft zelfs veel langer bewaard dan in USB-sticks gebaseerd op Flash; uit deze permanente elektrische geheugens lekt langzaam lading weg, waardoor je de bestanden na verloop van tijd niet meer kunt lezen.” Daarbij is er nog een groot voordeel van spintronica: je kunt de magnetische bits

veel kleiner maken dan ooit haalbaar lijkt met elektrische componenten. En dat maakt weer snellere computers mogelijk.Spintronica beleeft inmiddels de overgang van de experimentele fase naar toepassingen in echte computers.

MRAM (magneto-resistive random access memory), zoals spintronisch geheugen wordt genoemd, lijkt de toekomst te hebben. Maar niet alleen het ópslaan van data is van belang in een computer, ook het bewérken van de informatie is uiteraard essentieel. En daarvoor heb je een volwaardige computerchip nodig.De afgelopen twee jaar, na zijn promotie bij de FNA-groep (Fysica van Nanostruc-turen) van de TU/e, heeft Lavrijsen in Cambridge belangrijke vooruitgang geboekt met een concept voor een chip

die volledig is gebaseerd op spintronica en waar dus geen elektrische transistor meer aan te pas komt. Zijn Britse avontuur heeft afgelopen week geleid tot een publicatie in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift Nature.Lavrijsen, die sinds vorige maand weer terug is op zijn oude stek bij FNA -hij haalde een Veni-beurs binnen waarmee hij zichzelf en zijn onderzoek aan de TU/e de komende drie jaar kan financieren-, vertelt dat hij op een conferentie in contact kwam met hoogleraar Russell Cowburn van het befaamde Cavendish Laboratory in Cambridge. “Cowburn vertelde dat hij plannen had voor spintronische chips in drie dimensies. Hij wilde de informatie opslaan in elektronspins die gericht zijn in het vlak van magnetische laagjes. Ik had in Eindhoven echter geleerd dat je de spins beter loodrecht op dit vlak kunt richten, dan zijn ze namelijk veel stabieler.” Cowburn was onder de indruk en nodigde Lavrijsen uit om in maart 2011 naar Cambridge te komen. Lavrijsen kreeg in juni van dat jaar een Rubiconsubsidie toegekend waarmee hij anderhalf jaar in Engeland kon blijven werken. De doorbraak die in het bovengenoemde Nature-artikel wordt beschreven, zit hem in de vorm van de spintronische chip. “De huidige chips bestaan wel uit meerdere lagen, maar alleen in de bovenste laag, zeg maar het penthouse van het flatgebouw, worden ook daadwerkelijk berekeningen uitgevoerd. De onderliggende lagen worden eigenlijk alleen gebruikt als ‘interconnects’, als verbindingslijnen tussen de verschillende delen van de processor. Je kunt veel ruimte en daarmee snelheid winnen als je op elke etage van het flatgebouw informatie kunt opslaan én bewerken. Daarvoor heb je wel als het ware een lift of trappenhuis nodig die de etages met elkaar verbindt. Die verbinding hebben wij nu gemaakt.”De 3D-chips van Lavrijsen zijn opgebouwd uit ultradunne laagjes, afwisselend van kobalt en ruthenium, telkens met een laagje platina hiertussen. Elk laagje kobalt, slechts twee tot drie atoomlagen dik, vormt een magnetisch gebiedje waarin het magnetisch veld (als gevolg van de elektronspins) omhoog of omlaag kan staan. “De laagjes ruthenium zorgen voor een kwantumverbinding tussen de kobaltgebiedjes. Hierdoor beïnvloeden de spins van naburige laagjes elkaar. In principe zijn de spins om en om naar boven en naar onder gericht. Dat is namelijk de toestand met de laagste energie.” Met behulp van magnetische velden kun je de spins in een bepaald gebiedje ‘omtrekken’, zodat twee opeenvolgende spins in dezelfde richting komen staan. “Dat is een verstoring van het systeem; die twee gelijkgerichte gebiedjes samen noemen we een soliton”, zegt Lavrijsen. In zo’n soliton is de digitale informatie vastgelegd; dat is in dit systeem als het

ware een bit. Als je vervolgens in een van de twee gebiedjes van de soliton de spin omdraait, dan klappen alle spins in de bovenliggende etages automatisch ook een voor een om, als een rij domino-steentjes. In vaktermen heet dat een schuifregister. “Wat we hebben gemaakt kun je vergelijken met bestaande MRAM, maar met deze techniek kun je in plaats van één bit per MRAM-cel vele honderden bits op elkaar stapelen.”

Lavrijsen en zijn collega’s in Cambridge hebben de diktes van de opeenvolgende laagjes zo gevarieerd dat ze de solitonen naar believen tegen elkaar in en van elkaar af kunnen laten bewegen. “Als twee solitonen elkaar tegenkomen, heffen ze elkaar op. Dat geeft ons de mogelijkheid om ook berekeningen uit te voeren.” Dat laatste is nog niet in het Nature-artikel beschreven, maar wordt binnenkort in een ander artikel gepubliceerd.Ook tijdens zijn promotie aan de TU/e werkte Lavrijsen al aan computergeheu-gens op basis van spintronica. Destijds richtte hij zich op platte nanodraden waarin de digitale informatie was vastgelegd in de positie van verplaats-bare wanden tussen magnetische domeintjes; ‘racetrack’-geheugen wordt dit genoemd. Vorig weekend nog verscheen op de site van Nature Materials een artikel, met Lavrijsen als co-auteur, over een nieuwe manier om de

domein wanden te verplaatsen. “Dat artikel over het Spin Hall Effect is een rechtstreeks vervolg van een onopgelost vraagstuk uit mijn proefschrift.” Afgelopen jaar slaagden onderzoekers van de FNA-groep erin racetrack- geheugen op energiezuinige wijze met elektrische velden te manipuleren. Ook voor de 3D-chips is elektrische aansturing uiteindelijk het doel. Volgens Lavrijsen moet dat in principe mogelijk zijn. “Het idee was ooit om 3D-racetrack-geheugens te maken door een nanodraad in drie dimensies op te vouwen, maar dat blijkt in de praktijk erg moeilijk. Onze 3D-chip lijkt meer potentie te hebben, en heeft als voordeel dat het omklappen van de elektronspins een binair proces is. In een racetrack is er altijd wat variatie in de afstand waarover een domeinwand wordt verplaatst, het is een continu proces, en daardoor introduceer je een onzeker - heid die je in een computer eigenlijk niet wilt hebben.”Nu hij terug is in Eindhoven wil Lavrijsen een volgend probleem aanpakken: “Je moet erg je best doen om een soliton het schuifregister in te krijgen. Daar hebben we nu nog forse magneetvelden voor nodig. Ik wil kijken of ik daar iets aan kan doen, wellicht door het materiaal aan de rand op een slimme manier aan te passen. Hiervoor ga ik samenwerken met een Nederlandse expert in Finland.” (TJ)

Onderzoek | 7 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Een spintronisch flatgebouw

Nooit meer je computer opstarten. Snelle geheugens met een gigantische capaciteit, energiezuinig en betrouwbaar. Met spin-tronica lijkt het allemaal mogelijk. ‘Spintronicus’ dr.ir. Reinoud

Lavrijsen verhuisde van de TU/e naar Cambridge, publiceerde daar in Nature over een driedimensionale chip (een ‘spintronisch

flatgebouw’), en is nu met een Veni-beurs terug in Eindhoven.

Alleen in het penthouse wordt nu nog gerekend

Een soliton ratchet.

Schematische weergave van het ‘spintronische flatgebouw’. In de rode gebiedjes staan de elektronspins omhoog gericht, in de blauwe naar beneden. Een binaire ‘1’ wordt gevormd

door twee opeenvolgende gebiedjes met dezelfde kleur (een ‘soliton’). Van links naar rechts schuift de data onder invloed van externe magneetvelden een stapje omhoog.

Alle spins klappen als een rij domino-steentjes om

Page 8: Cursor 11 - jaargang 55

8 | Onderzoek 7 februari 2013

4 brandende vragen(Onder redactie van Tom Jeltes)

1

2

3

4

Wat zien we op de cover van je proefschrift?

Hoe leg je op feestjes uit waar je

onderzoek over gaat?

Welke persoon, techniek of apparaat is

onmisbaar geweest voor je onderzoek?

Wat heeft de samenleving aan jouw werk?

Dirk Senden (W)Mechanisch gedrag van polymeren

1 | cover 2 | feestjes

Je ziet een aantal proefstukken die ik heb gebruikt in mijn onderzoek. Polymeren bestaan uit lange moleculen die zich oriënteren terwijl, tijdens het maken van een product, het vloeibare polymeer door de mal stroomt. Hierdoor worden de eigen-schappen van het product anisotroop, oftewel richtingsafhankelijk. Dit thema staat centraal in mijn proefschrift en is daarom geïllustreerd op de kaft.

Van kunstheupen tot smartphones, producten gemaakt van polymeren kom je overal tegen. Om een goed product te ontwerpen is het noodzakelijk te kunnen voorspellen hoe het materiaal zich onder belasting gedraagt en wat de verwachte levens-duur is. Mijn onderzoek richt zich op het opstellen van wiskundige modellen die het mechanisch gedrag van polymeren onder verschillende omstandigheden kwantitatief beschrijven.

In mijn experimentele werk was de grootste moeilijk-heid niet zozeer het meten, maar eerder het nauw-keurig maken van de benodigde proefstukken. Een goed voorbeeld hiervan zijn de kubusjes van 1x1x1 mm voor drukproeven, die te zien zijn op mijn kaft (onder het vierkante plaatje). Onmisbaar hierbij was de hulp en expertise van Sjef Garenfeld, onze werkplaatstechnicus.

De meest praktische toepassing van mijn werk zou zijn om mijn modellen te implementeren in simulatie-software, zodat productontwikkelaars ze kunnen gebruiken om betere en veiligere polymeerpro-ducten te ontwerpen.

3 | onmisbaar

4 | samenleving

In het lab is het stil, op het ronddraaien van een roerder in een bekerglas na. En juist in dit bekerglas speelt zich volgens Nico Sommerdijk iets heel bijzonders af. Het is met het blote oog niet te zien -daarvoor is hightech elektronen-microscopie nodig-, maar in de waterige substantie zijn zich magnetietkristallen aan het formeren. En dat proces kunnen Sommerdijk en zijn collega’s nu beïnvloeden. “Juist omdat magnetiet -een veelvoorkomende magnetische vorm van ijzeroxide- zo onoplosbaar is, is het moeilijk om de grootte en de vorm van de kristallen te controleren tijdens hun vorming. Er wordt daarom al heel lang gekeken hoe magnetotactische bacteriën dat zo precies kunnen. Want daarmee bepalen ze tevens de sterkte van de magnetische eigenschappen.”“Deze bacteriën gebruiken magnetietkristallen om kleine kompasnaaldjes te vormen en zich te laten leiden door het aardmagnetisch veld. Omdat magnetietkristallen ook veel technologische toepassingen kennen, zoals magnetische data-opslag of als contrastvloeistof bij MRI, is er de

laatste jaren veel onderzoek gedaan naar het groeiproces van de kristallen. Maar wij zijn nu de eersten die het voor elkaar hebben gekregen de natuur na te bootsen”, zegt Sommerdijk.

En daardoor waren de chemici ook in staat het groeiproces van de magnetietkristallen tot in detail te bestuderen. Met behulp van hogeresolutie-cryo-elektronenmicroscopie zagen ze dat de kristalletjes groeiden door clustering van kristal-subunits van 2 nanometer. En dat aangroeiproces is compleet nieuw, zo beschrijft Sommerdijk samen met onderzoekers van het Duitse Max Planck Instituut deze week in Nature Materials. Sommerdijk: “Vaak zie je dat kristallen direct gevormd worden, zoals bij keukenzout gebeurt. Of wordt het en masse omgezet vanuit een bulksubstantie, wat bij calciumfosfaat in onze botten gebeurt. Maar dat kristallen gevormd kunnen worden door het samenkomen van ongeordende nanodeeltjes, was onbekend. Het is prachtig om te zien: op het moment van aanhechting nemen de subunits dezelfde kristalstructuur aan als die

‘Groene’ magnetische kristallen in een potje

Speciale bacteriën kunnen heel gecontroleerd magnetietkristallen laten groeien en bepalen zo de grootte en magneetsterkte van deze deeltjes. Lange tijd was

onbekend hoe ze dit voor elkaar krijgen, maar dankzij onderzoek van materiaal-chemicus Nico Sommerdijk (ST) kan de natuur nu worden nagebootst in een potje.

Nico Sommerdijk. Archieffoto | Bart van Overbeeke

Page 9: Cursor 11 - jaargang 55

van het hoofdkristal. We konden zelfs de vlakken van atomen in het kristalrooster zichtbaar maken.”

Het onderzoek van Sommerdijk en collega’s is niet alleen van fundamen-teel belang. Verderop de campus toont Marcel Vilaplana een potje met een stroperige zwarte vloeistof. Als hij er vervolgens een magneet tegenaan houdt, ontstaan spectaculaire spikes. Vilaplana is onderzoeker bij Ioniqa, een spin-off van de TU/e. Zij zijn gespecialiseerd in de productie van smart materials, zoals magnetische vloeistoffen. Deze ‘ferrofluids’ worden onder meer gebruikt als sealings in diverse machines om frictie te verlagen en apparaten beter te kunnen uitbalanceren. Hiermee wordt slijtage verminderd.

Ioniqa werkt al enige tijd samen met de onderzoeksgroep van Sommerdijk. Want naast het blootleggen van het magnetiet-kristallisatieproces heeft Sommerdijk zich ook gebogen over de optimalisatie van de groeiomstandig-heden. En dat blijkt verbazingwekkend ‘groen’ te kunnen. Vilaplana: “Voor magnetische kristalgroei is een relatief hoge temperatuur nodig en maken we gebruik van organische oplosmiddelen als drager-vloeistof. Maar nu blijkt dat met de juiste methode magnetiet ook gevormd kan worden bij kamertempera-tuur en in een waterig milieu. Goed nieuws.” Ioniqa-directeur Tonnis Hooghoudt onderstreept het belang van groene technologie, maar ook van de

samenwerking met de TU/e: “Onze klanten vragen in toenemende mate om groenere en duurzamere technolo-gieën. Mede dankzij dit fundamentele stuk onderzoek kunnen we ons productieproces ‘vergroenen’ en verder optimaliseren. Het is als bedrijf goed om de samenwerking met de universiteit te zoeken en voordeel te halen uit elkaars expertises.

In ons geval kunnen we daardoor op een grotere schaal én milieuvriende-lijkere manier vernieuwende magne - tische smart materials leveren.” En zo groeien de kristallen straks niet alleen in een bekerglas, maar ook in een honderdlitertank. (NT)

Onderzoek | 9 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Promoties

Donderdag 7 februari 16:00 uur CZ4 Promotie N.W. Bauer MSc (W)Promotor(en): prof.dr.ir. W.P.M.H. HeemelsVoorzitter: prof.dr. L.P.H. de GoeyTitel proefschrift: “Networked Control Systems From Theory to Experiments”

Donderdag 7 februari 16:00 uur CZ5 Promotie ir. P. Mendels (ID)Promotor(en): prof.dr.ir. C.C.M. Hummels en prof.dr.ir. J.H. EggenVoorzitter: prof.dr.ir. L.M.G. FeijsTitel proefschrift: “From Collection to Reflection: On designing Freed, a tool for free and flexible organization of designers’ digital work.”

Donderdag 14 februari 16:00 uur CZ4 Promotie Dipl.-Ing. J. Hofrichter (EE)Promotor(en): prof.dr. H.J.S. DorrenVoorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. BackxTitel proefschrift: “InP Microdisks for Optical Signal Processing and Data Transmission”

Maandag 18 februari 16:00 uur CZ4 Promotie ir. D.J.A. Senden (W)Promotor(en): prof.dr.ir. H.E.H. MeijerVoorzitter: prof.dr.ir. A.A. van SteenhovenTitel proefschrift: “Strain Hardening and Anisotropy in Solid Polymers”

Donderdag 21 februari 16:00 uur CZ5 Promotie ir. D.R.M. Renger (W&I)Promotor(en): prof.dr. M.A. PeletierVoorzitter: prof.dr. A.M. CohenTitel proefschrift: “Microscopic Interpretation of Wasserstein Gradient Flows”

Elise Meijer (IE&IS)Samenwerken is mensenwerk

Maxim Hendriks (W&I)Betegelen in navolging van Plato

1 | cover 1 | cover2 | feestjes 2 | feestjes

We zien een cirkel van mensen die elkaar vasthouden, duidend op een team dat gemoti veerd is om samen te werken. Ze dragen verschillende kleuren om aan te geven dat ze van verschillende bedrijven zijn.

De omslag is gebaseerd op een houtsnijwerk van de Japanse kunstenaar Hokusai: De grote golf van Kanagawa uit 1832. Op de plek waar in het origineel de Fuji -de hoogste berg van Japan- staat afgebeeld, heb ik een icosaëder geplaatst. Dat is een regelmatig twintigvlak en een voorbeeld van een platoons betegeld oppervlak. Ik heb onderzoek gedaan naar platoonse betegeling van andere oppervlakken.

Het succes van grote R&D-allianties wordt mede bepaald door het effectief samenwerken van de betrokken personen op microniveau. Dat aspect is lange tijd verwaarloosd. Voor mijn onderzoek heb ik vragenlijsten voorgelegd aan 424 respondenten uit 39 teams. Een opvallend resultaat is dat de pres-tatie van dergelijke teams voor een groot deel afhankelijk is van de mate waarin de leden van de verschillende organisaties zich identificeren met het alliantieteam als geheel.

Dit soort onderzoek vraagt om een gedetailleerde dataset, die moeilijk is te verkrijgen. Uiteindelijk hebben acht van de tien meest R&D-intensieve Nederlandse bedrijven in 2008 met hun directe en indirecte partners meegewerkt. Dat was cruciaal. Daarnaast hebben mijn promotoren prof.dr. Geert Duysters en prof.dr. Christophe Boone mij altijd met veel enthousiasme en kennis bijgestaan.

Meer dan de helft van de R&D-allianties faalt. Bij het aangaan van dit soort samenwerkingen wordt vaak veel aandacht besteed aan strategische en financiële aspecten en hoe later om te gaan met de uitkomsten zoals intellectueel eigendom. Uiteindelijk draait het er echter om hoe goed mensen met elkaar kunnen samenwerken.

Stel je een willekeurige landkaart voor, waarbij de grenzen lijnen zijn, getrokken tussen meerlanden-punten. Ik heb gekeken naar de manieren waarop je dit soort patronen kunt maken op allerlei opper-vlakken. De icosaëder is hiervan een eenvoudig voorbeeld, maar als je een donut wilt betegelen, wordt het al ingewikkelder - laat staan wanneer je geometrische vormen hebt met meerdere gaten. Ik heb de algebraïsche formules opgesteld waarmee je die meetkundige objecten kunt beschrijven.

Erg handig was een snelle computer en de algebra-software MAGMA. Hiermee heb ik veel resultaten uit mijn proefschrift kunnen berekenen.

Het is fundamenteel onderzoek, dus ik durf niet te zeggen of de maatschappij hier binnen afzienbare tijd iets aan heeft. Maar ik kan wel speculeren. Veel van de figuren die ik heb beschreven, hebben extreem symmetrische eigenschappen. Ik kan me voorstellen dat die over vijftig jaar een rol blijken te spelen in natuurkundige theorieën.

3 | onmisbaar 3 | onmisbaar

4 | samenleving

4 | samenleving

Een ferro-vloeistof waar een magneet bij wordt gehouden.

“Nu kunnen we ons productieproces ‘vergroenen’”

www.cursor.tue.nl

Dansende

ferro-

vloeistof

Page 10: Cursor 11 - jaargang 55

10 | Mens & Mening 7 februari 2013

AlGEmEEN

Universiteitsraad | Kijkje nemen bij de PURElke maandagochtend komt de personeelsfractie van de universiteitsraad (de PUR) bij elkaar. De negen fractieleden bespreken dan onderwerpen die betrekking hebben op studenten en medewerkers van de TU/e, zoals onderwijs (Bachelor College, Graduate School, OER), organisatie (beleidswijzigingen, begroting, internationalisering), personeel (arbo, loopbaan-planning) en campus (duurzaamheid, nieuwbouw, parkeergelegenheid). Wilt u een kijkje nemen achter de schermen van de personeelsfractie, of wilt u mee discussiëren? Geïnteresseerde personeelsleden (OBP en WP, dus ook PhD-studenten) zijn van harte welkom. Uw inbreng en inzichten zijn zeer waardevol voor het nemen van (vervolg)acties en het uitbrengen van adviezen. Als u op de hoogte gehouden wilt worden van de komende bijeenkomsten en agendapunten, of als u vragen en/of opmerkingen heeft, stuur dan een e-mail naar [email protected].

DPO / TEACH: Teaching Support for TU/e staff | Workshop ‘Voice Training’ (Dutch version)Do you have a sore throat or a hoarse voice after giving a lecture or presentation? Would you like to improve your audibility in the lecture hall? In that case you might want to participate in the workshop ‘Voice training’.The workshop will be offered on 6 and 20 March 2013 from 09.00-12.30 hrsInformation can be obtained from Jelmer Sieben (phone 2068; email: [email protected]).

Training ‘Evaluation and Reflection on Teaching’ How are you acting and evaluating as a teacher? This training helps you to collect, process, interpret and present information on your teaching activities. You will be introduced to appropriate instruments and tools to evaluate and reflect upon your teaching. The training takes into account the different students’ attitudes towards learning activities, as well as your educational vision or actions.The course will take place on 19 March 2013Information: Carry van Weert (email: [email protected]).

Performance skills for TU/e lecturers Join this greatly valued master class to improve your performance skills for teaching and at conferences. Learn to truly address your audience. Practice with your own material and receive stage directions on posture, gestures and voice. Use a different structure for your content, and create clear and visual slides. In short, two confrontational and supportive days of learning that will change the way you present. The course will take place on 27 March and 11 April 2013More information can be obtained from Harry van de Wouw (phone 3126; email: [email protected]).

For all DPO/ Teach trainingMore information at the website DPO ‘Career and Development’. Registration is possible at tue.inschrijfportal.nl.Participation by teaching staff of the TU/e is free of charge.

DPO / PROOF: PROviding Opportunities For PhD students | Course ‘Supervising master students’The course is aimed to improve and systemize the way in which supervisors guide their students during their graduation projects. The course consists of short introductions, exercises and discussions. Participants will have an active role during the course. The course will take place on 25 and 28 March 2013More information can be obtained from Jelmer Sieben (phone 2068; email: [email protected]).

En ik vind

Naïeve kijk op moskee

Student Bouwkunde Thomas Gerritsen gaat een moskee ontwerpen. In Cursor 10 laat hij ons weten dat hij via de liefde voor zijn Marokkaanse vriendin heeft kennisgemaakt met de schoonheid van de islam; hij heeft het dan, lijkt het, over gebouwen, zoals een moskee in Fez. Hij kan zich kwaad maken over de Nederlandse vooroordelen over deze religie. Een misverstand: de ‘vooroordelen’ van Nederlanders over de islam betreffen niet de religie, maar de wandaden die door mensen worden gepleegd in naam van de islamitische god, de Barmhartige. Ik noem: ‘nine eleven’, de moorden op Bali, de moord op Theo van Gogh, de verwoesting van religieuze heiligdommen - in Pakistan, Afghanistan en Mali.

Ik ben ook in prachtige moskeeën geweest, in Oezbekistan en in de Vrijdagmoskee in Isfahan. Ik bezit twee korans, een Nederlands-Arabische en een Engelse; ik heb twee bijbels en ik ben wel eens in een kerk en in een synagoge geweest - soms ook prachtig. Ik denk dat ik niet erg bevooroordeeld ben.

Thomas mag best een mooie moskee bouwen, maar zijn ietwat naïeve opmerkingen over liefde, religie en vooroordelen horen niet in Cursor thuis, zeker niet in de rubriek Onderzoek.

Fred Steutel | oud-hoogleraar wiskunde

CURTOON

UNIVERSITEITS-BERICHTEN

Advertentie

Heb je je bachelor afgerond? Kies dan voor een master in Leiden of Den Haag.

Masterdag 8 maartKom langs en maak kennis met de Universiteit Leiden: 70 masters en meer dan 200 specialisaties. Meld je aan op unileidenmasters.nl en volg ons op Twitter #masterdag.

Bij ons leer je de wereld kennen.

Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar [email protected].

www.cursor.tue.nl

Lees hier meer:

Page 11: Cursor 11 - jaargang 55

Mens & Mening | 11 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

UR-podiumHet Nieuwe Gluren

Twissue @tuecursor

Ruim 1.360 volgers heeft Cursor op Twitter, allemaal met hun eigen bezigheden, interesses, frustraties en vragen. In maximaal honderdveertig tekens vullen ze er onze timeline mee, dag en nacht. Elke twee weken hengelt Cursor er een tweet uit om te horen wat er loos is en antwoord te geven op eventuele kwesties.

@ tuecursor Volgende keer de borden ook maar in het Engels? (30 januari, 20.37 u)

Twitteraar@Eureka360 laat weten dat hij een ‘anonieme twitteraar is en blijft’. Hij wil alleen kwijt dat hij masterstudent is bij IE&IS.

TwissueEureka360 reageert op de waarschuwing die Dienst Huisvesting geeft aan automobilisten om auto’s niet bij N-laag te parkeren tijdens de sloopwerkzaamheden. Auto’s krijgen last van een laag fijn zand, cement en stof, die er in een reguliere wasstraat niet afgaat. Nu er Nederlandstalige borden zijn geplaatst zegt DH: “Wie de waarschuwingsborden over het hoofd ziet, is voortaan zelf verantwoordelijk.” Eureka360: “De TU/e heeft internationale ambities en ik zie dat er wel wordt geprobeerd om daar iets mee te doen, maar soms is het het nét niet. Zoals nu. Internationale medewerkers en studenten komen toch ook wel eens met de auto?”

En nu?Ward Derix, namens Dienst Huisvesting (DH) verantwoordelijk voor de sloop van N-laag, vindt de vraag of we de borden ook in het Engels moeten hebben maar vreemd. “Het is niet dat we Engelstaligen niet tegemoet willen komen, maar we hebben er nog nooit over nagedacht. De campus is een openbaar terrein en daar moet de Nederlandse verkeerswet in acht worden genomen. Er staan buiten de campus toch ook nergens Engelstalige verkeersborden?”Met het toenemen van het aantal internationale medewerkers is het misschien wel een idee voor de toekomst, aldus Derix. Deze tweet is bij zijn weten de eerste opmerking hierover. (NS)

TUssen de oren

Een sneller paard“Als ik mensen had gevraagd wat ze wilden, hadden ze me gezegd, ‘een sneller paard’”. Dit bekende citaat, overigens onterecht toegeschreven aan Henry Ford, kreeg ik laatst weer te horen toen ik aan een marketingman van een groot telecom-bedrijf vroeg wanneer hij van plan was zijn ideeën te toetsen aan de behoeftes, wensen en verwachtingen van zijn eindgebruikers. Hij bevond zich in goed gezelschap. Steve Jobs vertelde ooit in een interview aan Business Week: “Veelal weten mensen niet wat ze willen tot je ze het laat zien”. Kortom: wanneer we revolutionair willen innoveren, dan schiet de verbeeldings-kracht van de consument tekort. Daar zit een kern van waarheid in, maar dat heeft

vooral te maken met de beperkte mogelijkheden die mensen hebben om impliciete wensen expliciet te maken. De truc zit ‘m erin om mensen de juiste gereedschappen te geven waarmee ze zichzelf kunnen uitdrukken.

Aangezien mensen slecht in staat zijn om hun eigen technologische toekomst te voorspellen, laat traditioneel marktonderzoek in dit opzicht te wensen over. Consumenten zijn goed in staat uit twee concurrerende producten te kiezen

wanneer dit varianten op een herkenbaar thema zijn. Wanneer zich een dramatische innovatie aandient -een T-Ford in plaats van een paard- dan laat onze technologische verbeelding ons echter in de steek een dergelijke paradigmatische verschuiving tijdig op waarde te schatten. Dit fenomeen is 25 jaar geleden al beschreven door communicatiewetenschapster Carolyn Marvin, in haar boek ‘When Old Technologies Were New.’ In zo’n geval moeten we dieper graven, naar latente behoeftes. Achter Henry Fords zogenaamd snellere paard ligt de latente behoefte sneller langere afstanden af te leggen. De psychologie biedt hierbij een gereedschapskist van gestructureerde methodes om te kijken naar emoties en naar gedrag, om beter te begrijpen wat mensen beweegt, voorbij de imperfecties van zelfkennis, en de tekortkomingen van taal. Henry Ford leek dit ook te begrijpen. Hij schreef “Als er één sleutel is tot succes, dan is het wel de vaardigheid om de wereld te zien vanuit het gezichtspunt van de ander.”

Psychologie wordt steeds belangrijker aan de TU/e. Technische systemen en artefacten, of het nu games, auto’s, robots, lichtsystemen of gebouwen betreft, zijn uiteindelijk bedoeld voor een menselijke eindgebruiker. Kennis over hoe die gebruiker waarneemt, denkt, voelt en handelt is onontbeerlijk. De nieuwe mensgerichte opleiding Psychology & Technology beschouwt elk technisch ontwerp in dat psychologisch perspectief. In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het wetenschappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd.

Bij revolutionair innoveren schiet de verbeeldingskracht van de consument tekort

Wijnand IJsselsteijn, hoogleraar Cognition and Affect in Human-Technology InteractionFoto | Rien Meulman

Gluren bij de buren, dat hoort niet. Aan de TU/e echter wel! In het kader van loopbaanontwikkeling wordt het zelfs gestimuleerd. Tijdens de ‘Inspiration Days’ (op 29 januari en 7 februari) krijgen OBP’ers van de TU/e de mogelijkheid om zonder gêne bij andere functies, faculteiten en diensten te gaan gluren. Gewoonlijk nemen veel mensen deze stap niet zo makkelijk, maar als het voor je geregeld wordt, blijken er best veel nieuwsgierige en belangstellende medewerkers op af te komen. Afhankelijk van het aangeboden programma kon je speed- daten, een rondleiding volgen of meeluisteren bij een vergadering.Zelf had ik me opgegeven als ontvanger en als gluurder. Sowieso ben ik altijd bereid om collega’s te vertellen hoe ik mijn functie ‘beleidsmedewerker onderzoek’ binnen de faculteit Electrical Engineering invul. Ik weet namelijk dat deze functie bij andere faculteiten weer heel anders wordt ingevuld. Daarnaast leek het me leuk om een keer een blik in andermans keuken te werpen. Ik ben naar het Innovation Lab en Dienst Algemene Zaken geweest. Deze organisatieonderdelen kende ik wel, maar tijdens mijn ‘gluurmiddag’ heb ik nog wat meer inside information gekregen en andere collega’s leren kennen. Tijdens de lunch en de borrel heb ik verschillende collega’s van andere faculteiten en diensten gesproken.

De een heeft zijn blik op de TU/e verbreed en contacten gelegd met nieuwe collega’s; de ander is geprikkeld of zelfs al zeer gemotiveerd om een vervolgstap te zetten richting de buren. Volgens universiteitssecretaris Nicole Ummelen, die de openingsspeech verzorgde, moet je die stap ook echt zetten. “Je leert niet alleen andere culturen kennen, maar ook jezelf.”

De personeelsfractie van de universi-teitsraad staat volledig achter een verdere professionalisering van het werkgeverschap, het dynamischer maken van de mobiliteit van werknemers en het verstevigen van de employability van ambitieuze werknemers. We wensen alle OBP’ers veel succes en plezier met Het Nieuwe Gluren.

Rianne van Eerd, voorzitter PURFoto | Rien Meulman

Foto | Bart van Overbeeke

Page 12: Cursor 11 - jaargang 55

12 | Focus 7 februari 2013

TU/e internationaal op de kaartSamenstelling| Judith van Gaal

Bron gegevens| STU en DPO

De TU/e timmert flink aan de weg, in binnen- en buitenland. Maar met welke landen hebben we nu eigenlijk nauwe banden?

Met welke landen werken faculteiten samen? En waar gaan onze studenten het liefst naartoe op stage? De cijfers van

Eindhoven University of Technology.

Wereldwijde relaties per TU/e-faculteit.

ID BWK BMT E W_I TN ST IE_IS WTB

(Bron: peiling bij kernfiguren per faculteit augustus 2012.)

• Danmarks Tekniske Universitet (DTU), Technische Universität München (TUM), École Polytechnique Fédérale de Lausanne (Eurotech)

• RMIT University Melbourne (Australië)• KU Leuven (België)• Zhejiang University in Hangzhou (China)• North Eastern University in Shenyang (China)• Jiao Tong University in Shanghai (China)• Fudan University in Shanghai (China)• International Institute of Information Technology in Bangalore (India)• International Institute of Information Technology in Hyderabad (India)• Manipal Academy of Higher Education (India)• West University of Timisoara (Roemenië)• Lomonosov Moscow State University (Rusland)• National University of Singapore (Singapore)• Middle East Technical University (Turkije)• Georgia Institute of Technology in Atlanta (Verenigde Staten)

De TU/e heeft verder nauwe samenwerkingsverbanden met:

De tien populairste studie-bestemmingen van TU/e-studenten in 2012.

1 USA 6 Singapore2 Australie 7 Spanje3 Duitsland 8 Italie4 United Kingdom 9 Zwitserland5 Zweden 10 Canada

1

10 3

89

7

4

5

Tsjechië 4Griekenland 3Zwitserland 3Cyprus 2Noorwegen 2Slovenië 2Bulgarije 1Estland 1Ierland 1IJsland 2Letland 1Liechtenstein 1Litouwen 1Luxemburg 1Totaal 218

Frankrijk 33Duitsland 25Italië 25Spanje 21Turkije 15Verenigd Koninkrijk 11Polen 11Finland 10Portugal 9België 8Roemenië 7Zweden 6Denemarken 4Hongarije 4Oostenrijk 4

Partnerinstituten in het kader van het Erasmusprogramma 2012/2013 (Land + aantal instituten binnen dat land):

Page 13: Cursor 11 - jaargang 55

Focus | 13 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TU/e internationaal op de kaart

2

6

Er staan 969 internationale medewerkers op de loonlijst van de TU/e. (peildatum: 31 december 2012)

De top 10:Nationaliteit Aantal1. Chinese 1112. Italiaanse 833. Iraanse 664. Duitse 55. Indiase 606. Turkse 567. Belgische 438. Russische 429. Griekse 4110. Oekraïense 30

De TU/e telt 142 niet-Nederlandse bachelorstudenten. (peildatum: 1 december 2012)

De top 10:Nationaliteit Aantal1. Chinese 292. Duitse 173. Belgische 114. Griekse 95. Iraanse 76. Roemeense 67 Britse/ Italiaanse/Poolse 58 Onbekend/Spaanse/Turkse 49. Portugese 310. Bulgaarse/Finse/Iraakse/Oekraïense 2

De TU/e telt 559 niet-Nederlandse masterstudenten. (peildatum: 1 december 2012)

De top 10:Nationaliteit Aantal1. Chinese 135 2. Indiase 70 3. Mexicaanse 42 4. Griekse 39 5. Turkse 33 6. Roemeense 26 7. Belgische 24 8. Duitse 22 9. Iraanse 21 10. Italiaanse 17

De TU/e telt 355 uitwisselingsstudenten. (peildatum: 1 december 2012)

De top 10:Nationaliteit Aantal1. Spaanse 562. Franse 443. Braziliaanse 414. Portugese 335. Duitse 306. Italiaanse 297. Poolse 158. Turkse 139. Iraanse/Oostenrijkse/Tsjechische 1110. Nederlandse 10

Page 14: Cursor 11 - jaargang 55

14 | Uitgelicht 7 februari 2013

En toen was er licht…

De Eindhovense designlamp Fonckel was in december 2012 de grote prijswinnaar bij de Shell LiveWIRE Award - het gelijknamige bedrijf won de hoofdprijs van 10.000 euro en de publieksprijs van 2.500 euro. Het bijzondere aan de ledlamp is de bediening: geen knopjes, geen afstandbediening; enkel je handen over de lamp laten gaan is genoeg. De geestelijk vader van de lamp is Philip Ross (1978): “Bij al onze activiteiten speelt licht een rol. Het is niet zo gek dat de mens er altijd naar gestreefd heeft om er meer grip op te krijgen. We staan pas aan het begin van de vele mogelijk-heden om vorm te geven aan een echt persoonlijke omgang met licht. Fonckel wil mensen letterlijk in aanraking met licht brengen.”

Ross studeerde industrieel ontwerpen aan de TU Delft. Zijn specialisatie is het ontwerpen van nieuwe vormen voor de bediening van intelligente producten en systemen. Ross: “Ik wil bijvoorbeeld een verlichtingssysteem en een muziek -installatie anders aansturen: met je lichaam, dus zonder bedieningspaneel of afstandsbediening.”Voor zijn afstuderen bedacht hij een ronde, bewegende schijf met vier panelen, waarmee je de sfeer in een kamer kunt ‘boetseren’. Draait men de schijf langzaam rond, dan komt er rustige muziek met gedimd licht. Geef de schijf een zwiep, en dan komt er snellere muziek en meer licht. Dit onderzoek zette Ross voort aan de TU/e met een promotieproject bij Industrial Design (ID), dat hij zelf mocht invullen. Hij onderzocht ook of je bepaald gedrag kunt uitlokken. Ross: “Een apparaat beïnvloedt gedrag. Een smartphone is meer dan een audiolink met iemand anders. Je maakt er spontaner afspraken mee, maar hebt minder snel sociaal contact als je een telefoongesprek in gezelschap aanneemt. Dat vind ik een heel interessant gegeven. Ik heb verder gekeken naar de rol die de bediening bij dat soort interactie speelt. Kun je een intelligent product of systeem maken dat licht geeft, maar ook creatief, behulpzaam of autoritair gedrag uitlokt?”

Om dat te onderzoeken, benaderde Ross dansers voor een aantal experimenten en vroeg ze om ‘een lamp te worden’ en bepaald gedrag uit te lokken. De proefpersoon krijgt hier het gevoel dat ze totale controle heeft, de ‘lamp’ beschijnt haar de hele tijd. Verandert zij van houding, dan beweegt ‘de lamp’ mee. Zo werden meerdere waarden uitgeprobeerd. Op basis van die

Weten wat je níet kunt en wanneer en waar je hulp nodig hebt. Dat is volgens Philip Ross heel belangrijk bij het opstarten van een bedrijf. Ross is de oprichter van Fonckel, een jong bedrijf

-ontsproten vanuit TU/e-faculteit Industrial Design- dat in december 2012 een nieuw concept lamp op de markt bracht: de Fonckel. Die wordt bediend met handbewegingen, niet met knopjes.

Voor de lamp in de winkel lag, werd een lang maar weloverwogen traject afgelegd.

Het ontwerp van de lamp is gebaseerd op dansers

Kamiel de Leur (links) en Philip Ross. Foto | Bart van Overbeeke

Page 15: Cursor 11 - jaargang 55

Uitgelicht | 15 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

experimenten maakte Ross een aantal ontwerpen; een ervan werd een verre voorganger van de Fonckel, gebaseerd op de bewegingskwaliteiten van de danser die de gebruiker het gevoel van directe controle geeft. Ross: “Dit ontwerp was erg lo-fi, het was een omgekeerde vaas van IKEA, maar met alle programmatuur eraan. Het idee om met handbewegingen te werken, was hier al aanwezig. Nog lang niet perfect, maar met potentie. Daarna heb ik nog wat prototypes gemaakt, die al meer een echte lamp waren. Bij tests bleken proefpersonen die andere manier van omgaan met licht te waarderen. En ze vroegen vaak: ‘Waar kan ik deze lamp kopen?’”

Het Innovation Lab adviseerde om het idee te patenteren. Ross bedacht tevens extra vindingen om het patent zo breed mogelijk te maken. Naast de gebaren voor richting, intensiteit en bundelbreedte, kwamen er ook gebaren voor kleuren-menging en de dynamiek van het licht. Ross: “Het duurt wel even voor zo’n patenttekst goed is. Het meeste kon ik gelukkig overlaten aan professionals, dit had ik nooit alleen gekund. Je hebt de Nederlandse indiening, dan de internationale fase en de kosten lopen maar door. Gelukkig wilde het Innova-tion Lab de patentaanvraag voorfinan-cieren en adviseerde me bij de keuze van de juiste patent-expert.”

In 2008 volgde een belangrijke stap: Ross werd uitgenodigd voor de valorisatieworkshop van STW, waar ontwerpers over hun vinding kunnen praten met ondernemers en mensen uit de industrie. “Toen drong het tot me door dat ik hiermee verder zou kunnen. Toen begon het ook te kriebelen en dat is niet meer opgehouden. Je hebt een algemeen vergezicht, nu zie je dat zo’n armatuur en het intellectueel eigendom echt kans van slagen heeft op de markt. De technologische ontwikkeling van leds neemt steeds grote vormen aan en de toepassing ervan wordt steeds breder. Bovendien ervaren mensen interactiviteit en persoonlijk vorm kunnen geven aan hun omgeving steeds vaker als een meerwaarde. En andere industrieën kunnen jouw vinding toepassen.”

Maar voor het zover was, waren er nog veel stappen te nemen. De volgende was de STW Valorisation Grant-aanvraag, een beurs in twee fasen. De eerste is 25.000 euro voor een technisch en commercieel haalbaarheidsonderzoek. Het technische deel ging goed, het commerciële niet.

Reden voor Ross om zijn oude studie-vriend te benaderen: Kamiel de Leur, die in Delft Industrieel ontwerpen heeft gedaan en de commercie geleerd heeft bij Heineken en later als innovatiemanager van Amstel en Heineken Nederland.De Leur zette een online marketing-onderzoek op in Nederland en Spanje met 500 respondenten. De reacties waren heel enthousiast en ondersteunden hun conclusies: dit heeft potentie. Ze vroegen Hans Filippini erbij voor de commerciële kant en zo was het Fonckel-team compleet. Fase twee was een beurs van 200.000 euro, bedoeld om de oprichting van een bedrijf voor te bereiden en een proof of concept te maken, om te bewijzen dat het concept werkt. Ross: “Die aanvraag kregen we, tot onze grote vreugde en een beetje tot onze schrik. Want nu moest het gaan gebeuren. Er werd een prototype gemaakt, waar alle elektronica was ingebouwd en daarmee moesten investeerders worden overtuigd. Maar tegelijk had ik een mooi project bij ID en Kamiel maakte carrière bij Heineken. Toch zijn we eraan begonnen. Kamiel nam in 2011 ontslag, ik een jaar later.”

Ross: “We zijn een kleine organisatie. We zijn goed in de ontwikkeling van producten en concepten en nieuwe ideeën, we doen marketing en sales. Voor alle andere dingen zoeken we expertise elders, wat dat betreft zijn we een netwerkbedrijf. Juridische zaken bijvoorbeeld moet je goed regelen en daar zochten we een partij bij die goed met ons kan meedenken. Zo hebben we dat met iedereen gedaan. De meerder-heid van onze partners, en daar selecteren we ze op, stapt echt in het project.”

Met die houding benaderden ze ook investeerders. Voor een hightech product als dit zijn veel investeringen nodig, gezien de ontwikkeling van de engineering, de elektronica en de software. Ross: “Investeerders vonden we via-via: bij investeerdersverenigingen of bij banken die pitches organiseren. Voorwaarde voor ons was dat het aan twee kanten moet klikken. We wilden niet alleen geld, maar ook relevante ervaring.” Overigens heeft ook de faculteit ID indirect mee geïnvesteerd, in natura. Ross kreeg de ruimte om zich met de voorbereiding van de bedrijfsoprichting bezig te houden binnen zijn contract. Verder heeft ID, via zijn -in 2011 overleden- promotor Kees Overbeeke, de uitgaven voor zijn onderzoeksprototype goedgekeurd.Voor de productiefase werden bedrijven gezocht, alternatieven bekeken en vergeleken voor de beste optie. En ook bedrijven investeren in Fonckel. Zo zet Pro Drive kennis in op het gebied van engineering. Veel hightech-productie-partners zitten in de buurt, volgens Ross een groot voordeel van Brainport.

Samen met de bedrijven ontwikkelde Fonckel zich tot een commercieel en produceerbaar product. Ross: “Maar we bleven zelf overal bij betrokken. Soms zat ik met 15 engineers tegelijk aan tafel om de volgende ontwikkelingsstap te bespreken: voor de software, de elektronica, hardware, modelmakers en de spuitgieter.

De gebaarherkenning van de Fonckel moet heel soepel lopen en dat zit ‘m in heel kleine details. Ik heb me daar helemaal in verdiept en op dat niveau heb ik ook met de software-engineer samengewerkt. Heel intensief, maar heel leerzaam.”

Om overzicht te houden over het hele productieproces was er allereerst het eigen team, maar toen het productie-proces in een stroomversnelling kwam, kwam er parttime een externe deskundige bij. “Er komt een punt dat je iemand nodig hebt met veel ervaring op dit gebied om te voorkomen dat het spaak loopt. Hij is ook echt aan boord geweest om de hele supply chain te stroomlijnen. Daar waren we heel blij mee, want een proces met verschillende partners moet naadloos in elkaar overlopen.”Daarna werden distributeurs gezocht, want die kennen de juiste winkels, interieurarchitecten en projectverlichters. De lamp ligt sinds half december in de winkel en is verkrijgbaar in zeven landen en bij de Fonckel-webshop.

Het was een intensief traject en Ross is heel blij met waar het bedrijf nu staat. Hij vindt Fonckel nog steeds een startende onderneming en er is nooit tijd om achterover te leunen. “Aanraak-gevoelig licht zul je steeds meer tegenkomen,

in andere vormen en plaatsen. Voor de toekomst liggen al nieuwe concepten klaar. We hebben ook een tweede lijn uitstaan, het licentieprogramma. We willen samenwerken met bedrijven in de medische- en automotive industrie; die besteden ook veel aandacht aan R&D. Neem een tandartslamp, die moet vaak ingesteld worden. Wat meer flexibiliteit en bedieningsgemak is daar best welkom.” (GV)

www.fonckel.com/nl/home/

www.cursor.tue.nl

Zien hoe

Fonckel

werkt?

“Het begon te kriebelen en dat is niet meer opgehouden”

“Er liggen al nieuwe concepten klaar”

Page 16: Cursor 11 - jaargang 55

16 | Student

Activiteitenkalender

7 februari 2013

Faberyayo meets Benny Sings | Donderdag 7 februari, 20.30 uur, Gaslab

Vreemdlandfestival | Donderdag 21 februari, 12.30-01.30 uur, Auditorium & Gaslab

Sommige combi’s zijn te mooi voor woorden. Wat denk je van een souljazzkikker en een deugniet van De Jeugd van Tegenwoordig? Benny Sings meets Faberyayo. Een bijzonder Valentijnsconcert. “Mijn album is een ode aan de liefde, aan mijn meisje en de huiselijkheid”, zegt Faberyayo. De single ‘Een Echte’ verhaalt over het feit dat zijn meisje Coco bij hem is

Hoe is het om een vreemdeling te zijn en niemand te kennen? Betreed één dag een andere wereld tijdens het Vreemdlandfestival. Van 12.00 tot 01.30 uur is er een barstensvol programma. Meer dan twintig programmaonderdelen -films, voorstellingen, muziek, workshops en debatten- voeren je mee in de vaak lastige maar ook kansen biedende wereld van vluchteling. Je zintuigen worden geprikkeld,

ingetrokken ‘met al haar prinses-senjurken’. Faberyayo gaat een aantal kleinschalige shows op unieke locaties doen rondom Coco. “Ik wil zeker een aantal leuke dingen doen, maar het is wel een heel persoonlijk en intiem album, ik denk niet dat er een gigantische tour om heen moet komen.”

Vanavond te zien in het Gaslab!

je geest wordt uitgedaagd.Met een bonte stoet aan sprekers, kunstenaars, ervaringsdeskundigen, muzikanten, vluchtelingen, beleidsmakers en performers is er voor iedereen wel iets te vinden dat raakt, boeit of inspireert. Schrap alles uit je agenda voor 21 februari en noteer: Vreemdlandfestival.

Kijk op www.vreemdlandeindhoven.nl voor het complete programma.

Clmn

Iedereen heeft wel zo’n vriend, zo eentje zonder smartphone. Zo’n Koning Simba van de sms’jes, zo’n Prins Pils met Prepaid. Zo’n laggard: de laatste persoon in je omgeving die een innovatie omarmt.Zo’n vriend die spuugt op fancy gadgets, maar wel studeert aan onze -technische- universiteit. Zo’n vriend die al wel vrolijk rondsurft op het internet, maar nog altijd naar de Teletekst-site gaat. Zo’n vriend die sporadisch sociaal geïsoleerd is, beperkte economische middelen heeft en altijd sceptisch is tegenover impulsaankopen - daarom is een laggard ook nooit een vriendin.Deze ondermijners van het technolo-gisch determinisme denken ook dat ze gelijk hebben: hun referentiepunt is het verleden en hoe goed ze het toen toch hebben gehad. Het liefste trekken ze op met gelijkgestemden, maar op een bepaald moment blijft dit dove tuig alleen achter in het Land der Laggards.Ik woonde er ook: ik sms’te, belde en deed andere rare, telefonische handelingen in het Land der Laggards. Als ik mijn telefoon tegen een muur smeet en er vervolgens een sms’je mee naar één van de toeschouwers stuurde, klaagde de ontvanger dat een tweet leuker was geweest. Langzaamaan raakte ik in een sociaal isolement: “Wist je niet dat we al om 9 uur hadden afgesproken? Heb je de WhatsApp niet gelezen?”Om dit isolement tegen te gaan, zit ik nu ook in de WhatsApp-groep van mijn dispuut. Ik vraag mijn stem-herkennende iPhone: “What’s my name?”, waarop mijn iPhone in haar beste Frans antwoordt: “You’re ‘Alleen’.” Saaie 1.0-gesprekken kan ik zonder pardon multitasken met Facebook. Mijn sociale isolement is verbroken door mijn ‘life online’ te leven. Elk van deze gadgets en app’s brengt meer sociale verplichtingen met zich mee. Niet fashionista’s, maar industrieel ontwerpers van techno-minded multinationals maken de dienst uit. Het is ‘The Revenge of the Nerds’: Onze innovaties sluiten techno-laggards buiten, zoals dat ons nerds is overkomen vanwege onze laggard-kledij. Want wie het laatst tweet…

laggard-tuig

Alain Starke, iPhone 4s | Eerstejaars masterstudent Innovation Sciences

Op www.cursor.tue.nl vind je meer columns.

De volgens de redactie beste column plaatsen we hier.

TU esWat is de meest bijzondere gebeurtenis sinds je in Eindhoven studeert?Dat ik spontaan met drie vrienden met de bus naar Parijs ben gegaan.

Beste gewoonte?Openstaan voor alles en iedereen, zelfs voor een interview met Cursor.

Op wie of wat ben je het meest trots?Dat ik mijn stuur aan mijn fiets heb gelast. Dat stuur was door een combinatie van metaalmoeheid en roest afgebroken en de fiets stond de afgelopen drie maanden kapot in de schuur.

Wat heb je afgelopen week geleerd?Dat een middagdutje doen vrijwel altijd een goede uitwerking op mij heeft.

Wat ontbreekt er aan de universiteit?Ik kan op deze maandagochtend niets bedenken. Ik ben helemaal tevreden.

Van wat voor wereld droom jij?Ik droom van een wereld waarin het voedsel beter verdeeld is.

Ultieme kijk-, lees-, web-, luister-, of doe-ervaring?Sinds ik commissielid ben van Symposium van Simon Stevin maak ik van dichtbij mee wat er komt kijken bij de organisatie van zo’n symposium. Geweldige ervaring.

Waar heb jij je deze week ontzettend aan geërgerd?Het monotone geluid van mijn wekker.

Waar hecht je het meeste waarde aan?Zelf initiatief blijven nemen. En bij twijfel, gewoon doen! (NS)

Patrick ten Kate, 20tweedejaars Werktuigbouwkunde. Lid van de Symposiumcommissie van Simon Stevin.

Patrick heeft genoeg van de vraag van welke wereld je droomt. In plaats daarvan wil hij weten welk dier je het mooiste van de wereld vindt. Zijn eigen antwoord is de bruine beer, dan weet je dat alvast.

Foto | Bart van Overbeeke

Page 17: Cursor 11 - jaargang 55

Student | 17 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

En hoe is het in Osaka?

Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl

Na zo’n vijf maanden zit het er bijna op, mijn minor in het land van de rijzende zon, Pokémon, karate, sushi en Toyota: Japan!

Hoewel het nog gisteren leek dat ik landde op dit eiland aan de andere kant van het noordelijk halfrond, is het intussen al het moment om terug te kijken naar een fantastisch verblijf in dit prachtige land, dat veel meer te bieden heeft dan enkel Nintendo.In september ben ik samen met mede- studente Scheikundige Technologie Marijne Timmers naar Osaka gevlogen, het begin van vijf maanden studie en onderzoek in Japan. Aangekomen in de nasleep van de hete zomers in dit gedeelte van Japan (het was nog steeds dertig graden, wat resulteerde in smeltende wieltjes onder de koffer),

hadden we nog een paar dagen om aan het land en de cultuur te wennen. Nou ja, wennen… Als er iets is waar iedere buitenlander in Japan het mee eens is, is het dat Japan nooit zal wennen. De overweldigende cultuur is soms zó vergelijkbaar met die in Europa en soms zó opmerkelijk verschillend doch fascinerend.Eén van de eerste verschillen waarmee ik direct te maken kreeg, was het gebrek aan Engelssprekende mensen. Natuurlijk wist ik dat Japanners geen helden waren in Engels, maar in het land van Sony en Canon had ik niet verwacht dat men werkelijk geen woord in het Engels kan uitbrengen. De cultuur en de bevolking is niet erg geïnternationali-seerd, wat nog wel eens kan leiden tot taferelen als aapjes kijken wanneer ik

in de trein zit. En hoewel Japanse scholieren intussen veel Engels op school krijgen, uit dit zich enkel in vaardigheid in het lezen van Engelse teksten. Ofschoon ik me aardig kon redden met mime en een paar geluidjes werd het dus een vereiste om de taal te leren. Inmiddels heb ik het examen van het eerste niveau voor Japans afgerond en ben ik trots op de paar woordjes die ik me eigen heb kunnen maken. Nu hoef ik niet meer als mimespeler over straat.Naast Japanse les volgde ik hier een biochemisch vak over moleculaire genetica en een praktisch vak over de toepassingen van de geleerde theorie hiervan. Om de Japanse cultuur en de geschiedenis beter te begrijpen, volgde ik ook een vak over de culturele invloeden van buitenaf op de Japanse cultuur. Tenslotte is Japan jarenlang afgesloten geweest voor buitenlanders. Tot slot heb ik hier ook nog op het laboratorium gestaan om onderzoek te doen naar de productie van zelf-reparerende gels en zelfbewegende gels. Het is een hele ervaring om in een Japans lab te staan: origami met filtreerpapier, een minder strikte scheiding tussen lab en kantoor en bovenal andere werktijden. Er wordt niet hard gewerkt, niet efficiënt, maar wel lang, heel lang: van 9.30 uur tot

55 jaar Hajraa

Daan van Rijen, TU/e-student Scheikundige Technologie

en voorzitter van het 58e bestuur van studentenvolleybal-

vereniging Hajraa, stuurde ons deze foto van hun lustrumgala

in januari. Hajraa bestaat inmiddels 55 jaar en vierde dit met

zo’n 120 (oud-)leden in café De Vooruitgang in het Philips

Stadion. De galagangers hadden eerst een diner en konden

vervolgens de dansvloer op op de klanken van een jazzband,

gevolgd door een dj. De volleybalvereniging had eind

september al een lustrumreceptie, houdt in mei een

lustrumweekend met (oud-)leden en heeft in september

nog een nader te bepalen afsluitende activiteit. (JvG)

Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar

het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het

verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken

over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

In the picture

Volgende keer jouw foto op deze plek?

Mail ‘m naar [email protected]

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit voorjaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar [email protected].

middernacht. Een enkele keer een meting om twee uur ’s nachts is de gewoonste zaak van de wereld.Inmiddels heb ik flink wat uitstapjes gemaakt om de cultuur van het land te beleven. Ik ben volledig gewend aan slapende mensen op alle denkbare plekken, het ontbreken van prullen-bakken (doordat iedereen zijn eigen rommel opruimt), de keurige rijen waarin mensen zonder aarzeling wachten en de enorme beleefdheid

en nauwkeurigheid waarmee alles wordt uitgevoerd. Stiekem doet het toch wel pijn in mijn hart en rolt er een traantje over mijn wang, nu ik dit schrijf en besef dat ik het land weldra moet achterlaten. Wat zal ik er nog vaak aan terugdenken, als ik in het MetaForum in de rij sta voor een kopje koffie…

Tom Janssen | student Scheikundige Technologie

Page 18: Cursor 11 - jaargang 55

18 | Mens 7 februari 2013

Bram Berkien | “Ik ben klaar om door te gaan met mijn leven”

De Messias van het grote avontuur - nee, zo zou hij zichzelf niet willen omschrijven, zegt Bram Berkien lachend. Toch is de rode draad in het gesprek helder. “Het is zó gemakkelijk om jezelf te verliezen in de dagelijkse gang van zaken, terwijl er zoveel uit het leven te halen valt. Maar niemand gaat dat voor je doen.” Zelf staat de student op het punt van afstuderen, om daarna aan de slag te gaan als fotograaf.

Wat mensen met dit interview vooral over hem te weten moeten komen? Niet zo belangrijk, vindt de 26-jarige masterstudent Technische Bedrijfskunde eigenlijk. “Liever wil ik mensen oproepen na te denken over wat ze zélf echt willen, niet gehinderd door routine of verwach-tingspatronen. Ik denk best veel na over wat je met je leven kunt doen. Over doen wat je leuk vindt in plaats van wat je opgelegd krijgt.”Hij vervolgt: “Ik heb ook altijd een beetje geageerd tegen het standaardtraject om vanuit je bachelor in de bijbehorende master te stromen (zelf stapte hij na zijn bachelor Werktuigbouwkunde over op de master Technische Bedrijfskunde, red.) en daarna te gaan werken bij een bedrijf dat daarbij past. Ik denk dat er méér in het leven zit dan dat je ergens veertig jaar werkt. Je hebt maar één kans; je kunt het niet op je 68ste allemaal overdoen”.

Zelf staat Berkien op de drempel van het werkende bestaan. Hij is bezig met zijn afstudeerstage en hoopt begin maart zijn master af te ronden. Hij is eigenlijk ook wel klaar met studeren, bekent hij. Niet dat hij zichzelf naar de eindstreep moet slépen, “maar ik ben er gewoon klaar voor om door te gaan met mijn leven. Er is zoveel méér”.

Een leven als professioneel fotograaf is wat de TU/e’er voor ogen heeft; zijn werk maken van de hobby die hij eigenlijk pas twee, drie jaar terug omarmde. Niet dat hij zo’n briljant fotograaf in zichzelf vermoedde, stelt hij. “Zodra je een beetje serieuzer gaat fotograferen, zeggen een hoop mensen dat ze het tof vinden of dat het er professioneel uitziet. Maar ik weet eigenlijk nog steeds niet of ik wel zo’n goede fotograaf ben.” Sowieso allemaal relatief, vindt Berkien: “In tijdschriften en reclamecampagnes komen allerlei grote namen voorbij, terwijl ik op bijvoorbeeld Flickr veel betere foto-grafen tegenkom”.Wat hij wél weet, is dat hij gelukkig wordt van het fotograferen. Berkien geniet van “het zoeken; het proces van iets zien, maar nog niet weten hoe je het moet vastleggen. Soms heb je snel een goed beeld, maar als je niet verder zoekt, mis je misschien iets beters. Je kunt het in mijn ogen niet in één

keer goed doen”. Mensen staan centraal in het werk van Berkien. Geen landschappen, vergezichten, bouwwerken of stillevens; de Eindhovenaar heeft een model nodig. Liefst geen professionele modellen trouwens: “Die hebben een kunstje. Ze gaan staan, nemen een pose aan en ja, het is meteen mooi. Maar het is niet oprécht mooi”. Berkien wil bovenal interessante mensen fotograferen: “Mensen met een passie, een bijzondere bezigheid, een boeiend verhaal. Een meisje kan nog zo mooi zijn, maar dat is niet echt een verdienste. Interessant vind ik mensen die dat zijn op een manier die ze zelf niet in de hand hebben”.

Geloofwaardige foto’s wil Berkien maken, zonder “episch flitslicht” en al teveel kunstgrepen in Photoshop. De laatste maanden fotografeert hij voornamelijk in zwart-wit, tegen een haast klinisch witte achtergrond. Het liefst fotografeert hij terwijl hij in gesprek is met zijn model, terwijl hij of zij vertelt over meegebrachte spullen die voor hem of haar belangrijk zijn. “Al het interessante moet van de hoofdpersoon zelf komen.” Dat is meteen wat hem tegenstaat aan foto-apps als Instagram. “Van iets totaal onbeduidends (Berkien pakt de servethouder op tafel, red.) maak je met een leuk filtertje zogenaamd iets interessants. Ik hou daar niet van.”

De afgelopen tijd stonden onder anderen Robin Piso van de Nederlandse rockband DeWolff en toproeister Lisa Scheenaard voor zijn lens (zie bramberkien.nl). “Een soort sociale onenightstands”, zo omschrijft Berkien de fotoshoots, met als voornaamste truc: “Veel praten; dan ontstaat er eigenlijk vanzelf een zekere energie. En intussen véél knippen” - al gauw duizend foto’s in twee uur, gokt hij.

Over wie hij graag nog eens voor de lens zou hebben, hoeft Berkien niet lang na te denken. “Als ik echt groots droom, dan zijn dat toch Obama, Bono en Lady Gaga. Het is natuurlijk niet heel realistisch dat me dat gaat lukken - ik zal eerst maar eens proberen of ik van de fotografie kan leven.” Zijn bijbaantje op het vliegveld houdt hij voorlopig nog maar aan. Er zijn snellere manieren om van zijn opgebouwde studieschuld af te komen, beseft hij. “Veel mensen zeggen: ‘waarom ga je niet eerst een paar jaar werken, geld verdienen?’ Maar voor je het weet, zit je in dat ritme en kom je er niet meer van los.”

Berkien laat op zijn telefoon een quote zien van de Amerikaanse avonturier Christopher McCandless, hoofdpersoon van het verfilmde boek ‘Into the wild’,

die sterft tijdens een trektocht door Alaska. Een zin daaruit: ‘Het meest elementaire van de menselijke geestkracht is het verlangen naar avontuur’. Hoewel het volgens Berkien helemaal niet zo groots hoeft als dat misschien klinkt. Hij blikt terug op zijn fietstocht naar Santiago afgelopen jaar, grotendeels in zijn eentje afgelegd. “Mensen doen altijd alles maar sámen, lijken wel bang om alleen te zijn. Terwijl het zo verrijkend is om echt op jezelf aangewezen te zijn, zonder anderen om op terug te vallen.” Vroeg opstaan, op weg, eten, ’s avonds weer op tijd naar bed - “heel simpel eigenlijk. Gewoon fietsen, met letterlijk en figuurlijk elke dag een nieuwe horizon. Nieuwe ervaringen, gesprekken met nieuwe mensen, daarin zit voor mij geluk”.

Een stukje geluk schuilt ook in zijn roodleren zakboekje -van Moleskine: “Soms moet je jezelf een beetje kietelen”- waarin hij sinds driekwart jaar allerlei woorden, zinnen, ideeën, indrukken, to-do’s en andersoortige notities bijhoudt. Zoals, wat hij recent bedacht, dat hij topvoetballer Lionel Messi nog eens live wil zien scoren. “Het is supergoed om dat soort dingen op te schrijven. Het geeft het net wat meer gewicht.”

Interview | Monique van de VenFoto| Bart van Overbeeke

Page 19: Cursor 11 - jaargang 55

Vluchtelingenproblematiek in cijfers

• In 2011 waren er volgens het CBS 70.000 vluchtelingen in Nederland.• De Immigratie- en Naturalisatie Dienst kreeg in dat jaar 15.000 asiel-

aanvragen binnen, waarvan er 8.000 werden ingewilligd.• De meeste vluchtelingen die een aanvraag indienen komen uit Afghanistan,

Irak of Somalië.

• De arbeidsparticipatie van vluchtelingen ligt rond de 40 procent (CBS).• In 2009 waren de voornaamste redenen van immigranten om naar

Nederland te komen arbeid en gezinshereniging.

• De stichting UAF, een organisatie die vluchtelingen begeleidt bij studie en werk, heeft op dit moment in Nederland zo’n 3.000 studerende vluchtelingen onder haar hoede. Twaalf studeren er aan de TU/e.

Uitgelicht | 19 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

“Leen een vluchteling uit de menselijke bibliotheek”

Vreemdlandfestival op TU/e-campus

Is het TU/e-terrein wel de plek om aandacht te vragen voor het vluchtelingen-probleem in Nederland? Lucas Asselbergs, hoofd Studium Generale, vindt van wel. In samenwerking met nog enkele partijen van binnen en buiten de TU/e houdt SG op donderdag 21 februari het Vreemdlandfestival. Asselbergs noemt het een uniek evenement en roemt de veelzijdigheid van het programma. “Deel bijvoorbeeld de ervaringen van een vluchteling en leen er die dag een uit onze menselijke bibliotheek.”

De ervaringen, tegenslagen, overwin-ningen, teleurstelling en hoop van vluchtelingen die Nederland binnen zijn gekomen met de droom van een betere en veilige toekomst. Die staan centraal op het gratis toegankelijke Vreemdland-festival, dat plaatsvindt op 21 februari van 12.30 uur tot 1.30 uur ’s op diverse plaatsen op de campus. De dag biedt veel meer dan enkel die wat vreemde uitleenservice. Op het programma staan films, theatervoorstellingen, foto-expo-sities, cabaret, muziekoptredens,

lezingen en debatten. Bekende namen sieren het affiche: de Iraanse schrijver Kader Abdolah komt zijn persoonlijke verhaal vertellen, de Tunesische zangeres Ghalia Benali treedt op, en oud-premier Ruud Lubbers, die zich bij de UN als Hoge Commissaris inzette voor vluchtelingen, wordt om 20.30 uur geïnterviewd in de Blauwe Zaal en gaat de discussie aan met de zaal. Onder begeleiding van studentenvereniging SSRE is er de hele middag de mogelijk-heid tot speeddebating.

Asselbergs zegt dat Studium Generale bij zijn weten nog nooit een dergelijk grootschalig parallel programma heeft aangeboden. “Belangstellenden zullen echt moeten kiezen wat ze die dag willen bijwonen. En we bieden enorm veel. Mocht je alleen maar geïnteresseerd zijn in de culturele verrijking die vluchtelingen meebrengen naar Nederland, dan kom je ook uitstekend aan je trekken.”Bij Asselbergs zijn de afgelopen weken ook verbaasde en verontwaardigde reacties binnengekomen. “Een mede -

werker vond het volstrekt belachelijk dat we hier aandacht aan besteden. In zijn ogen is de TU/e een plek voor onderwijs en onderzoek, niet voor dit soort zaken. In mijn ogen heeft SG echter zeker een taak om voor dit soort onderwerpen aandacht te vragen en de bewustwording bij studenten te bevorderen. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ook ik zeer benieuwd ben hoe de opkomst op 21 februari zal zijn.” (HK)

www.vreemdlandeindhoven.nl

Koen Beljaars (19), tweedejaars student Technische Natuurkunde

“Dat dit festival hier wordt gehouden, vind ik een erg goed initiatief. Veel mensen zijn onwetend over dit soort onderwerpen. Ik vind het goed dat ze zo met dit soort zaken in aanraking komen. Het onderwerp vluchtelingen is voor iedereen van belang, ook voor studenten. Wat maakt het uit dat je aan een technische universiteit studeert, hier moet je gewoon wat over weten.”“Persoonlijk heb ik geen problemen met het huidige immigratiebeleid in ons land. Nederland is een multicultureel land en een goede plek om te wonen, omdat we geen last hebben van oorlogen of stormen. Ik begrijp wel dat mensen hier graag naartoe komen en ik vind het jammer dat we niet de mogelijkheden hebben om iedereen een thuis te bieden.”“Dat de politiek niet meegaat in de opvattingen van Geert Wilders, stemt me blij. Het huidige asielbeleid van de regering vind ik goed genoeg om tevreden over te zijn. Ik denk dat er in Nederland bewuste afwegingen worden gemaakt over wie mag blijven en wie niet.” (OK)

“Jammer dat we niet iedereen een thuis kunnen bieden”

“De politiek mag duidelijker zijn”

“Problemen kun je beter voorkomen dan oplossen”

Patricia Tijssen (20), derdejaars Scheikundige Technologie

“Dat ze met dit festival mensen meer inzicht willen verschaffen, vind ik positief. Maar ik vraag me wel af hoeveel TU/e-studenten hier op af zullen komen. Ik hoor mensen nooit over dit onderwerp praten, het leeft hier absoluut niet.”“Ik vind het goed dat Nederland vluchtelingen opneemt. Alleen ben ik het niet altijd eens met het beleid dat bepaalt dat mensen het land weer uitmoeten. Je kunt een gezin met kinderen die hier zijn opgegroeid niet zomaar terugsturen naar een land dat volkomen in puin ligt. Af en toe komt zo’n kwestie voorbij in de media, maar er zijn natuurlijk veel meer gezinnen met dezelfde problemen waar je als buitenstaander niets van meekrijgt.”“Je hoort niet veel over de harde cijfers van het asielbeleid. Ik vind het jammer dat er zoveel asielaanvragen zijn, want dat betekent dat die mensen thuis niet veilig genoeg zijn. Dat ze voor Nederland kiezen, beschouw ik als een goed teken. Het betekent dat ze een positieve indruk hebben van ons land.”“De politiek mag best duidelijker zijn over het asielbeleid, de cijfers en hoe de selectieprocedure in elkaar zit. Daar is nu te weinig aandacht voor.” (OK)

Tim van Zoeren (22), pre-master Industrial Design

“Ik zie de toegevoegde waarde van dit festival niet. Wat wil de organisatie hiermee bereiken, dat wij de vluchtelingen beter begrijpen of dat we er meer accepteren?”“Het huidige asielbeleid en alles er omheen is teveel gericht op het oplossen van problemen, terwijl je die problemen moet zien te voorkomen. Het zou niet nodig moeten zijn dat er zoveel mensen vluchten. Het ideaalbeeld is dat mensen alleen hier naartoe komen omdat ze hier willen wonen, niet omdat ze niet meer willen wonen in het land waar ze vandaan komen.”“Het aantal asielaanvragen per jaar is best te overzien als je het afzet tegen de Nederlandse bevolking. Ik vind dat er per individu naar gekeken moet worden. Zo vink ik het erg belangrijk dat mensen Engels of Nederlands spreken als ze hier komen wonen.”“Geert Wilders heeft wel een punt met zijn opvattingen, hij geeft de problemen die leven goed weer. Maar hij biedt geen oplossingen. Daar zouden ze het in Den Haag over moeten hebben, hoe ze problemen kunnen voorkomen in plaats van hoe ze achteraf dingen moeten oplossen.” (OK)

Foto’s | Piet den Blanken